Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0901 - Zittingsperiode : 55
Auteur | Sophie Rohonyi, DéFI (07102) |
Departement | Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie |
Sub-departement | Soc Zaken, gezondheid, Asiel en Migratie |
Titel | Psychologencommissie (MV 4144C). |
Datum indiening | 30/07/2020 |
Taal | F |
Status vraag | Antwoorden ontvangen |
Termijndatum | 30/09/2020 |
Vraag |
De psychologen zijn misnoegd over wat u met hun commissie van plan bent. De Psychologencommissie is nochtans een officieel orgaan, waarbij in 2019 16.000 psychologen ingeschreven waren. Volgens een brief die u aan de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen gericht hebt, zou het niet langer nodig zijn zich bij de commissie in te schrijven om de klinische psychologie te beoefenen. Enkel het federale visum, dat onder uw toezicht afgeleverd wordt, zou voortaan nog vereist zijn. De Psychologencommissie vecht dat aan en beroept zich daarbij op de wet van 10 mei 2005 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Bij die wet werd de wet van 8 november 1993, die de titel van psycholoog beschermt, helemaal niet gewijzigd. Er werd geen enkele regel tot harmonisatie of afstemming van beide wetten bepaald. De commissie trekt daaruit het besluit dat een practitioner die de klinische psychologie wil beoefenen noodzakelijkerwijze de titel van psycholoog voert en zich bijgevolg ook zal moeten schikken naar de voorwaarden van de wet van 1993. Het deontologische toezicht op de klinisch psychologen zou volgens u de bevoegdheid zijn van de Provinciale Geneeskundige Commissies, naar het voorbeeld van de andere gezondheidszorgberoepen die niet over een deontologisch orgaan beschikken. Aangezien de erkenning van een orde van psychologen op zich laat wachten, neemt de Psychologencommissie die rol tot op heden op zich. Tot slot zou uw hervorming een ongelijke behandeling met zich brengen tussen de klinisch psychologen, die onder uw toezicht vallen, en de anderen, die onder minister Ducarme ressorteren (leerkrachten, onderzoekers en opleiders, schoolpsychologen, medisch-sociaal psychologen, arbeidspsychologen, enz.). Tot dusver was de titel van psycholoog evenwel op eenvormige wijze beschermd. 1. Welke elementen rechtvaardigen het bestaan van twee stelsels, waarvoor telkens een andere minister bevoegd is? 2. Kunt u de juridische aspecten daarvan verduidelijken? 3. Wat zou er met de bestaande instrumenten gebeuren: de deontologische code en de tuchtraden? 4. Wat is de wettelijke grondslag om de Provinciale Geneeskundige Commissies, die bevoegd zijn voor het medische en paramedische toezicht op de fysieke bekwaamheid om het beroep uit te oefenen, ook de bevoegdheid inzake de deontologie te verlenen? 5. Hoe zal men de practitioners in de klinische psychologie noemen, aangezien die niet langer "psychologen" mogen heten omdat ze niet bij de Psychologencommissie ingeschreven zijn? 6. Hoe zal in dat verband het medisch geheim van de psychologen nog beschermd worden? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord - Nieuwe antwoord |
Antwoord |
Het dragen van een titel van een beroep, waaronder dat van psycholoog, valt onder de bevoegdheid van de minister van Middenstand, terwijl het wettelijke kader betreffende de gezondheidszorgberoepen onder de bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid valt. Krachtens artikel 68/1 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van gezondheidszorgberoepen moeten klinisch psychologen over een visum en een specifieke erkenning beschikken om in België legaal als klinisch psycholoog te kunnen werken. Niettemin moet de klinisch psycholoog zich krachtens de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog - zoals elke andere persoon die de titel van psycholoog wil dragen - momenteel inschrijven bij de Commissie van psychologen. De opdrachten van de geneeskundige commissies zijn vastgelegd in artikel 119 van bovengenoemde wet van 2015. Zij zijn bevoegd voor alle gezondheidszorgberoepen die onder dezelfde wet vallen, met inbegrip van de klinisch psychologen. Deze commissies houden zich niet bezig met deontologische kwesties, maar kunnen onder meer het visum intrekken wanneer een gezondheidszorgbeoefenaar niet langer de fysieke of psychische competenties bezit om zijn beroep zonder risico's te kunnen blijven uitoefenen. Wat het beroepsgeheim betreft, is, krachtens artikel 458 van het Strafwetboek, elke persoon die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd - waaronder dus ook de klinisch psychologen - aan het beroepsgeheim onderworpen. |