Schriftelijke vraag en antwoord nr : 2300 - Zittingsperiode : 54
Auteur | Valerie Van Peel, N-VA (06589) |
Departement | Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Sub-departement | Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Titel | Erkenning als asbestslachtoffer (MV 24288). |
Datum indiening | 06/04/2018 |
Taal | N |
Termijndatum | 15/05/2018 |
Vraag |
In het kader van mijn wetsvoorstel met betrekking tot het Asbestfonds en de daaraan gekoppelde debatten in het Parlement, ontving ik een vraag met betrekking tot de erkenning als asbestslachtoffer en de daarmee gepaard gaande onderzoeken. De persoon in kwestie werkte als student verscheidene jaren in een asbestverwerkend bedrijf, waar hij onder meer met snijmachines werkte. Er zeker van zijnde tijdens deze periode schade ten gevolge van asbest te hebben opgelopen, wendde de persoon zich tot het Asbestfonds. Hij weigerde om bepaalde redenen echter de longpunctie te ondergaan die door de door het Asbestfonds aangestelde arts werd opgelegd in het kader van de aanvraag tot vergoeding. Gevolg was dus dat de aanvraag niet kon worden goedgekeurd. De vraag die deze persoon zich stelt, is of dergelijke - voor de patiënt toch ingrijpende - onderzoeken (steeds) noodzakelijk zijn. 1. Kan u meer duiding verschaffen bij de erkenningsprocedure voor asbestslachtoffers? Zijn dergelijke onderzoeken steeds noodzakelijk? Of welke andere, mogelijks minder ingrijpende, mogelijkheden bestaan er om het onderzoek in het kader van een erkenningsaanvraag uit te voeren? 2. Niet alleen het Asbestfonds kent slachtoffers een vergoeding toe. Fedris (dat het voormalige Fonds voor beroepsziekten omvat) kent werknemers vergoedingen toe voor asbestziekten. Kan wie als werkstudent in een asbestverwerkend bedrijf heeft gewerkt, ook een vergoeding via Fedris toegekend krijgen? Of om welke redenen is dat niet mogelijk? 3. Zijn de aanvraagprocedures van het Asbestfonds en Fedris met betrekking tot asbestgerelateerde ziekten gelijklopend? Of bestaan hier verschillen in? Zo ja welke, en waarom? 4. De website van de FOD Volksgezondheid verwijst - onder de rubriek "veelgestelde vragen over asbest", maar ook elders - nog naar het Fonds voor beroepsziekten en de oude, intussen niet meer actieve website van dat Fonds. Lijkt het u niet aangewezen dit te vernieuwen en te verwijzen naar de website van Fedris? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 09/05/2018, 20172018 |
Antwoord |
Bij de oprichting van het Asbestfonds heeft men van meet af aan ingestemd met een pragmatische oplossing: een forfaitair en snel vergoedingssysteem zonder zware bewijslast voor de slachtoffers. Voor aanvragen geldt dat iedereen die een schadeloosstelling ontvangt van het Federaal agentschap voor beroepsrisico's (Fedris) omwille van mesothelioom, automatisch ook een tegemoetkoming van het Asbestfonds krijgt. Wie in dit geval verkeert, hoeft dus zelf geen aanvraag in te dienen. Ook personen met asbestose die reeds een vergoeding van Fedris ontvangen, kunnen recht hebben op een tegemoetkoming van het Asbestfonds. Daarnaast is het zo dat de erkenningsprocedure afhangt van de vraag of het om mesothelioom dan wel om asbestose gaat. In het geval van mesothelioom wordt de aanvrager immers doorgaans niet opgeroepen en hoeft hij geen medisch onderzoek te ondergaan: de Mesothelioomcommissie kan in principe een beslissing nemen op basis van de aangeleverde documenten waarin de diagnose reeds wordt gesteld. In andere gevallen van met asbest verband houdende ziekten zal de aanvrager worden uitgenodigd voor een medisch onderzoek om de invaliditeitsgraad te bepalen. In geval van mesothelioom krijgt de slachtoffer direct een invaliditeitsgraad van 100 % zonder onderzoek. Maar er zijn ook andere criteria te onderzoeken. Ten eerste zijn er criteria inzake blootstelling aan het beroepsrisico. De vereiste graad van cumulatieve blootstelling verschilt naargelang van de pathologie. Een mesothelioom of pleurale plaques kunnen ontstaan ingevolge een geringere blootstelling dan die welke vereist is om asbestose of longkanker te doen ontstaan. Wegens het totaal aspecifieke karakter van longkanker moet de blootstelling in dat geval voldoen aan welbepaalde kwantitatieve criteria. Talrijke gevallen van longkanker zijn immers te wijten aan andere oorzaken, in het bijzonder het roken. Voor de andere ziekten wordt geen kwantitatief criterium vastgesteld, maar moet uit het risico-onderzoek blijken dat er sprake is van een reële blootstelling. Voor deze ziekten garanderen de diagnostische criteria een voldoende specificiteit. Vervolgens zijn er de diagnostische criteria. Wat het mesothelioom betreft, steunt de histologische diagnose op immunohistochemische technieken. Gezien de moeilijkheid van de diagnose is het zeer wenselijk dat de histologische diagnose wordt bevestigd door het Mesothelioomregister. Fedris zal altijd advies vragen aan het Mesothelioomregister, voor zover er pleurale of peritoneale biopsies werden genomen. Als de histologische diagnose ontbreekt, kan de ziekte uitzonderlijk worden erkend op basis van een suggestief klinisch beeld en een suggestieve evolutie. Soms kan een autopsie nuttig zijn. Fedris zal dit onderzoek echter niet uit eigen beweging laten uitvoeren. Bij elk geval van mesothelioom moet gezocht worden naar een blootstelling aan asbest. Uit de literatuur blijkt immers dat in geïndustrialiseerde landen meer dan 80 % van de mesotheliomen van beroepsoorsprong is. Indien nodig zal Fedris een bijkomend technisch onderzoek uitvoeren. Ook wat betreft de criteria inzake schadeloosstelling krijgt een mesothelioom een aparte behandeling. Aangezien een mesothelioom steeds op korte of middellange termijn tot de dood leidt, is het verantwoord van meet af aan een volledige blijvende arbeidsongeschiktheid toe te kennen. Samenvattend bestaat er een medische consensus dat een lage blootstelling aan asbest mesothelioom kan veroorzaken; omgevingsblootstelling is voldoende. Er is echter een aanzienlijke blootstelling aan asbest nodig om een verband tussen deze blootstelling en de ontwikkeling van longkanker te aanvaarden. Zo wordt een beroepsmatige blootstelling van meer dan 25 vezels/milliliter per jaar als drempelwaarde aanvaard voor de toeschrijving van longkanker aan asbest. In principe volstaat omgevingsblootstelling aan asbest niet om longkanker te veroorzaken. Dus longkanker kan worden erkend als beroepsziekte, maar niet als een omgevingskanker door het Asbestfonds. Het is nogal ingewikkeld om in dit antwoord nader in te gaan op de zeer technische medische aspecten bij de verschillende ziekten die verband houden met asbestblootstelling. Indien u meer informatie wenst, nodig ik u uit op de website van Fedris een brochure te raadplegen die zeer nauwkeurig de verschillende criteria voor diagnose en schadeloosstelling voor alle door asbest veroorzaakte beroepsziekten toelicht in de rubriek "Wetenschappelijke publicaties". Tot slot wil ik u, wat het medisch aspect van uw vraag betreft, verzekeren dat Fedris een patiënt niet aan zware en invasieve onderzoeken zal onderwerpen. Wanneer in het kader van zijn behandeling het resultaat van de punctie gekend is, zal dit de toekenningsprocedure eenvoudiger maken. Scholieren, studenten, leerjongens of stagiairs zijn ook automatisch verzekerd tegen beroepsziekten en dus kunnen ze ook een vergoeding via Fedris toegekend krijgen. Bedankt voor uw opmerking rond de vermelding van het Fonds voor de beroepsziekten op de website van de FOD Volksgezondheid: ik heb mijn diensten gevraagd dit te actualiseren. |
Eurovoc-hoofddescriptor | VOLKSGEZONDHEID |
Eurovoc-descriptoren | SCHADEVERGOEDING | ASBEST | VOLKSGEZONDHEID | SLACHTOFFER | MEDISCHE DIAGNOSE |
Vrije trefwoorden | SOCIAAL FONDS | ERKENNING |