Bulletin nr : B155 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 2294 - Zittingsperiode : 54
Auteur | Anne Dedry, ECOGR1 (06813) |
Departement | Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Sub-departement | Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Titel | Problematiek chronisch vermoeidheidssyndroom. |
Datum indiening | 04/04/2018 |
Taal | N |
Publicatie vraag |
![]() |
Publicatiedatum | 09/05/2018, 20172018 |
Termijndatum | 07/05/2018 |
Vraag |
Bij de aanvang van de RIZIV-conventie (1 september 2014) die voorziet in de financierings- en werkingsmodaliteiten van de door de overheid erkende CVS-diagnosecentra waren er zes kandidaat-ziekenhuizen die aan de conventie wilden meewerken, met name: het UZ Leuven, het UZ Antwerpen, het AZ Sint-Maarten, het AZ Groeninge Kortrijk, het UZ Gent en Jan Yperman (Ieper). Wat is de reden dat alle ziekenhuizen, behalve het UZ Leuven, uiteindelijk niet hebben ingetekend op de conventie? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 03/08/2018, 20172018 |
Antwoord |
De door het geachte lid bedoelde ziekenhuizen niet overtuigd waren van de haalbaarheid van het zorgmodel van de nieuwe overeenkomst die in 2014 gestart is. Zij hebben vooral vraagtekens geplaatst bij de voorname rol voor de eerste lijn-zorgverleners op het vlak van de behandeling van de patiënten. Volgens de overeenkomst die voordien, sinds 2002, met een deel van deze ziekenhuizen werd afgesloten geweest, gebeurden de behandelingen met cognitieve gedragstherapie en graduele oefentherapie in de lokalen van het centrum in het ziekenhuis. Het was nochtans ook al de bedoeling van de overeenkomst uit 2002 dat de specialisten van de centra, de andere zorgverleners zouden informeren en opleiden zodat ze de patiënten zelf kunnen behandelen. De bedoelde behandelingen worden niet beschouwd als hooggespecialiseerde technieken die alleen in ziekenhuizen kunnen aangeboden worden. Door de behandeling in de eerste lijn te organiseren is de afstand voor de fysiek belemmerde patiënten kleiner en de kost voor de ziekteverzekering doorgaans ook lager. In deze context was het een absolute vereiste dat in het kader van de nieuwe overeenkomst, ná de multidisciplinaire diagnosestelling in het gespecialiseerd centrum, de behandeling in de eerste lijn verstrekt zou worden. Dat is trouwens ook een aanbeveling geweest van het KCE in 2008 (KCE rapport 88A). De tekst van de nieuwe overeenkomst is in de loop van 2013 goedgekeurd geweest door het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Begin 2014 hebben de ziekenhuizen zich kandidaat gesteld om deze overeenkomst af te sluiten. In juni 2014 heeft het Verzekeringscomité de kandidaturen aanvaard. Pas in augustus 2014 hebben de geselecteerde ziekenhuizen (met uitzondering van UZ Leuven) hun ongenoegen over de overeenkomst geuit en hebben ze meegedeeld dat ze de overeenkomst niet wensen af te sluiten of hebben ze de overeenkomst opnieuw opgezegd. De overeenkomst met UZ Leuven die op dat moment reeds ondertekend werd, is verdergezet. Het centrum van UZ Leuven heeft nadien in samenspraak met de vereniging van cognitief gedragstherapeuten, voor de eerste lijn-therapeuten die de behandeling geven, een protocol opgesteld voor de behandeling met cognitieve gedragstherapie bij CVS. 31 therapeuten die master zijn in psychologie en bovendien een postgraduaat opleiding cognitieve gedragstherapie hebben gevolgd, zijn op basis van hun aanvraagdossier aanvaard om de behandeling te geven aan de patiënten die de CVS-diagnose krijgen in het centrum van UZ Leuven. De behandeling bestaat uit maximum 17 sessies individuele therapie die terugbetaald worden door de ziekenfondsen, met geregelde intervisiecontacten tussen het centrum en de behandelende therapeut. |
Eurovoc-hoofddescriptor | GEZONDHEIDSBELEID |
Eurovoc-descriptoren | GEZONDHEIDSBELEID | CHRONISCHE ZIEKTE |