...

Bulletin nr : B129 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 1832 - Zittingsperiode : 55


Auteur Wouter Vermeersch, VB (07487)
Departement Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding
Sub-departement Financiën, Fraudebestrijding, Nat.Lot.
Titel Aftrekbeperking doorrekening autokosten.
Datum indiening09/01/2024
Taal N
Publicatie vraag     B129
Publicatiedatum 21/02/2024, 20232024
Status vraagAntwoorden ontvangen
Termijndatum09/02/2024

 
Vraag

In de inkomstenbelastingen is in artikel 66, § 2, 4° WIB opgenomen dat de aftrekbeperking van personenwagens, auto's dubbel gebruik en minibussen niet van toepassing is voor de autokosten die aan derden worden doorgerekend, mits deze kosten uitdrukkelijk en afzonderlijk op factuur zijn vermeld. Er geldt dan geen aftrekbeperking in hoofde van diegene die de autokosten één op één doorrekent. Er bestaat wel mogelijks een aftrekbeperking bij diegene aan wie de autokosten worden doorgerekend. U streefde er in deze legislatuur naar om de wetgeving rond btw en inkomstenbelastingen zo veel mogelijk gelijk te schakelen. In het Wetboek Btw is er echter geen duidelijk standpunt terug te vinden omtrent de aftrekbeperking bij de doorrekening van autokosten. 1. Bij wie is de aftrekbeperking op autokosten inzake btw toe te passen bij de één op één doorrekening van autokosten door onderneming X aan onderneming Y, los van enige hoofdhandeling? Is de aftrekbeperking inzake btw bij beide ondernemingen toe te passen of speelt de aftrekbeperking alleen in hoofde van onderneming Y? 2. Bij wie is de aftrekbeperking op autokosten inzake btw toe te passen ingeval er autokosten worden doorgerekend met een marge (mark-up) door onderneming X aan onderneming Y (dus niet één op één), los van enige hoofdhandeling? Is de aftrekbeperking inzake btw bij beide ondernemingen toe te passen of speelt de aftrekbeperking alleen in hoofde van onderneming Y? 3. Bij wie is de aftrekbeperking op autokosten inzake btw toe te passen bij de één op één doorrekening van autokosten tussen twee verbonden ondernemingen? 4. Bij wie is de aftrekbeperking op autokosten inzake btw toe te passen ingeval van een één op één doorrekening van autokosten tussen dochterondernemingen van dezelfde moedervennootschappen? 5. Bij wie is de aftrekbeperking op autokosten inzake btw toe te passen ingeval van een één op één doorrekening van autokosten door onderneming A aan onderneming B, waarbij onderneming A en onderneming B tot een btw-eenheid behoren?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord
Publicatie antwoord     B130
Publicatiedatum 29/02/2024, 20232024
Antwoord

1 tot 4. Overeenkomstig artikel 45, § 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek (WBTW) mag, ten aanzien van de levering, de invoer en de intracommunautaire verwerving van autovoertuigen bestemd voor het vervoer van personen en/of goederen over de weg, en ten aanzien van goederen en diensten met betrekking tot die voertuigen, de aftrek in geen geval hoger zijn dan 50 % van de betaalde belasting. In het tweede lid van deze bepaling staat echter dat het eerste lid niet van toepassing is op de volgende autovoertuigen: a) de voertuigen met een maximaal toegelaten massa van meer dan 3.500 kg; b) de voertuigen voor personenvervoer met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet inbegrepen; c) de voertuigen die speciaal zijn ingericht voor het vervoer van zieken, gewonden en gevangenen en voor lijkenvervoer; d) de voertuigen die, omwille van hun technische kenmerken, niet kunnen worden ingeschreven in het repertorium van de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen; e) de voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor het kamperen; f) de auto's opgevat en gebouwd voor het vervoer van zaken waarvan de maximaal toegelaten massa 3.500 kg niet overschrijdt, "lichte vrachtauto's" genoemd; g) de bromfietsen en de motorfietsen; h) de voertuigen bestemd om te worden verkocht door een belastingplichtige die een economische activiteit uitoefent die bestaat in de verkoop van autovoertuigen; i) de voertuigen bestemd om te worden verhuurd door een belastingplichtige die een economische activiteit uitoefent die bestaat in de verhuur van autovoertuigen aan om het even wie; j) de voertuigen bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor bezoldigd personenvervoer; k) de nieuwe voertuigen in de zin van artikel 8bis, § 2, 2°, eerste gedachtestreep, andere dan deze bedoeld onder a) tot en met j), die het voorwerp uitmaken van een op grond van artikel 39bis vrijgestelde levering. In dit geval wordt de aftrek slechts uitgeoefend binnen de grenzen of ten belope van het bedrag van de belasting dat op deze levering opeisbaar zou zijn indien ze niet vrijgesteld zou zijn op grond van voornoemd artikel 39bis. Artikel 45, § 2, van het WBTW, heeft, in zijn huidige formulering, tot gevolg dat wanneer een belastingplichtige een levering van goederen of een dienst ontvangt die betrekking heeft op een autovoertuig en hij, met of zonder winstmarge, de kosten ervan doorrekent aan een andere belastingplichtige, ongeacht of die deel uitmaakt van dezelfde groep, de aftrekbeperking in principe geldt in hoofde van de twee belastingplichtigen, behalve indien de handeling betrekking heeft op een voertuig beoogd door het tweede lid van artikel 45, § 2, voornoemd. In de geest van punt h), van het tweede lid, van artikel 45, § 2, voornoemd, aanvaardt de administratie bovendien dat de aftrekbeperking niet van toepassing is op de goederen en diensten die worden verstrekt aan professionelen uit de automobielsector die ze gebruiken in het kader van een activiteit die bestaat in de verkoop van reserveonderdelen of in het kader van het onderhoud of de herstelling van autovoertuigen. Tot slot, betreffende de interpretatie van punt i), van het tweede lid, van artikel 45, § 2, voornoemd, moet worden opgemerkt dat de beslissing nr. E.T.113.611 van 7 november 2007 voorziet in een uitzondering op de aftrekbeperking wanneer een belastingplichtige: ? vervangwagens ter beschikking stelt van zijn klanten in afwachting van de herstelling of het onderhoud van het voertuig van laatstgenoemden; ? vervangwagens ter beschikking stelt van zijn klanten in afwachting van de levering van een nieuw voertuig; ? vervangwagens ter beschikking stelt van zijn klanten in het kader van een pechverhelpingsdienst; ? autovoertuigen ter beschikking stelt van verbonden ondernemingen. 5. De btw-eenheid bestaat erin om personen die in het binnenland zijn gevestigd en die in juridisch opzicht onafhankelijk zijn maar onderling financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar zijn verbonden als één belastingplichtige te beschouwen. De btw-eenheid wordt dus aangemerkt als één belastingplichtige voor de goederen en de diensten bekomen van derden en voor de handelingen verstrekt aan die derden. Bijgevolg vallen de handelingen die worden verricht tussen de leden van de btw-eenheid buiten de werkingssfeer van de btw. Ervan uitgaande dat A en B deel uitmaken van een btw-eenheid, worden de autokosten die aan bedrijf A worden verstrekt, geacht aan de btw-eenheid te zijn verstrekt. De doorrekening van die kosten aan B is geen belastbare handeling. Bijgevolg zal de aftrekbeperking van artikel 45, § 2, van het WBTW, in hoofde van de btw-eenheid slechts éénmaal worden toegepast.