...

Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0180 - Zittingsperiode : 55


Auteur Dieter Vanbesien, Ecolo-Groen (07411)
Departement Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingszaken
Sub-departement Financiën, fiscale fraude en Ontwikkelingssamenwerking
Titel Btw-fraude buitenlandse webshops.
Datum indiening29/01/2020
Taal N
Status vraagAntwoorden ontvangen
Termijndatum28/02/2020

 
Vraag

In Nederland werd op 27 november 2019 door de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst binnengevallen in de loodsen van de Chinese webshop Superaankoop.co.nl op verdenking van btw-fraude. Deze zou hebben plaatsgevonden op maar liefst drie verschillende manieren, met name door 1. te lage douanewaarden op te geven, 2. ten onrechte gebruik te maken van de verleggingsregeling op basis van artikel 23 van de Nederlandse wet op de omzetbelasting en 3. te doen alsof goederen worden doorgevoerd naar een andere lidstaat van de EU. 1. Hoeveel onderzoeken werden de laatste vijf jaar jaarlijks in België gevoerd naar fraude met btw en douanerechten bij import uit landen buiten de Europese Unie? Over welke bedragen handelde deze fraude? 2. Hoeveel van deze onderzoeken hadden betrekking op e-commerce? Over welke bedragen handelde deze fraude? 3. Hoeveel van deze onderzoeken naar fraude met btw en douanerechten (zowel naar aantal, als naar bedragen) hadden respectievelijk te maken met: - te lage aangegeven douanewaarden; - de bewust foutieve aangifte van verdere export naar een andere lidstaat van de EU, terwijl het goed eigenlijk in België blijft? 4. Nederland kent een in Europa behoorlijk unieke uitzonderingsregel voor handelsbedrijven, met name de zogenaamde artikel 23-vergunning in de wet op de omzetbelasting, waarbij de normaal geldende btw-betaling aan de grens van de EU verschoven wordt naar de eigen btw-aangifte. In deze aangifte kan de invoer-btw dan direct weer in aftrek genomen worden. a) Bestaat er een soortgelijke verlegginsregel in België? b) Werd Nederland in de context van de EU er reeds op attent gemaakt dat deze maatregel onwenselijke fiscale concurrentie is ten opzichte van de andere lidstaten?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord
Publicatie antwoord     B013
Publicatiedatum 10/03/2020, 20192020
Antwoord

1. Hieronder volgt een lijst van alle douaneonderzoeksdossiers van de afgelopen vijf jaar: Wat de Bijzonder Belastinginspectie betreft kan worden opgemerkt dat er in het verleden thematische acties met betrekking tot het abusief gebruik van de regeling 42 hebben plaatsgevonden. Hierbij werd vastgesteld dat de op de invoeraangiften vermelde bestemmelingen missing traders bleken te zijn, terwijl de goederen in werkelijkheid naar over gans Europa verspreide verdeelcentra werden verzonden. Ongeveer 700.000 euro inclusief boetes is gerecupereerd. Enkele andere soortgelijke onderzoeken lopen thans nog. Preciezere cijfers over het aantal van dergelijke onderzoeken zijn niet beschikbaar. 2. De afgelopen vijf jaar zijn 27 onderzoeksdossiers met betrekking tot e-commerce geopend voor een na te vorderen bedrag van 976.072 euro. 3. Wat de onderwaardering van goederen bij invoer betreft, zijn de afgelopen vijf jaar 74 onderzoeksdossiers geopend voor een na te vorderen bedrag van 31.415.023 euro. We kunnen geen statistieken verstrekken over de bewust foutieve aangifte van verdere export naar een andere lidstaat van de EU, terwijl het goed eigenlijk in België blijft. 4. De wegens invoer verschuldigde btw moet in de regel worden voldaan aan de Algemene Administratie Douane en Accijnzen, op het tijdstip van de invoer zelf. Mits de invoerder over de daartoe vereiste vergunning beschikt (vergunning EN 14.000), hoeft hij de invoer-btw niet aan de douane te betalen, maar mag hij die verleggen naar zijn periodieke btw-aangifte door het verschuldigde btw-bedrag in te schrijven in rooster 57 van die aangifte. Deze manier van betaling van de invoer-btw is voorzien in artikel 211 van Richtlijn 2006/112/EG. Beide manieren vormen dus een aangifte en voldoening van de btw-verschuldigdheden bij invoer. De verlegging van betaling van de verschuldigde btw biedt het voordeel dat de invoerder de btw die in zijn hoofde aftrekbaar is, niet moet voorfinancieren. Deze manier van betaling van de invoer-btw kan ook een extra aantrekkingsmiddel zijn om investeerders naar ons land te brengen. Niet in België gevestigde ondernemingen kunnen op die manier ook goederen op een btw-vriendelijke en btw-correcte manier via onze wereldhavens en luchthaven in de EU binnenbrengen. Om deze redenen heeft België deze regeling reeds ingevoerd op 1 januari 1973, hetzij twee jaar na de invoering van het btw-stelsel in België. De verlegging bij invoer kan toegepast worden ongeacht de latere bestemming van de goederen. Momenteel hebben de meeste lidstaten van de EU deze verleggingsregeling opgenomen in hun btw-wetgeving. Op 6 september 2019 beschikten 8.119 btw-belastingplichtigen over de verleggingsvergunning.

 
Eurovoc-hoofddescriptorFISCALITEIT
Eurovoc-descriptorenBUITENLANDSE ONDERNEMING | FISCALITEIT | FRAUDE | NEDERLAND | DOUANERECHTEN | BTW | ELEKTRONISCHE HANDEL