Bulletin nr : B063 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0650 - Zittingsperiode : 54
Auteur | Jean-Marc Nollet, ECOGR1 (01016) |
Departement | Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Sub-departement | Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Titel | Luchtvervuiling en neurodegeneratieve aandoeningen. |
Datum indiening | 15/01/2016 |
Taal | F |
Publicatie vraag |
![]() |
Publicatiedatum | 23/02/2016, 20152016 |
Termijndatum | 19/02/2016 |
Vraag |
In het tijdschrift Environmental Health Perspectives is er onlangs een interessante studie verschenen waarin een verband wordt gelegd tussen de stijgende fijnstofconcentratie en ziekenhuisopnames voor neurodegeneratieve aandoeningen. Met elke toename van de fijnstofconcentratie (PM2,5) in de lucht neemt ook het risico op een ziekenhuisopname voor een neurodegeneratieve aandoening toe. 1. Wat is uw analyse van die studie? 2. Kunt u het eventuele verband tussen de toename van de luchtvervuiling en het ontstaan van een neurodegeneratief proces evalueren? 3. Welke maatregelen hebt u genomen om dat fenomeen te bestrijden, in de wetenschap dat er volgens een studie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van maart 2014 in 2012 wereldwijd naar schatting 7 miljoen mensen prematuur (vóór de leeftijd van 65 jaar) zijn overleden door de effecten van binnen- en buitenluchtvervuiling? 4. Beschikt u met betrekking tot die WHO-studie over cijfers voor ons land? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 29/02/2016, 20152016 |
Antwoord |
1. De risico's verbonden aan luchtvervuiling mogen niet onderschat worden in termen van impact op de volksgezondheid. De geringe waarde van deze risico's op individueel niveau (in verhouding tot andere risico's zoals roken bijvoorbeeld) mag immers niet verdoezelen dat luchtvervuiling alomtegenwoordig is en dat bijgevolg de ganse bevolking er wordt aan blootgesteld. In die context kunnen zelfs kleine veranderingen van de luchtvervuilingsniveaus een niet te verwaarlozen impact hebben op de volksgezondheid. Zo concludeert de APHEIS-studie die in België werd uitgevoerd van 2006 tot 2008 dat bescheiden dalingen van de luchtvervuilingsniveaus een impact hebben op de volksgezondheid en dat deze impact het nemen van preventieve maatregelen verantwoordt, zelfs in steden met een matig luchtvervuilingsniveau. De studie die u aanhaalt bewijst ook de nadelige gevolgen voor de gezondheid van PM 2.5. 2. In verband met de cognitieve effecten van luchtverontreiniging heeft de Universiteit Hasselt een studie uitgevoerd die betaald werd door het Fonds Voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen. Voor deze studie werden herhaaldelijke metingen verricht (in totaal 943) bij 340 lagere schoolkinderen. Deze gegevens worden naar verwachting later dit jaar gepubliceerd. Daarnaast bestudeert men moleculaire veranderingen bij pasgeborenen. Een publicatie in Environmental Health Perspectives zou kunnen wijzen op veranderingen op het niveau van de genexpressie van genen die een rol spelen bij cognitieve ontwikkeling. Een recente cohortstudie in Barcelona, uitgevoerd door CREAL, zou een impact van luchtvervuiling op de cognitieve ontwikkeling van lage schoolkinderen aantonen. We weten al langer dat socio-economische factoren ook een rol spelen hierin. Belangrijk aan deze studie is dat de negatieve impact van luchtvervuiling op de cognitieve ontwikkeling bleef bestaan, ook als men corrigeerde voor socio-economische factoren. (artikel Sunyer 2015). 3. De huidige bestuursovereenkomst met de FOD Volksgezondheid voorziet in de ontwikkeling van tools voor de epidemiologische opvolging van de gevolgen voor de gezondheid van luchtvervuiling en in de opleiding van de gezondheidszorgbeoefenaars in milieugezondheid en dus ook inzake de gevolgen van de luchtvervuiling op de gezondheid van hun patiënten. Deze projecten kaderen binnen het Nationale Actieplan Milieu Gezondheid (NEHAP). Momenteel onderhandelt België in de Raad over de herziening van de NEC-richtlijn. Deze herziene richtlijn zal tegen 2030 de reductiedoelstellingen inzake vervuilende emissies vastleggen. In die herziene versie is de belangrijkste nieuwigheid de invoering van een emissieplafond voor de fijne stofdeeltjes PM2.5. Dit is een essentiële stap voor een terugkeer naar de pre-industriële toestand tegen 2050 waartoe wij ons verbonden hebben. De maatregelen die moeten worden ingevoerd om de luchtvervuiling tegen te gaan behoren hoofzakelijk tot de regionale bevoegdheden, maar de federale overheid draagt bij aan de inspanningen van de Gewesten. Het belangrijkste probleem in België om deze doelstellingen te halen blijft immers NOx en PM2.5 die worden uitgestoten door dieselmotoren. Op federaal niveau verhogen wij geleidelijk aan de accijnzen op deze brandstof, waardoor de voordelen ten opzichte van benzine steeds verder afnemen. 4. Wij beschikken niet over cijfers voor wat betreft het verband tussen de concentratie aan fijn stof en hospitalisaties voor neurodegeneratieve aandoeningen in ons land. |
Eurovoc-hoofddescriptor | MILIEUBELEID |
Eurovoc-descriptoren | MILIEUBELEID | LUCHTVERONTREINIGING | GEVAREN VOOR DE GEZONDHEID | VOLKSGEZONDHEID |