...

Schriftelijke vraag en antwoord nr : 3333 - Zittingsperiode : 54


Auteur Valerie Van Peel, N-VA (06589)
Departement Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie
Sub-departement Soc Zaken, gezondheid, Asiel en Migratie
Titel Onderzoek naar de grootschalige fraude met uitkeringen in Limburg (MV 25114).
Datum indiening26/03/2019
Taal N
Termijndatum30/04/2019

 
Vraag

Bijna een jaar geleden ontdekte het arbeidsauditoraat een grootschalige zaak rond uitkeringsfraude in Limburg. Die frauduleuze praktijken kostten de sociale zekerheid jarenlang naar schatting tot zo'n 18 miljoen euro. Het openbaar ministerie stelde een onderzoek in naar deze zaak. In de plenaire vergadering van 30 maart 2017 interpelleerde ik u hierover. Dergelijke frauduleuze praktijken moeten streng aangepakt worden. Ze nemen geld af van mensen die het écht nodig hebben en zetten de sociale zekerheid onder druk. Wat ik bovendien erg kwalijk vind, is dat enkele artsen hier blijkbaar bereidwillig hun medewerking aan verlenen en zo ook de hele beroepsgroep in diskrediet brengen. Maar ook dat dit onder de neus van de ziekenfondsen als uitbetalingsinstelling en controleorgaan is gebeurd zonder dat deze praktijken werden bovengespit. Het sterkt mij in de overtuiging dat die controlefunctie moet ondergebracht worden waar ze hoort: bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Uiteraard ben ik tevreden dat deze regering al een aantal maatregelen heeft genomen om de controle op sociale fraude te verstrengen, onder meer door in te zetten op een nauwere samenwerking tussen de opsporingsdiensten voor sociale fraude, het RIZIV en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. En het is uiteraard ook een goede zaak dat uw diensten volle medewerking hebben aangeboden aan het openbaar ministerie om maximaal mee te werken aan het onderzoek. Het lijkt me logisch dat dit gebeurt in elk onderzoek betreffende sociale fraude. 1. Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar deze fraudezaak? Is dit intussen afgerond? Kan u reeds zeggen of het onderzoek heeft aangetoond dat er bijkomende maatregelen getroffen moeten worden om dergelijke praktijken nog beter tegen te gaan? 2. In welke mate werden er terugvorderingen van de onterecht uitgekeerde bedragen ingesteld? 3. In welke mate werden er strafrechtelijke of tuchtrechtelijke stappen gezet tegenover de betrokkenen? Ik denk hierbij dus ook aan de betrokken artsen. 4. U verwees in uw antwoord naar een project inzake voorschrijfgedrag bij langdurige ziekte. Kan u de resultaten van dit project toelichten? 5. Welke stappen zijn er gezet ten opzichte van het betrokken ziekenfonds? Bent u ook de mening toegedaan dat de dubbele functie van de ziekenfondsen beter ontkoppeld zou worden door de controlefunctie onder te brengen bij het RIZIV?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord
Publicatie antwoord     B184
Publicatiedatum 04/04/2019, 20182019
Antwoord

Het onderzoek in Limburg waarnaar u verwijst, is nog steeds lopende. Overeenkomstig het geheim van het onderzoek, kunnen vragen die daar mee verband houden momenteel niet beantwoord worden. Het spreekt voor zich dat de verschillende diensten, waar nodig, verder hun medewerking verlenen. Er wordt volop gewerkt aan het project waarnaar u verwijst in uw vierde vraag. Wanneer het onderzoek wordt afgerond dan zal de bevoegde dienst van het RIZIV, de dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle, op basis van het vonnis maatregelen nemen die dergelijke fraude onmogelijk maken in de toekomst. Wat betreft de plaats, de taken en de aansturing van de adviserend artsen in de ziekenfondsen zijn volgende initiatieven genomen. In uitvoering van het Pact dat ik afsloot met de ziekenfondsen heeft de Hoge raad artsen-directeurs die is ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV op 27 juli 2017 een rapport overgemaakt aan het intermutualistisch college waarin de missie en de sleuteltaken van de adviserend artsen beschreven worden. Het intermutualistisch college heeft kennis genomen van dat rapport. Artikel 28quinquies en artikel 57 Wetboek van strafvordering. Er werd de Hoge raad ook een nota voorgelegd waarin de taken die de adviserend arts persoonlijk moet uitoefenen in het kader van de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid en de socio-professionele re-integratie, beschreven werden. Op 29 januari 2018 ging een werkgroep RIZIV/Nationaal Intermutualistisch college (NIC) van start waar thema's zoals mogelijke problemen van het statuut, de afbakening van de taken en missie, de plaats en het bestuur van de medische directie bij de verzekeringsinstellingen en de ontwikkeling van synergie op het intermutualistisch niveau, aan bod kwamen. De voorzitter van die werkgroep levert een rapport op dat ook overgemaakt zal worden aan de algemene directies van de verzekeringsinstellingen (de ziekenfondsen).

 
Eurovoc-hoofddescriptorSOCIALE ZEKERHEID
Eurovoc-descriptorenFRAUDE | CONTROLEORGAAN | PROVINCIE LIMBURG | SOCIALE UITKERING | SOCIALE ZEKERHEID