Bulletin nr : B141 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 1977 - Zittingsperiode : 54

Het aantal erkende asbestslachtoffers neemt al een aantal jaren toe. Verwacht wordt dat de piek zal aanhouden tot 2020-2025, aangezien het meeste asbestgebruik in België plaatsvond in de jaren 1970 en mesothelioom een lange latentietijd heeft. Meestal treedt de ziekte op zo'n dertig tot veertig jaar na blootstelling. Graag bekom ik volgende gegevens voor de voorbije vijf jaar, opgesplitst per jaar en per Gewest. Kan u hierbij eveneens de opsplitsing maken tussen beroepsgebonden en niet-beroepsgebonden blootstelling? 1. Hoeveel personen meldden zich aan bij het Asbestfonds (graag met onderscheid tussen milieu- en beroepsslachtoffers)? 2. a) Hoeveel personen verkregen een schadevergoeding? b) In hoeveel gevallen werd een schadevergoeding toegekend aan het asbestslachtoffer zelf? Wat is de hoogte van deze schadevergoeding (graag met onderscheid tussen milieu- en beroepsslachtoffers)? c) In hoeveel gevallen werd een schadevergoeding toegekend aan nabestaanden? Wat is de hoogte van deze schadevergoedingen (graag met onderscheid tussen milieu- en beroepsslachtoffers)? d) Wie van Fedris (vroeger het Fonds voor Beroepsziekten) een schadeloosstelling ontvangt omwille van mesothelioom of asbestose, krijgt automatisch ook een tegemoetkoming van het Asbestfonds. Kan u meedelen over hoeveel personen het gaat? Hoeveel bedraagt deze schadevergoeding? 3. Hoeveel personen in totaal verkrijgen vandaag een vergoeding van het Asbestfonds? 4. Hoeveel bedragen de totale jaarlijkse uitgaven van het Asbestfonds? 5. De vzw ABEVA kaartte in haar tussenkomst onder meer de onderrapportage van asbestgerelateerde ziekten aan. Daarop aansluitend vroeg de vereniging om de aangifte van asbestgerelateerde ziekten te verbeteren. Zijn hierin verdere stappen ondernomen? Of zal u hier nog stappen in ondernemen? Zo ja, welke?

Het antwoord op deze vraag is het geachte Kamerlid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het Bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt het ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).