Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0546 - Zittingsperiode : 54
Auteur | Yoleen Van Camp, N-VA (06590) |
Departement | Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Sub-departement | Sociale Zaken en Volksgezondheid |
Titel | CVS-referentiecentra. |
Datum indiening | 12/11/2015 |
Taal | N |
Termijndatum | 18/12/2015 |
Vraag |
De multidisciplinaire diagnostische centra voor CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom) zijn op 1 september 2014 gestart. Dit zijn gespecialiseerde ziekenhuisdiensten die onderzoeken of een patiënt lijdt aan CVS en die een behandelingsvoorstel formuleren voor de patiënt. 1. Wat is de activiteitsgraad in de CVS-referentiecentra? 2. Wat is de personeelsbezetting en welke kwalificaties worden er verwacht van het personeel? 3. Over welk budgetten beschikken deze centra? 4. Welke criteria hanteren zij voor verbetering en eventuele genezing? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 21/12/2015, 20152016 |
Antwoord |
1. Het enige multidisciplinair diagnostisch centrum voor CVS, dat van UZ Leuven, is effectief gestart in april 2015. Tot en met eind september 2015 heeft het centrum voor 47 patiënten een multidisciplinair diagnostisch bilan gerealiseerd. Voor 7 van deze patiënten heeft het centrum tot en met eind september ook de 'behandelingsopvolging' gerealiseerd. Dat impliceert dat deze patiënten hun behandeling bij een cognitief gedragstherapeut buiten het centrum, in de eerste lijn hebben aangevat en dat de eerste tussentijdse evaluatie van hun behandeling (ná de eerste 3 behandelingssessies) vóór eind september heeft plaatsgevonden. In het kader van de tussentijdse evaluatie heeft de cognitief gedragstherapeut van het centrum een contact met de behandelende therapeut en een contact met de patiënt. In principe kan het centrum per jaar voor 250 patiënten een multidisciplinair diagnostisch bilan en de behandelingsopvolging realiseren. Ermee rekening gehouden dat het centrum pas gestart is in april (2015), is het normaal dat het centrum nog niet meteen zijn gewone bezetting realiseert. In mijn antwoorden op vorige vragen over dit onderwerp vanwege het geachte lid, heb ik al uitgelegd dat er aanvankelijk méér ziekenhuizen kandidaat waren om de overeenkomst af te sluiten. Nadat hun kandidatuur aanvaard is geweest door het Verzekeringscomité van het RIZIV, hebben zij echter beslist om de overeenkomst toch niet af te sluiten of om ze stop te zetten ná ze eerst ondertekend te hebben. Deze ziekenhuizen zijn het niet eens met bepaalde principes van de overeenkomst, onder meer het principe dat de cognitieve gedragstherapie gegeven wordt door perifere therapeuten buiten de centra, in de omgeving van de patiënt. Het is niet wenselijk dat er uiteindelijk slechts één gespecialiseerd centrum is. Deze situatie had echter niet voorzien kunnen worden. 2. Het multidisciplinair team van het diagnostisch centrum omvat minstens 3 artsen respectievelijk gespecialiseerd in inwendige geneeskunde, psychiatrie en fysische geneeskunde en revalidatie én ook een psycholoog die is opgeleid in cognitieve gedragstherapie. Als dit nodig is voor de diagnosestelling wordt de patiënt onderzocht door andere artsen-specialisten van het ziekenhuis. Via het forfait in het kader van de overeenkomst met het multidisciplinair diagnostisch centrum, worden 3,25 VTE-teamleden van het centrum vergoed. De raadplegingen en technische prestaties van de artsen van het team worden vergoed in het kader van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Dit geldt ook voor de graduele oefentherapie die buiten het centrum gevolgd wordt bij een perifeer kinesitherapeut. De behandelingen bij de perifere cognitief gedragstherapeuten worden eveneens apart vergoed, per behandelingssessie. 3. Het jaarbudget voor de overeenkomst met het centrum van UZ Leuven bedraagt 500.000 euro, inclusief 210.000 euro voor de behandelingssessies die gerealiseerd worden door de cognitief gedragstherapeuten buiten de centra. 4. Volgens de overeenkomst wordt een behandeling met de evidencebasedtherapieën cognitieve gedragstherapie en/of graduele oefentherapie voorgesteld aan de patiënt mits het centrum ervan overtuigd is dat dit kan leiden tot een vermindering van de klachten en een verbetering van het functioneren van de patiënt. In het kader van de evaluatie van de overeenkomst wordt bepaald wat de doelstellingen zijn en hoe kan vastgesteld worden of die gerealiseerd zijn. |
Eurovoc-hoofddescriptor | GEZONDHEIDSBELEID |
Eurovoc-descriptoren | GEZONDHEIDSBELEID | GEZONDHEIDSVERZORGING |