Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0282 - Zittingsperiode : 53

Ter gelegenheid van de internationale defensiebeurs Eurosatory riep de Belgische defensie-industrie de federale regering ertoe op snel een opvolger te kiezen voor de F-16, de jachtbommenwerper van Lockheed Martin die onze Luchtcomponent al drie decennia lang gebruikt. De Belgische defensiebedrijven zijn bang dat een laattijdige verbintenis van de regering de economische return die de samenwerking met een vliegtuigbouwer kan opleveren, sterk zal beperken. Los nog van de economische dimensie is het zaak de nodige investeringen te realiseren, en de eenheden en het personeel adequaat uit te rusten voor hun opdrachten, zodat hun veiligheid gewaarborgd is; alleen zo kunnen we op termijn een betrouwbare partner blijven. U verklaarde eerder al dat u zou willen dat de huidige regering in de loop van deze legislatuur haar voorkeur kenbaar maakt, ook al kan een definitieve beslissing pas door de volgende regering worden genomen. Het lijkt me niettemin voorbarig een dergelijke investering aan te gaan zonder vooraf de kosten en de return te becijferen, en zonder een analyse te maken van de aanwending van onze vliegtuigen. 1. Met betrekking tot onze vliegtuigen wil ik volgende vragen stellen: a) Over hoeveel F-16's beschikken wij momenteel? b) Kan u een gedetailleerd overzicht bezorgen van het aantal opdrachten met F-16's en het aantal toestellen die telkens werden ingezet, sinds ze werden aangekocht? c) Kan u de aankoopprijs, de onderhoudskosten en de gebruikskosten van een F-16 meedelen? 2. Hoe wordt er bepaald hoeveel F-16's we nodig hebben? 3. a) Werd de economische return voor onze luchtvaartsector van de samenwerking met Lockheed Martin geëvalueerd? b) Zo ja, kan u meedelen hoe groot die return was?

1. a) De Luchtcomponent beschikt vandaag over 54 operationele F-16 MLU (Midlife Update) en 06 'gecocooniseerde' toestellen om attritie op te vangen. b) Sinds de verwerving hebben Belgische F-16's deelgenomen aan volgende operaties: - QRA (Air Policing): permanentie van 02 F-16's 24 uur op 24, 7 dagen op 7, het gehele jaar door, afwisselend vanuit de basissen Kleine Brogel en Florennes. De QRA wordt sinds 1981 verzekerd. - Joint Falcon (Bosnië): deelname met 04 F-16's van 18/10/1996 tot 31/08/2001. - Allied Strike (Kosovo): deelname met 12 F-16 van 24/03/1999 tot 10/06/1999. - Europese Top (Staatsleiders, Brussel): 02 F-16 op 21/09/2001. - Informele Europese Top (Staatsleiders, Gent): 02 F-16 op 19/10/2001. - Europese Top (Ministers van Buitenlandse Zaken, Brussel): 02 F-16 van 25/03/2004 tot 26/03/2004. - Baltic QRA (Baltische Staten): 04 F-16 van 01/04/2004 tot 31/07/2004. - Eastern Eagle (ISAF, Kaboel, Afghanistan): 04 F-16 van 14/07/2005 tot 14/01/2006. - Staatsbezoek President Bush (Brussel): 04 F-16 van 23/04/2005 tot 26/04/2005. - Baltic QRA (Baltische Staten): 04 F-16 van 01/12/2006 tot 31/03/2007. - Guardian Falcon (ISAF, Kandahar, Afghanistan): 06 F-16 van 01/09/2008 tot op heden. - Europese Top (Staatsleiders, Brussel): 02 F-16 van 04/10/2010 tot 05/10/2010. - Freedom Falcon (Operatie Unified Protector, Libië): 06 F-16 van 27/03/2011 tot 31/10/2011. c) België is één van de 24 landen die destijds voor de F-16 als gevechtstoestel kozen. België kocht in totaal 160 F-16's aan. De initiële bestelling van 1975 bestond uit 116 toestellen (96 F-16A's en 20 F-16B's). Het tweede order, ook gekend als de "Follow On Buy", werd geplaatst in 1983 en bestond uit 44 F-16's. Deze contracten werden afgesloten voor bedragen ten belope van respectievelijk 1,6 miljard en 800 miljoen dollar. De onderhoudskosten voor een vlieguur F-16, bedragen op basis van de gegevens van de afgelopen jaren, gemiddeld 3.642 euro. 2. Het nodige aantal gevechtstoestellen wordt bepaald door het ambitieniveau van Defensie, dat voortvloeit uit strategische keuzes en richtlijnen die aan Defensie worden gegeven en die geformuleerd zijn in de Belgische politieke en militair-strategische beleidsdocumenten (Stuurplan 2003, Plan van de Voltooiing van de Transformatie). Het huidige aantal van 54 vliegtuigen is noodzakelijk om voldoende piloten en vliegtuigen paraat te stellen voor hedendaagse operaties als air policing, ondersteuning van internationale en humanitaire hulp of ondersteuning en versterking van de vrede. Dit werd eens te meer aangetoond in de recente operaties in Libië en Afghanistan. Bovendien kadert de handhaving van een dergelijke capaciteit ook in de politiek van "burden en risk sharing" met onze EU- en NAVO-partners. Deze capaciteit laat ons toe om op het internationaal toneel een rol van belang te blijven spelen. 3. Het antwoord op deze vraag behoort niet tot de bevoegdheid van Defensie maar wel tot deze van de FOD Economie.