Bulletin nr : B149 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0572 - Zittingsperiode : 53

In 2013 startten de landen van de Benelux met gesprekken om producten afkomstig van de door Israël bezette gebieden correct labelen, conform de EU richtlijn inzake producten uit de Israëlische nederzettingen. De drie landen gaven daarmee gehoor aan de oproep van Catherine Ashton op 22 februari 2013, waarin ze het voornemen van de EU-ministers voor Buitenlandse Zaken in mei 2012 in herinnering bracht om hier eindelijk effectief werk te maken. In de parlementaire vragen kregen we te horen dat enkel Denemarken en het Verenigd Koninkrijk van start zijn gegaan met de publicatie van deze vrijwillige richtlijnen, maar dat de gesprekken in de Benelux wel voorspoedig verliepen. In een vraag van 9 november 2013 vroeg ik achter een stand van zaken, waar tot nu toe nog geen antwoord op kwam. Er is echter een nieuw element opgedoken. Naar verluidt zou Nederland zich inmiddels hebben teruggetrokken uit het initiatief. Dit zou mogelijk te wijten zijn aan het stopzetten van een aantal activiteiten in Israël door enkele Nederlandse bedrijven zoals Royal-HaskoningDHV, Vitens en het pensioenfonds PGGM, en de kritiek die vanuit bepaalde politieke hoek in Nederland werd gegeven op deze stopzettingen. Deze situatie verklaart mogelijk waarom ik nog geen antwoord kreeg op de vraag of de ontwerptekst reeds afgerond was. 1. a) Kan u bevestigen dat Nederland zich uit het initiatief heeft teruggetrokken? b) Weet u waarom het land die beslissing heeft genomen? 2. Zullen België en Luxemburg verder gaan met het initiatief, al of niet op basis van de vooruitgang die in de reeds gevoerde gesprekken werd bereikt? 3. a) Is er enig verband met de huidige vredesgesprekken? b) Wacht ook ons land de uitkomst van de vredesgesprekken af en is het initiatief daarom on hold gezet? c) Kunnen wij nog voor het eind van de vredesgesprekken een communicatie omtrent dit initiatief verwachten, of zal dit pas na afloop van de gesprekken gebeuren, desgevallend rekening houdend met de uitkomst van die gesprekken?

In de eerste helft van 2013 is er samen met de collega's van Nederland en Luxemburg gewerkt aan een vrijwillige aanbeveling inzake de correcte etikettering van producten afkomstig uit Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse gebieden. Zoals het geachte lid aanhaalt in haar vraag, werd gestreefd naar een voorstel in Benelux-verband. België was vertegenwoordigd door zowel mijn diensten als de collega's van Buitenlandse Zaken. Zoals ik in eerdere antwoorden aangaf, was dit overleg zeer ver gevorderd, in die mate dat er een consensus was onder de Benelux-partners over de tekst van zo'n vrijwillige aanbeveling. De bedoeling van deze aanbeveling is om invoerders en retailers duidelijkheid te verschaffen over de Europese regelgeving die van toepassing is, en hen te informeren hoe zij op hun beurt de consument zo volledig mogelijk en correct kunnen informeren over de herkomst van de betreffende goederen. Aangezien er gewerkt werd in de logica van een gemeenschappelijk Benelux-initiatief, zouden de volgende stappen, onder meer consultatie en timing van publicatie, ook in onderling overleg vastgesteld worden. Ondanks het gegeven dat een dergelijk vrijwillig initiatief met het oog op een correcte etikettering publiekelijk verdedigd werd door minister van Buitenlandse Zaken en premier Rutte, klopt het dat onze Nederlandse collega's het Benelux-initiatief "on hold" hebben gezet. Ik spreek liever niet over "teruggetrokken" en kan en zal ook niet ingaan op speculaties omtrent de reden die het geachte lid aanhaalt in haar vraag. Vanuit België nemen we akte van hun beslissing om het initiatief voorlopig dus niet verder te zetten. Het geachte lid verwijst in haar vraag ook naar de lopende vredesgesprekken onder bemiddeling van minister van Buitenlandse Zaken Kerry. Zoals het geachte lid ongetwijfeld weet, komen deze onderhandelingen in een eindfase en verdienen ze alle kansen. Net voor de start van deze onderhandelingen werd in juli 2013 nog wel de Europese richtlijn uitgevaardigd over het stopzetten van financiële hulp aan Israëlische organisaties en bedrijven die zich bevinden in gebieden die sinds 1967 door Israël worden bezet. Vorig jaar verwees Hoge Vertegenwoordiger Ashton ook naar de mogelijkheid om vrijwillige richtlijnen op Europees niveau uit te werken inzake goederen uit de bezette gebieden, maar voor meer informatie daaromtrent verwijs ik naar collega minister van Buitenlandse Zaken Reynders.