Bulletin nr : B080 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0735 - Zittingsperiode : 51
Auteur | Roel Deseyn, CD&V |
Departement | Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën |
Sub-departement | Financiën |
Titel | Successierechten bij de feitelijke verenigingen. |
Datum indiening | 14/04/2005 |
Taal | N |
Publicatie vraag |
![]() |
Publicatiedatum | 30/05/2005, 20042005 |
Termijndatum | 30/05/2005 |
Vraag |
Heel wat verenigingen in ons land zijn feitelijke verenigingen. Dit betekent dat zij geen rechtspersoonlijkheid hebben, en dus in principe geen rechten op roerende of onroerende goederen kunnen verwerven, geen overeenkomsten kunnen sluiten en niet als aparte entiteit in rechte kunnen treden. De vereniging beschikt wel over een doelvermogen, dat enkel bestemd is om het doel van de feitelijke vereniging te realiseren. Toch is er op het terrein nog onduidelijkheid over het fiscaal regime van het doelpatrimonium. In welke gevallen is dit belastbaar? Moeten er successierechten betaald worden ingeval van het overlijden van een lid van de feitelijke vereniging? Bepaalde feitelijke verenigingen nemen in hun statuten volgende clausule op: "Geen enkel lid of bestuurslid van de feitelijke vereniging heeft recht op het doelvermogen van de feitelijke vereniging. Bij overlijden van een lid of bestuurslid kan bijgevolg geen successierecht geheven worden op dit doelvermogen.". Op deze manier hopen zij iedere onduidelijkheid weg te nemen. 1. Is bovenstaande clausule een geldige bepaling? 2. In welke mate kan de fiscus de leden van een feitelijke vereniging belasten omwille van inkomsten door activiteiten van de feitelijke vereniging? 3. Moeten er successierechten betaald worden ingeval van overlijden van één van de leden? 4. Geldt er een aangifteplicht inzake successierechten bij het overlijden van één van de leden? 5. Stel dat een muziekvereniging haar dirigent ontslaat uit de feitelijke vereniging. Kan dit aanleiding geven tot het betalen van successierechten of een andere vorm van belasting? 6. Kunnen er fiscale gevolgen zijn voor de kinderen van één van de leden van de feitelijke vereniging? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 04/07/2005, 20042005 |
Antwoord |
De feitelijke vereniging wordt beheerst door de regels van het burgerlijk recht. Bij gebrek aan rechtspersoonlijkheid kan de vereniging geen rechten verwerven op roerende of onroerende goederen. De goederen die worden aangekocht namens de vereniging, worden door een lasthebber aangekocht voor rekening van de leden gezamenlijk. In hoofde van deze leden ontstaat een bijzondere vorm van onverdeeldheid, die ook wel collectieve eigendom wordt genoemd: het betreft het geheel van goederen (en rechten) die worden aangehouden in het kader van het bijzondere doel van de vereniging. 1. Wat de door het geachte lid aangehaalde clausule betreft, dient vooreerst te worden opgemerkt dat het niet aan de minister van Financiën toekomt om zich uit te spreken over de geldigheid van dergelijke bepaling. De clausule in de statuten dat «geen enkel lid of bestuurslid van de feitelijke vereniging recht heeft op dit doelvermogen» heeft tot gevolg dat de leden, zolang de vereniging bestaat, geen beschikkingsrecht hebben over deze goederen, doch dit betekent niet dat dit doelvermogen eigendom wordt van de vereniging. Dit vermogen blijft collectieve eigendom van alle leden. Wat de bepaling betreft dat «bij het overlijden van een lid of bestuurslid geen successierecht kan geheven worden», wordt opgemerkt dat de fiscale wet van openbare orde is, zodat daaraan door bijzondere overeenkomsten geen afbreuk kan worden gedaan (artikel 6 van het Burgerlijk Wetboek). 2. Overeenkomstig artikel 29, § 1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) worden in feitelijke verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid die winst of baten verkrijgen, de opnemingen van de leden en hun deel in de verdeelde of onverdeelde winst of baten, als winst of baten van de leden aangemerkt en belast. Luidens artikel 364, WIB 1992 wordt in zulke verenigingen het geheel van de winst of baten geacht aan de leden te zijn toegekend op de datum van de afsluiting van de jaarrekening waarop het betrekking heeft of op 31 december van het jaar bij gebreke van een boekhouding; het deel van de niet uitgekeerde winst of baten dat geacht wordt aan ieder lid te zijn toegekend, wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst van associatie of nog, bij gebreke daarvan, volgens het hoofdelijk aandeel. Anderzijds kunnen ingevolge artikel 80, WIB 1992 beroepsverliezen van feitelijke verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid niet worden afgetrokken van de beroepsinkomsten van de leden van die verenigingen, tenzij en in zover die leden winst of baten hebben en de daarop aan te rekenen beroepsverliezen uit een beroepswerkzaamheid van dezelfde aard voortspruiten, of tenzij de leden bewijzen dat de beroepsverliezen voortspruiten uit verrichtingen die beantwoorden aan rechtmatige financiële of economische behoeften. Indien de feitelijke verenigingen noch enige nijverheids-, handels-, of landbouwonderneming exploiteren, noch zich inlaten met een winstgevende bezigheid - dat wil zeggen wanneer ze geen winsten of baten als bedoeld in artikel 23, § 1, 1°of 2° WIB 1992 verkrijgen - zijn de inkomsten van onroerende goederen of van roerende goederen en kapitalen die zij (zonder in rechte eigenaar ervan te zijn) voor rekening of ten voordele van hun leden beheren, in beginsel als onroerende of roerende inkomsten bij die leden belastbaar. 3. Bij het overlijden van één der leden van een feitelijke vereniging moeten de erfgenamen in de aangifte van nalatenschap zijn/haar rechten in de feitelijke vereniging opnemen: het deel van de overledene in de maatschappelijke goederen in het actief van de nalatenschap en het deel van de overledene in de schulden van de vereniging in het passief van de nalatenschap. Indien het actief het passief overtreft zijn er inderdaad successierechten verschuldigd. 4. Overeenkomstig artikel 38 van het Wetboek der successierechten rust de aangifteplicht op de erfgenamen, algemene legatarissen en begiftigden. 5. Het ontslag van een dirigent van een muziekvereniging geeft geen aanleiding tot de heffing van successierechten aangezien deze slechts geheven worden naar aanleiding van een overlijden. Wat de directe belastingen betreft zijn de verstrekte gegevens te vaag om een concreet antwoord te verstrekken. Daar blijkbaar een welbepaald geval wordt beoogd, ben ik bereid een onderzoek, te doen instellen, indien de identiteit van de betrokken personen alsook de benaming en het adres van de vereniging in kwestie worden meegedeeld. 6. Zoals onder punten 3 en 4 reeds vermeld, hebben de kinderen bij het overlijden van één van de leden van een feitelijke vereniging de plicht tot het indienen van een aangifte van nalatenschap en het betalen der daarop verschuldigde successierechten. Wat de directe belastingen betreft zijn de verstrekte gegevens te vaag om een concreet antwoord te verstrekken. Daar blijkbaar een welbepaald geval wordt beoogd, ben ik bereid een onderzoek te doen instellen, indien de identiteit van de betrokken personen alsook de benaming en het adres van de vereniging in kwestie worden meegedeeld. |
Eurovoc-descriptoren | OVERDRACHTSBELASTING | VERENIGING |