...

Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0131 - Zittingsperiode : 56


Auteur Kathleen Depoorter, N-VA (07387)
Departement Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid
Sub-departement Soc Zaken, Gezondh, Ontw.samenw, Grootsteden
Titel Rekenhof Jaarboek 181 deel II (MV 000740C).
Datum indiening12/12/2024
Taal N
Status vraagAntwoorden ontvangen
Termijndatum23/01/2025

 
Vraag

Opnieuw blijkt dat het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), goed voor een omzet van 44 miljard euro in 2020, niet tijdig de rekeningen heeft neergelegd voor het Rekenhof. Dat publiceerde haar Jaarboek 181, deel II Boek 2024 over de sociale zekerheid. Volgens het hof is het voor hen onmogelijk een gedegen controle uit te voeren op de toch aanzienlijke budgetten en legt daarom een aantal aanbevelingen neer. Omdat u in de commissie herhaaldelijk pleitte voor grotere transparantie zou ik u graag om verduidelijking vragen in dit verlengde. 1. In 2023 gaf u een tijdpad mee waar het RIZIV zich diende aan te houden zodat de jaarrekeningen voortaan wel tijdig neergelegd zouden worden. Waarom werden de jaren 2021 en 2022 opnieuw niet tijdig neergelegd? 2. Hoe wilt u, gegeven het niet tijdig neerleggen en het bijna chronisch karakter hiervan, hieraan remediëren? 3. Kunt u bevestigen dat de jaarrekening 2023 wel tijdig zal worden neergelegd tegen 31 december 2024 aanstaande? Kunt u dit garanderen? 4. De regels vastgestelde rechten worden niet gerespecteerd, zo stelt het Rekenhof: daardoor kunnen bijv. de boni en mali van de ziekenfondsen niet correct in rekening gebracht worden. Ook de uitgaven van het fonds zorgpersoneel kunnen niet correct opgevolgd worden. Het RIZIV geeft aan in de jaren 2024-2025 alle financiële processen en controles aan te passen en zo tegen 1 januari 2026 de regels wel te kunnen toepassen. Hoe komt het dat de dienst niet sneller te werk kan gaan en opnieuw veel kostbare tijd dreigt te verliezen? 5. Volgens de berekening van het Rekenhof loopt het RIZIV 19,3 miljoen aan inkomsten van de Regie der Gebouwen mis sinds de verhuis naar het Galilei-gebouw. Hoe verklaart u deze nonchalance? 6. Hoe en wanneer zullen deze middelen alsnog gerecupereerd worden? 7. Hoe verklaart u dat de vorderingen uit internationale verdragen bij de directie Internationale Relaties niet overeenkomen met die van de directie Financiën? 8. In 2020 stegen de vorderingen uit internationale verdragen tot maar liefst 439,7 miljoen. Betreft het hier een boekhoudkundige fout zoals het Rekenhof vermoedt? Wat is het exacte bedrag?


 
Status 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord
Publicatie antwoord     B006
Publicatiedatum 24/01/2025, 20242025
Antwoord

Algemeen wil ik stellen dat er een certificeringprogramma opgesteld werd door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) bestaande uit verschillende deelprojecten die een antwoord zullen bieden op de opmerkingen van het Rekenhof in het kader van de certificering vanaf boekjaar 2027. Een actieplan ter zake, dat ook de aanbevelingen van het Rekenhof integreert, werd door het RIZIV voorgelegd aan het algemeen beheerscomité; daarover wordt ook semestrieel gerapporteerd aan het algemeen beheerscomité. Samenhangend werden door de leiding van het RIZIV ook een aantal stappen gezet om het dagelijks management van de directie Financiën te versterken. Er is bovendien een nauwe samenwerking tussen het RIZIV en het Rekenhof in het kader van de toekomstige certificering van boekjaar 2027 en het certificeringsprogramma wordt op een zeer planmatige manier opgevolgd. Het is belangrijk om te duiden dat, als gevolg van de historisch opgelopen vertraging in het afsluiten van de rekeningen, er een aantal opmerkingen zijn die meerdere jaren terugkomen en pas opgelost kunnen worden van zodra de achterstand volledig ingehaald is. Deze opmerkingen en aanbevelingen komen dus terug, maar worden wel aangepakt in het kader van het voornoemde actieplan. 1. Er werd tot op heden nog niet afgeweken van het tijdpad dat anderhalf jaar geleden werd opgesteld in het kader van het versnellen van de afsluiting van de rekeningen. In ons antwoord op de parlementaire vraag nr. 2393 van 6 november 2023 hebben we aangegeven dat de afsluiting van boekjaar 2021 en 2022 voorzien was voor 2024. De jaarrekening van 2021 werd goedgekeurd door het algemeen beheerscomité van april 2024 en de jaarrekening van 2022 door het algemeen beheerscomité van november 2024. Ik kan u op schriftelijke wijze het overzicht geven van de huidige status en planning van de afsluiting van de rekeningen, waaruit ook de sterke inhaalbeweging af te lezen valt. 2. De afsluitingskalender die anderhalf jaar geleden werd opgesteld voor het versnellen van de afsluiting van de rekeningen werd tot op vandaag gerespecteerd. Op een periode van anderhalf jaar tijd werden vier boekjaren afgesloten op niveau RIZIV, zes boekjaren geauditeerd door de revisor en negen boekjaren geauditeerd door het Rekenhof. Het RIZIV maakt verdere prioriteit van de inhaalbewegingen, en vooral ook aan de structurele optimalisering van de financiële processen zodat we klaar zijn voor de toekomstige certificering door het Rekenhof. 3. De jaarrekening van 2023 zal, conform de afgesproken planning, ter validatie voorgelegd worden aan het algemeen beheerscomité in mei 2025. Vanaf boekjaar 2024 zullen de jaarrekeningen conform de wettelijke termijn neergelegd worden. 4. De implementatie van vastgestelde rechten heeft een impact op nagenoeg alle (transversale) processen en applicaties van het RIZIV. Dit project kadert in het breder certificeringsprogramma dat rekening houdt met de beschikbare tijd en middelen van het RIZIV en alle andere betrokkenen. 5. Het is belangrijk om aan te geven dat de 19,3 miljoen euro uit drie verschillende componenten bestaat en dat er contacten zijn tussen het RIZIV en het Rekenhof om deze problematiek nader te analyseren. In het rapport van het Rekenhof geeft het RIZIV alvast aan dat een vordering niet aan de orde is voor een van de drie componenten (ten bedrage van 10,7 miljoen euro). 6. Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op punt 4. 7 en 8. Het betreft een stijging in de boekhouding met en niet tot 439,7 miljoen euro tussen 31 december 2019 en 31 december 2020. We bevestigen dat het om een boekhoudkundige fout gaat die te wijten is aan verschillen tussen vorderingen en schulden in de boekhouding en de inventaris bijgehouden door de dienst internationale verdragen. De inventaris van de dienst internationale verdragen toont een stijging aan met 200 miljoen euro. De analyse van dit verschil heeft de grootste prioriteit gekregen en wordt verder onderzocht met alle belanghebbenden zodat een correctieboeking uitgevoerd kan worden.

 
Eurovoc-hoofddescriptorSOCIALE ZEKERHEID
Eurovoc-descriptorenSOCIALE ZEKERHEID
Vrije trefwoordenRIZIV | BELGISCH REKENHOF