Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0052 - Zittingsperiode : 56
Auteur | Axel Ronse, N-VA (08058) |
Departement | Vice-eersteminister en minister van Economie en Werk, belast met Relance en Strategische Investeringen, en Wetenschapsbeleid |
Sub-departement | Economie, Werk, Relance, Strat. Invest., Wet.beleid |
Titel | Kunstenaars. - Kunstwerkuitkering. |
Datum indiening | 13/11/2024 |
Taal | N |
Status vraag | Antwoorden ontvangen |
Termijndatum | 13/12/2024 |
Vraag |
Kunstenaars die een "kunstwerkuitkering" ontvangen, worden sinds de hervorming niet langer onderworpen aan de controle op de actieve beschikbaarheid. In het boek sociale zekerheid lezen we nu het volgende frappante cijfer: "Tussen oktober 2022 (toen de nieuwe kunstwerkuitkering in voege is gegaan) en december 2023 steeg het aantal gerechtigden met een voltijds en deeltijds kunstenaarsstatuut immers respectievelijk van 3.837 naar 7.995 (+108,37 %) en van 45 naar 243 (+440,00 %)". Met andere woorden, sinds de toegang tot de voordelige "kunstwerkuitkering" voor kunstenaars laagdrempeliger werd, het uitkeringsbedrag verhoogd werd, en kunstenaars niet langer beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt, is het aantal gerechtigden op de uitkering drastisch meer dan verdubbeld. Het beste bewijs dat de nieuwe regeling een ongunstig effect heeft en uitkeringsafhankelijkheid bij kunstenaars onnodig aanmoedigt. 1. Hoe verklaart u de sterke stijging van het aantal begunstigden van het kunstenaarsstatuut op een jaar tijd? Wat is het profiel van de nieuwe groep mensen die aanspraak kan maken op de regeling? 2. Hoeveel personen zijn er tussen oktober 2022 en december 2023 overgestapt vanuit een werkloosheidsuitkering naar een kunstwerkuitkering? 3. Hoeveel personen zijn er tussen oktober 2022 en december 2023 overgestapt vanuit een andere uitkering naar een kunstwerkuitkering? 4. Hoeveel werkenden, die voorheen geen recht hadden op een kunstwerkuitkering, zijn tussen oktober 2022 en december 2023 overgestapt naar een kunstwerkuitkering? |
Status | 1 réponse normale - normaal antwoord - Gepubliceerd antwoord |
Publicatie antwoord |
![]() |
Publicatiedatum | 19/12/2024, 20242025 |
Antwoord |
De cijfers in het boek Sociale zekerheid (3.882 in oktober 2022 en 8.238 in december 2023) hebben betrekking op het aantal betalingen van kunstwerkuitkeringen in die maanden. De stijging van 112,2 % is in feite een overschatting, omdat op het ogenblik van de betaling in de indieningsmaand oktober 2022 nog niet alle informatie in de databank aanwezig was om de populatie in de nieuwe kunstwerkersregeling af te bakenen. Indien we de betaalgegevens volgens refertemaand bekijken, stellen we een veel minder grote toename vast, namelijk +27,5 %. De indieningsmaand is de maand tijdens dewelke de betaling verricht wordt; de refertemaand is de maand waarop de betaling betrekking heeft. Als we (refertemaand) oktober 2022 vergelijken met (refertemaand) december 2023, dan stellen we vast dat er 2.521 kunstwerkers zijn ingestroomd, terwijl er 866 kunstwerkers zijn uitgestroomd. Van die 2.521 instromers zijn er 1.352 personen die voorheen een gewone uitkering voor volledige werkloosheid genoten (zie ook punt 2). Hiervan zijn er 648 die in de periode januari 2022 - september 2022 in het kader van de oude regeling betreffende de artiesten werden vergoed. Dat wil zeggen dat zij artistieke activiteiten aangaven aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) en /of het voordeel van artikel 116§ 5 genoten. In de oude regeling ontvingen werklozen die artistieke activiteiten aangaven immers een gewone uitkering voor volledige werkloosheid, en konden zij onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op het voordeel van artikel 116§ 5.De stijging van 27,5 % betreft dus in feite voor een groot deel een verschuiving binnen de werkloosheid, nl. van een gewone werkloosheidsuitkering (al dan niet met aangifte van artistieke activiteiten en/of het voordeel van artikel 116§ 5) naar de nieuwe kunstwerkuitkering. Daarnaast zal ook het feit dat de nieuwe regeling voordeliger is dan de oude een rol spelen in de toename van het aantal kunstwerkers. De voorwaarden voor de hernieuwing zijn wel strenger geworden sinds de hervorming: In de volgende tabel volgt een summier profiel van de 2.521 instromers in het stelsel van de kunstwerkuitkeringen in december 2023 ten opzichte van oktober 2022: 2. Er zijn in december 2023 ten opzichte van oktober 2022 1.352 personen die overgestapt zijn van een (gewone) uitkering voor volledige werkloosheid naar een kunstwerkuitkering, dat is 53,6 % van de totale instroom (2.521). 3. Er zijn in december 2023 ten opzichte van oktober 2022 88 personen die overgestapt zijn van een andere uitkering naar een kunstwerkuitkering, dat is 3,5 % van de totale instroom. 4. De RVA beschikt niet over gegevens betreffende de werkende populatie. De RVA kan daarentegen wel vaststellen of de kunstwerkuitkering niet voorafgegaan wordt door een andere uitkering ten laste van de RVA. In het kader van deze vraag werd rekening gehouden met alle RVA-betalingen sedert januari 2022. Indien de kunstwerkuitkering in de periode oktober 2022 - december 2023 niet voorafgegaan wordt door een andere RVA-uitkering, dan wordt betrokkene geacht 'gestart' te zijn met de kunstwerkuitkering, en wordt hij verondersteld te zijn ingestroomd vanuit werk, arbeidsongeschiktheid, beroepsinschakelingstijd of sanctie. Er zijn in december 2023 ten opzichte van oktober 2022 1.081 personen die voordien geen RVA-uitkering genoten, dat is 42,9 % van de totale instroom. |
Eurovoc-hoofddescriptor | ECONOMISCH BELEID |
Eurovoc-descriptoren | KUNSTWERK | ECONOMISCH BELEID | SOCIALE UITKERING | BEROEP IN DE KUNST |