Bulletin nr : B003 - Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0070 - Zittingsperiode : 56

De vreemdelingenwet voorziet in de mogelijkheid voor de Commissaris-generaal van de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) om toegekende vluchtelingenstatussen of subsidiaire beschermingsstatussen opnieuw in te trekken, indien de vluchteling een gevaar vormt voor de samenleving omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf, dan wel omdat er redelijke gronden bestaan om de vluchteling te beschouwen als een gevaar voor de nationale veiligheid. Het is de dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) die hiervoor de dossiers aanreikt, steunend op politionele en juridische feiten. Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die zich aan zulke gedragingen bezondigen maken op een schaamteloze manier misbruik van onze gastvrijheid en ondergraven het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen. Daarom verdient het aanbeveling dat de Commissaris-generaal steeds de vluchtelingenstatus of subsidiaire beschermingsstatus intrekt, wanneer de DVZ daarom verzoekt, steunend op een gedegen politioneel en juridisch dossier. Het spreekt daarom ook voor zich dat de DVZ in elk geval waarin het CGVS de intrekking toch weigert, beroep aantekent daartegen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. 1. Kunt u oplijsten hoeveel dossiers van erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden DVZ overmaakte aan het CGVS voor intrekking wegens veroordeling van een ernstig misdrijf, dan wel wegens een betekenen van een gevaar voor de nationale veiligheid? En dit voor de jaren 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024 (tot en met september). 2. Kunt u daarbij ook vermelden in hoeveel gevallen het CGVS effectief overging tot de intrekking van de vluchtelingenstatus of subsidiaire beschermingsstatus, dan wel in welke gevallen het CGVS dat weigerde. Kunt u tegelijk ook verduidelijken welke de nationaliteiten waren in de betrokken dossiers? 3. Kunt u een vermelden hoeveel keer DVZ tegen zo'n weigering van intrekking in beroep gegaan is bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen?

1. Hieronder vindt u een overzicht van het aantal dossiers dat de dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) heeft bezorgd om de mogelijke intrekking van de beschermingsstatus te onderzoeken. De cijfers voor 2024 zijn niet beschikbaar. 2. De commissaris-generaal kan de vluchtelingenstatus intrekken als: - de vluchteling een gevaar vormt voor de samenleving omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf of; - er redelijke gronden bestaan om de vluchteling te beschouwen als een gevaar voor de nationale veiligheid. Het heronderzoek van de geldigheid van een beschermingsstatus kan gevraagd worden door de minister of zijn gemachtigde, maar kan ook op initiatief van het CGVS op basis van informatie die zij bekomen heeft, al is dat voor intrekkingen op basis van feiten van openbare orde eerder zeldzaam. Hieronder vindt u cijfers van beslissingen tot intrekkingen of opheffingen op basis van heronderzoeken die aangevraagd zijn geweest door de minister of zijn gemachtigde. In dossiers waarin meerdere beslissingen worden genomen, bijv. een dossier waarin een beslissing tot "behoud statuut" wordt genomen nadat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) een beslissing tot intrekking vernietigd heeft, wordt slechts de laatste beslissing in de statistieken opgenomen. Voor tal van nationaliteiten worden statuten ingetrokken of opgeheven op basis van feiten van openbare orde. Afghanen, Irakezen en Syriërs maken evenwel het vaakst onderwerp uit van een heroverweging van het statuut op basis van feiten van openbare orde. 3. DVZ heeft geen beroep ingediend tegen beslissingen om het statuut te behouden.