![]() |
Regering bezorgt voorlopige lijst van te herziene grondwetsbepalingen aan Kamer en Senaat
(27/05/2021)
De herziening van de Grondwet kan, overeenkomstig artikel 195 van de Grondwet, in
drie grote fasen worden ingedeeld. De eerste fase leidt tot de verklaring tot herziening
van de Grondwet. Vervolgens worden de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat
van rechtswege ontbonden en volgen er verkiezingen. De eigenlijke herziening van de
bepalingen van de Grondwet die voor herziening vatbaar zijn verklaard is ten slotte
een zaak voor de nieuw samengestelde Wetgevende Kamers en de Koning, die dan samen
de “constituante” vormen.
In de eerste fase komt de verklaring tot herziening van de Grondwet tot stand wanneer
de drie takken van de federale wetgevende macht – de Koning, de Kamer van volksvertegenwoordigers
en de Senaat, die samen de “preconstituante” vormen – elk afzonderlijk en bij gewone
meerderheid verklaren dat er redenen zijn tot herziening van de grondwettelijke bepaling(en)
die zij aanwijzen. De herzieningsverklaring is een voorafgaande voorwaarde voor een
werkelijke herziening. De verklaringen van de drie takken van de wetgevende macht
hoeven niet noodzakelijk identiek te zijn of op hetzelfde ogenblik tot stand te komen.
Alleen die bepalingen die in de drie verklaringen tot herziening van de Grondwet voorkomen
zijn echter voor herziening vatbaar. De uiteindelijke herzieningsverklaring is, met
andere woorden, de “doorsnede” van de drie verklaringen.
In de loop van de zittingsperiode kan elk Kamerlid of elke senator een voorstel van
verklaring tot herziening van de Grondwet indienen. Ook de Koning kan dit doen. Omdat
de bekendmaking van de verklaringen tot herziening van de Grondwet in het Belgisch Staatsblad automatisch leidt tot de ontbinding van de Kamer en van de Senaat en er nieuwe verkiezingen
plaatsvinden, worden deze voorstellen pas aan het einde van de zittingsperiode besproken.
In het federale regeerakkoord werd evenwel afgesproken om een voorlopige lijst van
grondwetsartikelen aan de Kamer en de Senaat mee te delen die later zullen worden
opgenomen in een verklaring tot herziening van de Grondwet. Het is de bedoeling om
deze lijst in de loop van de zittingsperiode verder aan te vullen, in functie van
de werkzaamheden van het online dialoogplatform over de toekomst van het Belgisch federalisme. Deze voorlopige lijst werd niet ondertekend door de Koning en heeft ook geen enkele
juridische draagwijdte. Het uiteindelijke ontwerp van verklaring tot herziening van
de Grondwet zal door de Koning pas aan het einde van de zittingsperiode in de Kamer
en in de Senaat ter stemming worden voorgelegd en zal worden gepubliceerd als eigen
verklaring.
Concreet betreft deze voorlopige lijst die de regering aan de Kamer en aan de Senaat
heeft meegedeeld de volgende grondwetsbepalingen :
- Artikel 46 van de Grondwet : deze bepaling omschrijft de gevallen waarin de Koning het recht heeft om de Wetgevende Kamers te ontbinden. Een herziening van dit artikel kan eventueel een oplossing te bieden voor lang aanslepende regeringsvormingen.
- Artikel 48 van de Grondwet : deze bepaling stelt dat elke Kamer de geloofsbrieven van haar leden onderzoekt en de geschillen beslecht die hieromtrent rijzen. Omdat hiertegen geen enkel rechtsmiddel open staat, werd België echter reeds veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en dringt een herziening van dit grondwetsartikel zich op.
- Artikel 96 van de Grondwet : er wordt voorgesteld om aan deze grondwettelijke bepaling, die bepaalt hoe een federale regering tot stand komt, een lid toe te voegen om een oplossing te bieden voor lang aanslepende regeringsvormingen.
- Artikel 142, vijfde lid, van de Grondwet : deze bepaling wordt voor herziening vatbaar verklaard om het Grondwettelijk Hof bevoegd te maken voor het beroep tegen beslissingen die verband houden met het onderzoek van de geloofsbrieven van de parlementsleden.
- Artikel 195 van de Grondwet : dit artikel bepaalt de procedure voor de herziening van de Grondwet.