KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 145
CRIV 50 PLEN 145
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
dinsdag mardi
03-07-2001 03-07-2001
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
WETSONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
PROJETS DE LOI ET PROPOSITIONS
1
Wetsontwerp betreffende Belgacom (1317/1 tot 4) 1
Projet de loi relatif à Belgacom (1317/1 à 4)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers:
Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties, Jean-Pol Poncelet, voorzitter
van de PSC-fractie, Yves Leterme, voorzitter
van de CVP-fractie, Marie-Thérèse Coenen
Orateurs:
Rik Daems, ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques, Jean-Pol Poncelet,
président du groupe PSC, Yves Leterme,
président du groupe CVP, Marie-Thérèse
Coenen
Bespreking van de artikelen
12
Discussion des articles
12
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Yves
Leterme
, voorzitter van de CVP-fractie, Rik
Daems
, minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties, Jean-Pol
Poncelet
, voorzitter van de PSC-fractie
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Yves
Leterme
, président du groupe CVP, Rik
Daems
, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques,
Jean-Pol Poncelet
, président du groupe PSC
Ordemotie 14
Motion
d'ordre
14
Sprekers: Luc Goutry, Francis Van den
Eynde, Koen Bultinck
Orateurs: Luc Goutry, Francis Van den
Eynde, Koen Bultinck
Beroep op het reglement
16
Rappel au règlement
16
Sprekers: Jean-Pol Poncelet, voorzitter van
de PSC-fractie, Paul Tant, Raymond
Langendries, Yves Leterme
, voorzitter van
de CVP-fractie
Orateurs: Jean-Pol Poncelet, président du
groupe PSC, Paul Tant, Raymond
Langendries, Yves Leterme
, président du
groupe CVP
Hervatting van de bespreking van de artikelen
18
Reprise de la discussion des articles
18
Sprekers: Jean-Pol Poncelet, voorzitter van
de PSC-fractie, Yves Leterme, voorzitter van
de CVP-fractie, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties
Orateurs: Jean-Pol Poncelet, président du
groupe PSC, Yves Leterme, président du
groupe CVP, Rik Daems, ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques
Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag)
(1304/1)
19
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de Belgique
et le Comité intergouvernemental pour les
migrations européennes, signé à Genève le 2
juillet 1973 (transmis par le Sénat) (sans rapport)
(1304/1)
19
Algemene bespreking
19
Discussion générale
19
Bespreking van de artikelen
20
Discussion des articles
20
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr.
182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van de
ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de afschaffing
ervan, gedaan te Genève op 17 juni 1999
(overgezonden door de Senaat) (1305/1 en 2)
20
Projet de loi portant assentiment à la Convention
n° 182 de l'Organisation internationale du travail
concernant l'interdiction des pires formes de
travail des enfants et l'action immédiate en vue de
leur élimination, faite à Genève le 17 juin 1999
(transmis par le Sénat) (1305/1 et 2)
20
Algemene bespreking
20
Discussion générale
20
Sprekers:
Leen Laenens, rapporteur,
Jacques Lefevre
Orateurs: Leen Laenens, rapporteur,
Jacques Lefevre
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Bespreking van de artikelen
22
Discussion des articles
22
Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden door
de Senaat) (zonder verslag) (1306/1)
22
Projet de loi portant assentiment au Protocole
additionnel n° 5 à la Convention révisée pour la
navigation du Rhin, et à la Déclaration, faits à
Strasbourg le 28 avril 1999 (transmis par le
Sénat) (sans rapport) (1306/1)
22
Algemene bespreking
22
Discussion générale
22
Bespreking van de artikelen
22
Discussion des articles
22
Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella Minne
en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de huidige
toestand in Afghanistan (1284/1 en 2)
22
Proposition de résolution de Mme Mirella Minne et
M. Yvon Harmegnies et consorts relative à la
situation actuelle en Afghanistan (1284/1 et 2)
22
Bespreking
22
Discussion
22
Sprekers: Claudine Drion, rapporteur, Mirella
Minne, Jacques Lefevre, Yvon Harmegnies
Orateurs: Claudine Drion, rapporteur, Mirella
Minne, Jacques Lefevre, Yvon Harmegnies
Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
26
Projet de loi visant à améliorer le taux d'emploi
des travailleurs (1290/1 à 4)
26
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos
Wauters tot aanvulling van de
arbeidsovereenkomstenwet met een recht op
outplacement voor oudere werknemers (961/1 en
2)
26
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos Wauters
complétant la loi relative aux contrats de travail
par l'instauration d'un droit à l'outplacement pour
les travailleurs âgés (961/1 et 2)
26
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 5)
26
- Projet de loi relatif à la conciliation entre l'emploi
et la qualité de vie (1291/1 à 5)
26
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot
wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971
met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1 en 2)
26
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1 et 2)
26
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
en mevrouw Joëlle Milquet betreffende het
tijdkrediet (755/1 en 2)
26
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1 et 2)
26
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer Joos
Wauters tot wijziging van de Arbeidswet van 16
maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1 en 2)
26
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans, Mme
Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
modifiant, en vue de réduire la durée du temps de
travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail (846/1
et 2)
26
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering van
een recht op ouderschapsverlof (967/1 en 2)
26
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1 et 2)
26
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot invoering
van een recht op zorgkrediet (977/1 en 2)
26
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1 et 2)
26
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende het
loopbaankrediet (1171/1 en 2)
26
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1 et 2)
26
Algemene bespreking
26
Discussion générale
26
Sprekers: Greta D'Hondt, Joos Wauters,
Jean-Marc Delizée, rapporteur, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid, Raymond Langendries,
Pierrette Cahay-André, Hans Bonte, Yves
Leterme
, voorzitter van de CVP-fractie
Orateurs: Greta D'Hondt, Joos Wauters,
Jean-Marc Delizée, rapporteur, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi, Raymond Langendries, Pierrette
Cahay-André, Hans Bonte, Yves Leterme
,
président du groupe CVP
NAAMSTEMMINGEN
43
VOTES NOMINATIFS
43
Aangehouden amendementen en artikelen van
het wetsontwerp betreffende Belgacom (1317/1
tot 4)
43
Amendements et articles réservés du projet de loi
relatif à Belgacom (1317/1 à 4)
43
Sprekers: Jean-Pierre Detremmerie, Karel
Van Hoorebeke, Marcel Hendrickx, Jos
Ansoms, Joëlle Milquet, Hugo Coveliers
,
Orateurs: Jean-Pierre Detremmerie, Karel
Van Hoorebeke, Marcel Hendrickx, Jos
Ansoms, Joëlle Milquet, Hugo Coveliers
,
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
voorzitter van de VLD-fractie, Willy Cortois
président du groupe VLD, Willy Cortois
Geheel van het wetsontwerp betreffende
Belgacom (1317/1 en 2 ­ verslag met door de
commissie aangebrachte errata)
44
Ensemble du projet de loi relatif à Belgacom
(1317/1 et 2 ­ rapport avec errata apportés par la
commission)
44
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Marie-Thérèse Coenen
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Marie-Thérèse Coenen
Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (1304/1)
45
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de Belgique
et le Comité intergouvernemental pour les
migrations européennes, signé à Genève le 2
juillet 1973 (transmis par le Sénat) (1304/1)
45
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr.
182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van de
ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de afschaffing
ervan, gedaan te Genève op 17 juni 1999
(overgezonden door de Senaat) (1305/1)
46
Projet de loi portant assentiment à la Convention
n° 182 de l'Organisation internationale du travail
concernant l'interdiction des pires formes de
travail des enfants et l'action immédiate en vue de
leur élimination, faite à Genève le 17 juin 1999
(transmis par le Sénat) (1305/1)
46
Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden door
de Senaat) (1306/1)
46
Projet de loi portant assentiment au Protocole
additionnel n° 5 à la Convention révisée pour la
navigation du Rhin, et à la Déclaration, faits à
Strasbourg le 28 avril 1999 (transmis par le
Sénat) (1306/1)
46
Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella Minne
en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de huidige
toestand in Afghanistan (1284/1 en 2 ­ verslag
met een door de commissie aangebrachte
verbetering)
46
Proposition de résolution de Mme Mirella Minne et
M. Yvon Harmegnies et consorts relative à la
situation actuelle en Afghanistan (1284/1 et 2 ­
rapport avec correction apportée par la
commission)
46
Regeling van de werkzaamheden
46
Ordre des travaux
46
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Luc Goutry, Yvan Mayeur, Joos
Wauters, Greta D'Hondt
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Luc Goutry, Yvan Mayeur, Joos
Wauters, Greta D'Hondt
WETSONTWERPEN EN VOORSTELLEN
(VOORTZETTING)
50
PROJETS DE LOI ET PROPOSITIONS
(CONTINUATION)
50
Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
50
Projet de loi visant à améliorer le taux d'emploi
des travailleurs (1290/1 à 4)
50
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos
Wauters tot aanvulling van de
arbeidsovereenkomstenwet met een recht op
outplacement voor oudere werknemers (961/1 en
2)
50
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos Wauters
complétant la loi relative aux contrats de travail
par l'instauration d'un droit à l'outplacement pour
les travailleurs âgés (961/1 et 2)
50
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 5)
50
- Projet de loi relatif à la conciliation entre l'emploi
et la qualité de vie (1291/1 à 5)
50
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot
wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971
met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1 en 2)
50
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1 et 2)
50
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
en mevrouw Joëlle Milquet betreffende het
tijdkrediet (755/1 en 2)
50
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1 et 2)
50
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer Joos
50
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans, Mme
Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
50
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iv
Wauters tot wijziging van de Arbeidswet van 16
maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1 en 2)
modifiant, en vue de réduire la durée du temps de
travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail (846/1
et 2)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering van
een recht op ouderschapsverlof (967/1 en 2)
50
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1 et 2)
50
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot invoering
van een recht op zorgkrediet (977/1 en 2)
50
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1 et 2)
50
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende het
loopbaankrediet (1171/1 en 2)
50
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1 et 2)
50
Hervatting van de algemene bespreking
50
Reprise de la discussion générale
50
Spreker: Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid
Orateur: Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de l'Emploi
Bespreking van de artikelen
53
Discussion des articles
53
Sprekers:
Greta D'Hondt, Raymond
Langendries, Joos Wauters, Hugo
Coveliers
, voorzitter van de VLD-fractie,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid
Orateurs:
Greta D'Hondt, Raymond
Langendries, Joos Wauters, Hugo
Coveliers
, président du groupe VLD, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
BIJLAGE
59
ANNEXE
59
STEMMINGEN
59
VOTES
59
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
59
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
59
INTERNE BESLUITEN
63
DECISIONS INTERNES
63
INTERPELLATIEVERZOEKEN 64
DEMANDES
D'INTERPELLATION
64
I
NGEKOMEN
64
D
EMANDES
64
VOORSTELLEN
64
PROPOSITIONS
64
T
OELATING TOT DRUKKEN
64
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
64
MEDEDELINGEN
64
COMMUNICATIONS
64
SENAAT 64
SENAT 64
B
OODSCHAP
64
M
ESSAGE
64
REGERING 65
GOUVERNEMENT
65
I
NGEDIEND WETSONTWERP
65
D
EPOT D
'
UN PROJET DE LOI
65
ARBITRAGEHOF 65
COUR
D'ARBITRAGE
65
P
REJUDICIËLE VRAGEN
65
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
65
REKENHOF
65
COUR DES COMPTES
65
B
OEK VAN OPMERKINGEN
65
C
AHIER D
'
OBSERVATIONS
65
Verslag 66
Rapport 66
JAARVERSLAG 66
RAPPORT
ANNUEL
66
R
IJKSINSTITUUT VOOR
Z
IEKTE
-
EN
I
NVALIDITEITSVERZEKERING
66
I
NSTITUT
N
ATIONAL D
'A
SSURANCE
M
ALADIE
-
I
NVALIDITE
66
RESOLUTIES 66
RESOLUTIONS
66
E
UROPEES
P
ARLEMENT
66
P
ARLEMENT EUROPEEN
66
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DINSDAG
03
JULI
2001
14:30 uur
______
du
MARDI
03
JUILLET
2001
14:30 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.32 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.32 heures par
M. Herman De Croo, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance:
Rik Daems.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen
in bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés

Marcel Bartholomeeussen, Alexandra Colen,
Patrick Moriau, Karel Pinxten, Bert Schoofs, Ferdy
Willems, wegens ziekte / pour raison de santé;
Anne Barzin, Hagen Goyvaerts, wegens
ambtsplicht / pour obligation de mandat;
Olivier Maingain, Europees Parlement / Parlement
européen
Denis D'hondt, NATO / OTAN.
Wetsontwerpen en voorstellen
Projets de loi et propositions
01 Wetsontwerp betreffende Belgacom (1317/1
tot 4)
01 Projet de loi relatif à Belgacom (1317/1 à 4)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale

De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
01.01 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter,
ik wil uitgebreid ingaan op de vragen en
opmerkingen van de collega's en ook een
bijkomende toelichting geven bij een aantal
aspecten die nog niet aan bod zijn gekomen.

Mijn antwoord bevat twee grote elementen. Een
eerste element heeft te maken met de vorm, met
de manier waarop wij tot nu toe hebben gewerkt.
Ten tweede is er de inhoud. Ik heb in de
commissie herhaaldelijk gezegd dat ik een
overtuigd parlementair blijf en ik moet zeggen dat
ik niet helemaal gelukkig ben met de manier
waarop de procedure is verlopen. Ik dacht
voldoende uiteengezet te hebben dat de reden
waarom snelheid is geboden te maken heeft met
het feit dat, wanneer u geen habilitering hebt
om
te kunnen negotiëren, een aantal
onderhandelingen mogelijkerwijze niet tot een
goed einde kunnen worden gebracht.

Dit is meteen ook een antwoord op een vraag van
de heer Leterme want hij heeft gesproken over de
opmerkingen die ik eind 1999 daarover had
gemaakt, toen we uitgerekend daar, op basis van
die aspecten, niet verder zijn geraakt. Er waren
mogelijkheden maar omwille van het vertrouwelijk
karakter ervan kan ik er niet dieper op ingaan. Het
element van onzekerheid kan men niet
meenemen bij onderhandelingen met een
beursgenoteerd bedrijf. Dat is reden waarom ik die
habilitatie vraag nadat we in de regering een
aantal mogelijkheden hebben bekeken en nadat
we vandaag de intentie hebben om terzake
fatsoenlijke gesprekken aan te knopen.
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Inzake de vorm ben ik dus niet heel gelukkig met
de gang van zaken. Ik wil u toch ook meegeven
waarom het ontwerp in commissie is
goedgekeurd. De oppositie heeft de vergadering
verlaten ­ en ik zeg dit zonder enige kwade
bedoeling ­ nadat ik had voorgesteld om de
bespreking van het ontwerp die dag af te werken.
Er is geen enkele vraag naar de inhoud van het
ontwerp of om eventuele schorsing geweest. Ik wil
de verantwoordelijkheid niet uitsluitend bij de
oppositie leggen, maar ik heb mijn toelichting dus
alleen voor de meerderheid gegeven en de zaak
was rond. Enerzijds begrijp ik dus de opmerkingen
over de werkwijze, anderzijds kan ik slechts
aangeven waarom ik zo heb gehandeld.

In die context zijn er een aantal vragen gesteld en
opmerkingen geformuleerd over de rol van het
Parlement.

Il faut être clair. Le parlement a un rôle de contrôle
de l'exécutif. L'exécutif décide, agit, le parlement
contrôle par des questions, des interpellations et
autres. La logique serait que, et c'est ce qu'on a
vu par le passé, le gouvernement agisse, qu'il
prenne des décisions.

De regering stelt dus handelingen en sluit
akkoorden. Wij kunnen vele voorbeelden geven
daarvan. Nadien controleert het Parlement die. Ik
heb altijd geprobeerd om veel verder te gaan dan
dat, daarvan kunnen de leden van de commissie
voor de Infrastructuur getuigen, naar ik meen. Ik
heb in de commissie voor de Infrastructuur in het
verleden vaak achter gesloten deuren bijkomende
informatie verstrekt die normaal, in andere
omstandigheden, niet werd gegeven. Een
voorbeeld daarvan is onder andere Sabena,
waarbij ik in de commissie achter gesloten deuren
op voorhand heb weergegeven waarover het ging.
De Post is nog een ander voorbeeld. Ik ben
daarbij zo ver gegaan om in de commissie achter
gesloten deuren het strategisch plan naar voren te
brengen, inclusief gevoelige informatie die nadelig
kon zijn voor het bedrijf moest de concurrentie die
in haar bezit krijgen. Ik heb dus altijd getracht
verder te gaan dan bij de manier van werken in
het verleden. Dat is de realiteit. Ik heb het dus wat
moeilijk met de opmerking als zou ik degene zijn
die zou proberen het Parlement buiten schot te
zetten, terwijl de feiten anders uitwijzen.
Toegegeven, in dit specifieke procedurele geval
zou men een andere indruk kunnen krijgen.

Je reviens à la remarque de Mme Coenen et de
M. Vanoost. Je pense pouvoir donner une solution
à vos remarques, et à celle d'ailleurs de beaucoup
de nos collègues, qui disent: ne faut-il pas une loi
qui confirme les arrêtés royaux qui,
potentiellement, vont être pris? La raison est qu'il
n'est pas possible, dans le contexte actuel, dans
un marché qui est tellement fluide, d'avoir cet
élément d'incertitude dans un processus de
négociation potentielle. C'est là que je demande
l'habilitation, qui présente quand même des
sécurités, à savoir que les arrêtés doivent être pris
en Conseil des ministres et qu'en plus, l'entrée en
vigueur de la loi d'habilitation est aussi fixée par
arrêté délibéré en Conseil des ministres. M.
Leterme a fait une remarque à ce propos. Voilà la
raison politique pour laquelle on a constitué la loi
comme elle est actuellement. Il y a donc un
double verrou de sécurité: l'entrée en vigueur qui
est prise par arrêté royal, et les arrêtés royaux qui
devront être pris en Conseil des ministres, ce qui,
par le passé, n'était pas toujours le cas.

Dans ce contexte, il me semble utile de trouver
une solution allant d'une certaine façon à
l'encontre de la façon de travailler que j'ai
défendue jusqu'à maintenant, à savoir une plus
grande transparence et une meilleure information
des membres de ce parlement que par le passé

Il faut comparer les procédures. Dans le cadre
d'une procédure normale, on vient devant le
parlement avec un arrêté royal qui ne peut être
modifié, comme c'est le cas pour une loi
d'habilitation normale. Vous pouvez en discuter
mais vous ne pouvez pas apporter de
changements. Dans ces conditions, je ne vois pas
où se situe le problème de "sécurité", les arrêtés
étant pris par le Conseil des ministres et leur date
d'entrée en vigueur étant décidée par le même
Conseil des ministres. En effet, dans l'autre
contexte, en cas de pouvoirs spéciaux ­ et vous
savez que je suis un expert en la matière ­, il
s'agit d'une habilitation.

Ik ben niet van mening veranderd. Waarom niet?
Ik meen dat er nog een mogelijkheid is, met de
beperking dat men niet anders kan. Ik moet
daarmee rekening houden, mijnheer Leterme,
graag of niet. Ik denk dus dat ik het volgende kan
en zal doen.

Je suis tout à fait disposé à soumettre les arrêtés
royaux à la commission, avant de les présenter au
Conseil des ministres, afin qu'elle en connaisse le
contenu et la portée. En fait, nous allons
aujourd'hui beaucoup plus loin que par le passé
lors de pouvoirs spéciaux. En effet, dans ce cas,
un ministre ou le Conseil des ministres prenait un
arrêté qui était soumis au parlement, qui pouvait
en discuter mais qui ne pouvait le modifier.
Aujourd'hui, je suis entièrement prêt à me
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
présenter devant les commissions réunies pour la
circonstance avant de les proposer au Conseil des
ministres. Ainsi, le parlement sera informé avant
le Conseil des ministres, ce qui n'est encore
jamais arrivé. Cela permettra une meilleure
information et une plus grande transparence.
Cette procédure ­ je le répète ­ va beaucoup loin
que les procédures qui ont existé dans le passé
en ce qui concerne les habilitations, les pouvoirs
spéciaux ou les "minivolmachten", comme
certains collègues les ont appelés. Je répète que
je suis prêt à prendre cet engagement.

Je voudrais maintenant répondre à M. Poncelet.
M. Viseur m'a fait remarquer que, dans le passé,
une commission avait examiné la problématique
des swaps, problématique que vous connaissez
bien, monsieur le président. M. Maystadt était à
cette époque ministre des Finances, laissant
ensuite à la place à M. Viseur. Dans le cadre de
cette problématique, des éléments ont été traités
en toute confidentialité. Je suis entièrement
disposé à tenter, en concertation avec la
conférence des présidents, de trouver une
solution afin qu'il soit possible, dans un contexte
de confidentialité, d'informer le parlement de l'état
d'avancement de certaines négociations. Je ne
peux pas prendre d'engagement à ce sujet au
moment où je vous parle car, dans ce cas, il s'agit
d'un problème de confidentialité contractuelle.
Mais je veux bien m'engager à demander à la
conférence des présidents de tenter de trouver
une solution à cette problématique. Dans ce
cadre, je vais bien plus loin ­ je le répète ­ que ne
l'ont fait mes collègues par le passé. Je répète
que je suis prêt à entamer des discussions sans
pour autant modifier la loi car je ne peux, à l'heure
actuelle, accepter ce genre amendements. Mais je
répète encore une fois que je suis prêt à tenter de
trouver une solution adéquate en la matière.

Dit wat de vorm betreft. Ik denk dat wij veel verder
gaan dan in het verleden een Parlement ooit ging.
Het is ook zo dat men in de commissie voor de
Infrastructuur in het verleden steeds een bepaalde
houding heeft aangenomen. Misschien kunnen wij
een weg vinden om het Parlement voldoende
betrokken te houden bij belangrijke processen, in
tegenstelling tot het verleden, waar het Parlement
op geen enkele wijze betrokken partij was. Dit is
ook een realiteit. De oppositie moet maar eens
nadenken of dit niet veeleer een gunstige
gelegenheid is dan wel een element om zich tegen
te verzetten.

Ik heb dan een aantal opmerkingen gekregen van
de collega's Leterme, Poncelet, Brepoels,
Coenen, Mortelmans, Chastel, Van Campenhout,
Vanoost en Depreter. Ik zal ingaan op een aantal
van deze bemerkingen. Men vroeg zich af of het
vertrouwen in deze regering niet beschaamd werd
in het licht van gebeurtenissen bij Belgacom. De
voorbeelden werden gegeven, u hebt eveneens
Sabena en UMTS aangehaald. Wij zullen nog de
kans krijgen om over Sabena te praten, maar
laten wij specifieke voorbeelden in verband met
Belgacom nemen. Er zijn vier belangrijke
handelingen die uitgevoerd werden: een operatie
met BEN; het niet uitvoeren of liever een
weigering tot uitvoeren van een IPO - van een
beursgang - door mezelf; UMTS is een belangrijk
element en ten slotte Infosources. U vroeg mij of
er operaties van verzelfstandiging en beursgang
waren. Infosources is vandaag het bedrijf waarin
wij via wat men noemt een `reverse merger'
Skynet hebben laten opgaan. Infosources is
hierdoor een beursgenoteerd bedrijf. Dit is één
van de voorbeelden waar ik kan aangeven dat die
weg is gevolgd, zonder dat het uiteraard binnen de
groep blijft. Het is een apart beursgenoteerd
bedrijf. Het internetgebeuren van Belgacom is dus
beursgenoteerd.

Laten wij dan BEN onder de loep nemen. Wij
hebben daar een operatie verricht waaraan wij in
de context van een UMTS-operatie in Nederland,
48 miljard netto hebben overgehouden. Dit wordt
zelden aangehaald. Men maakt opmerkingen over
de negatieve kanten, maar dit is een realiteit van
formaat. 27 miljard van deze 48 miljard zijn in het
pensioenfonds terechtgekomen. Deze operatie
heeft het uiteindelijk mogelijk gemaakt om de
verplichtingen van Belgacom inzake de
pensioenen van werknemers sneller te gaan
dekken. Dit is een operatie die onder andere ook
begeleid is vanuit het kabinet en waartoe de
toestemming nodig was omdat de operatie
aandelentransacties kon inhouden. Een ander
voorbeeld is het niet doorvoeren van een public
offer. Ik heb bij de fractieleiders een aantal
documenten gelegd van Morgan Stanley, die onze
adviseur is en die de adviseur van de vorige
regering in dit dossier was. Ik wou hier een zekere
continuïteit waarborgen. Wij zijn niet overgegaan
tot een IPO en heb daarvoor altijd het argument
aangehaald dat de markt z'n top heeft bereikt en
wij honderdduizenden mensen geld zouden
afnemen. Ik heb dat altijd gezegd en het is
inderdaad juist dat de markt in elkaar is gezakt tot
in sommige extreme gevallen een 75% daling van
de aandelenwaarde, maar een gemiddelde van 40
tot 50%. Dit ziet men overal op de telecom-markt
en iedereen wist ook dat telecom haar hoogtepunt
had bereikt. Iedereen weet trouwens ook dat
wanneer telecom eind 1999 hoogtij viert en je dan
voor een IPO kiest, je minstens voor 6 tot 9
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
maanden vertrokken bent. Op dat moment was
die markt er al niet meer. Dit is trouwens
vergelijkbaar met UMTS. Ik denk dat dit een
belangrijke beslissing was om het bedrijf overeind
en sterk te houden. Een IPO voor een klein bedrijf
in een kleine markt ­ hoe gezond ook - betekent
nog niet eens dat je nadien een interessante
partner kan zijn in een strategisch geheel. Wat
UMTS betreft heb ik mij altijd afgezet tegen de
waanzinnige bedragen die door anderen naar
voren werden gebracht. Men heeft altijd experts
laten opdraven die spraken van 200, 250 miljard.
Ik ben nooit afgeweken van mijn raming van 40
miljard voor de vier licenties, mijnheer Leterme.
Uiteindelijk is het niet 10, maar 6 miljard voor een
licentie geworden en, ja, slechts 3 in plaats van 4.
De markt is ingrijpend gewijzigd. Mijn stelling is
nog altijd dat het onmogelijk was om klaar te zijn
op het moment dat er maar twee veilingen waren -
de Duitse en de Britse - die opgebracht hebben.

Immers, er was geen voorbereiding gebeurd en
binnen het jaar moesten wij voorbereidingen
treffen die in Groot-Brittannië bijvoorbeeld twee
jaar in beslag namen. Voorts leidden slechts die
twee markten tot enig resultaat omdat het grote
symbolische markten zijn. Tussen haakjes, met
alle resultaten vandien voor andere bedrijven.

Het marktspel werd correct gespeeld bij de
Belgische veiling; de minimumwaarde werd
genomen, vermoedelijk omdat de waarde te hoog
lag voor de markt. Dat is de realiteit. Een
bijkomend effect hiervan is in elk geval dat
Belgacom thans een van de meest
kredietwaardige bedrijven van heel Europa is. Dat
werd daarnet trouwens vermeld.

Wij moeten elkaar echter goed begrijpen. Ofwel is
het positief, ofwel negatief.

Mijn stelling was steeds dat het niet om het geld te
doen was, wat de UMTS betreft. Vandaar
trouwens dat ik steeds vergelijkingen naar voren
bracht met waanzinnig grote ramingen en
bijzonder lage bedragen ­ die voor de markt
trouwens nog te hoog bleken. De veiling vond
plaats samen met acht andere landen. Het
eindresultaat is dat wij de vijfde positie in Europa
bekleden inzake financiële opbrengst. Wij zijn
weliswaar ver verwijderd van de twee grote
symboolmarkten, maar dat was onvermijdelijk.

Dat niet naar de beurs werd gestapt met het
bedrijf, in de context die ik zojuist heb uitgelegd,
leidde ertoe dat Belgacom vandaag een van de
meest kredietwaardige telecombedrijven in
Europa is.

U kunt mij niet verwijten dat sommige dossiers
niet goed verlopen indien u mij niet feliciteert voor
dit dossier. Immers, onder meer door de
beleidsbeslissingen ­ ook het management speelt
uiteraard mee ­ bereikten wij een niveau waarbij
wij een interessante marktpositie bekleden om
een gesprek aan te gaan. Gezien de ervaring dat
het niet hebben van een habilitatie degelijke
gesprekken tegenhoudt en gezien het feit dat het
bedrijf zeer sterk staat, wordt een habilitatie
gevraagd om desgevallend geen trein te missen.

De regering keurde het BEST-programma goed
volgens hetwelk enerzijds, ongeveer drieduizend
personen zullen worden opgeleid en anderzijds,
aan een duizendtal andere personen de
mogelijkheid zal worden geboden om deeltijds te
werken tegen dezelfde voorwaarden als in de
privé of in "mise en disponibilité" te worden
gesteld in de context van een out-placement-
systeem. Hierbij worden behoorlijke premies
gegeven aan personen boven een bepaalde
leeftijd die een andere job zoeken waar zij meer
kunnen verdienen, net zoals bij Belgacom.

Ik ben bereid de lonen van de personeelsleden bij
Belgacom te laten vergelijken met de verloning in
andere bedrijven. De kostprijs zal evenwel
beduidend hoger liggen omwille van de lasten. Dat
is trouwens een van de oude kwalen van dit land.
Momenteel kan ik u echter geen antwoord
verstrekken op uw vraag in verband met de
nettolonen.

Wat het pensioenfonds betreft is het ­ zoals
terecht werd aangehaald door de heer Leterme ­
dankzij de BEN-operatie dat wij in staat waren een
belangrijke stap te doen om de rechten van de
werknemers van Belgacom te verzekeren.

Een strategisch plan is het businessplan van
Belgacom zelf. Het strategisch partnership werd
trouwens aangeraden door de heer Goossens, de
baas van Belgacom. Op dat vlak concorderen
onze stellingen met degene die hij reeds naar
voren bracht.

Het woord schoonmoeder werd gevallen. Mijn
schoonmoeder is een toffe vrouw voor wie ik niet
bang moet zijn. Hoe dan ook, een regering moet
samenwerken en al degenen die ooit deel
uitmaakten van een regering weten dat. Volgens
mij is het logisch dat een minister van begroting
zijn mening geeft over transacties. Ter informatie,
mijnheer Leterme, in een ministerraad kan geen
enkel dossier worden besproken zonder een nota
van de inspectie van financiën. In het geval die
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
nota negatief is of voorwaardelijk, is er volgens de
wet ondersteuning vereist vanwege de minister
van Begroting. Het is aldus een wettelijke
procedure. Als de heer Vande Lanotte zich laat
bijstaan door een aantal deskundigen, dan juich
dat toe. Het lijkt mij logisch dat in belangrijke
dossiers de zaken nauwkeurig worden
bestudeerd. Als minister Reynders zegt dat er
aandachtig moet worden gekeken naar alle
repercussies van fiscale en andere aard, dan lijkt
dat mij eveneens logisch.

Het bewijst gewoon dat we aan teamwerk doen.
Dat is omgekeerd aan datgene wat u misschien
wil proberen te laten vermoeden.

Binnen welke criteria kan een operatie tot stand
komen?

Mijnheer Leterme, voor mij is het management
van het bedrijf het belangrijkste criterium. Dat
klinkt misschien gek, maar als het management
van het bedrijf van een strategische operatie is
overtuigd, dan heeft de politiek er alle belang bij
om daarachter te gaan staan. Dat lijkt mij de juiste
invalshoek. Het zijn niet de ministers die weten
hoe een telecombedrijf moet worden gerund en
het zijn niet de ministers die weten hoe een
strategische operatie optimaal in synergieën en
andere aspecten benefiek zou kunnen zijn. Dit lijkt
mij evident. Dat was in 1995 met de consolidation
stratégique ook het geval, toen het management
er pal achter ging staan. Voor mij is de
voorwaarde om eender welke operatie uit te
voeren, dat het management pal achter de
operatie staat. Zonder dat zal ik de regering geen
voorstel doen. Met hun steun zal ik dat wel doen.
Ik zal trouwens aan het management vragen om
alle strategische aspecten ter zake ­ belang van
een telecomoperator die een deel is van een
groter geheel, basis in Brussel, synergieën en
kostenbesparingen ­ naar voren te brengen.

U vroeg daarstraks een kans om van gedachten
te wisselen over wat eventueel te gebeuren staat.
Ik heb mij ten opzichte van de Kamer
geëngageerd om de koninklijke besluiten, voor ze
naar de Ministerraad gaan, in de commissie voor
de Infrastructuur ten vertrouwelijken titel ­ wat
evident is bij zo'n unieke procedure ­ ter
informatie voor te leggen, desgevallend aangevuld
met aspecten van onderhandeling zolang de
volledige confidentialiteit gegarandeerd kan blijven
en de procedure dit ook mogelijk maakt.

De schuldpositie van mogelijke partners is
natuurlijk belangrijk. Dat is evident. Ook daar zal
vooral het management zelf moeten wegen. Ik wil
toch een bemerking meegeven. Als u in Europa
rondkijkt en u wilt een strategische operatie met
een Europese partner doorvoeren, dan zult u er
geen vinden zonder een op zichzelf
problematische schuldpositie. Er is geen andere
keuze. Dat zal dus altijd een aspect blijven. Het
zal natuurlijk, naargelang de partner, al dan niet
meer wegen. Daarstraks haalde iemand Deutsche
Telekom aan, waar de schuldgraad ook enorm is.
De schuld is er misschien niet zo groot als in
andere bedrijven, maar ze is hoe dan ook enorm.
Laten wij eerlijk wezen. Vandaag zorgt de
volatiliteit in de bedrijfswereld ervoor dat men met
een aantal beperkte vergissingen heel snel de
afgrond kan naderen, zeker in de telecomsector.
01.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, il est évident que les situations
d'endettement des diverses compagnies ou
sociétés en Europe sont différentes et on peut
comparer les montants. Mais vous savez aussi
bien que moi qu'il existe des critères d'évaluation.
Si on regarde l'endettement de KPN, il est
particulièrement négatif ou très mal apprécié par
les spécialistes de la finance internationale.
Quand nous insistons sur l'importance de
l'endettement, c'est bien entendu en valeur
absolue ou relative par rapport à d'autres sociétés
mais aussi en tant que tel par la mauvaise
appréciation de la communauté financière
internationale. Reconnaissez qu'en l'occurrence,
KPN est un des plus mauvais partenaires.
01.03 Rik Daems, ministre: Monsieur le
président, pour en venir directement aux
remarques que M. Poncelet a faites au sujet de
KPN, je réaffirme aujourd'hui que Belgacom est
en contact avec plusieurs partenaires potentiels.
L'un d'entre eux est KPN mais il en existe
d'autres. Dès lors, il n'est pas utile aujourd'hui
d'entrer dans une discussion au sujet de
modalités d'une transaction éventuelle alors
qu'elle n'est pas négociée et que d'autres
possibilités sont ouvertes.

Monsieur Poncelet, je veux bien prendre en
considération le rapport des experts qui tiendra
compte de tous ces éléments au cours d'une
éventuelle transaction. Je suis partisan d'une telle
procédure. Je vous fais remarquer que, par le
passé, existait la fameuse commission de
privatisation qui avait exactement le même rôle
que ce groupe d'experts. Il n'y a là rien d'illogique.
01.04 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het is in het verlengde van wat collega
Poncelet zegt en ter vrijwaring van wat eventueel
de volgende maanden en jaren met Belgacom zal
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
gebeuren. Het gaat meer bepaald om de
schuldpositie. KPN heeft 520 miljard frank omzet.
De schuldpositie bedraagt ongeveer 1000 miljard
frank, opgebouwd om de redenen die we kennen,
namelijk E Plus en de UMTS-licenties. Deutsche
Telekom heeft 1600 miljard frank omzet en een
schuldpositie van 2500 miljard frank. Dit zijn
verschillende cijfers. Ik geef toe dat die de laatste
jaren in dezelfde richting evolueren. Wij
beklemtonen dat verschil vanuit de oppositie ter
vrijwaring van onze standpunten. Wij
waarschuwen voor de schuldpositie. Dit moet een
belangrijk element van inschatting zijn vooraleer
men een alliantie aangaat.
01.05 Minister Rik Daems: U geeft eigenlijk een
heel goed voorbeeld. 500 tegen 1000, 1600 tegen
2400. De positie van Deutsche Telekom is enorm.
2400 miljard schuld moet u bekijken zoals het is.
Het is in verhouding misschien minder dan KPN,
maar in massa is het 2,5 maal groter. U kunt het
draaien en keren zoals u het wilt, maar de
schuldpositie zal een belangrijk element zijn. Voor
mij is het belangrijk dat het management in een
potentiële operatie kan zeggen of de situatie
mogelijk is of niet. Schuld kan heel verschillend
zijn, dat weet u ook mijnheer Leterme. De vorm
van een schuld kan ervoor zorgen dat een schuld
van 2,5 maal zoveel gemakkelijker weg te werken
is dan een schuld van de helft.

Des éléments de cotation jouent également dans
la discussion mais le manager doit être convaincu
qu'il ne s'agit pas de l'élément le plus important au
niveau d'une éventuelle transaction.

Il est évident que l'ancienne commission de
privatisation, actuel comité d'experts, me donnera
également un avis. C'est logique. Cet avis est
important si d'éventuels problèmes se posent au
niveau des transactions futures. Cet avis n'a pas
toujours été pris en compte par le passé, pour
d'autres dossiers et on en mesure les
conséquences aujourd'hui. Nous pourrons y
revenir dans les prochains jours.

Monsieur Poncelet, il n'y a pas lieu d'entrer dans
le détail car vos questions particulières sont
hypothétiques. Quant aux questions générales
que vous avez posées, j'y répondrai sans aucun
problème.
01.06 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
ministre, je note que l'administrateur délégué de la
société Belgacom s'est répandu très longuement
sur les antennes alors qu'il ne le fait jamais et il
n'a parlé que de KPN. Ce n'est pas nous qui
avons inventé d'éventuelles discussions avec
cette société, c'est l'administrateur délégué de
Belgacom qui a fait de longues déclarations sur
l'intérêt d'un partenariat avec KPN. Je n'ai rien
inventé, M. Leterme non plus. Ce n'est même pas
votre majorité, c'est l'administrateur délégué de la
société elle-même. Vous pouvez dire que vous
n'en parlez pas, il n'empêche que c'est le patron
de la société qui a parlé de KPN sur la place
publique. Ne nous reprochez donc pas de poser
des questions sur un accord que le patron de
Belgacom lui-même présente comme étant la
meilleure solution pour sa société.
01.07 Rik Daems, ministre: Dès lors, une des
conditions est déjà remplie puisque je vous ai dit
que c'était le manager qui devait être convaincu
du potentiel de l'opération. Je peux vous donner
l'état de la situation en ma qualité d'actionnaire: en
ce moment, il existe divers partenaires potentiels.
Il existe des pourparlers entre ces sociétés et rien
n'est exclusif pour l'instant. Rien n'est concret
dans le sens d'une conclusion mais il ne faut pas
l'exclure car, dans ce secteur, les choses peuvent
aller très vite.

Monsieur Poncelet, je reviens à vos autres
questions. Dans une opération potentielle, serait-il
question de "cash"? Qui sait? Ce n'est pas exclu.
Cela dépend du type de transaction.
Personnellement, je ne dirai pas que c'est
nécessaire. Pour moi, ce qui prévaut, c'est la
transaction stratégique, le court et le long terme,
et il est clair que c'est le long terme qui compte
beaucoup plus. Pourquoi? Parce que sur le long
terme, on entre dans le contexte d'un partenariat
stratégique positif non seulement en termes de
valeur d'actionnaires mais aussi au niveau de
l'intérêt général, ce qui est tout à fait différent mais
pas nécessairement opposé.

Beaucoup de collègues ont posé la question du
service universel. Il est clair que le contenu du
service universel doit être sauvegardé. Dans quel
contexte? De quelle manière? De nouveau, cela
dépendra du type d'opération. On m'a demandé
quand aurait lieu un débat au parlement. Soyons
clairs: en commission de l'Infrastructure, on a déjà
reçu différentes personnes qui ont exposé leur
point de vue. Ce mercredi, des représentants de
la Commission européenne seront entendus.
Jeudi, nous recevrons même M. Bolkestein qui
exposera son avis. Le 10 juillet, la vision du
gouvernement sera exposée. Je ne peux donc
pas m'exprimer avant que tous les acteurs aient
été entendus.

J'ai donc organisé, pour la première fois au sein
du parlement belge, une discussion très ouverte
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
sur le service universel. On m'adresse donc une
remarque alors que je pensais avoir résolu cette
question.
01.08 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, ce débat a eu
lieu en étroite collaboration avec les
parlementaires mais ce n'était pas uniquement dû
à la volonté du ministre.
01.09 Rik Daems, ministre: Non, c'est évident. Je
n'ai aucun problème à le reconnaître. Mais il faut
avouer que ce débat sur le service universel n'a
jamais eu lieu par le passé. Le gouvernement a
fait l'effort de contacter toutes les personnes qui
pouvaient émettre un avis intéressant au sein de
la commission. Il est remarquable de pouvoir
entendre des personnages éminents exposer leur
point de vue sur le service universel au sein du
parlement belge. Je suis très heureux d'accueillir
ces personnalités parmi nous.

En ce qui concerne la forme du débat, cela
dépendra des types de transactions. L'essentiel,
c'est que le service universel subsiste. Il faudra
trouver un moyen pour que le citoyen puisse
toujours profiter de ce service universel.

Quant aux conséquences sociales, diverses
questions ont été posées sur le sujet. Le projet
prévoit clairement que les employés conserveront
tous les droits acquis. La Commission
européenne a d'ailleurs marqué son accord à ce
sujet. A l'heure actuelle, les personnes employées
par Belgacom ont, pour ainsi dire, un statut de
fonctionnaire. Il n'est donc pas question de coûts
sociaux comme dans une entreprise privée. Si
l'entreprise devenait privée, la Commission
européenne devrait donner son accord pour que
ce système puisse subsister. C'est précisément le
but du "grand-fathering": conserver les mêmes
conditions pour le personnel. L'opération n'aura
donc aucune conséquence sur le plan social.

M. Poncelet a parlé de questions belgo-
hollandaises mais il y a aussi des questions belgo-
anglaises, belgo-françaises ou belgo-allemandes.
Je ne peux rien ajouter à cela.

Ik kom tot de punctuele vragen van de heer
Leterme. Wat de adviseurs betreft, wordt er
morgen gestemd. De vorige regering had dezelfde
adviseurs. Op de vragen inzake de universele
dienstverlening heb ik geantwoord. Wat de
diensten van strategisch belang zoals het leger
betreft, moet men met deze aspecten zeker
rekening houden bij een eventuele transactie.
Vandaag is beveiliging zeker mogelijk los van
bepaalde bedrijven. Dat is een kwestie van
encryptie enzovoort. De rechten van het statutair
personeel heb ik behandeld. Deze rechten zullen
volledig behouden blijven in de grandfathering-
procedure. Over de koninklijke besluiten die
terzake genomen worden, zal eerst met de
vakbonden worden onderhandeld. Dit betekent dat
de commissie voor de Infrastructuur hiervan op de
hoogte zal zijn vooraleer de koninklijke besluiten
aan de Ministerraad zullen worden voorgelegd. Er
bestaat, mijns inziens, geen grotere garantie.
Mochten de koninklijke besluiten door de
Ministerraad zijn goedgekeurd vooraleer ze in de
Kamer worden besproken, kunnen ze niet
gewijzigd worden. Ik herhaal dat het ons alleen te
doen is om snelheid en zekerheid te kunnen
garanderen aan potentiële partners. Op de vraag
of er diensten of personeelsleden worden
overgeheveld naar andere overheden is het
antwoord neen. Dit is niet opgenomen in het Best-
programma. Er werd een vraag gesteld over
mogelijk toeval inzake gelijktijdigheid met
betrekking tot het BIPT. Dit is niet het geval maar
het komt wel goed uit dat het BIPT per 1 januari
2002 onafhankelijk moet worden. Ik houd me
gewoon aan mijn timing.
01.10 Yves Leterme (CVP): Dat is veeleer
uitzonderlijk.
01.11 Minister Rik Daems: Mijnheer Leterme, dat
is niet zo uitzonderlijk. Meestal blijf ik vrij goed
binnen mijn timing. In het verleden heb ik me eens
laten opjagen en mezelf een deadline
vooropgesteld. Eind 1999 ben ik in zo'n val
gelopen. Ik zal dit niet meer doen.

Het is evident dat het pensioenfonds verder
gefinancierd wordt. Dat is een verplichting. De
financiering moet altijd worden voortgezet. Op de
vragen inzake het lonenniveau heb ik geantwoord.
Ik heb eveneens geantwoord op de vragen inzake
garanties voor het personeel met betrekking tot de
grandfathering.

Het paritair comité telecom hangt niet van mij af.
Het lijkt me niet onlogisch dat men op een bepaald
ogenblik zo'n comité zou oprichten. Op dit
ogenblik is de telecomsector ondergebracht bij het
vliegwezen. Dit is niet logisch. Ik ben ervan
overtuigd dat mevrouw Onkelinx die voor deze
materie bevoegd is, terzake een initiatief zal
uitwerken.

Er zullen sociale verkiezingen worden gehouden.
De vakbonden hebben ons gewaarschuwd dat ze
bij een eventuele operatie de huidige vorm van
syndicale vertegenwoordiging voor de twee
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
volgende sociale verkiezingen willen behouden.
Dat staat met zoveel woorden in het ontwerp. Het
is een toegeving aan de vakbonden zodat ze
zekerheid hebben inzake de syndicale
vertegenwoordiging die op dit ogenblik geldt. We
hebben dit in de wet opgenomen.

Er werden vragen gesteld of het personeel in het
kapitaal kan participeren. De wet over de
stockoptions werd goedgekeurd. Het lijkt me niet
onlogisch dat de participatie in het kapitaal in de
toekomst mogelijk wordt. Als het bedrijf een privé-
bedrijf wordt is het niet meer dan logisch dat het
de normale stock- en verloningsplannen invoert
die op dit ogenblik reeds in de privé-sector
vigeren.

Mevrouw Brepoels is afwezig. Ik heb geantwoord
op haar vragen inzake de schulden, het akkoord
binnen de regering, de vakbonden, de
verschillende bedrijven, de wet van 1991, de
universele dienstverlening. Ik heb begrepen dat
haar fractie en de fracties van de heren Leterme
en Poncelet, geen bezwaar hebben tegen de
inhoud van het voorliggend wetsontwerp maar wel
tegen de vorm.

Madame Coenen, je pense vous avoir répondu de
la façon la plus claire possible. Avant de
soumettre les arrêtés royaux au Conseil des
ministres, il faut être sûr de ses informations et
organiser éventuellement un débat sur le sujet.
Dans le cas d'une habilitation normale, vous
n'auriez pas cette faculté-là car vous ne pourriez
plus modifier les arrêtés royaux. Je ne prétends
pas qu'il faudra le faire mais en tout cas, ce sera
possible.

On a posé la question de savoir s'il s'agit d'un
projet de développement. C'est évident puisque
nous recherchons un partenariat stratégique.
Dans l'exposé des motifs, il est clairement indiqué
qu'il ne s'agit pas d'un projet purement financier.
Bien au contraire, c'est un projet industriel que
nous poursuivons depuis le début. Cela explique
certaines opérations comme l'UMTS et notre refus
de recourir à la Bourse.

Mijnheer Mortelmans, u hebt ook opmerkingen
gemaakt over de procedure. Ik ben hierop
uitgebreid ingegaan, evenals op de principes van
corporate government die deze regering
respecteert.

Les remarques de M. Chastel portaient sur
l'aspect réaliste ou non du projet. Je pense que
nous sommes tous des réalistes. Dans un
gouvernement, l'avis de tous les collègues
compte. En effet, lorsque vous examinez quoi que
ce soit en Conseil des ministres, tous doivent être
unanimes. Donc, l'image véhiculée selon laquelle
il s'agissait d'une action isolée est contraire à la
réalité. Au contraire, nous sommes tous au
courant de ce projet d'envergure qui d'ailleurs,
comme tous les autres projets que j'ai présentés
au gouvernement et qui ont souvent été débattus
au préalable en commission, a bien été porté par
le gouvernement dans son ensemble. Il est
préférable d'avoir des sécurités plutôt que d'en
être dépourvu. Personnellement, je suis satisfait
que mes collègues m'aident sur ce dossier.

Mijnheer van Campenhout, u hebt over de
snelheid gesproken. Het gaat hier werkelijk om
een procedureel probleem en niet meer dan. De
ontwikkelingen in de telecomsector hebben ons
genoopt dit zo naar voren te brengen. Op de
opmerking van de heer Vanoost over het
personeel ­ de garanties voor het sociaal statuut,
universele dienstverlening ­ heb ik reeds
geantwoord.

Monsieur Depreter, vous avez également fait
allusion à des éléments relatifs à l'aspect social,
au plan bis et au type de partenaire. Je pense déjà
avoir répondu à tous ces éléments. Tout
partenaire potentiel doit être un partenaire fiable.
Le passé récent comme éloigné est truffé
d'exemples d'accords montrant que ce n'était pas
le cas. A cet égard, il importe d'être vigilant.

Le corporate governance est important. J'ai
toujours attribué beaucoup d'importance à cet
aspect mais pas dans un contexte où on garde les
yeux fermés. C'est la remarque que vous avez
soulevée et vous avez entièrement raison. Vous
faites également observer un potentiel manque à
gagner pour l'Etat, rejoignant en quelque sorte les
observations de M. Poncelet portant en la matière
sur les différences entre le court et le long terme.
J'estime que le long terme est plus important dans
le contexte d'intérêt général que ne l'est le court
terme.

En ce qui concerne le service universel, je pense
avoir répondu à vos remarques.

Wat het wetsontwerp zelf betreft, zal ik meteen
antwoorden op een aantal van de amendementen,
met dien verstande weliswaar, dat ik steeds bereid
ben erop terug te komen indien de collega's het
wensen. Er werd op gewezen dat volgens het
advies van de Raad van State er een
bekrachtiging bij wet noodzakelijk is. Dat is niet zo.
In zijn advies zegt de Raad van State uitdrukkelijk
dat dit niet het geval is. Ik citeer: "Gelet op de
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
rechtvaardiging van de minister kan worden
aanvaard dat de bekrachtiging bij wet niet
noodzakelijk is."
01.12 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de minister citeert uit het advies van de
Raad van State, stuk 1317/001, bladzijde 9 wat
volgt: "Gelet op deze rechtvaardiging kan worden
aanvaard dat een bekrachtiging bij wet niet
noodzakelijk is." Hij moet de zin echter verder
lezen. Het is nogal selectief zich tot het eerste
deel te beperken.
01.13 Minister Rik Daems: Ik zal het voor u
verder lezen, collega Leterme.
01.14 Yves Leterme (CVP): Trouwens, op
bladzijde 10 van hetzelfde stuk wordt duidelijk
gespecificeerd dat wel degelijk in het wetsontwerp
zelf de contouren van de machtiging moeten
worden aangegeven.
01.15 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Leterme, zoals de Raad van State zegt,
is bekrachtiging bij wet niet noodzakelijk,
vooropgesteld dat die delegaties geen betrekking
hebben op aangelegenheden die krachtens de
Grondwet alleen door de wetgever mogen worden
geregeld. Het gaat met andere woorden over de
gereserveerde materies. In artikel 24 zijn er twee
gereserveerde materies: onderwijs en fiscaliteit.
Dat zijn de enige twee materies. De andere
moeten ofwel aangegeven zijn in het dispositief,
ofwel moet voldoende duidelijk zijn welke richting
zij uitgaan. Dat staat in het advies van de Raad
van State. Men haalt er zelfs Arbitragehofbesluiten
bij die dat bevestigen.

Wij hebben hier dus te maken met
arbeidsverhoudingen en aspecten van sociale
zekerheid die geen gereserveerde materies zijn.
Er zijn arresten van het Arbitragehof legio over
volmachtbesluiten genomen door de vorige
regeringen, waarbij men verschillende keren zei
dat arbeidsverhoudingen en sociale
zekerheidsaspecten geen gereserveerde materies
zijn. In de memorie van toelichting hebben wij
voldoende duidelijk aangegeven welke richting wij
uit willen inzake arbeidsverhoudingen en de
sociale zekerheid. De reden waarom dat niet in
het corpus naar voren werd gebracht, is de
bescherming van het personeel.

Wanneer men over koninklijke besluiten nog moet
onderhandelen met de vakbonden en
voorafgaandelijk zelf nog voor onderhandelingen
openstaat, moet men de nodige soepelheid blijven
behouden. De wet kan dan geen bepaling
bevatten die een beperking oplegt inzake het
nemen van een bepaald koninklijk besluit dat de
rechten van de werknemers in termen van
arbeidsverhoudingen of van sociale zekerheid
vrijwaart. Om die reden is de inhoud beperkt en
bevat de memorie van toelichting een bijkomende
verklaring die volgens ons wel degelijk rekening
houdt met het advies van de Raad van State. Ik
begrijp uw opmerking wel. Moesten echter alle
regeringen tot nu toe alle adviezen van de Raad
van State letterlijk hebben uitgevoerd, dan zou ik
toegeven dat dit nu wat moeilijk ligt. Dat is echter
absoluut niet het geval. Men houdt rekening met
het advies van de Raad van State in die mate dat
men denkt dat correct te doen. Wij doen dat ook.
Meer nog, wij behouden de flexibiliteit om in de
verhoudingen met de vakbondsorganisaties met
de nodige soepelheid over koninklijke besluiten te
kunnen onderhandelen die nu net hun rechten in
termen van collectieve arbeidsverhoudingen en in
termen van sociale zekerheid, volledig kunnen
vrijwaren. Het omgekeerde van wat u naar voren
hebt gebracht, is het geval.

Collega's, de overige amendementen zijn wat
semantisch van aard. Ik heb echter om een snelle
uitvoering gevraagd, dus ik ga er niet op in. De
parlementaire procedures zijn mij namelijk bekend
bij de aanvaarding van amendementen en
verzoeken tot een tweede lezing. Ik heb uitgelegd
waarom het ontwerp van wet is opgesteld zoals nu
het geval is en waarom de regering geen
amendementen kan aanvaarden. Zoals het nu
voorligt, moet het ontwerp behouden blijven.

In het laatste artikel wordt de inwerkingtreding van
het koninklijk besluit geregeld. Die bijkomende
zekerheid hebben wij willen geven binnen een ­
toegegeven ­ politiek akkoord om te verzekeren
dat alle actoren terzake volledig ingeschakeld
kunnen worden, opdat elke mogelijke operatie of
transactie volledig gedragen is door de hele
regering en geen actie is van slechts enkelen, in
tegendeel tot de indruk die men wil wekken. Met
de elementen die ik heb aangedragen, heb ik
voldoende aangetoond dat dat niet het geval is.

De voorzitter: De minister heeft gedurende
ongeveer vijftig minuten geantwoord op de vragen.

Mijnheer Leterme, u vraagt nu het woord voor
repliek. De bespreking per artikel en de
amendementen bieden u echter nog
mogelijkheden om te spreken.
01.16 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de besprekingen in de commissie hebt
u al overgeslagen. Ik heb zojuist het woord
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
gevraagd en u hebt mij gevraagd om tot het einde
van het betoog van de minister te wachten. Wij
zijn nu aan het einde van het betoog van de
minister.

De voorzitter: Ik dacht dat u op een bepaald punt
wou ingaan.
01.17 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wou nog op een paar punten ingaan.
Wij zijn nu aan het einde van het betoog van de
minister gekomen en ik meen dat ik nu, al was het
maar voor drie minuten, toch het recht heb om het
woord te nemen.

Mijnheer de voorzitter, ik meen dat de heer
Poncelet desgevallend ook deze gelegenheid te
baat zal willen nemen. Ik heb nog een drietal
opmerkingen. Ten eerste, heeft de minister
gezegd dat het Parlement de opdracht heeft
om te controleren.
De
grondwettelijke
bevoegdheidsverdeling is echter iets ruimer. Ze
geeft ons ook de bevoegdheid om wetgevend
werk te doen. Volgens het advies van de Raad
van State wordt in dit wetsontwerp de machtiging
die aan de Koning wordt verleend om een aantal
maatregelen te nemen, onder meer inzake de
maatschappelijke zekerheid van personeelsleden
en arbeiders, niet omschreven. In zijn advies zegt
de Raad van State dat de omschrijving in de tekst
van het wetsontwerp zelf moet worden
opgenomen en dus niet in de memorie van
toelichting waarnaar u verwijst. Het advies van de
Raad van State vermeldt uitdrukkelijk: "Een
zodanige algemene beperking van de
bevoegdheid van de koning" ­ dus een inperking
van de machtiging ­ "moet om de redenen die net
zijn uiteengezet in de tekst zelf van het
voorontwerp worden aangegeven". Dat moet dus
niet in de memorie van toelichting gebeuren. Dit
betreft de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling,
wat dus niet om het even wat is.

Ten tweede, u verwijst naar het feit dat in de tekst
van het ontwerp voorzien is in een goedkeuring
door de voltallige Ministerraad van de akkoorden
die u zult afsluiten. Als ik dit hoor als argument,
dan vraagt u van de Kamer een vertrouwen dat
ruimer is dan het vertrouwen dat u geniet in de
regering. In de regering heeft men immers gezegd
dat men dit niet helemaal vertrouwt en dat u dus
met uw dossier voor de voltallige Ministerraad
moet komen vooraleer u stappen zet. Nu zegt u
dat u wat de Kamer betreft geen confirmatie kunt
toestaan van de sessievoorwaarden van het
akkoord dat u zult sluiten omdat dit een element
van wantrouwen is ten aanzien van de
contracterende partij. Dat gebrek aan vertrouwen
dat volgens u niet kan stellen we echter wel vast in
de Ministerraad. Dat argument is dus totaal
ongeldig.

Tot slot weet ik dat er een spel is van meerderheid
en oppositie maar de bespreking moet wel zin
hebben. Ik heb gemerkt dat ook door de
meerderheid minstens één amendement werd
ingediend. Het is echter nogal evident dat u niet
bereid bent om welke wijziging ook aan de tekst
toe te staan, zelfs geen tekstwijziging voorgesteld
door de meerderheid. De bespreking van dit
wetsontwerp heeft hier dus totaal geen zin. Wij
kunnen evengoed de boeken sluiten en naar huis
gaan.
01.18 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter,
ik meen dat ik duidelijk heb aangegeven dat waar
de Grondwet bepaalde domeinen reserveert voor
de wetgever alleen, er inderdaad confirmatie nodig
is. De collectieve arbeidsverhoudingen en de
sociale zekerheid zijn echter aspecten die daar
niet toe behoren. Ik heb ook aangegeven waarom
wij de richting duidelijker hebben aangegeven,
onder meer in de memorie van toelichting. Wij
willen de flexibiliteit verschaffen die nodig is om
akkoorden af te kunnen sluiten die rechten
vrijwaren.

Wat het vertrouwen betreft, heeft alles hier te
maken met het feit dat wanneer men in
onderhandeling is, men het zich niet kan
veroorloven dat er zoveel tijd verloopt tussen het
moment waarop men het in zoverre eens is dat er
verder kan worden gepraat en de tijd die in een
procedure nodig is om dit goed te keuren. Laat
ons elkaar geen Lijsebeth noemen, in het verleden
heeft men in dit soort zaken steeds een akkoord
gesloten dat achteraf gewoon geslikt moest
worden. Wat ik hier doe, gaat veel verder. Met een
koninklijk besluit informeer ik de commissie voor
de beslissing is genomen. Dat is het vertrouwen
geven aan het Parlement en het vertrouwen
krijgen binnen de regering. Met andere woorden,
ik meen dat de argumenten van onze collega niet
zo erg goed geplaatst zijn. Ik heb aangegeven dat
ik om dezelfde reden op een aantal
amendementen die door hem werden ingediend
niet wens in te gaan.
01.19 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, je partage le point de vue de mon
collègue Leterme.

Tout à l'heure, le ministre nous a rappelé le rôle
du parlement et celui de l'exécutif. Il nous dit que
le parlement contrôle l'exécutif. Tout le monde est
bien d'accord là-dessus.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11

Or, le problème réside dans le fait que le projet de
loi qui est déposé vise à soustraire à l'influence du
législatif une compétence que la Constitution lui
accorde.

En l'occurrence, il n'est donc pas anormal que le
parlement souhaite exercer ses droits. C'est
d'ailleurs tout l'intérêt de l'avis du Conseil d'Etat,
qui met bien les limites de la délégation que l'on
nous demande et qui n'accepte pas le principe
contenu dans le projet du gouvernement.

Par ailleurs, le ministre s'engage à informer le
parlement ou la Chambre des projets d'arrêtés
royaux qu'il prépare. Nous reviendrons sur cet
engagement en termes d'amendements. Il n'y
aura dès lors pas le moindre obstacle à ce que
nos amendements soient acceptés par le
gouvernement, car ceux-ci visent tout simplement
à formaliser, dans la relation qu'il prévoit entre
l'exécutif et le parlement, la manière de rencontrer
cette préoccupation d'information généreuse
présentée. Il y a en effet moyen de le faire avec
une commission de taille réduite, dans laquelle la
confidentialité nécessaire sera assurée; ce en
quoi je partage complètement votre
préoccupation. Je ne vois dès lors pas quels
arguments vous pourriez opposer à notre
proposition d'amendement du texte, qui rencontre
précisément cette préoccupation.

En outre, je prends note qu'il n'y aurait pas de
partenariat exclusif avec KPN. Et je répète
l'argument que j'ai évoqué tout l'heure, lorsque je
me suis permis de vous interrompre: tout ce que
le management dit n'est pas connu de
l'actionnaire, puisque le management nous
annonce pratiquement l'exclusivité d'une
discussion avec les Hollandais. Et l'actionnaire
que vous êtes ne semble pas être au courant ou a
d'autres perspectives.

Vous savez, je crois avoir lu quelque part: "si votre
main droite ignore ce que fait votre main gauche,
coupez-la." Je pense qu'en l'occurrence, vous
auriez intérêt à demander des explications au
management au sujet des déclarations qu'il a
faites.
01.20 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, étant donné que
je trouve cette question intéressante sur le plan de
la démocratie et de la participation, je me dois de
donner mon avis.

Le projet du ministre comporte une procédure un
peu inopinée ou en tout cas peu courante au
parlement. Et il nous confronte à un dilemme.

Si j'ai bien compris la portée de votre proposition,
elle implique qu'en amont, on pourrait discuter des
projets d'arrêtés que vous souhaitez prendre, tout
en gardant à l'esprit que ces débats doivent se
dérouler en toute confidentialité puisqu'ils auraient
des implications économiques et financières pour
l'entreprise.

Par ailleurs, vous nous demandez d'accepter que
tout le processus se fasse et que, par la suite, une
fois que tout est décidé, une information soit faite
à l'attention du Parlement, qui pourra se saisir de
la question et entériner l'accord.

Vous nous offrez donc le choix entre deux
stratégies: soit celle qui se déroule en amont ­ où
l'on peut discuter de ce qui est sur la table ­ ou
celle qui se déroule en aval ­ et nous avons alors
le rôle d'une chambre d'entérinement. Se pose
alors toujours la question de la confiance.

Faut-il faire ce pari? Faut-il avancer dans cette
méthode de discussion, d'échange d'informations
et de débats en amont? Je pense que la réponse
à cette question est affirmative dans la mesure où
cela représente une avancée par rapport au texte
initial, qui nous confisquait l'entièreté de notre
compétence.

Cela dit, une telle pratique mériterait une réflexion
en termes de méthodologie, qui ne doit
évidemment pas se faire ici.
01.21 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, c'est avec intérêt que j'ai écouté les
propos de Mme Coenen. Soit on maintient le
système qui accorde au parlement, après l'usage
des pouvoirs spéciaux par l'exécutif, le droit de
vérifier, d'examiner, d'entendre et de lire les
arrêtés pris et de les sanctionner - ce qui est le
dispositif normal et traditionnel dans de telles
circonstances. Le gouvernement nous presse d'y
déroger en nous empêchant d'exercer notre travail
parlementaire a posteriori pour des raisons dont
on peut discuter mais qui sont liées, dit-il, au
caractère d'insécurité juridique que cela créerait
en cas d'opération boursière, etc.

Soit on utilise des modalités similaires, c'est-à-dire
une commission parlementaire avec des élus qui
siègent, a priori, avant la promulgation de ces
arrêtés. C'est une discussion et une information
au sein d'une commission parlementaire qui
exerce son rôle a priori mais ce n'est pas
n'importe quoi dans l'air à la bonne volonté du
gouvernement qui décide ou non d'informer une
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
commission. C'est la raison pour laquelle j'ai
déposé cet amendement qui vient dans l'esprit de
ce que le ministre a dit - et je trouve qu'il a les
arguments - pour justifier que, a posteriori, on ne
peut pas le faire, mais que dès lors, a priori, il faut
se mettre dans les conditions de rencontrer la
préoccupation d'entendre le ministre quand il nous
proposera les arrêtés qu'il a préparés.

Cependant, cela doit se faire dans les formes
requises et j'ai fait une suggestion de composition
de commission avec les conditions de
confidentialité sur lesquelles le ministre insiste.
Mais c'est l'une ou l'autre. On ne peut se satisfaire
des états d'âmes, selon la bonne volonté du
gouvernement, avant même d'utiliser le droit que
cette proposition va lui donner.

De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1317/1 en 2
­ verslag met door de commissie
aangebrachte errata)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1317/1 et 2 ­ rapport
avec errata apportés par la commission)

De formulering in het Nederlands moet toch eens
duidelijk zijn. Er wordt gezegd "vastgesteld na
overleg in de Ministerraad" en niet "bij een in
Ministerraad overlegd besluit".
En français, il s'agit des mots "par arrêté délibéré
au Conseil des ministres".
Er moet toch enige homogeniteit zijn. Ik zal nog op
deze tekstverbeteringen terugkomen tijdens de
bespreking van de artikelen.

Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Le projet de loi compte 6 articles.

Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 2
- 1: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 6: Marie-Thérèse Coenen, Lode Vanoost
(1317/4)
01.22 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, je retire mon
amendement étant donné que la réponse du
ministre offre une possibilité de discuter des
projets avant toute décision au Conseil des
ministres.
01.23 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, amendement 1 vraagt het woord
"strategisch" uit de wettekst te laten vallen. Mijn
cursussen legistiek van weleer hebben een afkeer
voor het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in
wetteksten opgewekt. Mijnheer de voorzitter, ik
weet niet of u deze afkeer deelt, maar ik sta
argwanend tegenover het gebruik van bijvoeglijke
naamwoorden in wetteksten, zeker wanneer het
geen denominatieve naamwoorden zijn. Hier
wordt het woord "strategisch" gehanteerd. Het is
niet duidelijk, ook in de memorie van toelichting
niet, wat de betekenis van het woord in de context
is. De minister zei daarnet in zijn uiteenzetting dat
het zou staan voor iets dat met een industrieel
project heeft te maken. Dan nog doet het woord
hier niets terzake en voegt het ook niets aan de
wettekst toe.

Ik citeer artikel 2 van de wet: "In afwijking van de
artikelen 39, §4 en 60/1, §3 van de wet van 21
maart 1999 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven mag
de Staat alle of een deel van de aandelen die hij
bezit in het kapitaal van de NV van publiek recht
Belgacom, hierna genoemd Belgacom,
overdragen voor zover een dergelijke overdracht
geschiedt in het kader van een fusie of strategisch
samenwerkingsverband". Mijnheer de minister,
kunt u mij een voorbeeld geven van een
samenwerkingsverband dat niet strategisch is en
in tegenstelling met de betekenis van het woord
strategisch in deze tekst? Ik stel voor het woord
strategisch te schrappen omdat het geen
vaststaande betekenis heeft. In wetteksten
hanteren wij liefst uitsluitend begrippen die een
vaststaande betekenis hebben.

Mijnheer de minister, ik maak mij echter geen
illusies. U hebt immers twee jaar stilgezeten en nu
moet u het mandaat, dat u onder meer van
mevrouw Onkelinx hebt gekregen, in extremis
invullen, een wetsontwerp indienen en het door
het Parlement sluizen. De minister heeft niet eens
meer de luxe om zinvolle tekstwijzigingen in de
Kamer te aanvaarden omdat hij door een strakke
termijn is gevat, omdat het reces nadert en omdat
dit een terugverwijzing naar de commissie
veronderstelt. De commissiebesprekingen werden
trouwens geboycot.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13

Ik blijf er echter bij dat de aanwending van het
woord "strategisch" in dit artikel alleen wijst op de
stijlfiguur die de minister zo graag hanteert. Het is
een karaktertrek, het gebruik van grote woorden,
meestal in het Engels en deze keer in het
Nederlands. Dit woord doet hier niets terzake en
zou bij ontstentenis van een duidelijke
omschrijving van de minister in de memorie van
toelichting moeten worden weggelaten. Dit is
althans het voorstel van ons amendement. Ik
maak mij echter geen illusies. Bij gebrek aan tijd
zal de minister de wijsheid niet kunnen hebben om
ons amendement terug naar de commissie te
sturen.
01.24 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter,
ik heb reeds in mijn toelichting aangegeven dat dit
past in de richting die trouwens ook door de vorige
regering werd aangegeven en waarin men van
een strategische consolidatie sprak. Daar was het
woord strategisch wel degelijk van belang.

Een voorbeeld van een niet-strategische operatie
zou zijn wanneer men alleen naar waarden grijpt,
wanneer men een pak-de poenshow zou spelen
en wanneer men geen enkele meerwaarde van
algemeen belang voor dit land zou inbouwen. Een
activiteitsgraad die dit land een meerwaarde biedt,
niet alleen van financiële, maar ook van
maatschappelijke aard, is volgens mij een
strategisch belang. Daarom aanvaard ik het
amendement niet.

De voorzitter: Mijnheer de minister, u vraagt dus
de verwerping van het amendement?

De stemming over het amendement nr. 1 en
artikel 2, zoals door de commissie verbeterd,
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement n° 1 et l'article 2, tel que
corrigé par la commission, est réservé.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 3
- 2: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 3: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 4: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
01.25 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, in amendement nr. 2 op artikel 3 stellen
wij voor de woorden "het juridisch statuut van
Belgacom" te vervangen door de woorden "het
juridisch statuut van Belgacom als vennootschap".
Dit amendement heeft alles te maken met de
opdrachten die aan Belgacom werden toegekend.
De Raad van State merkt terecht op dat de
libellering van het artikel beperken tot "het
juridisch statuut van Belgacom" betekent dat dit
dan ook betrekking heeft op de opdrachten en het
statuut van Belgacom krachtens de wet van 1991
als universele dienstverlener. Het is evident dat
het niet de bedoeling is van de regering om via dit
wetsontwerp een machtiging te krijgen om het
statuut van Belgacom als universele
dienstverlener te wijzigen. Volgens ons is dit een
terechte opmerking van de Raad van State. Onze
fractie houdt van de Raad van State, mijnheer de
voorzitter. Onze politieke familie houdt ervan om
de adviezen van de Raad van State trouw op te
volgen. De Raad van State is niet bemand door
tuinkabouters, mijnheer de voorzitter, integendeel.
Wij stellen dan ook voor om op dat vlak het advies
van de Raad van State te volgen en de
terminologie te hanteren die ik voorstel in mijn
amendement, zijnde "het juridisch statuut van
Belgacom als vennootschap".

De voorzitter: Verdedigt u in één teug ook uw
andere amendementen, mijnheer Leterme?
01.26 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, in amendement nr. 3 gaat het om een
wijziging in de terminologie. Wij stellen voor het
woord "wijziging" te gebruiken in plaats van
"omzetting". Volgens ons is deze woordkeuze iets
nauwkeuriger. Bovendien houdt het woord
"wijziging" een zekere consequentie in daar dit
woord reeds wordt gebruikt in punt 1 van artikel 3.

Amendement nr. 4 dat ik samen met mijn
gewaardeerde college Jo Van Eetvelt heb
ingediend, strekt ertoe het derde punt van artikel 3
als volgt aan te vullen, ik citeer: "... zonder de
rechten van haar statutaire personeelsleden op
het gebied van de sociale zekerheid of hun netto
bezoldiging te verminderen." Ik verwijs hiervoor
naar de uitvoerige bespreking over de machtiging
"à fond perdu", de blanco cheque, die de regering
vraagt en die ingaat tegen het advies van de Raad
van State en de jurisprudentie van het
Arbitragehof. In het advies van de Raad van State
staat duidelijk dat de machtiging aan de Koning
duidelijker moet worden omschreven in het
wetsontwerp zelf en niet alleen in de memorie van
toelichting, om in overeenstemming te zijn met de
grondwettelijke bevoegdheidsverdeling en de
interpretatie ervan door het Arbitragehof.

De voorzitter: Voor een goede gang van zaken
wil ik opmerken dat in de Nederlandse tekst
telkens de woorden "in Ministerraad overlegd"
worden vervangen door de woorden "vastgesteld
na overleg in de Ministerraad". Deze opmerking
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
geldt voor de artikelen 2, 3 en 6.

De stemming over de amendementen en artikel 3,
zoals door de commissie verbeterd, wordt
aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 3, tel que
corrigé par la commission, est réservé.

Artikel 4 wordt aangenomen.
L'article 4 est adopté.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 5
- 7: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt, Tony Van
Parys en Karel Van Hoorebeke (1317/4)
- 11
(2)
: Jean-Pol Poncelet (1317/4)
- 9: Jean-Pol Poncelet (1317/4)
- 10: Jean-Pol Poncelet (1317/4)
01.27 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ons amendement op artikel 2 is, wat de
ratio legis betreft, reeds aan bod gekomen in de
bespreking. Wij vinden dat de machtiging die in
het wetsontwerp wordt gevraagd, ingaat tegen de
grondwettelijke bevoegdheidsverdeling. De
machtiging is te ruim, en ze is niet conform het
advies van de Raad van State. De minister zal wel
weten uit het verleden dat het ontoelaatbaar is de
regering te machtigingen om een aantal wettelijke
bepalingen te wijzigen. Wij trekken tegen deze
handelswijze ten strijde. Ons amendement heeft
tot doel de confirmatie van onder meer de
sessievoorwaarden, op het vlak van de
Rijksmaatschappelijke Zekerheid en het
personeelsstatuut, in de wet zelf in te schrijven en
niet in de koninklijke besluiten.

De minister heeft een tegenvoorstel gedaan,
namelijk dat er een confidentiële toelichting in de
commissie zou komen, voor hij naar de
Ministerraad vertrekt met zijn koninklijke besluiten.
Ik vraag me trouwens af of zijn collega's in de
regering het hiermee eens zijn. Bovendien vinden
wij het onvoldoende. Daarom houden wij ons
amendement staande. Wij dringen erop aan dat
het zou worden aanvaard en dat er dus respect
zou worden opgebracht voor de grondwettelijke
bevoegdheidsverdeling.
01.28 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, cet amendement porte le numéro 9.
Dans la suite de la discussion que nous avons
eue tout à l'heure, il s'agit des modalités selon
lesquelles la Chambre serait informée par le
gouvernement de l'évolution des négociations en
cours avec un partenaire éventuel et ensuite sur
les projets d'arrêtés qu'il compte prendre en vertu
de la présente loi dès lors qu'elle serait votée par
la Chambre. Nous avons eu une longue
discussion à ce sujet dans la discussion générale,
dont vous avez été témoin.

Tenant compte des suggestions faites par le
ministre, qui a pris un certain nombre
d'engagements à l'égard de la Chambre, j'ai voulu
formaliser les modalités de cette disposition en
déposant l'amendement portant le numéro 9 qui
prévoit que le ministre qui a les entreprises
publiques dans ses attributions, fait rapport à la
Chambre par l'intermédiaire d'une commission ad
hoc
sur l'évolution des négociations concernant
l'exécution de l'article 2 et sur les projets d'arrêtés
qu'il compte prendre en vertu de la présente loi.
Je continue dans le texte pour préciser la portée
de l'information que le ministre transmet. Son
rapport devra, notamment, porter sur la forme
juridique future et la stratégie résultant des
accords, ses conséquences financières, etc.

Il s'agit en fait de préciser les sujets sur lesquels
le gouvernement va informer la Chambre avant de
prendre les projets d'arrêtés qu'il envisage sur la
base de la loi en question. Il s'agit bien entendu de
permettre au parlement d'exercer son rôle et
d'une manière telle que, du point de vue de
l'intérêt général, de l'entreprise, de ses clients, de
son personnel, des pouvoirs publics, le parlement
soit informé au bon moment de ce qui va se
passer en application de la disposition.

J'aimerais, monsieur le président, que sur cet
amendement, vous puissiez tenir compte d'une
demande de consultation du Conseil d'Etat que
j'aimerais faire au nom de mon groupe et donc
que vous puissiez demander l'avis du Conseil
d'Etat selon les formes requises au sujet de cet
amendement.

Le président: Vous demandez donc l'intervention
du Conseil d'Etat sur ce qu'on appelle
l'amendement 9. Je vais donc attendre que tout
soit vidé avant de passer aux amendements 10 et
11.
Ordemotie
Motion d'ordre
01.29 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
samen met een aantal collega's was ik vanmiddag
aanwezig in de commissie voor de
Volksgezondheid. Wij hebben daar een akelig
schouwspel meegemaakt. De drukproef van het
zogenaamde lang aangekondigde wetsontwerp
dat op onze banken lag, bevatte immers 189
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
artikelen. Er werd wel onmiddellijk aangekondigd
dat enkele daarvan geschrapt zouden worden, en
dat we ze nu niet allemaal hoefden te behandelen.

Dit alles gebeurde zonder agendawijziging. Er was
opzettelijk geen commissie voor de
Volksgezondheid gepland vanmiddag, om ons toe
te laten deze openbare vergadering bij te wonen.
Om 13.55 uur heeft men het wetsontwerp op onze
banken gelegd. Blijkbaar ging men ervan uit dat
iedereen verwittigd was, maar ik weet niet op
welke manier dat gebeurde. Ik ben in elk geval
nog niet verwittigd dat er een vergadering van de
commissie voor de Volksgezondheid plaatsvindt
deze namiddag.

De voorzitter, mevrouw Avontroodt, heeft
voorgesteld dadelijk met de toelichting te starten.
De minister was aanwezig. Die hoefde niet te
worden opgevorderd, en wist blijkbaar al hoe alles
zich zou afspelen. Op die manier wou men
onmiddellijk de commissiewerkzaamheden
starten. Wij hebben daar krachtig tegen
geprotesteerd. Wij hebben zelfs gezegd dat wij
nog konden aannemen dat de toelichting van de
minister vanmiddag zou plaatsvinden, maar dan
op voorwaarde dat deze week niet meer over de
artikelen zou worden gestemd. Het gaat hier
immers om 80 ingewikkelde artikelen, waarvan wij
pas een uur en drie kwartier geleden kennis
konden nemen. Wij hebben niemand kunnen
consulteren, wij hebben geen enkel amendement
kunnen voorbereiden. Men wilde ons in een
carcan stoppen om morgen al te kunnen
doorgaan tot de eindstemming. Men sprak erover
de stemming vrijdag te organiseren. Dit alles
gebeurde zonder agenda, à l'improviste, en ik
weet niet onder welke bedreigingen precies.

Mijnheer de voorzitter, wij vinden deze werkwijze
niet fraai. Het tart alle verbeelding wanneer
drievierde van een wetsontwerp niet behandeld
wordt, en wanneer het vierde dat wel behandeld
wordt, ons op zo'n manier wordt opgedrongen. Dit
gaat in tegen al onze fundamentele rechten als
oppositieleden. Zo kunnen wij ons niet voldoende
verdedigen. Ik vind het een zeer laakbare
werkwijze, die ik hier namens mijn collega's
openlijk wil aanklagen.

Wij hebben vastgesteld dat wij, krachtens artikel
19 van het Reglement, het quorum niet bereikten
om de bespreking te kunnen beginnen. Er waren
slechts vier mensen van de meerderheid
aanwezig. De oppositie is uit protest weggegaan,
maar men deed blijkbaar lustig verder zonder ons.
Als dit de nieuwe manier van werken is, voorspelt
het weinig goeds voor de nakende
vakantieperiode.

De voorzitter: Collega's, dit incident valt eigenlijk
tussen de plooien van het debat. Ik kan wel
zeggen dat ik, rond 12 uur, na een verzoek van
mevrouw D'Hondt, gevraagd heb om wat in de
verenigde commissies aan bod zou komen te
verzenden naar twee commissies, artikel 1 tot 137
naar de commissie voor de Sociale Zaken en
artikel 138 tot 182 naar de commissie voor de
Volksgezondheid. Ik heb ook gezegd dat ik de
tekst nog niet gezien had. Ik heb de tekst daarnet
pas gezien toen mevrouw D'Hondt of de heer
Wauters hem mij is komen tonen.

Wenst iemand nog iets te zeggen in verband met
deze ordemotie?
01.30 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Deze middag vergaderde de commissie voor de
Buitenlandse Zaken voor de Kyoto-akkoorden,
geen onbelangrijke zaak. Ik herinner mij dat
mevrouw Onkelinx dit in 1992 heeft voorbereid
door een reis naar Rio. Welnu, wij waren slechts
met vier mensen aanwezig en men gaat de
commissie nu om vijf uur samenroepen in de hoop
dit vanavond klaar te krijgen.

De voorzitter: U kent de regels: als de
meerderheid niet aanwezig is in de commissie...
Mijnheer Bultinck, wij handelen dit incident af,
want het voorgaande is een incident in een
incident.
01.31 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijn fractie sluit zich aan bij het
formele protest van de heer Goutry. Mijnheer de
voorzitter, u weet heel goed dat, en uiteindelijk
bent u er de hoeder van, als wij naar een
herwaardering van het Parlement willen gaan,
over de grenzen van meerderheid en oppositie,
het werk aan beide zijden van de krijtlijnen ernstig
moet worden genomen. Deze regering heeft de
mond vol over nieuwe politieke cultuur, terwijl wij
vaststellen dat bij het neerleggen van een dergelijk
belangrijk wetsontwerp geen ernstig parlementair
werk meer kan worden geleverd. Meer nog, als ik
formeel vraag aan minister Aelvoet om mij te
overtuigen van de hoogdringendheid, dan weigert
zij te antwoorden of geeft zij geen ernstig
antwoord.

Wij kunnen dit enkel betreuren en hopen dat u als
voorzitter van deze Kamer borg staat voor een
betere regeling van de parlementaire
werkzaamheden.

De voorzitter: Ik zal deze aangelegenheid
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
morgen op agenda van de Conferentie van
voorzitters plaatsen en ik zou het op prijs stellen
mocht de regering aanwezig zijn.

Mijnheer Goutry, ik kan toch geen drie debatten
tegelijk houden?
01.32 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik begrijp dat u andere werkzaamheden hebt,
maar op een bepaald moment moet men de
zaken in commissie toch als volwassen
parlementsleden kunnen bespreken. Welnu, op
een bepaald ogenblik werden de rechten
geschonden. Er is partijdigheid geweest en de
stemming is niet volgens de regels verlopen. Als
wij hier ons beklag doen gaat dat niet om een
kleinigheid. Ik heb trouwens niet de gewoonte om
veel te interveniëren, maar ik doe het thans met
des te meer nadruk omdat ik deze gang van
zaken erg vind. Als u laat betijen, betekent dit dat
de algemene toelichting van het wetsontwerp
wordt voortgezet zonder dat wij, om principiële
redenen, aan het debat kunnen participeren en
dat is een schending van het parlementaire werk.

Wij vragen niet over te gaan tot de orde van de
dag en dit als een tussenkomend incident te
beschouwen. Wij beschouwen dit als een majeur
incident en vragen dat u passend zou optreden. Er
rest ons geen ander middel.

De voorzitter: Ik ben nu met de plenaire
vergadering bezig. Ik zal zo spoedig mogelijk het
verslag vragen aan het secretariaat van de
commissie, maar ik kan ook geen twee debatten
tegelijk leiden. Ik stel evenwel duidelijk dat ik zal
optreden wanneer de rechten van
parlementsleden ­ in het bijzonder die van de
oppositie ­ worden geschonden.

Mijnheer Goutry, laten wij onze bespreking
voortzetten, want ik heb niet graag dat het
positieve klimaat in deze Kamer wordt verstoord.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Rappel au règlement
Beroep op het reglement

Le président: Je vais maintenant faire droit à la
demande de M. Poncelet qui souhaite la
consultation du Conseil d'Etat sur l'amendement
n° 9 à l'article 5 du projet de loi n° 1317. La
demande m'est-elle transmise dans les formes
idoines?
01.33 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, la proposition de consultation doit être
présentée oralement. Je pense l'avoir fait. Je
propose dès lors que vous procédiez à cette
consultation en vertu de l'art. 56.3 du règlement
de la Chambre.

Le président: Ce matin, nous avons réalisé la
même opération, mais sur une autre phrase de
l'article. Je vais donc vérifier si cinquante
membres soutiennent...
01.34 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, je lis que « la proposition est mise en
discussion si trente membres l'appuient » (art. 56,
§ 3).

Le président: En effet, monsieur Poncelet, vous
avez raison pour la mise en discussion. Veuillez
m'excuser, je pensais déjà à la demande d'avis du
Conseil d'Etat (art. 56, § 5). Je vais donc vérifier si
trente membres appuient la proposition pour sa
mise en discussion.

Plus de trente membres se lèvent.
Meer dan 30 leden staan op.

Partant, chaque groupe dispose d'un orateur et de
cinq minutes de temps de parole.
01.35 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, une bonne partie de la justification a
déjà été réalisée à l'occasion de la présentation de
l'amendement.

La logique du projet qui nous est proposé consiste
à demander au Parlement des pouvoirs spéciaux
pour permettre au Roi de prendre un certain
nombre d'initiatives à l'égard de Belgacom.

Par ailleurs, le projet proposé renonce à la
possibilité traditionnellement offerte à la Chambre
de confirmer les arrêtés qui seront pris en vertu
desdits pouvoirs spéciaux.

C'est la raison pour laquelle l'article 5 devrait,
selon nous, être amendé dans le sens de
l'amendement n° 9 que j'ai déposé et qui permet à
la Chambre d'être informée, par l'intermédiaire
d'une commission ad hoc, a priori ­ soit avant que
le gouvernement n'utilise les pouvoirs qui lui
seraient conférés ­ à la fois de l'évolution des
éventuelles négociations avec des partenaires
industriels et du contenu des projets d'arrêtés que
le gouvernement compterait adopter en vertu de la
présente loi.

Or, en l'occurrence, le gouvernement tente de
proposer à la Chambre de renoncer à l'essence
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
même du dispositif des pouvoirs spéciaux,
puisqu'elle ne pourrait pas ratifier lesdits arrêtés.

Partant, je pense qu'il est important qu'a priori, la
Chambre puisse exercer l'entièreté de ses
compétences. Voilà la portée de l'amendement
n°9 que j'ai déposé et sur lequel je propose que
vous consultiez le Conseil d'Etat.
01.36 Paul Tant (CVP): Mijnheer de voorzitter,
de CVP-fractie vraagt de naamstemming over
deze aangelegenheid. U kunt zeggen dat deze
kwestie kan worden opgelost door een
eenvoudige telling, maar niets verbiedt ons om
daarover de naamstemming te vragen. Het
reglement stelt klaar en duidelijk dat slechts in de
gevallen waarin het reglement expressis verbis
zegt hoe er moet worden gestemd, in dit geval
eventueel met zitten en opstaan, uw houding
gerechtvaardigd zou zijn. Anders is dit niet zo. Er
zijn voldoende precedenten en ik vraag u dus om
dit minstens te verifiëren. Ik herinner mij dat wij
reeds analoge redeneringen hebben gevolgd,
waar u uiteindelijk hebt moeten laten stemmen. Ik
dring daarop aan.
01.37 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, la demande n'est pas anodine. Aussi,
sachant que l'un ou l'autre collègues ne se
trouvent pas encore en séance, souhaiterais-je
que vous puissiez faire actionner la sonnerie pour
demander aux membres de rejoindre l'hémicycle.

Le président: Pour ma part, je crois que le
précédent a encore été confirmé ce matin. En fait,
je me souviens de deux précédents durant les
deux derniers mois.

Ik herinner mij een voorgaande geval waarbij de
Raad van State werd geconsulteerd, als mijn
geheugen mij niet bedriegt. Toen manifesteerden
vijftig leden zich door op te staan of door zich uit te
drukken. Zij vroegen dus om het advies van de
Raad van State. Deze ochtend tijdens hetzelfde
debat over hetzelfde onderwerp werd door de heer
Leterme de vraag gesteld bij artikel 56, 3. Ik heb
artikel 56, 5 toegepast. Dat werd gevraagd door
22 leden van de Nederlandse taalgroep. Het
reglement bepaalt dat de helft plus een van die
taalgroep de vraag eventueel moet steunen. Op
91 bedroeg dat 46 leden. Wij hebben de test
gedaan en ik meen dat 32 of 33 mensen de vraag
steunden. Ik pas dezelfde procedure toe; ik kan
die toch moeilijk veranderen tijdens het debat.
01.38 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, je n'ai pas de problème avec la
procédure que vous souhaitez utiliser. Il est
normal que vous vouliez savoir si 50 membres
appuient la demande. Le seul élément
complémentaire par rapport à la discussion de ce
matin, ce que n'a pas demandé M. Leterme, est
de vous demander d'actionner la sonnette pour
que d'autres membres puissent nous rejoindre de
manière à ce que nous puissions nous prononcer
en toute connaissance de cause.

Le président: Je vous lis un extrait de la loi
coordonnée sur le Conseil d'Etat, article 2,
paragraphe 2: "Le président d'une des
assemblées citées au paragraphe 1
er
est tenu de
demander l'avis sur les propositions de loi, de
décret ou d'ordonnance ou sur les amendements
à des projets ou des propositions, lorsqu'un tiers
au moins des membres de l'assemblée intéressée
en font la demande selon le mode déterminé par
le règlement".

Si ce privilège de 50 membres était soumis à un
vote majorité/opposition, la majorité pourrait
toujours rejeter la consultation, quel que soit le
nombre de membres. Ce n'est pas le but de la loi.
La loi dit simplement que si un tiers de cette
chambre demande de consulter le Conseil d'Etat,
le président doit le faire. Si vous soumettiez cette
proposition à un vote majorité/opposition ­ et ce
n'est pas possible ­, même avec 61, 71 ou 74
voix, on pourrait la rejeter, c'est contraire à l'esprit
de la loi.
01.39 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, on ne se comprend pas bien. Je n'ai
pas demandé un vote majorité/opposition. J'ai
demandé que vous poussiez sur le bouton
actionnant la sonnette, de manière à appeler en
séance les membres qui souhaitent voter pour
une demande d'avis du Conseil d'Etat. Je sais que
certains ne sont pas dans l'hémicycle mais ils sont
dans la maison. S'ils n'écoutent pas le haut-
parleur dans leur bureau, ils entendront la
sonnette, c'est tout. Je ne demande pas aux
membres de la majorité d'accourir au coup de
sonnette...

Le président: Monsieur Langendries, vous êtes
assez expérimenté dans ce métier que vous avez
exercé plus longtemps que moi. On ne fait jamais
appel par sonnerie pour un vote sur la procédure.
01.40 Raymond Langendries (PSC): Ah si! Si la
demande est appuyée, si!

Le président: C'est un comptage.
01.41 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, je ne suis pas d'accord avec vous ­
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
ce sera la première fois ­ sur le fait qu'on
n'appelle jamais par la sonnerie pour un vote de
procédure. Il est très souvent arrivé que, sur des
votes de procédure importants, la sonnerie soit
actionnée pour demander aux membres de venir
en séance, de voter et de constater que le quorum
n'était pas atteint. Dans ces conditions, sur un
vote de procédure, le quorum n'étant pas atteint,
la séance est suspendue pendant une heure. La
séance est ensuite reprise pour voir si le quorum
est atteint. Je ne suis pas d'accord quand vous
dites qu'il ne peut pas y avoir appel au vote pour
des questions de procédure.

Le président: Je ne vais pas modifier des
précédents deux fois dans un même débat, sur un
même sujet, le même jour.
01.42 Raymond Langendries (PSC): Non, ce
matin, on n'a pas demandé d'actionner la
sonnerie.
01.43 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, wat ik vreesde, gebeurt. U doet een
beroep op het precedent van deze ochtend. Ik heb
uitdrukkelijk tweemaal opgemerkt dat ik akte nam
van uw interpretatie van het Reglement, maar mij
daarbij niet neerlegde. U kunt er de notulen op
nalezen.

De voorzitter: Wij gaan over tot de telling bij zitten
en opstaan van het aantal leden dat wenst dat de
voorzitter het advies van de Raad van State inwint.
Indien ten minste 50 leden met het voorstel
instemmen, is de voorzitter verplicht de Raad van
State te raadplegen.

Nous procédons à présent au comptage par assis
et levé des membres de la Chambre qui désirent
que le président consulte le Conseil d'Etat. Si au
moins 50 membres se prononcent en faveur de la
consultation, le président est tenu de consulter le
Conseil d'Etat. (Rgt art. 56.5)

Er wordt tot de telling bij zitten en opstaan
overgegaan.
Il est procédé au comptage par assis et levé.


Ik stel vast dat slechts 44 leden zich voor de
raadpleging van de Raad van State hebben
uitgesproken. De Raad van State zal dus niet
worden geraadpleegd.

Je constate que 44 membres seulement se sont
pronconcés en faveur de la consultation du
Conseil d'Etat. Le Conseil d'Etat ne sera donc pas
consulté.
Reprise de la discussion des articles
Hervatting van de bespreking van de artikelen
01.44 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, la discussion sur l'article 5 n'est pas
encore terminée à ma connaissance. Il y a encore
deux amendements que je n'ai pas eu l'occasion
de justifier.

Le président: Vous avez tout à fait raison. Je suis
désolé. Les amendements 10 et 11 de M.
poncelet doivent encore être défendus. Vous avez
la parole, monsieur Poncelet.
01.45 Jean-Pol Poncelet (PSC): Monsieur le
président, j'ai déposé un amendement qui porte le
numéro 10 à l'article 5 et qui vise à compléter le
dispositif dans un sens qui correspond à un
amendement déjà justifié par mon collègue
Leterme. Il s'agit, en effet, de prévoir que les
arrêtés doivent être confirmés par une loi endéans
les six mois de la signature du dernier arrêté. Vu
la volonté de la majorité de nous empêcher
d'exercer notre travail parlementaire, il n'est que
légitime que nous puissions, dans les six mois qui
suivent la prise des arrêtés, les commenter et les
approuver si nécessaire. C'est la portée de cet
amendement qui correspond déjà à la portée de
celui déposé par nos collègues du CVP.

J'ai déposé un amendement qui porte le numéro
11 et que l'on pourrait considérer comme étant un
amendement en ordre subsidiaire puisqu'il limite
la portée de l'amendement n° 9 à la seule
information par le gouvernement à la Chambre
des Représentants de l'évolution des
négociations. C'est donc un amendement
subsidiaire par rapport à l'amendement numéro 9
que je viens de justifier.
01.46 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, over welk amendement hebt u het nu?

De voorzitter: Ik lees het voor: "Elk besluit dat in
artikel 3 wordt vastgesteld...".
01.47 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, dat amendement heb ik al toegelicht.

De voorzitter: Dan beschouw ik het als
aangehouden.

De stemming over de amendementen en artikel 5
wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 5 est
réservé.

Ingediend amendement:
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Amendement déposé:

Art. 6
- 5: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)

01.48 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, amendement 5 op artikel 6 strekt ertoe
om de inwerkingtreding niet te laten afhangen van
een beslissing in de Ministerraad. Dat de minister,
onder andere op vraag van minister Onkelinx,
eerst nog de goedkeuring van de Ministerraad
nodig heeft voor een besluitvorming inzake een
overheidsaandeel, wijst op een fundamenteel
wantrouwen binnen de regering ten aanzien van
de persoon en het werk van de minister.

Dit vaststellende is het toch vrij logisch dat wij
vragen dat het akkoord met de
sessievoorwaarden door het Parlement zou
worden bevestigd. De minister werpt op dat dit
een stuk wantrouwen oproept bij de eventuele
medecontractant, bijvoorbeeld KPN of een andere
operator. Dit argument gaat natuurlijk niet op als
hij, zoals artikel 6 thans is geformuleerd, zelf wordt
geconfronteerd met wantrouwen van de regering
ten aanzien van zijn persoon en de manier waarop
hij het dossier beheert. Hij mag dan niet verbaast
zijn dat het Parlement vraagt om zich conform de
grondwettelijke bevoegdheidsverdeling te kunnen
uitspreken over het mandaat dat de regering via
dit wetsontwerp zal worden toebedeeld.

Dit amendement strekt ertoe de omweg via de
Ministerraad voor de inwerkingtreding van dit
wetsontwerp ongedaan te maken zodat een
normale inwerkingtreding mogelijk wordt. Ik maak
trouwens graag van de gelegenheid gebruik om
erop te wijzen dat dit wetsontwerp eigenlijk vorig
jaar, bij het begin van de legislatuur, had kunnen
worden ingediend. De regering zou dan de nodige
tijd hebben gehad om allianties af te sluiten of om
over het meerderheidsaandeel in Belgacom naar
goedkeuren te beschikken, uiteraard conform een
mandaat van het Parlement en onder voorwaarde
van confirmatie. Nu moet dit allemaal snel
gebeuren, maar blijkbaar is er in de Ministerraad
enig wantrouwen ten aanzien van uw persoon. Er
worden werkgroepen opgericht door de minister
van Begroting. De minister van Financiën spreekt
enig wantrouwen uit. Mevrouw Onkelinx
vermeldde gisteren in een Franstalige krant dat
het feit, dat zij minister Daems verplichtte om de
Ministerraad de resultaten van de
onderhandelingen met KPN of andere operator
voor te leggen, een grote garantie was voor het
personeel en een grote garantie was dat minister
Daems zijn functie goed zou vervullen. Dit is de
betekenis van dit artikel. Wat ons betreft is dit
onnodig.
01.49 Minister Rik Daems: Mijnheer de voorzitter,
ik wens er kort op in te gaan. Ik heb zonet reeds
toegelicht waarom de zaken zo verlopen. Wij
willen duidelijk maken dat de Ministerraad met
volle kennis van zaken deze zeer belangrijke
besluiten eventueel neemt. Men poogt dit als een
aspect van wantrouwen weer te geven maar het is
veeleer een aspect van vertrouwen. Het is onder
andere op mijn eigen vraag dat deze "double
checks" in het leven werden geroepen. Op deze
manier willen wij problemen vermijden zoals die
door de huidige oppositie in het verleden werden
bewerkstelligd en waarvan wij nu nog de gevolgen
ondervinden. Dit zal echter eerstdaags worden
besproken.

De
voorzitter: De stemming over het
amendement en artikel 6, zoals door de
commissie verbeterd, wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 6, tel que
corrigé par la commission, est réservé.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen
en artikelen en over het geheel zal later
plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
02 Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van
het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (zonder
verslag) (1304/1)
02 Projet de loi portant assentiment à l'Accord
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de
Belgique et le Comité intergouvernemental pour
les migrations européennes, signé à Genève le
2 juillet 1973 (transmis par le Sénat) (sans
rapport) (1304/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1304/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1304/1)

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
03 Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr. 182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van
de ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de
afschaffing ervan, gedaan te Genève op 17 juni
1999 (overgezonden door de Senaat) (1305/1
en 2)
03 Projet de loi portant assentiment à la
Convention n°
182 de l'Organisation
internationale du travail concernant
l'interdiction des pires formes de travail des
enfants et l'action immédiate en vue de leur
élimination, faite à Genève le 17 juin 1999
(transmis par le Sénat) (1305/1 et 2)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
03.01 Leen Laenens, rapporteur: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, het voorliggend
ontwerp houdende instemming met
de
overeenkomst van de internationale
arbeidsorganisatie betreffende het verbod van de
ergste vormen van kinderarbeid en de onmiddellijk
actie met het oog op de afschaffing ervan, is
belangrijk. Het verheugt mij dan ook dat in de
commissie de instemming werd bereikt omtrent de
bijzondere zitting die de algemene vergadering
van de Verenigde Naties in september zal wijden
aan de kinderen.

Ik had graag van de regering vernomen hoeveel
landen deze overeenkomst reeds hebben
bekrachtigd. Immers, het is belangrijk dit aantal te
kennen vooraleer de overeenstemming in werking
treedt. Deze overeenkomst brengt ons een stap
dichter bij de afschaffing van kinderarbeid en
beantwoordt aan de bezorgdheid van UNICEF die
pleit voor meer aandacht en investeringen en voor
geïntegreerde programma's voor de overleving en
de ontwikkeling van het jonge kind.

Het is de bedoeling om tijdens de speciale zitting
in september de vooruitgang terzake sedert de
Wereldtop over de kinderen, die in 1990
plaatsvond, vast te stellen. De uitwerking van het
vereiste wettelijke kader is een belangrijke
randvoorwaarde die ons toelaat een stap vooruit
te zetten.

Graag kreeg ik een antwoord terzake van de
regering.
03.02 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
président, madame la ministre, chers collègues,
comme l'ensemble des membres ici présents, je
ne peux que me réjouir du vote du projet de loi
portant assentiment à cette convention.

La Belgique a toujours joué un rôle d'avant-garde
dans la lutte contre le travail des enfants. Il y a
quelques années, à l'occasion de la marche des
enfants vers Genève, j'avais proposé une
résolution sur le sujet, résolution qui a été votée à
l'unanimité par notre assemblée.

Toutefois, je voudrais réaffirmer que, selon nous,
cette convention essentielle ne constitue qu'une
étape transitoire et non une fin en soi. En effet, il
est prioritaire que chaque enfant puisse
être
recensé ­ c'est l'une des principales
revendications de l'UNICEF ­ et puisse recevoir
une formation scolaire adéquate quel que soit le
niveau de développement de son pays.

L'investissement dans la richesse humaine d'un
pays est une priorité pour garantir un
développement économique et social ultérieur.
Dans cette optique, nous considérons que la place
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
de l 'enfant est à l'école, dans sa famille, dans les
associations sportives et culturelles et de
jeunesse et non dans les usines et dans les
champs.

Cela dit, il faut remarquer que dans de nombreux
pays, c'est la volonté politique qui manque pour
interdire le travail des enfants.

Partant de ce constat, l'OIT a, au début des
années 90, changé son approche de la
problématique en décidant de s'attaquer aux
formes les plus intolérables du travail des enfants
et en misant sur un plan d'action immédiatement
réalisable. L'OIT a décidé de s'attaquer à
l'urgence et ainsi à porter la problématique du
travail des enfants au sommet de l'agenda des
préoccupations mondiales. Cette stratégie vise à
l'universalité de cette convention qui peut être
appliquée dans chaque pays quel que soit son
niveau de développement.

Il était primordial que la convention interdisant le
travail des enfants ne heurte pas les pays les plus
pauvres et les plus inégalitaires qui sont justement
les pays dans lesquels travaillent le plus d'enfants.
C'est le principe de réalisme et d'une stratégie de
petits pas qui a prévalu. Nous soutenons cette
approche s'il est clair que l'objectif final est bien
plus ambitieux.

Selon les données de l'OIT, le travail des enfants
reste un problème préoccupant et ce, à un double
titre. D'abord en raison du nombre d'enfants
concernés qui demeure très élevé. Ensuite et
surtout en raison des conséquences négatives
que le travail prématuré a, par suite des
mauvaises conditions dans lesquelles il est
souvent pratiqué, à la fois sur le développement
personnel de l'enfant et sur le développement
économique et social des pays concernés.

Le travail des enfants se rencontre surtout dans
les régions en développement. En chiffres
absolus, c'est l'Asie, la région la plus peuplée du
monde, qui compte le plus grand nombre de
travailleurs enfants, probablement plus de la
moitié. Toutefois, c'est l'Afrique qui l'emporte en
chiffres relatifs: un enfant sur trois en moyenne y
exercerait une activité économique. En Amérique
latine, on estime qu'un enfant sur cinq en
moyenne est économiquement actif. Dans les
pays industrialisés, le travail des enfants existe
toujours. Dans les pays de l'Europe du Sud, les
enfants ont toujours été relativement nombreux à
travailler contre rémunération, en particulier dans
le cadre d'activités à caractère saisonnier, les
métiers de la rue, les petits ateliers ou dans le
cadre du travail à domicile. Le travail des enfants
est également bien présent dans les pays de
l'Europe du Nord, comme vient de le montrer une
récente enquête menée au Royaume-Uni. Une
forte recrudescence du travail des enfants est
aussi observée dans plusieurs pays d'Europe
centrale ou orientale, à la suite des difficultés
rencontrées par une large couche de la population
lors de la période de transition d'une économie
planifiée vers une économie de marché. Il en va
de même aux Etats-Unis où le développement du
secteur tertiaire, la croissance rapide de l'offre
d'emplois à temps partiel et la recherche d'une
main-d'oeuvre plus flexible contribuent à alimenter
depuis plusieurs années le marché du travail des
enfants.

Il est difficile d'examiner exactement l'ampleur du
travail des enfants car les statistiques n'existent
évidemment pas, mais le phénomène reste
important.

Mais le phénomène reste important.

La convention repose sur un principe d'autonomie
et de responsabilité. Chaque pays l'ayant ratifiée
s'engage à prendre une série de mesures
nationales en concertation avec les partenaires
sociaux. Un mécanisme de contrôle doit d'ailleurs
être mis en place dans chaque pays; le niveau de
protection prévu par la convention est élevé. Cette
convention incite à une approche progressive et
réaliste, gage de succès sur le terrain.

Je souhaiterais insister sur deux points
fondamentaux. Le premier se réfère à l'article 8
qui prévoit l'assistance mutuelle et la coopération
internationale, notamment par des mesures de
soutien au développement économique et social,
au programme d'éradication de la pauvreté et à
l'éducation universelle. L'OIT a mis en place un
programme de soutien appelé IPEC. La Belgique
participe financièrement à ce programme et figure
parmi les pionniers de soutien à ce programme
dès 1992. Il serait souhaitable que notre pays
accentue encore ses efforts dans le cadre de
l'IPEC.

Le deuxième point fondamental fait référence à la
nécessité de l'éducation et principalement à
l'accès à l'éducation de base. La libération de
l'homme du carcan de la pauvreté, du sous-
développement passe par l'éducation.

Enfin cette convention sur le travail des enfants ne
doit toutefois pas nous faire perdre de vue les
autres enjeux relatifs à la place des enfants dans
la société humaine. Je pense notamment au
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
problème des enfants soldats, des conflits
d'Afrique, au problème de l'excision des filles,
ainsi qu'au problème du trafic et de la vente des
enfants esclaves, comme l'a récemment
démontré l'arraisonnement d'un navire au large
des côtes d'Afrique de l'Ouest.

Pour terminer, nous espérons ardemment que
notre Parlement pourra ratifier dans les prochains
jours le protocole facultatif relatif aux enfants
soldats. Nous insistons auprès du ministre des
Affaires étrangères pour que cette ratification
puisse avoir lieu avant les vacances
parlementaires, comme son cabinet l'a promis.
Puis-je rappeler que plus d'un demi-million
d'enfants sont recrutés dans des forces armées
gouvernementales ou dans des groupes armés
dans plus de 87 pays?

Quand on se fait le défenseur des droits de
l'homme, on est aussi le défenseur des droits des
enfants.

De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1305/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1305/1)

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
04 Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden
door de Senaat) (zonder verslag) (1306/1)
04 Projet de loi portant assentiment au
Protocole additionnel n°
5 à la Convention
révisée pour la navigation du Rhin, et à la
Déclaration, faits à Strasbourg le 28 avril 1999
(transmis par le Sénat) (sans rapport) (1306/1)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.

Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1306/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1306/1)

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
05 Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella
Minne en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de
huidige toestand in Afghanistan (1284/1 en 2)
05 Proposition de résolution de Mme Mirella
Minne et M. Yvon Harmegnies et consorts
relative à la situation actuelle en Afghanistan
(1284/1 et 2)

Bespreking
Discussion

De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1284/1
en 2 ­ verslag met een door de commissie
aangebrachte verbetering)
Le texte adopté par la commission sert de base à
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
la discussion. (Rgt 66,4) (1284/1 et 2 ­ rapport
avec correction apportée par la commission)


De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
05.01 Claudine Drion, rapporteur: Monsieur le
président, je présente le rapport de la commission
des Relations extérieures concernant la résolution
relative à la situation actuelle en Afghanistan.

J'avais été rapporteuse pour la précédente
résolution sur le thème de la destruction d'oeuvres
d'art en Afghanistan et nous avions souligné
l'importance de prendre une résolution beaucoup
plus globale sur le respect des droits humains
dans ce pays.

La présente résolution, qui remplace les
propositions séparées par Mme Minne et M. Yvon
Harmegnies, est présentée maintenant de
manière conjointe par ces deux collègues comme
auteurs principaux et par une série d'autres
collègues. Nous l'avons débattue le 20 juin.

Mme Minne et M. Harmegnies ont présenté au
titre d'auteurs principaux les motivations de cette
résolution. MM. Van den Eynde et Willems se sont
également exprimés, tandis que le représentant
du vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères a marqué son accord sur la résolution,
tout en émettant une série de commentaires sur
les initiatives que le gouvernement et le ministre
des Affaires étrangères avaient déjà prises eu
égard à la situation de non-respect des droits
humains en Afghanistan.

Cette résolution a été votée à l'unanimité.
05.02 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, madame la vice-première
ministre, chers collègues, en Afghanistan,
quasiment tout peut détourner de ce que les
Talibans considèrent comme l'essentiel, la
religion. C'est pourquoi les Talibans y ont interdit
la liberté.

En effet, le regard d'un homme sur une femme, un
poignet qui dépasse du voile, la musique qui
pervertit les esprits, les statues qui font de l'ombre
à dieu, le chant des oiseaux qui ne permet pas
d'entendre au maximum les chants du Coran, tout
cela est interdit.

Les instruments sont détruits ou brûlés, seuls les
chants religieux sont permis.

Les premières victimes de ces privations de liberté
sont les femmes, elles sont réduites à l'esclavage
et pourtant, même la destruction des bouddhas de
Bamian a fait plus de bruit sur la scène
internationale que cet apartheid dont elles sont les
victimes.

Cependant, nulle part dans le Coran il n'est écrit
que les femmes ont droit à un tel sort. Les textes
du Coran accordent aux femmes le même statut
qu'aux hommes.

L'attitude des Talibans tranche donc tout à fait
avec celle des autres pays du monde musulman.
Ce n'est donc pas l'Islam qu'il faut blâmer mais la
vision radicale et figée que les Talibans ont de leur
religion.

Le droit fondamental des femmes comme de tout
être humain est de vivre avec dignité, ce qui
implique les droits suivants.

1. Le droit à l'égalité entre hommes et femmes et
le droit à l'exclusion de toute forme de
discrimination ou de ségrégation fondée sur le
sexe, la race, la religion ou autre.

2. Le droit à la sécurité personnelle et à ne pas
être soumis à la torture ou à des traitements
inhumains ou dégradants.

3. Le droit à la santé physique et mentale pour la
femme et ses enfants.

4. Le droit à la protection égale de la loi.

5. Le droit à l'éducation institutionnelle incluant
toutes les disciplines, y compris physiques.

6. Le droit à des conditions justes et favorables de
travail.

7. Le droit à la liberté de pensée, d'expression,
d'association et de participation politique.

8. Le droit de circuler librement.

9. Le droit de porter ou non le voile.

10. Le droit de participer aux activités culturelles, y
compris le théâtre et le sport.

Ces droits sont simplement demandés par les
femmes afghanes.

Monsieur le président, madame la vice-première
ministre, comme l'histoire récente l'a montré à de
multiples reprises, les régimes dictatoriaux tel
celui des Talibans ne se maintiennent que si le
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
reste du monde reste silencieux.

Jean Rostand disait: "Attendre d'en savoir assez
pour agir en toute lumière, c'est se condamner à
l'inaction."

Ne laissons pas notre silence permettre à cette
tragédie de perdurer.
05.03 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
président, chers collègues, permettez-moi d'abord
de remercie Mme Minne et M. Harmegnies qui ont
pris l'initiative de cette proposition de résolution
que tous les groupes démocratiques ont cosignée.
Je crois que c'était important.

Le dernier "Monde diplomatique" avait une page
complète consacrée à la situation en Afghanistan.
Le titre en est: "L'injustice faite aux Afghans" et
vous me permettez d'en lire la première ligne, je
cite: "Sort inique réservé aux femmes, destruction
des bouddhas géants de Bamian, le 22 mai, les
Talibans ont décidé d'obliger les Hindous vivant
en Afghanistan à porter sur leurs vêtements un
signe distinctif. S'il a aggravé l'isolement
diplomatique du régime, l'embargo voté par le
Conseil de sécurité des Nations unies frappe
surtout de plein fouet un peuple exsangue et
victime d'une sécheresse sans précédent".

Monsieur le président, chers collègues, il existe
dans le monde tel qu'il se présente aujourd'hui,
des zones de non-droit, des zones où la barbarie
est officiellement élevée au rang de doctrine d'Etat
et protégée par le rempart juridique de la
souveraineté.

Parmi ces zones de non-droit, on peut distinguer
celles qui sont le résultat d'une action extérieure.
Je pense ici au cas de l'Irak où les sanctions
économiques imposées par la communauté
internationale ou certains de ses membres violent
quotidiennement les droits fondamentaux de la
population. On peut distinguer par ailleurs des
zones de non-droit résultant du régime interne au
pays.

Le régime taliban qui sévit en Afghanistan institue
une zone de barbarie qui se protège sous une
conception dévoyée de l'Islam. Faut-il encore
rappeler le sort réservé aux femmes dans ce
pays? Rappeler les violations des droits de
l'homme? L'obligation imposée aux Indous de
porter ce signe distinctif? La destruction des
oeuvres d'art? Le soutien au terrorisme
international? La production et le trafic de drogue?

Il y a un consensus sur la condamnation de ce
régime, bien sûr. Il faut pourtant nous interroger
sur les logiques paradoxales qui marquent la
politique occidentale.

Peut-on à la fois avoir laissé gagner les Talibans
et punir l'Afghanistan et sa population? Les
Talibans ont émergé en 1994 grâce à une
importante aide pakistanaise et à un certain
soutien populaire. Les Etats-Unis ont été
initialement favorables aux Talibans. La prise de
Kaboul a été saluée comme une avancée positive
par le secrétaire d'Etat américain Madeleine
Albright. Le soutien américain n'a cessé qu'en
raison de la présence du terroriste international
Assouma Ben Gladen. La violation des droits
humains ne semble avoir joué qu'un rôle marginal
dans cette attitude.

Bien sûr, le pays est à présent isolé. Les
premières sanctions ont été appliquées en 1999,
après le refus des Talibans de livrer Ben Gladen.
Si je condamne très fermement et sans ambiguïté
le régime des Talibans et sa barbarie, je
m'interroge sur les effets d'un embargo qui punit
la population afghane dans une période de
sécheresse et qui provoque la radicalisation du
régime.

Existe-t-il une alternative à la politique
d'isolement? Est-ce la meilleure politique? Y a-t-il
une voie que l'Union européenne pourrait
emprunter en accentuant ses pressions sur le
Pakistan? La tournée du commandant Massoud a
révélé publiquement les incertitudes qui pesaient
sur la politique occidentale. L'objectif de la
présente résolution est de réaffirmer les valeurs
fondamentales qui sont à la base de la politique
extérieure belge et de lancer deux messages:
1. la condamnation sans appel du régime taliban;
2. notre sympathie et notre solidarité avec le
peuple afghan.
05.04 Yvon Harmegnies (PS): Monsieur le
président, madame la vice-première ministre,
chers collègues, comme viennent de l'évoquer
mes deux prédécesseurs à cette tribune, la
situation des droits de l'homme en Afghanistan est
une source de grande préoccupation.

En effet, depuis plus de vingt ans, ce pays connaît
une situation de conflits civils ininterrompus, par
laquelle les droits les plus élémentaires de la
personne humaine sont continuellement bafoués.
Depuis 1996, la milice islamique des Talibans
instaure, dans les territoires afghans qu'elle
occupe, un régime défini par le rigorisme religieux,
le repli sur soi et le retour aux sources allié à une
grande méfiance pour la modernité.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25

Les derniers rapports d'Amnesty International et
de la Commission des droits de l'homme de l'ONU
se rejoignent dans l'atrocité: femmes, enfants,
intellectuels, défenseurs des droits de l'homme,
membres de certains groupes ethniques,
homosexuels et réfugiés ont été
systématiquement pris pour cible sur la base de
leur identité par les Talibans et les autres factions
en guerre.

Au-delà de cette problématique essentielle du
respect des libertés et des droits fondamentaux
de la majorité de la population afghane, c'est
l'ensemble de la société civile qui est soumise à
un dictat religieux, annihilant toute tentative de
démocratisation puisque régissant tous les détails
de la vie quotidienne. Aucun régime islamique n'a
poussé aussi loin l'interprétation de la charia.

N'oublions pas qu'à la genèse de l'Islam, les
textes avaient pour but d'établir un code de vie,
précurseur pour l'époque, caractérisé par une
certaine ouverture et une volonté de prémunir la
population contre les dérives pouvant aller à
l'encontre de son bien-être. Car, que l'on ne s'y
trompe pas, il ne s'agit nullement ici de juger ou
de calomnier les préceptes et fondements de
l'Islam mais de condamner toutes les applications
abusives et sectaires des principes religieux,
politiques et idéologiques quels qu'ils soient qui
font fi de toute dignité humaine.

Ainsi, la détermination dont font preuve les
Talibans à imposer leur interprétation dogmatique
de l'islam à toutes les populations vivant dans les
territoires qu'ils contrôlent, soit 90% de
l'Afghanistan, est condamnable. Par ailleurs, face
à l'intensification des hostilités armées en
Afghanistan, compte tenu de la grande complexité
ethnique, religieuse et politique du présent conflit,
les espoirs d'un règlement pacifique semblent être
réduits à néant.

La reprise des combats entre factions armées ne
pourra déboucher que sur une entrave aux
éventuels efforts de paix déployés dans le pays et
la région. Nos inquiétudes sont également
nourries par la situation humanitaire dramatique à
laquelle sont confrontées les populations civiles.
Ajoutée à une grande sécheresse sans précédent,
la persistance des affrontements d'une guerre
civile inexplicable causant la destruction des
infrastructures signifie que l'Afghanistan restera
l'un des pays les plus pauvres de notre planète. Le
désastre est tel qu'on ignore son étendue. Aucune
statistique économique fiable n'a été publiée
depuis 1991. Ainsi, malgré l'application stricte de
la charia, qui semble garantir le rétablissement de
la loi et de l'ordre, le mouvement s'octroyant le
pouvoir depuis cinq ans n'a toujours pas
commencé à créer les rouages d'un Etat digne de
ce nom.

En l'absence des élites et cadres aptes à gérer les
arcanes d'une structure étatique, absence due à la
fuite des cerveaux - près de 4 millions de
personnes ont quitté l'Afghanistan, dont 200.000
sont arrivées ces six derniers mois au Pakistan -,
à l'intérieur du pays, un million de personnes
seraient menacées de grave malnutrition. Il s'agit,
mesdames, messieurs, chers collègues, de
soutenir dès à présent les réseaux de résistance
qui aident l'ensemble des membres de la société
civile à survivre dans cet environnement
archaïque. Aussi convient-il à l'avenir de mobiliser
toutes les forces vives et démocratiques de notre
pays ainsi que l'ensemble des régimes politiques
défendant les mêmes valeurs que les nôtres pour
lutter contre l'indifférence et les mesures indignes
s'ajoutant aux mesures intolérables déjà
promulguées par les fatua du pouvoir taliban.

La communauté internationale a le devoir de
répondre à cette situation dramatique pour toute
une population déjà lourdement éprouvée. Elle
doit également assortir sa réaction d'un certain
nombre de conditions favorables aux femmes. Les
sanctions préconisées à l'encontre du régime
taliban sont ciblées et conçues pour épargner aux
populations afghanes la détérioration de leur
situation humanitaire. Mais il serait urgent que la
communauté internationale prenne exactement
position contre les excès du régime taliban en
soutenant la société civile afghane tant à l'intérieur
qu'à l'extérieur du pays.

J'invite donc tous mes collègues à voter
massivement en faveur de cette proposition de
résolution comme nous l'avons fait en commission
des Relations extérieures.

De voorzitter: De bespreking is gesloten.
La discussion est close.

Er werden geen amendementen ingediend of
heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

Je vous rappelle, chers collègues, qu'actuellement
le Règlement force le gouvernement à rendre
compte tous les six mois à la Chambre du suivi
des propositions de résolution. C'est pourquoi, je
veille à ce que le texte soit le plus correct possible.

Quelques petites corrections de texte doivent être
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
apportées à cette proposition de résolution.

A la page 8, au M: "toutes sortes de formes de
discrimination".

A la page 9 au P je lis: "Ainsi que par le fait que de
nombreuses mines continuent d'être posées, ce
qui constitue un grave danger".

Au T 1 à la même page, il y a d'autres corrections
de texte.

Au T 3, à la page 10: "Klaagt de steun van het
internationaal terrorisme...

En français: "Dénonce le soutien des Talibans au
terrorisme international".

Au T 8, à la page 10, "Demande au gouvernement
d'agir auprès des parties concernées... pour
qu'elles prennent d'urgence les mesures".

A la page 11, au 8 E "Le respect des droits des
femmes à la sécurité".

De stemming over het voorstel van resolutie, zoals
verbeterd, zal later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution, telle que
corrigée, aura lieu ultérieurement.
06 Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos
Wauters tot aanvulling van de
arbeidsovereenkomstenwet met een recht op
outplacement voor oudere werknemers (961/1
en 2)
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 5)
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon
tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart
1971 met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques
Viseur en mevrouw Joëlle Milquet betreffende
het tijdkrediet (755/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer
Joos Wauters tot wijziging van de Arbeidswet
van 16 maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering
van een recht op ouderschapsverlof (967/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot
invoering van een recht op zorgkrediet (977/1 en
2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende
het loopbaankrediet (1171/1 en 2)
06 Projet de loi visant à améliorer le taux
d'emploi des travailleurs (1290/1 à 4)
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos
Wauters complétant la loi relative aux contrats
de travail par l'instauration d'un droit à
l'outplacement pour les travailleurs âgés (961/1
et 2)
- Projet de loi relatif à la conciliation entre
l'emploi et la qualité de vie (1291/1 à 5)
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur
et Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans,
Mme Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
modifiant, en vue de réduire la durée du temps
de travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail
(846/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1 et 2)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze
twee wetsontwerpen en zeven wetsvoorstellen te
wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets et sept propositions
de loi. (Assentiment)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
06.01 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik ben geen rapporteur. Zover is de
nieuwe politieke cultuur nog niet geëvolueerd.
Tenzij ik mij vergis, heb ik nog geen verslag
ontvangen van het wetsontwerp nr. 1290 tot
verbetering van de werkgelegenheidsgraad,
hetgeen wel het geval is voor wetsontwerp nr.
1291 betreffende de verzoening van
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven.

De voorzitter: Mevrouw D'Hondt, u hebt gelijk,
maar men verwijst naar het ander rapport. Ik heb
een groen rapport inzake wetsontwerp nr. 1290,
van de heer Jean-Marc Delizée, voor mij liggen.
06.02 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, wij zijn vanmorgen in het
bezit gesteld van dat verslag. Dat lag vanmorgen
op onze banken. Ik zie, bijvoorbeeld, dat het
verslag betreffende ontwerp 1290 nog op de bank
van de heer Decroly ligt.

De voorzitter: Telt het document 79 bladzijden?
Het is document 1290/003.
06.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Inderdaad, 79 bladzijden. Dat klopt. Het werd ons
vanmorgen bezorgd en het werd ook op de
banken rondgedeeld.

De voorzitter: Op document 1290 verwijst men
naar het verslag van de heer Jean-Marc Delizée
op het wetsontwerp tot verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers.

Président: Jean-Pol Henry, premier vice-président.
Voorzitter: Jean-Pol Henry, eerste ondervoorzitter.
06.04 Jean-Marc Delizée, rapporteur: Monsieur
le président, madame la vice-première ministre,
chers collègues, mon rapport portera sur les deux
projets de lois qui n'ont fait l'objet que d'une seule
discussion.

Les deux projets de loi et les propositions jointes
ont été examinés lors de nos réunions des 13, 19
et 20 juin derniers.

Dans son exposé introductif, la ministre de
l'Emploi a tout d'abord souligné l'importance de
ces deux projets, qui résultent à la fois de la
décision du gouvernement d'octobre 2000 et de
l'accord interprofessionnel pour 2001 et 2002.

Après avoir évoqué la genèse de ces deux
projets, la ministre a parcouru successivement les
huit chapitres du projet visant à améliorer le taux
d'emploi des travailleurs et les cinq chapitres du
projet relatif à la conciliation entre l'emploi et la
qualité de la vie.

Le premier projet de loi, en son chapitre II,
prolonge en 2001 et 2002, d'une part, l'effort en
faveur des personnes appartenant aux groupes à
risque ou auxquelles s'applique un parcours
d'insertion et, d'autre part, la cotisation de 0,05%
qui finançait d'abord le plan d'accompagnement
des chômeurs et qui, depuis 2001, finance le
parcours d'insertion des jeunes peu qualifiés.

Le chapitre III permet la prise en compte, pour le
respect de l'obligation d'occuper des jeunes dans
le cadre de la convention de premier emploi, des
chômeurs âgés de 45 ans au moins lorsqu'une
pénurie de jeunes est constatée dans les sous-
régions par les comités subrégionaux de l'emploi.

Le chapitre IV donne le pouvoir au Roi, par arrêté
délibéré en Conseil des ministres, de déterminer
les conditions et les règles d'une augmentation de
la réduction structurelle des cotisations patronales
de sécurité sociale pour les travailleurs âgés de
58 ans au moins. Cette réduction supplémentaire
pourra varier en fonction de l'âge.

Le chapitre V crée pour les travailleurs âgés de 45
ans au moins, qui sont licenciés et qui ont un an
d'ancienneté, un droit à une procédure de
reclassement professionnel (en anglais
"outplacement"). La procédure devra être fixée par
le Conseil national du travail ou, à défaut, par un
arrêté délibéré en Conseil des ministres.

Le chapitre VI concerne différentes modifications
à la loi de 1987 sur le travail temporaire, le travail
intérimaire et la mise de travailleurs à la
disposition d'utilisateurs.

Le chapitre VII crée un fonds pour la promotion de
la qualité des conditions de travail, destiné à
subventionner des actions qui portent sur
l'amélioration des conditions de travail des
travailleurs âgés de 55 ans au moins.

Quant au chapitre VIII, il permet aux travailleurs
de 50 ans au moins qui bénéficient de
l'interruption de carrière à mi-temps ou qui
bénéficieront du crédit-temps à partir du 1
er
janvier
2002, d'exercer pendant leur mi-temps disponible
des activités de formation, d'encadrement ou de
tutorat de nouveaux travailleurs.

Enfin, le chapitre IX a trait à la simplification du
congé-éducation payé.

Voilà en quelques mots le contenu des chapitres
essentiels de ce projet de loi.

J'en viens maintenant au second projet de loi. Son
chapitre II concerne la réduction généralisée du
temps de travail à 38 heures par semaine à partir
du 1
er
janvier 2003 et accorde aux employeurs qui
anticipent cette réduction, une réduction des
cotisations patronales de sécurité sociale dont le
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
montant est dégressif en fonction du trimestre où
la réduction anticipée est mise en oeuvre.

Le chapitre III remplace les dispositions actuelles
en cas de réduction collective du temps de travail
et d'instauration de la semaine des quatre jours
par des mesures plus simples. Les employeurs
qui réduisent la durée hebdomadaire de travail en
deçà de 38 heures bénéficieront, d'une part, d'une
prime d'adaptation sous la forme d'une réduction
unique de cotisations par travailleur et par heure
de réduction et, d'autre part, d'une réduction
trimestrielle de cotisations variant selon l'ampleur
de la réduction de la durée du travail. Une prime
d'adaptation est également prévue dans le cadre
de la semaine des quatre jours.

La réduction de la durée hebdomadaire du travail
peut s'appliquer à des catégories de travailleurs
déterminés par leur fonction ou leur âge mais elle
doit être collective.

Le chapitre IV crée un cadre légal permettant
l'application de la convention collective du travail
n°77, du 14 février 2001, conclue au sein du
Conseil national du travail, instaurant un système
de crédit-temps et de réduction des prestations de
travail. Il en résulte que la loi de redressement de
1985 doit être aménagée, entre autres, parce que
les dispositions relatives à l'interruption de carrière
doivent subsister pour le secteur public.

La CCT a été rendue obligatoire par l'arrêté royal
du 13 mars 2001; elle entrera en vigueur au 1
er
janvier 2002. La ministre a présenté le contenu de
cette importante convention. Les membres de
l'assemblée peuvent donc en prendre
connaissance dans le rapport écrit.

Le chapitre V porte de 3 à 10 jours le congé de
paternité et instaure le congé d'adoption.

Le chapitre VI prolonge la possibilité de conclure
des conventions collectives de travail sectorielles
relatives au régime des prépensions.

Une discussion générale, qui peut être qualifiée de
très intéressante et qui a porté sur l'ensemble des
deux projets de loi, a été entamée. Je reprends
dans ce rapport oral une série d'interventions
parmi les plus significatives.

En ce qui concerne l'économie générale de ces
deux projets, Mmes Pieters et D'Hondt ont fait
valoir que, dans le cadre de l'approche
européenne de l'emploi, il s'imposait d'harmoniser
les différents instruments de mesure utilisés par
les Etats membres pour présenter leur politique de
l'emploi. Mme Pieters s'est, en outre, posé la
question de savoir si l'augmentation du taux
d'emploi résultait des mesures gouvernementales
ou si elle était surtout due à la conjoncture
économique favorable et donc à l'éclosion de la
croissance naturelle de l'emploi. Mme Van de
Casteele a estimé que les projets à l'examen
étaient loin d'opérer la simplification prônée par le
gouvernement et a déploré l'ampleur de la
délégation conférée au Roi, avis qui a été partagé
par le groupe CVP.

Tant Mme D'Hondt que M. Wauters se sont
interrogés sur l'impact des projets sur le
financement de la sécurité sociale. En outre, M.
Wauters a relevé que son groupe a déposé des
propositions de loi dont la portée est plus large,
non seulement par rapport aux projets en
examen, mais aussi par rapport à l'accord
interprofessionnel. Pour que les projets soient à la
hauteur de leurs ambitions, Mme Coenen a
demandé qu'une évaluation soit réalisée à moyen
terme quant à l'impact de la réduction du temps
de travail sur différents facteurs, entre autres sur
l'emploi et la conciliation entre la vie
professionnelle et la vie familiale.

Mme Burgeon est intervenue sur le congé de
paternité et d'adoption, estimant qu'il s'agissait
globalement d'un progrès par rapport à la situation
actuelle. Elle a rappelé que, pour elle, le congé de
paternité a une autre finalité que le congé
parental, lequel est d'ailleurs un système
contestable tant sur le plan de l'égalité des sexes
que sur celui de l'égalité sociale.

Les différentes mesures relatives à la réduction
collective du temps de travail ont suscité de
nombreuses interventions. Tant Mme Cahay que
M. Anthuenis se sont réjouis du caractère
volontaire de la réduction collective du temps de
travail en deçà des 38 heures. Ils estiment qu'en
cette matière, seule la négociation sociale doit
pouvoir jouer. M. Anthuenis a soulevé un
problème de discrimination quant à la réduction
des charges patronales pour les entreprises avant
le 1
er
janvier 2001 ou celles qui devront réduire les
prestations de travail à 38 heures/semaines.

Mme Pieters a également mis en exergue les
aspects négatifs de la réduction collective du
temps de travail qui n'a d'ailleurs pas constitué un
thème central lors des négociations
interprofessionnelles. Cet avis est partagé, avec
des nuances toutefois, par Mme Van de Casteele
et M. D'haeseleer, qui considèrent que la
réduction collective du temps de travail n'est pas
conforme à la situation économique actuelle,
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
surtout en région flamande.

En ce qui concerne les incitants à la réduction du
temps de travail, M. Timmermans a déclaré que
les gains de productivité absorberont la
nécessaire augmentation de la production et,
partant, que ceux-ci ne favoriseront l'embauche
supplémentaire que dans une très faible mesure.
Il s'est également étonné de ce que la réduction
collective du temps de travail demeure dans la
norme salariale, ce qui n'est pas le cas des
participations bénéficiaires.

La complexité des attentes et des besoins en
matière de réduction de la durée du travail et les
manières adéquates d'y répondre ont fait l'objet
d'un vaste débat entre Mme D'hondt et M. Bonte.

Estimant que les trente-huit heures sont avant tout
un levier pour des négociations sectorielles et
d'entreprises, mais aussi pour un processus plus
large, votre rapporteur a également mis en
évidence le lien entre la semaine des quatre jours
et la réduction collective du temps de travail. Il a
rappelé que le dispositif instauré sous la
précédente législature était davantage un
instrument de flexibilité qu'autre chose.

En ce qui concerne le volet de la réduction
individuelle du temps de travail, plusieurs
intervenants ­ dont Mme D'Hondt, Mme Van de
Casteele et M. Bonte ­ ont exprimé des doutes
quant à la plus-value apportée par le régime du
crédit-temps par rapport au système actuel de
l'interruption de carrière.

La problématique de la réduction individuelle du
temps de travail dans les PME a également été
abordée, notamment par M. Bonte qui a déploré le
fait que la convention collective de travail n°77
s'inscrit dans une tendance visant à écarter
progressivement et structurellement les
travailleurs occupés dans ces PME des différentes
formes d'interruption de carrière.

Mme Coenen s'est interrogée, quant à elle, sur la
conduite d'une politique d'égalité des chances au
travers du crédit-temps, ce qui requiert une
politique d'équivalence des revenus.

Enfin, votre rapporteur a exprimé ses inquiétudes
en termes d'équilibre budgétaire pour la sécurité
sociale par rapport à la suppression de l'obligation
de remplacement.

Les discussions portant sur les différentes
mesures relatives au relèvement du taux d'emploi
des travailleurs âgés se sont focalisées
essentiellement sur le reclassement professionnel
des travailleurs de 45 ans ou plus. Pour le reste,
je renvoie au rapport écrit.

M. D'Haeseleer a épinglé le coût supplémentaire
pour les entreprises ­ quatre milliards selon les
calculs établis ­ et a suggéré une obligation de
reclassement dans le chef des travailleurs.

Tout en étant favorable au principe de
l'outplacement, Mme D'Hondt s'est interrogée sur
le rapport entre le reclassement professionnel et
les délais ou indemnités de préavis, ainsi que sur
l'équilibre à atteindre entre les droits respectifs
des employeurs et des travailleurs.

M. Bonte considère que la formule de
reclassement telle qu'elle a été retenue par le
gouvernement constitue un progrès indéniable
dans la lutte contre l'éviction des travailleurs âgés
du marché du travail. Selon lui, les systèmes de la
prépension et du chômage des aînés présentent
un danger de fracture sociale que l'outplacement
veut précisément éviter. L'intervenant a déclaré
que le droit à l'outplacement se devait d'être
neutre vis-à-vis des délais et indemnités de
préavis et s'est dit opposé à l'imposition dans le
chef du travailleur d'une obligation de s'inscrire
dans un projet de reclassement.

Votre rapporteur s'est également opposé à une
telle obligation. S'agissant d'un droit, l'usage de
celui-ci ne peut pas être lié aux conditions de
disponibilité sur le marché de l'emploi pour
l'obtention des allocations de chômage. Quant au
champ d'application de l'outplacement, votre
rapporteur a regretté l'exclusion des travailleurs
qui peuvent prétendre à la pension légale
anticipée.

M. Anthuenis a déclaré qu'il aurait
personnellement préféré une organisation de
l'outplacement sur une base volontaire et qu'il y ait
des incitants pour les entreprises.

Enfin, M. Wauters a exprimé des doutes quant à
la conclusion d'une convention collective de travail
en la matière et a demandé que le financement du
reclassement ne s'opère pas au détriment des
procédures de préavis.

Dans ses réponses, Mme la ministre de l'Emploi a
tout d'abord relevé que les projets à l'examen ne
s'inscrivaient ni dans une optique "révolutionnaire"
­ comme certaines organisations patronales l'ont
prétendu ­ ni dans une "politique des petits pas" ­
comme certains intervenants l'ont insinué au
cours des débats.
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30

Des avancées significatives sont opérées, afin de
répondre notamment à l'Union européenne tant
sur le plan quantitatif que sur le plan qualitatif de
l'emploi.

Dans le cadre de la présidence belge de l'Union
européenne, elle a demandé au Conseil supérieur
de l'Emploi et aux fonctionnaires dirigeants de
l'ONEM de travailler à l'harmonisation des
statistiques européennes en matière d'emploi.

Lors du sommet de Stockholm, la Belgique a fait
inscrire cette révision des statistiques dans les
conclusions.

S'appuyant notamment sur le rapport 2001 du
Conseil supérieur de l'emploi, la ministre a déclaré
que la croissance seule ne pouvait expliquer la
diminution du taux de chômage pour l'année 2000.

Par ailleurs, loin de complexifier davantage les
mesures pour l'emploi, ces deux projets de loi
contribuent incontestablement à une simplification
administrative. La ministre a donné des exemples
concrets, notamment les 174 possibilités
d'interruption de carrière qui sont réduites à une
seule.

Enfin, la ministre a insisté sur le rôle que les
partenaires sociaux devront jouer dans la mise en
oeuvre de plusieurs dispositions des projets à
l'examen. A cet égard, le Roi n'est habilité à
intervenir, le plus souvent, qu'à défaut d'accord
entre les partenaires sociaux.

Des précisions au sujet des enveloppes
budgétaires ont été données et, pour répondre à
la demande de certains membres de la
commission sur des points précis ­ durée du
travail, réduction du temps de travail, interruption
de carrière et crédit-temps ­, la ministre a fourni
toute une série de chiffres et de tableaux qui se
trouvent joints au rapport écrit.

En ce qui concerne les questions posées par les
intervenants sur le contenu de ces deux projets de
loi, la ministre y a répondu point par point. Les
membres de l'assemblée sont invités à en prendre
connaissance dans le rapport écrit.

En particulier, il faut relever que le gouvernement
a toujours eu, au travers de ces deux projets de
loi, le souci de concilier la compétitivité des
entreprises avec les droits individuels nouveaux. Il
en est ainsi, par exemple, en matière de réduction
du temps de travail ou encore en ce qui concerne
le reclassement professionnel pour lequel la
ministre a indiqué que, dans le cadre de l'arrêté
royal qui devra être pris à défaut de conclusion
d'une CCT générale, le coût économique de la
mesure devra être pris en compte.

Compte tenu de notre taux d'emploi des plus de
50 ans, un des plus faibles d'Europe, la ministre a
admis que d'autres moyens de promotion de
l'emploi des travailleurs âgés devront être activés.

Les discussions et votes ont d'abord porté sur le
projet de loi n° 1291, ensuite sur le projet de loi n°
1290.

De nombreux articles ont fait l'objet de
discussions et de questions supplémentaires.

Plusieurs amendements ont été déposés. Un seul
a été retenu par notre commission. Il s'agit de
l'amendement n°1 de M. Bonte et consorts qui
insère un article 25bis dans le projet de loi n°
1291. Cet amendement prévoit l'évaluation
annuelle du crédit-temps par le CNT, évaluation
qui sera transmise au ministre de l'Emploi et au
parlement fédéral. Le mois de décembre 2002,
choisi pour la première évaluation, est justifié par
le fait qu'il coïncide avec la conclusion du prochain
accord interprofessionnel. Cet amendement a été
adopté par 11 voix et 2 abstentions.

L'ensemble du projet de loi n° 1291 tel qu'amendé
a été adopté par 9 voix et 4 abstentions. Les
propositions de loi jointes deviennent, par
conséquent, sans objet.

L'ensemble du projet de loi n° 1290 tel que corrigé
a été adopté par 9 voix et 5 abstentions. La
proposition de loi jointe devient, par conséquent,
sans objet.

Voilà, monsieur le président, madame la vice-
première ministre, mes chers collègues, le rapport
le plus complet possible de nos travaux.

Pour terminer, je tiens à remercier le secrétaire de
la commission ainsi que les services de la
Chambre qui ont eu un travail intense à fournir, à
l'occasion de ces débats, notamment pour la
rédaction du rapport particulièrement exhaustif.
06.05 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik wil de
bespreking van het wetsontwerp tot verbetering
van de werkgelegenheidsgraad van werknemers
beginnen met een vraag. Heeft de regering al
eens berekend wat het effect op de
tewerkstellingsgraad in België zou zijn als men de
10.000 opvangouders in ons land een volwaardig
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
sociaal statuut zou geven zodat deze groep van
werkenden kan meegerekend worden bij de
actieve bevolking? Onze werkgelegenheidsgraad
zou wel een beetje stijgen.

Ik wil mij in mijn uiteenzetting beperken tot twee
grote punten, met name het outplacement en de
oudere werknemers.

Het eerste punt betreft dus het outplacement. De
verslaggever heeft in zijn uitmuntend verslag
toegelicht dat de CVP al in de commissie
verklaard heeft dat de partij zich volmondig kan
inschrijven in het principe van outplacement. De
bepalingen zoals zij in het wetsontwerp zijn
opgenomen tot invoering van een recht op
outplacement, roepen bij ons echter wel enkele
reflecties en grondige bedenkingen op.

Zo moeten wij de vraag durven te stellen over het
evenwicht tussen respectievelijke rechten en
plichten van werkgevers en werknemers binnen
de vooropgestelde regeling van outplacement. De
vraag hoe het recht op outplacement zich
verhoudt tot de opzegtermijnen en de
vergoedingen moet duidelijk worden beantwoord.
Ik heb al bij het begin van de paars-groene
regering een Nederlandse uitspraak gebruikt:
"Men moet niet stapelen, maar men moet kiezen".
Dringt er zich in het geheel van deze maatregelen
niet eerder een keuze op in plaats van een
opeenstapeling van diverse maatregelen?
Loonkostenverhoging enerzijds en
loonkostenverlaging anderzijds kunnen niet
tegelijkertijd in een hand gedragen worden.

Mevrouw de minister, tijdens de bespreking in de
commissie hebt u het volgende aangekondigd, en
ik citeer: "dat bij gebrek aan een algemene cao
een koninklijk besluit zal moeten uitgevaardigd
worden waarin rekening wordt gehouden met de
economische kostprijs van deze maatregel" -
outplacement - "voor de ondernemingen. Inzake
het verband met de vooropzegging moet het
volgende onderscheid gemaakt worden. Ofwel
blijft de betrokkene tijdens de
vooropzeggingstermijn werken zonder loon en
zonder dat een vooropzeggingsvergoeding wordt
betaald. In dit geval is cumulatie met
outplacement-activiteiten mogelijk. Ofwel stopt de
betrokkene tijdens de vooropzeggingstermijn met
werken en wordt een compenserende
vooropzeggingsvergoeding betaald. In dat geval
kan worden gedacht aan een cumulatie tussen de
vergoedingen en de outplacement-activiteiten". Dit
is een heel belangrijke uitspraak in het kader van
wat de volgende weken en maanden zal
gebeuren.

Mevrouw de minister, wilt u daarom in de repliek
op deze algemene bespreking uw belangrijke
uitspraken uit de commissie bevestigen en
eventueel verduidelijken?

Wat de oudere werknemers betreft, moet de
nadruk inzake een verhoging van de
activiteitsgraad bij oudere werknemers liggen op
het in dienst houden van oudere werknemers. In
dit ontwerp legt de regering opnieuw bijna
uitsluitend de klemtoon op het opnieuw in dienst
nemen van oudere werklozen en
bruggepensioneerden. Opnieuw in dienst
genomen worden na ontslag is iets helemaal
anders dan in dienst gehouden worden. Het
opnieuw in dienst nemen gebeurt met niet
onbelangrijke financiële stimuli. Dit plan heeft als
resultaat dat degenen die langs de achterdeur met
een financieel voordeel uitgerangeerd werden
langs de voordeur en met een nieuw financieel
voordeel worden binnengehaald. Mevrouw de
minister, de CVP dringt erop aan dat
beleidsinitiatieven en financiële stimuli niet de
herintegratie zouden promoten maar de uitstoot
van oudere werknemers zou voorkomen, meer
zelfs bemoeilijken.

De aangroei van de groep van oudere werklozen
is tijdens deze legislatuur in een periode van
hoogconjunctuur immers niet gedaald.
Integendeel, de groep is groter geworden. Ten
opzichte van 1998 steeg in 1999 de groep van
oudere werklozen met 8568 personen naar een
totaal van 132.816. In 2000 steeg dit aantal met
7947. Eind 2000 waren er 140.763 oudere
werklozen. Tot mijn en wellicht ook uw bittere
ontgoocheling moet ik vaststellen dat in het eerste
trimester van 2001 dit cijfer aangegroeid is met
5620 personen. Deze cijfers tonen aan dat er
nood is aan daadkrachtig optreden niet zozeer om
de herintrede van oudere werklozen op de
arbeidsmarkt te promoten ­ hoe belangrijk dit
aspect ook is ­ maar om de massale uitstoot van
oudere werknemers te vermijden.

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik
kom tot het wetsontwerp betreffende de
verzoening van de werkgelegenheid en de
kwaliteit van het leven. In de voorbije maanden
hebt u herhaaldelijk aangekondigd dat de regering
op korte termijn zou uitpakken met een ambitieus
plan inzake de verzoening van werkgelegenheid
en kwaliteit van het leven. U onderstreepte dat wij
een plan mochten verwachten dat al de
ingrediënten zou bevatten tot verhoging van de
werkgelegenheidsgraad maar ook tot onthaasting
en een betere combinatie van arbeidsprestaties,
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
gezinsleven en levenskwaliteit.

Het opschrift van het wetsontwerp dat voorligt,
klinkt goed. "Verzoening van werkgelegenheid en
kwaliteit van het leven", het kan bijna niet beter
klinken. De façade is gered. Voor de media is het
opschrift wellicht voldoende ronkend! Achter deze
titel schuilt de greep van deze regering die te veel
op uniforme wijze bepaalt wat voor de burger van
dit land de beste combinatie is van
arbeidsprestaties en levenskwaliteit. Uit de inhoud
van het wetsontwerp kunnen wij niets anders dan
afleiden dat de regering van oordeel is dat
opnieuw moet worden gekozen voor algemene,
lineaire maatregelen die worden opgelegd of via
financiële stimuli sterk gepromoot.

Deze maatregelen zouden, lineair als ze zijn, voor
de ondernemingen en de werknemers de beste
verzoening moeten vormen van werkgelegenheid
en kwaliteit van het leven. Eigenlijk dachten wij
daar anders over. In het stadium van de
collectieve arbeidsduurvermindering stoort het ons
toch wel een beetje dat dit opnieuw het deus ex
machina is.

Collectieve arbeidsduurvermindering, die u niet
eenzijdig durft op te leggen, wordt nu verkocht. Er
worden twee verminderingen op de te betalen
bijdrage voor de sociale zekerheid toegekend, een
eenmalige en de recurrente. Ook ondernemingen
die overgaan tot de vierdagenweek ontvangen
vierhonderd euro per betrokken werknemer. De
onduidelijkheid die er echter nog bestaat over de
mogelijkheden die aan de Koning worden gegeven
om het bedrag van de eenmalige
bijdragevermindering te kunnen aanpassen,
de
duurtijd waarbinnen de recurrente
bijdragevermindering kan worden genoten en de
definitie van wat nu zal worden beschouwd als de
vierdagenweek, staan eigenlijk haaks op de door
de ondernemingen gevraagde rechtszekerheid.
De administratieve complexiteit die voor deze
regeling in het leven wordt geroepen, druist toch
wel in tegen de administratieve vereenvoudiging.

Vervolgens kom ik tot het stelsel van het
tijdskrediet. Ondanks het tijdskrediet dat door de
regering wordt naar voren geschoven om aan te
tonen hoezeer de actieve welvaartstaat zich aan
het ontwikkelen is en hoezeer het beroepsleven,
gezin en vrije tijd op een harmonieuze wijze
kunnen worden verzoend, blijven wij erbij dat het
tijdskrediet waarin in dit ontwerp is voorzien,
minder verzoening tot stand brengt dan de huidige
wetgeving en de mogelijkheden inzake
loopbaanonderbreking. De bespreking van het
wetsontwerp in de commissie heeft bij de CVP de
overtuiging niet weggenomen dat de kans reëel is
dat na de goedkeuring van dit wetsontwerp,
minder werknemers in aanmerking zullen komen
voor het opnemen van de tijdskrediet dan het nu
het geval is bij de loopbaanonderbreking. Er is dus
minder verzoening dan voorheen. Ik verduidelijk
het even. De vijf percent werknemers per
onderneming die recht zullen hebben op het
tijdskrediet worden uitgedrukt in eenheden of
hoofden.
06.06 Laurette Onkelinx, ministre: C'est un droit
généralisé mais, simplement, il y a une
organisation particulière à partir du moment où un
certain nombre de travailleurs demandent l'accès
à cette particularité de l'aménagement du temps
de travail. Mais c'est un droit généralisé. La
grande différence avec la situation actuelle, c'est
que maintenant, l'ensemble des travailleurs, quel
que soit l'endroit où ils travaillent, quel que soit le
secteur, quelle que soit la position dominante ou
pas dans le dialogue social, a droit à ce crédit-
temps, cette possibilité d'aménagement, de
conciliation entre vie professionnelle et vie hors
travail.
06.07 Greta D'Hondt (CVP): Mevrouw de
minister, nochtans is de 5%, van waaraf een
speciale procedure in werking moet treden,
berekend in eenheden of hoofden. De 3% die
recht had op loopbaanonderbreking, werd echter
uitgedrukt in personeelsvolume. Vanuit de praktijk
­ en ik zal mijn stelling onderbouwen ­ weten wij
dat 70% van de huidige loopbaanonderbrekers in
de privé-sector ­ dat zijn ruim 51.500 mensen ­
opteert voor een vermindering van de prestaties
in de plaats
van
voor
een
voltijdse
loopbaanonderbreking. Als er meer deeltijdse dan
voltijdse loopbaanonderbreking wordt gevraagd, is
het volume van 3% altijd meer dan de huidige 5%,
berekend in hoofden. Bovendien blijkt ook uit de
tabellen die wij hebben gekregen dat er heel wat
sectoren zijn die in hun CAO slechts een recht op
tijdskrediet van twee of drie jaar inschrijven.

De sociale partners die bij de ondertekening van
het interprofessioneel akkoord en de afsluiting van
CAO-77, wellicht gemeend hadden dat de
sectoren op vrij veralgemeende wijze het
tijdskrediet van één jaar zouden optrekken tot
meer dan drie jaar, hebben zich waarschijnlijk in
hun enthousiasme vergist. De tabellen die u ons
ter beschikking stelde, tonen aan dat de meeste
sectoren op twee of drie jaar blijven steken. De
voorziene mogelijkheden tot uitstel en intrekking
van het recht op tijdskrediet, het
voorkeurmechanisme en het
planningmechanisme, bieden de betrokken
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
werknemers minder zekerheid in het opnemen
van hun recht op tijdskrediet. De regeling van
één
vijfde loopbaanvermindering en de
loopbaanvermindering voor 50-plussers kan
worden ingetrokken in geval van verscheidene
ziektegevallen in de onderneming en bij
vermeerdering van werk. Hoe beperkt het aantal
mensen misschien ook was dat er een beroep op
deed, blijven wij betreuren dat de mogelijkheden
van loopbaanvermindering tot één derde of één
vierde niet meer mogelijk is, ook omdat dat een
instrument van flexibiliteit was in het opnemen van
het palliatief verlof. Ook voor gezinnen met
verscheidene kinderen dreigt de huidige regeling
geen verbetering te zijn ten overstaan van de
vroegere.

Het valt ons vooral zwaar dat men niet heeft
voorzien in overgangsmaatregelen. Wie in het
verleden zijn loopbaanonderbreking heeft
opgenomen, denkende dat men recht zou kunnen
hebben op drie of vijf jaar, komt, als dit
wetsontwerp wordt goedgekeurd, voor de
feitelijkheid te staan dat het tijdskrediet algemeen
wettelijk wordt teruggebracht tot één jaar of tot
twee of drie jaar in de sectoren. In de praktijk zal
dat voor een groot aantal mensen betekenen dat
zij op 30-, 35- of 40-jarige leeftijd vaststellen dat
hun tijdskrediet is uitgeput voor de rest van hun
loopbaan of minstens tot aan het volgende
interprofessioneel of sectoraal akkoord, maar in
ieder geval niet meer in de looptijd van dit
interprofessioneel of sectoraal akkoord, tenzij u
me zodadelijk zegt dat ik me hierin vergis.

Tot slot zou ik graag een duidelijke bevestiging of
ontkenning krijgen over iets dat wij ook in de
commissie hebben besproken. Na de bespreking
in de commissie en na CAO-77 evenals de
bepalingen van dit wetsontwerp nog eens grondig
te hebben doorgenomen, ben ik eigenlijk niet
gerustgesteld wat de maximale termijn betreft
inzake onderbreking van de beroepsloopbaan na
de goedkeuring van dit wetsontwerp. Wij hebben
daarom een amendement ingediend opdat in de
wet expliciet zou worden ingeschreven wat u in de
commissie eigenlijk hebt bevestigd, met name dat
de duurtijd van de onderbrekingen van de
beroepsloopbaan voor het toedienen van
palliatieve zorg, het verlenen van bijstand of de
verzorging van een zwaar ziek gezinslid of
familielid en de uitoefening van het recht op
ouderschapsverlof, wat wij gemeenzaam de
"bijzondere verloven" noemen" boven op de
maximale duurtijd van de onderbreking komen
waarin in de nieuwe regeling op het tijdskrediet en
het algemeen stelsel van beroepsloopbanen in de
particuliere sector is voorzien.

Mevrouw de minister, u hebt dat in de commissie
duidelijk gezegd. Ik moet u in alle eerlijkheid
zeggen dat ik die verzekering niet heb. Ik doe
hiervoor ook een beroep op de collega's. Het zou
dus heel goed zijn als in het Integraal Verslag van
de plenaire vergadering wordt vermeld dat nog
eens heel duidelijk gezegd werd dat de bijzondere
verloven zoals ik ze hier heb opgesomd, het
palliatief verlof, het ouderschapsverlof en de
andere korte verloven, werkelijk worden
toegevoegd aan het recht zoals dat hier in het
wetsontwerp wordt voorzien.
06.08 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, madame la ministre, chers collègues,
l'augmentation du taux de l'emploi est, sans
conteste, un objectif classique pour un
gouvernement. Je pense qu'il suffit de relire les
déclarations gouvernementales de l'après-guerre
pour se rendre compte que chacune d'entre elles
comportait un chapitre important concernant cette
augmentation du taux d'emploi. Mais ce n'est pas
parce que c'est un objectif classique qu'il n'est pas
pertinent.

Pertinent, parce que l'augmentation du taux
d'emploi, c'est d'abord la réduction du chômage et
de la fracture sociale qui l'accompagne, en
permettant également une meilleure répartition
des revenus.

C'est un objectif pertinent pour pouvoir relever le
défi de la dépendance entre les générations et
assurer ainsi la viabilité du système de sécurité
sociale, qui restera, n'en doutez pas, financé
principalement par les cotisations sociales.

C'est un objectif pertinent, enfin, parce qu'il offre à
un nombre plus important de femmes et
d'hommes des possibilités d'épanouissement
dans l'exercice d'une profession.

Aujourd'hui, le gouvernement nous propose, d'une
manière classique mais pertinente, deux projets
de lois dont les objectifs visent, d'une part, à
augmenter le taux d'emploi avec une attention
plus particulière à l'emploi des travailleurs âgés
pour le premier cas, et, d'autre part, des mesures
visant à favoriser la conciliation entre la vie
professionnelle et la qualité de vie dans le second
cas.

Dans son rapport sorti fort opportunément voici
quelques jours, le Conseil supérieur de l'emploi
faisait remarquer que la Belgique était à la traîne
du peloton européen en ce qui concerne le taux
d'emploi des personnes âgées de plus de 50 ans.
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
Le Conseil supérieur de l'emploi fait d'ailleurs
remarquer également que même dans les
secteurs où il y a pénurie de personnel, le taux
d'emploi des travailleurs âgés n'a pas augmenté.

Les mesures prévues par le projet de loi, telles
que la réduction des cotisations patronales pour
les travailleurs à partir de l'âge de 50 ans, les
mesures d'outplacement en cas de licenciement
de travailleurs âgés ou encore la création du
Fonds pour la promotion de la qualité des
conditions de travail ou l'assouplissement de la
carrière à partir de l'âge de 50 ans pour effectuer
des activités de formation sont, certainement, de
bonnes mesures. Mais on peut se demander si
elles seront suffisantes pour atteindre les objectifs
d'un taux d'emploi de 50% pour les travailleurs de
plus de 55 ans tel qu'il a été défini à Stockholm.

On ne peut s'empêcher de penser que les
régimes de retraite anticipée tels que les
prépensions conventionnelles ont des effets peu
encourageants pour l'emploi de ces travailleurs.
Le Conseil supérieur de l'emploi, toujours lui, va
jusqu'à mettre en cause la légitimité de ces
régimes qui, je le cite, privent actuellement, de
manière arbitraire, la société d'une main-d'oeuvre
qualifiée.

C'est évidemment un débat délicat, car il vise
directement un certain nombre de mécanismes
mis en place pour, faut-il le dire, régler de manière
artificielle un certain nombre de situations sociales
dans le cas de fermetures ou de restructurations
d'entreprises. C'est pourtant un débat délicat qu'il
faudra avoir le courage d'ouvrir si le
gouvernement veut atteindre les objectifs qu'il
s'est fixés.

Il nous semble que certains éléments sont
absents du projet de loi visant à augmenter le taux
d'emploi. Ainsi, un des véritables défis de la
politique fédérale de l'emploi est celui de la
convergence interrégionale. Promouvoir entre
chacune des régions du pays une convergence
économique et sociale suffisante est un objectif
qui suppose une mobilisation et une coopération
des différents niveaux de pouvoir, ce, bien
entendu, dans le respect du partage des
compétences.

Alors que nous pouvons enfin compter sur des
marges budgétaires qui se sont dégagées, nous
recommandons de mettre en oeuvre un nombre
significatif de moyens au plan fédéral en vue de
contribuer à cet objectif de convergence.

Par ailleurs, l'organisation de l'éducation tout au
long de la vie est également un élément
indispensable pour augmenter le taux d'emploi.

L'investissement dans l'éducation est un facteur
clef pour améliorer les capacités d'insertion
professionnelle et pour suivre le rythme des
nouvelles technologies. Quelques mesures sont
prévues par le gouvernement en vue d'améliorer
le fonctionnement du congé-éducation, mais nous
regrettons notamment que l'interruption de
carrière ne prévoie pas un régime d'indemnisation
préférentielle pour les congés de formation ou
encore que le congé-éducation ne connaisse pas
de nouveaux développements.

A côté des compétences et des qualifications des
personnes, la recherche-développement et
l'innovation sont les principaux facteurs
déterminant le développement de l'économie et de
la connaissance. Nous pensons qu'il est
indispensable d'augmenter substantiellement le
niveau des investissements publics et privés en
recherche-développement pour atteindre le taux
annuel de 2% du PIB.

L'augmentation du taux d'emploi passe aussi, bien
sûr, par une amélioration de la conciliation entre la
vie privée et la vie professionnelle. C'est l'objet du
deuxième projet de loi soumis à notre vote
aujourd'hui.

A ce sujet, au moment où Mme la ministre
présentait son projet de loi au Conseil des
ministres, en mars dernier, les journaux avaient
titré "Travail et vie privée ne se regarderont plus
en chiens de faïence, place à la semaine allégée,
à la carrière à éclipses, aux cadences mieux
accordées à la famille. Femmes et hommes
apprécieront."

Il est vrai que le nouveau produit à des contours
alléchants: un an de liberté pour tous les
travailleurs salariés, à prendre en une fois ou à
répartir sur l'ensemble de sa carrière, cette année
étant un temps minimum puisque la conclusion
d'une convention collective peut en prolonger la
durée jusqu'à cinq ans. Une diminution du temps
de travail à concurrence de 1/5 permet, sans
instaurer une diminution généralisée du temps de
travail, de goûter aux joies de la semaine des
quatre jours pour une période de cinq ans
maximum. Enfin, les plus de cinquante ans
pourront alléger leurs horaires de travail jusqu'à la
pension grâce à un droit au mi-temps ou à la
semaine de quatre jours.

Derrière ces aspects appétissants, le projet de loi
qui nous est proposé aujourd'hui, a quand même
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
quelques traces d'amertume. En effet, si l'on s'en
réfère aux déclarations que la ministre de l'Emploi
avait faites en septembre 2000 dans sa note "Plus
de temps pour soi et plus d'emplois pour tous", on
peut regretter que l'ensemble des objectifs qui y
étaient formulés, ne soient pas concrétisés dans
le projet de loi. En effet, plutôt que d'un véritable
droit au crédit-temps, c'est une réforme partielle
de l'interruption de carrière qui est proposée.
06.09 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur
Langendries, ce que vous dites n'est pas exact.
L'ensemble des objectifs repris dans la note ont
été acceptés non seulement par le gouvernement
mais aussi par les partenaires sociaux et se
retrouvent, pour examen, ici, au parlement, avec
des modalités particulières. Mais, notamment, le
droit au crédit-temps est un nouveau droit.
06.10 Raymond Langendries (PSC): Je suis
d'accord qu'on arrive à cet objectif-là si vous
acceptez les trois amendements que je dépose et
dont nous discuterons tout à l'heure. Je pourrais
alors revenir sur les conclusions qui sont les
miennes pour l'instant. Je défendrai âprement ces
amendements dans quelques instants.

Donc il s'agit d'une réforme partielle, d'abord
parce qu'elle ne concerne à ce jour que le secteur
privé. Je vois que nous sommes d'accord sur ce
point.
06.11 Laurette Onkelinx, ministre: Ma note ne
concernait également que le secteur privé.
06.12 Raymond Langendries (PSC): Mais je
peux donc dire que cette réforme est partielle: elle
ne concerne que le secteur privé. Le
gouvernement est compétent pour l'ensemble et
nous pourrions donc imaginer un certain nombre
d'éléments par rapport au secteur public, ce qui
ne serait pas plus mal.

Réforme partielle aussi parce qu'elle ne vise que
l'interruption ou la réduction de carrière dite
classique. En effet, les régimes spécifiques
d'interruption de carrière, congé parental, congé
pour soins palliatifs et congé pour assistance à
des personnes gravement malades ne sont pas
visés par la réforme et sont maintenus comme
tels.

En ce qui concerne la durée du crédit-temps, la
plupart des travailleurs - il faut le reconnaître -
bénéficiaient déjà d'un droit à une interruption de
carrière de cinq ans. A cet égard, sauf qu'il devient
général pour tous les travailleurs, le projet ne
présente pas d'avancée significative.

J'ai aussi un amendement qui permet de répondre
à ce problème.

Puisque j'opère en même temps la défense des
amendements, je poursuis avec mon troisième
amendement qui concerne le caractère partiel de
la réforme.
06.13 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Nous
sommes d'accord sur deux de vos amendements,
mais seulement sur deux.
06.14 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, retenez bien ce qui vient d'être dit.
J'ai l'habitude que les écolos disent être d'accord
avec des amendements, mais quand il s'agit de
voter, ils se trompent!

Le président: Peut-être M. Wauters parle-t-il en
son nom propre?
06.15 Raymond Langendries (PSC): Mon
amendement complémentaire concerne le
montant de l'allocation. Selon nous, il reste
insuffisant. Vous me direz qu'il est facile de la part
de l'opposition de proposer des augmentations;
c'est notre rôle et nous le faisons, mais en restant
dans des limites raisonnables.

A notre avis, le montant reste insuffisant pour
rendre le système plus attrayant, surtout au sein
des ménages à bas revenus pour lesquels le
système demeurera inaccessible. Nous sommes
loin de l'allocation de 30.000 francs annoncée par
la ministre en septembre 2000. N'est-ce pas,
madame la ministre?

Je comprends que le ministre des Finances veuille
intervenir juste au moment où je parle de
montants d'allocations augmentés; il n'empêche
que je retiens la différence entre vos déclarations
de septembre 2000 et ce que renferme le projet
de loi que nous devons voter. Il est certain qu'un
petit mieux nous conviendrait et je vous le
proposerai d'ailleurs tout à l'heure.

Je conclus en attirant l'attention du gouvernement
sur un élément indispensable pour augmenter le
taux d'emploi mais aussi pour faciliter la
conciliation entre la vie familiale et la vie
professionnelle.

Il n'en a pas été question dans le projet de loi,
mais je crois qu'il est indispensable d'indiquer que
c'est un des éléments majeurs. Il s'agit des
mesures à prendre pour assurer l'accès de
chaque enfant à des services d'accueil
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
abordables.

Nous soutenons à cet égard l'engagement du
gouvernement d'augmenter la capacité des
services de l'enfant de 10% chaque année. Mais
nous attendons que ces objectifs se concrétisent
rapidement. Il me semble indispensable d'aboutir
à un statut à part entière pour les gardiennes
encadrées ­ je sais que ce n'est pas tout à fait de
votre ressort, mais il est important de le souligner -
mais aussi de multiplier les modalités d'offres de
places d'accueil qui doivent être accessibles à
toutes les familles.

Malgré les quelques remarques que j'ai tenu à
faire et sachant avec quel enthousiasme vous
rejetterez les amendements que je vous
présenterai dans quelques instants, le groupe
PSC ne manquera pas, madame la ministre, de
voter positivement ces projets présentés.
06.16 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, madame la vice-première
ministre, chers collègues, le gouvernement arc-
en-ciel, dès son entrée en fonction en juillet 1999,
a souligné son intention de mettre en place un
Etat social actif, l'objectif étant de faire en sorte
que, grâce à l'intégration dans le marché du
travail, aucun groupe social ne soit marginalisé et
que la situation de tous les citoyens soit
suffisamment sécurisée pour leur permettre de
contribuer de façon créative à la société tout en
ayant une qualité de vie satisfaisante.

Le marché du travail reste le point faible de
l'économie belge malgré les récentes
améliorations liées pour l'essentiel à la situation
conjoncturelle favorable. Selon les dernières
estimations de l'Institut des comptes nationaux,
quelque 70.000 personnes supplémentaires ont
été mises au travail dont 2/3 à temps plein.

Si le taux d'emploi est ainsi passé de 59,3% en
1999 à 60,5% en 2000, il reste néanmoins un des
plus faibles au sein de l'UE et cette faiblesse est
principalement imputable à 3 groupes: les adultes
âgés, les jeunes et les femmes. Cela implique de
poursuivre une politique active en matière
d'emploi afin de réaliser les objectifs formulés lors
des sommets européens de Lisbonne et
Stockholm, soit obtenir un taux d'emploi atteignant
les 67% en 2005 et 70% en 2008.

Les deux projets de loi qui nous sont soumis
aujourd'hui ont pour objectif de remédier à ce
problème, d'une part, en présentant des mesures
très explicites pour, selon le titre en projet,
augmenter le taux d'emploi des travailleurs et,
d'autre part, pour obtenir une meilleure articulation
entre la vie professionnelle et la vie privée.

Ces deux projets de loi concrétisent les accords
conclus entre les partenaires sociaux dans le
cadre des négociations de l'accord
interprofessionnel 2001-2002. Ces deux projets
résultent d'un compromis entre les points de vue
respectifs des travailleurs et des employeurs; il
faut s'en réjouir.

Lors de la déclaration de politique fédérale
d'octobre 2000, le gouvernement avait jeté les
bases pour la conclusion du nouvel accord
interprofessionnel et comptait sur une
responsabilité des partenaires sociaux pour mener
une politique d'emploi active en les impliquant
dans les choix et en les invitant à définir les
modalités les plus adéquates pour la réalisation
de cette politique, ce qu'ils ont fait. Il nous
appartient aujourd'hui de leur répondre de
manière concrète en forgeant la base légale de
leurs accords.

En ce qui concerne la réduction générale du
temps de travail à 38h/semaine à partir du 1
er
janvier 2003, nous estimons qu'une meilleure
répartition du temps de travail peut contribuer à la
mise en oeuvre d'une politique de l'emploi et
permettre d'améliorer la qualité de la vie au
travers d'une gestion plus souple du temps.
Cependant, si l'aménagement du temps de travail
est un complément utile à toute politique de
l'emploi, il ne saurait s'y substituer entièrement.

En ce qui concerne les réductions collectives du
temps de travail, nous nous réjouissons que
celles-ci soient instaurées sur une base volontaire
et non contraignante. Nous estimons en effet que
ce n'est que selon cette voie que les entreprises
pourront envisager une éventuelle réduction du
temps de travail sous la barre des 38 heures. Il
s'agit en effet de ne pas compromettre
l'organisation du travail.

Par ailleurs, eu égard à la situation concurrentielle
du marché et au fait que la Belgique est, selon le
dernier rapport de l'OCDE, le pays d'Europe où
l'on travaille le moins, il convient d'éviter la prise
de mesures trop contraignantes qui pourraient
mettre en péril la compétitivité des entreprises
belges et la demande de main-d'oeuvre
spécialisée.

A l'heure actuelle, aucune étude n'a encore
démontré objectivement les bienfaits de la
réduction du temps de travail sur la diminution du
chômage ou sur la création d'emplois. Il importera
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
de faire le point à ce sujet.

L'instauration du système du crédit-temps, de
diminution de carrière et de réduction des
prestations de travail à mi-temps concrétise
l'application de la convention collective de travail
n° 77, conclue le 14 février dernier au sein du
Conseil national du travail. L'instauration d'un tel
système présente l'avantage d'une grande
simplification administrative par rapport aux
anciens systèmes pléthoriques d'interruption de
carrière.

Il faut également se réjouir du caractère purement
conventionnel prévu par ce système et de
l'absence d'obligation de remplacement du
travailleur en interruption de carrière.

L'instauration du droit au congé de paternité et au
congé d'adoption permettra au travailleur de
pouvoir s'absenter de son travail à l'occasion de la
naissance ou de l'adoption de son enfant, pour
une durée de dix jours. Nous souscrivons
entièrement à cette mesure qui constitue une
avancée souhaitable par rapport à la situation
actuelle.

Pour ce qui est des mesures visant à augmenter
le taux d'emploi, s'agissant des dispositions
prévues en faveur des groupes dits à risques, des
jeunes et des chômeurs âgés, nous ne pouvons
que nous réjouir des dispositions prises.

En ce qui concerne le reclassement professionnel,
plus communément appelé l'"outplacement", qui
vise en fait à lutter contre l'éviction des travailleurs
âgés du marché du travail, nous pouvons regretter
que cette mesure ne soit pas compensée par plus
d'avantages dans le chef des entreprises.

Pour ce qui est des mesures prises dans le cadre
du travail temporaire, nous sommes favorables à
celles-ci. Elles se situent en effet dans l'esprit de
la Convention de l'OIT et dans le contexte général
de l'ouverture du placement aux opérateurs
privés.

La formation reste également primordiale tant
pour les jeunes que pour les plus âgés dans la
lutte contre le chômage.

D'autres mesures devront encore être au centre
de nos préoccupations dans un avenir proche,
notamment en matière de flexibilité du travail où
une plus grande souplesse dans l'organisation du
travail devra être aménagée.

Voilà, monsieur le président, madame la vice-
première ministre, chers collègues, les différentes
remarques que je voulais apporter lors de la
discussion de ce projet de loi, qui est important
dans la politique d'emploi. Nous entendons le
défendre et voterons en sa faveur.
06.17 Hans Bonte (SP): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, ik zal mij tot een
aantal algemene bedenkingen beperken. In de
commissie werd immers reeds een uitvoerig debat
over beide ontwerpen gevoerd.

Het verheugt mij dat beide ontwerpen samen
worden behandeld, ook al zorgde dit in het begin
van dit debat voor verwarring bij de voorzitter.
Symbolisch is het echter belangrijk om gelijktijdig
te spreken over enerzijds, het verhogen van
activiteitsgraden en anderzijds, te zorgen voor een
betere verzoening tussen werktijd en gezinstijd.
De regering maakt daarmee een belangrijke
correctie duidelijk op kritiek van niet alleen
sommige leden van de oppositie, maar ook van de
meerderheid, die de actieve welvaartsstaat
voorstellen als een politiek die ertoe moet leiden
dat iedereen aan de slag moet, dat iedereen
mordicus moet werken, dat dit project alleen tot
werken moet leiden. Het feit dat die twee
ontwerpen samen worden behandeld houdt een
belangrijke correctie van die kritiek in. Als men
naar een hogere activiteitsgraad wil en moet
evolueren - wij hebben ons daartoe geëngageerd -
moeten regels worden gemaakt die werktijd en
vrije tijd beter verzoenen. De collectieve
arbeidsverkorting, de individuele
arbeidsverkorting, de thematische verloven en de
veralgemening van de 38-urige werkweek zijn
ingrediënten die de activiteitsgraad mee kan
helpen verhogen, die de inactieven mee aan de
slag kunnen helpen.

Inzake het eerste ontwerp, namelijk de verbetering
van de werkgelegenheidsgraad, zijn de
uitdagingen bekend. Diverse sprekers
accentueerden ze reeds, namelijk dat wij naar een
werkgelegenheidsgraad van 70% moeten
evolueren. Een belangrijk gegeven daarbij is de
uitstroom van oudere werknemers die blijft
voortgaan. Oudere werknemers, mensen van
meer dan 45 jaar die ook nog deze tijden van
hoogconjunctuur hebben meegemaakt, worden
telkens als het moeilijker gaat, als er moet worden
geherstructureerd, met het grootste gemak aan de
deur gezet en naar de werkloosheid en het
brugpensioen verwezen. Het is spijtig dat de CVP
nu afwezig is. Het is immers nog steeds niet
duidelijk welk beleid de CVP terzake voorstelt. Ik
herinner mij uit het debat in de commissie, maar
ook daarnet van mevrouw D'Hondt, het pleidooi
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
dat wij veel meer moeten doen, tot en met
lastenverlagende maatregelen om de 45-plussers
aan de slag te houden. Daarvoor is inderdaad veel
te zeggen. Ik wou mevrouw D'Hondt echter graag
herinneren aan de uiteenzetting van mevrouw
Pieters die diametraal tegenover het idee staat om
sociale zekerheidsmiddelen via lastenverlaging in
te zetten om mensen langer aan de slag te
houden. Dat staat ook zo in het verslag
opgetekend. Mevrouw Pieters heeft zich daar bij
herhaling en zeer uitdrukkelijk tegen verzet. De
ACV-vleugel van de CVP is daar wel voor te
vinden. Het is onduidelijk - dat hebben wij ook niet
uit de amendementen kunnen afleiden - waarvoor
de CVP staat.

De ACV-vleugel van de CVP is daar wel voor te
vinden. Het is mij onduidelijk waarvoor de CVP nu
precies staat.

Er was in elk geval een principiële doorbraak
omtrent het idee om outplacement op een of
andere manier in te schakelen voor dergelijke
categorieën van werknemers van meer dan 45
jaar. Dit idee kunnen wij vandaag in een
wetgevende tekst terugvinden. De SP is daarover
trouwens zeer verheugd. Wij hadden trouwens
een soortgelijk wetsvoorstel ingediend. Wij zullen
in de toekomst alert moeten blijven voor de
toepassing ervan. In het wetsontwerp wordt de
toepassing immers afhankelijk gemaakt van het
gedrag van de sociale partners. Volgens mij
moeten wij toezien op het feit of het ervoor zorgt
dat oudere werknemers aan de slag blijven.

Ik wil de minister feliciteren met de doorbraak
omtrent een ander moeilijk dossier dat verwant is
met het eerste ontwerp en waarover werd
gediscussieerd tijdens de behandeling van dit
wetsontwerp, namelijk de problematiek van de
beschikbaarheid van oudere werknemers.
Mevrouw de minister, het compromis dat via de
pers werd voorgesteld, is volgens mij een stap
voorwaarts. Het is bovendien volledig
complementair met de opzet van dit ontwerp. U
weet dat ik samen met andere collega's erop heb
aangedrongen om de piste te exploreren zodat
mensen die in brugpensioenstelsels zitten
opnieuw aan de slag kunnen met behoud van hun
toeslag. Dit lijkt mij een forse stap voorwaarts die
volledig inspeelt op het idee dat door de regering
bij herhaling naar voren werd geschoven, namelijk
het creëren van instrumenten, het stimuleren van
werknemers en ex-werknemers om opnieuw aan
de slag te gaan. Ik hoop dat dit zich spoedig zal
vertalen in de cijfers wanneer wij over een jaar de
activiteitsgraad zullen controleren.
Wat outplacement zelf betreft, wil ik nog zeggen
dat we op dit vlak moeten uitkijken naar de
houding van de sociale partners. In welke mate
zullen zij in gang schieten om via een
interprofessionele CAO terzake de nodige
regelingen te treffen. Wij zijn alvast benieuwd wat
er zal gebeuren als zou blijken dat dit niet is
gelukt. U kent onze mening over de mogelijke
inhoud van het koninklijk besluit terzake. Ons
wetsvoorstel was op die punten veel nauwkeuriger
uitgewerkt.

In verband met de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven wil ik
kort zijn. Ik meen dat er belangrijke stappen
voorwaarts worden gezet in een bijzonder
controversiële materie. Volgens mij worden er
stapjes voorwaarts gezet op een aantal vlakken. Ik
denk daarbij aan de collectieve
arbeidstijdverkorting, de veralgemening van de
38-urige werkweek, de thematische verloven die
beter worden vergoed, enzovoort. Ik heb tijdens
de besprekingen in de commissie echter mijn
twijfels geventileerd. Inmiddels werden wij op de
hoogte gebracht van de mening van een aantal
specialisten en commentatoren. Ik heb er dan ook
mijn twijfels over of dit tijdskrediet zal leiden tot
een verruiming van de groep mensen die recht
zullen hebben op loopbaanonderbreking.

Er is een welles-nietesdiscussie aan de gang over
de vraag in hoeverre dit een verbetering is. Het
kan ook niet anders, aangezien men terzake
volledig afhankelijk is van wat in de bedrijven
gebeurt.

Vandaar dat we tevreden zijn dat ons
amendement terzake ­ dat ertoe moet leiden de
evolutie op het veld heel nauwkeurig te volgen en
daaraan politieke conclusies te verbinden ­ door
11 van de 13 leden werd goedgekeurd. Tot onze
verbazing was er een fractie uit de meerderheid
die dit amendement niet heeft gesteund, maar in
elk geval waren er 11 leden die dit wel hebben
gedaan. Ik denk dat er een grote kans is dat we dit
controlemiddel, dat we vanuit het parlement willen
installeren ten aanzien van deze nieuwe wet, ook
effectief kunnen gebruiken.

Tot slot, mevrouw de minister, wil ik afronden met
te beklemtonen dat we bijzonder verheugd zijn
over de samenhang tussen de twee ontwerpen en
ook over de doorbraak die u hebt gerealiseerd om
outplacement in te schakelen als middel om
mensen langer aan het werk te houden en niet zo
vlug te zien wegstromen naar allerlei vormen van
passiviteit. Mijn inziens is het inderdaad goed te
onderstrepen wat het belang is van het koninklijk
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
besluit dat u klaar hebt in verband met de
beschikbaarheid van oudere werknemers. Via het
stimuleren van werknemers en het behoud van de
toeslagen gaat u de positieve richting uit.

Voorzitter: Herman De Croo, voorzitter.
Président: Herman De Croo, président.

Ik wil eindigen met een kritische noot.
Niettegenstaande deze ontwerpen moeten we ons
ervan bewust zijn dat, wanneer wij spreken over
het verhogen van activiteitsgraden, wij absoluut
niet uit het oog mogen verliezen dat er een
categorie werkzoekenden bestaat die zelfs de
kans niet krijgt om aan de slag te gaan. Het gaat
hier over heel wat allochtonengroepen. Zeker in
het kader van ons engagement ten aanzien van
Europa is het belangrijk dat wij in de komende
maanden op alle niveaus ­ het federale
Parlement, het Vlaams Parlement en de andere
deelparlementen ­ bijzonder creatief zijn. Het
moet veel gemakkelijker zijn om deze allochtonen
aan de slag te krijgen. De groep oudere
werkzoekenden in brugpensioen proberen wij via
allerlei positieve stimuli en op vrijwillige basis
opnieuw tot de arbeidsmarkt te doen toetreden, de
allochtonen daarentegen staan bij het solliciteren
voor gesloten deuren hoewel zij zeer graag tot de
arbeidsmarkt zouden toetreden. Vaak wordt hun
curriculum vitae zelfs niet gelezen omdat hun
familienaam een zuiderse bijklank heeft.

Niettegenstaande het belang van beide ontwerpen
ligt er nog werk op de plank indien wij de
werkgelegenheidsgraad naar 70% willen brengen.
Daarbij mogen wij de allochtonen niet uit het oog
verliezen.

De voorzitter: Zoals afgesproken zullen wij rond
18.00 uur stemmen. Er zijn nog 2 sprekers in de
algemene bespreking ingeschreven.

De heer Wauters zegt dat hij het ook aankan.

Je propose qu'il soit procédé aux votes avant
d'entendre la réponse de Mme la ministre
Onkelinx.
06.18 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb vandaag gemerkt dat u tot alles
in staat bent.

De voorzitter: Dat is niet nieuw.
06.19 Yves Leterme (CVP):Dat is inderdaad niet
nieuw.

Ik stel er prijs op dit nogmaals te onderstrepen. Ik
ben dus zeer waakzaam.
06.20 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le
président, madame la vice-première ministre,
chers collègues, je pourrais dire que M. D'Hondt a
dit l'essentiel et m'y associer ne prendrait que
quinze secondes. Cependant, je voudrais être plus
complet.

Le projet qui consiste à concilier l'emploi et la
qualité de la vie va certainement dans la bonne
direction. Outre les avancées significatives qu'il
contient, son plus grand mérite est la prise en
compte de la diversité de la demande sociale qui
consiste à souhaiter plus de temps libre.

Pour lutter contre la sous-utilisation des moyens
de production et contre le gaspillage des
ressources humaines, notre groupe a toujours dit
qu'il fallait relancer la dynamique de la réduction
généralisée du temps de travail. Cette exigence
exprime le souci d'une gestion collective du
marché du travail, notamment pour l'emploi, mais
aussi celui d'une société qui apporte une réelle
plus-value aux travailleurs en termes
d'épanouissement personnel et de vie familiale.

Si le passage aux 38 heures/semaine sera, au
plus tard le 1
er
janvier 2003, une réalité tangible
pour environ 200.000 travailleurs dans ce pays,
nous voulons également souligner la portée
symbolique de cette nouvelle norme, car elle
consacre les nombreux efforts sectoriels, des
combats isolés eux-mêmes susceptibles
d'engendrer une série d'effets multiplicateurs.

C'est donc pour nous un point de départ visant à
encourager la conclusion de conventions
collectives de travail permettant à chaque secteur
ou entreprise de réduire la durée du travail de la
façon la plus adaptée à sa situation à travers la
négociation.

J'en arrive à l'apport financier des pouvoirs publics
en vue de stimuler les efforts des entreprises en
matière de réduction collective du temps de travail
en deçà des 38 heures/semaine, intervention
financière destinée non seulement à soutenir la
réorganisation du travail mais aussi à assurer la
pérennité du système.

Dans le texte qui nous est proposé, on peut
regretter l'absence d'une condition portant sur la
création d'emplois supplémentaires. Certes, nous
aurions préféré que la conclusion d'accords soit
assortie d'une telle garantie, mais on sait que la
réduction du temps de travail doit être
suffisamment significative pour qu'elle ait un
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
impact réel sur l'emploi. Nous pensons que cette
mesure s'inscrit dans un projet de société dans
lequel elle n'est pas vue uniquement en termes de
politique de l'emploi, mais également dans un
cadre plus général de gestion des "temps
sociaux".

Ensuite, si le passage à une durée hebdomadaire
du travail jusqu'à 35 heures ou moins doit être
soutenu par une réduction des cotisations
patronales, cette réduction ne peut s'éterniser
dans le temps sous peine de la transformer en
une subvention quasi "structurelle" sur le travail.
Ce serait inacceptable. Il nous paraît clair que
l'intervention des pouvoirs publics doit être conçue
comme un moyen de permettre la réduction du
temps de travail en attendant que les autres
paramètres de financement produisent leurs
pleins effets.

Quant au champ d'application de la mesure, la
possibilité de ne la réserver que pour une
catégorie objective de personnel ne lui ôte en rien
son caractère collectif, mais permet de répondre à
la fois aux besoins des entreprises et aux
problèmes spécifiques rencontrés par certains
travailleurs. Par exemple, pour éviter des déficits
importants de travailleurs qualifiés ou
expérimentés dans certains secteurs, où la
pénibilité ou simplement le stress est un fait
quotidien, nous pensons qu'une telle réduction
sélective du temps de travail est indiquée afin
d'éviter des départs anticipés.

En ce qui concerne la semaine des quatre jours,
nous constatons que nos critiques vis-à-vis du
système mis en place sous la précédente
législature ne sont pas restées vaines. Nous nous
en réjouissons. Pour nous, il s'agissait davantage
d'un instrument de flexibilité qu'autre chose. On a
souvent entendu parler, sous forme de boutade,
de la "semaine des quatre jeudis". A nos yeux, s'il
importe que l'on puisse organiser autrement le
travail en fonction des besoins de l'entreprise,
nous avons toujours dit qu'il fallait des
contreparties réelles en termes de réduction de la
durée du travail.

Un lien très clair est désormais établi entre les
deux systèmes avec un avantage financier
supplémentaire à la clef, qui sera de nature ­ du
moins nous l'espérons ­ à inciter davantage les
employeurs à explorer cette formule audacieuse
qui permet d'allier efficience économique, emplois
supplémentaires et qualité de la vie.

Pour clore cette partie consacrée à la conciliation
entre l'emploi et la qualité de la vie, je voudrais
encore dire un mot sur la réduction individuelle du
temps de travail et le congé de paternité.
L'interruption de carrière a démontré ses effets
positifs face à des demandes souvent
conditionnées par des contraintes périodiques,
comme par exemple l'éducation d'enfants en bas
âge ou l'assistance à une personne gravement
malade. Tout en permettant encore cela, le droit
interprofessionnel au crédit-temps pendant un an
ouvre des horizons inexplorés en termes de
responsabilisation de tous les travailleurs, puisque
ceux-ci seront amenés à gérer leur capital
disponible au cours de l'ensemble de leur carrière.

Même si les ambitions de départ concernant
l'harmonisation individuelle des temps de vie
étaient supérieures à l'accord conclu entre les
partenaires sociaux, force est tout de même de
constater qu'une dynamique sociale importante a
été enclenchée, et ce à l'initiative de la majorité de
ce pays. Dans toute une série de commissions
paritaires, il y a incontestablement une volonté
d'utiliser les souplesses de la CCT n° 77, et donc
d'aller plus loin dans les réductions individuelles
du temps de travail.

On peut aussi parler de la suppression de
l'obligation de remplacement, qui n'est pas de
nature à nous rassurer sur l'équilibre financier du
système. Cela a déjà été dit, et notamment dans
le rapport. Même si nous sommes conscients que
les tensions entre l'offre et la demande sur le
marché de l'emploi ne facilitent pas l'embauche
compensatoire, l'abrogation de cette formalité
rompt une neutralité budgétaire déjà fortement
malmenée ces dernières années.

En ce qui concerne le congé de paternité inspiré
par la proposition de loi de notre collègue Colette
Burgeon, la reconnaissance du père dans le
développement du premier lien affectif avec
l'enfant participe à l'amélioration de la qualité de la
vie familiale et répond également à la logique de
l'égalité des sexes.

J'en viens maintenant à la deuxième partie de
mon intervention, qui concerne donc le projet de
loi sur le taux d'emploi des travailleurs. Je me
limiterai à la problématique des aînés, dont la
nécessité de prolonger la vie active est et doit
rester une priorité absolue. Notre pays compte en
effet environ 113.000 prépensionnés et 170.000
chômeurs âgés. C'est beaucoup. C'est trop par
rapport à la moyenne européenne.

Si l'on n'augmente pas notre taux d'emploi, c'est la
croissance qui en souffrira et le niveau de vie de
nos concitoyens s'en trouvera évidemment
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41
affecté.

De manière générale, notre option dans cette
problématique est de développer à la fois des
mesures préventives pour les travailleurs encore
actifs et des mesures incitatives pour les autres.
Sur ce dernier point, nous nous permettons
d'insister sur leurs compétences, leur expérience
et leur état physique.

Le gouvernement souhaite que les chômeurs
âgés restent ou redeviennent disponibles pour le
marché de l'emploi. C'est bien, mais inutile de
préciser que l'exercice sera périlleux, madame la
ministre, lorsqu'il s'agira de définir ce qu'est un
emploi convenable pour un chômeur âgé de 50,
55 ou 57 ans. Pour nous, cette voie n'est
certainement pas la meilleure.

Parmi les mesures qui participent à la fois à une
logique de prévention et d'incitation, le projet de loi
prévoit aussi la possibilité d'exercer des activités
de formation, de tutorat ou d'accompagnement,
pour certains travailleurs encore actifs à mi-temps.
Nous adhérons pleinement à cette idée, laquelle
doit être comprise aussi dans le cadre général de
la société de la connaissance. On ne dira jamais
assez que la valorisation des acquis
professionnels est un excellent moyen pour
maintenir en activité un personnel qualifié et
expérimenté.

Une autre mesure qui a été beaucoup discutée se
situe à la frontière du préventif et de l'incitatif: c'est
le droit individuel à l'outplacement pour les
travailleurs âgés d'au moins 45 ans. Pour nous,
cette mesure doit avoir pour effet que les
entreprises prennent davantage en compte
l'éventail des âges dans leur politique des
ressources humaines et, en définitive, que les
employeurs licencient moins ou moins facilement.
C'est aussi une question d'égalité et de justice
sociale.

Nous insistons aussi sur le fait que l'outplacement
est un droit, ce qui implique qu'un éventuel refus
ne peut avoir aucune conséquence directe sur les
conditions d'octroi des allocations de chômage.
S'agissant d'une procédure distincte des
obligations patronales en matière de licenciement
et de préavis, nous exprimons nos inquiétudes
quant à une éventuelle imputation du coût
supplémentaire du reclassement professionnel sur
les indemnités de préavis qui seraient dues au
travailleur, voire même sur les délais de préavis
eux-mêmes.

Si on ne peut ignorer le coût économique du
reclassement, n'oublions pas que le travailleur
licencié est, avant tout, une victime et qu'il ne
reste aucune obligation de résultat dans
l'outplacement. Nous serons donc très vigilants
sur cet aspect des choses.

L'outplacement ne peut constituer un prétexte
pour justifier une opération globale sur l'ensemble
des règles qui régissent les licenciements en ce
compris le droit aux allocations de chômage.

En conclusion, de par leur simplicité, leur
cohérence, leur originalité, ces deux projets de loi
se démarquent des plans et contre-plans qui ont
ponctué les politiques d'emploi menées dans le
passé. Il n'est plus question de disperser les
efforts sur une multitude de mesures de
remédiation avec l'effet désastreux de rendre le
tout illisible pour les acteurs concernés mais, au
contraire, de choisir quelques mesures bien
ciblées et d'y mettre les moyens suffisants pour
les rendre efficaces à long terme.

Ces deux projets forment d'ailleurs un tout et cela
a été dit par d'autres intervenants. La réduction de
la durée du travail doit contribuer au relèvement
du taux d'emploi des travailleurs et, en particulier,
des plus âgés. Au-delà des demandes et des
formules de plus de temps libre, l'objectif est bien
de rendre la société plus conviviale et plus
solidaire, une société où la perméabilité entre le
travail et le non-travail sera plus grande.

Madame la ministre, le groupe socialiste vous
soutient dans ce choix de société. Nous voterons
sans réserve ces deux projets de loi.
06.21 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ten
eerste wil ik opmerken dat wij blij zijn dat de 38-
urige werkweek gerealiseerd is en dat ons
wetsvoorstel in het wetsontwerp en straks door de
wet wordt opgenomen. Wat de vorige legislatuur
niet kon, kan nu blijkbaar wel. In de commissie
heb ik gezegd dat wij in de arbeidswet de
implicaties inzake overuren gingen natrekken. Nu
kunnen die overuren immers slechts aangerekend
worden vanaf het 41
ste
uur. Wij moeten daar iets
aan doen, want anders zullen er bijkomende uren
worden gepresteerd en dat kan nooit de bedoeling
zijn geweest bij de installatie van de 38-urige
werkweek.

Wij zijn ook blij met de stimulans voor de
collectieve arbeidsduurvermindering, zowel voor
de aanpassingspremie als voor de lastenverlaging
tot 2006. Wij zijn ook blij dat voor al het personeel
uit de gezondheidsdiensten de mogelijkheid wordt
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
geschapen om gebruik te maken van deze
lastenverlaging en deze aanpassingspremie in het
kader van de arbeidsduurvermindering, zodat
binnen de ziekenhuissector of de RIZIV-sectoren
al het personeel op een gelijkwaardige manier kan
worden behandeld.

Mevrouw de minister, ik stel alleen vast dat wij
vanuit het beleid stimulerend moeten werken ten
aanzien van de sociale partners. Wij geven
lastenverlaging - ook voor de 38-urige werkweek -
om de patroons over de streep te halen.

Belangrijk ook is het voorstel inzake het tijdkrediet.
Het belang van een goede combinatie tussen
gezin, vrije tijd, zorg, maatschappelijk engagement
en persoonlijke ontwikkeling is voor iedereen
evident. Mevrouw de minister, voor mij is dat een
nieuwe sociale kwestie waarvoor we nu een basis
leggen. Het is goed dat dit element uit de
loopbaanonderbreking is gehaald en dat de
nieuwe benaming tijdkrediet wordt gebruikt. Het
betekent dat mensen kunnen beschikken over tijd.
Voor ons is het belangrijk dat dit verder wordt
ontwikkeld. Ik weet - en dat is de kritiek die ik blijf
uiten - dat dit maar een doorslagje is van wat de
sociale partners zijn overeengekomen. We
moeten daar verder aan werken en ontwikkelen
en ook het thema beroepsloopbaanonderbreking
moet er worden ingebouwd.

Bovendien is de aanvulling in de sectoren
onvoldoende en zullen een aantal werknemers
minder rechten hebben.

Mevrouw de minister, ik heb hierbij twee
bedenkingen. Ten eerste, de plusvijftigers zitten
nu in een onduidelijke situatie. Degenen zonder
contract voor arbeidsduurvermindering tot het
pensioen of brugpensioen zitten in een penibele
situatie. Zij die deeltijds werken en elk jaar een
aanvraag moesten doen, komen niet in
aanmerking voor de nieuwe regeling omdat zij
geen drievierde of voltijds hebben gewerkt
gedurende het laatste jaar.

Mevrouw de minister, ik vind dat al deze mensen
vanuit de RVA moeten worden aangeschreven om
hen te wijzen op hun situatie zodat hun recht op
tijdkrediet tot hun pensioen kan doorlopen.

Zij kunnen dan nog de overeenkomst sluiten met
hun werknemer dat hun recht op
beroepsloopbaanonderbreking of tijdskrediet nog
kan doorlopen tot aan hun brugpensioen of hun
pensioenleeftijd. Ik vraag dat de RVA deze
mensen zou aanschrijven omdat de
vakorganisaties en niet de werkgeversorganisaties
de namen van deze mensen kennen. Deze
mensen lopen nu het risico dat hun tijdskrediet als
zodanig ten einde loopt. Zij moeten op zijn minst
zijn ingelicht over de keuze die zij kunnen maken.

Ik kom tot de vijftigplussers. In het verleden
werden de vrouwen te vaak gedwongen om
deeltijds te gaan werken door de taken die zij
verder nog moesten vervullen. Een alleenstaande
vrouw die vijftig wordt, kan nu een keuze maken.
Een vrouw die omwille van de kinderen op haar
dertigste deeltijds is gaan werken en die nu vijftig
wordt, blijft hetzelfde inkomen genieten. De eerder
genoemde alleenstaande vrouw krijgt echter een
bijkomend inkomen. In het licht van de non-
discriminatie vind ik dat hier een oplossing moet
worden gezocht. Daarvoor verwijs ik nogmaals,
zoals ik voor iets anders deed in de commissie,
naar het overschot van gelden voor
loopbaanonderbreking ten belope van 940 miljoen
tot anderhalf miljard frank. Er kan eens worden
over nagedacht of dat hier niet kan worden
aangewend.

Samengevat: het tijdskrediet is een nieuw en goed
begin, maar ontoereikend. Wij nemen ons dus
voor nieuwe wetsvoorstellen in te dienen rond de
uitbreiding ervan, net als rond de uitbreiding van
de thematische beroepsloopbaanonderbreking.

Een laatste punt dan. Ik blijf erbij dat men 7 dagen
vaderschapsverlof niet kan onderbrengen in de
ziekteverzekering. Vaderschapsverlof is geen
ziekte. Moederschapsverlof is geen ziekte. Ik weet
dat voor de techniek van het vaderschapsverlof
werd gekozen. Nu wij nieuwe bouwstenen
aandragen voor het tijdskrediet, stel ik voor om
eens na te denken of wij binnen de sociale
zekerheid geen fonds voor tijdskrediet, voor
beroepsloopbaankrediet en voor loopbaankrediet
kunnen creëren waarin de verschillende
elementen van tijdskrediet, zoals thematische
loopbaanonderbreking, vaderschapsverlof en
moederschapsverlof kunnen worden
ondergebracht. Zo zouden wij een nieuwe pijler
maken in de sociale zekerheid. Voor mij is dit een
oplossing voor de nieuwe sociale kwestie die zich
aandient, de verbinding tussen betaalde arbeid,
zorgarbeid, gezinsarbeid en individuele
ontplooiing. Ik breek dus een lans om na te
denken over een nieuw fonds voor tijdskrediet en
loopbaankrediet. Daarin kunnen dan de huidige
verloven worden ondergebracht en zo kan een
nieuw sociaal probleem een oplossing krijgen. De
rondetafel zal bijna beginnen.
Naamstemmingen
Votes nominatifs
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
07 Aangehouden amendementen en artikelen
van het wetsontwerp betreffende Belgacom
(1317/1 tot 4)
07 Amendements et articles réservés du projet
de loi relatif à Belgacom (1317/1 à 4)

Stemming over amendement nr. 1 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 2. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 1 de Yves Leterme,
Jozef Van Eetvelt à l'article 2. (1317/3)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 2)
Ja 45 Oui
Nee 79 Non
Onthoudingen 2 Abstentions
Totaal 126 Total

Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel
2 aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et
l'article 2 adopté.
07.01 Jean-Pierre Detremmerie (PSC):
Monsieur le président, j'ai pairé avec Mme Anne
Barzin.
07.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik heb een stemafspraak met de
heer Denis D'hondt.
07.03 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb een stemafspraak met de heer
Jan Peeters.
07.04 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb een stemafspraak met de heer
Marcel Bartholomeeussen.
07.05 Joëlle Milquet (PSC): Monsieur le
président, je voulais voter "oui".
07.06 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik wou "nee" stemmen.
07.07 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik wou "nee" stemmen.

De voorzitter: Stemming over amendement nr. 2
van Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 3.
(1317/3)
Vote sur l'amendement n° 2 de Yves Leterme,
Jozef Van Eetvelt à l'article 3. (1317/3)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 3)
Ja 35 Oui
Nee 77 Non
Onthoudingen 4 Abstentions
Totaal 116 Total

Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.

Stemming over amendement nr.
3 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 3. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 3 de Yves Leterme,
Jozef Van Eetvelt à l'article 3. (1317/3)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 4)
Ja 44 Oui
Nee 80 Non
Onthoudingen 4 Abstentions
Totaal 128 Total

Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.

Stemming over amendement nr.
4 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 3. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 4 de Yves Leterme,
Jozef Van Eetvelt à l'article 3. (1317/3)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(stemming/vote 4)

Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel
3 aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et
l'article 3 adopté.

Stemming over amendement nr. 7 van Yves
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
Leterme, Jozef Van Eetvelt, Tony Van Parys,
Karel Van Hoorebeke op artikel 5. (1317/4)
Vote sur l'amendement n° 7 de Yves Leterme,
Jozef Van Eetvelt, Tony Van Parys, Karel Van
Hoorebeke à l'article 5. (1317/4)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 5)
Ja 44 Oui
Nee 80 Non
Onthoudingen 4 Abstentions
Totaal 128 Total

Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.

Stemming over amendement nr. 11
(2)
van Jean-
Pol Poncelet op artikel 5. (1317/4)
Vote sur l'amendement n° 11
(2)
de Jean-Pol
Poncelet à l'article 5. (1317/4)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 6)
Ja 43 Oui
Nee 77 Non
Onthoudingen 5 Abstentions
Totaal 125 Total

Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.

Stemming over amendement nr. 9 van Jean-Pol
Poncelet op artikel 5. (1317/4)
Vote sur l'amendement n° 9 de Jean-Pol Poncelet
à l'article 5. (1317/4)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7)
Ja 42 Oui
Nee 79 Non
Onthoudingen 5 Abstentions
Totaal 126 Total

Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.

Tous les membres présents du groupe PS
voulaient voter "non".

Stemming over amendement nr. 10 van Jean-Pol
Poncelet op artikel 5. (1317/4)
Vote sur l'amendement n° 10 de Jean-Pol
Poncelet à l'article 5. (1317/4)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(stemming/vote 7)

Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel
5 aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et
l'article 5 adopté.

Stemming over amendement nr. 5 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 6. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 5 de Yves Leterme,
Jozef Van Eetvelt à l'article 6. (1317/3)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 8)
Ja 44 Oui
Nee 80 Non
Onthoudingen 4 Abstentions
Totaal 128 Total

Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel
6 aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et
l'article 6 adopté.
08 Geheel van het wetsontwerp betreffende
Belgacom (1317/1 en 2 ­ verslag met door de
commissie aangebrachte errata)
08 Ensemble du projet de loi relatif à Belgacom
(1317/1 et 2 ­ rapport avec errata apportés par la
commission)
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
45
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
08.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het wetsontwerp is wat ons betreft het
logische gevolg van een evolutie die reeds in de
jaren '80 is ingezet. Het kwam erop neer dat de
telecom-sector de ruimte kreeg om te groeien en
te bloeien, wat ook daadwerkelijk gebeurde
dankzij de inspanningen van het management en
het personeel van de NV Belgacom. Wij zullen
ons onthouden bij de stemming en dat omwille
van de volgende vier redenen.

Eerst en vooral is er een zeker wantrouwen
tegenover de wijze waarop het dossier door
minister Daems wordt behartigd. Dit wantrouwen
leeft trouwens niet enkel bij de oppositie, maar
blijkbaar ook in regeringskringen gelet op het feit
dat er een bevestiging moet komen via een in
Ministerraad overlegd koninklijk besluit.

Ten tweede is de volmacht die de regering heeft
gevraagd volgens ons manifest ongrondwettelijk.
Ik verwijs naar het advies van de Raad van State.

Ten derde stellen wij ons vragen bij de
schuldpositie van de nieuwe partner KPN, die in
het debat als dusdanig door de minister naar
voren werd geschoven.

Ten slotte is voor ons de manier waarop dit debat
omtrent dit belangrijk ontwerp in commissie heeft
moeten plaatsvinden een vierde reden tot
onthouding. Dit werd nauwelijks rechtgezet door
de behandeling van het ontwerp hier in plenaire
vergadering.

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 9)
Ja 78 Oui
Nee 13 Non
Onthoudingen 37 Abstentions
Totaal 128 Total

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Senaat worden overgezonden.
(1317/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (1317/5)

Raison d'abstention?
Reden van onthouding?
08.02 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, chers collègues,
je me suis bel et bien abstenue. Certes, je ne suis
pas opposée au projet industriel relatif à l'avenir
de Belgacom. Mais nous souhaitons que cela ne
devienne pas une seconde « affaire Sabena ».

L'urgence a été demandée depuis le début dans
ce dossier. Aussi y a-t-il un profond malaise par
rapport au processus utilisé. Partant, mon
abstention traduit le malaise que je ressens par
rapport au rôle et à la mission du parlement.

Enfin, le ministre nous a répondu très clairement
et a pris de nombreux engagements ­ que ce soit
au niveau de l'entreprise, des garanties ou du
statut du personnel. Mon abstention s'inscrit dès
lors dans la vigilance et le suivi que j'accorderai à
ce dossier dans les mois à venir.
09 Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van
het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (1304/1)
09 Projet de loi portant assentiment à l'Accord
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de
Belgique et le Comité intergouvernemental pour
les migrations européennes, signé à Genève le
2 juillet 1973 (transmis par le Sénat) (1304/1)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
46
(Stemming/vote 10)
Ja 128 Oui
Nee 0 Non
Onthoudingen 0 Abstentions
Totaal 128 Total

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1304/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1304/2)
10 Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr. 182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van
de ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de
afschaffing ervan, gedaan te Genève op 17 juni
1999 (overgezonden door de Senaat) (1305/1)
10 Projet de loi portant assentiment à la
Convention n°
182 de l'Organisation
internationale du travail concernant
l'interdiction des pires formes de travail des
enfants et l'action immédiate en vue de leur
élimination, faite à Genève le 17 juin 1999
(transmis par le Sénat) (1305/1)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(stemming/vote 10)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1305/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1305/3)
11 Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden
door de Senaat) (1306/1)
11 Projet de loi portant assentiment au
Protocole additionnel n°
5 à la Convention
révisée pour la navigation du Rhin, et à la
Déclaration, faits à Strasbourg le 28 avril 1999
(transmis par le Sénat) (1306/1)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(stemming/vote 10)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1306/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1306/2)
12 Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella
Minne en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de
huidige toestand in Afghanistan (1284/1 en 2 ­
verslag met een door de commissie
aangebrachte verbetering)
12 Proposition de résolution de Mme Mirella
Minne et M. Yvon Harmegnies et consorts
relative à la situation actuelle en Afghanistan
(1284/1 et 2 ­ rapport avec correction apportée
par la commission)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)

Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

(Stemming/vote 11)
Ja 130 Oui
Nee 0 Non
Onthoudingen 0 Abstentions
Totaal 130 Total

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering
worden gebracht. (1284/3)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné
connaissance au gouvernement. (1284/3)
13 Regeling van de werkzaamheden
13 Ordre des travaux
13.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de voorzitter, ik heb het woord niet
genomen tijdens de algemene bespreking, niet
omdat ik het thema niet interessant vond, maar
omdat ik van de gelegenheid gebruik wil maken
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
47
om uw aandacht te vestigen op het helse tempo
dat de regering de parlementsleden thans oplegt.

Het heeft volgens mij weinig zin een bespreking
die reeds plaatsvond in de commissie, opnieuw te
voeren in plenaire vergadering, te meer daar ons
vandaag een drukproef werd overhandigd van een
wetsontwerp dat meer dan 170 artikelen telt en
dat ons in de loop van de volgende dagen
eveneens door de strot zal worden gejaagd.

Mijnheer de voorzitter, ik doe een beroep op uw
wijsheid om met de bevoegde ministers, in casu
minister Aelvoet en minister Vandenbroucke, te
overleggen omtrent de noodzaak om een dergelijk
belangrijk wetsontwerp op die manier door het
Parlement te sluizen.

Hoewel de desbetreffende teksten al een tijd
circuleren buiten deze instelling waren ze pas
deze middag in mijn bezit en dan nog omdat ik
zelf ernaar gevraagd heb op het
commissiesecretariaat, net zoals de andere
collega's wellicht.

Het getuigt van onbehoorlijk parlementair werk om
een dergelijke bespreking aan te vatten zonder
dat wij de teksten ernstig konden doornemen.
13.02 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, de uitleg van mevrouw Van de Casteele
is niet helemaal correct.

Er moeten morgen geen 170 artikelen worden
besproken, maar wel van artikel 138 tot artikel 182
en dat maakt een groot verschil.

De voorzitter: Dames en heren, mevrouw
D'Hondt is mij dienaangaande komen spreken en
de heer Goutry heeft deze aangelegenheid reeds
aangehaald bij het begin van de vergadering. Naar
ik meen te hebben begrepen zou de regering een
amendement hebben ingediend om bepaalde
artikelen weg te laten.
13.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de voorzitter, ik heb inderdaad ook
vernomen dat de regering een amendement zou
indienen om een aantal artikelen weg te laten,
maar u moet toch toegeven dat deze situatie een
precedent is.

Tijdens mijn korte carrière in dit huis heb ik het
nog nooit meegemaakt dat een dergelijk belangrijk
ontwerp op die manier door het Parlement wordt
gejaagd en dat, te dien einde, zelfs de agenda
wordt aangepast. Inderdaad, vanmiddag verliet ik
even deze assemblee om, bij mijn terugkeer, te
vernemen dat de agenda werd gewijzigd, dat de
meerderheid had beslist om de commissie bijeen
te roepen en dat een toelichting zou worden
verstrekt over een drukproef die pas van de pers
was gerold en die nog maar net aan de
parlementsleden werd overhandigd. Dat is
onduldbaar.

Mijnheer de voorzitter, ik verzoek u terzake op te
treden en uw ministers te vragen wat meer
respect op te brengen voor het Parlement.

Alle andere organisaties beschikten al lang over
de tekst van dit ontwerp en hadden dus de tijd om
hun adviezen te formuleren. Welnu, wij zijn het
onszelf ook verschuldigd om degelijk werk te
leveren en om de voorliggende documenten met
respect voor de timing te behandelen.

Wij zijn allen bereid om in september vervroegd
uit verlof terug te keren om onze werkzaamheden
in dat verband aan te vatten.
13.04 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
wat mevrouw Van de Casteele zegt, is inderdaad
een samenvatting van mijn uiteenzetting
daarstraks. Ik wil nog wijzen op een praktisch
probleem. Wilt u met ons meedenken en liefst
mee handelen om dit op te lossen?

Men heeft ons via de agenda ­ de gele blaadjes
van maandagmorgen ­ aangekondigd dat het
wetsontwerp morgen in de gemeenschappelijke
vergadering van de commissie voor de Sociale
Zaken en de commissie voor de Volksgezondheid
zou worden behandeld. Wij hebben ons daarop
voorbereid. Wij hebben geen teksten, maar wij
hebben ons tenminste materieel voorbereid inzake
tijdsbesteding en dergelijke. U moet weten dat de
commissies voor de Volksgezondheid en voor de
Sociale Zaken al lang vragen om rationeler samen
te werken omdat zeer veel zaken wederzijdse
betrekkingen hebben. Morgen zullen wij het
beleven dat om 10.00 uur de commissie voor de
Volksgezondheid begint, terwijl op hetzelfde
moment de commissie voor de Sociale Zaken
begint en eigenlijk dezelfde mensen in de beide
commissies zouden moeten aanwezig zijn omdat
we ons ook op de beide zaken hebben voorbereid.
U moet zich voorstellen dat wij voor de
besprekingen van een belangrijk ontwerp, wat het
toch zal zijn als het nu nog moet passeren,
tezelfdertijd in commissie A en commissie B
moeten zijn. Ik vraag mij af hoe men dit moet
oplossen. Misschien hebt u daar, in uw rijkgevulde
carrière een betere suggestie voor dan ikzelf. Ik
weet het dus niet.
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
48
Le président: Madame la ministre, écoutez bien
ce que les membres disent et répercutez cela
aussi un peu plus loin.

Ik heb deze ochtend van de twee voorzitters ­ de
heer Wauters en mevrouw Avontroodt ­ de vraag
gekregen om het wetsontwerp dat aan de
gemengde commissie was toevertrouwd in een
opdeling van 1 tot 132 en van 132 tot 181 te
splitsen. Het ene deel gaat naar de commissie van
de heer Wauters en het andere naar de
commissie die door mevrouw Avontroodt wordt
voorgezeten. Ik heb dat hier voorgelegd. Mevrouw
D'Hondt was toen aanwezig en sprak haar
vermoeden uit dat die verdeling wel naar de
inhoud zou zijn gebeurd. Mevrouw D'Hondt heeft
ook gezegd dat zij de tekst niet had ontvangen,
ofschoon ze haar post had gezien. Enkele
minuten later heb ik de tekst gekregen en een
drukproef ingediend. Ik heb zelfs het uur
genoteerd. Om 16.28 uur heb ik van de regering
amendementen gekregen, die een aantal artikelen
introk.

L'encre de l'un était à peine sèche que des
amendements étaient déposés pour retirer des
articles de l'autre.

Dit gezegd zijnde, heb ik met de griffier een
onderhoud gehad en normaliter zullen de twee
commissies, zoals hier werd beslist, hun werk
moeten doen en waarschijnlijk verslag uitbrengen.

Nu komt u met het probleem dat men niet op alle
plaatsen tegelijkertijd kan zijn.

Ik heb niet graag dat men op het einde van de
zittijd complexe dingen niet voldoende zou
doordenken om goede wetten te maken. Le but du
parlement, madame, c'est faire des bonnes lois.
13.05 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
u bent de baas van dit huis en u moet het
volgende weten. Wij hebben een verenigde
commissie gevraagd omdat zeer veel
onderwerpen met elkaar verband houden. Wij
gaan toch niet alles overdoen en over en weer
pendelen van de ene commissie naar de andere?
Als men dat ontwerp morgen in een verenigde
commissie behandelt, zijn wij een stuk vooruit
geholpen. Als men de commissies opsplitst,
maakt men het ons niet alleen ongelooflijk lastig
door vandaag een tekst af te leveren zonder dat
wij ons daarop kunnen voorbereiden. Als men
bovendien de zaken zo organiseert dat wij geen
serieus werk kunnen leveren, dan begrijpen wij
niet meer waarom we nog naar dit Parlement
moeten komen. Dan zouden we veel beter nu
ontbinden. Laat de regering dan doen wat ze goed
vindt, maar dan spelen wij het spel niet meer mee.
13.06 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président,
si nous avons demandé que la commission des
Affaires sociales puisse travailler avec la
commission de la Santé publique, c'est pour tout
ce qui concerne la réforme du financement des
hôpitaux. Vous avez d'ailleurs reçu les
amendements. C'est la partie qui est retirée et
reportée à la rentrée d'octobre. Dans ces
conditions, le travail en commun des deux
commissions Affaires sociales et Santé publique
n'a plus de raison d'être. Nous pouvons travailler
dans les deux commissions séparément sur les
textes qui concernent exclusivement la santé
publique, d'une part, et les affaires sociales,
d'autre part, textes qui doivent être votés avant les
vacances. Cela ne vous plaît pas, monsieur
Goutry, mais nous avons obtenu gain de cause.
Le texte sur les hôpitaux sera débattu à la rentrée
et pas avant les vacances.
13.07 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
wat hier wordt gezegd is natuurlijk manifest
onjuist. De heer Mayeur heeft de luxe dat hij
inderdaad slechts lid is van een commissie,
namelijk de commissie voor de Volksgezondheid.
Hij is geen effectief lid van de commissie voor de
Sociale Zaken. Dat is een klein verschil, mijnheer
Mayeur. Ik ben effectief lid van de beide
commissies.

Mijnheer de voorzitter, ik kan mijn werk morgen
niet in orde doen. Ik vraag daarvoor een oplossing
en ik wil niet met een kluitje in het riet worden
gestuurd! Ik zal zoiets niet aanvaarden.

De voorzitter: Mijnheer Wauters, u bent voorzitter
van een van die twee commissies.
13.08 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Inderdaad, mijnheer de voorzitter, over de
elementen in het geneesmiddelendossier die
voorliggen, zijn er in de commissie voor de
Sociale Zaken al geruime tijd door verschillende
collega's vragen gesteld en interpellaties
gehouden. De minister heeft in zijn beleidsbrief en
in zijn wijze van uitdrukken altijd eenzelfde spoor
gevolgd. Voor de commissarissen zal het duidelijk
zijn welk spoor dat is. Daarom heb ik de
verantwoordelijkheid op mij genomen om dit
ontwerp niet in z'n geheel te laten bespreken maar
om precies deze elementen - het gaat om 22
artikelen, want ondertussen zijn de
amendementen van de regering binnen - in de
commissie voor de Sociale Zaken te laten
bespreken.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
49

Ik heb geopteerd voor die splitsing omdat het
andere luik uitsluitend onder de bevoegdheid valt
van de commissie voor de Volksgezondheid.
Daarom denk ik dat het goed is dat de twee
commissies zich daarover afzonderlijk uitspreken.
Vorige week kwam er immers nog terechte kritiek.
Die hele ziekenhuisfinanciering zit inderdaad zo
ingewikkeld in mekaar, er worden fundementele
veranderingen in het vooruitzicht gesteld, zodat we
er beter aan doen voor die materie wat meer tijd te
nemen. Ik meen dat hier een tussenoplossing
werd gevonden.

Het is beter dat wij tijd nemen om de
besprekingen te voeren. Er is een tussenoplossing
gevonden. Als voorzitter heb ik ook nooit onder
stoelen of banken gestoken dat de manier waarop
wij moeten werken, niet goed is. Het advies van
de Raad van State heeft twee maanden op zich
laten wachten. Dat is niet de fout van de ministers
en de regering en daarom probeer ik hen ook vrij
te pleiten. Ik wil ervoor zorgen dat de
commissieleden hun rechten hebben. Ik wil echter
ook begrip hebben voor een aantal elementen,
zeker voor de twee elementen in het
geneesmiddelenbeleid. Wij moeten dit kunnen
afronden.

De twee commissies hebben een raakvlak met de
financiering van de ziekenhuizen. Met mijn collega
Avontroodt heb ik afgesproken om de commissies
in september te hervatten, twee weken voor de
opening van het nieuwe parlementaire jaar. Zo
kunnen we genoeg tijd uittrekken om het hele
dossier te bespreken. Ik vraag nu begrip om de
beperkte artikels in beide commissies te
bespreken. Dat is hier beslist.
13.09 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président,
Mme Onkelinx n'est pas ici pour ce débat. Peut-
être faudrait-il revenir à l'ordre du jour. Pour ce qui
concerne le travail du mois de septembre, je
propose que ce point soit débattu en conférence
des présidents et non ici. Pour rappel, la session
recommence au mois d'octobre.

Le président: Vous avez aussi modifié le
Règlement qui demande que trois éléments soient
réunis: l'accord de la commission, du ministre et
du président de la Chambre en période de
vacances.
13.10 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn schikkingen
treffen. Er komt zoveel op ons af. Er wordt aan
twee kanten getrokken. Ik probeer een oplossing
te bieden. Natuurlijk moet ik naar de Conferentie
van voorzitters.

De voorzitter: De zittijd wordt gesloten op 8
oktober en wordt geopend op 9 oktober.
13.11 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik hoop dat u in al uw wijsheid nog een
oplossing vindt. Wat de heer Wauters over dit
voorstel zegt, is volgens hem waarschijnlijk
correct. Dit overkomt ons echter bij herhaling. De
wetsontwerpen die wij hier vandaag bespreken
zijn gedateerd op 11 juni en de besprekingen in
commissie zijn op 13 juni aangevat. Vorige week
hebben wij de wet op de arbeidsongevallen bijna
ter zitting gekregen. Nu behandelen we de
gezondheidszorgen. Mijnheer de voorzitter, als
mijn voelhorens het goed hebben opgevangen,
dan krijgen we volgende week een scenario met
de tweede pijler van de pensioenen.

Mijnheer de voorzitter, ik verwittig u. Dit wordt van
het goede te veel.

(De heer Joos Wauters is ontevreden dat hij het
woord niet krijgt.)
(M. Joos Wauters est mécontent de ne pas avoir
la parole.)

De voorzitter: Mijnheer Wauters, in hemelsnaam.
Ik ga me moeten kwaad maken.
13.12 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
de heer Wauters is altijd zo ongeduldig. De heer
Wauters zegt dat hij beslist heeft die splitsing door
te voeren. Dat is echter ons probleem niet. Men
mag dat uitssplitsen maar men mag de
commissies niet op hetzelfde ogenblik laten
plaatsvinden. Dat is het punt. Als men morgen een
hele dag wil vergaderen in de commissie voor de
Sociale Zaken en de hele nacht in de commissie
voor de Volksgezondheid is dat geen probleem.
Men mag de commissies niet op hetzelfde
ogenblik laten plaatsvinden. Als dit toch gebeurt,
verhindert men ons de werkzaamheden in de
beide commissies bij te wonen. Dat kunnen we
niet aanvaarden.
13.13 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw D'Hondt, wat de
wet op de arbeidsongevallen betreft, wens ik een
kleine correctie te maken en erop te wijzen dat we
de teksten 10 dagen in ons bezit hadden. Op het
ogenblik dat de regering de teksten had
overgezonden, heb ik geweigerd de bespreking
aan te vatten en heb ze uitgesteld. De waarheid
heeft haar rechten.

Mijnheer Goutry, u kunt het spelletje blijven
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
50
spelen. Twee effectieve leden van uw fractie in de
commissie voor de Sociale Zaken maken geen
deel uit van de commissie voor de
Volksgezondheid. De CVP beschikt nog over 3
plaatsvervangers die de commissie voor de
Sociale Zaken kunnen bijwonen. Twee van de 3
CVP-leden van de commissie voor de
Volksgezondheid zijn alleen lid van deze
commissie en niet van de commissie voor de
Sociale Zaken.

Ik heb alleen begrip voor de kleinere fracties zoals
de Volksunie.

De voorzitter: Collega's, dit debatje over de
regeling van de werkzaamheden heeft ons
geleerd met wat en op welke manier men
daarmee bezig is.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Wetsontwerpen en voorstellen
(voortzetting)
Projets de loi et propositions
(continuation)
14 Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos
Wauters tot aanvulling van de
arbeidsovereenkomstenwet met een recht op
outplacement voor oudere werknemers (961/1
en 2)
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 5)
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon
tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart
1971 met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques
Viseur en mevrouw Joëlle Milquet betreffende
het tijdkrediet (755/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer
Joos Wauters tot wijziging van de Arbeidswet
van 16 maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering
van een recht op ouderschapsverlof (967/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot
invoering van een recht op zorgkrediet (977/1 en
2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende
het loopbaankrediet (1171/1 en 2)
14 Projet de loi visant à améliorer le taux
d'emploi des travailleurs (1290/1 à 4)
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos
Wauters complétant la loi relative aux contrats
de travail par l'instauration d'un droit à
l'outplacement pour les travailleurs âgés (961/1
et 2)
- Projet de loi relatif à la conciliation entre
l'emploi et la qualité de vie (1291/1 à 5)
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur
et Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans,
Mme Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
modifiant, en vue de réduire la durée du temps
de travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail
(846/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1 et 2)

Reprise de la discussion générale
Hervatting van de algemene bespreking
14.01 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le
président, si je ne suis pas directement partie à la
cause, le débat qui vient d'avoir lieu est sans
doute né parce que nous discutons pour l'instant
d'harmonisation du temps de travail, ce qui a
suscité un réel enthousiasme pour discuter au
parlement de cette harmonisation du temps de
travail et de la qualité de la vie, notamment des
parlementaires et des ministres.

Cela étant dit, monsieur le président, je
commencerai par remercier le rapporteur pour son
excellent travail mais aussi l'ensemble des
membres de la commission des Affaires sociales
qui ont participé d'une manière très constructive
aux travaux consacrés aux deux projets de loi qui
vous sont présentés aujourd'hui, à savoir celui qui
concerne l'augmentation du taux d'emploi et celui
qui est relatif à la qualité de la vie, en général, et
plus particulièrement à l'harmonisation des "temps
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
51
sociaux", pour reprendre l'expression de M.
Delizée. Cette augmentation du taux d'emploi et la
diminution du temps de travail sont des éléments
importants, caractéristiques de l'Etat social actif et
le gouvernement y est particulièrement vigilant.

Pour ce qui concerne l'augmentation du taux
d'emploi, je voudrais compléter les informations
qui ont été exprimées à cette tribune par Mme
Cahay. Il est vrai que nous avons eu, en l'an 2000,
un cru tout à fait exceptionnel, une augmentation
du taux d'emploi qui a été mise en évidence par
tous les observateurs. Mais je pense qu'il faut,
pour bien comprendre le phénomène, remarquer
que cette augmentation du taux d'emploi a été
accompagnée par une diminution sensible du
chômage. Cela a été mis en évidence par le
Conseil supérieur de l'emploi et c'est donc
l'ensemble des politiques qui soutiennent la
remise au travail des personnes qui connaissent
le chômage qui a porté ses fruits. Nous sommes,
en commission, tous inquiets que du fait de la
diminution de la croissance, on pourrait connaître
un ralentissement de cette augmentation du taux
d'emploi et de la diminution du chômage. C'est
pourquoi il faut continuer à accompagner la
croissance par des mesures incitatives, par des
mesures de soutien telles qu'elles vous sont
présentées aujourd'hui. J'en profite d'ailleurs pour
vous dire que les chiffres pour le mois dernier sont
meilleurs et que l'on connaît à nouveau une
diminution non négligeable du chômage.

Cela étant dit, nos problèmes, nos faiblesses sont
connus. Ils portent particulièrement sur les
travailleurs plus âgés. Pour les jeunes, je ne suis
guère inquiète, même s'il faut poursuivre nos
efforts. En effet, le panel pris en considération
pour évaluer le taux d'emploi est toujours les
jeunes de 15 à 24 ans. Or, nous savons qu'en
Belgique, nous avons un taux élevé de jeunes qui
poursuivent longuement leurs études, et c'est tant
mieux, cela ne peut d'ailleurs pas être pris en
compte pour avoir un handicap quant au taux
d'emploi de cette catégorie de la population. J'ai
d'ailleurs mis ce problème sur la table de la
concertation avec mes collègues européens pour
revoir le panel en question.

Nous savons aussi que pour les femmes, il y a
évidemment un problème majeur, et
particulièrement pour les femmes de plus de 45-
50 ans. Cela étant dit, mois après mois, on
constate une diminution sensible du chômage
chez les femmes, beaucoup plus importante que
chez les hommes et c'est de bon augure,
évidemment. Par contre, pour les travailleurs plus
âgés dans leur ensemble, hommes et femmes,
nous avons là un coup de fouet à donner, nous
avons le taux le plus bas de l'Union européenne,
et il faut réagir amplement.

Les mesures qui sont prévues dans les projets de
loi ne sont pas exhaustives, il y a aussi toute une
série de mesures qui ont été prévues par des
arrêtés royaux, on en a encore parlé aujourd'hui,
et qui doivent inciter à l'augmentation du taux
d'emploi chez les plus de 45-50 ans. Je répondrai
à cet égard à Mme D'Hont qu'il y a eu,
effectivement, un paquet pour la remise au travail
de chômeurs plus âgés, MM. Delizée et Bonte en
ont notamment parlé, c'est l'activation généralisée
des allocations de chômage et c'est aussi,
décision du gouvernement qui est toute fraîche,
les mesures tendant à la disponibilité sur le
marché du travail des plus de 50 ans. Vous savez
que dans le cadre de cette politique, le
gouvernement a voulu travailler surtout à coup
d'incitants pour la remise au travail de ces
chômeurs de plus de 50 ans.

Mais à côté des mesures spécifiques de remise à
l'emploi, ce projet comporte des mesures pour le
maintien à l'emploi. Ainsi en est-il évidemment de
l'outplacement. Je voudrais vraiment insister
aujourd'hui à cette tribune, ce que nous proposons
en termes d'outplacement, c'est-à-dire en termes
de reclassement professionnel, est une première
européenne!

Il ne s'agit plus simplement de leur permettre de
prester un préavis ou de leur donner une
indemnité compensatoire de préavis et puis de ne
plus se préoccuper du devenir de ces travailleurs
de plus de 45 ans, il s'agit aussi que les
entreprises s'investissent obligatoirement pour
permettre à ces travailleurs de retrouver un
emploi. C'est une première européenne. Pour ma
part, je suis vraiment très heureuse que ce
gouvernement et, si vous le voulez bien, ce
parlement acceptent d'aller dans cette voie.

Bien sûr, des étapes doivent encore être
franchies. Vous savez que dans le projet de loi,
nous avons estimé que les modalités de cet
outplacement devaient être concrétisées par les
partenaires sociaux dans une convention
collective de travail. Ce n'est qu'en l'absence
d'une convention que le gouvernement travaillera
par arrêté royal. Il est clair, madame D'Hondt - et
je répète ici ce que j'ai dit en commission -, qu'il
ne s'agit pas simplement de cumuler les mesures
ou de remplacer une mesure par une autre, ce qui
constituerait une régression sociale. Il faudra donc
tenir compte du coût économique de cette mesure
de reclassement professionnel mais aussi de la
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
52
volonté du gouvernement, à côté du préavis, qu'il
soit presté ou qu'on ait une indemnité
compensatoire, de rendre complémentaires des
mesures de reclassement professionnel.

J'en viens à une autre mesure d'importance pour
le maintien à l'emploi des plus de 45 ans. Je veux
parler du système de diminution des cotisations
sociales. Comme il est spécifié clairement dans le
projet, la réduction pourra être d'autant plus
importante que le travailleur augmente dans l'âge.
C'est là un coup de fouet important pour le soutien
au maintien à l'emploi et à la remise à l'emploi qu'il
faut également mettre en évidence.

J'en viens maintenant au tutorat d'entreprise.
Depuis combien de temps parlait-on de cette
nécessité de remettre en question le système
actuel et de proposer un système novateur de
tutorat, de compagnonnage à l'intérieur des
entreprises! C'est chose faite avec ce projet de loi
puisque vous savez que les anciens, qui prendront
en compte des jeunes travailleurs à qui ils
transmettront leur expérience, pourront cumuler à
titre d'avantage non seulement des indemnités
d'interruption de carrière à mi-temps, mais aussi
des indemnités de formation qui seront décidées
au niveau de l'entreprise. Cette complémentarité
des indemnités donne dans ce cas aussi un coup
de fouet à ce tutorat d'entreprise qui, me semble-t-
il, peut être promis à un bel avenir si, sur le
terrain, nous en faisons une mesure d'importance.
A cette fin, des campagnes de publicité devront
être mises sur pied. Il faudra intégrer les
partenaires sociaux dans cet objectif. Mais il me
semble en tout cas que cela devait être mis en
évidence. Tout comme l'Arlésienne, on en parlait,
on parlait et on ne voyait jamais rien venir. C'est
aujourd'hui chose faite.

Enfin, vous savez que nous avons mis sur la table
des aménagements individuels du temps de
travail spécifiques pour les plus âgés avec des
renforcements des mesures prévues pour les plus
de 45-50 ans. Là aussi, on pourra conforter cette
volonté d'augmenter le taux d'emploi pour les
femmes. Un grand nombre de femmes de plus de
45-50 ans, en raison de la génération à laquelle
elles appartiennent, de leur culture politique, n'ont
jamais connu le marché du travail. Si l'on veut les
attirer sur le marché du travail, il faut aussi leur
permettre de bénéficier d'aménagements
spécifiques du temps de travail pour qu'elles
conservent leurs priorités hors de l'emploi et
qu'elles puissent cumuler ces priorités avec un
emploi, par exemple, à mi-temps. C'est en tout
cas la volonté qui est incluse dans le projet de loi.
Est-ce que cela est suffisant? Je ne le dirai
jamais. C'est une première série de projets
d'importance. Il y a des arrêtés royaux qui ont été
pris en complément. Mais à l'occasion des tables
rondes de la solidarité sociale, il faudra poursuivre
ce débat. Vous savez que l'un des thèmes
spécifiques est l'augmentation du taux d'emploi.
J'espère que dans le cadre de la discussion avec
l'ensemble des partenaires (les partenaires
sociaux, des experts, les ONG), nous pourrons
également apporter des pierres supplémentaires à
cet édifice que nous appelons de nos voeux.

J'en profite enfin pour répondre à deux questions
particulières de Mme D'Hondt et de M. Wauters.

Oui, il faudra donner une information spécifique
pour que cela marche, mais aussi pour avertir du
changement de régime concernant l'interruption
de carrière. Je vous l'ai dit tout à l'heure et je le
répète à cette tribune, je demanderai à l'ONEM
d'envisager une information individualisée parce
qu'il est vrai que ce changement de système
pourra porter à conséquence sur les choix en
matière d'interruption de carrière pour les plus de
cinquante ans.

Deuxièmement, en ce qui concerne les familles
d'accueil, j'avertis que demain, il se tient la
conférence interministérielle de l'égalité des
chances. J'espère qu'avec les régions et les
communautés, nous obtiendrons un accord sur le
statut pour les gardiennes encadrées. Ce statut
sera provisoire, l'objectif étant plus ambitieux que
la simple attribution d'un statut social. En effet,
comme je l'ai déjà dit en commission, on ne refait
pas le monde en un jour; en outre, cela implique
également un dégagement de moyens importants
de la part des régions et des communautés. Cette
première étape permettra néanmoins de soutenir
l'augmentation du taux de l'emploi, ces personnes
n'étant actuellement pas considérées comme
disposant d'un emploi alors qu'elles le devraient.

Pour ce qui concerne le deuxième projet, la
qualité de la vie, il s'agit de ne pas bouder son
plaisir. Dernièrement, quand la France a décidé
un congé de paternité de quinze jours, quinze
jours francs, c'est-à-dire dix jours rémunérés, quel
cocorico cela n'a-t-il pas suscité: la nouvelle a
provoqué les grands titres partout! Je signale
qu'en Belgique, le parlement, grâce à votre vote,
est invité à décider ce même droit pour l'ensemble
des nouveaux pères; idem pour les parents
adoptants, qui ne disposaient encore d'aucun droit
et qui se voient dotés d'un congé spécifique de
quinze jours francs. Voilà, je pense, qui mérite
d'être mis en évidence.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
53

Les 38 heures. Beaucoup en ont parlé à cette
tribune. Là aussi, par un accord
interprofessionnel, on permet de rattraper ce qui
se passe dans les secteurs les plus forts. En effet,
il est bien clair qu'en Belgique, dans pas mal de
secteurs, ils sont bien en deçà des 38 heures.
C'est donc le camion-balai pour exercer la
solidarité au profit de l'ensemble des travailleurs.

La réduction collective sans contraintes. Il est vrai
que c'était le choix du gouvernement, c'était mon
choix personnel de conforter notre modèle social.
Je pense qu'en Belgique, grâce au partenariat
social, nous sommes bien en avance, y compris
par rapport à des pays qui ont pris de grandes
mesures contraignantes sur la réduction du temps
de travail. Donner des outils, des instruments, des
incitants, des moyens aux partenaires sociaux
pour aller, à leur rythme, vers une réduction
collective du temps de travail beaucoup plus
substantielle constituait, me semble-t-il, la bonne
voie dans le sens d'une qualité de vie qui se situe
en avance de par notre modèle social spécifique.

Des droits nouveaux. En réponse à Mme D'Hondt,
j'ai dit qu'effectivement, il s'agit bien de droits
nouveaux en faveur de tous les travailleurs, que
ce soit le droit à un crédit-temps d'un an qui
s'élargit à cinq ans par convention collective, que
ce soit le droit à la semaine des quatre jours, c'est
un droit. Il peut s'organiser de manière spécifique
du moment qu'un certain nombre de travailleurs, à
l'intérieur d'une entreprise, veulent accaparer leurs
droits, veulent les prendre en compte. Il est
normal que, dès le moment où un nombre
important de travailleurs le demandent, il faut
revoir l'organisation du travail. Pour le reste, c'est
un droit individuel. Dans les secteurs où est déjà
prévu un droit au crédit-temps plus large que
l'année, je ne vois pas pourquoi on régresserait
par rapport à la situation actuelle: le projet de loi
permet cette extension; il constitue un droit
minimum de crédit-temps d'un an.

J'en profite pour confirmer à Mme D'Hondt que
cette année vient en sus de ce qui est prévu dans
les congés thématiques. C'est d'ailleurs ce que je
lui avais déjà dit en commission et je le répète
bien volontiers.

Je suis consciente que là aussi, des mesures
supplémentaires seront nécessaires, même si le
projet de loi en lui-même est ambitieux. Parmi ces
projets supplémentaires, par exemple, monsieur
Langendries, dans le cadre des relations avec les
régions et les communautés, on doit mieux faire
en termes de formation.

C'est une exigence absolue pour la qualité de vie
et pour l'augmentation du taux d'emploi. Nous
négocions actuellement deux grandes réformes:
l'une qui porte sur le portefeuille de compétences
et qui réunit tous les acteurs de la formation, tant
les communautés que les régions pour la
formation professionnelle et le fédéral pour la
formation en entreprise et qui veut rendre le
système cohérent, contrôlé et évalué; l'autre qui
rend également cohérent, transparent et plus
important le système des stages, de l'immersion
en entreprise. Pour le moment, il existe
énormément de statuts différents, ce qui
handicape fortement cette expérience par
immersion professionnelle.

Comme M. Bonte l'a dit, il faudra des mesures
spécifiques pour ce qui concerne les allochtones.
Il a raison, même si, comme ils font partie de tous
les groupes fragilisés, l'ensemble des mesures
que nous prenons les touchent plus que d'autres.
Je parle par exemple de l'activation généralisée
des allocations de chômage: le groupe des
allochtones est beaucoup plus important chez les
chômeurs de longue durée que les autres. Par
cette activation généralisée, on espère obtenir un
impact important dans ce groupe. Je suis d'accord
avec M. Bonte, ce ne sera pas suffisant. Il faudra
aller au-delà et trouver des moyens spécifiques
qui leur permettent d'intégrer beaucoup plus
largement le marché du travail.

Monsieur le président, les deux projets de loi ­
même s'il y a eu des abstentions en commission ­
ont néanmoins fait l'objet d'un large consensus.
Ce consensus soutient aussi les modalités du
dialogue que nous avons eu à travers ces projets.
Par ce soutien, le parlement montre que l'accord
avec les partenaires sociaux ­ élément central de
notre modèle social ­ doit être conforté. Je
voudrais encore une fois remercier l'ensemble des
parlementaires pour ce soutien.

De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 1290. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (1290/1)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 1290. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
54
66,4) (1290/1)

Het wetsontwerp telt 39 artikelen.
Le projet de loi compte 39 articles.

Het N-opschrift werd door de commissie gewijzigd
in "wetsontwerp tot verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers".

Artikel 1 is aangenomen
L'article 1 est adopté.

Art. 2

Artikel 2, geen amendement, wel een
tekstverbetering. Ik lees: Deze aanbeveling is van
toepassing op de werkgevers "die onderworpen
zijn aan" in plaats van "op wie de wet"... Het moet
toch een beetje deftig zijn. Op het einde moet er
staan "ter koopvaardij".

De artikelen 2, zoals verbeterd, 3 en 4 worden
artikel per artikel aangenomen.
Les articles 2, tel que corrigé, 3 et 4 sont adoptés
article par article.

Art. 5

Een kleine tekstverbetering in de Nederlandse
tekst. De werkgevers die niet of "enkel" in plaats
van "slechts". Geen bezwaar, aangenomen.

De artikelen 5, zoals verbeterd, en 6 worden
artikel per artikel aangenomen.
Les articles 5, tel que corrigé, et 6 sont adoptés
article par article.

Art. 7

In de Nederlandse tekst, paragraaf 1, niet
"toepasselijk zijn", maar "van toepassing zijn".
Dans le texte français: "Du 1
er
janvier 2001 au 31
décembre 2001" au paragraphe 1
er
rédigé en
français de l'article 7.

In paragraaf 2, 2
de
lid, ...de bevoegde rechter "bij
betwisting" in plaats van "in geval van betwisting

De artikelen 7, zoals verbeterd, en 8 worden
artikel per artikel aangenomen.
Les articles 7, tel que corrigé, et 8 sont adoptés
article par article.

Art. 9

"De Koning bepaalt bij besluit vastgesteld na
overleg in de ministerraad", la traduction
convenable de "délibéré en conseil des ministres".

Verder: "wat de begeleiding betreft" in plaats van
"wat betreft de begeleiding".

Art. 10

Wat sommige teksten in het Nederlands betreft,
wens ik nog te zeggen dat men niet zegt "mail",
maar "elektronische post". Dat geldt voor 3°,
paragraaf 3, eerste lid en paragraaf 3, tweede lid.
Het laatste lid van paragraaf 3 moet men als volgt
verbeteren: 'Echter kan het ophouden van het
tekort de werkgevers alleen verplichten "enkel" de
jongeren...', in plaats van "slechts de jongeren".
Paragraaf 4: "...met toepassing van" en niet "in
toepassing". Men gaat toch ook wel eens deftige
teksten maken in het Nederlands, neem ik aan?
Mevrouw D'Hondt, onze diensten kijken dit na. Het
zijn tekstverbeteringen, maar dit staat niet goed.

De artikelen 9 en 10, zoals verbeterd, worden
artikel per artikel aangenomen.
Les articles 9 et 10, tels que corrigés, sont
adoptés article par article.


Art. 11

Opnieuw: Bij besluit vastgesteld "na" overleg in de
ministerraad en niet "bij" zoals het hier staat.

L'article 11, septo: "les règles suivant lesquelles"
et non "selon lesquelles".

Artikel 11, zoals verbeterd, wordt aangenomen.
L'article 11, tel que corrigé, est adopté.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 12 à/tot 18
- 1: Trees Pieters, Greta D'Hondt, Luc Goutry
(1290/2)
14.02 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wens te zeggen dat ik hoop dat de
wetsontwerpen met die snelheid zullen worden
behandeld, ook de tekst die we corrigeerden. Hier
ben ik met veel plezier aan begonnen. U kent mijn
gevoeligheid hiervoor, dus als men hier de
amendementenslag niet wil hebben, zou men die
best eens nakijken. Aangezien sommigen genoeg
tijd hadden om dat te lezen, zal dat wel gebeurd
zijn. Wat het amendement op het outplacement
betreft, heb ik daar bij mijn interventie bij de
algemene bespreking voldoende aandacht aan
geschonken. Ik verwijs hier naar de
verantwoording op het amendement.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
55

De
voorzitter: De stemming over het
amendement en artikel 12 wordt angehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 12 est
réservé.

Art. 13

In de Nederlandstalige tekst van artikel 13 aan het
begin van bladzijde 58 "ten minste" in plaats van
"minstens" en verder "of bij" en niet "in geval van".

Artikel 13, zoals verbeterd, wordt aangehouden.
L'article 13, tel que corrigé, est réservé.

Art. 14

Artikel 14: de duur van de
outplacementbegeleiding, "alsmede" in plaats van
"evenals", wat een gallicisme is. Vervolgens wordt
"ministerie" met een kleine letter geschreven.
14.03 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, dans un projet comme celui-là, il est
important de considérer que l'on peut augmenter
le taux d'emploi des linguistes.

Le président: Monsieur le président, vous avez
raison. Ces derniers temps, le nombre des
négligences que je constate est très important. Je
ne parle pas du fond, mais de détails comme des
majuscules ou des minuscules.

Artikel 14, zoals verbeterd, wordt aangehouden.
L'article 14, tel que corrigé, est réservé.

Art. 15

(...) "appelé ci-après le Fonds". D'abord, il faut
une minuscule à "fonds" et puis cela se dit
"nommé" en français.

Artikel 15, zoals verbeterd, wordt aangehouden.
L'article 15, tel que corrigé, est réservé.

Art. 16

Artikel 16, opnieuw "besluit vastgesteld na overleg
in de Ministerraad." Op het einde van het eerste lid
"bepaald bij" en niet "voorzien".

C'est du texte français traduit en néerlandais et je
m'y connais en gallicismes. Faisons donc un
effort!

Artikel 16, zoals verbeterd, wordt aangehouden.
L'article 16, tel que corrigé, est réservé.
Art. 17

Artikel 17, "in de Ministerraad overlegd besluit" en
niet "voorzien" maar "bepaald". De woorden "een
in Ministerraad overlegd besluit, ... worden"
worden door de woorden "een in de Ministerraad
overlegd besluit, worden ..." vervangen.

Artikel 17, zoals verbeterd, wordt aangehouden.
L'article 17, tel que corrigé, est réservé.

Artikel 18 wordt aangehouden.
L'article 18 est réservé.

Art. 19

Artikel 19, opnieuw paragraaf 4 blz. 60 "wanneer
de wet" en niet "in geval dat".

Artikel 19, zoals verbeterd, wordt aangenomen.
L'article 19, tel que corrigé, est adopté.

De artikelen 20 en 21 worden artikel per artikel
aangenomen
Les articles 20 et 21 sont adoptés article par
article.


Hoofdstuk VII, mevrouw D'Hondt, het zijn
"arbeidsomstandigheden" en niet de
"arbeidsvoorwaarden".
14.04 Raymond Langendries (PSC): Nous
avons eu une longue discussion en commission à
ce sujet.

Le président: Mes services me disent que
"arbeidsomstandigheden" est la bonne traduction
de "conditions de travail".

Artikel 22 wordt aangenomen.
L' article 22 est adopté.

In de N-tekst van artikel 23 moeten de volgende
verbeteringen worden aangebracht: in de 1
e
en de
3
e
alinea's worden de woorden "een in
Ministerraad overlegd besluit" door de woorden
"een in de Ministerraad overlegd besluit"
vervangen.

Artikel 23, zoals verbeterd, wordt aangenomen.
L' article 23, tel que corrigé, est adopté.

Art. 24

Opnieuw "arbeidsomstandigheden" in plaats van
"arbeidsvoorwaarden".

De artikelen 24, zoals verbeterd, en 25 worden
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
56
artikel per artikel aangenomen.
Les articles 24, tel que corrigé, et 25 sont adoptés
article par article.

Art. 26

Opnieuw "arbeidsomstandigheden" in plaats van
"arbeidsvoorwaarden".

Artikel 26, zoals verbeterd, is aangenomen.
L'article 26, tel que corrigé, est adopté.

Art. 27

Een kleine "m" voor minister en een grote voor
Tewerkstelling en Arbeid,
Idem un petit "m" pour ministre et un grand "e"
pour Emploi et un grand "t" pour Travail.
"Aarbeidsomstandigheden" in plaats van
"arbeidsvoorwaarden".

Artikel 27, zoals verbeterd, is aangenomen
L'article 27, tel que corrigé, est adopté

Art. 28

Opnieuw "arbeidsomstandigheden".
In de laatste alinea worden de woorden "een in
Ministerraad ..." door de woorden "een in de
Ministerraad..." vervangen.
14.05 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de commissie heeft dit toch reeds
gewijzigd? In de Nederlandstalige tekst stond
"omstandigheden" in plaats van "voorwaarden".

De voorzitter: In mijn tekst is het, meen ik, niet
aangepast. Ik lees het even: "Artikel 28, 1°: de
aanpassing van de arbeidsomstandigheden en de
arbeidsorganisatie..." Toch wel. Het is correct.
14.06 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, op bladzijde 77 is het zo
weergegeven.

De voorzitter: Dus wat ik zeg is correct, maar ik
moet het toch hier laten acteren. Ik werk volgens
een bepaalde tekst en ik heb er geen andere.
14.07 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Het is
juist.

De voorzitter: Is het ook zo dat het laatste woord
van artikel 28 "en de arbeidsorganisatie" is? Ik
lees: "de evolutie van de arbeidsomstandigheden
en de arbeidsorganisatie". Is dat juist?

Artikel 28, zoals verbetard, is aangenomen.
L'article 28, tel que corrigé, est adopté.

Art. 29

"De werkgever kan enkel aanspraak maken" en
niet "slechts". Verder geen bemerking, geen
amendementen.

Artikel 29, zoals verbeterd, is aangenomen.
L'article 29, tel que corrigé, est adopté.

Artikel 30 wordt aangenomen.
L'article 30 est adopté.

Art. 31

De woorden "een in Ministerraad..." worden door
de woorden "een in de Ministerraad..." vervangen.

Artikel 31, zoals verbeterd, is aangenomen.
L'article 31, tel que corrigé, est adopté.

Artikel 32 wordt aangenomen.
L'article 32 est adopté.

Art. 33

In artikel 33 moet "Aanvragen tot het bekomen..."
worden vervangen door "Aanvragen tot het
verkrijgen...". Ook werden er enkele verbeteringen
aangebracht wat de kleine letters en de
hoofdletters betreft. Op het artikel werden geen
amendementen ingediend.

Artikel 33, zoals verbeterd, is aangenomen.
L'article 33, tel que corrigé, est adopté.

Art. 34

In artikel 34 moet "waken" worden vervangen door
"toezien". De tekst luidt dus "de Koning wijst de
ambtenaren aan die toezien op...". Er werden
geen amendementen op artikel 34 ingediend.

Artikel 34, zoals verbeterd, is aangenomen.
L'article 34, tel que corrigé, est adopté.

Art. 35

In artikel 35 wordt de volgende correctie
aangebracht: "ter bevordering van de kwaliteit van
de arbeidsomstandigheden".

Artikel 35, zoals verbeterd, is aangenomen.
L'article 35, tel que corrigé, est adopté.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
57

Art. 36
- 3: Trees Pieters, Greta D'Hondt, Luc Goutry
(1290/4)

Mevrouw D'Hondt, wenst u het amendement te
verdedigen?
14.08 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wens dat amendement te verdedigen.
Artikel 36, 5° voorziet in de sancties "tegenover
werkgever en werknemer". Artikel 14 van de
Grondwet bepaalt dat geen straf kan worden
ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.
Volgens de bepalingen van artikel 36 van het
ontwerp kan de Koning sancties opleggen aan
werkgevers of werknemers. In de commissie
hebben wij dat ook naar voren gebracht. De
minister antwoordde ­ het is in het verslag
opgenomen ­ dat het alleen om administratieve
sancties gaat. Volgens ons is dit artikel 36 in strijd
met artikel 14 van de Grondwet. Daarom stellen
wij in ons amendement nummer 3 voor het woord
"sancties" te vervangen door "administratieve
sancties". Daarmee willen wij de eventuele niet-
correcte interpretatie van artikel 14 van de
Grondwet beperken.

Le président: Comme vous le désirez. Si je peux
faire une allusion à mon passé de professeur de
droit public, un amendement retiré après une
déclaration ajoute de la valeur à la déclaration. Je
ne dis rien de plus, mais c'est à vous de décider et
non à moi. Mais retenez quand même ce que je
vous dis! Ik hoop dat u mij goed begrijpt.
14.09 Hugo Coveliers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, dit is een belangrijke discussie. Het
onderscheid tussen straf en sanctie betekent ook
vaak het onderscheid tussen strafrecht en
tuchtrecht. De internationale rechtspraak over
onder meer het Verdrag van de rechten van de
mens zegt dat er een essentieel onderscheid is
tussen een straf die door een rechter wordt
uitgesproken en die onmiddellijk in de vrijheid en
soms in het vermogen van de veroordeelde
ingrijpt en een sanctie die een maatregel is met de
bedoeling een administratieve onregelmatigheid
recht te zetten. Artikel 14 van de Grondwet wordt
met deze tekst wel degelijk geëerbiedigd. Er
werden trouwens nog andere administratieve
sancties bij koninklijk besluit ingevoerd.
14.10 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Coveliers, inzake
administratieve sancties kan ik uw redenering
volgen. Ik ben echter geen eminent jurist zoals u.
Vandaar mijn vraag om duidelijk te bepalen dat
het om administratieve sancties gaat. Dat is alles
wat ik vraag. Het amendement wil de zaken veilig
stellen.
14.11 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw D'Hondt, dit was
ook duidelijk in de commissie gezegd.
14.12 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, dit werd in het verslag van de
werkzaamheden opgenomen. Het amendement
strekt er gewoon toe om de bevestiging terzake
van de minister in de commissie in de teksten op
te nemen. Ik heb er geen belang bij auteur te zijn
van het amendement. Het gaat niet over de
waarde van het amendement. Het gaat over de
rechtszekerheid.
14.13 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le
président, il est clairement inscrit dans le rapport
que ne sont prévues par l'arrêté royal que des
sanctions administratives. Il n'est donc pas
question de mettre à mal l'article 14 de la
Constitution. Comme il serait anticonstitutionnel
de faire autrement, il n'est nullement besoin de
l'inscrire dans la loi.

Le président: Vous répétez donc ici ce qui s'est
dit en commission.
14.14 Laurette Onkelinx, ministre: Absolument.

De
voorzitter: Collega's, ik heb nog
tekstverbeteringen. Het woord "gerespecteerd"
moet worden vervangen door het woord
"nageleefd" en het woord "minstens" door het
woord "tenminste". Wij zijn niet in Nederland.

Le vote sur l'amendement et l'article 36, tel que
corrigé, est réservé.
De stemming over het amendement en artikel 36,
zoals verbetard, wordt aangehouden.

Les articles 37 à 39 sont adoptés article par
article.
De artikelen 37 tot 39 worden artikel per artikel
aangenomen.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen
en artikelen en over het geheel zal later
plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 1291. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
58
bespreking. (Rgt 66,4) (1291/4)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 1291. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt
66,4) (1291/4)

Het wetsontwerp telt 36 artikelen.
Le projet de loi compte 36 articles.

Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 2
- 13: Raymond Langendries (1291/5)
14.15 Raymond Langendries (PSC): Monsieur
le président, mes trois amendements ont été
défendus en commission. J'ai obtenu certaines
réponses. M. Wauters vient de m'indiquer qu'il en
approuverait deux. Et puis, je n'ai pas envie que
Mme la ministre soit obligée de réfuter, contre son
goût, tous mes arguments. Je m'en tiens donc à
ce qui a été dit en commission et à la justification
écrite.

De
voorzitter: De stemming over het
amendement en het artikel 2 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 2 est réservé.

De artikelen 3 tot 14 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 3 à 14 sont adoptés article par article.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 15
- 4: Trees Pieters, Greta D'Hondt (1291/2)


De stemming over het amendement en het artikel
15 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 15 est
réservé.

Ingediende amendementen:
Amendements déposés:

Art. 16
- 14: Raymond Langendries (1291/5)
- 8: Raymond Langendries (1291/2)


De stemming over de amendementen en het
artikel 16 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 16 est
réservé.

De artikelen 17 en 18 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 17 et 18 sont adoptés article par
article.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 19
- 5: Trees Pieters, Greta D'Hondt (1291/2)


De stemming over het amendement en het artikel
19 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 19 est
réservé.

De artikelen 20 tot 25 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 20 à 25 sont adoptés article par
article.

Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 25bis
- 15: Yves Leterme, Trees Pieters, Greta D'Hondt,
Luc Goutry (1291/5)


De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.

De artikelen 26 tot 36 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 26 à 36 sont adoptés article par
article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen
en artikelen en over het geheel zal later
plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
les amendements et les articles réservés ainsi
que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De vergadering is gesloten.
La séance est levée.

La séance est levée à 19.30 heures. Prochaine
séance le mercredi 4 juillet 2001 à 10.00 heures.
De vergadering wordt gesloten om 19.30 uur.
Volgende vergadering woensdag 4 juli 2001 om
10.00 uur.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
59
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DINSDAG 03 JULI 2001
MARDI 03 JUILLET 2001
STEMMINGEN VOTES
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
Un incident technique a fait commencer les votes par le n° 2. ­ Wegens een technisch incident beginnen
de stemmingen met nr. 2.

Vote nominatif n° 2 - Naamstemming nr. 2

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Creyf, De Crem, De
Man, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Féret, Goutry, Grafé, Hendrickx, Laeremans, Langendries,
Lefevre, Leterme, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet,
Schauvliege, Sevenhans, Smets André, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck,
Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Hoorebeke, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Van
Weert, Verherstraeten, Viseur.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, Dardenne, De Block,
De Croo, Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi,
Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gobert, Goris, Grauwels, Harmegnies,
Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Mayeur,
Minne, Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet, Smets Tony, Talhaoui,
Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-
Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt, Vanvelthoven,
van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Detremmerie.

Vote nominatif n° 3 - Naamstemming nr. 3

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Borginon, Bouteca, Brepoels, Bultinck, Creyf, De Crem, De Man, D'haeseleer,
D'Hondt Greta, Féret, Grafé, Langendries, Lefevre, Leterme, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters
Dirk, Pieters Trees, Poncelet, Schauvliege, Sevenhans, Smets André, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van
de Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Vanpoucke, Van Weert,
Verherstraeten, Viseur.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Coenen, Collard, Coveliers, Dardenne, De Block, De Croo,
Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi, Drion,
Dufour, Eerdekens, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gobert, Goris, Grauwels, Harmegnies,
Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Mayeur,
Minne, Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet, Smets Tony, Talhaoui,
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
60
Tavernier, Timmermans, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, Van
der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt, Vanvelthoven, van Weddingen,
Verlinde, Versnick, Wauters.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Detremmerie, Hendrickx, Van Hoorebeke.

Vote nominatif n° 4 - Naamstemming nr. 4

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Creyf, De Crem, De
Man, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Féret, Goutry, Grafé, Laeremans, Langendries, Lefevre,
Leterme, Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet,
Schauvliege, Sevenhans, Smets André, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck,
Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Van Weert,
Verherstraeten, Viseur.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, Dardenne, De Block,
De Croo, Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi,
Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Grauwels,
Harmegnies, Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune,
Lenssen, Mayeur, Minne, Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet,
Smets Tony, Talhaoui, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove,
Vanden Poel-Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt,
Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Detremmerie, Hendrickx, Van Hoorebeke.

Vote nominatif n° 5 - Naamstemming nr. 5

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Creyf, De Crem, De
Man, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Féret, Goutry, Grafé, Laeremans, Langendries, Lefevre,
Leterme, Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet,
Schauvliege, Sevenhans, Smets André, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck,
Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Van Weert,
Verherstraeten, Viseur.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, Dardenne, De Block,
De Croo, Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi,
Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Grauwels,
Harmegnies, Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune,
Lenssen, Mayeur, Minne, Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet,
Smets Tony, Talhaoui, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove,
Vanden Poel-Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt,
Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters.
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
61

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Detremmerie, Hendrickx, Van Hoorebeke.

Vote nominatif n° 6 - Naamstemming nr. 6

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, De Crem, De Man,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Féret, Goutry, Grafé, Laeremans, Langendries, Lefevre, Leterme,
Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet, Schauvliege,
Sevenhans, Smets André, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den
Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Van Weert, Verherstraeten,
Viseur.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard, Cortois, Coveliers, Dardenne, De Block, De Croo,
Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi, Drion,
Dufour, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Grauwels, Henry, Herzet,
Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune, Lenssen, Mayeur, Minne,
Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet, Smets Tony, Talhaoui,
Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-
Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt, Vanvelthoven,
van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Coenen, Detremmerie, Hendrickx, Van Hoorebeke.

Vote nominatif n° 7 - Naamstemming nr. 7

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Creyf, De Man,
D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Féret, Goutry, Grafé, Laeremans, Langendries, Lefevre, Leterme,
Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet, Schauvliege,
Sevenhans, Smets André, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck, Van den
Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Van Weert, Viseur.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard, Cortois, Coveliers, Dardenne, De Block, De Croo,
Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi, Drion,
Dufour, Eerdekens, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Grauwels,
Harmegnies, Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune,
Lenssen, Mayeur, Minne, Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet,
Smets Tony, Talhaoui, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove,
Vanden Poel-Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt,
Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Coenen, Detremmerie, Hendrickx, Van Hoorebeke.
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
62

Vote nominatif n° 8 - Naamstemming nr. 8

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Creyf, De Crem, De
Man, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Eyskens, Féret, Goutry, Grafé, Laeremans, Langendries, Lefevre,
Leterme, Milquet, Mortelmans, Paque, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet,
Schauvliege, Sevenhans, Smets André, Spinnewyn, Tant, Tastenhoye, Van de Casteele, Van den Broeck,
Van den Eynde, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Van Weert,
Verherstraeten, Viseur.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, Dardenne, De Block,
De Croo, Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi,
Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Grauwels,
Harmegnies, Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune,
Lenssen, Mayeur, Minne, Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet,
Smets Tony, Talhaoui, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove,
Vanden Poel-Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt,
Vanvelthoven, van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Detremmerie, Hendrickx, Van Hoorebeke.

Vote nominatif n° 9 - Naamstemming nr. 9

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte, Burgeon, Cahay-André,
Campstein, Canon, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard, Cortois, Coveliers, Dardenne, De Block, De Croo,
Dehu, Delizée, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker, Douifi, Drion,
Dufour, Eerdekens, Erdman, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Grauwels,
Harmegnies, Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Lahaye, Lalieux, Larcier, Leen, Lejeune,
Lenssen, Mayeur, Minne, Moerman, Pelzer-Salandra, Philtjens, Schalck, Schellens, Seghin, Simonet,
Smets Tony, Talhaoui, Tavernier, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Vandenhove, Vanden Poel-
Welkenhuysen, Van der Maelen, Van Grootenbrulle, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt, Vanvelthoven,
van Weddingen, Verlinde, Versnick, Wauters.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Bouteca, Bultinck, De Man, D'haeseleer, Féret, Laeremans,
Mortelmans, Sevenhans, Spinnewyn, Tastenhoye, Van den Broeck, Van den Eynde.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Les membres-De leden: Ansoms, Borginon, Brepoels, Brouns, Coenen, Creyf, De Crem, Detremmerie,
D'Hondt Greta, Eyskens, Goutry, Grafé, Hendrickx, Langendries, Lefevre, Leterme, Milquet, Paque,
Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet, Schauvliege, Smets André, Tant,
Timmermans, Van de Casteele, Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Hoorebeke, Van Parys, Vanpoucke, Van
Rompuy, Van Weert, Verherstraeten, Viseur.

Vote nominatif n° 10 - Naamstemming nr. 10
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
63
Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Ansoms, Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte,
Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Campstein, Canon, Chabot,
Chastel, Chevalier, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, Creyf, Dardenne, De Block, De Crem, De Croo,
Dehu, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker,
Detremmerie, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Douifi, Drion, Dufour, Eerdekens, Erdman, Eyskens, Féret,
Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Goutry, Grafé, Grauwels, Harmegnies, Hendrickx,
Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Laeremans, Lahaye, Lalieux, Langendries, Larcier, Leen,
Lefevre, Lejeune, Lenssen, Leterme, Mayeur, Milquet, Minne, Moerman, Mortelmans, Paque, Pelzer-
Salandra, Philtjens, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet, Schalck, Schauvliege,
Schellens, Seghin, Sevenhans, Simonet, Smets André, Smets Tony, Spinnewyn, Talhaoui, Tant,
Tastenhoye, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Van de Casteele, Van
den Broeck, Van den Eynde, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, Van der Maelen, Vandeurzen,
Van Eetvelt, Van Grootenbrulle, Van Hoorebeke, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt, Van Parys,
Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven, van Weddingen, Van Weert, Verherstraeten, Verlinde, Versnick,
Viseur, Wauters.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Personne ­ Niemand.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Personne ­ Niemand.

Vote nominatif n° 11 - Naamstemming nr. 11

Ont répondu oui - Voor hebben gestemd:

Les membres-De leden: Annemans, Ansoms, Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Bellot, Bonte,
Borginon, Bouteca, Brepoels, Brouns, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Campstein, Canon, Chabot,
Chastel, Chevalier, Coenen, Collard, Cortois, Coveliers, Creyf, Dardenne, De Block, De Crem, De Croo,
Dehu, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, De Permentier, Depreter, Derycke, Descheemaeker,
Detremmerie, D'haeseleer, D'Hondt Greta, Douifi, Drion, Dufour, Eeman, Eerdekens, Erdman, Eyskens,
Féret, Frédéric, Genot, Gerkens, Giet, Gilkinet, Gobert, Goris, Goutry, Grafé, Grauwels, Harmegnies,
Hendrickx, Henry, Herzet, Hondermarcq, Hove, Janssens, Laeremans, Lahaye, Lalieux, Langendries,
Larcier, Leen, Lefevre, Lejeune, Lenssen, Leterme, Mayeur, Milquet, Minne, Moerman, Mortelmans,
Paque, Pelzer-Salandra, Philtjens, Pieters Danny, Pieters Dirk, Pieters Trees, Pinxten, Poncelet, Schalck,
Schauvliege, Schellens, Seghin, Sevenhans, Simonet, Smets André, Smets Tony, Somers, Spinnewyn,
Talhaoui, Tant, Tastenhoye, Tavernier, Timmermans, Valkeniers, Van Aperen, Van Campenhout, Van de
Casteele, Van den Broeck, Van den Eynde, Vandenhove, Vanden Poel-Welkenhuysen, Van der Maelen,
Vandeurzen, Van Eetvelt, Van Grootenbrulle, Van Hoorebeke, Vanhoutte, Vanoost, Van Overtveldt, Van
Parys, Vanpoucke, Van Rompuy, Vanvelthoven, van Weddingen, Van Weert, Verherstraeten, Verlinde,
Versnick, Viseur, Wauters.

Ont répondu non - Tegen hebben gestemd:

Personne ­ Niemand.

Se sont abstenus - Hebben zich onthouden:

Personne ­ Niemand.
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
64
INTERPELLATIEVERZOEKEN DEMANDES
D'INTERPELLATION
Ingekomen Demandes
1. mevrouw Simonne Creyf tot de staatssecretaris
voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,
toegevoegd aan de minister van Mobiliteit en
Vervoer, over "het aandeelhouderschap in SPE".
1. Mme Simonne Creyf au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable, adjoint à la
ministre de la Mobilité et des Transports, sur
"l'actionnariat de la SPE".
(nr. 845 ­ verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw)
(n° 845 ­ renvoi à la commission l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture)
2. de heer Daniël Vanpoucke tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de financiële gevolgen
van de politiehervorming op de gemeentelijke
financiën".
2. M. Daniël Vanpoucke au ministre de l'Intérieur
sur "les conséquences de la réforme des polices
sur les finances communales".
(nr. 846 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 846 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
3. de heer Jozef Van Eetvelt tot de minister van
Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en
Participaties over "Sabena".
3.
M. Jozef Van Eetvelt au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "la Sabena".
(nr. 847 ­ verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 847 ­ renvoi en séance plénière)
4.
de heer Hans Bonte tot de minister van
Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en
Participaties over "de recentste ontwikkelingen in
het Sabena-dossier".
4.
M. Hans Bonte au ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques sur "les récents
développements dans le dossier Sabena".
(nr. 848 ­ verzonden naar de plenaire vergadering)
(n° 848 ­ renvoi en séance plénière)
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
1. Wetsvoorstel (mevrouw Corinne De Permentier)
tot opheffing van artikel 252 van het Wetboek van
de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de
vestiging ten name van de man van de onroerende
voorheffing op de inkomsten van de persoonlijke
onroerende goederen van de vrouw (nr. 1323/1).
1. Proposition de loi (Mme Corinne De Permentier)
abrogeant l'article 252 du Code des impôts sur les
revenus 1992 concernant l'établissement au nom
du mari du précompte immobilier afférent aux
revenus des biens immobiliers personnels de
l'épouse (n° 1323/1).
2. Wetsvoorstel (de heren Jean-Jacques Viseur en
Thierry Giet en mevrouw Anne Barzin) tot wijziging
van artikel 835 van het Gerechtelijk Wetboek
betreffende de wraking van magistraten
(nr. 1324/1).
2. Proposition de loi (MM. Jean-Jacques Viseur et
Thierry Giet et Mme Anne Barzin) modifiant
l'article 835 du Code judiciaire relatif à la récusation
des magistrats (n° 1324/1).
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
SENAAT SENAT
Boodschap Message
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
65
Bij brief van 26 juni 2001 deelt de voorzitter van de
Senaat mee dat de Senaat tijdens zijn vergadering
van 31 mei 2001 een resolutie over de politieke
strijd binnen de Europese Unie tegen het gebruik
van geweld en het terrorisme, in het bijzonder in
Spaans Baskenland heeft goedgekeurd.
Par lettre du 26 juin 2001, le président du Sénat
communique que le Sénat a adopté, au cours de sa
séance du 31 mai 2001, une résolution concernant
la lutte politique au sein de l'Union européenne
contre le recours à la violence et le terrorisme,
notamment en pays basque espagnol.
Ter kennisgeving
Pour information
REGERING GOUVERNEMENT
Ingediend wetsontwerp
Dépôt d'un projet de loi
De regering heeft het wetsontwerp houdende
eindregeling van de begrotingen van de diensten
van algemeen bestuur van de Staat van het jaar
1995 (nr. 1327/1) (aangelegenheid zoals bedoeld in
artikel 74 van de Grondwet) ingediend.
Le gouvernement a déposé le projet de loi
contenant le règlement définitif des budgets des
services d'administration générale de l'Etat pour
l'année 1995 (n° 1327/1) (matière visée à l'article 74
de la Constitution).
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
ARBITRAGEHOF COUR
D'ARBITRAGE
Prejudiciële vragen
Questions préjudicielles
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van:
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie:
- de prejudiciële vraag over artikelen 24, 34, 36 en
39 van de wet van 10 april 1971 betreffende
arbeidsongevallen, gesteld door het arbeidshof te
Bergen, bij arrest van 23 maart 2001 inzake de NV
AXA Royale Belge tegen G. Renkens;
- la question préjudicielle relative aux articles 24,
34, 36 et 39 de la loi du 10 avril 1971 sur les
accidents du travail, posée par la cour du travail de
Mons, par arrêt du 23 mars 2001 en cause de la SA
AXA Royale Belge contre G. Renkens;
(rolnummer: 2149)
(n° du rôle: 2149)
- de prejudiciële vraag betreffende artikel 45, § 2,
van het BTW-Wetboek, gesteld door de rechtbank
van eerste aanleg te Charleroi, bij vonnissen van
29
maart
2001 inzake de NV ABCEC, de NV
AUTECH en de NV ESCAM tegen de Belgische
Staat; de beschikking tot samenvoeging van deze
zaken;
- la question préjudicielle relative à l'article 45, § 2
du Code de la TVA, posée par le tribunal de
première instance de Charleroi, par jugements du
29 mars 2001 en cause de la SA ABCEC, la SA
AUTECH et la SA ESCAM contre l'Etat belge;
l'ordonnance de jonction de ces affaires;
(rolnummers: 2153, 2154 en 2155)
(n
os
du rôle: 2153, 2154 et 2155)
- de prejudiciële vraag over artikel 80, § 2, van de
wet van 9 juli 1975 betreffende de controle op de
verzekeringsmaatschappijen, gesteld door de
politierechtbank te Dinant, bij vonnis van
26
april
2001 inzake het Gemeenschappelijk
Motorwaarborgfonds tegen T. Denison.
- la question préjudicielle concernant l'article 80,
§ 2, de la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle
des entreprises d'assurances, posée par le tribunal
de police de Dinant, par jugement du 26 avril 2001
en cause du Fonds commun de garantie automobile
contre T. Denison.
(rolnummer: 2174)
(n° du rôle: 2174)
Ter kennisgeving
Pour information
REKENHOF
COUR DES COMPTES
Boek van opmerkingen
Cahier d'observations
03/07/2001
CRIV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
66
Bij brief van 27 juni 2001 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof, in uitvoering van artikel 180 van
de Grondwet, het deel IIA van het 154
e
boek van
opmerkingen over.
Par lettre du 27 juin 2001, le premier président de la
Cour des comptes transmet, en exécution de
l'article 180 de la Constitution, le fascicule IIA de
son 154
ème
cahier d'observations.
Ingediend ter griffie en in de bibliotheek en
verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Dépôt au greffe et à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Finances et du Budget
Verslag Rapport
Bij brief van 27 juni 2001 zendt de eerste voorzitter
van het Rekenhof het verslag in verband met de
tenuitvoerlegging van de taken van openbare dienst
door de vennootschap van publiek recht "Belgische
Technische Coöperatie" tijdens het boekjaar 2000,
opgesteld ter uitvoering van artikel 30, § 3, vierde
lid, van de wet van 21 december 1998 tot oprichting
van de Belgische Technische Coöperatie in de vorm
van een vennootschap van publiek recht.
Par lettre du 27 juin 2001, le premier président de la
Cour des comptes transmet le rapport relatif à la
mise en oeuvre des tâches de service public par la
Société de droit public "Coopération technique
belge" durant l'exercice 2000, établi en application
de l'article 30, §
3, alinéa 4, de la loi du
21
décembre
1998 portant création de la
Coopération technique belge sous la forme d'une
société de droit public.
Ingediend ter griffie, in de bibliotheek en verzonden
naar de commissie voor de Buitenlandse
Betrekkingen
Dépôt au greffe, à la bibliothèque et renvoi à la
commission des Relations extérieures
JAARVERSLAG RAPPORT
ANNUEL
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Institut National d'Assurance Maladie-Invalidité
Bij brief van 26 juni 2001 zendt de Communicatiecel
van het Rijksinstituut voor Ziekte- en
Invaliditeitsverzekering het jaarverslag 2000 van het
RIZIV over.
Par lettre du 26 juin 2001, la Cellule communication
de l'Institut National d'Assurance Maladie-Invalidité
transmet le rapport annuel 2000 de l'INAMI.
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
Renvoi à la commission des Affaires sociales
RESOLUTIES RESOLUTIONS
Europees Parlement
Parlement européen
Bij brief van 27 juni 2001 zendt de secretaris-
generaal van het Europees Parlement de teksten
over van vijf resoluties aangenomen door deze
vergadering:
Par lettre du 27 juin 2001, le secrétaire général du
Parlement européen transmet le texte de cinq
résolutions adoptées par cette assemblée:
1. resolutie over de voorbereiding van de zitting van
de Europese Raad op 15-16 juni 2001 in Göteborg;
1. résolution sur la préparation du Conseil européen
qui se tiendra les 15 et 16 juin à Göteborg;
2.
resolutie over het werkdocument van de
Commissie: Perspectieven en prioriteiten voor het
ASEM-proces (ontmoeting Azië-Europa) in het
nieuwe decennium;
2. résolution sur le document de travail de la
Commission: "Perspectives et priorités du
processus ASEM (réunion Asie-Europe) pour les dix
années à venir";
3.
resolutie over de presidentsverkiezingen in
Tsjaad;
3. résolution sur les élections présidentielles au
Tchad;
4. resolutie over de situatie in Angola;
4. résolution sur la situation en Angola;
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen en naar het
Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures
et au Comité d'avis chargé de Questions
européennes
CRIV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
67
5. resolutie over het verslag van de Commissie aan
de Raad, het Europees Parlement en het
Economisch en Sociaal Comité over de toepassing
van Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad
betreffende de uitvoer van cultuurgoederen en
richtlijn 93/7/EEG van de Raad betreffende de
teruggave van cultuurgoederen die op
onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een
lidstaat zijn gebracht.
5. résolution sur le rapport de la Commission au
Conseil, au Parlement européen et au Comité
économique et social sur l'application du règlement
(CEE) n°
3911/92 du Conseil concernant
l'exportation de biens culturels et de la directive
93/7/CEE du Conseil relative à la restitution de
biens culturels ayant quitté illicitement le territoire
d'un Etat membre.
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen, naar de commissie voor
het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele Instellingen, de Middenstand en de
Landbouw en naar het Adviescomité voor de
Europese Aangelegenheden
Renvoi à la commission des Relations extérieures,
à la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture et au Comité d'avis
chargé de Questions européennes


KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 145
CRABV 50 PLEN 145
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
dinsdag mardi
03-07-2001 03-07-2001
14:32 uur
14:32 heures
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
WETSONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
PROJETS DE LOI ET PROPOSITIONS
1
Wetsontwerp betreffende Belgacom (1317/1 tot 5)
1
Projet de loi relatif à Belgacom (1317/1 à 5)
1
Hervatting van de algemene bespreking
1
Reprise de la discussion générale
1
Sprekers:
Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties , Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Marie-Thérèse Coenen
Orateurs:
Rik Daems, ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques , Yves Leterme,
président du groupe CVP , Marie-Thérèse
Coenen
Bespreking van de artikelen
7
Discussion des articles
7
Sprekers: Marie-Thérèse Coenen, Yves
Leterme
, voorzitter van de CVP-fractie, Rik
Daems
, minister van Telecommunicatie en
Overheidsbedrijven en Participaties , Jean-Pol
Poncelet
, voorzitter van de PSC-fractie
Orateurs: Marie-Thérèse Coenen, Yves
Leterme
, président du groupe CVP , Rik
Daems
, ministre des Télécommunications et
des Entreprises et Participations publiques ,
Jean-Pol Poncelet
, président du groupe PSC
Regeling van de werkzaamheden
10
Ordre des travaux
10
Sprekers: Luc Goutry, Francis Van den
Eynde, Koen Bultinck
Orateurs: Luc Goutry, Francis Van den
Eynde, Koen Bultinck
Hervatting van de bespreking van de artikelen
10
Reprise de la discussion des articles
10
Sprekers: Jean-Pol Poncelet, voorzitter van
de PSC-fractie, Paul Tant, Raymond
Langendries, Yves Leterme
, voorzitter van
de CVP-fractie, Rik Daems, minister van
Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en
Participaties
Orateurs: Jean-Pol Poncelet, président du
groupe PSC , Paul Tant, Raymond
Langendries, Yves Leterme
, président du
groupe CVP , Rik Daems, ministre des
Télécommunications et des Entreprises et
Participations publiques
Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag)
(1304/1)
13
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de Belgique
et le Comité intergouvernemental pour les
migrations européennes, signé à Genève le 2
juillet 1973 (transmis par le Sénat) (sans rapport)
(1304/1)
13
Algemene bespreking
13
Discussion générale
13
Bespreking van de artikelen
13
Discussion des articles
13
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr.
182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van de
ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de afschaffing
ervan, gedaan te Genève op 17 juni 1999
(overgezonden door de Senaat) (1305/1 en 2)
14
Projet de loi portant assentiment à la Convention
n° 182 de l'Organisation internationale du travail
concernant l'interdiction des pires formes de
travail des enfants et l'action immédiate en vue de
leur élimination, faite à Genève le 17 juin 1999
(transmis par le Sénat) (1305/1 et 2)
14
Algemene bespreking
14
Discussion générale
14
Sprekers:
Leen Laenens, rapporteur,
Jacques Lefevre
Orateurs:
Leen Laenens, rapporteur,
Jacques Lefevre
Bespreking van de artikelen
15
Discussion des articles
15
Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden door
16
Projet de loi portant assentiment au Protocole
additionnel n° 5 à la Convention révisée pour la
navigation du Rhin, et à la Déclaration, faits à
Strasbourg le 28 avril 1999 (transmis par le
16
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
de Senaat) (zonder verslag) (1306/1)
Sénat) (zonder verslag) (1306/1)
Algemene bespreking
16
Discussion générale
16
Bespreking van de artikelen
16
Discussion des articles
16
Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella Minne
en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de huidige
toestand in Afghanistan (1284/1 en 2)
16
Proposition de résolution de Mme Mirella Minne et
M. Yvon Harmegnies et consorts relative à la
situation actuelle en Afghanistan (1284/1 et 2)
16
Bespreking
16
Discussion
16
Sprekers: Claudine Drion, rapporteur, Mirella
Minne, Jacques Lefevre, Yvon Harmegnies
Orateurs: Claudine Drion, rapporteur, Mirella
Minne, Jacques Lefevre, Yvon Harmegnies
Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
19
Projet de loi visant à améliorer le taux d'emploi
des travailleurs (1290/1 à 4)
19
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos
Wauters tot aanvulling van de
arbeidsovereenkomstenwet met een recht op
outplacement voor oudere werknemers (961/1)
19
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos Wauters
complétant la loi relative aux contrats de travail
par l'instauration d'un droit à l'outplacement pour
les travailleurs âgés (961/1)
19
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 4)
19
- Projet de loi relatif à la conciliation entre l'emploi
et la qualité de vie (1291/1 à 4)
19
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot
wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971
met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1)
19
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1)
19
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
en mevrouw Joëlle Milquet betreffende het
tijdkrediet (755/1)
19
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1)
19
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer Joos
Wauters tot wijziging van de Arbeidswet van 16
maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1)
19
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans, Mme
Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
modifiant, en vue de réduire la durée du temps de
travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail (846/1)
19
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering van
een recht op ouderschapsverlof (967/1)
19
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1)
19
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot invoering
van een recht op zorgkrediet (977/1)
19
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1)
19
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende het
loopbaankrediet (1171/1)
19
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1)
19
Algemene bespreking
19
Discussion générale
19
Sprekers: Greta D'Hondt, Joos Wauters,
Jean-Marc Delizée, rapporteur, Laurette
Onkelinx
, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid , Raymond Langendries,
Pierrette Cahay-André, Hans Bonte
Orateurs: Greta D'Hondt, Joos Wauters,
Jean-Marc Delizée, rapporteur, Laurette
Onkelinx
, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi , Raymond Langendries,
Pierrette Cahay-André, Hans Bonte
NAAMSTEMMINGEN 31
VOTES
NOMINATIFS 31
Aangehouden amendementen en artikelen van
het wetsontwerp betreffende Belgacom (1317/1
tot 3)
31
Amendements et articles réservés du projet de loi
relatif à Belgacom (1317/1 à 3)
31
Sprekers: Jean-Pierre Detremmerie, Jean-
Pol Poncelet
, voorzitter van de PSC-fractie,
Karel Van Hoorebeke, Jos Ansoms, Marcel
Hendrickx
Orateurs: Jean-Pierre Detremmerie, Jean-
Pol Poncelet
, président du groupe PSC ,
Karel Van Hoorebeke, Jos Ansoms, Marcel
Hendrickx
Geheel van het wetsontwerp betreffende
Belgacom (1317/1)
32
Ensemble du projet de loi relatif à Belgacom
(1317/1)
32
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Marie-Thérèse Coenen
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Marie-Thérèse Coenen
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (1304/1)
33
Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre
le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de Belgique
et le Comité intergouvernemental pour les
migrations européennes, signé à Genève le 2
juillet 1973 (transmis par le Sénat) (1304/1)
33
Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr.
182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van de
ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de afschaffing
ervan, gedaan te Genève op 17 juni 1999
(overgezonden door de Senaat) (1305/1)
34
Projet de loi portant assentiment à la Convention
n° 182 de l'Organisation internationale du travail
concernant l'interdiction des pires formes de
travail des enfants et l'action immédiate en vue de
leur élimination, faite à Genève le 17 juin 1999
(transmis par le Sénat) (1305/1)
34
Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden door
de Senaat) (1306/1)
34
Projet de loi portant assentiment au Protocole
additionnel n° 5 à la Convention révisée pour la
navigation du Rhin, et à la Déclaration, faits à
Strasbourg le 28 avril 1999 (transmis par le
Sénat) (1306/1)
34
Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella Minne
en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de huidige
toestand in Afghanistan (1284/1)
34
Proposition de résolution de Mme Mirella Minne et
M. Yvon Harmegnies et consorts relative à la
situation actuelle en Afghanistan (1284/1)
34
Regeling van de werkzaamheden
35
Ordre des travaux
35
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Luc Goutry, Yvan Mayeur, Joos
Wauters, Greta D'Hondt
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Jef
Valkeniers, Luc Goutry, Yvan Mayeur, Joos
Wauters, Greta D'Hondt
Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
37
Projet de loi visant à améliorer le taux d'emploi
des travailleurs (1290/1 à 4)
37
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos
Wauters tot aanvulling van de
arbeidsovereenkomstenwet met een recht op
outplacement voor oudere werknemers (961/1)
37
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos Wauters
complétant la loi relative aux contrats de travail
par l'instauration d'un droit à l'outplacement pour
les travailleurs âgés (961/1)
37
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 4)
37
- Projet de loi relatif à la conciliation entre l'emploi
et la qualité de vie (1291/1 à 4)
37
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot
wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971
met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1)
37
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1)
37
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
en mevrouw Joëlle Milquet betreffende het
tijdkrediet (755/1)
37
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1)
37
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer Joos
Wauters tot wijziging van de Arbeidswet van 16
maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1)
37
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans, Mme
Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
modifiant, en vue de réduire la durée du temps de
travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail (846/1)
37
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering van
een recht op ouderschapsverlof (967/1)
37
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1)
37
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot invoering
van een recht op zorgkrediet (977/1)
37
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1)
37
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende het
loopbaankrediet (1171/1)
37
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1)
37
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iv
Hervatting van de algemene bespreking
37
Reprise de la discussion générale
37
Sprekers: Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de l'Emploi
Bespreking van de artikelen
39
Discussion des articles
39
Sprekers: Greta D'Hondt, Hugo Coveliers,
voorzitter van de VLD-fractie, Joos Wauters,
Laurette Onkelinx
, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid , Raymond
Langendries
Orateurs: Greta D'Hondt, Hugo Coveliers,
président du groupe VLD , Joos Wauters,
Laurette Onkelinx
, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi , Raymond Langendries
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

PLENUMVERGADERING SEANCE
PLENIERE
van
DINSDAG
03
JULI
2001
14:32 uur
______
du
MARDI
03
JUILLET
2001
14:32 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.30 heures par M.
Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is
de minister van de federale regering: Rik Daems
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance: Rik Daems
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés

Ambtsplicht: Anne Barin et Hagen Goyvaerts
Gezondheidsredenen: Marcel Bartholomeeussen,
Ferdy Willems, Patrick Moriau, Alexandra Colen en
Bert Schoofs
Europees Parlement: Olivier Maingain
NAVO: Denis D'hondt

Federale regering
Luc Van den Bossche, minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen: gezondheidsredenen
Annemie Nets-Uyttebroeck, staatssecretaris voor
Buitenlandse Handel: Europees Parlement
(Straatsburg)
Eddy Boutmans, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking: Ambtsplicht

Devoirs de mandat: Anne Barin et Hagen Goyvaerts
Raisons de santé: Marcel Bartholomeeussen, Ferdy
Willems, Patrick Moriau, Alexandra Colen et Bert
Schoofs
Parlement européen: Olivier Maingain
OTAN: Denis D'hondt

Gouvernement fédéral
Luc Van den Bossche, ministre de la Fonction
publique et de la modernisation de l'administration:
raisons de santé
Annemie Neyts-Uyttebroeck, secrétaire d'Etat au
Commerce extérieur: Parlement européen
(Strasbourg)
Eddy Boutmans, secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement: devoirs de mandat
Wetsontwerpen en voorstellen
Projets de loi et propositions
01 Wetsontwerp betreffende Belgacom (1317/1
tot 5)
01 Projet de loi relatif à Belgacom (1317/1 à 5)
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
De algemene bespreking is hervat.
La discussion générale est reprise.
01.01 Minister Rik Daems (Nederlands): Bij de
behandeling van dit ontwerp was spoed nodig om
een aantal onderhandelingen tot een goed einde te
01.01 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Ce
projet devait être traité avec célérité pour que
certaines négociations puissent être menée à
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
kunnen brengen. De wijze waarop dit is moeten
gebeuren maakt ook mij niet gelukkig. In de
commissie is de oppositie buitengegaan zonder
enige vraag om schorsing, ik had alleen gezegd dat
ik het ontwerp graag die dag had afgewerkt. Zonder
oppositie was het natuurlijk snel afgehandeld.



Er werd een aantal vragen gesteld over de rol van
het Parlement.
bonne fin. La manière dont il a fallu procéder n'est
pas non plus une source de satisfaction pour moi.
En commission, l'opposition a quitté la réunion sans
demander de suspension. Je m'étais borné à
indiquer mon souhait de clôturer les travaux relatifs
au projet le jour même. En l'absence de
l'opposition, ces travaux ont naturellement pu être
clôturés rapidement.

Des questions ont été posées sur le rôle du
Parlement.
(Frans) Het Parlement moet de uitvoerende macht
controleren. Het is de uitvoerende macht die beslist.
Het is de regering die maatregelen treft.
(En français): Le Parlement doit contrôler l'Exécutif.
C'est lui qui décide. C'est le gouvernement qui agit.
(Nederlands) De regering moet handelen, het
Parlement moet controleren. Ik heb dit principe altijd
gerespecteerd en ben zelfs vaak verder gegaan. Ik
heb meer dan eens achter gesloten deuren
informatie gegeven, onder meer over Sabena.
Informatie die strikt vertrouwelijk was en die ik niet
hoefde te geven. Ik meen dat ik mezelf op dit punt
niets te verwijten heb.
(En néerlandais) Le gouvernement doit agir et le
Parlement doit contrôler. J'ai toujours respecté ce
principe et je suis même souvent allé plus loin. A
plusieurs reprises, j'ai fourni des informations à huis
clos, notamment au sujet de la Sabena. Il s'agissait
d'informations strictement confidentielles et que je
n'étais pas tenu de divulguer. J'estime n'avoir rien à
me reprocher sur ce point.
(Frans) Moet er een bekrachtigingswet worden
goedgekeurd ? Gelet op de specificiteit van het
onderwerp, kunnen we onmogelijk ingaan op dat
verzoek van een aantal leden.

Ik vraag om een machtiging. Ik herinner u eraan dat
de besluiten door de ministerraad moeten worden
genomen. Er is dus een dubbel
grendelmechanisme.
(En français): Faut-il une loi de confirmation? Nous
ne pouvons accéder à cette demande formulée par
certains membres, en raison de la spécificité même
du sujet abordé.

Je demande l'habilitation. Je vous le rappelle, les
arrêtés doivent être pris en Conseil des ministres.
Il y a donc un double verrou.
Ik ben volkomen bereid de ontwerp-koninklijke
besluiten aan de commissie ter informatie voor te
leggen alvorens zij in de ministerraad worden
besproken.

In antwoord op de heer Poncelet, herinner ik eraan
dat, zoals de heer Viseur heeft gezegd, een
commissie de kwestie van de swaps in alle
vertrouwelijkheid heeft onderzocht. Ik ben eveneens
bereid samen met de conferentie van voorzitters te
onderzoeken in welke commissie de stand van
zaken met betrekking tot de onderhandelingen, die
volgens het contract in alle vertrouwelijkheid
moeten verlopen, kan worden besproken. Ik kan die
verbintenis echter niet in de wet opnemen omdat ik
niet zeker ben dat ik ze zal kunnen naleven.

Aldus zal meer informatie verstrekt worden dan ooit
eerder het geval was met enige andere bijzondere
machtenwet.
Je suis tout disposé à soumettre les projets
d'arrêtés royaux pour information à la commission,
avant qu'ils ne passent au Conseil des ministres.


En réponse à M. Poncelet, je rappelle, comme M.
Viseur me l'a fait remarquer, qu'une commission a
examiné en toute confidentialité la question des
SWAP's. Je suis tout disposé également à
examiner avec la Conférence des présidents dans
quelle commission pourrait être examiné de la
même manière l'état d'avancement des
négociations, qui sont soumises à la confidentialité
contractuelle. Je ne puis cependant inscrire cet
engagement dans la loi, puisque je ne suis pas sûr
de pouvoir le tenir.

C'est aller plus loin dans l'information que pour
toute autre loi de pouvoirs spéciaux ou assimilés.
(Nederlands) We gaan veel verder dan men in het
verleden is gegaan in het Parlement.
(En néerlandais) Nous allons plus loin que jamais
auparavant au Parlement.
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Ik zal nu ingaan op de belangrijkste opmerkingen.
Men vroeg zich af of men in dit dossier vertrouwen
kan hebben in deze regering. Infosource is vandaag
een beursgenoteerd bedrijf binnen de groep. Een
operatie die aandelentransacties kan inhouden
heeft het pensioenfonds gespijsd. Wij hebben
correct gehandeld in de IPO- en UMTS-dossiers.
Voor de vier UMTS-licenties heb ik nooit gerekend
op meer dan tien miljard per licentie. Uiteindelijk zijn
het drie licenties geworden van zes miljard. De
markt heeft correct gespeeld. Het bijkomend effect
is dat Belgacom een van de kredietwaardigste
telecombedrijven is van Europa. Aan de
waanzinnige ramingen heb ik nooit meegedaan. Wij
hebben wel het vijfde resultaat gescoord in Europa.
J'en viens à présent aux principales observations.
D'aucuns se sont demandé si ce gouvernement
était digne de en ce qui concerne le présent dossier.
Infosource est aujourd'hui une entreprise cotée en
bourse au sein du groupe. Une opération
susceptible de comporter des transactions portant
sur des actions a permis d'alimenter le fonds de
pension. Nous avons agi correctement dans les
dossiers IPO et VMTS. Pour les quatre licences
VMTS, je n'ai jamais tablé sur plus de dix milliards
par licence. En définitive, il s'est agi de trois
licences et de six milliards. Le marché a
correctement joué. Un effet secondaire est que
Belgacom est l'une des entreprises de
télécommunications européennes les plus
solvables. Je ne me suis jamais laissé aller à de
folles estimations. Nous avons certes réalisé le
cinquième résultat en Europe.
Het gevolg van al deze elementen is dat Belgacom
een van de meest kredietwaardige bedrijven van
Europa is. Dit is ook deels door goede
beleidsbeslissingen.
Het BEST-programma werd goedgekeurd. Het biedt
onder meer de mogelijkheid om deeltijds te gaan
werken aan dezelfde voorwaarden als in de privé-
sector. Ik beschik niet over loonvergelijkingen van
Belgacom met andere telecommunicatiebedrijven.
De kostprijs zal alleszins wel hoger zijn door de
hoge sociale lasten in België. De BEN-operatie
regelt het pensioenfonds. Het strategisch plan
waarnaar werd gevraagd, is het businessplan van
Belgacom zelf. Er zal nog steeds een nota ter
goedkeuring van de Inspectie van Financiën vereist
zijn. Dit is de gangbare wettelijke procedure. Het is
niet meer dan logisch dat de minister van Begroting
zich schikt naar deze nota. Het belangrijkste
criterium voor het welslagen van de operatie is het
management zelf. De KB's zullen in de commissie
Infrastructuur worden meegedeeld.
Tous ces éléments concourent à faire de Belgacom
l'une des entreprises les plus solvables d'Europe.
Cet état de chose est en partie aussi le fruit de
décisions politiques appropriées.
Le programme BEST a été approuvé. Il permet
notamment au personnel de travailler à temps
partiel aux mêmes conditions que dans le secteur
privé. Je ne dispose pas de comparaisons de
salaires entre Belgacom et d'autres entreprises de
télécommunications. Le coût sera, en tout état de
cause, plus important parce que les cotisations
sociales sont élevées en Belgique. Le fonds de
pension est réglé dans le cadre de l'opération BEN.
Le plan stratégique est le
business plan de
Belgacom même. Une note devra toujours être
soumise à l'approbation de l'Inspection des
finances. Il s'agit de la procédure légale courante. Il
est logique à tous égards que le ministre du Budget
se conforme à cette note. Le critère essentiel du
succès de l'opération est le management. Les
arrêtés royaux seront communiqués en commission
de l'Infrastructure.
De schuldpositie van mogelijke partners is
belangrijk, maar men vindt geen Europese partner
zonder hoge schuldgraad.
L'endettement de partenaires éventuels est un
élément important, mais il ne se trouve pas de
partenaire européen dont le taux de la dette ne soit
pas élevé.
01.03 01.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): De
omvang van de schuld en de beoordeling hiervan
door de financiële specialisten zijn twee
onderscheiden zaken. Het is trouwens bekend dat
die specialisten negatief staan tegenover KPN.

Minister Rik Daems, (Frans): Ik herhaal dat
Belgacom in contact staat met verscheidene
potentiële partners waaronder KPN. Een discussie
over de modaliteiten over het partnerschap is dus
voorbarig.
01.03 01.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): Une chose
est le montant de l'endettement. Une autre est
l'appréciation qu'en donnent les spécialistes de la
communauté financière. Et l'on n'ignore pas le
regard négatif que porte celle-ci sur KPN.

Rik Daems, ministre (en français): Je répète que
Belgacom est en contact avec plusieurs partenaires
potentiels, dont KPN. Une discussion des modalités
de partenariat est donc prématurée.
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4

De gegevens met betrekking tot de potentiële
partners zullen in overweging worden genomen net
zoals dat destijds gebeurde door de commissie voor
de Privatisering.

Les données relatives aux partenaires potentiels
seront prises en considération, comme elles
l'étaient auparavant par la commission de
privatisation.
01.04 Yves Leterme (CVP): KPN heeft een omzet
van 520 miljard frank en een schuld van 1000
miljard, Deutsche Telekom heeft een omzet van
1600 miljard en een schuld van 2200 miljard. Dat is
toch wel een verschil.
01.04 Yves Leterme (CVP): KPN réalise un chiffre
d'affaires de 520 milliards de francs, et a une dette
de 1.000 milliards. Deutsche Telekom réalise un
chiffre de 1.600 milliards, pour une dette de 2.200
milliards. Il y a tout de même une différence.
01.05 Minister Rik Daems (Nederlands): Die
schulden van KPN en Deutsche Telekom zijn
natuurlijk enorm; de verhouding omzet-schuld is
gunstiger bij Deutsche Telekom, maar de massa is
veel groter. Ook de aard van de schuld speelt een
rol.
01.05 Rik Daems , ministre (en néerlandais) : Il est
entendu que KPN et DT sont très fortement
endettés. Si le rapport entre le chiffre d'affaires et
la dette est plus favorable pour Deutsche Telekom,
la masse est bien plus importante aussi. De même,
la nature de la dette n'est pas sans importance.
(Frans) Het management moet ervan overtuigd zijn
dat dat gegeven een fusie niet in de weg mag
staan. Ook daarover zal de stuurgroep mij een
advies uitbrengen.

In het verleden is dat niet altijd het geval geweest,
en de gevolgen daarvan worden nu duidelijk.
(En français) : Le management doit être convaincu
que cet élément ne doit pas faire obstacle à une
fusion. L'avis du comité d'experts me sera aussi
donné à ce sujet.

Cela n'a pas toujours été le cas par le passé et on
en voit aujourd'hui les conséquences.
01.06 Jean-Pol Poncelet (PSC): Het is de
gedelegeerd bestuurder van Belgacom die zich
uitputte in uitspraken over KPN en KPN alleen !
01.06 Jean-Pol Poncelet (PSC): c'est
l'administrateur-délégué de Belgacom qui s'est
répandu en déclarations relatives exclusivement à
KPN !
01.07 Minister Rik Daems (Frans) : Een van de
voorwaarden, de overtuiging van het management,
is dus al vervuld.

Ik kan u alleen maar de informatie geven waarover
ik zelf als aandeelhouder beschik.

Wat de contanten betreft, denk ik niet dat dat nodig
is. Wat voor mij essentieel is, is een strategisch
partnership op lange termijn.

De universele dienstverlening blijft behouden, maar
de vorm waarin deze dienstverlening zal worden
aangeboden, zal afhankelijk zijn van het type
transactie dat wij zullen aangaan. Er wordt overleg
gepleegd in de commissie, en de regering zal
daarna haar standpunt bekendmaken.
01.07 Rik Daems , ministre (en français): Une des
conditions, conviction du management, est donc
déjà remplie.

Je ne puis vous donner que l'information dont je
dispose comme actionnaire.

Pour ce qui est du cash, je ne pense pas que cela
soit nécessaire. Ce qui compte pour moi, c'est un
partenariat stratégique à long terme.

Le service universel sera maintenu, mais sous
quelle forme, cela dépendra du type de transactions
que nous entreprendrons. Des consultations sont
en cours, en commission, et le gouvernement fera
part de sa position ensuite.
Ik heb een zeer open discussie over de universele
dienstverlening georganiseerd.
J'ai organisé une discussion très ouverte sur le
service universel.
01.08 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Het zijn de parlementsleden die dat debat gevraagd
hebben.
01.08 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Ce débat a été voulu par les parlementaires.
01.09 Minister Rik Daems (Frans): Wat telt, is dat 01.09 Rik Daems , ministre (en français):
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
de universele dienstverlening blijft bestaan.

Wat de sociale consequenties betreft, zullen de
werknemers al hun verworven rechten behouden.
De beslissing moet op Europees niveau worden
genomen, want het gaat om ambtenaren die in
bepaalde opzichten overstappen van de overheids-
naar de privé-sector.
L'important, c'est que le service universel subsiste.

Quant aux conséquences sociales, les employés
garderont tous leurs droits acquis. C'est au niveau
européen que la décision doit être prise car il s'agit
d'agents qui, sous certains aspects, passent du
public au privé.
(Nederlands) Het strategisch belang van
telecommunicatie zal volledig apart worden
bekeken. Snelheid en zekerheid moeten worden
gegarandeerd voor de mogelijke partners.


De gelijktijdigheid met het onafhankelijk worden van
het BIPT is toeval, maar een gelukkig toeval. Deze
operatie is trouwens nog steeds gepland voor
januari 2002. De verdere financiering van het
pensioenfonds is een verplichting die zeker en vast
zal worden gerespecteerd. De oprichting van een
apart paritair comité voor Telecom is een
mogelijkheid, maar is niet mijn bevoegdheid.
Misschien kan minister Onkelinx daar meer over
vertellen. Er zullen wel nog sociale verkiezingen
gehouden worden. Er werd enkel in het ontwerp
bepaald dat de twee volgende verkiezingen nog
volgens de huidige procedure zullen verlopen.
(En néerlandais) L'intérêt stratégique des
télécommunications sera considéré tout à fait
distinctement. Les partenaire éventuels doivent
offrir des garanties en matière de rapidité et de
sécurité.

La simultanéité avec l'autonomisation de l'IBPT est
le fruit du hasard mais, en l'espèce, le hasard fait
bien les choses. Cette opération est d'ailleurs
toujours prévue pour janvier 2002. La poursuite du
financement du fonds des pensions est une
obligation qui sera sans aucun doute respectée. La
création d'un comité paritaire distinct pour le secteur
des télécommunications est une possibilité mais je
ne suis pas compétent en cette matière. La ministre
Onkelinckx pourrait éventuellement vous fournir
plus d'informations à ce sujet. Il sera encore
procédé à l'organisation d'élections sociales. Le
projet précise seulement que les deux élections
suivantes seront organisées selon la procédure
actuelle.
(Frans) Ik wil mevrouw Coenen erop wijzen dat de
mededeling van de koninklijke besluiten alle nodige
garanties zal bieden, wat met een gewone
machtiging niet mogelijk zou zijn. Het betreft dus
een strategisch partnerschap, een industrieel
project en geen zuiver financiële operatie.
(En français) : A Mme Coenen, je dirai que la
communication des arrêtés royaux permettra d'avoir
toutes les assurances, ce qu'une habilitation
normale ne permettrait pas. Il s'agit donc d'un
partenariat stratégique, d'un projet industriel et non
d'une simple opération financière.
(Nederlands) Op de opmerkingen van de heer
Mortelmans heb ik geantwoord.
(En néerlandais) J'ai répondu aux observations de
M. Mortelmans. (Poursuivant en français)
(Frans) In antwoord op de opmerkingen van de
heer Chastel, wijs ik erop dat de regeringsleden
stuk voor stuk realisten zijn en dat de voltallige
Ministerraad dit ontwerp steunt.
(En français): Au remarques de M. Chastel, je
répondrai qu'au gouvernement, nous sommes tous
des réalistes, et que tous les membres du Conseil
des ministres portent ce projet.
(Nederlands) De snelheid, waarover de heer Van
Campenhout het had, is het gevolg van de evolutie
in de sector. Op de opmerkingen van de heer
Vanoost heb ik geantwoord.
(En néerlandais) La rapidité, évoquée par M. Van
Campenhout, résulte de l'évolution dans ce secteur.
J'ai répondu aux remarques formulées par M.
Vanoost. (Poursuivant en français)
(Frans) Mijnheer Depreter, ik heb uw vragen
betreffende de universele dienstverlening en de
sociale aspecten al beantwoord.

Het is van wezenlijk belang dat de partner
betrouwbaar is, wat vroeger niet altijd het geval was
in akkoorden die trouwens lang geleden werden
(En français): Monsieur Depreter, j'ai déjà répondu
à vos questions relatives au service universel et aux
aspects sociaux.

Il est fondamental que le partenaire soit fiable, ce
qui n'a pas toujours été le cas par le passé dans
des accords qui datent d'ailleurs d'il y a longtemps.
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
gesloten.

Uw vraag betreffende het betrekkelijk
inkomstenverlies voor de regering sluit aan bij de
vraag van de heer Poncelet over de korte en de
lange termijn. Ik herhaal dat de ontwikkeling op
lange termijn voor mij belangrijker is.


Quant au relatif manque à gagner du
gouvernement, cette question rejoint celle de M.
Poncelet sur le long et le court terme. Je répète
que, pour moi, c'est le développement à long terme
qui compte le plus.
(Nederlands) De Raad van State is duidelijk: er is
geen bekrachtiging nodig.
(En néerlandais) L'avis du Conseil d'Etat est dénué
de toute équivoque: une ratification n'est pas
nécessaire.
01.10 Yves Leterme (CVP): De minister citeert het
verslag van de Raad van State, maar hij citeert
onvolledig. De contouren van de machtiging moeten
worden aangegeven in de wet.
01.10 Yves Leterme (CVP): Le ministre cite le
rapport du Conseil d'Etat, mais il ne le cite pas
complètement. Le Conseil dit que la portée de
l'habilitation doit être circonscrite dans la loi.
01.11 Minister Rik Daems (Nederlands): De Raad
van State zegt dat er geen bekrachtiging nodig is
behalve wanneer het over gereserveerde materies
gaat. Dit is nu niet het geval.

In de memorie van toelichting wordt rekening
gehouden met het advies van de Raad van State.
De KB's zullen met de syndicale afvaardigingen
worden onderhandeld met het oog op de vrijwaring
van de rechten van het personeel, onder meer
inzake de sociale zekerheid.

De overige amendementen zijn vaak semantisch. Ik
kan er niet op ingaan, al was het maar om een
tweede lezing te vermijden.


In het laatste artikel wordt de invoegetreding aan
een KB toevertrouwd. Dat is een bijkomende
zekerheid. (Applaus)
01.11 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Le
Conseil d'Etat énonce qu'une ratification n'est pas
nécessaire, sauf quand il s'agit de matières
réservées. Ce n'est pas le cas en l'espèce.

Dans l'exposé des motifs, il est tenu compte de
l'avis du Conseil d'Etat. Les arrêtés royaux seront
négociés avec les délégations syndicales en vue de
sauvegarder les droits du personnel, notamment en
matière de sécurité sociale.


La plupart des amendements restants sont de
nature sémantique. Je ne peux les accepter, même
pour éviter une deuxième lecture.


Dans le dernier article, il est prévu que la date
d'entrée en vigueur sera fixée par arrêté royal. C'est
une garantie de plus. (Applaudissements)
01.12 Yves Leterme (CVP): De minister heeft
gezegd dat het Parlement de opdracht heeft om te
controleren. Volgens de Grondwet verricht het
Parlement ook wetgevend werk. Het Parlement
moet ervoor zorgen dat de machtiging in de tekst
van de wet komt, niet in de memorie van toelichting.

Er is een goedkeuring door de Ministerraad nodig
voor de af te sluiten akkoorden. De minister vraagt
aan het Parlement dus een ruimer vertrouwen dan
het vertrouwen dat hij van de regering krijgt. Deze
bespreking heeft geen zin, want de minister is niet
bereid om de teksten aan te passen. Zelfs niet nu er
ook door leden van de meerderheid amendementen
werden ingediend.
01.12 Yves Leterme (CVP): Le ministre a dit que
le Parlement est investi d'une mission de contrôle.
Mais, conformément à la Constitution, le Parlement
remplit une autre mission: il légifère. Et il doit veiller
à ce que l'habilitation figure dans le texte de la loi,
non dans l'exposé des motifs.

Les accords qui doivent être conclus requièrent
l'approbation du Conseil des ministres. Le ministre
demande donc au Parlement une confiance plus
grande que celle que lui donne le gouvernement.
Cette discussion n'a aucun sens car le ministre
n'est pas prêt à adapter les textes. Même après le
dépôt d'amendements par des membres de la
majorité.
01.13 Minister Rik Daems (Nederlands): CAO's
en sociale zekerheid behoren niet tot de zaken
waarvoor een bekrachtiging van het Parlement
nodig is. Dit moet zo de flexibiliteit garanderen. Ik
01.13 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Les
CCT et la sécurité sociale ne font pas partie des
matières requérant une ratification du Parlement.
Ce règlement est censé garantir une certaine
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
zal met het KB naar de commissie gaan vooraleer
er een beslissing is. Ik denk dat de argumenten van
de oppositieleden op dat punt geen steek houden.
flexibilité. Je présenterai mon arrêté royal à la
commission avant qu'une décision soit prise. Je
pense que, sur ce point, les arguments des
membres de l'opposition ne tiennent pas debout.
01.14 Jean-Pol Poncelet (PSC): Ik ben het
volkomen eens met de heer Leterme. Het probleem
is het volgende : het ontwerp strekt ertoe de
wetgevende macht een bevoegdheid te ontnemen
die de Grondwet haar toekent.
Tevens verbindt de minister zich ertoe het
Parlement over de inhoud van de koninklijke
besluiten in te lichten ; ik veronderstel dan ook dat
de regering onze amendementen, die stroken met
het streven van de minister met betrekking tot het
verstrekken van informatie, zal aanvaarden. Ik
neem nota van het feit dat er geen selectief
partnership met KPM komt. Uit uw antwoord leid ik
eveneens af dat de aandeelhouder niet op de
hoogte is van wat de manager doet. Het ware
misschien nuttig de manager om meer informatie te
vragen.
01.14 Jean-Pol Poncelet (PSC): Je partage tout à
fait le point de vue de M. Leterme. Le problème est
le suivant : le projet vise à soustraire au pouvoir
législatif une compétence que la Constitution lui
accorde.
Par ailleurs, le ministre s'engage à informer le
Parlement de la teneur des arrêtés royaux ; dès
lors, je suppose que le gouvernement acceptera
nos amendements, qui rencontrent la préoccupation
d'information du ministre.
Je prends note du fait qu'il n'y aurait pas de
partenariat sélectif avec KPM. Je déduis également
de votre réponse que l'actionnaire n'est pas au
courant de ce que fait le manager. Il y aurait peut-
être intérêt à lui demander des informations.
01.15 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Uw voorstel komt onverwacht. U stelt voor dat er
voorafgaand een ­zij het vertrouwelijke ­
bespreking komt in de Kamer over de besluiten die
u zal nemen, ofwel dat er achteraf een
bekrachtiging volgt. Ik sta voor een dilemma. Een
voorafgaande bespreking betekent een vooruitgang
ten aanzien van de basistekst die ons alle
bevoegdheden ontnam, maar de kwestie van de te
volgen methode moet nog worden geregeld.
01.15 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Votre proposition me semble inopinée. Vous
proposez qu'en amont il y ait discussion à la
Chambre, fût-elle confidentielle, au sujet des
arrêtés que vous prendrez ou bien qu'il y ait
entérinement en aval. C'est pour moi un dilemme.
Une discussion en amont est une avancée par
rapport au texte de base qui nous confisquait tous
nos pouvoirs, mais il reste une question de
méthodologie à régler.
01.16 Jean-Pol Poncelet (PSC): Men moet weten
wat men wil. Ofwel wordt het systeem gehandhaafd
en heeft het Parlement het recht in kennis te
worden gesteld van de besluiten en ze te
bekrachtigen, maar de regering zet ons onder druk
om er in dit geval van af te wijken.
Ofwel wordt van het systeem afgestapt en moet de
bespreking in soortgelijke omstandigheden, in een
commissie bijvoorbeeld, vóór de afkondiging van
de wet plaatsvinden.
Daarom diende ik een amendement in die zin in.
01.16 Jean-Pol Poncelet (PSC): De deux choses
l'une. Soit, on maintient le système, à savoir le droit
du Parlement d'avoir connaissance des arrêtés et
de les sanctionner, mais le gouvernement nous
presse d'y déroger dans le cas présent.

Soit, si ce n'est pas le cas, c'est selon des
modalités similaires ­ au sein d'une commission,
par exemple ­ avant la promulgation de la loi, que
la discussion doit avoir lieu. C'est pourquoi j'ai
déposé un amendement allant en ce sens.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1317/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte
adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1317/1)
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Le projet de loi compte 6 articles.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 2
- 1: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 6: Lode Vanoost, Marie-Thérèse Coenen
(1317/...)
Art. 2
- 1: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 6: Lode Vanoost, Marie-Thérèse Coenen
(1317/...)
01.17 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Wij trekken dat amendement in.
01.17 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Nous retirons cet amendement.
01.18 Yves Leterme (CVP): Amendement 1 strekt
ertoe het woord « strategisch » te schrappen. Ik heb
een afkeer voor het gebruik van bijvoeglijke
naamwoorden in wetteksten. De minister heeft niet
duidelijk kunnen omschrijven wat met "strategisch"
wordt bedoeld. Het woord kan zonder enig
probleem weggelaten worden.

Ik besef dat de minister omwille van het nakend
reces geen amendementen meer zal aanvaarden,
omdat dit betekent dat het ontwerp terug naar de
commissie zou moeten.
01.18 Yves Leterme (CVP): L'amendement 1
er
tend à supprimer le terme « stratégique ». Je
répugne à l'emploi d'adjectifs dans des textes de loi.
Le ministre n'a pas été en mesure de définir
clairement ce qu'il faut entendre par là. Il n'y a
aucun inconvénient à supprimer le terme.


Je conçois que, vu la proximité des vacances
parlementaires, le ministre n'acceptera plus
d'amendements qui impliqueraient le renvoi du texte
en commission.
01.19 Minister Rik Daems (Nederlands): Dit
kadert in het hetzelfde concept als de term
strategische consolidatie waarvan de vorige
regering gebruik maakte. Een niet-strategische
samenwerking is er een waarbij men alleen naar
woorden grijpt. Ik vraag om het amendement te
verwerpen.
01.19 Rik Daems , ministre (en néerlandais): Le
cadre est identique au concept de consolidation
stratégique utilisé par le gouvernement précédent.
Une coopération qui n'est pas stratégique est une
coopération qui ne se fonde que sur les mots. Je
demande le rejet de l'amendement.
De
voorzitter: De stemming over de
amendementen en het artikel 2 wordt
aangehouden.
Le président: Le vote sur les amendements et
l'article 2 est réservé.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 3
- 2: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 3: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 4: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
Art. 3
- 2: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 3: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
- 4: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
01.20 Yves Leterme (CVP): Amendement twee op
artikel 3 strekt ertoe de woorden "het juridisch
statuut van Belgacom te wijzigen" te vervangen
door "het juridisch statuut van Belgacom als
vennootschap te wijzigen". Ik meen dat het niet de
bedoeling van de regering kan zijn om een
machtiging te geven om het statuut van Belgacom
als universele dienstverlener te wijzigen. Met dit
amendement wordt het advies van de Raad van
State gevolgd.

Amendement nr. 3 bevat een terminologische
wijziging: het lijkt ons nauwkeuriger "wijziging" te
gebruiken door "omzetting".

Het derde punt van artikel 3 willen wij aanvullen. Ik
01.20 Yves Leterme (CVP): L'amendement n° 2 à
l'article 3 vise à remplacer les termes "de modifier le
statut juridique de Belgacom" par "de modifier le
statut de Belgacom en tant que société". J'estime
que l'objectif du gouvernement ne saurait être de
permettre de modifier le statut de Belgacom en tant
que prestataire de services universel. Cet
amendement fait s'inscrit dans la ligne de l'avis du
Conseil d'Etat.

L'amendement n° 3 comporte une modification
terminologique : "modifier" nous paraît plus précis
que "transformation"

Nous souhaitons compléter le troisième point de
l'article 3. A cet effet, je renvoie à la discussion
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
verwijs daarbij naar de discussie over de machtiging
en het advies van de Raad van State.


De voorzitter: In het Nederlands moet men
spreken over "vastgesteld na overleg in
Ministerraad" in plaats van "in Ministerraad
overlegd". Dat geldt voor artikel 3, maar ook voor
artikel 2.
concernant l'autorisation et à l'avis du Conseil
d'Etat.

Le président: Dans la version néerlandaise, il faut
remplacer les mots "in Ministerraad overlegd" par
les mots "vastgelegd na overleg in Ministerraad".
Cela vaut pour les articles 2 et 3.
De stemming over de amendementen en het artikel
3 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 3 est
réservé.
Artikel 4 wordt aangenomen.
L'article 4 est adopté.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 5
- ?: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt, Tony Van
Parys en Karel Van Hoorebeke (1317/?)
- 9: Jean-Pol Poncelet (1317/?)
- 10: Jean-Pol Poncelet (1317/?)
- 11(2): Jean-Pol Poncelet (1317/?)
Art. 5
- ?: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt, Tony Van
Parys en Karel Van Hoorebeke (1317/?)
- 9: Jean-Pol Poncelet (1317/?)
- 10: Jean-Pol Poncelet (1317/?)
- 11(2): Jean-Pol Poncelet (1317/?)
01.21 Yves Leterme (CVP): De machtiging die
door het ontwerp wordt gegeven is in strijd met de
Grondwet en met het advies van de Raad van
State. Amendement 5 op artikel 5 strekt ertoe om
de confirmatie van de sessievoorwaarden in de wet
zelf op te nemen. Wij houden ons amendement
aan, ondanks het tegenvoorstel van de minister om
een confidentiële toelichting in de commissie te
houden voor hij naar de Ministerraad trekt met de
tekst. Wij denken dat de regeringsleden hiermee
niet akkoord zullen gaan.
01.21 Yves Leterme (CVP): L'habilitation délivrée
par le projet est contraire à la Constitution et à l'avis
du Conseil d'Etat. L'amendement n° 5 à l'article 5
tend à inscrire la confirmation des conditions de
session dans la loi elle-même. Nous réservons
notre amendement, en dépit de la proposition
formulée par le ministre en contrepartie du retrait
éventuel de notre amendement, de faire en
commission un exposé confidentiel à propos du
texte avant de présenter celui-ci au Conseil des
ministres. Nous pensons, en effet, que les
membres du gouvernement refuseront de se rallier
à cette proposition.
01.22 Jean-Pol Poncelet (PSC): Mijn
amendement nr. 9 heeft betrekking op de
modaliteiten voor de procedure volgens welke de
Kamer op de hoogte zou worden gehouden van de
voortgang van de onderhandelingen met een
eventuele partner, en van de besluiten die zouden
worden genomen na de goedkeuring van de wet.

Voorts heb ik de informatieprocedure willen
formaliseren, door te suggereren dat de bevoegde
minister vóór de besluiten genomen worden verslag
zou uitbrengen voor een Kamercommissie ad hoc,
om de onderwerpen toe te lichten waarover
onderhandeld wordt. Op die manier kan het
Parlement zijn rol spelen.

Ik zou willen dat u het advies van de Raad van
State over dat amendement nr. 9 vroeg, mijnheer
de voorzitter.
01.22 Jean-Pol Poncelet (PSC): Mon
amendement n° 9 vise les modalités selon
lesquelles la Chambre serait informée de l'évolution
des négociations en cours avec un partenaire
éventuel, et sur les prochains arrêtés qui seraient
pris suite à l'adoption de la loi.


J'ai également voulu formaliser la procédure
d'information, en suggérant que le ministre
compétent fasse rapport devant une commission ad
hoc de la Chambre, pour préciser les sujets sur
lesquels portent les négociations et ce, avant de
prendre lesdits arrêtés. Il s'agit de permettre au
Parlement de jouer son rôle.

J'aimerais, Monsieur le Président, que vous
demandiez la consultation du Conseil d'État sur cet
amendement n° 9.
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
02 Regeling van de werkzaamheden
02 Ordre des travaux
02.01 Luc Goutry (CVP): In de commissie voor de
Volksgezondheid heeft men om vijf voor twee een
ontwerp met 189 artikels rondgedeeld. Men wilde
meteen de bespreking beginnen. Men zou morgen
al willen tot het einde gaan en deze week nog
stemmen, althans over een vierde ervan; drie
vierden zou men niet behandelen. Het quorum om
de bespreking te starten was niet bereikt, maar men
doet toch rustig verder. Wij willen dit aanklagen.


De voorzitter: Rond 12 uur heb ik gevraagd om
artikelen 1 tot 137 te verwijzen naar de commissie
voor de Sociale Zaken en de artikelen 138 tot 182
naar de commissie voor de Volksgezondheid. Ik
had toen ook nog geen tekst gezien.
02.01 Luc Goutry (CVP): En commission de la
Santé publique, un projet comptant 183 articles a
été distribué à deux heures moins cinq. Il nous a été
demandé d'en entamer l'examen sur-le-champ pour
clôturer les travaux demain et mettre le projet -ou
au moins un quart du projet- aux voix cette semaine
encore. Les trois autres quarts ne seraient pas
traités. Bien que le quorum nécessaire n'ait pas été
atteint la discussion s'est poursuivie Nous
dénonçons ce procédé.

Le président: Vers midi, j'ai demandé que les
articles 1er à 137 soient renvoyés en commission
des Affaires sociales et les articles 138 à 182 en
commission de la Santé publique. A ce moment-là,
je n'avais pas non plus vu le texte.
02.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De commissie Buitenlandse Zaken kwam deze
namiddag samen voor de zaak-Kyoto. Er waren
slechts vier mensen aanwezig. Men zal nu om
17.00 uur terug samenkomen in de hoop dat er dan
voldoende leden aanwezig zullen zijn.
02.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
La commission des Relations extérieures s'est
réunie cet après-midi pour examiner le dossier
Kyoto. Il n'y avait que quatre membres présents. La
commission se réunira donc de nouveau à 17
heures dans l'espoir qu'il y ait alors un nombre
suffisant de membres.
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Wij sluiten
ons aan bij de tussenkomst van de heer Goutry.
Door deze gang van zaken kunnen wij niet meer
ernstig werken. De minister kon of wou niet
uitleggen waarom dit zo hoogdringend was. De
voorzitter moet erop toezien dat dergelijke situaties
zich niet voordoen.

De voorzitter: Ik zal dit morgen op de Conferentie
van voorzitters aan bod laten komen. Ik ga ervan uit
dat de regering met kennis van zaken uitleg zal
kunnen geven.
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Nous
nous joignons à l'intervention de M. Goutry. Des
situations de ce type nous empêchent de travailler
sérieusement. Le ministre n'a pas pu ou n'a pas
souhaité expliquer pourquoi il était si urgent de
traiter ce projet. Le président devrait veiller à ce que
de telles situations ne se reproduisent pas.

Le président: Je ferai en sorte que ce sujet soit
abordé demain en Conférence des présidents. Je
suis convaincu que le gouvernement sera alors en
mesure de fournir en connaissance de cause les
explications demandées.
02.04 Luc Goutry (CVP): Men kan zaken op een
volwassen manier bespreken in de commissie,
maar de rechten van de oppositie moeten worden
gerespecteerd. Als men nu laat betijen, dan laat
men de bespreking verder gaan. Voor ons is dit een
ernstig incident.

De voorzitter: Ik zal mij het verslag van de
commissie laten bezorgen. Ik zal het debat in
plenaire vergadering hervatten, maar ik sta er wel
op dat de rechten van de oppositie worden
gerespecteerd. Ik hou niet van dit soort incidenten.

Het incident is gesloten.
02.04 Luc Goutry (CVP): On peut discuter
raisonnablement en commission mais les droits de
l'opposition doivent être respectés. Si on laisse
faire, la discussion se poursuit. Il s'agit à nos yeux
d'un incident grave .


Le président: Je me ferai envoyer le compte-rendu
de la commission. Je reprendrai le débat en
séance plénière, mais j'insiste à mon tour sur la
nécessité de respecter les droits de l'opposition. De
tels incidents ne me plaisent pas.

L'incident est clos.
03 Hervatting van de bespreking van de artikelen
03 Reprise de la discussion des articles
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
03.01 Jean-Pol Poncelet (PSC): Het voorstel tot
raadpleging moet mondeling worden gedaan, wat
ook gebeurd is, en wordt in bespreking gebracht
wanneer het door dertig leden wordt gesteund.

De voorzitter: Dat is het geval. Wij zullen die
bespreking dus aanvatten. Een persoon per fractie
mag gedurende ten hoogste vijf minuten het woord
nemen.
03.01 Jean-Pol Poncelet (PSC): La proposition de
consultation doit être présentée oralement, ce que
j'ai fait, et elle est mise en discussion si trente
membres l'appuient.

Le président: C'est le cas. Nous allons donc
entamer cette discussion. Une personne par groupe
peut prendre la parole pour un maximum de cinq
minutes.
03.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): De logica van
voorliggend ontwerp bestaat erin het Parlement om
bijzondere machten te vragen. Volgens ons moet
artikel 5 van het ontwerp geamendeerd worden
door ons amendement nr. 9. De Kamer moet via
een ad hoc commissie worden ingelicht. Het is
belangrijk dat de Kamer al haar bevoegdheden kan
uitoefenen ; dat is de strekking van ons
amendement, waarvoor wij de raadpleging van de
Raad van State vragen.
03.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): La logique du
projet qui nous est proposé est de demander des
pouvoirs spéciaux au Parlement. L'article 5 du
projet devrait, selon nous, être amendé selon notre
amendement n° 9, la Chambre devant être
informée via une Commission ad hoc. Il est
important que la Chambre puisse exercer
l'ensemble de ses compétences ; c'est là l'objet de
notre amendement, pour lequel nous vous
demandons la consultation du Conseil d'État.
03.03 Paul Tant (CVP): We vragen de
naamstemming over deze materie. Dit is conform
het Reglement. De stemming bij zitten en opstaan
is in het Reglement voorbehouden voor een aantal
specifieke zaken. In alle andere gevallen is een
naamstemming mogelijk, dus ook nu.
03.03 Paul Tant (CVP): Nous demandons un vote
nominatif à propos de cette matière, conformément
au Règlement. Celui-ci réserve le vote par assis et
levé à une série de matières spécifiques. Dans tous
les autres cas, et donc également dans celui-ci, la
Chambre peut se prononcer par un vote nominatif.
03.04 Raymond Langendries (PSC): Dat is geen
onschuldig verzoek. Kan u, aangezien om een
naamafroeping verzocht werd, laten bellen om
afwezige collega's naar de zaal te roepen ? Dan
zullen we weten of het verzoek om de Raad van
State te raadplegen over artikel 5 door vijftig leden
gesteund wordt. (amendement nr. 9)

De voorzitter: Vanmorgen hebben we deze
procedure al eens uitgevoerd. We zullen nu
hetzelfde doen als vanmorgen.
03.04 Raymond Langendries (PSC): La demande
n'est pas anodine. Étant donné la demande d'appel
nominal, pourriez-vous sonner afin de faire venir en
salle certains collègues qui n'y sont pas ? Nous
pourrons ainsi savoir si cinquante membres
soutiennent la demande de consultation du Conseil
d'Etat à propos de l'article 5. (amendement n° 9)

Le président: Nous avons déjà appliqué cette
procédure ce matin. Nous allons donc procéder de
la même manière.
03.05 Raymond Langendries (PSC): Mijnheer de
voorzitter, het is normaal dat u wenst te weten of 50
leden dit verzoek tot raadpleging van de Raad van
State steunen, maar bovendien vragen wij u te
bellen zodat de collega's die in het gebouw
aanwezig zijn ons zouden vervoegen.


De voorzitter: De gecoördineerde wet op de Raad
van State bepaalt in artikel 2 § 2 dat de voorzitter
van een assemblee ertoe gehouden is het advies
van de Raad van State te vragen wanneer een
derde van de leden van die assemblee erom
verzoekt.

Wanneer het recht van die vijftig leden tot een
stemming meerderheid-oppositie leidt, zou de
meerderheid de raadpleging kunnen verwerpen.
03.05 Raymond Langendries (PSC): Monsieur le
Président, il est normal que vous souhaitiez savoir
si 50 membres appuient la demande de
consultation du Conseil d'État mais nous vous
demandons, en plus, d'actionner la sonnette pour
que les collègues présents dans le bâtiment nous
rejoignent.

Le président: La loi coordonnée sur le Conseil
d'Etat, en son article 2, §2, précise que le président
d'une assemblée est tenu de demander la
consultation du Conseil d'État lorsqu'un tiers au
moins des membres de cette assemblée le
demande.

Si le privilège de cinquante membres correspond à
un vote majorité-opposition, la majorité pourrait
rejeter la consultation. Or, le but de la loi est de
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Welnu, de wet strekt ertoe het raadplegen van de
Raad van State mogelijk te maken wanneer een
derde van de leden erom verzoekt. De voorzitter
moet er dan toestemming voor geven.
permettre, si un tiers des membres le demande, la
consultation du Conseil d'État. Le président doit
alors l'autoriser.
03.06 Raymond Langendries (PSC): Ik heb niet
om een stemming meerderheid-oppositie verzocht,
maar heb gevraagd dat er wordt gebeld om
parlementsleden die het debat niet volgen, hierheen
te laten komen.

De voorzitter: Er wordt nooit gebeld om de leden
op te trommelen wanneer het een
procedurestemming betreft.
03.06 Raymond Langendries (PSC): Je n'ai pas
demandé un vote majorité-opposition, mais
simplement de faire actionner la sonnette pour faire
venir certains députés qui ne suivraient pas le
débat.

Le président: On n'appelle jamais par sonnerie
quand il s'agit d'un vote de procédure.
03.07 Raymond Langendries (PSC): Ik ga
hiermee niet akkoord, want in geval van belangrijke
procedurestemmingen verwittigt men de aanwezige
parlementsleden door te bellen om te komen
stemmen of ten minste vast te stellen of voldoende
leden aanwezig zijn. Indien blijkt dat het vereiste
aantal leden niet aanwezig is, wordt de vergadering
gedurende één uur geschorst, waarna zij voor een
nieuwe stembeurt wordt hervat.

De voorzitter: Ik wil de precedenten niet wijzigen.
Wij hadden deze voormiddag al een soortgelijk
verzoek.
03.07 Raymond Langendries (PSC): Je ne suis
pas d'accord, car, dans le cas de votes de
procédures importants, l'on a averti par sonnerie les
députés présents dans la maison de venir voter ou
du moins de venir constater ce qu'il en est des
quorums. Dans ces conditions, si le quorum n'est
pas atteint, la séance est suspendue pendant une
heure après laquelle elle est reprise pour procéder
à un nouveau vote.

Le président: Je ne veux pas changer les
précédents. Nous avons déjà eu une demande
similaire, ce matin.
03.08 Raymond Langendries (PSC): Vanochtend
werd niet gevraagd te bellen.
03.08 Raymond Langendries (PSC): Ce matin, il
n'y a pas eu de demande d'actionner la sonnette.
03.09 Yves Leterme (CVP): De voorzitter verwijst
naar het precedent uit de ochtendvergadering. Ik
heb wel akte genomen van de interpretatie van de
kamervoorzitter, maar ik heb mij er niet bij
neergelegd.

De voorzitter: We zullen bij zitten en opstaan
stemmen over de vraag tot raadpleging van de
Raad van State.

- Het voorstel om de Raad van State te consulteren
wordt bij zitten en opstaan verworpen.
03.09 Yves Leterme (CVP): Le président se réfère
au précédent survenu au cours de la réunion du
matin. J'ai effectivement pris acte de l'interprétation
du président de la Chambre, mais cela ne signifie
pas que je l'accepte.

Le président: Nous voterons par assis et levé à
propos de la demande de consultation du Conseil
d'Etat.

- La demande de consultation du Conseil d'Etat est
rejetée par assis et levé.
03.10 Jean-Pol Poncelet (PSC) : Amendement nr.
10 strekt ertoe het dispositief aan te vullen met een
bepaling waarbij de besluiten binnen een termijn
van zes maanden moeten worden bekrachtigd.

Amendement nr. 11 is een amendement in
bijkomende orde, want het beperkt de strekking van
amendement nr. 9 met betrekking tot de informatie
die de regering de Kamer moet verstrekken over de
lopende onderhandelingen met een eventuele
partner.
03.10 Jean-Pol Poncelet (PSC): ): L'amendement
n° 10 vise à compléter le dispositif, en prévoyant
que les arrêtés soient confirmés dans les six mois.


Mon amendement n° 11 est subsidiaire, puisqu''il
limite l'amendement n° 9 quant à l'information à
donner par le gouvernement à la Chambre sur les
négociations avec l'éventuel partenaire.
03.11 Yves Leterme (CVP): Amendement 5 op 03.11 Yves Leterme (CVP): L'amendement n° 5 à
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
artikel 6 strekt ertoe de inwerkingtreding van het
ontwerp te laten plaatsvinden na publicatie in het
Belgisch Staatsblad en ze niet te laten afhangen
van een beslissing in de Ministerraad. Die bepaling
wijst op wantrouwen van de overige regeringsleden
jegens de minister. Voor ons is die bijkomende
beslissing onnodig.
l'article 6 tend à faire en sorte que le projet de loi
entre en vigueur après sa publication au Moniteur
belge et que ce ne soit pas le Conseil des ministres
qui fixe la date à laquelle il sort ses effets. Cette
disposition montre d'ailleurs que le gouvernement
se défie du ministre. Cette décision supplémentaire
nous semble inutile.
De
voorzitter: De stemming over de
amendementen en het artikel 5 wordt
aangehouden.
Le président: Le vote sur les amendements et
l'article 5 est réservé.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 6
- 5: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
Art. 6
- 5: Yves Leterme, Jozef Van Eetvelt (1317/3)
03.12 Minister Rik Daems (Nederlands): De
Ministerraad moet met kennis van zaken zijn
beslissingen kunnen treffen en hij moet bijgevolg zo
goed mogelijk worden geïnformeerd. Ik heb zelf om
dit systeem van double checks gevraagd, om te
vermijden dat we te maken krijgen met verrassende
situaties zoals tijdens de vorige legislatuur. Het
heeft dus helemaal niets te maken met enige vorm
van wantrouwen.
03.12 Rik Daems , ministre (en néerlandais) : Le
Conseil des ministres doit pouvoir prendre ses
décisions en connaissance de cause. En
conséquence, il doit être informé le mieux possible.
J'ai moi-même demandé d'instaurer ce système
des doubles contrôles pour éviter que nous soyons
confrontés à des surprises comme ce fut le cas
sous la précédente législature. Il ne s'agit donc
nullement d'une forme de méfiance.
De voorzitter: De stemming over het amendement
en het artikel 6 wordt aangehouden.
Le président: Le vote sur l'amendement et l'article
6 est réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
04 Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (zonder verslag)
(1304/1)
04 Projet de loi portant assentiment à l'Accord
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de Belgique
et le Comité intergouvernemental pour les
migrations européennes, signé à Genève le 2
juillet 1973 (transmis par le Sénat) (sans rapport)
(1304/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
Nous passons à la discussion des articles. Le texte
adopté par la commission sert de base à la
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1304/1)
discussion. (Rgt 66,4) (1304/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden zonder opmerking
aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés sans observation.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
05 Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr.
182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van de
ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de afschaffing
ervan, gedaan te Genève op 17 juni 1999
(overgezonden door de Senaat) (1305/1 en 2)
05 Projet de loi portant assentiment à la
Convention n°
182 de l'Organisation
internationale du travail concernant l'interdiction
des pires formes de travail des enfants et l'action
immédiate en vue de leur élimination, faite à
Genève le 17 juin 1999 (transmis par le Sénat)
(1305/1 et 2)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
05.01 Leen Laenens (rapporteur): Dit ontwerp is
belangrijk en ik ben verheugd dat het kan worden
goedgekeurd voor de belangrijke vergadering van
september over deze problematiek. Hoeveel staten
hebben de overeenkomst al bekrachtigd? Door de
overeenkomst komt de afschaffing van kinderarbeid
dichterbij. De conventie beantwoordt ook aan een
aantal verzuchtingen van Unicef. In september zal
de vooruitgang van de voorbije tien jaar worden
geëvalueerd.
05.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Le
présent projet est important et je me félicite qu'il
puisse être approuvé en vue de la réunion
importante qui se tiendra en septembre à ce sujet.
Combien d'Etats ont-ils déjà entériné la
convention ? La convention rend imminente la
suppression du travail des enfants. Elle répond
également à un certain nombre d'aspirations de
l'Unicef. En septembre, il sera procédé à une
évaluation des progrès accomplis ces dix dernières
années.
05.02 Jacques Lefevre (PSC): Het verheugt me
dat men deze overeenkomst bekrachtigt.
België heeft altijd tot de kopgroep behoord van de
landen die kinderarbeid bestrijden. Ter gelegenheid
van de mars van Genève heb ik een resolutie
voorgesteld die eenparig werd aangenomen. Deze
overeenkomst is erg belangrijk maar volstaat niet.
Het is van het allergrootste belang dat alle kinderen
worden geteld en de gelegenheid krijgen naar
school te gaan.
Kinderen horen thuis op school, bij hun familie en
op plaatsen waar wordt gespeeld, niet in de
fabrieken of op de velden.

Dit gezegd zijnde, is het zo dat in tal van landen de
politieke wil ontbreekt om kinderarbeid te verbieden.


De IAO heeft besloten om de ergste vormen van
kinderarbeid te verbieden.

Het is essentieel dat deze overeenkomst de armste
05.02 Jacques Lefevre (PSC): Je me réjouis que
l'on souscrive à cette convention.
La Belgique a toujours été à l'avant-garde de la lutte
contre le travail des enfants. Lors de la marche de
Genève, j'avais proposé une résolution qui a été
adoptée à l'unanimité. Mais cette convention, toute
importante qu'elle soit, n'est pas suffisante.
Il est prioritaire de recenser chaque enfant et de lui
donner accès à la scolarité.

La place des enfants est à l'école, dans leur famille
et sur les aires de jeu et non dans les usines ou
dans les champs.

Ceci dit, dans de nombreux pays, c'est la volonté
politique qui manque pour interdire le travail des
enfants.

L'OIT a décidé de s'attaquer aux formes les plus
intolérables de ce travail.

Il est primordial que cette convention ne heurte pas
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
landen en de landen waar de ongelijkheden het
grootst niet choqueert. Wij wensen stapsgewijs te
werk te gaan als het einddoel ambitieuzer is. Het
aantal kinderen dat werkt is heel hoog en te vroeg
gaan werken heeft een ongunstige invloed op hun
ontwikkeling.
les pays les plus pauvres et les plus inégalitaires.
Nous souhaitons une approche par petits pas, si le
but final est plus ambitieux. Le nombre d'enfants qui
travaillent est très élevé et le travail prématuré a
une influence négative sur le développement des
enfants.
Kinderarbeid komt vooral voor in
ontwikkelingsgebieden in Azië, Afrika, Latijns-
Amerika en ook in Oost-Europa, wegens de
overgang van een planeconomie naar een vrije
markteconomie.
Het komt echter ook voor in de Westerse wereld,
zowel in Europa als in de Verenigde Staten.
Daarover zijn echter geen statistieken voorhanden.

De Overeenkomst stoelt op het beginsel van de
autonomie. Elk land dat die Overeenkomst
ratificeert verbindt er zich toe op nationaal vlak
maatregelen te treffen om kinderarbeid in overleg
met de sociale partners te bestrijden en een
controle dienaangaande in te stellen.
Artikel 8 van de Overeenkomst voorziet in
onderlinge bijstand en een internationale
samenwerking voor steun aan de ontwikkeling en
hulp bij het uitroeien van de armoede.

De IAO heeft een programma ­ IPEC genaamd ­
opgezet dat de steun geniet van ons land, steun
waarvan wij hopen dat hij in de toekomst nog zal
toenemen. Die overeenkomst mag ons niet uit het
oog doen verliezen dat het kind momenteel in de
maatschappij niet altijd wordt behandeld zoals het
hoort ; ik denk aan de kindsoldaten, de
kindersmokkel,...

Ik hoop dat het Parlement het facultatief protocol
betreffende de kindsoldaten voor het parlementair
reces zal goedkeuren.

Wanneer men de mensenrechten verdedigt, moet
men ook op de bres staan voor de kinderen.
(Applaus)
Le travail des enfants est surtout répandu dans les
régions en développement en Asie, en Afrique, en
Amérique latine et en Europe orientale en raison du
passage d'une économie planifiée à une économie
libérale.
Dans les pays industrialisés toutefois, tant en
Europe comme qu'aux États Unis, il est également
présent. Les statistiques manquent.

La convention repose sur un principe d'autonomie.
Chaque pays qui la ratifie s'engage à prendre des
mesures nationales de lutte contre le travail des
enfants en concertation avec les partenaires
sociaux, et à organiser un contrôle.

L'article 8 de la convention prévoit une assistance
mutuelle et une coopération internationale de
soutien au développement et d'aide à l'éradication
de la pauvreté.

L'OIT a lancé un programme ­ IPEC ­ auquel la
Belgique apporte son soutien, soutien que nous
espérons de plus en plus important.
Cette convention ne doit pas nous faire perdre de
vue la place de l'enfant dans la société ; je pense
aux enfants soldats, au trafic des enfants, ...



J'espère que le Parlement pourra voter le Protocole
facultatif relatif aux enfants-soldats avant les
vacances parlementaires.

Quand on est le défenseur des droits de l'homme,
on est aussi le défenseur des droits de l'enfant.
(Applaudissements)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1305/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte
adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1305/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerking
aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés sans observation.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
06 Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden door
de Senaat) (zonder verslag) (1306/1)
06 Projet de loi portant assentiment au Protocole
additionnel n° 5 à la Convention révisée pour la
navigation du Rhin, et à la Déclaration, faits à
Strasbourg le 28 avril 1999 (transmis par le Sénat)
(zonder verslag) (1306/1)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1306/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte
adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1306/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden zonder opmerking
aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés sans observation.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
07 Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella
Minne en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de
huidige toestand in Afghanistan (1284/1 en 2)
07 Proposition de résolution de Mme Mirella
Minne et M. Yvon Harmegnies et consorts
relative à la situation actuelle en Afghanistan
(1284/1 et 2)
Bespreking
Discussion
De door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1284/1)
Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1284/1)
De bespreking is geopend.
La discussion est ouverte.
07.01 Claudine Drion , rapporteur: Het
onderhavige voorstel vervangt het door mevrouw
Minne en de heer Harmegnies ingediende voorstel.
Laatstgenoemden hebben de motivering
uiteengezet van de nieuwe resolutie, waarin hun
eigen tekst mee opgenomen is.

De resolutie werd door de commissie eenparig
aangenomen.
07.01 Claudine Drion , rapporteur: La présente
proposition remplace celle qui avait été déposée par
Mme Minne et M. Harmegnies, qui ont présenté les
motivations de cette nouvelle résolution, englobant
la leur.


Cette résolution a été votée à l'unanimité en
commission.
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
07.02 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV): Alles wat
zou kunnen indruisen tegen de heersende
godsdienst, wordt in Afghanistan aangegrepen om
nieuwe dwangmaatregelen uit te vaardigen.

De Afghaanse vrouwen werden tot slavernij
gebracht. Zij zijn het grootste slachtoffer van deze
dwingelandij.

De Koran zegt nochtans nergens dat dat het lot van
de vrouw is. Dat heeft niets met de islam te maken,
en is louter een uitwas van de radicale kijk die de
Taliban op hun godsdienst hebben.

De vrouw heeft het fundamentele recht op een
waardig leven. Dat houdt in dat zij verscheidene
rechten heeft. Dat betekent in de eerste plaats
gelijke rechten voor man en vrouw en geen
discriminatie op grond van geslacht, ras of
godsdienst.
07.02 Mirella Minne (ECOLO-AGALEV): En
Afghanistan, tout peut être détourné parmi ce qui
semble être contraire à la religion.


Les premières victimes de la privation de liberté
sont les femmes qui sont réduites à l'esclavage.


Cependant, dans le Coran, il n'est pas inscrit que ce
doit être là le sort des femmes. Ce n'est pas l'Islam
qu'il faut condamner mais la vision radicale qu'ont
les Talibans de leur religion.

Le droit fondamental des femmes est de vivre avec
dignité ce qui implique plusieurs droits. Tout
d'abord, le droit à l'égalité entre hommes et femmes
et l'exclusion de toute discrimination basée sur le
sexe, la race ou la religion.
Hieraan kunnen nog worden toegevoegd: het recht
op persoonlijke veiligheid, het recht op fysieke en
mentale gezondheid, het recht op gelijke wettelijke
bescherming, het recht op billijke
arbeidsomstandigheden, het recht op vrijheid van
meningsuiting, het recht op vereniging, het recht op
institutioneel onderwijs en het recht om aan
culturele activiteiten deel te nemen.

Dictatoriale regimes zoals dat van de Taliban
houden alleen stand als de rest van de wereld blijft
zwijgen. Laten we voorkomen dat deze tragedie
door ons stilzwijgen voortduurt.
On peut encore citer le droit à la sécurité
personnelle
; le droit à la santé physique et
mentale ; le droit à la protection égale de la loi ; le
droit à des conditions justes de travail ; le droit à la
liberté d'expression, de pensée, d'association ; le
droit à l'éducation institutionnelle et le droit de
participer aux activités culturelles.


Les régimes dictatoriaux comme celui des Talibans
ne se maintiennent que si le reste du monde reste
silencieux. Ne laissons pas cette tragédie perdurer
par notre silence.
07.03 Jacques Lefevre (PSC): Alle partijen wilden
dit voorstel van resolutie medeondertekenen. Op
bepaalde plaatsen van de wereld heerst volstrekte
wetteloosheid.
07.03 Jacques Lefevre (PSC): Tous les partis ont
voulu cosigner cette résolution. Il y a des zones du
monde où règne le non droit.
In sommige landen is dat het gevolg van een
externe actie, zoals in Irak. Voor andere gebieden is
deze situatie te wijten aan het plaatselijk regime,
zoals in Afghanistan.
Alle landen van de wereld zijn het erover eens dat
het regime van Kaboel moet veroordeeld worden.



Toch kan men zich vragen stellen over de
tegenstrijdige houding van de internationale
gemeenschap ten aanzien van dat regime vermits
het in grote mate werd gesteund door Pakistan en
de Verenigde Staten. Ik vraag mij af in hoeverre dat
embargo, waardoor de bevolking wordt getroffen en
het regime nog radicaler wordt, verantwoord is. Is
het afzonderingsbeleid dat nu wordt gevoerd, wel
het meest aangewezen ? Heeft Europa in deze
Certaines de ces zones sont le fait d'une action
extérieure, comme l'Irak. D'autres sont le fait du
régime local, comme l'Afghanistan.

Il y a consensus pour condamner ce régime, mais il
convient de s'interroger sur les contradictions
internationales face à ce régime, qui a bénéficié
d'un large soutien du Pakistan et des Etats-Unis.

Je m'interroge sur le bien-fondé d'un embargo qui
frappe la population et radicalise le régime. La
politique d'isolement est-elle bien la bonne
?
L'Europe n'a-t-elle pas un rôle spécifique à jouer ?
Le message que lance cette résolution est double :
la condamnation sans appel du régime taliban et
notre sympathie pour le peuple afghan.
(Applaudissements)
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
geen eigen rol te spelen ? In deze resolutie is een
dubbele boodschap vervat: wij veroordelen het
Taliban-regime op de strengste manier en wij
betuigen het Afghaanse volk onze sympathie.
(Applaus)
07.04 Yvon Harmegnies (PS): Dat de situatie van
de mensenrechten in Afghanistan zeer
verontrustend is, is al twintig jaar een feit.
Sinds 1996 heeft de Taliban-militie er een uiterst
streng regime op godsdienstig vlak tot stand
gebracht. Maar sedertdien is dat land ook in zichzelf
gekeerd en heeft het een zeer groot wantrouwen
ten aanzien van de moderniteit ontwikkeld.
De burgerlijke samenleving wordt aan een dictaat
onderworpen dat alle details van het dagelijks leven
van de mensen regelt.

Ik wil de islam geenszins aan de kaak stellen. Ik
veroordeel daarentegen krachtdadig het misbruik
dat wordt gemaakt van de godsdienstige beginselen
van de islam waardoor de menselijke waardigheid
volledig wordt gefnuikt.
07.04 Yvon Harmegnies (PS): La situation des
droits de l'Homme en Afghanistan est très
préoccupante depuis vingt ans.
Depuis 1996, la milice taliban y a imposé un régime
rigoriste au niveau religieux, un repli sur soi et une
méfiance à l'égard de la modernité.


L'ensemble de la société civile est soumis à un
diktat qui régit tous les détails de la vie quotidienne
des individus.

Loin de moi l'idée de dénoncer l'islam. Je veux, en
revanche, condamner fermement l'utilisation
abusive de principes religieux qui font fi de toute
dignité humaine.
De dogmatische interpretatie die de Taliban aan de
islam geven en in 90% van hun grondgebied
opleggen, is verwerpelijk.

De hoop op een vreedzame afloop is onbestaande.
Door de droogte en de burgeroorlog leeft de
bevolking in dramatische omstandigheden.


Ondanks de sharia slaagden de Taliban er niet in
de overheidsstructuren te beheren en de braindrain
een halt toe te roepen. Naar verluidt zouden vier
miljoen personen het land zijn ontvlucht.

Het komt erop aan het verzet te steunen en alle
democratische krachten tegen dit totalitaire regime
dat de meest fundamentele mensenrechten
schendt, te mobiliseren.

De internationale gemeenschap dient ten aanzien
van die dramatische situatie een initiatief te nemen
en voor een verbetering van de situatie van de
vrouw te ijveren.

De voorgestelde sancties tegen het Taliban-regime
moeten voorkomen dat de humanitaire situatie van
de bevolking er nog slechter wordt. Wij moeten
dringend via steun aan het maatschappelijk
middenveld standpunt innemen tegen het
machtsmisbruik van de Taliban.
Ik nodig mijn collega's uit massaal voor dit voorstel
van resolutie te stemmen. (Applaus op verscheiden
banken
)
L'interprétation dogmatique que les Talibans ont de
l'islam et qu'ils imposent sur 90 % du territoire est
condamnable.

Les espoirs d'un règlement pacifique sont
inexistants. Les conditions de vie de la population
sont dramatiques, dues à la sécheresse et à la
guerre civile. Aucune statistique fiable n'est
disponible sur la situation.
Malgré la Charia, les Talibans ont démontré leur
incapacité à gérer les structures d'un État et à
endiguer la fuite des cerveaux : on parle de quatre
millions de personnes ayant fui le pays.

Il s'agit de soutenir la résistance et de mobiliser
toutes les faces démocratiques contre ce régime
totalitaire et qui ne respecte pas les principes les
plus élémentaires des droits de l'Homme.

La Communauté internationale a le devoir de
répondre à cette situation dramatique et d'assortir
sa réponse à des conditions plus favorables aux
femmes.

Les sanctions préconisées contre le régime taliban
sont conçues pour épargner à la population une
détérioration de sa situation humanitaire. Il est
urgent de prendre position contre les excès des
Talibans en soutenant la société civile.

J'invite mes collègues à voter massivement en
faveur de cette proposition de résolution.
(Applaudissements sur divers bancs)
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
De voorzitter: Aan de tekst van het voorstel van
resolutie werden diverse verbeteringen ten aanzien
van de vorm aangebracht. Zij zullen worden
opgenomen in de definitieve tekst, die aan de
regering zal worden overgezonden.
Le président: Diverses corrections de forme
doivent être apportées au texte de la proposition de
résolution. Elles figurent dans le texte définitif qui
sera transmis au gouvernement.
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
Er werden geen amendementen ingediend of
heringediend.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
De stemming over het voorstel van resolutie zal
later plaatsvinden.
Le vote sur la proposition de résolution aura lieu
ultérieurement.
08 Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos Wauters
tot aanvulling van de arbeidsovereenkomstenwet
met een recht op outplacement voor oudere
werknemers (961/1)
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 4)
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot
wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971
met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1)
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
en mevrouw Joëlle Milquet betreffende het
tijdkrediet (755/1)
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer Joos
Wauters tot wijziging van de Arbeidswet van 16
maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering
van een recht op ouderschapsverlof (967/1)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot invoering
van een recht op zorgkrediet (977/1)
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende het
loopbaankrediet (1171/1)
08 Projet de loi visant à améliorer le taux
d'emploi des travailleurs (1290/1 à 4)
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos Wauters
complétant la loi relative aux contrats de travail
par l'instauration d'un droit à l'outplacement pour
les travailleurs âgés (961/1)
- Projet de loi relatif à la conciliation entre
l'emploi et la qualité de vie (1291/1 à 4)
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1)
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1)
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans,
Mme Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
modifiant, en vue de réduire la durée du temps de
travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail (846/1)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1)
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee
wetsontwerpen en zeven wetsvoorstellen te wijden.
(Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule discussion
à ces deux projets et sept propositions de loi.
(Assentiment)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
08.01 Greta D'Hondt (CVP): Ik heb geen verslag
ontvangen van het ontwerp 1290.
08.01 Greta D'Hondt (CVP): Je n'ai pas reçu le
rapport concernant le projet de loi n° 1290.
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
08.02 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Dat lag
vanochtend op onze banken.
08.02 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Ce projet
a été déposé ce matin sur nos bancs.
Voorzitter: Jean-Pol Henry
Président: Jean-Pol Henry
08.03 Jean-Marc Delizée , rapporteur: De minister
van Tewerkstelling en Arbeid heeft het belang van
haar ontwerpen onderstreept. Het eerste omvat
acht grote hoofdstukken, die ertoe strekken de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers te
verhogen door middel van categoriegebonden
modaliteiten.

Het tweede ontwerp telt vijf hoofdstukken
betreffende de verzoening van werkgelegenheid en
kwaliteit van het leven, wat bewerkstelligd moet
worden door een algemene
arbeidsduurvermindering tot 38 uur per week per 1
januari 2003, door maatregelen voor een collectieve
arbeidsduurvermindering, door het tijdskrediet en
de vermindering van de arbeidsprestaties.

Tijdens de bespreking hadden sommige leden
kritiek op de draagwijdte van de ontwerpen en op
de implicaties voor de sociale zekerheid.
08.03 Jean-Marc Delizée , rapporteur: La ministre
de l'Emploi a souligné l'importance de ses projets.
Le premier comprend huit grands chapitres qui
visent à améliorer le taux d'emploi des travailleurs,
à travers des modalités adaptées selon les
catégories.



Le second contient cinq chapitres relatifs à la
conciliation entre l'emploi et la qualité de la vie,
rendue possible via notamment, une réduction du
temps de travail à 38 heures à partir du 1
er
janvier
2003, des réductions collectives du temps de
travail, le système de crédit-temps et la réduction
des prestations.


Lors de la discussion, certains membres se sont
montrés critiques par rapport à la portée des projets
et à leur impact sur la sécurité sociale.
Voorgesteld werd op middellange termijn een
evaluatie te maken van de impact van de
werktijdverkorting op de werkgelegenheid of andere
factoren.
Het vaderschaps- en adoptieverlof werd als een
vooruitgang beschouwd.

De maatregelen betreffende de collectieve en
individuele werktijdverkorting hebben tot een hele
reeks uiteenzettingen geleid.

De discussies over de bepalingen betreffende de
verhoging van de tewerkstellingsgraad van oudere
werknemers hebben zich toegespitst op de
outplacementmaatregelen voor werknemers van 45
jaar of ouder.

De minister antwoordde dat deze ontwerpen die
noch als revolutionnair, noch als een beleid van
kleine stapjes kunnen worden bestempeld,
niettemin een betekenisvolle doorbraak betekenen
om inzake werkgelegenheid zowel kwantitatief als
kwalitatief aan de eisen van de Europese Unie te
voldoen.
Il a été suggéré de réaliser une évaluation à moyen
terme de l'impact de la réduction du temps de
travail sur l'emploi ou d'autres facteurs.

Le congé de paternité et d'adoption a été considéré
comme un progrès.

Les mesures relatives à la réduction collective et
individuelle du temps de travail ont suscité de
nombreuses interventions.

Les discussions portant sur les dispositions
relatives au relèvement du taux d'emploi des
travailleurs âgés se sont focalisées sur le
reclassement professionnel des travailleurs de 45
ans ou plus.

La ministre a répondu que ces projets, qui ne sont
ni révolutionnaires ni une politique de petits pas,
opèrent des avancées significatives afin de
répondre notamment à l'Union européenne sur la
question de l'emploi, quantitativement et
qualitativement.
Beide ontwerpen dragen bij tot een administratieve
vereenvoudiging. De sociale partners zullen bij de
tenuitvoerlegging van meerdere bepalingen worden
betrokken. Verduidelijkingen werden eveneens
gegeven over de beschikbare budgetten.
Ces deux projets contribuent à une simplification
administrative. Les partenaires sociaux seront
appelés à intervenir pour la mise en oeuvre de
plusieurs dispositions. Des précisions ont été
également données sur les enveloppes budgétaires
disponibles.
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21

De regering heeft er altijd voor geijverd om het
concurrentievermogen van de bedrijven met de
nieuwe individuele rechten te verzoenen.

De minister erkende dat andere middelen om de
tewerkstelling van oudere werknemers te
bevorderen, geactiveerd zullen moeten worden.

Le gouvernement a toujours eu le souci de concilier
la compétitivité des entreprises avec les droits
individuels nouveaux.

La ministre a encore admis que d'autres moyens de
promotion de l'emploi des travailleurs âgés devront
être activés.
Er werden verscheidene amendementen ingediend.
Enkel amendement nr. 1 van de heer Bonte, dat
ertoe strekt een artikel 25bis in te voegen in het
ontwerp nr. 1291 en waarbij een jaarlijkse evaluatie
van het tijdskrediet door de NAR wordt ingevoerd,
werd met 11 stemmen en 2 onthoudingen
aangenomen.

Het aldus geamendeerde wetsontwerp nr. 1291
werd met 9 stemmen en 4 onthoudingen
aangenomen.

Het wetsontwerp nr. 1290 werd met 9 stemmen en
5 onthoudingen aangenomen.

Daardoor vervallen de toegevoegde
wetsvoorstellen. (Applaus op alle banken)
Plusieurs amendements ont été déposés. Seul
l'amendement n° 1 de M. Bonte, visant à insérer un
article 25 bis dans le projet n° 1291 et prévoyant
l'évaluation annuelle par le CNT du crédit-temps, a
été adopté par 11 voix et 2 abstentions.



L'ensemble du projet n° 1291 tel qu'amendé a été
adopté par 9 voix et 4 abstentions.


L'ensemble du projet n° 1290 a été adopté par 9
voix et 5 abstentions.

Les propositions de loi jointes deviendront dès lors
sans objet. (Applaudissements sur tous les bancs)
08.04 Greta D'Hondt (CVP): Ik heb een suggestie
voor de regering: heeft zij al eens laten berekenen
wat het effect op de tewerkstellingsgraad zou zijn,
indien de 10.000 opvangouders een volwaardig
statuut aangeboden zouden krijgen, zodat deze
groep mee tot de actieve beroepsbevolking zou
kunnen worden gerekend?

Met het principe van outplacement kan ik mij
akkoord verklaren. Een aantal vragen in verband
met het recht op outplacement blijft echter open: is
er wel evenwicht tussen rechten en plichten van
werkgevers en werknemers binnen de voorgestelde
regeling? Hoe verhoudt het recht op outplacement
zich tot de opzegtermijnen en
-vergoedingen? Er zullen keuzes moeten worden
gemaakt. Het is belangrijk om niet tot een
ondoorzichtige opeenstapeling van maatregelen te
komen: zo kunnen loonkostverhoging en
loonkostverlaging niet in één hand worden
gedragen. In de commissie verklaarde de minister
dat, bij gebrek aan een CAO, een KB moet worden
uitgevaardigd, waarin wordt rekening gehouden met
de kostprijs van de outplacement-maatregel voor de
ondernemingen. Inzake de vooropzeg, verklaarde
de minister dat dit onderscheid moet worden
gemaakt: ofwel blijft de betrokkene tijdens de
vooropzeggingstermijn werken, zodat cumulatie
moet outplacement mogelijk is; ofwel stopt men
tijdens de vooropzeggingstermijn met werken en
wordt er een compenserende
08.04 Greta D'Hondt (CVP): J'ai une suggestion à
faire au gouvernement : a-t-il déjà calculé
l'incidence qu'aurait sur le taux d'emploi l'octroi aux
10.000 parents d'accueil d'un statut de qualité qui
permettrait à ce groupe d'être intégré à la
population active.


Je puis me rallier au principe de l'outplacement. Il
semble cependant qu'un certain nombre de
questions concernant le droit à l'outplacement
subsistent : les droits et les obligations des
employeurs et des travailleurs sont-ils bien
équilibrés ? Qu'en est-il du droit à l'outplacement au
regard des délais de préavis et des indemnités de
départ ? Il faudra opérer des choix. Il faut se garder
d'un amas opaque de mesures : la hausse et la
diminution du coût salarial ne peuvent pas être
réglées en une fois. Le ministre a déclaré en
commission qu'en l'absence d'une CCT, il fallait
promulguer un arrêté tenant compte du coût de
l'outplacement pour les entreprises. En ce qui
concerne le préavis, le ministre a déclaré qu'il fallait
établir une distinction selon que l'intéressé continue
à travailler pendant la période de préavis, auquel
cas le cumul avec l'outplacement est possible, ou
qu'il arrête de travailler pendant la période de
préavis, obtenant ainsi une indemnité de préavis
compensatoire. Dans la seconde hypothèse, je me
demande s'il est également possible de bénéficier
du cumul avec l'outplacement.
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
vooropzeggingsvergoeding betaald. Ik vraag me af
of ook hier een cumulatie met outplacement
mogelijk is.
Wanneer men de activiteitsgraad bij oudere
werknemers wil verhogen, moet men proberen hen
tot op latere leeftijd in dienst te houden. Het ontwerp
legt nochtans uitsluitend de klemtoon op het
opnieuw in dienst nemen van oudere werklozen en
bruggepensioneerden via financiële stimuli. Wie al
een financieel voordeel heeft genoten bij zijn vertrek
uit actieve dienst, krijgt nu een nieuwe stimulus bij
herindiensttreding. Dat is toch geen goed systeem.

De groep oudere werklozen is in de huidige periode
van hoogconjunctuur niet gedaald, integendeel. In
2000 bedroeg de stijging zelfs 7.947 eenheden naar
een totaal van 140.763. Tijdens het eerste trimester
van 2001 groeide het aantal opnieuw aan met 5.620
personen in vergelijking met 2000. Deze cijfers
wijzen op de nood aan een daadkrachtig optreden.
Si l'objectif est d'accroître le taux d'activité parmi les
travailleurs âgés, il faut essayer garder ceux-ci au
travail plus longtemps. Or, le projet met
exclusivement l'accent sur la remise au travail de
travailleurs âgés et de pré-pensionnés pâr le
recours à des incitants financiers. Le travailleur qui
a déjà obtenu un avantage financier lorsqu'il a mis
fin à son activité bénéficie à présent d'une nouvelle
mesure d'encouragement s' il est remis au travail.
Un tel système ne peut être bon.

Malgré l'actuelle période de haute conjoncture, on
ne dénombre pas moins de chômeurs âgés. Au
contraire, leur nombre est même passé en 2000 à
140.763, soit une augmentation de 7.947 unités. Au
cours du premier trimestre de 2001, ce nombre a
encore augmenté de 5.620 unités par rapport à
2000. Ces chiffres montrent combien il est devenu
nécessaire d'intervenir de manière effective
De titel van dit wetsontwerp betreffende de
verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van
het leven klinkt goed, de façade is gered. De
regering gaat er blijkbaar van uit dat lineaire
maatregelen opgelegd door de federale overheid of
aangemoedigd door financiële stimuli de beste
manier vormen om werkgelegenheid en kwaliteit
van het leven te verzoenen.

Omdat de regering de collectieve
arbeidsduurvermindering niet eenzijdig durft op te
leggen, wordt ze verkocht: voor collectieve
arbeidsduurvermindering worden twee
verminderingen ­ een eenmalige en een recurrente
­ toegekend op de socialezekerheidsbijdragen en
ondernemingen die overgaan naar de
vierdagenweek ontvangen 400 euro per werknemer.
Verschillende punten blijven onduidelijk en deze
nieuwe regeling werkt eens te meer administratieve
complexiteit in de hand.


Het nieuwe stelsel van tijdskrediet biedt minder
mogelijkheden om arbeid, gezin en vrije tijd te
verzoenen dan de bestaande maatregelen inzake
loopbaanonderbreking. Aangezien heel wat mensen
kiezen voor deeltijdse loopbaanonderbreking, ligt de
drie procent rechthebbenden op
loopbaanonderbreking uitgedrukt in
personeelsvolume hoger dan de vijf procent
rechthebbenden op tijdskrediet, uitgedrukt in
eenheden.
L'intitulé séduisant de ce projet de loi tendant à
concilier emploi et qualité de la vie permet au
gouvernement de sauver les apparences. Le
gouvernement semble convaincu que l'instauration
par les autorités fédérales de mesures linéaires
contraignantes et d'incitants financiers constitue la
meilleure manière de réaliser l'objectif annoncé.


Le gouvernement n'osant pas imposer
unilatéralement la réduction du temps de travail,
celle-ci fait l'objet d'un marchandage : en fait de
réduction collective du temps de travail, deux
réductions - l'une unique, l'autre récurrente - de
cotisations de sécurité sociale sont octroyées et les
entreprises instaurant la semaine de quatre jours
bénéficient d'une intervention à concurrence de 400
euros par travailleur. Plusieurs points demeurent
imprécis et, une fois de plus, cette nouvelle
réglementation favorise la complexité
administrative.

Le nouveau régime de crédit-temps offre moins de
possibilités de combiner travail, famille et loisirs que
les mesures existantes en matière d'interruption de
carrière. Bon nombre de travailleurs optant pour
une interruption de carrière à temps partiel, les 3
pour cent de travailleurs pouvant prétendre à
l'interruption de carrière, exprimés en volume de
personnel, représentent davantage que les 5 pour
cent de travailleurs pouvant prétendre au crédit-
temps, exprimés en unités.
08.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het 08.05 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
betreft een recht dat algemeen toepasselijk is. Alle
werknemers hebben recht op het tijdskrediet
ongeacht de sector of de uitgeoefende job.
C'est un droit généralisé. Quel que soit son secteur
ou son emploi, tout travailleur a droit à ce crédit-
temps.
08.06 Greta D'Hondt (CVP): De praktijk wijst uit
dat 70 procent van de personen die van
loopbaanonderbreking gebruik maken, slechts
deeltijds thuis blijven. Daarmee rekening houdend is
het volume van drie procent altijd meer dan de vijf
procent per hoofd. Heel wat sectoren beperken het
recht op tijdskrediet tot twee of drie jaar. De
mogelijkheden tot uitstel en intrekking van het recht
op tijdskrediet en het voorkeur- en
planningmechanisme beperken de zekerheid van
de werknemer. De mogelijkheid tot
loopbaanonderbreking met een derde en een vierde
wordt geschrapt. Wie al gebruik maakte van het
recht op loopbaanonderbreking dreigt voor het
tijdskrediet uit de boot te vallen. Wij hebben dan
ook een amendement ingediend dat ertoe strekt dat
de onderbrekingen voor palliatieve zorgen, zorgen
aan een ziek familielid of ouderschapsverlof
bovenop de maximale duurtijd van het tijdskrediet of
bovenop het algemene stelsel van
loopbaanonderbreking zouden komen. (Applaus)
08.06 Greta D'Hondt (CVP): On constate dans la
pratique que 70 % des personnes qui recourent à
l'interruption de carrière ne restent à la maison qu'à
temps partiel. Compte tenu de cette donnée, le
volume de 3 % est toujours supérieur aux 5 % par
tête. De nombreux secteurs limitent le droit au
crédit-temps à deux ou trois ans. Les possibilités de
report et de retrait du droit au crédit-temps, et le
mécanisme de préférence et de planification
restreignent la sécurité du travailleur. La possibilité
de prendre une interruption de carrière calculée en
tiers et en quarts est supprimée. Les travailleurs
ayant déjà exercé leur droit à l'interruption de
carrière risquent d'être exclus du bénéfice du crédit-
temps. C'est ce qui nous a amenés à déposer un
amendement tendant à faire en sorte que les
interruptions pour soins palliatifs ou pour soins à un
parent malade ou encore pour congé de paternité
s'ajoutent à la durée maximale du crédit-temps ou
du système général de l'interruption de carrière.
(Applaudissements)
08.07 Raymond Langendries (PSC): De
verhoging van de werkgelegenheidsgraad is een
klassieke en een relevante doelstelling, omdat een
hogere werkgelegenheidsgraad tot een lager
werkloosheidscijfer leidt, en de afhankelijkheid
tussen de generaties via de sociale zekerheid
bestendigt. Ze biedt de mogelijkheid zich te
ontplooien bij de uitoefening van een beroep.

De regering legt ons twee wetsontwerpen voor. In
een recent rapport merkt de Hoge Raad voor de
werkgelegenheid op dat de werkgelegenheidsgraad
bij oudere werknemers in België een van de laagste
van Europa is, zelfs in sectoren waar er krapte
heerst op de arbeidsmarkt. De voorgestelde
maatregelen zijn goed, maar zullen ze volstaan om
de in Stockholm vooropgestelde doelstelling van
50% te halen ? De diverse VUT-regelingen zijn
geen stimulans, en de HRW stelt hun gegrondheid
ter discussie. Daarover zal moeten worden
nagedacht, ook al is het een delicaat probleem,
want het gaat ten slotte om bepalingen waarmee de
door bedrijfssluitingen veroorzaakte sociale
problemen kunstmatig moesten worden opgelost.

Een andere krachtlijn is de economische
convergentie die op de onderscheiden
beleidsniveaus, met inachtneming van de
respectieve bevoegdheden, tot stand zal moeten
worden gebracht.

Er werden begrotingstechnische maatregelen
08.07 Raymond Langendries (PSC):
L'augmentation du taux de l'emploi est un objectif
classique et pertinent. Pertinent car cette
augmentation enchaîne une réduction du chômage
et permet de consacrer la dépendance entre les
générations via la sécurité sociale. Elle offre des
possibilités d'épanouissement dans l'exercice d'une
profession.


Le gouvernement propose deux projets de loi. Le
Conseil supérieur de l'emploi, dans son récent
rapport, faisait remarquer que le taux d'emploi des
travailleurs âgés, même dans des secteurs où il y a
pénurie, est un des plus bas d'Europe. Les mesures
proposées sont bonnes, mais sont-elles suffisantes
pour atteindre l'objectif de 50% fixé à Stockholm ?
Les régimes de pensions anticipées ne
représentent pas un encouragement et leur bien-
fondé est remis en cause pour le CSE. Il faudra y
réfléchir, même si le problème est délicat,
s'agissant de dispositions destinées à régler
artificiellement des problèmes sociaux causés par
des fermetures d'entreprises.


Un autre axe est la convergence économique qu'il
faudra mettre en oeuvre à travers les différents
niveaux de pouvoir, dans le respect des
compétences.

03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
vastgesteld, maar wij menen dat de federale
overheid moet investeren in levenslang leren, met
het oog op een vlottere inschakeling op de
arbeidsmarkt, en in onderzoek & ontwikkeling, wat
goed zou moeten zijn voor 20% van het BBP.


Een harmonieuzer samengaan van privé-leven en
beroepsleven moet ook bijdragen tot een hogere
werkgelegenheidsgraad. Tegelijk moet de
arbeidstijdverkorting in meer vrije tijd resulteren.
Des mesures budgétaires ont été arrêtées, mais
nous estimons qu'au niveau fédéral, des
investissements doivent être consentis pour
l'éducation, tout au long de la vie en vue d'une
insertion professionnelle facilitée et pour la
recherche-développement, qui devrait représenter
20% du PIB.

L'amélioration de la conciliation entre la vie privée et
professionnelle doit également contribuer à
augmenter le taux d'emploi, tout en donnant
davantage de temps de loisirs à travers la réduction
du temps de travail.
De vijftigplussers zullen tot zij met pensioen gaan
voor een lichter arbeidsregime kunnen kiezen.
Niettemin blijft de bittere nasmaak, aangezien de
doelstellingen die de minister van Arbeid in haar
beleidsnota had geformuleerd, niet worden gehaald.
In plaats van een werkelijk recht op tijdskrediet
kwam er een gedeeltelijke hervorming van de
loopbaanonderbreking.
Les plus de cinquante ans pourront alléger leur
travail jusqu'à leur pension. Il reste néanmoins un
goût d'ouverture car les objectifs fixés par la
ministre de l'Emploi dans sa note de politique
générale ne sont pas atteints. Au lieu d'un véritable
droit au crédit-temps, on a droit à une réforme
partielle de l'interruption de carrière.
08.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat
klopt niet. Die doelstellingen komen in de ontwerpen
voor, maar in een bijzondere vorm.
08.08 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Ce n'est pas exact. Ces objectifs se retrouvent dans
ces projets, sous des modalités particulières.
08.09 Raymond Langendries (PSC): Ik ben het
met die doelstelling eens als u mijn amendementen
aanvaardt.

Het betreft dus maar een gedeeltelijke hervorming
omdat zij enkel geldt voor de particuliere sector. De
regering zou ook maatregelen kunnen treffen voor
de openbare sector.
Het betreft ook maar een gedeeltelijke hervorming
omdat zij enkel betrekking heeft op de zogenaamd
klassieke loopbaanbaanonderbreking. Zij is ook
maar gedeeltelijk wat de duur van het tijdskrediet
betreft ; de werknemers hebben immers al de
mogelijkheid om vijf jaar lang loopbaanonderbreking
te nemen.

De bedragen van de uitkering zijn ontoereikend om
het stelsel aantrekkelijk te maken, vooral dan voor
gezinnen met een laag inkomen, die niet van die
regeling gebruik zullen kunnen maken.


Van de uitkering van 30.000 frank, waarvan in
september 2000 gewag werd gemaakt, is helemaal
geen sprake meer !

Een element is van het grootste belang als men de
twee ontwerpen naast elkaar legt : een betere
toegang tot een volwaardige opvang voor alle
kinderen. Wij steunen de doelstelling om de
jeugdzorg jaarlijks met 10% uit te breiden en wij
08.09 Raymond Langendries (PSC): Je suis
d'accord avec cet objectif si vous acceptez mes
amendements !

Donc, c'est une réforme partielle parce qu'elle ne
concerne que le secteur privé. Le gouvernement
pourrait faire quelque chose pour le secteur public.

Cette réforme est aussi partielle en ce qu'elle ne
concerne que l'interruption de carrière dite
classique. Elle est aussi partielle en ce qui concerne
la durée du crédit-temps ; en effet, les travailleurs
bénéficieraient déjà d'une interruption de cinq ans.


Les montants de l'allocation sont insuffisants pour
rendre le système attrayant, surtout pour les
ménages à bas revenus, qui ne pourront avoir
accès au système.


L'allocation de 30.000 francs annoncée en
septembre 2000 est loin !


Enfin, un élément est indispensable sous le double
angle des deux projets : un meilleur accès pour
chaque enfant à un accueil digne de ce nom. Nous
soutenons l'objectif d'augmenter les services à la
jeunesse de 10% chaque année, mais nous
espérons que nous y arriverons rapidement. Un
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
hopen dat zij snel wordt bereikt. De gecontroleerde
opvangouders moeten dringend een statuut krijgen
en het aantal opvangplaatsen moet worden
opgetrokken.

Wetende dat u niet zal nalaten onze
amendementen te verwerpen, zullen wij
desondanks niet nalaten voor die ontwerpen te
stemmen.
statut est indispensable pour les gardiennes
encadrées, ainsi qu'une augmentation du nombre
de places d'accueil.

Sachant que vous ne manquerez pas de rejeter nos
amendements, le groupe PSC ne manquera pas de
voter en faveur de ces projets.
08.10 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC):
Van bij haar aantreden heeft de regering gewezen
op haar voornemen de actieve welvaartstaat tot
stand te brengen waarin geen enkele
maatschappelijke groep wordt gemarginaliseerd en
de toestand van alle burgers voldoende wordt
beveiligd.

De arbeidsmarkt blijft, in weerwil van de recente
verbeteringen, hoe dan ook de achilleshiel in de
Belgische economie. Volgens de laatste ramingen
vonden zowat 70.000 personen werk waarvan twee
derde voltijds.

Niettemin blijft de werkgelegenheidsgraad tot de
laagste behoren van de EU, wat hoofdzakelijk te
wijten is aan drie groepen, met name de oudere
volwassenen, de jongeren en de vrouwen. Daarom
moet op dit gebied een actief beleid worden
gevoerd teneinde in 2005 een tewerkstellingsgraad
van 67% en in 2010 zelfs van 70% te bereiken.

De twee ontwerpen die ons thans worden
voorgelegd hebben tot doel enerzijds dit probleem
te verhelpen door zeer concrete maatregelen om de
tewerkstellingsgraad te verhogen en, anderzijds, het
beroeps- en gezinsleven beter op elkaar af te
stemmen.

Beide ontwerpen concretiseren de akkoorden die
tussen de sociale partners werden gesloten in het
kader van de onderhandelingen over het
interprofessioneel akkoord 2001-2002.

In de federale beleidsverklaring van oktober 2000
legde de regering de grondslagen voor een nieuw
interprofessioneel akkoord waarbij de sociale
partners bij het maken van de meest adequate
keuzes zouden worden betrokken, wat ook
gebeurde. Vandaag moeten wij hén een antwoord
bezorgen, door de wettelijke grondslagen te leggen
voor hun akkoorden.

Wat de algemene werktijdverkorting tot 38 uur per
week vanaf 1 januari 2003 betreft, kan een betere
spreiding van de werktijd bijdragen tot de
tenuitvoerlegging van een tewerkstellingsbeleid en
aldus leiden tot een verbeterde levenskwaliteit via
08.10 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC): Le
gouvernement, dès son entrée en fonction, a
souligné son intention de mettre en place un Etat
social actif, afin qu'aucun groupe social ne soit
marginalisé et que la situation de tous les citoyens
soit suffisamment sécurisée.

Le marché du travail reste le point faible de
l'économie belge, malgré les récentes
améliorations. Selon les dernières estimations,
quelque 70.000 personnes ont été mises au travail,
dont deux tiers à temps plein.

Cependant, le taux d'emploi reste un des plus
faibles au sein de l'Union européenne et est
principalement imputable à trois groupes, les
adultes âgés, les jeunes et les femmes. Cela mérite
de poursuivre une politique active en cette matière,
afin d'atteindre un taux d'emploi de 67%, en 2005,
et de 70%, en 2010.

Les deux projets qui nous sont soumis ont pour
objectif de remédier à ce problème, d'une part, en
présentant des mesures très explicites, pour
augmenter le taux d'emploi et, d'autre part, pour
obtenir une meilleure articulation entre la vie
professionnelle et la vie privée.

Ces deux projets concrétisent les accords conclus
entre les partenaire sociaux dans le cadre des
négociations de l'accord interprofessionnel 2001-
2002.

Lors de la déclaration de politique fédérale
d'octobre 2000, le gouvernement avait jeté les
bases d'un nouvel accord interprofessionnel en
impliquant les partenaires sociaux dans les choix
les plus adéquats, ce qu'ils ont fait. Il nous
appartient, aujourd'hui, de leur répondre
concrètement en forgeant la base légale de leurs
accords.

En ce qui concerne la réduction générale du temps
de travail à 38 heures par semaine à partir du 1
er
janvier 2003, une meilleure répartition du temps de
travail peut contribuer à la mise en oeuvre d'une
politique de l'emploi et permettre une amélioration
de la qualité de vie au travers d'une gestion plus
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
een soepeler beheer van de tijd.
souple du temps.
De aanpassing van de arbeidstijd vormt een nuttige
aanvulling voor elk werkgelegenheidsbeleid, maar
kan dit niet geheel vervangen.

Voorts verheugen wij ons over de vrijwillige, niet-
verplichte instelling van de
arbeidsduurvermindering. Alleen op die manier
zullen de ondernemingen misschien overwegen de
arbeidsduur tot minder dan 38 uur te verlagen.
Bovendien moeten dwingende maatregelen worden
vermeden die het concurrentievermogen van onze
Belgische ondernemingen en de vraag naar
gespecialiseerde arbeidskrachten kunnen
aantasten.

Tot nu toe is er geen enkele objectieve studie die
aantoont dat de vermindering van de arbeidsduur
een positieve weerslag op de werkloosheid zou
hebben.

Het systeem inzake tijdskrediet en het
overschakelen op halftijdse prestaties vult de CAO
nr. 77 van 14 februari 2001 in. Dit systeem heeft het
voordeel dat het in vergelijking met vroegere
systemen voor loopbaanonderbreking administratief
gezien heel eenvoudig is. Voorts kan men zich
verheugen over het zuiver conventionele karakter
van het systeem.

Het recht op vaderschaps- en adoptieverlof vormen
ook een lovenswaardige verbetering in vergelijking
met de huidige situatie.

Hetzelfde geldt voor de bepalingen ter verhoging
van de tewerkstelling onder de zogeheten
"risicogroepen": vrouwen en oudere werklozen.

Het valt te betreuren dat de ondernemingen die
inspanningen leveren inzake "outplacement"
hiervoor niet worden vergoed.


De maatregelen inzake tijdelijk werk passen in de
geest van de IAO-conventie en in de huidige
context waarbij de werving wordt opengesteld voor
particulieren.

De opleiding van vrouwen en ouderen blijft van
cruciaal belang in de werkloosheidbestrijding.

In een nabije toekomst zal het werk dankzij de
maatregelen inzake flexibiliteit soepeler kunnen
worden georganiseerd.

Samengevat zijn deze wetsontwerpen belangrijk
voor het werkgelegenheidsbeleid dat wij willen
Cependant, si l'aménagement du temps de travail
est un complément utile à toute politique de
l'emploi, il ne saurait s'y substituer entièrement.

Par ailleurs, nous nous réjouissons que la réduction
collective du temps de travail soit instaurée sur une
base volontaire et non contraignante. Ce n'est que
de cette manière que les entreprises pourront
envisager une éventuelle réduction du temps de
travail en dessous des 38 heures.
De plus, il convient d'éviter la prise de mesures trop
contraignantes pouvant mettre en péril la
compétitivité des entreprises belges et la demande
de main-d'oeuvre spécialisée.

Aucune étude n'a jusqu'ici démontré objectivement
l'impact positif de la réduction du temps de travail
sur le chômage ou l'emploi.


Le système de crédit-temps, de réduction des
prestations de travail à mi-temps concrétise la
convention collective n° 77 conclue le 14 février
dernier. Ce système a l'avantage d'une grande
simplification administrative par rapport aux
systèmes antérieurs d'interruption de carrière.
On peut aussi se réjouir du caractère purement
conventionnel du système.

Le droit au congé de paternité et au congé
d'adoption constitue une avancée appréciable par
rapport à la situation actuelle.

Il en va de même pour les dispositions visant à
augmenter l'emploi en faveur des groupes dits à
risques : jeunes et chômeurs âgés.

Quant au reclassement professionnel,
l'outplacement, il est dommage qu'il ne soit pas
compensé par plus d'avantages dans le chef des
entreprises.

Les mesures prises dans le cadre du travail
temporaire se situent dans l'esprit de la convention
de l'OIT et dans le contexte de l'ouverture du
placement aux opérateurs privés.

La formation des jeunes et des plus âgés reste
primordiale dans la lutte contre le chômage.

Dans un avenir proche, les mesures relatives à la
flexibilité du travail permettront plus de souplesse
dans l'organisation du travail.

En résumé, il s'agit là de projets de loi importants
pour la politique de l'emploi que nous entendons
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
voeren. (Applaus)
mener. (Applaudissements)
08.11 Hans Bonte (SP): Na het uitvoerig
commissiedebat wil ik mij beperken tot enkele
bedenkingen.

Het is symbolisch dat beide ontwerpen samen
worden behandeld. De actieve welvaartstaat
betekent niet dat alles om werken draait. Men
bereikt geen hogere activiteitsgraad zonder
evenwicht tussen arbeidstijd en vrije tijd.




Het eerste ontwerp pakt de bekende uitdagingen
aan: het bereiken van een werkgelegenheidsgraad
van zeventig procent en het tegengaan van de
uitstroom van oudere werknemers. Mevrouw
Pieters heeft zich eerder verzet tegen het
aanwenden van socialezekerheidsmiddelen voor dit
laatste doel; de ACW-vleugel is daar blijkbaar wel
voorstander van. Mevrouw D'Hondt steunt het idee
van outplacement. Ook de SP is daar voorstander
van.
08.11 Hans Bonte (SP): Le débat en commission
ayant été mené en profondeur, je limiterai mon
intervention à quelques réflexions.

Le fait que les deux projets soient examinés
simultanément revêt une portée symbolique. L'Etat
providence actif ne signifie pas que tout doive
tourner autour du travail. Il est impossible
d'augmenter le taux d'emploi sans tenir compte de
l'équilibre entre le temps consacré au travail et aux
loisirs.

Le premier projet de loi concerne des défis que nul
n'ignore : atteindre un taux d'emploi de 70% et lutter
contre le départ à la retraite des travailleurs âgés.
Mme Pieters s'est précédemment opposée à l'idée
d'affecter des moyens de la sécurité sociale pour
réaliser le second objectif alors que l'aile proche de
la CSC y serait favorable. Je ne vois pas clairement
ce que défend le CVP. Mme D'Hondt est favorable
à l'outplacement, tout comme le SP.
Het compromis inzake de beschikbaarheid van
oudere werknemers verdient lof. Zij zullen, wanneer
ze terug aan de slag gaan, hun toeslag kunnen
behouden. We moeten afwachten of de sociale
partners outplacement in een CAO zullen omzetten.


Ik heb twijfels inzake het tijdskrediet. Het is niet
zeker dat daardoor meer mensen van een
loopbaanonderbreking zullen kunnen genieten. Ons
amendement, dat ertoe strekt de evolutie op het
veld te volgen en daar politieke conclusies uit te
trekken, werd door elf van de dertien leden
goedgekeurd. Het is verwonderlijk dat twee leden
van de meerderheid dit amendement niet steunden.

We zijn zeer verheugd over de samenhang tussen
de twee ontwerpen en de verwezenlijkingen van de
minister. Toch nog één kritische noot: er wordt veel
aandacht besteed aan de verhoging van de
activiteitsgraad, maar er zijn nog altijd categorieën
die geen kans krijgen op de arbeidsmarkt, namelijk
de allochtonen. We moeten op dit vlak zoeken naar
creatieve oplossingen, willen we de zeventig
procent tewerkstellingsgraad bereiken. (Applaus
van de meerderheid)
Le compromis concernant la disponibilité des
travailleurs âgés mérite d'être salué. Lorsqu'ils se
remettront au travail, les retraités pourront
conserver leur supplément. Nous devons attendre
de voir si les partenaires sociaux transposent
l'outplacement dans les CCT.

J'ai des doutes quant au crédit temps. Cette
mesure ne permettra peut-être pas aux gens de
bénéficier d'une interruption de carrière. Notre
amendement visant à suivre l'évolution sur le terrain
et d'en tirer ensuite des conclusions politiques, a été
adopté par 11 des 13 membres. Il est étonnant de
constater que deux membres de la majorité ont
décidé de rejeter notre amendement.

Nous nous réjouissons de la cohésion entre les
deux projets de loi et des réalisations accomplies
par le ministre. Un petit bémol seulement : une
grande attention est consacrée à l'accroissement du
taux d'emploi, mais certaines catégories n'ont
toujours pas accès au marché du travail, à savoir
les étrangers. En l'occurrence, nous devons
rechercher des solutions créatives si nous voulons
atteindre les 70% de taux d'emploi.
(Applaudissements sur les bancs de la majorité)
08.12 Jean-Marc Delizée (PS): Uit het tweeledige
oogpunt van de arbeidstijdverkorting enerzijds en
van de noodzaak van een verhoging van de
werkgelegenheidsgraad van de oudere werknemers
anderzijds, is het wetsontwerp betreffende de
08.12 Jean-Marc Delizée (PS):Sous le double
aspect de la réduction du temps de travail et de la
nécessité d'augmenter le taux d'emploi des aînés,
le projet visant à mieux concilier l'emploi et la
qualité de la vie va dans le bon sens. Pour les
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van
het leven een stap in de goede richting. Voor de
socialisten is een algemene
arbeidsduurvermindering het efficiëntste wapen
tegen onderbenutting van de productiemiddelen en
een verspilling van de human resources. De 38-
urenweek is de bekrachtiging van vele sectorale
inspanningen en tevens het uitgangspunt voor
sectorale en bedrijfsgebonden CAO's. Het is te
betreuren dat de overheid geen garanties heeft
bedongen voor nieuwe banen.

Bovendien mag de geplande vermindering van de
werkgeversbijdragen geen quasi structurele
subsidie voor arbeid worden. Ze moet dus beperkt
worden tot zes of zeven jaar, tot de andere
financieringsparameters het gewenste effect
sorteren.

Dat de maatregel ook slechts voor één bepaalde
objectieve personeelscategorie kan worden
toegepast, doet niets af aan haar collectieve
karakter, maar maakt het mogelijk in te spelen op
de specifieke behoeften van het bedrijfsleven en de
werknemers.
socialistes, la réduction généralisée du temps de
travail est le meilleur moyen de lutter contre la sous-
utilisation des moyens de production et contre le
gaspillage des ressources humaines. Le passage
aux 38 heures, consécration de plusieurs efforts
sectoriels, est le point de départ de la conclusion de
CCT adaptées à chaque secteur et à chaque
entreprise. On peut regretter que l'intervention
publique ne soit pas assortie d'une condition de
garantie de création d'emplois nouveaux.


De plus, la réduction des cotisations patronales
prévue ne peut devenir une subvention quasi
structurelle sur le travail. Il faut donc qu'elle soit
limitée à six ou sept ans, jusqu'à ce que les autres
paramètres de financement produisent leurs pleins
effets.

Le fait que la mesure puisse n'être appliquée qu'à
une catégorie objective de personnel n'enlève rien à
son caractère collectif mais permet de répondre aux
besoins des entreprises et des travailleurs.
Dat is voor ons het vertrekpunt om collectieve
arbeidsovereenkomsten te sluiten. Wat de
financiële inspanningen betreft die moeten worden
geleverd met het oog op een vermindering beneden
de 38 uur, kunnen wij het feit dat geen bijkomende
banen worden gecreëerd, enkel maar betreuren.

Als de overgang naar een 35-urenweek moet
worden geschraagd door een vermindering van de
werkgeversbijdragen, dan mag die vermindering
niet definitief zijn.
Wat de toepassingssfeer betreft, speelt de
maatregel in op de behoeften van de
ondernemingen en op de specifieke problemen
waarmee sommige werknemers worden
geconfronteerd.

Die vierdagenweek is voor ons een instrument om
tot een grotere flexibiliteit te komen. Het mag dan al
belangrijk zijn om het werk anders te organiseren in
het licht van de behoeften van de ondernemingen,
daar moeten echter belangrijke maatregelen
tegenover staan op het stuk van de
arbeidsduurvermindering.
Er wordt een koppeling gemaakt tussen beide
stelsels en tevens wordt een financieel voordeel
ingebouwd om de ondernemingen ertoe aan te
zetten van die nieuwe regeling gebruik te maken.
De invoering van een vereenvoudigd en doorzichtig
wettelijk kader maakt een einde aan de onzekerheid
en de controverses over de sociale bescherming
van de werknemers. Wij moeten erop toezien dat
C'est, pour nous, le point de départ pour conclure
des conventions collectives de travail.
Quant aux efforts financiers à faire en vue d'une
réduction sous les 38 heures, nous ne pouvons que
regretter l'absence de création d'emplois
supplémentaires.

Si le passage aux 35 heures doit être soutenu par la
réduction des cotisations patronales, cette réduction
ne peut être définitive.

Quant au champ d'application, la mesure répond
aux besoins des entreprises et aux problèmes
spécifiques rencontrés par certains travailleurs



La semaine des quatre jours est pour nous un
instrument de flexibilité. S'il importe que l'on puisse
organiser autrement le travail en fonction des
besoins de l'entreprise, il faut des contreparties
réelles en termes de réduction de la durée du
travail.

Le lien est établi entre les deux systèmes avec un
avantage financier à la clef pour inciter les
entreprises à explorer cette formule nouvelle.

L'introduction d'un cadre légal simplifié et
transparent met fin aux incertitudes et controverses
sur la protection sociale des travailleurs. Nous
devons veiller à ce que la sécurité sociale et la
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
de evolutie van de sociale zekerheid parallel
verloopt met die van de reglementering van de
arbeidsduur, wat voorheen niet het geval was.
réglementation du temps de travail avancent au
même rythme, ce qui n'était pas le cas auparavant.
Het is genoegzaam bekend dat de
loopbaanonderbreking een afdoend antwoord biedt
op verzoeken die ingegeven zijn door tijdsgebonden
verplichtingen zoals bijvoorbeeld de opvoeding van
kleine kinderen.

Het interprofessioneel recht op een tijdskrediet van
een jaar opent ongekende mogelijkheden op het
stuk van het responsabiliseren van alle
werknemers.

Er is een belangrijke sociale dynamiek op gang
gebracht, ook al werden de oorspronkelijke ambities
met dit ontwerp niet gehaald.

Wat het financieel evenwicht van het systeem
betreft, stelt de afschaffing van de verplichte
vervanging ons niet gerust. Die afschaffing is
immers strijdig met de budgettaire neutraliteit die de
jongste jaren al niet werd geëerbiedigd.

Het ouderschapsverlof vormt een grote vooruitgang
die wij toejuichen.

Inzake de verhoging van de tewerkstellingsgraad
zal ik mij tot de ouderen beperken. De loopbaan
moet worden verlengd. Momenteel zitten we met
113.000 bruggepensioneerden en 170.000 oudere
werklozen, wat te veel is.In dit domein moeten
preventiemaatregelen en aanmoedigingen hand in
hand gaan.

Wat is een "passende betrekking" voor een oudere
werkloze?

Wij staan achter de opleidingsactiviteiten, het
mentorschap en de begeleiding voor bepaalde
werknemers die nog halftijds werken.

Het individueel recht op "outplacement" voor
ontslagen werknemers van minimum 45 jaar moet
het aantal ontslagen beperken. Aangezien het een
recht betreft, kan een eventuele weigering geen
enkele weerslag hebben op de uitbetaling van een
werkloosheidsuitkering.

"Outplacement" kan in geen geval een algemeen
optreden ten aanzien van de regels inzake ontslag
met inbegrip van het recht op een
werkloosheidsuitkering rechtvaardigen.

We zijn dus ver verwijderd van het
werkgelegenheidsbeleid van de vorige regeringen.
Het is de bedoeling te komen tot een meer solidaire
L'interruption de carrière a démontré ses effets
positifs face à des demandes de temps
conditionnées par des contraintes périodiques
comme, par exemple, l'éducation d'enfants en bas
âge.

Le droit interprofessionnel en crédit-temps pendant
un an ouvre des horizons inexplorés en termes de
responsabilisation de tous les travailleurs.


Une dynamique sociale importante a été
enclenchée, même si l'accord conclu est en-deçà
des ambitions de départ.

Ceci dit, la suppression de l'obligation de
remplacement ne nous rassure pas quant à
l'équilibre financier du système ; en effet, cette
abrogation rompt une neutralité budgétaire déjà
malmenée ces dernières années.

Le congé de paternité représente un grand progrès.
Nous l'approuvons.

Quant à l'augmentation du taux d'emploi des
travailleurs, je me limiterai à la problématique des
aînés. Il importe de prolonger la vie active : 113.000
prépensionnés et 170.000 chômeurs âgés, c'est
trop. Dans ce domaine, il faut combiner mesures
préventives et incitations.


Qu'est-ce qu'un «emploi convenable» pour un
chômeur âgé ?

Nous adhérons pour notre part aux activités de
formation, de tutorat ou d'accompagnement pour
certains travailleurs encore actifs à mi-temps.

Quant au droit individuel à l'outplacement pour les
travailleurs licenciés âgés d'au moins 45 ans, il
devrait amener moins de licenciements. C'est un
droit. Un refus éventuel ne peut donc avoir aucune
conséquence directe sur les conditions d'octroi des
allocations de chômage.

L'outplacement ne peut en aucun cas justifier une
opération «globale» sur l'ensemble des règles
régissant les licenciements, en ce compris de droit
aux allocations de chômage.

Bref, nous voici loin des politiques de l'emploi des
législatures précédentes. L'objectif est de rendre la
société plus conviviale, plus solidaire. Nous vous
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
maatschappij waarin het aangenamer leven is. U
kan op onze steun rekenen. (Applaus)
soutenons. (Applaudissements)
08.13 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): De
groenen zijn uitermate blij dat het wetsvoorstel
inzake de 38-uren-week eindelijk wet zal worden.
We hebben er lang op moeten wachten. Wat de
overuren betreft, moet de arbeidswetgeving erop
worden nagekeken. Nu kunnen overuren immers
pas tellen vanaf het 41
ste
werkuur.



De stimulans tot een collectieve
arbeidsduurvermindering is een goede zaak,
inzonderheid voor het personeel van de
ziekenhuissector, dat hier al langer nood aan had.


Het tijdskrediet, samen met de maatregelen die het
professioneel en het privé-leven beter moeten
verzoenen, kan een belangrijke impact hebben op
de arbeidswereld. Toch is het zo dat dit systeem
nog verder moet worden verfijnd. Nu is het slechts
een doorslag van wat de sociale partners zijn
overeengekomen.
08.13 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Les verts
se réjouissent particulièrement de pouvoir assister
enfin à l'aboutissement de la proposition de loi
relative à la semaine de 38 heures, qui s'est
longtemps fait attendre. Il conviendra toutefois de
veiller au respect de la législation relative aux
heures supplémentaires. Actuellement, les
prestations des travailleurs ne sont considérées
comme heures supplémentaires qu'à partir de la
41
ème
heure.
L'instauration de mesures encourageant la
réduction collective du temps de travail constitue
une excellente initiative, notamment en ce qui
concerne le personnel du secteur hospitalier qui y
aspire depuis longtemps.

Parallèlement aux mesures permettant de mieux
concilier vie professionnelle et vie familiale, le
crédit-temps peut produire un impact important sur
le monde du travail. Ce système doit toutefois être
encore affiné. La percée opérée aujourd'hui se
limite aux accords conclus entre interlocuteurs
sociaux.
Ik heb enkele bedenkingen. De vijftigplussers die al
deeltijds werken, komen niet in aanmerking voor de
nieuwe regeling. Hun toestand is onduidelijk. De
RVA zou deze mensen er moeten op wijzen dat ze
met hun werkgever een overeenkomst dienen af te
sluiten in verband met hun loopbaan tot hun
pensioen of brugpensioen. Wij willen de
discriminatie wegwerken van vrouwen die om
allerlei redenen deeltijds zijn gaan werken op
jongere leeftijd.

Het tijdskrediet is een goed begin, maar het gaat
niet ver genoeg. Wij zullen dan ook wetsvoorstellen
indienen.

Het vaderschapsverlof hoort niet thuis in de
ziekteverzekering. Wij zijn voorstander van een
fonds binnen de sociale zekerheid voor vader- en
moederschapsverlof, tijdskrediet, thematische
loopbaanonderbreking enzovoort. (Applaus)


De voorzitter: De minister zal na de stemmingen
antwoorden op de diverse sprekers. Ook de
artikelsgewijze bespreking zal dan plaatshebben.
De stemming over deze ontwerpen en voorstellen
houden we dan voor donderdag.

We stemmen nu over de andere ontwerpen en
voorstellen die we vandaag hebben besproken.
Certaines choses me laissent perplexe. Les plus de
cinquante ans travaillant déjà à temps partiel
n'entrent pas en considération pour bénéficier du
nouveau règlement. Leur situation n'est pas claire.
L'ONEM devrait attirer leur attention sur la nécessité
de conclure un accord avec leur employeur sur
l'organisation de leur carrière jusqu'à leur pension
ou prépension. Nous voulons quant à nous
supprimer la discrimination dont sont victimes les
femmes qui, pour diverses raisons, ont travaillé à
temps partiel quand elles étaient plus jeunes.
Le crédit-temps est un bon début, mais il n'est pas
assez audacieux. Par conséquent, nous
déposerons des propositions de loi.

Le congé de paternité n'a pas sa place dans
l'assurance-maladie. Nous prônons quant à nous la
création d'un fonds, au sein même de la sécurité
sociale, pour financer le congé de paternité et de
maternité, le crédit-temps, l'interruption de carrière
thématique, etc. (Applaudissements)

Le président: La ministre répondra aux divers
orateurs après les votes. La discussion des articles
aura également lieu à ce moment-là. Il sera donc
procédé, jeudi, au vote sur ces projets et
propositions.

Nous passons maintenant au vote sur les autres
projets et propositions que nous avons examinés
aujourd'hui.
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
Naamstemmingen
Votes nominatifs
09 Aangehouden amendementen en artikelen van
het wetsontwerp betreffende Belgacom (1317/1
tot 3)
09 Amendements et articles réservés du projet de
loi relatif à Belgacom (1317/1 à 3)
Stemming over amendement nr. 1 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 2. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 1 de Yves Leterme, Jozef
Van Eetvelt à l'article 2. (1317/3)
(Stemming 2)
Resultaat van de stemming: 79 neen tegen 45 ja bij
2 onthoudingen.
(Vote 2)
Résultat du vote: 79 non contre 45 oui et 2
abstentions.
Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel 2
aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et l'article
2 adopté.
09.01 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): Ik heb
een stemafspraak met mevrouw Anne Barzin.
09.01 Jean-Pierre Detremmerie (PSC): J'ai pairé
avec Mme Anne Barzin.
09.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): Mevrouw Milquet
wilde ja stemmen.
09.02 Jean-Pol Poncelet (PSC): Mme Milquet
aurait voulu voter oui.
09.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik heb een
stemafspraak met de heer Denis D'hondt.
09.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): J'ai pairé
avec M. Denis D'Hondt.
09.04 Jos Ansoms (CVP): Ik heb een
stemafspraak met de heer Marcel
Bartholomeeussen.
09.04 Jos Ansoms (CVP): J'ai pairé avec M.
Marcel Bartholomeeussen.
09.05 Marcel Hendrickx (CVP): Ik heb een
stemafspraak met de heer Jan Peeters.
09.05 Marcel Hendrickx (CVP): J'ai pairé avec M.
Jan Peeters.
Stemming over amendement nr. 2 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 3. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 2 de Yves Leterme, Jozef
Van Eetvelt à l'article 3. (1317/3)
(Stemming 3)
Resultaat van de stemming: 77 neen tegen 35 ja bij
4 onthoudingen.
(Vote 3)
Résultat du vote: 77 non contre 35 oui et 4
abstentions.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr.
3 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 3. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 3 de Yves Leterme, Jozef
Van Eetvelt à l'article 3. (1317/3)
(Stemming 4)
Resultaat van de stemming: 80 neen tegen 44 ja bij
4 onthoudingen.
(Vote 4)
Résultat du vote: 80 non contre 44 oui et 4
abstentions.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr.
4 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 3. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 4 de Yves Leterme, Jozef
Van Eetvelt à l'article 3. (1317/3)
De voorzitter: Mag de uitslag van de vorige
stemming ook gelden voor deze stemming?
(Instemming)
Le président: Peut-on considérer que le résultat du
vote précédent est valable pour celui-ci?
(Assentiment)
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel 3
aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et l'article
3 adopté.
Stemming over amendement nr. 7 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt, Tony Van Parys, Karel
Van Hoorebeke op artikel 5. (1317/?)
Vote sur l'amendement n° 7 de Yves Leterme, Jozef
Van Eetvelt, Tony Van Parys, Karel Van Hoorebeke
à l'article 5. (1317/?)
(Stemming 5)
Resultaat van de stemming: 80 neen tegen 44 ja bij
4 onthoudingen.
(Vote 5)
Résultat du vote: 80 non contre 44 oui et 4
abstentions.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 11(2) van Jean-Pol
Poncelet op artikel 5. (1317/?)
Vote sur l'amendement n° 11de Jean-Pol Poncelet
à l'article 5. (1317/?)
(Stemming 6)
Resultaat van de stemming: 77 neen tegen 43 ja bij
5 onthoudingen.
(Vote 6)
Résultat du vote: 77 non contre 43 oui et 5
abstentions.
Bijgevolg is het amendement verworpen.

De voorzitter: De PS-fractie heeft neen gestemd.
En conséquence l'amendement est rejeté.

Le président: Le groupe PS a voté non.
Stemming over amendement nr. 9 van Jean-Pol
Poncelet op artikel 5. (1317/?)
Vote sur l'amendement n° 9 de Jean-Pol Poncelet à
l'article 5. (1317/?)
(Stemming 7)
Resultaat van de stemming: 79 neen tegen 42 ja bij
5 onthoudingen.
(Vote 7)
Résultat du vote: 79 non contre 42 oui et 5
abstentions.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 10 van Jean-Pol
Poncelet op artikel 5. (1317/?)
Vote sur l'amendement n° 10 de Jean-Pol Poncelet
à l'article 5. (1317/?)
De voorzitter: Mag de uitslag van de vorige
stemming ook gelden voor deze stemming?
(Instemming)
Le président: Peut-on considérer que le résultat du
vote précédent est valable pour celui-ci?
(Assentiment)
Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel 5
aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et l'article
5 adopté.
Stemming over amendement nr. 5 van Yves
Leterme, Jozef Van Eetvelt op artikel 6. (1317/3)
Vote sur l'amendement n° 5 de Yves Leterme, Jozef
Van Eetvelt à l'article 6. (1317/3)
(Stemming 8)
Resultaat van de stemming: 80 neen tegen 44 ja bij
4 onthoudingen.
(Vote 8)
Résultat du vote: 80 non contre 44 oui et 4
abstentions.
Bijgevolg is het amendement verworpen en artikel 6
aangenomen.
En conséquence l'amendement est rejeté et l'article
6 adopté.
10 Geheel van het wetsontwerp betreffende
Belgacom (1317/1)
10 Ensemble du projet de loi relatif à Belgacom
(1317/1)
De voorzitter: Vraagt iemand het woord voor een Le président: uelqu'un demande-t-il la parole pour
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
stemverklaring?
une déclaration avant le vote?
10.01 Yves Leterme (CVP): Dit wetsontwerp is de
logische emanatie van een evolutie die al in de
tachtiger jaren was ingezet en waarbij de
telecommunicatiesector de kans kreeg om in te
spelen op de uitdagingen van de markt.

De CVP zal zich onthouden bij de stemming over dit
ontwerp omwille van vier redenen.

We koesteren wantrouwen voor de manier waarop
minister Daems dit dossier heeft aangepakt. Dit
wantrouwen leeft blijkbaar niet alleen bij de
oppositie, als ik zie dat er sprake is van een in
Ministerraad overlegd KB.

De door de regering gevraagde volmacht is
volslagen ongrondwettelijk en we zullen dit later nog
aantonen.
We zetten vraagtekens bij de schuldpositie van
KPN, de nieuwe gedoodverfde partner van
Belgacom.

Tot slot protesteren wij tegen de ontoelaatbare wijze
waarop het debat over dit ontwerp in commissie
werd aangepakt. Dit is nauwelijks goedgemaakt
door het debat van vandaag in plenaire vergadering.
10.01 Yves Leterme (CVP): Ce projet de loi
représente la suite logique d'une évolution initiée il y
a 80 ans et au cours de laquelle le secteur des
Télécommunications a eu l'occasion de relever les
défis du marché.

Lors de la mise aux voix de ce projet de loi, le CVP
s'abstiendra pour quatre raisons.

La façon dont le ministre Daems a traité ce dossier
nous rend méfiants. Nous ne sommes
apparemment pas les seuls dans l'opposition. Je
constate en effet qu'il est question d'un arrêté royal
élaboré en Conseil des ministres.

L'habilitation demandée par le gouvernement est
totalement inconstitutionnelle et nous le
démontrerons ultérieurement.
Nous nous posons des questions sur le niveau
d'endettement de KPN, qui est le nouveau
partenaire tout désigné de Belgacom.

Enfin, nous protestons contre les conditions
inacceptables dans lesquelles l'examen de ce projet
a été mené en commission et auquel le débat
d'aujourd'hui en séance plénière a à peine permis
de remédier.
(Stemming 9)
Resultaat van de stemming: 78 ja tegen 13 neen bij
37 onthoudingen.
(Vote 9)
Résultat du vote: 78 oui contre 13 non et 37
abstentions.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Senaat worden overgezonden.
(1317/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (1317/6)
De voorzitter: Reden van onthouding?
Le président: Raison d'abstention?
10.02 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Ik heb mij onthouden. Ik ben niet tegen de
industriële ambities van Belgacom gekant, maar wij
willen geen tweede Sabena-affaire.

De urgentie werd van in het begin gevraagd. Met
mijn onthouding wil ik mijn gevoel van onbehagen
onder woorden brengen over de rol en de taak van
het Parlement. Geheel in de lijn hiervan zal ik
waakzaam toezien op de voortgang van dit dossier
de komende maanden.
10.02 Marie-Thérèse Coenen (ECOLO-AGALEV):
Je me suis abstenue. Je ne suis pas opposée au
projet industriel de Belgacom, mais nous ne
voulons pas une nouvelle affaire Sabena.

L'urgence a été demandée dès le début. Mon
abstention traduit mon malaise au sujet du rôle et
de la mission du Parlement. Elle s'inscrit dans
l'esprit de vigilance que j'aurai sur ce dossier durant
les prochains mois.
11 Wetsontwerp houdende instemming met het
Akkoord tussen het Koninkrijk België en de
Internationale Organisatie voor Migratie
betreffende de voorrechten en immuniteiten van
deze organisatie in België, ondertekend te
Londen op 4 december 1996, tot wijziging van het
11 Projet de loi portant assentiment à l'Accord
entre le Royaume de Belgique et l'Organisation
internationale pour les migrations relatif aux
privilèges et immunités de cette organisation en
Belgique, signé à Londres le 4 décembre 1996,
modifiant l'Accord entre le Royaume de Belgique
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
Akkoord tussen het Koninkrijk België en het
Intergouvernementeel Comité voor Europese
Migratie, ondertekend te Genève op 2 juli 1973
(overgezonden door de Senaat) (1304/1)
et le Comité intergouvernemental pour les
migrations européennes, signé à Genève le 2
juillet 1973 (transmis par le Sénat) (1304/1)
De voorzitter: Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole
pour une déclaration avant le vote? (Non)
(Stemming 10)
Resultaat van de stemming: 128 ja tegen 0 neen.
(Vote 10)
Résultat du vote: 128 oui
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1304/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1304/2)
12 Wetsontwerp houdende instemming met de
Overeenkomst nr.
182 van de Internationale
Arbeidsorganisatie betreffende het verbod van de
ergste vormen van kinderarbeid en de
onmiddellijke actie met het oog op de afschaffing
ervan, gedaan te Genève op 17 juni 1999
(overgezonden door de Senaat) (1305/1)
12 Projet de loi portant assentiment à la
Convention n°
182 de l'Organisation
internationale du travail concernant l'interdiction
des pires formes de travail des enfants et l'action
immédiate en vue de leur élimination, faite à
Genève le 17 juin 1999 (transmis par le Sénat)
(1305/1)
De voorzitter: Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole
pour une déclaration avant le vote? (Non)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden
voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1305/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1305/3)
13 Wetsontwerp houdende instemming met het
Aanvullend Protocol nr.
5 bij de Herziene
Rijnvaartakte, en met de Verklaring, gedaan te
Straatsburg op 28 april 1999 (overgezonden door
de Senaat) (1306/1)
13 Projet de loi portant assentiment au Protocole
additionnel n° 5 à la Convention révisée pour la
navigation du Rhin, et à la Déclaration, faits à
Strasbourg le 28 avril 1999 (transmis par le Sénat)
(1306/1)
De voorzitter: Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole
pour une déclaration avant le vote? (Non)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden
voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan.
Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (1306/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1306/2)
14 Voorstel van resolutie van mevrouw Mirella
Minne en de heer Yvon Harmegnies c.s. over de
huidige toestand in Afghanistan (1284/1)
14 Proposition de résolution de Mme Mirella
Minne et M. Yvon Harmegnies et consorts
relative à la situation actuelle en Afghanistan
(1284/1)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
(Stemming 11)
(Vote 11)
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
Resultaat van de stemming: 130 ja.
Résultat du vote: 130 oui
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie
aan. Het zal ter kennis van de regering worden
gebracht. (1284/3)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition
de résolution. Il en sera donné connaissance au
gouvernement. (1284/3)
15 Regeling van de werkzaamheden
15 Ordre des travaux
15.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik wil
protesteren tegen het helse tempo dat de regering
het Parlement oplegt. Vandaag nog kregen we de
drukproef van een ontwerp dat meer dan 170
artikelen telt, en dat de ministers Aelvoet en
Vandenbroucke nog voor het reces door het
Parlement willen jagen. Dat is onbehoorlijk
parlementair werk.
15.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Je
tiens à protester contre le rythme endiablé que ce
gouvernement impose au Parlement. Aujourd'hui
encore, nous avons reçu les épreuves d'un projet
de plus de 170 articles que les ministres Aelvoet et
Vandenbroucke voudraient encore faire passer
avant les vacances parlementaires. Ce n'est pas du
bon travail parlementaire.
15.02 Jef Valkeniers (VLD): Wij moeten in onze
commissie de artikelen 138 tot 182 bespreken, dus
geen 170 artikelen.

De voorzitter: De regering heeft trouwens een
amendement ingediend om een reeks artikelen in te
trekken.
15.02 Jef Valkeniers (VLD): Notre commission
doit examiner les articles 138 à 182, ce qui ne
représente pas 170 articles.

Le président: Le gouvernement a déposé un
amendement tendant à biffer un certain nombre
d'articles.
15.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Wat nu
gebeurt is een precedent: ik heb nog nooit
meegemaakt dat een zo belangrijk ontwerp door
onze strot wordt geduwd. De agenda wordt
trouwens permanent aangepast. Er is geen respect
vanwege deze regering voor de werking van het
Parlement. Op die manier kunnen we geen ernstig
werk meer leveren.
15.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ce qui
se passe maintenant constituera un précédent.
Jamais encore je n'avais vécu une telle situation où
l'on cherche à faire passer en toute hâte un projet
d'une pareille importance. L'ordre du jour est
d'ailleurs continuellement modifié. Ce
gouvernement ne témoigne d'aucun respect pour le
fonctionnement du Parlement. Il nous est
impossible de travailler sérieusement dans ces
conditions.
15.04 Luc Goutry (CVP): De kritiek van mevrouw
Van de Casteele is terecht.

De commissieagenda legt voor morgen, op
hetzelfde beginuur, de behandeling vast van een
belangrijk ontwerp in twee aparte commissies, met
name Volksgezondheid en Sociale zaken. Het zijn
vaak dezelfde mensen die in beide commissies
zetelen. Dit is toch geen staaltje van rationele
tijdsbesteding.

De voorzitter: De voorzitters van de commissies
vroegen me vanmorgen de bespreking van het
ontwerp op te splitsen over de commissies
Volksgezondheid en Sociale zaken. De regering
diende om 16.28 uur een amendement in om een
aantal artikelen in te trekken. Ik heb begrip voor de
reactie dat men niet op verschillende plaatsen
tegelijk kan zijn.
15.04 Luc Goutry (CVP): Les critiques formulées
par Mme Van de Casteele sont pertinentes.

Un important projet de loi figurera demain à l'ordre
du jour de deux commissions distinctes, celle de la
Santé publique et celle des Affaires sociales, qui
entameront leurs travaux à la même heure. Les
mêmes personnes siègent souvent dans les deux
commissions. Voilà bien un exemple de répartition
irrationnelle du travail.

Le président: Les présidents de commission m'ont
demandé ce matin de scinder la discussion relative
au projet de loi entre les commissions de la Santé
publique et des Affaires sociales. Le gouvernement
a déposé à 16.28 heures un amendement tendant à
retirer un certain nombre d'articles. Je comprends
votre réaction face à l'impossibilité de se trouver à
deux endroits en même temps.
15.05 Luc Goutry (CVP): Werken in een
verenigde commissie Volksgezondheid en Sociale
15.05 Luc Goutry (CVP): Il est utile de travailler
dans une commission mixte Santé publique-Affaires
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
36
Zaken is nuttig. Als de regering ons echter
onduldbare werkmethodes oplegt, wordt ons werk
hier zinloos.
sociales. Mais si le gouvernement nous impose des
méthodes de travail insupportables, le travail que
nous aurons accompli au sein de cette commission
ne servira à rien.
15.06 Yvan Mayeur (PS): Wij hadden een
bespreking gevraagd in de verenigde commissies
voor de Sociale Zaken en de Volksgezondheid van
het gedeelte betreffende de hervorming van de
financiering van de ziekenhuizen. Dat gedeelte
wordt nu bij regeringsamendement uit het ontwerp
gelicht en uitgesteld tot september.

Niets belet beide commissies nu zich elk voor zich
over de teksten te buigen die haar aangaan.
15.06 Yvan Mayeur (PS): Nous avions demandé
un examen en commissions réunies des Affaires
sociales et de la Santé publique pour la partie du
projet qui concernait la réforme du financement des
hôpitaux, partie qui est retirée par les amendements
du gouvernement et reportée à septembre.


Rien n'empêche dès lors les deux commissions de
travailler chacune sur la partie qui la concerne.
15.07 Luc Goutry (CVP): Dat is een manifeste
onwaarheid vanwege de heer Mayeur. De heer
Mayeur is alleen maar lid van de commissie
Volksgezondheid. Hij heeft makkelijk praten.

Ikzelf ben lid van de twee commissies: ik kan
mezelf morgen moeilijk in tweeën breken.

15.07 Luc Goutry (CVP): M. Mayeur vient de
proférer une contrevérité flagrante ! En effet, il n'est
membre que de la commission de la Santé
publique. Il a beau jeu de parler comme il le fait.

Je suis quant à moi membre des deux commissions
et, demain, je pourrai difficilement assister aux
travaux de l'une et de l'autre en même temps.
15.08 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Het
regeringsbeleid in het geneesmiddelendossier is
duidelijk. Daarom stelde ik voor de artikelen die
daarop betrekking hebben in de commissie Sociale
Zaken te bespreken en de artikelen die louter
Volksgezondheid betreffen in de commissie
Volksgezondheid. De ziekenhuisfinanciering zou
pas in september aan bod komen, zodat daar
voldoende tijd voor is. Er werd beslist de artikelen
met beperkte draagwijdte in de afzonderlijke
commissies te bespreken.
15.08 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): La
politique gouvernementale en matière de
médicaments est claire. C'est la raison pour laquelle
j'ai proposé d'examiner en commission des Affaires
sociales les articles qui s'y rapportent et de débattre
en commission de la Santé publique de ceux qui ont
trait uniquement à la santé publique. Le
financement des hôpitaux ne devrait être abordé
qu'en septembre, de manière à ce que nous
disposions d'assez de temps pour traiter cette
matière. Il a été décidé d'examiner dans chaque
commission ad hoc les articles ayant une portée
limitée.
15.09 Yvan Mayeur (PS): Ik veronderstel dat dit
punt op de Conferentie van voorzitters besproken
zal worden en dat het debat in september zal
plaatsvinden.

De voorzitter: Het Reglement werd gewijzigd.
Zowel de commissie als de minister en de
Kamervoorzitter moeten ermee instemmen dat deze
werkzaamheden in het reces doorgang vinden.
15.09 Yvan Mayeur (PS): Je suppose que ce point
sera discuté en Conférence des présidents et que
le débat sera programmé pour septembre.


Le président: Le Règlement a été modifié : il faut
l'accord de la commission, du ministre et du
président de la Chambre pour que ce travail puisse
avoir lieu en période de vacances.
15.10 Greta D'Hondt (CVP): We maken het
geregeld mee dat de commissiewerkzaamheden
moeten worden aangepast ten gevolge van de
toestroom van zware ontwerpen. We moeten ons
permanent schikken naar de grillen van de regering.
Dat kan niet blijven duren. Nu vang ik zelfs het
gerucht op dat er ons nog iets inzake de tweede
pensioenpijler te wachten staat.
15.10 Greta D'Hondt (CVP): Nous subissons
souvent des modifications de l'ordre du jour des
commissions à la suite de l'afflux de projets
importants. Nous devons en permanence nous
soumettre aux caprices du gouvernement. Il faut
que cela cesse. J'ai même eu vent d'une rumeur
annonçant encore une initiative gouvernementale
relative au deuxième pillier des pensions.
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
37
15.11 Luc Goutry (CVP): Het punt is voor mij
minder de werkdruk, als wel de niet-aangepaste
organisatie, waarbij twee commissies over een
identiek ontwerp tegelijkertijd moeten vergaderen,
terwijl heel wat leden van beide commissies lid zijn.
15.11 Luc Goutry (CVP): Mon irritation ne
concerne pas tant la charge de travail que
l'organisation inappropriée de nos travaux, en ce
sens que deux commissions doivent se pencher en
même temps sur un seul et même projet, alors que
bon nombre de commissaires concernés sont
membres des deux commissions.
15.12 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): De tekst
over arbeidsongevallen was al tien dagen in ons
bezit vooraleer we de bespreking hebben aangevat.


De CVP kan gebruik maken van haar
plaatsvervangende leden om haar aanwezigheid in
beide commissies te verzekeren.

De voorzitter: Ik hoop dat de minister deze
discussie gevolgd heeft en dat ze de boodschap
aan de regering overmaakt.
15.12 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Nous
étions en possession du texte relatif aux accidents
du travail depuis dix jours déjà lorsque nous en
avons entamé l'examen.

Le CVP peut faire appel à ses suppléants afin
d'assurer sa présence au sein des deux
commissions.

Le président: J'espère que la ministre a suivi cette
discussion et transmettra le message au
gouvernement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Wetsontwerp tot de verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers
(1290/1 tot 4)
- Wetsvoorstel van de heren Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans en Joos Wauters
tot aanvulling van de arbeidsovereenkomstenwet
met een recht op outplacement voor oudere
werknemers (961/1)
- Wetsontwerp betreffende de verzoening van
werkgelegenheid en kwaliteit van het leven
(1291/1 tot 4)
- Wetsvoorstel van mevrouw Colette Burgeon tot
wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971
met het oog op de invoering van het
vaderschapsverlof (280/1)
- Wetsvoorstel van de heer Jean-Jacques Viseur
en mevrouw Joëlle Milquet betreffende het
tijdkrediet (755/1)
- Wetsvoorstel van de heer Paul Timmermans,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer Joos
Wauters tot wijziging van de Arbeidswet van 16
maart 1971 ten einde de arbeidsduur te
verminderen (846/1)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot invoering
van een recht op ouderschapsverlof (967/1)
- Wetsvoorstel van de heer Joos Wauters en
mevrouw Anne-Mie Descheemaeker tot invoering
van een recht op zorgkrediet (977/1)
- Wetsvoorstel van mevrouw Marie-Thérèse
Coenen en de heer Joos Wauters betreffende het
loopbaankrediet (1171/1)
16 Projet de loi visant à améliorer le taux
d'emploi des travailleurs (1290/1 à 4)
- Proposition de loi de MM. Hans Bonte, Jean-
Marc Delizée, Paul Timmermans et Joos Wauters
complétant la loi relative aux contrats de travail
par l'instauration d'un droit à l'outplacement pour
les travailleurs âgés (961/1)
- Projet de loi relatif à la conciliation entre
l'emploi et la qualité de vie (1291/1 à 4)
- Proposition de loi de Mme Colette Burgeon
modifiant la loi du 16 mars 1971 sur le travail en
vue d'y insérer le congé de paternité (280/1)
- Proposition de loi de M. Jean-Jacques Viseur et
Mme Joëlle Milquet relative au crédit-temps
(755/1)
- Proposition de loi de M. Paul Timmermans,
Mme Marie-Thérèse Coenen et M. Joos Wauters
modifiant, en vue de réduire la durée du temps de
travail, la loi du 16 mars 1971 sur le travail (846/1)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Marie-Thérèse Coenen instaurant un droit au
congé parental (967/1)
- Proposition de loi de M. Joos Wauters et Mme
Anne-Mie Descheemaeker instaurant un droit au
crédit d'assistance familiale (977/1)
- Proposition de loi de Mme Marie-Thérèse
Coenen et M. Joos Wauters relative au crédit-
carrière (1171/1)
17 Hervatting van de algemene bespreking
17 Reprise de la discussion générale
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
38
17.01 Minister Laurette Onkelinx (Frans): In 2000
werd een uitzonderlijke verhoging van de
werkgelegenheidsgraad geregistreerd. Zij ging
gepaard met een aanzienlijke vermindering van de
werkloosheid; de maatregelen met betrekking tot
het werkgelegenheidsbeleid hebben hun vruchten
afgeworpen.

Het valt echter te vrezen dat die gunstige evolutie
enigszins zal worden afgeremd door de afkalvende
economische groei. Men moet er dus voor zorgen
dat de groei vergezeld gaat van steunmaatregelen
zoals die welke in voorliggend ontwerp zijn
opgenomen.
17.01 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
L'augmentation du taux d'emploi a été
exceptionnelle en 2000 et s'est accompagnée d'une
diminution sensible du taux de chômage
;
l'ensemble des politiques menées contre le
chômage a porté ses fruits.


La diminution de la croissance pourrait faire
craindre un ralentissement de ces tendances. Il faut
donc accompagner la croissance de mesures de
soutien telles que celles présentées aujourd'hui.
Onze bekommernis betreft inzonderheid de oudere
werknemers. De hier opgenomen maatregelen
mogen de in de koninklijke besluiten vervatte
maatregelen niet doen vergeten.
Zo bijvoorbeeld de activering van de
werkloosheidsuitkeringen en de maatregelen
bestaande uit incentives voor het opnieuw
tewerkstellen van de werknemers boven de 50 jaar.
Ons streefdoel is de werknemers boven de 45 jaar
aan het werk te houden met name via
outplacement. De verplichting om de toestand van
de 45-plussers in aanmerking te nemen is een ware
Europese première. De onderneming dient zich
inspanningen te getroosten om die werknemers in
staat te stellen opnieuw een baan te vinden.

De toepassingsmodaliteiten inzake "outplacement"
moeten in een collectieve arbeidsovereenkomst
nader worden gepreciseerd. In afwachting hiervan
zal de regering via besluiten tewerk gaan. Er dient
rekening te worden gehouden met de economische
kostprijs van deze maatregel en met de wil van de
regering die maatregel met andere maatregelen
inzake professionele herintegratie aan te vullen.
Nos problèmes portent plus particulièrement sur les
travailleurs plus âgés.Les mesures reprises ici ne
doivent pas faire oublier les mesures prises dans
des arrêtés royaux.
Il y a eu l'activation des allocations de chômage et
les mesures, consistant en incitants, favorisant la
remise à l'emploi des travailleurs de plus de 50 ans.
Nous visons le maintien au travail des travailleurs
de plus de 45 ans, surtout par le biais de
l'outplacement. L'obligation de prendre en compte la
situation des plus de 45 ans représente une
première européenne. L'entreprise doit s'investir
pour permettre à ces travailleurs de retrouver un
emploi.


Les modalités de l'outplacement
doivent être
précisées dans une convention collective de travail.
En son absence, le gouvernement procédera par
arrêté. Il faudra tenir compte du coût économique
de cette mesure et de la volonté gouvernementale
de la rendre complémentaire à d'autres mesures de
reclassement professionnel.
Een andere belangrijke maatregel betreft het
systeem van de vermindering van sociale bijdragen.
Voorliggend ontwerp voert het mentoraat in de
ondernemingen in : de uitkering voor de halftijdse
loopbaanonderbreking zal kunnen worden
gecumuleerd met vergoedingen voor opleiding door
ouderen die de jongeren zullen begeleiden. Ten
slotte zullen specifieke aanpassingen van de
arbeidsduur voor oudere werknemers een gunstig
effect hebben op de werkgelegenheidsgraad van
vrouwen van 45 tot 50 jaar, van wie sommigen
trouwens nooit gewerkt hebben.

Het ontwerp is nog onvolledig. Er werden koninklijke
besluiten genomen ter aanvulling ervan, maar er
zullen nog gesprekken moeten worden gevoerd met
de sociale partners en andere betrokkenen om nog
meer werk te maken van het optrekken van de
Une autre mesure importante est le système de
réduction des cotisations sociales. Le tutorat
d'entreprise est désormais mis en oeuvre par ce
projet : les indemnités d'interruption de carrière à
mi-temps pourront être cumulées avec des
indemnités de formation par les anciens qui
prendront des jeunes en charge. Enfin, des
aménagements spécifiques du temps de travail
pour les plus âgés auront un effet bénéfique sur
l'emploi des femmes de 45, 50 ans, dont certaines
n'ont d'ailleurs jamais connu le monde du travail.
Il s'agit d'un projet encore incomplet.

Des arrêtés royaux ont été pris en complément,
mais il faudra discuter davantage avec les
partenaires sociaux et autres personnes
concernées pour ajouter de nouvelles pierres à
l'édifice de l'augmentation du taux d'emploi. Il
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
39
werkgelegenheidsgraad. Er zal een specifieke
voorlichtingscampagne moeten worden opgezet
met betrekking tot de wijziging van het stelsel voor
de loopbaanonderbreking. Ik zal de RVA vragen in
een geïndividualiseerde voorlichting te voorzien.

Ik hoop op de interministeriële conferentie over de
gelijkheid van kansen, die morgen zal plaatsvinden,
een statuut voor de gecontroleerde opvangouders
te verkrijgen. Dat zal een eerste stap zijn, en
daarmee is alles niet opgelost, maar zodoende
kunnen zij als werknemers worden beschouwd.
faudra organiser une information spécifique au sujet
du changement de régime portant sur l'interruption
de carrière. Je demanderai à l'ONEM de prévoir des
informations individualisées.



Lors de la conférence interministérielle sur l'égalité
des chances, demain, j'espère obtenir un statut
pour les gardiennes encadrées.
Il s'agira d'un premier pas, qui ne résout pas tout,
mais qui permettra de tenir compte d'elles en tant
que travailleurs.
Wat het ontwerp betreffende de kwaliteit van het
leven betreft, mag men niet het onderste uit de kan
willen hebben. Het Parlement wordt uitgenodigd in
te stemmen met een ouderschapsverlof van vijftien
volle dagen, ook voor adoptiefouders. Op het stuk
van de 38-urenweek moeten alle sectoren door
middel van sectorale akkoorden de lat gelijk kunnen
leggen met de sterkste sectoren.


Wat de collectieve arbeidsduurvermindering betreft,
staan wij een stuk verder dan andere landen die op
dat gebied bindende maatregelen hebben
genomen.

De werknemers krijgen nieuwe rechten :
vierdagenweek, recht op een tijdskrediet, ...

Er moeten bijkomende maatregelen worden
getroffen in het kader van de betrekkingen met de
Gewesten en de Gemeenschappen. Inzake
opleiding zijn er twee ontwerpen in de maak die
ertoe strekken de regeling betreffende
vaardigheidsattestering enerzijds, en de stages op
de werkvloer anderzijds coherenter en
transparanter te maken.
En ce qui concerne le projet relatif à la qualité de la
vie, il ne faut pas bouder son plaisir. Le Parlement
est invité à voter un congé parental de quinze jours
francs, étendu aux parents adoptants. Pour les 38
heures, des accords sectoriels doivent permettre à
tous les secteurs de rattraper les secteurs les plus
forts.



En matière de réduction collective du temps de
travail, nous sommes bien plus avancés que
d'autres pays qui ont pris en la matière des
mesures contraignantes.

Il y a des droits nouveaux au profit des travailleurs :
semaine de quatre jours, droit au crédit-temps, etc.

Il faudra des mesures supplémentaires dans le
cadre des relations avec les Régions et les
Communautés. En matière de formation, nous
avons deux projets en cours, visant à rendre plus
cohérents et transparents, d'une part, les
portefeuilles en matière de formation des Régions,
des Communautés et du fédéral, et, d'autre part, les
stages d'immersion en entreprise.
Er moeten specifieke bepalingen voor de
allochtonen komen. Zij behoren tot alle kwetsbare
groepen. Er heerst een ruime consensus over beide
wetsontwerpen. De parlementsleden hebben zich
aangesloten bij het onderhandelingsproces met de
sociale partners,dat eens te meer werd beproefd.
(Applaus)
Il faudra des dispositions spécifiques pour les
allochtones. Ils font partie de tous les groupes
vulnérables.Les deux projets de loi ont fait l'objet
d'un large consensus. Les parlementaires ont
adhéré en cela aux modalités de dialogue avec les
partenaires sociaux, telles qu'elles ont une fois de
plus été éprouvées. (Applaudissements)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 1290. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
Nous passons à la discussion des articles du projet
de loi n° 1290. Le texte adopté par la commission
sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (1290/1)
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
40
bespreking. (Rgt 66,4) (1290/1)
Het wetsontwerp telt 39 artikelen.

- Artikel 1 is aangenomen

Art. 2

Artikel 2, geen amendement, wel een
tekstverbetering. Ik lees: Deze aanbeveling is van
toepassing op de werkgevers "die onderworpen zijn
aan" in plaats van "op wie de wet"... Het moet toch
een beetje deftig zijn. Op het einde moet er staan
"ter koopvaardij".

- De artikelen 2 tot 4 worden artikel per artikel
aangenomen.

Art. 5

Een kleine tekstverbetering in de Nederlandse
tekst. De werkgevers die niet of "enkel" in plaats
van "slechts". Geen bezwaar, aangenomen.


- De artikelen 5 en 6 worden artikel per artikel
aangenomen.

Art. 7

In de Nederlandse tekst, paragraaf 1, niet
"toepasselijk zijn", maar "van toepassing zijn".


In de Franse tekst : "Du 1
er
janvier 2001 au 31
décembre 2001" in paragraaf 1, Franse versie van
artikel 7.

In paragraaf 2, 2
de
lid, ...de bevoegde rechter "bij
betwisting" in plaats van "in geval van betwisting


- De artikel 7 en 8 worden artikel per artikel
aangenomen.

Art. 9

"De Koning bepaalt bij besluit vastgesteld na
overleg in de Ministerraad", wat de correcte
vertaling is van "délibéré en Conseil des ministres".


Verder: "wat de begeleiding betreft" in plaats van
"wat betreft de begeleiding".


- De artikelen 9 en10 worden artikel per artikel
aangenomen.
Le projet de loi compte 39 articles.

- L'article 1 est adopté.

Art. 2

A l'article 2, il n'y a pas d'amendement, mais une
correction du texte néerlandais. Il y a lieu de
remplacer les mots "die onderworpen zijn aan" par
les mots " op wie de wet...". Il s'agit de veiller à la
correction du langage utilisé. A la fin, il y a lieu de
lire "ter koopvaardij".

- Les articles 2 à 4 sont adoptés article par article.


Art. 5

Il s'agit une nouvelle fois d'une correction du texte
néerlandais. Il convient de remplacer le mot "enkel"
par le mot "slechts". Pas d'objections? La correction
est dès lors adoptée.

- Les articles 5 et 6 sont adoptés article par article.


Art. 7

Dans le texte néerlandais, au paragraphe 1er, il y a
lieu de remplacer "toepasselijk zijn" par "van
toepassing zijn".

Dans le texte français: "Du 1
er
janvier 2001 au 31
décembre 2001" au paragraphe 1
er
rédigé en
français de l'article 7.

Au paragraphe 2, 2ème alinéa, il convient de
remplacer les mots "bij betwisting" par les mots "in
geval van betwisting".

- Les articles 7 et 8 sont adoptés article par article.


Art. 9

Dans le texte néerlandais, il y a lieu de traduire les
mots "délibéré en Conseil des ministres" par les
mots "De Koning bepaalt bij besluit vastgelegd na
overleg in de Ministerraad".

Par ailleurs, les mots "wat betreft de begeleiding"
doivent être remplacés par les mots "wat de
begeleiding betreft".

- Les articles 9 et 10 sont adoptés article par article.
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
41

De voorzitter: Wat sommige teksten in het
Nederlands betreft, wens ik nog te zeggen dat men
niet zegt "mail", maar "elektronische post". Dat geldt
voor 3°, paragraaf 3, eerste lid en paragraaf 3,
tweede lid. Het laatste lid van paragraaf 3 moet men
als volgt verbeteren: 'Echter kan het ophouden van
het tekort de werkgevers alleen verplichten "enkel"
de jongeren...', in plaats van "slechts de jongeren".
Paragraaf 4: "...met toepassing van" en niet "in
toepassing". Men gaat toch ook wel eens deftige
teksten maken in het Nederlands, neem ik aan?
Mevrouw D'Hondt, onze diensten kijken dit na. Het
zijn tekstverbeteringen, maar dit staat niet goed.



Art. 11

Opnieuw: Bij besluit vastgesteld "na" overleg in de
Ministerraad en niet "bij" zoals het hier staat.



In artikel 11, 7° van de Franse tekst : "les règles
suivant lesquelles" en niet "selon lesquelles".


- Artikel 11 wordt aangenomen.

De voorzitter: Op de artikelen 12 tot 18 is er een
amendement nr. 1 van de dames Trees Pieters en
Greta D'Hondt (stuk nr. 1290/2) dat ertoe strekt
hoofdstuk V weg te laten.

Le président: A propos de certains textes rédigés
en néerlandais, je tiens encore à préciser que l'on
ne dit pas "mail", mais "elektronische post". Cette
observation s'applique au 3°, paragraphe 3, 1er
alinéa et paragraphe 3, 2ème alinéa. Le dernier
alinéa du paragraphe 3 doit être corrigé comme suit
: il convient de remplacer les mots "slechts de
jongeren" par les mots "enkel de jongeren". Au
paragraphe 4, les mots "in toepassing" doivent être
remplaces par les mots "met toepassing van". Je
suppose qu'un jour, on finira par rédiger les textes
correctement en néerlandais. Mme D'Hondt, nos
services procèdent aux vérifications nécessaires. Il
ne s'agit que de corrections de texte, mais un texte
incorrect donne mauvaise impression.

Art.11


Une nouvelle fois, il s'agit de remplacer les mots "bij
besluit vastgesteld bij overleg in de Ministerraad"
par "bij besluit vastgesteld na overleg in de
Ministerraad.

L'article 11, septo: "les règles suivant lesquelles" et
non "selon lesquelles".


- L'article 11 est adopté.

Le président: Aux articles 12 à 18, nous avons un
amendement n°1 de Mmes Trees Pieters et Greta
D'Hondt (doc. n° 1290/2), visant à supprimer le
chapitre V.
17.02 Greta D'Hondt (CVP): Ik hoop dat de teksten
van de andere ontwerpen die snel moeten worden
behandeld, beter nagekeken zijn, zodat er niet
teveel tekstcorrecties nodig zijn.


Over het outplacement heb ik het al gehad tijdens
de algemene bespreking. Voor de toelichting van
mijn amendement verwijs ik naar wat ik toen heb
gezegd.
17.02 Greta D'Hondt (CVP): J'espère que les
textes des autres projets qui doivent encore être
traités rapidement auront été mieux vérifiés de
manière à ce qu'il ne faille pas y apporter trop de
corrections de texte.

J'avais déjà évoqué l'outplacement lors de la
discussion générale. Pour la justification de mon
amendement, je renvoie donc à ce que j'avais dit à
cette occasion.
De voorzitter: De artikelen 12 tot 18 worden
aangehouden.

- De artikelen 19 tot 35 worden zonder opmerkingen
aangenomen.


De voorzitter: Op artikel 36 is er een amendement
nr. 3 van de dames Trees Pieters en Greta D'Hondt
en de heer Luc Goutry (stuk nr. 1290/4).
Le président: Les articles 12 à 18 sont réservés.


- Les articles 19 à 35 sont adoptés sans
observation.


Le président: A l'article 36, nous avons
l'amendement n° 3 de Mmes Trees Pieters et Greta
D'Hondt et de M. Luc Goutry (doc. n° 1290/4).
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
42
17.03 Greta D'Hondt (CVP): Artikel 36 gaat over
de sancties tegenover werkgever en werknemer,
opgelegd door de Koning. Het zou enkel over
administratieve sancties gaan. Door dit
amendement willen wij "sancties" dan ook
vervangen door "administratieve sancties". Het is
anders niet duidelijk of artikel 36 al dan niet in strijd
is met artikel 14 van de Grondwet.
17.03 Greta D'Hondt (CVP): L'article 36 concerne
les sanctions imposées par le Roi aux employeurs
et aux travailleurs. Il s'agirait uniquement de
sanctions administratives. Cet amendement tend à
replacer le terme "sanctions" par des "sanctions
administratives". A défaut, on ne voit pas
clairement si l'article 36 est contraire ou non à
l'article 14 de la Constitution.
17.04 Hugo Coveliers (VLD): Dit is een belangrijke
discussie. Het onderscheid tussen straf en sanctie
is ook vaak het onderscheid tussen straf- en
tuchtrecht. Deze sancties grijpen niet in in vrijheid of
vermogen. Ik geloof dus dat artikel 14 van de
Grondwet wel wordt nageleefd.
17.04 Hugo Coveliers (VLD): Le débat que nous
menons maintenant est important. La distinction
entre peine et sanction correspond souvent à la
distinction entre droit pénal et droit disciplinaire. Ces
sanctions ne restreignent pas la liberté et ne portent
pas atteinte au patrimoine. Par conséquent, je crois
que l'article 14 de la Constitution est respecté.
17.05 Greta D'Hondt (CVP): Alles wat ik vraag is
dat duidelijk wordt vermeld dat het om
administratieve sancties gaat.
17.05 Greta D'Hondt (CVP): Tout ce que je
demande, c'est que l'on spécifie clairement qu'il
s'agit de sanctions administratives.
17.06 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Daarover werd reeds een akkoord bereikt in de
commissie.
17.06 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Un
accord a déjà été conclu à ce sujet en commission.
17.07 Greta D'Hondt (CVP): Het is gewoon
opgenomen in het verslag. Ik wil door dit
amendement ervoor zorgen dat de aanpassing in
de tekst zelf wordt opgenomen.
17.07 Greta D'Hondt (CVP): Cela a simplement
été mentionné dans le rapport. Par cet
amendement, je souhaite veiller à ce que
l'adaptation soit intégrée dans le texte même.
17.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Het
koninklijk besluit voorziet enkel in administratieve
straffen. Aangezien andere bepalingen toch
ongrondwettig zouden zijn, hoeft dat niet in de wet
te worden ingeschreven.
17.08 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Ne sont prévues par l'arrêté royal que des sanctions
administratives. Comme il serait anticonstitutionnel
de faire autrement, il n'y a pas besoin de l'inscrire
dans la loi.
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over de aangehouden amendementen en
artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les
amendements et les articles réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 1291. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (1291/4)
Nous passons à la discussion des articles du projet
de loi n° 1291. Le texte adopté par la commission
sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (1291/4)
Het wetsontwerp telt 36 artikelen.
Le projet de loi compte 36 articles.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 2
- 13: Raymond Langendries (1291/5)
Art. 2
- 13: Raymond Langendries (1291/5)
17.09 Raymond Langendries (PSC): Mijn 17.09 Raymond Langendries (PSC): Mes
CRABV 50
PLEN 145
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
43
amendementen werden in de commissie verdedigd.

Aangezien ik het niet over mijn hart krijg minister
Onkelinx te dwingen al mijn argumenten tegen wil
en dank te weerleggen, hou ik het bij mijn
schriftelijke verantwoording.
amendements ont été défendus en commission.

Comme je m'en voudrais de forcer Mme la ministre
à réfuter tous mes arguments contre son goût, je
m'en tiendrai à ma justification écrite.
De stemming over het amendement en het artikel 2
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 2 est réservé.
De artikelen 3 tot 14 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 3 à 14 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 15
- 4: Trees Pieters, Greta D'Hondt (1291/2)
Art. 15
- 4: Trees Pieters, Greta D'Hondt (1291/2)
De stemming over het amendement en het artikel
15 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 15 est réservé.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 16
- 14: Raymond Langendries (1291/5)
- 8: Raymond Langendries (1291/2)
Art. 16
- 14: Raymond Langendries (1291/5)
- 8: Raymond Langendries (1291/2)
De stemming over de amendementen en het artikel
16 wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et l'article 16 est
réservé.
De artikelen 17 en 18 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 17 et 18 sont adoptés sans observation.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 19
- 5: Trees Pieters, Greta D'Hondt (1291/2)
Art. 19
- 5: Trees Pieters, Greta D'Hondt (1291/2)
De stemming over het amendement en het artikel
19 wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article 19 est réservé.
De artikelen 20 tot 25 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 20 à 25 sont adoptés article par article.
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 25bis (nieuw)
- 15: Yves Leterme, Trees Pieters, Greta D'Hondt,
Luc Goutry (1291/5)
Art. 25bis (nouveau)
- 15: Yves Leterme, Trees Pieters, Greta D'Hondt,
Luc Goutry (1291/5)
De stemming over het amendement wordt
aangehouden.
Le vote sur l'amendement est réservé.
De artikelen 26 tot 36 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 26 à 36 sont adoptés article par article.
De voorzitter: De bespreking van de artikelen is
gesloten. De stemming over de aangehouden
Le président: La discussion des articles est close.
Le vote sur les amendements et les articles
03/07/2001
CRABV 50
PLEN 145
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
44
amendementen en artikelen en over het geheel zal
later plaatsvinden.
réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu
ultérieurement.
De vergadering wordt gesloten om 19.30 uur.

Volgende vergadering woensdag 4 juli 2001 om
10.00 uur.
La séance est levée à 19.30 heures.

Prochaine séance, mercredi 4 juillet 2001 à 10.00
heures.

Document Outline