KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 PLEN 104
CRIV 50 PLEN 104
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
dinsdag mardi
23-01-2001 23-01-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Ordemotie 1
Motion
d'ordre
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Frank Vandenbroucke, minister
van Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Frank Vandenbroucke, ministre des
Affaires sociales et des Pensions
WETSONTWERPEN EN
WETSVOORSTELLEN
2
PROJETS ET PROPOSITIONS DE LOI
2
Wetsontwerp tot instelling van een
inkomensgarantie voor ouderen (934/1 tot 6)
2
Projet de loi instituant la garantie des ressources
aux personnes âgées (934/1 à 6)
2
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van artikel 7 van de wet van 1 april 1969
tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor
bejaarden (403/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Filip Anthuenis modifiant
l'article 7 de la loi du 1er avril 1969 instaurant un
revenu garanti aux personnes âgées (403/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van de artikelen 4 en 18 van de wet van
1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd
inkomen voor bejaarden (404/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Filip Anthuenis modifiant
les articles 4 et 18 de la loi du 1er avril 1969
instituant un revenu garanti aux personnes âgées
(404/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Greta D'Hondt tot
wijziging van de wetten inzake het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden, het bestaansminimum
en de tegemoetkomingen aan gehandicapten
(511/1 en 2)
2
-
Proposition de loi de Mme Greta D'Hondt
modifiant les lois relatives au revenu garanti aux
personnes âgées, au minimum de moyens
d'existence et aux allocations aux handicapés
(511/1 et 2)
2
(aangelegenheden bedoeld in de artikelen 77 en
78 van de Grondwet)
2
(matières visées aux articles 77 et 78 de la
Constitution)
2
Algemene bespreking
2
Discussion générale
2
Sprekers: Maggie De Block, rapporteur,
Greta D'Hondt, Frank Vandenbroucke
,
minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
Pierrette Cahay-André
Orateurs: Maggie De Block, rapporteuse,
Greta D'Hondt, Frank Vandenbroucke
,
ministre des Affaires sociales et des Pensions,
Pierrette Cahay-André
Ordemotie (voortzetting)
7
Motion d'ordre (continuation)
7
Sprekers: Frank Vandenbroucke, minister
van Sociale Zaken en Pensioenen, Yves
Leterme
, voorzitter van de CVP-fractie
Orateurs: Frank Vandenbroucke, ministre
des Affaires sociales et des Pensions, Yves
Leterme
, président du groupe CVP
WETSONTWERP EN
WETSVOORSTELLEN (VOORTZETTING
VAN DE BESPREKING)
7
PROJET DE LOI ET PROPOSITIONS DE
LOI (CONTINUATION DE LA DISCUSSION)
7
Sprekers: Koen Bultinck, Zoé Genot, Greta
D'Hondt, Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Koen Bultinck, Zoé Genot, Greta
D'Hondt, Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Bespreking van de artikelen
14
Discussion des articles
14
Ordemotie 14
Motion
d'ordre
14
Spreker: Greta D'Hondt
Orateur: Greta D'Hondt
WETSONTWERP EN
WETSVOORSTELLEN (VOORTZETTING)
14
PROJET ET PROPOSITIONS DE LOI
(CONTINUATION)
14
Bespreking van de artikelen
14
Discussion des articles
14
Sprekers:
Danny Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen, Greta D'Hondt
Orateurs:
Danny Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions, Greta D'Hondt
Wetsvoorstel van de heer Servais Verherstraeten
tot beteugeling van het tergend en roekeloos
beroep bij de afdeling administratie van de Raad
17
Proposition de loi de M. Servais Verherstraeten
sanctionnant le recours téméraire ou vexatoire à
la section d'administration du Conseil d'Etat
18
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
van State (101/1 tot 12)
(101/1 à 12)
Algemene bespreking
18
Discussion générale
18
Sprekers: Daniël Vanpoucke, rapporteur,
Karel Van Hoorebeke, Servais
Verherstraeten, Antoine Duquesne
, minister
van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Daniël Vanpoucke, rapporteur,
Karel Van Hoorebeke, Servais
Verherstraeten, Antoine Duquesne
, ministre
de l'Intérieur
Bespreking van de artikelen
22
Discussion des articles
22
Wetsontwerp tot goedkeuring van het Protocol tot
wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994
inzake de heffing van rechten voor het gebruik
van bepaalde wegen door zware vrachtwagens,
ter voldoening aan richtlijn 1999/62/EG van het
Europees Parlement en de Raad van de
Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het
in rekening brengen van het gebruik van bepaalde
infrastructuurvoorzieningen aan zware
vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22
maart 2000 door de regeringen van het Koninkrijk
België, het Koninkrijk Denemarken, de
Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom
Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en
het Koninkrijk Zweden, en tot wijziging van de wet
van 27 december 1994 tot goedkeuring van
voormeld Verdrag en tot invoering van een
eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 25 oktober 1993 (overgezonden door de
Senaat) (1027/1 tot 3)
22
Projet de loi portant assentiment du Protocole
modifiant l'Accord du 9 février 1994 relatif à la
perception d'un droit d'usage pour l'utilisation de
certaines routes par des véhicules utilitaires
lourds, vu la mise en vigueur de la directive
1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil
de l'Union européenne du 17 juin 1999 relative à
la taxation des poids lourds pour l'utilisation de
certaines infrastructures, signé à Bruxelles le
22 mars 2000, entre les gouvernements du
Royaume de Belgique, du Royaume du
Danemark, de la République fédérale
d'Allemagne, du Grand-Duché du Luxembourg, du
Royaume des Pays-Bas et du Royaume de
Suède, et modifiant la loi du 27 décembre 1994
portant assentiment de l'Accord précité et
instaurant une eurovignette, conformément à la
directive 93/89/CEE du Conseil des
Communautés européennes du 25 octobre 1993
(transmis par le Sénat) (1027/1 à 3)
22
Algemene bespreking
23
Discussion générale
23
Spreker: Jef Tavernier, rapporteur
Orateur: Jef Tavernier, rapporteur
Bespreking van de artikelen
23
Discussion des articles
23
BIJLAGE
25
ANNEXE
25
INTERNE BESLUITEN
25
DECISIONS INTERNES
25
INTERPELLATIEVERZOEKEN 25
DEMANDES
D'INTERPELLATION
25
I
NGEKOMEN
25
D
EMANDES
25
I
NGETROKKEN
25
R
ETRAIT
25
INTERNE BESLUITEN
25
DECISIONS INTERNES
25
VOORSTELLEN
25
PROPOSITIONS
25
T
OELATING TOT DRUKKEN
25
A
UTORISATION D
'
IMPRESSION
25
MEDEDELINGEN
26
COMMUNICATIONS
26
COMMISSIES 26
COMMISSIONS
26
V
ERSLAGEN
26
R
APPORTS
26
SENAAT 26
SENAT 26
O
VERGEZONDEN WETSONTWERP
26
P
ROJET DE LOI TRANSMIS
26
REGERING 26
GOUVERNEMENT
26
I
NGEDIENDE WETSONTWERPEN
26
D
EPOT DE PROJETS DE LOI
26
V
ERSLAGEN
27
R
APPORTS
27
P
ROCEDURE VAN OVERLEG
28
P
ROCEDURE DE CONCERTATION
28
A
LGEMENE UITGAVENBEGROTING
2000
28
B
UDGET GENERAL DES DEPENSES
2000
28
ARBITRAGEHOF 28
COUR
D'ARBITRAGE
28
P
REJUDICIËLE VRAGEN
28
Q
UESTIONS PREJUDICIELLES
28
VARIA 29
DIVERS
29
P
ROCEDURE VAN BETROKKENHEID
29
P
ROCEDURE D
'
ASSOCIATION
29
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



PLENUMVERGADERING SÉANCE
PLÉNIÈRE
van
DINSDAG
23
JANUARI
2001
14:15 uur
______
du
MARDI
23
JANVIER
2001
14:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.16 heures par M.
Herman De Croo, président.

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance:
Frank Vandenbroucke.

De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen
in bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering
Excusés

Jan Mortelmans, wegens ambtsplicht / pour
obligation de mandat;
Lode Vanoost, met zending / en mission;
Pieter De Crem, met zending buitenslands / en
mission à l'étranger;
Georges Clerfayt, Raad van Europa / Conseil de
l'Europe.
Ordemotie
Motion d'ordre

Yves Leterme (CVP): Mijnheer de voorzitter, ik
vraag het woord bij ordemotie.

Ik wens te wijzen op het feit dat wij de jongste
dagen in de media hebben kunnen vaststellen dat
in de regering de indruk was ontstaan dat er een
akkoord is over het drugbeleid. Naast een aantal
tegenstrijdige verklaringen was er op een bepaald
moment ook sprake van een nota van 70
bladzijden over dat al dan niet vernieuwend
drugbeleid.

Dit alles staat in schril contrast met uw
gewaardeerde pogingen om de parlementaire
democratie in dit land te herwaarderen. We stellen
immers vast dat de verkozenen des volks van de
weinigen zijn die nog niet over deze regeringsnota
beschikken.

Mijnheer de voorzitter, wat zult u, als voorzitter van
deze Kamer, doen om ervoor te zorgen dat de
volksvertegenwoordigers beschikken over het
document dat de laatste dagen uitgebreid in de
media werd besproken?

De voorzitter: Mijnheer Leterme, de regering
weet dat in de Conferentie van voorzitters werd
beslist dat wij over deze problematiek dinsdag
30
januari
2001 een openbaar debat zullen
houden. Wij hebben twee voorwaarden gesteld.
Wij willen tijdig geïnformeerd worden over wat de
regering ons zal meedelen. Er zullen een aantal
interpellaties worden gehouden zodat eventueel
moties kunnen worden ingediend.

Mijnheer de minister, wij zullen hierover een debat
houden. Het is daarvoor van belang dat de
kamerleden dringend over deze nota kunnen
beschikken. Het lijkt mij goed als u ons een stand
van zaken zou kunnen geven.

Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de
voorzitter, ik zal mij hierover onmiddellijk
informeren. Ik weet niet welke schikkingen de
regering heeft getroffen met betrekking tot het
verzenden van die nota.

De voorzitter: Wilt u mij in de loop van deze
vergadering verwittigen zodat ik op de vraag van
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
de heer Leterme kan antwoorden?

Mijnheer Leterme, ik zal de Kamer in de loop van
de vergadering een antwoord op uw vraag geven.
Wetsontwerpen en wetsvoorstellen
Projets et propositions de loi
01 Wetsontwerp tot instelling van een
inkomensgarantie voor ouderen (934/1 tot 6)
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van artikel 7 van de wet van 1 april
1969 tot instelling van een gewaarborgd
inkomen voor bejaarden (403/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van de artikelen 4 en 18 van de wet
van 1 april 1969 tot instelling van een
gewaarborgd inkomen voor bejaarden (404/1 en
2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Greta D'Hondt tot
wijziging van de wetten inzake het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden, het bestaansminimum
en de tegemoetkomingen aan gehandicapten
(511/1 en 2)
02 (aangelegenheden bedoeld in de artikelen 77
en 78 van de Grondwet)
01 Projet de loi instituant la garantie des
ressources aux personnes âgées (934/1 à 6)
-
Proposition de loi de M. Filip Anthuenis
modifiant l'article 7 de la loi du 1er avril 1969
instaurant un revenu garanti aux personnes
âgées (403/1 et 2)
-
Proposition de loi de M. Filip Anthuenis
modifiant les articles 4 et 18 de la loi du 1er avril
1969 instituant un revenu garanti aux
personnes âgées (404/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Greta D'Hondt
modifiant les lois relatives au revenu garanti
aux personnes âgées, au minimum de moyens
d'existence et aux allocations aux handicapés
(511/1 et 2)
02 (matières visées aux articles 77 et 78 de la
Constitution)

Het wetsontwerp regelt aangelegenheden als
bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet.
Overeenkomstig artikel 62, 2, lid 2 van het
Reglement, worden de bepalingen die ressorteren
onder artikel 77 van de Grondwet uit het
wetsontwerp gelicht.
Le projet de loi règle des matières visées aux
articles 77 et 78 de la Constitution.
Conformément à l'article 62, 2, alinéa 2 du
Règlement, les dispositions relevant de l'article 77
de la Constitution sont disjointes du projet de loi.

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 Maggie De Block, rapporteur: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, dit
wetsontwerp werd op 10 januari laatstleden
besproken en goedgekeurd in de commissie voor
de Sociale Zaken. Reeds in mei van het afgelopen
jaar werden de krachtlijnen van voorliggend
wetsontwerp door de minister aan de commissie
toegelicht. Aangezien ik toen nog geen lid was van
de commissie verwijs ik voor het verslag van die
bijeenkomst naar de bijlage die aan het schriftelijk
verslag van de vergadering van 10 januari is
toegevoegd.

Minister Vandenbroucke gaf een beknopt
overzicht van de belangrijkste krachtlijnen van de
nieuwe regelgeving betreffende de instelling van
een inkomensgarantie voor ouderen. Die
krachtlijnen zijn de volgende. Het ontwerp vertrekt
van een gelijke behandeling van mannen en
vrouwen inzake de leeftijd waarop men aanspraak
kan maken op een inkomensgarantie. De leeftijd
wordt zowel voor mannen als voor vrouwen
bepaald op de pensioenleeftijd.

Dit wetsontwerp wil de bestaande wetgeving
inzake het gewaarborgd inkomen voor bejaarden
aanpassen aan de huidige maatschappelijke en
sociale evoluties. In de huidige wetgeving worden
de rechten bepaald overeenkomstig de burgerlijke
staat van de aanvrager: gehuwd, ongehuwd of
samenwonend. Dit wetsontwerp wil bij de
berekening geen rekening meer houden met de
burgerlijke staat maar een gelijke behandeling
invoeren. Het recht op een inkomensgarantie
wordt met andere woorden geïndividualiseerd.
Bovendien drong een modernisering zich op,
aangezien de wet op het gewaarborgd inkomen
voor bejaarden dateert van 1969 en sedertdien
nauwelijks werd gewijzigd.

Dit heeft onder meer geleid tot wijzigingen aan de
berekeningswijzen. Er wordt ook voorzien dat de
regering zich tweejaarlijks moet uitspreken over
een mogelijke indexering van de bedragen. Dat er
nood was aan een wijziging wordt bewezen door
een aantal wetsvoorstellen die werden ingediend
door enkele leden van de commissie die de
wetgeving op het gewaarborgd inkomen voor
bejaarden wensten te wijzigen.

De leden van de commissie gaven hun
opmerkingen op dit wetsontwerp. De meeste
leden vonden het goed dat de wetgeving eindelijk
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
gemoderniseerd wordt en aangepast aan de
maatschappelijke realiteit. Ook de VLD-fractie,
verheugde zich in hierover het bijzonder, bij
monde van de heer Anthuenis, die blij was met de
uitgewerkte berekeningswijzen voor steun aan
zelfstandigen waarbij niet langer rekening moet
worden gehouden met het theoretisch pensioen
maar met het door de zelfstandige werkelijk
ontvangen pensioen. In de praktijk betekent dit dat
het inkomensverlies dat een zelfstandige lijdt door
vervroegd met pensioen te gaan - namelijk een
inkomensvermindering met 5% per jaar voor zijn
65
e
- de toekenning van een inkomensgarantie
niet onmogelijk maakt.

De Agalev-Ecolo-fractie stelde aan de minister
nog een aantal concrete vragen ter verduidelijking.
Zij stelden ook vragen naar enkele cijfers. Wel
drukte ook deze fractie haar tevredenheid uit over
de koppeling van de inkomensgarantie aan het
indexcijfer en over het feit dat een aanvraag voor
een inkomensgarantie zonodig als een
pensioenaanvraag kan worden behandeld.

De CVP-fractie had enkele vragen bij het hoge
aantal bevoegdheidsoverdrachten aan de Koning,
ten gevolge van dit wetsontwerp. De CVP kan zich
terugvinden in de basisprincipes en het
achterliggende idee van het ontwerp. Ook de CVP
is immers van oordeel dat deze wetgeving
inderdaad dringend aan een herziening toe is.

De PS-SP-fractie tot slot vond de modernisering
van de wetgeving eveneens positief, net als het
feit dat er geen rekening meer zal worden
gehouden met de burgerlijke taak van de
aanvrager. Toch formuleerde de PS-fractie nog
enkele kritische opmerkingen. Zo stelde de fractie
zich vragen bij de uitoefening van de controle op
de toekenning van de uitkeringen en vroeg zij
tevens aandacht voor de problematiek van de
schijnscheidingen.

De minister gaf in de commissie zijn replieken.
Inzake de opmerkingen die werden gemaakt over
het begrip individualisering wees de minister op
het feit dat dit begrip in het raam van de
inkomensgarantie betekent dat er rekening
gehouden wordt met de levensomstandigheden
en met de gezinstoestand van de aanvrager. Men
gaat dus na wie deel uitmaakt van het gezin van
de aanvrager en wat hun bestaansmiddelen zijn.
De minister wees er bovendien op dat het begrip
"samenwoning" duidelijk moet omschreven
worden en dat hiertoe in de Ministerraad een
besluit zal worden opgesteld dat tevens de
modaliteiten voor de controle zal vastleggen.
De minister stelde dat het nooit zeer gemakkelijk
zal zijn om een sluitende controle uit te voeren. Hij
vermeldde ook nog dat de rechthebbenden die in
een instelling opgenomen worden recht hebben op
een verhoogd basisbedrag, net zoals de
alleenstaanden overigens. Het enige criterium
hiervoor is dat de rechthebbenden in een instelling
verblijven. Dit geldt ook - en dit is toch wel nieuw
meen ik - indien twee samenwonenden in een
instelling worden opgenomen. Beiden krijgen nu
het verhoogde basisbedrag uitgekeerd. Indien de
rechthebbenden samenwonen met hun kinderen
wordt er een onderscheid gemaakt naargelang de
kinderen al dan niet kinderbijslag ontvangen. Gaat
het om kinderen die nog wel recht hebben op
kinderbijslag, dan worden de aanvragers toch als
alleenstaanden beschouwd zelfs indien deze
kinderen op hetzelfde adres wonen. De
aanvragers kunnen dus ook genieten van het
verhoogde basisbedrag. Wanneer een bejaarde
zelfstandige evenwel intrekt bij kinderen die geen
kinderbijslag meer ontvangen, wordt bij
toekenning van de inkomensgarantie wel rekening
gehouden met hun bestaansmiddelen. In dat
geval wordt dus meestal geen verhoogd
basisbedrag toegekend. Budgettaire redenen
liggen aan deze regeling ten grondslag.

Tot slot van de bespreking wordt beslist het
wetsontwerp in twee afzonderlijke ontwerpen op te
splitsen omdat twee artikelen waarschijnlijk
bicameraal zijn. Een aantal artikelen die handelen
over de procedure inzake betwistingen wordt in
een apart ontwerp opgenomen. Het gesplitste
wetsontwerp wordt door de commissie eenparig
aangenomen.
02.02 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, in de commissie
voor de Sociale Zaken werd inderdaad op 11
januari 2001 het wetsontwerp tot instelling van een
inkomensgarantie voor ouderen besproken. Zoals
de verslaggever in haar gewaardeerd verslag
reeds vermeldde, werd het wetsontwerp unaniem
goedgekeurd. Hiermee wordt het stelsel voor een
gewaarborgd inkomen voor bejaarden vervangen
door een nieuwe regeling, met name een
inkomensgarantie voor ouderen. Het is goed hier,
naar aanleiding van de bespreking in plenaire
vergadering, in herinnering te brengen dat bij het
tot stand komen van dit wetsontwerp de
adventsactie van Welzijnszorg in 1999, gedragen
door het brede middenveld van de grote sociale
organisaties in Vlaanderen, wat zich vertaalde in
meer dan 256.000 handtekeningen, ongetwijfeld
een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld.

Er zijn inderdaad geen referenda nodig voor wie
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
midden de mensen en dicht bij het sociale
middenveld staat om deze problematiek te
voorvoelen en in een wettelijk initiatief te vertalen.
Ik had dan ook reeds in februari 2000 namens de
CVP een wetsvoorstel ingediend. Bij de
behandeling daarvan in mei 2000 in de commissie
voor de Sociale Zaken kondigde u, mijnheer de
minister, aan op korte termijn een ambitieuzer en
breder initiatief te zullen nemen en vroeg u ons de
verdere behandeling van ons wetsvoorstel tot dan
uit te stellen. We hebben dit graag gedaan, omdat
wie beter kan, dit altijd - gezien de doelgroep
waarover het gaat - daartoe de kans moet krijgen.
Spijtig genoeg hebben we tot december 2000 op
dit wetsontwerp moeten wachten.

Dit doet echter niets af van de noodzaak tot
dringende verbetering van het huidige stelsel van
gewaarborgd inkomen van bejaarden. Daarom
hebben wij als CVP-fractie in de commissie voor
de Sociale Zaken - ik denk dat ik niet overdrijf -
heel positief meegewerkt, zowel naar vorm, als
naar inhoud, om de behandeling van en de
stemming over dit wetsontwerp zonder vertraging
te laten verlopen. Dit hield in dat we bij de
bespreking in de commissie de aanwezigheid van
de meerderheid niet gevorderd hebben, zelfs al
was die bijwijlen opvallend afwezig. Wij hebben
van bij de aanvang gewezen op een aantal
juridische problemen, waaronder het bicamerale
karakter van twee artikelen, zoals mevrouw de
Block daarjuist in haar verslag vermeldde. We
hebben ook in alle openheid gewezen op een
aantal technische problemen, zodat de
behandeling zeker niet door ons in vertraging zou
kunnen komen. Bij de algemene bespreking van
dit wetsontwerp in plenaire vergadering willen wij
toch wel enkele opmerkingen maken en u even
herinneren aan een aantal door u gedane
verklaringen en genomen engagementen bij de
bespreking van dit wetsontwerp in de commissie
omdat die inderdaad voor de werkelijke
draagkracht van dit wetsontwerp niet zonder
belang zijn.

In tegenstelling tot ons wetsvoorstel dat het
bestaande stelsel van gewaarborgd inkomen voor
bejaarden behield, maar dat wel grondige
aanpassingen wilde aanbrengen, hebt u, mijnheer
de minister, verkozen met uw wetsontwerp een
nieuw stelsel in het leven te roepen. Dit nieuwe
stelsel, met de nieuwe naam "De
inkomensgarantie voor ouderen", zal na publicatie
in het Staatsblad het bekende stelsel van
gewaarborgd inkomen voor bejaarden in de
toekomst vervangen. Het is inderdaad een nieuwe
look. Ik ga er niet dieper op in, maar ik blijf erbij
dat de verbeteringen die u hebt aangebracht en
waar wij volledig achter staan, ook doorgevoerd
konden worden in het bestaande stelsel.
Misschien is het inderdaad wel goed af en toe van
kostuum of kleren te veranderen.

De wens om een nieuw stelsel op poten te zetten
en de tijdsdruk om dit toch nog te kunnen doen in
het jaar van uw engagement tegenover
Welzijnszorg en de verenigingen voor senioren,
hebben zich waarschijnlijk vertaald in dit
wetsontwerp waarvan wij in de commissie hebben
betreurd dat het te veel gelijkenis vertoonde met
een volmachtenwet. Zoals ook de rapporteur
reeds aanhaalde, voorzag het wetsontwerp in niet
minder dan twintig delegaties aan de Koning en dit
in 21 artikels. Dit betekent dat een batterij van
uitvoeringsbesluiten nodig zal zijn om het stelsel
van inkomensgarantie voor ouderen op korte
termijn in werking te kunnen laten treden.
Gelukkig voor de bespreking en de stemming in
de commissie hebt u ons ter zitting de ontwerpen
van koninklijk besluit ter beschikking kunnen
stellen. Daaruit konden wij afleiden dat de
uitvoering in de richting ging waarin wij die graag
zagen gaan.

Vanuit deze vaststelling en samen met een aantal
concretiseringen en verbeteringen die wij wilden
aanbrengen, heeft de CVP in de commissie een
aantal amendementen ingediend. Spijtig genoeg
dienden wij opnieuw vast te stellen dat ondanks
onze positieve medewerking tijdens de
bespreking, de waarde en het belang van de
meeste van onze amendementen door u en de
leden van de commissie voor Sociale Zaken wel
werden erkend, maar dat onze amendementen
toch niet werden aanvaard. U nam wel een aantal
engagementen - wij namen daar graag akte van -
naar aanleiding van een aantal van onze
bedenkingen en amendementen.
02.03 Minister Frank Vandenbroucke: Ik ben wel
verbaasd door wat u zegt. Dit is maar gedeeltelijk
juist. Neem uw kritiek dat er te veel werd
verwezen naar koninklijke besluiten. Ik ben
daaraan tegemoet gekomen door een van de twee
uitvoeringsbesluiten op te nemen in de wettekst,
zoals door u gewenst. Dat amendement was wel
ingediend door de regering, maar eigenlijk
gebeurde dat op uw vraag. De regering was in
deze dus uw dienaar. Wij hebben u daarin dus wel
gevolgd.

Ook op andere punten ben ik u gevolgd. Ik heb
helemaal niet het gevoel dat u geen inbreng hebt
gehad. Bovendien heb ik mij bij het opmaken van
de tekst ook laten inspireren door het wetsvoorstel
dat u had ingediend. U zult bij voorbeeld zien dat
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
de formule inzake welvaartvastheid eigenlijk
identiek is aan de formule die u voorstelde. Ik vind
dat dus niet helemaal juist. In de commissie
hebben wij goed werk geleverd, niet alleen door
goed te discussiëren, maar ook door
amendementen op te stellen die door de oppositie
waren geïnspireerd. Misschien zult u het er nog
over hebben, maar van bepaalde bedenkingen
van u heb ik gezegd dat ik ze alleszins ter harte
wilde nemen. Zo hebt u goede argumenten
gegeven voor het idee om de verwarmingstoelage
te integreren in de uitkering zelf. Ik ben dat idee
ernstig aan het onderzoeken. Ik kon echter
moeilijk ingaan op uw vraag naar aanleiding van
een amendement van de meerderheid. Uw
suggestie was dat amendement niet te
aanvaarden, omdat wij dan een juridisch risico
zouden scheppen indien wij de
verwarmingstoelage niet zouden integreren.

Ik vind het een beetje ongenuanceerd wat u zegt
ten aanzien van wat ik gedaan heb met uw
amendementen en uw opmerkingen.
02.04 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
minister, u was waarschijnlijk te druk in gesprek
met mevrouw Genot. Ik heb wel degelijk iets
positiefs gezegd. Op basis van de wetsvoorstellen
en de bespreking hebt u een aantal van onze
gedachten overgenomen in een amendement. De
amendementen zijn niet aangenomen, ze zijn
vertaald in engagementen. Daar wou ik op
terugkomen. Die engagementen zijn mijns inziens
enorm belangrijk. Het zijn er een vijftal.

Er is het engagement dat u hebt aangegaan in het
kader van het onderzoek om de ouders die bij
kinderen inwonen niet te bestraffen door het
bedrag, waarop zij als alleenstaande recht gehad
zouden hebben, bij inwoning te verminderen. Wij
hebben dat in de vorige legislatuur op basis van
een CVP-amendement gedaan in het stelsel van
de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden Het
gaat hier om een heel belangrijke zaak, die ook
door de seniorenorganisaties aangehaald is.

Een tweede engagement is dat u zal laten
onderzoeken of de bedragen, die vrijgesteld
worden bij de berekening van het inkomen en die
zwaar determinerend zijn om te bepalen of
iemand recht heeft op de inkomensgarantie bij
ouderen, kunnen worden geïndexeerd.

Een derde engagement dat u op zich genomen
hebt, is te onderzoeken welke instrumenten wij
kunnen aanwenden opdat de zeer goede keuze
om aan de werkelijke alleenstaanden 150% toe te
kennen, correct toegepast wordt. Hetzelfde
fenomeen doet zich voor in andere stelsels van de
sociale zekerheid. Tot op de dag van vandaag
beschikken we niet over instrumenten om te
onderzoeken of de feitelijke alleenstaande wel
alleenstaand is. Wij mogen daarvoor evenwel de
privacy van de mensen niet schenden noch op
heksenjacht gaan. Het is geen neutraal gegeven.
Het gaat om de vraag of men als samenwonende
elk een uitkering van 100% krijgt dan wel als
alleenstaande een uitkering van 150%. Als twee
samenwonenden zich voordoen als feitelijk
alleenstaanden, maakt dit een volle uitkering
verschil - twee keer 150% ten opzichte van twee
keer 100%. Dit is duidelijk geen neutrale situatie.
U hebt zich geëngageerd om samen met uw
andere collega's - onder andere de minister van
Tewerkstelling en Arbeid - mee te onderzoeken
over welke instrumenten wij kunnen beschikken.

Het vierde engagement betreft de situatie van het
verblijf in het buitenland en de termijnen
gedurende welke men in het buitenland mag
verblijven.

Een vijfde engagement is dat u toegezegd hebt de
optie om de cumulatie toe te laten van de
inkomensgarantie-uitkering voor ouderen en het
opnemen van vervroegd pensioen en om de
daaraan verbonden sanctie, die alleen nog geldt in
het stelsel van de zelfstandigen, voorlopig niet uit
te voeren. Dit blijft zolang er niet meer
duidelijkheid is over de werkgroep en de
beslissing van de regering in het kader van de
toenadering van de statuten van zelfstandigen en
werknemers. Ik ben u daar dankbaar voor omdat
het de zaken in het juiste perspectief plaatst en de
juiste bevoegdheid toekent.

Tot slot hebt u zich geëngageerd de aanrekening
van de onbebouwde percelen te bekijken. U zal
dat doen met de regering en uw collega's die ter
zake ook bevoegd zijn. U moet ervoor zorgen dat
ex-landbouwers niet sterker gestraft worden
wanneer zij niet het grootgrondbezit, maar de
omgeving dicht bij hun woning wensen te
behouden.

Ik ben er u dan ook dankbaar voor dat u zich
daarvoor geëngageerd hebt.

Mijnheer de minister, ten slotte haal ik graag iets
aan dat u reeds in uw antwoord vermeldde,
namelijk die fameuze verwarmingstoelage. Ik ben
blij dat wij op dezelfde golflengte zitten omtrent de
vraag om daarover ten gronde een debat te
voeren. Onze uitkering in de sociale zekerheid,
ook onze uitkeringen in de residuaire stelsels
moeten aan de rechthebbenden een bedrag
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
toekennen dat hen in staat stelt te leven. Dit
betekent dat men met dat bedrag op een normale
manier moet kunnen leven en dat de overheid
geen supplementaire premies meer moet verlenen
om levensnoodzakelijke zaken zoals verwarming
te kunnen betalen. Dit wordt stilaan een probleem,
maar wij hebben elkaar op dit vlak gevonden. Ik
denk dat wij toch wel daaromtrent, buiten
wetsvoorstellen, buiten wetsontwerpen, over
meerderheid en oppositie heen een zinnig debat
kunnen voeren.

Op basis van deze engagementen, waarvan wij
geloven dat u er zich zal aan houden, mijnheer de
minister, hebben wij ook in de commissie ten
overstaan van de doelgroep dit wetsontwerp met
grote overtuiging goedgekeurd. Indien deze wat
vertraging oploopt dan zullen wij niet nalaten u aan
uw beloftes te herinneren. Vanuit die
engagementen zullen wij ook in plenaire
vergadering onze amendementen niet opnieuw
indienen. Wij vertrouwen op uw gegeven woord.
Wij ontmoeten elkaar geregeld en dus we kunnen
elkaar herinneren aan de gemaakte afspraken.
02.05 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers
collègues, M. Bacquelaine, qui aurait dû intervenir,
est retenu cet après-midi.

Je remercie Mme De Block pour son excellent
rapport ainsi que Mme D'Hondt qui, comme
d'habitude, nous a fait un exposé très complet
commentant le projet de loi que son groupe a bien
voulu adopter. Nous nous en réjouissons car ce
projet rencontre ainsi une grande unanimité. Je
demande à mes collègues de bien vouloir excuser
mon absence à la première réunion de
commission. Un empêchement ne m'a pas permis
d'y participer. Vous savez que je suis souvent
présente mais j'avais été obligée de me faire
remplacer ce jour-là.

Venons-en au projet de loi. Le revenu garanti aux
personnes âgées instauré par la loi du 1
er
avril
1969 était considéré comme une étape importante
sur le chemin garantissant une existence digne à
toutes les personnes âgées. Ce régime
d'assistance, devenu en réalité un droit, n'a connu
au fil des années que très peu de modifications,
voire ne tenait plus compte aujourd'hui de la
situation des personnes visées, c'est-à-dire les
personnes âgées.

Le présent projet de loi rencontre notre totale
adhésion, dès lors qu'il prend en compte de
nombreux facteurs visant à corriger certaines
inégalités et disparités dans le statut des
personnes âgées en cause. Ainsi les hommes et
les femmes seront désormais traités sur un pied
d'égalité en ce qui concerne les conditions d'âge à
remplir pour l'octroi de la GRAPA - vous me
permettrez d'utiliser cette abréviation; il s'agit, en
plus, d'un concept très évocateur -: 62 ans pour
tous dès cette année pour atteindre
progressivement l'âge minimum de 65 ans en
2009, conformément à l'âge de la prise en cours
de la retraite pour les hommes et les femmes
dans les régimes des travailleurs salariés et
indépendants. La levée de cette première
discrimination était, me semble-t-il, nécessaire et
constitue une mesure sociale justifiée.

Une autre modification importante de ce projet de
loi est qu'il entend tenir compte de la réalité
sociale des personnes, en visant à instaurer une
égalité de traitement entre personnes mariées et
partenaires non mariés cohabitants. Ainsi, les
personnes mariées et les cohabitants
bénéficieront, s'ils satisfont tous à la condition
d'âge, d'un même montant de base individuel. A
cette fin, il est tenu compte des ressources de
toutes les personnes qui partagent la même
résidence, indépendamment de l'état civil du
demandeur.

Certains se sont insurgés de ne pas avoir une
individualisation du droit, telle qu'elle s'entend en
matière de sécurité sociale, à savoir un droit
inconditionnel qui n'est pas tributaire d'un contrôle
des ressources. Or, le régime de la GRAPA,
régime d'assistance sociale rappelons-le, confère
un droit résiduaire auquel le demandeur ne peut
faire appel que lorsque lui et son conjoint ou son
partenaire ne disposent pas de ressources
suffisantes pour vivre. Il importait dès lors de
prendre en compte le contexte dans lequel
l'individu évolue et de s'enquérir des personnes
qui composent le ménage du bénéficiaire ainsi
que de leurs revenus. Nous soutenons cette
philosophie dès lors qu'elle rencontre une forme
particulière de justice sociale.

Il était également normal de prendre en compte la
situation spécifique de la personne réellement
isolée, en lui octroyant un montant de garantie de
revenu approprié, c'est-à-dire le taux de base
majoré de 50%, eu égard aux frais fixes qu'elle
supporte seule.

Cependant, comme cela a été soulevé lors de la
discussion en commission, nous émettons
quelques réserves quant aux risques de
séparation fictive. Certains cohabitants pourraient,
en effet, trouver un avantage à l'organisation
d'une situation isolée afin d'obtenir un taux de
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
base majoré. Dès lors, il conviendrait d'instaurer
un contrôle approprié à la réalité des différentes
situations, sous peine de tomber dans des
dérives. D'autre part, je me réjouis que le projet
tienne compte de la situation particulière des
personnes admises en institution. Comme nous le
savons, cette situation va s'accroître dans un
avenir proche.

Quant à la simplification des procédures
administratives par le biais de l'octroi d'office de
l'établissement et de la révision des droits des
personnes âgées les moins bien nanties, elle
rencontre un objectif louable dès lors que la
complexité est dommageable aux intérêts des
bénéficiaires.

Cependant, il s'avère indispensable de développer
des instruments et d'organiser adéquatement
l'administration, et ce dans le but d'une mise en
oeuvre concrète et correcte d'une telle procédure.

Il faut se réjouir également de la liaison
bisannuelle de la GRAPA à l'évolution du bien-
être. Ce mécanisme constitue un moyen efficace
de lutte contre la pauvreté des personnes âgées.

Ce projet nous donne également satisfaction dans
la mesure où il préserve les droits acquis ainsi que
l'opportunité du choix du régime le plus favorable.

Pour toutes ces raisons, monsieur le président,
monsieur le ministre, mes chers collègues, le
groupe PRL-FDF-MCC soutiendra ce projet avec
la conviction qu'il a pour objet de rencontrer au
mieux les besoins ou moyens d'existence d'une
catégorie défavorisée, et ce encore actuellement.
Le projet concrétise l'intention du gouvernement
d'améliorer la situation des personnes bénéficiant
des revenus les plus modestes. Il s'agit d'une
situation qui doit demeurer au centre de nos
préoccupations.
Ordemotie (voortzetting)
Motion d'ordre (continuation)
02.06 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, volgens de informatie die mij werd
verstrekt, zal de nota met betrekking tot het
drugsbeleid deze namiddag door het kabinet van
mevrouw Aelvoet aan de Kamer worden
overgemaakt en zal het debat plaatsvinden op 30
januari om 14 uur.

De voorzitter: Ik zal ervoor zorgen dat de nota
onmiddellijk aan de verschillende fracties wordt
bezorgd.
02.07 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor de inspanning
die hij leverde om een zicht te krijgen op de
toestand en voor de toezegging wat betreft het
verzenden van de nota.

Ik blijf het evenwel jammer vinden dat het
Parlement niet als eerste werd ingelicht, maar dat
de nota eerst aan anderen werd overgemaakt.
Welnu, teneinde de geloofwaardigheid van de
Kamer te versterken, mijnheer de voorzitter, doe
ik een beroep op uw autoriteit en op uw wilskracht
om de regering eraan te herinneren dat het de
normale gang van zaken is dat het Parlement als
eerste wordt ingelicht.

De voorzitter: Mijnheer Leterme, sta mij toe eerst
de ware toedracht van de zaken na te gaan
alvorens te reageren zoals men dat van mij
gewoon is.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Wetsontwerp en wetsvoorstellen
(voortzetting van de bespreking)
Projet de loi et propositions de loi
(continuation de la discussion)

De voorzitter: Wij hervatten de algemene
bespreking van het wetsontwerp nr. 934.
02.08 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, wij bespreken
thans het wetsontwerp tot instelling van een
inkomensgarantie voor ouderen.

Bij de besprekingen naar aanleiding van de
begroting 2000 kondigde mijn fractie aan dat wij
positief stonden tegenover een modernisering van
het stelsel van het gewaarborgd inkomen voor
bejaarden.

Ik wil het dan ook niet langer dan nodig hebben
over het voorliggend wetsontwerp en ik zal mij
meer bepaald beperken tot twee elementen in de
discussie die voor het Vlaams Blok traditioneel
gevoelig liggen.

In de toelichting bij dit wetsontwerp, mijnheer de
minister, is er sprake van aanpassing van de
wetgeving aan de recente maatschappelijke
veranderingen. Het zal u niet verbazen dat in het
politiek correcte jargon, dit vaak betekent dat het
traditioneel gezin in vraag wordt gesteld.

In het voorliggend ontwerp wordt geen rekening
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
meer gehouden met de burgerlijke staat, maar -
en dit verheugt ons - wordt het klassieke
gezinspatroon niet benadeeld. Vandaar dat de
berekeningsregels van de inkomensgarantie voor
ouderen aanvaardbaar zijn. Vermits niet meer
wordt uitgegaan van de burgerlijke staat - wat
uiteindelijk gemakkelijk kan worden
gecontroleerd - zal er wel moeten worden voor
gezorgd dat een adequaat controlemechanisme
van de feitelijke verblijfplaats van de gerechtigden
wordt ingevoerd. Sommigen herinneren zich
wellicht de zeer geanimeerde en vergelijkbare
discussies, zowel in de commissie als in plenaire
vergadering, naar aanleiding van een versoepeling
van de werkloosheidscontroles.

Het tweede element dat ik wil aansnijden is het
element van de individualisering van de rechten.

Ook al gaat het in dit wetsontwerp over de
individualisering van een sociale bijstandsregeling,
toch wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om
aan de minister te signaleren dat dit dicht aanleunt
bij de discussie over de individualisering van de
sociale zekerheidsrechten in het algemeen.

De minister kent ongetwijfeld de huidige situatie
waarbij in de sociale zekerheid heel wat afgeleide
rechten bestaan, dus rechten die iemand haalt uit
zijn verwantschap, maar waarvoor hij of zij niet
heeft gewerkt en evenmin bijdragen heeft betaald.
De zogenaamde vrouwenbeweging wil de piste
van dergelijke afgeleide rechten al langer verlaten,
omdat zulks volgens hen de vrouwen afhankelijk
maakt van hun echtgenoten.

Als traditionele gezinspartij, mijnheer de minister,
waarschuwen wij voor het zonder meer afvoeren
van de afgeleide rechten. Een thuiswerkende
ouder geniet momenteel van de afgeleide rechten
via zijn werkende partner. Welnu, het kan toch niet
de bedoeling zijn, precies wanneer de sociale
bescherming wordt verbeterd, dat net de
thuiswerkende ouder de afgeleide rechten zou
verliezen.

Mijnheer de minister, ik begrijp dat onmogelijk een
concreet antwoord kon worden gegeven op alle
vragen tijdens de lange besprekingen. Na een
eerste, mislukte poging naar aanleiding van het
begrotingsdebat, doe ik thans een tweede poging
in de hoop ditmaal wel duidelijk een antwoord te
krijgen op de vraag hoe u staat ten opzichte van
een verregaande individualisering van de sociale
zekerheidsrechten.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, vermits het voorliggend ontwerp
enerzijds een verhoging van de tegemoetkoming
inhoudt en anderzijds de modernisering van een
welbepaalde bijstandsregel voor onze ouderen
doorvoert, is het Vlaams Blok bereid dit
wetsontwerp positief te beoordelen.
02.09 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, dans la suite des interventions que
j'avais eu l'occasion de faire en commission, je
me permets de souligner quelques avancées
positives telles que l'indexation, le fait que la
demande de pension soit égale à la demande de
GRAPA, une adaptation rapide des montants
lorsqu'on rentre en maison de repos,...Tout cela
apparaît comme des adaptations très positives.

Mais un élément nous pose problème. Il s'agit de
l'utilisation du terme «individualisation». A ce
sujet, je vais reprendre un avis du bureau du
Conseil de l'égalité des chances qui est arrivé
aujourd'hui. Evidemment, nous n'avons pas
encore eu tous le temps de le recevoir et de
l'étudier en détail. Je vais vous le commenter car,
d'une façon plus précise, il reprend les mêmes
points que j'avais détaillés en commission.
Il commence par nous rappeler que sur les 99.000
personnes qui bénéficient du revenu garanti aux
personnes âgées à l'heure actuelle, 72% sont des
femmes. Je pense donc que le Conseil de l'égalité
des chances est tout à fait apte à commenter
cette mesure.

Il nous dit: «Cette réforme est menée en vue de
prendre en compte l'évolution de la société en
matière de choix de vie, et ceci afin de ne plus
faire de discrimination entre les personnes, et ce
notamment entre les couples mariés et les
couples non mariés. De plus, le projet GRAPA est
présenté comme une avancée vers
l'individualisation des droits. Le Conseil pense
cependant que ce principe n'a pas à être
transposé tel quel dans un régime résiduaire
d'assistance aux plus démunis.»

Ensuite, il définit ce qu'on entend, de manière
classique, par «l'individualisation des droits».
«L'individualisation des droits consiste à
supprimer la référence à la situation de famille ou
de ménage, pour l'attribution des prestations de
sécurité sociale».

"Elle vise à établir une symétrie entre le taux de
cotisation versé dans un système de protection
sociale basé sur l'assurance, les cotisations
individuelles, et les droits aux prestations sociales,
alors qu'actuellement, ces droits sont notamment
fonction de la situation du ménage". Clairement,
ils suivent la même voie que celle que j'avais
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
préconisée en commission afin qu'on ne parle pas
d'individualisation, mais plutôt de payement par
tête.

Le conseil exprime à nouveau sa conviction selon
laquelle l'individualisation des droits est
absolument nécessaire pour lutter contre les
discriminations entre les travailleurs et les
travailleuses, qui tous et toutes contribuent au
financement de la sécurité sociale dans une
démarche de solidarité. Il fait donc clairement
allusion au régime de sécurité sociale et affirme
que nous nous trouvons dans un système
résiduaire. Mais il estime également que cette
utilisation de termes est inappropriée.

De plus, le conseil s'inquiète du fait que le concept
de l'individualisation des droits soit utilisé pour
réduire les droits de certains. Si la mesure est
présentée comme généreuse, elle ne l'est pas
pour tout le monde puisqu'elle aura comme
conséquence de diminuer le revenu octroyé à
l'heure actuelle aux cohabitants qui ne
bénéficieront plus que du montant de base de la
GRAPA. En réalité, ce dernier correspond aux
taux ménage du revenu garanti aux personnes
âgées divisé par deux. Par cette réforme, on
pénalise en effet les cohabitants et donc leur choix
de vie non seulement en ne leur octroyant plus
que le montant de base de la GRAPA mais aussi
en tenant compte des ressources de toutes les
personnes qui partagent la même résidence. Ces
ressources seront donc réparties sur l'ensemble
des personnes. Cela est, bien évidemment, en
contradiction avec l'idée d'individualisation des
droits et ne ferait qu'aggraver la dépendance des
uns à l'égard des autres. Il y a donc à la fois une
extension de la notion de cohabitation et une
extension de la notion de ressources prises en
compte pour déterminer le montant qui sera
octroyé.

Cela étant, cette loi aura comme conséquence
principale de décourager les personnes à faible
revenu de vivre ensemble. Cette conséquence est
regrettable dans une société où l'isolement est un
des problèmes majeurs. L'un des problèmes,
souligné par beaucoup de personnes, risquant
d'apparaître est que deux personnes âgées et
fragilisées ne pourront pas cohabiter ou encore,
que la solidarité intergénérationnelle risque aussi
d'être freinée. Il existe, comme on a pu le
constater, des possibilités d'extension.
Cependant, dans ce cas, une inégalité entre
solidarité intergénérationnelle et solidarité
intragénérationnelle risque de se produire.

Le conseil constate également le caractère
antisocial de cette partie de la réforme. En effet,
au sein de la réforme GRAPA, la seule
transformation des prestations qui étaient
attribuées aux cohabitants au taux-isolé et qui
seront désormais attribuées selon le montant de
base de la GRAPA, lequel équivaut à la moitié de
l'ancien taux ménage, permettra de réaliser à
terme une économie. Celle-ci est de l'ordre de
612,6 millions et cela au détriment des personnes
ayant les plus faibles revenus. On a pu constater
en examinant la globalité du budget de cette
mesure, qu'en réalité, celle-ci coûtera à terme. Il
est clair que la mesure, en tant que telle, de
payement par tête et de l'attribution d'une
allocation de 15.000 francs pour les cohabitants et
de 23.000 francs pour les isolés permettait de
réaliser une économie substantielle.

Le conseil s'inquiète également de la manière
dont le contrôle prévu par cette loi serait effectué
en pratique par les fonctionnaires de l'Office
national des pensions. Il craint que le respect de la
vie privée ne soit pas pleinement assuré lors de la
procédure de contrôle. Nous nous trouvons face
au problème que nous avions déjà souligné. Il est
évident que nous n'avons pas encadré les
mesures de contrôle pour les chômeurs dans le
but de voir réapparaître les fameux inspecteurs
qui venaient compter les brosses à dents chez les
personnes âgées.

En outre, le conseil souhaite que la terminologie
utilisée dans le cadre du revenu garanti aux
personnes âgées, à savoir le revenu, soit gardée.
02.10 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, over het debat ten gronde zal ik het nu
niet hebben. Dat zullen we bij gelegenheid wel
doen. Toch zou ik mevrouw Genot willen vragen
hoelang men dat verhaal over de inspecteurs die
de tandenborstels komen tellen, nog gaat
opdissen. Die toestand bestaat al lang niet meer.
Iedereen die weet hoe de
werkloosheidsreglementering functioneert, weet al
lang dat men de tandenborstels niet meer komt
tellen en dat men, als men dat al ooit heeft
gedaan, al lang niet meer de linnenmand komt
controleren. Die wilde indianenverhalen in dit
halfrond zouden best stoppen.
02.11 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur le
président, ce n'est pas parce qu'il a été supprimé
au niveau du chômage qu'il faudrait le voir
réapparaître dans d'autres régimes, c'est tout à
fait ce que j'ai dit Mme D'Hondt.

En outre, le conseil souhaite que la terminologie
utilisée dans le cadre du revenu garanti aux
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
personnes âgées, à savoir le revenu, soit
maintenue dans le titre de la loi relative à la
GRAPA. Car le terme "ressources", qui peut être
compris comme englobant aussi des avantages
en nature, est plus large en français que le terme
"inkomen" en néerlandais. Nous avons pu
changer cela en commission. Je pense donc qu'il
s'agit d'une bonne chose.

En conclusion, le conseil estime que cette réforme
constitue non seulement un recul en termes de
droit individuel et de droit tout court puisque les
montants de revenu diminuent pour certains. Mais
elle constitue aussi une atteinte aux droits des
citoyens quant au choix de leur mode de vie.

Je pense qu'on ne pourra pas éternellement
renvoyer cette discussion sur l'individualisation et
sur l'utilisation du terme. Je pense qu'il serait
vraiment nécessaire qu'on puisse avoir cette
discussion de manière franche à un moment ou à
un autre dans la commission.

De voorzitter: Het woord is aan de rapporteur,
mevrouw De Block. Zij zal hier, zoals zij het
verkiest, in eigen naam of in naam van haar
fractie spreken.
02.12 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, natuurlijk spreek
ik in naam van de VLD-fractie. Het voorliggend
voorstel tot invoering van een inkomensgarantie
voor ouderen zal eindelijk het verouderde
gewaarborgd inkomen voor bejaarden vervangen.
Die wetgeving was op verschillende domeinen niet
meer aangepast aan de realiteit van vandaag. De
inkomensgarantie voor ouderen is wat men noemt
een bijstandssysteem. Het moet bijgevolg de
mensen opvangen, die om een of andere reden
ofwel uit het systeem van de sociale zekerheid zijn
gevallen ofwel onvoldoende dekking hebben
kunnen bieden om op hun oude dag een leefbaar
pensioen te ontvangen. Bij de toekenning van de
tegemoetkoming wordt bovendien een
inkomenstoets gedaan, die nagaat of de aanvraag
gerechtvaardigd is.

Terwijl bij de bijstandregeling voor actieven steeds
moet worden gewaakt over de aanwezigheid van
voldoende incentives om zich opnieuw te
integreren in de arbeidsmarkt om op zelfstandige
wijze een eigen inkomen te verwerven, kan deze
bekommernis in het stelsel van de
inkomensgarantie voor ouderen natuurlijk
achterwege worden gelaten. De
leeftijdsvoorwaarden zijn van zodanige aard dat er
van een reïntegratie op de arbeidsmarkt geen
sprake meer hoeft te zijn. Dat brengt tegelijkertijd
met zich dat de voorwaarden om een
inkomstengarantie te genieten royaler kunnen zijn.

Vorig jaar werd het bedrag voor een gewaarborgd
inkomen voor bejaarden verhoogd met 1000 frank
per maand voor een alleenstaande en met 1333
frank per maand voor gezinnen. Deze eerste stap
naar een betere leefbaarheid wordt in dit
wetsontwerp versterkt door de middelentoets
aanzienlijk te versoepelen, bijvoorbeeld door de
bijzondere en eenmalige vrijstelling van anderhalf
miljoen bij verkoop van de eigen en enige woning
en door de vermogensvrijstelling van 250.000
frank. De huidige wetgeving voorziet voor de
Koning ook in de mogelijkheid om een aantal
uitkeringen niet als inkomen in aanmerking te
nemen, zoals de gezinsbijslag.

De VLD was er in het bijzonder over verheugd dat
de minister zich heeft geëngageerd om de
toekomstige uitkeringen inzake de
zorgverzekering ook niet als een inkomen te
beschouwen.

Wat de aanrekeningen van de pensioenen betreft,
verandert er voor de meeste gepensioneerden
niets. Zij worden voor 90% in aanmerking
genomen. Voor zelfstandigen die met vervroegd
pensioen gaan, wordt niet langer rekening
gehouden met het pensioen dat zij zouden
ontvangen indien zij tot 65 jaar hadden gewerkt,
maar met het effectief ontvangen pensioen.
Hiermee wordt een schrijnende
onrechtvaardigheid tenietgedaan, waarvoor de
VLD altijd vragende partij is geweest. Uiteraard
moet er nu ook nagegaan worden bij welke
andere bijstandssystemen deze
onrechtvaardigheid nog bestaat. Filip Antheunis
heeft terzake een wetsvoorstel ingediend om in de
wetgeving op de hulp aan bejaarden deze sanctie
te schrappen.

De inkomensgarantie is de eerste wet die werkt
met twee categorieën, met name de
alleenstaanden en de samenwonenden. Daarmee
wordt handig vermeden dat er in de totaalsom
verschillen bestaan tussen beide. Het huidige
gewaarborgd inkomen heeft met dit probleem af te
rekenen. In de toekomst zullen samenwonenden
dus niet langer een hoger inkomen hebben dan
een wettig gehuwd gezin. Wellicht biedt dit
inspiratie voor nog andere wetgeving. Het
probleem van de controleerbaarheid of iemand
samenwonende of alleenstaande is, dat tijdens de
commissiebesprekingen en ook hier werd
opgeworpen, is nog niet opgelost. De
uitvoeringsbesluiten zullen daar misschien een
oplossing voor bieden.
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11

De voorgestelde wetgeving voorziet in de
mogelijkheid om een gehuwd koppel waarvan een
partner in een rusthuis verblijft maar een andere
woonplaats heeft, te beschouwen als twee
alleenstaanden.

De VLD begrijpt de bekommernis van de minister.
Een koppel waarvan een partner verblijft in een
rustoord of rust- en verzorgingstehuis wordt
geconfronteerd met zeer hoge rekeningen. De
partner die niet in een dergelijke instelling verblijft,
heeft het op dit ogenblik dikwijls moeilijk om zelf
voldoende financiële middelen te hebben voor
zijn/haar onderhoud. De beleidskeuze om twee
uitkeringen voor alleenstaanden toe te kennen lijkt
dan ook gerechtvaardigd.

De VLD heeft twee bezwaren tegen deze regeling.
Ten eerste, deze regeling bevoordeelt de opname
in een rusthuis dat de meest ingrijpende vorm van
bejaardenzorg is. Thuiszorg en dagopvang zijn
opvangvormen die de band met de thuissituatie
mogelijk maken. Zij vragen van de mantelzorgers
belangrijke inspanningen. Mantelzorgers worden,
ons inziens, door de nieuwe regeling ontmoedigd.
De kosten voor deze ambulante en semi-
residentiële verzorgingsvormen die eveneens
belangrijke inspanningen van het koppel vragen
worden niet gehonoreerd. Dit laat bij de VLD een
wrange smaak na, zeker na de door de
gemeenschappen geleverde inspanningen om de
thuiszorg te promoten.

Ten tweede, men kan zich afvragen of de
inkomensgarantie ervoor moet zorgen dat
bejaardenzorg betaalbaar blijft. Er bestaan immers
federale en gemeenschapsregelingen om de
betaalbaarheid van de zorg voor de bejaarden te
verbeteren. Op federaal niveau is het stelsel van
hulp aan bejaarden vooral gericht op bejaarden in
de thuissituatie. Men kan, mijns inziens, op
federaal niveau het stelsel bijsturen zodat een
verblijf in het rusthuis betaalbaar wordt.

Op gemeenschapsniveau start in theorie start op
1 juli 2001 in Vlaanderen de zorgverzekering met
uitkeringen aan bejaarden die zorgbehoevend zijn.
Zowel mensen in de thuissituatie als in een
residentiële setting kunnen beroep doen op een
uitkering. Het stelsel is gestoeld op een algemene
solidariteit waarbij overheid én burgers het risico
verzekeren. Dit veronderstelt een andere
benadering dan die uit het voorliggend
wetsontwerp.

De leeftijdsgrens waarop bejaarden een aanvraag
voor een inkomensgarantie kunnen indienen,
bedraagt in principe 65 jaar. In navolging van de
graduele optrekking van de pensioenleeftijd voor
de vrouwen in de pensioenwetgeving voor
werknemers en zelfstandigen wordt in het
voorliggend ontwerp een graduele verhoging van
de pensioenleeftijd ingebouwd van 62 naar 65 jaar
tegen 2008. Dit betekent dat mannen die hun
zelfstandige activiteit stoppen op 62 jaar in 2001
en die voldoen aan de inkomenstoets beroep
kunnen doen op de inkomensgarantie voor
bejaarden. Vanaf 65 jaar kunnen zij hun pensioen
als zelfstandige aanvragen. Hiermee vormt deze
situatie een uitzondering op het residuair karakter
van de inkomensgarantie. Deze situatie is zeer
gunstig voor zelfstandigen. Op dit ogenblik worden
oudere zelfstandigen dikwijls geconfronteerd met
een minder goed draaiende zaak waarin zware
investeringen niet meer lonend zijn omwille van de
leeftijd of bij gebrek aan een opvolger. Als zij het
vervroegd pensioen aanvragen, moeten ze echter
5% pensioen inboeten per jaar voor hun 65 jaar.
De voorliggende wet biedt terzake een oplossing.
Zelfstandigen die de middelentoets doorstaan,
worden niet meer verplicht zich te onderwerpen
aan de 5%-regeling. Dat de Koning de
mogelijkheid heeft om deze oplossing uit te
werken voor zelfstandigen met een beperkt
vermogen maakt de omvang van dit probleem
duidelijk.

De zware sanctie van 5% per jaar is in
tegenspraak met de actieve welvaartsstaat. Ik wijs
op de ruime mogelijkheden in het stelsel voor
werknemers om voor hun vijfenzestigste
levensjaar de professionele arbeid te staken. Voor
de zelfstandigen is de sanctie van 5% echter
bijzonder zwaar, omdat zij soms om economische
redenen hun zaak moeten sluiten. Door het
beperkte sociale statuut van de zelfstandigen, met
name de afwezigheid van een
werkloosheidsreglementering en een brug-
pensioen, zoeken velen noodgedwongen een
uitweg in het vervroegd pensioen, maar worden
daar dan zwaar voor gestraft.

Wij vinden het zeer positief, mijnheer de minister,
dat u voor deze zelfstandigen een oplossing hebt
uitgewerkt. In tegenstelling tot de CVP-fractie
vragen wij u dan ook om niet te wachten met het
nemen van een koninklijk besluit tot regeling van
deze problematiek. Uiteraard zal de volgende
maanden in dit Parlement nog veel worden
gediscussieerd over het sociaal statuut van de
zelfstandige en de noodzakelijke verbeteringen die
zich daar opdringen. Als de 5%-sanctie wordt
afgeschaft, loopt u enkel het risico dat het
betrokken koninklijk besluit niet zou worden
toegepast.
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12

Als uw partij, zoals uw voorzitter onlangs
aankondigde, daadwerkelijk haar deuren opent
voor zelfstandigen, dan meen ik dat u dit koninklijk
besluit zo snel mogelijk moet nemen. Ik hoop dat
de open geest waarmee in deze wet de
problematiek van het vervroegd pensioen voor de
zelfstandigen is behandeld, een voorbode is van
de discussie die wij zullen voeren over de
verbetering van het sociaal statuut van de
zelfstandige in zijn geheel en de afschaffing van
de 5%-sanctie in het bijzonder.

Ten slotte kom ik even terug op het amendement
van de regeringspartijen waarbij in de forfaitaire
toelage voor de verwarmingskosten wordt
voorzien. Terzake hebt u inderdaad beloofd dat u
zult onderzoeken of die toelage niet kan worden
geïntegreerd in de inkomensgarantie. Wij achten
deze integratie belangrijk om drie redenen. Ten
eerste zou dat eerlijker zijn omdat iedereen er
beroep op kan doen. Vandaag komt de toelage
alleen ten goede aan wie voldoende op de hoogte
is van het bestaan ervan. Ten tweede zou de
integratie in de uitkering ook op administratief vlak
voor vereenvoudiging zorgen. Ten derde is het
nog steeds zo dat er vooral bij oudere mensen
toch enige schroom bestaat om een dergelijk
voordeel via het OCMW aan te vragen.

Mijnheer de minister, wij wachten met interesse de
resultaten van het verder verloop hiervan af.
02.13 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, nu alle sprekers aan bod zijn
gekomen, wil ik over drie punten nog iets zeggen.

Vooreerst wil ik de leden van de Kamer die aan
het debat in de commissie hebben deelgenomen
danken. Ik denk dat wij een bijzonder goed en
efficiënt debat hebben gevoerd. Alhoewel wij er
twee dagen voor hadden uitgetrokken, hebben wij
dit zeer belangrijke ontwerp op één dag onder
voorzitterschap van de heer Wauters besproken
en afgerond. Omdat er in de commissie al een
voorbespreking aan was voorafgegaan, hadden
wij voor de indiening van het ontwerp al een
discussie in detail gevoerd. Misschien moeten we
daaruit het besluit trekken dat dit een goede
werkmethode is, hoewel we die natuurlijk niet
overal kunnen opleggen. Ik vond het in ieder geval
een erg nuttig debat.

Ik heb ook getracht om maximaal rekening te
houden met de opmerkingen van meerderheid en
oppositie. Volgens mij heeft dat geleid tot een
unanieme goedkeuring in de commissie. Dat is
belangrijk omdat de zwakkeren in onze
samenleving - zoals ouderen en armen - op deze
manier toch een heel breed politiek draagvlak in
de Kamer hebben gevonden.

Vandaag werden een drietal belangrijke
opmerkingen gemaakt. Ik zal daar even op
ingaan.

Ten eerste, mevrouw Genot maakte een
opmerking met betrekking tot de uitdrukking "het
individualiseren van rechten". Ik wil nogmaals
duidelijk het onderscheid maken tussen een debat
over het individualiseren van rechten in de sociale
zekerheid en het debat over de individuele
rechten
-
als die al te definiëren zijn
-
in
bijstandsstelsels. Hier gaat het om een
bijstandsstelsel. Het debat over het
individualiseren van de rechten in het kader van
de sociale zekerheid is heel anders. Mevrouw
Genot heeft dat trouwens ook gezegd. Het gaat
daarbij om een interessant maar genuanceerd
debat. Laat ons duidelijk zijn. Als men vandaag de
uitkeringen in de sociale zekerheid stricto sensu
zou individualiseren, dan moet men kiezen voor
grote meeruitgaven, bijvoorbeeld in de tak van de
werkloosheid waar men tientallen miljarden meer
moet uitgeven om de uitkeringen van
samenwonenden op te trekken tot op het niveau
van die van alleenstaanden of gezinshoofden.
Anders moet men de uitkeringen van de gezins-
hoofden drastisch verlagen, wat toch tamelijk
dramatisch zou zijn voor de betrokken gezinnen.
We mogen bovendien niet vergeten dat
momenteel heel wat mensen voor hun bestaan
afhankelijk zijn van afgeleide rechten die typisch
onder vuur liggen bij diegenen die de
individualisering bepleiten, bijvoorbeeld
weduwepensioenen, weduwnaarpensioenen of
overlevingspensioenen. Ik ben eerlijk gezegd
steeds weer een beetje verbaasd over het vuur
waarmee sommigen het debat voeren tegen de
gezinsmodalisering van de sociale zekerheid en
voor de individualisering. Zij schijnen te vergeten
dat er heel wat mensen zijn die leven van een
weduwepensioen. Ik neem aan dat men niet
voorstelt om die weduwepensioenen te verlagen
of af te schaffen. Dat zou terecht aanleiding geven
tot een storm van protest. In een samenleving
waarin mannen en vrouwen evenzeer uit werken
gaan en in gelijke mate professionele carrières
kunnen uitbouwen, zouden afgeleide rechten veel
minder belangrijk zijn. In de mate waarin we
evolueren naar een actieve welvaartsstaat waarin
vrouwen zowel als mannen carrières uitbouwen,
kan men een operationeel debat voeren over het
individualiseren van de rechten in de sociale
zekerheid. Zo lang men nog niet in die situatie
verkeert, is het debat over het individualiseren van
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
de rechten eigenlijk een debat waarin men wel a
durft zeggen maar niet b. In België hebben wij zo'n
samenleving zeker nog niet aangezien wij een
hoge thuisblijfgraad hebben, met name van laag
geschoolde vrouwen. Ik spreek hier nogal
genuanceerd over. Ik wil namelijk niet graag de
boodschap de wereld insturen dat ik alle
laaggeschoolde arbeidersvrouwen van België hun
weduwepensioen zal afnemen. Dat is eigenlijk wat
sommigen denken maar niet zeggen. Ik doel
hiermee uiteraard niet op mevrouw Genot.

In het kader van de sociale zekerheid is het debat
over de individualisering belangrijk. Ik denk hier
genuanceerd over. Men moet eerst bepaalde
voorwaarden scheppen voor het tot een
operationeel debat kan komen. De voorwaarden
zijn dat mannen en vrouwen samen uit werken
kunnen gaan en ook samen rechten kunnen
opbouwen. Bij gelegenheid moeten we dit debat
misschien in de commissie voeren.

Hier gaat het echter om een bijstandsstelsel. Als
men bijstand geeft, kijkt men steeds naar de
context waarin mensen leven. We zetten hier
eigenlijk een anomalie recht. Inzake het
gewaarborgd inkomen van bejaarden maken we
hier immers de overgang naar een methodiek die
ook voor het bestaansminimum wordt toegepast,
wat bij uitstek een bijstandsstelsel is. Precies door
dit recht te zetten, krijgen we op termijn ruimte.
Daar komt het cijfer van de 600 miljoen frank
vandaan. Op lange termijn krijgen we ruimte om
binnen het stelsel verbeteringen aan te brengen
waar ze het meest nodig zijn. Ik wens zeer
duidelijk te onderstrepen dat hier geen sprake is
van een besparing van 600 miljoen frank. Ik weet
niet waar de raad voor Gelijke Kansen voor
Mannen en Vrouwen het haalt om dat op papier te
zetten. Het gaat hier om een meeruitgave van
600 miljoen frank. Op termijn houdt dit eigenlijk
een verschuiving in waardoor we minder zullen
uitgeven voor mensen die samenwonend zijn.

Ik onderstreep dat bij de overgang van de oude
naar de nieuwe situatie alle verworven rechten
behouden blijven. Niemand zal ook maar één
frank moeten inleveren bij de overgang van het
oude naar het nieuwe, meer coherente concept.

Er wordt gezegd dat de minst bedeelde vrouwen
in dit concept zouden worden benadeeld. Ik geef
een, weliswaar karikaturaal en demagogisch,
voorbeeld. Als de vrouw van een notaris bijstand
aanvraagt - zij kan dit doen als ze samenwoont en
niet gehuwd is - moet men daar mijn inziens met
de bestaansmiddelen van de notaris rekening
houden. Dat is misschien een extravagant
voorbeeld, maar dergelijke situaties moeten niet
worden aangemoedigd.

Wij voerden in de commissie een goed debat
terzake. Mevrouw Genot stoorde zich aan de
uitdrukking "individualisering". Deze uitdrukking
moet in de juiste context worden begrepen;
namelijk als een bijstandsstelsel. Het gaat hier niet
over de individualisering van onvoorwaardelijke
rechten, zoals dat in de sociale zekerheid het
geval is. Dat is een gigantisch misverstand, dat
moet worden vermeden.

Ik onderstreep dat de uitbetaling per hoofd, zoals
mevrouw Genot het definieert, het enorme
voordeel heeft dat een aantal sociale, dramatische
situaties gemakkelijker op te lossen zullen zijn,
zoals bijvoorbeeld bij een feitelijke scheiding of bij
mensen die ten gevolge van de opname in een
instelling van hun partner worden gescheiden.

Mevrouw De Block gaf terzake een opmerking die
ik ter harte neem. Het klopt dat ik een
preferentiële houding aanneem voor mensen die
naar een instelling gaan ten opzichte van mensen
die thuis worden verzorgd. Het wetsontwerp laat
toe om, bij koninklijk besluit, de categorie mensen
die worden verzorgd en die we meer preferentieel
willen behandelen, uit te breiden. Ik heb dat niet in
de wet ingeschreven omdat dit een budgettair
omvangrijke kwestie is, die mijn inziens verdere
reflectie veronderstelt over de taak die de federale
regering terzake op zich moet nemen. Wij hebben
daarover in het voorbereidende werk goed
nagedacht. Door de preferentiële steun die we aan
mensen die in een instelling worden opgenomen,
willen geven, en die daardoor van hun partner
worden gescheiden, moedigen wij mijn inziens
niemand aan om naar een instelling, bijvoorbeeld
een rusthuis te gaan. Men gaat niet naar een
rusthuis voor zijn plezier. Het is bovendien een
dure aangelegenheid. Mensen die in een instelling
worden opgenomen, worden als alleenstaande
beschouwd. Men krijgt dus 22.000 frank in de
plaats van 15.000 frank. De verhoging van dit
bedrag is geen reden om naar een rusthuis te
gaan. Wat doet men met mensen die door hun
kinderen of partner worden verzorgd en die er
bewust voor kiezen om niet naar een rusthuis te
gaan? Wij moeten terzake niet over één nacht ijs
gaan en moeten daarover verder nadenken.

Een derde element in het debat was de
verwarmingstoelage. Daarover had ik het reeds
tijdens de uiteenzetting van mevrouw D'Hondt. Er
zijn veel goede argumenten om de verwarmings-
toelage te integreren. Wij hebben dat verder
onderzocht en dat is uitvoerbaar. Daarover moet
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
ik echter de regering eerst raadplegen omdat dit
ook budgettaire consequenties heeft. Het stelsel
wordt dan immers genereuzer. Dat mag natuurlijk.
Als men de verwarmingstoelage in de uitkering
integreert, zullen meer mensen op het systeem
aanspraak kunnen maken.

We moeten bekijken wat hiervan de budgettaire
gevolgen zijn. Het zou inderdaad een
vereenvoudiging zijn. Dit heeft mij trouwens
geïnspireerd om over een aantal andere
vereenvoudigingen na te denken. We zullen
elkaar hopelijk daarover binnenkort spreken.

De voorzitter: De algemene bespreking is
gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 934/4. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (934/4) (aangelegenheid
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 934/4. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt
66,4) (934/4) (matière visée à l'article 77 de la
Constitution)

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
"wetsontwerp betreffende de betwistingen over de
inkomensgarantie voor ouderen".
L'intitulé a été modifié par la commission en
"projet de loi relatif aux contestations sur la
garantie de revenus aux personnes âgées".

Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Le projet de loi compte 4 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Ordemotie
Motion d'ordre
02.14 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, gezien het sociaal-maatschappelijk
draagvlak van dit ontwerp wil ik nogmaals
beklemtonen dat ik de manier waarop dit ontwerp
in plenaire vergadering wordt behandeld, in casu.
de complete afwezigheid van bepaalde fracties,
ten zeerste betreur.

De voorzitter: Mevrouw D'Hondt, ik noteer
ongeveer om het half uur de aanwezigheden per
fractie. In de Conferentie van voorzitters heb ik
vanmiddag nog aangekondigd dat we op
30
januari
2001 een groot debat zullen
organiseren over de drugsnota. Ik heb voorgesteld
om dit thema in de commissies voor de
Volksgezondheid en de Justitie te behandelen,
maar er werd de voorkeur gegeven aan een
plenaire vergadering. Ik daag dan ook de fracties
uit om in die vergadering met voldoende leden
aanwezig te zijn. Er zijn die namiddag geen
commissies gepland, maar het is niet zo dat een
plenaire vergadering de facto een grotere
aantrekkingskracht heeft. Mevrouw D'Hondt, u
bent al een tijdje lid van de Kamer en u weet het:
"c'est la qualité qui importe, pas la quantité".

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Wetsontwerp en wetsvoorstellen
(voortzetting)
Projet et propositions de loi
(continuation)

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 934/5. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (934/5) (aangelegenheid
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 934/5. Le texte adopté par la
commission sert de base à la discussion. (Rgt
66,4) (934/5) (matière visée à l'article 78 de la
Constitution)

Het Franse opschrift werd door de commissie
gewijzigd in "projet de loi instituant la garantie de
revenus aux personnes âgées".
L'intitulé français a été modifié par la commission
en "projet de loi instituant la garantie de revenus
aux personnes âgées".

Het wetsontwerp telt 20 artikelen.
Le projet de loi compte 20 articles.
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Ingediend amendement:
Amendement déposé:

Art. 4
- 9: Danny Pieters (934/6)
02.15 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik heb dit amendement laattijdig
ingediend, niet omdat ik voor volle banken in
plenaire vergadering wens te spreken, maar wel
omdat ik te laat gezien heb dat er weer eens een
bepaling overgeschreven is die we nogal dikwijls
tegenkomen in sociale wetten en waarvan de
betekenis mij volledig ontgaat, vooral in het kader
van een bijstandswet. Ik heb dit amendement niet
meer tijdig in de commissie kunnen indienen waar
het eventueel besproken had kunnen worden. Het
is niet mijn bedoeling de werkzaamheden te
vertragen, maar het amendement is belangrijk
genoeg om gehandhaafd te worden.

Een aantal mensen dreigt immers uit de boot te
vallen zonder redelijke argumenten. Waarover
gaat het? Het gaat om het werkingsgebied van het
wetsontwerp. Traditiegetrouw wordt bepaald dat
het moet gaan over mensen die hier wonen. Dit is
in overeenstemming met wat er in andere landen
geldt. Bovendien zegt men dat aan de
nationaliteitsvereiste voldaan moet zijn of dat men
zich in een gelijkaardige situatie dient te bevinden.
Waarom wordt hier een nationaliteitsvoorwaarde
gesteld? Het gaat om mensen die hier legaal
verblijven, ook oudere mensen. Waarom moet
plots hun nationaliteit getest worden? Nog erger is
het wanneer, zoals hier gebeurt, de deur wordt
opengezet voor een reeks andere mensen zonder
dat die reeks exhaustief is.

Het gaat hierbij om personen die onder toepassing
vallen van verordening 1408-71. Dat is interessant
en het is ook logisch als het gaat om een sociale
verzekeringswet. Het is maar de vraag of deze
uitbreiding ook geldt voor EG-burgers. Er bestaat
immers ook zoiets als een verordening over het
vrije verkeer van werknemers waarbij in artikel 7
staat dat voor sociale en fiscale voordelen er niet
mag worden gediscrimineerd. Deze verordening is
van toepassing in de gevallen waar verordening
1408-71 niet kan worden toegepast.

Vergeet niet dat men te maken kan hebben met
een vrouw die een zelfstandig AOW-recht heeft
krachtens de Nederlandse wetgeving, die hier is
gevestigd, geen volledige AOW ontvangt en
misschien geen aanspraak kan maken op
verordening 1408-71. Zij is volgens deze regeling
niet gedekt.
02.16 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
Pieters, ik denk toch dat u zich daarin vergist,
want er is een wederkerigheidsakkoord met
Nederland. Landen waarmee wij een
wederkerigheidsakkoord hebben gesloten, kunnen
daar wel aanspraak op maken. Een Nederlandse
AOW'ster die in België verblijft, kan wel onder de
toepassing van deze wetgeving vallen.
02.17 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de
minister, ik denk dat de wederkerigheid slaat op
gelijkaardige regelingen. Misschien kan u de
Nederlanders overtuigen...
02.18 Minister Frank Vandenbroucke: Het gaat
over "... onderdanen van een land waarmee
België terzake een wederkerigheidsakkoord heeft
gesloten of het bestaan van de feitelijke
wederkerigheid heeft erkend". Nederland behoort
bij die groep landen.
02.19 Danny Pieters (VU&ID): De wederkerigheid
slaat op de materie die in deze wet wordt
geregeld, namelijk de bijstand aan ouderen. Ik
daag u uit mij een verdrag met Nederland te tonen
dat betrekking heeft op de wederkerigheid inzake
bijstandsverlening.
02.20 Minister Frank Vandenbroucke: Mijn
administratie, waarvan ik aanneem dat ze weet
waarover ze het heeft, zegt mij, ik citeer: "... de
landen die een wederkerigheidsakkoord hebben
gesloten of het bestaan van een feitelijke
wederkerigheid hebben erkend, zijn: Denemarken,
Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Luxemburg,
Nederland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland".
02.21 Danny Pieters (VU&ID): Waarover gaat die
wederkerigheid?
02.22 Minister Frank Vandenbroucke: Over dit
soort van regelingen.

Ik kan nu niet met een verdrag zwaaien, maar ik
neem aan dat mijn administratie mij daarover
correct informeert.
02.23 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de
minister, ik heb u hierover reeds een brief
geschreven, dus u kan niet zeggen dat ik u
hiermee overval. De toekomst zal uitwijzen wie
van ons gelijk heeft.

Wat betreft de vluchtelingen en staatlozen is er
geen probleem.

U hebt zopas de wederkerigheidsovereenkomst
aangehaald. Ik stel vast dat dit niet het geval is
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
voor een overgroot deel van de landen, ook buiten
Europa. Mensen uit deze landen vallen uit de boot.
Misschien is dit juist interessant omdat u dan van
uw macht gebruik kunt maken om de toepassing
uit te breiden. Dit is geen ernstige manier van
werken.

Wat evenmin ernstig is, is dat voor de toepassing
van deze wet personen met onbepaalde
nationaliteit met Belgen worden gelijkgeschakeld.
Men heeft er dus alle baat bij elk bewijs van
nationaliteit te verdoezelen. Dit is toch wel een
rare regeling. De minister van Binnenlandse
Zaken zal dit ongetwijfeld weten te appreciëren.

Het belangrijkste is evenwel dat ik nog steeds niet
heb mogen vernemen waarom de beperking tot
de eigen nationaliteit nodig is. Waarom is die
mondjesmaat uitbreiding tot andere nationaliteiten
de aangewezen weg? Dit is een bijstandsregeling.

In de sociale zekerheid in zijn geheel is er, met
inbegrip van de sociale bijstandsregeling, geen
enkele noodzaak om de nationaliteit te laten
spelen. Daarvoor bestaat geen enkele motivering.
In de sociale zekerheid is de nationaliteitsvereiste
overigens bijna totaal verdwenen. Ook in het
buitenland ziet men ze stilaan verdwijnen. Geef
mij argumenten, mijnheer de minister, waarom in
deze nieuwe wetgeving, waarvan de bedoeling
toch is te moderniseren, opnieuw de
nationaliteitsvereiste moet worden ingeschreven?

Het lijkt me veel beter om, bij gebrek aan
dergelijke argumenten, de eenvoudige formule te
kiezen waarbij iedereen die zich legaal op het
grondgebied bevindt recht heeft op deze
prestaties. Men moet toch een beetje logisch
blijven. In een andere context worden grote
discours afgestoken over de strijd tegen racisme,
xenofobie en dergelijke, maar in deze nieuwe
wetgeving zou men de nationaliteitsvereiste weer
inschrijven. Dit is voor mij toch moeilijk te
begrijpen. Graag kreeg ik daarover een verklaring
van u, mijnheer de minister.
02.24 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, ik wil kort repliceren. Collega Pieters
heeft dit punt niet aan de orde gebracht in de
bespreking in de commissie zodat het daar nog
niet besproken werd. Ik ben toch erg overtuigd
van wat wij doen. Wij nemen inderdaad over wat
reeds gold voor het gewaarborgd inkomen voor
bejaarden. Ik wil doen opmerken dat we op die
manier qua soepelheid heel wat verder gaan dan
wat voor het bestaansminimum geldt.

Het bestaansminimum en de inkomensgarantie
voor ouderen in het nieuwe systeem worden beide
toegekend aan personen van Belgische
nationaliteit, aan onderdanen van de Europese
Unie bij toepassing van artikel 1408-71 of 6412-68
van de EG-verordening, aan staatslozen en
personen van onbepaalde nationaliteit en aan de
erkende vluchtelingen. Het bestaansminimum en
de inkomensgarantie voor ouderen zijn
gemeenschappelijk.

In de wetgeving die we nu bespreken, de
inkomensgarantie voor ouderen, worden daar nog
twee categorieën aan toegevoegd. Het is dus
soepeler dan het bestaansminimum, maar ik denk
dat daar argumenten voor zijn. Het gaat over
oudere mensen, met name onderdanen van een
land waarmee België een wederkerigheidsakkoord
terzake heeft afgesloten of het bestaan van een
feitelijke wederkerigheid heeft erkend. Mijn
administratie vertelt mij dat het gaat over
Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland,
Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Zweden en
Zwitserland. Daaraan wordt toegevoegd de
personen van buitenlandse nationaliteit op
voorwaarde dat een recht op een rust- of
overlevingspensioen krachtens een Belgische
regeling werd geopend. Dat wil zeggen dat
iemand die niet de Belgische nationaliteit heeft, en
van waar ook ter wereld komt, maar die hier reeds
gewerkt heeft - ooit eens, kort - dat recht kan
openen.

Eerlijk gezegd vind ik dat bijzonder ruim voor iets
dat we definiëren als een burgerrecht. Het is
natuurlijk een beetje een filosofische kwestie.
Deze regering heeft ervoor gekozen om de
nationaliteit zeer gemakkelijk toegankelijk te
maken. Jammer genoeg, volgens sommigen,
maar ik vind dat goed. Is het dan zo vreemd dat
we blijven zeggen dat het burgerrecht dat men
hier schept, met name een garantie op
bestaansmiddelen, wanneer men boven een
bepaalde leeftijd komt, koppelt, ofwel aan het
hebben van die nationaliteit, of aan het feit dat
men lid is van een land dat deel uitmaakt van de
Europese Unie
-
waarmee we inderdaad een
aantal gemeenschappelijke burgerrechten
ontwikkelen
-
of aan het feit dat we een
wederkerigheidsakkoord hebben met een ander
land dat onze onderdanen zo behandelt, of aan
het feit dat men inderdaad die nationaliteit niet
heeft maar dat men hier ooit eens sociaal-
economisch actief is geweest. Ik vind dat dit
conceptueel nogal logisch is.

Wie daar dus niet onder valt, kan de nationaliteit
aanvragen. Dat is dus niet zo moeilijk. Daarvoor
heeft deze regering gezorgd. Deze discussie
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
herbeginnen lijkt me een aanleiding te zijn tot een
zeer fundamentele bezinning die ik hier niet
zomaar wens aan te vatten en te besluiten. Het
betekent bij voorbeeld - dat zal de heer Pieters
ook wel beseft hebben - dat men aan alle mensen
in de wereld zegt dat wanneer men 62 jaar is, men
dan naar België moet gaan omdat daar een
inkomensgarantie bestaat voor ouderen zodra
men hier wettelijk verblijft, als men bijvoorbeeld
een aanvraag doet als vluchteling.

De minister van Binnenlandse Zaken weet heel
goed dat we een dergelijk debat met betrekking tot
financiële steun beslecht hebben voor iedereen en
hier zou men dat herbeginnen voor mensen boven
62 jaar. Dat is niet logisch. Nu, ik begrijp de
bekommernis van de heer Pieters die de
bekommernis is van een jurist die vraagt om de
kwestie eenvoudig te maken. Zeg gewoon dat wie
hier is die garantie krijgt. Maar de wereld zit niet
zo eenvoudig in mekaar. Hier is een logica. Mocht
de regering niet de nationaliteitsvoorwaarden, met
name de naturalisatie, versoepeld hebben, dan
zou de heer Pieters misschien dramatische
verhalen kunnen aanhalen van mensen die hier
moeten verblijven en die onmogelijk in
aanmerking komen voor de inkomstgarantie.
Natuurlijk, ze kunnen de nationaliteit krijgen,
zonder al te veel moeilijkheden. In die zin ben ik
niet geneigd om op dat amendement in te gaan.
02.25 Danny Pieters (VU&ID): Mijnheer de
minister, naar mijn mening is dit zeker niet de dag
dat u het beste in vorm bent. U hebt een aantal
dingen gezegd die toch wel kras zijn. Dreigen met
grote aanrukkende horden tweeënzestigjarigen
die zich hier zouden komen vestigen omwille van
onze wetgeving, is misschien toch wel een beetje
over het hoofd zien dat men zich hier legaal moet
mogen vestigen om daarop een beroep te kunnen
doen. Ik wil er u toch ook opmerkzaam op maken
dat er zelfs voor EU-onderdanen geen recht van
verblijf in ons land is, als zij geen voldoende
middelen van bestaan hebben. Dat zou u moeten
weten. Uw voorstelling van zaken is toch een
beetje demagogisch, ook wat dit betreft.

Daar gaat het echter niet om. Zeggen dat dit een
burgerrecht is en kan worden gereserveerd voor
de eigen nationalen, lijkt mij hetzij een
verspreking, hetzij een uitspraak waarmee ik u en
uw regering graag wil confronteren in andere
discussies. Dit houdt geen steek. Het is niet omdat
u de nationaliteitswetgeving zodanig hebt
uitgebreid, dat nationaliteit nu voor alles en nog
wat terug een voorwaarde kan zijn. Misschien had
u minder moeten uitbreiden en tegelijkertijd
minder vaak de nationaliteitsvereiste moeten
stellen. Dat is echter een andere discussie waarop
ik nu niet verder wil ingaan. Uw argumentatie is
echter uitermate zwak. Ik neem aan dat dit alleen
ingegeven kan zijn door uw wil om dit zo snel
mogelijk goedgekeurd te zien. Inhoudelijk kan ik
toch moeilijk geloven dat u dergelijke uitspraken
hier in het Parlement doet.
02.26 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het antwoord ten gronde van de
minister aangaande de mogelijkheid van mensen
die hier zelfs maar minimale pensioenrechten
hebben gevestigd, kan ik begrijpen. Toch durf ik
hem verzoeken om vóór de definitieve stemming
van donderdag de wederkerigheid van de
bijstandsstelsels te onderzoeken. Ik ben hierover
nu niet gedocumenteerd omdat ik deze discussie
niet had verwacht, maar ik vraag mij af of de
wederkerigheid met de opgesomde landen ook
voor de bijstandsstelsels geldt. Voor de juistheid
van de discussie: dit verandert niets ten gronde
aan mijn opvatting. Het zou echter best zijn
moesten wij zeker zijn dat de wederkerigheid die
wij geregeld in het kader van de sociale zekerheid
aantreffen, inderdaad ook voor de bijstand geldt.
Ik zal proberen dit zelf nog na te gaan, maar het
zou goed zijn moesten wij die verzekering ook nog
inzake de bijstand krijgen. Voor mij verandert dit
ten gronde niets aan onze houding, maar het is
toch best om duidelijkheid te krijgen.
02.27 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, ik zal proberen de leden van de
commissie zo snel mogelijk hierover te
informeren. Ik kan dat eventueel schriftelijk doen.

De stemming over het amendement en het artikel
4 wordt aangehouden.

Le vote sur l'amendement et l'article 4 est réservé.

De artikelen 1 tot 3 en 5 tot 20 worden artikel per
artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 et 5 à 20 sont adoptés article par
article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het aangehouden amendement,
het aangehouden artikel en over het geheel zal
later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'amendement et l'article réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
03 Wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten tot beteugeling van het tergend
en roekeloos beroep bij de afdeling
administratie van de Raad van State (101/1 tot
12)
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
03 Proposition de loi de M. Servais
Verherstraeten sanctionnant le recours
téméraire ou vexatoire à la section
d'administration du Conseil d'Etat (101/1 à 12)

Algemene bespreking
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
03.01 Daniël Vanpoucke, rapporteur: Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de
commissie voor de Binnenlandse Zaken
onderzocht tijdens haar vergaderingen van
14 december 1999,
11 januari,
3 mei
en
21 juni 2000 en 10 en 17 januari 2001 het
wetsvoorstel dat u vandaag ter bespreking
voorgelegd wordt.

Het wetsvoorstel tot beteugeling van het tergend
en roekloos beroep bij de afdeling administratie
van de Raad van State werd ingediend door
collega Verherstraeten en tot twee maal toe
onderworpen aan een advies van de Raad van
State die op 29 maart en 27 september 2000 zijn
adviezen uitbracht.

Het wetsvoorstel strekt ertoe de grote achterstand
die de afdeling administratie van de Raad van
State opgelopen heeft, te beperken door het
instellen van een schadevergoeding voor wie op
een tergende en roekeloze wijze misbruik maakt
van zijn recht op hoger beroep. Een dergelijk
systeem bestaat namelijk ook reeds voor de
gewone rechtbanken en voorliggend voorstel
beoogt een gelijkaardige regeling binnen de
administratieve rechtsprocedure. Zowel de
minister als een groot deel van de
commissieleden stonden achter de doelstelling
van het wetsvoorstel om een overvloed aan
kennelijk onrechtmatige beroepen te
ontmoedigen. Onder meer ingevolge de adviezen
van de Raad van State werden diverse
amendementen ingediend door de regering en
leden van de commissie. Voor de veeleer
technische discussie hierover verwijs ik verder
naar het schriftelijk verslag.

Uiteindelijk werden de volgende principes
aangenomen. Er wordt opnieuw een artikel 37
ingevoerd in de gecoördineerde wetten op de
Raad van State, dat ondergebracht wordt in een
nieuw hoofdstuk 4, met als titel: "De geldboete
wegens kennelijk onrechtmatig beroep". Hierdoor
krijgt de Raad van State de mogelijkheid om na
inzage van het verslag van de auditeur te oordelen
dat een geldboete wegens kennelijk onrechtmatig
beroep verantwoord kan zijn. Zij bepaalt dan een
hoorzitting op een nabije datum waarna een
geldboete uitgesproken kan worden die geacht
wordt "op tegenspraak" te zijn geweest. De
geldboete gaat van 5.000 tot 100.000 frank. De
boete wordt gestort in het Fonds voor het Beheer
van de Dwangsommen en de bedragen kunnen
door de Koning aangepast worden aan de evolutie
van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

In vergelijking met het oorspronkelijke
wetsvoorstel werden dus een aantal technische
verbeteringen aangebracht die beter aansluiten bij
de administratiefrechtelijke procedure. Zo werd
niet in een schadevergoeding voorzien, maar een
geldboete en werd het "tergend en roekeloos
beroep" vervangen door het "kennelijk
onrechtmatig beroep". Het "kennelijk onrechtmatig
beroep" heeft als enig doel het vertragen van de
uitvoering van een overduidelijk rechtmatige
administratieve beslissing. Ten slotte zal de
nieuwe regeling slechts van toepassing worden op
de procedures die ingesteld zijn na de
inwerkingtreding van de wet.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, de tekst werd op 17
januari
2001
aangenomen in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken met 7 stemmen voor en 3
onthoudingen.
03.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik wens heel kort toch enkele
bedenkingen te formuleren omtrent dit
wetsvoorstel, dat een zeer goed doel voor ogen
heeft. Ik heb mij in de commissie gematigd
positief uitgesproken ten aanzien van dit
wetsvoorstel. Het is duidelijk dat collega
Verherstraeten dit wetsvoorstel heeft ingediend
vanuit ons aller wens om de achterstand in heel
wat gerechtelijke instanties weg te werken en in
de toekomst onmogelijk te maken. De vraag is
natuurlijk of het bestraffen van de toegang tot een
bepaalde rechtsinstantie de beste manier is om de
achterstand weg te werken en in de toekomst
onmogelijk te maken.

Wat de Raad van State betreft, collega
Vanpoucke heeft het reeds aangehaald, gaat het
inderdaad om een aanzienlijke achterstand. Als
we echter de gepubliceerde cijfers bekijken dan
zien we toch waar de achterstand precies ligt. De
achterstand vandaag, geachte collega's, wordt in
belangrijke mate in de hand gewerkt door de
toevloed van de beroepen die ingediend worden
inzake vreemdelingenzaken.

Mijnheer de minister, ik denk dat, indien ik het mij
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
correct herinner, momenteel binnen de Raad van
State, het aantal vreemdelingenzaken ongeveer
60% uitmaakt van het geheel van zaken die zij
behandelen. Dit is dus zeer belangrijk. Er is
destijds trouwens een beheersplan opgesteld met
de algemene vergadering van de Raad van State
om die achterstand weg te werken, meer bepaald
wat betreft de vreemdelingenzaken. We moeten
dus toch nuanceren, collega Verherstraeten, als
we spreken over een belangrijke achterstand bij
de Raad van State. We dienen te onderzoeken
waar die achterstand zich concentreert.

Mijnheer de minister, ik denk dat we in de
toekomst, met uw nakende hervorming van de
nieuwe asieladministratie, moeten onderzoeken in
welke mate die toevloed naar de Raad van State
zich aan het huidig tempo voortzet. Collega
Verherstraeten, ik denk dat wij vandaag dus de
achterstand van de Raad van State niet mogen
aanpakken op basis van een tijdsgebonden
gegeven, zelfs indien dit zich over meerdere jaren
uitstrekt. Bovendien weten we niet hoe de overige
40%, die verband houden met administratieve
rechtshandelingen waarmee de burger
rechtstreeks geconfronteerd wordt, in te schatten.
Ik denk in de eerste plaats aan de belangrijke
contentieuze rechtspraak inzake ruimtelijke
ordening, die met het nieuwe decreet terzake
ongetwijfeld nog belangrijker zal worden. Ik
woonde onlangs een colloquium over dat
onderwerp bij, vanavond is er trouwens een
tweede sessie gepland. Dit is een bijna
onbegrijpelijk materie van termijnen, procedures,
vormvoorschriften en dergelijke. Volgens mij zal
de contentieuze rechtspraak inzake ruimtelijke
ordening dus zeer groot worden. Het principe bij
de administratieve rechtshandeling is dat,
wanneer men als rechtsonderhorige niet akkoord
gaat met een beslissing van een administratie,
men maar één rechtsgang heeft. Men kan slechts
terecht bij één rechtsinstantie, namelijk de Raad
van State. Moeten wij deze rechtsingang nog
bemoeilijken met de mogelijkheid van een
vergoeding voor aanvankelijk tergend en roekloos
beroep? Dit wordt nu reeds genuanceerd tot een
kennelijk onrechtmatig beroep. Ik pleit toch voor
enig voorbehoud in deze materie, alhoewel we
allen positief staan tegenover de bedoeling om via
dit wetsvoorstel de achterstand weg te werken. Ik
verwijs ook naar het verslag dat door de eerste
voorzitter van het Hof van Cassatie vorige week in
de commissie voor de Justitie gebracht werd.
Collega Verherstraeten, ik weet niet of u aanwezig
was, maar er waren toch een aantal leden van uw
fractie. U herinnert zich dat op een bepaald
ogenblik men ook de mogelijkheid overwoog om
het Hof van Cassatie te voorzien van een clausule
voor tergend en roekeloos beroep. De eerste
voorzitter heeft vorige week in de commissie
verklaard dat dit geen goede werkwijze is om de
toevloed van zaken in Cassatie af te remmen.

Sta mij toe, mijnheer de voorzitter, even te
verwijzen naar de vergadering van vorige week
van de commissie voor de Binnenlandse Zaken,
waar de hoorzitting werd gehouden van de
kandidaten voor de Staatsraden, die aanstaande
donderdag zullen worden aangeduid in plenaire
vergadering en waarvan ik het geringe aantal
aanwezige leden betreur. De heer Tant zetelde de
commissie voor en naast twee leden van Ecolo-
Agalev en ikzelf namens de VU, was er niemand
aanwezig.

Op de vraag van mevrouw Grauwels van Agalev
aan de vier kandidaten voor de Staatsraden - en
verwijzend naar het wetsvoorstel van de heer
Verherstraeten - of dit volgens hen de ideale
manier was om de achterstand weg te werken,
hoorden wij een vrij genuanceerd antwoord, in die
zin dat zij het wel wel beschouwden als een goed
middel, maar dat het onvoldoende zou zijn.

Na de nuances en de verfijning aangebracht na de
besprekingen die terzake werden gevoerd,
evolueerde de gewone, gekende bepaling tot een
kennelijk onrechtmatig beroep dat veel
genuanceerder is waarbij niet wordt voorzien in
een automatische oplegging van de boete. Welnu,
mocht het wetsvoorstel worden aangenomen, dan
zal dat onvoldoende zijn om de achterstand, zowel
bij de Raad van State als bij de andere
rechtscolleges, weg te werken. Er zullen andere
middelen moeten worden aangewend om de
achterstand weg te werken en om aan de burger
te geven wat hij wil, met name een gemakkelijke
rechtsingang met een lage drempel en een snelle
afhandeling van de procedures.

Waarom wendt men zich inzake vreemdelingen-
zaken zo vaak tot de Raad van State? Welnu,
toen op een gegeven ogenblik een bepaalde
alinea van de vreemdelingenwet werd vernietigd,
bepaalde het Arbitragehof dat aanspraak kon
worden gemaakt op OCMW-uitkeringen zolang de
procedure voor de Raad van State lopende is. Dat
is de reden van het aantal procedures inzake
vreemdelingenzaken, die lopende zijn voor de
Raad van State en die zorgden voor de achterstal
waarmee wij thans worden geconfronteerd.

Mijnheer de voorzitter, ik sta genuanceerd positief
tegenover dit wetsvoorstel en zal nog uitvoerig
overleg plegen met de CVP alvorens een definitief
standpunt in te nemen. Toch wens ik nu reeds
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
voorbehoud te formuleren in die zin dat wij ervoor
moeten zorgen dat de burger beschikt over een
rechtsingang met een lage drempel. Het lijkt mij
niet aangewezen de toegang hiertoe af te straffen
via geldelijke boetes wanneer zijn beroep of zijn
voorziening voor de Raad van State
onontvankelijk zou worden verklaard en zou
worden afgewezen.

Ik wou de aandacht vestigen op deze nuance,
teneinde het voorstel in zijn juiste context te
plaatsen.
03.03 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik was niet van
plan om het woord te voeren te komen, maar naar
aanleiding van het betoog van collega Van
Hoorebeke, die ik daarvoor wil danken, zou ik toch
kort iets willen zeggen. Het ligt zeker niet in mijn
bedoeling om dit kind met het badwater weg te
gooien.

Ik zou eerst de verslaggever en de minister willen
danken voor de constructieve wijze waarop we bij
de bespreking van dit voorstel hebben kunnen
samenwerken.

De nuanceringen en amenderingen die zijn
aangebracht, noem ik zelf verbeteringen. Collega
Van Hoorebeke, in die zin wil ik u een beetje
tegemoetkomen. Het was en is de allerlaatste van
mijn bedoelingen om de rechtsgang te
bemoeilijken.

Ik moet samen met u op het terrein vaststellen dat
er heel wat misbruik is van de procedure, die veel
geld kost en bovendien niets bijbrengt aan onze
maatschappij. Andere dossiers, zoals die in
verband met ruimtelijke ordening, zijn daar het
slachtoffer van. Het is niet meer verantwoord dat
we vandaag vier jaar moeten wachten voordat we
een uitspraak krijgen bij een administratief
contentieux voor de Raad van State.

Is dit voorstel het antwoord en de definitieve
oplossing van dat dossier? Neen, die pretentie
heeft dit kind nooit gehad. Het kan voor een stuk
een oplossing aanreiken om een beetje zuiniger
om te springen met het gebruik en misbruik van
deze procedures.

Vorige week heb ik bij de ontmoeting met de
eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de
procureur-generaal zelf gevraagd in welke mate
het al of niet zinvol is om deze maatregel ook te
nemen voor het Hof van Cassatie. Zij hebben
daarop genuanceerd geantwoord. Nochtans
hebben ze gezegd dat het aantal dossiers voor het
Hof van Cassatie ook zou moeten worden
afgeremd. Zij kiezen voor een andere weg, met
name die van de balie bij het Hof. In burgerlijke
zaken werkt dat, zegt men. In strafzaken zien ze
de toevloed. Eigenlijk zou daar ook de trechter op
moeten via de balie van het Hof van Cassatie. Ik
deel die mening niet. Ik zou het betreuren dat we
straks ook een balie krijgen bij de Raad van State
om als trechter te fungeren. Ik denk dat de
advocatuur in zijn geheel daar, samen met de
rechtsonderhorigen, een stuk verantwoordelijkheid
in heeft. Dit kan een middel zijn.

U haalt dossiers aan waarin misbruiken
voorkomen. Volgens de laatste cijfers waarover ik
beschik, vinden jaarlijks elfduizend dossiers
gerechtsingang bij de Raad van State.
Achtduizend daarvan zijn vreemdelingendossiers.
Uw cijfers worden telkens nog aangescherpt.

Er is procesmisbruik in alle soorten dossiers. Ik
denk aan benoemingen of bevorderingen waarvan
men de vernietiging of het uitstel aanvraagt om
elkaar de duivel aan te doen, enzovoort. Die te
laken motieven zijn er ook in vreemdelingen-
dossiers. Voor mij kan misbruik van procesrecht in
geen enkel dossier, dus ook niet in dat soort
dossiers. Indien de Raad van State deze
maatregel op een zuinige wijze aanwendt, kan het
een beperkt middel zijn om bepaalde zaken te
voorkomen. Uiteraard zullen er ook nog andere
middelen zijn.

U zegt dat de Raad van State soms de enige
rechtsweg is, die we niet mogen bemoeilijken,
maar naast het juridisch contentieux is er nog het
administratief contentieux. Eerst hebben een
aantal administratieve rechtscolleges de revue
kunnen passeren voordat men naar de Raad van
State kan gaan. Ik denk dat het niet de eerste
rechtsingang is die men heeft. Dat belet niet dat
we in dat oerwoud van administratief contentieux
beter wat eenheid en duidelijkheid zouden
aanbrengen. Met betrekking tot de vreemdelingen-
wetgeving moeten we een aantal zaken wellicht
bekijken om de problematiek bij de Raad van
State ook langs die kanten op te lossen.

Dit voorstel is in elk geval een beperkte
mogelijkheid om reeds nu efficiëntie te tonen. Op
het vlak van het burgerlijk contentieux is, via de
wetswijziging van 1992, aangetoond dat het
middel tot iets meer zuinigheid aanleiding kan
geven.
03.04 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je tiens à dire ici que je me réjouis de la
qualité du débat qui a eu lieu en commission à la
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
suite de la proposition déposée par M.
Verherstraeten.

Ce débat nous a permis de réconcilier votre
proposition, monsieur Verherstraeten, avec le droit
administratif. En effet, si je comprenais
parfaitement la référence au recours pour
procédure téméraire et vexatoire entraînant la
débition de dommages et intérêts, comme c'est
prévu par le Code judiciaire, cela ne pouvait
concerner que des droits civils et donc de la
compétence des tribunaux de l'ordre judiciaire.
L'amende pour recours manifestement abusif est
donc, selon moi, plus conforme aux exigences du
droit administratif.

Nous avons également eu une discussion de fond
fort intéressante. Il est clair qu'il ne s'agit
nullement de priver les citoyens d'une possibilité
de recours légitime. C'est la raison pour laquelle
nous avons vérifié la compatibilité de cette
proposition, notamment par rapport aux exigences
de la Convention européenne. La commission a
eu l'occasion de se prononcer à ce sujet, à la suite
d'une disposition identique prévue en droit
français. Elle a observé que l'article 6 de la
Convention n'interdit pas aux Etats contractants
d'édicter des réglementations régissant l'accès
des justiciables à une juridiction de recours à
condition que ces réglementations aient pour but
d'assurer une bonne administration de la justice.

La réglementation relative à la saisine d'une
juridiction de recours vise assurément la bonne
administration de la justice.

Ce qui n'est pas admissible, ce sont les recours
dont les fins sont uniquement dilatoires. Il est vrai
qu'elles provoquent un arriéré important. Il faut
ajouter qu'elles représentent aussi un coût social
qui n'est pas négligeable et qu'elles portent
préjudice à l'exercice des droits de la partie qui
doit les subir. Il y a donc des motifs multiples à ce
type de réaction. Cela est de nature, monsieur
Van Hoorebeke, à apporter une réponse partielle.
En effet, si l'on veut aller plus avant dans la lutte
contre l'arriéré, on devra prendre des mesures
complémentaires. J'ai donné l'exemple d'une
mesure que l'on pourrait envisager. Ainsi, on
pourrait donner la possibilité au Conseil d'Etat
d'avoir une espèce de procédure d'admissibilité en
ce qui concerne les recours, et voir s'il n'est pas
possible, sur la base d'une une procédure rapide,
de prévoir, dès le départ, la possibilité pour la
juridiction d'écarter un recours. Cela existe dans
d'autres pays, y compris au niveau du pouvoir
judiciaire. C'est le cas, par exemple, en France
devant la Cour de cassation.

Vous avez fait référence à l'encombrement du
Conseil d'Etat en ce qui concerne le contentieux
des étrangers. Je crois même que l'on a atteint 65
ou 67% du contentieux total. Il est clair que
beaucoup de recours ne sont justifiés que par la
possibilité qu'offre ce recours de continuer à
bénéficier de l'aide financière conformément à une
décision qui a été rendue par la Cour d'arbitrage.

Un des moyens pour lutter contre cet
engorgement des rôles est de ne pas déférer à la
Cour de cassation trop de contentieux en pleine
juridiction et d'en faire véritablement une cassation
administrative. Ce qui pose la question de principe
très importante de l'opportunité d'avoir des
tribunaux administratifs de première instance.
C'est finalement le choix pour lequel nous avons
opté au sein du gouvernement en ce qui concerne
la problématique de l'asile. En effet, le Conseil
d'Etat n'aura plus qu'un rôle de cassation
administrative. On devrait donc voir diminuer
l'importance du contentieux qui lui est
actuellement déféré.

En tout cas, je tiens à remercier M. Verherstraeten
d'avoir soumis cette question à la commission de
l'Intérieur et je me réjouis de l'accord intervenu sur
un bon texte qui sera
-
j'en suis persuadé
-
appliqué avec modération par le Conseil d'Etat. Il
ne s'agit en effet pas d'empêcher les citoyens
d'exercer des recours légitimes mais de
sanctionner des abus.

De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, ik stel
vast dat de commissie zes keer is
samengekomen. Ik heb zelf twee adviezen
gevraagd aan de Raad van State, een over het
voorstel zelf en een ander over de
amendementen. In een van deze adviezen zegt de
Raad van State en ik citeer: "... ne disposant pas
d'un interlocuteur pouvant éclairer la section
législation sur la volonté des auteurs des textes
examinés, il n'est pas possible de proposer un
texte plus adéquat". Ik citeer deze tekst omdat er
hier een klein probleem kan ontstaan. Ik heb de
gewoonte, vandaag nog meer dan vroeger,
teksten voor advies naar de Raad van State te
sturen. Ik wil daarbij geen overdaad creëren en
strikte termijnen opleggen. Als de regering
evenwel een advies vraagt dan kan een
vertegenwoordiger van de regering het
wetsontwerp bij de Raad van State toelichten. Wij
moeten nadenken over een manier om deze
toelichting te verstrekken inzake wetsvoorstellen.
Ik voelde me toch aangesproken door deze
begrijpelijke opmerking van de Raad van State en
wens daarover met collega's op een gepaste wijze
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
van gedachten te wisselen.
03.05 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, ik ben het eens met uw betoog. Ere
evenwel aan wie ere toekomt. In de
wandelgangen van de Kamer verneem ik dat de
Raad van State naar aanleiding van een advies
over een wetsvoorstel af en toe zelf het initiatief
neemt om contact op te nemen met de indiener
van het voorstel. Bij dit wetsvoorstel is het niet
gebeurd, maar ik vind dat een goede zaak.

De voorzitter: Ik zal in dit verband afspraken
maken met de Raad van State en de Kamer,
zonder dat dit evenwel tot overdaad en
vertragingen mag leiden. Als er bij de Raad van
State niemand kan worden gevonden om uitleg te
verstrekken, wordt het uiteraard moeilijk, ook voor
de Raad van State zelf.
03.06 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je crois que votre observation est
pertinente. Dans cette affaire, j'ai repris des
amendements sur lesquels je ne marquais pas
mon accord, pour avoir l'occasion d'envoyer
quelqu'un au Conseil d'Etat afin d'exprimer la
préoccupation de ceux qui auraient souhaité le
déposer.
03.07 Le président: C'est du bon travail législatif
entre le parlement et le gouvernement et,
pourquoi pas, avec l'aide du Conseil d'Etat.

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (101/12)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (101/12)

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
"wetsvoorstel tot beteugeling van het kennelijk
onrechtmatig beroep bij de afdeling administratie
van de Raad van State".
L'intitulé a été modifié par la commission en
"proposition de loi sanctionnant le recours
manifestement abusif à la section d'administration
du Conseil d'Etat".
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
04 Wetsontwerp tot goedkeuring van het
Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9
februari 1994 inzake de heffing van rechten voor
het gebruik van bepaalde wegen door zware
vrachtwagens, ter voldoening aan richtlijn
1999/62/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999
betreffende het in rekening brengen van het
gebruik van bepaalde
infrastructuurvoorzieningen aan zware
vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22
maart
2000 door de regeringen van het
Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland, het
Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der
Nederlanden en het Koninkrijk Zweden, en tot
wijziging van de wet van 27 december 1994 tot
goedkeuring van voormeld Verdrag en tot
invoering van een eurovignet overeenkomstig
richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de
Europese Gemeenschappen van 25 oktober
1993 (overgezonden door de Senaat) (1027/1 tot
3)
04 Projet de loi portant assentiment du
Protocole modifiant l'Accord du 9 février 1994
relatif à la perception d'un droit d'usage pour
l'utilisation de certaines routes par des
véhicules utilitaires lourds, vu la mise en
vigueur de la directive 1999/62/CE du Parlement
européen et du Conseil de l'Union européenne
du 17 juin 1999 relative à la taxation des poids
lourds pour l'utilisation de certaines
infrastructures, signé à Bruxelles le
22
mars
2000, entre les gouvernements du
Royaume de Belgique, du Royaume du
Danemark, de la République fédérale
d'Allemagne, du Grand-Duché du Luxembourg,
du Royaume des Pays-Bas et du Royaume de
Suède, et modifiant la loi du 27 décembre 1994
portant assentiment de l'Accord précité et
instaurant une eurovignette, conformément à la
directive 93/89/CEE du Conseil des
Communautés européennes du 25 octobre 1993
(transmis par le Sénat) (1027/1 à 3)

Algemene bespreking
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Discussion générale

De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
04.01 Jef Tavernier, rapporteur: Mijnheer de
voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
De bevoegde commissie heeft de door de Senaat
goedgekeurde tekst overgenomen zodat het
wetsontwerp na goedkeuring in de volgende
plenaire vergadering in het Belgisch Staatsblad
kan verschijnen.

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.

Mijnheer Tavernier, ik vestig er uw aandacht op
dat in de Franse titel staat: "portant assentiment
du Protocole" en het moet zijn: "au Protocole". Dit
is een tekstverbetering die de Kamer thans
aanbrengt.
04.02 Jef Tavernier (AGALEV-ECOLO): Mijnheer
de voorzitter, in de commissie hebben wij vooral
rekening gehouden met de financieel-technische
aspecten. U hebt echter gelijk. De volgende keer
zullen wij meer aandacht aan de titel besteden.

Bespreking van de artikelen
Discussion des articles

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1027/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1027/1)

Het wetsontwerp telt 8 artikelen.
Le projet de loi compte 8 articles.

Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.

De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 8 sont adoptés article par article.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De vergadering wordt gesloten om 16.18 uur.
Volgende vergadering donderdag 25 januari 2001
om 14.15 uur.
La séance est levée à 16.18 heures. Prochaine
séance jeudi 25 janvier 2001 à 14.15 heures.
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
BIJLAGE
ANNEXE
PLENUMVERGADERING
SÉANCE PLÉNIÈRE
DINSDAG 23 JANUARI 2001
MARDI 23 JANVIER 2001
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
INTERPELLATIEVERZOEKEN DEMANDES
D'INTERPELLATION
Ingekomen Demandes
1. de heer Francis Van den Eynde tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de aanwezigheid van de minister op de begrafenis
van Laurent-Désiré Kabila".
1. M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "sa
présence aux obsèques de M. Laurent-Désiré
Kabila".
(nr. 654 ­ verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen)
(n° 654 ­ renvoi à la commission des Relations
extérieures)
2. de heer Jo Vandeurzen tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu en tot de minister van Justitie over "het
akkoord in verband met het drugbeleid".
2. M. Jo Vandeurzen à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement et au ministre de la Justice sur
"l'accord intervenu concernant la politique en
matière de drogues".
(nr. 655 ­ verzonden naar de verenigde commissies
voor de Justitie en voor de Volksgezondheid, het
Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 655 ­ renvoi aux commissions réunies de la
Justice et de la Santé publique, de l'Environnement
et du Renouveau de la Société)
3. de heer Karel Van Hoorebeke tot de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen over "de desastreuze
selectiewijze van de directeurs bij de federale
politie".
3. M. Karel Van Hoorebeke au ministre de la
Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration sur "la façon désastreuse dont ont
été sélectionnés les directeurs de la police
fédérale".
(nr. 656 ­ verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt)
(n° 656 ­ renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique)
4. de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Landsverdediging over "de behandeling van
dossiers van werkweigeraars en weggevoerden".
4. M. Marcel Hendrickx au ministre de la Défense
nationale sur "le traitement des dossiers des
réfractaires et des déportés".
(nr. 657 ­ verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de
Maatschappelijke Hernieuwing)
(n° 657 ­ renvoi à la commission de la Santé
publique, de l'Environnement et du Renouveau de
la Société)
Ingetrokken Retrait
Bij brief van 23 januari 2001 deelt de heer Gerolf
Annemans mee dat hij zijn interpellatie gericht tot
de eerste minister over "het Lambermontakkoord"
(nr. 658) intrekt.
Par lettre du 23 janvier 2001, M. Gerolf Annemans
fait savoir qu'il retire son interpellation adressée au
premier ministre sur "l'accord du Lambermont"
(n° 658).
INTERNE BESLUITEN
DECISIONS INTERNES
VOORSTELLEN PROPOSITIONS
Toelating tot drukken
Autorisation d'impression
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
1. Wetsvoorstel (de dames Greta D'Hondt en Trees
Pieters en de heren Luc Goutry, Yves Leterme en
Jo Vandeurzen) tot wijziging van de
pensioenwetgeving, wat de betaling van kleine
pensioenen betreft (nr. 1049/1).
1. Proposition de loi (Mmes Greta D'Hondt et Trees
Pieters et MM. Luc Goutry, Yves Leterme et Jo
Vandeurzen) modifiant la législation relative aux
pensions en ce qui concerne le paiement des
petites pensions (n° 1049/1).
2. Voorstel van resolutie (de heer Bart Laeremans)
betreffende de niet-toepassing van de
taalwetgeving door de Brusselse gemeenten en
OCMW's inzake de aanwerving van personeel, het
in gebreke blijven dienaangaande van de vice-
gouverneur van het administratief arrondissement
Brussel-Hoofdstad, de regering van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest en het college van de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en
de in het Lambermontakkoord afgesproken verdere
overheveling van de gemeentewet naar het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest (nr. 1053/1).
2. Proposition de résolution (M. Bart Laeremans)
relative à la non-application de la législation
linguistique par les communes et les CPAS
bruxellois en ce qui concerne le recrutement de
personnel, à la carence en la matière du vice-
gouverneur de l'arrondissement administratif de
Bruxelles-Capitale, du gouvernement de la Région
de Bruxelles-Capitale et du collège de la
Commission communautaire commune, et à la
poursuite du transfert de la loi communale à la
Région de Bruxelles-Capitale, qui a été convenue
dans le cadre de l'accord du Lambermont
(n° 1053/1).
MEDEDELINGEN COMMUNICATIONS
COMMISSIES COMMISSIONS
Verslagen Rapports
Volgende verslagen werden ingediend:
Les rapports suivants ont été déposés:
namens de commissie voor de Binnenlandse Zaken,
de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt,
au nom de la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique,
-
door de heer Daniël Vanpoucke, over het
wetsvoorstel van de heer Servais Verherstraeten tot
beteugeling van het tergend en roekeloos beroep bij
de afdeling administratie van de Raad van State
(nr. 101/11);
- par M. Daniël Vanpoucke, sur la proposition de loi
de M. Servais Verherstraeten sanctionnant le recours
téméraire ou vexatoire à la section d'administration
du Conseil d'Etat (n° 101/11);
namens de commissie voor de Justitie,
au nom de la commission de la Justice,
-
door de heer Geert Bourgeois, over het
wetsontwerp betreffende de proceduregebonden
bemiddeling in familiezaken (geamendeerd door de
Senaat) (nr. 67/20).
- par M. Geert Bourgeois, sur le projet de loi relatif à
la médiation en matière familiale dans le cadre d'une
procédure judiciaire (amendé par le Sénat)
(n° 67/20).
SENAAT SENAT
Overgezonden wetsontwerp
Projet de loi transmis
Bij brief van 16 januari 2001 zendt de Senaat over,
met het oog op de koninklijke bekrachtiging, het
niet-geëvoceerde wetsontwerp tot wijziging van de
wet van 7 mei 1999 houdende het Wetboek van
vennootschappen en van de wet van 17 juli 1975 op
de boekhouding van de ondernemingen (nr. 978/5).
Par message du 16 janvier 2001, le Sénat transmet,
en vue de la sanction royale, le projet de loi
modifiant la loi du 7 mai 1999 contenant le Code
des sociétés et la loi du 17 juillet 1975 relative à la
comptabilité des entreprises; le Sénat ne l'ayant pas
évoqué (n° 978/5).
Ter kennisgeving
Pour information
REGERING GOUVERNEMENT
Ingediende wetsontwerpen
Dépôt de projets de loi
De regering heeft de volgende wetsontwerpen
ingediend:
Le gouvernement a déposé les projets de loi
suivants:
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
1. ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming
der instellingen en de bijzondere wet van
12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse
instellingen, tot beperking met de helft van de
devolutieve kracht van de lijststemmen en tot
afschaffing van het onderscheid tussen kandidaat-
titularissen en kandidaat-opvolgers voor de
verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse
Gewestraad en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad
(nr.
1050/1) (aangelegenheid zoals bedoeld in
artikel 77 van de Grondwet);
1. projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 8
août 1980 de réformes institutionnelles et la loi
spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions
bruxelloises en vue de réduire de moitié l'effet
dévolutif des votes exprimés en case de tête et de
supprimer la distinction entre candidats titulaires et
candidats suppléants pour l'élection du Conseil
flamand, du Conseil régional wallon et du Conseil
de la Région de Bruxelles-Capitale (n° 1050/1)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution);
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
2.
wetsontwerp tot wijziging van de wet van
12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt verkozen, en
Boek I van de gewone wet van 16 juli 1993 tot
vervollediging van de federale staatsstructuur, tot
beperking met de helft van de devolutieve kracht
van de lijststemmen en tot afschaffing van het
onderscheid tussen kandidaat-titularissen en
kandidaat-opvolgers voor de verkiezing van de
Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad en de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad (nr.
1051/1)
(aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet);
2. projet de loi modifiant la loi du 12 janvier 1989
réglant les modalités de l'élection du Conseil de la
Région de Bruxelles-Capitale et le Livre premier de
la loi ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever la
structure fédérale de l'Etat en vue de réduire de
moitié l'effet dévolutif des votes exprimés en case
de tête et de supprimer la distinction entre
candidats titulaires et candidats suppléants pour
l'élection du Conseil flamand, du Conseil régional
wallon et du Conseil de la Région de Bruxelles-
Capitale (n° 1051/1) (matière visée à l'article 77 de
la Constitution);
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het
Openbaar Ambt
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires
générales et de la Fonction publique
3. wetsontwerp houdende wijziging van de wet van
29 april 1999 betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt (nr.
1052/1) (aangelegenheid
zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet);
3. projet de loi portant modification de la loi du
29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de
l'électricité (n° 1052/1) (matière visée à l'article 78
de la Constitution);
Verzonden naar de commissie voor het
Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het
Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en
culturele instellingen, de Middenstand en de
Landbouw
Renvoi à la commission de l'Economie, de la
Politique scientifique, de l'Education, des Institutions
scientifiques et culturelles nationales, des Classes
moyennes et de l'Agriculture
4. wetsontwerp tot wijziging van artikel 104, 7° van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
(nr.
1054/1) (aangelegenheid zoals bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet).
4. projet de loi modifiant l'article 104, 7°, du Code
des impôts sur les revenus 1992 (n°
1054/1)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution).
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
Verslagen Rapports
Bij brief van 15 januari 2001 zendt de minister van
Financiën het rapport over betreffende de jaarlijkse
evaluatie van de uitvoering van de algemene
richtlijnen van de Schuld voor het begrotingsjaar
2000 en het rapport met de algemene richtlijnen van
de Schuld voor het begrotingsjaar 2001.
Par lettre du 15 janvier 2001, le ministre des
Finances transmet le rapport de l'évaluation
annuelle des directives générales applicables à la
gestion de la Dette pour l'année budgétaire 2000 et
le rapport comprenant les directives générales de la
Dette pour l'année budgétaire 2001.
23/01/2001
CRIV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
Verzonden naar de subcommissie van de
commissie voor de Financiën en de Begroting
"Rekenhof"
Renvoi à la sous-commission de la commission des
Finances et du Budget "Cour des Comptes"
Procedure van overleg
Procédure de concertation
Met toepassing van artikel 6, § 3bis, 1°, en § 8, van
de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen deelt de eerste minister,
bij brief van 18 januari 2001, mee dat de Waalse
regering in haar vergadering van 15 december 2000
opmerkingen heeft geformuleerd over het
wetsvoorstel van mevrouw Annemie Van de
Casteele tot wijziging van het werkloosheidsbesluit
van 25 november 1991 en de wet van 24 juli 1987
betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en
het ter beschikking stellen van werknemers ten
behoeve van gebruikers, wat de
doorstormingsprogramma's betreft (nr.
674/1­
1999/2000).
En application de l'article 6, § 3bis, 1°, et § 8, de la
loi spéciale du 8 août 1980 de réformes
institutionnelles, le premier ministre communique,
par lettre du 18 janvier 2001, que le gouvernement
wallon a émis, en sa séance du 15 décembre 2000,
des observations sur la proposition de loi de Mme
Annemie Van de Casteele modifiant, en ce qui
concerne les programmes de transition
professionnelle, l'arrêté royal du 25 novembre 1991
portant réglementation du chômage et la loi du
24 juillet 1987 sur le travail temporaire, le travail
intérimaire et la mise de travailleurs à la disposition
d'utilisateurs (n° 674/1­1999/2000).
Verzonden naar de commissie voor de Sociale
Zaken
Renvoi à la commission des Affaires sociales
Algemene uitgavenbegroting 2000
Budget général des dépenses 2000
In uitvoering van artikel 15, tweede lid, van de
gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit
zendt de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over:
En exécution de l'article 15, 2
ème
alinéa, des lois
coordonnées sur la comptabilité de l'Etat, le vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
transmet:
- bij brief van 16 januari 2001, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende het
ministerie van Verkeer en Infrastructuur;
- par lettre du 16 janvier 2001, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
ministère des Communications et de l'Infrastructure;
- bij brief van 16 januari 2001, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende het
ministerie van Financiën;
- par lettre du 16 janvier 2001, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
ministère des Finances;
- bij brief van 16 januari 2001, een lijst met
herverdelingen van basisallocaties betreffende de
begroting voor de Rijksschuld.
- par lettre du 16 janvier 2001, un bulletin de
redistributions d'allocations de base concernant le
budget de la Dette publique.
Verzonden naar de commissie voor de Financiën en
de Begroting
Renvoi à la commission des Finances et du Budget
ARBITRAGEHOF COUR
D'ARBITRAGE
Prejudiciële vragen
Questions préjudicielles
Met toepassing van artikel 77 van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof geeft de
griffier van het Arbitragehof kennis van de
prejudiciële vragen over artikel 57, § 2 van de
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals
gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996,
gesteld door de arbeidsrechtbank te Charleroi bij
vonnis van 12 december 2000 inzake C. Lingurar
tegen het OCMW van Charleroi en de Belgische
Staat.
En application de l'article 77 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, le greffier de
la Cour d'arbitrage notifie les questions
préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, de la loi du
8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide
sociale, tel qu'il a été modifié par l'article 65 de la loi
du 15 juillet 1996, posées par le tribunal du travail
de Charleroi par jugement du 12 décembre 2000 en
cause de C. Lingurar contre le CPAS de Charleroi
et l'Etat belge.
CRIV 50
PLEN 104
23/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
(rolnummer: 2114)
(n° du rôle: 2114)
Ter kennisgeving
Pour information
VARIA DIVERS
Procedure van betrokkenheid
Procédure d'association
Met toepassing van artikel 6, § 4, 3°, en § 8, van de
bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming
der instellingen deelt de minister-president van de
Waalse regering, bij brieven van 16 januari 2001,
mee dat de Waalse regering in haar vergadering
van 20 december 2000 adviezen heeft uitgebracht
over:
En application de l'article 6, § 4, 3°, et § 8, de la loi
spéciale du 8 août 1980 de réformes
institutionnelles, le ministre-président du
gouvernement wallon communique, par lettres du
16 janvier 2001, que le gouvernement wallon a
émis, en sa séance du 20 décembre 2000, des avis
sur:
- het wetsvoorstel van de heer Daan Schalck en
mevrouw Magda De Meyer tot bevordering van het
fietsgebruik (nr. 526/1-1999/2000);
- la proposition de loi de M. Daan Schalck et Mme
Magda De Meyer promouvant l'usage de la
bicyclette (n° 526/1-1999/2000);
- het wetsvoorstel van de heer Lode Vanoost,
mevrouw Marie-Thérèse Coenen en de heer Daan
Schalck tot wijziging, wat het fietsopstelvak betreft,
van artikel 77 van het wegverkeersreglement
(nr. 553/1-1999/2000);
- la proposition de loi de M. Lode Vanoost, Mme
Marie-Thérèse Coenen et M. Daan Schalck
modifiant l'article 77 du règlement général sur la
police de la circulation routière en ce qui concerne
la zone avancée pour cyclistes (n°
553/1-
1999/2000);
- het wetsvoorstel van de heer Lode Vanoost en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot wijziging, wat
de busstroken en bijzondere overrijdbare beddingen
betreft, van het wegverkeersreglement (nr. 554/1-
1999/2000);
- la proposition de loi de M. Lode Vanoost et Mme
Marie-Thérèse Coenen modifiant le règlement
général sur la police de la circulation routière en ce
qui concerne les bandes de circulation réservées
aux autobus et les sites spéciaux franchissables
(n° 554/1-1999/2000);
- het wetsvoorstel van de heer Lode Vanoost en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot wijziging wat
de driekleurige verkeerslichten betreft, van het
wegverkeersreglement (nr. 636/1-1999/2000);
- la proposition de loi de M. Lode Vanoost et Mme
Marie-Thérèse Coenen modifiant le règlement sur
la police de la circulation routière en ce qui
concerne les signaux lumineux de circulation
tricolores (n° 636/1-1999/2000);
- het wetsvoorstel van de heer Lode Vanoost en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot wijziging, wat
de oversteekplaatsen betreft, van het
wegverkeersreglement (nr. 638/1-1999/2000);
- la proposition de loi de M. Lode Vanoost et Mme
Marie-Thérèse Coenen modifiant le règlement
général sur la police de la circulation routière en ce
qui concerne les passages prévus pour traverser la
chaussée (n° 638/1-1999/2000);
- het wetsvoorstel van de heer Lode Vanoost en
mevrouw Marie-Thérèse Coenen tot wijziging van
artikel 2.7 van het wegverkeersreglement
(nr. 639/1-1999/2000).
- la proposition de loi de M. Lode Vanoost et Mme
Marie-Thérèse Coenen modifiant l'article 2.7 du
règlement général sur la police de la circulation
routière (n° 639/1-1999/2000).
Verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de
Overheidsbedrijven
Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques


KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 PLEN 104
CRABV 50 PLEN 104
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
P
LENUMVERGADERING
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
dinsdag mardi
23-01-2001 23-01-2001
14:15 uur
14:15 heures
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Berichten van verhindering
1
Excusés
1
Ordemotie
1
Motion d'ordre
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Frank Vandenbroucke, minister
van Sociale Zaken en Pensioenen
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Frank Vandenbroucke, ministre des
Affaires sociales et des Pensions
WETSONTWERPEN EN
WETSVOORSTELLEN
2
PROJETS ET PROPOSITIONS DE LOI
2
Wetsontwerp tot instelling van een
inkomensgarantie voor ouderen (934/1 tot 5)
2
Projet de loi instituant la garantie des ressources
aux personnes âgées (934/1 à 5)
2
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van artikel 7 van de wet van 1 april 1969
tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor
bejaarden (403/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Filip Anthuenis modifiant
l'article 7 de la loi du 1er avril 1969 instaurant un
revenu garanti aux personnes âgées (403/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van de artikelen 4 en 18 van de wet van
1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd
inkomen voor bejaarden (404/1 en 2)
2
- Proposition de loi de M. Filip Anthuenis modifiant
les articles 4 et 18 de la loi du 1er avril 1969
instituant un revenu garanti aux personnes âgées
(404/1 et 2)
2
- Wetsvoorstel van mevrouw Greta D'Hondt tot
wijziging van de wetten inzake het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden, het bestaansminimum
en de tegemoetkomingen aan gehandicapten
(511/1 en 2) (aangelegenheden bedoeld in de
artikelen 77 en 78 van de Grondwet)
2
- Proposition de loi de Mme Greta D'Hondt
modifiant les lois relatives au revenu garanti aux
personnes âgées, au minimum de moyens
d'existence et aux allocations aux handicapés
(511/1 et 2) (matières visées aux articles 77 et 78
de la Constitution)
2
Algemene bespreking
2
Discussion générale
2
Sprekers: Maggie De Block, rapporteur,
Greta D'Hondt, Frank Vandenbroucke
,
minister van Sociale Zaken en Pensioenen ,
Pierrette Cahay-André
Orateurs: Maggie De Block, rapporteur,
Greta D'Hondt, Frank Vandenbroucke
,
ministre des Affaires sociales et des Pensions
, Pierrette Cahay-André
Ordemotie (Voortzetting)
5
Motion d'ordre (Continuation)
5
Sprekers: Frank Vandenbroucke, minister
van Sociale Zaken en Pensioenen , Yves
Leterme
, voorzitter van de CVP-fractie
Orateurs: Frank Vandenbroucke, ministre
des Affaires sociales et des Pensions , Yves
Leterme
, président du groupe CVP
HERVATTING VAN DE BESPREKING VAN
HET WETSONTWERP
6
REPRISE DE LA DISCUSSION DU PROJET
DE LOI
6
Sprekers: Koen Bultinck, Zoé Genot, Greta
D'Hondt, Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Koen Bultinck, Zoé Genot, Greta
D'Hondt, Maggie De Block, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Bespreking van de artikelen
10
Discussion des articles
10
Ordemotie (voortzetting)
10
Motion d'ordre (continuation)
10
Sprekers: Greta D'Hondt
Orateurs: Greta D'Hondt
Bespreking van de artikelen (hervatting)
10
Discussion des articles (reprise)
10
Sprekers:
Danny Pieters, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen , Greta D'Hondt
Orateurs:
Danny Pieters, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions , Greta D'Hondt
Wetsvoorstel van de heer Servais Verherstraeten
tot beteugeling van het tergend en roekeloos
beroep bij de afdeling administratie van de Raad
van State (101/1 tot 12) (aangelegenheid bedoeld
in artikel 77 van de Grondwet)
13
Proposition de loi de M. Servais Verherstraeten
sanctionnant le recours téméraire ou vexatoire à
la section d'administration du Conseil d'Etat
(101/1 à 12) (matière visée à l'article 77 de la
Constitution)
13
Algemene bespreking
13
Discussion générale
13
Sprekers: Daniël Vanpoucke, rapporteur,
Orateurs: Daniël Vanpoucke, rapporteur,
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Karel Van Hoorebeke, Servais
Verherstraeten, Antoine Duquesne
, minister
van Binnenlandse Zaken
Karel Van Hoorebeke, Servais
Verherstraeten, Antoine Duquesne
, ministre
de l'Intérieur
Bespreking van de artikelen
16
Discussion des articles
16
Wetsontwerp tot goedkeuring van het Protocol tot
wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994
inzake de heffing van rechten voor het gebruik
van bepaalde wegen door zware vrachtwagens,
ter voldoening aan richtlijn 1999/62/EG van het
Europees Parlement en de Raad van de
Europese Unie van 17 juni 1999 betreffende het
in rekening brengen van het gebruik van bepaalde
infrastructuurvoorzieningen aan zware
vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22
maart 2000 door de regeringen van het Koninkrijk
België, het Koninkrijk Denemarken, de
Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom
Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en
het Koninkrijk Zweden, en tot wijziging van de wet
van 27 december 1994 tot goedkeuring van
voormeld Verdrag en tot invoering van een
eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 25 oktober 1993 (overgezonden door de
Senaat) (1027/1 tot 3) (aangelegenheid bedoeld
in artikel 7è van de Grondwet)
16
Projet de loi portant assentiment du Protocole
modifiant l'Accord du 9 février 1994 relatif à la
perception d'un droit d'usage pour l'utilisation de
certaines routes par des véhicules utilitaires
lourds, vu la mise en vigueur de la directive
1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil
de l'Union européenne du 17 juin 1999 relative à
la taxation des poids lourds pour l'utilisation de
certaines infrastructures, signé à Bruxelles le 22
mars 2000, entre les gouvernements du Royaume
de Belgique, du Royaume du Danemark, de la
République fédérale d'Allemagne, du Grand-
Duché du Luxembourg, du Royaume des Pays-
Bas et du Royaume de Suède, et modifiant la loi
du 27 décembre 1994 portant assentiment de
l'Accord précité et instaurant une eurovignette,
conformément à la directive 93/89/CEE du
Conseil des Communautés européennes du 25
octobre 1993 (transmis par le Sénat) (1027/1 à 3)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution)
16
Algemene bespreking
17
Discussion générale
17
Sprekers: Jef Tavernier, rapporteur
Orateurs: Jef Tavernier, rapporteur
Bespreking van de artikelen
17
Discussion des articles
17
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

PLENUMVERGADERING SEANCE
PLENIERE
van
DINSDAG
23
JANUARI
2001
14:15 uur
______
du
MARDI
23
JANVIER
2001
14:15 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.16 heures par M.
Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is
de minister van de federale regering: Frank
Vandenbroucke
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de
l'ouverture de la séance: Frank Vandenbroucke
De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in
bijlage bij het integraal verslag van deze
vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises en annexe du
compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering

Ambtsplicht: Jan Mortelmans
Met zending: Lode Vanoost
Met zending buitenslands: Pieter De Crem
Raad van Europa: Georges Clerfayt
Excusés

Obligations de mandat: Jan Mortelmans
En mission: Lode Vanoost
En mission à l'étranger: Pieter De Crem
Conseil de l'Europe: Georges Clerfayt
Ordemotie
Motion d'ordre
Yves Leterme (CVP): Uit de persberichten van de
laatste dagen bleek dat er binnen de regering een
akkoord was over het drugsbeleid. Daarover zou
ook een nota van een 70-tal bladzijden bestaan. De
volksvertegenwoordigers zijn nog niet op de hoogte
van die nota. Wat zal de voorzitter doen om te
zorgen dat we daar zo snel mogelijk kunnen over
beschikken?


De voorzitter: De Conferentie van de voorzitters
besliste dat hierover volgende dinsdag 30 januari
interpellaties zullen worden gehouden, gekoppeld
aan een grondig debat. Kan de regering het nodige
doen in verband met de nota?
Yves Leterme (CVP): Les communiqués de
presse de ces derniers jours indiquent qu' un
accord est intervenu au sein du gouvernement sur
la politique en matière de drogues. Une note d'une
septantaine de pages aurait par ailleurs été rédigée
à ce sujet. Or, les députés ne sont pas encore
informés de l'existence de cette note. Comment le
président veillera-t-il à ce qu'ils en disposent le plus
vite possible ?

Le président: La Conférence des présidents a
décidé que les interpellations relatives à ce
problème seraient développées mardi prochain 30
janvier et qu'elles seraient suivies d'un débat de
fond. Le gouvernement pourrait-il faire le
nécessaire pour ce qui regarde cette note ?
Minister Frank Vandenbroucke (Nederlands): Ik
zal inlichtingen nemen over de nota en die aan het
Parlement meedelen.
Frank Vandenbroucke , ministre (en néerlandais):
Je vais prendre des renseignements concernant
cette note et je les communiquerai au Parlement.
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2

De voorzitter: Ik wacht op de regeringsnota
terzake.

Het incident is gesloten

Le président: J'attends la note gouvernementale en
la matière.

L'incident est clos
Wetsontwerpen en wetsvoorstellen
Projets et propositions de loi
01 Wetsontwerp tot instelling van een
inkomensgarantie voor ouderen (934/1 tot 5)
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van artikel 7 van de wet van 1 april 1969
tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor
bejaarden (403/1 en 2)
- Wetsvoorstel van de heer Filip Anthuenis tot
wijziging van de artikelen 4 en 18 van de wet van
1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd
inkomen voor bejaarden (404/1 en 2)
- Wetsvoorstel van mevrouw Greta D'Hondt tot
wijziging van de wetten inzake het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden, het bestaansminimum
en de tegemoetkomingen aan gehandicapten
(511/1 en 2) (aangelegenheden bedoeld in de
artikelen 77 en 78 van de Grondwet)
01 Projet de loi instituant la garantie des
ressources aux personnes âgées (934/1 à 5)
- Proposition de loi de M. Filip Anthuenis
modifiant l'article 7 de la loi du 1er avril 1969
instaurant un revenu garanti aux personnes
âgées (403/1 et 2)
- Proposition de loi de M. Filip Anthuenis
modifiant les articles 4 et 18 de la loi du 1er avril
1969 instituant un revenu garanti aux personnes
âgées (404/1 et 2)
- Proposition de loi de Mme Greta D'Hondt
modifiant les lois relatives au revenu garanti aux
personnes âgées, au minimum de moyens
d'existence et aux allocations aux handicapés
(511/1 et 2) (matières visées aux articles 77 et 78
de la Constitution)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
01.01 Maggie De Block , rapporteur: Het
wetsontwerp werd gestemd in de commissie
Sociale Zaken op 10 januari. Ik verwijs naar de
bijlagen van het verslag van de voorgaande
bespreking van mei jongstleden. De krachtlijnen
van het ontwerp zijn dat de leeftijd voor mannen en
vrouwen gelijk is aan de pensioenleeftijd, dat het
geen rekening wil houden met de burgerlijke staat
bij de berekening van het gewaarborgd inkomen, en
verder dat de regering zich tweejaarlijks zal moeten
uitspreken over een indexering van de bedragen.
01.01 Maggie De Block , rapporteur: Le présent
projet de loi a été adopté en commission des
Affaires sociales le 10 janvier 2001. Je renvoie aux
annexes du rapport de la discussion précédente,
qui a eu lieu en mai dernier. Les principaux points
du projet de loi concernent le fait que l'âge requis
correspondra, pour les hommes et les femmes, à
l'âge de la pension et que l'on n'envisage pas de
tenir compte de l'état civil dans le calcul du revenu
garanti. En outre, le gouvernement devra se
prononcer tous les deux ans sur l'indexation des
montants.
De meeste commissieleden waren tevreden met de
modernisering van het stelsel. De heer Anthuenis
was blij met de gewijzigde berekening voor de
zelfstandigen. Agalev-Ecolo had nog een aantal
vragen, maar was blij met de aanpassing aan het
indexcijfer. De CVP had vragen bij het hoge aantal
bevoegdheidsoverdrachten aan de Koning, maar
stond achter de krachtlijnen. De PS-SP stond
achter de modernisering en was blij met de wijziging
in verband met de burgerlijke staat. Toch liet de PS
ook een kritisch geluid horen, onder meer inzake
controle en schijnscheidingen.


De minister wees erop dat individualisering inhoudt
dat men rekening houdt met de concrete
La plupart des commissaires ont salué la
modernisation du système. M. Anthuenis s'est réjoui
de la modification du calcul en ce qui concerne les
indépendants. Le groupe Agalev-Ecolo a posé des
questions à propos de l'adaptation de l'index. Quant
au CVP, s'il a exprimé des réserves à propos des
pouvoirs importants conférés au Roi, il a déclaré se
rallier aux lignes de force du projet. Le PS et le SP
sont favorables à la modernisation proposée et
appuient pleinement les modifications apportées
aux dispositions en matière d'Etat civil. Le PS a
cependant émis des observations critiques,
notamment en ce qui concerne le contrôle et les
séparations fictives.
Le ministre a fait valoir que l'individualisation des
droits sociaux implique qu'il soit tenu compte des
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
levensomstandigheden. Hij voegde eraan toe dat
het begrip "samenwoning" nader moest worden
omschreven en dat voor controle moet worden
gezorgd, ook al zal die steeds moeilijk blijven.
conditions de vie concrètes, ajoutant que la notion
de "vie commune" doit être définie plus précisément
et qu'un contrôle doit être mis en place, malgré les
difficultés nécessairement liées à l'organisation d'un
tel contrôle.
Hij vermeldde dat rechthebbenden die in een
instelling verblijven evenals alleenstaanden recht
hebben op een verhoogd basisgedrag. Als
rechthebbenden samenwonen met kinderen, wordt
een onderscheid gemaakt naargelang deze al dan
niet recht geven op kinderbijslag. Tot slot wordt het
ontwerp in twee gesplitst omdat enkele artikelen
een bicameraal karakter hebben.
Het gesplitste wetsontwerp wordt door de
commissie éénparig aangenomen. (Applaus)
Il a précisé que les ayants droit séjournant en
institution ainsi que les personnes isolées
bénéficient d'une majoration du montant de base.
En ce qui concerne les personnes cohabitant avec
enfants, une distinction est établie selon que ces
derniers ouvrent ou non un droit aux allocations
familiales.
Enfin, le projet comportant plusieurs articles
présentant un caractère bicaméral, il a été scindé
en deux volets. Le projet de loi ainsi scindé a été
adopté à l'unanimité en commission.
(Applaudissements)
01.02 Greta D'Hondt (CVP): Met dit ontwerp wordt
een nieuwe regeling van inkomensgarantie voor
ouderen ingevoerd. Het is het gevolg van een petitie
met meer dan 250.000 handtekeningen. Vorig jaar
kondigde de minister aan initiatieven te willen
nemen. Wij moesten echter wachten tot in
december jl. op een regeringsinitiatief. In de
commissie was de meerderheid trouwens vaak niet
in aantal. Bovendien waren er juridische problemen
inzake het bicameralisme. Enige vertraging is
alleszins niet te wijten aan de CVP.
01.02 Greta D'Hondt (CVP): Le projet à l'examen
instaure une nouvelle réglementation en matière de
revenu garanti pour personnes âgées. Il constitue le
résultat d'une pétition ayant recueilli plus de
250.000 signatures.
L'an dernier, le ministre avait annoncé que le
gouvernement prendrait une initiative dans ce
domaine. Celle-ci s'est cependant fait attendre
jusqu'en décembre 2000. En commission, nous
avons fréquemment dû constater que la majorité
n'était pas en nombre. Par ailleurs, le caractère
bicaméral de certaines matières a posé des
problèmes juridiques. Le CVP n'est en aucun cas
responsable de l'adoption tardive de ce projet.
Het CVP-wetsvoorstel wilde het bestaande stelsel
aanpassen. De minister koos voor een nieuw
stelsel, met een nieuwe naam. De verbetering was
volgens ons ook mogelijk in het bestaande stelsel.
Het wetsontwerp lijkt volgens ons te veel op een
volmachtenwet en geeft zo
bevoegdheidsopdrachten aan de Koning. Dat heeft
wellicht te maken met tijdsdruk. Er zullen dus nog
heel wat uitvoeringsbesluiten nodig zijn. De
ontwerp-KB's die de minister ons liet lezen, gingen
gelukkig wel in de goede richting.



De waarde van de meeste amendementen werd
erkend door de minister, maar ze werden niet
aanvaard.
La proposition de loi CVP visait à adapter le
système existant. Le ministre a choisi d'élaborer un
nouveau système portant un nouveau nom. Nous
pensons qu'il aurait également été possible
d'apporter cette amélioration dans le système
actuel. Nous estimons que le présent projet de loi
ressemble trop à une loi de pouvoirs spéciaux en ce
qu'elle permet des délégations de pouvoir au Roi.
Par conséquent, il sera nécessaire de prendre
encore beaucoup d'arrêtés d'exécution.
Heureusement, les projets d'arrêtés royaux que le
ministre a soumis à notre lecture vont dans la
bonne direction.

Le ministre a reconnu la valeur de la plupart des
amendements, mais la majorité les a néanmoins
rejetés.
01.03 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dit is slechts ten dele juist.
Ik heb een van de uitvoeringsbesluiten opgenomen
in de wet, daarin werd u gevolgd. Ook de
formulering van de wet werd soms geïnspireerd
door de oppositie. In de commissie is goed werk
01.03 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Ce que vous dites ne correspond que
partiellement à la vérité. J'ai incorporé un des
arrêtés d'exécution dans la loi. Donc, sur ce point,
je vous ai suivi. De même, la formulation de la loi a
été parfois inspirée par l'opposition. La commission
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
geleverd. Ik kan echter moeilijk ingaan op een
vraag die u heeft gesteld ten aanzien van een der
amendementen inzake de verwarmingstoelage,
omdat daar juridische problemen mee gemoeid
waren.
a bien travaillé. Mais il m'était difficile d'accéder à
une demande que vous avez formulée concernant
un des amendements relatif à la prime de
chauffage parce qu'il soulevait des objections
juridiques.
01.04 Greta D'Hondt (CVP): Onze amendementen
zijn niet aangenomen, maar de minister heeft zich
ertoe verbonden onderzoek te verrichten om te
zorgen dat ouders die bij hun kinderen gaan
inwonen, daardoor niet worden bestraft. Hij zal -
met het oog op controle op het bevoorrechte statuut
van alleenstaande en zonder de privacy te
schenden - onderzoek voeren in verband met de
indexering van de bedragen van vrijgesteld inkomen
, in verband met verblijf in het buitenland, in
verband met de cumulatieregeling met het
vervroegd pensioen en in verband met de
aanrekening van de onbebouwde percelen.
01.04 Greta D'Hondt (CVP): Nos amendements
n'ont pas été adoptés mais le ministre s'est engagé
à veiller à ce que les parents qui s'établissent chez
leurs enfants ne soient pas pénalisés. Il se
penchera sur l'indexation des montants exonérés et
il contrôlera le statut privilégié des isolés sans
porter atteinte à leur vie privée. Il examinera aussi
les questions relatives au séjour à l'étranger, celles
qui concernent le règlement en matière de cumul,
de la pension anticipée et de l'imputation de terrains
non bâtis.
Tot slot ben ik blij dat wij elkaar gevonden hebben
in de gemeenschappelijke bedoeling om ten gronde
een debat te voeren omtrent de verwarmingsbijlage.
De sociale zekerheid moet de rechthebbenden een
bedrag toekennen dat hen in staat moet stellen om
te leven, zodat het daar bovenop toekennen van
bedragen om zich levensnoodzakelijke dingen als
verwarming te verschaffen, overbodig moet zijn. Wij
hopen dat de minister zich aan zijn engagementen
zal houden. We zullen onze amendementen niet
opnieuw indienen, maar wel tijdig herinneren aan de
afspraken. (Applaus)
Enfin, je me réjouis de constater que nous
partageons le même objectif ,à savoir organiser un
débat de fonds sur l'annexe relative à la question du
chauffage. La sécurité sociale doit accorder aux
ayants-droit un montant leur garantissant un niveau
de vie suffisant, ce qui éviterait ainsi l'octroi de
montants supplémentaires visant à prendre en
charge certains besoins existentiels comme le
chauffage. Nous espérons que le ministre
respectera ses engagements. Nous ne
redéposerons pas nos amendements mais nous
veillerons en temps utile à rappeler les accords.
(Applaudissements)
01.05 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC): Bij
de wet van 1 april 1969 tot instelling van een
gewaarborgd inkomen voor bejaarden werd de
ouderen een belangrijk recht verleend, maar er
werd geen rekening gehouden met de evolutie van
hun situatie.

Met het onderhavige wetsontwerp, dat wij geheel
onderschrijven, worden een aantal ongelijkheden
tussen bejaarden rechtgetrokken. Zo worden
mannen en vrouwen voortaan op gelijke voet
behandeld wat de leeftijd voor de toekenning van
het gewaarborgd inkomen voor bejaarden betreft.
Die leeftijd werd voor iedereen vastgesteld op 62
jaar voor dit jaar, en zal tegen 2009 op 65 jaar
liggen. Voorts worden gehuwden en
samenwonenden, die eenzelfde individuele
basisbedrag zullen ontvangen, gelijkgesteld.
Daartoe wordt rekening gehouden met de
inkomsten van alle mensen die onder hetzelfde dak
wonen, los van de burgerlijke staat van de
aanvrager.

De inkomensgarantie voor ouderen is een residuair
01.05 Pierrette Cahay-André (PRL FDF MCC): Le
revenu garanti aux personnes âgées, instauré par la
loi du 1
er
avril 1969, leur a donné un droit important,
mais qui ne tient pas compte de l'évolution de leur
situation.


Le présent projet de loi, qui apporte des corrections
à certaines inégalités entre personnes âgées,
rencontre notre entière adhésion. Il met les
hommes et les femmes sur un pied d'égalité en ce
qui concerne l'âge pour l'octroi de la garantie de
revenus aux personnes âgées (GRAPA), fixé à 62
ans pour tous, cette année, et qui atteindra 65 ans,
en 2009. De même, il instaure une égalité entre
personnes mariées et cohabitantes, qui
bénéficieront d'un même montant de base
individuel. Il est tenu compte, à cette fin, des
ressources de toutes les personnes qui partagent la
même résidence, indépendamment de l'état civil du
demandeur.


La GRAPA confère un droit résiduaire auquel le
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
recht waarop de aanvrager enkel aanspraak kan
maken als hij onvoldoende bestaansmiddelen heeft;
er moet dan ook gekeken worden naar de context
waarin de betrokkene leeft en naar de inkomsten
van zijn gezin. Met die controle wordt voor ons een
vorm van sociale rechtvaardigheid betracht.
Het is ook normaal dat bij de bepaling van de
inkomensgarantie voor een alleenstaande die
daadwerkelijk alleen leeft, rekening gehouden wordt
met de vaste kosten van de betrokkene.
demandeur ne peut faire appel que lorsqu'il n'a pas
assez de ressources pour vivre ; il y a, dès lors, lieu
de s'enquérir du contexte dans lequel il évolue et
des revenus de son ménage. Ce contrôle nous
paraît rencontrer une forme particulière de justice
sociale.
Il est également normal d'octroyer à une personne
réellement isolée un montant de garantie de revenu
qui tient compte de ses frais fixes.
Er bestaat een risico op een verhoogd aantal
fictieve scheidingen, met het oog op het verkrijgen
van een hoger basistarief. Voldoende controle is
dan ook geboden.

Ik ben blij dat in het ontwerp ook rekening
gehouden wordt met de mensen die in een instelling
zitten.

De vereenvoudiging van de administratieve
procedures is zeker een loffelijk streven, maar
daartoe moet een aangepaste administratieve
organisatie worden uitgewerkt.

De welvaartsvastheid van de inkomensgarantie
voor ouderen is een doeltreffend middel in de strijd
tegen de armoede onder bejaarden.

Het ontwerp vrijwaart de verworven rechten en de
mogelijkheid om voor de gunstigste regeling te
kiezen.

De PRL FDF MCC zal voor het ontwerp stemmen,
waarmee aan de behoeften van de bejaarden
tegemoet gekomen wordt en de intentie van de
regering om de situatie van de laagste
inkomenscategorieën te verbeteren concreet
gestalte krijgt. (Applaus op vele banken)
Il existe un risque de séparation fictive afin d'obtenir
un taux de base majoré. Un contrôle approprié
devra être instauré.


Je me réjouis que le projet tienne compte de la
situation des personnes admises en institution.


La simplification des procédures administratives
rencontre un objectif louable, mais sa mise en
oeuvre requiert le développement d'une
organisation administrative adéquate.

La liaison de la GRAPA à l'évolution du bien-être
représente un moyen efficace de lutte contre la
pauvreté des personnes âgées.

Le projet préserve les droits acquis et l'opportunité
de choix du régime le plus favorable.


Le PRL FDF MCC soutiendra ce projet, qui
rencontre au mieux les besoins des personnes
âgées et concrétise l'intention du gouvernement
d'améliorer la situation des personnes aux revenus
les plus modestes. (Applaudissements sur de
nombreux bancs)
Ordemotie (Voortzetting)
Motion d'ordre (Continuation)
01.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik heb nieuws over de nota over het
drugsbeleid. Het kabinet van minister Aelvoet heeft
de nota vandaag naar de Kamer gestuurd.


De voorzitter: Deze zal zo snel mogelijk aan de
fracties worden bezorgd.

Het incident is gesloten.
01.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : Je possède des informations au
sujet de la note sur la politique en matière de
drogue. Le cabinet de la ministre Aelvoet a envoyé
la note à la Chambre aujourd'hui même.

Le président: Elle sera remise aux groupes le plus
rapidement possible.

L'incident est clos.
01.07 Yves Leterme (CVP): Ik betreur dat de
Kamer niet in eerste instantie werd ingelicht. Ik
hoop dat de voorzitter als hoeder van de democratie
de regering daaraan zal herinneren.
01.07 Yves Leterme (CVP): Je regrette que la
Chambre n'ait pas été informée en premier lieu.
J'espère que le président, qui est le gardien de la
démocratie, rappellera le gouvernement à l'ordre .
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
De voorzitter: Ik zal me eerst correct informeren.
Le président: Je me renseignerai d'abord sur les
faits précis.
HERVATTING VAN DE BESPREKING VAN HET
WETSONTWERP
REPRISE DE LA DISCUSSION DU PROJET DE
LOI
01.08 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Bij de
bespreking naar aanleiding van de begroting 2000
kondigde mijn fractie aan positief te staan
tegenover dit wetsontwerp. Twee elementen liggen
voor het Vlaams Blok gevoelig. Het traditionele
gezin werd door de oude regeling bevoordeeld. Nu
niet meer wordt uitgegaan van de burgerlijke staat,
is er een risico op dat vlak, dat moet worden
gecontroleerd.

Ten tweede vormt de individualisering van de
sociale zekerheidsrechten in het algemeen een
aandachtspunt voor ons. Afgeleide rechten kan
men niet zomaar afvoeren. Meer bepaald kunnen
thuiswerkende ouders niet zomaar deze rechten
kwijtspelen. Het Vlaams Blok is verder bereid het
voorliggend wetsontwerp positief te beoordelen.
(Applaus)
01.08 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Lors de la
discussion du budget 2000, mon groupe avait
annoncé qu'il adopterait une attitude positive à
l'égard du présent projet de loi. Le Vlaams Blok
distingue deux éléments cruciaux. L'ancien
règlement avantageait le ménage traditionnel. Dès
lors que, dans le cadre du présent projet, on ne se
fonde plus sur l'état civil, il faut pouvoir contrôler le
risque qui peut en résulter.

Nous sommes aussi attentifs à l'individualisation
des droits en matière de sécurité sociale. On ne
peut ignorer les droits dérivés. Il ne faut pas que les
parents qui travaillent à domicile perdent purement
et simplement ces droits. Pour le surplus, le
Vlaams Blok est disposé à soutenir le présent
projet. (Applaudissements)
01.09 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): In dit
ontwerp waarderen wij inzonderheid enkele
doorbraken op het vlak van de indexering en de
snelle aanpassing van de bedragen in geval van
opname in een rusthuis.

De maatregelen inzake gelijke kansen daarentegen
vinden wij dan weer betreurenswaardig. Wij
verwijzen dienaangaande naar het verslag van de
raad voor gelijkheid van kansen, die dezelfde
elementen benadrukt als die waarop ik in de
commissie de aandacht heb willen vestigen.

Deze hervorming wordt doorgevoerd in het licht van
de maatschappelijke evolutie op het vlak van de
keuze voor een bepaalde levenswijze, zodat er
geen sprake meer is van discriminatie. Het IGO-
ontwerp wordt voorgesteld als een stap voorwaarts
in de richting van een individualisering van de
rechten. De raad meent evenwel dat dit principe niet
als dusdanig moet worden overgeheveld naar het
residuaire stelsel voor bijstand aan de armsten.

De individualisering van de rechten bestaat erin de
verwijzing naar de gezinssituatie bij de toekenning
van sociale-zekerheidsuitkeringen te schrappen. De
individualisering van de rechten is absoluut
noodzakelijk in de strijd tegen discriminatie tussen
werknemers en werkneemsters die allen uit
solidariteit bijdragen tot de financiering van de
sociale zekerheid.

De raad vreest dat de individualisering van de
01.09 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Nous
apprécions, dans ce projet, quelques avancées qui
ont été effectuées, notamment par le biais de
l'indexation, ou de l'adaptation rapide des montants
en cas de séjour en maison de repos.

Cependant, nous déplorons les mesures prises en
matière d'égalité des chances. Nous nous référons,
à ce sujet, au rapport émis par le Conseil d'égalité
des chances, qui met l'accent sur les mêmes
éléments que ceux que j'avais relevés en
commission.

Cette réforme est menée en vue de prendre en
compte l'évolution de la société en matière de choix
de vie, afin de ne plus faire de discrimination entre
les personnes. De plus, le projet GRAPA est
présenté comme une avancée vers
l'individualisation des droits. Le Conseil pense
cependant que ce principe n'a pas à être transposé
tel quel dans un régime résiduaire d'assistance aux
plus démunis.

L'individualisation des droits consiste à supprimer la
référence à la situation de famille ou de ménage
pour l'attribution des prestations de sécurité sociale.
Elle est absolument nécessaire pour lutter contre
les discriminations entre les travailleurs et les
travailleuses qui, tous et toutes, contribuent au
financement de la sécurité sociale.


Le Conseil s'inquiète du fait que le concept de
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
rechten echter zal worden aangewend om de
rechten van sommigen te beknotten.
l'individualisation des droits soit utilisé pour réduire
les droits de certains.
Deze hervorming bestraft dus eigenlijk de
samenwonenden, niet alleen doordat hun niet meer
dan het basisbedrag van de inkomensgarantie voor
ouderen wordt toegekend, maar ook doordat voor
de bepaling van het toe te kennen bedrag rekening
gehouden wordt met de bestaansmiddelen van alle
personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen. Dat
is natuurlijk geheel in strijd met de idee van de
individualisering van de rechten en zal de
onderlinge afhankelijkheid van personen nog
vergroten.

De raad legt eveneens de vinger op het antisociale
karakter van dit gedeelte van de hervorming. Op
lange termijn zou het stelsel een besparing van
612,6 miljoen frank mogelijk maken, ten koste van
de laagste inkomenscategorieën.


Ten slotte heeft de raad vragen bij de manier
waarop de door de wet ingestelde controle (artikel
13) in de praktijk zal worden uitgeoefend, en vreest
de raad voor het respect voor de privacy.
Par cette réforme on pénalise, en effet, les
cohabitants, non seulement en ne leur octroyant
plus que le montant de base de la GRAPA, mais
aussi en tenant compte des ressources de toutes
les personnes qui partagent la même résidence
principale, ce qui est tout à fait en contradiction
avec l'idée d'individualisation des droits et ne fera
qu'aggraver la dépendance des uns à l'égard des
autres.



Le Conseil constate également le caractère
antisocial de cette partie de la réforme, qui
permettra au régime de réaliser, à terme, une
économie de l'ordre de 612,6 millions, et cela au
détriment des personnes ayant les plus faibles
revenus.

Le Conseil s'inquiète de la manière dont le contrôle
prévu par l'article 13 de cette loi sera effectué en
pratique. Il craint que le respect de la vie privée ne
soit pas pleinement assuré.
01.10 Greta D'Hondt (CVP): Hoe lang zal men het
verhaal over inspecteurs die tandenborstels komen
tellen en linnenmanden komen controleren, nog
opdissen? Als dit al ooit is gebeurd, dan gebeurt dit
nu zeker niet meer.
01.10 Greta D'Hondt (CVP): Combien de temps
continuera-t-on à nous rebattre les oreilles avec
l'histoire des inspecteurs qui contrôlent le nombre
de brosses à dents et le contenu des paniers à linge
? Si ces contrôles ont un jour existé, ils ont
aujourd'hui disparu.
01.11 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): De raad wil
dat de in het kader van het GIB gebruikte term
"revenu" in de Franse titel van de wet inzake de
IGO wordt gehandhaafd omdat onder de term
"ressources" ook inkomsten in natura kunnen
worden verstaan.


Tot besluit is de raad van oordeel dat deze
hervorming een achteruitgang op vlak van
individuele rechten betekent en bovendien een
aanslag vormt op het recht van de burger om vrij
zijn levenswijze te bepalen. (Applaus)
01.11 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Je voudrais
souligner aussi le souhait du Conseil que la
terminologie du RGPA, à savoir "revenu", soit
gardée dans le titre de loi relative à la GRAPA, le
terme "ressources", pouvant être compris comme
englobant des avantages en nature.

En conclusion, le Conseil estime que cette réforme
représente un recul en termes de droits individuels,
mais aussi une atteinte aux droits des citoyens de
choisir leur mode de vie. (Applaudissements)
01.12 Maggie De Block (VLD): De
inkomensgarantie voor ouderen is een
bijstandssysteem. Een inkomenstoets moet nagaan
of de aanvraag gewettigd is. De voorwaarden zijn
niet dezelfde als voor werklozen: er wordt niet
uitgegaan van een reïntegratie op de arbeidsmarkt.

Vorig jaar al werd beslist het minimum
basisinkomen te verhogen met 1000 frank voor
bejaarden en 1.333 frank voor gezinnen. Bovendien
01.12 Maggie De Block (VLD): Un système
d'assistance est instauré dans le cadre de la
garantie des ressources aux personnes âgées. Un
contrôle des revenus doit permettre de vérifier le
fondement de la demande. Les conditions ne sont
pas les mêmes que pour les chômeurs supposés
réintégrer le marché du travail.
L'an dernier déjà, il avait été décidé de majorer le
revenu minimum de 1.000 francs pour les
personnes âgées et de 1.333 francs pour les
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
voorziet de wetgever in de mogelijkheid om een
aantal uitkeringen niet als inkomen te beschouwen.


De aanrekening van de pensioenen blijft
onveranderd. Ze wordt voor 90 procent aanvaard.

We moeten nu nagaan in welke
bijstandsuitkeringen de discriminatie nog bestaat. In
dat kader heeft de heer Anthuenis een voorstel
ingediend om de discriminatie tussen
alleenstaanden en samenwonenden weg te werken.

Het voorstel van de minister is om een koppel,
waarvan één partner verblijft in een tehuis, te
beschouwen als twee alleenstaanden. De bedoeling
van de minister is eerbaar, maar zorgt volgens de
VLD voor twee nadelige gevolgen.
Enerzijds bevoordeelt dit de opname in een tehuis
ten nadele van de thuiszorg. Anderzijds stellen we
ons de vraag of het wel de taak van de
inkomensgarantie is om te waken over de
betaalbaarheid van de bejaardenzorg.

In Vlaanderen zal er vanaf 1 juli 2001 een
mogelijkheid zijn tot een zorgverzekering met
uitkeringen aan zorgbehoevende bejaarden
ongeacht hun verblijfplaats. Dit is een betere
oplossing.
ménages. En outre, le législateur prévoit la
possibilité de ne pas considérer automatiquement
toutes les allocations comme constitutive de
revenus.
L'imputation des pensions reste inchangée. Elle est
admise à concurrence de 90%

Il convient de déterminer pour quelles prestations
d'assistance la discrimination subsiste. M.
Anthuenis a déposé à cet effet une proposition
visant à mettre fin à la discrimination entre
personnes isolées et cohabitants.

Le ministre préconise de considérer comme deux
isolés les couples où un des deux partenaires
séjourne dans un home. S'il faut saluer cette
intention louable, le VLD estime cependant que
cette proposition entraînera deux conséquences
néfastes. D'une part, elle rendra plus intéressante
l'admission dans un home au détriment des soins à
domicile. D'autre part, nous nous demandons si le
revenu garanti constitue bien le moyen approprié
pour maîtriser les dépenses pour soins aux
personnes âgées.
En Flandre, les personnes âgées nécessitant des
soins pourront, quelle que soit leur résidence
principale, souscrire dès le 1
er
juillet 2001 une
assurance de soins qui leur permettra de bénéficier
d'une allocation. Cette solution me paraît
préférable.
De leeftijdgrens voor bejaarden bedraagt in principe
65 jaar. Een graduele verhoging van de
pensioenleeftijd voor vrouwen en zelfstandigen is
opgenomen in het wetsvoorstel.

In het voorstel wordt ook tegemoet gekomen aan de
precaire toestand van een aantal zelfstandigen die
niet tot 65 jaar konden blijven werken. Zelfstandigen
die de middelentoets doorstaan, worden niet meer
geconfronteerd met de toepassing van de 5
procent-sanctie, die toch wel hard aankwam bij veel
zelfstandigen die om economische redenen hun
zaak vroegtijdig moesten sluiten.

Het is zeer positief dat de minister ook een
oplossing probeert te bieden aan andere
zelfstandigen die in armoede dreigen te verzeilen.
De VLD-fractie hoopt dat er terzake ook werk wordt
gemaakt van een KB. Als het de SP ernst is om ook
zelfstandigen aan te trekken, moet de minister niet
talmen met dit KB.
La limite d'âge pour les personnes âgées est en
principe de 65 ans. La proposition de loi prévoit le
relèvement progressif de l'âge de la mise à la
retraite des femmes et des indépendants.

Cette proposition porte également remède à la
situation précaire d'un certain nombre
d'indépendants qui n'ont pu continuer à travailler
jusqu'à 65 ans. Les indépendants qui satisfont au
contrôle des moyens n'ont plus à craindre
l'application de la sanction des 5 pour cent, qui était
durement ressentie par ceux qui avaient dû cesser
prématurément leurs activités pour des raisons
économiques.
Le fait que le ministre recherche également une
solution pour les autres indépendants qui risquent
de se retrouver dans la misère est donc très positif.
Le groupe VLD espère que cette situation fera
également l'objet d'un arrêté royal. Si le SP
souhaite également attirer des indépendants, le
ministre ne doit pas tarder à promulguer cet arrêté
royal.
Een amendement van de meerderheidspartijen wil
een forfaitaire toelage voor verwarmingskosten
invoeren. De minister beloofde om te onderzoeken
of die toelage niet kon worden geïntegreerd in de
Un amendement des partis de la majorité tend à
prévoir une allocation forfaitaire pour frais de
chauffage. Le ministre s'était engagé à examiner la
possibilité d'inclure cette allocation dans la garantie
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
inkomensgarantie. Dat zou rechtvaardiger zijn,
eenvoudiger en zou schroom ten aanzien van een
aanvraag bij het OCMW wegnemen. (Applaus)
de ressource. Cette formule serait plus équitable et
permettrait d'éviter que des personnes craignent
adresser une demande au CPAS.
(Applaudissements)
01.13 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik dank de leden die deelgenomen
hebben aan het debat. Er was aan de bespreking
van het wetsontwerp een voorbereidend debat
vooraf gegaan en dit heeft zijn vruchten
afgeworpen. Ik heb getracht met alle opmerkingen
rekening te houden.

Het debat over de individualisering van rechten in
de sociale zekerheid is zeer complex. Heel wat
mensen zijn voor hun bestaan afhankelijk van
afgeleide uitkeringen. Zo leven velen van een
weduwenpensioen. Ik hoop dat de pleitbezorgers
van de individualisering van rechten niet de
afschaffing van een dergelijke uitkering nastreven.
Dit debat kan niet ten gronde worden gevoerd
zolang er nog een wanverhouding bestaat tussen uit
huis werkende en thuis blijvende mannen en
vrouwen.
01.13 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : Je remercie les membres de la
Chambre qui ont participé à cette discussion. La
discussion du projet de loi avait été précédée d'un
débat préparatoire qui a porté ses fruits. Je me suis
efforcé de tenir compte de toutes les observations.


Le débat sur l'individualisation des droits de sécurité
sociale est particulièrement complexe. Nombreux
sont ceux qui dépendent des allocations dérivées,
dont les bénéficiaires d'une pension de veuve.
J'espère que les apôtres de l'individualisation des
droits n'envisagent pas la suppression de telles
allocations. Ce débat ne pourra véritablement être
mené sur le fond de la question tant que persistera
le déséquilibre entre le nombre d'hommes et de
femmes qui travaillent à l'extérieur et à domicile.
We spreken over een bijstandsstelsel. We maken
de overgang naar de individualisering van de
bijstand. Er is geen sprake van een besparing van
600 miljoen, maar wel van een meeruitgave van
600 miljoen, die op termijn inderdaad inhoudt dat
we minder bijstand zullen moeten betalen aan
samenwoners.

De individualisering waarvan sprake is in het
wetsvoorstel betreft enkel het bijstandsprincipe,
maar doet geen afbreuk aan de afgeleide rechten
waarvan veel Belgen vandaag genieten. Het
bijstandsprincipe heeft voordelen voor mensen die
naar een instelling gaan of voor mensen die
scheiden.

De kritiek van de VLD dat mensen die in een
instelling verzorgd worden bevoordeeld worden
tegenover mensen die thuis verzorgd worden is
terecht, maar het voorstel geldt alleen voor koppels
waarvan één partner in een instelling wordt
opgenomen. We moedigen dus zeker niemand aan
om naar een rusthuis te gaan.
Il s'agit d'un régime d'aide sociale. Nous passons à
un système d'individualisation des droits à l'aide
sociale. Il n'est pas question d'une économie de 600
millions mais bien d'une dépense supplémentaire
de l'ordre de 600 millions, qui, à terme, aura en effet
pour conséquence une réduction du montant des
allocations à verser aux cohabitants.
L'individualisation autour de laquelle s'articule la
proposition de loi ne concerne que le principe de
l'aide sociale, mais ne diminue en rien les droits
dérivés dont bénéficient aujourd'hui un grand
nombre de Belges. Le principe de l'aide présente
des avantages pour les personnes admises dans
une institution ou en instance de divorce.

La critique formulée par le VLD, qui estime que les
personnes soignées dans une institution sont
favorisées par rapport à celles qui sont soignées à
domicile, est certes justifiée, mais cet avantage ne
concerne que les couples dont un des membres est
admis dans une institution. Loin de nous donc
l'intention d'encourager les gens à se faire admettre
dans une maison de repos.
Maar wat moet er gebeuren met mensen die thuis
worden verzorgd? Ik geef toe dat over dit
onderwerp nog verder moet worden gesproken.

De verwarmingstoelage integreren in de uitkering
zelf is haalbaar. Ik moet daarvoor wel de regering
raadplegen, want dit zal budgettaire gevolgen
hebben aangezien dan meer mensen aanspraak
zouden kunnen maken op de uitkering. (Applaus)
Mais qu'adviendra-t-il des personnes soignées à
domicile ? J'admets qu'il faut poursuivre le débat en
la matière.


Il est possible d'intégrer l'allocation de chauffage
dans l'allocation globale. Je dois consulter le
gouvernement à ce sujet car ce projet aura des
conséquences budgétaires, étant donné que
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
davantage de personnes pourraient prétendre à
cette allocation. (Applaudissements)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 934/4. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (934/4) (aangelegenheid
bedoeld in artikel 77 van de Grondwet)
Nous passons à la discussion des articles du projet
de loi n° 934/4. Le texte adopté par la commission
sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (934/4)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
"wetsontwerp betreffende de betwistingen over de
inkomensgarantie voor ouderen".
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet
de loi relatif aux contestations sur la garantie de
revenus aux personnes âgées".
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Le projet de loi compte 4 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Ordemotie (voortzetting)
Motion d'ordre (continuation)
01.14 Greta D'Hondt (CVP): Ik betreur de
complete afwezigheid van verschillende fracties bij
dit debat, ondanks het zeer grote sociaal
maatschappelijk belang.

De voorzitter: Ik moet er u op wijzen dat ik elk half
uur de aanwezigheid van de verschillende fracties
noteer. Het voeren van een debat in plenaire
vergadering betekent jammer genoeg niet dat er
meer belangstelling voor is. Ik hoop dat het debat
over het drugbeleid op 31 januari niet hetzelfde lot
beschoren zal zijn.
01.14 Greta D'Hondt (CVP): Je regrette l'absence
totale de différents groupes au cours de ce débat,
en dépit de l'importance fondamentale qu'il revêt sur
le plan social.

Le président: Je tiens à souligner que je note
toutes les demi-heures la présence des différents
groupes. L'organisation d'un débat en séance
plénière ne signifie pas forcément une
augmentation de l'intérêt qui y est porté. J'espère
que le débat du 30 janvier concernant la politique en
matière de drogues ne subira pas le même sort.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Bespreking van de artikelen (hervatting)
Discussion des articles (reprise)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van
het wetsontwerp nr. 934/5. De door de commissie
aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 66,4) (934/5) (aangelegenheid
bedoeld in artikel 78 van de Grondwet)
Nous passons à la discussion des articles du projet
de loi n° 934/5. Le texte adopté par la commission
sert de base à la discussion. (Rgt 66,4) (934/5)
(matière visée à l'article 78 de la Constitution)
Het Franse opschrift werd door de commissie
gewijzigd in "projet de loi instituant la garantie de
revenus aux personnes âgées".
L'intitulé français a été modifié par la commission
en "projet de loi instituant la garantie de revenus
aux personnes âgées".
Het wetsontwerp telt 20 artikelen.
Le projet de loi compte 20 articles.
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Ingediend amendement:
Amendement déposé:
Art. 4
- 9: Danny Pieters (934/6)
Art. 4
- 9: Danny Pieters (934/6)
01.15 Danny Pieters (VU&ID): Te laat heb ik
gezien dat het wetsontwerp enkele tekortkomingen
bevat. Vandaar het laattijdig indienen van mijn
amendement. Men voorziet in dit ontwerp in de
nationaliteitsvereiste, maar breidt die uit tot alle EU-
burgers, al zegt men dat niet in zoveel woorden.
Hier rijst het probleem van de wederkerigheid en
van discriminatie van niet-EU burgers. Bovendien is
er geen enkele reden om de nationaliteitsvereiste in
te schrijven in de wet.
01.15 Danny Pieters (VU&ID): Je me suis aperçu
trop tard que le présent projet de loi présentait
quelques lacunes. Voilà pourquoi je dépose mon
amendement tardivement. On prévoit dans ce projet
une condition liée à la nationalité et on l'élargit à
tous les citoyens de l'UE, quoiqu'on ne le dise pas
en termes aussi clairs. Il se pose ici un problème de
réciprocité et de discrimination des citoyens non-
ressortissants de l'UE. En outre, il n'y a aucune
raison d'inscrire la condition liée à la nationalité
dans la loi.
01.16 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het gaat om een
wederkerigheidsakkoord met Nederland. Zowel de
Belgen als de Nederlanders vallen onder dit
akkoord.
01.16 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Il s'agit d'un accord de réciprocité
avec les Pays-Bas. Tant les Belges que les
Néerlandais tombent sous l'application de cet
accord.
01.17 Danny Pieters (VU&ID): Het gaat hier om
een uitkering. Ik daag u uit een document voor te
leggen waaruit blijkt dat er een
wederkerigheidsakkoord is inzake een
bijstandsregeling. Waarop slaat de wederkerigheid
waarop de minister alludeert?
01.17 Danny Pieters (VU&ID): Il s'agit en
l'occurrence d'une indemnité. Je vous mets au défi
de produire un document d'où il ressort qu'il existe
un accord de réciprocité au sujet d'un règlement
d'assistance mutuelle. Sur quoi porte cette
réciprocité à laquelle fait allusion le ministre ?
01.18 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik neem aan dat mijn administratie
mij juist informeert. Ik kan u nu echter geen
document voorleggen.
01.18 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je présume que mon administration
me communique des informations exactes. Mais je
ne suis pas en mesure de produire de document à
l'heure qu'il est.
01.19 Danny Pieters (VU&ID): Het gaat er mij niet
echt om om dit papier nu te zien. Het punt is dat er
geen wederkerigheidsakkoord bestaat inzake de
bijstandsregeling.

Een wederkerigheidsovereenkomst bestaat met
veel landen niet. Mensen die de nationaliteit van
zo'n land hebben, vallen uit de boot en moeten dus
per geval worden behandeld, wat niet goed is.



Mensen met onbestemde nationaliteit worden
gelijkgesteld met Belgen. Men heeft er dus alle
belang bij om de nationaliteit te verdoezelen.

Waarom is die beperking tot de eigen nationaliteit
zo belangrijk voor een bijstandregeling? Dat men de
toelage toekent aan iedereen die legaal op ons
grondgebied verblijft.
01.19 Danny Pieters (VU&ID): Voir ce bout de
papier maintenant ne m'importe pas vraiment. Le
problème fondamental, c'est qu'il n'existe pas
d'accord de réciprocité concernant un règlement
d'assistance mutuelle.
D'autre part, nous n'avons pas conclu d'accord de
réciprocité avec de nombreux pays. Par
conséquent, les personnes ayant la nationalité d'un
de ces pays ne bénéficieront pas de l'assistance
prévue et devront donc être traitées cas par cas, ce
qui n'est pas une bonne chose.

Par ailleurs, les personnes ayant une nationalité
indéterminée seront assimilées à des Belges. Dès
lors, ces personnes auront tout intérêt à dissimuler
leur nationalité.
Pourquoi cette limitation à la nationalité du pays
partie à l'accord revêt-elle autant d'importance pour
un accord d'assistance mutuelle ? Que l'on octroie
donc cette indemnité à toutes les personnes qui
séjournent légalement sur notre territoire !
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
01.20 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Dit kwam niet aan bod in de
commissie.

We nemen over wat gold voor het gewaarborgd
inkomen voor bejaarden. Dat is soepeler dan het
bestaansminimum. Er worden nu twee categorieën
toegevoegd: landen waarmee een
wederkerigheidsakkoord bestaat en buitenlanders
waarvan het pensioenrecht krachtens een
Belgische regeling wordt geopend. Dat is zeer ruim
voor een burgerrecht. Deze regering heeft het
verwerven van de Belgische nationaliteit
vergemakkelijkt. Daarom koppelen we het
bestaansminimum en de inkomensgarantie voor
ouderen aan de burgerrechten die hiermee gepaard
gaan. De kritiek van de heer Pieters betreft deze
burgerrechten. Hij vindt dat mensen van om het
even waar in de wereld hier als ze 62 jaar oud zijn
recht hebben op een inkomensgarantie, of ze hier
nu ooit gewerkt hebben of hier legaal gevestigd zijn
of niet.


Hij opent opnieuw de discussie over de
nationaliteitsverwerving en dat gaat veel verder dan
alleen de inkomensgarantie voor ouderen en is hier
niet echt aan de orde.
01.20 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Cette suggestion n'a pas été émise en
commission.

Nous reprenons ce qui était d'application en matière
de revenu garanti aux personnes âgées. Le
nouveau dispositif est plus souple que le revenu
minimum. Deux catégories sont ajoutées : les pays
avec lesquels existe un accord de réciprocité et les
étrangers dont le droit à la pension est ouvert en
vertu d'un règlement belge. C'est très étendu pour
un droit civil. Notre gouvernement a facilité
l'acquisition de la nationalité belge. Aussi, nous
lions le minimum d'existence et la garantie des
ressources aux personnes âgées aux droits civils
qui vont de pair avec ces acquis sociaux. Les
critiques émises par M. Pieters ont trait à ces droits
civils. Il estime que toute personne ayant atteint
l'âge de 62 ans a droit dans notre pays à cette
garantie des ressources, quel que soit l'endroit du
monde d'où elle est originaire, qu'elle ait jamais
travaillé en Belgique ou non et qu'elle y soit établie
légalement ou non.

Ce faisant, il rouvre le débat sur l'acquisition de la
nationalité. Or, ce débat dépasse très largement le
cadre de la garantie des ressources aux personnes
âgées et n'est absolument pas à l'ordre du jour de
notre assemblée.
01.21 Danny Pieters (VU&ID): De minister laat
uitschijnen dat er een horde 62-plussers naar België
zou komen om te genieten van inkomensgarantie.
Dit klopt niet! Zelfs onderdanen van de Europese
Unie hebben geen recht op verblijf als ze geen
bewijs van inkomen kunnen voorleggen. De
nationaliteit kan niet voor vanalles en nog wat als
voorwaarde worden ingeroepen, wanneer tegelijk
de naturalisatie vereenvoudigd wordt.
01.21 Danny Pieters (VU&ID) : Le ministre donne
à penser qu'une horde de personnes de plus de 62
ans envahirait la Belgique pour bénéficier d'une
garantie de ressource. Rien de tout cela ! Même les
ressortissants de l'UE n'ont pas le droit de séjourner
en Belgique s'ils ne peuvent produire une preuve de
revenu. La nationalité ne peut être invoquée à tous
propos alors que la procédure de naturalisation est
simplifiée.
01.22 Greta D'Hondt (CVP): Ik verzoek de
minister om de wederkerigheid van de
bijstandsstelsels vóór donderdag met zekerheid te
bevestigen. Ik kan me wel terugvinden in de
argumentering van de minister.
01.22 Greta D'Hondt (CVP): Je demanderai au
ministre de confirmer avant jeudi prochain la
réciprocité des régimes d'assistance. Son
argumentation me séduit.
01.23 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik zal trachten de leden zo snel
mogelijk te informeren, eventueel zelfs schriftelijk.
01.23 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je m'efforcerai d'informer les
membres au plus vite, éventuellement même par
écrit.
De stemming over het amendement en het artikel
wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement et l'article est réservé.
De artikelen 1 tot 3 en 5 tot 20 worden artikel per
artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 et 5 à 20 sont adoptés article par
article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De La discussion des articles est close. Le vote sur les
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
stemming over het aangehouden amendement, het
aangehouden artikel en over het geheel zal later
plaatsvinden.
amendement et article réservés, ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
02 Wetsvoorstel van de heer Servais
Verherstraeten tot beteugeling van het tergend
en roekeloos beroep bij de afdeling administratie
van de Raad van State (101/1 tot 12)
(aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de
Grondwet)
02 Proposition de loi de M. Servais
Verherstraeten sanctionnant le recours téméraire
ou vexatoire à la section d'administration du
Conseil d'Etat (101/1 à 12) (matière visée à
l'article 77 de la Constitution)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 Daniël Vanpoucke , rapporteur: De
commissie besteedde verschillende vergaderingen
aan het wetsvoorstel tot beteugeling van het
tergend en roekeloos beroep bij de afdeling
Administratie bij de Raad van State. Het voorstel
werd ingediend door collega Servais Verherstraeten
en twee keer onderworpen aan het advies van de
Raad van State.

Het voorstel wil een schadevergoeding opleggen
aan mensen die roekeloze en onrechtmatige
beroepen instellen bij de Raad van State. Er wordt
opnieuw een artikel 37 ingevoerd om zo'n geldboete
als mogelijke sanctie op te leggen na een
hoorzitting. De geldboete gaat van 5.000 tot
100.000 frank.

Een aantal technische verbeteringen werden
aangebracht. Zo vervangt de term "kennelijk
onrechtmatig beroep" het vroegere "tergend en
roekeloos beroep".
02.01 Daniël Vanpoucke , rapporteur: La
commission a consacré plusieurs réunions au projet
de loi sanctionnant le recours téméraire ou
vexatoire à la section d'administration du Conseil
d'Etat. La proposition a été déposée par M. Servais
Verherstraten et a été transmise à deux reprises
pour avis au Conseil d'Etat.


La proposition de loi vise à faire payer un
dédommagement aux requérants dont le recours
auprès du Conseil d'Etat est téméraire ou vexatoire.
Un article 37 est réinséré afin de permettre d'infliger
une telle amende après une audition. Le montant de
l'amende peut varier de 5.000 à10.000 francs
belges.

Un certain nombre de corrections techniques ont
été apportées. Par exemple, le terme "téméraire et
vexatoire" précédemment utilisé, a été remplacé par
"recours manifestement abusif".
De nieuwe regeling zal van toepassing zijn op de
procedures ingesteld na de inwerkingtreding van de
wet.

De tekst werd op 17 januari in de commissie
goedgekeurd met zeven stemmen voor en drie
onthoudingen.
Cette nouvelle réglementation s'appliquera aux
procédures introduites après l'entrée en vigueur de
la loi.

Le texte a été adopté le 17 janvier en commission.
Sept membres se sont prononcés en faveur de la
proposition de loi et trois se sont abstenus.
02.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Dit
wetsvoorstel is uitgegaan van de bezorgdheid over
de achterstand in de gerechtelijke dossiers. De
vraag is of het strafbaar maken van de toegang de
juiste oplossing is.

De achterstand bij de Raad van State wordt
hoofdzakelijk veroorzaakt door de toevloed van
beroepen inzake vreemdelingenzaken. Momenteel
wordt 60 procent van het potentieel van de Raad
van State ingenomen door dossiers van
vreemdelingenzaken. Ik hoop dat daarmee rekening
zal worden gehouden bij de verdere omvorming van
02.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Cette
proposition de loi trouve son origine dans les
préoccupations concernant l'arriéré enregistré au
niveau des dossiers judiciaires. La question est de
savoir si la correctionnalisation du recours constitue
la bonne solution.
L'arriéré enregistré au Conseil d'Etat est
principalement dû à l'afflux de recours dans les
dossiers concernant les étrangers. A l'heure
actuelle, 60% du potentiel du Conseil d'Etat est
absorbé par ce type de dossiers. J'espère que l'on
tiendra compte de cette donnée lors de la
transformation de l'Office des étrangers.
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
de dienst Vreemdelingenzaken.
De overige 40 procent betreft administratieve
rechtshandelingen die eigelijk neerkomen op een
onverstaanbaar kluwen van procedures.

Les 40% restants concernent des actes de droit
administratif qui correspondent à un
enchevêtrement inextricable de procédures.
Wanneer een rechtsonderhorige niet akkoord gaat
met een rechterlijke beslissing, heeft hij enkel de
Raad van State om zijn ongenoegen kenbaar te
maken. De drempel van een geldsanctie en de
onduidelijkheid van de term "kennelijk onrechtmatig
beroep" kunnen ertoe leiden dat een aantal mensen
ten onrechte afziet van een beroep.

Ook de voorzitter van het Hof van Cassatie heeft
bedenkingen bij de manier waarop men de
onrechtmatige beroepen wil beteugelen.

Als het wetsvoorstel wordt aanvaard, zal dat geen
oplossing bieden voor de achterstand van de
aanhangige zaken bij de Raad van State.
L'introduction d'un recours auprès du Conseil d'Etat
constitue la seule voie permettant aux justiciables
contestant une décision judiciaire d'exprimer leur
mécontentement. La crainte d'une sanction
pécuniaire et l'imprécision de la notion de "recours
manifestement abusif" pourraient produire un effet
de dissuasion non justifié.

Le président de la Cour de cassation lui-même a
exprimé des réserves à propos de la manière dont
on entend réfréner les recours abusifs.

En tout état de cause, l'adoption de la proposition
de loi ne résoudra pas l'arriéré au Conseil d'Etat.
Er bestaat een arrest van het Arbitragehof over de
vreemdelingenwet, waaruit blijkt dat men wel
degelijk recht heeft op OCMW-steun zolang een
zaak aanhangig is bij de Raad van State. Dat
verklaart de toevloed van rechtszaken.

Ik sta genuanceerd positief tegenover dit
wetsvoorstel, maar wil voorbehoud formuleren
omdat een laagdrempelige rechtstoegang moet
gewaarborgd blijven. Ik zal me met de fractie verder
beraden over onze houding.
Un arrêt de la Cour d'arbitrage à propos de la loi sur
les étrangers prévoit effectivement le maintien du
droit à l'aide sociale tant qu'une affaire est pendante
devant le Conseil d'Etat. Cela explique l'afflux de
recours.

Je suis modérément favorable à cette proposition
de loi et je tiens à formuler des réserves parce que
la justice doit demeurer facilement accessible. Je
me concerterai avec mon groupe à propos de
l'attitude que nous adopterons.
02.03 Servais Verherstraeten (CVP): Ik dank de
verslaggever en de minister voor de constructieve
samenwerking. De nuanceringen en de amendering
zijn verbeteringen. Ik had zeker niet de bedoeling
om de rechtsgang te bemoeilijken, wel om
vertragende misbruiken tegen te gaan. Ik besef dat
dit wetsvoorstel niet alleen zaligmakend is. Bij een
onderhoud met de eerste voorzitter van het Hof van
Cassatie en de procureur-generaal kwam ter sprake
in welke mate dit ook voor het Hof van Cassatie zou
moeten doorgevoerd worden. Zij zien een oplossing
in de balie bij het Hof van Cassatie als trechter en
zijn ook voorstander van dat systeem in strafzaken.
Een systeem van een aparte balie voor de Raad
van State sta ik niet voor.




De Raad van State behandelt 11.000 dossiers per
jaar, waarvan 8.000 inzake vreemdelingenzaken.


Naast het jurisdictionele contentieux is er ook het
administratieve, en daar moet eenheid en
02.03 Servais Verherstraeten (CVP): Je remercie
le rapporteur et le ministre pour leur coopération
constructive. Les nuances apportées et les
amendements constituent des améliorations. Il
n'entrait évidemment nullement dans mes intentions
de rendre plus difficile l'accès à la justice mais
simplement de faire obstacle à certains abus visant
à gagner du temps. Je me rends bien compte du
fait que cette proposition de loi n'est pas la
panacée. Lors d'un entretien avec le premier
président de la cour de cassation et le procureur
général, la question de l'application d'une telle
procédure devant la Cour de cassation a été
évoquée. Ils estiment que le barreau près la Cour
de cassation pourrait assurer un rôle de filtre et ils
sont favorables à l'application de ce système en
matière pénale. Je ne suis pas partisan d'un
barreau spécifique pour le Conseil d'Etat.

Le Conseil d'Etat examine 11.000 dossiers par an
et parmi ceux-ci, 8.000 dossiers concernent les
étrangers.

Outre le contentieux juridictionnel, il y a également
le contentieux administratif. Il faudra sur ce plan
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
duidelijkheid in worden gebracht. (Applaus)
également uniformiser et préciser les choses.
(Applaudissements)
02.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Ik
verheug mij over de kwaliteit van het in de
commissie gevoerde debat, waardoor wij in de
eerste plaats uw voorstel in overeenstemming
hebben kunnen brengen met het bestuursrecht. De
boete waarin nu voorzien wordt, strookt beter met
dat recht dan de oorspronkelijke burgerlijke straf.

Het is niet de bedoeling de burger een rechtmatige
beroepsmogelijkheid te ontzeggen. Nagegaan werd
of een en ander conform het Europees verdrag is.
De Franse rechtsregels bevatten een soortgelijke
bepaling, waarover de commissie zich al heeft
uitgesproken.

Dilatoir beroep is onaanvaardbaar, omdat het een
grote achterstand in de hand werkt, de
maatschappelijke kosten daarvan aanzienlijk zijn,
en de rechten van de partij die daardoor nog langer
moet wachten op een uitspraak, erdoor geschaad
worden.

Het door u aangereikte antwoord biedt maar een
gedeeltelijke oplossing. Om de achterstand weg te
werken, zijn immers fundamentelere maatregelen
nodig. Men denke daarbij aan een
ontvankelijkheidsprocedure voor de Raad van
State.

Er zijn inderdaad heel wat vreemdelingen die een
zaak aanhangig hebben gemaakt bij de Raad van
State. Het gaat om 66 à 67% van het totale aantal
geschillen. Dit komt doordat voor die
beroepschriften financiële steun wordt uitgekeerd
krachtens een arrest van het Arbitragehof.

Een van de middelen om de te grote toestroom van
zaken op de rol een halt toe te roepen bestaat erin
niet al te veel geschillen met volledige rechtsmacht
toe te wijzen aan het hof van cassatie. Het is dan
ook raadzaam ons te beraden over de oprichting
van administratieve rechtscolleges van eerste
aanleg.

Ik ben blij met het akkoord dat bereikt werd over
een goed werkstuk, dat door de Raad van State,
daar ben ik van overtuigd, op een redelijke manier
zal worden toegepast. Wij beperken ons er hier toe,
misbruiken te beteugelen.

De voorzitter: Ik lees het volgende aan het einde
van het advies van de Raad van State (Stuk nr.
101/4, p 8): "Bij gebrek aan een gesprekspartner
die de afdeling Wetgeving verduidelijking kan
verstrekken over de wil van de initiatiefnemers van
02.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Je me réjouis de la qualité du débat en commission,
qui nous a tout d'abord permis de réconcilier votre
proposition avec le droit administratif. L'amende
prévue actuellement lui est plus conforme que la
sanction civile initialement prévue.


Il ne s'agit nullement de priver le citoyen d'une voie
de recours légitime : la conformité à la Convention
européenne a été vérifiée. Le droit français
comprend une disposition semblable, sur laquelle la
commission s'est déjà prononcée.


Les recours dilatoires sont inadmissibles car ils
aboutissent à un arriéré important, ont un coût
social non négligeable et portent préjudice aux
droits de la partie qui doit les subir.



La réponse que vous proposez n'est que partielle.
En effet, si l'on doit aller plus avant dans la lutte
contre l'arriéré, il faut des mesures plus
fondamentales. On peut notamment songer à une
procédure d'admissibilité devant le Conseil d'État.


En ce qui concerne le contentieux des étrangers au
Conseil d'État, il est, en effet, important. Il
représente 66 à 67% du contentieux total. Cela
s'explique par un soutien financier à ces recours, en
application d'un arrêt de la Cour d'Arbitrage.


Un des moyens de lutter contre l'engorgement du
rôle est de ne pas déférer à la juridiction de
cassation trop de contentieux en pleine juridiction,
d'où l'opportunité de réfléchir à la création de
juridictions administratives de première instance.



Je me réjouis de l'accord intervenu sur un bon texte
qui sera, je le crois, appliqué avec modération par le
Conseil d'État. On se limite, ici, à faire obstacle aux
abus.


Le président: Je lis ce qui suit à la fin de l'avis du
conseil d'État. (doc. n° 101/4, p. 8) : « Ne disposant
pas d'un interlocuteur pouvant éclairer la section de
législation sur la volonté des auteurs des textes
examinés, il n'est pas possible de proposer un texte
23/01/2001
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
de onderzochte teksten, kan geen deugdelijkere
tekst worden voorgesteld".

De opmerking van de Raad van State heeft me
getroffen. Ik meen dat enige reflectie bij onze
procedure geboden is.
plus adéquat ».


J'ai été frappé par l'observation du Conseil d'Etat.
Je suis d'avis qu'il faudra consacrer une réflexion à
notre procédure.
02.05 Servais Verherstraeten (CVP): Soms
neemt de Raad van State zelf het initiatief om de
indiener van het ontwerp te contacteren. Ik denk dat
dat een goede zaak is.

De voorzitter: We zullen contact opnemen met de
Raad van State.
02.05 Servais Verherstraeten (CVP): Parfois le
Conseil d'Etat prend lui-même l'initiative de
contacter l'auteur du projet de loi. J'estime que c'est
une bonne chose.

Le président: Nous prendrons contact avec le
Conseil d'Etat.
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (101/12)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte
adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (101/12)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in
"wetsvoorstel tot beteugeling van het kennelijk
onrechtmatig beroep bij de afdeling administratie
van de Raad van State".
L'intitulé a été modifié par la commission en
"proposition de loi sanctionnant le recours
manifestement abusif à la section d'administration
du Conseil d'Etat".
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
03 Wetsontwerp tot goedkeuring van het
Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9
februari 1994 inzake de heffing van rechten voor
het gebruik van bepaalde wegen door zware
vrachtwagens, ter voldoening aan richtlijn
1999/62/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van 17 juni 1999
betreffende het in rekening brengen van het
gebruik van bepaalde
infrastructuurvoorzieningen aan zware
vrachtvoertuigen ondertekend te Brussel op 22
maart 2000 door de regeringen van het Koninkrijk
België, het Koninkrijk Denemarken, de
Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom
Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en
het Koninkrijk Zweden, en tot wijziging van de
wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van
voormeld Verdrag en tot invoering van een
eurovignet overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen
03 Projet de loi portant assentiment du Protocole
modifiant l'Accord du 9 février 1994 relatif à la
perception d'un droit d'usage pour l'utilisation de
certaines routes par des véhicules utilitaires
lourds, vu la mise en vigueur de la directive
1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil
de l'Union européenne du 17 juin 1999 relative à
la taxation des poids lourds pour l'utilisation de
certaines infrastructures, signé à Bruxelles le 22
mars 2000, entre les gouvernements du Royaume
de Belgique, du Royaume du Danemark, de la
République fédérale d'Allemagne, du Grand-
Duché du Luxembourg, du Royaume des Pays-
Bas et du Royaume de Suède, et modifiant la loi
du 27 décembre 1994 portant assentiment de
l'Accord précité et instaurant une eurovignette,
conformément à la directive 93/89/CEE du
Conseil des Communautés européennes du 25
octobre 1993 (transmis par le Sénat) (1027/1 à 3)
(matière visée à l'article 77 de la Constitution)
CRABV 50
PLEN 104
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
van 25 oktober 1993 (overgezonden door de
Senaat) (1027/1 tot 3) (aangelegenheid bedoeld in
artikel 7è van de Grondwet)
Algemene bespreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
03.01 Jef Tavernier , rapporteur: Ik verwijs naar
het verslag. Wij hebben de tekst aangenomen die
ook de Senaat had aangenomen, zodat hij
donderdag na de stemming in het Belgisch
Staatsblad
kan worden gepubliceerd.
03.01 Jef Tavernier , rapporteur: Je renvoie au
rapport. Nous avons adopté le texte voté par le
Sénat. Il pourra dès lors être publié au Moniteur
belge
jeudi, à l'issue du vote.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen
Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De
door de commissie aangenomen tekst geldt als
basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1027/1 tot 3)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte
adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 66,4) (1027/1 à 3)
Het wetsontwerp telt 8 artikelen.
Le projet de loi compte 8 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel
aangenomen.
Les articles 1 à 8 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De
stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De vergadering wordt gesloten om 16.18 uur.
Volgende vergadering, donderdag, 25 januari om
14.15 uur.
La séance est levée à 16.18 heures. Prochaine
séance, jeudi 25 janvier à 14.15 heures.

Document Outline