CRABV 51 PLEN 180
CRABV 51 PLEN 180
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
mardi dinsdag
20-12-2005 20-12-2005
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
PROJETS ET PROPOSITIONS
1
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
1
Projet de loi apportant des modifications diverses
au Code d'instruction criminelle et au Code
judiciaire en vue d'améliorer les modes
d'investigation dans la lutte contre le terrorisme et
la criminalité grave et organisée (2055/1-6)
1
Wetsontwerp houdende diverse wijzigingen van
het Wetboek van Strafvordering en van het
Gerechtelijk Wetboek met het oog op de
verbetering van onderzoeksmethoden naar het
terrorisme en de zware en georganiseerde
criminaliteit (2055/1-6)
1
Discussion générale
1
Algemene bespreking
1
Orateurs: Jean-Pierre Malmendier, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Tony Van Parys, Walter Muls,
Thierry Giet, président du groupe PS, Bart
Laeremans
Sprekers: Jean-Pierre Malmendier, Melchior
Wathelet, voorzitter van de cdH-fractie,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie, Tony Van Parys, Walter
Muls, Thierry Giet, voorzitter van de PS-
fractie, Bart Laeremans
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
1
SÉANCE PLÉNIÈRE
PLENUMVERGADERING
du
MARDI
20
DÉCEMBRE
2005
Matin
______
van
DINSDAG
20
DECEMBER
2005
Voormiddag
______
La séance est ouverte à 10 h 02 par M. Herman De
Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 10.02 uur door
de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de
l'ouverture de la séance : Mme Laurette Onkelinx
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering
zijn de ministers van de federale regering: mevrouw
Laurette Onkelinx
Une série de communications et de décisions
doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la
Chambre et insérées dans l'annexe du compte
rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter
kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden
op de website van de Kamer en in de bijlage bij het
integraal verslag van deze vergadering
opgenomen.
Excusés
Raisons de santé : Dominique Tilmans
En mission à l'étranger : Stef Goris
Empêché : Guy D'haeseleer
Berichten van verhindering
Gezondheidsredenen: Dominique Tilmans
Met zending Buitenslands: Stef Goris
Verhinderd: Guy D'haeseleer
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
01 Projet de loi apportant des modifications
diverses au Code d'instruction criminelle et au
Code judiciaire en vue d'améliorer les modes
d'investigation dans la lutte contre le terrorisme
et la criminalité grave et organisée (2055/1-6)
01 Wetsontwerp houdende diverse wijzigingen
van het Wetboek van Strafvordering en van het
Gerechtelijk Wetboek met het oog op de
verbetering van onderzoeksmethoden naar het
terrorisme en de zware en georganiseerde
criminaliteit (2055/1-6)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
01.01 Jean-Pierre Malmendier, rapporteur : Le 16
novembre dernier, la commission a auditionné les
membres des services de la police et de la justice,
des avocats ainsi que des représentants de la
Ligue de droits de l'homme. La demande d'avis du
Conseil d'État sur les articles non urgents, telle que
formulée par M. Van Parys, a été rejetée par 8 voix
contre 3 et 2 abstentions.
01.01 Jean-Pierre Malmendier, rapporteur: Op 16
november jongstleden heeft de commissie beslist
hoorzittingen te houden met leden van de
politiediensten en het gerecht, met advocaten en
met vertegenwoordigers van de Liga voor de
rechten van de mens. Het voorstel van de heer Van
Parys om het advies van de Raad van State in te
winnen in verband met de niet-dringende artikelen,
werd verworpen met 8 tegen 3 stemmen en 2
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
2
Dans le cadre de la discussion générale, tous les
intervenants ont insisté sur le maintien d'un
équilibre entre l'efficacité des investigations et les
libertés fondamentales.
onthoudingen.
Tijdens de algemene bespreking drongen alle
sprekers aan op het behoud van het evenwicht
tussen de efficiency van het onderzoek enerzijds en
de fundamentele vrijheden anderzijds.
Mme Nagy regrette que l'article 6 du projet habilite
le procureur à autoriser seul le contrôle visuel
discret dans un lieu privé, restreignant ainsi la
notion de domicile telle que définie par la
Convention européenne des droits de l'homme. Elle
prône le maintien du contrôle du juge d'instruction
en ce qui concerne l'utilisation de l'appareil
photographique dans les observations
systématiques et rappelle que la notion de dossier
confidentiel doit rester la règle.
Mevrouw Nagy betreurt dat bij artikel 6 de
procureur alleen gemachtigd wordt toestemming te
verlenen voor een inkijkoperatie op een private
plaats. Het begrip "woning" zoals omschreven in
het Verdrag tot bescherming van de rechten van de
mens en de fundamentele vrijheden wordt op die
manier ingeperkt. Mevrouw Nagy wil dat het
noodzakelijke toezicht door de onderzoeksrechter
gehandhaafd wordt met betrekking tot de
aanwending van een fototoestel als technisch
middel bij de stelselmatige observaties, en wijst
erop dat het begrip "vertrouwelijk dossier" de regel
moet blijven.
Pour M. Wathelet, le projet vise à encadrer des
pratiques existantes dans l'intérêt de tous. Il
s'interroge toutefois sur les conséquences liées à
l'instauration d'une nouvelle catégorie de lieu privé.
De heer Wathelet wijst erop dat het wetsontwerp
ertoe strekt de bestaande werkwijzen een kader te
verschaffen, in het belang van iedereen. Toch heeft
hij vragen bij de gevolgen van de invoering van een
nieuwe categorie van "private plaats".
M. Van Parys regrette que ce projet soit voté dans
l'urgence. En outre, il souhaite que la ministre
présente un aperçu schématique des nouvelles
dispositions et de la nouvelle figure de juge
d'instruction fédéral. Il souligne également les
risques d'abus et de divulgation de données. Il
appelle donc à la vigilance des juridictions
d'instruction en matière d'audience et de transfert
des dossiers. Selon lui, la longueur de la procédure
ainsi que la désignation de six juges d'instruction
spécialisés dans le terrorisme pourraient entraver
la réalisation du projet. Il s'interroge notamment sur
les critères de sélection des juges d'instruction
spécialisés et sur la pertinence du critère
d'ancienneté dans la désignation du doyen des
juges d'instruction.
De heer Van Parys betreurt dat over dit belangrijke
wetsontwerp onder tijdsdruk moet worden gestemd.
Hij vraagt voorts dat de minister een schematisch
overzicht van de nieuwe bepalingen zou geven,
alsook van de nieuwe figuur van de federale
onderzoeksrechter. Hij wijst eveneens op het risico
van misbruiken en bekendmaking van gegevens.
De onderzoeksgerechten zullen dus waakzaam
moeten zijn wat de zittingen en wat de overdracht
van dossiers betreft. Volgens hem dreigen de duur
van de procedure en de aanwijzing van zes
onderzoeksrechters gespecialiseerd in terrorisme
de tenuitvoerlegging van het ontwerp in het
gedrang te brengen. Hij heeft meer bepaald vragen
bij de selectiecriteria van de gespecialiseerde
onderzoeksrechters en bij de pertinentie van het
anciënniteitscriterium voor de aanwijzing van de
deken van de onderzoeksrechters.
Selon M. Maingain, la notion de domicile, telle que
contenue à l'article 6 du projet, n'est pas conforme
à la jurisprudence de la Cour européenne des
droits de l'homme en la matière. Comment le
procureur du Roi pourra-t-il départager les notions
de domicile et de lieu privé ? M. Maingain regrette
aussi qu'une décision du parquet du procureur du
Roi puisse être émise oralement et doive, en plus,
être confirmée par écrit « dans les plus brefs
délais », cette dernière notion demandant à être
précisée.
Volgens de heer Maingain is het begrip woning,
zoals het in artikel 6 van het ontwerp wordt
beschreven, niet in overeenstemming met de
rechtspraak van het Europees hof voor de rechten
van de mens. Hoe kan de procureur des Konings
het onderscheid maken tussen de begrippen
`woning' en `private plaats'? De heer Maingain vindt
het ook jammer dat een beslissing van het parket
van de procureur des Konings mondeling kan
worden meegedeeld en zo snel mogelijk nog eens
schriftelijk moet worden bevestigd. Het laatste
begrip moet zeker worden verduidelijkt.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
3
Le professeur Valkeneer affirme, dans le Journal
des Tribunaux, que si la Cour d'arbitrage incite le
législateur à organiser un système confiant le
contrôle des observations et des infiltrations à un
juge ayant accès à l'ensemble du dossier
confidentiel, le récent arrêt Edwards et Lewis c/ le
Royaume Uni laisse cependant présager une
censure par la Cour européenne des droits de
l'homme d'un tel contrôle unilatéral.
Jusqu'où, en effet, faut-il permettre à la défense
d'avoir accès à des éléments du dossier
confidentiel et jusqu'où la juridiction de contrôle
doit-elle pouvoir donner cette possibilité à la
défense ? Qu'est-ce qui justifie que l'on arrête ce
contrôle au niveau de la chambre des mises en
accusation ? Pourquoi le juge du fond ne pourrait-il
connaître de la teneur complète du dossier
confidentiel ou au moins avoir la possibilité de
vérifier, en cas de contestation, si ce qui est dans le
dossier confidentiel doit le rester ou non ?
Les raisons pour lesquelles le parquet a eu recours
à certaines méthodes ne peuvent en aucun cas
être cachées ; or, les dispositions légales en projet
n'offrent pas de garanties suffisantes sur ce point.
M. Giet souligne l'importance de l'effectivité du
contrôle, que ce soit du point de vue du choix de la
chambre des mises en accusation, du choix des
magistrats mais aussi de la capacité de cette
chambre, dont la charge de travail a déjà été
alourdie ces dernières années, à exercer
effectivement ce contrôle.
In het Journal des tribunaux stelt professor
Valkeneer dat terwijl het Arbitragehof de wetgever
aanspoort om een systeem te organiseren waarbij
de controle van de waarnemingen en infiltraties aan
een rechter wordt toevertrouwd die toegang heeft
tot heel het vertrouwelijk dossier, het recent arrest
Edwards en Lewis tegen het Verenigd Koninkrijk
toch doet vermoeden dat het Europees hof voor de
rechten van de mens dergelijke eenzijdige controle
zal afwijzen.
In hoeverre mag men de verdediging toegang
geven tot de elementen van het vertrouwelijk
dossier en in hoeverre moet men toestaan dat het
controlerend rechtscollege de verdediging die
mogelijkheid biedt? Waarom zou die controle bij de
kamer van inbeschuldigingstelling moeten stoppen?
Waarom zou de feitenrechter geen kennis mogen
hebben van de hele inhoud van het vertrouwelijk
dossier en eventueel bij betwisting niet mogen
nagaan of wat er in het vertrouwelijk dossier staat,
al dan niet vertrouwelijk moet blijven.
De redenen waarom het parket bepaalde methoden
heeft gebruikt, mogen in geen geval verborgen
blijven; het is echter niet zeker dat de wettelijke
bepalingen uit dat oogpunt voldoende waarborgen
bieden.
De heer Giet onderstreept het belang van de
werkzaamheid van de controle, vanuit het oogpunt
van de keuze van de kamer van
inbeschuldigingstelling en de keuze van de
magistraten. Bovendien is het ook de vraag of die
kamer, wiens werkbelasting de jongste jaren is
toegenomen, die controle ook echt kan uitoefenen.
M. Muls estime que si l'on accepte qu'il y ait un
contrôle, on doit accepter que les règles de
procédure y soient utilisées, parfois même de façon
abusive ; sans quoi il faut refuser tout contrôle. En
cas de déroulement normal, un dossier doit pouvoir
être réglé de manière simple afin d'être soumis au
juge qui se prononcera sur le fond.
D'après M. Casaer, si le projet de loi répond, pour
le Conseil d'État, à l'arrêt d'annulation de la Cour
d'arbitrage, certaines questions subsistent
néanmoins. Les juges d'instruction spécialisés
doivent disposer d'une expérience du terrain et
d'une maturité suffisantes. Les réseaux
d'indicateurs doivent être gérés de manière
efficace, sans dévoiler leur identité mais en
dévoilant davantage les circonstances dans
lesquelles un indicateur a été recruté. M. Marc Van
Laere, de la police judiciaire fédérale, a montré, sur
De heer Muls vindt dat als men aanvaardt dat er
een controle plaatsvindt, men ook moet
aanvaarden dat er procedureregels worden
toegepast, soms zelfs op onrechtmatige wijze;
anders moet men iedere controle afwijzen. Als alles
normaal verloopt, moet een dossier op een
eenvoudige manier kunnen worden afgehandeld
teneinde te worden gebracht voor de magistraat ten
gronde die moet beoordelen.
De heer Casaer stelt vast dat de Raad van State
weliswaar oordeelt dat het wetsontwerp tegemoet
komt aan het vernietigingsarrest van het
Arbitragehof, maar volgens hem blijven een aantal
vragen evenwel niet beantwoord. De
gespecialiseerde onderzoeksrechters moeten over
de noodzakelijke terreinervaring en maturiteit
beschikken. De netwerken van informanten moeten
efficiënt worden gerund; daarbij mag hun identiteit
niet worden onthuld, maar moeten meer
inlichtingen verschaft worden over de
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
4
la base des chiffres de 2001 à 2004, que l'on ne
faisait pas démesurément appel aux méthodes
particulières de recherche (MPR). Cet équilibre
doit, aux yeux de l'intervenant, faire l'objet d'une
attention constante.
omstandigheden waarin de informanten werden
gerekruteerd. De heer Marc Van Laere van de
federale gerechtelijke politie heeft op grond van
cijfers van 2001 tot 2004 aangetoond dat niet op
een buitensporige wijze gebruik werd gemaakt van
de bijzondere opsporingsmethoden. Volgens de
speker moet er voortdurend op worden toegezien
dat dat evenwicht wordt gerespecteerd.
L'intérêt d'un contrôle du recours aux MPR exercé
par la chambre des mises en accusation plutôt que
par le juge du fond consiste, selon M. Borginon, en
ce que ce contrôle peut être exercé à un stade
précoce. Un tel contrôle évite également
l'omnipotence des procureurs et des juges
d'instruction et permet d'examiner dans quelle
mesure la preuve obtenue peut entraîner la
poursuite concrète d'une personne concrète devant
le juge de fond. Un nombre limité d'avocats
répondant à certains critères pourraient exercer un
contrôle sur le recours aux MPR. L'intervenant
partage les remarques de M. Van Parys concernant
le monopole, l'attribution territoriale et la fonction de
doyen des juges d'instruction. M. Borginon regrette
la formulation utilisée dans le texte pour l'extension
des MPR à l'exécution de la peine, car aucune
limitation n'est prévue.
Het voordeel van een controle op het gebruik van
de bijzondere opsporingsmethoden door de kamer
van inbeschuldigingstelling in plaats van door de
bodemrechter is dat de controle in een vroeg
stadium plaatsvindt, aldus de heer Borginon.
Daardoor wanen de procureurs en
onderzoeksrechters zich niet almachtig, en kan
onderzocht worden in hoeverre het bewijs dat op
die manier verkregen wordt, kan leiden tot de
concrete vervolging van een persoon voor de
bodemrechter. Een beperkt aantal advocaten, die
aan bepaalde criteria voldoen, zouden een
specifieke controle kunnen uitoefenen op het
gebruik van de bijzondere opsporingsmethoden. De
heer Borginon kan zich vinden in de opmerkingen
van de heer Van Parys met betrekking tot de
monopoliepositie, de territoriale toewijzing en het
ambt van de deken van de onderzoeksrechters. Hij
betreurt evenwel de formulering van de tekst met
betrekking tot de uitbreiding van de bijzondere
opsporingstechnieken tot de strafuitvoering, want
daarvoor zouden geen beperkingen gelden.
La ministre de la Justice a répondu précisément
aux questions soulevées, et je renvoie à ce propos
aux pages 14 à 34 du rapport.
J'en viens à la discussion des articles.
Concernant l'article 6, la ministre affirme que la
crainte d'irruptions arbitraires dans des secrétariats
de partis politiques ou de syndicats est infondée
puisque la Cour de cassation étend la notion de
« domicile » aux endroits où de la correspondance
confidentielle est conservée. L'intervention d'un
juge d'instruction est alors requise. Les §§ 1
et 2 de
la disposition en projet doivent être lus
conjointement et un contrôle visuel discret ne peut
donc être appliqué qu'en cas d'infractions
mentionnées dans la liste des écoutes
téléphoniques, commises par une organisation
criminelle. Des éléments suspects mais sans
rapport avec l'infraction faisant l'objet de
l'autorisation peuvent également être découverts
dans le cas d'une perquisition. Dans la pratique, le
juge d'instruction peut prendre contact avec le
parquet, qui dresse un nouveau procès-verbal initial
et ouvre un nouveau dossier, ou demander aux
services de police de dresser procès-verbal et de le
De minister van Justitie heeft uitvoerig op de
gestelde vragen geantwoord en terzake verwijs ik
naar de bladzijden 14 tot 34 van het verslag.
Ik kom nu tot de artikelsgewijze bespreking.
Wat artikel 6 betreft, bevestigt de minister dat de
vrees voor willekeurige invallen in secretariaten van
politieke partijen en vakbonden onterecht is vermits
het Hof van Cassatie oordeelt dat het begrip
"woning" zich uitstrekt tot de plaatsen waar
vertrouwelijke briefwisseling wordt bewaard. Aldus
is het optreden van een onderzoeksrechter vereist.
De §§ 1 en 2 van de ontworpen bepaling moeten
samen gelezen worden. Een inkijkoperatie is alleen
toegestaan wanneer het om misdrijven gaat die op
de lijst van de telefoontap voorkomen of die door
een criminele organisatie werden gepleegd. Bij een
huiszoeking kan men ook stuiten op verdachte
zaken die niets te maken hebben met het misdrijf
waarop de machtiging betrekking heeft. In de
praktijk kan de onderzoeksrechter contact
opnemen met het parket dat een nieuw
aanvankelijk proces-verbaal opstelt en een nieuw
dossier opent of de politiediensten verzoeken een
proces-verbaal op te stellen en door te sturen naar
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
5
transmettre au parquet. Il en va de même pour le
contrôle visuel discret.
het parket. Hetzelfde geldt voor de inkijkoperatie.
Aux questions de Mme Nagy, la ministre a répondu
que dans le cas d'un local abritant des archives de
journalistes contenant des dossiers confidentiels, la
notion de domicile s'applique, conformément à la
jurisprudence de la Cour de cassation.
Op de vragen van mevrouw Nagy heeft de minister
geantwoord dat een locatie met archieven van
journalisten die vertrouwelijke informatie bevatten,
conform de rechtspraak van het Hof van Cassatie
onder de notie woning valt.
M. Wathelet demande de reprendre la définition de
la Cour de cassation, mais la ministre relève la
différence entre la jurisprudence de la Cour et
l'article 8 de la Convention européenne des droits
de l'homme. En outre, si l'on définit la notion de
domicile dans ce texte, il faudra le faire partout. Et
une nouvelle initiative législative serait nécessaire
si la Cour de cassation modifiait sa définition.
Sur l'article 7, M. Giet considère que recourir aux
méthodes particulières de recherche dans tous les
cas de condamnation, c'est trop vaste. Selon le
principe de proportionnalité, il vaut mieux se limiter
aux cas où des personnes, condamnées à cinq ans
au moins, sont en fuite, car elles peuvent
représenter un danger pour la sécurité des
citoyens. Son amendement vise donc des
personnes fugitives condamnées par défaut. Mme
Onkelinx, remarque qu'il prévoit le recours à ces
méthodes pour deux cas différents : la recherche
d'un crime ou délit dans un contexte de
présomption d'innocence, et celle des personnes
qui se soustraient à la justice. Par ailleurs, le traité
du 8 juin 2004 entre la Belgique, les Pays-Bas et le
Grand-Duché de Luxembourg en matière
d'interventions policières transfrontalières, prévoit
la possibilité de retrouver les personnes en fuite.
De heer Wathelet vraagt dat de definitie van het
Hof van Cassatie zou worden gehanteerd, maar de
minister wijst op het verschil tussen de rechtspraak
van het Hof en artikel 8 van het Europees Verdrag
voor de rechten van de mens. Indien bovendien het
begrip "woning" in deze tekst wordt omschreven,
zal dat overal moeten gebeuren. Overigens zou in
dat geval een nieuw wetgevend initiatief nodig zijn
indien het Hof van Cassatie zijn definitie zou
wijzigen.
Bij artikel 7 meent de heer Giet dat de bepaling dat
naar bijzondere opsporingsmethoden wordt
teruggegrepen in alle gevallen waar een
veroordeling werd uitgesproken, wellicht te ruim
opgevat is. Gelet op het proportionaliteitsbeginsel is
het verkieslijk enkel van de bijzondere
opsporingsmethoden gebruik te maken voor
personen die werden veroordeeld tot ten minste vijf
jaar celstraf en die voortvluchtig zijn, want zij
kunnen een gevaar betekenen voor de veiligheid
van de burgers. Zijn amendement heeft dus
betrekking op voortvluchtigen die bij verstek werden
veroordeeld. Minister Onkelinx merkt op dat het
amendement in de aanwending van die methoden
voorziet voor twee verschillende gevallen: het
onderzoek naar een misdaad of wanbedrijf waarbij
de betrokkene nog onschuldig wordt geacht,
enerzijds, en het geval van mensen die zich aan
het gerecht onttrekken, anderzijds. Overeenkomstig
het Verdrag van 8 juni 2004 tussen België,
Nederland en het Groothertogdom Luxemburg
inzake grensoverschrijdend politioneel optreden is
het overigens mogelijk voortvluchtige personen
terug te vinden.
Pour M. Maingain, l'article 7 n'indique pas
clairement si la mise en oeuvre de ces méthodes
particulières de recherche peut valoir quel que soit
le délit. L'imprécision de l'article permet de croire
que toute exécution de peine permet de recourir à
ces méthodes.
M. Wathelet s'interroge aussi sur le critère de ces
méthodes particulières de recherche, à savoir le
nombre d'années auquel la personne a été
condamnée. N'est-ce pas le motif de condamnation
Volgens de heer Maingain kan uit de formulering
van artikel 7 niet worden opgemaakt of er van de
bijzondere opsporingsmethoden gebruik gemaakt
kan worden ongeacht het misdrijf. Het artikel is
helemaal niet duidelijk wat dat betreft, en kan de
indruk wekken dat voor elke strafuitvoering de
mogelijkheid zou bestaan om naar de bijzondere
opsporingsmethoden te grijpen.
De heer Wathelet heeft vragen bij het criterium op
grond waarvan het gebruik van de bijzondere
opsporingsmethoden al dan niet zou worden
toegestaan, namelijk het aantal jaren
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
6
qui devrait plutôt être pris en compte ? La ministre
explique que ces critères s'appliqueront
différemment, en fonction de la méthode retenue.
Le Conseil d'État avait rappelé que les exigences
de prévisibilité, de proportionnalité et de
subsidiarité doivent aussi être observées. Le
gouvernement a souligné avoir inscrit cette
possibilité dans l'article 47ter du Code d'instruction
criminelle, pour permettre aux condamnations liées
à l'utilisation des méthodes particulières de
recherche de s'appliquer aussi à ces méthodes
dans le cadre de l'exécution des peines.
M. Maingain relève que le gouvernement a répondu
au Conseil d'État dans l'exposé des motifs, mais
non dans l'article. Une personne condamnée qui
s'est soustraite à sa peine, ne va pas forcément
commettre une nouvelle infraction. Or, l'article
47octies, § premier exige des indices sérieux que
les personnes concernées commettent ou
commettraient des infractions. Il faut donc préciser
de quelles infractions il s'agit, sinon l'article pourrait
être utilisé à d'autres fins.
M. Giet explique que l'article 7 étend le champ
d'application des méthodes particulières. Outre les
cas d'information ou d'instruction, sera prévue la
recherche de personnes qui se soustraient à
l'exécution de leur condamnation. Dans cette
hypothèse, soit de nouvelles infractions sont
commises (auxquelles la loi actuelle s'applique
déjà), soit non. Si les faits commis ne sont pas
particulièrement graves, faut-il utiliser des
techniques particulières ? Il ne lui semble pas ;
c'est pourquoi il a déposé un amendement.
gevangenisstraf waartoe de betrokkene
veroordeeld is. Zou men niet veeleer de reden
waarom de betrokkene veroordeeld werd in
aanmerking moeten nemen? De minister licht toe
dat die criteria anders zullen worden toegepast,
afhankelijk van de gehanteerde bijzondere
opsporingsmethode.
De Raad van State had erop gewezen dat de
voorwaarden met betrekking tot voorzienbaarheid,
proportionaliteit en subsidiariteit vervuld moeten
worden. De regering onderstreept dat ze die
mogelijkheid heeft ingeschreven in artikel 47ter van
het Wetboek van strafvordering, waardoor de
wettelijke voorwaarden voor de toepassing van de
bijzondere opsporingsmethoden tijdens het
opsporings- of het gerechtelijk onderzoek, ook van
toepassing worden op het gebruik van de
bijzondere opsporingsmethoden in het kader van
de strafuitvoering.
De heer Maingain merkt op dat de regering in de
memorie van toelichting weliswaar op de
opmerkingen van de Raad van State is ingegaan,
maar niet in het artikel zelf. Een veroordeelde die
zich heeft onttrokken aan zijn straf, zal niet
noodzakelijk een nieuw misdrijf begaan. Voor de
toepassing van artikel 47octies, § 1 dient er
evenwel sprake te zijn van ernstige aanwijzingen
dat de betrokkenen strafbare feiten plegen of
zouden plegen. Er moet dus nader worden bepaald
om welke misdrijven het gaat, zoniet zou het artikel
voor andere doeleinden aangewend kunnen
worden.
De heer Giet legt uit dat het toepassingsgebied van
de bijzondere opsporingsmethoden met artikel 7
uitgebreid wordt. Naast de toepassing ervan tijdens
het opsporingsonderzoek of het gerechtelijk
onderzoek zullen de bijzondere
opsporingsmethoden ook aangewend mogen
worden bij de opsporing van personen die zich aan
de tenuitvoerlegging van de straf waartoe zij
veroordeeld zijn, onttrekken. In dat geval worden er
ofwel nieuwe misdrijven gepleegd (en dan is de
vigerende wet reeds van toepassing), ofwel niet.
Als de gepleegde feiten niet bijzonder ernstig zijn,
mag men zich afvragen of er wel naar die
bijzondere methoden gegrepen hoeft te worden. De
heer Giet vindt van niet, en heeft daarom een
amendement ingediend.
L'autre solution serait de n'appliquer ces méthodes
particulières que si les personnes en fuite ont été
condamnées pour des infractions pouvant justifier
le recours à ces méthodes.
M. Borginon, président, rappelle que se soustraire à
De andere oplossing zou erin bestaan deze
bijzondere werkwijzen enkel toe te passen als de
voortvluchtigen veroordeeld werden wegens
misdrijven die het gebruik van zulke methodes
rechtvaardigen.
Voorzitter Borginon herinnert eraan dat men geen
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
7
l'exécution de sa peine n'est pas une infraction. Il y
a donc une différence entre ce cas et les faits
permettant, dans le droit actuel, de recourir aux
méthodes particulières. Si l'on envisage cette
nouveauté, il faudrait que ce soit pour des faits
d'une particulière gravité, et non des infractions
légères.
Le collaborateur de la ministre rappelle que,
lorsque la loi sur les méthodes particulières de
recherche a été adoptée, on n'avait pas déterminé,
dans un seul article, ce que les principes de
proportionnalité et de subsidiarité recouvrent, car
cela varie en fonction des méthodes appliquées. Si
un critère de proportionnalité de cinq ans pour les
peines est défini, par exemple, on risque de devoir
refuser des renseignements sur une personne
condamnée à quatre ans, ce qui est contraire aux
missions de police. Il faudra donc trouver un
meilleur critère.
M. Borginon répond que l'article 7 doit être modifié,
sous peine de nouveau recours devant la Cour
d'arbitrage.
misdrijf pleegt wanneer men zich aan de uitvoering
van zijn straf onttrekt. Er is dus een verschil tussen
dat geval en de feiten die in het vigerende recht de
aanwending van de bijzondere methoden
verantwoorden. Als men zou overwegen die
nieuwigheid in te voeren, zou dit voor zeer zware
feiten moeten gelden en niet voor lichte misdrijven.
De medewerker van de minister herinnert eraan dat
toen de wet over de bijzondere
opsporingsmethoden werd goedgekeurd, men in
geen enkel artikel heeft bepaald wat onder de
begrippen evenredigheid en subsidiariteit moest
worden verstaan want dit verschilt naar gelang van
de toegepaste technieken. Indien bijvoorbeeld een
evenredigheidscriterium van vijf jaar voor de
straffen zou worden vastgelegd, zou men het risico
lopen het verschaffen van inlichtingen te moeten
weigeren over iemand die tot vier jaar werd
veroordeeld, wat in strijd is met de
politieopdrachten. Men moet dan ook een beter
criterium vinden.
De heer Borginon antwoordt dat artikel 7 moet
worden gewijzigd want anders zullen onvermijdelijk
nieuwe verzoekschriften bij het Arbitragehof worden
ingediend.
M. Maingain demande si les méthodes particulières
de recherche peuvent être appliquées à des
condamnés pour un délit visé à l'article 90ter, §§ 2
à 4. Cela permettrait de mettre en oeuvre ces
méthodes pour un terroriste en fuite, non pour un
voleur à la tire. Le collaborateur de la ministre
signale que certains crimes ne sont pas repris à
l'article 90ter, comme le viol.
M. Wathelet demande si le critère à retenir ne
devrait pas plutôt être la récidive ou l'indice sérieux
de récidive.
Mme Nagy préférerait qu'on ne puisse faire appel
aux méthodes spéciales de recherche que pour
l'exécution de peines de personnes ayant commis
des infractions pour lesquelles l'utilisation de ces
méthodes est autorisée. Sans une telle clarification,
il n'y aurait plus de limite.
De heer Maingain vraagt of de bijzondere
opsporingsmethoden niet kunnen worden
uitgevoerd op de veroordeelden voor een in
artikel 90ter, §§ 2 tot 4 bedoeld misdrijf. Daarmee
zou men die methoden kunnen gebruiken voor een
voortvluchtige terrorist en niet voor een
zakkenroller. De medewerker van de minister deelt
mee dat bepaalde misdrijven, zoals verkrachting,
niet onder artikel 90ter vallen.
De heer Wathelet vraagt of het in aanmerking te
nemen criterium niet recidive of een ernstige
aanwijzing voor recidive zou moeten zijn.
Mevrouw Nagy zou liever hebben dat men alleen
van de bijzondere opsporingsmethoden gebruik
maakt voor de strafuitvoering ten aanzien van
personen die een misdrijf hebben gepleegd
waarvoor het gebruik van die methoden is
toegestaan. Zonder een dergelijke verduidelijking is
er geen enkele beperking meer.
M. Verherstraeten juge qu'il serait opportun de
distinguer le recours aux informateurs ne
nécessitant pas de seuil de peine, et d'autres
techniques, comme l'observation et l'infiltration, aux
conditions plus strictes. Pourquoi ne pas choisir la
nature du délit comme critère ? Cela permettrait de
recourir à l'infiltration ou à l'observation en cas de
délits relatifs aux stupéfiants ou de criminalité
De heer Verherstraeten vindt dat het opportuun zou
zijn een onderscheid te maken tussen het gebruik
van informanten, waarvoor geen enkele drempel
vereist zou zijn, en andere technieken, zoals
observatie en infiltratie, waarvoor striktere
voorwaarden vereist zouden zijn. Waarom kiest
men als criterium niet de aard van het onderzochte
misdrijf? Daarmee zou men met infiltratie of
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
8
organisée.
Le collaborateur de la ministre précise que la
méthode la plus employée serait l'observation et les
informateurs. Seul le juge d'instruction est
compétent pour autoriser une observation avec vue
dans un domicile pour localiser une personne
condamnée ; or, il n'intervient pas dans l'exécution
des peines. La police peut demander au procureur
du Roi un mandat d'arrêt et de perquisition, mais
pas de mettre en oeuvre des méthodes particulières
de recherche. Avant la loi sur ces méthodes, elles
étaient mises en oeuvre sans cadre légal. Il faut que
les services de police puissent disposer de cet outil
dans le cadre de l'exécution des peines.
Un amendement a été adopté, qui vise à préciser
que ces méthodes pourront servir dans le cadre de
l'exécution de peines d'une personne en fuite, aux
mêmes conditions que celles prévues pour
l'observation, l'infiltration et le recours aux
indicateurs.
observatie kunnen werken, als de misdrijven
verband houden met drugs of als het om de
georganiseerde misdaad gaat.
De medewerker van de minister preciseert dat de
meest gebruikte methode de observatie en het
gebruik van informanten zou zijn. Enkel de
onderzoeksrechter is bevoegd om een observatie
met technische middelen met zicht in een woning
toe te staan om een veroordeelde te lokaliseren; de
onderzoeksrechter heeft echter geen uitstaans met
de strafuitvoering. De politiediensten kunnen aan
de procureur des Konings wel een opsporings- en
aanhoudingsbevel vragen, maar kunnen geen
bijzondere opsporingsmethoden toepassen. Vóór
de aanneming van de wet op de bijzondere
opsporingsmethoden, werden die methoden zonder
wettelijk kader uitgevoerd. De politiediensten
moeten in het kader van de strafuitvoering echter
ook over dat instrument kunnen beschikken.
Er werd een amendement aangenomen dat ertoe
strekt te preciseren dat die methoden kunnen
worden aangewend in het kader van de
strafuitvoering ten aanzien van een persoon die op
de vlucht is, onder dezelfde voorwaarden als die
welke gelden voor de observatie, de infiltratie en
het inzetten van informanten.
A l'article 10, Mme Nagy explique qu'afin de
respecter le principe du contradictoire, il est
nécessaire que les parties puissent avoir accès aux
informations concernant la technique d'enquête
utilisée. La ministre rappelle que la Cour d'arbitrage
n'a pas remis en cause le principe du dossier
confidentiel mais a simplement demandé qu'un
juge puisse être désigné. Mme Nagy répond que le
Conseil supérieur a lui aussi soulevé ce problème.
Le problème ne semble donc pas tout à fait réglé.
La ministre rétorque que le dossier confidentiel est
et reste l'exception.
M. Wathelet demande des précisions quant à
l'étendue exacte du contrôle. La ministre répond
que la description du moyen technique ne sera pas
révélée dans le dossier ouvert lorsque cette
description risquerait d'empêcher que cette
méthode soit encore utilisée ultérieurement. Ces
informations figureront, en revanche, dans le
dossier confidentiel qui sera soumis à un contrôle.
Pour qu'une technique d'observation ou d'infiltration
puisse être autorisée, six éléments doivent être
respectés: la proportionnalité; la subsidiarité;
l'identité de la personne faisant l'objet de l'enquête;
la période; le scénario ou le mode d'exécution;
l'identité de l'officier de police qui est responsable
Bij artikel 10 merkt mevrouw Nagy op dat, teneinde
het principe van het tegensprekelijke karakter na te
leven, het noodzakelijk is dat de betrokken partijen
toegang kunnen hebben tot informatie omtrent de
aangewende onderzoekstechniek. De minister van
Justitie, wijst erop dat het Arbitragehof het principe
van het vertrouwelijk dossier niet op de helling heeft
gezet, maar alleen heeft gevraagd dat een rechter
zou kunnen worden aangesteld. Mevrouw Nagy
antwoordt dat ook de Hoge Raad dit probleem heeft
opgeworpen. Het probleem lijkt dus niet helemaal
opgelost. De minister werpt tegen dat het
vertrouwelijk dossier de uitzondering is en blijft.
De heer Melchior Wathelet vraagt preciseringen
omtrent de juiste omvang van de controle. De
minister antwoordt dat de omschrijving van het
technisch middel niet zal worden onthuld in het
open dossier wanneer die omschrijving het risico
zou inhouden dat deze methode achteraf niet
langer zou kunnen worden gebruikt. Die
inlichtingen zullen daarentegen worden opgenomen
in het vertrouwelijk dossier, dat zal worden
onderworpen aan een controle.
Opdat een techniek van observatie of infiltratie kan
worden toegestaan, moeten zes elementen in acht
worden genomen: de proportionaliteit; de
subsidiariteit; de identiteit van de persoon op wie
het onderzoek betrekking heeft; de periode; het
scenario of de wijze van uitvoering; de identiteit van
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
9
de l'observation ou de l'infiltration.
de politieofficier die verantwoordelijk is voor de
observatie of de infiltratie.
Les quatre premiers points seront repris dans le
dossier ouvert. Les deux derniers points
n'apparaîtront que dans le dossier confidentiel. Les
enquêteurs n'ont cependant pas intérêt à mettre
trop d'éléments dans le dossier confidentiel et pas
assez dans le dossier ouvert puisque tout ce qui
figure dans le dossier confidentiel ne peut
évidemment pas être utilisé comme élément de
preuve.
Plusieurs collègues ont constaté que l'article 13 ne
prévoit aucune exclusion de peine pour les
informateurs. Or, les infractions qu'ils commettent
le sont en concertation avec la police. Le
collaborateur de la ministre explique que les
informateurs peuvent effectivement être poursuivis.
La pratique montre que cela ne les empêche pas
de travailler avec la police. M. Muls note que
l'engagement moral du procureur n'exclut pas que
les victimes se constituent partie civile. M. Wathelet
demande comment un indicateur pourra prouver
que l'infraction qu'il a commise était motivée par la
nécessité de protéger sa qualité d'informateur. Le
collaborateur de la ministre explique que le choix
des infractions est né de la pratique.
De eerste vier punten zullen worden vermeld in het
«open» dossier. De laatste twee punten zullen
alleen in het vertrouwelijk dossier worden
opgenomen. De onderzoekers hebben er trouwens
geen belang bij te veel elementen op te nemen in
het vertrouwelijk dossier en te weinig in het «open»
dossier, aangezien alles wat het vertrouwelijk
dossier bevat uiteraard niet als bewijs kan worden
gebruikt.
Verscheidene collega's merkten op dat artikel 13
geen enkele uitsluiting van straf bevat voor de
informanten. Ze plegen de misdrijven echter wel in
overleg met de politie. De medewerker van de
minister geeft aan dat de informanten inderdaad
kunnen worden vervolgd. Uit de praktijk blijkt dat dit
ze niet belet met de politie samen te werken. De
heer Muls merkt op dat het "moreel engagement"
van de procureur niet uitsluit dat de slachtoffers
zich burgerlijke partij stellen. De heer Wathelet
vraagt hoe een informant zal kunnen bewijzen dat
het misdrijf dat hij heeft gepleegd was ingegeven
door de noodzaak zijn hoedanigheid van informant
te beschermen. De medewerker van de minister
legt uit dat de keuze van de misdrijven uit de
praktijk gegroeid is.
L'informateur n'a donc pas de cause légale
d'excuse pour ne pas prendre la fonction qu'il
occupe en matière d'information.
De informant heeft dus om zijn informatiepositie
niet te verliezen geen wettelijke verschoningsgrond.
Président: M. Paul Tant.
Concernant l'article 22, M. Wathelet demande si la
chambre des mises en accusation vérifiera
également si les principes de subsidiarité et de
proportionnalité ont été respectés dans le choix des
méthodes particulières de recherche. L'intervenant
demande en outre si le fonctionnaire de police qui
exécute la mission peut être entendu par la
chambre des mises en accusation. La ministre fait
observer que la motivation de la décision d'utiliser
certaines méthodes de recherche ne fait pas partie
intégrante du dossier confidentiel mais figure aussi
toujours dans le dossier judiciaire. Le collaborateur
de la ministre précise la portée de la procédure
prévue par l'article 235ter.
Voorzitter: de heer Paul Tant.
Wat artikel 22 betreft, vraagt de heer Wathelet of de
kamer van inbeschuldigingstelling ook nagaat of de
principes van subsidiariteit en proportionaliteit
gerespecteerd werden bij de keuze van de
bijzondere opsporingsmethoden. De spreker wil
tevens weten of de politieambtenaar die de
opdracht uitvoerde door de kamer van
inbeschuldigingstelling gehoord kan worden. De
minister merkt op dat de motivatie voor het gebruik
van een bepaalde opsporingsmethode niet
uitsluitend deel uitmaakt van het vertrouwelijk
dossier maar ook steeds te vinden is in het
gerechtelijk dossier. De medewerker van de
minister verduidelijkt de procedure die in artikel
235ter vastgelegd wordt.
M. Maingain estime que les dispositions à l'examen
limitent exagérément le contrôle de la légalité de
l'application des méthodes particulières de
recherche par les juridictions de jugement. Il
souligne que la défense conserve la possibilité
d'invoquer tous les moyens relatifs à la légalité du
De heer Maingain vindt dat de controle over de
wettigheid van de toepassing van de bijzondere
opsporingsmethode door de vonnisgerechten door
de ter bespreking voorliggende bepalingen te zeer
beperkt wordt. Hij onderstreept dat de verdediging
de mogelijkheid behoudt om alle middelen met
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
10
recours à une méthode particulière de recherche
devant le juge du fond. La ministre répond
qu'aucun débat contradictoire n'a lieu au sein de la
chambre des mises en accusation. Le collaborateur
de la ministre ajoute que la divulgation de ces
données confidentielles constitue une violation du
secret professionnel.
betrekking tot de wettigheid van het gebruik van
een bijzondere opsporingsmethode voor de
bodemrechter op te werpen. De minister antwoordt
dat de kamer van inbeschuldigingstelling geen
tegensprekelijk debat houdt. De medewerker van
de minister voegt hieraan toe dat het in de
openbaarheid brengen van deze confidentiële
gegevens een schending van het beroepsgeheim
zou inhouden.
M. Wathelet demande à la ministre de donner une
liste des documents qui doivent figurer dans le
dossier confidentiel, liste qui est communiquée par
le collaborateur de la ministre.
De heer Wathelet vraagt de minister een lijst op te
geven van de documenten die in het vertrouwelijke
dossier moeten opgenomen worden. Deze lijst
wordt door de medewerker van de minister
medegedeeld.
Ce rapport reprend les points les plus importants du
projet de loi. Je me réfère au rapport écrit pour le
reste (Applaudissements sur tous les bancs).
Dit verslag bevat de belangrijkste punten van het
wetsontwerp. Voor het overige verwijs ik naar het
schriftelijk verslag. (Applaus op alle banken).
01.02 Melchior Wathelet (cdH) : A la suite des
discussions qui ont eu lieu au Sénat et des craintes
exprimées par le barreau, il s'agit de remettre ce
projet de loi dans son contexte.
01.02 Melchior Wathelet (cdH): Naar aanleiding
van de bespreking in de Senaat en de opmerkingen
van de balie, moet dit wetsontwerp opnieuw in zijn
context geplaatst worden.
L'objectif de ce texte est d'arriver à l'équilibre entre
la tendance sécuritaire - les organes appropriés
doivent avoir les moyens d'intervenir - et le respect
de la vie privée, des libertés individuelles et du droit
de la défense.
Il y a déjà eu précédemment une législation sur le
sujet, la loi du 6 janvier 2003, à l'égard de laquelle
le cdH avait exprimé un certain nombre de
questions. Cette première tentative n'a pas été la
bonne dans la mesure où la Cour d'arbitrage a
donné tort au législateur sur plusieurs points : le
recours à la mini instruction, la provocation policière
en tant que cause d'irrecevabilité des poursuites et
la question de la présence d'un juge d'instruction
indépendant et impartial.
De tekst strekt ertoe een evenwicht te vinden
tussen het streven naar veiligheid de gepaste
organen moeten over de middelen beschikken om
te kunnen optreden en de eerbiediging van de
persoonlijke levenssfeer, de individuele vrijheden
en het recht op verdediging.
Er bestond daarover al een wetgeving in het
verleden, namelijk de wet van 6 januari 2003,
waarover mijn partij verschillende vragen had
gesteld. Deze eerste poging is op een mislukking
uitgedraaid aangezien het Arbitragehof de wetgever
op verschillende punten ongelijk heeft gegeven: het
mini-onderzoek, de politionele provocatie als grond
van onontvankelijkheid van de vervolgingen en de
kwestie van de aanwezigheid van een
onafhankelijke en neutrale onderzoeksrechter.
Nous devons répondre à l'arrêt de la Cour
d'arbitrage avant la date butoir du 31 décembre
2005. Nous avons dû travailler très vite alors que
ce texte recommandait toute la nuance. Il fallait
effectivement faire une loi d'exception.
Je vais développer un certain nombre
d'amendements. Je pense que la plupart peuvent
faire l'objet d'un consensus. Madame la ministre, je
voulais également souligner que si je devais voter
aujourd'hui sur vos déclarations, je voterais oui.
Mais il y a une inadéquation entre ce qui a été dit
en commission et le texte légal qui est à notre
disposition aujourd'hui et sur lequel nous devons
voter.
Het arrest van het Arbitragehof vereist een
antwoord voor de uiterste datum van 31 december
2005. We hebben overhaast moeten werken, terwijl
de tekst een zeer genuanceerde aanpak vergde. Er
moest inderdaad een uitzonderingswet worden
uitgewerkt.
Ik zal een aantal amendementen nader toelichten.
Volgens mij kan over het grootste deel hiervan een
consensus worden bereikt. Mevrouw de minister, ik
wil ook benadrukken dat ik `ja' zou stemmen indien
ik mij vandaag over uw verklaringen zou moeten
uitspreken. Maar de wettekst waarover we nu
beschikken en waarover gestemd zal worden,
beantwoordt niet volledig aan de besprekingen in
de commissie.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
11
Le premier élément que je désire aborder est
l'article 90ter. Nous ne pouvons pas considérer de
la même manière l'ensemble des infractions qui y
sont reprises. Certaines requièrent des lois
spécifiques, d'autres moins.
L'intitulé du projet de loi à l'examen aujourd'hui
précise qu'il s'agit des méthodes particulières de
recherche en vue de lutter contre le terrorisme et la
criminalité grave et organisée. Or, l'article 90ter va
bien plus loin que cela. Nous devons réexaminer
cet article, je le répète, et revoir l'ensemble des
infractions.
Le deuxième volet de mon intervention concerne la
notion de provocation sur laquelle la Cour
d'arbitrage s'est prononcée en demandant d'aller
plus loin et de frapper d'irrecevabilité l'ensemble de
l'action publique participant à la même intention
délictueuse. Je déposerai un amendement en ce
sens.
Het eerste element dat ik wil aankaarten is artikel
90ter. Wij mogen de misdrijven die erin opgesomd
staan niet op dezelfde manier benaderen. Sommige
ervan vereisen specifieke wetten, voor andere is
dat minder het geval.
Het opschrift van voorliggend wetsontwerp
preciseert dat het betrekking heeft op bijzondere
opsporingsmethoden in het kader van de strijd
tegen het terrorisme en de zware en
georganiseerde criminaliteit. Artikel 90ter gaat
echter veel verder dan dat. Ik herhaal dat wij dat
artikel opnieuw moeten onderzoeken en het geheel
van de misdrijven moeten herzien.
Het tweede onderdeel van mijn uiteenzetting betreft
het begrip "provocatie" waarover het Arbitragehof
zich heeft uitgesproken; het Hof heeft gevraagd dat
men ter zake verder zou gaan en dat de
onontvankelijkheid zou gelden voor de hele
strafvordering in het kader van hetzelfde
voornemen om een misdrijf te plegen. Ik zal een
amendement in die zin indienen.
01.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Comme je l'ai indiqué à M. Vandenberghe au
Sénat, le problème des nullités sera examiné dans
le cadre du projet « Grand Franchimont » dont les
travaux débuteront prochainement en commission.
01.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Zoals
ik aan de heer Vandenberghe in de Senaat heb
gezegd, zal het probleem van de nietigheden
worden behandeld in het kader van de
zogenaamde "grote Franchimont", waarvan de
bespreking in de commissie binnenkort zal worden
aangevat.
01.04 Melchior Wathelet (cdH) : Si vos propos
me rassurent, le texte n'est toutefois pas clair.
L'amendement que j'ai déposé permettrait, d'une
part, de le clarifier et, d'autre part, de le conformer
à la jurisprudence de la Cour d'appel de Liège.
L'intention délictueuse doit être un moteur et je ne
vois pas d'inconvénient à prévoir au sein de cette
assemblée ce qui le sera probablement dans le
cadre du projet « Grand Franchimont ».
01.04 Melchior Wathelet (cdH): Uw woorden
stellen mij gerust maar de tekst blijft onduidelijk.
Het amendement dat ik ingediend heb zou
enerzijds de tekst duidelijker maken en hem
anderzijds in overeenstemming brengen met de
rechtspraak van het Hof van beroep van Luik. Het
misdadig opzet moet een drijfveer zijn en ik heb er
geen bezwaar tegen dat in deze vergadering wordt
voorzien in wat waarschijnlijk in het kader van de
`Grote Franchimont' zal vastgelegd worden.
01.05 Tony Van Parys (CD&V) : M. Wathelet
évoque à juste titre le point important que
constituent les conséquences de la provocation.
La ministre se réfère aux déclarations faites au
Sénat par le sénateur Vandenberghe concernant la
question des nullités dans le projet de loi
Franchimont. Mais cette réaction atteste
précisément du caractère chaotique de l'approche
du gouvernement. Nous débattons ici du projet de
loi sur les méthodes particulières de recherche et,
en ce qui concerne les problèmes qui en résultent,
la ministre se rèfère à l'examen au Sénat d'un autre
projet, à propos duquel nous n'avons même pas
encore reçu de documents. Car nous ne pouvons
01.05 Tony Van Parys (CD&V): De heer Wathelet
heeft natuurlijk een punt: er is inderdaad een
probleem met de consequenties van de provocatie.
De minister verwijst naar wat senator
Vandenberghe gezegd heeft in de Senaat over de
regeling van de nietigheden in het wetsontwerp-
Franchimont. Maar die reactie bewijst juist de
chaotische aanpak van de regering. We bespreken
nu het wetsontwerp op de bijzondere
opsporingsmethoden en voor de problemen die
daarbij aan het licht komen, verwijst de minister
naar de bespreking in de Senaat van een ander
ontwerp, waarover we hier zelfs nog geen
documenten hebben ontvangen. We kunnen toch
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
12
préjuger de l'issue des débats au Sénat. En se
référant, pour résoudre un problème, à un projet qui
n'a pas encore été examiné à la Chambre, la
ministre menace la sécurité juridique. Cette
situation est illustrative du chaos et de la
précipitation qu'entraîne le dépôt tardif de ce projet
par le gouvernement.
niet voorspellen wat de discussies in de Senaat
zullen opleveren. Door te verwijzen, bij wijze van
zogenaamde oplossing voor een opgeworpen
probleem, naar een ontwerp dat nog niet besproken
is in de Kamer, brengt de minister de
rechtszekerheid in het gedrang. Dit is kenmerkend
voor het chaotische haastwerk als gevolg van de
laattijdige indiening van dit ontwerp door de
regering.
Une situation similaire s'est d'ailleurs déjà produite
avec les mandats des chefs de corps : la ministre
avait alors déclaré que l'annonce du projet de loi
suffirait pour informer les chefs de corps des délais
fixés pour les vacances d'emploi. Mais la ministre
n'est-elle pas, en sa qualité de garde des sceaux,
la garante de l'État de droit ?
Nous n'avons pas assez de temps pour examiner le
présent projet au fond alors qu'en la matière, il est
très important de faire preuve de la plus grande
prudence. Sinon nous courons le risque que des
avocats habiles tirent parti des imprécisions de la
loi.
Iets gelijkaardigs is trouwens ook al gebeurd in
verband met de mandaten van de korpsoversten:
daar verklaarde de minister dat de aankondiging
van het wetsontwerp wel zou volstaan om de
korpsoversten te informeren over de termijnen van
de vacatures. Is de minister dan niet de garde des
sceaux, de behoeder van de rechtsstaat?
We hebben onvoldoende tijd om dit ontwerp ten
gronde te bespreken, terwijl het in deze erg
belangrijk is uiterste voorzichtigheid aan de dag te
leggen. Anders dreigt het gevaar dat handige
advocaten de onduidelijkheden in de wet zullen
misbruiken.
01.06 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Nous devons régler le problème soulevé par la
Cour d'arbitrage avant le 31 décembre. Le débat
général sur les nullités ne rejaillira toutefois pas à
l'occasion du « Grand Franchimont ».
A la suite de l'annulation de l'article 47quater du
Code d'instruction criminelle par la Cour d'arbitrage,
la Cour de cassation nous a demandé une
définition uniforme avec, dès lors, une
conséquence uniforme pour ce qui concerne la
provocation. Nous n'avons fait que répondre à la
Cour d'arbitrage.
Pour répondre à cette demande, nous avons repris
le choix du législateur de 2003 : rendre l'action
publique irrecevable pour les faits délictueux
directement liés à la provocation policière ; en
revanche, la provocation n'aura pas d'incidence sur
la validité des constatations effectuées avant la
provocation ou sur la validité des constatations
sans rapport avec le fait délictueux né de cette
provocation.
La question de savoir si la volonté du législateur de
2003 doit être modifiée fera l'objet d'un débat
général qui prendra du temps. Dans le cadre de ce
projet-ci, nous reprenons cette volonté de 2003 et
nous répondons à l'arrêt de la Cour d'arbitrage. Ni
plus, ni moins.
01.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Wij
moeten uiterlijk tegen 31 december een oplossing
vinden voor het door het Arbitragehof opgeworpen
probleem. Het algemene debat over de nietigheid
zal trouwens niet opnieuw woeden bij de
bespreking van de zogenaamde "grote
Franchimont".
Na de nietigverklaring van artikel 47quater van het
Wetboek van strafvordering door het Arbitragehof
heeft het Hof van Cassatie ons gevraagd een
eenvormige definitie uit te werken, met eenvormige
implicaties wat de provocatie betreft. Wij zijn alleen
maar ingegaan op de opmerkingen van het
Arbitragehof.
Te dien einde hebben we teruggegrepen op de
keuze die de wetgever in 2003 gemaakt heeft: de
onontvankelijkheid van de strafvordering voor
strafbare feiten die rechtsreeks in verband staan
met de provocatie door de politiediensten. De
provocatie zal daarentegen geen gevolgen hebben
voor de geldigheid van de vaststellingen die vóór
de provocatie werden gedaan, noch voor de
geldigheid van de vaststellingen die los staan van
het strafbare feit dat uit de provocatie voortvloeit.
Over de vraag of het beleidsvoornemen van de
wetgever van 2003 gewijzigd dient te worden, zal
een algemeen debat worden gevoerd. Dat zal de
nodige tijd vergen. In dit ontwerp blijven we
evenwel bij de intenties van de wetgever van 2003,
en komen we tegemoet aan de opmerkingen van
het Arbitragehof. Niets meer, maar ook niets
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
13
minder.
01.07 Melchior Wathelet (cdH) : M. Van Parys me
rejoint, notamment en ce qui concerne l'obligation
de précision et l'absence de latitude, dont on sait
que les plaideurs se saisiront.
Outre l'arrêt de la Cour d'arbitrage relativement à la
définition, la jurisprudence de la Cour européenne
des droits de l'homme énonce qu'il faut prévoir
l'irrecevabilité sur les faits provoqués ainsi que sur
les faits connexes. La Cour d'appel de Liège
reprend également le critère de l'intention
délictueuse. Ce dernier devrait présider aux
conclusions d'irrecevabilité et doit guider notre
réflexion. S'il faut nous conformer à l'arrêt de la
Cour d'arbitrage, il en va de même de la
jurisprudence de la Cour européenne des droits de
l'homme et de celle de la Cour d'appel de Liège.
Le troisième point concerne les mesures
particulières de recherche dans le cadre de
l'exécution de la peine. A nouveau, le texte proposé
dans l'urgence ne traduit pas exactement les
intentions qui ont été exprimées en commission.
Dès lors, je déposerai un nouvel amendement
reflétant fidèlement nos discussions en explicitant
l'argument de proportionnalité évoqué en
commission.
01.07 Melchior Wathelet (cdH): De heer Van
Parys deelt mijn standpunt met name over de
preciseringsverplichting en het ontbreken van enige
manoeuvreerruimte, twee punten waarvan
advocaten gretig gebruik zullen maken.
Naast het arrest van het Arbitragehof over de
omschrijving, zegt de rechtspraak van het
Europees hof voor de rechten van de mens dat er
in de onontvankelijkheid moet worden voorzien
voor de veroorzaakte feiten en de aanverwante
feiten. Het Luikse hof van beroep neemt ook het
criterium over van het voornemen om een misdrijf
te plegen. Dit laatste criterium moet bepalend zijn
als men tot onontvankelijkheid besluit en moet ook
de leidraad zijn van onze bezinning. Als wij ons aan
het arrest van het Arbitragehof moeten aanpassen,
dan geldt hetzelfde voor de rechtspraak van het
Europees hof voor de rechten van de mens en voor
die van het Luikse hof van beroep.
Het derde punt heeft betrekking op de bijzondere
opsporingsmethodes in het raam van de
strafuitvoering. Ook hier geeft de in alle haast
voorgestelde tekst de intenties die in de commissie
werden vertolkt niet nauwkeurig weer. Ik zal dan
ook een nieuw amendement indienen dat onze
besprekingen trouw weerspiegelt en het in de
commissie aangevoerde proportionaliteitsargument
toelicht.
01.08 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Notre texte va plus loin en prévoyant l'utilisation
des méthodes de recherche conformément aux
principes de subsidiarité et de proportionnalité, ce
qui n'est pas le cas de votre amendement. Dans
vos amendements, vous réduisez en réalité la
protection offerte aux journalistes, par exemple,
dans la loi de 2005. Toute la doctrine considère le
domicile comme une notion évolutive tandis qu'en
figeant cette notion dans la loi, vous réduisez la
portée de cette protection.
01.08 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Onze
tekst gaat verder: hij voorziet in het gebruik van de
opsporingsmethoden overeenkomstig het
subsidiariteits- en het proportionaliteitsbeginsel. Dat
is niet zo in uw amendement. Met uw
amendementen doet u afbreuk aan de bescherming
die bijvoorbeeld de journalisten wordt geboden in
de wet van 2005. De rechtsleer is het er algemeen
over eens dat het begrip "woning" evolueert.
Wanneer u dat begrip in de wet omschrijft, beperkt
u de draagwijdte van de bescherming.
01.09 Melchior Wathelet (cdH) : Dans le projet,
un contrôle visuel discret sera possible, et à
n'importe quel moment, sans l'accord du juge
instruction s'il ne s'agit pas d'un domicile. Selon la
Cour d'arbitrage, moins les garanties sont
importantes, plus on doit respecter le droit à la vie
privée, les droits de la défense, etc. C'est donc la
notion de domicile qui peut « priver » le parquet de
faire procéder à des contrôles visuels discrets.
Mais il s'agit d'une notion mouvante. C'est, à mes
yeux, la définition large donnée au terme
« domicile » par la Cour européenne des droits de
01.09 Melchior Wathelet (cdH): Volgens het
ontwerp zal er gelijk wanneer een inkijkoperatie
kunnen worden uitgevoerd zonder toestemming
van de onderzoeksrechter, wanneer die niet in een
woning doorgaat. Het Arbitragehof is van oordeel
dat hoe minder waarborgen er worden geboden,
hoe meer het recht op een privé-leven of de
rechten van de verdediging, enz. moeten worden
nageleefd. Het concept woning kan het parket
hinderen om tot inkijkoperaties over te gaan. Maar
het gaat om een rekbaar begrip. Volgens mij
moeten we ons laten leiden door de ruime
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
14
l'homme qui doit être admise, plutôt que la
définition de la Cour de cassation.
interpretatie die het Europees Hof van de rechten
van de mens aan het begrip "woning" geeft en niet
door de definitie van het Hof van Cassatie.
Nous proposons donc une définition qui accepte la
jurisprudence de la Cour européenne des droits de
l'homme et qui fait référence à un local utilisé à des
fins professionnelles ou comme lieu de réunion
d'une association.
We stellen dus een definitie voor die rekening houdt
met de rechtspraak van het Europees Hof voor de
rechten van de mens en die verwijst naar een
lokaal dat voor beroepsdoeleinden of als
vergaderplaats van een vereniging wordt gebruikt.
01.10 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Si la Cour européenne des droits de l'homme
considère la notion de domicile d'une manière
large, elle admet des intrusions dans certains cas.
La jurisprudence de la Cour de cassation assure
une protection absolue.
01.10 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
Europees Hof voor de rechten van de mens mag
het begrip woning dan wel ruim omschrijven, het
staat in sommige gevallen het binnendringen toe.
De rechtspraak van het Hof van Cassatie
garandeert een absolute bescherming.
01.11 Melchior Wathelet (cdH) : Un local
professionnel dans lequel il y a une composante
privée posera problème.
01.11 Melchior Wathelet (cdH): Een lokaal met
een privé-gedeelte dat voor beroepsdoeleinden
wordt gebruikt zal problemen doen rijzen.
Il doit être assimilé à un domicile, mais pour le
savoir, et savoir si on peut pratiquer un contrôle
visuel discret, il va falloir pratiquer un contrôle
visuel discret ! C'est paradoxal. Comment parler de
protection absolue dans une telle situation ? La
définition de la Cour européenne des droits de
l'homme sera donc finalement toujours invoquée.
Dat moet met een woning worden gelijkgesteld,
maar om zeker te zijn en om te weten of een
inkijkoperatie toegelaten is, zal men eerst een
inkijkoperatie moeten uitvoeren! Dat is paradoxaal.
Hoe kan men in dergelijke omstandigheden van
een absolute bescherming gewagen? Uiteindelijk
zal altijd naar de omschrijving van het Europees
Hof voor de rechten van de mens worden
verwezen.
01.12 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La protection offerte par la Cour européenne des
droits de l'homme prévoit des restrictions.
D'un point de vue pragmatique, les enquêteurs, en
entrant quelque part, vont peut-être se rendre
compte, contrairement à ce qu'ils pensaient au
départ, qu'il s'agit d'un domicile, selon la définition
de la Cour de cassation, et non pas d'un lieu privé
non accessible au public. La vigilance est cruciale,
puisque n'importe quel élément de preuve tiré de
méthodes particulières de recherche sera annulé si
ces dernières ne sont pas conformes aux
conditions et obligations prévues par la loi.
01.12 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
door het Europees Hof voor de rechten van de
mens geboden bescherming omvat een aantal
beperkingen.
In de praktijk is het mogelijk dat de onderzoekers,
wanneer ze een lokaal betreden, vaststellen dat
het, in tegenstelling tot wat ze aanvankelijk
dachten, om een woning volgens de omschrijving
van het Hof van Cassatie gaat en niet om een
private plaats die niet toegankelijk is voor het
publiek. De onderzoekers moeten waakzaam
blijven, want een bewijs verkregen via bijzondere
onderzoeksmethoden zal hoe dan ook worden
vernietigd wanneer van die methoden gebruik werd
gemaakt zonder dat aan de voorwaarden en de
verplichtingen van deze wet was voldaan.
01.13 Melchior Wathelet (cdH) : Mais dans votre
exemple, les enquêteurs ont dû pratiquer un
contrôle visuel discret pour savoir si c'était un
domicile ou pas !
01.13 Melchior Wathelet (cdH): In uw voorbeeld
moeten de onderzoekers een inkijkoperatie
uitvoeren om te weten of het al dan niet om een
woning gaat!
01.14 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Chaque fois qu'un doute existe, les enquêteurs ont
intérêt à considérer qu'il s'agit d'un domicile !
01.14 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Telkens er een twijfel bestaat, hebben de
onderzoekers er belang bij te veronderstellen dat
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
15
het om een woning gaat!
01.15 Melchior Wathelet (cdH) : Un contrôle visuel
discret aura donc lieu au préalable pour savoir si
l'on a affaire à un domicile ! Autant permettre la
prudence, et donner du domicile la notion la plus
claire possible.
En matière de secret des sources des journalistes,
la loi d'avril 2005 et cette loi-ci sont toutes deux des
lois d'exception.
01.15 Melchior Wathelet (cdH): Een
inkijkoperatie zal dus op voorhand plaatsvinden om
uit te maken of het effectief over een woning gaat!
Het is beter voorzichtig te werk te gaan en het
begrip woning zo nauwkeurig mogelijk te
omschrijven.
Inzake het bronnengeheim van de journalisten zijn
de wet van april 2005 en de voorliggende wet
allebei uitzonderingswetten.
01.16 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Je veux bien comprendre les inquiétudes, mais la
protection de la loi de 2005 est absolue vis-à-vis de
toutes les méthodes d'instruction ou d'information.
01.16 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
begrip voor uw ongerustheid maar de wet van 2005
biedt een absolute bescherming ten aanzien van
alle onderzoek- of vooronderzoekmethodes.
01.17 Melchior Wathelet (cdH): Qu'on l'insère
dans le projet !
01.17 Melchior Wathelet (cdH): Dan moet men
dat maar in het ontwerp opnemen.
01.18 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
C'est superflu. Vous déforceriez le principe en le
rappelant dans une loi particulière.
01.18 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat is
overbodig. Door het in een bijzondere wet te
herhalen zou u het principe ondermijnen.
01.19 Melchior Wathelet (cdH): Alors, qu'on
insère un amendement sur les méthodes
particulières de recherche !
01.19 Melchior Wathelet (cdH): Laten we dan een
amendement toevoegen over de bijzondere
onderzoeksmethoden!
01.20 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Pas dans le cadre de cette loi ! En revanche, je ne
vois aucun problème à renforcer encore la loi de
2005, en ôtant tout doute quant à son
interprétation.
01.20 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Niet in
het kader van deze wet! Ik zie er daarentegen geen
graten in om de wet van 2005 nog eens te
verbeteren door elke twijfel over de interpretatie
weg te werken.
01.21 Melchior Wathelet (cdH): J'en viens à la
chambre des mises en accusation. Confirmez-vous
que le dossier transparent contiendra une
retranscription de ce que renferme le dossier
confidentiel ?
01.21 Melchior Wathelet (cdH): Wat de kamer
van inbeschuldigingstelling betreft, bevestigt u dat
het transparant dossier een afschrift bevat van het
vertrouwelijk dossier?
01.22 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Oui, à l'exception de la technique, de la tactique et
de la source humaine.
01.22 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ja,
met uitzondering van de techniek, de tactiek en de
menselijke bron.
01.23 Melchior Wathelet (cdH): N'y a-t-il pas
danger de surcharge administrative ? Ne serait-il
pas plus facile de partir du dossier transparent et
d'en extraire les éléments pour le dossier
confidentiel ?
01.23 Melchior Wathelet (cdH): Dreigt er geen
gevaar van administratieve overlast? Zou het niet
makkelijker zijn om uit te gaan van het transparante
dossier en er de elementen voor het vertrouwelijk
dossier uit te lichten?
01.24 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
C'est bien ainsi qu'il en va.
01.24 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Zo
gebeurt dat ook.
01.25 Melchior Wathelet (cdH): Les barreaux ont
marqué leur accord sur le principe ;ce qui a fait
l'objet de plus de discussions, c'est le volet
01.25 Melchior Wathelet (cdH): De balies hebben
met het principe ingestemd; het debat op
tegenspraak gaf echter meer aanleiding tot
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
16
contradictoire. Pourquoi exclure la possibilité de
confrontation par la chambre des mises en
accusation ? Pourquoi ne pas plutôt l'admettre,
comme propose M. Maingain, en ménageant la
possibilité de déroger au principe ?
discussie. Waarom sluit men de mogelijkheid van
een confrontatie door de kamer van
inbeschuldigingstelling uit? Waarom zou men dat
niet mogelijk maken, zoals de heer Maingain
voorstelt? Men zou dan tevens in de mogelijkheid
kunnen voorzien om van dat principe af te wijken.
Les indicateurs ne sont pas repris dans le dossier
confidentiel. Ils sont soumis à une procédure. Ne
serait pas plus utile de renvoyer ce dossier à la
chambre des mises en accusation pour vérification
de la procédure ?
De informanten worden niet in het vertrouwelijk
dossier vermeld. Ze worden aan een procedure
onderworpen. Zou het niet nuttiger zijn dit dossier
naar de kamer van inbeschuldigingstelling terug te
sturen voor een controle van de procedure?
Des propositions ont été faites pour ne pas
supprimer le pourvoi en cassation. Je suppose que
vous interviendrez pour expliquer pourquoi elles
n'ont pas été retenues.
Enfin, en ce qui concerne la chambre des mises en
accusation, il conviendrait que sa composition soit
modulée de façon à ce que ce ne soient pas les
mêmes magistrats qui aient à connaître, à la fois,
du dossier confidentiel lors de la vérification de la
légalité des méthodes et du dossier transparent à
l'autre stade de la procédure où la chambre
intervient.
Pour conclure, je voudrais dire que je ne suis pas
entièrement rassuré par rapport à l'équilibre retenu
entre les aspects sécuritaires, les prérogatives de
la défense et le respect de la vie privée
(Applaudissements sur les bancs du cdH).
Er zijn voorstellen gedaan om de voorziening in
cassatie niet af te schaffen. Ik neem aan dat u
straks zal uiteenzetten waarom ze niet werden
aangehouden.
Wat de kamer van inbeschuldigingstelling betreft,
zou haar samenstelling moeten kunnen variëren
zodat niet dezelfde magistraten én het
vertrouwelijke dossier behandelen bij het nagaan
van de wettelijke basis van de methodes én het
transparante dossier toevertrouwd krijgen in het
andere stadium van de zaak waarin de kamer
optreedt.
Bij wijze van conclusie wil ik nog onderstrepen dat
ik niet helemaal gerustgesteld ben met betrekking
tot het bereikte evenwicht tussen de
veiligheidsoverwegingen, de privileges van de
verdediging en het respect voor de privacy.
(Applaus bij de cdH)
01.26 Walter Muls (sp.a-spirit) : Les pays
européens jouissent tous d'une longue expérience
dans le domaine du terrorisme national mais
aujourd'hui, au 21
ème
siècle, nous sommes
confrontés à une nouvelle forme de terrorisme, un
terrorisme international qui fait beaucoup plus de
dégâts tant en terme de dégâts matériels qu'en
terme de victimes humaines. En créant une
psychose d'angoisse, une phobie même, les
terroristes veulent nous priver de nos libertés
individuelles.
Michael Ignatieff avance qu'un gouvernement se
doit de se montrer le plus réservé possible dans la
limitation des libertés. Pourtant, certains partis
d'opposition démocratiques vont tellement loin
dans l'indignation morale publique qu'ils veulent
limiter les libertés individuelles. D'autres partis
jouent sciemment sur la peur et vont même jusqu'à
l'alimenter. Certains magistrats du parquet
avancent aussi des arguments pour limiter les
droits de la défense ! Le seul mot de terrorisme
suffit déjà à faire perdre à certains tout sens de la
mesure entre ce qu'il faut combattre et les moyens
01.26 Walter Muls (sp.a-spirit): De Europese
landen hebben allemaal een lange ervaring met
nationaal terrorisme, maar nu, in de 21
e
eeuw, duikt
een nieuwe vorm van terrorisme op, een
internationaal terrorisme met meer veel materiële
schade en slachtoffers. Door het creëren van een
angstpsychose, een fobie zelfs, willen deze
terroristen onze individuele vrijheden fnuiken.
Michael Ignatieff stelt dat een regering zo
terughoudend mogelijk moet zijn inzake het
inperken van vrijheden. Toch gaan sommige
democratische! oppositiepartijen zover mee in de
morele publieke verontwaardiging dat ze de
individuele vrijheden willen inperken. Andere
partijen spelen zelfs bewust in op de angst en
wakkeren hem nog meer aan. Er zijn zelfs
parketmagistraten die argumenten aanvoeren om
de rechten van verdediging te beperken! Het woord
terrorisme alleen al doet sommigen elke mate van
proportie verliezen tussen wat wordt bestreden en
waarmee het moet worden bestreden.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
17
à mettre en oeuvre pour le combattre.
Pour Spirit, les libertés individuelles constituent une
valeur essentielle. Nous sommes donc
reconnaissants à la ministre d'avoir amendé le
texte initial de la loi sur les méthodes particulières
de recherche, notamment sur les points de
l'instauration du contrôle judiciaire par l'entremise
de la chambre des mises en accusation ou du juge
d'instruction, de la désignation de juges
d'instruction fédéraux et de la définition des
infractions auxquelles s'appliquent les méthodes
particulières de recherche. Ces aménagements ont
été rendus possibles grâce à la Cour d'arbitrage.
Dans ces conditions, la loi ainsi modifiée peut être
mise aux voix aujourd'hui et nous l'approuverons.
Nous formulons une première réserve à propos du
manque de contrôle démocratique à l'égard de
l'application de la loi. Il appartient à mes yeux au
Parlement d'assumer cette mission pour éviter des
situations pareilles à celles que nous avons vécues
à propos de la loi anti-blanchiment. Les méthodes
prévues par cette loi sont en effet appliquées de
plus en plus largement à des infractions diverses,
avérées ou supposées. La loi Franchimont, dont
nous débattrons prochainement, appelle la même
réflexion.
Il me semble indiqué de scinder, au niveau du
Parlement, le Code d'instruction criminelle en un
code de droit commun et un autre pour les
infractions auxquelles s'appliquent les méthodes
particulières de recherche.
Voor Spirit vormen de individuele vrijheden een
hoog goed. Wij zijn de minister dan ook erkentelijk
voor de reparaties aan de oorspronkelijke BOM-
wet, zoals het invoeren van de rechterlijke controle
via de kamer van inbeschuldigingstelling of de
onderzoeksrechter, de aanstelling van federale
onderzoeksrechters en de afbakening van
misdrijven waarop de bijzondere
opsporingmethoden van toepassing zijn. Dankzij
het Arbitragehof waren die aanpassingen mogelijk
en kunnen wij vandaag die aangepaste wet
goedkeuren. Wij zullen dat ook doen.
Een eerste kanttekening is echter het gebrek aan
democratische controle op de toepassing van de
wet. Ik denk dat het Parlement die taak op zich
moet nemen om toestanden zoals met de
witwaswet te voorkomen. De methoden van die wet
worden immers steeds verder uitgebreid voor
allerlei misdrijven of vermoede misdrijven. Ook voor
de wet-Franchimont, die wij binnenkort zullen
bespreken, kunnen we die vraag stellen.
Het lijkt me een goed idee om vanuit het Parlement
het Wetboek van strafvordering op te splitsen in
een wetboek voor het gemene recht en een
wetboek voor de misdrijven waarop bijzondere
opsporingmethoden van toepassing zijn.
La question est de savoir ce que nous devons faire
lorsque nous constatons que la menace terroriste a
fortement diminué, voire disparu. Notre parti estime
que les méthodes particulières de recherche,
finalement mises en oeuvre dans une situation
donnée, doivent être reconsidérées dans ce cas.
A l'intention de ceux qui nous obligent à prendre ce
type de mesures, j'aimerais paraphraser Gandhi : la
violence s'épuise tôt ou tard alors que la paix est
inépuisable. (Applaudissements)
De vraag rijst wat we moeten doen wanneer wordt
vastgesteld dat de dreiging van het terrorisme in
belangrijke mate is afgenomen of zelfs is
weggevallen. Spirit meent dat we de bijzondere
opsporingsmethoden, die tenslotte voor een
bijzondere situatie in het leven worden geroepen, in
dat geval weer op tafel moeten leggen.
Voor degenen die ons tot dit soort maatregelen
nopen zou ik Gandhi willen parafraseren: geweld
raakt vroeg of laat uitgeput, terwijl vrede
onuitputtelijk is. (Applaus)
01.27 Thierry Giet (PS): En 2003, la Belgique
s'est dotée d'une loi relative aux méthodes
particulières de recherche, dont le maître-mot était,
déjà, l'équilibre entre l'efficacité des poursuites et la
protection des libertés individuelles. Tous ceux qui
ont voté cette loi étaient, sans doute, persuadés
avoir trouvé cet équilibre. Force est de constater
que la Cour d'arbitrage s'est fondée sur une autre
notion de l'équilibre dans son arrêt du 21 décembre
2004, auquel nous tentons maintenant de nous
01.27 Thierry Giet (PS): In 2003 kreeg België een
wet betreffende de bijzondere
opsporingsmethoden, een wet die toen al stoelde
op een evenwicht tussen de doeltreffendheid van
de vervolging en de bescherming van de
individuele vrijheden. Diegenen die de wet indertijd
hebben goedgekeurd, waren er ongetwijfeld van
overtuigd dat dat evenwicht gevonden was. Nu
blijkt evenwel dat het Arbitragehof dat begrip
"evenwicht" kennelijk anders invult in zijn arrest van
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
18
conformer.
En ce qui concerne la réparation de la loi suite à
l'arrêt de la Cour d'arbitrage, je saluerai tout
d'abord l'instauration du contrôle de la chambre des
mises en accusation, qui a été renforcé par des
amendements prévoyant, d'une part, le principe de
l'avertissement de la chambre des mises en
accusation par le procureur du Roi ayant l'intention
de recourir à une méthode particulière de
recherche et, d'autre part, l'allongement à trente
jours du délai d'examen du dossier par la chambre
des mises en accusation.
21 december 2004, waarnaar wij ons thans
trachten te voegen.
Om aan dat arrest van het Arbitragehof tegemoet te
komen, is er dus dit herstelwetsontwerp, dat in de
eerste plaats voorziet in de instelling van een
controle door de kamer van inbeschuldigingstelling.
Die controle werd nog versterkt door een aantal
amendementen die er enerzijds toe strekken
principieel vast te stellen dat de procureur des
Konings die gebruik wil maken van een bijzondere
opsporingsmethode, de kamer van
inbeschuldigingstelling moet verwittigen, en
waarmee anderzijds beoogd wordt de termijn voor
het onderzoek van het dossier door de kamer van
inbeschuldigingstelling tot dertig dagen te
verlengen.
Ne pas douter de la bonne foi des policiers ne
dispense pas d'une prudence élémentaire quant à
la mise en oeuvre de ces techniques. En matière
de surveillance visuelle discrète, le projet répond à
ce souci de prudence par le biais de son approche
de la notion de domicile, qui doit rester évolutive.
Sa définition est l'oeuvre de la jurisprudence,
prononcée par des juges indépendants et soucieux
d'impartialité. Il est de l'intérêt du citoyen de leur
faire confiance.
Si, par ailleurs, on peut rassurer le monde
journalistique par une amélioration de la loi sur la
protection de sources, nous sommes preneurs,
quoique les dispositions actuelles me paraissent
bonnes.
Het is niet omdat men de goede trouw van
politiemannen niet in twijfel trekt dat men niet een
minimale voorzichtigheid aan de dag hoeft te
leggen wat de toepassing van die technieken
betreft. Inzake onopvallend oogtoezicht komt het
ontwerp aan die eis inzake voorzichtigheid
tegemoet via zijn aanpak van het begrip woning dat
evolutief moet blijven. De omschrijving ervan vloeit
voort uit de rechtspraak zoals die vastgelegd werd
door rechters die onafhankelijk zijn en die
onpartijdig willen zijn. De burger heeft er alle belang
bij dat hij hen vertrouwt.
Als men daarenboven de journalistieke wereld kan
geruststellen door de wet over de bronbescherming
te verbeteren, zijn wij vragende partij ook al lijken
de huidige bepalingen me goed.
En ce qui concerne les dispositions relatives aux
personnes qui se soustraient à l'exécution de leur
peine, le texte initial me posait problème dans la
mesure où ce comportement ne constitue pas, en
soi, une infraction. Je me questionnais donc sur la
finalité judiciaire des méthodes particulières de
recherche en ce cas. Les explications fournies
m'ont convaincu par rapport à nos engagements
internationaux. De plus, le texte voté en
commission après amendement me paraît plus
adéquat.
Une loi est ce que les praticiens en font, d'où
l'importance de la formation des policiers et du
contrôle de leur pratique. De là, aussi, l'importance
du rôle et de la formation des magistrats, qui vont
intervenir dans la mise en oeuvre et le contrôle des
méthodes particulières de recherche et vont
participer à l'évolution jurisprudentielle de certaines
notions.
Wat de bepalingen betreft met betrekking tot de
personen die zich aan hun straf onttrekken, had ik
een probleem met de oorspronkelijke tekst omdat
dit op zich geen strafbaar feit is. Ik had dus vragen
bij de gerechtelijke finaliteit van de bijzondere
onderzoeksmethoden in dat geval. De nadere
toelichting heeft me kunnen overtuigen dat er geen
probleem rijst met betrekking tot onze internationale
verplichtingen. Bovendien lijkt de tekst die na
amendering in commissie werd goedgekeurd, beter
aan de doelstellingen te beantwoorden.
Een wet staat en valt met de uitvoering in het veld.
De opleiding van de politieambtenaren en het
toezicht op de praktijk is dan ook van het grootste
belang. Daarom ook is de rol en de opleiding van
de magistraten zo essentieel: zij komen immers
tussenbeide in de tenuitvoerlegging van en het
toezicht op de bijzondere onderzoeksmethoden en
ze dragen ook bij aan de evolutie die sommige
begrippen in de rechtspraak zullen doormaken.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
PLEN 180
20/12/2005
19
La responsabilité du Conseil supérieur de la justice
est écrasante à cet égard car il détient, en
définitive, le pouvoir de les nommer. À côté des
conditions de compétence et d'intelligence, il se
doit d'être particulièrement attentif au souci qu'ont
les candidats du respect des libertés individuelles
et de l'égalité des armes. Celle-ci est assurée dans
la loi : le but de la répression est d'obtenir des
condamnations, ce qui ne peut se faire qu'avec un
dossier bien monté et identique pour le juge amené
à trancher et pour le prévenu. Il relève donc de
l'intérêt de tous de fournir à chaque partie le plus
grand nombre de preuves possible, dans le respect
du principe du débat contradictoire.
Notre équilibre démocratique est mis en question
par ces criminalités organisées et financières qui la
taraudent. Nous devons nous donner les moyens
de lutter mais, aussi, trouver un équilibre : la
responsabilité nous incombe de voter les textes qui
consacrent cet équilibre (Applaudissements sur les
bancs de la majorité).
Terzake draagt de Hoge Raad voor de Justitie een
verpletterende verantwoordelijkheid vermits hij per
slot van rekening over de bevoegdheid beschikt om
ze te benoemen. Hij moet niet alleen toezien op de
bekwaamheid en de intelligentie van de kandidaten,
maar moet ook grondig onderzoeken of ze in staat
zijn voldoende respect op te brengen voor de
individuele vrijheden en de wapengelijkheid. Deze
laatste wordt in de wet verzekerd: de repressie
moet tot veroordelingen leiden, wat enkel mogelijk
is indien het dossier goed is samengesteld en de
rechter die uitspraak zal moeten doen en de
verdachte over hetzelfde dossier beschikken. Het is
dus in het belang van alle partijen dat iedereen, met
inachtneming van het beginsel van het
tegensprekelijk debat, over zoveel mogelijk
bewijsstukken beschikt.
Het democratisch evenwicht wordt verstoord door
die georganiseerde en financiële
misdaadorganisaties die ons bestel ondermijnen.
We moeten onszelf de nodige middelen toekennen
om de strijd aan te gaan, maar we moeten ook naar
een evenwicht streven. Het behoort tot onze taken
om de teksten goed te keuren die dat evenwicht
bestendigen (Applaus bij de meerderheid).
01.28 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Les plus
vives critiques à l'égard de ce projet émanent
d'organisations douteuses qui ne se soucient guère
des droits de l'homme : la « Ligue des droits de
l'homme » et la « Liga voor de Mensenrechten »,
des organisations remplies de marxistes pur sang
et d'autres personnages peu démocratiques qui
bafouent la liberté d'expression.
En raison du dépôt particulièrement tardif du projet,
les discussions ont dû être menées à la hâte, ce qui
s`est traduit par d'importantes négligences, qui ont
encore dû être rectifiées in extremis. C'est grâce à
la bonne volonté de l'opposition que le projet a
encore été finalisé à temps.
En outre, la notion de provocation mentionnée à
l'article 2 est beaucoup trop large. La limite de ce
qui est autorisé - la création d'une occasion de
commettre un délit sous l'influence de la police - est
très mince, ce qui jouera en faveur du délinquant.
Par ailleurs, cette disposition ne s`applique pas
uniquement aux techniques de recherche. Elle
devra probablement faire l'objet d'une nouvelle
modification à brève échéance.
01.28 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dit
ontwerp wordt het hevigst bekritiseerd vanuit een
bedenkelijke hoek waar men het niet zo nauw
neemt met de mensenrechten: de zogenaamde
Liga voor de Mensenrechten en de zogenaamde
Ligue des droits de l'Homme, organisaties vol
marxisten pur sang en andere ondemocratische
figuren die de vrije meningsuiting onderuithalen.
Doordat het ontwerp bijzonder laattijdig werd
ingediend moest de bespreking ervan overhaast
gebeuren, met opmerkelijke slordigheden tot
gevolg, die op het laatste moment nog moesten
worden gecorrigeerd. Het is dankzij de goodwill van
de oppositie dat het ontwerp nog tijdig is afgeraakt.
Daarnaast wordt het begrip provocatie in artikel 2 al
te zeer verruimd. De grens met wat wel toegelaten
is, het scheppen van een gelegenheid om een
misdrijf te plegen door toedoen van politie, is
flinterdun, wat in het voordeel zal spelen van de
delinquent. Daarenboven geldt deze bepaling niet
alleen voor de bijzondere opsporingstechnieken.
Deze wetsbepaling zal wellicht op korte termijn
weer moeten worden gewijzigd.
La séance est levée à 12 h 34. Prochaine séance
ce mardi 20 décembre 2005 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 12.34 uur.
Volgende vergadering dinsdag 20 december om
14.15 uur.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20/12/2005
CRABV 51
PLEN 180
20
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline