KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 548
CRIV 50 COM 548
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
woensdag mercredi
03-10-2001 03-10-2001
13:30 uur
13:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Jo Vandeurzen tot de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de gevaarlijke
drug PMA" (nr. 888)
1
Interpellation de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la drogue
dangereuse dénommée PMA" (n° 888)
1
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Moties
5
Motions
5
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de PET-
scanners" (nr. 5230)
5
Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les PET-
scans" (n° 5230)
5
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de waarde van de
verpleegkundige brugopleiding A2 naar A1"
(nr. 5221)
7
Question de Mme Magda De Meyer à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la valeur de la
formation passerelle A2 vers A1 suivie par le
personnel infirmier" (n° 5221)
7
Sprekers: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de zorgen
verstrekt aan buitenlanders" (nr. 5266)
7
Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
soins prodigués aux étrangers" (n° 5266)
7
Sprekers: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de
eerstelijnszorgen" (nr. 5329)
9
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les soins de
première ligne" (n° 5329)
9
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "klinisch psychologen" (nr. 5320)
10
Question de Mme Trees Pieters à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
psychologues cliniques" (n° 5320)
10
Sprekers: Trees Pieters, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Trees Pieters, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de rechten van de
patiënt" (nr. 5331)
10
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les droits du
patient" (n° 5331)
10
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
03/10/2001
CRIV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de realisatie van het federaal
drugsplan van de regering" (nr. 5250)
11
Question de M. Olivier Chastel à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la réalisation
du plan fédéral du gouvernement en matière de
drogues" (n° 5250)
11
Sprekers: Olivier Chastel, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Olivier Chastel, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
WOENSDAG
3
OKTOBER
2001
13:30 uur
______
du
MERCREDI
3
OCTOBRE
2001
13:30 heures
______

De vergadering wordt geopend om 13.36 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 13.36 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Interpellatie van de heer Jo Vandeurzen tot
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
gevaarlijke drug PMA" (nr. 888)
01 Interpellation de M. Jo Vandeurzen à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la drogue dangereuse dénommée PMA"
(n° 888)
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, tijdens
de vakantie hebben wij een paar XTC- en de
PMA-drama's gekend die sindsdien druk
besproken werden. Zo heeft de Senaat intussen
een uitvoerige gedachtewisseling gehad met de
minister. In de pers hebben wij daarvan de
weerklank gezien. De minister is ook naar de
Ministerraad getrokken met een aantal
maatregelen. Ik wil hier niet alles wat intussen
gebeurd is opnieuw in vraag stellen. Ik wil enkel
over een aantal punten een vraag stellen aan de
minister.

Mevrouw de minister, uit het lijstje van de feiten
dat ons uit de verklaringen bekend is, heb ik
begrepen dat wij al sinds februari 2001 signalen
krijgen vanuit Europa dat in het recreatieve
gebruikerscircuit een nieuwe XTC-pil is
opgedoken. Het Belgisch Waarnemingscentrum
voor Drugs en Drugverslaving heeft een aantal
mensen in ons land daarvan verwittigd,
bijvoorbeeld de laboratoria, de Drugsinfolijn en de
koepelorganisaties, waaronder VAD in
Vlaanderen.

Blijkbaar was er al op 26 februari 2001 sprake van
een drugsdode, waarvan pas veel later
vastgesteld is dat de dood veroorzaakt werd door
PMA. Op 18 april 2001 vond de eerste officiële
signalering plaats, toen iemand in de
spoedafdeling te Diest werd opgenomen en daar
overleed. Op 7 mei 2001 heeft het early
warningsysteem de partners in België verwittigd
naar aanleiding van de laboratoriumresultaten van
het overlijden van 18 april. Vervolgens viel er een
drugsdode te betreuren in Geel. Als ik het goed
heb gebeurde dat op 7 juli 2001. Op 15 juli 2001
was er opnieuw een dode te Antwerpen.
Uiteindelijk ­ voor zover ik de cijfers uit de
berichtgeving kon nagaan ­ bevestigden de
laboratoria op 3 augustus 2001 dat er inderdaad
PMA aanwezig was in het bloed van de
drugsdoden te Geel en te Antwerpen. Vervolgens
heeft men opnieuw de spoedgevallendiensten en
de federale politie verwittigd. De eerste minister
lichtte de media in op 10 augustus 2001, en dat
tijdstip vormde uiteraard een punt van de
discussie.

Mevrouw de minister, ik heb drie vragen voor u.
Gelet op de omvang van onze agenda wil ik het
niet te uitvoerig over deze toch
betreurenswaardige feiten hebben.

Mijn eerste vraag luidt: wat is de reden waarom
men het publiek niet vroeger heeft gealarmeerd?
Ik heb uiteraard gelezen wat u in dit verband
verklaard hebt, maar ik begrijp eerlijk gezegd nog
03/10/2001
CRIV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
altijd niet goed waarom een waarschuwing die de
volksgezondheid in het algemeen kan
aanbelangen ­ en waarvan ik niet goed zie hoe ze
kan interfereren met een concreet gerechtelijk
onderzoek, wanneer ze in algemene termen wordt
gesteld ­ niet vroeger werd gegeven? Ik versta
eerlijk gezegd niet goed wat het verband is met
het beroepsgeheim van de onderzoeksrechter. Bij
het parket van Antwerpen blijkt trouwens nog altijd
een discussie te bestaan of men überhaupt heeft
aangedrongen op het bewaren van dat
beroepsgeheim of op een zekere discretie inzake
de feiten. Ik versta niet goed hoe men de
verschillende belangen heeft afgewogen. Er werd
gezegd dat men het fiat van de onderzoeksrechter
moest hebben om de belangen van de algemene
volksgezondheid te doen primeren op het belang
van discretie. Ik hoop dat u mij concreet zult
kunnen zeggen hoe men de belangen heeft
afgewogen, en waarom men zeven dagen
gewacht heeft om definitief uitsluitsel te geven
over de ernst van de verspreiding van deze
nieuwe XTC-pillen.

Mevrouw de minister, mijn tweede vraag is zeer
concreet. Ik heb uiteraard de federale Drugsnota
gelezen. In welke mate is het early
warningsysteem in België operationeel? U hebt in
dit verband een aantal reorganisaties
aangekondigd. Ik durf dus te peilen naar de mate
waarin men daarin gevorderd is.

Mijn derde vraag volgt uit mijn tweede vraag. Nu ik
hoor welke prioriteiten het Vlaams Parlement
gelegd heeft bij het totstandkomen van zijn
begroting, ben ik zeer bezorgd en tegelijk zeer
verbolgen over de gemaakte afspraken met de
gemeenschappen. Kan men niet eindelijk een
systematische en volgehouden professionele
preventiecampagne opzetten? Kan men geen
ontradingsstrategie ontwikkelen, ook inzake drugs
als XTC? Nu ik de prioriteiten van het Vlaams
Parlement zie, waar de VLD 500 miljoen frank
blijkt te vragen, terwijl wij het zullen moeten stellen
met een paar tientallen miljoenen frank bovenop
het reeds toegekende budget, stel ik mij natuurlijk
ernstige vragen.

Ik denk meer bepaald aan de verhouding
preventieve kracht/repressieve normen. Men laat
het gedoogbeleid los. Van zo'n norm gaat
natuurlijk een enorme preventieve kracht uit. Als
men dan ziet hoe dat gecompenseerd wordt door
de Gemeenschappen dan houd ik mijn hart vast
voor de gevolgen van dit soort beleid op het
terrein. Mijn vraag is dus opnieuw: is er nu
afgesproken dat men het volgehouden preventief
beleid gaat voeren, ook specifiek ten opzichte van
drugs zoals XTC?

Ten slotte koppel ik hieraan een vraag in verband
met een acuut knelpunt in de preventie. Hoever is
men gevorderd met de verlenging van de
contracten van drugspreventiewerkers? Een
aantal gemeenten is uit de
samenlevingscontracten verwijderd. Een klein
budget uit de 500 miljoen die voor drugs in de
federale drugsnota was uitgetrokken, is
gereserveerd om met die gemeenten nieuwe
afspraken te maken. Als ik het mij goed herinner
gaat het over een bedrag van 21,6 miljoen. Mijn
vraag is hoever het staat met de contracten van
die mensen? Zijn er nieuwe contracten? Worden
de contracten verlengd en voor hoelang?
Mevrouw de minister, in uw nota gaat u terecht in
op de problematiek van de onzekerheid van het
statuut. Hoe kan men goede preventie
organiseren als men voortdurend met contracten
van een jaar moet werken? De ambitie was om
met contracten van twee jaar te werken.

Mijn vraag is dus wat de stand van zaken is met
betrekking tot de verlenging van de bestaande
drugspreventiecontracten. Dit geldt zowel voor de
gemeenten die nog onder de
samenlevingscontracten of het afgesplitste deel
daarvan vallen als voor degene die onder het
extra budget vallen.
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, de vraag van de heer Chastel sluit hier
heel nauw bij aan. Ik weet niet of deze vraag nog
gesteld wordt, want dan zou het logisch zijn om
deze vragen samen te beantwoorden.

La présidente: La question n'est pas identique
mais certains éléments le sont malgré tout.
01.03 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, ik kom eerst tot de problematiek van de
publieke alarmering. In de gegevens die u hebt
verstrekt, zitten een aantal onjuistheden. Ik licht
even toe wat er is gebeurd. Het Europese niveau
heeft via het early warningsysteem informatie
doorgespeeld. De gegevens werden aan de
bevoegde instanties, met name de toxicologische
labs, de druginfolijn, de koepelorganisatie,
bezorgd. Vanaf de maanden februari, maart, april
werden de partners van het early warningsysteem
in België, onze subfocal points, geregeld ingelicht,
onder meer ook in verband met de overlijdens in
een aantal landen.

Ten tweede, wanneer heeft men voor de eerste
keer in België iets vastgesteld? In april hebben wij
voor de eerste maal een melding gekregen. Het
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
ging niet om een dode. Een jong meisje was zeer
korte tijd opgenomen in een dienst spoedgevallen
in het noorden van Antwerpen. Naar aanleiding
van de bezorgdheid van de vriendin waarmee zij
samen op stap was, heeft men haar urine
onderzocht. Zo is men tot de vaststelling gekomen
dat er in haar urine naast x-aantal zaken ook
sporen van PMA werden aangetroffen. Dit was
een zeer atypisch geval, omwille van het feit dat er
geen ernstige problemen waren, zelfs niet van
kortstondige duur. Daarnaast ging het meisje
geregeld naar Nederland om zich te bevoorraden.
Deze informatie werd verspreid via het early
warningsystem. Er werd wel bij vermeld dat
aangezien het iemand betrof die zich in Nederland
bevoorraadde, dit niet kon worden beschouwd als
een manifestatie in België.

Mijnheer Vandeurzen, als het gaat om
synthetische drugs en amfetamines is de
moeilijkheid dat er ongeveer elke week nieuwe
producten opduiken in verschillende landen. Het is
totaal onbegonnen werk en ook afstompend om
elke week te gaan zeggen dat een bepaald
product in dat land werd ontdekt, als men er geen
benul van heeft dat het product überhaupt bij ons
zal terechtkomen. In ons omringende landen zijn
er synthetische drugs aanwezig die daar reeds
jaren zijn terwijl ze nog nooit in België zijn ontdekt.
Al wie in de hulpverlening staat, zegt eenduidig dat
een dergelijk algemeen altijd opnieuw alarmerend
systeem niet de weg is die moet worden gevolgd.

Wanneer hebben we de eerste keer moeten
vaststellen dat PMA in België was en dan nog met
dodelijk gevolg? Die eerste vaststelling is gebeurd
op 3 augustus. Het allereerste signaal is er
gekomen op basis van gegevens die laboratoria
aan het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid hadden meegedeeld met de
vermelding dat zij dit onderzoek hadden
uitgevoerd in het kader van een gerechtelijk
onderzoek.

Laten we een goed onderscheid maken tussen
wat er in de media allemaal is verteld en wat er
zich feitelijk heeft afgespeeld. De feitelijke
spelregels die totnogtoe golden en die ook in 1998
en 1997 ­ dat hebben de mensen van de diensten
mij bevestigd ­ werden toegepast, bestaan erin
dat voor het doorgeven van gegevens uit een
gerechtelijk onderzoek eerst de toelating moet
worden gevraagd aan de onderzoeksrechter. Er is
dus geen verbod door wie of wat dan ook
uitgesproken. Wij hebben dat ook nooit gezegd.
Er is alleen gezegd dat er volgens de geldende
regels een toelating is gevraagd. Die toelating is er
gekomen op die bewuste vrijdag en dit heeft
geleid tot de publicatie diezelfde vrijdag.

Een bijkomend, iets complicerend aspect in dat
verband is dat men niet alleen moet kunnen
zeggen dat een bepaald product op onze markt
aanwezig is; men moet ook kunnen zeggen hoe
het er uit ziet zodat men weet waarvoor men moet
opletten. Dit was een tweede vertragend element
in de totstandkoming van de toelating. Men heeft
beslist om de foto's van een van de pillen waarop
beslag is gelegd ook over te zenden. Die foto's
zijn op vrijdagnamiddag toegekomen. Ik moet in
alle eerlijkheid zeggen dat de diensten op
3 augustus alle early warning partners hebben
geïnformeerd en dat is trouwens ook de reden
waarom het is uitgelekt.

Wat is er gebeurd? Een aantal mensen die dat
bericht gekregen hebben, hebben dat ook
bijvoorbeeld in de VAD-berichten gezet. Via een
VAD-bericht is het verhaal vrijdagmorgen in de
krant verschenen terwijl men op het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid nog
aan het wachten was op de definitieve toelating,
de foto, enzovoort, alvorens het te publiceren.
Men is eigenlijk een beetje buiten de afspraken
gegaan. Het gevolg daarvan is dat het niet door
het WIV werd uitgebracht, maar via een lek vanuit
VAD. Zowel op 3 als op 10 augustus heeft men,
zodra de gegevens bekend waren, wegens de
ernst van het geval de spoedgevallendiensten en
de druginfolijnen verwittigd. Men heeft ook
onmiddellijk groen licht gevraagd van de
betrokken onderzoeksrechter om het verhaal
publiek te maken. Dat is de afgesproken
werkwijze.

Naar aanleiding van deze ervaring ben ik op die
afspraak gestoten. Om die reden ben ik eind
augustus met een nota naar de Ministerraad
gestapt om erop te wijzen dat dit volgens mij een
onhoudbare situatie was. Als men dergelijke
gegevens heeft, moet men onmiddellijk publiek
kunnen gaan. Ik heb daarvoor de steun van de
hele Ministerraad gekregen. Ondertussen is die
zaak zowat een week geleden ook voorgelegd aan
de procureurs-generaal. Terzake werd een
duidelijke afspraak gemaakt. Het officiële verslag
daarvan moeten we nog ontvangen en de
procureurs-generaal moeten het dan op hun beurt
nog eens met de onderzoeksrechters gaan
doorpraten. Zij hebben in elk geval de houding
aangenomen om, als een lab in het kader van het
gerechtelijk onderzoek een overlijden vaststelt,
onmiddellijk een vijftal algemene gegevens te
laten meedelen.

Dankzij deze wijziging van de spelregels zal het
03/10/2001
CRIV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid niet
langer in die oncomfortabele positie
terechtkomen. Hoe de inbeslagname van
producten moet verlopen, is men nog in detail aan
het onderzoeken. Blijkbaar was het tot op heden
op heel wat plaatsen de gewoonte om in beslag
genomen producten onmiddellijk te vernietigen.
Het is echter onze bedoeling de producten eerst te
onderzoeken en daar werden dan ook extra
middelen voor vrijgemaakt. Op dit vlak beschikken
we nu over betere regels voor de toekomst.

Wat de samenwerking op het gebied van
preventie en ontrading betreft, heb ik altijd in alle
duidelijkheid in het Parlement gezegd dat de
vernoemde 500 miljoen frank aan federaal geld
bestemd was voor preventieactiviteiten die onder
de federale bevoegdheid vallen, maar dat het gros
van het geld naar hulpverlening zou gaan. Een
probleem dat we moeten oplossen is het verschil
in visie tussen te verschillende mensen en
organisaties die informatie verschaffen en die aan
ontrading doen. Zowel mensen van de
gemeentelijke politie als mensen van de VAD
gaan in scholen spreken, maar we merken dat er
verschillende meningen zijn over de manier
waarop men met deze informatie omgaat en de
wijze waarop men de jongeren voor het probleem
tracht te sensibiliseren. Daarom is ondertussen de
cel Drugsbeleid, onderdeel Gezondheid opgericht
en in werking gesteld. Deze cel is op 12 juni 2001
en eind augustus 2001 bijeengekomen en doet
dat sedertdien elke maand. Een punt op de
agenda van de volgende vergadering is de
uitwerking van de lokale coördinatiecellen drugs
en de afstemming van de drugspreventie. De
samenwerking begint op dit ogenblik echt gestalte
te krijgen.

U vroeg mij ook naar de verdeling van de 500
miljoen frank. U hebt het bij het rechte eind dat wij
de contracten die niet meer werden gehonoreerd
in het kader van die veiligheids- en
samenlevingscontracten, wel degelijk verder
zullen betoelagen. Daar is inderdaad 21 miljoen
frank voor uitgetrokken. Tot deze voortzetting
werd trouwens reeds op de Ministerraad van 4
mei 2001 besloten. Daarenboven werd 15 miljoen
frank uitgetrokken voor het Vast Secretariaat voor
het Preventiebeleid ter ondersteuning van de
lokale initiatieven ter bestrijding van drugsoverlast.
Daarnaast werd ook 36 miljoen frank begroot voor
nieuwe lokale preventiecoördinatoren uit het
onderdeel drugs van het globaal plan. Met dit geld
zullen contracten mogelijk worden gemaakt met
de gemeenten die nog geen federale steun
kregen.
Op het gebied van de early warning is sinds 1997-
1998 een kleine cel werkzaam op het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
Zodra deze cel informatie uit Europa krijgt, wordt
die zeer vlug en op professionele wijze aan alle
subvocal points doorgegeven. Uiteraard moeten
er nog bijkomende middelen komen voor de
globale uitbouw van het drugsobservatorium.
Daarom is er 21 miljoen frank uitgetrokken voor
de verschillende aspecten van het
drugsobservatorium. Dat geld is reeds voor 2001
toegewezen en niet alleen voor 2002. Er zal onder
andere een aantal dringende studies mee worden
bekostigd. Die studies zijn hoognodig om een zo
goed mogelijk zicht te krijgen op de situatie op het
terrein. Men is daarom bezig met de aankoop van
het noodzakelijke onderzoeksmateriaal om te
kunnen nagaan wat de precieze samenstelling van
bepaalde producten is.

Zo kunnen we de reële inhoud van producten
nagaan. Nadat wij een analyse van de in beslag
genomen middelen hebben gemaakt kunnen wij,
zoals aangekondigd in de drugsnota, de
gespecialiseerde groepen en het brede publiek
informeren over welke producten circuleren.
01.04 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de
voorzitter, misschien was mijn chronologische
weergave van de feiten niet helemaal correct.
Alleszins kon op basis van de
onderzoeksresultaten die op 3 augustus werden
bekendgemaakt duidelijk worden vastgelegd
waaraan de betrokken personen zijn overleden.

De minister beweert dat de procureurs, mits een
verificatie bij de onderzoeksrechters, tot een
afspraak kunnen komen. Ik neem aan dat hiervoor
geen wetswijziging vereist is, maar dat dit perfect
mogelijk is binnen de huidige regelgeving.

Wel heb ik nog een fundamentele bedenking bij
het deel preventie. Ook in het debat over de
federale drugsnota heeft onze fractie aangegeven
dat deze nota heel wat positieve punten bevat. Het
publiek, en dan vooral het jonge publiek, krijgt
echter de boodschap dat er gedoogbeleid inzake
cannabis komt. Hierdoor wordt de preventieve
kracht van de vooropgestelde norm helemaal
onderuit gehaald. De vraag is dan ook hoe dit aan
preventiezijde kan worden gecompenseerd. Ik
begrijp dat de minister deze vraag om politieke
redenen ontwijkt. Mij lijkt het echter logisch dat
wanneer de federale minister een dergelijke
maatregel aankondigt, haar collega's in de
gemeenschapsregeringen veel in het werk zullen
stellen om die maatregel te verduidelijken. Dit
gebeurt helemaal niet, noch in Vlaanderen, en
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
zeker niet in Wallonië of Brussel, waar zelfs nog
geen sprake is van registratie, laat staan van een
structurele preventie. Ik stel mij dan ook grote
vragen over de output van dit beleid. Het kan
alleen zijn doel voorbijschieten. Ik ben dan ook
helemaal niet te spreken over het spoor dat de
federale regering heeft gekozen.

De drugspreventiewerkers zijn hierbij een goed
voorbeeld. Sommigen hebben reeds ontslag
genomen omdat hun contracten niet tijdig werden
verlengd of vernieuwd. Personen wier contract tot
het einde van het jaar loopt hebben waarschijnlijk
geen zekerheid, ofschoon ik in een dergelijke
materie een contract van twee tot drie jaar toch
het minimum acht voor een stabiel contract. Dit is
onze kritiek en om die reden dienen wij een motie
van aanbeveling in.
01.05 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, op 4 mei hebben wij beslist dat alle
contracten van drugspreventiewerkers worden
verlengd. Het beleid wordt dus voortgezet. Wel is
het zo dat bepaalde personen in afwachting het
zekere voor het onzekere hebben gekozen en
ontslag hebben genomen.

Ik kan me niet precies herinneren hoelang ze
zouden worden verlengd, maar ik denk dat het
twee jaar is. Het gaat dus in ieder geval niet om
contracten van één jaar, maar om contracten van
twee jaar. Ook wat de overgenomen 21 miljoen
frank betreft, gaat het om twee jaar. Zo herinner ik
het me, maar ik zal het laten nakijken. Sinds 4 mei
heb ik immers honderden andere zaken moeten
onderzoeken.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Jo
Vandeurzen
en het antwoord van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu,
vraagt de regering
- de beloofde 500 miljoen integraal te besteden
aan doorgedreven preventie en hulpverlening;
- de preventiewerkers zekerheid te bieden door
middel van langlopende contracten opdat de
preventie op een continue wijze kan worden
gevoerd en opdat vermeden wordt dat de
opgebouwde ervaring verloren gaat;
- ook door middel van het repressieve beleid de
preventieaanpak te ondersteunen."

Une motion de recommandation a été déposée
par M. Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Jo Vandeurzen
et la réponse de la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,
demande au gouvernement,
- d'affecter la totalité des 500 millions de francs
prévus à la mise en oeuvre de mesures de
prévention et d'aide poussées;
-
d'offrir des garanties de sécurité aux
professionnels de la prévention par le biais de
contrats de longue durée, afin que la prévention
puisse être organisée dans la continuité et que
l'expérience acquise dans ce domaine ne soit pas
perdue;
- de soutenir l'approche préventive par la mise en
oeuvre d'une politique répressive."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Maggie De Block, Magda De Meyer en
Anne-Mie Descheemaeker en de heer Philippe
Seghin.

Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Maggie De Block, Magda De Meyer et
Anne-Mie Descheemaeker et M. Philippe Seghin.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de PET-
scanners" (nr. 5230)
02 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la Consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "les
PET-scans" (n° 5230)
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de
voorzitter, ik zal mijn vraag kort houden. De PET-
scanner is de lakmoesproef om na te gaan of
deze regering een beter en geloofwaardig
handhavingsbeleid heeft en of ­ in het licht van de
discussie over de beheersing van het budget van
de ziekteverzekering ­ het instrument van
erkenning en programmatie een werkbaar
instrument is.
03/10/2001
CRIV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6

Ik zal de voorgeschiedenis hier niet herhalen. U
hebt immers reeds geantwoord op vragen die
ikzelf en andere collega's hierover hebben
gesteld. Het staat niet in het document, maar ik
denk dat u in juli hebt gezegd dat u vastberaden
blijft bij de programmatie betreffende de PET-
scanners. Sommige collega's van de meerderheid
hebben reeds gepeild naar uw intenties en hebben
u gevraagd niet te streng te zijn. U hebt
geantwoord dat u voet bij stuk zou houden, maar
dat men moest wachten tot einde augustus om te
weten welke PET-scanners worden gesloten en
welke niet. Nu zijn we zo ver en weten we dat er
eigenlijk meer PET-scanners werden opgesteld
dan toegelaten in uw programmatie. We weten
ook dat het een hoofdzakelijk Brussels en Waals
fenomeen is.

Ik kom tot mijn vragen. Zijn de boventallige PET-
scanners op dit ogenblik buiten werking? Heeft
men daadwerkelijk vastgesteld dat ze niet meer
functioneren? Indien u op mijn volgende vragen
niet kunt antwoorden, is dit te wijten aan het feit
dat ik mijn vraag niet expliciet genoeg heb
geformuleerd. Worden de PET-scanners nog
gefinancierd? Betaalt het RIZIV nog prestaties die
vanaf 1 september door die machines werden
geleverd? Er bestaat immers een dubbele
dimensie: RIZIV-financiering ­ en
ligdagfinanciering, indien deze hierbij van
toepassing zou zijn ­ enerzijds, en de exploitatie
zonder melding aan het RIZIV, anderzijds. Ik ben
zeer benieuwd naar de feitelijke toestand op het
terrein.
02.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega Vandeurzen, betreffende de
PET-scanners hebben wij de erkennende
overheden op de hoogte gebracht van het
volgende. In een aantal kranten hebben
sommigen gezegd dat zij over een PET-scanner
beschikten en deze wensten te behouden. Wat
het Brussels Gewest betreft, gaat het om het Sint-
Elisabethziekenhuis, het Sint-Jansziekenhuis van
Brussel en het Edith Cavell-ziekenhuis van Ukkel;
wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, gaat het
over het Onze-Lieve-Vrouw-ziekenhuis van Aalst;
wat het Waals Gewest betreft, gaat het over het
Sint-Jozefziekenhuis van Luik en het Centre
Hospitalier de Jolimont; wat de Franse
Gemeenschap betreft, gaat het over de tweede
PET-scanner van het Sart-Tilmans-ziekenhuis van
Luik.

Collega Vandenbroucke en ik wensen niet af te
wijken van het vastgelegde aantal. Vorige
maandag vond een vergadering plaats van de
betrokken administraties. Het Waalse Gewest en
de Vlaamse Gemeenschap hebben daar
meegedeeld dat men gaat optreden. Voor het
Brusselse Gewest moet er nog enige
verduidelijking komen. Wat dit laatste betreft,
mijnheer Vandeurzen, moet u uw collega's van de
CD&V-fractie van het Brusselse Gewest eens
raadplegen. Onder meer de heer Chabert is
immers verantwoordelijk voor het verrichten van
de nodige vaststellingen. In het kader van een
coherent optreden zou een partij toch overal
hetzelfde beleid moeten voeren.

Ikzelf zal optreden waar regionale overheden hun
verantwoordelijkheid opnemen.

Waar ze dat niet doen, zal er op de allereerste
plaats op worden aangedrongen.

U hebt er ook terecht op gewezen dat er twee
mogelijkheden zijn om federaal uit de hoek te
komen, met name via functioneringsbudgetten
vanuit Volksgezondheid en via het optreden vanuit
de ZIV-wet. De moeilijkheid is er voor de
functioneringsbudgetten, waar effectief voorzien is
in de sanctiemogelijkheden dat men 20% zou
mogen afhouden. Dit kan pas als de vaststelling is
gebeurd. Wij zullen dus perfect die mogelijkheden
hebben voor de genoemde administraties. Ik
reken op uw medewerking voor het optreden van
de Brusselse administratie. Wat de
ziekteverzekering betreft is het effectief zo dat er
een mogelijkheid is op basis van de bestaande
artikelen van de wet op de verplichte verzekering
voor geneeskundige verzorging om bijvoorbeeld in
functie van identificatienummer niet terug te
betalen. Dat is perfect mogelijk. Ik weet ook dat
mijn collega geen enkele moeilijkheid zal hebben
om daartoe opdracht te geven.

De moeilijkheid die ter zake wel gesignaleerd
wordt is wanneer het ziekenhuis niet een PET-
scanprestatie indient, maar wel een MNR-
prestatie, waardoor controles heel moeilijk
worden. Als men een MNR-prestatie aangeeft en
er staan daar ook MNR-toestellen, wordt controle
door het RIZIV een zeer moeilijke
aangelegenheid. Tot daar de stand van zaken.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord, maar het
bevat precies dezelfde ingrediënten die ik al jaren
aan een stuk hoor. Op de vraag wie de vaststelling
doet is het antwoord de regio's, de gewesten en
de gemeenschappen. Het zou wel kunnen dat die
ook vaststellingen kunnen doen, maar volgens mij
zijn ook een aantal federale instanties in staat
vaststellingen te doen, zeker als het gaat over
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
strafbare feiten, over delicten. Dat is wel een wat
genuanceerder verhaal.

Wij zijn een maand verder en nu gaat men
vaststellingen doen. Bovendien heeft het RIZIV
nog niet echt het initiatief genomen om vanaf
1 september 2001 de betaling te stoppen. Over de
vraag of men met erkenning en programmatie het
aanbod kan beheersen, kan een hele discussie
worden gevoerd. Met nog anderen vind ik dat men
daarin genuanceerd moet zijn. Het punt is
natuurlijk dat men zich wat dit dossier betreft zeer
sterk heeft gemaakt. Ik wil graag alle suggesties in
de richting van mijn partij overbrengen aan
degenen die dat moeten horen, maar ik denk niet,
mevrouw de minister, dat u zich kunt verschuilen
achter de verantwoordelijkheid van gemeenschap
of gewest om erop toe te zien dat de
financieringsstromen stoppen en de vaststellingen
gebeuren. U zult wel verstaan dat ik u binnen een
maand nogmaals zal vragen of die PET-scanners
afgesloten zijn. Dat is ook voor de
geloofwaardigheid van uw beleid een heel
belangrijk dossier.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
waarde van de verpleegkundige brugopleiding
A2 naar A1" (nr. 5221)
03 Question de Mme Magda De Meyer à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la valeur de la formation passerelle A2 vers A1
suivie par le personnel infirmier" (n° 5221)
03.01 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, ik heb een kleine
punctuele vraag waarop u wellicht een kort en
eenvoudig kunt geven. Mijn vraag betreft de
brugopleiding van A2 en A1-verpleegkundigen.

Momenteel volgen een aantal A2-
verpleegkundigen een opleiding die toegang geeft
tot het behalen van het diploma niveau A1. Daarbij
kan worden gekozen voor een opleiding van 120
studiepunten, te spreiden over drie of vier
academiejaren. In verband met die brugopleiding
leven er bij de betrokkenen twee vragen.

Ten eerste, telt die brugopleiding mee voor de
jaarlijkse verplichte bijscholing van 16 uur voor
een verpleegkundige op een spoedafdeling?

Ten tweede, blijft iemand die voordien als A2-
verpleegkundige de extra titel "beroeps- en
intensieve zorgen" had op basis van nuttige
praktijkervaring ook na de beëindiging van de
brugopleiding recht hebben op een bijzondere
beroepstitel?
03.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, de 16 uur permanente vorming is
momenteel voorbehouden voor gegradueerde
verpleegkundigen. Die vorming kan dus niet
worden gecumuleerd door iemand die een
brugopleiding volgt om van niveau A2 naar A1 te
evolueren.

Voor de problematiek van de A2-
verpleegkundigen die de titel "beroeps- en
intensieve zorgen" hadden, kan ik het volgende
antwoorden. Men had die groep verpleegkundigen
al vele jaren in het vooruitzicht gesteld dat zij voor
een bijzondere beroepstitel in aanmerking zouden
komen als zij daarvoor een specifieke opleiding
gevolgd hadden. Dat is echter nooit geregeld.
Momenteel hebben de A2-verpleegkundigen die
bijzondere beroepstitel dus niet.

In het kader van de gezondheidswet hebben wij
een lang debat gevoerd over titels en
bekwaamheid. De eerste aanpassing ging over de
bijzondere bekwaamheid. Tegenover de A2-
verpleegkundigen hebben wij ons geëngageerd
dat wij het nodige zouden doen om hun bijzondere
bekwaamheid te erkennen. Daaraan wordt
momenteel gewerkt. Zij zullen die titel dus kunnen
krijgen.

Als zij daarbij ook nog beslissen om van niveau
A2 naar A1 te evolueren via de brugopleiding,
kunnen zij die bijzondere bekwaamheid echter niet
automatisch meedragen naar dat niveau A1.
Daarvoor moet een bijkomende opleiding worden
gevolgd. Dat is totnogtoe met de beroepsgroepen
afgesproken.
03.03 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
minister, gaat het om een bijkomende opleiding?
Kan dat niet door ervaring worden opgebouwd?
03.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw De
Meyer, dat kan inderdaad niet. De extra opleiding
moet worden gevolgd.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de zorgen
verstrekt aan buitenlanders" (nr. 5266)
03/10/2001
CRIV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
04 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les soins prodigués aux étrangers" (n° 5266)
04.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mevrouw de
minister, graag bekwam ik gegevens over het
aantal zorgen verstrekt aan buitenlanders.

Buitenlanders laten zich in onze ziekenhuizen
verzorgen, onder meer om de lange wachtlijsten
bij hen te vermijden en omwille van de goede
kwaliteit van de zorgen die in onze instellingen
worden geleverd.

Mijn vraag handelt ook meer specifiek over de
gestructureerde stromen van buitenlanders die
zich bij ons komen laten verzorgen.

Naar verluidt behandelt men in Limburg
gestructureerde stromen van patiënten in
onderling akkoord, niet alleen met de
ziekenhuizen, maar ook via de ziekenfondsen.
Welnu, mevrouw de minister, in welke mate gaat
het effectief om gestructureerde stromen en over
hoeveel patiënten gaat het.

Bovendien zouden wij ons een beeld willen
vormen van de kostenverdeling. Bij de
behandeling van buitenlandse patiënten worden
de kosten met betrekking tot de infrastructuur en
het materiaal uiteraard bekostigd, maar hoe ziet
de structuur van de kosten eruit?

Wellicht zal dit aan een aantal ziekenhuizen extra-
zuurstof bieden voor de exploitatie van hun
instelling, waarmee ik geenszins een probleem
heb. Toch acht ik het wenselijk dat ter zake in
grote mate transparantie wordt bereikt, en dit
omwille van het geringe budget en de schaarse
middelen. Op dat vlak is een debat nodig dat
duidelijkheid brengt.

Wordt de 25% financiering via de algemene
middelen doorgerekend aan de buitenlandse
patiënten? Zo ja, op welke legale basis? In
ontkennend geval, hebt u er dan een idee van
hoeveel dit kost? Werd op dat vlak reeds een
prijsberekening gemaakt? In het geval het niets
kost, hoe groot is dan de theoretische meerkost?
Wordt deze aanrekening in rekening gebracht bij
de financiering vanuit Volksgezondheid, of
betekent deze recuperatie een winstsituatie die
alleen de ziekenhuizen ten goede komt?

Naast deze objectieve gegevens had ik ook graag
vernomen hoe deze situatie moet worden ingepast
in het beleid rond de financiering van de
ziekenhuizen.
04.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, mijn administratie gaf mij een erg kort
antwoord op deze vraag.

Eerst en vooral is er slechts sprake van een
tussenkomst van 25% in zeer welomschreven
gevallen, namelijk mits er een tussenkomst is
hetzij vanwege de verzekeringsorganismen in het
kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering,
hetzij van de Nationale Maatschappij van de
Belgische Spoorwegen, van het Nationaal Instituut
voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en
Oorlogsslachtoffers, hetzij van een Openbaar
Centrum voor Maatschappelijk Welzijn ten
voordele van minderbedeelden. Alleen als er
vanuit die hoek een tussenkomst is, kan er sprake
zijn van een tussenkomst van 25% van de
verpleegdagprijs.

Er is aldus geen staatstussenkomst voor de
hospitalisatie van buitenlandse patiënten.

De conclusie is dat men zich niet kan voorstellen
dat er sprake zou kunnen zijn van een
winstsituatie voor de ziekenhuizen, aangezien de
ontvangsten in kwestie de reële uitgaven voor
deze patiënten normaal zou moeten
compenseren, vermits zij hiervoor geen
vergoeding krijgen.

Er bestaat terzake bijgevolg geen probleem.

Ik ontving dit antwoord van de administratie pas
vandaag. Ik herinner mij in dat verband een zeer
levendig debat op Europees niveau, met de
ministers van Volksgezondheid, naar aanleiding
van het arrest van Paul Decker.

Naar aanleiding van het arrest Kohl-Decker was er
wel degelijk sprake van. Het is mogelijk dat men
die houding ook werkelijk aanneemt, tenzij er een
uitspraak komt.

Ik was wel enigszins verbaasd over de bondigheid
van dat antwoord. Het antwoord toont bijvoorbeeld
ook niet aan over hoeveel mensen het gaat.
Misschien heeft de administratie zich wat
overstelpt gevoeld. Ondanks mijn poging heb ik de
betrokken ambtenaar niet kunnen bereiken. Ik wil
er wel nogmaals navraag over doen. Het feit dat u
een vraag stelt, toont namelijk aan dat dit
onderwerp niet zo simpel is.
04.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mevrouw de
minister, dat is wel een cryptisch antwoord. Ik
merk dat u geen gegevens hebt en die dus ook
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
niet ter beschikking kunt stellen. In het kader van
de transparantie van de financiering van de
ziekenhuizen wil ik u toch vragen om enige
gegevens te verzamelen die mogelijk belangrijk
zijn voor het debat dat wij daarover zullen voeren.

Heeft de administratie u geen antwoord gegeven
over de gestructureerde afspraken met bepaalde
ziekenhuizen?
04.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw
Avontroodt, daarover heb ik inderdaad geen
antwoord gekregen.
04.05 Yolande Avontroodt (VLD): Wij zullen op
dit onderwerp later nog terugkeren.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
eerstelijnszorgen" (nr. 5329)
05 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les soins de première ligne" (n° 5329)
05.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, net voor het
parlementair reces werden een aantal
hoofdstukken uit het wetsontwerp over de
maatregelen inzake gezondheidszorg
goedgekeurd. Die goedkeuring heeft voor de
eerste lijn een aantal niet-onbelangrijke
consequenties.

Zo werd, onder andere, een basis gelegd voor een
vernieuwd geneesmiddelengebruik, evenals voor
de erkenning van de huisartsenkringen en de
geïntegreerde diensten voor thuiszorg. Een aantal
zaken moet nog wel bij koninklijk besluit worden
uitgevoerd. Ik denk aan de erkenning van de
huisartsenkringen en de honorering van de
prestaties, uitgevoerd door de geïntegreerde
diensten voor thuiszorg.

Hoewel een wet die de eerstelijnszorg wenst te
regelen nog niet door het Parlement is
goedgekeurd, zouden volgens de pers toch
ontwerpen van koninklijke besluiten in omloop zijn
die deze erkenning verder uitwerken. Daaruit zou
blijken dat men al dan niet tijdelijk van het concept
zorgregio's is afgestapt en voortaan over
huisartsenregio's zou spreken. U weet dat deze
zorgregio's voor mij een oud zeer zijn.
Graag had ik van u de volgende informatie willen
vernemen.

Wanneer zult u het wetsontwerp inzake de
eerstelijnszorg aan het Parlement voorleggen?

Hoe wilt u het begrip huisartsenkring precies
omschrijven? Gaat het nog altijd ­ zoals bij de
zorgregio's ­ om gebieden die ongeveer 100.000
inwoners bevatten?

Hoeveel financiële middelen heeft de minister ter
beschikking om de huisartsenregio's te
organiseren en structureren?

Hoe zal de erkenning van de kringen concreet
gestalte krijgen?

Welke prestaties die de geïntegreerde diensten
voor thuiszorg uitvoeren zullen extra worden
gehonoreerd?
05.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, in mijn vorige verklaring aan de
commissie heb ik gezegd dat wij een
protocolakkoord met de Gewesten en
Gemeenschappen hebben gesloten. Intussen is er
uiteraard doorgewerkt, uitgezonderd de
onderbreking voor de vakantieperiode.

De koninklijke besluiten inzake de erkenning van
huisartsenkringen en de relatie tussen
huisartsenregio's en huisartsenkringen zijn vorige
week met de sector behandeld. Wij hebben een
akkoord kunnen sluiten dat ik vermoedelijk op
zeer korte termijn aan de Ministerraad zal kunnen
voorleggen.

Er is een evolutie inzake de financiering. Er zal
namelijk een aparte financiering komen voor de
werking van de huisartsenkring. Dat zou gaan
over een vrij beperkt bedrag, dat voornamelijk aan
de werkingskosten tegemoet zou komen.
Daarnaast komt er een financiering voor de hele
huisartsenregio, waarvoor een aanvullende
subsidiëring zal gebeuren in de vorm van een
forfaitaire uitkering. De juiste getallen moeten nog
worden ingevuld. U begrijpt dat die op dit ogenblik
nog niet vastliggen.

Wat de erkenning van de kringen betreft, zal elke
bestaande huisartsenkring een aanvraag tot
erkenning kunnen indienen. Elke kring die aan de
normen van het bewuste besluit beantwoordt, kan
een erkenning krijgen. Die normen hebben
betrekking op de vertegenwoordigingsfunctie en
de organisatie van de wachtdienst. De
huisartsenkring treedt op als vertegenwoordiger
03/10/2001
CRIV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
van de huisartsen uit de huisartsenregio en is als
dusdanig een lokaal aanspreekpunt voor de
huisartsen.

Over de prestaties die de geïntegreerde diensten
uitvoeren, hebben we met de minister van Sociale
Zaken afgesproken dat het RIZIV de financiering
mogelijk zal maken zodra de diensten zijn
opgericht en door de gemeenschappen zijn
erkend.

Dat is de stand van zaken, maar de dossiers
evolueren goed.
05.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
minister, de grootte van de huisartsenregio's hebt
u nog niet?
05.04 Minister Magda Aelvoet: De idee om de
regio te verbinden aan 100 000 inwoners is als
dusdanig los gelaten. Het enige wat wel is
bepaald, is dat er ten minste één huisarts
permanent beschikbaar moet zijn per volledige
schijf van 30 000 inwoners. Dat is de afspraak die
tot hiertoe werd gemaakt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "klinisch
psychologen" (nr. 5320)
06 Question de Mme Trees Pieters à la ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "les
psychologues cliniques" (n° 5320)
06.01 Trees Pieters (CD&V): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, de vakantie gaf
ons even de gelegenheid om na te gaan welke de
stand van zaken is in verband met de vragen die
tijdens het voorbije jaar in deze commissie werden
gesteld. Desbetreffend heb ik inzake de klinisch
psychologen in maart van dit jaar een enigszins
uitgebreide vraag gesteld over de regeling van het
beroep van klinisch psycholoog en de relatie van
deze zorgverstrekker tot de psychiatrie.

U hebt in uw antwoord gesteld dat u zoekt naar
formules met het oog op het vorm geven aan een
samenwerkingsmodel met onder meer
psychiaters. U stelde tevens dat dit geen
eenvoudige oefening is en dat er nog heel wat
werk voor de boeg ligt vooraleer de correcte,
evenwichtige formuleringen zullen worden
gevonden.
Inmiddels zijn we zes maanden verder en vind ik
het nuttig even te polsen naar de stand van zaken
van dit dossier, met de vraag wanneer wij
definitieve resultaten mogen verwachten omtrent
de regeling van de klinisch psychologen.
06.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega, de stand van zaken is dat er
inderdaad een ad hoc-werkgoep werd gevormd in
het kader van de Hoge Raad voor geneesheren-
specialisten en huisartsen, die zich meermaals
over het ontwerp heeft gebogen. Nu is er een
akkoord bereikt in voornoemde werkgroep over
een voorstel van positieve definitie van de
klinische psychologie en over de manier waarop
ze in relatie staat tot de geneeskunde binnen het
reglementaire kader van het koninklijk besluit 78.

Dat bereikte akkoord komt nu op de
interkabinettenraad en zal eerstdaags aan de
Ministerraad kunnen worden voorgelegd.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
rechten van de patiënt" (nr. 5331)
07 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les droits du patient" (n° 5331)
07.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, het voorbije
parlementaire jaar hebt u een conceptnota
opgesteld betreffende een regeling voor de
rechten van de patiënt. Rechtstreekse aanleiding
voor deze nota was ­ zoals we allemaal weten ­
het tot op heden totaal gebrek aan een globale
wettelijke regeling terzake. U hebt dit willen
verhelpen door een conceptnota voor te leggen
aan het Parlement die, na de besprekingen in de
bevoegde commissie, zou resulteren in een
wetsontwerp.

Naar aanleiding van deze nota hebben we
allemaal de verschillende hoorzittingen van de
betrokken sector meegemaakt. Deze hoorzittingen
moesten ons in staat stellen om de standpunten
van enerzijds de patiëntenverenigingen en,
anderzijds de medische wereld te kennen. De
hoorzittingen zijn ondertussen beëindigd en
sindsdien is het ogenschijnlijk stil geworden rond
deze problematiek. Mevrouw de minister, ik
betwijfel geenszins dat uw kabinet ijverig werkt
aan deze materie. Daarom vernam ik graag de
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
stand van zaken met betrekking tot dit
wetsontwerp en de timing die u vooropstelt?
Waarom heeft uw vroeger meegedeelde timing
vertraging opgelopen en werd het wetsontwerp
nog niet ingediend bij het Parlement?
07.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, na de hoorzittingen in het
Parlement heeft het kabinet de nuttige
opmerkingen, bedenkingen en suggesties
samengebracht die bij het oorspronkelijk ontwerp
werden gemaakt. Tengevolge hiervan werden aan
de oorspronkelijke conceptnota een heel aantal
aanpassingen aangebracht. Op 8 juni heeft de
Ministerraad zich over het aangepaste ontwerp
gebogen. Het ontwerp werd goedgekeurd.
Vooraleer men het ontwerp voor advies aan de
Raad van State kan voorleggen ­ hier nijpt het
schoentje ­ moet het ontwerp worden voorgelegd
aan de Commissie voor de Bescherming van de
Privacy. Deze commissie heeft haar tijd genomen.
We hebben het advies slechts eind augustus-
begin september ontvangen. Grosso modo was
het advies zeer positief en werden slechts een
paar kleine details aangepast. Het ontwerp werd
voor advies doorgezonden aan de Raad van
State. Zodra ik dit advies ontvangen heb kom ik
spoorslags naar het Parlement.
07.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij
met deze stand van zaken en het verheugt me dat
u achter de zaak aanzit.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Question de M. Olivier Chastel à la ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "la
réalisation du plan fédéral du gouvernement en
matière de drogues" (n° 5250)
08 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
realisatie van het federaal drugsplan van de
regering" (nr. 5250)
08.01 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Madame
la présidente, madame la ministre, je vous
demande de bien vouloir excuser mon retard,
mais je me trouvais en commission de
l'Infrastructure dont je suis membre effectif et où
M. Daems est en train d'expliquer la situation de la
Sabena.

Madame la ministre, ma question vise la
réalisation du plan fédéral du gouvernement en
matière de drogues.

Le plan fédéral du gouvernement prévoit que vous
êtes responsable de la réalisation de différents
points. Il détermine aussi un calendrier quant à la
réalisation de ces points. Le ministre de la Justice
est lui aussi responsable de la mise en oeuvre de
cette nouvelle politique, notamment en matière de
poursuites pour les consommateurs de drogues,
et dans le cadre de laquelle le recours à l'aide et à
l'assistance médicale et sociale est privilégié par
rapport aux poursuites judiciaires.

La mise en oeuvre de cette réforme de la politique
des poursuites présuppose que le ministre de la
Santé ait pris préalablement les dispositions
nécessaires en vue de mettre en oeuvre différents
points dont elle est responsable, notamment en ce
qui concerne les points "justice et assistance",
"organisation de l'offre de soins" et "accueil de
crise".

Le calendrier fixé par la note fédérale prévoit que
le rapport final relatif au premier de ces points
("justice et assistance") devrait être présenté pour
fin 2001, les "case managers" étant désignés pour
cette année encore.

Pour ce qui est du point "organisation de l'offre de
soins" repris au point 4.4.1, les groupes locaux de
coordination devaient être installés pour la mi-
2001.

En ce qui concerne le dernier point ("accueil de
crise"), 20 lits d'accueil d'urgence devaient être
disponibles pour la mi-2001 et 20 supplémentaires
devront êtres créés pour début 2002.

Pour ces trois points, j'aurais souhaité entendre
Mme la ministre sur l'état d'avancement des
travaux et les éventuelles raisons du retard dans
l'exécution de ces tâches.

Je voudrais enfin aborder un dernier point qui a
déjà été évoqué lors de la première question
inscrite à l'ordre du jour d'aujourd'hui.

Le point 4.2.2 de la même note prévoit que le
ministre de la Santé est également responsable
de la création en Belgique d'un système d'alerte
précoce concernant les drogues de synthèse. Sur
ce point, aucun calendrier n'a été précisé dans la
note du gouvernement. Evidemment, les
problèmes rencontrés pendant les vacances avec
le PMA démontrent à l'évidence l'absolue
nécessité de la mise en place d'un tel système
d'alerte. J'aurais donc voulu savoir où en était
l'état d'avancement de ces travaux sur ce point au
03/10/2001
CRIV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
1
er
juillet, juste avant cette affaire du PMA.
08.02 Magda Aelvoet, ministre: Monsieur
Chastel, la note politique du gouvernement
relative à la problématique des drogues a
effectivement été approuvée lors du Conseil des
ministres de janvier 2001. La responsabilité pour
la mise en oeuvre de chacun des points d'action a
été attribuée à un et parfois plusieurs ministres.

Lors de l'approbation de la note politique, il a été
annoncé que le gouvernement allait créer un
budget supplémentaire de l'ordre de 500 millions
pour accentuer un certain nombre de possibilités
de prévention et d'offre de soins.

Pour l'année 2001, nous avons fait des dépenses
liées à la campagne d'information, à la création de
la cellule "politique de santé en matière de
drogues", à la création de l'observatoire belge des
drogues, aux développements du "early warning
system" et à la prévention des médicaments
psychoactifs, notamment les benzodiazépines. Je
vais vous donner plus de détails sur ces sujets.

Je reviens à la cellule politique en matière de
drogue. Comme cela fut annoncé dans la note
politique, deux phases étaient prévues: en premier
lieu, nous voulions avancer avec ce qui nous
semblait le plus urgent, à savoir mettre autour de
la table tous les ministres de la Santé (régions,
communautés et fédéral). Cette cellule était
prévue pour le mois de juillet et elle a fonctionné
dès cette date. Nous avons déjà eu trois réunions.
La première a eu lieu le 12 juillet, la seconde fin
août ­ compte tenu des vacances ­ la troisième
au mois de septembre. En deuxième lieu, nous
préparons la cellule drogue globale qui prévoit non
seulement la coopération entre les ministres de la
Santé, mais également avec les autres secteurs
concernés: Justice, Affaires intérieures, etc. Nous
y travaillons même si ceci était prévu seulement
pour 2002. Nous avançons donc nettement vers
une réalisation concrète dans ce délai.

Pour ce qui concerne l'observatoire belge des
drogues et de la toxicomanie, il prend forme à
travers une série de projets qui ont été lancés le
1
er
juillet 2001:
1. L'élaboration d'un réseau de communications
entre les différents partenaires (politiques,
scientifiques, médias, prestataires de soins et
grand public);
2. Une étude sur la prévalence de l'usage de
drogues pour l'ensemble de la population, figurant
notamment dans le cadre de l'enquête de santé
2001 en cours;
3. Une étude sur la demande de soins des
usagers de drogues;
4. Une étude sur la prévalence de la
consommation problématique de drogues et la
poursuite du développement du "RETOX" (réseau
européen d'information sur les drogues et les
toxicomanies).

Comme je vous l'ai déjà dit, les sommes que je
vous ai citées ont été prévues à cet effet et sont
dépensées en ce moment. Pour ce qui est de
"l'early warning", il fait partie de l'observatoire des
drogues mais n'en représente qu'une petite partie.
Quelle est sa tâche principale? C'est d'être
l'organisme qui reçoit les informations qui nous
parviennent du niveau européen pour ensuite les
relayer aux sous-points locaux. C'est ce qui est
fait de manière continue et, si cela vous intéresse,
je peux vous donner copie de toutes les lettres
d'information ou un aperçu global de toutes les
lettres informatives qui partent chaque mois de
notre structure "early warning" en direction des
sous-points locaux. Ceci est donc en marche. Une
somme supplémentaire de 1 million a été prévue
cette année afin de renforcer cette équipe.

Le système PMA a très bien fonctionné vis-à-vis
des sous-points locaux. Ce qui a posé problème,
ce sont les règles de conduite qui étaient en jeu
jusqu'à présent mais qui vont être modifiées.

Lorsqu'une information était transmise au système
"early warning Belgium", à partir d'une enquête
judiciaire, jusqu'à présent l'autorisation du juge
d'instruction était nécessaire pour pouvoir rendre
ladite information publique. Avec le PMA, compte
tenu de la gravité des faits, nous avons agi de la
manière suivante. Ce n'est que le 3 août que nous
avons été avertis des circonstances de la mort de
deux personnes, qui était survenue début juillet.
Le même jour, les services d'urgence, les services
Infor-Drogue, tous les services concernés ont été
alertés de même que toutes les structures en
place en la matière. A la suite de cette alerte, la
nouvelle a été publiée avant que nous ayons reçu
l'autorisation et toutes les informations
nécessaires, ce qui a occasionné ce fameux gap
de sept jours que nous ne voulons plus connaître.
Entre-temps, la décision gouvernementale a été
discutée avec les procureurs généraux et un
accord est intervenu pour qu'en cas de décès lié à
une enquête judiciaire, quelques informations
générales puissent immédiatement être
communiquées au grand public. A cet égard, les
choses sont réglées.

Pour ce qui est de l'offre de soins, votre question
était précise. Au moment où, à travers la loi-
programme, on aurait pu libérer des fonds pour
CRIV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
six mois de l'année, il n'était plus possible de
modifier le budget INAMI. Par conséquent, la
création de ces possibilités supplémentaires a dû
être reportée au 1
er
janvier de cette année. Pour
cette année-ci, toutes les instructions nécessaires
ont été données à l'INAMI puisque les fonds, tant
sur le plan des recettes que des dépenses,
émaneront de ce budget spécifique. A partir du 1
er
janvier 2002, l'engagement sera bien celui qui
était prévu dès le départ mais nous avons, bien
entendu, perdu les six mois de démarrage de
cette année.

Croyez-moi, ce n'était pas de la mauvaise volonté,
au contraire, mais il n'était plus possible de
progresser!

En résumé, toutes les décisions relatives au
renforcement des mesures dépendant
uniquement du département de la Santé publique
ont été appliquées. Les mesures à prendre en
collaboration avec l'INAMI ont dû être reportées
mais tout le travail administratif nécessaire a été
réalisé pour que, à partir du 1
er
janvier, les choses
puissent démarrer. Comme je l'ai dit en réponse à
M. Vandeurzen, pour le personnel qui travaille
dans le cadre de la prévention, nous avons prévu,
pour cette année-ci, 21 millions afin de poursuivre
les projets en matière de drogue qui n'étaient pas
repris dans le programme global des contrats de
société. Nous avons également prévu 15 millions
pour le secrétariat permanent de la politique de
prévention, en soutien des initiatives locales pour
combattre les problèmes causés par la drogue et
36 millions pour les coordinateurs locaux de
prévention, qui doivent couvrir les régions du pays
qui ne jouissaient pas encore de ces contrats de
société dont d'autres bénéficiaient depuis
longtemps.

Très honnêtement, on peut affirmer que les
avancées se poursuivent, même si, quant aux
aspects INAMI, on a accusé un retard de six mois.
Mais toutes les structures sont en place.
08.03 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Madame
la présidente, je remercie Mme la ministre pour sa
réponse. Je pense effectivement que la mise en
oeuvre est globalement satisfaisante. J'entends
bien aussi la raison budgétaire des six mois de
retard de l'INAMI par rapport à différentes
mesures. Je n'ai cependant rien entendu au sujet
du point qui relève de l'accueil de crise. Est-ce
également à cause des six mois de retard de
l'INAMI qu'aucun lit d'accueil d'urgence n'a encore
pu être mis en place? Quand pourra-t-on compter
sur cette structure d'accueil d'urgence?
08.04 Magda Aelvoet, ministre: C'est dans le
cadre du financement des systèmes hospitaliers
qu'il fallait prévoir des lits supplémentaires pour
permettre cet accueil de crise. Dans le cadre du
financement des hôpitaux, il y a toujours une
participation ¾ INAMI et ¼ Santé publique. C'est
pour cette raison qu'il a fallu remettre ce dossier.
Je vous garantis qu'à partir du 1
er
janvier prochain,
les lits promis seront disponibles.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

De vraag nr. 5321 van de heer Luc Goutry wordt
ingetrokken.

La question n° 5326 de Mme Michèle Gilkinet est
reportée à une date ultérieure.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 14.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.51 heures.

KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 548
CRABV 50 COM 548
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
woensdag mercredi
03-10-2001 03-10-2001
13:30 uur
13:30 heures

CRABV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Jo Vandeurzen tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
gevaarlijke drug 'PMA'" (nr. 888)
1
Interpellation de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la drogue
dangereuse dénommée 'PMA'" (n° 888)
1
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Moties
3
Motions
3
Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de minister
van Consumentenzaken Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de PET-scanners" (nr. 5230)
4
Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les PET-
scans" (n° 5230)
4
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Magda De Meyer tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de waarde
van de verpleegkundige brugopleiding A2 naar
A1" (nr. 5221)
5
Question de Mme Magda De Meyer à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la valeur de la
formation passerelle A2 vers A1 suivie par le
personnel infirmier" (n° 5221)
5
Sprekers: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de zorgen
verstrekt aan buitenlanders" (nr. 5266)
6
Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
soins prodigués aux étrangers" (n° 5266)
6
Sprekers: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet
, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet
, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
eerstelijnszorgen" (nr. 5329)
6
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les soins de
première ligne" (n° 5329)
6
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Trees Pieters tot de minister
van Consumentenzaken Volksgezondheid en
Leefmilieu over "klinisch psychologen" (nr. 5320)
7
Question de Mme Trees Pieters à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
psychologues cliniques" (n° 5320)
7
Sprekers: Trees Pieters, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Trees Pieters, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de rechten
van de patiënt" (nr. 5331)
8
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les droits du
patient" (n° 5331)
8
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
03/10/2001
CRABV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Olivier Chastel tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de realisatie van het federaal
drugsplan van de regering" (nr. 5250)
8
Question de M. Olivier Chastel à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la réalisation
du plan fédéral du gouvernement en matière de
drogues" (n° 5250)
8
Sprekers: Olivier Chastel, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Olivier Chastel, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRABV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
WOENSDAG
03
OKTOBER
2001
13:30 uur
______
du
MERCREDI
03
OCTOBRE
2001
13:30 heures
______



De vergadering wordt geopend om 13.36 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 13.36 heures par Mme
Yolande Avontroodt, président.
01 Interpellatie van de heer Jo Vandeurzen tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
gevaarlijke drug 'PMA'" (nr. 888)
01 Interpellation de M. Jo Vandeurzen à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
drogue dangereuse dénommée 'PMA'" (n° 888)
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V): De PMA-
problematiek werd tijdens het reces uitvoerig
besproken. De minister nam ook al verschillende
maatregelen.


Sinds februari krijgen we signalen van Europa over
het bestaan van een nieuwe uitermate gevaarlijke
XTC-pil. Blijkbaar zou er in februari reeds een PMA-
dode zijn geweest. De tweede volgde op 18 april in
Diest. Op 7 juli viel er in Geel een PMA-dode en op
15 juli in Antwerpen. Pas op 10 augustus heeft de
minister informatie verleend aan de media. Dit is
zeven dagen nadat de resultaten van het onderzoek
op de twee laatste doden bekend waren. Waarom
werd het publiek zo laat gealarmeerd? In hoeverre
is het early warning system in België operationeel?




Werd met de Gemeenschappen een afspraak
gemaakt over de systematische
ontradingsstrategie? Welk beleid zal verder worden
gevoerd? Zal er een verlenging van de contracten
van de drugpreventiewerkers komen en voor hoe
lang? Zullen er nieuwe contracten worden
afgesloten? Zal het huidige budget voor
drugpreventie volstaan?
01.01 Jo Vandeurzen (CD&V): La question de la
PMA a défrayé la chronique durant les vacances
parlementaires. La ministre a d'ailleurs déjà réagi
en prenant différentes mesures.

Depuis le mois de février, les instances
européennes nous signalent l'apparition d'une
nouvelle pilule d'XTC extrêmement dangereuse. Il
semble même que la PMA aurait déjà fait un
premier mort en février. La deuxième victime est
décédée le 18 avril à Diest. D'autres personnes
encore ont succombé à la PMA, une à Geel le 7
juillet, une à Anvers le 15 juillet. Ce n'est que le 10
août que la ministre a informé les médias, sept
jours après que les résultats de l'enquête sur les
deux dernières morts avaient été rendus publics.
Pourquoi le public a-t-il été alerté si tardivement ?
Dans quelle mesure le système early warning est-il
opérationnel en Belgique ?

A-t-on convenu, avec les Communautés, d'une
stratégie de dissuasion systématique ? Quelle
politique compte-t-on mener en la matière ? Les
contrats des agents de prévention antidrogue
seront-ils prolongés et, dans l'affirmative, pour
quelle durée ? De nouveaux contrats seront-ils
conclus ? Le budget actuel pour la prévention de la
toxicomanie suffira-t-il ?
03/10/2001
CRABV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands) : Het
early warning-systeem werd door Europa op de
hoogte gebracht van het bestaan van PMA sinds
februari ­ maart ­ april. De partners van het
systeem werden ook op de hoogte gebracht.

In april was er een eerste indicatie in België, na een
spoedopname van een jong meisje in het
Antwerpse en na urine-onderzoek. Er was echter
geen ernstig gezondheidsprobleem en de persoon
in kwestie bevoorraadde zich in Nederland. Via
early warning werd dit bericht verspreid, met de
bijhorende informatie.



Op 3 augustus was er in België een PMA-
vaststelling met dodelijk gevolg. Het labo-onderzoek
kaderde in een gerechtelijk onderzoek. De
afgesproken werkwijze is dat de onderzoeksrechter
in zo'n geval om toestemming tot publicatie wordt
gevraagd. Die kwam er op vrijdag en de publicatie
volgde nog dezelfde dag.
01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Le système "early warning" a été averti par les
instances européennes de l'existence de la PMA
depuis février-mars-avril. Les partenaires participant
au système ont également été avertis.

En Belgique, une première indication a été donnée
en avril, après l'admission aux urgences d'une
jeune fille de la région d'Anvers et la réalisation
d'examens urinaires. La jeune fille en question n'a
toutefois pas rencontré de problème de santé grave
et elle s'approvisionnait aux Pays-Bas. Le
communiqué y relatif ainsi que des informations
complémentaires ont été diffusés par le système
"early warning".

En date du 3 août, un cas de consommation de
PMA ayant entraîné la mort a été constaté en
Belgique. Les analyses de laboratoire ont été
effectuées dans le cadre d'une enquête judiciaire.
Dans de tels cas, il a été convenu qu'une demande
d'autorisation de publication doit être demandée au
juge d'instruction. Cette autorisation a été accordée
le vendredi et la publication a encore été réalisée le
jour même.
Een ander vertragend element was de nood aan
informatief materiaal: de foto van de in beslag
genomen pil kwam pas vrijdagnamiddag toe.
Ondertussen was er echter een VAD-lek, waardoor
de kranten 's ochtends al berichtten over de
problematiek. Op 3 augustus werden dus
spoedgevallendiensten, infolijnen en dergelijke
verwittigd en werd onmiddellijk de toestemming tot
publicatie gevraagd aan de onderzoeksrechter. Ook
dat werkt vertragend natuurlijk.
La nécessité de disposer d'un support d'information
constituait un autre élément ayant entraîné un
retard. La photo de la pilule saisie ne nous est
parvenue que vendredi après-midi.
Consécutivement à une fuite au sein de la VAD,
l'association flamande de lutte contre l'alcoolisme et
la toxicomanie, les journaux avaient déjà publié des
articles relatifs à cette question dans la matinée. Le
3 août, les services d'urgence, les lignes
téléphoniques d'information, etc. ont également été
avertis et une demande d'autorisation de publication
a immédiatement été adressée au juge
d'instruction. Ces démarches ont également
entraîné un certain retard.
Daarom heb ik de zaak aan de Ministerraad
voorgelegd, met de motivering dat deze situatie
onverantwoord is. Ik heb daar steun gekregen. De
zaak ligt nu bij de procureurs-generaal. Daar is nog
geen beslissing genomen, maar zij staan positief
ten opzichte van de onmiddellijke
informatieverlening bij het opduiken van nieuwe
drugs.

De meeste aandacht gaat bij het beleid inderdaad
uit naar hulpverlening. Over ontrading bestaan
verschillende visies en dat maakt het moeilijk. De
cel Drugbeleid is ondertussen operationeel. Zij zal
de lokale coördinatie uitwerken en de preventie
daarop afstemmen.
C'est pourquoi j'ai soumis le dossier au Conseil des
Ministres, en soulignant que cette situation était
injustifiable. On m'a donné raison. Le dossier se
trouve à présent entre les mains des procureurs
généraux. Aucune décision n'a encore été prise à
ce niveau mais ils sont favorables à une information
immédiate dès l'apparition de nouvelles drogues.


Au niveau de la politique à mener, c'est
effectivement l'aide aux toxicomanes qui retient
surtout l'attention. En ce qui concerne la dissuasion,
les choses sont plus compliquées car il y a des
divergences de vues. La cellule `drogue' est à
présent opérationnelle. Elle organisera la
coordination locale et la prévention.
CRABV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
De geplande 500 miljoen frank zullen er onder meer
voor zorgen dat de contracten die niet meer
gehonoreerd zouden worden, toch zullen
verdergezet worden. Ook de gemeenten die nog
geen preventiemedewerkers hadden, zullen daartoe
nu de nodige financiële middelen krijgen.

Les 500 millions de francs serviront, entre autres, à
garantir que les contrats qui ne sont plus honorés,
puissent quand même être menés à bien. Les
communes qui, jusqu'à présent, ne disposaient pas
encore de collaborateurs en matière de prévention,
pourront à présent également bénéficier des
moyens financiers nécessaires pour ce faire.
Sinds 1997-1998 werkt een kleine early warning-cel
in het wetenschappelijk instituut voor
Volksgezondheid. De informatie van Europa wordt
eveneens snel en accuraat bezorgd aan de
partners.

Er moeten bijkomende middelen komen voor het
drugsobservatorium: er komt 21 miljoen frank voor
2001 en 21 miljoen voor 2002, onder andere voor
studies en voor de aankoop van
onderzoeksmateriaal. Zo zal analyse van de
producten in de toekomst gemakkelijker zijn.
Depuis 1997-1998, une petite cellule early warning
travaille au sein de l'Institut scientifique de la Santé
publique. Les informations en provenance d'Europe
sont aussi transmises rapidement et précisément
aux partenaires.

Il faut des moyens supplémentaires pour
l'observatoire de la drogue: 21 millions sont prévus
pour 2001 et 21 millions pour 2002, notamment
pour des études et pour l'acquisition de matériel de
recherche. Cela facilitera à l'avenir l'analyse des
produits.
01.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Nieuw afspraken
tussen procureurs en onderzoeksrechters kunnen
wellicht zonder wetswijziging?
01.03 Jo Vandeurzen (CD&V): De nouveaux
accords entre les procureurs et les juges
d'instruction pourraient peut-être se prendre sans
modification de la loi ?
01.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands):
Inderdaad.


Jo Vandeurzen
(CD&V): De drugsnota bevat
positieve elementen inzake preventie, maar ze heeft
het niet over compensaties voor het verdwijnen van
de preventieve kracht van de norm. Het signaal is
dubbelzinnig.
01.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
En effet.

Jo Vandeurzen (CD&V): La note de politique
générale relative à la drogue comporte des
éléments positifs en matière de prévention mais il
n'y est pas question de compensations pour la
disparition de l'effet préventif de la norme. Le signal
est ambigu.
De Gemeenschappen blijven in gebreke wat betreft
het opzetten van drugspreventie. In Wallonië is er
zelfs geen registratie. De drugspreventiewerkers,
die in onzekerheid zitten wat de verlenging van hun
contract betreft, zijn daarvan een symptoom. Ik zal
dan ook een motie van aanbeveling indienen.




Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Op 4 mei
zijn alle beslissingen over de verderzetting van de
contracten van de drugspreventiemedewerkers
genomen. De contracten zijn nu effectief verlengd
voor twee jaar. De nieuwe contracten zullen
eveneens over een periode van twee jaar lopen.
Les Communautés sont en faute en ce qui
concerne la mise en oeuvre d'une politique de
prévention de la drogue. En Wallonie, il n'existe
même pas de système d'enregistrement. Les
personnes qui travaillent dans le secteur de la
prévention de la drogue n'ont aucune certitude
quant au renouvellement de leur contrat, ce qui est
symptomatique. Je déposerai, dès lors, une motion
de recommandation.

Magda Aelvoet
, ministre (en néerlandais): Toutes
les décisions relatives au renouvellement des
contrats des personnes travaillant dans le secteur
de la prévention de la drogue ont été prises le 4
mai. Les contrats ont effectivement été renouvelés
pour une période de deux ans. Les nouveaux
contrats seront également conclus pour une période
de deux ans.
Moties
Motions
03/10/2001
CRABV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
La présidente: En conclusion de cette discussion
les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Jo Vandeurzen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Jo Vandeurzen
en het antwoord van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu,
vraagt de regering
- de beloofde 500 miljoen integraal te besteden aan
doorgedreven preventie en hulpverlening;
- de preventiewerkers zekerheid te bieden door
middel van langlopende contracten opdat de
preventie op een continue wijze kan worden
gevoerd en opdat vermeden wordt dat de
opgebouwde ervaring verloren gaat;
- ook door middel van het repressieve beleid de
preventieaanpak te ondersteunen."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Jo Vandeurzen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Jo Vandeurzen
et la réponse de la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,
demande au gouvernement,
- d'affecter la totalité des 500 millions de francs
prévus à la mise en oeuvre de mesures de
prévention et d'aide poussées;
-
d'offrir des garanties de sécurité aux
professionnels de la prévention par le biais de
contrats de longue durée, afin que la prévention
puisse être organisée dans la continuité et que
l'expérience acquise dans ce domaine ne soit pas
perdue;
- de soutenir l'approche préventive par la mise en
oeuvre d'une politique répressive."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Maggie De Block, Magda De Meyer en
Anne-Mie Descheemaeker en de heer Philippe
Seghin.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Maggie De Block, Magda De Meyer et Anne-Mie
Descheemaeker et M. Philippe Seghin.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
02 Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de PET-
scanners" (nr. 5230)
02 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de
la Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les PET-
scans" (n° 5230)
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): De PET-scanners
zijn een toetsmiddel om na te gaan of we over een
efficiënt handhavingsbeleid beschikken. De minister
heeft steeds verklaard dat ze de PET-scanners wou
behouden, maar we moesten wachten tot eind
augustus om te kijken welke scanners er gesloten
zouden moeten worden. Ondertussen werd duidelijk
dat er heel wat meer PET-scanners actief zijn dan
in het plan van de minister bepaald is. Dit zou vooral
in Brussel en Wallonië het geval zijn.


Voor welke PET-scanners werd er een negatieve
beslissing genomen? Werden die al buiten werking
gesteld? Worden deze scanners nog gefinancierd
door het RIZIV?
02.01 Jo Vandeurzen (CD&V): Les PET-scans
permettent de tester l'efficacité de la politique de
contrôle dont nous disposons. La ministre a
toujours déclaré qu'elle souhaitait conserver les
PET-scans mais que nous devions attendre la fin
du mois d'août pour déterminer quels PET-scans
devaient être mis hors service. Dans l'intervalle, il
est apparu que le nombre de PET-scans en activité
est bien plus élevé que le nombre prévu par le plan.
Ce constat concerne principalement Bruxelles et la
Wallonie.

Quels PET-scans ont fait l'objet d'une décision
négative ? Ont-ils déjà été mis hors service ? Ces
scanners sont-ils encore financés par l'INAMI ?
02.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
overheden werden ingelicht over de aanwezigheid
van overtallige PET-scanners, drie in Brussel, één
in Vlaanderen en drie in Wallonië. Minister
Vandenbroucke en ikzelf willen niet afwijken van het
02.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Les autorités ont été informées de l'existence de
PET-scans en surnombre : trois à Bruxelles, un en
Flandre et trois en Wallonie. Le ministre
Vandenbroucke et moi-même ne dérogerons pas
CRABV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
vooropgestelde aantal. Maandag werd hierover
vergaderd. Vlaams en Waals Gewest verklaarden
te zullen optreden; het Brussels Gewest vroeg om
meer verduidelijking. Misschien kan de heer
Vandeurzen zijn partijgenoot Chabert hierover
aanspreken.


Het federale niveau beschikt ook over andere
middelen om op te treden, na de
functioneringsbudgetten inzake Volksgezondheid en
via de ZIV-wet. De inhouding van 20 procent in het
kader van de functioneringsbudgetten kan slechts
na vaststelling van de overtreding. Daartoe is de
samenwerking van de Gewesten vereist.
au nombre qui a été fixé. Une réunion a été
organisée à ce sujet lundi. Les Régions wallonne et
flamande ont déclaré qu'elles interviendraient. La
Région de Bruxelles-Capitale a demandé à obtenir
des précisions. M. Vandeurzen pourrait peut-être
aborder cette question avec son collègue de parti
M. Chabert.

Le niveau de pouvoir fédéral dispose également
d'autres moyens pour intervenir : les budgets de
fonctionnement en matière de santé publique et la
loi sur l'assurance maladie. La retenue de 20%
dans le cadre des budgets de fonctionnement ne
peut être appliquée qu'en cas d'infraction. La
collaboration des Régions est exigée à cet effet.
Het is ook mogelijk om op basis van de wet op de
verplichte verzekering op geneeskundige verzorging
geen terugbetaling te doen. Dit wordt wel moeilijk
wanneer het ziekenhuis geen PET-prestaties, maar
MNR-prestaties doorgeeft.
La loi relative à l'assurance obligatoire en matière
de soins de santé permet également de ne pas
procéder au remboursement. Cela devient toutefois
plus difficile lorsque l'hôpital ne déclare pas de
prestations PET mais des prestations IRM.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V): Het antwoord van
de minister inzake de vaststellingen is weinig
verrassend. De verantwoordelijkheid mag niet
zomaar naar anderen worden doorgeschoven. Het
RIZIV heeft ook nog geen initiatief genomen om
voor de "gesloten" PET-scanners de geldkraan
dicht te draaien.

Ik zal de minister zowel over de vaststellingen als
over de financiering opnieuw ondervragen.
02.03 Jo Vandeurzen (CD&V): La réponse de la
ministre concernant la constatation des infractions
ne constitue pas vraiment une surprise. On ne peut
pas simplement faire endosser cette responsabilité
par d'autres. L'INAMI n'a du reste pris aucune
initiative visant à supprimer le financement pour les
PET-scans mis hors service.

J'interrogerai encore la ministre tant sur la
constatation des infractions que sur le financement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Magda De Meyer tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de waarde
van de verpleegkundige brugopleiding A2 naar
A1" (nr. 5221)
03 Question de Mme Magda De Meyer à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
valeur de la formation passerelle A2 vers A1
suivie par le personnel infirmier" (n° 5221)
03.01 Magda De Meyer (SP): Verschillende A2-
verpleegkundigen volgen een zogenaamde
brugopleiding, waardoor ze het A1-diploma kunnen
behalen. Telt dit mee voor de jaarlijks verplichte
bijscholing van zestien uur die spoedverplegers
moeten volgen? En wat met de A2'ers die vroeger
op basis van hun ervaring de titel "beroeps- en
intensieve zorgen" mochten voeren? Geeft ook de
brugopleiding recht op een bijzondere beroepstitel?
03.01 Magda De Meyer (SP): Plusieurs infirmières
A2 suivent ce que l'on appelle une formation
passerelle qui doit leur permettre d'obtenir le niveau
A1. Cette formation entre-t-elle en compte pour le
recyclage annuel obligatoire de 16 heures des
infirmières d'urgence ? Et qu'en est-il des A2 qui
pouvaient auparavant, sur la base de leur
expérience, porter le titre professionnel pour les
soins intensifs ? La formation passerelle leur
donne-t-elle aussi droit à un titre professionnel
particulier ?
03.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
zestien uur opleiding is voorbehouden voor
gegradueerde verpleegkundigen. De A2-
verpleegkundigen werd beloofd dat we de nodige
inspanningen zouden doen om hun bijzondere
03.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
La formation de 16 heures est réservée aux
infirmières graduées. On a promis aux infirmières
A2 de faire les efforts nécessaires pour reconnaître
leur qualification particulière.
03/10/2001
CRABV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
bekwaamheid te erkennen.

Voor de A2-verpleegkundigen die via brugopleiding
A1-verpleegkundige worden, wordt de bijzondere
bekwaamheid niet automatisch overgedragen naar
het A1-niveau, maar is een bijkomende opleiding
nodig.

Pour les infirmières A2 qui deviennent A1 après
avoir suivi la formation passerelle, la qualification
particulière n'est pas automatiquement transférée
au niveau A1 mais une formation complémentaire
est nécessaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt tot
de minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de zorgen
verstrekt aan buitenlanders" (nr. 5266)
04 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
soins prodigués aux étrangers" (n° 5266)
04.01 Yolande Avontroodt (VLD): Heel wat
buitenlanders komen naar België voor
geneeskundige verzorging. Deze stroom van
patiënten verloopt soms gestructureerd. Is de
minister op de hoogte van dergelijke
gestructureerde stromen? Over hoeveel
buitenlandse patiënten gaat het?

Vijfentwintig procent van de gezondheidszorgen
verstrekt in ziekenhuizen wordt gefinancierd vanuit
de algemene middelen van Volksgezondheid.
Worden deze kosten doorgerekend aan de
buitenlandse patiënten? Hoeveel kosten de
buitenlandse patiënten aan de overheid? Indien de
kosten worden gerecupereerd, komt dit dan alleen
de ziekenhuizen ten goede?
04.01 Yolande Avontroodt (VLD): De nombreux
étrangers viennent en Belgique pour y recevoir des
soins médicaux. Cet afflux de patients présente
parfois un caractère structuré. La ministre est-elle
au courant de l'existence de tels flux structurés ?
De combien de patients étrangers s'agit-il?


25 % des soins de santé administrés dans les
hôpitaux sont financés par le biais des moyens
généraux de la Santé publique. Ces frais sont-ils
répercutés sur les patients étrangers? Combien les
patients étrangers coûtent-ils aux pouvoirs publics?
Si les frais sont récupérés, les hôpitaux sont-ils les
seuls à en bénéficier?
04.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Men
deelt me mee dat de tussenkomst van vijfentwintig
procent maar gebeurt als er sprake is van
aangeslotenen bij een verzekeringsorganisatie van
de ZIV, NMBS, OCMW of Oorlogsinvaliden. Er is
dus geen staatstussenkomst bij buitenlandse
patiënten, en dus ook geen winstsituatie voor de
ziekenhuizen.

Ik betreur dat ik u niet meer gegevens kan
verschaffen en dat het probleem niet beter in kaart
is gebracht. Ik zal aandringen bij mijn diensten.
04.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
On me communique que l'intervention de 25 % se
fait uniquement lorsque les patients sont affiliés à
un organisme d'assurance de l'AMI, de la SNCB, du
CPAS ou des invalides de guerre. Par conséquent,
il n'y a pas d'intervention de l'Etat pour les patients
étrangers et les hôpitaux n'en tirent, dès lors, pas
de bénéfice.

Je regrette de ne pas pouvoir vous donner de plus
amples renseignements et que le problème n'a pas
été examiné de plus près. J'insisterai auprès de
mes services pour que cela soit fait.
04.03 Yolande Avontroodt (VLD): De minister
beschikt dus niet over de nodige gegevens. Kan ze
deze inzamelen in het kader van de transparantie
van de financiering van de ziekenhuizen? De
administratie heeft ook geen antwoord gegeven wat
betreft de gestructureerde afspraken met bepaalde
ziekenhuizen.
04.03 Yolande Avontroodt (VLD): La ministre ne
dispose donc pas des données nécessaires. Peut-
elle les recueillir dans le cadre de la transparence
du financement des hôpitaux? L'administration n'a
pas davantage répondu en ce qui concerne les
accords structurés conclus avec certains hôpitaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken
05 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation, de
CRABV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
eerstelijnszorgen" (nr. 5329)
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
soins de première ligne" (n° 5329)
05.01 Maggie De Block (VLD): Voor het reces
werd de basis gelegd voor een vernieuwd
geneesmiddelenbeleid, voor de erkenning van de
huisartsenkringen en voor de geïntegreerde
diensten voor thuiszorg. Een aantal zaken moet nog
via KB worden geregeld. Er zouden ontwerp-KB's
bestaan waaruit blijkt dat het concept van de
zorgregio's wordt verlaten. Men zou het nu hebben
over huisartsenregio's.



Wanneer zal het wetsontwerp over de
eerstelijnszorg klaar zijn? Hoe zal de
huisartsenkring omschreven worden? Welke
financiële middelen zijn er om deze kringen te
organiseren? Hoe zal de erkenning ervan gestalte
krijgen? Welke prestaties uitgevoerd door de
geïntegreerde diensten voor thuiszorg zullen
worden gehonoreerd?
05.01 Maggie De Block (VLD): Avant les
vacances parlementaires, nous avons jeté les
bases d'une politique des médicaments nouvelle
formule, de l'agrément des cercles de généralistes
et des services intégrés de soins à domicile. Il nous
reste une série de choses à régler par arrêté royal.
Il me revient qu'il existerait des projets d'arrêtés
royaux traduisant l'intention du gouvernement
d'abandonner le concept des régions de soins. Il
semblerait qu'il serait aujourd'hui question de
régions de généralistes.

Quand le projet de loi relatif aux soins de première
ligne sera-t-il prêt ? Comment définira-t-on la notion
de cercle de généralistes ? De quels moyens
financiers dispose-t-on pour organiser ces cercles ?
Comment procédera-t-on à leur agrément ? Quelles
prestations fournies par les services intégrés
chargés des soins à domicile rémunérera-t-on ?
05.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
KB's inzake erkenning van huisartsenkringen en
inzake de relatie tussen huisartsenkringen en
huisartsenregio's zijn bijna klaar.


Er komt een aparte financiering voor de werking
van de huisartsenkring, naast een forfaitaire
financiering voor de huisartsenregio. Elke
bestaande huisartsenkring zal een erkenning
kunnen aanvragen en krijgen, voor zover hij
beantwoordt aan de vastgestelde normen inzake
vertegenwoordiging en organisatie van de
wachtdienst.

Eens de geïntegreerde diensten voor thuiszorg zijn
opgericht, komt er RIZIV-financiering voor de
prestaties.
05.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Les arrêtés royaux relatifs à l'agrément des cercles
de généralistes et aux relations entre cercles de
généralistes et régions de généralistes sont
presque prêts.

Il sera prévu un financement distinct pour le
fonctionnement des cercles de généralistes, outre
un financement forfaitaire pour les régions de
généralistes. Tout cercle existant de généralistes
pourra demander et obtenir un agrément à
condition de répondre aux normes fixées en matière
de représentation et d'organisation du service de
garde.

Une fois que les services intégrés de soins à
domicile auront été créés, les prestations
bénéficieront d'un financement INAMI.
05.03 Maggie De Block (VLD): Zal de
huisartsenkring overeen komen met 100.000
personen?
05.03 Maggie De Block (VLD): Un cercle de
médecins généralistes correspond-il à 100.000
personnes ?
05.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
idee om aan de kring 100.000 personen te
verbinden is verlaten. Wel zal er één huisarts per
30.000 inwoners permanent beschikbaar moeten
zijn.
05.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
L'idée qui consistait à rattacher 100.000 personnes
à chaque cercle a été abandonnée. Néanmoins, un
généraliste par 30.000 habitants devra être
disponible en permanence.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Trees Pieters tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "klinisch
06 Question de Mme Trees Pieters à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
03/10/2001
CRABV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
psychologen" (nr. 5320)
psychologues cliniques" (n° 5320)
06.01 Trees Pieters (CD&V): In maart heb ik al
een vraag gesteld over de relatie tussen klinisch
psychologen en psychiaters. De onderhandelingen
waren nog aan de gang, zo zei de minister toen.
Mag ik de stand van zaken een half jaar later
kennen? Wanneer komt er een definitieve regeling?
06.01 Trees Pieters (CD&V): En mars, j'avais déjà
posé une question relative aux relations entre les
psychologues cliniques et les psychiatres. La
ministre nous a alors dit que les négociations
étaient encore en cours. Puis-je demander où l'on
en est six mois plus tard ? Quand y aura-t-il une
réglementation définitive ?
06.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Een
werkgroep ad hoc van specialisten en huisartsen
bereikte een akkoord over een positieve formulering
van klinische psychologie, binnen het reglementair
kader van KB 78. Deze wordt besproken in
interkabinettenwerkgroepen en komt binnenkort aan
bod op de Ministerraad.
06.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Un groupe de travail ad hoc, constitué de
spécialistes et de médecins généralistes, est
parvenu à s'accorder sur une formulation positive
de la psychologie clinique, dans le cadre
réglementaire de l'arrêté royal n° 78. Elle est
discutée au sein d'un groupe de travail intercabinets
et sera bientôt à l'ordre du jour du conseil des
ministres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de rechten
van de patiënt" (nr. 5331)
07 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
droits du patient" (n° 5331)
07.01 Maggie De Block (VLD): Er bestaat nog
altijd geen overkoepelende en overzichtelijke
regeling voor de rechten van de patiënt. De minister
heeft hierover een conceptnota opgesteld die door
de bevoegde parlementscommissie al wed
besproken met behulp van hoorzittingen. Maar
daarna viel het stil. Wanneer komt er een echt
wetsontwerp? Wordt hierin rekening gehouden met
de bevindingen van de hoorzittingen? Kwamen er
misschien nieuwe elementen aan het licht die de
vertraging kunnen verklaren?
07.01 Maggie De Block (VLD): Il n'existe toujours
pas de réglementation générique et globale
concernant les droits du patient. Dans ce cadre, la
ministre a rédigé une note conceptuelle que la
commission parlementaire compétente a déjà
examinée en procédant à des auditions. Mais
ensuite plus rien. Quand un véritable projet de loi
verra-t-il le jour ? Dans ce cadre, a-t-il été tenu
compte des résultats d'auditions ? L'apparition
éventuelle de nouveaux éléments explique-t-elle ce
retard ?
07.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Na
de hoorzittingen in het Parlement zijn de nuttige
opmerkingen verwerkt in een nieuw ontwerp. Op 8
juni heeft de Ministerraad het nieuwe wetsontwerp
goedgekeurd. Het ontwerp werd daarop voor advies
voorgelegd aan de commissie voor de bescherming
van de privacy. Deze commissie heeft echter zeer
lang gewacht om een advies te formuleren.
Momenteel ligt het ontwerp voor advies bij de Raad
van State. Zodra ik daarover beschik, zal ik het
wetsontwerp onmiddellijk ter bespreking brengen in
het Parlement.
07.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Après les auditions organisées au Parlement, les
observations pertinentes ont été intégrées au
nouveau projet de loi. Le 8 juin, le Conseil des
ministres a adopté le nouveau projet de loi qui a
ensuite été présenté à la commission pour la
protection de la vie privée. Cette commission a
cependant attendu très longtemps avant de
formuler un avis. Le projet de loi a été transmis pour
avis au Conseil d'Etat. Dès que je disposerai de cet
avis, je veillerai à ce que le projet de loi soit
immédiatement débattu au Parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Olivier Chastel tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
realisatie van het federaal drugsplan van de
08 Question de M. Olivier Chastel à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la réalisation
du plan fédéral du gouvernement en matière de
CRABV 50
COM 548
03/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
regering" (nr. 5250)
drogues" (n° 5250)
08.01 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): De
hervorming van het vervolgingsbeleid ten aanzien
van druggebruikers, waarvoor de minister van
Justitie bevoegd is, vooronderstelt dat de minister
van Volksgezondheid een aantal voorafgaande
maatregelen treft, meer bepaald met betrekking tot
een aantal punten in de federale drugsnota. In die
beleidsnota wordt een kalender vastgelegd voor de
punten "Justitie - hulpverlening", "Organisatie van
het zorgaanbod" en "Spoed- en crisisopvang", maar
niet voor de oprichting van een early-warning-
systeem voor synthetische drugs.

Hoe ver is men intussen gevorderd op die vier
punten ?
08.01 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): La mise
en oeuvre de la réforme de la politique des
poursuites pour les consommateurs de drogue,
dont la responsabilité incombe au ministre de la
Justice, présuppose que le ministre de la Santé
publique aie pris des dispositions préalables,
notamment en ce qui concerne certains points
inscrits dans le plan fédéral en matière de drogues.
Ce plan fixe un calendrier pour les points
dénommés «Justice et assistance», «Organisations
de l'offre de soins» et «Accueil de crise» et n'en a
pas fixé pour le point touchant à la création d'un
système d'alerte précoce concernant les drogues
de synthèse.
Où en est l'état d'avancement des travaux sur ces
quatre points ?
08.02 Minister Magda Aelvoet (Frans): De
federale beleidsnota in verband met de
drugproblematiek werd in januari 2001
goedgekeurd. Voor elk punt van de nota werd de
bevoegdheid van de betrokken ministers duidelijk
aangegeven.

Er wordt een extra budget van vijfhonderd miljoen
frank uitgetrokken voor de verhoging van het
zorgaanbod en voor preventie.

Voor 2000 werden reeds uitgaven vastgelegd voor
een informatiecampagne, de oprichting van een cel
"gezondheid" bij het Belgisch Waarnemingscentrum
voor Drugs en Drugsverslaving, waar het early-
warning-
systeem deel van uitmaakt, en voor
preventie inzake psychoactieve geneesmiddelen.
08.02 Magda Aelvoet , ministre (en français): La
note fédérale en matière de drogues a été
approuvée en janvier 2001. La responsabilité des
ministres concernés a été précisée pour chaque
point de cette note.

Cinq cent millions supplémentaires ont été prévus
pour augmenter l'offre de soins et les actions
préventives.

Pour 2000, des dépenses ont été engagées pour
une campagne d'information, la création de la
cellule santé, de l'observatoire belge des drogues et
de la toxicomanie, dont fait partie l'early warning
system, et la prévention en matière de
médicaments psycho-actifs.
Inzake de politieke drugscel waren twee fases
gepland. Eerst moesten alle federale, gewest- en
gemeenschapsministers van Volksgezondheid
worden samengebracht. Sinds juni kwam de cel
drie keer samen. Ondertussen bereiden wij de
algemene drugscel voor. Het Belgisch
Waarnemingscentrum voor Drugs en
Drugverslaving krijgt gestalte. In dat kader komt er
een netwerk voor de samenwerking tussen de
betrokken partijen, een studie over de prevalentie
van druggebruik en één over de vraag naar
verzorging en wordt er verder werk gemaakt van het
REITOX-netwerk.

De aangehaalde bedragen komen overeen met wat
momenteel wordt gespendeerd.

Het early warning system maakt deel uit van het
Waarnemingscentrum, maar beslaat slechts één
aspect ervan. Het systeem ontvangt de informatie
uit Europa en stuurt ze door naar de subfocal
En ce qui concerne la cellule politique en matière de
drogues, on avait prévu deux phases. Tout d'abord,
rassembler tous les ministres de la Santé, fédéral,
communautaires et régionaux. Depuis juillet, trois
réunions de cette cellule ont eu lieu. Entre-temps,
nous préparons la cellule drogues globale. Quant à
l'Observatoire belge des drogues et de la
toxicomanie, il prend forme. Cela concerne
l'élaboration d'un réseau de collaboration entre tous
les partenaires concernés, une étude sur la
prévalence de l'usage de drogues, une étude de la
demande de soins ainsi que la poursuite du réseau
Retox.

Les sommes citées sont dépensées actuellement.


L'early warning system fait partie de l'Observatoire,
mais n'en constitue qu'un aspect. Il reçoit des
informations venant d`Europe et les relaye vers les
sous-points locaux.Une somme d'un million
03/10/2001
CRABV 50
COM 548
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
points. Dit jaar is in één miljoen extra voorzien om
de personeelsformatie uit te breiden.

Het systeem werkte tot nu toe goed op lokaal
niveau. Het probleem is dat wanneer in België op
grond van een gerechtelijk onderzoek een inlichting
wordt verstrekt, die pas na toestemming van de
onderzoeksrechter openbaar mag worden gemaakt.
supplémentaire est prévue cette année pour
renforcer son équipe.

Le système a bien fonctionné au niveau local. Le
problème est que, quand une information est
donnée en Belgique à partir d'une enquête
judiciaire, l'autorisation du juge d'instruction est
obligatoire avant toute publicité.
Intussen werd de regeringsbeslissing besproken
met de procureurs-generaal en werd een akkoord
bereikt. Wat het verzorgingsaanbod betreft, was het
op het ogenblik dat men fondsen had kunnen
vrijmaken niet meer mogelijk de RIZIV-begroting te
wijzigen. De beslissing werd dus tot dit jaar
uitgesteld. Dat geld zal komen uit een specifieke
begroting die daarvoor vanaf januari 2002 wordt
uitgetrokken.

Alle beslissingen met betrekking tot het versterken
van wat onder Volksgezondheid ressorteert, werden
genomen. Wat het met de preventie belast
personeel betreft, werd 21 miljoen frank
uitgetrokken om de projecten die niet in het globaal
contract zijn opgenomen voort te zetten. Tevens
werd 15 miljoen frank uitgetrokken voor het Vast
Secretariaat voor het Preventiebeleid en 36 miljoen
frank voor de plaatselijke preventiecoördinatoren.
Entre-temps, la décision gouvernementale a été
discutée avec les Procureurs généraux et un accord
est intervenu. Quant à l'offre de soins, au moment
où on aurait pu libérer des fonds, il n'était plus
possible de changer le budget INAMI. La décision a
donc été reportée à cette année. Cet argent viendra
d'un budget spécifique à partir de janvier 2002.


Toutes les décisions relatives au renforcement de
ce qui dépendait de la Santé publique ont été
prises. Pour le personnel de prévention, on a prévu
21 millions pour continuer les projets non repris
dans le contrat global. On a également prévu 15
millions pour le Secrétariat permanent pour la
politique de prévention et 36 millions pour les
coordinateurs locaux de prévention.
Alles vordert, de vertraging van zes maanden die bij
het RIZIV werd opgelopen buiten beschouwing
gelaten.
Tout avance, hormis le retard de six mois enregistré
au niveau de l'INAMI.
08.03 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): De
uitvoering van het plan is over het algemeen
genomen bevredigend. Ik heb zojuist de reden
vernomen voor de door het RIZIV opgelopen
vertraging, maar vraag me af of dit tevens de in de
crisisopvang opgelopen vertraging verklaart.
Waarom werd niet voor crisisbedden gezorgd ?
08.03 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): La mise
en oeuvre du plan est globalement satisfaisante.
J'entends bien la raison du retard de l'INAMI, mais
est-elle la cause du retard accusé dans l'accueil de
crise ? Pourquoi les lits d'urgence n'ont-ils pas été
mis en place ?
08.04 Minister Magda Aelvoet (Frans): De
crisisopvang situeert zich in het kader van de
financiering van de ziekenhuisregeling, namelijk 3/4
RIZIV en 1/4 Volksgezondheid. De beloofde bedden
zullen beschikbaar zijn vanaf januari 2002.
08.04 Magda Aelvoet , ministre (en français):
L'accueil de crise se situe dans le cadre du
financement du système hospitalier, à savoir ¾
INAMI et ¼ Santé publique. A partir de janvier 2002,
les lits promis seront disponibles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.51 heures.

Document Outline