KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 546
CRIV 50 COM 546
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
02-10-2001 02-10-2001
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Geert Bourgeois tot de
minister van Justitie over "de hervorming van de
assisenprocedure, de figuur van de
onderzoeksrechter en de lange duur van de
zogenaamde zaak Dutroux" (nr. 885)
1
Interpellation de M. Geert Bourgeois au ministre
de la Justice sur "la réforme de la procédure
d'assises, la fonction de juge d'instruction et le
temps considérable que prend l'instruction de
l'affaire Dutroux" (n° 885)
1
Sprekers:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, minister van Justitie, Tony Van
Parys
Orateurs:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice, Tony Van
Parys
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de 210 verdwenen
minderjarigen sinds februari 2001" (nr. 5213)
5
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
la Justice sur "la disparition de 210 mineurs
depuis février 2001" (n° 5213)
5
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "de fiscale substituten"
(nr. 5214)
6
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "les substituts fiscaux" (n° 5214)
6
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "de kritiek van de
Waalse minister van Landbouw op de werking
van het Gentse gerecht" (nr. 5216)
8
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "les critiques du ministre wallon
de l'Agriculture à propos du fonctionnement de la
justice gantoise" (n° 5216)
8
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
minister van Justitie over "de nakende
subsidiëring van de islam" (nr. 890)
9
Interpellation de M. Filip De Man au ministre de la
Justice sur "l'imminence du subventionnement de
l'Islam" (n° 890)
9
Sprekers: Filip De Man, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Filip De Man, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Moties
12
Motions
12
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
13
- de heer Luc Goutry aan de minister van Justitie
over "de aankondiging van de overplaatsing van
het Arbeidshof, afdeling West-Vlaanderen"
(nr. 5301)
12
- M. Luc Goutry au ministre de la Justice sur
"l'annonce du transfert de la section Flandre
occidentale de la Cour du travail" (n° 5301)
13
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Justitie over "de afschaffing van de
arbeidsrechtbank en de politierechtbank in
Oostende" (nr. 5303)
12
- M. Koen Bultinck au ministre de la Justice sur "la
suppression du tribunal du travail et du tribunal de
police d'Ostende" (n° 5303)
13
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Justitie over "de rechtbank van koophandel
zetel te Sint-Niklaas" (nr. 5243)
13
- Mme Greta D'Hondt au ministre de la Justice sur
"le tribunal de commerce siège de Saint-
Nicolas" (n° 5243)
13
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van de
politierechtbank van Oostende" (nr. 5248)
13
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur "la
suppression immédiate du tribunal de police
d'Ostende" (n° 5248)
13
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van de
arbeidsrechtbank te Oostende en de sluiting van
het arbeidshof te Brugge" (nr. 5249)
13
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur "la
suppression immédiate du tribunal du travail
d'Ostende et la fermeture de la cour du travail de
Bruges" (n° 5249)
13
- mevrouw Maggie De Block aan de minister van
Justitie over "de sluiting van een aantal
rechtbanken" (nr. 5254)
13
- Mme Maggie De Block au ministre de la Justice
sur "la fermeture d'un certain nombre de
tribunaux" (n° 5254)
13
- de heer Richard Fournaux aan de minister van 13
- M. Richard Fournaux au ministre de la Justice 13
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Justitie over "de herstructurering van de
gerechtelijke kantons" (nr. 5305)
sur "la restructuration des cantons judiciaires"
(n° 5305)
- de heer Guy Hove aan de minister van Justitie
over "de sluiting van een afdeling van de
arbeidsrechtbank te Oudenaarde" (nr. 5330)
13
- M. Guy Hove au ministre de la Justice sur "la
fermeture d'une section du tribunal du travail à
Audenarde" (n° 5330)
13
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opheffing van de afdeling Brugge
van het Arbeidshof van Gent uiterlijk op
1
januari
2003, de afschaffing van de
Arbeidsrechtbank van Brugge, afdeling Oostende
met onmiddellijke ingang en de Politierechtbank
Brugge, afdeling Oostende" (nr. 5340)
13
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"la fermeture de la section brugeoise de la Cour
du travail de Gand au plus tard le
1er janvier 2003, la suppression de la section
ostendaise du Tribunal du travail de Bruges avec
effet immédiat et du tribunal de police de Bruges,
section Ostende" (n° 5340)
13
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de redenen die hem ertoe brachten
niet over te gaan tot de oprichting van een
afdeling Roeselare van de Politierechtbank te
Kortrijk" (nr. 5341)
13
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"les raisons qui le menèrent à renoncer à la
création d'une section du Tribunal de police de
Courtrai à Roulers" (n° 5341)
13
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Justitie over "de toekomst van de rechtbank van
Koophandel in Sint-Niklaas" (nr. 5344)
13
- Mme Magda De Meyer au ministre de la Justice
sur "l'avenir du Tribunal de commerce à Saint-
Nicolas" (n° 5344)
13
Sprekers: Luc Goutry, Marc Verwilghen,
minister van Justitie, Koen Bultinck, Greta
D'Hondt, Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Maggie De Block, Richard
Fournaux, Guy Hove, Geert Bourgeois,
Magda De Meyer
Orateurs: Luc Goutry, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice, Koen Bultinck, Greta
D'Hondt, Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Maggie De Block, Richard Fournaux,
Guy Hove, Geert Bourgeois, Magda De
Meyer
Samengevoegde vragen van
24
Questions jointes de
24
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opschorting van onbepaalde duur
van de negende kamer van het Hof van Beroep te
Gent, de tweede weigering van een door de Hoge
Raad voor Justitie voorgedragen kandidaat voor
het ambt van raadsheer bij het Hof van Beroep te
Gent en de evaluatie van de benoemings- en
aanwijzingsprocedure" (nr. 5304)
24
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"la suspension pour une durée indéterminée de la
neuvième chambre de la Cour d'appel de Gand,
le second refus d'un candidat présenté par le
Conseil supérieur de la Justice à la fonction de
conseiller à la Cour d'appel de Gand et
l'évaluation de la procédure de nomination et de
désignation" (n° 5304)
24
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Justitie over "de sine die opschorting van de
negende kamer van het Hof van Beroep te Gent"
(nr. 5307)
24
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la
Justice sur "la suspension sine die de la
neuvième chambre de la Cour d'appel de Gand"
(n° 5307)
24
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Justitie over "de tijdelijke sluiting van de negende
kamer van het Gentse Hof van Beroep" (nr. 5310)
24
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
"la fermeture temporaire de la neuvième chambre
de la Cour d'appel de Gand" (n° 5310)
24
Sprekers: Geert Bourgeois, Francis Van den
Eynde, Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Geert Bourgeois, Francis Van den
Eynde, Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de subversieve
organisaties werkzaam op de luchthaven van
Zaventem" (nr. 5251)
28
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
la Justice sur "des organisations subversives
actives à l'aéroport de Zaventem" (n° 5251)
28
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Justitie over "de verbouwingswerken aan de
gevangenis te Ieper" (nr. 5252)
29
Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Justice sur "les travaux de rénovation à la prison
d'Ypres" (n° 5252)
29
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Justitie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V, Marc Verwilghen, ministre de la
Justice
Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de 30
Question de Mme Joke Schauvliege au ministre 30
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
minister van Justitie over "de psychiatrische
afdeling van de Gentse gevangenis" (nr. 5262)
de la Justice sur "l'annexe psychiatrique de la
prison de Gand" (n° 5262)
Sprekers:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Justitie over "de hervormingen bij
SABAM" (nr. 5263)
31
Question de Mme Joke Schauvliege au ministre
de la Justice sur "les réformes au sein de la
SABAM" (n° 5263)
31
Sprekers:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Samengevoegde interpellaties van
32
Interpellations jointes de
32
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste minister
over "acties tegen de uitgave in België van een
boek" (nr. 917)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "les
actions engagées contre la publication d'un livre
en Belgique" (n° 917)
- de heer Gerolf Annemans tot de minister van
Justitie over "acties tegen Flammarion" (nr. 918)
- M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice
sur "les actions engagées contre Flammarion"
(n° 918)
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"acties van de ambassadeur in Parijs tegen
Flammarion" (nr. 919)
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les actions
engagées contre Flammarion par l'ambassadeur
belge à Paris" (n° 919)
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Moties
35
Motions
35
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
02
OKTOBER
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
02
OCTOBRE
2001
14:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.08 uur door
mevrouw Jacqueline Herzet, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.08 heures par Mme
Jacqueline Herzet, présidente.
01 Interpellatie van de heer Geert Bourgeois tot
de minister van Justitie over "de hervorming
van de assisenprocedure, de figuur van de
onderzoeksrechter en de lange duur van de
zogenaamde zaak Dutroux" (nr. 885)
01 Interpellation de M. Geert Bourgeois au
ministre de la Justice sur "la réforme de la
procédure d'assises, la fonction de juge
d'instruction et le temps considérable que
prend l'instruction de l'affaire Dutroux" (n° 885)
01.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, ik heb het verzoek tot deze interpellatie
ingediend tijdens de vakantie, toen er, niet voor
het eerst, enige commotie was ontstaan rond de
zaak-Dutroux die ons al veel heeft beziggehouden
en nog steeds bezighoudt, omdat ze nu al vijf jaar
aansleept.
Mijnheer de minister, ook u hebt daar
commentaar op gegeven. U pleitte voor de
afschaffing van de assisenprocedure die volgens
u de oorzaak van het lange aanslepen van die
zaak was. In de VLD wordt onder meer gepleit
voor de afschaffing van de onderzoeksrechter. Ik
heb daar een aantal vragen over en verruim graag
het debat naar de visie op de afwikkeling van
strafzaken in het algemeen.
De zaak-Dutroux is een goed voorbeeld, omdat
het een zaak is met heel veel nevendossiers, wat
vanzelfsprekend gevolgen heeft voor de
voortgang van het proces. Het parket heeft in mei
1997 gezegd dat de zaak zou voorkomen in mei
1998. In februari 1999 heette het dat ze in 2000
zou worden behandeld, en onlangs, in augustus
2001, stelde het parket 2002 voorop. Bepaalde
personen bij het parket zeggen echter dat het
evengoed 2005 kan worden. Het hoeft niet gezegd
dat de publieke opinie zich hier heel wat vragen bij
stelt.
Mijnheer de minister, volgens u is de
assisenprocedure de oorzaak van het al te lang
aanslepen van het onderzoek. Ik begrijp dat niet
zo goed. Assisenzaken brengen weliswaar reeds
in de voorbereidende fase een aantal
verwikkelingen met zich mee, zoals psycho-
sociale onderzoeken enzovoort. Maar als zo'n
zaak voor een correctionele rechtbank kwam,
zouden precies dezelfde onderzoeken moeten
worden uitgevoerd. De zaak-Dutroux is overigens
nog altijd niet voor een rechtbank gekomen, maar
blijft steken in de fase van het gerechtelijk
onderzoek.
Als de assisenprocedure de oorzaak is van de
vertraging in de behandeling van de zaak, welke
hervormingen wilt u dan invoeren om dat te
verhelpen?
Mijn volgende vraag betreft de rol van de
onderzoeksrechter. Ik weet dat een minister in
een rechtssysteem zonder onderzoeksrechter en
met een rechter van het onderzoek inderdaad
meer vat zou hebben op diverse aspecten van het
onderzoek, omdat hij via het openbaar ministerie
rechtstreeks personen kan aanspreken en een
zaak voortstuwen. Toch hebt u bij de bespreking
van de wet-Franchimont en van het wetsontwerp
over de anonieme getuigen onlangs de rol van de
onderzoeksrechter bevestigd, in plaats van te
kiezen voor de rechter van het onderzoek.
Ik wens de discussie open te trekken en verneem
graag wat uw mening is over de toepassing van
artikel 136bis van het Wetboek van
Strafvordering, waarbij de Kamer van
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Inbeschuldigingstelling ambtshalve toezicht houdt
op de voortgang van de gerechtelijke
onderzoeken. Dat is een van de innovaties ten
gevolge van de wet-Franchimont. Het vroegere
zesmaandelijkse toezicht, dat er veeleer een was
voor de vorm, is nu echter bij wet ingeschreven.
De heer Bourlet heeft overigens in voornoemde
zaak de Kamer van Inbeschuldigingstelling van
Luik al betrokken bij de voortgang van deze zaak.
Mijnheer de minister, bent u van mening dat de
parketten reeds voldoende toezicht uitoefenen,
zowel in het algemeen als in de zaak-Dutroux in
het bijzonder?
Verder vraag ik u te overwegen om een algemene
richtlijn uit te vaardigen waarbij aan de parketten
opdracht wordt gegeven om nevendossiers in
grote dossiers niet mee te sleuren in het grote
onderzoek.
Het verheugde mij dat het dossier van de
autozwendel van het algemene dossier werd
afgesplitst. Er zijn nog altijd personen die menen
dat er sprake is van een groot complot en dat alle
nevendossiers tegelijk met het hoofddossier
moeten worden behandeld. Ik meen echter dat het
dossier van de autozwendel niet voor een
volksjury moet komen.
Een veel gehoorde kritiek is dat in veel
gerechtelijke dossiers de kar te vol wordt geladen
met nevendossiers waardoor vertraging wordt
opgelopen. Ook in de Dutroux-zaak is deze kritiek
te horen. Een richtlijn die ertoe strekt deze
ophopingen te voorkomen kan de vlotte
afwikkeling van processen ten goede komen en
een stuk wrevel bij de publieke opinie wegnemen.
Het recente Rwanda-proces, waarbij een
ingewikkeld dossier werd behandeld, heeft
aangetoond dat het sneller kan. In het Dutroux-
dossier heeft de groene lijn die de heer
Connerotte had ingesteld ertoe bijgedragen dat
verschillende zaken moesten worden onderzocht.
Ten zesde, mijnheer de minister, bent u zinnens
een algemene richtlijn te overwegen waarin de
parketten wordt gevraagd artikel 136bis strikt na
te leven? Of bent u van mening dat dit niet nodig
is omdat de procureurs-generaal hier reeds op
toezien?
Ten slotte, moet de tuchtoverheden niet worden
gevraagd na te gaan waarom dit concrete dossier
zo lang aansleept? Ik hou mijn hart vast als het
proces niet in 2002 zou kunnen worden opgestart.
De advocaten van mevrouw Martin hebben reeds
aangekondigd dat ze een voorlopige
invrijheidstelling zullen vragen. Ze zijn bereid deze
zaak tot in Straatsburg aan te kaarten en werpen
op dat het principe van de redelijke termijn is
geschonden. Het gevolg van dit alles is dat de
ouders, de slachtoffers en de publieke opinie
ongerust worden.
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, de opmerkingen van de heer Bourgeois
kunnen in twee delen worden opgesplitst.
Enerzijds heeft hij vragen over het Dutroux-
dossier, anderzijds uit hij bedenkingen over de
wijze waarop de zwaarste misdrijven, de
misdaden, juridisch worden afgehandeld.
Het Dutroux-dossier bevindt zich nog steeds in het
stadium van het gerechtelijk onderzoek. In theorie
is er dus nog geen sprake van een
assisenprocedure. De aard van de feiten en de
geestesgesteldheid van de daders leiden de
publieke opinie ertoe te oordelen dat het tot een
assisenproces zal komen, ofschoon alleen de
onderzoeksgerechten uiteindelijk een uitspraak
zullen doen over de vorderingen van het openbaar
ministerie.
Tijdens mijn ontmoetingen met de procureur-
generaal van Luik heb ik steeds gevraagd
wanneer deze zaak zou worden afgerond. Uit het
meest recente antwoord bleek dat de Kamer van
Inbeschuldigingstelling "in de nabije toekomst" een
uitspraak zou doen die cruciaal zou zijn om te
bepalen binnen welke termijn het proces zal
worden afgerond. Ik wijs erop dat alle partijen die
in het geding een belang hebben zich zullen
mogen laten gelden bij de afwikkeling van de
procedure-Franchimont.
De natuur van de mondelinge assisenprocedure
en de erop gebaseerde onderzoekscultuur zorgen
ervoor dat zich in de correctionele dossiers
spanningen voordoen. Dit leidt ertoe dat deze
dossiers dieper worden uitgespit dan gewone
correctionele zaken. In het laatste geval beperkt
men zich tot het vergaren van bewijzen inzake
bestanddelen van het misdrijf zodat men de
innerlijke overtuiging van een beroepsmagistraat
kan verkrijgen. De ervaring leert ook dat bij
rechtszaken die voorbereid worden met het oog
op rechtspleging voor het Hof van Assisen naar
mijn oordeel te veel tijd wordt besteed aan
moraliteitsverslagen zowel over dader(s) als
slachtoffer(s).
Ik weet dat hervormingen aan de
assisenprocedure gevoelig liggen, maar ik denk
dat wij toch het debat rond de procedure moeten
voeren. Dit zeker in tijden waarin wij nieuwe
begrippen hebben ingevoerd in de procesvoering:
recherche management, kosten-batenanalyse,
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
capaciteitsproblemen. Gelet op de mobilisatie van
krachten voor een ingewikkeld dossier als dat van
Dutroux dienen al deze elementen van de
assisenprocedure geëvalueerd.
Persoonlijk ben ik van mening dat de
onderzoeksrechter op een bepaald moment beter
kan worden vervangen door de rechter van het
onderzoek of de rechter van de vrijheden. Ik denk
namelijk dat dit een aantal voordelen oplevert,
onder andere op het vlak van het
recherchemanagement dat beleidsmatig,
beheersmatig en zaakgericht is en de
capaciteitsproblematiek. Dit zou vooral de
uniformiteit van de opsporing en de vervolging ten
goede komen en het openbaar ministerie zal beter
in staat zijn een beleid te voeren. Bovendien
kunnen onderzoeksdaden aangewend worden in
een proactieve fase. Ik betwijfel of de tijd daarvoor
nu rijp is. Ik denk daarbij terug aan de discussie
naar aanleiding van de wet-Franchimont. Ik stel
evenwel vast dat in de academische wereld meer
en meer mensen gewonnen zijn voor de figuur
van de rechter van het onderzoek.
Wat uw vierde vraag betreft, is mij niet bekend dat
de parketten de toepassing van artikel 136bis over
het toezicht op langdurige onderzoeken niet
zouden uitoefenen. Wel weet ik dat in sommige
ressorten een protocol is afgesloten tussen het
parket-generaal enerzijds en de Kamer van
Inbeschuldigingstelling anderzijds om te
verhinderen dat er dubbel toezicht zou worden
uitgeoefend op basis van artikel 136bis voor het
openbaar ministerie en artikel 136 voor de Kamer
van Inbeschuldigingstelling.
In het dossier-Dutroux heb ik vastgesteld dat het
openbaar ministerie op 7 november 2000 hoger
beroep heeft aangetekend tegen een beslissing
van onderzoeksrechter Langlois van
30
oktober
2000. Hierbij weigerde de
onderzoeksrechter op gemotiveerde wijze een
aantal onderzoeksdaden. In het kader van deze
vatting van de Kamer van Inbeschuldigingstelling
heeft het openbaar ministerie toen artikel 136bis
van het Strafwetboek toegepast en heeft de
Kamer van Inbeschuldigingstelling twee arresten
geveld: een op 8
januari
2001 en een op
22 februari 2001. Ook werd de onderzoeksrechter
al tot drie keer toe gehoord in deze zaak. Door het
Hof werden bij deze gelegenheid een reeks
andere onderzoeksverrichtingen bevolen en
eerstdaags mag een arrest worden verwacht.
Een vijfde aspect is de problematiek van het niet
belasten van een onderzoek met nevendossiers.
Ik ben bereid dit aan te kaarten bij het college van
de procureurs-generaal, maar ik weet dat het in
bepaalde ressorten niet de gewoonte is om
assisendossiers met nevendossiers te bezwaren.
Herinner u de discussie in de parlementaire
onderzoekscommissie waar wij ons rekenschap
dienden te geven van de onafhankelijke rol van de
rechterlijke macht.
Wat de zesde vraag betreft, is het, mijns inziens,
niet nodig het openbaar ministerie er eens te meer
aan te herinneren dat artikel 136bis van het
Wetboek van Strafvordering bestaat. De materie
is uitvoerig behandeld in een rondzendbrief 1298
van 1 oktober van het College van procureurs-
generaal en aangevuld met de collegebeslissing
van 10 juli 2000 en de collegebeslissing 9 van 9
juli 2001.
Mijnheer Bourgeois, u hebt ten slotte gevraagd of
er geen onderzoek moet worden gevoerd naar de
oorzaak van het al te lange aanslepen van de
zaak. Het is, mijns inziens, niet nodig een dergelijk
onderzoek op het ogenblik te voeren. De
behandeling ten gronde zal volgen. Ik veronderstel
dat al de partijen die belang hebben in het dossier
laat het duidelijk zijn dat de belangen
tegenstrijdig zullen zijn op dat ogenblik op die
aangelegenheid zullen terugkomen.
Mevrouw de voorzitter, ik heb geprobeerd op de
vragen van de heer Bourgeois niet alleen een
specifiek, maar ook een algemeen antwoord te
geven.
01.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, ik dank de minister voor het antwoord.
Mijn interpellatie heeft, mijns inziens, de
gelegenheid geboden een paar thema's aan te
snijden; de noodzaak tot een meer diepgaand
debat is ongetwijfeld duidelijk.
Mijnheer de minister, wat mijn laatste vraag
betreft, wil ik duidelijk zijn. Het is wellicht niet het
moment dat onderzoek nu te voeren. Ik wou
alleen de aandacht vestigen op het probleem. U
hebt vandaag aangekondigd dat er opnieuw zal
worden gesproken over het tuchtrecht en dat in de
wijzigingen aan de octopusakkoorden rekening
gehouden werd met dit soort disfuncties. Ik wens
niet te "prejugeren".
Wat uw uitspraak over de onderzoeksrechter
betreft, stel ik vast ik dat u zelf zegt dat de tijd niet
rijp is. U hebt met het ontwerp inzake de
anonieme getuigen ervaren dat inzake de
procedure om anonieme getuigen te horen, de
meerderheid niet koos voor de rechter van het
onderzoek maar voor een volledig gerechtelijk
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
onderzoek.
Wat assisen en de nevendossiers betreft,
verheugt het me dat u de problematiek van de
nevendossiers zult aankaarten bij het College van
procureurs-generaal. U hebt gezegd dat de
rechterlijke macht onafhankelijk is en de
onderzoeksrechter altijd een aantal elementen
zelfstandig zal blijven beoordelen. Mijnheer de
minister, in vergelijking met belangrijke zaken in
het buitenland valt het steeds weer op dat wij de
kroon spannen inzake jarenlang aanslepende
belangrijke dossiers. Alhoewel ik toegeef dat we
niet mogen veralgemenen en dat er ressorten zijn
waar het wel kan, zijn er voorbeelden voor het
rapen waarbij men zich kan afvragen hoe het
mogelijk is dat het zo lang duurt vooraleer de
publieke opinie kan vaststellen dat gerechtigheid
geschiedt.
Mijnheer de minister, ik ken uw standpunt over
assisen. Uw argument inzake het
moraliteitsonderzoek overtuigt me niet. Het
gerechtelijk onderzoek in een dergelijke zaak,
zelfs als die zaak voor een correctionele
rechtbank zou komen, vergt steeds een
diepgaand moraliteitsonderzoek van de verdachte,
de slachtoffers en de antecedenten. Ook een
beroepsrechter moet in een dergelijke zaak over
voldoende informatie en inlichtingen beschikken.
Het zou, mijns inziens, een slechte zaak zijn als u
de assisenprocedure naar aanleiding van die zaak
op de helling plaatst. De publieke opinie zal,
terecht, niet dulden dat het volk in die zaak niet
zou kunnen oordelen. Er kan nog van alles
gebeuren. Door het procedureverloop en alles wat
er gebeurd is, hou ik en wellicht iedereen mijn
hart vast voor alles wat nog fout kan lopen. Mocht
bovendien die zaak niet aan het volk worden
voorgelegd dat zal niet gebeuren omdat assisen
blijft bestaan , zou dat niet aanvaard worden.
Een pleidooi voor de afschaffing van de
assisenprocedure, zeker in het licht van die zaak,
is, mijns inziens, een slecht signaal. Ik vrees dat
de publieke opinie niet zou aanvaarden, zeker niet
in die zaak, dat de volksjury geweerd wordt.
01.04 Minister Marc Verwilghen: Het is correct
dat zulks een zeer slecht signaal zou zijn. Zelfs als
een wetswijziging tot stand zou komen in nuttige
tijdsorde, zal die nooit van toepassing kunnen zijn
op de zaak-Dutroux.
Ik ben er wel bijzonder gevoelig voor dat de
rechtsgang inzake zware misdaden in de ons
omringende landen, sommige met en andere
zonder assisenprocedure, veel sneller is dan bij
ons het geval is.
Denk maar aan de moord in Gornichem,
Nederland, op de twee kindermeisjes. Die zaak
werd in zes maanden beslecht. Zelfs de zaak van
de uitvoerders van het fatale transport van de 58
vluchtelingen naar Dover werd intussen beslecht
door de Nederlandse justitie. Er is een
vergelijkbare zaak in Calais, Frankrijk. De Franse
justitie kon dit dossier in minder dan twee jaar tot
een goed einde brengen, weliswaar met een
assisenprocedure. Deze procedure kan echter
niet vergeleken worden met de onze als men de
termijnen en het afwikkelen van de procedure
bekijkt. Dat is een gevolg van de
moeilijkheidsgraad. Twee jaar geleden hebben we
die oefening gemaakt en ik stond toen alleen met
mijn standpunt over de bruikbaarheid van de
assisenprocedure. Wellicht zal dit intussen niet
spectaculair veranderd zijn. We moeten verder
nadenken over dit thema, zij het dat we een aantal
zaken kunnen doen op de gebieden waarvoor ik
mij geëngageerd heb.
01.05 Tony Van Parys (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik meen dat ik in het kader van een
interpellatie nog even het woord mag nemen. Eén
van de belangrijke zorgen met betrekking tot dit
dossier is de lange, uitgebreide procedure voor de
Kamer van Inbeschuldigingstelling met betrekking
tot het toezicht over het onderzoek. Dat duurt nu al
ongeveer een jaar. Er bestaat extreme
onzekerheid over de uitspraak van de Kamer van
Inbeschuldigingstelling. Deze kamer zal
onafhankelijk oordelen maar het dossier is zo
belangrijk dat ze een keuze zal moeten maken
tussen de visie van de onderzoeksrechter en die
van de procureur des Konings. Hierdoor kunnen
wij naar mijn aanvoelen niet de minste
voorspelling doen over de verdere afhandeling van
het dossier. Dit zal afhangen van de uitspraak van
de Kamer van Inbeschuldigingstelling. Een
belangrijk element in het antwoord van de minister
is dat die uitspraak blijkbaar eerstdaags wordt
verwacht. Het is dan ook met veel spanning
uitkijken geblazen naar de uitspraak. Pas dan zal
immers blijken in welke mate er ook maar enige
voorspelling kan worden gedaan met betrekking
tot de datum van het assisenproces. Elke
uitspraak terzake is helemaal uit de lucht
gegrepen zo lang we niet weten wat de Kamer van
Inbeschuldigingstelling zal doen. Mijnheer de
minister, mag ik u vragen wat het standpunt van
het openbaar ministerie was met betrekking tot
het toezicht op de procedure bij het behandelen
van het dossier? Als u mij daar nu niet
onmiddellijk een antwoord op kunt gegeven, heb
ik er uiteraard geen bezwaar tegen dat u dat later
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
doet. Het zou echter nuttig zijn om dit te
vernemen.
01.06 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer Van
Parys, de procureur des Konings heeft hoger
beroep aangetekend. Dit had echter betrekking op
onderzoeksdaden. Gebruikmakend van het feit
dat deze zaak in hoger beroep werd behandeld,
heeft het parket-generaal een reeks opdrachten
van toezicht op de procedure gevraagd aan de
Kamer van Inbeschuldigingstelling. Hierdoor wordt
het wachten op het arrest dat er nu komt nog
belangrijker. Als ik tot op heden een datum heb
vooropgesteld, dan is dat steeds gebeurd op basis
van mededelingen die ik heb gekregen van de
procureur-generaal. Ik heb mij aan geen enkele
voorspelling gewaagd. Pas als we het arrest van
de Kamer van Inbeschuldigingstelling hebben,
zullen we voor zover mogelijk een juiste
berekening kunnen maken. De incidenten die zich
voordoen bij het afhandelen van de procedure,
zowel van de kant van de burgerlijke partijen als
van die van de verdachten, zijn moeilijk van
tevoren in te schatten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de 210 verdwenen
minderjarigen sinds februari 2001" (nr. 5213)
02 Question de M. Gerolf Annemans au ministre
de la Justice sur "la disparition de 210 mineurs
depuis février 2001" (n° 5213)
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, in de
loop van de maand augustus 2001 kon ik in het
kader van de zogenaamde herdenking van de
zaak-Dutroux en de interviews met de mensen
van Child Focus een verbazingwekkend cijfer
afleiden, dat weliswaar enigszins moet worden
gerelativeerd, namelijk dat er sinds februari 2001
in België 210 minderjarigen zijn verdwenen. Zij
worden bij Child Focus in de verdwijningdossiers
van niet-begeleide minderjarigen geklasseerd: 13
dossiers betreffen kinderen jonger dan 13 jaar, 4
dossiers over kinderen van 13 jaar, 6 dossiers
over kinderen jonger dan 10 jaar. De meeste
verdwijningen worden door Child Focus
gesitueerd in de context van prostitutienetwerken,
seksuele netwerken met mensenhandelaars.
Mijnheer de minister, wat is het beleidsplan
terzake op dit moment? Hoe wordt dit in het kader
van uw veiligheidsplan opgevolgd? Zoekt Justitie,
naast de pogingen om deze kinderen terug te
vinden een taak voor het gerechtelijk onderzoek
en Child Focus ook op een systematische
manier naar minderjarigen in prostitutiemilieus?
Wij weten dat er problemen zijn, onder meer met
het vaststellen van de leeftijd. Hoe gaat Justitie te
werk? Het is immers een ondraaglijke toestand
dat minderjarigen op een systematische manier
naar dit land worden gebracht om in netwerken
van seksuele handelaars en prostitutiemilieus te
verdwijnen. Is er een centraal, door u geleid of
gestuurd onderzoek van deze problematiek die
ongetwijfeld ook op de agenda van het college
van procureurs-generaal staat? Is er op het terrein
iets aan het veranderen? Wordt er systematisch
gezocht en op welke manier?
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, mijnheer Annemans, wij hebben ook
kennis van deze cijfers gekregen die op het eerste
gezicht tot de verbeelding spreken. Toch wordt
door cijfers niet alles aangetoond of uitgelegd. De
richtlijn van 1 juli 1997 betreffende de opsporing
van vermiste personen zal binnenkort worden
verfijnd en gewijzigd. Dat is trouwens vastgelegd
in een akkoord met Child Focus en het college
van procureurs-generaal. De verdwijning van een
minderjarige die jonger is dan 13 jaar zal
automatisch als verontrustend worden
beschouwd. Een verdwijning zal eveneens als
verontrustend worden beschouwd als de
beschikbare gegevens doen vermoeden dat de
vermiste persoon zich in het gezelschap van een
derde bevindt, die een bedreiging voor diens
welzijn zou kunnen inhouden. Tot de
strafrechterlijke feiten die aan de verdwijning van
een minderjarige een verontrustend karakter
zouden kunnen geven, behoort het risico dat de
minderjarige in de prostitutie zou belanden. In die
denkbeeldige situatie zijn een grondige en
onmiddellijke opsporing en onderzoek vereist
teneinde de minderjarige dat is ook de opdracht
van Child Focus zo spoedig mogelijk en wel
terug te vinden.
Uit het jaarverslag 2000 van Child Focus blijkt dat
twee dossiers inzake minderjarige prostituees
werden behandeld op een totaal van 2065
dossiers.
Voor het eerste trimester van 2001 heeft 1,4% van
de 708 behandelde dossiers betrekking op
seksuele uitbuiting van minderjarigen, maar dan in
de brede betekenis van het woord. Op
internationaal vlak werkt België momenteel een
actieplan uit dat de seksuele uitbuiting van
kinderen, maar dan met commerciële doeleinden,
tot doel heeft, in voorbereiding van het
Wereldcongres van Yokohama in december 2001.
Er is trouwens ook een hoofdstuk dat gewijd wordt
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
aan de problematiek van de niet begeleide
minderjarigen, wat ook past in de actieplannen
Preventie en opvolging voor slachtoffers, zoals wij
die kennen bij Adzon en YKE.
U zult zich misschien afvragen en dat is een
tweede bedenking waarom die internationale
dimensie nu plots zo belangrijk wordt? Welnu, er
zijn in ons land op dit ogenblik een drietal
onderzoeken naar seksuele netwerken van
pedofielen bezig. Die dossiers zijn op één of
andere manier onderling verbonden en geven
telkens aan dat er internationale verwevingen zijn,
onder meer tot in Duitsland en Nederland. Dit
gegeven wordt nog versterkt door het onderzoek
naar een netwerk op Internet, dat samen met de
Zweedse politie en Europol wordt onderzocht. Het
onderzoek in deze dossiers heeft tot op heden
nog geen verband gelegd met het
prostitutiemilieu, maar de piste wordt toch niet
verlaten, omdat er anders geen onmiddellijke
verklaring kan worden gegeven, tenzij het om pure
seksuele uitbuiting van kinderen zou gaan.
Het derde punt gaat over de bevoegdheden van
het federaal parket inzake het uitoefenen van de
strafvordering. Dit is een maatregel die voortvloeit
uit artikel 7 van de Wet van 21 juni 2001. Het gaat
om een nieuwe techniek die in de toekomst zal
kunnen worden gebruikt in dossiers met een
internationaal karakter. Hierbij wordt niet alleen
een reeks objectieve en subjectieve
beoordelingscriteria gehanteerd. Het objectieve
criterium dat hier een belangrijke rol speelt zijn de
inbreuken zijn op artikel 77bis, de paragrafen 2 en
3 van de wet van 15 december 1980, met
betrekking tot de mensenhandel. Het is juist hier
dat het federaal parket zal optreden wanneer het
gaat om georganiseerde criminaliteit en wanneer
het federaal parket een meerwaarde kan geven in
het onderzoek. Daarover zal de federale procureur
zelf beslissen.
De conclusie van een en ander is dat de verfijning
van de meetinstrumenten, zoals meegedeeld door
de rondzendbrief, ons wellicht een juister beeld
zullen geven van de nu wat te algemene
besluitvorming die uit het naakte cijfer voortvloeit.
Ten tweede, moeten wij beducht zijn voor het
internationaal karakter van de drie zaken die in
België in onderzoek zijn en waar het duidelijk gaat
om internationale netwerken.
Ten derde, het nieuwe instrument van de federale
procureur wordt hopelijk een hulpmiddel in de
strijd tegen deze vorm van criminaliteit.
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, ten eerste, ik stel met
genoegen vast dat er nu toch wordt erkend dat er
hier in België gerechtelijke onderzoeken moeten
en kunnen gevoerd worden naar dit soort
netwerken. Ten tweede, zou ik de beleidsmensen
op het hart willen drukken om, naast het
stroomafwaarts zoeken naar die minderjarigen,
ook stroomopwaarts te gaan en in de
prostitutiemilieus het fenomeen van misbruik van
minderjarigen op een veel systematischer manier
te onderzoeken. Ik denk dat dit efficiënter zal zijn,
tenminste op langere termijn, dan het zoeken naar
verdwenen minderjarigen.
02.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, er is nog één bijkomend hulpmiddel
nodig, namelijk een sluitende wetgeving over de
niet begeleide minderjarigen. Het probleem is
namelijk dat men die kinderen vanuit het
buitenland als niet begeleide minderjarigen naar
België stuurt, waar zij weerloze slachtoffers
worden, zonder enige bescherming. Binnen de
kortst mogelijke termijn dreigen zij het slachtoffer
te worden van die milieus die op zoek zijn naar
weerloze slachtoffers, in dit geval de
prostitutiemilieus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Justitie over "de fiscale
substituten" (nr. 5214)
03 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de la Justice sur "les substituts
fiscaux" (n° 5214)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mevrouw
de voorzitter, mijnheer de minister, de bestrijding
van de fiscale fraude is al sinds haar aantreden
een strijdpunt van de huidige regering. Ik neem
aan dat deze strijd nog altijd een prioritair punt
blijft. Momenteel is voor heel België in 16 fiscale
substituten voorzien: 4 voor het ressort van het
hof van beroep te Brussel, en 3 voor elk van de 4
andere hoven van beroep.
Mijnheer de minister, de laatste maanden heb ik al
enkele vragen gesteld in verband met de fiscale
substituten. Uit uw antwoorden erop is gebleken
dat de geplande plaatsen bij de hoven van beroep
niet zijn ingevuld. Als ik het goed heb zijn enkel in
het ressort van het hof van beroep te Gent de drie
vacante plaatsen effectief ingevuld. Daarentegen
zijn bijvoorbeeld bij het hof van beroep te Luik de
drie plaatsen voor fiscale substituten nog steeds
vacant. Maar misschien is de situatie intussen
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
veranderd? Mijn vraag dateert immers al van
geruime tijd geleden. Bij het hof van beroep te
Bergen zou slechts één fiscaal substituut in functie
zijn. Ook bij de hoven van beroep te Antwerpen en
te Brussel zouden niet alle plaatsen ingenomen
zijn.
Bovendien is het bijzonder opvallend dat men
zowel voor het ressort Antwerpen als voor de
ressorten Luik en Bergen niet beschikt over de
exacte cijfers van de ingeboekte fiscale zaken.
Enkel opnieuw het hof van beroep te Gent
heeft een exact cijfer kunnen opgeven.
Mijnheer de minister, het feit dat niet alle plaatsen
waarin is voorzien, kunnen worden ingevuld, blijkt
wel degelijk een probleem te vormen. Blijkbaar
zijn er niet voldoende kandidaten die de functie
van fiscaal substituut willen uitoefenen. Misschien
verbetert de situatie wel nu intussen het
wetsontwerp tot wijziging van artikel 357 van het
Gerechtelijk Wetboek gepubliceerd en in werking
getreden is, waardoor aan de substituut-
procureurs des Konings gespecialiseerd in fiscale
aangelegenheden een weddesupplement wordt
toegekend. De functie van fiscaal substituut wordt
daardoor wellicht aantrekkelijker. Maar blijkbaar
blijft er toch een probleem bestaan. Ik zal niet in
details treden maar uit antwoorden op vragen die
ik vroeger heb gesteld, blijkt dat de meeste fiscale
substituten niet alleen aan fiscale dossiers werken
maar dat ze ook ingeschakeld worden in het
gewone dagelijkse parketwerk. Men moet zich dus
de vraag stellen in welke mate de fiscale
substituten zich voldoende kunnen bezighouden
met de toch zware dossiers van financiële en
fiscale fraude.
Ook de plaatsen die men ter beschikking zou
stellen van ambtenaren van de fiscale
administraties, om de procureur des Konings of de
arbeidsauditeur bij te staan in hun taken zoals
voorzien werd in artikel 7 van het koninklijk besluit
van 1994, raken niet ingevuld. Blijkbaar is er niet
enkel een probleem om fiscale substituten te
vinden, maar ook de ter beschikkingstelling van
ambtenaren van de fiscale administraties lijkt niet
vlot te verlopen.
Daarom, mijnheer de minister, wil ik u een aantal
vragen stellen. Ten eerste, hoeveel vacante
plaatsen van fiscaal substituut zijn er thans in de
vijf ressorten van het hof van beroep? Ten
tweede, hoeveel plaatsen zijn er bij de parketten
vacant voor ambtenaren van de fiscale
administratie? Ten derde, is het wettelijk bepaalde
aantal van 16 fiscale substituten volgens u
voldoende om een efficiënte strijd te voeren tegen
de fiscale en de financiële fraude? Of is een
aanpassing van dat aantal toch noodzakelijk,
bijvoorbeeld bij het hof van beroep voor het
ressort Brussel of bij het hof van beroep voor
Antwerpen? Antwerpen bijvoorbeeld heeft maar
evenveel fiscale substituten als Luik, Bergen en
Gent, terwijl daar naar ik aanneem toch een aantal
zwaardere dossiers te behandelen zijn dan in de
andere ressorten van het hof van beroep.
Ik neem aan dat de dossiers die daar moeten
worden behandeld een pak zwaarder zijn dan in
de andere ressorten van het Hof van Beroep. In
welke mate is het thans wettelijk vastgelegde
aantal van zestien fiscale substituten voldoende
om een efficiënte en doelgerichte strijd tegen de
fiscale en financiële fraude te voeren? Tot hier
mijn vragen aan de minister.
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, mijnheer Van Hoorebeke, op uw eerste
twee vragen kan ik een eenvoudig antwoord
geven. Ten eerste, ik geef u de vacante plaatsen
in vijf ressorten van het Hof van Beroep voor de
fiscale substituten: in Antwerpen Brussel, Gent en
Bergen is er telkens één plaats en in Luik zijn er
twee. Dat geeft een totaal van zeven vacatures.
Ten tweede, u vroeg hoeveel vacante plaatsen er
voor ambtenaren van Financiën bij de parketten
zijn. In Antwerpen zijn er drie plaatsen, in Brussel,
Gent en Bergen twee en in Luik geen enkele. Dat
geeft dus negen vacante plaatsen. Deze cijfers
tonen aan hoe moeilijk het is om te kunnen
overgaan tot benoemingen.
Ten derde, met een kader van zestien fiscale
substituten waarin zeven vacante plaatsen zijn,
die niet kunnen worden ingevuld bij gebrek aan
kandidaten, heeft men uiteraard een moeilijke
situatie.
U vroeg of er al vruchten te plukken zijn van de
wijziging van artikel 357 van het Gerechtelijk
Wetboek. Ik kan u antwoorden dat er op dit
ogenblik een aantal procedures loopt op basis van
vacant verklaringen na de wijziging van artikel
357. We moeten nog uitmaken of er daadwerkelijk
een effect is. Om de werkelijke behoefte te
kunnen evalueren, moet men het door de wet
bepaalde exacte aantal plaatsten in functie
kunnen zien. Het aantal is niet het echte
probleem, want zolang er geen voltallig kader is
om het probleem aan te pakken, kan men niet
weten of dat kader volstaat. Ik kan dus alleen
maar hopen dat de wijziging van artikel 357
effecten zal hebben, maar ik herhaal dat het daar
nog iets te vroeg voor is.
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mevrouw
de voorzitter, ik wens hier niet al te lang over uit te
weiden, de cijfers speken voor zich. Het is juist dat
het nog te vroeg is om te besluiten of de wijziging
van artikel 357 van het Gerechtelijk Wetboek een
gunstige invloed heeft op het invullen van de
vacante plaatsten. In ieder geval blijft het een
acuut probleem, ook voor de ambtenaren van
Financiën. Om de strijd tegen de fiscale fraude te
kunnen voeren en ik meen dat dat ook uw wens
is is de eerste vereiste dat alle vacante plaatsen
worden ingevuld. Ik vraag u om naast het
weddenprobleem dat er wellicht was en misschien
ook nog is, ook eens na te gaan welke de andere
problemen zijn voor het rekruteren van fiscale
substituten.
Het misdrijfmechanisme inzake fiscale en
financiële fraude wordt altijd maar
gesofisticeerder, maar de mensen die dit moeten
bestrijden zijn gewone substituten die een
algemene rechtsopleiding hebben genoten. Zij zijn
niet voldoende gewapend om daartegen in te
gaan. Ik meen dat u na verloop van enige tijd toch
zult moeten overgaan tot evaluatie en het nemen
van specifieke maatregelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Justitie over "de kritiek van de
Waalse minister van Landbouw op de werking
van het Gentse gerecht" (nr. 5216)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de la Justice sur "les critiques du
ministre wallon de l'Agriculture à propos du
fonctionnement de la justice gantoise" (n° 5216)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mevrouw
de voorzitter, mijnheer de minister, tijdens de
vakantie heeft de Waalse minister van Landbouw,
mijnheer Happart, scherpe kritiek geuit op de
werking van het gerecht in Gent en Kortrijk.
Volgens de heer Happart zouden de onderzoeken
die er gebeuren in fraudedossiers rond de dioxine-
en de BSE-crisis veel te traag verlopen. Volgens
de heer Happart zouden het Kortrijkse en het
Gentse gerecht op hun dossiers zitten, waarmee
hij bedoelt dat er geen samenwerking is met
andere instanties. Bovendien zou in maar twee
speurders zijn voorzien zijn om de desbetreffende
onderzoeken uit te voeren.
Mijnheer de minister, de heer Happart heeft in de
loop der jaren dat hij politiek actief is reeds heel
wat onzin uitgekraamd. Ik durf vandaag niet te
zeggen dat dit verhaal ook onder die noemer valt.
Ofwel is het onzin en dan moet het worden
tegengesproken, ofwel is het realiteit en dan moet
er iets aan worden gedaan. Laten wij vandaag de
heer Happart het voordeel van de twijfel geven.
Ik had van u dan ook willen vernemen, mijnheer
de minister, of de bewering van de heer Happart
juist is, namelijk dat de onderzoeken rond de
dioxine- en de BSE-crisis veel te traag verlopen. Is
het juist dat de Kortrijkse en de Gentse
rechtsinstanties op hun dossiers zitten en geen
medewerking zoeken met andere instanties? Is
het juist dat er slechts twee speurders met die
fraudedossiers zouden bezig zijn? Mijnheer de
minister, zult u maatregelen treffen om de
onderzoeken sneller te laten verlopen als de
kritiek van de heer Happart terecht is? Zult u ten
aanzien van de betrokken diensten in Gent en
Kortrijk de nodige maatregelen treffen zodat die
onderzoeken beter kunnen verlopen?
04.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, om elk misverstand te vermijden, moet
ik u zeggen dat er in het parket van Gent geen
strafdossiers bekend zijn die gerelateerd zijn met
de BSE-crisis. In Kortrijk zijn er vijf strafdossiers
bekend die telkens het voorwerp uitmaken van
een gerechtelijk onderzoek en die betrekking
hebben op verschillende vormen van
subsidiefraude die gepleegd werd in de rand van
de maatregelen genomen ter bestrijding van de
BSE-ziekte.
De afronding van deze dossiers verloopt traag. Dit
is uitsluitend te wijten aan de complexiteit van de
door de verdachten aangewende
fraudemechanismen en de talloze internationale
rogatoire opdrachten die door de
onderzoeksrechter zijn uitgeschreven.
Men verwacht evenwel dat drie van de vijf
dossiers tegen het einde van dit kalenderjaar
zullen worden meegedeeld voor eindvordering.
Voor één dossier was dit reeds het geval maar dit
dossier werd opnieuw aan de onderzoeksrechter
overgemaakt omdat de procureur des Konings het
onderzoek niet volledig achtte.
Wat de dossiers rond de dioxinecrisis betreft, kan
ik u het volgende meedelen. In Gent heeft het
gerechtelijk onderzoek een normaal verloop
gekend en is het afgerond. Momenteel is de
griffier van de onderzoeksrechter bezig met de
inventarisatie van het lijvige dossier. In Kortrijk zal
waarschijnlijk vervolging worden ingesteld in drie
dossiers die telkens dezelfde verdachte betreffen.
Hier is enkel nog het eindverhoor nodig.
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Ik meen dat het totaal onjuist is dat de
respectievelijke gerechtelijke instanties op die
dossiers zouden zitten. Aangezien het Gentse
dossier afgesloten is, is de opmerking over het
aantal speurders irrelevant. Wat de situatie in
Kortrijk betreft, is het inderdaad zo dat er slechts
twee gespecialiseerde speurders op het dossier
werken. Dit belet evenwel niet dat anderen ter
hulp springen als dit nodig is. Bovendien ligt de
klemtoon daar op verrichtingen die in het
buitenland door lokale autoriteiten moeten worden
verricht en daarvoor is niet echt een grote
specialisatiegraad nodig.
Het treffen van maatregelen lijkt mij dan ook niet
noodzakelijk in de huidige stand van zaken. Het
zou alleen maar als een ongewenste inmenging
worden beschouwd in het werk van de
gerechtelijke autoriteiten. Ik meen dat de
belangrijkste conclusie echter is dat de geschetste
situatie niet strookt met de werkelijkheid.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord.
U wenst nu geen maatregelen te treffen omdat dit
niet nodig is want zowel in Gent als Kortrijk
verloopt volgens u alles correct. Wij kunnen enkel
vaststellen dat de uithaal van de heer Happart
vanuit Wallonië totaal onterecht was. Wij kunnen
daar allerlei bedoelingen achter zoeken.
Wij kunnen daar weer allerlei bedoelingen achter
zoeken. In elk geval is de diabolisering van het
niet medewerkende Vlaanderen door de heer
Happart dat is waarschijnlijk toch de boodschap
die hij heeft willen brengen duidelijk niet correct.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
minister van Justitie over "de nakende
subsidiëring van de islam" (nr. 890)
05 Interpellation de M. Filip De Man au ministre
de la Justice sur "l'imminence du
subventionnement de l'Islam" (n° 890)
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mevrouw
de voorzitter, mijnheer de minister, net voor de
zomer interpelleerde ik u hierover reeds. Op 19
juni 2001 hebt u gezegd dat er in dit land
ongeveer 350.000 moslims zijn en dat wij als
eerste Europees land inderdaad vanaf 2002 aan
hun imams een wedde zullen uitbetalen, hen een
woning zullen aanbieden en hun moskeeën zullen
subsidiëren. Voor alle duidelijkheid: de regering
heeft hierin geen enkele grondwettelijke
verplichting. U hebt in ieder geval alle
beoordelingsvrijheid om te bepalen hoeveel
bedienaars wenselijk zijn en hoeveel er worden
erkend.
Een eerste reeks vragen. Hoeveel bedienaars van
de islam wil de Staat na volledige afwerking van
de planning uiteindelijk betalen? U hebt namelijk
gezegd dat het over enkele jaren zou worden
gespreid. Hoeveel zullen er volgend jaar reeds
worden betaald in een aantal voorbeeldsteden als
Antwerpen, Gent, Brussel en Vilvoorde? Zal de
Staat in eerste instantie de moskeeën erkennen?
Of worden meteen ook de individuele imams
erkend? Hoeveel imams zullen er per moskee
maximaal worden betaald? Hoeveel moskeeën
zullen volgend jaar worden erkend in Brussel,
Antwerpen, Gent en Vilvoorde?
Zo kom ik tot het tweede luik betreffende de
reglementering, de benoemingen, de benodigde
diploma's en andere eventueel voor te leggen
documenten. Ik stelde die vragen reeds voor de
zomer, maar toen bleek er nog geen letter op
papier te staan hierover. De vraag rijst, op minder
dan drie maanden van 1 januari 2002, of hierin
verandering is gekomen. Welke afspraken werden
gemaakt met de executieve van de moslims?
Welke documenten zullen de executieve het recht
geven iemand als imam aan te wijzen? Door wie
en waar zullen die documenten worden uitgereikt?
Welke controle kan België uitoefenen op de
echtheid daarvan? Moeten de door ons te
erkennen imams niet minstens het bewijs leveren
van kennis van een der drie landstalen? Zal er
nog steeds een grondige doorlichting gebeuren
door de Veiligheid van de Staat, ook als de
executieve haar fiat heeft gegeven? In juni stelde
u dat de controle van de Veiligheid van de Staat
na een eerste fase zou verdwijnen. Dat deed mij
toch wel opkijken. Ik zou graag weten wanneer die
eerste fase zal afgelopen zijn. Is het onmogelijk
dat fundamentalisten na de eerste fase toch door
de mazen van het net zouden glippen? Als de
Veiligheid van de Staat niet meer ingrijpt, hoe
gaan we dan in hemelsnaam voorkomen dat er
islamistische imams hier en daar de moskeeën
zouden leiden?
Zo kom ik tot het derde luik. De wet van 4 maart
1870 bepaalt in artikel 19bis dat het bestuur van
de islamitische eredienst wordt georganiseerd op
provinciaal niveau. Toch hebt u gezegd dat de
provincies moeten opdraaien voor de tekorten van
alle erkende moskeeën, dus niet van één centraal
bestuur per provincie, maar van alle moskeeën
die in de provincie actief zijn. In bepaalde
provincies zou dat kunnen leiden tot een
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
meeruitgave van vele tientallen miljoenen frank. Ik
vraag mij dus af waarop u zich baseert, op welke
wettelijke basis u steunt om te zeggen dat de
provincies moeten opdraaien voor alle erkende
moskeeën.
De wet bepaalt dat er maar één islamitisch
bestuur moet bestaan. Zult u een wijziging van de
wet van 4 maart 1870 voorstellen om ten minste
voor een wettelijke basis te zorgen voor hetgeen u
hebt voorgesteld?
Ten vierde, de minister meldde dat de diverse
overheden zullen tussenkomen bij de bouw en het
onderhoud van moskeegebouwen.
Zullen de gemeenten daarin moeten
tussenkomen? Op welke wettelijke basis berust
die bewering? Of moeten de provincies daarin
tussenkomen? Waarop baseert de minister zich
dan? Of moeten de gemeenschappen en de
gewesten tussenkomen? Of zal de federale Staat
tussenkomen? Wie zal bijvoorbeeld de
dienstwoningen van de imams betalen?
Mijnheer de minister, de volgende vragen had ik u
in juni al gesteld, maar ik kreeg er nog geen
antwoord op.
Ten eerste, is het aangewezen om wedden uit te
keren als geweten is dat zowel Turkije, Saoedi-
Arabië als Koeweit aan de imams nu al wedden
betalen? Wij weten zeer goed dat die landen op
geteleguideerde manier werken. Zij sturen
mensen naar hier om de goede boodschap van de
islam te verkondigen en die "goede boodschap"
bedoel ik ironisch.
Ten tweede, hoe zult u vermijden dat wij die
imams in onze grenzeloze naïviteit een tweede
wedde cadeau doen?
Ten derde, een gevolg van de houding van deze
regering is dat islamitische raadgevers in
gevangenissen en ziekenhuizen zullen werken.
Hoeveel islamitische raadgevers zullen vanaf
volgend jaar door de Staat bezoldigd worden voor
de gevangenissen en de ziekenhuizen? Welke
vergoeding zullen zij krijgen?
Ten vierde, hoeveel krijgt de executieve van de
moslims jaarlijks voor haar werking?
Ten vijfde, de islam is een godsdienst die een
aantal fundamentele principes van onze rechtstaat
niet aanvaardt, zoals de scheiding van kerk en
staat, het pluralisme of de gelijkheid van man en
vrouw. Blijft de regering van oordeel dat zo'n
godsdienst erkend en gesubsidieerd moet
worden? Die vraag vind ik cruciaal. Ik heb u die
vraag in de zomer al gesteld. Toen kreeg ik echter
geen antwoord. Ik kijk dus met veel verlangen
naar uw verklaring van vandaag uit.
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, collega De Man, wij zijn
overeengekomen dat in een tijdsspanne van drie
jaar 125 moskeeën zullen worden erkend,
waarvan 75 in 2002. De voorwaarde luidt echter
dat de moskeeën die door de Executieve voor
erkenning worden voorgedragen, geen problemen
geven in verband met eventueel te grote
buitenlandse invloed of het te radicale karakter
van hun acties.
De verdeling van het aantal imams zal verlopen in
functie van de moskeeën die worden
voorgedragen en waarvoor drie categorieën
bestaan. Ten eerste, kleine moskeeën met meer
dan 250 maar minder dan 500 gelovigen. Ten
tweede, middelgrote moskeeën met een aantal
gelovigen tussen 500 en 1.500.
Ten derde, grote moskeeën die meer dan 1.500
gelovigen tellen. Voor de kleine moskeeën zal één
imam worden betaald, voor de middelgrote twee
en voor de grote moskeeën drie imams. In een
eerste fase zullen voor de twee laatste
categorieën maar twee imams worden betaald
door de overheid.
In totaal zullen er in 2002 98 imams ten laste van
de Schatkist vergoed worden, overeenkomstig de
huidige cijfers en als alles verloopt zoals het moet
verlopen. Met dat laatste doel ik op de
voorwaarden die ik zonet heb opgesomd.
Voor 2002 werden thans, in een eerste fase, 55
moskeeën voor erkenning aanvaard. Daarvan zijn
er 30 Marokkaanse, 16 Turkse en 9 van andere
nationaliteiten. Naargelang de grootte is de
onderverdeling als volgt: 30 grote moskeeën, 13
middelgrote moskeeën en 12 kleine. In Antwerpen
zullen 8 moskeeën erkend worden, in Brussel 14,
in Gent 1 en in Vilvoorde 1. Die verdeling per
gemeente is, gelet op de organisatie op
provinciaal vlak en op het niveau van het
administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad,
niet relevant.
De erkenning van een moskee houdt in dat een
koninklijk besluit bekend wordt gemaakt waarin
wordt vermeld voor welk grondgebied een
bepaalde moskee actief zal zijn, het kader en de
verplichting een comité te installeren. Aan de
erkenning zal dan de wedde van één of twee
imams ten laste van de Schatkist worden
gekoppeld.
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
De Belgische overheid erkent geen individuele
imam, evenmin als voor de andere erediensten.
De imams die door de executieve worden
aangesteld zullen wel worden gescreend.
Vanzelfsprekend verkeren wij in een
overgangsfase. Aan de executieve van de
moslims werd gevraagd om de opleiding van
imams in België uit te werken. Er zullen nog een
aantal jaren verstrijken alvorens een dergelijke
opleiding zal worden gehomologeerd en resultaten
zal opleveren. In afwachting zal de executieve
moeten instaan voor de rekrutering van de imams,
bij voorkeur in België en in geval er zich
onvoldoende personen aandienen, in het
buitenland.
Aangezien de imam deel zal uitmaken van het
comité belast met het beheer van de tijdelijke
belangen binnen een bepaalde gemeenschap en
gezien dat comité een publiekrechtelijk orgaan is,
moet de imam minstens de taal beheersen van de
regio waar hij zal functioneren.
Er bestaan specifieke documenten voor de
erkenning als imam en er is ook een groot
onderscheid, naargelang het land van herkomst.
De imamopleiding in Marokko is niet dezelfde als
deze in Turkije. De Belgische overheid zal dan
ook geen controle op de echtheid van de
documenten kunnen uitoefenen: deze rol is
weggelegd voor de executieve van de moslims.
Datzelfde geldt trouwens voor andere erediensten
waarbij nog een beroep op bedienaars afkomstig
uit het buitenland wordt gedaan. In het begin zal
zeker worden gescreend, ook als de executieve
reeds overging tot een aanstelling.
Het is zinloos een tijdshorizon vast te stellen in dat
kader; want in principe moet worden gerekend op
de interne controle van de executieve. De houding
van de imam zal een element vormen om na te
gaan of hij zich houdt aan de Belgische Grondwet
en aan het Belgische wettelijk arsenaal.
De imam heeft een religieuze opdracht en zal zich
moeten onthouden van politiek geïnspireerde
activiteiten.
Indien elementen erop zouden wijzen dat de
moskee bepaalde activiteiten ontplooit die in strijd
zijn met de rechtsregels in ons land, dan kan de
erkenning bij koninklijk besluit worden
ingetrokken.
In uitvoering van artikel 19bis, 1
ste
lid, van de wet
van 4 maart 1870 in verband met de temporaliën
voor erediensten, worden de besturen die eigen
zijn aan de islamitische godsdienst op bepaalde
wijze ingericht op het grondgebied van de
provincies en van het administratief
arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 1978
tot inrichting van de comités belast met het beheer
van de temporaliën van de erkende islamitische
gemeenschappen, bepaalt dat de islamitische
gemeenschappen door de Koning worden erkend
voor een of meerdere provincies en voor het
administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De structuur op provinciaal vlak blijft behouden,
maar het zwaartepunt zal komen te liggen bij de
comités die bevoegd zullen zijn voor meerdere
gemeenten.
Er is dus geen wijziging van de wet van 4 maart
1870 vereist, aangezien de wet enkel het principe
van de organisatie op provinciaal vlak inhoudt,
maar geen beperking inzake de aantallen. Dat
principe inzake de provinciale organisatie blijft
trouwens behouden. Wel moet het koninklijk
besluit van 3 mei 1978 worden herschreven; de
teksten werden ter consultatie voorgelegd aan de
executieve van de moslims.
Artikel 19bis, 7
de
lid, van de wet van 4 maart 1870
op het tijdelijke der erediensten, bepaalt dat de
geldelijke tegemoetkomingen van de gemeenten
ten voordele van de bedienaars en de besturen
van de erediensten, zoals bepaald in de volgende
artikelen, ten laste komen van de provincies en
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wat de
islamitische en orthodoxe erediensten betreft. Het
gaat hier om de tekorten die op de begroting
voorkomen en het dragen van eventuele kosten in
verband met werken aan gebouwen. Het zijn
verplichte uitgaven.
De woning van de imam zal door de provincie ter
beschikking moeten worden gesteld of er zal een
vergoeding moeten worden betaald om hem toe te
laten een woning te huren.
Wat de gemeenten betreft zijn er geen verplichte,
doch enkel facultatieve uitgaven weerhouden.
Inzake de tussenkomst van de gewesten bestaan
er diverse bepalingen die van toepassing zijn en
die de tussenkomsten vaststellen. Het zou ons te
ver leiden deze allemaal op te sommen.
Tot slot kan er geen sprake van zijn dat aan een
imam die door de Belgische overheid wordt
bezoldigd, nog een wedde uit het buitenland zou
toekomen. Er moet met de executieve van de
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
moslims worden overlegd op welke wijze de
controle daarop zal worden uitgeoefend.
In de gevangenissen worden op dit ogenblik met
alle erkende erediensten en niet-confessionele
levensbeschouwingen onderhandelingen gevoerd.
Ik kan geen cijfers vooropstellen over het aantal
vertegenwoordigers dat aan de islam zal worden
toegekend.
De ziekenhuizen vallen niet onder mijn
bevoegdheid. Ik kan daarover dus geen
uitspraken doen.
De vergoedingskwestie maakt deel uit van de
onderhandelingen.
De executieve krijgt voor de werking van haar
secretariaat in 2002 een toelage van ongeveer
20 miljoen frank.
Daarnaast
bezoldigt
de
Belgische Staat, zoals bij de overige erediensten,
een aantal secretarissen die op de executieve
werkzaam zijn.
Wat uw slotvraag betreft, kan ik u meedelen dat
de islam 25 jaar geleden werd erkend. Het is dan
ook logisch dat in het verlengde van die erkenning
artikel 181, §1 van de Grondwet een correcte
invulling krijgt.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mevrouw
de voorzitter, mijnheer de minister, ook nu
antwoordt u niet op de laatste cruciale vraag.
Omdat de islam in 1974 is erkend, vindt u dat we
nu de zure appel moeten doorbijten en deze
mensen met miljoenen frank subsidies moeten
steunen. Volgens de Veiligheid van de Staat en
volgens uw eigen woorden deze ochtend, worden
in de moskeeën nochtans geldomhalingen voor
terroristen gehouden. We hebben dat in diverse
artikels vernomen en u hebt dat deze ochtend
bevestigd. Toch volhardt u in de boosheid. U
volhardt in de islamcollaboratie. We kunnen dat
niet anders noemen.
Wij hebben vernomen dat heel wat moslims de
aanslagen hebben gevierd. Er waren opstootjes in
gevangenissen, in moskeeën werden
herdenkingen voor de helden van New York en
Washington georganiseerd, op scholen hebben
zich incidenten voorgedaan omdat moslims
weigerden enkele minuten stilte in acht te nemen,
in Nederland zijn meer dan een kwart van de
moslims blij met de aanslagen, de Marokkaanse
moslims juichten met meer dan een kwart de
moorddadige aanslagen toe, enzovoort. Ik neem
aan dat de verhouding in België in die orde van
grootte ligt en dat heel wat moslims die wij gaan
subsidiëren met zeer afschuwelijke ideeën
rondlopen. Ik vind dat bijzonder erg. Het is vrij
hopeloos, maar ik zal in elk geval een motie
indienen om de regering te verzoeken niet op
deze gevaarlijke weg verder te gaan en geen
miljoenen subsidies aan de moskeeën in dit land
toe te kennen.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Filip De Man en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Filip De Man
en het antwoord van de minister van Justitie,
stelt vast dat de moskeeën niet zelden dienen als
financierings- en recruteringsbasis voor
fundamentalistische en/of terroristische
organisaties en verzoekt de regering derhalve
geen miljoenensubsidies toe te kennen aan de
moskeeën."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Filip De Man et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Filip De Man
et la réponse du ministre de la Justice,
constate qu'il n'est pas rare que les mosquées
servent de base de financement et de recrutement
à des organisations intégristes et/ou terroristes et
demande dès lors au gouvernement de ne pas
octroyer des millions de francs de subsides aux
mosquées."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heer Guy Hove en de dames Magda De Meyer,
Jacqueline Herzet, Simonne Leen en Fientje
Moerman.
Une motion pure et simple a été déposée par
M.
Guy Hove et Mmes Magda De Meyer,
Jacqueline Herzet, Simonne Leen et Fientje
Moerman.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Justitie over "de aankondiging van de
overplaatsing van het Arbeidshof, afdeling
West-Vlaanderen" (nr. 5301)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Justitie over "de afschaffing van de
arbeidsrechtbank en de politierechtbank in
Oostende" (nr. 5303)
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Justitie over "de rechtbank van koophandel
zetel te Sint-Niklaas" (nr. 5243)
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van
de politierechtbank van Oostende" (nr. 5248)
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van
de arbeidsrechtbank te Oostende en de sluiting
van het arbeidshof te Brugge" (nr. 5249)
- mevrouw Maggie De Block aan de minister
van Justitie over "de sluiting van een aantal
rechtbanken" (nr. 5254)
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Justitie over "de herstructurering van de
gerechtelijke kantons" (nr. 5305)
- de heer Guy Hove aan de minister van Justitie
over "de sluiting van een afdeling van de
arbeidsrechtbank te Oudenaarde" (nr. 5330)
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opheffing van de afdeling
Brugge van het Arbeidshof van Gent uiterlijk op
1 januari 2003,
de
afschaffing
van
de
Arbeidsrechtbank van Brugge, afdeling
Oostende met onmiddellijke ingang en de
Politierechtbank Brugge, afdeling Oostende"
(nr. 5340)
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de redenen die hem ertoe
brachten niet over te gaan tot de oprichting van
een afdeling Roeselare van de Politierechtbank
te Kortrijk" (nr. 5341)
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Justitie over "de toekomst van de rechtbank
van Koophandel in Sint-Niklaas" (nr. 5344)
06 Questions jointes de
- M. Luc Goutry au ministre de la Justice sur
"l'annonce du transfert de la section Flandre
occidentale de la Cour du travail" (n° 5301)
- M. Koen Bultinck au ministre de la Justice sur
"la suppression du tribunal du travail et du
tribunal de police d'Ostende" (n° 5303)
- Mme Greta D'Hondt au ministre de la Justice
sur "le tribunal de commerce siège de Saint-
Nicolas" (n° 5243)
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur
"la suppression immédiate du tribunal de police
d'Ostende" (n° 5248)
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur
"la suppression immédiate du tribunal du travail
d'Ostende et la fermeture de la cour du travail
de Bruges" (n° 5249)
- Mme Maggie De Block au ministre de la
Justice sur "la fermeture d'un certain nombre
de tribunaux" (n° 5254)
- M. Richard Fournaux au ministre de la Justice
sur "la restructuration des cantons judiciaires"
(n° 5305)
- M. Guy Hove au ministre de la Justice sur "la
fermeture d'une section du tribunal du travail à
Audenarde" (n° 5330)
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice
sur "la fermeture de la section brugeoise de la
Cour du travail de Gand au plus tard le
1
er
janvier 2003, la suppression de la section
ostendaise du Tribunal du travail de Bruges
avec effet immédiat et du tribunal de police de
Bruges, section Ostende" (n° 5340)
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice
sur "les raisons qui le menèrent à renoncer à la
création d'une section du Tribunal de police de
Courtrai à Roulers" (n° 5341)
- Mme Magda De Meyer au ministre de la
Justice sur "l'avenir du Tribunal de commerce à
Saint-Nicolas" (n° 5344)
06.01 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, ik zal proberen het
kort te houden. Het is wellicht duidelijk dat deze
gebeurtenis vooral in de provincies Oost- en
West-Vlaanderen de gemoederen heeft verhit. Op
17 augustus, een dag waarop het bijna te warm
was om te lezen, verscheen in het Belgisch
Staatsblad een besluit dat heel wat artikels telt, en
waarvan het venijn in de staart zit, zoals
gewoonlijk. Artikel 6 bepaalt dat de paragrafen 2
en 3 van artikel 1 ten laatste op 1 januari 2003
vervallen. Tot nader order beschikt de provincie
West-Vlaanderen over een arbeidsrechtbank in
Brugge. Als ik het vermelde besluit goed begrijp,
zal deze rechtbank verdwijnen en zullen alle
rechtszoekenden in Oost- en West-Vlaanderen
zich in het vervolg tot de arbeidsrechtbank van
Gent moeten wenden. Ik vind dit een
onbegrijpelijke beslissing. Ik heb u meermaals
geïnterpelleerd over de mogelijkheid van een
volwaardig Hof van beroep in West-Vlaanderen.
Daarvoor bestaan een aantal goede argumenten,
zoals het vermijden van onnodige werkuren voor
cipiers en rijkswachters om heen en weer te rijden
met gedetineerden. Mijn klomp breekt nu ik hoor
dat we niet alleen geen Hof van beroep krijgen in
West-Vlaanderen, maar dat bovendien de
arbeidsrechtbank zal verdwijnen. Ik kan dit amper
geloven en ben geneigd te denken dat het een
vergissing betreft ten gevolge van de hoge
temperaturen in die periode.
Mijnheer de minister, is dit bericht correct of is er
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
een drukfout gebeurd? Wat is de reden voor deze
beslissing? Werkte deze rechtbank niet goed?
Waren er problemen?
Welke maatregelen zal u nemen om nadelige
gevolgen voor de rechtszoekenden te
voorkomen? Het is ongehoord dat mensen die
niet zelden sociaal weinig beschermd zijn voor de
behandeling van geschillen van sociale aard naar
Gent zullen moeten gaan.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u na het horen
van deze argumenten zal bevestigen dat er
inderdaad iets is misgelopen en dat deze
beslissing opnieuw zal worden bekeken. In het
onderwijs is alles bespreekbaar, waarom hier dan
niet? Ik stel mijn hoop op uw lankmoedigheid,
opdat we in West-Vlaanderen opnieuw met een
gerust hart kunnen ademhalen.
La présidente: Monsieur le ministre, souhaitez-
vous répondre à chaque question séparément ou
donner une réponse globale à l'ensemble des
questions qui se chevauchent pratiquement
toutes?
06.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la
présidente, il me semble plus facile de répondre
globalement à l'ensemble des questions car
même si certaines questions sont plus
spécifiques, il y a cependant des dispositions
communes à l'ensemble de la problématique.
06.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
uiteraard heeft ook mijn vraag betrekking op het
koninklijk besluit van 10 augustus 2001, dat op 17
augustus in het Belgisch Staatsblad werd
gepubliceerd. Net als collega Goutry bekijk ik de
problemen vanuit een West-Vlaamse invalshoek
en hierbij valt mij het volgende op. Enerzijds
worden de arbeidsrechtbank en de
politierechtbank van Oostende met onmiddellijke
ingang vanaf 1 september als onderafdeling van
Brugge geschrapt. Anderzijds zal ook het
Arbeidshof te Brugge, dat zich over
arbeidsgeschillen in beroep moet uitspreken,
uiterlijk tegen 1 januari 2003 worden opgedoekt.
Ik begrijp niet goed waarom een dergelijke
herstructurering ten uitvoer wordt gebracht op een
ogenblik dat iedereen het over de gerechtelijke
achterstand heeft en overal pogingen worden
gedaan om justitie dichter bij de burgers en de
rechtsonderhorigen te brengen.
Het valt op dat het advies van de minister van
Begroting over dat koninklijk besluit zeer positief
was. We weten dat de heer Vande Lanotte graag
brieven schrijft aan betrokkenen om te melden dat
hij in een dossier is opgetreden ik verwijs in dat
verband naar het dossier van de legerkazernes.
Blijkbaar heeft hij het ditmaal niet nodig geacht om
de rechtsonderhorigen te melden dat hij zonder
tegenwerping de afschaffing van de
politierechtbank en de arbeidsrechtbank van
Oostende en van het Arbeidshof van Brugge
aanvaardt. Blijkbaar kon Oostende even de pot op
en werd van het parlementaire reces
gebruikgemaakt om die maatregel goed te
keuren. Oostende en bij uitbreiding heel West-
Vlaanderen worden door dat besluit zeer zwaar
getroffen. Vanaf 2003 zal West-Vlaanderen de
enige provincie zijn zonder een arbeidshof.
Mijn vraag is dan ook zeer concreet. Welke
objectieve criteria heeft de minister bij het nemen
van die beslissing gebruikt?
06.04 Greta D'Hondt (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijn vraag heeft betrekking op artikel 6,
§ 2, van het fameuze koninklijk besluit van 10
augustus, dat bepaalt dat de rechtbank van
Koophandel van Sint-Niklaas uiterlijk in 2003 zal
worden afgeschaft.
In tegenstelling tot de stad waarvan de minister
afkomstig is, beschikt Sint-Niklaas niet over een
paard, maar de stad beschikt wel over een
uitgebreide economische infrastructuur. Het
Waasland wordt gekenmerkt door een
aanzienlijke traditionele economische
bedrijvigheid en sluit bovendien aan op de
Linkeroever met zijn zware industrie. Het wekte
dan ook onze verbazing dat de rechtbank van
Koophandel van Sint-Niklaas moet verdwijnen.
Ik heb dan ook de volgende vragen. Door welke
objectieve argumenten is die beslissing
ingegeven? Werd overleg gepleegd met de
sociale en economische geledingen uit de regio?
Hoe zal de dienstverlening aan de ondernemers,
de bedrijfsleiders en de handelaars van het
Waasland in het algemeen, en de regio Sint-
Niklaas in het bijzonder, worden gegarandeerd? U
gaat er toch niet vanuit dat de betrokkenen zich
voor de talrijke kleine verrichtingen tot de
rechtbank van Koophandel van Dendermonde
zullen wenden? U weet ook dat de verbindingen
van het openbaar vervoer tussen Sint-Niklaas en
Dendermonde niet echt goed zijn.
Graag kreeg ik ook van de minister de bevestiging
of het zo is dat de heer Willockx, burgemeester
van Sint-Niklaas, tijdens de gemeenteraad heeft
gezegd dat hij toezeggingen heeft van de minister
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
dat de beslissing over de Rechtbank van
Koophandel zou worden herzien.
06.05 Yves Leterme (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag betreft
de Arbeids- en de Politierechtbank te Oostende.
Eigenlijk komt de maatregel van de minister neer
op de afbouw van de jurisdictionele
dienstverlening aan de inwoners van een
arrondissement.
Mijnheer de minister, de inwoners van dit
arrondissement hadden gehoopt hierover vrijdag
laatstleden met u van gedachten te kunnen
wisselen ter gelegenheid van een viering waarop u
aanwezig zou zijn. Wellicht had u goede redenen
om niet aanwezig te zijn, maar zij hadden goede
argumenten voor het behoud van de
Arbeidsrechtbank te Oostende. Deze hadden
uiteraard te maken met de specifieke situatie van
een kustgebied, waar de reglementering inzake
tewerkstelling in de horeca, in de visserij en een
aantal specifieke kustsectoren aanleiding geeft tot
een zeer specifieke geschillenregeling.
Samenvattend: heel wat mensen stellen vragen
rond uw overhaaste beslissing tijdens het voorbije
zomerreces. Waarom wordt een Arbeidsrechtbank
afgeschaft die dertig jaar tot ieders tevredenheid
heeft gefunctioneerd, terwijl die van Charleroi en
andere regio's gewoon blijft bestaan? Bovendien
is duidelijk dat de regio West-Vlaanderen
bijzonder wordt aangepakt en de mensen stellen
daar vragen over.
In het verlengde van de uiteenzetting van collega
Goutry vraag ik u waarom in de provincie West-
Vlaanderen als enige provincie - vanaf januari
2003 geen Arbeidshof meer aanwezig zal zijn. De
essentie van mijn vraag gaat evenwel over de
Arbeidsrechtbank en de Politierechtbank te
Oostende.
06.06 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, onlangs
verschenen er berichten over de sluiting van
bepaalde rechtbanken, onder meer de
politierechtbank in Asse. Met een koninklijk besluit
werd vrij onverwachts beslist dat deze rechtbank
met ingang van 1 september 2001 de deuren
moet sluiten. Behalve de rechtstreekse
moeilijkheden die zich op het terrein voordoen,
zoals de laattijdige verwittiging en de te korte
periode om de nodige schikkingen te treffen
inzake de verhuis van materieel, zijn er nog de
gevolgen voor de werking van bepaalde
politiezones. Dit leidt onder meer tot een
verhoging van de drempel om toegang te krijgen
tot het gerecht.
Door de sluiting van de politierechtbank van Asse
valt de politiezone Ternat-Affligem-Roosdaal-
Liedekerke enerzijds onder de politierechtbank
van Vilvoorde en anderzijds onder de
politierechtbank van Halle. Ik veronderstel dat dit
praktische problemen zal veroorzaken voor de
werking van de politiezones. Mijnheer de minister,
kan er voor dit praktisch probleem een oplossing
worden uitgewerkt? Waarom werd zo lang
gewacht met de bekendmaking van het koninklijk
besluit? Het gebrek aan overgangsbepalingen
veroorzaakt praktische problemen zoals een
tijdige verhuis en de aanpassing van het
informaticasysteem. Werd reeds gedacht over
een mogelijke oplossing van deze problemen?
06.07 Richard Fournaux (PSC): Madame la
présidente, monsieur le ministre, ma question est
sensiblement du même ordre que les précédentes
puisqu'il s'agit de questions jointes.
Cependant, je voudrais, pour ma part, évoquer
plus spécifiquement le problème de la
restructuration des cantons judiciaires et donc du
sort réservé à certains juges de paix et à leur
administration.
Comme vous le savez, monsieur le ministre,
l'arrondissement judiciaire de Dinant-Philippeville
est un des arrondissements les plus étendus du
royaume. Une proposition a été faite visant à
restructurer certains cantons judiciaires de cet
arrondissement. C'est le cas, notamment des
cantons de Gedinne, Rochefort et Dinant.
Aujourd'hui, un seul juge de paix se voit conférer
l'organisation de tout un canton. Ce qui peut sans
doute produire des effets positifs qui ne doivent
pas être négligés ou réfutés. Il n'empêche que ce
juge de paix, en l'occurrence une dame, se
retrouve avec une surcharge de travail
considérable.
Concrètement, ce n'est pas parce que l'on
fusionne des cantons que l'on peut réaliser des
économies d'échelle en termes de nombre de
dossiers à traiter.
Monsieur le ministre, pensez-vous qu'il est réaliste
de fusionner des cantons judiciaires ou du moins
de les restructurer sans s'inquiéter de
l'organisation générale du fonctionnement de ces
cantons?
Je voudrais également insister sur un deuxième
élément. Lorsque le pays a connu les événements
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
que tout le monde connaît, et la campagne
électorale dont chacun se souvient, on a plaidé
pour la mise en place d'une justice de proximité et
d'une justice préventive, dirais-je, plutôt que pour
la mise en place d'une justice répressive ou qui
arrive systématiquement en retard par rapport à la
situation qui mérite son intervention. S'il y a un
niveau d'intervention de la justice profitable à
l'organisation d'une bonne justice préventive, ce
sont bien les justices de paix. Pensez-vous que
c'est en réorganisant les cantons judiciaires et
donc les justices de paix, comme on vient de le
faire, que l'on permettra à ces dernières de faire
de la justice de proximité et que l'on donnera le
temps nécessaire à ces juges de paix pour gérer
les dossiers qui le méritent?
J'en viens à ma troisième et dernière question. Si
je m'en réfère aux informations que l'on a bien
voulu nous donner, je suis étonné de constater
que, d'une semaine à l'autre, on demande à des
membres du personnel de ces cantons de
déménager. Autrement dit, ces gens sont
déplacés d'une semaine à l'autre sans en avoir
été préalablement informés. En termes de gestion
des ressources humaines et de management du
personnel, je dois avouer que cela paraît pour le
moins étrange. Pensez-vous que cela est de
nature à conforter à la fois l'efficacité et la
motivation au travail des membres du personnel
qui travaillent dans ces cantons judiciaires et des
juges de paix concernés?
06.08 Guy Hove (VLD): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, mijn vraag gaat uiteraard
over hetzelfde onderwerp als de vorige vragen. Ik
zal dan ook trachten het zo kort mogelijk te
houden. Ik herinner mij dat wij hier in de
commissie herhaaldelijk gesproken hebben over
de herindeling van de gerechtelijke kantons. Ik
vermoed dat de beslissing die nu voorligt daar een
van de gevolgen van is. De afdeling Zottegem van
de arbeidsrechtbank van Oudenaarde is een van
de afdelingen waarvan de sluiting voorzien is.
Deze maatregel is voor de betrokkenen en de
lokale overheden een volslagen verrassing. De
betrokkenen werden pas laat op de hoogte
gebracht. Velen bij ons in de streek hebben de
bezorgdheid geuit dat veel minder mobielen en
sociaal zwakkeren hiervan het slachtoffer zouden
kunnen worden. Ik heb dan ook een aantal
vragen. Klopt het dat er geen overleg is geweest
met de verschillende gemeentebesturen noch met
de medewerkers van de rechtbank? Zo ja, wat
was daarvan de oorzaak? Tot slot, is deze
maatregel niet in strijd met talrijke initiatieven die
de toegankelijkheid van ons justitieel apparaat
wensen te verbeteren?
06.09 Geert Bourgeois (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, ik heb een vraag
over twee onmiddellijke sluitingen en één
aangekondigde in West-Vlaanderen. Het gaat om
de afdeling Brugge van het arbeidshof van Gent,
de afdeling Oostende van de arbeidsrechtbank
Brugge en de afdeling Oostende van de
politierechtbank van Brugge. Ik zal de feiten niet
herhalen. De voorgaande sprekers hebben al
gewezen op de klaarblijkelijke benadeling van
Vlaanderen. Vlaanderen wordt blijkbaar zwaarder
getroffen dan Wallonië. In het bijzonder is het
blijkbaar ook zo dat in West-Vlaanderen de
spreiding van de rechtsbedeling het meest wordt
aangetast door deze maatregelen. Mijnheer de
minister, ik heb de indruk dat de zaak niet alleen
niet doorgesproken is met de rechterlijke orde en
de sociale organisaties maar blijkbaar ook niet
binnen de meerderheid. Ik stel immers vast dat
hier ook geïnterpelleerd word door de
meerderheid, door leden van de VLD en de SP.
Alleen Agalev ontbreekt. Ik weet niet om welke
redenen zij ontbreken want normaal zijn zij de
eerste om kritiek te leveren op uw beleid. Ik stel
echter vast dat de VLD en de SP hier wel vragen
komen stellen. Ik sluit mij daarbij aan.
Mijnheer de minister, als ik goed geïnformeerd
ben, heeft de algemene vergadering van het
arbeidshof van Gent in september 2000 unaniem
geadviseerd om de afdeling Brugge te behouden.
Wat de afdeling Oostende van de
arbeidsrechtbank van Brugge betreft, wil ik erop
wijzen dat het volgens mijn informatie gaat om
zo'n 2.500 zaken per jaar. Wij kennen de
problematiek, namelijk arbeidsbescherming,
ziekteverzekering, mindervaliditeit en
bestaanszekerheid. Het is dus bij uitstek een
sociale problematiek waarmee elk jaar zo'n 700
mensen persoonlijk naar de rechtbank komen.
Het gaat om zeer laagdrempelige rechtbanken
waar de mensen veelal zelf komen. Zij genieten er
bijzondere bijstand. De auditeur is er steeds om
ervoor te zorgen dat het algemeen belang
bewaakt wordt en om adviezen te geven die de
rechter voorlichten over de juiste discussie. Hij vult
het dossier regelmatig ambtshalve aan. Ik meen
dat het een stap terug is als men specifiek voor
deze aangelegenheden een afdeling afschaft. 700
mensen op jaarbasis is immers niet niets. Ik wil
erop wijzen dat wij de hervorming van de
gerechtelijke kantons nog niet zo lang achter de
rug hebben. Daar werd een zeer specifieke
maatregel ingevoerd waardoor de rechter bij de
rechtzoekende werd gebracht en niet omgekeerd.
De rechtzoekende moest dus niet naar de rechter
gaan. Wij hebben dat in 1999 ingevoerd. Voor één
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
kanton in de vredegerechten werden soms twee
zetels ingevoerd. Aanvankelijk bestond er wel wat
verwarring over de precieze bevoegdheid.
Niettemin was het argument dat toen werd
gebruikt en dat ik onderschreef dat de
rechtzoekende zich zo weinig mogelijk moet
verplaatsen, vooral in die rechtbanken. De
vredegerechten en zeer zeker ook de
arbeidsrechtbanken vallen daar onder.
Ik vraag me dan ook af wat uw motieven terzake
zijn. Ik zie op rechtseconomisch, rechtspolitiek
vlak immers redenen die net voor het omgekeerde
pleiten. Ik ben, zoals zovelen op het terrein,
verrast dat dit nu gebeurt. Het zal mij dan ook
verheugen om uw argumentatie terzake te horen.
Mevrouw de voorzitter, ik kom tot mijn vraag over
het niet oprichten van een afdeling Roeselare van
de politierechtbank te Kortrijk. Deze problematiek
kwam herhaaldelijk aan bod tijdens de bespreking
van het wetsontwerp tot hervorming van de
gerechtelijke kantons. De toenmalige ministers
van Justitie, achtereenvolgens de heren De Clerck
en Van Parys hebben verklaard dat zij dat mede
onderschreven. Mijn amendementen werden toen
echter verworpen omdat dit via een koninklijk
besluit zou worden geregeld. Ik heb de stemming
over de amendementen nog eens nagelezen.
Mijnheer de minister, u hebt mij gesteund bij de
indiening van de amendementen om een afdeling
Roeselare van de politierechtbank te Kortrijk te
krijgen. Het gerechtelijk arrondissement Kortrijk is
een vrij groot arrondissement en daar is nu
slechts één politierechtbank. Al jaren wordt
gevraagd om in Roeselare, de tweede grootste
stad, een afdeling op te richten. Dat werd steeds
heel positief benaderd. Iedereen onderschreef dit
voorstel, elke minister van Justitie, voorzitter
Erdman en ook u, mijnheer de minister, maar dat
zou via een koninklijk besluit gebeuren. Ik zie nu
dat dit niet gebeurt.
Mijnheer de minister, waarom gebeurt dit niet? Ik
weet dat bij politierechtbanken het argument van
de persoonlijke aanwezigheid iets minder geldt,
maar het geldt niettemin. Er is echter ook een
ander argument dat ik onder uw aandacht wil
brengen. Een heel grote concentratie van
verkeersrechtbanken in een arrondissement leidt
in bepaalde mate tot een concentratie van
specifieke kennis en ook van cliënteel bij een heel
beperkt aantal advocaten. Daardoor krijgt men na
verloop van tijd in arrondissementen zoals Kortrijk
een kransje van enkele advocaten die zich terzake
specialiseren. Dat betekent ook een beperking
van het aanbod voor de rechtzoekende die al dan
niet met een rechtsbijstandverzekering graag een
beroep doet op iemand die gespecialiseerd is. Het
feit dat er territoriaal, binnen één arrondissement,
diverse kantoren zijn die zich in de materie
kunnen specialiseren, is een bijkomende garantie
voor de rechtzoekende. Ik wil dan ook de vraag
herhalen om zeker ook aan een afdeling
Roeselare te denken en de omgekeerde weg te
volgen van het ministerieel besluit dat aanleiding
geeft tot zoveel vragen.
06.10 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het zal u
wellicht niet zijn ontgaan dat er ook in het
Waasland enige beroering was inzake het besluit
van de minister om de rechtbank van koophandel
in Sint-Niklaas op te doeken en over te brengen
naar Dendermonde. Die beroering werd ook
formeel verwoord in een brief van burgemeester
Willockx en ondersteund door alle colleges van
burgemeesters en schepenen van het Waasland
om uiting te geven aan hun ongenoegen. Dit is
niet een puur regionale, zelfingenomen reflex,
maar steunt mijn inziens op een aantal belangrijke
argumenten terzake. Ik ben dan ook blij dat er
vanuit het Dendermondse steun komt in deze
zaak over de partijgrenzen heen.
De economische realiteit is nu eenmaal zo dat de
dynamiek van het Waasland heel wat groter blijkt
te zijn op economisch vlak dan in het
Dendermondse, zeker als men rekening houdt
met de toekomstige ontwikkelingen in deze regio
en in het bijzonder in de Waaslandhaven.
Bedrijfsleiders in het havengebied op de
linkeroever van de Schelde zijn, zoals u weet,
grotendeels op Antwerpen gericht en zij denken in
rechtbanktermen dan ook nogal in de richting van
Antwerpen. Dat de rechtbank in de dichtstbijzijnde
stad aan dezelfde kant van de Schelde is gelegen,
vinden zij nog aanvaardbaar, maar dat zij nu in
een kleinere, nog verder afgelegen en uiteindelijk
aan de overkant van de Schelde gelegen stad
terecht moeten, kan er bij hen niet in.
Ik wil toch enkele gegevens over de economische
realiteit meedelen. In het gerechtelijk
arrondissement Sint-Niklaas zijn er 233.337
inwoners, tegenover 186.284 in het
arrondissement Dendermonde. Kijken we naar het
aantal bedrijven dat meer dan 5 werknemers telt,
dan tellen we er in het arrondissement Sint-
Niklaas 1.191, tegenover 769 in het
arrondissement Dendermonde. In Sint-Niklaas
wordt op dit moment 4.802
hectare door
bedrijfsterreinen ingenomen, tegenover 947
hectare in Dendermonde. Mijnheer de minister, dit
is slechts een kleine greep uit een heleboel cijfers
waarvan ik er u nog meer kan geven - die
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
gebaseerd zijn op gegevens van de provincie, van
GOMOV, EROV, en dergelijke.
Uit deze cijfergegevens blijkt dat het Waasland op
zijn grondgebied een duidelijk grotere
bedrijvigheid kent dan de twee andere
administratieve arrondissementen in het
rechtsgebied Dendermonde. Deze tendens zal in
de toekomst nog versterkt worden omdat zowel
Sint.-Niklaas als Aalst geselecteerd zijn als
stedelijke gebieden van regionaal belang, elk met
een door het Vlaamse Gewest opgelegde
taakstelling, te weten dat ze in ongeveer 140
hectare bijkomende bedrijfsterreinen moeten
voorzien. Dendermonde daarentegen is een
structuurondersteunend kleinstedelijk gebied, met
een door de provincie opgelegde taakstelling van
ongeveer 70 hectare bijkomende bedrijfsterreinen,
dus de helft van wat Sint.-Niklaas krijgt opgelegd.
Ook het voorontwerp van provinciaal structuurplan
onderkent in de provincie slechts één stedelijk
netwerk, namelijk het E17-netwerk. Precies dit
E17-netwerk valt grotendeels in het
arrondissement Sint.-Niklaas. Binnen dit netwerk
worden de toekomstige ontwikkelingen van
bedrijfsterreinen geconcentreerd. De verdere
uitbouw van de Waaslandhaven zal het aantal
bedrijven zowel maritieme, industriële als
logistieke bedrijven in de regio sterk doen
toenemen. Deze ontwikkeling moet absoluut op
halflange en lange termijn nader bekeken worden.
Het arrondissement Sint-Niklaas is op
bedrijfsgebied, mede door de Waaslandhaven,
duidelijk het sterkste van de drie administratieve
arrondissementen in het rechtsgebied
Dendermonde. In de toekomst zal deze tendens
nog versterkt worden. Vanuit de economische
realiteit zou het logisch zijn dat de rechtbank van
Koophandel zich vestigt in het sterkste gebied. In
de praktijk echter wordt nu een afdeling van deze
rechtbank in dit gebied afgeschaft. Mijnheer de
minister, vergeef me deze uitspraak, maar een
dergelijke beslissing versterkt het beeld dat bij de
mensen leeft, namelijk dat Justitie weinig voeling
heeft met de realiteit. Vandaar ook het grote
ongenoegen bij de sociaal-economische partners
van het Waasland. Zij vragen met aandrang dat
op de beslissing tot afschaffing van de afdeling
van de Rechtbank van Koophandel wordt
teruggekomen en dat er minstens een afdeling
van deze rechtbank in Sint-Niklaas behouden
blijft. Ik sluit mij volledig aan bij de vragen van mijn
streekgenoten.
Mijnheer de minister, kunt u mij meedelen welke
argumentatie er zit achter het opdoeken van de
Rechtbank van Koophandel te Sint-Niklaas?
Waarom hebben economische argumenten bij
deze beslissing blijkbaar niet meegespeeld? Wie
werd voor deze beslissing geraadpleegd?
06.11 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, collega's, ik zal mijn antwoord opdelen
in een algemene benadering en een toelichting,
geval per geval. Ik zal ook de vraag van collega
Fournaux straks beantwoorden.
Ik wil er vooraf op wijzen dat het koninklijk besluit
van 10 augustus 2001 inderdaad voorziet in de
afschaffing van een aantal afdelingen van hoven
en rechtbanken. Die afschaffing is echter slechts
doorgevoerd nadat het advies werd ingewonnen
van de korpsoverste, in dit geval van de
procureur-generaal. Dit gebeurde vanuit
overwegingen van goed management. U weet dat
wij ervoor gekozen hebben om de korpsoversten
een managementfunctie te geven. De aanleiding
om het koninklijk besluit van 21 juli 1970 aan te
passen is te vinden in de wet van 25 maart 1999
betreffende de hervorming van de gerechtelijke
kantons. Deze wet werd deels tijdens de vorige
legislatuur goedgekeurd, maar is zoals u weet ook
voor een deel naar deze legislatuur
doorgeschoven.
Daarom is men op een bepaald ogenblik
begonnen met het inwinnen van adviezen bij de
gerechtelijke overheden. Ik geef u een greep uit
de overwegingen die uit die adviezen op
algemene wijze tot uiting zijn gekomen. Er zijn
grosso modo zes argumenten die door de
korpsoversten worden aangebracht en die ik
straks één voor één zal bespreken. Ik overloop de
argumenten.
Ten eerste, de activiteiten van de afdelingen zijn
veelal minder belangrijk dan die van de hoofdzetel
van de rechtbank. In de meeste gevallen
verschijnen de partijen door advocaten of
volmachtdragers die woonachtig of werkzaam zijn
op de plaats van de hoofdzetel van de rechtbank.
Ik wijs u er trouwens op dat in burgerlijke zaken de
verschijning in persoon niet zo frequent is, en dat
ze in strafzaken zelfs door het arrest Van
Gijzegem van het Europees Hof niet meer
noodzakelijk wordt geacht, tenzij de rechtbank
beslist dat een partij in persoon moet verschijnen.
Ten tweede, de afstanden tussen de afdelingen
en de hoofdzetels is nooit zeer groot en de
verplaatsingen gebeuren steeds met de wagen.
Ten derde, de openingsuren van de griffies in de
afdelingen vereisen de aanwezigheid van
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
personeelsleden die noodgedwongen ontsnappen
aan het toezicht van de hoofdgriffier, daar die zich
in de hoofdzetel bevindt.
Ten vierde, het behoud van de afdelingen is
uitermate tijdrovend voor de magistraten van de
zetel van het openbaar ministerie en voor de
griffier.
Ten vijfde, het behoud van de afdelingen
veroorzaakt tevens onverantwoorde huur- en
onderhoudskosten, zoals uitgaven voor
verwarming en verlichting, kosten die men
gemakkelijk kan voorkomen door het opheffen
van de afdelingen.
Ten zesde, de bediening van de afdelingen eist
van de magistraten en griffiers menigvuldige
verplaatsingen, wat kosten en rompslomp met
zich meebrengt bij het opmaken en behandelen
van de kostenstaat.
Tot hier een overzicht van de algemene
mededelingen die ik heb gekregen in die
adviezen. Ik kan geen enkele beslissing nemen
als er geen gelijkluidend advies van de
korpsoversten is. Voor de aanpassing van het
koninklijk besluit van 21 juli 1970 heb ik de
volgende beleidslijn vooropgesteld, die
onverminderd wordt gehandhaafd: indien de
gerechtelijke overheden de afschaffing van een
afdeling adviseren omdat deze afschaffing toelaat
een efficiëntere organisatie en structuur uit te
bouwen die het modern management van hoven
en rechtbanken bevordert zonder de buitensporige
aantasting van het recht van de rechtsonderhorige
op een voldoende nabije justitie, dan wordt het
advies gevolgd.
In zijn advies van 27 januari 2000 zegt de
procureur-generaal dat alle korpsoversten in wier
arrondissementen één of meerdere afdelingen
bestaan, in feite adviseren tot de afschaffing van
de verschillende afdelingen, met uitzondering voor
de twee bestaande afdelingen van de rechtbank
van koophandel te Brugge. "De geformuleerde
bemerkingen komen mij verantwoord voor", zo
zegt de procureur-generaal van Gent, "zodat ik ze
volkomen kan bijtreden. Wat meer specifiek de
werking van de arbeidsgerechten betrof, werd vrij
snel ondervonden dat een opsplitsing niet steeds
zeer gelukkig was en veel meer nadelen dan
voordelen opleverde voor de rechtsonderhorigen."
Als minister van Justitie is het mijn taak te waken
over de efficiënte organisatie van de Justitie. Daar
moet aan worden toegevoegd dat de burger een
ontegensprekelijk recht heeft op een nabije
justitie, maar dat die niet enkel wordt
weergegeven in termen van bepaalde
geografische afstand, die overigens in Vlaanderen
in vele gevallen verwaarloosbaar is. Belangrijk is
evenwel dat deze justitie haar nabijheid verwerft
door de optimale dienstverlening die zij kan
bieden. Dat brengt mij bij de bespreking afdeling
per afdeling.
Eerst is er de afdeling Oostende van de
arbeidsrechtbank Brugge. Het advies van zowel
de voorzitter van de arbeidsrechtbank als dat van
de arbeidsauditeur zijn voor weinig interpretatie
vatbaar. Ik citeer: "In eerste instantie lijkt het
logisch dat de afdeling van de arbeidsrechtbank
Brugge zal worden opgeheven. In het verleden
werd hiervoor reeds gepleit." Vervolgens geeft
men acht argumenten voor deze afschaffing. Ten
eerste, samenwerking van de twee griffies
betekent een belangrijke rationalisering van mens
en middelen. Ten tweede, heel wat verplaatsingen
vallen weg voor de rechters-griffiers, wat tijd en
kostenbesparend werkt. Ook het administratief
werk rond de kilometervergoedingen zal zo
verminderen. Ten derde, de kamers zouden veel
evenwichtiger kunnen worden samengesteld.
Sommige zittingsrollen in Oostende kunnen niet
volwaardig worden opgevuld. Ten vierde, het
brengt een grotere eenvormigheid in werkwijze en
rechtspraak met zich mee. Ten vijfde, het
arbeidsauditoraat heeft sinds jaren haar
administratieve post in Oostende afgeschaft. Ten
zesde, voor de rechtzoekende zijn er vanuit
Oostende vlotte verbindingen met Brugge. Ten
zevende, op andere plaatsten werden afdelingen
vroeger reeds afgeschaft, zoals Eeklo als afdeling
van de arbeidsrechtbank Gent. Ten achtste, de
administratie van de rechtbank zou sterk
vereenvoudigen voor rechters in sociale zaken en
voor de dienstregeling. Ook het overblijven van
slechts één griffie van de rollen zou de zaken
gemakkelijker maken.
Ten tweede, over de afdelingen te Aalst en Sint-
Niklaas van de rechtbank van Koophandel te
Dendermonde zijn er gelijkaardige unanieme
adviezen. Zo stelt de voorzitter van de rechtbank
van Koophandel ik citeer : "In het algemeen
ben ik van oordeel dat afdelingen van rechtbanken
een nutteloze verspreiding inhouden van materiële
en personele middelen, een hinder vormen voor
de specialisatie van rechters, griffiers en
uitvoerend personeel, de controle bemoeilijken of
de naleving van voor de organisatie uniform
uitgestippelde werkprocedures, ook tijdverlies
medebrengen door verplaatsing en de afdelingen
van de rechtbanken vaak de neiging hebben een
afzonderlijk leven te leiden met een eigen cultuur.
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Ik geloof niet in afdelingen vanuit de overwegingen
van goed management. Een manager moet
tussen zijn mensen staan, oor hebben voor
problemen en moeilijkheden van rechters en
personeel, mensen motiveren; dit alles vereist
aanwezigheid en wordt zeer bemoeilijkt door de
opdelingen in afdelingen met kleine werksites". De
procureur des Konings voegt hier nog aan toe dat
de afschaffing van de afdelingen voor de
parketmagistraten van de financieel-economische
sectie van de parketten een belangrijke
tijdsbesparing uitmaakt.
Ik ben dus voortgegaan op het eensluidend advies
van de voorzitter van de rechtbank van
Koophandel, die nochtans in Aalst woonachtig is,
en van de procureur des Konings te
Dendermonde. Het is juist dat de heer Willockx
mij een brief heeft toegestuurd die ook was
ondertekend door heel wat burgemeesters uit de
regio ten noorden van Sint-Niklaas. Bij mijn
contact met hem heb ik hem geen toezeggingen
gedaan; ik heb hem alleen meegedeeld wat de
positie was van de korpsoversten.
Ten derde, de afschaffing van de afdeling te
Zottegem van de arbeidsrechtbank te
Oudenaarde gebeurt op uitdrukkelijk verzoek van
de gerechtelijke overheden, en dit vanuit
overwegingen van goed management.
Ten vierde, de afdeling te Oostende van de
politierechtbank te Brugge werd eveneens op
uitdrukkelijk verzoek afgeschaft. Ik citeer uit het
advies van de procureur des Konings: "Voor wat
de politierechtbank betreft, is de afdeling
Oostende niet als een volwaardige rechtsinstantie
te beschouwen. A rato van één zitting per week
worden er enkel verkeersovertredingen
behandeld, terwijl alle verkeersongevallen met
gekwetsten en de burgerlijke zaken te Brugge
worden behandeld. De griffie is er nauwelijks
bemand terwijl op parketniveau alles te Brugge is
gecentraliseerd. Parket en rechtbankeconomisch
beschouwd is de afdeling Oostende een
aanfluiting van hedendaags management".
Ten vijfde, inzake de afdeling Roeselare van de
politierechtbank Kortrijk kan ik het volgende
meedelen. Het voorontwerp van koninklijk besluit
voorzag in een nieuw op te richten afdeling, maar
daarover hebben de gerechtelijke overheden
uitdrukkelijk een negatief advies uitgebracht. De
procureur des Konings wijst erop dat zowel zetel
als parket voorstander zijn van een centralisatie te
Kortrijk, om dezelfde organisatorische redenen en
besluit dat het noch nuttig, noch noodzakelijk is
een afdeling op te richten. Bovendien wordt
opgemerkt dat bij heel wat verkeersongevallen
burgers van buiten de omschrijving betrokken zijn.
Dat advies wordt overigens bijgetreden door de
procureur-generaal.
Ten zesde waren er vragen over de afdeling Asse
van de politierechtbank Vilvoorde. De procureur
des Konings en de procureur-generaal hebben
uitdrukkelijk verzocht ze af te schaffen om
dezelfde redenen als dewelke die ik bij herhaling
heb aangehaald. Daar moet ik nog aan toevoegen
dat de afschaffing ervan ook werd aanbevolen
door de commissie voor de gerechtelijke
achterstand Brussel in haar tussentijds rapport
van 7 december 1999 met het oog op goed
management en rationalisatie van de aan te
wenden middelen.
Ten zevende, wat de afdeling te Brugge van het
Arbeidshof te Gent betreft, is er wel een probleem.
In zijn advies van 27 januari 2000 pleit de
procureur-generaal voor de afschaffing van de
afdeling te Brugge, om de reeds eerder
aangehaalde gronden. Na de publicatie van het
koninklijk besluit van 10 augustus 2001, waarin
die afdeling werd afgeschaft, werd duidelijk dat het
punt in het advies, in tegenstelling tot de andere,
een strikt persoonlijke mening is van de
procureur-generaal, wat hij ook laat weten in zijn
brief van 17 september 2001. Met andere
woorden, hier heeft de procureur-generaal de
korpsoverste die de eerste voorzitter van het
Arbeidshof is, niet gecontacteerd. Inmiddels heeft
de eerste voorzitter van het Arbeidshof mij kennis
gegeven van het advies van de procureur-
generaal, omdat hij het uitdrukkelijk niet kan
delen.
Omdat hier de minimale regels van het
consulteren van een afdeling niet werden
gerespecteerd, heb ik een nieuw ontwerp van
koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 10 augustus 2001 gemaakt dat ertoe
strekt het behoud van de afdeling Brugge aan de
Koning voor te stellen. De procedure is met
andere woorden reeds opgestart. Uit de brief van
de procureur-generaal van 17 september blijkt dat
hij geen gelijkluidend advies van de korpsoversten
had gekregen.
Wat zijn de praktische gevolgen? Zoals u kunt
vaststellen, ging aan het koninklijk besluit van 10
augustus een lange overlegperiode vooraf.
Opnieuw na overleg met de lokale gerechtelijke
overheden dat schrijft het gerechtelijk wetboek
voor - werd beslist om een aantal afdelingen pas
af te schaffen op een datum door de Koning te
bepalen en uiterlijk tegen 1 september 2002 of 1
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
januari 2003, afhankelijk van de mate waarin
logistieke en materiële aanpassingswerken
noodzakelijk zijn. Het is immers niet altijd mogelijk
een terugkerende afdeling te huisvesten.
Voor andere afdelingen bleek het mogelijk om de
afschaffing te voorzien vanaf 1 september 2001.
Dat zulks tijdelijk een hogere werklast met zich
meebrengt, is niet abnormaal. De centrale dienst
Gebouwen en Materieel verleent bijstand waar
nodig.
Wat de specifieke situatie van Asse betreft, kan ik
meedelen dat op 9 augustus een brief werd
gericht tot de hoofdgriffier van de politierechtbank
van Vilvoorde met het verzoek om twee offertes
voor verhuis mee te delen. Tot dusver is nog geen
antwoord ontvangen. De hoofdgriffier aldaar werd
daarenboven vorige week door mijn kabinet
telefonisch gecontacteerd met het verzoek alle
problemen die zouden voortvloeien uit de verhuis,
onmiddellijk te signaleren, zodat een passende
oplossing zou kunnen worden gevonden.
Collega De Block, u hebt het probleem
aangekaart met betrekking tot de politiezone
Ternat-Affligem-Roosdaal-Liedekerke. Volgens de
wet van 25 maart 1999 betreffende de hervorming
van de gerechtelijke kantons vallen de gemeenten
Liedekerke en Roosdaal onder het kanton Lennik
dat behoort tot de politierechtbank van Halle,
terwijl de gemeenten Affligem en Ternat onder het
kanton Asse vallen dat behoort tot de
politierechtbank van Vilvoorde. Dat men zich
binnen de voormelde interpolitiezone dient te
wenden tot twee politierechtbanken, is evenwel
geen gevolg van het koninklijk besluit van 10
augustus 2001 maar vloeit voort uit de wet van 25
maart 1999. Dat gemeenten zouden behoren tot
de afdeling van een andere politierechtbank dan
deze waar ze als kanton toebehoren, is uiteraard
uitgesloten krachtens de wet. Bovendien vereist
de wet op de hervorming van de politiediensten
dat de interpolitiezones nooit de grens van een
gerechtelijk arrondissement overschrijden. De
overschrijding van de territoriale bevoegdheid van
een politierechtbank binnen een gerechtelijk
arrondissement wordt daarbij niet als
problematisch aanzien.
In het algemeen kan hieraan worden toegevoegd
dat de sluiting van de afdelingen geen juridische
gevolgen met zich meebrengt voor de hangende
dossiers, aangezien een vordering steeds bij een
rechtbank of desgevallend een hof aanhangig
wordt gemaakt en niet bij een afdeling van een
rechtbank of een hof. Bovendien heeft de
reorganisatie geen gevolgen voor een aantal
personeelsleden. Integendeel, de personeelsleden
die hierdoor vrijkomen of minder belast zullen
worden, zullen door de korpsoverste integraal
kunnen worden ingezet om de dienstverlening van
justitie aan de burger te optimaliseren.
Er was kritiek op de datum van de publicatie. Die
is het gevolg van een laattijdig akkoord van de
minister van Begroting. Ik heb zijn akkoord
gevraagd op 17 mei 2001 en het pas ontvangen
op 27 juli 2001. Hierdoor werd een publicatie vóór
de periode van het gerechtelijk verlof onmogelijk.
Ik hou wel mijn hart vast voor wanneer we ooit
een discussie moeten voeren over hertekeningen
van de grenzen van de gerechtelijke
arrondissementen. Op dat moment zal men op
dezelfde weerstand stuiten als nu.
M. Fournaux m'interroge sur l'entrée en vigueur de
la loi du 25 mars 1999 relative à la réforme des
cantons judiciaires. Celle-ci n'a en effet pas eu
d'implications au niveau de la compétence
territoriale des différentes justices de paix. Sur le
plan de l'effectif du personnel également, on a
assisté, le 1
er
septembre 2001, à une importante
redistribution des cartes dans différents cantons.
D'une manière plus générale, en ce qui concerne
les greffes, l'article 14 de la loi du 25 mars 1999 a
adapté la loi du 20 juillet 1971 déterminant le
cadre du personnel des justices de paix. Le
législateur a donc déjà fixé lui-même le nombre et
la répartition des greffiers. Dans la phase
d'exécution, le service du personnel n'a dès lors
eu d'autre choix que de respecter cette
réglementation. Dans le cadre des
renouvellements de nominations et/ou des
réaffectations réalisées, le législateur avait prévu
la possibilité pour les greffiers et les greffiers
adjoints de faire connaître leurs préférences
(article 24 de la loi du 25 mars 1999). Le groupe
cible concerné y avait déjà été invité par lettre du
16 septembre de la même année. Une copie de
l'organigramme nominatif indiquant toutes les
affectations ou réaffectations des greffiers a été
communiquée à tous les greffiers en chef des
justices de paix une première fois en mai 2000,
puis en mai 2001 dans une version actualisée.
En fonction des remarques reçues au sujet des
documents de travail diffusés, des adaptations ont
pu être apportées là où cela s'avérait nécessaire
avant de formaliser, par voie d'arrêté royal, les
affectations dans les nouveaux cantons.
En ce qui concerne le personnel administratif,
contrairement à ce qui fut fait pour les greffiers,
aucun nouveau cadre n'a encore été fixé. Le
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
personnel a par conséquent été réaffecté sur la
base de lignes de force générales qu'il a fallu
concilier, à savoir:
- premièrement, la continuité du service,
- deuxièmement, la neutralité budgétaire,
- troisièmement, un traitement équilibré et égal
entre les cantons,
- quatrièmement, une attention particulière aux
intérêts individuels.
De même, au niveau du personnel administratif,
tous les greffiers en chef ont reçu un
organigramme nominatif avant la mise en oeuvre
effective des options prises. Toutes les justices de
paix disposaient des informations nécessaires et
étaient en mesure de communiquer leurs
observations.
En conclusion, il convient de mentionner que l'on
peut difficilement reprocher à mon département
un manque de préparation. Les préparatifs ont été
entamés largement à temps et effectués avec la
plus grande transparence à l'égard du personnel.
L'exécution des décisions et leur notification se
sont toutefois concentrées sur les mois de juin,
juillet et août. Parallèlement aux réaffectations
prévues dans le cadre des nouveaux cantons, il a
fallu tenir compte des mouvements continus du
personnel au sein des justices de paix. En outre, il
a fallu accorder le temps nécessaire pour
examiner les remarques des justices de paix. En
effet, chaque canton a évidemment ses propres
spécificités.
En tous les cas, en ce qui concerne l'effectif du
personnel dans la nouvelle structure des justices
de paix, il y a toujours lieu d'insister sur le fait que
la date du 1
er
janvier 2001 constitue un point de
départ et non un point d'arrivée. Le lancement des
nouvelles justices de paix nécessitera un suivi
continu des besoins sur base de critères
statistiques objectifs. De même, l'impact des
modifications concernant les heures d'ouverture
des greffes et les jours d'audience doit encore se
faire sentir.
Pour le cas particulier de Dinant, puisque c'est
son bourgmestre qui s'exprime, je suppose qu'il
s'inspire des modifications survenues dans
l'ancien canton de Dinant. Conformément à la loi
du 25 mars 1999, l'ancien canton de Dinant a été
fusionné avec le canton Beauraing et Gedinne. En
comparant, on constate que les effectifs sur place
sont les suivants: cinq à Dinant, dont trois greffiers
et trois à Beauraing-Gedinne, dont deux greffiers.
En ce qui concerne l'ancienne composition des
cantons, il convient déjà de constater que l'effectif
présent était supérieur à la norme établie. La
présence de ce personnel se justifiait dès lors plus
par une disponibilité à l'égard des justiciables que
par la charge de travail constatée. Au 1
er
septembre, la situation relative au nouveau canton
est la suivante:
- Beauraing-Dinant-Gedinne, pour une population
de 50.243 personnes, l'effectif sur place est de 6,5
personnes. Un canton de taille moyenne (environ
50.000 habitants), a droit à cinq membres du
personnel. L'effectif du personnel du nouveau
canton est donc supérieur.
La loi du 25 mars 1999 prévoit trois greffiers pour
le nouveau canton. Il en compte quatre, à savoir
un de plus que le nombre prévu par la loi.
Au mois d'août, on a envisagé de réaffecter
l'employé supplémentaire auprès d'un autre
tribunal. Après avoir entendu les remarques
émises par le juge de paix, on y a renoncé.
L'emploi de cette dame a donc été maintenu à
Beauraing-Dinant-Gedinne.
La présente question orale peut éventuellement
s'inscrire dans le cadre de la discussion relative à
ce dossier individuel.
Voilà, madame la présidente, les données qui
m'ont été communiquées. Je voudrais ajouter une
remarque: si on accepte que le chef de corps soit
un manager, il est normal de demander son avis.
J'ai donc demandé l'avis de ce président du corps
judiciaire et l'ai suivi parce qu'il faut l'unanimité
pour prendre la décision. J'ai donc fait part de la
décision prise et des éléments et avis sur lesquels
je me suis basé.
06.12 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
minister, de rechtbank van koophandel van Sint-
Niklaas en Dendermonde hebben beide een eigen
specificiteit en waarde. Ik ga dus niet beginnen
over wie mij het meest na aan het hart ligt. Uit uw
antwoord begrijp ik dat de sluiting onomkeerbaar
is. Dat is wel wat anders dan wat in de streek nog
werd gedacht en wat nog op de gemeenteraad
van Sint-Niklaas aan bod kwam. Tenzij u mij
tegenspreekt, kan ik niet anders dan stellen dat de
sluiting onomkeerbaar is en dat vanaf 2003 de
rechtbank van koophandel te Sint-Niklaas zal
ophouden te bestaan. Ik houd van duidelijkheid en
dit meen ik uit uw antwoord begrepen te hebben.
06.13 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de minister, ik
was op voorhand al verwonderd het arbeidshof
tussen al die afdelingen aan te treffen. Het leek
mij onwaarschijnlijk en dat wordt bevestigd. Ik zou
niet weten welke managementtechniek ertoe zou
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
kunnen leiden dat een hele provincie zonder
rechtsbedeling zou blijven. In die zin is het een
opluchting dat het hier om een kwakkel ging. In de
marge wil ik nog even herhalen dat vanuit Brugge
wordt gevraagd om een hof van beroep te
hebben, zodat wij daar over een volwaardige
rechtsbedeling zouden beschikken, met inbegrip
van arbeidsrechtbank en rechtbank van eerste
aanleg. Dat maakt echter niet het onderwerp uit
van deze vraag.
06.14 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de minister, uiteraard dank ik u voor het goede
nieuws dat u de West-Vlamingen brengt, namelijk
dat het arbeidshof te Brugge behouden blijft. Het
ging dus om een kwakkel wat dit koninklijk besluit
betrof. Wij hebben er akte van genomen dat de
adviezen van uw korpsoversten vrij positief waren.
Wij kunnen als parlementsleden weinig anders
doen dan daarvan akte nemen. Anderzijds moet ik
u als politieke verantwoordelijke wel zeggen dat
wij er niet zo gelukkig mee zijn dat goedwerkende
rechtbanken als de arbeidsrechtbank en de
politierechtbank van Oostende worden afgeschaft.
Blijkbaar hebben de korpsoversten daarover een
andere mening dan de politici te velde. Uiteraard
kunnen wij daarover niet positief doen. De
belangrijkste mededeling is dat de laattijdige
publicatie van het koninklijk besluit te maken had
met het laattijdige advies van minister Vande
Lanotte. Wat ik al voorzichtig deed aanvoelen in
de vraagstelling blijkt te kloppen, namelijk dat
politieke redenen als het moeten overbrengen van
minder positief nieuws aan de eigen stad
Oostende, toch zeker voor een deel hebben
meegespeeld. Dat is een bijna pikant detail dat ik
aan uw antwoord overhoud.
06.15 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de
minister, mijn informatie was juist inzake het
arbeidshof Gent afdeling Brugge: de zetel zelf was
het daar absoluut niet mee eens. Ik ben blij dat u
onmiddellijk hebt beslist die maatregel in te
trekken en het genoemd arbeidshof te behouden.
U zegt dat de motieven redenen van management
en efficiëntie betreffen. Voor u is het,
gesimplificeerd, een van beide: ofwel geven we de
korpsoversten een reële managementfunctie en
volgen wij hen, ofwel stellen wij dat in vraag. Ik
kan daar inkomen. Daar bestaan argumenten
voor. Ik kan mij ook voorstellen dat argumenten
als kostenbesparing, beter toezicht, minder
verplaatsingen voor magistratuur en griffie en een
beter management van de rechtbank zelf leiden in
de richting van dit advies.
Ik vraag me wel af of het probleem op die manier
beleidsmatig juist wordt gesteld. De bepaling van
de rechtsomschrijvingen komt toe aan de politiek,
evenals de omschrijvingen van de diverse
rechtbanken en de plaats waar de rechtsbedeling
moet plaatsvinden. Daarbinnen heeft de
korpsoverste de taak voor goed management te
zorgen. Een groot deel van het Parlement vindt
dat een zekere decentralisatie van de
dienstverlening moet plaatsvinden. Redenen
daarvoor hebben we ook gevonden bij de
hervorming van de gerechtelijke kantons. In
Wallonië luidde een van de hoofdargumenten dat
de kantons te uitgestrekt waren en bepaalde
kantons dus in twee zetels moesten worden
opgedeeld. Dat is een politieke beslissing van het
beleid dat boven het management staat.
Naast de manager van de rechtbank zijn er nog
een aantal andere actoren ter zake. Ik wees
bijvoorbeeld op de rol van de advocatuur in
bepaalde omstandigheden. Daaraan zou ik niet te
vlug voorbijgaan. Er dreigt een zekere
monopolisering van een aantal zaken.
Ten tweede geldt ook het belang van de
rechtzoekende. Volgens mij heeft dat in de
afweging al te weinig meegespeeld. Daarom blijf
ik toch mijn voorbehoud uiten, ook al neem ik aan
dat u unanieme adviezen gekregen hebt. Die
adviezen komen slechts uit één bepaalde hoek.
Het gaat namelijk om het standpunt van managers
die verantwoordelijk zijn voor de goede werking
van een rechtbank. Dat is wat anders dan onze
beleidsmatige benadering van de zaak.
06.16 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
voorzitter, ik wil mij volledig aansluiten bij de heer
Bourgeois. Ik vind het heel logisch dat de minister
ter zake advies vraagt aan zijn procureur-
generaal. De argumentatie van die procureur-
generaal lijkt mij echter veel minder aannemelijk,
nogal simplistisch en inderdaad wereldvreemd te
zijn. Uiteraard bespaart men voor de magistraten
op kosten van vervoer, huur, onderhoud en tijd als
men alle nevenafdelingen opdoekt. Hoe moeten
de burgers, die van het rechtssysteem gebruik
maken, daar echter tegenover staan? Ik vind het
raar dat op geen enkele manier werd overlegd
met de belangrijkste gebruikers van de rechtbank.
Ik vind het ongehoord dat alleen op basis van de
magistratuur is beslist tot de hertekening,
schrapping en overbrenging van bepaalde
rechtbanken.
06.17 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, ik wil even reageren. Ik kan wel oor
hebben voor een aantal van de aangebrachte
argumenten, maar sta mij toe het volgende aan te
stippen.
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Van enkele korpsoversten hoorde ik bijvoorbeeld
dat bepaalde afdelingen niet belangrijk genoeg
waren. Omwille van het aantal zaken dat er
behandeld wordt, is er geen evenwicht tussen de
te leveren inspanningen om die afdeling draaiend
te houden en het aantal uitgesproken zaken.
We moeten ervoor waken de zaak om te keren. In
het Gerechtelijk Wetboek staat uitdrukkelijk dat de
minister van Justitie alleen kan handelen op
eensluidend advies van de korpsoverste. Als een
korpsoverste bijvoorbeeld zegt dat tot schrapping
of weglating van een afdeling niet mag worden
overgegaan, dan moet de minister van Justitie dat
opvolgen. De minister van Justitie kan daarin niet
kiezen. Zo eenvoudig ligt dat. Dat is het concept
van het Gerechtelijk Wetboek.
Ik neem aan dat over dat concept kan worden
getwist. We zouden bijvoorbeeld kunnen vinden
dat meer personen geraadpleegd moeten worden.
Dan zullen wij de wet in die omstandigheden
moeten aanpassen. Ik heb gehandeld zoals het
Gerechtelijk Wetboek nu luidt.
Ik kom nu tot de pertinente vraag van mevrouw
D'Hondt of deze beslissing onomkeerbaar is. Die
beslissing is onomkeerbaar tenzij wordt
aangetoond dat hetgeen waarop men zich had
gebaseerd, niet correct is. Dat heb ik toegepast bij
het Arbeidshof, omdat daar gebleken is dat de
procureur-generaal het advies van de eerste
voorzitter van het Arbeidshof niet had
ingewonnen. De procureur-generaal heeft dat ook
toegegeven.
De manier waarop moet worden gehandeld, is in
mijn ogen vrij eenvoudig. Ik veronderstel dat elke
korpsoverste de regels van de democratie zal
respecteren en zijn algemene vergadering van
magistraten zal samenroepen om een bepaalde
beslissing ter overweging voor te leggen. Hij wint
het advies van zijn magistraten in en maakt dat
daarna over aan de minister van Justitie. Zo werkt
dat of zou dat moeten werken. Als wordt
aangetoond dat die werkwijze niet werd gevolgd,
zoals in het geval van het Arbeidshof van Gent,
afdeling Brugge, is die beslissing omkeerbaar. In
de andere gevallen houd ik mij natuurlijk aan de
adviezen die ik heb gekregen. Die adviezen zijn
overigens bindend. Ik druk daar nog eens op. De
adviezen moeten eensluidend zijn. Als ze niet
eensluidend zijn, kunnen ze geen gevolg hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Chers collègues, je vous informe
que M. le ministre nous quittera vers 17 heures.
06.18 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, men meldt mij dat ik zeker tot 17.30 uur
aanwezig kan blijven in deze commissie. Ik zou
die tijd willen benutten om de vragen die kunnen
worden gesteld te beantwoorden.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opschorting van onbepaalde
duur van de negende kamer van het Hof van
Beroep te Gent, de tweede weigering van een
door de Hoge Raad voor Justitie voorgedragen
kandidaat voor het ambt van raadsheer bij het
Hof van Beroep te Gent en de evaluatie van de
benoemings- en aanwijzingsprocedure"
(nr. 5304)
- de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Justitie over "de sine die
opschorting van de negende kamer van het Hof
van Beroep te Gent" (nr. 5307)
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Justitie over "de tijdelijke sluiting van de
negende kamer van het Gentse Hof van
Beroep" (nr. 5310)
07 Questions jointes de
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice
sur "la suspension pour une durée
indéterminée de la neuvième chambre de la
Cour d'appel de Gand, le second refus d'un
candidat présenté par le Conseil supérieur de la
Justice à la fonction de conseiller à la Cour
d'appel de Gand et l'évaluation de la procédure
de nomination et de désignation" (n° 5304)
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la
Justice sur "la suspension sine die de la
neuvième chambre de la Cour d'appel de Gand"
(n° 5307)
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice
sur "la fermeture temporaire de la neuvième
chambre de la Cour d'appel de Gand" (n° 5310)
07.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, interpelleren heeft
soms zin. Vorige vragen leidden ertoe dat
minstens duidelijkheid werd verschaft omtrent het
feit dat de procureur-generaal vrijwel alleen stond
in zijn advies over de sluiting van de afdeling
Brugge van het Arbeidshof te Gent. Welnu, de
negende kamer van het Gentse Hof van beroep is
ook alweer operationeel en wellicht was de kleine
publieke commotie die ik veroorzaakte in dat
verband hieraan niet vreemd, althans dat hoop ik.
Niettemin, mijnheer de minister, lijkt het mij zinnig
hierover nog de volgende vragen te stellen.
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Voor heel wat personen betekende het als het
ware een koude douche toen zij de brief van 22
augustus ontvingen anderen ontvingen een brief
met een andere datum waarbij werd
medegedeeld dat bij bevelschrift van 9 augustus,
de eerste voorzitter had besloten om de negende
burgerlijke kamer van het Hof van beroep te Gent
tijdelijk te sluiten. Alle zaken werden sine die
opgeschort, maar het "goede" nieuws was dat er
in februari een evaluatie zou worden gemaakt en
dat de zaken hoe dan ook met behoud van hun
rangorde zouden worden behandeld.
Dergelijke berichten zijn niet positief voor het
vertrouwen in de justitie.
De griffier maakt in het begin van de brief melding
van het feit dat een en ander gebeurt wegens de
steeds toenemende vacante betrekkingen die
gedurende te lange tijd niet worden ingevuld,
waardoor het Hof van beroep van Gent steeds
meer te kampen heeft met een gebrek aan
magistraten.
Mijnheer de minister, naar verluidt zou u reeds
voor de tweede keer hebben geweigerd dezelfde
kandidaat die door de Hoge Raad voor de Justitie
was voorgedragen voor een vakante betrekking bij
het Hof van beroep, bij de Koning voor benoeming
voor te dragen.
Tevens maak ik van deze interpellatie gebruik om
nogmaals uw aandacht te vestigen op de
doorlooptijd van de benoemings- en
aanwijzingsprocedures.
Mijn eerste vraag betreft evenwel de specifieke
situatie te Gent en in dat verband vernam ik graag
het aantal vacatures van raadsheren, het totaal
aantal plaatsvervangende raadsheren en het
aantal vacante plaatsen van plaatsvervangend
raadsheer. Voor zover u daarover enig zicht heeft,
had ik ook graag de oorzaak gekend van de
volledige opschorting van een Kamer waar de
beroepen in bouwdossiers door drie raadsheren
worden behandeld en waarvan de agenda erg
druk is.
Is het juist dat u reeds voor de tweede keer
weigerde dezelfde kandidaat die door de Hoge
Raad voor de Justitie werd voorgedragen voor het
ambt van raadsheer, te benoemen? Op de
concrete motivering wens ik niet in te gaan omdat
ik aanneem dat terzake een procedure aan de
gang is. Op vorige vragen over dat onderwerp
deed u al enkele verklaringen met betrekking tot
de procedure en uitte u uw bezorgdheid omtrent
het gebrek aan eensluidendheid in de adviezen
terzake. Welnu, thans kreeg ik graag wat meer
toelichting. Gaat het om een
opportuniteitsoordeel? Is er volgens u een
vergissing in de rangschikking? Verlopen de
zaken wat moeilijker omdat de adviezen niet
toelaten om tot uniformiteit te komen?
Destijds antwoordde u eveneens dat u reeds vier
voordrachten door de Hoge Raad voor de Justitie
had geweigerd. Was een daarvan bestemd voor
het ambt dat thans vacant is?
Voorts had ik nog graag geweten hoeveel
voordrachten u inmiddels voor de eerste en voor
de tweede maal weigerde sedert de nieuwe
procedure in werking is getreden.
Mijn volgende vraag heeft betrekking op het aantal
voordrachten dat u nog moet behandelen. De
doorlooptijd van de hele procedure interesseert
mij toch enigszins en ik had graag vernomen hoe
lang de gemiddelde behandelingsduur van zo'n
dossier is vanaf de voordracht door de Hoge Raad
voor de Justitie tot en met uw beslissing
aangaande de benoeming.
Ten slotte, u hebt aangekondigd dat er een
ontwerp in de pijplijn zit tot wijziging van de wet op
de Hoge Raad voor de Justitie. Ik neem aan dat
die wijziging betrekking heeft op de benoeming-
en aanwijzingsprocedure. De uniformiteit en
gelijkwaardigheid van de adviezen is daarbij een
van de knelpunten. U hebt daarover een
rondzendbrief verspreid. Zou het niet beter zijn om
de wet wat aan te scherpen?
De laatste kwestie heb ik zelf onvoldoende
uitgediept, maar wij hebben ze destijds wel
besproken. Iedereen was zich ervan bewust dat
een lange tijd nodig zou zijn om de benoemingen
en aanwijzingen te kunnen realiseren. U hebt ook
gezegd dat er een mogelijkheid moet zijn om te
antwoorden op adviezen. Er moet
tegensprekelijkheid zijn. Dat is allemaal juist, maar
zijn er geen andere mogelijkheden ik denk aan
een reservepool zoals bij de gerechtelijke stagairs
om veel vlugger tot benoemingen en
aanwervingen over te gaan? Wilt u geen poging
ondernemen om die proceduretijd in te korten?
07.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
collega Bourgeois heeft zojuist de situatie
geschetst. Ik kan er alleen maar aan toevoegen
dat men in de Arteveldestad nogal verbaasd was
en dat is nog een eufemisme. Eind augustus
vernam men dat de negende burgerlijke kamer
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
van het hof van beroep werd gesloten, bijna sine
die ten gevolge van een gebrek aan personeel. De
mensen met een lopend dossier mochten
vernemen dat op 15 februari de zaak zou worden
herbekeken. Misschien zou men dan weten in
welke richting men kon voortgaan. U kunt er
vanuit gaan dat niet zo veel mensen hierdoor zijn
getroffen, maar het geeft alleszins te denken als
zelfs de rechtbanken moeten sluiten bij gebrek
aan personeel.
Ik weet dat de zaak ondertussen is hersteld. Ik
heb hierover de volgende vragen.
Ten eerste, zijn de maatregelen die u naar ik
aanneem bij urgentie hebt genomen,
noodmaatregelen of kunt u ons meedelen dat de
situatie nu echt is genormaliseerd?
Ten tweede, een gebrek aan personeel dat zich in
die mate laat voelen, vraagt om dringende
noodmaatregelen. Hebt u ondertussen voldoende
magistraten gevonden en benoemd om het werk
voort te zetten?
Ten derde, moeten wij nog zulke situaties
verwachten of is de zaak in die mate
genormaliseerd dat de rechtzoekende in Gent niet
moet vrezen dat hij binnenkort opnieuw een brief
krijgt waarin de rechtbank hem meedeelt dat zij de
winkel heeft gesloten, niet omwille van een
onvoldoende vraag, maar doodgewoon omdat er
geen personeel meer is om de klanten te
bedienen?
07.03 Tony Van Parys (CVP): Mijnheer de
minister, u moet het maar meemaken: men wacht
maanden of jaren op de fixatie van zijn zaak voor
het hof van Beroep, in dit geval te Gent, en een
maand vóór de zaak dan eindelijk zal kunnen
worden gepleit, krijgt men de mededeling dat de
rechterlijke overheid het betreurt dat de zaak
jammer genoeg niet kan doorgaan, dat de kamer
gesloten is en dat hij zelfs niet kan meedelen
wanneer de zaak wel zal voorkomen, maar het
jaar nadien in februari 2002 zal nagaan of het
probleem op dat ogenblik kan worden opgelost.
Dat moet een vreselijke mededeling zijn voor
iemand die met een dossier bezig is en in de
Justitie nog enigszins vertrouwen had. Op die
manier gaat het vertrouwen in de Justitie
volkomen verloren. Ook de vorige sprekers
hebben dat euvel aangehaald. Inmiddels heeft
men, misschien enigszins onder de druk van de
publieke bekendheid van het probleem en zelfs
van de gestelde vragen, voor deze dossiers een
nieuwe datum gefixeerd.
Ik sluit mij dan ook aan bij de vragen die werden
gesteld. Meer specifiek vernam ik graag hoeveel
vacante plaatsen er op het ogenblik zijn voor het
hof van Beroep te Gent? Sedert wanneer zijn ze
vacant en wanneer zullen de vacante plaatsen
worden ingenomen?
Ik ben van oordeel dat het terzake niet gaat om
een probleem van te weinig kandidaten. Het gaat
immers om bevorderingen van magistraten van
eerste aanleg die zich kandidaat stellen voor het
hof van Beroep. Er is wel een probleem van de
lange wachttijd ingevolge de verandering van de
procedure en de rol erin van de Hoge Raad voor
de Justitie. Nogmaals, mijn vragen luiden: hoeveel
vacante plaatsen zijn er sinds wanneer en
wanneer zullen ze ingevuld worden, zodat we
kunnen nagaan of er op het ogenblik effectief een
structureel probleem bestaat.
07.04 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, aan de heren Bourgeois, Van den
Eynde en Van Parys kan ik meedelen dat het
bevelschrift van 9 augustus 2001 van de inmiddels
op rust gestelde eerste voorzitter van het hof van
Beroep te Gent, om de negende kamer van het
Hof tijdelijk op te schorten, heel wat deining heeft
veroorzaakt. Dat blijkt niet alleen uit de vragen die
zij mij hebben bezorgd, maar ook uit de enorme
briefwisseling die ik op het ministerie van Justitie
heb ontvangen en de storm van protest en
verontwaardiging die is losgebarsten.
Vooreerst moet duidelijk worden gesteld dat de
magistraten van de zetel totaal onafhankelijk zijn
tegenover de minister van Justitie, die geen enkel
gezag kan uitoefenen op de wijze waarop een hof
van beroep wordt gerund. Ik begrijp dus de reeks
van vragen van de vraagstellers.
Ten eerste, wat is het aantal vacatures in het hof
van Beroep te Gent, een basisvraag die moet
worden behandeld? We moeten een onderscheid
maken tussen vacatures die effectief niet ingevuld
zijn en de vacatures die gepubliceerd zijn, maar
waar op elke plaats nog steeds een magistraat in
functie is. Tot op heden is niet voorzien in de
vervanging van de heer Impens die op 1
december 2000 is vertrokken wegens de dubbele
weigering van de door de Hoge Raad voor Justitie
voorgedragen kandidaat. Ik zal daar straks op
terugkomen.
De heer Delbeke is vertrokken op 4 juli 2001en
het starten van de procedure heeft vertraging
opgelopen wegens het door de Raad laattijdig
ingediende ontslag. Het einde van de procedure
kan worden voorzien voor de maand januari 2002.
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
Op dinsdag 18 september jongstleden heeft de
heer Paul De Graeve de eed afgelegd als eerste
voorzitter. Op voormelde datum is er bijgevolg een
nieuwe vacature ontstaan, die eerstdaags wordt
gepubliceerd.
Verder zijn er nog drie plaatsen vacant
gepubliceerd voor dewelke de ontslagnemende
magistraat nog steeds in functie is; de benoeming
van de drie kandidaten moet normaal tegen de
datum van het vertrek van in casu de heer
Decorte op 1 maart 2002, van de heer Lefèvre op
8 april 2002 en van de heer Galet op 2 juni 2002,
afgerond zijn.
Op het wettelijk kader van 50 magistraten, zijn er
bijgevolg en dit sedert de eedaflegging van de
eerste voorzitter, de heer Graeve drie plaatsen
effectief onbezet. Daarbij komt dat aan de heer
Willy Meyer, die de leeftijdsgrens heeft bereikt,
verlenging is toegestaan op grond van artikel 83, §
2 van het Gerechtelijk Wetboek om zitting te
hebben als plaatsvervangend raadsheer.
Overeenkomstig het wettelijk kader is het aantal
plaatsvervangende raadsheren vastgelegd op 28.
Daarvan zijn er momenteel 12 in functie. De
overige plaatsen konden tot op heden niet worden
ingevuld bij gebrek aan kandidaten. In oktober
zullen we deze vacatures overigens opnieuw
bekendmaken.
Afgelopen gerechtelijk jaar had het hof inderdaad
af te rekenen met enkele langdurige afwezigheden
wegens ziekte. Niettemin is de maatregel tot
opschorting, die werd genomen precies op het
moment waarop er geen afwezigheden meer
waren, volstrekt onbegrijpelijk. Cijfermatig is er
geen reden voor deze maatregel. Het hof van
beroep bestaat uit 13 collegiale kamers, waarvoor
39 magistraten nodig zijn, 12 kamers met
alleenzetelende magistraten, en de eerste
voorzitter. In totaal zijn er dus 52 magistraten
nodig om alle kamers te bevolken. Daar staan 47
effectieven tegenover en 12 beschikbare
plaatsvervangers. Er is dus geen probleem. De
eerste voorzitter maakt niet duidelijk waarom de
maatregel nodig is, maar hij heeft reeds op 24
september de dienstregeling van zijn voorganger
gewijzigd, en beslist om vanaf 1 oktober de
negende kamer opnieuw te installeren. Dat wijst
erop dat de eerste voorzitter zijn taak als
beheerder meer ter harte neemt sinds hij in mijn
aanwezigheid de eed heeft afgelegd ten aanzien
van de Koning.
Van 2 augustus 2000 tot 18 september 2001
werden in totaal 22 voordrachten van de Hoge
Raad geweigerd, vaak omdat de voorgedragen
kandidaat niet voldeed aan de benoemings- of
taalvoorwaarden. Elf kandidaten waren al op een
andere plaats benoemd. Eén plaats werd
geannuleerd wegens een arrest van de Raad van
State. Eén kandidaat werd geweigerd wegens te
nauwe familiebanden met magistraten in hetzelfde
rechtsgebied, wat de werking van de rechtbank
dreigde te ontregelen. Een andere kandidaat werd
geweigerd wegens een recente benoeming in een
ander ambt. Slechts drie voordrachten werden
geweigerd omdat niet de meest geschikte
kandidaat werd voorgedragen, waarvan twee
gevallen een dubbele weigering opliepen en één
voordracht werd herzien na een eerste weigering.
Het is maar al te duidelijk dat op uw vierde vraag
geen sluitend antwoord kan worden gegeven,
gezien er doorlopend voordrachten worden
overgemaakt door de Hoge Raad. Alle
voordrachten worden bij prioriteit behandeld, en
de gemiddelde behandelingstijd ligt tussen 30 en
45 dagen. Slechts één keer werd de termijn van
60 dagen overschreden. In dat geval werd het
dossier echter te laat behandeld door het kabinet
van de minister van Tewerkstelling. Het betrof een
magistraat bij de arbeidsrechtbank. Door de
verlenging van de termijn wegens een
ingebrekestelling door de betrokken kandidaat kon
de benoeming uiteindelijk toch doorgaan.
De wet van 25 december 1998 bezit een aantal
knelpunten, wat naar mijn mening bijna
onvermijdelijk is voor een wet met zoveel impact.
Er is een ontwerp klaar voor een herstelwet die de
dringendste problemen zal oplossen en voor meer
uniformiteit en gelijkwaardigheid van de adviezen
zal zorgen. Dat was immers het belangrijkste
probleem. Momenteel wordt nog gezocht naar een
oplossing voor het plotse wegvallen van
magistraten door promotie, ziekte of overlijden.
We zoeken naar een techniek om zo'n situatie het
hoofd te bieden. Reserve is een vreselijk woord,
maar we moeten de mogelijkheid hebben om het
aantal magistraten in dergelijke gevallen
onmiddellijk aan te vullen.
Mijnheer Van Parys, een door de Hoge Raad voor
Justitie voorgedragen kandidaat voor het ambt
van raadsheer bij het hof van beroep werd
inderdaad tweemaal geweigerd. Wie werk wil
maken van de responsabilisering van de
magistratuur, moet ook aandacht hebben voor de
adviezen van het korps. Blijkbaar had de Hoge
Raad niet de meest geschikte kandidaat
voorgedragen. De wetgever heeft overigens
uitdrukkelijk de minister van Justitie deze
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
mogelijkheid gegeven. In dat geval is er tweemaal
gebruik van gemaakt. Vanzelfsprekend is in
dergelijke gevallen een precieze motivering
vereist, en die is inderdaad gegeven.
Mijnheer Van den Eynde, u gaat ervan uit dat men
die kamer heeft moeten sluiten bij gebrek aan
magistraten. Ik heb echter met cijfers aangetoond
dat die veronderstelling onjuist is. In drie gevallen
bleek dat een mij gestelde vraag een probleem
betrof dat werd veroorzaakt door een onnodige
maatregel van een gewezen eerste voorzitter, en
dat dit probleem ondertussen is opgelost.
07.05 Geert Bourgeois (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, aangezien ik het concrete dossier niet
ken, ga ik niet in op de dubbele weigering en het
criterium van de geschiktheid. Ik heb steeds
verdedigd dat de minister de politieke
verantwoordelijkheid draagt. Wij zullen zien hoe
de Raad van State op de weigering van de
minister reageert. De minister heeft in totaal
driemaal geweigerd op een waarschijnlijk
aanzienlijk aantal voordrachten.
07.06 Minister Marc Verwilghen: Het moeten er
meer dan tweehonderd zijn.
07.07 Geert Bourgeois (VU&ID): De minister
draagt de politieke verantwoordelijkheid, maar
natuurlijk kan de Raad van State nog optreden. Ik
ga ervan uit dat ook in deze zaak beroep werd
aangetekend.
Het verheugt mij ook dat de minister naast aan de
reeds aangekondigde reparatiemaatregelen ook
aan maatregelen denkt voor het aanleggen van
een reserve. Dit zou een positieve invloed kunnen
hebben op de aanwijzings- en
benoemingsprocedures.
Ik meen dat de nieuwe eerste voorzitter
onmiddellijk een daad van goed management
heeft gesteld. Rekening houdend met de cijfers
die de minister heeft meegedeeld lijkt het zeer
eigenaardig dat er plotseling een kamer bleek te
zijn die niet meer werkte, te meer daar men
beschikt over plaatsvervangende raadsleden en
tijdelijke kaders kunnen worden aangesteld. Uit
het antwoord van de minister blijkt dat ook de
rechtzoekenden hiertegen fel hebben
geprotesteerd. Wij mogen dan ook blij zijn dat dit
probleem slechts één maand heeft aangesleept,
weze het dat het een maand te veel was.
07.08 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijn vraag had betrekking
op de brief die aan de rechtzoekenden was
gericht. Het verheugt mij dat het verhaal blijkbaar
niet klopt. Wij moeten erover waken dat wij in de
toekomst over voldoende magistraten beschikken.
Ook al klopt het verhaal niet, toch zijn de
wachtlijsten van rechtsonderhorigen die wachten
op een beslissing van het hof van beroep nog
altijd zeer lang.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vraag nummer 5237 van de heer Jo
Vandeurzen vervalt.
08 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de subversieve
organisaties werkzaam op de luchthaven van
Zaventem" (nr. 5251)
08 Question de M. Gerolf Annemans au ministre
de la Justice sur "des organisations
subversives actives à l'aéroport de Zaventem"
(n° 5251)
08.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, ik heb mijn mondelinge
vraag reeds schriftelijk toegelicht, dus ik kan
bondig zijn. Op 2 september deed zich op de
luchthaven van Zaventem een opmerkelijk
incident voor waarbij de bagage van de,
voornamelijk Joodse, passagiers van een El-Al-
vlucht met anti-semitische leuzen werd beklad. Dit
incident verdween vlug uit de aandacht, tot op 11
september bleek dat er een verband bestaat
tussen luchthavens en islamitische acties. Ik
beweer niet dat de verantwoordelijkheid voor het
incident te Zaventem bij islamieten moet worden
gelegd, maar uit een onderzoek dat ik heb
gevoerd is gebleken dat op Zaventem een
probleem bestaat met werklozen uit de streek van
Charleroi die daar op aandringen van de Parti
Socialiste worden tewerkgesteld. Sommigen
onder hen beschikken over een uitgebreid
strafregister. De Veiligheid van de Staat en de
verantwoordelijke veiligheidsdiensten te Zaventem
mogen echter alleen rekening houden met
precedenten van incidenten op luchthavens.
Vroegere strafrechtelijke veroordelingen keek
men evenwel door de vingers. In het kader van de
tewerkstellingspolitiek van de Parti Socialiste is de
samenstelling van het bagagepersoneel
geëvolueerd naar een "gevaarlijk publiek van
islamitische oorsprong". Ik druk mij hier
voorzichtig maar voldoende duidelijk uit.
In dit kader heeft het incident van 2 september
en ook de aanslagen van 11 september bij mij
een belletje doen rinkelen in verband met de
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
veiligheid op wat men in het paarse jargon "onze
nationale luchthaven" noemt.
Mijnheer de minister, hebt u inzake het incident
van 2 september reeds mogelijke daders kunnen
identificeren, hetzij individuen of groepen? Hebben
zij als individu geageerd of opereren zij in groep?
Hebt u voldoende aandacht besteed aan dit
incident? Wordt het personeel voldoende
gescreend en, zo ja, bent u in de toekomst van
plan dit verder te doen?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, collega Annemans, uit inlichtingen
vanwege de dienst Operaties van het
Detachement Veiligheid van de nationale
luchthaven blijkt dat de bagage van een aantal
passagiers inderdaad is beklad met hakenkruisen
en antisemitische leuzen. Daarop werd klacht
ingediend en proces-verbaal opgesteld, hier in
Brussel bekend, daterend van 2 september 2001.
Het onderzoek is evenwel nog lopende.
Inzake uw tweede vraag met betrekking tot de
veiligheidsmaatregelen op de luchthaven kan ik
het volgende antwoorden. Iedere werknemer op
de luchthaven dient in het bezit te zijn van een
luchthavenidentificatiebadge die wordt afgeleverd
door BIAC, dit na screening en advies door de
federale luchthavenpolitie te Zaventem. Tot op
heden werd deze gang van zaken gevolgd. De
vraag is, na de genoemde incidenten, of deze
methode voldoende sluitend is. Mocht blijken dat
meer inspanningen nodig zijn, dan zullen wij die
ook leveren.
08.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik zal mij tot uw collega van
Binnenlandse Zaken wenden om te vragen op
welke basis de federale politie die badges aflevert.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Justitie over "de
verbouwingswerken aan de gevangenis te
Ieper" (nr. 5252)
09 Question de M. Yves Leterme au ministre de
la Justice sur "les travaux de rénovation à la
prison d'Ypres" (n° 5252)
09.01 Yves Leterme (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, enkele maanden
geleden werd de Ieperse regio opgeschrikt door
het zoveelste bericht over de afbouw van
overheidstewerkstelling door de dreigende sluiting
van de Ieperse gevangenis. Bepaalde plannen uit
nota's werden ook door uw kabinet bevestigd.
Nochtans is in de gevangenis van Ieper de laatste
vijf jaar ruim 20 miljoen frank geïnvesteerd. Wij
hebben dit argument dan ook gebruikt in een
mondelinge vraag aan u gericht. Deze investering
in verbouwingswerken, de renovatie van cellen, de
bouw van een werkplaats is niet te rijmen met de
voorgestelde sluiting. Voor sommige werken,
zoals het verbeteren van het toegangscomplex en
het uitbreiden van de kantoren was een
stedenbouwkundig attest 2 aangevraagd en
verkregen van de bevoegde diensten.
Er waren plannen om een aantal renovatiewerken
uit te voeren. Mijnheer de minister, ik wens
enerzijds, duidelijkheid over de mogelijke sluiting
van de gevangenis van Ieper en anderzijds, over
de stand van zaken met betrekking tot de
verbouwingswerken. Kunt u bevestigen dat de
gevangenis van Ieper definitief behouden blijft?
Kunt u de stand van zaken meedelen in verband
met de verbouwingswerken? Wanneer zullen deze
starten? Werd reeds een
bouwvergunningsaanvraag ingediend? Welke
verbouwingswerken zullen worden uitgevoerd?
Wat is de vermoedelijke kostprijs van deze
werken?
09.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, mijnheer Leterme, menig politicus heeft
zich de voorbije maanden ingezet om het behoud
te bepleiten van de gevangenissen van Ieper en
van Ruislede. U weet dat het voorstel tot
meerjarenplan dat de naam penitentiaire
infrastructuur meekreeg voor onderzoek werd
doorgestuurd naar het kabinet van minister
Daems. Dit kabinet zal het dossier verder
uitwerken en het aan de regering voorleggen. Tot
op dat ogenblik wordt er geen beslissing genomen
inzake de toekomst van bepaalde instellingen.
Wat de verbouwingswerken in de gevangenissen
betreft, wijs ik erop niet om me er gemakkelijk
van af te maken - dat minister Daems hiervoor
bevoegd is. Ik verwijs u naar hem om een
concreet antwoord te krijgen.
09.03 Yves Leterme (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, ik zal mij richten
tot de heer Daems, een minister tot wie wij ons de
voorbije periode zeer graag en steeds veelvuldiger
richten met betrekking tot dossiers van soms
andere omvang.
Mijnheer de minister, heb ik het goed begrepen
dat u omwille van een aantal argumenten bij uw
beslissing blijft inzake de sluiting van de
gevangenis van Ieper, een sluiting die deel
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
uitmaakt van uw plan dat door minister Daems,
bevoegd voor de Regie der Gebouwen wordt
behandeld? Ik meen dit uit uw antwoord te mogen
begrijpen.
09.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer
Leterme, ik heb een plan opgevraagd. Het plan
werd voorgesteld en doorgezonden naar minister
Daems. Mocht blijken dat minister Daems een
andere mening is toegedaan hij draagt de
verantwoordelijkheid voor het optrekken,
renoveren of afbreken van gebouwen - zal de
regering over de zaak moeten beslissen. Ik zal mij
bij deze beslissing neerleggen. Ik blijf achter het
ingediende plan staan. Ik zeg dit heel oprecht.
09.05 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, dit betekent dat u in een ruimer kader dat
rekening houdt met de afweging van een goede
besteding van de middelen en de kostprijs van
een aantal opties bij uw voorstel blijft inzake de
sluiting van Ieper?
09.06 Minister Marc Verwilghen: Inderdaad, ik
maak er echter geen halszaak van.
09.07 Yves Leterme (CVP): Voor een West-
Vlaming is dit een moeilijk uit te spreken woord. Ik
begrijp echter wat u bedoelt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan
de minister van Justitie over "de psychiatrische
afdeling van de Gentse gevangenis" (nr. 5262)
10 Question de Mme Joke Schauvliege au
ministre de la Justice sur "l'annexe
psychiatrique de la prison de Gand" (n° 5262)
10.01 Joke Schauvliege (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, als ik goed ben
ingelicht, biedt de gevangenis van Gent plaats aan
18 geïnterneerden. Op dit ogenblik zouden echter
meer dan 100 mensen in deze afdeling verblijven
waarvan 35 mensen met een verstandelijke
handicap. Ik moet u wellicht niet zeggen dat dit
een schrijnende situatie is. Het gaat dikwijls over
mensen die niet op hun plaats zijn in de
gevangenis maar die nergens anders
terechtkunnen, niet in een instelling en ook niet in
aanmerking komen voor begeleid zelfstandig
wonen. Mensen met een verstandelijke handicap
gaan dikwijls sterk achteruit als ze in de
gevangenis moeten verblijven, zeker als de
toestand zo ernstig is als uit mijn informatie blijkt.
De toestand is schrijnend. Er is een enorm
beddentekort. Die mensen leven in
mensonwaardige omstandigheden.
Mijnheer de minister, bevestigt u de cijfers
waarover ik beschik? Beschikt u over meer
recente of meer precieze cijfers inzake de situatie
in de psychiatrische afdeling van Gent?
Hoe denkt u dit probleem op te lossen? Wanneer
bent u van plan werk te maken van een wet met
betrekking tot het sociaal verweer?
10.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw
Schauvliege, ik moet eerst opmerken dat ik uw
bezorgdheid met betrekking tot internering in onze
strafinrichtingen deel. De voorstelling van zaken
met betrekking tot de gevangenis van Gent is
echter niet volledig correct. De penitentiaire
overbevolking is een onbetwistbaar feit. Ook de
gevangenis van Gent moet een aantal
gedetineerden in overtal huisvesten. Het klopt ook
dat het aantal geïnterneerden te Gent de laatste
jaren is gestegen. Men mag echter niet spreken
van overbevolking op de psychiatrische afdeling
om de eenvoudige reden dat deze afdeling
eigenlijk niet meer bestaat te Gent. Tot ongeveer
15 jaar geleden zaten geïnterneerden in een zaal
met 20 bedden. Intussen zitten er 105
geïnterneerden verspreid over de gevangenis met
uitzondering van 20 patiënten die in een
bijzondere sectie, de zogenaamde annex, zijn
ondergebracht. De vroegere zaal heeft de functie
van dagzaal gekregen waar een geselecteerde
groep patiënten een dagelijkse bezigheid krijgt.
Met deze beeldcorrectie wil ik de algemene
problematiek van de internering niet
minimaliseren, integendeel zelfs.
Het is intussen voldoende bekend dat
verscheidene initiatieven zijn genomen met het
oog op twee doelstellingen. Ten eerste, wou men
een hogere doorstroming van medium risk-
patiënten naar de niet-penitentiaire psychiatrie en
ten tweede, een verbetering van de kwaliteit van
de zorgverstrekking in de psychiatrische
afdelingen van de strafinrichtingen verkrijgen. Ik
heb intussen een aantal concrete stappen gezet.
Vooreerst zijn er 90 forensische psychiatrische
bedden in de klinieken van Zelzate, Bierbeek en
Rekem die gesubsidieerd worden. Begin 2002
zullen de klinieken in staat zijn de volledige
bezetting met het aantal dat ik heb opgegeven te
garanderen. Verder is de redactie van het
voorontwerp van wet met betrekking tot de
internering zo goed als afgerond. Binnen enkele
weken kan met het overleg binnen de regering
worden gestart. De nieuwe wet regelt drie zaken.
Ten eerste, gaat het om de gronden waarop
iemand kan worden geïnterneerd. Er werd zwaar
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
gesleuteld aan de basisvoorwaarden en het
advies van de psychiater-expert zal verplicht
worden gesteld. Ten tweede, gaat het om de
samenstelling en de werking van de commissies,
dit naar het voorbeeld van de commissies voor
voorwaardelijke invrijheidstelling. Ten derde, gaat
het om de onderlinge verantwoordelijkheden van
de ministers van Justitie en Volksgezondheid. Dit
ligt in de lijn van het advies van de commissie
Internering waarin een samenwerking tussen de
beide departementen wordt bepleit. Het heeft
immers geen zin om te sleutelen aan de
interneringswet als niet tegelijkertijd en ten minste
werk wordt gemaakt van een verbetering van de
kwaliteit van de zorgverlening en de therapie.
Daarom ook zal ik in de loop van 2002 starten met
een aantal proefprojecten waarbij de verzorging
en de hulpverlening aan onze geïnterneerden
wordt toevertrouwd aan een naburige
psychiatrische kliniek. De rol van de strafinrichting
zal hierbij beperkt worden tot het garanderen van
de interne en externe veiligheid. Ik herhaal ook dat
al deze projecten mee gedragen zijn door de
minister van Volksgezondheid en de regionale
overheden. Er wordt momenteel onderhandeld
over concrete samenwerkingsverbanden zodat
uiteindelijk binnen afzienbare tijd daadwerkelijk
kan worden gesleuteld aan dit netelig probleem.
10.03 Joke Schauvliege (CVP): Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw hoopvol antwoord. De
berichten die terzake in de pers verschenen zijn
waren alarmerend en spraken over
wantoestanden op de psychiatrische afdeling van
de gevangenis van Gent. Het is misschien
interessant om eens bij onze noorderburen te
gaan kijken. In Nederland doet men meer en meer
een beroep op een combinatie van probatie en
zelfstandig wonen. Ook voor mensen die een
aantal zwaarwichtige feiten gepleegd hebben,
hebben zij zeer goede ervaringen met uiteraard
begeleid zelfstandig wonen.
Voorzitter: Fred Erdman.
Président: Fred Erdman.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan
de minister van Justitie over "de hervormingen
bij SABAM" (nr. 5263)
11 Question de Mme Joke Schauvliege au
ministre de la Justice sur "les réformes au sein
de la SABAM" (n° 5263)
11.01 Joke Schauvliege (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, in 1999 heeft
directeur-generaal Jacques Lyon op de algemene
vergadering van SABAM aangekondigd dat er een
grondige reorganisatie van de vennootschappen
zou komen. De directeur-generaal sprak zelfs van
een keerpunt in de geschiedenis van SABAM. Het
ging om een zeer ambitieus plan. Er werd
aangekondigd dat er binnen de twee jaar grondig
zou worden hervormd. Eigenlijk waren er vijf
krachtlijnen. Er zou een multidisciplinair karakter
komen. Men zou de professionaliteit van de
vennootschap versterken. Er zouden zelfs vier
autonome en zelfbedruipende departementen
worden opgericht.
Men wil de algemene kosten tot 20% verlagen en
er zou ook naar samenwerkingsverbanden met
zusterverenigingen, zowel nationaal als
internationaal, worden gezocht. De reorganisatie
is gestart in 1998. De twee jaren zijn ondertussen
reeds voorbij.
Mijnheer de minister, hoe staat het met de
reorganisatie? Volgens mijn informatie is de
reorganisatie nog steeds niet afgerond. Klopt dat?
Hoe komt het dat het zo lang duurt? Welke zaken
werden reeds gerealiseerd? Wat zijn de gevolgen
van de reorganisatie voor het personeel?
11.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Schauvliege, krachtens artikel
76 lid 2 van de wet op de auteursrechten oefent
de minister van Justitie een externe controle uit op
de wettigheid van handelingen van de
beheersvennootschappen van auteursrechten
zoals SABAM. Het betreft geen
opportuniteitscontrole van de beslissingen die
door de beheersvennootschappen worden
genomen. Dat zou trouwens ook niet mogelijk zijn
aangezien het om privé-vennootschappen gaat
die private belangen behartigen. Het is dus aan de
beheersvennootschappen zelf om hun
gedragslijnen vast te leggen en keuzes te maken
die het best voldoen aan de verdediging van hun
belangen in overstemming met de wet. Bij
toepassing van artikel 76 gaat de
vertegenwoordiger van de minister na of de
beslissingen, genomen door de
beheersvennootschappen conform de wettelijke,
de contractuele en de statutaire verplichtingen
zijn.
De reorganisatie van SABAM is begonnen in 1998
en zal volgens SABAM op 1 januari 2004 voltooid
zijn. In de loop van 2000 en begin 2001 werden
daartoe een aantal belangrijke beslissingen
genomen, onder meer de definitie van een nieuwe
interne structuur, investeringen in informatica,
hervormingen van de contractuele relaties met het
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
netwerk van de lokale agentschappen, de
invoering van een analytische boekhouding en de
aanduiding van een human resources
verantwoordelijke. De verwezenlijking van deze
projecten noodzaakt een zekere tijd en brengt
bijkomende kosten met zich, waarover SABAM u
graag details zal verstrekken als u erom vraagt.
U begrijpt dat men in deze soms een stuwende
kracht van de minister verwacht die hij niet kan
geven krachtens een bepaling van de wet op de
auteursrechten. Ik kan alleen maar hopen dat men
daadwerkelijk aan de reorganisatie, waaraan
duidelijk wordt gewerkt als men ziet wat
ondertussen werd gerealiseerd, de nodige zorg zal
besteden zodat men in de toekomst met een
efficiënter apparaat kan werken.
11.03 Joke Schauvliege (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.
Ik zal nadere inlichtingen inwinnen bij de
vennootschap. Uiteraard hebt u, zoals u zelf zegt,
een toezichtfunctie. Ik hoop dat u, als dat nodig
mocht zijn, de verantwoordelijkheid zult opnemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vragen nrs. 5280, 5288, 5319, 5314, 5318 en
5333 van de heren Tony Van Parys, Geert
Bourgeois, Servais Verherstraeten, Karel Van
Hoorebeke, Servais Verherstraeten en Serge Van
Overtveldt worden naar een latere datum
verschoven.
12 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste
minister over "acties tegen de uitgave in België
van een boek" (nr. 917)
- de heer Gerolf Annemans tot de minister van
Justitie over "acties tegen Flammarion"
(nr. 918)
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "acties van de ambassadeur in Parijs
tegen Flammarion" (nr. 919)
12 Interpellations jointes de
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"les actions engagées contre la publication d'un
livre en Belgique" (n° 917)
- M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice
sur "les actions engagées contre Flammarion"
(n° 918)
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur "les
actions engagées contre Flammarion par
l'ambassadeur belge à Paris" (n° 919)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Justitie.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Justice.)
12.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik
had drie interpellaties aan de eerste minister
gericht die in zijn allerhoogste wijsheid heeft
besloten ze u voor te schotelen. Ook minister
Michel heeft dat gedaan. Ik had minister Michel
willen vragen wat zijn ambassadeur in Parijs bij de
uitgeverij heeft uitgevreten. Ik had de eerste
minister willen vragen waar hij het vandaan haalt
om een communiqué van het kabinet van de
eerste minister namens de regering te
verspreiden, met wie hij daarover overleg heeft
gepleegd, en waarom hij daarover overleg heeft
gepleegd? Bovendien had ik hem willen vragen of
dit niet is gebeurd omdat het Hof de eerste
minister reeds voor was door zonder overleg en,
naar mijn oordeel, niet constitutioneel door de
regering gedekt, in het weekend reeds een
communiqué over dat boek in naam van het land
te verspreiden. Die kans heeft de Kamer in haar
allerhoogste wijsheid - ik neem aan dat de
kamervoorzitter in overleg met de eerste minister
heeft gehandeld - mij niet gegeven. Zij hebben mij
enkel de mogelijkheid geboden om de vragen aan
de zondebok van het hele verhaal te stellen. Dat is
de minister aan wie de eerste minister, ook niet in
overleg, heeft aangekondigd dat hij acties moest
ondernemen.
Heeft de eerste minister met u overleg gepleegd
over de acties die hij moest ondernemen? Of
heeft hij in allerijl om het Hof te dekken u in
zijn communiqué vermeld zonder daarover eerst
overleg te plegen?
Mijn tweede vraag luidt: het Hof heeft zondag in
zijn onvolprezen wijsheid via Belga aan het land
meegedeeld dat het in het boek van Flammarion
ging over "reeds lang gekende beweringen die in
België na grondige gerechtelijke, parlementaire en
journalistieke onderzoeken totaal ongegrond
werden bevonden". De regering het kabinet van
de eerste minister in zijn nog veel grotere wijsheid
heeft daaraan toegevoegd dat "de
beschuldigingen, die al tot op het bot door het
gerecht onderzocht werden en die op fantasie
blijken te berusten" ook al ontkracht werden door
parlementair en journalistiek onderzoek. Blijkbaar
heeft de familie Coburg de toon gezet, en heeft de
eerste minister er niet beter op gevonden dan het
Hof bijna letterlijk na te praten. Vervolgens heeft
de minister van Justitie in zijn toch ook niet
geringe wijsheid beslist de auteurs en de uitgeverij
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
33
in Parijs te dagvaarden. Voor zover ik ben
ingelicht gebeurde dit in kort geding, met als doel
precies die passages uit de communiqués op te
nemen in de exemplaren die Flammarion nog zal
doen verschijnen. Ik veronderstel dat er intussen
een groot deel verspreid is zonder die
mededeling.
Mijnheer de minister, of u al dan niet ooit een
kortgedingrechter in Parijs zult kunnen vatten en
zult kunnen overtuigen van de juridische
noodzaak van een dergelijke inlassing, ik heb een
belangrijke vraag voor u. De twee verslagen van
de tweede Bendecommissie die wij nog samen
u in uw vorige hoedanigheid hebben
geschreven, en die onder uw auspiciën zijn
uitgebracht door de verslaggevers de heer
Landuyt en mevrouw de T'Serclaes, liggen hier
voor mij. Ik vraag u: waar in die twee verslagen
want ik neem aan dat u het niet had over het
verslag van de Dioxinecommissie een
aanknopingspunt te vinden is met wat in de
communiqués staat? Ik neem aan dat de fantasie
van het Hof wat dit betreft groter is dan de uwe,
maar het behoort niet tot de rol van een
Parlement, en zeker niet van een minister, om
daar lichtvaardig over te doen.
Toon mij, waar in de twee verslagen staat er dat
wij in verband met deze beweringen, deze
beschuldigingen of wat ze ook mogen geweest
zijn, ten gronde hebben besloten dat zij op niets
gebaseerd zijn? Wij hebben van alles en nog wat
onderzocht, wij hebben van alles en nog wat
ontdekt, en precies die dossiers waar het over
gaat hebben de link gevormd tussen de twee
commissiedossiers. U herinnert zich dat nog wel,
uit de tijd van het opstellen van het verslag van de
commissie-Dutroux: de link werd gevormd door de
dossiers rond de Roze Balletten en dergelijke
meer.
Het boek van Flammarion geeft een mooi en
duidelijk overzicht ik geef de mening van de
meeste commentatoren van hoe ver het
onderzoek staat. Het gaat niet over het onderzoek
naar Albert van Saksen-Coburg en zijn
vermeende aanwezigheid op seksfuiven, maar het
geeft wel een goed overzicht van wat
pedoseksuele netwerken, Roze Balletten, en dies
meer in België betekend hebben, en hoe men de
onderzoeken daarnaar in de prak heeft gereden.
In dit goede overzicht staat uiteraard een overzicht
over de rol van, of tenminste de beweringen over
de aanwezigheid van het Hof en de bescherming
die daaruit gepuurd werd door de milieus die dat
soort feestjes organiseerden. Meer doet dat boek
niet.
Nu zeggen dat de context waarin dat boek de
vermeende aanwezigheid van de Vorst vermeldt,
het voorwerp uitmaakte van een parlementair
onderzoek en ik laat in het midden of het
gerechtelijk onderzoek dat zou gedaan hebben
en dat daarover duidelijkheid zou verschaft zijn, is
een onjuiste bewering. Het is gelogen. Het
parlementair onderzoek heeft integendeel alleen
vastgesteld dat de onduidelijkheid groter is dan
ooit en dat alles werd gedaan opdat men nooit
nog duidelijkheid zou kunnen krijgen in deze zaak.
Daarbij komt nog dat men nu, naar aanleiding van
de beweringen, het gehele fenomeen dat door het
boek wordt beschreven, probeert in een hoekje te
drummen als zijnde fantasie en onbewezen
beschuldigingen.
Dat is allemaal volledig incorrect. Ik zie niet in
waarom dit Parlement de regering in staat moet
stellen tegen een boek dat in het kader van de
vrije meningsuiting moet kunnen verschijnen,
onder welke vorm dan ook juridische acties te
ondernemen op basis van parlementaire
rapporten waarin niet staat dat die passages
moeten kunnen worden ingelast. Die passages
zijn onwaar en zij mogen niet worden afgeleid uit
de verslagen die hier voor ons liggen, zeker niet
door Marc Verwilghen als minister van Justitie. Ik
roep dus de regering op om zich veel
terughoudender op te stellen.
Ik vraag de minister mij dan ook concreet aan te
tonen waar hij in deze parlementaire verslagen de
mogelijkheid ontwaart om via juridisch weg in dat
boek de passage te doen opnemen dat de
beweringen die erin worden vermeld door een
parlementair onderzoek volledig ongegrond zijn
bevonden. Dat u dat dan niet alleen in naam van
de waardigheid van de inwoner die u daartoe heeft
geïnspireerd, maar ook in naam van alle inwoners
van ons land, gaat toch wel ver. Ik meen dat dit fel
overdreven is en ik denk dat dit volledig buiten het
mandaat van de regering valt.
12.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Annemans, de publicatie van
het boek was reeds een aantal weken voor het
communiqué van 17 september 2001 aan de
orde, in die zin dat volgens aanvankelijke
berichten het boek eerst in Frankrijk en mogelijk
alleen daar op de markt zou worden gebracht. Het
was niet duidelijk of en wanneer het tot een
verspreiding in ons land zou komen.
Na de melding dat het boek toch op de Belgische
markt verkrijgbaar zou zijn vanaf maandag
17
september
2001, raakte de problematiek
02/10/2001
CRIV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
34
begrijpelijkerwijs in een stroomversnelling. Van
meet af aan was uiteraard de vraag gesteld en
onderzocht omtrent mogelijk te ondernemen
acties. Het spreekt voor zich dat eens het boek is
verspreid, de keuze of het tot een actie zou komen
en vooral tot welke actie, kan worden gekoppeld
aan urgentie. Een al te groot tijdsverloop tussen
de verspreiding en de gerechtelijke stappen
verkleint de kans op het resultaat in een aantal
mogelijke procedures of sluit ze zelfs uit.
Wat betreft de kennisgeving in de communiqués
inzake deze kwestie is er geen tegenstrijdigheid,
laat staan ongrondwettelijkheid. Op het ogenblik
van de aanvankelijke melding van de premier was
er nog geen uitsluitsel over de te ondernemen
gerechtelijke actie en u zult opmerken dat in het
communiqué van het paleis terzake evenmin enig
standpunt wordt ingenomen. Integendeel, men
neemt louter en alleen op de meest kordate wijze
afstand van een aantal beweringen en
bewoordingen in het boek.
Ik heb er dus geen enkele moeite mee u te
zeggen dat ik voor 17 september 2001 inderdaad
contact heb gehad met de premier over de stelling
die door de regering is aangenomen. We werden
niet a posteriori met dit feit geconfronteerd.
Eens de knoop was doorgehakt dat er wel degelijk
een procedure zou worden ingesteld, was het
volkomen normaal dat de regering haar
verantwoordelijkheid opnam, onder meer gezien
het beginsel dat de handelingen van de Koning
zodra ze ook maar de geringste politieke weerslag
kunnen hebben door de ministeriële
verantwoordelijkheid worden gedekt. Wat de te
ondernemen acties betreft, kan worden verwezen
naar het meest recente communiqué dat naar
aanleiding van deze kwestie is verspreid. Daaruit
blijkt dat wordt geopteerd voor een tweevoudige
burgerlijke procedure te Parijs tegen betrokken
uitgeverij. Ten eerste, zal een procedure in
kortgeding worden gevoerd, strekkende tot het
inlassen in ieder boek van het bericht dat het
koninklijk paleis en de regering over het werk een
procedure voeren. Ten tweede, zal ook een
procedure ten gronde worden gevoerd tot het
verkrijgen van een schadevergoeding met
uiteraard als grondslag de stelling dat de in het
boek gehanteerde terminologie en de verkondigde
stellingen ernstige schade toebrengen aan de
Koning, de koninklijke familie en aan ons land. Dat
is ook de reden waarom de regering haar
verantwoordelijkheid terzake heeft opgenomen.
Met de afleidingen die u maakt, in fine om te
zeggen dat de hele problematiek van de
pedoseksualiteit naar de achtergrond wordt
verwezen, ben ik het in geen enkel opzicht eens.
Ik meen dat het ingenomen standpunt voldoende
duidelijk is, zowel van de kant van de regering als
van de kant van het paleis. In die omstandigheden
is er gehandeld met de drie communiqués, wat
volledig door de regering wordt gedekt.
12.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik heb geen antwoord
gekregen op mijn zeer duidelijke vraag: Waar in
deze twee verslagen staat dat het Parlement die
zaken ongegrond heeft bevonden? Ik heb daarop
geen antwoord gekregen. Ik denk ook dat
niemand op een intellectueel correcte manier
daarop een antwoord zal kunnen geven.
Voor het overige stel ik vast dat de individuele
acties van de Koning, namelijk zijn eerste
communiqué, blijkbaar gedekt waren door
voorafgaande onderzoeken van de regering die
nadien door een regeringscomité zijn
geformaliseerd. Dit is een constitutionele
constructie waarbij ik sterke, grondwettelijke
bedenkingen heb.
Ik stel ook vast dit is mijn intieme overtuiging -
dat de regering hier niet handelt in het algemeen
belang. U moet niet doen alsof het land geschaad
wordt door de publicatie van dit boek. Als dit boek
wat u allemaal beweert onzin is, dan kan het
land daardoor niet worden geschaad. Het land kan
alleen maar worden geschaad door pogingen van
het regime en het establishment om een boek te
verbieden.
Dit was de eerste keer dat de problematiek van de
pedoseksualiteit in België op een internationaal
niveau in een gemakkelijk toegankelijke publicatie,
in vreemde talen en in de buitenlandse pers werd
besproken en bekeken. Het is de eerste keer dat
op een toegankelijke manier het probleem van de
pedoseksualiteit in België op papier werd gezet.
Het is ook de eerste keer dat de regering
onmiddellijk optreedt tegen een in het buitenland
toegankelijk boek. Dit is niet in het algemeen
belang want het algemeen belang wordt niet
gebaat maar wel geschaad door het beperken van
dit boek. U handelt allemaal in het particulier
belang van iemand die denkt dat zijn persoonlijke
integriteit in het gedrang is. Ik heb daar alle begrip
voor. Het Parlement misbruiken op basis van een
vermelding van parlementaire onderzoeken en
door dit Parlement te verplichten uw handelingen
te dekken, is ontoelaatbaar en onverdraaglijk.
Eindelijk was er een in het buitenland vatbare
publicatie die door de Belgische regering wordt
CRIV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
35
bestreden. Volgens mij is het algemeen belang
veel meer in het gedrang dan toen u nog niet het
nodige had gedaan om dit boek te vervolgen. Dit
is trouwens de reden, mijnheer de voorzitter,
waarom ik een motie heb ingediend die in alle
gematigheid vraagt aan de regering om
terughoudender te zijn in deze zaak. Dit wil
zeggen dat als het Parlement die gematigheid
wegstemt met een eenvoudige motie, dan ook
duidelijk zal blijken dat er een parlementaire
meerderheid bestaat om deze twee parlementaire
verslagen te misbruiken in het kader van het
verdedigen van particuliere belangen. Het gaat
hierbij om de belangen van iemand die weliswaar
staatshoofd is maar zoals de president in Amerika
had deze persoon reeds lang op uw plaats
moeten zitten, mijnheer de minister, om voor een
onderzoekscommissie te antwoorden op vragen.
Zoals in een beschaafde democratie het geval is,
hadden wij die man daarover moeten kunnen
ondervragen, desnoods achter gesloten deuren.
Dan had over deze zaak misschien duidelijkheid
kunnen komen. Nu zal die duidelijkheid er nooit
komen en u zult daaraan hebben meegewerkt,
mijnheer de minister.
De voorzitter: Ik heb hier de motie van de heer
Annemans, maar daar dient nog iets verbeterd te
worden, namelijk waar het gaat over het antwoord
van de eerste minister, de minister van Justitie en
de minister van Buitenlandse Zaken.
12.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik koesterde niet de illusie
dat allen zouden antwoorden, maar wel had ik de
ambitie dat de minister van Justitie mij al dan niet
zou bevestigen of het correct is dat de
ambassadeur in Parijs, al dan niet onder auspiciën
van de minister van Buitenlandse Zaken of van
het Hof, bij Flammarion is geweest of niet. Ook
daarop heb ik geen antwoord gekregen.
De voorzitter: Zonder dat u mij zou beschuldigen
van valsheid in geschrifte, staat u mij toe om dat
te wijzigen?
12.05 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, absoluut. Aan u zal het niet
gelegen hebben.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Gerolf
Annemans
en het antwoord van de minister van Justitie,
verzoekt de regering om een grotere
terughoudendheid aan de dag te leggen inzake de
verkoop en publicatie van het boek "Dossier
pédophilie. Le scandale de l'affaire Dutroux" van
Jean Nicolas en Frédéric Lavachery uitgegeven
door Flammarion te Parijs."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Gerolf Annemans et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Gerolf
Annemans
et la réponse du ministre de la Justice,
demande au gouvernement de témoigner d'une
plus grande réserve en ce qui concerne la vente
et la publication du livre "Dossier pédophilie. Le
scandale de l'affaire Dutroux" de Jean Nicolas et
Frédéric Lavachery, édité à Paris par
Flammarion."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Simonne Leen en Fientje Moerman en de
heer Guy Hove.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Simonne Leen et Fientje Moerman et M.
Guy Hove.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
La réunion publique de commission est levée à
17.32 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 17.32 uur.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 546
CRABV 50 COM 546
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
02-10-2001 02-10-2001
14:00 uur
14:00 heures
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Geert Bourgeois aan de
minister van Justitie over "de hervorming van de
assisenprocedure, de figuur van de
onderzoeksrechter en de lange duur van de
zogenaamde zaak- Dutroux" (nr. 0885)
1
Interpellation de M. Geert Bourgeois au ministre
de la Justice sur "la réforme de la procédure
d'assises, la fonction de juge d'instruction et le
temps considérable que prend l'instruction de
l'affaire Dutroux" (n° 0885)
1
Sprekers:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, minister van Justitie , Tony Van
Parys
Orateurs:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice , Tony Van
Parys
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de 210 verdwenen
minderjarigen sinds februari 2001" (nr. 5213)
4
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
la Justice sur "la disparition de 210 mineurs
depuis février 2001" (n° 5213)
4
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "de fiscale substituten"
(nr. 5214)
5
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "les substituts fiscaux" (n° 5214)
5
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "de kritiek van de
Waalse minister van Landbouw op de werking
van het Gentse gerecht" (nr. 5216)
6
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "les critiques du ministre wallon
de l'Agriculture à propos du fonctionnement de la
justice gantoise" (n° 5216)
6
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
minister van Justitie over "de nakende
subsidiëring van de Islam" (nr. 890).
7
Interpellation de M. Filip De Man au ministre de la
Justice sur "l'imminence du subventionnement de
l'Islam" (n° 890).
7
Sprekers: Filip De Man, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Filip De Man, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Moties
10
Motions
10
Samengevoegde vragen van
11
Questions jointes de
11
- de heer Luc Goutry aan de minister van Justitie
over "de aankondiging van de overplaatsing van
het Arbeidshof, afdeling West-Vlaanderen"
(nr. 5301)
11
- M. Luc Goutry au ministre de la Justice sur
"l'annonce du transfert de la section Flandre
occidentale de la Cour du travail" (n° 5301)
11
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Justitie over "de afschaffing van de
arbeidsrechtbank en de politierechtbank in
Oostende" (nr. 5303)
11
- M. Koen Bultinck au ministre de la Justice sur "la
suppression du tribunal du travail et du tribunal de
police d'Ostende" (n° 5303)
11
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Justitie over "de rechtbank van koophandel - zetel
te Sint-Niklaas" (nr. 5243)
11
- Mme Greta D'Hondt au ministre de la Justice sur
"le tribunal de commerce siège de Saint-
Nicolas" (n° 5243)
11
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van de
politierechtbank van Oostende" (nr. 5248)
11
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur "la
suppression immédiate du tribunal de police
d'Ostende" (n° 5248)
11
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van de
arbeidsrechtbank te Oostende en de sluiting van
het arbeidshof te Brugge" (nr. 5249)
11
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur "la
suppression immédiate du tribunal du travail
d'Ostende et la fermeture de la cour du travail de
Bruges" (n° 5249)
11
- mevrouw Maggie De Block aan de minister van
Justitie over "de sluiting van een aantal
rechtbanken" (nr. 5254)
11
- Mme Maggie De Block au ministre de la Justice
sur "la fermeture d'un certain nombre de
tribunaux" (n° 5254)
11
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Justitie over "de herstructurering van de
gerechtelijke kantons" (nr. 5305)
11
- M. Richard Fournaux au ministre de la Justice
sur "la restructuration des cantons judiciaires"
(n° 5305)
11
- de heer Guy Hove aan de minister van Justitie
over "de sluiting van een afdeling van de
arbeidsrechtbank te Oudenaarde" (nr. 5330)
11
- M. Guy Hove au ministre de la Justice sur "la
fermeture d'une section du tribunal du travail à
Audenaarde" (n° 5330)
11
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opheffing van de afdeling Brugge
van het Arbeidshof van Gent uiterlijk op
1
januari
2003, de afschaffing van de
Arbeidsrechtbank van Brugge, afdeling Oostende
met onmiddelijke ingang en de Politierechtbank
Brugge, afdeling Oostende" (nr. 5340)
11
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"la fermeture de la section brugeoise de la Cour
du travail de Gand au plus tard le 1er janvier
2003, la suppression de la section ostendaise du
Tribunal du travail de Bruges avec effet immédiat
et du tribunal de police de Bruges, section
Ostende" (n° 5340)
11
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de redenen die hem ertoe brachten
niet over te gaan tot de oprichting van een
afdeling Roeselare van de Politierechtbank te
Kortrijk" (nr. 5341)
11
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"les raisons qui le menèrent à renoncer à la
création d'une section du Tribunal de police de
Courtrai à Roulers" (n° 5341)
11
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Justitie over "de toekomst van de rechtbank van
Koophandel in Sint-Niklaas" (nr. 5344)
11
- Mme Magda De Meyer au ministre de la Justice
sur "l'avenir du Tribunal de commerce à Saint-
Nicolas" (n° 5344)
11
Sprekers: Luc Goutry, Koen Bultinck, Greta
D'Hondt, Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Maggie De Block, Richard
Fournaux, Guy Hove, Geert Bourgeois,
Magda De Meyer, Marc Verwilghen, minister
van Justitie
Orateurs: Luc Goutry, Koen Bultinck, Greta
D'Hondt, Yves Leterme, président du groupe
CD&V , Maggie De Block, Richard
Fournaux, Guy Hove, Geert Bourgeois,
Magda De Meyer, Marc Verwilghen, ministre
de la Justice
Samengevoegde vragen van
18
Questions jointes de
18
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opschorting van onbepaalde duur
van de negende kamer van het Hof van Beroep te
Gent, de tweede weigering van een door de Hoge
Raad voor Justitie voorgedragen kandidaat voor
het ambt van raadsheer bij het Hof van Beroep te
Gent en de evaluatie van de benoemings- en
aanwijzingsprocedure" (nr. 5304)
18
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"la suspension pour une durée indéterminée de la
neuvième chambre de la Cour d'appel de Gand,
le second refus d'un candidat présenté par le
Conseil supérieur de la Justice à la fonction de
conseiller à la Cour d'appel de Gand et
l'évaluation de la procédure de nomination et de
désignation" (n° 5304)
18
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Justitie over "de sine die opschorting van de
negende kamer van het Hof van Beroep te Gent"
(nr. 5307)
19
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la
Justice sur "la suspension sine die de la
neuvième chambre de la Cour d'appel de Gand"
(n° 5307)
19
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Justitie over "de tijdelijke sluiting van de negende
kamer van het Gentse Hof van Beroep" (nr. 5310)
19
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
"la fermeture temporaire de la neuvième chambre
de la Cour d'appel de Gand" (n° 5310)
19
Sprekers: Geert Bourgeois, Francis Van den
Eynde, Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Geert Bourgeois, Francis Van den
Eynde, Tony Van Parys, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de subversieve
organisaties werkzaam op de luchthaven van
Zaventem" (nr. 5251)
22
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
la Justice sur "des organisations subversives
actives à l'aéroport de Zaventem" (n° 5251)
22
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Justitie over "de verbouwingswerken aan de
gevangenis te Ieper" (nr. 5252)
23
Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Justice sur "les travaux de rénovation à la prison
d'Ypres" (n° 5252)
23
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CD&V-fractie, Marc Verwilghen, minister van
Justitie
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CD&V , Marc Verwilghen, ministre de la
Justice
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
iii
Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Justitie over "de psychiatrische
afdeling van de Gentse gevangenis" (nr. 5262)
24
Question de Mme Joke Schauvliege au ministre
de la Justice sur "l'annexe psychiatrique de la
prison de Gand" (n° 5262)
24
Sprekers:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Justitie over "de hervormingen bij
SABAM" (nr. 5263)
25
Question de Mme Joke Schauvliege au ministre
de la Justice sur "les réformes au sein de la
SABAM" (n° 5263)
25
Sprekers:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Joke Schauvliege, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
Samengevoegde interpellaties van
26
Interpellations jointes de
26
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste minister
over "acties tegen de uitgave in België van een
boek" (nr. 917)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "les
actions engagées contre la publication d'un livre
en Belgique" (n° 917)
- de heer Gerolf Annemans tot de minister van
Justitie over "acties tegen Flammarion" (nr. 918)
- M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice
sur "les actions engagées contre Flammarion"
(n° 918)
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"acties van de ambassadeur in Parijs tegen
Flammarion" (nr. 919)
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les actions
engagées contre Flammarion par l'ambassadeur
belge à Paris" (n° 919)
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Moties
28
Motions
28
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
02
OKTOBER
2001
14:08 uur
______
du
MARDI
02
OCTOBRE
2001
14:08 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.08 uur door
mevrouw Jacqueline Herzet, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.08 heures par Mme
Jacqueline Herzet, présidente.
01 Interpellatie van de heer Geert Bourgeois aan
de minister van Justitie over "de hervorming van
de assisenprocedure, de figuur van de
onderzoeksrechter en de lange duur van de
zogenaamde zaak- Dutroux" (nr. 0885)
01 Interpellation de M. Geert Bourgeois au
ministre de la Justice sur "la réforme de la
procédure d'assises, la fonction de juge
d'instruction et le temps considérable que prend
l'instruction de l'affaire Dutroux" (n° 0885)
01.01 Geert Bourgeois (VU&ID): De zaak-Dutroux
sleept al vijf jaar aan. De minister wijst hiervoor de
assisenprocedure als grote schuldige aan en denkt
aan de afschaffing van de figuur van de
onderzoeksrechter. Ik denk hierbij trouwens niet
alleen aan deze zaak, maar ook aan andere grote
strafzaken. Het parket noemt ondertussen al het
jaartal 2005 als tijdstip waarop het dossier-Dutroux
eindelijk voor de rechtbank zal komen.
De assisenprocedure zou dus de oorzaak zijn van
het lang aanslepen van grote strafzaken. Ik begrijp
dat niet goed, aangezien we in dit dossier nog
steeds in de fase van het gerechtelijk onderzoek
zitten. Kan de minister zijn stelling toelichten?
Welke hervormingen wil hij doorvoeren? Waarom
moet de onderzoeksrechter verdwijnen? Zal hij
worden vervangen door een rechter van het
onderzoek?
01.01 Geert Bourgeois (VU&ID): L'affaire Dutroux
traîne depuis cinq ans déjà. Le ministre accuse en
premier lieu la procédure d'assises et songe à
supprimer la fonction de juge d'instruction. En
l'occurrence, je ne songe pas seulement à cette
affaire mais également à d'autres grandes affaires
criminelles. Entre-temps, le parquet cite déjà 2005
pour le procès Dutroux.
La procédure d'assises serait donc responsable du
fait que les grandes affaires criminelles traînent en
longueur. Je ne comprends pas très bien cet
argument étant donné que ce dossier se trouve
toujours dans la phase de l'enquête judiciaire. Le
ministre peut-il expliquer son point de vue ? Quelles
réformes veut-il entreprendre ? Pourquoi vouloir
supprimer la fonction de juge d'instruction ? Celui-ci
sera-t-il remplacé par un juge de l'instruction ?
Oefenen de parketten in het algemeen en in deze
zaak in het bijzonder voldoende het door artikel
136bis van het Wetboek van Strafvordering
ingestelde toezicht op langdurige onderzoeken uit?
Wil de minister in overweging nemen om een
algemene richtlijn uit te vaardigen waarbij aan de
parketten de opdracht wordt gegeven om
nevendossiers alleen in geval van absolute
noodzaak in het assisenbundel te stoppen? Dat het
dossier betreffende de autozwendel werd afgesplitst
Les parquets exercent-ils suffisamment, que ce soit
en règle générale ou en particulier dans cette
affaire, le contrôle, prévu par l'article 136bis du
Code d'instruction criminelle, sur les instructions de
longue durée ?
Le ministre compte-t-il envisager de prendre une
directive générale enjoignant aux parquets de ne
classer les dossiers connexes dans le paquet des
affaires relevant des assises qu'en cas de nécessité
absolue ? Je me réjouis que le dossier relatif au
trafic de voitures ait été séparé de l'affaire Dutroux.
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
van de zaak-Dutroux, verheugt mij. Dergelijke
zaken horen niet door een volksjury te worden
beslecht. Bovendien vertragen ze enkel de
procesgang, wat de publieke opinie niet gunstig
stemt.
Wil de minister overwegen een algemene richtlijn uit
te vaardigen waarbij de parketten gevraagd wordt
strikt de hand te houden aan artikel 136bis van het
Wetboek van Strafvordering? Moeten de
tuchtoverheden niet onderzoeken wat de precieze
reden is van het al te lang aanslepen van de zaak-
Dutroux? Ik vrees dat de verdediging de voorlopige
invrijheidsstelling zal vragen wanneer de zaak ook
in 2002 weer niet zal voorkomen. Alleszins zullen ze
tot in Straatsburg gaan. Ik herhaal dat in andere
zaken, zoals het Rwanda-dossier, een snellere
afwikkeling wel mogelijk was.
En effet, j'estime qu'il n'appartient pas à un jury
populaire de juger ce genre de dossiers. En outre,
ceux-ci ont pour effet de ralentir la procédure, ce
qui n'enchante pas l'opinion publique.
Le ministre compte-t-il envisager de prendre une
directive générale enjoignant aux parquets de s'en
tenir strictement à l'application de l'article 136bis du
Code d'instruction criminelle ? Les autorités
disciplinaires ne devraient-elles pas chercher à
déterminer la raison exacte pour laquelle l'affaire
Dutroux traîne autant ? Je crains que la défense ne
demande la libération conditionnelle de Dutroux si
son procès ne se tient pas encore en 2002. A tout le
moins, il est certain que ses avocats porteront
l'affaire devant la cour de Strasbourg. Je répète que
dans d'autres dossiers, comme celui du Rwanda, il
a été possible d'aboutir plus vite.
01.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
zaak-Dutroux bevindt zich nog in het stadium van
het gerechtelijk onderzoek. Er is dus nog geen
sprake van een assisenprocedure. De
onderzoeksgerechten zullen zich uitspreken over de
vorderingen van het Openbaar Ministerie. Ik blijf
erbij dat assisenprocedures door hun aard
diepgaander zijn dan correctionele zaken en dus
ook langer aanslepen. In assisenzaken wordt ook
veel tijd en energie gestopt in moraliteitsverslagen
van dader en slachtoffer. Deze procedure
hervormen is een delicate zaak, maar we moeten
het debat hierover aandurven: blijft deze procedure
in de huidige tijd wel verantwoord?
Persoonlijk zou ik de onderzoeksrechter liever
vervangen door een rechter van het onderzoek of
door een rechter van de vrijheden.
01.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais):
L'affaire Dutroux en est encore au stade de
l'instruction. Il n'est donc pas encore question d'une
procédure d'assises. Les juridictions d'instruction se
prononceront sur les réquisitions du ministère
public. Je persiste à dire que les procédures
d'assises sont par nature plus approfondies que les
jugements correctionnels et qu'elles sont donc plus
longues. Dans les procès d'assises, on consacre
aussi beaucoup de temps et d'énergie à rédiger des
rapports sur la moralité des auteurs et des victimes.
Toute réforme de cette procédure est délicate, mais
il faut avoir le courage d'en débattre. Cette
procédure a-t-elle encore un sens à l'heure
actuelle ?
Personnellement, je crois qu'il serait préférable de
remplacer le juge d'instruction par un juge de
l'instruction ou par un juge des libertés.
Dat heeft voordelen op het vlak van
recherchemanagement, capaciteitsproblematiek en
uniformiteit van de opsporing. Misschien is de tijd
hiervoor nog niet rijp, maar ook de academische
wereld evolueert stilaan in die richting.
Ik ben er niet van op de hoogte dat de parketten de
in artikel 136bis geboden mogelijkheden niet
uitoefenen. Soms werden wel protocollen
afgesloten tussen het parket-generaal en de kamer
van inbeschuldigingstelling om een dubbel gebruik
van artikelen 136bis en 136 te vermijden.
In de zaak-Dutroux heeft het Openbaar Ministerie
op 7 november hoger beroep aangetekend, waarbij
de onderzoeksrechter weigerde om bepaalde
onderzoeksdaden te stellen. Het Openbaar
Cela présente des avantages au niveau du
management de la recherche, de la problématique
de la capacité et de l'uniformité de la recherche.
Peut-être le moment n'est-il pas encore venu mais
le monde académique évolue aussi lentement dans
cette direction.
Je ne suis pas informé du fait que les parquets
n'utilisent pas les possibilités offertes par l'article
136bis. Des protocoles ont parfois été conclus entre
le parquet général et la Chambre des mises en
accusation afin d'éviter un double emploi des
articles 136bis et 136.
Dans l'affaire Dutroux, le ministère public a introduit
un recours le 7 novembre. Le juge d'instruction a
refusé d'ordonner certains devoirs d'enquête. Le
ministère public a alors fait usage de l'article 136bis.
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Ministerie heeft toen artikel 136bis toegepast. Een
definitief arrest wordt eerstdaags verwacht, er
waren al twee tussenarresten.
Ik overweeg om de problematiek aan te kaarten bij
het College van procureurs-generaal. Op sommige
plaatsen is het echter sinds jaren de gewoonte
assisendossiers niet te verzwaren met
nevendossiers.
On attend un arrêt définitif dans les prochains jours,
deux arrêts intermédiaires ayant déjà été rendus.
J'envisage de soumettre le problème au Collège
des procureurs généraux. En certains endroits, il
est d'usage depuis des années de ne pas alourdir
les dossiers d'assises avec des dossiers connexes.
Artikel 136bis van het Wetboek van Strafvordering
werd uitvoerig behandeld in de circulaire van het
college van procureurs-generaal COL 12/98 van 1
oktober 1998.
Het is nog niet nodig om te onderzoeken waarom
de zaak-Dutroux zo lang aansleept.
L'article 136bis du Code judiciaire est
abondamment commenté dans la circulaire
COL/12/98 du 1er octobre 1998 du collège des
procureurs généraux.
Le moment n'est pas encore venu de s'interroger
sur les lenteurs de l'enquête dans l'affaire Dutroux.
01.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Ik noteer dat de
minister in verband met de vervanging van de
onderzoeksrechter door een rechter van het
onderzoek of der vrijheden de tijd niet rijp acht.
Wat assisen en de nevendossiers betreft ben ik blij
dat de minister de kwestie van de nevendossiers,
een weerkerend punt van kritiek, zal bespreken met
de procureurs-generaal.
De minister overtuigt mij niet met het argument van
het moraliteitsonderzoek. Het spreekt voor zich dat
ook professionele rechters zich een diepgaand
beeld van de beklaagde moeten kunnen vormen.
Het in vraag stellen van de assisenprocedure
gebeurt beter niet naar aanleiding van de zaak-
Dutroux. Dat zou een slecht signaal naar de
bevolking zijn. Precies in deze zaak moet de
volksjury het laatste woord kunnen hebben.
01.03 Geert Bourgeois (VU&ID) Je note qu'en ce
qui concerne la fonction de juge d'instruction, le
ministre estime que les temps ne sont pas encore
mûrs pour envisager son remplacement par celle de
juge de l'instruction ou des libertés.
A propos des assises et des dossiers connexes, je
suis heureux d'apprendre que le ministre examinera
ces derniers, qui constituent un thème récurrent de
critique, avec les procureurs généraux.
L'argument relatif à l'enquête de moralité, mis en
avant par le ministre, ne m'a pas convaincu. Il est
évident que les juges professionnels doivent
également pouvoir se forger une image précise de
la personnalité des inculpés.
La remise en question de la procédure d'assise
dans le contexte de l'affaire Dutroux serait mal
perçue par la population. Précisément dans l'affaire
Dutroux, le dernier mot doit revenir au jury
populaire.
01.06 01.05 01.04 Minister Marc Verwilghen
(Nederlands): Een wetswijziging zou inderdaad
nooit van kracht kunnen zijn en worden toegepast
op de zaak-Dutroux. Dat is duidelijk.
Het stoort me een beetje als ik zie hoe in onze
buurlanden grote strafzaken wel veel vlugger
afgehandeld kunnen worden, met of zonder
assisenprocedure.
Geert Bourgeois (VU&ID): De assisenzaak is nog
niet eens begonnen !
Minister Marc Verwilghen (Nederlands): We
hebben dit vorig jaar al besproken, maar toen stond
ik alleen met mijn opvattingen.
01.05 01.04 Marc Verwilghen , ministre
(néerlandais) De toute évidence, une modification
éventuelle de la législation existante ne pourrait être
appliquée à l'affaire Dutroux.
J'éprouve un certain malaise lorsque je constate
que, dans les pays voisins, des affaires pénales
d'envergure peuvent être traitées beaucoup plus
rapidement, avec ou sans procédure d'assise.
Geert Bourgeois (VU&ID): La procédure d'assise
n'a même pas encore débuté.
Marc Verwilghen, ministre: (en néerlandais) Nous
avons déjà débattu de cet aspect de la question
l'année dernière mais, à l'époque, personne ne
partageait mon point de vue.
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
01.06 Tony Van Parys (CVP): Er is volgens mij
een probleem met de lange procedure bij de kamer
van inbeschuldigingstelling bij het toezicht op het
onderzoek. De definitieve uitspraak van de kamer
van inbeschuldigingstelling valt helemaal niet te
voorspellen, waardoor eventuele uitspraken over
een mogelijke datum voor de assisenzaak
onmogelijk hard te maken zijn. Wat was trouwens
het standpunt van het Openbaar Ministerie bij het
toezicht op de procedure?
01.06 Tony Van Parys (CVP): A mon avis, la
longueur de la procédure devant la chambre des
mises en accusation dans le cadre du contrôle de
l'instruction pose problème. La décision finale de la
chambre des mises en accusation est impossible à
prévoir, si bien que toute annonce d'une date pour
le procès devant la cour d'assises relève de la
conjecture hasardeuse. Quelle était d'ailleurs la
position du ministère public à propos du contrôle de
la procédure ?
01.07 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Het hoger beroep werd door het parket ingesteld.
De data die ik in het verleden vooropstelde werden
bezorgd door de procureur-generaal. Ik heb me aan
geen enkele voorspelling gewaagd. Het is moeilijk
om op voorhand schattingen te doen, gelet op de
procedurele strijd die wordt geleverd door de
partijen.
01.07 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): C'est le parquet qui a interjeté appel.
Les dates que j'ai avancées par le passé m'ont été
communiquées par le procureur général. Je ne me
suis risqué à aucune prédiction. Il est difficile de se
lancer dans des estimations, étant donné la bataille
procédurale menée par les parties.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de 210 verdwenen
minderjarigen sinds februari 2001" (nr. 5213)
02 Question de M. Gerolf Annemans au ministre
de la Justice sur "la disparition de 210 mineurs
depuis février 2001" (n° 5213)
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): In de
pers konden we lezen dat er sinds februari 210
minderjarigen zouden zijn verdwenen in België. Er
is vaak een rechtstreekse link met seksuele
netwerken en mensenhandelaars.
Welk beleidsplan volgt Justitie om de kinderen terug
te vinden? Wordt er gedacht aan een systematische
uitkamming van het prostitutiemilieu? Is er een
centraal onderzoek naar seksuele netwerken van
pedofielen? Zo niet, zal het federaal parket daaraan
werken?
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Nous
avons appris par voie de presse que depuis le mois
de février, 210 mineurs auraient disparu en
Belgique. Ces faits sont fréquemment liés à des
réseaux d'exploitation sexuelle et de traite des êtres
humains.
Quelle politique la Justice met-elle en oeuvre pour
retrouver les enfants ? A-t-on songé à
systématiquement passer au peigne fin le milieu de
la prostitution ? Une enquête centrale est-elle
menée concernant des réseaux pédophiles? Dans
la négative, le parquet fédéral s'y attèlera-t-il ?
02.02 Minister Marc Verwilghen ((Nederlands):
De richtlijn betreffende vermiste personen wordt
binnenkort gewijzigd. Elke verdwijning van een min-
dertienjarige wordt dan automatisch als
verontrustend beschouwd. Als hij in een dreigend
gezelschap is, wordt het onderzoek nog versneld en
geïntensifieerd.
Het jaarverslag van Child Focus leert dat in 2000
slechts twee dossiers van minderjarige prostituees
werden behandeld. Tot eind maart 2001 heeft 1,4
percent van de dossiers betrekking op de seksuele
uitbuiting van minderjarigen. België werkt op het
internationale vlak hard aan een actieplan inzake de
seksuele uitbuiting van kinderen. Op het terrein
02.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: La directive concernant les personnes disparues
sera bientôt modifiée. Toute disparition d'un mineur
âgé de moins de treize ans sera automatiquement
considérée comme inquiétante. Si le mineur se
trouve dans un environnement représentant une
menace, l'enquête est encore accélérée et
intensifiée.
Le rapport annuel de Child Focus nous apprend
qu'en 2000, seulement deux dossiers de prostituées
mineures ont été traités. Jusqu'à la fin du mois de
mars 2001, 1,4% des dossiers concernait des cas
d'exploitation sexuelle de mineurs. Au niveau
international, la Belgique travaille intensivement à
l'élaboration d'un plan d'action en matière
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
houden nu al heel wat organisaties zich bezig met
preventie en slachtofferbegeleiding.
d'exploitation sexuelle des enfants. Sur le terrain, de
nombreuses organisations s'occupent déjà de la
prévention et de l'accompagnement des victimes.
Er lopen in ons land drie onderzoeken naar
pedofilienetwerken. Alles wijst op internationale
vertakkingen. Ook naar een netwerk op het internet
wordt onderzoek gevoerd, samen met Europol.
Verbanden met het prostitutienetwerk werden nog
niet ontdekt.
De bevoegdheden van het Federaal Parket op het
vlak van de strafvordering worden omschreven in
artikel 7 van de wet van 21 juni 2001. Deze
bevoegdheden worden omschreven volgens
objectieve en/of subjectieve criteria. Het objectief
criterium betreft een lijst van strafrechterlijke
kwalificaties, waarin de inbreuken op artikel 77 bis §
2 en 3 van de wet van 15 december 1980 expliciet
zijn opgenomen. In de mate dat de verdwijningen
als misdrijven van mensenhandel worden
gekwalificeerd, zou de opsporing en vervolging
ervan tot de bevoegdheid van het Federaal Parket
kunnen behoren.
Los van de kwalificatie kan een misdrijf ook op
grond van een subjectief criterium, met name het
veiligheids- en geografische criterium, tot de
bevoegdheid van de Federale Procureur behoren.
Volledigheidshalve merk ik op dat deze enkel
optreedt wanneer dit een meerwaarde inhoudt.
Momenteel zijn drie zaken in onderzoek die
netwerken zouden kunnen betreffen.
Dans notre pays, trois enquêtes sur les réseaux de
pédophilie sont en cours. Tout indique qu'il y a des
ramifications internationales. Un réseau
fonctionnant par le biais d'internet fait également
l'objet d'une enquête, en collaboration avec Europol.
On n'a pas encore découvert de liens avec le
réseau de la prostitution.
Les compétences du parquet fédéral sur le plan de
l'action criminelle figurent à l'article 7 de la loi du 21
juin 2001. Ces compétences sont définies sur la
base de critères objectifs et/ou subjectifs. Le critère
objectif concerne une liste de qualifications pénales
dans laquelle les infractions à l'article 77bis,
paragraphes 2 et 3, de la loi du 15 décembre 1980
sont reprises explicitement. Dans la mesure où les
disparitions sont qualifiées de délits relatifs à la
traite des êtres humains, la recherche et les
poursuites devraient pouvoir relever de la
compétence du parquet fédéral.
Indépendamment de la qualification, un délit peut
relever de la compétence du procureur fédéral sur
la base d'un critère subjectif, lié à la sécurité et à la
localisation géographique. Pour être complet,
j'ajouterai que cela ne se fait que s'il y a une plus-
value. A l'heure actuelle, trois dossiers qui
pourraient concerner des réseaux sont à
l'instruction.
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ik ben
blij dat de minister het ermee eens is dat er
onderzoek moet gebeuren naar seksuele
netwerken. Ik wijs erop dat we niet enkel de
minderjarigen moeten opsporen, maar ook de
prostitutiemilieus moeten uitkammen op zoek naar
dergelijke netwerken.
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Je me
réjouis que le ministre considère qu'il importe de
mener une enquête sur les réseaux sexuels. Je
signale que nous ne devons pas seulement
rechercher les mineurs mais qu'il faut aussi explorer
les milieux de la prostitution à la recherche de tels
réseaux.
02.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands)
Daarvoor hebben we een sluitende wetgeving nodig
over de niet-begeleide minderjarigen, die nu al te
gemakkelijke slachtoffers vormen.
02.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Pour cela, il faut une législation sur les
mineurs non accompagnés qui actuellement sont
trop souvent les victimes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Justitie over "de fiscale
substituten" (nr. 5214)
03 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de la Justice sur "les substituts fiscaux"
(n° 5214)
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Deze
regering wil de strijd tegen de fiscale en financiële
fraude intensifiëren. Tegelijk is er op verschillende
hoven van beroep een nijpend tekort aan fiscaal
substituten die zich dan vaak nog moeten
03.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ce
gouvernement souhaite intensifier la lutte contre la
fraude fiscale et financière. Or, plusieurs cours
d'appel manquent cruellement de substituts fiscaux.
En outre, ces derniers doivent souvent s'occuper de
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
bezigheden met heel andere dan fiscale dossiers.
Men wil ook fiscaal ambtenaren ter ondersteuning
toekennen aan de procureurs en arbeidsauditeurs,
maar ook die vacatures raken niet ingevuld.
Kan de minister het probleem in kaart brengen?
Hoe wil hij het oplossen? Zullen 16 fiscaal
substituten volstaan om de strijd tegen de fraude
doelgericht te voeren?
dossiers qui ne sont nullement de nature fiscale. Il
avait également été prévu d'adjoindre des
fonctionnaires fiscaux aux procureurs et auditeurs
du travail. Cependant, ces postes restent également
vacants.
Le ministre peut-il donner un aperçu général du
problème? Comment compte-t-il le résoudre? Seize
substituts fiscaux suffiront-ils pour mener
efficacement la lutte contre la fraude fiscale?
03.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Het aantal vacante plaatsen voor fiscale substituten
in de vijf ressorten van het hof van beroep bedraagt:
één in Antwerpen, één in Brussel, één in Gent, twee
in Luik en twee in Bergen. Dat maakt zeven in
totaal.
Het aantal vacante plaatsen voor ambtenaar van
Financiën bij de parketten bedraagt: drie in
Antwerpen, twee in Brussel, twee in Gent, nul in
Luik en twee in Bergen. Dat maakt negen in totaal.
Op het kader van 16 fiscale substituten zijn er
zeven vacante plaatsen die bij gebrek aan
kandidaten niet ingevuld kunnen worden. Het
wettelijk kader zal nauwelijks volstaan, maar de
werkelijke behoeften kunnen pas geëvalueerd
worden nadat alle vacante plaatsen zijn ingevuld. Ik
hoop dat artikel 357 van het Gerechtelijk Wetboek
zijn effecten zal hebben, maar het is te vroeg om
daar uitspraken over te doen.
03.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: Le nombre d'emplois vacants de substituts fiscaux
dans les cinq ressorts de la cour d'appel s'élève à :
un à Anvers, un à Bruxelles, un à Gand, deux à
Liège et deux à Mons. Cela fait sept au total.
Le nombre d'emplois vacants de fonctionnaires des
Finances auprès des parquets s'élève à : trois à
Anvers, deux à Bruxelles, deux à Gand, zéro à
Liège et deux à Mons. Cela fait neuf au total.
Sur les 16 emplois prévus au cadre des substituts
fiscaux, sept restent vacants, faute de candidats. Le
cadre légal suffira à peine mais les besoins réels ne
pourront être évalués qu'après que l'on aura
complété le cadre. J'espère que l'article 357 du
Code judiciaire produira ses effets mais il est trop
tôt pour se prononcer à ce sujet.
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De cijfers
spreken voor zich. Het is nog te vroeg om te
kunnen concluderen dat de wijziging van artikel 357
van het Gerechtelijk Wetboek een oplossing biedt.
De invulling van alle vacante plaatsen is in elk geval
onontbeerlijk om de fiscale fraude grondig te
kunnen aanpakken. We moeten nagaan hoe we dit
aanwervingprobleem kunnen aanpakken; ik denk
onder meer aan de problemen met de weddes.
03.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Les chiffres
parlent d'eux-mêmes. Il est encore trop tôt pour
pouvoir conclure que la modification de l'article 35
du Code judiciaire offre une solution.
Il est en tout cas indispensable de pourvoir à toutes
les vacances d'emploi pour pouvoir nous attaquer
sérieusement à la fraude fiscale. Il nous faut
réfléchir à la manière dont nous pouvons aborder
ce problème de recrutement; je songe notamment
au problème de la rémunération.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Justitie over "de kritiek van de
Waalse minister van Landbouw op de werking
van het Gentse gerecht" (nr. 5216)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de la Justice sur "les critiques du
ministre wallon de l'Agriculture à propos du
fonctionnement de la justice gantoise" (n° 5216)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Is de kritiek
die de Waalse minister van Landbouw José
Happart onlangs uitte omtrent het gerecht in Gent
en Kortrijk terecht? Is het juist dat de dioxine- en
BSE-onderzoeken veel te traag verlopen? Is het
juist dat deze rechtsinstanties niet willen
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La critique
à l'égard du fonctionnement de la justice à Gand et
à Courtrai à laquelle s'est livré le ministre wallon de
l'Agriculture, José Happart, est-elle justifiée ? Est-il
exact que les enquêtes au sujet de la dioxine et de
l'ESB progressent trop lentement ? Est-il exact que
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
samenwerken met andere instanties? Is het juist dat
er slechts twee speurders uitgetrokken zijn voor de
fraudedossiers rond de dioxine- en BSE-crisis? Zal
de minister maatregelen nemen om de
onderzoeken sneller te laten afwikkelen?
les instances judiciaires refusent de collaborer avec
d'autres instances ? Est-il exact que l'on n'a prévu
que deux inspecteurs pour enquêter au sujet des
dossiers de fraude dans le cadre de la crise de
dioxine et de l'ESB ? Le ministre prendra-t-il des
mesures pour activer les enquêtes ?
04.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Bij
het parket van Gent zijn er geen dossiers bekend
die gerelateerd kunnen worden aan de BSE-crisis.
In Kortrijk zijn er vijf strafdossiers. De afhandeling
ervan verloopt traag, omdat de aangewende
fraudemechanismen zeer complex zijn en omdat de
onderzoeksrechter talloze internationale rogatoire
opdrachten heeft uitgeschreven. Waarschijnlijk
zullen drie van de vijf dossiers tegen het einde van
het jaar meegedeeld worden voor eindvordering.
Het gerechtelijk onderzoek inzake de dioxinecrisis
in Gent is afgerond. In Kortrijk zal wellicht in drie
dossiers met telkens dezelfde verdachte vervolging
worden ingesteld.
De gerechtelijke instanties "zitten" dus helemaal niet
op hun dossiers. Het Gentse dossier is afgesloten.
In Kortrijk zijn er twee gespecialiseerde speurders.
De klemtoon ligt er trouwens op verrichtingen die in
het buitenland door lokale autoriteiten dienen te
worden verricht. Maatregelen nemen is nu niet
aangewezen. Het zou enkel ongewenste inmenging
in het werk van de gerechtelijke autoriteiten
betekenen.
04.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais):Le parquet de Gand n'est pas en
charge d'autres dossiers liés à la crise de la dioxine.
A Courtrai, on dénombre cinq dossiers pénaux dont
le traitement prend beaucoup de temps en raison
de la complexité des mécanismes de fraude et
parce que le juge d'instruction a ordonné plusieurs
missions rogatoires internationales. Trois de ces
dossiers devraient être transmis avant la fin de
l'année pour être finalisés.
L'enquête judiciaire concernant la crise de la
dioxine à Gand est clôturée. A Courtrai, des
poursuites seront sans doute ouvertes dans trois de
ces dossiers, avec chaque fois le même suspect.
Les instances judiciaires ne `couvent' donc pas leur
dossier. Le dossier gantois est clôturé. A Courtrai,
deux inspecteurs spécialisés ont été désignés.
L'accent est d'ailleurs mis sur certains actes devant
être accomplis à l'étranger par les autorités locales.
Pour l'heure, il n'est pas indiqué de prendre des
mesures. Il ne pourrait qu'en résulter une immixtion
non souhaitée dans les attributions des autorités
judiciaires.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Volgens u
zijn er geen maatregelen nodig. De uithaal van José
Happart lijkt dus totaal onterecht en alleen maar
bedoeld om Vlaanderen te diaboliseren.
Het incident is gesloten.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Vous
estimez donc qu'il n'y a pas lieu de prendre des
mesures. La critique de José Happart est
totalement injustifiée et ne sert en fait qu'à
diaboliser la Flandre.
L'incident est clos.
05 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
minister van Justitie over "de nakende
subsidiëring van de Islam" (nr. 890).
05 Interpellation de M. Filip De Man au ministre
de la Justice sur "l'imminence du
subventionnement de l'Islam" (n° 890).
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Op 19 juni
wees ik er hier al dat er 350.000 moslims zijn in ons
land en dat we hun imams en moskeeën financieel
zullen ondersteunen vanaf 2002. Dit is geen
grondwettelijke plicht en de overheid heeft hierin
een grote beoordelingsvrijheid.
Hoeveel bedienaars van de islam wil de Belgische
staat ondersteunen? Hoeveel zullen er volgend jaar
worden betaald? Zal België de moskeeën erkennen
of de individuele imams? Hoeveel imams mogen er
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Le 19 juin
dernier, j'ai rappelé que les musulmans sont
350.000 en Belgique et qu'à partir de 2002, nous
soutiendrons financièrement les imams et les
mosquées. Il ne s'agit pas d'une obligation
constitutionnelle et les pouvoirs publics disposent
d'une large marge d'appréciation dans ce domaine.
Combien d'officiers du culte islamique l'Etat belge
compte-t-il subventionner? Combien d'entre eux
seront-ils rémunérés dès l'an prochain? La
Belgique reconnaîtra-t-elle les mosquées ou les
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
zijn per moskee? Hoeveel moskeeën zullen worden
erkend?
Ik heb ook vragen over de reglementering inzake
benoemingen en benodigde diploma's. Staat
hierover al iets op papier? Zijn er afspraken met het
Executief van de moslims? Over welke
documenten moet een imam beschikken? Hoe zal
België deze papieren controleren? Moeten de
imams bewijzen een van de drie landstalen te
kennen? Zal de Staatsveiligheid de erkende imams
grondig doorlichten? De controle zou na een eerste
fase verdwijnen: wat houdt die eerste fase in?
Zullen fundamentalisten na die eerste fase toch niet
door de mazen van het net kunnen glippen?
De wet van 4 maart 1870 bepaalt dat het bestuur
van de islamitische eredienst wordt georganiseerd
op provinciaal niveau. Toch voert de minister aan
dat de provincies moeten opdraaien voor de
tekorten van alle erkende moskeeën. Dat kan leiden
tot een meeruitgave voor sommige provincies van
vele tientallen miljoenen franken. Waarop baseert
de minister zich? Bepaalt de wet niet dat er per
provincie maar één islamitisch bestuur kan bestaan,
waarvan de tekorten dan moeten worden bijgepast
door de provincie? Zal de minister nog dit jaar een
wijziging van de wet van 1870 voorstellen?
De minister meldde dat diverse overheden zullen
tussenkomen bij de bouw en het onderhoud van
moskeegebouwen. Zijn dat de gemeenten, de
provincies of de Gemeenschappen of Gewesten?
Of komt de federale staat zelf tussen? Waarop
baseert de minister zich in dit verband? Wie zal de
woning van de imam betalen?
imams individuels? Combien d'imams pourra
compter chaque mosquée? Combien de mosquées
seront reconnues?
J'ai aussi des questions au sujet des nominations et
des diplômes requis. Disposons-nous déjà de
textes à ce sujet? Des accords ont-ils été conclus
avec l'exécutif des musulmans? De quels
documents un imam devra-t-il disposer? Comment
la Belgique les contrôlera-t-elle? Les imams
devront-ils fournir la preuve de la connaissance
d'une des trois langues nationales? La Sûreté de
l'Etat soumettra-t-elle les imams reconnus à une
enquête approfondie? Le contrôle serait supprimé à
l'issue d'une première phase: qu'implique cette
première phase? Après cette première phase, les
intégristes ne passeront-ils plus au travers des
mailles du filet?
La loi du 4 mars 1870 prévoit l'organisation de
l'administration du culte islamique au niveau
provincial. Selon le ministre, les déficits de toutes
les mosquées reconnues seront à charge des
provinces, ce qui peut se traduire pour certaines
d'entre elles par des dépenses supplémentaires de
plusieurs dizaines de millions. Sur quels éléments le
ministre se fonde-t-il? La loi ne prévoit-elle pas
qu'il ne peut y avoir qu'une seule administration
islamique par province et que les déficits doivent
être comblés par la province? Le ministre
proposera-t-il cette année encore une modification
de la loi de 1870?
Le ministre a signalé que différents niveaux de
pouvoirs interviendront dans les coûts de
construction et d'entretien des mosquées. S'agit-il
des communes, des provinces, des Régions ou des
Communautés? L'Etat fédéral interviendra-t-il ? Sur
quels éléments le ministre se fonde-t-il à cet égard?
Qui paiera pour les habitations des imams?
Op een aantal vragen kreeg ik in juni geen
antwoord. Heeft het zin een wedde uit te keren als
ook Arabische landen dat al doen? Hoeveel
islamitische raadgevers zullen bezoldigd worden
voor gevangenissen en ziekenhuizen? Hoeveel
krijgt de moslimexecutieve voor haar werking? Blijft
de regering een godsdienst erkennen en
subsidiëren die sommige grondprincipes van onze
rechtsstaat niet aanvaardt?
Au mois de juin, vous n'avez pas répondu à un
certain nombre de mes questions. Le paiement d'un
traitement a-t-il un sens si les pays arabes en
versent déjà un ? Combien de conseillers
musulmans rémunérera-t-on pour les prisons et les
hôpitaux ? A combien s'élève la dotation octroyée à
l'exécutif des musulmans de Belgique aux fins de
financer ses frais de fonctionnement ? Le
gouvernement a-t-il l'intention de continuer à
reconnaître et subventionner une religion qui
n'accepte pas certains des principes fondamentaux
de notre Etat de droit ?
05.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Over drie jaar zullen 125 moskeeën worden erkend,
waarvan 75 in 2002. Ze moeten door het Executief
worden voorgedragen en er mogen zich geen
05.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Dans trois ans, 125 mosquées seront
reconnues; 75 le seront en 2002. Elles devront être
présentées par l'Exécutif et elle ne devront poser
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
problemen stellen inzake eventueel te grote
buitenlandse invloed.
Voor de kleine moskeeën met 250 tot 500 gelovigen
zal een imam worden betaald, voor de middelgrote
moskeeën met 500 tot 1500 gelovigen zullen er
twee imams worden betaald, voor de grote met
meer dan 1500 gelovigen drie. In een eerste fase
worden 55 moskeeën erkend, waarvan 8 in
Antwerpen, 14 in Brussel, 1 in Gent en 1 in
Vilvoorde.
De erkenning van een moskee houdt in dat er een
KB wordt opgemaakt waarin het grondgebied, het
kader en de verplichting een comité te installeren,
wordt vermeld. Er zal een screening gebeuren van
de imams die door het Executief worden
aangesteld.
Tijdens de overgangsfase zal de Executieve
moeten instaan voor de rekrutering van de imams.
De imam moet de taal van de regio waarin hij zal
functioneren, machtig zijn.
aucun problème supplémentaire en termes
d'influence excessive de l'étranger.
Pour les petites mosquées fréquentées par 250 à
500 fidèles, un imam sera rémunéré. Pour les
mosquées moyennes fréquentées par 500 à 1.500
fidèles, deux imams seront rémunérés. Pour les
grandes mosquées où le nombre de fidèles sera
supérieur à 1.500, trois imams seront rémunérés.
Dans un premier stade, 55 mosquées seront
reconnues, dont 8 à Anvers, 14 à Bruxelles, 1 à
Gand et 1 à Vilvorde.
La reconnaissance d'une mosquée implique la
rédaction d'un arrêté royal spécifiant le ressort, le
cadre et l'obligation d'installer un comité. Nous
soumettrons à un contrôle rapproché les imams
désignés par l'Exécutif.
Au cours de la phase transitoire, l'Exécutif devra
assurer le recrutement des imams qui devront
maîtriser la langue de la région où ils exerceront
leur ministère.
Er zijn geen specifieke documenten voor de
erkenning als imam. Het Executief zal de controle
op de echtheid van de documenten van de imams
moeten uitoefenen. Een screening zal zeker in het
begin plaatshebben. De imam heeft een religieuze
opdracht en zal zich moeten onthouden van politiek
geïnspireerde activiteiten. Indien de moskee
activiteiten ontplooit die strijdig zijn met de
Belgische rechtsregels, kan de erkenning bij KB
worden ingetrokken.
De wet van 4 maart 1870 dient niet te worden
gewijzigd aangezien die wet enkel het principe van
de organisatie op provinciaal vlak inhoudt, maar
geen beperking inzake de aantallen. De provinciale
organisatie blijft behouden. Het KB van 3 mei 1978
moet wel worden herschreven.
Artikel 19bis van de wet van 4 maart 1870 bepaalt
dat de bedragen van de gemeenten ten voordele
van de bedienaars en bestuurders van erediensten
ten laste komen van de provincies en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest wat de islamitische en
orthodoxe eredienst betreft. Het gaat over de
tekorten op de begrotingen en de
verbouwingskosten aan gebouwen. Dit zijn
verplichte uitgaven.
De provincie moet de imam een woning ter
beschikking stellen of een vergoeding om een
woning mee te huren. Voor de gemeenten gelden
alleen facultatieve uitgaven. Diverse bepalingen
stellen de tussenkomsten van de Gewesten vast,
Il n'y a pas de document spécifique pour la
reconnaissance en tant qu'imam. L'Exécutif devra
exercer le contrôle de la légitimité des documents
des imams. Il faudra certainement procéder à un
examen au début. L'imam a une fonction religieuse
et doit s'abstenir d'activités d'inspiration politique. Si
la mosquée organise des activités qui sont en
contradiction avec les règles de droit belges, la
reconnaissance peut être retirée par arrêté royal.
La loi du 4 mars 1870 ne doit pas être modifiée
étant donné qu'elle ne porte que sur le principe de
l'organisation au niveau provincial mais qu'elle ne
prévoit pas de limitation en matière de nombres.
L'organisation provinciale est maintenue. L'arrêté
royal du 3 mai 1978 doit, lui, être réécrit.
L'article 19 bis de la loi du 4 mars 1870 prévoit que
les montants des communes en faveur des
ministres et administrateurs des cultes sont à
charge des provinces et de la Région de Bruxelles
capitale en ce qui concerne les cultes islamique et
orthodoxe. Il s'agit des déficits budgétaires et des
frais d'aménagement des bâtiments. Ce sont des
dépenses obligatoires.
La province doit mettre un logement à la disposition
de l'imam ou lui attribuer une indemnité lui
permettant d'en louer un. Pour les communes, il n'y
a que des dépenses facultatives. Diverses
dispositions déterminent les interventions des
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
maar een opsomming hiervan leidt ons te ver. Een
imam die door de Belgische overheid betaald wordt,
kan geen wedde uit het buitenland meer krijgen.
Met het Executief van de moslims zal overlegd
worden hoe de controle daarop uitgeoefend kan
worden. Inzake de gevangenissen zijn op dit
ogenblik met alle erkende erediensten en met de
niet-confessionele levensbeschouwingen
onderhandelingen aan de gang.
Régions, mais les énumérer serait trop long. Un
imam payé par l'Etat belge ne peut recevoir aucune
rémunération de l'étranger. Les modalités du
contrôle de cette règle seront envisagées avec
l'Exécutif des Musulmans. Quant aux prisons, des
négociations sont en cours avec les représentants
de tous les cultes reconnus et des associations non
confessionnelles.
Ik kan geen cijfers geven inzake het aantal
vertegenwoordigers dat aan de islam zal worden
toegekend. De ziekenhuizen zijn niet mijn
bevoegdheid. De vergoedingskwestie maakt deel uit
van de onderhandelingen. De Executieve krijgt voor
de werking van haar secretariaat een toelage van
ongeveer 20 miljoen frank in 2002. Net zoals bij de
overige erediensten bezoldigt de Belgische staat
ook een aantal secretarissen die op het Executief
werken.
De islam werd 25 jaar geleden erkend. In het
verlengde van die erkenning wordt er nu een
correcte invulling gegeven aan artikel 181 §1 van de
Grondwet. Dit ter discussie stellen zou een verkeerd
signaal zijn voor de moslimgemeenschap in België.
Je ne puis vous dire de combien de représentants
la communauté islamique pourra bénéficier. Les
hôpitaux ne relèvent pas de ma compétence. La
question des subventions fait partie des
négociations. L'exécutif recevra en 2002 une
subvention d'environ vingt millions de francs pour
couvrir les frais de fonctionnement de son
secrétariat. Tout comme pour les autres cultes,
l'Etat belge paie également le traitement de
plusieurs secrétaires travaillant pour l'exécutif.
L'islam a été reconnu il y a 25 ans. Dans le
prolongement de cette reconnaissance, on donne à
présent un contenu concret à l'article 181, § 1 de la
Constitution. En remettant cela en question, nous
donnerions un mauvais signal à la communauté
islamique de Belgique.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): De minister
antwoordt niet op mijn vraag. In de moskeeën
gebeuren geldophalingen ten voordele van
terroristen. Dit heeft de minister zelf reeds
bevestigd. Er vonden ook al herdenkingen plaats
voor de "helden" van New York, er waren incidenten
op scholen en heel wat moslims in Nederland
juichten zelfs de acties in Amerika toe. Wij zullen
dus een motie indienen die erop aandringt om de
miljoenensubsidies aan moskeeën te verbieden.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Le ministre
n'a pas répondu à ma question. Des collectes
d'argent en faveur des terroristes ont lieu dans
l'enceinte des mosquées. Le ministre l'a déjà
confirmé personnellement. Par ailleurs, des
commémorations ont déjà eu lieu en l'honneur des
'héros de New York', il y a eu des incidents dans
des écoles et aux Pays-Bas de nombreux
musulmans ont même acclamé les attentats
perpétrés aux Etats-Unis. Nous déposerons dès
lors une motion demandant l'interdiction du
versement de millions de francs de subsides aux
mosquées.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Filip De Man en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Filip De Man
en het antwoord van de minister van Justitie,
stelt vast dat de moskeeën niet zelden dienen als
financierings- en recruteringsbasis voor
fundamentalistische en/of terroristische organisaties
en verzoekt de regering derhalve geen
miljoenensubsidies toe te kennen aan de
moskeeën."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Filip De Man et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Filip De Man
et la réponse du ministre de la Justice,
constate qu'il n'est pas rare que les mosquées
servent de base de financement et de recrutement
à des organisations intégristes et/ou terroristes et
demande dès lors au gouvernement de ne pas
octroyer des millions de francs de subsides aux
mosquées."
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Guy Hove en Servais Verherstraeten en de
dames Magda De Meyer, Jacqueline Herzet en
Fientje Moerman.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Guy Hove et Servais Verherstraeten et Mmes
Magda De Meyer, Jacqueline Herzet et Fientje
Moerman.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van Justitie
over "de aankondiging van de overplaatsing van
het Arbeidshof, afdeling West-Vlaanderen"
(nr. 5301)
- de heer Koen Bultinck aan de minister van
Justitie over "de afschaffing van de
arbeidsrechtbank en de politierechtbank in
Oostende" (nr. 5303)
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Justitie over "de rechtbank van koophandel -
zetel te Sint-Niklaas" (nr. 5243)
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van de
politierechtbank van Oostende" (nr. 5248)
- de heer Yves Leterme aan de minister van
Justitie over "de onmiddellijke afschaffing van de
arbeidsrechtbank te Oostende en de sluiting van
het arbeidshof te Brugge" (nr. 5249)
- mevrouw Maggie De Block aan de minister van
Justitie over "de sluiting van een aantal
rechtbanken" (nr. 5254)
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Justitie over "de herstructurering van de
gerechtelijke kantons" (nr. 5305)
- de heer Guy Hove aan de minister van Justitie
over "de sluiting van een afdeling van de
arbeidsrechtbank te Oudenaarde" (nr. 5330)
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opheffing van de afdeling
Brugge van het Arbeidshof van Gent uiterlijk op
1 januari 2003,
de
afschaffing
van
de
Arbeidsrechtbank van Brugge, afdeling Oostende
met onmiddelijke ingang en de Politierechtbank
Brugge, afdeling Oostende" (nr. 5340)
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de redenen die hem ertoe brachten
niet over te gaan tot de oprichting van een
afdeling Roeselare van de Politierechtbank te
Kortrijk" (nr. 5341)
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Justitie over "de toekomst van de rechtbank van
Koophandel in Sint-Niklaas" (nr. 5344)
06 Questions jointes de
- M. Luc Goutry au ministre de la Justice sur
"l'annonce du transfert de la section Flandre
occidentale de la Cour du travail" (n° 5301)
- M. Koen Bultinck au ministre de la Justice sur
"la suppression du tribunal du travail et du
tribunal de police d'Ostende" (n° 5303)
- Mme Greta D'Hondt au ministre de la Justice sur
"le tribunal de commerce siège de Saint-
Nicolas" (n° 5243)
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur
"la suppression immédiate du tribunal de police
d'Ostende" (n° 5248)
- M. Yves Leterme au ministre de la Justice sur
"la suppression immédiate du tribunal du travail
d'Ostende et la fermeture de la cour du travail de
Bruges" (n° 5249)
- Mme Maggie De Block au ministre de la Justice
sur "la fermeture d'un certain nombre de
tribunaux" (n° 5254)
- M. Richard Fournaux au ministre de la Justice
sur "la restructuration des cantons judiciaires"
(n° 5305)
- M. Guy Hove au ministre de la Justice sur "la
fermeture d'une section du tribunal du travail à
Audenaarde" (n° 5330)
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"la fermeture de la section brugeoise de la Cour
du travail de Gand au plus tard le 1er janvier
2003, la suppression de la section ostendaise du
Tribunal du travail de Bruges avec effet immédiat
et du tribunal de police de Bruges, section
Ostende" (n° 5340)
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"les raisons qui le menèrent à renoncer à la
création d'une section du Tribunal de police de
Courtrai à Roulers" (n° 5341)
- Mme Magda De Meyer au ministre de la Justice
sur "l'avenir du Tribunal de commerce à Saint-
Nicolas" (n° 5344)
06.01 Luc Goutry (CD&V): In een koninklijk besluit
wordt de afschaffing van de arbeidsrechtbank van
Brugge, afdeling Oostende, aangekondigd. De
West-Vlaamse afdeling van het arbeidshof zou
vanaf 1 januari 2003 definitief worden overgeheveld
06.01 Luc Goutry (CD&V): Un arrêté royal prévoit
la suppression de la section d'Ostende du Tribunal
du travail de Bruges. La section de Flandre
occidentale de la Cour du travail serait
définitivement transférée à Gand au 1
er
janvier
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
naar Gent. Dit staat haaks op onze vroegere vraag
om een volwaardig West-Vlaams hof van beroep te
installeren, alsook een West-Vlaams arbeidshof.
Kan de minister deze maatregel bevestigen, en, zo
ja, ook verklaren? Hoe zullen de rechtszoekenden
worden opgevangen? Kan deze beslissing nog
worden herzien?
2003. Ces mesures vont totalement à l'encontre de
la demande que nous avions formulée visant à
doter la Flandre occidentale d'une véritable cour
d'appel et d'un tribunal du travail.
Le ministre peut-il confirmer cette mesure ? Dans
l'affirmative, pourrait-il nous fournir des
explications? Quel sort sera réservé aux
justiciables? Cette décision pourrait-elle encore être
revue ?
06.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): In het
koninklijk besluit van 10 augustus 2001 is sprake
van de afschaffing van de arbeids- en
politierechtbank in Oostende. Het Brugs arbeidshof
zou verdwijnen tegen 1 januari 2003. Zijn er
objectieve gronden voor deze beslissingen?
De minister van Begroting adviseerde positief
omtrent dit KB. De betrokkenen heeft hij hierover
niet ingelicht, dat zou zijn populariteit natuurlijk niet
gediend hebben. Wat zijn de politieke motieven
voor deze beslissing?
06.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): L'arrêté
royal du 10 août 2001 prévoit la suppression du
Tribunal du travail et du Tribunal de police
d'Ostende. La Cour du travail brugeoise disparaîtrait
d'ici au 1er janvier 2003. Ces décisions sont-elles
objectivement fondées ?
Le ministre du Budget a rendu un avis positif
concernant cet arrêté royal. Il n'en a pas informé les
intéressés car cela nuirait évidemment à sa
popularité. Quels motifs politiques justifient cette
décision ?
06.03 Greta D'Hondt (CD&V): Door het koninklijk
besluit van 10 augustus 2001 zou de rechtbank van
koophandel in Sint-Niklaas ophouden te bestaan in,
ten laatste, 2003. Omwille van het grote
economische belang van het Waasland en de
aanwezigheid van de zware industrie op
Linkeroever beschouwen de actoren van het
economisch en handelsleven deze beslissing als
een kaakslag voor de regio.
Bevestigt de minister deze beslissing? Wanneer en
hoe werd hierover overlegd met de betrokkenen?
Welke objectieve elementen liggen aan de basis
van deze beslissing? Hoe zal worden voorkomen
dat de ondernemingen en handelaars zich zullen
moeten verplaatsen naar Dendermonde, zeker
omdat de verbindingen Sint-Niklaas-Dendermonde
zeer slecht zijn?
06.03 Greta D'Hondt (CD&V): L'arrêté royal du 10
août 2001 prévoit la suppression du Tribunal de
commerce de Saint-Nicolas, d'ici au 1er janvier
2003 au plus tard. En raison du grand poids
économique du pays de Waas et de la présence de
l'industrie lourde sur la rive gauche, les acteurs
économiques considèrent cette décision comme un
camouflet pour cette région.
Le ministre confirme-t-il cette décision ? Quand et
comment la concertation a-t-elle été organisée à ce
sujet avec les intéressés ? Sur quels éléments
objectifs cette décision se fonde-t-elle ? Comment
évitera-t-on que des entreprises et des
commerçants doivent se déplacer jusqu'à
Termonde si, l'on sait que les liaisons entre Saint-
Nicolas et Termonde sont mauvaises ?
06.04 Yves Leterme (CD&V): De politierechtbank
van Oostende, die per week zo'n tachtig typische
kustdossiers behandelde, werd dus opgedoekt.
Mensen moeten zich voortaan naar Brugge
verplaatsen om gehoord te worden.
Hoe wordt die beslissing gemotiveerd? Houdt men
dan geen rekening met de talloze
verkeersovertredingen aan de kust? Is het zo dat
men de justitie dichter bij de burger brengt?
Binnenkort worden ook de Brugse
arbeidsrechtbank, afdeling Oostende, en het
arbeidshof, afdeling Brugge gesloten. Daarmee
verliezen de economische sectoren uit de streek,
06.04 Yves Leterme (CD&V): Le tribunal de police
d'Ostende qui est saisi, chaque semaine, de
quelque quatre-vingts dossiers typiques pour la côte
est donc supprimé. Les gens doivent désormais se
rendre à Bruges pour y être entendus.
Qu'est-ce qui motive cette décision ? Ne tient-on
donc pas compte des innombrables infractions au
code de la route commises à la côte ? Est-ce ainsi
que l'on rapproche le citoyen de la justice ?
Bientôt, on supprimera également le tribunal du
travail de Bruges, section Ostende, et la cour du
travail, section Bruges. Les secteurs économiques
locaux, horeca et pêche, perdront ainsi leur tribunal.
Les plaignants doivent parcourir des distances de
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
horeca en visserij, hun rechtbank. De afstand voor
de rechtzoekende wordt daarmee groter, de
drempel hoger. Sociaal verzekerden moeten nu hun
recht halen in Gent. Dit zijn asociale maatregelen
die niet te verantwoorden zijn. Waarom ontsnapt
Wallonië aan zulke herstructureringen? Charleroi
krijgt zelfs een bijkomende arbeidsrechtbank.
Waarom wordt precies West-Vlaanderen zo zwaar
aangepakt? Als enige provincie zal het zelfs over
geen arbeidshof meer beschikken.
plus en plus longues, le seuil s'élève. Les assurés
sociaux doivent à présent se faire entendre à Gand.
Il s'agit là de mesures antisociales injustifiables.
Pourquoi la Wallonie échappe-t-elle à de telles
restructurations? Charleroi est même dotée d'un
tribunal du travail supplémentaire. Pourquoi la
Flandre occidentale est-elle traitée ainsi? Elle sera
même la seule province à ne plus disposer d'une
cour du travail.
06.05 Maggie De Block (VLD): Op 1 september
jongstleden werden de deuren van de
politierechtbank van Asse ten gevolge van een
koninklijk besluit gesloten. Op het terrein rijzen er
nu moeilijkheden omdat de betrokkenen te laat
worden verwittigd en zodoende geen tijd hebben
voor de verhuizing van het materieel. De sluiting
heeft ook gevolgen voor andere politiezones en
verhoogt de drempel om toegang te krijgen tot het
gerecht. Ook op andere plaatsen in het land is er
sprake van gelijkaardige sluitingen.
Door de sluiting in Asse ontstaan problemen in de
politiezone TARL: Ternat en Affligem moeten zich
wenden tot Vilvoorde, terwijl Roosdaal en
Liedekerke zich tot Halle moeten wenden. Hoe
wordt dit probleem opgelost?
Is het juist dat er geen overleg is geweest met de
ruime kring van betrokkenen? Waarom niet? Wat is
precies de bedoeling van de verschillende concrete
sluitingen?
Waarom is het K.B. zo laat bekend gemaakt? Door
het gebrek aan overgangsbepalingen zijn er
praktische problemen in verband met de verhuizing
en de aanpassing van het informaticasysteem. Hoe
zullen die opgelost worden?
06.05 Maggie De Block (VLD): Le 1er septembre
dernier, à la suite d'un arrêté royal, le tribunal de
police d'Asse a fermé ses portes. Sur le terrain, des
problèmes se posent car les intéressés ont été
avertis trop tard et n'ont pas pu transférer leur
matériel. La fermeture a aussi des conséquences
pour les autres zones de police et ne fait que rendre
plus difficile l'accès à la justice. Il est aussi question
de fermetures ailleurs dans le pays.
La fermeture d'Asse a suscité des problèmes dans
la zone de police TARL: Ternat et Affligem doivent
s'adresser à Vilvorde tandis que Roosdaal et
Liederkerke doivent s'adresser à Hal. Comment ce
problème est-il résolu ?
Est-il exact qu'il n'y a pas eu de concertation à
grande échelle avec les intéressés ? Pourquoi?
Quel est exactement l'objectif des diverses
fermetures ?
Pourquoi l'arrêté royal a-t-il été publié si
tardivement
? En l'absence de dispositions
transitoires, le déménagement et l'adaptation des
systèmes informatiques génère des difficultés.
Comment seront-elles résolues ?
06.06 Richard Fournaux (PSC): In het kader van
de herstructurering van de gerechtelijke kantons
werden de kantons Dinant en Gedine gefuseerd en
beschikken zij nog maar over een enkele
vrederechter, die dan ook overbelast is.
Is het realistisch om kantons te fuseren zonder
zich om de algemene organisatie van het gerecht
in die kantons te bekommeren? Is het door
dergelijke hergroeperingen tot stand te brengen
dat men het gerecht dichter bij de burger wil
brengen?
Bovendien moeten personeelsleden van
standplaats veranderen zonder dat zij daarvan
tijdig genoeg in kennis worden gesteld. Is een
dergelijk personeelsbeleid bevorderlijk voor de
motivatie en de efficiëntie van het personeel en de
vrederechter?
06.06 Richard Fournaux (PSC): Dans le cadre de
la restructuration des cantons judiciaires, les
cantons de Dinant et de Gedinne, par exemple, ont
été fusionnés et ne disposent plus que d'un seul
juge de paix. Il s'ensuit un surcroît de travail pour ce
dernier.
Est-il réaliste de fusionner des cantons sans
s'inquiéter de l'organisation générale de la justice
dans ces cantons? Est-ce en opérant de tels
regroupements que l'on mettra en oeuvre une
justice de proximité ?
De plus, on assiste à des déplacements de
personnel sans préavis suffisant. Une gestion des
ressources humaines de cette nature peut-elle
conforter la motivation et l'efficacité du personnel et
des juges de paix?
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
06.07 Guy Hove (VLD): In artikel 5 van het
koninklijk besluit van 10 augustus 2001 kunnen we
lezen dat de afdeling Zottegem van de
arbeidsrechtbank te Oudenaarde zal worden
afgeschaft. Dit is gebeurd zonder voorafgaand
overleg en de betrokkenen werden laat op de
hoogte gesteld. We verwachten daarbij dat deze
maatregel minder mobieler en sociaal zwakkeren
zal benadelen.
Is het juist dat deze beslissing werd genomen
zonder overleg? Gaat deze beslissing niet in tegen
de initiatieven die de toegankelijkheid van ons
justitieel apparaat wensen te verbeteren?
06.07 Guy Hove (VLD): En son article 5, l'arrêté
royal du 10 août 2001 prévoit la suppression de la
section de Zottegem du tribunal du travail
d'Audenarde. Cette décision a été prise sans
concertation préalable, et les parties concernées en
ont été averties tardivement. Il est à craindre que
cette mesure pénalise surtout les personnes à
mobilité réduite et les catégories sociales les plus
faibles.
Est-il exact que cette mesure a été prise sans
concertation ? Cette décision ne va-t-elle pas à
l'encontre de toutes les initiatives visant à rendre
plus accessible notre appareil judiciaire ?
06.08 Geert Bourgeois (VU&ID): De maatregelen
uit het KB van 10 augustus 2001 leiden tot
consternatie. Zo ook in Oostende waar de
politierechtbank en de arbeidsrechtbank verdwijnen.
Ook de Brugse afdeling van het Arbeidshof van
Gent wordt in 2003 opgeheven. Is dit een goede
vorm van rechtsbedeling? Hoe verantwoordt men
die beslissing?
Vooral West-Vlaanderen wordt zwaar getroffen.
Zelfs meerderheidspartijen stellen hier kritische
vragen bij. De minister kreeg reeds eerder het
advies om de rechtbank in Brugge te behouden.
Ook de Oostendse politierechtbank bedient 700
mensen per jaar.
In 1999 werden in de gerechtelijke kantons de
rechters naar de burger gebracht en niet
omgekeerd. Waarom doet men nu het
tegenovergestelde?
06.08 Geert Bourgeois (VU&ID): Les mesures
consacrées par l'arrêté royal du 10 août 2001 jettent
la consternation. C'est le cas à Ostende, où le
tribunal de police et le tribunal du travail sont
condamnés. A Gand, c'est la section de Bruges de
la cour d'appel qui sera supprimée en 2003. Est-ce
ainsi que l'on conçoit une bonne administration de
la justice ? Comment cette décision se justifie-t-
elle?
La Flandre occidentale est touchée de plein fouet.
Des critiques s'élèvent jusqu'au sein des partis de la
majorité. Il a déjà été suggéré au ministre de
conserver le tribunal à Bruges. Le tribunal de police
à Ostende traite 700 dossiers par an.
En 1999, ce sont les juges qui se sont rapprochés
du citoyen dans les cantons judiciaires, et non
l'inverse. Comment alors expliquer la tendance
inverse observée aujourd'hui ?
De minister besliste onlangs om in Roeselare geen
afdeling van de Kortrijkse politierechtbank op te
richten, en dat niettegenstaande de overduidelijke
wenselijkheid van zo'n afdeling. Waarom werd die
beslissing genomen?
Het argument van de bereikbaarheid geldt hier
minder, maar is evenmin onbelangrijk. Het feit dat
er binnen één arrondissement verschillende
gespecialiseerde kantoren zijn, biedt meer
zekerheid en comfort aan de rechtzoekende.
Le ministre a récemment décidé de ne pas
procéder à la création, à Roulers, d'une section du
tribunal de police de Courtrai, en dépit de
l'opportunité manifeste de cette dernière initiative.
Pourquoi cette décision a-t-elle été prise?
Si l'argument de l'accessibilité est moins pertinent
en l'occurrence, il n'en est pas moins également
important. L'existence, au sein d'un seul
arrondissement, de plusieurs instances spécialisées
accroît la sécurité et le confort des justiciables.
06.09 Magda De Meyer (SP): De rechtbank van
koophandel in Sint-Niklaas zou worden opgedoekt
en in 2003 worden overgebracht naar
Dendermonde. Alle schepencolleges in het
Waasland kanten zich in een brief tegen deze
beslissing. Er zijn ook economische argumenten
tegen deze beslissing. Zo is de economische
activiteit op Linkeroever gericht op het Antwerpse,
06.09 Magda De Meyer (SP): Le tribunal de
commerce de Saint-Nicolas sera supprimé en 2003
et transféré à Termonde. L'ensemble des collèges
échevinaux du pays de Waas s'est opposé, par la
voie épistolaire, à cette décision contre laquelle
plaident également des arguments économiques.
Ainsi, l'activité économique sur la rive gauche est
dépendante d'Anvers et non d'une région éloignée
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
maar zeker niet op een verafgelegen rechtsgebied
aan de overkant van de Schelde. Het
inwonersaantal in Sint-Niklaas is groter, het aantal
bedrijven is er groter, de inname in hectare door
de industrie is er groter. Dit verschil met
Dendermonde zal in de toekomst nog toenemen
omdat de aanleg van extra bedrijfsterreinen wordt
gepland. Ook bevindt zich het stedelijke E17-
netwerk voornamelijk in Sint-Niklaas en zal de
verdere uitbouw van de Waaslandhaven het
verschil met Dendermonde nog groter maken.
Welke argumenten pleiten voor het opdoeken van
de handelsrechtbank in Sint-Niklaas? Waarom
wegen de economische argumenten niet door? Wie
werd bij deze beslissing geraadpleegd? Kan er niet
minstens een afdeling in Sint-Niklaas behouden
worden?
située de l'autre côté de l'Escaut. Par ailleurs, Saint-
Nicolas compte un nombre plus élevé d'habitants et
la présence industrielle, exprimée en hectares, y est
plus importante. A l'avenir, les différences entre
Saint-Nicolas et Termonde ne pourront que se
renforcer, en raison des projets d'aménagement de
terrains industriels complémentaires. De plus, le
réseau urbain E17 se situe essentiellement à Saint-
Nicolas et l'expansion du port du pays de Waas
accentuera encore l'écart avec Termonde.
Quels arguments plaident en faveur de la
suppression du tribunal de commerce de Saint-
Nicolas? Pourquoi les arguments économiques ne
l'emportent-ils pas? Qui a été consulté au sujet de
cette décision? Ne pourrait-on conserver une
section au moins à Saint-Nicolas?
06.10 Minister Marc Verwilghen : (Nederlands) Bij
KB van 10 augustus 2001 werd voorzien in de
afschaffing van een aantal afdelingen van hoven en
rechtbanken, dat op verzoek van de procureurs-
generaal.
Het advies van de gerechtelijke overheden werd in
december 1999 ingewonnen. Volgens hen is de
activiteit van de afdelingen veelal minder belangrijk
dan die van de hoofdzetel van de rechtbank. De
afstand tussen beide is nooit zeer groot. De
personeelsleden in de afdelingen ontsnappen aan
het toezicht van de hoofdgriffier. Voor de
magistraten van het Openbaar Ministerie en voor de
griffiers is het behoud van de afdelingen tijdrovend.
Het veroorzaakt ten slotte ook onverantwoorde
werkingskosten.
Het is mijn taak te waken over de efficiënte
organisatie van hoven en rechtbanken. De afstand
is in Vlaanderen in vele gevallen verwaarloosbaar.
De justitie verwerft haar nabijheid door de optimale
dienstverlening.
De voorzitter van de arbeidsrechtbank te Brugge en
de arbeidsauditeur adviseren de opheffing van de
afdeling van de arbeidsrechtbank te Oostende. Hun
advies is grondig gemotiveerd.
06.10 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): A la demande des procureurs
généraux, il a été décidé par arrêté royal du 10 août
2001 de supprimer certaines sections des cours et
tribunaux.
L'avis des autorités judiciaires a été recueilli en
décembre 1999. Elles jugent en général l'activité
des sections moins importantes que celle du siège
principal. La distance entre les deux n'est jamais
très grande. Les membres du personnel des
sections échappent au contrôle du greffier en chef.
Les sections requièrent des magistrats du ministère
public et des greffiers un investissement substantiel
en temps et génèrent des coûts de fonctionnement
injustifiables.
Il est de mon devoir de veiller à l'efficacité de
l'organisation des cours et tribunaux. En Flandre, la
distance est souvent dérisoire. C'est en
garantissant une prestation de service optimale que
la justice pourra s'assurer de sa proximité.
Le président du tribunal du travail de Bruges et
l'auditeur du travail préconisent la suppression de la
section du tribunal du travail à Ostende. Leur avis
est amplement motivé.
Gelijkaardige unanieme adviezen werden verstrekt
voor de afdeling te Aalst en Sint-Niklaas van de
rechtbank van koophandel van Dendermonde. Ook
de afschaffing van de afdeling te Zottegem van de
arbeidsrechtbank van Oudenaarde kwam er op
uitdrukkelijk verzoek van de gerechtelijke
overheden en vanuit overwegingen van goed
management. Hetzelfde scenario geldt voor de
afdeling te Oostende van de politierechtbank van
Des avis unanimes de portée similaire ont été
rendus pour la section d'Alost et de Saint-Nicolas du
tribunal de commerce de Termonde. La section de
Zottegem du tribunal du travail d'Audenarde a été
supprimée à la demande expresse des autorités
judiciaires et inspirée par des considérations de
bonne gestion. Le même scénario vaut pour la
section d'Ostende du tribunal de police de Bruges.
En ce qui concerne la création de la section de
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Brugge. Betreffende de oprichting van de afdeling te
Roeselare van de politierechtbank van Kortrijk
brachten de gerechtelijke overheden een
uitdrukkelijk negatief advies uit. De afdeling te Asse
van de politierechtbank van Vilvoorde en te Brugge
van het arbeidshof van Gent ondergingen hetzelfde
lot.
Aan het KB van 10 augustus 2001 ging een lange
overlegperiode vooraf. Afhankelijk van de mate
waarin logistieke en materiële aanpassingswerken
noodzakelijk zijn, wordt de afschaffing van de
afdelingen al dan niet uitgesteld.
Voor andere afdelingen kan de afschaffing worden
doorgevoerd vanaf 1 september 2001. De Centrale
Dienst gebouwen en materieel verleent hierbij de
nodige bijstand.
Roulers du tribunal de police de Courtrai, les
autorités judiciaires ont émis un avis clairement
défavorable. La section d'Asse du tribunal de police
de Vilvorde et la section de Bruges de la cour du
travail de Gand ont subi le même sort.
Une longue période de concertation a précédé
l'élaboration de l'arrêté royal du 10 août 2001. La
suppression des sections est ajournée ou non en
fonction de la mesure dans laquelle des
aménagements logistiques et matériels sont
nécessaires.
Les autres sections pourront être supprimées à
partir du 1
er
septembre 2001. L'office central des
bâtiments et du matériel fournira l'assistance
nécessaire à cet égard.
Wat de specifieke situatie in Asse betreft, heeft de
hoofdgriffier van de politierechtbank van Vilvoorde
verzocht om offertes voor de verhuizing mee te
delen. Tot dusver bleef dit verzoek zonder resultaat.
Dat men zich in de IPZ Ternat-Affligem-Roosdaal-
Liedekerke moet wenden tot twee
politierechtbanken is een gevolg van de wet van 25
maart 1999 en niet van het KB van 10 augustus
2001. De wet sluit uit dat gemeenten zouden
behoren tot de afdeling van een andere
politierechtbank dan deze waar zij als kanton toe
behoren. Tevens mogen de IPZ's nooit de grens
van een gerechtelijk arrondissement overschrijden.
De overschrijding van de territoriale bevoegdheid
van een politierechtbank binnen een gerechtelijk
arrondissement is niet problematisch.
De herorganisatie brengt geen juridische gevolgen
met zich mee voor de hangende zaken. Er is ook
geen effect op het aantal personeelsleden, meer
zelfs, de dienstverlening van Justitie aan de burger
zal worden verbeterd. De datum van de publicatie
werd verlaat ten gevolge van een uitblijvende
toestemming van Begroting.
En ce qui concerne la situation spécifique à Asse, le
greffier en chef du tribunal de police de Vilvorde a
demandé qu'on communique les offres pour le
déménagement. Jusqu'à présent, cette demande
est restée lettre morte.
L'obligation de s'adresser à deux tribunaux de
police dans la ZIP de Ternat-Affligem-Roosdaal-
Liedekerke découle de la loi du 25 mars 1999 et
non de l'arrêté royal du 10 août 2001. La loi exclut
que les communes puissent appartenir à la section
d'un autre tribunal de police que celle à laquelle
elles appartiennent en tant que canton. De plus, les
ZIP ne peuvent jamais dépasser la limite d'un
arrondissement judiciaire. Le dépassement de la
compétence territoriale d'un tribunal de police à
l'intérieur d'un arrondissement judiciaire ne
constitue pas un problème.
La réorganisation n'a pas de répercussions
juridiques sur les affaires pendantes. Elle n'en a pas
davantage sur l'effectif du personnel et même, la
qualité des services offerts par la justice au citoyen
va être améliorée. La date de publication a été
abandonnée en l'absence d'un accord sur le
budget.
(Frans) Wat het personeelsbestand betreft, werden
de kaarten in diverse kantons sinds 1 september
jongstleden grondig door elkaar geschud.
Artikel 14 van de wet van 25 maart 1999 stelt het
aantal griffiers vast en de manier waarop zij over de
kantons worden verdeeld. In het kader van de
hernieuwingen van de benoemingen en/of de
herplaatsingen, hebben de griffiers en adjunct-
griffiers de kans gehad hun voorkeur bekend te
maken. Het nominatief organogram waarin alle
herplaatsingen zijn vermeld, werd in mei 2000 en
(En français) Sur le plan de l'effectif du personnel,
on a assisté, depuis le 1er septembre dernier, à une
importante redistribution des cartes dans différents
cantons.
En ce qui concerne les greffiers, l'article 14 de la loi
du 25 mars 1999 fixe leur nombre et leur répartition.
Dans le cadre des renouvellements de nomination
et/ou des réaffectations, les greffiers et greffiers
adjoints ont eu l'occasion de faire connaître leur
préférence. L'organigramme nominatif indiquant
toutes les réaffectations des greffiers a été
communiqué à tous les greffiers en chef des
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
mei 2001 aan alle hoofdgriffiers van de
vredegerechten meegedeeld.
justices de paix en mai 2000 et en mai 2001.
Waar nodig konden aanpassingen worden
aangebracht.
Er werd nog geen nieuwe formatie vastgesteld voor
het administratieve personeel, dat herplaatst werd
op grond van een aantal met elkaar in
overeenstemming te brengen krachtlijnen:
continuïteit van de dienstverlening, budgettaire
neutraliteit, gelijke behandeling van alle kantons,
aandacht voor individuele belangen.
Vóór de uiteindelijke beslissingen zouden worden
uitgevoerd, werd de hoofdgriffiers een organogram
met naamvermeldingen overgelegd.
Conclusie: er werd ruim op tijd met de voorbereiding
van deze maatregel begonnen, en ten aanzien van
het personeel werd de grootste transparantie
betracht. Wel werden de beslissingen allemaal
uitgevoerd en officieel bekendgemaakt in de
maanden juni, juli en augustus.
Des adaptations ont pu être apportées là où cela
s'avérait nécessaire.
Aucun nouveau cadre n'a encore été fixé pour le
personnel administratif, qui a été réaffecté sur la
base de lignes de forces qu'il a fallu concilier :
continuité du service, neutralité budgétaire,
traitement égal de tous les cantons, attention aux
intérêts individuels.
Un organigramme nominatif a été communiqué aux
greffiers en chef avant la mise en oeuvre des
options prises.
En conclusion, les préparatifs ont été entamés
largement à temps et dans la plus grande
transparence à l'égard du personnel. L'exécution et
la notification des décisions ont toutefois été
concentrées en juin, juillet, août.
Er diende bovendien rekening te worden gehouden
met het normale personeelsverloop.
1 september 2001 is een beginpunt: de impact van
de uit de nieuwe wet voortvloeiende wijzingen moet
zich nog doen gevoelen.
Het voormalige kanton Dinant, dat nu gefusioneerd
is met de kantons van Beauraing en Gedinne, had
al meer personeel dan wat de norm voorschrijft. Na
de fusie heeft het nieuwe kanton 6,5
personeelsleden in dienst, terwijl de wet maar in vijf
medewerkers voorziet, en telt het 4 griffiers in plaats
3.
Rekening houdend met de argumenten van de
rechter werd afgezien van het voornemen om een
vrouwelijke bediende zoals gepland in augustus te
herplaatsen.
Il a fallu en plus tenir compte des mouvements
normaux du personnel.
La date du 11 septembre 2001 constitue un point de
départ: l'impact des modifications dues à la nouvelle
loi doit encore se faire sentir.
En ce qui concerne l'ancien canton de Dinant,
fusionné avec les cantons de Beauraing et de
Gedinne, l'effectif était déjà supérieur à la norme.
Après fusion, le nouveau canton compte 6,5
membres du personnel au lieu de 5 prévus par la loi
et 4 greffiers au lieu de 3.
Après prise en compte des arguments du juge, il a
été renoncé au déplacement d'une employée,
envisagé au mois d'août.
06.11 Greta D'Hondt (CD&V): De herorganisatie is
blijkbaar onomkeerbaar. Dat is alleszins toch niet
wat men er bijvoorbeeld in de regio Dendermonde-
Sint-Niklaas over denkt. Daar gaat men nog altijd uit
van het voorlopig karakter van de verhuizing.
Vanaf 2003 zal de handelsrechtbank van Sint-
Niklaas dus helemaal verdwijnen. De streek moet
dit nu dus als een zekerheid beschouwen.
06.11 Greta D'Hondt (CD&V): La réorganisation
semble irréversible mais ce n'est pas du tout ce
qu'on en pense par exemple dans la région de
Termonde-Saint Nicolas, où on retient toujours le
caractère provisoire du transfert.
A partir de 2003, le tribunal de commerce de Saint-
Nicolas disparaîtra définitivement. Il faudra bien se
faire à cette idée dans la région.
06.12 Luc Goutry (CD&V): De aanwezigheid van
het arbeidshof in de lijst verwonderde me al.
Gelukkig ging het om een kwakkel. Ik ben
voorstander van een afdeling van het hof van
06.12 Luc Goutry (CD&V): Je me suis étonné de
la présence de la cour du travail dans la liste.
Heureusement, il ne s'agissait que d'un bobard. Je
suis partisan de la présence à Bruges d'une section
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
beroep te Brugge, zodat men daar over een
volledige rechtsbedeling zou beschikken.
de la cour d'appel, afin que tous les échelons de la
justice y soient représentés.
06.13 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Ik dank de
minister voor het goede nieuws in verband met het
arbeidshof van Brugge. Ik neem akte van de
positieve adviezen van de korpsoversten, maar als
politici zijn wij niet gelukkig met de afschaffing van
goed werkende afdelingen. Minister Vande Lanotte
brengt blijkbaar niet graag slecht nieuws voor
Oostende.
06.13 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Je
remercie le ministre pour les nouvelles
encourageantes qu'il nous a fournies à propos de la
cour du travail de Bruges. Je prends acte des avis
positifs des chefs de corps mais, en tant que
responsables politiques, nous ne pouvons pas nous
féliciter de la suppression de sections qui travaillent
bien. Le ministre Vande Lanotte semble rechigner
à devoir annoncer de mauvaises nouvelles
concernant Ostende.
06.14 Geert Bourgeois (VU&ID): Ik ben blij dat de
maatregel voor het arbeidshof Gent afdeling
Brugge vooralsnog wordt ingetrokken.
Dat men vanuit de motivatie van een efficiënter
management tot een bepaalde centralisering
besluit, kan ik begrijpen, maar er moeten hierbij
toch ook andere motieven kunnen meespelen. De
basis is anders te smal om zo'n herorganisatie te
motiveren.
06.14 Geert Bourgeois (VU&ID): Je suis heureux
d'apprendre que la mesure qui concerne la cour du
travail de Gand section Bruges est rapportée.
Je comprends qu'un souci d'efficacité accrue de la
gestion puisse justifier une certaine centralisation
mais d'autres motivations doivent aussi jouer.
Sinon, l'assise d'une telle réorganisation serait
insuffisante.
06.15 Magda De Meyer (SP): Het is logisch dat de
minister zijn procureur-generaal om advies
verzoekt, maar diens argumenten lijken me
simplistisch en wereldvreemd. Zij houden enkel
rekening met de magistraten, niet met het belang
van de burger.
06.15 Magda De Meyer (SP): Il est logique que le
ministre demande l'avis de son procureur général,
mais ses arguments me semblent simplistes et hors
de propos. Ils tiennent uniquement compte des
intérêts des magistrats et non pas de ceux du
citoyen.
06.16 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
heb oog voor een aantal argumenten, maar ook
voor de argumenten van de korpsoversten, die
aanvoerden dat de inspanning die moet worden
geleverd voor het instandhouden van sommige
afdelingen, niet opweegt tegen hun belang. Volgens
het Gerechtelijk Wetboek kan de minister alleen
optreden op eensluidend advies van de
korpsoverste.
De beslissingen zijn onomkeerbaar, tenzij de
gegevens waarop de beslissing gebaseerd is onjuist
blijken. Dat was het geval bij de afdeling van het
arbeidshof te Brugge.
06.16 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: Je suis sensible à un certain nombre d'arguments
mais je suis également attentif à ceux formulés par
les chefs de corps qui font valoir que le faible intérêt
représenté par certaines sections ne justifie pas
l'effort requis pour les maintenir en état. En vertu du
Code judiciaire, le ministre ne peut intervenir que
sur la base de l'avis unanime des chefs de corps.
Il est impossible de revenir sur les décisions, sauf
s'il s'avère que les données qui les ont motivées
sont inexactes, comme dans le cas de la section de
la Cour du travail de Bruges.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Geert Bourgeois aan de minister van
Justitie over "de opschorting van onbepaalde
duur van de negende kamer van het Hof van
Beroep te Gent, de tweede weigering van een
door de Hoge Raad voor Justitie voorgedragen
kandidaat voor het ambt van raadsheer bij het
Hof van Beroep te Gent en de evaluatie van de
benoemings- en aanwijzingsprocedure"
07 Questions jointes de
- M. Geert Bourgeois au ministre de la Justice sur
"la suspension pour une durée indéterminée de
la neuvième chambre de la Cour d'appel de Gand,
le second refus d'un candidat présenté par le
Conseil supérieur de la Justice à la fonction de
conseiller à la Cour d'appel de Gand et
l'évaluation de la procédure de nomination et de
désignation" (n° 5304)
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
(nr. 5304)
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Justitie over "de sine die opschorting van de
negende kamer van het Hof van Beroep te Gent"
(nr. 5307)
- de heer Tony Van Parys aan de minister van
Justitie over "de tijdelijke sluiting van de
negende kamer van het Gentse Hof van Beroep"
(nr. 5310)
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la
Justice sur "la suspension sine die de la
neuvième chambre de la Cour d'appel de Gand"
(n° 5307)
- M. Tony Van Parys au ministre de la Justice sur
"la fermeture temporaire de la neuvième chambre
de la Cour d'appel de Gand" (n° 5310)
07.01 Geert Bourgeois (VU&ID): De eerste
voorzitter van het hof van beroep in Gent schortte
bij bevelschrift van 9 augustus 2001 de negende
(burgerlijke) kamer tijdelijk op.
Aan de betrokken rechtzoekenden deelde de griffier
mee dat hun zaak uitgesteld wordt en dat ze later
terug opgeroepen worden. Het hof zal de toestand
op 15 februari 2002 opnieuw onderzoeken.
De minister zou al voor de tweede keer een
voorgedragen kandidaat voor een van de
openstaande plaatsen van raadsheer in dit hof
geweigerd hebben. Over een dergelijke lange
doorlooptijd van benoemings- en
aanwijzingsprocedures moet dringend nagedacht
worden.
Hoeveel vacatures van raadsheer zijn er in het
Gentse hof van beroep? Hoeveel
plaatsvervangende raadsheren zijn er en hoeveel
plaatsen van plaatsvervangend raadsheer zijn er
vacant? Waarom werd een kamer, die onder
andere de beroepen in bouwzaken behandelt,
volledig opgeschort?
Klopt het dat de minister de voorgedragen
kandidaat voor het ambt van raadsheer in dit hof al
twee keer geweigerd heeft? Waarom?
De minister verklaarde dat hij reeds vier
voordrachten van de Hoge Raad voor de Justitie
weigerde. Had dat ook betrekking op de kandidaat
bij het Gentse hof van beroep?
Hoeveel voordrachten heeft de minister sinds de
nieuwe procedure tot benoeming en aanwijzing van
magistraten al voor de eerste en tweede maal
geweigerd?
07.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Le Premier
Président de la Cour d'appel de Gand a suspendu
provisoirement la neuvième chambre par une
ordonnance du 9 août 2001.
Le greffier a annoncé aux justiciables concernés
que leur affaire serait fixée et qu'ils seraient
convoqués ultérieurement. La Cour réexaminera la
situation le 15 février 2002.
Le ministre aurait déjà refusé à deux reprises le
candidat proposé pour l'une des places vacantes de
conseiller dans cette cour. Il est urgent de
s'interroger sur la longueur des procédures de
nomination et de désignation.
Combien d'emplois vacants de conseiller y a-t-il à la
Cour d'appel de Gand ? Combien y a-t-il de
conseillers suppléants et combien y a-t-il de places
vacantes de conseiller suppléant ? Pourquoi une
chambre qui traite notamment des recours dans les
dossiers de construction, est-elle totalement
suspendue ?
Est-il exact que le ministre a déjà refusé à deux
reprises le candidat proposé pour le poste de
conseiller à la Cour ? Pourquoi ?
Le ministre a déclaré avoir refusé quatre
propositions du Conseil supérieur de la Justice.
Cela concernait-il aussi le candidat proposé à la
Cour d'appel de Gand ?
Combien de propositions le ministre a t-il refusées
une ou deux fois depuis l'instauration de la nouvelle
procédure de nomination et de désignation des
magistrats ?
Hoeveel voordrachten moet de minister nog
behandelen? Hoelang bedraagt de gemiddelde
behandelingstijd van het dossier vanaf de
voordracht tot en met de benoeming of de
weigering?
De minister zou de wet van 22 december 1998
evalueren. Eén van de knelpunten was de
Combien de présentations le ministre doit-il encore
traiter ? Quelle est la durée moyenne de traitement
d'un dossier depuis la présentation jusqu'à la
nomination ou le refus ?
Le ministre nous avait annoncé qu'il procéderait à
une évaluation de la loi du 22 décembre 1998.
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
uniformiteit en gelijkwaardigheid van de adviezen
die door diverse instanties aan de Hoge Raad
worden verleend.
Wordt er gevolg gegeven aan de rondzendbrief van
de minister?
Vindt de minister ook dat de procedures te lang
duren? Zijn wetswijzigingen mogelijk, in de zin van
een wervingsreserve zoals in het notariaat en zoals
bij de gerechtelijke stagiairs?
L'une des pierres d'achoppement était l'éventuel
manque d'uniformité et d'équivalence des avis
remis au conseil supérieur par les diverses
instances.
Sera-t-il donné suite à la circulaire du ministre ?
Le ministre estime-t-il comme moi que les
procédures sont trop longues ? Est-il possible de
modifier la loi dans le sens d'une réserve de
recrutement à l'instar de ce qui est fait dans le
notariat et pour les stagiaires judiciaires ?
07.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Op 9 augustus besloot de eerste voorzitter van het
hof van beroep te Gent de negende burgerlijke
kamer op te schorten. Via de griffie werden de
partijen in de hangende zaken verwittigd dat hun
dossier voor onbepaalde tijd wordt uitgesteld en dat
het hof de situatie op 15 februari 2002 opnieuw zal
bekijken.
Is de minister hiervan op de hoogte? Welke
maatregelen heeft hij genomen?
Hoe komt het dat er zo'n opvallend
personeelsprobleem is opgetreden? Zullen er zich
naast Gent nog andere vergelijkbare situaties
voordoen of is Gent een geïsoleerd geval?
07.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le 9 août, le premier président de la cour d'appel de
Gand a décidé de suspendre la neuvième chambre
civile. Par l'intermédiaire du greffe, les parties aux
affaires pendantes ont été averties que leur dossier
serait ajourné pour une durée indéterminée et que
la cour réexaminerait la situation le 15 février 2002.
Le ministre en est-il informé ? Quelles mesures a-t-
il prises ?
Comment se fait-il qu'un problème de personnel
aussi criant puisse se poser subitement? D'autres
situations comparables à celle de Gand sont-elles à
prévoir ou s'agit-il d'un cas isolé ?
07.03 Tony Van Parys (CD&V): Men moet het
maar meemaken: na maanden wachten op de
behandeling van een zaak wordt meegedeeld dat
de kamer wordt gesloten. Zo verliest men alle
vertrouwen in de justitie.
Ik wil mij aansluiten bij de vragen die werden
gesteld. Hoeveel vacante plaatsen van raadsheer
zijn er in het hof van beroep te Gent? Sinds
wanneer zijn deze plaatsen vacant? Wanneer zullen
ze worden ingevuld?
07.03 Tony Van Parys (CD&V):Il faut avoir vécu
une telle situation: après des mois d'attente pour
l'examen d'une affaire, on s'entend dire que la
chambre est fermée. Il y a de quoi faire perdre toute
confiance dans la justice.
Je tiens à me rallier aux questions qui ont été
posées. Combien de postes vacants de conseiller y
a-t-il à la cour d'appel de Gand? Depuis quand ces
postes sont-ils vacants? Quand sera-t-il pourvu à
ces vacances d'emploi?
07.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
beslissing bij bevelschrift van 9 augustus van de
eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent om
de negende burgerlijke kamer op te schorten
veroorzaakte heel wat deining. Vooreerst merk ik op
dat de magistraten van de zetel onafhankelijk zijn
van de minister van Justitie. Het lag dan ook voor
de hand dat de benoemingspolitiek onder vuur zou
komen.
De heer Bourgeois stelde een vraag in verband met
het aantal vacatures in het hof van beroep in Gent.
Op het wettelijk kader van vijftig magistraten zijn er
drie plaatsen effectief onbezet, waarvan één pas
sinds 18 september, datum van de eedaflegging
07.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): La décision du 9 août prise par
ordonnance par le premier président de la cour
d'appel de Gand de suspendre les travaux de la
neuvième chambre civile a suscité beaucoup
d'émoi. Je voudrais tout d'abord faire observer que
les magistrats du siège sont indépendants du
ministre de la Justice. Par conséquent, il était
évident que la politique de nominations ferait l'objet
de critiques.
M. Bourgeois a posé une question à propos du
nombre de postes vacants à la cour d'appel de
Gand. Le cadre légal de cinquante magistrats
comporte trois vacances effectives dont une qui
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
van de heer De Graef als eerste voorzitter. De heer
L. Meyer, die de leeftijdsgrens heeft bereikt, werd
verlenging toegestaan op basis van artikel 383 §2
van het Gerechtelijk Wetboek, om te zetelen als
plaatsvervangend raadsheer.
date seulement du 18 septembre, date de la
prestation de serment de M. De Graef en tant que
premier président. Atteint par la limite d'âge, M. L.
Meyer a été autorisé, en vertu de l'article 383, §2,
du Code judiciaire, à siéger comme conseiller
suppléant.
Op achtentwintig plaatsvervangende raadsheren
zijn er twaalf in functie. De overige plaatsen konden
niet worden ingevuld bij gebrek aan kandidaten. In
oktober volgt een herpublicatie van de vacatures.
Afgelopen jaar waren er enkele langdurige
afwezigheden wegens ziekte, maar de maatregel tot
opschorting werd genomen toen dat niet meer het
geval was. Er is geen cijfermatige reden voor de
maatregel: om alle kamers te bevolken zijn
tweeënvijftig magistraten nodig, op dit ogenblik zijn
zevenenveertig effectieven en twaalf
plaatsvervangers ter beschikking. De huidige eerste
voorzitter heeft beslist de negende kamer op 1
oktober 2001 herop te starten.
Tussen 2 augustus 2000 en 18 september 2001
werden tweeëntwintig voordrachten van de Hoge
Raad geweigerd, vijf omdat de kandidaten niet
voldeden aan de benoemings-of taalvoorwaarden,
elf kandidaten waren al op een andere plaats
benoemd, één plaats was geannuleerd door de
Raad van State, één werd geweigerd omwille van
familiebanden en één wegens een recente
benoeming in een ander ambt.
Drie voordrachten werden geweigerd omdat het niet
om de meest geschikte kandidaat ging, twee
daarvan liepen een dubbele weigering op, één
voordracht werd door de Hoge Raad herzien.
Alle voordrachten van de Hoge Raad worden
prioritair behandeld. De gemiddelde doorlooptijd
kan worden geraamd tussen 30 en 45 dagen. De
termijn van 60 dagen werd eenmaal overschreden,
wegens laattijdige behandeling door het kabinet-
Onkelinx. In dat geval werd de termijn verlengd.
De wet van 22 december 1998 vertoont knelpunten.
Een ontwerp van herstelwet last de meest
dringende problemen op en streeft waar meer
uniformiteit in de adviezen. De
benoemingsprocedure kan moeilijk worden
ingekort. Verschillende denkpistes om onverwachte
vacatures onmiddellijk in te vullen worden
onderzocht.
Ik kom tot de vragen van de heer Van Parys. Het
klopt dat de door de Hoge Raad voorgedragen
kandidaat voor het ambt van raadsheer in het hof
van beroep tweemaal werd geweigerd. In het licht
van de responsabilisering van de magistratuur moet
Sur 28 conseillers suppléants, douze sont en
fonction. On n'a pu pourvoir aux autres postes
vacants faute de candidats. Un nouvel appel aux
candidats aura lieu en octobre. Il y a eu l'an passé
quelques absences de longue durée pour cause de
maladie mais la mesure de suspension a été prise
alors que cela n'était plus le cas. Il n'y a donc pas
de raison mathématique à cette mesure: il faut 52
magistrats pour occuper toutes les chambres et
actuellement il y a 47 effectifs et 12 suppléants. Le
premier président actuel a décidé de rouvrir la
neuvième chambre le 1
er
octobre 2001.
Entre le 2 août 2000 et le 18 septembre 2001, 22
présentations du Conseil supérieur ont été
refusées; cinq candidats ne remplissaient pas les
conditions de nomination ou les critères
linguistiques, 11 candidats avaient déjà été
nommés ailleurs, une place a été annulée par le
Conseil d'Etat, une a été refusée en raison de liens
familiaux et une autre à cause d'une nomination
récente à une autre fonction. Trois présentations
ont été refusées parce que le candidat n'était pas le
plus apte, il y a eu un double refus dans deux cas et
une présentation a été revue par le Conseil
supérieur.
Toutes les présentations du Conseil supérieur sont
traitées prioritairement. La durée moyenne de la
procédure peut aller de 30 à 45 jours. Le délai de
60 jours a été dépassé une fois en raison de
l'examen tardif du dossier par le cabinet Onkelinx.
Pour ce cas, le délai fut prolongé.
La loi du 22 décembre 1998 présente des
faiblesses. Un projet de loi de redressement résout
les problèmes les plus urgents et vise à une plus
grande uniformité dans les avis. Il est difficile de
raccourcir la procédure de nomination. On examine
plusieurs pistes de réflexion permettant de pourvoir
immédiatement à des vacances d'emploi
inattendues.
J'en arrive aux questions de M. Van Parys. Il est
exact que le candidat présenté par le Conseil
supérieur pour le poste de conseiller à la Cour
d'appel a été refusé à deux reprises. Dans le cadre
de la responsabilisation de la magistrature, il faut
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
er aandacht zijn voor de adviezen van het korps. De
Hoge Raad droeg dan zeker niet de meest
geschikte kandidaat voor. De wetgever voorzag
uitdrukkelijk in de mogelijkheid een voorgedragen
kandidaat te weigeren. Elke weigering wordt
uitvoerig gemotiveerd.
De heer Van den Eynde ging er in zijn vraag van uit
dat de maatregel er kwam wegens
personeelsgebrek. Uit de cijfergegevens blijkt dat
de maatregel onnodig was.
être attentif aux avis du Corps. Le Conseil supérieur
n'a donc certainement pas présenté le candidat le
plus approprié. Le législateur a explicitement prévu
la possibilité de refuser un candidat présenté.
Chaque refus est motivé de manière détaillée.
M. Van den Eynde partait de l'idée que la mesure
était justifiée par le manque de personnel. Il ressort
des chiffres que cette mesure n'était pas
nécessaire.
07.05 Geert Bourgeois (VU&ID): Ik vind het goed
dat de minister zijn politieke verantwoordelijkheid
niet ontloopt en bepaalde voordrachten weigert
indien hij dit nodig acht. Ik weet dat hij al drie keer
heeft geweigerd. Op een totaal van hoeveel
benoemingen is dat?
07.05 Geert Bourgeois (VU&ID): J'apprécie que le
ministre ne se soustraie pas à ses responsabilités
politiques et refuse certaines présentations s'il
l'estime nécessaire. Je sais qu'il a déjà agi de la
sorte à trois reprises. Mais sur un total de combien
de nominations ?
07.06 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Meer dan 200 ondertussen.
07.06 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): A l'heure actuelle, plus de deux cents.
07.07 Geert Bourgeois (VU&ID): Er wordt nu ook
overwogen een soort "pool" op te richten waaruit in
bepaalde gevallen kan geput worden. Dat is een
goede zaak.
Ik ben blij dat de maatregel in Gent ondertussen
ongedaan werd gemaakt.
07.07 Geert Bourgeois (VU&ID): A présent, il est
aussi envisagé de créer une espèce de "pool" où
l'on pourrait puiser dans certains cas. C'est une
bonne chose.
Je me réjouis que la mesure concernant Gand ait
été entre-temps annulée.
07.08 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijn vraag was gebaseerd op het schrijven aan de
rechtzoekenden. Het verheugt mij dat het verhaal
niet klopt.
Men moet erover waken dat er voldoende
magistraten zijn, de wachttijden zijn te lang.
07.08 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ma question était basée sur le courrier adressé aux
justiciables. Je me réjouis que cette rumeur ne soit
pas conforme à la vérité.
Il faut veiller à disposer d'un nombre suffisant de
magistrats. Actuellement, les délais d'attente sont
trop longs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Justitie over "de subversieve
organisaties werkzaam op de luchthaven van
Zaventem" (nr. 5251)
08 Question de M. Gerolf Annemans au ministre
de la Justice sur "des organisations subversives
actives à l'aéroport de Zaventem" (n° 5251)
08.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Op
zondag 2 september 2001, negen dagen voor de
meest moorddadige terroristische aanslag ooit
gepleegd, kregen de passagiers van een El Al -
lijnvliegtuig hun bagage in Zaventem terug,
besmeurd met antisemitische leuzen. Blijkbaar zou
dit gebeurd zijn bij de behandeling van de bagage in
Zaventem door personeel van Sabena. Er zouden
ernstige problemen zijn met de tewerkstelling, op
vraag van de PS, van werklozen van onder meer
08.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Le
dimanche 2 septembre 2001, neuf jours avant
l'attentat terroriste le plus meurtrier qui ait jamais
été perpétré, les passagers d'un avion de ligne de la
compagnie El Al ont récupéré leurs bagages à
Zaventem, couverts de slogans antisémites.
Manifestement, ces faits se seraient déroulés à
Zaventem où ils auraient été commis par du
personnel de la Sabena lors du traitement des
bagages. Il y aurait des problèmes très épineux dus
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
islamitische oorsprong uit de streek van Charleroi,
van wie sommigen zware strafregisters hebben.
Kent de minister de identiteit van de dader of
daders? Gaat het om een individu of om een
groep? Wordt het grondpersoneel systematisch
gescreend? Zijn er voldoende garanties om de
veiligheid op Zaventem te garanderen?
au recrutement, à la demande du PS, de chômeurs
qui sont notamment d'origine musulmane, en
provenance de la région de Charleroi et dont
certains ont de lourds casiers judiciaires.
Le ministre connaît-il l'identité de l'auteur ou des
auteurs de ces faits ? S'agit-il d'un individu ou d'un
groupe ? Le personnel travaillant au sol est-il
systématiquement l'objet d'un contrôle rapproché ?
Y a-t-il des garanties suffisantes que la sécurité à
Zaventem est assurée ?
08.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Uit
een telefonisch onderhoud met de Dienst Operaties
van het Veiligheidsdetachement Nationale
Luchthaven blijkt dat de bagage van een aantal
passagiers op 2 september werd beklad met
hakenkruisen en antisemitische leuzen. Er werd
klacht ingediend en proces-verbaal opgesteld.
Verder onderzoek is ondertussen nog bezig.
Wat betreft veiligheidsmaatregelen moet iedere
werknemer op de luchthaven in het bezit zijn van
een luchthavenidentificatiebadge. Deze badge
wordt afgeleverd door de luchthavenuitbater BIAC,
na een screening en na advies van de federale
politie van de luchthaven van Zaventem. Onderzoek
moet uitwijzen of hierbij misschien nog meer
aandacht aan de dag moet worden gelegd.
08.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Il ressort d'un entretien téléphonique
avec le Service des opérations du Détachement de
sécurité de l'aéroport national que les bagages d'un
certain nombre de passagers ont été souillés de
croix gammées et de slogans antisémites. Une
plainte a été déposée et un procès-verbal a été
rédigé. L'enquête suit son cours.
Par mesure de précaution et de sécurité, chaque
salarié à l'aéroport doit être en possession d'un
badge d'identification de l'aéroport. Ce badge est
délivré par la BIAC, le gestionnaire de l'aéroport,
qui fait procéder à un "screening" et recueillir l'avis
de la police fédérale de l'aéroport de Zaventem.
L'enquête devra démontrer s'il convient de se
montrer plus attentif encore à cette problématique.
08.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): In dat
geval zal ik de minister van Binnenlandse Zaken
moeten vragen volgens welke criteria de badges
worden verstrekt.
08.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Dans
ce cas, il me faudra demander au Ministre de
l'intérieur sur la base de quels critères les badges
sont distribués.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Justitie over "de
verbouwingswerken aan de gevangenis te Ieper"
(nr. 5252)
09 Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Justice sur "les travaux de rénovation à la prison
d'Ypres" (n° 5252)
09.01 Yves Leterme (CD&V): Het voortbestaan
van de gevangenis van Ieper is onzeker. Nochtans
werd de laatste vijf jaar voor ruim 20 miljoen frank
geïnvesteerd in verbouwingswerken en zijn er
opnieuw ingrijpende verbouwingswerken in het
vooruitzicht.
Kan de minister bevestigen dat de gevangenis van
Ieper definitief behouden blijft? Wat is de stand van
zaken in verband met de geplande
verbouwingswerken? Krijgen wij meer informatie
over de bouwvergunning, de voorziene aanvang
van de werken, de precieze inhoud van de werken
en de vermoedelijke kostprijs?
09.01 Yves Leterme (CD&V):La survie de la
prison d'Ypres est devenue incertaine, bien qu'on y
ait investi plus de 20 millions dans des travaux
d'aménagement au cours des cinq dernières
années et que d'importants travaux de
transformation aient été projetés.
Le ministre peut-il confirmer que la prison d'Ypres
sera maintenue ? Où en sont les travaux de
transformation prévus ? Obtiendrons-nous de plus
amples informations au sujet du permis de
construire, de la portée exacte des travaux et de
leur coût estimatif?
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
09.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Menig politicus heeft het behoud van de Ieperse
gevangenis bepleit. Het voorstel tot meerjarenplan
"penitentiaire infrastructuur" is in onderzoek op het
kabinet van minister Daems. Zolang het niet is
uitgewerkt wordt geen beslissing genomen met
betrekking tot de toekomst van de gevangenis.
De verbouwingswerken behoren niet tot mijn
bevoegdheid, maar tot die van minister Daems.
09.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: Nombreux sont les hommes politiques qui ont
plaidé en faveur du maintien de la prison d'Ypres.
Le projet de plan pluriannuel pour l'infrastructure
pénitentiaire est à l'étude au cabinet du ministre
Daems. Tant que ce projet n'aura pas été finalisé,
aucune décision ne sera prise quant à l'avenir de la
prison.
Les travaux de transformation relèvent de la
compétence de M. Daems, non pas de la mienne.
09.03 Yves Leterme (CD&V): We zullen ons tot
minister Daems wenden.
Zal de minister de sluiting van de gevangenis te
Ieper handhaven?
09.03 Yves Leterme (CD&V): Nous adresserons
donc notre question au ministre Daems.
Le ministre maintiendra-t-il sa décision de fermer la
prison d'Ypres ?
09.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
heb een plan opgevraagd en overgemaakt aan
minister Daems. Is hij een andere mening
toegedaan, dan zal de beslissing in de regering
worden genomen.
09.04 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: J'ai demandé qu'on me remette un projet et je l'ai
transmis à M. Daems. Si les avis divergent, c'est le
gouvernement qui tranchera.
09.05 Yves Leterme (CD&V): Maar de minister
van Justitie blijft bij zijn voorstel?
09.05 Yves Leterme (CD&V): Mais le ministre de
la Justice reste donc sur sa position ?
09.06 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Ja, maar ik maar er geen halszaak van.
09.06 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: Oui, mais je n'en ferai pas une affaire d'Etat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Justitie over "de psychiatrische
afdeling van de Gentse gevangenis" (nr. 5262)
10 Question de Mme Joke Schauvliege au
ministre de la Justice sur "l'annexe psychiatrique
de la prison de Gand" (n° 5262)
10.01 Joke Schauvliege (CD&V): De toestand in
de psychiatrische afdeling van de Gentse
gevangenis is schrijnend. Door het acute tekort aan
bedden krijgen gevangenen met psychische
problemen niet de gepaste behandeling.
Kent de minister het probleem, hoe wil hij het
oplossen en tegen wanneer? Is de minister van plan
een nieuwe wet op het sociaal verweer op te
stellen?
10.01 Joke Schauvliege (CD&V): La situation
dans l'annexe psychiatrique de la prison de Gand
est dramatique. En raison d'une grave pénurie de
lits, les prisonniers souffrant de troubles psychiques
ne reçoivent pas le traitement adéquat.
Le ministre est-il au courant du problème, comment
et quand entend-il le résoudre ? Le ministre a-t-il
l'intention d'élaborer une nouvelle loi sur la défense
sociale ? Dans l'affirmative, quand ?
10.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
gevangenis in Gent moet inderdaad een overtal aan
gedetineerden huisvesten, en het aantal
geïnterneerden is inderdaad gestegen. Maar er is
geen overbevolking in de psychiatrische afdeling.
De 105 geïnterneerden zitten verspreid over de
gevangenis met uitzondering van 20 patiënten die in
de zogenaamde annex zijn ondergebracht. Ik heb
meerdere initiatieven genomen met het oog op twee
doelstellingen, namelijk de betere doorstroming van
medium risk patiënten naar niet-penitentiaire
10.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): La prison de Gand héberge en effet
des détenus en surnombre et le nombre d'internés
a effectivement augmenté. Il n'y a cependant pas
surpopulation dans la section psychiatrique. Les
105 détenus internés sont dispersés dans la prison,
à l'exception de 20 patients qui se trouvent dans
l' « annexe ». J'ai pris plusieurs initiatives dans un
double but, à, savoir améliorer les conditions de
transfert de patients medium risk vers des
établissements psychiatriques non pénitentiaires et
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
psychiatrie en de verbetering van de kwaliteit van
de zorgen op de psychiatrische afdelingen in de
strafinrichtingen. In de klinieken te Zelzate,
Bierbeek en Rekkem zullen 90 forensisch
psychiatrische bedden worden gesubsidieerd.
De redactie van een voorontwerp van wet op de
internering is zo goed als afgerond. De nieuwe wet
regelt de gronden waarop iemand kan worden
geïnterneerd evenals de samenstelling en de
werking van de commissies en de
verantwoordelijkheden van de ministers van Justitie
en van Volksgezondheid.
Samen met de interneringswet moet werk worden
gemaakt van een kwaliteitsverbetering van de
zorgverlening en de therapie. In 2002 zullen enkele
proefprojecten starten, waarbij de verzorging en
hulpverlening van geïnterneerden wordt
toevertrouwd aan een naburige psychiatrische
kliniek. Deze projecten krijgen de steun van de
minister van Volksgezondheid en van de regionale
overheden.
améliorer la qualité des soins dans les sections
psychiatriques des établissements pénitentiaires.
Des lits psychiatriques médico-légaux au nombre
de 90 vont être subsidiés dans les cliniques de
Zelzate, Bierbeek et Rekkem.
La rédaction d'un avant-projet de loi sur
l'internement est, pour ainsi dire, terminée. La
nouvelle loi régit les bases sur lesquelles une
personne peut être internée ainsi que la
composition et le fonctionnement des commissions
et les responsabilités des ministres de la Justice et
de la Santé publique.
Parallèlement à la loi sur l'internement, il faut nous
atteler à améliorer la qualité des soins. Des projets
pilotes vont être lancés en 2002 et les soins et
l'assistance aux détenus seront confiés à une
clinique psychiatrique voisine. Ces projets reçoivent
le soutien du ministre de la Santé publique et des
autorités régionales.
10.03 Joke Schauvliege (CVP): Ik dank de
minister voor zijn hoopgevend antwoord. De
persberichten waren onrustwekkend. Men kan voor
begeleid zelfstandig wonen misschien eens gaan
kijken bij onze Noorderburen.
10.03 Joke Schauvliege (CVP): Je remercie le
ministre pour sa réponse encourageante. Les
communiqués de presse étaient alarmants. Peut-
être pourrions-nous aller voir comment nos voisins
du Nord gèrent l'accompagnement à
l'indépendance.
Voorzitter: Fred Erdman.
Président: Fred Erdman.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Justitie over "de hervormingen bij
SABAM" (nr. 5263)
11 Question de Mme Joke Schauvliege au
ministre de la Justice sur "les réformes au sein
de la SABAM" (n° 5263)
11.01 Joke Schauvliege (CVP): In 1998 besliste
de raad van bestuur van Sabam tot een
reorganisatie over te gaan. De plannen kregen de
naam `Sabam 2000' en worden nog steeds
uitgevoerd.
Is de reorganisatie nog niet afgerond? Waarom
niet? Welke veranderingen zijn al gerealiseerd en
beantwoorden ze aan de verwachtingen? Wat zijn
de gevolgen voor het personeel?
11.01 Joke Schauvliege (CVP): En 1998, le
conseil d'administration de la Sabam a décidé de
procéder à une réorganisation. Ces projets,
baptisés «Sabam 2000», sont toujours en cours de
réalisation.
La réorganisation n'est-elle pas encore terminée?
Pourquoi pas? Quels changements ont-ils déjà été
réalisés et répondent-ils à l'attente? Quelles
répercussions ont-ils pour le personnel?
11.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
minister van Justitie oefent een externe
wettigheidcontrole uit op de handelingen van
beursvennootschappen van auteursrechten zoals
Sabam, krachtens het tweede lid van artikel 76 van
de wet op de auteursrechten. Het gaat dus niet om
een opportuniteitscontrole. De
11.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: Conformément à l'article 76, deuxième alinéa, de
la loi sur les droits d'auteur, le ministre de la Justice
exerce un contrôle externe de légalité sur les actes
des sociétés de gestion des droits d'auteur comme
la Sabam. Il ne s'agit donc pas d'un contrôle
d'opportunité. Les sociétés de gestion, qui
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
beheersvennootschappen, die private belangen
verdedigen, bepalen zelf hun gedragslijn.
De reorganisatie van Sabam is begonnen in 1998
en zal volgens Sabam op 1 januari 2004 voltooid
zijn. Daartoe werden in 2000 en 2001 enkele
belangrijke beslissingen genomen. De realisatie van
de voorgenomen projecten vraagt een zekere tijd en
brengt bijkomende kosten mee, die Sabam u graag
zal toelichten.
Ik begrijp dat men in deze een sturende kracht
verwacht van de minister van Justitie. Krachtens de
wet kan hij die echter niet geven.
défendent des intérêts privés, déterminent elles-
mêmes leur ligne de conduite.
La réorganisation de la Sabam a débuté en 1998 et
selon les dires de la société, elle devrait s'achever
le 1er janvier 2004. A cet effet, quelques décisions
importantes ont été prises en 2000 et 2001. La
réalisation des projets précités demande un certain
temps et entraîne des coûts supplémentaires dont
la Sabam vous informera volontiers.
Je comprends qu'en la matière, on s'attende à ce
que le ministre de la Justice dirige les opérations
mais en vertu de la loi, cela lui est impossible.
11.03 Joke Schauvliege (CVP): Ik zal inderdaad
nadere informatie inwinnen bij Sabam zelf en
vertrouw erop dat de minister zijn wettigheidtoezicht
uitoefent.
Het incident is gesloten.
11.03 Joke Schauvliege (CD&V): Je demanderai
en effet moi-même à la Sabam de me fournir les
informations nécessaires et je compte sur le
ministre pour qu'il exerce sa mission de contrôle de
légalité.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste minister
over "acties tegen de uitgave in België van een
boek" (nr. 917)
- de heer Gerolf Annemans tot de minister van
Justitie over "acties tegen Flammarion" (nr. 918)
- de heer Gerolf Annemans tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"acties van de ambassadeur in Parijs tegen
Flammarion" (nr. 919)
12 Interpellations jointes de
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"les actions engagées contre la publication d'un
livre en Belgique" (n° 917)
- M. Gerolf Annemans au ministre de la Justice
sur "les actions engagées contre Flammarion"
(n° 918)
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les actions
engagées contre Flammarion par l'ambassadeur
belge à Paris" (n° 919)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Justitie.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Justice.)
12.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
premier heeft op 17 september 2001 als reactie op
de uitgave van een boek over pedoseksuele
netwerken in België, waarbij Koning Albert
genoemd wordt, een perscommuniqué de wereld
ingestuurd, waarin hij ook de minister van Justitie
vermeldt. Met wie heeft de eerste minister overleg
gepleegd over het communiqué? Ik heb het gevoel
dat de eerste minister het Hof achternaloopt en
blindelings voor de Koning in de bres springt. Hij is
zelfs bereid om via een dagvaarding in kortgeding
de uitgeverij Flammarion te verplichten in de nog te
verspreiden boeken een passage op te nemen met
de vermelding dat de beschuldigingen al onderzocht
en ontkracht zijn door een parlementair onderzoek.
Kan de minister mij vertellen waar in het verslag van
de Dutroux-commissie vermeld staat dat de
12.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): En
réaction à la publication d'un livre sur des réseaux
pédophiles en Belgique dans lequel le nom du Roi
Albert est cité, le premier ministre a organisé le 17
septembre 2001 une conférence de presse au
cours de laquelle il a également mentionné le
ministre de la Justice. Avec quelles personnes le
premier ministre s'est-il concerté à propos de ce
communiqué ? J'ai l'impression que le premier
ministre se contente d'emboîter le pas à la Cour et
défend aveuglément le Roi. Il est même disposé à
contraindre les éditions Flammarion, par le biais
d'une citation en référé, à mentionner dans les
exemplaires du livre qui doivent encore être diffusés
que les accusations ont déjà été examinées et
qu'elles ont été infirmées par une enquête
parlementaire.
Le ministre peut-il m'indiquer le passage du rapport
CRABV 50
COM 546
02/10/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
beschuldigingen aan het adres van Koning Albert
volledig ongegrond zijn bevonden door parlementair
onderzoek.
Het boek geeft een goed overzicht van de pedofiele
netwerken en van de gerechtelijke onderzoeken die
op niets zijn uitgedraaid.
de la commission Dutroux qui établit que les
accusations formulées à l'encontre du roi Albert ont
été jugées totalement infondées par l'enquête
parlementaire ?
Le livre donne un bon aperçu des réseaux
pédophiles et des enquêtes judiciaires qui n'ont
abouti à rien.
In het kader van de vrije meningsuiting moet dit
boek daarom gepubliceerd kunnen worden, niet alle
passages. Wij vragen de regering zich veel
terughoudender op te stellen inzake het doen
verbieden van bepaalde passages in publicaties.
Met dit overhaaste verbod verwijst ze de hele
kwestie van de pedofilie naar de achtergrond.
Le respect de la liberté d'expression exige dès lors
que ce livre soit publié, et ce dans sa version
intégrale. Nous demandons au gouvernement de
faire preuve d'une plus grande réserve en ce qui
concerne l'interdiction de certains passages de
publications. En censurant ainsi dans la
précipitation, le gouvernement relègue toute la
question de la pédophilie à l'arrière-plan.
12.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
aanvankelijke berichtgeving omtrent een eventuele
verspreiding van het boek in België was niet
duidelijk. Toen op 17 september duidelijkheid
kwam, hebben wij actie ondernomen. Een te groot
tijdsverloop zou niet goed zijn met het oog op een
gerechtelijke procedure.
Tussen de verschillende communiqués is geen
sprake van tegenstrijdigheid, laat staan
ongrondwettelijkheid.
Vóór 17 september heb ik met de premier
contacten gehad. Toen werd beslist dat een
procedure zou worden ingesteld, heeft de regering
uiteraard haar verantwoordelijkheid opgenomen,
ook al omdat de daden van de Koning moeten
worden gedekt. Ter zake verwijs ik naar het
recentste communiqué dat naar aanleiding van
deze kwestie werd verspreid. Daaruit blijkt dat in
Parijs een tweevoudige burgerlijke procedure wordt
gestart tegen de uitgeverij. Via een procedure in
kort geding wordt gevorderd om in elk boek een
bericht te stoppen dat het Koninklijk Paleis en de
regering er een procedure tegen voeren. Via de
procedure ten gronde wordt schadevergoeding
gevorderd omdat de in het boek gehanteerde
terminologie en de verkondigde stellingen ernstige
schade toebrengen aan de Koning, de Koninklijke
Familie en ons land. Om die reden heeft de
regering dan ook haar verantwoordelijkheid
opgenomen.
De problematiek van de pedofilie wordt niet naar de
achtergrond geschoven. Het ingenomen standpunt
is voldoende duidelijk.
12.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Les informations initiales concernant
la diffusion du livre en Belgique n'étaient pas
claires. Lorsque cette affaire s'est clarifiée en date
du 17 septembre, nous avons entrepris des actions.
Si nous avions laissé s'écouler un laps de temps
trop long, cela n'aurait pas été une bonne chose
pour la procédure judiciaire.
Les communiqués évoqués ne sont pas
contradictoires ni, à plus forte raison,
anticonstitutionnels.
Avant le 17 septembre, je me suis mis en rapport à
plusieurs reprises avec le premier ministre. Lorsqu'il
a été décidé d'engager une procédure, le
gouvernement a bien sûr assumé ses
responsabilités, notamment parce que les actes du
Roi doivent être couverts. A cet égard, je voudrais
me référer au communiqué le plus récent diffusé
lorsque cette affaire a éclaté. Il fait apparaître qu'à
Paris, une double action civile est intentée contre
l'éditeur concerné. Il est requis en référé d'insérer
dans chaque exemplaire de cet ouvrage un avis
précisant que le Palais Royal et le gouvernement
ont intenté une procédure contre ce livre. Par la
procédure au fond, des dommages-intérêts sont
requis parce que la terminologie utilisée dans le
livre et les affirmations qu'il contient causent un
préjudice grave au Roi, à la Famille royale et à notre
pays. C'est pour ces motifs que le gouvernement a
pris ses responsabilités.
Nous ne reléguons pas le problème de la pédophilie
au second plan. La position que nous avons
adoptée est suffisamment claire.
12.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ik heb
geen antwoord gekregen waar het Parlement ooit
12.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Je n'ai
pas obtenu de réponse à la question de savoir si le
02/10/2001
CRABV 50
COM 546
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
de vraag naar koninklijke betrokkenheid heeft
onderzocht en beantwoord.
Het eerste communiqué van de Koning was
duidelijk gebaseerd op voorafgaand onderzoek door
de regering, wat trouwens ongrondwettelijk is. De
regering handelt hier niet in het algemeen belang.
België wordt niet geschaad door dit boek. Het wordt
geschaad door dit soort censuur op een
toegankelijk boek waarin de problematiek van de
pedoseksualiteit wordt aangebracht voor een breed
publiek. De regering mag het Parlement niet
misbruiken om haar handelingen in een particulier
belang te laten dekken.
Daarom vraag ik de regering in alle gematigdheid
terughoudender te zijn. En als mijn motie
weggestemd wordt, hebben we tenminste
duidelijkheid over het onbestaande recht van het
Parlement om bepaalde personen te ondervragen
of bepaalde kwesties uit te spitten. Dit is
onverdraaglijk in een democratie.
De voorzitter: De overige vragen worden verdaagd
tot woensdag 10 oktober.
Parlement a examiné et répondu à la question
d'une éventuelle implication du Roi.
Le premier communiqué du Roi était clairement
fondé sur une enquête préalable du gouvernement,
ce qui est d'ailleurs anticonstitutionnel. Le
gouvernement n'agit pas dans l'intérêt général. Ce
n'est pas ce livre qui nuit à l'image de la Belgique
mais bien le fait que l'on censure un livre accessible
au grand public qui traite de la question de la
pédosexualité. Le gouvernement ne peut pas
abuser du Parlement pour couvrir ses actions
servant des intérêts particuliers.
Je demande dès lors en toute retenue au
gouvernement de faire preuve de réserve. Si ma
motion est rejetée, nous saurons en tout cas avec
certitude que le Parlement n'a pas le droit
d'interroger certaines personnes ou d'examiner en
profondeur certaines questions, ce qui est
intolérable dans une démocratie.
Le président: Les autres questions sont reportées
au mercredi 10 octobre.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Gerolf
Annemans
en het antwoord van de minister van Justitie,
verzoekt de regering om een grotere
terughoudendheid aan de dag te leggen inzake de
verkoop en publicatie van het boek "Dossier
pédophilie. Le scandale de l'affaire Dutroux" van
Jean Nicolas en Frédéric Lavachery uitgegeven
door Flammarion te Parijs."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Gerolf Annemans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Gerolf
Annemans
et la réponse du ministre de la Justice,
demande au gouvernement de témoigner d'une
plus grande réserve en ce qui concerne la vente et
la publication du livre "Dossier pédophilie. Le
scandale de l'affaire Dutroux" de Jean Nicolas et
Frédéric Lavachery, édité à Paris par Flammarion."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Simonne Leen en Fientje Moerman en de
heer Guy Hove.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Simonne Leen et Fientje Moerman et M. Guy Hove.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.32 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.32 heures.
Document Outline