SÉANCE PLÉNIÈRE

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CVP Christelijke

Volkspartij

FN Front

National

PRL FDF MCC

Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement

PS Parti

socialiste

PSC Parti

social-chrétien

SP Socialistische

Partij

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer

en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)

CRIV

Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV Compte

Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be

CRIV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Landsverdediging over "de
aanslepende achterstand bij de behandeling van
de dossiers van werkweigeraars en
weggevoerden" (nr. 5035)

Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
la Défense sur "les retards persistants dans le
traitement des dossiers de réfractaires et de
déportés" (n° 5035)

Sprekers: Marcel Hendrickx, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Marcel Hendrickx, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan
de

minister van Consumentenzaken

Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
financiering van de MUG's en de GUD's
(gespecialiseerde urgentiediensten) inzonderheid
in meer afgelegen en dunbevolkte gebieden"
(nr. 5095)

Question de M. Jean-Marc Delizée à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le
financement des SMUR et SUS (soins urgents
spécialisés) en particulier dans les zones
éloignées et peu peuplées" (n° 5095)

Sprekers:

Jean-Marc Delizée, Magda

Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu

Orateurs:

Jean-Marc Delizée, Magda

Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement

Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
identificatie van honden" (nr. 5163)

Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de la Protection de la consommation de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'identification
des chiens" (n° 5163)

Sprekers: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Samengevoegde vragen van

Questions jointes de

- mevrouw Michèle Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bestemming van het sociaal fonds"
(nr. 5209)

- Mme Michèle Gilkinet au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Économie sociale sur "la destination du fonds
social" (n° 5209)

Sprekers: Yvan Mayeur, Michèle Gilkinet,
Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie

Orateurs: Yvan Mayeur, Michèle Gilkinet,
Johan Vande Lanotte, vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale
et de l' Économie sociale

CRIV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

COMMISSION DE LA SANTÉ

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ

van

WOENSDAG

JULI

2001

10:00 uur

______

MERCREDI

JUILLET

2001

10:00 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10:16 uur door
de heer Philippe Seghin, voorzitter.
La séance est ouverte à 10:16 heures par M.
Philippe Seghin, président.

01 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de

minister van Landsverdediging over "de
aanslepende achterstand bij de behandeling
van de dossiers van werkweigeraars en
weggevoerden" (nr. 5035)

01 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre

de la Défense sur "les retards persistants dans
le traitement des dossiers de réfractaires et de
déportés" (n° 5035)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement.)

01.01 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de

voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag
dateert van 25 juni en wordt vandaag behandeld.
De dossiers van de werkweigeraars dateren al
van 1995 en zijn nog steeds niet behandeld.
Volgens onze informatie zijn nog steeds 6.000 van
de 18.000 ingediende dossiers nog niet
behandeld. In februari hebben nogal wat leden
van de meerderheid onze motie van aanbeveling
mee goedgekeurd en wij hebben de minister
gevraagd eindelijk ernstig werk te maken van dit
dossier. Toch schijnt het amper te vorderen en
deze mensen, allen 70 tot 80 jaar, zitten nog
steeds te wachten op deze erkenning. Men maakt

van dit dossier het dossier van de schande.

Het feit dat de minister 3 weken laat verstrijken
vooraleer deze vraag te agenderen en uiteindelijk
een collega laat antwoorden, bewijst dat hij zich
toch weinig zorgen maakt over dit dossier van
werkweigeraars en weggevoerden. Wij spreken in
onze nota van een karikatuur. Aan dit tempo zal
men uiteindelijk meer onafgehandelde dan
afgehandelde dossiers krijgen. Mevrouw De
Meyer had in de plenaire vergadering van februari
of maart aan de minister gevraagd om van de
zesde verjaardag na 10 mei 1995, een erezaak te
maken en de dossiers tegen dan af te werken. Ik
had hem nog de tijd gegeven tot 30 juni, maar er
schijnt dus weinig schot in de zaak te zitten.

Verder schuilt de minister zich steeds achter het
excuus als zou hij te weinig personeel hebben. De
minister van Ambtenarenzaken heeft u echter de
toestemming gegeven om meer personeel in
dienst te nemen, maar blijkbaar werden die
vacatures op geen enkele officiële manier
bekendgemaakt. Toevallig heb ik op de website
van mevrouw de minister de vermelding van de
vacatures voor deze betrekkingen opgemerkt,
maar verder is er mij niets over bekend. Onze
vragen zijn duidelijk: wanneer zullen de resterende
6.000 dossiers afgehandeld zijn? Hoe werden die
vacatures bekendgemaakt? Zijn de
binnengekomen kandidaturen op een ernstige
manier behandeld? Hoeveel mensen werken op
dit moment aan deze dossiers en hoeveel mensen
zijn er in feite voor nodig?

01.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de

18/07/2001

CRIV 50

COM 536

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

voorzitter, ik heb de volgende antwoorden van
mijn collega ontvangen. Op de allereerste plaats
bevestigt hij dat, dankzij de mogelijkheid die nu
wordt geboden om te werken via de versnelde
procedure, het mogelijk zal zijn om het rendement,
dat vroeger volgens het oude systeem geschat
werd op 2 500 dossiers per jaar, te verhogen. Wat
het sleutelpunt betreft, het aanwerven van
bijkomend personeel, is het resultaat dat ik
namens de minister kan voorstellen, dat voor het
jaar 2001 drie bijkomende personeelsleden
zouden worden aangeworven, met name een
jurist en twee bestuursassistenten. Op 1 juni is er
een bestuursassistent effectief in dienst getreden.
De andere die werd opgeroepen en op hetzelfde
ogenblik ook had moeten aantreden, heeft in
laatste instantie een andere betrekking gekozen.
Er is deze week een contact voorzien met een
nieuwe kandidaat. Hopelijk kiest ook deze
kandidaat niet voor een andere betrekking.

Wat de jurist betreft, kunnen alleen kandidaten die
geslaagd zijn voor de Selortest als contractueel
worden aangeworven. Onder de door Selor aan
de personeelsdienst doorgezonden kandidaat-
stellingen en de spontane kandidaatstellingen die
op de personeelsdienst zijn aangekomen, bevindt
zich echter geen enkele jurist. Alle diensten van
het ministerie klagen overigens over een
schrijnend gebrek aan juristen. Ik moet eerlijk
zeggen dat er ook in mijn sector, die niets te
maken heeft met het dossier Oorlogsslachtoffers,
er ook al maanden wordt gezocht naar juristen.
Met de lonen die op het ogenblik kunnen worden
aangeboden en de mogelijkheden die er op de
markt zijn, is dat echter niet te verhelpen. We
voelen dat ook. Dat is een van de redenen
waarom bepaalde zaken langer hebben geduurd
dan oorspronkelijk voorzien. Ik verwijs hiervoor
naar gisteren. Er is dus een gebrek aan juristen op
de administratie, die snel uitwerking kunnen
geven.

Ten slotte zijn er twee contractuele juristen voltijds
tewerkgesteld voor de behandeling van de
dossiers en besteden twee statutaire
staatscommissarissen, waarvan een met een
halftijdse betrekking, eveneens een belangrijk deel
van hun tijd aan de behandeling van die dossiers,
bovenop hun gewone wettelijke taken.

01.03 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de

voorzitter, mevrouw de minister, uw antwoord
bevat te weinig informatie. Ik heb hier een kopij
van het schrijven van een jurist die zich kandidaat
heeft gesteld, en al tweemaal een herinnering van
zijn kandidatuur aan de minister heeft gestuurd.

01.04 Minister Magda Aelvoet: Heeft hij dat via

Selor gedaan?

01.05 Marcel Hendrickx (CVP): Dat kan ik niet

zeggen. Hij heeft echter nooit antwoord gekregen
van de minister. Dat vind ik zeer typerend voor het
gehele gebeuren. Ik kan u niet zeggen of hij via
Selor is gegaan, maar hij heeft geen antwoord
gekregen. Ik stel alleen vast dat dit antwoord het
antwoord is dat wij nu al sinds twee jaar van de
minister krijgen en dat er eigenlijk weinig nieuwe
elementen in zitten. Ik vrees dat de mensen nog
zeer lang zullen moeten wachten op de erkenning
waarop zij meer dan recht hebben.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

02 Question de M. Jean-Marc Delizée à la

ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"le financement des SMUR et SUS (soins
urgents spécialisés) en particulier dans les
zones éloignées et peu peuplées" (n° 5095)

02 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan

de minister

van

Consumentenzaken

Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
financiering van de MUG's en de GUD's
(gespecialiseerde urgentiediensten)
inzonderheid in meer afgelegen en dunbevolkte
gebieden" (nr. 5095)

02.01 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le

président, madame la ministre, j'ai déjà eu
l'occasion de vous entretenir à plusieurs reprises
de la problématique de l'aide médicale urgente
dans la région de l'Entre-Sambre-et-Meuse.

D'une manière plus générale, la question se pose
pour les régions à faible densité de population,
c'est-à-dire les régions rurales.

En ce qui concerne le SMUR, je voulais vous
demander, sur la base de la procédure en cours,
s'il est bien confirmé que cette région bénéficiera
d'un SMUR. Celui-ci relèvera-t-il de la province du
Hainaut ou de la province de Namur? J'aimerais
aussi savoir où en est la procédure d'agrément,
qui est déjà en cours depuis un certain temps. Et
le retard que connaît la procédure met les
hôpitaux dans une certaine incertitude sur le plan
du financement.

Par ailleurs, des modifications sont-elles prévues
dans les normes d'agrément pour les SMUR
couvrant des zones éloignées et peu peuplées?
En outre, les normes imposées pour le personnel
et les médecins seront-elles financées

CRIV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

indépendamment de la dimension de l'hôpital?

En ce qui concerne les soins urgents spécialisés,
où en est la réforme annoncée? Y aura-t-il des
modifications par rapport aux normes qui sont
actuellement en vigueur? Et les normes sont-elles
financées indépendamment de la dimension de
l'hôpital?

Je poserai la même question au ministre
Vandenbroucke tout à l'heure, puisqu'il s'agit d'une
compétence que vous partagez. Vous envoyez
parfois des lettres communes, ce qui prouve une
convergence de vue entre vos deux
départements.

Et j'avoue que depuis que je pose des questions
sur le sujet, j'obtiens toujours des réponses
positives sur le principe. Mais le temps ne s'arrête
pas. Et j'espère que cette année, on va enfin
pouvoir trouver des solutions. J'interrogerai
également le ministre Vandenbroucke sur le
caractère rétroactif du financement.

Il s'agit d'un problème global. L'hôpital le plus
proche se situant à plus de cinquante kilomètres,
cette région a grand besoin d'un SMUR et d'un
service de soins urgents spécialisés. Et le
financement pour cet hôpital, parmi les plus petits
de Belgique, demande des solutions spécifiques.

Fin de l'année passée, nous avions déjà eu ce
débat et je vous demandais quel siècle verrait la
solution de ce problème. La question se pose
toujours mais aujourd'hui il serait évidemment
impertinent d'utiliser les mêmes termes.

02.02 Magda Aelvoet, ministre: Monsieur le

président, monsieur Delizée, si j'ai bien compris,
votre première question concernait la région qui
se situe entre Namur et le Hainaut.

02.03 Jean-Marc Delizée (PS): C'est l'Entre-

Sambre-et-Meuse, la région qui se situe entre
Charleroi et la frontière française. La région s'étire
à la frontière sud du pays sur deux provinces.

02.04 Magda Aelvoet, ministre: Pour ce qui

concerne la province de Namur, l'arrondissement
de Philippeville ne dispose pas d'hôpital et la
proposition de programmation SMUR du groupe
de travail "hôpitaux" de la province de Namur ne
prévoit pas d'y rattacher le SMUR de Chimay,
mais de renforcer celui de l'arrondissement voisin
de Dinant.

J'ai ici la lettre par laquelle la province de Namur
m'annonce la programmation SMUR telle qu'ils

l'ont prévue. Ils proposent l'agrément de quatre
fonctions pour la province et une au départ des
fonctions SUS des hôpitaux suivants:
- le centre hospitalier d'Auvelais;
- le centre hospitalier de Dinant;
-

le centre hospitalier universitaire de Mont-

Godinne;
- et le centre hospitalier régional de Namur.

Pour ce qui est de la situation globale des SMUR,
je suis actuellement en possession de tous les
accords et avis relatifs à la répartition des SMUR
émanant des commissions d'aide médicale
urgente. Ceux-ci ont été relayés par les
inspecteurs de l'hygiène présidant ces
commissions provinciales.

En gros, on peut dire que le dessin global se met
en place. Certains problèmes particuliers et
résiduels sont en voie de résolution.

Quel est le constat? Il faudra, en dehors de ce qui
avait été initialement prévu, prévoir une légère
adaptation par le haut du nombre des fonctions
SMUR, sinon on n'arrivera pas à résoudre ces
problèmes particuliers et résiduels.

Je veux à tout prix éviter que l'on ne parvienne
pas à se mettre d'accord sur une solution globale
qui résoudra certains cas particuliers. Car dans ce
cas, il faudrait recommencer toute la procédure.

Il faut dire que les commissions provinciales ont
fait du bon travail. On se penche actuellement sur
les dernières questions. Et je peux vous dire
qu'aucun SMUR n'est actuellement agréé, étant
donné que les accords et les avis pris relatifs à la
répartition doivent encore être approuvés.

Ce n'est qu'une fois que j'aurai une image globale
que je donnerai mon approbation.

Nous voulons une solution rapide, compte tenu du
fait que la création de quelques SMUR
supplémentaires entraînera une augmentation des
dépenses. Il faudrait donc que j'obtienne les fonds
nécessaires pour y parvenir. Mais nous sommes
déjà bien avancés.

Vos dernières questions concernaient les
fonctions de soins urgents spécialisés. La matière
est actuellement en révision. Elle fait l'objet de
procédures de concertation au sein des instances
et du groupe de travail concerné. Il me faudra
encore quelque temps pour finaliser l'ensemble.

02.05 Jean-Marc Delizée (PS): Madame la

ministre, vous nous donnez connaissance de l'avis

18/07/2001

CRIV 50

COM 536

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

de la commission provinciale de Namur. En ce qui
concerne la commission provinciale du Hainaut, il
existe une proposition de reconnaissance du
SMUR de Chimay, du Centre de Santé des
Fagnes. Dans la réalité, ce SMUR couvre aussi la
partie namuroise. Donc, des communes
limitrophes sont affiliées à cette intercommunale,
d'autres sont adhérentes et y contribuent en
partie. Un certain nombre de communes de
l'arrondissement de Philippeville sont desservies
dans les faits par l'hôpital de Chimay qui est le
plus proche.

S'il n'y a pas d'agrément sur la partie namuroise,
je présume qu'il y en aura une sur la partie
hennuyère. A ma connaissance, la commission
donnait un avis favorable pour que le SMUR de
Chimay soit reconnu en terre hennuyère. Pouvez-
vous me le confirmer? Il n'existe pas de demande
locale d'être rattaché à Dinant car c'est plus loin.
La partie occidentale de l'arrondissement de
Philippeville est plus proche de Chimay.

Vous nous indiquez qu'il y aura une légère
adaptation budgétaire et j'imagine que ce n'est
pas prévu au budget 2001. Est-ce bien de cela
dont vous parlez pour ces quelques fonctions
supplémentaires? Je ne sais pas si j'ai bien
compris ou si c'est déjà inclus dans le budget
2001.

Pouvez-vous nous donner une idée du calendrier?
Dans quel délai pourra-t-on fonctionner, compte
tenu que cette procédure a déjà mis pas mal de
temps à progresser? Dans le cas présent, il existe
un déficit pour Chimay, tant en ce qui concerne
les soins urgents spécialisés que pour le SMUR,
et il se cumule d'année en année. Plus le temps
passe, plus la situation est difficile. J'interrogerai
votre collègue sur le caractère rétroactif du
financement. Le plus vite sera le mieux.

02.06 Magda Aelvoet, ministre: Je répondrai tout

de suite à la question la plus fondamentale, à
savoir le calendrier. Je veux terminer cela dans
les mois à venir. Je ne veux pas parler du siècle
prochain mais de cette année-ci.

02.07 Jean-Marc Delizée (PS): Dans les mois

prochains.

02.08 Magda Aelvoet, ministre: Pour ce qui

concerne le Hainaut, je vais vérifier ce qui figure
dans les propositions car la réponse n'est pas
indiquée dans la note qui m'a été transmise.

02.09 Jean-Marc Delizée (PS): Selon moi, l'avis

est favorable au niveau du Hainaut mais je

voudrais une confirmation.

02.10 Magda Aelvoet, ministre: Nous pourrions

encore nous rencontrer aujourd'hui à ce sujet.

02.11 Jean-Marc Delizée (PS): Madame la

ministre, je serai à votre disposition en séance
plénière aujourd'hui et demain.

02.12 Magda Aelvoet, ministre: Si vous êtes en

séance plénière vers 14.15 heures, je vous
transmettrai les éléments demandés.

02.13 Jean-Marc Delizée (PS): Quant à ma

question sur le budget?

02.14 Magda Aelvoet, ministre: Cela aussi, ce

sera en 2001.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

03 Question de Mme Colette Burgeon à la

ministre de la Protection de la consommation
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'identification des chiens" (n° 5163)

03 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de

minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
identificatie van honden" (nr. 5163)

03.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le

président, madame la ministre, chers collègues,
en mars 2000, à la suite d'un colloque sur la
problématique des chiens dangereux, vous
preniez position en refusant de publier, comme
c'est le cas dans d'autres pays, une liste des
races de chiens présumés dangereux.

Il s'agit d'un débat plus large mêlant prévention et
responsabilisation des différents acteurs, comme
les éleveurs, les acheteurs et les vendeurs. Vous
avez institué des groupes de travail qui viennent
de rendre leurs conclusions. Il me revient que les
suggestions formulées concerneraient les
agressions et la santé publique, les rapports
envers les chiens dans la société, les refuges,
l'élevage et le commerce, ainsi que la formation
au dressage.

Pour chacune des suggestions, pourriez-vous,
madame la ministre, nous donner le détail des
actes concrets entrepris par votre département
afin de réguler le secteur? Je ne vous demanderai
pas de lire la note détaillée que vous m'avez
remise parce que je crois que M. Mayeur et le
ministre sont pressés. Vous pourriez peut-être
m'en faire une synthèse. En tout cas, je vous

CRIV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

remercie de m'avoir communiqué ce rapport.

03.02 Magda Aelvoet , ministre: Monsieur le

président, chers collègues, comme je l'ai annoncé,
les groupes de travail ont effectué un bon travail.
Grâce à cela, nous avons pu organiser un après-
midi de rencontre samedi passé. Tous les
groupes ont communiqué le résultat de leurs
travaux. Je pense qu'il est impossible de parcourir
tout ce travail en cinq minutes. Comme j'avais
demandé de préparer des synthèses pour chaque
groupe de travail, je peux vous les exposer mais
auparavant je voudrais en revenir au débat qui
nous occupe: faut-il déclarer certaines races
dangereuses et donc les interdire?

Le constat que nous pouvons faire actuellement,
c'est que les pays qui avaient fait ce choix,
notamment les Pays-Bas, l'Allemagne et la
Grande-Bretagne, commencent à s'interroger sur
le bien-fondé de cette démarche. Les évaluations
faites par leurs experts rejoignent la position que
nous avions il y a un an. En effet, les experts de
ces pays constatent que l'opération ne fonctionne
pas parce qu'il y a aussi toute une gamme de
races mélangées. Il faut déterminer toutes les
races et c'est un travail inouï. L'élément
fondamental à retenir, c'est que 90% des
morsures proviennent de chiens qualifiés non
dangereux.

Bien entendu, il faut faire la différences entre les
divers types de morsure mais en tout cas, cette
approche semble être remise en cause dans
beaucoup de pays.

J'en reviens à ce qui a été fait dans les groupes
de travail. En matière de sécurité publique, on
prévoit d'organiser un intercabinets entre l'Intérieur
et la Justice pour concrétiser les
recommandations du groupe de travail. L'objectif
principal est la réalisation de points de contact et
de banques de données. On constate en effet que
les communes qui ont déjà prévu ce point de
contact et une banque de données locale
maîtrisent beaucoup mieux la situation. Ensuite, il
faut également revoir l'arrêté royal relatif à
l'identification et à l'enregistrement des chiens afin
de répondre aux nouvelles demandes en termes
de points de contact et de banques de données.

En ce qui concerne les agressions et la santé
publique, des propositions ont été faites en ce qui
concerne la prévention secondaire.

On a en effet constaté, après avoir consulté les
services d'urgence des hôpitaux, qu'un enfant qui
a été mordu puisque ce sont eux qui sont le plus

souvent attaqués encourt un grand risque d'être
mordu à nouveau dans la même année par le
même chien. Un travail important doit donc être
réalisé pour éviter une seconde morsure. A cet
effet, des mesures peuvent être prises par
l'entourage de l'enfant. Je vous cite un exemple:
ne jamais laisser un jeune enfant avec le chien. Il
y en a beaucoup d'autres encore.

Nous demandons aussi à ce que les médecins qui
sont confrontés à ce type de problème reçoivent
des informations qui peuvent être utiles, non
seulement pour le traitement des morsures mais
aussi en matière de prévention.

Le groupe de travail qui s'est occupé des
problèmes de comportement des chiens a
constaté que, dans certains cas, des chiens qui
normalement ne mordent pas, peuvent
commencer à mordre. Des mesures concrètes ont
donc été prévues pour déceler les facteurs
induisant un comportement agressif de la part du
chien. Toute une série d'actions sont prévues à
cet effet dans le cadre de la formation et de
l'évaluation des formations déjà existantes. Une
commission d'accompagnement doit être
constituée pour examiner ce qui se passe en la
matière. La loi sur l'exercice de la médecine
vétérinaire devra être adaptée afin de sanctionner
les infractions manifestes dans ce domaine. On
demandera également la contribution des facultés
vétérinaires afin qu'elles évaluent la place donnée
au traitement des problèmes de comportement
dans la formation et l'adapte si nécessaire.

Ce groupe de travail a bénéficié de la contribution
très importante des facultés vétérinaires, surtout
celles de l'université de Liège et de l'université de
Gand. Elles ont en effet travaillé sur le traitement
du comportement. On constate en effet que
certains comportements jugés à risque peuvent
être traités. Les résultats sont très positifs et ils
peuvent être démontrés au niveau des pratiques
réalisées au sein des universités ou aussi chez les
vétérinaires spécialisés en la matière. On constate
donc qu'il est possible d'influencer les
comportements des chiens.

Ensuite, il y a la problématique de l'agression
canine dans le contexte des refuges pour chiens.
Il s'agit bien entendu de renforcer les possibilités
de la banque de données. Voici quelques
semaines, l'Association belge d'identification et
d'enregistrement a mis à la disposition de tous les
directeurs de refuges des lecteurs de micropuces
électroniques qui permettent l'identification des
animaux.

18/07/2001

CRIV 50

COM 536

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Je souhaite que les organisations de coordination
des refuges pour animaux adoptent le plus
rapidement possible ces documents
d'identification comme modèle standard. Il a été
demandé aussi au Conseil du bien-être des
animaux d'examiner si la procédure évoquée ne
doit pas être reprise dans les conditions
d'agrément des refuges.

Par ailleurs, il faudrait un encadrement des
refuges le plus professionnel possible et il
convient d'examiner s'il est possible de trouver
une solution partielle au problème du manque
d'effectifs par le biais des programmes de
promotion.

Il y a encore quelques éléments moins importants.
Ensuite, il y a l'agression dans le cadre de
l'élevage ou du commerce. Dans le cadre de
l'élevage, un élément clé a été mis sur la table par
les facultés universitaires. Il s'agit du constat
suivant: dans le cadre d'une sélection toujours
possible, on peut créer en 4 ou 5 générations un
spécimen très agressif. On veut donc donner des
lignes de réglementation qui éviteraient que
n'importe quel éleveur se lance dans ce type
d'élevage.

Vis-à-vis du commerce, le problème qui se pose
est celui de l'importation de certaines races de
chiens. Nous n'avons pas encore de solution très
concrète. Certains balises ont été posées pour
aller de l'avant et pour permettre un plus grand
contrôle des importations. Je reconnais cependant
que le travail est loin d'être terminé.

Je possède ici un exemplaire de toutes les
propositions et tous les membres de la
commission pourront en disposer. Le travail se
poursuivra.

03.03 Colette Burgeon (PS): Madame la

ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Souhaitez-vous traduire toutes ces propositions
par un arrêté royal ou par un projet de loi?

Au niveau des communes, y aura-t-il une
incidence au niveau du travail et au niveau
budgétaire?

Il faudrait également souligner la problématique
de l'éducation des maîtres. On dit souvent que le
chien est à l'image de son maître.

03.04 Magda Aelvoet, ministre: L'idée n'est pas

du tout de régler le problème via un arrêté royal.
Des choses seront entreprises par des
groupements responsables.

Pour ce qui concerne les communes, c'est à elles
d'estimer l'importance de ce facteur et comment
elles pourront y faire face. Nous connaissons des
communes qui, de leur propre initiative, ont mené
un certain nombre de démarches avec des
résultats tout à fait positifs. On ne va pas imposer
d'en haut un système uniforme. Il est important
qu'il y ait une prise en charge par les différents
départements concernés. Tous les secteurs sont
concernés: l'Intérieur, la Justice, la formation, la
pratique de l'art vétérinaire.

J'ai appris que le traitement des chiens était
possible.

Je ne le savais pas. J'ai découvert moi aussi que
c'était possible. Bon nombre d'actions peuvent
être entreprises. L'essentiel est de veiller à la
sécurité des gens et surtout des enfants. Dans ce
contexte, j'estime que toutes les mesures
préventives qui peuvent être prises doivent l'être.
Si l'on constate que très souvent, les mêmes
personnes sont mordues dans la même année,
cela signifie qu'un problème se pose dans
l'entourage. C'est donc là qu'il faut agir. Il ne s'agit
pas de culpabiliser les victimes.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

04 Questions jointes de

- M. Yvan Mayeur au vice-premier ministre et
ministre du Budget de l'Intégration sociale et de
l'Economie sur "la destination du Fonds social
créé suite à la libéralisation du marché de
l'électricité" (n° 5162)
- Mme Michèle Gilkinet au vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale et
de l'Économie sociale sur "la destination du
fonds social" (n° 5209)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Yvan Mayeur aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de bestemming van het Sociaal
fonds dat na de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt werd opgericht" (nr. 5162)
- mevrouw Michèle Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de bestemming van het sociaal
fonds" (nr. 5209)

04.01 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président,

monsieur le ministre, chers collègues, je voudrais
savoir où en est l'accord qui devrait être finalisé en
conférence interministérielle sur la destination du

CRIV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Fonds social créé à la suite de la libéralisation du
marché de l'électricité. Si j'ai compris l'enjeu du
débat, monsieur le ministre, votre position
consistait à attribuer les moyens du Fonds social
aux CPAS pour mener des politiques, notamment
en matière de médiation de dettes et de
prévention en matière de surendettement, alors
que le secrétaire d'Etat Olivier Deleuze voudrait
plutôt privilégier des projets de consommation
d'énergie durable, ce qui est certainement louable
mais, à mon avis, cela ne relève pas du Fonds
social créé à la suite de la libéralisation du marché
de l'électricité.

Monsieur le ministre, je me permets dès lors de
vous poser les questions suivantes:
Quelles ont été les principales décisions prises en
conférence interministérielle à propos de
l'affectation de ce Fonds?
Quel est le montant réel de ce Fonds social?
Pouvez-vous confirmer que ce montant sera
attribué aux CPAS? Le cas échéant, quels sont
les critères de répartition, les modalités
d'application de la décision, et les conditions
éventuelles mises à l'octroi des subsides?
Dans le cadre des accords de coopération avec
les régions, quelle sera la répartition des moyens
entre entités fédérées?

04.02 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):

Monsieur le président, monsieur le ministre, la
destination du Fonds social créé à suite de la
libéralisation du marché de l'électricité me mène à
vous poser plusieurs questions.

Est-il effectivement décidé que les montants
affectés à ce fonds seront attribués aux CPAS? Si
oui, selon quelles modalités?

Un accord de coopération avec les régions est-il
prévu? Sera-t-il finalisé?

Des dispositions seront-elles prévues pour
garantir que les montants mis à la disposition des
CPAS contribuent au financement des
organismes chargés d'interventions en matière de
dettes par les régions? En effet, ne serait-il pas
utile d'organiser le plus en amont possible une
coordination entre les acteurs, et donc de prévoir
des conventions entre les organismes spécialisés
en matière de dettes et les CPAS?

04.03 Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur

le président, deux conférences interministérielles
concernaient ce sujet.

Où en sommes-nous pour le moment? Un accord
de principe a été conclu entre les différents

acteurs, à savoir les communautés, les régions et
l'Etat fédéral, portant sur une somme totale de 1,7
milliard qui serait mise à la disposition des CPAS.
Le montant de 1,7 milliard est réparti en deux
tranches: l'une de 1 milliard et l'autre de 700
millions.

Le milliard serait destiné au financement du
personnel, puisqu'il y a création de la tâche légale
de médiation de dettes. Ainsi, les CPAS qui auront
cette tâche légale pourront s'organiser. Le
financement du personnel serait réparti sur la
base du nombre de personnes bénéficiaires d'un
statut VIPO et du nombre de personnes
enregistrées au niveau de la centrale positive des
dettes. Il y aura au minimum une personne à mi-
temps pour chaque commune.

La condition préalable au versement de ce
financement est que les CPAS doivent être agréés
avant le 1

juin 2003 par les communautés. Nous

avons voulu que les CPAS remplissent les mêmes
conditions que les organismes privés, de manière
à avoir une cohérence dans la politique de
médiation de dettes.

Les 700 millions seraient utilisés pour trois tâches,
dont le CPAS lui-même doit décider. En effet,
nous pensons qu'il ne faut pas unanimité en cette
matière. Les CPAS pourront donc utiliser ce
montant:
- soit pour intervenir dans les dettes en matière
d'énergie (comme cela se fait déjà maintenant
pour 300 millions);
- soit pour intervenir dans les dettes de toutes
sortes;
- soit pour intervenir dans les actions préventives
pour éviter l'endettement énergétique (c'est-à-dire
les mesures d'économie d'énergie).

La répartition entre ces trois postes est laissée à
l'appréciation des CPAS concernés.

Il est clair que certains CPAS ne pourront pas
faire cela eux-mêmes. Ils pourront alors faire
usage de l'article 61 de la loi du 8 juillet 1976 en
ce qui concerne la collaboration avec les services
hors CPAS. Dans ce cas, les services en question
devront aussi être agréés par les communautés,
et ce toujours dans le souci d'harmonisation de la
politique.

Voilà donc les termes de l'accord de principe, qu'il
faudra maintenant traduire en textes de loi.

L'accord de coopération contenait une proposition
de protocole. Mais nous aurons maintenant bien
mieux, puisque dans la loi, on pourrait dire que le

18/07/2001

CRIV 50

COM 536

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

versement de l'argent est conditionné par un
agrément des communautés. La conférence
interministérielle procédera à l'évaluation de ces
mesures et entreprendra les corrections
nécessaires.

C'est une question de technique juridique pour
qu'il y ait une cohérence entre le fédéral et le
communautaire.

04.04 Yvan Mayeur (PS): Je me réjouis de la

réponse claire du ministre qui va totalement dans
le sens de ce qu'un certain nombre d'acteurs
sociaux de terrain notamment dans les CPAS
et moi-même souhaitions. Après la discussion,
j'aurai une question de procédure dans notre
commission.

04.05 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): La

réponse est claire. Nous suivrons de près le projet
de loi en préparation. Avez-vous estimé les
délais?

04.06 Johan Vande Lanotte, ministre: Etant

donné que le gouvernement et le communautaire
doivent se rencontrer et que ce sont les vacances,
on peut avancer une date au mois de septembre.

04.07 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Je

me réjouis de voir qu'il existe bien une
collaboration entre les différents organismes qui
est prise le plus en amont possible parce qu'à
défaut, sur le terrain, cela risque de créer trop de
disparités.

04.08 Yvan Mayeur (PS): Mme Gilkinet pose la

même question que la mienne et je pense avoir
priorité puisque j'ai déposé ma question dans les
temps. On ne peut pas poser la même question
qu'un autre mais on peut s'inscrire dans la
question, pour poser autre chose mais pas pour
poser exactement la même question. Or, ce qui
s'est produit ici me gêne un peu. Comment
procède-t-on habituellement?

Je me suis déjà vu renvoyer des questions parce
qu'un collègue les avait inscrites. Je les ai donc
retirées et je suis allé écouter et prendre les
résultats de la question du collègue. Je ne
comprends pas comment, dans cette commission-
ci, cela se passe de cette manière. C'est un
problème de procédure.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à
11.02 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 11.02 uur.

CRABV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van de heer Marcel Hendrickx tot de
minister van Landsverdediging over "de
aanslepende achterstand bij de behandeling van
de dossiers van werkweigeraars en
weggevoerden" (nr. 5035)

Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
la Défense sur "les retards persistants dans le
traitement des dossiers de réfractaires et de
déportés" (n° 5035)

Sprekers: Marcel Hendrickx, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Marcel Hendrickx, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Vraag van de heer Jean-Marc Delizée tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
financiering van de MUG's en de GUD's
(gespecialiseerde urgentiediensten) inzonderheid
in meer afgelegen en dunbevolkte gebieden"
(nr. 5095)

Question de M. Jean-Marc Delizée à la ministre
de la Protection de la consommation de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le
financement des SMUR et SUS (soins urgent
spécialisés) en particulier dans les zones
éloignées et peu peuplées" (n° 5095)

Sprekers:

Jean-Marc Delizée, Magda

Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu

Orateurs:

Jean-Marc Delizée, Magda

Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement

Vraag van mevrouw Colette Burgeon tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
identificatie van honden" (nr. 5163)

Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de la Protection de la consommation de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'identification
des chiens" (n° 5163)

Sprekers: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu

Orateurs: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement

Samengevoegde mondelinge vragen van

Questions orales jointes de

- mevrouw Michèle Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bestemming van het sociaal fonds"
(nr. 5209)

- Mme Michèle Gilkinet au vice-premier ministre et
ministre du Budget, de l'Intégration sociale et de
l'Économie sociale sur "la destination du fonds
social" (n° 5209)

Sprekers: Yvan Mayeur, Michèle Gilkinet,
Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en
minister van Begroting, Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie

Orateurs: Yvan Mayeur, Michèle Gilkinet,
Johan Vande Lanotte, vice-premier ministre
et ministre du Budget, de l'Intégration sociale
et de l' Économie sociale

CRABV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

VOLKSGEZONDHEID, HET

LEEFMILIEU EN DE

MAATSCHAPPELIJKE

HERNIEUWING

COMMISSION DE LA SANTE

PUBLIQUE, DE

L'ENVIRONNEMENT ET DU

RENOUVEAU DE LA SOCIETE

van

WOENSDAG

JULI

2001

10:00 uur

______

MERCREDI

JUILLET

2001

10:00 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10:16 uur door
de heer Philippe Seghin, voorzitter.

La séance est ouverte à 10:16 heures par M.
Philippe Seghin, président.

01 Vraag van de heer Marcel Hendrickx tot de

minister van Landsverdediging over "de
aanslepende achterstand bij de behandeling van
de dossiers van werkweigeraars en
weggevoerden" (nr. 5035)

01 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre

de la Défense sur "les retards persistants dans le
traitement des dossiers de réfractaires et de
déportés" (n° 5035)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu)

(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement)

01.01 Marcel Hendrickx (CVP) Het is

onaanvaardbaar dat de aanvragen van de
werkweigeraars en weggevoerden op basis van de
wet van 10 mei 1955, nog steeds niet zijn
afgewerkt.
De limietdatum van 30 juni die wij in een motie van
aanbeveling hadden vooropgesteld, is ondertussen
verstreken. In februari van dit jaar moesten nog
5.760 dossiers worden afgehandeld.

Wanneer zullen alle dossiers klaar zijn? Sinds
wanneer zijn de bijkomende contractuele
personeelsleden in dienst genomen? Hoe werden
de vacatures bekendgemaakt? Ik heb vernomen
dat de vacatures nergens openbaar werden
gemaakt. Hoeveel personeelsleden werken aan de
verwerking van de aanvragen? Het is volstrekt
onaanvaardbaar dat de betrokkenen zo lang op de
afhandeling van hun dossier moeten wachten.

01.01 Marcel Hendrickx (CVP): Il est inadmissible

que les demandes des réfractaires et des déportés,
introduites sur la base de la loi du 10 mai 1955,
n'aient pas encore été examinées.

La date butoir du 30 juin, que nous avions proposée
dans une motion de recommandation, est à présent
dépassée. En février de cette année, 5.760 dossiers
devaient encore être traités.

Quand tous les dossiers auront-ils été examinés?
Quand les membres du personnel contractuels
supplémentaires sont-ils entrés en service? De
quelle manière les vacances ont-elles été rendues
publiques? Il me revient qu'elles ne l'ont pas été.
Combien de membres du personnel sont affectés
au traitement des demandes? Il est absolument
inadmissible que les personnes concernées doivent
attendre aussi longtemps l'examen de leur dossier.

01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De

minister van Landsverdediging bevestigt dat via de

01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :

Le ministre de la Défense nationale confirme que la

18/07/2001

CRABV 50

COM 536

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

versnelde procedure het huidige rendement van
2.500 behandelde dossiers per jaar inderdaad kan
worden opgedreven.

Wat de personeelsbezetting betreft in de dienst die
de dossiers moet behandelen, werd er verkregen
dat er dit jaar drie bijkomende personeelsleden
mogen worden aangeworven: een jurist en twee
bestuursassistenten. Op 1 juni is een van de
bestuursassistenten gestart, de persoon die voor
tweede functie werd voorzien, is elders kunnen
beginnen. Inzake het vinden van een jurist, stelt er
zich een ernstig probleem. De eventuele kandidaat
moet de SELOR-proeven met succes hebben
afgelegd. Momenteel is er zelfs geen kandidaat
voorhanden. Dit is trouwens een probleem voor de
meeste overheidsdiensten.

Momenteel worden de dossiers behandeld door
twee voltijdse contractuele juristen en twee
statutaire bestuurssecretarissen.

procédure accélérée permettra d'augmenter le
rendement actuel, qui est de 2.500 dossiers traités
par an.

En ce qui concerne l'effectif du service chargé de
traiter les dossiers, trois nouveaux membres du
personnel pourront être recrutés cette année, à
savoir un juriste et deux assistants de direction.
L'un des assistants de direction est entré en service
le 1

juin. La personne prévue pour la deuxième

fonction est entrée en service ailleurs. Il est
extrêmement difficile de trouver un juriste. Les
candidats doivent avoir réussi les épreuves de
sélection du SELOR. Pour l'heure, il n'y a aucun
candidat. La plupart des services publics sont
d'ailleurs confrontés au même problème.

Pour l'instant, les dossiers sont traités par deux
juristes contractuels à temps plein et par deux
secrétaires d'administration statutaires.

01.03 Marcel Hendrickx (CVP): Ik ken een jurist

die zich al herhaaldelijk kandidaat heeft gesteld,
maar nooit antwoord heeft gekregen. Ik weet wel
niet of hij heeft deelgenomen aan de selectie van
SELOR. Dit dossier sleept al veel te lang aan. Het
wordt hoog tijd dat de minister ingrijpt. Hij blijft ons
voortdurend dezelfde antwoorden geven. Daar
schiet niemand bij op.

01.03 Marcel Hendrickx (CVP): Je connais un

juriste qui a déjà posé sa candidature à plusieurs
reprises et qui n'a jamais reçu de réponse. Par
contre, j'ignore s'il a participé aux épreuves de
sélection du SELOR. Ce dossier traîne depuis bien
trop longtemps. Il est grand temps que le ministre
intervienne. Il nous donne invariablement la même
réponse, qui ne satisfait personne.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

02 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée tot de

minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
financiering van de MUG's en de GUD's
(gespecialiseerde urgentiediensten) inzonderheid
in meer afgelegen en dunbevolkte gebieden"
(nr. 5095)

02 Question de M. Jean-Marc Delizée à la

ministre de la Protection de la consommation de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
financement des SMUR et SUS (soins urgent
spécialisés) en particulier dans les zones
éloignées et peu peuplées" (n° 5095)

02.01 Jean-Marc Delizée (PS): Komt er voor het

zuidelijk gedeelte van de regio tussen Samber en
Maas een MUG in Chimay ? Zal deze dienst onder
het arrondissement Philippeville of onder het
arrondissement Thuin ressorteren ?
Hoe ver is de erkenningsprocedure van de MUG
gevorderd ? Aangezien de financiering rechtstreeks
verbonden is met de erkenning, heeft de vertraging
in de procedure nadelige gevolgen voor de
ziekenhuizen die in onzekerheid verkeren.
Worden wijzigingen van de erkenningsnormen voor
de MUG's in afgelegen en dunbevolkte gebieden
overwogen ?

Zullen de zowel voor het personeel als voor de
artsen opgelegde normen daadwerkelijk los van de
grootte van het ziekenhuis worden gefinancierd ?

02.01 Jean-Marc Delizée (PS) : Le sud de l'Entre

Sambre et Meuse aura-t-il un SMUR à Chimay ?
Relèvera-t-il de l'arrondissement de Philippeville ou
de Thuin ?

Où est est-on dans la procédure d'agréation du
SMUR ? Le financement étant lié à l'agréation, le
retard dans la procédure met les hôpitaux dans une
incertitude préjudiciable.

Est-il prévu des modifications dans les normes
d'agréation du SMUR couvrant des zones éloignées
et peu peuplées ?

Les normes imposées tant pour le personnel que
pour les médecins seront-elles effectivement
financées indépendamment de la dimension de

CRABV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

En wat met de voor de GUD's aangekondigde
hervorming ? Worden de huidige normen gewijzigd
? Worden ook hier de voor het personeel en voor
de artsen opgelegde normen los van de omvang
van het ziekenhuis gefinancierd ?

l'hôpital ?

Quant au SUS, où en est la réforme annoncée ? Y
aura-t-il des modifications par rapport aux normes
actuelles ? Les normes imposées tant pour le
personnel que pour les médecins seront-elles
financées indépendamment de la taille de l'hôpital ?

02.02 Minister Magda Aelvoet (Frans): Het

arrondissement Philippeville in de provincie Namen
beschikt niet over een ziekenhuis. Het is niet de
bedoeling dat de MUG van Chimay er zal optreden.
Men wil eerder de mogelijkheden in het
arrondissement Dinant uitbreiden. De provincie
Namen heeft me de MUG-programmering bezorgd:
vier instellingen zouden moeten worden erkend.
Ik beschik over het verslag over de algemene
situatie van de MUG's dat door de
gezondheidsinspecteurs werd goedgekeurd. Voor
een aantal punctuele problemen is een oplossing in
zicht.

Het besluit is dat in een beperkte uitbreiding van het
aantal MUG-functies zal moeten worden voorzien.

Er is nog geen enkele MUG erkend. Ik zal pas tot
erkenning overgaan als ik over het volledige dossier
beschik. Als geen algemene oplossing mogelijk is,
moet een herhaling van de procedure worden
voorkomen.

Voor de erkenning van extra MUG's moet ik over de
nodige middelen beschikken.

Over de gespecialiseerde urgentiediensten wordt
overlegd gepleegd en het zal nog even duren
vooraleer tot een besluit kan worden gekomen.

02.02 Magda Aelvoet , ministre (en français) : Au

sujet de la province de Namur, l'arrondissement de
Philippeville ne dispose pas d'hôpital. Il n'est pas
prévu de le rattacher au SMUR de Chimay, mais de
renforcer l'arrondissement de Dinant. La province
de Namur m'a transmis la programmation SMUR
prévue : quatre institutions devraient être agréées.

Je suis en possession du rapport sur la situation
globale des SMUR, relayé par les inspecteurs
d'hygiène. Certaines problèmes particuliers sont en
voie de résolution.

Le constat est qu'il faudra prévoir une légère
adaptation à la hausse des fonctions SMUR.

Aucun SMUR n'a encore été agréé. Je
n'approuverai les SMUR qu'une fois le dossier
global obtenu. Il faut éviter de recommencer la
procédure si aucune solution globale ne peut être
trouvée.

Pour les SMUR supplémentaires, il me faudra
obtenir les fonds nécessaires.

Pour ce qui est des soins urgents spécialisés, la
matière fait l'objet d'une concertation et il faudra
encore un certain temps avant d'arriver à une
conclusion.

02.03 Jean-Marc Delizée (PS): De meeste

inwoners van Philippeville laten zich in het
ziekenhuis van Chimay verzorgen. Ik veronderstel
dat Chimay bij gebrek aan erkenning door de
provincie Namen door Henegouwen zal worden
erkend. Is dat zo ?

Overweegt u inderdaad een herziening in het kader
van de begrotingsaanpassing 2001 ? Wat is het
tijdschema ? Het tekort stijgt. Een snelle reactie is
aangewezen.

02.03 Jean-Marc Delizée (PS) : La plupart des

habitants de Philippeville sont desservis par l'hôpital
de Chimay. A défaut de l'agrément par la province
de Namur, il y aura, je suppose, un agrément de
Chimay par le Hainaut. Le comprenez-vous ?

Vous prévoyez une adaptation dans le cadre de
l'ajustement du budget 2001. Est-ce bien exact ?
Quelles sont les échéances ? Le déficit se cumule.
Il faut réagir rapidement.

02.04 Minister Magda Aelvoet (Frans): Ik wil die

situatie in de komende maanden oplossen. Ik zal
nagaan hoe het er in Henegouwen aan toe gaat en
zal u later meer informatie ook over de begroting
overigens, verstrekken.

02.04 Magda Aelvoet , ministre (en français): Je

veux achever cela dans les mois qui viennent. Je
vérifierai la situation du Hainaut et vous transmettrai
plus d'information ultérieurement, ainsi qu'au sujet
du budget.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

18/07/2001

CRABV 50

COM 536

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

03 Vraag van mevrouw Colette Burgeon tot de

minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
identificatie van honden" (nr. 5163)

03 Question de Mme Colette Burgeon à la

ministre de la Protection de la consommation de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'identification des chiens" (n° 5163)

03.01 Colette Burgeon (PS): Welke activiteiten

werden ondernomen ingevolge de conclusies die de
zeven door u opgerichte werkgroepen na een
colloquium over gevaarlijke honden formuleerden?

03.01 Colette Burgeon (PS) : Quelles sont les

actions concrètes entreprises en fonction de la
formulation par les sept groupes de travail que vous
avez institués suite à un colloque sur les chiens
dangereux ?

03.02 Minister Magda Aelvoet (Frans): De

werkgroepen hebben goed werk afgeleverd. Wij
hadden vorige zaterdag een ontmoeting
georganiseerd, zodat de verscheidene werkgroepen
hun resultaten konden uitwisselen. Het is
onmogelijk die hier samen te vatten. Wel kan ik u
zeggen dat de landen die ervoor kozen bepaalde
rassen te verbieden, zich nu beginnen afvragen of
die keuze gegrond was en geleidelijk aan opteren
voor voorstellen die vergelijkbaar zijn met ons
voorstel van een jaar geleden. De als niet gevaarlijk
omschreven honden zijn verantwoordelijk voor 90
procent van de beten.

Voor de openbare veiligheid wordt een
interkabinettenvergadering tussen Justitie en
Binnenlandse Zaken belegd. Voorts worden ook
een systeem van aanspreekpunten en lokale
gegevensbanken gepland. Ten slotte zal ook het
koninklijk besluit betreffende de identificatie en de
registratie van honden in die zin worden aangepast.
Inzake volksgezondheid wordt vastgesteld dat een
kind dat door een hond is gebeten, het risico loopt
hetzelfde jaar opnieuw door dezelfde hond te
worden gebeten. Bijgevolg moeten wij de nadruk
leggen op maatregelen die deze tweede beet
voorkomen.

03.02 Magda Aelvoet , ministre (en français) : Les

groupes de travail ont bien travaillé. Nous avons pu
organiser une rencontre samedi dernier, afin
d'échanger les résultats des travaux des différents
groupes. Les synthétiser ici est impossible. Mais je
puis vous dire que l'on constate que les pays qui ont
fait le choix d'interdire des races de chien
commencent à se poser des questions sur le bien
fondé de cette décision, et s'orientent
progressivement vers des propositions similaires à
celles que nous faisions, il y a un an. 90% des
morsures proviennent de chiens qualifiés de non
dangereux.

Pour la sécurité publique, on prévoit un intercabinet
entre la Justice et l'Intérieur. On prévoit également
un système de points de contact et de banques de
données locales. On va également modifier l'arrêté
royal relatif à l'identification et à l'enregistrement
des chiens dans ce sens. Pour la santé publique, on
constate qu'un enfant mordu risque d'être mordu la
même année par le même chien, c'est pourquoi il
faudra mettre l'accent sur la prévention secondaire.

Er kunnen bepaalde maatregelen worden getroffen.

Wij vragen vervolgens dat de artsen doelgerichte
informatie zouden ontvangen, met name inzake
preventie.

De werkgroep die met het onderzoek naar het
gedrag van honden was belast, heeft nagegaan
welke factoren agressief gedrag van honden in de
hand werken en stelt maatregelen op het stuk van
de opvoeding van de honden voor, alsook sancties
voor kennelijk agressief gedrag. De universiteiten
van Gent en Luik hebben in ruime mate
meegewerkt aan de analyse van dat risicogedrag
en van de voor te stellen behandelingen, die zeer
doeltreffend kunnen zijn.

Certaines mesures peuvent être mises en place.

Nous demandons ensuite que les médecins
reçoivent des informations ciblées, notamment en
matière de prévention.

Le groupe de travail, qui traite du comportement
des chiens, s'est attaché à cerner les facteurs qui
déterminent un comportement agressif des chiens,
et propose des mesures en matière d'éducation des
chiens et de sanction des comportements
manifestement dangereux. Des universités
notamment de Liège et de Gand ont largement
contribué à l'analyse de ces comportements à
risque et des traitements à proposer, qui peuvent se
révéler très efficaces.

CRABV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Daarnaast is er ook het agressief gedrag van
honden in de asielen. De middelen om dat gedrag
te identificeren moeten worden versterkt. Er werden
micro-chips ter beschikking van de directeurs van
de asielen gesteld. De procedures in de
hondenasielen moeten worden gestandaardiseerd
en de personeelsformaties moeten er worden
uitgebreid.
Wat de fokkerijen betreft, kan een selectie in vier of
vijf generaties een uiterst agressief specimen
opleveren. Wij willen richtsnoeren voor een
regelgeving meegeven om dat soort fokmethodes te
voorkomen.

Wat de handel betreft, rijst het probleem van de
invoer van sommige hondenrassen. Momenteel
worden dienaangaande enkel bakens aangereikt.
Het werk terzake is nog niet klaar, maar het wordt
voortgezet.

Il y a aussi l'agression canine dans les refuges. Il
faut renforcer les moyens d'identification. Des
systèmes de micro-puces ont été mis à la
disposition des directeurs. Il faudrait standardiser
les procédures et renforcer l'encadrement dans les
refuges pour chiens.

Dans l'élevage, la sélection peut créer en quatre ou
cinq générations un spécimen très agressif. On veut
donner des lignes de réglementation pour éviter ce
type d'élevage.

En matière de commerce se pose le problème de
l'importation de certaines races de chiens. A ce
jour, seules des balises sont avancées en ce
domaine. Ce travail n'a pas encore abouti mais sera
poursuivi.

03.03 Colette Burgeon (PS): Zal dit voor de

gemeenten gevolgen hebben inzake werk en
financiën? Wat is er inzake de opleiding van de
meesters gepland?

03.03 Colette Burgeon (PS): Y aura-t-il une

incidence pour les communes en termes
budgétaires et de travail ? Qu'est-il prévu pour
l'éducation des maîtres ?

03.04 Minister Magda Aelvoet (Frans): De

gemeenten beslissen welk beleid zijn voeren.
Sommigen legden terzake al veel efficiëntie aan de
dag.

We gaan geen uniform systeem opleggen, maar de
betrokken departementen moeten de gemeenten
onder hun hoede nemen.

Er kan veel worden gedaan, vooral inzake de
veiligheid van de kinderen. Het preventieaspect
moet worden versterkt, maar het mag geenszins de
bedoeling zijn gebeten personen met een
schuldgevoel op te zadelen.

03.04 Magda Aelvoet , ministre (en français): Ce

sont les communes qui doivent décider de la
politique à mener. Certaines l'ont déjà fait avec
beaucoup d'efficacité.

On ne va pas imposer de système uniforme, mais il
faut une prise en charge des départements
concernés.

Beaucoup de choses peuvent se faire, surtout dans
le domaine de la sécurité des enfants. L'aspect
préventif doit être renforcé, mais il ne s'agit
nullement de culpabiliser les personnes mordues.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

04 Samengevoegde mondelinge vragen van

- de heer Yvan Mayeur tot de vice-eerste minister
en minister van Begroting Maatschappelijke
Integratie en Sociale Economie over "de
bestemming van het Sociaal fonds dat na de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt werd
opgericht" (nr. 5162)
- mevrouw Michèle Gilkinet aan de vice-eerste
minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de bestemming van het sociaal fonds"
(nr. 5209)

04 Questions orales jointes de

04.01 Yvan Mayeur (PS): Wat besliste de

interministeriële conferentie inzake de bestemming

04.01 Yvan Mayeur (PS) : Qu'a-t-il été décidé en

conférence interministérielle au sujet de l'affectation

18/07/2001

CRABV 50

COM 536

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

van het sociaal fonds dat na de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt werd opgericht? Hoeveel
bedraagt dit fonds? Zal het aan de OCMW's worden
toegekend? Op grond van welke voorwaarden en
criteria? Hoe zal de verdeling van dat fonds tussen
Gewesten en Gemeenschappen geschieden?

du fonds social créé suite à la libéralisation du
marché de l'électricité ? Quel en est le montant ?
Sera-t-il attribué aux CPAS ? Selon quels critères et
sous quelles conditions ? Comment sera-t-il réparti
entre entités fédérées ?

04.02 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Zullen

de bijdragen aan het sociaal fonds dat na de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt werd
opgericht, aan de OCMW's worden toegekend? Zo
ja, volgens welke regels?

Komt er een samenwerkingsakkoord met de
Gewesten? Zal men erop toezien dat het
beschikbare geld naar organen belast met
schuldbemiddeling gaat? Zijn een coördinatie
tussen de actoren aan de top en overeenkomsten
tussen de gespecialiseerde organen en de
OCMW's niet aangewezen?

04.02 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Les

montants affectés au fonds social créé suite à la
libéralisation du marché de l'électricité seront-ils
attribués aux CPAS

? Si oui, selon quelles

modalités ?

Un accord de coopération avec les Régions sera-t-il
finalisé

? Sera-t-il garanti que les montants

disponibles contribueront au financement des
organismes chargés de l'intervention en matière de
dettes ? Une coordination entre les acteurs en
amont et des conventions entre les organismes
spécialisés et les CPAS ne seraient-elles pas
souhaitables ?

04.03 Minister Johan Vande Lanotte (Frans):

Aan deze aangelegenheid werden twee
interministeriële conferenties gewijd. Een
principeakkoord werd bereikt. Beslist werd 1,7
miljard ter beschikking van de OCMW's te stellen.
Een miljard zou bestemd zijn voor de financiering
van het personeel verdeeld op grond van het aantal
personen met een WIGW-statuut en van het aantal
bij de centrale voor schuldbeheer geregistreerde
personen.

De voorwaarde is dat de OCMW's voor juni 2003
door de Gemeenschappen worden erkend om het
voeren van een coherent beleid terzake te
waarborgen.

De overige 0,7 miljard is bestemd voor drie
opdrachten: tegemoetkomen in "energieschulden",
eigenlijke schuldbemiddeling en preventie van
schulden wegens energiekosten. Elk OCMW beslist
hoe het geld voor deze drie opdrachten wordt
gespreid.
Sommige OCMW's zullen er niet zelf voor kunnen
instaan en kunnen in het kader van artikel 61 van
de wet van 8 juli 1976 een beroep doen op externe
instellingen op voorwaarde dat deze door de
Gemeenschappen zijn erkend.

Het principeakkoord moet nog in een wettekst
worden gegoten wat niet evident is. De oplossing
van de erkenningsvoorwaarde verdient echter de
voorkeur boven een samenwerkingsakkoord. Het is
een kwestie van juridische techniek.

04.03 Johan Vande Lanotte , ministre (en

français) : Deux conférences interministérielles ont
été consacrées à ce sujet. Un accord de principe a
été atteint. Il a été décidé que 1, 7 milliard serait mis
à disposition des CPAS. Un milliard serait destiné
au financement du personnel, réparti sur base du
nombre de personnes bénéficiant du statut VIPO et
du nombre de personnes enregistrées à la centrale
de gestion de dettes.

La condition est l'agréation des CPAS avant juin
2002 par les Communautés, afin d'assurer une
cohérence de la politique menée en la matière.

L'autre 0,7 milliard est utilisé pour trois tâches :
intervenir dans les «dettes énergétiques», dans la
médiation de dettes tout court et dans les actions
préventives à l'endettement énergétique. Ce sera à
chaque CPAS de décider de la répartition des fonds
entre ces trois tâches.

Certains CPAS ne pourront le faire eux-mêmes et
pourront faire appel, dans le cadre de l'article 65 de
la loi du 8 juillet 1976, à des organismes extérieurs,
pour autant qu'ils soient agréés par les
Communautés.

L'accord de principe doit encore être traduit sous
forme de loi, ce qui n'est pas évident, mais la
solution de la condition d'agréation paraît préférable
à un accord de coopération. C'est une question de
technique juridique.

04.04 Yvan Mayeur (PS): Ik wilde een aantal

actoren in het veld kunnen geruststellen. Ik ben

04.04 Yvan Mayeur (PS) : Je souhaitais pouvoir

rassurer certains acteurs de terrain. Je suis

CRABV 50

COM 536

18/07/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

tevreden.

satisfait.

04.05 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Welke

termijnen moeten er worden nageleefd ?

04.05 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Quels

délais sont prévus ?

04.06 Minister Johan Vande Lanotte (Frans):

September is de streefdatum, want we moeten de
betrokken autoriteiten om de tafel krijgen.

04.06 Johan Vande Lanotte , ministre (en

français): Septembre, car il faut parvenir à réunir les
autorités concernées.

04.07 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Ik

dring erop aan voortgang te maken met dit dossier
teneinde discrepanties in het veld te verhinderen.

04.07 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV) :

J'insiste pour que l'on avance rapidement afin
d'éviter des disparités sur le terrain.

04.08 Yvan Mayeur (PS): Het verbaast mij een

beetje dat er twee vragen over hetzelfde mogen
worden gesteld. Men kan een vraag toevoegen aan
een andere over hetzelfde onderwerp, maar dat is
hier niet het geval, en mijn vraag werd als eerste
ingediend en had dus de voorrang.

Het is al gebeurd dat ik in soortgelijke
omstandigheden een vraag niet mocht stellen.

Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Ik hamer op
het tweede punt van mijn vraag, dat verschilt van de
vraag van de heer Mayeur.

De voorzitter: In de toekomst zal rekening worden
gehouden met de opmerking van de heer Mayeur.

04.08 Yvan Mayeur (PS) : Je m'étonne un peu de

ce que deux questions ayant le même objet
puissent être posées. On peut se joindre à une
question si l'on veut y ajouter une autre question sur
le même sujet ; ce n'était pas le cas ici et ma
question, déposée la première, avait la priorité !

Je me suis déjà vu refuser des questions dans les
mêmes circonstances.

Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV) : J'ai insisté
sur le deuxième point de ma question, qui était
distinct du sujet
de la question de M. Mayeur.

Le président : Il sera tenu compte à l'avenir de la
remarque de M. Mayeur.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.02 uur.

La réunion publique de commission est levée à
11.02 heures.

Document Outline