KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 532
CRIV 50 COM 532
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
17-07-2001 17-07-2001
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "het Belgisch klimaatplan en
Kyoto" (nr. 5052)
1
Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "le plan belge pour le climat et Kyoto"
(n° 5052)
1
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de financiering BP2" (nr. 5053)
3
Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "le financement de BP2" (n° 5053)
3
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer over "het
aandeelhouderschap in SPE" (nr. 845)
4
Interpellation de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable adjoint au ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'actionnariat de la SPE" (n° 845)
4
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de middelen voor SCK"
(nr. 5106)
6
Question de M. Servais Verherstraeten au
Secrétaire d'état à l'Energie et au Développement
durable adjoint au ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les moyens destinés au CEN"
(n° 5106)
6
Sprekers: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRIV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
17
JULI
2001
10:15 uur
______
du
MARDI
17
JUILLET
2001
10:15 heures
______
La séance est ouverte à 10.27 heures par Mme
Muriel Gerkens, présidente.
De vergadering wordt geopend om 10.27 uur door
mevrouw Muriel Gerkens, voorzitter.
01 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "het Belgisch klimaatplan en
Kyoto" (nr. 5052)
01 Question de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable sur "le plan belge pour
le climat et Kyoto" (n° 5052)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement.)
01.01 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, mijn vragen
waren aanvankelijk gericht aan staatssecretaris
Deleuze. Wat het Verdrag van Kyoto betreft, is
ook mevrouw Aelvoet gedeeltelijk bevoegd. De
aanwezigheid van de staatssecretaris in Bonn
heeft precies te maken met het klimaatverdrag.
Vorige week heb ik tijdens het vragenuurtje in de
plenaire vergadering de kans gekregen om het
woord te nemen op het moment dat België het
Verdrag van Kyoto ratificeerde. Ik heb er toen op
gewezen dat het een hele tijd rustig is geweest
rond dit verdrag tot op het ogenblik dat president
Bush eenzijdig het verdrag afblies. Dit zorgde
onmiddellijk voor reacties van over heel de wereld.
Iedereen was opnieuw wakker. Bush was nog
maar pas geland in België of ons land meldde dat
wij het Verdrag van Kyoto zouden ratificeren. De
groene staatssecretaris Deleuze zou de primeur
krijgen voor de aankondiging. Uiteindelijk was zijn
Vlaamse collega Dua hem voor. Een krant meldde
toen, ik citeer: "Als George Bush niet zou bestaan,
hadden ze hem moeten uitvinden want uiteindelijk
gebeurt er nog eens iets rond Kyoto."
België zal het verdrag ratificeren. Het verdrag
ratificeren is één zaak maar iets doen op het vlak
van het klimaat is natuurlijk iets anders. In Trends
van 17 mei 2001 verklaarde staatssecretaris
Deleuze, ik citeer: "Als België op 1 juli 2001 geen
nationaal klimaatplan heeft dan maken wij ons
ronduit belachelijk." Wij zijn ondertussen half juli
en wij hebben geen nationaal klimaatplan. Het
werd beloofd voor eind oktober. Wat mij enigszins
ontgoochelt, is dat twee groene ministers er na
twee jaar nog steeds niet in geslaagd zijn een
klimaatplan op te stellen dat onze verplichtingen
inzake Kyoto omzet in een strategisch en
uitvoerbaar plan. Wij hadden niet moeten wachten
op de ratificatie om ook een Belgisch klimaatplan
voor te bereiden.
17/07/2001
CRIV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Er werd evenwel gediscussieerd tussen
verschillende ministers uit de federale regering,
enerzijds en tussen het Vlaamse en het federale
niveau, anderzijds. De staatssecretaris denkt
onder meer aan een CO
2
-energieheffing maar
minister van Financiën Reynders heeft
onmiddellijk gezegd dat daarvan geen sprake kan
zijn. De Gewesten zijn ook tegen een dergelijke
heffing omdat zij convenanten willen afsluiten met
het bedrijfsleven en men kan het bedrijfsleven
geen twee keer belasten.
Het verdrag werd geratificeerd maar wij hebben
nog geen klimaatplan. Kunnen wij de ratificatie
beschouwen als een doorbraak of zal het bij een
gebaar blijven waaraan geen invulling wordt
gegeven? Hoe zal België de Kyoto-doelstellingen
halen?
Geen mens weet dit momenteel, ook
staatssecretaris Deleuze niet. Misschien weet
mevrouw Aelvoet wel hoe de Kyoto-doelstellingen
moeten worden gehaald. Tijdens het vragenuurtje
van vorige week vroeg ik reeds wanneer we het
Belgisch klimaatplan mogen verwachten en wat
de inhoud zal zijn. Er werd ons beloofd dat het
plan er tegen eind oktober zou komen. De vraag is
of het plan er tegen dan ook daadwerkelijk zal zijn.
Wat zullen de grote lijnen zijn van dat plan?
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, eind juni hebben alle EU-lidstaten op de
Top van Göteborg de afspraak herhaald om de
ratificatieprocedures zo snel mogelijk af te ronden.
Het is de bedoeling dat de Europese Unie en de
lidstaten het Kyoto-protocol ratificeren voor de
Rio+10-Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling
in Johannesburg in september 2002. Met dit
signaal hoopt de Europese Unie, dat een
belangrijke rol speelt in de mondiale
onderhandelingen, de andere staten die
noodzakelijk zijn om het Kyoto-protocol in werking
te laten treden, te overtuigen. In dat kader is het
afronden van de ratificatieprocedure in België wel
degelijk een zeer concreet engagement dat door
de andere ook als dusdanig wordt erkend.
In de marge van de beantwoording van de eerste
vraag zou ik willen doen opmerken dat de
besprekingen rond Kyoto helemaal niet stillagen
op het ogenblik dat Bush zijn catastrofale
uitspraak heeft gedaan. Er was zeer ernstig werk
geleverd in Den Haag in november 2000. Dit heeft
toen jammer genoeg niet tot resultaten geleid. Er
waren werkgroepen bezig om de opvolging van de
"Kop 6" van Bonn voor te bereiden. Het
ongelukkige van de zaak is dat de uitspraak van
Bush wel degelijk voor grote opschudding heeft
gezorgd. Daardoor zijn de internationale
verhoudingen voor een stuk in de war geraakt in
verband met de betekenis van een engagement in
verband met Kyoto.
Hoe zal België de Kyoto-doelstellingen halen? U
weet dat we het hier hebben over gemengde
bevoegdheden. Zowel de gewesten als de
federale overheid zullen dan ook hun
verantwoordelijkheid moeten nemen. De concrete
uitvoeringsbesluiten zullen worden opgenomen in
het Belgisch klimaatplan en worden vastgelegd
door middel van een samenwerkingsakkoord
tussen de gewesten en de federale overheid.
Voor het federale luik heeft de regering op 14 juni
2001 beslist dat uitvoering zal worden gegeven
aan de relevante maatregelen uit het federale plan
Duurzame Ontwikkeling 2000-2004. De uitvoering
zal in overleg met de gewesten, in het kader van
de interministeriële conferentie Leefmilieu, op
regelmatige tijdstippen worden getoetst aan
sociale, economische en ecologische indicatoren
en desgewenst worden bijgestuurd of
geactualiseerd worden wanneer er nieuwe
maatregelen worden goedgekeurd.
Wanneer zal er een Belgisch klimaatplan zijn?
Tegen eind oktober zal het plan beschikbaar zijn
en dit conform de beslissing van de regering van
14 juni. Het overleg met de gewesten is gestart en
het klimaatplan zal bepalen hoe België het Kyoto-
objectief van 7,5% reductie aan broeikasgassen in
2008-2012 ten opzichte van 1990 zal realiseren.
Uiteraard zal er een belangrijk accent worden
gelegd op de periode tot 2005.
01.03 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik dank de minister uiteraard voor haar
antwoord dat geen enkel nieuw element bevat
behalve de belofte dat Kyoto ernstig zal worden
genomen en dat er een klimaatplan zal komen. Ik
kan enkel hopen dat dit klimaatplan er tegen eind
oktober ook zal zijn. Het gaat hierbij evenwel om
een gemengde materie waardoor het bijzonder
belangrijk is dat de gewesten en de federale
overheid mekaar vinden terzake. Het is ook
belangrijk dat het een goed klimaatplan wordt,
mevrouw de minister, dat een aantal objectieven
met elkaar kan verzoenen.
Sociale doelstellingen moeten met het
bedrijfsleven verzoend kunnen worden, maar er
moet ook voldoende aandacht zijn voor het milieu
zelf. Naar de volgende generaties toe moeten er
engagementen zijn voor een echte uitvoering van
ons engagement van Kyoto. Ik herhaal dat het een
evenwichtig plan is dat ook het sociale luik niet
CRIV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
verwaarloost.
01.04 Minister Magda Aelvoet: Nog een element,
mevrouw Creyf. Op de plenaire ontmoeting tussen
de Belgische regering en de Europese Commissie
op 2 juli 2001 in het Egmontpaleis werd namens
België bij monde van minister Reynders zeer
duidelijk gezegd dat België het voorzitterschap
wenste aan te grijpen om de CO
2
-energieheffing
te kunnen realiseren. Dat is daar namens de heer
Reynders in mijn aanwezigheid gezegd. Ik kan u
dus bevestigen dat er hierover geen onenigheid
bestaat binnen de regering.
01.05 Simonne Creyf (CVP): Dat noteer ik dan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de financiering BP2"
(nr. 5053)
02 Question de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable sur "le financement de
BP2" (n° 5053)
02.01 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
minister, dit is een wat meer technische vraag die
in de exclusieve sfeer van de staatssecretaris ligt.
Misschien hebt u echter een aantal elementen van
antwoord gekregen die u mij kunt bezorgen. Is er
evolutie in het dossier van de financiering van
BP2, de vroegere afvalafdeling van het SCK?
In 1990 werd een conventie gesloten tussen de
Belgische Staat en NIRAS en de
elektriceitsproducenten en Synatom in verband
met de financiering van deze site. Er was toen
afgesproken voor een periode van tien jaar. Was
er toen afgesproken dat die conventie zou kunnen
worden verlengd onder dezelfde voorwaarden
voor de periode 2001-2010. Nu zijn we zo ver en
we stellen vast dat de producenten blijkbaar deze
conventie niet wensten te verlengen. Vooral de
vrijmaking van de elektriciteitsmarkt wordt hier als
element of als alibi gebruikt. Ik wil er wel op wijzen
dat op dit ogenblik bij Belgoprocess in Dessel
stilaan ernstige problemen rijzen inzake de
continuïteit van de afvalbehandeling. Dat geldt
zowel voor de afhandeling van het proces zelf als
voor de onrust die bij het personeel ontstaat. Op
dit ogenblik is er immers nog geen uitzicht op
financiering van BP2. Ik heb de staatssecretaris
vroeger ook al ondervraagd hierover. Hierin staan
wij aan dezelfde kant, maar heeft de
staatssecretaris ondertussen nog stappen gezet?
Werden er nog initiatieven genomen met enige
evolutie in het dossier?
02.02 Minister Magda Aelvoet: De bijdrage van
de elektriciteitssector tot de financiering van de
sanering van de nucleaire passiva op de site Mol-
Dessel waaronder het zogenaamd passief van
BP2 waarnaar u verwijst, wordt geregeld door de
conventie van 19 december 1990. Die conventie
voorzag voor de periode 1989-2000 in een
concreet betalingsschema waaraan de partijen
zich strikt hebben gehouden. Alhoewel die
kalender inmiddels reeds een half jaar is verlopen,
zou het een misvatting zijn te denken dat daarmee
ook de conventie is afgelopen. De partijen
onderhandelen nu over de voortzetting ervan na
2000. De staatssecretaris heeft reeds diverse
malen aan deze vergadering gerapporteerd over
de stand van zaken en de moeilijkheden die
worden ondervonden.
Voor de verdere financiering van de passiva BP1
en BP2 na 2000 werden inmiddels een aantal
tussentijdse overeenkomsten gesloten.
Ten eerste, de tussentijdse overeenkomst van 19
december 2000 betreft de voortzetting van de
sanering van het passief BP1, ex-Eurochimique,
na het jaar 2000.
Deze kent een bedrag van 3 miljard 798 miljoen
Belgische frank, BTW inbegrepen, toe aan de
NIRAS, ter financiering van de werkzaamheden
aan het passief BP1, over de vijfjarige periode
2001-2005. Dit bedrag werd door de Staat
integraal ten laste genomen op de begroting van
het jaar 2000 en werd reeds gestort op de
rekening van de NIRAS.
Ten tweede, de overeenkomst van 8 december
2000 tussen de Belgische Staat, de NIRAS, de
elektriciteitsproducenten en Sinatom, werd recent
gewijzigd en aangevuld naar aanleiding van de
conventie van 27 juni 2001. Deze gewijzigde
overeenkomst bepaalt dat de activiteiten waarin is
voorzien in het saneringsprogramma 2001 van het
passief BP2, kunnen worden gefinancierd ten
belope van maximaal 626 miljoen Belgische frank,
via middelen die beschikbaar zijn in het passief
fonds BP2. Die financieringswijze tast geenszins
de bedragen aan die in het fonds zijn
gereserveerd voor de aan de gang zijnde
investering inzake de HRA Solarium en voor de
betaling van de geactualiseerde bergingsprovisies
voor het passief afval van het fonds op lange
termijn van de NIRAS.
Door de recente wijziging van de conventie die in
17/07/2001
CRIV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
december werd gesloten met de elektriciteits-
sector, wordt de verdere sanering op de site BP2
gegarandeerd tot minstens 31 december 2001.
Voor het voortzetten van de sanering na die datum
zal nog een aanzienlijke bijkomende financiering
moeten worden gevonden. Volgens de Belgische
Staat zal die financiering, ingevolge de
overeenkomst van 19 december 1990, ten laste
vallen van de elektriciteitssector. Inmiddels
zoeken de betrokken partijen verder naar een
oplossing die ten laatste op 1 januari 2002 in
werking zal moeten treden. Met alle middelen zal
worden vermeden dat de
saneringswerkzaamheden op het terrein enige
hinder zouden ondervinden van het
financieringsprobleem.
De kabinetschef van staatssecretaris Deleuze
signaleert mij dat de gegevens inzake de
conventie en de onderhandelde update van 27 juni
2001 eveneens ter beschikking kunnen worden
gesteld van het geachte lid.
02.03 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
minister, over deze gegevens zou ik inderdaad
graag beschikken.
Wat BP1 betreft, deze zaak is inderdaad geregeld.
Dat werd trouwens goedgekeurd tijdens de
begrotingsbespreking. Ik wees reeds op de
verdienste van de staatssecretaris om het
probleem van BP1 uiteindelijk te hebben kunnen
regelen. Er blijft evenwel een probleem over, met
name met betrekking tot BP2.
De recente wijziging van de conventie is weliswaar
een voorlopige oplossing om de huidige toestand
wat te verlichten, maar uit uw antwoord blijkt
duidelijk dat er zware inspanningen zullen moeten
worden geleverd om de producenten over de brug
te halen, terwijl dit nochtans een historisch
engagement is dat zij verplicht zijn na te komen.
Immers, destijds hebben zij meegenoten van de
voordelen van de afvalafdeling en thans is het hun
plicht een tussenkomst te verlenen in de
toekomst.
Hopelijk zullen de initiatieven van de
staatssecretaris terzake succesvol zijn.
02.04 Minister Magda Aelvoet: Ik deel die hoop
samen met u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot
de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer over "het
aandeelhouderschap in SPE" (nr. 845)
03 Interpellation de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable adjoint au ministre de
la Mobilité et des Transports sur "l'actionnariat
de la SPE" (n° 845)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement.)
03.01 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, deze
aangelegenheid heeft niet alleen een technisch,
maar ook een politiek karakter.
Met het oog op de vrije elektriciteitsmarkt maakte
de publieke elektriciteitsproducent SPE zich los
van CPTE, het samenwerkingsverband van SPE
en Electrabel.
In CPTE werden het transport, het beheer van de
centrales en de eigendom van een aantal
centrales ondergebracht.
Daarvan heeft SPE een aandeel van 8,5% en
Electrabel de overige 91,5%.
De transportactiviteiten van CPTE zullen, in het
kader van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt,
verhuizen naar de nieuw opgerichte NV Elia, die
nog altijd niet functioneel is.
Voor haar productieactiviteiten zoekt SPE een
buitenlandse partner. We hebben dat in de pers
wat kunnen volgen. De genoemde kandidaten zijn
Electricité de France (EDF), het Duitse RWE en
het Duitse EON. De nieuwe partner van SPE zou
in de eerste fase 10% en in een latere fase tot
50% van de aandelen verwerven. Dat hebben we
ook in de pers kunnen lezen. Nog volgens
persberichten zouden de onderhandelingen
tussen SPE en Electricité de France reeds ver zijn
gevorderd. Diverse waarnemers, waaronder
Febeliec, de Belgische vereniging van
grootgebruikers van energie, hebben via een
persconferentie hun vrees geuit dat SPE zou
samengaan met EDF, wat aanleiding zal geven tot
een duopolie op de Belgische markt, want volgens
Febeliec zullen EDF en Electrabel elkaar op de
Belgische markt met rust laten. Met andere
woorden, zij zullen geen eigenlijke concurrenten
van elkaar zijn, wat eigenlijk de bedoeling is van
CRIV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt.
Electrabel, een kleindochter van het Franse Suez
is via zijn joint venture met de Compagnie
Nationale du Rhône ook actief op de Franse
markt. Febeliec verwacht meer concurrentie in de
productie indien de SPE met een andere partner,
bij voorbeeld RWE, zou samengaan.
Deze gebeurtenissen spelen zich natuurlijk op de
markt af en men zou kunnen zeggen dat de markt
zijn rol moet kunnen spelen. Ik heb hierover de
volgende vragen.
Wat is het standpunt van de Belgische regering
inzake dit dossier, gelet op het feit dat EDF voor
100% in handen is van de Franse Staat en
mogelijk op een niet-geoorloofde wijze
overheidsgeld aanwendt om participaties te
nemen in elektriciteitsbedrijven in andere
Europese lidstaten?
Welke stappen zal de regering ondernemen tegen
elektriciteitsondernemingen die in andere lidstaten
de mogelijkheden van de liberalisering voluit
benutten terwijl hun eigen lidstaat achterop loopt
inzake de vrijmaking van de markt? Deze vraag
heeft vooral betrekking op de concrete situatie in
Frankrijk.
Zal de regering in navolging van maatregelen die
in Duitsland en Italië werden genomen, stappen
ondernemen tegen EDF om ongewenste
machtsconcentraties op de Belgische markt te
vermijden?
Plant staatssecretaris Deleuze tijdens zijn
Europees voorzitterschap stappen om de
algemene richtlijnen die de Europese Commissie
in dit verband heeft genomen, verder te
concretiseren? Welke houding neemt de regering
aan tegenover de clausule in de
samenwerkingsovereenkomst tussen SPE en
Electrabel dat bij ontbinding van CPTE het
productiepark in handen van Electrabel komt?
03.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, zoals u weet wil de regering alle
voorwaarden aanwenden voor een effectieve
vrijmaking van de Belgische elektriciteitsmarkt. De
regering heeft alle nodige initiatieven genomen in
het aanwenden van die voorwaarden binnen haar
bevoegdheden, in het bijzonder voor de
aanstelling van een transportnetbeheerder die
over een wettelijk monopolie zou beschikken over
de transmissie van elektriciteit op het Belgisch
grondgebied. De laatste fase van die aanstelling
bestaat erin de huidige eigenaars van het
transmissienetwerk voor elektriciteit en de
gemeenten binnen Publi-T een overeenkomst te
verkrijgen over de financiële voorwaarden voor de
toegang tot het kapitaal van de
transportnetbeheerder door die gemeenten.
Wat de productie- en de leveringsactiviteiten
betreft, is de wet van 29 april duidelijk: geen enkel
monopolie maar wel een vrije handel in het kader
van de naleving van de nieuwe spelregels. In dit
kader zal de regering de middelen waarover ze
beschikt gebruiken om gebruikers, industriëlen en
huishoudens van de opening van de markt tot de
concurrentie te laten genieten van nog lagere
tarieven en van een betere dienstverlening. Die
middelen zijn inzonderheid: het goedkeuren van
een koninklijk besluit dat de openbare
dienstverplichtingen voor de ondernemingen in de
elektriciteitssector zal bepalen; het doen verkrijgen
van de tarievenhandicap van de gebonden
afnemers tegen ten laatste begin juni 2002; de
oprichting van gedragcodes die sommige
operatoren moeten naleven en nieuwe
toezichtmechanismen inzake kwalitatieve
dienstverlening, onder meer het nakomen en de
analyse van de tarieven van de Belgische
elektriciteitsmarkt.
De elektriciteitswet die goedgekeurd werd in april
1999 bevat geen bepalingen die de federale
regering toelaat direct tussenbeide te komen bij
een onderneming die over een dominante positie
beschikt op de Belgische markt voor de productie
van elektriciteit. Behoudens de middelen waarvan
sprake hierboven én indien elementen ertoe
zouden kunnen leiden dat de positie op de
Belgische markt de toegang van nieuwe
concurrenten op die markt zou verhinderen, kan
de federale overheid een interpellatie overwegen
bij de Europese instanties. Er dient aan herinnerd
dat elke actieve operator bij vaststelling van een
discriminerende toegang tot het transmissienet
voor elektriciteit geschilleninstanties kan
interpelleren zoals de bemiddelings- en
arbitragedienst en de geschillenkamer.
De Europese Commissie heeft een voorstel van
richtlijn voorgelegd om de Europese richtlijn
betreffende de organisatie van de interne
elektriciteitsmarkt te wijzigen. De nieuwe
krachtlijnen inzake organisatie van de
elektriciteitsmarkt die door de commissie worden
voorgesteld, beogen de versterking van de
onafhankelijkheid van de netbeheerders voor de
elektriciteit, de versnelling van de openingsfasen
van de markt en de versterking van het nationale
reguleringskader. In haar beslissingen van april
2000 op voorstel van de staatssecretaris voor
Energie heeft de Belgische regering deze nieuwe
17/07/2001
CRIV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
krachtlijnen reeds voor een groot deel opgevolgd.
In de clausules van de partnerovereenkomst
Electrabel-SPE staat niet opgenomen dat bij de
ontbinding van CPTE het productiepark in de
handen van Electrabel terechtkomt. Die
partnerovereenkomst vormt een geheel waarin
sommige clausules het behoud van de eigen
belangen van elke partij waarborgen. De twee
partners moeten zelf in geval van opzeg van de
overeenkomst de nodige formules vinden.
03.03 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, ik weet dat het
niet uw dossier is. Ik wens echter te beklemtonen
dat dit het derde dossier is waarin zeer moeizaam
vooruitgang wordt geboekt. In tegenstelling tot de
mooie tekst die u hebt afgelezen, kunnen we
alleen vaststellen dat de vrijmaking in België
vertraagt in plaats van versneld wordt en dat onze
transportbeheerder nog steeds niet operationeel
is. Ik heb reeds gezegd dat het cynisch is dat de
Europese commissaris precies aan België de
opdracht heeft gegeven om de vrijmaking van de
elektriciteitsmarkt te versnellen omdat België een
van de landen is waar het zeer moeizaam
vooruitgaat.
Wat het duopolie betreft, zegt u dat de overheid
niet rechtstreeks tussenbeide kan komen. Vraag
is of België niet over meer middelen moet
beschikken om terzake voorwaarden te stellen.
Indien EDF kan samengaan met SPE, vreest men
natuurlijk vooral dat de marktprijzen niet zullen
verlagen, terwijl dit net de bedoeling was van de
vrijmaking. De gezinnen, de verbruikers, de
cliënten en KMO's zullen weer de prijs blijven
betalen. Ik herhaal dat van alle Europeanen de
Belgen nog steeds de hoogste elektriciteitsfactuur
ontvangen. Het is de bedoeling dat de prijzen
dalen. Wij verwachten veel van de concurrentie en
van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt om de
prijzen te laten dalen, en niet van allerlei cadeaus
die her en der worden beloofd. Als deze
concurrentie er niet komt, en de overheid doet er
niets aan, dan schiet de overheid tekort in haar
opdracht.
Ik wou mijn vraag nu stellen omdat het anders
weer oktober is. Er is weer een aantal maanden
verlopen en ik wil er de aandacht op vestigen dat
de regering hierin haar rol moet spelen. Ze zou
tenminste attent en aandachtig moeten zijn, zoniet
zal ze haar belofte inzake lagere prijzen niet
kunnen halen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling toegevoegd aan de
minister van Mobiliteit en Vervoer over "de
middelen voor SCK" (nr. 5106)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au
Secrétaire d'état à l'Energie et au
Développement durable adjoint au ministre de
la Mobilité et des Transports sur "les moyens
destinés au CEN" (n° 5106)
04.01 Servais Verherstraeten (CVP): Mevrouw
de voorzitter, mevrouw de minister, ik had hier
vandaag uw staatssecretaris verwacht, maar ik zal
de vraag aan u stellen.
Ik heb de indruk dat het Studiecentrum voor
Kernenergie op dit ogenblik door de regering
wordt geviseerd. In de begroting van 2001 werden
de investeringsmiddelen niet geïndexeerd en in
het kader van de budgetcontrole werd aan deze
instelling bovendien ongeveer 15 miljoen frank
ontnomen, zodat de dotaties aan dit
studiecentrum voor 2001 de facto met 30 tot 40
miljoen frank werden verminderd.
De staatssecretaris heeft bij het opmaken van de
begroting van 2002 aangekondigd dat hij de
dotatie aan deze instelling nog met 100 miljoen
frank wil verminderen. Het zou niet gaan om een
eenmalig feit, want de staatssecretaris wil dit
herhaaldelijk doen.
Mevrouw de minister, op dit ogenblik worden het
Studiecentrum en de regio errond geconfronteerd
met het reeds bestaand afval en nucleair passief.
Daarnaast is er nu ook de terugkeer van
hoogradioactief verglaasd nucleair afval.
Ten eerste, hoe past het initiatief van de
staatssecretaris in het veiligheids- en
gezondheidsbeleid, rekening houdend met de
druk op deze regio met betrekking tot het milieu
en het nucleaire aspect?
Ten tweede, zijn er consequenties op het vlak van
tewerkstelling? Er werken momenteel een 600-tal
mensen en 150 mensen werken rechtstreeks en
onrechtstreeks met BR2, waar hoe dan ook
belangrijke investeringen zullen moeten
plaatsvinden, willen wij niet naar afbouw toegaan.
Heeft dergelijke belangrijke reductie bovenop de
reducties van 2001 geen consequenties op de
tewerkstelling?
Ten derde, wat is eigenlijk de reden voor de
CRIV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
vermindering? Waarom doet de staatssecretaris
dit?
Ten vierde, mevrouw de minister, is er het
communautaire aspect. Er was vroeger een
akkoord omtrent wetenschapsbeleid: enerzijds
waren er de dotaties van IRE, anderzijds de
verhoging van de dotaties van het SCK. Nu is men
op aanzienlijke wijze de SCK-dotaties aan het
reduceren. Doet men hiermee geen afbreuk aan
het communautair akkoord en het evenwicht van
destijds?
Mevrouw de minister, op het ogenblik van
indiening van de vraag heeft de agendering op
zich laten wachten. Na het indienen van mijn
vraag, heeft senator Vankrunkelsven een
gelijkaardige vraag met dezelfde finaliteiten
ingediend. Ik zou nu verder willen ingaan op het
antwoord van de staatssecretaris op deze vraag.
Ten eerste, bevestigt u dat er hoe dan ook voor
deze instelling verbod is om het bestaande
MYRRHA-project te financieren met dotaties of
klopt dat niet? Ten tweede, zet de intentie om
bovenop de meer dan 30 miljoen van het
afgelopen jaar - 100 miljoen af te nemen van deze
instelling het MYRRHA-project niet op de helling?
Mevrouw de minister, er is inderdaad het
regeerakkoord en we weten wat dit zegt over de
afbouw van de nucleaire energie. Wat dat betreft
huldigen u en ik verschillende standpunten, maar
het MYRRHA-project heeft ook niet-energetische
toepassingen, met name de medische
toepassingen. Inzake radiotherapie hebben wij
toch een reputatie hoog te houden en een
verplichting ten overstaan van onze bevolking.
Wordt dat dan niet op de helling gezet?
Wat mij frappeerde in het antwoord van de
staatssecretaris op de vraag van senator
Vankrunkelsven is dat hij stelt dat de vermindering
van de dotatie het MYRRHA-project niet in het
gedrang brengt. Het SCK zelf zou dat bevestigen.
Ik vraag mij af wie dit zegt: de directie of de raad
van bestuur? Graag zou ik dat van u vernemen.
04.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de
voorzitter, collega's, staatssecretaris Deleuze is
momenteel voor onderhandelingen in Bonn,
vandaar zijn afwezigheid. De discussies binnen de
regering over de begroting voor 2002 zijn
momenteel aan de gang en er is nog geen
beslissing genomen. Het is niet de bedoeling de
werkingsmiddelen voor het SCK te verminderen.
De discussie gaat over de vraag omtrent de
capaciteit om provisies aan te leggen: moet die elk
jaar met tientallen miljoenen worden verhoogd?
Het is evident dat ons land moet kunnen blijven
beschikken over een belangrijk kenniscentrum
inzake nucleaire aangelegenheden. Dat is
essentieel.
De uitstap uit de kernenergie wordt een proces dat
vele decennia zal duren en nog veel mensen, veel
middelen en veel knowhow zal vergen. Het SCK
zal in dat proces een centrale rol spelen. Het
behoud van de knowhow en de expertise van het
SCK is dan ook zeer belangrijk.
Het SCK heeft nooit beweerd dat haar toekomst
staat of valt met de ontwikkeling van het project
MYRRHA. Het is trouwens nog niet duidelijk of dit
project Europese steun zal krijgen. Ik wil in het
bijzonder de problematiek aanhalen van de
transmutatie van nucleair afval. Zoals u weet,
vergt transmutatie de opwerking van nucleair afval
en voorziet het regeerakkoord in een moratorium
inzake opwerking. Transmutatie van nucleair afval
is enkel mogelijk bij een nieuwe grote ontwikkeling
van nucleaire energie. Dat is niet de keuze van
deze regering.
Ik verwijs naar het verslag van het Scientific
Advisory Committee van het SCK van 26 april
2001, in het luik over radioactief afval. Ik citeer:
"Partitioning and transmutation as a nuclear waste
management option, is uncertain. It has a
theoretical importance for high level waste, but is
practically too complex and too expensive." Vrij
vertaald: Scheiding en transmutatie is een
onzekere optie voor het beheer van nucleair afval.
Er bestaat een theoretisch belang wat
hoogradioactief afval betreft, maar in de praktijk is
het te complex en te duur. De staatssecretaris
voor Energie heeft dus beslist geen
overheidsmiddelen voor de studie van het
MYRRHA-project te voorzien. Het staat het SCK
uiteraard vrij hiervoor eigen middelen uit te
trekken. Naar ik meen, is dat ook hun bedoeling.
Mijnheer Verherstraeten, u vroeg of dit mogelijk tot
gevolg heeft dat het personeelsbestand van het
SCK wordt afgebouwd? Het antwoord is: neen. U
vroeg ook wie precies de beslissing genomen
heeft. Gebeurde dat op directieniveau of op niveau
van de raad van beheer? Deze vraag hebt u pas
ter zitting mondeling gesteld. Ik heb dus geen
voorbereid antwoord klaar, waarvoor ik me
verontschuldig.
Wat het communautair evenwicht betreft, is het
evident dat de geldende reglementaire bepalingen
inzake de passiva strikt gevolgd werden. De
inspecteur van Financiën volgt deze zaak in detail
17/07/2001
CRIV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
op.
04.03 Servais Verherstraeten (CVP): Mevrouw
de voorzitter, ik dank de minister voor haar
antwoord. Ik heb er uiteraard begrip voor dat een
vraag die ik ter zitting heb gesteld, in navolging
van wat zich in de Senaat heeft afgespeeld,
onbeantwoord blijft. Dat kan ik de minister niet ten
kwade duiden. Ik wens over dit punt zeker nog van
gedachten te wisselen met de staatssecretaris
naar aanleiding van de begrotingsbesprekingen.
Mevrouw de minister, wij zijn bondgenoten. U stelt
dat er wetenschappelijk onderzoek nodig is, als
gevolg van maatschappelijke keuzes die wij
decennia geleden gemaakt hebben, en dat het
SCK daar een centrale rol in moet spelen. Wij zijn
daarin uw bondgenoten, maar wij hebben de
indruk dat onze wegen ver uiteenlopen over de
manier waarop het SCK die centrale rol moet
vervullen en op middellange en lange termijn moet
blijven vervullen. Ik meen dat de rol die u met uw
woorden weglegt voor het SCK, niet bevestigd
wordt door uw daden. Indien men het SCK nu al
enkele tientallen miljoenen afneemt, en dat later
nog eens wenst te doen, zal dit consequenties
hebben. Het kan wel zijn dat men vragen heeft bij
de rendabiliteit van het MYRRHA-project op
termijn. Maar de vraag rijst of intussen toch geen
onderzoek moet blijven plaatsvinden, dat
eventueel door het SCK met eigen middelen kan
worden gefinancierd. Een positief antwoord houdt
de facto in dat andere projecten en andere
initiatieven daardoor in het gedrang komen. Ik
vrees dan ook dat de centrale rol van het SCK
daardoor in verdrukking komt.
Hetgeen nu is gebeurd heeft nog een grotere
betekenis in een signaalfunctie. De regering geeft
een signaal met betrekking tot energetische
toepassingen op nucleair vlak en zelfs niet-
energetische toepassingen op nucleair vlak.
Eigenlijk vindt deze regering dit onvoldoende
relevant. Het is echter wel relevant dat wij
hooggekwalificeerde wetenschappers gedurende
decennia zullen blijven nodig hebben. Hoe zullen
wij jonge mensen nog kunnen aanmoedigen om
hun jeugd te investeren in het opdoen van kennis
wanneer men resoluut kiest om de kraan toe te
draaien, zelfs wat de studieverrichtingen naar niet-
energetische toepassingen betreft? Met
betrekking tot de energetische toepassingen vraag
ik me af of de opties die door deze regering
worden genomen wel overeenstemmen met de
conferentie van Rio en het protocol van Kyoto met
betrekking tot de uitstoot van CO
2
. Het behoud en
het respecteren van de internationale normen die
voorgelegd worden staan ook in het
regeerakkoord. Ik betreur de initiatieven en de
ambities van de staatssecretaris terzake. Ik hoop
dat de regering op deze beslissingen zal
terugkomen in de wetenschap en de overtuiging
dat het initiatief van de staatssecretaris in
tegenstelling tot hetgeen hij beweerde in de
Senaat - niet de goedkeuring wegdraagt van het
Studiecentrum voor Kernenergie en dat het
communautaire evenwicht terzake nauwlettend in
het oog zal worden gehouden.
04.04 Minister Magda Aelvoet: Ik wil op één
enkel punt nog reageren. De informatie die ik hier
krijg bevestigt dat gelden voor studies de laatste
jaren in een bepaalde spaarpot terecht zijn
gekomen, die op dit ogenblik 485 miljoen frank
bedraagt. Het feit dat men in deze context zegt dat
er eerst wat activiteiten ondernomen moeten
worden vooraleer er enige aanvulling komt, doet
geen afbreuk aan de werkingsmogelijkheden. Het
is voor een instelling een volkomen legitieme
doelstelling om over zo'n groot mogelijk kapitaal te
beschikken, althans vanuit het perspectief van de
instelling zelf, maar of dat een voldoende
verantwoording is ten aanzien van de overheid om
er bijkomende middelen in te steken, blijft de
vraag. Dit is dan ook het debat dat nu moet
worden gevoerd.
04.05 Servais Verherstraeten (CVP): Het is
misschien goed dat sommige instellingen af en
toe sparen. Uw staatssecretaris en zijn
medewerkers weten ook dat men op middellange
termijn en eigenlijk nog binnen dit decennium voor
aanzienlijke investeringen staat indien men er nog
verder op hoog niveau aan nucleair onderzoek wil
doen. Op dat ogenblik zullen deze middelen
noodzakelijk zijn. Als men nu de geldkraan
dichtdraait zal men deze investeringen niet meer
kunnen doen. Verder vrees ik dat het signaal,
waarnaar ik zo-even verwees, demotiverend zal
zijn voor de jeugd, die zich eventueel wenst te
bekwamen in nucleaire wetenschap.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 11.15 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.15 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 532
CRABV 50 COM 532
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
17-07-2001 17-07-2001
10:15 uur
10:15 heures
CRABV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "het Belgisch klimaatplan en
Kyoto" (nr. 5052)
1
Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "le plan belge pour le climat et Kyoto"
(n° 5052)
1
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de financiering BP2" (nr. 5053)
2
Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "le financement de BP2" (n° 5053)
2
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer over "het
aandeelhouderschap in SPE" (nr. 845)
4
Interpellation de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable adjoint au ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'actionnariat de la SPE" (n° 845)
4
Sprekers: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Simonne Creyf, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Servais Verherstraeten tot de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de middelen voor SCK"
(nr. 5106)
6
Question de M. Servais Verherstraeten au
Secrétaire d'état à l'Energie et au Développement
durable adjoint au ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les moyens destinés au CEN"
(n° 5106)
6
Sprekers: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRABV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
17
JULI
2001
10:15 uur
______
du
MARDI
17
JUILLET
2001
10:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.27 uur door
mevrouw Muriel Gerkens.
La séance est ouverte à 10.27 heures par Mme
Muriel Gerkens.
01 Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "het Belgisch klimaatplan en
Kyoto" (nr. 5052)
01 Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "le plan belge pour le climat et Kyoto"
(n° 5052)
(De vraag wordt beantwoord door minister Magda
Aelvoet)
(La réponse sera fournie par la ministre Magda
Aelvoet)
01.01 Simonne Creyf (CVP): Ondanks de beloftes
van staatssecretaris Deleuze, is het nationaal
klimaatplan nog steeds niet klaar. Het volstaat niet
om het verdrag van Kyoto te ratificeren. De
verdragsverplichtingen moeten in een concreet plan
worden omgezet. De vooropgestelde C0
2
heffing
wordt afgewezen door de minister van Financiën en
door de Gewesten. Is de ratificatie niet meer dan
een leeg gebaar? Hoe zal België de Kyoto-
doelstellingen halen? Wanneer zal het klimaatplan
klaar zijn?
01.01 Simonne Creyf (CVP): En dépit des
promesses formulées par le secrétaire d'Etat, M.
Deleuze, le plan national pour le climat n'est
toujours pas prêt. La ratification du protocole de
Kyoto ne suffit pas. Les obligations imposées par le
Traité doivent être transposées sous la forme d'un
plan concret. La taxe sur le CO2 a été rejetée par le
ministre des Finances et par les Régions.La
ratification ne revêt-elle donc qu'un caractère
purement symbolique? Comment la Belgique
réalisera-t-elle les objectifs de Kyoto? Quand le plan
pour le climat sera-t-il prêt?
01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
EU en de lidstaten moeten het verdrag ratificeren
vóór de Rio +10-wereldtop inzake duurzame
ontwikkeling in 2002. Met dit signaal hoopt de EU
de andere staten te overtuigen. De ratificatie is in dit
kader wel degelijk een doorbraak. Om de
doelstellingen te halen, wordt inderdaad een
nationaal klimaatplan uitgewerkt. Daartoe zal een
01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Le Traité doit être ratifié par l'Union européenne et
ses Etats membres avant le sommet mondial
Rio+10 sur le développement durable qui se tiendra
en 2002. L'Union européenne tente de convaincre
ses Etats membres de respecter cette échéance.
Dans ce contexte, la ratification constitue bel et bien
une avancée. Dans le cadre de la réalisation des
17/07/2001
CRABV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
samenwerkingsakkoord worden gesloten met de
Gewesten. De relevante maatregelen uit het
federaal plan duurzame ontwikkeling zullen worden
uitgevoerd. De uitvoering zal in het kader van de
interministeriële conferentie Leefmilieu geregeld
worden getoetst en eventueel worden bijgestuurd.
Het klimaatplan zal tegen eind oktober 2001
beschikbaar zijn. Hierover wordt overleg gepleegd
met de Gewesten. Het plan zal aangeven hoe in
2008-2012 de reductie van de broeikasgassen met
7,5 procent ten opzichte van 1990, kan worden
gerealiseerd.
différents objectifs énoncés par le Traité, un plan
national pour le climat est en effet en préparation.
En vue de sa mise en oeuvre, un accord de
coopération sera conclu avec les Régions. Les
mesures appropriées prévues par le plan fédéral
pour le développement durable seront appliquées.
L'organisation, le contrôle et, le cas échéant, la
correction de l'application de ces mesures seront
confiées à une conférence interministérielle. Le plan
pour le climat sera disponible d'ici à la fin du mois
d'octobre 2001. Il doit faire l'objet d'une concertation
avec les Régions. Il précisera les moyens de
réaliser la réduction des émissions de gaz à effet de
serre de 7,5 pour cent en 2008-2012 par rapport à
1990.
01.03 Simonne Creyf (CVP): Dit antwoord bevat
geen nieuw element. Ik hoop dat er zo snel mogelijk
een degelijk klimaatplan komt, dat een aantal
objectieven met elkaar verzoent. Het sociale luik
van het plan mag zeker niet worden verwaarloosd.
01.03 Simonne Creyf (CVP): Cette réponse
n'apporte aucun élément neuf. J'espère qu'un plan
pour le climat digne de ce nom, conciliant différents
objectifs, sera élaboré dans les meilleurs délais. Le
volet social de ce plan ne pourra en tout cas pas
être négligé.
01.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Op 2
juli heeft minister Reynders duidelijk verklaard dat
de C0
2
problematiek tijdens het Belgische
voorzitterschap van de EU op de agenda zal
worden geplaatst. Deze uitspraak gebeurde tijdens
de ontmoeting tussen de Belgische regeringen en
de Europese Commissie.
01.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Le 2 juillet, le ministre Reynders a déclaré en
termes clairs que le problème des émissions de
CO2 serait inscrit à l'ordre du jour de la présidence
belge de l'UE. Il a fait cette déclaration lors de la
rencontre entre les gouvernements belges et la
Commission européenne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de financiering BP2"
(nr. 5053)
02 Question de Mme Simonne Creyf au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "le financement de BP2" (n° 5053)
(De vraag wordt beantwoord door minister Magda
Aelvoet)
(La réponse à la question sera fournie par la
ministre Magda Alvoet)
02.01 Simonne Creyf (CVP): Is er evolutie in het
dossier van de financiering van BP2? In '90 is er
tussen de Staat, de Niras, de
elektriciteitsproducenten en Synatom een conventie
afgesloten omtrent de financiering van de site BP2
over een periode van tien jaar. Verlenging was toen
mogelijk voor nog eens tien jaar. Ondertussen zijn
we in 2001 en wensen de elektriciteitsproducenten
de conventie niet te verlengen. Als reden halen ze
de liberalisering van de elektriciteitsmarkt aan. Bij
Belgoproces in Dessel rijzen er ondertussen
problemen in verband met de continuïteit van de
afvalverwerking en ook het personeel is ongerust
over de tewerkstelling.
Heeft de regering nog nieuwe initiatieven terzake
02.01 Simonne Creyf (CVP): Le dossier du
financement de BP2 a-t-il évolué ? En 1990, l'Etat,
l'ONDRAF, les producteurs d'électricité et Synatom
avaient conclu une convention pour le financement
du site BP2 sur une période de dix ans. A l'époque,
il avait été prévu que cette convention pourrait être
prolongée de dix ans supplémentaires. Aujourd'hui,
nous sommes en 2001 et les producteurs
d'électricité ne souhaitent pas prolonger la
convention. Le motif qu'ils invoquent est la
libéralisation du marché de l'électricité. Chez
Belgoproces, à Dessel, des difficultés liées à la
continuité du traitement des déchets ont surgi entre-
temps et, d'autre part, le personnel craint pour son
emploi.
Le gouvernement a-t-il pris d'autres initiatives en la
CRABV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
genomen?
matière ?
02.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
financiering van het zogenaamde passief BP2 wordt
geregeld door de conventie van 19 december 1990.
De partijen hielden zich strikt aan het concrete
betalingsschema voor de periode 1989-2000.
Momenteel onderhandelen de partijen over de
voortzetting van deze conventie na 2000. De
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling rapporteert geregeld over de stand
van zaken hieromtrent.
Voor de verdere financiering van de passiva BP1 en
BP2 na het jaar 2000 werden inmiddels volgende
tussentijdse overeenkomsten gesloten. Ten eerste
de tussentijdse overeenkomst van 19 december
2000 over de voortzetting van de sanering van het
passief BP1 na het jaar 2000. Deze overeenkomst
kent een bedrag van 3.798,2 miljoen Belgische
frank toe aan de Niras ter financiering van de
werkzaamheden over het passief BP, over de
periode 2001-2005. De Staat nam dit bedrag
integraal ten laste op de begroting van het jaar 2000
en dit geld werd op de rekening van de Niras
gestort.
02.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Le financement de ce que l'on appelle le passif BP2
est réglé par la convention du 19 décembre 1990.
Les parties ont respecté scrupuleusement
l'échéancier du financement fixé pour la période
1989-2000. Actuellement, elles discutent de la
poursuite de ces négociations après l'année 2000.
Le secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable fait régulièrement rapport
sur l'état d'avancement dans ce dossier.
Entre-temps, les accords intermédiaires suivants
ont été conclus pour le financement ultérieur des
passifs BP1 et BP2 après l'année 2000. Il y a tout
d'abord l'accord intermédiaire du 19/12/2000 sur la
poursuite de l'assainissement du passif BP1 après
l'année 2000. En vertu de cet accord, un montant
de 3.798,2 millions de francs sera alloué à
l'ONDRAF pour financer ses travaux concernant le
passif BP pendant la période quinquennale 2001-
2005. L'Etat a imputé l'intégralité de cette somme
au budget de l'année 2000 et l'argent a été versé
sur le compte de l'ONDRAF.
Ten tweede is de overeenkomst van 8 december
2000 tussen de Belgische Staat, Niras, de
elektriciteitsproducenten en Synatom, die inmiddels
werd gewijzigd en aangevuld middels de conventie
van 27 juni 2001. Deze bepaalt dat de activiteiten
van het saneringsprogramma 2001 van het passief
BP2 gefinancierd kunnen worden ten belope van
maximaal 626 miljoen door middel van gelden die al
beschikbaar zijn in het passieffonds BP2.
Deze financieringswijze tast geenszins de bedragen
aan die in het fonds gereserveerd zijn voor de aan
de gang zijnde investering inzake het HRA/Solarium
en voor de betaling van de geactualiseerde
bergingsprovisies voor het passief afval aan het
fonds op lange termijn van de Niras. De verdere
sanering op de site BP2 is ondertussen
gegarandeerd tot minstens 31 december 2001.
Voor de verderzetting van de sanering na deze
datum moet nog een bijkomende financiering
gevonden worden. Volgens de Staat valt deze ten
laste van de elektriciteitssector. Ondertussen
zoeken de partijen naar een oplossing die ten
laatste op 1 januari 2002 in werking moet treden. Er
zal vermeden worden dat de
saneringswerkzaamheden op het terrein enige
hinder zouden ondervinden van de
financieringsproblemen.
De gegevens over de Conventie en de update
Deuxièmement, il y a la convention du 8 décembre
2000 conclue entre l'Etat belge, l'ONDRAF, les
producteurs d'électricité et Synatom qui a entre-
temps été modifiée et complétée par la convention
du 27 juin 2001. Cette dernière dispose que les
activités du programme d'assainissement de 2001
du passif BP2 peuvent être financées à
concurrence d'un maximum de 626 millions de
francs par des fonds qui sont déjà disponibles au
fonds pour le passif BP2.
Ce mode de financement n'affecte en rien les
montants réservés dans le fonds pour les
investissements en cours en ce qui concerne
HRA/Solarium et le paiement des provisions
actualisées en matière de stockage pour les
déchets passifs au fonds à long terme de
l'ONDRAF. La poursuite de l'assainissement sur le
site BP2 a, entre-temps, été garantie jusqu'au 31
décembre 2001 au moins. Pour la poursuite de
l'assainissement au-delà de cette date, il faudra
encore trouver un financement complémentaire.
Selon l'Etat, celui-ci est à la charge du secteur de
l'électricité. Entre-temps, les parties essaient de
trouver une solution qui devra être mise en oeuvre
au plus tard au 1
er
janvier 2002. On évitera que les
travaux d'assainissement sur le terrain soient
entravés d'aucune manière par des problèmes de
financement.
Les données relatives à la convention et
17/07/2001
CRABV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
zullen ter beschikking gesteld worden van het
geachte lid.
l'actualisation seront mis à la disposition de
l'honorable membre.
02.03 Simonne Creyf (CVP): BP1 is inderdaad
geregeld. De staatssecretaris heeft hierin grote
verdienste. Ondertussen blijft de regeling van BP2
een probleem. De producenten kunnen blijkbaar
moeilijk worden overhaald om voor hun
afgesproken deel van de opdracht in te staan.
02.03 Simonne Creyf (CVP): La question BP 1 est
en effet réglée. C'est tout à l'honneur du secrétaire
d'Etat. Entre-temps, il reste le problème du
règlement de BP2. Il est apparemment difficile
d'amener les producteurs à intervenir pour leur
partie convenue du marché.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot
de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer over "het
aandeelhouderschap in SPE" (nr. 845)
03 Interpellation de Mme Simonne Creyf au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable adjoint au ministre de la Mobilité et des
Transports sur "l'actionnariat de la SPE" (n° 845)
(De interpellatie wordt beantwoord door minister
Magda Aelvoet)
(La réponse à la questin sera fournie par la ministre
Magda Alvoet)
03.01 Simonne Creyf (CVP): De publieke
elektriciteitsproducent SPE maakt zich, met het oog
op de vrije elektriciteitsmarkt, los uit CPTE, haar
samenwerkingverband met Electrabel. SPE heeft
hierin een aandeel van 8,5 procent. De
transportactiviteiten van CPTE zullen verhuizen
naar de nieuw opgerichte NV Elia.
Voor haar productieactiviteiten zoekt SPE naar een
buitenlandse partner. Er zijn drie kandidaten. De
nieuwe partner zou in een eerste fase 10 procent en
later 50 procent van de aandelen verwerven. De
onderhandelingen met het Franse EDF zouden al
ver gevorderd zijn. Sommigen vrezen dat zo een
duopolie zou ontstaan op de Belgische markt.
Febeliec, de Belgische vereniging van
grootconsumenten, verwacht dat EDF en Electrabel
elkaar met rust zullen laten. Electrabel is immers
ook actief op de Franse markt.
Wat is in dit dossier het standpunt van de regering?
Welke maatregelen zal de regering nemen? Zal de
regering stappen zetten tegen EDF om ongewenste
machtsconcentraties te vermijden? Plant de
staatssecretaris tijdens zijn Europese
voorzitterschap stappen om de richtlijnen van de
Europese Commissie ter zake te concretiseren?
Wat is de houding van de regering tegenover de
clausule in de overeenkomst met SPE dat bij de
ontbinding van CPTE het productiepark in handen
komt van Electrabel?
03.01 Simonne Creyf (CVP): En vue de la
libéralisation du marché de l'électricité, SPE, le
producteur public d'électricité, se libère de CPTE,
son accord de coopération avec Electrabel. SPE y
possède une part de 8,5 %. Les activités de
transport de CPTE seront transférées à la SA Elia,
nouvellement créée.
Pour ce qui est de ses activités de production, SPE
recherche un partenaire étranger. Trois candidats
sont en lice. Le nouveau partenaire acquerrait, dans
un premier temps, 10 % et, ultérieurement, 50 %
des parts. Les négociations avec la société
française EDF seraient déjà bien avancées.
Certains craignent que se crée ainsi un duopole sur
le marché belge. Febeliec, l'association belge des
grands consommateurs, s'attend à ce qu'EDF et
Electrabel trouvent un accord. En effet, Electrabel
opère également sur le marché français.
Quelle est la position du gouvernement dans ce
dossier
? Quelles mesures prendra-t-il
? Va-t-il
entreprendre des démarches contre EDF pour
éviter des concentrations de pouvoir non
souhaitables? Le secrétaire d'Etat envisage-t-il des
démarches, lors de sa présidence européenne,
pour concrétiser les directives de la Commission
européenne en la matière ? Quelle est l'attitude du
gouvernement concernant la clause de la
convention conclue avec SPE selon laquelle, lors de
la dissolution de CPTE, le parc de production
reviendra à Electrabel?
03.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
regering wil alles doen om de markt te liberaliseren.
Daartoe werd een transportnetbeheerder
aangesteld die een wettelijk monopolie zal
03.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Le gouvernement souhaite mettre tout en oeuvre
pour libéraliser le marché. Un gestionnaire de
réseau a été désigné à cet effet. Ce dernier
CRABV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
verwerven voor de transmissie van elektriciteit in
België. Daartoe moet met de huidige eigenaars van
het transmissienetwerk en de gemeenten een
overeenkomst worden gesloten over de financiële
voorwaarden. De wet van 29 april 1999 voorziet niet
in een monopolie voor de productie- en
leveringsactiviteiten, maar wel in een vrijhandel
binnen de perken van nieuwe spelregels.
De regering zal trachten ervoor te zorgen dat de
liberalisering leidt tot lagere tarieven. Daartoe zal
onder meer het KB worden goedgekeurd dat de
openbare dienstverplichtingen van de
elektriciteitsondernemingen vastlegt en zullen er
gedragscodes voor operatoren worden ingesteld.
De elektriciteitswet laat niet toe dat de regering
tussenkomt bij een onderneming met een
dominante positie op de Belgische markt. Als de
toegang van nieuwe concurrenten tot de markt zou
worden beperkt, kan de regering een interpellatie
overwegen bij de Europese instanties.
obtiendra un monopole légal pour la transmission
de l'électricité. Dans ce cadre, un accord doit être
conclu avec les propriétaires actuels du réseau de
transmission et avec les communes concernant les
conditions financières. La loi du 29 avril 1999 ne
prévoit pas de monopole pour les activités de
production et de livraison, mais elle instaure un
commerce libre dans les limites des nouvelles
règles du jeu.
Le gouvernement s'efforcera de faire en sorte que
la libéralisation du marché se traduise par une
diminution des tarifs. A cet effet, un arrêté royal
fixera les obligations de service public des
compagnies d'électricité et des codes de conduite
seront instaurés pour les opérateurs.
La loi sur l'électricité ne permet pas au
gouvernement de prendre des mesures contre une
entreprise occupant une position dominante sur le
marché belge. Si l'accès du marché aux nouveaux
concurrents devait être limité, le gouvernement
pourrait envisager d'interpeller les instances
européennes.
De operatoren kunnen klacht indienden bij de
bevoegde geschilleninstanties. De Europese
Commissie heeft een voorstel tot richtlijn
voorgelegd tot wijziging van de richtlijn betreffende
de organisatie van de elektriciteitsmarkt. De
onafhankelijkheid van de netbeheerders moet
daardoor worden versterkt. Bovendien heeft de
richtlijn tot doel de liberalisering van de markt te
versnellen en het nationale reguleringskader te
versterken. De federale regering heeft deze
doelstellingen reeds trachten te verwezenlijken op
basis van beslissingen die in april 2000 werden
genomen.
De clausules in de overeenkomst tussen Electrabel
en SPE bepalen niet dat bij ontbinding van CPTE
het productiepark in handen van ELB terechtkomt.
De partners moeten zelf naar een oplossing zoeken
bij opzegging van de overeenkomst.
Les opérateurs peuvent déposer une plainte auprès
des instances compétentes en matière de litiges. La
Commission européenne a déposé une proposition
de directive visant à modifier la directive concernant
l'organisation du marché de l'électricité. La nouvelle
directive doit renforcer l'indépendance des
gestionnaires de réseau. En outre, son objectif est
d'accélérer la libéralisation du marché et de
renforcer le cadre national de régulation. Le
gouvernement fédéral a déjà essayé de concrétiser
ces objectifs sur la base de décisions prises au
mois d'avril 2000.
Les clauses figurant dans l'accord conclu entre
Electrabel et la SPE ne stipulent pas qu'en cas de
dissolution de la CPTE, le parc de production tombe
entre les mains d'Electrabel. Il appartient aux
partenaires de rechercher une solution en cas de
résiliation d'un contrat.
03.03 Simonne Creyf (CVP): Ik stel vast dat in elk
van de dossiers, waarover ik vanochtend vragen
stel, nauwelijks vooruitgang wordt geboekt. Ook
inzake SPE zit er weer eens geen schot in de zaak.
Het mogelijke duopolie zal de prijzen op de markt
niet verlagen, wat toch de bedoeling is van de
liberalisering.
Ondertussen betaalt de Belgische burger al
jarenlang de hoogste elektriciteitsfactuur van
Europa. Waarom blijft de regering zo lang dralen?
03.03 Simonne Creyf (CVP): Je constate que tous
les dossiers au sujet desquels j'ai posé des
questions ce matin ont à peine progressé. Il en va
de même pour la SPE.
L'apparition éventuelle d'un duopole n'entraînera
pas une diminution des prix sur le marché alors qu'il
s'agissait de l'objectif de cette libéralisation. Entre-
temps, le citoyen belge paie depuis des années la
facture d'électricité la plus élevée d'Europe.
Pourquoi le gouvernement tarde-t-il tant ?
17/07/2001
CRABV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Servais Verherstraeten tot
de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de middelen voor
SCK" (nr. 5106)
04 Question de M. Servais Verherstraeten au
Secrétaire d'état à l'Energie et au Développement
durable adjoint au ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les moyens destinés au CEN"
(n° 5106)
(De vraag wordt beantwoord door minister Magda
Aelvoet)
(La réponse sera fournie par la ministre Magda
Aelvoet)
04.01 Servais Verherstraeten (CVP): Klopt het
dat de regering van plan is de dotatie voor het
Studiecentrum voor de Kernenergie (SCK) te Mol te
verminderen met 100 miljoen en dat deze
vermindering recurrent zou worden doorgetrokken?
Hoe kadert deze beslissing in de plannen van de
regering om de nucleaire knowhow in België te
bewaren, zeker nu in de regio naast laagradioactief
afval ook verglaasd hoogradioactief afval wordt
gestockeerd?
04.01 Servais Verherstraeten (CVP): Est-il exact
que le gouvernement a l'intention de réduire la
dotation allouée au Centre d'études de l'énergie
nucléaire de Mol de 100 millions et que cette
réduction présenterait un caractère récurrent?
Comment cette décision s'inscrit-elle dans le cadre
des projets du gouvernement garantissant le
maintien dans notre pays des connaissances en
matière nucléaire, alors qu'outre des déchets
faiblement radioactifs, des déchets hautement
radioactifs vitrifiés sont également stockés dans la
région?
Zal deze vermindering van de dotatie de
tewerkstelling van het studiecentrum niet
aantasten? Kan de instelling nu nog normaal
functioneren?
Dreigt nu het Myrrha-project niet in gevaar te
komen?
Waarom is de dotatievermindering zo aanzienlijk?
Is er geen probleem voor het communautaire
akkoord met betrekking tot de splitsing van het
wetenschapsbeleid?
Dit akkoord voorziet namelijk ter compensatie
voor Vlaanderen in een relatief hoge dotatie voor
het Studiecentrum voor de Kernenergie, gekoppeld
aan de IRE-dotatie.
La diminution de la dotation n'entraînera-t-elle pas
une réduction des effectifs du CEN? Le centre peut-
il encore fonctionner normalement?
Le projet Myrrha n'est-il pas menacé?
Pourquoi la dotation est-elle réduite de manière
aussi considérable?
Cela ne pose-t-il pas un problème en ce qui
concerne l'accord communautaire relatif à la
scission de la politique scientifique? Cet accord
prévoit en effet qu'à titre compensatoire, la Flandre
bénéficie pour le CEN d'une dotation relativement
élevée, liée à la dotation pour l'IRE.
04.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
discussies binnen de regering over de begroting
2002 zijn nog volop aan de gang. Het is niet de
bedoeling de werkingsmiddelen voor het SCK te
verminderen. De discussie gaat eerder over de
capaciteit om provisies aan te leggen. Moet die elk
jaar met tientallen miljoenen verhoogd worden?
Ons land moet blijven beschikken over een
04.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Les discussions au sein du gouvernement
concernant le budget 2002 sont encore en cours. Il
n'entre pas dans nos intentions de réduire les
moyens de fonctionnement du CEN. La discussion
porte davantage sur la capacité de constituer des
provisions. Faut-il chaque année augmenter les
moyens à concurrence de plusieurs dizaines de
millions?
Notre pays doit continuer à disposer d'un centre
CRABV 50
COM 532
17/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
belangrijk kenniscentrum inzake nucleaire
aangelegenheden. Het SCK zal zeer belangrijk zijn
en blijven om de uitstap uit de kernenergie in goede
banen te leiden.
Het SCK beweerde nooit dat haar toekomst staat of
valt met de ontwikkeling van het Myrrha-project. Of
dit project Europese steun krijgt, is nog niet zeker.
Transmutatie van nucleair afval vergt de opwerking
van nucleair afval. Het regeerakkoord bevat een
moratorium inzake opwerking. Het SCK adviseerde
in april jongstleden zelf dat het hier gaat om een te
complexe en te dure praktijk.
Daarom heeft de staatssecretaris beslist geen
overheidsmiddelen voor de studie naar Myrrha te
voorzien. Het SCK wil hier eigen middelen voor
voorzien, wat hen vrij staat.
d'expertise spécialisé dans le domaine nucléaire. Le
CEN continuera à jouer un rôle de premier plan
pour mener à bien la sortie du nucléaire.
Le CEN n'a jamais prétendu que son avenir était
tributaire du développement du programme Myrrha.
Il n'est pas encore certain que ce programme
bénéficiera d'une aide européenne.
La transmutation de déchets nucléaires nécessite
leur retraitement. Or, l'accord de gouvernement
prévoit un moratoire en matière de retraitement. En
avril dernier, le CEN a lui-même indiqué qu'il
s'agissait d'une technique coûteuse et complexe.
Le secrétaire d'Etat a dès lors décidé de ne pas
prévoir de moyens publics pour les études relatives
au programme Myrrha. Le CEN souhaite utiliser ses
moyens propres à cet effet. Il en a évidemment
parfaitement le droit.
04.03 Dat heeft geen gevolgen voor het
personeelsbestand van het SCK. Wie die beslissing
precies genomen heeft, is een vraag die u hier ter
zitting stelt en waarop ik niet meteen een antwoord
kan geven.
Wat het communautaire evenwicht betreft, zijn de
geldende, reglementaire bepalingen inzake de
passiva steeds strikt gevolgd. De inspecteur van
Financiën volgt dit trouwens nauwgezet op.
Servais Verherstraeten (CVP): De CVP gaat
akkoord met de visie die de minister hier vertolkt,
dat het SCK een centrale rol moet blijven spelen in
het wetenschappelijk onderzoek rond kernenergie.
Ik heb echter de indruk dat de regering haar
beloften niet met daden bekrachtigt. Ik vrees dat de
dotatiebeslissingen de werking van het SCK op
termijn zal uithollen.
Gaan we nog voldoende jonge mensen kunnen
aanspreken om kernenergie te bestuderen, als de
regering de geldkraan in Mol dichtdraait? Ik hoop
dat de regering vooralsnog op haar beslissing
terugkomt.
04.03 Cette décision n'a pas de conséquences pour
l'effectif du personnel du CEN. Quant à savoir qui a
pris cette décision, c'est une question à laquelle je
ne puis vous répondre à brûle-pourpoint.
Quant à l'équilibre communautaire, les dispositions
réglementaires actuellement en vigueur en ce qui
concerne le passif ont toujours été respectées de
manière très stricte. L'Inspecteur des Finances en
assure d'ailleurs rigoureusement le suivi.
Servais Verherstraeten (CVP): Le CVP marque
son accord sur la position du ministre, à savoir que
le CEN doit continuer à jouer un rôle central dans la
recherche scientifique en matière d'énergie
nucléaire.
J'ai cependant l'impression que le gouvernement ne
concrétise pas ses promesses à travers des actes.
Les décisions en matière de dotations risquent à
mon avis de vider à plus long terme le CEN de sa
substance.
Pourrons-nous inciter suffisamment de jeunes à
suivre des études dans le domaine de l'énergie
nucléaire si le gouvernement décide d'arrêter le
financement de Mol
? J'espère que le
gouvernement reviendra sur sa décision.
04.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Mijn
informatie bevestigt dat in de spaarpot van het SCK
de afgelopen jaren 485 miljoen terechtgekomen is.
Het lijkt mij niet verkeerd om het SCK eerst een
aantal activiteiten te laten ontwikkelen, vooraleer die
spaarpot verder aan te vullen. Dat een organisatie
altijd graag meer geld krijgt, is evident, maar is het
04.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Mes sources confirment que le CEN a thésaurisé
un montant de 485 millions au cours des dernières
années. Cela ne me paraît pas une mauvaise idée
de charger le CEN de développer d'abord un certain
nombre d'activités, avant d'alimenter davantage sa
tirelire. Il est évident qu'une organisation se réjouit
17/07/2001
CRABV 50
COM 532
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
verantwoord om daar als regering zomaar aan
tegemoet te komen? Dat is de vraag.
toujours de recevoir de l'argent, mais le
gouvernement doit-il accéder à toutes les
demandes? Telle est la question.
04.05 Servais Verherstraeten (CVP): Sparen is
goed, maar op middellange termijn staat het SCK
voor grote investeringen als ze nog aan onderzoek
willen doen. Dat staat nu op de helling. Ook het
signaal dat gegeven wordt naar de jeugd die zich
voor nucleaire wetenschap interesseert, is nefast.
04.05 Servais Verherstraeten (CVP): L'épargne,
c'est bien, mais si le CEN veut encore faire de la
recherche, il devra faire d'importants
investissements à moyen terme. Cet avenir est à
présent hypothéqué. Le signal qu'on donne ainsi à
la jeunesse qui s'intéresse aux sciences nucléaires
est néfaste.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De publieke vergadering van de commissie wordt
gesloten om 11.15 uren.
La réunion publique de commission est levée à
11.15 heures.
Document Outline