KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 517
CRIV 50 COM 517
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
03-07-2001 03-07-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Hubert Brouns tot de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de uitvoering van
de aanbevelingen van de onderzoekscommissie
'dioxine'" (nr. 842)
1
Interpellation de M. Hubert Brouns à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
concrétisation des recommandations de la
commission d'enquête 'dioxine'" (n° 842)
1
Sprekers: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Moties
6
Motions
6
Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de toepassing van de numerus
clausus op de geneesheren die gespecialiseerd
zijn in radiotherapie" (nr. 5006)
6
Question de M. Yvan Mayeur à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'application
du numerus clausus aux médecins spécialisés en
radiothérapie" (n° 5006)
6
Sprekers: Yvan Mayeur, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Yvan Mayeur, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van de heer Arnold Van Aperen tot de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 840)
7
Interpellation de M. Arnold Van Aperen à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire" (n° 840)
7
Sprekers: Arnold Van Aperen, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Arnold Van Aperen, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de exploitatie van
PET-scanners" (nr. 5036)
10
Question orale de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'exploitation
des scanners à émissions de positions" (n° 5036)
10
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Filip De Man aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenning van een enige
invoerder voor medicale cannabis in België"
(nr. 5044)
11
Question de M. Filip De Man à la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'agrément
d'un importateur exclusif pour la Belgique de
cannabis thérapeutique" (n° 5044)
11
Sprekers: Filip De Man, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Filip De Man, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "het voorstel van
richtlijn betreffende het welzijn van de varkens"
(nr. 5061)
12
Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la proposition
de directive en matière de bien-être porcin"
(n° 5061)
12
Sprekers: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
03
JULI
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
03
JUILLET
2001
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.16 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.16 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Interpellatie van de heer Hubert Brouns tot
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
uitvoering van de aanbevelingen van de
onderzoekscommissie 'dioxine'" (nr. 842)
01 Interpellation de M. Hubert Brouns à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la concrétisation des recommandations de la
commission d'enquête 'dioxine'" (n° 842)
01.01 Hubert Brouns (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, op 3
maart 2000, meer dan een jaar geleden, rondde
de dioxinecommissie haar werkzaamheden af en
maakte ze haar aanbevelingen bekend. Wij zijn nu
15 maanden later en 2 jaar na het uitbreken van
de dioxinecrisis.
Het voorwerp van deze interpellatie betreft niet
zozeer de oprichting en het operationeel maken
van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen, wel de aanbevelingen van
de dioxinecommissie.
Ten eerste, de onderzoekscommissie formuleerde
als aanbeveling het instellen van een
onafhankelijke wetenschappelijke risico-evaluatie
en een beleid gestoeld op risicobeheer. De
overheid moet dus de sociale, economische,
politieke en ethische factoren integreren in het
besluitvormingsproces met betrekking tot dat
risicobeheer. Welke initiatieven zijn genomen en
welke stappen zijn nog gepland om aan deze
aanbeveling uitvoering te geven?
Ten tweede, in de aanbevelingen van de
commissie ging ook aandacht naar een
verduidelijking en versterking van de
meldingsplicht, onder andere voor erkende
dierenartsen, aangestelden van verzekerings-
maatschappijen, ambtenaren van andere
overheidsdiensten, zowel federale als
gewestelijke. Daarnaast moeten er maatregelen
worden genomen voor dierenartsen in dienst van
veevoederproducenten en hun opleiding. Graag
had ik vernomen wat hieromtrent werd
gerealiseerd.
Ten derde, in de aanbevelingen ging ook
bijzondere aandacht naar het uitwerken van een
geïnformatiseerd traceringssysteem. Welke
initiatieven werden opgezet, welke maatregelen
werden er ondertussen genomen en wanneer zal
het geïntegreerd systeem in werking kunnen
treden?
Ten vierde, een van de pijnpunten bij het beheer
van de dioxinecrisis was het ontbreken van een
crisisdraaiboek. Hoever staat het met de
uitwerking van zo'n crisisdraaiboek en hoe wordt
de communicatie hierin concreet gestalte
gegeven?
Tot daar mijn vragen over de evaluatie van de
adviezen die wij geformuleerd hebben naar
aanleiding van de dioxinecommissie.
03/07/2001
CRIV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, ik wil graag op de
verschillende vragen ingaan. Ten eerste, de
aanbevelingen van de dioxinecommissie vestigen
vooral de aandacht op een aantal structurele
tekortkomingen en problemen. De aanbevelingen
zijn dan ook in algemene zin geformuleerd wat
normaal is voor de werkzaamheden van een
onderzoekscommissie. Een andere zaak is om
deze aanbevelingen te operationaliseren. Daarom
zou ik graag de inspanningen van het laatste
anderhalf jaar, in verband met deze
operationalisering, eens op een rij zetten.
Een eerste punt waar ik wil bij stilstaan is de
operationalisering van het plan Consum, waarvan
onlangs een uitgebreid jaarverslag aan de
voorzitters van Kamer en Senaat is overgemaakt.
Ik denk dat u dit verslag ondertussen gekregen
hebt. Indien niet, dan ben ik graag bereid om extra
exemplaren ter attentie van deze commissie te
geven. Dit plan was grotendeels geïnspireerd op
de aanbevelingen van de onderzoekscommissie,
in die zin dat op basis van de risicoanalyse een
uitgebreid monitoring- en surveillanceplan werd
geoperationaliseerd in de diverse kritische
schakels van de vleesproductie. De omvang en de
intensiteit van de staalnames en de analyses was
gestoeld op wetenschappelijke gronden en werd
bepaald in functie van de risicograad in de
verschillende schakels en incorporeert dus tegelijk
anticiperende en preventieve elementen. Dit
verklaart waarom de aandacht in de eerste plaats
gaat naar de kritische grondstoffen in de productie
van de veevoeders, vervolgens naar de
samengestelde voeders en tenslotte naar de
dierlijke producten. Dit plan is vergezeld van
strikte procedures in verband met verplichtingen
van de producenten, staalnemers en laboratoria.
Ik denk hierbij aan de verplichting tot het
bijhouden van analyseresultaten wat uiteraard
heel belangrijk is en ook aan de verplichting tot
controleerbare autocontrole door de producenten
en dergelijke meer.
De gegevensbank Consum is een volledig
geïnformatiseerd instrument waarbij voorzien werd
in automatische waarschuwings- en
alarmprocedures waarbij alle betrokkenen en
diensten meteen per elektronische post op de
hoogte werden gebracht en waardoor zonder
tijdsverlies meteen in geval van noodzaak de
nodige crisisscenario's konden worden
ontwikkeld. De operationaliteit en de performantie
zijn meerdere malen gebleken zoals bij de
incidenten in Feluy en Merchtem.
Ik heb aan het Wetenschappelijk Comité bij het
Federaal Agentschap gevraagd een nieuwe
evaluatie uit te voeren met betrekking tot de
huidige activiteiten en met het oog op het
integreren van andere contaminanten en residuen
in deze gegevensbank. Op dit ogenblik worden de
onderzoeksresultaten voor zware metalen al
toegevoegd aan de gegevensbank. U zult
natuurlijk begrijpen dat dit werk van behoorlijke
omvang tijd vraagt. Toch kan ik bevestigen dat
dankzij het gekozen concept een modulaire
uitbreiding technisch goed mogelijk is. Bovendien
biedt het concept de mogelijkheden om in functie
van het potentiële risico, afhankelijk van het
vastgestelde contaminant, de passende
waarschuwings- of alarmprocedure op te starten.
Zo kom ik tot een andere prioriteit waarmee we
werden geconfronteerd is de BSE-problematiek in
al haar aspecten. Dankzij de ervaringen met
Consum hebben collega Gabriels en ikzelf een
zeer performante gegevensbank met uiterst strikte
procedures kunnen instellen die binnen de
grenzen van de wetenschappelijke kennis van
vandaag de vereiste waarborgen inzake de
beveiliging van de voedselketen biedt. Het is
misschien goed aan te stippen dat bij
inspectiebezoek van december 2000 waarover
door het geachte lid reeds eerder vragen werden
gesteld, niet is gebleken dat België op het vlak
van staalname, analyse, snelle communicatie van
de resultaten en passende reactie tekort zou
schieten. De opmerkingen die werden
geformuleerd betreffen vooral de verwerking van
dierlijk afval waardoor volgens het
inspectieverslag onvoldoende kon worden
aangetoond dat alle risicomateriaal
gekwalificeerde afvallen of bijproducten niet in de
voedselketen zouden kunnen terechtkomen. Het
inspectieverslag stelt dus niet dat het gebeurt. In
tegendeel, naast de gebruikelijke controles op
respectievelijk het niveau van slachthuizen,
uitsnijderijen, beenhouwers en verwerkers wordt
eveneens een intensief bemonsteringsplan
uitgevoerd op de diervoeders zelf, waarbij deze
onder meer onderzocht worden op de
aanwezigheid van diermeel, want hierin schuilde
een gevaar. Voor dit jaar worden ongeveer 700
staalnames en analyses voorzien waarvan er tot
op vandaag 340 werden uitgevoerd. Hierbij
werden 3 positieve stalen aangetroffen, alle
bestemd voor pluimvee. Twee positieve stalen
werden vóór het verbod voor het totaalverbod op
verwerking van vleesafval voor diervoeding werd
ingesteld - geproduceerd en werden nadien in de
handel gebracht, terwijl dit uitdrukkelijk uitgesloten
was. Eén staal - waar de productieperiode zich
situeert na het verbod - wordt verklaard door
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
cross-contamination ingevolge de slechte reiniging
van de installatie op het ogenblik van de
overschakeling op diermeelvrije productie. In twee
gevallen werd een pro justitia opgesteld; in één
geval heeft de dienst zich beperkt tot het geven
van een verwittiging. Ik beschik dus over zeer
goede argumenten om te stellen dat het reële
risico op ongeoorloofd gebruik van dierenmeel
quasi nul is op dit ogenblik.
U weet mevrouw de voorzitter dat het niet mijn
gewoonte is mijn verantwoordelijkheid te
ontvluchten maar ik wil in dit geval toch eventjes
de puntjes op de i zetten: wij maken al jaren mee
dat België bij elk inspectiebezoek er onvoldoende
in slaagt, met betrekking op de controle van de
afvalstroom, echte transparantie te verschaffen in
de controleprocedures en hun samenhang door
de bevoegde gewestelijke autoriteiten. Op mijn
initiatief werd door de gedelegeerd bestuurder en
zijn mensen in overleg met de gewestelijke
diensten, OVAM, OWD en BIM, een ontwerp van
overeenkomst opgesteld dat een sluitende en
uniforme controle op afvalstromen waarborgt,
evenals de traceerbaarheid ervan, met inbegrip
van strikte procedures inzake communicatie en
wederzijdse informatie-uitwisseling en dit in volle
respect voor de respectievelijke bevoegdheden en
verantwoordelijkheden. Zonder enige overdrijving
mag ik hier stellen dat het een vrij unieke
samenwerking is die sinds de regionalisering van
Leefmilieu op gang is gekomen. Dit ontwerp werd
vorige week ook bij de Europese Commissie
genotificeerd.
Het zal, zo neem ik aan, binnenkort door de
gewestregeringen worden bekrachtigd.
Het geheel van procedures inzake de BSE-
problematiek, waarvoor de coördinatie aan de
gedelegeerde bestuurder van het Federaal
Agentschap is toevertrouwd, wordt permanent
gevolgd door een team van interne en externe
wetenschappers, specialisten in de materie, door
het wetenschappelijk comité en voor bepaalde
aspecten zoals het gezondheidsrisico, de
gevolgen van de behandeling van dierlijk afval,
door de Hoge Gezondheidsraad.
De aanbevelingen over de traceerbaarheid
worden ten zeerste ter harte genomen. Ze worden
thans geïmplementeerd in de bedrijven. Het
project Beltrace beperkt zich niet alleen tot de
traceerbaarheid in de rundveehouderij, wat
overigens al geruimere tijd een Europese
verplichting is, maar richt zich in eerste instantie
op alle Belgische slachthuizen, dus ook de
varkens- en pluimveeslachthuizen. Het systeem
dat volledig geïnformatiseerd is, werd dankzij een
intense samenwerking tussen het Federaal
Agentschap en de sector snel ontwikkeld en draait
momenteel proef in verschillende slachthuizen.
Ongeveer twee weken geleden vond
in
aanwezigheid van de belangrijkste
slachthuisuitbaters een demonstratie van Beltrace
plaats in Anderlecht. Daar is opgevallen dat het
bedrijfsleven uitgesproken vragende partij is voor
een snelle implementatie. Ik noteer alvast ook dat
meer bepaald de verwerkende bedrijven ook grote
belangstelling betonen om Beltrace zo snel
mogelijk tot de vleesverwerking uit te breiden.
Binnen zeer afzienbare tijd zal bij het Federaal
Agentschap een centrale server worden
geïnstalleerd, waardoor de slachthuizen on line
aan de Sanitel-gegevensbank gelinkt worden.
Dankzij de modulaire opbouw van het systeem zal
Beltrace ook worden gelinkt aan Consum en de
BSE-gegevensbank, wat toelaat op het niveau van
de keurderspost relevante informatie ten behoeve
van de keuring in real-time ter beschikking te
stellen. Hetzelfde geldt voor de dieren met een
bijzonder H- en R-statuut. H staat voor hormonen
en R voor residuen.
De verplichting tot de invoering van een
geneesmiddelenregister vanaf 1 april van dit jaar
levert eveneens de mogelijkheid om de gegevens
te integreren en ter beschikking te houden van
zowel de risico-evaluatie als van de controledienst
op het terrein.
Op de tafel van de ontwerpers bij het Agentschap
ligt de mogelijkheid ter studie om de sanitaire
status van de dieren die ingezameld worden via
de bedrijfsdierenartsen, onmiddellijk en on line ter
beschikking te stellen van de dierenartsen-
keurders. Die laatste gegevens zijn bovendien
nuttig voor de kwaliteitscontrole in de
zuivelproductie. De integratie ervan wordt
eveneens bestudeerd, alsook andere modules in
verband met de uitreiking van onvervalsbare
exportcertificaten, tracering van dierlijk afval
enzovoort. U begrijpt dat een dergelijk concept
verwoorden een ding is en dat zulks stap voor
stap in de praktijk omzetten een ander ding is dat
tijd vraagt.
Op het ogenblik is de fase van vrijwilligheid voor
de slachthuizen voorbij: heel binnenkort zal ik een
wetgevend initiatief nemen om de integratie van
Beltrace in het productieproces aan de
slachthuizen en in latere fase aan andere
schakels in het productieproces op te leggen.
Dankzij dat concept krijgt de Belgische
vleesproductie de gelegenheid om zich bij de
03/07/2001
CRIV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
koplopers inzake traceerbaarheid te kunnen
rekenen. Overigens, Europese vertegen-
woordigers van de vleeshandel en de
vleesverwerking vroegen mij tijdens de Europese
vergadering in Boedapest, die ik heb bijgewoond,
gedetailleerde gegevens over Beltrace dat hen
zeer vernieuwend leek.
Niet alleen in de vleesproductie is traceerbaarheid
nodig; een mens leeft niet van vlees alleen. Tal
van sectoren doen reeds ver gevorderde
inspanningen, zij het dat zij er niet altijd in slagen
een waterdichte traceerbaarheid te garanderen.
Daartegenover moet ik ook vaststellen dat een
aantal andere sectoren op dat vlak nog nergens
staan.
Dit geldt vooral in de sector waar continuproductie
de regel is. Via Beltrade beschikken we nu echter
over een basisconcept dat vanuit de dierlijke
productie een antwoord kan bieden. Sector per
sector moet worden bekeken in welke mate
dergelijke maatregelen ook voor andere sectoren
uitvoerbaar zijn. Dit behoort uiteraard ook tot het
domein van de risico-evaluatie.
Wat de opmerkingen inzake de onafhankelijke
risico-evaluatie betreft, herhaal ik dat het
wetenschappelijk comité bij het agentschap op
zeer hoog wetenschappelijk niveau actief is en
reeds tal van adviezen geformuleerd heeft. De
permanente evaluatie van de contaminant, de
surveillance en het monitoringplan inzake
voedselveiligheid worden doorgevoerd. Het comité
neemt ook de beoordeling op zich van
onderzoeksvoorstellen van andere onderzoeks-
instellingen in de sfeer van de voedselproductie.
In dit verband wens ik aan te stippen dat als
gevolg van de hervorming van het openbaar ambt
en de oprichting van de federale overheidsdienst
Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu
er eveneens voorzien is in een reorganisatie van
de wetenschappelijke instellingen die tot mijn
bevoegdheid behoren of die ingevolge de pas
goedgekeurde Lambermont-akkoorden tot mijn
bevoegdheid zullen behoren. Ik heb in
samenwerking met de secretaris-generaal van
Landbouw een werkgroep belast met de
praktische organisatie van de integratie van het
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid,
Louis Pasteur en CODA met betrekking tot zowel
de organisatorische aspecten als het herijken van
de onderzoeksopdracht. Daarbij moet natuurlijk
gestreefd worden naar een maximale efficiëntie
inzake aanwending van de middelen. De
onderzoeksopdracht dient harmonieus aan te
sluiten bij de bevoegdheden van de FOD en de
activiteiten van het agentschap. Een zeer intense
samenwerking tussen de nieuwe
wetenschappelijke instelling en het federaal
agentschap moet worden verzekerd. Wij hebben
vastgesteld dat dit een zeer groot impact heeft op
de werking van agentschappen zoals die
bijvoorbeeld op het ogenblik bestaan in Zweden
en Denemarken.
U had het ook over de meldingsplicht voor
dierenartsen. Ik kan u bevestigen dat de
meldingsplicht wordt opgenomen in elke nieuwe
reglementering, onder meer in het
geneesmiddelenregister en in de bedrijfs-
begeleiding. De wereld van de Belgische
dierenartsen heeft in samenwerking met mijn
kabinet een code van good veterinary practice
voorbereid waarin die verplichting zal worden
voorzien. Wat ambtenaren van andere diensten
dan die waar ik bevoegd voor ben betreft, kan ik
uiteraard geen uitspraken doen. Het agentschap
zal evenwel in het kader van zijn opdracht een
aantal samenwerkingsakkoorden afsluiten met
zowel gewestelijke als federale diensten. Ik heb u
daar al een voorbeeld van gegeven in verband
met de verwerking van het afval.
Wat de samenwerking met de multidisciplinaire
hormonencel betreft, wens ik te herinneren aan
het koninklijk besluit met betrekking tot de
bevoegdheid inzake controles dat onlangs in deze
Kamer werd goedgekeurd. Dit houdt in dat de
bestaande samenwerkingsverbanden worden
aangehouden.
Tot slot kom ik bij het crisisdraaiboek en de
crisiscommunicatie. Naar aanleiding van de
dreiging van de mond- en klauwzeer is er op het
niveau van het agentschap een crisisdraaiboek
uitgewerkt voor het geval zich een mond- en
klauwzeerontwikkeling in België zou voordoen.
Dat is uiteraard gebeurd in nauwe samenwerking
met Landbouw dat een aantal aspecten hiervan
op zich heeft genomen. U weet dat momenteel de
aanwerving loopt van een communicatie-
verantwoordelijke bij het agentschap. Binnen
enkele weken kan tot effectieve aanwerving
worden overgegaan. Die persoon zal
verantwoordelijk worden voor de externe
communicatie en ook voor de communicatie-
cultuur binnen de organisatie. Binnen zeer korte
tijd zal ook worden overgegaan tot het aanstellen
van de verantwoordelijke voor het meldpunt voor
de consumenten. Dit vormt de sleutel tot directe
communicatie met de verbruiker en het aansturen
van gerichte controles. Op dit ogenblik wordt de
profielomschrijving voor de eindverantwoordelijke
van de cel Internationale Betrekkingen afgewerkt.
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Mevrouw de voorzitter, ik ben hier zeer uitvoerig
op ingegaan omdat het hier ging om de opvolging
van een onderzoekscommissie waaraan
verschillende leden van deze commissie
maandenlang hard hebben gewerkt. Dat heeft
misschien wat meer tijd in beslag genomen, maar
ik vond dat het niet meer dan normaal was om op
dergelijke belangrijke vragen die uit
commissiewerkzaamheden zijn ontstaan een
uitgebreid antwoord te geven.
01.03 Hubert Brouns (CVP): Mevrouw de
minister, ik dank u uiteraard voor het uitvoerige
antwoord. U zegt terecht dat het document waarin
de aanbevelingen van de dioxinecommissie
geformuleerd werden zeer belangrijk is. Dit wordt
zeker door de leden van de commissie zelf
nauwlettend opgevolgd. U kondigt nogal
triomfantelijk wat ook wel mag aan dat u
eindelijk samenwerking met de gewesten tot stand
hebt gebracht om de afvalstromen beter te
kunnen traceren en op te volgen.
Ik meld het hier. Ik zou daarvan ook op een
andere manier melding kunnen maken, maar dat
is niet mijn stijl.
Wij mogen terzake niet blind zijn. Daarom raad ik
u aan om na te gaan in welke mate bijvoorbeeld
het beenhouwerijafval traceerbaar is. Volgens mijn
informatie zou het niet traceerbaar zijn.
Inspecteurs stellen wel vast wat bij de
beenhouwers vertrekt, maar als zij de optelsom
maken van wat uiteindelijk aankomt, er een
negatief saldo is. Waar blijft de rest?
Er kunnen dus systemen worden opgezet en de
inspecteurs willen de systemen wel degelijk
controleren, maar zij moeten in de controle echter
vaststellen dat er gaten zijn. Dat heeft te maken
met het feit dat de federale maatregel wordt
opgelegd en gewestelijk moet worden
overgenomen, zoals bijvoorbeeld in het geval van
Rendac. Als de inspecteurs de optelsom maken
van wat bijvoorbeeld bij 10 bedrijven wordt
uitgevoerd, dan moet bij Rendac dezelfde
hoeveelheid toekomen. Dat is niet het geval. Het
systeem moet nog meer verfijnd worden. Een
aantal mazen moeten nog worden gedicht. Wij
moeten dus zeer waakzaam zijn, ook al worden
akkoorden gesloten en is er overleg. Er blijken
nog steeds handige kanalen te zijn om het afval
naar andere oorden af te voeren.
Ik kom tot uw antwoord inzake het
wetenschappelijk comité. Er worden inderdaad
adviezen gegeven die trouwens op de website
kunnen worden gevolgd. Het comité heeft zeker
reeds werk geleverd. Dit is echter een schuchter
begin. Het aantal adviezen is nog niet zo
uitgebreid. Ik hoop dat men meer en uitgebreidere
adviezen kan verstrekken eens men op
kruissnelheid zit.
Het ontgoochelt mij dat inzake de meldingsplicht
voor dierenartsen nog weinig tot stand kwam. Ik
weet dat er een ontwerpbesluit terzake in
voorbereiding is. Een van de pijnpunten in de
dioxinecommissie was echter de meldingsplicht
voor dierenartsen en vooral ook de positie tussen
de industrie en dierenarts zou moeten kunnen
worden afgedwongen. Dat is belangrijk. U verwijst
terzake ook naar het belang dat andere
ambtenaars ook de meldingsplicht moeten krijgen,
ook al is dat niet hun bevoegdheid. Misschien
moet u terzake initiatieven nemen om collega's
aan te zetten tot initiatieven om de meldingsplicht
ruimer te stellen dan alleen voor dierenartsen. Wij
hebben vastgesteld dat heel wat andere
ambtenaren interessante informatie kunnen
hebben inzake de meldingsplicht.
Inzake het geïnformatiseerd traceringsysteem
zegt u terecht dat u reeds heel wat linken hebt
gelegd. Er zijn echter nog andere
geïnformatiseerde systemen, zoals Sanimilk en
Belfiet, specifiek voor een beperkte sector. Al
deze systemen zouden in één systeem, Beltrace,
moeten worden geïntegreerd. De ambtenaren-
werkgroep terzake geeft toe dat de linken die
totnogtoe werden gelegd heel belangrijk zijn, maar
dat zij op korte termijn naar andere
geïnformatiseerde traceringsystemen moeten
worden uitgebreid.
Het crisisdraaiboek is inderdaad opgezet om de
MKZ aan te pakken, maar ik denk dat dit slechts
een basis is. In de toekomst zullen wij nog vaker
aan crisisbeheer moeten doen en veel verder
moeten gaan dan wat nu voorligt. U moet dit als
een positieve kritiek opvatten en van de
werkgroep mogen we verwachten dat die wat
sneller doorwerkt zodat een volledig crisisdagboek
tot stand komt. Op die manier zal men optimaal op
elke mogelijke crisis kunnen reageren.
In het algemeen stel ik dat het ons te traag gaat,
maar ik heb er uiteraard begrip voor dat er bij alle
betrokkenen een hele mentaliteitswijziging nodig
is. Tijdens mijn allereerste uiteenzetting in het
parlement ging het over de term "verinnerlijking
van een beleid" als voorwaarde voor slagen van
dit beleid. Ook in dit geval geldt dat: men kan
zoveel projecten opzetten als men wil; als de
uitvoerders niet overtuigd zijn van de te volgen
werkwijze zal men niet slagen. Ik houd hiermee
03/07/2001
CRIV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
dus een pleidooi voor begeleiding van de mensen
die de tracering moeten toepassen. Eén voorbeeld
daarvan is de vervolmaking in de informatica.
Twee weken geleden heb ik hier gepleit voor de
verplichte registratie door dierenartsen van de
toegepaste medicatie. Het verzet op het terrein
heeft enkel te maken met weerzin tegen
bijscholing op het vlak van informatica. Mensen
die ouder zijn dan vijftig zien het niet zitten om
elke dag uren voor het computerscherm door te
brengen.
Mevrouw de voorzitter, ik heb een korte motie van
aanbeveling geformuleerd en ik zal ze straks
indienen tegelijk met de anderen. Het gaat erom
een systeem te vinden om zonder het Parlement
te weten te komen wat op het terrein bezig is in
uitvoering van de aanbevelingen. We weten
bijvoorbeeld wat het comité doet en via de website
kunnen we de adviezen lezen, maar we krijgen
geen zicht op de evolutie en de uitwerking van het
hele traceringssyteem en van onze adviezen en
aanbevelingen. Vandaar deze motie van
aanbeveling waartegen de voorzitter zeker geen
bezwaar zal hebben, gezien zij een actief lid van
de commissie is geweest en heel wat
aanbevelingen heeft helpen formuleren.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Hubert Brouns en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Hubert
Brouns
en het antwoord van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu,
vraagt de regering over een maand een
gedetailleerd verslag voor te leggen aan het
Parlement over de uitvoering van de
aanbevelingen van de dioxinecommissie. In dit
verslag wordt een onderscheid gemaakt tussen de
reeds uitgevoerde maatregelen, de besliste en
nog niet uitgevoerde maatregelen en de nog niet
besliste maatregelen en hun timing."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Hubert Brouns et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Hubert Brouns
et la réponse de la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,
demande au gouvernement de présenter, d'ici à
un mois, un rapport détaillé au Parlement
concernant l'exécution des recommandations de
la commission dioxine. Ce rapport doit établir une
distinction entre les mesures qui ont déjà été
mises en oeuvre, celles qui ont été adoptées mais
qui n'ont pas encore été mises en oeuvre et celles
qui sont en projet. Il doit également comporter un
calendrier."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Anne-Mie Descheemaeker en Michèle
Gilkinet en de heer Philippe Seghin.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Anne-Mie Descheemaeker et Michèle
Gilkinet et M. Philippe Seghin.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
De vergadering wordt geschorst om 10.44 uur.
La séance est suspendue à 10.44 heures.
La séance est reprise à 10.48 heures.
De vergadering wordt hervat om 10.48 uur.
02 Question de M. Yvan Mayeur à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur
"l'application du numerus clausus aux
médecins spécialisés en radiothérapie"
(n° 5006)
02 Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
toepassing van de numerus clausus op de
geneesheren die gespecialiseerd zijn in
radiotherapie" (nr. 5006)
02.01 Yvan Mayeur (PS): Madame la présidente,
madame la ministre, je ne reviendrai pas sur le
débat de fond du numerus clausus. J'y suis
opposé, d'autres y sont favorables: les différentes
thèses sont connues. Néanmoins, je souhaite
évoquer une situation précise et entendre votre
réponse à ce sujet.
Les radiothérapeutes lancent un cri d'alarme et
contestent les chiffres retenus par l'administration
de la Santé publique. Selon leur estimation et
contrairement aux chiffres évoqués faisant état de
plus de 200 radiothérapeutes en activité,
seulement 120 équivalents temps pleins
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
radiothérapeutes exerceraient actuellement leur
métier dans notre pays. La raison en est que tous
les médecins reconnus en radiothérapie ne
pratiquent pas, certains se consacrant, par
exemple, à la chimiothérapie. Mais, les
radiothérapeutes rappellent que le vieillissement
de la population entraînera un nombre accru de
cancers et, dès lors, une augmentation des
besoins en ce domaine.
A l'heure actuelle, il existe un manque de
radiothérapeutes dans les différents services. Au
cours des dernières années, de nombreux
radiothérapeutes ont quitté le pays afin d`exercer
leur profession en France, aux Pays-Bas voire en
Suisse étant donné que dans ces pays, la
demande est forte à cause d'une mauvaise
planification. Quand l'offre est rare elle se paie.
Ces départs n'ont pas été compensés, comme
cela peut arriver dans d'autres secteurs, par des
radiothérapeutes en provenance de l'étranger.
L'évolution des besoins en radiothérapeutes
dépendra de la mise en chantier des consultations
multidisciplinaires qui auront pour conséquence
une augmentation du travail des radiothérapeutes
par un nombre accru de consultations à effectuer
dans différents hôpitaux. La technique de la
radiothérapie s'est fortement compliquée
nécessitant de plus en plus de temps à consacrer
aux irradiations plus nombreuses que par le
passé: radiothérapie de conformation,
curiethérapie, hyperfractionnement, radio-
chimiothérapie, etc.
Toutes ces techniques impliquent qu'un
radiothérapeute ne peut plus traiter autant de
patients que par le passé. Dans un futur proche,
une insuffisance en radiothérapeutes pourrait
donc se faire sentir.
Que pourrait-on envisager afin de pallier le
manque probable de radiothérapeutes?
02.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la
présidente, lors de la dernière réunion de la
commission de planification, quelques cas précis
de manque de spécialistes, en certaines
disciplines, ont été mentionnés. Dans ce contexte,
la commission de planification a décidé de se
réunir avec les commissions d'agrément afin
d'étudier, en profondeur, ce problème commun à
certaines spécialités.
Nous sommes dans l'attente des résultats de
l'enquête en cours. La commission devra faire des
propositions en la matière. Jusqu'à présent, la
commission de planification n'était pas favorable à
un sous-contingentement car elle estime que
l'équilibre s'est, jusqu'à présent, maintenu de
manière non réglementaire ce qui facilite les
choses pour tout le monde. Car s'il faut mettre des
barrières, cela provoquera un certain tollé. Dès
que les résultats seront connus, je me pencherai
personnellement sur le sujet parce qu'il serait
inacceptable de créer des déficits pour des
secteurs vitaux.
02.03 Yvan Mayeur (PS): La difficulté lorsque
l'on pose une question et que des résultats sont
attendus, est d'avoir le retour de ceux-ci. Pourriez-
vous nous faire part des résultats de l'enquête dès
qu'ils sortiront?
02.04 Magda Aelvoet, ministre: Il n'y aucun
problème. Je les communiquerai à la commission.
02.05 Yvan Mayeur (PS): Instaurer un suivi
régulier plutôt que de devoir poser régulièrement
des questions me semble une idée intéressante
étant donné que ce ne sont que des informations
que nous demandons.
02.06 Magda Aelvoet, ministre: C'est entendu.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De interpellatie nr. 839 van de heer Karel Pinxten
wordt naar een latere datum verschoven.
03 Interpellatie van de heer Arnold Van Aperen
tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 840)
03 Interpellation de M. Arnold Van Aperen à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire" (n° 840)
03.01 Arnold Van Aperen (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, op
4 februari 2000 verscheen de wet die het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen oprichtte. Inmiddels zijn we zowat
1 jaar en 5 maanden verder en is het Agentschap
volgens persberichten nog steeds niet
operationeel. Ondertussen is er reeds een
bevoegdheidsuitbreiding gekomen. De minister
van Landbouw heeft DG4 en DG5, namelijk de
diensten die toezien op de kwaliteit van de
plantaardige en dierlijke producten, overgedragen
aan u en uw diensten. Nochtans is het de
bedoeling van de wet van 4 augustus dat binnen
het FAVV een multidisciplinaire controledienst zou
03/07/2001
CRIV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
ontstaan uit de vroegere diensten zoals DG4 en
DG5, maar ook het DG4 en de Eetwareninspectie.
Waarom zijn die diensten nog steeds niet onder
de leiding van de gedelegeerd bestuurder van het
FAVV gebracht? Het komt ons voor dat hij van u
de mensen niet krijgt om zijn personeelsstructuur
in te vullen.
Hoe denkt de minister dat de afgevaardigd
bestuurder moet werken als hij mensen noch
middelen krijgt, want met slechts 27 miljoen frank
ingeschreven op de begroting, geeft dit een
signaal naar de bevolking toe dat de minister het
FAVV niet verder wenst uit te bouwen.
Als ik mensen van de Eetwareninspectie, die
mensen willen begeleiden, beluister dan stel ik
vast dat hier iets misloopt. Men kan onvoldoende
de betrokken bedrijven bezoeken en zeker niet
begeleiden, daar is te weinig of geen tijd voor.
Ook deze mensen zijn vragende partij. Onze
noorderburen beschikken over drie of vier keer
meer tijd, manschappen en middelen om
hetzelfde te doen.
Mijn conclusie is dat het FAVV momenteel niet
naar behoren kan werken omdat de minister tot nu
toe nog geen middelen noch mensen heeft
overgedragen aan het FAVV. Hoe moet een
gedelegeerd bestuurder zijn dienst op een
dergelijke wijze leiden?
Ik wil deze korte interpellatie afsluiten met een
aantal korte vragen.
Ten eerste, hoeveel mensen werken er op dit
ogenblik effectief voor het FAVV?
Ten tweede, wat belet de minister om de
bovenvermelde diensten onder te brengen bij het
FAVV?
Ten derde, is er al een datum bekend waarop het
FAVV volledig operationeel zal zijn?
Ten vierde, zullen de financiële middelen die
bestemd zijn voor de verschillende controle-
diensten ook overgedragen worden?
Ten vijfde, welke diensten staan op dit ogenblik al
onder de leiding van de gedelegeerd bestuurder
van het FAVV?
03.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, dames en heren, er zijn hierover al
vaker vragen gesteld en interpellaties gehouden.
De kern van de zaak is dat er slechts een tiental
personen permanent voor de heer Beernaert
werkt. Ondertussen is er echter een koninklijk
besluit gepubliceerd, dat het personeel van zowel
het IVK als van de Eetwareninspectie, als van
DG4 en DG5 ter beschikking stelt van het federale
agentschap, met dien verstande dat de heer
Beernaert hier dan ook de administratieve
hiërarchische overste is die kan optreden ten
aanzien van de verschillende groepen.
Dat koninklijk besluit is verder uitgewerkt in
ministeriële besluiten. Voor het aspect Landbouw
moeten nu uiteraard ook de gewesten hun
toestemming geven. Immers, Landbouw is nu
geregionaliseerd: bepaalde onderdelen van DG4
worden geregionaliseerd en andere blijven
federaal, terwijl DG5 hoofdzakelijk federaal blijft
en een klein gedeelte ervan geregionaliseerd
wordt. Dat is de huidige stand van zaken. De
bevelpositie van de gedelegeerd bestuurder is
alvast duidelijker in vergelijking met twee
maanden geleden.
Uiteraard worden de budgettaire middelen die tot
nu toe ter beschikking van al die diensten
stonden, gehandhaafd! Ze worden niet
overgeheveld naar het agentschap. Dit is het
laatste jaar van de overgangsfase, wat onder
meer te maken heeft met het feit dat er bedragen
moeten worden geregionaliseerd en andere weer
niet en dat alles heel gedetailleerd uit elkaar moet
worden gehouden. Overigens leeft er heel wat
politieke argwaan nu twee instanties een beroep
moeten doen op medewerkers van bestaande
instellingen. Eenieder kijkt met een vergrootglas
toe, wat niet direct een vlotte afhandeling in de
hand werkt, zoals ik herhaaldelijk publiekelijk heb
opgemerkt.
Voorzitter: Philippe Seghin.
Président: Philippe Seghin.
Het koninklijk besluit over de organisatie is wel
rond. In het Belgisch Staatsblad worden thans de
profielen van de vier hoofdverantwoordelijken die
onder het gezag zullen staan van de heer
Beernaert, gepubliceerd. Dat was nodig, omdat de
organisatie van het agentschap gestoeld is op het
Copernicus-plan. Immers, in tegenstelling tot
andere parastatalen, waarop de Copernicus-
hervorming niet van toepassing is, was de
regering de mening toegedaan dat het federale
agentschap beter conform de
vernieuwingsprincipes van het Copernicus-plan
wordt georganiseerd, wat allerhande mogelijk-
heden biedt op het vlak van de aanstelling en de
benoeming van medewerkers.
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Over enkele weken wordt overgegaan tot de
aanwerving van de vier hoofdverantwoordelijken
de beslissing terzake wordt prioritair uitgevoerd
en weten we wie het wordt. Het zullen alvast
personen zijn die vertrouwd zijn met het reilen en
zeilen in de respectieve onderdelen. Hierdoor kan
de performantie ongetwijfeld worden opgedreven.
Ik heb destijds bij de bespreking van de wet
inzake het agentschap heel duidelijk gemaakt dat
de regering op budgettaire neutraliteit mikt.
Men moet nu dan ook niet verbaasd zijn dat er
geen extra middelen komen. Er zijn beperkte extra
middelen maar het moest zich allemaal afspelen
in het kader van de bestaande pot die
gereorganiseerd moest worden. Ook de eisen
inzake autocontrole moesten worden veranderd
zodat de controle van de overheid een controle is
op de autocontrole. Verschillende commissieleden
hebben gewaarschuwd voor de extra middelen en
mankracht die een dergelijke systeem met zich
zou brengen. Uiteindelijk komt er een
herstructurering op basis van het bestaande
potentieel van middelen en mankracht. Voor dit
jaar is er in een zeer klein extra bedrag voorzien.
Twee diensten, die een zeer belangrijke rol spelen
in met name de monitoring van Consum en BSE,
worden gecoördineerd door het federale
agentschap. De mensen die het werk doen, zijn
rechtstreeks aanspreekbaar door de gedelegeerd
bestuurder. Er is op dit ogenblik nog wel een
probleem in verband met de algemene diensten
van het agentschap. Daarvoor moet men een
beroep doen op de algemene diensten van de
sectoren waaruit zij komen. Voor het IVK is er wat
dat betreft geen probleem. Voor DG4 en DG5 is er
terzake wel een probleem.
Aangezien de algemene diensten van deze twee
directies waren ondergebracht bij het departement
Landbouw en niet bij DG4 en DG5 zelf, is er
terzake een herverdeling aan de gang van het
personeel. Wat dat betreft kunnen we spreken
over de concrete uitvoering in de komende weken.
03.03 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister uiteraard voor haar
antwoord.
We zijn ondertussen zowat een jaar en vijf
maanden verder. Ik besef dat zoiets niet direct
kan worden gerealiseerd. Men probeert nu alles te
centraliseren. Wat mij enigszins verontrustte, is
het feit dat twee tot drie weken geleden mensen
van bepaalde diensten een keuze konden maken
tussen de dienst waarin zij zouden werken. De
betrokkenen wisten niet goed welke keuze zij
moesten maken. Iemand uit mijn streek wees mij
erop dat de dienst reeds onderbemand was. In de
brief die zij hebben ontvangen, hadden zij de
keuze om te blijven of over te gaan naar het
agentschap. U zegt zelf dat er een beperkt budget
is voorzien voor het opstarten van die nieuwe
dienst. Momenteel blijven de personeelsleden
echter in hun oude diensten om dan later een
nieuwe dienst te vormen.
Wanneer zal dat nieuwe agentschap volledig
operationeel zijn? Ik begrijp dat een dergelijke
operatie niet van vandaag op morgen kan worden
gerealiseerd. Het laatste anderhalf jaar werd
enorm veel aandacht besteed aan de
voedselveiligheid. We hadden op dat vlak iets
goed te maken en volgens mij zijn we daarin ook
geslaagd. Ik ben er terzelfder tijd van overtuigd
dat er voldoende mensen en middelen moeten
worden voorzien.
Er moeten echter ook mensen en middelen zijn. Ik
begrijp dat u daarvan werk maakt. Kunt u mij
alvast meedelen wanneer het Agentschap
operationeel zal zijn. Als u daarop nog zou kunnen
antwoorden, mevrouw de minister, dan volstaat
dat voor mij.
03.04 Minister Magda Aelvoet: Dames en heren,
week na week is er sprake van meer integratie.
Dat is de realiteit. Neem de Eetwareninspectie.
Een beperkt aantal aspecten ervan is nauw
verbonden met de normering, waarvoor het
agentschap niet bevoegd is, maar wel de federale
overheidsdienst. De betrokken werknemers
konden kiezen om in de normerende tak dan wel
in de uitvoerende tak te werken. Ik hoor dat de
meesten kiezen voor het agentschap. Dat is een
goede zaak, aangezien de beleidsmensen van de
Eetwareninspectie zelf hebben onderstreept dat
ten minste 85% van het huidige
personeelsbestand in het agentschap zal moeten
worden tewerkgesteld. Naar verluidt gaat het
inderdaad in die richting en zijn heel wat
werknemers geïnteresseerd.
Wat het IVK betreft, is het duidelijk dat alle
personeelsleden naar het agentschap worden
overgeheveld, zowel de personeelsleden uit de
algemene diensten als die belast met de
specifieke controle. De inspectie zal wel regionaal
worden geïntegreerd: bedrijven zullen voor alle
aspecten tegelijk tijdens een bezoek worden
geïnspecteerd. Hierdoor kan er rationeler te werk
worden gegaan.
In ieder geval, tegen 1 september 2001 zal de
03/07/2001
CRIV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
werking al veel meer geïntegreerd verlopen dan
nu. Veel preciezer kan ik niet zijn. We hebben nu
wel alle instrumenten in handen om onze
voornemens in de praktijk om te zetten.
Bovendien is er de wil bij alle betrokkenen om
vooruit te gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Jo
Vandeurzen aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de exploitatie van PET-
scanners" (nr. 5036)
04 Question orale de M. Jo Vandeurzen à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'exploitation des scanners à émissions de
positions" (n° 5036)
04.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, mijn
vraag is geïnspireerd op een vraag van de heer
Bacquelaine over de PET-scanners in een
plenaire vergadering van enige tijd geleden. Uit de
toon en de inhoud van die vraag concludeerde ik
alvast dat, zoals sommigen met enig cynisme
hadden voorspeld, er vragen waren bij een
volgehouden handhavingsbeleid van de regering
inzake de exploitatie van de zwaar medische
technologie. Als ik het goed heb begrepen, vroeg
de heer Bacquelaine immers of de toestellen,
ondanks de overeengekomen programmatie,
waarmee hij akkoord ging, niet in gebruik mochten
blijven, zolang er maar geen RIZIV-tussenkomst
voor werd gevraagd. Dat zou dan zeker niet
wegen op het budget van de ziekteverzekering.
De minister heeft toen geantwoord dat de
programmatie er nu eenmaal is.
Mevrouw de minister, is de regering inderdaad
van plan een handhavingsbeleid te voeren? Voor
de PET-scanners ligt de historische
verantwoordelijkheid helemaal bij de regering:
zij
heeft hiervoor de nodige besluiten,
financieringsregels en programmatieregels
opgesteld.
Ik merk dat het handhavingsbeleid in de sector
van de gezondheidszorg voor de zware medische
apparatuur altijd problematisch is geweest. Er
waren steeds discussies over onder andere wie
bevoegd is om vaststellingen te doen en wie wat
moet doorgeven. Ik tracht dus alles inzake de
scanners nog eens op een rij te zetten. Overigens
weten we waar de scanners, waarvan er al meer
in gebruik zijn dan wat geprogrammeerd was, zich
bevinden. Dat heeft collega Bacquelaine in zijn
vraag ook toegegeven.
Mijn vragen dan. Hoeveel PET-scanners werden
door de gemeenschappen erkend? Zijn die
erkenningen gemeld aan het RIZIV en aan u als
federaal minister van Volksgezondheid? Wie is
concreet bevoegd om vaststellingen te doen
inzake de exploitatie van niet-erkende PET-
scanners? Zijn die vaststellingen al gebeurd? Ik
vermoed dat u weet waar ze zich bevinden.
Worden er instructies gegeven om vaststellingen
ter plaatse te doen? Hoever is de procedure
gevorderd om niet-erkende PET-scanners
desgevallend op te doeken?
04.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de
voorzitter, de regering voert wel degelijk een
handhavingsbeleid inzake de PET-scanners. Mijn
antwoord op de vraag van de heer Bacquelaine
liet hierover geen onduidelijkheid bestaan.
Er is over het thema uitgebreid overlegd in de
interministeriële conferentie, eind vorig jaar. Toen
is er ook uitdrukkelijk afgesproken dat de
gemeenschappen hun verantwoordelijkheid op
zich zouden opnemen en een inventaris zouden
opstellen van wie wat uitbaat. Momenteel zijn de
procedures aan de gang om vast te stellen waar
de PET-scanners die respectievelijk ressorteren
onder de Vlaamse Gemeenschap, de Franse
Gemeenschap, het Waalse Gewest en de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
van Brussel-hoofdstad, zich bevinden. De
planningsprocedure die de gemeenschappen
hanteren, houdt in dat er eerst een voornemen
van beslissing wordt medegedeeld aan de
ziekenhuizen, waarna daartegen beroep kan
worden aangetekend. De definitieve negatieve
planningsvergunningen, waarover nog moet
worden beslist door de bevoegde
gemeenschapsministers, moeten vóór het einde
van de maand augustus van dit jaar worden
uitgereikt. Die zullen ook worden doorgestuurd
aan de twee terzake bevoegde federale ministers,
minister Vandenbroucke en mijzelf.
Mocht een PET-scanner verder zonder
vergunning worden geëxploiteerd, dan behoort het
tot de bevoegdheid van de gemeenschappen om
in dat verband een proces-verbaal op te stellen.
Een koninklijk besluit is thans in voorbereiding, dat
de terugbetaling koppelt aan de erkenning van het
toestel. Dat zal zorgen voor een duidelijke situatie
op het terrein.
04.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
minister, als ik het goed begrijp, zijn de federale
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
overheid en het RIZIV afhankelijk van het feit of
de gemeenschappen al dan niet een proces-
verbaal opstellen. Ik vrees evenwel dat de ene
gemeenschap daarmee intelligenter omgaat dan
de andere. Moet het RIZIV, als het niet in kennis
wordt gesteld van een door de gemeenschappen
opgemaakt proces-verbaal, dan handelen alsof er
wel een erkenning is?
U zegt dat u een koninklijk besluit zult uitwerken
dat ertoe strekt de uitkering van het RIZIV te
koppelen aan de erkenning. Dat veronderstelt
echter dat het betrokken ziekenhuis de erkenning
van de exploitatie bewijst, alvorens de
terugbetaling te kunnen genieten, neem ik aan?
Mijn laatste vraag is vrij technisch en ik begrijp dat
u die niet onmiddellijk kunt beantwoorden. Quid
indien een beslissing van niet-opname in de
programmatie bij de Raad van State wordt
aangevochten? Betekent zulks dat de
desbetreffende PET-scan vanaf augustus niet is
erkend en dat de exploitanten vijf jaar moeten
wachten, tot de Raad van State een uitspraak
doet over de betwisting?
04.04 Minister Magda Aelvoet: Wat de
vastlegging van het aantal scanners betreft, zijn
de zaken zeer duidelijk. Uiteraard werden ook de
gemeenschappen en de gewesten in kennis
gesteld van de regels.
Ik twijfel er niet aan dat, mochten er zich
problemen voordoen op het terrein, die door alle
bevoegde gewesten en gemeenschappen zullen
worden gesignaleerd. Dat was ook de teneur van
de vergadering van oktober vorig jaar, waarvan
geen enkele bevoegde minister afwezig was. Allen
spraken zij zich hierover uit.
De politieke situatie is dus voldoende uitgeklaard
om te kunnen stellen dat de gemeenschappen
hun verantwoordelijkheid terzake op zich zullen
nemen, net als de federale regering die het
vereiste wettelijke instrument zal creëren om de
terugbetaling effectief afhankelijk te maken van de
erkenning. Op dat vlak verwacht ik geen
problemen.
Mijnheer Vandeurzen, u vraagt zich af wat er
gebeurt als er bij de Raad van State een klacht
wordt ingediend. Welnu, wij zijn niet zinnens de
huidige beslissing op te schorten op grond van
een eventuele klacht bij de Raad van State, in
afwachting van een uitspraak.
Wij gaan niet omwille van een klacht bij de Raad
van State de genomen beslissing opschorten in
afwachting van een uitspraak. Men zou dan bij
voorbaat kunnen zeggen dat wij niet zeker van
ons stuk zijn. Wij zijn echter wel zeker van ons
stuk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Filip De Man aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
erkenning van een enige invoerder voor
medicale cannabis in België" (nr. 5044)
05 Question de M. Filip De Man à la ministre de
la Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'agrément
d'un importateur exclusif pour la Belgique de
cannabis thérapeutique" (n° 5044)
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, een
tweetal weken geleden heb ik in "P-Magazine" een
artikel gelezen dat nogal wat vragen doet rijzen. Ik
las dat vanaf 1 juli de Belgische apothekers
cannabis mogen verkopen op voorschrift en dat
de AFMAE, de belangrijkste groothandel in de
sector met een klantenbestand van 2.800
apotheken, een akkoord bereikt heeft met het
ministerie van Volksgezondheid over de levering
van cannabis door het Nederlandse bedrijf
Marifarm waar ook de planten worden gekweekt
die door een deel van de Nederlandse apothekers
worden verkocht. Mijn aandacht werd nog meer
gewekt toen ik las dat Denise Aerts, de moeder
van de Vlaamse cannabisbeweging zij was
immers een van de grote softdrugspromotoren in
het Vlaanderen van de jaren '90 de enige
erkende invoerder zou worden en de strenge
kwaliteitscontroles voor haar rekening zou nemen.
Die mevrouw vervolgt: "Dat is dringend nodig. Ik
kom haast dagelijks in contact met patiënten die
hun wiet gekocht hebben in een coffeeshop en te
maken krijgen met plotse bloeddrukverlagingen.
Het THC-gehalte van de meeste soorten is
tegenwoordig zo hoog dat zeker onervaren rokers
grote risico's lopen". Volgens de journalist wil
mevrouw Aerts mede daarom op termijn ook zelf
cannabis gaan kweken vanuit echte
moederzaden. Ze heeft daarvoor zelfs al een
werkingsplan opgesteld voor het bureau voor
medicinale cannabis dat mevrouw Aelvoet heeft
laten oprichten. Mevrouw Aerts zegt: "Ik zou in dat
geval enkel van de geperste zaden olie leveren
voor medicinaal gebruik terwijl het eiwitrijke
restafval kan worden gebruikt als veevoeder. Het
BMC is helemaal gewonnen voor deze aanpak.
Het ministerie wil daar zelfs subsidies voor
uittrekken maar in eerste instantie zal ik de
03/07/2001
CRIV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
cannabis dus nog betrekken bij Marifarm, het
enige bedrijf waar de teelt door de overheid wordt
gecontroleerd". Als dit allemaal zou kloppen, dan
betekent dit dat u mevrouw Aerts een monopolie
zou toekennen. Ik vraag u dus of dit inderdaad het
geval is. Wat is de verantwoording om een
dergelijk monopolie toe te kennen? Verder zou ik
ook willen weten of haar beweringen in "P-
Magazine" allemaal kloppen. Hebt u een BMC
laten oprichten waarmee mevrouw Aerts zou
samenwerken? Er moeten al een hele reeks
gesprekken gevoerd zijn als men ziet hoe ver
mevrouw Aerts en het BMC zouden staan,
uiteraard steeds luidens P-Magazine.
05.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de
voorzitter, het koninklijk besluit over het medisch
gebruik van cannabis is zeer gedetailleerd en
gespecificeerd. Het voorziet alleen in het instellen
van klinische proeven verbonden aan een aantal
ziekenhuizen. De bevoorrading kan alleen
geregeld worden volgens de spelregels waaraan
medicamenten moeten beantwoorden. Concreet
betekent dit dat er geen sprake van is dat wij een
monopolie zouden geven aan welke invoerder dan
ook. Wij moeten de internationaal geldende
verdragen respecteren. Een enige privé-invoerder
zou in die zin al totaal onmogelijk zijn. Slechts een
overheidsinstelling zou die rol mogen vervullen. Ik
overweeg geen oprichting van een
cannabisbureau. De eventueel gebruikte
medische cannabis zal als grondstof door de
ziekenhuisapothekers rechtstreeks kunnen
worden ingevoerd uit landen waar een nationaal
cannabisbureau als uitvoerder optreedt zoals dat
het geval is in Nederland. Een andere
mogelijkheid bestaat erin dat industrieel bereide
geneesmiddelen op basis van cannabis worden
ingevoerd, bijvoorbeeld vanuit het Verenigd
Koninkrijk dat ter zake uitstekende resultaten
heeft met medische preparaten. Zowel in het ene
als in het andere geval, mogelijke invoer uit
Nederland of het Verenigd Koninkrijk, zullen alle
legale formaliteiten worden nagekomen. Dat
betekent dus een speciale invoervergunning,
nauwkeurig op te geven hoeveelheden, het
bijhouden van speciale registers en de normale
controle door de farmaceutische inspectie. Al de
rest is pure propaganda.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, dit is krasse taal. De minister besluit
dat dit pure propaganda is. Ik neem aan dat
mevrouw Aerts teveel geblowd heeft in haar leven
en dus hallucinaties had. Al wat zij in het artikel in
P-Magazine verklaart wordt hier immers voor de
volle honderd procent tegengesproken door de
minister. Dat is vrij kras.
Het antwoord van mevrouw de minister verheugt
me en zij zal op haar beurt, denk ik, aanvaarden
dat ik anders geen vragen had omdat de
connecties tussen de groenen en de promotors
van softdrugs tijdens de afgelopen jaren al te
duidelijk zijn geweest. Ik herinner me dat de
huidige staatssecretaris Boutmans ooit nog de
advocaat was van de Belgische Cannabisbond.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vraag nr. 5050 van mevrouw Annemie Van de
Casteele wordt naar een latere datum verschoven.
06 Question de Mme Colette Burgeon à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la proposition de directive en matière de bien-
être porcin" (n° 5061)
06 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
voorstel van richtlijn betreffende het welzijn van
de varkens" (nr. 5061)
06.01 Colette Burgeon (PS): Monsieur le
président, madame la ministre, selon
l'hebdomadaire "Plein champ" de la Fédération
wallonne de l'agriculture du 21 juin dernier, une
réunion serait intervenue en février 2001 au sein
de votre cabinet à propos de deux propositions
émanant de la Commission en ce qui concerne le
bien-être des porcs.
Dans les faits je me réfère à l'hebdomadaire ,
plus aucune rencontre ni discussion n'ont pu être
menées avec votre cabinet. La problématique du
bien-être des porcs était pourtant à l'ordre du jour
du prochain Conseil des ministres européen.
Jusqu'à présent, la Fédération n'aurait eu aucune
information concernant la position belge. Si
position il y a, elle n'aurait fait l'objet d'aucune
concertation. Il faut pourtant savoir que dans le
contexte économique actuel, les éleveurs veulent
éviter à tout prix la fixation de normes de bien-être
pour le secteur porcin qui ne tiennent pas compte
des réalités des élevages, notamment le
cannibalisme, l'agressivité au sein des groupes,
les risques d'écrasement des porcelets et aussi le
confort de la truie après la mise bas.
L'impression de la Fédération wallonne est qu'au
travers des contraintes de bien-être, certains
veulent régler des problèmes de surcapacité
régionale de la production porcine. En Wallonie,
CRIV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
cette production est relativement peu présente et
ne pose pas de problème majeur de relations
avec les contraintes environnementales.
Par ailleurs, il convient également de tenir compte
du revenu des producteurs lors de l'établissement
des normes, ainsi que de l'augmentation de leur
charge de travail.
Madame la ministre, je souhaiterais vous
demander quelques éclaircissements et vous
poser les quatre questions suivantes:
1. Confirmez-vous les remarques de la Fédération
wallonne de l'agriculture?
2. Si oui, pourquoi n'y a-t-il eu aucune négociation
ni aucune prise de position officielle de votre part?
3. Allez-vous tenir compte de disparités régionales
dans les réalités de l'élevage en ce qui concerne
la fixation de normes de bien-être pour le secteur
porcin? Si non, pourquoi?
4. Estimez-vous qu'il faille également tenir compte
du revenu des producteurs lors de l'établissement
des normes?
06.02 Magda Aelvoet, ministre: Monsieur le
président, madame Burgeon, une réunion s'est
effectivement tenue au mois de février et
rassemblait plusieurs participants. Au cours de
celle-ci, nous avons remis et commenté la
proposition de l'époque et nous avons demandé
de nous faire parvenir des suggestions,
remarques, etc.
Dans un premier temps, il n'y a pas eu de réaction
du tout, sauf d'une organisation du bien-être
animal, les fédérations n'ayant pas réagi. Ce n'est
que par la suite que deux lettres sont parvenues
des fédérations de l'agriculture qui faisaient savoir
que la proposition, d'après eux, allait trop loin. Ces
lettres ne contenaient pas de suggestion concrète
pour définir ce qu'il fallait adopter comme position
moins extrême.
Le dossier a ensuite été discuté sous la
présidence suédoise qui a fait du dossier "bien-
être animal" une de ses priorités. De ce fait, les
pourparlers sont passés à la vitesse supérieure.
Les ministres fédéraux et régionaux de
l'Agriculture ont toujours été étroitement associés
par des réunions de groupes de travail attachés à
la conférence interministérielle agriculture. Il faut
en effet prendre en compte la plupart des
réactions qui sont régulièrement différentes selon
les régions.
La force de la politique européenne concernant la
protection des animaux agricoles est due au fait
qu'elle fixe des normes minimales de bien-être,
indépendamment du pays ou de la région où se
fait la production.
Je tiens encore à vous rappeler, au cas où cela
vous aurait échappé, que notre collègue Robert
Denis a fait ici une intervention sur le bien-être
porcin. Il a dit que, pour une fois, il était d'accord
avec les associations du bien-être animal pour
reconnaître que le système des cages tel que
développé était mauvais pour les animaux et, à la
longue, également pour les producteurs. Une
viande qui n'est pas assez bonne, un élevage qui
a entraîné des complications n'est pas l'idéal pour
la production.
D'ailleurs, à la suite des négociations
européennes, j'ai pu constater que les pays qui
ont une production porcine très développée et
poussée, tels les Pays-Bas et le Danemark,
subiraient le plus d'effets en cas de changement
radical, compte tenu de la densité de leur élevage.
Pourtant ces deux pays ont très bien saisi la
demande des consommateurs par rapport à des
conditions de bien-être animal acceptables et ils
avancent plus vite que les autres. De plus, comme
je l'ai dit à des délégués lors de la fameuse
réunion à Budapest, eux tiennent à commencer
dès 2005 ou 2006, alors que le système européen
sur lequel un accord a pu être obtenu n'entre en
vigueur qu'en 2013, puisque c'est bien la date
dont il est question. Ces deux pays à forte
exportation de viande porcine se profileront vis-à-
vis des autres producteurs comme ayant les
meilleures armes, ce qui constituera une forme de
publicité pour eux.
En effet, puisque nous sommes entre nous, il faut
savoir que le style des Pays-Bas n'est pas de
décider des investissements onéreux sans espoir
d'en retirer un avantage. En matière de production
agricole et de prix de vente, ils s'y connaissent.
J'ai mis en garde les partenaires wallons de ne
pas s'enfermer dans une voie qui, à moyen terme
2013 en est un , causera préjudice plutôt que
d'amener des bénéfices.
Toujours est-il qu'il existe un réel problème de
protection animale dans la détention des truies
gardées individuellement dans des espaces trop
petits; le fait a été constaté, entre autres, par le
Comité scientifique vétérinaire qui a confirmé
l'existence de ce problème et a proposé des
solutions. La Commission a repris ces solutions.
Je tiens à vous dire que la Belgique n'a pas
esquivé les exigences, qu'elle n'a pas rejoint les
pays les plus avancés comme le Danemark et les
Pays-Bas, mais qu'elle est restée au niveau de la
03/07/2001
CRIV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
proposition suédoise qui constituait une
proposition moyenne capable de rassembler la
majorité qualifiée nécessaire. Telle a été notre
position. A mon avis, très honnêtement, nous ne
desservons pas les agriculteurs en agissant ainsi.
Au contraire.
Un dernier élément en ce qui concerne les
revenus. Il est bien entendu que le revenu des
producteurs est un élément de fond; c'est une
évidence. D'autre part, dans le contexte de l'ESB
que nous vivons, c'est le prix des bovins qui a
chuté et le prix des porcins qui a
considérablement augmenté en atteignant 300%
du prix pratiqué il y a un an et demi. Ainsi, même
en prévoyant cette longue période, grâce aux
bénéfices réalisés dans ce secteur, nous pouvons
nous organiser en garantissant, d'une part, un
revenu sérieux et, d'autre part, en répondant aux
normes minimales du bien-être animal exigées
par l'Europe.
Même avec les futures réévaluations, les normes
européennes seront toujours appliquées, qu'il y ait
ou non un niveau fédéral. En effet et je suis
malheureusement confrontée au phénomène , la
non-transposition ou le non-respect des directives
nous posent beaucoup de problèmes. Dans
nombre de dossiers environnementaux, ce sont
nos régions qui nous créent des problèmes vis-à-
vis de l'Europe, qui nous dresse de longues listes
de ces infractions aux normes.
Voorzitter: Yolande Avontroodt.
Présidente: Yolande Avontroodt.
06.03 Colette Burgeon (PS): Madame la
présidente, je remercie la ministre pour sa
réponse. Nous souscrivons bien évidemment aux
normes pour le bien-être des animaux. Il n'est pas
question que nous changions de position à cet
égard.
Madame la ministre, le seul reproche formulé
dans le journal ne portait pas sur le fond même
parce que le journaliste semblait ne pas connaître
le fond de la position de la Fédération wallonne de
l'Agriculture. C'était le fait de ne plus avoir eu de
contact avec vous et de ne pas avoir reçu de
réponse. Je vous dis ce que j'ai lu dans l'article. Je
voulais avoir des éclaircissements à cet égard.
Notre problématique est celle des régions. Vous
parlez des Pays-Bas. Il est vrai que la Flandre est
très proche des Pays-Bas et l'élevage y est
semblable alors qu'en Wallonie, l'élevage porcin y
est tout de même assez différent. Au Danemark,
par exemple, ils n'ont pas vécu tout ce que nous
avons connu en Belgique ces derniers temps. Je
reçois régulièrement des lettres d'agriculteurs,
qu'il s'agisse de leur travail avec les porcs ou les
bovins, où ils se plaignent d'avoir perdu de
l'argent. Les choses sont différentes d'un pays à
l'autre. S'il est parfois bon de rehausser la norme,
ce n'est cependant pas toujours évident. Il ne faut
peut-être pas nécessairement toujours plagier,
même si les normes sont meilleures.
Madame la ministre, a-t-on constaté des
problèmes en Wallonie dans ce domaine? Si le
fait de se maintenir conformément à la proposition
suédoise peut créer un modus vivendi, je pense
que le reproche qui vous était adressé était de ne
pas avoir eu de suivi et de ne plus savoir où en
était le fond de la question.
06.04 Magda Aelvoet, ministre: Je vais contacter
mon chef de cabinet adjoint qui est wallon de pure
souche. C'est lui qui a reçu les gens à l'époque et
qui a préparé la réponse. Il m'avait dit qu'il n'avait
pas eu de réaction dans un premier temps mais
bien par la suite. Il poursuit des contacts réguliers.
Je vais lui demander de se renseigner.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.30 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 517
CRABV 50 COM 517
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
03-07-2001 03-07-2001
09:07 uur
09:07 heures
CRABV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Hubert Brouns tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
uitvoering van de aanbevelingen van de
onderzoekscommissie 'dioxine'" (nr. 842)
1
Interpellation de M. Hubert Brouns à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
concrétisation des recommandations de la
commission d'enquête 'dioxine'" (n° 842)
1
Sprekers: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Moties
4
Motions
4
Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de toepassing van de numerus
clausus op de geneesheren die gespecialiseerd
zijn in radiotherapie" (nr. 5006)
4
Question de M. Yvan Mayeur à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'application
du numerus clausus aux médecins spécialisés en
radiothérapie" (n° 5006)
4
Sprekers: Yvan Mayeur, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Yvan Mayeur, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van de heer Arnold Van Aperen tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 840)
5
Interpellation de M. Arnold Van Aperen à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire" (n° 840)
5
Sprekers: Arnold Van Aperen, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Arnold Van Aperen, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
exploitatie van PET-scanners" (nr. 5036)
7
Question orale de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'exploitation
des scanners PET" (n° 5036)
7
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Filip De Man tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenning van een enige
invoerder voor medicinale cannabis in België"
(nr. 5044)
8
Question de M. Filip De Man à la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'agrément
d'un importateur exclusif pour la Belgique de
cannabis thérapeutique" (n° 5044)
8
Sprekers: Filip De Man, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Filip De Man, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Colette Burgeon tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het voorstel
van richtlijn betreffende het welzijn van de
varkens" (nr. 5061)
9
Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la proposition
de directive en matière de bien-être porcin"
(n° 5061)
9
Sprekers: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRABV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
03
JULI
2001
09:07 uur
______
du
MARDI
03
JUILLET
2001
09:07 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.16 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.16 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Interpellatie van de heer Hubert Brouns tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
uitvoering van de aanbevelingen van de
onderzoekscommissie 'dioxine'" (nr. 842)
01 Interpellation de M. Hubert Brouns à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
concrétisation des recommandations de la
commission d'enquête 'dioxine'" (n° 842)
01.01 Hubert Brouns (CVP): Op 3 maart 2000
rondde de dioxinecommissie haar werkzaamheden
af en maakte ze haar aanbevelingen bekend.
De eerste aanbeveling had betrekking op het
instellen van een onafhankelijke wetenschappelijke
risico-evaluatie en een op risicobeheer gestoeld
beleid. Welke initiatieven werden op dit vlak al
genomen?
In de aanbevelingen werd ook de nodige aandacht
geschonken aan de verduidelijking en versterking
van de meldingsplicht. Daarnaast moeten ook
maatregelen worden genomen voor dierenartsen in
dienst van veevoederproducenten. Wat werd
hiervan al gerealiseerd?
De aanbevelingen spraken ook van een
geïnformatiseerd traceringssysteem. Welke
maatregelen werden hiervoor al genomen?
Een pijnpunt van de dioxinecrisis was het gebrek
aan een crisisdraaiboek. Werd zo'n draaiboek al
uitgewerkt?
01.01 Hubert Brouns (CVP): Le 3 mars 2000, la
commission Dioxine terminait ses travaux et rendait
publiques ses recommandations.
La première recommandation avait trait à
l'instauration d'une évaluation scientifique et
indépendante des risques et d'une politique axée
sur la gestion des risques. Quelles initiatives ont
déjà été prises sur ce plan ?
Dans les recommandations, une large attention
avait également été portée à la clarification de la
notion d'obligation de signalement et à son ancrage
plus solide. En outre, il convenait de prendre des
mesures pour les vétérinaires travaillant au service
de producteurs d'aliments pour animaux. Quels
projets le gouvernement a-t-il déjà concrétisés ?
Dans les recommandations, il était également
question d'élaborer un système informatisé de
traçage. Quelles mesures le gouvernement a-t-il
déjà prises à cette fin ?
Un des manquements révélés par la crise de la
dioxine était le manque de scénario de crise. Le
gouvernement en a-t-il élaboré un ?
03/07/2001
CRABV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
dioxinecommissie heeft een aantal structurele
tekorten blootgelegd en vrij algemene
aanbevelingen geformuleerd. Die moeten nu
worden geoperationaliseerd.
Het plan CONSUM, dat alle schakels in de
vleessector behelst, is zo een concrete uitwerking
op het vlak van risico-evaluatie. Het eerste verslag
van deze gegevensbank werd onlangs aan de
wetgevende kamers bezorgd. Gebleken is dat dit
concept het mogelijk maakt om snel op te treden in
geval van risicoverhoging.
01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
La commission Dioxine a mis au jour une série de
manquements structurels et formulé des
recommandations relativement générales. Il faut
maintenant les mettre en pratique.
Le plan CONSUM, qui embrasse toutes les
composantes du secteur de la viande, est une des
concrétisations du projet d'évaluation des risques.
Un premier rapport concernant la mise en place de
cette banque de données a été récemment soumis
aux chambres législatives. Il est apparu que ce
concept permettait d'intervenir rapidement en cas
d'augmentation des risques.
De BSE-maatregelen worden rigoureus nageleefd.
De controles gebeuren zeer intensief op alle
niveaus. Dit jaar zijn al 314 staalnames gebeurd,
waarvan er drie een positief resultaat opleverden.
Pro justitia's werden opgesteld wanneer bleek dat
toch verboden diermeel werd gebruikt.
België slaagt er onvoldoende in om transparantie te
verschaffen in de controle op de afvalverwerking.
Daarom heb ik het initiatief genomen om tot een
ontwerpovereenkomst hierover te komen, dit in
overleg met alle bevoegde instanties. Dit uniek
samenwerkingsverband werd meegedeeld aan de
Europese Commissie en zal door de
gewestregeringen worden bekrachtigd.
De aanpak van de BSE-problematiek is in handen
van het Federaal Agentschap, dat hiervoor wordt
begeleid door een team van experts.
Wat de traceerbaarheid betreft, focust Beltrace zich
niet alleen op rundveehouderij, maar tevens op alle
Belgische slachthuizen. Het systeem draait
momenteel proef in een aantal slachthuizen, maar
het bedrijfsleven is vragende partij voor een snelle
implementatie. Ook de verwerkingsbedrijven zijn
geïnteresseerd in het systeem.
De slachthuizen zullen ook worden gelinkt aan de
Sanitel-gegevensbank. Ook Beltrace zal gelinkt
worden aan CONSUM en de BSE-
gegevensbanken.
Les mesures prises dans le cadre de l'ESB sont
rigoureusement respectées. De très nombreux
contrôles sont organisés à tous les niveaux. Cette
année, 314 échantillons ont déjà été prélevés. Trois
d'entre eux se sont révélés positifs. Des procès
verbaux ont été dressés lorsqu'il est apparu que
des farines carnées interdites avaient quand même
été utilisées.
La Belgique ne parvient pas à rendre les contrôles
sur le traitement des déchets suffisamment
transparents. C'est la raison pour laquelle j'ai pris
l'initiative d'élaborer un projet d'accord à ce sujet et
ce, en concertation avec toutes les instances
compétentes. Cet accord de collaboration unique a
été présenté à la Commission européenne et sera
ratifié par les gouvernements régionaux.
Le problème de l'ESB relève à présent de l'Agence
fédérale qui est assistée dans sa mission par une
équipe d'experts.
En ce qui concerne la traçabilité, Beltrace ne se
concentre pas uniquement sur la filière bovine mais
également sur tous les abattoirs situés en Belgique.
Le système fonctionne actuellement à l'essai dans
un certain nombre d'abattoirs mais les entreprises
souhaitent une mise en oeuvre rapide. Les
entreprises de transformation de la viande
s'intéressent aussi à ce système.
Les abattoirs seront également reliés à la banque
de données Sanitel. Beltrace sera également relié à
la banque de données CONSUM et à celles
relatives à l'ESB.
De invoering van het verplicht
geneesmiddelenregister zal hier ook mee kunnen
worden gecombineerd. Momenteel wordt
onderzocht of ook de sanitaire status van de dieren
on line ter beschikking kan worden gesteld.
Dit hele concept is zo omvangrijk dat het niet
On pourra y lier l'introduction d'un registre
obligatoire pour les médicaments. On examine pour
l'instant la possibilité de pouvoir consulter "on line"
le statut sanitaire des animaux.
Le concept global est d'une envergure telle, qu'il ne
CRABV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
onmiddellijk kan worden geïmplementeerd. De fase
van vrijwilligheid is in ieder geval voorbij. Binnenkort
zal ik een wetgevend initiatief nemen om de
integratie van Beltrace aan de slachthuizen op te
leggen.
Ik benadruk dat de traceerbaarheid zich niet
beperkt tot de vleesproductie. We zullen sector per
sector bekijken of dwingende maatregelen zich
opdringen, maar Beltrace is een basisconcept aan
de hand waarvan wij kunnen werken.
Wat de onafhankelijke risico-evaluatie betreft, is het
wetenschappelijk comité bij het Federaal
Agentschap al op een hoog wetenschappelijk
niveau actief. Ik voorzie tevens in een reorganisatie
van de wetenschappelijke instellingen die tot mijn
bevoegdheid behoren. Een werkgroep houdt zich
hiermee bezig. Ik zal binnenkort ook een
coördinator aanduiden, die mij organisatorische en
onderzoeksvoorstellen zal voorleggen.
In elke nieuwe reglementering wordt melding
gemaakt van de meldingsplicht. Er wordt ook een
code van Good Veterinary Practices voorbereid,
waarin deze verplichting zal worden opgenomen.
Het Agentschap zal in het kader van zijn opdrachten
samenwerkingsakkoorden moeten afsluiten, waarin
de melding van vaststellingen kan worden
behandeld. Op de samenwerking met de multi-
disciplinaire hormonencel is trouwens het koninklijk
besluit van toepassing over de bevoegdheid inzake
controles dat onlangs door het Parlement werd
goedgekeurd.
pourra être mis en oeuvre dans l'immédiat. La
phase dite `bénévole' est en tous cas révolue. Je
prendrai sous peu une initiative législative visant à
imposer l'intégration de Beltrace aux abattoirs.
Je souligne que la traçabilité ne se limite pas à la
seule production de viande. Nous examinerons pour
chaque secteur séparément si des mesures
coercitives s'imposent, mais Beltrace est un
concept de base nous permettant d'aller de l'avant.
En matière d'évaluation indépendante des risques,
le Comité scientifique auprès de l'Agence oeuvre
déjà à un niveau scientifique élevé. Je projette
également une réorganisation des institutions
scientifiques relevant de ma compétence. Un
groupe de travail s'attèle d'ores et déjà à cette
tâche. Je désignerai sous peu un coordinateur qui
me soumettra des propositions en matière
d'organisation et de recherche.
Dans chaque nouvelle réglementation il est
question de cette obligation de notification. On
prépare également un code de Good veterinary
practices dans lequel on retrouvera cette obligation.
L'Agence devra, dans le cadre de ses missions,
conclure des accords de collaboration permettant le
traitement des constatations notifiées. C'est
précisément à cette collaboration avec la cellule
multidisciplinaire de la lutte contre les hormones
que s'applique l'arrêté royal relatif aux compétences
en matière de contrôles , récemment approuvé par
le parlement.
Er bestaat wel degelijk een crisisdraaiboek, zo hebt
u bij de MKZ-crisis gemerkt. Er wordt een
communicatieverantwoordelijke aangesteld en een
verantwoordelijke voor het meldpunt voor de
consumenten.
Il existe bel et bien un scénario de crise comme
vous l'avez remarqué à l'occasion de l'épizootie de
fièvre aphteuse. Un responsable sera désigné pour
la communication ainsi qu'un responsable pour le
point de contact pour les consommateurs.
01.03 Hubert Brouns (CVP): Eindelijk komt er
overleg met de Gewesten om de afvalstromen beter
te kunnen traceren. Wie weet bijvoorbeeld wat er
met het afval van de slagerijen gebeurt? Het
systeem is dus zeker nog niet waterdicht.
Het wetenschappelijk comité geeft nuttige adviezen,
maar het is zeker nog niet op kruissnelheid.
De meldingsplicht voor dierenartsen moet
nadrukkelijk worden afgedwongen. Ook voor
andere ambtenaren zou zo een meldingsplicht
nuttig zijn.
De traceringsystemen moeten alle worden
geïntegreerd in Beltrace.
01.03 Hubert Brouns (CVP): On organise enfin
une concertation avec les Régions pour pouvoir
mieux retracer les flux de déchets. Qui sait par
exemple ce qu'il advient des déchets de
boucherie ? Le système n'est certainement pas
encore étanche.
Le Comité scientifique donne des avis utiles, mais il
n'a pas encore atteint sa vitesse de croisière.
L'obligation de signalement pour les vétérinaires
doit absolument être contraignante. Une telle
obligation serait également utile pour d'autres
fonctionnaires.
Les systèmes de traçabilité doivent tous être
intégrés dans Beltrace.
03/07/2001
CRABV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Het crisisdraaiboek moet worden uitgebreid, zodat
men op alle scenario's is voorbereid.
Le scénario de crise doit être étoffé afin de pouvoir
parer à toutes les éventualités.
Conclusie: alles gaat te traag. De mensen die de
projecten moeten realiseren, moeten zich de
problematiek sneller eigen maken. Ik noem dat het
verinnerlijkingsproces.
In een motie van aanbeveling vraag ik dat dit
Parlement vlugger en systematisch op de hoogte
zou werden gehouden over de omzetting van de
aanbevelingen van de dioxinecommissie.
Conclusion: les choses évoluent trop lentement. Les
personnes chargées de la réalisation des projets,
devraient se familiariser plus rapidement avec les
problèmes. Je qualifierai cela de processus
d'intériorisation.
Dans ma motion de recommandation, je demande
que le Parlement soit plus rapidement et plus
systématiquement tenu au courant de la mise en
oeuvre des recommandations de la commission
Dioxine.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Hubert Brouns en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Hubert Brouns
en het antwoord van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu,
vraagt de regering over een maand een
gedetailleerd verslag voor te leggen aan het
Parlement over de uitvoering van de aanbevelingen
van de dioxinecommissie. In dit verslag wordt een
onderscheid gemaakt tussen de reeds uitgevoerde
maatregelen, de besliste en nog niet uitgevoerde
maatregelen en de nog niet besliste maatregelen en
hun timing."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Hubert Brouns et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Hubert Brouns
et la réponse de la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'environnement,
demande au gouvernement de présenter, d'ici à un
mois, un rapport détaillé au Parlement concernant
l'exécution des recommandations de la commission
dioxine. Ce rapport doit établir une distinction entre
les mesures qui ont déjà été mises en oeuvre, celles
qui ont été adoptées mais qui n'ont pas encore été
mises en oeuvre et celles qui sont en projet. Il doit
également comporter un calendrier."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Anne-Mie Descheemaeker en Michèle
Gilkinet en de heer Philippe Seghin.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Anne-Mie Descheemaeker et Michèle Gilkinet et
M. Philippe Seghin.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
De vergadering wordt hervat om 10.48 uur.
La séance est reprise à 10.48 heures.
02 Vraag van de heer Yvan Mayeur aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
toepassing van de numerus clausus op de
geneesheren die gespecialiseerd zijn in
radiotherapie" (nr. 5006)
02 Question de M. Yvan Mayeur à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'application
du numerus clausus aux médecins spécialisés
en radiothérapie" (n° 5006)
02.01 Yvan Mayeur (PS): Een aantal radiologen
betwisten de cijfers van de administratie van
Volksgezondheid : in werkelijkheid zouden er maar
120 radiologen actief zijn in plaats van de door het
ministerie aangevoerde 200. Niet alle in de
02.01
Yvan
Mayeur
(PS): Certains
radiothérapeutes contestent les chiffres retenus par
l'administration de la Santé publique : il n'y aurait
que 120 radiothérapeutes en activité au lieu des
200 évoqués. Par ailleurs, tous les médecins
CRABV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
radiologie gespecialiseerde artsen houden immers
praktijk, sommigen specialiseren zich nog eens
verder in de chemotherapie. In de nabije toekomst
dreigt er evenwel een tekort aan radiologen te
ontstaan tengevolge van het toenemende aantal
kankergevallen, wat mede in verband staat met de
vergrijzing van de bevolking, het nu al bestaande
tekort aan radiologen in bepaalde diensten, de
enorme vraag naar radiologen in andere landen, het
opzeggen van multidisciplinaire raadplegingen en
de stijgende complexiteit van de gebruikte
technieken.
Hoe kunnen we hier wat aan doen ?
radiothérapeutes ne pratiquent pas, certains se
consacrant à la chimiothérapie.
Or, le nombre accru de cancers lié au vieillissement
de la population, le manque actuel de
radiothérapeutes dans différents services, leur
départ massif dans d'autres pays, la mise en
chantier des consultations multidisciplinaires ainsi
que le degré de complexité toujours croissant des
techniques risquent d'entraîner une insuffisance de
radiothérapeutes dans un futur proche.
Que peut-on envisager pour pallier ce problème ?
02.02 Minister Magda Aelvoet (Frans) : Tijdens
de jongste vergadering van de planningcommissie
werden een aantal concrete gevallen van tekorten
in bepaalde specialiteiten te berde gebracht. De
planningcommissie heeft beslist met de
erkenningscommissies om de tafel te gaan zitten
om het probleem te bespreken. De studie
daaromtrent staat in de steigers; het is nu wachten
op de resultaten. De planningcommissie is geen
voorstander van een subcontingentering wegens de
evidente problemen die dat dreigt mee te brengen.
Zodra de resultaten van de studie bekend zijn, zal ik
het dossier bestuderen en trachten de nodige
maatregelen te treffen, opdat er geen
onaanvaardbare tekorten zouden ontstaan in vitale
sectoren.
02.02 Magda Aelvoet , ministre (en français): Lors
de la dernière réunion de la Commission de
planification, quelques cas précis de pénurie dans
certaines spécialités ont été évoqués. La
Commission de planification a décidé de se réunir
avec les commissions d'agrément, afin de traiter ce
problème. Leur étude est lancée . On en attend les
résultats. La Commission de planification n'est pas
favorable à un sous-contigentement, et ce en raison
des évidents problèmes qui risquent de se poser.
Dès que je prendrai connaissance des résultats de
l'enquête, j'étudierai le dossier et essayerai de
prendre les mesures qui s'imposent,afin qu'il n'y ait
pas de déficits inacceptables dans des secteurs
vitaux.
02.03 Yvan Mayeur (PS): Ik zou u willen vragen
mij de onderzoeksresultaten in kwestie eveneens te
bezorgen zodra u erover beschikt.
Het incident is gesloten.
02.03 Yvan Mayeur (PS): Je vous demanderais de
me faire parvenir les résultats en question dès qu'ils
seront en votre possession.
L'incident est clos.
03 Interpellatie van de heer Arnold Van Aperen
tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen" (nr. 840)
03 Interpellation de M. Arnold Van Aperen à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire" (n° 840)
03.01 Arnold Van Aperen (VLD): Eén jaar en vijf
maanden na de oprichting van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
is het nog niet operationeel. Ondertussen is er
reeds een bevoegdheidsuitbreiding gekomen door
ook DG 4 en DG 5 over te dragen van Landbouw
naar Volksgezondheid. Waarom zijn het IVK, de
Eetwareninspectie en andere diensten nog niet
onder de leiding van de gedelegeerd bestuurder van
het FAVV gebracht? Hoe denkt de minister dat die
bestuurder moet werken als hij middelen noch
mensen krijgt, want met slechts 27 miljoen op de
begroting geeft men het signaal het FAVV niet
verder te willen uitbouwen.
03.01 Arnold Van Aperen (VLD): Dix-sept mois
après sa création, l'Agence fédérale pour la
Sécurité de la Chaîne alimentaire n'est pas encore
opérationnelle. Dans l'intervalle, les compétences
de l'agence ont déjà été renforcées par le transfert
de la DG4 et de la DG5 du département de
l'Agriculture vers celui de la Santé publique.
Pourquoi l'IEV, l'Inspection des denrées
alimentaires et d'autres services n'ont-ils pas
encore été placés sous la direction de
l'administrateur délégué de l'AFSA? De l'avis de la
ministre, comment celui-ci doit-il travailler s'il ne
reçoit ni les moyens matériels, ni le personnel
nécessaires? En limitant à 27 millions la somme
03/07/2001
CRABV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Hoeveel mensen werken er nu effectief voor het
FAVV? Wat belet de minister om de bovenvermelde
diensten onder te brengen bij het FAVV? Wanneer
zal het FAVV volledig operationeel zijn? Zullen de
financiële middelen voor de controlediensten ook
overgedragen worden? Zijn die controlediensten al
onder de leiding van de gedelegeerd bestuurder van
het FAVV gebracht?
prévue au budget pour l'AFSA, on ne donne guère
l'impression de vouloir rendre cette institution
véritablement opérationnelle.
Combien de personnes travaillent effectivement
pour l'AFSA? Pourquoi les services précités n'ont-ils
pas encore été transférés à l'AFSA? Quand celle-ci
sera-t-elle pleinement opérationnelle? Les moyens
financiers des services de contrôle seront-ils
également transférés? Ces services de contrôle
ont-ils déjà été placés sous la direction de
l'administrateur délégué de l'AFSA?
03.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Op
dit ogenblik zijn er naast de gedelegeerd bestuurder
zeven personeelsleden plus drie
secretariaatsmedewerkers voltijds actief op het
Agentschap.
Het KB in verband met de personeelsoverdracht
vanuit het IVK en de Eetwareninspectie is klaar. Het
moet nog uitgewerkt worden in ministeriële
besluiten. Voor de overdracht vanuit Landbouw
hebben we de toestemming van de Gewesten
nodig, vooral in verband met DG 4. Voor DG 5 blijft
het meeste federaal.
Voor het budget zitten we ook in een
overgangsfase. De financiële middelen zijn nog niet
overgedragen. Er bestaat ook een grote argwaan
tussen de verschillende diensten die daardoor deze
overdracht afremmen.
Het KB rond de organisatie van het
personeelsbestand is rond. Er moet wel nog een
publicatie volgen van de profielen van de mensen
die onder het gezag van de heer Beernaert zullen
opereren. Dit is een gevolg van de Copernicus-
vernieuwing. De effectieve aanwerving van deze
vier eindverantwoordelijken zal binnen enkele
weken gebeuren. Deze personen zullen ingezet
worden op de respectieve terreinen waar ze
oorspronkelijk actief waren.
03.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Actuellement, outre l'administrateur délégué, l'AFSA
compte sept membres du personnel auxquels il faut
ajouter trois secrétaires à temps plein.
L'arrêté royal relatif au transfert du personnel de
l'IEV et de l'Inspection des denrées alimentaires est
prêt. Les mesures qu'il met en oeuvre doivent
encore être élaborées plus avant sous la forme
d'arrêtés ministériels. En ce qui concerne les
transferts au départ du département de l'Agriculture,
nous attendons l'accord des Régions, en particulier
à propos de la DG4, la majorité des compétences
ressortissant à la DG5 demeurant fédérales.
Quant au budget, nous nous trouvons également
dans une phase transitoire. Les moyens financiers
n'ont pas encore été transférés. La méfiance entre
les différents services concernés constitue
également un frein à ce transfert.
L'arrêté royal relatif à l'organisation du cadre du
personnel est prêt. Les profils des personnes qui
opéreront sous l'autorité de M. Beernaert doivent
toutefois encore être publiés, ce dernier point
constituant une conséquence de la réforme
Copernic. Les quatre responsables en dernier
ressort seront recrutés d'ici à quelques semaines.
Ces personnes seront affectées aux domaines
dans lesquels elles étaient précédemment actives.
Het hoeft niet te verwonderen dat hier geen extra
middelen voor worden uitgetrokken, aangezien de
regering expliciet voor een budgettair neutrale
operatie heeft gekozen.
De coördinatie van het plan CONSUM en BSE-
maatregelen gebeurt nu al door het Federaal
Agentschap. De gedelegeerd bestuurder kan de
personen die zich hiermee bezighouden,
rechtstreeks aanspreken.
Il n'y a pas lieu de s'étonner du fait que des moyens
supplémentaires n'ont pas été prévus puisque le
gouvernement avait explicitement opté pour une
opération neutre sur le plan budgétaire.
La coordination du plan CONSUM et des mesures
contre l'ESB est déjà assurée par l'Agence fédérale.
L'administrateur délégué peut directement
s'adresser aux personnes chargées de cette
mission.
CRABV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Er is wel nog een probleem met de algemene
diensten, dit omwille van problemen bij DG 4 en DG
5. Voor het IVK rijzen geen problemen. We werken
volop aan deze reorganisatie zonder de continuïteit
van de algemene diensten in gevaar te brengen.
Voorzitter : Philippe Seghin
Il y a encore un problème en ce qui concenre les
services généraux, essentiellement au niveau de la
DG4 et de la DG5. Aucun problème ne se pose
pour l'IEV. Nous oeuvrons à cette réorganisation
sans mettre en danger la continuité des activités
des services généraux.
Président : Philippe Séghin
03.03 Arnold Van Aperen (VLD): Ik stel vast dat
de mensen van de bestaande diensten, die nu
worden gecentraliseerd, heel onzeker zijn over hun
toekomst. Ze werken al jaren met te weinig mensen
en middelen. Zal dat in de toekomst verbeteren,
vragen ze zich af. Wanneer zal het Agentschap in
zijn integraliteit actief zijn?
03.03 Arnold Van Aperen (VLD): Je constate que
le personnel des services existants, qui font
actuellement l'objet d'une centralisation,
s'inquiètent pour leur avenir. Ils travaillent depuis
des années avec des effectifs et des moyens
insuffisants. Ils se demandent si cette situation
s'améliorera à l'avenir. Quand l'agence sera-t-elle
pleinement opérationnelle ?
03.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Elke
week is er meer integratie. Zowat 85 procent van de
bestaande diensten zou moeten overstappen naar
het FAVV. We merken dat de meesten uit eigen
beweging voor die overstap kiezen. Tegen 1
september zal de werking al grotendeels
geïntegreerd gebeuren, maar een precieze datum
voor een volledige geïntegreerde operationaliteit
kan ik niet geven.
03.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Le niveau d'intégration augmente chaque semaine.
Environ 85% des personnes travaillant dans les
services existants devraient être transférées vers
l'AFSA. Nous remarquons que la plupart d'entre
elles ont elles-mêmes opté pour le changement de
service. D'ici au 1er septembre, l'intégration sera en
grande partie réalisée mais je ne suis pas en
mesure de vous communiquer une date précise
pour un fonctionnement totalement intégré.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
exploitatie van PET-scanners" (nr. 5036)
04 Question orale de M. Jo Vandeurzen à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'exploitation des scanners PET" (n° 5036)
04.01 Jo Vandeurzen (CVP): De programmatie
voorziet in de exploitatie van 13 PET-scanners,
terwijl er al 18 in gebruik zijn. De heer Bacquelaine
stelde al voor om de overtollige scanners te
gedogen, maar er geen terugbetaling voor toe te
kennen. We hebben nood aan een consequent
handhavingsbeleid voor zware apparatuur, een
opvatting die wordt gedeeld door de minister. Het
gaat trouwens niet om een historisch gegroeide
situatie: de regering is volledig aansprakelijk voor
de huidige situatie.
Hoeveel PET-scanners hebben de
Gemeenschappen al erkend? Werden deze officieel
gemeld aan het RIZIV en de federale minister van
Volksgezondheid? Wie is bevoegd voor de
vaststelling van de exploitatie van een niet-erkende
PET-scanner? Zullen deze vaststellingen worden
gedaan? Hoe zit het met de procedure voor het
verplicht sluiten van niet-erkende scanners?
04.01 Jo Vandeurzen (CVP): La programmation
prévoit l'exploitation de 13 scanners PET, alors que
18 sont déjà en service. M. Bacquelaine a déjà
proposé de tolérer les scanners excédentaires tout
en n'octroyant pas de remboursement. Nous avons
besoin d'une politique cohérente de contrôle de
l'appareillage lourd, conception qui est partagée par
la ministre. Il ne s'agit d'ailleurs pas d'une situation
qui est le résultat d'une évolution historique. Le
Gouvernement est entièrement responsable de la
situation actuelle.
Combien de scanners PET ont été agréés par les
Communautés ? Ont-ils été notifiés officiellement à
l'INAMI et à la ministre fédérale de la Santé
publique ? Qui est compétent pour la constatation
de l'exploitation d'un scanner PET non agréé ?
Procédera-t-on à ces constatations ? Qu'en est-il de
la procédure relative à la mise à l'arrêt obligatoire
de scanners non agréés ?
04.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Dit
probleem werd besproken op de interministeriële
04.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Ce problème a été examiné l'an dernier dans le
03/07/2001
CRABV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
conferentie van vorig jaar. De Gemeenschappen
moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en de
PET-scanners in kaart brengen. Voor ons is het
duidelijk: wij blijven een handhavingsbeleid
hanteren.
De procedure verloopt als volgt. De
Gemeenschappen delen een voornemen van
beslissing mee aan de ziekenhuizen, waarna er nog
ruimte is voor een beroepsprocedure. De definitieve
negatieve planningsvergunningen moeten voor eind
augustus worden afgeleverd.
De Gemeenschappen zijn bevoegd om proces-
verbaal op te stellen voor een niet-vergunde PET-
scanner. RIZIV-terugbetalingen zijn in elk geval
maar mogelijk voor erkende toestellen.
Ik heb er het volste vertrouwen in dat de
Gemeenschappen hun bevoegdheden naar
behoren zullen uitvoeren.
cadre de la conférence interministérielle. Il
appartient aux Communautés de prendre leurs
responsabilités et de dresser un inventaire des
scanners PET. A nos yeux, les choses sont claires :
nous continuerons à mettre en oeuvre une politique
de contrôle.
La procédure se déroule comme suit : les
Communautés communiquent leur future décision
aux hôpitaux qui disposent d'une voie de recours.
Les refus définitifs d'agrément de planification
doivent être délivrés avant la fin août.
Les Communautés sont compétentes pour dresser
procès-verbal en ce qui concerne les scanners PET
non agréés. En tout état de cause, les
remboursements INAMI portent uniquement sur les
appareils agréés.
Je suis convaincue que les Communautés
exerceront correctement leurs compétences.
04.03 Jo Vandeurzen (CVP): Ik begrijp dat de
minister afhankelijk is van de processen-verbaal
opgesteld door de Gemeenschappen. Ik neem aan
dat men de erkenning moet bewijzen aan het
RIZIV.l
In het geval men een niet-erkenning aanvecht bij de
Raad van State is er een probleem. Wacht men dan
tot de Raad van State uitspraak doet of wordt de
niet-erkenning opgeschort?
04.03 Jo Vandeurzen (CVP): Je comprends que
la ministre dépend de l'établissement des procès-
verbaux par les Communautés. Je suppose que la
preuve de l'agrément doit être apportée auprès de
l'INAMI.
Il se pose toutefois un problème en cas de recours
contre le refus d'agrément auprès du Conseil d'Etat.
Dans ce cas, attend-on la décision du Conseil
d'Etat? Le refus d'agrément est-il suspendu?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Filip De Man tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de erkenning van een enige
invoerder voor medicinale cannabis in België"
(nr. 5044)
05 Question de M. Filip De Man à la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'agrément
d'un importateur exclusif pour la Belgique de
cannabis thérapeutique" (n° 5044)
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): De
medicinale cannabis zou geleverd worden door het
Nederlands bedrijf Malifarm. De minister zou de
voormalige voorzitster van de Belgische
cannabisbond als enige invoerder voor medicinale
cannabis willen erkennen. Deze mevrouw zou zelf
cannabis willen kweken om zeker te zijn van de
kwaliteit. In eerste instantie zou ze het nog
betrekken bij Maliform, waar de controle
gegarandeerd is.
Waarom wordt aan deze mevrouw het monopolie
op de invoer van medicinale cannabis toegekend?
Waarom is er trouwens sprake van een monopolie?
05.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Du cannabis
à usage thérapeutique serait livré par la firme
néerlandaise Malifarm. La ministre voudrait
reconnaître l'ex-présidente de l'Association belge
pour le Cannabis comme unique importateur de
cannabis thérapeutique. Cette dame aurait
l'intention de cultiver elle-même du cannabis pour
être certaine de la qualité du produit. Dans un
premier stade, elle l'achèterait encore auprès de
Malifarm où le contrôle est garanti.
Pour quelle raison cette personne se voit-elle
accorder le monopole de l'importation de cannabis
thérapeutique ? Pourquoi instaure-t-on d'ailleurs un
monopole dans ce domaine ? Les déclarations
CRABV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Kloppen de beweringen van deze mevrouw Aerts in
P-magazine? Overweegt de minister de opening
van een cannabisbureau?
faites par madame Aerts dans « P-Magazine »
sont-elles exactes
? La ministre envisage-t-elle
l'ouverture d'un Bureau du cannabis ?
05.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Het
koninklijk besluit op het medisch gebruik van
cannabis is zeer gedetailleerd. Concreet kan er
geen sprake zijn van het geven van een monopolie.
Enkel een overheidsinstelling zou die rol mogen
vervullen. Ik overweeg de oprichting van een
cannabisbureau echter niet.
De medische cannabis zal door de
ziekenhuisapothekers kunnen worden ingevoerd uit
landen met een nationaal cannabisbureau. Een
andere mogelijkheid is de invoering van industrieel
bereide geneesmiddelen op basis van cannabis uit
het Verenigd Koninkrijk. Alle wettelijke formaliteiten
moeten hierbij worden gerespecteerd.
05.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
L'arrêté royal concernant l'utilisation thérapeutique
du cannabis est très détaillé. Il n'est en aucun cas
question d'accorder un monopole. Ce rôle ne
pourrait être assumé que par un organisme public.
Je n'envisage toutefois pas la création d'un Bureau
du cannabis.
Le cannabis thérapeutique pourra être importé par
les officines hospitalières au départ de pays qui
disposent d'un Bureau du cannabis. Une autre
possibilité serait d'importer du Royaume-Uni des
médicaments à base de cannabis préparés par
l'industrie pharmaceutique. Toutes les formalités
légales doivent être respectées dans ce cadre.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Al wat
mevrouw Aerts in P-magazine vertelt, wordt door de
minister dus tegengesproken en dat verheugt me.
Misschien had deze dame teveel geblowd toen ze
haar uitspraken deed.
05.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): La ministre
contredit par conséquent tout ce qu'affirme Mme
Aerts dans « P-Magazine ». Je m'en réjouis. Cette
dame avait peut-être trop fumé lorsqu'elle a tenu
ses propos.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Colette Burgeon tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
voorstel van richtlijn betreffende het welzijn van
de varkens" (nr. 5061)
06 Question de Mme Colette Burgeon à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
proposition de directive en matière de bien-être
porcin" (n° 5061)
06.01 Colette Burgeon (PS): Volgens Plein
Champ, het weekblad van de Fédération wallonne
de l'agriculture (FWA) zou er in februari op uw
kabinet een vergadering zijn gewijd aan twee
Commissie-voorstellen over het welzijn van de
varkens.
Hoewel deze aangelegenheid op de agenda van de
volgende Europese Ministerraad staat, kon ze
sindsdien niet meer met uw kabinet worden
besproken.
De veeboeren willen voorkomen dat in de huidige
economische context normen voor het welzijn van
de varkens worden vastgesteld die geen rekening
houden met de praktijk van het fokken.
De FWA heeft de indruk dat sommigen de
problemen inzake welzijn aangrijpen om de
regionale overcapaciteit te verhelpen.
In Wallonië zorgt de varkensteelt niet voor
06.01 Colette Burgeon (PS): Selon
l'hebdomadaire Plein Champ de la Fédération
wallonne de l'agriculture (FWA), une réunion aurait
eu lieu, en février dernier, en votre cabinet, à
propos de deux propositions émanant de la
commission relative au bien-être des porcs.
Depuis lors, plus aucune discussion n'a pu être
menée avec votre cabinet alors que cette
problématique est à l'ordre du jour du prochain
Conseil des ministres européens.
Dans le contexte économique actuel, les éleveurs
veulent éviter la fixation de normes de bien-être
porcin qui ne tiennent pas compte des réalités des
élevages.
La FWA a l'impression qu'au travers des
contraintes de bien-être, certains veulent régler des
problèmes de surcapacité régionale.
En Wallonie, la production porcine ne pose pas de
problèmes majeurs en matière d'environnement,
03/07/2001
CRABV 50
COM 517
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
noemenswaardige milieuproblemen, maar er moet
rekening worden gehouden met het inkomen van de
producenten en de verhoging van de werklast die
de instelling van normen met zich brengt.
Bevestigt u de opmerkingen van het FWA? Zo ja,
waarom zijn er geen onderhandelingen geweest en
heeft u geen officieel standpunt ingenomen? Zal u
bij het vaststellen van normen voor het welzijn in de
sector rekening houden met de regionale
verschillen? Zo neen, waarom?
Moet er volgens u bij de vaststelling van de
betrokken normen ook rekening worden gehouden
met het inkomen van de producenten?
mais il convient de tenir compte du revenu des
producteurs et de l'augmentation de leur charge de
travail lors de l'établissement des normes.
Confirmez-vous les remarques de la FWA ? Si oui,
pourquoi n'y a-t-il eu aucune négociation ni prise de
position officielle de votre part ? Comptez-vous tenir
compte des disparités régionales de l'élevage
porcin pour la fixation de normes de bien-être dans
ce secteur ? Si non, pourquoi ?
Enfin, estimez-vous qu'il faille également tenir
compte du revenu des producteurs lors de
l'établissement des normes en question ?
06.02 Minister Magda Aelvoet (Frans): Er vond in
februari inderdaad een vergadering plaats waarop
het voorstel is voorgelegd en besproken. De
meeste federaties reageerden niet onmiddellijk. Dat
deden alleen zij die deze voorstellen te streng
vonden, maar niettemin geen ander voorstel deden.
Het dossier is vervolgens onder het Zweeds
voorzitterschap behandeld.
Het Europees landbouwbeleid stelt inzake
dierenwelzijn minimumnormen vast. Onze collega,
de heer Robert Denis, verklaarde hier akkoord te
gaan met de opmerkingen en de klachten van de
verenigingen die opkomen voor het dierenwelzijn.
Als er al een probleem is dan bestaat het hierin dat
Nederland en Denemarken, de grootste
producenten van varkensvlees, heel goed het
verlangen van de consument hebben begrepen en
hierop het snelst inspelen. Zo zullen zij vanaf 2005
of 2006 in regel zijn met de Europese regelgeving,
terwijl wij als termijn 2013 hebben vastgesteld.
06.02 Magda Aelvoet , ministre (en français): Une
réunion s'est, en effet, tenue, en février, au cours
de laquelle nous avons remis et commenté des
propositions. Les fédérations n'ont pas réagi tout de
suite, excepté deux qui jugeaient ces propositions
trop sévères, mais ne faisaient aucune suggestion.
Le dossier a ensuite été traité sous la présidence
suédoise.
La politique agricole européenne fixe des normes
minimales sur le bien-être des animaux. Notre
collègue Robert Denis s'est déclaré, ici, en accord
avec les remarques et plaintes des associations de
défense du bien-être animal. S'il y a un problème, il
réside dans le fait que ce sont les Pays-Bas et le
Danemark, les plus gros producteurs d'élevage
porcin, qui ont très bien saisi la demande des
consommateurs et qui réagissent le plus
rapidement. Ils seront ainsi en conformité avec la
législation européenne en, 2005 ou 2006 déjà, alors
que nous avons fixé l'échéance à 2013.
Die twee landen, die veel varkensvlees uitvoeren,
zullen zich profileren als de beste producenten, wat
voor ons geen goede zaak is.
Voorzitter : Yolande Avontroodt
We mogen ons dus niet blind staren op een
mogelijkheid die de betrokken sector zware schade
zou kunnen toebrengen.
Het Veterinair Comité heeft terzake voorstellen
gedaan. België heeft zich niet bij de meest
geavanceerde landen gevoegd, en heeft het
Zweedse voorstel onderschreven. Hiermee bewijst
men de landbouwers hoe dan ook geen kwade
dienst. Wat de inkomsten betreft, zijn de
rundvleesprijzen ineengestort. De prijzen voor
varkensvlees daarentegen zijn met ongeveer 300%
gestegen. De producenten kan dan ook een
fatsoenlijk inkomen gewaarborgd worden, mét
Les deux pays à forte exportation de viande porcine
vont se profiler comme les meilleurs producteurs,
ce qui n'est pas une bonne chose pour nous.
Présidence: Yolande Avondroodt : présidente
Il ne faut donc pas s'enfermer dans une voie qui
risque de porter de graves préjudices au secteur.
Le Comité vétérinaire a fait des propositions en ce
domaine. La Belgique n'a pas rejoint les pays les
plus avancés et s'est ralliée à la proposition
suédoise. En tout cas, on ne dessert pas les
agriculteurs en agissant ainsi. Quant aux revenus,
c'est le prix bovin qui a chuté et c'est le prix porcin
qui a augmenté d'environ 300 %. Un revenu sérieux
peut donc être garanti aux producteurs, tout en
respectant les normes européennes. Par ailleurs, la
non-transposition des normes européennes nous
CRABV 50
COM 517
03/07/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
inachtneming van de Europese normen. De niet-
omzetting in nationaal recht van de Europese
normen zou ons trouwens in ernstige moeilijkheden
brengen.
pose de gros problèmes.
06.03 Colette Burgeon (PS): Uiteraard
onderschrijven wij de normen betreffende het
welzijn van de dieren. Wat ons getroffen heeft, is
dat de federaties in dat artikel betreurden dat ze niet
nauwer betrokken werden bij de besprekingen en
de werkzaamheden. Dat er een nationale en
regionale specificiteit is, is evident. Zelfs de beste
normen mag je niet klakkeloos overnemen. Men
verweet u de federaties niet te hebben
geraadpleegd en hen niet op de hoogte te hebben
gehouden van de verdere voortgang van de
werkzaamheden.
06.03 Colette Burgeon (PS): Nous souscrivons
bien-sûr aux normes concernant le bien-être des
animaux. Ce qui nous a marqué, c'est le regret des
fédérations exprimé dans cet article de ne pas être
davantage impliquées dans les discussions et
travaux. Les particularités régionales et nationales
sont évidentes. Il ne faut pas toujours plagier même
si les normes sont les meilleures. On vous
reprochait de ne pas avoir consulté les fédérations
et de ne pas leur avoir communiqué le suivi des
travaux.
06.04 Minister Magda Aelvoet (Frans) : Ik zal mijn
adjunct-kabinetschef, een volbloed Waal,
contacteren en hem verzoeken navraag te doen.
06.04 Magda Aelvoet , ministre (en français) : Je
vais contacter mon chef de cabinet adjoint qui est
« wallon pur-sang » et lui demander d'enquêter.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.30 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.30 heures.
Document Outline