KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 516
CRIV 50 COM 516
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
27-06-2001 27-06-2001
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mensenhandel" (nr. 806)
1
Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la traite des êtres humains"
(n° 806)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken, Guido Tastenhoye
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères, Guido Tastenhoye
Moties
5
Motions
5
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de betrokkenheid van de Belgische
regering bij de verdediging van de grondrechten
ten aanzien van de ASEAN" (nr. 4765)
5
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre Affaires étrangères sur "le
degré d'implication du gouvernement belge dans
la défense des droits fondamentaux vis-à-vis de
l'ASEAN" (n° 4765)
5
Sprekers: Muriel Gerkens, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Muriel Gerkens, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
mogelijke opschorting van de aankoop van UAV-
toestellen in Israël" (nr. 4769)
8
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre des
Affaires étrangères sur "l'éventuelle suspension
de l'achat d'avions UAV à Israël" (n° 4769)
8
Sprekers: Peter Vanhoutte, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanhoutte, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de kindsoldaten" (nr. 4797)
9
Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les enfants-soldats" (n° 4797)
9
Sprekers: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- de heer Jef Valkeniers aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de ontwikkelingshulp in Zimbabwe" (nr. 4798)
10
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'aide au
développement au Zimbabwe" (n° 4798)
10
- de heer Jef Valkeniers aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de toestand in Zimbabwe" (nr. 4799)
10
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la situation
au Zimbabwe" (n° 4799)
10
Sprekers: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische steun aan het UNDCP"
(nr. 4833)
11
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'aide apportée par la Belgique au UNDCP"
(n° 4833)
11
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
12
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de toestand op de Fiji-
eilanden" (nr. 4962)
12
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
étrangères sur "la situation dans les îles Fidji"
(n° 4962)
12
- de heer Ludo Van Campenhout aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de komende verkiezingen op Fiji"
12
- M. Ludo Van Campenhout au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les prochaines élections dans les îles Fidji"
12
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
(nr. 4972)
(n° 4972)
Sprekers: Magda De Meyer, Ludo Van
Campenhout, Louis Michel, vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Magda De Meyer, Ludo Van
Campenhout, Louis Michel, vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische ambassade in Congo-
Brazzaville" (nr. 4835)
13
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'ambassade de Belgique au Congo-Brazzaville"
(n° 4835)
13
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de houding van België tegenover
Israël" (nr. 811)
16
Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attitude de la Belgique à l'égard
d'Israël" (n° 811)
16
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken, Peter Vanhoutte
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères, Peter Vanhoutte
Moties
19
Motions
19
Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vertraging bij het afleveren van reispassen"
(nr. 4936)
19
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
l'Intérieur sur "les retards enregistrés dans la
délivrance des passeports" (n° 4936)
19
Sprekers: Marcel Hendrickx, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Marcel Hendrickx, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Martine Dardenne aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mogelijke invoer van verarmd
uranium in België en de productie van wapens
met verarmd uranium die bestemd zijn voor de
uitvoer" (nr. 4902)
21
Question de Mme Martine Dardenne au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'importation éventuelle d'uranium
appauvri en Belgique et la fabrication d'armes à
uranium appauvri destinées à l'exportation"
(n° 4902)
21
Sprekers: Martine Dardenne, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Martine Dardenne, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de ratificatie door
België van de IAO conventie nr. 169" (nr. 4930)
22
Question de M. Ferdy Willems au ministre des
Affaires étrangères sur "la ratification par la
Belgique de la Conventon n° 169 de l'OIT"
(n° 4930)
22
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Jacques Simonet aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
standpunt dat België zal verdedigen tijdens de
Conferentie over de lichte wapens die van 9 tot 20
juli 2001 in New York plaatsvindt" (nr. 5018)
23
Question de M. Jacques Simonet au ministre des
Affaires étrangères sur "la position défendue par
la Belgique à la Conférence sur les armes légères
qui se tiendra à New York du 9 au 20 juillet 2001"
(n° 5018)
23
Sprekers: Jacques Simonet, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Jacques Simonet, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
WOENSDAG
27
JUNI
2001
14:30 uur
______
du
MERCREDI
27
JUIN
2001
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.25 uur door
de heer Pierre Chevalier, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.25 heures par M.
Pierre Chevalier, président.
01 Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de mensenhandel"
(nr. 806)
01 Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la traite des êtres humains"
(n° 806)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het
thema van de mensenhandel ligt mij na aan het
hart. Tijdens de jaren tachtig heb ik in mijn stad
een rol gespeeld in de sluiting van een instelling
waar buitenlandse jongeren werden
geprostitueerd. Ik heb ook een aantal
adoptielanden bezocht, waar ik de
verschrikkelijkste verhalen heb gehoord. Onlangs
heb ik de minister van Justitie over
de
problematiek van de mensenhandel
geïnterpelleerd en een motie van aanbeveling
terzake in de Kamer laten goedkeuren.
Sta me toe even het algemeen kader te schetsen.
Er zijn de algemeen bekende aspecten van
prostitutie en illegale arbeid. De jongste maanden
kwamen bovendien aan aantal andere aspecten
aan het licht, zoals organenhandel, pedofilie,
handel in adoptiekinderen en zelfs gehandicapte
kinderen, waarvan ik u de meest afschuwelijke
verhalen kan vertellen, handel in sportlui
daarover werd er gisteren nog in het nieuws
bericht en import van bedelbendes, het
allernieuwste fenomeen. Het gaat om een
probleem van enorme omvang dat miljoenen
mensen raakt en waarvan naar verluidt zo'n
700.000 kinderen het slachtoffer zijn. Bovendien
neemt de mensenhandel aanzienlijk toe
-
de
voorbije tien jaar met maar liefst 50% - en uit
cijfers blijkt dat enorme winsten worden gemaakt,
die zelfs hoger zijn dan die uit drugshandel.
België blijkt een internationale draaischijf voor
mensenhandel uit Oost-Europa, China, Turkije,
Ghana en vele andere landen. Essentieel daarbij
is de handel in documenten, allerlei verblijfstitels
en visa. Ik beklemtoon nogmaals dat de
problematiek van de mensenhandel volgens mij
belangrijker is dan de Lambermont-akkoorden.
Gelet op het menselijk leed dat daarvan het
gevolg is, zijn onze communautaire problemen
luxeproblemen. Vandaar mijn interpellatie.
Mijn eerste vraag luidt, mijnheer de minister,
waarom u afwijzend tegenover de oprichting van
een parlementaire onderzoekscommissie staat.
Volgens persberichten en ooggetuigen hadden in
de Senaat hierover zeer verhitte discussies plaats.
Volgens Le Soir van 29 mei zou u zelfs gedreigd
en geschreeuwd hebben. U hebt dus ongetwijfeld
een zeer emotioneel betoog gehouden.
Aanleiding tot mijn interpellatie waren het boek
van Freddy De Pauw, het rapport over gelijke
kansen, de vragen in het Europees Parlement en
de discussies in de subcommissie van de Senaat
op 28 mei en op 11 juni voorafgegaan door stoere
verklaringen van senator De Decker. Uiteindelijk
liep het niet zo'n vaart: bij de stemming stemden
twee CVP'ers en een PSC'er voor de oprichting
van een onderzoekscommissie, terwijl twee
VLD'ers, een SP'er, een PRL-lid en een PS-lid
tegenstemden. Mevrouw Lizin, voorzitter van de
commissie, die nochtans gewonnen was voor het
idee, was op het gepaste moment afwezig. Een
Agalev-senator onthield zich en het Vlaams Blok
stuurde zijn kat.
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Mijnheer de minister, naar verluidt argumenteert u
uw tegenstand tegen de oprichting van een
parlementaire onderzoekscommissie met de
stelling dat niet enkel Buitenlandse Zaken kop van
jut kan zijn. Dat is zo, want ook Binnenlandse
Zaken, Justitie, de kamercommissie voor de
Naturalisaties, de Europese Unie en ambtenaren
van onder andere consulaten zijn in het dossier
betrokken.
U hebt gesteld dat het slechts over 5 ambassades
op 155 gaat en dat u niet inziet waarom
een
onderzoekscommissie zich over deze
problematiek moet buigen. Ik antwoord dat het er
5 te veel zijn. Ik vrees dat er naast de honderden
vervalste papieren die we kennen nog vele zijn die
we niet kennen. Het is de moeite waard dit te
onderzoeken.
U verwijst naar het internationaal gerechtelijk
onderzoek over Nigeria. Dit volstaat, mijns inziens,
niet. De zaak zit veel dieper. Naar verluidt vindt u
het geen goed idee om met zo'n
onderzoekscommissie opgescheept te zitten
tijdens het Europees voorzitterschap en wenst u
de zaak uit te stellen tot na december, een
periode dat het op internationaal vlak voor ons
land wat kalmer zal zijn.
Het Europees voorzitterschap is, mijns inziens,
een uitgelezen gelegenheid om aandacht te
vragen voor deze problematiek. Waarom? Tijdens
ons voorzitterschap zal er wereldbelangstelling zijn
voor België dat aandacht vraagt voor een
probleem dat een wereldaanpak nodig heeft. Deze
problematiek moet op wereldschaal worden
aangepakt. Ik word in mijn standpunt gesteund
door minister Verwilghen, door de Senaats-
commissie, door de heer De Pauw, door het
Centrum voor Gelijke Kansenbeleid; eigenlijk door
bijna iedereen. Mijn eerste vraag is duidelijk.
Waarom wilt u deze commissie niet?
Uit welke periode dateren deze betwiste dossiers
over de visa? Dit zou het u gemakkelijk kunnen
maken omdat een groot deel van de dossiers
dateert uit de vorige periode. Op dit ogenblik zijn
er echter ook nog betwiste dossiers inzake visa en
mensenhandel. Ik verwijs opnieuw naar het
rapport van pater Leman, naar vragen in het
Europees Parlement en naar recente berichten in
de pers.
Welke ambassades zijn betrokken? We weten dat
Sofia en de ambassades in Nigeria, Marokko
betrokken zijn. Welke zijn de andere?
Ik ga in op Marokko, een dossier dat minder
media-aandacht heeft gekregen. België heeft
ongeveer 9.500 visa aan Marokkanen gegeven.
88% worden verleend ondanks een negatief
advies van de consulaire diensten in Marokko
omdat aan de criteria niet werd voldaan. Er zitten
heel wat studenten bij die in vele gevallen ouder
zijn dan de studentenleeftijd. Er zitten Marokkanen
bij die een studentenvisum aanvragen terwijl ze
nauwelijks of geen Frans kennen, om nog te
zwijgen van het Nederlands. Taalexamens
inrichten is boter aan de galg. Dat kan de
problemen niet oplossen vermits men de
consulaire diensten niet volgt.
Schaadt deze zaak ons imago? Ja, ze schaadt
ons imago. Ik diep mijn vraag verder uit. Mijnheer
de minister, waarom hebt u van deze zaak een
regeringszaak gemaakt? Ik begrijp niet goed
waarom. Het behoort tot de prerogatieven van het
Parlement. Ik begrijp niet waarom dit een zaak
van de regering is.
Waarom stelt het departement zich geen
burgerlijke partij in dit dossier? Ik heb nog steeds
geen antwoord gekregen op mijn schriftelijke
vraag terzake van 24 maart 2001. De
visaproblemen hebben België, mijns inziens,
financieel en moreel schade toegebracht.
01.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, dames en heren, ter verduidelijking, ik
ben in principe niet tegen een
onderzoekscommissie, maar dan moet ze wel tot
iets dienen. Er moet ook aan sommige
voorwaarden zijn voldaan, voor ik mijn steun aan
zo'n onderzoekscommissie verleen.
Zoals ik reeds in de senaatscommissie voor de
Mensenhandel heb uitgelegd, wordt er een
gerechtelijk onderzoek gevoerd naar de handel in
visa op de Belgische ambassade in Sofia. Volgens
informatie die het ministerie van Justitie mij heeft
verstrekt, is tot op heden nog niemand in
beschuldiging gesteld. De oprichting van een
onderzoekscommissie zal niet meer bijkomende
informatie kunnen aanbrengen dan het lopende
gerechtelijke onderzoek. Het is wijselijk de
conclusies van dat onderzoek af te wachten, wat
het mogelijk zal maken om desgevallend
verantwoordelijken aan te wijzen. Indien iemand
schuldig is, zullen er sancties volgen. Ik herhaal
dat op het ogenblik het principe van vermoeden
van onschuld geldt. Daarom zou het gevaarlijk zijn
toe te geven aan manoeuvres om het
departement, waarvoor ik de verantwoordelijkheid
draag, verdacht te maken. Ik geloof niet in een
belangrijk maffioos complot, waarbij de diensten
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
van het departement geïnfiltreerd zouden zijn.
Ik kom tot de tweede en derde vraag. Het dossier
van de handel in visa op de Belgische ambassade
in Sofia wordt sinds december 1996 door de
juridische autoriteiten onderzocht. Mijnheer
Willems, persoonlijk heb ik geen probleem met
het principe van een onderzoekscommissie, want
ik ben eigenlijk niet bij de zaak betrokken. Sinds
1997 worden pluridisciplinaire visazendingen
georganiseerd en de delegaties zijn samengesteld
uit ambtenaren van de dienst
Vreemdelingenzaken, de federale politie en het
ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij bezoeken
jaarlijks ongeveer drie van de zogenaamde
risicoposten. De bedoeling ervan is om met de
betrokken posten de visaprocedures te
bespreken, om complementaire informatie te
verstrekken over onder andere de strijd tegen
valse documenten, om de ambtenaren ginder
bewust te maken van de factoren die in verband
staan met mensenhandel en illegale immigratie,
om informatie over netwerken en over de lokale
situatie uit te wisselen, om lokale samenwerking
met de partners tot stand te brengen en om de
modaliteiten van de samenwerking tussen de
dienst Vreemdelingenzaken, de politie, het
ministerie van Buitenlandse Zaken enerzijds, en
de bezochte post anderzijds, te verduidelijken. Die
zendingen worden dus in de eerste plaats
georganiseerd met het oog op de verbetering van
de uitreiking van visa en de samenwerking van de
diensten in de strijd tegen de illegale immigratie
en mensenhandel. Dergelijke missies hadden
reeds Dakar, Lagos, Amman, Beijing, Bangkok,
Kinshasa, Istanboel, Ankara en Moskou als
bestemming.
Aangezien het gerechtelijk onderzoek nog steeds
loopt, is het evident dat, indien een
onderzoekscommissie zou worden opgericht, de
aandacht zich in een eerste fase zou toespitsen
op het departement Buitenlandse Zaken. Door de
mediatisering van een dergelijke gebeurtenis zou
een departement worden geviseerd dat tijdens het
voorzitterschap van de Europese Unie meer dan
ooit in de schijnwerpers van de internationale
belangstelling zal staan.
Dat zou het Belgisch imago en de
geloofwaardigheid van ons land zonder twijfel
schade toebrengen.
De oprichting van een onderzoekscommissie valt
ontegensprekelijk onder de bevoegdheid van het
parlement. Het komt de ad hoc-commissie toe om
na toelichting door de diensten van mijn
departement de gegrondheid van een dergelijke
procedure te onderzoeken. Het lopende
onderzoek, inzonderheid de door de rogatoire
commissie op de Belgische ambassade te Sofia
verzamelde elementen, zal al dan niet elementen
van schuld bevestigen, en zal dientengevolge het
departement aangeven of het al dan niet
opportuun is om zich burgerlijke partij te stellen.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, er is inderdaad vooralsnog niemand in
beschuldiging gesteld. Dat is precies het toppunt
van dit alles. Er zijn feiten ten overvloede om dat
wel te doen. U toont meteen aan dat het niet
alleen gaat om uw departement, maar dat ook het
ministerie van Justitie in de fout is gegaan. U
ontwikkelt een cirkelredenering, mijnheer de
minister, want u beweert dat, aangezien er geen
aanklachten zijn, het fenomeen ook niet moet
worden onderzocht. Dat is werkelijk het toppunt
van sofisme.
Overigens heb ik nooit gesuggereerd dat er
sprake zou zijn van een maffioos complot, waarbij
uw ministerie geïnfiltreerd zou zijn. Integendeel.
01.04 Minister Louis Michel: Mijnheer Willems,
een lid van de subcommissie van de Senaat
suggereerde dat in ieder geval en maakte de
medewerkers van mijn departement allerhande
verwijten. Dat neem ik niet; het zijn doodeerlijke
mensen.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Ik begrijp dus uw
emotionele reactie. Het is alvast wiedes dat u
dergelijke verdachtmakingen niet aanvaardt.
Dat neemt niet weg dat ik niet akkoord ga met uw
standpunt dat een onderzoekscommissie in
verband met mensenhandel beter niet wordt
opgericht nu België het voorzitterschap van de
Europese Unie moet waarnemen.
Ik denk daarentegen dat het probleem nu wel
internationaal onder de aandacht moet worden
gebracht. Door de oprichting van een
onderzoekscommissie tegen te werken, lokt u in
feite een beschuldiging uit. Ik citeer de Gazet van
Antwerpen van 30 mei: "Louis Michel houdt niet
van pottenkijkers in departement".
Ten slotte heb ik uw verklaring omtrent de
burgerlijke partijstelling niet goed begrepen. Zal
het ministerie, indien nodig, zich wel degelijk
burgerlijke partij stellen?
01.06 Minister Louis Michel: Mijnheer Willems,
het departement moet eerst de conclusies van het
onderzoek kennen.
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Trouwens, er is beweerd dat verschillende
onderzoeksrechters werden vervangen, wat
verdacht werd gevonden. Nu blijkt uit inlichtingen
die ik terzake heb ingewonnen, dat zulks telkens
is gebeurd op vraag van mevrouw Coenen, waar
ik noch het departement Justitie mee te maken
hadden.
C'est Mme Coenen qui est la plaignante, qui
a
contesté à plusieurs reprises les juges
d'instruction.
La justice a chaque fois fait changer le juge parce
qu'elle contestait la neutralité de ce dernier, à tel
point que le ministre de la Justice a menacé
d'intenter une action pour procédure vexatoire et
téméraire.
Ik ben bereid om hierover volledige duidelijkheid
te scheppen. Laat de Justitie toch haar werk doen.
Wat mij daarin stoort is dat er een gerechtelijke
procedure op gang werd gebracht die
normalerwijze zou moeten werken en u zou deze
procedure willen kruisen met een onderzoeks-
commissie en dat is toch wel erg lastig en niet
normaal. Uiteraard kunnen wij hierover van
mening verschillen.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Blijkbaar doet
Justitie niets en komt er ook geen onderzoek.
01.08 Minister Louis Michel: Ik heb verscheidene
malen aan de procureur-generaal gevraagd
hoever men met die procedure stond.
Une procédure a-t-elle été entamée contre M.
Untel?
Dat is nog niet het geval. Wat moet ik nu doen?
01.09 Ferdy Willems (VU&ID): Mijn stelling is
dat, vermits het justitieapparaat niets doet, bijna
automatisch de verdenking ontstaat dat hier meer
achter steekt dan alleen overwerk en nalatigheid.
Die invalshoek kan alleen uitgeklaard worden door
een parlementaire onderzoekscommissie en dat is
dan ook mijn vraag.
01.10 Minister Louis Michel: Ik ben het eens met
uw bekommernis maar ik kan alleen zeggen dat ik
een aantal geruchten nader heb willen preciseren.
Sommige geruchten waren onjuist en dat was
ergerlijk. Ik mag toch niet ingaan op al die
geruchten en doen alsof ze waar zijn?
De voorzitter: Collega's, ik heb drie moties
ontvangen.
Mijnheer Willems, met alle sympathie, maar aan
de regering vragen om een parlementaire
onderzoekscommissie op te richten, gaat toch
niet, tenzij u volmachten wenst te geven.
Ik veronderstel dit gedeelte uit uw motie te mogen
schrappen? Ik mag dat dus schrappen? U vraagt
dus alleen aan de regering om zich burgerlijke
partij te stellen? Dat is dus één motie.
De tweede motie is van de heer Tastenhoye.
Mijnheer Tastenhoye, ik kan niet zeggen met alle
sympathie want ik heb die niet voor u of voor uw
partij.
De voorzitter: Ik lees het eerste punt uit uw motie:
"Vraagt de regering om paal en perk te stellen aan
de zwendel met visa in Belgische ambassades".
Ik vind het een schande dat u dat op papier durft
te zetten. U schrijft zich hiermee in in de meest
zuivere rexistische, neo-nazistische traditie,
met
mensen te beschuldigen. Ik heb
verantwoordelijkheid gedragen op dat
departement. 99,9% van de mensen in de
diplomatie doen hun werk goed. Hier zegt u dat in
alle ambassades gezwendeld wordt, dat het geen
naam meer heeft. Dat is een schande. Al onze
diplomaten worden hier door u gelijkgesteld met
fraudeurs en zwendelaars. Op die manier en dat
is uw tactiek beschuldigt u mensen in een
openbare vergadering van zaken die ze niet
hebben gedaan, om alzo een klimaat te creëren
van wantrouwen, van misprijzen en van haat. Ik
vraag u die woorden te nuanceren. Ofwel past u
uw tekst aan, ofwel zal ik het betoog dat ik nu
houd in plenaire vergadering houden.
01.11 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, u bent hier volledig uit uw
rol gevallen.
De voorzitter: Dat maakt mij niets uit.
01.12 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, u geeft daaraan een
interpretatie die ik daar niet aan gegeven heb. Wat
u zegt, staat daar niet.
De voorzitter: Er staat: "... vraagt de regering om
paal en perk te stellen aan de zwendel met visa in
Belgische ambassades...".
01.13 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): In
Belgische ambassades waar dat het geval
geweest is. Er staat niet dat alle ambtenaren en
diplomaten hierbij betrokken zijn. Dit is de
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
interpretatie die u eraan geeft en die ik nooit heb
bedoeld.
De voorzitter: Wenst u dit dan aan te passen?
01.14 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik
wil dat aanpassen.
De voorzitter: Dan zult u dat aanpassen met alle
nuances die u nu aanbrengt.
01.15 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
interpretatie die u geeft is een totaal andere dan
de mijne.
De voorzitter: Ik zal u de kans geven om dat aan
te passen.
01.16 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik
wil dat doen.
De voorzitter: Dit is onaanvaardbaar. Dit staat in
het beknopt verslag en gaat naar al onze
ambassades. Alle diplomatieke vertegen-
woordigers in België zullen bij het begin van ons
Europees voorzitterschap lezen dat onze
ambassadeurs en onze diplomaten fraudeurs zijn.
01.17 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik wil dat gerust aanpassen
want dit is niet mijn interpretatie.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy
Willems
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering:
1.
om in het kader van het Belgische EU-
voorzitterschap met de overige EU-lidstaten tot
een gemeenschappelijke doorzichtige en
controleerbare regeling te komen met betrekking
tot de uitreiking van visa;
2. alles in het werk te stellen om op Europees vlak
de strijd tegen de mensenhandel krachtdadig aan
te pakken en als een topprioriteit te beschouwen."
Une première motion de recommandation a été
déposée par M. Guido Tastenhoye et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement:
1. de convenir avec les autres Etats membres de
l'UE, dans le cadre de la présidence belge de l'UE,
d'une réglementation commune transparente et
pouvant être contrôlée, en matière de délivrance
de visas;
2.
de tout mettre en oeuvre pour combattre
résolument à l'échelle européenne la traite des
êtres humains et considérer cette matière comme
une absolue priorité."
Een tweede motie van aanbeveling werd
ingediend door de heer Ferdy Willems en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy
Willems
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering om zich burgerlijke partij te
stellen in de terzake lopende gerechtelijke
procedures."
Une seconde motion de recommandation a été
déposée par M. Ferdy Willems et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement de se constituer partie
civile dans les procédures judiciaires en cours en
cette matière."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion, Josée Lejeune en de heer
Pierre Chevalier.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Claudine Drion, Josée Lejeune et M. Pierre
Chevalier.
Over de aangepaste tekst van de moties zal later
worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur le texte modifié des motions aura lieu
ultérieurement. La discussion est close.
02 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-
premier ministre et ministre Affaires étrangères
sur "le degré d'implication du gouvernement
belge dans la défense des droits fondamentaux
vis-à-vis de l'ASEAN" (n° 4765)
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
02 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de betrokkenheid van
de Belgische regering bij de verdediging van de
grondrechten ten aanzien van de ASEAN"
(nr. 4765)
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre,
courant mai, je fus fort surprise d'être interpellée
par un courrier émanant de l'ASEAN, formulant à
l'égard du gouvernement et du parlement belges
une demande au sujet du projet de loi concernant
la promotion d'une production socialement
responsable. Dans ce communiqué, l'ASEAN
accuse la Belgique d'introduire de manière
unilatérale des conditions concernant les produits
importés. A cet égard, je ne peux pas leur donner
tout à fait tort. Et ils considèrent que ceci va à
l'encontre des règles mondiales du commerce.
Selon eux, ce projet de loi va entraver le
développement économique et la participation au
commerce international des pays en voie de
développement. L'ASEAN demande donc au
gouvernement belge et aux parlementaires que
nous sommes, de ne pas adopter ce projet de loi.
Je puis comprendre l'émoi de pays tels que la
Birmanie ou d'autres, qui foulent au pied d'une
manière quasi générale les droits des travailleurs.
Bien qu'ils aient le droit d'écrire ce qu'ils veulent
sur nos projets, je m'inquiète néanmoins et aurais
voulu obtenir des assurances au sujet de la
position que vous comptez adopter, et ce pour
deux raisons.
L'Union européenne avait évidemment des
intérêts économiques à la reprise de ces
négociations avec l'ASEAN. Mais un autre
argument était aussi de tenter d'utiliser les pays
voisins de la Birmanie en vue de faire pression sur
ce pays afin qu'il s'engage dans la
démocratisation. Ce communiqué me laisse
penser que cet objectif ne semble pas être
poursuivi. Je doute donc de l'efficacité de la
démarche de l'Union européenne.
Ensuite, lors de la Conférence des pays les plus
pauvres, qui s'est tenue récemment à Bruxelles,
nous avons accueilli un représentant de la
Birmanie, pays qui se retrouve pourtant sur notre
liste noire. On a constaté que l'Union européenne
n'avait pas su trouver les moyens d'appliquer les
règles qu'elle avait édictées en son sein. On s'est
retrouvé confronté à des problèmes de hiérarchie
entre les Nations unies, l'Union européenne et les
Etats.
Face à de tels partenaires se pose la question de
la crédibilité des actes posés par l'Union
européenne et par la Belgique, qui exercera, dans
un avenir très proche, la présidence de ladite
Union.
Pendant la Conférence des pays les plus pauvres,
ce représentant ne s'est impliqué dans aucun
atelier. Son unique but semble avoir été de nous
narguer. Sa seule présence semblait nous dire:
"Vous voyez, je suis là et vous ne savez pas faire
respecter les règles et normes internationales."
Et un tel comportement nous interpelle, nous, les
défenseurs de ce projet de loi concernant les
productions socialement responsables.
J'aurais donc voulu vous demander comment la
Belgique, en tant qu'Etat d'une part, et en tant que
présidente de l'Union européenne de l'autre,
comptait réagir vis-à-vis de l'incapacité dans
laquelle nous nous trouvons de faire respecter des
règles de non-admission sur notre territoire de
personnes figurant sur la liste noire, à savoir les
représentants de la junte au pouvoir en Birmanie,
et de la reconnaissance tacite de cette junte qui
en a résulté.
J'aurais également voulu savoir si vous comptiez
réagir à l'égard de l'ASEAN, sachant que l'Union
européenne a là-bas des intérêts économiques. Si
oui, comment comptez-vous vous y prendre?
Nous devons éviter de nous laisser narguer sur un
sujet tel que le respect des droits des travailleurs.
Il faut également éviter que les démocrates
birmans se sentent sacrifiés sur l'autel des lois du
marché si nous n'arrivons pas à faire respecter les
outils internationaux et à affirmer notre volonté
d'édicter des règles de production socialement
responsable.
Enfin, je suis persuadée que ce n'est pas parce
que l'ASEAN réagit que la Belgique fera marche
arrière. Néanmoins, l'adoption des clauses
éthiques et la mise en concordance avec les
règles du commerce dans le cadre de l'OMC sont
des sujets très difficiles. Je pense que ces
démarches n'aboutiront que si les volontés
s'affirment.
Je voudrais donc connaître votre sentiment à cet
égard.
02.02 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, mon opinion ne diffère
pas des réponses que je vous ai déjà données à
plusieurs reprises. La question birmane fut au
centre des débats du Sommet Union européenne-
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
ASEAN à Vientiane en décembre dernier. Elle a
couvert plus de trois heures de discussion.
Plusieurs pays européens, dont la Belgique, ont
tenu à souligner leur désaccord complet avec le
régime de Rangoon. Pour la première fois donc,
une telle discussion a pu avoir lieu en commission
plénière, preuve que le partenaire ASEAN nous
offre à présent l'occasion d'un véritable échange
de vues sur des questions politiques aussi
délicates pour eux que le respect des droits
fondamentaux par un régime voisin, preuve aussi
de la volonté de nos partenaires ASEAN d'écouter
et même d'appuyer l'opposition sur de tels sujets.
En janvier dernier, l'Union européenne a envoyé
une troïka en Birmanie pour y discuter avec
l'ensemble des acteurs politiques. Cette visite
coïncidait avec les premiers signes de détente
entre militaires et opposition depuis plus de dix
ans. L'Union européenne a donc pu donner son
soutien à cet embryon de rapprochement. Le
message de la troïka aux militaires fut le suivant:
"L'Union européenne ne change pas de politique
mais elle est prête à changer de ton en fonction
des preuves de bonne volonté du régime",
message qui sera d'ailleurs le même sous la
présidence belge.
En ce qui concerne les sanctions OIT, la troïka a
insisté pour que la Birmanie reprenne contact
avec le BIT, afin de coopérer avec lui de manière
sérieuse. Depuis lors effectivement, rares sont les
signes encourageants.
Cependant, vous noterez que le gouvernement
birman a invité le nouveau rapporteur des Nations
unies sur les droits de l'homme en Birmanie. Par
contre, il est vrai que l'envoyé spécial du
secrétaire général de l'ONU n'a plus pu retourner
en Birmanie depuis janvier dernier. Mais les
informations dont je dispose permettent de croire
que cette visite est en bonne voie de
concrétisation.
L'Union européenne souhaite rester attentive à
tous ces signes d'ouverture, même si nous
attendons avec impatience des résultats plus
concrets. C'est pourquoi le 28 avril dernier, le
Conseil a renouvelé la position commune que
vous connaissez. Venant à échéance tous les six
mois, elle sera réexaminée en octobre sous
présidence belge. Selon les développements sur
place, elle pourra être renouvelée voire, si besoin
en est, renforcée.
Je ne reviendrai pas sur les dispositions prises par
la Belgique pour veiller à ne pas perpétuer le
recours au travail forcé. Je vous ai déjà répondu à
ce sujet en mars dernier.
En résumé, le dialogue est toujours extrêmement
fragile, mais il offre les premières chances réelles
à la démocratie birmane depuis 10 ans. Il importe
que l'Union européenne soit aussi attentive et
ouverte que possible aux signes de bonne volonté
du régime. Cette stratégie ce n'est donc pas une
conviction passe par un dialogue constant avec
nos partenaires ASEAN, qui restent nos meilleurs
alliés, selon moi.
En outre, il est primordial de distinguer, d'une part,
la question du recours continu au travail forcé, qui
est l'objet du processus indépendant de l'OIT,
d'autre part, les timides améliorations du climat
politique sur place qui méritent nos
encouragements et notre attention.
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre,
stratégiquement, cela ne vous dérange-t-il pas
qu'une personne pénètre sur notre territoire, alors
qu'elle figure sur une liste noire et qu'elle n'aurait
pu, en principe, y pénétrer?
02.04 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, j'ai posé la question.
J'ai transmis votre inquiétude à l'époque, parce
que cette réticence, je la partageais bien
évidemment sur le fond.
Il m'a été répondu qu'il était impossible pour un
pays qui tient sur son territoire une réunion
internationale de ce type, de refuser l'accès à
cette réunion à quelqu'un qui y était invité. Donc,
nous sommes dans l'impossibilité, lorsque ce
genre d'événement se produit, de déroger à une
règle unanimement respectée. Je comprends, je
partage votre point de vue sur le fond, mais il
convient d'accueillir les personnes invitées par
une organisation ou une institution, sinon il ne faut
pas accepter la tenue de cette réunion dans notre
pays.
02.05 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre, je
comprends parfaitement la difficulté. Par ailleurs,
je pense aux organisations internationales du
travail qui édictent des dispositions et je pensais
peut-être naïvement aussi qu'à un moment donné,
on pourrait examiner la hiérarchie pour pouvoir
agir effectivement ou la manière dont on pouvait
modifier ces procédures, parce qu'autant je peux
comprendre, autant je me dis que ce n'est pas
acceptable.
02.06 Louis Michel, ministre: Je comprends que
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
vous ne compreniez pas! A partir du moment
vous comprenez bien la logique
où vous
accueillez de telles organisations, vous ne pouvez
empêcher une personne d'accéder à votre
territoire. Puisque vous avez accepté de facto
l'organisation, vous ne pouvez vous substituer à la
puissance invitante, à partir du moment où vous
l'acceptez sur votre territoire. Ce n'est pas
possible.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
mogelijke opschorting van de aankoop van
UAV-toestellen in Israël" (nr. 4769)
03 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre
des Affaires étrangères sur "l'éventuelle
suspension de l'achat d'avions UAV à Israël"
(n° 4769)
03.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn
vraag gaat over de levering van onbemande
vliegtuigjes. Wat mij vooral interesseert in dit
verband is dat die door Israël worden
geproduceerd en alvast zullen worden geleverd.
De vraag naar de wenselijkheid om op dit ogenblik
sancties te treffen, is natuurlijk al een tijdje
geleden gesteld met als gevolg dat die een beetje
aan actualiteitswaarde heeft ingeboet.
Wat de modaliteiten betreft lijkt het me interessant
en daarom stel ik ook de vraag eens even in te
gaan op de problematiek van sancties als
instrument. U weet ook dat embargo's zoals ze
tegen Irak en Servië zijn doorgevoerd, niet de
meest geschikte instrumenten zijn. Men pleit op
verschillende niveaus om, wat men noemt,
"slimmere" sancties in te voeren. Ik denk dat dit
soort acties betere instrumenten zijn om sancties
iets beter te richten, iets beter te focussen in
functie van de objectieven die men wil bereiken.
Daarom mijn vraag aan u: is het op dit moment
wenselijk om bepaalde sancties te treffen? Zou
het blokkeren van deze aankoop politiek gezien
geen duidelijk signaal kunnen zijn en zou dat niet
kunnen passen in het soort iets intelligentere
sancties dan degene die we in het verleden
hebben gekend
03.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, ik heb me al meermaals uitgesproken
over het thema van de sancties in het algemeen
en meer in het bijzonder in het kader van de crisis
in het Midden-Oosten. Ik zal dus nogmaals
herhalen dat het wapen van economische
sancties mij niet het meest geschikte middel lijkt
om de partijen opnieuw tot de
onderhandelingstafel te brengen. Ik leg er
nogmaals de nadruk op dat er op dit ogenblik
binnen de Europese Unie geen overeenstemming
bestaat om die weg op te gaan, maar ik moet hier
wel aan toevoegen dat de principes die u
verdedigt, ook zeer dicht bij mijn hart liggen.
De argumenten die u gebruikt en de voorstellen
die u doet zijn ook de mijne. Ik heb daar trouwens
met de Verenigde Staten al over gesproken.
Volgens mij ligt de oplossing in een vastberaden
politieke opvatting van de dialoog, met de
conclusies van het Mitchell-rapport als
uitgangspunt. De overige vertegenwoordigers van
de Europese Unie en het huidige voorzitterschap
zetten zich hiervoor in. Het Belgische
voorzitterschap zal op die weg verdergaan. Gelet
op wat vooraf gaat, zie ik niet in hoe de
opschorting van het contract voor de aankoop van
Israëlische onbemande vliegtuigen van het
Belgische leger zou kunnen bijdragen tot een
toenadering tussen Israëli en Palestijnen.
Ik heb mij reeds over dat contract uitgesproken,
net als mijn collega van Landsverdediging. Het
gaat over apparaten die nuttig en noodzakelijk zijn
voor ons leger. Zouden wij het contract
opschorten, dan moeten wij de markt opnieuw
onderzoeken.
Il faut recommencer l'appel public et refaire toute
une procédure. Notre armée ne sera équipée de
ce matériel que dans longtemps.
Overigens, de heer Willems heeft ook reeds
herhaaldelijk aangedrongen op de opschorting
van het contract, maar de parlementsleden komen
te laat met hun verzoek. Wij kunnen in de
toekomst met de opgesomde overwegingen
rekening houden, wat ook wenselijk is, maar voor
dit specifieke geval lijkt mij dat moeilijk.
03.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik
dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik zal u aan uw
woord houden en er voor de toekomst ook
rekening mee houden. Er komt inderdaad ook een
nieuwe bestelling van antitankraketten waarbij
Israël wellicht een van de kandidaten zal zijn. Het
lijkt mij interessant om eens na te denken over
eventuele sancties en hoe deze op een bepaald
ogenblik gericht kunnen ingezet worden en meer
efficiënt kunnen gehanteerd worden dan in het
verleden.
03.04 Minister Louis Michel: Mag ik toch iets
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
zeggen over de toestand in het Midden-Oosten?
Op Europees niveau is er op dit ogenblik een
debat aan de gang over de vraag of wij al dan niet
een rechtstreekse rol wensen te spelen in de
onderhandelingen. Dat was de oorspronkelijke
politieke vraag van de 15 lidstaten. Wij konden
hierop lange tijd geen antwoord geven omdat er
onderlinge meningsverschillen waren. De feiten
hebben echter sterker en sneller gewerkt dan
verwacht. Javier Solana speelt hierin een
belangrijke rol en wil men hem en dus aan
Europa de kans geven een positieve rol in dat
conflict en in de onderhandelingen te spelen, dan
moeten wij aan Solana de nodige ruimte verlenen.
Een politieke actie die op correcte basis steunt,
kan toch een zeer negatieve invloed hebben op de
rol van Javier Solana. Volgens mij is dit alles een
kwestie van diplomatische, politieke appreciatie en
vind ik het niet redelijk zoiets in gevaar te brengen.
Ik geef echter toe dat dit niet mag blijven duren. Ik
heb bijvoorbeeld verschillende
wapenvergunningen aan Israël geweigerd en dat
heeft mij veel last bezorgd. Ik heb tevens tegen
Sharon klacht ingediend en heb daarbij mijn
politiek-diplomatische ruimte niet verbreed. Er
bestaan dus genoeg redenen om mijn taak te
bemoeilijken. Qua inhoud en beoordeling kan ik
echter volledig uw mening delen. Ik heb echter wel
een strategisch probleem.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de kindsoldaten"
(nr. 4797)
04 Question de M. Jef Valkeniers au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les enfants-soldats" (n° 4797)
04.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, wij weten dat u
telefonisch contact had met de Congolese
president Joseph Kabila, over de mogelijke
executie van vier kindsoldaten wegens
onvrijwillige doodslag en bendevorming.
Mijnheer de minister, bereikte u terzake een
positief resultaat en vroeg u naar de plannen van
de president omtrent de twaalfduizend
kindsoldaten die volgens het VN-kinderfonds
UNICEF nog actief zijn in Congo?
04.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, mijn gesprek met president Kabila over
de vier kindsoldaten had een positief gevolg.
Op 10 mei 2001 had het Zweedse voorzitterschap
in Kinshasa een gesprek met minister Ntumba
Louaba. Tijdens dit gesprek werd onder meer
gesproken over het feit dat de DRC tijdens de
sessie van april 2001 van de VN-commissie voor
de Mensenrechten te Genève, meegestemd had
voor een resolutie omtrent de doodstraf.
Een onderdeel van deze resolutie was enerzijds
de instelling en de handhaving van een
moratorium op de doodstraf, met het oog op een
uiteindelijke afschaffing ervan en anderzijds de
huidige toepassing van de doodstraf uit te sluiten
voor bepaalde categorieën, zoals bijvoorbeeld
zwangere vrouwen, mentaal gehandicapten of
personen jonger dan achttien jaar.
Een concreet en belangrijk onderwerp, hiermee
verband houdend, is het geval waarbij vier
jongens door een militaire rechtbank ter dood
werden veroordeeld.
De Congolese minister wist te melden dat Congo
een moratorium op executies heeft ingesteld en
dat er dus geen direct gevaar bestond. De
Belgische ambassadeur in Kinshasa kreeg tijdens
een persoonlijke interventie bij de Congolese
minister van Justitie, eveneens de verzekering dat
de vier jongens wel degelijk in leven zijn, in
tegenstelling tot het bericht dat de
mensenrechten-NGO Asadho eerder had
verspreid.
Ik nam rechtstreeks contact op met president
Kabila die mij terzake beloftes had gedaan. Via de
ambassadeur liet ik nagaan of deze beloftes
werden nagekomen en er werd mij medegedeeld
dat de vier kindsoldaten nog steeds in leven zijn.
Ik mag er aldus van uitgaan dat mijn interventie
een positief resultaat had.
Nadien ondernam minister Ntumba Luaba verdere
stappen die tot gevolg hadden dat president
Kabila een maatregel trof die inhoudt dat de
straffen worden omgezet in levenslange opsluiting.
Inmiddels is binnen de regering een discussie aan
de gang over andere stappen die zouden leiden
tot een straf van enkele jaren voor de vier
kindsoldaten. De eigenlijke opsluiting zou dus na
iets meer dan een jaar beëindigen. Het gaat tot
dusver om een intentieverklaring die nog niet in
daden werd omgezet.
04.03 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
minister, ik las dat het systeem van de
kindsoldaten zou worden afgebouwd.
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
04.04 Minister Louis Michel: Inderdaad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Jef Valkeniers aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de ontwikkelingshulp in Zimbabwe"
(nr. 4798)
- de heer Jef Valkeniers aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de toestand in Zimbabwe" (nr. 4799)
05 Questions jointes de
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'aide au
développement au Zimbabwe" (n° 4798)
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la
situation au Zimbabwe" (n° 4799)
05.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, wanneer wij zien
hoe president Sam Nujoma, president Frederick
Chiluba, president Robert Mugabe van Zimbabwe,
president Daniel arap Moi van Kenia en president
Bakili Muluzi van Malawi zich blijven vastklampen
aan de macht hoewel zij wensen dat hun landen
worden gerekend onder de democratische
regeringen van Afrika, vraag ik mij af of het niet
tijd wordt dat de EU zijn stem luider laat klinken en
elke vorm van ontwikkelingshulp tijdelijk opschort
wanneer niet wordt teruggekeerd naar
democratische spelregels.
De Amerikaanse minister Colin Powell, zelf een
Afro-Amerikaan, sprak in dit verband enkele
dagen geleden duidelijke taal.
Mijnheer de minister, mogen wij onder het
Belgisch voorzitterschap binnenkort van u
dezelfde gestrengheid verwachten, nu bleek dat u
niet aarzelt de zaken bij hun naam te noemen?
Ik kom thans tot mijn tweede vraag.
Canada schortte vorige maand zijn ontwikkelings-
hulp aan Zimbabwe op nadat hun high
commissioner in Harare en de Canadese directeur
van een internationale hulporganisatie werden
lastiggevallen door de zogenaamde oorlogs-
veteranen. Deze groep valt iedereen lastig die
ervan wordt verdacht positief te staan ten opzichte
van de oppositiepartij, de MDC.
Zuid-Afrika, Engeland en Duitsland protesteerden
hiertegen en eisten dat wordt gewaakt over de
veiligheid van de buitenlandse missies. Het IMF
zegde zelfs elke vorm van steun op.
Mijnheer de minister, hoe reageerde België
terzake?
05.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, een aantal Afrikaanse leiders klampen
zich vast aan de macht. Indien bepaalde
democratisch verkozen Afrikaanse leiders
middelen aanwenden zoals politiek geweld,
intimidatie of beperking van de persvrijheid om
hun machtspositie of zelfs hun herverkiezing te
verzekeren, dient de internationale gemeenschap,
België en de Europese Unie inbegrepen, hier
tegenover een antwoord te formuleren.
Bijvoorbeeld, toen president Mugabe hier in België
kwam, hebben we die vragen aan hem gesteld.
Indien we in ons beleid ten aanzien van Afrika, de
bevoordeling van de vrede, stabiliteit, duurzame
ontwikkeling en respect voor de mensenrechten
willen nastreven, dan hebben we vaak geen
andere keuze dan de bestaande politieke leiders
ook in onze contacten en initiatieven in te
schakelen. Dialoog, ingeschakeld en betrokken
blijven, natuurlijk met de nodige zin voor realisme,
zijn uiteindelijk de best werkbare instrumenten met
een lange houdbaarheidsdatum.
Sancties zoals het opschorten van ontwikkelings-
hulp zijn slechts ultieme instrumenten omdat ze in
de praktijk uitdraaien op een onderbreking van de
communicatie. De ervaring heeft ons ook geleerd
dat politici die zich aan de macht vastklampen,
vaak door de inzetting van irrationele of zelfs
destructieve strategieën, zelden of nooit gevoelig
zijn voor het instrument sancties.
België en de Europese Unie hebben erkend dat in
het buitenlands beleid politieke dialoog en
ontwikkelingsbeleid onlosmakelijk verbonden zijn.
Daarom voorziet het akkoord van Cotonou tussen
de Europese Unie en de ACP-landen, de opvolger
van de akkoorden van Lomé, in artikel 8
uitdrukkelijk de mogelijkheid voor de partijen bij
het akkoord om geregeld een omvattende
politieke dialoog aan te gaan betreffende aspecten
van de democratie, mensenrechten en de
bescherming van de rechtsstaat.
Aldus heeft de Europese Unie de laatste maanden
uitdrukkelijk beslist dat de EU met een aantal
hoofdsteden, in zuidelijk Afrika bijvoorbeeld die
van Zimbabwe, Zambia, Namibië of Mozambique,
een constructieve politieke dialoog aan te gaan
betreffende bepaalde ontwikkelingen in die
landen. Enkel wanneer de politieke dialoog geen
kans op uitzicht biedt, of er zich een acute,
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
flagrante inbreuk voordoet, kunnen formele
consultaties, ingeroepen onder het artikel 96 van
het akkoord van Cotonou, plaatsgrijpen. Na afloop
van deze consultaties kan worden overgegaan tot
de gehele of gedeeltelijke stopzetting van de EU-
hulp.
Het meest recente voorbeeld van dergelijke
consultaties, cum sancties, had betrekking op
Ivoorkust, waar inmiddels goede resultaten
werden bereikt en momenteel een graduele
hervatting van de hulp ter discussie staat. Tot nu
toe werd artikel 96 - of zijn voorganger onder het
akkoord van Lomé
enkel toegepast na
staatsgrepen of flagrante verstoringen van
verkiezingen. Een ruimere toepassing is echter
mogelijk.
Wat Zimbabwe betreft heeft de Raad Algemene
Zaken van vorige maandag beslist te dreigen met
het opstarten van de procedure voorzien in artikel
96 van het Cotonou-akkoord.
Het spreekt voor zich dat België tijdens zijn
voorzitterschap van de EU, van zijn positie zal
gebruikmaken om Afrika op de politieke agenda te
houden binnen de EU, maar ook in andere
internationale fora.
Mijnheer Valkeniers, zo kom ik tot het antwoord op
uw tweede vraag. Het klopt, premier Verhofstadt
en ikzelf vestigden de aandacht van de president
op de problematische toestand van de bezetting
door veteranen van een aantal boerderijen van
Belgische en Luxemburgse eigenaars. Op basis
van het artikel 8 van het akkoord van Cotonou,
komt er een gestructureerde politiek van
aangepaste maatregelen indien er onvoldoende
maatregelen worden genomen.
Het Zimbabwaanse ministerie van Buitenlandse
Zaken heeft bevestigd de diplomatieke missies de
in de Conventie van Wenen voorziene
bescherming te blijven verlenen. Naar verluidt
werden een aantal veteranen gearresteerd en
wettelijk vervolgd. Nieuwe rechters werden
benoemd om de achterstand in sociale geschillen
weg te werken. De rol van de vakbonden en van
het ministerie van Arbeid werden opnieuw erkend.
Deze ontwikkelingen bewijzen de relevantie van
de EU-Zimbabwe-dialoog, mits deze met het
nodige realisme en vastberadenheid wordt
gevoerd, in alliantie met de andere leden van de
internationale gemeenschap.
Wat de nieuwe rechters betreft, laat ik opmerken
dat zij worden benoemd omdat de oude rechters
verplicht werden hun ambt op te geven. Deze
laatsten werd het leven zuur gemaakt en ze
werden bedreigd, zodat ze ontslag hebben
genomen om hun leven te vrijwaren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de Belgische steun
aan het UNDCP" (nr. 4833)
06 Question de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'aide apportée par la Belgique
au UNDCP" (n° 4833)
06.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in de
pers verscheen een alarmerend rapport over de
situatie bij het UNDCP dat zich bezighoudt met
drugs. Er is sprake van bureaucratie, van
vervalste jaarrapporten, van het niet respecteren
van de wensen van donoren, van financieel
geknoei, van medewerkers die opstappen, van
ontslagen, van beschuldigingen van corruptie in
verband met kantoorreisjes, verkochte auto's en
TV-satellietschotels, van vriendjespolitiek de ene
mag een zeiltochtje maken; de andere z'n vriendin
mag taalcursussen volgen -, van een Georgische
medewerker die beschuldigd wordt van prostitutie
en moord, kortom allemaal sensationele feiten.
Het meest storend in heel het verhaal is wel het
dossier-Afghanistan. De Drug Control Agency,
waarover hier sprake, was gestationeerd in
Tadzjikistan aan de grens met Afghanistan om dat
land te bewaken, omdat 80% van de
drugproductie in de wereld er vandaan komt. Er
werden dus met UNO-geld 300 paramilitairen
bewapend. Onmiddellijk rijst de vraag waarom de
Verenigde Naties voor 300.000 dollar wapens
schenkt aan een soort privé-militie. Dat is nog niet
alles. Alles ontaardt. De soldaten in Tadzjikistan
dreigen over te lopen naar de Taliban, omdat ze
geen geld meer krijgen van de UNO. Intussen
blijkt 7 miljoen dollar effectief bij de Afghaanse
Taliban terecht te zijn gekomen. Hamvraag is wat
ze daarmee doen. We hebben nog geluk, want
oorspronkelijk was gepland om het agentschap
250 miljoen dollar te schenken. Het blijkt nu dat de
export uit Afghanistan met 300% gestegen is en
dat de productie wel met 30% is gedaald, maar
niet dankzij de UNO maar door de droogte. Uit de
pers vernemen we dat de Taliban intussen de
UNO-missies heeft buitengezet.
Wij zijn niet de enigen die verontrust zijn. Ik ben in
het bezit van 2 nota's, de eerste van juli 2000
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
waarin wordt aangekondigd dat Nederland 4,3
miljoen dollar zal bijdragen, wat een aanzienlijke
verhoging was. Op 15 mei 2001 schrijft minister
Eveline Herfkens, minister van
Ontwikkelingssamenwerking, echter aan de
voorzitter van de commissie voor Buitenlandse
Zaken in Nederland dat de bijdrage wordt
uitgesteld omdat ze eerst duidelijkheid wil krijgen
over het functioneren van die dienst. Zij stelt dat
ze de Nederlandse bijdrage niet zomaar kan
uitbetalen, omdat Nederland uitgesproken
voorstander is van een efficiënte en integere
NATO. Voorts voegt ze eraan toe dat Nederland
en het Verenigd Koninkrijk hun bijdragen voor
2001 hebben opgeschort en dat andere donoren
zoals Australië, Canada, de Verenigde Staten en
Frankrijk nog strenger dan vroeger zullen
toekijken op de aanwending van hun bijdragen.
Mijnheer de minister, dat zijn zeer alarmerende
berichten.
Ook in België heeft de overheid nattigheid
gevoeld. Immers, in uw nota met betrekking tot de
resolutie inzake Afghanistan lees ik, mijnheer de
minister: "De situatie is minder klaar wat betreft de
drugstocks. Indien de voornaamste trafikanten en
kopers niet de Afghanen zijn, kan men nochtans
vrezen dat de Taliban een strategische reserve
heeft aangelegd". Ik knoop daar de uitspraken van
staatssecretaris Boutmans aan vast die
verklaarde dat hij niets wist van knoeierij op UNO-
vlak met drugsgelden en dat België daar
überhaupt geen geld aan gaf wegens andere
prioriteiten.
Mijnheer de minister, in 2000 werd voor 6,8
miljoen aan het project bijgedragen en in 2001
wordt het bedrag tot 25 miljoen opgetrokken. Ik
besef wel dat zo'n som op de totale federale
begroting niet het einde van de wereld is, maar
kunnen we die wel besteden aan een project,
waarvan de geloofwaardigheid zo sterk is
aangetast?
06.02 Minister Louis Michel: Mijnheer Willems, er
is geen tegenspraak tussen het beleid van
Buitenlandse Zaken enerzijds, en het beleid van
Ontwikkelingssamenwerking anderzijds. In het
kader van de vrijwillige financiële bijdrage die
ingeschreven wordt op de begroting van
Ontwikkelingssamenwerking, werd in de nieuwe
wet betreffende de hervorming van de
samenwerking, werden een twintigtal begunstigde
internationale organisaties opgesomd . Bijgevolg
zal de vrijwillige bijdrage ingeschreven op de
begroting van Ontwikkelingssamenwerking
worden overgeheveld naar de post Preventieve
Diplomatie van Buitenlandse Zaken. De transfer
wordt morgen in de Ministerraad ter goedkeuring
gelegd.
06.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, als ik het goed begrepen heb, gaat er
geen Belgisch geld meer naar dat project.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Buitenlandse Zaken over "de toestand op de
Fiji-eilanden" (nr. 4962)
- de heer Ludo Van Campenhout aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de komende verkiezingen op Fiji"
(nr. 4972)
07 Questions jointes de
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
étrangères sur "la situation dans les îles Fidji"
(n° 4962)
- M. Ludo Van Campenhout au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les prochaines élections dans les îles Fidji"
(n° 4972)
07.01 Magda De Meyer (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de Fiji-
eilanden beleven vandaag een zware politieke
crisis. Op 19 mei 2000 werd via een staatsgeep
een einde gesteld aan de werking van een
democratisch verkozen regering en parlement. De
leider van de staatsgreep, George Speight, tevens
voorzitter van de bosbouwfederatie, bedreigde
eerste minister Chaudry met een revolver op het
hoofd gericht en dwong hem tot ontslag. Buiten de
grondwet werd een interim-eerste minister en een
regering aangesteld en het parlement ontbonden.
De ontbinding van het parlement werd door de
voormalige democratisch verkozenen
aangevochten bij het Grondwettelijk Hof. Intussen
werden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven die
in de loop van de maand augustus zullen
plaatsvinden.
De politieke instabiliteit leidde tot een ernstige
economische crisis. De interim-regering dreigt de
suikerrietplantages, die de belangrijkste
inkomstenbron vormen voor het land, naar
minderwaardige grond te doen verhuizen. De
toeristische industrie is als een kaartenhuisje
ineengestort wegens het onzekere politieke
klimaat. De scholen lopen leeg en de
gezondheidszorg stokt.
De verkiezingen van augustus vormen het
moment van de waarheid voor de Fiji-eilanden. De
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
afgezette eerste minister Chaudry vraagt dan ook
expliciet steun vanuit Europa. Hij dringt erop aan
dat er waarnemers vanuit Europa voor de
verkiezingen in augustus worden gestuurd, dat
verdere steun vanuit Europa afhankelijk wordt
gemaakt van de garantie van de invoering van een
reële democratie en dat Europa het proces tegen
apartheid en rassenhaat volgt. Greenpeace België
onderschrijft die vragen en vraagt eveneens steun
van de Belgische regering in de kwestie.
Op 9 april 2001 besliste de Europese Raad van
ministers dat, aangezien er nog geen
democratische regering is geïnstalleerd, de
kennisgeving van de toewijzing uit het negende
EOF, samen met de financiering van nieuwe
programma's en projecten pas plaatsvinden na
vrije en eerlijke verkiezingen en het aantreden van
een rechtsgeldige regering. (...)
07.02 Ludo Van Campenhout (VLD): (...)
In augustus zijn er opnieuw verkiezingen. Het
nieuwe parlement en de nieuwe regering zullen
wellicht dezelfde samenstelling hebben als vóór
de staatsgreep, tenminste als de verkiezingen
democratisch kunnen verlopen.
Mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij collega De
Meyer. De afgezette eerste minister vraagt onder
andere een reële democratie en de opvolging van
het proces tegen apartheid en rassenhaat. Gelet
op het Europees voorzitterschap van België,
vernam ik graag hoe u tegenover de vragen van
de voormalige eerste minister van de Fidji-
eilanden staat.
07.03 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, de Europese Unie en de internationale
gemeenschap volgen de evolutie van de politieke
situatie op de Fidji-eilanden op de voet. Naar
aanleiding van de aankondiging door de interim-
regering van Fiji dat in augustus verkiezingen
worden gehouden, hebben de vijftien lidstaten al
op 22 maart jongstleden verklaard dat als een
bemoedigend teken te beschouwen. Het is van
het grootste belang dat de verkiezingen vrij en
eerlijk verlopen. Alle leden van de maatschappij
zouden in een geest van verzoening moeten
samenwerken aan het herstel van de democratie
voor allen.
Wat de economische steun betreft, werd voor de
periode 1995-2002 het bedrag van 18 miljoen
euro op de begroting van het actieplan van het
Europees Ontwikkelingsfonds ingeboekt. Na de
staatsgreep van vorig jaar werden alle projecten
stilgelegd. Vanzelfsprekend zal na de verkiezingen
en de aantreding van een legitieme regering de
toestand worden herbekeken. De Europese Unie
wenst hoe dan ook de samenwerking met Fiji
voort te zetten op grond van de overeenkomst van
Cotonou.
De verkiezingen zullen nauwlettend worden
gadegeslagen door de internationale
gemeenschap. De Europese Commissie stuurt
evenwel geen waarnemers, maar heeft haar
afvaardiging in Suva, de hoofdstad van Fiji, de
opdracht gegeven het verdere verloop van de
situatie ter plaatse te volgen. Australië en Nieuw-
Zeeland bieden hulp bij de voorbereiding en de
organisatie van de verkiezingen. Ook de
Verenigde Naties zijn ter plaatse via hun
ontwikkelingsprogramma United Nations
Development Program of UNDP. Het Europees
Parlement is van plan waarnemers te sturen. De
Europese Unie, waarvan België de voorzitter is op
het moment dat de verkiezingen te Fiji worden
gehouden, zal derhalve van betrouwbare bronnen
gebruik kunnen maken om informatie te
verzamelen omtrent het verloop van de
verkiezingen.
07.04 Magda De Meyer (SP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor het volledige
antwoord.
07.05 Ludo Van Campenhout (VLD): Mijnheer
de voorzitter, ik sluit me bij die dankbetuiging aan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de Belgische
ambassade in Congo-Brazzaville" (nr. 4835)
08 Question de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'ambassade de Belgique au
Congo-Brazzaville" (n° 4835)
08.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, mijn vraag is vrij delicaat. Als we hier in
gemeenteraad bijeen zouden zijn, dan zou ik de
voorzitter verzoeken ze achter gesloten deuren te
behandelen, maar dat kan hier niet. Het gaat
namelijk om beschuldigingen tegen concrete
personen. Ik zal daarom alleen functies noemen,
zeker geen namen. In de pers lees ik over
geheimzinnige incidenten beschreven door
informanten uit de hoogste kringen die anoniem
willen blijven. Er is mij trouwens ook gevraagd om
geen namen te noemen, wat bijzonder vervelend
is. Uw perswoordvoerder heeft op vragen terzake
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
geantwoord dat alles verloopt volgens de
diplomatieke geplogenheden, terwijl diplomatieke
kringen mij verzekeren dat de vervanging van een
civiel ambtenaar door een militair hoogst
ongewoon is. Ergens anders lees ik dat
Buitenlandse Zaken van plan is om Congo-
Brazzaville te laten ressorteren onder de
ambassade in Kinshasa, wat ook ongewoon lijkt.
Bovendien zou de ex-ambassadeur een nieuwe
taak in Brussel hebben gekregen. De vraag rijst
meteen dewelke dan.
Ik heb de geruchten nog eens gecontroleerd bij
degenen die ze met name in La Dernière Heure
en Het Belang van Limburg hebben gepubliceerd
en ze bleven me bevestigen dat zij van niemand
confirmatie konden krijgen. Daarna heb ik
telefonisch inlichtingen ingewonnen bij de
ambassade van Brazzaville. Daar kon men mij
niet antwoorden, ingevolge de diplomatieke code
en ik werd verzocht me tot de minister te wenden,
wat ik bij deze doe.
Er verschijnen echter steeds weer gelijkaardige
berichten. Na lang aarzelen ik zeg dat zonder
enig cynisme heb ik dan toch een mondelinge
vraag ingediend, weliswaar in de voorwaardelijke
wijs wat de punten 2 tot en met 6 betreft. In ieder
geval, zulke berichten vallen niet zomaar uit de
lucht.
Mijnheer de minister, klopt het bericht dat de
ambassadeur van Brazzaville vervangen zou zijn
wegens diamantsmokkel? In Angola was er in
1992 een precedent. Uitgesloten is dat dus niet.
Als het waar is, kom ik tot mijn volgende vragen.
Dergelijk gedrag is onverzoenbaar met ons beleid
in Afrika; ze vraagt om sancties en toont ook de
noodzaak aan preventieve maatregelen aan. Is
het juist dat de betrokkene intussen al vervangen
is door een generaal-majoor? Wil het departement
hiermee inspelen op de precaire situatie in
Centraal-Afrika? Congo-Brazzaville wordt dan een
soort vervanger van Gabon.
Is het opportuun de herkomst van de berichten te
onderzoeken? Ik herinner aan de uitspraak van
uw medewerker, de heer Vervaet ik citeer :
"Neen, we hebben niet echt een onderzoek
ingesteld. We zijn bijzonder voorzichtig met
dergelijke berichten. Het is voldoende dat men als
ambtenaar iemand een visum weigert of die man
neemt wraakt met geruchten te verspreiden".
Zijn de geruchten misschien ingegeven door
internationale naijver? Ik besef bijvoorbeeld dat de
Fransen ons onze diplomatieke succesjes niet
gunnen. Wat is hiervan aan?
Tot slot, voelt u zich, zoals de medewerkers van
de ambassade, in uw eer aangetast door de
berichten? Als ze onjuist zijn, vraag ik u om dat
aan het publiek te melden. Ik meen dat ik mijn
vraag voldoende delicaat heb gesteld.
08.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, de terugkeer van de ambassadeur naar
het departement is het gevolg van een reeds lang
geplande herziening van het belang van onze
diplomatieke post in Brazzaville. Reeds in
november 2000 ben ik ingegaan op een voorstel
van mijn administratie om onze diplomatieke
netwerken in Centraal-Afrika te veranderen. Toen
werd beslist de post te Brazzaville onder de
jurisdictie van de ambassade in Kinshasa te
plaatsen. Onze ambassadeur in Kinshasa wordt
bevoegd voor Brazzaville. In Brazzaville komt
enkel nog een hulpagent, in casu een ex-militair,
de heer Marcus, brigadegeneraal op rust, die
binnenkort de functie van zaakgelastigde ad
interim zal bekleden. Ambassadeur Sonck heeft
de post al op 25 mei verlaten en zal na een korte
periode van vakantie in het departement worden
gereïntegreerd.
Ik heb natuurlijk allerlei geruchten gehoord. Wat
de beweringen over diamantsmokkel betreft, kan
ik u zeggen dat ik tot nu toe geen informatie uit
betrouwbare bronnen heb gekregen die de
beschuldigingen hard kan maken. Ik verzeker u
dat het departement alle informatie ernstig neemt,
maar er toch ook erg voorzichtig mee omspringt.
Het gebeurt soms dat iemand die zich
tekortgedaan voelt door een ambassade,
ongefundeerde beschuldigingen uit. Ik heb de
heer Sonck slechts één keer in mijn leven ontmoet
en kan u dus geen mening over hem geven.
Evenmin kan ik u garanderen dat er geen vuiltje
aan de lucht is. Ik heb in ieder geval inlichtingen
ingewonnen en wat onderzoek gedaan.
Nogmaals, de beschuldigingen worden vooralsnog
niet hard gemaakt door informatie die ik uit
betrouwbare bron heb gekregen.
De façon générale, je trouve que lorsque la presse
diffuse des informations qui mettent en cause
l'honneur de certaines personnes, il faut rester
particulièrement prudent. Je citerai l'exemple que
l'on a cité tout à l'heure: le problème des visas à
Sofia. Je ne prétends pas que rien d'illégal se soit
produit à Sofia. Je n'en sais rien. Une plainte a été
déposée en justice. Il faut laisser la justice faire
son oeuvre. Je ne peux pas prendre des sanctions
vis-à-vis de personnes qui sont accusées mais
dont on ne peut pas établir qu'elles soient fautives.
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Il faut d'abord démontrer, preuves à l'appui,
qu'elles ont commis quelque chose de
répréhensible avant de prendre des décisions.
Dans le cas de Sofia, j'ai rencontré l'ambassadeur
qui est accusé. Son nom est traîné dans la boue
dans toute la presse, sans aucun égard vis-à-vis
du respect de la vie privée, sans tenir compte qu'il
est père de famille et que rien n'a été démontré à
part certaines affirmations de la plaignante. Je ne
peux donc pas prendre de mesures vis-à-vis d'une
personne contre laquelle rien n'est établi, si ce
n'est qu'elle est victime d'une accusation. Le
comité de direction m'a fait une proposition: je l'ai
placé à Séoul, qui n'est pas un poste à risque en
ce qui concerne les visas. Pour l'instant, je ne sais
pas si cette personne a fait quelque chose de mal.
L'affaire est dans les mains de la justice. Ce qui
n'est pas normal, c'est que, comme le disait M.
Willems, on a changé cinq fois de juge. Je me
suis informé et c'est exact. Mais la presse ne dit
pas que l'on a contesté l'objectivité du juge. Il faut
tout dire. Dès lors, j'éprouve quelques problèmes
à répondre à ce genre de questions. Il est logique
qu'elles soient posées mais je voulais émettre
cette considération.
08.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, ik dank u voor het voorzichtige antwoord,
hoewel u toch verder gegaan bent dan ikzelf, want
u hebt namen genoemd.
In ieder geval leid ik eruit af dat de
beschuldigingen niet hard te maken zijn. Wel blijf
ik mij afvragen wie er zich bezighoudt met de
verspreiding van dergelijke geruchten. Dat zou
moeten kunnen worden onderzocht, want
dergelijke aantijgingen zijn moreel niet
aanvaardbaar.
08.04 Minister Louis Michel: Mijnheer Willems,
een ambassadeur of een diplomaat oefent een
zeer delicate functie uit. Zij leven in een land dat
zij aanvankelijk nauwelijks kennen. Ze worden ook
gevraagd een informatienetwerk uit te bouwen.
Maar zij zijn nooit zeker of hun contactpersonen
wel eerlijk zijn. U kunt toch niemand verwijten in
contact met een onbetrouwbaar persoon te zijn
gekomen. De politici worden ook met dat
probleem geconfronteerd. Ik geef u een
voorbeeld. Ik word verzocht iemand te ontmoeten.
Si je n'avais pas été prudent et si je n'avais pas
demandé à vérifier l'identité de cette personne,
j'aurais très bien pu me retrouver avec le premier
ministre, M. le secrétaire d'Etat à la Coopération et
tous les parlementaires, en compagnie de
quelqu'un de pas du tout recommandable.
Mevrouw Laenens, u kunt daarvan getuigen, want
u was er toen zelf bij. Natuurlijk is de bewering dat
de heer Forest een vriend van minister Michel is,
heel suggestief. Ik heb hem slechts tweemaal in
mijn leven ontmoet!
De voorzitter: Mijnheer de minister, u spreekt
over een bedrijf. Dat is een ietwat manke
vergelijking.
08.05 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, je veux simplement dire qu'il est trop
facile de constamment se fonder sur des rumeurs.
Rien n'établit que l'entreprise dont vous parlez est
une entreprise malhonnête. Je n'ai jamais dit cela.
Je dis simplement qu'on a cité le nom de cette
entreprise. Et, tout de suite, on essaye de
suggérer que Louis Michel est un ami de cet
entrepreneur. Ce n'est pas vrai du tout. Il faut
rester très prudent quand on ouvre un débat qui
touche aux personnes.
Le président: Il ne faut tout de même pas suivre
les journalistes les yeux fermés.
08.06 Louis Michel, ministre: Je suis tout à fait
de votre avis. C'est ce que j'essaye de dire.
Le président: Ce n'est pas parce qu'un journaliste
dit quelque chose sur l'une ou l'autre entreprise
que cela est vrai.
Het is misschien een goede zaak dat er een
onderzoekscommissie over het VN-rapport komt.
Er worden daarin immers allerlei beweringen
gedaan over Belgische bedrijven die misschien
helemaal niet waar zijn.
Mijnheer de minister, u geeft het voorbeeld van de
ambassadeur in kwestie die in Seoul wordt
benoemd. Een idioot met welk partijpolitiek etiket
ook kan altijd beweren dat het misschien wel te
maken heeft met Lernout & Hauspie, die ook
banden hebben met Seoul.
Los daarvan, vraag ik mij af of het wel een goed
idee is om Brazzaville onder de jurisdictie van
Kinshasa te plaatsen. Het gaat om landen
met
duidelijk uiteenlopende gevoeligheden,
waartussen enige rivaliteit bestaat.
08.07 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, u hebt gelijk. Ik zal de vraag opnieuw
aan de administratie stellen.
Het incident is gesloten.
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
L'incident est clos.
09 Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de houding van
België tegenover Israël" (nr. 811)
09 Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attitude de la Belgique à
l'égard d'Israël" (n° 811)
09.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik zal mijn interpellatie over Israël
beperken tot heel recente gebeurtenissen.
Mijnheer de minister, de miserie blijft daar duren;
de Israëlische regering handhaaft de settlements.
Op die manier wordt er een grens van 3.000 tot
4.000 kilometer tussen twee mekaar bekampende
volken gecreëerd.
In Jeruzalem werd in maart 2001 de settlement
van Abu Dis opgericht waardoor de Joodse ring
rond Jeruzalem gesloten is. De Israëli's weigeren
te spreken over de vluchtelingen, de morele
schuld of financiële compensaties alhoewel zulks
in de VN-resoluties is ingeschreven. Ik wijs erop
dat de Arabieren medeverantwoordelijk zijn, want
onze ervaringen in Libanon, Syrië en Jordanië
hebben ons geleerd dat de Palestijnen daar
evenmin welkom zijn.
De economische wurging gaat door. Vandaag nog
lezen wij in de pers dat er nog steeds huizen en
oogsten worden vernietigd. Bovendien is er geen
sprake van een rechtsstaat. Ik geef een klein
voorbeeldje. Op 21 januari van dit jaar wordt een
Israëlische settler die een twaalfjarige jongen
heeft neergeschoten, veroordeeld tot 6 maanden
gemeenschapsdienst en een boete van
omgerekend 80.000 Belgische frank. Dezelfde
dag veroordeelt een rechtbank in Jeruzalem een
17-jarig Palestijns meisje dat probeerde een
Joodse settler aan te vallen, tot 6 jaar gevangenis.
Zoals senator Alain Destexhe ooit opmerkte, blijft
Israël de enige democratie die dergelijke
handelingen legitiem maakt.
Ik kom tot de conclusie dat het hier gaat om
regelrecht staatsterrorisme. De overeenkomsten
die waren gesloten, worden steeds opnieuw
gesloten. Een Palestijns minister heeft een aantal
jaar geleden aan een Belgische delegatie gezegd
- ik citeer -: "Wij hebben de vaakst ondertekende
vrede ter wereld en telkens worden we opnieuw
uitgenodigd om ze nog maar eens te
ondertekenen". Het moet maar eens gedaan zijn
met het fabeltje te vertellen als zou Ben-Ami een
genereus aanbod hebben gedaan, want Israël blijft
Palestina onderdrukken.
Niemand minder dan onze kamervoorzitter, de
heer De Croo, heeft enkele weken geleden in
Humo verklaard dat wat de Israëli's nu doen, niet
ander is dan wat zij destijds zelf hebben
ondergaan. Ik ben om een gelijkaardige
beschuldiging ooit voor revisionist uitgescholden
en ook u, mijnheer de minister, hebt wegens een
gelijkaardige bewering heel wat problemen gehad.
Ik kom dan tot de kern van de zaak. Alle geblaat
ten spijt verandert er niets. De aanhoudende
palavers over Israël maken niet de minste indruk
op zijn leiders in Tel Aviv. Ik kan u kilo's resoluties
geven. Dat interesseert hen allemaal niet. Door
ons te beperken tot verbale protesten tegen het
regime, geven we ons beleid van equidistance op
en zijn we eigenlijk medeplichtig aan het door de
staat georganiseerde terrorisme. Om die reden
blijf ik aandringen op concrete sancties die verder
gaan dan een verbaal protest. Eens te meer vraag
ik met aandrang dat de associatieverdragen op
Europees vlak worden opgeschort en dat de
douaneakkoorden correct worden toegepast, wat
mij niet onredelijk lijkt. Nogmaals pleit ik voor de
opschorting van de militaire contracten.
Ik bespaar u een herhaling van mijn argumentatie.
Toch wou ik over het onderwerp interpelleren,
omdat er intussen een aantal nieuwe elementen
zijn.
Een eerste nieuw element is dat ik in deze niet
meer alleen sta. In een persmededeling van 30
april 2001 van Agalev en SP staat letterlijk:
"Opschorting en/of weigering van alle militaire
contracten tussen de twee landen". Zij hebben dat
op radio en TV met veel bravoure voorgebracht. In
de Senaat werd daarover een resolutie ingediend
door Agalev. Ik sta dus niet meer alleen.
Er is bovendien mijn wetsvoorstel van
14 maart 2001, ook gesteund door CVP, PSC,
Agalev, Ecolo en SP, dat er op aandringt om
voortaan die zaak wettelijk te regelen zodat wij bij
een land in de situatie van Israël geen wapens
meer kunnen kopen. Er is nog meer. In La Meuse
van 26 mei 2001 verschijnt een bericht met de
mededeling dat een eventuele opschorting
meerdere Belgische bedrijven doet beven,
waaronder Sonaca, SAID, Thompson en zo meer.
Dit is de kern van de zaak. U weet dat ik uw beleid
in meerdere opzichten niet ongenegen ben, maar
de wapenleveringen zijn een heel moeilijk punt in
dit dossier. Ik steun mij daarbij ook op de
mededeling in La Meuse van diezelfde datum van
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Jean-Pol Henry, PS-commissievoorzitter van
Defensie, die letterlijk stelt, in het Frans: "Le
gouvernement avait toujours la haute main sur les
commandes destinées à l'équipement de notre
armée".
Duidelijker kan het niet worden gezegd. De heer
Henry heeft gesteld dat de regering altijd de
beschermende hand heeft gehouden boven de
bestelling voor ons leger. Er is meer. In Ha'aretz,
een niet onbekende krant in Jeruzalem, verschijnt
een bericht dat er een nieuw dossier op komst is
van Europese antitanktuigen. Het resultaat zal
opnieuw van belang zijn, namelijk een tweestrijd
inzake de levering van Amerikaanse of Israëlische
tanks. Het spel herbegint. We zijn er weer, want
het resultaat van de tweestrijd zal een bijna
onmiddellijk effect hebben in Duitsland, België en
Zweden. We zijn er dus weer mee bezig. We zijn
nog met de UAV's bezig en nu weer met
antitanktuigen. Ik verwijs opnieuw naar de
Nederlanders die in hun parlement al kritische
geluiden hebben laten horen, onder meer van de
minister van Buitenlandse Zaken en de
staatssecretaris van Defensie. Zij hebben meer
dan kritische geluiden over dit dossier geuit. De
bezwaren die Buitenlandse Zaken in ambtelijk
overleg met Defensie heeft geuit, bemoeilijken
een keuze. In Nederland weet men het reeds: dit
kan echt niet meer. Tot daar mijn bemerkingen
inzake Israël.
Ik heb er ook een aantal aan toegevoegd
betreffende de Palestijnse autoriteit. Die gaat
namelijk evenmin vrijuit in dit dossier. Ik heb het
over schrijnende TV-beelden onder Palestijnse
autoriteit waarop kinderen publiek worden
aangespoord tot haat, oorlog en zelfs zelfmoord.
In Noord-Korea heb ik de kinderindoctrinatie met
de Hitlerjugend vergeleken en dat is aan
Palestijnse kant niet beter. Vanuit onze
equidistance zou ik willen dat wij ook daarrond
meer dan concrete actie voeren. Hetzelfde geldt
voor de doodstraf die daar nog altijd wordt
toegepast blijkens rapporten van Amnesty
International en Pax Christi. Ik blijf erop wijzen dat
dit is de ironie
volgens de vernoemde
rapporten de Palestijnse autoriteiten gevangenen
folteren met de methodes die ze van de
Israëlische geheime diensten hebben geleerd. Dat
is wel het toppunt.
Ik heb de vraag gesteld, maar er geen goed
antwoord op gekregen, waarom de Palestijnse
autoriteiten misdadigers van gemeen recht
vrijlaten, die dan nadien de daders worden van de
aanslagen die wij allemaal kennen. Ik blijf ook
aandringen dat niet alleen Europa, maar ook de
Arabieren zelf hun verantwoordelijkheid zouden
opnemen ten opzichte van hun Arabische
broeders.
Zij praten veel maar doen op het terrein eigenlijk
zeer weinig. Ten slotte blijf ik vragen dat men
bescherming biedt aan de burgerlijke bevolking en
dit zowel in Israël als in de Palestijnse gebieden.
Gezien het late uur ga ik op allerlei zaken niet
verder in dan nodig. Ik blijf evenwel vragen dat
men sancties treft en dat men bij de Palestijnse
autoriteiten het nodige doet.
09.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, voorafgaandelijk verontschuldig ik mij
tegenover degenen die hier werken voor het feit
dat we nog zo laat vergaderen.
Mijnheer Willems, de interpellatie ligt in de lijn van
een antwoord op een andere vraag. Het gaat er
niet om onderhandelingen, noch de publieke
opinie te bedaren na de bloedige gebeurtenissen
van vorige week. Aan de vooravond van het
Belgisch EU-voorzitterschap bevinden wij ons in
een bijzondere positie. Het is een buitengewone
verantwoordelijkheid en behoedzaamheid is hierbij
dus geboden. In dit stadium moeten wij dus al het
mogelijke doen om de Europese Unie haar rol te
laten spelen. Deze rol ligt momenteel in de poging
om op basis van de conclusies van het
zogenaamde Mitchell-rapport een desescalatie
van het geweld na te streven. Een gecoördineerd
optreden van de internationale gemeenschap is
absoluut nodig, want zoals u weet bestaat er noch
binnen de Europese Gemeenschap, noch
daarbuiten overeenstemming over de te nemen
sancties. Indien men mij nu trouwens zou vragen
of ik voorstander ben van economische sancties
of van sancties van een andere aard tegenover
Israël, dan zou mijn antwoord negatief zijn. Ik ben
er geen voorstander van. Ik ben er principieel en
inhoudelijk voor, maar nu ben ik er niet voor
omdat ik aan Solana een kans wil bieden.
Het is natuurlijk evident om in het huidige conflict
tussen Israël en de Palestijnen dagelijks te
worden geconfronteerd met inbreuken tegen het
internationaal recht en tegen de mensenrechten.
Steeds weer worden deze schendingen
aangeklaagd zoals bijvoorbeeld onze veroordeling
tegen het stijgende gebruik van geweld en tegen
de aansporing tot aanhechten van kolonies in de
bezette gebieden. Tijdens het Belgische
voorzitterschap zullen wij deze politiek voortzetten.
De door ons nagestreefde "équidistance" betekent
niet dat wij de gebeurtenissen en daden van de
verschillende partijen niet mogen beoordelen en
als het moet, zelfs veroordelen. Tijdens de
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Europese Raad in Göteborg stonden er op de
agenda een aantal punten vermeld, onder meer
de mogelijke maatregelen ter bescherming van de
burgerbevolking. In de huidige evolutie van het
conflict lijkt mij dat een prioriteit.
Voor de humanitaire en financiële steun aan de
Palestijnse bevolking verwijs ik naar de reeds
aanzienlijke inspanningen van de Europese Unie
die hierover in het verleden contacten had met
andere donorlanden.
Ik wil nog een bedenking toevoegen. Dat is mijn
politiek, diplomatisch, strategisch standpunt,
mijnheer Willems. Ik ben het niet met u eens op
strategisch vlak, maar ik ben wel tevreden dat er
parlementsleden zijn die zeggen wat u zegt. Dat
helpt mij. Laat mij dus mijn taak doen, want ik
eerbiedig uw taak. U hebt gelijk deze druk op mij
uit te oefenen. Ik ben natuurlijk het slachtoffer van
deze druk. U moet echter begrijpen dat ik niet kan
doen wat u zou willen dat ik doe. Ik kan het niet
doen. Ik mag het nu niet doen. Dat zou tegen de
actie van Solana werken.
Si je vous donne ces explications, ce n'est pas du
tout pour vous dire que vous avez tort de tenir de
tels propos ou que vous, en tant que
parlementaire, vous êtes "maladroit d'exprimer un
jugement honnête" comme disait Fischer il y a
quelque temps. Vous avez raison de le faire. Le
fait que vous le fassiez et que je ne puisse pas
accepter ce que vous me demandez de faire, cela
m'aide dans une certaine mesure.
Nous pouvons avoir une bonne discussion à ce
sujet. Je suis d'accord avec un élément:
malheureusement, je n'ai pas la marge de
manoeuvre nécessaire et ce serait contre-
productif. Mais c'est typiquement le rôle du
parlement. Il est important que le parlement ne
suive pas la même stratégie que le ministre sur ce
plan. Il faut que des voix se fassent entendre pour
exprimer un jugement honnête sur la situation.
Malheureusement, pour ma part, je suis obligé
d'être "utile".
09.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ook ik tracht nuttig
werk te verrichten. Dat helpt, want dat is al
bewezen bij de missie in het Nabije Oosten. U
werd toen door de Israëlische pers geïnterpelleerd
over het feit dat we gevraagd hadden de
ambassadeur terug te roepen. Die vraag werd
overigens door mij gesteld en niet door u.
Ik dank u voor uw laatste bemerking. U zegt dat
mijn werk u helpt en dat is ook de bedoeling. Ik
herinner aan wat ik u vanmorgen nog zei over
Congo. Een minister heeft veel minder
diplomatieke mogelijkheden dan een lid van het
parlement. Daarom is het zinvol dat ook
parlementsleden met dergelijke missies
meereizen. Dat onderschrijf ik dus volkomen.
Tot mijn spijt moet ik echter vaststellen dat de
miserie nog altijd blijft duren. Israël blijft aan alles
en iedereen zijn voeten vegen. Het équidistance
dat we nastreven is een mooi principe, maar met
louter verbaal protest kiest men partij voor de
agressor. Praten helpt namelijk niet. Er moet dus
meer gebeuren. Ik meende die équidistance wel
na te komen door ook uitdrukkelijk te wijzen op de
fouten die ook door Palestijnen worden begaan.
Uiteraard gaat niet alleen Israël in de fout.
09.04 Minister Louis Michel: Mijnheer Willems,
het zou zeker helpen als sommigen zich zouden
uiten tegen de Palestijnen. Nu krijgt men het
gevoel dat wij eenzijdig optreden. Dat helpt niet in
het conflict. De Palestijnen zouden onze
tussenkomst kunnen interpreteren als een steun
aan sommige gewelddaden. Dat is niet de
bedoeling.
09.05 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zou
kort willen onderbreken. Het standpunt van de
heer Verhofstadt zouden we gedeeltelijk wel
kunnen steunen. Wij doen dat echter niet omdat ik
onder de indruk was van uw antwoord op een
vraag die daarnet werd gesteld rond hetzelfde
thema.
Wij moeten het voorzitterschap alle kansen geven.
We willen de ruimte geven om tussen te komen
via de bemiddelende rol die de heer Solana
speelt. Ik heb zelf aan den lijve ervaren dat in
conflictbemiddeling het kleinste signaal al
verkeerd geïnterpreteerd kan worden. Men moet
dus op eieren lopen en bijzonder voorzichtig zijn
met het geven van signalen.
Anderzijds steunen wij wel de initiatieven van
enkele niet-gouvernementele organisaties terzake.
We willen Israël duidelijk maken dat we hun
producten niet willen promoten, maar wel de
producten uit de bezette gebieden. Vanuit
het
parlement en de niet-gouvernementele
organisaties willen we op civiel vlak een duidelijk
signaal geven dat er iets moet veranderen. Er zijn
wel degelijk enkele problemen in de perceptie van
Israël ten opzichte van de Palestijnen.
Ik volg u niet in uw betoog dat de Palestijnen ook
enkele duidelijke signalen moeten krijgen over het
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
onacceptabele van blind geweld.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Ferdy Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy
Willems
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering
1. als directe steun aan het vredesproces, nu
reeds aan de Israëlische regering te melden dat
België, in geval van niet-naleving door Israël van
het recente akkoord tussen Israël en de
Palestijnen, onmiddellijk concrete sancties zal
nemen ten opzichte van Israël door enerzijds op
Europees niveau aan te dringen op de opschorting
van de associatieverdragen en de naleving van de
douaneakkoorden en anderzijds door op Belgisch
niveau de militaire contracten over
wapenaankopen bij dat land op te schorten;
2. bij de Palestijnse Autoriteit te eisen dat een
einde gemaakt wordt aan de haatcampagnes bij
kinderen, het toepassen van folteringen, de
uitvoering van de doodstraf, het ongepast vrijlaten
van misdadigers van gemeenrecht, en dat alle
maatregelen die een halt kunnen toeroepen aan
de escalatie van geweld ten opzichte van
onschuldige burgers genomen worden;
3.
bij de Arabische Liga aan te dringen op
het
nemen van haar verantwoordelijkheid via
humanitaire en financiële steun aan hun
Arabische broeders in Palestina;
4. bij de Europese Unie aan te dringen op het
zenden van waarnemers ten einde de
burgerbevolking in Israël en Palestina de thans
ontbrekende bescherming te bieden."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Ferdy Willems et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement
1. à titre de soutien direct au processus de paix,
de faire savoir dès à présent au gouvernement
israélien qu'en cas de non-respect, par Israël, des
accords récents conclus entre Israël et les
Palestiniens, il prendra immédiatement des
sanctions concrètes à l'encontre d'Israël, en
insistant au niveau européen sur la suspension
des accords d'association et le respect des
accords douaniers, d'une part, et en suspendant,
au niveau belge, les contrats militaires relatifs aux
achats d'armements auprès de ce pays, d'autre
part;
2. d'exiger de l'Autorité palestinienne qu'il soit mis
fin aux campagnes de haine organisées auprès
des enfants, au recours à la torture, à l'application
de la peine de mort, à la libération inconsidérée de
criminels de droit commun et que soient prises
toutes les mesures permettant de mettre un terme
à l'escalade de la violence à l'égard de citoyens
innocents;
3. d'insister auprès de la Ligue arabe pour qu'elle
prenne ses responsabilités en octroyant une aide
humanitaire et financière à ses frères arabes de
Palestine;
4. d'insister auprès de l'Union européenne pour
qu'elle envoie des observateurs afin d'offrir à la
population d'Israël et de Palestine la protection
dont elle est actuellement privée."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion en Josée Lejeune.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Claudine Drion et Josée Lejeune.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
De heer Francis Van den Eynde heeft mij laten
weten dat al zijn vragen worden uitgesteld tot na
het reces.
La question n° 4899 de M. Jacques Lefevre est
retirée.
De vraag nr. 4865 van de heer Ferdy Willems
werd ingetrokken.
De samengevoegde vragen nrs. 4928 en 4906
van de heer Ferdy Willems en mevrouw Leen
Laenens werden ingetrokken.
De vraag nr. 4938 van de heer Ferdy Willems
werd ingetrokken.
10 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vertraging bij het afleveren van reispassen"
(nr. 4936)
10 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre
de l'Intérieur sur "les retards enregistrés dans la
délivrance des passeports" (n° 4936)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Zaken.)
(La réponse sera fournie par le vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères.)
10.01 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de vraag was aanvankelijk, bij
vergissing, aan de minister van Binnenlandse
Zaken gesteld, want ik denk dat ze aan de
minister van Buitenlandse Zaken dient gericht te
zijn.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze
vraag is veertien dagen geleden opgesteld.
Daardoor is de tekst een beetje achterhaald, want
het kabinet van de minister heeft intussen een
aantal mededelingen verspreid. Ik wil mijn vraag
dan ook een beetje aan de actuele situatie
aanpassen.
Heel wat Belgen wachten op dit ogenblik met
ongeduld op de aflevering van hun paspoort. De
geruststellende mededelingen die vanuit het
kabinet zijn gekomen, veroorzaken naar mijn
aanvoelen alleen maar meer ongenoegen en
onrust bij de bevolking. Het schijnt dat de
vertraging het gevolg zou zijn van moeilijkheden
bij het inlezen van de handtekening en de pasfoto.
In de rondzendbrief van 18 juni wijst de minister
de gemeenten op dit probleem en vraagt hen
attent te zijn. Toch is dit systeem al sinds half
maart gewijzigd. Geleidelijk aan kon men
vaststellen dat het niet goed fungeerde. Waarom
werd niet eerder ingegrepen en heeft men
gewacht tot net voorde vakantie, een periode
waarin het hoogconjunctuur is op deze diensten,
om zaken te ondernemen? In de maand mei
werden door een aantal gemeentebesturen die ik
heb gecontacteerd, reeds telefonisch vragen aan
de diensten gericht om een oplossing voor deze
moeilijkheden te verkrijgen.
Wat is de huidige situatie? In het persbericht van
21 juni schrijven uw diensten dat er een vertraging
met 1 dag is voor de dringende procedure en een
vertraging van 6 dagen voor de normale
procedure. Dat is absoluut niet waar. Op dit
ogenblik dienen aanvragers liefst 7 weken te
wachten voordat zij hun paspoort krijgen, terwijl dit
normaal in een periode van 3 weken moet
gebeuren. We spreken dus niet over 6 dagen
vertraging, maar over een ganse maand. Ook die
dringende procedure verloopt niet vlot. Wie zijn
normale aanvraag omzette naar een dringende
aanvraag, heeft alleen maar kunnen bijbetalen,
want hij heeft er geen resultaat mee geboekt.
Intussen hebben de diensten aan de gemeenten
een aantal noodpaspoorten afgeleverd die zij zelf
kunnen invullen. De vraag is alleen of dit niet meer
moeilijkheden zal veroorzaken. Het blijkt dat noch
Japan, noch Rusland deze documenten
aanvaarden. We moeten nog afwachten wat in de
andere landen daarmee zal gebeuren.
Zondag is het 1 juli, mijnheer de minister. Voor
vele mensen begint de vakantieperiode. Ik ben
ervan overtuigd dat op dit ogenblik heel wat
mensen in de grootste zenuwachtigheid verkeren.
Zij hebben dure reizen betaald, maar door een
nalatigheid kunnen zij misschien niet tijdig of
helemaal niet vertrekken. De maatregelen die u
aankondigde in uw rondzendbrief van 18 juni
werken niet. De gemeenten kunnen nauwelijks
contact krijgen met de diensten van groep 4,
Securitas en uw kabinet daar hebben we alle
begrip voor is onmachtig.
Daarom wil ik toch een paar concrete vragen
stellen.
Hoe groot is de achterstand landelijk gezien?
Hoeveel mensen wachten momenteel op de
aflevering van hun paspoort? Waarom spreken uw
diensten over een vertraging van 6 dagen terwijl
het in werkelijkheid over 4 weken gaat? Waarom
schakelde men half maart over op een nieuw
systeem van inlezen van handtekeningen en foto's
als dit systeem, zoals thans blijkt, niet
functioneert? Waarom heeft men zo lang gewacht
om in te grijpen terwijl er reeds begin mei signalen
kwamen naar het ministerie en naar de firma in
kwestie?
Het komt ook een beetje vreemd over dat u in uw
persbericht van 21 juni alle tussenkomsten bij de
gemeentebesturen legt, terwijl deze in feite met de
moeilijkheden geconfronteerd worden en met
soms erg emotionele cliënten aan de loketten
staan. Hoe zal schadevergoeding worden
toegekend aan de mensen die tijdig hun paspoort
hebben aangevraagd, maar dit niet ontvingen?
10.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, in antwoord op de vraag van het
achtbaar lid inzake de vertraging bij het afleveren
van paspoorten, kan ik bevestigen dat deze
vertraging voor het ganse land geldt en thans 6
dagen bedraagt voor de gewone aanvragen en 1
dag voor de spoedaanvragen. Behoudens
onvoorziene omstandigheden, zou deze
achterstand tegen begin volgende maand moeten
ingehaald zijn. Met de firma's die verantwoordelijk
zijn voor de vertraging werden een aantal
afspraken gemaakt om deze reisdocumenten tijdig
te kunnen bezorgen. De gemeenten worden erop
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
gewezen dat zij zelf nauwgezette instructies
dienen op te volgen om vertragingen in het
productieproces te vermijden. Als de firma die de
paspoorten aanmaakt een document niet tijdig
bezorgt, dan ontvangt de aanvrager gratis een
voorlopig paspoort. Indien desondanks iemand
schade lijdt of heeft geleden, zullen de klachten
terzake aan de betrokken firma's worden
overgemaakt. Daar niet het ministerie van
Buitenlandse Zaken maar wel de gemeenten de
gewone paspoorten leveren, zijn deze laatste het
best geplaatst om haperingen aan het systeem te
melden. De gemeenten hebben mijn diensten van
het huidige probleem op de hoogte gebracht. Alle
gemeenten die een beroep deden op mijn
departement werden uit de nood geholpen, hetzij
door tussenkomst bij de betrokken firma, hetzij
door een voorlopig paspoort af te leveren. Op mijn
departement werden hiervoor extra krachten
ingezet om de talloze oproepen in verband met dit
probleem te beantwoorden. Tevens werd er naar
alle gemeenten een nieuwe omzendbrief
gestuurd. Bij Groep 4 Securitas werden
bijkomende telefoonlijnen geopend.
10.03 Marcel Hendrickx (CVP): Ik heb bij 4
gemeentebesturen geïnformeerd naar het verloop
en men spreekt van een wachttijd van 7 weken
daar waar deze normaal slechts 3 weken
bedraagt. Er is dus in dit geval een vertraging van
4 weken.
10.04 Minister Louis Michel: Ik zal nogmaals
aandringen en zeggen dat u beweert dat de
vertraging meer dan 6 dagen bedraagt. Ik zal u de
andere bepalingen geven.
Voor mij is dit ook zeer vervelend. Ik kan alleen
maar de vraag aan het bevoegde departement
stellen. Misschien zouden wij eens een debat
kunnen lanceren over de opportuniteit om zulke
diensten aan privébedrijven over te laten. Ik heb
daar principiële problemen mee. Dit bestond zelfs
vroeger niet. Ik wist niet dat voor het aantreden
van de liberalen in de huidige regering alles zo
geprivatiseerd was. Het is als het ware
strategische consolidatie.
De voorzitter: Mijnheer de minister, wie heeft dit
dan wel geprivatiseerd?
10.05 Minister Louis Michel: Ik denk minister Di
Rupo.
10.06 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
minister, ik zou u toch willen verzoeken terug met
uw diensten contact op te nemen alsook met de
mensen die op hun paspoort zitten te wachten.
10.07 Minister Louis Michel: Zij krijgen een
voorlopig document.
10.08 Marcel Hendrickx (CVP): In Rusland en in
Japan wordt dit document niet aanvaard. Hebt u
trouwens deze documenten reeds gezien,
mijnheer de minister? Die documenten lijken niet
op een paspoort.
10.09 Minister Louis Michel: Gelukkig maar!
10.10 Marcel Hendrickx (CVP): De mensen
moeten er wel mee op reis gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Question de Mme Martine Dardenne au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'importation éventuelle
d'uranium appauvri en Belgique et la fabrication
d'armes à uranium appauvri destinées à
l'exportation" (n° 4902)
11 Vraag van mevrouw Martine Dardenne aan
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de mogelijke invoer
van verarmd uranium in België en de productie
van wapens met verarmd uranium die bestemd
zijn voor de uitvoer" (nr. 4902)
11.01 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le vice-premier
ministre, j'ai appris que l'entreprise MECAR
s'intéresse au site des anciennes Poudreries
Réunies de Belgique situé à Matagne la Grande
afin d'y transférer son champ de tir. Ce dernier est
actuellement situé à Marche mais le contrat
souscrit par MECAR arrive à échéance début
juillet.
Il s'agirait d'expérimenter une série de munitions,
notamment des obus antichars de 105. Or on sait
que ceux-ci, en tout cas aux Etats-Unis, sont
souvent munis de perforateurs à uranium
appauvri.
Mon inquiétude vient du fait que la société
MECAR est pour partie sous contrôle d'un holding
américain, fabricant d'armes lui aussi, et qu'elle
exporte 90% des munitions qu'elle fabrique,
notamment vers les Etats-Unis.
Il semble certes que la Belgique c'est en tout
cas ce que vous m'avez dit ne fabrique pas de
munition à uranium appauvri. Toutefois, j'aimerais,
monsieur le vice-premier ministre, que vous
répondiez aux questions suivantes:
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
- Des importations de ce matériau existent-elles
notamment vers la Belgique en provenance des
Etats-Unis ?
- Si oui, dans quelle quantité et pour quel usage?
- La société MECAR importe-t-elle ce type de
matériau?
11.02 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, madame Dardenne, la société MECAR
ne produit pas de munitions à uranium appauvri.
En fait, aucune société belge de fabrication de
munitions n'utilise l'uranium appauvri pour durcir
ses obus. Comme je l'ai déjà dit, la Belgique a
toujours utilisé le tungstène. A ma connaissance, il
n'est donc pas question d'importation de ce
matériel pour les fabrications en Belgique. De
plus, la société MECAR n'importe pas de telles
munitions puisque c'est un exportateur.
Le centre de tir de cette société, situé
actuellement à Marche, a fait l'objet d'un carottage
de vérification au début de l'année qui s'est avéré
entièrement négatif en ce qui concerne la
présence d'uranium appauvri.
Enfin, le gouvernement belge ayant décidé d'un
moratoire sur l'utilisation de ces munitions par ses
forces armées, il n'est pas envisageable de
procéder dans le même temps à des
expérimentations de cet ordre.
11.03 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, je tiens à remercier M. le
vice-premier ministre pour sa réponse "rapide"...
11.04 Louis Michel, ministre: ... et convaincue,
madame Dardenne!
11.05 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
J'espère bien que je pourrai vous rencontrer à ce
sujet.
Monsieur le ministre, je voudrais simplement vous
faire remarquer que je n'ai pas dit que la société
MECAR importe mais qu'elle exporte 90% de sa
production vers les Etats-Unis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
ratificatie door België van de IAO conventie nr.
169" (nr. 4930)
12 Question de M. Ferdy Willems au ministre
des Affaires étrangères sur "la ratification par la
Belgique de la Conventon n° 169 de l'OIT"
(n° 4930)
12.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik zou toch willen onderstrepen dat dit
een samengaan is van een aantal vragen die over
weken gespreid zijn. Ik zal deze vraag zeer kort
houden. Als democratisch Vlaams-nationalist ben
ik altijd al geïnteresseerd geweest in inheemse
volkeren. Culturele verscheidenheid is voor ons
een rijkdom. Het Westen heeft reeds voldoende
menselijk leed berokkend bij die inheemse
volkeren. 1994 tot 2004 is het decennium van de
inheemse volkeren. Reden te over om erop aan te
dringen. Ik bespaar u de lange lijst van mensen
die u werd bezorgd die hier reeds over
geïnterpelleerd hebben. In september 1999 heb ik
zelf een vraag gesteld. Op 2 mei 2000 heeft
mevrouw Laenens eenzelfde vraag gesteld. Ik
verneem dat zij daarover ook een schriftelijke
vraag heeft gesteld onlangs. Ik stel ook vast dat
men ons telkens antwoordt, van in 1996 al, dat
men er zeer binnenkort wat aan zal doen. Een jaar
geleden op 2 mei antwoordde de minister op een
vraag van mevrouw Laenens: "Mijn collega en ik
leggen de laatste hand aan de begeleidende tekst
van deze conventie. Deze tekst zal de komende
weken naar de voorzitters van beide kamers
worden verstuurd."
Na meer dan één jaar na de laatste vraag, volgt
de volgende: Waarom werd nog steeds niet de
bewuste conventie en de begeleidende tekst aan
de beide kamers voorgelegd?. Beter laat dan
nooit. Laten wij dat nu eindelijk in orde brengen.
12.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, via een schrijven van 14 september
2000 van vice-eerste minister Onkelinx en
minister van Werkgelegenheid heeft de regering
de overeenkomst 169 van de internationale
arbeidsorganisatie aan Belgische Parlement
voorgelegd. De inhoud van de overeenkomst is u
dus bekend.
Wat de ratificatie van de overeenkomst betreft,
wachtte de regering alvorens zich over het
vraagstuk uit te spreken op nadere opheldering
over de vraag of de overeenkomst al dan niet
betrekking had op zigeunervolkeren en of ze dus
al dan niet van toepassing was op België. De
dienst Normen van het Internationaal
Arbeidsbureau werd gevraagd zich over het
onderwerp te buigen en maakte in maart 2001 zijn
advies over aan de raad van bestuur van het
bureau. Dat advies neigde ertoe de zigeuners als
een inheemse bevolkingsgroep te beschouwen.
Die overeenkomst zou dus op België kunnen
worden toegepast en met name op de
gemeenschappen. Alvorens de overeenkomst te
CRIV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
ratificeren moet de regering dan ook nagaan
welke gevolgen die ratificatie voor België zou
kunnen hebben en moet ze het advies ten gronde
onderzoeken.
12.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, met vreugde hoor ik u spreken over de
zigeuners die inderdaad, de recente actualiteit
bewijst het, meer dan een reden tot klagen
hebben. Ik blijf dus aandringen op spoed en ik zou
willen vragen, mijnheer de minister, dat ook u uw
invloed aanwendt om dit dossier eindelijk tot een
passende oplossing te brengen.
Ik heb nog een kleine vraag, mijnheer de minister.
Zal die conventie 169 binnenkort worden
geratificeerd? Zal dit nog dit jaar gebeuren? Wat
is de timing?
12.04 Minister Louis Michel: Dit jaar nog.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Question de M. Jacques Simonet au ministre
des Affaires étrangères sur "la position
défendue par la Belgique à la Conférence sur
les armes légères qui se tiendra à New York du
9 au 20 juillet 2001" (n° 5018)
13 Vraag van de heer Jacques Simonet aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
standpunt dat België zal verdedigen tijdens de
Conferentie over de lichte wapens die van 9 tot
20 juli 2001 in New York plaatsvindt" (nr. 5018)
13.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je souhaite interroger
brièvement le vice-premier ministre sur la position
que défendra notre gouvernement à la conférence
sur les armes légères qui se tiendra à New York
du 9 au 20 juillet prochain.
Les armes légères sont les moyens militaires les
plus utilisés dans de nombreux conflits
contemporains, en particulier dans les luttes
internes qui opposent des milices insurgées aux
forces gouvernementales. Ce qui nous semble
plus grave, ces armes sont employées dans des
conflits dont les victimes appartiennent surtout à la
population civile, conflits marqués par des actes
de violence généralement commis en violation du
droit humanitaire international. Force est de
constater que le climat d'insécurité perdure très
souvent lorsque les accords de paix conclus in
fine ne contiennent pas de mesures visant à
désarmer les belligérants. Le ministre est en
contact régulier avec Xavier Solana et nous
constatons l'importance de cette question dans un
pays comme la Macédoine. Comme nous en
avons parlé ce matin, nous percevons les
difficultés que la communauté internationale
risque de rencontrer lorsqu'il s'agira de mettre en
oeuvre la réconciliation nationale au Congo et
d'essayer de rétablir la paix dans la région des
Grands Lacs.
L'assemblée générale de l'ONU, de nombreux
groupes d'experts, des centres d'étude
internationaux réputés et des ONG se sont
penchés sur cette question. La collecte et la
destruction des armes légères à la fin d'un conflit,
le renforcement des mesures contre les trafics
illicites, la coordination des informations et
l'assurance d'une meilleure transparence des
capacités de production et de vente d'armes
légères à un niveau régional, le renforcement des
législations nationales sur les exportations
d'armes et sur la possession d'armes par les
civils, la problématique des munitions, les
questions liées à la traçabilité ou au marquage
des armes, le problème du courtage international
des armes et de leur transport, tous ces thèmes
seront inscrits à l'agenda des discussions qui
débuteront à New York dans quelques jours.
Monsieur le vice-premier ministre, au-delà de la
présentation que vous ferez des objectifs du
gouvernement belge à cette conférence, je
voudrais vous poser trois questions précises.
D'abord, est-il prévu et, le cas échéant, selon
quelles modalités, d'associer les industries
d'armement à cette conférence? Quels sont les
moyens de pression aujourd'hui à la disposition de
la communauté internationale et des Etats pour
imposer à ces entreprises des décisions qui
pourraient être prises à New York?
Ensuite, nous connaissons le caractère parfois
incantatoire de ces conférences internationales.
Au-delà des déclarations d'intention, la conférence
sera-t-elle en mesure de décider des instruments
de mise en oeuvre de ses recommandations, des
mécanismes de contrôle et de sanction et des
procédures adaptées de suivi?
Enfin, nous avons beaucoup parlé, ce matin,
monsieur le ministre, de la problématique de la
région des Grands Lacs. Vous avez certainement
à coeur nous en avons encore eu le témoignage
ce matin de jouer un rôle décisif dans le
processus de pacification de cette région.
Comment intégrer cette dimension de lutte contre
la prolifération des armes légères dans la région
des Grands Lacs, en gardant à l'esprit la
nécessité de pacifier cette zone du monde qui a
27/06/2001
CRIV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
réellement besoin d'une intervention
internationale?
13.02 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, vous pouvez imaginer
à quel point je suis heureux de cette question très
pertinente et particulièrement importante de M.
Simonet. Il s'agit d'une priorité que nous devons
absolument traiter.
Pour la première fois, une conférence se réunit au
niveau mondial pour traiter des armes légères et
de petits calibres. L'objectif de la conférence est,
comme vous le savez, d'adopter un plan d'action
politiquement contraignant, comportant des
mesures à prendre au niveau national, au niveau
régional, et des mesures globales pour lutter
contre le commerce illicite dans tous ses aspects.
Dans ces matières qui portent sur la souveraineté
nationale, il faut savoir que la négociation sera
difficile. Il faut aussi se rappeler que l'adoption du
plan d'action se fera au consensus, ce qui n'est
pas évident. Lors de la préparation de cette
conférence, l'Union européenne a été le seul
groupe d'Etats à présenter un plan d'action global.
En outre, elle a acquis une particulière visibilité
lors des comités préparatoires à la conférence, en
s'exprimant d'une seule voix, celle de la
présidence en exercice, pour exprimer ses
positions.
J'en viens à vos questions plus particulières. Pour
l'Union européenne, soutenue par d'autres
délégations, notamment les pays associés, le
Canada, la Suisse, les Etats-Unis, la lutte contre le
trafic illicite commence évidemment par un
meilleur contrôle des exportations licites. Elle
préconise donc le renforcement des cadres
législatifs et réglementaires nationaux pour les
procédures d'exportation d'armes et l'adoption de
critères d'exportation. Elle plaide également pour
l'adoption de codes de conduite et de moratoires
régionaux volontaires et de mesures relatives à la
coopération entre les autorités compétentes,
notamment en vue d'échanger des informations
pertinentes au niveau régional pour lutter contre
ce trafic. C'est par l'instauration de telles mesures
que les industries d'armement et les
intermédiaires pourront être contrôlés et mis dans
l'impossibilité d'exporter vers des destinations
indésirables.
Deuxième question: l'objectif de la conférence est
d'adopter un plan d'action politiquement
contraignant pour lutter contre le commerce illicite
dans tous ses aspects. Il va donc au-delà des
déclarations d'intention mais ne prévoit
malheureusement pas de sanctions. Ce serait
évidemment difficile, vu les grandes différences
de statuts et de capacités existant actuellement
entre les Etats.
Un compromis devrait sans doute être possible
pour l'organisation d'une conférence de révision
en 2006 et pour la mise en place d'un mécanisme
de suivi entre les deux conférences.
Troisième question: le plan comporte des
mesures à prendre au niveau national, régional et
global, dans les régions particulièrement touchées
et dans les zones de post-conflit et vise aussi la
démobilisation des ex-combattants et leur
réintégration dans la vie civile, ainsi que la collecte
et la destruction des armes illégales.
Des mesures de coopération et d'assistance sont
également prévues en ce qui concerne le
"capacity building", la gestion des stocks, la
formation et le soutien à des programmes dans
des situations de post-conflit en coopération avec
la société civile.
La Belgique soutiendra les initiatives en Afrique
centrale et dans la région des Grands Lacs,
comme vous pouvez vous en douter.
13.03 Jacques Simonet (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je voudrais indiquer au
ministre que j'ai foi en sa capacité à faire aboutir
par consensus le plan d'action international en
matière de lutte contre le commerce illicite
d'armes légères et en matière de lutte contre leur
prolifération. Nous avons pu apprécier ce matin,
en commissions réunies Chambre et Sénat, sa
capacité à faire aboutir en consensus, même avec
un "zwaar gewicht" comme le secrétaire d'Etat
Boutmans, le plan d'action belge au Congo.
13.04 Louis Michel, ministre: Monsieur Simonet,
je vous remercie beaucoup de votre confiance.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
18.51 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 18.51 uur.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 516
CRABV 50 COM 516
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
27-06-2001 27-06-2001
14:47 uur
14:47 heures
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mensenhandel" (nr. 806)
1
Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la traite des êtres humains"
(n° 806)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Moties
3
Motions
3
Sprekers: Guido Tastenhoye
Orateurs: Guido Tastenhoye
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de betrokkenheid van de Belgische
regering bij de verdediging van de grondrechten
ten aanzien van de ASEAN" (nr. 4765)
4
Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier
ministre et ministre Affaires étrangères sur "le
degré d'implication du gouvernement belge dans
la défense des droits fondamentaux vis-à-vis de
l'ASEAN" (n° 4765)
4
Sprekers: Muriel Gerkens, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Muriel Gerkens, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de minister
van Buitenlandse Zaken over "de mogelijke
opschorting van de aankoop van UAV-toestellen
in Israël" (nr. 4769)
6
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre des
Affaires étrangères sur "l'éventuelle suspension
de l'achat d'avions UAV à Israël" (n° 4769)
6
Sprekers: Peter Vanhoutte, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanhoutte, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de kindsoldaten" (nr. 4797)
8
Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les enfants-soldats" (n° 4797)
8
Sprekers: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vragen van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de ontwikkelingshulp in Zimbabwe"
(nr. 4798) en over "de toestand in Zimbabwe" (nr
4799)
9
Questions de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'aide au développement au Zimbabwe" (n° 4798)
et "la situation au Zimbabwe" (n° 4799)
9
Sprekers: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische steun aan de UNDCP"
(nr. 4833)
10
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'aide apportée par la Belgique au UNDCP"
(n° 4833)
10
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde mondelinge vragen van
11
Questions orales jointes de
11
- mevrouw Magda De Meyer tot de minister van
Buitenlandse Zaken over "de toestand op de Fiji-
eilanden" (nr. 4962)
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
étrangères sur "la situation dans les îles Fidji"
(n° 4962)
- de heer Ludo Van Campenhout tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
- M. Ludo Van Campenhout au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Zaken over "de komende verkiezingen op Fiji"
(nr. 4972)
"les prochaines élections dans les îles Fidji"
(n° 4972)
Sprekers: Magda De Meyer, Ludo Van
Campenhout, Louis Michel, vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Magda De Meyer, Ludo Van
Campenhout, Louis Michel, vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische ambassade in Congo-
Brazzaville" (nr. 4835)
12
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'ambassade de Belgique au Congo-Brazzaville"
(n° 4835)
12
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de houding van België tegenover
Israël" (nr. 811)
14
Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attitude de la Belgique à l'égard
d'Israël" (n° 811)
14
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken , Peter Vanhoutte
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères , Peter Vanhoutte
Moties
16
Motions
16
Vraag van de heer Marcel Hendrickx tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vertraging bij het afleveren van reispassen"
(nr. 4936)
17
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
l'Intérieur sur "les retards enregistrés dans la
délivrance des passeports" (n° 4936)
17
Sprekers: Marcel Hendrickx, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Marcel Hendrickx, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Martine Dardenne tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mogelijke invoer van verarmd
uranium in België en de productie van wapens
met verarmd uranium die bestemd zijn voor de
uitvoer" (nr. 4902)
19
Question de Mme Martine Dardenne au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'importation éventuelle d'uranium
appauvri en Belgique et la fabrication d'armes à
uranium appauvri destinées à l'exportation"
(n° 4902)
19
Sprekers: Martine Dardenne, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Martine Dardenne, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems tot de minister
van Buitenlandse Zaken over "de ratificatie door
België van de IAO conventie nr. 169" (nr. 4930)
20
Question de M. Ferdy Willems au ministre des
Affaires étrangères sur "la ratification par la
Belgique de la Conventon n° 169 de l'OIT"
(n° 4930)
20
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Jacques Simonet tot de
minister van Buitenlandse Zaken over "het
standpunt dat België zal verdedigen tijdens de
Conferentie over de lichte wapens die van 9 tot 20
juli 2001 in New York plaatsvindt" (nr. 5018)
21
Question de M. Jacques Simonet au ministre des
Affaires étrangères sur "la position défendue par
la Belgique à la Conférence sur les armes légères
qui se tiendra à New York du 9 au 20 juillet 2001"
(n° 5018)
21
Sprekers: Jacques Simonet, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Jacques Simonet, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
27
JUNI
2001
14:47 uur
______
du
MERCREDI
27
JUIN
2001
14:47 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.25 uur door
de heer Pierre Chevalier, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.25 heures par M. Pierre
Chevalier, président.
01 Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mensenhandel" (nr. 806)
01 Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la traite des êtres humains"
(n° 806)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): De problematiek
van de mensenhandel gaat me al lang ter harte.
Onlangs werd mijn motie van aanbeveling daarover
goedgekeurd in de Kamer.
De problematiek gaat veel verder dan prostitutie en
illegale arbeid en betreft onder meer ook
organenhandel, pedofilie en de invoer van
bedelbendes. Er zijn enorme winsten mee gemoeid.
België blijkt een draaischijf voor de handel in allerlei
documenten.
Waarom wijst de minister de oprichting van een
onderzoekscommissie op emotionele wijze af, zoals
blijkt uit persberichten? Het voorstel daartoe werd in
de Senaat verworpen. De minister van Buitenlandse
Zaken wees erop dat niet enkel Buitenlandse Zaken
de kop van jut kan zijn, dat het slechts vijf
ambassades betreft, dat een internationaal
onderzoek loopt en dat het niet gepast is dit dossier
te behandelen tijdens het EU-voorzitterschap. Het
Europees voorzitterschap is precies een goede
gelegenheid om het probleem onder de aandacht
van de wereld te brengen. Waarom wil de minister
die commissie niet? Uit welke periode dateren de
betwiste dossiers? Welke ambassades zijn erbij
betrokken? In Marokko worden 88 procent van de
visa verleend ondanks een negatief advies. Schaadt
deze zaak ons imago niet? Heeft de minister hier
een regeringszaak van gemaakt? Wat doet hij met
de prerogatieven van het Parlement? Waarom stelt
het ministerie zich geen burgerlijke partij?
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Le problème de la
traite des êtres humains me préoccupe depuis
longtemps. Ma motion de recommandation y
afférente a récemment été adoptée à la Chambre.
Le problème ne se limite pas à la prostitution et au
travail clandestin, mais englobe également le trafic
d'organes, la pédophilie et la constitution de bandes
de mendiants. Les enjeux financiers sont énormes.
La Belgique est une plaque tournante pour le trafic
de documents de toutes sortes.
Pourquoi le ministre rejette-t-il la création d'une
commission d'enquête en réagissant aussi
émotionnellement, ainsi qu' il ressort des
communiqués de presse ? La proposition déposée
à cet effet a été rejetée au Sénat. Le ministre
précise que le Ministère des Affaires étrangères ne
peut servir de bouc émissaire, que cinq
ambassades seulement sont concernées, qu'une
enquête internationale est en cours et qu'il n'est pas
opportun de traiter ce dossier durant la présidence
de l'Union européenne. Il faut précisément mettre
celle-ci à profit pour attirer l'attention sur le
problème. Pour quelles raisons le ministre refuse-t-il
la création d'une commission d'enquête ? A quelle
période remontent les dossiers litigieux ? Quelles
ambassades sont concernées ? Au Maroc, 88 pour
cent des visas sont accordés malgré un avis
négatif. Ces faits n'entachent-ils pas la réputation
de notre pays
? Le ministre a-t-il saisi le
gouvernement ? Que fait-il des prérogatives du
Parlement ? Pourquoi le Ministère ne se constitue-t-
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
il pas partie civile ?
01.02 Minister Louis Michel (Nederlands): Ik ben
niet principieel tegen een onderzoekscommissie,
maar ze moet nut hebben. Het dossier van de
trafiek van visa in de Belgische ambassade te Sofia
wordt door het gerecht onderzocht. Er is nog geen
enkele inbeschuldigingstelling gebeurd. Een
onderzoekscommissie kan niet meer informatie
aanbrengen dan het gerechtelijk onderzoek. Op dit
moment geldt het principe van het vermoeden van
onschuld. Ik geloof ook niet dat een maffieus
complot het departement geïnfiltreerd heeft. Het
dossier wordt sinds december 1996 al door het
gerecht onderzocht.
Zogenaamde pluridisciplinaire visa-zendingen
bezoeken sinds 1997 de risico-posten, tegen een
ritme van drie bezoeken per jaar. Zij bespreken
daar de visa-procedures, informeren en
sensibiliseren met het oog op de verbetering van de
aflevering van visa en de samenwerking in de strijd
tegen illegale immigratie en mensenhandel. Deze
zendingen werden reeds ondernomen naar Dakar,
Lagos, Amman, Bejing, Bangkok, Kinshasa,
Istanboel, Ankara en Moskou.
De oprichting van een onderzoekscommissie kan
ook de zaak mediatiseren en het Belgische imago
schade toebrengen tijdens ons voorzitterschap. De
oprichting van een dergelijke commissie valt
ontegensprekelijk onder de bevoegdheid van het
Parlement.
Het lopende gerechtelijke onderzoek en de
resultaten van de rogatoire commissie in Sofia
zullen het mogelijk maken om de eventuele schuld
te bewijzen en het departement zich burgerlijke
partij te laten stellen.
01.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Je
ne suis pas opposé par principe à la création d'une
Commission d'enquête. Le dossier relatif à un trafic
de visas à l'ambassade de Belgique à Sofia est à
l'instruction auprès des autorités judiciaires depuis
décembre 1996. Aucune inculpation n'est encore
intervenue dans cette affaire. Une Commission
d'enquête ne pourra pas apporter plus de précisions
que l'enquête judiciaire en cours. Pour l'instant, le
respect du principe de la présomption d'innocence
prévaut. Je ne crois pas à l'existence d'un important
complot mafieux qui aurait conduit à l'infiltration de
l'ensemble des services du Parlement. La justice
examine déjà ce dossier depuis décembre 1996.
Des missions pluridisciplinaires visitent des postes
dits `à risques' depuis 1997, à un rythme d'environ
trois par an. Ils sont chargés d'examiner, avec les
postes concernés, les procédures de délivrance des
visas, de fournir des informations complémentaires
et de sensibiliser, dans l'optique d'une amélioration
de la délivrance de visas et de la coopération entre
services dans la lutte contre l'immigration illégale et
la traite des êtres humains. De telles missions ont
déjà été effectuées à Dakar, Lagos, Amman, Pékin,
Bangkok, Kinshasa, Istamboul, Ankara et Moscou.
La création d'une commission d'enquête risque
également de médiatiser l'affaire et de porter
atteinte à l'image de la Belgique durant sa
présidence . Elle relève indiscutablement des
compétences du Parlement.
L'enquête en cours et les résultas de la commission
rogatoire à Sofia devront permettre d'établir
l'existence éventuelle d'indices de culpabilité et de
se prononcer sur l'opportunité pour le département
de se constituer partie civile.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Het klopt dat er
geen inbeschuldigingstelling is. Dat is precies het
toppunt in dit dossier. Ook de justitie gaat hier in de
fout. Ik beschuldig Buitenlandse Zaken niet van een
maffieus complot.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Il n'y a, en effet,
pas d'inculpation. Voilà qui constitue précisément le
comble dans ce dossier dans lequel la justice se
rend également coupable de manquements. Je
n'accuse nullement le département des Affaires
étrangères d'avoir fomenté un complot maffieux.
01.04 Minister Louis Michel (Nederlands):
Dergelijke uitspraken vielen tijdens de bijeenkomst
van de commissie.
01.04 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
Des propos en ce sens ont pourtant été tenus au
cours de la réunion de la commission.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Het EU-
voorzitterschap is een goed moment om
internationale aandacht te krijgen voor deze
problematiek. Door dit dossier af te houden, lokt de
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): La présidence
européenne constitue un moment opportun pour
focaliser l'attention de la communauté internationale
sur ce problème. En refusant de donner des
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
minister de kritiek uit dat hij geen pottenkijkers
duldt. Ik begrijp zijn uitleg over de burgerlijke-
partijstelling niet.
précisions à propos de ce dossier, le ministre
alimente les critiques selon lesquelles il ne tolère
pas les curieux. Je ne comprends pas ses
explications à propos de la constitution de partie
civile.
01.06 Minister Louis Michel (Nederlands): De
onderzoeksrechters werden vervangen op vraag
van de aanklaagster, mevrouw Coenen, die met
Justitie niets te maken heeft.
01.06 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
Les juges d'instruction ont été remplacés à la
demande de la plaignante, Mme Coenen
(Frans) Mevrouw Coenen is de klaagster. Zij heeft
de onpartijdigheid van de rechter betwist, zodanig
dat de minister van Justitie een tergend en
roekeloos geding zal instellen.
(En français) : C'est Mme Coenen qui est la
plaignante et qui a contesté la neutralité du juge à
tel point que le ministre de la Justice va entamer
une procédure pour action téméraire et vexatoire.
(Nederlands) Ik ben bereid alle informatie te geven,
maar laat het gerecht zijn werk doen. Volgens mij
wordt het werk van het gerecht doorkruist door een
onderzoekscommissie. Ik besef dat ik met u van
mening verschil.
(En néerlandais) Je suis disposé à fournir toutes les
informations, mais il faut que la justice puisse faire
son travail. A mes yeux, une commission d'enquête
entrave le travail de la justice, mais je me rends
bien compte que nous ne sommes pas du même
avis à ce sujet.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Als een
gerechtelijk onderzoek niet opschiet kan een
onderzoekscommissie meer klaarheid scheppen.
01.07 Ferdy Willems (VU&ID): Si l'enquête
judiciaire n'avance pas, une commission d'enquête
peut aider à faire la lumière sur l'affaire.
01.08 Minister Louis Michel (Nederlands): Het
gaat om geruchten die grotendeels onwaar zijn. Ik
mag daarop geen beslissingen baseren.
01.08 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Il
s'agit de rumeurs, qui sont en grande partie
infondées. Je ne peux pas me baser sur cela pour
prendre des décisions.
Moties
Motions
Tot besluit van deze interpellatie werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy Willems
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering:
1.
om in het kader van het Belgische EU-
voorzitterschap met de overige EU-lidstaten tot een
gemeenschappelijke doorzichtige en controleerbare
regeling te komen met betrekking tot de uitreiking
van visa;
2. alles in het werk te stellen om op Europees vlak
de strijd tegen de mensenhandel krachtdadig aan te
pakken en als een topprioriteit te beschouwen."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Guido Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement:
1. de convenir avec les autres Etats membres de
l'UE, dans le cadre de la présidence belge de l'UE,
d'une réglementation commune transparente et
pouvant être contrôlée, en matière l'octroi de
délivrance de visas;
2.
de tout mettre en oeuvre pour combattre
résolument à l'échelle européenne la traite des
êtres humains et considérer cette matière comme
une absolue priorité."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Ferdy Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy Willems
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Ferdy Willems et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering om zich burgerlijke partij te
stellen in de terzake lopende gerechtelijke
procedures."
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement de se constituer partie
civile dans les procédures judiciaires en cours en
cette matière."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion, Josée Lejeune en de heer
Pierre Chevalier.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Claudine Drion, Josée Lejeune et M. Pierre
Chevalier.
Over de moties zal later worden gestemd.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
De voorzitter: De heer Tastenhoye spreekt in zijn
motie over de zwendel met visa in Belgische
ambassades. Ik ken onze ambassades en
diplomaten beter. Dit is een schande! Zo'n uitspraak
ligt volledig in de rexistische en neo-nazistische
traditie. Ik sta erop dat de heer Tastenhoye zijn
motie aanpast.
Le président: Dans sa motion, M. Tastenhoye parle
d'un trafic de visas dans les ambassades belges. Je
connais bien nos ambassades et nos diplomates.
Ceci est un véritable scandale ! Une telle
déclaration s'inscrit totalement dans la ligne de la
tradition rexiste et néo-nazie. J'insiste pour que M.
Tastenhoye adapte le texte de sa motion.
01.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
voorzitter valt uit zijn rol. Hij geeft een interpretatie
aan mijn tekst die ik helemaal niet heb bedoeld.
De voorzitter: U dient uw tekst aan te passen. Hij
bevat geen enkele nuancering.
Guido Tastenhoye : Ik ben daartoe bereid.
De bespreking is gesloten.
01.09 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le
président outrepasse ses compétences.
L'interprétation qu'il fait de mon texte diffère
totalement de ce que j'ai voulu dire.
Le président: Veuillez adapter votre texte. Il n'est
absolument pas nuancé.
Guido Tastenhoye: Je suis disposée à le faire.
La discussion est clos.
02 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de betrokkenheid van de Belgische
regering bij de verdediging van de grondrechten
ten aanzien van de ASEAN" (nr. 4765)
02 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-
premier ministre et ministre Affaires étrangères
sur "le degré d'implication du gouvernement
belge dans la défense des droits fondamentaux
vis-à-vis de l'ASEAN" (n° 4765)
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): De
ASEAN heeft gereageerd op het Belgisch
wetsontwerp betreffende de bevordering van een
sociaal verantwoorde productie en heeft ons land
ervan beschuldigd eenzijdig voorwaarden met
betrekking tot ingevoerde producten op te leggen,
wat volgens haar ingaat tegen de regels van de
wereldhandel en de economische ontwikkeling en
deelname van de ontwikkelingslanden aan de
internationale handel belemmert.
Men kan begrip opbrengen voor de beroering die in
die landen, waaronder Myanmar, is ontstaan,
aangezien zij de rechten van de werknemers op
grote schaal schenden.
Op grond van twee elementen zou ik bepaalde
garanties willen verkrijgen. Vooreerst is de
hervatting van de onderhandelingen tussen de
ASEAN en de EU, ondanks het ASEAN-
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
L'ASEAN a réagi au projet de loi belge relatif à la
promotion d'une production socialement
responsable en accusant notre pays d'instaurer
unilatéralement des conditions relatives aux seuls
produits importés ce qui, à son estime, va à
l'encontre des règles mondiales du commerce et
entravera le développement économique et la
participation des pays en voie de développement au
commerce international.
On peut comprendre l'émoi de ces pays, dont la
Birmanie, puisqu'ils se distinguent par un
bafouement quasi généralisé du respect des droits
des travailleurs.
Je souhaiterais obtenir certaines assurances sur
base de deux éléments. Tout d'abord, la reprise des
négociations entre l'ASEAN et l'Union européenne,
malgré l'inclusion de la Birmanie dans l'ASEAN, est
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
lidmaatschap van Myanmar, ingegeven door het
streven om gebruik te maken van de druk van de
overige leden van de ASEAN op Myanmar om naar
een democratischer staatsbestel te evolueren. Ik
geloof niet erg in de doeltreffendheid van die
demarche.
Voorts heeft Myanmar naar de conferentie van de
armste landen te Brussel een van zijn ministers
afgevaardigd die op de zwarte lijst staan. Hier rijst
de vraag naar de geloofwaardigheid van de EU
afgezien van het feit dat haar leden niet in staat zijn
haar beslissingen te doen respecteren en van
België als toekomstig EU-voorzitter.
Op de conferentie van de armste landen had de
vertegenwoordiger van Myanmar tot taak de spot te
drijven met de democratische Staten en
organisaties die regels uitvaardigen, maar niet in
staat zijn die te doen respecteren.
Hoe zal ons land reageren op de onmacht om de
aangegane verbintenissen te respecteren en te
doen toepassen, op de stilzwijgende erkenning die
voortvloeit uit de legitimiteit van de junta van
Myanmar, op het standpunt van de ASEAN die op
de hoogte is van onze economische belangen die
de spot drijft met ons streven om de rechten van de
werknemers te doen eerbiedigen en, ten slotte, op
de democraten in Myanmar, die vrezen op het
altaar van de wetten van de vrije markt te worden
geslachtofferd?
motivée par la volonté d'utiliser la pression des
autres membres sur la Birmanie pour que cette
dernière se dirige vers la démocratisation de sa
gestion de l'État. Je me permets de ne pas croire
en l'efficacité de cette démarche.
Ensuite, la Birmanie a envoyé à la Conférence des
pays les plus pauvres à Bruxelles un de ses
ministres repris sur la liste noire. Se pose ici la
question de la crédibilité de l'Union européenne
l'incapacité de ses membres de faire respecter ses
décisions et de la Belgique, en particulier, à la
veille de sa présidence de l'Union européenne.
Lors de la Conférence des pays les plus pauvres, le
représentant de la Birmanie avait pour mission de
narguer les Etats et organisations démocratiques
qui édictent des règles mais sont incapables de les
faire respecter.
Comment notre pays va-t-il réagir vis-à-vis de
l'incapacité prouvée à faire appliquer des
engagements, vis-à-vis de la position de l'ASEAN
qui connaît nos intérêts économiques qui nargue
notre volonté de respect des droits des travailleurs
et, enfin, vis-à-vis des démocrates birmans qui
craignent d'être sacrifiés sur l'autel des lois du
marché?
02.02 Minister Louis Michel (Frans): Tijdens de
EU-ASEAN topvergadering van december kon voor
het eerst in plenaire vergadering een discussie ten
gronde plaatsvinden. De ASEAN-partners waren
bereid te luisteren en zelfs onze standpunten inzake
het respect van de mensenrechten in Birma te
steunen.
In januari heeft de Europese trojka die toen op
bezoek was in Birma, de militairen meegedeeld dat
de EU haar beleid niet zal aanpassen, maar bereid
is een andere toon aan te slaan als het regime van
goede wil getuigt. De bemoedigende signalen zijn
zeldzaam, maar de EU volgt alle ontwikkelingen die
op een opening kunnen wijzen van nabij. Op 28
april heeft de Raad zijn gemeenschappelijk
standpunt bevestigd. Dat standpunt zal in oktober,
onder het Belgisch voorzitterschap, opnieuw worden
bekeken en naargelang de ontwikkelingen ter
plaatste opnieuw worden bevestigd of aangepast.
In maart heb ik u een antwoord verstrekt inzake de
Belgische maatregelen om het voortbestaan van
dwangarbeid tegen te gaan.
02.02 Louis Michel , ministre (en français): Pour
la première fois, une discussion a pu avoir lieu en
séance plénière lors du sommet UE-ASEAN qui
s'est tenu à Vientiane, en décembre dernier. Les
partenaires de l'ASEAN ont témoigné de leur
volonté d'écouter et même d'appuyer nos positions
sur le respect des droits de l'homme en Birmanie.
En janvier, la troïka européenne, en visite en
Birmanie, a adressé aux militaires un message
indiquant que l'Union européenne ne change pas de
politique, mais est prête à changer de ton, en
fonction des preuves de bonne volonté fournies par
le régime. Rares sont les signes encourageants,
mais l'Union européenne reste attentive à toute
ouverture. Le 28 avril, le Conseil a renouvelé sa
position commune. Celle-ci sera réexaminée sous
la présidence belge et, selon l'évolution observée
sur place, elle sera renouvelée ou renforcée.
En mars, je vous ai répondu à propos des
dispositions prises par la Belgique pour veiller à ne
pas perpétuer le recours au travail forcé.
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
De dialoog blijft fragiel, maar voor het eerst in tien
jaar tijd biedt hij de Birmaanse democratie reële
kansen. De EU moet in de mate van het mogelijke
aandacht hebben en openstaan voor de tekens van
goede wil van het regime. Dat vereist een continue
dialoog met onze ASEAN-partners die onze beste
bondgenoten blijven. Voorts moet absoluut een
onderscheid worden gemaakt tussen de
alomtegenwoordigheid van dwangarbeid enerzijds
en de schuchtere verbeteringen van het politieke
klimaat ter plekke die wij moeten aanmoedigen en
opvolgen.
Le dialogue reste fragile, mais il offre à la
démocratie birmane ses premières chances réelles
depuis dix ans. Il est important que l'Union
européenne soit aussi attentive et ouverte que
possible aux témoignages de bonne volonté du
régime. Cette stratégie passe par un dialogue
constant avec nos partenaires de l'ASEAN qui
restent nos meilleurs alliés. En outre, il est
primordial de distinguer entre, d'une part, la
question du recours continu au travail forcé et,
d'autre part, les timides améliorations du climat
politique sur place, qui méritent nos
encouragements et toute notre sollicitude.
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Stoort
het u vanuit strategisch oogpunt niet dat iemand die
op een zwarte lijst staat, deelneemt aan een in
Brussel georganiseerde vergadering van een
internationale organisatie?
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Stratégiquement, cela ne vous dérange pas que
quelqu'un qui se trouve sur une liste noire assiste à
la réunion d'une organisation internationale à
Bruxelles?
02.04 Minister Louis Michel (Frans): Ik heb uw
bezorgdheid aan de verantwoordelijken terzake
meegedeeld en zij hebben mij geantwoord dat men
onmogelijk een genodigde de toegang tot die
vergadering kon ontzeggen. Het land waar een
topvergadering of een internationale conferentie
plaatsvindt, kan onmogelijk iemand de toegang tot
deze bijeenkomst ontzeggen. We moeten ons
terzake ook niet obsessioneel gaan gedragen. We
moeten respect opbrengen voor de uitnodigingen
die uitgaan van een internationale organisatie. Ik
vraag bijgevolg om uw begrip.
02.04 Louis Michel , ministre (en français): J'ai
fais part votre inquiétude et on m'a répondu qu'il est
impossible de refuser l'accès à cette réunion à
quelqu'un qui y est invité. Lorsqu'il y a un sommet
ou une quelconque conférence internationale, le
pays qui accueille ne peut interdire l'accès à l'une
ou l'autre personne. Il ne faut pas adopter de
comportements obsessionnels. Nous devons
respecter l'invitation lancée par une organisation
internationale. Je vous demande donc de
comprendre.
02.05 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Ik
begrijp waar het probleem 'm zit, maar ik dacht en
misschien is dit naïef dat dit soort zaken kon
worden gewijzigd.
02.05 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Je
comprends bien la difficulté devant laquelle on se
trouve mais je pensais, naïvement peut-être, que
l'on pouvait modifier ce genre de choses.
02.06 Minister Louis Michel (Frans): Wanneer
een land een dergelijke organisatie te gast heeft,
kan het zich onmogelijk in de plaats stellen van het
land dat uitnodigt.
Wanneer wij met de Birmaanse oppositie spreken,
vraagt zij ons de kritiek te milderen om het begin
van dialoog niet te ondermijnen.
02.06 Louis Michel , ministre (en français): Dès le
moment où on accueille une telle organisation, on
ne peut se substituer à la partie invitante.
Lorsque nous parlons avec l'opposition birmane,
celle-ci nous demande de modérer nos attaques
pour ne pas entraver un début de dialogue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
mogelijke opschorting van de aankoop van UAV-
toestellen in Israël" (nr. 4769)
03 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre
des Affaires étrangères sur "l'éventuelle
suspension de l'achat d'avions UAV à Israël" (n°
4769)
03.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): De
mogelijke opschorting van de aankoop van UAV-
toestellen in Israël stonden al meermaals ter
03.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Plusieurs débats ont déjà été consacrés à la
suspension éventuelle de l'achat d'avions UAV à
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
discussie. Sancties bereiken niet altijd hun doel. De
opschorting van deze aankoop lijkt me wel een
intelligentere economische santie dan de sancties
die we in het verleden kenden.
Wat is het standpunt van de minister? Overweegt
hij de opschorting van deze aankoop als
drukkingsmiddel?
Israël. Mais les sanctions ne donnent pas toujours
le résultat escompté. Cela dit, suspendre cet achat
me paraît être une sanction économique plus
intelligente que celles que nous avons connues par
le passé.
Qu'en pense le ministre ? Estime-t-il que cette
suspension pourrait servir de moyen de pression ?
03.02 Minister Louis Michel (Nederlands):
Economische sancties lijken me niet het meest
geschikte middel om de partijen in een conflict rond
de onderhandelingstafel te krijgen of het blind
geweld te stoppen. Ook binnen de EU bestaat
daarover geen eensgezindheid. Ik ben voorstander
van een vastberaden politieke actie van EU en VS
met het oog op de hervatting van de dialoog op
basis van de conclusies van het Mitchell-rapport.
Het Belgische EU-voorzitterschap zal diezelfde weg
bewandelen.
De opschorting van het aankoopcontract benadeelt
onze landsverdediging en kan Israëli's en
Palestijnen niet dichter bij elkaar brengen. Ik heb
me al over dit contract uitgesproken, net als mijn
collega van Landsverdediging.
De toestellen zijn noodzakelijk voor ons leger.
Indien we de aankoop nu opschorten, moeten we
de hele procedure opnieuw beginnen.
03.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
Des sanctions économiques ne me paraissent pas
être le moyen le plus approprié pour amener des
parties à un conflit à entamer des négociations, ni
pour mettre fin aux déchaînements aveugles de
violence. Au sein de l'UE, cette option ne fait pas
non plus l'unanimité. Je préconise quant à moi une
action politique résolue de l'UE et des Etats-Unis
pour permettre la reprise du dialogue sur la base
des conclusions du rapport Mitchell. La présidence
belge de l'UE s'engagera en tout cas dans cette
voie.
La suspension du contrat d'achat concerné nuirait à
notre défense nationale et ne contribuerait pas au
rapprochement des Israéliens et des Palestiniens.
Je me suis déjà prononcé sur ce contrat, comme
mon collègue de la Défense.
Notre armée a besoin de ces avions. Si nous
suspendons cet achat maintenant, nous devrons
recommencer toute la procédure.
(Frans) Er moet opnieuw een openbare offerte-
aanvraag gedaan worden, en de hele procedure
moet worden overgedaan.
(En français) Il faudra refaire un appel public et
répéter toute la procédure.
De heer Willems heeft deze vraag al meermaals
gesteld. Wij kunnen met deze opmerkingen
rekening houden in de toekomst, maar voor dit
dossier is het te laat.
(En néerlandais) M. Willems a déjà posé cette
question à plusieurs reprises. Nous pourrons tenir
compte de ces remarques à l'avenir, mais il est trop
tard pour ce dossier.
03.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ik
dank de minister voor dit duidelijk antwoord. In de
toekomst moeten we daar rekening mee houden,
onder meer bij de bestelling van antitankwapens.
03.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Je
remercie le ministre pour cette réponse claire. Il
faudra en tenir compte à l'avenir, par exemple pour
la commande d'armes antichars.
03.04 Minister Louis Michel (Nederlands): Er is
een debat gevoerd op Europees niveau over de
vraag of wij een rechtstreekse rol willen spelen bij
de onderhandelingen in het Midden-Oosten.
Daarover bestonden meningsverschillen. Intussen
speelt de heer Solana wel degelijk een rol. Om hem
een kans te geven moeten wij voorzichtig optreden.
Dat kan natuurlijk niet blijven duren. Ik heb al
exportvergunningen voor wapens naar Israël
geweigerd. Ook de klacht tegen premier Sharon
heeft mijn positie bemoeilijkt.
03.04 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
Un débat s'est tenu au niveau européen pour savoir
si nous entendons jouer un rôle direct dans les
négociations au Moyen-Orient. Les opinions
divergent à ce sujet. Cela dit, M. Solana est bien un
acteur dans ce conflit. Nous devons faire preuve de
prudence afin de lui donner une chance de réussir.
La situation ne peut bien entendu pas s'éterniser.
J'ai déjà refusé des licences d'exportation d'armes
pour Israël. La plainte déposée contre M. Sharon a
également compliqué ma position.
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de kindsoldaten" (nr. 4797)
04 Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les enfants-soldats" (n° 4797)
04.01 Jef Valkeniers (VLD): Wij weten dat de
minister telefonisch contact had met Joseph Kabila
over de mogelijke executie van vier kindsoldaten
wegens onvrijwillige doodslag en bendevorming.
Had dit gesprek een positief resultaat? Heeft hij ook
geïnformeerd naar zijn plannen met de 12.000
kindsoldaten die volgens UNICEF nog actief zijn in
Congo?
04.01 Jef Valkeniers (VLD): Nous savons que le
ministre a eu un contact téléphonique avec Joseph
Kabila concernant l'éventuelle exécution de quatre
enfants-soldats pour homicide involontaire et
association de malfaiteurs. Cette conversation
téléphonique a-t-elle eu des résultats positifs ? Le
ministre s'est-il également enquis des projets de M.
Kabila au sujet des 12.000 enfants-soldats qui
opéreraient encore au Congo selon l'UNICEF ?
04.02 Minister Louis Michel (Nederlands) : Het
telefonisch contact met Joseph Kabila omtrent de
executie van de vier kindsoldaten had een positief
resultaat.
Op 10 mei 2001 sprak het Zweedse voorzitterschap
reeds met de Congolese minister van
Mensenrechten en benadrukte hier dat de DRC
binnen de VN-commissie voor mensenrechten had
meegestemd voor een resolutie over de doodstraf.
Deze resolutie bevatte onder meer de instelling en
handhaving van een moratorium op de doodstraf
met het oog op de uiteindelijke afschaffing en de
uitsluiting van de toepassing van de doodstraf voor
bepaalde groepen: zwangere vrouwen, mentaal
gehandicapten, en jongeren onder de 18 jaar.
In verband met de vier kindsoldaten die ter dood
veroordeeld werden meldden de Congolese
autoriteiten dat Congo een moratorium op executies
heeft ingesteld en dat de vier jongens wel degelijk in
leven zijn, in tegenstelling tot de geruchten.
Minister Ntumba Luaba heeft ook officieel gratie
bekomen bij president Kabila, wat betekent dat hun
straffen worden omgezet tot levenslange opsluiting.
De regering plant nu volgende stappen om de
straffen te laten omzetten tot een opsluiting van
enkele jaren. Dit is echter enkel een
interventieverklaring die nog niet in daden werd
omgezet.
04.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Le
contact téléphonique avec Joseph Kabila à propos
de l'exécution des quatre enfants-soldats a eu un
résultat positif.
Le 10 mai dernier, la présidence suédoise s'est déjà
entretenue avec le ministre congolais des droits de
l'homme. Lors de cet entretien, la présidence
suédoise a souligné qu'en commission des Nations
Unies pour les droits de l'homme, la RDC avait voté
une résolution relative à la peine de mort. Cette
résolution préconisait l'instauration et le maintien
d'un moratoire sur la peine de mort en vue de
l'abolition définitive de celle-ci et sur l'interdiction
d'appliquer la peine de mort à certaines catégories
de personnes
: les femmes enceintes, les
handicapés mentaux et les mineurs de moins de 18
ans.
A propos des quatre enfants-soldats condamnés à
mort, les autorités congolaises signalent qu'un
moratoire sur les exécutions a été instauré et que
les quatre garçons sont encore en vie,
contrairement aux rumeurs qui circulent.
Le ministre Ntumba Luaba a également obtenu du
président Kabila une mesure de grâce officielle aux
termes de laquelle la peine de mort est commuée
en peine d'emprisonnement à perpétuité. Le
gouvernement envisage à présent d'autres
démarches visant à obtenir que la condamnation
des garçons soit commuée en une peine
d'emprisonnement de quelques années. Il ne s'agit
toutefois là que d'une déclaration d'intention qui n'a
pas encore été concrétisée.
04.03 Jef Valkeniers (VLD): De kindsoldaten
zouden dus verdwijnen?
04.03 Jef Valkeniers (VLD): Il ne serait donc plus
recouru aux enfants-soldats.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vragen van de heer Jef Valkeniers aan de 05 Questions de M. Jef Valkeniers au vice-
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de ontwikkelingshulp in Zimbabwe"
(nr. 4798) en over "de toestand in Zimbabwe" (nr
4799)
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'aide au développement au
Zimbabwe" (n°
4798) et "la situation au
05.01 Jef Valkeniers (VLD): Wordt het geen tijd
dat de EU ontwikkelingshulp laat afhangen van het
respect voor de democratische spelregels?
Zal de minister dezelfde gestrengheid aan de dag
leggen als onlangs Amerikaans buitenlandminister
Colin Powell? Canada heeft zijn ontwikkelingshulp
aan Zimbabwe opgeschort nadat zijn hoge
commissaris in Harare werd lastig gevallen door
zogenaamde oorlogsveteranen. Ook Zuid-Afrika,
Engeland, Duitsland en het IMF reageerden al. Hoe
heeft ons land gereageerd?
05.01 Jef Valkeniers (VLD): Ne serait-il pas temps
de subordonner l'aide au développement de l'UE au
respect des règles du jeu démocratique ?
Le ministre fera-t-il preuve de la même sévérité que
Colin Powell récemment ? La Canada a suspendu
son aide au développement au Zimbawe, après que
son haut commissaire à Harare a subi les pressions
des « vétérans ». L'Afrique du Sud, l'Angleterre,
l'Allemagne et le FMI ont déjà réagi à leur tour.
Comment la Belgique réagit-elle?
05.02 Minister Louis Michel (Nederlands): Een
aantal Afrikaanse leiders klampt zich met
ondemocratische middelen aan de macht vast. De
internationale gemeenschap moet daarop een
antwoord formuleren. Om een buitenlands beleid te
realiseren hebben we vaak geen andere keuze dan
de bestaande politieke leiders in te schakelen.
Sancties zijn slechts ultieme middelen, omdat ze de
communicatie uitschakelen. Ervaring leerde dat
politici die zich vastklampen aan de macht niet
gevoelig zijn voor sancties.
België en de EU hebben erkend dat buitenlands
beleid, politieke dialoog en ontwikkelingsbeleid
onlosmakelijk verbonden zijn. De mogelijkheid om
een omvattende politieke dialoog aan te gaan is ook
opgenomen in artikel 8 van het Akkoord van
Cotonou. Indien de dialoog uitzichtloos is of zich
flagrante inbreuken voordoen, bijvoorbeeld een
staatsgreep, wordt artikel 96 toegepast dat
stopzetting van EU-hulp inhoudt. Voor Zimbabwe
wordt nu met de toepassing van artikel 96 gedreigd.
België zal tijdens het EU-voorzitterschap Afrika op
de politieke agenda houden binnen de EU en op
andere internationale fora.
05.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
Certains chefs africains usent de moyens peu
démocratiques pour garder le pouvoir. La
communauté internationale doit réagir. Souvent
notre seul moyen de mettre en oeuvre une politique
extérieure est de faire appel aux leaders politiques
en charge. Les sanctions ne constituent que l'ultime
recours puisqu'elles coupent court à la
communication. L'expérience nous apprend que les
hommes politiques qui s'attachent au pouvoir ne
sont pas sensibles aux sanctions.
La Belgique et l'UE ont admis que la politique
étrangère, le dialogue politique et la politique de
coopération au développement forment un tout
indissociable. La possibilité d'engager un dialogue
politique général est prévue à l'article 8 de l'accord
de Cotona. Si le dialogue reste sans issue ou en
cas d'infractions flagrantes comme par exemple un
coup d'Etat, il est fait appel à l'article 96 prévoyant
l'arrêt de l'aide européenne. Actuellement, le
Zimbabwe est sous la menace de l'application de
cet article.
Au cours de la présidence de l'UE, la Belgique
placera l'Afrique à l'ordre du jour politique de l'UE et
d'autres forums internationaux.
De zogenaamde oorlogsveteranen hebben sinds
einde april hun actieterrein uitgebreid naar de
bedrijfswereld, de NGO's en de diplomatieke
missies. Ze willen blijkbaar de vakbonden
verdringen en zo hun populariteit verhogen in de
steden. Enkele Belgen geraakten direct of indirect
betrokken bij sociale geschillen. Onze ambassade
volgde deze incidenten van dichtbij op.
Premier Verhofstadt en ikzelf bespraken de
toestand met president Mugabe. De internationale
gemeenschap reageerde met gespierde taal.
Depuis la fin avril, les vétérans du conflit ont élargi
leur champ d'action aux entreprises, aux ONG ainsi
qu'aux missions diplomatiques. Leur but est
notamment d'évincer les syndicats et de renforcer
ainsi leur popularité dans les régions urbaines.
Quelque Belges ont été mêlés directement ou
indirectement à des conflits sociaux. Notre
ambassade a suivi ces incidents de près.
Le premier ministre Verhofstadt et moi-même avons
examiné la situation avec le président Mugabe. La
communauté internationale a réagi en termes
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Sinds 25 april heeft de EU-trojka van
ambassadeurs een gestructureerde dialoog
opgestart met Zimbabwe op basis van artikel 8 van
het akkoord van Cotonou. De Belgische
ambassadeur in Harare maakt deel uit van de
trojka.
De EU Raad Algemene Zaken van 14 en 15 mei
sprak zijn diepe bezorgdheid uit over de
ontwikkelingen in Zimbabwe. Op 25 juni bespreekt
hij de ontwikkelingen opnieuw. Tijdens het komende
voorzitterschap zullen wij de toestand in Zimbabwe
blijven volgen.
De Zimbabwaanse regering heeft een aantal
constructieve maatregelen genomen. De
diplomatieke missies zullen de nodige bescherming
krijgen. Een aantal veteranen zou gearresteerd,
zijn. Er werden nieuwe rechters benoemd om de
achterstand in sociale geschillen in te halen. De rol
van vakbonden en ministerie van Arbeid werden
opnieuw erkend.
Het verloop en de voorbereiding van de
presidentsverkiezingen van maart 2002 zullen de
ijkpunten zijn voor de normalisering.
musclés
Le 25 avril dernier, la Troïka de l'Union européenne
des chefs de poste a entamé, sur la base de l'article
8 de l'Accord de Cotonou, un dialogue politique
structuré avec le gouvernement zimbabwéen.
L'ambassadeur belge à Harare fait partie de la
Troïka.
Le Conseil des Affaires Générales de l'UE des 14 et
15 mai a exprimé toute la préoccupation que lui
inspirent les développements au Zimbabwe. Il
poursuivra les discussions sur les développements
intervenus lors du Conseil du 25 juin prochain. La
présidence belge accordera une attention prioritaire
au Zimbabwe.
Le gouvernement zimbabwéen a pris un certain
nombre de mesures constructives. Les missions
diplomatiques bénéficieront de la protection
nécessaire. Un certain nombre de vétérans ont été
arrêtés. Il a été procédé à la nomination de
nouveaux juges pour résorber le retard dans les
conflits sociaux. Le rôle des syndicats et du
Ministère de l'Emploi a à nouveau été reconnu.
La préparation et la tenue des élections
présidentielles de mars 2002 constitueront les
pierres angulaires de la normalisation de la situation
au Zimbabwe.
Jef Valkeniers (VLD) :Wat de nieuwe rechters
betreft, de oude rechters werden gewoonweg
bedreigd tot ze ontslag namen. Dus werden ze niet
gewoon "benoemd". Verder dank ik de minister voor
zijn antwoord.
Jef Valkeniers (VLD) :En ce qui concerne les
nouveaux juges, les anciens juges ont été menacés
et poussés à la démission. Les nouveaux juges
n'ont donc pas été simplement "nommés". Pour le
surplus, je remercie le ministre pour sa réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Ferdy Willems tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische steun aan de UNDCP"
(nr. 4833)
06 Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'aide apportée par la Belgique au UNDCP"
(n° 4833)
06.01 Ferdy Willems (VU&ID): De UNO-
organisatie die zich bezighoudt met drugs is
onlangs in een kwalijk daglicht komen te staan. Het
verband met Afghanistan is het meest alarmerend.
Daar werd een belangrijk aantal paramilitairen
bewapend en UNO-geld is bij de Taliban
terechtgekomen. De export is gestegen, de
productie daalde, maar dat is niet te danken aan de
UNO, maar te wijten aan de droogte.
Nederland en Groot-Brittannië schortten hun
bijdrage aan UNDCP op. Ook België voelt
06.01 Ferdy Willems (VU&ID): L'organisation des
Nations unies compétente en matière de drogues a
récemment fait parler d'elle d'une manière peu
glorieuse. A cet égard, les informations les plus
inquiétantes concernent ses relations avec
l'Afghanistan, où un nombre important de
paramilitaires auraient été armés et où des fonds
provenant de l'ONU auraient échoué entre les
mains des Talibans. L'augmentation des
exportations et la baisse de la production ne sont
pas attribuables à l'action de l'ONU mais à la
sécheresse.
Les Pays-Bas et la Grande-Bretagne ont suspendu
leur contribution à l'UNDCP. La Belgique prend
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
nattigheid. Staatssecretaris Boutmans verklaart dat
dit voor hem geen prioriteit is. In 2000 ging 6,8
miljoen frank naar die organisatie, in 2001 zou de
bijdrage worden opgetrokken tot 25 miljoen. Is het
verantwoord, gegeven de omstandigheden, een
dergelijk bedrag naar deze organisatie te laten
gaan?
également conscience de la gravité de la situation.
Le secrétaire d'Etat Boutmans a déclaré que ce
dossier ne constituait pas une priorité à ses yeux.
En 2000, 6,8 millions de francs ont été versés à
l'UNDCP, contribution qui serait portée à 25 millions
de francs en 2001. Compte tenu des circonstances,
l'octroi à cette organisation d'une telle somme se
justifie-t-il encore?
06.02 Minister Louis Michel (Nederlands): Er is
geen tegenspraak tussen het beleid van
Buitenlandse Zaken en van
Ontwikkelingssamenwerking.
De wet over de hervorming van de samenwerking
heeft het aantal begunstigde internationale
organisaties vastgelegd op een twintigtal. De
vrijwillige bijdrage in het budget van
Ontwikkelingssamenwerking werd bijgevolg
overgenomen in de begroting van Buitenlandse
Zaken. Deze transfer komt morgen op de
Ministerraad.
06.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais) : Il
n'y a aucune contradiction entre la politique des
Affaires étrangères et la Coopération au
développement.
La loi relative à la réforme de la Coopération a
désigné une vingtaine d'organisations
internationales comme bénéficiaires de l'aide de la
Belgique. La contribution volontaire prévue au
budget de la Coopération au développement sera,
par conséquent, prise en charge par le budget des
Affaires étrangères. Ce transfert sera évoqué
demain au Conseil des ministres.
06.03 Ferdy Willems (VU&ID): Dus gaat er geen
geld meer naar dat project.
06.03 Ferdy Willems (VU&ID): Ce projet ne
recevra donc plus de fonds de la Belgique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Magda De Meyer tot de minister van
Buitenlandse Zaken over "de toestand op de Fiji-
eilanden" (nr. 4962)
- de heer Ludo Van Campenhout tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de komende verkiezingen op Fiji"
(nr. 4972)
07 Questions orales jointes de
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
étrangères sur "la situation dans les îles Fidji"
(n° 4962)
- M. Ludo Van Campenhout au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les prochaines élections dans les îles Fidji"
(n° 4972)
07.01 Magda De Meyer (SP): Fiji beleefde op 19
mei 2000 een staatsgreep. De democratische
instellingen werden buiten werking gesteld. In
augustus komen er nieuwe verkiezingen. Deze
toestand leidde tot een zware economische crisis.
De afgezette eerste minister Chaudry vraagt steun
uit Europa: waarnemers bij de verkiezingen, het
afhankelijk maken van steun aanhet herstel van de
democratie en opvolging vanuit Europa van het
proces tegen apartheid en rassenhaat. Greenpeace
België onderschrijft die vraag.
Op 9 april 2001 besliste de Europese Raad te
wachten met steun op het herstel van de
democratie, waarbij de EU wil helpen.
Wat is het standpunt van de minister? Wat zal hij
ondernemen? Komt er een EU-monitoring?
07.01 Magda De Meyer (SP): Le 19 mai 2000, les
îles Fidji ont été le théâtre d'un coup d'Etat qui a
mis hors jeu les institutions démocratiques. De
nouvelles élections seront organisées en août
prochain. Cette situation a entraîné une grave crise
économique. M. Chaudry, le premier ministre
destitué, fait appel à l'aide de l'Europe. Il demande
d'envoyer des observateurs lors des élections, de
subordonner l'octroi d'une aide à la restauration de
la démocratie et d'assurer le suivi, par l'Europe, du
processus de lutte contre l'apartheid et la haine
raciale. Greenpeace Belgique souscrit à ces
demandes.
Le 9 avril 2001, le Conseil européen a décidé de
conditionner l'octroi de l'aide accordée au
rétablissement de la démocratie, un processus
auquel l'UE désire collaborer.
Quel est le point de vue du ministre ? Que compte-
t-il faire ? L'UE exercera-t-elle un contrôle ?
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
07.02 Ludo Van Campenhout (VLD): Mevrouw de
Meyer heeft de toestand goed geschetst. De
Greenpeace-voorzitter bracht ons op de hoogte van
de problemen in Fiji.
De afgezette premier vraagt dat Europa
waarnemers zou sturen, ontwikkelingshulp
afhankelijk zou maken van respect van de
democratie en het proces tegen rassenhaat zou
opvolgen.
Welke houding neemt België aan tijdens het EU-
voorzitterschap?
07.02 Ludo Van Campenhout (VLD): Mme De
Meyer a correctement dépeint la situation. Le
président de Greenpeace nous a informés des
problèmes qui se déroulent aux îles Fidji.
Le premier ministre démis demande à l'Europe
d'envoyer des observateurs, de subordonner l'octroi
de l'aide au développement au respect de la
démocratie et de suivre le processus contre le
racisme.
Quelle attitude la Belgique adoptera-t-elle lors de la
présidence de l'UE ?
07.03 Minister Louis Michel (Nederlands): De EU
en de internationale gemeenschap volgen de
evolutie in Fiji op de voet. De Vijftien hebben op 22
maart meegedeeld de verkiezingen in augustus als
bemoedigend te beschouwen.
Voor 1995-2002 was voor een bedrag van 18
miljoen eurosteun uitgetrokken voor Fiji. Na de
staatsgreep werden alle projecten stilgelegd. Na de
verkiezingen wordt de situatie opnieuw bekeken.
Wij volgen de verkiezingen, maar de EU stuurt geen
waarnemers. Australië en Nieuw-Zeeland bieden
hulp bij de verkiezingen. Het Europese Parlement
wil wel waarnemers sturen.
07.03 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
L'UE et la communauté internationale suivent
attentivement l'évolution de la situation aux îles
Fidji. Les quinze ont déclaré, le 22 mars, qu'ils
considéraient l'organisation des élections au mois
d'août comme un signe encourageant.
Une aide de 18 millions d'euros a été octroyée au
îles Fidji pour la période 1995-2002. Après le coup
d'Etat, tous les projets ont été suspendus. La
situation sera réexaminée après les élections.
Nous suivrons le déroulement des élections mais
l'UE n'enverra pas d'observateurs. L'Australie et la
Nouvelle Zélande ont offert leur aide pour ces
élections. Le Parlement européen est disposé à
envoyer des observateurs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Ferdy Willems tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de Belgische ambassade in Congo-
Brazzaville" (nr. 4835)
08 Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'ambassade de Belgique au Congo-Brazzaville"
(n° 4835)
08.01 Ferdy Willems (VU&ID): Deze vraag is
delicaat. Ik zal geen namen noemen. Er gaan
allerlei geruchten in verband met de vervanging van
een civiel ambtenaar door een militair, een
ongewone zaak. Men zou Brazzaville willen laten
afhangen van Kinshasa, wat een promotie zou zijn.
Onze ambassadeur in Congo-Brazzaville zou
teruggeroepen en vervangen zijn. De kranten die
hierover berichtten, willen geen verduidelijking
geven en verwijzen naar de minister.
Werd de ambassadeur van Brazzaville vervangen
door een generaal-majoor wegens
diamantsmokkel? Speelt men aldus in op de
precaire toestand in Midden-Afrika? Is het
opportuun de herkomst van die berichten te
onderzoeken? Is een duidelijke rechtzetting niet
aangewezen indien die berichten niet kloppen?
08.01 Ferdy Willems (VU&ID): Ma question est
délicate. Des rumeurs font état du remplacement
d'un fonctionnaire civil par un fonctionnaire militaire,
ce qui est pour le moins étrange. On voudrait faire
dépendre Brazzaville de Kinshasa, ce qui
constituerait une promotion. Notre ambassadeur au
Congo-Brazzaville serait rappelé et remplacé. Les
quotidiens qui ont relayé ces informations ne
souhaitent pas apporter d'éclaircissements et nous
renvoient au ministre.
L'ambassadeur à Brazzaville a-t-il été remplacé par
un général-major en raison du trafic de diamants ?
Exploite-t-on la situation précaire dans laquelle se
trouve l'Afrique centrale ? S'indique-t-il de chercher
à identifier les sources de ces informations ? Si ces
dernières sont inexactes, ne faudrait-il pas publier
un démenti ?
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
08.02 Minister Louis Michel (Nederlands): De
terugkeer van onze ambassadeur in Brazzaville, de
heer Sonck, naar het departement is het gevolg van
al lang geplande herstructurering. De post in
Brazzaville komt onder de jurisdictie van de
ambassade in Kinshasa. In Brazzaville komt een
voorlopige zaakgelastigde, brigade-generaal op rust
Marcus.
Ik heb ook allerlei geruchten opgevangen. Tot nu
toe heb ik geen enkele informatie ontvangen die de
beschuldigingen in verband met diamantsmokkel
hard maakt. Er zijn eerder al onterechte
beschuldigingen geuit door personen die niet
bekwamen wat zij wensten.
08.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais) : Le
retour au sein de notre département de notre
ambassadeur à Brazzaville, M. Sonck, fait suite à
une réforme planifiée depuis longtemps déjà. Le
poste à Brazzaville relève de la juridiction de notre
ambassade à Kinshasa. Un chargé d'affaires
temporaire sera envoyé à Brazzaville. Il s'agit du
général de brigade à la retraite, M. Marcus.
Toute sortes de rumeurs me sont parvenues.
Jusqu'à présent, je n'ai reçu aucune information
confirmant les accusations relatives au trafic de
diamants. De fausses accusations ont déjà été
formulées par le passé par des personnes qui
n'avaient pas obtenu ce qu'elles désiraient.
(Frans) Wanneer in de pers artikels verschijnen die
iemands eer in opspraak brengen, dient men uiterst
voorzichtig te zijn. In Sofia, bijvoorbeeld, werd
betreffende de visa een klacht ingediend en moet
het gerechtelijk onderzoek thans zijn beloop krijgen.
In eerste instantie dient -met de nodige bewijzen ter
staving- te worden aangetoond dat iemand iets
laakbaars kan worden aangewreven Onze
ambassadeur in Sofia ziet zijn naam door het slijk
gehaald.
De lichtzinnigheid waarmee in het openbaar namen
worden beklad, is betreurenswaardig. Er zijn
mensen die met gebogen hoofd langs de muren
lopen zonder te weten of ze werkelijk iets misdaan
hebben.
De zaak van Sofia is nu in de handen van het
gerecht. Tot vijf maal toe werd van rechter
gewisseld omdat de persoon die de klacht indiende,
de beslissing van de rechters telkens aanvocht
maar daar zwijgt de pers in alle talen over. Men
moet alles zeggen en zich niet beperken tot het
rondstrooien van geruchten en namen.
(En français) : Lorsque, dans la presse, paraissent
des articles mettant en cause l'honneur d'une
personne, il faut être extrêmement prudent. A Sofia,
par exemple, à propos des visas, une plainte a été
déposée et il faut laisser faire la justice. Il faut donc
d'abord démontrer, preuves à l'appui, qu'il y a
quelque chose de répréhensible à reprocher à
quelqu'un.
Notre ambassadeur à Sofia voit son nom traîné
dans la boue. La légèreté avec laquelle on jette des
noms sur la scène publique est regrettable. Il y a
des hommes qui longent les murs, la tête basse,
sans savoir s'ils ont vraiment fait quelque chose de
dommageable.
L'affaire de Sofia est entre les mains de la justice.
On a changé cinq fois de juge parce que la
personne qui a déposé la plainte a contesté, à
chaque fois, la conclusion des juges mais, cela, la
presse ne le dit pas. Il faut tout dire et non pas se
contenter de lancer des rumeurs et des noms.
08.03 Ferdy Willems (VU&ID): Uit het antwoord
leid ik af dat de beschuldigingen niet hard te maken
zijn. Ik vraag me af of een rechtzetting niet op zijn
plaats is. De grens van het toelaatbare is hier
overschreden.
08.03 Ferdy Willems (VU&ID): Je déduis de votre
réponse que les accusations s'avèrent ne pas être
fondées. Je me demande si une mise au point ne
serait pas opportune. Dans ce dossier, on a
dépassé les bornes.
08.04 Minister Louis Michel (Nederlands): De
functie van ambassadeur is delicaat. Hij moet in
een onbekend land contacten proberen te leggen.
Voorzichtigheid is daarbij geboden. Zelf kreeg ik
onlangs de vraag van iemand die wilde meereizen
naar Congo. Bij navraag bleek het om een oplichter
te gaan.
08.04 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
Les ambassadeurs remplissent une mission
délicate. Elle consiste à tenter d'établir des relations
dans un pays inconnu. La prudence est de mise.
J'ai moi-même été contacté par une personne qui a
exprimé le souhait de m'accompagner au Congo et,
renseignements pris, il s'agissait d'un escroc.
(Frans) Als ik niet voorzichtig was geweest zou ik (En français) Si je n'avais pas été prudent, j'aurais
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
samen met de eerste minister, de staatssecretaris
en parlementsleden in het gezelschap van een
onbetrouwbaar persoon hebben vertoefd.
(Nederlands): Een foto van mij met pet bij Forrest
verschijnt ook telkens weer in de pers. Dat is
stemmingmakerij.
De voorzitter: Die vergelijking loopt wel wat mank.
pu me retrouver, avec le premier ministre, le
secrétaire d'État et des parlementaires, en
compagnie d'une personne peu recommandable.
(En néerlandais) La presse reprend toujours une
photo de moi avec casquette chez Forrest. C'est de
la manipulation.
Le président: Cette comparaison ne tient pas la
route.
08.05 Minister Louis Michel (Frans) Het is al te
gemakkelijk om zich op geruchten te baseren. Men
citeerde de naam van die onderneming en gaat
ervan uit dat ik een vriend ben van de ondernemer,
wat niet waar is. Men moet voorzichtig blijven.
De voorzitter: Men moet niet alles geloven wat de
journalisten zeggen !
De onderzoekscommissie over het VN-rapport is
een goede zaak. Ik verwijs naar de
verdachtmakingen in verband met Seoul.
Is het wel een goed idee, rekening houdend met de
rivaliteiten, om onze post in Brazzaville onder
voogdij te stellen van de ambassade in Kinshasa?.
08.05 Louis Michel , ministre (en français): C'est
trop facile de se fonder sur des rumeurs. On a cité
le nom de cette entreprise et on sous-entend que je
suis un ami de cet entrepreneur, ce qui n'est pas le
cas. Il faut rester prudent.
Le président: Il ne faut pas croire tout ce que disent
les journalistes !
La création de la commission d'enquête sur le
rapport des Nations Unies est une bonne chose. Je
renvoie aux insinuations relatives à Séoul.
Compte tenu des rivalités, je me demande si c'est
une bonne idée de placer notre poste à Brazzaville
sous la tutelle de l'ambassade à Kinshasa.
08.06 Minister Louis Michel (Nederlands): Daarin
hebt u gelijk. Ik zal de vraag opnieuw stellen aan de
administratie.
08.06 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
Vous avez raison. Je poserai à nouveau la question
à l'administration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de houding van België tegenover
Israël" (nr. 811)
09 Interpellation de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'attitude de la Belgique à l'égard
d'Israël" (n° 811)
09.01 Ferdy Willems (VU&ID): De settlements in
Israël blijven gehandhaafd. Over vluchtelingen en
morele schuld weigert men te spreken. De
economische wurging blijft doorgaan. Huizen en
oogsten worden vernietigd. Het ontbreken van de
rechtsstaat gaat verder. Het gaat om echt
staatsterrorisme. Kamervoorzitter De Croo maakte
enkele weken geleden de vergelijking met de
geschiedenis van de Israëli's.
Resoluties allerhande zetten geen zoden aan de
dijk. Enkel verbaal reageren staat gelijk met
medeplichtigheid. Wij pleiten dan ook voor sancties,
zoals de opschorting van Europese
associatieverdragen, het correct toepassen van
douaneverdragen en het opschorten van militaire
contracten.
09.01 Ferdy Willems (VU&ID): Israël maintient ses
colonies. Des réfugiés et de la responsabilité
morale, on ne dit mot. L'asphyxie économique
continue. La destruction des maisons et des
récoltes se poursuit. Il n'y a toujours pas d'Etat de
droit. C'est d'un véritable terrorisme d'Etat qu'il
s'agit. Il y a quelques semaines, le président de la
Chambre, M. Herman De Croo, a dressé un
parallèle avec l'histoire des Israéliens.
Les résolutions ne servent à rien. Et se contenter de
réagir verbalement, c'est être complice. Dès lors,
nous plaidons pour des sanctions, comme la
suspension des traités d'association européens,
l'application stricte des accords douaniers et la
suspension des contrats militaires.
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Er is een aantal nieuwe elementen. Daarom kom ik
op deze aangelegenheid terug. SP en Agalev sturen
in een persnota van maart aan op sancties, mijn
wetsvoorstel van 14 maart werd door een belangrijk
aantal partijen mede ondertekend. In La Meuse
lezen we dat de opschorting van contracten de
bedrijven doet beven. Jean-Pol Henry wijst er in
diezelfde krant op dat de regering de
beschermende hand houdt boven de bestellingen
bestemd voor het leger.
Depuis, un certain nombre d'éléments nouveaux
sont apparus. C'est pourquoi, je reviens sur cette
affaire. Dans un communiqué de presse datant de
mars, le SP et Agalev insistent sur la prise de
sanctions. Ma proposition de loi du 14 mars a été
cosignée par un grand nombre de partis. Dans le
journal La Meuse, on peut lire que la suspension de
contrats fait trembler les entreprises. Jean-Pol
Henry y déclare également que le gouvernement ne
veut pas remettre en cause les commandes
destinées à l'armée.
Er zou een nieuw dossier over Europese
antitankvoertuigen op komst zijn. De UAV's zijn nog
niet weg of hetzelfde liedje begint opnieuw.
De Palestijnse autoriteit gaat evenmin vrijuit in dit
dossier. Kinderen worden publiek aangespoord tot
haat en zelfs tot zelfmoordacties. De doodstraf
wordt nog steeds toegepast door de Palestijnse
autoriteiten. De folteringen van gevangenen die zij
toepassen zijn geïnspireerd op de Israëlische
folterpraktijken.
Ik vraag om bescherming voor zowel de Israëlische
als de Palestijnse bevolking. Er moeten sancties
worden genomen.
Un nouveau dossier sur des véhicules antichars
européens serait sur le point d'être présenté. Les
avions UAV ne sont pas encore partis que déjà, le
même scénario se met en place.
Dans cette affaire, l'autorité palestinienne porte
également une part de responsabilité. Les enfants
sont publiquement incités à la haine et même
encouragés à commettre des actions suicide.
L'autorité palestinienne applique toujours la peine
de mort. Les tortures infligées aux prisonniers n'ont
rien à envier aux pratiques israéliennes.
Les populations tant israélienne que palestinienne
doivent être protégées et des sanctions doivent être
prises.
09.02 Minister Louis Michel (Nederlands):
Sancties zijn niet het aangewezen middel om de
spiraal van geweld te doorbreken, aan te zetten tot
onderhandelen of de gemoederen te bedaren.
In het kader van het EU-voorzitterschap zal België
streven naar een desescalatie van het geweld op
basis van het Mitchell-rapport, door een actief
optreden van de EU en Javier Solana en door een
nauwe samenwerking met de VS. Een
gecoördineerd optreden van de internationale
gemeenschap is absoluut nodig. Op dit ogenblik
ben ik niet voor sancties tegen Israël, om de actie
van Solana een kans te bieden.
Bij het Israëlisch-Palestijns conflict worden wij
geconfronteerd met inbreuken tegen het
internationale recht en de mensenrechten. Wij
zullen die blijven veroordelen.
Tijdens de Europese Raad in Göteborg stond een
aantal elementen uit deze interpellatie op de
agenda, onder meer de bescherming van de
burgerbevolking. De EU deed al inspanningen om
de Palestijnse bevolking te steunen.
Ik ben het op strategisch vlak niet eens met de
09.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
Les sanctions ne sont pas le moyen adéquat pour
arrêter l'escalade de violence, ni pour inciter les
parties au conflit à négocier, ni pour apaiser les
esprits.
Dans le cadre de la présidence belge de l'UE, nous
nous efforcerons de promouvoir une désescalade
sur la base du rapport Mitchell, par une intervention
déterminée de l'UE et de Javier Solana et par le
biais d'une coopération étroite avec les Etats-Unis.
Une action coordonnée de la communauté
internationale est absolument nécessaire. A l'heure
qu'il est, je ne suis pas partisan de sanctions contre
Israël car je souhaite donner une chance à Solana.
Dans le conflit israélo-palestinien, nous sommes en
présence de violations du droit international et des
droits de l'homme. Nous ne cesserons jamais de
les condamner.
Une série d'éléments dont vous avez fait mention
dans votre interpellation, notamment la protection
des populations civiles, étaient inscrits à l'ordre du
jour du Sommet de Göteborg. L'UE s'est déjà
efforcée de soutenir le peuple palestinien.
Du point de vue stratégique, je ne suis pas d'accord
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
interpellant, maar ik ben er wel tevreden mee dat er
parlementsleden zeggen wat hij zegt. Zijn druk helpt
mij, maar ik mag de actie van de heer Solana niet in
gevaar brengen.
avec vous. En revanche, je me réjouis que des
parlementaires s'expriment comme vous venez de
le faire. Les pressions que vous tentez d'exercer me
sont d'un grand secours, mais je ne puis, en aucun
cas risquer de faire échouer la mission de bons
offices de M. Solana.
(Frans) Ik vind uw betoog niet ongepast.
Aangezien ik niet over dezelfde speelruimte
beschik als u, vind ik integendeel dat het zeer
belangrijk is dat het Parlement niet dezelfde
strategie volgt als de minister. Ik ben jammer
genoeg echter verplicht nuttig werk te leveren.
(En français) : Je ne considère pas votre discours
comme maladroit. Au contraire, ne disposant pas de
la même marge de manoeuvre que vous, j'estime qu'il
est très important que le Parlement ne suive pas la
même stratégie que celle du ministre. Quant à moi, je
suis malheureusement obligé d'être utile.
09.03 Ferdy Willems (VU&ID): Ik ben blij met
die laatste opmerking van de minister. Het is
nuttig dat parlementsleden deelnemen aan
buitenlandse missies, omdat ze meer
mogelijkheden hebben dan de minister. De
toestand in Israël sleept aan. Verbaal reageren
alleen helpt niet. Ik heb ook steeds gewezen op
de gebreken aan Palestijnse kant, in de optiek
van de équidistance.
09.03 Ferdy Willems (VU&ID): Je partage la
dernière observation du ministre. Il n'est pas inutile
que les parlementaires participent aux missions à
l'étranger car ils disposent d'une plus grande latitude
que le ministre. En Israël, rien ne bouge. Une simple
réaction verbale ne sert à rien. Je n'ai cessé de
dénoncer les manquements du côté palestinien, dans
l'optique de l'équidistance.
09.04 Minister Louis Michel (Nederlands): Het
uitsluitend opkomen voor Palestijnse belangen
kan worden gezien als een legitimering van hun
gewelddaden.
09.04 Louis Michel , ministre (en néerlandais)
Défendre exclusivement les intérêts des Palestiniens
équivaut à légitimer leurs actes de violence.
09.05 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Wij
hebben lang overwogen om de heer Willems te
steunen, maar wij zijn onder de indruk van het
antwoord van de minister op een eerdere vraag.
Het initiatief van de heer Solana moet alle kansen
krijgen. We moeten op eieren lopen bij het geven
van signalen, maar toch moet een signaal worden
gegeven op het civiele vlak, zoals het niet
promoten van Israëlische producten en de
aankoop van goederen uit de Palestijnse
gebieden. Ook naar de Palestijnen moet echter
een signaal worden gestuurd.
09.05 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Nous
avons longuement hésité à apporter notre soutien à
M. Willems, mais nous gardons à l'esprit la réponse
du ministre à une question précédente. L'initiative de
Monsieur Solana mérite tout notre soutien. Si nous
devons agir avec circonspection, nous ne pouvons
faire l'économie d'un signal fort sur le plan civil, par
exemple en ne promouvant pas les produits israéliens
et en achetant des produits en provenance des
territoires palestiniens. Les Palestiniens aussi ont
besoin d'un signal fort.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette interpellation les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Ferdy Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy
Willems
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering
1. als directe steun aan het vredesproces, nu
reeds aan de Israëlische regering te melden dat
België, in geval van niet-naleving door Israël van
Une motion de recommandation a été déposée par M.
Ferdy Willems et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse du vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères,
demande au gouvernement
1. à titre de soutien direct au processus de paix, de
faire savoir dès à présent au gouvernement israélien
qu'en cas de non-respect, par Israël, des accords
récents conclus entre Israël et les Palestiniens, il
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
het recente akkoord tussen Israël en de
Palestijnen, onmiddellijk concrete sancties zal
nemen ten opzichte van Israël door enerzijds op
Europees niveau aan te dringen op de
opschorting van de associatieverdragen en de
naleving van de douaneakkoorden en anderzijds
door op Belgische niveau de militaire contracten
over wapenaankopen bij dat land op te schorten;
2. bij de Palestijnse autoriteit te eisen dat een
einde gemaakt wordt aan de haatcampagnes bij
kinderen, het toepassen van folteringen, de
uitvoering van de doodstraf, het ongepast
vrijlaten van misdadigers van gemeenrecht, plus
alle maatregelen die een halt kunnen toeroepen
aan de escalatie van geweld ten opzichte van
onschuldige burgers;
3. bij de Arabische Liga aan te dringen op het
nemen voor haar verantwoordelijkheid via
humanitaire en financiële steun aan hun
Arabische broeders in Palestina;
4. bij de Europese Unie aan te dringen op het
zenden van waarnemers ten einde de
burgerbevolking in Israël en Palestina de thans
ontbrekende bescherming te bieden."
prendra immédiatement des sanctions concrètes à
l'encontre d'Israël, en insistant au niveau européen sur
la suspension des accords d'association et le respect
des accords douaniers, d'une part, et en suspendant,
au niveau belge, les contrats militaires relatifs aux
achats d'armements auprès de ce pays, d'autre part;
2. d'exiger de l'Autorité palestinienne qu'il soit mis fin
aux campagnes de haine organisées auprès des
enfants, au recours à la torture, à l'application de la
peine de mort, à la libération inconsidérée de criminels
de droit commun et que soient prises toutes les
mesures permettant de mettre un terme à l'escalade
de la violence à l'égard de citoyens innocents;
3. d'insister auprès de la Ligue arabe pour qu'elle
prenne ses responsabilités en octroyant une aide
humanitaire et financière à ses frères arabes de
Palestine;
4. d'insister auprès de l'Union européenne pour qu'elle
envoie des observateurs afin d'offrir à la population
d'Israël et de Palestine la protection dont elle est
actuellement privée."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Claudine Drion en Josée Lejeune.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Claudine Drion et Josée Lejeune.
Over de moties zal later worden gestemd.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
10 Vraag van de heer Marcel Hendrickx tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vertraging bij het afleveren van reispassen"
(nr. 4936)
10 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre
de l'Intérieur sur "les retards enregistrés dans la
délivrance des passeports" (n° 4936)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken)
(La réponse sera fournie par le vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères)
10.01 Marcel Hendrickx (CVP): Veel Belgen
wachten vol ongeduld op hun reispas. De
geruststellende berichten vanwege het ministerie
hebben een tegenovergesteld effect gehad. Er zou
volgens de diensten een vertraging bestaan van zes
dagen voor gewone reispassen en van één dag
voor de reispassen met spoedbehandeling. De
problemen zouden te wijten zijn aan de digitale
inlezing van de handtekening en foto. Waarom werd
er zo lang gewacht om maatregelen te nemen?
Reeds in mei heeft een aantal gemeenten om een
oplossing gevraagd. In een persbericht werd
melding gemaakt van een vertraging van zes
dagen, maar de gemeenten beweren dat dit thans is
opgelopen tot vier weken. De gemeentelijke
diensten leverden een aantal nooddocumenten af,
maar noch Japan, noch Rusland hebben deze
documenten aanvaard. De kans bestaat dat
mensen die veel geld hebben betaald voor hun reis
deze reis niet zullen kunnen maken.
10.01 Marcel Hendrickx (CVP): De nombreux
Belges attendent avec impatience leur passeport.
Les informations rassurantes fournies par le
Ministère ont produit l'effet inverse à celui escompté
. D'après les services, le retard serait de six jours
pour les passeports à délivrer suivant la procédure
normale et d'un jour seulement pour les passeports
à délivrer en urgence. Ce retard serait dû à la
lecture digitale de la signature et de la
photographie. Pourquoi a-t-on attendu si longtemps
pour prendre des mesures ? En mai déjà, un certain
nombre de communes avaient insisté sur la
nécessité de trouver une solution. Un communiqué
de presse a fait état d'un retard de six jours, mais,
de leur côté, les communes prétendent qu'il est
aujourd'hui de quatre semaines. Les services
communaux ont délivré en urgence un certain
nombre de documents, mais, ni le Japon, ni la
Russie ne les ont acceptés. Des personnes qui ont
déboursé beaucoup d'argent pour leur voyage
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Hoe groot is de achterstand nu eigenlijk? Waarom
spreken de diensten over zes dagen vertraging in
plaats van over de effectieve vertraging van vier
weken? Waarom werd begin maart overgegaan op
de digitale inlezing van handtekeningen en foto's?
Waarom werd zo lang gewacht om in te grijpen?
Zullen burgers eventueel een schadeloosstelling
kunnen verkrijgen?
risquent de ne pas pouvoir l'entreprendre.
Quel est exactement le retard à l'heure actuelle ?
Pourquoi les services parlent-ils d'un retard de six
jours alors qu'il s'élève à quatre semaines ? Pour
quelle raison a-t-on instauré la lecture digitale de la
signature et de la photographie au début du mois de
mars ? Pourquoi a-t-on attendu si longtemps pour
intervenir
? Les citoyens pourront-ils être
indemnisés ?
10.02 Minister Louis Michel (Nederlands): De
vertraging is nationaal en bedraagt zes dagen voor
gewone aanvragen en één dag voor
spoedaanvragen. Deze achterstand zou tegen
begin juli weggewerkt moeten zijn.
Met de firma's die de vertraging hebben veroorzaakt
werd nu een aantal afspraken gemaakt. De
aandacht van de gemeenten werd erop gevestigd
dat ze zelf nauwgezet alle instructies moeten
opvolgen.
Indien de firma die de paspoorten aanmaakt dit niet
tijdig doet, ontvangt de aanvrager gratis een
voorlopig paspoort. Lijdt toch iemand schade, dan
worden de klachten aan de betrokken firma's
overgemaakt. De gemeenten leveren de gewone
paspoorten af, zij moeten haperingen melden. Ze
hebben dat ook gedaan.
De administratie heeft alle gemeenten geholpen die
daarom vroegen. Op het departement werden extra
krachten ingezet. Er ging een nieuwe rondzendbrief
naar de gemeenten. Bij Groep 4 Securitas werden
bijkomende telefoonlijnen geopend.
10.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
Les retards en matière de délivrance de passeports
concernent tout le pays et sont de six jours pour les
demandes normales et d'un jour pour les demandes
urgentes. Ils devraient être résorbés au début du
mois prochain.
Une série d'accords ont à présent été conclus avec
les firmes responsables des retards. L'attention des
communes a été attirée sur le fait qu'elles doivent
elles-mêmes respecter scrupuleusement
l'ensemble des instructions.
Si la firme confectionnant les passeports ne délivre
pas un document dans les délais prévus, le
demandeur recevra gratuitement un passeport
provisoire. Si une personne subit malgré tout un
préjudice, les plaintes seront transmises aux firmes
concernées. Les passeports ordinaires étant
délivrés par les communes, il appartient à ces
dernières de signaler des manquements éventuels,
ce qu'elles ont fait en l'occurrence.
Mon administration a prêté assistance à toutes les
communes qui avaient sollicité son aide. Le
personnel du département a d'ailleurs été renforcé.
En outre, une nouvelle circulaire a été envoyée à
toutes les communes. Chez Groupe 4 Securitas,
des lignes téléphoniques complémentaires ont été
ouvertes.
10.03 Marcel Hendrickx (CVP): Ik contacteerde
vanmorgen vier gemeenten, die me meedeelden
dat de wachttijd zeven weken bedraagt, vier meer
dan de vooropgestelde termijn.
10.03 Marcel Hendrickx (CVP): J'ai pris contact,
ce matin, avec quatre communes qui m'ont fait
savoir que le délai d'attente est de sept semaines,
c'est-à-dire quatre fois plus que le délai prévu.
10.04 Minister Louis Michel (Nederlands): Ik
baseer me op het antwoord van mijn departement.
Misschien moeten we ons afvragen of het wel
opportuun was deze dienst te privatiseren.
De voorzitter: Wie heeft die dienst geprivatiseerd?
10.04 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
Je me fonde sur la réponse fournie par mon
département. Peut-être devons-nous nous
demander si la privatisation de ce service constituait
une bonne initiative.
Le président: Par qui ce service a-t-il été privatisé?
10.05 Minister Louis Michel (Nederlands): Ik
denk dat het de heer Di Rupo was.
10.05 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
Je pense que c'était à l'initiative de M. Di Rupo.
10.06 Marcel Hendrickx (CVP): De minister zou 10.06 Marcel Hendrickx (CVP): Le ministre
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
zijn diensten opnieuw moeten contacteren. In
Rusland en Japan aanvaardt men de
vervangingsdocumenten helemaal niet. Zij lijken
dan ook niet op een paspoort.
devrait reprendre contact avec ses services. En
Russie et au Japon, les documents délivrés en
remplacement des passeports, qui ne ressemblent
en rien à ces derniers, ne sont pas du tout
acceptés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Martine Dardenne tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de mogelijke invoer van verarmd
uranium in België en de productie van wapens
met verarmd uranium die bestemd zijn voor de
uitvoer" (nr. 4902)
11 Question de Mme Martine Dardenne au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'importation éventuelle
d'uranium appauvri en Belgique et la fabrication
d'armes à uranium appauvri destinées à
l'exportation" (n° 4902)
11.01 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Het
bedrijf MECAR heeft belangstelling voor de
terreinen van de voormalige Poudreries Réunies de
Belgique te Matagne la Grande, en wil daar een
schietstand inrichten.
Het zou de bedoeling zijn te experimenteren met
antitankgranaten die, zeker in de Verenigde Staten,
uitgerust zijn met een perforatiesysteem met
verarmd uranium.
MECAR wordt gedeeltelijk gecontroleerd door een
Amerikaanse holding, een wapenfabrikant, en voert
90% van de geproduceerde munitie uit, meer
bepaald naar de Verenigde Staten.
Naar verluidt zou er in België geen munitie met
verarmd uranium geproduceerd worden.
Wordt er vanuit de Verenigde Staten verarmd
uranium naar België uitgevoerd ?Zo ja, in welke
hoeveelheden, en voor welke doeleinden ?
Importeert MECAR dat soort materiaal ?
11.01 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
L'entreprise MECAR s'intéresse au site des
anciennes Poudreries Réunies de Belgique à
Matagne la Grande afin d'y transférer son champ de
tir.
Il s'agirait d'y expérimenter des obus antichar de
105 souvent munis, en tous cas aux Etats-Unis, de
perforateurs à uranium appauvri.
La société MECAR est, pour partie, sous contrôle
d'un holding américain, fabricant d'armes, et
exporte 90% des munitions qu'elle fabrique,
notamment vers les Etats-Unis.
Il semble que la Belgique ne fabrique pas de
munitions à uranium appauvri.
Des importations d'uranium appauvri existent-elles
vers la Belgique en provenance des Etats-Unis ?
Si oui, en quelle quantité et pour quel usage ? La
société MECAR importe-t-elle ce type de
matériau ?
11.02 Minister Louis Michel (Frans) : MECAR
produceert geen munitie met verarmd uranium.
Geen enkel Belgisch munitiebedrijf gebruikt
verarmd uranium om granaten te versterken. In
België werd daarvoor altijd tungsteen gebruikt.
Er is dus geen sprake van invoer van dergelijk
materiaal in ons land. Bovendien is MECAR een
exportbedrijf en voert het dus geen munitie in.
De schietstand van het bedrijf, thans in Marches
gelegen, werd begin dit jaar grondig gecontroleerd.
Daarbij werd geen verarmd uranium aangetroffen.
Aangezien de regering beslist heeft een moratorium
op het gebruik van die munitie door het leger af te
kondigen, zijn dergelijke experimenten uitgesloten.
11.02 Louis Michel , ministre (en français) : La
société MECAR ne produit pas de munitions à
uranium appauvri. En fait, aucune société belge de
fabrication de munitions n'utilise l'uranium appauvri
pour durcir des obus. La Belgique a toujours utilisé
le tungstène.
Il n'est donc pas question d'importation de ce
matériel pour les fabrications en Belgique. De plus,
la société MECAR n'importe pas de telles
munitions. Au contraire, c'est un exportateur.
Le champ de tir de cette société, à Marches
actuellement, a fait l'objet d'un «carottage» de
vérification au début de l'année, qui s'est avéré
entièrement négatif en ce qui concerne la présence
d'uranium appauvri. Enfin, le gouvernement ayant
décidé d'un moratoire sur l'utilisation de ces
munitions par ses forces armées, il n'est pas
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
envisageable de procéder, dans le même temps, à
des expérimentations de cet ordre.
11.03 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Ik
dank de minister voor zijn antwoord, maar voeg er
wel aan toe dat ik niet gezegd heb dat MECAR aan
import doet. Het bedrijf voert uit naar de Verenigde
Staten.
11.03 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Je
remercie le ministre pour sa réponse en précisant
que je n'ai pas dit que la société MECAR importait,
mais bien qu'elle exportait vers les Etats-Unis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Ferdy Willems tot de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
ratificatie door België van de IAO conventie nr.
169" (nr. 4930)
12 Question de M. Ferdy Willems au ministre des
Affaires étrangères sur "la ratification par la
Belgique de la Conventon n° 169 de l'OIT"
(n° 4930)
12.01 Ferdy Willems (VU&ID): Culturele
verscheidenheid is voor ons een rijkdom en 1994
2004 is het decennium van de inheemse volkeren.
Sinds 1996 wordt herhaaldelijk gevraagd naar de
ratificatie van Overeenkomst 169 van de
Internationale Arbeidsorganisatie, die de rechten
van inheemse volkeren betreft.
Waarom werden deze conventie en de
begeleidende tekst nog steeds niet aan het
Parlement overgemaakt?
12.01 Ferdy Willems (VU&ID): A nos yeux, la
diversité culturelle est une richesse. En outre, il faut
rappeler que la décennie 1994-2004 est celle des
peuples indigènes. Depuis 1996, des voix se sont
élevées à plusieurs reprises pour demander la
ratification de la Convention n°169 de l'Organisation
internationale du Travail relative aux droits des
peuples indigènes.
Pourquoi cette convention et le texte qui y est joint
n'ont-ils toujours pas été adressés au Parlement ?
12.02 Minister Louis Michel (Nederlands):
Overeenkomst 169 van de Internationale
Arbeidsorganisatie werd op 14 september aan het
Parlement overgemaakt. De dienst Normen van het
Internationaal Arbeidsbureau heeft zich over de
vraag gebogen of de overeenkomst betrekking
heeft over zigeunervolkeren en of ze dus al dan niet
van toepassing is op België. Het advies van maart
2001 neigt ertoe zigeuners als een inheemse
bevolkingsgroep te beschouwen. De overeenkomst
zou dus kunnen worden toegepast op de
Gemeenschappen.
Vooraleer de overeenkomst te ratificeren moet de
regering de mogelijke gevolgen en het advies ten
gronde bestuderen.
12.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais): La
convention n°169 de l'OIT a été adressée au
Parlement le 14 septembre. Le service Normes du
Bureau international du Travail s'est penché sur la
question de savoir si cette convention avait trait aux
peuples tsiganes et si elle était donc, de ce fait,
applicable à la Belgique. Dans son avis de mars
2001, le BIT est enclin à considérer les tsiganes
comme un peuple autochtone. En conséquence, la
convention pourrait s'appliquer aux Communautés.
Avant de ratifier la convention, le gouvernement se
doit d'analyser en profondeur les effets éventuels de
cette ratification ainsi que l'avis rendu en la matière.
12.03 Ferdy Willems (VU&ID): De zigeuners
hebben inderdaad meer dan genoeg reden tot
klagen. Ik blijf spoed vragen voor deze zaak en ik
hoop dat de minister daartoe zijn invloed zal
aanwenden. Komt conventie 169 er nog dit jaar?
Minister Louis Michel (Nederlands) : Ja.
12.03 Ferdy Willems (VU&ID): Les Tsiganes ont
des raisons de se plaindre, c'est un euphémisme.
Je persiste à demander l'urgence pour le traitement
de ce dossier et j'espère que le ministre utilisera
son influence pour permettre son examen dans les
plus brefs délais. Ratifierez-vous la convention
n°169 avant la fin de l'année ?
Louis Michel, ministre (en néerlandais): Oui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jacques Simonet tot de 13 Question de M. Jacques Simonet au ministre
CRABV 50
COM 516
27/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
minister van Buitenlandse Zaken over "het
standpunt dat België zal verdedigen tijdens de
Conferentie over de lichte wapens die van 9 tot
20 juli 2001 in New York plaatsvindt" (nr. 5018)
des Affaires étrangères sur "la position défendue
par la Belgique à la Conférence sur les armes
légères qui se tiendra à New York du 9 au 20
juillet 2001" (n° 5018)
13.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Lichte
wapens zijn het meest gebruikte militaire wapen in
vele conflicten van deze tijd, waarbij vooral de
burgerbevolking het slachtoffer is. Wanneer de
vredesakkoorden geen maatregelen omvatten om
de oorlogvoerende partijen te ontwapenen, blijft een
onveiligheidsklimaat heersen. Het probleem wordt
onderzocht, onder meer door de Algemene
Vergadering van de UNO.
In juli zal een hele reeks thema's in die sfeer in New
York worden aangesneden, zoals bijvoorbeeld het
inzamelen en vernietigen van dergelijke wapens,
het versterken van de maatregelen tegen illegale
handel, het vraagstuk van de munitie, enz.
Hoe wordt de wapenindustrie bij die conferentie
betrokken, en met welke pressiemiddelen kunnen
de genomen beslissingen worden opgelegd ? Zal
de conferentie beslissen over de instrumenten
waarmee de aanbevelingen in praktijk moeten
worden gebracht, over sancties en een follow-
upprocedure, naar het voorbeeld van het NPT ?
Hoe kan die dimensie in toepassing worden
gebracht voor de regio van de Grote Meren ?
13.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Les
armes légères sont les moyens militaires les plus
utilisés dans de nombreux conflits contemporains
dont les victimes appartiennent surtout à la
population civile. Le climat d'insécurité perdure
lorsque les accords de paix ne contiennent pas des
mesures visant à désarmer les belligérants.
L'assemblée générale de l'ONU, parmi d'autres,
s'est penchée sur cette question.
Au mois de juillet, à New York, toute une série de
thèmes seront abordés à ce sujet comme, par
exemple, la collecte et la destruction de telles
armes, le renforcement des mesures contre les
trafics illicites, la question des munitions, etc.
Je voudrais savoir comment les industries
d'armement sont associées à cette conférence et
quels sont les moyens de pression pour leur
imposer les décisions qui seront prises. La
Conférence va-t-elle décider des instruments de
mise en oeuvre de ses recommandations, des
mécanismes de sanctions et d'une procédure de
suivi, sur le modèle du TNP ? Comment intégrer
cette dimension pour la Région des Grands Lacs ?
13.02 Minister Louis Michel (Frans) : Het is de
eerste keer dat er een wereldconferentie gehouden
wordt over lichte wapens, die tot doel heeft een
politiek bindend actieplan aan te nemen met
maatregelen op nationaal, regionaal en globaal
niveau ter bestrijding van de illegale handel in al zijn
facetten. De onderhandelingen zullen moeizaam
verlopen, en het actieplan zal bij consensus worden
aangenomen.
De Europese Unie heeft een globaal actieplan
voorgesteld, en heeft in de kijker gelopen in de
voorbereidende comités voor de conferentie door
met één stem te spreken, die van het lopende
voorzitterschap. Voor de Europese Unie, en zij staat
daarin niet alleen, begint de strijd tegen de illegale
handel bij een betere controle op de legale export.
Een en ander moet vooral bewerkstelligd worden
door een versteviging van het nationale wettelijke
en reglementaire kader voor de exportprocedures
voor wapens, en door de goedkeuring van
exportcriteria.
13.02 Louis Michel , ministre (en français): C'est
la première fois qu'une Conférence se réunit au
niveau mondial pour traiter des armes légères, avec
l'objectif d'adopter un plan d'action politiquement
contraignant comportant des mesures à prendre au
niveau national, régional et global pour lutter contre
le commerce illicite dans tous ses aspects. La
négociation sera difficile et l'adoption du plan
d'action se fera au consensus.
L'Union européenne a présenté un plan d'action
global et a acquis une visibilité lors des Comités
préparatoires à la Conférence, en s'exprimant d'une
seule voix, celle de la Présidence en exercice. Pour
l'Union européenne et d'autres encore, la lutte
contre le trafic illicite commence par un meilleur
contrôle des exportations licites. Ceci doit se faire
surtout par le renforcement des cadres législatifs et
réglementaires nationaux pour les procédures
d'exportation d'armes et l'adoption de critères
d'exportation.
De Conferentie heeft tot doel een politiek bindend
actieplan aan te nemen om tegen de illegale handel
op te treden. Daarmee gaat men dus verder dan de
intentieverklaringen, maar in sancties wordt niet
L'objectif de la Conférence est d'adopter un plan
d'action politiquement contraignant pour lutter
contre le commerce illicite. Cela va donc au-delà
des déclarations d'intentions, mais aucune sanction
27/06/2001
CRABV 50
COM 516
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
voorzien. In 2006 zou een herzieningsconferentie
worden gehouden, en er zou ook een follow-
upmechanisme worden ingebouwd.
Het plan omvat maatregelen op nationaal, op
regionaal en op globaal niveau. Er wordt ook
voorzien in samenwerkings- en steunmaatregelen
inzake capacity-building, stockbeheer en steun voor
programma's in post-conflictsituaties in
samenwerking met het maatschappelijke
middenveld. België zal dergelijke initiatieven in
Centraal-Afrika en de regio van de Grote Meren
steunen.
n'est prévue. Une Conférence de révision devrait
voir le jour en 2006, ainsi qu'un mécanisme de suivi
entre les deux Conférences.
Le plan comporte des mesures à prendre au niveau
national, régional et global. Des mesures de
coopération et d'assistance sont également prévues
en ce qui concerne le capacity-building, la gestion
des stocks et le soutien à des programmes dans
des situations de post-conflit, en coopération avec
la société civile. La Belgique soutiendra de telles
initiatives en Afrique Centrale et dans la Région des
Grands Lacs.
13.03 Jacques Simonet (PRL FDF MCC) : Ik heb
vertrouwen in het vermogen van de regering om tot
een consensus te komen op dat gebied, zoals wij
ook het vermogen van de regering om tot een
consensus te komen over Congo daarnet in de
vergadering van de verenigde commissies hebben
gewaardeerd.
13.03 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): J'ai foi
en la capacité du gouvernement de faire aboutir un
consensus en cette matière, comme nous avons
apprécié sa capacité à faire aboutir un consensus
en ce qui concerne le Congo, tout à l'heure en
commissions réunies.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 18.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18.51 heures.
Document Outline