KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 511
CRIV 50 COM 511
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
26-06-2001 26-06-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
zomermaatregelen in het kader van het nationale
ozonbeleid" (nr. 4804)
1
Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
mesures à prendre cet été dans le cadre de la
politique nationale en matière d'ozone" (n° 4804)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Samengevoegde vragen van
4
Questions jointes de
4
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leef-
milieu over "de zorgcircuits, meer bepaald in de
sector van de geestelijke gezondheidszorg"
(nr. 4701)
4
- M. Jo Vandeurzen à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les circuits de soins, en
particulier dans le secteur de la santé mentale
(n° 4701)
4
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leef-
milieu over "de registratie van Minimale
Psychiatrische Gegevens" (nr. 4985)
4
- de M. Luc Goutry à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'enregistrement du Résumé
psychiatrique minimum" (n° 4985)
4
Sprekers: Jo Vandeurzen, Luc Goutry,
Magda Aelvoet, minister van Consumenten-
zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Luc Goutry,
Magda Aelvoet, ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de betere uitbouw
van de pijnbehandeling" (nr. 4885)
8
Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'amélioration
des traitements contre la douleur" (n° 4885)
8
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de exploitatie van
een openbaar ziekenhuis door OCMW's"
(nr. 4916)
9
Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'exploitation
d'un hôpital public par les CPAS" (n° 4916)
9
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de invulling van
de wet ter bestrijding van het mariene milieu"
(nr. 4929)
10
Question de M. Patrick Lansens à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la mise en
oeuvre de la loi sur la protection du milieu marin"
(n° 4929)
10
Sprekers: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de gevolgen van de laattijdige
herziening van onderdeel A voor de PVT
(Psychiatrisch verzorgingstehuis)" (nr. 4986)
11
Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
conséquences de la révision tardive de la sous-
partie A pour les MSP (Maison de soins
psychiatriques)" (n° 4986)
11
Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
gezondheid en Leefmilieu
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan
de minister
van
Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nieuwe
erkenningscriteria voor de huisartsen" (nr. 4997)
13
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les nouveaux
critères d'agrément des généralistes" (n° 4997)
13
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan
de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de vaccinatie
tegen meningitis C" (nr. 4948)
14
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la vaccination
contre la méningite de type C" (n° 4948)
14
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Robert Denis aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de vertrouwelijkheid die de BVRH
in acht moet nemen" (nr. 5009)
15
Question de M. Robert Denis à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'obligation de
confidentialité de l'ABIEC" (n° 5009)
15
Sprekers: Robert Denis, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Robert Denis, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
26
JUNI
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
26
JUIN
2001
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.39 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.39 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
Aangezien de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie niet aanwezig is, gaat de interpellatie
nr.
832 van de heer Luc Goutry niet door.
Hetzelfde geldt voor de vraag nr. 5015 van de
heer John Spinnewyn.
01 Vraag van de heer Servais Verherstraeten
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
zomermaatregelen in het kader van het
nationale ozonbeleid" (nr. 4804)
01 Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les mesures à prendre cet été dans le cadre de
la politique nationale en matière d'ozone"
(n° 4804)
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): Mevrouw
de voorzitter, mevrouw de minister, uit collegialiteit
zal ik het zo kort mogelijk houden. Enkele weken
geleden werden in Vlaanderen en elders in het
land te hoge ozonconcentraties gemeten. Op
enkele plaatsen waren de waarden nog normaal,
bijvoorbeeld aan de kust, in Antwerpen en het
noorden van Oost-Vlaanderen. Met het mooie
weer belanden we wellicht ook nu weer in de
gevarenzone. Vorig jaar had u een federaal plan
terzake. Wat zijn uw intenties voor dit jaar? Welke
initiatieven en programma's mag de burger nu
verwachten om het ozonprobleem te bestrijden?
U hebt hiervoor bepaalde budgetten vrijgemaakt.
Naast de premies voor de gasinstallaties hebt u
nog in 52 miljoen frank voorzien in de begroting
voor 2001. 42 miljoen frank is bestemd voor
werkingskosten inzake pesticiden en gevaarlijke
producten. Wat houdt dat in? Wat gaat u zeer
concreet met het resterende bedrag doen? Vorig
jaar had u een federaal ozonplan in samenwerking
met diverse collega's uit de regering. Wat is het
resultaat van die samenwerking geweest? Welke
consequenties leidt u uit die situatie af met
betrekking tot een plan dat dit jaar voortgezet
wordt?
Wat zal de federale overheid concreet doen met
betrekking tot het goede voorbeeld dat u in uw
beleidsnota van november jongstleden hebt
gemeld? Wat zult u doen in het kader van het
Europees voorzitterschap? Welke maatregelen
die effecten zouden hebben op het leefgedrag van
de burger zult u deze zomer nemen voor de
ozonbestrijding? Ik denk hierbij concreet aan
blokrijden, snelheidsbeperkingen en controles
hierop. U hebt vorig jaar onderstreept dat er meer
controles moesten komen. Via de pers hebben wij
echter vernomen dat er vorig jaar in de zomer
minder controles werden uitgevoerd, dit in
tegenstelling tot uw aankondiging. Zullen er nu
meer controles komen? Hoe zal dat effectief
gebeuren? Wordt er meer mankracht ingezet?
Welke concrete maatregelen hebt u gepland voor
de komende weken en maanden?
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, mijnheer Verherstraeten, eerst en
vooral wil ik meedelen dat wij het ozonplan van
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
vorig jaar midden mei herzien hebben. Het
hoofdaandeel hiervan bestond uit een deel te
nemen en intussen reeds genomen structurele
maatregelen. De grote vaststelling inzake
ozonbestrijding is dat men weinig kan bereiken op
het moment dat de pieken zich voordoen. Er zijn
studies die erop wijzen dat als men bijvoorbeeld
alleen de even of de oneven nummerplaten laat
rijden in een periode met de hoogste opwarming,
men juist het tegenovergestelde effect krijgt. Er
zijn dan hogere ozonpieken omwille van de
chemische reactie waarbij een deel van het rijden
zelf de ozon afbreekt. Als men het rijden beperkt,
worden de pieken dus hoger.
Ik zal eerst enkele aspecten inzake de structurele
maatregelen toelichten. Ik zal alleen de hoofdlijnen
ervan toelichten, anders wordt het te gedetailleerd.
Het gedetailleerd verslag dat aan de Ministerraad
werd voorgelegd, zal ik u bezorgen.
Een eerste punt was de ratificatie van een aantal
internationale verbintenissen die allemaal een
effect op de emissie hebben, zoals bijvoorbeeld
de ratificatie van het protocol van Sofia, van
Genève, van Oslo en van Göteborg. Drie van
de
vier internationale protocollen werden
geratificeerd. Alleen inzake het protocol van
Göteborg dat in 2000 werd ondertekend, is met
het ratificatieproces nog aan de gang.
Ten tweede, inzake het transport is er een zeer
gedetailleerd overzicht van alle maatregelen die
werden genomen om emissie te verminderen,
zoals onder meer voor vrachtwagens, voor
verscherpte technische controle, voor
vermindering van de uitstoot bij de opslag en de
distributie van de benzine, voor het opstellen en
uitvoeren van het Nationaal Plan voor de Mobiliteit
en een aantal acties inzake bewustmaking.
Op 12 juni 2001 was er een interministeriële
conferentie van alle ministers inzake transport en
leefmilieu. Daar werden nog een aantal
bijkomende beslissingen genomen.
Wat de bekeuringen betreft, heeft de heer
Ansoms verklaard dat er in het afgelopen jaar
minder zou zijn opgetreden. De cijfers die wij
hebben ontvangen, tonen echter aan dat er een
verhoging van 21% van processen-verbaal was.
De afgelopen zomer zijn er dus meer bekeuringen
geweest. Wat wel klopt, is dat men zich
voornamelijk op autosnelwegen heeft
geconcentreerd omdat daar ook de grootste
snelheden worden vastgesteld. Dat is veel minder
het geval op andere plaatsen. Er was een
verschuiving van de activiteit naar de
autosnelwegen, waardoor 21% meer processen-
verbaal werden afgeleverd. Dit gegeven heeft
nieuwswaarde, aangezien de onterechte
verklaringen die in het verleden terzake werden
afgelegd.
Wat betreft de bijkomende maatregelen die nog
zullen worden genomen, werd op de vergadering
van 12 juni 2001 een zeer strikte timing
afgesproken voor de toegang van LPG-wagens -
een van de hinderpalen - tot ondergrondse
parkings en voor de intermodaliteit tussen het
gebruik van fietsen en het openbaar vervoer. De
vertegenwoordigers van de regionale niveaus,
zowel inzake mobiliteit als milieu, zullen een input
doen inzake het werk rond duurzame ontwikkeling
dat tegen het einde van de volgende maand
moest worden uitgevoerd. Er kwam ook een
voorstel van het Brussels Gewest om te
onderzoeken of men voor de circulatie met
"pastilles bleues" zou kunnen werken als bepaalde
grenzen van vervuiling worden overschreden.
Er zal in ieder geval opnieuw een infocampagne
worden gevoerd. Een van de grote vaststellingen
is immers dat het sportieve rijgedrag, het snel
opdrijven van de snelheid, tot zeer hoge uitstoot
leidt, met name tot een verhoging van 400%. Als
wij iets willen bereiken, moet aan de
bewustwording iets worden gedaan. Zolang de
snelheden immers niet worden overschreden, kan
niet worden beboet. Het is belangrijk om daarvoor
aandacht te vragen.
Vervolgens werden een heel aantal maatregelen
in de sector van de energie genomen. U weet dat
wij ondertussen dat heeft enige tijd geduurd de
toestemming van Europa hebben gekregen om
zwavelarme benzine en zwavelarme diesel op de
markt aan een goedkopere prijs aan te bieden.
Men is nu bezig met de uitwerking van de nodige
koninklijke en ministeriële besluiten. Deze
maatregel zal zeer binnenkort van kracht worden.
Er zijn ook maatregelen genomen in verband met
het zwavelgehalte van vloeibare brandstoffen. Een
richtlijn van 1999 werd omgezet waardoor een
daling kon worden bereikt.
Inzake productbeleid is er een verlaging van de
uitstoot door verwarmingsketels. Er werden
besprekingen gevoerd met de sector om te komen
tot een koninklijk besluit op basis van de wet op
de productnormen. Op het einde van dit jaar kan
deze maatregel van kracht worden want hiervoor
moet de lange procedure worden gebruikt. Er is
ook de promotiecampagne "Ecolabel verven en
vernis" voor het verminderen van de vluchtige
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
organische stoffen in decoratieve verven. Op dit
vlak werd gewerkt met een akkoord tussen de
federaties en de overheid zodat ook een
vermindering van uitstoot kan worden bereikt. Dit
akkoord zal kunnen worden omgezet tegen eind
2001, begin 2002. Idem dito voor vluchtige
organische stoffen in carrosserieverven. Ook daar
hebben de besprekingen met de sector geleid tot
een akkoord tussen de federaties en de overheid
waarmee opnieuw een reductie kan worden
bereikt.
Op al die vlakken is er de afgelopen maanden
serieus werk geleverd. Wat de voorbeeldrol van
de overheid betreft, is er door staatssecretaris
Deleuze een werkgroep in het leven geroepen.
Die werkgroep gaat na, op basis van onderzoek
dat op Europees niveau werd gedaan, in welke
verschillende sectoren de overheid het voortouw
zou kunnen nemen. Wat dit laatste betreft, zijn
terzake op verschillende kabinetten maatregelen
genomen voor het gebruik van bepaalde
producten onderhoudsproducten,
verven,
enzovoort.
Wat het gedeelte financiën betreft, zal op de
Ministerraad van 19 juli de belasting op de
inverkeerstelling worden voorgelegd van LPG-
wagens en de Euro 4-wagens die aan de
strengste milieunormen beantwoorden. Wij
hebben op dat vlak een belangrijk resultaat
bereikt. Idem dito voor de herziening van de
verkeersbelasting die is gebaseerd op de
schadelijkheid van het aantal stoffen dat wordt
uitgestoten. Hoe meer een wagen vervuilt, hoe
meer men betaalt. Hoe minder een wagen vervuilt,
hoe minder verkeersbelasting men betaalt.
Ik was zelf blij verrast over het feit dat alle
aspecten van de structurele maatregelen door de
diverse ministeries werden overgenomen en
uitgevoerd.
Inzake het bedrag van 42 miljoen Belgische frank,
kan ik u zeggen dat de titel foutief is. De titel
"Werkingskosten Pesticiden..." had eigenlijk
"Ozonbeleid" moeten vermelden. Dit zal worden
gecorrigeerd. De vergissing werd op het niveau
van de administratie gemaakt. Het gaat over
kosten die moeten worden gemaakt in het kader
van de campagnes waarvan we hopen dat ze
resultaat zullen hebben. In dat bedrag zijn ook de
uitgaven opgenomen voor het extra personeel dat
werd aangetrokken voor de uitbetaling van de
LPG-premie. Het totale bedrag wordt dus grosso
modo aangewend voor ondersteuning van de
ozonmaatregelen, zowel op het vlak van
personeelsbezetting als de noodzakelijke
campagnes die de aandacht voor de problematiek
gaande moeten houden.
01.03 Servais Verherstraeten (CVP): Mevrouw
de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord.
Hebt u zeer concreet een akkoord gesloten met
de minister van Justitie over de
terbeschikkingstelling van extra manschappen
voor deze zomer tegen snelheidsovertredingen?
U sprak over een strikte timing inzake de toegang
tot ondergrondse garages voor LPG-voertuigen.
Wat houdt die timing concreet in? Vanaf wanneer
mogen voertuigen met LPG niet meer in
ondergrondse garages? Hebt u een
ontwerpbeslissing? U sprak van de BIV. Dat lijkt
me heel interessant: hoe schadelijker, hoe meer
belasting. Hebt u daarvoor al ontwerptariferingen?
01.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega Verherstraeten, wat de naleving
van de snelheidsbepalingen betreft, heeft het
ministerie van Justitie vorig jaar richtlijnen
verstrekt. Die richtlijnen hebben een toename van
het aantal processen-verbaal met 21%
opgeleverd, omdat er duidelijke instructies waren.
Het inzetten van mankrachten hangt af van het
ministerie van Binnenlandse Zaken. Die beslissing
moet nog worden geformaliseerd. Vorig jaar
moesten veel manschappen worden
gemobiliseerd in het kader van Euro 2000,
waardoor er in de zomervakantie minder
mankracht ter beschikking was. Dat zal nu anders
worden geregeld.
De BIV en de belastingverlaging worden
besproken op de Ministerraad van 19 juli 2001.
Het ministerie van Financiën beschikt ter zake
over alle gegevens. Daar kan u terecht voor uw
vraag over de tarifering.
De toegang tot ondergrondse garages voor LPG-
voertuigen werd besproken op de vergadering van
de ministers van Leefmilieu en Transport op 12
juni 2001. Het gaat hier om een gedeelde
bevoegdheid. De gewesten hebben er een sterke
medezeggenschap in. De ministers hebben
daarom toegezegd om aan dat probleem aan
hoog tempo door te werken. Ik kan u nog niet
beloven wanneer er resultaten zullen zijn. Het
echte engagement is wel aanwezig.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De heer Luc Goutry is bereid om
zijn vraag nr. 4985 bij de vraag van de heer Jo
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Vandeurzen te laten aansluiten, omdat beide
vragen over hetzelfde onderwerp gaan. Wij
passen de agenda dus wat aan.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de zorgcircuits, meer bepaald
in de sector van de geestelijke
gezondheidszorg" (nr. 4701)
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de registratie van Minimale
Psychiatrische Gegevens" (nr. 4985)
02 Questions jointes de
-
M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les circuits
de soins, en particulier dans le secteur de la
santé mentale (n° 4701)
- de M. Luc Goutry à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'enregistrement du
Résumé psychiatrique minimum" (n° 4985)
02.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, mijn
vraag is een heel principiële vraag, die te maken
heeft met de minimale psychiatrische gegevens
en de uitbouw van de geestelijke
gezondheidszorg. Daarover heeft hier vorige week
nog een interessante hoorzitting plaatsgevonden.
De beste manier om dat uit te bouwen is een
uitbouw met veel oog voor transmurale systemen
en aandacht voor een zorgcontinuüm waarbij het
opzetten van zorgcircuits het voor de hand
liggende concept is.
Ik vraag me af hoe essentieel de registratie van
enkele gegevens is voor de mogelijkheid tot
uitbouw van die zorgcircuits. Wij zouden erin
moeten kunnen slagen om een uniforme
registratie op te zetten voor alle vormen van
geestelijke gezondheidszorg, ambulant of
intramuraal. Zo niet is de uitbouw van het nieuwe
concept ernstig gehypothekeerd.
Daarom heb ik een aantal vragen.
Hoe ver staat het met de registratie van de
minimale psychiatrische gegevens? Is die
registratie al operationeel?
In welke sectoren wordt dat systeem gebruikt? Zal
men dezelfde standaarden ook gebruiken in de
ambulante zorg?
In welke mate is een uniek registratienummer per
patiënt nodig om een zorgtraject zichtbaar te
kunnen maken? Dat is uiteraard een principiële
vraag.
In welke mate is een uniek registratienummer per
patiënt noodzakelijk om het concept van
zorgcircuits verder te kunnen uitbouwen?
02.02 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, uiteraard is een deel van
mijn vraag al verwoord door de heer Vandeurzen.
Misschien kan ik ter herinnering nog het volgende
zeggen. Sedert het arrest van de Raad van State
van 26 januari 2000 is de registratie van Minimale
Psychiatrische Gegevens in psychiatrische
ziekenhuisdiensten niet meer verplicht. Wij
verwachten en de minister zal dat bevestigen
de publicatie van een nieuw koninklijk besluit dat
de registratie met quasi dezelfde inhoud
retroactief opnieuw zou moeten opstarten. Dat is
natuurlijk belangrijk, want de instellingen hebben
natuurlijk niet opgehouden te registreren. Het zou
beheersmatig echt flagrant zijn mocht het
vroegere werk worden tenietgedaan door
daarmee op te houden.
Daarover wens ik u een aantal vragen te stellen.
Vanuit de sector zijn er een aantal belangrijke
revisievoorstellen geopperd. U weet uiteraard dat
er een heel proces was, want dat was uw volle
bevoegdheid. Op het ogenblik dat ook de sector
zelf een tijd bij de registratie betrokken was,
konden er vragen worden gesteld naar de
gebruiksvriendelijkheid of de relevantie van een
aantal zaken. Men heeft toen een aantal
revisievoorstellen geformuleerd. De grote vraag is
natuurlijk of er rekening mee zal worden
gehouden, zodanig dat de registratie nog beter
kan worden gebruikt.
De volgende vraag handelt over de promotoren en
coördinatoren, die in de verschillende
registratiesystemen in de residentiële zorg werden
aangeduid. Zoals de heer Vandeurzen heeft
gezegd, zou het goed zijn dat de eigenheid van de
sector van de geestelijke gezondheidszorg
voldoende wordt gegarandeerd. Daaruit volgt dat
ook het nieuwe concept, geput uit het advies rond
de zorgcircuits en de netwerken, zoals het werd
geformuleerd door de sector voor de geestelijke
gezondheid, ook tot uiting kon komen in de
registratie. De heer Vandeurzen is de mening
toegedaan dat men een zorgcircuit, een traject per
patiënt geregistreerd moet kunnen terugvinden.
Dit zou natuurlijk zeer relevante beleidsinformatie
opleveren.
Welke rol krijgt de commissie van Toezicht en
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Evaluatie op de Statistische Gegevens? Hoe ziet u
die rol ingevuld, met de opvolging en de
ontwikkeling van dat nieuwe registratiesysteem?
Vervolgens heb ik nog een andere belangrijke
vraag. Sinds 1 januari 2001 worden de contracten
met de promotoren en de coördinatoren niet meer
verlengd. Er is evenmin in een vervanging
voorzien. Op welke manier zal men voldoende
ondersteuning kunnen vinden? Hoe zal de
administratie van uw ministerie daarbij worden
betrokken? Dit zijn toch wezenlijke vragen die
blijven hangen.
Dan is er nog een derde luik vragen. Dit handelt
eveneens over een onderwerp dat de heer
Vandeurzen heeft aangebracht, met name de
synchronisatie met wat ondertussen in de
Vlaamse Gemeenschap gebeurt rond de centra
van de geestelijke gezondheid. De Vlaamse
Gemeenschap heeft ondertussen een eigen
registratiesysteem uitgewerkt. Er moet toch een
minimale compatibiliteit zijn met het federale
systeem. Staan de andere gemeenschapen
terzake even ver? Hoever staat men in Brussel en
in Wallonië? Wellicht zal de motivatie om de
violen op elkaar af te stemmen groter zijn als er
toch een zeker eenvormigheid bestaat bij de
andere gemeenschappen.
Ik vat de drie grote luiken vragen nog even
samen. Het eerste luik gaat over het feit dat er
geen verplichting meer is. Zal dat feit snel
retroactief worden geremedieerd via een koninklijk
besluit en zullen er ook een aantal
revisievoorstellen vanuit de sector worden
ingevoegd? Het tweede grote pakket vragen gaat
over de coördinatoren en promotoren in de
residentiële zorg, met de bijkomende vraag om de
verschillende systemen op elkaar af te stemmen
en de samenhang te verzekeren. Het derde
pakket gaat over de centra voor de geestelijke
gezondheidszorg, het Vlaamse project, het
registratiemodel dat daar bezig is en de
afstemming daarvan op uw registratiesysteem.
02.03 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, ik zal eerst de vragen van de heer
Vandeurzen beantwoorden.
Sinds de vernietiging door de Raad van State van
het koninklijk besluit van 25 februari 1996 konden
twee types instellingen, de psychiatrische
ziekenhuizen en de psychiatrische afdelingen van
de algemene ziekenhuizen, inderdaad niet meer
publiek registreren, terwijl in de psychiatrische
verzorgingstehuizen en in de initiatieven van
beschut wonen de minimale psychiatrische
gegevens verder werden opgevraagd. Momenteel
dat is meteen een antwoord op de vraag van de
heer Goutry is een koninklijk besluit aan de
Raad van State voorgelegd dat het vernietigde,
oude koninklijk besluit moet opvolgen. Wij
verwachten binnen zeer korte termijn het advies
en als dat positief is, zullen na publicatie de
psychiatrische ziekenhuizen en de PA's weer
MPG registreren.
Ten tweede, in welke sectoren moet het uniform
registratiemechanisme worden gebruikt? De
huidige stand van zaken houdt in dat de MPG
wordt gebruikt als uniform registratie-instrument in
de residentiële voorzieningen voor geestelijke
gezondheidszorg, zowel in de psychiatrische
ziekenhuizen, de psychiatrische afdelingen van
algemene ziekenhuizen, de PVT's en initiatieven
van beschut wonen. Is het aangewezen om dit
mechanisme in de ambulante zorg te
introduceren? Het is voor u zeker geen geheim
dat die ambulante centra niet tot de bevoegdheid
van het federale niveau behoren. De centra voor
geestelijke gezondheidszorg hebben in het
verleden een eigen registratie-instrument
ontwikkeld.
Binnen de administratie voor gezondheidszorg is
een informatiesysteem voor gezondheid
uitgebouwd. Deze administratie heeft in 2000 het
initiatief genomen om een minimale dataset voor
de geestelijke gezondheidszorg te omschrijven,
waarbij in de uitwerking daarvan rekening werd
gehouden met de bestaande registratiesystemen
in de geestelijke gezondheidszorg, waaronder de
MPG's. Het resultaat, met name die minimale
dataset, is op 31 januari 2001 in de
interkabinettenwerkgroep, die de uitvoering van
het protocol met de gemeenschappen en de
gewesten over de gegevensuitwisseling behartigt,
aan de vertegenwoordigers van de andere
gemeenschappen en de federale overheid
voorgesteld.
In 2000 is door mijn kabinet, in samenwerking met
de administratie voor gezondheidszorg, een
initiatief gelanceerd om de federale
registratiesystemen te harmoniseren en
complementair te maken met hetgeen op Vlaams
niveau bestaat. Hiermee samengaand werd ook
gestreefd naar organisatorische vereenvoudiging,
zowel binnen de administratie als extern. De beide
initiatieven hebben op dit moment nog niet geleid
tot een gestandaardiseerde registratie in de
ambulante en de residentiële geestelijke
gezondheidszorg, maar hier wordt verder aan
gewerkt.
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Is het wenselijk en haalbaar om in die
administratie met een uniek nummer per patiënt te
werken? In welke mate zou dit kunnen worden
gebruikt om het concept van zorgcircuits uit te
bouwen?
Ik kan u meedelen dat, inzake de dataset die met
betrekking tot de harmonisatie van de federale
registratiesystemen wordt bekeken, de noodzaak
van een unieke patiëntenidentificatie op beide
niveaus wordt erkend. Voor alle
registratiesystemen geldt dat de
patiëntenidentificatie en de opvolging moet
worden verbeterd om aan de nieuwe concepten
van zorgprogramma's en zorgcircuits tegemoet te
komen. In het tweede deeladvies van de
permanente werkgroep psychiatrie inzake de
toekomstige organisatie en ontwikkeling van de
geestelijke gezondheidszorg was dat overigens
ook duidelijk aangegeven. Een dynamisch en
patiëntgericht gezondheidsbeleid moet met
gegevens worden onderbouwd die het product zijn
van een continue registratie van patiënten binnen
elke voorziening.
De invoering van een unieke patiëntenidentificatie,
waaronder medische gegevens die voor langere
termijn worden bewaard, is natuurlijk een delicate
zaak. Dergelijke gegevens moeten onder
verscherpt toezicht staan en het gebruik ervan in
heridentificeerbare vorm zal ten strengste beperkt
moeten worden. Om die reden verkies ik niet het
rijksregisternummer of het SIS-nummer, maar een
eigen code waarvan de sleutel aan een instantie
van het kruispuntbanktype wordt toevertrouwd. De
invoering van zo'n unieke patiëntenidentificatie
impliceert natuurlijk een reorganisatie binnen de
administratie zodanig dat een centrale
databehandelingsdienst ontstaat die alle
registratiesystemen omvat en instaat voor de
distributie van gegevens naar cliënten, volgens
autorisatieniveau.
Ik kom tot de nog niet-behandelde vragen van de
heer Goutry. Als een MPG volledig
patiëntengericht wordt gemaakt en de
componenten die afdelingsgericht waren zoals de
steekproefgegevens daarin verwerkt worden, zou
de werklast eveneens op een ernstige manier
verlicht worden. Op dit ogenblik maken we werk
van de invoering van een uniek patiëntennummer
omdat het moet kunnen gelden voor het geheel
van de gezondheidszorgvoorzieningen.
Naar aanleiding van een zeer interessante nota
die werd voorgelegd aan de werkgroep MPG van
de toezichtcommissie is duidelijk geworden dat
dankzij de vragen die kunnen leiden tot de
factoranalyse, die in het verleden op verzet van de
instellingen is gestuit onder meer uit vrees voor
meer werklast men ging er immers van uit dat
via een correcte registratie van de diagnose
hetzelfde resultaat kon worden bereikt - een veel
gedifferentieerdere aanpak ziet in de behandeling
van patiënten die worden opgenomen. In
tegenstelling tot het standpunt dat anderhalf jaar
geleden gangbaar was om de registratie van de
factorgegevens af te schaffen omdat ze niet
relevant waren, stelt men op dit ogenblik vast dat
deze registratie ertoe bijdraagt om het type van
behandeling te bepalen. Voor het eerst werd
empirisch aangetoond dat het defaitisme inzake
psychiatrische zorg dat erop neerkomt dat het er
eigenlijk niet toe doet en dat iedereen toch
dezelfde geneesmiddelen krijgt en op dezelfde
manier behandeld wordt, onterecht is. De
factoranalyse-elementen moeten, mijns inziens,
bewaard worden.
Er wordt me een grotere vernieuwingsdrang
toegeschreven dan ik, spijtig genoeg, kan
realiseren. Het is correct dat ik universitaire
krachten wil mobiliseren om het registratieveld op
te frissen en te actualiseren. Het wordt zeker geen
tabula rasa. Voor MPG denk ik er helemaal niet
aan de promotoren te vervangen die tot op heden
hebben ingestaan voor de ontwikkeling en de
revisie. De promotoren blijven. De eigenheid van
de sector komt niet in het gedrang.
De volgende vragen handelen over de opdracht
en de werking van de gedeeltelijk vernieuwde
universitaire equipes. Het is mijn wens dat het
team dat in het najaar zal worden samengebracht,
kan uitgroeien tot een volwaardig consortium dat
efficiënt en coherent aan één geheel werkt. U
weet ook dat dit voor universitairen niet altijd even
vanzelfsprekend is. Dynamisme en creativiteit,
gekoppeld aan intellectuele nieuwsgierigheid zijn
deugden die soms kunnen ontaarden in te snel
wisselende standpunten waardoor de zaken
steeds over een andere boeg worden gegooid.
Wat de verdere ontwikkeling en herziening van de
MPG betreft, zal de toezichtcommissie essentieel
dezelfde rol spelen die haar op dit ogenblik is
opgedragen. Zij zal er enerzijds over moet waken
dat de persoonlijke levenssfeer van de patiënt niet
in het gedrang en, anderzijds dat de verwerking
van de gegevens kwalitatief hoogstaand en
methodisch verantwoord is.
De vragen 5 en 6 handelen over de ondersteuning
die de instellingen krijgen. Uw uitspraak dat er op
dit ogenblik geen ondersteuning gegeven wordt, is
niet correct. Het team van de universiteit
Antwerpen aan Vlaamse kant en dat van de ULB
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
in Brussel voor de Franstalige instellingen
verzekeren de ondersteuning en kunnen tot
eenieders tevredenheid het werk aan. Het is wel
correct dat er geen contractuele dekking is en dat
deze toestand reeds langer dan wenselijk is
aansleept. U suggereert dat de administratie kan
worden ingeschakeld om de instellingen te
ondersteunen. Ik wens te beklemtonen dat dit op
dit ogenblik reeds tot op zekere hoogte het geval
is. Het is eveneens correct dat de administratie
versterkt moet worden in haar analysecapaciteit
en het beleidsondersteunend werk. Ik verwacht
dat de Copernicus-hervorming en de inzet van de
opgefriste universitaire equipe het juiste klimaat
zullen creëren om dit mogelijk te maken.
Wat de samenwerking met de andere overheden
betreft, kan ik meedelen dat de federale overheid
nauw betrokken is geweest bij de ontwikkeling van
de Vlaams minimale dataset.
Dat deze dataset nu wordt ingevoerd in de centra
voor geestelijke gezondheidszorg, is een
uitvloeisel van het protocol over de
gegevensuitwisseling. Ik heb in antwoord op de
vraag van de heer Vandeurzen reeds gezegd dat
er een verdere harmonisatie moet komen.
02.04 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
minister, ik wil u uitdrukkelijk bedanken voor het
uitvoerige antwoord. Politiek gesproken zal de
problematiek van de registratie niet op de
voorpagina van de kranten komen. Wij zijn er
echter allemaal van overtuigd dat als u dit
probleem op een goede manier kunt aanpakken, u
daarmee de basis legt voor een goede uitbouw
van onze gezondheidszorg. Ik wil u dan ook
aansporen om verder te gaan met het integreren
van de aanpak van de gemeenschappen en de
federale overheid. Als wij echt een transmurale
zorg willen en tevens de eerste lijn willen
honoreren, dan is het van kapitaal belang dat wij
met betrekking tot de registratie zorgen voor
uniformiteit en transparantie. Ik heb nog één
concrete vraag. Ik ken de situatie in Vlaanderen
maar ik hoor u weinig zeggen over de Franstalige
kant van de zaak. Is men ook aan Franstalige kant
bezig met een soortgelijk initiatief? Valt daar op
dat vlak soms weinig initiatief te bemerken?
02.05 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer
Vandeurzen, op dat vlak loopt er momenteel niet
veel aan Franstalige kant. Men denkt daar wel
over na maar men staat inzake operationalisering
nog niet zo ver als aan Vlaamse kant.
02.06 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de minister, u
zult het met mij eens zijn dat dit een belangrijk
hoofdstuk is. U hebt immers een voorstel van
resolutie ingediend om het verzamelen van
gegevens beter te organiseren. Ik kijk al met
belangstelling uit naar uw voorstel. U hebt gezegd
dat u bepaalde objectieve criteria volgt en daar
kan dus geen discussie over bestaan.
Mevrouw de minister, er zijn een aantal zaken
waarop ik niet onmiddellijk een antwoord heb
gekregen. U hebt gezegd dat het koninklijk besluit
bij de Raad van State ligt. Het is belangrijk dat er
opnieuw rechtszekerheid komt. In hoeverre zult u
rekening houden met de voorstellen die vanuit de
sector zijn gekomen? U zult zich herinneren dat ik
daarover een paar maanden geleden een vraag
heb gesteld. U hebt gezegd dat u eerst snel voor
de wettelijke basis wou zorgen en dat we daarna
rustig konden nagaan hoe de revisievoorstellen
konden worden ingepast. Het koninklijk besluit ligt
nu, een aantal maanden later, bij de Raad van
State. Zo snel is het dus niet gegaan. Ik dacht dat
men intussen de tijd zou hebben gehad om de
revisievoorstellen uit de sector meteen in te
bouwen. Zo zou men tot een consistenter geheel
kunnen komen. Daar heb ik u echter niet
onmiddellijk iets over horen zeggen. U zegt dat de
sector niet aan zijn lot is overgelaten. Ik ben
bereid u te geloven en ik zal dat ook onderzoeken.
De contractuele basis is intussen echter niet meer
gegarandeerd. Waarom zijn de contracten niet
verlengd op 1 januari 2001? U kunt zeggen dat dit
geen probleem is en dat men verder werkt maar ik
wil graag weten waarom de contracten niet
verlengd werden. Het is bovendien belangrijk dat
er een feedback komt. Dat stond ook in een van
mijn vragen. In het verleden, vooral onder de heer
Colla, heeft men al deze gegevens bij
Volksgezondheid binnengebracht terwijl men
niemand had om ze te verwerken. Er lagen toen
enorme hoeveelheden gegevens en de sector
vroeg zich af waarom zij al dat werk moesten
doen als zij niet eens feedback kregen. Het is
tevens belangrijk dat men aansluit bij de
gemeenschappen. U hebt toegegeven dat er in
Brussel en Wallonië nog niet veel loopt. Ik vraag
mij dan ook af of de motivatie om tot goede
overeenkomsten te komen groot zal zijn. In
Vlaanderen bestaat er al een minimale dataset die
echter intussen aan herziening toe is. Zal men van
die herziening gebruikmaken om bepaalde
verbeteringen aan te brengen? Het is evident dat
men al samenwerkt maar het gaat mij om de
lopende herziening.
02.07 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega Goutry, wat uw eerste vraag
betreft, klopt het dat dossiers gemiddeld 4,5
maanden bij de Raad van State liggen. Dat is ook
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
het geval als men een maand behandelingstijd
vraagt. Men kan ook geen drie dagen vragen,
tenzij de urgentie kan worden bewezen. Dat is een
zaak die wij zelf niet in handen hebben.
Voorts werd wel in een aantal vereenvoudigende
maatregelen in het koninklijk besluit voorzien. Het
was echter onmogelijk om retroactief
fundamentele veranderingen aan te brengen,
aangezien men ondertussen met het registreren is
doorgegaan. Daarom werd dit niet in het koninklijk
besluit ingeschreven. Ondertussen wordt wel aan
andere vormen van vereenvoudiging doorgewerkt.
Ik heb u ook gezegd dat men nu, dankzij het
verslag met de analyse van de gegevens dat aan
de toezichtcommissie werd gegeven, veel beter
ziet welke stappen moeten worden ondernomen
en waarom, in tegenstelling tot de vraag van de
sector, op bepaalde vragen niet en op andere
vragen wel moet worden ingegaan.
Ik kan in ieder geval verzekeren dat op basis van
deze resultaten voortwerkt om na te gaan welke
gevolgen daaraan kunnen worden gegeven. Het
gaat immers niet louter om de registratie, maar
om een zinvolle registratie in het kader van de
geestelijke gezondheidszorg.
Ik vind in de gegevens geen antwoord op de vraag
waarom de contracten niet werden verlengd. Dat
zal ik u later laten weten.
02.08 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
de minister deelt ongetwijfeld de bezorgdheid om
zo snel mogelijk een grotere
feedbackmogelijkheid te creëren, zodat men de
vruchten van zijn werk kan zien en het rapport in
beheer- en beleidsinformatie kan omzetten.
Daarna moet deze informatie naar de sector
worden teruggezonden. Dat zou reeds de
nuttigheidswaarde van het instrument verhogen en
de discussie inzake de relevantie verduidelijken.
02.09 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Goutry,
in de toezichtcommissie is de sector zeer ruim
vertegenwoordigd. Ik kan u verzekeren dat de
bespreking van het verslag, waarin een analyse
van de gegevens werd gemaakt, veel aandacht
van de sector heeft gekregen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de betere
uitbouw van de pijnbehandeling" (nr. 4885)
03 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur
"l'amélioration des traitements contre la
douleur" (n° 4885)
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik stel opnieuw een vraag naar het
concept dat de regering bij de uitbouw van de zorg
hanteert. Wij konden allemaal lezen dat minister
Vandenbroucke heeft aangekondigd dat hij
middelen zou vrijmaken voor de uitbouw van de
pijnbehandeling, zowel op het niveau van de
eerstelijnsgezondheidszorg als in de ziekenhuizen.
Ik heb de minister daarover reeds een vraag
gesteld. Ik verneem daaruit dat de minister van
Sociale Zaken er de voorkeur aan geeft om dat via
conventies, via het RIZIV-circuit uit te bouwen.
Dat is een betreurenswaardige optie. De
conventies staan reeds langer aan heel wat kritiek
bloot, meer bepaald over de manier waarop het
wordt georganiseerd, over het toewijzingsbeleid
en over de transparantie. Dit is echter een zeer
principiële keuze. De minister kiest voor een
systeem waarbij er geen erkenningnormen en
geen programmatienormen komen, waarbij er
geen betrokkenheid van de gemeenschappen is
over de manier waarop de pijnbehandeling wordt
uitgebouwd, waarbij er geen integratie is van de
pijnbehandeling in het ziekenhuisconcept zoals
dat uit de wet op de ziekenhuizen voortvloeit. Ik
verwijs naar de palliatieve zorg waar men wel voor
een piste heeft gekozen die aansluit bij het
ziekenhuisconcept, de erkenningnormen, de
verplichte palliatieve functie, enzovoort.
Ik zou het bijzonder betreuren als de federale
regering bij de aanpak van een terecht probleem
ik ben uiteraard zeer tevreden met de middelen
die terzake worden vrijgemaakt voor de weg van
de conventies zou kiezen, opnieuw weg van een
logisch coherent beleid, opnieuw een alternatieve
piste.
Mevrouw de minister, daarom durf ik u aan te
spreken in uw hoedanigheid van minister van
Volksgezondheid. Vindt u de keuze van het RIZIV,
los van erkenningcriteria, los van integratie in het
ziekenhuisconcept en de wet op de ziekenhuizen,
los van de betrokkenheid van de
gemeenschappen, een goede keuze? Zou het niet
beter zijn de pijnbestrijding in te passen in de
ziekenhuiswet en de programmatie- en
erkenningnormen daarop te enten, alleszins voor
het intramurale deel? Zou het niet beter zijn om
ook de gemeenschappen daarbij te betrekken
door ze ten minste de kans te geven om door
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
onder meer erkenning en het inpassen in
zorgstrategische plannen in Vlaanderen,
medezeggenschap te hebben?
03.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer
Vandeurzen, in feite zijn we nog niet zo ver. Op dit
ogenblik wordt door het RIZIV, meer bepaald in de
commissie Chronische Zieken, onderzocht hoe
een betere uitbouw van pijnbehandeling kan
worden bereikt. Ook in het departement
Volksgezondheid is men bezig met onderzoek
naar pijnbehandeling binnen de ziekenhuiscontext.
De diverse elementen zullen in hun samenhang
worden onderzocht. Een uiteindelijke beslissing
moet nog worden genomen.
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
minister, ik kon dit uiteraard zelf wel vermoeden
maar mijn vraag was of u als minister van
Volksgezondheid een voorkeur heeft voor een
bepaald concept. Ik kan mij niet voorstellen dat
het voor u als minister om het even is dat men
heel de wetgeving op de ziekenhuizen omzeilt en
men zich uitsluitend in het RIZIV bevindt. Dit lijkt
mij toch een zeer principiële vraag. Voor andere
gelijkaardige initiatieven, zoals de palliatieve zorg,
heeft men een keuze gemaakt. Ik vroeg vooral
naar uw voorkeur.
03.04 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer
Vandeurzen, ik wacht op de resultaten van de
studies. Ik zal de situatie bekijken op basis van
deze studies. Ik ga niet out of the blue een
voorkeur uitspreken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
exploitatie van een openbaar ziekenhuis door
OCMW's" (nr. 4916)
04 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur
"l'exploitation d'un hôpital public par les CPAS"
(n° 4916)
04.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, naar
aanleiding van de sanering van de stedelijke
financiën van Antwerpen is er in Vlaanderen een
debat op gang gekomen over de openbare
ziekenhuizen en de vraag of lokale besturen die
moeten exploiteren.
Naar aanleiding van die sanering werd plots, out
of the blue, de suggestie gedaan dat de provincies
maar beter die openbare ziekenhuizen konden
exploiteren omdat de financiële risico's niet langer
moeten worden afgewenteld op de lokale
besturen. De Vlaamse Vereniging van Steden en
Gemeenten heeft een persconferentie gehouden
waarop werd verklaard dat de centrumsteden niet
langer de risico's moeten dragen voor de
openbare ziekenhuizen.
Het debat wordt volop gevoerd in Vlaanderen. In
een vrije tribune heb ik terzake mijn mening
verduidelijkt. Ik vind dat de lokale besturen zeker
moeten participeren aan het beheer van openbare
ziekenhuizen omdat dit te maken heeft met de
toegankelijkheid van de zorg voor de lokale
gemeenschap. De reden waarom men terzake
veranderingen wil doorvoeren, heeft te maken met
de bepaling in de ziekenhuiswet die erin voorziet
dat, in tegenstelling tot andere intercommunales,
voor deze vorm van uitbating het openbare lokale
bestuur altijd het risico van de exploitatie draagt
ook al is het hinterland van het ziekenhuis
manifest groter dan de gemeentegrenzen.
Bovendien heeft ook de opdracht, met
gespecialiseerde functies, niet alleen betrekking
op de inwoners van een bepaalde stad of
gemeente.
Het lijkt mij logisch dat sociale componenten, die
een meeruitgave voor de ziekenhuizen
verantwoorden, in de federale financiering worden
verrekend. In Vlaanderen is er een
kwaliteitsdecreet dat bepaalt dat alle ziekenhuizen
toegankelijk moeten zijn voor iedereen, ongeacht
de financiële toestand, geloofsovertuiging,
enzovoort. Het lijk mij logisch dat deze opdracht
aan alle ziekenhuizen wordt gegeven. Het lijkt mij
eveneens logisch dat objectiveerbare elementen
van sociale aard worden gefinancierd op federaal
niveau.
Ik heb schrik voor het feit dat lokale besturen, om
het bestaan van deze deficitregel, zich willen
onttrekken aan de betrokkenheid in het besturen
van ziekenhuizen. Is het niet zinvol om na te
denken over de afschaffing van deze deficitregel?
Is het niet logischer om te zorgen voor een
behoorlijke federale financiering zodat
ziekenhuizen hun sociale opdracht kunnen
uitvoeren? Het risico van de exploitatie moet
vervolgens worden gesitueerd op het niveau van
de rechtspersoon zelf en kan niet zomaar worden
afgewenteld op de lokale overheid. Het is niet
omdat men verlies maakt dat men sociaal is.
Misschien geven sociale factoren aanleiding tot
bijkomende uitgaven maar het is niet automatisch
zo dat verlies maken betekent dat men sociaal is.
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Het kan gewoon betekenen dat het beleid niet
goed is. De vraag is of dit ten laste moet worden
gelegd van het lokale bestuur.
04.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer
Vandeurzen, u merkt op dat er niets fundamenteel
verandert aan de regeling inzake tekorten in het
ontwerp van gezondheidswet. Het is juist dat
daaraan nu niet wordt geraakt. Natuurlijk kan men
de vraag stellen of het ten laste leggen van de
tekorten van openbare ziekenhuizen aan een
enkele gemeente of een beperkt aantal
gemeenten, geen aanleiding kan geven tot
probleemsituaties. Er liggen verschillende
mogelijkheden voor de hand waarom een
ziekenhuis een tekort kan vertonen. Dat kan gaan
van ondoelmatig beheer over te strakke
beslissings- of voogdijregels tot het bestaan van
een zeer sterke populatie waarvoor een zwaar
sociaal engagement nodig is. Er kunnen dus
verschillende redenen voor zijn. De algemene
tendens is, zoals u aangaf, dat in de
ziekenhuisfinanciering zelf rekening moet worden
gehouden met de sociale opdracht van de
ziekenhuizen. De heer Mayeur heeft het er reeds
herhaaldelijk over gehad en ik weet dat de
inspanning om die sociale opdracht te vervullen
slechts langzaam resultaat oplevert. De bedragen
waarin met dat doel werd voorzien, zijn relatief
beperkt. Dit proces moet volgens mij eerst worden
voltrokken. Men moet op peil zijn inzake de
concrete invulling via de financiering van de
ziekenhuizen voor hun sociale opdrachten. Als dat
echt op peil is, kan de andere discussie aan de
orde worden gesteld.
04.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
minister, ik hoop dat u op tijd komt. In Vlaanderen
zie ik werkelijk een verhoogde belangstelling voor
de vraag hoe men daar van afgeraakt. Ik vind dat
geen goede evolutie. Die vraag wordt niet
geïnspireerd door het feit dat men geen
belangstelling zou hebben voor de materie, maar
wel door het feit dat men de gemeentelijke
financiën niet bedreigd wil zien. Men tracht dus
een ander juridisch carcan te vinden waardoor
men zelf niet met een deficit zit opgezadeld. Om
dit correct te kunnen benaderen, is het nodig dat u
de sociale indicaties behoorlijk financiert. Dan
krijgt het debat ook een serenere omvang of
context.
Verder blijf ik erdoor gefascineerd dat in
Vlaanderen op basis van het kwaliteitsdecreet van
mevrouw Demeester alle ziekenhuizen worden
geacht deze sociale opdracht te vervullen. Als er
een verschil is tussen werkelijkheid en
wettelijkheid, ben ik altijd nieuwsgierig naar de
reactie van de overheid: hoe reageert zij inzake
het afdwingbaar maken en het handhaven van de
wettelijkheid? Het is natuurlijk gemakkelijk om te
zeggen dat, zoals de heer Mayeur dikwijls
aanhaalt, er in het Brusselse een aantal private
ziekenhuizen zijn die dat niet doen. Wat is dan de
stok achter de deur om ze dat wel te laten doen?
Gezondheidszorg verstrekken met geld van het
RIZIV, waarin de gemeenschap in belangrijke
mate tussenkomt, en dan zeggen dat men zich
niet houdt aan een opdracht die in het decreet
zelfs is opgenomen als erkenningnorm, is een
verbazingwekkende situatie. Ik kan die moeilijk
aanvaarden of mij daarbij neerleggen. Het debat is
actueel en ik betreur dat wij op dat vlak geen
stappen ondernemen die er minstens voor zouden
zorgen dat de openbare ziekenhuizen meer
overlevingskansen hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick Lansens aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
invulling van de wet ter bestrijding van het
mariene milieu" (nr. 4929)
05 Question de M. Patrick Lansens à la ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "la
mise en oeuvre de la loi sur la protection du
milieu marin" (n° 4929)
05.01 Patrick Lansens (SP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, de wet ter
bescherming van het mariene milieu kwam tot
stand tijdens de vorige legislatuur en dit op
initiatief van de toenmalige staatssecretaris van
Leefmilieu. Ondertussen gingen twee jaren voorbij
en wij staan nog niet veel verder inzake de
concrete uitvoering van de wet. Er moeten nog
verschillende uitvoeringsbesluiten komen en veel
nieuws is er nog niet over vernomen. Wij weten
allen welke heisa er is geweest een drietal jaren
geleden toen deze wet tot stand kwam. Deze
kaderwet werd trouwens eenparig goedgekeurd in
Kamer en Senaat. Aan de kust werd echter, al dan
niet bewust, aan desinformatie gedaan.
Er werd heel wat verkeerde informatie gegeven.
Soms werden de zaken zelfs in het belachelijke
getrokken. Volgens mij heeft dat nogmaals
onderstreept dat overleg met de betrokken
sectoren en actoren heel belangrijk is, evenals het
verstrekken van correcte informatie aan de
betrokkenen en aan het brede publiek.
Het lijk me niet goed om nog lang te talmen.
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Volgens mij kan het niet de bedoeling zijn met die
uitvoeringsbesluiten op de proppen te komen op
het moment dat de parlementsverkiezingen in
aantocht zijn. Vorige keer zaten we ook in een
pre-electorale sfeer. Men krijgt dan een
bijkomende polarisatie die de zaak nog
bemoeilijkt. Volgens mij wordt het dus tijd om met
die uitvoeringsbesluiten voor de dag te komen.
Daarom heb ik een aantal concrete vragen voor u.
Ten eerste, u hebt de gouverneur van de provincie
West-Vlaanderen belast met de coördinatie van
een overleg met de betrokken actoren in de
kuststreek. Daaruit is een rapport voortgekomen.
Welke conclusies zijn er getrokken? Welke
conclusies trekt u daaruit?
Ten tweede, wat is de stand van zake betreffende
de uitvoeringsbesluiten? Wanneer kunnen ze
volgens u in werking treden?
Ten derde, op welke manier zult u voor de
informatiedoorstroming zorgen en overleg plegen
met de betrokken instanties aan de kust?
Ten vierde, op welke manier wilt u het brede
publiek informeren en voorlichten? Volgens mij is
het belangrijk dat ook het brede publiek op een
correcte manier wordt geïnformeerd.
05.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, er zijn al vijf koninklijke
besluiten en ministeriële besluiten genomen in
uitvoering van de wet. Het klopt dus niet dat alles
totnogtoe heeft stilgelegen. Op 12 maart 2000
werd bijvoorbeeld het koninklijk besluit
gepubliceerd dat de procedure vastlegt voor de
machtiging van het storten in de Noordzee van
bepaalde stoffen en materialen. Op 20 december
2000 werd het koninklijk besluit gepubliceerd dat
de procedure vastlegt tot vergunning en
machtiging van bepaalde activiteiten in de
zeegebieden. Eveneens op 20 december 2000 is
een koninklijk besluit gepubliceerd dat de regels
vastlegt betreffende de milieueffectenbeoordeling
in toepassing van de wet van 1999. Bovendien is
er een ministerieel besluit van 11 juni 1999 tot
machtiging van de overheid die de toestemming
moet verlenen voor het gebruik van chemische
producten in de zeegebieden. Het ministerieel
besluit van 27 april 2001 legt de procedure vast in
verband met de aanvraag van vergunningen en
machtigingen vereist voor off-shore
bunkeringactiviteiten.
Het ontwerp-koninklijk besluit dat de soorten
bescherming in de zeegebieden onder de
gerechtelijke bevoegdheid van België regelt, ligt
op dit ogenblik bij de Raad van State. Wij hopen
dat de inwerkingtreding niet te lang meer op zich
zal laten wachten.
In één dossier hebben alle conferenties al
plaatsgevonden onder auspiciën van de
gouverneur van West-Vlaanderen. Het gaat om de
aanduiding van de beschermde zeegebieden. Aan
dat dossier wordt momenteel nog hard gewerkt.
De verschillende soorten publiek hebben totaal
tegenstrijdige verwachtingen van de maatregelen
op dat vlak. Uit de conclusies van de drie
symposia gehouden door de gouverneur van
West-Vlaanderen bleek dat enkele van de
oorspronkelijke maatregelen die men in petto had,
ongewenste gevolgen zouden kunnen hebben.
Men vond dat een verklarend dossier moest
worden opgesteld ter rechtvaardiging van enkele
oplossingen op grond van wetenschappelijke en
milieubeleidargumenten. De besluiten die uit dat
verantwoordingsdossier zouden moeten komen,
kunnen uiteraard pas worden genomen als dat
dossier klaar is. Dat zou niet lang meer duren.
Mijn planning is dat we in september 2001 die
zaak opnieuw kunnen opnemen. Op basis van het
verantwoordingsdossier zullen we opnieuw
contact met de sector leggen.
Niemand is gebaat bij een regeling die pas in het
voorjaar van 2003 zou totstandkomen. De
maatregelen zullen echter hoe dan ook
controversieel zijn, zelfs binnen de partijen. Aan
de kust hadden namelijk niet alle SP-
verantwoordelijken dezelfde mening. Daarover
treed ik niet verder in detail.
05.03 Patrick Lansens (SP): Mevrouw de
minister, ik ben het volledig eens met uw laatste
opmerking. Dergelijke maatregelen zijn inderdaad
controversieel.
Hoe dan ook ik noteer dat u wel degelijk van plan
bent om terzake door te gaan, ook wat betreft de
bepalingen van het besluit op beschermde
zeegebieden, die in september terug aan bod
zullen komen zodra het rapport klaar is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Luc Goutry aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
gevolgen van de laattijdige herziening van
onderdeel A voor de PVT (Psychiatrisch
verzorgingstehuis)" (nr. 4986)
06 Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
publique et de l'Environnement sur "les
conséquences de la révision tardive de la sous-
partie A pour les MSP (Maison de soins
psychiatriques)" (n° 4986)
06.01 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, ondanks de afspraak die
werd gemaakt tijdens de bespreking van de
budgetcontrole en ondanks het feit dat ik uw
antwoord ontving - waarvoor mijn dank wens ik
u toch nog kort te ondervragen over deze materie
omdat mij een en ander niet duidelijk was wat
betreft de implicatie van deze zaak, meer bepaald
hoe het onderdeel A van de PVT-prijs uiteindelijk
zal worden gerecupereerd.
Dit onderdeel gaat eigenlijk over de investeringen.
In 1990, toen de bepalingen omtrent de
reconversie in een koninklijk besluit werden
opgenomen, werd met de natte vinger een bedrag
van 100 BEF bepaald dat door de patiënt moet
worden betaald als persoonlijke opleg. Nadien
bleek uiteraard daarin was trouwens voorzien
dat dit bedrag zou moeten worden aangepast,
ingevolge de gedane investeringen. Er werd
immers bijgebouwd en dergelijke. Het bedrag
moet dus worden opgetrokken.
Al gedurende elf jaar bedraagt het onderdeel door
de patiënt te betalen 100 BEF en het probleem is
thans dat men als het ware per PVR-patiënt elf
jaar terug zou moeten gaan om tot recuperatie
over te gaan. Is dat echter mogelijk? Sommigen
onder hen zijn wellicht overleden. Bovendien moet
men ervoor opletten dat de recuperatie niet
derwijze gebeurt dat aan de huidige PVT-
patiënten een dagprijs wordt aangerekend
waardoor zij opdraaien voor de bijdrage voor het
onderdeel A, ingevolge de volledige recuperatie
van de voorbije tien jaar tijdens dewelke geen
herziening gebeurde.
Mevrouw de minister, hoe zult u dit oplossen?
Sta mij toe, mevrouw de minister, in dat verband
meteen de volgende suggestie te formuleren. Ik
diende trouwens een wetsvoorstel in in dat
verband.
Er bestaat reeds een tussenkomst van de Staat in
dit verband en er werden nieuwe berekeningen
gemaakt. Ook ik maakte terzake berekeningen en
in beide gevallen kwam men tot het resultaat dat
er ongeveer 50 miljoen kon worden bespaard. De
eenvoudigste oplossing zou erin bestaan uit deze
reserve, dit fonds als het ware, te putten om de
instellingen het recuperatiebedrag te vergoeden,
teneinde hen te besparen speurtochten te
organiseren om het onderdeel A van de bijdrage
door vorige patiënten te recupereren. Ik herhaal
dat dergelijke speuracties in de meeste gevallen
trouwens niets zullen opleveren. Dit systeem zou
tevens verhinderen dat huidige PVT-patiënten
moeten opdraaien voor lasten uit het verleden.
Vindt u dit een interessant voorstel, mevrouw de
minister?
06.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, de vaststelling van de
verblijfprijs in psychiatrische
verzorgingsinstellingen behoort tot de
bevoegdheid van minister Vandenbroucke.
Uiteraard zal ik erover waken, mocht men zich
voor het inhaalbedrag voortvloeiend uit de
herziening, toch richten tot de individuele
patiënten, dat zulks betaalbaar blijft. Indien nodig
zal ik vragen dat de periode tijdens dewelke het
inhaalbedrag kan worden gefactureerd, wordt
verlengd.
Het koninklijk besluit in vervanging van het
koninklijk besluit van 2 januari 1991 is in
voorbereiding. Hierin wordt voorzien in een
verhoging van de tussenkomst van de Staat voor
personen met een laag inkomen, zodanig dat de
situatie op een billijke manier verloopt.
Mochten de inhaalbedragen te hoog zijn voor de
patiënten, dan lijkt het mij aangewezen een
structurele oplossing te zoeken voor dit probleem,
waarbij onder andere het op zich nemen van de
lasten door de Staat een piste zou kunnen zijn.
Uiteraard heeft ook dit een bepaalde budgettaire
impact.
06.03 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de minister,
kunt u het laatste stukje van uw antwoord
herhalen alstublieft?
06.04 Minister Magda Aelvoet: Indien de
inhaalbedragen te zwaar uitvallen voor de
patiënten, moeten er structurele maatregelen
worden genomen. Die kunnen bijvoorbeeld
inhouden dat de Staat de kosten te zijner laste
neemt. Daarvoor zijn uiteraard budgettaire
voorzieningen nodig.
06.05 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de minister,
het is uiteraard goed dat u die mogelijkheid
onderzoekt. Het spreekt voor zich dat er dan een
structureel probleem ontstaat. Wanneer u de
kosten over een termijn van tien of elf jaar bekijkt,
gaat het over forse bedragen. Het gaat immers
over dagbedragen, die worden vermenigvuldigd
met het aantal dagen.
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Mevrouw de minister, daarnet heb ik me blijkbaar
vergist. De aanpassing van het bedrag valt
blijkbaar onder uw bevoegdheid, maar de
recuperatie, de financiering zelf, valt blijkbaar
onder de bevoegdheid van minister
Vandenbroucke. Hij zal dus de nodige
maatregelen moeten nemen om de regeling toe te
passen op de instellingen.
Mevrouw de minister, kunt u me ook al zeggen in
welke mate het bedrag zal worden herzien?
06.06 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Goutry,
daar heb ik nog geen zicht op.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan
de minister
van
Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nieuwe
erkenningscriteria voor de huisartsen"
(nr. 4997)
07 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les nouveaux critères d'agrément des
généralistes" (n° 4997)
07.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, het is voor een
gevestigde en erkende huisarts niet evident
vakantie te nemen en voor een korte periode een
vervanger te vinden. Vele studenten laten zich
afschrikken door de te hoge werkdruk en de te
lange werkuren. Men rekruteert vervangers onder
de pas afgestudeerde artsen, die een paar
vervangingen doen tijdens de vakantiemaanden in
afwachting van het aanvangen van hun verdere
opleiding in oktober. Zo kunnen zij hun precaire
financiële situatie wat verbeteren.
Huisartsen worden echter blijkbaar geconfronteerd
met het probleem een vervanger te vinden voor
korte periodes. Dit bevordert de attractiviteit van
het beroep alvast niet. De huisarts behoort, zoals
ik reeds eerder heb gezegd, tot een uitstervend
ras, zoals ooit de dinosaurus. In een drukke
praktijk is het echter onmogelijk om geen
vervanger te nemen. Huisartsen hebben vaak
schoolgaande kinderen, en ze nemen hun
vakantie dus vaak in juli en augustus. Hierdoor
worden de huisartsen in de omgeving sterker
belast. Zo komt het tot een heen en weer lopen
van patiënten, wat de continuïteit van de zorg in
het gedrang brengt. Ik denk dat het voor de
patiënten beter is dat zij op het vertrouwde adres
terechtkunnen, waar een vervanger hen opvangt.
Die vervanger beschikt dan tevens over het hele
medische dossier en over alle antecedenten van
de patiënt.
Op 1 juli 2001 treden nieuwe erkenningcriteria
voor huisartsen in werking. Dit zal concreet tot
gevolg hebben dat algemeen geneeskundigen die
afgestudeerd zijn na 31 december 1994, die hun
activiteit begonnen en die niet als huisarts erkend
zijn, enkel nog voorschriften zullen kunnen maken.
Het lijkt mij evident dat zij, als zij geen eigen
tarieven mogen aanrekenen en geen eigen
rekeningen kunnen opmaken, zij niet geneigd
zullen zijn vervangingen te doen. Het gaat hier
over ongeveer 1200 geneesheren, die
afgestudeerd zijn en wachten op hun verdere
opleiding. Er zijn ook enkele mensen die nog niet
klaar zijn om zich te settelen, die bijvoorbeeld
twijfelen of ze tropische geneeskunde gaan volgen
of een andere specialisatie en die in afwachting
daarvan vervangingen doen. Dat circuit wordt
echter steeds kleiner. Speciaal voor hen worden
nu, als overgangsmaatregel,
nomenclatuurnummers gecreëerd. Daarvan
kunnen zij nog profiteren tot 31 december 2002.
Zo kunnen zij een beperkt aantal consultaties voor
advies aanrekenen, en voorschriften maken.
Na deze datum mogen ze nog alleen voorschriften
schrijven. Ik zie het nut niet in van het feit dat men
de geneeskunde niet meer mag beoefenen, maar
wel nog voorschriften mag schrijven. Als deze
mensen als huisartsen worden gescand, dan vind
ik het normaal dat zij moeten voldoen aan de
criteria zoals die vermeld staan in het ministerieel
besluit van 3 mei 1999 en dus de bijkomende
opleiding voor huisarts moeten volgen. Ik vraag u
wat er kan gebeuren voor de categorie van de pas
afgestudeerden die nog niet zijn opgenomen in
een opleiding tot huisarts of tot specialisatie. Zal
voor heb in een uitzondering worden voorzien
zodanig dat de pool van vervangers toch blijft
bestaan? Artsen hebben al niet veel vakantie en
het moet toch mogelijk zijn dat die mensen een
vervanging kunnen doen.
07.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega, jammer genoeg is de situatie
zo dat wij bij de omzetting van bepaalde Europese
richtlijnen ik ga u de cijfers niet geven, want die
zijn toch snel gedateerd in feite maar toelaat om
twee categorieën te onderscheiden, met name
specialisten en huisartsen, maar dan ook
huisartsen die aan al die criteria moeten voldoen.
Dat is een regeling die destijds tot stand is
gekomen omwille van het vrij verkeer van
personen, het uitoefenen van een beroep in
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
andere landen, en dergelijke meer. Daar eenzijdig
op terugkomen is dus wettelijk niet mogelijk.
Afwijkingen toestaan zou betekenen dat wij een
inbreuk plegen op die richtlijn en ook afbreuk doen
aan de inzet van een aantal werkgroepen van
geneesheren-specialisten en andere, ook de Hoge
Raad van Geneesheren-specialisten, die altijd
hebben geijverd voor het feit dat men wel degelijk
over die aanvullende bekwaamheden moest
beschikken. Nu kan ik me goed voorstellen dat u
daarop zegt dat dit allemaal wel waar kan zijn,
maar dat wij toch met het probleem blijven zitten
dat het moeilijk is om tot een vervanging te
komen. Ik moet zeggen dat ik hierover maar
weinig klachten heb ontvangen, maar niet alle
klachten komen tot bij mij. Gelukkig maar, want
anders zou ik helemaal verzuipen. Ik wil ze echter
wel eens samen met anderen bekijken en ik wil u
daarbij ook graag uitnodigen. Er kan dan worden
onderzocht hoe groot het probleem is en wat er
kan worden gedaan op een manier die ons niet in
de illegaliteit brengt.
07.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
minister, ik zal daar graag aan meewerken. Om
aan te tonen hoe groot het probleem is kan ik u
wijzen op het feit dat de WVVH, die toch voor de
huisartsen enorm veel doet, een website heeft en
vorig jaar een e-mailadres had opgericht om
vervangingen als service aan haar leden aan te
bieden. Ze hebben die na zes maanden uit pure
miserie opgedoekt omdat zij daar enorm veel
aanvragen kregen en niemand die de aanvragen
kon verwerken, zowel voor associatie en ik weet
het, want mijn naam heeft er altijd opgestaan als
voor vervangingen. Er zijn veel vrouwelijke artsen
die zwangerschapsverlof hebben en die zeggen
dat ze na de bevalling drie maanden iemand in
hun praktijk willen zodat ze een beetje kunnen
herstellen en hun kind kunnen verzorgen. Zij
vinden echter geen vervangers en dat brengt een
enorme belasting met zich. Een kind wordt
geboren na veertig weken, of men nu een
vervanger heeft of niet. Men kan aan zijn patiënten
niet zeggen dat men wegens borstvoeding niet
beschikbaar is en ze maar zelf iemand anders
moeten vinden. Het is dus echt een enorm
probleem. Daarom breng ik het hier ter sprake. Ik
kan u alle adressen van websites bezorgen
waarop u vragen kunt stellen naar de omvang van
het probleem. Wij zien in artsenkranten dat er
enorm veel aanvragen zijn, maar er is niemand
die zich ter beschikking stelt. Het moet voor een
huisarts toch mogelijk zijn om twee weken per jaar
gerust met de kinderen ergens heen te trekken,
wetende dat in de praktijk alles goed verloopt.
Vaak zijn er ook terminale patiënten in
behandeling die men achterlaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan
de minister
van
Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
vaccinatie tegen meningitis C" (nr. 4948)
08 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la vaccination contre la méningite de type C"
(n° 4948)
08.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag houdt
verband met het vaccinatiebeleid. Ik weet dat u
niet alleen bevoegd is voor deze problematiek.
Onlangs werden in ons land verschillende
gevallen van meningitis gesignaleerd. Omwille van
allerhande factoren is de incidentie van meningitis
gestegen van 1 op 100.000 inwoners in 1991 naar
3 op 100.000 inwoners nu. We zijn nu ook
geconfronteerd geworden met een 45-tal gevallen
van meningitis C en 54 gevallen van het type B.
Tegen het type B bestaat tot op heden geen
vaccin. Men verwacht dit vaccin pas tegen 2006.
Tegen het type meningitis C bestaat wel een
vaccin en binnenkort verwacht men er een
tweede. De grootste risicogroepen voor deze zeer
gevaarlijke ziekte zijn kinderen jonger dan 5 jaar
en jongeren van 15 tot 25 jaar. In Groot-Brittannië
is in een vaccinatie voorzien voor kinderen van 2
maanden tot 17 jaar. In ons land is het vaccin
tegen meningitis C evenwel niet opgenomen in het
vaccinatieprogramma voor zuigelingen en
kinderen. Ouders die dit vaccin wensen toe te
dienen kunnen dit en doen hiervoor meestal een
beroep op hun huisarts of pediater. Het is een vrij
duur vaccin van ongeveer 1600 frank per dosis
dat driemaal moet worden toegediend voor de
leeftijd van 1 jaar. Na de leeftijd van 1 jaar moet
het nog slechts eenmaal worden toegediend. Het
RIZIV komt niet tussen in de kosten. Onlangs
heeft de Hoge Gezondheidsraad in een advies
een vaccin tegen meningitis C aanbevolen.
Meningokokkeninfecties leiden immers in 1 op 20
gevallen tot een fatale afloop en bij de
overlevenden worden vaak ernstige neurologische
en andere letsels vastgesteld.
Mevrouw de minister, graag vernam ik of er
overleg is met de Gemeenschappen die instaan
voor de preventie, dus voor het vaccinatiebeleid.
Wordt er overleg gepleegd met uw collega van
Sociale Zaken in verband met een mogelijke
financiële tussenkomst. Bent u van plan een
algemene vaccinatie te bepleiten of overweegt u
CRIV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
een beperkte vorm die vooral gericht is op de
risicogroepen.
08.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, dat punt is effectief aan de orde
geweest op de interministeriële conferentie
Volksgezondheid. Er is inderdaad een werkgroep
die de problematiek van de vaccinaties bespreekt.
Zij heeft zich reeds beziggehouden met onder
meer hepatitis b en influenza. De conclusie van de
Hoge Gezondheidsraad is niet éénduidig. Er wordt
tegelijk warm en koud geblazen. Enerzijds, vindt
men het goed; anderzijds, vindt men dat een en
ander nog moet worden bekeken. Er werd
overeengekomen dat dit nader zou worden
onderzocht, rekening houdend met de meest
zinvolle aanpak indien men tot vaccinatie
overgaat. Wij zitten met een veel lager getal van
meningitis C dan in de UK waar men een
algemene vaccinatie heeft doorgevoerd. Er wordt
dus onderzocht of het voldoende is om zich tot
bepaalde leeftijdscategorieën te beperken, dan
wel of men tot een algemene vaccinatie moet
overgaan. Na een eerste gedachtewisseling
hieromtrent in aanwezigheid van de
Gemeenschappen is men tot de vaststelling
gekomen dat een algemene vaccinatie niet de
meest adequate oplossing leek rekening houdend
met de beperkte financiële middelen die
voorhanden zijn om iets te bestrijden. Wij zullen
de resultaten van de studie die is toevertrouwd
aan de universiteit van Antwerpen en die zal
worden voorgelegd aan de Algemene Raad,
afwachten om een beslissing te nemen.
08.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
minister, rekening houdend met onze beperkte
financiële middelen en de meer beperkte
incidentie bij ons is het normaal dat men de
resultaten van de studie en het advies van de
Hoge Raad afwacht om tot een zinvol beleid te
komen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La question n° 5006 de M. Yvan Mayeur est
reportée à une date ultérieure.
09 Question de M. Robert Denis à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'obligation
de confidentialité de l'ABIEC" (n° 5009)
09 Vraag van de heer Robert Denis aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
vertrouwelijkheid die de BVRH in acht moet
nemen" (nr. 5009)
09.01 Robert Denis (PRL FDF MCC): Madame
la présidente, l'association visée est l'Association
belge d'identification et d'enregistrement des
chiens.
Madame la ministre, vous avez en charge
l'exécution de la loi relative à la protection
animale. Dans ce cadre, l'arrêté ministériel du 2
mars 1998 porte désignation de l'ABIEC, cette
association qui a pour mission d'effectuer
l'identification des chiens.
En vertu de l'article 7 de cet arrêté, cette
association doit répondre à un certain nombre de
conditions. Une d'entre elles est de permettre
l'accès des données du registre central
d'identification aux autorités compétentes en
matière de protection animale.
Une autre condition est de respecter les
obligations prévues par la loi du 8 décembre 1992
relative à la protection de la vie privée à l'égard
des traitements de données à caractère
personnel.
Une troisième condition est de suivre les
instructions du ministre relatives à l'exécution de
sa mission, notamment celles qui sont décrites à
l'article 8 de cet arrêté. Cet article 8 rappelle que
la confidentialité de ces données doit être assurée
de manière absolue.
Mes questions sont les suivantes:
1.
L'ABIEC est-elle seule responsable des
données qu'elle divulguerait contrairement à
l'obligation de confidentialité dont je viens de
parler?
2. Considérez-vous que les autorités telles que
prévues par les lois du 14 août 1986 et du 24
mars 1987 ont accès de droit aux données
d'enregistrement dans le cadre de missions autres
que celles permettant de suspecter des infractions
en matière de protection et de bien-être des
animaux?
3. Les autorités non prévues par les lois sur la
protection des animaux et le bien-être de ces
animaux ont-elles accès de droit aux données
d'identification? Je parle ici de l'administration
fiscale qui semble de plus en plus vouloir venir
fourrer son nez là-dedans, non dans le but de
savoir si nos animaux sont bien traités mais si les
vétérinaires traitent bien leur déclaration fiscale.
Madame la ministre, si vos réponses aux
questions 2 et 3 devaient être négatives, estimez-
vous que l'administration fiscale ne pourrait avoir
accès à ces données que si elle est munie d'un
26/06/2001
CRIV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
document en bonne et due forme émanant d'un
magistrat d'instruction?
09.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la
présidente, monsieur Denis, l'ABIEC est
parfaitement consciente des problèmes que vous
avez évoqués. C'est la raison pour laquelle elle a
adressé une demande d'instruction à la
Commission pour la protection de la vie privée, à
la suite de plusieurs questions qui lui avaient été
posées. Cette commission a rendu un avis très
clair. Je puis vous assurer que cet avis sera
respecté.
09.03 Robert Denis (PRL FDF MCC): Madame
la ministre, je vous remercie. Je n'en demandais
pas plus.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
12.04 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.04 uur.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 511
CRABV 50 COM 511
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
26-06-2001 26-06-2001
10:14 uur
10:14 heures
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Servais Verherstraeten tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
zomermaatregelen in het kader van het nationale
ozonbeleid" (nr. 4804)
1
Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
mesures à prendre cet été dans le cadre de la
politique nationale en matière d'ozone" (n° 4804)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Servais Verherstraeten, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Samengevoegde vragen van
3
Questions jointes de
3
- de heer Jo Vandeurzen tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de zorgcircuits, meer bepaald in
de sector van de geestelijke gezondheidszorg"
(nr. 4701)
3
- M. Jo Vandeurzen au ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les circuits de soins, en
particulier dans le secteur de la santé mentale
(n° 4701)
3
- de heer Luc Goutry tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de registratie van Minimale
Psychiatrische Gegevens" (nr. 4985)
3
- de M. Luc Goutry à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'enregistrement du Résumé
psychiatrique minimum" (n° 4985)
3
Sprekers: Jo Vandeurzen, Luc Goutry,
Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Luc Goutry,
Magda Aelvoet, ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de betere uitbouw van de
pijnbehandeling" (nr. 4885)
6
Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'amélioration
des traitements contre la douleur" (n° 4885)
6
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de exploitatie van een openbaar
ziekenhuis door OCMW's" (nr. 4916)
7
Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'exploitation
d'un hôpital public par les CPAS" (n° 4916)
7
Sprekers: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Jo Vandeurzen, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Patrick Lansens tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de invulling van de wet ter
bestrijding van het mariene milieu" (nr. 4929)
8
Question de M. Patrick Lansens à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la mise en
oeuvre de la loi sur la protection du milieu marin"
(n° 4929)
8
Sprekers: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Patrick Lansens, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Luc Goutry tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de gevolgen van de laattijdige
herziening van onderdeel A voor de PVT
(Psychiatrisch verzorgingstehuis)" (nr. 4986)
9
Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
conséquences de la révision tardive de la sous-
partie A pour les MSP (Maison de soins
psychiatriques)" (n° 4986)
9
Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
26/06/2001
CRABV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nieuwe
erkenningscriteria voor de huisartsen" (nr. 4997)
10
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les nouveaux
critères d'agrément des généralistes" (n° 4997)
10
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
vaccinatie tegen meningitis C" (nr. 4948)
11
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommationde la Santé
publique et de l'Environnement sur "la vaccination
contre la méningite de type C" (n° 4948)
11
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Robert Denis tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de vertrouwelijkheid die de
BVIRH in acht moet nemen" (nr. 5009)
12
Question de M. Robert Denis à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'obligation de
confidentialité de l'ABIEC" (n° 5009)
12
Sprekers: Robert Denis, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Robert Denis, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
26
JUNI
2001
10:14 uur
______
du
MARDI
26
JUIN
2001
10:14 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.39 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.39 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van de heer Servais Verherstraeten tot
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
zomermaatregelen in het kader van het nationale
ozonbeleid" (nr. 4804)
01 Question de M. Servais Verherstraeten à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
mesures à prendre cet été dans le cadre de la
politique nationale en matière d'ozone" (n° 4804)
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): Enkele
weken geleden steeg de ozonconcentratie op
verschillende plaatsen boven de norm. We
belandden opnieuw in de gevarenzone.
Welke maatregelen mogen de burgers verwachten?
Wat betekent de post "werkingskosten pesticiden
en gevaarlijke producten" in de begroting? Wat zal
met de resterende middelen gebeuren?
Wat leverde de samenwerking tussen de
departementen vorig jaar op? Hebben de betrokken
ministers al gesproken over een eventuele
aanpassing van het federaal ozonplan? Wat heeft
de federale overheid gedaan om het goede
voorbeeld te geven?
Welke strategie zal worden voorgelegd tijdens het
Europees voorzitterschap?
Zal eventueel tijdelijk het verkeer worden
verminderd? Wat zijn de concrete maatregelen?
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): Il y a
quelques semaines, la concentration d'ozone a
dépassé la norme à plusieurs endroits. Nous
atteignons à nouveau la zone de danger.
A quelles initiatives les citoyens peuvent-ils
s'attendre ? Que recouvre exactement le poste
budgétaire relatif au frais de fonctionnement pour
pesticides et produits dangereux ? Qu'adviendra-t-il
des moyens restants ?
Quel est le résultat de la coopération organisée l'an
dernier entre les départements ? Les ministres
concernés ont-ils déjà évoqué une éventuelle
adaptation du plan fédéral en matière d'ozone ?
Quelles actions ont été menées par les pouvoirs
publics fédéraux pour donner le bon exemple ?
Quelle stratégie la Belgique présentera-t-elle à
l'occasion de la présidence européenne ?
Envisage-t-on d'imposer temporairement des
restrictions en matière de circulation ? Quelles
mesures concrètes sont prévues ?
01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Half
mei werd het ozonplan van vorig jaar geëvalueerd.
Er is gebleken dat maatregelen op piekmomenten
01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Le plan ozone de l'année dernière a fait l'objet d'une
évaluation à la mi-mai. Il s'est avéré que les
26/06/2001
CRABV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
weinig uithalen of zelfs averechts werken.
Structurele maatregelen zijn dus nodig. Een aantal
internationale verbintenissen in verband met
emissies werden geratificeerd. Er bestaat een
overzicht van maatregelen rond transport en op 12
juni was er nog een bijeenkomst van de
interministeriële conferentie van de ministers,
bevoegd voor milieu en transport, waarop een
aantal bijkomende maatregelen werden genomen.
Vorige zomer werden 21 procent meer processen-
verbaal opgesteld, waarbij men zich wél
concentreerde op de autosnelwegen, waar de
snelheid doorgaans hoger ligt. De heer Ansoms
heeft het dus in zijn beweringen ter zake niet bij het
rechte eind.
Op de conferentie van 12 juni kwamen nog
bijkomende maatregelen aan bod, zoals de toegang
tot ondergrondse parkings voor LPG-wagens, de
afstemming van fiets en openbaar vervoer,
maatregelen vanwege de regio's in het kader van
duurzame ontwikkeling en de mogelijkheid tot
werken met een pastille bleue in geval van
overschrijding.
mesures prises? lorsque les concentrations
atteignent des pointes, donnent peu de résultats et
ont même, parfois, un effet inverse à celui
poursuivi. Il faut, dès lors, prendre des mesures
structurelles. Un certain nombre d' engagements en
ce qui concerne les émissions ont été ratifiés. Nous
disposons d'un aperçu des mesures prises en
matière de transports . Des mesures
supplémentaires ont encore été prises le 12 juin
2001, lors d'une réunion de la conférence
interministérielle des ministres compétents en
matière d'environnement et de transports.
L'été dernier, le nombre de procès verbaux a
augmenté de 21%. Les actions étaient centrées sur
les autoroutes où la vitesse est normalement plus
élevée. M. Ansoms n'a, dès lors, pas raison à cet
égard.
Lors de la conférence du 12 juin, d'autres mesures
ont également été évoquées, notamment l'accès
aux parkings pour les voitures équipées d'une
installation LPG, la complémentarité vélo-transports
publics, les mesures prises par les Régions dans le
cadre du développement durable et la possibilité
d'utiliser une «
pastille bleue
» en cas de
dépassement.
Er komt een nieuwe informatiecampagne. Het
"sportieve" rijgedrag leidt tot een verhoogde uitstoot,
gaande zelfs tot vierhonderd procent. Daarvoor
moet aandacht worden gevraagd.
We hebben toestemming gekregen van Europa om
zwavelarme brandstof goedkoper aan te bieden op
de markt. De nodige besluiten worden voorbereid.
De uitstoot door verwarmingsinstallaties zal worden
verminderd. De vluchtige organische stoffen in
verven en vernis worden eveneens verminderd.
De voorbeeldrol van de overheid wordt opgevolgd
door een werkgroep, opgericht door
staatssecretaris Deleuze. Op verschillende
kabinetten werden maatregelen genomen.
Op de Ministerraad van 19 juli zal de belasting op
de inverkeerstelling voor LPG-wagens en wagens
die aan de strengste normen beantwoorden,
worden besproken. Ook de verkeersbelasting zal
worden aangepast aan de vervuiling.
De 42 miljoen frank waar de heer Verherstraeten
naar vroeg, zijn bestemd voor kosten voor de
campagne en voor de uitgaven voor het extra
Une nouvelle campagne d'information est prévue.
La conduite sportive augmente les émanations, qui
peuvent alors monter à 400%. Il faut attirer
l'attention sur ce point.
Nous avons obtenu l'autorisation de l'Union
européenne de diminuer le prix des combustibles
pauvres en souffre. Les arrêtés sont en préparation.
Les émanations dues aux installations de chauffage
seront réduites. Les substances organiques
volatiles des peintures et des vernis le seront aussi.
Le gouvernement doit donner l'exemple et un
groupe de travail, mis en place par le secrétaire
d'Etat Deleuze, est chargé de cet aspect. Des
mesures sont prises dans différents cabinets.
Lors du conseil des ministres du 19 juillet, on
abordera la question de la taxe de mise en
circulation des véhicules équipés au LPG et des
voitures qui répondent aux normes les plus strictes.
La taxe de circulation sera aussi adaptée en
fonction de normes environnementales. Les
cabinets intègrent bien tous les aspects des
mesures structurelles.
Les 42 millions de francs, évoqués par M.
Verherstraeten, sont destinés à couvrir les coûts
des campagnes et les dépenses pour le personnel
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
personeel om de LPG-premie uit te betalen. Het
gaat hierbij dus effectief om ondersteuning van
ozon-maatregelen.
supplémentaire chargé du paiement des primes
LPG. Il s'agit donc bien du soutien des mesures en
matière d'ozone.
01.03 Servais Verherstraeten (CVP): Is er een
akkoord met de minister van Justitie over het
inzetten van meer manschappen voor
snelheidscontroles?
Wanneer treedt de maatregel in verband met de
toegang voor LPG-wagens tot ondergrondse
parking in voege?
Bestaan er inzake de belasting op de
inverkeerstelling (BIV) ontwerptarieven om meer te
kunnen belasten bij grotere vervuiling?
01.03 Servais Verherstraeten (CVP): Un accord
a-t-il été conclu avec le ministre de la Justice visant
à augmenter les effectifs assignés aux contrôles de
vitesse ?
Quand la mesure concernant l'accès aux parkings
souterrains des véhicules équipés d'une installation
LPG entrera-t-elle en vigueur ?
Existe-t-il? en matière de TMC? des projets de tarifs
visant à taxer davantage les grands pollueurs ?
01.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands):
Justitie heeft vorig jaar richtlijnen gegeven over de
snelheidscontroles. De beslissing over de extra
mankracht kwam van Binnenlandse Zaken. Vorig
jaar ging er veel mankracht naar EURO 2000. Dat
is dit jaar geen probleem. De belastingverlaging
wordt besproken op de Ministerraad van 19 juli.
Financiën buigt zich over de ontwerptarieven voor
de BIV.
01.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
L'année passée, le département de la Justice a
donné des directives concernant les contrôles de
vitesse. La décision relative aux effectifs doit être
prise par le ministère de l'Intérieur. L'an dernier, une
grande partie des effectifs a été affectée à l'Euro
2000. Il n'y a pas de manifestations de ce type cette
année. La question de la réduction d'impôt sera
abordée lors du Conseil des ministres du 19 juillet.
Le département des Finances se penche
actuellement sur des projets de tarifs en matière de
TMC.
01.05 Servais Verherstraeten (CVP): Hoe staat
het met de toegang tot ondergrondse parkings voor
LPG-wagens?
01.05 Servais Verherstraeten (CVP) : Qu'en est-il
de l'accès des véhicules LPG aux parkings
souterrains ?
01.06 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Op
de interministeriële conferentie van 12 juni kwam
deze maatregel aan bod. De regio's hebben een
belangrijk aandeel in deze bevoegdheid. Er wordt
met bekwame spoed doorgewerkt aan deze
maatregel.
01.06 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Lors de la conférence interministérielle du 12 juin, la
mesure a été abordée. Bon nombre des
compétences liées à cette matière ressortissent aux
Régions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Jo Vandeurzen tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de zorgcircuits, meer bepaald in
de sector van de geestelijke gezondheidszorg"
(nr. 4701)
- de heer Luc Goutry tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de registratie van Minimale
Psychiatrische Gegevens" (nr. 4985)
02 Questions jointes de
- M. Jo Vandeurzen au ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "les circuits de soins, en
particulier dans le secteur de la santé mentale
(n° 4701)
- de M. Luc Goutry à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'enregistrement du
Résumé psychiatrique minimum" (n° 4985)
02.01 Jo Vandeurzen (CVP): De registratie van
een minimale psychiatrische gegevens is essentieel
voor de uitbouw van zorgcircuits.
02.01 Jo Vandeurzen (CVP): L'enregistrement
d'un résumé psychiatrique minimum est essentiel
au développement des circuits de soins.
26/06/2001
CRABV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
In welke mate worden de gegevens nu
geregistreerd? In welke sectoren wordt het systeem
gebruikt? Kan dit ook in de ambulante zorg worden
ingevoerd? Is een uniek registratienummer, nodig
voor een goed intra- en extramuraal zorgcircuit,
haalbaar en menselijk. Vindt ook de minister dit
nodig voor de uitbouw van zorgcircuits?
Où en est l'enregistrement des données ? Quels
secteurs utilisent ce système ? Ce système peut-il
également être instauré au sein du secteur
ambulatoire ? Est-il possible et souhaitable d'utiliser
un numéro d'enregistrement unique, nécessaire au
bon fonctionnement du circuit intra- et extra-muros
? La ministre estime-t-elle cette mesure nécessaire
au développement des circuits de soins ?
02.02 Luc Goutry (CVP): Door een nieuw KB
wordt de registratie van psychiatrische gegevens
opnieuw ingevoerd. Hoe zal de inhoud van het
nieuwe registratiesysteem aansluiten bij de nieuwe
beleidsvisie op zorgcircuits en netwerken?
Nieuwe promotoren van verschillende universiteiten
zullen het nieuwe registratiesysteem vorm en
inhoud geven. Wordt de eigenheid van de sector
geestelijke gezondheidszorg gegarandeerd? Welke
rol ziet de minister voor de commissie van toezicht
en de evaluatie van de statische gegevens?
De sector kan geen beroep meer doen op
ondersteuning bij de registratie aangezien de
contracten en coördinatoren niet verlengd zijn na 1
januari? Hoe wordt dit op korte termijn opgelost? Is
het wenselijk om de administratie de taken van de
promotoren te laten ondersteunen?
Om een geestelijk gezondheidsbeleid te voeren
moeten de MPG-registratie en de registratie in de
geestelijke gezondheidscentra op elkaar worden
afgestemd. De Vlaamse Gemeenschap maakt werk
van een minimale dataset.
Is de federale overheid betrokken bij de bepaling
van deze Vlaamse minimale dataset? Zal ze
compatibel zijn met de MPG-registratie? Bestaan er
soortgelijke ontwikkelingen in het Waalse Gewest,
Brussels Gewest en de Franse Gemeenschap en
wordt de onderlinge afstemming verzekerd?
02.02 Luc Goutry (CVP): Un nouvel arrêté royal
réintroduit l'enregistrement des données
psychiatriques. Comment le nouveau système
d'enregistrement sera-t-il mis en harmonie avec la
nouvelle politique en matière de circuits de soins et
de réseaux ?
Il appartient aux nouveaux promoteurs, issus de
différentes universités, de donner une forme et un
contenu réels à ce nouveau système
d'enregistrement. La spécificité du secteur des
soins de santé mentale est-elle garantie? Quel rôle
le ministre prévoit-t-il pour la «commission de
contrôle et d'évaluation des données
statistiques » ?
Le secteur ne bénéficiera plus d'un support au
moment de l'enregistrement, car les contrats et les
coordinateurs n'ont pas été reconduits au 1
er
janvier. De quelle manière entend-on résoudre ce
problème à court terme? Est-il souhaitable de
demander à l'administration d'apporter un soutien
au niveau des tâches des promoteurs ?
Une politique de soins de santé mentale digne de
ce nom implique une gestion conjointe de
l'`enregistrement du RPM et de l'enregistrement au
sein des centres de soins de santé mentale. La
Communauté flamande s'attelle, quant à elle, à
l'élaboration d'un set de données minimum.
L'Etat fédéral est-il associé à l'élaboration de ce `set
de données minimum' du côté flamand? Sera-t-il
compatible avec l'enregistrement RPM? Existe-t-il
des développements similaires dans les régions
wallonne et bruxelloise ainsi qu'en Communauté
française, et veille-t-on à assurer une indispensable
harmonisation ?
02.03 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Ik
antwoord eerst op de vragen van de heer
Vandeurzen.
Sinds de vernietiging van het KB van 25 februari
1996 kon de minimale registratie niet meer
gebeuren in de psychiatrische instellingen en de
betrokken afdelingen van de algemene
ziekenhuizen. De Raad van State buigt zich nu over
02.03 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Je répondrai d'abord aux questions posées par M.
Vandeurzen.
Depuis l'annulation de l'arrêté royal du 25 février
1996, le résumé minimum ne peut plus se faire
dans les institutions psychiatriques et les
départements concernés des hôpitaux généraux. Le
Conseil d'Etat se penche, à présent, sur un arrêté
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
een opvolgings-KB.
De MPG-registratie geldt voor de residentiële
opvang. Het federale niveau is niet bevoegd voor de
ambulante opvang. De centra voor geestelijke
gezondheidszorg hebben een eigen
registratiesysteem.
De administratie Gezondheidszorg heeft een
minimale dataset uitgewerkt die op 31 januari 2001
werd voorgesteld op de interkabinettenwerkgroep.
In 2000 was er ook een initiatief om de federale en
de Vlaamse registratie te harmoniseren, waarbij ook
op vereenvoudiging werd aangestuurd. Ondanks
deze initiatieven bestaat er tot op heden nog altijd
geen gestandaardiseerde registratie.
royal de suivi.
L'enregistrement RPM s'applique à l'accueil en
résidence. Les compétences du niveau fédéral ne
s'étendent pas à l'accueil ambulatoire. Les centres
d'hygiène mentale ont leur propre système
d'enregistrement.
L'administration des soins de santé a élaboré un
ensemble de données minimum, qui a été présenté
le 31 janvier 2001 lors d'une réunion du groupe de
travail intercabinets. En 2000 déjà, on avait pris
l'initiative d'harmoniser les systèmes
d'enregistrement fédéral et flamand, dans le sens
d'une simplification. Malgré ces démarches, il n'y a,
jusqu'à présent, toujours pas de système
d'enregistrement standardisé.
Een uniek nummer per patiënt en de harmonisatie
ervan worden op verschillende niveaus erkend. Dat
past in de nieuwe beleidsvisie. Het bewaren van de
gegevens is delicaat. Ik verkies een eigen code, die
toevertrouwd wordt aan een instantie zoals de
kruispuntbank.
Een MPG volledig patiëntgericht maken vermindert
de werklast. We maken werk van het uniek nummer
per patiënt. De batterij vragen die leidt tot
factoranalyse maakt een gedifferentieerde
behandeling van patiënten mogelijk.
Ik wil graag universitaire machten mobiliseren, maar
ik zal geen aangestelde promotoren vervangen. Het
team dat we in het najaar samenbrengen werkt
hopelijk goed samen. De toezichtscommissie blijft
dezelfde wakende rol vervullen.
Un numéro unique par patient et l'harmonisation
sont reconnus à différents niveaux. Cela entre dans
la cadre de la nouvelle vision politique. La
conservation des données est délicate. Je préfère
un code propre qui est confié à une instance
comme la banque carrefour.
L'établissement d'un RPM entièrement axé sur le
patient réduit la charge de travail. La batterie de
questions qui mène à une analyse des facteurs
permet le traitement différencié des patients.
Je veux bien mobiliser des universités mais je ne
remplacerai pas des promoteurs désignés. J'espère
que l'équipe que nous constituerons à l'automne
travaillera dans un esprit de collaboration. La
commission de contrôle remplira le même rôle de
surveillance.
De instellingen worden ondersteund door een team
van de Antwerpse universiteit en van de ULB. Dit
gebeurt zonder contractuele dekking, wat niet
aangewezen is. Ook de administratie speelt reeds
een ondersteunende rol.
De federale overheid was nauw betrokken bij de
uitwerking van de minimale dataset door de
Vlaamse administratie, die ingevoerd wordt in de
centra voor geestelijke gezondheidszorg. Verdere
harmonisering is, zoals ik al zei, noodzakelijk.
Les institutions sont soutenues par une équipe de
l'université d'Anvers et de l'ULB. Il n'y a pas de
couverture contractuelle, ce qui n'est pas approprié.
L'administration joue aussi un rôle de soutien.
Le gouvernement fédéral avait été étroitement
impliqué à l'élaboration, par l'administration
flamande, de l'ensemble de données de base qui
est introduit dans les centres de santé mentale. La
poursuite de l'harmonisation constitue, ainsi que je
l'ai déjà indiqué, une nécessité.
02.04 Jo Vandeurzen (CVP): De registratie is een
goede basis voor een goede gezondheidszorg.
Uniformiteit en transparantie moeten daarbij voorop
staan. Bestaan er aan Franstalige kant soortgelijke
initiatieven?
02.04 Jo Vandeurzen (CVP): L'enregistrement est
à la base de soins de santé de qualité. Il faut
favoriser l'uniformité et la transparence. Existe-t-il
des initiatives similaires du côté francophone ?
02.05 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Aan 02.05
Magda Aelvoet , ministre
(en
26/06/2001
CRABV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Franstalige zijde zit men in de conceptuele fase,
nog niet in die van de uitvoering.
néerlandais):Du côté francophone, on en est à la
phase de la conceptualisation et non pas encore de
l'exécution.
02.06 Luc Goutry (CVP): In hoeverre zal de
minister rekening houden met de revisievoorstellen
die uit de sector komen? Ze worden niet "
ingebouwd" om tot een consistent geheel te komen.
Dat is jammer. Waarom worden de contracten niet
verlengd na 1 januari? De minister pleit toch voor
continuïteit?
De sector vraagt om feedback. Hoe zit het
daarmee?
Hoe zit het met de andere Gemeenschappen en
Gewesten? Zal er rekening gehouden worden met
de aanpassing van de minimale dataset in
Vlaanderen?
02.06 Luc Goutry (CVP): Dans quelle mesure la
ministre tiendra-t-elle compte des propositions de
révision émanant du secteur ? Il est dommage
qu'elles ne soient pas intégrées de manière à
former un ensemble cohérent
?. Pourquoi ne
prolonge-t-on pas les contrats
au-delà du 1er
janvier? La ministre ne plaide-t-elle pas pour la
continuité !
Le secteur réclame un feedback. Où en est-on ?
Où en sont les autres Régions et Communautés ?
Tiendra-t-on compte de l'adaptation de l'ensemble
des données minimum en Flandre ?
02.07 Minister Magda Aelvoet, (Nederlands): Een
behandeling door de Raad van State vergt
gemiddeld vier en een halve maand. Daarop heb ik
geen vat.
Het KB zorgt voor een aantal vereenvoudigingen,
maar niet voor drastische wijzigingen, vermits men
ondertussen verder ging met registreren. Er wordt
permanent verder gewerkt aan vereenvoudiging.
Het verslag van de toezichtcommissie verduidelijkte
heel wat over zin en onzin van bepaalde
registraties.
Ik zal nagaan waarom de contracten niet werden
verlengd.
02.07 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
L'examen par le Conseil d'Etat prend en moyenne
quatre mois et demi. C'est là, bien entendu, une
chose que je ne contrôle pas.
Si l'arrêté royal entraîne un certain nombre de
simplifications, il ne comporte cependant pas de
modifications radicales, puisque l'enregistrement a
été poursuivi entre-temps. On s'attelle toujours à
une simplification. Le rapport de la commission de
contrôle a permis de voir plus clair dans l'utilité ou
l'absurdité de certains enregistrements.
Je vérifierai pourquoi les contrats n'ont pas été
prolongés.
02.08 Luc Goutry (CVP): Ik denk dat de minister
het met me eens is dat feedback noodzakelijk is om
van de registratie een echt nuttig instrument te
maken.
02.08 Luc Goutry (CVP): Je crois que la ministre
sera d'accord avec moi pour dire qu'un feed-back
est nécessaire pour que l'enregistrement devienne
un instrument vraiment utile.
02.09 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): In de
toezichtcommissie is de sector vertegenwoordigd
en zij heeft haar visie duidelijk kunnen formuleren.
02.09 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Le secteur est représenté au sein de la commission
de contrôle, et celle-ci a eu l'occasion de formuler
clairement son point de vue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de betere
uitbouw van de pijnbehandeling" (nr. 4885)
03 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur
"l'amélioration des traitements contre la douleur"
(n° 4885)
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Minister
Vandenbroucke kondigde aan middelen te zullen
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Le ministre
Vandenbroucke a annoncé qu'il dégagera des
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
vrijmaken voor een betere uitbouw van
pijnbehandeling. Maar nu blijkt dat voor de
ziekenhuissector zal worden geopteerd voor
conventies. Ik betreur dit.
Steunt de minister van Volksgezondheid deze
aanpak? Kan de pijnbestrijding niet worden
ingepast in de ziekenhuiswet en de daaruit
voortvloeiende programmatie- en
erkenningnormen? Worden de Gemeenschappen
niet beter betrokken bij de uitbouw van dit aspect
van de gezondheidszorg?
moyens pour l'amélioration des traitements contre
la douleur. Or, il apparaît que les hôpitaux
travailleront par la voie de conventions. Je regrette
ce choix.
La ministre de la Santé publique soutient-elle cette
approche ? Les traitements contre la douleur ne
peuvent-ils pas s'inscrire dans le cadre de la loi sur
les hôpitaux et des normes de programmation et
d'agrément qui en découlent ? Ne vaudrait-il pas
mieux associer les Communautés au
développement de cet aspect de la politique en
matière de soins de santé ?
03.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): We
zijn nog niet zover. Er wordt binnen
Volksgezondheid en het RIZIV nog volop gezocht
naar een verbetering van pijnbehandeling. De finale
beslissing hierover moet nog genomen worden.
03.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Cette question n'est pas encore à l'ordre du jour. Le
département de la Santé publique et l'INAMI
cherchent toujours à mieux organiser le traitement
de la douleur. Aucune décision définitive n'a encore
été prise.
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Welk concept draagt
de voorkeur van de minister weg?
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Quel concept a votre
préférence?
03.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Ik
wacht op de resultaten van de studie van
Volksgezondheid en van de commissie voor
chronisch zieken binnen het RIZIV.
03.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
J'attends les résultats de l'étude menée par le
département de la Santé publique et la commission
des maladies chroniques de l'INAMI.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
exploitatie van een openbaar ziekenhuis door
OCMW's" (nr. 4916)
04 Question de M. Jo Vandeurzen à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'exploitation
d'un hôpital public par les CPAS" (n° 4916)
04.01 Jo Vandeurzen (CVP): De laatste weken is
er zeker in Vlaanderen een discussie ontstaan
over de vraag of OCMW's wel een openbaar
ziekenhuis moeten exploiteren en of een lokaal
bestuur moet instaan voor de exploitatietekorten
van een openbaar ziekenhuis, dat niet alleen voor
de eigen burgers zorgt. Het zou logisch zijn om
financiële meeruitgaven te verrekenen in de
federale financiering. Er verandert voorlopig echter
niets.
Overweegt de minister de afschaffing van de
huidige regeling? Moet het exploitatierisico niet bij
de rechtspersoon zelf worden gelegd, zoals het
geval is bij de particuliere ziekenhuizen? Verlies
maken betekent niet dat men sociaal is.
04.01 Jo Vandeurzen (CVP): Ces dernières
semaines, il a été beaucoup question plus
particulièrement en Flandre de la question de
savoir si un CPAS devait exploiter un hôpital public
et si les autorités locales devaient prendre en
charge les déficits d'exploitation d'un tel hôpital
public où sont également soignés des citoyens
d'autres communes. Il serait logique que ces
dépenses supplémentaires soient prises en compte
au niveau du financement fédéral. Or, pour l'instant
rien ne change.
La ministre envisage-t-elle la suppression du
système actuel? Le risque d'exploitation ne doit-il
pas être imputé à la personne morale, comme c'est
le cas pour les hôpitaux privés? Ce n'est pas en
étant déficitaire qu'un établissement prouve son
caractère social.
04.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Aan
de tekortenregeling verandert niets, zoals de heer
04.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Le règlement en matière de déficits n'est pas
26/06/2001
CRABV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Vandeurzen terecht opmerkt. De tekorten van de
lokale ziekenhuizen ten laste leggen van een
gemeente, is inderdaad niet evident. Verschillende
redenen kunnen aan de grondslag liggen van een
tekort. De algemene tendens is toch dat
ziekenhuizen rekening moeten houden met hun
sociale opdracht. De bedragen die hiervoor ter
beschikking worden gesteld, zijn relatief beperkt.
Die moeten eerst op peil komen voor de andere
opdracht aan de orde is.
modifié, comme M. Vandeurzen l'observe à juste
titre. Il n'est effectivement pas évident de mettre les
déficits des hôpitaux locaux à charge d'une
commune. Les déficits peuvent avoir plusieurs
origines. La tendance générale veut que les
hôpitaux tiennent compte de leur mission sociale.
Les moyens financiers mis à leur disposition à cet
effet sont relativement réduits. Ces moyens
financiers doivent atteindre un certain niveau avant
qu'on puisse songer à une autre mission.
04.03 Jo Vandeurzen (CVP): Ik hoop dat de
minister snel genoeg is, want in Vlaanderen wil men
van deze deficits af. De minister moet zorgen voor
een goede financiering. Dat zal de sereniteit van het
debat ten goede komen.
In Vlaanderen worden alle ziekenhuizen geacht
deze sociale functie te vervullen, in toepassing van
het decreet- Demeester. Hoe worden de
ziekenhuizen verplicht die taak ook werkelijk op zich
te nemen?
04.03 Jo Vandeurzen (CVP): J'espère que la
ministre agira suffisamment rapidement car, en
Flandre, on voudrait mettre fin à ces déficits. La
ministre doit veiller à assurer un bon financement,
ce qui permettra de mener un débat serein.
En Flandre, tous les hôpitaux sont censés remplir
une mission sociale en application du décret
Demeester. Comment va-t-on les contraindre à
remplir cette mission ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick Lansens tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de invulling
van de wet ter bestrijding van het mariene milieu"
(nr. 4929)
05 Question de M. Patrick Lansens à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la mise en
oeuvre de la loi sur la protection du milieu marin"
(n° 4929)
05.01 Patrick Lansens (SP): Drie jaar geleden
kende het Parlement de kaderwet ter bescherming
van het mariene milieu goed. Ik maak me zorgen
om de toepassing ervan. In de kustzone ontstond
paniek toen drie jaar geleden een aantal eerste
voorontwerpen van KB lekten en er heel wat
desinformatie was. Communicatie en overleg zijn
dan ook noodzakelijk.
Welke conclusies trekt de minister uit het verslag
van de gouverneur van West-Vlaanderen, waarin
ook de conclusies van het overleg met de sector
zijn opgenomen? Wat is de stand van zaken van de
uitvoerings-KB's? Wanneer zullen ze in werking
treden? Hoe zal het overleg worden georganiseerd?
Hoe zal de bevolking worden geïnformeerd?
05.01 Patrick Lansens (SP): Il y a trois ans, le
Parlement a adopté la loi-cadre relative à la
protection du milieu marin. Je m'interroge sur la
mise en oeuvre de cette loi. Un mouvement de
panique s'était produit, voici trois ans, au littoral
après des fuites à propos d'avant-projets d'arrêté
royal. La désinformation avait été importante. La
communication et la concertation sont, dès lors,
nécessaires.
Quels enseignements la ministre tire-t-elle du
rapport du gouverneur de Flandre Occidentale, qui
comporte également les conclusions de la
concertation avec le secteur ? Où en sont les
arrêtés royaux d'exécution ? Quand entreront-ils en
vigueur
? Comment la concertation sera-t-elle
organisée
? Comment la population sera-t-elle
informée ?
05.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Er
zijn al vijf KB's en twee MB's genomen in uitvoering
van verschillende aspecten van deze problematiek,
daterend van 2000 en van dit jaar.
Het ontwerp-KB over de soorten bescherming ligt bij
de Raad van State. We hopen dat dit niet te lang op
05.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Cinq arrêtés royaux et deux arrêtés ministériels
visant à régler différents aspects de ce problème
ont déjà été publiés. Ils ont été pris en 2000 et au
cours de cette année.
Le projet d'arrêté royal relatif à la protection des
espèces est actuellement soumis pour avis au
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
zich laat wachten.
Aan één dossier, onder auspiciën van de
gouverneur van West-Vlaanderen, wordt nu nog
gewerkt.
Uit de conclusies van het overleg bleek dat er
ongewenste gevolgen waren. Er was dus nood aan
wetenschappelijk uitsluitsel. De besluiten kunnen
pas genomen worden als het
verantwoordingsdossier afgerond is. Dat zal in
september zijn. Dan zullen ook de verschillende
actoren opnieuw betrokken worden bij de
besprekingen. Het zal hoe dan ook controversieel
zijn. Niet alle SP-leden trekken bijvoorbeeld aan
hetzelfde touw.
Conseil d'Etat. Nous espérons que l'avis du Conseil
d'Etat ne se fera pas trop attendre.
Un dossier est encore à l'étude sous les auspices
du gouverneur de Flandre occidentale.
Il ressort des conclusions de la concertation qu'il y a
des effets indésirables. Il fallait donc clarifier la
situation sur le plan scientifique. Les arrêtés ne
pourront être pris que lorsque le dossier contenant
les pièces justificatives sera complet, à savoir au
mois de septembre. A ce moment-là, les différents
acteurs seront à nouveau associés à la discussion.
Il s'agit, en tout état de cause, d'une question
controversée. Tous les membres du SP ne sont pas
sur la même longueur d'onde.
05.03 Patrick Lansens (SP): Dergelijke
maatregelen zijn inderdaad controversieel. Ik ben
blij dat de minister verder werkt, onder meer aan
de maatregel in verband met de beschermde
zeegebieden.
05.03 Patrick Lansens (SP): De telles mesures
sont effectivement controversées. Je me réjouis
que la ministre continue de peaufiner, notamment,
la mesure relative aux zones maritimes protégées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Luc Goutry tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de gevolgen van de laattijdige
herziening van onderdeel A voor de PVT
(Psychiatrisch verzorgingstehuis)" (nr. 4986)
06 Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
conséquences de la révision tardive de la sous-
partie A pour les MSP (Maison de soins
psychiatriques)" (n° 4986)
06.01 Luc Goutry (CVP): Ik kreeg al een antwoord
op deze vraag bij de budgetcontrole, maar de
implicatie ervan was niet zo duidelijk.
Deel A van de PVT-prijs werd voorlopig forfaitair
vastgelegd op 100 frank, te betalen door de patiënt
en herzienbaar. De herziening heeft echter lang op
zich laten wachten. Het bedrag van 100 frank is al
jaren ontoereikend. Dit zal aanleiding geven tot het
factureren van een inhaalbedrag van de bewoners.
De vraag is of dat wel mogelijk is.
Door de achterstand zullen de kosten nu misschien
worden verhaald op bewoners die niets te maken
hebben met de historische kost. Dit zou
onrechtvaardig zijn ten opzichte van de huidige
bewoners.
Een oplossing zou zijn om deze historische kost te
betalen met middelen uit de begrotingspost waaruit
de staatstoelage aan de PVT's wordt betaald. Hoe
zal de recuperatie worden doorgevoerd?
06.01 Luc Goutry (CVP): J'avais déjà obtenu une
réponse lors du contrôle budgétaire, mais les
implications n'étaient pas claires.
Provisoirement, le prix de la sous-partie A des MSP
a été fixé forfaitairement à 100 francs, à charge du
patient, et révisable. Toutefois, cette révision s'est
fait attendre. Le montant de 100 francs est
insuffisant depuis des années. Un montant de
rattrapage sera facturé aux pensionnaires. La
question est de savoir si ce sera possible.
Eu égard à l'arriéré, on pourrait dorénavant
réclamer les frais aux pensionnaires, quoiqu'ils
n'aient rien à voir avec le coût historique. Ce serait
injuste pour les pensionnaires actuels.
Une solution pourrait consister à financer ce coût
historique avec des moyens puisés dans le poste
budgétaire qui sert à financer le subside octroyé
aux MSP. Comment procéderez-vous à ce
recouvrement ?
06.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De 06.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
26/06/2001
CRABV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
vaststelling van de verblijfsprijs in PVT's behoort tot
de bevoegdheid van minister Vandenbroucke.
Het inhaalbedrag moet haalbaar blijven voor de
patiënt. Eventueel kan de betalingsperiode meer
gespreid worden. Het KB ter vervanging van het KB
van 2 januari 1991 zal onder meer voorzien in een
hogere staatstussenkomst voor mensen met een
laag inkomen.
Indien het inhaalbedrag te hoog oploopt, zullen
structurele maatregelen nodig zijn en zal de Staat
die bedragen wellicht ten laste moeten nemen, wat
natuurlijk budgettaire gevolgen heeft.
La fixation du prix d'un séjour en MSP est de la
compétence du ministre Vandenbroucke.
Il faut veiller à ce que le montant de rattrapage reste
à la portée des patients. On pourrait éventuellement
étaler davantage la période de paiement. L'arrêté
royal remplaçant l'arrêté royal du 2 janvier 1991
devrait notamment prévoir une intervention plus
importante de l'Etat en faveur des personnes à
faible revenu.
Si le montant de rattrapage est trop élevé, des
mesures structurelles seront nécessaires et c'est
sans doute l'Etat qui devra en supporter le coût,
avec l'incidence budgétaire qui en résultera.
06.03 Luc Goutry (CVP): Een structureel
probleem is heel waarschijnlijk. De uitwerking ligt
blijkbaar bij minister Vandenbroucke. Weet de
minister al in welke richting het bedrag zal herzien
worden?
06.03 Luc Goutry (CVP): Il s'agit fort
probablement d'un problème structurel. La mise en
oeuvre semble être du ressort du ministre
Vandenbroucke. La ministre sait-elle si le montant
sera revu à la hausse ou à la baisse ?
06.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Daar
heb ik geen gegevens over.
06.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Je ne dispose d'aucune donnée à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nieuwe
erkenningscriteria voor de huisartsen" (nr. 4997)
07 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
nouveaux critères d'agrément des généralistes"
(n° 4997)
07.01 Maggie De Block (VLD): Voor gevestigde
en erkende huisartsen is het zeer moeilijk een
vervanger te vinden voor een korte vakantieperiode.
Er wordt gerekruteerd onder pas afgestudeerde
artsen. De patiënten worden best opgevangen op
het vertrouwde adres.
De nieuwe erkenningcriteria die op 1 juli in werking
treden zorgen voor een overgangsregeling
waardoor algemeen geneeskundigen die na 31
december 1994 hun activiteit begonnen zijn en niet
als huisarts erkend zijn, tot 31 december 2002
consultaties kunnen houden, adviezen aanrekenen
en voorschriften opstellen. Nadien kunnen ze enkel
nog voorschriften uitschrijven. Van die maatregel
zie ik het nut niet in.
Kan de minister eventueel een uitzondering maken
voor artsen in een vervangingspool, die dus vooral
vervangingen doen.
07.01 Maggie De Block (VLD): Les médecins
généralistes établis et agréés éprouvent bien des
difficultés à trouver un remplaçant pendant une
courte période de vacances. Des campagnes de
recrutement sont organisées parmi les médecins
récemment diplômés. Il vaut mieux que les patients
soient reçus à l'adresse habituelle.
Les nouveaux critères d'agrément, qui entreront en
vigueur le 1er juillet, prévoient une réglementation
transitoire permettant aux médecins, qui ont
commencé leur activité après le 31 décembre 1994
et qui ne sont pas agréés en tant que médecin
généraliste, d'organiser une consultation, de
demander une rétribution pour avis et de rédiger
des prescriptions jusqu'au 31 décembre 2002.
Après cette date, ils ne pourront plus qu' établir des
prescriptions. Je n'en vois pas l'utilité.
La ministre pourrait-elle faire une exception pour les
médecins qui travaillent dans une équipe de
remplacement et qui, dès lors, effectuent donc
principalement des remplacements ?
07.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Een 07.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Europese richtlijn dwingt ons nog slechts twee
categorieën te erkennen, namelijk specialisten en
erkende huisartsen. Wij mogen geen afwijkingen
toestaan. Dat zou bovendien afbreuk doen aan de
verdiensten van een aantal artsenorganisaties.
Anderzijds ben ik wel bereid me te buigen over de
problematiek van de vervanging van huisartsen.
Une directive européenne nous oblige à ne plus
reconnaître que deux catégories, à savoir les
spécialistes et les médecins généralistes
agréés.
Nous ne pouvons accorder aucune
dérogation. Cela porterait, en outre, préjudice à
certaines associations de médecins.
Par ailleurs, je suis certes disposée à examiner la
question du remplacement des médecins
généralistes.
07.03 Maggie De Block (VLD): Ik zal daar graag
aan meewerken. Een website werd opgericht maar
opnieuw opgedoekt omdat ze overspoeld werden
door aanvragen tot vervanging waaraan ze niet kon
voldoen. Dat is niet enkel een probleem bij
vakanties, maar ook bij zwangerschapsverloven.
07.03 Maggie De Block (VLD): J'y collaborerai
volontiers. Un site internet a été créé puis fermé
parce qu'il n'était pas possible de faire face à l'afflux
de demandes de remplacement. Le problème ne se
pose pas seulement lors des vacances mais aussi
lors des congés de maternité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
vaccinatie tegen meningitis C" (nr. 4948)
08 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommationde
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
vaccination contre la méningite de type C" (n°
4948)
08.01 Maggie De Block (VLD): In 2001 waren er
45 gevallen van meningitis C en 54 gevallen van
meningitis B te betreuren. Voor het eerste type
bestaat een vaccin, voor het tweede zal er pas een
vaccin zijn tegen 2006. Vaccinatie tegen meningitis
C is duur- ongeveer 1.600 frank- dient drie maal
toegediend te worden, maar wordt niet terugbetaald
door het RIZIV. De Hoge Gezondheidsraad heeft
onlangs vaccinatie aanbevolen.
Was er overleg met de Gemeenschappen inzake
de preventie? Was er overleg met minister
Vandenbroucke inzake een mogelijke tussenkomst
vanwege het RIZIV? Zal de minister een algemene
of een beperkte vaccinatie bepleiten?
08.01 Maggie De Block (VLD): Il y a déjà eu 45
cas de méningite de type C et 54 cas de méningite
de type B en 2001. Pour le premier type, il existe un
vaccin, pour l'autre le vaccin sera disponible vers
2006. La vaccination contre la méningite de type C
est onéreuse( environ 1600 francs), doit être
administrée à trois reprises mais n'est pas
remboursée par l'INAMI. Le Conseil supérieur de la
Santé a récemment recommandé la vaccination.
A-t-on mené une concertation avec les
Communautés en matière de prévention ? Une
concertation a-t-elle eu lieu avec le ministre
Vandenbroucke à propos d'une intervention
éventuelle de l'INAMI ? La ministre plaidera-t-elle
pour une vaccination générale ou limitée ?
08.03 08.02 Minister Magda Aelvoet
(Nederlands): Dit punt kwam al ter sprake op de
interministeriële conferentie Volksgezondheid. Een
werkgroep werkt rond vaccinaties. De Hoge
Gezondheidsraad blaast warm en koud tegelijk. De
meest zinvolle aanpak wordt nu gezocht. Er wordt
onderzocht of een veralgemening van de vaccinatie
nodig is. In België komt meningitis C weinig voor.
Bovendien moeten we dit afwegen tegen de
beperkten middelen. Wij wachten een studie van de
Universiteit Antwerpen af. Wij willen op basis
daarvan beslissingen nemen.
Maggie De Block (VLD): Het lijkt me normaal dat
08.03 08.02 Magda Aelvoet , ministre (en
néerlandais): Cette question a déjà été abordée lors
de la Conférence interministérielle de la Santé. Un
groupe de travail se penche sur la question des
vaccinations. Le Conseil supérieur souffle le chaud
et le froid. On cherche à déterminer l'approche la
plus appropriée. On évalue la nécessité d'une
généralisation de la vaccination. En Belgique, la
méningite de type C est peu fréquente. Nous
devons tenir compte des moyens limités. Nous
attendons une étude de l'Université d'Anvers. Nous
prendrons une décision sur cette base.
Maggie De Block (VLD): Il me semble normal que
la ministre attende les résultats de l'étude et tienne
26/06/2001
CRABV 50
COM 511
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
de minister de resultaten van de studie afwacht en
daarbij met het advies van de Hoge
Gezondheidsraad rekening houdt, vermits onze
middelen beperkt zijn en het voortkomen van
meningitis C in België lager ligt.
compte de l'avis du Conseil supérieur de la Santé
étant donné que nos moyens sont limités et que
l'incidence de la méningite de type C est assez
faible en Belgique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Robert Denis tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
vertrouwelijkheid die de BVIRH in acht moet
nemen" (nr. 5009)
09 Question de M. Robert Denis à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'obligation
de confidentialité de l'ABIEC" (n° 5009)
09.01 Robert Denis (PRL FDF MCC): Met het
ministerieel besluit van 2 maart 1998 wordt de
Belgische Vereniging voor de Identificatie en de
Registratie van honden (BVIRH) aangewezen om
de opdrachten uit te voeren zoals bepaald door het
ministerieel besluit van 5 februari 1998 betreffende
de identificatie en de registratie van honden.
Artikel 7 van dit besluit verstrekt de bevoegde
overheden krachtens de wet op de bescherming en
het welzijn van dieren evenals de wet van 24 maart
1987 betreffende de gezondheid van dieren,
toegang tot de gegevens van het centraal register
voor de identificatie van honden.
Genoemd artikel 7 voorziet bovendien in de
naleving van de wet van 8 december 1992
betreffende de bescherming van het privé-leven.
Welnu, artikel 8 van datzelfde besluit van 5 februari
1998 bepaalt dat, gelet op de personen die toegang
hebben tot de gegevens van het centraal register,
de vertrouwelijkheid van deze laatste "volledig"
moet worden gewaarborgd.
Is de BVIRH derhalve als enige verantwoordelijk
voor de gegevens die zij, in strijd met de verplichte
vertrouwelijkheid, zou verstrekken?
Hebben de overheden, vermeld in de wetten van 14
augustus 1986 en 24 maart 1987, van rechtswege
toegang tot de gegevens inzake de registratie van
honden in het raam van andere opdrachten dan
wanneer inbreuken op de Belgische bepalingen
inzake de bescherming, het welzijn of de
gezondheid van dieren kunnen worden vermoed ?
Heeft bijvoorbeeld de belastingadministratie van
rechtswege toegang tot de gegevens inzake de
identificatie van honden?
Indien uw antwoord op deze laatste twee vragen
ontkennend is, behoren door de overheid
ingediende vragen om raadpleging van de
identificatiegegevens van honden dan niet
vergezeld te gaan van een bijgaand verzoek
vanwege een onderzoeksmagistraat?
Voorzitter: Philippe Seghin
09.01 Robert Denis (PRL FDF MCC) : L'arrêté
ministériel du 2 mars 1998 désigne l'Association
belge d'Identification et d'Enregistrement canins
(ABIEC) pour effectuer les missions prévues par
l'arrêté ministériel du 5 février 1998 relatif à
l'identification et à l'enregistrement des chiens.
L'article 7 de ce dernier arrêté autorise l'accès aux
données du registre central d'identification des
chiens aux autorités compétentes, en vertu de la loi
relative à la protection et au bien-être des animaux,
de même que de la loi du 24 mars 1987 relative à la
santé des animaux.
Cet article 7 prévoit, en outre, le respect de la loi du
8 décembre 1992 relative à la protection de la vie
privée.
Or, l'article 8 du même arrêté du 5 février 1998
prévoit que, compte tenu des personnes ayant
accès de droit aux données du registre central, la
confidentialité de ces données doit être assurée
« de manière absolue ».
L'ABIEC est-elle dès lors seule responsable des
données qu'elle divulguerait contrairement à
l'obligation de confidentialité ?
Les autorités mentionnées dans les lois du 14 août
1986 et du 24 mars 1987 ont-elles accès de droit
aux données d'enregistrement des chiens dans le
cadre de missions autres que celles permettant de
soupçonner des infractions aux dispositions légales
en matière de protection, de bien-être ou de santé
animale ?
L'administration fiscale, par exemple, a-t-elle accès
de droit aux données d'identification des chiens ?
Si votre réponse est négative à ces deux dernières
questions, les demandes de consultation des
données d'identification des chiens par les autorités
ne devraient-elles pas être accompagnées d'une
demande conjointe d'un magistrat d'instruction ?
Président: Philippe Seghin.
CRABV 50
COM 511
26/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
09.02 Minister Magda Aelvoet (Frans): De BVIRH
geeft zich perfect rekenschap van de problemen die
werden aangehaald. Naar aanleiding van diverse
vragen die haar werden gesteld, richtte zij met
name een vraag om onderrichtingen tot de
Commissie voor de bescherming van het privé-
leven. Ik kan u verzekeren dat deze onderrichingen
nauwgezet zullen worden opgevolgd.
09.02 Magda Aelvoet , ministre (en français) :
L'ABIEC est parfaitement consciente des
problèmes tels qu'ils sont évoqués. Elle a
notamment adressé une demande d'instruction à la
Commission pour la protection de la vie privée,
suite à plusieurs questions qui lui avaient été
posées. Je puis vous assurer que ces instructions
seront respectées scrupuleusement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.04 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.04 heures.
Document Outline