KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 508
CRIV 50 COM 508
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
19-06-2001 19-06-2001
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de terugkeer- en reïntegratiepremie aan
Slowaken" (nr. 4911)
1
Question de Mme Kristien Grauwels au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"la prime de retour et de réintégration octroyée
aux slovaques" (n° 4911)
1
Sprekers: Kristien Grauwels, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Kristien Grauwels, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
financiering van de sociale dienst in ziekenhuizen"
(nr. 4872)
2
Question de Mme Annemie Van de Casteele à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
financement des services sociaux des hôpitaux"
(n° 4872)
2
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
hygiënecontroles op voedingsmiddelen" (nr. 4873)
4
Question de Mme Joke Schauvliege à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les contrôles
d'hygiène des produits alimentaires" (n° 4873)
4
Sprekers:
Joke Schauvliege, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Joke Schauvliege, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Hubert Brouns aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de nieuwe Europese BSE-
maatregelen" (nr. 4932)
5
Question de M. Hubert Brouns à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les nouvelles
mesures européennes de lutte contre l'ESB"
(n° 4932)
6
Sprekers: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Martine Dardenne aan de
minister van Landbouw en Middenstand over "het
gebruik van het insecticide Gaucho en de schade
onder de bijenpopulatie" (nr. 4914)
6
Question de Mme Martine Dardenne au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur
"l'utilisation de l'insecticide Gaucho et les effets
néfastes parmi les populations d'abeilles"
(n° 4914)
6
Sprekers:
Martine Dardenne, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Martine Dardenne, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
schadeloosstelling van personen die ingevolge
een transfusie of een injectie van bloed- of
afgeleide producten met het HIV-virus werden
besmet" (nr. 4946)
8
Question de Mme Michèle Gilkinet à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur
"l'indemnisation des personnes contaminées par
le virus HIV à la suite d'une transfusion ou d'une
injection de produit sanguin ou dérivé du sang"
(n° 4946)
8
Sprekers: Michèle Gilkinet, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Michèle Gilkinet, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de lijst van
9
Question de Mme Annemie Van de Casteele à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
9
19/06/2001
CRIV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
gelijkwaardige niet-terugbetaalde
geneesmiddelen" (nr. 4952)
liste des médicaments équivalents non
remboursés" (n° 4952)
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
opsporing van baarmoederhalskanker" (nr. 4746)
10
Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
dépistage du cancer du col de l'utérus" (n° 4746)
10
Sprekers: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRIV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
19
JUNI
2001
14:30 uur
______
du
MARDI
19
JUIN
2001
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.48 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.48 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan
de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie over "de terugkeer- en
reïntegratiepremie aan Slowaken" (nr. 4911)
01 Question de Mme Kristien Grauwels au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
sur "la prime de retour et de réintégration
octroyée aux slovaques" (n° 4911)
01.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik
heb deze vraag eerder reeds aan minister
Duquesne gesteld. Hij heeft me in zijn antwoord
naar u doorverwezen. Mijn vraag handelt over het
asielbeleid van de regering, dat zich uit in de
aspecten van de regularisatie, van de hervorming
van de asielprocedure, maar ook van de
uitwijzingen. Dit laatste aspect is uiteraard het
moeilijkste en het pijnlijkste. De regering heeft de
voorkeur gegeven aan de vrijwillige terugkeer. Ze
heeft daarvoor een stimulans in het asielbeleid
ingebouwd, namelijk de terugkeerpremie en de
reïntegratieprogramma's.
Mijnheer de minister, wij stellen vast dat de task
force voor asiel en migratie beslist heeft om de
terugkeerpremie niet langer uit te keren aan
Slowaken. Deze beslissing lijkt me in tegenstrijd
met de optie die de regering genomen had om de
vrijwillige terugkeer mogelijk te maken en aan te
moedigen. Ik wil u vragen op welke basis de task
force deze beslissing genomen heeft? Waarom
heeft men vooral de Slowaken op het oog? Is dat
misschien omdat het hier gaat over de
zigeunerbevolking? Er was sprake van dat het zou
gaan om een tijdelijke maatregel. Hoe tijdelijk is
die maatregel dan wel? Gaat men deze maatregel
telkens aanwenden als antwoord op een stijgend
aantal asielaanvragen vanuit een bepaalde regio
of vanuit een bepaald land?
Mijnheer de minister, welk statuut heeft de
betrokken task force? Via de kranten heb ik
vernomen dat de task force onder de bevoegdheid
van de minister van Binnenlandse Zaken viel,
maar dat ze onder de bevoegdheid van de eerste
minister werd gebracht. Kunt u daarover meer
duidelijkheid verschaffen?
01.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw
de voorzitter, collega Grauwels, de Slowaakse
minister van Binnenlandse Zaken, die ook
bevoegd is voor de minderheden, heeft ons erop
attent gemaakt dat heel wat Slowaakse netwerken
via advertenties in kranten en tijdschriften het
bericht hebben verspreid dat een asielaanvraag in
België het recht inhield op financiële steun van het
OCMW. Bovendien maakten zij er melding van
dat uitgeprocedeerde asielzoekers in België een
belangrijke premie krijgen. De Slowaakse
ambassadeur heeft ons gemeld dat het normale
maandloon van een Slowaakse geneesheer-
specialist met de hoogste loonnorm een wedde
heeft van 10.000 frank. Hij kan het weten, want
zijn dochter is oogarts. Vergeleken met de
Slowaakse lonen zijn al onze terugkeerpremies
dus uiteraard vrij hoog. De ambassadeur heeft
19/06/2001
CRIV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
ons ook duidelijk gemaakt dat heel wat mensen
op deze informatie zijn afgekomen. Zij voelden
zich enerzijds bedrogen, omdat ze geen financiële
steun kregen van het OCMW, maar anderzijds
probeerden zij al hun heil te zoeken in de
terugkeerpremie om toch nog iets te verdienen.
In de recente communicatie die bestemd was voor
Slowakije werd dit punt sterk beklemtoond. Zowel
de minister die bevoegd is voor de minderheden
als de ambassadeur hebben erop aangedrongen
dat wij de terugkeerpremies tijdelijk zouden
stoppen, precies om te vermijden dat nog meer
mensen misleid worden en naar België komen
met het idee dat hier veel geld te verdienen valt.
Het stopzetten van die premies heeft dus niets te
maken met het feit dat het gaat om zigeuners, of
om Slowaken, of dat het om een groot aantal
mensen gaat. Er zijn nog andere landen waar
hetzelfde fenomeen zich voordoet. Het heeft wel
te maken met het feit dat er in Slowakije een grote
campagne is geweest die bewust inspeelde op het
bestaan van de premies en daardoor de mensen
tot België heeft aangetrokken. De premie werd zo
niet zozeer een premie voor vrijwillige terugkeer,
maar een premie voor vrijwillige komst naar
België.
Wij hebben deze gegevens gecheckt, en ze
blijken op waarheid te berusten. Wij hebben een
rechtzetting laten publiceren in de Slowaakse
pers. Wij hebben ook tijdelijk de terugkeerpremie
stopgezet, maar uiteraard niet het programma dat
de terugkeer bekostigt. Dit is een tijdelijke
maatregel, die wij voortdurend zullen evalueren.
Deze maatregel is vooral afhankelijk van de
situatie op het terrein en van de perceptie
daarvan.
Ik herhaal dat deze maatregel niet gebonden is
aan het hoge aantal asielaanvragen. Hij is
gebonden aan een specifieke campagne die we in
Slowakije hebben vastgesteld en die we willen
tegengaan.
De task force waarvan sprake is samengesteld uit
de eerste minister, de minister van Binnenlandse
Zaken, de minister van Justitie, de minister van
Maatschappelijke Integratie en geregeld ook de
minister van Tewerkstelling, wanneer het gaat
over sociale inspectie. De task force heeft de
bedoeling de verschillende aspecten van het
asielbeleid in zijn geheel te coördineren. Zo
kunnen de beleidsbeslissingen na overleg
plaatsvinden, waarna elke minister uiteraard zijn
eigen beslissingen op het eigen terrein moet
nemen.
01.03 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, de mensen die op het terrein
bezig zijn met de opvang en de begeleiding van
asielzoekers, meer specifiek van zigeuners,
krijgen de indruk dat de piste van de vrijwillige
terugkeer nu wordt verlaten. Zij ervaren dat er nu
meer moeite wordt gedaan om mensen op een
bijna gewelddadige manier, op een minder
humane manier, uit te wijzen. Mensen die de
belangen van de zigeuners verdedigen, sturen ons
de laatste tijd signalen dat bij de
zigeunergemeenschap grote onrust heerst over
het nieuwe beleid. Mijnheer de minister, wat kunt u
aanbrengen om hen ervan te verzekeren dat het
de regering vooral te doen is om de vrijwillige
terugkeer, ook van deze groep mensen, en pas in
laatste instantie andere methodes te hanteren?
01.04 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw
Grauwels, het antwoord op deze vraag is
eenvoudig. Iedereen die geïnteresseerd is in
vrijwillige terugkeer, neemt contact op met de
bevoegde diensten en hij zal geholpen worden.
Iedereen zal ook op die mogelijkheid attent
gemaakt worden. Het terugkeerbeleid is uiteraard
prioritair, daar moeten wij eerlijk in zijn. Er is
gedurende een hele periode helemaal niet
uitgewezen: noch vrijwillig, noch gedwongen. Men
heeft de indruk gewekt dat dit zo zou blijven, maar
dat klopt niet. De regering probeert in de eerste
plaats via de vrijwillige terugkeer te werken.
Wanneer de mensen hier aankomen, wordt hen
uitgelegd dat deze mogelijkheid bestaat. Iedereen
die deze mogelijkheid overweegt, zal geholpen
worden. Maar wij moeten eerlijk zijn en toegeven
dat weinigen van de betrokken mensen echt
geïnteresseerd zijn, om de eenvoudige reden dat
de financiële situatie in Slowakije niet bijster goed
is. Er zijn nog heel wat mensen gekomen,
ondanks het feit dat ze geen financiële steun meer
kregen. De groep die hier al een tijd geleden
aankwam, is niet echt geïnteresseerd in een
vrijwillige terugkeer. Dat is de realiteit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Anne-Mie Descheemaeker.
Président: Anne-Mie Descheemaeker.
02 Vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de financiering van de sociale
dienst in ziekenhuizen" (nr. 4872)
02 Question de Mme Annemie Van de Casteele
à la ministre de la Protection de la
CRIV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "le financement des
services sociaux des hôpitaux" (n° 4872)
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, de
sociale dienst in de ziekenhuizen vervult volgens
mij een steeds belangrijker wordende taak.
Na hierover te hebben gesproken met een aantal
personen op het terrein stel ik vast dat er bij de
betrokkenen heel wat onrust heerst met
betrekking tot de financiering van de steeds
uitbreidende en diverse taken van de sociale
dienst in ziekenhuizen.
Vanuit de sector werden u in dat verband
trouwens al enkele vragen gesteld, waarop u
antwoordde dat de financiering van de sociale
dienst in ziekenhuizen gebeurt via het onderdeel
B1 van de verpleegdagprijzen. Na te hebben
opgezocht wat het onderdeel B1 van een
verpleegdagprijs precies inhoudt, stelde ik tot mijn
consternatie vast dat de sociale dienst daarin
inderdaad is vermeld, maar dat het onderdeel B1
voor diverse financieringen instaat, namelijk van
de algemene kosten van onderhoud tot de kosten
voor voeding, was en linnen, alsook voor
de
administratiekosten, de personeels- en
werkingskosten van de directie administratie, de
boekhouding, het personeel, het onthaal en
dergelijke. De sociale dienst komt inderdaad
eveneens voor in deze lijst.
Met andere woorden, de beoordeling van de
directie van een ziekenhuis is van cruciaal belang
bij het nemen van de beslissing of er al dan niet
een sociale dienst wordt uitgebouwd.
De taken van de sociale dienst breiden alsmaar uit
ingevolge een aantal beslissingen van de
regering, die hierop een invloed uitoefenen. In dat
verband denk ik bijvoorbeeld aan de beslissing om
patiënten sneller te ontslaan, waardoor extra
muros bijkomende inspanningen moeten worden
geleverd voor begeleiding. Immers, er moet
worden gezocht naar dienstverlening, zodanig dat
de uit het ziekenhuis ontslagen patiënt kan
terugvallen op diensten waaraan hij behoefte
heeft. Het is aan de sociale dienst om hiermee
contact op te nemen en in sommige gevallen gaat
men zelfs ter plaatse.
De taak van de sociale dienst is niet alleen
omvangrijk materiële en sociale hulpverlening,
coördinatie van de verschillende zorgen,
psychosociale begeleiding, verbindingsfunctie
tussen de patiënten en het team van
zorgenverstrekkers maar is ook erg belangrijk in
het ziekenhuis zelf omdat de informatie die de
sociale dienst verzamelt ook wordt aangewend
voor een beter beheer van de instelling en om
optimale zorgen te kunnen verstrekken.
Uit een aantal recente adviezen van de Nationale
Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, ook uit het
laatste advies, blijkt dat er nog steeds geen
definitieve regeling werd uitgewerkt met
betrekking tot de sociale dienst in ziekenhuizen.
Het ware nochtans aangewezen na te gaan welke
de behoeften zijn in de ziekenhuizen en op welke
wijze voor de sociale dienst rechtszekerheid kan
tot stand komen zodanig dat er zowel normen als
financieringsregels kunnen worden bepaald die
tegemoetkomen aan de specifieke behoeften van
elke dienst.
Mevrouw de minister, in dat verband werden in het
verleden reeds heel wat gegevens ingewonnen,
maar blijkbaar is men er nog steeds niet in
geslaagd deze te verwerken en specifieke
oplossingen te vinden. Inmiddels wordt
voorgesteld om lineair in een fulltime equivalent
sociaal werker te voorzien per 2.000 opnamen.
Mijn vraag is, mevrouw de minister, of u het
advies ook voor deze tijdelijke periode zult volgen.
Bent u bereid het advies te volgen, in die zin dat
voor een optimale functionering van de sociale
dienst op een objectieve manier feitelijke
gegevens zouden worden verzameld om het
mogelijk te maken in de toekomst een structurele
financiering uit te werken? Zijn hiervoor middelen
beschikbaar? Bent u bereid hiervoor middelen uit
te trekken? Tot slot, welke timing plande u,
mevrouw de minister?
02.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, het is correct dat ik onlangs
een advies van de Nationale Raad heb ontvangen.
Het advies spreekt van één fulltime equivalent per
2.000 opnames. Dit is, mijns inziens, te weinig. Ik
vestig uw aandacht erop dat de financiering van
de ziekenhuizen tot de bevoegdheid van Sociale
Zaken behoort. De minister van Sociale Zaken
tekent na mijn advies te hebben ingewonnen. Dat
is de institutionele realiteit. De enquête die vorig
jaar werd gehouden zal na behandeling en
analyse worden bekendgemaakt. Dit kan binnen
een paar weken. Dit document zal meer
duidelijkheid brengen. Er werd 50 miljoen frank
vrijgemaakt voor de begeleiding van patiënten en
hun omgeving. Dit budget zal vanaf 1 juli 2001
gelijkmatig verdeeld worden, in de eerste plaats
over de algemene ziekenhuizen die beschikken
over erkende G-bedden. Ongeveer 120
ziekenhuizen komen in aanmerking. Het
19/06/2001
CRIV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
ministerieel besluit dat deze bepaling insluit in de
financiering van de ziekenhuizen wordt op dit
eigenste ogenblik opgesteld. De wijze van
verdeling tussen de ziekenhuizen zal later moeten
worden herzien opdat op een adequate manier
rekening kan worden gehouden met het sociaal
profiel van de patiënten die in deze ziekenhuizen
worden verzorgd. Het behoud van de financiering
zal ondergeschikt zijn aan de overdracht door
de
betreffende ziekenhuizen van de
patiëntengegevens. De modaliteiten terzake
moeten nog worden vastgesteld.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de minister, u hebt me niet horen
zeggen dat ik genoegen zou nemen met de
overgangsmaatregel van 1 fulltime equivalent per
2.000 opnames. Vraag is of dit equivalent als
overgangsmaatregel zal worden ingevoerd of zult
u wachten om een definitief voorstel te lanceren.
Met 50 miljoen frank zullen we niet ver springen.
Wat de bevoegdheid betreft, durf ik stellen dat ik
door het bos de bomen niet meer zie. We zijn
altijd tegenstander geweest van een opsplitsing
tussen Sociale Zaken en Volksgezondheid. Tenzij
ik me vergis wordt een deel van de
verpleegdagprijs uit uw budget betaald. De
onduidelijkheid terzake is troef.
Er moet samenwerking zijn. Als er echter één
aspect is dat vooral kwaliteitsgebonden moet zijn
en niet zozeer met de ziekteverzekering te maken
heeft, is dat, mijns inziens, de sociale dienst en de
begeleiding van de patiënten. Dat is de reden
waarom ik deze vraag eerst aan u heb gericht. Ik
zal mijn vraag eveneens aan de minister van
Sociale Zaken richten, temeer omdat u stelt dat er
binnenkort een voorstel kan worden gedaan. Het
lijkt me nuttig dit voorstel onder de loep te kunnen
nemen en te onderzoeken of het aan de noden
tegemoetkomt. Op het terrein hoort men klachten
over de manier waarop gegevens werden
opgevraagd en verwerkt. U kunt me misschien
geruststellen. Naar verluidt bestaat de neiging
appelen met citroenen te vergelijken door een
niet-objectieve quotering van de gegevens.
Het advies van de Nationale Raad voor
Ziekenhuisvoorzieningen zal wellicht wel de goede
richting uitgaan. U stelt dat het budget vooral voor
geriatrische patiënten bestemd is, maar alle
andere patiëntengroepen hebben deze
begeleiding, mijns inziens, evenzeer nodig.
Het kan niet dat wij evolueren naar een soort van
projectgeneeskunde. Daarbij genieten bepaalde
patiënten, zoals diabetici, een grondige
begeleiding met goede voorzieningen, terwijl
andere patiënten die, soms onverwacht, in een
ziekenhuis worden opgenomen, uit de boot vallen
en geen beroep kunnen doen op de zorg die zij
nochtans ook nodig hebben.
Ik zal in ieder geval de vraag ook tot minister
Vandenbroucke richten.
02.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw Van de
Casteele, ik herhaal wat ik heb gezegd, want ik
heb de indruk dat u mij niet goed hebt begrepen:
de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen
stelt één voltijds equivalent voor 2.000 opnamen
voor, maar ik vind dat onvoldoende.
02.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de minister, wij zeggen evenmin dat
zulks voldoende is. Die arbitraire sleutel wordt als
overgangsmaatregel voorgesteld, zolang er geen
definitieve normering voorhanden is, noch cijfers
over de per dienst verschillende behoeften.
02.06 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw Van de
Casteele, ik heb de slotvergadering bijgewoond
van degenen die de enquête hebben gevoerd. In
de zaal waren heel wat personen aanwezig die op
het terrein bij de werking betrokken zijn. Welnu,
de meerderheid stelde zich geen vragen over de
manier waarop de enquête was afgenomen. Ik
neem akte van wat u zegt, mevrouw Van de
Casteele.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de minister, men zegt mij dat het
cijfermateriaal werd opgevraagd via een enquête
met heel specifieke vragen die echter op
verschillende manieren konden worden
beantwoord. Natuurlijk kenden zij die de enquête
hebben beantwoord, de cijfers die zij ter
beschikking hebben gesteld, maar niet die van
andere ziekenhuizen, zodat ze hun eigen
gegevens in het eindresultaat niet terugvonden.
Zo heb ik het in ieder geval begrepen. Wij zullen
er alvast op terug moeten komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Yolande Avontroodt.
Président: Yolande Avontroodt.
03 Vraag van mevrouw Joke Schauvliege aan
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
hygiënecontroles op voedingsmiddelen"
(nr. 4873)
03 Question de Mme Joke Schauvliege à la
CRIV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les contrôles d'hygiène des produits
alimentaires" (n° 4873)
03.01 Joke Schauvliege (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, het is niet de
eerste keer dat ik een vraag stel in verband met
hygiëne en voedingsmiddelen. In mei vorig jaar
maakte Test Aankoop na een onderzoek
onrustwekkende resultaten bekend. Het bleek
namelijk dat het aantal voedselvergiftigingen in
België spectaculair is toegenomen en dat vooral
vleeswaren, gebak met room en bereide
gerechten op de verkeerde manier worden bereid
en bewaard. U kondigde toen naar aanleiding van
mijn vraag in mei vorig jaar aan dat de controleurs
van de Eetwareninspectie de daaropvolgende
weken audits zouden verrichten. Ik heb het thema
opnieuw aangekaart in oktober vorig jaar met de
vraag naar de resultaten van die audits. U hebt
toen een antwoord ontweken door te zeggen dat u
nog niet over concrete gegevens beschikte. Deze
maand nog las ik in alle kranten dat het
Wetenschappelijk Instituut van Volksgezondheid
een onderzoek zal starten naar de opmars van
buikgriep in België omdat het fenomeen wel eens
te wijten zou kunnen zijn aan voedselvergiftiging.
In het licht van de nieuwe gegevens herhaal ik
mijn vraag of u intussen al beschikt over de
resultaten van de audits van de
Eetwareninspectie. Hoeveel voedselvergiftigingen
zijn nu veroorzaakt door gebrekkige of
onvoldoende hygiëne bij het bereiden en bewaren
van voedingsmiddelen? Als het Wetenschappelijk
Instituut van Volksgezondheid inderdaad een
nieuw onderzoek zal starten, zal het dan ook
nagaan of er een verband is tussen buikgriep en
voedselvergiftiging? Tegen wanneer kan dat
onderzoek worden afgerond?
03.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, in 2000 zijn er in totaal 80
audits uitgevoerd door de Eetwareninspectie.
Sedertdien, na 2000, zijn deze audits geïntegreerd
in de normale hygiënecontroles die door de
inspectie worden uitgevoerd. Ik kom dan bij de
resultaten van de audits. Wat de omvang van de
haard betreft, stelt men vast dat als het gaat om
een besmetting in familiale kring met 26,5% nog
steeds het hoogste percentage per deelgroep
men gemiddeld 3 tot 5 mensen met problemen
heeft. Als het gaat om collectiviteiten die 20,5%
van de haarden uitmaken
hangt het aantal
gevallen af van de omvang van het evenement.
Gemiddeld gaat het echter om 15 tot 20 gevallen.
20% van de haarden worden in collectiviteiten
geconstateerd, 26,5% in familiale kring, 20,5%
in
commerciële restaurants en 10% in
bedrijfsrestaurants. Het resterende percentage is
verdeeld over verschillende plaatsen voor
uitzonderlijk gebruik van voedingsmiddelen,
buitengewone evenementen, enzovoort. Het
voedingsmiddel wordt geïdentificeerd op het
ogenblik dat er een precieze klacht is. Het blijkt in
de meeste gevallen om eieren te gaan en om
producten op basis van rauwe eieren voor de
intoxicatie met salmonella. Het gaat dan om
mayonaise, chocolademousse, tiramisu en
américain. In dat geval wordt het onderzoek bij de
eierproducent samen met het ministerie van
Landbouw gevoerd. Als men gaat zoeken naar de
oorzaak van het ontstaan van een incident, stelt
men vast dat voor 60% van de haarden die
werden onderzocht er ten minste één factor
geïdentificeerd is die heeft bijgedragen tot het
incident. Het gaat meestal om een opeenvolging
van fouten die tot contaminatie met bacteriën
heeft geleid en met een vermenigvuldiging van die
laatste in het voedingsmiddel. Het gaat om
contaminatie van de grondstoffen, het doorbreken
van de koude- of warmteketen en contaminatie
door een besmet persoon als belangrijkste
geïdentificeerde factoren. Het aantal meldingen
van voedselvergiftiging is sedert enkel jaren
stabiel gebleven. Opvallend is wel dat salmonella
de belangrijkste oorzaak van de intoxicatie blijft,
dit in een verhouding die vergelijkbaar is met de
voorgaande jaren. Wat het wetenschappelijk
instituut gaat onderzoeken, zijn in de eerste
plaats
de risicofactoren voor salmonella-
en
campylobacter-infecties. Dat kan
voedselgebonden zijn maar is dat niet uitsluitend.
Vorig jaar waren er bijna 10.000 gevallen van
salmonella en 6.000 campylobacter-infecties die
door een labonderzoek werden bevestigd. Op
basis van de resultaten van de labs wil men
achterhalen wie de mensen zijn achter die
resultaten en wat er aanleiding heeft gegeven tot
de besmetting. Dat is de studie waarmee men
bezig is. Men hoopt die in november van dit jaar af
te ronden.
03.03 Joke Schauvliege (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik dank de minister voor haar uitvoerige
antwoord. Als er in november een resultaat komt
van het Wetenschappelijk Instituut voor
Volksgezondheid, dan hoop ik dat we daar in deze
commissie op kunnen terugkomen om er een
grondig debat aan te wijden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Hubert Brouns aan
19/06/2001
CRIV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
de minister
van
Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nieuwe
Europese BSE-maatregelen" (nr. 4932)
04 Question de M. Hubert Brouns à la ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "les
nouvelles mesures européennes de lutte contre
l'ESB" (n° 4932)
04.01 Hubert Brouns (CVP): Mevrouw de
voorzitter, wij vernemen dat de Europese
Commissie op 14 juni 2001 een aantal nieuwe
voorstellen lanceert, die wel nog door de raad
moeten worden bekrachtigd, waarschijnlijk
vandaag of morgen, of eventueel nog zullen
worden gewijzigd. Wat mij sterk verwondert,
misschien u ook, mevrouw de minister, is dat men
de lidstaten inzake de aanpak van BSE een aantal
opties laat invullen en dat men geen
eenvormigheid in de aanpak voorstelt. Zo zou het
bijvoorbeeld mogelijk kunnen zijn dat men in een
lidstaat voor het voorstel kiest om bij de
ontdekking van een BSE-geval niet langer de
volledige kudde af te slachten, maar alleen de
onmiddellijk verwante dieren. Een ander voorstel
van de commissie is een optionele regeling voor
dieren die nog geen 30 maanden oud zijn.
Mevrouw de minister, wat denkt de Belgische
vertegenwoordiging in de raad terzake? Welk
standpunt zullen zij terzake verdedigen? Laten zij
de opties bestaan of bepleit men een
eenvormigheid in de aanpak?
04.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, België heeft altijd als
voorwaarde gesteld dat er een harmonisering van
de landbouwpolitiek moet worden gerealiseerd.
Inzake de aanpak van BSE kan het echter niet dat
men verschillende opties openlaat. Overigens
vestig ik er de aandacht op dat het permanent
veterinair comité het voorstel van de commissie
heeft verworpen. Dat wil echter niet zeggen dat
het er niet zal komen. Het antwoord van België is
in elk geval dat er eenvormige spelregels voor de
hele unie moeten komen en dat voor beide
materies.
04.03 Hubert Brouns (CVP): Mevrouw de
minister, het is niet duidelijk of u het voorstel om
bij een BSE-geval slechts het betreffende dier en
de verwante dieren af te maken, steunt of
verwerpt. Uit uw antwoord blijkt evenmin of, als
deze maatregel wordt aanvaard, hij ook zo in alle
lidstaten zou moeten worden toegepast. Dat is
een belangrijke nuance, een belangrijke wijziging
van de huidige aanpak die bepaalt dat men de
hele kudde afmaakt.
04.04 Minister Magda Aelvoet: Dit voorstel
bepaalt dat naast de leeftijdscohorte, de
afstammelingen, dus ouders, kinderen, enzovoort
zouden worden uitgeroeid en dat de overige
dieren via identificatie en tracering zou worden
opgevangen. In het antwoord wordt het voorstel
niet ten gronde becommentarieerd, maar onze
houding is altijd geweest dat als er
wetenschappelijke duidelijkheid over de veiligheid
hiervan bestaat, wij daarmee kunnen leven. Als
daarover wetenschappelijke twijfel bestaat,
kunnen wij daar niet achter staan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Martine Dardenne au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "l'utilisation de l'insecticide
Gaucho et les effets néfastes parmi les
populations d'abeilles" (n° 4914)
05 Vraag van mevrouw Martine Dardenne aan
de minister van Landbouw en Middenstand
over "het gebruik van het insecticide Gaucho en
de schade onder de bijenpopulatie" (nr. 4914)
(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door
de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu.)
05.01 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Madame la présidente, madame la ministre,
initialement, j'avais adressé cette question à M.
Gabriëls, ministre de l'Agriculture, mais j'avoue
que j'ai hésité à vous la poser puisqu'elle
concerne également l'environnement.
Depuis plusieurs années, les apiculteurs
dénoncent l'utilisation dans de nombreuses
cultures de l'insecticide Gaucho. Or, le Gaucho
est le nom commercial d'un produit qui s'appelle,
l'imidaclopride, utilisé pour le traitement des
semences par enrobage. Or, ce produit est
transporté par la sève des plantes et se répand
dans toutes les parties du végétal, y compris dans
le pollen et le nectar butinés par les abeilles. Les
insectes et les pucerons ingèrent ce produit qui
agit directement sur leur système neveux. Hélas,
le pesticide agit de la même manière sur les
abeilles.
Par ailleurs, la persistance dans le sol de la
substance active du Gaucho est connue et
dépasse la limite de demi-vie de trois mois fixée
CRIV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
par l'Union européenne pour ce type de produit.
Les études menées jusqu'ici montrent que la
matière active s'accumule dans les sols et que les
plantes non traitées, mais cultivées là où d'autres
plantes traitées ont été cultivées, contiennent de
l'imidaclopride et des métabolites de celui-ci.
Les études ont également confirmé l'existence de
métabolites, c'est-à-dire des produits de
dégradation de la substance active, dont certains
sont aussi toxiques, voire plus toxiques que le
composé-parent. En outre, ils peuvent agir en
synergie avec la substance active résiduelle.
Face aux inquiétudes des apiculteurs, qui sont de
plus en plus justifiées si l'on en juge par les études
disponibles, voici les questions que j'adresse au
ministre de l'Agriculture.
1. Sur quels types de cultures, cet insecticide
Gaucho est-il utilisé?
2.
La matière active incriminée est-elle
commercialisée sous d'autres noms, et donc
d'autres utilisations, que le Gaucho? Quelles sont-
elles?
3. Quelle quantité de matière active a-t-elle été
utilisée ces dernières années?
4. Y a-t-il en Belgique une réévaluation prévue de
la toxicité de ce produit au vu de ses
conséquences pour les populations d'abeilles? On
sait que les abeilles en la matière sont un
indicateur extrêmement important. Où en est-on
dans ce processus?
5. Envisagez-vous, comme c'est le cas dans
d'autres pays européens, de suspendre l'utilisation
de ce produit en vertu du principe de précaution,
tant que des études complémentaires de toxicité
sont réalisées?
05.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la
présidente, chers collègues, la formulation gaucho
est utilisée pour le traitement des semences de
betteraves, froment, orges divers et maïs. La
substance active est également commercialisée
dans d'autres formulations, soit seule sous le nom
confidon et aussi en association avec d'autres
substances actives, sous les noms commerciaux
Baygon contre insectes sur plantes ornementales,
Plantspray, Gardiflor, etc.. Je vous transmettrai la
réponse écrite.
Selon les statistiques, chaque titulaire d'agréation
doit communiquer deux fois par an à l'inspection
générale des matières premières les quantités de
substances actives imidacloprides vendues en
Belgique au cours des dernières années. A cet
égard, on peut affirmer que ces trois dernières
années, on oscillait autour de 20.000 tonnes.
05.03 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): En
Belgique?
05.04 Magda Aelvoet, ministre: Oui, oui, cela
m'étonne!
Depuis le début des plaintes, les apiculteurs
français ont commencé à observer attentivement
les abeilles, en vue de déceler un impact possible
sur ces dernières, plus précisément pour le
traitement des semences de tournesol, etc.. Par la
suite, l'inspection générale a évalué les
implications éventuelles calculées sur la base des
informations disponibles. Or, à ce moment, ils
n'avaient aucune indication. Cependant, en
Belgique, on ne cultive pas le tournesol.
En Belgique, le produit est surtout utilisé pour le
traitement des pommiers, sur lesquels la
pulvérisation des feuilles doit intervenir avant la
floraison, c'est-à-dire avant le passage des
abeilles. Il est également utilisé sur le maïs, en
raison de son importante production de pollen.
Vu la rémanence de la substance dans le sol, la
possibilité de contamination des cultures
suivantes est également envisagée. Par exemple,
si l'on met du colza après une autre grande
culture.
Une évaluation du risque a été réalisée sur base
des données disponibles. Quelles sont ces
données? Je les énumère:
- une étude de toxicité en laboratoire;
- la détermination des résidus du produit dans le
sol, les plants de maïs et de tournesol;
- une mesure des effets du pesticide sur le
comportement des abeilles;
- une détermination de l'impact du pesticide sur le
développement des colonies d'abeilles.
Le comité d'agréation des pesticides agricoles a
réexaminé toutes les données en sa possession le
5 avril de cette année et a conclu qu'aucun
élément nouveau ne justifiait le retrait de
l'agréation. Mais, par acquit de conscience, il a
exigé de nouvelles études de la part de la firme
Bayer. Une partie de ces études vient d'être
fournie et est en cours d'examen par les experts. Il
s'agit précisément de nouvelles études sur les
résidus dans le pollen de maïs, ainsi que des
essais aux champs en présence de ruchers.
19/06/2001
CRIV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Je voudrais attirer votre attention sur le fait qu'à
ma connaissance, la suspension de l'agréation à
l'étranger, et notamment en France, ne porte que
sur le tournesol et non sur la culture du maïs.
Nous suivons de près l'évolution de la situation
concernant cet insecticide, mais nous sommes
conscients que les problèmes rencontrés en
apiculture ces dernières années ont des causes
multiples, dont entre autres les parasites et les
maladies bactériennes.
J'aimerais toutefois pouvoir disposer des études
auxquelles vous faites référence, ce qui me
permettra de les soumettre pour examen aux
experts.
05.05 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Madame la ministre, j'avais déjà abordé le sujet
en séance plénière car j'ai été alertée à plusieurs
reprises. Il est indéniable que le secteur de
l'apiculture rencontre de très grosses difficultés.
En Belgique, le problème réside dans le fait
qu'il
n'y a pas de fédération professionnelle
d'apiculteurs. Les apiculteurs belges sont des
amateurs. Cela n'a donc pas le même impact que
dans d'autres pays, comme la France, l'Allemagne
ou le Luxembourg, où il y a une plus forte
sensibilisation.
Il semblerait toutefois que cette matière active soit
particulièrement néfaste. On nous dit qu'on n'en
retrouve pas de traces, sauf à très faibles doses.
C'est évident, puisque le produit a une action
neurotoxique. Il y a des populations entières
d'abeilles qui disparaissent. On constate aussi des
changements de comportement de ces abeilles.
C'est tout à fait alarmant car ce comportement est
une chose inscrite dans leurs gènes.
Ce qui se passe chez les abeilles et ce que l'on
retrouve sur les oeufs des oiseaux constituent de
réels indicateurs de pollution intéressants.
Je crois savoir qu'Inter-Environnement va bientôt
faire une communication à ce sujet.
05.06 Magda Aelvoet, ministre: J'ai été avertie
d'une maladie des abeilles dans certaines régions,
mais il s'agit d'un autre problème. On parle d'une
maladie venue des Etats-Unis. Mes services
travaillent actuellement sur cette problématique.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Michèle Gilkinet à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'indemnisation des personnes contaminées
par le virus HIV à la suite d'une transfusion ou
d'une injection de produit sanguin ou dérivé du
sang" (n° 4946)
06 Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
schadeloosstelling van personen die ingevolge
een transfusie of een injectie van bloed- of
afgeleide producten met het HIV-virus werden
besmet" (nr. 4946)
06.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Madame la présidente, madame la ministre, chers
collègues, en février dernier, une série de
réunions intercabinets ont eu lieu sur la question
de l'indemnisation. Elles ont débouché sur la
décision suivante: 60 millions de francs ont été
dégagés à partir de différentes sources afin de
constituer un premier financement de cette
indemnisation. Le gouvernement souhaitait confier
cette opération à la Croix Rouge de Belgique. A
cet effet, votre cabinet a été chargé de contacter
cette institution en vue d'établir un protocole
d'accord permettant d'aboutir à une solution en
cette matière.
Vous savez que ce point intéresse bon nombre de
membres de cette commission puisque deux
propositions de loi ont été déposées à ce sujet et
que tous les partis démocratiques sont signataires
de l'une d'entre elles. A la veille de la Conférence
mondiale sur le sida et de l'inscription dans notre
droit de la directive européenne sur le sang et
aussi avant de nous prononcer sur la
responsabilité sans faute - le projet est à l'étude
pour le moment -, il me paraît important de faire le
point sur cette question. Nous avons tout intérêt à
ce que ce dossier douloureux, qui traîne depuis si
longtemps, trouve enfin un épilogue. Je rappelle
que certains luttent déjà depuis plus de dix ans
pour trouver une solution à ce problème et que la
Belgique est le seul pays européen à ne pas
encore avoir procédé à une indemnisation. A mon
avis, la situation ne peut donc plus durer.
Pourriez-vous nous dire, madame la ministre, où
en sommes-nous aujourd'hui? Un protocole
d'accord est-il en voie d'être finalisé avec la Croix
Rouge? Quelle forme prendra cette
indemnisation? Par quelle structure cette
indemnisation sera-t-elle réalisée? Comment le
financement sera-t-il assuré? Un poste spécifique
sera-t-il prévu au budget 2002?
A un moment donné, il avait été prévu de faire
CRIV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
appel à la Loterie Nationale pour trouver des
fonds. Mais étant donné qu'à ma connaissance,
les accords institutionnels prévoient la
régionalisation de la Loterie Nationale, qu'en sera-
t-il effectivement?
J'attends vos réponses avec beaucoup d'attention.
06.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la
présidente, chers collègues, je n'entrerai pas dans
le détail car ma réponse serait trop longue; je vous
ferai parvenir de plus amples renseignements par
écrit. Globalement, je puis déjà vous dire que
nous ne prévoyons pas de protocole avec la Croix
Rouge. Tout d'abord, cette institution avait été
soulagée qu'une solution puisse être trouvée car
elle n'était plus en bons termes avec les
personnes qui n'avaient pas reçu d'aide. Mais, par
la suite, la Croix Rouge nous a demandé
d'attendre avant d'agir et ensuite, elle nous a fait
parvenir une réponse négative. Elle ne souhaite
donc pas intervenir dans le remboursement des
victimes.
Pour ma part, j'ai pris contact avec un juriste
compétent afin d'éviter toute revendication car il
faut rester très prudent dans la formulation des
textes afin d'éviter tout malentendu avec les
personnes concernées. Nous avons l'intention de
créer une asbl spécifique à cette opération. Il
faudra spécifier de manière très précise qui a été
contaminé et à quelle période avant d'avoir accès
à l'indemnisation.
Un comité d'experts analysera les dossiers. Tout
sera mis en oeuvre, à ce niveau-là.
Pour ce qui est du lancement, nous disposons
d'un montant de 60 millions. J'ai obtenu, au cours
des négociations sur la distribution des moyens
avec la Loterie nationale, que pour les années
suivantes, l'intervention serait plus importante. A
l'avenir, le principe de la continuité d'une
participation de la Loterie nationale est acquis
pour un montant plus élevé puisque certains
engagements tomberont.
Concernant les accords du Lambermont, le "pot"
national ne change pas. Le pourcentage qui
couvrait les programmes et les actions présentés
par les communautés sera effectivement
transféré. Dorénavant, le pourcentage sera
octroyé en vrac et la distribution organisée par la
suite.
06.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):
Madame la présidente, je remercie la ministre de
nous avoir donner une réponse très détaillée.
Etant donné le nombre de personnes qui ont
cosigné les propositions de loi, peut-être
pourrons-nous joindre ces réponses au rapport.
Je suis satisfaite de constater que nous
continuons à approfondir cette question. J'espère
que tout prochainement, le problème sera résolu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Annemie Van de
Casteele aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de lijst van gelijkwaardige niet-
terugbetaalde geneesmiddelen" (nr. 4952)
07 Question de Mme Annemie Van de Casteele
à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "la liste des médicaments
équivalents non remboursés" (n° 4952)
07.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik
word de jongste dagen overstelpt met vragen,
opmerkingen en klachten over het systeem van de
referentieterugbetaling en de generieken.
De regering wil de generieken promoten via de
referentieterugbetaling. Men heeft destijds ook
aangekondigd dat er lijsten zouden komen van
bio-equivalente geneesmiddelen zodat artsen
weten welk geneesmiddel zij met een gerust
geweten kunnen voorschrijven. De lijst bleek niet
echt bio-equivalente maar wel gelijkwaardige
geneesmiddelen te bevatten.
De brochure die de artsen en de apothekers
hebben gekregen met de lijst van gelijkwaardige
geneesmiddelen blijkt alleen terugbetaalde
geneesmiddelen te bevatten. Het prijsvoordeel is
voor een patiënt nochtans veel groter bij de niet-
terugbetaalde
geneesmiddelen bijvoorbeeld
de slaapmiddelen dan bij de terugbetaalde
geneesmiddelen. Wij hebben echter nog steeds
geen lijst ontvangen van gelijkwaardige niet-
terugbetaalde geneesmiddelen. Vandaar mijn
vragen.
Mevrouw de minister, ik kan mij voorstellen dat
vanuit budgettair oogpunt u zich vooral heeft
toegespitst op de terugbetaalde geneesmiddelen,
vooral omdat het via de referentieterugbetaling
terzake extra beparingen wilde realiseren. Welnu,
wat men voor de ene doet, moet men ook voor de
andere doen. Zal de regering een inspanning
leveren om ook voor de niet-terugbetaalde
geneesmiddelen een lijst te maken met
19/06/2001
CRIV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
gelijkwaardige producten?
07.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, omwille van prioritaire
redenen heeft men uiteraard eerst een lijst
opgesteld voor de terugbetaalde geneesmiddelen.
Op internet was alle informatie wel beschikbaar.
(Onverstaanbare opmerking van mevrouw
Annemie Van de Casteele)
De brochures waarvoor het RIZIV verantwoordelijk
was, hebben enige vertraging opgelopen. Ons kan
qua timing nochtans niets worden verweten.
Er werd reeds opdracht gegeven om dezelfde
verificatie uit te voeren voor de niet-terugbetaalde
geneesmiddelen. In de Algemene Farmaceutische
Inspectie zijn de personen die betrokken waren
bij
de verificatie van de terugbetaalde
geneesmiddelen op dit ogenblik reeds bezig met
de verificatie van de niet-terugbetaalde
geneesmiddelen.
Wat de bio-equivalentie betreft, wil ik het volgende
zeggen. Het gaat niet alleen over gelijkwaardige
producten. Het gaat erover dat men wel degelijk
de equivalentie heeft vastgesteld van een van
die
producten met een van de
referentiegeneesmiddelen. Dezelfde oefening
werd niet uitgevoerd voor heel de lijst. Om die
reden gaat het hier niet echt om een bio-
equivalentielijst. Voor elk generisch product is er
een verwijsproduct waarmee het wel degelijk bio-
equivalent is.
07.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, ik dank de minister voor
haar antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
opsporing van baarmoederhalskanker"
(nr. 4746)
08 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"le dépistage du cancer du col de l'utérus"
(n° 4746)
08.01 Yolande Avontroodt (VLD): Mevrouw de
minister, er was een probleem inzake
samenwerking tussen het WIV en de Vlaamse
Gemeenschap. De continuïteit van het
bevolkingsonderzoek leek hierdoor in het gedrang
te komen. Er was nog het Europese luik ook. De
screening was de voorwaarde om in Europa
verder te kunnen gaan met een bepaald
programma. Indien dat programma zou worden
stopgezet, zouden een aantal Europese projecten
in gevaar komen. De Europese steun heeft daar
namelijk alles mee te maken. Hierdoor ontstond
onrust in het WIV, al is dat wellicht gedeeltelijk
opgelost. Toch blijven er nog vragen.
Ten eerste, zou u in het kader van overleg met uw
Vlaamse collega van Volksgezondheid deze
problematiek aankaarten om een oplossing voor
het probleem te vinden?
Ten tweede, weet u waarom die samenwerking
werd stopgezet? Daarop kunt u wellicht moeilijk
antwoorden, maar vragen staat vrij.
Ten derde, kunt u initiatieven nemen tegenover de
Europese Ministerraad om de validatie van
de
wetenschappelijke consensus omtrent
kankerscreening te agenderen, meer specifiek
dan voor baarmoederhalskankerscreening?
08.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw
Avontroodt, het is effectief zo dat de Vlaamse
Gemeenschap een punt heeft gezet achter haar
samenwerking met het WIV inzake voorzetting
van dit onderzoek na 2001. Als reden daarvoor
wordt opgegeven dat het voor hen altijd de
bedoeling was een onderzoek te hebben over een
bepaald onderwerp. Zodra zij de resultaten
kregen, stelden zij vast dat zij hadden wat zij
wilden en dat was voor hen voldoende. Als men
van oordeel is dat het in de toekomst beter zou
zijn om toch vormen van samenwerking rond
dergelijke programma's aan te houden, moet dit
onderwerp worden aangesneden in het Vlaams
Parlement. Dat gaat dan over politieke
opportuniteit.
Men zegt mij dat inzake Europa de zaak wel is
veiliggesteld. Voor dit jaar heeft men nog
financiering door de Vlaamse Gemeenschap
gekregen, op basis waarvan men verder een
beroep kan doen op een Europese tussenkomst.
Op federaal vlak werd een budget van 2,25
miljoen frank vrijgemaakt, wat het WIV de
mogelijkheid biedt verder Europese subsidies te
ontvangen. Dit gebeurt in het kader van het
European Network for Cervical Cancer Screening.
Die subsidie is geconditioneerd door bijdragen van
het eigen land of deelgebieden zoals hier. Zeer
onlangs het werd reeds vermeld inzake uw
resolutie werden onze experts uitgenodigd door
de Europese Commissie om de nieuwe methoden
CRIV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
voor baarmoederhalskankerscreening te
evalueren. Daardoor zullen wij dus ook info of
studie-elementen krijgen die passen in het kader
van de door u aangekaarte resolutie. Het zou
spijtig zijn moest België verzaken aan die opdracht
op het moment waarop wij aantreden als voorzitter
van de EU. Dat werd echter veiliggesteld.
Op vraag twee heb ik geantwoord. Zij zeggen
gekregen te hebben wat zij wilden en dat was hun
bedoeling, namelijk een beperkte studieopdracht
die nu is afgewerkt.
Die studieopdracht is voor ons afgewerkt.
Op uw derde vraag kan ik het volgende
antwoorden. In november 1999 is op de
conferentie te Wenen een wetenschappelijke
consensus bereikt inzake de opsporing van
kanker. Die consensus moet echter nog worden
gevalideerd door de Europese ministers bevoegd
voor Volksgezondheid. Die consensus houdt in dat
screening naar borst- en naar
baarmoederhalskanker zou worden georganiseerd
op bevolkingsniveau voor alle vrouwen binnen een
zekere leeftijdsgroep in de lidstaten. Ik vind dat de
validatie van die consensus aanzienlijk
zou
kunnen bijdragen tot een betere
levensverwachting van vrouwen in Europa.
Vanwege de commissie hebben wij momenteel
nog geen voorstellen om verder te evalueren. Ik
zal dat zeker vragen aan de commissaris.
08.03 Yolande Avontroodt (VLD): Mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat
uw antwoord kadert in en aansluit bij de
bespreking die we daarnet hebben gevoerd naar
aanleiding van de resolutie. Wij zullen er zeker
nog op terugkomen bij de bespreking van de te
verwachten amendementen van de collega's.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vragen nrs. 4701, 4885 en 4916 van de heer
Jo Vandeurzen en 4804, 4866, 4929 en 4948 van
de heren Servais Verherstraeten, Paul Tant,
Patrick Lansens en mevrouw Maggie De Block
worden naar een latere datum verschoven.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 19.01 uur.
La réunion publique de commission est levée à
19.01 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 508
CRABV 50 COM 508
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
19-06-2001 19-06-2001
15:00 uur
15:00 heures
CRABV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de terugkeer- en reïntegratiepremie aan
Slovaken" (nr. 4911)
1
Question de Mme Kristien Grauwels au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"la prime de retour et de réintégration octroyée
aux slovaques" (n° 4911)
1
Sprekers: Kristien Grauwels, Johan Vande
Lanotte, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Kristien Grauwels, Johan Vande
Lanotte, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele tot
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
financiering van de sociale dienst in ziekenhuizen"
(nr. 4872)
2
Question de Mme Annemie Van de Casteele à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
financement des services sociaux des hôpitaux"
(n° 4872)
2
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van de mevrouw Joke Schauvliege tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
hygiënecontroles op voedingsmiddelen" (nr. 4873)
4
Question de Mme Joke Schauvliege à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les contrôles
d'hygiène des produits alimentaires" (n° 4873)
4
Sprekers:
Joke Schauvliege, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Joke Schauvliege, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Hubert Brouns tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de nieuwe Europese BSE-
maatregelen" (nr. 4932)
5
Question de M. Hubert Brouns à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les nouvelles
mesures européennes de lutte contre l'ESB"
(n° 4932)
5
Sprekers: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Hubert Brouns, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Martine Dardenne tot de
minister van Landbouw en Middenstand over "het
gebruik van het insecticide Gaucho en de schade
onder de bijenpopulatie" (nr. 4914)
6
Question de Mme Martine Dardenne au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur
"l'utilisation de l'insecticide Gaucho et les effets
néfastes parmi les populations d'abeilles"
(n° 4914)
6
Sprekers:
Martine Dardenne, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Martine Dardenne, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
schadeloosstelling van personen die ingevolge
een transfusie of een injectie van bloed- of
afgeleide producten met het HIV-virus werden
besmet" (nr. 4946)
7
Question de Mme Michèle Gilkinet à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur
"l'indemnisation des personnes contaminées par
le virus HIV à la suite d'une transfusion ou d'une
injection de produit sanguin ou dérivé du sang"
(n° 4946)
7
Sprekers: Michèle Gilkinet, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Michèle Gilkinet, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele tot
8
Question de Mme Annemie Van de Casteele à la
8
19/06/2001
CRABV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de lijst van
gelijkwaardige niet-terugbetaalde
geneesmiddelen" (nr. 4952)
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
liste des médicaments équivalents non
remboursés" (n° 4952)
Sprekers: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Annemie Van de Casteele, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
opsporing van de baarmoederhalskanker"
(nr. 4746)
9
Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
dépistage du cancer du col de l'utérus" (n° 4746)
9
Sprekers: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet, minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Yolande Avontroodt, Magda
Aelvoet, ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
CRABV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
19
JUNI
2001
15:07 uur
______
du
MARDI
19
JUIN
2001
15:07 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.48 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.48 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels tot de
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de terugkeer- en reïntegratiepremie aan
Slovaken" (nr. 4911)
01 Question de Mme Kristien Grauwels au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"la prime de retour et de réintégration octroyée
aux slovaques" (n° 4911)
01.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): De
task force Asiel en Migratie heeft beslist de
terugkeer- en integratiepremie niet langer uit te
keren aan Slovaken, wat niet in de lijn ligt van de
keuze om vrijwillige terugkeer aan te moedigen.
Waarop is die beslissing gebaseerd? Waarom
viseert men de Slovaken? Gaat het om een tijdelijke
maatregel? Zal men deze maatregel telkens
toepassen bij een verhoogd aantal asielaanvragen
uit een bepaald land of regio? Wat is het statuut van
de task force Asiel? Volgens persberichten ging ze
van Binnenlandse Zaken over naar de eerste
minister.
01.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): La
décision de la Task Force "Asile et immigration" de
ne plus octroyer de prime de retour et d'intégration
aux Slovaques n'est pas conforme à l'option
d'encourager le retour volontaire.
Sur quelles considérations cette décision est-elle
fondée ? Pourquoi les Slovaques sont-ils visés ?
S'agit-il d'une mesure temporaire ? Cette mesure
sera-t-elle systématiquement appliquée en cas
d'augmentation du nombre de demandeurs d'asile
originaires d'un pays ou d'une région déterminés ?
Quel est le statut de la Task Force "Asile et
immigration"? Selon des informations parues dans
la presse, celle-ci a été transférée de l'Intérieur au
premier ministre.
01.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): In Slovakije maken bepaalde filières
publiciteit met het asielbeleid in België en de
terugkeerpremies, zo lieten de Slovaakse ministers
bevoegd voor Binnenlandse Zaken en
Minderheden ons weten. Deze laatste en de
ambassadeurs drongen aan op een tijdelijke
stopzetting van de terugkeerpremie, die voor de
filières als lokmiddel fungeerde. Er kwam ook een
rechtzetting in de Slovaakse pers. De toestand
wordt verder geëvalueerd. De maatregel hangt niet
01.02 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : En Slovaquie, certaines filières font
de la publicité à propos de la politique d'asile menée
dans notre pays et des primes de retour qui y sont
octroyées. Cette information nous a été
communiquée par les ministres slovaques de
l'Intérieur et des Minorités. Ceux-ci, ainsi que
l'ambassadeur de Slovaquie, ont insisté pour qu'il
soit mis fin temporairement à l'octroi de primes de
retour utilisées comme appât par les filières. Un
démenti a également été publié dans la presse
19/06/2001
CRABV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
samen met een verhoogd aantal aanvragen, wel
met een specifieke campagne in Slovakije.
De task force bestaat uit de premier en de ministers
van Justitie, Maatschappelijke Integratie,
Binnenlandse Zaken en Tewerkstelling. Zij staan in
voor de coördinatie van de verschillende aspecten
van het asielbeleid.
slovaque. La situation fera l'objet d'une évaluation
plus avant. La mesure n'est pas liée à
l'augmentation du nombre de demandes d'asile
mais à la campagne spécifique orchestrée en
Slovaquie.
La Task Force est constituée du premier ministre et
des ministres de la Justice, de l'Intégration sociale,
de l'Intérieur et de l'Emploi et est chargée de la
coordination des différents aspects de la politique
en matière d'asile.
01.03 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): De
indruk bestaat dat de piste van de vrijwillige
terugkeer stilaan wordt verlaten. We krijgen
melding, voorzal over zigeuners, dat meer en meer
gebruik wordt gemaakt van agressieve technieken.
Welke initiatieven kan de minister nemen om deze
tendens om te buigen?
01.03 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): La
crainte de l'abandon progressif de la piste du retour
volontaire est réelle. Il nous revient qu'en particulier
à l'égard de Tziganes, des techniques de plus en
plus agressives sont mises en oeuvre. Quelles
initiatives le ministre envisage-t-il de prendre afin
d'inverser cette tendance ?
01.04 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Wie interesse heeft voor vrijwillige
terugkeer dient contact op te nemen met de
diensten en zal worden geholpen. De interesse is
echter beperkt wegens de weinig rooskleurige
toestand in Slovakije.
01.04 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) : Les personnes intéressées par le
retour volontaire doivent prendre contact avec les
services intéressés et bénéficieront de leur
assistance de ces derniers. En raison de la situation
en Slovaquie, les candidats sont toutefois peu
nombreux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
financiering van de sociale dienst in
ziekenhuizen" (nr. 4872)
02 Question de Mme Annemie Van de Casteele à
la ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"le financement des services sociaux des
hôpitaux" (n° 4872)
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De rol
van de sociale dienst in een ziekenhuis wordt
steeds belangrijker en de taken van de dienst
breiden voortdurend uit.
De financiering wordt gedekt door het onderdeel B1
van de verpleegdagprijs, maar het aandeel dat
daarvan naar de sociale dienst gaat, hangt af van
de prioriteit die ze krijgt in het ziekenhuis.
De taak van de sociale dienst is divers: materiële en
sociale hulpverlening, coördinatie van intra- en
extramurale zorg, psychosociale begeleiding en
verbindingselement tussen patiënt en verzorgend
team. Ze heeft ook een signaalfunctie, waarvoor
geen specifieke financiering voorzien.
De Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen
pleitte voor een normering en financiering voor
02.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Les
services sociaux des hôpitaux assument un rôle
sans cesse plus important et les tâches qui leur
sont confiées se multiplient.
Le financement de ces services est couvert par la
section B1 du prix de la journée d'hospitalisation,
mais la part réservée au service social dépend de la
priorité que chaque hôpital accorde à ce service.
Le service social assume des tâches très diverses:
l'aide matérielle et sociale, la coordination des soins
intra- et extra-muros, l'accompagnement
psychosocial et le suivi des rapports entre le patient
et l'équipe soignante. Il incombe également au
service de signaler les problèmes, même si cette
tâche ne fait pas l'objet d'un financement
spécifique.
Le Conseil national des établissements hospitaliers
a plaidé pour la fixation de normes et d'un système
CRABV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
sociale diensten. In afwachting daarvan wordt één
sociale werker per tweeduizend opnames
voorgesteld.
Zal de minister dit advies volgen? Hoe ziet zij de
optimale financiering? Heeft de minister een beroep
gedaan op gegevens van bestaande sociale
diensten? Welk budget kan de minister uittrekken?
Wat is de timing?
de financement des services sociaux. Dans l'attente
de telles mesures, il serait proposé de prévoir un
assistant social par deux mille hospitalisations.
La ministre suivra-t-elle cet avis? Comment conçoit-
elle un financement optimal? S'est-elle fondée sur
les données de services sociaux existants? Quel
budget la ministre peut-elle dégager? Quel est le
calendrier prévu?
02.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Ik
kreeg inderdaad een advies van de Nationale Raad
voor Ziekenhuisvoorzieningen waarin één fulltime-
equivalent wordt voorgesteld. Ik ben van mening dat
dit onvoldoende is.
Ik wil erop wijzen dat de financiering een
bevoegdheid is van de minister van Sociale Zaken.
De resultaten van de enquête van vorig jaar zullen
over enkele weken bekend worden gemaakt. Er
werd in een budget van 50 miljoen frank voorzien
voor de begeleiding van patiënten. Dit budget zal
verdeeld worden over de ziekenhuizen met erkende
geriatriebedden. De verdeelsleutel wordt later
herbekeken, rekening houdend met het sociaal
profiel van de patiënten.
02.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
J'ai effectivement reçu un avis du Conseil national
des établissements hospitaliers qui propose un
équivalent temps plein. J'estime que cela est
insuffisant.
Je voudrais souligner que le financement relève de
la compétence du ministre des Affaires sociales.
Les résultats de l'enquête qui a été menée l'an
dernier seront rendus publics dans quelques
semaines. Un budget de 50 millions de francs a été
prévu pour assurer l'accompagnement des patients.
Ce budget sera réparti entre les hôpitaux disposant
de lits gériatriques reconnus. La clé de répartition
sera revue ultérieurement, compte tenu du profil
social des patients.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Komt
er een overgangsmaatregel in de vorm van één
fulltime- equivalent per tweeduizend opnames of zal
de minister ineens een definitieve maatregel
nemen?
Ik dacht dat een deel van de financiering van de
ziekenhuizen van Volksgezondheid kwam. Ik zal
mijn vraag ook aan minister Vandenbroucke stellen.
Ik hoor op het terrein klachten over de wijze waarop
gegevens werden ingezameld en over de
onmogelijkheid bepaalde gegevens objectief te
quoteren.
De sociale dienst is niet alleen noodzakelijk voor
geriatrische patiënten. Ik vrees een beetje dat door
projectgeneeskunde, gericht op bepaalde groepen
patiënten, de noden van de gewone patiënt wat in
het gedrang komen.
02.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Prévoyez-vous une mesure transitoire sous la forme
d'un équivalent temps plein par 2000 admissions ou
avez-vous l'intention de prendre immédiatement
des mesures définitives?
Je pensais qu'une partie du financement des
hôpitaux était assuré par le département de la
Santé publique. Je poserai, dès lors, ma question
au ministre Vandenbroucke.
Sur le terrain, on se plaint de la manière dont les
données sont recueillies, notamment sur
l'impossibilité de présenter les données de manière
objective.
Le service social n'est pas uniquement nécessaire
pour les patients gériatriques. Je crains qu'une
médecine trop axée sur certains projets et sur
certaines catégories spécifiques de patients ne
réponde pas suffisamment aux besoins des
patients ordinaires.
02.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
Raad stelt één fulltime-equivalent voor per
tweeduizend opnames. Ik heb enkel gezegd dat ik
dit onvoldoende vind. Dat was blijkbaar niet
duidelijk.
02.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Le Conseil propose un équivalent temps plein pour
2000 admissions. J'ai uniquement précisé qu'à mes
yeux, c' est insuffisant. Apparemment, je n'ai pas
été bien comprise.
02.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De 02.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Le
19/06/2001
CRABV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Raad stelt één fulltime-equivalent voor, maar zegt
niet dat dit voldoende is. Er zijn trouwens veel
negatieve berichten over de aard van de enquête.
Conseil propose en effet un équivalent temps plein
sans toutefois préciser que cette mesure était
suffisante. Par ailleurs, la nature de l'enquête fait
l'objet de nombreuses critiques.
02.06 Minister Magda Aelvoet (Nederlands):
Toen de enquête werd afgenomen, heeft niemand
zich negatief uitgelaten over de vraagstelling.
02.06 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Au moment de l'organisation de l'enquête, la
formulation des questions n'a fait l'objet d'aucune
critique.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
vragen zouden heel specifiek zijn geweest en leken
soms dubbelzinnig.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Les
questions auraient porté sur des matières très
spécifiques et semblaient parfois ambiguës.
Het incident is gesloten
.
L'incident est clos.
03 Vraag van de mevrouw Joke Schauvliege tot
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
hygiënecontroles op voedingsmiddelen"
(nr. 4873)
03 Question de Mme Joke Schauvliege à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
contrôles d'hygiène des produits alimentaires"
(n° 4873)
03.01 Joke Schauvliege (CVP): In mei 2001
kondigde de minister hygiëne-audits door de
Eetwareninspectie aan. Het Wetenschappelijk
Instituut voor Volksgezondheid (WIV) zou nu een
onderzoek voeren naar de opmars van buikgriep in
België.
Heeft de Eetwareninspectie de aangekondigde
controles uitgevoerd? Met welk resultaat? Betreft
het nieuwe onderzoek enkel buikgriep of komt
bijvoorbeeld ook voedselvergiftiging aan bod?
Wanneer wordt het onderzoek afgerond?
03.01 Joke Schauvliege (CVP): En mai 2001, la
ministre avait annoncé l'organisation, par
l'Inspection des denrées alimentaires, d'un audit
relatif à l'hygiène. Une étude relative à la
recrudescence, dans notre pays, des grippes
intestinales serait actuellement réalisée par l'Institut
scientifique de la santé publique (l'ISSP).
L'Inspection des denrées alimentaires a-t-elle déjà
mis en oeuvre les contrôles annoncés? Le cas
échéant, quels sont les résultats de cette enquête?
La nouvelle étude porte-t-elle uniquement sur la
grippe intestinale ou s'intéresse-t-elle également
aux intoxications alimentaires? Quand cette étude
sera-t-elle terminée?
03.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands):
Vorig jaar werden er tachtig HACCP-audits
uitgevoerd door de Eetwareninspectie. Na 2000
werden deze audits geïntegreerd in de normale
hygiënecontroles die door de inspectie worden
uitgevoerd. Besmettingen in familiekring, ongeveer
zesentwintig procent, treffen gemiddeld drie tot vijf
personen. Bij besmettingen in collectiviteiten,
ongeveer twintig procent, gaat het gemiddeld om
vijftien tot twintig personen. Daarnaast doet twintig
procent van de besmettingen zich voor in
commerciële restaurants, tien procent in
bedrijfsrestaurants en het restpercentage bij
voedselconsumptie op uitzonderlijke plaatsen.
De oorzaak ligt veelal bij eieren en producten op
basis van eieren als het salmonellabesmetting
betreft. De controles bij de eierproducent gebeuren
in samenwerking met het ministerie van Landbouw.
De oorzaak ligt in zestig procent van de gevallen bij
03.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
En 2000, l'Inspection des denrées alimentaires a
organisé 80 audits HACCP. Après 2000, ces audits
ont été intégrés dans les contrôles ordinaires en
matière d'hygiène réalisés par l'inspection.Ces
derniers ont ensuite été intégrés aux contrôles
ordinaires des denrées alimentaires. Les
contaminations en milieu familial, qui représentent
26% du total, touchent en moyenne trois à cinq
personnes. Les contaminations survenant dans les
collectivités, qui représentent environ 20% du total,
touchent en moyenne quinze à vingt personnes. Par
ailleurs, 20% des contaminations ont lieu dans des
restaurants commerciaux, 10% dans des
restaurants d'entreprise. Le reste concerne la
consommation d'aliments dans d'autres lieux.
Les salmonelloses sont le plus souvent dues aux
oeufs et aux produits à base d'oeufs. Les contrôles
effectués auprès des producteurs d'oeufs se font en
CRABV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
een opeenvolging van fouten.
Het aantal meldingen van besmettingen is al enkele
jaren stabiel. De belangrijkste besmetting is die met
salmonella.
Het Wetenschappelijk Instituut zal de salmonella-
en Campylobacterinfecties onderzoeken. Zij zullen
vooral kijken naar de mensen die deze infecties
opliepen en niet naar de ziekte zelf.
collaboration avec le ministère de l'Agriculture.
L'origine de l'infection réside pour 60% des cas
dans une accumulation d'erreurs.
Le nombre de contaminations connues est stable
depuis plusieurs années. Ce sont les salmonelles
qui sont à l'origine de la plupart des contaminations.
L'Institut scientifique va étudier certaines
contaminations, notamment celles dues aux
salmonelles et aux infections Campylobacter. Il
s'intéressera principalement aux personnes qui ont
été infectées et non pas à la maladie elle-même.
03.03 Joke Schauvliege (CVP): Ik hoop dat we op
basis van de resultaten van deze studie in
november een grondig debat kunnen voeren.
03.03 Joke Schauvliege (CVP): J'espère que les
résultats de cette étude nous permettront de mener
un débat approfondi en novembre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Hubert Brouns tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de nieuwe
Europese BSE-maatregelen" (nr. 4932)
04 Question de M. Hubert Brouns à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
nouvelles mesures européennes de lutte contre
l'ESB" (n° 4932)
04.01 Hubert Brouns (CVP): De Europese
Commissie heeft nieuwe voorstellen gedaan voor
de strijd tegen BSE. De lidstaten kunnen daarbij zelf
een aantal keuzes maken, onder meer in verband
met het afslachten van de kudde en het testen van
gezonde dieren jonger dan dertig maanden.
Welke houding zal België aannemen in de Raad?
Zal ons land de opties steunen of pleiten voor een
eenvormige aanpak?
04.01 Hubert Brouns (CVP): La commission
européenne a proposé de nouvelles mesures de
lutte contre l'ESB. Elles laissent aux Etats
membres la possibilité d'opérer eux-mêmes un
certain nombre de choix en ce qui concerne
l'abattage, entre autres d'une partie ou de
l'ensemble du troupeau et les tests sur les animaux
sains âgés de moins de trente mois.
Quelle attitude la Belgique adoptera-t-elle au sein
du Conseil: appuiera-t-elle le principe des options
ou plaidera-t-elle pour une approche uniforme?
04.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands):
België stelde steeds dat een harmonisering van de
landbouw noodzakelijk is. Het Permanent
Veterinair Comité heeft het voorstel van de
Commissie trouwens niet goedgekeurd. We moeten
streven naar eenvormige spelregels voor alle
lidstaten.
04.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
La Belgique a toujours souligné la nécessité d'une
harmonisation de la politique agricole. Le Comité
vétérinaire permanent a d'ailleurs rejeté la
proposition de la commission. Il faut oeuvrer en
faveur de règles uniformes pour tous les Etats
membres.
04.03 Hubert Brouns (CVP): De minister zegt niet
of zij het voorstel steunt om niet langer de hele
kudde te doden, maar enkel het met BSE besmette
dier en de verwante dieren. Zij verklaart dat als er
op Europees niveau een beslissing wordt genomen
deze voor alle lidstaten bindend is. Dit is een
belangrijke nuance.
04.03 Hubert Brouns (CVP): La ministre n'a pas
dit si elle approuvait ou non la proposition d'abattre
uniquement les animaux atteints par l'ESB ainsi que
les animaux apparentés, plutôt que d'abattre
l'ensemble du troupeau, comme c'est le cas
actuellement. Elle a déclaré que si une décision est
prise au niveau européen, elle est contraignante
pour tous les Etats membres. Il s'agit là d'une
nuance importante.
04.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): 04.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
19/06/2001
CRABV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Naast de leeftijdscohorte zou ook de afstamming,
naar boven en naar onderen toe, worden uitgeroeid.
De rest zou worden opgespoord via identificatie en
tracering.
Voor de controles zijn we er steeds van uitgegaan
dat er volledige wetenschappelijke duidelijkheid
moest zijn.
Outre les animaux appartenant à la même catégorie
d'âge, les animaux de la même lignée seraient
également éliminés. Les autres animaux feraient
l'objet de tests d'identification et de dépistage.
En ce qui concerne les contrôles, nous avons
toujours estimé qu'il fallait une clarté totale sur le
plan scientifique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Martine Dardenne tot de
minister van Landbouw en Middenstand over
"het gebruik van het insecticide Gaucho en de
schade onder de bijenpopulatie" (nr. 4914)
05 Question de Mme Martine Dardenne au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "l'utilisation de l'insecticide
Gaucho et les effets néfastes parmi les
populations d'abeilles" (n° 4914)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu)
(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la Consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement)
05.01 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Gaucho is de merknaam van een insecticide op
basis van Inidaclopride, waarmee zaden gecoat
worden. Het product is bestemd voor de verdelging
van bladluizen en werkt meer bepaald in op het
zenuwstelsel van de insecten. Alleen strekt de
uitwerking van Gaucho zich verder uit dan dat : ook
bijenpopulaties worden getroffen, het product dringt
door in de bodem en werkt dus ook door in de later
op die grond uitgezaaide teelten. Om nog te zwijgen
van de gevolgen voor het metabolisme van de
getroffen organismen.
Op welke soorten teelten wordt Gaucho gebruikt ?
Is Inidaclopride ook nog onder andere benamingen
in de handel verkrijgbaar ? Hoezo ?
Welke hoeveelheden werkzame stof werden er de
afgelopen vijf jaar gebruikt ? Wat is de stand van
zaken van een eventuele heropening van dit dossier
? Is een moratorium van het gebruik van Gaucho
aan de orde ?
05.01 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Le
Gaucho est le nom commercial d'un produit dont la
matière active, l'imidaclopride, est utilisée pour le
traitement des semences par enrobage. Destiné à
éliminer les pucerons, en agissant sur leur système
nerveux, ce pesticide étend ses ravages aux
abeilles, aux sols et donc également aux cultures
ultérieures. Sans parler des métabolismes.
Sur quels types de culture le Gaucho est-il utilisé ?
L'imidaclopride est-il commercialisé sous d'autres
noms ? Pourquoi ?
Quelle quantité de matière active a-t-elle été utilisée
ces cinq dernières années ? Où en est-on dans
l'éventuelle réévaluation de ce problème ?
Une suspension de l'utilisation du Gaucho est-elle à
l'ordre du jour ?
05.02 Minister Magda Aelvoet (Frans) : De
werkzame stof van dit product wordt nog in andere
formules en in combinatie met andere stoffen in de
handel gebracht en onder diverse benamingen
verkocht. Uit de aangifte die elke houder van een
erkenning moet doen bij de algemene
grondstoffeninspectie, blijkt dat er in België 20.000
ton van dat product werd verkocht.
Sinds de eerste klachten van de Franse
bijenhouders wordt het risico door de
grondstoffeninspectie onderzocht. Het product
wordt in Frankrijk gebruikt in de zonnebloemteelt. In
ons land wordt het over de bladeren van
appelbomen verstoven, vóór de bloei, en op maïs.
05.02 Magda Aelvoet , ministre (en français): La
substance active est commercialisée sous d'autres
formulations et en association avec d'autres
substances, sous divers noms. Il ressort des
déclarations que chaque titulaire d'agréation doit
faire auprès de l'Inspection générale des matières
premières que 20.000 tonnes ont été vendues en
Belgique.
Depuis les premières plaintes des apiculteurs
français, l'Inspection générale procède à
l'évaluation du risque. En Belgique, il n'y a pas de
culture de tournesol, sur lequel ce produit est utilisé
en France. Dans notre pays, le produit est utilisé sur
les pommiers, en pulvérisation foliaire, avant la
CRABV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
floraison, et sur le maïs.
Het risico bestaat inderdaad dat latere teelten
besmet zijn. Het erkenningscomité voor
landbouwpesticiden is op 5 april bijeengekomen.
Volgens dat comité zijn er geen nieuwe gegevens.
Er werden niettemin nieuwe studies gevraagd,
onder meer met betrekking tot maïsstuifmeel.
Wij geloven dat er velerlei oorzaken zijn
(parasieten, bacterieziekten, enz.).
La contamination des cultures ultérieures est, en
effet, à craindre. Le comité d'agréation des
pesticides agricoles s'est réuni le 5 avril et, à son
estime, il n'y a aucun élément nouveau
; de
nouvelles études ont cependant été commandées,
notamment sur le pollen de maïs.
Nous pensons que les causes, en fait, sont
multiples, tels les parasites et les maladies
bactériennes.
05.03 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): De
Belgische bijenhouders zijn vaak amateurimkers. In
Frankrijk daarentegen hebben velen er hun beroep
van gemaakt. Zij hebben dan ook meer
mogelijkheden om deze verschijnselen te
bestuderen.
Er treden wijzigingen op in de gedragspatronen van
bijen. Dat is duidelijk een belangrijke indicator van
vervuiling. Ik geloof dat Inter-Environnement
eerdaags een communiqué zal verspreiden over dit
probleem.
05.03 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Les
agriculteurs belges sont souvent des amateurs. En
France, beaucoup en ont fait leur profession et
disposent, dès lors, de davantage de moyens pour
étudier ces phénomènes.
Il y a des abeilles qui voient leur comportement
modifié. A l'évidence, il s'agit là d'un indicateur
important de pollution. Je crois qu'Inter-
Environnement va publier prochainement un
communiqué relatif à ce problème.
05.04 Minister Magda Aelvoet (Frans) : Er werd
reeds aan de alarmbel getrokken in verband met
een bijenziekte, maar het betrof een ander
probleem, meer bepaald een uit de Verenigde
Staten overgewaaide ziekte.
05.04 Magda Aelvoet , ministre (en français): J'ai
été alertée au sujet d'une maladie des abeilles,
mais il s'agirait d'un autre problème, à savoir d'une
maladie venue des Etats-Unis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
schadeloosstelling van personen die ingevolge
een transfusie of een injectie van bloed- of
afgeleide producten met het HIV-virus werden
besmet" (nr. 4946)
06 Question de Mme Michèle Gilkinet à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'indemnisation des personnes contaminées par
le virus HIV à la suite d'une transfusion ou d'une
injection de produit sanguin ou dérivé du sang"
(n° 4946)
06.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): In
februari jongstleden werd beslist 60 miljoen frank uit
te trekken voor een eerste financiering van de
schadeloosstelling van personen die met het HIV-
virus werden besmet. Hoe zit het met het protocol
dat de minister dienaangaande met het Rode Kruis
moet sluiten? Welke vorm zal die
schadeloosstelling aannemen en hoe zal zij worden
gefinancierd, ook in het licht van een eventuele
regionalisering van de Nationale Loterij?
06.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): La
décision de consacrer 60 millions de francs à un
premier financement de l'indemnisation des
personnes contaminées a été prise en février
dernier. Le protocole que la ministre doit conclure
avec la Croix-Rouge en la matière est-il en bonne
voie ? Quels seront la forme et le financement de
cette indemnisation, y compris dans l'éventualité
d'une régionalisation de la Loterie Nationale ?
06.02 Minister Magda Aelvoet (Frans) : Er zal
geen protocol worden gesloten met het Rode Kruis,
dat uiteindelijk beslist heeft niet tot de
schadeloosstellingen bij te dragen. Ik heb contact
06.02 Magda Aelvoet , ministre (en français) : Il
n'y aura pas de protocole avec la Croix-Rouge, qui
a finalement refusé de participer aux indemnisation.
J'ai pris contact avec un juriste pour éviter les
19/06/2001
CRABV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
opgenomen met een jurist teneinde problemen met
betrekking tot de eisen te voorkomen. Er zal een
vzw worden opgericht en een comité van
deskundigen zal zorgvuldig vaststellen wie voor die
schadeloosstelling in aanmerking komt.
Een eerste financiering ten bedrage van 60 miljoen
werd goedgekeurd. De volgende jaren zal de
Nationale Loterij voor een grotere financiering
zorgen.
problèmes en matière de revendication. Une ASBL
sera créée et un comité d'experts définira
soigneusement qui sera concerné par les
indemnisations. Un premier financement de 60
millions a été acquis. Des financements plus élevés
seront obtenus de la Loterie Nationale pour les
années suivantes.
Krachtens de Lambertmont-akkoorden wordt het
percentage waarvoor de Gemeenschappen kunnen
kiezen gewoonweg naar die overheden
overgeheveld.
Quant aux accords du Lambermont, ils prévoient
que le pourcentage pour lequel les Communautés
peuvent opter est transféré purement et simplement
à ces pouvoirs.
06.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Graag
kreeg ik de tekst van uw antwoord.
06.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Je
serais heureuse d'obtenir le texte de votre réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de lijst van
gelijkwaardige niet-terugbetaalde
geneesmiddelen" (nr. 4952)
07 Question de Mme Annemie Van de Casteele à
la ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la liste des médicaments équivalents non
remboursés" (n° 4952)
07.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
regering wil het gebruik van generische
geneesmiddelen stimuleren, onder andere door de
referentieterugbetaling.
De aangekondigde lijsten van bio-equivalente
geneesmiddelen zijn herleid tot een lijst van
gelijkaardige middelen. Daarbij gaat het alleen om
terugbetaalde geneesmiddelen, terwijl het
prijsverschil voor de patiënt het grootst is bij niet-
terugbetaalde medicamenten.
Zal de minister ook voor de niet-terugbetaalde
middelen een inspanning doen?
07.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Le
gouvernement entend promouvoir l'utilisation des
médicaments génériques, notamment en appliquant
un système de remboursement de référence.
Les listes de médicaments bio-équivalents qui
avaient été annoncées se résument finalement à
une liste de médicaments équivalents. Cette liste
ne comprend que les médicaments remboursés
alors que, pour les patients, la différence de prix est
la plus importante pour les médicaments non
remboursés.
La ministre envisage-t-elle de faire également un
effort pour les médicaments non remboursés ?
07.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
prioriteit ging naar de terugbetaalde
geneesmiddelen. Alle informatie was tijdig
beschikbaar op internet, de brochures liepen wat
vertraging op.
De Algemene Farmaceutische Inspectie is al
begonnen met de verificatie van de niet-
terugbetaalde geneesmiddelen.
Omdat niet alle bio-equivalente producten bij elk
verwijsproduct werden vermeld, kan niet worden
gesproken over dé bio-equivalente lijst.
07.02 Magda Aelvoet , ministre(en néerlandais):
Nous avons accordé la priorité aux médicaments
remboursés. Toutes les informations requises
étaient disponibles en temps voulu sur internet mais
il y a eu un certain retard dans la diffusion des
brochures.
L'Inspection générale pharmaceutique a déjà
entamé la vérification des médicaments non
remboursés.
Chaque médicament générique présente une bio-
équivalence avec un produit de référence. Etant
donné que tous les produits équivalents ne sont pas
mentionnés pour chaque produit de référence, on
ne peut pas parler de liste bio-équivalente.
CRABV 50
COM 508
19/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt tot
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
opsporing van de baarmoederhalskanker"
(nr. 4746)
08 Question de Mme Yolande Avontroodt à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "le
dépistage du cancer du col de l'utérus" (n° 4746)
08.01 Yolande Avontroodt (VLD): De Vlaamse
Gemeenschap zou haar samenwerking met het
Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid
(WIV) in het kader van
baarmoederhalskankerscreening niet wensen
verder te zetten. De continuïteit van het onderzoek
komt daardoor in het gedrang. Vlaanderen zou niet
voldoen aan bepaalde Europese voorschriften en
bovendien komt de Europese steun voor bepaalde
projecten in gevaar. Het WIV vreest zijn Europese
coördinerende opdracht niet langer te kunnen
uitvoeren.
Zal de minister dit probleem bij haar Vlaamse
collega aankaarten? Weet de minister waarom de
Vlaamse Gemeenschap de samenwerking wil
stopzetten? Zal de minister de validering van de
wetenschappelijke consensus over kankerscreening
op de Europese agenda zetten?
08.01 Yolande Avontroodt (VLD): La
Communauté flamande ne souhaiterait pas
poursuivre sa collaboration en matière de dépistage
du cancer du col de l'utérus avec l'Institut
scientifique de la Santé publique (ISSP). La
continuité de l'étude est donc mise en péril. La
Flandre ne respecterait pas certaines prescriptions
européennes, et en outre, le soutien apporté par
l'Europe à certains projets serait aussi remis en
question. L'ISSP craint de ne plus pouvoir remplir
sa mission de coordination au niveau européen.
La ministre va-t-elle évoquer ce problème avec son
homologue flamand ? La ministre sait-elle pourquoi
la Communauté flamande veut mettre fin à la
collaboration
? La ministre inscrira-t-elle la
validation d'un consensus scientifique au sujet du
dépistage du cancer à l'ordre du jour européen ?
08.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
Vlaamse Gemeenschap stopt de samenwerking
met het WIV betreffende het onderzoek naar
baarmoederhalskanker na 2001 omdat men vond
dat de reeds bereikte resultaten voldoende waren.
Men had een beperkte opdracht gegeven en die
was volbracht.
Het WIV heeft voor 2001 nog de financiering van de
Vlaamse Gemeenschap verkregen. Op federaal
niveau werd 2,25 miljoen frank uitgetrokken.
Daardoor kunnen ook nog Europese subsidies
worden verkregen.
Onze experts werden door de Europese Commissie
uitgenodigd om de nieuwe technieken inzake
baarmoederhalskanker te evalueren. We mogen
deze uitnodiging zeker niet afwijzen.
In Wenen werd een wetenschappelijke consensus
bereikt inzake de screening. Deze consensus moet
nog worden gevalideerd. Momenteel hebben we
nog geen richtlijnen over de timing voor de
validering. Ik zal mij hieromtrent informeren.
08.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
La Communauté flamande met fin à sa
collaboration avec l'ISSP concernant l'étude sur le
cancer du col de l'utérus après 2001, et ce car on
estime que les résultats déjà obtenus sont
suffisants. La mission avait un caractère limité et
elle est accomplie.
L'ISSP a encore obtenu le financement de la
Communauté flamande pour 2001. Au niveau
fédéral, un financement de l'ordre de 2,25 millions a
également été prévu. Des subsides européens
peuvent, par ailleurs, encore être obtenus.
Nos experts ont été invités par la Commission
européenne à évaluer les nouvelles techniques en
matière de cancer du col de l'utérus. Nous ne
pouvons certainement pas décliner cette invitation.
A Vienne, on est parvenu à un consensus
scientifique en matière de dépistage. Il doit encore
être validé. A l'heure actuelle, nous n'avons toujours
pas de directives en matière de calendrier. Je vais
m'informer à ce sujet.
08.03 Yolande Avontroodt (VLD): Deze vraag
sluit aan bij de bespreking van de resolutie. In het
kader van amendementen zullen we zeker nog op
08.03 Yolande Avontroodt (VLD): Cette question
se situe dans le prolongement de la discussion de
la résolution. Nous y reviendrons certainement dans
19/06/2001
CRABV 50
COM 508
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
deze aangelegenheid terugkomen.
Het incident is gesloten.
le cadre de la discussion d'amendements.
L'indicent est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 19.01 uur.
La réunion publique de commission est levée à
19.01 heures.
Document Outline