KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 503
CRIV 50 COM 503
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
13-06-2001 13-06-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
over "de nutteloze ontwikkelingsinvesteringen in
verband met een project op het Filipijnse eiland
Pangan-an" (nr. 4629)
1
Question de M. Francis Van den Eynde au
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement sur "le financement d'un projet
inutile dans le cadre de la coopération au
développement sur l'île de Pangan-an, aux
Philippines" (n° 4629)
1
Sprekers: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement
Samengevoegde vragen van
3
Questions jointes de
3
-
de heer Jean-Jacques Viseur aan
de staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de uitbetaling
van subsidies aan de NGO's" (nr. 4688)
3
- M. Jean-Jacques Viseur au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement sur "le paiement
des subsides aux ONG" (n° 4688)
3
- mevrouw Claudine Drion tot de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking over "de
procedure voor de toewijzing van de fondsen aan
de NGO's" (nr. 4711)
3
- Mme Claudine Drion au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement sur "la procédure
d'attribution des fonds aux ONG" (n° 4711)
3
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Claudine
Drion, Eddy Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Claudine
Drion, Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen
aan de staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de Wereld
Koffie Conferentie" (nr. 4708)
5
Question de M. Dirk Van der Maelen au secrétaire
d'Etat à la Coopération et au développement sur
"la Conférence mondiale du Café" (n° 4708)
5
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de SP-fractie, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe SP, Eddy Boutmans, secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
over "de landbouwakkoorden die op Europees
vlak werden afgesloten over de suiker" (nr. 4783)
7
Question de M. Ferdy Willems au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement sur "les
accords agricoles conclu au niveau européen
concernant le sucre" (n° 4783)
7
Sprekers: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
over "de controle van de activiteiten van het
Internationaal Huis" (nr. 4796)
10
Question de M. Jef Valkeniers au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement sur "le
contrôle des activités de la Maison internationale"
(n° 4796)
10
Sprekers: Jef Valkeniers, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Jef Valkeniers, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Joos Wauters aan de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
over "steun aan projecten in Peru" (nr. 4867)
11
Question de M. Joos Wauters au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement sur "le
soutien accordé à des projets au Pérou" (n° 4867)
11
Sprekers: Joos Wauters, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Joos Wauters, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Samengevoegde vragen van
13
Questions jointes de
14
- de heer Karel Pinxten aan de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking over "het
conflict met vice-premier en minister van
Buitenlandse Zaken Michel" (nr. 4870)
13
- M. Karel Pinxten au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement sur "son conflit
avec le vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères M. Louis Michel" (n° 4870)
14
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
-
de heer Francis Van den Eynde
aan de staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de discussies
tussen de minister van Buitenlandse Zaken en de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking" (nr. 4908)
14
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat à
la Coopération au développement sur "les
discussions entre le ministre des Affaires
étrangères et le secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement" (n° 4908)
14
Sprekers: Ferdy Willems, Karel Pinxten,
Francis Van den Eynde, Eddy Boutmans
,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, Claudine Drion
Orateurs: Ferdy Willems, Karel Pinxten,
Francis Van den Eynde, Eddy Boutmans
,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement, Claudine Drion
Vraag van de heer Jacques Lefevre aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de evaluatie van de
mensenrechtencommissie en het stemgedrag van
België" (nr. 4737)
19
Question de M. Jacques Lefevre au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"l'évaluation de la commission des droits de
l'homme et sur le vote de la Belgique" (n° 4737)
19
Sprekers:
Jacques Lefevre, Eddy
Boutmans, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Jacques Lefevre, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "Tibet" (nr. 4768)
21
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le
Tibet" (n° 4768)
21
Sprekers: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de onderhandelingen betreffende
Macedonië" (nr. 4889)
24
Question de M. Peter Vanhoutte au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les négociations relatives à la Macédoine"
(n° 4889)
24
Sprekers: Peter Vanhoutte, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Peter Vanhoutte, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
WOENSDAG
13
JUNI
2001
10:00 uur
______
du
MERCREDI
13
JUIN
2001
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door
de heer Jacques Lefevre, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.07 heures par M.
Jacques Lefevre, président.

Le président: Chers collègues, étant donné que
plus de 20 questions sont à l'ordre du jour, je vous
rappelle que le temps de parole imparti est de 5
minutes, réponse comprise. Si nous voulons
aborder tous les sujets, nous devrons être
relativement brefs.
01 Vraag van de heer Francis Van den Eynde
aan de
staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de nutteloze
ontwikkelingsinvesteringen in verband met een
project op het Filipijnse eiland Pangan-an"
(nr. 4629)
01 Question de M. Francis Van den Eynde au
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement sur "le financement d'un projet
inutile dans le cadre de la coopération au
développement sur l'île de Pangan-an, aux
Philippines" (n° 4629)
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal proberen mijn vraag
zo kort mogelijk te houden. Ik heb alle begrip voor
het feit dat u alles zo vlot mogelijk wil laten
verlopen.

Mijnheer de staatssecretaris, de vraag heeft
inderdaad betrekking op een ontwikkelingsproject
op het eiland Pangan-an op de Filipijnen. Dat
ontwikkelingsproject is nutteloos, niet volgens uw
dienaar - ik ben niet op de Filipijnen geweest en
heb het ook niet gezien -, maar volgens mensen
die terzake niet alleen als politiek correct worden
beschouwd, maar ook als specialisten, met name
11.11.11.. Zij stellen dat het project op Pangan-an
gezorgd heeft voor een elektriciteitscentrale die
functioneert op zonne-energie. Merkwaardig
genoeg is de installatie geleverd door het Waals
Gewest.

Mijnheer de staatssecretaris, u zult het mij niet
kwalijk nemen, maar ik dacht dat de tijd van de
gebonden hulp voorbij was, maar zoals vaak zal
het waarschijnlijk zo zijn dat alle Belgen gelijk zijn
voor de wet, maar de ene wel wat gelijker dan de
andere.

Bovendien is uit een wetenschappelijk onderzoek
gebleken dat elektriciteit voor de noden van de
lokale gemeenschap slechts op de vierde plaats
komt. De eerste zorg aldaar is water. Niet ik, maar
de mensen van 11.11.11. hebben de indruk dat
die elektriciteitscentrale werd geleverd om het
Waals Gewest de kans te geven wat te verkopen.
Bovendien valt de elektriciteit veel te duur uit voor
de plaatselijke bevolking zodat slechts 60% van
de gezinnen op het net aangesloten is. U zult toch
niet betwisten dat we ook rekening moeten
houden met het criterium ontwikkelingsrelevantie.
Wat die ontwikkelingsrelevantie dus betreft, blijkt
dat het voornaamste resultaat van dit project erin
bestaat dat die 60% aangesloten gezinnen dankzij
die elektriciteit naar de televisie kunnen kijken en
hun videorecorders kunnen gebruiken, meer
bepaald om karaokeprogramma's te volgen, wat
nu ook niet bepaald de ontwikkeling in de hand
werkt.

Mijnheer de staatssecretaris, men heeft destijds
bij het ABOS dikwijls over witte olifanten
gesproken die bij ontwikkelingssamenwerking te
voorschijn kwamen en die heel die zaak dan een
kwalijke reputatie gaven. Uit het verslag van
11.11.11., dat op het internet kan worden gelezen,
krijg ik sterk de indruk dat wij hier opnieuw met
een witte olifant te maken hebben. Graag zou ik
hieromtrent uw mening kennen.
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Van den Eynde, de informatie
waarover u beschikt stond in een artikel in De
Morgen wat u trouwens zelf hebt gezegd. In dat
artikel staan wel enkele onnauwkeurigheden. De
verdere oorsprong van dat artikel is een
vermelding op de website van 11.11.11. We zijn
het erover eens dat daarin enkele onjuistheden
staan.

Wat is echter de achtergrond in deze zaak? Ten
eerste gaat het om een project van 1995,
geformaliseerd in een bijzonder akkoord in 1996.
Wat mij en de huidige regering betreft, gaat het
dus om een erfenis.

Ten tweede, de Filipijnen stonden toen pas op de
lijst van de prioritaire landen wat thans niet meer
het geval is. Met de Filipijnse regering is toen
overeengekomen om een proefproject op te
starten rond alternatieve, fotovoltaïsche
voorziening in zonne-energie. Het eiland waar dat
project terechtkwam is enkel gekozen omdat het
door zijn ligging bijzonder geschikt was voor een
proefproject inzake elektriciteitsvoorziening.

Het ging dus eigenlijk niet om een
ontwikkelingsproject voor het betrokken eiland.
Het ging wel om een, mijns inziens verstandig,
breder plan van de Filipijnse regering om het
bijzonder uitgebreide eilandenrijk te voorzien van
elektriciteit tot in de kleinste dorpen, weliswaar op
langere termijn. De Filipijnse regering wilde dat
doel niet bereiken door op het klassieke
elektriciteitsnet aanspraak te maken. Dat schijnt
niet doenbaar te zijn. Wel kon men het doel
bereiken door gedecentraliseerde voorziening met
kleinschalige zonnecentrales. Dat was de
bedoeling en volgens mij was dit een goede
bedoeling.

Ten derde vroeg u of het gaat om gebonden hulp.
De situatie is tussen de periode 1995-1996 en nu
aanzienlijk geëvolueerd. Er is een aanbesteding
geweest volgens Europese normen. In het
akkoord werd bepaald dat de aanbesteding aan
Europese bedrijven moest worden gegeven. Het
bedrijf dat de opdracht uiteindelijk kreeg, heeft na
verloop van een procedure met onder andere een
aanbesteding, de vergunning gekregen.

Heden ten dage is het begrip, zeer recent en
mede dankzij Belgische inspanningen, in OESO-
kringen ruimer gesteld. Men aanvaardt niet meer
dat een aanbesteding vanaf een bepaald bedrag
enkel voor Europese bedrijven zouden zijn
opgesteld. De belastingbetaler wil dat zijn geld
goed wordt besteed, maar het gaat hier toch niet
om een gigantisch project, maar slechts om een
proefproject van 22 miljoen BEF.

Ten vierde is het project nog niet afgelopen. Het
voorzag in een lange opvolgingsperiode, precies
om de geschiktheid als test te beoordelen.
Uiteraard probeert men die test zoveel mogelijk
ten goede te laten komen van de lokale bevolking.
Optimisten zullen zeggen dat enkele honderden
gezinnen nu toegang hebben tot elektriciteit.
Pessimisten zullen zeggen dat slechts de helft van
de oorspronkelijk bedoelde bevolkingsgroep nu
toegang heeft tot elektriciteit.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Boutmans, het gaat dus om het halfvolle
of het halflege glas.
01.04 Minister Eddy Boutmans: We hebben het
echter over nevenaspecten ten gunste van de
bevolking. Het ging namelijk om een proefproject.

De Aziatische crisis is daar echter tussen
gekomen. Die crisis heeft het levenswelzijn van de
mensen drastisch aangetast, zelfs gehalveerd.
Voor veel mensen, voor wie aanvankelijk was
gepland dat zij mits een kleine betaling toegang
zouden hebben tot elektriciteit, is die kleine
betaling door die crisis nu niet meer draaglijk. Bij
de opstarting van het project was dat niet
voorzienbaar, of alleszins niet voorzien. Daardoor
ligt het aantal begunstigden nu aanzienlijk lager. Ik
wil herhalen dat die begunstigden eigenlijk een
nevenaspect zijn van een proefproject. De
hoofdbedoeling was nagaan of de Filippijnen met
zonne-energie het hele land, of althans de
afgelegen gebieden, van elektriciteit kon voorzien.

Wij volgen thans de evolutie van de
werkzaamheden. De BTC kreeg de opdracht
hiertoe. De bewoners van het eiland kregen
eveneens toegang tot het telefoonverkeer. Er is
één telefooncel voor het hele eiland. Dat lijkt ons
belachelijk, maar daarvoor moesten de inwoners
naar het volgende eiland varen om te kunnen
telefoneren.

Er werd een pumpboot ingezet ­ een boot met
afdak ­ waarmee de mensen van het ene eiland
naar het andere kunnen varen. Dit vaartuig heeft
in feite niets te maken met het project, maar was
bedoeld voor het personeel dat meewerkt aan het
project; uiteraard wordt het ook ingezet voor de
bevolking.

Ten slotte werd er een lokale coöperatie opgericht
die wordt ondersteund door het project dat instaat
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
voor het beheer van de zonenergie.

Het is volgens mij nog te vroeg om nu al
conclusies te trekken. Dat is trouwens de reden
waarom nog werd voorzien in een periode van
twee jaar alvorens tot conclusies te komen.

Voorts heeft de bevolking uit dit hele opzet een
voordeel gehaald, al was dat niet het hoofddoel
terzake. Het voordeel bleek evenwel wat minder
belangrijk te zijn dan gewenst.
01.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de staatssecretaris, niet zozeer de
Filipijnen, maar vooral de 11.11.11-Actie
interesseert mij en daarmee mag u niet spotten.

Sta mij voor het overige toe twee korte
opmerkingen te formuleren omtrent uw antwoord.

Ten eerste, ik ben niet principieel tegen gebonden
hulp, op voorwaarde dat het ernstig gebeurt. Ik
ben het ermee eens dat ter zake veel misbruik
gebeurde, maar op dat vlak heb ik geen verwijten
geuit. Ik was alleen maar een beetje verbaasd dat
wij daarmee opnieuw werden geconfronteerd.

Ten tweede, er zijn inderdaad ook positieve
aspecten aan deze zaak verbonden. In dat opzicht
hebt u gelijk, mijnheer de staatssecretaris. Een
element uit uw antwoord dat mij evenwel ongerust
maakt is dat u zei ­ wellicht terecht en ik betwist
uw woorden niet ­ dat de economische crisis in
Azië niet kon worden voorspeld en dat daardoor
het project gedeeltelijk mislukte. Welnu, ik ben
van oordeel dat onze ontwikkelingssamenwerking
nog beter zou moeten functioneren zodra er zich
een economische crisis voordoet, want precies op
dergelijke momenten is er meer hulp nodig.
01.06 Minister Eddy Boutmans: Eens de
bevolking over elektriciteit beschikt moet zij dit
aanwenden naar haar keuze. Dat is de verhoging
van de keuzevrijheid.

Voorts, mijnheer Van den Eynde, werden er van
de tien gegunde contracten negen aan Filipijnse
bedrijven toegewezen en een ­ weliswaar het
belangrijkste, maar ook geen gigantisch contract ­
aan een Europees bedrijf, in casu een Belgisch
bedrijf, maar u noemde het een Waals bedrijf.

Vervolgens heb ik nooit gezegd dat het project
wegens van de crisis mislukte, maar wel dat de
toegangsprijs tot elektriciteit hierdoor in 1995 plots
steeg omdat het inkomen werd gehalveerd. Dat
was niet voorspelbaar.
Le président: Chers collègues, je vous rappelle
que j'avais demandé à ne pas dépasser les 5
minutes de temps de parole par question/réponse.
Or, je constate que la question que nous venons
de traiter a duré 13 minutes. De grâce, respectez
le règlement.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Questions jointes de
- M. Jean-Jacques Viseur au secrétaire d'Etat à
la Coopération au développement sur "le
paiement des subsides aux ONG" (n° 4688)
- Mme Claudine Drion au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement sur "la
procédure d'attribution des fonds aux ONG"
(n° 4711)
02 Samengevoegde vragen van
-
de heer Jean-Jacques Viseur aan
de staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de
uitbetaling van subsidies aan de NGO's"
(nr. 4688)
-
mevrouw Claudine Drion tot
de staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de
procedure voor de toewijzing van de fondsen
aan de NGO's" (nr. 4711)
02.01 Jean-Jacques Viseur (PSC): Monsieur le
président, j'essaierai de ne pas dépasser le timing
qui m'est imparti.

Monsieur le secrétaire d'Etat, la vie des ONG n'est
pas toujours simple et, souvent, on se demande si
elles ne doivent pas consacrer deux fois plus de
temps à l'ingénierie administrative et financière
qu'à l'objet de leur action, ce qui est une
déperdition d'énergie importante.

Ainsi, les ONG subsidiées en matière de
coopération et de développement travaillent
actuellement à l'intérieur d'un programme de 5
ans, avec des plans d'action annuels qui doivent
coïncider obligatoirement avec l'année civile.

Par ailleurs, les subsides sont versés par tranches
trimestrielles et, ce qui est le plus gênant, les
subsides non dépensés d'une année ne peuvent
être reportés sur l'année suivante.

Cette situation engendre d'énormes difficultés
pour la continuité de l'action de ces ONG. Comme
les subsides sont toujours payés avec des mois
de retard, elles sont obligées de préfinancer, ce
qui n'est pas simple en soi et pose parfois
d'énormes problèmes. On leur impose de
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
consommer les crédits dans l'année, ce qui leur
rend extrêmement compliqué l'étalement de leurs
dépenses.

C'est ainsi que, lorsqu'un projet est retardé au
départ de 3 ou 4 mois, il est impossible
d'effectuer, par manque de fonds, toutes les
dépenses prévues sur la période d'un an. Ces
dépenses doivent s'effectuer alors sur une période
beaucoup plus réduite de 7 à 8 mois. L'absence
de report peut se révéler tout à fait néfaste et ce
cercle vicieux est encore renforcé par le paiement
de tranches trimestrielles.

De plus, dans la plupart des projets, c'est la mise
en route qui est la plus coûteuse et ce paiement
par tranches trimestrielles amène souvent du
retard qui empêche l'utilisation à temps de
certains postes budgétaires.

Dès lors, ce système extrêmement rigide pourrait-
il être corrigé? La solution qui paraît la plus simple
étant que le report de dépenses soit accepté à
l'intérieur de la période de 5 ans pendant laquelle
les projets sont développés. Monsieur le ministre,
j'aimerais connaître votre point de vue à cet égard.
02.02 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le secrétaire d'Etat, je partage les
questions que vient de vous poser mon collègue
Jean-Jacques Viseur. Toutefois, j'avais une
précision à vous demander mais j'avoue que ma
question date du 18 mai et que mes informations
dataient de fin avril et, depuis six semaines, les
choses se sont accélérées. Votre réponse nous
apportera sans doute des éléments importants.

Dans l'année 2000, le paiement des premières
tranches avait pris un certain retard, pas pour
toutes les ONG mais pour certaines d'entre elles.
Comme M. Viseur l'a dit, ce retard occasionne des
difficultés de trésorerie, voire de démarrage des
projets, ce qui est vraiment dommageable.

Je crois que les choses se sont améliorées.
D'ailleurs, elles s'étaient déjà améliorées en 2000
par rapport à l'année 1999. On sait qu'une fois la
première tranche payée, l'automatisme est
relativement bien orchestré par la DGCI pour les
tranches suivantes.

Toutefois, il semble qu'un problème demeure au
niveau des contrôles des rapports annuels, en
particulier les contrôles financiers. Cela a un
impact sur le paiement du quatrième trimestre de
l'année précédente et sur celui du premier
trimestre de l'année qui suit dans la mesure où le
solde non utilisé d'une année doit être déduit du
subside de l'année suivante.

Où en sommes-nous en ce qui concerne les
premières tranches de l'année 2001? Disposez-
vous déjà de statistiques à ce sujet?. Si la
situation ne s'est pas améliorée, de nouveaux
moyens seront-ils mis à la disposition de
l'administration ou prévoyez-vous de modifier le
mécanisme d'attribution des subsides en vue
d'éviter aux ONG des problèmes de trésorerie les
empêchant de mener à bien leur mission?
02.03 Eddy Boutmans, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, votre question
comporte deux aspects: d'une part, la
réglementation et, d'autre part, son application.

En ce qui concerne la réglementation, on ne peut
pas y déroger. Nous sommes actuellement en
concertation avec les ONG pour examiner dans
quelle mesure il serait nécessaire de la modifier.
Je suis favorable à une réglementation assez
simple et la moins bureaucratique possible.
Cependant, comme il s'agit des deniers publics,
nous devons exiger son respect et veiller à ce que
le contrôle soit possible et effectif.

Il est un fait que vu le nombre important des ONG
et le volume des dossiers à vérifier, la charge de
travail est assez lourde pour l'administration. C'est
la raison pour laquelle mon prédécesseur et moi-
même avons essayé de trouver des synergies
entre les ONG et de leur imposer des critères de
qualité. Certaines ONG comprennent ainsi qu'elles
ont intérêt à s'organiser avec d'autres.

Je reconnais que l'administration manque de
personnel. Nous essayons d'y remédier mais vous
savez comme moi que ce n'est pas facile. En tout
cas, je veille à ce que le service ne soit pas
affaibli.

En ce qui concerne les dossiers, il est vrai qu'un
retard a été enregistré au cours de l'année passée
dans un certain nombre de dossiers mais cela
s'explique par le fait que l'on avait permis à
certaines ONG de réintroduire une réclamation
contre la décision originale afin d'examiner s'il y
avait lieu ou non de la revoir. Cela a été fait dans
un certain nombre de cas mais cela a pris du
temps. C'est ce qui a entraîné du retard. Nous
avions le choix de procéder ou non à une révision
dans l'intérêt des ONG.

Cette année-ci, les arrêtés ministériels d'attribution
des subsides ont presque tous été signés au
courant du mois de janvier. Nous avons donc
gagné plus d'un mois par rapport à l'année 2000.
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Il faut savoir que le rythme de la procédure
dépend également des ONG: elles doivent
introduire leur dossier à temps; veiller à ce que ce
dossier soit complet et prouver leur participation
dans leur financement. Les retards enregistrés
s'expliquent souvent du fait que des données
manquent dans les dossiers. On ne peut tout de
même pas rejeter des dossiers pour cette raison.

Dans beaucoup de dossiers, les retards sont au
moins partiellement dus au manque de données
ou au manque de versement de l'apport propre.

En ce qui concerne les délais d'utilisation de ces
subsides, la disposition légale prévoit que: "les
subventions des allocations attribuées devront
être justifiées à la date prévue dans les arrêtés ou
les conventions. Le solde non utilisé d'une telle
subvention annuelle attribuée à charge d'une
année budgétaire antérieure peut être déduit de la
subvention allouée". Donc, l'administration
procède à la vérification des raisons pour
lesquelles le subside n'a pas été entièrement
utilisé et si ces raisons sont justifiées, elle admet
qu'il le soit l'année suivante.

En conclusion, je pense qu'à l'heure actuelle, la
quasi-totalité des dossiers sont clos. Je n'oserai
pas m'avancer à affirmer qu'ils le sont tous; il est
possible qu'il y en ait encore un ou deux ouverts.
Quoi qu'il en soit, le problème est sous contrôle et
en passe d'être résolu.

Quant à la révision de la législation, je serais
enclin à proposer d'accorder les subsides par
tranches semestrielles. Mais je ne suis pas le seul
à décider en la matière. Il faut également l'aval du
ministre du Budget et de l'Inspection des finances.
Pour l'instant, nous étudions, en collaboration
avec les ONG, quelle forme la révision devrait
prendre.
02.04 Jean-Jacques Viseur (PSC): Monsieur le
président, je remercie le secrétaire d'Etat pour sa
réponse.

On peut évidemment se demander comment nous
osons donner des leçons de bonne gouvernance
à une série de pays en voie de développement,
alors que nous restons nous-mêmes paralysés
par la lourdeur des procédures. En effet, en ce qui
concerne les reports, je ne partage par
l'optimisme du secrétaire d'Etat. Je crois que
l'administration est elle-même paralysée, parce
qu'elle n'a pas de critères extrêmement précis
pour accepter les reports. Or, les décalages sont
la conséquence des retards initiaux.
Je plaide tout d'abord pour un assouplissement
des procédures et la transmission d'instructions
claires à l'administration, en vue d'avoir en la
matière une souplesse intelligente. C'est un des
aspects de la bonne gouvernance.

Evidemment, nous connaissons tous le principe
classique "patere legem quam usque resisti", mais
nous devons pouvoir l'interpréter en fonction des
réalités. Car, en fin de compte, je crois que nous
subissons cette logique très napoléonienne de la
gestion administrative. On concentre, dans le
contrôle a priori, l'essentiel des moyens, alors que
l'audit a posteriori serait sans doute plus efficace.
Ce système a en tout cas révélé ses qualités dans
d'autres secteurs.

Cela dit, je comprends parfaitement que le budget
ait parfois sa propre logique, où un chiffre reste un
chiffre, qu'il s'applique à la Coopération au
Développement ou à la gestion de la Trésorerie.
02.05 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, en ce qui concerne
l'éventuelle modification de la répartition en
tranches, le critère qui me semble essentiel est le
paiement le plus rapide au niveau de la première
tranche. Quel que soit le nombre de tranches, on
ne peut pas attendre, parce que vous connaissez
l'état des liquidités de ces associations. Il est
important que l'argent de la première tranche
arrive le plus rapidement possible.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen
aan de staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de Wereld
Koffie Conferentie" (nr. 4708)
03 Question de M. Dirk Van der Maelen au
secrétaire d'Etat à la Coopération et au
développement sur "la Conférence mondiale du
Café" (n° 4708)
03.01 Dirk Van der Maelen (SP): Mijnheer de
voorzitter, ik zou het probleem iets breder, naar de
grondstoffen, willen schetsen.

Ik wil u twee punten van gegevens meegeven.

Ten eerste, in 1997 waren nog altijd 50
ontwikkelingslanden voor 50% van hun inkomsten
uit export afhankelijk van drie grondstoffen of
minder. In bijna 20 landen overtreft deze
afhankelijkheid zelfs de 90%. Dit is voor die
landen van levensbelang.
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Ten tweede, de prijs van de meeste grondstoffen
is tussen 1970 en 1997 met meer dan 30%
gezakt. In 1998 alleen al daalde de index van de
grondstoffenprijzen met 15,7%.

Dit zijn de twee gegevens. Als we even naar de
gevolgen kijken, dan moet ik op een aantal feiten
de aandacht vestigen.

Ten eerste, vooral de kleine koffieboeren ­ ik kom
terug tot de koffie ­ lijden daaronder. De prijs voor
1 kilo groene koffie die zij nu ontvangen is 50
frank en de productiekost bedraagt 80 frank. Zij
werken dus met verlies. Een gemiddelde
koffieboer in de Dominicaanse Republiek moet het
stellen met een loon van nog geen 500 frank per
maand.

Ten tweede, de consument betaalt grosso modo
nog altijd dezelfde prijs. Het aandeel van de kleine
boeren in de prijs is in de voorbije 25 jaar van 35%
naar 12% gezakt. Ik kan daaruit opmaken dat de
winst naar de grote koffiebedrijven gaat.

Ten derde, de ontwikkelingslanden die voor hun
exportinkomsten in grote mate afhankelijk zijn van
export van hun grondstoffen, hebben tussen 1980
en 1992 een verlies van 350 miljard dollar
geleden.

Dit is de situatie. Het hoeft ons dus niet te
verwonderen dat sommige landen in het Zuiden
opnieuw met de idee gaan leuren om een nieuwe
generatie van grondstoffenakkoorden te
verwezenlijken. Er is een totaal unfaire verdeling
van de meerwaarde die op grondstoffen kan
worden gecreëerd. De kleine producenten krijgen
veel te weinig, want alles verdwijnt in de zakken
van de grote bedrijven die de grondstoffen
commercialiseren. Ik vind het maar meer dan
normaal dat men in het Zuiden tegen die gang van
zaken protesteert. Men vraagt in het Zuiden om
een nieuwe generatie van grondstoffenakkoorden
tot stand te brengen.

Gaat België tijdens het voorzitterschap van de
Europese Unie iets doen om een gezamenlijk
standpunt van de Unie over dit
grondstoffenprobleem te verwezenlijken?

Wat denkt de staatssecretaris van de drie
maatregelen die door Oxfam Wereldwinkels
werden voorgesteld? Ik som ze even op. In de
eerste plaats wenst men steun te geven aan
initiatieven van producenten ter beperking van de
productie. Oxfam vraagt ook steun voor
horizontale en verticale diversificatie. Tot slot
wenst men de promotie van producten te steunen
waarvoor er een faire verdeling is van de winsten
die uit de grondstoffenakkoorden zijn te halen.
03.02 Minister Eddy Boutmans: Minister Picqué
heeft me een antwoord bezorgd.
03.03 Dirk Van der Maelen (SP): Minister Picqué
heeft gevraagd of ik akkoord ging dat u zou
antwoorden.
03.04 Minister Eddy Boutmans: Ik zal eerst het
antwoord van de heer Picqué voorlezen. Daarna
zal ik mijn standpunt toelichten.

Minister Picqué stelt, ik citeer: "België maakt zich
bezorgd over de crisis die de koffieproducerende
landen op dit ogenblik doormaken. Gelet op de
overproductie op wereldvlak en de speculaties op
de wereldmarkt is de koffieprijs de voorbije 10 jaar
met meer dan de helft gedaald. De plotselinge
daling in 2000 duurde dit jaar voort. Vandaag ­
een paar weken geleden, denk ik - staat de koers
van de koffie Arabica ongeveer 66 cents per Libra
of Engels Pond. De productiekosten bedragen 90
US-cents. In 1991 bedroeg de koers nog 106,48
US-cents per Libra. Op de Londense termijnmarkt
Robusta daalden de prijzen van ongeveer 64 US-
cents naar slechts 28 dollarcent. De situatie is des
te zorgwekkender omdat de koffiesector voor
miljoenen mensen in de ontwikkelingslanden de
enige bron van inkomsten is. Het plan ter retentie
of inkrimping die bepaalde landen uitvoeren sinds
1 oktober zoals dat in januari 2001 tussen de
producenten werd onderhandeld én de
aankondiging dat de koffie van slechte kwaliteit
van de markt zal worden gehaald ­ ongeveer 5% -
hebben tot op heden nog niet de effecten gegeven
die ervan verwacht werden. Voor het uitwerken
van concrete voorstellen is onze
manoeuvreerruimte relatief beperkt aangezien
België enerzijds met de internationale context de
ICO en de Wereldhandelorganisatie en, anderzijds
met de Europese context rekening moet houden.
Sinds 1999 heeft de Raad van de Europese Unie
onder Fins voorzitterschap de besluiten
goedgekeurd met betrekking tot de internationale
akkoorden over de grondstoffen. Onder de grote
principes die de lidstaten wilden kan men de
gemeenschappelijke wil aanhalen om zich te
hoeden voor rechtstreekse
interventiemechanismen op de markt en
eveneens de wil om in het kader van de
samenwerking aan de private sector een
belangrijker rol toe te vertrouwen. Alhoewel het
internationaal koffieakkoord dat in september
2000 in Londen is ondertekend en dat in oktober
2001 van kracht wordt geen enkele maatregel
inzake vaststellen van prijzen en bepalen van
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
hoeveelheden bevat, kan men nochtans enkele
grote tendensen ontwaren die in het nieuwe
internationale akkoord zijn vastgelegd. Ik som ze
op: het aanmoedigen van de ontwikkeling van een
duurzame economie van koffieplantages, het
erkennen van de noodzaak om het verbruik van
koffie te bevorderen, aan te moedigen en te
verhogen, het bevorderen van de dialoog met de
private sector en de andere belanghebbende
milieus, het verbeteren van het levensniveau en
de arbeidsomstandigheden van de bevolking die
in de koffiesector bedrijvig is. De leden van de
internationale organisatie voor koffie waarvan
België deel uitmaakt, hebben tijdens de
vergaderingen die in de loop van deze maand ­
mei - in Londen zijn gehouden, concreet beslist de
promotiecampagnes voor het verbruik van koffie
in China, Rusland en India te steunen evenals de
initiatieven ter diversificatie. Anderzijds is op
Belgisch vlak het departement van Economisch
Zaken niet het enige departement dat bevoegd is
voor akkoorden over de grondstoffen. Gelet op
hun samenhang moet de Belgische houding het
voorwerp uitmaken van een coördinatie tussen
alle departementen die bij de problematiek
betrokken zijn. Ik denk dat het in de moeilijke
context die de koffiesector doormaakt
aangewezen is te blijven letten op de
mogelijkheden die er zijn om de toestand van de
koffieproducerende landen te verbeteren. Vanuit
dat oogpunt heeft mijn kabinet en dat van de heer
Boutmans de vertegenwoordigers van OXFAM-
Wereldwinkels en de vertegenwoordigers van de
vereniging van koffiebranders ontvangen om naar
hun standpunten te luisteren. Een nieuwe
bijeenkomst werd reeds belegd.

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik kom tot mijn
bemerkingen. Een interdepartementale werkgroep
ontwikkelingssamenwerking werd opgericht. In
overleg met de NGO's werden prioriteiten
vastgelegd, onder meer de relatie met handel en
ontwikkeling. Tot op heden is de
koffieproblematiek nog niet aan bod gekomen. We
hebben moeten vaststellen dat onze agenda een
beetje te ambitieus was. Op dit ogenblik zijn 4
agendagpunten vastgelegd: handel en
ontwikkeling in het licht van de nieuwe WTO-
ronde, de internationale financiële instellingen,
veiligheid en ontwikkeling en voorbereiding van de
conferentie Finance for Development.

Het thema, dat behouden blijft, moet wel nog
concreter worden uitgewerkt.

Laat ik er nog het volgende aan toevoegen.
Binnen mijn budget en in overleg met een aantal
NGO's die in de koffiesector actief zijn, steun ik
een aantal specifieke initiatieven van fair trade.
Bovendien heb ik een beleidsvoorbereidend
onderzoek besteld bij de universiteit van
Antwerpen getiteld "Opties voor multilaterale
maatregelen om prijzen van
landbouwgrondstoffen te stabiliseren en te
compenseren". Daarin wordt ook gevraagd
mogelijke maatregelen voor te stellen die de
Belgische overheid in de relevante fora kan
nemen en die een impact op de verbetering van
de grondstofprijzen en de situatie van producenten
van exportgewassen kunnen hebben. De studie
moet worden ingediend op 31 oktober 2001.
03.05 Dirk Van der Maelen (SP): Mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord en
neem nota van de bestelde studie.

In ieder geval blijf ik van oordeel dat het Belgische
voorzitterschap van de Europese Unie binnenkort
een unieke kans is om een soortgelijk onderzoek
op Europees vlak te laten doen en vooral om
politiek af te tasten of wij van die gelegenheid
geen gebruik kunnen maken om te komen tot de
door mij bepleite Europese aanpak en tot een
nieuwe ronde van onderhandelingen over
grondstofakkoorden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de
landbouwakkoorden die op Europees vlak
werden afgesloten over de suiker" (nr. 4783)
04 Question de M. Ferdy Willems au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement sur
"les accords agricoles conclu au niveau
européen concernant le sucre" (n° 4783)
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, er is
inderdaad een duidelijke relatie tussen de twee
dossiers. Ik zal ongeveer hetzelfde zeggen als wat
ik vorige dinsdag heb gezegd in mijn uiteenzetting
aan de heer Gabriels. Die tekst is trouwens aan
uw administratie bezorgd.

De feiten zijn duidelijk. Ten eerste, dank zij zware
subsidies is er een overproductie aan suiker. Ten
tweede, de tolmuren bevorderen de monocultuur
in de derde wereld. Het heeft geen zin de landen
van de derde wereld te vragen meer producten te
produceren als die producten geen kans krijgen in
Europa. Ten derde, het toppunt is dat met de
overproductie bovendien de markten van de derde
wereld worden veroverd. Een aantal landen van
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
de derde wereld die iets beter gekwalificeerd zijn
neemt men via de akkoorden van Lomé en
Cotonou onder de arm om hen ook te laten
profiteren van het gunstige systeem.

Deze zaak heeft echter ook een Europees aspect
want de consument is drie keer de sigaar. De
suiker die hier ligt betalen we drie keer teveel.
Bovendien betalen wij met onze belastingen de
Europese subsidies. De armsten onder ons
worden bovendien nog eens gestraft via de index
omdat suiker een indexproduct is. Dat zijn de
feiten.

Hier tegenover staat een hele reeks schitterende,
bijna ontroerende verklaringen over
rechtvaardigheid en het ontwikkelen van de
zelfstandigheid van de derde wereld. Ik heb het
dan over de verklaringen van de Europese
commissarissen Lamy en Fischler, de
verklaringen van een paar weken terug over de
MOL's in Brussel en wat onze eerste minister
daarover zegt. U kent die teksten en u kunt ze nog
eens herlezen.

Zo kom ik tot het verschil tussen de feiten en de
droom. Tussen droom en daad staan wetten en
praktische bezwaren. De suikerlobby gaat
geweldig tekeer. Deze lobby bestaat uit mensen
die zeer kapitaalkrachtig zijn. Ze behoren tot de
rijkste families van België. In Tienen hebben ze
hun raffinaderij overgemaakt aan een Duitse
firma. Ik stel vast dat de suikerlobby op de
industrie mikt en niet op de particulier. Ze gijzelen
de boeren bij manier van spreken door het werken
met vaste contracten. Ze zijn erin geslaagd van
suiker het enige afgewerkte product te maken dat
binnen Europa beschermd wordt. Ik zie dan hoe
de suikerlobby mensen aan zijn kant probeert te
krijgen. Met de heer Happart lijkt dat gelukt te zijn.
Vervolgens hebben ze mevrouw Dua
gecontacteerd, dit met minder succes. Volgens
hun eigen blad lijken ze wel succes te hebben
gehad bij de ministers Michel en Gabriels. We
zien dan de resultaten van die lobby's. We konden
zien dat minister Michel op de Europese Raad
voor Buitenlandse Zaken van februari het principe
van eigen economie eerst toepast. Als de
Europese markt verstoord wordt, moeten de
zaken maar even niet doorgaan. In het Europese
Parlement waren er stemmingen waarbij het
voorstel om in 2003 tariefdalingen toe te passen
werd gekelderd. Tot 2006 blijft alles bij het oude.
Vanaf 2006 komt er een tariefdaling van 20% en
vanaf 2009 zou de rest volgen. Dat is dus nog tien
jaar. Economisch en politiek is dat een
nieuwigheid. Het verheugt mij dat de partijen van
de paars-groene meerderheid en de mijne samen
met de heer Van Hecke van de CVP in het
Europees Parlement allemaal het standpunt
steunen dat we zo snel mogelijk van de tolmuren
af moeten.

Zo kom ik tot de grond van mijn interpellatie. Op
22 mei kwamen de landbouwministers samen en
men kreeg weer hetzelfde scenario. Een aantal
landen willen vanaf 2003 een afbouw, namelijk
Duitsland, Denemarken, Groot-Brittannië, Zweden
en Nederland. Nederland is nochtans een even
grote producent als wij. België neemt echter het
conservatieve standpunt in dat er tot 2006 niets
moet bewegen. Ik stel vast dat dit niet erg sociaal
is. In mijn allereerste uiteenzetting in de Kamer
heb ik gezegd dat de derde wereld uit puur
eigenbelang onze zorg moet zijn. Kofi Annan
onderschrijft dat. Op het terrein blijft dit echter een
heel mager beestje.

Ik rond het overzicht van de discussie van vorige
dinsdag af met eraan te herinneren dat mevrouw
Laenens zich daar uitdrukkelijk bij aangesloten
heeft, terwijl mevrouw Pieters vroeg een
hoorzitting aan het thema te wijden met
betrokken
NGO's, de suikerindustrie en
landbouworganisaties, waar ik trouwens geen
probleem mee heb. Dan kom ik tot het antwoord
van de minister. Die bleef bij zijn standpunt en
verwees nogmaals naar het akkoord van Cotonou,
wat de concurrentie ook tussen
derdewereldlanden bevordert. Voorts had hij het
over contingentering. Dat heeft echter pas zin
zodra het overaanbod is verholpen en de
concurrentie zuiver is. Ten slotte heb ik een motie
van aanbeveling ingediend, samen met mevrouw
De Meyer van de SP en mevrouw Laenens van
Agalev.

Vandaar de volgende vragen, mijnheer de
staatssecretaris. Op mijn eerste vraag hoeft u
overigens niet meer te antwoorden, want volgens
minister Gabriels bent u niet gehoord in dit toch
wel zeer belangwekkend dossier voor de derde
wereld.

Ten tweede, hoe staat u vanuit uw bekommering,
die ik deel, tegenover de stelling dat de
derdewereldlanden recht hebben op een
rechtvaardige prijsbehandeling in casu voor
suiker?
04.02 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, collega's, op de MOL-conferentie een
paar weken geleden in Brussel was de algemene
teneur dat het Europese initiatief om de markten
open te stellen voor alles behalve wapens een
zeer goed initiatief was. Degenen die al jaren bij
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
de solidariteitsbeweging van de derde wereld
betrokken zijn, kunnen inderdaad niet anders dan
vaststellen dat dit altijd een eis was die nu
tenminste als een principe voor de minst
ontwikkelde landen werd verworven.

Over dat principe werd op de algemene raad van
februari 2001 drie spreidingen in de tijd
overeengekomen, namelijk voor bananen, suiker
en rijst. Op Europees niveau speelde zich dit op
het commissariaat voor de Handel af. Het is
goedgekeurd door de Ministerraad Algemene
Zaken. De commissaris voor de
Ontwikkelingssamenwerking noch de Ministerraad
Ontwikkelingssamenwerking werden daarbij
echter betrokken. Minister Gabriels zei reeds dat
dit ook in België niet langs ons is gepasseerd. Dit
illustreert eens te meer dat er een probleem met
de coherentie is. Het belang van de
ontwikkelingssamenwerking is niet louter tot
Ontwikkelingssamenwerking beperkt. Een hele
reeks beleidsdomeinen hebben repercussies op
de ontwikkelingslanden. Terzake is het aspect
belang van de derde wereld niet in voldoende
mate aanwezig.

Het dossier is niet eenvoudig. Voor een aantal
MOL-landen, de minst ontwikkelde landen, is
suiker een belangrijk product is. Daarnaast zijn er
echter ook een aantal ontwikkelingslanden die
geen MOL-land zijn en waarvoor suiker een
belangrijk product is. Van deze beide categorieën
zijn sommigen ACP-landen en zij vallen dus onder
een verdragsrechterlijke bindende overeenkomst,
een volkenrechterlijke bindende overeenkomst.
Deze ACP-landen -
waarvan sommige MOL-
landen zijn en sommigen zoals bijvoorbeeld
Mauritius, niet - krijgen preferenties. Ze zijn dus
vrijgesteld van invoerrechten in de Europese Unie
en ze krijgen bovendien quota die met
gegarandeerde prijzen mogen worden ingevoerd.
Dat schept natuurlijk verdeeldheid tussen
ontwikkelingslanden die ACP-landen zijn en
ontwikkelingslanden die dat niet zijn. Dat is echter
het principe van de ACP. Het verdrag is niet met
alle ontwikkelingslanden gesloten, maar toch met
een zeer groot aantal. Daarnaast is er binnen de
ACP-landen nog een opdeling van belangen. Er is
dus geen ideale oplossing.

Het is evident dat de Europese landbouwsubsidies
op het vlak van het belang van de
ontwikkelingssamenwerking een groot probleem
zijn. Het is ook strijdig met de geest van de
internationale ontwikkelingen. De subsidie van
onder meer de suikerproductie is ook in afbouw. Ik
heb daarover geen details, maar het maakt deel
uit van de gemeenschappelijke marktordening om
de subsidie geleidelijk te verminderen. In de
overgangsregeling verandert er tot 2006 niets voor
de MOL-landen. Voor de ACP-landen blijft de
regeling, die onlangs werd verlengd, gelden en
blijft hun gegarandeerde markttoegang met
gegarandeerde prijzen bestaan. Voor de MOL-
landen die geen ACP-land zijn, kan pas in juli
2006 iets veranderen door een 20% reductie voor
zover de clausule van voorbehoud niet in werking
wordt gezet, iets waaraan sommige lidstaten nogal
veel belang aan hechten.

Het afschermen van de eigen markt is uiteraard
een probleem voor veel ontwikkelingslanden.
Bovendien speelt nog een ander element mee,
met name een aantal boerenorganisaties en een
aantal mensen die de problematiek van de
voedselzekerheid volgen - ik vind dat we daar
gevoelig moeten voor zijn - leggen de nadruk op
het belang dat ontwikkelingslanden in de eerste
plaats in hun eigen landelijke of regionale
voedingsbehoefte zouden kunnen voorzien en dat
de export, in tegenstelling tot jarenlange officiële
politiek van de Wereldbank en het unitair fonds,
niet te veel moet worden bevorderd. Er moet
terzake een evenwicht zijn. Men kan een land niet
verhinderen te exporteren, want dan heeft het ook
geen deviezen. Men kan nooit op elk gebied
zelfbedruipend zijn.

Bovendien zal men nooit op alle gebieden
zelfbedruipend zijn. Een al te eenzijdig bevorderen
van export is ook niet goed als de lokale bevolking
dan geen eigen voedsel kan produceren.

Dan is er nog een laatste probleem dat in de hele
ACP- en in heel de marktordeningskwestie een
belangrijke rol speelt, met name de regels van
oorsprong zonder dewelke het bijzonder moeilijk is
te weten waar suiker of om het even welk ander
product nu echt vandaan komen. In Europees
verband is er dan nog de speciale regeling voor
landen en gebieden overzee, de LGO's.
Daaronder zijn de Nederlandse Antillen, waar ook
suiker wordt geproduceerd. Dat is een open gat in
de markt, zegt men soms. Op basis van al deze
gegevens zal de regeling geleidelijk moeten
worden bijgestuurd, naar ik hoop in het belang van
de ontwikkelingslanden die het goedkoopst en het
best dit product kunnen produceren. Dit betekent
echter dat men een belangenconflict heeft met
een deel van onze landbouw, dat is duidelijk.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
staatssecretaris, dank u voor dit antwoord. Ik
neem de chronologische volgorde en dus eerst de
MOL's. Dat klinkt prachtig, maar wat betekent dat
in de praktijk? Van de 500 producten worden er 11
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
concreet door geraakt. Bij de andere is dat reeds
een verworvenheid. De belangrijkste dingen ­
suiker, rijst en bananen ­ vliegen eruit. Men zet
daar een tijdsplanning op die op het terrein tot
niets leidt. Met principes alleen eet men niet. Het
is een mooie etalage, maar de inhoud is iets
bescheidener. Ik ben het met u eens dat er
onvoldoende coherentie is. De Derde Wereld
moet een prioriteit zijn. Er rijst inderdaad een groot
probleem voor de ontwikkelingslanden. Ik weet dat
het niet eenvoudig is, maar op het terrein wordt de
politiek van verdeel en heers toegepast. De grote
winnaars zijn niet de enkele landen als Mauritius
en nog enkele in de Caraïben, maar wel de eigen
economie. Dat is hallucinant en wraakroepend.
Als men het systeem globaal bekijkt, blijft de
conclusie dat de eigen economie eerst komt. Alle
mooie principes van voorrang aan de Derde
Wereld verdwijnen op het terrein althans voor dit
dossier bijna in het niet. Er is niks over de
oorsprong en het klopt dat minister Michel dit heeft
bedongen. Het heeft geen zin om via transit toch
de markt te ontwrichten. Mijn conclusie luidt dat
wij hoop hebben, maar van hoop alleen leeft men
niet.

U stelt met mij vast dat u in dit dossier dat de
Derde Wereld toch wel degelijk aanbelangt, niet
bent gehoord door minister Gabriels. Ik trek daar
mijn conclusie uit, u misschien ook de uwe.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de controle
van de activiteiten van het Internationaal Huis"
(nr. 4796)
05 Question de M. Jef Valkeniers au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement sur
"le contrôle des activités de la Maison
internationale" (n° 4796)
05.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's,
het Internationaal Huis zal voortaan rechtstreeks
worden gesubsidieerd door de Nationale Loterij.
Hierdoor worden de activiteiten van het
Internationaal Huis onttrokken aan de controle van
het Rekenhof. Is dit wel gezond, gezien de
problemen die in het verleden door het Rekenhof
werden opgemerkt zoals een dubbele subsidiëring
en de vermenging van werkingssubsidies met
projectsubsidies? Hoe gaat die controle in de
toekomst gebeuren? Blijft het verder in stand
houden van dit huis eigenlijk wel verantwoord
gezien het klein aantal taken dat het krijgt
toegewezen of initiatieven die het zelf op zich
neemt?
05.02 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, u weet dat het Internationaal Huis net
was opgericht toen deze regering is aangetreden.
Er waren al wat uitgaven gedaan en gepland. We
stonden voor de keuze: zetten we dit voort of
breken we dit af? We hebben ervoor gekozen om
het voort te zetten. Ik weet dat u die keuze niet
enthousiast begroet en ik kan daar begrip voor
opbrengen.

Wat gaan we doen? Ten eerste, we zullen het
privaatrechtelijk karakter van de vereniging
beklemtonen. Of zij zullen voortbestaan of niet is
in de eerste plaats hun eigen beslissing.

Ten tweede, de wijze van financiering en de wijze
om op een legale manier te saneren moeten
worden bepaald, want ook het Rekenhof en de
Inspectie van Financiën hadden bedenkingen
geuit. Is het een NGO, zoals alle andere, dan
vallen ze onder de gewone reglementering. Is het
iets publiekrechtelijk, dan moet het een wettelijke
basis hebben.

De oplossing die we nu hebben bepaald is onder
meer bedoeld om aan de kritiek van het Rekenhof
tegemoet te komen. Een overeenkomst zal
worden gesloten waarin het Internationaal Huis
bepaalde opdrachten zal toevertrouwd krijgen. In
de mate dat zij die opdrachten vervullen, zullen zij
ervoor gesubsidieerd worden. Deze maatregel
geldt niet eeuwig. Na verloop van tijd zal er een
evaluatie komen. Ik wil er toch op wijzen dat er nu
via het Internationaal Huis toch een aantal
opdrachten worden vervuld die in ons beleid een
zinvolle plaats innemen, met name het
coördineren en organiseren van de hele actie
kleurbekennen, zowel voor de Nederlandstalige
als voor de Franstalige of tweetalige provincies.
Daarover moet met zich maar eens informeren bij
zijn kinderen of kleinkinderen, het zal blijken dat
men in de meeste scholen toch zeer tevreden is
over wat er op dat gebied gebeurt.

Ten derde, uit één van de vorige interpellaties is
gebleken dat de werking inzake fair trade toch niet
onbelangrijk is en dat zij dat ook coördineren. Het
Internationaal Huis is geen keuze van mij. Het
stopzetten zou ook grote kosten en ongemakken
hebben meegebracht. We zetten het project voort.
We proberen het in ons beleid in te passen op
basis van een overeenkomst. Deze overeenkomst
zal ooit ten einde lopen en al dan niet worden
verlengd.
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
05.03 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
staatssecretaris, is het juist dat het hoofdzakelijk
zal worden betoelaagd door de Nationale Loterij?
05.04 Minister Eddy Boutmans: Ja, maar
Ontwikkelingssamenwerking beschikt over een
wettelijk vastgelegd deel van de opbrengst van de
Nationale Loterij en op basis daarvan wordt het
gefinancierd.
05.05 Jef Valkeniers (VLD): Maar de controle
blijft toch dezelfde?
05.06 Minister Eddy Boutmans: Op basis van de
overeenkomst zal het Internationaal Huis worden
gecontroleerd op het naleven ervan en op de
besteding van de middelen die ermee te maken
hebben.
05.07 Jef Valkeniers (VLD): U kent mijn
standpunt. Ik vind dat de investering die daar is
gebeurd, de werkingskosten en het
personeelskader niet in verhouding staan tot wat
er daar wordt gepresteerd. De zaken die u
opnoemt konden evengoed worden gedaan door
DGIS. Dat is mijn bescheiden mening. Bij DGIS
bestaat ook een cel die zich bezighoudt met de
opleiding tot ontwikkelingswerker. Er is ook ITECO
en er zijn ook heel wat universiteiten met een
licentie voor ontwikkelingssamenwerking. Ik blijf
erbij dat het dubbel of driedubbel gebruik is. We
zullen die zaak blijven volgen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos

Vu l'absence de M. André Frédéric, sa question
n° 4868 n'aura pas lieu.
06 Vraag van de heer Joos Wauters aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking over "steun aan
projecten in Peru" (nr. 4867)
06 Question de M. Joos Wauters au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement sur
"le soutien accordé à des projets au Pérou"
(n° 4867)
06.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik ben samen met collega
Frédéric naar Peru geweest voor de controle van
de verkiezingen. Na tien jaar autoritair bewind van
Fujimori, zullen deze verkiezingen hopelijk nieuwe
ontwikkelingen mogelijk maken, dankzij de nieuwe
president Toledo.

Wij waren ook geïnteresseerd in de mate waarin
ons land aanwezig is in Peru en het zijn
ontwikkelingssamenwerking zal uitbouwen.
Daarom hebben wij contacten gehad met de hele
civiele samenleving, in het bijzonder met een
aantal NGO's en projecten die ook door onze
ontwikkelingssamenwerking worden gesteund.
Een van die projecten bevindt zich in het
Andesgebergte op 3.000 meter hoogte. Het betreft
een herbebossingsproject dat reeds sinds de jaren
'60 loopt en in verschillende mijnsites in het
Andesgebergte wordt uitgevoerd. Om de schade
die door de mijnen werd aangericht te
compenseren, werd een herbebossingsproject
opgestart. Het kadert in een internationaal
hulpprogramma. België is daar niet alleen;
verschillende landen leveren een bijdrage. Het
project loopt nu gedurende bijna dertig jaar. België
is er de enige steunverlener voor Adefor, die het
project concreet uitvoert. Sinds 1990 is België er
als enige overgebleven. Wij blijven steun
verlenen, terwijl de anderen zich hebben
teruggetrokken. Wij hebben het bezocht en
hebben gezien dat het als ecologisch project een
aantal pluspunten heeft. Het heeft ongetwijfeld wat
soelaas gebracht voor de betrokken streek. Toch
is er een aantal zaken die ons zijn opgevallen.

Aanpalend aan dat herbebossingspoject wordt
een privé-goudmijn uitgebaat.

Men gaat daarbij nogal drastisch te werk. Men
dynamiteert het gebergte om het goud te kunnen
verzamelen. Vervolgens wordt cyanide gebruikt
om het goud los te weken uit het gesteente.
Mijnheer de staatssecretaris, u kunt zich
voorstellen welke ecologische schade dit alles
berokkent aan de campesinos die 1000 meter
lager, op 2000 meter hoogte, hun agricultura
beoefenen. De campesinos hebben onvoldoende
water, de cyanide vergiftigt hun bodem, en dan
zwijg ik nog over de toestand in Cajamarca, aan
de voet van de bergketen.

Men heeft ons diverse incidenten gemeld. Zo
heeft een vrachtwagen zijn lading kwik verloren in
een van de dorpen van de campesinos. De
gevolgen waren verschrikkelijk. De plaatselijke
indiaanse bevolking werd opgetrommeld en men
stak ze wat centen toe om het kwik te verzamelen.
U kunt zich voorstellen wat zich daar allemaal
heeft afgespeeld. Ik zwijg hier nog over de
afvalbergen die erin de toekomst zullen ontstaan.
Kortom, wij steunen in Peru een project dat de
hele ecologische waarde van de omgeving aan
het vernietigen is.

Mijnheer de staatssecretaris, ook de Wereldbank
ondersteunt de goudwinning in Cajamarca voor
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
5%, wellicht in het kader van de ontwikkeling van
Peru, hoewel goud op zijn beurt ook veel
opbrengt. Ik stel me hier vragen bij. Hoe is dit in
godsnaam mogelijk, als men de ecologische
verwoesting in ogenschouw neemt?

Wij hebben ook vastgesteld dat dank zij Adefor de
kaderleden van de goudmijn een transit maakten
naar de aanpalende goudmijn. De belangen van
het herbebossingproject werden zo eigenlijk
overgeleverd aan de directie van de goudmijn, die
op haar beurt gebieden ging aankopen in het
gebergte. Tegen Adefor zeiden ze vervolgens: "Dit
zijn onze gebieden, herbebos ze maar. Dan
krijgen wij een mooi ecologisch imago. De
ecologische schade die we aanrichten, wordt toch
mooi gecompenseerd?"

Mijnheer de staatssecretaris, de andere betrokken
gebieden in Peru zijn eigendom van een
coöperatieve waarvan men beweert dat ze veel
weg heeft van een sekte. De betrokken gebieden
bleken in 1980 immers aangekocht door een
goeroe die er zich met een aantal families heeft
gevestigd. Sindsdien doet Adefor aan
herbebossing op basis van die coöperatieve. Het
is onduidelijk voor ons in welke mate de vruchten
van de herbebossing, in de vorm van
houtbewerking, meubelbouw en brandhout, naar
de plaatselijke bevolking terugvloeien. Alleen de
mensen die in die gesloten gemeenschap leven,
kunnen misschien een definitief antwoord geven
op deze vraag.

Daarom zeggen wij dat Adefor in heel het
herbebossingsgebied gebruikt wordt door derden.
Dat is geen autonoom project meer. Bovendien
kan men vaststellen dat Adefor institutioneel
eigenlijk heel smal is opgebouwd. De
papierfabriek, die ook de houtverwerking deed is
failliet gegaan. Het hele beheer van het land is
daar niet kunnen blijven bestaan. Dat is weg.
Alleen de twee universiteiten participeren daar nog
in zoals ook, op een halfslachtige manier, het
ministerie voor de Landbouw wetend dat Fugimori
met Montesinos via constructies aandelen had in
de goudmijn. Dat is alweer een element dat
vragen doet rijzen bij onze steunverlening.
Institutioneel is dit toch wel erg smal opgebouwd.
Welke zekerheid hebben we?

Een laatste element is het terugvallen van de
papierverwerking. Voor ons is het onduidelijk. Wij
hebben daar enkele heel kleinschalige ateliers
bezocht waar kleine meubels werden gemaakt.
Op zich is dat wel heel goed natuurlijk, maar als
men de hectaren herbebossing ziet, dan mag men
daar toch een grotere opbrengst van verwachten
dan die kleinschalige meubelmakerij. Wij zijn niet
tegen kleinschaligheid. Wij hebben de indruk dat
het voor brandhout wordt gebruikt, dat de
economische rentabiliteit eigenlijk nauwelijks iets
betekent en dat de sociale impact, de
werkgelegenheid, ook nauwelijks iets betekent.

Ik kan nooit definitieve uitspraken doen omdat wij
daar slechts twee en een halve dag hebben
rondgelopen. Wij hebben daar veel gezien, wij
hebben daar vele contacten gehad, met
campesinos, met mensen die bezorgd zijn over
het hele ecologische evenwicht. Toch zijn dat
onze conclusies.

Ik kom dus tot onze vragen. Aan welke
voorwaarden moet Adefor voldoen om verder in
aanmerking te komen voor onze steun? Binnen
welke timing moet aan deze voorwaarden door
Adefor voldaan worden om op onze steun te
kunnen blijven rekenen? Op welke wijze kan de
vermenging tussen het hele herbebossingsproject
en de goudmijn voorkomen worden? De goudmijn
blijft zich inkopen en gronden ter beschikking
stellen. Er is geen duidelijk onderscheid. Men blijft
alles vermengen.

Onze laatste, belangrijke, vraag heeft betrekking
op de Wereldbank, die in die goudmijn
participeert. Wat kunnen wij en wat kunt u doen in
het licht van al deze projecten doen ten aanzien
van de Wereldbank om een en ander toch in een
beter perspectief te krijgen?
06.02 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, de pertinente vragen van de twee
collega's tonen aan dat bezoeken ter plaatse zeer
nuttig zijn. Parlementaire controle heeft dus zijn
nut. Ik wil er wel op wijzen dat de voortzetting van
het oude Adefor-project sinds 1999 in bespreking
is tussen onze vertegenwoordigers ter plaatse en
de lokale autoriteiten. In 1999 lieten we al weten
dat we vragen hadden, met name betreffende de
representativiteit van Adefor in zijn samenstelling
van de raad van beheer en de institutionele
duurzaamheid van Adefor. Dat zijn dus dezelfde
vragen als de vragen die u stelt.

Sindsdien vonden geregeld overlegvergaderingen
plaats tussen onze vertegenwoordigers en die van
Adefor, zonder dat evenwel een voldoende
oplossing werd gevonden. Recent evenwel is er
nog een vergadering gehouden waarbij de leden
van Adefor samen een strategisch plan uitgewerkt
hebben en waarbij ook de Belgische
vertegenwoordiger van onze samenwerking
aanwezig was. Dat strategisch plan zal nu door
Adefor ter goedkeuring aan een algemene
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
vergadering worden voorgelegd. Eind juni zou een
vertegenwoordiger van Adefor naar België komen.
Wij zullen hem op het kabinet ontvangen.

Intussen is aan de BTC de opdracht gegeven om
een missie te realiseren waarin zij onder meer een
advies zal uitbrengen over dat institutionele kader
van Adefor.

De tweede vraag betreft het algemene beleid van
de nieuwe Peruviaanse regering. Het lijkt me beter
om nog enkele maanden te wachten, totdat we
zicht hebben over wat die nieuwe regering op vlak
van mijnbeleid en bosbeleid wil doen. Het gaat
hier om een bilaterale aangelegenheid die met of
zonder de Peruviaanse regering kan worden
voortgezet.

Op basis van de gegevens die u zonet uiteenzette
en die ons ook al bekend waren, zullen we dat
project alleszins niet zonder meer verderzetten.
Men zal goed moeten nagaan of er een pertinent
antwoord is op de door u gestelde vragen, ook in
de nieuwe politieke context.

U vraagt nog of er vermenging is tussen het
herbebossingproject en de goudmijn. Enerzijds
moet ik zeggen dat wij niet de hele economische
context bepalen. We kunnen een privé-bedrijf
niets opleggen of verbieden. Anderzijds dient
ontwikkelingssamenwerking echter niet om de
schade door een privé-bedrijf aangericht te
herstellen. Dat probleem moet op een andere
manier opgelost worden. Het is geenszins de
bedoeling dat wij als ecologisch uithangbord voor
zo'n bedrijf dienen of zouden blijven dienen, wat
enigszins wordt geïmpliceerd maar waarover ik
me nu niet definitief uitspreek.

Is de steun of medefinanciering van die goudmijn
door de Wereldbank een goede of een slechte
politiek? Ik heb zelf niet alle details over die
financiering. Niet elke mijnexploitatie is slecht. De
precieze randvoorwaarden ken ik niet. In het raam
van dit project kan echter over overleg met de
Wereldbank worden gewaakt.

Kortom, het overleg met de partner is nog bezig.
Uw bemerking over de representativiteit van die
partner is juist. Dat probleem moet worden
opgelost. Ik zal die mensen binnenkort ontvangen.
De BTC heeft een onderzoeksopdracht gekregen
over de wenselijkheid van de voortzetting van het
project, rekening houdend met de factoren en ook
met de factoren die u hebt aangehaald, voor zover
die nog niet bekend zouden zijn geweest.
06.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, neemt u het mij niet kwalijk
dat ik mijn spreektijd overschreed bij het stellen
van mijn vraag, maar het gaat om een erg
belangrijk onderwerp.

Mijnheer de staatssecretaris, het verheugt mij dat
terzake een en ander wordt ondernomen en dat
kort op de bal wordt gespeeld.

Wat het privé-bedrijf, de goudmijn betreft, wijs ik
erop dat men zich via verschillende NGO 's
inkoopt. Dat is de structuur. Terzake moet een
principiële uitspraak worden gedaan omdat de
exploitatie van de goudmijn het project tot
herbebossing van het gebied kan doen mislukken
en de volledige waterhuishouding kan verstoren.
De zaken kunnen nog verergeren, want aan de
andere kant van de bergketen werd naar verluidt
ook goud gevonden.

Wat de Wereldbank betreft, kondigde u overleg
aan. Kunt u op dat punt niet wat duidelijker en
concreter zijn, mijnheer de staatssecretaris? Het
gaat hier immers om een concreet dossier.
06.04 Minister Eddy Boutmans: Ik heb wel
begrepen dat u geen randopmerkingen
formuleerde, maar dat u fundamentele vragen
stelde. Het is in die zin dat ik het dossier zal
inkijken en dat aan de BTC een opdracht zal
worden gegeven.

Wat de Wereldbank betreft, kan ik nog het
volgende zeggen. Mochten wij overwegen het
project verder doorgang te laten vinden, dan
zullen met de Wereldbank sluitende afspraken
moeten worden gemaakt. Ik ben hoe dan ook
bereid uw pertinente vragen terzake over te
zenden aan de Wereldbank en onze
vertegenwoordiger ter plaatse te verzoeken de
zaken na te gaan. Ik zal erop aandringen dat
negatieve elementen niet worden gefinancierd,
maar positieve projecten wel.
06.05 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Begrijp
mij niet verkeerd, mijnheer de staatssecretaris. Ik
ben
niet voor de afschaffing van het
herbebossingproject, integendeel, op voorwaarde
evenwel dat aan de fundamentele voorwaarden
wordt voldaan.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Karel Pinxten aan de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking over "het
conflict met vice-premier en minister van
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Buitenlandse Zaken Michel" (nr. 4870)
-
de heer Francis Van den Eynde
aan de staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking over "de
discussies tussen de minister van Buitenlandse
Zaken en de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking" (nr. 4908)
07 Questions jointes de
- M. Karel Pinxten au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement sur "son conflit
avec le vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères M. Louis Michel" (n° 4870)
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement sur "les
discussions entre le ministre des Affaires
étrangères et le secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement" (n° 4908)
07.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik had eveneens een vraag gericht over
hetzelfde onderwerp aan minister Michel.

Ik begrijp dat het delicaat is mocht
staatssecretaris Boutmans vandaag het antwoord
van minister Michel moeten voorlezen omtrent een
conflict tussen hen beiden.

Le président: Les questions à l'attention du
ministre des Relations extérieures sont reportées
à la prochaine réunion de la commission des
Affaires étrangères à laquelle assistera le ministre
Michel qui y répondra lui-même. Le ministre
Michel ne sera donc pas présent aujourd'hui.
07.02 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, als we
terugblikken op de voorbije twee jaar, zoals men
dezer dagen in de media doet, en focussen op de
verhouding tussen de minister van Buitenlandse
Zaken en zijn staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking, dan kan men op zijn
minst zeggen dat er op sommige momenten enige
spanning is.

Op zich hoeft dat niet ongezond en abnormaal te
zijn in de politiek. De vraag is natuurlijk of men op
bepaalde momenten geen grenzen overschrijdt.
Daarom ben ik heel goed geïnformeerd, mijnheer
Wauters, en kan ik deze vraag met kennis van
zaken, vanuit enige introspectie, stellen.

In september 1999, in de rand van de algemene
vergadering van de Verenigde Naties in New York,
verklaarde de minister van Buitenlandse Zaken
met betrekking tot zijn staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking dat hij "Boutmans in
de pocket heeft". Een maand later, naar
aanleiding van een interpellatie van onze collega
Van Peel, die toen door de minister van
Buitenlandse Zaken werd gerustgesteld, werd
aangekondigd dat er een protocol zou zijn
opgesteld. Eind maart 2000 beschuldigde de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
de minister van Buitenlandse Zaken in de krant De
Standaard van politieke benoemingen bij
Internationale Samenwerking. U sprak toen over
een volledige inkleuring van posten, de
benoeming van onbekwamen en u zei dat dit
ernstig incident binnen de regering zou moeten
worden opgelost. Dat waren uw woorden. Drie
dagen later, op 31 maart, hebben de minister van
Buitenlandse Zaken en u samen ontbeten. In
november 2000 komt er opnieuw een botsing
tussen u en de minister over het Copernicus-plan
en de bedoelde uitkleding van
Ontwikkelingssamenwerking, waarbij het budget
en de bevoegdheden naar de heer Michel zouden
gaan. Op 22 november 2000 werd verklaard dat
de soep niet zo warm wordt gegeten als ze wordt
opgediend en werd in de Ministerraad
afgesproken dat er geen verdere integratie van
Ontwikkelingssamenwerking in Buitenlandse
Zaken zou komen. Tien dagen geleden doken er
opnieuw geruchten op, ditmaal vanuit de OESO,
waarbij er ­ wellicht vanuit Buitenlandse Zaken ­
opnieuw wordt aangestuurd om de hand te leggen
op uw departement.

Dit is een feuilleton met heel wat kleurrijke
afleveringen. Ook dat is wel eens boeiend in de
politiek. Het werd echt pijnlijk op het ogenblik dat
de eerste minister koudweg besliste om uw
geplande vlucht naar Kongo af te lasten, te meer
omdat de minister van Buitenlandse Zaken vanaf
begin mei op de hoogte was en deze zending
volledig binnen uw bevoegdheden valt. Ik moet u
vertellen, mijnheer de staatssecretaris, dat uw
reactie mij eigenlijk heeft verbaasd.

Het is, mijns inziens, totaal onaanvaardbaar dat de
eerste minister de geplande zending van een
staatssecretaris die in samenspraak met de
minister van Buitenlandse Zaken werd genomen
en die volledig binnen de bevoegdheden van de
staatssecretaris valt, koudweg afgelast omwille
van de viering van de 41
ste
verjaardag waarop
hijzelf wenst aanwezig te zijn. Mijnheer de
staatssecretaris, u mag de eerste minister en de
minister van Buitenlandse Zaken wel vergezellen.
Om wat te doen? Om de koffers te dragen!. Ik
herhaal dat dit totaal onaanvaardbaar is.
Bovendien kan dit voorval de verhouding tussen u
en de minister van Buitenlandse Zaken in de
toekomst niet alleen grondig verstoren maar ook
in uw nadeel hypothekeren. Meer zelfs, dit voorval
kan nadelige gevolgen hebben voor al de NGO's
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
en al degenen die bekommerd zijn voor uw
departement en voor de mensen waarvoor
u als Belgisch
staatssecretaris
voor
Ontwikkelingssamenwerking het opneemt.

Een staatssecretaris die dit pikt, laat zichzelf
lamleggen. Hij aanvaardt immers het
onaanvaardbare. Politiek draait rond invloed of
zeg ik beter macht. Politiek draait rond
machtsverhoudingen. Men tast de grenzen af. De
eerste minister is niet één brug maar vele bruggen
te ver gegaan. U hebt dit aanvaard. Dit is niet
alleen bijzonder pijnlijk voor u maar ook bijzonder
jammer omdat u door uw houding een deel van
het regeringsbeleid dat gericht is op de armsten in
de wereld hypothekeert. Los van de interne kleine
Belgische politiek waarvan dit voorval een
voorbeeld is, vind ik de gebeurtenissen bijzonder
erg.

Mijnheer de staatssecretaris, ik veronderstel dat u
eind juni de eerste minister en de minister van
Buitenlandse Zaken zult vergezellen. Het ware
beter geweest dat u uw zending had kunnen
afwerken en dat de eerste minister niet naar
Congo zou afreizen. Wat gaat er eind juni
gebeuren? Men reist naar Congo met een
actieprogramma dat voor 95% bestaat uit
verklaringen en toezeggingen die betrekking
hebben op uw bevoegdheidsdomein. U hebt zich
laten degraderen! Sorry voor het onhoffelijke
woordgebruik, ik druk echter mijn ongenoegen uit
niet zozeer omwille van politieke redenen maar
omwille van datgene dat u als staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking belichaamt.
Eind juni zult u een soort schaamlapje zijn. U
maakt het mogelijk dat men eind juni met een
actieprogramma naar Congo vertrekt om te
verbergen dat een aantal voorwaarden inzake
Lusaka en de intercongolese dialoog nog
onvoldoende zijn om een regime zonder
legitimatie te legitimeren.

We ontkennen niet dat de president een aantal
goede intenties heeft bekendgemaakt en enkele
uitstekende maatregelen op het terrein in Congo
heeft genomen. Die zijn echter totaal onvoldoende
opdat onze regering met de eerste minister op kop
een regime legitimeert dat geen enkele legitimatie
heeft. Het klassieke antwoord luidt dat niemand in
Congo enige legitimatie heeft. Dat klopt. Het gaat
echter om de zin van enige gradaties. Dat de
minister van Buitenlandse Zaken naar Congo
reist, dat is begrijpelijk. Hij is er nog geweest en hij
is zeer actief in de regio. Dat lijkt mij niet echt
abnormaal. Wanneer de regering echter de eerste
minister uitstuurt, geeft zij eigenlijk een signaal dat
totaal haaks staat op de realiteit op het terrein,
onder andere inzake het respect voor de
mensenrechten. Vandaag nog worden de
elementaire mensenrechten aan beide zijden
afschuwelijk geschonden. Ik ben het er dus wel
mee eens dat de regering initiatieven ontplooit,
maar verwerp elke legitimatie door het uitzenden
van een delegatie met aan het hoofd de eerste
minister. Dan gaat zij veel te ver.

Mijnheer de staatssecretaris, het was beter
geweest mocht de regering u als staatssecretaris
van Ontwikkelingssamenwerking de kans hebben
gegeven om naar Congo met een pakket
humanitaire hulp rechtstreeks ten behoeve van
degenen die het echt nodig hebben, te reizen. Ik
zeg dat, niet wegens een politiek spel, maar
omdat ik denk dat alle collega's over meerderheid
en oppositie ten zeerste bekommerd zijn over dat
signaal. Mijns inziens heeft het bezoek van de
eerste minister een al te ernstige draagwijdte.

Mijnheer de staatssecretaris, ik had een aantal
vragen schriftelijk ingediend en zal ze dus niet
voorlezen. Eigenlijk ben ik meer benieuwd naar
een openhartige reactie op die feiten. Nogmaals,
wij steunen uw beleid wanneer het degenen die
het echt nodig hebben, ten goede komt.
07.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de heer Pinxten heeft de
chronologie geschetst van de feiten vanaf het
prille begin, met name de uitspraak in New York
waarvan ik aan minister Michel met een boutade
zei: "Boutmans in the pocket", tot de briefwisseling
van de Belgische ambassadeur bij de OESO.
Daar moet nog weinig aan worden toegevoegd,
tenzij het volgende. In tegenstelling tot wat
daarstraks gesuggereerd werd door een lid van de
huidige meerderheid, moet ik objectief getuigen ­
ik volgde als lid van de oppositie in de vorige
legislatuur net als nu buitenlandse zaken en
ontwikkelingssamenwerking ­ dat ik nooit werd
geconfronteerd met het permanent drama dat
sinds het aantreden van de regering tussen de
twee tegenspelers, de minister van Buitenlandse
Zaken en de staatssecretaris van
Ontwikkelingssamenwerking, wordt opgevoerd,
hoewel er misschien destijds ook wel onderhuidse
spanningen waren. Het moet mij van het hart dat,
indien het om een sportwedstrijd ging, het
resultaat wellicht 6-0 zou zijn voor Buitenlandse
Zaken.

Er is hier duidelijk een mentaliteitsverandering bij
Buitenlandse Zaken. Af en toe komt ze omfloerst
naar voren maar soms ook zeer brutaal. Wat mij
betreft, is dit om het even. Ik zit in de oppositie en
het is de regering die het beleid bepaalt. Als
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
men
echter een staatssecretariaat voor
Ontwikkelingssamenwerking opzet om de
ontwikkelingssamenwerking daarna te reduceren
tot een bloempotje of een versiering van de
buitenlandse politiek, dan heeft dat volgens mij
geen zin. Men kan het departement dan beter
afschaffen. Als er een departement bestaat, dan
moet het functioneren. Wat is de bedoeling? Quid
met het protocol dat destijds met veel poeha werd
aangekondigd? Die vraag mag volgens mij gesteld
worden.

Een laatste vraag is waar
ontwikkelingssamenwerking begint. Men heeft
zojuist gealludeerd op de reis naar Afrika van de
eerste minister en de vice-eerste minister naar
aanleiding van de 41
ste
verjaardag van de
onafhankelijkheid van Congo. Als ik de kranten
mag geloven, had heel deze opdracht echter te
maken met ontwikkelingssamenwerking. Ik meen
dat dit voor de hand ligt. Men vraagt zich dan af
wie er nog aan ontwikkelingssamenwerking doet
en of ontwikkelingssamenwerking voor dit land
niet doodgewoon een vlag is geworden die vele
andere ladingen dekt. Ik dank de staatssecretaris
bij voorbaat voor zijn antwoord.
07.04 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik zal op twee concrete
aspecten dadelijk een correct antwoord geven.
Ten eerste, is er de OESO. Ik wil erop wijzen dat
Ontwikkelingssamenwerking een van de zeldzame
subdepartementen is waar er een evaluatiecultuur
bestaat die ook internationaal is ingedekt. In het
raam van het Development Aid Committee van de
OESO komen donorlanden overeen dat zij om de
drie jaar elkaars werking beoordelen. Dat gebeurt
ook aan onze universiteiten, een soort
visitatieprocedure. Vorig jaar zijn een aantal
experts van de OESO en peers, namelijk een
vertegenwoordiging uit Denemarken en uit
Luxemburg, onze instrumenten van
ontwikkelingssamenwerking komen bezoeken. Zij
hebben met alle actoren die zij wensten te
ontmoeten gesproken. Het ging om de
administratie, mijzelf, de NGO's, de
Gemeenschappen en de Gewesten. Zij zijn ook in
Niger en Vietnam ter plaatse gaan kijken.
Niemand kan ontkennen dat zij een departement
Ontwikkelingssamenwerking in volle verandering
gezien hebben, wat een deel van hun vragen
verklaart. Zij zijn tot een reeks bevindingen
gekomen die op een aantal punten zeer kritisch
zijn. Zo is er bijvoorbeeld geen goed systeem van
interne evaluatie en controle. Er dreigt een te
grote versnippering inzake NGO's en indirecte
actoren. Er is te weinig coördinatie met andere
departementen, met name de vertegenwoordiging
bij de Wereldbank en de Breton Woods-instituties.
De hervorming waartoe tijdens de vorige
legislatuur werd beslist, moet verder worden
doorgezet. Zij hebben zeer sterke vragen in
verband met de defederalisering en ik meen zelfs
dat het woord ongerustheid werd gebruikt.

Ten slotte zeggen zij onder meer ook dat het een
goede zaak is dat de regering heeft beslist om de
begrotingssecties Ontwikkelingssamenwerking en
Buitenlandse Zaken gescheiden te houden.

Eerste vaststelling, het is positief dat de
instellingen experts hebben die hun meningen
duidelijk formuleren. Dat geeft ons de
mogelijkheid om daarop, in welke zin dan ook, in
te spelen.

Tweede vaststelling, ik merk op dat de begroting -
dat kwam in één van uw vragen prominent naar
voren ­ jaarlijks door het Parlement al dan niet
wordt goedgekeurd. De begroting omvat tot op
heden een sectie 15 Ontwikkelingssamenwerking
en een sectie 14 Buitenlandse Zaken. Krachtens
het benoemingsbesluit wordt de begroting
door
politiek verantwoordelijken voor de
ontwikkelingssamenwerking opgesteld, in het
Parlement verdedigd, uitgevoerd en
geordonneerd. Dat is de huidige situatie, die de
OESO toejuicht. Dat heeft iedereen duidelijk in de
kranten gelezen en dat heb ik nu duidelijk in het
Parlement bevestigd. Het is niet zinvol om aan te
dringen op een wijziging van het verslag. Dat zal
ook niet gebeuren.

Moet er een protocol worden gesloten? Zeker niet
om de begrotingskwestie te regelen. De begroting
is een wet. Wij kunnen onmogelijk een protocol
sluiten dat zou ingaan tegen een wet, tegen de
uitdrukkelijke wil van het Parlement. Dat zullen wij
niet doen. Moet er over andere punten een
protocol worden gesloten? Daar zijn argumenten
voor en tegen. Het is in ieder geval zo dat de
bevoegdheid van de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking vastligt in zijn
benoemingsbesluit, in een aantal juridische akten,
waarover de Raad van State ook een duidelijk
advies heeft gegeven. Dat volstaat voor mij als
juridische basis.

Ik kom tot een volgende punt, Congo. Ik wil het
incident overstijgen. Iedereen weet dat de manier
waarop de reis werd afgezegd mij niet tot
tevredenheid heeft gestemd. De reis werd
overlegd met de eerste minister en de minister
van Buitenlandse Zaken. Waartoe het overleg
allemaal had kunnen leiden, laat ik in het midden.
Het overleg was in elk geval niet voltooid op het
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
moment dat de vlucht werd afgezegd. Ik heb
reeds publiekelijk laten weten dat dit niet
aangenaam was. Ik kom daar verder niet op terug.

Hoe gaat het nu verder? Wij zullen in de komende
dagen en weken beslissen of mijn reis zal
doorgaan en wanneer. Het doel van de reis is
immers om de verdere uitbouw van onze
samenwerking te bespreken met diverse
Congolese actoren, overheden die willen
samenleven, zowel in Kinshasa als in Kisangani
en het tekenen, het definitief committeren van een
aantal projecten waaraan wij sinds het actieplan
van vorig jaar werken en dat wij trachten uit te
voeren in zeer moeilijke omstandigheden.
Iedereen zal beseffen dat het in een land in oorlog
zo is. De bedoeling is dat er voor 780 miljoen
frank aan nieuwe programma's vrijkomt.
Deze
programma's zijn in opbouw.
Ontwikkelingssamenwerking gaat immers zelden
snel. Er zijn uiteraard gevallen van noodhulp,
maar zelden wordt vandaag iets beslist en morgen
uitgevoerd. Dat werkt niet zo. De beslissing wordt
door uitvoerig overleg met zeer veel actoren
voorafgegaan. De uitvoering vraagt bovendien
veel tijd, soms te veel als u het mij vraagt. Dat was
het doel van de reis, evenals het afleveren van
17,5 ton hulpgoederen in Kinshasa en Kisangani.

Aan het actieplan wordt op dit ogenblik gewerkt
binnen de regering. Terwijl wij hier zitten, is de
werkgroep die hiermee bezig is opnieuw bijeen
om een tekst uit te werken die dan door de
regering al of niet gewijzigd zal worden
aangenomen. Datum, schema en inhoud van mijn
reis zullen dus worden bepaald door de mate
waarin Ontwikkelingssamenwerking zijn specifieke
rol in Congo kan spelen. Ontwikkelingsbeleid op
zich kan de pacificatie van de regio helpen
bevorderen, wat op zichzelf een bijzonder zware
opdracht is en natuurlijk gecoördineerd moet
worden met andere instrumenten zoals onder
meer diplomatie. Bovendien kunnen wij ook een
bijdrage leveren tot het voorbereiden van het
institutionaliseren van de Congolese staat in de
zin van het streven naar democratische
legitimatie. Wij kunnen dus werken ten gunste van
de bevolking en niet ten gunste van enig regime.
Dat slaat niet specifiek op Congo.
Ontwikkelingssamenwerking is er nooit voor een
regime, wel altijd voor de bevolking. Dat wil niet
zeggen dat men kan doen alsof er geen regime is.
Wij werken dus nu reeds in een aantal
programma's samen met Congolese
regeringsdiensten. Wij werken mee aan de
versterking van bijvoorbeeld het ministerie van
Volksgezondheid. In die programma's die nieuw
zijn of die binnenkort in uitvoering zullen kunnen
worden gesteld, wordt daarop ook verder
gebouwd. Ik denk dat niemand ontkent dat er
hoopvolle tekenen zijn, zowel voor de pacificatie
van de regio als voor de huidige Congolese
regering die een aantal intenties heeft geuit, maar
ook een aantal daden heeft gesteld.

De belangrijkste daad vanuit het standpunt van
Ontwikkelingssamenwerking is het loskoppelen
van de wisselkoersen. Tot voor kort konden wij
eigenlijk geen deviezen in dat land
binnenbrengen. Wij moesten daarmee oppassen,
omdat die deviezen moesten worden omgewisseld
tegen Congolees geld tegen een koers die de
markt absoluut niet weerspiegelde, via een
verplicht kanaal. Dat kwam erop neer dat als men
voor een miljoen binnenbracht, men nog ongeveer
voor 333.000 frank reële hulpmogelijkheden
overhield. Voor het saldo moest er maar een
vraagteken worden gezet achter wat er gebeurde
met dat geld. Voor een regio in oorlog en een land
zonder begroting ­
toen toch
­ en zonder
transparante financiering, vormde dat een
onoplosbaar probleem. Daarom ook trokken veel
donoren weg uit Congo en werd onze
samenwerking voortgezet met aangepaste
technieken en aangepaste programma's. Op die
weg gaan wij verder, maar wij moeten rekening
houden met de nieuwe gegevens als het opheffen
van de wisselkoersverplichting. Dat schept voor
ons veel meer transparante mogelijkheden om
aan reële ontwikkelingssamenwerking te doen in
het belang van de bevolking en met de middelen
die wij daar binnenbrengen.

Werken met Ontwikkelingssamenwerking in
conflictgebieden is een van de grote uitdagingen
waarvoor Ontwikkelingssamenwerking staat. Op
alle niveaus, weze het de OESO, de UNO of de
Europese Unie, twee weken geleden nog op de
Europese Ministerraad, wordt daarover uitvoerig
gediscussieerd. In oktober 2001 organiseren wij
trouwens een seminarie dat ook in de lijn ligt van
een hele reeks acties die we de voorbije twee
jaren ondernomen hebben.

Dit seminarie vindt plaats samen
met
de
Portugese en de Zweedse
Ontwikkelingssamenwerking. Aan de hand van
een aantal gevallenstudies zal worden getracht
concrete richtlijnen op te stellen inzake het gebruik
van welke instrumenten van
Ontwikkelingssamenwerking en op welke manier
in landen die ofwel in oorlog zijn, of waar een
etnisch conflict voortdurend aanwezig is of dreigt
of in de zogenaamde fragiele staten.

Zelfs indien - en dat is de grote uitdaging - de
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
regio pacificeert, en er zijn gunstige maar ook
ongunstige aanduidingen, de ontwikkeling van de
huidige Congolese regering in de goede richting
blijft gaan, is er een levensgroot probleem. Er is
daar geen overheid die enigszins efficiënt kan
werken.

Dat is niet de schuld van de huidige regering. Dat
is een vaststelling die zij ook deelt. We kunnen
niet zomaar, zoals we in een aantal landen
proberen te doen, aan de overheid zeggen dat zij
de prioriteiten kan bepalen, aan die overheid de
middelen van de donoren overhandigen en eraan
toevoegen dat zij die middelen volgens haar
prioriteiten in bepaalde sectoren kan aanwenden
waarbij het voor zich spreekt dat wij daarop enige
controle zullen uitoefenen en waarover die
overheid ons zal rapporteren.

Eigenlijk richt Ontwikkelingssamenwerking zich
steeds meer op het ownership, een modeterm,
maar ook realiteit, van de lokale autoriteit.
Respecteer wat er lokaal bestaat aan
verantwoordelijkheid, aan expertise en versterk
dat. Nu, in een land zonder Staat, of waar de Staat
uitermate zwak is, is dat natuurlijk een zeer
moeilijke zaak. Op die manier kan men geen grote
geldmiddelen injecteren in een land dat wel een
begroting heeft maar waarvan men technisch niet
bekwaam is deze begroting op te stellen. Het
opstellen van een begroting is ingewikkeld en kost
veel tijd en energie. In Congo is men niet in de
mogelijkheid om die begroting met correcte
gegevens op te stellen en in de uitvoering tot het
laatste detail te volgen.

Ten tweede, men heeft niet de overheid in haar
geheel om ervoor te zorgen dat wat vandaag in
Kinshasa beslist wordt, overmorgen in een of
ander landelijk gebied ook in uitvoering wordt
gesteld. Dat is de grote uitdaging waarvoor Congo
staat, waarvoor Congo in de eerste plaats
oplossingen moet zoeken en waaraan de
Internationale Gemeenschap een bijdrage kan
leveren.

Aan het actieplan en aan het aspect van
Ontwikkelingssamenwerking hebben wij vrij lang
gewerkt en het op een evenwichtige manier op
papier gezet. Ik herinner u aan de beleidsnota
eind 1999, gezamenlijk ingediend door de minister
van Buitenlandse Zaken, de staatssecretaris van
Ontwikkelingssamenwerking en de toenmalige
staatssecretaris voor Buitenlandse Handel,
onderdeel Midden-Afrika. U zult de redenering die
ik hier heb gegeven daarin vrij uitvoerig
terugvinden, die is ook niet uit de lucht gevallen.
Deze redenering hebben we intussen ook
versterkt, we hebben er verder over nagedacht en
verder aangepast aan concrete omstandigheden.
Dit actieplan zal door de regering voorgelegd
worden aan het Parlement op 27 juni 2001.
07.05 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, op 27 juni 2001 zullen wij het actieplan
aan het Parlement voorleggen. Op dat ogenblik
zult u het daarin terugvinden. Daar wordt nu aan
gewerkt. De inhoud van het actieplan en de
mogelijkheden van Ontwikkelingssamenwerking
om hierin een rol te spelen zullen bepalen
wanneer en met welke concrete agenda ikzelf
naar Congo zal gaan.
07.06 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
staatssecretaris, verschillende bronnen
bevestigen mij dat het OESO-verslag er nog
steeds niet is.

Wat uw reis naar Congo betreft, hebt u zich door
de heren Verhofstadt en Michel laten reduceren
tot een soort boy, politiek gesproken. Erger is dat
u ook uw departement ­ zo belangrijk voor de
mensen op het terrein ­ hebt laten reduceren tot
een tweederangsdepartement. Dat is de
consequentie van het schrappen van uw reis door
de eerste minister. U spreekt over de reis die u
nog gaat maken, maar u mag nog twintig keer
naar Congo gaan, u had nú moeten gaan. Deze
maand had u op zending moeten gaan, en u had
het pakket ontwikkelingssamenwerking,
ontwikkelingshulp en hulp aan de mensen op het
terrein en aan de bevolking ginds moeten
meenemen in uw valiezen.

Ik heb u goed beluisterd. Wat ik daarstraks heb
aangegeven, is zich op dit ogenblik aan het
voltrekken. De premier en de vice-premier zullen
met een actieplan ­ dat eigenlijk uw actieplan had
moeten zijn ­ tegen het einde van maand naar
Congo gaan. Dat zal een actieplan inzake
ontwikkelingssamenwerking zijn. Dat is echter niet
de reden waarom zij zich moeten verplaatsen. Zij
moeten zich verplaatsen om andere redenen.
Wanneer het over ontwikkelingssamenwerking
gaat, behoort het tot uw bevoegdheid en niet tot
de bevoegdheid van de premier en de vice-
premier.

Dit incident is een buitengewoon slecht voorteken,
want ik vrees dat de krachtsverhoudingen tussen
u en de minister van Buitenlandse Zaken voor
eens en voor goed vastliggen, voor de rest van de
legislatuur. Men weet hoever men met u te ver
kan gaan. Eens deze krachtverhoudingen
vastliggen, vrees ik dat affairisme meer en meer
de plaats zal innemen van
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
ontwikkelingssamenwerking. Dat is het resultaat
waarover wij spreken wanneer we het
hebben over
de
krachtsverhoudingen
en de machtsverhoudingen
tussen
Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse
Zaken.

Ik vind dit bijzonder jammer voor iedereen in ons
land die ermee is begaan, maar nog veel
meer
voor degenen aan wie onze
ontwikkelingssamenwerking in Congo en in de
andere landen van de regio moet ten goede
komen.
07.07 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik heb naar het antwoord
van de staatssecretaris geluisterd, en ik heb er
mijn conclusies uit getrokken.

Mijnheer de staatssecretaris, van de verschillende
continenten waar ontwikkelingssamenwerking
nodig is, staat Afrika wel aan de top. Van de
streken in Afrika waar de situatie zeer erg is, is
Centraal Afrika wellicht de ergste. En in Centraal
Afrika moet Congo wel het toppunt van mislukking
van de dekolonisatie zijn, hoewel de dekolonisatie
daar al bijna 41 jaar geleden gebeurde. Ik stel vast
dat precies in Congo het initiatief volledig in
handen wordt genomen door onze minister van
Buitenlandse Zaken, gesecondeerd door onze
eerste minister. Met andere woorden, in Centraal
Afrika doet België misschien veel aan politiek,
maar de ontwikkelingssamenwerking is er
blijkbaar bijkomstig. Ik durf bijna zeggen dat
ontwikkelingssamenwerking voor België het
glijmiddel is om opnieuw politiek te kunnen
bedrijven in Centraal Afrika. Volgens mij was dat
niet de bedoeling van die mensen die
ontwikkelingssamenwerking tot hun vak gemaakt
hebben. Mijnheer de staatssecretaris, ik verwijt dit
niet zozeer u, ik verwijt dit aan de ganse regering
en aan alle partijen die de meerderheid vormen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Le président: Chers collègues, je constate que
beaucoup de commissaires quittent la séance. M.
Van den Eynde a demandé lui-même de pouvoir
poser directement au ministre des Affaires
étrangères sa question n°
4681 et son
interpellation n° 798 inscrites aux points 9 et 11 de
l'ordre du jour, portant respectivement sur la
Turquie et les droits de l'homme et sur l'absence
manifeste de cohésion dans notre politique
étrangère en ce qui concerne les droits de
l'homme. Je vous consulte pour savoir si nous
poursuivons nos travaux avec les autres points
inscrits à l'ordre du jour.
07.08 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, en l'absence du ministre
des Affaires étrangères, je me demande s'il ne
vaut pas mieux reporter les autres questions.

Le président: La semaine prochaine, mardi matin,
notre commission, le comité d'avis chargé des
Questions européennes et la commission de la
Défense nationale reçoivent M. Solana. Le mardi
après-midi, nous rencontrons le vice-ministre des
Affaires étrangères d'Irak. Le mercredi à 10
heures du matin, notre commission se réunira
mais ce sera en l'absence du ministre et de
nombreux points sont déjà inscrits à l'ordre du
jour. Le ministre des Affaires étrangères ne sera
là que le 27 et la réunion de la commission sera
en grande partie consacrée au Congo. C'est
pourquoi je vous propose de poursuivre nos
travaux une demi-heure encore.
07.09 Eddy Boutmans, ministre: Monsieur le
président, le ministre des Affaires étrangères m'a
transmis un certain nombre de réponses à des
questions qui lui étaient adressées. Je suis tout
disposé à répondre en son nom mais je vous
laisse juge.

Le président: La question n° 4760 de M. Francis
Van den Eynde inscrite au point 12 est également
reportée. Je vous propose de poursuivre jusqu'à
12h30. (Assentiment) Le secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement répondra donc en
lieu et place du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères pour les questions
suivantes.

Je devrais normalement me faire remplacer pour
poser ma question mais, si vous le permettez, je
le ferai de la tribune.
08 Question de M. Jacques Lefevre au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'évaluation de la commission
des droits de l'homme et sur le vote de la
Belgique" (n° 4737)
08 Vraag van de heer Jacques Lefevre aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de evaluatie van de
mensenrechtencommissie en het stemgedrag
van België" (nr. 4737)
08.01 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
secrétaire d'Etat, en réponse à une question de
notre collègue, M. Simonet, le ministre a exposé,
le 7 mars 2001, les priorités belges pour la
commission des droits de l'homme des Nations
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
unies.

Il avait cité la République Démocratique du
Congo, l'Iran, la Tchétchénie, la Chine et Cuba,
ainsi que des thèmes comme l'abolition de la
peine de mort, le respect des droits des femmes
dans le monde, la promotion des droits de l'enfant
et la lutte contre le racisme.

On avait eu les orientations sur lesquelles le
ministre insistait mais on n'a pas eu les résultats.
Donc ma question porte sur les résultats de
l'action du gouvernement belge à cette
commission des droits de l'homme de Genève. Je
voudrais savoir quels ont été les votes de la
Belgique. Personnellement, j'aurais voulu
connaître les résolutions qui ont été votées, car
elles ne se trouvent pas facilement.

Quelles ont été les résolutions qui ont été votées
sur Cuba et quelle a été l'attitude de la Belgique?
Je sais que la Belgique a voté pour la résolution
qui était déposée pour Cuba, et qu'elle est passée
à deux voix près. A titre personnel, si j'insiste sur
cette résolution sur Cuba, c'est parce que je
trouve que la Belgique n'aurait pas dû voter
positivement cette résolution sur le manque de
respect des droits de l'homme à Cuba. Car je
pense, à nouveau, comme je le fais pour l'Irak,
que les embargos provoquent la misère et que la
misère génère et renforce des pouvoirs forts. Tant
que les Américains, par diverses lois, continueront
à vouloir imposer l'embargo à Cuba, les pouvoirs
forts vont y survivre. Je trouve que c'est plutôt le
procès de l'Amérique que l'on devrait faire. Et c'est
peut-être ce qu'on a fait puisqu'en fin de compte,
les Etats-Unis n'ont pas été réélus comme
membres de la commission des droits de l'homme
à Genève. Je voudrais savoir quel a été le vote de
la Belgique sur cette question.
08.02 Eddy Boutmans, ministre: Monsieur le
président, au sujet des textes des résolutions, je
ne les ai pas ici mais on me confirme qu'on pourra
me les faire parvenir, donc ce sera fait dans les
prochains jours. Pour le reste, je vous lis la
réponse que m'a fait parvenir le ministre des
Affaires étrangères.

Les activités de la délégation belge à la 57ème
session de la commission des droits de l'homme
des Nations unies ont été nombreuses et notre
pays, qui a entamé son mandat de membre de
cette commission pour trois ans, a bénéficié d'une
grande visibilité tout au long de la session.

La Belgique, en parfaite coordination avec la
présidence actuelle de l'Union européenne, a été
amenée, à de nombreuses reprises, à se
substituer à celle-ci pour exprimer les positions
des Quinze sur toute une série de questions, étant
donné qu'au cours de cette session, la Suède ne
disposait pas du statut de membre de la
commission. Cependant, cette année, et
contrairement aux habitudes de la commission,
près d'un tiers des résolutions adoptées l'ont été à
la suite d'un vote. Cette nouvelle tendance traduit
une polarisation croissante entre les positions du
groupe occidental et celles du groupe des pays en
développement. La situation au Proche-Orient, de
même que les multiples initiatives de la délégation
de Cuba, appuyées par un certain nombre de
pays et visant, sans concertation préalable, soit à
amender, soit à modifier substantiellement les
résolutions traditionnellement défendues par
l'Union européenne, notamment sur une série de
questions thématiques, expliquent l'absence de
consensus sur une série de questions liées aux
droits de l'homme.

En ce qui concerne la situation des droits de
l'homme dans les pays, les résolutions introduites
par l'Union européenne ont été adoptées le plus
souvent par vote: Irak, Iran, Soudan, Tchétchénie.
Les sept pays membres de l'Union européenne
qui sont membres de la commission et disposent
du droit de vote, dont la Belgique, ont adopté une
attitude similaire au sujet des résolutions portant
sur la situation des droits de l'homme en Chine, à
Cuba, au Rwanda et dans certaines parties de
l'Europe du Sud-Est. Les résolutions sur la
situation des droits de l'homme au Burundi, en
République Démocratique du Congo, en
Afghanistan, au Myanmar, en Sierra Leone, en
Guinée équatoriale ont été adoptées par la
commission par consensus. Le texte vous
parviendra.

En ce qui concerne le point 8 de l'ordre du jour, la
commission a étudié la question de violation des
droits de l'homme dans les territoires arabes
occupés, y compris la Palestine. Quatre
résolutions ont été examinées. Comme ses
homologues de l'Union européenne, la Belgique
s'est abstenue lors du vote sur les résolutions
consacrées aux droits de l'homme dans le Golan
syrien occupé, la question de la violation des
droits de l'homme dans les territoires arabes
occupés, y compris la Palestine, et la situation des
droits fondamentaux des détenus libanais en
Israël.

L'Union européenne a introduit avec succès une
résolution portant sur les colonies israéliennes
dans les territoires arabes occupés, qui a été
adoptée à la quasi-unanimité.
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21

De très nombreuses résolutions à caractère
thématique ont été adoptées par la commission: la
liste et les contenus de l'ensemble de ces textes
est disponible sur le site web des Nations unies -
Haut Commissaire aux Droits de l'Homme. C'est
sans doute la meilleure façon d'obtenir les
résolutions !

La Belgique a voté en faveur des résolutions
portant sur le droit au développement, l'accès aux
médicaments dans le contexte de pandémies
telles que celles du VHI (sida), la poursuite du
dialogue sur les mesures visant à promouvoir et à
consolider la démocratie, la question de la peine
de mort et l'impunité.

Un projet de résolution relatif à la situation des
droits de l'homme à Cuba a été introduit par la
République tchèque au cours de la session de la
commission. A la suite de nombreuses réunions
de consultation tenues avec l'auteur de la
résolution et d'autres parties, qui se sont
notamment traduites par des aménagements au
texte initial, les pays membres de l'Union
européenne disposant du droit de vote ont décidé
de commun accord de voter pour cette résolution
qui a finalement été adoptée par 22 voix pour, 20
contre et 10 abstentions.

En plus des pays du groupe occidental, dont
l'Union européenne fait partie, et du groupe des
pays de l'Est à l'exception de la Fédération de
Russie, des pays d'Afrique ­
Cameroun,
Madagascar
-, d'Amérique latine ­
Argentine,
Costa Rica, Guatemala et Uruguay ­ et d'Asie ­
Japon et République de Corée ­ ont voté en
faveur de cette résolution.

Les Etats-Unis, dont le mandat de membre de la
commission des droits de l'homme ­ 3 ans ­ était
arrivé à son terme, ont échoué à obtenir son
renouvellement.

Dans le cadre d'une élection, les 4 pays du groupe
occidental étaient candidats pour les 3 sièges
disponibles. Les votes relatifs à ces élections se
sont déroulés dans le cadre de l'ECOSOC où la
Belgique n'a pas le droit de vote car elle n'en fait
pas partie. C'est un des six organes majeurs des
Nations unies et l'institution compétente pour
désigner les membres des commissions.
08.03 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
ministre, je vous remercie. Le simple regret que
j'émets concerne le dossier de Cuba. Tout le
monde sait que les relations sont très tendues
entre la République tchèque et Cuba. Un
parlementaire tchèque y a même été emprisonné
quelques semaines. Tout le monde sait aussi que
ce sont les Etats-Unis qui ont demandé aux
Tchèques de déposer cette résolution. Je répète
que la politique d'embargo génère la misère et la
misère génère le pouvoir fort. Ce n'est pas une
solution à mon sens. Il faudrait plutôt voter une
résolution qui arrête les embargos car ils sont
contraires aux droits de l'homme.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "Tibet" (nr. 4768)
09 Question de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "le Tibet" (n° 4768)
09.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, de reis naar China van onze minister
van Buitenlandse Zaken bood vanzelfsprekend
mogelijkheden inzake mensenrechten. Terecht is
dat een prioriteit voor ons land. Ik heb dat altijd al
gesteund. Graag had ik dan ook vernomen wat de
minister in China op dat terrein heeft gevraagd en
wat hij heeft bereikt. Wat Tibet meer concreet
betreft, wil ik aanstippen dat dat een zeer delicaat
en moeilijk probleem is. U herinnert zich
misschien dat, toen de Kamer in 1996 een
resolutie goedkeurde ten voordele van Tibet, de
Chinese ambassade onmiddellijk keihard
reageerde met de mededeling dat dit een
onvriendelijke daad tegenover China was en dat
dit een inmenging betekende in de binnenlandse
aangelegenheden. Dit wetend en bij de terugkeer
van onze minister uit China het gerucht
opvangend van een eventuele reis naar Tibet,
wordt men nieuwsgierig.

Dit Tibetaans probleem beroert mij al lange tijd.
Het gaat over het recht van een verdrukt volk. De
titel van een boeiend boek over Tibet luidt "Het
stille drama". Andere publicaties noemen de
Tibetanen het meest vergeten volk van de 20
ste
eeuw. Gezien het Chinese overwicht, vrees ik ook
voor de 21
ste
eeuw. Bovendien gaat het hier om
ideologische verdraagzaamheid en specifiek voor
het boeddhisme ­ en Tibet is een van de centrale
landen voor het boeddhisme - is dit bijzonder
pijnlijk.

Het boeddhisme is een van de meest pacifistische
religies die ik ken. Het is een van de weinige
religies, zoniet de enige, die niet stelt dat zij alleen
het grote gelijk heeft en dat de anderen zich
moeten aanpassen. Precies die godsdienst wordt
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
in China en in Tibet keihard aangepakt. Ik verwijs
bijvoorbeeld naar een figuur als Asoka, derde
eeuw voor Christus in India. Dat is literatuur die
men vandaag als pacifist en ook als milieubewust
man met plezier leest. Dat zijn bijzonder boeiende
dingen. Dat boeddhisme is uitstekend en zeer
interessant. Dan zijn er drama's als Afghanistan
en Tibet.

Tibet heeft een bijzonder triestige geschiedenis.
Vanaf de 8
ste
eeuw palmde China Tibet telkens
opnieuw in als het sterk was. Als China zwakke
momenten had, kon Tibet onafhankelijk zijn. Ik
bespaar u de lange geschiedenis. In 1949
annexeert China Tibet nog maar eens vanuit de
mooi klinkende, maar volkomen foutieve slogan
"Terugkeer naar het moederland". Er is een
duidelijk verschil - niemand betwist dat overigens -
tussen Chinezen en Tibetanen inzake afkomst,
taal, godsdienst en cultuur. De echte reden is niet
de bevrijding van Tibet, maar is puur economisch.
Tibet heeft een rijke landbouw. China heeft ook
grondstoffen en elektriciteit uit Tibet gehaald. Er
speelt ook een militaire doelstelling vanuit de
Volksrepubliek mee. Vandaag bevinden er zich
300.000 tot 400.000 Chinese militairen in Tibet en
is er een atoombasis in Amdo. Dat is de
werkelijkheid. Tibet is strategisch interessant,
want het ligt op een kruispunt naar Zuidoost-Azië
en India. Tibet is demografisch interessant: men
kan daar bij wijze van spreken een massa
Chinezen plaatsen. Dat gebeurt in die mate zelfs
dat de Tibetanen in hun eigen land een minoriteit
zijn geworden. Van culturele genocide gesproken.

Dan komt er dat fameuze 17-puntenverdrag dat
het te machtige China oplegt aan Tibet, dat alleen
staat. Zelfs die 17 punten worden niet eens
toegepast. De praktijk is geen bevrijding van Tibet
geweest, maar een verknechting. Ik refereer nog
maar eens aan het lijvige rapport van Amnesty
International "Torture in Tibet. 1949-1999". Zoals
bij vele rapporten van Amnesty International, is het
om wanhopig te worden van wat mensen andere
mensen aandoen. Het is het eentonige, maar
verschrikkelijke verhaal van moord, verkrachting,
foltering, ondervoeding, plundering. Het is een
regelrechte geloofsvervolging. De grondwet van
China zegt sinds 1982 dat de religie vrij is, maar
de praktijk is toch wel heel anders. Nog maar op
31 mei 2001 las ik in de krant dat 35 Chinese
christenen, onder wie een jongetje van 12, naar
werkkampen zijn gestuurd. Er is dus geen vrijheid
van godsdienst.

Het gaat hier om een regelrechte volkerenmoord.
Sinds 1949 zijn in Tibet 1,2 miljoen mensen
vermoord en dit op een bevolking van 6 miljoen.
Dat is 20 tot 25 procent van de bevolking. Dat is
toch niet niks.

Het gaat om een culturele moord. Zelfs in het
Tibetaans vocabularium of in de Tibetaanse
woordenboeken worden woorden aangepast. Men
mag bijvoorbeeld niet meer spreken van
"geschiedenis", want men moet "Chinese
geschiedenis" zeggen. Zelfs de woorden voor
Tibet worden veranderd. De Tibetaanse taal wordt
"gechineseerd".

Reeds op 12 januari 2000 hebben collega Denis
en ikzelf daarover geïnterpelleerd. Minister Michel
antwoordde toen: "Dat is een realiteit. Die vragen
zijn pertinent". Hij zei toen ook dat er druk
uitgeoefend moest worden "naar aanleiding van
bezoeken van Belgische ministers in China en
Chinese ministers in België". Zo'n bezoek heeft nu
plaatsgevonden.

Ik vraag ook om via Europa te werken en via
Taiwan, want Taiwan ontwikkelt nieuwe pistes in
de richting van Tibet. Ik weet het, haast elke
interpellant heeft het ook over het Europees
voorzitterschap. Er wordt hier echter een culturele
moord gepleegd op een volk. Daarom vraag ik om
daarvoor aandacht te hebben tijdens het
Europese voorzitterschap.

Daarom heb ik de volgende vragen.

Ten eerste, zal die reis plaatsvinden? Zijn alle
diplomatieke randvoorwaarden daarvoor
voorzien?

Ten tweede, op wiens initiatief kwam het bericht
voor die reis? Welke doelstellingen streeft de
minister na? Zal de minister rekening houden met
de door mij geciteerde bespreking en met zijn
antwoord van 12 januari 2000? Zelfs als uit het
antwoord zou blijken dat die reis niet plaatsvindt,
blijven mijn vragen ad rem.

Le président: Monsieur le ministre, chers
collègues, je vous signale aussi qu'il y a deux
propositions de résolution sur le Tibet. Il y a une
proposition de madame Drion, Laenens et moi-
même et une proposition de monsieur
Bacquelaine. Nous pourrons peut-être en discuter
la veille du départ du ministre.
09.02 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, ik lees het antwoord van de heer Michel
voor.

Tijdens mijn ontmoetingen met mijn collega's, de
vice-premier Qian Qichen en de minister van
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Buitenlandse Zaken Tang vorige week, heb ik het
vraagstuk van de mensenrechten in China en in
Tibet aangesneden.

Sinds 1998 wordt dat vraagstuk door de Europese
Unie op constructieve wijze behandeld in het raam
van een dialoog over de mensenrechten, die een
politiek facet en een vormingsfacet bevat. Ik hoop
van harte dat wij in de loop van ons
voorzitterschap, tijdens hetwelk op 5 september
2001 een top tussen de Europese Unie en China
plaatsvindt, gewag zullen kunnen maken van
concrete vooruitgang op dat vlak.

De Chinese autoriteiten staan open voor die
vraagstukken. Dat heb ik tijdens mijn recent
bezoek kunnen vaststellen.

Het klopt dat de Chinese vice-eerste minister, de
heer Qian Qichen, mij tijdens onze ontmoeting van
23 mei 2001 heeft uitgenodigd voor een bezoek
aan Tibet. In feite antwoordde hij daarmee op mijn
vragen over dat vraagstuk. Ik ben geneigd om die
uitnodiging aan te nemen omdat ik denk dat wij
alle mogelijke openingen moeten benutten opdat
voor dit vraagstuk een oplossing kan worden
gezocht in overeenstemming met de internationale
gemeenschap en in interactie met de Chinese
regering die als eerste betrokken is en zonder
welke een realistische oplossing ondenkbaar is.

Momenteel worden onze partners ondervraagd
over dat vraagstuk via de gebruikelijke weg van de
Europese politieke samenwerking. De
Europeanen werden op 24 mei eveneens
uitgenodigd tijdens de ministeriële trojka met
China.

Het is voorbarig op dit ogenblik te voorspellen wat
het resultaat van het overleg zal zijn. Ik kan op dit
ogenblik dus ook niet zeggen of een dergelijke
reis zal doorgaan dan wel wanneer of hoe die zal
doorgaan.

Het doel is om het debat te bevorderen en die
kwestie te bespoedigen, om een oplossing voor te
bereiden en te vergemakkelijken die
aanvaardbaar is voor alle betrokken partijen. Het
spreekt voor zich dat ik rekening zal houden met
alle interessante en realistische voorstellen van de
leden van het Belgische of het Europese
parlement.

Tijdens de bespreking in de commissie voor de
Buitenlandse Zaken, van 12 januari 2001, zette ik
het Belgisch standpunt uiteen omtrent het
Tibetaanse vraagstuk en deelde ik de
gedragslijnen mede van de Belgische regering bij
elke ontmoeting met de Chinese autoriteiten.

Op Europees niveau vindt het Belgisch optreden
plaats tijdens zittingen van de Chinees-Europese
dialoog inzake de rechten van de mens en tijdens
Europese ontmoetingen met de Chinese
autoriteiten.

Op bilateraal vlak voerde ik tijdens mijn recente
reis naar China van 19 tot 26 mei, een lang
gesprek met de Chinese vice-eerste minister over
de Tibetaanse kwestie, naar aanleiding waarvan
hij mij uitnodigde om een bezoek te brengen aan
Tibet.
09.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
staatssecretaris, dat het thema door de vice-
eerste minister werd aangekaart stemt mij
bijzonder gelukkig. Ik zag hem aan het werk in het
Nabije-Oosten en ik weet dat hij delicate kwesties
durft aankaarten. Dat verheugt mij omdat het een
eerste stap is naar een oplossing. Ik maakte een
dergelijke situatie mee in Noord-Korea: het feit dat
wij vroegen naar bepaalde personen, waar zij zich
bevonden ­ al kwamen de tolken ons vragen
daarmee op te houden ­ garandeert op zijn minst
dat die personen met rust zullen worden gelaten
en dat is toch al iets.

Dat de vice-eerste minister deze aangelegenheid
zal aankaarten op Europees vlak is eveneens
verheugend.

Ik kan als het ware mijn oren niet geloven dat de
minister in zijn antwoord mededeelt dat de
Chinezen dat ook als een probleem ervaren.
Immers, wie de oosterse mentaliteit een beetje
kent weet dat er zich daar soms een wereld
uitstrekt tussen droom en daad. Hoe dan ook, het
feit dat zij zich terzake open verklaren is een stap
in de goede richting.

De vice-eerste minister overweegt of hij de reis al
dan niet moet ondernemen. Ik kan moeilijk in zijn
plaats beslissen, al voeg ik er meteen aan toe dat
ik positief zou ingaan op een dergelijk voorstel.
Mocht de minister toch Tibet aandoen, dan stel ik
voor dat hij zich zeer goed laat voorlichten, ook
van Tibetaanse kant. Inderdaad, het lijkt mij
bijzonder nuttig de visie van de Tibetanen in
ballingschap op voorhand te kennen en in te
schatten.

Voor het overige weet ik ook wel dat de resultaten
op voorhand niet kunnen worden medegedeeld.
Toch komt het antwoord op mijn vraag over dit
wanhopig dossier, waaruit bekommernis blijkt voor
de Tibetanen en hun cultuur, mij hoopvol over.
13/06/2001
CRIV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Uiteraard zal ik deze aangelegenheid blijven
volgen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Op verzoek van de heer Peter Vanhoutte wordt
zijn vraag nr. 4769 betreffende de aankoop van
UAV-toestellen in Israël uitgesteld.
10 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de onderhandelingen
betreffende Macedonië" (nr. 4889)
10 Question de M. Peter Vanhoutte au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les négociations relatives à la
Macédoine" (n° 4889)
10.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik heb vandaag vernomen
dat Griekenland als eerste land pleit voor een
nieuwe interventie in Macedonië omdat de situatie
daar steeds verder lijkt te escaleren, ondanks de
op het eerste gezicht optimistische geluiden die wij
de jongste twee dagen hebben opgevangen.

Ik stel vast dat er een aantal belangrijke
problemen zijn in verband met het optreden van
de heer Solana, de hoge vertegenwoordiger in dit
conflict. Ik heb het over de afwijzing van eerdere
onderhandelingspogingen. Op een gegeven
ogenblik was er vanuit de OVSE een poging om te
onderhandelen. Dat heeft resultaten opgeleverd.
De heer Frowick, de vertegenwoordiger van de
OVSE in Macedonië is op dat moment eigenlijk
het bos in gestuurd met resultaten die niet alleen
met instemming van een aantal Albanese partijen
waren behaald, maar waarbij ook minstens sprake
was van een duidelijke, officieuze instemming van
de etnisch-Macedonische partijen.

Dit is dus een gemiste kans en ik zou in dat
verband eigenlijk willen weten of ons land de
verwerping van dat akkoord, dat door de heer
Frowick mee is bemiddeld, ondersteunt. Indien dat
zo is, waarom is dat eigenlijk gebeurd?

Welke initiatieven, naast de lopende initiatieven,
zal ons land de komende dagen en weken
steunen om de verdere escalatie van de oorlog in
te dijken? Zullen wij proberen zelf een actieve rol
te spelen of blijven wij aan de kant staan? Doemt
daar ook het scenario van de interventie op, waar
Griekenland een eerste pleitbezorger van blijkt te
zijn?

Welke initiatieven zullen wij nemen om de
aanzwellende stroom vluchtelingen in de regio zelf
mee op te vangen? Zullen daar bijkomende
middelen voor worden vrijgemaakt?
10.02 Minister Eddy Boutmans: Mijnheer de
voorzitter, minister Michel vraagt mij op die vraag
het volgende antwoord te geven.

Ten eerste, de recente escalatie van het conflict in
Macedonië heeft de noodzaak onderstreept van
een nauwgezette, gecoördineerde en eenduidige
aanpak vanwege de internationale gemeenschap.
Ik had reserves ten aanzien van het initiatief van
ambassadeur Frowick omwille van het unilaterale
karakter. In een beginfase werd dit initiatief
misschien door een deel van de Macedonisch-
Slavische autoriteiten enigszins gedoogd, doch bij
nader onderzoek werd het volledig verworpen.
Hetzelfde kan worden gezegd over het tussen de
beide Macedonisch-Albanese partijen en het
zogenaamde nationale Albanese bevrijdingsleger
gesloten document van Prizren. Omdat dit
document de weg kon openen voor de legitimering
van gewapende elementen, heeft het de regering
van nationale eenheid doen wankelen.

Ten tweede, tijdens het bezoek van de secretaris-
generaal en de hoge vertegenwoordiger van de
Europese Unie, Javier Solana, aan Skopje op 28
en 29 mei, hebben de vier belangrijkste
Macedonische
partijen ­ de
Macedonisch-
Slavische VMRO, DPMNE en SDSM en de
Macedonisch-Albanese PDS en PDP ­ verklaard
dat dit document van Prizren niet langer relevant
is.

Ten derde, ons land zal zich tezamen met zijn
partners in de Europese Unie, de NAVO en de
OVSE verder onverdroten inzetten om een
verdere escalatie van het conflict tegen te gaan.
Hiertoe geeft ons land zijn volle steun
aan de secretaris-generaal
en
de
hoge
vertegenwoordiger Solana.

Tijdens de Europese Ministerraad voor Algemene
Zaken van 11 juni 2001 werd andermaal
onderstreept dat voor het conflict niet via militaire
actie, maar alleen via dialoog en onderhandeling
een oplossing kan worden gevonden. Het is van
het grootste belang dat het land losraakt van de
spiraal van geweld.

Een onmiddellijk staakt-het-vuren moet worden
bereikt. Het NLA dat het initiatief nam voor de
vijandelijkheden moet afzien van elke verdere
actie. Bovendien moet de Macedonische regering
van nationale eenheid snel concrete en
substantiële hervormingen uitwerken. Ik verheug
CRIV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
mij erover dat al de partijen die deel uitmaken van
de regering van nationale eenheid de voorstellen
inzake demilitarisering en pacificatie van de
Macedonische president Trajkovski delen. Op 14
en 15 juni 20001 zal een overleg over concrete
maatregelen plaatsvinden. Het overleg zal
voortgezet worden de daarop volgende week.
Tijdens de Raad Algemene Zaken van 25 juni
2001 zal een stand van zaken van deze
maatregelen worden opgemaakt.

Wat de problematiek van de vluchtelingen betreft,
kan ik meedelen dat het Hoog Commissariaat
voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties
deze kwestie zeer nauw opvolgt. Ik heb mijn
principieel akkoord gegeven aan de financiële
ondersteuning van 1 miljoen frank voor een
specifieke actie op vraag van het UNHCI van het
Belgische Rode Kruis ten behoeve van
kindvluchtelingen. Mogelijke verdere inspanningen
vanwege België zullen worden onderzocht.
10.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, alhoewel uw antwoord
ruimschoots aan de verwachtingen voldoet, blijf ik
het merkwaardig vinden dat men de rebellen te
weinig bij de onderhandelingen betrokken heeft.
Men stelt steeds dat het terroristen zijn waarmee
men niet wenst te onderhandelen. Dit is, mijns
inziens, een foute keuze. De rebellen zijn een van
de partijen in het conflict. Als men een conflict wil
doen stoppen, moet men ook met de rebellen
onderhandelen. Ik verwijs naar vliegtuigkapingen
waarbij het tot de geplogenheden behoort om het
leven van de gijzelaars veilig te stellen en waarbij
met terroristen wordt onderhandeld. Stellen dat er
niet wordt onderhandeld met terroristen is, mijns
inziens, al te gemakkelijk, zeker in dit conflict.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De vragen nrs. 4833 en 4835 en de interpellaties
nrs. 806 en 811 van de heer Ferdy Willems
worden naar een latere datum verschoven.

La question n° 4765 de Mme Muriel Gerkens est
reportée à une date ultérieure.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.36 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.36 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 503
CRABV 50 COM 503
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
13-06-2001 13-06-2001
10:00 uur
10:00 heures
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
nutteloze ontwikkelingsinvesteringen in verband
met een project op het Filipijnse eiland Pangan-
an" (nr. 4629)
1
Question de M. Francis Van den Eynde au
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement, adjoint au ministre des Affaires
étrangères, sur "le financement d'un projet inutile
dans le cadre de la coopération au
développement sur l'île de Pangan-an, aux
Philippines" (n° 4629)
1
Sprekers: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Francis Van den Eynde, Eddy
Boutmans
, secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de:
2
- de h. Jean-Jacques Viseur aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
uitbetaling van subsidies aan de NGO's"
(nr. 4688)
2
- M. Jean-Jacques Viseur au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "le paiement
des subsides aux ONG" (n° 4688)
2
- mevrouw Claudine Drion tot de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de
procedure voor de toewijzing van de fondsen aan
de NGO's" (nr. 4711)
2
- Mme Claudine Drion au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "la procédure
d'attribution des fonds aux ONG" (n° 4711)
2
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Claudine
Drion, Eddy Boutmans
, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Claudine
Drion, Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de Wereld
Koffie Conferentie" (nr. 4708)
4
Question de M. Dirk Van der Maelen au secrétaire
d'Etat à la Coopération et au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur "la
Conférence mondiale du Café" (n° 4708)
4
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de SP-fractie, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe SP , Eddy Boutmans, secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
landbouwakkoorden die op Europees vlak werden
afgesloten over de suiker" (nr. 4783)
5
Question de M. Ferdy Willems au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "les accords
agricoles conclus au niveau européen concernant
le sucre" (n° 4783)
5
Sprekers: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Jef Valkeniers tot de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
controle van de activiteiten van het Internationaal
Huis" (nr. 4796)
7
Question de M. Jef Valkeniers au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "le contrôle
des activités de la Maison internationale"
(n° 4796)
7
Sprekers: Jef Valkeniers, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Jef Valkeniers, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Joos Wauters aan de
staatssecretaris voor
8
Question de M. Joos Wauters au secrétaire d'Etat
à la Coopération au développement, adjoint au
8
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "steun aan
projecten in Peru" (nr. 4867)
ministre des Affaires étrangères, sur "le soutien
accordé à des projets au Pérou" (n° 4867)
Sprekers: Joos Wauters, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Joos Wauters, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Samengevoegde mondelinge vragen van
9
Questions orales jointes de
9
- de heer Karel Pinxten tot de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking toegevoegd aan
de minister van Buitenlandse Zaken over "het
conflict met vice-premier en minister van
Buitenlandse Zaken Michel" (nr. 4870)
- M. Karel Pinxten au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "son conflit
avec le vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères M. Louis Michel" (n° 4870)
- de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
toegevoegd aan de minister van Buitenlandse
Betrekkingen over "de discussies tussen de
minister van Buitenlandse Zaken en de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking" (nr. 4908)
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat à
la Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "les
discussions entre le ministre des Affaires
étrangères et le secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement" (n° 4908)
Sprekers: Karel Pinxten, Francis Van den
Eynde, Eddy Boutmans
, staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Karel Pinxten, Francis Van den
Eynde, Eddy Boutmans
, secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement
Vraag van de heer Jacques Lefevre tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de evaluatie van de
mensenrechtencommissie en het stemgedrag van
België" (nr. 4737)
12
Question de M. Jacques Lefevre au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères
sur"l'évaluation de la commission des droits de
l'homme et sur le vote de la Belgique" (n° 4737)
12
Sprekers:
Jacques Lefevre, Eddy
Boutmans, staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Jacques Lefevre, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Ferdy Willems tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "Tibet" (nr. 4768)
14
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le
Tibet" (n° 4768)
14
Sprekers: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking
Orateurs: Ferdy Willems, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement
Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de onderhandelingen betreffende
Macedonië" (nr. 4889)
16
Question de M. Peter Vanhoutte au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les négociations relatives à la Macédoine"
(n° 4889)
16
Sprekers: Peter Vanhoutte, Eddy Boutmans,
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking , Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Peter Vanhoutte, Eddy Boutmans,
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement , Louis Michel, vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
13
JUNI
2001
10:00 uur
______
du
MERCREDI
13
JUIN
2001
10:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door de
heer Jacques Lefevre.
La séance est ouverte à 10.07 heures par M.
Jacques Lefevre.
Voorzitter: Jacques Lefevre.
Président: Jacques Lefevre.
01 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan
de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de nutteloze
ontwikkelingsinvesteringen in verband met een
project op het Filipijnse eiland Pangan-an"
(nr. 4629)
01 Question de M. Francis Van den Eynde au
secrétaire d'Etat à la Coopération au
développement, adjoint au ministre des
Affaires étrangères, sur "le financement d'un
projet inutile dans le cadre de la coopération au
développement sur l'île de Pangan-an, aux
Philippines" (n° 4629)
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Het gaat hier om een nutteloos ontwikkelingsproject
op de Filippijnen, althans volgens de organisatie
11.11.11. Het betreft een energiecentrale die werkt op
zonne-energie, geleverd door het Waals Gewest.
Nochtans is de eerste nood op dat Filippijnse eiland
water en niet elektriciteit. Bovendien valt die
elektriciteit erg duur uit en is slechts 60 procent van
de bevolking aangesloten. Daarmee kunnen ze dan
wel TV kijken. De relevantie voor de ontwikkeling van
dat eiland is dan ook miniem. Wat is de mening van
de minister daaromtrent?
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS
BLOK): Il s'agit en l'occurrence d'un projet de
coopération inutile aux Philippines, si l'on en croit
du moins l'organisation 11.11.11. Ce projet a trait
à une centrale fonctionnant à l'énergie solaire
fournie par la Région wallonne. Mais il se trouve
que cette île des Philippines a besoin en premier
lieu d'eau et non d'électricité. Par parenthèse,
cette électricité est très coûteuse et 60 %
seulement des autochtones y sont raccordés, ce
qui leur permet tout de même de regarder la
télévision. Par conséquent, la pertinence de ce
projet dans la perspective du développement de
l'île est minime. Qu'en pense le ministre ?
01.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Het artikel uit De Morgen en de
11.11.11-webstek bevatten een aantal
onnauwkeurigheden. Dit project gaat terug tot 1995-
1996. Het ging om een proefproject rond alternatieve
zonne-energie. Het eiland in kwestie werd gekozen
omwille van zijn geschikte ligging. Doel was op termijn
heel de Filippijnen van elektriciteit te voorzien op
gedecentraliseerde wijze. Er gebeurde een
aanbesteding volgens Europese normen. De norm
werd ondertussen verfijnd: boven een bepaald bedrag
mag geen Europese beperking meer gelden.
01.02 Eddy Boutmans, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): ministre: L'article paru dans le
journal De Morgen et le site web 11.11.11
comportent une série d'imprécisions. Ce projet,
qui remonte à 1995-1996, concerne un projet
pilote en matière d'énergie solaire renouvelable.
L'île a été choisie pour son excellent
emplacement. Il s'agissait de fournir de
l'électricité renouvelable aux Philippines. Il a été
procédé à une adjudication, conformément aux
normes européennes. Entre-temps, cette norme
a été affinée : au-delà d'un certain montant,
aucune restriction européenne ne peut plus être
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2

Het proefproject loopt nog steeds. De Aziatische crisis
heeft ondertussen de levenskwaliteit sterk aangetast,
waardoor zelfs de betaling van een beperkt bedrag
voor heel wat mensen niet meer haalbaar is. Het gaat
hier echter om de neveneffecten van een proefproject
met een ruimer doel.


BTC volgt dit dossier verder op. De eilandbewoners
kregen in het kader van het project ook toegang tot
telefoonverkeer, zij maken gebruik van de pump-boot
die wordt ingezet voor het project en er werd een
lokale coöperatie opgezet. Het is nog te vroeg voor
conclusies. Die zullen binnen twee jaar volgen. De
bevolking haalde een bepaald voordeel uit dit project.
Dit was beperkter dan verwacht, maar het was niet
het hoofddoel.
imposée.

Le projet pilote est toujours en cours. La crise
asiatique ayant considérablement hypothéqué la
qualité de la vie, nombreux sont ceux qui ne
peuvent même plus se permettre de dépenses
même modestes. Mais il s'agit en l'occurrence
des effets secondaires d'un projet pilote qui
poursuit un but plus large.

BTC assure le suivi de ce dossier. Dans le cadre
de ce projet, les habitants des îles ont eu accès
au réseau téléphonique et utilisent le pumpboat
mis à disposition dans le cadre du projet. De
même, une coopération locale a été mise en
place. Il est encore trop tôt pour formuler des
conclusions ; elles le seront dans deux ans. La
population a pu tirer un certain profit de ce projet.
Moins que prévu initialement sans doute, mais ce
n'était pas non plus le but premier.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Ik
ben niet tegen persoonlijke hulp gekant, maar men
moet zich hoeden voor misbruiken. Natuurlijk zijn er
primitieve elementen aan deze hulp en kan men de
Aziatische crisis niet voorspellen. Toch meen ik dat
onze ontwikkelingshulp nog beter zou moeten
functioneren in crisisperiodes.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS
BLOK): Je ne suis pas opposé à l'aide
personnelle mais il faut prendre garde aux abus.
Cette aide comporte bien sûr des aspects positifs
et on ne peut prédire l'évolution de la crise
asiatique. J'estime toutefois que notre aide à la
coopération devrait être plus performante encore
en période de crise.
01.04 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Van de tien contracten werden er
negen toegewezen aan Filippijnse maatschappijen.
De crisis in Azië heeft in de jaren '90 de lonen
gehalveerd. Dat heeft de elektriciteit duur gemaakt.
01.04 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Sur 10 contrats, 3 seulement ont
été attribués à des sociétés philippines. La crise
en Asie a réduit de moitié les salaires dans les
années 90, ce qui a eu pour effet de rendre
l'électricité chère.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de h. Jean-Jacques Viseur aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
uitbetaling van subsidies aan de NGO's"
(nr. 4688)
- mevrouw Claudine Drion tot de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de
procedure voor de toewijzing van de fondsen aan
de NGO's" (nr. 4711)
02 Questions jointes de:
- M. Jean-Jacques Viseur au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "le paiement
des subsides aux ONG" (n° 4688)
- Mme Claudine Drion au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement, adjoint au
ministre des Affaires étrangères, sur "la
procédure d'attribution des fonds aux ONG"
(n° 4711)
02.01 Jean-Jacques Viseur (PSC): De
verplichting voor de NGO's om in de loop van het
desbetreffende jaar de subsidies die hen worden
toegekend uit te geven, enerzijds, en de frequente
laattijdige uitbetaling van de driemaandelijkse
subsidieschijven, anderzijds, hebben tot gevolg dat
02.01 Jean-Jacques Viseur (PSC) : La
combinaison de l'obligation imposée aux ONG de
dépenser au cours de l'année même les subsides
qui leur sont octroyés, avec les fréquents retards de
paiement des tranches trimestrielles de subsides,
engendre régulièrement une impossibilité pratique
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
het voor de NGO's in de praktijk vaak onmogelijk is
de subsidies integraal uit te geven. Een en ander
heeft nadelige gevolgen voor de NGO's, met name
wat de continuïteit van hun werking betreft.

Bent u bereid die al te stroeve regeling bij te sturen?
Een van de oplossingen zou erin bestaan toe te
staan dat de uitgaven worden overgedragen, zij het
binnen de periode van vijf jaar waarbinnen de
projecten moeten worden uitgevoerd.
de dépenser l'intégralité des subsides et comporte
des conséquences néfastes pour les ONG,
notamment en termes de continuité de leur action.


Etes-vous disposé à corriger ce système trop
rigide ? L'une des solutions consisterait à accepter
le report des dépenses dans les limites de la
période de cinq années, sur laquelle les projets
doivent être programmés.
02.02 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Vorig
jaar werd enige vertraging gemeld bij de toewijzing
van de subsidies aan de NGO's. Dit jaar lijkt de
situatie te zijn verbeterd.

Er rest echter nog een probleem met betrekking tot
de controle op de jaarverslagen, inzonderheid de
financiële controles, wat een weerslag heeft op de
uitbetaling, aangezien het niet-aangewende of niet-
gerechtvaardigde saldo van een bepaald jaar van
de subsidie voor het daaropvolgende jaar wordt
afgetrokken.

Werden de eerste schijven van 2001 allemaal
uitbetaald? Zo neen, welke verbeteringen zal u
aanbrengen met betrekking tot de middelen en/of
de toewijzingsregeling zelf?
02.02 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV) : L'an
passé, la procédure d'attribution des fonds aux
ONG a connu un certain retard. Cette situation
semble s'être améliorée cette année.

Cependant, il reste un problème au niveau des
contrôles sur les rapports annuels, en particulier les
contrôles financiers, ce qui a un impact sur le
paiement dans la mesure où le solde non utilisé ou
non justifié d'une année est déduit du subside de
l'année suivante.


Tous les paiements des premières tranches de
2001 ont-ils été effectués
? Si non, quelles
améliorations prévoyez-vous au niveau des moyens
et/ou du mécanisme d'attribution lui-même ?
02.03 Staatssecretaris Eddy Boutmans (Frans) :
Er wordt met de NGO's overlegd met het oog op
een herziening van de reglementering, maar wij
kunnen daar niet van afwijken.

Het grote aantal te verifiëren dossiers vormt een
aanzienlijke werkbelasting voor de administratie.
Daarom willen wij niet zozeer beperkingen dan wel
kwaliteitscriteria opleggen, wat een aantal NGO's er
wellicht toe zal brengen de handen ineen te slaan
met andere NGO's.

Mijn administratie gaat inderdaad gebukt onder een
personeelstekort. Dat is de eeuwige lijdensweg van
het departement, en een oplossing ligt niet zo
meteen voor de hand.
02.03 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
français) : Nous sommes dans un processus de
concertation avec les ONG, en vue de revoir la
réglementation, mais nous ne pouvons y déroger.

Le grand nombre de dossiers à vérifier représente
une importante charge de travail pour
l'administration. C'est pour cette raison que nous
cherchons à imposer non des restrictions, mais des
critères de qualité, qui pousseront sans doute
certaines ONG à s'organiser avec d'autres.

Il est vrai que mon administration souffre d'un
manque de personnel, traditionnel calvaire du
département, auquel il est difficile de remédier.
Vorig jaar werd enige vertraging opgelopen bij de
verwerking van de dossiers omdat een aantal
NGO's een klacht heeft mogen indienen wegens
geweigerde subsidies.

Die achterstand, die overigens vaak te wijten is aan
een lacunaire informatieverstrekking door de
NGO's, is dit jaar voor een groot stuk weggewerkt.

Wat de termijnen betreft waarbinnen de subsidie
besteed moet worden, zegt een wetsbepaling dat
het niet-uitgegeven saldo afgetrokken kan worden
Quant aux dossiers, nous avons connu l'an passé
un certain retard parce qu'on avait permis à
certaines ONG d'introduire une réclamation suite à
un refus de subsides.

Cette année, nous avons résorbé une partie
importante de ce retard, mais celui-ci est souvent
dû à un manque de données émanant des ONG.

Quant au délai d'utilisation des subsides, il existe
une disposition légale selon laquelle le solde non
utilisé peut être déduit de la subvention de l'année
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
van de subsidie voor het volgende jaar.

Nagenoeg alle dossiers zijn thans afgesloten. De
toestand is onder controle.

Ik ben voorstander van een herziening van de
reglementering in twee stappen. Wel moet
Financiën en Begroting eerst nog het licht op groen
zetten.
suivante.

Actuellement, presque tous les dossiers sont clos.
Le problème est sous contrôle.

Pour la révision de la réglementation, je serais
partisan de travailler en deux tranches. Mais il faut
l'accord du Budget et des Finances.
02.04 Jean-Jacques Viseur (PSC): De
administratie is zelf vleugellam door het gebrek aan
criteria om een overdracht toe te staan. Ik pleit voor
een intelligent geconcipieerde flexibele
reglementering.

Het heeft iets absurds, die toespitsing van alle
inspanningen op de controle a posteriori.
02.04 Jean-Jacques Viseur (PSC): En matière de
reports, l'administration est elle-même paralysée
par l'absence de critères pour les accorder. Je
plaide en faveur d'une réglementation
intelligemment souple.
Il y a quelque chose d'absurde à concentrer tous les
efforts dans le contrôle a posteriori.
02.05 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Het
belangrijkste criterium in deze is mijns inziens een
zo snel mogelijke uitbetaling van de subsidies, al
dan niet in twee tranches.
02.05 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): En ce
domaine, le critère essentiel est, selon moi, le
paiement le plus rapide des subsides, qu'ils soient
ou non payés en deux tranches.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de Wereld
Koffie Conferentie" (nr. 4708)
03 Question de M. Dirk Van der Maelen au
secrétaire d'Etat à la Coopération et au
développement, adjoint au ministre des Affaires
étrangères, sur "la Conférence mondiale du Café"
(n° 4708)
03.01 Dirk Van der Maelen (SP): In 1997 waren 50
ontwikkelingslanden voor 50 procent van hun export
afhankelijk van drie grondstoffen, voor 20 landen
liep dat percentage zelfs tot 90 op. Grondstoffen zijn
dus van levensbelang voor de Derde Wereld.
Tussen 1970 en 1997 daalden de grondstofprijzen
voor koffie echter met 30 procent. Vooral de kleine
koffieboeren lijden daaronder; zij produceren zelfs
met verlies. De consument betaalt nog altijd
dezelfde prijs en de winst gaat uitsluitend naar de
koffiebedrijven. Vandaar dat in het zuiden terecht
wordt aangedrongen op nieuwe
grondstoffenakkoorden. Gaat België daartoe een
initiatief nemen? Wat denkt de staatssecretaris over
de voorstellen van enkele NGO's en Oxfam in
verband met steun aan productiebeperking,
diversificatie en promotie?
03.01 Dirk Van der Maelen (SP): En 1997, les
exportations de 50 pays en voie de développement
dépendaient pour 50% de 3 matières premières.
Pour 20 de ces pays, ce chiffre atteignait même
90%. Les matières premières revêtent, dès lors,
une importance vitale pour le Tiers monde. Entre
1970 et 1997, les prix du café ont toutefois chuté de
30%. Les petits cultivateurs de café sont les
premiers à souffrir de cette situation car ils
produisent à perte. Or, le consommateur paie
toujours le même prix et les bénéfices vont
exclusivement aux entreprises de
commercialisation du café. C'est, dès lors, à juste
titre qu'on insiste dans l'hémisphère sud pour
conclure de nouveaux accords sur les prix des
matières premières. La Belgique compte-t-elle
prendre une initiative dans ce sens ? Quelle est
l'opinion du secrétaire d'Etat au sujet de
propositions formulées par quelques ONG et par
Oxfam à propos d'une aide à la limitation de la
production, à la diversification et à la promotion ?
03.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Minister Picqué deelde mij zijn
antwoord mee. België is bekommerd om de crisis in
de koffieproducerende landen. De koffieprijs daalt
03.02 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Monsieur le président, Le ministre
Picqué m'a communiqué sa réponse. La Belgique
est préoccupée par la crise qui touche les pays
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
nog verder, tot ver onder de productieprijs. De
koffiesector is voor miljoenen mensen in
ontwikkelingslanden de enige bron van inkomsten.
De beperking van de uitvoer en het weghalen van
de koffie van slechte kwaliteit van de markt,
ongeveer 5 procent, hadden tot nu toe niet het
verhoopte resultaat.


De manoeuvreerruimte van België is beperkt door
de internationale en de Europese context. Sinds
1999 heeft de Raad van de EU de besluiten met
betrekking tot de internationale akkoorden over
grondstoffen goedgekeurd. Het Internationaal
Koffieakkoord, dat in oktober 2001 van kracht
wordt, bevat weliswaar geen bepalingen over
prijszetting, maar strekt er toe een duurzame
economie van koffieplantages aan te moedigen, het
koffieverbruik te bevorderen, de dialoog met de
private sector te bevorderen en de
arbeidsomstandigheden te verbeteren.
producteurs de café. Le prix du café poursuit sa
chute et est déjà largement inférieur au prix de
production. Le commerce du café constitue, pour de
nombreuses personnes vivant dans les pays en
développement, l'unique source de revenus. La
limitation des exportations et le retrait du marché du
café de qualité inférieure ­ qui représente en gros
5% du marché ­ n'ont pas eu l'effet escompté.

La marge de manoeuvre de la Belgique est
restreinte eu égard au contexte européen et
international. En 1999, le Conseil de l'UE a
approuvé les arrêtés relatifs aux accords
internationaux concernant les matière premières.
L'accord international sur le café, qui entrera en
vigueur en octobre 2001, ne fixe en effet pas de
conditions en matière de prix. Cependant, il vise à
encourager le dialogue avec le secteur privé,
l'instauration d'une économie durable en matière de
plantations de café, l'augmentation de la
consommation de café et l'amélioration des
conditions de travail.
De leden van de Internationale Organisatie voor de
Koffie hebben deze maand beslist de
promotiecampagnes voor koffieverbruik in China,
Rusland en India te steunen, alsook de initiatieven
voor diversificatie.

Op Belgisch niveau is coördinatie van alle
departementen, bevoegd inzake
grondstoffenakkoorden noodzakelijk. België geeft
blijvende aandacht voor de verbetering van de
toestand in de koffieproducerende landen. Wij
hebben de vertegenwoordigers van Oxfam daarover
ontvangen. Met de NGO's hebben we afspraken
gemaakt over de strategie, maar over de
koffieproblematiek werd nog niets beslist. Wel
steunen we een aantal initiatieven inzake fair trade
inzake koffie en planten toe voor Belgische
maatregelen op het internationale forum.
Les membres de l'Organisation mondiale du Café
ont décidé ce mois-ci de soutenir les campagnes
visant à promouvoir la consommation de café en
Chine, en Russie et en Inde, ainsi que les initiatives
visant à organiser une diversification.

Sur le plan belge, il est nécessaire de prévoir une
coordination de tous les départements compétents
en matière d'accords relatifs aux matières
premières. La Belgique s'efforce en permanence
d'améliorer la situation des pays producteurs de
café. Nous avons reçu des représentants d'Oxfam
afin d'en débattre avec eux. Et avec le secteur des
ONG, nous avons conclu des accords portant sur la
stratégie à suivre, mais nous n'avons encore pris
aucune décision concernant le problème du café.
Cela dit, nous soutenons une série d'initiatives
garantes d'équité dans le commerce du café et
préconisons que la Belgique prenne des mesures à
l'échelle internationale.
03.03 Dirk Van der Maelen (SP): Ik neem nota
van dit antwoord en van het feit dat een studie werd
besteld. Wij moeten van het EU-voorzitterschap
gebruik maken om uit te zoeken hoe nieuwe
grondstofprijzen kunnen worden onderhandeld.
03.03 Dirk Van der Maelen (SP): Je prends note
de cette réponse et de ce qu'une étude a été
commandée. Nous devons mettre à profit la
présidence de l'UE pour rechercher de nouvelles
méthodes permettant de négocier les prix des
matières premières.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
landbouwakkoorden die op Europees vlak
04 Question de M. Ferdy Willems au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"les accords agricoles conclus au niveau
européen concernant le sucre" (n° 4783)
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
werden afgesloten over de suiker" (nr. 4783)
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): Er is een
overproductie van suiker. Vele ontwikkelingslanden
beoefenen daarenboven een monocultuur. De
consument betaalt te veel voor het product. Er
wordt veel gepraat over rechtvaardige handel, maar
dat blijft zonder resultaat. De suikerlobby, vooral in
België, gaat intussen zijn eigen gang. Zij gijzelt de
boeren en tracht de diverse ministers te lobbyen.
Minister Michel pleit nu zelfs voor een "eigen
economie eerst." Tariefverminderingen worden op
de lange baan geschoven.




In het Europees Parlement pleiten vrijwel alle
partijen voor een afbouw van de tolmuren, maar
België wil daar niets van weten. Werd de
staatssecretaris in deze om advies gevraagd? Hoe
beoordeelt hij deze toestand?
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): Il y a une
production excédentaire de sucre. En outre, de
nombreux pays en voie de développement
pratiquent la monoculture. Le consommateur paie
d'ailleurs ce produit à un prix trop élevé. On évoque
abondamment la notion de commerce équitable,
mais sans résultat. Entre-temps, le groupe de
pression du sucre, principalement en Belgique,
trace sa propre voie. Il prend les agriculteurs en
otage et cherche à faire pression sur plusieurs
ministres. Le ministre Michel préconise même
aujourd'hui de privilégier notre propre économie.
Les diminutions de tarif sont reportées aux
calendes grecques.

Au sein du Parlement européen, presque tous les
partis plaident en faveur de l'abolition des barrières
douanières mais la Belgique ne veut rien entendre à
ce sujet. A-t-on demandé l'avis du secrétaire d'Etat
? Quel jugement porte-t-il sur la situation ?
04.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): In de MOL-conferentie in Brussel
(conferentie van minst ontwikkelde landen) was de
algemene teneur dat Europa zijn markt zou
openstellen voor everything but arms. Dat principe
is verworven. Op dat principe werden drie termijnen
afgesproken voor drie producten: bananen, suiker
en rijst. Op Europees niveau werd dit door de
Ministerraad Algemene Zaken behandeld. Dit kwam
niet op het Belgische niveau ter sprake. Er is dus
binnen de EU duidelijk een probleem van
coherentie als het over ontwikkelingslanden gaat.
Binnen de MOL zijn er landen die wel en andere die
geen suiker produceren. Slechts een deel van de
MOL maakt deel uit van de ACP-landen. Sommige
landen krijgen dus vrijstelling van invoerrechten,
andere niet. Ook binnen de ACP-landen is er een
opdeling van belangen. Dit alles schept grote
verdeeldheid. De Europese landbouwsubsidies zijn
een probleem. Ze gaan ook in tegen de
internationale geest van
ontwikkelingssamenwerking. De afbouw van de
suikersubsidies is nodig. Daarvoor werden
overgangsregelingen uitgewerkt tot 2006, voor de
MOL die in de ACP zitten. Voor MOL-landen, niet-
APC, kan er pas wat veranderen in juli 2006.




Een aantal boerenorganisaties en organisaties die
zich inlaten met voedselvoorziening, legt de nadruk
op de voorziening in eigen voedselbehoeften door
ontwikkelingssamenwerking. Ik pleit voor een
evenwicht tussen de eigen voedselvoorziening en
04.02 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Au cours de la conférence des PMA
(Pays les moins avancés), l'opinion qui prévalait
était que l'Europe devait ouvrir son marché « à tout
sauf aux armes ». Ce principe est actuellement
acquis et, sur cette base, trois délais ont été fixés
pour trois produits: les bananes, le sucre et le riz.
Au niveau européen, cette matière a été traitée par
le Conseil des ministres des Affaires générales. Le
problème n'a pas été évoqué au niveau belge. Au
sein de l'UE, un problème de cohérence s'annonce
concernant les pays en voie de développement.
Parmi les PMA, certains pays produisent du sucre
tandis que d'autres n'en produisent pas. Une partie
seulement des PMA fait partie des pays ACP. Par
conséquent , certains pays sont exemptés de droits
d'importation tandis que d'autres ne le sont pas.
Même au sein des pays ACP, les intérêts divergent,
ce qui est source d'une grande division. Les
subventions agricoles européennes constituent un
problème. Elles vont aussi à l'encontre de l'esprit
de la coopération au développement internationale.
Il faut mettre fin au système de subventions à la
production de sucre. Pour les PMA qui font partie
des pays ACP, un règlement transitoire se
terminant en 2006 a été élaboré à cet effet. Pour les
PMA qui n'en font pas partie, la situation ne pourra
se modifier qu'à partir de juillet 2006.

Des organisations d'agriculteurs et des
organisations qui s'occupent de
l'approvisionnement alimentaire soulignent la
nécessité de pourvoir aux besoins alimentaires par
le biais de la coopération au développement. Je
suis partisan d'un équilibre entre la couverture des
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
de export.


De oorsprong van producten is niet steeds duidelijk.
Voor alle landen zal de regeling op termijn moeten
worden bijgestuurd. Dat kan tot conflicten leiden
met de eigen landbouwsector.
besoins alimentaires et l'exportation.

L'origine des produits n'est pas toujours facile à
déterminer. A terme, le régime devra être réorienté
pour tous les pays, ce qui pourrait entraîner des
conflits avec le secteur agricole national.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): In de praktijk loopt
alles niet zo eenvoudig als de mooie principes doen
uitschijnen. Er is inderdaad onvoldoende coherentie
en er rijzen problemen in de Derde Wereld. De
grote winnaars van de hele reeks afspraken, zijn de
eigen bedrijven in Europa. Blijkbaar is de minister
niet gehoord geweest door zijn collega Gabriëls.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Dans la pratique,
tout n'est pas aussi simple que pourraient le faire
supposer les beaux principes. Il y a un manque de
cohérence, et des problèmes se posent dans le
Tiers-Monde. Les entreprises en Europe sont les
grandes gagnantes de toute cette série d'accords. Il
semble que le ministre n'ait pas été entendu par
son collègue, M. Gabriëls.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Jef Valkeniers tot de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
controle van de activiteiten van het Internationaal
Huis" (nr. 4796)
05 Question de M. Jef Valkeniers au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"le contrôle des activités de la Maison
internationale" (n° 4796)
05.01 Jef Valkeniers (VLD): Onlangs besliste de
regering om de subsidiëring van het Internationaal
Huis te laten gebeuren door de Nationale Loterij.
Daardoor ontsnapt het aan de controle door het
Rekenhof. Is dat wel gezond in het licht van de
vroegere problemen? Hoe zal de controle
gebeuren? Is het wel aangewezen die instelling te
behouden, gezien haar beperkte taken?
05.01 Jef Valkeniers (VLD): Le gouvernement a
récemment décidé de subventionner la Maison
internationale par le biais de la Loterie Nationale, la
soustrayant ainsi au contrôle de la Cour des
Comptes. La situation est-elle bien saine, à la
lumière des problèmes antérieurs ? Comment le
contrôle sera-t-il organisé ? Le maintien de cette
institution s'indique-t-il encore, étant donné ses
tâches restreintes ?
05.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Het Internationaal Huis was net
opgericht bij het aantreden van deze regering. De
regering koos ervoor de instelling te behouden.


Het gaat om een privaatrechtelijke organisatie. De
financiering, die uitwassen kende, moest drastisch
worden gesaneerd. De regering zal het
Internationaal Huis bij overeenkomst bepaalde
opdrachten geven, die kunnen worden
gesubsidieerd. Het Internationaal Huis staat onder
meer in voor de gewaardeerde actie Kleur
Bekennen, en voor de fair trade-werking. Na afloop
van de overeenkomst zal deze of worden stopgezet
of worden verlengd.
05.02 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
néerlandais): La Maison internationale venait d'être
créée quand ce gouvernement est arrivé au
pouvoir. Le gouvernement a choisi de conserver
cette institution.

La Maison internationale est une organisation de
droit privé. Il était indispensable d'assainir
drastiquement son financement étant donné qu'il a
connu certaines dérives. Le gouvernement confiera
contractuellement à la Maison internationale des
missions qui pourront être subventionnées. La
Maison internationale a notamment à son actif
l'opération "Kleur Bekennen" (Afficher la couleur),
qui a récolté un vif succès. Elle s'est également
montrée active dans le cadre du "fair trade". Quand
le contrat en cours arrivera à échéance, il pourra
être résilié ou prolongé.
05.03 Jef Valkeniers (VLD): Mijn informatie in
verband met steun van de Nationale Loterij klopt
toch?
05.03 Jef Valkeniers (VLD): Les informations dont
je dispose concernant le soutien de la Loterie
Nationale sont quand même exactes ?
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
05.04 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Inderdaad.
Ontwikkelingssamenwerking krijgt jaarlijks geld van
de Nationale Loterij, dat ook voor het Internationaal
Huis wordt aangewend. Wat de controle daarop
betreft: deze blijft ongewijzigd.
05.04 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
néerlandais) : En effet. La Loterie Nationale verse
annuellement de l'argent à la coopération au
développement. La Maison internationale bénéficie
d'une partie de cet argent. Les contrôles opérés
dans ce cadre n'ont subi aucune modification.
05.05 Jef Valkeniers (VLD): DGIS kon evengoed
instaan voor de opleiding van het personeel. Ik stel
vast dat er dubbel gebruik is. Wij blijven dit dossier
volgen.
05.05 Jef Valkeniers (VLD): Le DGCI aurait très
bien pu se charger de la formation du personnel. Je
constate qu'il y a double emploi. Nous continuerons
à suivre ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos
06 Vraag van de heer Joos Wauters aan de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "steun aan
projecten in Peru" (nr. 4867)
06 Question de M. Joos Wauters au secrétaire
d'Etat à la Coopération au développement,
adjoint au ministre des Affaires étrangères, sur
"le soutien accordé à des projets au Pérou"
(n° 4867)
06.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Naar
aanleiding van de controle op de verkiezingen in
Peru, legden wij daar contacten met de civiele
organisaties en bezochten er Adefor, een
internationaal project van herbebossing, verwerking
en commercialisatie van het hout op 3.000 meter
hoogte in de Andes. Dit project dateert uit de jaren
`60 en heeft ontegensprekelijke ecologische
kwaliteiten, maar roept toch vragen op. Sinds 1990
is België als enige steunverlener overgebleven. In
dezelfde bergketen ligt een privé-goudmijn, die de
waterhuishouding grondig verstoort en de
waterlopen vervuilt met cyanide, gebruikt voor het
dynamiteren. De schade voor de plaatselijke
bevolking en landbouw is aanzienlijk. Toch krijgt de
mijn steun van de Wereldbank en wordt ze geleid
door verschillende directie- en personeelsleden van
Adefor. De goudmijn koopt gronden aan voor
herbebossing, Adefor gebruikt ze. De goudmijn wil
zo haar imago herstellen. Adefor is institutioneel
smal opgebouwd via twee universiteiten en het
ministerie van Landbouw. Het is onduidelijk
waarheen de winsten vloeien. De houtverwerking is
sinds het verdwijnen van de papierfabriek zeer
kleinschalig en beperkt tot kleine meubelbouw.






Hoe en onder welke voorwaarden kunnen wij dit
herbebossingsprogramma uit 1965 steunen? Aan
welke voorwaarden en binnen welke termijn moet
Adefor daaraan voldoen? Hoe kan vermenging
tussen dit project en de goudmijn worden
voorkomen? Wat kan de staatssecretaris
06.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Dans le
cadre de notre mission de contrôle des élections au
Pérou, nous sommes entrés en contact avec des
organisations civiles et nous avons visité les
installations d'Adefor. Il s'agit d'un projet
international de reboisement, de transformation et
de commercialisation du bois, situé à 3000 mètres
d'altitude dans les Andes. Ce projet, élaboré dans
les années soixante, a sans conteste des mérites
écologiques mais un certain nombre de questions
se posent néanmoins. Depuis 1990, la Belgique est
le seul pays qui continue à soutenir ce projet. Dans
la même chaîne de montagnes, une mine d'or
privée est en exploitation. Celle-ci perturbe
profondément le régime des eaux souterraines et
pollue les cours d'eau avec du cyanure utilisé pour
le dynamitage. Les dégâts sont considérables pour
la population locale et l'agriculture. Cette mine
bénéficie pourtant du soutien de la Banque
mondiale et est dirigée par différents membres de la
direction et du personnel d'Adefor. La mine achète
des terres destinées au reboisement et Adefor les
utilise. La mine d'or souhaite ainsi améliorer son
image de marque. Adefor dépend d'une structure
institutionnelle étroite avec deux universités et le
ministère de l'Agriculture. Il est impossible d'établir
clairement ce qu'il advient des bénéfices. Depuis la
disparition de l'usine à papier, la transformation du
bois ne représente plus qu'une activité réduite et est
limitée à la production de meubles.

Comment pouvons nous soutenir ce projet de
reboisement datant de 1965 et dans quelles
conditions ? Quelles conditions et quel calendrier
doivent être respectés par Adefor ? Comment éviter
la confusion d'intérêts entre ce projet et la mine d'or
? Quelles initiatives le secrétaire d'Etat peut-il
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
ondernemen aangaande de steun van de
Wereldbank aan de goudmijn?
prendre concernant l'aide octroyée par la Banque
mondiale à la mine d'or ?
06.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Plaatsbezoeken hebben duidelijk hun
nut. Het voortzetten van het Adefor-project wordt
sinds 1999 besproken in overlegvergaderingen.
Adefor legde onlangs een strategisch plan voor, dat
nog door de algemene vergadering moet worden
goedgekeurd. Binnenkort komt een afvaardiging
naar België.


BTC kreeg de opdracht een missie te volbrengen
om een advies uit te brengen over de institutionele
aspecten van Adefor en over het mijn- en bosbeleid
van de Peruviaanse regering. Op basis van de
gekende gegevens zal worden nagegaan of de
voortzetting van het project wenselijk is.

Wat de vermenging van de goudmijn en de
herbebossing betreft, kunnen wij niet tussenkomen
in een private onderneming. Anderzijds is het zeker
niet de bedoeling van Ontwikkelingssamenwerking
te fungeren als ecologisch uitgangbord.Is het
steunen door de Wereldbank van de goudmijn een
goede zaak? Daarover kan worden overlegd. Ik ken
niet alle elementen van dat dossier. De BTC
onderzoekt de wenselijkheid van de voortzetting van
de steun aan het Adefor-project en houdt daarbij
rekening met uw opmerkingen.
06.02 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
néerlandais) : Les visites sur le terrain sont utiles.
La poursuite du projet Adefor fait l'objet de réunions
de concertation depuis 1999. Adefor a élaboré
récemment un plan stratégique, lequel doit encore
être approuvé par l'assemblée générale. Une
délégation devrait se rendre sous peu dans notre
pays.

La CTB a été chargée de recueillir sur place des
informations et de donner un avis sur les aspects
institutionnels d'Adefor ainsi que sur la politique
minière et forestière du gouvernement péruvien.
Sur la base de son rapport, nous déciderons s'il y a
lieu de poursuivre ou non le projet.

En ce qui concerne le lien entre l'exploitation de la
mine d'or et le reboisement, il est clair que nous ne
pouvons nous immiscer dans la gestion d'une
entreprise privée. La coopération au développement
n'a d'ailleurs pas pour vocation d'être le porte-
drapeau de l'écologie. Faut-il se réjouir du soutien
dont bénéficie la mine d'or auprès de la Banque
mondiale ? Je l'ignore : je n'ai pas tous les éléments
en main. Quoi qu'il en soit, la CTB examine
l'opportunité de continuer à soutenir le projet
Adefor et tient compte de vos observations.
06.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Ik ben
blij dat er kort op de bal gespeeld wordt. Wat de
privé-goudmijn betreft: verschillende NGO's zijn
zich aan het inkopen in dit bedrijf. Er moet in elk
geval worden voorkomen dat de goudmijn het
herbebossingsprogramma en de ecologie helemaal
tenietdoen.Kan de staatssecretaris niet meer
ondernemen ten aanzien van de Wereldbank?
06.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Je me
réjouis que l'on ait réagi si vite. Plusieurs ONG
s'intéressent à la mine d'or privée et sont occupées
à la racheter. Quoi qu'il en soit, il faut éviter que
l'exploitation ne mette en péril le projet de
reboisement et l'environnement. Le secrétaire d'Etat
ne pourrait-il entamer davantage de démarches
auprès de la Banque mondiale ?
06.04 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): U stelde fundamentele vragen. Ik zal
met de Wereldbank afspraken maken over de
toekomst van het project en aandringen op een
grondige beoordeling.
06.04 Eddy Boutmans, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Nous sommes au coeur du problème.
Je discuterai avec la Banque mondiale de l'avenir
du projet et insisterai pour que celui-ci fasse l'objet
d'une évaluation approfondie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Karel Pinxten tot de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken over
"het conflict met vice-premier en minister van
Buitenlandse Zaken Michel" (nr. 4870)
- de heer Francis Van den Eynde tot de
staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking toegevoegd aan de
07 Questions orales jointes de
- M. Karel Pinxten au secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "son conflit
avec le vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères M. Louis Michel" (n° 4870)
- M. Francis Van den Eynde au secrétaire d'Etat à
la Coopération au développement adjoint au
ministre des Affaires étrangères sur "les
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
minister van Buitenlandse Betrekkingen over "de
discussies tussen de minister van Buitenlandse
Zaken en de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking" (nr. 4908)
discussions entre le ministre des Affaires
étrangères et le secrétaire d'Etat à la Coopération
au développement" (n° 4908)
07.01 Karel Pinxten (CVP): De voorbije twee jaar
waren er heel wat spanningen tussen minister
Michel en de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking. Minister Michel heeft
onlangs een zoveelste poging ondernomen, dit keer
in het kader van de OESO om de bevoegdheden en
het budget van Ontwikkelingssamenwerking over te
hevelen naar Buitenlandse Zaken. De Congo-reis
van de staatssecretaris werd bovendien op
onaanvaardbare wijze geannuleerd. Dit
hypothekeert de toekomstige verhouding tussen
Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking en het beleid inzake
ontwikkelingssamenwerking, die gericht is op de
armsten

Het ware beter geweest indien de staatssecretaris
zijn missie in Congo had kunnen volbrengen en dat
de premier op het einde van de maand niet was
gegaan: de verklaringen die hij daar zal afleggen
kaderen voor 95 procent in
Ontwikkelingssamenwerking. Bovendien dreigen ze
een regime te legitimeren waarvoor geen legitimatie
bestaat, vooral door de aanwezigheid van de eerste
minister. Wij geven een verkeerd signaal, temeer
daar de elementaire mensenrechten in Congo alom
worden geschonden.
07.01 Karel Pinxten (CVP): De fortes tensions
sont apparues ces deux dernières années entre le
ministre Michel et le secrétaire d'Etat à la
Coopération au développement. Récemment
encore, le ministre Michel faisait une énième
tentative, cette fois dans le cadre de l'OCDE, pour
obtenir que les compétences et le budget de la
Coopération au développement soient transférés
aux Affaires étrangères. De plus, le voyage que le
secrétaire d'Etat devait effectuer au Congo a tout
simplement été annulé. Non seulement cela
hypothèque l'avenir des relations entre les Affaires
étrangères et la Coopération au développement,
mais cela porte également préjudice aux
populations les plus pauvres, principales
bénéficiaires de la politique de coopération.
Il serait préférable que le secrétaire d'Etat effectue
sa mission au Congo et que le premier ministre ne
s'y rende pas à la fin du mois. Les déclarations qu'il
y fera s'inscriront à 95% dans le cadre de la
Coopération au développement. De plus, il risque,
par sa seule présence, de cautionner un régime qui
n'a aucune légitimité. Nous sommes d'autant plus
opposés à ce voyage que le Congo ne respecte pas
les droits humains les plus élémentaires.
07.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Uit bepaalde berichten blijkt er opnieuw een
spanning te zijn ontstaan tussen de staatssecretaris
en de minister van Buitenlandse Zaken. De minister
zou zelfs azen op de begroting van
Ontwikkelingssamenwerking. Als het om een
sportwedstrijd ging, zou het resultaat nu 6-0 zijn
voor Buitenlandse Zaken.

Blijkbaar is er nog steeds geen concordantie tussen
beide excellenties. Wanneer en hoe zal dat
probleem worden opgelost? Als het departement
Ontwikkelingssamenwerking slechts als bloempotje
dient om Buitenlandse Zaken te versieren, wordt het
beter afgeschaft.

Er werd verwezen naar de reis naar Congo, die toch
in het kader van Ontwikkelingssamenwerking valt.
Wie doet eigenlijk aan ontwikkelingssamenwerking
in dit land? Dat is momenteel zeker niet duidelijk.
07.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Certains communiqués font état de nouvelles
tensions entre le secrétaire d'Etat et le ministre des
Affaires étrangères. Le ministre aurait même jeté
son dévolu sur le budget de la Coopération au
Développement. S'il s'agissait d'une rencontre
sportive, le résultat serait actuellement de 6-0 pour
les Affaires étrangères.

Manifestement, les deux éminences ne parviennent
toujours pas à accorder leurs violons. Quand et
comment ce problème sera-t-il résolu ? Si le
département de la Coopération au Développement
ne sert plus que d'ornement aux Affaires
étrangères, mieux vaut le supprimer.

D'aucuns ont fait allusion au voyage au Congo qui
relevait tout de même de la coopération au
développement. Qui s'occupe de coopération dans
ce pays ? Pour le moment, il est impossible
d'obtenir une réponse claire à cette question.
07.03 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Ontwikkelingssamenwerking is één
van de zeldzame departementen waar een
07.03 Eddy Boutmans, secrétaire d'Etat (en
néerlandais): La coopération au développement est
un des seuls départements pour lesquels il existe
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
evaluatiebeleid bestaat, dat internationaal is
ingebed in de OESO. Bij de evaluatie van dit jaar
werd duidelijk dat Ontwikkelingssamenwerking
volop in verandering is. Er kwam kritiek op het
gebrek aan instrumenten voor eigen evaluatie, op
de versnippering van NGO's en indirecte partners
en op de gebrekkige coördinatie. Er waren grote
vragen bij een mogelijke defederalisering. De
hervorming dient te worden verder gezet en de
begrotingen van Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking moeten gescheiden
blijven. Ik sta achter een dergelijke evaluatie. De
begroting wordt jaarlijks goedgekeurd door het
Parlement, met twee gescheiden secties. De OESO
juicht deze werkwijze toe.





Een protocol is zeker niet nodig over de begroting,
die bij wet wordt bepaald. Mijn bevoegdheden
liggen vast in mijn benoemingsbesluit en in een
aantal juridische akten waarover de Raad van State
advies verschafte. Dat is voor mij een voldoende
juridische basis.
une "politique d'évaluation" qui, au niveau
international, s'inscrit dans le cadre de l'OCDE. Lors
de l'évaluation de cette année, il est apparu que la
coopération au développement est en pleine
évolution. Les critiques ont porté, entre autres, sur
le manque d'instruments d'auto-évaluation,
l'éparpillement des ONG et des partenaires
indirects et le manque de coordination. Certains ont
émis de sérieux doutes quant à une éventuelle
défédéralisation de la coopération au
développement. La réforme doit être poursuivie et
les budgets des départements des Affaires
étrangères et de la Coopération au développement
doivent rester scindés. Je suis partisan d'une telle
évaluation. Le budget fait l'objet d'un contrôle
annuel par le Parlement et comporte deux sections
distinctes. L'OCDE salue cette manière de travailler.

Un protocole n'est assurément pas requis pour le
budget, qui est fixé par une loi. Mes compétences
sont définies par mon arrêté de nomination, lequel a
fait l'objet d'un avis du Conseil d'Etat. C'est, à mes
yeux, une base juridique suffisante.
Het incident naar aanleiding van Congo wil ik niet
opblazen. Iedereen weet dat de manier waarop de
reis werd afgezegd mij niet is bevallen. Of en
wanneer mijn reis nog doorgang zal vinden, wordt
verder besproken. Het doel van de reis was en is de
samenwerking bespreken met diverse Congolese
actoren, een aantal projecten opvolgen en
uitvoering pogen te geven aan nieuwe
programma's, wat natuurlijk moeizaam gaat in een
land in oorlog. Verder was het de bedoeling om
17,5 ton hulpgoederen af te leveren.

De regering werkt aan een actieplan. Datum,
schema en inhoud van mijn reis worden mee
bepaald door de mate waarin
Ontwikkelingssamenwerking zijn rol in Congo kan
spelen, waarin mijn departement mede de
pacificatie in het gebied kan bevorderen en waarin
het een bijdrage kan leveren aan de voorbereiding
van de institutionalisering van een democratische
staat in Congo. Alleszins zal onze
ontwikkelingssamenwerking werken voor de
bevolking en niet voor een of ander regime. We
kunnen natuurlijk het regime niet wegcijferen. Er
zijn dan ook contacten met Congolese
functionarissen.
Je ne souhaite pas monter en épingle l'incident à
propos du Congo. Chacun sait que je n'ai guère
apprécié la manière dont le voyage a été annulé. Ce
voyage avait ­ et a toujours ­ pour but d'assurer,
en collaboration avec différents acteurs congolais,
le suivi de plusieurs projets et de tenter de mettre
en oeuvre, sur le terrain, une série de nouveaux
programmes, entreprise particulièrement difficile
dans un pays en guerre. Par ailleurs, il s'agissait
également d'assurer la livraison de 17,5 tonnes
d'aide en matériel.

Le gouvernement prépare un plan d'action. Les
dates, le calendrier précis et le contenu de mon
voyage dépendront notamment de la possibilité,
pour la coopération au développement, de jouer son
rôle au Congo et de contribuer à la pacification de la
région et à la préparation de l'institutionnalisation
d'un Etat démocratique dans ce pays. En tout état
de cause, notre coopération au développement se
mettra au service de la population et non de l'un ou
l'autre régime. Nous ne pouvons évidemment
ignorer le régime en place et entretenons, dès lors,
des contacts avec les fonctionnaires congolais.
De regering heeft onder meer de wisselkoersen
losgemaakt, wat zeer positief is in het kader van de
ontwikkelingssamenwerking. De transparantie werd
er ook door vergroot.
Le gouvernement a notamment libéré les taux de
change, ce qui est très positif dans le cadre de la
coopération au développement. Cela a contribué
aussi à accroître la transparence.
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12

Ontwikkelingssamenwerking in conflictgebieden
vormt een zeer grote uitdaging, waarop op
internationale fora uitvoerig wordt ingegaan. Via
case studies zal een seminarie op het einde van het
jaar naar aangepaste technieken zoeken.



Zelfs als er pacificatie komt in de regio én de
huidige regering gunstig evolueert, blijft het
probleem van het ontbreken van een lokale
overheid overeind. De bestaande begroting beschikt
niet over de nodige basisgegevens en de overheid
kan niet instaan voor de plaatselijke omzetting van
het ontwikkelingsbeleid.

Het actieplan, dat gebaseerd is op het beleidsplan
van eind 1999, zal op 27 juni aan het Parlement
worden voorgelegd. De inhoud ervan zal de
concrete agenda van mijn bezoek aan Congo
bepalen.

La coopération au développement dans les zones
de conflit constitue un défi de taille et les
organisations internationales lui portent une
attention toute particulière. A la fin de l'année, on
tentera, dans le cadre d'un séminaire, de mettre au
point des techniques appropriées par le biais de
"case studies".

Le problème posé par l'absence d'autorité locale
subsistera, même si la région est pacifiée et si le
gouvernement en place évolue bien. Le budget
actuel ne comporte pas les données de base
nécessaires et l'autorité publique ne peut assurer la
transposition à l'échelon local de la politique suivie
en matière de coopération.

Le Plan d'action, qui est basé sur le projet politique
concocté à la fin de 1999, sera soumis au
Parlement le 27 juin. L'agenda de ma visite au
Congo sera fonction de son contenu.
07.04 Karel Pinxten (CVP): Het OESO-verslag is
er dus nog niet. Wat de afgezegde reis naar Congo
betreft, heeft u zich door Verhofstadt en Michel
laten reduceren tot een soort boy en uw
departement tot een tweederangsdepartement. U
spreekt over de reis die u nog zal maken. U had die
reis echter al deze maand moeten maken en u had
een pakket ontwikkelingshulp moeten meenemen
naar de mensen op het terrein. Nu gaan
Verhofstadt en Michel met een actieplan, dat uw
actieplan had moeten zijn, naar ginder. Ik vrees dat
de krachtverhoudingen tussen u en de minister van
Buitenlandse Zaken voor de rest van de legislatuur
vastliggen. Dat is vooral jammer voor al degenen
aan wie onze ontwikkelingssamenwerking ten
goede moet komen.
07.04 Karel Pinxten (CVP): Le rapport de l'OCDE
n'est donc pas encore disponible. En ce qui
concerne le voyage au Congo qui a été annulé,
vous vous êtes laissé réduire au rang de « boy »
par MM. Verhofstadt et Michel et votre département
est devenu un département de second rang. Vous
évoquez le voyage que vous devez encore effectuer
mais ce voyage aurait dû se faire ce mois-ci, afin de
présenter aux personnes qui travaillent sur le terrain
les projets en matière de coopération au
développement. MM. Verhofstadt et Michel se
rendent à présent au Congo avec un plan d'action
qui aurait dû être le vôtre. Je crains que les
rapports de force entre vous-même et le ministre
des Affaires étrangères ne soient fixés jusqu'à la fin
de la législature. Cette situation est particulièrement
regrettable pour tous ceux qui devraient bénéficier
de notre coopération au développement.
07.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Afrika en vooral Centraal-Afrika met Congo hebben
de hoogste nood aan ontwikkelingssamenwerking.
Precies daar neemt de minister voor Buitenlandse
Zaken, bijgestaan door de eerste minister, de
touwtjes in handen.

Ontwikkelingssamenwerking is dus het glijmiddel
van België om opnieuw aan politiek te kunnen doen
in Afrika. Dit is een verwijt aan alle
meerderheidspartijen.


Het incident is gesloten.
07.05 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
L'Afrique et surtout l'Afrique centrale et le Congo
ont grand besoin d'une aide au développement. Or,
c'est précisément dans ces pays que le ministre
des Affaires étrangères, avec l'aide du premier
ministre, prend les choses en main.

La coopération au développement est, dès lors,
l'instrument qui permet à la Belgique de mener à
nouveau une politique africaine. Ceci est un
reproche que j'adresse à tous les partis de la
majorité.

L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Jacques Lefevre tot de 08 Question de M. Jacques Lefevre au vice-
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de evaluatie van de
mensenrechtencommissie en het stemgedrag
van België" (nr. 4737)
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur"l'évaluation de la commission des
droits de l'homme et sur le vote de la Belgique"
(n° 4737)
08.01 Jacques Lefevre (PSC): In antwoord op een
vraag van de heer Jacques Simonet heeft de
minister op 7 maart jongstleden de Belgische
prioriteiten met betrekking tot de Commissie voor
de mensenrechten van de Verenigde Naties
geschetst: de Democratische Republiek Congo,
Iran, Tsjetsjenië, China en Cuba, alsook thema's
zoals de afschaffing van de doodstraf, de
eerbiediging van de vrouwenrechten in de wereld,
het promoten van de rechten van het kind en de
strijd tegen het racisme.

Wat zijn de resultaten van de actie van de
Belgische regering? Wat was het stemgedrag van
ons land? Welke resoluties werden ingediend,
inzonderheid met betrekking tot Cuba?
Welke houding heeft België terzake aangenomen?
De Verenigde Staten werden niet herkozen als lid
van de Commissie voor de mensenrechten. Wat
was het stemgedrag van België met betrekking tot
die kwestie? Ik ben de mening toegedaan dat een
embargo een sterk bewind enkel maar steviger in
het zadel houdt.
08.01 Jacques Lefevre (PSC) : En réponse à une
question de M. Jacques Simonet, le ministre a
exposé, le 7 mars dernier, les priorités belges pour
la Commission des droits de l'homme des Nations
Unies : la République démocratique du Congo,
l'Iran, la Tchétchénie, la Chine et Cuba, de même
que les thèmes comme l'abolition de la peine de
mort, le respect des droits des femmes dans le
monde, la promotion des droits de l'enfant et la lutte
contre le racisme.


Quels sont les résultats de l'action du
gouvernement belge? Quels ont été les votes de la
Belgique?

Quelles sont les résolutions déposées, sur Cuba en
particulier? Quelle a été l'attitude de la Belgique ?
Les Etats-Unis n'ont pas été réélus membres de la
Commission des droits de l'homme. Comment la
Belgique a-t-elle voté sur cette question ? Je crois
que les embargos ne font que renforcer les
pouvoirs forts.
08.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans , namens
minister Louis Michel (Frans) : Ik heb de tekst van
de resoluties niet bij, maar zal hem u in de
komende dagen laten bezorgen.

Ons land heeft tijdens deze zitting heel wat
activiteiten ontplooid. België heeft zich verscheidene
malen in de plaats gesteld van het Europees
voorzitterschap om zijn standpunt kenbaar te
maken.

Ik stip aan dat drie resoluties werden aangenomen
na een stemming, wat wijst op een zekere evolutie.
Ik wil echter wijzen op het gebrek aan
overeenstemming met betrekking tot een aantal
kwesties die verband houden met de
mensenrechten.

De zeven EU-lidstaten die lid zijn van de commissie
en stemrecht hebben, waaronder België, hebben
eenzelfde houding aangenomen met betrekking tot
resoluties betreffende de situatie van de
mensenrechten in China, Cuba, Rwanda en in
sommige gebieden van Zuid-Oost-Europa.


De resoluties met betrekking tot de situatie van de
mensenrechten in Burundi, de Democratische
Republiek Congo, Afghanistan, Myanmar, Sierra
08.02 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat, au nom
de M. Louis Michel, ministre (en français) : Je n'ai
pas ici le texte des résolutions, mais vous les ferai
parvenir dans les prochains jours.

Au cours de cette session les activités de notre
pays ont été nombreuses. La Belgique a été
amenée à se substituer à plusieurs reprises à la
présidence européenne pour exprimer ses
positions.

Remarquons que trois des résolutions ont été
adoptées suite à un vote, ce qui marque une
évolution. Notamment, notons l'absence de
consensus au sujet d'une série de questions liées
aux droits de l'homme.


Les sept pays membres de l'Union européenne qui
sont membres de la Commission et disposent du
droit de vote, dont la Belgique, ont adopté une
attitude similaire au sujet des résolutions portant sur
la situation des droits de l'homme en Chine, à
Cuba, au Rwanda et dans certaines parties de
l'Europe du Sud-est.

Les résolutions sur la situation des droits de
l'homme au Burundi, en République démocratique
du Congo, en Afghanistan, au Myanmar, au Sierra
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Leone en Equatoriaal-Guinea werden door de
Commissie bij consensus aangenomen.
Leone et en Guinée équatoriale ont été adoptées
par la Commission par consensus.
Vier resoluties werden besproken betreffende de
schending van de mensenrechten in de bezette
Arabische gebieden, met inbegrip van Palestina.
Net als de andere EU-lidstaten heeft België zich
onthouden bij de stemming over de resoluties
betreffende de mensenrechten op de bezette
Syrische Golanhoogvlakte; de schending van de
mensenrechten in de bezette Arabische gebieden,
met inbegrip van Palestina; en over de situatie met
betrekking tot de fundamentele rechten van de
Libanese gedetineerden in Israël. De EU heeft met
succes een resolutie ingediend over de Israëlische
kolonies in de bezette gebieden. Die resolutie werd
nagenoeg eenparig aangenomen.

Voorts heeft de commissie een groot aantal
thematische resoluties aangenomen. Die teksten
staan ook op de website van de Verenigde Naties.


Ik wijs u erop dat België voor de resoluties
betreffende het recht op ontwikkeling, de
beschikbaarheid van geneesmiddelen, de doodstraf
en de straffeloosheid gestemd heeft.

Tsjechië heeft een resolutie ingediend betreffende
de mensenrechten in Cuba. Die resolutie werd
aangenomen; met name de EU-landen stemden
voor.

De Verenigde Staten zijn er niet in geslaagd een
nieuw mandaat te krijgen. België is geen lid van de
Ecosoc en heeft niet aan die stemming kunnen
deelnemen.
Concernant la question des violations des droits de
l'homme dans les territoires arabes occupés, y
compris la Palestine, quatre résolutions ont été
examinées. Comme ses homologues de l'Union
européenne, la Belgique s'est abstenue sur les
résolutions relatives aux droits de l'homme dans le
Golan syrien occupé, à la question de la violation
des droits de l'homme dans les territoires arabes
occupés, y compris la Palestine, et à la situation
des droits fondamentaux des détenus libanais en
Israël. L'Union européenne a introduit avec succès
une résolution sur les colonies israéliennes dans les
territoires arabes occupés, adoptée à la quasi
unanimité.

De très nombreuses résolutions à caractère
thématique ont été adoptées par la Commission.
Ces textes sont disponibles sur le site Internet des
Nations Unies.

On notera le vote de la Belgique en faveur des
résolutions relatives au droit au développement, à
l'accès aux médicaments, à la peine de mort et à
l'impunité.

Une résolution sur la situation des droits de
l'homme à Cuba a été introduite par la Tchéquie.
Elle fut adoptée, avec notamment un vote positif
des pays de l'Union européenne.

Les Etats-Unis ont échoué dans l'obtention du
renouvellement de leur mandat. La Belgique, qui
n'est pas membre de l'Ecosoc, n'a pas pu prendre
part à ce scrutin.
08.03 Jacques Lefevre (PSC): Het enige waar ik
spijt over heb, is het dossier met betrekking tot
Cuba ; de betrekkingen tussen de Tsjechische
Republiek en Cuba zijn momenteel wat gespannen
en wij weten dat het de Verenigde Staten zijn die de
Tsjechen hebben gevraagd de resolutie in te
dienen. Ik herhaal het : een embargobeleid zorgt
enkel maar voor meer armoede, wat de vestiging
van een sterk regime in de hand werkt.
08.03 Jacques Lefevre (PSC) : Mon seul regret
est le dossier relatif à Cuba ; les relations sont
tendues entre la République tchèque et Cuba, et
nous savons que ce sont les Etats-Unis qui ont
demandé aux Tchèques de déposer la résolution.
Je le répète : une politique d'embargo n'amène que
la misère, qui entraîne les pouvoirs forts.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Ferdy Willems tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "Tibet" (nr. 4768)
09 Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"le Tibet" (n° 4768)
09.01 Ferdy Willems (VU&ID): Wie nam het
initiatief van de reis naar Tibet van de minister van
Buitenlandse Zaken? Zijn alle diplomatieke
randvoorwaarden, inclusief overleg met de
09.01 Ferdy Willems (VU&ID): Qui a pris l'initiative
du voyage au Tibet
du ministre des Affaires
étrangères
? Toutes les conditions connexes
diplomatiques ont-elles été remplies, y compris celle
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Europese instanties vervuld? Welke doelstellingen
streeft de minister na? Wat heeft de minister in
China bereikt met betrekking tot Tibet?


Het boeddhisme wordt door China keihard
aangepakt. Tibet werd door China om economische
en militaire doelstellingen geannexeerd. Er is
sprake van culturele genocide en volkerenmoord. Ik
verwijs naar het rapport van Amnesty International
ter zake: "Torture in Tibet 1949-1999". In de
commissie Buitenlandse Zaken van 12 januari 2000
werd naar aanleiding van de besprekingen over
Tibet gezegd dat druk zou moeten worden
uitgeoefend. Ik dring daar opnieuw op aan en vraag
ook om in het kader van het Europees
Voorzitterschap initiatieven te nemen.
d`une concertation avec les autorités
européennes ? Quels objectifs le ministre poursuit-
il ? Quels résultats le ministre a-t-il pu atteindre en
Chine au sujet du Tibet ?

Le bouddhisme est durement réprimé par la Chine.
Le Tibet a été annexé par la Chine pour des motifs
économiques et militaires. On parle d'un génocide
culturel et de l'extermination d'un peuple. Je renvoie
au rapport d'Amnesty International à ce sujet :
"Torture in Tibet 1949-1999".Lors de la réunion de
la commission des Relations extérieures du 12
janvier 2000, il a notamment été dit que des
pressions devraient être exercées dans le cadre
des discussions à propos du Tibet. J'ose à nouveau
insister sur cette question et je demande également
que des initiatives soient prises dans le cadre de la
Présidence européenne.
De voorzitter: Er zijn nog andere voorstellen van
resolutie betreffende Tibet : de resolutie die ikzelf
heb ingediend, samen met de dames Laenens en
Drion, en de resolutie van de heer Bacquelaine.
Le président : Il y a d'autres propositions de
résolution sur le Tibet, dont celle que j'ai déposée
avec Mmes Laenens et Drion et celle de M.
Bacquelaine.
09.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans
(Nederlands): Ik geef u het antwoord van Minister
Michel. Hij meldt dat hij bij zijn ontmoetingen met
zijn Chinese collega's het vraagstuk van de
mensenrechten heeft aangesneden. Sinds 1998
hecht de EU trouwens ook enorm veel belang aan
de mensenrechten in China. Op de Chinees-
Europese top van 5 september zullen we nagaan of
op dit vlak vooruitgang is geboekt. In elk geval
blijken de Chinese autoriteiten voor dit probleem
open te staan. Naar aanleiding van de vragen over
Tibet werd minister Michel inderdaad naar Tibet
uitgenodigd. Er wordt op Belgisch en op Europees
vlak nog overlegd en onderzocht of op die
uitnodiging moet worden ingegaan, maar het is nog
niet duidelijk wat het resultaat van dat overleg zal
zijn. Men wil in elk geval de zaken bespoedigen en
oplossingen zoeken die voor alle partijen
aanvaardbaar zijn.

In de commissie Buitenlandse Zaken van 12 januari
2001 heeft minister Michel overigens reeds het
Belgisch standpunt en de gedragslijn ten aanzien
van China uiteengezet. Op Europees niveau wordt
de dialoog over de mensenrechten verder gezet. Op
Belgisch niveau is er ook overleg met China.
09.02 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat (en
néerlandais) : Je vous donne lecture de la réponse
de M. Michel. Il fait savoir qu'il a abordé la question
des droits de l'homme lors de ses rencontres avec
ses collègues chinois. Depuis 1998, l'Union
européenne accorde d'ailleurs, elle aussi, une très
grande importance au respect des droits de
l'homme en Chine. A l'occasion du sommet sino-
européen du 5 septembre, on vérifiera si des
progrès ont été réalisés dans ce domaine. Quoi qu'il
en soit, les autorités chinoises semblent être
sensibles à ce problème. A la suite des questions
posées à propos du Tibet, M. Michel a, en effet, été
invité à se rendre dans cette région. Une
concertation est en cours aux niveaux belge et
européen, pour voir s'il convient de répondre à cette
invitation. On ne peut anticiper l'issue de cette
concertation. Je veux cependant faire avancer les
choses et chercher des solutions acceptables pour
toutes les parties.

En commission des Relations extérieures, M.
Michel a d'ailleurs déjà exposé, le 12 janvier 2001,
le point de vue de la Belgique et la ligne de conduite
à suivre face à la Chine. Le dialogue sur les droits
de l'homme est poursuivi au niveau européen. Une
concertation est organisée avec la Chine en
Belgique aussi.
09.03 Ferdy Willems (VU&ID): Dat het thema door
de vice-premier werd aangekaart doet mij plezier.
Het is een begin van een oplossing. Dat hij het op
Europees vlak eveneens zal opwerpen, stemt mij
vreugdevol. Dat China voor de problematiek
09.03 Ferdy Willems (VU&ID): Je me réjouis que
le vice-premier ministre ait abordé ce thème. J'y
vois l'amorce d'une solution. Je suis également très
heureux du fait qu'il en fera bientôt de même à
l'échelon européen. En outre, que la Chine se dise
13/06/2001
CRABV 50
COM 503
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
openstaat, is haast te mooi om waar te zijn.


Als onze minister naar Tibet gaat, zou hij zich ook
goed moeten voorbereiden inzake het standpunt
van de Tibetanen.

Het antwoord van de minister stemt mij alleszins
hoopvol in dit wanhopig dossier.
prête à débattre de cette question me semble être
presque trop beau pour être vrai.

Si notre ministre se rend au Tibet, il devrait
également bien se préparer à aborder le problème
du peuple tibétain.

Quoi qu'il en soit, après avoir entendu la réponse du
ministre, j'ai bon espoir que ce dossier dramatique
trouve une solution.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Peter Vanhoutte tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de onderhandelingen betreffende
Macedonië" (nr. 4889)

10 Question de M. Peter Vanhoutte au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les négociations relatives à la
Macédoine" (n° 4889)
10.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Het
conflict in Macedonië is volop aan het escaleren. De
door de OVSE bemiddelde overeenkomst met de
rebellen werd door de regering afgewezen. Steunt
ons land deze houding van de Macedonische
regering?

Zal ons land mee initiatieven nemen om de
escalatie van het conflict in de kiem te smoren?
Wordt er gedacht aan een nieuwe interventie.
Griekenland heeft hiervoor al gepleit.

Wat zal ons land ondernemen om de stroom
vluchtelingen in te dijken? Worden daartoe extra
middelen vrijgemaakt?
10.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): C'est
l'escalade dans le conflit en Macédoine. Le
gouvernement a rejeté l'accord négocié avec les
rebelles par l'OSCE. Notre pays soutient-il l'attitude
du gouvernement macédonien ?


Notre pays prendra-t-il également des initiatives
pour étouffer dans l'oeuf le développement du conflit
? A-t-on envisagé une nouvelle intervention, une
solution préconisée par la Grèce.

Qu'entreprendra notre pays pour limiter l'afflux des
réfugiés ? Des moyens supplémentaires ont-ils été
dégagés à cet effet ?
10.03 10.02 Staatssecretaris Eddy Boutmans in
naam van Minister Louis Michel (Nederlands): De
recente escalatie van het conflict in Macedonië
vergt een gecoördineerde aanpak vanwege de
internationale gemeenschap. Het OVSE-initiatief
had een eerder unilateraal karakter. Het initiatief
werd in het begin gedoogd door een deel van de
Macedonisch-Slavische autoriteiten, doch daarna
volledig verworpen. Hetzelfde gaat op voor het
tussen de beide Macedonisch-Albanese partijen en
het Nationale Albanese Bevrijdingsleger gesloten
akkoord, het zogenaamde document van Prizren.
Omdat dit akkoord de weg kon openen voor een
legitimisering van de gewapende elementen, heeft
het de regering van Nationale Eenheid doen
wankelen. Tijdens het bezoek van Javier Solana
aan Skopje op 28 en 29 mei hebben de vier
belangrijkste Macedonische partijen gesteld dat dit
document van Prizren niet langer relevant was.

Ons land zal zich samen met zijn partners in de EU,
de NAVO en de OVSE blijven inzetten om een
verdere escalatie van het conflict te vermijden.
10.02 Eddy Boutmans , secrétaire d'Etat, au nom
du ministre Michel (en néerlandais) : La récente
escalade du conflit en Macédoine nécessite une
approche coordonnée de la communauté
internationale. L'initiative prise par l'OSCE revêtait
plutôt un caractère unilatéral. Initialement, cet
accord avait été "accepté" par une partie des
autorités macédoniennes slaves mais avait ensuite
été intégralement rejeté. Il en va de même pour
l'accord conclu entre les deux partis macédoniens
albanais et l'armée nationale de libération
albanaise. Comme cet accord - aussi appelé
document de Prizren - ouvrait la voie d'une
légitimation des éléments armés, le gouvernement
d'unité nationale l'a fait vaciller. Au cours d'une
visite effectuée par Javier Solana à Skopje les 28 et
29 mai, les 4 principaux partis macédoniens ont
déclaré que le document de Prizren n'était plus
pertinent.


En association avec ses partenaires de l'UE, de
l'OTAN et de l'OSCE, notre pays continuera à
CRABV 50
COM 503
13/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17

Tijdens de Raad van Algemene Zaken van 11 juni
2001 werd onderlijnd dat het conflict, niet via
militaire actie, maar via dialoog en onderhandeling
tot een oplossing kan komen. Er moet een staakt-
het-vuren bereikt worden. Het NLA moet afzien van
verdere actie. De Macedonische regering moet snel
tot hervormingen komen.

Op 14 en 15 juni vindt overleg over concrete
maatregelen plaats. De Raad van Algemene Zaken
van 25 juni zal daarvan een stand van zaken
opmaken.

Op vraag van het UNHCR gaf ik mijn principieel
akkoord van 1 miljoen frank steun aan een actie
van het Belgische Rode Kruis ten behoeve van
kind-vluchtelingen.
s'investir pour éviter toute escalade du conflit.

Lors du Conseil des Affaires générales du 11 juin
2001, il a été souligné que la solution au conflit
devait être recherchée par la négociation et non par
les armes. Il faut obtenir un cessez-le-feu. L'ANL
doit renoncer à poursuivre ses actions. Le
gouvernement macédonien doit rapidement
procéder à des réformes.

Une concertation sera organisée les 14 et 15 juin
concernant les mesures concrètes. Le Conseil des
Affaires générales du 25 juin dressera le bilan de la
situation.

A la demande du HCR, j'ai donné mon accord de
principe pour l'octroi d'une aide d'un montant d'un
million de francs au bénéfice d'une action menée
par la Croix-Rouge de Belgique en faveur des
enfants réfugiés.
10.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Dit
antwoord voldoet aan de verwachtingen. Toch is het
duidelijk dat de terroristen nauwelijks betrokken
worden bij de onderhandelingen. Ook bij
vliegtuigkapingen wordt ­ in het belang van de
veiligheid van de passagiers ­ toch met terroristen
onderhandeld? Zij staken de lont in het kruitvat.
Zonder hun medewerking zal het conflict nooit
kunnen worden opgelost.
10.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Cette
réponse ne nous déçoit pas. Il est cependant clair
que les terroristes ne sont guère associés aux
négociations. Même en cas de détournements
d'avions, on négocie avec des terroristes et ce,
dans l'intérêt des passagers. Ils ont mis le feu aux
poudres et sans leur collaboration le conflit ne
pourra jamais être résolu.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 12.36 uur.
La séance est levée à 12.36 heures.

Document Outline