KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 499
CRIV 50 COM 499
V
OORLOPIGE VERSIE
N
IET CITEREN ZONDER BRONVERMELDING
De definitieve versie, op wit papier, bevat de
bijlagen en het tweetalige beknopt verslag.
V
ERSION PROVISOIRE
N
E PAS CITER SANS MENTIONNER LA SOURCE
La version définitive, sur papier blanc, comprend les
annexes et le compte rendu analytique bilingue
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES
R
EPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
dinsdag mardi
12-06-2001 12-06-2001
10:30 uur
10:30 heures


De teksten werden nog niet door de sprekers nagezien. Zij
kunnen hun correcties schriftelijk
meedelen vóór
Les textes n'ont pas encore été révisés par les orateurs.
Ceux-ci peuvent communiquer leurs corrections par écrit
avant le
14-06-2001, om 16 uur
aan de Dienst Parlementaire Handelingen.
14-06-2001, à 16 heures
au Service des Annales parlementaires.
Fax: 02 549 88 47
e-mail: CRIV@dekamer.be
Fax: 02 549 88 47
e-mail: CRIV@lachambre.be
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Landsverdediging over "de spoorwegbedding
op de militaire basis van Houthulst" (nr. 4670)
1
Question de M. Yves Leterme au ministre de la
Défense sur "l'assiette de la voie ferrée à la base
militaire de Houthulst" (n° 4670)
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, André Flahaut, ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
2
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Landsverdediging over "de definitieve beslissing
inzake de verhuis van de luchtmachtbasis in
Melsbroek" (nr. 4726)
2
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense sur
"la décision définitive concernant le
déménagement de la base de la force aérienne
de Melsbroek" (n° 4726)
2
- de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Landsverdediging over "de verhuis van de 15de
Wing uit Melsbroek" (nr. 4824)
2
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "le déménagement du 15e Wing de
Melsbroek" (n° 4824)
2
- de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over "de eventuele verhuis van
de luchtmachtbasis in Melsbroek" (nr. 4859)
2
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "le
transfert éventuel de la base de la Force aérienne
de Melsbroek" (n° 4859)
2
Sprekers: Pieter De Crem, Peter Vanhoutte,
Stef Goris, André Flahaut
, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, Peter Vanhoutte,
Stef Goris, André Flahaut
, ministre de la
Défense
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Landsverdediging over "de geluidsoverlast als
gevolg van munitie en springstofproeven te
Brasschaat" (nr. 4749)
5
- M. Jos Ansoms au ministre de la Défense sur
"les nuisances sonores dues aux
expérimentations de munitions et d'explosifs à
Brasschaat" (n° 4749)
5
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de geluidsoverlast als
gevolg van het testen van een wapensysteem te
Brasschaat" (nr. 4809)
5
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"les nuisances sonores générées par
l'expérimentation d'un nouveau système
d'armement à Brasschaat" (n° 4809)
5
Sprekers: Jos Ansoms, Luc Sevenhans,
André Flahaut
, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Jos Ansoms, Luc Sevenhans,
André Flahaut
, ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister
van Landsverdediging over "het overtollige
legermateriaal" (nr. 4794)
8
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "les surplus de matériel militaire
excédentaire" (n° 4794)
8
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut,
ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
9
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "het Strategisch plan voor
de modernisering van het Belgisch leger en zijn
gevolgen voor West-Vlaanderen" (nr. 4795)
9
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur
"le Plan stratégique de modernisation des Forces
armées belges et ses conséquences pour la
Flandre occidentale" (n° 4795)
9
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "de school voor
onderofficieren te Zedelgem" (nr. 4856)
9
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur
"l'école pour sous-officiers de Zedelgem"
(n° 4856)
9
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "de Kustwacht/Marine" (nr.
4857)
9
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense sur
"la garde côtière et la Force navale" (n° 4857)
9
-
de heer Luc Goutry aan de minister van
Landsverdediging over "de Westvlaamse
kazernes" (nr. 4878)
9
- M. Luc Goutry au ministre de la Défense sur "les
casernes en Flandre occidentale" (n° 4878)
9
Sprekers: Martial Lahaye, Luc Goutry, André
Flahaut
, minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, Luc Goutry, André
Flahaut
, ministre de la Défense
Vraag van de heer Pieter De Crem aan de 12
Question de M. Pieter De Crem au ministre de la 12
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister van Landsverdediging over "de
operationaliteit van de Leopardtanks" (nr. 4813)
Défense sur "le caractère opérationnel des chars
Léopard" (n° 4813)
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "de burgerzin
van militairen" (nr. 4823)
13
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la
Défense sur "le sens civique des militaires" (n°
4823)
13
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "de vervuiling
van het vliegveld van Brustem" (nr. 4825)
14
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la
Défense sur "la pollution de l'aérodrome de
Brustem" (n° 4825)
14
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "het plan voor
de middellange termijn inzake legeraankopen"
(nr. 4826)
14
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la
Défense sur "le plan à moyen terme pour les
achats militaires" (n° 4826)
14
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister
van Landsverdediging over "de kustwacht en de
Marine" (nr. 4857)
15
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "la garde côtière et la Force navale"
(n° 4857)
15
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Martial Lahaye aan de minister
van Landsverdediging over "de
ontmijning/mijnenbestrijding" (nr. 4858)
16
Question de M. Martial Lahaye au ministre de la
Défense sur "les techniques de déminage"
(n° 4858)
16
Sprekers: Martial Lahaye, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Martial Lahaye, André Flahaut,
ministre de la Défense
Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "het conflict in
Macedonië" (nr. 4890)
16
Question de M. Peter Vanhoutte au ministre de la
Défense sur "le conflit en Macédoine" (n° 4890)
16
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DÉFENSE
NATIONALE
van
DINSDAG
12
JUNI
2001
10:30 uur
______
du
MARDI
12
JUIN
2001
10:30 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.51 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.51 heures par M.
Jean-Pol Henry, président.
01 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Landsverdediging over "de
spoorwegbedding op de militaire basis van
Houthulst" (nr. 4670)
01 Question de M. Yves Leterme au ministre de
la Défense sur "l'assiette de la voie ferrée à la
base militaire de Houthulst" (n° 4670)
01.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, voorafgaandelijk verontschuldig ik er mij
bij de bezoekers voor dat mijn vraag niet direct
een geostrategisch of planetair belang heeft.
Desalniettemin is zij niet onbelangrijk voor de
regio Houthulst. Trouwens, gelijkaardige vragen
zullen nog aan de orde zijn wanneer de minister
doorgaat met zijn plan om een aantal kazernes te
sluiten en een andere bestemming te geven.
Telkens opnieuw zal dan worden gevraagd wat de
nieuwe bestemming wordt.

Het domein waarover ik het nu wil hebben, is dat
van Houthulst waar een spoorlijn dwars doorheen
loopt richting Kortemark. In West-Vlaanderen
worden de spoorbeddingen van de spoorlijn Ieper-
Torhout ingeschakeld in recreatieve fietsroutes.
Dat netwerk van recreatieve fietsroutes werd tot
nu toe onderbroken ter hoogte van het militair
domein van Houthulst.

Mijnheer de minister, als ik het goed voorheb,
verhuurt defensie de spoorwegbedding aan de
NMBS. Is de minister bereid, nu defensie het
militair domein sluit, een initiatief te nemen om het
huurcontract met de NMBS op te zeggen en te
verkopen of te verhuren aan de provincie West-
Vlaanderen die dan het netwerk van recreatieve
fietsroutes kan vervolledigen met de ontbrekende
schakel?
01.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, om alle vragen over het militair domein
Houthulst op een rijtje te kunnen zetten en te
begrijpen zal het intermachten-territoriaal
commando binnenkort ter plaatse een vergadering
met alle betrokken partijen, waaronder de
Bestendige Deputatie van de provincie West-
Vlaanderen, organiseren. Het resultaat van die
vergadering zal later aan de heer Leterme worden
meegedeeld.

J'ai donné des instructions pour que les solutions
rencontrant le plus large consensus des parties
autour de la table soient prises afin de ne pas
nous enfermer dans des raisonnements trop
stricts.
01.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, ik dank u voor het antwoord. Toch ben ik
enigszins ontgoocheld, want als mijn informatie
klopt, is er reeds een overlegbijeenkomst
geweest, meer bepaald vorige week woensdag of
donderdag, en zouden de conclusies, waarvan u
mij hebt gezegd dat u ze mij zou meedelen, al
bijna vastliggen. Mocht u nu niet over informatie
terzake beschikken, dan neem ik aan dat ik wel in
een schriftelijk antwoord in kennis kan worden
gesteld van de resultaten van dat overleg.
01.04 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, si la concertation a bien eu lieu la
semaine dernière, je m'en réjouis mais je n'en ai
pas encore reçu les résultats. Je veillerai à ce que
les conclusions s'inscrivent dans l'état d'esprit que
je viens de vous livrer. Si cela ne correspondait
pas, on prévoirait une deuxième rencontre pour
examiner ce dossier.
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Landsverdediging over "de definitieve
beslissing inzake de verhuis van de
luchtmachtbasis in Melsbroek" (nr. 4726)
- de heer Peter Vanhoutte tot de minister van
Landsverdediging over "de verhuis van de 15de
Wing uit Melsbroek" (nr. 4824)
- de heer Stef Goris aan de minister van
Landsverdediging over "de eventuele verhuis
van de luchtmachtbasis in Melsbroek" (nr. 4859)
02 Questions jointes de
- M. Pieter De Crem au ministre de la Défense
sur "la décision définitive concernant le
déménagement de la base de la force aérienne
de Melsbroek" (n° 4726)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "le déménagement du 15e Wing de
Melsbroek" (n° 4824)
- M. Stef Goris au ministre de la Défense sur "le
transfert éventuel de la base de la Force
aérienne de Melsbroek" (n° 4859)
02.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, geachte collega's, ik kom terug op het
dossier van de 15
de
Wing dat we al een paar keer
in deze commissie hebben besproken.

Mijnheer de minister, ik wil u een aantal concrete
vragen stellen. Ik zal niet herhalen wat we in de
vorige vergaderingen hebben besproken. We
wachten nu al meer dan een jaar op de beslissing
met betrekking tot de problematiek van de
nachtvluchten. Pro memorie is het misschien
interessant de binnenlandse en buitenlandse
collega's eraan te herinneren dat er ooit een
compromis over de nachtvluchten werd bereikt.
Het verbod op nachtvluchten werd daarbij
gekoppeld aan de verhuis van de militaire
luchthaven van Melsbroek die nota bene voor 2%
van de vliegbewegingen op de site Zaventem-
Melsbroek zorgt. De minister heeft toen gezegd
dat hij een studie zou laten uitvoeren. Die studie
beviel de regering of het kernkabinet niet en er
moest dus een studie van de studie komen. Mijn
vraag is dus heel concreet: blijft de 15
de
Wing in
Melsbroek? Wij vinden dat hij daar moet blijven.
Verhuist de 15
de
Wing en zo ja, waar naartoe?
Wat zijn de kosten van een eventuele verhuis naar
een andere locatie? Tot slot, op basis van welke
criteria werd de beslissing genomen om een
eventuele verhuis van de 15
de
Wing uit Melsbroek
door te voeren?
02.02 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, u weet dat de verhuis van de
15
de
Wing ons bezighoudt, samen met de piste
van een eventuele verhuis naar de provincie
Limburg. De luchthaven van Brustem werd
immers meerdere malen vermeld in dit dossier.
Wij maken ons uiteraard meer zorgen over de
eventuele budgettaire implicaties van een
dergelijke grootschalige verhuisoperatie dan over
onze eigen achtertuin. We hebben de eerste
studie gezien en via diverse kranten hebben we
vernomen dat de tweede studie nu afgerond is. In
"De Gazet van Antwerpen" en "Het Belang van
Limburg" stond te lezen wat de besluiten daarvan
zijn. Als ik het goed heb, is de studie nog niet
openbaar gemaakt. Ik meen echter te mogen
afgaan op wat daar in detail beschreven werd.
Nieuw in de hele discussie is dat er - in
tegenstelling tot in de vorige studie - nu ook
sprake is van een mogelijke interne verhuis
binnen de basis van Melsbroek zelf. De
luchtmacht zou wat opschuiven en wat meer
ruimte maken voor de andere vliegactiviteiten te
Zaventem.

Wat vindt u zelf van deze nieuwe interne-
verhuispiste? Wat is uw standpunt ter zake? Biedt
dit een mogelijke oplossing om uit de patstelling te
komen, een soort gulden middenweg? Bent u
bereid om dit soort oplossingen verder te
steunen?
02.03 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, het verhaal van de
verhuis van de 15
de
Wing van Melsbroek heeft al
heel wat inkt doen vloeien en zal dat waarschijnlijk
ook in de toekomst nog doen. Vandaag zitten we
echter in een volgende fase. Het tweede rapport is
namelijk langzaam aan het uitlekken. Wij konden
in alle kranten elementen uit dit rapport lezen.

Een van de elementen is het besluit van het
tweede rapport dat een verhuis binnen Melsbroek
de beste maatregel zou zijn. Deze verhuis zal
meer dan 3 miljard frank kosten en zal slechts met
zich brengen dat de loodsen 500 meter worden
verplaatst.

Mijnheer de minister, dit is een surrealistische
oplossing waaraan bovendien 16% van de
middelen zal worden besteed, dezelfde som die
zou worden besteed voor de verhuis naar een
andere locatie. Het standpunt van de regering
terzake is nog niet bekend, maar wij moeten
tegenover deze oplossing toch het grootste
voorbehoud maken. Het getuigt immers van een
kortetermijnvisie. Er moet echter rekening worden
gehouden met een aantal elementen op langere
termijn. Het is nuttig om daarbij even stil te staan.
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3

Ten eerste, ons land werd recent, samen met het
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, lid van
de pool van het tactisch luchttransport op
Europees niveau. België ligt daarin centraal en
zou daarin in de toekomst een belangrijke rol
kunnen spelen. Het lijkt mij evident dat dit niet op
een hoekje van Melsbroek of Zaventem kan.

Ten tweede, als medespeler van het Europese
tactische luchttransport zou het van belang
kunnen zijn dat wij ook voor de overslag van
transatlantische goederen kunnen zorgen. Dat
impliceert dus strategisch luchttransport en de
voorziening in landingsmogelijkheden voor
zwaardere vliegtuigtypes, zoals onder meer de
Galaxy en de Starlifter.

Ten derde, wij gaan binnenkort tot de aankoop
van zeven A-400M's over en een achtste voor
Luxemburg. Wij mogen ervan uitgaan dat
daarvan, volgens normale normen, 60%
permanent operationeel zal zijn. De rest zal onder
meer in onderhoud zijn. Wij moeten er dus
rekening mee houden dat de C-130's niet te vlug
moeten worden afgeschreven. Wij kunnen deze
tuigen ongetwijfeld nog een aantal jaren in de
lucht houden en zij zullen dat als ondersteuning
ongetwijfeld nog enige tijd blijven doen. Er zal dus
voldoende ruimte voor loodsen voor de nieuwe A-
400M's alsook voor een aantal C-130's moeten
zijn.

Ten vierde, de regering heeft besloten om nieuwe
transporthelikopters aan te kopen. De vraag is
vandaag nog steeds open: waar zullen deze
worden geplaatst? Zij zullen zowel door de
landmacht als door de marine worden gebruikt.
Waar zal de hele omkadering, de logistiek en de
toestellen worden ondergebracht? Deze vragen
blijven vandaag open en moeten in het kader van
een beslissing inzake de eventuele verhuis van
Melsbroek worden beantwoord.

Het militaire luchttransport zal de volgende jaren,
ook in ons land, ongetwijfeld aan belang winnen.
Daarom is het van belang dat wij een
langetermijnvisie ontwikkelen, zodat wij over een
aantal jaren niet opnieuw met een probleem
worden opgezadeld. Wij zullen 3 miljard frank
hebben besteed aan de verhuis van een aantal
loodsen naar een locatie die 500 meter verder
langs dezelfde startbaan is gelegen. Wij moeten
echter met kennis van zaken en een visie terzake
de volgende jaren ingaan, de voornoemde
elementen in acht genomen.

Mijnheer de minister, als Melsbroek een tijdelijke
oplossing is, mag het in geen geval voorkomen
dat de 15
de
Wing in de tweede fase toch naar
Beauvechain verhuist en dat de eerste Wing naar
Florennes verhuist, wat door sommigen wordt
gesuggereerd. Ik maak daarom nu reeds
voorbehoud. Dat zou immers een groter verstoring
van het evenwicht tussen de Gewesten inzake de
aanwezigheid van de luchtmacht in ons land
betekenen. Er is de oplossing van Oostende,
eventueel van Koksijde. In het kader van de
geografische spreiding van de eenheden en in het
kader van de reorganisatie en de rekrutering - wij
hadden het daarover reeds in het debat over de
hervorming van de krijgsmacht - moeten wij
nadenken over een oplossing om Oost- en West-
Vlaanderen van installaties te voorzien.

Ik ben uiteraard benieuwd naar het antwoord van
de minister om het standpunt van de regering
terzake te kennen.
02.04 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dacht dat dit parlementaire vehikel
een vraag was. Op uw aanraden hield ik mij aan
korte gegevens inzake de 15
de
Wing. Ik kan ook
een exposé van verschillende uren ontwikkelen
als dat nodig is. U bent in uw taak van voorzitter
tekortgeschoten door collega Goris, met alle
sympathie, er niet op te wijzen dat een
vraagstelling door middel van specifieke vragen
gebeurt. Ik heb de indruk dat aan de meerderheid
het vehikel van de interpellatie wordt toegestaan
en dat wij ons aan de vraag moeten houden.

De voorzitter: Ik denk dat de heer De Crem een
beetje gelijk heeft.
02.05 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter,
op vraag van mijnheer De Crem werd tijdens de
vorige vergadering beslist om het te houden bij
een mondelinge vraag. Ik heb toen gepleit voor
een kort minidebat.

Le président: Monsieur Goris, la présence des
caméras vous rend souvent plus bavard que
d'habitude.
02.06 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, je voudrais dire une fois de plus que,
même si je suis dans la région de Beauvechain, je
ne suis pas demandeur pour le C130 et le 15
ème
Wing. Il faut que les choses soient claires.

Je voudrais dire également que je n'ai pas envie
de communautariser ou de régionaliser ce
dossier. La meilleure solution serait le maintien à
Melsbroeck. C'est un constat mais c'est
également la solution qui a ma préférence, depuis
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
le début.

De nieuwe studie werd inderdaad afgerond. Ze zal
besproken worden door het kernkabinet en de
Ministerraad waarna een beslissing zal worden
genomen. De budgettaire en andere gevolgen
hangen af van de genomen beslissingen.

Je veux dire qu'en ce moment ont lieu des
contacts entre BIAC et des représentants du
groupe de travail, à partir des implications
techniques de cette deuxième étude.

Wat betreft mijn mening omtrent de toekomst van
de 15
de
Wing ben ik van oordeel dat het hier gaat
om een eenheid van blijvend primordiaal belang.
De recente beslissing van de regering betreffende
A400M verzekert trouwens de toekomst van de
eenheid op het vlak van het materieel.

Nogmaals, mijn mening omtrent een eventuele
herlocatie van de 15
de
Wing is niet veranderd als
gevolg van de nieuwe studie. Het behoud van de
15
de
Wing te Melsbroek blijft mijn voorkeur
wegdragen.

C'est aussi une vision à long terme et en fonction
des résultats des groupes d'experts qui sont
présentés. La question des futurs hélicoptères de
transport n'interfère en rien ici car ils font partie
d'une autre ligne du plan d'investissement de
défense et de sécurité qui sera discuté en même
temps que les problèmes de localisation.
02.07 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, dit is een antwoord dat in de
Angelsaksische parlementaire traditie op weinig
sympathie zou kunnen rekenen. De minister doet
een vaststelling: de beste keuze is het behoud van
de 15
de
Wing te Melsbroek. Ik doe een andere
vaststelling: de regering is het niet eens met het
standpunt van de minister van Landsverdediging.
De vraag of ze nu wel dan niet verhuizen, wordt
nog altijd niet beantwoord. De minister zegt ja, de
rest van de regering zegt neen.

Mijnheer de minister, ik zou graag eens weten wat
de redenen zijn waarom u voor het behoud van de
15
de
Wing in Melsbroek pleit en waarom de
regering er een andere mening op nahoudt. U
heeft opnieuw een studie laten uitvoeren, een
zogenaamde triplex-studie: de studie van de
studie van de studie. De studie die de militairen
moesten uitvoeren, is de regering niet bevallen
maar bevalt de minister wel. Wij hebben u altijd
gesteund in die houding om de 15
de
Wing in
Melsbroek te houden. De studie van de studie
bevalt de regering niet. De studie van de studie
van de studie komt tot het besluit dat er geen
oplossing is. Dat is de uiteindelijke vaststelling in
dit dossier van het Zaventem-akkoord.

Uw collega, minister Durant, heeft het nooit over
de verhuis van de 15
de
Wing maar wel over het
Zaventem-akkoord in verband met het
nachtlawaai. De oplossing die er eigenlijk geen is,
namelijk een verhuis met 500 meter naar
noordoostelijke richting zal 3 miljard Belgische
frank kosten. De teneur van het Zaventem-
akkoord, waarbij u trouwens niet betrokken was,
was dat er een verhuis moest komen waarbij die
15
de
Wing liefst zo ver mogelijk van de site van
Melsbroek moest verwijderd zijn want die 2% aan
vluchtbewegingen waren schadelijk. Nu bevinden
we ons in een paarsgroene logica die als volgt kan
worden samengevat. 100% van de vluchten min
2% van de militaire bewegingen is niet gelijk aan
98% maar wordt gelijk aan 150% van de
vliegbewegingen op de toekomstige site van
Zaventem en Melsbroek.

Het akkoord bevat volgende onderdelen. Ten
eerste, de 15
de
Wing zit op de wip. De minister
van Landsverdediging wil dat de eenheid blijft
waar hij is. De regering wil dat niet. De basis van
het compromis ­ minder vluchten ­ resulteert in
een verdubbeling van het aantal vluchten. Ik vraag
mij af wat de logica van het Zaventem-akkoord is.
We bevinden ons op de vooravond van het
Europese voorzitterschap waarbij zal worden
gesproken over de Europese
defensiegemeenschap. Ik lees dit in allerlei
verklaringen van de eerste minister en de minister
van Buitenlandse Zaken. Gisteren werd op de
televisie zelfs verkondigd dat dit het belangrijkste
onderwerp zou worden van ons voorzitterschap.
Tegelijkertijd stel ik vast dat men in dit dossier een
stap achteruit zet terwijl men eigenlijk een stap
vooruit zou moeten zetten. Ik ben ontgoocheld.

Le président: Vous connaissez la manière dont
nous travaillons ici, en général d'une manière très
consensuelle. Je vous demande de convaincre
vos chefs de groupe d'introduire des
interpellations et de ne pas en rester à des
questions sur des sujets comme ceux-là. Je vous
ai laissé parler parce que M. Goris avait eu
l'occasion de développer sa question.
Je suppose que vous avez suffisamment de poids
au sein de vos groupes respectifs pour demander
d'introduire une interpellation et non une question
d'actualité quand cela s'avère nécessaire.
02.08 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik blijf toch een beetje op
mijn honger zitten omtrent de vraag in welke mate
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
u de piste naar een interne verhuis zult
bewandelen.

Ik meen uit uw vraag te kunnen afleiden dat u in
elk geval geen voorstander bent van een nieuwe
lokalisatie van het vliegveld.

Wellicht zal het volgende debat gaan over de
randvoorwaarden en over de manier waarop alles
zal worden georganiseerd.

In verband met de opmerking van de heer De
Crem wens ik nog het volgende te zeggen. De
bedoeling van de verhuis van het vliegveld van
Melsbroek is niet om de geluidshinder te doen
afnemen, maar om middelen te genereren voor
bijkomende investeringen in geluidswerende
maatregelen voor de omgeving. Dat was het opzet
van alle gemaakte afspraken terzake. Indien een
interne verhuis wordt bewerkstelligd, is de kans
groot dat er voldoende middelen worden
gegenereerd om deze afspraken na te komen.
02.09 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter,
gezien ik daarnet mijn spreektijd heb
overschreden, waarvoor mijn excuses, zal ik zeer
kort zijn in mijn repliek.

Mijnheer de minister, ik neem nota van uw
antwoord alsook van het feit dat de regering
terzake nog zal discussiëren en nog knopen zal
doorhakken.

Niettemin pleit ik voor een geïntegreerde
oplossing die moet passen in het voorstel van
rationalisering van de krijgsmacht en die moet
beantwoorden aan de reeds aan de gang zijnde
hervorming. In dat opzicht kan het element
Melsbroek niet worden losgekoppeld; het maakt
geïntegreerd deel uit van een algemene oplossing.
De toekomstige taken en middelen, zoals
bijvoorbeeld de transporthelikopters, kunnen
evenmin van het geheel worden gescheiden. Een
geïntegreerd aanpak is noodzakelijk en er moet
een visie worden ontwikkeld die ons de garantie
geeft dat er geen dure en sociaal moeilijke
maatregelen meer moeten worden genomen voor
tientallen jaren.

Om die reden pleit ik ervoor, mijnheer de minister,
dat u alle elementen terzake als een geheel
beschouwt, waarin ook de luchtmachtbasis van
Melsbroek een plaats heeft die kan worden
verantwoord.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Jos Ansoms aan de minister van
Landsverdediging over "de geluidsoverlast als
gevolg van munitie en springstofproeven te
Brasschaat" (nr. 4749)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de geluidsoverlast als
gevolg van het testen van een wapensysteem te
Brasschaat" (nr. 4809)
03 Questions jointes de
- M. Jos Ansoms au ministre de la Défense sur
"les nuisances sonores dues aux
expérimentations de munitions et d'explosifs à
Brasschaat" (n° 4749)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
sur "les nuisances sonores générées par
l'expérimentation d'un nouveau système
d'armement à Brasschaat" (n° 4809)
03.01 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, al betreft het hier
een lokaal probleem, het is daarom niet minder
belangrijk voor de duizenden inwoners van
Brasschaat en van Wuustwezel die wonen in de
onmiddellijke omgeving van het militair domein
van Brasschaat, en die de voorbije weken heel
wat klachten uitten in verband met geluidsoverlast.

Het komt misschien eigenaardig over dat, op een
ogenblik dat zoveel wordt gesproken over het
sluiten van militaire domeinen en het verkopen
van kazernes omdat er nauwelijks of geen
oefeningen meer worden georganiseerd door het
leger, er thans toch veel meer geluidsoverlast
wordt vastgesteld op het militair domein van
Brasschaat.

Na ons terzake te hebben geïnformeerd kwamen
wij verbazend genoeg tot de vaststelling dat, nu
het militair geweld verstomt, er commerciële
proeven met munitie worden gedaan in opdracht
van verschillende buitenlandse bedrijven. In
samenwerking met de Verenigde Staten, Canada
en Saoedi-Arabië zou het militair domein van
Brasschaat worden aangewend om er
proefnemingen te doen met allerhande munitie,
louter gebaseerd evenwel op commerciële
overwegingen.

U begrijpt wellicht, mijnheer de minister, dat zulks
zeer slecht overkomt bij de lokale bevolking die
hiervan de last moet dragen en die aanklopt bij de
respectievelijke gemeentebesturen om hun
bezwaren te uiten.

Mijnheer de minister, over welke proefnemingen
gaat het precies en wat is de bedoeling ervan?
Behoort het volgens u tot de taak van het leger om
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
hand-en spandiensten te bewijzen voor louter
commerciële doelstellingen die ­ althans naar wat
ik vernam ­ aan de basis liggen van deze
proefnemingen?Welke maatregelen zult u nemen
om in de toekomst definitief een einde te stellen
aan dergelijke proefnemingen?
03.02 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het
probleem is mij uiteraard zeer bekend. Ik woon op
een steenworp van het oefenterrein. Ik zou de
zaak iets genuanceerder naar voren willen
brengen. De heer Ansoms werd blijkbaar door zijn
collega-burgemeester van Brasschaat
geïnformeerd. Hij heeft de foutieve informatie, die
nu door de heer Ansoms wordt verspreid, op de
gemeenteraad bekendgemaakt.

Omdat ik vlakbij het terrein woon, is het mij
opgevallen dat er van een ernstige toename van
de activiteiten op het schietveld sprake was. Als
goed kamerlid ben ik ter plaatse gaan informeren.
Het klopt dat er inderdaad proeven bezig zijn.
Beweren dat het louter om commerciële proeven
gaat, is overdreven. Beweren dat er een toename
van de activiteiten met springstoffen en munitie is,
is eveneens overdreven. Dat is een foutieve
voorstelling van de zaak.

Er is één vaststaand feit: in een bepaalde periode
rond Pasen was er een ernstige toename van de
geluidsoverlast. Dat was te wijten aan het testen
van een welbepaald wapensysteem, een Belgisch
kanon van CMI, het vroegere Cockerill. Onze
militairen hebben er ook baat bij dat het getest
werd. De toestemming tot het testen van het
bewuste kanon in Brasschaat gebeurde door de
heer Poncelet. Ik zag het document waarop de
handtekening van de heer Poncelet prijkte.

Ik ben mij ter plaatse gaan informeren. De
commandant wees mij op het feit dat Brasschaat
over een uniek testsysteem beschikt dat niemand
anders in België heeft. Deze testen kunnen in de
toekomst toch niet meer in Brasschaat
plaatsvinden. Het gaat om een zeer beperkt aantal
testen. In een tijdspanne van 10 jaar viel dit
eenmaal voor. Gelet op de sterk toenemende
bebouwing rond het militair domein, is Brasschaat
niet geschikt voor deze uithoudingstesten voor
een bepaald laadsysteem. Het militair domein was
er weliswaar eerst, maar de druk op Brasschaat in
de groeipool Antwerpen is zeer groot en zal nog
toenemen. Er is dus een oplossing terzake nodig.
De militairen weten ook dat dit probleem moet
worden opgelost. Men heeft ten aanzien van de
bevolking reeds stappen gedaan. De militairen zijn
in dit geval zeker uit hun ivoren toren gekomen.
Dat mag ook eens worden gezegd. Men wil er iets
aan doen. De plaatselijke militaire overheid beslist
echter niet wie wanneer op hun terrein komt. Dat
wordt op hoger niveau beslist. Daarom richten wij
ons tot u, mijnheer de minister.

Er moet worden onderzocht of bepaalde proeven
die in die periode zijn gebeurd werkelijk
noodzakelijk in Brasschaat moeten blijven
plaatsvinden. Ik hoop dat u deze studie zult laten
uitvoeren. Als een teken van goede wil tegenover
de bevolking zou er ook een afspraak moeten
worden gemaakt inzake de maximaal toegestane
grens in decibels die mag worden geproduceerd
zodat iedereen op voorhand weet waaraan zich te
houden.
03.03 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, het centrum voor evaluatie en testen
van materieel van Brasschaat heeft gedurende de
maanden februari, maart en april 2001 een
testprogramma uitgevoerd ten voordele van de
firma CMI, Cockerill Mechanical Industries.
Gedurende die periode werd a rato van een
negentigtal projectielen van het type 90 millimeter
per dag, een kanon aan diverse tests
onderworpen waarbij met een grote intensiteit
werd gevuurd. Dit testprogramma past in een
samenwerkingsakkoord tussen CMI en het
centrum, dat werd goedgekeurd door de vorige
minister van Landsverdediging. Het uitvoeren van
tests voor de industrie komt de knowhow van het
centrum ten goede dat deze uiteraard voor het
testen van militair materieel kan gebruiken.

De bestaande maatregelen waarbij enkel
gedurende de werkuren geschoten wordt om
geluidsoverlast te beperken, kunnen op korte
termijn met de selectieve benadering van de uit te
voeren schietproeven worden aangevuld. Het
gemeentebestuur moet ruim voordien worden
verwittigd indien proeven met een uitzonderlijke
geluidsoverlast worden uitgevoerd.

Technische oplossingen op lange termijn zullen
ook worden bestudeerd in het kader van het
programma inzake wetenschappelijk en
technologisch onderzoek van het centrum. De
mogelijkheid om deze proeven op een ander
schietveld te kunnen uitvoeren, moet ook worden
bestudeerd. Deze schietvelden zijn met
zandkamers uitgerust, noodzakelijk voor deze
proeven.

Monsieur le président, nous essayons de faire des
efforts considérables pour que les domaines
militaires s'inscrivent dans un contexte
environnemental et dans la meilleure politique
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
environnementale possible. Les autorités militaires
chargées de ces domaines font des efforts pour
entretenir les meilleures relations avec les
administrations locales et régionales.

Je vous avouerai très honnêtement qu'il devient
de plus de plus difficile de travailler. En effet, il
faut des casernes, il faut maintenir toutes les
casernes pour tout le monde, partout où elles sont
mais il faut aussi, si possible, qu'elles ne génèrent
aucun bruit, qu'elles ne polluent pas et qu'on les
utilise le moins possible! C'est l'équation devant
laquelle je me trouve aujourd'hui. Moi, j'observe,
ceux qui me comprennent auront tout compris!

Le président: Pour ma part, je vous ai bien
compris, monsieur le ministre.
03.04 André Flahaut, ministre: On insiste sur la
nécessité pour la Défense nationale d'entretenir
de bonnes relations avec l'industrie. Je lis les
déclarations parues dans divers journaux à ce
sujet. Mais lorsque mon prédécesseur a mis les
structures de l'armée à la disposition des
entreprises pour leur permettre de procéder à des
tests dans de bonnes conditions, rien n'a plus
fonctionné. Il faudra que l'on m'explique un jour où
se trouve la cohérence dans cette action.
03.05 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik ben niet onder de indruk van het slot
van het antwoord van de minister. Het verbaasde
mij dat er bij het begin van de vraagstelling van de
heer Sevenhans een samenwerkingsverband
ontstond tussen de heer Sevenhans en de heer
Flahaut. Het verraste mij enigszins dat de heer
Sevenhans onmiddellijk de verdediging van de
minister op zich nam. Dat was voor mij nieuw
maar misschien is dat een gewoonte in deze
commissie.

Mijnheer de minister, ik heb wel gehoord dat u
stelde dat het hier gaat om het testen van een
nieuw wapen voor een bepaald bedrijf. Het waren
dus geen schietoefeningen voor het Belgisch
leger, het ging om een test in opdracht op basis
van een overeenkomst die twee of drie jaar
geleden door uw voorganger werd afgesloten. Het
gaat om het ontwikkelen van een nieuw wapen
met bepaalde commerciële doeleinden vanuit het
bedrijf. Het ging dus niet om schietoefeningen
voor het Belgisch leger. U hebt wel gezegd dat
men hier steeds uit kan leren wat de gevolgen zijn
van dergelijke oefeningen. Hier werd in elk geval
een commerciële doelstelling nagestreefd.
03.06 André Flahaut, ministre: Je tiens toutefois
à signaler que l'école militaire a conclu des
conventions avec des laboratoires privés ou des
universités privées pour développer le matériel de
déminage. Le cas que vous me citez est similaire.
03.07 Jos Ansoms (CVP): Ik kan alleen
vaststellen dat het om commerciële
proefnemingen gaat.

Ten tweede, deze overeenkomst werd enkele
jaren geleden afgesloten. Wij hebben daar in de
buurt drie maanden de gevolgen van gedragen.
Kunt u mij zeggen of er in het kader van deze
overeenkomst in de komende maanden nog
proefnemingen zullen plaatsvinden? Dat is wat de
bevolking graag zou vernemen. Zullen er in
augustus, september of oktober weer dergelijke
lange proefnemingen plaatsvinden? Kunt u daar
concreet op antwoorden? Dat is wat de mensen
graag zouden weten.
03.08 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het was zeker niet mijn
bedoeling de minister in verlegenheid te brengen
maar ik meen dat de waarheid haar rechten heeft
in dit dossier. Naast een schietstand is het daar
nog steeds een testcentrum. Daar ben ik mij van
bewust want het staat er in grote letters op. Men
moet opletten als men dit als helemaal
commercieel wil bestempelen want dat is niet
helemaal juist. Een deelaspect is commercieel
maar dan kan men natuurlijk heel veel van die
zaken gaan schrappen.

Ik ben mij zeer bewust van het plaatselijke
probleem. Het schietveld en de kazerne staan op
het lijstje voor uitverkoop. Ik woon te Brasschaat
en de heer Ansoms te Wuustwezel. Ik neem aan
dat er in Wuustwezel ook mensen wonen die op
deze basis werken. Ik heb de oprisping van de
minister gehoord en ik had ze ook verwacht. Dit is
niet helemaal onterecht want een kazerne kan ook
overlast veroorzaken. In dit geval veroorzaakt de
kazerne overlast. We mogen echter niet
overdrijven want ik wil zeker geen argumenten
aandragen om deze kazerne te sluiten. Het gaat
om een specifieke vorm van testen. Ik woon daar
reeds tien jaar en dit is de eerste keer dat er zo'n
overlast was. Het gaat dus om een zeer specifieke
manier van testen. De minister heeft toegezegd
dat hij zal laten nagaan of die tests niet op andere
terreinen kunnen gebeuren. Dan zou het probleem
in Brasschaat van de baan zijn. Mijnheer de
minister, kan er een afspraak worden gemaakt om
een bepaalde decibelgrens niet te overschrijden?
Is dat al dan niet mogelijk? Als het mogelijk is, zou
ik op die laatste vraag graag nog een antwoord
krijgen.
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
03.09 André Flahaut, ministre: Je ne puis pas
vous dire si d'autres exercices sont prévus. Mais
si vous le désirez, nous pouvons vous fournir
rapidement l'information.

Le point sur lequel j'insiste plus particulièrement
est qu'il faut associer les autorités locales, en les
informant, pour qu'elles puissent elles-mêmes
mener la politique d'information adéquate envers
la population. Le problème vient de l'effet de
surprise. Il n'y en a pas lorsque les gens sont
prévenus et qu'ils savent combien de temps vont
durer les tirs.

Par exemple, à Poelkapelle, les heures
d'explosion sont prévues et la population locale en
a été avertie.

Donc, dans le cas que vous évoquez, je pense
qu'il y a eu un problème d'information.
03.10 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, het contract is afgesloten.
Dat hoeft u niet na te kijken, ik heb het al
gecontroleerd. Anderzijds heeft de plaatselijke
overheid in een rondschrijven aan de buurt de
toezegging gedaan om ruim van tevoren
informatie te verschaffen als er nog zoiets zou
gebeuren. Met andere woorden, dat is een teken
dat het probleem ernstig wordt genomen door de
plaatselijke militaire overheid.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "het
overtollige legermateriaal" (nr. 4794)
04 Question de M. Martial Lahaye au ministre de
la Défense sur "les surplus de matériel militaire
excédentaire" (n° 4794)
04.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
minister, uit welingelicht bron heb ik vernomen dat
er in de magazijnen van het Belgisch leger nog
massa's overtollig materieel opgeslagen ligt.
Humanitaire hulpverlening is op zichzelf
lovenswaardig en verdient zeker onze steun. Het
Belgisch leger zou evenwel naast het leveren van
humanitaire hulp ook inkomsten kunnen
verwerven uit de verkoop van tweedehands
materieel. Hiermee zouden broodnodige
investeringen kunnen worden doorgevoerd. Graag
had ik van u vernomen hoeveel legermaterieel
geschonken werd aan ontwikkelingslanden of
rampgebieden gedurende de laatste twee jaar.
Welke waarde vertegenwoordigt dit materieel?
Wanneer overweegt Landsverdediging opnieuw
materieel voor belangstellende landgenoten te
koop te stellen?
04.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, het overtollig materieel van de
krijgsmacht kan ofwel worden verkocht, ofwel
geschonken volgens de jaarlijks in de
begrotingswet opgenomen begrotingsruiters. De
verkoop van overtollig klein materieel en
wapensystemen heeft sinds 1993 meer dan 7
miljard opgebracht.

Om een nieuwe impuls aan het verkoopsbeleid te
geven, heb ik de generale staf gelast met het
opstellen van nieuwe richtlijnen waarbij rekening
moet worden gehouden met de volgende
principes. Ten eerste moeten de verkooppunten
worden gedecentraliseerd en moet de koper de
mogelijkheid worden geboden kleine loten aan te
kopen. Ten tweede moet het aangeboden
materieel worden gevaloriseerd door het
verstrekken van correcte en volledige informatie
omtrent de staat ervan. Ten derde is er een betere
communicatie nodig ten aanzien van het grote
publiek door de verspreiding van een
gedetailleerde verkoopcatalogus en de opening
van een website.

De verkopen moeten binnenkort op basis van die
principes worden hervat. Er zullen verschillende
voertuigen, motoren, auto's, vrachtwagens en
aanhangwagens, kledij en medisch materieel
waaronder instrumenten en meubilair, alsook
diverse uitrustingen zoals meubilair,
kampeermaterieel en gereedschap, worden
aangeboden.

Voorts kan er materieel worden geschonken in het
kader van samenwerkingsakkoorden met andere
landen, zoals Benin, van de civiele-militaire
samenwerking CIMIC, zoals in Kosovo, en van
uitzonderlijke toestanden, zoals natuurrampen.

Voordat materieel wordt weggeschonken, wordt
een analyse gemaakt op het vlak van de
opportuniteit en van de technische haalbaarheid
en over de projecten terzake wordt advies
uitgebracht door de Inspectie van Financiën.

De gegevens over de schenkingen van de
voorbije twee jaar zijn de volgende.

Sur la base d'un protocole passé en janvier 1999,
nous avons offert 120 voitures et UNIMOG au
Bénin ainsi que 40.000 vêtements et équipements
militaires. En décembre 1999, nous avons offert
5.000 couvertures à la Turquie. En mai 2000,
nous avons offert 70 ponchos au Laos. En juin
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
2000, nous avons envoyé 140.000 sacs de sable
en Hongrie. En décembre 2000, nous avons
envoyé 31 lits de camp, 724 rations C et 131
moustiquaires au Gabon. En mars 2001, nous
avons envoyé 20.000 sacs de sable en Ukraine,
5.760 rations C, du matériel médical, des parkas,
des couvertures, des passe-montagne et des lits
de camp.
De janvier 1999 jusqu'à ce jour, le tout représente
un montant de 27.150.000 francs.

J'ai voulu modifier notre façon de travailler parce
que je ne voulais plus qu'on me dise qu'il fallait
utiliser les lots existants. Nous devons avoir une
gestion plus durable de notre matériel. Depuis le
moment où nous l'achetons jusqu'au moment où
nous le recyclons ou l'offrons simplement en
seconde main, il faut une continuité, ce qui n'était
pas le cas auparavant. Jusqu'à mon arrivée au
département, on prenait le matériel qui ne servait
plus, on en faisait des lots que l'on vendait au plus
offrant. Que se passait-il ensuite? Les plus malins
venaient prendre les 20 ou 25 camions, en
mettaient trois en bon état et les revendaient très
cher, on ne sait pas toujours à quel pays.

Je crois qu'il y a moyen d'avoir une politique plus
dynamique, en privilégiant aussi les communes et
les pouvoirs locaux. Cela signifie que le catalogue
sera également envoyé aux communes, aux
pouvoirs locaux et aux associations qui auront
ainsi l'occasion de répondre à l'un ou l'autre
besoin en achetant du matériel à la pièce. Nous
aurons ainsi désormais une politique plus
dynamique de vente du matériel, plutôt que la
politique certes plus facile et plus expéditive
consistant à vendre par lots sans connaître les
acheteurs.
Telle est la philosophie actuelle de la vente du
matériel excédentaire.
04.03 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor het zeer
gedetailleerd antwoord en zijn efficiënte aanpak in
dit dossier. Wat bedoelt u exact met "binnenkort"?
Wanneer zal het materieel effectief te koop
worden aangeboden?
04.04 André Flahaut, ministre: Je crois que ce
sera après les vacances parlementaires car le
catalogue doit être revu une dernière fois. En
effet, il a fallu procéder à certains endroits à un
inventaire complet. Maintenant, je puis dire que
nous avons un inventaire complet.
04.05 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
minister, bent u bereid deze inventaris ter
beschikking van de commissie te stellen?
04.06 André Flahaut, ministre: Ce sera dans le
catalogue.
04.07 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer minister,
zult u de inventaris aan de leden van de
commissie bezorgen?
04.08 André Flahaut, ministre: Oui, je le ferai
parvenir à la commission. Cela ne me pose aucun
problème.
04.09 Martial Lahaye (VLD): Wanneer zal dat
gebeuren?
04.10 André Flahaut, ministre: Je reste prudent :
ce sera après les vacances parlementaires.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "het Strategisch plan
voor de modernisering van het Belgisch leger
en zijn gevolgen voor West-Vlaanderen"
(nr. 4795)
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "de school voor
onderofficieren te Zedelgem" (nr. 4856)
- de heer Martial Lahaye aan de minister van
Landsverdediging over "de Kustwacht/Marine"
(nr. 4857)
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Landsverdediging over "de Westvlaamse
kazernes" (nr. 4878)
05 Questions jointes de
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense
sur "le Plan stratégique de modernisation des
Forces armées belges et ses conséquences
pour la Flandre occidentale" (n° 4795)
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense
sur "l'école pour sous-officiers de Zedelgem"
(n° 4856)
- M. Martial Lahaye au ministre de la Défense
sur "la garde côtière et la Force navale" (n°
48
57)
- M. Luc Goutry au ministre de la Défense sur
"les casernes en Flandre occidentale" (n° 4878)
05.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, de vraag over het strategisch plan en
de gevolgen voor West-Vlaanderen was vorige
week geagendeerd. Mijn vraag werd
samengevoegd met vragen van collega's over
deze problematiek.

De voorzitter: Mijnheer Lahaye, u mag uw vraag
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
stellen. De heer Goutry die de minister eveneens
wenst te ondervragen over de problematiek, is niet
aanwezig.
05.02 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, de toekomst van de eenheden in de
Westhoek is voor mij van primordiaal belang. Wat
Ieper, Zedelgem, Oostende, Lombardsijde,
Lissewege, Houthulst, Sissele, Koksijde seaking
en Zeebrugge provinciaal commando betreft,
wens ik van de minister te vernemen hoeveel
mensen bij de zaak betrokken zijn. Volgens mijn
berekeningen gaat het over ongeveer 2130
mensen. Mijnheer de minister, kunt u exacte
cijfers ter beschikking stellen?

Mijnheer de minister, ik herhaal mijn bezorgdheid
inzake Ieper, garnizoenstad waar 410 mensen
worden tewerkgesteld. Ik heb hierover prachtige
documentatie op de kop kunnen tikken. Ik zal u de
kopie en mijn brief terzake over de legerkazerne
te Ieper bezorgen.

Een andere vraag heeft betrekking op het
patrimonium van ons leger in West-Vlaanderen.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het
militair hospitaal te Oostende? Naar verluidt zou
het gebouw voor 60 miljoen frank worden
verkocht. Het gebouw verkommert en verkrot. Ik
dring aan op een oplossing voor het hospitaal.

De voorzitter: Ligt Zedelgem in West-
Vlaanderen?
05.03 Martial Lahaye (VLD): Inderdaad,
mijnheer de voorzitter.

De voorzitter: Waarom stelt u uw vraag over
Zedelgem niet? Uw vragen 4857 en 4858 slaan op
West-Vlaanderen. Ik stel voor dat u deze vragen
samen behandelt.
05.04 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, tijdens de
opendeurdagen in de school voor onderofficieren
te Zedelgem bleek uit gesprekken met militairen
dat er onrust heerst over de toekomst van de
school. Op vroeger gestelde vragen inzake deze
problematiek hebt u geantwoord dat de studie met
betrekking tot de toekomstige rol van de kazernes
nog niet afgerond was. Wie voert deze studie uit?
Welke concrete elementen worden bestudeerd?
Welke timing wordt vooropgesteld voor de
eindconclusies? U weet dat de school meer
kandidaten onderdak kan geven en, in
tegenstelling tot andere scholen, over een
opleidingscentrum en een goed oefenterrein
beschikt. Welke opties kunnen worden overwogen
voor Zedelgem?
05.05 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik sluit mij aan bij de vraagstelling van collega
Lahaye. Hij heeft misschien wel wat overdreven
toen hij alle legerbasissen in de Westhoek
situeerde. De Westhoek is slechts een deel,
weliswaar belangrijk, van West-Vlaanderen.

Alle gekheid op een stokje, wat mij vooral
interesseert, is de problematiek die hier vorige
week al aan de orde was, met name de sluiting
van basissen in mijn streek, mijnheer de minister.
U kunt het ons moeilijk kwalijk nemen wanneer we
als vertegenwoordigers van het volk er
voortdurend alert voor zijn wanneer legerbasissen
worden gesloten of ingekrompen in de eigen
streek.

De heer Lahaye vond het goed dat u hem
desgevallend een schriftelijk antwoord bezorgde.
Ik zag liever dat u vandaag in de vergadering een
antwoord verstrekte op mijn vragen, die ik tijdig en
conform heb ingediend. Ik herinner u er even aan.
Welke eenheden en legerbasissen zijn momenteel
in West-Vlaanderen operationeel? Hoeveel
personen worden er tewerkgesteld? Wat zijn de
specifieke opdrachten?

Vervolgens verwacht ik natuurlijk een antwoord op
de tweede en derde reeks vragen, namelijk welke
eenheden blijven bestaan en welke worden er
afgebouwd en wat is het vooropgestelde
tijdschema. Er is al onderstreept dat door zo vlug
mogelijk duidelijkheid te scheppen u gissingen en
speculaties kunt vermijden, waar toch niemand
beter van wordt. Ik kijk met belangstelling uit naar
uw antwoorden op mijn vragen, mijnheer de
minister.
05.06 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, l'ensemble des quartiers situés dans la
province de M. Lahaye font l'objet de l'étude
globale, comme d'ailleurs l'ensemble des autres
quartiers. J'ai lu ce matin qu'une manifestation
était prévue pour aujourd'hui. On y signale que les
décisions seront prises au cours d'un kern qui se
tiendra les 16 et 17 juin prochains.

Je précise d'abord que ce n'est pas en kern que
les décisions se prendront. Ensuite, le kern n'aura
pas lieu les 16 et 17 juin parce même si je
travaillais en permanence sur la question de la
réforme de l'armée, toute une série d'éléments
doivent encore être analysés. Comme le disait M.
Goris tout à l'heure, il faut articuler à la fois les
réformes en matière de personnel et celles qui ont
trait à l'infrastructure. J'ai déjà dit la semaine
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
dernière qu'une enquête est actuellement en
cours au sujet des personnes stationnées
actuellement en Allemagne. On leur demande
quelle est la zone dans laquelle elles aimeraient
être affectées à leur retour. Cette enquête a
commencé au début de cette semaine. Dès lors,
vous comprendrez aisément que je devrai
attendre les réponses pour rencontrer au mieux
les souhaits exprimés par les 2.000 hommes
encore en Allemagne. Deux mille hommes, cela
représente une proportion importante sur 39 000..

Des décisions seront donc prises mais il est inutile
de s'énerver à ce sujet. Des éléments doivent
encore être vérifiés afin de prendre les décisions
de la façon la plus globale, la mieux équilibrée
possible et dans la meilleure perspective. Je veux
également tenir compte de l'aspect social du
problème, tant pour les membres de mon
personnel que pour leur famille.
05.07 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. U had ons
beloofd dat u geen beslissingen zou nemen
zonder dat het Parlement erbij betrokken zou
worden. Er zou een vergadering worden gepland
voor het bespreken van uw nieuw plan. Wij vragen
dan ook dat alle parlementsleden die hierbij
betrokken zijn, zouden worden uitgenodigd op een
bespreking van uw toekomstvisie. Nadien kunnen
dan de passende beslissingen worden genomen.
Wij hopen dat het doek niet valt tijdens de
verlofperiode, maar dat wij allen de kans krijgen
om onze belangen te verdedigen.
05.08 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik wil mij er bij u over beklagen dat ik geen
antwoord heb gekregen op mijn eerste vraag. De
minister heeft niet gezegd welke eenheden en
basissen er momenteel in West-Vlaanderen
operationeel zijn en hoeveel mensen zij
tewerkstellen. Om alle misverstanden te vermijden
is het belangrijk dat wij eindelijk eens een duidelijk
overzicht krijgen van de situatie in West-
Vlaanderen. Ik hoor daarover de meest
verwarrende dingen. Voor mij als
volksvertegenwoordiger is het belangrijk om over
de juiste informatie te kunnen beschikken. Het is
evident dat ik ze alleen hier kan vragen.

Ik begrijp niet goed waarom de minister soms
enigszins denigrerend opmerkt dat we wat rustig
moeten zijn. Mijnheer de minister, u spreekt hier
tot parlementsleden, mensen die evengoed als u
verkozen zijn volgens de democratische regels.
Het is onze plicht te luisteren naar de mensen en
hen inlichtingen te verstrekken als ze daarom
vragen. Wij moeten de belangen van onze streek
behartigen en objectiveren om te zien of alles
goed loopt. Doe dus niet te flauw en merk niet op
dat we niet zoveel vragen moeten stellen en dat u
ons wel op de hoogte zult brengen als het daar tijd
voor is. Ik neem daar geen vrede mee. Ik vind dat
een vraag een ernstig antwoord moet krijgen. We
zullen onze vragen herhalen tot u ­ zoals de heer
Lahaye zegt ­ de inspanning doet om de
parlementsleden bij het debat te betrekken.
05.09 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, je voudrais encore ajouter une
remarque.
Tout d'abord, il y a des réunions organisées dans
les provinces où il est possible d'obtenir toutes les
informations nécessaires. J'enverrai avec plaisir à
M. Goutry l'ensemble des chiffres reprenant le
personnel actuellement occupé dans sa province.

Ensuite, moi aussi je suis élu dans ma région.
J'essaie de faire comprendre aux gens qui
m'interrogent pour savoir si tel ou tel projet peut se
réaliser, qu'il vaut mieux avoir une vue globale et
qu'il faut aussi s'inscrire dans une perspective de
long terme. Il s'agit d'un plan à 2015. La plupart de
ceux qui manifestent aujourd'hui contre la
fermeture de tel ou tel quartier ne seront
probablement plus là en 2015 parce qu'ils seront
pensionnés. D'autres les auront remplacés.

Je suis d'accord avec M. Goris, il faut maintenir
une perspective et un équilibre dans l'implantation
pour permettre aux gens de s'engager pour
remplir les cadres du futur. Mais si on déclare
qu'on arrête à une certaine date, cela ne signifie
pas que la caserne sera fermée le lundi suivant! Il
faut bien être conscient de cette réalité. Je le
répète, c'est un plan qui s'inscrit dans la durée,
dans un équilibre et qui tient compte des aspects
sociaux. C'est évidemment plus facile d'exploiter
l'inquiétude des gens et d'épouser les vagues
irrationnelles qui font peur et qui nous
empêcheront de prendre les décisions qui
s'imposent parce que budgétairement et
financièrement, nous ne pourrons pas le faire.
Notre armée ne compte plus 120.000 personnes
aujourd'hui mais 40.000 et en comptera 39.000 à
l'échéance de 2015. C'est ce que nous devons
tous ensemble faire comprendre aux gens qui
viennent nous interpeller, pour pouvoir travailler
ensemble et non épouser la vague facile de
l'inquiétude et de l'irrationnel.
05.10 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
als we de minister wat prikkelen, kruipt hij meestal
uit zijn schulp. Anders neemt hij er dikwijls
genoegen mee niets te zeggen. Nu heeft hij zich
kwaad gemaakt en dat licht altijd een tipje van de
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
sluier op.

Mijnheer de minister, u moet ons er niet van
beschuldigen dat we enggeestig zijn en de
toekomst niet in het oog houden. Er is immers nog
steeds een verschil tussen de uitvoerende en de
wetgevende macht. Wij moeten controleren en
inderdaad niet onmiddellijk het beleid bepalen. Dat
is juist. De vragen die wij stellen kunnen echter
het beleid helpen sturen. Denkt u nu niet dat alle
vragen zo naïef zijn dat ze enkel gericht zijn op het
behouden van irrationele toestanden. Het is echter
soms veel duidelijker om snel klare wijn te
schenken en mensen te laten participeren in de
besluitvorming. Dat is veel beter dan alles dicht te
houden en plots over de hoofden heen een
beslissing mee te delen. Ik vraag u dus gewoon
om de mensen bij het proces te betrekken en hen
mee te laten denken. Wij moeten niet denken dat
de mensen niets kunnen verdragen en dat zij niet
in staat zijn een bepaalde situatie te begrijpen. Ik
ben de eerste om rationele zaken te helpen
verdedigen. U kunt mij echter niet het recht
ontnemen om daartoe alle informatie te
verwerven.

Le président: Des réunions comme celle-ci sont
l'occasion de voir comment l'information circule.
05.11 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, vous admettrez que je réponds toujours
de façon précise et complète aux questions qui
me sont posées.

Le président: C'était la raison de ma conclusion,
monsieur le ministre.

Er zijn inlichtingen die men ook schriftelijk kan
verkrijgen, bijvoorbeeld over het aantal mensen.
05.12 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, wat moeten de
soldaten in Duitsland op hun enquêteformulier
invullen? Dat is ook een belangrijke vraag. Die
mensen weten niet wat er gaat gebeuren. Waar
zullen ze naartoe moeten? Mijnheer de minister,
die vragen zijn nog niet beantwoord. Daarom
dringen wij bij u aan. U mag ons dat niet ten
kwade duiden. Wij willen duidelijkheid voor al deze
mensen. U begrijpt dat toch?
05.13 André Flahaut, ministre: Ils savent tout de
même dire s'ils souhaitent aller dans la région de
Thuin, à la côte, à Arlon ou à Liège. S'ils préfèrent
Arlon, ils opteront pour cet endroit dans un
premier temps. Quelqu'un qui est raisonnable et
qui sait qu'il devra revenir en Belgique pourra dire
dans quelle région il veut aller et indiquer sa
préférence, par exemple, pour le Hainaut, Liège
ou un autre endroit. C'est sur ce point que nous
leur demandons de s'exprimer.

Lors des autres réformes, on ne s'est pas
beaucoup soucié de la situation sociale des gens.
Ces derniers étaient mis devant le fait accompli.
Dans ce cas, on essaie de faire mieux en les
consultant, mais je constate que cela ne facilite
pas les choses.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Landsverdediging over "de
operationaliteit van de Leopardtanks" (nr. 4813)
06 Question de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "le caractère opérationnel des
chars Léopard" (n° 4813)
06.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de minister heeft in de pers
bekendgemaakt dat de Leopardtanks op 21 juli
niet zullen deelnemen aan het militair défilé. Hij
had dat al eens "en sourdine" meegedeeld aan de
leden van de commissie. Dat werd nu ook kond
gedaan aan de pers omdat er een juridisch conflict
wordt uitgevochten met de firma Varec.
Tegelijkertijd heeft hij ook gemeld dat de
Leopardtanks niet langer operationeel zullen zijn
in Kosovo. Mijnheer de minister, ik heb daar twee
vragen over. Ten eerste, in welke mate bent u zich
bewust van het feit dat dit probleem kon worden
vermeden? De tanks konden in Kosovo, waar ze
een belangrijker taak uitvoeren dan op het militair
défilé, operationeel blijven. Bijgevolg zouden ze
dan op 21 juli ook over de kinderkopjes op het
Koningsplein hebben kunnen rollen. Dat zou
gebeurd zijn als de wet was nageleefd en als er
een openbare aanbesteding was uitgeschreven
voor het toewijzen van de opdracht voor het
leveren van de nieuwe rupskettingen. Gezien de
huidige, langdurige procedure voor de Raad van
State roept dit natuurlijk de vraag op in welke
mate de Leopardtanks verder operationeel zijn en
hoe lang ze nog kunnen blijven functioneren. U
laat verstaan dat dit momenteel al niet meer het
geval is. Wat zijn de gevolgen daarvan voor onze
internationale opdrachten?
06.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, on ne peut pas me
reprocher de ne pas avoir respecté la législation
sur les marchés publics dans le cadre du
réapprovisionnement de cet article. J'ai estimé
qu'aussi longtemps qu'une décision claire n'était
pas prise par les différents tribunaux, le dossier
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
devait être bloqué. Le remplacement des chenilles
des chars Léopard risque donc de prendre du
temps.

A cet effet, je signale que dans la procédure en
référé lancée par la firme en question, la plainte a
été jugée recevable mais non fondée. J'attends
donc les décisions des tribunaux de commerce
ainsi que du Conseil d'Etat. Entre-temps, je ne
veux pas poser le moindre acte qui permettrait de
relancer une procédure dans un sens ou dans
l'autre, et ce avec les conséquences que cela
entraîne.

Pour l'instant, il y a des chenilles sur les chars.
Nous disposons d'un stock de chenilles pour les
remplacer. Le jour où le stock sera épuisé ou qu'il
faudra attendre un certain délai, je ne mettrai plus
de chenilles sur les chars car je ne veux faire
courir aucun risque au personnel.

Ceci illustre toute la difficulté que l'on à travailler
dans un département comme celui-là. Il s'agit de
matières très complexes. Si un cahier des
charges stipule que toutes les clauses sont
essentielles, il faut en tenir compte. Ce fut le cas
par exemple pour l'achat des chasse-neiges pour
le Kosovo : il était stipulé qu'il fallait deux lave-
glaces, Les firmes qui avaient déposé la meilleure
offre ne prévoyaient qu'un lave-glace. On me
conseillait de passer outre ce détail et de signer le
contrat mais je ne l'ai pas fait car il s'agissait d'une
clause essentielle. C'est une autre philosophie
qu'il faut faire passer auprès des techniciens: il
faut respecter les clauses des cahiers des
charges.

Ici, nous sommes dans un conflit juridique. Il serait
imprudent de ma part de faire avancer ce dossier
sur le plan administratif ou technique. Ce dossier
est bloqué et tant qu'il en est ainsi, les chars
seront aussi immobilisés pour le 21 juillet. C'est
bon pour la place des Palais.
06.03 Pieter De Crem (CVP): Je comptais aller
voir le défilé avec ma famille.
06.04 André Flahaut, ministre: Vous pourrez
vous placer plus près! Plus sérieusement, il faut
rester attentif au fait que si les chenilles se
détachent, ces chars-là partent n'importe où.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "de
burgerzin van militairen" (nr. 4823)
07 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "le sens civique des
militaires" (n° 4823)
07.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op 14
mei 2001 zou u zich tijdens een interview op radio
1 hebben laten ontvallen dat onze militairen een
gebrek aan burgerzin betonen en dat u zich tot
taak zou stellen daarin in de toekomst verandering
te brengen. Ik beklemtoon wel dat u dat zou
hebben gezegd. Misschien is er sprake van
begripsverwarring of werden uw woorden uit hun
context gerukt of is er een probleem met de
interpretatie van de luisteraars van het betreffende
interview.

Mijnheer de minister, wat was de exacte
draagwijdte van uw uitspraak? Hebt u inderdaad
vastgesteld dat er sprake is van enig gebrek aan
burgerzin bij onze militairen? Op welke wijze
wenst u daarin verbetering te brengen?
07.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, ik vind het gevaarlijk enkele woorden uit
hun context te lichten en ze naast elkaar te
plaatsen op een zodanige manier dat ze een
andere betekenis krijgen dan aanvankelijk werd
bedoeld. U weet ongetwijfeld dat ik bijzonder veel
waarde hecht aan respect voor de mensenrechten
van de militairen. Ik ben verantwoordelijkheid voor
het bestuur en voor de vrouwen en mannen die er
deel van uitmaken en zie er daarom op toe dat
hun gedrag getuigt van volledig respect voor de
elementaire burgerrechten zonder onderscheid te
maken naar leeftijd, geslacht, herkomst of positie.
Ik zal dus niet aarzelen aangewezen maatregelen
te nemen bij ernstige overtredingen
dienaangaande. Het is nochtans geenszins mijn
bedoeling geweest de militaire gemeenschap
tekortkomingen aan te wrijven op het vlak van
burgerzin. Deze mannen en vrouwen geven
dagelijks blijk van grote menselijke en sociale
kwaliteiten bij de uitvoering van hun taken en hun
zending in het buitenland en in België zelf.

Wat onze jonge rekruten betreft, acht ik het
onontbeerlijk dat ze worden geholpen om de taken
die hen zullen worden toevertrouwd beter te
begrijpen, in het bijzonder bij opdrachten in het
kader van vredeshandhaving en samenwerking bij
de bevolking die in conflicten werden
meegesleept. Daarom heb ik besloten om vanaf
september 2001 een cursus burgerlijke opvoeding
in te voeren in de onderwijsinstellingen van mijn
departement.
07.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben
bijzonder tevreden met uw antwoord. Daarmee is
het incident, de interpretatie van het publiek over
uw uitspraak, rechtgezet.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "de
vervuiling van het vliegveld van Brustem"
(nr. 4825)
08 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "la pollution de l'aérodrome
de Brustem" (n° 4825)
08.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben
enigszins verontrust omdat op het vliegveld van
Brustem een onderzoek door OVAM, de
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij,
werd gedaan,. Daar werd een bepaalde mate van
vervuiling vastgesteld. Uit recent onderzoek blijkt -
dat zal ook de reden zijn waarom de krijgsmacht
door het stadsbestuur van Sint-Truiden werd
gedagvaard - de vervuiling veel ernstiger te zijn
dan tot op heden werd aangenomen.

Mijnheer de minister, werd u daarvan door het
stadsbestuur van Sint-Truiden op de hoogte
gebracht? Wat is de exacte aard van de
vervuiling? Is dat een historische vervuiling uit de
periode tijdens en na de Tweede Wereldoorlog of
is dat een vervuiling van recentere datum? Op
welke plaatsen werd de vervuiling vastgesteld? Is
de oorsprong van deze vervuiling toe te schrijven
aan Defensie of defensieactiviteiten? Indien ja,
waarom werd dit niet eerder vastgesteld? Zijn er
geen procedures bij Defensie om dergelijke
problemen snel te detecteren en te volgen?
Waarom werden niet eerder maatregelen
genomen om het terrein te saneren? Een laatste
en niet-onbelangrijke vraag, in welke mate kan
Defensie juridisch aansprakelijk worden gesteld
voor de aangetroffen vervuiling?
08.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, ik heb op 30 mei 2001 een brief van de
burgemeester van de stad Sint-Truiden ontvangen
om mij in te lichten over een probleem van
bodemverontreiniging op het voormalig militaire
domein van Brustem.

Deze bodemverontreiniging werd onlangs
vastgesteld door een beschrijvend
bodemonderzoek uitgevoerd door de firma NV
Belconsulting op aanvraag van OVAM. Ik ben niet
op de hoogte van de resultaten van dit onderzoek.

De authentieke akte tot minnelijke onteigening van
het militaire terrein werd verleden op basis van de
resultaten van het oriënterende bodemonderzoek.
Uit dit onderzoek bleek het bestaan van een
bodemverontreiniging dat door een beschrijvend
bodemonderzoek al dan niet moest worden
bevestigd.

De bevoegde dienst van mijn administratie kan in
overleg met OVAM en de stad Sint-Truiden dit
probleem onderzoeken.
08.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik veronderstel dat we op dit
dossier de komende maanden en jaren nog zullen
terugkomen. Alles hangt daarbij af van de wijze
waarop dit probleem al dan niet zal worden
opgelost.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "het plan
voor de middellange termijn inzake
legeraankopen" (nr. 4826)
09 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "le plan à moyen terme pour
les achats militaires" (n° 4826)
09.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik heb deze vraag reeds meermaals
gesteld onder andere in de commissie voor de
Legeraankopen. Uw kabinetsmedewerkers,
mijnheer de minister, hebben mij altijd gezegd dat
zij het nog eens zouden vragen. Ik herinner mij dat
u ooit in de gezamenlijke commissie
Landsverdediging en Legeraankopen de nodige
documenten in uw aktetas had zitten om een
toelichting te geven over het PMT. Zover is het
echter nooit gekomen.

Waarom werd dat PMT tot op heden niet aan deze
commissie voorgelegd? U moet mij
verontschuldigen als u denkt dat dit wel het geval
is geweest. Hoe zit het met de jaarlijkse
aankoopnota? Ik stel vast dat we die dit jaar nog
niet onder ogen hebben gekregen. Bent u bereid
deze nota's alsnog te komen toelichten in de
bevoegde commissies?

Is het mogelijk om de jaarlijkse aankoopnota eens
tijdig - voor de bespreking van de begroting van
Defensie - in te dienen? Ook het Rekenhof is
hiervoor vragende partij. Tot nu toe moeten wij
vaststellen dat wij u ieder jaar een carte blanche
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
geven. Pas nadien komen wij dan aan de wet
waarvoor u het luik Aankopen uiteindelijk wenst te
gebruiken. Het zou volgens mij van nog meer
respect voor het Parlement getuigen indien u deze
documenten ook tijdig zou voorleggen aan het
Parlement. Iedereen is gebaat bij een goede
planning die kan leiden tot een snellere uitvoering.
Het resultaat is bovendien dat men op het einde
van het jaar niet snel nog een aantal beslissingen
er moet doorjagen.
09.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, reeds op 29 november 2000 was ik
bereid om het PMT toe te lichten aan de
verenigde commissies van Kamer en Senaat ter
gelegenheid van een tussenrapport over de
herstructurering. Om organisatorische redenen,
die niet aan mij gelegen zijn, kon het tweede deel
van de uiteenzetting niet doorgaan. Ik ben steeds
bereid gebleven om de uiteenzetting te
vervolledigen.

Het antwoord op uw tweede vraag is ja. Ik ben
bereid op korte termijn beide documenten toe te
lichten.

Het antwoord op uw derde vraag is ook ja. De
aankoopnota 2002 zal voor de wettelijk voorziene
datum, voor het indienen van de begroting 2002,
aan de voorzitter van de commissie voor de
Legeraankopen worden overgemaakt.
09.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik kan u enkel bedanken. Ik
ben zeer opgetogen over het feit dat deze
documenten er voor het eerst in de geschiedenis
tijdig zullen zijn. Volgens mij mag ook dit op het
conto van deze meerderheid worden geschreven.

De voorzitter: Dit betekent ook dat wij terzake
misschien een initiatief moeten nemen met onze
collega's van de Senaat. Het was in elk geval de
bedoeling de herstructurering te bestuderen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de
kustwacht en de Marine" (nr. 4857)
10 Question de M. Martial Lahaye au ministre de
la Défense sur "la garde côtière et la Force
navale" (n° 4857)
10.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, de belangrijke rol
van de kustwacht als onderdeel van de marine
wordt niet altijd ten volle gewaardeerd. Niet minder
dan tien ministeriële departementen verdelen
onder elkaar de bevoegdheden die voortvloeien uit
diverse activiteiten die met de Noordzee te maken
hebben. Dit betekent dat op verschillende
begrotingen wordt voorzien in uitgaven die op een
of andere wijze te maken hebben met de werking
van de kustwacht. Coördinatie is in deze
omstandigheden zeker noodzakelijk. De materiële
infrastructuur moet tevens op een behoorlijk
niveau worden gehouden. Graag zou ik van u
vernemen welke diensten van het ministerie van
Landsverdediging permanent contact
onderhouden met welke diensten van het
ministerie van Binnenlandse Zaken met het oog
op de invulling van de taken van de kustwacht.
Bestaat er een financiële tegemoetkoming voor
die taken die de marine uitvoert ten behoeve van
Binnenlandse Zaken? In welke dimensie moet
hieraan worden gedacht? Hoeveel personeel kan
er als kustwacht ter beschikking worden gesteld?
Hoeveel schepen kunnen hoe lang worden ingezet
zonder dat de eigenlijke opdrachten van de
marine in gevaar komen? Dat had ik graag van u
vernomen.
10.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, de taken in de Belgische maritieme
rechtsgebieden vallen in belangrijke mate onder
de bevoegdheid van een tiental federale
ministeriële departementen en, in mindere mate,
onder de bevoegdheid van het Vlaams Gewest.
Tot op heden bestaat er nog geen
geïnstitutionaliseerde coördinatiestructuur. Hiertoe
werd in 1999 een interministeriële economische
commissie, subcommissie Noordzee, op het
beleidsniveau ingesteld, alsmede een werkgroep
Kustwacht op het uitvoerende niveau. Beide
organen hebben tot doel de coördinatie in de
uitvoering van de kustwachttaken te bevorderen.
In geval van ramp bestaat er wel een
coördinatiestructuur in het raam van het
rampenplan Noordzee, onder verantwoordelijkheid
van de West-Vlaamse provinciegouverneur. De
Generale Staf, het Intermachten Territoriaal
Commando en de krijgsmachtdelen, inzonderheid
de marine, zijn betrokken bij de invulling van de
taken van de kustwacht. Deze diensten
onderhouden contacten, niet alleen met het
ministerie van Binnenlandse Zaken, maar ook met
de andere betrokken ministeriële departementen
in het kader van de IEC, de werkgroep kustwacht
en het rampenplan Noordzee. Voor de dagelijkse
uitvoering van de taak zijn de contacten echter
niet permanent en informeel van aard. Wel
bestaan er tussen enkele departementen
bilaterale akkoorden, zoals bijvoorbeeld de
overeenkomst maritieme diensten zeevisserij in
het kader van de visserijwacht. Buiten de
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
nationale opeisingen worden alle middelen waarop
het ministerie van Binnenlandse Zaken beroep
doet in het licht van de taak kustwacht,
gefactureerd aan een dagprijs per type schip op
basis van de brandstofkosten en de vergoeding
van het personeel. Als belangrijke middelen
worden in de eerste plaats de ready duty ships als
de Albatros, de Stern en de Valk en hun
bemanning ingezet. Afhankelijk van het gebeurde
en indien de operationele situatie of de operatie
het toelaten, kunnen bijkomende maritieme
middelen als de fregatten, de
mijnbestrijdingsvaartuigen en de helikopters alle
drie met hun bemanning worden ingezet. In
principe kunnen onze ready duty ships hun taken
op zee volbrengen zo lang er een behoefte aan
bijstand bestaat die door het ministerie van
Binnenlandse Zaken moet worden bepaald.
10.03 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, dank u voor dit
antwoord. Wordt een gecoördineerde structuur in
de toekomst transparanter? Zal daaraan worden
gewerkt?
10.04 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, de bal ligt in het kamp van de minister
van Binnenlandse Zaken.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Martial Lahaye aan de
minister van Landsverdediging over "de
ontmijning/mijnenbestrijding" (nr. 4858)
11 Question de M. Martial Lahaye au ministre de
la Défense sur "les techniques de déminage"
(n° 4858)
11.01 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, de
ontmantelingsinstallatie in Poelkapelle zou
volgens militaire bronnen een van de modernste
installaties in Europa zijn. De
mijnenbestrijdingsschool te Oostende kent een
zekere internationale bekendheid. De marines van
verschillende bondgenoten maken dankbaar
gebruik van de opleidingsfaciliteiten. Wordt er in
het licht van de toekomstige eengemaakte
structuur binnen de krijgsmacht en het toekomstig
Europees leger, de mogelijkheid overwogen om te
streven naar een Europees compensatiecentrum
voor ontmijningstechnieken en operaties. Dit zou
een voorbeeld kunnen worden voor een rationele,
efficiëntere en nog meer professionele aanpak
van de mijnenbestrijding. Gegevensuitwisseling,
internationale contacten, opleiding, bestrijding en
onschadelijk maken van springtuigen zouden op
een nog vlottere manier kunnen gebeuren. Graag
had ik hierover uw standpunt gekend.
11.02 Minister André Flahaut: Binnen het kader
van het programma-TALEX worden regelmatig
inlichtingen uitgewisseld inzake de vernietiging
van bestaande en verouderde munitie. Dit forum
sluit geen bilaterale uitwisselingen uit met andere
partners. Indachtig het probleem van de
vernietiging van vervallen munitie, en meer in het
bijzonder van toxische munitie, heb ik aan mijn
collega's van de buurlanden voorgesteld om een
Europees agentschap voor de vernietiging van
munitie op te richten.

Wat betreft de mijnenbestrijding op zee, bestaat er
reeds een nieuwe samenwerking tussen de
Belgische en de Nederlandse marine. Andere
naties komen de expertise bij onze diensten
inwinnen. De mijnenbestrijding op zee is evenwel
een specifieke techniek geregeld door concepten
in de NATO en die nagenoeg geen verband
hebben met de ontmijning te land. Bijgevolg is het
niet aangewezen in dit stadium om andere vormen
van samenwerking te ontwikkelen tussen de
diensten voor opruiming en vernietiging van
ontploffingstuigen.
11.03 Martial Lahaye (VLD): Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb nog
een vraag in verband met de ontmanteling van
blauwkruitmunitie. Kunt u ons daarover iets meer
vertellen. Ik weet dat het een zeer groot probleem
is om die munitie te ontmantelen. Is er al
vooruitgang, staan we al verder met dit probleem
of niet?
11.04 Minister André Flahaut: Nog niet op dit
ogenblik.
11.05 Martial Lahaye (VLD): Kan dit verder
worden onderzocht en misschien op de volgende
vergadering worden toegelicht?

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Peter Vanhoutte aan de
minister van Landsverdediging over "het
conflict in Macedonië" (nr. 4890)
12 Question de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "le conflit en Macédoine"
(n° 4890)
12.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze
laatste vraag voor u is niet onbelangrijk. Zoals u
wel weet is de situatie in Macedonië momenteel
CRIV 50
COM 499
12/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
bijzonder explosief. Er dreigt een catastrofe.

Ik heb mijn vragen opgesplitst in twee luiken.

Ten eerste heb ik vragen over de rol van de
militaire inlichtingendiensten ter plekke. Ik stel
namelijk vast dat de internationale gemeenschap
een aantal belangrijke inschattingsfouten heeft
gemaakt in dit dossier. De "rebellen", of hoe wij ze
ook noemen, heeft men altijd afgedaan als een
bende terroristen met criminele bedoelingen en
men vermoedde dat ze beperkt bleven tot enkele
groepjes. Nu blijkt uit de feiten dat het om veel
meer mensen gaat die bijzonder goed
georganiseerd zijn. Tijdens mijn verblijf ter plaatse
kon ik vaststellen dat men over de aanwezigheid
van die mensen openlijk sprak, onder andere in de
voorsteden van Skopje. Ook te Kumanovo zaten
in februari of maart al gewapende rebellen. Die
feiten komen dus niet van de ene dag op de
andere op ons af.

Die inschattingsfout heeft tot gevolg dat men met
de terroristen niet wilde onderhandelen. Volgens
mij is dat ten onrechte. Als men heeft te maken
met een overmacht of met een intelligente
guerillaorganisatie, dan moet men
onderhandelingen toch eens overwegen.

In dat verband zou ik graag een aantal dingen
vernemen. Hoe zit het met de Belgische
inlichtingendiensten en met het comité-I? Werken
zij daar? Maken zij ook rapporten over de situatie
ter plaatse of over dat soort fenomenen? Wat
gebeurt er met die rapporten? Beperken ze zich
tot de interne circulatie op het ministerie van
Defensie? Worden ze ook gecommuniceerd naar
diensten op Buitenlandse Zaken?

Ik heb ook een tweede luik met vragen. In geval
van een mogelijke interventie van de NATO heeft
het Parlement de grote zorg om niet in de loop van
de vakantiemaanden voor de voldongen feiten van
een interventie te worden geplaatst.

Welke procedures worden er voor eventuele
interventies gevolgd? Worden wij op voorhand
geïnformeerd over mogelijke exit-scenario's of
andere scenario's?
12.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, vous comprendrez aisément que je
serai assez prudent dans la réponse que
j'apporterai à la question de l'honorable membre..

Mijnheer de voorzitter, onze krijgsmacht neemt
zijn verantwoordelijkheid op om adequaat ingelicht
te zijn over de situatie in de voormalige
Joegoslavische republiek Macedonië. Het is niet
gebruikelijk om details te verschaffen over de
wijze waarop dat gebeurt om de veiligheid van
onze manschappen niet in het gedrang te
brengen. Deze informatie wordt meegedeeld aan
de regering via de eerste minister, de minister van
Buitenlandse Zaken en de minister van
Landsverdediging. Een aantal diensten zoals de
Generale staf worden tevens ingelicht. Deze
rapporten maken een juiste inschatting van de
mogelijkheden en beperkingen van beide in het
conflict betrokken partijen. Verschillende opties
met betrekking tot de vestiging van het Belgische
Nationale steunelement werden in het verleden
bestudeerd om ons in staat te stellen onze
gevechtseenheden in het logistieke domein te
kunnen ondersteunen en het logistieke
steunelement in Macedonië te stationeren.

Après les impacts d'artillerie à proximité de
Kumanovo, le 28 mai 2001, il a été décidé ­ ainsi
que j'ai eu l'occasion de l'expliquer à cette
commission ­ de relocaliser le "National Support
Element" (NSE) belge stationné à Kumanovo.
Cette opération est actuellement en cours et, à
l'exception du personnel au travail à Kumanovo
pendant la journée (environ 57 personnes), le
reste du personnel est temporairement hébergé
auprès des NSE français, américains et
norvégiens, au quartier général de
réapprovisionnement de la K-For et dans un autre
compound. De plus, du personnel a été détaché
auprès du "battle group" à Liposavic. Cette
décision avait déjà été prise avant le 28 mai. Tout
cela est entrepris afin de limiter notre présence en
Macédoine au strict minimum.

A l'avenir, le "national Support Element" belge
s'établira sur l'aéroport de Petrovec, à proximité
des autres NSE. Ce nouvel emplacement permet
d'améliorer la collaboration avec les autres
partenaires OTAN et nous offre également la
protection nécessaire, vu la concentration d'unités
OTAN sur cette base.

Compte tenu de la mission et des moyens
déployés par la Belgique ainsi que de l'absence
d'un mandat accordé par une organisation
internationale, une intervention par les troupes
belges et de l'OTAN n'est actuellement pas à
l'ordre du jour. En conséquence, aucune étude n'a
été entreprise en ce sens par l'état-major.

Quelle est la situation ce matin? On me dit qu'il y a
un cessez-le-feu. La situation est donc calme pour
l'instant. L'aéroport de Petrovec est ouvert tant
aux avions civils que militaires, même si certaines
compagnies civiles ont décidé d'être déviées. La
12/06/2001
CRIV 50
COM 499
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
K-For a décidé de prendre des mesures de
protection renforcée, précisément là où nos
troupes viennent d'arriver. Il n'est pas certain
qu'elle aurait pris de telles mesures si nous étions
restés à Kumanovo. Lorsque j'ai appris les
menaces planant sur l'aéroport, je me suis dit que
nous étions passés à un endroit dangereux. Mais
en faisant partie d'un ensemble plus cohérent,
nous pourrons nous protéger tous ensemble.

Par ailleurs, les travaux d'aménagement de notre
zone ont commencé dès lundi. Il s'agissait de
travaux de terrassement préalables au placement
de containers. Quant au personnel, 43 personnes
sont hébergées aujourd'hui par les Américains, 56
par les Français, 5 par les Norvégiens, 45 sont
logées au quartier général de
réapprovisionnement et 12 au compound. Il reste
deux personnes à Pristina et 21 personnes
chargées de la garde du quartier des Karpov à
Kumanovo.

Voilà la situation à l'heure actuelle.
12.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor het
vrij volledige antwoord. Ik meen dat het goed zou
zijn eens na te gaan welke procedures moeten
worden gevolgd en op welke wijze het Parlement
kan worden betrokken bij een eventuele
interventie. Als de toestand echt escaleert zullen
wij immers voor een verscheurende keuze komen
te staan.
12.04 André Flahaut, ministre: Lors des
problèmes que nous avons connus au Congo,
immédiatement après la réunion du kern au cours
de laquelle nous avions décidé d'envoyer les
CVRT au Gabon, nous avions demandé une
réunion de la commission du suivi au Sénat, afin
d'expliquer l'action que nous allions entreprendre
et nos motivations.

J'ai également informé la commission des
mouvements que nous avions décidés de
Kumanovo vers Skopje. Il va de soi que s'il devait
y avoir des modifications, je demanderais la
réunion d'urgence de cette commission.

J'ai également suggéré de composer une
commission mixte Chambre et Sénat. Il est
évident que je donne une série d'informations à la
commission du Sénat dont les membres sont
tenus par le secret.

Le président: Le respect du secret des
informations. C'était d'ailleurs une des conclusions
de la commission Verhofstadt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.32 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.32 heures.

Document Outline