KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 493
CRIV 50 COM 493
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
06-06-2001 06-06-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot de
eerste minister over "de weigering van de eerste
minister om informatie te verschaffen betreffende
dienstreizen van hemzelf en zijn ministers"
(nr. 799)
1
Interpellation de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur "le refus du premier ministre de
fournir des informations au sujet de ses voyages
et de ceux de ses ministres" (n° 799)
1
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Luc Van den
Bossche, minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Luc Van den
Bossche, ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration
Moties
3
Motions
3
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen over "het toekomstig
contract dat het Federaal Aankoopbureau zal
moeten sluiten voor de levering van
magneetkaarten waarmee brandstof kan worden
getankt" (nr. 4764)
3
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
la Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration sur "le prochain contrat que le
Bureau Fédéral d'Achat va devoir conclure pour la
livraison de cartes magnétiques pour les
carburants des véhicules" (n° 4764)
3
Sprekers: Muriel Gerkens, Luc Van den
Bossche, minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Muriel Gerkens, Luc Van den
Bossche, ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration
Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming" (nr. 796)
5
Interpellation de M. Pieter De Crem au ministre de
l'Intérieur sur "la réforme des polices" (n° 796)
5
Sprekers:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Moties
9
Motions
9
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de urnen
van overledenen" (nr. 4736)
10
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "les urnes funéraires" (n° 4736)
10
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
verrassingsbezoek van het FANC aan de
kerncentrale van Tihange" (nr. 4758)
10
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre de
l'Intérieur sur "la visite inopinée de l'AFCN à la
centrale nucléaire de Tihange" (n° 4758)
10
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
recente gevallen van agressie ten overstaan van
treinpersoneel en reizigers" (nr. 4775)
13
Question de M. Jan Mortelmans au ministre de
l'Intérieur sur "les récents cas d'agression
d'accompagnateurs de train et de voyageurs"
(n° 4775)
13
Sprekers:
Jan Mortelmans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jan Mortelmans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
zwangerschapsverlof van politievrouwen"
(nr. 4785)
14
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "le congé de maternité du
personnel de police féminin" (n° 4785)
14
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
15
Questions jointes de
15
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de Slowaakse
asielzoekers" (nr. 4815)
15
- Mme Kristien Grauwels au ministre de l'Intérieur
sur "les demandeurs d'asile slovaques" (n° 4815)
15
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het asielbeleid"
(nr. 4838)
15
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la politique d'asile" (n° 4838)
15
Sprekers: Kristien Grauwels, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken, Willy Cortois
Orateurs: Kristien Grauwels, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur, Willy Cortois
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
06
JUNI
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
06
JUIN
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Interpellatie van de heer Gerolf Annemans
tot de eerste minister over "de weigering van de
eerste minister om informatie te verschaffen
betreffende dienstreizen van hemzelf en zijn
ministers" (nr. 799)
01 Interpellation de M. Gerolf Annemans au
premier ministre sur "le refus du premier
ministre de fournir des informations au sujet de
ses voyages et de ceux de ses ministres"
(n° 799)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration.)
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik betreur dat mijn interpellatie naar
aanleiding van een actie die wellicht uitsluitend
aan de eerste minister moet worden
toegeschreven, of die op zijn minst door hem en
zijn raadgevers geïnspireerd is, niet door de
eerste minister zelf wordt beantwoord. Ik houd me
dan ook het recht voor om de eerste minister zelf
alsnog te interpelleren.
Ik sluit niet uit dat minister Van den Bossche
straks een goed antwoord geeft, misschien zelfs
beter dan wat de eerste minister zou doen.
Daarom wil ik het erop wagen toch mijn
interpellatie te houden. Wanneer ik later alsnog de
eerste minister wens te interpelleren, hoop ik dat
u, mijnheer de voorzitter, mij niet zegt dat het
debat gesloten is. Ik heb precies aangedrongen
op een antwoord van de eerste minister zelf,
omdat hij ook de brieven heeft ondertekend en
contact gelegd met de heer De Croo omtrent deze
aangelegenheid. Ik vermoed dat het reglementair
en rechtsgeldig is wanneer ik erop aandring om
hoe dan ook de eerste minister te interpelleren
over deze kwestie.
De zaak is vrij eenvoudig. Collega Tastenhoye
heeft in overleg met mijzelf en met de voorzitter
van de Kamer aan alle federale ministers de
volgende eenvoudige schriftelijke vraag gesteld:
"Hebt u in het jaar 2000 dienstreizen
ondernomen? Hoe waren uw delegaties
samengesteld? Wat was de kostprijs van die
reizen?" De ministers hebben geweigerd om op
die vragen te antwoorden, blijkbaar na overleg in
de Ministerraad, althans volgens de verklaringen
van de eerste minister. Op instructie van de eerste
minister hebben zij geweigerd de vraag te
beantwoorden en ze teruggestuurd aan de Kamer.
Zij beriepen zich daarbij op het reglement van de
Kamer over de statistische gegevens. Natuurlijk
hebben we het reglement doen toepassen en de
kamervoorzitter heeft vervolgens, zoals het een
voorzitter betaamt, aan de eerste minister laten
weten dat het hier geen vraag over statistische
gegevens betrof, maar een over bepaalde
begrotingsposten. De ministers konden dus niet
om de door hen opgegeven reden weigeren te
antwoorden. Voorts heeft de kamervoorzitter de
eerste minister gewaarschuwd dat deze als eerste
minister geacht werd op de gestelde vragen te
antwoorden binnen een redelijke termijn.
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Onlangs ontving de kamervoorzitter een brief van
de eerste minister, waarin deze stelt: "Uw brief
van 20 maart betreffende de parlementaire vraag
van de heer Tastenhoye genoot mijn volle
aandacht. Ik neem kennis van uw opmerkingen
betreffende het antwoord dat ik meende te kunnen
geven. Wat uw derde opmerking betreft, deel ik u
mede dat ik alle leden van de regering heb
verzocht zich te laten leiden door mijn antwoord
op de parlementaire vraag nummer 59. Ik ben het
immers volledig eens met uw standpunt waaruit
blijkt dat de regering het recht heeft bepaalde
vragen niet te beantwoorden".
Naar mijn oordeel interpreteert de eerste minister
de brief van de kamervoorzitter verkeerd. Deze
laatste schrijft wel eens meer lange zinnen in zijn
brieven die zowel in de ene als in de andere
richting kunnen worden geïnterpreteerd. De
interpretatie van de eerste minister is alvast in
strijd met zowel de letter als de geest van de brief
van de heer De Croo, wanneer hij repliceert dat hij
niet op de gestelde vraag zal antwoorden. Daarom
neem ik het initiatief om de regering hierover te
interpelleren.
Wat zijn de redenen waarom de regering in een
parlementaire democratie weigert om te
antwoorden op een dergelijke eenvoudige vraag
van het Parlement?
Wat is de rechtsgrond van die weigering?
Wat is de rechtsgrond van deze weigering. Wat is
de mogelijkheid van een parlementslid, of gelijk
welke burger van dit land, om meer te vernemen
over de dienstreizen van ministers en hun
gezellen en over de kostprijs daarvan? Moet men
via een schriftelijke vraag werken, of moet men
dat per brief doen? Moeten wij wachten tot
wanneer de rekeningen binnen een jaar of twee
door het Rekenhof zullen geattesteerd zijn om ze
na te kijken? Hoe kan een Belg, onderdaan van
Zijne Koninklijke Hoogheid, Albert II van België,
vernemen wat de ministers van de Koning
uitgeven aan dienstreizen en hoe die dienstreizen
worden georganiseerd? Dat is mijn vraag.
01.02 Minister Luc Van den Bossche: Mijnheer
de voorzitter, collega's, op het gevaar af de
interpellant te ontgoochelen, zal ik hem het
antwoord meedelen zoals de eerste minister dit
heeft opgevat. Het antwoord bevat drie punten.
Ten eerste, bestaan de afvaardigingen die naar
het buitenland vertrekken in principe uit de
minister of de staatssecretaris en bepaalde
medewerkers wiens aanwezigheid nuttig of nodig
wordt geacht in het kader van de bezoeken in
kwestie. Dit kunnen zowel medewerkers van de
kabinetten als van de administratie zijn.
Ten tweede, de kosten van de buitenlandse reizen
van regeringsleden en van hun medewerkers
worden aangerekend binnen de perken van de
kredieten, die zijn uitgetrokken op de begroting
van een departement, hoofdzakelijk op de
basisallocatie werkingskosten van het kabinet. Het
Parlement kijkt via het Rekenhof uiteraard toe op
deze uitgaven en het Rekenhof ziet toe op de
controle ervan. De instelling dient na te gaan
waarvoor de regering het overheidsgeld heeft
gebruikt en dient de kamer van
Volksvertegenwoordigers op de hoogte te stellen
van zijn bevindingen. Zij antwoordt trouwens ook
op de vragen van de leden van deze Kamer.
Ten derde, er was ook een gedeelte over de
deelname van een lid van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers aan dienstreizen.
Daarover wenst de eerste minister mee te delen
dat in het algemeen eerst de Conferentie van
voorzitters wordt geraadpleegd. Eerst
beraadslaagt zij en vervolgens beslist ze of zij het
opportuun acht om parlementaire afvaardigingen
naar het buitenland te sturen. Indien het oordeel
positief is, dan neemt het Parlement gewoonlijk de
verblijfskosten voor zijn rekening terwijl het
kabinet, de regering dus, instaat voor de
reiskosten, zeker wat het reizen per vliegtuig
betreft. Dit zijn de elementen van antwoord, die
van nut kunnen zijn bij deze interpellatie.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal een motie indienen
om de regering te verzoeken in deze de nodige
openheid aan da dag te leggen. Het totaal
sibillijnse antwoord dat hier wordt gegeven, is een
weigering om het Parlement inzicht van zaken te
geven. Het Parlement zal aan de regering
vragen of niet vragen dat er wel inzicht van
zaken wordt gegeven. Ik denk dat dit een
belangrijk precedent is dat verstrekkende
gevolgen kan hebben in verband met het oordeel
dat wij allen zullen kunnen vellen over de
arrogantie waarmee deze regering denkt te
moeten handelen. Ik hoor hier dikwijls spreken
over openheid, democratie, een opendebatcultuur.
Het gaat niet om een speciale vraag. We hebben
dit soort van vragen altijd gesteld en we hebben er
van alle regeringen, althans zolang er christen-
democraten inzaten, een antwoord op gekregen.
Op vragen over dienstwagens werd ons ook altijd
een antwoord gegeven. Nu de VLD deel uitmaakt
van de regering en men stelt dergelijke vragen,
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
dan krijgt men een antwoord van de eerste
minister waarin hij zegt dat hij daarop niet wil
antwoorden. Welnu, volgens mij kan dat niet. Ons
verwijzen naar het Rekenhof is naar mijn mening
geen wettige manier van handelen.
Wij zullen een motie indienen en de nodige
initiatieven nemen om aan deze zaak
ruchtbaarheid te geven. Daarnaast zullen wij in
ieder geval in overleg treden met de voorzitter van
deze Kamer om het antwoord dat de heer Van
den Bossche
ik had meer democratische
reminiscenties aan de wijze waarop hij door de
politiek stapt hier door de heer Verhofstadt
verplicht werd voor te lezen, te toetsen aan wat
volgens Kamervoorzitter De Croo de normale
gang van zaken zou moeten zijn, wanneer een
parlementslid een vraag stelt aan deze regering.
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik moet u
zeggen dat ik het nog nooit heb meegemaakt dat
een regering zegt dat men over sommige zaken
geen vragen heeft te stellen en weigert te
antwoorden. Dit is volgens mij ongeacht de
persoon door wie de vraag werd gesteld een
soort precedent. Mij lijkt het een kwestie die in
eerste instantie moet worden beslecht door de
Conferentie van voorzitters, mijnheer Annemans.
Dat lijkt me het geëigende orgaan, dat in dat
verband probeert een brugfunctie te vervullen
tussen regering en Parlement. Ik laat het aan uw
initiatief om deze kwestie daar ter tafel te leggen.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Gerolf
Annemans
en het antwoord van de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen,
verzoekt de regering volledig inzicht te geven in
1. de dienstreizen van de regering in het jaar
2000;
2. de samenstelling van de delegaties;
3. de kostprijs ervan."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Gerolf Annemans et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M.
Gerolf
Annemans
et la réponse du ministre de la Fonction publique
et de la Modernisation de l'administration,
demande au gouvernement de fournir des
informations complètes à propos
1.
des voyages effectués en 2000 par les
membres du gouvernement dans le cadre de leurs
fonctions;
2.
de la composition des délégations ayant
effectué ces voyages;
3. du coût de ces voyages."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Willy Cortois, Denis D'hondt en Tony Smets
en mevrouw Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen.
Une motion pure et simple a été déposée par
MM. Willy Cortois, Denis D'hondt et Tony Smets et
Mme Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Question de Mme Muriel Gerkens au
ministre de la Fonction publique et de la
Modernisation de l'administration sur "le
prochain contrat que le Bureau Fédéral d'Achat
va devoir conclure pour la livraison de cartes
magnétiques pour les carburants des
véhicules" (n° 4764)
02 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen over
"het toekomstig contract dat het Federaal
Aankoopbureau zal moeten sluiten voor de
levering van magneetkaarten waarmee
brandstof kan worden getankt" (nr. 4764)
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers
collègues, j'ai été heureuse d'apprendre que le
gouvernement avait signifié à la société Totalfina,
le 16 mars dernier, la fin du contrat qui les liait
jusqu'au 31 août pour les livraisons de carburant
aux véhicules par carte magnétique.
Le gouvernement a également soumis pour avis à
la Commission européenne un projet d'inclusion
de clauses éthiques dans les cahiers des charges
des contrats de marchés publics, ce dont je me
réjouis également. Comme il s'agit d'une simple
demande d'avis, il me semble qu'aucun délai de
réponse ne soit fixé.
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Depuis, le Bureau fédéral d'achats a signalé au
gouvernement qu'il fallait lancer un appel d'offres
pour renouveler l'approvisionnement à partir du 1
er
septembre. Dans le rapport du Conseil des
ministres du 18 mai, on a pu lire que cet appel
serait lancé sans que des critères éthiques y
soient inclus. Les arguments développés étaient
que si on incluait de tels critères sans avoir l'avis
de la Commission européenne, cette inclusion
unilatérale de clauses éthiques dans les marchés
publics présentait des risques en cas de plainte à
l'OMC.
L'option transitoire proposée dans ce rapport est
de ne conclure un contrat que pour un an. Après
l'adoption du projet de loi visant à favoriser une
production socialement responsable, une nouvelle
note serait proposée au Conseil des ministres sur
les clauses éthiques dans les procédures de
marchés publics. Je retiens donc que les appels
d'offres lancés actuellement n'intègrent aucune
disposition éthique.
Monsieur le ministre, pouvez-vous néanmoins
nous certifier que le gouvernement respectera les
recommandations de l'OIT concernant l'arrêt de
toute relation économique avec la Birmanie, en
refusant de signer un contrat avec Totalfina? Nous
savons, en effet, que la présence de cette firme
en Birmanie c'est un cas d'école soutient
directement la junte au pouvoir, c'est-à-dire le
travail forcé et le non-respect des droits
fondamentaux. D'autant que si le contrat avec
Totalfina a été suspendu, c'est pour ces mêmes
raisons.
Il me semble que l'argument à utiliser ici ne relève
pas du champ de l'inclusion de clauses éthiques
dans les procédures de marchés publics. Il s'agit
plutôt d'informer Totalfina que la Belgique, étant
membre de l'OIT, respecte une recommandation
qui a été adressée aux Etats membres et aux
entreprises installées dans ces Etats, indiquant
qu'il fallait rompre toute relation économique avec
la Birmanie et signifier dès lors à Totalfina qu'il
n'est pas nécessaire que cette firme introduise
une offre pour ces marchés publics, en tout cas
aussi longtemps qu'elle poursuit ses activités en
Birmanie.
02.02 Luc Van den Bossche, ministre: Monsieur
le président, chers collègues, l'Organisation
internationale du travail, l'OIT, a approuvé en
juin
2000 une résolution, à la suite des
recommandations du rapport de la commission
d'enquête de l'OIT au sujet de l'observation par le
Myanmar de la Convention OIT n° 29 concernant
le travail forcé. Cette enquête est le résultat d'une
plainte en référence à l'article 26 du traité de
création de l'OIT déposée par un certain nombre
de délégués auprès de l'OIT.
Dans la disposition pertinente de ladite résolution
§1b , l'OIT recommande aux gouvernements, à
la lumière des constatations de la commission
d'enquête, d'une part, d'examiner les relations
avec le Myanmar et de prendre les mesures
appropriées afin que ces relations ne contribuent
point aux pratiques de travail forcé utilisées dans
ce pays; ces mesures doivent contribuer à
l'application des recommandations de la
commission d'enquête; d'autre part, il est
demandé de faire rapport au sujet de ces mesures
auprès du conseil d'administration de l'OIT.
A la lumière de cette résolution, le gouvernement
a fait savoir à l'OIT qu'un certain nombre de
mesures ont été examinées, qui pourraient
appuyer la résolution de l'OIT.
Dans ce contexte, on a notamment fait mention du
fait que le gouvernement envisage l'introduction
d'une clause éthique dans les cahiers des charges
des marchés publics. Cette proposition a, ainsi
que vous l'avez signalé, été soumise pour avis à
la Commission européenne à la lumière des
implications éventuelles de ce genre de clauses
au regard du droit OMC.
Cependant, l'on ne peut pas déduire de la
résolution de l'OIT que le gouvernement belge
peut exclure Totalfina des marchés publics sur la
base de sa présence au Myanmar. En d'autres
termes, du point de vue juridique, la résolution de
l'OIT n'annule pas le fonctionnement des règles
des marchés publics. Cela signifie que si Totalfina
était exclue d'un marché public rien qu'en se
basant sur ladite résolution, la responsabilité du
gouvernement pour cause de violation de la
législation sur les marchés publics resterait
entièrement engagée et pourrait engendrer des
demandes de dédommagement considérables. Il
est donc logique que le gouvernement tienne à
s'aligner sur les recommandations de l'OIT, tout
en respectant la législation sur les marchés
publics. Le projet de clause éthique est à situer
dans le cadre de cette double préoccupation
gouvernementale et il me semble préférable de
continuer sur le chemin entamé dans cette
problématique, c'est-à-dire le choix d'une solution
qui respecte le cadre légal qui règle la matière.
Une réaction ad hoc, telle que suggérée par Mme
Gerkens, vis-à-vis de la firme Totalfina par rapport
au nouveau marché pour les cartes magnétiques,
ne semble pas conciliable avec la susdite double
préoccupation gouvernementale.
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Aussi le gouvernement a-t-il pris à l'unanimité la
décision que l'honorable membre cite dans sa
question. Cette unanimité pour une action
concertée et légalement justifiée, vaut aussi pour
la réitération auprès de la Commission
européenne de la demande pour qu'un avis
concernant la clause éthique nous parvienne dans
les meilleurs délais.
En outre, je tiens à souligner qu'il a été mis fin au
marché avec Totalfina en application des
dispositions du cahier spécial des charges qui
stipulent que
je cite
:
"le marché entre en
vigueur le premier jour ouvrable qui suit la date de
la notification de l'attribution du marché. Le
marché est conclu pour un an et est renouvelable
deux fois pour une période d'un an par tacite
reconduction. Toutefois, chacun des deux
contractants peut, à la fin de la première ou de la
deuxième période de un an, mettre un terme au
marché. La notification de cette décision doit être
adressée par lettre recommandée à l'autre
contractant au plus tard quatre mois avant la date
d'échéance.".
Il s'agit donc ici d'une disposition contractuelle qui
donne cette possibilité aux deux parties
concernées par le contrat. J'ai ainsi fait application
de cette disposition contractuelle, qui est connue à
l'avance de tous les soumissionnaires qui ont
l'intention de participer au marché du BFA et qui
permet une gestion souple de ces contrats dans
l'intérêt des deux parties concernées.
La notification à Totalfina du fait qu'il serait mis fin
au marché est rédigée comme suit:
"Conformément aux dispositions du cahier spécial
des charges repris sous rubrique et en application
du point A "Objet et nature du marché" de celui-ci,
je vous informe qu'il sera mis fin au marché le
31 août 2001. En effet, le dernier alinéa du point 1
stipule entre autres que: 'chacun des deux
contractants peut, à la fin de la première ou de la
deuxième période d'un an, mettre un terme au
marché. La notification de cette décision doit être
adressée par lettre recommandée à l'autre
contractant au plus tard quatre mois avant la date
d'échéance.".
C'est donc pour des raisons juridiques que le
gouvernement a dû décider de relancer la
demande au marché pour un an, en attendant les
réponses de la Commission européenne. J'ai déjà
insisté à plusieurs reprises auprès de cette
dernière au sujet de la conformité de la clause
prévue avec les réglementations de l'OMC, mais
je ne sais pas encore à quelle date cet avis me
sera communiqué. Nous attendons cette décision
afin que l'on puisse exclure, d'une manière
incontestable, des sociétés comme Totalfina, qui
ne respectent pas la résolution de l'OIT et
travaillent encore au Myanmar et qui, de ce fait,
soutiennent un régime qui viole les principes de
ladite organisation.
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, je vous remercie pour votre
réponse très complète tenant compte de
l'ensemble des éléments. Je suis bien consciente
des difficultés et des limites juridiques.
J'en conclus qu'il sera nécessaire d'organiser un
travail de réflexion sur la valeur et le poids
contraignant que peuvent avoir des chartes, des
conventions, des recommandations venant
d'organisations internationales et qui ont pour
objectif le respect des droits de l'Homme
homme au sens large utilisé dans différentes
applications. En effet, ces organisations sont
chaque fois confrontées à des arguments
juridiques d'un autre ordre, difficilement
applicables.
Cela donne l'impression qu'on se donne bonne
conscience en mettant en place des outils, mais
des outils inadaptés qui ne permettent pas de
prendre des mesures concrètes. J'espère que la
Belgique, au travers de sa présence dans toutes
ces organisations, pourra contribuer à donner du
poids et de la valeur à ces outils.
02.04 Luc Van den Bossche, ministre: C'est tout
le problème de la contradiction des textes
provenant de différents organismes
internationaux. Nous nous trouvons au milieu et
cette position est difficile. Il faut trouver la voie qui
n'offrira pas l'occasion à la société en question de
contester la décision prise par le gouvernement.
C'est un véritable problème. Nous avons
demandé l'avis à plusieurs professeurs
d'université et eux-mêmes n'en sortent pas.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming" (nr. 796)
03 Interpellation de M. Pieter De Crem au
ministre de l'Intérieur sur "la réforme des
polices" (n° 796)
03.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, naar
aanleiding van de voorstelling van de nieuwe
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
politie-uitrusting hebt u heel wat kritiek geuit op de
leiding van de geïntegreerde politie met betrekking
tot de personeelsverhoging van de federale politie.
Het ging eigenlijk om heel scherpe kritiek op deze
hervorming. De nieuwe geïntegreerde politie zou
steeds meer de stempel van de voormalige
rijkswacht dragen. Dit is precies wat de auteurs
van het Octopus-akkoord niet voor ogen hadden.
Het mocht geen kopie zijn van de rijkswacht, van
de gemeentepolitie of van de gerechtelijke politie;
het moest gaan om een nieuwe structuur. Het is al
een hele prestatie dat een minister tot het besef
komt dat een aantal oude gewoonten en
gebruiken van de respectieve korpsen wordt
overgenomen, en wellicht niet altijd de beste. Dit
hebben de regering en bijgevolg de minister en
zijn kabinet echter aan zichzelf te danken.
In de krant staat dat u vindt dat er te weinig
garanties bestaan vanwege de politietop, onder
meer over de aanpak van de georganiseerde
criminaliteit, de georganiseerde misdaad.
Daarnaast blijkt ook dat er helemaal geen zicht
meer is op de organisatie van de politie en de
opdrachten van de verschillende diensten. Deze
opmerking kunnen we ook in verband brengen
met een opmerking van minister Verwilghen in De
Standaard van 18 mei 2001, dus enkele weken
geleden. Overigens bent u ook van mening dat het
Nationaal Veiligheidsplan toch geen neutraal
gegeven te weinig in de plannen van de federale
politietop tot uiting komt. Onze vraag is dan
natuurlijk over welk Nationaal Veiligheidsplan het
hier gaat. Het fameuze Nationaal Veiligheidsplan
zoals ab initio totstandgekomen bevat immers
de krijtlijnen volgens dewelke de werking van de
geïntegreerde politiedienst wordt georganiseerd
op twee niveaus. Pro memorie, hierover heeft de
Kamer zich unaniem uitgesproken in het voorjaar
van 1997. Het moest en moet een zeer belangrijk
werkstuk worden, waarop ook het lokale
veiligheidsplan moet worden geënt en dat wordt
uitgewerkt door de Nationale Politieraad. Het plan
wordt daarna besproken in het Parlement in de
gemengde commissies voor de Justitie en voor de
Binnenlandse Zaken.
Op dit plan moet de federale politie zich baseren
om de werking van de diensten verder uit te
bouwen. Dit is belangrijk voor het bepalen van de
politiecapaciteit; het ene kan niet zonder het
andere. De competenties die in de verschillende
diensten aanwezig moeten zijn, worden daarin ook
vastgelegd. U hebt in deze commissie op 16 mei
2001 daarover het volgende gezegd: "Het is de
weergave van de middelen en de concrete
doelstellingen van het algemene beleid inzake
politie en van de coördinatie van het federale en
lokale politiebeheer".
Het Nationaal Veiligheidsplan is er officieel nog
altijd niet. Zoals men zegt in de taal van Molière,
comme Soeur Anne, on attend et on ne voit rien
venir. In uw antwoord op de vraag van mevrouw
Talhaoui, zegt u in dezelfde commissie van 16 mei
2001 dat het plan zich nog in een testfase bevindt.
U vindt echter dat dit moet volstaan voor de
diensten van politie en justitie. Met andere
woorden, deze testfase van het Veiligheidsplan
wordt als het ware een richtsnoer.
Graag vernam ik hoe het met het plan is gesteld.
Aangezien nog niet alle elementen beschikbaar
waren, is een voorlopig plan opgesteld. Het plan
werd reeds besproken in de commissie voor de
Justitie van de Kamer. In de commissie voor de
Binnenlandse Zaken van de Senaat werd
eveneens een discussie gevoerd. Het ging daar
niet over het eigenlijke plan maar over een
gedachtewisseling. Het werd echter nooit ter
bespreking voorgelegd aan deze commissie,
mijnheer de voorzitter, terwijl het door beide
commissies moet worden behandeld.
De behandeling in beide commissies is een
vereiste. De bespreking kan echter niet doorgaan
omdat eerst het advies van de Nationale
Politieraad moet worden ingewonnen. Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het
probleem is natuurlijk dat de Nationale Politieraad
nog altijd niet bestaat.
Het lijkt mij toch evident dat de minister eerst een
degelijk plan uitwerkt vooraleer met modder wordt
gegooid naar de politietop. Ik vind trouwens dat dit
een pijnlijke gewoonte wordt. Als zaken, die onder
de bevoegdheid van de minister en zijn kabinet
ressorteren, niet blijken te werken dan zijn het
altijd de anderen die het hebben gedaan. Dit was
ook het geval met de regularisatie-
werkzaamheden. De regularisatiecommissie
werkte niet of onvoldoende volgens het kabinet
van de minister en dit was de schuld van de leden
van de regularisatiecommissie, het secretariaat en
de griffie. Hetzelfde liedje krijgen wij nu te horen
met betrekking tot de politietop.
Mijnheer de minister, u ergert zich ook aan het feit
dat een aantal politiemensen zich niet direct
bezighoudt met operationele taken. Sommigen
vervullen taken zoals het onderhoud van het
wagenpark, de infrastructuur, de tuinen, de
perken, de plantsoenen, enzovoort. Dit is uiteraard
niet de eerste taak van een politieagent bij het
organiseren van de veiligheid tenzij wij met
struikrovers zouden te maken hebben die zich in
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
perken en plantsoenen bevinden maar die taken
moeten wel worden ingevuld. Een mogelijke
oplossing is de aanwerving van burgerpersoneel,
maar volgens de politietop zou dit nog meer geld
kosten.
De bal ligt opnieuw in uw kamp, mijnheer de
minister. Ofwel werft u meer politiepersoneel aan
zodat het operationele kader verder wordt
aangevuld, ofwel werft u meer burgerpersoneel
aan om de werking te ondersteunen. Dit laatste
gaat uiteraard gepaard met een verhoging van de
kosten. Ik heb de indruk dat u door het bos de
bomen niet meer ziet. U zei mij ooit eens, ik citeer:
"Vous niez le soleil en plein midi." Maar volgens
mij ontkent u nu ook een aantal grove
mankementen en nalatigheden die er wel degelijk
zijn.
U hebt daarom nog maar eens een externe audit
aangekondigd. Blijkbaar hebt u ook geen
vertrouwen meer in de top van de federale politie.
Ik wil u er toch nog eens op wijzen dat die top
werd geselecteerd na de objectieve en zeer
geprezen "assessment-rit". Sommigen werden
benoemd in topfuncties waarvoor ze nooit hadden
gesolliciteerd. Uit de testen bleek dat er veel meer
Nederlandstaligen dan Franstaligen geschikt
waren voor de topposities. Aan dit laatste heeft
men echter een mouw gepast.
Volgens mij moet u toch opletten met die externe
audits en ik denk dan onder meer aan de
toekomst van het Copernicus-plan die de regering
wil doorvoeren. De waarschuwing dat men te snel
te werk is moeten gaan bij de selectieprocedure
omdat de minister de opdracht veel te laat aan de
betrokken firma's heeft doorgegeven, wordt
natuurlijk door deze gedachtegang bevestigd. Dit
zijn niet zomaar gissingen, maar zaken die men
mits de nodige deductie uit de feiten kan afleiden.
Ik zou van de minister ook willen weten waarom
die externe audit nog nodig is.
Voorts is er nog steeds een stijging van de
criminaliteit en het groeiende probleem van de
georganiseerde criminaliteit. De minister van
Binnenlandse Zaken beschikt naar eigen zeggen
over te weinig garanties van de federale politietop
dat dit probleem met voldoende manschappen
wordt aangepakt. Mijnheer de minister, dit is zowel
ten noorden als ten zuiden van de taalgrens een
bijzonder gevoelig punt. Steeds meer burgers
voelen zich bedreigd door deze bendes die steeds
driester te werk gaan.
Ik kom dan nog even terug op het nationale
veiligheidsplan dat het aanknopingspunt vormde
voor deze interpellatie. Ik had van de minister
graag enige toelichting gekregen bij de vraag of er
in dit plan ook aandacht wordt besteed aan de
georganiseerde criminaliteit. Welke maatregelen
zullen er in dit plan worden opgenomen?
03.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, fidèle à son habitude, M. De Crem feint
d'ignorer des choses élémentaires, notamment le
fait que la mise en oeuvre d'une réforme aussi
importante requiert une période transitoire,
principalement pour un certain nombre de
mécanismes qui doivent se suivre
chronologiquement. M. Tant a souvent exprimé sa
préoccupation concernant le conseil fédéral de
police. A l'époque, je lui ai répondu qu'il fallait
avoir des chefs de corps pour pouvoir le
composer. Nous en avons maintenant. Je vais
donc m'employer à installer le conseil fédéral de
police. De même, je puis dire qu'à la fin du mois
de juin ou au début du mois de juillet, l'essentiel
des réglementations nécessaires pour faire
tourner les nouveaux services de police auront été
adoptées et publiées.
La deuxième chose que M. De Crem feint
d'ignorer, c'est qu'il ne suffit pas de claquer des
doigts pour obtenir un changement de culture
policière. Et cela n'a rien à voir avec la
compétence et l'aptitude de ceux qui sont amenés
à conduire ces opérations. En outre, je n'ai jamais
demandé à ceux qui composent actuellement les
nouvelles polices, qu'ils soient d'anciens
gendarmes, d'anciens péjistes ou d'anciens
policiers communaux, de renier le corps dont ils
sont issus. Chacun, à son niveau, a fait du bon
travail dans le passé. Mais il est vrai aussi que si
l'on conduit une réforme aussi importante que
celle-là, ce n'est pas pour modifier un peu la
structure, pour donner des appellations différentes
et de nouveaux uniformes mais surtout pour
modifier les méthodes de travail.
Au niveau de ces méthodes de travail, j'entends
prendre un maximum de garanties. Dans la
répartition du personnel, je comprends fort bien
qu'il faille assurer une période transitoire. Je ne
voudrais pas qu'au motif de réorganisation, on
empêche la continuité dans le fonctionnement des
services. Mais je ne voudrais pas non plus que
pour ce seul motif, on en arrive finalement à une
organisation qui ressemble comme un frère
jumeau à ce qui existait auparavant, car les
objectifs assignés sont différents. C'est la raison
pour laquelle il est de mon devoir de ministre de
l'Intérieur de les rappeler clairement et fermement
aux responsables. Et comme je suis modeste
dans ma manière de conduire le changement, j'ai
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
décidé de recourir à un audit, de manière à
m'assurer que l'on atteindra demain un maximum
d'efficacité avec le personnel dont on dispose. Ce
n'est pas simplement le changement pour le
changement, mais c'est surtout pour obtenir des
résultats. J'espère d'ailleurs qu'au niveau local
comme ce l'est au niveau fédéral , on sera habité
par le même souci.
Le plan national de sécurité est un des éléments
du dispositif, puisqu'il va fixer des objectifs, mais
également les moyens pour les atteindre,
notamment au niveau des capacités et des
priorités. Après deux ans, on devra se poser la
question de savoir si ces objectifs sont atteints, si
les priorités ont été respectées et si les effectifs
prévus sont suffisants pour atteindre ces objectifs.
Si la réponse à ces interrogations devait être
négative, nous devrions en arriver à la conclusion
soit de revoir les priorités, soit d'accroître les
effectifs.
J'ajoute que pour qu'il y ait un vrai plan national de
sécurité, un élément essentiel doit exister et il
n'existe pas encore à l'heure actuelle , ce sont
les plans zonaux de sécurité. Ceux-ci devront
intégrer les préoccupations du plan national de
sécurité. Mais le plan national de sécurité devra
également tenir compte de toutes les priorités qui
seront fixées sur l'ensemble du territoire au niveau
des plans zonaux de sécurité.
Il est vrai que ce premier plan national de sécurité,
déposé au parlement, discuté en commission de
la Justice de la Chambre et en commission de
l'Intérieur au Sénat, s'est voulu modeste et a
essentiellement valeur de test. Il propose une
gestion intégrale de la sécurité, supposant une
intégration horizontale et verticale des efforts mis
en oeuvre pour la favoriser. La gestion de la
sécurité relevant essentiellement du niveau
fédéral et des autorités locales, le plan national
dans lequel s'intégreront les plans zonaux de
sécurité assurera la cohérence de l'action de leurs
services respectifs de police.
La gestion intégrale de la sécurité sera contrôlée
au moyen de ce plan fédéral dont l'objectif est
double:
- une réduction effective de toutes les formes de
criminalité;
- une augmentation réelle du taux d'élucidation
des délits.
Tel est l'aspect judiciaire et pénal mais il y a aussi
toute la problématique de la police administrative
avec évidemment une réduction, dans la mesure
où c'est possible, des désordres quels qu'ils soient
et quelles qu'en soient leurs causes.
Pour atteindre cet objectif, le plan prévoit neuf
priorités aux programmes fédéraux: les délits avec
acte de violence, la criminalité organisée, la
criminalité en col blanc, la traite des êtres
humains, les délits sexuels, la délinquance
juvénile, le hooliganisme, la drogue et la
criminalité et enfin les accidents de la route et les
lésions corporelles.
L'approche par programme permettra de
perpétuer les priorités en matière de sécurité et de
garantir la continuité nécessaire. Des moyens
d'action correspondant sont affectés à la réussite
de cette entreprise visant pour l'essentiel à ancrer
la police dans la société ainsi qu'à restaurer le
travail policier dans l'exercice de ses missions
fondamentales.
L'affectation à des tâches non policières de
membres du cadre opérationnel est un héritage,
permettez-moi de le dire, malheureux du passé.
J'ai tendance à considérer que le personnel ainsi
occupé devra, à terme, retrouver sa vocation
policière et que leurs actuelles fonctions devront
être prises en charge par des membres du cadre
administratif et logistique.
Toutefois, il conviendra, en la circonstance, d'agir
avec un réalisme clairvoyant et de tenir compte
des aptitudes ou inaptitudes des uns et des autres
à recouvrer l'usage d'une fonction policière parfois
abandonnée de longue date. En outre, il doit être
tenu compte du caractère indispensable de
certains d'entre eux dont les connaissances et
l'expérience ne peuvent être perdues d'un seul
coup.
Le 1
er
janvier 2001, la police fédérale a intégré
deux corps de police distincts. Le premier
exercice imposé au responsable de cette instance
a été de fédérer autour d'un but commun des
femmes et des hommes qui avaient vécu
jusqu'alors au sein d'univers fort distincts. Depuis
cette date, des structures se sont
progressivement mises en place pour répondre
aux missions de police spécialisée et d'appui
attribuées à la police fédérale.
Dans ce cadre, il m'est apparu opportun que le
processus d'évolution que conduiront les acteurs
maintenant en place, puisse être évalué au départ
de sa réalité présente. Concrètement, je tiens
d'abord à m'assurer que la mise en place pratique
des nouvelles structures et missions se passe de
manière fonctionnelle. Il faut vérifier si l'intégration
entre les anciens services se déroule
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
correctement et efficacement. Je tiens
particulièrement à éviter une pure et simple
reprise des cultures et des structures spécifiques
passées ou l'utilisation de structures modifiées
uniquement de manière superficielle.
Dans la réalisation de l'audit que j'ai commandé,
la formulation de propositions et de
recommandations concrètes requiert une grande
attention tant en ce que concerne le
fonctionnement général de la police fédérale qu'en
ce qui concerne le fonctionnement des services
du commissaire général et des différentes
directions générales et directions.
Par cette initiative, je vise aussi bien une
accélération qu'une optimalisation des processus
sus-mentionnés. En effet, j'ai voulu, au niveau des
directions de la police fédérale, que chaque
direction soit non seulement un centre de direction
mais également un centre de responsabilité.
Afin d'allouer les moyens de manière optimale, j'ai
demandé aux responsables de la police fédérale,
dans le cadre de la composition de
l'organigramme, d'effectuer une analyse détaillée
des besoins, comprenant la détermination des
objectifs stratégiques, les activités développées
pour atteindre ces objectifs et enfin les moyens
nécessaires, en particulier le personnel. Ces
propositions seront d'ailleurs évaluées dans le
cadre de l'audit précité. Il me semble que c'est la
seule façon correcte et fondée de répartir le
potentiel actuel.
Finalement, mon objectif est d'apporter, sur la
base de cette analyse poussée, des changements
en faveur de certains services luttant contre la
criminalité organisée traite des êtres humains,
homejacking, carjacking, etc.
dont nous
retrouvons tous les jours des échos dans les
journaux. Cela ne signifie pas que je ne m'entends
pas bien avec le staff de la police fédérale, au
contraire. Nous avons des discussions très
intéressantes à ce sujet. Je souhaite que les
policiers soient affectés de manière prioritaire à
des tâches de police et non d'intendance. Je
souhaite également une analyse, service par
service, afin de les utiliser de manière optimale
pour lutter contre les types de criminalités qui font
l'objet des priorités du plan national.
Pour atteindre ces objectifs, il faut respecter
évidemment une période transitoire normale. Le
ministre doit être exigeant et ne doit pas se
contenter a priori de tout ce qui lui est présenté. Il
doit examiner les propositions avec un oeil critique
pour avoir la certitude que les moyens alloués
sont utilisés de manière optimale.
03.03 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik zal een motie tot aanbeveling
indienen naar aanleiding van het antwoord van de
minister. Ik wil daarmee de bespreking van het
nationale veiligheidsplan in het Parlement en in
deze commissie zo snel mogelijk beginnen,
alsook de nationale politieraad instellen zoals het
bepaald is in de wet op de geïntegreerde politie. Ik
wil geen polemiek starten. Doordat de nationale
politieraad niet geïnstalleerd is, ontstaan er
verschillende problemen. U zegt dat het nationale
veiligheidsplan niet zonder het zonale
veiligheidsplan tot stand kan komen. Ik neem daar
akte van. De opsporing en opheldering van
misdrijven blijft voor u een eerste prioriteit. Dat
zou er nog aan ontbreken.
Nog voor u de melkachtige termen gebruikte, zei u
dat ik zou veinzen te ontkennen, "que je faignais
d'ignorer", dat er iets was gebeurd. Ik heb alleen
maar vernomen dat er naar aanleiding van de
voorstelling van het nieuwe materiaal en de
nieuwe outfit, een aantal uitspraken zouden zijn
gedaan. Daarom heb ik deze interpellatie
gehouden. Ik zou er nog over kunnen doorgaan.
Laten wij het engagement nemen dat u uw uiterste
best zal doen tot bloedens toe om de beide
organismes, zijnde de nationale politieraad en het
nationale politiecollege, zo snel mogelijk tot stand
te brengen. U hebt gezegd dat dit zo snel mogelijk
zal gebeuren. Ik neem daarom akte van de datum
van eind juni. Als ik me niet vergis, is dat ook de
einddatum van de regularisaties. Ik zal het daar
echter niet over hebben om de sfeer niet te
doorbreken.
Voorzitter: Denis D'hondt.
Président: Denis D'hondt.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Pieter De Crem en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Pieter De
Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
beveelt de minister aan de bespreking van het
nationaal veiligheidsplan in het Parlement aan te
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
vatten na de instelling van de nationale politieraad
zoals bepaald in de wet op de geïntegreerde
politie; daarbij ook te voorzien in voldoende
maatregelen om de georganiseerde misdaad aan
te pakken."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Pieter De Crem et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Pieter De
Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au ministre d'entamer au Parlement
la discussion du plan de sécurité national, après
l'instauration du conseil national de police,
conformément à la loi sur la police intégrée; de
prévoir également à cet égard des mesures
suffisantes en vue de combattre la criminalité
organisée."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Corinne De Permentier en Kristien
Grauwels en de heren Denis D'hondt en André
Frédéric.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Corinne De Permentier et Kristien
Grauwels et MM. Denis D'hondt et André Frédéric.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
04 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
urnen van overledenen" (nr. 4736)
04 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "les urnes funéraires"
(n° 4736)
04.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, enige tijd geleden werd gestemd over de
wet in verband met de begraafplaatsen en de
lijkbezorging die toelaat om de as van de
overledene, indien de overledene dat zelf heeft
bepaald, in een urne te bewaren op een andere
plaats dan de begraafplaats. In de wet is
uitdrukkelijk gestipuleerd: "indien de overledene
dit schriftelijk heeft bepaald". Dat heeft nu wel tot
gevolg dat families die de urne van een
overledene bij hen thuis willen bewaren, dat nog
altijd niet kunnen omdat zij de overledene zijn
wens niet schriftelijk heeft kunnen vastleggen
aangezien de wet toen nog niet van kracht was.
Het thuis bewaren van de as van een geliefde
overledene is voor sommigen blijkbaar toch van
een zeer grote emotionele waarde. Mijn vraag is
eenvoudig of er ondertussen een oplossing is
gevonden voor deze mensen, waardoor ook zij
deze mogelijkheid, waarin de wetgever heeft
voorzien, kunnen laten gelden?
04.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, met toepassing van artikel 24,
vierde lid, van de wet van 20 juli 1971 op de
begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals
gewijzigd bij de wet van 8 februari 2001, kan de as
van gecremeerde lijken in een urne ter
beschikking worden gesteld van de nabestaanden
om te worden bewaard op een andere plaats dan
de begraafplaats indien de overledene dit
schriftelijk heeft bepaald of op verzoek van de
ouders, indien het om een minderjarige gaat of, in
voorkomend geval, op verzoek van de voogd.
Si toutefois le défunt souffrait d'un handicap ou
était en phase terminale d'une maladie et que, de
ce fait, il n'a pas été en mesure de donner une
autorisation écrite, il suffit, selon moi, que celle-ci
soit remplacée par un certificat du médecin
traitant dans lequel celui-ci déclare que le défunt
n'était plus en mesure de donner son autorisation
écrite et dans lequel le proche du défunt confirme,
en prenant le médecin comme témoin, que le
défunt avait exprimé le souhait que ses cendres
soient conservées à un autre endroit qu'au
cimetière.
Ce cas est la seule exception au principe de
l'autorisation écrite du défunt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
verrassingsbezoek van het FANC aan de
kerncentrale van Tihange" (nr. 4758)
05 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre
de l'Intérieur sur "la visite inopinée de l'AFCN à
la centrale nucléaire de Tihange" (n° 4758)
05.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, de jongste weken hebben er zich nogal
wat incidenten voorgedaan in het kerncentralepark
van Tihange. Op 15 mei 2001 geraakte
bijvoorbeeld op een van de afzuigkanalen in een
gebouw voor nucleaire hulpdiensten een ventilator
geblokkeerd met een enorme rookontwikkeling tot
gevolg. Op 17 mei werd een lekt ontdekt in de
waterleiding van de koeltorens. Op 22 mei
jongstleden ontstond er opnieuw een kleine brand
naar aanleiding van voorbereidende werken voor
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
de vervanging van de stoomgeneratoren.
Teneinde de problematiek op het terrein nader te
onderzoeken en vanuit uw terechte bezorgdheid
over de nucleaire veiligheid en de
volksgezondheid, hebt u aan het Federaal
Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) de
opdracht gegeven om een verrassingsbezoek te
brengen aan de betrokken centrale. Het ging dus
om een onaangekondigd bezoek.
Het is eigenaardig dat die feiten zich voordoen op
het moment dat Electrabel in het kader van een
herstructurering een afslanking in haar
personeelsbestand wil doorvoeren. Daarvoor
zouden in Tihange en Doel samen tweehonderd
zevenentwintig medewerkers afvloeien. Uit
recente informatie bleek tevens dat Electrabel van
plan is de uitbatingkosten met 30% te
verminderen door de uitbesteding van
verschillende diensten aan externe firma's in
plaats van de uitvoering van die diensten met
eigen personeel.
Zowel in Tihange als in Doel zijn verschillende
eenheden al meer dan vijfentwintig jaar oud. Meer
bepaald geldt dat voor Tihange 1, Doel 1-2.
Bijgevolg zouden die twee eenheden wel eens een
grotere technische veiligheidsinspanning kunnen
vragen.
In het kader van die incidenten drukte u uw
bezorgdheid uit over de nucleaire veiligheid en de
volksgezondheid. Wij moeten ook even stilstaan
bij het nationaal Meetnet voor Radioactiviteit. Dat
meetnet is namelijk ook gekoppeld aan uw
bezorgdheid. Over dat meetnet hebben we in het
verleden al enkele vragen gesteld. Het gaat om
Telerad. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle is de uitbater van dat Meetnet voor
Radioactiviteit. Dat meetnet werd vorig jaar
onderworpen aan een technische en een
financiële audit. De resultaten daarvan werden
voorgesteld op de Ministerraad van 6 december
2000. Een van de conclusies luidde dat door
verschillende tekortkomingen de goede werking
van het netwerk niet gewaarborgd was of is. Ik
verwijs naar onder andere de netwerkproblemen
bij de meettoestellen die voornamelijk langs de
omheining van de kerncentrales staan, dus ook
langs de omheiningen van Tihange.
Om aan de lacunes of de tekortkomingen
tegemoet te komen, waren bijkomende
investeringen in informaticamateriaal,
programmatuur en personeel toen absoluut
noodzakelijk om de uitbating en de volledige
werking van het netwerk te garanderen. Een
eerste fase van dat actieplan voorzag bijvoorbeeld
in de herstelling van de automatische alarmfunctie
van het hele netwerk, dat toen niet operationeel
was.
Gezien die hele problematiek rond Telerad en
gezien het verrassingsbezoek uitgevoerd door de
diensten van het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle, had ik u graag de volgende
vragen gesteld.
Ten eerste, welke vaststellingen werden tijdens
het verrassingsbezoek gedaan inzake nucleaire
veiligheid?
Ten tweede, werd door het Federaal Agentschap
voor Nucleaire Controle, desgevallend in
samenspraak met een erkend controleorganisme,
bijvoorbeeld AVN, AIB-Vinçotte Nucléaire, een
rapport opgesteld? Zijn er toen correctieve
maatregelen voorgesteld?
Ten derde, bent u van plan om die
verrassingsbezoeken, zowel in Tihange als in
Doel, in de nabije toekomst nog te laten
plaatsvinden?
Ten vierde, is er door alle voorvallen ooit een
bedreiging geweest voor de werknemers van de
kerncentrale? Is er ooit een bedreiging geweest
voor de bevolking?
Ten vijfde, wat is de huidige stand van zaken met
betrekking tot de volledige operationele werking
van het meetnet Telerad?
Ten zesde, in welke mate zijn de aanpassingen
die uit het actieplan van de audit naar voren zijn
gekomen, reeds geïmplementeerd? Is er
vertraging op de tijdsplanning? Respecteert men
de tijdsplanning die werd voorgelegd? Ik verwijs
nogmaals naar de automatische alarmfunctie. Het
was de bedoeling dat die alarmfunctie tijdens het
eerste semester van 2001 opnieuw operationeel
zou zijn.
Bent u ten slotte van mening, mijnheer de
minister, dat, gelet op de problemen die zich de
voorbije weken zowel in Doel als in Tihange
voordeden, een versnelde implementatie van de
aanpassingen aan Telerad zich opdringt?
05.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, monsieur Goyvaerts, ce n'est pas à
vous que je dois dire qu'en la matière, deux
précautions valent mieux qu'une. Vous avez, dans
le passé, activement et professionnellement
participé à l'installation des balises de Télérad.
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Leur utilisation est évidemment technique, mais a
aussi pour objet de rassurer la population,
puisqu'elles offrent la certitude d'un contrôle
permanent.
Il est vrai que des incidents se sont produits ces
dernières semaines, mais ils étaient étrangers au
risque nucléaire. Cela étant, j'ai voulu avoir tous
mes apaisements, et ce également à des fins
pédagogiques à l'égard de la population. Je crains
en effet que certains essayent d'utiliser ces
incidents comme arguments.
Quelles sont les constatations faites en ce qui
concerne la sécurité nucléaire? L'équipe de
contrôle est arrivée sur le site de Tihange vers
07.00 heures. L'enquête a porté sur l'unité 2. Il
s'agit de la tranche dont l'arrêt est prévu au mois
de juin 2001 pour révision et rechargement de
combustible. Il est également prévu de remplacer
les générateurs de vapeur usés et de les
remplacer par des nouveaux au cours de cet arrêt
de révision.
L'enquête a porté sur les points suivants.
1. L'habilitation du personnel de conduite. Il a été
constaté que les habilitations de ces opérateurs
de conduite étaient conformes aux impositions du
rapport de sûreté, que ces habilitations
correspondaient à leur fonction et que celles-ci
étaient toujours valables. De plus, le nombre
d'opérateurs présents était supérieur au nombre
minimum prévu dans le rapport de sûreté.
2. Une enquête concernant la sécurité a été
réalisée sur les projets de remplacement des
générateurs de vapeur et l'arrêt de révision de
l'unité (plans de coordination de chantier, analyse
des risques, règlements de chantier, dossier
ALARA, gestion des entreprises sous-traitantes,
systèmes d'autorisations de travail). Les résultats
de cette enquête sont positifs.
3. En ce qui concerne les effluents gazeux et
liquides, il a été constaté que les limites des rejets
sont respectées.
4. Une enquête relative à la conformité du plan
d'urgence interne a été réalisée.
En cas de situation accidentelle, l'exploitant doit
pouvoir fournir aux autorités responsables de la
protection de la population, définies au Plan
d'urgence pour les risques nucléaires pour le
territoire belge, toutes les informations
nécessaires ou utiles à la réalisation de cette
fonction. Les modes opératoires sont consignés
dans le plan d'urgence interne de l'exploitant.
Ces informations portent entre autres sur le calcul
des conséquences radiologiques réelles ou
potentielles. Sur la base de l'expérience acquise
lors des simulations annuelles imposées par le
Plan d'urgence pour les risques nucléaires pour le
territoire belge, la présidence de la cellule
d'évaluation a proposé, pour tous les sites belges,
une modification des procédures afin de permettre
une interprétation meilleure et plus rapide de ces
informations et de cerner ainsi de façon plus
adéquate l'ampleur de l'exposition potentielle de la
population.
Il résulte de l'enquête que l'objet et le calendrier
des modifications proposés par l'exploitant sont
acceptables.
Quelles sont les constatations faites? A l'issue de
l'enquête, une réunion d'évaluation a été tenue en
présence de la direction de la centrale nucléaire
de Tihange et des ingénieurs ayant effectué
l'enquête. Les constatations faites au cours de
l'enquête ont été communiquées à la direction de
la centrale. L'organisme agréé AVN n'a pas
participé à cette enquête.
Est-ce que de telles visites surprises auront
encore lieu? Il est évident que le contrôle
échelonné que l'on connaît en Belgique doit être
pleinement exercé. Cela n'exclut pas des visites
inattendues aux installations nucléaires lorsque
les circonstances le requièrent.
Quel est le danger pour le personnel de la centrale
ou pour la population? L'enquête a permis d'établir
que les incidents peu importants constatés ces
derniers temps n'ont pas mis en danger la sécurité
des travailleurs de la centrale, ni celle de la
population, et n'ont pas eu non plus des
conséquences sur l'environnement.
Ces incidents ont, en outre, été communiqués aux
autorités de sûreté.
Enfin, en ce qui concerne le réseau Télérad, la
commande visant à rétablir la transmission
automatique de la totalité des alarmes est en voie
d'être passée très prochainement. Conformément
à la décision du conseil des ministres de
décembre 2000, j'ai décidé de postposer quelque
peu l'adaptation des quelques balises météo
mobiles et des spectromètres gamma.
En procédant de la sorte, je respecte les
recommandations de l'audit.
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
J'ai déjà signé la commande. Elle doit maintenant
être signée par Mme Onkelinx.
Par la suite, pour respecter les recommandations
de l'audit, une réflexion en profondeur sera
réalisée afin de pouvoir profiter au mieux des
derniers développements en matière de software
ou de télécommunications. Cette réflexion pourra
s'étendre sur plusieurs années.
Pour ce qui est de la surveillance des sites de
Doel et de Tihange, je vous rappelle que, sans
attendre la réalisation de l'audit, j'avais décidé de
passer commande en décembre 1999 d'une
phase préliminaire d'adaptation en vue de garantir
l'interrogation et la transmission des résultats des
mesures de balises des sites après le
1
er
janvier 2000.
05.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor
zijn uitgebreid antwoord. Ik wil er nog een aantal
elementen van repliek aan toevoegen.
Mijnheer de minister, de incidenten die zich
hebben voorgedaan zijn volgens mij een indicatie
dat de aandacht toch een beetje verscherpt moet
blijven. U hebt dan ook terecht geantwoord dat die
onaangekondigde controles, die verrassings-
bezoeken, in de toekomst van toepassing blijven.
Zeker wat het plan betreft om die nieuwe
stoomgeneratoren te vervangen in de kerncentrale
van Tihange 2 zou een aangepast veiligheidsplan
toch op zijn plaats zijn.
Over het Telerad hebben wij in het verleden
dikwijls vragen gesteld. Gezien uw toelichting
hierover blijf ik toch vaststellen dat de
aanpassingen maar moeizaam verlopen en
vorderen en dat bijgevolg het netwerk nog niet
helemaal operationeel was. Ik wens u toch nog
even te herinneren aan een belofte die u mij had
gedaan in november 2000. Toen was het de
bedoeling om de gegevens van Telerad ter
beschikking te stellen van het grote publiek door
het medium dat daarvoor uitermate geschikt is
natuurlijk, namelijk het internet. Ik stel vast dat wij
nog een beetje op onze honger blijven zitten maar
wij leven op hoop, zelfs al hebben wij daar nog
een aantal jaren geduld voor nodig.
05.04 Antoine Duquesne, ministre: Je croyais
que c'était fait.
05.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik ben er niet helemaal zeker
van, maar ik dacht dat de gegevens nog niet
beschikbaar waren. Ik zal het ook nakijken.
05.06 Antoine Duquesne, ministre: Oui, moi
aussi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
recente gevallen van agressie ten overstaan
van treinpersoneel en reizigers" (nr. 4775)
06 Question de M. Jan Mortelmans au ministre
de l'Intérieur sur "les récents cas d'agression
d'accompagnateurs de train et de voyageurs"
(n° 4775)
06.01 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik heb in het verleden reeds een aantal
vragen gesteld over deze problematiek en dan
vooral aan uw collega Durant. Ondertussen
hebben zich bijna met de regelmaat van een klok
verschillende incidenten voorgedaan. Gisteren
vond blijkbaar een ernstig incident plaats waarover
wij nu niet moeten uitweiden.
Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat de
vakbonden vragende partij zijn voor het uitbreiden
van de bevoegdheden van de interne
bewakingsdienst van de NMBS. Zij kunnen op dit
ogenblik enkel een oogje in het zeil houden.
Aanwervingen is één zaak, maar als de
betrokkenen zich weerloos moeten blijven
opstellen dan hebben die extra aanwervingen
eigenlijk weinig zin. Ik pleit niet voor de oprichting
van een nieuw soort spoorwegpolitie, maar het lijkt
mij toch duidelijk dat zowel de politie, de interne
bewakingsdienst als de NMBS zelf moeilijk in
staat zijn om de problemen adequaat aan te
pakken.
De vakbonden hebben nog andere eisen. Er moet
meer personeel komen voor de interne
bewakingsdienst. Men wil ook een permanente
aanwezigheid van de federale politie in alle grote
Belgische stations. De federale politie moet sneller
reageren bij agressiemeldingen, enzovoort.
Ik had van de minister dan ook graag vernomen
welke initiatieven reeds werden genomen om de
veiligheid op het spoor te garanderen. Denkt de
minister aan initiatieven die gaan in de richting van
een uitbreiding van de bevoegdheden van de
interne bewakingsdienst van de NMBS?
06.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, de veiligheid op de treinen en in de
stations blijft een prioriteit voor mijn departement.
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Op 21 mei 2001 heb ik op mijn kabinet de heer
Damart, voorzitter van de raad van bestuur,
ontvangen. Hij heeft mij de verschillende
veiligheidsproblemen van de NMBS uitgelegd. De
bevoegdheden van de interne bewakingsdienst
van de NMBS kwamen eveneens aan bod.
Na dit gesprek werd beslist een rondetafel te
organiseren met vertegenwoordigers van het
ministerie van Binnenlandse Zaken, de NMBS, de
federale en de lokale politie, het Vast Secretariaat
voor Preventie, enzovoort. Deze rondetafel over
de veiligheid bij de NMBS zal op 29 juni 2001
plaatsvinden. Het is de bedoeling concrete en
doeltreffende maatregelen te bepalen en
desnoods de nodige legistieke initiatieven te
nemen in overleg met alle betrokken partijen.
J'ai marqué récemment mon accord sur un
amendement déposé par notre président, M.
D'hondt, visant à étendre la possibilité
d'intervention des services de gardiennage sur le
site des gares.
De la même manière, il faut répartir plus
clairement les limites des interventions, de la
police fédérale d'une part et des polices locales
d'autre part. Il faut aussi examiner tout ce que l'on
peut faire pour sécuriser l'usager, c'est-à-dire pour
renforcer le sentiment de sécurité.
Tout n'est pas nécessairement affaire de maintien
de l'ordre ou de répression.
D'autres conditions doivent aussi être respectées,
notamment en matière d'aménagement.
C'est à tous ces éléments que nous devons
maintenant réfléchir de manière technique et
précise sur les grands objectifs et les orientations.
M. Damart et moi-même, nous sommes tout à fait
d'accord sur les problèmes à aborder et la voie
dans laquelle nous devons nous engager.
06.03 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord.
Maar het stoort mij toch enigszins dat u het steeds
heeft over de maatregelen die u genomen zou
hebben en de maatregelen die u zult nemen. Ik
moet echter vaststellen dat het er in de praktijk
heel anders aan toe gaat. Ik hoor nu dat er op
29 juni 2001 een rondetafelconferentie wordt
georganiseerd en ik juich dat ook toe. Ik hoop dan
ook dat we, waarschijnlijk na het reces, op het
thema kunnen terugkomen. Wij zullen u dan in
commissie om onze parlementaire controle uit te
oefenen, zeker ondervragen over de stand van
zaken en nagaan of de in het vooruitzicht gestelde
maatregelen eindelijk geïmplementeerd zullen
zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vraag nr. 4779 van Joke Schauvliege wordt
naar een latere datum verschoven.
07 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
zwangerschapsverlof van politievrouwen"
(nr. 4785)
07 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "le congé de maternité
du personnel de police féminin" (n° 4785)
07.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, mijn vraag gaat niet zozeer over het
zwangerschapsverlof, maar over het
borstvoedingsverlof voor politievrouwen.
Bij de politiehervorming werd als principe
gehanteerd dat er niemand van het personeel
erop zou achteruitgaan en in grote lijnen is
daaraan tegemoetgekomen. De regering heeft
echter geen rekening gehouden met bepaalde
rechten van de politievrouwen. Vrouwelijke
rijkswachters hebben namelijk recht op een
betaald borstvoedingsverlof van maximaal drie
maanden. Bij de politiehervorming werd dat
voordeel afgeschaft, over het hoofd gezien of
weloverwogen niet opgenomen. Er waren niet
zoveel vrouwen werkzaam bij de rijkswacht.
Politiewerk veronderstelt onregelmatige werktijden
en grote flexibiliteit, wat nu eenmaal moeilijk te
combineren is met de noden van een baby. Het is
al niet gemakkelijk om opvang te vinden voor
kleine kinderen op onregelmatige uren en
borstvoeding kan al helemaal niet door een
andere persoon dan de moeder worden gegeven.
Mijn vraag is eenvoudig. Waarom werd dat recht
afgeschaft en niet uitgebreid tot alle vrouwen bij
de politie, die toch onregelmatige werktijden
hebben en soms in gevaarlijke omstandigheden
moeten werken?
07.02 Antoine Duquesne, ministre: J'ai déjà
souvent été interpellé et interrogé par vos
collègues sénatrices, madame, en matière
d'allaitement. Je n'oserais pas dire que je suis
devenu un spécialiste mais je commence à bien
connaître la problématique!
Wat uw eerste vraag betreft over de mogelijkheid
van borstvoedingsverlof kan ik enkel antwoorden
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
dat er, aangezien dit verlof rechtstreeks kon
worden toegestaan door de eenheidscommandant
en er geen bijkomende verplichting tot registratie
was, er hierover geen statistische gegevens
beschikbaar zijn.
En ce qui concerne votre deuxième question, je
vous renvoie à l'examen du projet de loi portant
diverses dispositions relatives à la position
juridique du personnel des services de police
(commission de l'Intérieur et des Affaires
administratives du Sénat. Sénat de Belgique,
séance du 18 décembre 2000, rapport portant la
référence 2-597/3).
Les amendements n° 4 et 7 introduits lors de cette
séance traitaient de cette problématique.
L'amendement n°
4 proposait spécialement
l'introduction générale d'un congé payé
d'allaitement pour toutes les femmes policier.
Il a résulté des débats une préférence en faveur
de l'introduction, dans une législation générale,
d'un système uniforme des types de congés de
soins ou familiaux
congés de maternité,
d'allaitement, de paternité, de parenté, d'adoption
et pour soins palliatifs au profit de tous les
employés, quels que soient leur statut ou lieu
d'emploi.
Finalement, les deux amendements ont été
rejetés par neuf voix contre quatre et une
abstention.
Le statut de la police intégrée structurée à deux
niveaux garantit, en matière de congé
d'allaitement, les mêmes droits qu'aux
fonctionnaires de la fonction publique fédérale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de Slowaakse
asielzoekers" (nr. 4815)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het asielbeleid"
(nr. 4838)
08 Questions jointes de
- Mme Kristien Grauwels au ministre de
l'Intérieur sur "les demandeurs d'asile
slovaques" (n° 4815)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la politique d'asile" (n° 4838)
08.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
task force Asiel en Migratie besliste dat de
Slowaakse asielzoekers die vrijwillig terugkeren
geen terugkeerpremie meer krijgen. Deze
maatregel werd volgens de krantenberichten
genomen op aanraden van de minister van
Binnenlandse Zaken van Slowakije. In eigen land
zouden zij ook geen gebruik meer kunnen maken
van het reïntegratieprogramma van de I.O.M.
Deze maatregel lijkt toch veel op discriminatie,
omdat men de Slowaakse asielzoekers een aparte
behandeling geeft. Graag kreeg ik een antwoord
op volgende vragen:
Ten eerste, kan de minister aantonen dat de
terugkeerpremie voor Slowaakse asielzoekers van
die aard is dat daarmee massaal mensen worden
aangetrokken?
Ten tweede, welke argumenten hebben de
minister van Binnenlandse Zaken ervan overtuigd
om in te gaan op het voorstel van zijn Slowaakse
collega?
08.02 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijn vragen staan in verband met een
mededeling van de minister dat vanaf 1 juni de
vrijwillige terugkeer van uitgeprocedeerde
asielzoekers zou kunnen worden bevorderd door
het toekennen van een financieel voordeel. De
hele organisatie van de toekenning hiervan laat
toch wel wat vragen rijzen, niet alleen wat de
premies zelf betreft, maar ook in verband met het
asielbeleid in het algemeen. Ik zal mij beperken tot
een aantal korte vragen.
Niettegenstaande het feit dat de minister
van
Begroting reeds een bijzondere
begrotingscontrole heeft aangekondigd, komt er
nu een voorstel met betrekking tot een premie die
door sommigen als een oprotpremie wordt
beschouwd. Werd in uw begroting rekening
gehouden met de berekening van deze uitgaven,
die uiteindelijk meeruitgaven zijn?
De uitgeprocedeerde asielzoeker die voor een
dergelijke premie kiest zou dat bedrag kunnen
ontvangen, wat de verdere integratie in zijn land
van herkomst zou moeten kunnen bevorderen.
Denkt u niet dat die oprotpremie eens te meer een
nieuwe stroom van kandidaat-asielzoekers naar
ons land zou kunnen teweegbrengen en in welke
mate zullen onafwendbare misbruiken kunnen
worden voorkomen?
Er zou voor het beheersen van deze specifieke
situatie een nieuwe instelling worden opgericht,
namelijk het Centrum voor de Vrijwillige terugkeer
en Ontwikkeling dat, zo deelde men mee, vanaf 1
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
juni operationeel zou zijn. Daarnaast voorziet de
programmawet, die momenteel in de commissie
ter bespreking ligt en waar wij al een aantal
punten hebben kunnen aansnijden, in de
oprichting van het Federale Agentschap voor de
Opvang van Asielzoekers. U kondigde bij de
aanvang van de legislatuur een vereenvoudiging
van de asielinstanties aan. Ik stel vast dat deze
instanties de reeks nog komen aanvullen.
08.03 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, je dirai tout d'abord à
M. De Crem que s'il souhaite des détails sur les
primes, c'est au ministre Vande Lanotte qu'il doit
adresser ses questions car cela relève de sa
responsabilité. Pour ma part, je suis associé au
processus pour donner un certain nombre d'avis.
Il faut constater qu'en utilisant ce système, on ne
fait rien de neuf par rapport aux pratiques
actuelles. Elles consistent, d'une part, à accorder
en principe, dans l'avion du retour, une prime
d'aide à la réinsertion sur leur territoire d'origine de
ceux qui repartent au moment où ils arrivent et qui
sont parfois complètement démunis.
Elément nouveau: nous avons voulu tenter des
expériences en allant plus loin. Il s'agit d'une
prime à la réinsertion par la coopération. Nous
recherchons les moyens de trouver pour ces
personnes un emploi dans leur pays d'origine.
Je suis d'accord avec vous sur le fait qu'il faut
manier tout cela avec beaucoup de prudence. Si
je prends l'exemple de ce qui se dit autour de la
table du Conseil européen, certains tiennent le
même type de raisonnement que le vôtre. Ils
disent que cela comporte un risque d'appel:
certains pourraient venir en Belgique uniquement
pour obtenir le bénéfice de cette prime. Cela
pourrait être étonnant quand on sait que cette
prime n'est que d'environ 10.000 francs. Mais il
faut savoir que pour certaines populations, cela
représente beaucoup plus que ce qu'elles
pourraient obtenir dans leur pays d'origine.
Personnellement, je suis en principe favorable à
cette prime. Il est malheureux que, dans certains
cas, il faille la supprimer parce que certains, qui
ne sont pas très éloignés de notre pays, en font un
sujet systématique de fraude, une sorte de
carrousel. Ils espèrent venir en Belgique pour
obtenir le bénéfice de la prime. Déduction faite du
coût du voyage, il reste encore un certain montant.
Nous avons constaté cela avec la Slovaquie. C'est
la raison pour laquelle le ministre Vande Lanotte a
supprimé cette prime.
Il faut procéder à un examen critique et nuancé et
non pas vouloir déterminer une règle générale
parce que la situation peut varier selon les
nationalités. Cela justifie le fait que des mesures
différenciées soient mises en oeuvre.
De façon générale, nous nous sommes engagés,
madame Grauwels, à tout mettre en oeuvre pour
favoriser le retour volontaire. Je répète que le
centre qui a été mis en place n'est pas un nouvel
organisme. C'est un centre de coordination qui
utilise les compétences existantes de
l'organisation internationale pour l'immigration
notamment. J'insiste sur le fait qu'il s'agit d'une
organisation qui effectue un excellent travail.
J'utilise ses services en Slovaquie, précisément à
Kosice, pour faire circuler l'information et je puis
vous dire qu'elle rend des services extrêmement
utiles.
Je constate que depuis qu'une décision négative
sur une demande d'asile est prise dans un délai
réduit, les étrangers concernés n'ont pas encore
eu le temps de s'installer et acceptent plus
facilement le retour. Le retour volontaire, structuré,
est donc facilité. Je persiste à penser que
lorsqu'on ne constate pas d'abus, ce retour doit
être accompagné. Il ne faut pas pénaliser toute
une population, dont je reconnais volontiers qu'elle
est malheureuse, par le simple motif des fraudes
pratiquées par certains.
Je ne suis pas naïf: il est vrai que l'usage de la
contrainte reste malheureusement nécessaire
dans un certain nombre de cas.
Je resterai donc ferme. Les éloignements forcés
se poursuivront, si nécessaire sous escorte et
éventuellement par vol spécial comme cela a
encore été le cas dernièrement vers le Kosovo.
08.04 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even terugkomen
op mijn vraag waarom men juist de groep van
Slowaakse asielzoekers viseert. In de praktijk gaat
het hier waarschijnlijk om Slowaakse zigeuners,
waardoor deze groep wat gestigmatiseerd wordt
en aan een aparte behandeling wordt
onderworpen. Dit lijkt neer te komen op een
schending van het gelijkheidsbeginsel en op een
vorm van discriminatie. Ik had van de minister
hierop graag een duidelijker antwoord gekregen.
08.05 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, madame, nous faisons une analyse
régulière et chiffrée de ce qui se passe en
Belgique. Tous les jours, je reçois un relevé des
arrivées sur notre territoire. Nous avons constaté
une arrivée massive de Slovaques et aucun d'eux
CRIV 50
COM 493
06/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
ne bénéficie jusqu'à présent du droit d'asile.
Suivant les informations dont nous disposons, ces
personnes voulaient tester la détermination belge
à poursuivre la politique mise en oeuvre.
Autrement dit, elles voulaient s'assurer que les
demandes d'asile étaient examinées rapidement
dans les cas simples; ce qui est le cas et cela ne
changera pas. Elles voulaient également tester
notre volonté de procéder à l'éloignement en cas
de décision négative; ce qui est le cas et cela ne
changera pas. Elles voulaient aussi vérifier des
bruits continuent, en effet, à être répandus par
certains
si, contrairement à ce que nous
prétendons, elles ne pouvaient pas, une fois en
Belgique, bénéficier d'une intervention financière.
Vous savez que la loi a changé et qu'elle prévoit
aujourd'hui l'hébergement et l'accueil des réfugiés
en leur offrant des moyens de subsistance.
J'ai fait de gros efforts d'information en Slovaquie
pour que les Slovaques sachent que les
renseignements qu'on leur donnait étaient
erronés. Il est évidemment désastreux de faire le
voyage vers notre pays pour devoir en repartir.
En ce qui concerne la prime, il a été dit à M.
Vande Lanotte de la supprimer provisoirement en
raison d'informations précises apportant la preuve
que certains venaient de Slovaquie pour obtenir le
bénéfice de la prime. Il faut savoir que déduction
faite du coût du voyage, il reste encore à
l'intéressé un solde bénéficiaire.
Il y a malheureusement de la marge entre la
réalité et les beaux principes. C'est la raison pour
laquelle il faut faire preuve de réalisme. Mais en
ce qui me concerne, je ne suis pas favorable à
des mesures générales. Il faut réagir en fonction
de l'évolution d'une situation.
Il n'y a donc aucune discrimination.
Je me suis également rendu en Russie pour faire
part de notre préoccupation. 25% des
demandeurs d'asiles de tous les pays du monde
arrivent en Belgique. Cette situation n'est pas
normale.
J'ai tenu les mêmes propos aux Bulgares.
Lorsque, au plan européen, on a levé l'obligation
de visa, j'ai demandé qu'un certain nombre de
précautions soient prises pour éviter les abus en
la matière.
On a constaté une reprise considérable des
demandes des Slovaques et des Bulgares à partir
du moment où l'obligation de visa a été levée.
Il ne s'agit donc nullement d'une attitude
discriminatoire mais, au contraire, une attitude
guidée par une réalité et on essaie de prendre des
mesures nuancées et adaptées.
08.06 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
minister, wij delen uw bezorgdheid. U gaf echter
geen antwoord op mijn vraag met betrekking tot
het nieuwe centrum dat wordt opgericht.Ik
veronderstel dat hier een administratie voor wordt
opgericht?
U beklemtoont dat u er zal op toezien dat er geen
misbruik wordt gemaakt van deze premie. De
premie bedraagt 10.000 frank en betekent voor
sommige vluchtelingen exponentieel veel meer
dan de waarde die wij aan die som geven.
Vergelijken wij, ook al is de vergelijking niet
helemaal sluitend, met een premie die in
Antwerpen wordt gegeven aan jonge
zigeunerkinderen die op een of andere manier in
de prostitutie terechtkomen. Deze kinderen
kunnen een schadeclaim indienen tegen degene
die hen misbruikte of aanzette tot prostitutie. Ik
meen te weten dat dit over een bedrag tussen
5.000 en 6.000 frank gaat. Veel van deze jonge
kinderen zitten echter in een georganiseerd circuit
waardoor men telkens opnieuw dat bedrag opeist.
Ten slotte hebt u wel geantwoord op de vraag van
mevrouw Grauwels, maar ik kon de gedachtegang
niet volledig volgen. Zo zei u dat er bij de
repatriëring van illegalen op het vliegtuig een soort
uitbetaling gebeurt. Over welk bedrag gaat het
hier?
08.07 Antoine Duquesne, ministre: Je puis vous
confirmer qu'il n'y a pas de nouvelle structure mise
en place. Nous utilisons essentiellement l'OIM,
l'Organisation internationale des Migrations, qui va
regrouper en son sein tous ceux qui sont
intéressés par cette problématique. C'est ainsi
que j'y aurai un représentant. Il est intéressant
pour l'OIM de recevoir des informations sur les
arrivées et les retours.
Comment fonctionne le système? Dès lors qu'il y a
des retours volontaires organisés, domaine de la
compétence de M. Vande Lanotte, on peut
accorder une prime de 10.000 francs qui est
donnée dans l'avion à ces gens qui retournent
bien souvent sans rien, pour leur permettre de se
réinstaller, de vivre, de retrouver éventuellement
des membres de leur famille, etc.
Nous voulons essayer de développer la réinsertion
06/06/2001
CRIV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
par la coopération, c'est-à-dire mettre en oeuvre
des projets dans certains pays, permettant à ceux
qui sont renvoyés de retrouver du travail. Un
grand nombre de ceux qui viennent chez nous
sont manipulés par toute une série de filières.
Leur situation n'est guère brillante. S'ils avaient su,
ils seraient sans doute restés chez eux.
Il faut traiter cette problématique avec beaucoup
de prudence. Je connais comme vous les abus
qui peuvent être commis. Cela fait partie de mon
quotidien. Il y a des discours qui présentent les
choses d'une manière angélique mais cette triste
réalité est gommée et certains font croire à
quelque chose qui n'est pas. De la même
manière, je ne veux pas non plus me laisser
emporter par un jugement excessif. Il y a des
fraudeurs et nous devons lutter contre leurs
pratiques mais quand nous avons la possibilité de
permettre un retour définitif dans de bonnes
conditions, en facilitant la réinstallation des gens
chez eux, de manière stable et définitive, c'est une
bonne chose.
Je crois que ces montants représentent un bon
investissement par rapport à tout ce que nous
coûte une autre politique mais il faut utiliser cet
outil avec beaucoup de précautions et une grande
prudence.
08.08 Willy Cortois (VLD): Monsieur le ministre,
les 10 000 francs dont vous parlez leur sont-ils
remis en francs belges?
08.09 Antoine Duquesne, ministre: C'est une
bonne question mais cela m'étonnerait que ce soit
en francs belges. C'est probablement dans la
monnaie du pays de retour.
Le président: M. Cortois préparera peut-être une
question à ce sujet pour la semaine prochaine!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Les questions n°s 4817 et 4819 de Mmes Corinne
De Permentier et Géraldine Pelzer-Salandra ont
été reportées à une date ultérieure.
La réunion publique de commission est levée à
17.15 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 17.15 uur.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 493
CRABV 50 COM 493
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
06-06-2001 06-06-2001
14:15 uur
14:15 heures
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot de
eerste minister over "de weigering van de eerste
minister om informatie te verschaffen betreffende
dienstreizen van hemzelf en zijn ministers"
(nr. 799)
1
Interpellation de M. Gerolf Annemans au premier
ministre sur "le refus du premier ministre de
fournir des informations au sujet de ses voyages
et de ceux de ses ministres" (n° 799)
1
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Luc Van den
Bossche, minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Luc Van den
Bossche, ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration
Moties
2
Motions
2
Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen over "het toekomstig
contract dat het Federaal Aankoopbureau zal
moeten sluiten voor de levering van
magneetkaarten waarmee brandstof kan worden
getankt" (nr. 4764)
2
Question de Mme Muriel Gerkens au ministre de
la Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration sur "le prochain contrat que le
Bureau Fédéral d'Achat va devoir conclure pour la
livraison de cartes magnétiques pour les
carburants des véhicules" (n° 4764)
2
Sprekers: Muriel Gerkens, Luc Van den
Bossche, minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Muriel Gerkens, Luc Van den
Bossche, ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration
Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming" (nr. 796)
4
Interpellation de M. Pieter De Crem au ministre de
l'Intérieur sur "la réforme des polices" (n° 796)
4
Sprekers:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Pieter De Crem, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Moties
6
Motions
6
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de urnen
van overledenen" (nr. 4736)
6
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "les urnes funéraires" (n° 4736)
6
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
verrassingsbezoek van het FANC aan de
kerncentrale van Tihange" (nr. 4758)
7
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre de
l'Intérieur sur "la visite inopinée de l'AFCN à la
centrale nucléaire de Tihange" (n° 4758)
7
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
recente gevallen van agressie ten overstaan van
treinpersoneel en reizigers" (nr. 4775)
9
Question de M. Jan Mortelmans au ministre de
l'Intérieur sur "les récents cas d'agression
d'accompagnateurs de train et de voyageurs"
(n° 4775)
9
Sprekers:
Jan Mortelmans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jan Mortelmans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
zwangerschapsverlof van politievrouwen"
(nr. 4785)
9
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "le congé de maternité du
personnel de police féminin" (n° 4785)
9
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister van
10
- Mme Kristien Grauwels au ministre de l'Intérieur
10
06/06/2001
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Binnenlandse Zaken over "de Slovaakse
asielzoekers" (nr. 4815)
sur "les demandeurs d'asile slovaques" (n° 4815)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het asielbeleid"
(nr. 4838)
10
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la politique d'asile" (n° 4838)
10
Sprekers: Kristien Grauwels, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken , Willy Cortois
Orateurs: Kristien Grauwels, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur , Willy Cortois
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
06
JUNI
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
06
JUIN
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.12 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.12 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Interpellatie van de heer Gerolf Annemans tot
de eerste minister over "de weigering van de
eerste minister om informatie te verschaffen
betreffende dienstreizen van hemzelf en zijn
ministers" (nr. 799)
01 Interpellation de M. Gerolf Annemans au
premier ministre sur "le refus du premier ministre
de fournir des informations au sujet de ses
voyages et de ceux de ses ministres" (n° 799)
(Het antwoord zal verstrekt worden door de minister
van Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen)
(La réponse sera donnée par le ministre de la
Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration)
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Het is
jammer dat de eerste minister hier niet wil
antwoorden. Ik hoop dat minister Van den Bossche
een volledig antwoord kan geven, maar hoe dan
ook voel ik mij vrij om de premier te interpelleren.
Mijn collega Tastenhoye had een vraag gesteld aan
alle ministers over de reizen die ze hadden
ondernomen. Daarop werd een antwoord
geweigerd. De voorzitter heeft laten weten dat het
hier ging om een vraag naar de uitgaven voor die
reizen, eerder dan over de strategische gegevens
en dat hij dus een antwoord eiste. De premier
volhardt echter en deelt mee dat hij niet wenst te
antwoorden op die vragen. Hoe kan een eerste
minister weigeren te antwoorden op de vragen van
parlementsleden? Wat is de rechtsgrond van die
weigering? Hoe kan een parlementslid en dus de
bevolking informatie inwinnen over ministeriële
reizen en de kostprijs daarvan?
01.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Il est
regrettable que le premier ministre ne veuille pas
nous répondre. J'espère que le ministre Vanden
Bossche pourra nous en dire plus. Quoi qu'il en soit,
je suis libre d'interpeller le premier ministre. Mon
collègue Tastenhoye avait posé une question à tous
les ministres au sujet de leurs voyages, mais ceux-
ci ont refusé de répondre. Le président a déclaré
que la question concernait davantage le coût de ces
voyages que les données statistiques et qu'en
conséquence, il devait y être répondu. Mais le
premier ministre persiste dans son refus. Est-il
normal qu'un premier ministre refuse de répondre
aux questions des parlementaires ? Quel argument
juridique l'y autorise ? Comment un parlementaire
et, partant, le citoyen, peuvent-ils être informés des
voyages ministériels et de leur coût?
01.02 Minister Luc Van den Bossche
(Nederlands): Afvaardigingen naar het buitenland
bestaan uit de minister of staatssecretaris, en zijn
medewerkers uit de kabinetten of de administratie.
De kosten worden aangerekend op de begroting,
01.02 Luc Van den Bossche, Ministre (en
néerlandais): Les délégations à l'étranger sont
composées du ministre ou secrétaire d'État et de
collaborateurs de son cabinet ou de l'administration.
Les coûts sont imputés au budget, à l'allocation de
06/06/2001
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
basisallocatie werkingskosten van de kabinetten.
Het Rekenhof oefent controle uit op deze uitgaven.
Het brengt het Parlement op de hoogte van zijn
bevindingen. Over de afvaardiging van
parlementaire delegaties wordt beslist door de
Conferentie van voorzitters. Gewoonlijk neemt het
Parlement de eventuele kosten op zich.
base "frais de fonctionnement des cabinets". La
Cour des comptes exerce un contrôle de ces
dépenses. Elle informe le Parlement de ses
observations. C'est la conférence des présidents
qui décide de la constitution de délégations
parlementaires. Généralement, le Parlement
assume lui-même les frais éventuels.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ik zal
een motie indienen om de regering te dwingen
inzicht te geven in de ministeriële reizen en de
eraan verbonden kosten. Er wordt veel gepraat over
open politiek en dergelijke. Tot nog toe werd steeds
geantwoord op dergelijke vragen. Het is niet
geoorloofd dat een eerste minister nu weigert te
antwoorden.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Je
déposerai une motion demandant au gouvernement
de fournir des informations sur les voyages
ministériels et les coûts qu'ils entraînent. On parle
beaucoup d'une politique d'ouverture. Jusqu'à
présent, de telles questions ont toujours reçu une
réponse. Il est inadmissible qu'un premier ministre
refuse d'y répondre.
De voorzitter: Voor mij is het nieuw dat de regering
weigert te antwoorden op sommige vragen. Ik denk
dat die aangelegenheid ter sprake moet komen in
de conferentie van voorzitters.
Le president: Pour autant que je sache, c'est la
première fois que le gouvernement refuse de
répondre à certaines questions. J'estime que ce
problème doit être évoqué en Conférence des
présidents.
Moties
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze interpellatie
werden volgende moties ingediend.
Le président: En conclusion de cette interpellation
les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Gerolf Annemans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Gerolf
Annemans
en het antwoord van de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen,
verzoekt de regering volledig inzicht te geven in
1. de dienstreizen van de regering in het jaar 2000;
2. de samenstelling van de delegaties en
3. de kostprijs ervan."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Gerolf Annemans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M.
Gerolf
Annemans
et la réponse du ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration,
demande au gouvernement de fournir des
informations complètes à propos
1. des voyages effectués en 2000 par les membres
du gouvernement dans le cadre de leurs fonctions;
2. de la composition des délégations ayant effectué
ces voyages;
3. du coût de ces voyages."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Willy Cortois, Denis D'hondt en Tony Smets
en mevrouw Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen.
Une motion pure et simple a été déposée par
MM. Willy Cortois, Denis D'hondt et Tony Smets et
Mme Marilou Vanden Poel-Welkenhuysen.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
02 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen over "het toekomstig
contract dat het Federaal Aankoopbureau zal
moeten sluiten voor de levering van
magneetkaarten waarmee brandstof kan worden
getankt" (nr. 4764)
02 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre
de la Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration sur "le prochain contrat que le
Bureau Fédéral d'Achat va devoir conclure pour
la livraison de cartes magnétiques pour les
carburants des véhicules" (n° 4764)
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): Na het
verbreken van het contract met Totalfina heeft de
regering bij de Europese Commissie een plan
ingediend om ethische clausules in te lassen in het
bestek voor overheidsopdrachten. Het Federaal
Aankoopbureau merkte evenwel op dat de
desbetreffende offerteaanvraag diende te worden
uitgeschreven zonder vermelding van ethische
criteria en zonder voorafgaand advies van de
Commissie, want dat houdt risico's in ingeval de
WHO een klacht zou indienen.
Zal de regering de aanbevelingen van de IAO
betreffende het afbreken van de economische
betrekkingen met Myanmar opvolgen door geen
contracten te sluiten met Totalfina, dat de aldaar
aan het bewind zijnde en de fundamentele rechten
met voeten tredende junta steunt ? Het is zaak
Totalfina diets te maken dat het geen zin heeft een
offerte in te dienen voor deze opdracht die niet
strookt met de aanbevelingen van de IAO.
02.01 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV) : Suite à
la rupture de contrat signifiée à Totalfina par le
gouvernement, ce dernier a introduit à la
Commission européenne un projet d'inclusion de
clauses éthiques dans les cahiers des charges des
contrats des marchés publics. Cependant, le
bureau fédéral d'achat lui a signalé que l'appel
d'offre pour l'approvisionnement devrait être lancé
sans inclure aucune notion de critères éthiques,
sans avis préalable de la Commission car cela
présente des risques en cas de plainte de l'OMC.
Notre gouvernement respectera-t-il également les
recommandations de l'OIT concernant l'arrêt de
toute relation économique avec la Birmanie, en
refusant de signer tout contrat avec Totalfina qui
soutient la junte au pouvoir et ses atteintes aux
droits fondamentaux ? Il s'agit bien ici d'informer
Totalfina qu'il est inutile de rentrer une offre pour ce
marché qui ne répond en aucune façon aux
recommandations de l'OIT.
02.02 Minister Luc Van den Bossche, (Frans):
Naar aanleiding van een aanklacht van een aantal
afgevaardigden bij de IAO heeft deze organisatie
inderdaad in juni 2000 een resolutie dienaangaande
goedgekeurd. In het licht van die resolutie heeft de
regering de IAO laten weten dat zij een ethische
clausule wil invoeren in het bestek voor
overheidsopdrachten. Dat voorstel werd de
Europese Commissie om advies voorgelegd in
verband met de eventuele toepassing van dergelijke
clausules in het kader van de WHO-regelgeving.
Uit de IAO-resolutie mag evenwel niet worden
afgeleid dat de Belgische regering Totalfina zomaar
kan uitsluiten van een overheidsopdracht. Als
Totalfina geweerd wordt, kan de regering
aansprakelijk worden gesteld wegens overtreding
van de wetgeving betreffende de
overheidsopdrachten.
Het plan om ethische clausules in te lassen moet in
die context worden afgewogen. Het nieuwe contract
voor de magneetkaarten lijkt mij hier niet aan de
orde.
De regering heeft unaniem beslist in overleg en
wettelijk onderbouwd actie te ondernemen, en bij de
Europese Commissie opnieuw aan te dringen op
een ethische clausule.
Het contract met Totalfina werd inderdaad
opgezegd op grond van een contractuele bepaling
waarbij elke partij het contract na één jaar kan
beëindigen.
Totalfina werd intussen meegedeeld dat het
02.02 Luc Van den Bossche , ministre (en
français): En effet, l'OIT a approuvé, en juin 2000,
une résolution à ce sujet, suite à une plainte
déposée par certains délégués auprès de l'OIT. À la
lumière de cette résolution, le gouvernement a fait
savoir à l'OIT qu'il envisageait l'introduction d'une
clause éthique dans les cahiers des charges des
marchés publics. Cette proposition a été soumise
pour avis à la Commission européenne, afin
d'examiner les éventuelles implications de ce genre
de clauses au regard du droit OMC.
Cependant, on ne peut déduire de la résolution de
l'OIT que le gouvernement belge puisse exclure
Totalfina des marchés publics. Si Totalfina était
exclue, la responsabilité du gouvernement pour
cause de violation de la législation sur les marchés
publics resterait engagée.
Le projet de clause éthique doit être étudié à la
lumière de ces considérations. Évoquer le nouveau
marché pour les cartes magnétiques ne me semble
pas à propos.
Le gouvernement a pris, à l'unanimité, une décision
en faveur d'une action concertée et légalement
justifiée, et pour réitérer auprès de la Commission
européenne la demande concernant la clause
éthique.
De fait, il a été mis fin au contrat liant notre
gouvernement à Totalfina, car il existe une
disposition contractuelle permettant à chacune des
parties contractantes de mettre un terme ou non au
marché après un an.
06/06/2001
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
contract per 31 augustus 2001 zal worden
opgezegd.
Totalfina a donc été avisée qu'il sera mis fin au
marché le 31 août 2001.
Juridische redenen hebben ons er dus toe gebracht
aldus te handelen aangezien het antwoord van de
Europese Commissie uitblijft. Maar u heeft gelijk:
door zijn aanwezigheid aldaar steunt Totalfina een
regime dat principes waaraan wij gehecht zijn, met
voeten treedt.
C'est donc pour des raisons juridiques que nous
avons agi ainsi, vu que la réponse de la
Commission européenne est encore attendue.
Cela dit, vous avez raison, la présence de Totalfina
représente un soutien à un régime qui viole les
principes qui nous sont chers.
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): De
waarde en het dwingend karakter van
aanbevelingen die van internationale instanties
uitgaan en andere belangen moeten worden
afgewogen. België zou voor een oplossing moeten
ijveren.
02.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV) : Il
faudra réfléchir à la valeur et au poids contraignant
de recommandations venant d'instances
internationales face à d'autres impératifs. La
Belgique devrait oeuvrer à une solution.
02.04 Minister Luc Van den Bossche, (Frans): Dat
is de kern van het probleem.
Universiteitsprofessoren werd om advies gevraagd
en het blijkt dat het om een netelig vraagstuk gaat.
02.04 Luc Van den Bossche , ministre (en
français): C'est là le fondement du problème. On a
demandé l'avis de professeurs d'université, et il
s'avère que la question est épineuse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Interpellatie van de heer Pieter De Crem tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politiehervorming" (nr. 796)
03 Interpellation de M. Pieter De Crem au ministre
de l'Intérieur sur "la réforme des polices" (n° 796)
03.01 Pieter De Crem (CVP): De minister liet zich
kritisch uit over de leiding van de geïntegreerde
politie. Zo zijn er problemen bij de
personeelsverdeling van de federale politie en bij
het functioneren van de gerechtelijke politie en is er
te weinig garantie voor een efficiënte bestrijding van
de zware criminaliteit.
Moeten de krachtlijnen voor de werking van de
geïntegreerde politie niet vastgelegd worden in een
nationaal veiligheidsplan? Welke maatregelen
neemt de minister met het oog daarop? Over welk
veiligheidsplan heeft men het? In feite beschikken
we nog steeds niet over een veiligheidsplan. Dat
zou nog maar in een testfase zitten en werd nog
niet in de commissie besproken. Het moet trouwens
eerst in de nationale politieraad worden besproken,
maar die is evenmin operationeel. Al te veel
politiemensen voeren bovendien niet-operationele
taken uit die in feite zouden moeten worden
uitgevoerd door burgerpersoneel.
Zullen extra politiemensen worden aangeworven
voor de ondersteuning van de politie, of wil men
daarvoor op zoek gaan naar burgerpersoneel?
Waarom vindt de minister een externe doorlichting
van de federale politie noodzakelijk? Welke
maatregelen neemt de minister om de aanpak van
de georganiseerde misdaad succesvoller te
maken? Kan de minister ons meedelen of in het
veiligheidsplan ook gedacht wordt aan de
03.01 Pieter De Crem (CVP): Le ministre s'est
montré critique à propos de la gestion de la police
intégrée. Il y a, par exemple, des problèmes dans la
répartition du personnel de la police fédérale ainsi
que dans le fonctionnement de la police judiciaire.
Par ailleurs, l'efficacité de la lutte contre la grande
criminalité n'est pas garantie. Le mode de
fonctionnement de la police intégrée ne devrait-il
pas être défini dans un plan national de sécurité ?
Quelles mesures le ministre compte-t-il prendre à
cette fin ? De quel plan de sécurité parle-t-on ? En
réalité, nous ne disposons toujours pas d'un plan de
sécurité. Celui-ci en serait toujours à la phase de
test et n'a pas encore été discuté en commission. Il
doit du reste être d'abord discuté au Conseil
national de police, qui n'est pas non plus
opérationnel. Trop de policiers exécutent du reste
des tâches non opérationnelles qui devraient, en
fait, être confiées à du personnel civil.
Va-t-on engager des policiers supplémentaires ou
préfère-t-on embaucher des civils ? Pourquoi le
ministre estime-t-il nécessaire de faire procéder à
une radioscopie externe de la police fédérale ?
Quelles mesures va-t-il prendre pour garantir le
succès de la lutte contre le crime organisé ? Le
ministre peut-il nous dire si le plan de sécurité
concerne aussi la lutte contre la grande criminalité ?
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
bestrijding van de zware criminaliteit?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Alsof
u niet weet dat zoiets tijd vergt. Alsof u ook niet
weet dat je een hele politionele cultuur niet zomaar
even verandert. Men mag niet vergeten dat
iedereen in het verleden goed werk geleverd heeft.
Ik zal zo veel mogelijk garanties inbouwen bij de
verdeling van het personeel. Ik heb dan ook beslist
een doorlichting te laten uitvoeren om mij ervan te
vergewissen dat het beschikbare personeel zo
efficiënt mogelijk zal worden ingezet.
Het nationaal veiligheidsplan is een van de
doelstellingen. Na twee jaar moeten de resultaten
geëvalueerd worden, en indien nodig moeten ofwel
de prioriteiten, ofwel de personeelsaantallen herzien
worden.
De zonale veiligheidsplannen zijn wat dat betreft
van doorslaggevend belang voor een zekere
coherentie van het globale plan. Het is een
bescheiden maar compleet plan, want het beoogt
een integrale veiligheidszorg.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Vous feignez d'ignorer qu'une telle mise en place
prend du temps. Vous feignez aussi d'ignorer qu'un
changement de culture policière ne se fait pas en
claquant du doigt. Chacun a fait du bon travail dans
le passé, il ne faut pas l'oublier. J'entends prendre
un maximum de garanties dans les répartitions du
personnel. J'ai donc décidé de recourir à un audit
pour m'assurer qu'on va atteindre un maximum
d'efficacité avec le personnel dont on dispose.
Le plan national de sécurité est un des objectifs.
Après deux ans, il faudra réfléchir sur les résultats
obtenus. Le cas échéant, il faudra soit revoir les
priorités, soit revoir les effectifs.
L'existence des plans zonaux de sécurité est
déterminante à cet effet pour assurer une certaine
cohérence du plan d'ensemble. Ce plan se veut
modeste mais complet car il propose une gestion
intégrale de la sécurité.
Om dat doel te bereiken voorziet het plan in negen
federale prioriteiten of programma's, waarbij het de
bedoeling is de politie in de samenleving te
verankeren en het politiewerk opnieuw op de
basistaken toe te spitsen. Het inzetten van
politiemensen voor niet-politionele taken is een
erfenis uit het verleden. De politiemensen moeten
opnieuw echte politietaken uitvoeren.
Men moet in de eerste plaats nagaan of de
integratie tussen de "voormalige" diensten correct
en efficiënt verloopt. Ik wil voorkomen dat de
specifieke culturen en structuren uit het verleden
worden overgenomen of dat gebruik wordt gemaakt
van structuren die enkel maar oppervlakkig werden
gewijzigd.
Die "doorlichting" heeft tot doel bepaalde processen
te versnellen en te optimaliseren en een centrum op
te richten waar de verantwoordelijkheden
samenkomen.
Pour atteindre cet objectif, le plan prévoit neuf
priorités ou programmes fédéraux, le but étant
d'ancrer la police dans la société et de restaurer le
travail policier dans l'exercice de ses missions
fondamentales. L'affectation à des tâches non
policières est un héritage du passé. Il faudra que le
personnel retrouve sa vocation policière.
Il faut d'abord vérifier si l'intégration entre les
«anciens» services se déroule correctement et
efficacement. Je tiens à éviter une reprise pure et
simple des critères et structures spécifiques du
passé, ou l'utilisation de structures modifiées de
manière superficielle.
Par la réalisation de cet « audit », je vise une
accélération et une optimalisation des processus et
la création d'un centre de responsabilité.
Wat een optimale aanwending van de middelen
betreft, moeten de verantwoordelijke personen bij
de federale politie een gedetailleerde analyse van
de strategische en organisatorische behoeften
maken, die in het kader van voornoemde
doorlichting zal worden geëvalueerd.
Het is uiteindelijk de bedoeling wijzigingen aan te
brengen ten voordele van diensten die de
georganiseerde misdaad bestrijden.
Concernant une allocation optimale des moyens,
les responsables de la police fédérale doivent
effectuer une analyse détaillée des besoins, en
termes stratégiques et organisationnels, qui sera
évaluée par l'audit précité.
L'objectif final est d'apporter des changements en
faveur de services luttant contre la criminalité
organisée.
06/06/2001
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Ik wens dat politiemensen met politietaken worden
belast en dat men mij bewijst dat ze optimaal
worden ingezet.
In dat verband moet de minister veeleisend zijn.
Je souhaite que les policiers soient affectés à des
tâches de police et qu'on ne démontre qu'on les
utilise de manière optimale.
Le ministre doit être exigeant à cet égard.
03.03 Pieter De Crem (CVP): Ik zal een motie van
aanbeveling indienen die ertoe strekt in het
Parlement een debat te organiseren over het
veiligheidsbeleid. De nationale politieraad is nog
steeds niet geïnstalleerd. Dat is jammer. De
minister zei dat de zware criminaliteit prioritair blijft.
Het zou er nog moeten aan mankeren. Ik reken
erop dat de minister ervoor zal zorgen dat de
politieraad tegen einde juni zal geïnstalleerd zijn.
03.03 Pieter De Crem (CVP): Je déposerai une
motion de recommandation pour qu'un débat soit
consacré à la politique de sécurité au sein de ce
Parlement. Le conseil national de police n'est
toujours pas installé. C'est regrettable. Le ministre
a affirmé que la grande criminalité demeure une
priorité. C'est bien le moins que l'on puisse
attendre. J'espère pouvoir compter sur le ministre
pour veiller à ce que le conseil de police soit installé
à la fin du mois de juin.
Voorzitter: Denis D'hondt.
Président: Denis D'hondt.
Moties
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze interpellatie
werden volgende moties ingediend.
Le président: En conclusion de cette interpellation
les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Pieter De Crem en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Pieter De
Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
beveelt de minister aan de bespreking van het
nationaal veiligheidsplan in het parlement aan te
vatten na de instelling van de nationale politieraad
zoals bepaald in de wet op de geïntegreerde politie.
Daarbij ook te voorzien in voldoende maatregelen
om de georganiseerde misdaad aan te pakken."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Pieter De Crem et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Pieter De Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au ministre d'entamer au Parlement la
discussion du plan de sécurité national, après
l'instauration du conseil national de police,
conformément à la loi sur la police intégrée; de
prévoir également à cet égard des mesures
suffisantes en vue de combattre la criminalité
organisée."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Corinne De Permentier en Kristien Grauwels
en de heren Denis D'hondt en André Frédéric.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Corinne De Permentier et Kristien Grauwels et MM.
Denis D'hondt et André Frédéric.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
04 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de urnen
van overledenen" (nr. 4736)
04 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "les urnes funéraires"
(n° 4736)
04.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Door de nieuwe wet op de begraafplaatsen mogen
nabestaanden de urne van de overledene
meenemen, mits deze daartoe toelating heeft
gegeven. Kunnen de nabestaanden de urne niet
mee naar huis nemen, indien de overledene niet de
kans heeft gehad om zijn toestemming te geven?
04.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
La nouvelle loi sur les sépultures autorise les
proches à conserver, chez eux, l'urne contenant les
cendres du défunt, à condition que celui-ci ait
marqué son consentement. Les proches sont-ils
autorisés à conserver cette urne si le défunt n'a pas
eu la possibilité de donner son consentement ?
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Door de wet van 8 februari 2001 kan een
nabestaande onder bepaalde voorwaarden
beschikken over de urne van de overledene.
04.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): La loi du 8 février 2001 autorise, sous
certaines conditions, un proche à disposer de l'urne
contenant les cendres du défunt.
(Frans) Als de overledene echter een handicap had
of zich in een terminale fase van een ziekte bevond
en daardoor niet in staat was om een schriftelijke
toelating te geven, volstaat het volgens mij dat die
schriftelijke toelating vervangen wordt door een
getuigschrift van de behandelende geneesheer
waarin die verklaart dat de overledene niet meer in
staat was zijn schriftelijke toelating te geven, en
waarin de nabestaande van de overledene
bevestigt, met de geneesheer als getuige, dat de
overledene de wens had geuit dat zijn as na zijn
overlijden bewaard zou worden op een andere
plaats dan de begraafplaats.
Dit geval is de enige uitzondering op het principe
van de schriftelijke toelating van de overledene.
(En français) Si toutefois le défunt souffrait d'un
handicap ou était en phase terminale d'une maladie
et que, de ce fait, il n'a pas été en mesure de
donner une autorisation écrite, il suffit, selon moi,
que cette autorisation écrite soit remplacée par un
certificat du médecin traitant dans lequel celui-ci
déclare que le défunt n'était plus en mesure de
donner son autorisation écrite, et dans lequel le
proche du défunt confirme, en prenant le médecin
comme témoin, que le défunt avait exprimé le
souhait qu'après son décès, ses cendres soient
conservées à un autre endroit que le cimetière.
Ce cas est la seule exception au principe de
l'autorisation écrite du défunt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
verrassingsbezoek van het FANC aan de
kerncentrale van Tihange" (nr. 4758)
05 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre
de l'Intérieur sur "la visite inopinée de l'AFCN à la
centrale nucléaire de Tihange" (n° 4758)
05.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Ingevolge diverse incidenten in de kerncentrale van
Tihange, kreeg het FANC opdracht de zaak te
onderzoeken. Het FANC is ook de uitbater van het
nationale meetnet voor radioactiviteit dat vorig jaar
werd onderworpen aan een audit, die negatief
uitviel.
Welke vaststellingen werden er gedaan inzake
nucleaire veiligheid? Heeft het FANC een verslag
opgesteld? Is de minister van plan om het FANC
nog opdrachten te geven zoals in Tihange? Is er
voor de werknemers en de bevolking van Tihange
ooit een echte bedreiging geweest? Wat is de
huidige stand van zaken inzake de werking van het
meetnet Telerad? Zijn de voorstellen vervat in de
audit over het meetnet uitgevoerd? Moeten er niet
dringend aanpassingen gebeuren aan Telerad?
05.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): A la
suite de divers incidents survenus à la centrale
nucléaire de Tihange, l'AFCN a été chargée
d'étudier la problématique. L'AFCN est également
l'exploitant du réseau national de mesures de la
radioactivité qui, l'an dernier, a fait l'objet d'un audit
qui s'est avéré négatif.
Quelles constatations ont été faites concernant la
sécurité nucléaire
? L'AFCN a-t-elle rédigé un
rapport ? Le ministre envisage-t-il d'encore confier à
l'AFCN des missions comme à Tihange ? Les
travailleurs et la population de Tihange ont-ils
jamais été exposés à un risque sérieux ? Qu'en est-
il actuellement du fonctionnement du réseau de
mesure Télérad ? Les propositions formulées dans
l'audit du réseau de mesure ont-elles été mises en
oeuvre ? Télérad ne demande-t-il pas à être adapté
d'urgence?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Een
van de doelstellingen is van technische aard, maar
het is ook de bedoeling de bevolking gerust te
stellen. Er is de afgelopen weken nooit gevaar
geweest voor een kernramp.
Wat de nucleaire veiligheid betreft, werd een
onderzoek ingesteld naar de herziening en het
herladen met brandstof van eenheid nr. 2 tijdens de
stillegging, en naar de vervanging van de gebruikte
05.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Un des objectifs est d'ordre technique, mais aussi
de rassurer la population. Les risques de ces
dernières semaines n'étaient pas d'ordre nucléaire.
Néanmoins, concernant la sécurité nucléaire,
l'enquête a porté sur la révision et le rechargement
de combustibles de l'unité 2 pendant son arrêt, et
sur le remplacement des générateurs de vapeur
06/06/2001
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
stoomgeneratoren waarvan de resultaten positief
zijn.
Uit het onderzoek is meer bepaald gebleken dat de
machtigingen van het bedieningspersoneel in
overeenstemming waren met het veiligheidsrapport.
De grenswaarden voor de uitstoot van afvalgassen
en vloeistoffen werden niet overschreden. Het
onderzoek naar de gelijkvormigheid van het interne
noodplan heeft aangetoond dat de door de
exploitant voorgestelde wijzigingen en de
vooropgestelde kalender acceptabel zijn.
usés dont les résultats sont positifs.
L'enquête a notamment révélé que les habilitations
du personnel de conduite étaient conformes aux
impositions du rapport de sûreté. Les limites de
rejet des effluents gazeux et liquides sont aussi
respectées. L'enquête relative à la conformité du
plan d'urgence interne démontre que l'objet et le
calendrier des modifications proposées par
l'exploitant sont acceptables.
Na het onderzoek werden de vaststellingen
meegedeeld aan de directie van de centrale. Het
erkend organisme AVN nam niet deel aan het
onderzoek. Gespreide controles sluiten
onverwachte bezoeken aan kerninstallaties, telkens
de omstandigheden dit vereisen, geenszins uit. De
incidenten brachten de veiligheid van de
werknemers noch die van de bevolking in gevaar.
Binnenkort wordt overgegaan tot de bestelling die
bedoeld is om de automatische transmissie van alle
alarmsystemen te herstellen.
Vervolgens zal onderzoek worden gedaan naar de
meest recente ontwikkelingen qua software of
telecommunicatie om deze maximaal ten nutte te
maken. Dat denkwerk en onderzoek kan over
verscheidene jaren worden gespreid.
In september 1999 zijn wij overgegaan tot een
voorbereidende aanpassingsfase van het systeem
om de bevraging van de meetpunten en de
transmissie van die metingen vanaf 1 januari 2000
te waarborgen.
A l'issue de l'enquête, les constatations ont été
communiquées à la direction de la centrale.
L'organisme agréé AVN n'a pas participé à
l'enquête. Le contrôle échelonné n'exclut pas des
visites inopinées aux installations nucléaires quand
les circonstances le requièrent. Ces incidents n'ont
pas mis en danger la sécurité des travailleurs ni
celle de la population. La commande visant à
rétablir la transmission automatique de l'ensemble
des alarmes est en voie d'être passée.
Puis, une réflexion en profondeur sera réalisée afin
de pouvoir profiter au maximum des derniers
développements en matière de software ou de
télécommunications. Cette réflexion pourra
s'étendre sur plusieurs années.
Dès décembre 1999, nous sommes passés à une
phase préliminaire d'adaptation du système pour
garantir l'interrogation des balises et la transmission
des mesures à partir du 1
er
janvier 2000.
05.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): De
incidenten die zich hebben voorgedaan bewijzen
dat de aandacht voor en de controles op de
kerncentrales niet mogen verslappen.
Het Telerad-netwerk werkt blijkbaar nog altijd niet
naar behoren. We moeten ondertussen maar
blijven geduld uitoefenen. De gegevens zijn
blijkbaar nog altijd niet voorhanden. Waarom moet
dit allemaal zo lang duren?
05.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Les
incidents qui se sont produits démontrent qu'il ne
faut pas relâcher l'attention et ne pas assouplir les
contrôles en ce qui concerne les centrales
nucléaires.
Le réseau Télérad ne fonctionne apparemment
toujours pas de manière optimale. Dans l'intervalle,
nous devons rester patients. Les données ne
seraient toujours pas disponibles. Pourquoi devons-
nous attendre aussi longtemps ?
05.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Ik zal
het nakijken. In feite dacht ik dat het al gedaan was.
05.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je vais le vérifier. A vrai dire, je croyais que c'était
fait.
05.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Ik ben
daarvan niet op de hoogte, maar zal het nakijken.
05.05 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Je n'en
ai pas eu connaissance mais je vérifierai
également.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jan Mortelmans aan de 06 Question de M. Jan Mortelmans au ministre de
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
minister van Binnenlandse Zaken over "de
recente gevallen van agressie ten overstaan van
treinpersoneel en reizigers" (nr. 4775)
l'Intérieur sur "les récents cas d'agression
d'accompagnateurs de train et de voyageurs"
(n° 4775)
06.01 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): De
agressie tegenover NMBS-personeel en
treinreizigers neemt toe. De vakbonden vragen
daarom bijkomend veiligheidspersoneel en meer
bevoegdheden voor de NMBS-bewakingsdienst.
Welke initiatieven nam de minister al? Werden al
wetgevende initiatieven genomen om de
bevoegdheid van de interne bewakingsdienst uit te
breiden? Moeten we niet opnieuw denken aan een
spoorwegpolitie?
06.01 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Les
agressions contre le personnel de la SNCB et les
voyageurs sont en augmentation. Les syndicats
réclament donc du personnel de sécurité
supplémentaire et davantage de compétences pour
le service de gardiennage de la SNCB. Quelles
initiatives le ministre a-t-il déjà prises
? Des
initiatives législatives ont-elles déjà été prises afin
d'étendre les compétences du service interne de
gardiennage ? Ne devons-nous pas envisager à
nouveau la mise en place d'une police des chemins
de fer ?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De veiligheid op de treinen werd onlangs nog op
mijn kabinet besproken met de voorzitter van de
raad van bestuur van de NMBS. Daarbij kwamen de
interne bewakingsdiensten ter sprake en werd
beslist met alle betrokkenen een
rondetafelconferentie te houden op 29 juni
eerstkomend. Daar zullen alle nodige maatregelen
worden uitgewerkt.
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): La sécurité dans les trains a,
récemment encore, fait l'objet de discussions à mon
cabinet avec le président du conseil d'administration
de la SNCB. La question des services internes de
sécurité a été abordée et il a été décidé d'organiser,
le 29 juin prochain, une table ronde rassemblant
toutes les personnes concernées. Toutes les
mesures nécessaires y seront élaborées.
(Frans) Ik ging akkoord met het door de heer
D'hondt ingediende amendement dat ertoe strekt de
interventiemogelijkheden van de bewakingsdiensten
uit te breiden. Men moet ook maatregelen nemen
om de gebruiker meer veiligheid te bieden. Daartoe
moet aan een aantal aanlegvoorwaarden worden
voldaan. Nu komt het erop aan technische en
functionele modaliteiten vast te stellen.
(En français): J'ai marqué mon accord sur
l'amendement déposé par M. D'Hondt, afin
d'étendre les possibilités d'intervention de
gardiennage. Il faut aussi voir ce que l'on peut faire
pour sécuriser l'usager. Des conditions en matière
d'aménagement doivent aussi être respectées à cet
égard. Nous devons maintenant réfléchir aux
modalités techniques et fonctionnelles à prendre.
06.03 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK): Het
stoort mij dat we altijd horen praten over
"maatregelen die zullen worden genomen". Op het
terrein wordt men ongeduldig: men wil resultaten
zien.
Hopelijk zullen na de geplande conferentie een
aantal knopen kunnen worden doorgehakt.
06.03 Jan Mortelmans (VLAAMS BLOK):
Entendre toujours parler de "mesures qui vont être
prises" me dérange. Sur le terrain, on perd
patience : on veut des résultats.
Espérons que la conférence prévue permettra de
trancher quelques questions.
06.04 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
U heeft volkomen gelijk.
Antoine Duquesne, ministre (en néerlandais):
Vous avez bien raison.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
zwangerschapsverlof van politievrouwen"
(nr. 4785)
07 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "le congé de maternité
du personnel de police féminin" (n° 4785)
07.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Bij
de politiehervorming gaat voor vrouwelijke
rijkswachters een voordeel verloren: de
07.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): La
réforme des services de police aura coûté aux
membres féminins de la gendarmerie l'avantage de
06/06/2001
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
mogelijkheid om na het zwangerschapsverlof nog 3
maanden borstvoedingsverlof te nemen, met
volledig behoud van loon. Politiewerk op
onregelmatige uren is immers niet combineerbaar
met borstvoeding. Hebben veel vrouwen van dat
voorrecht gebruik gemaakt? Waarom werd het niet
behouden en uitgebreid tot politiemensen die uit de
gemeentelijke of gerechtelijke politie komen?
pouvoir bénéficier, à l'issue du congé de maternité,
d'un congé d'allaitement de trois mois avec
maintien de l'intégralité de la rémunération. Les
tâches de police sont, en effet, difficilement
conciliables avec l'allaitement, en raison des heures
irrégulières. Combien de femmes ont bénéficié de
cet avantage? Pourquoi celui-ci n'a-t-il pas été
maintenu et étendu aux membres du personnel
issus des polices communale et judiciaire?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Borstvoedingsverlof werd steeds toegekend door de
commandant van de eenheid. Hierover bestaan
geen statistieken.
07.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Le congé d'allaitement a toujours été
octroyé par le commandant d'unité. Nous ne
disposons d'aucune statistique à ce sujet.
(Frans) Ik verwijs naar de bespreking van het
wetsontwerp houdende diverse bepalingen met
betrekking tot de rechtspositie van het personeel
van de politiediensten in de Senaatscommissie voor
de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve
Aangelegenheden (stuk Senaat 2-597/3). Uit de
debatten bleek dat men bij voorkeur een
eenvormige regeling voor zorg- of gezinsverlof ten
voordele van alle werknemers, ongeacht hun
statuut of plaats van tewerkstelling, wenste in te
voeren via een algemene wetgeving.
Het statuut van de geïntegreerde politie,
gestructureerd op twee niveaus, garandeert
dezelfde rechten met betrekking tot het
borstvoedingsverlof als die welke de ambtenaren
van het federale openbaar ambt kunnen doen
gelden.
(En français): Je vous renvoie à l'examen du projet
de loi portant diverses dispositions relatives à la
position juridique du personnel des services de
police à la commission de l'Intérieur et des affaires
administratives au Sénat (Sénat, Rapport 2-597/3).
Il a résulté des débats une préférence d'introduire,
dans une législation générale, un système uniforme
des formes de congé de soins ou familiaux au profit
de tous les employés possibles, quel que soit leur
statut ou lieu d'emploi.
Le statut de la police intégrée, structurée à deux
niveaux, garantit en matière de congé d'allaitement
les mêmes droits qu'aux fonctionnaires de la
fonction publique fédérale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Kristien Grauwels aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de Slovaakse
asielzoekers" (nr. 4815)
- de heer Pieter De Crem aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het asielbeleid"
(nr. 4838)
08 Questions jointes de
- Mme Kristien Grauwels au ministre de l'Intérieur
sur "les demandeurs d'asile slovaques" (n° 4815)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la politique d'asile" (n° 4838)
08.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): De
Slovaakse asielzoekers die vrijwillig terugkeren
zouden geen terugkeerpremie meer krijgen en in
hun land geen reïntegratiepremie meer ontvangen
en wel op vraag van de Slovaakse minister.
Meent de minister dat de terugkeerpremie van
10.000 frank Slovaakse zigeuners aantrekt?
Waarom is de minister ingegaan op het voorstel van
zijn Slovaakse collega?
08.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): A la
demande du ministre slovaque, les demandeurs
d'asile slovaques qui rentrent volontairement ne
percevraient plus de prime de retour et
n'obtiendraient plus de prime de réintégration dans
leur pays .
Le ministre pense-t-il que la prime de retour de
10.000
francs attire les Tziganes slovaques
?
Pourquoi a-t-il accédé à la demande de son
homologue slovaque ?
08.02 Pieter De Crem (CVP): Vanaf 1 juni zou er
een zogenaamde oprotpremie komen. Dat doet
weer vragen rijzen over het asielbeleid.
08.02 Pieter De Crem (CVP): Une prime de retour
serait instaurée à partir du 1
er
juillet. Ceci amène à
nouveau à s'interroger sur la politique d'asile.
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Hield men in de begroting rekening met die premie,
of is het een bijkomende uitgave? Zal de premie
geen nieuwe golf van asielaanvragen veroorzaken?
Hoe worden misbruiken gecontroleerd?
Er komen ook twee nieuwe asielinstanties: het
Centrum voor Vrijwillige Terugkeer en Ontwikkeling,
en het Federaal Agentschap voor de Opvang van
Asielzoekers. Vanwaar deze wildgroei, die haaks
staat op de beloofde vereenvoudiging?
A-t-on tenu compte de cette prime dans le budget
ou s'agit-il d'une dépense supplémentaire ? Cette
prime n'occasionnera-t-elle pas un nouveau flot de
demandes d'asile ? Comment les abus seront-ils
contrôlés ?
Deux nouvelles instances d'asile seront également
mises en place: le Centre pour le retour volontaire
et le développement et l'Agence fédérale pour
l'accueil des demandeurs d'asile. Pourquoi cette
prolifération d'organismes qui va à l'encontre de la
simplification annoncée?
08.03 Minister Antoine Duquesne, (Frans): Nadere
details over de premies ressorteren onder de
bevoegdheid van Minister Vande Lanotte. Ik ben
daar slechts onrechtstreeks bij betrokken. Er is
niets nieuws te melden aangaande de huidige
praktijken. Het enige nieuwe element, is een
herinschakelingspremie via
ontwikkelingssamenwerking om op die manier een
baan te kunnen vinden in het land van oorsprong.
Voorzichtigheid is evenwel geboden wat het
oproepingsrisico betreft om deze premie van 10.000
BEF te komen opstrijken. In principe ben ik
voorstander van een dergelijke premie, zelfs indien
sommigen daarin een fraudemechanisme zien
zoals in het geval van Slowakije.
Om die reden heeft Minister Vande Lanotte dat
initiatief geschrapt.
Men mag in deze geen algemene regel nastreven.
De regering heeft zich ertoe verbonden, alles in het
werk te stellen om een terugkeer op vrijwillige basis
aan te moedigen. Het opgerichte Centrum is geen
nieuw organisme, doch maakt met name gebruik
van de bestaande bevoegdheden van de
Internationale Organisatie voor Migraties die
uitstekend werk levert.
08.03 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Les détails sur les primes dépendent du ministre
Vande Lanotte. Je n'y suis qu'associé ! Il n'y a rien
de neuf par rapport aux pratiques actuelles.
L'élément neuf est une prime à la réinsertion par la
coopération en retrouvant un emploi dans le pays
d'origine.
Il faut être prudent par rapport au risque d'appel
pour obtenir cette prime de 10.000 FB. Je suis en
principe favorable à cette prime, même si certains y
voient un mécanisme de fraude comme dans le cas
de la Slovaquie.
C'est pourquoi M. Vande Lanotte a supprimé cette
initiative.
Il ne faut pas vouloir une règle générale. Le
gouvernement s'est engagé à tout mettre en oeuvre
pour favoriser le retour volontaire. Le Centre mis en
place n'est pas un nouvel organisme, mais utilise
notamment les compétences existantes de
l'Organisation internationale pour les migrations. Il
fait un travail excellent.
Sinds een negatieve beslissing over een
asielaanvraag binnen een tijdspanne van een of
twee maanden wordt genomen, hebben de
betrokken vreemdelingen nog niet de tijd gehad om
zich in ons land te vestigen en stemmen zij er
makkelijker mee in om het land te verlaten.
Het gaat niet op een hele bevolkingsgroep te
bestraffen omdat sommigen in de fout zijn gegaan.
Ik ben echter niet naïef. In vele gevallen blijven
dwangmaatregelen noodzakelijk. Ik blijf dan ook
vastberaden. De gedwongen uitzettingen zullen
worden voortgezet, zo nodig onder begeleiding en
eventueel met speciale vluchten, zoals onlangs
naar Kosovo.
Depuis qu'une décision négative sur une demande
d'asile est prise en un ou deux mois, les étrangers
concernés n'ont pas encore eu le temps de
s'installer et ils acceptent plus facilement de
repartir.
On ne peut pénaliser toute une population en raison
des fautes de certains.
Mais je ne suis pas naïf. L'usage de la contrainte
reste nécessaire dans de nombreux cas. Je resterai
donc ferme. Les éloignements forcés se
poursuivent, si nécessaire sous escorte, et
éventuellement par vol spécial, comme
dernièrement vers le Kosovo.
06/06/2001
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
08.04 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Waarom heeft men precies de Slovaken
"uitgekozen"? Het gaat hier voornamelijk om
zigeuners. Is dit geen schending van het
gelijkheidsbeginsel en zelfs een vorm van
discriminatie?
08.04 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Pour
quelle raison a-t-on précisément "sélectionné" les
Slovaques ? En l'occurrence, il s'agit principalement
de Tziganes. N'y a-t-il pas eu infraction au principe
d'égalité ? Et ne s'agit-il même pas d'une forme de
discrimination ?
08.05 Minister Antoine Duquesne (Frans): Wij
maken een geregelde en becijferde analyse van de
toestroom van vreemdelingen op ons grondgebied
en hebben zodoende kunnen vaststellen dat er heel
wat Slovaakse onderdanen naar ons land komen.
Het is duidelijk dat zij onze asielprocedure en ons
uitzettingsbeleid willen uittesten. Zij willen in de
eerste plaats een premie.
Nu bieden wij de betrokkenen echter kost en
inwoning in plaats van financiële hulp, iets wat ik
trouwens tijdens mijn bezoek aan Slovakije heb
onderstreept.
Sommigen willen blijkbaar blijven frauderen en het
is dan ook belangrijk om daarop in te spelen. Ik heb
een en ander trouwens ook duidelijk gesteld tijdens
mijn bezoeken aan Rusland en Bulgarije, waar ik
heb gevraagd dat voorzorgsmaatregelen zouden
worden getroffen om misbruiken te voorkomen. Dat
is geen vorm van discriminatie, maar wel een
genuanceerde en realistische aanpak gelet op de
situatie waarmee wij worden geconfronteerd.
08.05 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Nous faisons une analyse régulière et chiffrée des
arrivées sur notre territoire et nous avons ainsi pu
constater une arrivée massive de ressortissants
slovaques souhaitant visiblement tester notre
procédure d'asile ainsi que notre volonté
d'éloignement, avec l'objectif désigné d'obtenir
l'avantage de la prime.
Or, désormais, nous offrons l'hébergement et la
subsistance en lieu et place de l'aide financière, ce
que j'ai d'ailleurs exposé lors de ma visite en
Slovaquie.
Cependant, certains semblent vouloir continuer à
frauder et il est donc impératif de réagir en fonction
de la situation. J'ai d'ailleurs fait les mêmes
représentations en Russie et en Bulgarie où j'ai
demandé qu'on prenne des précautions afin d`éviter
tout abus. Ce n'est donc pas une attitude
discriminatoire, mais bien nuancée et réaliste face à
la situation.
08.06 Pieter De Crem (CVP): Wij delen de
bekommernis van de minister. Die premie van
10.000 frank is voor vele Oost-Europeanen een
fortuin. In Antwerpen geeft men nu zelfs een premie
aan jonge zigeunerkinderen die de prostitutie
verlaten en een pedofiele klant verklikken.
Wat bedoelde de minister precies met de
instellingen die zullen instaan voor de uitbetaling
van de premies?
08.06 Pieter De Crem (CVP): Nous partageons
l'inquiétude du ministre. La prime de 10.000 francs
représente une fortune pour de nombreux habitants
de l'Europe de l'Est. A Anvers, une prime est même
accordée aux jeunes enfants tziganes qui quittent le
milieu de la prostitution et dénoncent un client
pédophile.
Qu'entendait exactement le ministre par la prise en
charge des primes par les établissements ?
08.07 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Het is
geen nieuwe structuur. De IOM wordt ingeschakeld,
en ik zal daar een vertegenwoordiger aanstellen.
Zodra er sprake is van een georganiseerde
vrijwillige terugkeer, kan er een premie van 10.000
BEF worden toegekend. Die premie wordt in het
vliegtuig overhandigd.
We willen streven naar wederinschakeling via
ontwikkelingssamenwerking.Er zijn duidelijk
misbruiken. Dat is dagelijkse kost. Door te doen
alsof er geen vuiltje aan de lucht is, verdoezelt men
dat aspect van de realiteit. Die bedragen zijn in mijn
ogen een welbestede investering in vergelijking met
wat ons deze hele problematiek in het algemeen
08.07 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Ce n'est pas une nouvelle structure. On utilise l'OIM
et j'y aurai un représentant.
Dès qu'il y a des retours volontaires organisés, on
peut octroyer une prime de 10.000 francs. Celle-ci
est donnée dans l'avion.
On veut essayer de réinsérer via la coopération. Il
est clair qu'il existe des abus. C'est mon quotidien.
En présentant les choses de façon angélique, on
gomme cette réalité. Ces montants représentent, à
mon sens, un bon investissement par rapport à tout
ce que nous coûte cette politique.
CRABV 50
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
kost.
08.08 Willy Cortois (VLD) (Frans) : Worden die
10.000 frank in Belgische frank uitgekeerd of in een
andere valuta ?
08.08 Willy Cortois (VLD) : Les 10.000 francs
sont-ils donnés en francs belges ou dans une autre
devise?
08.09 Minister Antoine Duquesne (Frans): Goede
vraag ! (Glimlachjes)
Het incident is gesloten.
08.09 Antoine Duquesne , ministre (en français):
C'est une bonne question ! (Sourires)
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.15 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.15 heures.
Document Outline