KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 490
CRIV 50 COM 490
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
05-06-2001 05-06-2001
15:00 uur
15:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
minister van Landbouw en Middenstand over "de
landbouwakkoorden die op Europees vlak werden
afgesloten over de suiker" (nr. 802)
1
Interpellation de M. Ferdy Willems au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
accords agricoles conclus au niveau européen
concernant le sucre" (n° 802)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Leen Laenens,
Jaak Gabriels, minister van Landbouw en
Middenstand, Trees Pieters
Orateurs: Ferdy Willems, Leen Laenens,
Jaak Gabriels, ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes, Trees Pieters
Moties
6
Motions
6
Samengevoegde vragen van
6
Questions jointes de
6
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de overmatige
administratieve rompslomp die de invoering van
het geneesmiddelenregister ten aanzien van
dierenartsen zou teweegbrengen" (nr. 4803)
6
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les tracasseries
administratives excessives qu'engendrerait
l'instauration d'un régistre des médicaments pour
les vétérinaires" (n° 4803)
6
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu en aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de
geneesmiddelen voor dieren" (nr. 4788)
6
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
médicaments pour animaux" (n° 4788)
7
- de heer Pierre Lano aan de minister van
Landbouw en Middenstand en aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "geneesmiddelen bestemd voor
dieren" (nr. 4773)
6
- M. Pierre Lano au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes et à la ministre de la
Protection de la consommation de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
médicaments à usage vétérinaire" (n° 4773)
7
Sprekers: Pierre Lano, Annemie Van de
Casteele, Trees Pieters, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Pierre Lano, Annemie Van de
Casteele, Trees Pieters, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
CRIV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
05
JUNI
2001
15:00 uur
______
du
MARDI
05
JUIN
2001
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.03 uur door
mevrouw Muriel Gerkens, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.03 heures par Mme
Muriel Gerkens, présidente.
01 Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot
de minister van Landbouw en Middenstand
over "de landbouwakkoorden die op Europees
vlak werden afgesloten over de suiker" (nr. 802)
01 Interpellation de M. Ferdy Willems au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "les accords agricoles conclus
au niveau européen concernant le sucre"
(n° 802)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik neem
de feiten als uitgangspunt. Er is in België een
enorme overproductie van suiker. Dat komt omdat
de suikerindustrie zwaar gesubsidieerd wordt.
Jaarlijks bedraagt de overproductie 3 miljoen ton.
Ik bespaar u de verdere details van de OESO.
Tegelijkertijd houden sterke tolmuren de veel
goedkopere suiker uit de derde wereld buiten het
fort Europa. Op die manier wordt in de derde
wereld de monocultuur bevorderd, wat de
economie daar kwetsbaar maakt. Het heeft pas
zin de derde wereld aan te sporen tot
verscheidenheid aan productie wanneer hun
andere producten werkelijk op de Europese markt
geraken. Tegen de huidige tarieven kan de derde
wereld geen suiker naar hier brengen. Het toppunt
is dat de Europese overproductie tegen
dumpingprijzen, en met nogmaals Europese
subsidies, op de markten van de derde wereld
terechtkomt. Dit is dodelijk voor de locale
economie, die er niet tegen op kan. Kijk maar naar
de cijfers: Europa produceert 16 miljoen tot 28
miljoen ton suiker. De minst ontwikkelde landen
produceren slechts 250.000 ton. Bovendien komt
een aantal landen van de derde wereld, via de
akkoorden van Lomé, intussen hervormd tot de
code van Cotonou, in aanmerking om eveneens te
profiteren van het Europese subsidiesysteem. Zo
creëert men oneerlijke concurrentie tussen de
derde wereldlanden onderling. Dit kost Europa
een extra pak miljoenen, waarover de
Rekenkamer telkens negatieve rapporten maakt.
De Europese consument is drie keer de sigaar.
Ten eerste, betaalt hij zijn klontje suiker drie keer
te duur. Ten tweede, betaalt hij met zijn
belastinggeld mee de Europese subsidies. Ten
derde, worden vooral de minst kapitaalkrachtige
consumenten getroffen via de index, omdat suiker
nu eenmaal een basisproduct is. Conclusie van dit
alles: Europa hanteert een keihard protectionisme
dat allesbehalve sociaal is. De welvaart wordt van
de armste mensen afgenomen en aan de rijkste
mensen gegeven. Niet alleen wordt de derde
wereldsuiker buiten het fort Europa gehouden,
Europa pikt bovendien de markten in de derde
wereldlanden in. Zo is de situatie op dit moment.
05/06/2001
CRIV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Mevrouw de voorzitter, het tweede luik van mijn
betoog betreft de schitterende principes die men
tegenover de geciteerde daden stelt. Men heeft
het over een rechtvaardige economie,
economische zelfstandigheid, enzovoort. Hier
komen een paar heel grote namen op het podium.
In de Europese Commissie had de Europese
Commissaris voor Buitenlandse Handel, Pascal
Lamy, het over "everything but arms". Derde
wereldproducten mogen volgens hem taksvrij naar
Europa komen. De Duitse commissaris voor
Landbouw, Franz Fischler, zal dit beleid vanaf
2003 trouwens hernemen.
Eind mei 2001 vond in Brussel de derde
conferentie van de Verenigde Naties over de
minst ontwikkelde landen (MOL's) plaats. In de
uitgangprincipes van die conferentie lees ik: "Wat
de MOL's verwachten van de internationale
gemeenschap is de volledige en definitieve
opheffing van alle exportbarrières voor de
producten die vitaal zijn voor hun economieën". Ik
wil ook namen aanhalen van de secretaris-
generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan,
van de secretaris-generaal van de UNCTAD,
Rubens Ricupero, en van de voorzitter van de
Europese Commissie, Romano Prodi. Dit zijn
namen die luiden als klokken.
Ik kan nog een aantal citaten geven van Kofi
Annan, de secretaris-generaal van de Verenigde
Naties, van Rubens Ricupero, secretaris-generaal
van de UNCTAD of van Romano Prodi, voorzitter
van de Europese Commissie. Dat zijn namen als
klokken. Ik wil daar nog een naam aan toevoegen:
premier Verhofstadt. Ik citeer letterlijk wat hij over
de MOL's gezegd heeft: "Om de armste landen
nieuwe perspectieven op de toekomst te bieden
en hun de kans te geven hun financiën te
saneren, zijn er concrete maatregelen nodig. Voor
de armste landen volstaat het niet meer om
actieplannen te ontwerpen. Ze verwachten
concrete engagementen en procedures zodat hun
lot in eigen handen kan genomen worden. De
Belgische regering wil een verstandige bijdrage
leveren tot deze vorm van zelfstandigheid." Ik
voeg er onmiddellijk aan toe dat het in praktijk
slechts zin heeft voor bananen, rijst en suiker. Van
de 500 producten die wij invoeren, zijn er slechts
11 die voor een tariefvrije import in aanmerking
komen.
Het derde aspect. Tussen droom en daad staan
wetten en praktische bezwaren. Er wordt gelobbyd
tegen die schitterende principes. In België gaat
het lobbyen uit van Subel, met name van Marc
Rossiers van de vereniging van de Belgische
suikerfabrikanten. Ik wil dat lobbywerk even
situeren. De Belgische suikersector zit voor 68%
in Tienen, voor 18% in Moerbeke, voor 7% in
Fontenoy en voor 7% in Veurne. De sector maakt
enorme winsten. Sudsucker, die de suikerfabriek
van Tienen heeft overgenomen, maakt 8,5 miljard
frank winst. De gewezen eigenaars van de fabriek
in Tienen behoren ondertussen tot de honderd
rijkste families van België. De suikerindustrie richt
zich op de industrie en niet op de particulier. Dat
blijkt uit de suikerafname voor Europa want 13%
gaat naar de gezinnen en 87% naar de
chocolade- en frisdrankindustrie, Coca-Cola in de
eerste plaats. Bovendien gijzelt men de boeren
die via deze weg de boerenorganisatie en de
politiek erin betrekken. De boeren zijn namelijk
verbonden aan een contract. Ze zijn op die manier
een soort van veredelde machine. Ze zijn dus met
handen en voeten gebonden aan deze industriële
concerns. Tot slot nog een merkwaardig gegeven.
De suikerindustrie verwerft een monopolie dat
uniek is in Europa. Suiker is het enige afgewerkte
product binnen Europa dat beschermd wordt.
Zelfs in Rusland vinden we dat gegeven niet
meer.
Een volgend aspect zijn de resultaten van het
lobbywerk. Partijen, ministers en Europese
parlementsleden worden zeer sterk
aangeschreven en aangesproken door de
suikerlobby. De heer Happart heeft dit
bijvoorbeeld zelf bevestigd in een tijdschrift. Ik heb
een brief van minister Dua waarin ze dit eveneens
bevestigt. Ik vernoem ook minister Michel die in
"de Bietplanter" genoemd wordt als verdediger
van die zaak. Ook u wordt in dit dossier genoemd.
U zegt trouwens zelf dat u al met die mensen
gesproken hebt. Dit is zeker geen verwijt.
De resultaten van de lobby interesseren me echter
meer. Ik behandel eerst de Europese Raad van
de ministers van Buitenlandse Zaken op 26
februari 2001. Daar werd een spectaculair besluit
genomen. Vanaf 2002 is de markt namelijk open
voor producten van de derde wereld, everything
but arms. Het gaat slechts om 11 producten
omdat de rest al vrij van taks is. Suiker zit niet bij
deze producten, alhoewel het precies over suiker
gaat. We hebben een aantal lange
overgangstermijnen. Dankzij minister Michel zijn
er nog een aantal andere beperkingen. Het gaat
dan over de hele regeling in verband met de
oorsprong zodat men die regeling niet zou
misbruiken en over de vrijwaringclausule. Als de
Europese markt ernstig verstoord wordt, wordt de
zaak opgeschort. Concreet betekent dit dat men
de eigen economische belangen veiligstelt. Eigen
economie eerst.
CRIV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Een tweede element van zwaar lobbywerk. In
maart 2001 werd in het Europees Parlement het
rapport van Joseph Daul behandeld, een EVP-
parlementslid uit de Elzas die zelf suikerproducent
is. Hij wil de suikertarieven pas laten dalen vanaf
2006 of 2009.
In 2006 min 20%, in 2009 de rest. Dat is natuurlijk
een status quo waarvoor in het Europees
Parlement een meerderheid gevonden is, 347
voor en 120 tegen. Diegenen die tegen waren van
Belgische zijde waren alle SP'ers, alle leden van
Agalev, VLD, VU en 1 CVP'er; de heer Van
Hecke. Dat is, op de heer Van Hecke na, de
paarsgroene regeringscoalitie die, in het Europees
Parlement, neen heeft gezegd. De anderen
hebben dus voor het fort Europa gestemd, met
inbegrip van het Vlaams Blok.
Op dinsdag 22 mei werd op de Europese Raad
voor Landbouwministers, waar de beslissing moet
vallen tegen 30 juni, een eerbaar compromis,
meer bepaald de afbouw vanaf 2003, gesteund
door Duitsland, Groot-Brittannië, Denemarken,
Zweden en Nederland nochtans een even grote
producent als België met ongeveer 5%. Een
meerderheid, waaronder België, wil echter alles
laten zoals het is en pas vanaf 2006 veranderen.
U motiveert dat in de pers Knack van 22 maart
door de stelling dat er akkoorden gesloten zijn in
Berlijn en dat die moeten nagekomen worden.
Op het eerste gezicht profileert u zich schitterend,
dat kan ik niet ontkennen, maar tolmuren in stand
houden is een eigenaardig standpunt voor een
liberaal minister. Bovendien wordt u hierin niet
gevolgd door de VLD in het Europees Parlement
en blijkbaar ook niet door de principes van de
eerste minister.
Dit is een asociaal systeem. Ik heb aangetoond
dat de Belgische consument drie keer wordt
gerold. Bovendien is het ook mondiaal zeer
kortzichtig. Op 1 juli 1999, toen ik in het Parlement
kwam, heb ik gezegd dat wij de derde wereld
moeten helpen, al was het maar uit eigenbelang.
Op 14 mei heeft de heer Kofi Annan, naar
aanleiding van een conferentie in Brussel, gezegd
dat "het welzijn van de menselijke samenleving als
geheel afhangt van de toekomst van de armsten
der armen". Dit advies volgen wij dus duidelijk
niet. Dit is "eigen economie eerst", een
merkwaardige variante op "eigen volk eerst".
Vandaar mijn vragen:
Ten eerste, werd dit standpunt ingenomen in
overleg met onder meer de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking? Ten tweede, in
welke mate respecteren deze akkoorden de
elementaire rechten van de producenten in de
derde wereld? In welke mate respecteren deze
akkoorden de elementaire rechten van
consumenten, wil ik er vandaag aan toevoegen.
01.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik zou mij graag bij deze interpellatie
aansluiten en in grote lijnen zijn de argumenten en
de redenen daarvoor aangehaald door collega
Willems. Ik wil ze kort nog even op een rijtje
zetten.
Er is, enerzijds, verwezen naar de fameuze nota
"everything but arms", in essentie een goede nota
die ervoor moest zorgen de minst en minder
ontwikkelde landen bij het internationale
handelssysteem en bij de internationale
wereldhandel te kunnen betrekken. Dat werd in
februari goedgekeurd door onze Europese
ministers van Buitenlandse Zaken, wat niet
onbelangrijk is voor de Conferentie van de MOL-
landen. Ondertussen is deze nota bijgestuurd en
niet in positieve zin voor de ontwikkelingslanden.
Naast wapens zijn nu ook bananen, suiker en rijst
uitgesloten. Anderzijds moeten wij het Europees
Suikerbeleid onder de loep nemen. Dit beleid
werkt met hoge zo niet te hoge gegarandeerde
prijzen waarbij de subsidies gaan tot 25 frank per
kilogram suiker. Uitgedrukt in ton komen wij aan
een prijs van 650 euro wetende dat de wereldprijs
op dit moment 250 euro is.
Het is dan niet moeilijk om te zien dat dit een
voorbeeld is van een zeer afgeschermde
Europese markt. Ook dit is een van de vragen uit
onze resolutie bij de evaluatie van het Europees
landbouwbeleid van Agenda 2000. Wij wensten
het punt van de exportsubsidies in algemene
termen grondig mee te evalueren. Suiker is
daarvan een voorbeeld.
De heer Willems heeft reeds aangehaald dat de
consumenten niet alleen worden benadeeld
doordat zij een te hoge prijs voor hun suiker
betalen, maar tevens heeft de dumping van deze
overschotten zeer negatieve gevolgen voor de
suikerboeren in landen als Paraguay, Costa Rica,
Brazilië of de Filippijnen. De prijsbepaling wordt er
zo door verstoord dat die mensen eigenlijk niet
meer in staat zijn om van hun suikerproductie te
leven. Stel dit even tegenover het merkwaardige
feit dat men in Zweden en Finland suikerbieten is
gaan produceren omwille van de aantrekkelijke
prijsbepaling in Europa: er is dan toch sprake van
05/06/2001
CRIV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
een grondige verstoring van de prijsbepaling op
de wereldmarkt!
Ook werd het voorstel van de Europese
Commissie aangehaald, namelijk de geleidelijke
reductie van de hoeveelheid suiker. Er werd
voorgesteld om dit te doen met 115.000 ton per
jaar. Dat is toch een serieuze poging om op
middellange termijn een kortere ware nog beter
geweest tot een minder grondige verstoring van
deze markt te komen. Als wij alle verhoudingen in
acht nemen, mogen wij niet vergeten dat nu in
Europa jaarlijks 1,8 miljoen ton suiker wordt
geïmporteerd. Daartegenover staat dat jaarlijks 16
miljoen ton door de Europese suikerboeren wordt
geproduceerd.
La présidente: Madame Laenens, il va falloir
restreindre votre intervention car vous aviez
l'autorisation de vous joindre à l'interpellation de
M. Willems. Cependant, comme vous n'aviez pas
introduit une question ou une interpellation, je ne
peux pas vous laisser parler plus longtemps.
01.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw de voorzitter, dan heb ik het verkeerd
begrepen. Ik dacht dat als iemand zich bij een
interpellatie aansloot, dat niet op voorhand
schriftelijk moest worden meegedeeld.
La présidente: C'est exact, mais vous ne pouvez
intervenir que brièvement. Vous ne pouvez pas
développer une interpellation complète.
01.04 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Dan
sluit ik af met de opmerking dat ik mij aansluit bij
de gestelde vragen. Ik zal graag luisteren naar het
antwoord.
01.05 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw de
voorzitter, collega's, het suikerdossier is Europees
en wereldwijd een heel belangrijk dossier. Om die
reden is de Europese raad van Landbouw-
ministers niet over één nacht ijs gegaan. Dit
thema stond maanden geleden reeds op de
agenda en eigenlijk werd er vlak voor nieuwjaar
net niet over beslist, hoewel er een
gekwalificeerde meerderheid was. Het punt had
echter nog geen antwoord gehad vanwege de
Europese Commissie, anders was er toen reeds
over beslist geweest. Dat wilde ik toch even
zeggen. Wegens dat feit hebben wij het dossier
terug aan bod moeten laten komen op andere
landbouwraden.
U weet dat de Landbouwministerraad op zijn
vergadering van 22 mei 2001 de nieuwe
basisverhoudingen betreffende de gemeen-
schappelijke marktordening voor suiker heeft
goedgekeurd. Deze verordening heeft een
geldigheidsduur van vijf verkoopseizoenen. Ze
behoudt de bevoorrechte band tussen de EU en
de ACS-landen zoals bepaald in protocol 4 van
het akkoord van Cotonou in Benin. De invoer van
1,305 miljoen ton suiker aan een gegarandeerde
prijs en zonder invoerrechten, blijft behouden. Het
gaat hier om de preferentiële suiker. Begin juli zou
de commissie de onderhandelingen moeten
starten met dezelfde landen betreffende de
levering van bijzondere preferentiële suiker.
Het gaat om ongeveer 260.000 ton aan lagere
gegarandeerde prijzen zoals de voorgaande, en
met verminderde invoerrechten.
Ondertussen zal de Commissie in het kader van
het initiatief "everything but arms (EBA)" het
contingenteringsstelsel voor de invoer van de
hoeveelheid suiker die in de gemeenschap moet
worden ingevoerd met nulrecht, maar zonder
gegarandeerde invoerprijs, op punt stellen.
Als de suikerrietproducenten bij de invoer van de
preferentiële suiker en de bijzonder preferentiële
suiker nog de garantie hebben om een prijs te
ontvangen die dicht aanleunt bij de prijzen betaald
aan de Europese suikerbietplanters, is die
garantie ver van zeker voor de producenten die
leveren in het kader van het EBA-initiatief. In dat
laatste geval zal de suiker door de Europese
raffinaderijen aan wereldmarktprijzen 60% lager
dan de prijzen in de Unie aangekocht worden.
Die prijs zal uiteindelijk aan de suikerrietplanters
verrekend worden, zodat zij uiteindelijk de
verliezers van de zaak worden.
Tot besluit denk ik dat de gemeenschappelijke
marktordening zoals ze nu hervormd is, geen
schade berokkent aan de suikerrietplanters die
produceren binnen het contingent van 1,6 miljoen
ton preferentiële en bijzonder preferentiële suiker.
Een gegarandeerde prijs wordt hen immers
betaald.
Daartegenover heb ik twijfels omtrent de
akkoorden van het type EBA. Onder druk van de
internationale handel, de voornaamste
bevoordeelde van die akkoorden, bestaat het
risico dat de minst ontwikkelde landen hun
oppervlakte van suikerriet verhogen ten nadele
van meer elementaire voedingsgewassen en dat
ze het grootste deel van hun productie verkopen
in de Europese Unie tegen een lagere
wereldmarktprijs. Die hoeveelheid wordt geschat
op 2 miljoen tot 2,5 miljoen ton. Die planters zullen
dus benadeeld worden.
CRIV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Bovendien bestaat het risico dat het
driehoeksverkeer in de suiker zich ontwikkelt. De
minst ontwikkelde landen verkopen hun oogst aan
de Europese Unie en kopen hoeveelheden
noodzakelijk voor eigen gebruik in derde landen,
zoals bijvoorbeeld Australië en Brazilië. Dat
scenario kan men niet beschouwen als duurzame
ontwikkeling. De benadeelden zullen de
landbouwers zijn in de minst ontwikkelde landen,
de ACS-staten en Indië en de Europese
bietenplanters die blootgesteld zullen worden aan
een massale invoer van suiker in de Unie tegen
prijzen die het wereldmarktniveau benaderen,
waardoor hun inkomsten gevoelig zullen dalen.
In mijn ogen, in het kader van het initiatief
"everything but arms", zou het een efficiënte
oplossing geweest zijn te voorzien in specifieke
contingenten met gegarandeerde prijzen zoals ze
bestaan in het suikerprotocol ACP-Indië.
Tijdens de bespreking in het kader van de
hervorming van de Gemeenschappelijke
Marktordening voor suiker (GMO), werd geen
contact opgenomen met het staatssecretariaat
voor Ontwikkelingssamenwerking specifiek. Wel is
er een breed overleg met de staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking en de staats-
secretaris voor Buitenlandse handel onder het
toezicht van het ministerie van Buitenlandse
Zaken, opgezet in het kader van de bespreking
van het initiatief "everything but arms".
Als laatste punt wil ik het volgende nog even
zeggen. Het nu aanvaarde compromis vergt een
evaluatienota van de Europese Commissie tegen
het begin van 2003. Dat compromis werd
aanvaard met algemeenheid van stemmen. Een
zo moeilijk dossier in de Europese Landbouwraad
unaniem doen aanvaarden, wijst op een brede
consensus in Europa, en zeker niet op een
benadeling van om het even welke partij.
01.06 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, ik hoor u zeer
graag spreken over contingentering. Eigenlijk is
dat een doekje voor het bloeden. U zegt zelf dat er
geen tariefbeperking is. U weet zelf wel tot welke
conclusies dat leidt.
Natuurlijk haalt u aan dat de derde wereldlanden,
die nu al mee profiteren voor 1,6 miljard frank,
benadeeld zullen zijn. Vanuit een visie van een
hard economisch liberalisme creëert u daarmee
echter een economische concurrentie in de derde
wereldlanden zelf.
U zegt zelf dat u op die manier wilt beletten dat de
derdewereldlanden veel meer suiker dan vandaag
zouden gaan produceren. Dat zou de oplossing
zijn. Op die manier krijgen die landen een
diversiteit in hun productie waar ze nu een
monocultuur hebben en onmiddellijk de meest
kwetsbare elementen in de economische
wereldhandel zijn.
Ik hoor u vertellen dat u met de staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking geen
consensus hebt gevonden, maar wel met de
staatssecretaris voor Buitenlandse Handel. Ook
dit is een uiting van dezelfde filosofie van het
economisch liberalisme. Ik heb de vraag ook aan
de heer Boutmans gericht en ik maak me sterk
dat ik van hem heel andere antwoorden zal
krijgen. We zullen dat volgende week zien.
Mijnheer de minister, ik heb, samen met mensen
van de SP- en de Agalev-fractie, een eenvoudige
motie ingediend, die u zelfs nog de mogelijk biedt
om daarop in te spelen. Ik zoek altijd naar
oplossingen en niet naar confrontaties. In de motie
staat dat de feiten de feiten zijn. We hadden liever
gehad dat het vanaf 2003 in werking zou treden.
Wij vragen dat de Kamer de regering de
aanbeveling doet om voor 2006 en niet vanaf
2006 met die tariefverlaging te starten.
01.07 Trees Pieters (CVP): Mevrouw de
voorzitter, de motie van aanbeveling is hier ook
gepasseerd, maar ik heb ze niet ondertekend
omdat ik een ander voorstel wil doen.
Naar aanleiding van de vraag van collega
Willems, het betoog van mevrouw Laenens en het
antwoord van de minister, zou ik durven voor te
stellen om hierover een korte hoorzitting te
houden, waarbij we een niet-gouvernementele
organisatie, iemand uit de suikerindustrie en een
vertegenwoordiger van de landbouworganisaties
zouden kunnen uitnodigen.
De voorzitter: De heer Willems heeft daarmee
geen probleem.
01.08 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw de voorzitter, ik wou kort reageren op de
door de minister aangehaalde specifieke
contingenten en gegarandeerde prijzen. Het is
geweten dat dit noodzakelijke mechanismen zijn
om aan prijsregulering te kunnen doen, maar uit
de praktijk is genoegzaam gebleken ik verwijs
naar het gebrek aan grondstofakkoorden, zoals
voor de koffie
dat deze mechanismen pas
effectieve gevolgen kunnen hebben als ze ook het
overaanbod op de markt fundamenteel
05/06/2001
CRIV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
aanpakken. Daarom vraag ik u de kwestie te
bekijken in het kader van de mogelijke hervorming
van het Europees landbouwbeleid.
01.09 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw de
voorzitter, wanneer na maanden van
onderhandelingen uiteindelijk een unanimiteit in
de Europese Landbouwraad is bereikt, kunt van
ons toch aannemen, de diversiteit van Europa
kennende, dat alle elementen ter sprake zijn
gekomen. Al die elementen hebben uiteindelijk tot
twee zaken geleid.
Ten eerste, er is een garantie voor een iets
langere termijn, want men moet engagementen op
langere termijn in het algemeen en zeker in
onderdelen van de sector kunnen garanderen.
Anders is men fout bezig.
Ten tweede, het evaluatiemoment, waarvoor
enerzijds een wetenschappelijke studie en
anderzijds een technische evaluatie van de
commissie in het begin van 2003 wordt
gegarandeerd, moet voldoende duidelijkheid
bieden om deze inschattingen op een juiste
manier te doen.
Europa moet, mijns inziens, maar eens ophouden
ik zeg dit vrank en vrij langetermijnafspraken
te maken die men het volgend jaar alweer
onderuit wil halen. Op die manier kan men niet
alleen geen Europees landbouwbeleid voeren
maar ook geen afspraken op wereldniveau
maken.
Mijnheer Willems, de afspraken inzake de suiker
werden genomen na ruggespraak met
Buitenlandse Zaken. Suiker en bananen zijn
immers internationale dossiers. Ik heb niet
specifiek met Ontwikkelingssamenwerking
onderhandeld. Ik heb wel nauw contact gehad met
het departement van Buitenlandse Zaken.
Wat de suiker en de bananen betreft, hebben we
mekaar gevonden en met de 15 lidstaten een
gemeenschappelijk standpunt ingenomen. Europa
is er uiteindelijk in geslaagd een goede en
bevredigende oplossing te vinden voor een
moeilijk dossier.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Ferdy Willems en de dames Magda De
Meyer, Leen Laenens en Annemie Van de
Casteele en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy
Willems
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
vraagt de regering,
op Europees niveau ervoor te pleiten dat de
regeling die voorziet in de afbouw van tolmuren
betreffende de invoer van suiker reeds in 2003
ingaat en niet in 2006, minstens ingaat vóór
2006."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Ferdy Willems et Mmes Magda De Meyer,
Leen Laenens et Annemie Van de Casteele et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes Moyennes,
demande au gouvernement,
de plaider, au niveau européen, en faveur de
l'entrée en vigueur, non pas en 2006 mais dès
2003 et, en tout état de cause avant 2006, de la
réglementation prévoyant la levée des barrières
douanières en ce qui concerne l'importation de
sucre."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Léon Campstein, Maurice Dehu, Pierre
Lano, Arnold Van Aperen en Serge Van
Overtveldt.
Une motion pure et simple a été déposée par
MM. Léon Campstein, Maurice Dehu, Pierre Lano,
Arnold Van Aperen et Serge Van Overtveldt.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Trees Pieters aan de minister van
Landbouw en Middenstand over "de overmatige
administratieve rompslomp die de invoering
van het geneesmiddelenregister ten aanzien
van dierenartsen zou teweegbrengen" (nr. 4803)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en aan de
minister van Landbouw en Middenstand over
"de geneesmiddelen voor dieren" (nr. 4788)
- de heer Pierre Lano aan de minister van
CRIV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Landbouw en Middenstand en aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "geneesmiddelen bestemd voor
dieren" (nr. 4773)
02 Questions jointes de
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "les tracasseries
administratives excessives qu'engendrerait
l'instauration d'un régistre des médicaments
pour les vétérinaires" (n° 4803)
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur
"les médicaments pour animaux" (n° 4788)
- M. Pierre Lano au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes et à la ministre de la
Protection de la consommation de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
médicaments à usage vétérinaire" (n° 4773)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Landbouw en Middenstand.)
(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes.)
La présidente: Mme Van de Casteele et M. Lano
ont introduit des questions similaires à l'intention
de Mme Aelvoet qui partage les compétences en
ces matières avec le ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes.
02.01 Pierre Lano (VLD): Mevrouw de voorzitter,
we zullen de dames laten voorgaan.
02.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, dit is geen kwestie van
galant zijn. Het gaat gewoon om de spelregels in
de commissie die steeds dezelfde moeten zijn. In
dit geval zijn er verschillende vragen ingediend,
waarvan sommige zowel tot minister Aelvoet als
tot minister Gabriels gericht zijn. De vraag van
mevrouw Pieters is alleen tot de heer Gabriels
gericht. Ik heb in de agenda van de
commissievergaderingen kunnen vaststellen dat
onze vragen niet geagendeerd waren in de
commissie voor de Volksgezondheid, wat
oorspronkelijk de bedoeling zou zijn geweest. De
vraag van mevrouw Pieters was hier echter wel
geagendeerd. De vragen die wij gesteld hebben
werden eerder ingediend dan de vraag van
mevrouw Pieters. Het zou dus eigenlijk logisch zijn
dat de vragen in de volgorde van indienen worden
gesteld, wat de normale gang van zaken is. Dat is
dus geen kwestie van al dan niet galant zijn, de
spelregels moeten gewoon altijd dezelfde zijn.
La présidente: Si vous le voulez bien, je me
permettrai néanmoins de suivre l'ordre du jour
indiqué. Vous aurez, de toute façon, tous les trois
l'occasion de poser vos questions. Je vous
rappelle que ce sont des questions et non des
interpellations. Il y a donc lieu de respecter le
temps de parole de 5 minutes fixé pour les
questions.
02.03 Trees Pieters (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, op 28
juli 2000 werd het koninklijk besluit van 23 mei
2000 gepubliceerd met betrekking tot het
geneesmiddelenregister. Het koninklijk besluit
werd voorbereid door het vorige kabinet. Hierover
werd onderhandeld met de Vlaamse Vereniging
van Dierenartsen en de landbouworganisaties.
Het koninklijk besluit past in de uitvoering van de
Europese richtlijn maar gaat verder. Het
beantwoordt aan een aanbeveling van de
dioxinecommissie maar gaat verder. Het roept bij
een groep dierenartsen nogal wat weerstand op
en heeft eind mei 2001 zelfs geleid tot de
oprichting van een nieuwe vereniging van
dierenartsen. Het ongenoegen kristalliseert zich
voornamelijk rond de administratieve rompslomp
die het resultaat zou zijn van de toepassing van dit
koninklijk besluit. Vooral het feit dat het koninklijk
besluit zowel op nutsdieren als op kleine
huisdieren gelijkelijk van toepassing is zou hieraan
ten grondslag liggen. Volgens sommigen zou er
nog een koninklijk besluit circuleren om de huidige
regeling te vereenvoudigen. Het is echter
onduidelijk wie dit koninklijk besluit opstelt, wat
erin staat en waar het zich bevindt. Bij mijn weten
werd het nog niet goedgekeurd door de
Ministerraad.
Last but not least, op 1 juni 2001 werd in het
Belgisch Staatsblad een koninklijk besluit van
22 mei 2001 gepubliceerd dat de bevoegdheid
van DG4 en DG5, waaronder de diergeneeskunde
sorteert, grotendeels onder de verantwoorde-
lijkheid van minister Aelvoet plaatst. Dit betekent
dat minister Gabriels vanaf 10 juni niet langer
bevoegd is voor deze zaak.
Mijnheer de minister, ik heb dan ook een aantal
vragen voor u. Is er bij de uitwerking van het
koninklijk besluit en de nog te nemen ministeriële
besluiten rekening gehouden met de grote
prioriteit van deze regering, namelijk de
administratieve vereenvoudiging?
Men stelt een aantal vereenvoudigingen voor.
Inzake het uitgaand register vraagt men
bijvoorbeeld om niet alle producten, zoals
anesthesieproducten of ontsmettingsproducten,
verder op te nemen. Inzake het toedienings- of
05/06/2001
CRIV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
verschaffingsdocument vraagt men de
afschaffing.
Mijnheer de minister, ten eerste, hoe zult u de
administratieve vereenvoudiging verduidelijken?
Ten tweede, de Europese richtlijn en de
aanbeveling van de Dioxinecommissie slaan
duidelijk uitsluitend op nutsdieren en niet op kleine
huisdieren. Wordt met dit onderscheid in de
uitwerking van het koninklijk besluit rekening
gehouden? Ja of neen, waarom en in welke
mate?
Mijnheer de minister, verder zou ik nog een vraag
inzake de jaarlijkse gedetailleerde inventaris willen
toevoegen. Hoe kan men de eventuele verschillen
terzake verantwoorden?
02.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik weet niet of de vraag nog aan u mag
worden gesteld. Ik vond het echter nuttig dit
vandaag in extremis nog te doen. In dit dossier
luiden immers blijkbaar twee verschillende
klokken. Wij zullen de vraag ook aan mevrouw
Aelvoet stellen. Het is goed ook uw standpunt
terzake te kennen, ook al hebt u in de toekomst
op dit dossier geen vat meer. Tenzij u mij
tegenspreekt.
In dit dossier doen heel wat cowboyverhalen de
ronde. Daarom is het goed om orde op zaken te
stellen. Er blijken immers veel problemen op het
terrein inzake de uitvoering van het koninklijk
besluit te zijn. Dat is een oud verhaal dat dateert
van de hormonenproblematiek. In het kader van
deze problematiek heeft men naar wegen gezocht
om een betere traceerbaarheid en een beter
controle op de toediening van de
diergeneesmiddelen te organiseren.
Het koninklijk besluit dat recent werd
gepubliceerd, bepaalt dat de minister van
Landbouw over het model van de uitvoering
beslist en de gebruiksvoorwaarden vastlegt van
het toedienings- en verschaffingsdocument, het
diergeneeskundig voorschrift en de registers voor
bedrijfsbegeleiding.
Mijn eerste vraag is dan ook hoever het daarmee
staat? Ik hoor immers uit verschillende verhalen
op het terrein dat u de uitvoering zou hebben
geblokkeerd. Inzake het diergeneeskundig
voorschrift stel ik zelf vast dat er nog geen
diergeneeskundige voorschriften volgens het
koninklijk besluit in omloop zijn en dat men
eigenlijk in overtreding met het koninklijk besluit is.
De documenten zouden moeten worden geleverd
door de verbonden voor de bestrijding van
dierenziekten na een akkoord van de veterinaire
diensten van landbouw. In de toekomst zal dat
allemaal onder de minister van Volksgezondheid
ressorteren.
Zijn deze diensten reeds zo ver dat de
documenten ter beschikkling zijn? Zijn er
problemen terzake? Blijkbaar is er twee maanden
na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit
op 1 april 2001 nog steeds geen toepassing op
het terrein.
Een verklaring kan zijn dat er heel wat weerstand
is op het terrein bij de betrokken actoren
enerzijds, voor wat betreft de sector distributie van
dierengeneesmiddelen en, anderzijds inzake de
bedrijfsbegeleiding.
Wij moeten volgens mij terugkeren naar de
oorspronkelijke doelstelling, die ook door de
dioxinecommissie bevestigd is, namelijk een kort
en economisch verantwoorde distributieketen van
diergeneesmiddelen, een systeem dat eenvoudig,
efficiënt en gemakkelijk controleerbaar is, met
maximale garantie voor de volksgezondheid, voor
het dierenwelzijn en voor de voedselveiligheid. In
eerste instantie geldt dit uiteraard voor de
nutsdieren, want voor gezelschapsdieren moet het
vooral over het welzijn gaan.
Het huidige systeem dat al dateert van de vorige
legislatuur is zeker geen ideaal systeem dat
hieraan tegemoet komt. Ikzelf heb een heel ander
distributiesysteem voor ogen, maar ik ga daar nu
niet dieper op ingaan en ik weet dat dit een van de
problemen is die altijd worden aangekaart waarbij
de dierenartsen het mes op de keel wordt gezet,
met het dreigement dat de discussie over hun
depot-recht zal worden heropend indien zij de
nieuwe regeling niet aanvaarden.
Ik blijf ervan overtuigd dat er betere
distributiesystemen zijn, zoals dit van de
Scandinavische landen, waarbij men mogelijke
collusie vermijdt en waar door strictere controle en
een databank minder antibiotica wordt
voorgeschreven en toegediend. Ook al is men
hiertoe niet bereid wegens de historische evolutie
waaruit het depot is gegroeid, dan nog moet men
het huidige systeem durven evalueren aan de
hand van de zonet genoemde doelstellingen.
Hieruit blijkt een stuk overreactie naar de
gezelschapsdieren toe. Het gaat hier om een
dubbel systeem waarbij men naast de in- en
uitgaande registers nog eens moet noteren wat
toegediend en afgeleverd wordt waardoor alles
CRIV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
drie keer moet genoteerd worden. Dit is van het
goede te veel is, zeker als er geen enkel risico is
voor de volksgezondheid of de voedselveiligheid.
Mijnheer de minister, mijn concrete vragen zijn de
volgende:
Ten eerste, hoe ver staat het met de uitvoering
van het koninklijk besluit en dan vooral voor het
aspect waar u de touwtjes in handen hebt?
Ten tweede, bieden de koninklijke besluiten die op
dit moment al verschenen zijn volgens u de beste
garanties voor traceerbaarheid en voor het
voorkomen van residuen in het voedsel?
Ten derde, is de overheid in staat om de
uitvoering van die koninklijke besluiten te
controleren? Het feit dat er tot vandaag nog altijd
niemand vanuit de overheid gereageerd heeft is
bijna het bewijs dat men het zelfs niet controleert
want er bestaat al twee maanden een zekere
anarchie of wetteloosheid op het terrein.
Ten vierde, is het nodig om dezelfde zware
procedures op te leggen voor gezelschapsdieren
als voor nutsdieren?
Ten vijfde, bent u op de hoogte van de rol die de
Vlaamse Vereniging voor Dierenartsen heeft
gespeeld door de koninklijke besluiten aan te
wenden om via de administratieve last de markt
"te gaan uitzuiveren" en om de kleine
dierenartsenpraktijken van bijvoorbeeld
vrouwelijke dierenartsen die halftijds werken, eruit
te duwen en als zodanig de markt te saneren? Het
verhaal doet de ronde dat deze vereniging ook
nog een aantal andere kanalen heeft waarmee ze
mensen bindt, zoals de verkoop van
informaticamateriaal ter vereenvoudiging van de
administratieve rompslomp?
Klopt dit allemaal, of klopt dit niet?
Is er een mogelijkheid om de koninklijke besluiten
nog aan te passen?
Moet er geen werk gemaakt worden van een
eengemaakt Europees systeem waarbij alle
distributiesystemen globaler gaan werken, naar
analogie van het Agentschap voor de Veiligheid
van de Voedselketen, zodanig dat wij aan de
grenzen niet met het probleem zitten dat in het
ene land gemakkelijker dierengeneesmiddelen
worden gedistribueerd dan in het andere.
02.05 Pierre Lano (VLD): Mevrouw de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de dames hebben
al zoveel vragen gesteld dat ik mij kan beperken
tot de essentie. Uiteraard zal het koninklijk besluit
van 23 mei 2000 nog veel stof doen opwaaien.
Waarschijnlijk zult u daar alleen voor het verslag
op antwoorden. In elk geval ben ik het ermee eens
dat dit koninklijk besluit ver gaat, te ver zelfs,
inzake het voorzorgsprincipe en de
traceerbaarheid. Volgens mevrouw Pieters luiden
er verschillende klokken inzake de interpretatie
van dat koninklijk besluit en ik heb mij de laatste
maanden dan ook beziggehouden met het op een
lijn krijgen van de ideeën van de twee
verenigingen van dierenartsen, de DVD en de
IVDB. Dat is al niet simpel. Als de dierenartsen er
zelf niet aan uit kunnen, hoe kan een minister
terzake dan nog een standpunt innemen? Men
maakt het eigenlijk de minister van
Volksgezondheid gemakkelijk om inzake de
interpretatie van dat koninklijk besluit voet bij stuk
te houden door die verdeeldheid. Nochtans zegt
men vrij unaniem dat het in zijn huidige vorm niet
toepasbaar is op korte termijn. De vereiste
modellen waarmee dit moet gebeuren zijn tot nu
toe nog niet vastgelegd. Zij werden niet ter
beschikking gesteld, terwijl het koninklijk besluit
nochtans in werking zou moeten treden. Er is
enorm veel weerstand. Daarop hebben de dames
ook al gewezen. De vragen inzake de
administratieve rompslomp, de nieuwe
reglementering voor de dierenartspraktijken, het
verschil tussen dierenartsen voor nutsdieren en
voor gezelschapsdieren worden nu ook gesteld. Ik
ben benieuwd of u ons, misschien bij wijze van
testament, uw standpunt kunt meedelen.
02.06 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw de
voorzitter, collega's, nu het ambt van het notariaat
is geobjectiveerd, zal mijn antwoord dan ook zeer
objectief overkomen. Alleszins geef ik mijn
inzichten mee en voeg ik daar nog enige
persoonlijke bedenkingen aan toe. De drie leden
die mij vragen hebben gesteld over de reeds
gepubliceerde koninklijke besluiten die de
wettelijke basis vormen van de diergeneeskundige
bedrijfsbegeleiding en de tracering van
diergeneesmiddelen bij apothekers, dierenartsen
en landbouwers, kunnen erop rekenen dat ik zal
trachten de vragen zo concreet mogelijk te
beantwoorden.
Al jaren is de voorbereiding van deze koninklijke
besluiten aangevat. Met de principes daarvan is
iedereen het eens, denk ik: het
diergeneesmiddelenverbruik en -gebruik voor
dierenartsen en landbouwers moet op
wetenschappelijk verantwoorde, traceerbare en
controleerbare manier verlopen. Waar zit nu het
probleem? Mijn medewerkers zeggen mij dat het
05/06/2001
CRIV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
nooit de bedoeling is geweest deze koninklijke
besluiten ook toe te passen voor de
gezelschapsdieren. Het lijkt mij een
administratieve overbelasting indien elke
toediening van diergeneesmiddelen aan
gezelschapsdieren als honden, katten,
kanarievogels, cavia's gedetailleerd zou moeten
worden opgeschreven. Gezelschapsdieren komen
nooit in de consumptie terecht. Het exact
registreren van diergeneeskundige behandelingen
daar in het kader van het bewaken van de
volksgezondheid, lijkt mij niet zinvol. Ik moet wel
toegeven dat de kritiek van sommige leden niet
onterecht is: door de opeenvolgende crisissen in
de landbouw is er tot op heden te weinig tijd
geweest om op dit vlak overleg te plegen met de
minister van Volksgezondheid over de definitieve
modaliteiten van deze belangrijke besluiten.
Ik heb de kabinetsmedewerkers de opdracht
gegeven om met het kabinet van mevrouw
Aelvoet definitieve en duidelijke afspraken te
maken over het toepassingsgebied van die
besluiten. Mijn standpunt en wellicht het standpunt
van iedereen luidt dat voedselveiligheid primeert.
Alle diergeneesmiddelen die bij een dierenarts of
op een landbouwbedrijf aangetroffen worden,
moeten perfect traceerbaar zijn aangezien zij
kunnen worden toegediend aan consumptie-
dieren. De dierenarts en de landbouwer moeten
beschikken over een gedetailleerd register van de
diergeneesmiddelen die bij hen worden
aangetroffen.
De dierenarts moet door zijn register "UIT" kunnen
aantonen waarheen de door hem aangekochte
diergeneesmiddelen gaan, als het de volledige
verpakking betreft en als hij ze zelf niet heeft
toegediend. De landbouwer moet gedetailleerd
kunnen aantonen welke dieren in de
vetmestingfase zijn behandeld met
diergeneesmiddelen.
Voor andere dieren, bijvoorbeeld jonge dieren die
nog niet in de afmestfase zijn, is een gedetailleerd
register niet nodig. Een gedetailleerd register
druist in tegen het principe van de administratieve
vereenvoudiging, zoals onder andere mevrouw
Pieters al aangaf. Het maakt de nieuwe wetgeving
hopeloos moeilijk en nauwelijks toepasbaar op het
terrein. Als men te veel ineens wil, is de kans te
groot dat men een averechts effect verkrijgt.
Wat mij betreft moet de gezelschapsdierenarts
die diergeneesmiddelen gebruikt die uitsluitend
voor
gezelschapsdieren geschikt zijn, geen
gedetailleerd register bijhouden
van zijn diergeneesmiddelenverbruik
en
diergeneesmiddelengebruik. Wel moet hij een
register bijhouden van alle diergeneesmiddelen
die hij of zij in zijn of haar bezit heeft.
Ook die wetgeving staat of valt met de controle
erop. Aangezien binnen de dierenartsengroep nog
geen autocontrolesysteem operationeel is, zal de
controle moeten gebeuren door de medewerkers
van het Federaal Agentschap voor de
Voedselveiligheid. Ik ga ervan uit dat de eerste
prioriteit de volksgezondheid is. Ik ben er dan ook
voorstander van om de koninklijke besluiten over
bedrijfsbegeleiding en diergeneesmiddelen-
registers in stappen in werking te laten gaan voor
de nutsdierensector.
Een eerste belangrijke stap is de afsluiting van
bedrijfsbegeleidingcontracten en het perfect
bijhouden van het register "IN". Het register "UIT"
kan dan in een latere fase worden ingevoerd. Het
is immers nu al wettelijk verboden dat een
veehouder dieren aflevert voor slachting indien die
dieren residuen van diergeneesmiddelen kunnen
bevatten. Dat kan gebeuren als de wachttijd na de
toediening van een diergeneesmiddel niet wordt
gerespecteerd. Indien residuen van diergenees-
middelen in het vlees worden aangetroffen, loopt
de verantwoordelijke ook zonder die nieuwe
wetgeving al een ernstige, sterk ontradende
sanctie op.
Ik kan erin komen dat de nieuwe koninklijke
besluiten onrust veroorzaken bij de dierenartsen
die enkel actief zijn in de gezelschaps-
dierensector. Die onrust is veroorzaakt door
hardnekkige geruchten die beweren dat die
besluiten ook op hen van toepassing zouden zijn,
alhoewel dat nooit de bedoeling is geweest, noch
van de dioxineonderzoekscommissie, noch van de
Europese Commissie, noch van mijzelf.
Of en hoeveel dierenartsenpraktijken door die
nieuwe wetgeving in hun bestaan bedreigd zijn,
kan ik nu niet inschatten. Ik weet dat een klein
duizendtal dierenartsen die enkel gezelschaps-
dieren behandelen, tegen die besluiten
geprotesteerd hebben omdat ze totaal zinloos zijn.
Ik meen dat ik voldoende heb uitgelegd dat ik hun
zienswijze deel. Ik hoop dat de discussies omtrent
de praktische modaliteiten van deze belangrijke
wetgeving spoedig kunnen worden afgerond.
De besluiten van de overdracht van DG-5 naar het
Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid
zijn reeds genomen. Door dat feit komt de
bevoegdheid terecht bij mijn collega van
Volksgezondheid. Zelfs met het respecteren van
een overgangsfase, maar ook in de definitieve
CRIV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
fase, moet dat een cohesie van inzichten zijn.
Daarvoor zitten wij op dezelfde golflengte.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord,
maar voeg er meteen aan toe dat wij thans het
antwoord van minister Aelvoet zullen moeten
afwachten om te weten of u beiden inderdaad
hetzelfde standpunt inneemt.
Immers, u beweert dat het nooit de bedoeling was
dat de koninklijke besluiten van toepassing
zouden zijn voor gezelschapsdieren, maar, gelet
op de bepalingen ervan lijkt dit mij niet zo
duidelijk. Bovendien wijst de heibel op het terrein
aan dat de bepalingen wel degelijk worden
beschouwd als zijnde van toepassing op
gezelschapsdieren.
De vraag is wie ervoor zorgde dat de toepassing
uitgebreider is dan uw oorspronkelijke bedoeling
en hoe deze situatie desgevallend kan worden
aangepast.
Daarnaast vrees ik, mijnheer de minister, dat het
kind samen met het badwater wordt weggespoeld.
Immers, de wetteloosheid op het terrein en het feit
dat de koninklijke besluiten terzake al zoveel jaren
aanslepen, houden een aantal risico's in, namelijk
dat men voorbijgaat aan hetgeen waarvoor zijn
uiteindelijk zijn bedoeld, te weten de
traceerbaarheid van diergeneesmiddelen bij
nutsdieren. U pleit voor een stapsgewijze
invoering, maar volgens mij mag men de deur niet
te ver openzetten. Ik ben er voorstander van om
zo snel mogelijk strikte controlemechanismen in te
bouwen, zeker op de bedrijven zelf en bij
dierenartsen voor nutsdieren. Voor mijn part
mogen betrokken sectoren nogmaals onder de
loep worden genomen om na te gaan of alles zo
eenvoudig mogelijk is opgevat op administratief
gebied. Men moet evenwel tot een sluitend
systeem komen.
Volgens u moet de controle van de bedrijven
worden uitgevoerd door het Federaal Agentschap
voor de Veiligheid van de Voedselketen, maar u
weet ook dat de controle van het
distributiesysteem van diergeneesmiddelen
behoort tot de opdracht van de Farmaceutische
Inspectie en u weet eveneens hoe uitgebreid deze
laatste is. Erg veel controle op het terrein kan er
op dat vlak dus niet gebeuren. Trouwens, men
hoort de inspecteurs vaak zeggen dat de controle
van een depot van een dierenarts eigen een
onmogelijke opdracht is; ofwel staat men er voor
gesloten deuren, ofwel moet men het bezoek
aankondigen, maar in dat geval weet men best dat
er geen verboden producten zullen worden
gevonden.
Ik pleit voor een snelle afhandeling van dit
probleem. Iedereen weet dat terzake in het
verleden heel wat lobby's meespeelden, wat ertoe
leidde dat wij nog altijd nergens staan. Wij
beschikken nog steeds niet over een sluitend
systeem en dat is mijn grootste zorg.
02.08 Pierre Lano (VLD): Mijnheer de minister, ik
zie de zaken niet zo zwart-wit.
Uiteraard probeerden bepaalde lobby's de
uitwerking van een degelijk systeem tegen te
houden. Ik kan uit uw antwoord evenwel niet
afleiden dat u het kind samen met het badwater
zou weggooien. De veiligheid van het voedsel is
en blijft een essentieel gegeven en ik begrijp dat
nog een en ander moet worden geregeld alvorens
te komen tot een degelijke controle en een
autocontrole.
Toch ben ik ervan overtuigd dat terzake het
gezond verstand de bovenhand zal halen, ook bij
de minister van Volksgezondheid. Het lijkt mij
zinvoller een stapsgewijs plan te introduceren
waarmee succes wordt geboekt dan een kritisch
plan voor te stellen dat tot mislukken is gedoemd
en het effect heeft van een boemerang omwille
van de voorspelbaarheid van ontoepasbare
wetswijzigingen.
Ik vermoed, mijnheer de minister, dat u ons
morgen een positief antwoord zult verstrekken.
02.09 Minister Jaak Gabriels: Mevrouw de
voorzitter, collega's, de bevoegdheid terzake
wordt overgedragen aan een van mijn collega's.
Vroeger werden wij ook geconfronteerd met de
deliberatie over hetzelfde thema. Het is niet omdat
een andere collega terzake bevoegd is dat er plots
andere inzichten zouden ontstaan.
02.10 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw de voorzitter, ik wil daar even op
reageren. Het Parlement heeft altijd het laatste
woord.
Mijnheer de minister, wat u nu zegt, strookt niet
helemaal met wat u daarstraks hebt gezegd. Dat
verwondert mij. U hebt verklaard dat er door alle
crisissen in de sector tot nu toe te weinig tijd was
om met uw collega van Volksgezondheid overleg
te plegen. Dat hebt u daarstraks letterlijk gezegd.
Ik heb het genoteerd, want ik wens mevrouw
Aelvoet morgen met die uitspraak te confronteren.
05/06/2001
CRIV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Nu zegt u dat er overleg is gepleegd, waardoor er
in de toekomst, als de bevoegdheid naar haar
wordt overgeheveld, geen probleem is. Het is het
een of het ander. Als u in het verleden met haar
over dit dossier overleg hebt gepleegd en u allebei
op dezelfde golflengte zit, dan is er geen
probleem, maar u hebt daarstraks het tegendeel
verklaard.
02.11 Minister Jaak Gabriels: Ik heb niet het
tegendeel gezegd. Ik heb alleen verklaard dat het
door de opeenvolgende crisissen voor ons
moeilijk was om de uitvoering en de praktische
controle meteen in de praktijk om te zetten. Dit is
een van de redenen waarom die ongerustheid is
ontstaan. Dit heeft niets te maken met een
verschil qua inzichten. Als wij in normale
omstandigheden hadden kunnen werken, zouden
wij daarover meer overleg hebben kunnen plegen.
Ik ben ervan overtuigd dat nieuwe besluiten
terzake hoe dan ook het voorwerp van een
consensus moeten uitmaken. Ik neem mij voor dat
dit niet verandert ten opzichte van hetgeen er nu
gebeurt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.05 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 490
CRABV 50 COM 490
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
05-06-2001 05-06-2001
15:00 uur
15:00 heures
CRABV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
minister van Landbouw en Middenstand over "de
landbouwakkoorden die op Europees vlak werden
afgesloten over de suiker" (nr. 802)
1
Interpellation de M. Ferdy Willems au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
accords agricoles conclus au niveau européen
concernant le sucre" (n° 802)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Leen Laenens,
Trees Pieters
Orateurs: Ferdy Willems, Leen Laenens,
Trees Pieters
Moties
4
Motions
4
Samengevoegde mondelinge vragen van
5
Questions orales jointes de
5
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de overmatige
administratieve rompslomp die de invoering van
het geneesmiddelenregister ten aanzien van
dierenartsen zou teweegbrengen" (nr. 4803)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "les tracasseries
administratives excessives qu'engendrerait
l'instauration d'un registre des médicaments pour
les vétérinaires" (n° 4803)
- mevrouw Annemie Van de Casteele tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de minister
van Landbouw en Middenstand over "de
geneesmiddelen voor dieren" (nr. 4788)
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
médicaments pour animaux" (n° 4788)
- de heer Pierre Lano tot de minister van
Landbouw en Middenstand en tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "geneesmiddelen bestemd voor
dieren" (nr. 4773)
- M. Pierre Lano au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes et à la ministre de la
Protection de la consommation de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
médicaments à usage vétérinaire" (n° 4773)
Sprekers: Pierre Lano, Annemie Van de
Casteele, Trees Pieters
Orateurs: Pierre Lano, Annemie Van de
Casteele, Trees Pieters
CRABV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
05
JUNI
2001
15:00 uur
______
du
MARDI
05
JUIN
2001
15:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 15.03 uur door
mevrouw Muriel Gerkens.
La séance est ouverte à 15.03 heures par Mme
Muriel Gerkens.
01 Interpellatie van de heer Ferdy Willems tot de
minister van Landbouw en Middenstand over "de
landbouwakkoorden die op Europees vlak
werden afgesloten over de suiker" (nr. 802)
01 Interpellation de M. Ferdy Willems au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
accords agricoles conclus au niveau européen
concernant le sucre" (n° 802)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Europa kampt met
een jaarlijkse overproductie van suiker ter grootte
van drie miljoen ton. Die suikerproductie wordt door
de EU ongebreideld gesubsidieerd. Tolmuren
houden bovendien de suikerproductie uit de
derdewereldlanden tegen. De suikerproductie daar
wordt door onze tol ook afgeremd. De Europese
overproductie wordt bovendien gedumpt op de
markt in de Derde Wereld en een aantal landen
wordt nu toegelaten mee te spelen in het Europese
concurrentiespel.
Het klontje suiker kost daardoor bij ons drie keer te
veel! Het keihard protectionisme is onaanvaardbaar
omwille van de rem die het op de Derde Wereld zet.
De Europese commissaris van Handel, de heer
Lamy, verklaarde dat handelsproducten uit de
ontwikkelingslanden taksvrij naar Europa zouden
mogen worden geëxporteerd en wordt daarin
bijgetreden door zijn collega Fischler. Ook andere
politieke leiders zoals Kofi Annan, Romano Prodi en
Guy Verhofstadt hebben zich terzake gunstig
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): L'Europe est
confrontée à une surproduction annuelle de sucre
estimée à trois millions de tonnes. Or, l'UE
subventionne sans retenue cette production
sucrière. En outre, des barrières douanières
empêchent l'importation chez nous du sucre produit
dans les pays du tiers-monde et freine par
conséquent la production de sucre dans ces pays.
De surcroît, la surproduction européenne est
écoulée sur les marchés du tiers-monde et une
série de pays sont aujourd'hui autorisés à participer
à la concurrence européenne.
Il en résulte que le morceau de sucre est trois fois
trop cher chez nous ! Le protectionnisme
impitoyable est inacceptable parce qu'il freine le
développement du tiers-monde.
Le Commissaire européen au Commerce, M. Lamy,
a déclaré que les produits commerciaux en
provenance des pays en voie de développement
devraient pouvoir être exportés en Europe sans être
taxés. Son collègue Fischler s'est rallié à ce point
de vue. Et d'autres dirigeants politiques tels que
05/06/2001
CRABV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
uitgelaten.
We mogen echter niet vergeten dat van de
vijfhonderd ingevoerde producten uit de Derde
Wereld, er slechts elf voor vrijstelling van taks in
aanmerking komen.
De Europese suikerproducenten doen ondertussen
goede zaken, vooral in hun handelscontacten met
de industrie. Op de koop toe is suiker het enige
afgewerkte product dat in Europa wordt beschermd.
Dat is een toestand die uniek is.
Europese politici worden voortdurend benaderd
door de suikerlobby, maar ook onze ministers
Michel en Gabriëls werden benaderd. Op 26
februari nam de EU het besluit om vanaf 2002 de
Europese markt te openen voor de
derdewereldlanden, doch dit geldt slechts voor elf
producenten. De bescherming wordt dus
opgeheven, maar op een manier die onze suiker
opnieuw beschermt.
In maart werd beslist dat de vrijmaking van de
markt voor suiker pas vanaf 2006 geleidelijk kan
ingaan. In het Europees Parlement stemden SP,
Agalev, VLD, VU en één CVP'er tegen. De andere
partijen, inclusief het Vlaams Blok, stemden dus
voor het fort Europa.
Op 22 mei heeft de Europese landbouwraad de
geleidelijke vermindering vanaf 2003 voorgesteld.
België heeft dit niet gesteund. Minister Gabriëls gaf
als motief daarvoor op dat de akkoorden van Berlijn
moeten worden nagekomen.
Kofi Annan, Romano Prodi et Guy Verhofstadt se
sont exprimés en termes positifs sur cette prise de
position.
Mais n'oublions cependant pas que sur les cinq
cents produits importés du tiers-monde, il n'y en a
que onze qui pourraient être exonérés.
Entre-temps, les producteurs de sucre européens
réalisent des affaires juteuses, en particulier dans le
cadre de leurs contrats commerciaux avec
l'industrie. Par-dessus le marché, le sucre est le
seul produit fini qui est protégé en Europe. C'est là
un cas unique.
Les responsables politiques européens sont
constamment l'objet de manoeuvres d'approche du
lobby sucrier, mais nos ministres Michel et Gabriëls
ont également été approchés. Le 26 février, l'UE a
décidé d'ouvrir le marché européen aux pays du
tiers-monde à partir de 2002, mais onze produits
seulement bénéficieront de cette ouverture. Nous
supprimons donc la protection dont nous nous
étions dotés, mais d'une manière telle que notre
sucre restera en fait protégé.
En mars, il a été décidé que le marché du sucre ne
pourra être libéralisé progressivement qu'à partir de
2006. Au Parlement européen, le SP, Agalev, le
VLD, la VU et un représentant du CVP ont émis un
vote négatif. Les autres partis, y compris le Vlaams
Blok, ont donc voté pour la forteresse Europe.
Le 22 mai, le Conseil agricole européen a proposé
une réduction graduelle à compter de 2003. Cette
proposition n'a pas reçu le soutien de la Belgique.
Le ministre Gabriëls a justifié cette attitude en
disant qu'il convenait de respecter les accords de
Berlin.
Minister Gabriëls profileert zich op die manier
natuurlijk duidelijk, maar hij wordt daarin door zijn
partij niet gevolgd. Inderdaad, tolmuren in stand
houden kan men moeilijk een liberale houding
noemen.
Wordt het standpunt van minister Gabriëls gedeeld
door zijn collega Boutmans?
Is hij ervan overtuigd dat hij door zijn stellingname
de elementaire rechten van zowel de producent in
de Derde Wereld, als vande consument
beschermt?
De cette manière, M. Gabriëls prend bien sûr
clairement position, mais il n'est pas suivi par son
parti. En effet, la volonté de maintenir des barrières
douanières ne saurait être considérée comme une
émanation de la pensée libérale.
M. Boutmans partage-t-il le point de vue du
ministre?
M. Gabriëls est-il convaincu que, par son attitude, il
protège les droits élémentaires des producteurs du
Tiers Monde comme ceux des consommateurs ?
01.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ik kan
me voor een groot deel aansluiten bij de
standpunten van de heer Willems.
01.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Je puis,
dans une large mesure, me rallier aux points de vue
exprimés par M. Willems.
CRABV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
De Europese positie, waarin de stelling Everything
but arms wordt aangehouden, wil de invoer van
derdewereldproducten positief beïnvloeden. Dit
staat in schril contrast met de concrete Europese
houding ten aanzien van het product suiker, die de
Europese markt sterk beschermt.
La position européenne, qui repose sur le principe
du tout sauf les armes, vise à encourager les
importations de produits en provenance du Tiers
Monde. Or, elle contraste très singulièrement avec
l'attitude protectionniste que l'Union européenne
adopte à propos du commerce du sucre.
De consumenten betalen niet alleen te veel, de
dumping van de overschotten heeft zeer negatieve
gevolgen voor de suikerboeren in de Derde Wereld.
In Zweden en Finland is men suikerbieten beginnen
telen omwille van de goede Europese prijs, terwijl
elders de suikerboeren niet meer van hun teelt
kunnen leven. Dat wijst op een sterke verstoring
van de markt.
De vooropgestelde jaarlijkse productievermindering
is gering in vergelijking met de totale productie. Ik
sluit mij aan bij de gestelde vragen.
Non seulement la facture est trop élevée pour les
consommateurs, mais le dumping des excédents
affecte également gravement la situation des
producteurs de sucre du tiers monde. Les prix
avantageux pratiqués à l'échelle européenne ont
incité la Suède et la Finlande à se lancer dans la
culture de la betterave sucrière alors qu'ailleurs, les
producteurs de sucre ne parviennent plus à vivre de
leurs récoltes. Voilà qui constitue l'indice d'une
sérieuse perturbation du marché.
Les propositions de réduction annuelle de la
production sont dérisoires au regard de la
production totale. Pour le surplus, me joins aux
questions déjà posées.
01.03 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Dit is
een zeer belangrijk dossier. De Europese
landbouwraad ging niet over één nacht ijs bij zijn
beslissing. Op 22 mei 2001 werd de nieuwe
basisverordering voor de EU-markt voor suiker
aangenomen. Het akkoord tussen de EU en de
ACS-landen blijft bestaan. Er is dus een
gegarandeerde invoer van 1.305.000 ton suiker
tegen een gegarandeerde prijs en zonder
invoerrechten. In juli worden de onderhandelingen
aangevat betreffende de bijzondere preferentiële
suiker tegen lagere prijzen en lagere invoerrechten.
De Europese Commissie wil een contingentering
invoeren met nulrecht en zonder gegarandeerde
prijzen. In dat geval zou het suikerriet aangekocht
worden tegen wereldmarktprijzen, zo'n 60 procent
onder de in de EU geldende prijzen. Hoe dan ook
zou dit verrekend worden aan de producenten van
suikerriet, met alle sociale gevolgen van dien.
Het huidig systeem van een productie beperkt tot
1,6 miljoen ton tegen preferentiële prijzen, biedt
meer garanties voor de producenten van suikerriet.
Het EBA-systeem houdt het risico in dat juist de
minst ontwikkelde landen meer suikerriet gaan
produceren en daarbij andere producten gaan
verwaarlozen. Ook bestaat het gevaar dat er in de
suikerriethandel een soort driehoeksverkeer gaat
ontstaan, waarbij derdewereldlanden aan de andere
kant weer verkopen. Ik ben ervan overtuigd dat
zulks zeker niet de beste oplossing is voor de
boeren in de Derde Wereld.
01.03 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais) :
Nous nous penchons sur un dossier très important.
La décision du Conseil agricole européen n'a pas
été prise à la légère. La nouvelle réglementation
européenne relative au sucre a été adoptée le 22
mai 2001. L'accord conclu entre l'UE et les pays
ACP reste d'application. Les importations garanties,
à un prix garanti et sans droits d'importation,
représentent donc 1.305.000 tonnes. Les
négociations relatives au sucre préférentiel
particulier à des prix et à des droits d'importation
inférieurs débuteront en juillet. La Commission
européenne entend instaurer un contingentement
assorti d'un droit zéro et sans garanties de prix.
Dans ce cas, la canne à sucre serait achetée aux
prix en vigueur sur le marché mondial, inférieurs de
quelque 60 pour cent aux prix pratiqués au sein de
l'UE. Quoi qu'il en soit, cette différence serait
répercutée sur les producteurs, avec toutes les
conséquences sociales que l'on imagine.
Le système actuel la limitation de la production à
1,6 millions de tonnes à des prix préférentiels
offre davantage de garanties aux producteurs de
canne à sucre. Le système EBA comporte le risque
de voir précisément les pays les moins développés
produire davantage de canne à sucre, au détriment
d'autres produits. Le danger de l'organisation d'une
sorte de commerce triangulaire dans le cadre
duquel des pays du tiers-monde achèteraient de la
canne à sucre pour la revendre est réel. Je suis
convaincu qu'une telle formule ne constitue pas la
solution idéale pour les agriculteurs tiers monde.
05/06/2001
CRABV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Tijdens de bespreking over de hervorming van de
GMO werd geen specifiek overleg gevoerd met het
staatssecretariaat, maar er is wel een brede
concertatie over het dossier Everything but arms.
Het akkoord dat in 2003 van kracht wordt, werd
unaniem goedgekeurd, en dat is merkwaardig.
Lors des discussions concernant la réforme de
l'OCM, il n'y a pas eu de concertation spécifique
avec le secrétariat d'Etat mais le dossier " tout sauf
les armes" a fait l'objet de larges concertations.
L'accord qui entrera en vigueur en 2003 a été
adopté à l'unanimité, ce qui est remarquable.
01.04 Ferdy Willems (VU&ID): Contingentering is
slechts een doekje voor het bloeden, maar dat weet
de minister ook wel. De economische concurrentie
in en tussen de derdewereldlanden wordt inderdaad
aangewakkerd. Het is anderzijds goed dat zij niet op
monoculturen terugvallen en dus ook steeds meer
suiker gaan verbouwen. Ik zal ook de minister van
Buitenlandse Zaken ondervragen over de
suikerproblematiek.
Ik dien een motie van aanbeveling in om de
tariefverlaging al voor 2006 te laten ingaan.
01.04 Ferdy Willems (VU&ID): Le ministre sait
parfaitement que le contingentement n'est qu'un
emplâtre sur une jambe de bois. La concurrence au
sein des pays du tiers-monde et entre eux est en
effet attisée. Par ailleurs, il faut se féliciter que ces
pays ne retombent pas dans la monoculture et qu'ils
produisent dès lors toujours plus de canne à sucre.
J'interrogerai aussi le ministre des Affaires
étrangères sur le problème du sucre.
Je dépose une motion de recommandation
préconisant de faire entrer la réduction tarifaire en
vigueur avant 2006.
01.05 Trees Pieters (CVP): Ik heb de motie van de
heer Willems niet mee ondertekend omdat ik een
eigen voorstel heb. Ik vraag namelijk een hoorzitting
in deze commissie met een NGO en een
vertegenwoordiger uit de landbouworganisaties.
01.05 Trees Pieters (CVP): Je n'ai pas cosigné la
motion de M. Willems parce que j'ai rédigé une
proposition personnelle dans laquelle je demande
que soit organisée au sein de cette commission
l'audition de représentants d'une ONG et d'un
représentant des syndicats agricoles.
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Specifieke contingenten en gegarandeerde prijzen
zijn onontbeerlijke instrumenten, maar die helpen
slechts als er ook iets wordt gedaan aan de
overschotten.
01.06 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Les
contingents spécifiques et les prix garantis sont des
instruments indispensables, mais ils n'auront
d'utilité que si on résout aussi le problème des
excédents.
01.07 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Na
maanden onderhandelen is er binnen de Europese
landbouwraad een consensus bereikt. Het lijkt dus
evident dat er ernstig over alle opties werd
nagedacht en dat er een goed compromis uit de
bus is gekomen.
Het compromis biedt garanties op lange termijn en
houdt de mogelijkheid in van een evaluatie op
middellange termijn.
Het is van groot belang dat de EU niet telkens
opnieuw gemaakte afspraken op de helling zet en
opnieuw gaat onderhandelen. Een goede oplossing
moet niet om het jaar aangepast worden.
01.07 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
Après plusieurs mois de négociations, un
consensus s'est dégagé au sein du Conseil agricole
européen. Il semble donc évident que toutes les
options ont été l'objet d'une réflexion sérieuse et
qu'un compromis valable a été conclu.
Ce compromis offre des garanties à long terme et
permet une évaluation à moyen terme.
Il est très important que l'UE ne remette pas
systématiquement en question les accords conclus
et ne recommence pas les négociations. Une
solution appropriée ne demande pas à être
adaptée chaque année.
Moties Motions
CRABV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Ferdy Willems en de dames Magda De Meyer,
Leen Laenens en Annemie Van de Casteele en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Ferdy Willems
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
vraagt de regering,
op Europees niveau ervoor te pleiten dat de
regeling die voorziet in de afbouw van tolmuren
betreffende de invoer van suiker reeds in 2003
ingaat en niet in 2006, minstens ingaat vóór 2006."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Ferdy Willems et Mmes Magda De Meyer, Leen
Laenens et Annemie Van de Casteele et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Ferdy Willems
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes Moyennes,
demande au gouvernement,
de plaider, au niveau européen, en faveur de
l'entrée en vigueur, non pas en 2006 mais dès 2003
et, en tout état de cause avant 2006, de la
réglementation prévoyant la levée des barrières
douanières en ce qui concerne l'importation de
sucre."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Léon Campstein, Maurice Dehu, Pierre Lano,
Arnold Van Aperen en Serge Van Overtveldt.
Une motion pure et simple a été déposée par
MM. Léon Campstein, Maurice Dehu, Pierre Lano,
Arnold Van Aperen et Serge Van Overtveldt.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Samengevoegde mondelinge vragen van
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de overmatige
administratieve rompslomp die de invoering van
het geneesmiddelenregister ten aanzien van
dierenartsen zou teweegbrengen" (nr. 4803)
- mevrouw Annemie Van de Casteele tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de minister
van Landbouw en Middenstand over "de
geneesmiddelen voor dieren" (nr. 4788)
- de heer Pierre Lano tot de minister van
Landbouw en Middenstand en tot de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "geneesmiddelen bestemd voor
dieren" (nr. 4773)
02 Questions orales jointes de
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "les tracasseries
administratives excessives qu'engendrerait
l'instauration d'un registre des médicaments
pour les vétérinaires" (n° 4803)
- Mme Annemie Van de Casteele à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "les
médicaments pour animaux" (n° 4788)
- M. Pierre Lano au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes et à la ministre de la
Protection de la consommation de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les
médicaments à usage vétérinaire" (n° 4773)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Landbouw en Middenstand)
De voorzitter: Aan de vraag van mevrouw Pieters
worden vragen toegevoegd van mevrouw Van de
Casteele en de heer Lano.
(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes)
Le président: Des questions de madame Van de
Casteele et de monsieur Lano ont été jointes à celle
de madame Pieters.
02.01 Pierre Lano (VLD): Ik zal galant zijn en de
dames laten voorgaan.
02.01 Pierre Lano (VLD): Je serai galant: priorité
aux dames.
02.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Daar
gaat het niet om, wel om respect voor de regels.
Onze vragen, van de heer Lano en van mij, waren
gesteld aan minister Gabriëls en aan minister
02.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Il ne
s'agit pas de cela, mais du respect des règles. Nos
questions, à savoir celle de Monsieur Lano et la
mienne, s'adressaient aux ministres Gabriels et
05/06/2001
CRABV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Aelvoet. Ze werden niet op de agenda geplaatst van
de commissie voor de Volksgezondheid maar ook
niet op de aanvankelijke agenda van deze
commissie. Ze werden echter wel eerder ingediend
dan de vraag van mevrouw Pieters.
Aelvoet. Elles n'ont été mises ni à l'ordre du jour de
la commission de la Santé publique ni à l'ordre du
jour initial de la présente commission. Du point de
vue chronologique, par contre, elles ont été
introduites avant la question de madame Pieters.
02.03 Trees Pieters (CVP): Het KB van 23 mei
2000 op het geneesmiddelenregister gaat verder
dan de Europese richtlijn en de aanbeveling van de
dioxinecommissie. Het zou voor veel
administratieve rompslomp zorgen. Vooral het feit
dat het op gelijke wijze van toepassing is op
nutsdieren en kleine huisdieren zou hieraan ten
grondslag liggen. Er zou nog een KB worden
voorbereid, maar daarover is weinig bekend. De
bevoegdheid van minister Aelvoet wordt uitgebreid.
Wordt er rekening gehouden met de administratieve
vereenvoudiging, die een regeringsprioriteit is? Men
vraagt om niet alle producten op te nemen en om
documenten af te schaffen.
De Europese richtlijn en de aanbevelingen van de
dioxinecommissie slaan op nutsdieren en niet op
kleine huisdieren. Houdt men daarmee rekening bij
het uitwerken van het KB? In welke mate?
Wij hebben ook een vraag over de jaarlijkse
gedetailleerde inventaris: hoe kan men de
eventuele verschillen verantwoorden?
02.03 Trees Pieters (CVP): L'arrêté royal du 23
mai 2000 sur le registre des médicaments va plus
loin que la directive européenne et la
recommandation de la Commission de la dioxine. Il
semblerait que cet arrêté entraîne toute une série
de tracasseries administratives. C'est surtout le fait
qu'il s'applique tant aux animaux de rente qu'aux
petits animaux domestiques qui serait à l'origine du
problème. Un autre arrêté royal serait en voie
d'élaboration, mais on ne sait rien de précis à ce
sujet pour l'instant. Les compétences de la ministre
Aelvoet seront en tout cas étendues.
Tient-on compte de la simplification administrative
qui constitue une priorité gouvernementale ? On
demande de ne pas reprendre tous les produits et
de supprimer certains documents.
La directive européenne et les recommandations de
la Commission dioxine concernent les animaux de
rente et non pas les petits animaux domestiques.
En est-il tenu compte lors de l'élaboration de l'arrêté
royal? Si oui, dans quelle mesure ?
Nous voudrions également poser une question sur
l'inventaire annuel détaillé
: comment peut-on
justifier les écarts éventuels?
02.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Voor
wij minister Aelvoet ondervragen, willen wij graag
het antwoord van minister Gabriëls horen, voordat
hij hiervoor niet meer bevoegd is.
Vanaf 1 april 2001 is het KB van 23 mei 2000 van
kracht. Het doel is een betere controle op en
traceerbaarheid van de toediening van
diergeneesmiddelen. De minister zou het model
bepalen en de gebruiksvoorwaarden van het
toedienings- en verschaffingsdocument, het
diergeneeskundig voorschrift en de registers voor
bedrijfsopleiding.
Hoe staat het met de uitvoering van het KB? Er zijn
naar verluidt nog geen diergeneeskundige
voorschriften, in overeenstemming met het nieuwe
KB.
Twee maanden na de ingangsdatum van het KB
wordt het nog niet toegepast. Veeartsen hebben
veel kritiek op het nieuwecontrolesysteem. Voldoet
dat aan de voorwaarden, die ook door de
dioxinecommissie werden vooropgesteld, om een
sluitende controle te organiseren op de toediening
02.04 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Nous
aimerions bien entendre la réponse de M. Gabriëls,
avant qu'il ne se voie ôter cette compétence.
Ensuite, nous interrogerons Mme Aelvoet.
L'arrêté royal du 23 mai 2000 est entré en vigueur
au 1
er
avril 2001. Il vise à assurer un meilleur
contrôle de la traçabilité des médicaments
vétérinaires administrés. Le ministre devait
déterminer le modèle et les modalités d'utilisation
du document d'administration et de délivrance, de la
prescription vétérinaire et des registres pour
l'accompagnement de l'exploitation.
Dans quelle mesure cet arrêté royal est-il
actuellement exécuté ? Il me revient qu'il n'y aurait
pas encore de prescriptions vétérinaires qui soient
conformes au nouvel arrêté royal.
Deux mois après sa date d'entrée en vigueur,
l'arrêté royal n'est toujours pas appliqué. Le
nouveau système de contrôle fait l'objet de
nombreuses critiques de la part des vétérinaires.
Répond-il aux conditions, également mises en
avant par la commission Dioxine, pour organiser un
CRABV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
van diergeneesmiddelen?
Bieden de bestaande KB's de best mogelijke
garanties voor traceerbaarheid van
diergeneesmiddelen en residuen bij nutsdieren?
Kan de overheid de uitvoering van die KB's
controleren? Waarom zo'n zware procedures
opleggen voor gezelschapsdieren?
contrôle efficace de l'administration de
médicaments à usage vétérinaire?
Les arrêtés royaux actuels offrent-ils les meilleures
garanties quant à la traçabilité des médicaments
vétérinaires administrés aux animaux de rente et
des résidus ? Les autorités peuvent-elles contrôler
l'exécution de ces arrêtés royaux ? Pourquoi
imposer des procédures aussi lourdes pour les
animaux de compagnie ?
Kan het KB van 23 mei nog worden aangepast,
zodat de administratieve last ervan verlicht? Moet
niet gestreefd worden naar Europese uniformisering
van distributiesystemen en controles? Zal niet naar
andere wegen worden gezocht om
diergeneesmiddelen aan te schaffen?
L'arrêté royal du 23 mai 2000 peut-il encore être
modifié afin de limiter les nombreuses formalités
administratives qui en découlent? Ne faut-il pas
viser l'uniformisation européenne des systèmes de
distribution et de contrôle? D'autres pistes ne
seront-elles pas explorées afin de se procurer des
médicaments à usage vétérinaire?
02.05 Pierre Lano (VLD): Ik zal de vragen die mijn
beide collega's hebben gesteld, niet herhalen.
Het KB van 23 mei 2000 heeft al veel stof doen
opwaaien. Voor velen gaat het te ver. Het KB wordt
trouwens verschillend geïnterpreteerd en de twee
belangrijkste verenigingen van dierenartsen zijn het
onderling oneens. Ook vanuit de overheid zelf wordt
er weinig gedaan om die onzekerheid op te heffen.
Wat is de mening van de minister over de
verwarring rond de wetgeving inzake de
diergeneeskundige praktijk?
02.05 Pierre Lano (VLD): Je ne reposerai pas les
questions déjà posées par mes collègues.
L'arrêté royal du 23 mai 2000 a déjà suscité de
nombreuses réactions. Nombreux sont ceux qui
estiment que le texte va trop loin. L'arrêté fait
d'ailleurs l'objet d'interprétations divergentes et les
deux principales associations de vétérinaires sont
en désaccord en la matière. Les autorités ne font
d'ailleurs rien pour mettre un terme aux incertitudes.
Que pensez-vous de la confusion qui règne à
propos de la législation relative à la médecine
vétérinaire?
02.06 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): De
regelgeving via KB van de diergeneeskundige
praktijk en de traceerbaarheid van de
diergeneeskundige medicatie lijkt inderdaad heel
wat vragen op te roepen.
02.06 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais): Il
est vrai que les arrêtés royaux réglant la pratique
vétérinaire ainsi que la traçabilité des médicaments
à usage vétérinaire soulèvent de nombreuses
questions.
Het is nooit de bedoeling geweest deze KB's op de
gezelschapsdieren te doen toepassen. Zij komen
immers nooit in de consumptie terecht. Er was door
de diverse landbouwcrisissen echter te weinig tijd
om te onderhandelen met minister Aelvoet over het
precieze toepassingsveld.
Het gaat uiteraard over diergeneesmiddelen en
landbouw. De landbouwer moet een gedetailleerd
register bijhouden voor dieren die slachtrijp zijn, niet
voor jonge dieren die voor het vlees gekweekt
worden. Indien men dat gedetailleerd register voor
alle dieren zou opleggen, zou dat zo'n
administratieve rompslomp opleveren dat men
slechts het averechtse effect zou bereiken.
Het spreekt vanzelf dat hier controle belangrijk is.
Il n'a jamais été question d'appliquer ces arrêtés
royaux aux animaux de compagnie car ceux-ci ne
se retrouvent jamais dans le circuit alimentaire. En
raison des crises successives, nous n'avons
toutefois pas disposé de suffisamment de temps
pour discuter avec la ministre Aelvoet du champ
d'application précis des textes.
Il s'agit évidemment de médicaments vétérinaires et
d'agriculture. L'agriculteur doit tenir un registre
détaillé pour les animaux qui sont prêts à être
abattus et non pour les jeunes bêtes élevées pour
la viande. L'imposition d'un tel registre pour tous les
animaux entraînerait de telles formalités
administratives que l'on aboutirait à l'effet inverse.
Il est évident que le contrôle est important en cette
05/06/2001
CRABV 50
COM 490
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Vermits de autocontrole nog niet is ingevoerd, zal
het Federaal Agentschap voor de veiligheid van het
voedsel zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen.
De KB's moeten stapsgewijs worden ingevoerd. In
een eerste fase moeten de bedrijfsbegeleiding en
het bijhouden van het register "IN" op punt worden
gezet. Nu al is het trouwens zo dat dieren, waarbij
residuen van geneesmiddelen in het vlees worden
aangetroffen, niet ter slachting mogen worden
aangeboden.
De diverse KB's hebben inderdaad nogal wat onrust
veroorzaakt, vooral in praktijken waar men zich
beperkt tot gezelschapsdieren. Deze onrust wordt in
de hand gewerkt door de verkeerde overtuiging die
bij velen leeft dat de KB's ook gelden voor
dierenartsenpraktijken waar alleen
gezelschapsdieren worden verzorgd. Om alle twijfel
uit de wereld te helpen: de besluiten zijn niet op hen
van toepassing. Eventueel protest van die kant
heeft dus weinig zin.
matière. Etant donné que l'auto-contrôle n'a pas
encore été introduit, l'Agence fédérale pour la
sécurité alimentaire devra assumer ses
responsabilités.
Les arrêtés royaux doivent être mis en oeuvre
progressivement. Dans une première phase,
l'accompagnement des entreprises et la tenue du
registre « entrées » doivent être mis au point.
Aujourd'hui déjà, les animaux chez lesquels on
découvre des résidus de médicaments ne peuvent
être présentés à l'abattage.
Les différents arrêtés royaux ont effectivement
suscité une grande inquiétude, notamment chez les
vétérinaires qui ne soignent que les animaux de
compagnie. Nombreux sont ceux qui pensent à tort
que ces arrêtés royaux s'appliquent aussi aux
cabinets vétérinaires où l'on ne soigne que les
animaux de compagnie. Afin que plus aucun doute
ne subsiste
: Ces arrêtés ne leur sont pas
applicables. Les protestations qui émanent de ces
milieux n'ont donc guère de sens.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Wij
wachten het antwoord van minister Aelvoet af.
Volgens minister Gabriëls is het nooit de bedoeling
geweest het KB op gezelschapsdieren toe te
passen. Ik lees dat echter anders en begrijp dat er
zoveel onzekerheid rond ontstond. Er moeten zo
snel mogelijk duidelijke, sluitende systemen worden
opgelegd voor de distributie en de traceerbaarheid
van diergeneesmiddelen en de controle erop. Er is
vandaag nog altijd geen sluitend systeem vanwege
het lobbywerk van sommige sectoren.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Nous
attendons la réponse de la ministre Aelvoet. Selon
le ministre Gabriëls, il n'a jamais été question
d'appliquer l'arrêté royal aux animaux de
compagnie. Mais j'en fais une lecture différente et je
crois comprendre qu'il y avait un grande incertitude
à ce sujet. Il faut élaborer le plus rapidement
possible des systèmes clairs et fiables pour la
distribution, la traçabilité et le contrôle des
médicaments à usage vétérinaire. A l'heure
actuelle, il n'existe pas de système fiable en raison
du lobbying exercé par certains secteurs.
02.08 Pierre Lano (VLD): Uiteraard bestaan er
lobby's, maar ik heb niet uit het antwoord begrepen
dat het kind met het badwater wordt weggegooid,
wel dat de voedselveiligheid primeert.
Er moet nog één en ander gebeuren vóór men van
controle tot autocontrole komt, maar men kan beter
met stappen werken dan een plan te lanceren dat
niet werkt.
02.08 Pierre Lano (VLD): Il existe évidemment des
groupes de pression mais il ne m'a pas semblé
comprendre de la réponse du ministre que l'on jetait
l'enfant avec l'eau du bain mais que la priorité était
accordée à la sécurité alimentaire.
Certains éléments doivent encore être mis en place
avant que le contrôle devienne de l'auto-contrôle
mais il est préférable de travailler par étapes que de
lancer un projet qui ne fonctionne pas.
02.09 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): De
bevoegdheid verhuist naar een collega in de
regering. Er werd in het verleden ook al overleg
gepleegd. De inzichten hoeven echter niet te
veranderen omdat een ander regeringslid bevoegd
wordt.
02.09 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais):
Cette compétence ressortira désormais à un autre
collègue du gouvernement. Une concertation avait
déjà été organisée par le passé. Les conceptions ne
doivent pas changer en raison de ce transfert de
compétences à un autre membre du gouvernement.
02.10 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
minister spreekt zichzelf tegen. Nu zegt hij dat er
overleg werd gepleegd met Volksgezondheid. Hij
heeft echter zo-even gezegd dat de herhaalde
crisissen in de sector te weinig tijd lieten voor
02.10 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Le
ministre se contredit. En effet, il affirme maintenant
qu'il y a eu concertation avec le département de la
Santé publique. Or, Il vient de dire il y a quelques
instants que les crises successives dans le secteur
CRABV 50
COM 490
05/06/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
overleg. Is er nu al dan niet overlegd met mevrouw
Aelvoet?
n'ont pas laissé suffisamment de temps pour une
concertation avec le département de la Santé
publique. Y a-t-il oui ou non eu concertation avec la
ministre Aelvoet?
02.11 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): Bij de
concrete uitvoering en de praktische controle was
er, door de herhaalde crisissen, inderdaad niet altijd
tijd voor grondig overleg, maar dat had eerder met
de bijzondere omstandigheden te maken. In
"normale" tijden is overleg een evidentie.
02.11 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
Lors de la mise en oeuvre concrète des mesures et
des contrôles sur le terrain, nous n'avons pas
toujours eu le temps, en raison des crises
successives, de mener une concertation
approfondie, mais cette situation était due aux
circonstances particulières. En temps ordinaires,
cette concertation va de soi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.05 heures.
Document Outline