KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 480
CRIV 50 COM 480
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
22-05-2001 22-05-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Peter Vanvelthoven tot
de minister van Financiën over "het gebrek aan
fiscale controles" (nr. 778)
1
Interpellation de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "le nombre insuffisant
de contrôles fiscaux" (n° 778)
1
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Financiën over "de discriminatie
tussen gehuwde en samenwonende koppels
inzake de registratierechten" (nr. 4579)
5
Question de M. Jacques Chabot au ministre des
Finances sur "la discrimination entre couples
mariés et cohabitants pour les droits
d'enregistrement" (n° 4579)
5
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Financiën over "de belastingregeling
voor expatriates" (nr. 4618)
7
Question de M. Jacques Chabot au ministre des
Finances sur "la fiscalité des expatriés" (n° 4618)
7
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Financiën over "de personen die
gemachtigd zijn de Belgische Staat te
vertegenwoordigen in fiscale dossiers" (nr. 4623)
8
Question de M. Jacques Chabot au ministre des
Finances sur "les personnes habilitées à
représenter l'Etat belge en ce qui concerne les
dossiers fiscaux" (n° 4623)
8
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de drempel voor de
kadastrering van outillage" (nr. 4625)
11
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "le seuil à partir duquel l'outillage est
cadastré" (n° 4625)
11
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de minister
van Financiën over "de vaststelling van het
kadastraal inkomen" (nr. 4626)
12
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "l'établissement du revenu
cadastral" (n° 4626)
12
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "de inwisseling van de
Belgische frank" (nr. 4634)
12
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'échange des francs belges"
(n° 4634)
12
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Didier Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "de cumul als ambtenaar en
als politiek mandataris" (nr. 4671)
13
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "le cumul des fonctions d'agent de
l'Etat avec un mandat politique" (n° 4671)
13
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Didier Reynders, ministre des Finances
Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Financiën over "de mogelijke
tekorten aan beschikbare euromunten en -
biljetten na verloop van tijd" (nr. 4673)
14
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Finances sur "les éventuelles pénuries à
terme de pièces de monnaie et de billets de
banque libellés en euros" (n° 4673)
14
Sprekers:
Alexandra Colen, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Alexandra Colen, Didier Reynders,
ministre des Finances
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "het gebruik van een fiscale
databank voor de Administratie der Belastingen"
(nr. 4675)
16
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'utilisation d'une banque de
données fiscales pour l'Administration des
contributions" (n° 4675)
16
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Didier Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Financiën over "de hervorming van de
hypotheekadministratie" (nr. 4697)
18
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Finances sur "la réforme de l'administration des
hypothèques" (n° 4697)
18
Sprekers: Luc Goutry, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Luc Goutry, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Financiën over "de aanhoudende
onrust bij het personeel Financiën Antwerpen"
(nr. 4705)
20
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des
Finances sur "le malaise persistant auprès du
personnel du département des Finances à
Anvers" (n° 4705)
20
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Financiën over "de opbrengsten van de
milieutaksen" (nr. 4710)
22
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "les recettes des écotaxes"
(n° 4710)
22
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Didier Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister van
Financiën over "de toezichthouders" (nr. 4713)
23
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les instances de contrôle" (n° 4713)
23
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
22
MEI
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
22
MAI
2001
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.07 uur door
de heer Dirk Pieters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.07 heures par M. Dirk
Pieters, président.
01 Interpellatie van de heer Peter Vanvelthoven
tot de minister van Financiën over "het gebrek
aan fiscale controles" (nr. 778)
01 Interpellation de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "le nombre
insuffisant de contrôles fiscaux" (n° 778)
01.01 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, met
mijn interpellatie wil ik een probleem aankaarten
dat in de commissie al herhaaldelijk ter sprake is
gekomen, met name het gebrek aan fiscale
controles en de gebrekkige fiscale controles.
Met belangstelling las ik een document dat eind
2000 werd verspreid onder de fiscale ambtenaren
met als titel: "Opdracht en waarden van de fiscale
sector". Het voorwoord is van uw hand. U pleit
daarin voor een nieuwe fiscale cultuur en u
beklemtoont het volgende: "Het komt erop aan te
zorgen voor een rechtvaardige en juiste heffing
van de door onze medeburgers verschuldigde
belastingen en de inning ervan onder strikte
toepassing van de wetten te waarborgen." Even
verder in dat document legt u ook uit wat u onder
"rechtvaardigheid" verstaat. Dat bevat onder meer
het aspect "gelijke behandeling voor personen,
vennootschappen of ondernemingen in eenzelfde
situatie."
Wij staan natuurlijk achter hetgeen u hebt
geschreven. De realiteit is vandaag echter niet in
overeenstemming met wat u vooropstelde.
Volgens ons gebeurt de belastingheffing niet
rechtvaardig. Er is geen gelijke behandeling van
de burgers. De media hebben herhaaldelijk bericht
over de doorlichtingen van het Rekenhof en van
de vakbonden, waaruit blijkt dat de reële kans op
een effectieve controle zeer gering is.
Ik citeer ook even een greep uit de vaststellingen
van het Rekenhof met betrekking tot de
zelfstandigen: "Hoewel het nieuwe controle-
programma in theorie een grondige verificatie
voorziet om de zes jaar, blijkt uit de eerste
resultaten dat de reële controlekans slechts 3,6%
bedraagt. De selectie van dossiers voor controle is
te voorspelbaar en geschiedt met grote
vertraging." Verder zegt het Rekenhof nog dat
door de verlaging van de controlefrequentie in
combinatie met de ongewijzigde regels inzake
aanslagtermijnen, bepaalde aanslagjaren met een
aan zekerheid grenzende voorspelbaarheid aan
controle ontsnappen.
Gelijkaardige vaststellingen zijn gemaakt in het
kader van de vennootschappen. Ook hier neem ik
het 157
ste
boek er even bij om te citeren: "Met
betrekking tot de vennootschappen die hun
aangiften niet indienen, de onwillige niet-indieners,
hebben de acties van de administratie geen
succes. Deze groep loopt op tot meer dan 15%
van de belastingplichtigen in Brussel en in de
regio Charleroi en tot meer dan 10% in de regio
Antwerpen. Bij misbruiken blijken deze
belastingplichtigen vaak de dans te ontspringen."
Men besluit: "Dit alles heeft tot gevolg dat de
belastingplichtigen niet gelijk worden behandeld."
Ook is er het verslag met betrekking tot de fiscale
controle van de werkelijke beroepskosten. De
conclusie van het Rekenhof luidt dat de
controleprocedures te wensen overlaten. Die
situatie maakt fouten en verschillen in behandeling
bijna onvermijdelijk. Van een controle bij de
belastingplichtigen ter plaatse is ook bijna geen
sprake meer.
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Het probleem waarmee we te kampen hebben, is
een structureel probleem dat prioritaire aandacht
verdient. De redenen daarvoor zijn de volgende.
Ten eerste, het gebrek aan fiscale controles
vooral in de grootsteden is een onrechtvaardigheid
ten aanzien van burgers die wel keurig en netjes
op tijd hun belastingen betalen.
Ten tweede, werkt het concurrentieverstorend.
Ten derde, worden op die manier miljarden aan
belastingen niet geïnd. De aantrekkelijkste
belastingsverlagingen worden pas mogelijk als
iedereen keurig zijn belastingen betaalt.
Mijnheer de minister, tijdens de hoorzitting enkele
weken geleden met uw regeringscommissaris, de
heer Zenner, heeft collega van Weddingen terecht
gewezen op de zogenaamde fiscale consensus:
burgers aanvaarden gemakkelijker dat ze
belastingen moeten betalen wanneer ze de indruk
hebben dat de fiscus iedereen op gelijke voet
behandelt. De wijze waarop burgers en
ondernemingen nu worden gecontroleerd, is
volgens mij echter niet van aard dat ze bij de
bevolking een fiscale consensus creëert. Voor ons
zijn een rechtvaardige belastingheffing en een
rechtvaardige belastingcontrole prioritair. Bij de
verlaging van de vennootschapsbelasting is het
van belang dit aspect aanzienlijk te doen
doorwegen.
Mijnheer de minister, u bent intussen twee jaar
minister van Financiën. Sinds het begin van uw
aanstelling wordt u geconfronteerd met een
administratie die mank loopt, althans in een aantal
diensten. Wij stellen hierin nog steeds geen
verbetering vast. Wij hebben zelfs de indruk dat
de situatie nog verergert. Vorig jaar is bijvoorbeeld
beslist een groot aantal controleambtenaren te
ontheffen van hun controletaak. Zij moeten nu
bezwarendossiers behandelen. Bovendien
verloopt de herstructurering van de administratie
blijkbaar nogal stroef. Men heeft ervoor geopteerd
minder te gaan controleren. Het resultaat daarvan
is dat de controlecentra, die elk jaar zo'n 17% van
de dossiers zouden moeten controleren, dit aantal
bijlange na niet halen. U hebt al herhaaldelijk
gezegd dat u een aantal initiatieven neemt. U hebt
bijvoorbeeld meer personeel gevraagd. Hierbij wil
ik de kanttekening maken dat de heer Zenner
enkele weken geleden in deze commissie de
vergelijking heeft gemaakt met de situatie in
Nederland. Hij vond het opmerkelijk dat België
ongeveer evenveel fiscale ambtenaren heeft als
Nederland, niettegenstaande het feit dat
bevolkingsaantal van Nederland bijna anderhalf
keer groter is dan dat van België. Meer personeel
in dienst nemen zal dus geen oplossing als
zodanig zijn. Ik ben het ermee eens dat de
functies worden ingevuld, maar meer personeel is
volgens mij niet direct de oplossing.
Mijnheer de minister, u had het ook over
investeringen in informatica, die ongetwijfeld
belangrijk zijn. Toch denken wij dat ook andere
structurele maatregelen op hun plaats zijn. Wij
willen u een aantal suggesties voorleggen, en wij
hadden graag straks uw mening erover gehoord.
Een eerste suggestie betreft de ambtenaren van
de AOIF, die zoals u weet slechts bevoegd zijn
voor een beperkt deel van het grondgebied.
Waarom zou u deze ambtenaren niet bevoegd
maken voor bijvoorbeeld een hele provincie? Zo
wordt een flexibeler verdeling van de dossiers
mogelijk. Dit kan ook bijdragen tot een betere
werklastverdeling tussen de regio's, waar minder
stress en minder dossiers zijn, en de grootsteden.
Een fiscaal ambtenaar van Turnhout kan toch een
of twee keer per week naar Antwerpen afzakken
om daar een onderneming te gaan controleren?
Een tweede suggestie betreft een opmerking van
het Rekenhof. Het Rekenhof merkt terecht op dat
door de lage controlefrequentie, in combinatie met
de ongewijzigde regels inzake aanslagtermijnen,
bepaalde aanslagjaren aan controle ontsnappen.
U weet dat een normale aanslagtermijn drie jaar
bedraagt. In geval van fraude wordt die termijn
verlengd tot vijf jaar. Het doel dat niet gehaald
wordt was dat men een keer in de zes jaar een
doorgedreven controle zou doorvoeren. Zo kan
echter in geval van fraude zelfs niet de hele
termijn van zes jaar gecontroleerd worden. Wij
willen u dus suggereren over de aanslagtermijn
van drie jaar na te denken. Wij stellen vast dat in
de Europese Unie drie jaar de kortste
aanslagtermijn is. Daarom stellen wij voor die
termijn te verlengen, zodat men bij controles de
hele periode tot de vorige controle kan
onderzoeken.
Voorzitter: Eric van Weddingen.
Président: Eric van Weddingen.
Ten derde, de Hoge Raad voor de Financiën zegt
in zijn advies inzake de hervorming van de
vennootschapsbelasting dat een vereenvoudiging
van de fiscaliteit een van de bevoorrechte wijzen
is om zowel de administratiekosten van de
belastingen als de compliancekosten van de
belastingplichtigen te minimaliseren. De
mogelijkheden tot belastingontwijking worden
trouwens verminderd. Vereenvoudiging is ook een
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
van de prioriteiten die wij in het regeerakkoord
terugvinden. Tot op heden hebben wij nog niet
veel van vereenvoudigingen gemerkt. Inzake de
personenbelasting zult u een voorstel doen, maar
dat gaat vooral in de richting van vermindering van
de belastingdruk op arbeid. Op het vlak van
vereenvoudiging van de personenbelasting in het
fiscaal stelsel zou er echter veel meer kunnen
gebeuren.
De gebrekkige fiscale controle ondermijnt
inderdaad het fiscale draagvlak dat er bij de
bevolking zou moeten bestaan. Werknemers dat
zijn de meeste belastingplichtigen in ons land
voelen zich tekort gedaan als zij de berichten
horen over de geringe controles bij zelfstandigen
en vennootschappen. Sommigen zullen dat
wellicht als rechtvaardiging gebruiken om zelf
bepaalde inkomsten niet aan te geven. U weet
ook dat de bedrijfswereld en de zelfstandigen
vragende partij zijn voor efficiëntere en meer
rechtvaardige controles, omdat dit op het vlak van
de concurrentie belangrijk is.
Mijnheer de minister, bij deze gelegenheid hadden
wij niet alleen graag gehoord wat uw plannen zijn,
maar wij hadden u ook graag horen zeggen dat er
meer bestaat dan meer personeel in dienst nemen
of het invullen van de openstaande betrekkingen
en de investeringen in informatica. Het Rekenhof
geeft een aantal suggesties.
Mijnheer de minister, graag vernamen wij het
volgende.
Wat is er ondertussen gebeurd met de
aanbevelingen aan de administratie van het
Rekenhof naar aanleiding van het 157
ste
boek
waaruit ik daarnet citeerde?
Wat is er terechtgekomen van de aanbevelingen
in het verslag van het Rekenhof inzake de fiscale
controle van de werkelijke beroepskosten? Hoever
staat de administratie daarmee?
Wij deden daarnet een aantal suggesties. Kunt u
zich daarachter scharen? Wat is uw mening
daarover?
Inzake fiscale fraude wat iets anders is dan
fiscale
controle heeft
regeringscommissaris
Zenner gesproken over het opstellen van een
boordtabel waarin verschillende maatregelen
zullen zijn opgenomen. Is het de bedoeling om
ook inzake de gebrekkige controle en het opnieuw
invoeren van een efficiënte en rechtvaardige
fiscale controle een actieplan met boordtabel aan
het parlement voor te leggen?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Vanvelthoven, ik pleit in feite
voor een nieuwe cultuur in de fiscale administratie.
Er is inderdaad veel literatuur naast de brochure
over de evolutie naar een nieuwe cultuur in de
administratie.
Er zijn reeds veel hervormingen geweest. Ik denk
bijvoorbeeld aan de Copernicus-hervorming, maar
ook aan de implementering van nieuwe
administraties, invordering, AOIF en andere
ontwikkelingen inzake de structuur van de fiscale
administratie.
Er zijn ook twee belangrijke maatregelen. Ten
eerste, is er een verhoging van de aanwervingen,
vooral van gespecialiseerde mensen. Ten tweede,
is er ook een informaticaplan met een verhoging
van de investeringen tussen 2001 en 2005. Wij
zijn nu in het eerste jaar van het informaticaplan.
Het is ook duidelijk dat een vereenvoudiging van
ons fiscaal stelsel noodzakelijk is.
Ik heb dus aan de heer Zenner een boordtabel
gevraagd en dit niet alleen voor de strijd tegen de
fiscale fraude, maar ook voor een
vereenvoudiging van het fiscaal stelsel. Ik hoop
dat het mogelijk zal zijn concrete maatregelen te
treffen. Bij de fiscale hervorming van de
personenbelasting wordt in elk geval gedacht aan
de afschaffing van sommige tarieven. Ik pleit voor
het opstellen van een boordtabel met daarin een
timing en concrete maatregelen voor zowel de
vennootschaps- als de personenbelasting en
misschien ook voor andere soorten belasting. Het
lijkt mij perfect mogelijk om ook andere
vereenvoudigingen door te voeren.
Wij moeten ook een boordtabel opstellen voor de
controles. Er moet een precieze timing worden
opgesteld voor de implementatie van sommige
administratieve maatregelen. Ik heb gevraagd dat
men mij deze tabellen zou overhandigen vóór het
zomerreces. Ik hoop dat het mogelijk zal zijn om
volgende maand naar het parlement te komen
met een boordtabel voor de fiscale fraude, voor de
vereenvoudiging van het fiscaal stelsel maar ook
voor de fiscale controle. Het is mogelijk fiscale
fraude te ontdekken tijdens een fiscale controle
maar dit is niet altijd het geval. Dit is de evolutie
die ik voorstel.
Ten tweede, er wordt bij de administratie heel wat
discussie gevoerd over het verslag van het
Rekenhof. Mijn administratie laat mij weten dat zij
de studie voortzet die zij heeft opgestart inzake de
maatregelen die moeten worden ondernomen om
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
tegemoet te komen aan de aanbevelingen van het
Rekenhof inzake de verificatie van de fiscale
toestand van rechtspersonen en natuurlijke
personen zowel
zelfstandigen
als
loontrekkenden. Het lijkt mij onontbeerlijk over te
gaan tot een efficiënte risicoanalyse om een
goede selectie te kunnen maken van de dossiers
die grondig moeten worden gecontroleerd. Op
deze noodzaak werd reeds meermaals gewezen
en de administratie blijft zich verder inspannen
voor de ontwikkeling van dergelijke analyse. In
deze context heeft zij mij laten weten dat het de
bedoeling is om het aantal te selecteren dossiers
gevoelig te verhogen.
Daarnaast zijn er diverse applicaties in aanmaak
die de activiteiten van de controlecentra in kaart
zullen brengen en die de administratie in staat
zouden moeten stellen de oorzaak van sommige
tekorten vast te stellen en doeltreffende acties te
ondernemen. Ik herhaal het, ik hoop dat het
mogelijk zal zijn een boordtabel op te stellen met
daarin enkele nieuwe maatregelen.
Wat de praktische verificatie betreft van de
belastingplichtige loontrekkers en van de
bedrijfsleiders die hun werkelijke beroepskosten
bewijzen, heeft de administratie naar aanleiding
van een debat met het Rekenhof voorgesteld om
een controleschema op te stellen dat een soort
leidraad zou vormen voor de taxatieambtenaar.
Dergelijk schema zou eveneens kunnen worden
aangewend om bij wijze van interne
waakzaamheid de kwaliteit van de controle en de
door de taxatieambtenaar uitgevoerde taak te
beoordelen. De administratie heeft mij eveneens
meegedeeld dat zij voorstelt om in specifieke
opleidingen van een beperkte duur te voorzien.
Deze opleidingen zouden geconcentreerd zijn op
de theorie inzake de beroepskosten alsook op de
praktische controle van deze kosten.
Voorzitter: Aimé Desimpel.
Président: Aimé Desimpel.
Zowel wat de opleiding als de praktische verificatie
betreft, heb ik een boordtabel gevraagd met
daarin een timing en concrete maatregelen. Na
enkele maanden van studie en analyse moeten er
nu concrete schema's worden opgesteld met
zowel een concrete timing als concrete
maatregelen.
Wij zullen zien of het met de nieuwe aanwervingen
en de nieuwe informatica-investeringen mogelijk is
verder te gaan.
Dan is er de suggestie inzake de uitbreiding van
de bevoegdheden van de ambtenaren van de
AOIF tot een volledige provincie en de verlenging
van de normale aanslagtermijn tot een periode
van zes jaar. Mij lijkt dat niet van die aard om de
door het Rekenhof aangehaalde problemen op te
lossen. Misschien geldt niet dezelfde redenering
voor de uitbreiding van de bevoegdheid tot
volledige provincies. Het is perfect mogelijk om
iets te doen in dit verband. Ik ben dus bereid om
tot een analyse over te gaan inzake uitbreiding
van die bevoegdheid. Wat de verlenging tot zes
jaar betreft, vrees ik wel dat die tot gevolg zal
hebben dat het voornaamste werk zal worden
uitgesteld tot op het einde van de betreffende
periode. Het is perfect mogelijk om een concrete
controle te hebben binnen een periode van drie
jaar of van vijf jaar als het fraude betreft. Een
verlenging is slechts uitstel tot het einde van een
langere periode. Ik pleit dus niet voor een nieuwe
termijn van zes jaar of meer. Het lijkt mij mogelijk
tot een correcte controle over te gaan binnen een
strikte termijn van drie of vijf jaar ingeval van
fraude.
Ik pleit niet alleen voor een algemene
vereenvoudiging van heel ons fiscaal stelsel. Ik
heb ook aan de heer Zenner gevraagd concrete
voorstellen aan het parlement voor te leggen,
evenals een timing inzake de vereenvoudiging en
dit niet alleen voor de personen- en de
vennootschapsbelasting, maar ook voor andere
belastingen. Ik herhaal dat het voor leden van de
commissie perfect mogelijk is om voorstellen te
doen. Ik ben bereid om sommige daarvan te
bestuderen en mogelijk aan goedkeuring door de
regering te onderwerpen. Parlementaire
initiatieven in dit verband zijn perfect mogelijk en
het is belangrijk tot dergelijke stappen over te
gaan. Ik aanvaard misschien twee suggesties van
de drie. Ik bereik daarmee twee derden en dat ligt
in het parlement niet zo gemakkelijk.
De oplossing ligt in een performante risicoanalyse
die de administratie in staat moet stellen haar
controleacties toe te spitsen op dossiers of
sectoren waar het frauderisico het grootst is. Het
gaat dus om een nieuwe cultuur bij onze fiscale
administratie: meer en meer gaat het om
risicoanalyse. Meer algemeen leg ik er de nadruk
op dat de regering duidelijk haar wil te kennen
heeft gegeven om een nieuw fiscaal klimaat te
creëren. Dat moet tot een meer rechtvaardige
fiscaliteit leiden, waarbij de billijkheid inzake
controles en fiscale inning centraal staat. Wij gaan
dus niet louter naar een hervorming van de
personenbelasting, maar moeten ook gaan naar
een correct fiscaal klimaat in verband met correcte
controles. Wij moeten tot een boordtabel komen,
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
niet enkel wat de vereenvoudiging of de fiscale
fraude betreft, maar ook voor de controle. Dat heb
ik gevraagd aan de heer Zenner.
01.03 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ten eerste
verheugt het mij u te horen zeggen dat u nog voor
het zomerreces een echte planning zult hebben,
niet alleen voor de nieuwe of aangepaste
maatregelen inzake de fiscale controle, maar ook
voor het opstellen van een boordtabel met het oog
op de vereenvoudiging van onze fiscale stelsels.
We kijken met belangstelling uit naar uw plannen
hiervoor.
Ten tweede denk ik dat u inderdaad moet streven
naar een nieuw fiscaal klimaat waarin de burger
zich goed kan voelen, omdat hij op een billijke
manier wordt belast, voor zover men zich bij het
betalen van belastingen goed kan voelen
natuurlijk! Ook en daar speelt de fiscale controle
natuurlijk een grote rol in moet men de indruk
hebben dat elke belastingplichtige op dezelfde
wijze wordt belast en gecontroleerd. Vandaag de
dag is er immers nog steeds een behoorlijk
verschil tussen de werknemer enerzijds en de
zelfstandige, die veel minder wordt gecontroleerd,
anderzijds.
Ten derde, een probleem waarvoor ik niet meteen
een oplossing heb gehoord, is dat van het gebrek
aan fiscale controles in de grote steden. U zegt
dat hiervoor bijkomende aanwervingen zullen
komen, maar we stellen vast dat die
aanwervingen niet van een leien dakje lopen.
Daarom moeten er misschien wel andere
maatregelen worden genomen om het probleem
in de grote steden aan te pakken. Om aan de
fiscale controle te ontsnappen vestigen veel
vennootschappen hun maatschappelijke zetel in
de grootsteden. Dat is een situatie die we niet
langer kunnen laten bestaan.
Ten vierde, wat de aanslagtermijn betreft, stel ik
vast dat u niet meteen denkt aan de verlenging.
Het is mogelijk dat een termijn van drie jaar
voldoende is, op voorwaarde weliswaar dat er
regelmatig controles worden uitgevoerd. U vreest
dat, bij een verlenging van deze termijn naar vijf of
zes jaar, men de ernstige controles voor zich zou
uitschuiven en ermee zou wachten tot op het
einde van de termijn. Dat is geen echt argument,
aangezien we vandaag weten dat bijna geen
enkele vennootschap nog ernstig wordt
gecontroleerd. Als u erin slaagt om de
vennootschappen regelmatig te laten controleren,
dan zullen de huidige aanslagtermijnen inderdaad
volstaan. Mocht u daar evenwel niet in slagen, dan
meen ik dat u bijkomende middelen aan de
administratie moet toekennen.
01.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, ik kan terzake geen nieuwe elementen
verstrekken.
Na de benoeming van de heer Zenner verzocht ik
hem eerst en vooral een algemeen plan voor te
leggen. Dat is gebeurd en dat is trouwens in de
commissie besproken.
Ik zei ook dat er concrete boordtabellen moesten
worden opgesteld in verband met de fiscale
fraude. Het is thans tijd hiervan werk te maken
want deze moeten ter tafel liggen voor het
zomerreces.
Na tientallen bezoeken, gespreid over een jaar,
zal ik een evaluatie laten maken door mijn
administratie die uit tientallen diensten bestaat.
Wij evolueren naar nieuwe maatregelen. In dat
verband denk ik bijvoorbeeld aan een plan inzake
informatica en aan een nieuw beleid met
betrekking tot de aanwervingen. Hopelijk zal het
mogelijk zijn dit jaar het aantal aanwervingen te
verdubbelen; dat is al bijna het geval na vier of vijf
maanden. In de loop van het jaar 2000 gingen wij
over tot iets minder dan 700 nieuwe aanwervingen
en ik hoop dat eind van dit jaar de 1.200
aanwervingen zullen worden overschreden. Er
moeten ook nieuwe contractuelen in dienst
worden genomen en op dat vlak bestaat er reeds
een akkoord met mijn collega's, de ministers van
Begroting en van Openbare Besturen om te
trachten dit doel te bereiken. Na een jaar en een
tiental bezoeken moet een evaluatie worden
gemaakt.
Hopelijk wordt het mogelijk de drie verschillende
pistes te volgen, namelijk meer aanwervingen
hoewel in een eerste fase misschien alleen in
de grote centra meer investeringen inzake
informatica en het opstellen van een specifieke
boordtabel met een timing en specifieke
maatregelen.
Hoe dan ook, ik verwacht reeds resultaten binnen
enkele maanden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Question de M. Jacques Chabot au ministre
des Finances sur "la discrimination entre
couples mariés et cohabitants pour les droits
d'enregistrement" (n° 4579)
02 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
minister van Financiën over "de discriminatie
tussen gehuwde en samenwonende koppels
inzake de registratierechten" (nr. 4579)
02.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, chers collègues,
l'article 53 du Code des droits d'enregistrement
réduit à 6% le droit d'enregistrement frappant les
ventes d'habitations "modestes", au sens défini
par la loi qui se fonde sur l'impôt du revenu
cadastral comme critère discriminant.
L'article 55 du même Code subordonne cette
réduction à diverses conditions auxquelles l'article
2 de la loi du 19 mai précise que: "Le bénéfice de
la réduction... n'est maintenu que si l'acquéreur
ou son conjoint est inscrit à l'adresse de
l'immeuble acquis dans le registre de population
ou dans le registre des étrangers". Cette
inscription doit se faire dans un délai de 3 ans au
moins. Toutefois, la réduction reste acquise si le
défaut d'exécution de ces conditions est la
conséquence d'une force majeure.
La loi ne précise pas ce qu'il faut entendre par
force majeure; il en résulte un problème majeur
lors de la liquidation des immeubles ayant
appartenu à des couples séparés.
S'il s'agit de personnes mariées et qu'après un
divorce, l'un des deux reprend l'immeuble, il n'y a
aucun problème fiscal, puisque l'immeuble peut
continuer à être occupé par l'acquéreur ou son
conjoint.
Par contre, s'il s'agit de deux cohabitants,
l'administration semble n'admettre le maintien de
cette réduction que si et seulement si les deux
cohabitants ont maintenu tous les deux leur
domicile dans l'immeuble pendant 3 ans.
Il en résulte que lors de la dissolution de leur
couple, les cohabitants, à l'occasion de la
liquidation de l'immeuble indivis, peuvent être
lourdement sanctionnés par l'administration de
l'enregistrement qui réclamerait en l'occurrence un
supplément de droits de 6,5% sur le prix
d'acquisition, majoré d'intérêts calculés depuis le
jour de l'enregistrement de l'acquisition jusqu'au
jour du paiement du complément de droits.
Ces cohabitants modestes, acquéreurs de
maisons modestes ont parfois bien des difficultés
à supporter les conséquences financières de leur
séparation, se trouvent bien souvent dans
l'impossibilité matérielle de supporter cette
sanction fiscale. Le supplément de droits
d'enregistrement accru d'intérêts peut représenter
pour eux un facteur grave de précarisation.
Mes questions sont dès lors les suivantes.
1.
Ne serait-il pas possible, par une loi
(éventuellement interprétative), de rectifier la
compréhension administrative de l'article 55 alinéa
1
er
2° d et l'article 60 alinéa 2 et de ne plus parler
de l'acquéreur ou de son conjoint, mais de rectifier
ces termes par: "l'acquéreur, l'un des acquéreurs
s'ils sont plusieurs, ou son conjoint" pour qualifier
les personnes dans le chef desquelles la condition
de maintien du domicile doit être remplie?
2. Ou bien est-il préférable de préciser à la fin de
l'article 60 qu'est considérée comme cas de force
majeure la séparation du couple des
coacquéreurs, pour autant que l'un des
coacquéreurs continue à être domicilié sur place?
3. Quelles mesures seront prises, et dans quel
délai, pour remédier à cet effet pervers,
initialement non prévu lors de la rédaction du texte
légal et qui induit une discrimination inacceptable
entre les couples mariés et les cohabitants?
4. Si la loi est modifiée dans un proche avenir, le
sera-t-elle avec effet rétroactif?
02.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, en ce moment, on
parle beaucoup de discriminations. Nous allons
d'ailleurs tenter d'en supprimer un certain nombre
mais, avant de pouvoir le faire, il faut que la
discrimination existe. Je vais donc rappeler la
situation exacte en cette matière.
Lorsque les cohabitants, qui ont acheté ensemble
une habitation modeste, se séparent avant
l'expiration du délai requis d'inscription dans le
registre de la population, il est évident que le droit
complémentaire devient exigible. L'article 61 du
Code des droits d'enregistrement dispose que
"outre le droit complémentaire, il est dû un
accroissement d'impôt égal au droit
complémentaire". L'article ne prévoit cependant
pas l'exigibilité d'intérêts moratoires.
En appliquant cet article aux cohabitants séparés,
l'administration traite ces ex-cohabitants de la
même manière que les couples divorcés. Comme
je l'ai déjà dit dans ma réponse à une question
parlementaire de M. Leterme concernant ce
problème, après un divorce, l'inscription par l'un
des ex-époux ne satisfait plus pour l'autre. Il n'est
donc pas question d'une discrimination des ex-
cohabitants vis-à-vis des ex-mariés. Autrement
dit, aussi bien les ex-époux que les ex-cohabitants
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
sont tenus de payer le droit supplémentaire et
l'accroissement d'impôt quand ils ne remplissent
plus la condition de l'inscription.
Comme vous l'avez remarqué à juste titre, une
séparation, peu importe qu'il s'agisse de
cohabitants ou d'époux, peut entraîner de graves
difficultés sur le plan financier pour les parties
concernées. Il est évident que le législateur ne
peut pas leur accorder une décharge sur le plan
du droit complémentaire dû. Cela reviendrait à
une violation du principe d'égalité devant l'impôt.
Par contre, une décharge sur le plan de
l'accroissement d'impôt est possible. Le législateur
a déjà prévu cette possibilité: le dernier alinéa de
l'article 61 précité prévoit la possibilité, pour le
ministre des Finances, de remettre totalement ou
partiellement cet accroissement, et ce en fonction
de la situation du contribuable.
Je répète qu'il n'existe donc pas de discrimination
entre ex-mariés et ex-cohabitants. L'application
des mesures se fait de la même façon dans les
deux cas. Ce qui est probablement exact, c'est
que la séparation n'a pas nécessairement le
même effet immédiat à l'égard de ceux qui ont
pris entre eux des engagements juridiques, à
savoir le mariage, et ceux qui n'en ont pris aucun
puisqu'ils ont décidé de cohabiter. Il faut être
conscient de cette distinction. Je ne peux
proposer la suppression d'une discrimination que
lorsqu'elle existe réellement.
02.03 Jacques Chabot (PS): Monsieur le
président, je remercie le ministre de sa réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Jacques Chabot au ministre
des Finances sur "la fiscalité des expatriés"
(n° 4618)
03 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Financiën over "de
belastingregeling voor expatriates" (nr. 4618)
03.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, chers collègues,
la fiscalité des volontaires expatriés est réglée par
la circulaire AGCD de 1992. Selon cette circulaire,
les travailleurs expatriés dans des pays non
européens avec lesquels la Belgique n'a pas
conclu de convention de prévention de la double
imposition peuvent déduire, des revenus perçus
pour leur activité dans ces pays, un forfait spécial
de frais professionnels. Ce forfait spécial, destiné
à tenir compte des charges supplémentaires
qu'engendre l'exercice d'une activité en tant
qu'expatrié, s'élève à 30% des rémunérations,
avec un plafond de 450.000 francs.
Ce régime m'apparaît toutefois inadapté à la
situation particulière des volontaires des
organisations humanitaires, et ce pour les raisons
suivantes.
Il ne tient pas compte du fait que les volontaires
des organisations humanitaires acceptent de
remplir leur mission à des conditions financières
largement inférieures à celles des autres
expatriés.
Ces volontaires ne peuvent déduire qu'un montant
limité de frais professionnels, bien que les charges
supplémentaires qu'ils doivent supporter ne soient
pas moindres que celles supportées par l'employé
du secteur privé, par exemple.
Par ailleurs, l'application de ces frais
professionnels extraordinaires m'apparaît par
deux fois limitée pour les volontaires des
organisations humanitaires. En effet, ce régime ne
s'applique pas dans les pays européens où
l'assistance des organisations humanitaires a
pourtant largement été sollicitée ces dernières
années, notamment au Kosovo-Albanie, en
Tchétchénie ou encore dans le cadre de projets
de lutte contre la tuberculose en Sibérie.
En outre, ce régime n'est pas applicable pour les
volontaires des organisations humanitaires partant
en mission de moins de 183 jours dans des pays
avec lesquels la Belgique a conclu une convention
de prévention de la double imposition.
Dès lors, deux volontaires expatriés à
rémunérations égales et partant en mission pour
une même durée de trois mois, l'un en Inde et
l'autre au Burundi, ne seront pas imposés de la
même manière. Celui qui part pour le Burundi
aura droit à 30% de déduction en frais
professionnels extraordinaires, ce qui n'est pas le
cas pour celui qui est parti en Inde.
Est-il exact que l'administration fiscale a déjà
plaidé l'illégalité de sa propre circulaire devant les
cours d'appel et pour quel motif?
Cette circulaire fait-elle l'objet d'un réexamen par
vos services?
Quelles mesures sont-elles prises pour remédier
aux inégalités engendrées?
03.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, il est exact qu'en
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
raison du caractère d'ordre public des lois
d'impôts, les cours et tribunaux compétents sont
tenus de vérifier la légalité de la cotisation qui fait
l'objet de la contestation. En conséquence,
l'administration fiscale est parfois amenée à
reconnaître que l'une de ses circulaires ne
s'appuie pas sur des bases légales.
Il en va de la sorte s'agissant des directives
administratives prévues dans la circulaire du
5 mars 1992 relative au forfait complémentaire de
frais professionnels accordé aux salariés exerçant
leur activité dans un pays extra-européen avec
lequel la Belgique n'a pas conclu de convention
préventive de double imposition. La remarque que
vous formuliez est tout à fait exacte à l'égard de la
situation de l'administration fiscale devant
certaines juridictions.
J'ai demandé à mes services d'examiner cet
aspect du problème et les différents éléments qui
doivent en être déduits. Toutefois, entre-temps,
compte tenu de la finalité économique et sociale
de cette circulaire, j'ai décidé que le forfait
complémentaire de frais professionnels, qui est
actuellement octroyé de manière linéaire à
concurrence de 30% de la rémunération avec un
maximum de 450.000 francs atteints lorsque la
rémunération s'élève à 1.500.000 francs, peut, à
partir de l'exercice d'imposition 2001, être modulé
de la manière suivante, sans modifier les
plafonds, pour tous les contribuables susceptibles
de bénéficier de ce forfait complémentaire de
frais:
- 45% sur la première tranche de 500.000 francs;
- 30% sur la deuxième tranche de 500.000 francs;
- 15% sur la troisième tranche de 500.000 francs.
Cette nouvelle mesure permet de remédier à
l'inégalité rencontrée par certains volontaires
d'organisations humanitaires et qui est engendrée
par le fait qu'ils acceptent de remplir, comme vous
l'avez précisé, des missions à des conditions
financières inférieures à celles d'autres expatriés
tout en supportant des frais professionnels
similaires.
La réponse immédiate donnée au problème
soulevé consiste donc en une autre répartition des
pourcentages de manière dégressive en fonction
des tranches successives de revenus plutôt que
de manière linéaire à 30% pour l'ensemble du
revenu concerné. Au-delà, nous continuons les
concertations avec les associations en cause et
j'ai demandé à mon administration de tenter de
revoir l'ensemble de la situation.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Jacques Chabot au ministre
des Finances sur "les personnes habilitées à
représenter l'Etat belge en ce qui concerne les
dossiers fiscaux" (n° 4623)
04 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Financiën over "de personen die
gemachtigd zijn de Belgische Staat te
vertegenwoordigen in fiscale dossiers"
(nr. 4623)
04.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, chers collègues,
l'administration des contributions directes vient de
rédiger une circulaire puis une instruction
précisant que, depuis ce 1er avril, la défense des
recours introduits devant les tribunaux de
première instance ne sera plus assurée par les
avocats du département mais par les directeurs
régionaux ou par les fonctionnaires délégués par
ces derniers.
S'il s'agit d'un changement de culture
administrative visant à responsabiliser les
fonctionnaires taxateurs et à éviter les taxations
dites «sauvages», l'idée est intéressante. En
revanche, dans un article paru le 24 avril dernier
dans l'Echo, Jean-Pierre Bours, avocat et
fiscaliste, déclarait que les critiques suscitées par
cette décision sont nombreuses. Elles émanent
des avocats, des fonctionnaires et des magistrats.
Comme l'a justement relevé le professeur
Kirkpatrick, cité par Jean-Pierre Bours, il faudrait
une loi pour que l'Etat belge puisse déléguer à ses
fonctionnaires le droit de le représenter
valablement devant les tribunaux. Quelle est la
base juridique actuelle?
Quel est l'impact à ce propos de l'arrêt de la Cour
de cassation du 17 janvier 2000?
Plusieurs dirigeants de votre département
craignent que de nombreux fonctionnaires soient
amenés à délaisser régulièrement leur bureau
pour se rendre au palais. Cette décision est-elle
dictée par souci d'économie ou par d'autres
arguments et quels sont-ils?
De nombreux fonctionnaires, qu'ils soient
taxateurs ou affectés dans les services
"contentieux" sont excellents sur le plan de la
technique fiscale mais ne sont pas formés pour
plaider; dès lors, une meilleure solution ne
consisterait-elle pas à maintenir le monopole de la
plaidoirie aux avocats, mais que ceux-ci soient
assistés du ou des taxateurs pour avis technique?
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
N'est-ce pas, en effet, confondre les fonctions des
uns et des autres de demander aux fonctionnaires
de venir plaider "leur" dossier?
Quelles sont les mesures prises pour éviter qu'à
un moment où les nouveaux tribunaux fiscaux
vont seulement prendre leur essor, des incidents
se multiplient dans les divers palais de justice du
pays? Un protocole existe-t-il à ce sujet entre
votre département et celui de la justice?
04.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, d'habitude on remercie
le ministre pour sa réponse mais je commencerai
en remerciant M. Chabot pour sa question car elle
permet de faire le point sur cette décision prise au
sein du département et qui suscite des réactions
négatives d'avocats, de magistrats, de
fonctionnaires. Je n'ai pas entendu citer en tant
que tels les contribuables et cela me réjouit. Il y a
donc une partie des personnes concernées qui
poseraient problème mais pas les contribuables
eux-mêmes.
Je lis parfois sous la plume de certains avocats, et
j'entends dans votre question, que des
fonctionnaires du département pourraient émettre
des avis négatifs. J'ai réuni l'ensemble de la
direction concernée du département et la
circulaire à laquelle on fait souvent référence est
une circulaire envoyée par la direction des
contributions directes et sans aucune difficulté à
l'égard de l'ensemble des membres de cette
direction. Qu'il y ait l'un ou l'autre des
fonctionnaires, sur 28.000, qui puisse émettre des
critiques ou avoir des appréhensions, je peux le
comprendre mais il ne s'agit pas d'une décision
contre une administration car c'est avec son appui
que cette mesure a été prise.
Sur un plan technique, en vertu de l'article 703,
alinéa 1
er
, du Code judiciaire, il est de règle que
les personnes morales agissent en justice à
l'intervention de leurs organes compétents. Cette
disposition est applicable aux personnes morales
de droit public et, partant, à l'Etat belge. Celui-ci
comparaît dès lors en personne par la voix des
fonctionnaires (organes) qui sont habilités à le
représenter.
C'est l'application de la théorie de l'organe qui a
motivé le retrait, au cours des travaux
préparatoires de la loi du 23 mars 1999 relative à
l'organisation judiciaire en matière fiscale, d'une
modification de l'article 728 du Code judiciaire
prévoyant d'une manière expresse que le ministre
des Finances puisse désigner des fonctionnaires
pour se faire représenter devant le tribunal de
première instance dans des litiges en matière
fiscale. Ce fut également l'avis du représentant du
barreau invité à émettre à l'époque ses réflexions
au cours des travaux parlementaires.
Le parlement a estimé qu'il n'était pas utile de
prévoir une disposition expresse puisque la règle
était déjà, en vertu de la théorie de l'organe, celle
de l'action en justice pour les personnes morales
à travers leurs organes compétents. C'est donc le
cas pour les départements ministériels.
L'arrêt de la Cour de cassation du 17 janvier 2000
a pour seul objet de préciser que si la loi
détermine quelles sont les personnes physiques
qui, par leur présence devant le juge, permettent
la comparution personnelle des personnes
morales, ces personnes doivent, pour satisfaire à
la prescription de l'article 703, alinéa 1
er
du Code
judiciaire, être des organes de la personne
qu'elles représentent et cette qualité ne peut être
conférée par délégation à un simple préposé.
C'est toujours la théorie de l'organe qui s'applique.
La décision de confier à des fonctionnaires la
représentation de l'Etat dans les contestations en
matière d'impôts directs est principalement dictée
par le souci de responsabiliser les fonctionnaires
et d'éviter les taxations arbitraires. Cela explique
peut-être d'ailleurs pourquoi peu de contribuables
font partie des personnes qui se plaignent de cette
mesure.
Lorsqu'on prend la peine d'expliquer ce point de
vue aux taxateurs je l'ai fait à l'occasion de
plusieurs visites , ceux-ci réservent, en général,
un bon accueil à la nouvelle mesure. Je puis vous
assurer avoir reçu de nombreuses réactions
favorables de la part des taxateurs eux-mêmes,
qui souhaitent pouvoir traiter à fond le dossier
qu'ils gèrent et, le cas échéant, le défendre devant
ces nouvelles juridictions que sont les juridictions
fiscales au sein des tribunaux de première
instance.
Actuellement, les fonctionnaires ont l'habitude de
défendre leurs dossiers face aux experts fiscaux
et aux avocats fiscalistes. Par conséquent, nous
ne voyons pas en quoi il leur serait beaucoup plus
laborieux de défendre leur point de vue devant les
tribunaux de première instance. En tout état de
cause - je vous rassure -, l'intervention d'avocats
du département est toujours prévue dans les
litiges mettant en jeu des questions de principe
particulièrement importantes et complexes. Mais,
en ce cas, la participation à la défense et la
présence des fonctionnaires aux audiences sera
requise, afin de répondre au souci premier de la
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
réforme: responsabiliser le taxateur. Il y aura donc
une présence conjointe.
Il n'est pas simple pour le département de trouver
des avocats fiscalistes spécialisés pour des
affaires complexes. Très souvent, ces avocats
sont déjà conseils de la partie adverse. J'ai
d'ailleurs souligné à plusieurs reprises que la
doctrine, publiée dans un certain nombre de
quotidiens ou d'hebdomadaires, l'était souvent
sous la plume d'avocats qui défendent davantage
la partie adverse que le département des
Finances et qui, notamment dans des matières
relatives à la doctrine, ont défendu ceux que je
qualifie sans aucune agressivité de fraudeurs.
En utilisant ce terme, je me réfère à la
jurisprudence. Une personne qui a encouru une
condamnation pour fraude fiscale est
juridiquement parlant un fraudeur. Son avocat
était donc en charge de la défense d'un fraudeur,
exactement comme lorsque quelqu'un est
condamné devant les tribunaux correctionnels ou
une cour d'assises pour crime, il devient dans ce
cas un criminel et son avocat assurait la défense
sous ce type de considération.
Aussi convient-il de remarquer qu'il n'est pas
toujours aisé, je le répète, dans des dossiers
complexes, de trouver encore quelques avocats
spécialisés et disponibles sur le marché, qui ne
soient donc pas conseils de la partie adverse.
Cependant, nous cherchons à libérer les moyens
pour nous acheminer dans cette voie.
Généralement, dans les affaires plus simples, les
avocats du département se bornaient à lire ou
recopier la réponse préparée par l'administration.
A présent, les fonctionnaires pourront expliquer,
dans le moindre détail, la position de
l'administration et donc mieux la défendre. Le cas
flagrant est celui de l'analyse d'écritures
comptables, qu'ils seront beaucoup plus aptes à
commenter, ce que l'on ne pouvait attendre,
auparavant, de l'avocat du département souvent
peu au fait du droit comptable et surtout de sa
pratique concrète.
Je voudrais ajouter que le débat a parfois été
ouvert par les barreaux à ce sujet. On pourrait
également s'interroger quant aux critères qui ont
présidé à la désignation et au choix des avocats
d'un département tel que celui des Finances. Si la
commission y voit un intérêt, je pourrai l'informer
ultérieurement des différentes qualifications de
certains représentants du département. Nous y
viendrons peut-être tout à l'heure lorsque sera
posée la question relative au cumul des fonctions
politiques et des fonctions au sein du
département. Il me semble qu'au niveau de la
représentation en justice, ce type de raisonnement
revêt également un sens propre.
Afin d'éviter tout incident, les fonctionnaires
appelés à représenter l'Etat belge dans les litiges
fiscaux vont recevoir une formation adéquate en
matière de procédure judiciaire. Il est évident qu'il
faut avancer dans cette logique.
D'après nos renseignements, la situation vécue
actuellement est différente selon les divers
tribunaux fiscaux. Pour le moment, on voit
certains juges renvoyer l'affaire en attente d'une
clarification; d'autres, par contre, ont une attitude
plus paternaliste à l'égard des fonctionnaires
fiscaux invités à défendre leur dossier et leur
expliquent comment se déroule un procès, à qui et
comment ils doivent répondre. En effet, il semble
que beaucoup de fonctionnaires c'est peut-être
ce qui a parfois provoqué des réactions internes
craignent surtout ce que j'appellerai le décorum
des tribunaux, somme toute impressionnant pour
un néophyte, mais non l'aspect technique de la
défense. Comment doit-on appeler le magistrat
qui préside le tribunal? Comment doit-on se
présenter? Pour répondre à ces questions, des
formations peuvent intervenir.
Lors des formations que l'on va leur prodiguer, il
faudrait peut-être un peu désacraliser l'appareil
judiciaire. Mais je crois savoir qu'une volonté de
mon collègue de la Justice est d'aller dans cette
direction pour l'ensemble des justiciables. Et je ne
vois pas pourquoi on ne tenterait pas d'aller aussi
dans cette direction pour les départements
ministériels, et en tout cas pour celui des
Finances.
A noter que selon mes informations, certains
taxateurs sont déjà allés en reconnaissance dans
les différents palais de justice pour voir comment
se déroulait un procès.
En résumé, je souhaite vraiment que l'on puisse
avancer dans la voie d'une responsabilité plus
forte des taxateurs, y compris dans la procédure
judiciaire, et que nous puissions réserver le
recours à des avocats spécialisés lorsqu'une plus-
value importante doit intervenir en matière de
représentation en justice, en raison de la
complexité de l'affaire ou de la procédure. Et je
répète que sur ce dernier point, une réflexion est
en cours au sein du département pour résoudre la
difficulté de trouver, à des conditions financières
satisfaisantes pour le département, des avocats
fiscalistes disponibles, qui ne soient pas déjà les
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
conseils de la partie adverse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de
minister van Financiën over "de drempel voor
de kadastrering van outillage" (nr. 4625)
05 Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "le seuil à partir duquel l'outillage
est cadastré" (n° 4625)
05.01 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de administratie
van het kadaster stelt niet alleen het kadastraal
inkomen vast van gronden en gebouwen, maar
ook van wat men outillage noemt, namelijk de
machines en de installaties in een nijverheids-,
handels- of ambachtsgebouw. De wet bepaalt
nadrukkelijk dat outillage pas wordt gekadastreerd
wanneer deze een minimumwaarde bereikt. Er is
dus een bepaalde drempel ingebouwd om te
vermijden dat het kadaster zich moet bezighouden
met outillage waarvan de fiscale opbrengst kleiner
is dan de kostprijs van het kadastreren, of deze
opbrengst nauwelijks overstijgt.
De huidige drempel, een gebruikswaarde van
120.000 frank, wat overeenstemt met een
aanschafwaarde van 400.000 frank, dateert van
1979. Deze drempel is dus duidelijk
voorbijgestreefd. Door het verhogen van de
drempel, bijvoorbeeld naar een gebruikswaarde
van 600.000 frank, wat overeenstemt met een
aanschafwaarde van 2.000.000 frank, kunnen een
aantal doelstellingen gerealiseerd worden.
Zo
zouden enerzijds vele zelfstandige
kleinhandelszaken en KMO's verlost worden van
een stapel tijdrovende en nutteloze paperassen.
Het kadaster zou anderzijds verlost zijn van talrijke
onbelangrijke aangiften, en het zou zich kunnen
toeleggen op outillage met een hoog kadastraal
inkomen. Dit zou voor de administratie een grotere
fiscale efficiëntie betekenen.
Mijnheer de minister, in dit verband willen wij u
een aantal vragen voorleggen.
Ten eerste, heeft de administratie reeds een
voorstel ingediend om de drempel voor de
kadastrering van outillage te verhogen,
bijvoorbeeld bij het Agentschap voor
de Administratieve
Vereenvoudiging
van
regeringscommissaris Zenner?
Ten tweede, hebben de gewesten zich reeds over
deze kwestie uitgesproken? Was die uitspraak
dan positief?
Ten derde, en ten slotte, wilt u het nodige doen
om reeds vanaf het aanslagjaar 2001 deze
drempel te verhogen?
05.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega Pieters, ik wil doen opmerken
dat in het Vlaamse Gewest een indexverlaging
van de aanslagvoet geldt voor de onroerende
voorheffing op materieel en outillage. Voor nieuwe
investeringen is er een vrijstelling. Bovendien
kennen de gewestministers voor Economie talrijke
vrijstellingen van onroerende voorheffing toe voor
nieuwe investeringen in materieel en outillage voor
een duur van vijf jaar. De gewesten hebben dus
inderdaad al nieuwe beslissingen genomen in
verband met deze problematiek.
Bij mijn aantreden in 1999 heeft mijn administratie
mij geïnformeerd over de stand van zaken voor de
lopende projecten. Op 16 april 1999 had de
Ministerraad van de vorige regering een
voorontwerp van wet goedgekeurd om artikel 484
van het wetboek van de inkomstenbelastingen
aan te passen waarbij de bewuste
gebruikswaardendrempel zou worden verhoogd
van 120.000 frank naar 600.000 frank. Het
voorontwerp kreeg de instemming van de drie
gewesten. Een dergelijke aanpassing vereist wel
een wetswijziging en eventueel een
uitvoeringsbesluit. Omdat de kadastrale toestand
ten laatste op 30 juni van het aanslagjaar wordt
vastgesteld, is het onwaarschijnlijk dat voor het
jaar 2001 reeds een verhoging van de bedoelde
drempel van toepassing kan worden. Ik ben echter
bereid om tot een wetsontwerp te komen, of tot
een wetsvoorstel, indien een lid van deze
commissie een voorstel indient.
05.03 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik dank de minister voor zijn antwoord. Mijnheer
de minister, uw laatste zin heb ik niet goed
begrepen. Verwacht u dat wij een wetsvoorstel
terzake indienen, of gaat u zelf een initiatief
nemen? Dit laatste zou een logisch gevolg zijn van
wat voorafging. U verwijst immers zelf naar het
voorontwerp van 16 april 1999.
05.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega Pieters, ik heb aan mijn
administratie gevraagd een voorontwerp terzake
voor te bereiden. Gezien de reacties van de
gewesten is het perfect denkbaar dat wij met een
wetsontwerp werken. Het is ook mogelijk om op
parlementair initiatief, via een wetsvoorstel te
werken. Er is nu echter al het voorontwerp, waarin
sprake is van 600.000 frank gebruikswaarde,
waarmee wij kunnen werken. Ik heb dus in elk
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
geval een voorontwerp gevraagd aan mijn
administratie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de
minister van Financiën over "de vaststelling van
het kadastraal inkomen" (nr. 4626)
06 Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "l'établissement du revenu
cadastral" (n° 4626)
06.01 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de vraag gaat over
de erelonen van de scheidsrechters. Wanneer de
administratie van het kadaster een kadastraal
inkomen vaststelt, kan de belastingplichtige
uiteraard een bezwaar indienen. Indien men over
het bedrag van dat kadastraal inkomen geen
akkoord kan bereiken, wordt de arbitrage
toegepast. Men duidt één of meerdere drie
scheidsrechters aan om het definitief kadastraal
inkomen vast te stellen. De arbitragekosten, dus
de erelonen van de scheidsrechter of -rechters,
worden nog steeds volgens het koninklijk besluit
van 10 oktober 1979 vastgesteld. Deze erelonen
werden sindsdien nooit aan de levensduurte
aangepast. Ze bleven dus meer dan 20 jaar
ongewijzigd behouden.
Het gevolg is in de eerste plaats dat men steeds
minder scheidsrechters bereid vindt om prestaties
te leveren voor een ereloon waarvan het bedrag
thans volledig is voorbijgestreefd. Een ander
gevolg is dat zo de bekoring groeit om het
definitief kadastraal inkomen zonder veel
plichtplegingen, dus eerder onzorgvuldig vast te
stellen.
Graag had ik het antwoord van de minister op de
volgende vragen vernomen.
Ten eerste, heeft de administratie ooit een
voorstel ingediend om de erelonen van de
scheidsrechters aan te passen of minstens te
indexeren, zoals het kadastraal inkomen
ondertussen wordt geïndexeerd?
Ten tweede, kunt u het nodige doen om de
erelonen vanaf het aanslagjaar 2001 te herzien
door het vernoemde koninklijk besluit aan te
passen?
06.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik heb nog geen reactie of
een voorstel terzake van mijn administratie
gekregen. Ik blijf dus voorlopig bij mijn antwoord
op de vraag van de heer Vanvelthoven van
9 juni 2000 inzake deze problematiek. Ik zal een
nieuwe vraag aan mijn administratie stellen. Ik heb
spijtig genoeg dus geen nieuw voorstel klaar.
06.03 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik dank de minister. Ik hoor dat hij de vraag
opnieuw zal stellen. Het is toch merkwaardig dat
de problematiek die reeds op 9 juni 2000 door de
heer Vanvelthoven aan de orde werd gebracht,
een jaar later nog niet tot een resultaat heeft
geleid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financiën over "de inwisseling van
de Belgische frank" (nr. 4634)
07 Question de M. Yves Leterme au ministre
des Finances sur "l'échange des francs belges"
(n° 4634)
07.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, sinds
1 januari 1999 is de eerste fase van de invoering
van de euro in werking getreden. De euro is
ondertussen een munt die bij bankverrichtingen
naast de Belgische frank wordt gebruikt. Op
1 januari 2002 moet ook het chartale eurogeld zijn
intrede doen. De nationale munten en biljetten
worden in de maanden rond de jaarwisseling
geleidelijk uit de omloop genomen. Het chartale
eurogeld komt begin 2002 in circulatie. Normaal
wordt de periode van dubbel gebruik van de frank
en de euro herleid tot twee maanden, wat wil
zeggen dat op 28 februari om middernacht de
Belgische frank ophoudt zijn wettelijk betaalkracht
te hebben. Uiteraard wordt dan nog een lange
periode de inwisselbaarheid van de Belgische
frank in chartale vorm gegarandeerd zonder
beperking in de tijd voor de biljetten en tot eind
2004 voor de munten. Ondanks dit schema en de
ruime mogelijkheden die de mensen zullen
hebben om tijdig hun Belgische franken in te
wisselen voor chartale euro's, laat het zich
voorzien dat nogal wat munten en biljetten
achterwege zullen blijven, al dan niet verstopt in
sokken of andere recipiënten.
Geld in omloop is eigenlijk een vordering op de
staatskas. De waarde van biljetten die niet zullen
worden ingewisseld, vertegenwoordigen dus
eigenlijk een ontvangst voor de Staat, een
zoveelste meevaller voor de federale staatskas. Ik
zou dus graag van u vernemen hoe een dergelijke
ontvangst wordt ingeboekt. Ik kan mij voorstellen
dat uw diensten en het commissariaat-generaal
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
voor de euro reeds een voorafspiegeling hebben
van de vermoedelijke opbrengst van deze operatie
voor de Staat? Graag had ik daarover enige
verduidelijking gekregen.
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Leterme, ik kan u volgende
informatie geven.
Ten eerste, telkens een bankbiljet wordt
vervangen of afgeschaft, betaalt de Nationale
Bank van België aan de thesaurie na enige tijd de
waarde van de biljetten van dat type die door de
burger niet ter vervanging werden aangeboden. In
dit geval gaat het over de inwisseling van BEF-
biljetten in EUR-biljetten. De evaluatie van de
waarde van BEF-biljetten die niet zijn
omgewisseld in EUR-biljetten, zal door de
Nationale Bank in 2002 ongeveer zes maanden na
de periode van de dubbele circulatie dus zes
maanden na begin maart worden uitgevoerd. De
waarde van de muntstukken in Belgische frank die
niet ingewisseld zullen worden, wordt door de
commissaris-generaal voor de euro in "Het
Belgische Scenario voor de overgang op de
chartale euro" tussen de 1 en 2 miljard Belgische
frank geschat. Wat de waarde van de
muntstukken betreft beschikken wij dus over een
eerste evaluatie. Wat de biljetten betreft moeten
we wachten op de eerste evaluatie door de
Nationale Bank 6 maanden na de periode van de
dubbele circulatie.
Ten tweede, het bedrag dat de Bank overschrijft,
wordt op een thesaurierekening en niet in de
Rijksmiddelenbegroting ingeschreven.
Ten derde, de vervanging van de biljetten die later
aan de Bank worden aangeboden, zal gebeuren
op kosten van de thesaurie door de voornoemde
thesaurierekening te debiteren. Dit wordt dus niet
in de Algemene Uitgavenbegroting ingeschreven.
Op deze specifieke thesaurierekening wordt dus
zowel het bedrag gestort door de bank als het
kleine bedrag gestort door de thesaurie aan de
burgers voor een latere vervanging van de
biljetten, ingeschreven.
07.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn
verhelderend antwoord. Ik blijf echter wat op mijn
honger inzake de raming van de biljetten die in
omloop zullen blijven. De diensten van de heer
Smets ramen de tegenwaarde van de munten die
in omloop zullen blijven op één à twee miljard
Belgische frank. Dat is een meevaller, ondanks
het feit dat dit op een wachtrekening bij de
thesaurie wordt geplaatst. Ik kan mij nu
voorstellen dat de tegenwaarde van de biljetten
die in omloop zullen blijven, zoveel maal meer
hetzelfde bedrag zal zijn. Dit betekent voor de
staatskas een belangrijke en onverwacht positieve
meevaller in de omwisselingsoperatie, de
zoveelste!
Toch moet worden bekeken hoe groot deze
meevaller zal zijn en wat de impact ervan zal zijn.
We zullen dit dossier dus volgen en zien hoe de
zaak evolueert.
07.04 Minister Didier Reynders: Wat de
muntstukken betreft, is er een evaluatie van het
ministerie van Financiën en het commissariaat-
generaal van de euro. Voor de biljetten moet er
echter een evaluatie van de Nationale Bank
komen.
07.05 Yves Leterme (CVP): De heer Collinet zal
die dus maken?
07.06 Minister Didier Reynders: Dat is mogelijk,
het kan ook door iemand anders gebeuren.
Totnogtoe beschik ik enkel over een evaluatie van
de muntstukkenwaarde door het ministerie van
Financiën. Op een precieze evaluatie van de
biljetten door de Nationale Bank moeten we
wachten tot zes maanden na de periode van de
dubbele circulatie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financiën over "de cumul als
ambtenaar en als politiek mandataris" (nr. 4671)
08 Question de M. Yves Leterme au ministre
des Finances sur "le cumul des fonctions
d'agent de l'Etat avec un mandat politique"
(n° 4671)
08.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het
spreekt voor zich dat de Administratie der
Belastingen om geloofwaardig te kunnen
functioneren boven elke verdenking moet staan
van politieke inmenging en vermenging, uit hoofde
van haar ambtenaren, van partijpolitieke belangen
vanuit de uitoefening van een mandaat enerzijds
en de professionele verantwoordelijkheid van de
betrokken ambtenaren anderzijds.
Om concreet te zijn, na de
gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar
bekleden sommige mensen die een uitvoerende
verantwoordelijkheid op gemeentelijk vlak dragen
bijvoorbeeld het schepenambt tot op vandaag
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
een loketfunctie bij de belastingdiensten, ook in de
gemeente waar zij hun mandaat uitoefenen. Ik kan
hiervan een aantal voorbeelden uit mijn streek
geven. Een deel van de dag staan zij aan het loket
van de belastingadministratie en een ander deel
functioneren zij politiek uit hoofde van hun
aanduiding tot schepen van, bijvoorbeeld, een
middelgrote gemeente in mijn streek. Naar verluidt
zou er vanuit uw kabinet het gezonde idee naar
voren zijn geschoven dat dit geen goede situatie
is. Het is ontoelaatbaar dat iemand die in een
bepaalde stad een belangrijke politieke
verantwoordelijkheid draagt, in dezelfde stad een
loketfunctie bij de belastingdiensten vervult.
Ik zou graag van u vernemen wat de instructies
terzake zijn. Bestaan deze instructies en wat is uw
visie? Hoe zult u optreden tegen dergelijke
ongezonde situaties die politieke
belangenvermenging met zich kunnen brengen?
Hoe zult u optreden om een politieke
verantwoordelijkheid op lokaal vlak schepen of
burgemeester niet te laten samengaan met een
dienstverlenende functie vanuit de Administratie
der Belastingen, die onder uw bevoegdheid
ressorteert?
08.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Leterme, artikel 72, 4° van de
nieuwe gemeentewet, gecoördineerd door het
koninklijk besluit van 24 juni 1988, bepaalt dat
de
ambtenaren en bedienden van de
belastingadministraties, behoudens een door de
Koning goedgekeurde afwijking, noch
burgemeester, noch schepen mogen zijn in de
gemeenten die in hun district of ambtsgebied
liggen.
Ik deel uw bezorgdheid over de onverenigbaarheid
van de functies in een belastingadministratie en
een politiek mandaat. Ik ben echter van mening
dat de uitoefening van de twee functies kan
samengaan zonder nadeel
noch voor de
belastingplichtige, noch voor de administratie als
ontegensprekelijk blijkt dat er
geen enkele
wisselwerking is tussen de beroepsactiviteit en het
politiek mandaat.
Bijgevolg heb ik naar aanleiding van de recente
gemeenteraadsverkiezingen aan mijn
administratie de volgende instructies gegeven.
Voor ambtenaren van niveau 2, 3 en 4 mag men
een afwijking toestaan mits men duidelijk vermeldt
dat de ambtenaren geen dossiers mogen
behandelen van de gemeente waar ze hun
mandaat vervullen. Waar die beperking niet
realistisch is, zoals in grote stadscentra, vragen
we dat de hiërarchische meerdere bijzondere
aandacht aan het werk van de ambtenaar
schenkt. Er wordt dus streng op toegezien dat de
dienst zodanig wordt georganiseerd dat de
ambtenaar niet tussenbeide komt in dossiers van
belastingplichtigen uit zijn gemeente. Dat is klaar
en duidelijk. Ik wil geen inmenging in de dossiers
van de belastingplichtigen uit de gemeente
waar
zo'n ambtenaar het burgemeesters- of
schepenambt uitoefent.
Voor de ambtenaren van niveau 2+ moet men
geval per geval onderzoeken, naargelang de
graad van verantwoordelijkheid van de ambtenaar
of van een mogelijke verdeling van het werk.
Hetzelfde principe is hier van kracht. We willen
geen inmenging in de dossiers van
belastingplichtigen uit zijn gemeente.
Voor de ambtenaren van niveau 1 wordt de
afwijking geweigerd, behalve in uitzonderlijke
omstandigheden zoals de scheiding tussen de
politieke functie en de werking in de administratie.
Ik herhaal dat voor de ambtenaren van niveau 1 in
het algemeen geen afwijking wordt toegestaan.
08.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor het antwoord
dat ons voldoet zowel inzake het principe als de
toelichting eraan gegeven. Concreet betekent dit
dat het ondenkbaar is dat een ambtenaar van
niveau 1, 2+ of 2 die schepen of burgemeester is
in een gemeente van ongeveer 15.000 inwoners
loketfuncties vervult in zijn stad voor
belastingplichtigen van zijn gemeente.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Alexandra Colen aan de
minister van Financiën over "de mogelijke
tekorten aan beschikbare euromunten en -
biljetten na verloop van tijd" (nr. 4673)
09 Question de Mme Alexandra Colen au
ministre des Finances sur "les éventuelles
pénuries à terme de pièces de monnaie et de
billets de banque libellés en euros" (n° 4673)
09.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik wens u nog eens te ondervragen over
de invoering van de euro en het scenario inzake
het geldverkeer in euromunten en -biljetten in
Europa.
Wat de invoering van de euro betreft, heb ik een
aantal algemene vragen ingediend. Welk is het
totaal bedrag aan euromunten en -biljetten dat op
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
1 januari 2002 in Europa in omloop zal worden
gebracht? Dit bedrag wordt verdeeld over de
deelnemende landen. Welke criteria worden
terzake bepaald? Hoeveel euro zal aan België
worden toegekend?
Op het ogenblik dat het geldverkeer in
eurobiljetten en -munten verloopt, is het, mijns
inziens, niet onmogelijk dat er in ons land op
bepaalde ogenblikken een onevenwicht zal
bestaan inzake het aantal beschikbare
euromunten en -biljetten. Denken we maar aan de
toeristische sector. Het is algemeen geweten dat
veel meer Belgen naar het buitenland naar
zonniger oorden trekken en daar hun geld
uitgeven dan in ons land vakantie te nemen. Op
die manier is het goed mogelijk dat er op een
bepaald ogenblik meer euromunten en -biljetten
het land verlaten dan dat er binnenkomen. Heeft
men een procedure achter de hand om het tekort
te verhelpen, mocht de situatie zich voordoen - al
dan niet na verloop van een aantal jaren of voor
een langere periode
-
dat de beschikbare
hoeveelheid munten en biljetten beneden een
bepaald noodzakelijk peil daalt?
09.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik wens erop te wijzen dat
vanaf 1 januari 2002 de uitgifte van muntstukken
en biljetten in euro niet langer een nationale
bevoegdheid zal zijn. De Europese Centrale Bank
zal terzake bevoegd zijn.
Ik zal antwoorden op de concrete vragen van
mevrouw Colen. De Europese Commissie en de
Europese Centrale Banken schatten dat in de
eurozone tegen 31 december 2001 ongeveer 56
miljard munten en 14,5 miljard biljetten zullen
moeten worden aangemaakt.
De totale waarde van de munten en biljetten wordt
geschat op 16 miljard euro voor de muntstukken
en op 650 miljard euro voor de biljetten. Het
merendeel van die muntstukken en biljetten zal in
omloop gebracht worden.
Het voornaamste criterium voor de verdeling van
de euromuntstukken en eurobiljetten per land is,
zoals nu, gebaseerd op behoeftecriteria
vastgesteld aan de hand van periodieke ramingen
van de centrale banken goedgekeurd door de
Europese Centrale Bank. De beginsituatie zal
vanaf 1 januari 2002 resulteren uit de inhoudingen
gedaan door de burgers van de verschillende
staten.
Voor België zal de Koninklijke Munt van tevoren
ongeveer twee miljard muntstukken slaan. Er
moeten iets meer dan 530 miljoen biljetten
gedrukt worden; dat is ongeveer 3,6% van het
totaal aantal biljetten, te drukken in de eurozone.
Er dient op te worden gewezen dat op
1 januari 2002, bij het begin van de dag, het in
omloop gebrachte bedrag zal afhangen van de
bevoorrading vooraf in de verschillende lidstaten
gedurende het tweede semester van 2001. In
België zal die voorafgaande bevoorrading bestaan
uit het volume van minikits in handen van de
bevolking ten bedrage van 62 miljoen euro,
starterkits ten bedrage van 168 miljoen euro en
rolletjes en biljetten in handen van de handelaars.
Meer dan tweehonderd miljoen biljetten zullen
beschikbaar zijn. Het aantal muntstukken en
biljetten dat voorhanden zal zijn, is gekend. Het is
mogelijk dat alle minikits en eurostarterkits vlug
verdwenen zullen zijn. Wat de biljetten betreft, zal
alles afhangen van de vraag. Hetzelfde zal gelden
voor de andere landen en dat naargelang het
welslagen van de vervroegde bevoorrading.
In België zullen op 1 januari 2002 de banken
gesloten zijn. Het in omloop brengen zal dus
uitsluitend met biljetten en via de 6.600
geldautomaten gebeuren, afhankelijk van de
bevoorrading van die automaten. In sommige
landen zullen de banken open zijn en kunnen de
geldautomaten eveneens gebruikt worden,
hetgeen onvermijdelijk op die dag de omvang van
de in omloop gebrachte bedragen zal
beïnvloeden.
Het is niet onmogelijk dat zich na een aantal jaren
een tekort aan euro's voordoet in sommige landen
door economische en toeristische bewegingen die
zonder twijfel seizoensgebonden zijn. De toename
van de elektronische betalingen kan niettemin dat
fenomeen temperen. De Europese Centrale Bank
zal, wat de biljetten aangaat, erop toezien dat
transfers worden uitgevoerd van landen met een
overschot naar landen met een tekort, namelijk
door het in omloop brengen van strategische
voorraden die bij het begin niet werden verdeeld.
Voor de muntstukken zal er gemeenschappelijk
overleg nodig zijn tussen de lidstaten van de
eurozone, de Europese Commissie en de
Europese Centrale Bank.
Ten slotte dient eraan herinnerd te worden dat de
biljetten in euro identiek zijn in alle lidstaten. De
muntstukken in euro bestaan uit een nationale
zijde en een gemeenschappelijke zijde. Zowel de
biljetten als de munten zullen in de landen van de
eurozone wettelijk circuleren. Er is dus geen echt
probleem in verband met een tekort aan biljetten
of muntstukken. Transfers zijn mogelijk, maar er
is ook een algemene circulatie in de hele
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
eurozone.
09.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor
zijn omstandig antwoord en noteer dat er
inderdaad in een soort scenario voorzien is. Wij
zullen afwachten tot de situatie zich concreet
voordoet, hoe alles in zijn werk zal gaan. De
nationale lidstaten hebben op dat vlak inderdaad
weinig of geen bevoegdheid meer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financiën over "het gebruik van
een fiscale databank voor de Administratie der
Belastingen" (nr. 4675)
10 Question de M. Yves Leterme au ministre
des Finances sur "l'utilisation d'une banque de
données fiscales pour l'Administration des
contributions" (n° 4675)
10.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, tijdens
de hoorzittingen en de debatten rond de
belabberde toestand van de Administratie der
Belastingen, waar dringend nood is aan
investeringen in personeel en informatie, is
systematisch door de ambtenaren aan de orde
gebracht dat het beschikken over en de vlotte
toegang tot volledige informatie, cruciaal is in de
strijd tegen de fiscale fraude. Het gaat hier
uiteraard niet alleen over wetteksten en
reglementeringen, maar vooral over de rechtsleer
en de jurisprudentie terzake. Dergelijke informatie
is cruciaal om met gelijke wapens te kunnen
strijden tegen advocaten, consultants en mensen
uit de private sector die wel beschikken over de
meest moderne en adequate technieken om
rechtsbronnen op te sporen en te gebruiken voor
hun argumentatie tegen de fiscus. Tijdens de
hoorzittingen werd herhaaldelijk gezegd dat een
goede toegang tot dergelijke informatie cruciaal is
en met informatica ondersteund moet worden.
Mijnheer de minister, de regeringscommissaris
en uzelf - dat siert u trouwens - hebben al
aangegeven dat er plannen bestaan om
belangrijke investeringen te doen in het
departement van Financiën. Dit betekent dat de
knowhow die in de privé-sector bestaat, de
informatie die door privé-bedrijven is opgeslagen,
zowel de wettelijke als de reglementaire teksten
als de jurisprudentie en de rechtsleer rond de
fiscaliteit, ter beschikking zal worden gesteld van
alle fiscale ambtenaren van alle fiscale kantoren.
Cruciaal hierbij is dat er een databank komt, en
vooral dat er een goed zoeksysteem is, waardoor
alle controleurs van de Administratie der
Belastingen vanuit hun kantoor vrij vlot kunnen
opzoeken welke wetgeving op een bepaald
dossier kan worden toegepast, welke
commentaren de rechtsleer reeds op die
wetgeving heeft gegeven en welke jurisprudentie
er terzake bestaat.
Mijnheer de minister, enkele maanden nadat u
aangekondigd hebt dat u wou investeren in
informatica, wil ik graag van u vernemen wat de
stand van zaken is in dit dossier. Hoever staat het
met het ter beschikking stellen van de bewuste
elektronische databank voor uw departement?
Concreet vraag ik het volgende. Bevestigt u dat u
van plan bent de toegang tot zo'n fiscale databank
ruim mogelijk te maken binnen de Administratie
der Belastingen? Hoever staat het met de
gesprekken daarover? Welke timing voorziet u?
Binnen welke termijn zullen de kantoren uitgerust
worden met een goed toegangssysteem tot de
databank? Hoe berekent u de tijdswinst en de
efficiëntiewinst, die kan worden verwacht door het
inzetten van een dergelijke fiscale databank? Is er
zicht op het wegwerken van de achterstand in
bijvoorbeeld de behandeling van bewaarschriften?
Er zouden nog steeds 60.000 of 70.000
onverwerkte bezwaarschriften klaarliggen, maar
misschien hecht u er nu minder belang aan om
die stock snel af te werken? U hebt dit ooit " de
dienst naverkoop van de CVP" genoemd. Blijkbaar
is die dienst voor u niet echt een prioriteit?
Mijnheer de minister, verder verneem ik graag wat
de geraamde kostprijs is van het ter beschikking
stellen van een fiscale databank aan uw hele
administratie? Voorziet u hiervoor reeds middelen
in de begroting voor 2001, of moeten wij wachten
op de begroting voor 2002? Tenslotte, bent u
bereid de mogelijkheid te onderzoeken om de
databank voor de Administratie der Belastingen in
te schakelen in een eigen intranet, dat uitsluitend
toegankelijk zou zijn voor de ambtenaren van uw
diensten?
10.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, ik dank de heer Leterme voor zijn
belangrijke vraag, niet alleen voor mijn
administratie, maar ook voor de
belastingplichtigen om over volledige informatie te
kunnen beschikken.
Ik wil eerst opmerken dat de administratie reeds
over enkele instrumenten beschikt. Zo werd
enkele jaren geleden de fiscale gegevensbank
gecreëerd die regelmatig met commentaren en
bijkomstige informatie wordt aangevuld. De inhoud
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
van deze gegevensbank wordt onder de
ambtenaren verspreid door middel van cd-rom's.
Er zijn twee verschillende cd-rom's met twee
verschillende types van inlichtingen.
Momenteel is een project aan de gang om de
fiscale documentatie, toegankelijk voor de
ambtenaren, te verbeteren en om het merendeel
van deze documentatie via internet ter
beschikking van het grote publiek te stellen. Deze
verbetering betreft uiteraard de inhoud van de
documentatie, die moet worden uitgebreid tot een
meer omvattende rechtspraak en tot bepaalde
informatie die in de rechtsleer is terug te vinden.
De voornaamste vernieuwing zou zich echter
moeten situeren op het vlak van de
gebruiksvriendelijkheid van de fiscale
gegevensbank, waarvoor de integratie van diverse
hyperlinks en een performante zoekmachine is
vereist.
Daarnaast zou ik eveneens willen opmerken dat
de terbeschikkingstelling van een dergelijke
gegevensbank op het intranet van Financiën een
bijkomende investering vergt in het netwerk van
Financiën, alsook de installatie van geschikte
aansluitingen in alle departementen. Dit maakt het
voorwerp van een andere prioriteit uit, die
opgenomen is in het informatieplan 2001.
De bedoeling is om in samenwerking met een
privé-partner een fiscale gegevensbank te
ontwikkelen die op termijn het geheel van de
officiële fiscale bron zou omvatten, met name
wetboeken, verdragen, commentaar, rechtspraak.
Deze informatie moet op een optimale manier via
een HTML-formaat worden gerangschikt en
gepresenteerd. Deze documentatie zal gratis ter
beschikking van het publiek worden gesteld.
Tegen 1
januari
2002 zou men reeds de
wetboeken, de verdragen en de commentaren van
de administratie op internet en op het intranet van
het ministerie willen publiceren. De rechtspraak
zal geleidelijk worden toegevoegd. De
administratie zal bij deze rechtspraak enige
toelichting geven, bijvoorbeeld in het geval een
vonnis aanleiding heeft gegeven tot het indienen
van een beroep of een voorziening in cassatie. In
dit opzicht wil ik er op wijzen dat de moeilijkheden
zich niet situeren op het vlak van het op internet
plaatsen van deze fiscale teksten, maar wel op het
vlak van een efficiënte organisatie van deze
informatie met een samenhangende structuur en
met pertinente hyperlinks.
Er is geen berekening verbonden aan de impact
van deze gegevensbank op de productiviteit van
de ambtenaren. Het lijkt mij ook moeilijk om dit ex
ante te kunnen realiseren. Ik twijfel echter niet aan
de belangrijkheid van het project, waarvan de
voordelen ruimschoots de investeringen zullen
overstijgen. Ik hoop dat deze evolutie mogelijk zal
zijn.
Het huidige werkritme inzake de behandeling van
de geschillen stelt de administratie in de
mogelijkheid om een omvangrijk deel van de
opgelopen voorraad geschillen in te halen. De
verbetering van informatie die ter beschikking van
de ambtenaren zal worden gesteld, zal deze
tendens nog moeten aanzwengelen. Ik wil er
ondertussen op wijzen dat er reeds cd-rom's
bestaan met een relatief volledige informatie zodat
de verbetering vooral kwalitatief en geleidelijk zal
zijn. Wij moeten niet van nul beginnen. De
particulieren zullen vooral de kwantitatieve
toename opmerken.
Op middellange termijn hopen wij dat een betere
inlichting van de burgers het aantal geschillen-
dossiers zal doen afnemen zelfs indien het
moeilijk is om dit aspect van de vraag met precisie
in te schatten. Aangezien het hier om een veeleer
ongebruikelijk project gaat, is de totale kostprijs
moeilijk te ramen. Een gedeelte van de fiscale
informatie waarover wij zouden willen beschikken,
is reeds voorhanden op de markt. De
ontwikkelingskosten zullen veeleer gering zijn in
die zin dat de prijs zal afhangen van de mate van
concurrentie die zich zal ontwikkelen tussen de
verschillende potentiële marktdeelnemers.
In elk geval zullen de budgetten die voorzien
werden in het kader van het vijfjarenplan
Informatica toereikend zijn. Volgens mij zijn er
voldoende middelen uitgetrokken op de
begrotingen van de jaren 2001 en 2002. Wat de
installatie op het netwerk betreft, heb ik reeds
aangehaald dat de versie die toegankelijk zal zijn
voor de ambtenaar ter beschikking zal worden
gesteld via het intranet van het departement
Financiën terwijl de versie voor het grote publiek
via het internet zal kunnen worden geconsulteerd.
Ik hoop dat het mogelijk zal zijn om dit systeem in
te voeren vanaf 1 januari 2002 en niet alleen voor
de ambtenaren maar ook voor het grote publiek.
Er moeten jaar na jaar meer inlichtingen worden
gegeven in verband met rechtspraak, enzovoort.
We moeten starten met de codificatie, de
verdragen en het commentaar.
10.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.
Ik zal het nog eens goed bestuderen en laten
bezinken.
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Mijnheer de minister, ik juich toe dat het project
met kracht wordt voortgezet. Het lijkt mij belangrijk
dat u vandaag aankondigt dat vanaf 1 januari
2002 alle reglementaire en wettelijke bepalingen
over fiscaliteit in ons land ter beschikking zullen
staan voor het grote publiek op het internet. Ik
vind dit een bijzonder goede stap voorwaarts.
Ik heb een paar kleine bijkomende vragen. Ten
eerste, op 1
januari
2002 zal alle fiscale
regelgeving ter beschikking staan op het internet.
Hoe zit het met de betrokkenheid van de private
partners en dan meer bepaald het bedrijf dat u
zoekt om het systeem te ontwikkelen? Heeft dit
betrekking op het logisch ordenen van de
informatie of het aanleveren op informaticadragers
van rechtsleer en jurisprudentie? Ten tweede,
gaat u daarvoor een aanbestedingsprocedure
uitschrijven? Hebt u contacten met bedrijven?
Welke timing wordt vooropgesteld? Hoe zal dit
bedrijf worden geselecteerd?
Mijnheer de voorzitter, in het algemeen ben ik
tevreden met het feit dat de inspanningen terzake
worden voortgezet. Wij zullen dit dossier met de
nodige aandacht en zorg blijven volgen.
10.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, ik hoop dat we vóór 1 januari 2002 een
partnership kunnen sluiten met een privé-partner.
Het is belangrijk een efficiënte zoekmachine te
vinden die de inlichtingen makkelijk toegankelijk
kan maken. Ik heb reeds contacten gehad met
een aantal firma's. Samen met de Inspectie van
Financiën ga ik rond de tafel zitten om terzake een
procedure af te spreken.
Ik hoop dat het mogelijk zal zijn tot een dergelijke
beslissing te komen voor 1 januari 2002 voor de
algemene inlichtingen in verband met de
codificatie. Een correcte structuur en een correct
zoeksysteem zijn zeer belangrijk. Wij hebben al
bepaalde contacten achter de rug en nu is het
perfect mogelijk om tot een correcte procedure te
komen in samenwerking met de Inspectie van
Financiën.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Luc Goutry aan de
minister van Financiën over "de hervorming
van de hypotheekadministratie" (nr. 4697)
11 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Finances sur "la réforme de l'administration des
hypothèques" (n° 4697)
11.01 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de vraag in
verband met de hervorming van de
hypotheekadministratie kwam in deze commissie
al herhaaldelijk ter sprake. Hoewel ik van u
meermaals antwoorden heb gekregen die er op
leken te wijzen dat er een oplossing zou zijn en
dat daarin was getrancheerd, blijkt nu op het
terrein dat de bedienden nog altijd in grote
onzekerheid leven. Dit is zo, ondanks de
aankondiging dat alles binnen de administratie zou
komen en dat er geen problemen meer waren.
Iedereen weet dat het systeem totaal
voorbijgestreefd is. Het personeel is nog altijd
contractueel daaraan verbonden, hoewel die
mensen daar uiteraard eigenlijk als statutairen
werken. Zij zijn nog altijd contractueel verbonden
aan een soort van zelfstandige hypotheek-
bewaarder. Reeds lang dringt men aan op een
hervorming en vooral op integratie in het
ministerie van Financiën waar zij ook thuishoren,
zodat de betrokken bedienden zouden kunnen
vallen onder het normale statuut en een normale
vaste benoeming zouden kunnen krijgen. Er was
sprake van dat dit alles deel zou moeten uitmaken
van een van de pijlers van de zogenaamde
herstructurering, met name AKRED. Thans zou er
een ontwerp van koninklijk besluit in wording zijn
dat het hypotheekpersoneel financieel zou
gelijkschakelen. Evenwel zouden er ook besluiten
moeten worden aangepast om tot vaste
benoemingen te kunnen komen, dit wat de
statuten betreft. Een en ander zou worden
ingepast in het zogenaamde Copernicus-plan ter
hervorming van de administratie. De laatste tijd
duikt echter een nieuw idee op. In plaats van over
AKRED spreekt men steeds meer over het
oprichten van een soort agentschap van
patrimoniale informatie. Onder meer het kadaster
en de registratie zouden daaronder worden
gerangschikt. Het is dan bijna evident dat ook de
mensen van de hypotheekbewaring daar zouden
terechtkomen. De vraag is totaal open. Men weet
niet goed wat er nu eigenlijk zal gebeuren. Men
wordt ongeduldig en er zijn al contacten geweest,
vandaar dat de mensen ons voortdurend vragen u
daarover te ondervragen.
Mijnheer de minister, hoe ver staat het nu juist met
de aangekondigde hervormingen in de
administratie van Financiën in het algemeen? Wat
zal daarin de plaats zijn van de
hypotheekbewaring? Wanneer en hoe zal er
duidelijkheid komen over de statutaire positie van
de mensen die nu contractueel zijn toegevoegd
aan de hypotheekbewaarder?
11.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
voorzitter, mijnheer Goutry, op 26 mei 2000 heb ik
mijn oriëntatienota inzake de hypotheekkantoren
voorgelegd aan de Ministerraad. Deze nota
voorziet in een hervorming van het statuut van de
bedienden van de hypotheekbewaarders in drie
fasen. De eerste fase behelst de gelijkschakeling
van de geldelijke toestand van de bedienden met
de personeelsleden van de staat en werd
gerealiseerd bij koninklijk besluit van 10 oktober
2000. De eerste fase is er dus al. De maatregelen
die het voorwerp uitmaken van de tweede fase
van de hervorming bestaan in de uitbreiding van
het kader van bureauchef, de organisatie van
bijkomende examens en de toekenning van een
weddencompliment. Omtrent deze punten is er
een akkoord van de syndicale raad van advies van
de bedienden van hypotheekbewaarders. Het
ontwerp van besluit ondergaat nu de
administratieve en begrotingscontrole. Ik wacht
dus op de afronding van deze procedure.
De laatste fase, de toekenning van het statuut van
rijksambtenaar aan de bedienden, maakt thans
het voorwerp uit van een studie in de administratie
van het kadaster, de registratie en de domeinen.
Hoe dan ook situeren de hypotheekkantoren zich
in de toekomstige organisatie van de dienst
rechtszekerheid, zoals die wordt voorzien in de
administratie van het kadaster, de registratie en
de domeinen, in het kader van het Copernicus-
plan. In ieder geval wordt niet overwogen om de
hypotheekkantoren af te scheiden van de andere
diensten die de onroerende documentatie
beheren.
Het is klaar en duidelijk dat, wat een dergelijk
Agentschap voor Patrimoniale Documentatie
betreft, we tot een samenwerkingsakkoord met de
Gewesten moeten komen. Er is een ontwerp voor
een samenwerkingsakkoord. Tijdens de
bespreking van het wetsontwerp in verband met
de Lambermont-akkoorden over het aspect
financiering, is dat ook in de commissie voor
Institutionele Hervorming rondgedeeld. Ook
hebben wij de ambtenaren in het departement
reeds enige informatie gegeven.
Ons plan bestaat uit drie fasen en ik hoop dat het
ook voor de tweede fase mogelijk zal zijn een
concrete beslissing te treffen. Voor het
Agentschap voor de Patrimoniale Documentatie is
er een samenwerkingsakkoord tussen de
Gewesten. In ieder geval moeten de
hypotheekkantoren volledig worden geïntegreerd
in de diensten die de onroerende documentatie
beheren.
11.03 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, er is een incongruentie
tussen de schijnbare duidelijkheid van uw
antwoord en de voortdurende onduidelijke situatie
op het terrein. Er is misschien sprake van een
communicatieprobleem en misschien weten de
mensen in de hypotheekkantoren niet wat u hier
vertelt. Dat lijkt mij evenwel onmogelijk. Dus is het
mogelijk dat uw antwoord meer duidelijkheid
aangeeft dan er op het terrein bestaat.
Er is mij iets absoluut niet duidelijk. Ik hoor dat er
drie fases zijn, dat alles goed is afgesteld en er
zelfs al een koninklijk besluit over het financiële
aspect is, maar verder niets. U zegt dat de
hypotheekkantoren zeker zullen passen in het
Agentschap van de Patrimoniale Informatie en dat
zij niet kunnen worden losgekoppeld van het
kadaster en de registratie. Desalniettemin is in de
teksten van het Agentschap voorlopig geen woord
te vinden over het personeel van de
hypotheekkantoren. Zij worden eenvoudigweg niet
vermeld.
Is dit misschien allemaal slechts wishful thinking
van uwentwege en werd er nog geen overleg over
gepleegd? Zijn deze mensen misschien niet
aanwezig op het overleg, luisteren ze niet goed
naar u of begrijpen ze u niet? Wat het ook moge
zijn, er is iets dat niet klopt. Ik begrijp niet waarom
men op het terrein blijft aandringen op iets dat
ogenschijnlijk al bijna helemaal is geregeld.
11.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, ik dank de heer Goutry voor zijn
appreciatie. Misschien verschaft mijn antwoord
hier inderdaad meer klaarheid dan sommige
mensen op het terrein hebben. In ieder geval heb
ik wel degelijk met de vakbonden over mijn plan
onderhandeld. Het is klaar en duidelijk: er zijn drie
fasen. Eerst hadden er informele en daarna
formele onderhandelingen plaats. We zijn nu
bezig met de concrete toepassing van het plan
voor de kadasteradministratie.
Voor het nieuwe Agentschap voor Patrimoniale
Documentatie is er een eerste wetsontwerp, maar
de financieringswet moet in dit huis nog met een
tweederde meerderheid worden goedgekeurd. Dat
moeten we dus afwachten. Volgens mij kan men
alle inlichtingen over het wetsontwerp bekomen.
We hebben al een project voor het
samenwerkingsakkoord rondgedeeld in de
commissie voor Institutionele Hervormingen
tijdens de bespreking van het wetsontwerp.
Er zijn twee zaken: mijn plan en informele en
formele onderhandelingen met de vakbonden
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
enerzijds en de bespreking van het wetsontwerp
voor de financiering van de Gemeenschappen en
Gewesten en de fiscale autonomie en eventueel
een nieuw Agentschap voor Patrimoniale
Documentatie anderzijds.
Het is misschien mogelijk om sneller te gaan; de
zaak kan worden behandeld in de commissie voor
de Institutionele Hervorming, waar een twee
derden meerderheid kan worden gevonden. Dat is
misschien een mogelijkheid om tot een snellere
oplossing te komen.
11.05 Luc Goutry (CVP): Mijnheer de minister,
afgezien van de nodige hervorming, moet u er wel
voor opletten dat u klaar bent met de wijzigingen
op het terrein.
11.06 Minister Didier Reynders: Er bestaat thans
een nieuwe strekking in verband met de fiscale
autonomie van de gewesten.
Eerst en vooral moet ik evenwel een antwoord
krijgen van het parlement.
11.07 Luc Goutry (CVP): De onrust die leeft bij
het personeel van de hypotheekbewaring slaat
daar niet op.
11.08 Minister Didier Reynders: Toch wel.
Immers, het is toch nuttig om een klaar en
duidelijk antwoord te krijgen van het parlement.
11.09 Luc Goutry (CVP): Inderdaad, maar wel
werd mijn stelling bevestigd dat de zaken alleen
voor u duidelijk zijn, mijnheer de minister, maar
dat alles onduidelijk blijft voor de betrokkenen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de
minister van Financiën over "de aanhoudende
onrust bij het personeel Financiën Antwerpen"
(nr. 4705)
12 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre
des Finances sur "le malaise persistant auprès
du personnel du département des Finances à
Anvers" (n° 4705)
12.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, de aanleiding van mijn vraag is de actie
die donderdag 17 mei werd ondernomen door
enkele honderden personeelsleden van de
diensten het ministerie van Financiën te
Antwerpen.
Via deze actie, die blijkbaar was gericht tegen uw
hervormingsplannen, mijnheer de minister,
wensten de personeelsleden hun onvrede te uiten.
Ongeveer een jaar geleden bracht u een bezoek
aan de hoofdzetel van uw departement van
Financiën in de Antwerpse regio, alsook aan
verschillende andere kantoren in het land. Uw
bezoek aan de Antwerpse diensten ging niet
onopgemerkt voorbij gezien de toestand die u er
aantrof, zoals onderbezette controle- en
ontvangstkantoren, verouderd materiaal en weinig
gemotiveerd personeel.
In de nasleep van dit bezoek deed u een aantal
beloften aangaande de aanwerving van
bijkomende personeelsleden en het
ter
beschikking stellen van modern
informaticamateriaal.
Een jaar na de feiten en afgaande op de reacties
daaromtrent, bleken dit loze beloften te zijn. Er
gebeurden weliswaar een aantal aanwervingen,
maar onvoldoende om het bestaande tekort te
kunnen opvangen. Bij de douane bijvoorbeeld zou
er nog steeds een veertigtal personeelsleden te
weinig zijn.
Er werd eveneens heel wat kritiek geuit omtrent
de aangekondigde herstructureringen. In dat
verband wordt verwezen naar het Copernicus-
plan, waardoor niemand meer precies weet hoe
de vork aan de steel steekt en wie al dan niet mag
ondertekenen voor een vakantiekaart.
Een derde reden van het ongenoegen van het
personeel is dat de dienst voor de onroerende
belastingen, de zogenaamde AKRED, zou worden
geprivatiseerd. Hierbij wordt verwezen naar uw
plannen om deze dienst onder te brengen in een
openbare instelling met rechtspersoonlijkheid.
Mijnheer de minister, ziehier mij vragen omtrent
voornoemde toestand.
Ten eerste, hoe komt het dat een jaar na uw
bezoek aan Antwerpen, de problemen inzake
personeelstekort nog steeds niet werden
verholpen.
Ten tweede, in welke mate komt u tegemoet aan
de eisen van de vakbonden om onmiddellijk
vijfhonderd bijkomende personeelsleden aan te
werven?
Ten derde, binnen welke termijn zullen de
aanwervingen concreet worden ingevuld, zodat de
toestand op het terrein eindelijk verbetert?
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Vijfhonderd lijkt een hoog getal, maar dat cijfer
werd gesuggereerd in de Belgaberichten.
Ten vierde, in welke mate bent u bereid om aan
een aantal bijkomende eisen tegemoet te komen?
Men spreekt over de zogenaamde
agglomeratiepremie, de aanpassing van de
glijtijden en het gratis vervoer van de ambtenaren
van en naar de haven ingevolge het feit dat die
afstanden vrij aanzienlijk zijn.
Ten vijfde, welke maatregelen gaat u op korte
termijn nemen om de mislopen ontvangsten als
gevolg van het gebrek aan belastingcontroles en
personeel in de haven van Antwerpen te
recupereren? Men spreekt over 100 miljard frank
op jaarbasis.
Ten zesde, wat is de impact van de
aangekondigde privatisering van de Akred voor de
betrokken Antwerpse kantoren?
Ik kijk uit naar uw antwoord, mijnheer de minister.
12.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Goyvaerts, in de eerste plaats
wens ik te preciseren dat sinds 1 januari 2001 340
Nederlandstalige ambtenaren tot de statutaire
stage werden toegelaten. Normaal gezien zullen
er nog 37 op 1 juni 2001 en 108 op 1 juli 2001 in
dienst treden. In totaal spreken we over 485
indienstnemingen.
Van de aanwervingen die tussen 1 juni 2000 en 1
mei 2001 hebben plaatsgevonden, werden 256
ambtenaren aan Antwerpen toegewezen.
Bovendien werden in Antwerpen 19 contractuelen
in het kader van het Rosetta-plan in dienst
genomen. Binnenkort zullen nog 5 personen in
dienst treden. Het is nochtans juist dat het nog
altijd moeilijk is ambtenaren, in het bijzonder voor
Antwerpen, aan te werven en dit om verschillende
redenen. Ik verwijs naar de economische toestand
van de agglomeratie, waaruit voortvloeit dat de
inwoners van deze stad liever in de particuliere
sector werken. Bovendien is het moeilijk om
Antwerpen met openbare vervoermiddelen te
bereiken. De administratie stelt alles in het werk
om in de Antwerpse agglomeratie in een
personeelsbestand te voorzien dat met de
personeelsformatie overeenkomt.
Het is fout te beweren dat bij de Antwerpse haven
500 ambtenaren ontbreken. Ik moet preciseren
dat de personeelsformatie van deze diensten voor
1993 1700 personeelsleden bevatte, maar daarna
tot 1200 personen werd teruggebracht ten gevolge
van verschillende door de vorige regeringen
genomen maatregelen. Bij de recente contacten
die ik met vertegenwoordigers van de
vakbondsorganisaties heb gehad, heb ik de
verplichting aangegaan alles in het werk te stellen
opdat vanaf dit jaar daadwerkelijk 1.200
ambtenaren bij de Antwerpse haven worden
tewerkgesteld.
Voor het jaar 2001 heeft het departement de
toelating gekregen 2.000 statutaire ambtenaren in
dienst te nemen. Indien deze doelstelling wordt
bereikt zal het bezettingspercentage van de
personeelsformatie 97,6% bedragen. Dat betekent
dat nog 716 ambtenaren ontbreken, maar het
departement hoopt dit verschil in 2002 op te
vangen en naast de aanwervingen ook de
normale vertrekken te vervangen. Het is dus de
doelstelling om in de loop van het jaar 2002 een
personeelsbestand te bereiken dat
met de personeelsformatie
overeenkomt.
Vanzelfsprekend hangt de verwezenlijking van
deze doelstelling af van het antwoord van de
arbeidsmarkt op de voorstellen van het
departement.
Ik deel de heer Goyvaerts mee dat ik de
administratie heb belast om de kwalitatieve
maatregelen te onderzoeken die zouden kunnen
worden genomen om de ambtenaren aan te
sporen in de grote agglomeraties te werken. De
uitslagen van het onderzoek heb ik nog niet
gekregen, maar er is al een eerste beslissing
genomen tijdens de aanpassing van de begroting
2001 wat sommige premies in bepaalde delen van
het departement betreft.
Het door u vermelde bedrag van 100 miljard frank
berust op volledig ongegronde beweringen.
Daardoor kunt u begrijpen dat ik hierover moeilijk
stelling kan innemen. Het is waar dat maatregelen
moeten worden genomen die door een verfijnde
controle een meer doeltreffend toezicht mogelijk
maken. Door een risico-onderzoek zou het
mogelijk moeten zijn de belastingplichtigen te
bepalen wiens dossier een reeks objectieve
gegevens inhouden die tot de uitvoering van een
grondigere controle leiden.
Ik verwijs naar mijn antwoord op de interpellatie
van de heer Vanvelthoven.
De zwakke informatisering van de administratie is
een van de oorzaken die wordt aangevoerd om de
gebrekkige controles te verklaren. Het
informaticaplan dat op mijn initiatief door de
Ministerraad werd goedgekeurd strekt ertoe het
manueel werk geleidelijk te verminderen. Hierdoor
zullen de ambtenaren zich opnieuw op hun
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
basistaken kunnen concentreren. Ik wijs erop dat
de levering van 6.248 pc's bezig is. Begin volgend
jaar zullen nog eens 6.000 pc's worden geleverd.
Door deze vervanging van twee derde van ons
computerpark moet de administratie efficiënter
kunnen werken.
De toekomst van de administratie van het
kadaster, de registratie en de domeinen wordt
nauw met de financieringswet verbonden.
12.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, uit uw
antwoord kan ik opmaken dat u met het dossier
bezig bent en sinds het vorige jaar enige
vooruitgang hebt geboekt. De onrust van het
personeel is blijkbaar niet volledig gegrond.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Financiën over "de opbrengsten
van de milieutaksen" (nr. 4710)
13 Question de M. Yves Leterme au ministre
des Finances sur "les recettes des écotaxes"
(n° 4710)
13.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de
ecotakswetgeving draagt mijn bijzondere
aandacht weg. Ik ben van plan me in dit dossier in
te werken om de beslissingen van de minister te
kunnen evalueren en ze, zo nodig, in deze
commissie aan de orde te stellen.
Om de stand van zaken met betrekking tot de
ecotakswetgeving te kennen, moeten we weten
wat tot op heden de opbrengst is van de
ecotaksheffing. Er bestaat een ecotakswet. Zij
werd in 1993 ingevoerd met een bijzondere
meerderheid. Uw partij heeft hieraan niet
meegewerkt. Als mijn informatie correct is, zou de
opbrengst tot op heden ongeveer 300 miljoen
frank bedragen. Dit bedrag is het resultaat van
een heffing op verschillende soorten verpakkingen
zoals de drankverpakkingen, op
wegwerptoestellen, op batterijen, op pesticiden,
papier en karton, en industriële verpakkingen.
Mijnheer de minister, wat zijn de opbrengsten
van
de ecotaksregelgeving sinds haar
inwerkingtreding in 1994? Hoe is dit bedrag
opgesplitst over de verschillende soorten
verpakkingen die getroffen zijn door de wet van 16
juli 1993.
13.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega's, er bestaat slechts één code
om de milieutaksen aan te geven. Daarom kunnen
de inkomsten niet worden opgesplitst over de
verschillende producten die aan deze taks zijn
onderworpen. In 1994 bedroegen de inkomsten
van de milieutaks ongeveer 3 miljoen frank, in
1995 was dat iets meer dan 8 miljoen frank, in
1996 4,5 miljoen frank. In 1997 bedroegen de
inkomsten ongeveer 15 miljoen frank, in 1998
ongeveer 24 miljoen frank, in 1999 131 miljoen
frank. In 2000 wordt een daling vastgesteld en
raamt men de inkomsten op 74,7 miljoen frank.
Tot eind april 2001 bracht de ecotaks 32,7 miljoen
frank op. Dit zijn de globale bedragen.
13.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, de gegevens die u mij verschafte
bevestigen de gegevens waarover ik zelf beschik.
We hebben het dus over dezelfde cijfers, wat
belangrijk is voor eventuele volgende discussies.
Ik heb nog een voetnoot. Ik vind het namelijk niet
gezond dat er geen opsplitsing wordt gemaakt. De
doelstelling van een ecotakswetgeving is immers
een bepaald gedrag te ontraden. Het zou dan ook
goed zijn als uw administratie de opbrengst zou
opsplitsen per soort verpakking. In aanwezigheid
van twee groene collega's wens ik heel
uitdrukkelijk op te merken dat de opbrengst die in
1999 bijzonder hoog was, namelijk 131 miljoen
frank, bij het aantreden van de nieuwe paars-
groene meerderheid in elkaar stortte. In 2000 ging
het nog om 74 miljoen frank en in 2001 is er
voorlopig 32 miljoen frank binnengekomen.
Waarschijnlijk ligt dit grotendeels aan de minister
van Financiën. Alles laat voorzien dat de
opbrengst ook nu lager zal liggen dan in 1999.
Over dat aspect zullen we het in de komende
weken nog hebben. Ik heb terzake nog een
informatieve vraag. Worden de cijfers geboekt
aan de hand van het jaar waarin de belastbare
basis bestond? Om concreet te zijn, als er in 1999
een ontvangst wordt geboekt die betrekking heeft
op een feit uit 1996, wordt dit bedrag dan bij 1996
geboekt of geldt hiervoor de datum van
ontvangst?
13.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer
Leterme, ik heb geen preciezere inlichtingen in
verband met de boeking. Ik zal dit navragen. Wat
de evolutie in 2000 vergeleken met 1999 betreft,
dit kan wijzen op een goede evolutie bij de
producent en de consument. Het was immers het
doel van de milieutaks om tot een daling te
komen.
13.05 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het klopt dat er een daling in de
opbrengst is. Ik meen dat de heer Tavernier er
nota van moet nemen dat de opbrengst van de
CRIV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
ecotaks onder deze regering daalt. Mijnheer de
minister, wij zullen het in de komende weken nog
eens rustig, sereen maar heel duidelijk over de
oorzaken van die daling hebben.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Dirk Pieters tot de
minister van Financiën over "de
toezichthouders" (nr. 4713)
14 Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les instances de contrôle"
(n° 4713)
14.01 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, deze vraag heeft
betrekking op het beursgebeuren. Eind vorig jaar
gaf u de krachtlijnen aan voor een hervorming van
het financiële landschap na enkele
topontmoetingen op uw kabinet. Sindsdien is er op
het kabinet blijkbaar een windstilte opgetreden.
Deze windstilte dient echter dringend te worden
verbroken. De nieuwe voorzitter van de commissie
voor het Bank- en Financiewezen en de
directievoorzitter van Euronext Brussel deden
immers vorige week een persmededeling.
Bovendien is de hervorming van de beurswet een
dringende zaak. Beide voorzitters lijken het erover
eens te zijn dat de controle op de publieke
beursaspecten, met name de handel met
voorkennis, marktmanipulatie en controle op de
informatie aan de commissie voor het Bank- en
Financiewezen toekomt terwijl de controle op de
contractuele verhoudingen tussen de beurs en
haar leden, het rule book, aan de beurs toekomt.
De voorzitter van Euronext Brussel laat in De
Financieel-Economische Tijd van 7 mei wel een
dissonante noot horen, namelijk dat het schorsen
van bedrijven die betrokken zijn bij insider trading
aan de marktautoriteit van de beurs moet worden
overgelaten. Dat is echter slechts één enkel punt.
Voor het overige zijn zij het blijkbaar eens. De
hervorming van de financiële toezichthouders, die
onder meer ingegeven wordt door de snelle
europeanisering en de branchevervaging, moet
ons inziens ook leiden tot de integratie of
opslorping van de Controledienst der
Verzekeringen in de commissie voor het Bank- en
Financiewezen. Hoewel de CDV niet tot de
bevoegdheid van de minister van Financiën
behoort, moet hij ons inziens toch overwegen de
CDV bij de hervormingsplannen te betrekken.
Graag kreeg ik van de minister een antwoord op
de volgende vragen.
Ten eerste, in welke timing voorziet u voor de
voornoemde hervorming en welke
overlegprocedure zal hierbij worden gevolgd?
Ten tweede, bevestigt u dat de huidige beurswet
gewijzigd moet worden?
Ten derde, zult u gedurende het Europees
voorzitterschap van België stappen ondernemen
om het Europees toezicht te promoten en wilt u
daarbij voortborduren op het Lamfalussy-rapport?
Ten vierde, waar hoort na de hervorming de
bevoegdheid thuis om een beursgenoteerd bedrijf
bij insider trading te schorsen?
Ten vijfde, hebt u al contact gehad met uw collega
van Economie over de Controledienst der
Verzekeringen? Zo ja, heeft dat contact iets
opgeleverd?
14.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, de heer Pieters heeft een zeer
algemene vraag voorgelegd. Ik heb een task force
opgericht voor de financiële sector.
Ik geef een overzicht van de verschillende
initiatieven die in het kader van de hervorming zijn
genomen. In de eerste plaats werd de
samenwerking tussen de drie beurzen van
Brussel, Amsterdam en Parijs
gebracht. Deze samenwerking was noodzakelijk.
Om deze evolutie in goede banen moest een
ontwerp van wet worden voorbereid en aan het
parlement voorgelegd. Dit resulteerde in de eerste
wet in verband met Euronext. Het was een goed
initiatief. Ik verwijs dienaangaande naar de
werking van Euronext op de drie verschillende
beurzen.
Ten tweede, de heer Pieters heeft nog naar een
ander initiatief verwezen. Het gaat om de
problematiek van Isdaq. We hebben nu een
oplossing gevonden in verband met Nasdaq. Er is
in België een nieuw platform gevormd in verband
met Nasdaq Europe. Dat is een tweede, mijns
inziens goede evolutie. Die verschillende
platforms, Euronext enerzijds en Nasdaq Europe
anderzijds, leken mij noodzakelijk.
Ten derde, er is een nieuwe goede voorzitter van
de CBF. Die aanstelling verliep volgens een zeer
correcte procedure, met een algemene vraag naar
kandidaten en met een concrete evaluatie door
gespecialiseerde mensen in een commissie.
Er zijn nog twee initiatieven gepland.
Het eerste is een nieuw ontwerp van wet in
22/05/2001
CRIV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
verband met de marktcontrole en de bankcontrole.
Ik hoop dat dit ontwerp in oktober in het parlement
zal kunnen worden ingediend en dat de nieuwe
wet vóór 1 januari 2002 van kracht zal worden. Ik
heb veel contacten met de heer Picqué. Hopelijk
is het mogelijk om naast de markt- en de
banksector ook de sector van de verzekeringen
erbij te betrekken. Ik pleit voor een algemeen
stelsel met een coördinatie van de Nationale Bank
en specifieke instellingen in verband met de
marktsector, de banksector en de
verzekeringsmaatschappijen.
In tweede instantie moeten initiatieven worden
genomen op Europees vlak. Ik pleit voor de
invoering van het Lamfalussy-rapport. Ik hoop dat
we met betrekking tot deze nieuwe organisatie
voor de marktsector tot de samenstelling van twee
nieuwe comités kunnen komen in Europa. Ik ben
bereid om meer informatie te geven in verband
met de indiening in het parlement van een nieuw
ontwerp in oktober en mogelijk eind juni in
verband met de presentatie van ons Europees
programma inzake Ecofin.
14.03 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
ik dank de minister voor zijn antwoord dat
duidelijkheid schept over de te verwachten
plannen. Wij kijken met belangstelling uit naar het
wetsontwerp, waarvan wij zullen nagaan of de
CDV er een globale plaats in zal krijgen. U kondigt
het wel aan, maar ik veronderstel dat het niet
vanzelfsprekend zal zijn voor alle partijen.
Overigens, als het Lamfallusy-rapport moet
worden waargemaakt, moet het in het najaar
afgerond zijn.
14.04 Minister Didier Reynders: Over het
Lamfallusy-rapport kan ik duidelijk zijn. Er is nu
een bespreking aan de gang met de Europese
Raad, de commissie en het parlement. Er moet
worden gezocht naar een correcte beslissing
inzake de procedure. Het Europees Parlement
vraagt naar een comeback, maar dit is misschien
niet de beste oplossing. Ik hoop dat het voor mijn
Zweedse collega mogelijk zal zijn een oplossing
terzake te vinden. De ingeslagen weg moet
misschien verder worden bewandeld gedurende
het Belgisch voorzitterschap van de Europese
Unie.
Ik pleit voor een concrete toepassing van het
Lamfallusy-rapport dit jaar.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.20 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 480
CRABV 50 COM 480
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
22-05-2001 22-05-2001
10:00 uur
10:00 heures
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Peter Vanvelthoven tot
de minister van Financiën over "het gebrek aan
fiscale controles" (nr. 778)
1
Interpellation de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "le nombre insuffisant
de contrôles fiscaux" (n° 778)
1
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Jacques Chabot tot de
minister van Financiën over "de discriminatie
tussen gehuwde en samenwonende koppels
inzake de registratierechten" (nr. 4579)
3
Question de Monsieur Jacques Chabot au
ministre des Finances sur "la discrimination entre
couples mariés et cohabitants pour les droits
d'enregistrement" (n° 4579)
3
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Jacques Chabot tot de
minister van Financiën over "de belastingregeling
voor expatriates" (nr. 4618)
5
Question de M. Jacques Chabot au ministre des
Finances sur "la fiscalité des expatriés" (n° 4618)
5
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
ministre des Finances
Mondelinge vraag van de heer Jacques Chabot
aan de minister van Financiën over "de personen
die gemachtigd zijn de Belgische Staat te
vertegenwoordigen in fiscale dossiers" (nr. 4623)
7
Question orale de M. Jacques Chabot au ministre
des Finances sur "les personnes habilitées à
représenter l'Etat belge en ce qui concerne les
dossiers fiscaux" (n° 4623)
7
Sprekers: Jacques Chabot, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Jacques Chabot, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister van
Financiën over "de drempel voor de kadastrering
van outillage" (nr. 4625)
8
Question de M. D. Pieters au ministre des
Finances sur "le seuil à partir duquel l'outillage est
cadastré" (n° 4625)
8
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister van
Financiën over "de vaststelling van het KI"
(nr. 4626)
9
Question de M. D. Pieters au ministre des
Finances sur "l'établissement du revenu
cadastral" (n° 4626)
9
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minister
van Financiën over "de inwisseling van de
Belgische frank" (nr. 4634)
10
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'échange des francs belges"
(n° 4634)
10
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minster
van Financien over "de cumul als ambtenaar en
als politiek mandataris" (nr. 4671)
10
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "le cumul des fonctions d'agent de
l'Etat avec un mandat politique" (n° 4671)
10
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van mevrouw Alexandra Colen tot de
minister van Financiën over "de mogelijke
tekorten aan beschikbare euromunten en -
biljetten na verloop van tijd" (nr. 4673)
11
Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Finances sur "les éventuelles pénuries à
terme de pièces de monnaie et de billets de
banque libellés en euros" (n° 4673)
11
Sprekers:
Alexandra Colen, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Alexandra Colen, Didier Reynders,
ministre des Finances
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minister
van Financiën over "het gebruik van een fiscale
databank voor de Administratie der Belastingen"
(nr. 4675)
12
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'utilisation d'une banque de
données fiscales pour l'Administration des
contributions" (n° 4675)
12
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Luc Goutry tot de minister van
Financiën over "de hervorming van de hypotheek-
administratie" (nr. 4697)
14
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Finances sur "la réforme de l'administration des
hypothèques" (n° 4697)
14
Sprekers: Luc Goutry, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Luc Goutry, Didier Reynders,
ministre des Finances
Vraag van de heer Hagen Goyvaerts tot de
minister van Financiën over "de aanhoudende
onrust bij het personeel Financiën Antwerpen"
(nr. 4705)
15
Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre des
Finances sur "le malaise persistant auprès du
personnel du département des Finances à
Anvers" (n° 4705)
15
Sprekers:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Hagen Goyvaerts, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minister
van Financiën over "de opbrengsten van de
milieutaksen" (nr. 4710)
17
Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "les recettes des écotaxes"
(n° 4710)
17
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Didier Reynders, minister van
Financiën
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Didier Reynders, ministre des
Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister van
Financiën over "de toezichthouders" (nr. 4713)
18
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les instances de contrôle" (n° 4713)
18
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 480
CRABV 50 COM 480
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
22-05-2001 22-05-2001
10:00 uur
10:00 heures
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
maandag 28/05/2001, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
lundi 28/05/2001, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
* Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CIV-
reeks, op wit papier)
* Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents
CRIV, sur papier blanc)
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
22
MEI
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
22
MAI
2001
10:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur door
de heer Dirk Pieters
La séance est ouverte à 10.09 heures par M. Dirk
Pieters
01 Interpellatie van de heer Peter Vanvelthoven
tot de minister van Financiën over "het gebrek
aan fiscale controles" (nr. 778)
01 Interpellation de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "le nombre insuffisant
de contrôles fiscaux" (n° 778)
01.01 Peter Vanvelthoven (SP): Het gebrek aan
fiscale controles en de gebrekkige kwaliteit van de
controles zijn onaanvaardbaar. De minister
verklaarde zelf meermaals dat een gelijke fiscale
behandeling voor personen, vennootschappen en
ondernemingen het streefdoel moet zijn. Er bestaat
nu absoluut geen rechtvaardige heffing, noch een
eerlijke behandeling van de burgers. Het Rekenhof
stelde onder meer vast dat bij de zelfstandigen de
controlekans slechts 3,6 procent bedraagt. Bij de
vennootschappen in de grote steden dient 10 tot 15
procent zelfs geen aangifte in. De
controleprocedures zijn tot het minimum
minumorum herleid.
Het probleem is structureel. Het verdient prioritair
aandacht omwille van het concurrentieverstorend
en onrechtvaardig karakter. Op een hoorzitting met
de heer Zenner werd er terecht op gewezen dat een
fiscale consensus nodig is. Burgers aanvaarden de
onrechtvaardige heffingen niet. Het probleem
oplossen vergt meer personeel en informatica, doch
dat alleen zal niet volstaan.
De toestand bij de administratie is er niet op
verbeterd. Een aantal controleambtenaren werd
ondertussen ingezet om bezwaren te behandelen.
De herstructurering verloopt stroef. De minister
kondigde een personeelsuitbreiding en
investeringen in de informatica aan.
01.01 Peter Vanvelthoven (SP): Le nombre
insuffisant de contrôles fiscaux et leur piètre qualité
sont inacceptables. A plusieurs reprises, le ministre
a lui-même déclaré qu'il fallait nécessairement
traiter les personnes physiques, les sociétés et les
entreprises sur un pied d'égalité sur le plan fiscal.
Les citoyens ne bénéficient absolument pas d'un
régime d'imposition équitable ni d'un traitement
juste. La Cour des Comptes a notamment constaté
que la probabilité d'un contrôle n'est que de 3,6%
pour les indépendants. Dans les grandes villes, 10
à 15% des sociétés ne rentrent même pas de
déclaration. Les procédures de contrôle sont
réduites à la portion congrue.
Le problème est d'ordre structurel. Il faut traiter
cette question prioritairement en raison de la
distorsion de concurrence et de l'injustice qui en
résulte. Lors d'une audition de M. Zenner, il a été
souligné à juste titre qu'un consensus fiscal est
nécessaire. Les citoyens n'acceptent pas les
impositions lorsqu'elles ne sont pas équitables.
Pour résoudre le problème, il faut renforcer les
effectifs et l'équipement informatique mais cela ne
suffira pas.
La situation au sein de l'administration ne s'est pas
améliorée. Un certain nombre de fonctionnaires en
charge du contrôle ont dans l'intervalle reçu pour
mission d'examiner les réclamations. La
restructuration est chaotique. Le ministre a annoncé
une extension de cadre et la réalisation
d'investissements dans de l'équipement
informatique.
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Wij menen dat een aantal structurele maatregelen
nodig zij. Zo zouden de AOIF-ambtenaren bevoegd
moeten worden voor het grondgebied van de hele
provincie. Het Rekenhof merkte op dat bepaalde
jaren niet worden gecontroleerd. Wij stellen voor de
aanslagtermijn te verlengen, zodat een controle kan
teruggaan tot de voorafgaande controledatum.
Daarnaast pleiten we voor fiscale vereenvoudiging,
één van de punten van het regeerprogramma.
De controle op zelfstandigen en vennootschappen
moet verbeteren. De werknemers roepen de
gebrekkige controle op die categorieën in om zelf
belastingen te ontwijken. Bovendien zijn de
zelfstandigen vragende partij voor beter controles,
die vanuit het oogpunt van de concurrentie.
Nous estimons qu'il est nécessaire d'adopter un
certain nombre de mesures structurelles. Ainsi, les
fonctionnaires de l'AFER devraient être compétents
pour l'ensemble du territoire d'une province. La
Cour des Comptes a fait observer que certains
exercices ne donnent lieu à aucun contrôle. Nous
proposons d'étendre le délai d'imposition pour
pouvoir retourner jusqu'à la dernière vérification en
cas de contrôle. Nous plaidons également en faveur
d'une simplification administrative, point qui figure
dans le programme du gouvernement.
Il faut améliorer le contrôle des indépendants et des
sociétés. Les travailleurs salariés invoquent
l'insuffisance des contrôles de ces catégories pour
éluder eux-mêmes l'impôt. Par ailleurs, les
indépendants sont favorables à l'instauration de
meilleurs contrôles, pour des raisons de
concurrence.
Wat zijn de plannen van de minister? Wat zal er
gebeuren met de suggesties van het Rekenhof?
Wat is er al gebeurd inzake de aanbevelingen
betreffende de aangifte voor de personen en
vennootschapsbelasting en inzake de controle van
de werkelijke beroepskosten? Komt er een
boordtabel om iets te doen aan de gebrekkige
controle?
Quels sont les projets du ministre? Qu'adviendra-t-il
des suggestions de la Cour des comptes? Dans
quelle mesure a-t-il déjà été tenu compte des
recommandations relatives aux déclarations à
l'impôt des personnes physiques et à l'impôt des
sociétés? Qu'en est-il en matière de contrôle des
frais professionnels réels? Un tableau de bord sera-
t-il mis en place afin de remédier au contrôle
défectueux?.
Voorzitter: Eric van Weddingen.
Président: Eric van Weddingen.
01.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik
ijver voor een nieuwe cultuur bij de fiscale
administratie en voor een nieuwe structuur van die
diensten. Aanwervingen en informatisering horen
daar vanzelfsprekend bij, maar ook een
vereenvoudiging van ons fiscale stelsel. De heer
Zenner houdt zich daarmee bezig; ik heb hem een
stand van zaken en een timing gevraagd, nog vóór
het zomerreces. Hij bezorgt me ook een boordtabel
van de fiscale fraude en controles.
01.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
J'oeuvre pour l'instauration d'une nouvelle culture au
sein de l'administration fiscale ainsi que pour la
restructuration de ses services. Outre les
recrutements et l'informatisation, cela exige une
simplification de notre système fiscal. M. Zenner a
été chargé de cette mission. Je lui ai demandé de
me dresser un bilan de la situation et de me fournir
un calendrier de réformes avant les vacances d'été
encore. Il me fournira également un tableau de bord
concernant la fraude fiscale et les contrôles.
Mijn diensten bestuderen momenteel deze
problematiek. Ze willen de aanbevelingen van het
Rekenhof wel degelijk uitvoeren. Alles begint met
een goede selectie van de dossiers die een
grondige controle vergen. Dit aantal zal ook worden
opgedreven. Ondertussen gaat men na waarom
sommige controlecentra in gebreke blijven.
De administratie stelt voorts een leidraad voor
taxatie-ambtenaren op, wat hen moet helpen bij de
verificatie van beroepskosten. Over deze
Mes services examinent en ce moment ce
problème. Ils ont bel et bien l'intention de mettre en
oeuvre les recommandations de la Cour des
comptes. Tout commence par une bonne sélection
des dossiers qui exigent un contrôle approfondi. Le
nombre de ces contrôles sera d'ailleurs augmenté.
Dans l'intervalle, on s'enquiert des raisons pour
lesquelles certains centres de contrôle ne
s'acquittent pas correctement de leur mission.
L'administration élabore par ailleurs des instructions
à l'intention des fonctionnaires taxateurs, afin de les
aider dans leur mission de vérification des frais
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
aangelegenheid worden ook opleidingen
georganiseerd.
professionnels. Des formations sont également
organisées dans ce cadre.
Voorzitter: Aimé Desimpel.
Président: Aimé Desimpel.
Ik denk niet dat de suggesties van de interpellant
betreffende de bevoegdheden van de AOIF-
ambtenaren en de verlenging van de aanslagtermijn
het probleem zullen oplossen. Een risico-analyse
die ons in staat stelt om de controles toe te spitsen
op fraudegevoelige sectoren, lijkt me zinvoller.
Wij streven naar een rechtvaardige fiscaliteit en
willen dus dat de controles en inningen billijk en
efficiënt verlopen. Een fiscale vereenvoudiging kan
hiertoe zeker bijdragen.
Je ne pense pas que les suggestions de
l'interpellateur relatives aux compétences des
agents de l'AFER et à la prolongation du délai
d'imposition soient de nature à résoudre le
problème. Il me semble par contre plus utile de
procéder à une analyse des risques qui devrait
nous permettre d'axer les contrôles sur les secteurs
particulièrement exposés à la fraude.
Nous oeuvrons en faveur d'une fiscalité équitable et
nous souhaitons dès lors que les contrôles et les
perceptions soient équitables et efficaces. Une
simplification fiscale pourra certainement y
contribuer.
01.03 Peter Vanvelthoven (SP): Het verheugt mij
dat er op korte termijn een plan komt en dat er een
boordtabel op komst is in verband met de
vereenvoudiging van onze fiscale stelsels. Men
moet streven naar een ander fiscaal klimaat. Elke
belastingplichtige moet op dezelfde manier worden
behandeld. Vandaag behandelt de controle
werknemers en zelfstandigen verschillend.
De aangekondigde aanwervingen in de grote
steden lopen niet van een leien dakje. Misschien
zijn andere maatregelen nodig.
De huidige aanslagtermijn kan voldoende zijn als er
tijdig controles worden uitgevoerd. Dat is nu niet het
geval.
01.03 Peter Vanvelthoven (SP): Je me réjouis
qu'un plan soit élaboré à court terme, de même
qu'un tableau de bord relatif à la simplification de
nos régimes fiscaux. Il faut veiller à changer le
climat fiscal. Chaque contribuable doit être traité de
la même manière. A l'heure actuelle, les salariés et
les indépendants ne sont pas contrôlés de la même
façon.
Les recrutements annoncés dans les grandes villes
ne se déroulent pas sans difficultés. Peut-être
d'autres mesures sont-elles nécessaires.
Le délai d'imposition actuel peut être suffisant si des
contrôles sont effectués à temps. Or, pour l'instant
ce n'est pas le cas.
01.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
heer Zenner heeft reeds een algemeen plan klaar.
Vóór het reces moeten er concrete boordtabellen
zijn. Ik maak een stand van zaken op, na een jaar,
na een tiental bezoeken aan de administratie.
Er komt een nieuw informatieplan en een nieuw
aanwervingsbeleid. Ik hoop tot een verdubbeling
van de aanwervingen te komen in 2001 en ook
contractuelen aan te werven.
01.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
M. Zenner a déjà préparé un plan général. Il
importe que nous disposions de tableaux de bord
concrets avant les vacances. J'évaluerai la situation
après un délai d'un an et après avoir rendu une
dizaine de visites à l'administration.
Un nouveau plan informatique sera mis en place de
même qu'une nouvelle politique en matière de
recrutements. J'espère doubler le nombre de
recrutements en 2001 et je voudrais également
procéder à l'engagement de contractuels.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Jacques Chabot tot de
minister van Financiën over "de discriminatie
tussen gehuwde en samenwonende koppels
inzake de registratierechten" (nr. 4579)
02 Question de Monsieur Jacques Chabot au
ministre des Finances sur "la discrimination
entre couples mariés et cohabitants pour les
droits d'enregistrement" (n° 4579)
02.01 Jacques Chabot (PS): Krachtens artikel 53
van het Wetboek van de registratierechten bedraagt
02.01 Jacques Chabot (PS) : L'article 53 du Code
des droits d'enregistrement réduit à 6 % le droit
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
het tarief van de registratierechten bij de verkoop
van een zogenaamde bescheiden woning 6%.
Conform artikel 55 van datzelfde wetboek wordt die
tariefverlaging echter gekoppeld aan een aantal
voorwaarden. Zo moet de verkrijger of zijn
echtgenoot binnen een termijn van drie jaar
ingeschreven worden in het bevolkingsregister op
het adres van het verkregen onroerend goed. Wel
blijft het verlaagde tarief van de registratierechten
gelden indien wegens overmacht niet aan de
voorwaarden wordt voldaan.
Alleen zegt de wet niet duidelijk wat onder
overmacht moet worden verstaan. Dat zorgt voor
een ernstig probleem bij de verkoop van
eigendommen van gescheiden koppels.
Bij gehuwden is er geen probleem : als een van
beide echtgenoten na de scheiding het onroerend
goed overneemt, is alles uit fiscaal oogpunt in orde
omdat de verkrijger of zijn echtgenoot gewoon
ingeschreven kan blijven op het adres van het
verkregen onroerend goed.
Voor samenwonenden mag het verlaagde tarief
enkel gehandhaafd worden als beiden gedurende
drie jaar hun domicilie op het adres van het
onroerend goed hadden. Dit heeft tot gevolg dat
samenwonenden die uit elkaar gaan en het
onroerend goed dat ze in onverdeeldheid bezaten
verkopen, bijkomende registratierechten ten
bedrage van 6,5%, vermeerderd met de intrest,
moeten betalen en aldus door de administratie
worden benadeeld.
Voor samenwonenden met een bescheiden
inkomen zijn de financiële consequenties van een
scheiding al erg zwaar, en vaak kunnen ze de
fiscale sanctie materieel gewoon niet dragen.
Zou er in de artikelen 55 en 60 niet beter sprake zijn
van "de verkrijger, een van de verkrijgers of zijn
echtgenoot", in plaats van de verkrijger of zijn
echtgenoot ?
Het is misschien verkieslijk de scheiding van de
verkrijgers als geval van overmacht aan te merken
en aldus in artikel 60 in te voegen, voor zover een
van beiden op het betreffende adres gedomicilieerd
blijft ?
Welke maatregelen worden er genomen, en binnen
welke termijn, om een einde te maken aan dit
ongewenste effect van de wet ? Als de wet
gewijzigd wordt, zal de wijziging dan met
terugwerkende kracht gelden ?
d'enregistrement frappant les ventes d'habitation
"modestes".
L'article 55 du même Code subordonne cette
réduction à diverses conditions, notamment
l'inscription dans le registre de la population de
l'acquéreur ou de son conjoint à l'adresse de
l'immeuble acquis, inscription qui doit se faire dans
les trois ans au moins. Toutefois, la réduction reste
acquise si le défaut d'exécution de ces conditions
est la conséquence d'une force majeure.
La loi ne précise pas la notion de force majeure. Il
en résulte un problème sérieux lors de la liquidation
des immeubles ayant appartenu à des couples
séparés.
Pour des personnes mariées, si l'un des deux,
après divorce, reprend l'immeuble, il n'y a pas de
problème fiscal puisque l'immeuble peut continuer à
être occupé par l'acquéreur ou son conjoint.
Par contre, pour des cohabitants, le maintien de la
réduction n'est admis que si les deux cohabitants
ont maintenu, tous les deux, leur domicile dans
l'immeuble pendant trois ans.
Il en résulte que, lors de la dissolution de leur
couple, les cohabitants à l'occasion de la
liquidation de l'immeuble indivis sont sanctionnés
par l'administration qui leur réclame un supplément
de droits de 6,5 % majorés d'intérêts.
Ces cohabitants modestes ont des difficultés à faire
face aux conséquences financières de leur
séparation et se trouvent souvent dans
l'impossibilité matérielle de soutenir cette sanction
fiscale.
Ne serait-il pas possible, par une loi
éventuellement interprétative de rectifier la
compréhension des articles 55 et 60 et de ne plus
parler de l'acquéreur ou son conjoint, mais bien de
«l'acquéreur, l'un des acquéreurs ou son
conjoint » ?
Peut-être est-il préférable de préciser l'article 60 en
considérant, comme cas de force majeure, la
séparation du couple de coacquéreurs, pour autant
que l'un d'entre eux continue à être domicilié sur
place ?
Quelles mesures seront prises, et dans quel délai,
afin de remédier à cet effet pervers ?
Enfin, si la loi est modifiée, le sera-t-elle avec un
effet rétroactif ?
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
02.02 Minister Didier Reynders (Frans) : Het
woord discriminatie ligt in veler monden bestorven,
en wij willen daar zeker wat tegen doen, maar dan
moet er wel sprake zijn van discriminatie !
Als samenwonenden die samen een onroerend
goed kopen, uiteengaan vóór de voorgeschreven
termijn is verstreken, wordt een aanvullend recht
invorderbaar.
Als dat artikel wordt toegepast op samenwonenden
die uit elkaar zijn, worden die koppels als
gescheiden echtgenoten beschouwd. Er is dus
geen discriminatie van ex-samenwonenden ten
opzichte van ex-gehuwden.
Een scheiding kan zowel voor samenwonenden als
voor gehuwden zware financiële problemen
teweegbrengen. De wetgever kan geen verlaging of
vrijstelling van het verschuldigde aanvullende recht
toekennen, maar krachtens artikel 61, laatste lid,
kan geheel of gedeeltelijk worden afgezien van de
door de verkrijger verschuldigde, aan het bedrag
van het aanvullend recht gelijke vermeerdering.
Ex-samenwonenden worden niet gediscrimineerd
ten opzichte van ex-gehuwden. Een scheiding heeft
allicht andere onmiddellijke gevolgen voor diegenen
die contractuele verbintenissen jegens elkaar
hebben aangegaan dan voor diegenen die
dergelijke verbintenissen niet hebben, maar de
wetgever wordt hier niet geconfronteerd met een
discriminatieprobleem.
Ik kan alleen maar voorstellen discriminatie weg te
werken als er effectief sprake is van discriminatie.
02.02 Didier Reynders , ministre (en français) :
On parle beaucoup de discrimination et nous allons
tenter d'y remédier ; mais encore faut-il qu'elle
existe !
Lorsque des cohabitants ont acheté ensemble un
immeuble et qu'ils se séparent avant le délai
prescrit, un droit complémentaire devient exigible.
En appliquant l'article aux cohabitants séparés, ces
couples sont considérés comme des couples
divorcés. Il n'y a donc pas de discrimination entre
ex-cohabitants et ex-mariés.
Une séparation, qu'elle touche des couples mariés
ou cohabitants, peut entraîner de graves difficultés
financières. Le législateur ne peut prévoir de
décharge sur le droit complémentaire dû, mais bien
sur l'accroissement d'impôt, selon le dernier alinéa
de l'article 61.
Il n'y a pas de discrimination entre ex-mariés et ex-
cohabitants. La séparation a sans doute un effet
immédiat différent sur ceux qui ont des
engagements contractuels entre eux et ceux qui
n'en ont pas, mais le législateur, quant à lui, n'est
pas confronté à un problème discriminatoire.
Je ne peux proposer la suppression de
discriminations que si elles existent réellement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jacques Chabot tot de
minister van Financiën over "de
belastingregeling voor expatriates" (nr. 4618)
03 Question de M. Jacques Chabot au ministre
des Finances sur "la fiscalité des expatriés"
(n° 4618)
03.01 Jacques Chabot (PS): De belastingregeling
voor expatriates die als vrijwilligers werken, wordt
bepaald bij de ABOS-circulaire van 1992. Die
circulaire zegt dat expats in niet-Europese landen
waarmee België geen overeenkomst tot voorkoming
van dubbele belasting gesloten heeft, een bijzonder
forfait voor beroepskosten mogen aftrekken van de
voor hun activiteit in die landen ontvangen
inkomsten. Dat forfait bedraagt 30% van de
bezoldiging, en maximaal 450.000 BEF.
Die regeling houdt evenwel geen rekening met het
feit dat de vrijwilligers van humanitaire organisaties
03.01 Jacques Chabot (PS) : La fiscalité des
volontaires expatriés est réglée par la circulaire
AGCD de 1992. Celle-ci dispose que les travailleurs
expatriés dans les pays non européens avec
lesquels la Belgique n'a pas conclu de convention
de prévention de double imposition peuvent déduire
des revenus perçus pour leur activité dans ces
pays, un forfait spécial de frais professionnels qui
s'élève à 30 % des rémunérations, avec un plafond
de 450.000 FB.
Ce régime ne tient pas compte du fait que les
volontaires des organisations humanitaires
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
hun opdracht vervullen onder financiële
voorwaarden die een stuk minder gunstig zijn dan
die welke andere expatriates genieten; zij kunnen
maar een beperkt bedrag aan beroepskosten in
mindering brengen.
acceptent de remplir leurs missions à des
conditions financières largement inférieures à celles
des autres expatriés ; ils ne peuvent déduire qu'un
montant limité de frais professionnels.
Voorts wordt de aftrek van die buitengewone
beroepskosten tot tweemaal toe beperkt voor
vrijwilligers van humanitaire organisaties. Die
regeling geldt immers niet voor humanitaire hulp in
Kosovo en in Tsjetsjenië, noch voor projecten ter
bestrijding van tuberculose in Siberië. Zij geldt
evenmin voor opdrachten van minder dan 183
dagen in landen waarmee België een overeenkomst
ter voorkoming van dubbele belastingheffing heeft
gesloten. Zo zullen degenen die naar Burundi
vertrekken recht hebben op 30% aftrek van
beroepskosten, terwijl degene die naar India
vertrekt daar geen recht op heeft.
Is het juist dat de belastingadministratie bij de
hoven van beroep al gepleit heeft dat haar eigen
circulaire onwettelijk is en zo ja, om welke redenen?
Zal die circulaire door uw diensten opnieuw worden
onderzocht? Hoe zal u de ongelijkheden
wegwerken?
De plus, l'application de ces frais professionnels
extraordinaires est par deux fois limitée pour les
volontaires des organisations humanitaires. En
effet, ce régime ne s'applique pas à l'aide
humanitaire au Kosovo et en Tchétchénie, ni aux
projets de lutte contre la tuberculose en Sibérie. Il
ne s'applique pas davantage aux missions de
moins de 183 jours dans des pays avec lesquels la
Belgique a conclu une convention de prévention de
double imposition. Ainsi, celui qui part au Burundi
aura droit à 30 % de déduction en frais
professionnels, alors que celui qui part en Suède ne
jouira pas de ce droit.
Est-il exact que l'administration fiscale a déjà plaidé
l'illégalité de sa propre circulaire devant les cours
d'appel et, si oui, pour quels motifs
? Cette
circulaire fait l'objet d'un réexamen par vos
services
? Comment remédierez-vous aux
inégalités engendrées ?
03.02 Minister Didier Reynders (Frans) : De
bevoegde hoven en rechtbanken zijn ertoe
gehouden de wettelijkheid van de betwiste aanslag
te verifiëren. Bijgevolg moet de
belastingadministratie soms erkennen dat een van
haar circulaires geen wettelijke grondslag heeft.
Dat is het geval voor de administratieve richtlijnen
opgenomen in de circulaire van 5 maart 1992
inzake het bijkomend forfait voor beroepskosten
toegekend aan loontrekkenden die hun activiteit
uitoefenen in een land buiten Europa waarmee
België geen dubbelbelastingverdrag heeft gesloten.
Ik heb mijn diensten opdracht gegeven dat
probleem te onderzoeken.
Ik heb inmiddels evenwel beslist dat het bijkomend
forfait voor beroepskosten, dat momenteel op
lineaire wijze wordt toegekend ten belope van 30%
van de bezoldiging (met een maximum van 450.000
frank wanneer de bezoldiging 1.500.000 frank
bedraagt), met ingang van aanslagjaar 2001 op de
volgende wijze (zonder de maximumgrenzen te
wijzigen) mag worden vastgesteld voor alle
belastingplichtigen die in aanmerking zouden
kunnen komen om dat bijkomend kostenforfait te
genieten : 45% op de eerste schijf van 500.000
frank, 30% op de tweede schijf van 500.000 frank
en 15% op de derde schijf van 500.000 frank.
03.02 Didier Reynders , ministre (en français) :
Les cours et tribunaux compétents sont tenus de
vérifier la légalité de la cotisation qui fait l'objet de la
contestation. En conséquence, l'administration
fiscale est parfois amenée à reconnaître que l'une
de ses circulaires ne s'appuie pas sur des bases
légales.
Il en va de la sorte s'agissant des directives
administratives prévues dans la circulaire du 5 mars
1992 relatives au forfait complémentaire de frais
professionnels accordé aux salariés exerçant leur
activité dans un pays extra-européen avec lequel la
Belgique n'a pas conclu de convention préventive
de double imposition. Je demande à mes services
d'examiner ce problème.
Toutefois, entre-temps, j'ai décidé que le forfait
complémentaire de frais professionnels qui est
actuellement octroyé de manière linéaire à
concurrence de 30 % de la rémunération (avec un
maximum de 450.000 FB quand la rémunération
s'élève à 1,5 million de francs), peut, à partir de
l'exercice d'imposition 2001, être modulé de la
manière suivante (sans modifier les plafonds) pour
tous les contribuables susceptibles de bénéficier de
ce forfait complémentaire de frais : 45 % sur la
première tranche de 500.000 FB ; 30 % sur la
deuxième tranche de 500.000 francs ; et 15 % sur
la troisième tranche de 500.000 FB.
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Die nieuwe maatregel werkt de ongelijkheid weg
waarvan sommige vrijwilligers van humanitaire
organisaties het slachtoffer zijn, ongelijkheid die
voortvloeit uit het feit dat zij opdrachten aanvaarden
tegen lagere financiële voorwaarden dan de andere
expatriates, niettegenstaande zij dezelfde
beroepskosten hebben.
Cette nouvelle mesure permet de remédier à
l'inégalité rencontrée par certains volontaires
d'organisations humanitaires et qui est engendrée
par le fait qu'ils acceptent de remplir des missions à
des conditions financières inférieures à celles
d'autres expatriés tout en subissant des frais
professionnels similaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Jacques
Chabot aan de minister van Financiën over "de
personen die gemachtigd zijn de Belgische Staat
te vertegenwoordigen in fiscale dossiers"
(nr. 4623)
04 Question orale de M. Jacques Chabot au
ministre des Finances sur "les personnes
habilitées à représenter l'Etat belge en ce qui
concerne les dossiers fiscaux" (n° 4623)
04.01 Jacques Chabot (PS): In een circulaire en
een instructie wordt gepreciseerd dat
beroepschriften bij de rechtbanken van eerste
aanleg van 1 april af niet langer worden bepleit door
de advocaten van het departement, maar door de
gewestelijke directeurs of de ambtenaren die zij
daartoe machtigen.
Op welke wettelijke grondslag stoelt die
vertegenwoordiging van de Belgische Staat door
ambtenaren? Wat zijn de gevolgen van het arrest
van het hof van cassatie van 17 januari 2000
dienaangaande? Door welke argumenten is die
beslissing op het niveau van de administratie
ingegeven?
04.01 Jacques Chabot (PS) : Une circulaire,
suivie d'une instruction, précise que, depuis le 1
er
avril, la défense des recours introduits devant les
tribunaux de première instance ne sera plus
assurée par les avocats du département, mais par
les directeurs régionaux ou les fonctionnaires qu'ils
délèguent.
Quelle est la base juridique qui fonde cette
représentation de l'État belge par des
fonctionnaires ? Quel est l'impact de l'arrêt de la
cour de cassation du 17 janvier 2000 à ce sujet ?
Quels sont les arguments qui ont dicté cette
décision au niveau de l'administration ?
Is het niet beter de advocaten het monopolie van
het pleiten te laten behouden en hen voor
technisch advies door de belastingambtena(a)r(en)
te laten bijstaan?
Hebben uw departement en dat van Justitie in het
vooruitzicht van de instelling van de nieuwe fiscale
rechtbanken een protocol gesloten?
Ne serait-il pas préférable de maintenir le
monopole de la plaidoirie aux avocats, tout en les
assistant du ou des taxateurs pour avis
technique ?
En prévision de l'essor des nouveaux tribunaux
fiscaux, un protocole existe-t-il entre votre
département et celui de la Justice?
04.02 Minister Didier Reynders (Frans): De
circulaire werd opgemaakt met de steun van de
ambtenaren van de directe belastingen.
04.02 Didier Reynders , ministre (en français):
Cette circulaire a été rédigée avec l'appui des
fonctionnaires des contributions directes.
Krachtens artikel 703 van het Gerechtelijk Wetboek
kunnen rechtspersonen in rechte optreden door
tussenkomst van hun bevoegde organen. Als de
staat voor de rechtbank moet verschijnen, kan hij
door zijn ambtenaren worden vertegenwoordigd.
Het arrest van het Hof van cassatie van 17 januari
2000 is enkel bedoeld om te verduidelijken dat de in
artikel 703 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde
organen die van de vertegenwoordigde persoon en
dus niet een gewone aangestelde moeten zijn. Die
beslissing werd genomen om de
verantwoordelijkheidszin van de ambtenaren te
verhogen en om willekeurige taxaties te voorkomen.
En vertu de l'article 703 du Code judiciaire, les
personnes morales peuvent agir en justice sur base
de l'intervention de leurs organes compétents.
L'État peut donc comparaître par la voix de tous
fonctionnaires. L'arrêt de la Cour de cassation du
17 janvier 2000 a pour seul objet de préciser que
les organes visés par l'article 703 du Code
Judiciaire doivent être ceux de la personne
représentée et pas un simple préposé. La décision
est dictée par le souci de responsabiliser les
fonctionnaires et d'éviter des taxations arbitraires.
Elle a été bien accueillie. Actuellement, les
fonctionnaires défendent leurs dossiers face aux
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
De reacties waren positief. Nu verdedigen de
betrokken ambtenaren hun dossiers tegenover
deskundigen en advocaten. Het zal voor hen niet
moeilijker zich van dezelfde taak te kwijten voor de
rechtbanken van eerste aanleg. Voor belangrijke en
complexe geschillen blijven de advocaten van het
departement optreden. De ambtenaren zullen
echter aan de zittingen deelnemen omdat de
responsabilisering van degenen die de belastingen
vaststellen aangewezen is.
experts et avocats. Il ne leur sera pas plus difficile
de les défendre devant les tribunaux de première
instance. L'intervention des avocats du département
reste prévue pour les litiges importants et
complexes. Mais les fonctionnaires participeront
aux audiences, car le taxateur doit être
responsabilisé.
De advocaten verdedigen veel vaker de tegenpartij,
de fraudeurs dus. Experts die de staat willen
verdedigen, zijn moeilijk te vinden. De ambtenaren
zullen zelf het standpunt van de administratie
kunnen toelichten en het ook beter kunnen
verdedigen, onder meer als er sprake is van een
analyse van boekhoudkundige stukken.
Ik zal u bij gelegenheid de criteria meedelen op
grond waarvan de advocaten die de staat
vertegenwoordigen, worden gekozen.
Voormelde ambtenaren zullen een opleiding krijgen
teneinde beter thuis te zijn in de gerechtelijke
procedures.
De houding van de fiscale rechter hangt voor een
stuk af van het betoog van de ambtenaar. Die blijft
weliswaar onder de indruk van het decorum van de
rechtbank, maar laat zich niet uit het lood slaan
door het technische aspect van de verdediging. Bij
de opleiding waarvan sprake zal er ook aandacht
zijn voor een meer relativerende kijk op het
gerechtelijke gebeuren.
Les avocats défendent bien plus souvent les parties
adverses, soit les fraudeurs. Il est donc difficile de
trouver des experts pour défendre l'État.
Les fonctionnaires pourront eux-mêmes expliquer la
position de l'administration et mieux la défendre,
notamment dans les cas de l'analyse d'écritures
comptables.
Je pourrais vous donner à l'occasion les critères qui
président au choix des avocats représentant l'État.
Les fonctionnaires vont recevoir une formation en
procédures judiciaires.
Selon les tribunaux fiscaux, l'attitude des juges
varie par rapport à cette intervention des
fonctionnaires. Ceux-ci restent impressionnés par le
décorum des tribunaux mais non par l'aspect
technique de la défense. Les formations intégreront
une désacralisation de l'appareil judiciaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister
van Financiën over "de drempel voor de
kadastrering van outillage" (nr. 4625)
05 Question de M. D. Pieters au ministre des
Finances sur "le seuil à partir duquel l'outillage
est cadastré" (n° 4625)
05.01 Dirk Pieters (CVP): De administratie van het
Kadaster stelt ook het kadastraal inkomen vast voor
de "outillage" of de machines en installaties in een
nijverheids-, handels- of ambachtsbedrijf. Deze
outillage wordt maar gekadastreerd als ze een
minimumwaarde bereikt. De huidige drempel, een
gebruikswaarde van 120.000 frank, wat neerkomt
op een aanschaffingswaarde van 400.000 frank,
dateert van 1979 en is voorbijgestreefd. Een
verhoging tot bijvoorbeeld 600.000 frank zou veel
KMO's verlossen van nutteloos papierwerk, zou het
kadaster verlossen van onbelangrijke aangiften en
bijgevolg leiden tot een hogere fiscale efficiëntie.
Heeft de administratie ooit een voorstel ingediend
05.01 Dirk Pieters (CVP): L'
administration du
cadastre fixe également le cadastre pour
l'"outillage", c'est-à-dire les machines et installations
des entreprises industrielles, commerciales ou
artisanales. Celles-ci ne sont cadastrées que
lorsqu'elles atteignent une valeur minimale. Le seuil
actuel, qui correspond à une valeur d'utilisation de
120.000 francs, soit une valeur d'acquisition de
400.000 francs, date de 1979 et est dépassé. Un
relèvement à 600.000 francs, par exemple,
délivrerait bon nombre de PME de tracasseries
administratives inutiles et permettrait une plus
grande efficacité fiscale.
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
om de drempel te verhogen? Hebben de Gewesten
zich al akkoord verklaard met een aanpassing? Kan
de minister het nodige doen om de drempel te
verhogen vanaf het aanslagjaar 2001?
L'administration a-t-elle formulé une proposition en
vue de rehausser ce seuil? Les Régions ont-elles
déjà marqué leur accord sur cette modification? Le
ministre envisage-t-il de prendre les mesures
nécessaires en vue de rehausser ce seuil dès
l'exercice 2001?
05.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): In
het Vlaams Gewest geldt een desindexatie voor de
outillageheffing en een vrijstelling voor nieuwe
investeringen. Bovendien zijn er vijfjarige
vrijstellingen.
De vorige regering al wilde de gebruikswaarde
verhogen tot 600.000 frank. De drie Gewesten
gingen daarmee akkoord. Voor 2001 zal die
drempelverhoging nog niet verwezenlijkt zijn, maar
ik ben bereid een wetsvoorstel daartoe te
aanvaarden.
05.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: En Région flamande, l'instauration d'une
désindexation et d'une exemption des taxes sur
l'outillage a stimulé de nouveaux investissements.
Par ailleurs, des exemptions sur une période de
cinq ans sont également accordées.
Le gouvernement précédent avait déjà exprimé son
intention de porter la valeur d'utilisation à 600.000
francs. Les trois Régions avaient marqué leur
accord sur cette initiative. D'ici à 2001, cette
majoration n'aura pas encore été mise en oeuvre
mais je suis disposé à apporter mon soutien à une
initiative parlementaire en ce sens.
05.03 Dirk Pieters (CVP): Verwacht de minister
dat wij een initiatief nemen?
05.03 Dirk Pieters (CVP): Le ministre attend-il que
nous prenions une initiative?
05.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik
heb mijn administratie om een ontwerp gevraagd.
Het is echter ook perfect mogelijk via een
wetsvoorstel te werken.
05.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: J'ai demandé à mon administration de préparer un
projet. Il est également tout à fait envisageable
d'oeuvrer par le biais d'une proposition de loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister
van Financiën over "de vaststelling van het KI"
(nr. 4626)
06 Question de M. D. Pieters au ministre des
Finances sur "l'établissement du revenu
cadastral" (n° 4626)
06.01 Dirk Pieters (CVP): Als geen akkoord kan
worden bereikt over het kadastraal inkomen( KI),
worden één of drie scheidsrechters aangeduid. De
erelonen van die scheidsrechters worden nog
steeds vastgesteld volgens het KB van 10 oktober
1979. Ze werden nooit aangepast. Men vindt
bijgevolg steeds minder scheidsrechters, wat tot
een onzorgvuldige vaststelling van het KI dreigt te
leiden. Heeft de administratie ooit een voorstel
ingediend om de erelonen aan te passen? Zal de
minister het nodige doen om het betrokken KB aan
te passen?
06.01 Dirk Pieters (CVP): Si aucun accord ne peut
être conclu sur le revenu cadastral, on désigne
deux ou trois arbitres. Les honoraires de ces
arbitres sont toujours fixés conformément à l'arrêté
royal du 10 octobre 1979. Ils n'ont jamais été
adaptés. Il en résulte qu'on trouve de moins en
moins d'arbitres, ce qui risque d'avoir pour effet que
le revenu cadastral ne sera pas fixé de manière
appropriée. L'administration a-t-elle jamais déposé
une proposition visant à adapter ces honoraires ?
Le ministre fera-t-il le nécessaire pour réaliser cette
adaptation ?
06.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik
heb nog geen voorstel van mijn administratie
gekregen en verwijs dus naar mijn antwoord aan de
heer Vanvelthoven van 9 juni 2000. Ik zal de vraag
nogmaals stellen.
06.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
N'ayant pas encore reçu de proposition de mon
administration, je vous renvoie à la réponse que j'ai
donnée à M. Vanvelthoven le 9 juin 2000. Je
reposerai cette question à mon administration.
06.03 Dirk Pieters (CVP): Het verwondert mij dat
er, één jaar na de vorige vraag, nog altijd geen
antwoord is.
06.03 Dirk Pieters (CVP): Je m'étonne que vous
n'ayez pas encore obtenu de réponse alors que ça
fait un an que vous avez interrogé votre
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
administration.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Yves Leterme tot de
minister van Financiën over "de inwisseling van
de Belgische frank" (nr. 4634)
07 Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'échange des francs belges"
(n° 4634)
07.01 Yves Leterme (CVP): Vanaf 1 januari 2002
wordt de euro de enige girale munt. Vanaf 1 maart
2002 verliest de frank, na een overgangsperiode
van twee maanden, zijn wettelijke betaalkracht. Tot
eind 2002 kunnen Belgische franken kosteloos
worden gewisseld bij De Post, de Nationale Bank
en de banken, nadien enkel bij de Nationale Bank.
Voor munten wordt de omwisselingstermijn beperkt
tot eind 2004. Heel wat chartaal geld zal niet of niet
tijdig worden omgezet. De waarde daarvan betekent
voor de Staat nochtans een extra ontvangst.
Wordt een dergelijke ontvangst ingeschreven?
Heeft de minister een idee van de omvang ervan?
07.01 Yves Leterme (CVP): A partir du 1
er
janvier
2002, l'euro sera l'unique monnaie scripturale. A
compter du 1
er
mars 2002, le franc ne sera plus un
moyen de paiement légal, après une période
transitoire de deux mois. Jusqu'à fin 2002, les
francs belges pourront être échangés gratuitement
à La Poste, à la Banque Nationale et dans les
banques. Après, ils ne pourront plus l'être qu'à la
Banque Nationale. Pour les pièces de monnaie, le
délai de conversion est limité à fin 2004. Une
masse importante d'argent scriptural ne pourra pas
être convertie du tout ou ne pourra l'être à temps.
Sa valeur représentera pour l'Etat une recette
considérable.
Cette recette sera-t-elle comptabilisée ? Le ministre
a-t-il une idée de son importance ?
07.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
Nationale Bank zal de waarde van niet-gewisselde
Belgische frank-biljetten evalueren ongeveer zes
maanden na de periode van dubbele circulatie. De
waarde van niet-ingewisselde muntstukken wordt
tussen 1 en 2 miljard frank geschat. De Nationale
Bank schrijft de waarde van de niet- ingewisselde
biljetten over op een thesaurierekening en dus niet
in de rijksmiddelenbegroting. De vervanging van de
biljetten die later worden aangeboden, gebeurt op
kosten van de Thesaurie.
07.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: La Banque nationale va évaluer la valeur des
billets belges non échangés environ six mois après
la fin de la période de double circulation. On estime
que la valeur des pièces non échangées se situera
entre 1 et 2 milliards de francs. La Banque
nationale transcrira la valeur des billets non
échangés sur un compte de trésorerie. Ce montant
ne sera donc pas inscrit au budget des voies et
moyens. Le remplacement des billets présentés
plus tard est à charge de la Trésorerie.
07.03 Yves Leterme (CVP): Ik blijf op mijn honger
voor wat betreft de geschatte waarde van de
biljetten die in omloop zullen blijven,wat een
zoveelste meevaller betekent voor de Schatkist.
07.03 Yves Leterme (CVP): Je reste sur ma faim
quant à la valeur estimée des billets qui resteront en
circulation et qui représenteront une aubaine de
plus pour le Trésor.
07.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
schatting van de waarde van de munten gebeurt
door het ministerie van Financiën, maar voor de
evaluatie van de waarde van de biljetten is een
onafhankelijke evaluatie nodig door de Nationale
Bank, ongeveer zes maanden na de periode van
dubbele circulatie.
07.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: L'estimation de la valeur des pièces est établie par
le ministère des Finances mais pour l'évaluation de
la valeur des billets il faut une évaluation
indépendante par la Banque nationale, à peu près
six mois après la fin de la période de double
circulation.
Het incident is gesloten.
[ L'incident est clos]
08 Vraag van de heer Yves Leterme tot de
minster van Financien over "de cumul als
ambtenaar en als politiek mandataris" (nr. 4671)
08 Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "le cumul des fonctions d'agent de
l'Etat avec un mandat politique" (n° 4671)
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
08.01 Yves Leterme (CVP): De minister van
Financiën zou zijn administratie concrete
onderrichtingen hebben gegeven over een
cumulatieverbod met een politiek mandaat in zijn
ambtsgebied. Wij staan achter die maatregel, want
een dergelijke cumul brengt de objectiviteit van de
dienstverlening in het gedrang.
Wat is de precieze inhoud van de onderrichtingen?
Blijft die maatregel onverkort van kracht?
08.01 Yves Leterme (CVP):Le ministre des
Finances aurait fourni des informations concrètes à
son administration au sujet du cumul d'un mandat
politique dans son ministère. Nous soutenons cette
mesure car un tel cumul met en péril l'objectivité du
service rendu.
Quel est la teneur précise de ces informations ?
Cette mesure reste-t-elle intégralement
d'application ?
08.02 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Volgens artikel 72, 4° van de nieuwe Gemeentewet,
gecoördineerd door het KB van 24 juni 1988,
mogen belastingsambtenaren en bedienden geen
burgemeester of schepen zijn in gemeenten die in
hun ambtsgebied liggen, tenzij de Koning een
afwijking toestaat. Ik deel die bezorgdheid van de
heer Leterme, maar ben van oordeel dat beide
functies samen kunnen worden uitgeoefend indien
er geen wisselwerking is tussen beroepsactiviteit en
het politiek mandaat. Daarom heb ik volgende
onderrichtingen gegeven bij de recente
gemeenteraadsverkiezingen: voor de ambtenaren
van niveau 2, 3 en 4 wordt de afwijking toegestaan.
Die ambtenaren mogen echter geen dossiers
behandelen van de gemeente waar ze hun politiek
mandaat vervullen. Voor grote centra, waar die
beperking niet mogelijk is, ziet de hiërarchische
meerdere toe op het werk van de ambtenaar.
De situatie van ambtenaren van niveau 2+ wordt
geval per geval onderzocht. Voor ambtenaren van
niveau 1 geldt een cumulatieverbod, behoudens
uitzonderlijke omstandigheden.
08.02 Didier Reynders (en néerlandais), ministre:
Conformément à l'article 72, 4° de la nouvelle Loi
communale, coordonnée par l'arrêté royal du 24 juin
1988, les fonctionnaires et employés des
Contributions ne peuvent être bourgmestre ou
échevin dans des communes de leur circonscription
administrative sauf dérogation accordée par le Roi.
Je partage la préoccupation de M. Leterme mais
j'estime que les deux fonctions peuvent être
exercées en même temps s'il n'y a pas d'interaction
entre l'activité professionnelle et le mandat
politique. C'est pourquoi j'ai donné les informations
suivantes lors des récentes élections communales.
Pour les fonctionnaires des niveaux 2, 3 et 4 la
dérogation est accordée. Ces fonctionnaires ne
peuvent cependant pas traiter de dossiers relatifs à
la commune dans laquelle ils exercent leur mandat
politique. Pour les grands centres où cette limitation
ne s'avère pas possible, le supérieur hiérarchique
contrôle le travail du fonctionnaire.
La situation des fonctionnaires de niveau 2+ est
examinée au cas par cas. Pour les fonctionnaires
de niveau 1, il y a une interdiction de cumul, sauf
circonstances exceptionnelles.
08.03 Yves Leterme (CVP): Dit antwoord voldoet
ons. Het is ondenkbaar dat een ambtenaar van een
laag niveau in dezelfde stad een loketfunctie en een
politieke mandaat zou vervullen.
08.03 Yves Leterme (CVP): Cette réponse nous
satisfait. Il est inimaginable qu'un fonctionnaire de
haut niveau exerce, dans une même ville, une
fonction à un guichet et un mandat politique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Alexandra Colen tot de
minister van Financiën over "de mogelijke
tekorten aan beschikbare euromunten en -
biljetten na verloop van tijd" (nr. 4673)
09 Question de Mme Alexandra Colen au ministre
des Finances sur "les éventuelles pénuries à
terme de pièces de monnaie et de billets de
banque libellés en euros" (n° 4673)
09.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Ik heb
een aantal vragen over de invoering van de euro.
Wat is het totale euro-bedrag dat op 1 januari 2002
in Europa in omloop zal worden gebracht? Volgens
welke criteria wordt dat over de landen verdeeld?
Hoeveel euro wort in België in omloop gebracht? Na
een tijd kan er een onevenwicht ontstaan, onder
meer door het toerisme dat verantwoordelijk kan
zijn voor het versluizen van euro's van het ene land
09.01 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Je
souhaiterais poser quelques questions concernant
l'introduction de l'euro. Quel est le montant total qui
sera mis en circulation en Europe le 1
er
janvier
2002 ? Selon quels critères ce montant est-il réparti
entre les pays ? Quelle sera la valeur totale des
euros mis en circulation en Belgique ? Après un
certain temps, un déséquilibre peut apparaître,
notamment en raison du tourisme qui peut être
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
naar het andere. Hoe zal een eventueel tekort na
een aantal jaren worden verholpen?
responsable d'un transfert d'euros d'un pays à
l'autre. Comment pourra-t-on remédier à un déficit
éventuel qui surviendrait après un certain nombre
d'années ?
09.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
uitgifte van munten en biljetten in Europa is een
bevoegdheid van de Europese Centrale
Bank(ECB).
In totaal zullen tegen 31 december 2001 ongeveer
56 miljard munten en 14,5 miljard biljetten worden
aangemaakt, voor een bedrag van respectievelijk
16 miljard euro en 650 miljard euro. Het grootste
deel daarvan zal in omloop worden gebracht.
De verdeling gebeurt op basis van behoeftecriteria
vastgesteld door de ECB. De beginsituatie zal
gebaseerd zijn op de inhoudingen gedaan door de
burgers van de verschillende staten.
De Koninklijk Munt zal in ons land ongeveer 2
miljard muntstukken slaan en ruim 530 miljoen
biljetten drukken, ongeveer 3,6 procent van alle
biljetten. Op 1 januari 2002 zullen voor 62 miljoen
euro minikits en voor 168 miljoen frank starterkits in
omloop zijn. Wat de biljetten betreft zal alles
afhangen van de vraag. In België zullen op 1 januari
2002 de banken gesloten zijn. Er zullen dan
uitsluitend biljetten in omloop worden gebracht via
de 6.600 geldautomaten.
09.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
L'émission de pièces et de billets libellés en euro
est une compétence de la Banque centrale
européenne.
Au total, près de 56 milliards de pièces en euro et
14,5 milliards de billets seront fabriqués d'ici le
31 décembre 2001 pour une valeur respective de
16 milliards d'euros et de 650 milliards d'euros. La
majeure partie de ces pièces et billets sera mise en
circulation.
La répartition s'opère en fonction de critères basés
sur les besoins établis par la BCE. La situation de
départ sera fondée sur les retraits effectués par les
citoyens des différents États.
La Monnaie royale frappera environ 2 milliards de
pièces de monnaie et imprimera plus de
530 millions de billets, soit 3,6% de l'ensemble des
billets. Le 1
er
janvier 2002, des minikits seront mis
en circulation pour l'équivalent de 62
millions
d'euros et des starterkits pour un montant de
168 millions de francs. En ce qui concerne les
billets, tout dépendra de la demande. Le 1
er
janvier
2002, les banques seront fermées en Belgique. Les
billets seront alors exclusivement mis en circulation
par le biais des 6.600 distributeurs automatiques de
billets.
Het is mogelijk dat er na een aantal jaren in
sommige landen een tekort ontstaat. Het fenomeen
kan worden getemperd door elektronische
betalingen. Voor de biljetten zal de ECB transfers
doorvoeren bij het in omloop brengen van
strategische voorraden. Voor muntstukken is er
overleg nodig.
Il se peut que certains pays soient confrontés dans
quelques années à une pénurie d'euros.
Cependant, les paiements électroniques permettent
de limiter l'ampleur de cette pénurie. En ce qui
concerne les billets, la BCE organisera des
transferts lors de la mise en circulation de stocks
stratégiques. Les mesures relatives aux pièces
doivent toutefois faire l'objet d'une concertation
préalable.
09.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK): Er is
dus een scenario, we zullen verder afwachten.
09.03 Alexandra Colen (VLAAMS BLOK):
Puisqu'il existe un scénario, nous ne prendrons pas
d'autres initiatives pour l'instant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Yves Leterme tot de
minister van Financiën over "het gebruik van een
fiscale databank voor de Administratie der
Belastingen" (nr. 4675)
10 Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "l'utilisation d'une banque de
données fiscales pour l'Administration des
contributions" (n° 4675)
10.01 Yves Leterme (CVP): De fiscale wetgeving
is ingewikkeld. Fiscale inspecteurs, controleurs en
10.01 Yves Leterme (CVP): La législation fiscale
est complexe. Les inspecteurs du fisc, les
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
ambtenaren moeten de wetten, publicaties en
rechtspraak snel kunnen raadplegen en dat kan
maar als ze over een goede fiscale databank
beschikken. Alleen zo zijn ze gewapend om
controles snel en efficiënt uit te voeren en dus de
belastingen maximaal te innen.
Komt er zo een databank met een handig
zoeksysteem in elk controlekantoor? Zo ja,
wanneer? In welke tijds- en kostenbesparing moet
dat resulteren? Hoe snel zal de huidige achterstand
kunnen worden weggewerkt? Zijn voor zo een
systeem middelen uitgetrokken in de begroting
2001? Zal deze gegevensbank via het intranet
beschikbaar zijn voor de ambtenaren,
contrôleurs et les fonctionnaires doivent pouvoir
consulter rapidement les lois, les publications et la
jurisprudence, ce qui n'est possible que s'ils
disposent d'une bonne banque de données fiscales.
C'est pour eux la seule manière de se doter des
instruments nécessaires pour effectuer des
contrôles rapides et efficaces et percevoir au mieux
les impôts.
Chaque bureau de contrôle sera-t-il équipé d'une
telle banque de données pourvue d'un système de
recherche aisé à utiliser? Quand les bureaux
seront-ils ainsi équipés ? Quel gain de temps et
d'argent cela permettra-t-il de réaliser ? A quelle
vitesse pourra-t-on résorber l'arriéré actuel ? Le
budget 2001 prévoit-il des moyens pour un tel
système ? Les fonctionnaires pourront-ils consulter
cette banque de données par le biais de l'internet ?
10.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Er
bestaat al een fiscale gegevensbank die geregeld
wordt aangevuld. Ze wordt via CD-rom onder de
ambtenaren verspreid. Men werkt momenteel aan
een verbeterde versie en aan een
gebruiksvriendelijke zoekmachine. Een verspreiding
via het intranet van Financiën zit in ons
Informaticaplan 2001, maar vergt natuurlijk
bijkomende investeringen.
Uiteindelijk willen we tot een databank komen die
alle officiële fiscale bronnen omvat en die ook gratis
ter beschikking van het grote publiek zou staan.
Begin volgend jaar moeten de wetboeken,
verdragen en commentaren al klaar zijn, daarna
volgt de rechtspraak. De organisatie van het
materiaal is niet zo eenvoudig.
Ik kan niet becijferen wat zo'n gegevensbank
precies zou opbrengen, maar ik ben er zeker van
dat de voordelen de investeringen ruim zullen
overstijgen. De achterstand inzake
geschillenbehandeling zal zo nog sneller worden
ingelopen. Doordat de burgers beter geïnformeerd
zullen zijn, zal het aantal geschillen ook afnemen.
Ook de totale kostprijs van het project is moeilijk te
becijferen. Veel informatie is al beschikbaar, zodat
de prijs wel zal meevallen, ook al omdat bij de
ontwikkeling de vrije markt zal spelen. De in het
vijfjarenplan voor informatisering uitgetrokken
middelen zullen in elk geval volstaan.
10.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
Il existe déjà une base de données fiscales qui est
complétée régulièrement. Elle est distribuée sur cd-
rom aux fonctionnaires. On se consacre
actuellement à l'amélioration du contenu et à la
mise au point d'un moteur de recherche plus
convivial. Une diffusion via l'intranet du ministère
des Finances fait partie de notre plan informatique
2001 mais exige bien sûr des investissements
supplémentaires.
Nous voulons finalement développer une banque de
données englobant toutes les sources fiscales
officielles et mise à la disposition du public
gratuitement. Au début de l'année prochaine, les
codes, les traités et les commentaires doivent déjà
être disponibles; la jurisprudence suivra.
L'organisation sur le plan matériel n'est pas si
simple.
Je ne peux chiffrer ce que rapporterait précisément
une telle banque de données mais je suis certain
que les avantages dépasseront de loin les
investissements. Le retard en matière de traitement
des litiges sera résorbé encore plus rapidement.
Dès lors que les citoyens seront mieux informés, le
nombre de litiges diminuera.
Le coût total du projet est, lui aussi, difficile à
chiffrer. De nombreuses informations sont déjà
disponibles si bien que le prix devrait être
raisonnable, notamment parce que, pour ce qui est
du développement, la libre concurrence devrait
jouer. Les moyens prévus au plan quinquennal pour
l'informatisation suffiront en tout cas.
10.03 Yves Leterme (CVP): De minister doet een
aantal hoopgevende aankondigingen: volgend jaar
al zal het grote publiek op het internet veel nuttige
10.03 Yves Leterme (CVP): Le ministre se répand
en annonces prometteuses. Dès l'année prochaine,
le grand public trouvera sur internet quantité
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
fiscale informatie vinden. Wat is echter precies de
betrokkenheid van de privé-partner bij het project
en hoe wordt die partner gekozen?
d'informations fiscales utiles. Mais en quoi le
partenaire privé est-il exactement associé à ce
projet ? Comment ce partenaire sera-t-il choisi ?
10.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
samenwerking tussen publieke en privé-sector is
nodig om de gegevens te ordenen en via een
zoekmachine makkelijk toegankelijk te maken. Ik
heb al een aantal contacten gehad met bedrijven.
De tijd dringt om die samenwerking te formaliseren,
want reeds op 1 januari 2002 moet een groot
gedeelte van de gegevens op het net staan.
(Het incident is gesloten).
10.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
La collaboration entre secteurs public et privé est
nécessaire pour mettre de l'ordre dans les données
recueillies et pour permettre aux contribuables d'y
accéder facilement en utilisant un moteur de
recherche. Je me suis déjà mis en rapport avec
quelques entreprises. Le temps presse pour
formaliser cette collaboration car, dès le 1
er
janvier
2002, une grande quantité de données devra être
disponible sur la Toile.
(L'incident est clos)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Luc Goutry tot de minister
van Financiën over "de hervorming van de
hypotheek-administratie" (nr. 4697)
11 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Finances sur "la réforme de l'administration des
hypothèques" (n° 4697)
11.01 Luc Goutry (CVP): Het systeem van
hypotheekbewaring is totaal voorbijgestreefd. Het
personeel is contractueel verbonden aan een soort
zelfstandig bewaarder. Het personeel dringt al lang
aan op een integratie in het departement Financiën.
Dit zou deel moeten uitmaken van een
herstructurering bij AKRED, de Administratie voor
het kadaster, de registratie en de domeinen.
Er zou een ontwerp-KB worden uitgewerkt, de vaste
benoeming zou worden opgenomen in het
Copernicusplan. De laatste tijd is er sprake van om
AKRED onder te brengen in een soort agentschap
voor patrimoniale informatie. Wat er dan met het
hypotheekpersoneel gebeurt, weet men niet.
Hoe ver staat het met de hervormingen bij
Financiën? Welke plaats krijgt de
hypotheekbewaring? Wanneer en hoe komt er
duidelijkheid over het statuut van de
hypotheekbedienden?
11.01 Luc Goutry (CVP): Le système de la
conservation des hypothèques est totalement
dépassé. Le personnel, lié à titre contractuel à une
sorte de conservateur indépendant, demande
depuis des années son intégration au sein du
département des Finances. Cette intégration devrait
être effectuée dans le cadre de la restructuration de
l'ACED, l'Administration du cadastre, de
l'enregistrement et des domaines.
Un arrêté royal serait en cours d'élaboration et il
serait procédé aux nominations définitives dans le
cadre du plan Copernic. Il a été question ces
derniers temps de transformer l'administration du
cadastre et de l'enregistrement en une sorte
d'agence pour l'information patrimoniale. On ignore
quel serait le sort réservé dans ce cas au personnel
de la conservation des hypothèques.
Quel est l'état d'avancement des réformes au
département des Finances? Quelle place la
conservation des hypothèques se verra-t-elle
attribuer? Quand et de quelle manière le statut des
employés de la conservation des hypothèques sera-
t-il défini?
11.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Op
26 mei 2000 heb ik een oriëntatienota over de
hypotheekkantoren voorgelegd aan de Ministerraad.
Volgens deze nota wordt in een eerste fase de
geldelijke toestand van de bedienden gelijkgesteld
met die van personeel van de Staat. Dit werd
verwezenlijkt door het KB van 10 oktober 2000.
De tweede fase omvat de uitbreiding van het kader
van bureauchef, de organisatie van bijkomende
11.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: La note d'orientation relative aux bureaux des
hypothèques, que j'ai soumise au Conseil des
ministres le 26 mai 2000, prévoit, dans une
première phase, un alignement du statut pécuniaire
des employés de ces bureaux sur celui du
personnel de l'Etat. Cette phase a été mise en
oeuvre par arrêté royal du 10 octobre 2000.
La deuxième phase prévoit l'extension du cadre des
chefs de bureau, l'organisation d'examens
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
examens en de toekenning van een
weddecomplement. Het ontwerp van besluit
ondergaat nu een administratieve en een
begrotingscontrole. In de laatste fase krijgen de
bedienden het statuut van rijksambtenaar. Dit wordt
thans bestudeerd.
De hypotheekkantoren zullen deel uitmaken van de
dienst rechtszekerheid van AKRED.
Spreken over de samenwerkingsakkoorden met de
Gewesten is voorbarig, omdat men nog werkt aan
de bijzondere Financieringswet.
Er wordt niet overwogen om de hypotheekkantoren
af te scheiden van de andere diensten die de
onroerende documentatie beheren.
complémentaires et l'octroi d'un complément de
traitement. Le projet d'arrêté relatif à cette phase
fait actuellement l'objet d'un contrôle administratif
et budgétaire. Quant à la troisième et dernière
phase, correspondant à l'attribution aux employés
du cadastre du statut de fonctionnaire de l'Etat, elle
est actuellement à l'étude.
Les bureaux des hypothèques feront partie du
service de la sécurité juridique de l'Administration
du cadastre, de l'enregistrement et des domaines
(l'ACED).
Il est prématuré d'évoquer la conclusion d'accords
de coopération avec les Régions, la dernière main
n'ayant pas encore été mise à la préparation de la
modification de la loi spéciale de financement.
La scission entre les bureaux des hypothèques et
les autres services chargés de la gestion de la
documentation immobilière n'est pas à l'ordre du
jour.
11.03 Luc Goutry (CVP): Iets klopt niet: dit
antwoord is wel duidelijk, maar op het terrein heerst
er onduidelijkheid. Hoe kan dat? Was er dan geen
overleg of luister men gewoonweg niet?
11.03 Luc Goutry (CVP): Quelque chose ne va
pas : la réponse est limpide mais, sur le terrain, la
situation n'est pas claire. Comment est-ce
possible ? N'y a-t-il pas eu de concertation ? Ou
s'agit-il d'un défaut d'attention?
11.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): Er
waren onderhandelingen met de vakbonden. Het
plan is duidelijk. Een nieuw agentschap voor
patrimoniale documentatie komt er maar als
hierover een tweederde meerderheid in het
Parlement wordt bereikt. Er zijn twee verschillende
zaken: mijn plan en de wetsontwerpen die meer
autonomie toekennen aan de Gewesten en de
financiering regelen.
11.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
Des négociations ont été organisées avec les
syndicats. Le plan est clair. Une nouvelle agence de
documentation patrimoniale ne sera créée que si
une majorité des deux tiers est rassemblée au
Parlement. Nous sommes en présence de deux
choses différentes, à savoir mon plan et les projets
de loi qui confèrent une autonomie accrue aux
Régions et règlent le financement.
11.05 Luc Goutry (CVP): Men moet ook op het
terrein klaar zijn.
11.05 Luc Goutry (CVP): Il faut également que les
choses soient claires sur le terrain.
11.06 Minister Didier Reynders (Nederlands): Dat
is het geval voor mijn plan. De wetsontwerpen ,dat
is een andere zaak.
11.06 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
C'est le cas de mon plan. Quant aux projets de loi,
c'est une autre affaire.
11.07 Luc Goutry (CVP): Dus is alles duidelijk
voor de minister, maar dan ook maar alleen voor
hem.
11.07 Luc Goutry (CVP): Tout est donc clair pour
le ministre mais uniquement pour lui.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts tot de
minister van Financiën over "de aanhoudende
onrust bij het personeel Financiën Antwerpen"
(nr. 4705)
12 Question de M. Hagen Goyvaerts au ministre
des Finances sur "le malaise persistant auprès
du personnel du département des Finances à
Anvers" (n° 4705)
12.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Eén 12.01 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Un an
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
jaar na het bezoek van de minister aan de
hoofdzetel van het Antwerpse departement van
Financiën is er van zijn beloften over bijkomend
personeel en modern informaticamateriaal niets in
huis gekomen. De toenemende onrust bij het
personeel leidde ondertussen al tot acties. Die
onrust wordt mee veroorzaakt door de
onduidelijkheid over de Copernicushervormingen en
over de toekomst van de Administratie van het
kadaster, de registratie en de domeinen (AKRED).
Waarom is het personeelstekort nog steeds niet
verholpen? Gaat de minister in op de vakbondseis
om onmiddellijk 500 bijkomende personeelsleden
aan te werven? Binnen welke termijn komen er
concrete aanwervingen?
Is de minister bereid tegemoet te komen aan een
aantal bijkomende eisen, zoals agglomeratiepremie,
aanpassing van de glijdende uren en gratis vervoer
van en naar de haven?
Welke maatregelen neemt de minister om de
ontbeerde ontvangsten door een gebrek aan
controles goed te maken? Het zou jaarlijks om
100 miljard frank gaan.
Wat is het gevolg van de aangekondigde
privatisering van AKRED voor de Antwerpse
kantoren.
après la visite du ministre au siège central du
département des Finances d'Anvers, aucune des
promesses concernant le renforcement du
personnel et de l'équipement informatique moderne
n'a encore été réalisée. L'inquiétude croissante
permi le personnel a déjà donné lieu à des actions.
Cette inquiétude est notamment inspirée par le
manque de clarté concernant les réformes Copernic
et l'avenir de l'Administration du Cadastre, de
l'Enregistrement et des Domaines.
Pourquoi n'a-t-on pas encore remédié au manque
de personnel
? Le ministre a-t-il répondu
favorablement à l'exigence syndicale de recruter
immédiatement 500 personnes supplémentaires ?
Dans quel délai sera-t-il procédé aux nouveaux
recrutements?
Le ministre est-il prêt à satisfaire certaines
revendications supplémentaires, comme la prime
d'agglomération, l'adaptation des horaires flexibles
et le transport gratuit vers le port et depuis celui-ci?
Quelles mesures le ministre prend-il pour
compenser les pertes de recettes en raison d'un
manque de contrôles ? Il s'agirait de 100 milliards
chaque année.
Quelles seront pour les bureaux anversois les
conséquences de la privatisation annoncée de
l'Administration du Cadastre, de l'Enregistrement et
des Domaines?
12.02 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Sinds 1 januari 2001 waren er 340 statutaire
aanwervingen; tegen 1 juli 2001 zal dat aantal
stijgen tot 485. Van 1 juni 2000 tot 1 mei 2001
gingen 256 ambtenaren naar Antwerpen. Daarnaast
werden voor Antwerpen 19 contractuelen
aangeworden in het kader van het Rosettaplan;
binnenkort treden er nog vijf anderen in dienst.
Aanwervingen voor Antwerpen blijven moeilijk,
zowel wegens de gunstige economische toestand
van de regio als wegens de moeilijke
bereikbaarheid.
Het klopt niet dat er 500 ambtenaren tekort zijn bij
de Antwerpse haven. De personeelsformatie van
1700 personeelsleden van vóór 1993 werd door een
reeks opeenvolgende maatregelen teruggebracht
naar 1200. Ik heb me er bij de vakbonden toe
verbonden alles te doen opdat vanaf dit jaar die
1200 ambtenaren effectief zouden worden
tewerkgesteld.
Voor 2001 mag het hele departement 2000
statutaire ambtenaren in dienst nemen. Doelstelling
is in 2002 de personeelsformatie op te vullen, maar
we zijn natuurlijk afhankelijk van de arbeidsmarkt.
12.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
Depuis le 1
er
janvier 2001, 340 statutaires ont été
engagés et leur nombre devrait grimper jusqu'à 485
pour le 1
er
juillet 2001. Entre le 1
er
juin 2000 et le 1
er
mai 2001, 256 fonctionnaires ont rejoint les services
établis à Anvers. Dans le cadre du plan Rosetta, 19
contractuels ont été engagés dont cinq entreront
prochainement en service. La difficulté à pourvoir
les postes vacants à Anvers s'explique par la
situation économique de la région et la difficulté
d'accès..
L'information selon laquelle il manquerait 500
fonctionnaires au port d'Anvers est fausse. A la
suite d'une série de mesures, le cadre du
personnel, qui comportait 1700 postes avant 1993
n'en prévoit actuellement plus que 1200. J'ai
instamment demandé aux syndicats de tout faire
pour que les 1200 postes soient pourvus cette
année encore.
Pour l'année 2001, 2000 fonctionnaires statutaires
pourront être engagés pour l'ensemble du
département. L'objectif est de pourvoir à toutes les
fonctions vacantes d'ici à 2002. Nous sommes
toutefois tributaires du marché de l'emploi.
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Ik heb de administratie gevraagd na te gaan hoe
ambtenaren kunnen worden aangespoord om in de
grote agglomeraties te gaan werken, maar wacht
nog op het resultaat van dat onderzoek.
Het bedrag van 100 miljoen frank gemiste
inkomsten is uit de lucht gegrepen. Toch is wel
degelmijk meer verfijning van de controle
noodzakelijk, bij voorbeeld op basis van risico-
onderzoek. Het informaticaplan moet het materieel
werk van de ambtenaren verlichten, zodat ze zich
op hun basistaak kunnen toeleggen. Tegen begin
volgend jaar zou twee derde van het computerpark
moeten zijn vervangen.
De toekomst van AKRED hangt samen met de
Financieringswet, die nog niet is goedgekeurd.
J'ai demandé à mon administration de se pencher
sur la question de savoir comment il serait possible
d'inciter des fonctionnaires à aller travailler dans les
grandes agglomérations. Toutefois, je n'ai pas
encore reçu les résultats de cette étude.
Ce montant de 100 milliards de manque à gagner
est fantaisiste. Il n'empêche qu'il faut affiner les
contrôles, par exemple sur la base d'une évaluation
des risques. Le plan informatique devrait alléger le
travail matériel des fonctionnaires de manière à ce
qu'ils puissent se concentrer sur leur mission
première. D'ici au début de l'année prochaine, deux
tiers du parc d'ordinateurs devraient avoir été
remplacés.
L'avenir de l'ACED est lié à la loi de financement et
celle-ci n'a pas encore été adoptée.
12.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): De
minister is bezig met het dossier en boekte al enige
vooruitgang. De onrust bij het personeel blijkt dus
niet volledig gegrond.
12.03 Hagen Goyvaerts (VLAAMS BLOK): Le
ministre s'occupe manifestement de ce dossier et
des progrès ont déjà été enregistrés. Par
conséquent, l'inquiétude qui règne parmi le
personnel ne se justifie pas tout à fait.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Yves Leterme tot de
minister van Financiën over "de opbrengsten van
de milieutaksen" (nr. 4710)
13 Question de M. Yves Leterme au ministre des
Finances sur "les recettes des écotaxes"
(n° 4710)
13.01 Yves Leterme (CVP): De ecotaks van 1993
is een gewestbelasting die federaal wordt
vastgesteld en geïnd. De netto opbrengst wordt
echter op basis van de bevolkingscijfers aan de
Gewesten toegekend. De overgangsperiode, die
afgelopen was eind 2000, werd verlengd door een
bericht in het Belgisch Staatsblad van 30 december
2000. Op 30 maart heeft de Ministerraad de hele
ecotakswetgeving hervormd, maar die beslissing is
nog geen wet geworden.
Ondertussen wens ik te weten wat deze taks al
opgebracht heeft sinds de inwerkingtreding in 1994.
Kan de minister dat bedrag opsplitsen per
verpakking en per product?
13.01 Yves Leterme (CVP): L'écotaxe de 1993 est
un impôt régional qui est fixé et perçu par le pouvoir
fédéral. Cependant, sa recette nette est attribuée
aux Régions sur la base du chiffre de leur
population. La période transitoire, qui était arrivée à
échéance fin 2000, a été prolongée en vertu d'un
avis paru au Moniteur belge du 30 décembre 2000.
Le 30 mars, le conseil des ministres a alors decidé
de réformer toute la législation sur les écotaxes,
mais cette décision n'a pas encore été coulée dans
une loi.
En attendant, je voudrais savoir ce que cette taxe a
déjà rapporté depuis son entrée en vigueur en
1994. Le ministre pourrait-il ventiler ce montant par
emballage et par produit ?
13.02 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Opsplitsing volgens verpakking of product is niet
mogelijk omdat er maar één aangiftecode is. De
opbrengsten van de milieutaksen bedroegen ruim 3
miljoen frank in 1994, ruim 8 miljoen frank in 1995,
4,5 miljoen frank in 1996, bijna 15 miljoen frank in
1997, 23 miljoen frank in 1998, 131 miljoen frank in
1997, 23 miljoen frank in 1998, 131 miljoen frank in
1999, 74,7 miljoen frank in 2000 en 32,7 miljoen
13.02 Didier Reynders ,(en néerlandais) ministre:
La ventilation par emballage ou par produit n'est
pas possible car il n'y a qu'un code. Les recettes
des écotaxes se sont élevées à plus de 3 millions
en 1994, à plus de 8 millions en 1995, à 4,5 millions
en 1996, à près de 15 millions en 1997, à 23
millions en 1998, à 131 millions en 1999, à 74,7
millions en 20000 et représentaient 32,7 millions à
la fin avril de cette année.
22/05/2001
CRABV 50
COM 480
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
frank tot einde april dit jaar.
13.03 Yves Leterme (CVP): Ik vind het niet correct
dat er geen opsplitsing mogelijk is.
Sinds het aantreden van de paars-groene regering
is de opbrengst dus ingestort. Daarover moeten ze
het nog hebben.
Wordt de ecotaks geboekt in het jaar van
ontvangst?
13.03 Yves Leterme (CVP):J'estime qu'il n'est pas
normal qu'on ne puisse procéder à une ventilation.
Depuis l'arrivée de la coalition arc-en-ciel, les
recettes se sont donc effondrées. Il faut que nous
en reparlions.
Les écotaxes sont-elles comptabilisées l'année où
elles sont perçues ?
13.04 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
daling van de opbrengst van de milieutaks is
misschien het gevolg van een gedragswijziging, wat
toch de bedoeling was.
13.04 Didier Reynders , ministre:La diminution
des recettes des écotaxes est peut-être la
conséquence d'une modification de comportement,
ce qui était leur objectif.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister
van Financiën over "de toezichthouders"
(nr. 4713)
14 Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les instances de contrôle"
(n° 4713)
14.01 Dirk Pieters (CVP): Eind vorig jaar gaf de
minister van Financiën zijn krachtlijnen voor een
hervorming van het financiële landschap, maar hij
deed er nadien het stilzijgen toe. Die stilte dient
dringend te worden doorbroken na de
persmededelingen van de voorzitter van de
Commissie voor het Bank- en Financiewezen
(CBF), de heer Wymeersch en de directievoorzitter
van Euronext Brussel, de heer Lefebvre. Zij lijken
het eens te zijn dat de controle op de publieke
beursaspecten de CBF toekomt en dat de controle
op de contractuele verhoudingen tussen de Beurs
en haar leden tot de bevoegdheden van de Beurs
zelf behoort. Volgens de heer Lefebvre blijft de
schorsing van bedrijven bij insider trading ook een
bevoegdheid van de Beurs.
14.01 Dirk Pieters (CVP):A la fin de l'an passé, le
ministre des Finances avait précisé les lignes de
force d'une réforme du paysage financier mais on
n'en avait plus rien entendu par la suite. Il faut
d'urgence rompre ce silence après les
communiqués de presse du président de la
Commission bancaire et financière (CBF) M.
Wymeersch et du président du comité de direction
d'Euronext Bruxelles, M. Lefebvre. Ils semblent
s'accorder pour dire que le contrôle des aspects
boursiers publics revient à la CBF et que le contrôle
des liens contractuels entre la Bourse et ses
membres revient à la Bourse. Selon M. Lefebvre, la
suspension d'entreprises en cas de délits d'initié est
aussi une compétence de la Bourse. A notre
estime, l'Office de Contrôle des Assurances (OCA)
devrait être impliqué dans cette réforme et absorbé
par la CBF.
Wat is het tijdschema voor de hervorming? Welke
overlegprocedure wordt gevolgd?
Is de minister van oordeel dat de beurswet moet
worden gewijzigd?
Zal de minister het EU-voorzitterschap aangrijpen
om Europees toezicht te promoten? Zal hij
voortgaan op het Lamfalussy-rapport?
Wie krijgt na de hervorming de bevoegdheid te
schorsen bij insider trading?
Overlegde de minister al met zijn collega van
Economie over de Controledienst der
Quel est le calendrier de cette réforme ? Quelle
procédure de concertation a-t-on utilisée ?
Le ministre estime-t-il qu'il faille modifier la loi sur
les opérations boursières ?
Le ministre profitera-t-il de la présidence
européenne pour promouvoir le contrôle européen ?
Poursuivra-t-elle sur la voie du rapport Lamfalussy ?
Après la réforme, à qui ressortira la compétence de
suspendre en cas de délit d'initié ?
Le ministre a-t-il entrepris avec son collègue qui a
l'Economie dans ses attributions une concertation
concernant l'OCA ?
CRABV 50
COM 480
22/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Verzekeringen. Zo ja, met welk resultaat?
14.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik
heb een task force opgericht die zich buigt over de
toekomst van de financiële markten. Er waren al
drie positieve evoluties: de samenwerking van de
beurzen van Brussel, Amsterdam en Parijs in
Euronext, de totstandkoming van Nasdaq Europe
en de aanduiding van een nieuwe voorzitter van de
Commissie van het Bank- en Financiewezen na een
correcte procedure.
Tegen oktober zou er een ontwerp komen
betreffende de controle op de banken en de
financiële markten. Ik hoop dat dit kan worden
afgerond vóór 1 januari 2002. Ik hoop ook de
verzekeringen bij de hervorming te betrekken en
pleeg daarover overleg met mijn collega bevoegd
voor Economie. Ik pleit verder voor de toepassing
van het Lamfalussy-rapport en voor de oprichting
van twee nieuwe Europese comités.
14.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: J'ai mis sur pied une "Task Force" qui étudie
l'avenir des marchés financiers. Trois évolutions
positives ont déjà été constatées : la collaboration
entre les bourses de Bruxelles, d'Amsterdam et de
Paris sous la forme d'Euronext, la création du
"Nasdaq Europe" et la désignation d'un nouveau
président à la tête de la CBF à l'issue d'une
procédure quia été correctement appliquée.
D'ici au mois d'octobre, un projet de loi devrait voir
le jour concernant le contrôle des banques et des
marchés financiers. J'espère que ce dossier pourra
être bouclé pour le 1
er
janvier 2002. J'espère
également impliquer les assurances dans la
réforme. J'ai entrepris une concertation dans ce
sens avec mon collègue qui a l'Economie dans ses
attributions. Je préconise également l'application du
rapport Lamfalussy et la création de deux nouveaux
comités européens.
14.03 Dirk Pieters (CVP): Dit antwoord schept
duidelijkheid. Wij kijken uit naar het ontwerp. Wat
gebeurt er met het Lamfalussy-rapport?
14.03 Dirk Pieters (CVP): Votre réponse clarifie la
situation. Nous attendons le projet avec impatience.
Qu'adviendra-t-il du rapport Lamfalussy?
14.04 Minister Didier Reynders (Nederlands):
Voor het Lamfalussy-rapport moet een correcte
procedure worden gevonden. Ik pleit voor een
toepassing ervan dit jaar.
14.04 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
: Une procédure adéquate devra être trouvée en ce
qui concerne le rapport Lamfalussy. Je plaide en
faveur d'une application de cette procédure cette
année encore.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 12.20 uur.
La séance est levée à 12.20 heures.
Document Outline