KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 479
CRIV 50 COM 479
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
woensdag mercredi
16-05-2001 16-05-2001
15:00 uur
15:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 479
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "het verbod op
zeugboxen in België en Europa" (nr. 4666)
1
Question de Mme Magda De Meyer à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'interdiction
en Belgique et en Europe de l'élevage de
porcelets en box individuels" (n° 4666)
1
Sprekers: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu, Robert Denis
Orateurs: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement,
Robert Denis
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het jaarrapport Plannings-
commissie" (nr. 4633)
4
Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le rapport
annuel de la Commission de planification"
(n° 4633)
4
Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRIV 50
COM 479
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
WOENSDAG
16
MEI
2001
15:00 uur
______
du
MERCREDI
16
MAI
2001
15:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 15.13 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.13 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "het verbod op
zeugboxen in België en Europa" (nr. 4666)
01 Question de Mme Magda De Meyer à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'interdiction en Belgique et en Europe de
l'élevage de porcelets en box individuels"
(n° 4666)
01.01 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, mijn
vraag handelt over de zeugboxen en de actie van
Gaia terzake.

In januari stelde de Europese Commissie in haar
rapport voor dat zeugboxen in de Europese Unie
zouden verboden worden vanaf 2012. Iedereen
heeft wellicht de beelden gezien van de zeer
kleine zeugboxen waarin de zeugen gedurende de
dracht van 16,5 weken gevangen ligt op een harde
betonnen vloer tussen metalen staven. Dat
zeugen het grootste deel van hun volwassen leven
op dergelijke manier moeten doorbrengen, is
onverantwoord. De kooien zijn amper groter dan
de zeug zelf, ongeveer 2 meter lang en 60 à 70
centimeter breed.

Het rapport van de Europese Commissie bevat
een interessant deel over het economisch aspect
van een verbod op zeugboxen. De Commissie
wijst erop dat bepaalde vormen van
groepshuisvesting goedkoper blijken te zijn dan
zeughokken. De algemene productiekosten onder
meer inzake de bouw en het onderhoud van
systemen van groepshuisvesting zijn lager dan die
van de individuele zeughokken. Concreet betekent
dit dat het weghalen van de zeugen uit de stallen
en de groepshuisvesting het varkensvlees per kilo
nauwelijks een paar franken duurder zou maken.
Vleesetende consumenten van de Europese Unie
consumeren gemiddeld 42 kilogram varkensvlees.
Dit betekent dat het voedselbudget per jaar en per
persoon slechts met 70 frank zou stijgen. Voor het
geld hoeven we het niet te laten.

Op dit ogenblik worden reeds ongeveer 4 miljoen
fokzeugen in de Europese Unie in alternatieve
systemen grootgebracht.

Het standpunt van de Commissie wordt gesteund
door de wetenschappers. In zijn rapport van 1997
veroordeelde het Wetenschappelijk Veterinair
Comité reeds de zeughokken. Het Comité kwam
tot het besluit dat deze huisvestingmethode
ernstige welzijnsproblemen veroorzaakt en dat
zeugen bij voorkeur in groep moeten worden
gehouden.

Gaia heeft een overzicht gegeven van de
gezondheidsproblemen waarmee zeugen
geconfronteerd worden die opgesloten worden in
kooien. Door geïnfecteerde snij- en schaafwonden
lijden de dieren vaker aan pootwonden,
kreupelheid en chronische pijnen. Door gebrek
aan beweging verslappen hun botten en spieren.
16/05/2001
CRIV 50
COM 479
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Ze hebben vaker infecties aan de urinewegen
omdat de dieren niet vrij kunnen bewegen. Ze
lopen eveneens meer risico op hartproblemen. De
dieren beginnen repetitieve bewegingen uit te
voeren. Op die manier maken de zeugen duidelijk
dat zij hun opsluiting proberen te verwerken. Met
andere woorden, de zeug lijdt constant aan stress.

Het Wetenschappelijk Veterinair Comité
berekende dat de ruimte die voorgeschreven
wordt in het directief van 1991 onvoldoende is en
per varken en opgesplitst per gewichtscategorie
met 50% zou moeten verhoogd worden.

Het debat over de varkens staat geagendeerd op
de volgende Landbouwraden. Het is, mijns
inziens, belangrijk dat België een krachtig signaal
uitstuurt, zeker omdat de Belgische publieke
opinie dit thema steunt. Gaia verwijst naar een
Dimarso-peiling van april 2001 bij een
representatief staal van de Belgische bevolking.
Uit deze peiling blijkt dat 90% van de Belgen
zeugboxen wreed vindt. 83,5% gaat akkoord met
een Europees verbod op dergelijke boxen. 85,5%
van de Belgen die vlees eten, zijn bereid meer te
betalen voor het vlees als de sector overschakelt
op groepshuisvesting.

Vandaar mijn vraag dat u dat standpunt op
Europees niveau zou verdedigen, mevrouw de
minister en aandringen op een snellere uitvoering
van het verbod op zeugboxen. Voorts pleit ik
ervoor dat u nagaat of er eventuele financiële
ondersteuning kan worden verleend aan
varkensboeren die op groepshuisvesting willen
overschakelen en dat u de maatregel verdedigt
om een ruimte per varken op te leggen volgens de
formule van het Wetenschappelijk Veterinair
Comité, wat betekent dat de in het directief van
1991 voorgeschreven ruimte met vijftig procent
moet worden vergroot. We hadden trouwens
graag een globale discussie over het onderdeel
dierenwelzijn in het Belgisch actieprogramma voor
het voorzitterschap van de Europese Unie.
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, dames en heren, het gaat hier om een
duidelijk gedeelde verantwoordelijkheid van zowel
de minister van Landbouw als van de minister van
Dierenwelzijn. Volgens de afgesproken
taakverdeling in het kader van het debat over de
regionalisering is er een duidelijk onderscheid
gemaakt tussen de economische aspecten
verbonden aan het kweken van nutsdieren, zoals
die technisch worden genoemd, en de aspecten
van dierenwelzijn.

Ik heb mijn collega er al attent op gemaakt dat ik
bereid ben samen met hem aan tafel te gaan
zitten en te overleggen welke houding België zal
aannemen in de besprekingen die in de Europese
Unie verschillende maanden in beslag zullen
nemen. Er zal uiteraard geen beslissing op korte
termijn uit de bus komen. Immers, het is evident
dat de totstandkoming van een akkoord met een
voldoende grote groep landen om de
oorspronkelijk vastgelegde datum van 2012, die
naar aanleiding van nieuwe evaluaties onder druk
is komen te staan, te vervroegen, tijd vraagt. Ik
kan mij niet voorstellen dat zulks binnen de zes
maanden kan worden gerealiseerd.

In ieder geval is het van het grootste belang dat
we eerst in België onderzoeken welke
tijdschema's wij kunnen verdedigen. Ik heb nog
geen antwoord gekregen op mijn vraag, maar
normaal gezien heb ik donderdagmiddag met de
minister van Landbouw hierover een gesprek.

Uiteraard vormen de wetenschappelijke gegevens
van het Wetenschappelijk Veterinair Comité en de
resultaten van de Dimarso-peiling indicaties
waarmee rekening moet worden gehouden. Wat
mij betreft, zijn die overtuigend genoeg om te
stellen dat het verbod vroeger moet ingaan.

Op Vlaams niveau werkt men aan de reconversie
van de varkenssector. Al meer dan 400 boeren
hebben zich bij minister Dua gemeld als kandidaat
voor het interessante uitstapscenario. Ik zal dus
zeker mijn regionale collega's moeten
contacteren, aangezien zij in deze materie al
initiatieven hebben ontplooid. Bijgevolg kan ik
eigenlijk nog geen scherp afgebakend antwoord
verstrekken.

Ik herinner u er wel aan dat ik ongeveer drie
weken geleden een initiatief tegen de castratie van
biggen heb genomen.

Oorspronkelijk was het de bedoeling van de Raad
voor Dierenwelzijn, die hierover verslag had
uitgebracht, om een datum voorop te stellen om
met die praktijk te stoppen, met name 2009. Er
zouden andere alternatieven worden ontwikkeld.
Dat bleek echter geen haalbare kaart te zijn voor
de ministers van Landbouw. Wel is er nu een
werkgroep waarin de sector, de betrokken
administraties en organisaties voor dierenwelzijn
zullen worden uitgenodigd om na te gaan met
welke middelen men die alternatieven echt kan
ontwikkelen. Dat is immers dikwijls het probleem.
Als men niet concreet ziet hoe iets op een
economisch haalbare manier kan gebeuren, dan
blokkeert men alles. Om dat te omzeilen hebben
we inzake castratie een luik aangenomen om via
CRIV 50
COM 479
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
een werkgroep een draaglijke consensus op te
bouwen om vooruitgang te boeken.

Persoonlijk geloof ik echt in de mogelijkheid van
het promoveren van omschakeling naar meer
diervriendelijke methodes waarbij het proces van
aanduiden van mogelijkheden en het vrijwillig
bewegen in een bepaalde richting volop kansen
moet krijgen. Als we er willen in slagen
vooruitgang te boeken, dan zal dat moeten
gebeuren op basis van het overtuigen van de
sector dat dit voor hen een haalbare kaart is in alle
opzichten. Wij zullen bekijken hoe we de sector
kunnen betrekken bij deze problematiek en wat er
dan mogelijk is. Als men probeert om vanuit de
overheid te handelen en vanuit het aanvoelen van
mensen die niet direct een verantwoordelijkheid
dragen in het realiseren van het proces, dan komt
het dikwijls tot blokkeringen die de zaak alleen op
de lange baan schuiven. Ik zal het nodige doen
om hieraan te werken.

Ik voorspel u echter dat ook op Europees vlak de
vooruitgang terzake echt tijd zal vragen. Ik heb
dan ook weinig hoop op de mogelijkheid om dit
dossier af te sluiten, ook niet onder Belgisch
voorzitterschap.
01.03 La présidente: Monsieur Denis, en votre
qualité d'expert, je vous donne la parole pendant
une minute, comme au Parlement européen.
01.04 Robert Denis (PRL FDF MCC): Vous êtes
bien aimable, madame la présidente. Vous savez
que je n'ai pas l'habitude de voler au secours de
Gaia mais, cette fois-ci, ils ont raison. Les boxes
sont cruels: tels qu'ils sont imaginés aujourd'hui,
ils enlèvent à la truie tout le confort minimum
auquel elle aurait droit pour mettre bas et pour
allaiter ses porcelets. Il faut changer cela.
Maintenant, peut-on revenir à la méthode
ancestrale consistant à laisser courir les truies
ensemble ou même seules dans un grand
espace? Il faut connaître la réalité: si vous laissez
une truie mettre bas et allaiter ses porcelets dans
un grand espace, de par les méthodes d'élevage,
d'engraissement et la lourdeur des animaux
aujourd'hui, on prend le risque de voir la truie
écraser un certain nombre de ses porcelets. C'est
la raison pour laquelle les boxes de mise à bas
ont été inventés. L'intention n'est pas d'être cruel
vis-à-vis des truies mais d'obtenir une meilleure
rentabilité de l'élevage.

Madame la ministre, je pense qu'il faudrait peut-
être charger une commission de spécialistes de
faire preuve d'imagination afin de développer des
boxes où les truies ont un certain espace, tout en
préservant les porcelets contre l'écrasement. Ce
serait une belle démarche aux niveaux belge et
européen.
01.05 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
voorzitter, ik dank de heer Denis voor zijn
ondersteuning van de vraag. Terzake rijst de
fundamentele vraag waarom het nodig is om de
varkens zo vet te mesten dat ze een bedreiging
vormen voor de eigen kroost.

Mevrouw de minister, u zegt dat de discussie
onmogelijk in zes maanden kan worden
afgesloten. Ik begrijp dat dit een bijzonder
moeilijke zaak is. Dat was ook niet de bedoeling
van de vraag. Als het probleem wordt aangekaart
voor een versneld opdoeken van die zeugboxen,
dan denk ik dat u daar volledig mee akkoord gaat.

Het idee van de heer Denis om een aantal experts
in te zetten is ook een goed idee. Is het idee om
de problematiek van de zeugboxen mee in de
werkgroep van de castratie op te nemen een
haalbare kaart? Misschien gaat het één het ander
verdrinken. Misschien is het wel het moment om
de twee zaken tegelijk te regelen. Die afweging
moet worden gemaakt. Het lijkt mij belangrijk dat
de dialoog opnieuw opgestart wordt. Met een
dialoog kan veel meer bereikt worden. Ik ben er
voorstander van om rond de tafel te gaan zitten en
eruit proberen te geraken. Er zijn veel mensen de
mening toegedaan dat er een andere oplossing
mogelijk is. Het lijkt toch economisch haalbaar te
zijn vermits er nu reeds een groot aantal dieren op
een alternatieve manier worden grootgebracht.
Het moet wel lukken.

Over het globaal pakket dierenwelzijn binnen het
Europese voorzitterschap heb ik nog geen
antwoord gekregen. Ik had begrepen dat we alles
samen gaan behandelen. Wanneer zou dat dan
zijn?
01.06 Minister Magda Aelvoet: Op 6 juni 2001
gaan we het hele overzicht geven voor Leefmilieu
en Volksgezondheid.

Au moment de la mise bas, la truie est stationnée
ailleurs, précisément pour éviter des problèmes
économiques, en ce sens que trop de porcelets
mourraient. Une fois la phase d'autonomie des
porcelets atteinte, les truies reprennent leur place
dans les boxes extrêmement étroits.
Franchement, si vous voyiez les bêtes! Mieux vaut
ne pas être trop sensible! Leur espace est si limité
qu'elles peuvent à peine bouger. Elles peuvent
juste mettre le groin dans l'auge et le reste tombe
dans des petits puits. C'est vraiment pénible à
16/05/2001
CRIV 50
COM 479
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
voir.
01.07 Robert Denis (PRL FDF MCC): Mais,
madame la ministre, je le dis et le répète: Gaia a
eu raison de soulever le problème... cette fois-ci!

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De vraag nr. 4635 van mevrouw Trees Pieters
wordt naar een latere datum verschoven.
02 Vraag van de heer Luc Goutry aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
jaarrapport Planningscommissie" (nr. 4633)
02 Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le rapport
annuel de la Commission de planification"
(n° 4633)
02.01 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, ik heb inderdaad
een vraag over het jaarrapport van de
Planningscommissie. Er is immers zojuist een
jaarrapport 2001 van de Planningscommissie voor
de Medische Beroepen verschenen. Tot voor
enkele jaren ­ of eigenlijk nog langer ­ was
iedereen ervan overtuigd dat de plethora bij artsen
veel te groot is en dat contingentering noodzakelijk
is. De laatste tijd bestaat er echter druk om de
maatregelen tot contingentering te versoepelen,
onder het mom dat er opnieuw een dreigend
tekort zou ontstaan. Met name de universiteit van
Luik heeft een paar maanden geleden hierover
een dubieuze studie gemaakt.
02.02 Minister Magda Aelvoet: Het was niet de
Luikse universiteit, het was mevrouw Leliège van
de UCL.
02.03 Luc Goutry (CVP): Zeer goed, mevrouw
de minister. Blijkbaar bestaat er dus een dubbele
benadering. Vlaanderen ondersteunt de genomen
maatregelen; daar beweert iedereen dat ze te laat
genomen zijn en dat de druk van de plethora veel
te groot is. In het zuiden van het land bekijkt men
het echter helemaal anders: zij zouden eerder te
kampen hebben met een tekort. Ik vind dit een
belangrijke zaak, want er bestond duidelijke
politieke eensgezindheid toen minister Colla
destijds de nodige maatregelen nam. Indien men
hiervan wil afstappen, moet men weten waarmee
men bezig is.

Mevrouw de minister, hoe interpreteert u de
gegevens van het jaarrapport 2001, dat u ook hebt
ontvangen? Welke zijn voor u de belangrijkste
conclusies uit het rapport?

Denkt u dat er een tekort aan geneeskundigen
dreigt, zoals sommigen beweren? Zo ja, binnen
welke tijdsspanne en voor welke specialisten?
Men geeft wel enkele categorieën aan, maar zij
vormen in die mate een minoriteit dat hun aantal
absoluut niet in het gedrang komt.

Gaat u akkoord met de toenemende druk vanuit
Wallonië om de contingentering te verruimen?

Staat u op een behoud van de eenvormige
toepassing van de contingentering door de beide
gemeenschappen, waarbij de gehanteerde
verdeelsleutel van kracht blijft vermits er geen
aanwijzing bestaat om dit te veranderen?

Denkt u dat deze druk eerder afkomstig is vanuit
de onderwijssector dan vanuit de medische sector
zelf? Hoe beoordeelt u dat?

Bevestigt u mijn stelling dat het grootste probleem
in Wallonië te maken zou hebben met de niet
doeltreffende organisatie van de universiteiten,
waardoor sommige faculteiten niet meer de
vereiste kritische massa studenten halen?
Volgens mij ontstaat deze druk namelijk vanuit de
universiteiten, omdat hun faculteiten te veel
verspreid zijn en ze veel te weinig studenten
hebben. Eigenlijk spant men de wagen voor het
paard: er bestaat een gebrek aan studenten en
daarom tracht men de contingentering te
doorbreken. De sleutel van de contingentering
was natuurlijk anders: het ging daarbij over
programmatie en over een voldoende aantal
zorgverstrekkers.
02.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, ongeveer een week geleden
heb ik in de Senaat geantwoord op vragen over
deze problematiek. Ik vermeld dit omdat ik in de
Senaat antwoordde op een vraag van een
Franstalige. U zult kunnen merken dat mijn
antwoord hetzelfde is, ongeacht tot welke taalrol
de vraagsteller behoort.

U stelt de vraag of de op dit ogenblik vastgestelde
contingentering in staat is rekening te houden met
een aantal wijzigingen zoals de veroudering van
de bevolking, de vervrouwelijking van het beroep,
de veralgemeende wens om minder uren per
week te presteren, zowel voor mannelijke als
vrouwelijke artsen. U weet dat de
planningscommissie zich 5 jaar op voorhand
uitspreekt. Volgens de planningscommissie is er
geen reden om de cijfers in vraag te stellen. Er
CRIV 50
COM 479
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
werd rekening gehouden met de verschillende
factoren die effectief veranderen. Dat is de reden
geweest waarom er voor de laatste 2 jaar
waarvoor de quota waren vastgelegd, een stijging
te merken was ten opzichte van de vorige jaren.
Deze stijging is er gekomen omdat men rekening
heeft gehouden met de wijzigingen op het terrein.
We passen de quota aan de noodzaak aan.

Het quotum wordt verdeeld over de
gemeenschappen op basis van de verdeelsleutel
60/40. Als de 40%-regel wordt toegepast op een
gemeenschap, in casu de Franstalige
gemeenschap, die in vergelijking met haar
bevolkingsaandeel een hoger percentage artsen
heeft, is het evident dat in deze gemeenschap een
vermindering van werkkracht optreedt. Op
federaal niveau wordt deze vermindering gezien
als een geleidelijke afbouw van de plethora. De
gemeenschap in kwestie ervaart dit anders en
stelt dat het haar toegewezen quotum kleiner is
dan het aantal artsen. Dit veroorzaakt
psychologische reacties. Op dit ogenblik dringt de
planningscommissie, die uit Nederlandstaligen en
Franstaligen is samengesteld, er niet op aan de
quota die reeds werden aangepast en verhoogd,
opnieuw te verhogen. Er is geen probleem inzake
de quota.

De planningscommissie heeft zich wel gebogen
over de problematiek inzake bepaalde
specialismen die in de toekomst effectief
onvoldoende vervangen zullen kunnen worden.
Op basis van de gegevens waarover de
commissie op dit ogenblik beschikt, wenst zij
inzake specialismen geen deelquota per
specialisatie vast te leggen. Deelquota per
specialisatie opleggen, is immers een
schoolvoorbeeld van dirigisme. Tot op heden heeft
het vrije spel van vraag en aanbod altijd gewerkt.
Het vraag- en aanbodsysteem is verkieselijk
boven het dirigistisch systeem van deelquota.

Wel werd weerhouden dat men de problematiek
van de specialismen verder gaat bekijken. Men
gaat na wat een aangepast systeem zou kunnen
zijn om ervoor te zorgen dat men geen tekorten
krijgt voor bepaalde specialismen die wel degelijk
nodig zijn voor de volksgezondheid als men niet
met subquota wil werken. Voor mij vormt het geen
probleem als de Franstaligen zeggen dat zij dit op
een ernstige manier ingevoerd willen zien.

Het volgende element is dat wij de
contingenteringsmaatregelen voor een beperkte
periode vastleggen. Dat gaat tot en met het
academiejaar 2007-2008. De intensiteit van de
genomen maatregelen leidt niet tot een
onomkeerbare situatie. Als men een federale
afspraak maakt met globale cijfers en vervolgens
een toewijzing, dan kan het niet zo zijn dat men
stelt dat de ene groep mag doen wat hij belangrijk
vindt en de andere groep iets anders. Dan werkt
het systeem immers niet. Wij zeggen trouwens
niets over hoe men dit moet organiseren. De
gemeenschappen zijn terzake soeverein en vullen
dat op hun eigen manier in. Wij hebben echter wel
de verantwoordelijkheid om de toegang tot het
beroep te regelen. Dat moet federaal worden
afgesproken. De Ministerraad heeft daarover
unaniem een beslissing genomen. Er was dus
geen enkele tegenstem, uit geen enkele
taalgroep. Federaal mogen we eigenlijk niet van
taalgroepen spreken. Het was in elk geval een
unanieme beslissing.

Tot slot wil ik nog aanduiden dat uit een vrij
recente enquête gebleken is dat de Waalse
huisartsen gemiddeld 13 patiënten zien per dag.
Voor Brussel gaat het om 8 patiënten per dag en
voor Vlaanderen gaat het om 17 patiënten per
dag. Ik heb het hier wel over de huisartsen en niet
over de specialisten. Het is dus in geen geval zo
dat men op basis hiervan kan zeggen dat er een
tekort zou zijn op het vlak van de huisartsen om
de bevolking goed te kunnen bedienen. De cijfers
laten die conclusie niet toe.

Ik meen dat de normale problemen en de reacties
uit de Franstalige gemeenschap te maken hebben
met het feit dat men in het vorige academiejaar
voor het eerst met die pijnlijke beslissingen
geconfronteerd werd. Het is dan ook logisch dat
men op zo'n moment probeert wat te gaan
bewegen en te laten horen dat men het liever
anders zou zien. Toen men begonnen is met de
toegangsexamens aan Vlaamse kant, is er ook
aan die kant veel druk uitgeoefend om daar
onderuit te komen. Ik heb dan ook begrip voor de
reacties op verschillende tijdstippen omwille van
de eigenheid van het systeem dat men in de
verschillende gemeenschappen gekozen heeft. Ik
wil wel heel duidelijk stellen dat de langzame
afbouw van de plethora waarvoor gekozen is,
precies weerhouden is om ervoor te zorgen dat
niet plots een paar jaren zo drastisch zou moeten
worden beperkt dat er effectief medische
faculteiten in moeilijkheden zouden zijn gekomen.

Dat is een terechte zorg van de Franstaligen. Er is
met het systeem van de geleidelijke afbouw geen
probleem met het functioneren van de Franstalige
medische faculteiten. Aan Nederlandstalige kant is
trouwens bekend dat er universiteiten zijn die zeer
weinig studenten hebben. Zij zullen daar hun
conclusies uit moeten trekken. Er is mij geen
16/05/2001
CRIV 50
COM 479
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
enkel probleem bekend bij de grote medische
faculteiten aan Franstalige kant.
02.05 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
ik dank de minister voor haar duidelijk antwoord.
Ik onderstreep ook dat de minister vasthoudend is
in dit belangrijk beleidsdomein. Wij hebben
gezegd dat het 20 jaar te laat is, dat er een veel te
grote plethora is gegroeid. We hebben dat
gemerkt in de uitgaven van de ziekteverzekering.
We hebben er altijd geroeid tegen alle mogelijke
stromen in. Men neemt dan uiteindelijk een niet
eenvoudige maatregel, waarrond men zich dan
ook moet kunnen organiseren. Dat men dan zeer
snel de maatregel terug in twijfel zou brengen, zou
een ramp zijn. Het zou waanzinnig zijn. Het zou
getuigen van een zeer kortzichtige visie. Vanuit de
positie die ik bekleed, zou ik mij daar absoluut
tegen verzetten.

U zegt dat dit repercussies zal hebben op het
onderwijs. Dat is evident. Men weet het, dus kan
men daar rekening mee houden. Het zou al te
gortig zijn dat men weigert de nodige beslissingen
te nemen in verband met kleinere faculteiten of
kleinere universiteiten waar de kritische massa
niet bereikt wordt. Men moet dan niet aan de
instroom gaan sleutelen, maar men moet dan
rationaliseren binnen de onderwijsinstelling. Men
moet samenwerken, faculteiten eventueel laten
samensmelten binnen andere inrichtende
machten. In die zin denk ik dat uw standpunt het
enige correcte is. U hebt gezegd dat het niet
de commissie is ­ die trouwens paritair is
samengesteld
­
die enige druk zou hebben
uitgeoefend of die de cijfers zou hebben
geïnterpreteerd. Uiteraard is dat juist. Het is wat
men met zo'n rapport doet. Het waren de daar
ontstane geruchten die mij in de pen deden
kruipen om u die vraag te stellen. Het was dus niet
het rapport als dusdanig, want zoals ik gezien heb
is dat een gewone weergave van de cijfers.

Men interpreteert in het rapport niet onmiddellijk.
Men zegt wel dat er een dreigend tekort zou
kunnen ontstaan voor bepaalde zeldzamere
specialismen. Verder onthoudt men zich van
interpretatie. In bepaalde organen, waar dat
rapport terechtkwam, wou men daar wel bepaalde
conclusies aan vastknopen. Om daar geen
onduidelijkheid over te laten bestaan, stel ik u die
vraag. Die onduidelijk zal hierbij weggenomen zijn,
waarvoor dank.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 15.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.46 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 479
CRABV 50 COM 479
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
woensdag mercredi
16-05-2001 16-05-2001
15:00 uur
15:00 heures

CRABV 50
COM 479
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het verbod
op zeugboxen in België en Europa" (nr. 4666)
1
Question de Mme Magda De Meyer à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'interdiction
en Belgique et en Europe de l'élevage de
porcelets en box individuels" (n° 4666)
1
Sprekers: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu , Robert
Denis
Orateurs: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement ,
Robert Denis
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het jaarrapport
Planningscommissie" (nr. 4633)
3
Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le rapport
annuel de la Commission de planification"
(n° 4633)
3
Sprekers: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
CRABV 50
COM 479
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
WOENSDAG
16
MEI
2001
15:00 uur
______
du
MERCREDI
16
MAI
2001
15:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 15.13 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 15.13 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het verbod
op zeugboxen in België en Europa" (nr. 4666)
01 Question de Mme Magda De Meyer à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'interdiction en Belgique et en Europe de
l'élevage de porcelets en box individuels"
(n° 4666)
01.01 Magda De Meyer (SP): Volgens een rapport
van de Europese Commissie van januari zouden
zeugboxen in de EU moeten verboden worden
vanaf 2012. De meerprijs van varkensvlees
ingevolge de overschakeling op
groepshuisvestingssystemen is zeer beperkt, zo
blijkt uit het rapport. Het Wetenschappelijk
Veterinair Comité wees er in 1997 reeds op dat
zeugboxen ernstige welzijnsproblemen met zich
brengen en het berekende dat de ruimte per varken
met 50 procent zou moeten verhoogd worden ten
opzichte van de ruimte voorgeschreven in de
directive van 1991. Uit een opiniepeiling van april
blijkt dat de publieke opinie sterk gekant is tegen
zeugboxen en dat de bevolking bereid is een
beperkte meerprijs te betalen voor varkensvlees.

Is de minister bereid op Europees vlak aan te
dringen op een sneller verbod op zeugboxen vanaf
2006? Kan worden nagegaan of varkensboeren die
op groepshuisvesting overschakelen financieel
kunnen worden gesteund? Is de minister bereid te
pleiten voor een verhoging van de ruimte met 50
procent, zoals het Wetenschappelijk Veterinair
Comité bepleit? Tot slot zagen we graag een
globale discussie over dierenwelzijn opgenomen in
01.01 Magda De Meyer (SP): Selon un rapport de
la Commission européenne, datant du mois de
janvier, l'élevage des porcelets en box individuels
sera interdit dans l'Union européenne dès 2012. Le
passage à des systèmes d'élevage collectifs ne
devrait entraîner qu'une faible augmentation du prix
de la viande de porc, indique encore le rapport. En
1997 déjà, le Comité scientifique vétérinaire avait
dénoncé les inconvénients de ces box individuels
pour le bien-être des animaux et avait conclu à la
nécessité d'agrandir de moitié l'espace par porc
prescrit dans la directive de 1991. D'après un
sondage d'opinion, la population est fortement
opposée à l'utilisation de box individuels et serait
prête à payer la viande de porc un peu plus cher.


La ministre pourrait-elle insister auprès de l'Union
européenne afin que l'interdiction des box
individuels soit avancée à 2006 ? Serait-il possible
d'accorder une aide financière aux éleveurs de
porcs qui remplacent leurs box individuels par des
systèmes d'élevage collectif ? La ministre est-elle
prête à plaider en faveur d'une augmentation de
l'espace de 50 pour cent, comme le recommande le
Comité scientifique vétérinaire
? Enfin, nous
16/05/2001
CRABV 50
COM 479
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
ons actieprogramma voor het EU-voorzitterschap.
souhaitons que la Belgique mette sa présidence de
l'Union européenne à profit pour organiser un large
débat sur le bien-être animal.
01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Ik
kan enkel voor wat mijn verantwoordelijkheid betreft
antwoorden op deze vraag. Voor een deel is de
minister van Middenstand en Landbouw bevoegd.

Ik heb vorige week een brief geschreven aan mijn
collega om hierover te overleggen. Zodra ik een
antwoord heb, zal het overleg direct van start gaan.
Dit proces zal tijd vragen, omdat we ook op
Europees vlak moeten overeenkomen. Er zal met
de gegevens van het Wetenschappelijk Veterinair
Comité rekening worden gehouden. Op Vlaams
niveau zijn we bezig met een reconversie in de
varkenssector. Ik zal ook met de regionale collega's
moeten contact opnemen. Er zijn overtuigende
elementen om een daling van de zeugboxen door te
voeren. Omtrent de castratie van de varkens zal
een gemengde werkgroep opgericht worden. Een
datum vooropstellen om deze praktijk te stoppen,
lijkt niet direct haalbaar. Onze streefdatum is 2009.
We overwegen om ook een intensief overleg op te
starten omtrent de andere onderwerpen uit de
Richtlijn. Ik geloof in het promoveren van de
omschakeling naar meer diervriendelijke
productiemethodes. Ook Europees gezien zal dat
veel tijd vragen. We zullen de sector ervan moeten
overtuigen dat alternatieven haalbaar zijn. We
zullen de sector ook moeten ondersteunen om de
omschakeling mogelijk te maken. Ik acht het echter
onmogelijk dit dossier te kunnen afsluiten in de
periode van het Belgisch voorzitterschap.
01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Je ne peux répondre à cette question que pour ce
qui relève de ma responsabilité. Cette matière
ressortit également au ministre des Classes
moyennes et de l'Agriculture.
J'ai écrit la semaine passée une lettre à mon
collègue en vue d'une concertation qui débutera dès
que j'aurai reçu sa réponse. Ce processus exigera
du temps car la concertation doit également avoir
lieu au niveau européen. Nous tiendrons compte
des données du Comité scientifique vétérinaire. Au
niveau flamand, une reconversion du secteur porcin
est en cours. Je devrai également prendre contact
avec mes collègues régionaux. Il existe
suffisamment d'éléments convaincants pour
procéder à une diminution du nombre de box pour
truies. Un groupe mixte réunissant tous les acteurs
sera chargé d'étudier la castration des porcs. Il est
actuellement impossible de dire quand nous
pourrons mettre un terme à cette pratique. Nous
visons 2009. Nous envisageons également de
lancer une concertation intensive à propos des
autres sujets de la directive. Je crois en la
promotion du passage à des méthodes de
production plus respectueuses des animaux. Cela
exigera également beaucoup de temps au niveau
européen. Nous devrons convaincre le secteur de
l'existence de solutions de rechange. Nous devrons
soutenir le secteur pour permettre la transition.
J'estime cependant qu'il sera impossible de clôturer
ce dossier avant la fin de la présidence belge.
01.03 Robert Denis (PRL FDF MCC): Gaïa heeft
dit probleem terecht opgeworpen. In een zeugbox
heeft de zeug niet het nodige comfort om
gemakkelijk te werpen en haar biggen te zogen. De
traditionele kweekmethode, waarbij de zeugen
vrijelijk konden rondlopen in een grote ruimte, houdt
echter ook risico's in, met name het risico dat de
biggetjes verpletterd worden. Vandaar dan ook de
invoering van de zeugbox.

Ik stel voor dat een stuurgroep belast wordt met het
bestuderen van mogelijke nieuwe typen van
zeugboxen.
01.03 Robert Denis (PRL FDF MCC) : Gaïa a eu
raison de soulever ce problème. Les boxes enlèvent
à la truie tout le confort nécessaire au moment où
elle met bas et allaite ses porcelets. La méthode
traditionnelle qui consistait à laisser courir les truies
dans un grand espace présente cependant aussi
des risques, notamment d'écrasement de leurs
porcelets. C'est la raison pour laquelle les boxes
avaient été construits.

Je suggère de confier à une commission de
spécialistes une étude sur les possibilités de
développer de nouveaux types de boxes.
01.04 Magda De Meyer (SP): Is het wel nodig
varkens zo vet te mesten dat ze een bedreiging
vormen voor de eigen kroost?

Ik heb er alle begrip voor dat deze problematiek niet
op zes maanden kan worden afgewerkt. Ik denk dat
het een goed idee is een aantal specialisten op
deze problematiek te zetten, maar betwijfel of het
01.04 Magda De Meyer (SP): Est-il vraiment
nécessaire d'engraisser les cochons au point qu'ils
constituent une menace pour leur propre
progéniture?

Je comprends parfaitement que ce problème ne
pouvait être résolu en six mois. Je suis favorable à
l'idée de demander à des experts de se pencher sur
CRABV 50
COM 479
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
een goed idee is dit probleem te laten behandelen
in de werkgroep die zich buigt over castratie.

Ik kreeg geen antwoord op mijn vraag over het
onderdeel "dierenwelzijn" in het EU-
actieprogramma.
ce dossier mais éprouve des doutes quant à
l'opportunité de le confier à un groupe de travail
s'intéressant à la castration.

Quant à ma question relative au volet du plan
d'action de l'UE consacré au bien-être des animaux,
vous n'y avez pas répondu.
01.05 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Op 6
juni wordt een overzicht gegeven.

01.05 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Un aperçu général sera présenté le 6 juin.
(Frans) Wanneer de zeug werpt, wordt ze naar een
andere plaats overgebracht maar na het werpen
komt ze terug in haar box die te smal is.
(En français) : Quand la truie met bas, elle est
effectivement placée ailleurs, mais quand la mise-
bas est terminée, elle retourne dans son box,
beaucoup trop exigu.
01.06 Robert Denis (PRL FDF MCC): Dit keer
heeft Gaïa terecht geprotesteerd.

01.06 Robert Denis (PRL FDF MCC) : Cette fois-
ci, Gaïa a eu raison de protester.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "het jaarrapport
Planningscommissie" (nr. 4633)
02 Question de M. Luc Goutry à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le rapport
annuel de la Commission de planification"
(n° 4633)
02.01 Luc Goutry (CVP): Zopas ontvingen we de
besluiten van het jaarrapport 2001 van de
Planningscommissie voor medische beroepen. De
laatste tijd ontstaat er opnieuw druk om de
maatregelen tot contigentering te versoepelen,
omdat er volgens een rapport van de UCL een
dreigend tekort zou ontstaan. Er duikt ook steeds
een verschillende benadering op tussen de
Vlaamse en Franse Gemeenschap.


Hoe interpreteert de minister de gegevens uit het
jaarrapport 2001? Denkt zij dat er een tekort aan
geneeskundigen dreigt, binnen welke tijdspanne en
voor welk soort specialisten? Gaat zij akkoord met
de toenemende druk uit Wallonië om de
contigentering te verruimen? Houdt zij vast aan een
eenvormige toepassing van de contigentering in de
beide Gemeenschappen? Komt de druk vanuit de
onderwijssector of vanuit de medische sector?
Heeft het probleem in Wallonië niet eerder te
maken met een ondoeltreffende organisatie binnen
de universiteiten? De druk zou dus ontstaan vanuit
de faculteiten die te weinig studenten hebben.
02.01 Luc Goutry (CVP): Nous venons de recevoir
les conclusions du rapport annuel 2001 de la
Commission de planification des professions
médicales. Ces derniers temps, on constate une
augmentation de la pression en vue d'assouplir les
mesures de contingentement, soi-disant à cause
d'un risque important de pénurie, si l'on en croit un
rapport de l'UCL. Les visions des Communautés
flamande et française continuent par ailleurs de
diverger.

Comment interprétez-vous les données du rapport
annuel 2001 ? Pensez-vous qu'il y ait un risque de
pénurie de médecins, dans quels délais et pour
quelles spécialités
? Que pensez-vous de la
pression wallonne visant à assouplir le
contingentement
? Vous en tenez-vous à une
application uniforme du contingentement dans les
deux Communautés ? La pression vient-elle du
secteur de l'enseignement ou du secteur médical ?
Le problème wallon ne trouve-t-il pas plutôt son
origine dans la mauvaise organisation des
universités
? La pression viendrait alors des
facultés qui comptent trop peu d'étudiants.
02.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Ik
verwijs naar mijn antwoord van vorige week in de
Senaat. De Planningscommissie stelt vast dat er
geen reden is om de voor 2004-2008 vastgestelde
02.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Comme je l'ai dit la semaine dernière au Sénat, la
Commission de planification constate qu'il n'y a pas
lieu de modifier les chiffres de contingentement
16/05/2001
CRABV 50
COM 479
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
cijfers inzake contingentering aan te passen in het
licht van elementen als vergrijzing, vervrouwelijking
van het artsenkorps en vermindering van de
arbeidsduur. Het quotum wordt over de
Gemeenschappen verdeeld volgens de 60/40-
sleutel. Het is logisch, gezien het aantal artsen, dat
er in de Franse Gemeenschap een vermindering
van werkkracht komt, die federaal een geleidelijke
vermindering van de plethora betekent.

Anderzijds is het niet uitgesloten dat er tekorten
ontstaan voor bepaalde specialismen. Toch is de
Planningscommissie voorlopig geen voorstander
van dirigistische deelquota. Deze problematiek
wordt wel van nabij opgevolgd.
fixés pour 2004-2008 pour tenir compte du
vieillissement, de la féminisation du corps médical
ainsi que de la diminution du temps de travail. Le
quota est réparti entre les Communautés selon la
clé 60/40. Étant donné le nombre de médecins, il
est logique que la Communauté française
connaisse une baisse des effectifs sous la forme
d'une diminution progressive de la pléthore.


D'autre part, il n'est pas exclu que des pénuries
apparaissent pour certaines spécialités. La
Commission de planification n'est toutefois pas
favorable à des quotas à géométrie variable. Nous
suivons cependant de près cette problématique.
We zitten nu met een planning tot het academiejaar
2007-2008. Die leidt niet tot een onontkoombare
situatie. De Gemeenschappen zijn bevoegd voor
het invullen van de wijze waarop de contingentering
wordt doorgevoerd. Wij zijn enkel bevoegd om de
toelating tot het beroep te regelen.


Uit een recente enquête is gebleken dat de Waalse
huisartsen dertien patiënten per dag zien, de
Brusselse acht per dag en de Vlaamse zeventien
per dag. Op deze basis kan men niet besluiten dat
er een tekort aan huisartsen is.

Ik begrijp dat er in de Franse Gemeenschap nu een
reactie komt omdat ze vorig jaar een eerste keer
een contingentering hebben toegepast. Het moet op
een geleidelijke manier gebeuren. Er zijn inderdaad
universiteiten die weinig studenten hebben, maar
die moeten hier dan hun conclusies uit trekken. De
langzame vermindering van de plethora zal voor de
grote Franstalige medische faculteiten geen
problemen meebrengen.
Le calendrier que nous avons élaboré jusqu'à
l'année académique 2007-2008 n'entraînera pas de
problèmes insurmontables. La mise en oeuvre
concrète du contingentement ressortit à la
compétence des Communautés. Notre compétence
s'étend uniquement à l'organisation de l'accès à la
profession.

Une enquête récente a mis en évidence que les
généralistes wallons, bruxellois et flamands voient
respectivement 13, 8 et 17 patients par jour. Ces
chiffres ne permettent pas de conclure à une
pénurie de généralistes.

Je puis comprendre que des réactions se
manifestent à présent au sein de la Communauté
française, confrontée pour la première fois à un
contingentement l'année dernière. Les mesures
doivent être mises en oeuvre progressivement.
Certaines universités comptent en effet peu
d'étudiants mais elles doivent tirer de cette situation
les conclusions qui s'imposent. Pour la plupart des
facultés de médecine francophones, le
démantèlement lent de la pléthore n'entraînera pas
de problèmes.
02.03 Luc Goutry (CVP): Ik ben blij met de
vasthoudendheid van de minister, die de ­ recente
­ maatregelen niet ter discussie stelt. Het onderwijs
heeft de mogelijkheid zich te reorganiseren en te
rationaliseren.

Het was niet het rapport van de
Planningscommissie zelf dat me deze vraag om
meer duidelijkheid ontlokte, wel de mogelijke reactie
erop vanwege bepaalde drukkingsgroepen.

Het incident is gesloten.
02.03 Luc Goutry (CVP): Je suis heureux de la
détermination de la ministre qui ne remet nullement
en cause les mesures prises récemment.
L'enseignement a la possibilité de se réorganiser et
de prendre des mesures de rationalisation.

Ma demande de clarification n'était pas inspirée par
le rapport de la Commission de planification mais
par la réaction éventuelle à ce rapport de certains
groupes de pression

L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 15.46 uur.
La séance est levée à 15.46 heures.

Document Outline