KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 478
CRIV 50 COM 478
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
16-05-2001 16-05-2001
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de toestand in Zimbabwe" (nr. 4439)
1
Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
situation au Zimbabwe" (n° 4439)
1
Sprekers: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de eerste
minister over "de aanwezigheid van kernwapens
op Belgische bodem" (nr. 4478)
3
Question de Mme Leen Laenens au premier
ministre sur "la présence d'armes nucléaires sur
le territoire belge" (n° 4478)
3
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde interpellatie en vraag van
5
Interpellation et question jointes de
5
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "de
Italiaanse verkiezingen" (nr. 792)
5
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les élections
italiennes" (n° 792)
5
- de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het uitblijven en/of laattijdig karakter van de
felicitaties van de Belgische regering aan het
adres van de overwinnaar van de verkiezingen in
Italië" (nr. 4678)
5
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'absence
des félicitations et/ou leur caractère tardif,
adressées par le gouvernement belge au
vainqueur des élections italiennes" (n° 4678)
5
Sprekers: Karel Pinxten, Gerolf Annemans,
voorzitter van de VLAAMS BLOK-fractie,
Louis Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken, Ferdy Willems
Orateurs: Karel Pinxten, Gerolf Annemans,
président du groupe VLAAMS BLOK, Louis
Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères, Ferdy Willems
Moties
11
Motions
11
Sprekers: Georges Clerfayt, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken, Ferdy Willems, Gerolf
Annemans, voorzitter van de VLAAMS BLOK-
fractie, Karel Pinxten
Orateurs: Georges Clerfayt, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères, Ferdy Willems, Gerolf
Annemans, président du groupe VLAAMS
BLOK, Karel Pinxten
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
12
- de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de relatie tussen de Europese Unie en de
Verenigde Staten" (nr. 4542)
12
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les relations
entre l'Union européenne et les Etats-Unis"
(n° 4542)
12
- de heer Jacques Simonet aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de stand van zaken op het stuk van de
transatlantische betrekkingen" (nr. 4644)
12
- M. Jacques Simonet au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'état des
relations transatlantiques" (n° 4644)
12
Sprekers:
Pieter De Crem, Jacques
Simonet, Louis Michel, vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Pieter De Crem, Jacques Simonet,
Louis Michel, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de nieuwe vlaag van geweld in
Algerije, waarbij Berbers cultureel en sociaal
onderdrukt worden" (nr. 4581)
17
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
nouvelle vague de violence en Algérie et la
répression culturelle et sociale des Berbères"
(n° 4581)
17
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-
19
Question de M. Karel Pinxten au vice-premier 19
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de 'geheime' Belgische plannen in
Congo" (nr. 4602)
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les projets 'secrets' de la Belgique au Congo"
(n° 4602)
Sprekers: Karel Pinxten, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Karel Pinxten, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "bepaalde uitlatingen van een
kabinetslid over de heer Jean-Pierre Bemba"
(nr. 4648)
20
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"certains propos tenus par un collaborateur de
cabinet au sujet de M. Jean-Pierre Bemba"
(n° 4648)
20
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken, Karel Pinxten
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères, Karel Pinxten
Samengevoegde interpellatie en vraag van
23
[FR]Interpellation et question jointes de
23
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de maatregelen die recent werden genomen met
betrekking tot het controlesysteem voor de
Antwerpse diamantsector" (nr. 785)
23
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur " les mesures
prises récemment en ce qui concerne le système
de contrôle dans le secteur du diamant à Anvers"
(n° 785)
23
- mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse
Betrekkingen over "het onderzoek naar Ascorp in
het licht van de activiteiten van de Task Force"
(nr. 4672)
23
- Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'enquête
concernant Ascorp dans le cadre des activités de
la Task Force" (n° 4672)
23
Sprekers: Guido Tastenhoye, Leen Laenens,
Louis Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Leen Laenens,
Louis Michel, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères
Moties
26
Motions
26
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het Amerikaanse NMD-project"
(nr. 4632)
26
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le
projet NMD des Etats-Unis" (n° 4632)
26
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de politiek inzake Joodse
nederzettingen in Gaza" (nr. 4643)
27
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
politique en matière d'implantations juives à
Gaza" (n° 4643)
27
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken, Jacques Lefevre
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères, Jacques Lefevre
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het visumincident tussen België en
Rusland" (nr. 4647)
30
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'incident entre la Belgique et la
Russie à propos de visas" (n° 4647)
30
Sprekers: Guido Tastenhoye, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
WOENSDAG
16
MEI
2001
14:30 uur
______
du
MERCREDI
16
MAI
2001
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.45 uur door
de heer Pierre Chevalier, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.45 heures par M.
Pierre Chevalier, président.
01 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de toestand in
Zimbabwe" (nr. 4439)
01 Question de M. Jef Valkeniers au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la situation au Zimbabwe"
(n° 4439)
01.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik ben
nog maar pas een paar dagen terug uit Zuid-
Afrika; mijn vraag komt dus op het gepaste
ogenblik op de agenda.
Mijnheer de minister, ik ben ten zeerste ongerust
over de ontwikkelingen ginder, zeker wat het
respect voor de democratie en de mensenrechten
betreft. Terzake is er niet alleen een ongunstige
evolutie in Zimbabwe; ook in de omringende
landen hebben de aan de macht zijnde politici het
zeer moeilijk met het respect voor de persvrijheid
en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
Ik zie bijvoorbeeld hoe de huidige Zambiaanse
president, Frederick Shiluba, die een derde
ambtstermijn ambieert, de politici die zich
daartegen verzetten, door zijn eigen partijcollega's
onder druk laat zetten. Bovendien laat hij
bepaalde tegenstanders die niet uit Zambia zelf,
maar uit Malawi of zelfs Aziatische landen
afkomstig zijn, uit het land deporteren. Ik moet ook
vaststellen dat bepaalde leden van het ANC in
Zuid-Afrika van oordeel zijn dat de pers tegen
president Mbeki tekeergaat en het imago van het
land schaadt, terwijl het vooral de heer Mbeki zelf
is met zijn standpunten over onder meer AIDS, die
indruisen tegen alle wereldwijd aanvaarde
wetenschappelijke stellingen, die het imago
negatief beïnvloedt.
Ik stel zelfs vast dat in Zimbabwe de
oppositieleider Sangirai, de voorzitter van de
Beweging voor Democratische Verandering, de
MDC, momenteel voor de rechtbank moet
verschijnen. Hij wordt ervan beschuldigd dat hij de
veiligheid van de staat in het gedrang zou
brengen, hoewel het om een man gaat die bij de
laatste verkiezingen 47% van de stemmen heeft
behaald. De kans bestaat dat hij veroordeeld
wordt en in de gevangenis terechtkomt.
Nog erger is dat president Mugabe in plaats van te
worden terechtgewezen door president Mbeki en
de president van Nigeria steun krijgt van die
landen. Vermits wij over zes weken het
voorzitterschap van de Europese Unie
overnemen, maak ik mij grote zorgen. Ik weet dat
wij omwille van het optreden van Mugabe in
Congo in een zeer moeilijke positie verkeren.
Toch geloof ik dat er grote principes op het spel
staan die wij niet kunnen miskennen. Wij zien dat
de Commonwealth drie ministers van
Buitenlandse Zaken, die van Australië, Nigeria en
Barbados, naar Zimbabwe stuurt om de heer
Mugabe en zijn regering aan te manen de
intimidatie van de politici van de oppositie, de
media en het gerecht stop te zetten. Een
eindverslag zou klaar moeten zijn tegen de top
van de 54 aangesloten landen in Brisbane in
oktober. De Commonwealth Ministerial Action
Group die het respect voor de democratie en de
mensenrechten nagaat in de lidstaten, is zeer
ontevreden over de manier waarop de voorzitter
van het hoogste gerechtshof tot ontslag werd
gedwongen en over het politiek geweld sedert de
parlementsverkiezingen van vorig jaar, waarbij
reeds veertig doden vielen.
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De onwettig verklaarde onteigening van
landbouwgronden, de militaire interventies in
Congo en de steeds verder voortschrijdende aids-
epidemie hebben de toestand en dan vooral de
economische toestand verder uit de hand doen
lopen. De lokale dollar daalt steeds verder in
waarde. De devaluatie neemt zienderogen toe, om
nog te zwijgen over het toenemend gebrek aan
stookolie, elektriciteit en voedsel. Door de
hartelijke ontvangst die Mugabe genoot in Brussel
en Parijs in de media uit te spelen tegen de
oppositie wekte Mugabe de indruk dat er in
Europa geen vuiltje aan de lucht is ten overstaan
van de door hem gevoerde politiek. We weten dat
België in een zeer moeilijke positie verkeert
omwille van de betrokkenheid van Zimbabwe in
Congo. We zijn echter van oordeel dat dit ons er
zeker niet van mag weerhouden gangmaker te zijn
in een initiatief gelijkaardig aan dat van de
Commonwealth.
Ik zou graag de houding kennen die België over
een zestal weken in deze materie zal aannemen
wanneer het voorzitterschap van de Europese
Unie wordt overgenomen. Jammer genoeg
moeten we immers vaststellen dat de
machthebbers in zuidelijk Afrika en misschien ook
in Centraal-Afrika wanneer ze een tijdje aan de
macht zijn zo machtsgeil worden dat ze niet langer
de democratie en de mensenrechten eerbiedigen.
Alle middelen zijn goed om aan de macht te
blijven. Natuurlijk moeten de media, het gerecht
en de politici die niet meespelen dan van het
toneel verdwijnen.
Mijnheer de minister, u kent mijn betrokkenheid bij
zuidelijk Afrika. Ik meen dat het hoog tijd wordt dat
niet alleen de Commonwealth maar ook de
Europese Unie daadwerkelijk de voet op de grond
zet en deze manier van handelen een halt
toeroept. Anders zullen wij ook in zuidelijk Afrika
toestanden zien ontstaan die vandaag schering en
inslag zijn in Centraal-Afrika.
01.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Valkeniers, de Belgische
regering deelt natuurlijk de ernstige bezorgdheid
van de internationale gemeenschap en meer
bepaald van de Europese Unie omtrent de
verslechterende economische en politieke
toestand in Zimbabwe. Zimbabwe staat steevast
op de agenda van het EU-overleg inzake Afrika en
België neemt daar actief aan deel.
Op 5 maart 2001 bezocht president Mugabe van
Zimbabwe inderdaad Brussel in het gezelschap
van Minbuza Mudenge en een achttienkoppige
delegatie. Hij werd op de residentie van de
premier door de eerste minister en door mijzelf
ontvangen. Voorheen lunchte hij met commissaris
Nielson in aanwezigheid van het Zweedse
voorzitterschap. Op 5 maart werd Mugabe in het
kader van een privé-bezoek door president Chirac
in Parijs ontvangen.
Het Belgische bilaterale contact had het karakter
van een werkbezoek. Het bezoek kadert in het
geheel van de Belgische inspanningen om een
oplossing te vinden voor het conflict in het gebied
van de Grote Meren. Dat bezoek was ook van
belang voor de veiligheid van de Belgen in Congo.
U weet zeer goed dat de Zimbabwaanse troepen
daar eigenlijk voor de orde zorgen. Derhalve is het
voor ons interessant te weten op welke manier
onze mensen daar kunnen worden behandeld. Dit
bezoek dient te worden gezien in de reeks van
onderhouden die de premier en ikzelf onlangs
hebben gehad met Afrikaanse staatshoofden te
Brussel. Zimbabwe is als bondgenoot van de DRC
met troepen op het terrein aanwezig, is partij bij
het Lusaka-akkoord en is voorzitter van de JMC.
België wenst zich op generlei wijze te distantiëren
van de EU-beleidsopties. België heeft van het
onderhoud met Mugabe wel degelijk
gebruikgemaakt om op kritische wijze de
binnenlandse situatie in Zimbabwe aan te kaarten.
Mijn vragen aan president Mugabe waren
trouwens in nauwe samenwerking met Robin
Cook, de Britse minister van Buitenlandse Zaken,
opgesteld. België volgt dus de filosofie van de
Europese politieke dialoog met Zimbabwe,
gevoerd in de geest van artikel 8 van het Cotonou-
akkoord.
Deze Europese politieke dialoog ging op 11 april
2001 officieel van start te Harare. Op dit ogenblik
wordt de dialoog gevoerd tussen de plaatselijke
EU-trojka en de secretaris-generaal van het
Zimbabwaanse ministerie van Buitenlandse
Zaken. Als toekomstig EU-voorzitter is België lid
van deze trojka van ambassadeurs te Harare.
Vanaf 1 juli 2001 zal de Belgische ambassadeur
de dialoog langs EU-zijde leiden.
Ook tijdens het Belgische voorzitterschap zal
Zimbabwe ongetwijfeld hoog op de agenda staan
van het Europese overleg inzake Afrika.
Inhoudelijk zullen de Belgische voorstellen en
standpunten in dit verband afhangen van het al
dan niet succesvolle verloop van de EU-dialoog
met Zimbabwe.
Ik wil daar aan toevoegen dat de betrekkingen en
onze houding tegenover Zimbabwe in het kader
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
van een regionale aanpak van de problematiek in
Centraal-Afrika moeten worden geplaatst. Men
kan dat probleem zeer moeilijk afzonderlijk
aanpakken. Het moet in het hele kader worden
beschouwd. Ik kan geen ander antwoord geven.
Wij zullen uiteraard op een zeer nauwkeurige
manier de situatie daaromtrent volgen en de beste
inspanningen doen om druk uit te oefenen op de
houding en op de politiek van Mugabe. Ik geef
evenwel toe dat een geïsoleerde aanpak
tegenover Mugabe en zijn politieke beleid zeer
moeilijk is.
01.03 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord
en ik zie samen met hem ook wel hoe moeilijk
onze positie is. Ik heb dat in het begin reeds
onderstreept. Enerzijds hebben wij die politici
nodig om tot een resultaat te komen in Congo en
anderzijds, moeten wij ze terechtwijzen.
Ik verheug mij erover dat u contact had met de
heer Cook, de Engelse minister van Buitenlandse
Zaken, opdat wij toch op dezelfde golflengte
blijven.
Overigens benadruk ik tevens dat wij niet enkel
stelling moeten nemen tegenover Zimbabwe,
maar ook tegenover Nigeria en Zuid-Afrika, de
twee sterkste staten in centraal en zuidelijk Afrika.
We zien immers dat ook zij terugschrikken voor
hun verantwoordelijkheid. Zouden onze
ambassades in die landen niet moeten worden
aangespoord om de machthebbers aldaar te
beïnvloeden? Ik heb immers de indruk dat hun
houding op het ogenblik veel te zwak is en dat ze
president Mugabe veeleer steunen dan
terechtwijzen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
eerste minister over "de aanwezigheid van
kernwapens op Belgische bodem" (nr. 4478)
02 Question de Mme Leen Laenens au premier
ministre sur "la présence d'armes nucléaires
sur le territoire belge" (n° 4478)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken.)
(La réponse sera fournie par le vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères.)
02.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, reeds een maand geleden
had ik deze vraag ingediend, naar aanleiding van
acties van burgerlijke ongehoorzaamheid op de
luchtmachtbasis van Kleine Brogel begin april
2001. Ik wil de eerste minister de vice-eerste
minister zal in zijn naam antwoorden vragen
naar de stand van zaken van de uitvoering van het
regeerakkoord op gebied van denuclearisering.
Ten eerste, welke pogingen heeft de Belgische
regering reeds ondernomen om in het kader van
het non-proliferatieverdrag over te gaan tot
verdere denuclearisering binnen de NAVO?
Ten tweede, op welke wijze houdt de Belgische
regering rekening met het vonnis van het
internationaal gerechtshof van 1996, dat dreiging
met en inzet van kernwapens als een misdaad
tegen de mensheid beschouwt?
Ten derde, hoe bepleit de Belgische regering de
afbouw van kernwapens bij de lidstaten van de
Europese Unie en hoe reageren de lidstaten
hierop?
02.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Laenens, het streefdoel van
de regering blijft de algehele afbouw van
kernwapens. Onze ondertekening van het non-
proliferatieverdrag is de uitdrukking van dat
streven.
Het regeringsbeleid gaat echter ook uit van de
realiteit van het bestaan van kernwapens, in de
eerste plaats bij een aantal grootmachten, maar
eveneens en in toenemende mate bij een aantal
landen die het non-proliferatieverdrag al dan niet
hebben ondertekend. De dreiging van proliferatie
van massavernietigingswapens nam aanzienlijk
toe tijdens het voorbije decennium.
Het strategisch concept van de NAVO, dat in 1999
diepgaand werd aangepast, behoudt het principe
van ontrading. Oorlog en agressie worden
voorkomen door het behoud van nucleaire en
conventionele bewapening op een zo laag
mogelijk niveau. Kernwapens zijn politieke
wapens, in die zin dat zij een agressie
onberekenbaar en daardoor onaanvaardbaar
maken. Zo dragen zij bij tot de bewaring van de
vrede.
Wel verminderde de NAVO haar kernwapen-
arsenaal met 85% sinds het einde van de koude
oorlog en worden haar kernwapens niet langer op
specifieke doelen gericht. Binnen de strategische
doctrine en in het licht van de verminderde
aanwezigheid van kernwapens werkten de NAVO-
landen opties uit voor verdere
vertrouwenwekkende maatregelen: verificatie,
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
non-proliferatie en ontwapening.
Het resultaat van die bevindingen werd in
december 2000 gepubliceerd. In het rapport wordt
geen eindpunt geplaatst achter dat beleid en
worden de krachtlijnen bevestigd van het NAVO-
beleid, namelijk verdere reductie van kernwapens,
steun aan het non-proliferatieverdrag, steun aan
de ontwapeningsverdragen, non-proliferatie van
massavernietigingswapens, overleg omtrent de
bestrijding van kleine wapens en overleg met
Rusland.
Die vertrouwenwekkende maatregelen zijn erop
gericht het risico op conflicten te verminderen en
een vreedzame samenwerking met Rusland te
bevorderen. België steunt dat beleid en verwacht
dat Rusland hierop positief reageert. De
vertrouwenwekkende maatregelen tussen de
NAVO en Rusland zouden nieuwe vooruitgang op
het vlak van ontwapening en stabiliteit in Europa
toelaten.
België nam nota van het advies van het
Internationaal Gerechtshof van 8 juli 1996. De
regering schaart zich achter de unanieme
conclusie van het advies, met name de
verplichting om te goeder trouw onderhandelingen
te voeren die leiden tot nucleaire ontwapening
onder strenge en doeltreffende internationale
controle. Hierbij wordt wel beklemtoond dat het
advies van het Internationaal Gerechtshof
genuanceerd is en dat het Internationaal
Gerechtshof geen unanieme conclusie kon geven
over het al dan niet wettelijk karakter van het
gebruik van kernwapens in extreme
omstandigheden waarbij het voortbestaan van de
staat in het gedrang wordt gebracht.
In de bilaterale contacten met de
kernmogendheden, op de diverse internationale
fora zoals de algemene vergadering van de
Verenigde Naties, de eerste commissie en de
ontwapeningsconferentie te Genève, en tijdens de
bijeenkomsten van de verdragspartijen bij het non-
proliferatieverdrag, ijvert België voor de uitvoering
van artikel 6 van het verdrag. Het is opvallend dat
de eerste verantwoordelijkheid bij de
kernmogendheden zelf ligt en dat ernstige
onderhandelingen slechts mogelijk zijn zodra een
sfeer van wederkerigheid en van volledig
vertrouwen bij de kernmachten ontstaat.
De nucleaire ontwapening is een gradueel proces.
In dat verband verwijs ik naar het slotdocument
van de toetsingsconferentie over het non-
proliferatieverdrag van mei 2000. De nadruk moet
bijgevolg in eerste instantie worden gelegd op de
uitvoering van dat document.
Hoe bepleit de Belgische regering de afbouw van
kernwapens bij de lidstaten van de Europese Unie
en hoe reageren de lidstaten hierop?
Ten eerste, binnen de Europese Unie ijvert België
voor de uitwerking van een gemeenschappelijk
standpunt inzake nucleaire ontwapening. Dat is
geen gemakkelijke opgave, aangezien er drie
groepen met verschillende uitgangsposities,
namelijk de kernwapenstaat, de neutrale landen
en een middengroep, vertegenwoordigd zijn.
Ten tweede wens ik de Belgische actie inzake
nucleaire ontwapening aan de hand van het
volgende voorbeeld te illustreren. België lanceerde
in de ontwapeningsconferentie te Genève in 1998
een voorstel tot informatie-uitwisseling over de
inspanningen van de kernwapenstaten inzake
nucleaire ontwapening. Dat voorstel vormde de
basis voor een regelmatige consultatie tussen
Noorwegen, België, Duitsland, Nederland en Italië,
zowel over de globale context als over de
nucleaire ontwapeningsdynamiek binnen de
NAVO. Het voorstel werd eveneens het
uitgangspunt voor de positie van de Europese
Unie ter voorbereiding van de NPV-
toetsingsconferentie van mei 2000. Die
conferentie leidde tot een akkoord over de
noodzaak om binnen de ontwapeningsconferentie
een orgaan op te richten over de monitoring van
kernontwapening.
Ten derde, België staat aldus voor een graduele
aanpak die resultaten oplevert.
Het concentreert zich nu op het toekomstige EU-
voorzitterschap. Prioritair daarbij is de uitvoering
van de akkoorden van de vijfjaarlijkse
toetsingsconferentie inzake het non-
proliferatieverdrag, met nadruk op het
kernstopverdrag, de deblokkering van de
ontwapeningsconferentie in Genève en het
aanvatten van de onderhandelingen over een
verdrag tot banning van de productie van
nucleaire splijtstoffen voor militaire doeleinden.
In de tweede helft van het jaar zijn er de
belangrijke conferentie over de niet-
inwerkingtreding van het kernstopverdrag in
New York van 25 tot 27 september en de
algemene vergadering van de VN. Er werd in de
Europese Unie een werkverdeling onder de
lidstaten overeengekomen om de snelle toetreding
tot het kernstopverdrag overal ter wereld te
bepleiten. België neemt actief deel aan die
demarches. Ikzelf zal deelnemen aan de
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
bovenvermelde conferentie over de niet-
inwerkingtreding van het kernstopverdrag.
In de algemene vergadering van de VN buigt de
eerste commissie zich in oktober en november
over het hoofdstuk inzake ontwapening en
wapenbeheersing. België poogt traditioneel een zo
groot mogelijke coherentie van de EU-posities na
te streven. Daarbij is het essentieel dat een
middenpositie wordt gehuldigd.
Tevens werd binnen de Europese Unie een totaal
programma voor bijstand aan Rusland
overeengekomen om zijn wapenbeheersings- en
ontwapeningsovereenkomsten na te leven. Dat
programma slaat ook op het nucleair arsenaal en
het zal tegen het einde van het jaar op zijn
resultaten moeten worden geëvalueerd. Het is
belangrijk dat op het gebied van non-proliferatie
vooruitgang wordt geboekt, opdat zou worden
beslist het programma voort te zetten.
02.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik dank u voor het uitvoerig
antwoord en voeg daar de volgende opmerkingen
aan toe.
Ten eerste, u spreekt over het advies van het
Internationaal Gerechtshof. Ik dacht dat we toch
wel over een uitspraak mogen spreken gelet op
het feit dat er een heel boekwerk werd gewijd aan
de uitspraak en aan alle discussies die daarover in
het Internationaal Gerechtshof werden gevoerd.
Er kan niet worden ontkend dat de eis van de
vredesbeweging een rechtmatige eis is.
Ten tweede, ik ben het met u eens dat het niet
vanzelfsprekend zal zijn om tijdens het Europees
voorzitterschap een gemeenschappelijke
uitgangspositie tot stand te brengen. Ik wil u de
informatie die mij vanuit Frankrijk werd
doorgegeven, niet onthouden. Oud-minister
Michel Rocard heeft recentelijk verklaard dat de
Verenigde Staten in 1947 een geheime
overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk zouden
hebben afgesloten. Het ging om een clausule van
het NAVO-verdrag, volgens dewelke de Britten
ook atoomwapens kunnen inzetten zonder
instemming van de andere bondgenoten. Omdat
een gelijkaardige clausule aan Frankrijk werd
geweigerd, stapte zijn land uit de NAVO.
De kernwapens op ons grondgebied kunnen op
bevel van de Verenigde Staten worden ingezet,
zonder dat België daarbij wordt betrokken, of
begrijp ik dat verkeerd?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde interpellatie en vraag van
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de Italiaanse verkiezingen" (nr. 792)
- de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "het uitblijven en/of laattijdig karakter van
de felicitaties van de Belgische regering aan het
adres van de overwinnaar van de verkiezingen
in Italië" (nr. 4678)
03 Interpellation et question jointes de
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
élections italiennes" (n° 792)
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur
"l'absence des félicitations et/ou leur caractère
tardif, adressées par le gouvernement belge au
vainqueur des élections italiennes" (n° 4678)
03.01 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
wanneer ik terugkijk op uw parcours van de
afgelopen twee jaar als minister van Buitenlandse
Zaken, dan komt mij spontaan het gezegde van
André Gide voor de geest, die ooit het volgende
schreef: "Quand je cesserai de m'indigner, j'aurai
commencé à vieillir".
Mijnheer de minister, ik heb de indruk dat u nog
wel verontwaardiging rest, maar dat die al wat
tanend is. De actualiteit van de voorbije dagen
doet mij bovendien concluderen dat uw
verontwaardiging vooral selectief is. Uw
verontwaardiging was buitensporig groot toen het
om een klein land als Oostenrijk ging; ze is
buitengewoon miniem wanneer het gaat over het
derde grootste land in Europa en de vierde
economische macht van Europa, met name Italië.
In het licht van het nakend Europees
voorzitterschap doet uw houding afbreuk aan de
geloofwaardigheid die we zo nodig hebben vanaf
1 juli 2001, willen we in de tweede helft van 2001
initiatieven ontplooien die de Europese Unie en
zijn burgers ten goede komen.
Een geloofwaardig buitenlands beleid moet op zijn
minst voldoen aan een drietal toetsstenen. Ten
eerste moet het coherent zijn of samenhang
hebben. Ten tweede moet het consistent zijn, dus
logisch in de tijd en zonder tegenstrijdigheden.
Ten derde moet het consequent zijn wanneer het
aankomt op de toepassing van de gehanteerde
principes.
Wanneer ik het beleid nader beschouw, dan vind
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
ik dat het vandaag gevoerde buitenlands beleid
noch coherent is, noch consistent, noch
consequent met de gehanteerde principes. Ik
verklaar mij nader.
Een collega ondervroeg u zopas over het Afrika-
beleid en stelde vast dat president Mugabe van
Zimbabwe hier met zeer veel egards wordt
ontvangen. Eigenlijk komt dat erop neer dat
volgens de regering het respect voor de
mensenrechten selectief moeten worden
begrepen. Mensenrechten zijn schijnbaar minder
belangrijk voor niet-Europeanen dan voor
Europeanen. De woorden "blanken" en "niet-
blanken" wil ik nog niet in de mond nemen.
Vergelijken we het vorig jaar gevoerde beleid
tegenover Oostenrijk met het huidig beleid
tegenover Italië, dan zien we dezelfde
inconsequenties en dezelfde politiek van twee
maten en twee gewichten. We zien grote
gestrengheid wanneer het gaat over een klein,
minder belangrijk landje, maar er heerst haast een
omerta wanneer het gaat over een groot land. De
verontwaardiging neemt dus af en wordt alsmaar
selectiever.
Ik zal het hele verhaal over Oostenrijk niet
herhalen, maar even wat feiten opfrissen. Nog
vóór er in Oostenrijk een coalitie was gevormd,
kwam er al een lawine van reacties, ook vanuit
België. Voor de Oostenrijkse bevolking waren die
kwetsend tot vernederend, omdat toch meer dan
70% van de Oostenrijkers niet voor extreem-
rechts had gestemd. U verklaarde dat u de
Belgische ambassadeur zou terugtrekken, dat
Oostenrijk moest worden geïsoleerd en dat het
evengoed uit de Europese Unie kon verdwijnen
als dat aangewezen was. Op een bepaald
ogenblik beklemtoonde u zelfs dat de Oostenrijkse
bevolking de gevolgen van haar stemgedrag maar
moest dragen. Ik wijs u erop dat met hetzelfde
argument indertijd Dresden werd gebombardeerd.
Als toetje op de taart mochten de Belgen zelfs niet
naar Oostenrijk op vakantie gaan.
Op 26 februari 2001 verklaarde u in De Standaard
dat uw houding tegenover Italië precies dezelfde
zou zijn als die tegenover Oostenrijk.
Mijnheer de minister, in de commissie voor de
Buitenlandse Zaken verklaarde u op 12 maart
2001 dat u een coalitie met de heren Bossi en Fini
niet zag zitten. Ik wil hier niet uw hele verklaring
citeren, maar ik ga er toch een stukje uithalen. U
zei op een bepaald ogenblik: "Je porte exactement
le même jugement sur la Lega Nord que sur le
FPÖ de Jörg Haider, ou sur le Vlaams Blok de
Raes." In het Nederlands vervolgde u: "Daar is
geen verschil tussen." Mijnheer de minister, nadat
u dit op 12
maart
2001 in deze commissie
verklaarde, waren wij zeer benieuwd naar uw
reacties op de jongste verkiezingsuitslag in Italië.
U zult dat wel begrijpen. Uit interviews in de
geschreven pers, op de radio en op de televisie,
vernemen we dat u nu, in tegenstelling met uw
zeer vlugge reactie over Oostenrijk, gaat wachten
op de coalitievorming in Italië vooraleer
verklaringen af te leggen.
Mijnheer de minister, toen het over Oostenrijk
ging, dat kleine landje, kon het allemaal niet vlug
genoeg gaan. Er konden wat u betreft geen
krachtiger uitspraken worden gevonden. Nu zegt u
dat intussen een nieuw mechanisme is ontstaan in
Europa. Er is een nieuwe paragraaf 1 in artikel 7
van het verdrag. Er is nu een soort 'early warning
system', een waarschuwingsmechanisme, dat kan
leiden tot het geven van aanbevelingen. Mijnheer
de minister, indien u dit als argument gebruikt,
moet ik u er wel op wijzen dat paragraaf 1 van
artikel 7 wel een nieuw gegeven is, maar dat deze
paragraaf nog niet geratificeerd is. De situatie is
dus nog altijd precies dezelfde als toen het over
Oostenrijk ging. De nieuwe paragraaf kan nog niet
worden ingeroepen om Italië tot de orde te roepen.
De nieuwe paragraaf is volgens het communautair
recht nog steeds onbestaande.
Mijnheer de minister, ik citeer uw verklaring uit de
Morgen van vandaag, 16
mei
2001, over het
verschil dat u maakt tussen de verkiezingen in
Italië en die in Oostenrijk: "In Oostenrijk was er
meteen een groter democratisch onevenwicht."
Dat is een sterk argument! Het roept bij mij de
vraag op hoeveel kilogram extreem-rechts een
Europese regering wel kan verdragen. Volgens u
kan de regering in Italië blijkbaar nog net door de
beugel omdat er minder extreem-rechts inzit dan
in Oostenrijk? Bij uw beoordeling van de
verkiezingsuitslagen in Europa, meet u blijkbaar
de aanwezigheid van extreem-rechts af in
kilogram? Hoeveel extreem-rechts is er aanwezig
en hoeveel kan er nog worden getolereerd? Ik
vind dit een zeer merkwaardige redenering.
Mijnheer de minister, ik kan mij niet van de indruk
ontdoen dat u en deze regering met twee maten
meten. Wat Oostenrijk betreft, ging het over een
klein landje, met een beperkt economisch gewicht.
Oostenrijk is ook geen grote speler in Europa, wat
Italië wel is. Daarom werd van meet af aan heel
hard gereageerd tegen de nieuwe Oostenrijkse
regering. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel
reageren u en de regering nu op dezelfde manier
inzake de verkiezingen in Italië, ofwel zegt u dat u
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
zich vorig jaar vergaloppeerd hebt inzake
Oostenrijk. In dat laatste geval geeft u expliciet toe
dat u vorig jaar overdadig gereageerd hebt.
De tweede conclusie is dat, hoewel bestendig
wordt gezegd dat ons land vandaag een
buitenlands beleid voert dat op zeer hoge morele
beginselen is gebaseerd, er tegelijkertijd een
aantal principes terzijde worden geschoven. Ik
wees reeds op het feit dat er probleemloos
contacten worden gelegd met dictators, met
mensen die anderen aanzetten om landgenoten in
bijvoorbeeld Zimbabwe te vermoorden of geweld
te plegen. Dat levert geen problemen op. Zij
worden met alle mogelijke honneurs en egards
ontvangen. Inzake het terzijde schuiven van
principes zegt u dat extreemrechts niet kan, maar
dat de situatie in Italië wel moet kunnen. Dit is dus
een politiek van twee maten en twee gewichten,
die bovendien bol staat van de interne
contradicties.
Mijnheer de minister, ik wil u vier heel eenvoudige
vragen stellen.
Ten eerste, vindt u niet dat de aanpak van
Oostenrijk versus de aanpak van Italië, op een
cruciaal ogenblik voor ons land, de
geloofwaardigheid van België als toekomstig
voorzitter van de Europese Unie zwaar heeft
ondergraven?
Ten tweede, bent u zinnens enige uitleg te geven
aan uw overigens charmante Oostenrijkse collega,
die zich wellicht wat vragen zal stellen bij de
toenmalige opstelling ten overstaan van Oostenrijk
en vandaag ten overstaan van Italië?
Ten derde, hebt u of de regering felicitaties aan de
heer Berlusconi gezonden? Dat benieuwt mij,
zeker als ik naar de principes inzake het
buitenlands beleid kijk die de regering wil
toepassen.
Ten vierde dat is misschien de belangrijkste
vraag
,
mag de eerste minister nog naar
Toscane op vakantie gaan met een regering
Berlusconi?
Ik dank u bij voorbaat voor uw ongetwijfeld
uitvoerig antwoord.
De voorzitter: Mijnheer Pinxten, ik stel vast dat u
vier vragen aan de vice-eerste minister stelt, die
anders zijn dan de drie vragen die u hebt
ingediend. U moet toch enige concordantie
toepassen in de vragen die u nu stelt en de vragen
in uw schriftelijk verzoek.
03.02 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het is evident dat er tijd zit tussen het
opstellen van de vragen en het houden van de
interpellatie. Ondertussen werden reeds een
aantal vragen in de pers beantwoord. Het leek mij
weinig zinvol om daarop terug te komen. De
vragen lijken mij voorts dermate eenvoudig dat ze
niet door het kabinet moeten worden voorbereid.
De voorzitter: Mijnheer Pinxten, daar twijfel ik
geen ogenblik aan. Het is een kwestie van
appreciatie, maar ik vond de vragen in uw
schriftelijke aanvraag interessanter dan de vragen
die u nu hebt gesteld.
03.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik had de vraag vorige
donderdag willen stellen, maar de voorzitter heeft
mijn vraag samengevoegd met de interpellatie van
de heer Pinxten. De vraag naar de felicitaties had
ik ook aan de minister willen stellen. Hebben wij
ons laten voorafgaan door de Verenigde Staten of
niet?
Ik heb een bijkomende vraag. Reeds naar
aanleiding van de opvolging van Kabila hebben wij
kunnen zien dat het beleid van de vice-eerste
minister helemaal niet op de mensenrechten is
gericht of op de essentie in het beleid inzake de
mensenrechten, want de contradictie tussen de
behandeling van Afrikaanse dictators en de
behandeling van Oostenrijk werd door de minister
weggewuifd. Ik heb hem daarover geïnterpelleerd
met de melding dat er inderdaad andere normen
over gelden.
Wij moeten blijkbaar handen kunnen schudden
van Afrikaanse dictators. Wij moeten de
mensenrechten vooral in Europa en in mindere
mate elders als belangrijk en essentieel
beschouwen. Met andere woorden, daar waar
men meer behoefte heeft aan het respecteren van
de mensenrechten zijn ze voor ons veel minder
essentieel. Dat is mijn conclusie.
Ik stel vast dat die contradictoire behandeling
tussen Oostenrijk en Kabila reeds had
aangetoond dat de minister in hoge mate door
hypocrisie en schijnheiligheid wordt geïnspireerd.
In de zaak Italië blijkt dit nog meer het geval te
zijn. Wat stellen wij nu immers vast? De minister
heeft er uiteraard geen bezwaar tegen dat
extreemrechts verliest en niet in een regering
komt. Dat is vrij logisch. De minister, die vroeger
bezwaren had tegen een extreemrechts dat wint
en in de regering komt, heeft nu evenwel geen
bezwaren meer tegen extreemrechts dat in de
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
regering komt maar verliest. Dit is wat ik noem
hypocrisie.
Mijnheer de minister, ofwel is extreemrechts
essentieel gevaarlijk voor een coalitie en in de
kwintessens een besmetting op een coalitie, ofwel
is het dat niet. U beweert nu dat ze in de regering
zitten maar toch ongevaarlijk zijn omdat ze
verloren hebben. Het is volgens u niet de
kwintessens van een coalitie dat extreemrechts
een slechte invloed heeft op die coalitie. U gaat
eerst na of extreemrechts al dan niet heeft
gewonnen. Het is voldoende om dat antwoord te
analyseren om vast te stellen dat u in de
hypocrisie bent beland.
Wij hebben in de Vlaamse literatuur de figuur van
Baas Ganzendonck. Dat was een herenboertje dat
een beetje was opgeklommen en wilde proberen
om de kasteelheer naar de kroon te steken en zelf
kasteelheer te worden. Die figuur had u reeds
belichaamd, maar ik zal in de eerstkomende
dagen zeker zoeken naar een literaire figuur die
de hypocrisie kan belichamen, want wat u
vandaag tentoonspreidt is werkelijk een staaltje
van koorddanserij.
Ik neem aan dat u gisteren in Parijs uw instructies
bent gaan halen in verband met uw houding ten
opzichte van Italië. Ik lees dat het gaat om
instructies voor uw voorzitterschap. Wat heeft u
besproken met uw Franse collega in verband met
de houding ten opzichte van Italië? De heer Fini
zal waarschijnlijk vice-eerste minister worden. Ik
heb het dan nog niet over de heer Bossi, die de
laatste jaren als de grote fascist wordt
bestempeld. Als iemand van de Lega Nord of de
Alleanza Nazionale als minister dit land zal
bezoeken, zal hij dan op dezelfde behandeling
kunnen rekenen als die die uw kameraad Di Rupo
7 jaar geleden voor hen had gereserveerd? Wat is
de houding van de Belgische regering ten opzichte
van de manier waarop Italiaanse ministers van
een van die partijen moeten worden behandeld
tijdens en na het Europese voorzitterschap?
03.04 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, ik zal zeer kort zijn.
Ik hoop dat de onderhandelingen over het
programma en de vorming van de volgende
regering blijk zullen geven van de gehechtheid van
Italië aan de democratische waarden die aan de
basis liggen van de Europese samenleving. Ik stel
vooral vast dat de partij van de heer Bossi verliest.
Dit is een vernederende nederlaag voor de ideeën
die hij voorstaat. Ik verheug mij over dit verlies,
mijnheer Annemans. Het stemt mij zelfs vrolijk. Ik
geniet iedere seconde van die nederlaag.
Par conséquent, en ce qui concerne les
félicitations à vos frères xénophobes et racistes, je
vous en laisse le soin. Il vous revient de les leur
adresser.
België zal in minder dan twee maanden het
voorzitterschap van de EU waarnemen. Het land
dat de Unie voorzit u hebt mij dat vaak gezegd
behoort een consensus na te streven en de
Europese regels strikt na te leven.
Wij wachten op de benoeming van de nieuwe
regering. Mijn persoonlijke mening is sinds lange
tijd bekend: deelname van een extreem-rechtse
partij met xenofobe, racistische en soms
neonazistische ideeën van een lidstaat van de
Unie vormt een gevaar een zeer groot gevaar,
mijnheer Annemans
voor de democratische
samenleving. Ik blijf ervan overtuigd dat de heer
Bossi extreem-rechtse ideeën voorstaat en
xenofobe maatregelen aanhangt die niet
overeenstemmen met de basisprincipes van de
EU. Sinds de gebeurtenissen in Oostenrijk heeft
de raad van Nice besloten tot de invoering van
een preventief alarmmechanisme. Ik zal niet
eenzaam het initiatief nemen als dat zou moeten;
we zullen zien. Indien de nieuwe Italiaanse
regering bepaalde daden stelt, zullen wij oordelen
of de bepalingen van artikel 7 van het nieuwe
verdrag van Nice al dan niet moeten worden
toegepast.
Wat de felicitaties betreft, wacht ik om na te gaan
of de heer Bossi of zijn partij in de regering zitten
of niet.
03.05 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik ga akkoord met de laatste reactie van
de minister. Uiteraard ben ik niet echt tevreden en
dat kan ook moeilijk. Ik begrijp dat de Belgische
regering, mijnheer de minister, nog altijd geen
wensen heeft gestuurd naar de heer Berlusconi. Ik
weet nog niet of de eerste minister in de zomer
naar Toscane mag gaan. Ik heb geen njet
gehoord, dus waarschijnlijk zal hij toch wel mogen.
03.06 Minister Louis Michel: Ik ben trouwens
uitgenodigd bij de eerste minister in Toscane. Ik
zal gaan. Dat is een zeer mooie streek, weet u.
03.07 Karel Pinxten (CVP): Dus dan mogen wij
ook naar Oostenrijk voortaan?
03.08 Minister Louis Michel: Natuurlijk.
03.09 Karel Pinxten (CVP): Dat verheugt ons ten
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
zeerste.
03.10 Minister Louis Michel: Ik ben ook in
Oostenrijk uitgenodigd en ik zal ook gaan. Dat
gebeurde door de minister, een charmante dame
overigens.
03.11 Karel Pinxten (CVP): Toch kan ik mij niet
van de indruk ontdoen dat dit politiek een
opstelling blijft van contradicties en van twee
maten en twee gewichten. Ik wil maar een deeltje
uit uw antwoord lichten. Heel wat elementen
werden reeds aangeduid in mijn eerste
uiteenzetting. Nu zegt u dat u de Italiaanse
regering zult beoordelen op haar daden. Dat is net
wat u met betrekking tot de Oostenrijkse regering
niet deed.
03.12 Minister Louis Michel: Maar dat is de
houding van Europa, mijnheer Pinxten. Die
bestond niet toen het geval Oostenrijk zich
voordeed. Dat weet u toch.
03.13 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de minister,
ik heb er u zeer duidelijk op gewezen dat er met
betrekking tot artikel 7 ook vandaag, na Nice,
geen enkel verschil is: het blijft ongewijzigd de
tekst van Amsterdam. Wat dat betreft is er dus
geen enkel verschil tussen de situatie vandaag
met betrekking tot Italië en de situatie van een
goed jaar geleden met betrekking tot Oostenrijk.
Toen werd geoordeeld dat het om een klein landje
ging, niet echt belangrijk. Men dacht waarschijnlijk
ook nog niet aan het voorzitterschap, want dat
was nog ver weg. Toen werd geoordeeld louter op
basis van de coalitievorming en werd zeker niet
gekeken naar de beleidsdaden. Wij hebben toen
gepleit voor enige voorzichtigheid. Het lijkt ons
belangrijk dat de Belgische regering, zeker met
het oog op het nakende voorzitterschap, haar
geloofwaardigheid behoudt en dat terzake dus ook
de nodige consistentie of consequentie en
coherentie aan de dag worden gelegd met
betrekking tot de opstelling van onze regering. Dat
is het enige waarvoor ik pleit. Wat is het probleem
van het buitenlands beleid vandaag?
Wat is het probleem van het buitenlands beleid
vandaag? Men is begonnen met hoogdravende
taal, met grote stadhuiswoorden en met morele
principes. Dat is zeer goed, maar als men weet
dat men straks wapenlicenties moet afleveren die
gevoelig liggen, als men weet dat men terug naar
Afrika en de streek van de Grote Meren wil gaan,
dan moet men ook weten dat men ab initio een
probleem heeft ingebouwd.
Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de houding
jegens Oostenrijk en Italië. Men had zich moeten
realiseren dat het Belgische voorzitterschap eraan
stond te komen. Na de verkiezingen in Oostenrijk
had men zich moeten realiseren dat de uitspraken
die men daarover zou doen vroeg of laat als een
boemerang zouden terugkeren. Dat is, mijnheer
de minister, wat er is gebeurd.
Ik geef u twee aspecten: het Afrika-beleid en de
grote morele onderbouw van het buitenlands
beleid, enerzijds en het boemerangeffect,
anderzijds. Automatisch moet u op het vlak van de
mensenrechten met twee maten meten. Als u
vertrekt met dit discours, bouwt u zelf het
boemerangeffect in en creëert u ab initio de
problemen die nu inderdaad op u afkomen in het
Afrika-beleid. Zo is het ook met Italië. Dat men u
daarover interpelleert, is enkel en alleen het
resultaat van het feit dat u en de Belgische
regering zich zo onbedachtzaam voortvarend
tegenover Oostenrijk hebben opgesteld.
Men had perfect met hetzelfde morele en ethische
gehalte kunnen reageren op de Oostenrijkse
situatie. Voor het buitenlands beleid geldt
hetzelfde als voor de privé-sfeer: ethiek en
moraliteit zijn zaken waarover men niet moet
spreken, maar waarnaar men moet handelen. Ik
denk dat het vandaag duidelijk is dat met
betrekking tot de problematiek in Oostenrijk en
Italië, onze regering zich zeker met het oog op
het nakende voorzitterschap niet alleen zeer
dubbelzinnig en ongeloofwaardig, maar ook
contraproductief heeft opgesteld. Met de mensen
die in Oostenrijk en in Italië zijn verkozen, zullen
de premier en u, mijnheer de vice-premier,
gedurende de tweede helft van dit jaar aan de
tafel moeten zitten. Dit is geen productieve
opstelling van het Belgische buitenlands beleid.
03.14 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat de vice-
premier hier verklaart dat hij gelukkig is met de
uitslag van de heer Bossi. Ik heb die uitslag zelf
niet bekeken, het interesseert mij eigenlijk ook niet
zozeer, maar de minister blijkbaar wel en het
maakt hem gelukkig. Ik kan dus concluderen dat
de verkiezingsuitslag voor de heer Bossi slecht
was. Dat stemt ook mij gelukkig, want dat bewijst
dat ik de minister ongelukkig kan maken door
goede uitslagen van het Vlaams Blok op de
scoreborden te blijven zetten. Dat is een
aangename vaststelling!
De minister focust zich op die figuur van Bossi.
Dat is weer heel typisch voor minister Michel. Men
noemt dat gedrevenheid, maar in werkelijkheid
laat hij de buitenlandse politiek eenvoudigweg
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
beheersen door emoties en persoonlijke aversies.
Minister Michel stoort zich blijkbaar veel minder
aan de heer Fini, de leider van de neofascistische
partij en de werkelijke erfgenamen van het
fascisme! Dat is een naam die ik niet draag of
opeis, noch zoek ik enige solidariteit hiermee. Ik
heb geen enkele affiniteit met Bossi of met Fini,
ofschoon u dat misschien wel denkt, mijnheer de
minister. U laat de heer Fini ontsnappen aan die
ordemotie. U behandelt Bossi en Fini op twee
verschillende manieren. Ik kan dus niet anders
dan te concluderen dat uw handelen door uw
emoties en persoonlijke afkeer wordt geregeerd.
Ik denk dat dat geen goede leidraad is in de
buitenlandse politiek. Om de een of de andere
reden mag Fini ontsnappen en Bossi niet.
Ik hoor nu dat de minister van Buitenlandse Zaken
de diplomatiek veronderstelde felicitaties uitstelt
tot wanneer hij weet of Bossi al dan niet deel van
de regering zal uitmaken. Excuseert u mij,
mijnheer de vice-premier, maar dat is toch wel
een beetje vergezocht!
Iedereen weet dat Berlusconi op geen enkele
manier dat kartel zal doorbreken. Nu reeds,
mijnheer de minister, weet u dat de heer Bossi en
de Lega Nord deel zullen uitmaken van de
regering. Welnu, als u uw felicitatie nu uitstelt, dan
bent u zonder meer, zoals in buitenlandse
politieke kringen wordt gezegd, onbeschoft.
Mijn oud-professor internationaal recht, de heer
De Schutter de voorzitter ongetwijfeld bekend
vanuit de vereniging waarvan zij beide lid zijn ...
De voorzitter: Kreeg u ooit les van professor De
Schutter, mijnheer Annemans?
03.15 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Inderdaad, mijnheer de voorzitter, en wij konden
goed met elkaar om; hij was trouwens een zeer
verstandig persoon.
Welnu, deze professor heeft ons steeds
voorgehouden dat men geen grote normen noch
grote ethische beginselen moest zoeken in de
internationale politiek; volgens hem bleef
internationale politiek steeds en in essentie een
zaak van macht en machtsevenwicht en van de
kracht waarmee men zich op het internationale
forum kan manifesteren. Hij noemde het een
jungle als het ware en relativeerde zelf alle grote,
algemene principes en zeker alle ethische
beginselen van toepassing in de buitenlandse
politiek.
Mijnheer de minister, telkens ik u bezig zie, denk
ik terug aan professor De Schutter. Ik betreur het
te moeten vaststellen dat we aan de vooravond
van ons Europees voorzitterschap door de zaak-
Italië en het uitblijven van de Belgische felicitaties,
nogmaals duidelijk maken dat België
en
bijgevolg ook de Europese Unie un abruti als
minister van Buitenlandse Zaken heeft
aangesteld; un abruti die door niemand kan
worden teruggefloten en blijkbaar door niemand
onder controle kan worden gehouden. Dat is
jammer, niet alleen voor België, maar vooral voor
de Europese Unie.
03.16 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik herinner eraan dat wij vorig jaar
reeds, als eersten, wezen op het mogelijke
parallellisme tussen Oostenrijk en Italië.
Thans stel ik vast dat de vice-eerste minister
inderdaad zich negatief over de heer Bossi uitlaat,
waarbij ik mij trouwens kan aansluiten. Wat ik
evenwel niet goed begrijp, is dat de heer
Berlusconi aan een negatieve beoordeling
ontsnapt. Immers tenzij ik verkeerd ben ingelicht
werd Berlusconi reeds veroordeeld wegens
schriftvervalsing en zijn er tegen hem rechtszaken
hangende. Sommige procedures over de opbouw
van zijn economisch imperium zouden echter zijn
uitgesteld, omdat de betrokkene politiek
machtsmisbruik zou hebben gepleegd door zijn
media-imperium in te zetten in de
verkiezingsstrijd. Ironisch genoeg wil hij, vanuit
zijn positie, de RAI zuiveren.
Wij hadden het daarnet over de waarde van de
democratie. Welnu, het treft mij dat een figuur als
Berlusconi premier van Italië via verkiezingen
wordt en dat in de Verenigde Staten en Israël
personen zoals Bush respectievelijk Sharon
worden verkozen. Ik vrees aldus dat het probleem
zich niet alleen situeert aan de top, maar ook bij
de burger. Dat moet men durven toe te geven.
Zoekt u naar een inconsequente daad van de
regering inzake buitenlands beleid, dat zult u die
volgens mij niet vinden op het vlak van haar
houding tegenover de mensenrechten. Inderdaad,
op dat gebied stelt zij moedige daden en tracht zij
een en ander te ondernemen, quid het al dan niet
voldoende is. Op dat vlak zal elk initiatief
ontoereikend zijn.
Ik ben echter niet tevreden met de indruk die
ontstaat alsof onze regering alleen de kleintjes
aanpakt en niet de groten. Ik herinner mij nog dat
zij vorige week verklaarde regelrecht te zullen
ingaan tegen het voornemen van de Verenigde
Staten om een ruimteschild te bouwen. En dat is
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
een belangrijk gegeven.
Ik vind dat een belangrijk gegeven. Als men dan
toch inconsequenties of een achillespees inzake
buitenlands beleid zoekt, dan vindt men die niet op
het vlak van de mensenrechten, maar wel in het
beleid met betrekking tot de wapenleveringen. Dat
is de ware inconsequentie die af en toe van deze
regering uitgaat, met name
wapenleveringsdossiers rond Israel. Daar komen
we later nog op terug. Dat is een genuanceerder,
rechtvaardiger oordeel dan de agressieve,
denigrerende, onterende taal die ik hier heb
mogen horen.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heer Karel Pinxten en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Karel Pinxten
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
verzoekt de regering:
1. ook tijdens het Belgische EU-voorzitterschap
een consequente houding aan te nemen
tegenover de grondslagen en waarden die aan de
basis liggen van de EU;
2. alle lidstaten op dezelfde manier te behandelen
en geen politiek van twee maten en twee
gewichten toe te passen teneinde alzo de
geloofwaardigheid van het Belgisch buitenlands
beleid niet in het gedrang te brengen."
Une première motion de recommandation a été
déposée par M. Karel Pinxten et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Karel Pinxten
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement:
1. d'adopter, au cours de la présidence belge de
l'UE également, une attitude cohérente en ce qui
concerne les fondements et les valeurs
constituant la base de l'UE;
2. de traiter l'ensemble des Etats membres de la
même manière et de ne pas mener une politique
de deux poids deux mesures en vue de ne pas
porter atteinte à la crédibilité de la politique
extérieure belge."
Een tweede motie van aanbeveling werd
ingediend door de heren Gerolf Annemans en
Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Karel Pinxten
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering om onverwijld felicitaties aan te
bieden aan de heer Berlusconi, en vraagt de
Belgische regering om de beste relaties te
onderhouden met de Italiaanse regering."
Une seconde motion de recommandation a été
déposée par MM. Gerolf Annemans et Guido
Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Karel Pinxten
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement d'adresser sans délai
ses félicitations à M. Berlusconi et demande au
gouvernement belge d'entretenir les meilleures
relations avec le gouvernement italien."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Georges Clerfayt en Erik Derycke en
mevrouw Josée Lejeune.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Georges Clerfayt et Erik Derycke et Mme Josée
Lejeune.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
03.17 Georges Clerfayt (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, je crois avoir entendu un
intervenant envoyer, à l'adresse de notre ministre,
des injures personnelles. On peut traiter un
adversaire politique de fasciste ou de communiste
car ce sont des tendances politiques. Mais
employer des mots tels que ceux-là qui ne
correspondent en rien à une tendance politique
mais sont des caractéristiques personnelles
supputées et envoyées à l'adresse de quelqu'un,
est inacceptable! Vous devriez intervenir pour
supprimer ces paroles du compte rendu.
Le président: Monsieur Clerfayt, je ne veux pas
parler au nom du ministre, mais je pense qu'il peut
peser l'importance des propos tenus par
M. Annemans, lui-même.
03.18 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, je remercie M.
Clerfayt de son
intervention mais je pense qu'il serait bon que ces
propos soient maintenus dans le compte rendu.
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
C'est un témoignage du niveau et de la qualité de
celui qui les a prononcés. Pour le futur, je souhaite
que l'on sache qu'il y avait ici des personnages de
ce type-là!
En tout cas, je vous remercie pour votre soutien
moral.
03.19 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik wil alleen maar beklemtonen dat ik in
het laatste deel van mijn uiteenzetting eigenlijk
hetzelfde beoog als wat de heer Clerfayt zegt. Ik
heb vanaf de eerste dag in de Kamer gezegd dat
schelden, het negatief appreciëren van andere
mensen mij niet bevalt. Als wij in het Parlement de
elite van het land zouden zijn, merk ik daar niets
van. Elkaar uitschelden voor hypocriet en
huichelaar! Waar bent u mee bezig? Tot wie u het
ook richt, het is geen stijl en ik zou het ook nooit
doen.
03.20 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de termen racist en
xenofoob zijn zeer precieze juridische begrippen
die strafrechtelijk vervolgd worden in dit land. Dat
zijn geen politieke termen die een politieke
ideologie verwoorden. Het zijn scheldwoorden die
iemand die geen racist is en ik ben geen racist
kunnen kwetsen. Wie mij voor xenofoob en racist
uitscheldt, beledigt mij want ik wil geen racist en
xenofoob zijn. Als u dat wilt kunnen zeggen, moet
u mij eerst een arrest of een vonnis van een
rechtbank tonen waarin staat dat u dat tegen mij
mag zeggen. Dat is de wet.
03.21 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, om het niveau wat op te krikken, wil ik
de heer Willems verwijzen naar een voor hem
onverdachte bron, Berthold Brecht, die zegt: "Als
het volk u niet bevalt, kies dan een ander volk".
Daarnaast pleit ik er ook voor dat alles wat door
alle sprekers is gezegd ook in het verslag zou
worden bewaard. Anders valt voor ons een bron
weg op grond waarvan wij de minister kunnen
interpelleren.
De voorzitter: Laat ons zeggen dat het tot de
levendigheid van het debat bijdraagt en dat het
misschien een eer voor bepaalde mensen zal zijn
om op die manier te worden behandeld.
Voorzitter: Erik Derycke.
Président: Erik Derycke.
La question n° 4520 de M. Robert Denis n'aura
pas lieu vu l'absence de son auteur.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de relatie tussen de Europese Unie en de
Verenigde Staten" (nr. 4542)
- de heer Jacques Simonet aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de stand van zaken op het stuk van de
transatlantische betrekkingen" (nr. 4644)
04 Questions jointes de
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
relations entre l'Union européenne et les Etats-
Unis" (n° 4542)
- M. Jacques Simonet au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur "l'état
des relations transatlantiques" (n° 4644)
04.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de
Verenigde Staten zullen in de toekomst van het
halfjaarlijkse topberaad met de Europese Unie
afzien. In de plaats daarvan treffen de Europese
en de Amerikaanse leiders elkaar nog slechts
eenmaal per jaar. Nochtans was een van de
agendapunten van de Europese Raad in
Luxemburg de commissiemededeling "Reinforcing
the transatlantic relationship, focusing on strategy
and delivering results". De commissie wou
daarmee voorstellen de band tussen de Verenigde
Staten en de Europese Unie te versterken.
Momenteel is de relatie tussen de Europese Unie
en de Verenigde Staten op zijn zachtst gezegd
niet optimaal, zeker niet voor bondgenoten van het
eerste uur. Er zijn een aantal fundamentele
meningsverschillen die de relatie verstoren. Er is
het NMD-project, het National Missile Defence
project, het Kyoto-verdrag tegen het
broeikaseffect, de verhoudingen met landen zoals
Noord-Korea, Israël, de Palestijnen, maar ook de
relatie die de Amerikanen met Rusland willen
uitbouwen.
Ik wil terzake een aantal vragen stellen.
Wat is het standpunt van de Belgische regering
ten opzichte van de internationale politiek van de
Verenigde Staten en in het bijzonder ten opzichte
van de Europese Unie? Welke initiatieven stelt de
minister in het vooruitzicht in het kader van het
Belgisch EU-voorzitterschap om enig resultaat te
bekomen in de twistpunten met de Verenigde
Staten?
Ik wil nog even stilstaan bij de nota van maart
waarin wordt gezegd, ik parafraseer: beide kanten
zouden vier of vijf gemeenschappelijke
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
uitdagingen, strategische thema's kunnen
selecteren. Door de selectie van deze thema's zou
een lange termijnvisie op de relaties tussen de
Verenigde Staten en Europa kunnen ontstaan.
04.02 Jacques Simonet (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, monsieur le ministre, chers
collègues, en raison de ses nombreux contacts
internationaux, a pu se rendre directement compte
de la différence existant entre les positions de
l'Union européenne et celles de la nouvelle
administration américaine. Et s'il est encore trop
tôt, aujourd'hui, pour déterminer précisément les
futures lignes directrices de la politique
républicaine, un certain nombre de spécialistes
des relations internationales voient dans la
période de transition actuelle une opportunité pour
l'Union européenne de se positionner plus
avantageusement par rapport à un certain nombre
de questions, afin de mieux défendre la vision
européenne des relations transatlantiques ainsi
qu'une certaine vision européenne de la
problématique de résolution des conflits.
Dès lors que le ministre présidera, dans quelques
semaines, le Conseil des Affaires générales de
l'Union européenne, je désirerais connaître son
analyse sur une série de cas concrets, où
Européens et Américains ont des intérêts à
défendre sans pour autant partager une position
commune.
Le premier point que je souhaiterais évoquer avec
le ministre des Affaires étrangères est celui de la
problématique du processus de paix au Proche-
Orient qui manifestement, aujourd'hui, attend que
les belligérants puissent reprendre l'initiative des
négociations. Chaque mois qui passe réduit à
néant le chemin déjà parcouru et les efforts mis
en oeuvre pour aider les Palestiniens à jeter les
bases d'un Etat viable, qui serait le gage de
l'apaisement dans la région et de la sécurité
d'Israël.
Quelles sont les propositions concrètes que
pourra, dans les semaines et les mois à venir,
formuler l'Union en tandem avec les Etats-Unis,
condition indispensable pour faire baisser la
tension dans la région et trouver sur place des
formules de compromis acceptables?
Le deuxième élément que je voudrais aborder est
celui du partenariat avec la Russie, qui est une
autre illustration de la relative opposition, en tout
cas des divergences de vues, entre les positions
américaine et européenne, illustrée par une
baisse significative des budgets pour les
programmes de dénucléarisation militaire en
Russie, le renvoi d'une cinquantaine de
diplomates, la dénonciation d'activités
commerciales favorisant la prolifération.
Ainsi, à l'estime des dirigeants américains, la
Russie semble être redevenue une menace et non
plus un partenaire, du moins, paraît être devenue
une moindre priorité sur l'agenda présidentiel
américain, alors qu'en contraste, les Européens
semblent disposer à engager la Russie vers un
partenariat et un dialogue approfondi sur les
grandes questions économiques et stratégiques.
Là encore, je voudrais connaître le point de vue du
ministre, tant en sa qualité de représentant des
Affaires étrangères belges qu'en celle de futur
président de l'Union.
Le dernier élément sur lequel je voudrais
interroger le ministre est celui de la problématique
de la défense européenne. En effet, celle-ci a tout
à gagner à sortir de l'équation, purement
otanienne, dans laquelle Washington veut la figer
et de cette vision un peu simpliste selon laquelle
les Américains seraient le pouvoir indispensable
en Europe. Telle est la vision que développait la
secrétaire d'Etat, Mme Albright, en décembre
1996. Donc l'Union, dans le chef d'un certain
nombre de dirigeants américains, est davantage
perçue comme un instrument que comme un
acteur et comme un paramètre d'une équation
entre le coût du leadership américain et la
soumission de l'Union.
Dès lors, au-delà des arrangements techniques
qui, demain, seront nécessaires pour la
transmission des capacités OTAN à l'Union
européenne, dans le cas d'opérations où l'Alliance
n'interviendrait pas en tant que telle, c'est toute la
question de l'autonomie stratégique de l'Europe et
donc de son rôle politique sur la scène mondiale
qui va se trouver posée pour ceux qui auront à
présider aux destinées de l'Union dans les
prochains mois et les prochaines années.
En conclusion, monsieur le président, à l'estime
de mon groupe, l'Union se doit de pouvoir
développer un certain nombre d'instruments
propres, comme l'Euro, comme une PESC
cohérente, éthique, active et basée sur une
stratégie globale, comme des instruments
militaires et civils de gestion des crises, parce que
ces instruments sont, selon moi, les garants de la
capacité de l'Union européenne à défendre sa
vision, ses intérêts, ses valeurs sur la scène
internationale.
Je voudrais savoir si le ministre partage l'analyse
selon laquelle l'intérêt est de tracer davantage
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
l'image de l'unité politique de l'Union européenne
pour affirmer sa crédibilité sur la scène
internationale et qu'il nous confirme que c'est ce à
quoi il s'emploiera pendant les mois pendant
lesquels il présidera le Conseil de l'Union
européenne.
04.03 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, collega's, met de val van het IJzeren
Gordijn en de bijhorende verschuivingen in de
wereldstabiliteit kreeg de transatlantische
samenwerking een vernieuwende betekenis. De
transatlantische verklaring van 1990, alsmede de
nieuwe transatlantische agenda en het actieplan
van 1995 waren daarvan een uiting. In die
documenten nemen de EU en de VS zich voor om
echt samen te werken teneinde democratie,
mensenrechten, beginselen van de rechtsstaat,
open samenlevingen en open markten te
bevorderen in de wereld van na de koude oorlog.
Ik wil best aannemen dat momenteel de relaties
tussen de EU en de VS niet optimaal verlopen.
Meningsverschillen tussen de EU en de VS
hebben altijd bestaan. Men zou in dit verband de
toenaderingspolitiek van Europa tot de Sovjet-
Unie in de jaren '70, de aanpak van de
energiecrisis in 1974, de Euro-rakettenkwestie van
de vroege jaren '80 en de zaak rond de Siberische
pijplijn van 1986 indachtig kunnen zijn. Ik ben het
ook eens over het fundamentele karakter van
sommige misverstanden. Europeanen en
Amerikanen hebben een verschillende kijk op de
wereld en dit zal niet overnacht veranderen. De
misverstanden tussen de Verenigde Staten en de
Europese Unie moeten dan ook gerelativeerd
worden. Bij nader inzien is er meer dat de EU aan
de VS bindt dan andersom.
Inzake het Midden-Oosten liggen de
gevoeligheden traditioneel anders en is de aanpak
verschillend. Europa tracht een evenwichtige lijn te
volgen die echter meer open staat voor het
vraagstuk van een Palestijnse staat. Niemand
ontkent de determinerende rol die de Verenigde
Staten bij de oplossing van de crisis spelen en
zullen blijven spelen. Nu de Verenigde Staten zich
in het vredesproces minder possessief zo niet
minder geëngageerd opstellen, moet de EU in
samenspraak met de Amerikanen uitzoeken hoe
de vrede in de regio kan worden hersteld. Dit
houdt uiteraard een actieve rol in van de EU. In
het vooruitzicht van ons voorzitterschap zetten wij
ons hiervoor in.
Wat de veiligheid en de defensie betreft, blijven de
Verenigde Staten en Europa gehecht aan de
NAVO, het enige verdrag dat de twee zijden van
de Atlantische Oceaan bindt. Over het vraagstuk
van de Europese defensie, dat wij niet als een
alternatief van de NAVO zien maar daarentegen
als een middel om de samenhang, de Europese
bijdrage en het gewicht van Europa in het
bondgenootschap te versterken, liggen de
Amerikaanse en Europese standpunten
waarschijnlijk dichter bij elkaar dan het soms lijkt.
De Verenigde Staten aanvaarden het project van
het Europese veiligheids- en defensiebeleid als
het niet ten koste gaat van de solidariteit tussen
de bondgenoten. Op dit ogenblik betreft de kern
van het vraagstuk niet zozeer het evenwicht
binnen de NAVO, maar veeleer Turkije en de
betrekkingen van dat land met de Europese Unie.
Momenteel spelen de Verenigde Staten een
constructieve rol om de standpunten dichter bij
elkaar te brengen.
Pour la Russie, des nuances existent, mais il ne
fait pas de doute que les Etats-Unis recherchent,
comme nous, le développement d'une relation
constructive avec Moscou, même si la nature des
relations EU-Russie et Europe-Russie est
différente. Après l'élargissement, les frontières
communes entre la Russie et l'union européenne
seront fort importantes. Ces nuances
n'empêchent nullement une coopération
exemplaire entre les Etats-Unis et l'Europe au sein
de l'OSCE.
Enfin, en ce qui concerne la Corée, l'implication de
l'Union est plus grande, mais reste prudente et à
moyen terme, le réengagement des Etats-Unis
dans la région reste probable.
En définitive, le monde serait beaucoup moins sûr
et les intérêts européens seraient moins bien
servis sans cette coopération intense entre les
Etats-Unis et l'Union européenne. Si j'ai bien
compris, c'est exactement ce dont parle la
communication de la commission à laquelle on a
fait référence à juste titre.
Le gouvernement belge considère que l'Union doit
tout entreprendre pour concilier les opinions
divergentes sur la base des valeurs communes.
Le dialogue et la coopération active dans tous les
domaines possibles offrent les meilleures chances
pour trouver des solutions à l'amiable. Il faut noter
qu'une Europe unifiée et forte est plus à même
d'atteindre cet objectif que les Etats membres
isolés.
Nous souhaitons que le dialogue soit intense,
profond et efficace, et souhaitons assister à des
rencontres bien préparées, traitant des sujets
politiques à l'ordre du jour, donnant lieu à des
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
débats sensés et reconnaissant que les positions
respectives sont indispensables. Actuellement, les
chefs d'Etat et de gouvernement se rencontrent
en général deux fois par an, sans que ces
réunions aboutissent à des résultats satisfaisants.
On reproche à ces rencontres un caractère
compliqué, lourd et inefficace. Il semble que les
Américains estiment qu'une réunion par an soit
suffisante. Face aux désaccords, entre autres
ceux dont vous faites mention, nous pensons au
contraire qu'il faut renforcer le dialogue, y compris
au plus haut niveau, entre les chefs d'Etat et de
gouvernement.
Vous pouvez rajouter à votre liste la politique
européenne de sécurité, les Balkans, le Moyen-
Orient, la Fédération de Russie, l'Ukraine, la non-
prolifération, le commerce, les investissements et
la biotechnologie. Dernièrement, lors de ma visite
à Washington en avril, nous avons fait part de ces
problèmes à notre interlocuteur américain; en
outre, nous avons expliqué que si les négociations
actuelles posent problème, nous allons tout
d'abord nous pencher sur le processus de
préparation des rencontres qui trahissent une
certaine bureaucratisation. Il va de soi que la
Belgique est disposée à y contribuer en
concertation étroite avec les autres Etats
membres, le haut représentant permanent et la
Commission européenne.
En réalité, mes collègues du Conseil des ministres
partagent cette vision, comme l'a démontré la
réunion du Conseil des Affaires générales du 14
mai. Le Conseil européen souligne la nécessité de
mettre en place des structures de négociation
efficaces et confirme que les consultations Etats-
Unis/Europe doivent avoir lieu de façon régulière
et à tous les niveaux, y compris au niveau des
chefs d'Etat et de gouvernement et insiste sur la
réalisation de ces objectifs.
Dans sa communication, la Commission invoque
quelques pistes de réflexion, dont notamment
l'affinement de ce processus de préparation et la
poursuite d'objectifs de moyen à long terme. La
Belgique participe évidemment activement à ce
processus. L'Union doit mener un dialogue
engagé et efficace avec les Etats-Unis visant à
une bonne relation avec ce pays qui joue un rôle
principal dans le monde. La visite que nous avons
rendue à Washington nous a permis de nous
rendre compte de l'utilité des consultations
mutuelles. C'est pourquoi je suis résolu à
persévérer dans ce sens.
J'émettrai encore un certain nombre de
considérations par rapport aux questions que vous
avez posées, par exemple sur le Moyen-Orient,
sur la Russie, en matière de défense européenne.
En ce qui concerne le Moyen-Orient, mon
sentiment est qu'aujourd'hui à Washington, il y a
une tendance lourde qui veut rompre avec
l'administration Clinton. On a presque parfois
l'impression que le symbole suffit. Il suffit donc
que la position soit différente, le plus possible, de
celle de Clinton, pour que ce soit cette position
que l'on mette en avant. On a l'impression aussi
que parallèlement à ce que l'on pourrait appeler
une démarche assez simpliste sur le plan de la
symbolique politique, il y a toujours le filet de
sécurité qui permet, si nécessaire de revenir à
autre chose. Ce filet s'appelle Colin Powell. Il est
clair qu'entre la ligne Bush-Cheney et la ligne
Powell, il y a une tonalité et un contenu différent.
Ce que je crois, c'est que la méthode Bush-
Cheney est difficilement tenable à terme. Il est
difficile pour les Etats-Unis de continuer
longtemps dans cette voie-là. C'est un pari que
l'on fait mais je ne pense pas qu'ils puissent tenir
longtemps. On le constate au vu de ce qui se
passe avec la Chine, par exemple. Je ne sais pas
s'il s'agit d'une stratégie élaborée et sophistiquée -
j'espère que c'est le cas sinon ce serait plus
grave - mais on a l'impression, quand on parle
avec les deux tendances, que la ligne Bush-
Cheney correspond à la culture de la guerre
froide. On a l'impression que le monde n'a pas
évolué depuis toutes ces années et que l'on se
trouve dans une sorte de bain mental qui n'a rien
à voir avec la réalité du monde d'aujourd'hui. Par
contre, Colin Powell a, lui, une culture, une
rhétorique et une conviction qui sont beaucoup
plus modernistes; il a intégré les paramètres
nouveaux de la géopolitique actuelle.
Prenons l'exemple du Moyen-Orient. J'ai dit que,
pour le moment, l'administration Bush est moins
possessive du dossier. Bien sûr, elle veut agir
autrement que Clinton. Elle ne va donc reprendre
ni la stratégie, ni la méthode Clinton. Mais un
autre élément intervient aussi. Je suis convaincu
qu'elle est aussi préoccupée de ce qui se passe
là-bas que Clinton. Je ne crois pas qu'elle soit
moins préoccupée du Moyen-Orient que
l'ancienne administration. Du reste, elle ne peut
pas se le permettre; elle est obligée d'avoir cette
même préoccupation. A mon sens, les Etats-Unis
sont moins possessifs, peut-être pour des raisons
sincères parce qu'ils pensent que l'Union
européenne peut intervenir efficacement, mais je
crois plutôt qu'ils le sont parce qu'ils estiment qu'il
serait préférable pour eux de partager les risques
de ce dossier avec d'autres partenaires. En
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
réalité, ils héritent d'un dossier très complexe et
très compliqué et ils savent qu'il sera très difficile
de le mener à bien. Quel intérêt ont-ils à être les
seuls à mener la négociation?
A mon avis, il y a là une perspective pour l'Union
européenne. La question est de savoir si cette
ouverture va durer longtemps. Je n'en sais rien.
Pour le moment, j'ai toujours le sentiment qu'en ce
qui concerne ces sujets, l'administration Bush est
en recherche d'une position. On n'a pas
l'impression que sa position soit définitivement
arrêtée. L'ouverture existe donc mais le rôle que
pourrait jouer l'Europe ne dépend pas uniquement
des Etats-Unis mais aussi d'Israël.
Je pense que l'Europe pourrait à la fois apporter
des assurances aux Palestiniens et être un levier
plus efficace pour les amener à faire un pas vers
le dialogue. De ce point de vue-là, l'ouverture est
plus importante pour les raisons que je viens
d'évoquer: la question dépend en grande partie
des Etats-Unis mais pas uniquement; il faudra voir
comment Israël réagit par rapport à cette affaire.
Je puis dire en tout cas qu'Israël est extrêmement
sensible à tout ce que l'on peut dire. Un de mes
collègues estimait que c'était ennuyeux pour
l'Union européenne car elle sera sans cesse
forcée de choisir entre un jugement critique et
honnête des faits et l'utilité politique. En effet, dès
que l'on pose un jugement de valeur fondé sur
une observation honnête des faits, Israël
considère automatiquement que l'on prend parti,
ce qui n'est pas le cas. La neutralité n'implique
pas que l'on abandonne son droit légitime à
l'objectivité et l'élaboration d'un jugement critique.
La difficulté pour l'Union européenne dans ce
processus dépend, à mon sens, de la perception
que les parties auront de cette neutralité de
l'Union européenne.
J'en arrive ainsi au deuxième point. L'idée
avancée actuellement de constituer un groupe de
partenaires externes avec un groupe de
partenaires directement branchés sur la région et
d'essayer d'élargir la négociation à ces deux
entités, peut être intéressante. Certains suggèrent
de faire jouer dans cette négociation les Etats-
Unis cela va de soi , l'Union européenne qui
doit tenter de trouver la plus grande convergence
possible avec la position américaine même si son
rôle est un peu différent, les Nations unies et la
Russie. Quant aux partenaires directement
branchés sur la région, il y a Israël et la Palestine
ainsi que certains pays de la région comme
l'Egypte et la Jordanie. Cette idée fait son chemin
pour le moment.
J'en viens à la Russie. On peut tenir le même
raisonnement à l'égard de ce pays mais la
différence conceptuelle est plus grande. Au niveau
européen, pour toutes sortes de raisons, de
proximité géographique, de réalités régionales et
pour les raisons dont j'ai parlé tantôt, à savoir
qu'une fois que l'élargissement aura eu lieu, nous
aurons des frontières très importantes avec la
Russie, nous sommes, dès lors, beaucoup plus
conscients du rôle d'acteur majeur que conserve
la Russie dans toute cette partie de l'Europe.
Par contre, les contacts que j'ai eus avec Mme
Rice, par exemple, sont presque caricaturaux. "Le
PIB de la Russie est moins important que celui de
la Belgique. Donc dans un raisonnement assez
simple, la Russie est beaucoup moins importante
que la Belgique pour nous. Surtout pas d'euphorie
avec la Russie. Il faut la traiter exactement
comme l'y autorise son véritable poids". Une
attitude pareille n'est, bien entendu, pas loin du
mépris.
Cela nous pose donc un réel problème. A propos
de la Yougoslavie, par exemple, Mark Eyskens
avait très bien développé ce raisonnement
consistant à se demander pourquoi ne pas
mouiller plus la Russie, en mission déléguée,
dans des opérations de diplomatie internationale.
Pourquoi ne pas les charger de certaines
responsabilités dans les relations diplomatiques
sur le plan international? Pourquoi ne pas leur
reconnaître un certain savoir-faire et un statut
d'acteur important? Cela canalisera leur énergie et
guérira aussi la Russie, dans une certaine
mesure, des frustrations et des humiliations que
les Russes ressentent à juste titre. Je m'inscris
beaucoup plus dans cette approche relationnelle
vis-à-vis de la Russie que dans une perception
assez simpliste et ouderwets qui ne correspond
pas à l'évolution réelle des choses.
Sur le plan de la défense européenne, nous nous
trouvons à nouveau face à deux positions. Je
crois toutefois sincèrement que les Américains
commencent à percevoir les limites que nous
nous imposons dans ce domaine, et pour cause.
Mais ils perçoivent également le côté positif et
complémentaire que la défense européenne peut
représenter dans le cadre de l'OTAN. De ce point
de vue-là, j'ai l'impression qu'ils font un réel effort
pour convaincre la Turquie de bouger. Cela dit, je
ne sais pas jusqu'où va leur effort. Je suis
incapable de le dire maintenant.
Cependant, je pense que la défense européenne
a évidemment besoin d'autonomie. Mais celle-ci
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
doit être très proche de la concertation
permanente avec l'OTAN. Il ne faut pas que cela
devienne un corps complètement indépendant de
l'OTAN. Je crois même que l'évolution de
la
défense européenne doit s'inscrire
progressivement dans le temps. L'autonomie peut
aussi s'approfondir en faisant la démonstration de
notre parfaite solidarité avec l'OTAN. Donner
l'impression que l'on veut, à terme, se découpler
totalement de l'OTAN serait, à mon avis, une
erreur.
Quant aux relations entre l'Union européenne et
les Etats-Unis, et même si d'aucuns n'aiment pas
cela, je crois qu'il est indispensable de faire tout
ce qui est en notre pouvoir pour approfondir
celles-ci.
Pour en revenir à ces rencontres transatlantiques,
je crois qu'il faudrait peut-être essayer de
convaincre les Etats-Unis d'avoir de vraies
discussions d'options politiques. Car cela reste
toujours dans un cadre extrêmement lourd, très
technocratique et bureaucratique. C'est d'ailleurs
un des reproches qu'ils formulent à notre
encontre. Ils estiment que cela représente
beaucoup d'efforts et de dépenses pour un
résultat médiocre. C'est de l'énergie perdue.
Je me demande par conséquent si organiser une
réunion classique et une réunion à haut niveau
avec des agendas politiques réduits ne vaudrait
pas mieux que deux réunions qui sont quasiment
devenues impayables. Car sachez qu'à l'heure
actuelle, c'est tout à fait "barnumesque" de ce
point de vue là.
De voorzitter: Ik denk dat we de minister moeten
danken voor dit diepgaande gesprek over de
relaties met de Verenigde Staten. Volgens mij zal
dit in de volgende zes maanden een van de
moeilijkste en ingewikkeldste politieke punten zijn.
Er is trouwens nog niet gesproken over de grote
divergentie van de handelsproblematiek, de WTO.
De houding van de Verenigde Staten jegens een
land wordt immers vaak bepaald door het
economische cijfer van dat land. Kijk maar naar
de houding van mevrouw Rice ten opzichte van
Rusland. Bedenk daarbij dat België slechts een
klein land is en zijn economisch cijfer daarmee in
overeenstemming is. Alles wordt vertaald in
economische termen en dat heeft uiteraard ook
consequenties voor de economische
belangensfeer tussen Europa en de Verenigde
Staten. Ik denk dit het belangrijkste, maar ook het
moeilijkste debat is dat moet worden aangevat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de nieuwe vlaag van
geweld in Algerije, waarbij Berbers cultureel en
sociaal onderdrukt worden" (nr. 4581)
05 Question de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la nouvelle vague de violence
en Algérie et la répression culturelle et sociale
des Berbères" (n° 4581)
05.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, het is bijna een traditie geworden dat wij
het woord nemen als relatief kleine volkeren
verdrukt worden.
Ik wil erop wijzen dat het hier gaat om een grote
cultuur. Ik zou daarover een lange uiteenzetting
kunnen houden maar dit is uiteraard niet nodig.
De Berbercultuur gaat terug op een van de oudste
culturele uitingen in Afrika met wortels tot in de
cultuur van Carthago. Dit uit zich in hun taal,
muziek, literatuur, culinaire tradities, kledij, religie,
gezinsstructuren, economie, enzovoort. Kortom,
de Berbers vertegenwoordigen een stukje
patrimonium van de mensheid.
Het gaat hier om een relatief kleine cultuur. Laten
we toch niet vergeten dat de Berbers in Algerije
zowat 20 tot 30% vertegenwoordigen van de totale
bevolking wat neerkomt op ongeveer 10 miljoen
mensen. In heel de Maghreb wordt hun aantal
geschat op 25 tot 30 miljoen.
Deze cultuur werd zwaar verdrukt, gekoloniseerd,
geïslamiseerd en gearabiseerd. Ondanks dit alles
is deze cultuur blijven bestaan en kende in 1980
zelfs een zogenaamde "Berberse lente". Het gaat
hier om een zeker reveil waarbij de taal eindelijk
werd erkend en in 1996 zelfs in de Grondwet van
Algerije werd opgenomen. Ook in de media en in
het onderwijs zijn ze weliswaar beperkt aan
bod gekomen.
Actie lokt reactie uit en er is dan ook zware
tegenwind gekomen vanuit fundamentalistisch
Arabisme, meer bepaald door het FIS en de GIA.
Het hoogtepunt van deze reactie was toch wel de
moord op de zanger Matub op 25 juni 1998. Hij
had het aangedurfd de fundamentalisten te
bestrijden.
Ik heb een zekere bewondering voor de
vrijheidsliefde van die cultuur. Vandaag komt die
cultuur opnieuw in de verdrukking. Het gaat deze
keer niet alleen over hun religieus-culturele maar
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
vooral ook sociale identiteit. Deze cultuur voelt
zich verdrukt in zijn vermogen tot arbeid en
huisvesting.
De relletjes die aandacht kregen in de media
hebben tientallen doden opgeleverd. De
geweldpleging vond plaats aan beide kanten. De
reacties liegen er niet om. Een kleinere partij in
Algerije, die deze bevolkingsgroep steunt, het
Rassemblement pour la Culture en la Démocratie,
is uit de regering getreden. Zij vragen bovendien
een onderzoek naar de feiten. President
Bouteflika heeft beloofd een onderzoek te laten
uitvoeren. Kofi Annan heeft zelfs beloofd een VN-
gezant ter plaatse te zullen sturen.
Wat kan de minister doen om dit geweld tegen de
Berbers tegen te gaan? Doen wij op Europees
niveau iets? Kunnen wij dit thema aankaarten?
Kunnen wij een onderzoek vragen? Ziet de
regering een mogelijkheid om de Berberse cultuur
te steunen?
05.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, collega's, België is ten zeerste ontsteld
over de twee weken van ongeregeldheden in
Kabylië met een zeer zware balans van tientallen
doden en een zeer groot aantal gewonden. Deze
slachtoffers zijn te voegen bij die van de zeer
precaire interne toestand waarin Algerije zich
sinds enkele jaren bevindt en die elke maand te
veel slachtoffers eist. België veroordeelt dit geweld
in Kabylië, wat de oorsprong ervan ook mag zijn.
Wij hopen dat de onafhankelijke
onderzoekscommissie opgericht door president
Bouteflika spoedig de verantwoordelijkheid kan
vaststellen en de schuldigen aanwijzen opdat ze
zouden kunnen worden gestraft.
De benoeming van de heer Bohat, zelf afkomstig
uit Kabylië, aan het hoofd van deze
onderzoekscommissie zal moeten toelaten om
vlug een opheldering te bekomen over de
werkelijke gebeurtenissen. Een eerste analyse
schijnt uit te wijzen dat de gewelddadige
manifestaties, buiten een blunder van de politie,
hun hoofdoorzaak vinden in de vertwijfeling
waarmee de jeugd wordt geconfronteerd bij de
recente evolutie van de Algerijnse samenleving.
Sociale problemen als werkloosheid en
woningtekort alsmede de economische crisis
blijven inderdaad de Algerijnse samenleving
diepgaand ondermijnen. In Kabylië blijven
bovendien aanspraken inzake eigenheid en
cultuur zwaar doorwegen op de maatschappij. De
cultuur en de taal van de Berbers vormen een
waardevolle erfenis van een oorspronkelijke en
eeuwenoude samenleving. Zij zal de mogelijkheid
tot expressie en ontplooiing moeten zien te vinden
binnen het kader van de Algerijnse staat. Het komt
de Algerijnen toe de modaliteiten hiervan te
bepalen. In deze context bestaat mijn eerste
reactie erin de versnelling van de
hervormingsplannen en de modernisering van de
economie zoals voorgesteld op 26 april 2001 door
president Bouteflika, aan te moedigen. In dat
perspectief menen wij dat de toenadering tot de
EU, vooral door het bijna afgeronde
associatieakkoord EU-Algerije, een belangrijke
positieve bijdrage kan leveren. Ook de heropname
van Algerije in de lijst van 25 concentratielanden
moet in die zin worden begrepen.
Het overleg op Europees niveau op het vlak van
de mensenrechten dat integraal deel uitmaakt van
onze politieke dialoog met Algerije, dient
eveneens te worden verstevigd. In dit perspectief
meen ik dat het proces van hervorming der
instellingen en de vooruitgang van de democratie
ook aan de vertegenwoordigers van de
Berbergemeenschap moeten toelaten om een
betere respons te vinden op het nationale vlak.
België zal niet nalaten hiertoe bij te dragen, zowel
op bilateraal als op Europees vlak.
05.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, ik ben tevreden met uw antwoord en met
de gebruikte terminologie. Ik beklemtoon hoe hier
een concreet actiepunt kan worden gevonden
naar het fundamentalisme van bepaalde
islamitische groepen. Die hebben enkel kans en
bloeien enkel op als zij gepaard gaan met
vertwijfeling zoals hier. Denk maar aan Palestijnen
en Saharawi's. Daar waar de islam niet
onmiddellijk gepaard gaat met sociaal onrecht, is
die veel minder gevaarlijk dan men tracht voor te
houden. Het is enkel wanneer een islamitische
bevolkingsgroep tegelijk wordt gefrustreerd, dat zij
gevaarlijk wordt en dat men de islam gaat
gebruiken als een element om de frustraties te
uiten. Dat is hier manifest het geval. Uit uw
reacties zou ik duidelijk willen kunnen opmaken
dat u hiermee rekening houdt. De islam is maar
gevaarlijk als hij wordt misbruikt, wat hier het
geval is.
U verwijst ook naar opname van Algerije in de lijst
van concentratielanden. Vroeger maakte Algerije
daar deel van uit, meen ik mij te herinneren.
Algerije verdween daaruit door de precaire
toestand van dat land. Daarvoor zullen wij ons
wenden tot staatssecretaris Boutmans.
Voorzitter: Pierre Chevalier.
Président: Pierre Chevalier.
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de 'geheime' Belgische plannen in
Congo" (nr. 4602)
06 Question de M. Karel Pinxten au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les projets 'secrets' de la
Belgique au Congo" (n° 4602)
06.01 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik stel
deze vraag omdat ik verbaasd was vanwege een
bericht van het persagentschap AFP. Ik heb
samen met u ervaren dat dit niet altijd even
betrouwbaar is als persagentschap. Het bericht
dateert van 24 april 2001. Ik heb sindsdien geen
enkele reactie op dit bericht gezien, anders zou ik
de vraag niet hebben gesteld.
Hoe dan ook, het is een merkwaardig bericht. Ik
zal het bericht van 24 april trouwens even
voorlezen en er daarna een vraag aan koppelen.
Het bericht luidt als volgt: "De rebellen van het
Congolees bevrijdingsfront dat gesteund wordt
door Oeganda, beschuldigen België en Frankrijk
ervan een geheim plan te hebben dat erop gericht
is het regime in Kinshasa te ondersteunen". Wat
verder volgt de uitspraak van Jean-Pierre Bemba,
leider van het bevrijdingsfront, aan het AFP, en ik
citeer: "Met het plan willen de twee westerse
landen de huidige regering van het democratische
Congo steunen en bepaalde oppositieleiders
fysiek elimineren". Wat verder zegt de heer
Bemba: "Het plan wordt gefinancierd door fondsen
van de geheime diensten van België en Frankrijk.
Hij beweert zijn informatie te hebben verkregen
uit, en ik citeer: "Bronnen die dichtbij die diensten
staan".
In Congo bestaat uiteraard heel wat verwarring,
maar zelfs al houdt men daarmee rekening, dan
nog is de inhoud van dit bericht van verregaande
aard. Aangezien dit nergens enige reactie uitlokte,
wens ik van de minister te vernemen of dit bericht
hem of zijn diensten bekend is. Wat is het
waarheidsgehalte of het onwaarheidsgehalte van
dit bericht en van deze beweringen in verband met
een geheim plan tot fysieke eliminatie van
bepaalde oppositieleiders en omtrent de
financiering hiervan. De fysieke eliminatie van
personen roept wellicht reminiscenties op in dit
parlement.
Ik voeg er meteen aan toe dat, mocht voornoemd
citaat wel degelijk afkomstig zijn van de heer
Bemba, zulks wijst op interne
communicatieproblemen in Congo tussen de
verschillende partijen enerzijds en de regering
anderzijds. Dit is geen positieve berichtgeving met
betrekking tot de evolutie aldaar. Ik weet uiteraard
niet of het citaat in de mond van de heer Bemba
mag worden gelegd; ik gaf alleen het citaat en de
bronnen terzake.
06.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik nam eveneens nota van
een krantenbericht waarin België en Frankrijk
ervan worden beschuldigd een geheim plan te
hebben dat erop gericht is het regime in Kinshasa
te
ondersteunen enerzijds en bepaalde
oppositieleiders fysiek te elimineren anderzijds. In
het artikel wordt gestipuleerd dat het vermeende
plan zou worden gefinancierd door fondsen van de
Belgische en Franse geheime diensten.
Ik kan u ervan verzekeren dat ik deze beweringen
als totaal ongegrond beschouw. Het gaat louter en
alleen om hersenspinsels, zoals de Franse
minister van Buitenlandse Zaken zei.
Ik herhaal dat België zich actief inzet om een
bijdrage te leveren tot het vinden van een
degelijke oplossing in Congo en in het gebied van
de Grote Meren. Dit is geen gemakkelijk proces
dat bovendien heel wat tijd en energie vergt. Toch
kijk ik hoopvol uit naar de resultaten van de
Belgische inspanningen en naar de zoektocht naar
vrede in Congo en in de regio van de Grote
Meren.
Je voudrais ajouter que depuis plusieurs mois, je
rentre très régulièrement en contact avec Jean-
Pierre Bemba. Je l'ai encouragé à adhérer à
l'esprit des accords de Lusaka et à respecter ce
qui lui a été demandé.
Ik voel zeer goed aan dat de heer Bemba heel
ongeduldig is. Hij is niet erg tevreden; hij beweert
dat België te openlijk steun geeft aan Joseph
Kabila, wat niet waar is. Wij proberen op een
eerlijke manier te handelen om een dialoog
mogelijk te maken en de voorwaarden te bieden
die zo'n dialoog kunnen doen slagen. Dat is ons
doel.
Als ik alle geruchten uit Congo of uit sommige
partijen die bij de Congolese problematiek zijn
betrokken, moet natrekken, dan heb ik niet
genoeg aan de dag en de nacht. Ik heb,
bijvoorbeeld, gisteren een papier gezien waarop
men zei dat mijn zoon lid of aandeelhouder is van
Gécamines. Dat wist ik niet. Ik heb dat gelezen.
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
06.03 Karel Pinxten (CVP): Gelukkig voor hem.
06.04 Minister Louis Michel: Dat zijn leugens,
maar ik denk dat een bekwaam en eerlijk man
zoals u het verschil kan maken tussen valse
geruchten en geruchten ten gronde. C'était sans
doute pour rire que vous m'avez posé cette
question.
06.05 Karel Pinxten (CVP): Ik wou gewoon de
vraag stellen omdat ik het een dusdanig
merkwaardig persbericht vind. Ik weet zelfs niet of
de heer Bemba die woorden in de mond heeft
genomen. Ik wou gewoon vragen of de minister
van Buitenlandse Zaken, die een heel
departement ter beschikking heeft, dit heeft laten
controleren en of hij de precieze draagwijdte zou
willen verduidelijken. Ik heb daar een helder
antwoord op gekregen dat niet verschilt van mijn
opinie van het bericht. Ik wil u dat ook zeggen. Ik
vind het toch een zeer merkwaardig en zeer
vergaand bericht. Klopt het citaat?
06.06 Minister Louis Michel: Dat weet ik niet. Ik
kan mij niet garant stellen voor wat AFP vertelt,
mijnheer Pinxten.
Je ne peux pas me porter garant des informations
fournies par l'Agence France Presse. J'ai vécu de
près cette situation. Je ne peux vous dire si c'est
vrai ou non. (Interruption)
Je suis très content que vous ayez posé une
question mais j'ai déjà dit qu'il s'agissait
d'élucubrations.
Je peux vous dire que j'ai un contact téléphonique
régulier avec M. Bemba. Je l'ai rencontré deux
fois. Il est vrai qu'à la demande du facilitateur
Masire avec qui je suis aussi constamment en
contact, hebben wij Bemba voortdurend proberen
te overtuigen een beetje geduld te hebben, kalm
te blijven en zich in te schakelen in het Lusaka-
akkoord. Dat werkt. Ik voel echter goed aan dat hij
écht ongeduldig wordt.
Bemba stelt dat Kabila niet op een wettelijke
manier is aangesteld. Ik kan dat begrijpen. Ik
antwoord Bemba steeds dat in Congo op dit
ogenblik niemand legitimiteit heeft. Waarom niet?
In Congo bestaat geen legitimatiesysteem. Kabila
is niet wettelijk, Bemba evenmin.
Ik dring er bij Bemba op aan kalm te blijven en
geduld te oefenen. Masire zal een vergadering
beleggen met de MLC, de RCD-Goma en met de
RDC-Kinshasa. Afgevaardigden van deze 3
groepen kwamen samen in Lusaka en tekenden
een akkoord. Ik heb het akkoord gelezen. Het is,
mijns inziens, niet slecht en herneemt inzake
Congo de understanding van de Lusaka-
akkoorden. Hij wou dat Kabila dit akkoord samen
met hem zou ondertekenen. Op die manier
zouden beiden "hetzelfde statuut" hebben. Ik
beklemtoon dat we voortdurend inpraten op
Bemba en Kabila om hun relaties te verdiepen. Dit
vraagt veel werk. We moeten blijven verder
werken. We blijven in contact met Bemba die een
beetje gefrustreerd is omdat België Joseph Kabila
legitimiteit heeft gegeven door hem te ontvangen
als een legitiem president. Ik blijf erbij dat we juist
gehandeld hebben. Er is een evolutie merkbaar in
Congo. Ik beschik over andere informatie die mij
overtuigt dat er in Congo positieve veranderingen
bezig zijn. Ik kan het niet helpen dat Bemba
ontevreden is. Als hij deze uitspraken gedaan
heeft, zijn het hersenspinsels.
Ik herhaal en beklemtoon dat er geen geheim plan
is. Meer zelfs, er bestaan, mijns inziens, ook geen
geheime fondsen. Mocht dit het geval zijn, dan
zou minister Vande Lanotte daarvan reeds lang op
de hoogte zijn en zou het geld reeds gebruikt zijn!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "bepaalde uitlatingen
van een kabinetslid over de heer Jean-Pierre
Bemba" (nr. 4648)
07 Question de Mme Leen Laenens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "certains propos tenus par un
collaborateur de cabinet au sujet de M. Jean-
Pierre Bemba" (n° 4648)
07.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik deel uw standpunt dat men moeilijk al
de geruchten, valse en gegronde, kan natrekken.
Ik was echter verrast in Het Nieuwsblad van
8 mei 2001 te lezen dat Jean-Pierre Bemba een
lans brak voor meer neutraliteit. Ik was eveneens
verrast door zijn bewering dat in België een
complot werd gesmeed om hem fysiek uit te
schakelen. Misschien had ik het bij verbazing
gelaten, mocht ik niet op hetzelfde ogenblik van
twee verschillende personen uit Kampala het
bericht hebben gekregen over hetgeen er in de
lokale kranten over België geschreven werd.
De heer Bemba beweert dat na het officieel
interview een kabinetsmedewerker van de
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
minister hem gezegd zou hebben dat hij mogelijk
dezelfde weg zou opgaan als Patrice Lumumba
als hij teveel stokken in de Belgische wielen zou
steken. Er is terecht al een aantal keren gewezen
op de noodzaak van een neutrale positie van de
minister die meewerkt aan vredes-
onderhandelingen, in dit geval de mogelijke
uitvoering van de akkoorden van Lusaka. Welnu,
in dat licht zijn, mijns inziens die uitlatingen
zwaarwichtig genoeg om na te trekken of ze
correct zijn. Als dat het geval zou zijn, dan is dat
ontoelaatbaar voor een kabinetslid. Misschien val
ik enigszins in herhaling wanneer ik vraag of de
minister hierop gereageerd heeft. Zal dat tijdens
de volgende gesprekken met de heer Bemba,
eventueel zijdelings, ter sprake komen? Dan kan
hier definitief een punt achter worden gezet en kan
het gerucht uit de wereld worden geholpen.
07.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, ik heb nota genomen van het artikel in
Het Nieuwsblad van 8 mei 2001 waarin gesteld
wordt dat een lid van mijn kabinet aan Jean-Pierre
Bemba zou hebben gezegd dat "hij mogelijk
dezelfde weg opgaat als Patrice Lumumba als hij
teveel stokken in de Belgische wielen steekt". Ik
kan u verzekeren dat ik erop vertrouw dat mijn
kabinetsmedewerker zulks niet aan de heer
Bemba heeft gezegd. Er zijn slechts weinig
kabinetsmedewerkers die de gelegenheid hebben
gehad om met de heer Bemba te spreken. De
enige die de heer Bemba geregeld ontmoet, is
Paul Van Goethem. Hij is hier vandaag aanwezig
en u kunt hem dus ondervragen. Misschien moet
een onderzoekscommissie worden opgericht die
nagaat of de geruchten waar zijn.
Ik kan u trouwens melden dat mijn
kabinetsmedewerker op 4
mei
2001 in de
Zambiaanse hoofdstad Lusaka een onderhoud
heeft gehad met de heer Bemba, en dit in
aanwezigheid van de Belgische ambassadeur. Ik
heb dus ook de Belgische ambassadeur
ondervraagd. Deze laatste bevestigt dat het
gesprek in een vriendelijke en constructieve sfeer
is verlopen. Tot daar de inlichtingen die ik u kan
verschaffen.
Mijnheer de voorzitter, ik moet hier wel aan
toevoegen dat ik meer en meer problemen heb
met de manier waarop ik in de commissie word
ondervraagd. Begrijp me goed: ik sta open voor
de vragen en wil daar eerlijk op antwoorden. Wij
moeten ons er echter collectief van bewust zijn dat
dergelijke vragen veel schade aanrichten aan de
Belgische politiek in Afrika. Ik heb geen geheimen.
Wel heb ik confidentiële en discrete contacten met
veel personen en u begrijpt dat ik niet alles publiek
kan meedelen. Ik kan niet vertellen wat de heer
Bemba mij zegt of wat hij vraagt aan Kabila mee
te delen. Ik kan u evenmin de vragen van Kagame
herhalen. Ik heb gisteren bijvoorbeeld de heer
Vedrine erop attent gemaakt dat het nuttig zou zijn
dat de Fransen opnieuw normale relaties met
Kigali zouden aanknopen. Dat kan ons immers
helpen. Dat kan ik echter niet onmiddellijk
openbaar verkondigen.
Nogmaals, wij hebben geen geheim plan. Ik heb u
dat al uitgelegd. Wij proberen de betrokkenen bij
elkaar te brengen en hen bij problemen effectief te
steunen.
Je comprends que vous posiez ce type de
questions mais, dans ce cas, je préférerais que
l'on fasse ce que le ministre Derycke avait
suggéré un jour.
Je l'ai fait au Sénat dernièrement, je veux bien
que l'on organise des réunions de la commission
à huis clos et que vous m'interrogiez. Je veux bien
vous dire tout ce que je sais et tout ce que je fais,
mais vous comprendrez que, si l'on continue à
poser ce type de questions en séance publique, je
n'aurai bientôt plus de politique, je n'aurai plus la
possibilité d'avoir une ligne cohérente. Il ne faudra
pas me reprocher par après qu'il n'y a plus
d'espace pour aider.
Demander d'un côté que l'on essaie d'obtenir des
résultats en ce qui concerne la politique menée en
Afrique Centrale et, de l'autre, rebondir sans
cesse sur des éléments qui ne sont que des
rumeurs, cela me semble difficile.
Ik zie niet goed in op welke manier ik nog over
een ruimte kan beschikken om positief te kunnen
werken. Dat is echt moeilijk. Het is normaal dat u
mij die vragen stelt, ik verwijt u niets. We zouden
het op een andere manier moeten doen. Ik kom
graag een rapport voorstellen van alles wat wij
gedaan hebben of onze intentie uiteenzetten. Dat
is geen probleem.
S'il s'agit chaque fois de petits éléments, ce n'est
pas possible! Je ne vois pas pourquoi un
collaborateur irait rapporter pareille chose! Ce que
je crois, pour vous dire la vérité, c'est que ce
collaborateur sert de bouc émissaire au fait que
Bemba m'en veut de ne pas l'avoir encore
officiellement invité sous le statut d'un chef d'Etat.
Ce que Bemba attend de moi, c'est que je l'invite
tout comme j'ai invité Joseph Kabila et Kagame.
Ce que Bemba veut, c'est acquérir, aux yeux d'un
certain nombre d'interlocuteurs internationaux, un
statut équivalent à celui de Joseph Kabila.
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
Certes, Joseph Kabila n'a en définitive pas plus de
légitimité que Bemba, mais le problème, c'est que
la situation de Kabila est différente. Ce dernier a
fait le tour d'un certain nombre de pays et qu'on le
veuille ou non, il a virtuellement assis une certaine
légitimité en tant qu'interlocuteur. Je ne suis pas
plus favorable à Kabila qu'à Bemba. Le problème
ne réside pas là. Je constate simplement que
Kabila a réalisé un certain nombre de choses que
nous avions demandées, pas toutes! Ainsi, hier
matin, vers 10 heures - il n'y a pas de secret - je
l'ai appelé parce que j'avais lu dans la presse que
des enfants soldats risquaient d'être fusillés. Je lui
ai demandé si ces informations étaient correctes.
Il m'a assuré qu'il ne se passerait rien et que les
enfants soldats ne seraient pas fusillés. J'ai
également abordé d'autres sujets importants.
Si le parlement désire poursuivre sur la lancée
actuelle, je me soumettrai sans problème.
Het beste zou zijn om, zoals de heer Derycke
voorstelde, regelmatig verslag uit te brengen.
Il n'y a pas de problème. Je veux bien rapporter
tout ce que vous voulez et expliquer en fait où
nous en sommes. Je l'ai déjà fait, mais nous
pouvons encore actualiser la question. C'est
selon!
07.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb
ook al een werkwijze gevraagd die daarbij
aansluit. Ik heb gevraagd om meer systematisch
en ten gronde te werken. Het is precies vanuit
dezelfde bezorgdheid rond een aantal dossiers dat
ik dat soort vragen stel. Ik word er zelf ook over
ondervraagd. Er zijn wel meer mensen die
wensen dat het vredesproces te Congo vordert.
Misschien moeten we effectief een werkwijze
afspreken, zodat het niet blijft bij de stelling dat we
onze werkwijze beter zouden aanpassen aan een
aantal dossiers.
07.04 De voorzitter: Ik zou even willen
tussenkomen, niet zozeer als commissievoorzitter
maar als lid van deze commissie. Ik stel vast dat
men in het anekdotische begint te vervallen. Ik
heb namelijk de indruk, althans als ik goed ben
ingelicht, dat een aantal mensen niet graag
hebben dat deze regering een bewuste politiek
voert.
Mevrouw Laenens, ik verklaar mij nader. Ten
eerste, ik herinner me de tijd dat door de vorige
regering zelfs niet werd gesproken over Afrika.
Enkele partijen hadden wel een visie en ook een
actie op het terrein, die ze blijkbaar liefst voor
zichzelf wilden houden.
Ten tweede stel ik vast dat deze regering op dat
vlak vooruitgang boekt en door de Europese Unie
werd gevraagd om de leiding te nemen in dat
dossier. Ik was er zelf getuige van toen ook op de
Wereldbank te Washington aan de minister werd
gevraagd om de leiding te nemen in het
herstructureringsplan. Volgens mij zijn dat
positieve zaken.
Tot mijn grote spijt stel ik het volgende vast.
Mevrouw Laenens, ik heb ook mijn inlichtingen. U
wordt opgebeld uit Kampala en ik kan ongeveer
vermoeden door wie u opgebeld werd.
Ik las echter een artikel in de Oegandese pers van
bepaalde Europese parlementairen. Het gaat om
Euro-MP. Hun artikelen en interviews gegeven in
De Standaard worden naar de Oegandese pers
vertaald om te melden dat de daden van België
totaal verkeerd zijn. Ik heb het artikel bij me. De
heer Van Hecke wil blijkbaar zijn eigen actie
voeren. Hij discrediteert de regeringspolitiek, wat
als lid van de oppositie begrijpelijk is. De heer Van
Hecke zegt dat België of de heer Michel een
nieuwe Mobutu creëert in de figuur van Kabila. De
heer Van Hecke laat mensen komen naar België.
In de Oegandese "New Vision" laat hij publiceren
dat hij erbij was toen de tweede hoogstgeplaatste
persoon van de geheime diensten van Oeganda in
België was.
De heer Derycke heeft volledig gelijk als hij zegt
dat we in dit parlement het debat ten gronde
moeten voeren. Het mag niet gericht zijn op de
export van oppositiespelletjes naar het buitenland,
waarbij wordt gezegd dat alles wat België doet,
verkeerd is. We moeten laten weten dat deze
regering zeker door de meerderheid maar hopelijk
door het hele parlement gesteund wordt in haar
daden. Men kan kritiek hebben op de methode of
op bepaalde aspecten.
Onze regeringspolitiek wordt echter internationaal
gewaardeerd, anders zou de Europese Unie of de
Wereldbank niet vragen dat de minister of de
regering daarin de leiding neemt. Sommigen
vinden het blijkbaar plezant om hun eigen
interviews in het buitenland te laten vertalen met
als inhoud: "Kijk eens hoe slecht het loopt in
België!" Dat is een bijzonder bedenkelijke manier
van handelen.
Mijnheer Pinxten, ik merk dat u verwonderd bent.
Ik heb de artikels bij me. Ik wil ze u gerust
bezorgen.
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
Ik ben het er met de minister volkomen over eens
dat we erover moeten nadenken op welke manier
er hier een ernstig debat kan worden gevoerd over
de grond van de zaak, over het rapport van de VN.
Dat is veel belangrijker. De exploitatie en de
uitbuiting van de rijkdommen in Congo is
belangrijker dan het spelen van spelletjes van
oppositie tegenover meerderheid, waarna die
spelletjes worden geëxporteerd.
Mijnheer de minister, verontschuldig mij voor dit
intermezzo.
07.05 Karel Pinxten (CVP): Mijnheer de
voorzitter, vooraleer te reageren, zou ik graag de
betreffende artikelen lezen. Dat is mijn gewoonte.
Het zijn namelijk geen artikelen uit een krant die
hier gelezen wordt.
07.06 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, ook ik zou graag hebben dat de
informatie volledig is. Ik heb ook contact gehad
met de heer Van Hecke. Ik luister naar wat hij te
vertellen heeft. Er is geen kloof tussen zijn ideeën
en de mijne. Ik ben wel wat verbaasd over dat
artikel. Ik wil echter alle adviezen en informatie
aanvaarden die men mij biedt, zodat ik een
persoonlijke opinie kan vormen.
Het zou principieel misschien positiever zijn
daarover vrij te kunnen spreken onder ons, maar
minder publiek.
In principe denk ik dat het beter zou zijn dat wij
daarover eens vrij met elkaar zouden kunnen
spreken, niet in het openbaar.
07.07 Karel Pinxten (CVP): Indien men daarover
een gesloten commissievergadering wil houden,
kan dat voor ons; met de afspraak dat wat in die
commissie wordt gezegd, binnen die commissie
moet blijven. Ik heb daarmee geen enkel
probleem en ik respecteer dat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde interpellatie en vraag van
- de heer Guido Tastenhoye tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de maatregelen die recent werden
genomen met betrekking tot het
controlesysteem voor de Antwerpse
diamantsector" (nr. 785)
- mevrouw Leen Laenens aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse
Betrekkingen over "het onderzoek naar Ascorp
in het licht van de activiteiten van de Task
Force" (nr. 4672)
08 [FR]Interpellation et question jointes de
- M. Guido Tastenhoye au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur " les
mesures prises récemment en ce qui concerne
le système de contrôle dans le secteur du
diamant à Anvers" (n° 785)
- Mme Leen Laenens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'enquête
concernant Ascorp dans le cadre des activités
de la Task Force" (n° 4672)
08.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, het is niet de eerste keer dat ik vragen
stel en interpelleer over de belangen van de
Antwerpse diamantsector, een van de
belangrijkste economische sectoren van dit land.
Zoals u weet, doe ik dit slechts met mondjesmaat.
Nu is het echter tijd om een tussentijdse balans op
te maken.
De Antwerpse diamantsector kwam immers
enkele weken geleden opnieuw onaangenaam en
onterecht in de belangstelling. Onlangs werd een
Antwerps diamantbedrijf gelieerd aan een
paramilitair netwerk, dat vooral in zuidelijk Afrika,
met name in Angola, actief zou zijn. De Brusselse
krant Le Soir heeft een rapport van de militaire
inlichtingendienst uitgebracht over de mogelijke
betrokkenheid van Belgen bij illegale
diamantwinning in die regio. De Hoge Raad voor
Diamant heeft zich zwaar gestoord aan dit
gammele rapport, dat achterhaald was en geen
harde bewijzen kon aanvoeren. Er bestaat een
vermoeden
dat wellicht niet kan worden
hardgemaakt
dat Israël deels achter die
verdachtmakingen zit, nu het zijn monopolie op de
diamanthandel in Congo is kwijtgeraakt en het
Antwerpse controle- en certificatensysteem van de
Hoge Raad voor Diamant de wereldwijde norm
aan het te worden is.
Heeft de minister aanwijzingen dat Israël achter
de schermen pogingen onderneemt om de
Antwerpse diamantsector schade toe te brengen,
in een poging om de concurrentiepositie van Tel
Aviv als werelddiamantcentrum te vrijwaren?
De minister weet dat de Kamer van
Volksvertegenwoordigers in juli 2000, zo'n tien
maanden geleden, unaniem een resolutie heeft
goedgekeurd die aandrong op maatregelen om de
positie van de Antwerpse diamantsector als
leidinggevend werelddiamantcentrum veilig te
stellen, onder meer in samenwerking met de Hoge
Raad voor Diamant en de Verenigde Naties.
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Daarin werd ook aangedrongen op een actieve
inzet van de Belgische autoriteiten. Eerder werd er
reeds een taskforce opgericht om de maatregelen
te coördineren.
Momenteel bestaan er reeds controlesystemen in
Sierra Leone, in Angola en in Congo. Ook met
Guinee werden reeds afspraken gemaakt.
Gisteren nog werd er onderhandeld met de
Centraal-Afrikaanse Republiek. Met Botswana, de
grootste diamantproducent ter wereld, zouden
onderhandelingen worden gevoerd. Ook Australië
zou al grote belangstelling hebben getoond.
Het Antwerpse controle- en certificatensysteem is
dus inderdaad op weg om de wereldnorm te
worden. Van 25 tot 27
april
2001 kwam de
Kimberley-werkgroep samen in Brussel. België
wilde daar een aantal nieuwe voorstellen lanceren.
Het Kimberley-proces bestaat uit
vertegenwoordigers van de industrie, de NGO's en
de landen die bij de diamanthandel betrokken zijn.
Op de agenda van de Kimberley-groep stond
onder meer een verplichte standaardisering van
het certificatensysteem.
Kan de minister een overzicht geven van de
maatregelen die totnogtoe werden genomen en
van de inspanningen die werden gedaan om de
controle op de diamanthandel wereldwijd te
optimaliseren? Het is immers van het grootste
belang dat de diamantsector niet zou kunnen
worden geassocieerd met illegale wapenhandel en
met steun aan rebellenbewegingen.
Het lijkt mij interessant om malafide
diamanthandelaars desnoods ook te kunnen
vervolgen voor delicten, begaan in het buitenland.
Met andere woorden, om het gerecht op dit vlak
een soort van extraterritoriale bevoegdheid te
geven naar analogie van het wetsvoorstel inzake
de wapenhandel, dat momenteel in de Kamer in
behandeling is. Ik ken de bezorgdheid van de
minister voor de belangen van de Antwerpse
diamantsector. Door deze interpellatie geef ik hem
dan ook de gelegenheid om zijn beleid terzake toe
te lichten en te evalueren.
08.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik denk dat de
voortrekkersrol, die België speelt in de Task Force
bij het zoeken naar een uniform
certificatiesysteem, er moet voor zorgen dat
zaken, zoals de zaak die ik u wil voorleggen,
bestraft kunnen worden zodat het positieve werk
van de Task Force meer op de voorgrond kan
komen. Het gaat meer bepaald om een in
Antwerpen allesbehalve onbesproken figuur, de
gewezen BOB'er Willy Van Mechelen. Die zou op
dit moment in Angola werken voor de
veiligheidsdienst van een diamanthandel die
opereert onder de naam Ascorp.
In de maand juni 2000 werd de heer Van
Mechelen door de raadkamer van Antwerpen naar
de rechter doorverwezen en werd daar in
verdenking gesteld in verband met drugssmokkel.
Halverwege de jaren '90 heeft het Belgische
onderzoek naar de betrokkenheid van Van
Mechelen bij de drugstrafiek in de Antwerpse
haven hem doen verwijderen uit de BOB. Hij nam
echter geen ontslag bij de rijkswacht en hij werd
ook niet ontslagen door de rijkswacht. Indien mijn
informatie correct is, betekent dit dat hij op dit
moment in dienst is van de nieuwe federale politie.
Jarenlang heeft men niets meer van Van
Mechelen gehoord. Zoals ik daarnet zei, zou hij nu
in Angola werken in opdracht van het Angolese
diamantbedrijf Ascorp.
Ascorp kreeg het monopolie op de verkoop van
Angolese diamant en moet er nu garant voor
staan dat de Angolese diamant die op de
wereldmarkt wordt aangeboden, legaal ontgonnen
is. Het is maar de vraag of Ascorp zich daaraan
houdt, want eind 2000 verschenen de eerste
rapporten waaruit bleek dat vertegenwoordigers
van Ascorp toch bloeddiamanten van het Unita-
rebellenleger kochten. De Angolese regering
ontkende dit met klem, maar het is wel zo dat
Unita, toen het zich uit een aantal
diamantgebieden moest terugtrekken, ruw
geschat voor 250 miljoen dollar aan ruwe diamant
zou hebben meegenomen. Die diamant wordt
mondjesmaat toch nog verkocht.
Zolang het certificatiesysteem van België niet
globaal wordt toegepast, meen ik dat het een
belangrijke verantwoordelijkheid van België is om
toe te kijken op bedrijven zoals Ascorp en hun
exportactiviteiten. Mijn vraag is of dit deel uitmaakt
van de taken van de Task Force. Indien dat het
geval is en indien zou blijken dat inderdaad
diamanten uit Unita-gebied verhandeld worden,
bestaat er dan een mogelijkheid om te
sanctioneren. Indien dat het geval is, door wie zal
er worden opgetreden en op welke manier zullen
er sancties opgelegd worden?
08.03 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, gedurende de laatste maanden zijn er
zowel op nationaal als op internationaal vlak een
aantal initiatieven genomen om de handel in
conflictdiamanten te beteugelen. Op nationaal vlak
heeft de taskforce, onderdeel diamant haar
werkzaamheden voortgezet en in samenwerking
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
met de Hoge raad voor Diamant mogelijke acties
onderzocht om een einde te maken aan de illegale
diamanthandel. Een speciale dienst van het
ministerie van Buitenlandse Zaken, de Cel
Diamanten, heeft de opdracht het Belgisch beleid
inzake diamant te coördineren, en de door de
taskforce genomen maatregelen op te volgen.
Het verdient vermelding dat de internationale
gemeenschap het Belgisch systeem erkent als
een model. Dit wordt in het verslag van 21
december 2000 van het VN Monitoring Comity
voor Angola duidelijk gesteld. Andere
diamantcentra worden aangespoord het systeem
dat door België werd uitgewerkt te bestuderen.
België werkt actief mee aan alle internationale
initiatieven die tot doel hebben oorlogsdiamanten
te bestrijden en trekt in het bijzonder het voortouw
in het proces van de Kimberley Group. Deze
groepering van de voornaamste in- en
uitvoerlanden van diamant, de industrie en een
aantal NGO's heeft op 1 december 2000 van een
algemene vergadering van de Verenigde Naties
de opdracht gekregen voorstellen uit te werken
om gestalte te geven aan een internationaal
systeem voor de certificering van de ruwe
diamant. In die context heeft België onlangs op
25, 26 en 27 april te Brussel een
conferentie georganiseerd
waaraan
regeringsvertegenwoordigers van zevendertig
landen deelnamen, waaronder de Europese
Commissie, de Werelddouane-organisatie en
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van
de NGO's. Deze conferentie, de eerste uit een
cyclus van vijf, heeft de leden van de Kimberley
Group voor de eerste keer mogelijkheden
gegeven concrete elementen aan te reiken die
aan de grondslag moeten liggen van een
internationaal certificeringsysteem.
Er werd een ruim inventariserend onderzoek
gevoerd naar de maatregelen die door
verschillende landen genomen worden, en de
vorm die dit systeem moet aannemen werd alvast
verscherpt.
De volgende conferentie wordt begin juni in
Moskou gehouden. Tegen die tijd zouden de
deelnemers de minimumnormen van het
certificeringsysteem definitief moeten afspreken.
België zal, met haar unieke ervaring terzake, aan
deze vergadering voorstellen het voorbeeld te
volgen van het stelsel van certificaten van
oorsprong dat zij heeft helpen opbouwen met
Sierra Leone en Angola.
Wat de vragen van mevrouw Laenens betreft,
houdt de taskforce zich op de hoogte van alles wat
diamant betreft en volgt in dit kader het werk van
de experts van de Verenigde Naties van nabij, en
specifiek ook het monitoring mechanisme voor
Angola.
Wat de import van diamanten uit Angola betreft
bestaat er overeenkomstig de resoluties van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een
certificatiesysteem. Volgens dit systeem moeten
alle zendingen aan diamanten die afkomstig zijn
uit Angola vergezeld worden van een
oorsprongscertificaat, uitgereikt door de Angolese
overheid. Alles wordt in het werk gesteld om te
vermijden dat Unita-diamanten op de markt
gebracht worden. In geval van fraude kan er
gesanctioneerd worden met gevangenisstraffen
van vier maanden tot een jaar, en wordt een boete
opgelegd van twee maal de waarde van de in
beslag genomen goederen. In geval van herhaling
van misdrijf kunnen gevangenisstraffen tot twee
jaar worden opgelegd.
Voor wat Ascorp betreft, blijft de Belgische
regering erg waakzaam, zoals dat het geval is
voor alle diamanten die uit Angola geëxporteerd
worden. Tot nu toe werd geen enkel geval van
fraude door Ascorp vastgesteld.
Er moet ook vermeld worden dat het VN-
monitoring mechanisme voor Angola het
monopoliesysteem van Ascorp niet negatief heeft
beoordeeld. Zij hebben zelfs in paragraaf 235 van
hun rapport geschreven dat het controlestelsel dat
door Ascorp werd uitgewerkt als model kan dienen
voor de toekomst.
08.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik ben tevreden met uw
antwoord. U bewees samen met uw administratie
dat u met succes inspanningen leverde om het
Belgische, het Antwerpse controle- en
certificatensysteem te propageren in een ernstige
poging om er de wereldwijde norm van te maken.
Op die manier kan het risico op zogenaamde
conflict-diamonds tot een minimum gereduceerd
worden.
Ik heb dan ook een motie ingediend - die u
misschien zal verbazen want men is dat niet
gewoon van het Vlaams Blok - die de regering op
dit vlak onze steun toezegt om de inspanningen
die ze al gedaan heeft en haar aanmoedigt om
deze inspanningen voort te zetten.
De voorzitter: De heer Tastenhoye dient een
motie van aanbeveling in die de regering steunt en
aanmoedigt deze weg verder te gaan.
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido
Tastenhoye
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
steunt de regering bij haar inspanningen om in
samenwerking met de Hoge Raad voor de
Diamant het certificatie- en controlesysteem van
de HRD wereldwijd tot standaard te maken voor
de diamanthandel, om aldus het risico op "conflict
diamonds" tot een minimum te beperken, en
moedigt de regering aan om op deze weg voort te
gaan."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Guido Tastenhoye et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido
Tastenhoye
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
soutient le gouvernement dans ses efforts visant,
en collaboration avec le Conseil supérieur du
diamant, à imposer le système de certification et
de contrôle du CSD comme le standard mondial
du commerce du diamant, afin de limiter au
maximum le risque de "conflict diamonds", et
encourage le gouvernement à poursuivre dans
cette voie."
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Josée Lejeune en de heren Georges
Clerfayt, Dirk Van der Maelen en Geert Versnick.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Josée Lejeune et MM. Georges Clerfayt,
Dirk Van der Maelen et Geert Versnick.
Over de moties zal later worden gestemd.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
08.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ter informatie, er werd
verslag gedaan over de bijeenkomst van de
Kimberley-groep in Brussel. Hebben andere
landen deze overeenkomst reeds getekend om in
dezelfde richting van België te gaan of is dat nog
te vroeg?
08.06 Minister Louis Michel: Dat is nog te vroeg.
09 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "het Amerikaanse
NMD-project" (nr. 4632)
09 Question de Mme Leen Laenens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "le projet NMD des Etats-Unis"
(n° 4632)
09.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, de relatie tussen de
Verenigde Staten en Europa werd reeds uitvoerig
toegelicht. Op de vraag van de heer Van der
Maelen in de plenaire vergadering van 3 mei 2001
heeft de minister geantwoord dat de Belgische
ministers van Buitenlandse Zaken en
Landsverdediging reeds eerder hun bezorgdheid
over het ruimteschild hebben geuit, dat het
ruimteschild steunen gevaarlijk is omdat het een
nieuwe wapenwedloop op gang zal brengen en
dat we de Amerikanen ervan moeten zien te
overtuigen af te zien van dat systeem.
Op dinsdag 8 mei 2001 was er een delegatie van
hoge ambtenaren van de ministeries van
Buitenlandse Zaken en Defensie van de
Verenigde Staten op rondreis door Europa. Dit
had vooral betrekking op de algemene
defensiepolitiek van de Verenigde Staten en
vooral over het NMD-project. Recente onthullingen
in de New York Times en andere gerenommeerde
Amerikaanse dagbladen wijzen erop dat dit
project, net zoals het vorige project onder
president Reagan, geen uitzicht op praktische
toepasbaarheid heeft, maar eerder moet worden
gezien als een middel om de eigen industrie te
subsidiëren. Het lijkt mij dan niet onbelangrijk te
weten of de minister van Buitenlandse Zaken bij
de besprekingen hetzelfde standpunt heeft
ingenomen als in de plenaire vergadering. Denkt
de minister dat dit soort gesprekken aanleiding
kan geven tot een positieve vooruitgang en dat de
regering van de Verenigde Staten nog vatbaar is
voor verandering op dit punt?
09.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, op dinsdag 8
mei
2001 werd een
delegatie op technisch niveau op het ministerie
van Buitenlandse Zaken ontvangen. Er werden
dus gesprekken gevoerd tussen experten van
beide departementen. Op die ontmoeting werden
voornamelijk de Amerikaanse opvattingen over de
missile defense besproken. Voor mijn diensten is
het opmerkelijk dat de nieuwe VS-administratie
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
nog geen beslissing heeft genomen over de
modaliteiten van de ontplooiing of over het soort
ruimteschild. De VS-administratie is echter wel
bereid diepgaand overleg te voeren met de
bondgenoten en bevriende naties.
De argumentatie van de VS terzake blijft dus
ongewijzigd: bescherming tegen chantage van de
zogenaamde states of concern, complementariteit
tussen de missile defense, een defensief wapen
en de klassieke offensieve afschrikkingmiddelen,
de ontplooiing van de missile defense biedt de
mogelijkheid om het aantal atoomwapens verder
te verminderen en de uitbreiding van de missile
defense tot de bondgenoten en bevriende naties
versterkt de stabiliteit op wereldvlak en verhoogt
de veiligheid in Europa. Bovendien heeft de VS-
delegatie bevestigd dat er ook onderhandelingen
met Rusland en China worden gevoerd,
voornamelijk om het antiballistisch
rakettenverdrag te amenderen. Dat is uiteraard
belangrijk. Toch denken wij dat de veiligheid een
globale aanpak vereist, die niet uitsluitend op
militaire middelen steunt, maar tevens
diplomatieke en politieke acties insluit. Voor België
mag de missile defense enkel ten dienste van de
veiligheid staan. Het moet dus het volledige stelsel
van non-proliferatie en veiligheid versterken. Dat
betekent dat de resultaten die sinds de koude
oorlog op dat gebied werden verworven, moeten
worden bewaard, en als dat tot een nieuwe
wapenwedloop zou kunnen bijdragen dan moet dit
met de grootste omzichtigheid worden gehandeld.
Aanmoedigend is echter dat de VS wezenlijk
overleg voert. Het is een belangrijke stap vooruit.
Ik ben dan ook van mening dat wij de
onderhandeling met de VS moeten blijven
voortzetten.
Ik ben dan ook van mening dat wij de
onderhandelingen met de VS moeten voortzetten.
Meer dan ooit moet de EU de kans grijpen om zijn
bezorgdheid te uiten. Het is belangrijk dat de
definitieve keuze van de Amerikaanse overheid tot
de algemene veiligheid en de non-proliferatie
bijdraagt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de politiek inzake
Joodse nederzettingen in Gaza" (nr. 4643)
10 Question de Mme Leen Laenens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la politique en matière
d'implantations juives à Gaza" (n° 4643)
10.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dit is
een vraag van een heel andere orde. Uit uw
rondreis van eind april hebben we duidelijk kunnen
opmaken dat het een essentiële stap was in het
zoeken naar openingen om het vastgelopen
vredesproces in de regio terug op gang te
brengen. U heeft kunnen getuigen van de
onrechtvaardige tegenstellingen tussen de
Palestijnse kampen enerzijds, en de Joodse
nederzettingen anderzijds.
Via een bericht in het dagblad Haaretz van 6 mei
vernamen we dat Ariël Sharon op 12 of 13 mei
een voorstel zou doen op de Israëlische
ministerraad om de steun aan de Joodse
nederzettingen te verhogen met ongeveer 15
miljard Belgische frank. Dat betekent een zeer
belangrijke verhoging van het gewone budget dat
reeds in het kader van een twintigjarenprogramma
aan de nederzettingen wordt besteed.
Ondertussen hebben we in hetzelfde dagblad van
11 mei kunnen lezen dat het zou gaan om een
vijfjarenprogramma. Er wordt ook gezegd dat het
de bedoeling is de veiligheid in de nederzettingen
te verhogen.
Precies in die periode hadden wij de gelegenheid
om hier in het parlement een ontmoeting te
hebben met Shlomo Ben-Ami, gewezen minister
van Buitenlandse Zaken en een van de
hoofdonderhandelaars van de Camp David-
akkoorden, wat overigens een zeer zinvol en
diepgaand debat heeft opgeleverd. Van hem
hebben we kunnen begrijpen dat een voortzetting
van de politiek van de uitbreiding van de
nederzettingen absoluut niet meer kan.
Wij zijn dan ook van mening dat dergelijke
beslissingen de situatie op het ogenblik alleen
maar kunnen verergeren. Zou het geen belangrijk
signaal zijn als u de Belgische ambassadeur naar
Brussel zou terugroepen met een vraag om uitleg
over deze, naar ons aanvoelen, negatieve evolutie
in het zoeken naar een oplossing voor de
bezettingspolitiek die nog alle dagen wordt
gevoerd?
10.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, ik ben van mening dat de problematiek
van de nederzettingen een centraal element is in
het debat over de hervatting van de
vredesdialoog. Het is tevens een van de
voornaamste oorzaken van het alsmaar
toenemende geweld rond de nederzettingen in
Gaza en Palestina. Ik heb vernomen dat het
Mitchell-rapport dezelfde analyse maakt en dat het
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
rapport, dat tot de bevriezing van de
bouwuitbreiding van nederzettingen oproept, een
nuttige basis voor de hervatting van de dialoog
zou kunnen zijn. Die mening wordt ook gedeeld
door Kofi Annan, met wie ik daarover heb
gesproken toen hij in ons land was. Volgens hem
vormen zowel het Mitchell-rapport als het Non-
paper van de Jordaniërs en de Egyptenaren een
goed vertrekpunt voor een nieuwe dialoog. De
Europese Unie en wijzelf moeten op die weg
voortgaan.
Net zo min als mijn Europese collega's ben ik van
oordeel dat het terugroepen van onze
ambassadeur een nuttig en gepast teken zou zijn
van ons streven naar een diplomatieke oplossing
van de crisis. Ik ben absoluut geen voorstander
van een dergelijke actie. Volgens mij zou dat een
grote politieke fout zijn die een omgekeerd effect
zou kunnen hebben.
10.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, u moet toch toegeven dat dit
soort berichten totaal tegengesteld zijn aan de
aanbevelingen van de Senaatscommissie in de
Verenigde Staten, de commissie-Mitchell, om de
vredesonderhandelingen te hervatten. Op welke
manier kan die boodschap dan op een duidelijke
manier aan de Israëlische regering worden
overgebracht?
10.04 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw, eigenlijk heb ik daar reeds
gedeeltelijk op geantwoord, toen ik het had over
de relaties tussen Europa en de VS. Ik wil daar
nog graag op inspelen. Wij moeten alles proberen
om met de VS op eenzelfde strategische
golflengte te zitten en de Israëliërs te overtuigen
van een bredere kring van onderhandelaars wat
het proces betreft. U kent dat probleem ook. U
vertolkt wat het meest problematisch is voor onze
houding tijdens het voorzitterschap. Wij hebben de
keuze. Ofwel doen wij voort en geven wij geregeld
een eerlijke beoordeling op een objectieve manier.
Doen wij dat, dan hebben wij zeer weinig kans om
partner te worden in het onderhandelingsproces.
Geven wij beoordelingen die politiek nuttig kunnen
zijn, maar die wat minder eerlijk en objectief zijn,
dan hebben wij misschien een kans dat Solana in
dat proces een rol kan spelen. Wij zitten in een
zeer ongemakkelijke positie. Ik zou het daar graag
met u eens over hebben om een goede houding te
kunnen afwegen en mijn persoonlijk standpunt
dienaangaande te bepalen. Ik zou graag totaal
eerlijk willen oordelen en mogen zeggen wat ik
feitelijk denk wat er daar gebeurt. Ik weet echter
dat, als wij dat doen, wij sommige gevoelige
vooroordelen van de Israëliërs wakker maken. Zij
hebben dan een reden om Europa niet bij het
proces te betrekken. Het is echt moeilijk. Ik moet
toegeven dat de opinies hierover in de Europese
Raad voor algemene zaken verdeeld zijn.
Sommige landen een kleine minderheid willen
systematisch een beoordeling op een eerlijke
manier uiten en de nadruk leggen op de fout van
degenen die bijvoorbeeld op een te hevige manier
reageren. Anderen zeggen voorzichtig te zijn
omdat Europa, wil het een rol spelen in het
politieke proces, meer uitgebalanceerd moet
reageren. Ik geef toe dat dit moeilijk is. Ik weet
niet wat het meest efficiënt kan zijn, al heb ik mijn
ideeën daarover. Een eerlijke beoordeling kan
alleen werken als de Amerikanen zich ook zo
opstellen. Dat is de ruimte die wij hebben.
Eigenlijk is dat geen ruimte, maar minder dan
ruimte. Het is eigenlijk geen doorgang.
Ik herhaal, ik geef toe dat het een moeilijke
opdracht is. Ik zie ook niet goed in hoe wij moeten
handelen om Europa te laten deelnemen aan het
proces. Mijn persoonlijke mening is dat Europa
een zeer belangrijke rol kan spelen om - en het zal
u verrassen - de Palestijnen ertoe te brengen ook
toegevingen te aanvaarden tijdens het proces. Als
het verzoek van Europa komt, dan bestaat de
kans om Arafat sommige stappen te doen
ondernemen. Dat is trouwens nodig. Het zal niet
volstaan alleen aan Israël te vragen om
toegevingen te doen, maar niet aan Palestina.
Men kan dat uiteraard proberen - men kan alles
proberen - maar dat zal nooit lukken.
Volgens mij moet Europa de nadruk leggen op wat
aan Palestina wordt gevraagd. Wij moeten soms
ook een en ander vragen aan Arafat.
Ik meen echter de vinger te hebben gelegd op een
belangrijk misverstand, in die zin dat Israël en
zelfs de Israëlische publieke opinie, tot de
linkervleugel toe, niet meer geloven in de goede
wil noch in de bekwaamheid van Arafat. Immers,
zij
zelfs Shlomo Ben-Ami gelooft dat
gaan
ervan uit dat niemand zoveel stappen heeft gezet
in de richting van de Palestijnse eisen als Barak
en dat niemand zo ver ging op het vlak van de
consensus. Vanuit strikt technisch oogpunt is dat
trouwens de waarheid; niemand ging ooit verder
dan hij. Zelfs tijdens de bespreking van het statuut
voor Jeruzalem legde hij verregaande
verklaringen af.
Toch weigerde Arafat het vredesakkoord te
aanvaarden en de publieke opinie meent dat hij
nooit vrede zal sluiten.
Op mijn vraag aan Arafat waarom hij de kans niet
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
heeft gegrepen om een vredesakkoord te sluiten,
antwoordde hij - en zijn antwoord is enig begrip
waard - dat hem werd gevraagd risico's te nemen
ten opzichte van zijn publieke opinie, maar dat hij
niet met zekerheid kon weten of de volgende
regering het akkoord zou eerbiedigen.
"Le jeu n'en valait pas la chandelle", dat is de
uitleg van Arafat.
Il résume en disant que c'est arrivé trop tard. Il
s'agit d'un réel problème car le malentendu est là.
Comment allons-nous faire croire à l'opinion
israélienne qu'Arafat veut vraiment la paix,
puisque celle-ci est persuadée que la méthode
pacifiste a totalement échoué, qu'il faut aller
jusqu'au bout du bras de fer et discuter après, en
position de force. Cette situation est dramatique.
En même temps, je comprends l'attitude d'Arafat.
Il me dit que s'il avait accepté, alors qu'on était
presque certain que Barak allait perdre les
élections, il allait s'exposer devant son opinion
publique pour rien, sans aucune garantie.
En vérité, je pense que le président Clinton n'a
pas bien mesuré les risques qu'il faisait prendre à
tout le processus de paix. On a été rempli
d'admiration devant la dernière tentative de
Clinton de mettre une cerise sur le gâteau de sa
présidence, si j'ose dire. Je ne sais pas s'il a
vraiment tenu compte de la réalité. Le temps
manquait.
Par exemple, Arafat nous a longuement expliqué
le fait que les accords étaient relativement
généraux et qu'un certain nombre d'éléments
concrets, de détail, manquaient. Il a demandé à
pouvoir encore discuter de ces détails par la suite.
Imaginons qu'il ait dit qu'il acceptait l'accord, il
s'exposait devant son opinion publique et puis
arrivait Sharon. Croyez-vous vraiment que Sharon
aurait respecté l'accord? Non! Et Arafat le sait
aussi. Il allait se faire "tirer dessus" par son
opinion publique au sens propre ou au sens
figuré, pour rien! C'est cela le dilemme.
Ben-Ami a une interprétation différente et j'ignore
s'il a tort ou raison: il dit qu'Arafat est
indiscutablement le chef mythique des
Palestiniens mais qu'il n'est pas un leader
politique car il n'est pas capable de clore une
négociation. A un moment donné, un leader
politique doit être capable de s'exposer à sa
propre opinion publique pour clore un accord, pour
faire la paix. Je partage assez cette analyse.
On peut débattre de manière métaphysique à ce
sujet jusqu'à demain matin. En attendant, les faits
sont là. Je reconnais que notre marge de
manoeuvre est extrêmement réduite. J'ajoute
qu'un certain nombre d'éléments m'irritent aussi.
Par exemple je l'ai vécu et mes collaborateurs
aussi il y a un réflexe d'intimidation systématique
de la part d'Israël. En d'autres termes, on a
l'impression que si vous n'êtes pas d'accord avec
eux à 100%, vous êtes contre eux. C'est très
dérangeant. Ce qui m'effraie le plus, c'est le fait
que les deux opinions publiques soient totalement
chauffées à blanc. La raison n'a plus de prise sur
elles.
On peut avancer un autre élément dans le débat:
est-ce une bonne chose que Perez soit dans le
gouvernement Sharon? Je ne le crois pas. Je
pense que la présence de cet homme, alors qu'il
n'a aucune marge de manoeuvre, prolonge
d'autant la possibilité pour une alternative politique
de nouveau plus pacifique. J'ai d'ailleurs été très
surpris par mes deux rencontres, avec Perez et
avec Sharon: ma rencontre avec Sharon était plus
positive que celle avec Perez. Pourtant je connais
bien ce dernier, je l'ai rencontré à plusieurs
reprises et j'ai toujours eu beaucoup d'admiration
pour lui. La rencontre bilatérale que j'ai faite avec
Perez était tout sauf positive. Je me suis trouvé en
face de quelqu'un qui répétait la position la plus
dure de Sharon. Par exemple, j'ai beaucoup
insisté sur la restitution du produit des taxes.
J'ai dit à Sharon: « Comment voulez-vous que
notre opinion publique comprenne que vous
fassiez main-basse sur quelque chose qui ne vous
appartient pas?» Perez a justifié cela avec un
sang-froid qui était une insulte au bon sens et à
l'honnêteté. J'ai été fort dérangé par cette
argumentation. Je lui ai demandé s'il trouvait
normal que l'Europe doive se substituer? Il m'a
répondu qu'il ne trouvait pas cela normal mais
injuste de la part de l'Union européenne. Elle ne
devrait pas le faire. Perez, un prix Nobel!
Les espaces que j'ai pressentis dans la discussion
que j'ai eue avec Sharon étaient un peu plus
positifs. J'ai également compris qu'il est inutile que
nous utilisions des discours ou des communiqués
moralisateurs vis-à-vis de Sharon pour la raison
qu'il est totalement sûr de son bon droit et de sa
morale. Il estime que son devoir moral est
d'assurer la sécurité de ses concitoyens.
Personne ne l'empêchera de le faire.
L'argument moral, général, du type éthique
classique ne peut agir sur Sharon parce qu'il
pense que sa vertu morale est meilleure que celle
des autres. Il ne sert donc à rien de parler de cela.
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
Il faut aborder le problème autrement mais
certainement pas de cette manière-là.
10.05 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
président, monsieur le ministre, je crois que vous
avez rencontré les gens de Peace now lorsque
vous avez fait le voyage à Jérusalem. Je pense
qu'il y a des Israéliens qui pensent différemment.
Il faudra davantage compter sur ces gens-là. Vous
avez confirmé que les colonies de peuplement
dans les villages de Palestine sont sûrement un
des problèmes majeurs. Comme je lis
attentivement tous les mails que m'envoie Peace
now, j'ai appris qu'il y a 6.000 nouveaux
logements en construction dans les colonies de
peuplement et qu'il y en a encore 3.000
inoccupés. Cela signifie que de nouveaux colons
vont encore arriver. M. Sharon avait pourtant dit
dans la presse à l'époque qu'il allait arrêter ces
colonies de peuplement. Apparemment, ce n'est
pas le cas!
Il est clair que si ce conflit est géré par les
opinions publiques, on n'en sortira pas. Une autre
solution serait de trouver dans les deux camps
des gens qui sont capables de mener une autre
politique. Je pense que Peace Now est capable de
le faire du côté israélien. Il faudrait trouver
l'équivalent du côté palestinien. Dans le Monde du
10 mai, je lis qu'Arafat doit faire face à une
contestation grandissante. Il est de plus en plus
contesté également. Mais comme le dit l'article,
cela ne donne que du pouvoir à des plus
extrémistes que M. Arafat. Si la Belgique pouvait
au moins jouer avec des mouvements comme
Peace Now, ce serait déjà beaucoup.
10.06 Louis Michel, ministre: J'ai d'ailleurs
annoncé, dans les interviews de cette tournée,
qu'on mettrait en oeuvre des programmes people
to people etc. J'ai déjà pris contact avec les deux
communautés dans ce but-là.
Vous avez raison. Mais, sans noircir le tableau, je
pense devoir vous dire que l'opinion publique
israélienne, aujourd'hui et tant que des ministres
travaillistes seront dans le gouvernement de
Sharon, est loin de pouvoir initier un mouvement
parce que même des personnalités qui sont des
humanistes comme nous sont convaincues que la
méthode classique de paix n'est pas la bonne.
Ces gens sont dans une situation très délicate et il
faut rester sur ses gardes! Si nous l'Union
européenne
ne qualifions que des gens
comme Shlomo Ben-Ami qui croient encore aux
vertus du dialogue, comme interlocuteurs, on va
les réduire à néant.
Quand on fait venir des gens pour réaliser un
échange, il faut aussi faire venir ceux qui
soutiennent Sharon et parler avec eux. Il n'est pas
sain de ne parler qu'avec l'opposition. Vous allez
avoir un problème majeur vis-à-vis de Sharon.
J'espère qu'à un moment donné les travaillistes
sortiront de ce gouvernement afin de prouver que
la formule Sharon n'a pas non plus donné les
résultats escomptés.
En attendant, que pouvons-nous faire de positif?
On peut faire plusieurs choses et j'ai fait un
rapport à ce sujet au Conseil européen lors de la
réunion informelle qui s'est tenue en Suède.
Tout d'abord, il est bon que les ministres
européens, à tour de rôle, rencontrent tout le
monde et qu'ils posent les bonnes questions pour
produire un effet répétitif. Chaque fois que vous
posez une question un peu directe à Sharon, il
doit répondre. Plus il devra répondre, plus il devra
assouplir ses réponses. Il faut aussi le faire de
l'autre côté.
Par ailleurs, comme vous le dites, il faut utiliser les
prochains mois pour faire du people to people
massivement. Si tous les pays européens
agissent de cette manière, vous aurez un effet
multiplicateur. Il faudra bien que les travaillistes
sortent un jour ou l'autre de ce gouvernement
pour redonner une chance à une alternative
politique qui veuille en revenir à l'autre méthode.
Lorsque je suis rentré, j'ai rendu visite à la
communauté juive en Belgique. Il y a dans cette
communauté des gens qui ne sont pas du tout
suspects, qui ont un sens démocratique
excessivement développé et qui sont très
respectueux des Droits de l'Homme. Or je me
rends compte qu'il est difficile de convaincre. Pour
le moment ils sont sous le choc. Ils ne croient plus
en la méthode des pacifistes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "het visumincident
tussen België en Rusland" (nr. 4647)
11 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'incident entre la Belgique et la
Russie à propos de visas" (n° 4647)
11.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
CRIV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
31
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
voorbije dagen zijn de relaties tussen België en
Rusland wat gespannen geweest omdat de
Belgische regering had besloten om gedurende
twee weken geen visa meer te verlenen aan
Russische staatsburgers die naar België wilden
afreizen. Op die manier wilde ons land Rusland
onder druk zetten om twee zaken te bereiken.
Ten eerste, men moest iets doen aan de instroom
van asielzoekers uit Rusland, die nog altijd zeer
hoog is. In het begin van dit jaar kwamen per
maand meer dan 200 asielzoekers uit Rusland in
ons land aan. Vorig jaar hebben wij een kwart van
alle Russische asielzoekers in de hele Europese
Unie hier over de vloer gekregen.
Ten tweede, er zijn nog altijd meer dan 3.500
Russische asielzoekers op ons grondgebied die
geen asielzoekers zijn, maar illegalen, want hun
procedure is beëindigd. Zij zijn uitgeprocedeerd en
moeten naar hun vaderland terugkeren, maar
Rusland maakt daar problemen over en wil deze
afgewezen asielzoekers niet terugnemen. Daarom
heeft België terecht een beetje druk op de ketel
gezet en een incident uitgelokt rond de
visumplicht.
Deze maatregel is in Moskou hard aangekomen.
Omdat de ambassadeur in Tsjetsjenië was, moest
de tweede in bevel op het matje komen bij het
Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken en
kreeg hij daar een nota overhandigd. Kortom, de
situatie dreigde even uit de hand te lopen tot
staatssecretaris Annemie Neyts, al dan niet
toevallig, eind vorige week in Moskou was om te
proberen deze zaak op te lossen. Naar verluidt
zou dat met succes zijn gebeurd. De Russen
zouden eindelijk hun medewerking hebben
toegezegd. Er zou zijn afgesproken dat een
werkgroep van Russische ambtenaren deze week
naar ons land zou komen. Ik hoop van u te
vernemen of deze Russische diplomaten al in
België zijn aangekomen of dat dit staat te
gebeuren. Het zou de bedoeling zijn om hier een
ad hoc-mechanisme op te zetten om de
afgewezen asielzoekers alsnog de nodige
documenten te verlenen om naar Rusland terug te
keren. Intussen meen ik begrepen te hebben dat
België in ruil daarvoor zou hebben beloofd om de
maatregel om geen visa meer aan de Russen af
te leveren, in te trekken. Het is mij niet duidelijk of
die maatregel op dit ogenblik al is ingetrokken of
dat het zal gebeuren nadat er een akkoord is met
de delegatie uit Moskou over die
"terugnameplicht" van illegale Russen.
Mijnheer de minister, kunt u een overzicht geven
van de gebeurtenissen en de opgeleverde
resultaten?
11.02 Minister Louis Michel: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de problematiek van de
samenwerking met Rusland inzake de illegale
immigratie staat reeds een aantal maanden op de
agenda.
In december vorig jaar heeft de eerste minister bij
zijn Russische evenknie zijn beklag gemaakt over
netwerken die emigratie vanuit Moskou naar
België organiseren. Gelet op het grote aantal
Russische asielzoekers werd deze problematiek
voor ons steeds dringender.
Op 12 februari 2001 heb ik de ambassadeur van
de Russische federatie ontboden. Ik heb er bij
hem op aangedrongen dat zijn diensten beter met
de betrokken Belgische instellingen zouden
samenwerken. De terugkeer van een aantal
uitgewezen Russische asielzoekers stuitte immers
op administratieve belemmeringen bij de
ambassade van de Russische federatie. Naar
aanleiding van dit gesprek werd op
21 februari 2001 een afvaardiging van de
Belgische betrokken instellingen voor een bezoek
aan de Russische ambassade uitgenodigd om te
onderzoeken op welke manier de problemen
konden worden opgelost. Het bezoek heeft niet tot
het verhoopte resultaat geleid. Op 23 april 2001
heeft de eerste minister zelf de Russische
ambassadeur te Brussel ontboden. Het werd
steeds duidelijker dat om schot in de zaak te
krijgen een rechtstreekse dialoog met de
autoriteiten van deze ambassade wenselijk was.
Tijdens zijn bezoek aan Moskou op 23 en 24 april
2001 heeft de minister van Binnenlandse Zaken
de problematiek diepgaand kunnen bespreken. Hij
verkreeg dat een groep deskundigen van beide
landen binnen de maand zouden bijeenkomen om
een ad hoc-oplossing te vinden voor het probleem
van de terugkeer van uitgewezen asielzoekers.
Alhoewel dit een positief perspectief leek, zouden
de resultaten van de bijeenkomst naar alle
waarschijnlijkheid ontoereikend zijn geweest.
Op 4 mei heeft de Ministerraad besloten de afgifte
van visa door de Belgische ambassade in Moskou
voorlopig op te schorten, behalve voor humanitaire
redenen of voor personen die naar de Europese
Unie en de NAVO reizen.
Op 11 mei reisde staatssecretaris Neyts naar
Moskou. Het was een vooraf vastgelegd bezoek
ter voorbereiding van ons voorzitterschap van de
Europese Unie. Mevrouw Neyts heeft zich
ingespannen om een dubbel probleem op te
16/05/2001
CRIV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
32
lossen: enerzijds, het probleem van de
samenwerking in de strijd tegen de illegale
immigratie waarvoor wij op het ons beloofd
bezoek van Russische deskundigen wachten en
anderzijds, de problematiek van de afgifte van
visa door onze ambassade te Moskou. Tijdens de
onderhandelingen hebben de eerste minister en
ikzelf telefonisch contact gehad om druk uit te
oefenen en resultaat te boeken. Het overleg van
mevrouw Neyts maakte het mogelijk dat de
sluiting van de visa-afdeling op de consulaire
sectie van de Belgische ambassade te Moskou
niet werd verlengd. De Russen hebben zich ertoe
verbonden een ad hoc-oplossing uit te werken met
het oog op de zending van Russische
deskundigen naar Brussel. Deze zending zal
vroeger plaatsvinden dan gepland was. Ik citeer
het proces-verbaal: "De Russische partij zal voor
de vergadering van de werkgroep op 17 en
18 mei 2001 mechanismen van snelle identificatie
en afgifte van documenten uitwerken ten einde
Russische burgers die zich illegaal op het
Belgische grondgebied bevinden terug te sturen.
De Russische partij verbindt zich ertoe die
personen op te vangen. Het mechanisme zal in
werking treden naar gelang en in afwachting van
de amendering van de overeenkomstige
wetteksten".
Mijnheer de voorzitter, collega's, alles moet in het
werk worden gesteld om samen met de Russische
deskundigen die deze week verwacht worden tot
een nauwere samenwerking te komen. Globaal
genomen zijn onze betrekkingen met Rusland
goed. We willen dit zo te houden en uit te breiden.
Dat is een prioriteit van ons buitenlands beleid. Dit
vereist echter dat beide partijen een inspanning
leveren om begrip te hebben voor de wetmatige
belangen van de andere partij. Ik heb het gevoel
dat we op dit punt grote vooruitgang hebben
geboekt. Deze vooruitgang moet echter worden
voortgezet.
11.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, als ik uw antwoord goed
begrepen heb, dan moeten de Russen nog aan
hun wetgeving sleutelen opdat er een oplossing
voor dit probleem zou kunnen worden gevonden.
Het zal dus waarschijnlijk nog een tijdje duren. Ik
hoop dan ook dat de Belgische regering net als u
zelf, vooral nu u vanaf juli voorzitter wordt van de
ministers van Buitenlandse Zaken, de druk op de
ketel zal houden opdat de Russische overheid
snel tot resultaten zou kunnen komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 18.01 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18.01 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 478
CRABV 50 COM 478
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
16-05-2001 16-05-2001
14:30 uur
14:30 heures
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de toestand in Zimbabwe" (nr. 4439)
1
Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
situation au Zimbabwe" (n° 4439)
1
Sprekers: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Jef Valkeniers, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de eerste
minister over "de aanwezigheid van kernwapens
op Belgische bodem" (nr. 4478)
2
Question de Mme Leen Laenens au premier
ministre sur "la présence d'armes nucléaires sur
le territoire belge" (n° 4478)
2
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Samengevoegde interpellatie en vraag van
4
Interpellation et question jointes de
4
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "de
Italiaanse verkiezingen" (nr. 792)
4
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les élections
italiennes" (n° 792)
4
- de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het uitblijven en/of laattijdig karakter van de
felicitaties van de Belgische regering aan het
adres van de overwinnaar van de verkiezingen in
Italië" (nr. 4678)
5
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'absence
des félicitations et/ou leur caractère tardif,
adressées par le gouvernement belge au
vainqueur des élections italiennes" (n° 4678)
5
Sprekers: Karel Pinxten, Gerolf Annemans,
voorzitter van de VLAAMS BLOK-fractie,
Louis Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken , Ferdy Willems
Orateurs: Karel Pinxten, Gerolf Annemans,
président du groupe VLAAMS BLOK , Louis
Michel, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères , Ferdy Willems
Moties
9
Motions
9
Ordemotie
9
Motion d'ordre
9
Sprekers: Georges Clerfayt, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken , Ferdy Willems, Gerolf
Annemans, voorzitter van de VLAAMS BLOK-
fractie, Karel Pinxten
Orateurs: Georges Clerfayt, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
, Ferdy Willems, Gerolf
Annemans, président du groupe VLAAMS
BLOK , Karel Pinxten
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de relatie tussen de Europese Unie en de
Verenigde Staten" (nr. 4542)
10
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les relations
entre l'Union européenne et les Etats-Unis"
(n° 4542)
10
- de heer Jacques Simonet aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de stand van zaken op het stuk van de
transatlantische betrekkingen" (nr. 4644)
10
- M. Jacques Simonet au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'état des
relations transatlantiques" (n° 4644)
10
Sprekers:
Pieter De Crem, Jacques
Simonet, Louis Michel, vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Pieter De Crem, Jacques Simonet,
Louis Michel, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de nieuwe vlaag van geweld in
Algerije, waarbij Berbers cultureel en sociaal
onderdrukt worden" (nr. 4581)
14
Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
nouvelle vague de violence en Algérie et la
répression culturelle et sociale des Berbères"
(n° 4581)
14
Sprekers: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Ferdy Willems, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de 'geheime' Belgische plannen in
Congo" (nr. 4602)
15
Question de M. Karel Pinxten au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les projets 'secrets' de la Belgique au Congo"
(n° 4602)
15
Sprekers: Karel Pinxten, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Karel Pinxten, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "bepaalde uitlatingen van een
kabinetslid over de heer Jean-Pierre Bemba"
(nr. 4648)
16
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"certains propos tenus par un collaborateur de
cabinet au sujet de M. Jean-Pierre Bemba"
(n° 4648)
16
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken , De voorzitter, Karel Pinxten
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères , Le président, Karel Pinxten
Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de maatregelen die recent werden
genomen met betrekking tot het controlesysteem
voor de Antwerpse diamantsector" (nr. 785)
18
Interpellation de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les mesures prises récemment en
ce qui concerne le système de contrôle dans le
secteur du diamant à Anvers" (n° 785)
18
Vraag van mevrouw Leen Laenens tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Betrekkingen over "het onderzoek naar Ascorp in
het licht van de activiteiten van de Task Force"
(nr. 4672)
19
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
l"enquête concernant Ascorp dans le cadre des
activités de la Task Force" (n° 4672)
19
Sprekers: Guido Tastenhoye, Leen Laenens,
Louis Michel, vice-eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Leen Laenens,
Louis Michel, vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères
Moties
21
Motions
21
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het Amerikaanse NMD-project"
(nr. 4632)
21
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "le
projet NMD des Etats-Unis" (n° 4632)
21
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de politiek inzake Joodse
nederzettingen in Gaza" (nr. 4643)
23
Question de Mme Leen Laenens au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur "la
politique en matière d'implantations juives à
Gaza" (n° 4643)
23
Sprekers: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken , Jacques Lefevre
Orateurs: Leen Laenens, Louis Michel, vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères , Jacques Lefevre
Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het visumincident tussen België en
Rusland" (nr. 4647)
25
Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'incident entre la Belgique et la
Russie à propos de visas" (n° 4647)
25
Sprekers: Guido Tastenhoye, Louis Michel,
vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Louis Michel,
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
16
MEI
2001
14:30 uur
______
du
MERCREDI
16
MAI
2001
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.45 uur door
de heer Pierre Chevalier, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.45 heures par M. Pierre
Chevalier, président.
01 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de toestand in Zimbabwe" (nr. 4439)
01 Question de M. Jef Valkeniers au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la situation au Zimbabwe" (n° 4439)
01.01 Jef Valkeniers (VLD): De Commonwealth
stuurt de ministers van Buitenlandse Zaken van
Australië, Nigeria en Barbados naar Zimbabwe om
de regering aan te manen de intimidatie van
oppositie, media en gerecht stop te zetten.
De CMAG (Commonwealth Ministerial Action
Group) is vooral ontevreden met het gedwongen
ontslag van de voorzitter van het hoogste
gerechtshof en met het politiek geweld sedert de
parlementsverkiezingen vorig jaar, waarbij reeds 40
doden vielen. Verder gaat de economie bergaf,
breidt de Aids-epidemie uit, en neemt het gebrek
aan stookolie, elektriciteit en voedsel toe.
De president van Zimbabwe Mugabe, speelt de
hartelijke ontvangst, die hij in Brussel en Parijs
genoot, uit om in Zimbabwe de indruk te wekken
dat Europa zijn politiek niet bekritiseert. De
betrokkenheid van Zimbabwe in Congo zou België
niet mogen weerhouden van een initiatief zoals dat
van het Commonwealth. Graag uw houding in het
licht van de nakende EU-voorzitterschap.
01.01 Jef Valkeniers (VLD): Le Commonwealth
envoie les ministres des Affaires étrangères
d'Australie, du Nigéria et de la Barbade au
Zimbabwe afin de demander au gouvernement de
cesser d'intimider l'opposition, les médias et la
Justice.
Le CMAG (Commonwealth Ministerial Action
Group) est surtout mécontent de la démission
forcée du président de la cour suprême de justice
ainsi que du climat de violence politique qui règne
depuis les élections législatives de l'année passée
et qui a déjà entraîné la mort de 40 personnes. Par
ailleurs, l'économie continue de se détériorer,
l'épidémie de sida s'étend et la pénurie de mazout,
d'électricité et de nourriture s'aggrave.
Le président du Zimbabwe, M. Mugabe, évoque
l'accueil chaleureux dont il a bénéficié à Bruxelles et
à Paris pour donner l'impression au Zimbabwe que
l'Europe ne critique pas sa politique. L'implication
du Zimbabwe dans le conflit congolais ne devrait
pas empêcher la Belgique de prendre une initiative
comme celle qu'a prise le Commonwealth.
J'aimerais connnaître votre avis sur la question à
l'approche de la présidence belge de l'UE.
01.02 Minister Louis Michel (Nederlands) : De
Belgische regering deelt de bezorgdheid van de
internationale gemeenschap en van de Europese
Unie omtrent de verslechterde economische en
politieke toestand in Zimbabwe.
Zimbabwe staat steevast op de agenda van het EU-
01.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Le
gouvernement belge partage les préoccupations de
la communauté internationale et de l'Union
européenne relatives à la détérioration de la
situation économique et politique du Zimbabwe.
Le Zimbabwe figurera quoi qu'il arrive à l'ordre du
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
overleg, waaraan België actief deelneemt. Op 5
maart jongstleden was president Mugabe in Brussel
op bezoek en werd hij ontvangen door eerste
minister Verhofstadt en mezelf. Op 6 maart werd
Mugabe in Parijs ontvangen door president Chirac.
Het Belgische bilaterale contact was een
werkbezoek, dat kadert in de reeks gesprekken die
de premier en ikzelf recentelijk voerden met
Afrikaanse staatshoofden in Brussel.
Zimbabwe is als bondgenoot van de DRC met
troepen op het terrein aanwezig. Het is partij bij het
Lusaka-akkoord en voorzitter van de JMC. België
distantieert zich niet van de Europese beleidsopties.
België heeft de binnenlandse situatie in Zimbabwe
bij Mugabe aangekaart. Zo sluit België aan bij de
filosofie van de Europese politieke dialoog met
Zimbabwe, in de geest van artikel 8 van het
Cotonou-akkoord. Deze Europese politieke dialoog
startte op 11 april officieel in Harare. Momenteel
wordt hij gevoerd tussen de plaatselijke EU-troika
en de secretaris-generaal van het Zimbabwaanse
ministerie van Buitenlandse Zaken.
Als toekomend EU-voorzitter is België lid van deze
troika van ambassadeurs van Harare. Vanaf 1 juli
zal de Belgische ambassadeur van EU-zijde de
dialoog leiden.
Ook tijdens het Belgisch voorzitterschap zal
Zimbabwe hoog op de agenda staan van het
Europese overleg inzake Afrika. De Belgische
voorstellen en standpunten zullen afhangen van het
verloop van de EU-dialoog met Zimbabwe. Men kan
in deze zaak natuurlijk niet improviseren: een
geïsoleerde aanpak is uit den boze.
jour de la concertation de l'UE à laquelle la Belgique
prendra une part active. Le président Mugabe était
en visite à Bruxelles le 5 mars dernier. Il a été reçu
par M. Verhofstadt et moi-même. Le 6 mars, M.
Mugabe a été reçu à Paris par le président Chirac.
Le contact bilatéral belge était une visite de travail
s'inscrivant dans la série de discussions que le
premier ministre et moi-même avons récemment
menées avec les chefs d'État africains à Bruxelles.
Étant un allié de la RDC, le Zimbabwe dispose de
troupes sur le terrain. Il est partie prenante de
l'accord de Lusaka et préside la CMJ. La Belgique
ne se distancie pas des options stratégiques
européennes. La Belgique a abordé avec M.
Mugabe la situation intérieure du Zimbabwe. La
Belgique se rallie à la philosophie du dialogue
politique européen avec le Zimbabwe, dans l'esprit
de l'article 8 de l'accord de Cotonou. Ce dialogue
politique européen a démarré officiellement le 11
avril à Harare. Il se poursuit actuellement entre la
troïka européenne locale et le secrétaire général du
ministère zimbabwéen des Affaires étrangères.
En sa qualité de futur président de l'Union
européenne, notre pays fait partie de la troïka des
ambassadeurs à Harare. À partir du 1
er
juillet, c'est
l'ambassadeur belge qui s'exprimera au nom de
l'EU dans le cadre du dialogue.
Pendant la présidence belge, le Zimbabwe figurera
en bonne place à l'ordre du jour de la concertation
européenne sur l'Afrique. Les propositions et les
points de vue belges dépendront du déroulement du
dialogue européen avec le Zimbabwe. En cette
matière, on ne peut évidemment improviser : il est
exclu d'agir de manière isolée.
01.03 Jef Valkeniers (VLD): Ik ben verheugd over
dit antwoord. We moeten niet alleen Zimbabwe voor
zijn verantwoordelijkheid. Andere landen in Afrika
bijvoorbeeld Nigeria mogen zich niet "wegsteken".
01.03 Jef Valkeniers (VLD): Cette réponse me
réjouit. Le Zimbabwe n'est pas le seul pays auquel
nous devons rappeler ses responsabilités. Il est
d'autres pays d'Afrique, par exemple le Nigeria, qui
ne peuvent se soustraire à leurs responsabilités.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
eerste minister over "de aanwezigheid van
kernwapens op Belgische bodem" (nr. 4478)
02 Question de Mme Leen Laenens au premier
ministre sur "la présence d'armes nucléaires sur
le territoire belge" (n° 4478)
02.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Naar
aanleiding van de recente protestacties op de
luchtmachtbasis van Kleine Brogel wou ik de eerste
minister vragen hoe het staat met de uitvoering van
het regeerakkoord op gebied van denuclearisering.
Heeft de Belgische regering reeds pogingen
02.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Les
récentes actions de protestation à la base de la
force aérienne de Kleine Brogel m'amènent à
demander au Premier ministre où en est l'exécution
de l'accord de gouvernement pour ce qui regarde la
dénucléarisation. Le gouvernement belge a-t-il déjà
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
ondernomen om in het kader van het NPT-verdrag
over te gaan tot verdere denuclearisering binnen de
NAVO? Houdt de Belgische regering rekening met
het vonnis van het Internationaal Gerechtshof van
1996 dat kernwapens als een misdaad tegen de
mensheid beschouwt? Bepleit de regering de
afbouw van kernwapens bij de lidstaten van de
Europese Unie? Hoe reageren die lidstaten hierop?
tenté de contribuer à poursuivre la dénucléarisation
au sein de l'Otan dans le cadre du traité de non-
prolifération des armes nucléaires ? Prend-il en
considération le jugement de la cour internationale
de justice de 1996 aux termes duquel les armes
nucléaires sont considérées comme un crime
contre l'humanité ? Plaide-t-il en faveur du
démantèlement des armes nucléaires dans les
Etats membres de l'Union européenne ? Si c'est le
cas, comment réagissent ceux-ci ?
02.02 Minister Louis Michel, (Nederlands), in
naam van de heer Guy Verhofstadt, eerste minister:
Het streefdoel blijft de totale afbouw van
kernwapens. Onze toetreding tot het non-
proliferatieverdrag is daarvan de uitdrukking. Ons
beleid houdt echter ook rekening met de realiteit
van de aanwezigheid van kernwapens in een groot
aantal landen.
Het strategisch concept van de NAVO behoudt het
principe van de ontrading. Sinds het einde van de
koude oorlog werd het kernwapenarsenaal van de
NAVO met 85 procent verminderd en worden haar
kernwapens niet meer op specifieke doelen gericht.
België steunt het NAVO-beleid zoals dat werd
uiteengezet in een rapport van december 2000. De
krachtlijnen van het beleid zijn: verdere reductie van
de kernwapens, steun aan het non-
proliferatieverdrag, steun aan de
ontwapeningsverdragen, non-proliferatie van
vernietigingswapens, overleg bij bestrijding van
kleinere wapens en overleg met Rusland. België
verwacht een positieve reactie vanwege Rusland.
De regering steunt de conclusies van het advies
van 8 juli 1996 van het Internationaal Gerechtshof
dat er een verplichting bestaat om te goeder trouw
onderhandelingen uit te voeren. Het advies geeft
echter geen unanieme conclusie over het al dan
niet wettelijk gebruik van kernwapens in extreme
omstandigheden. België ijvert voor de uitvoering
van artikel VI van het non-proliferatieverdrag.
02.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais), au
nom de M. Guy Verhofstadt, premier ministre:
L'objectif poursuivi demeure le démantèlement
complet des armes nucléaires. Notre adhésion au
traité de non-prolifération en est l'expression.
Cependant, dans la politique que nous suivons,
nous tenons également compte de la réalité de la
présence d'armes nucléaires dans un grand
nombre de pays. Dans le concept stratégique de
l'OTAN, le principe de la dissuasion est maintenu.
Depuis la fin de la guerre froide, l'arsenal atomique
de l'OTAN a été réduit de 85 % et les armes
nucléaires de l'Alliance ne sont plus dirigées vers
des cibles spécifiques.
La Belgique soutient la politique de l'OTAN, telle
qu'elle a été exposée dans un rapport de décembre
2000. Les grands axes de cette politique sont les
suivants: poursuite de la réduction des armements
nucléaires, soutien du traité de non-prolifération,
soutien des traités de désarmement, non-
prolifération des armes de destruction, concertation
dans le cadre de la lutte contre les armes légères et
dialogue avec la Russie. La Belgique espère une
réaction positive de la Russie.
Le gouvernement soutient les conclusions de l'avis
de la cour internationale de justice du 8 juillet 1996
aux termes duquel il y a obligation de mener des
négociations de bonne foi. Toutefois, cet avis ne
comporte pas de conclusion unanime sur le recours
légal ou non à des armes nucléaires dans des
circonstances exceptionnelles. La Belgique milite en
faveur de l'application de l'article VI du traité de non-
prolifération.
Bij de ontwapening ligt de nadruk nu op de
uitvoering van het slotdocument van de
toetsingsconferentie over het non-
proliferatieverdrag van mei 2000.
Binnen de EU ijvert België voor het uitwerken van
een gemeenschappelijk standpunt. Momenteel zijn
er drie groepen met verschillende standpunten: de
kernwapenstaten, de neutrale landen en een
middengroep.
En ce qui concerne le désarmement, l'accent est
actuellement mis sur l'exécution du document final
de la conférence de contrôle du traité de non-
prolifération de mai 2000.
Au sein de l'UE, la Belgique s'efforce d'amener ses
partenaires à définir une position commune. Pour
l'heure, trois groupes de pays défendent des points
de vue divergents: les Etats détenteurs de l'arme
atomique, les pays neutres et un groupe de pays
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
België stelde voor om informatie uit te wisselen over
de inspanningen inzake nucleaire ontwapening op
de Ontwapeningsconferentie in Genève in 1998. Dit
resulteerde in een regelmatig overleg tussen
Noorwegen, België, Duitsland, Nederland en Italië
en in een akkoord op de conferentie over het non-
proliferatieverdrag van mei 2000 om binnen de
ontwapeningsconferentie een orgaan op te richten
voor de monitoring van kernontwapening.
Inzake het EU-voorzitterschap zijn voor België de
uitvoering van de vijfjaarlijkse toetsingsconferentie
betreffende het non-proliferatieverdrag, met nadruk
op het kernstopverdrag, de deblokkering van de
Ontwapeningsconferentie in Genève en het
aanvatten van onderhandelingen over een verdrag
tot banning van de productie van nucleaire
splijtstoffen voor militaire doeleinden prioritair.
Van 25 tot 27 september vindt in New York de
conferentie plaats over de niet-inwerkingtreding van
het kernstopverdrag. Ikzelf zal deelnemen aan deze
conferentie.
partisans d'une voie médiane.
Lors de la conférence sur le désarmement qui
s'était tenue à Genève en 1998, la Belgique avait
proposé d'organiser des échanges d'informations
concernant les efforts déployés en matière de
désarmement nucléaire. Cela s'était traduit par une
concertation régulière entre la Norvège, la Belgique,
l'Allemagne, les Pays-Bas et l'Italie, et par un
accord sur le TNP de mai 2000 en vue de créer,
dans le cadre de la conférence sur le désarmement,
un organe chargé de la surveillance du
désarmement atomique.
Pour ce qui est de la présidence de l'UE, la
Belgique juge prioritaires l'exécution des
conclusions de la conférence de contrôle du TNP,
qui se tient tous les cinq ans, et en particulier de
celles relatives au traité instituant un gel de la
production d'armes nucléaires, le déblocage de la
conférence de Genève sur le désarmement et le
début de négociations relatives à un traité
d'interdiction de toute production de matières
fissiles à des fins nucléaires.
Du 25 au 27 septembre prochain se tiendra à New
York la conférence sur la non-entrée en vigueur du
traité instituant un gel de la production d'armes
nucléaires. J'y participerai personnellement.
In oktober en november zal België binnen de
algemene vergadering van de VN inzake
ontwapening en wapenbeheersing streven naar
coherentie van de EU-posities, en meer bepaald
pogen een middenpositie in te nemen.
Binnen de EU werd een globaal programma
overeengekomen van bijstand aan Rusland om zijn
overeenkomsten in dit domein na te komen.
En octobre et novembre, dans le cadre de
l'assemblée générale des Nations Unies consacrée
au désarmement et à la maîtrise des armements, la
Belgique tendra vers une cohérence des positions
des Etats membres de l'UE, plus particulièrement
par l'adoption d'une position intermédiaire.
Au sein de l'UE, un programme global d'assistance
a été arrêté pour permettre à la Russie de remplir
ses engagements dans ce domaine.
02.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Het
advies van het Internationaal Gerechtshof is
ondertussen een echt werkstuk geworden, waarin
de vredesbeweging toch wel het gelijk aanhaar zijde
krijgt.
Ik zou de minister willen vragen of de USA nog altijd
unilateraal, zonder Belgische inspraak, kan
beslissen om kernwapens op ons grondgebied in te
zetten. Kan hij dit bevestigen?
02.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): L'avis de
la Cour internationale de justice est devenu un
véritable document de référence qui donne raison
au mouvement pour la paix.
Le ministre peut-il me dire si les Etats-Unis peuvent
toujours décider unilatéralement d'installer des
armes nucléaires sur notre territoire, sans consulter
la Belgique. Le ministre peut-il le confirmer ?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde interpellatie en vraag van
- de heer Karel Pinxten tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "de
Italiaanse verkiezingen" (nr. 792)
03 Interpellation et question jointes de
- M. Karel Pinxten au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
élections italiennes" (n° 792)
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
- de heer Gerolf Annemans aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"het uitblijven en/of laattijdig karakter van de
felicitaties van de Belgische regering aan het
adres van de overwinnaar van de verkiezingen in
Italië" (nr. 4678)
- M. Gerolf Annemans au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'absence
des félicitations et/ou leur caractère tardif,
adressées par le gouvernement belge au
vainqueur des élections italiennes" (n° 4678)
03.01 Karel Pinxten (CVP): De verontwaardiging
van minister Michel is selectief. Ze was groot bij de
toestand in een klein landje als Oostenrijk, maar
bijzonder klein bij de toestand in een groot land als
Italië, de vierde economische macht in Europa. Dat
doet afbreuk aan onze geloofwaardigheid als EU-
voorzitter. Een geloofwaardig buitenlands beleid
moet coherent, consistent en consequent zijn. Het
beleid van de minister is geen van de drie.
President Mugabe werd hier met veel egards
ontvangen. Blijkbaar gaat ons buitenlands beleid
ervan uit dat de mensen rechten selectief benaderd
moeten worden. Er gelden andere principes voor
Afrikanen en westerlingen, ik durf het niet eens
hebben over blanken en zwarten.
03.01 Karel Pinxten (CVP): L'indignation du
ministre Michel est sélective. Son indignation à
propos de la situation dans un petit pays comme
l'Autriche était grande mais elle l'est beaucoup
moins à propos d'un grand pays comme l'Italie, la
quatrième puissance économique en Europe. Son
attitude porte atteinte à notre crédibilité en tant que
président de l'UE. Une politique étrangère crédible
doit être cohérente, consistante et conséquente. Le
président Mugabe a été reçu avec beaucoup
d'égards par la Belgique. Apparemment, les
responsables de notre politique étrangère estiment
qu'il faut appréhender les droits de l'homme de
manière sélective. Des principes différents
s'appliquent aux Africains et aux occidentaux. Je
n'ose pas songer à la différence entretenue entre
les blancs et les noirs.
Wat we vandaag zien, is toch wel heel
ondubbelzinnig: grote gestrengheid tegenover het
kleine Oostenrijk en bijna een omertà tegenover het
belangrijke Italië.
Nog vóór de coalitievorming vorig jaar kwam een
lawine van Belgische reacties los in de richting van
Oostenrijk. De Belgen mochten er zelfs niet meer
op vakantie gaan. In deze commissie verklaarde
minister Michel op 12 maart nog dat hij, inzake
Italië, een coalitie Bossi en Fini niet zag zitten.
Inmiddels is het zo ver en minister Michel reageert
niet.
U verwijst in De Morgen van vandaag naar een
nieuw Europees beleid dat kan gevoerd worden en
dat zijn wettelijke grondslag vindt in punt 1 van
artikel 7 van het verdrag van Nice. Dit punt is
vandaag echter nog niet inroepbaar, zodat de
huidige situatie dan ook niet verschilt van die ten
tijde van de Oostenrijkse verkiezingen. Verder
verklaart u in De Morgen dat in Oostenrijk dadelijk
een sterker democratisch onevenwicht aanwezig
was. Hoe meent de minister dit te moeten afwegen?
In kilogram?
L'attitude adoptée aujourd'hui n'est-elle pas
empreinte d'une grande ambiguïté? Alors qu'il
s'était montré d'une sévérité extrême à l'égard de
l'Autriche, le gouvernement observe une quasi
omertà en ce qui concerne la grande Italie.
Avant même la constitution, l'an dernier, de la
coalition au pouvoir en Autriche, une véritable
avalanche de réactions avait été déclenchée contre
l'Autriche, le ministre allant jusqu'à inviter nos
concitoyens à ne pas s'y rendre en vacances. Au
sein de cette commission, le ministre Michel avait
déclaré qu'il ne voyait pas d'un bon oeil l'arrivée au
pouvoir d'une coalition Bossi-Fini. Dans l'intervalle,
cette coalition est entrée dans les faits et le ministre
Michel ne fait part d'aucune réaction.
Dans De Morgen d'aujourd'hui, vous vous référez à
la possibilité de mettre en oeuvre une nouvelle
politique européenne fondée sur le premier point de
l'article 7 du Traité de Nice. Or, ce point ne peut
encore être invoqué aujourd'hui, de sorte que la
situation actuelle n'est pas différente de la situation
au lendemain des élections autrichiennes. Par
ailleurs, vous déclarez - toujours dans De Morgen
qu'en Autriche, le déséquilibre démocratique s'est
tout de suite manifesté d'une manière plus nette.
Comment le ministre pense-t-il pouvoir évaluer le
poids de ces réalités? En kilogrammes?
Ik krijg sterk de indruk dat deze regering twee
maten en twee gewichten gebruikt, al naargelang
het land of het regime waarover België zich moet
J'éprouve la nette impression que ce gouvernement
met en oeuvre une politique de deux poids et deux
mesures, selon le pays ou le régime à propos
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
uitspreken.
Minister Michel kan nu twee dingen doen: Italië op
dezelfde manier behandelen als Oostenrijk vorig
jaar of toegeven dat hij zich vorig jaar heeft
vergaloppeerd. Ik ben benieuwd naar zijn reactie.
Ik vind trouwens dat de huidige houding van
inconsequentie en dubbelzinnigheid onze
geloofwaardigheid aantast, wat toch nefast is in het
licht van het nakend voorzitterschap. Zal minister
Michel uitleg verschaffen aan zijn Oostenrijkse
collega? Heeft Oostenrijk al gereageerd ten aanzien
van België?
Heeft de regering felicitaties verzonden aan de heer
Berlusconi?
Mag onze eerste minister deze zomer nog wel naar
Toscanië op vakantie gaan?
duquel il doit se prononcer.
Deux possibilités s'offrent à présent au ministre
Michel : soit il affiche à l'égard de l'Italie la même
attitude que celle qu'il avait adoptée l'an dernier à
l'égard de l'Autriche, soit il admet qu'à l'époque, il
avait tenu des propos excessifs. J'attends sa
réaction avec curiosité.
Par ailleurs, j'estime que, par son incohérence et
son ambiguïté, l'attitude actuelle du gouvernement
porte atteinte à la crédibilité de notre pays, ce qui ne
peut être que néfaste à l'approche de la présidence
belge de l'Union européenne. Le ministre Michel
s'expliquera-t-il sur son attitude auprès de son
homologue autrichien? L'Autriche a-t-elle déjà réagi
à l'égard de la Belgique?
Le gouvernement a-t-il adressé ses félicitations à
M. Berlusconi?
Notre premier ministre sera-t-il autorisé à se rendre
en vacances en Toscane cet été?
03.02 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Ik
herhaal een van de vragen van de heer Pinxten:
hebben wij de heer Berlusconi reeds gefeliciteerd?
Zijn de VS ons hierin voorgegaan?
Hoe ziet de minister het respect voor de
mensenrechten en hoe verklaart hij zijn
contradictorische behandeling van wijlen Kabila en
Oostenrijk?
De minister is schijnheilig en nu, met de
verkiezingen in Italië, blijkt dit nog meer. Als
extreem-rechts in de coalitie zit, maar verliest, kan
dat blijkbaar voor de minister. Dat is hypocriet: ofwel
is extreem-rechts gevaarlijk ofwel is het dat niet.
Als iemand van de Lega Nord of de Alleanza
Nazionale België zal bezoeken als minister, wat zal
dan de houding van de regering zijn?
03.02 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Je
repose une des questions de M. Pinxten : avons-
nous déjà félicité M. Berlusconi ? Les Etats-Unis
nous ont-ils devancés ?
Comment le ministre perçoit-il le respect des droits
de l'homme et comment explique-t-il avoir adopté
une attitude contradictoire à l'égard de feu Laurent
Désiré Kabila d'une part et de l'Autriche d'autre
part ?
Le ministre est hypocrite et ce trait de caractère
apparaît plus marqué encore depuis les élections
qui se sont déroulées en Italie. Le ministre estime
qu'il n'est pas grave que l'extrême droite participe à
la coalition du moment qu'elle ait perdu les
élections. Il s'agit-là d'une attitude hypocrite : soit
l'extrême droite est dangereuse, soit elle ne l'est
pas.
Si un membre de Lega Nord ou de Alleanza
Nazionale se rendait en Belgique en qualité
ministre, quelle attitude le gouvernement adopterait-
il ?
03.03 Minister Louis Michel (Nederlands): Ik leg
mij neer bij de stem van het Italiaanse volk en de
verkiezingsuitslag. Ik hoop dat Italië bij de
onderhandelingen over het programma en bij de
vorming van de volgende regering trouw zal zijn aan
de democratische waarden die aan de basis liggen
van de Europese samenleving. Ik verheug mij over
het verlies van de heer Bossi en de nederlaag van
de ideeën die hij voorstaat. (Onderbrekingen van de
heer Annemans)
03.03 Louis Michel ministre (en néerlandais): Je
m'incline devant le choix des électeurs italiens.
J'espère simplement que, lors de la négociation du
programme et de la formation de son nouveau
gouvernement, l'Italie respectera les valeurs
démocratiques qui fondent notre société
européenne. Je me réjouis de la défaite de
Monsieur Bossi et du coup porté à ses idées.
(Interruptions de Monsieur Annemans).
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Als voorzitter van de EU zal België een consensus
nastreven en de Europese regels strikt naleven.
Het is nu wachten op de benoeming van de nieuwe
Italiaanse regering. De deelname van een extreem-
rechtse partij, zoals die van de heer Bossi, vormt
een gevaar voor een democratische samenleving
en stemt niet overeen met de basisprincipes van de
Europese Unie.
Sinds de regeringsvorming in Oostenrijk besliste de
Raad van Nice tot de invoering van een preventief
alarmmechanisme. Ik zal verder geen initiatief
nemen.
Indien de nieuwe Italiaanse regering bedenkelijke
daden zou stellen, zullen wij oordelen of de
bepalingen van artikel 7 van het nieuwe verdrag van
Nice toegepast moeten worden.
Zodra de heer Berlusconi als eerste minister is
voorgesteld, zal de Belgische regering haar
boodschap overmaken. De partners van de
Europese Unie zijn terzake niet gehaast.
Pendant sa période de présidence de l'Union
européenne, la Belgique promouvra le consensus et
respectera scrupuleusement les règles
européennes.
A présent, il n'y a plus qu'à attendre la nomination
du nouveau gouvernement italien. La participation
d'un parti d'extrême-droite, tel que celui de
Monsieur Bossi, représente un danger pour une
société démocratique et est contraire aux principes
fondateurs de l'Union européenne.
Avec l'arrivée au pouvoir du nouveau gouvernement
autrichien, il a été décidé, lors du sommet de Nice,
d'instaurer un mécanisme d'alarme préventif. Je ne
prendrai aucune initiative nouvelle.
Si le gouvernement italien devait poser des actes
que nous pourrions réprouver, nous déterminerons
s'il y a lieu d'appliquer les dispositions de l'article 7
du traité de Nice.
Dès que Monsieur Berlusconi aura été proposé
comme premier ministre, le gouvernement belge lui
adressera son message. Nos partenaires de l'Union
européenne ne sont pas pressés.
03.04 Karel Pinxten (CVP): Ik ga akkoord met de
afwachtende houding inzake felicitaties, maar ik
weet nog steeds niet of de eerste minister nog naar
Toscanië mag gaan...
03.04 Karel Pinxten (CVP): Je pense aussi qu'il
vaut mieux patienter quelque temps avant
d'adresser un message de félicitations. Mais
j'ignore toujours si le premier ministre pourra encore
se rendre en Toscane.
03.05 Minister Louis Michel (Nederlands): Ik ben
zelf uitgenodigd door de eerste minister en ik zal
wel degelijk naar Toscane gaan.
03.05 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
J'ai moi-même été invité en Toscane par le premier
ministre et je compte bien m'y rendre.
03.06 Karel Pinxten (CVP): Dus mogen wij ook
naar Oostenrijk gaan?
03.06 Karel Pinxten (CVP): Est-ce à dire qu'à
partir de maintenant, nous pouvons à nouveau nous
rendre en Autriche?
03.07 Minister Louis Michel (Nederlands): Ik zal
zelf naar Oostenrijk gaan, op invitatie van de
minister van Buitenlandse Zaken.
03.07 Louis Michel , ministre (en néerlandais) : Je
dois moi-même me rendre en Autriche sur
l'invitation de la ministre des Affaires étrangères.
03.08 Karel Pinxten (CVP): Ik kan mij niet van de
indruk ontdoen dat u een politiek voert van twee
maten en twee gewichten. U zal de Italiaanse
regering beoordelen op haar daden, zegt u.
03.08 Karel Pinxten (CVP): J'ai le sentiment que
vous menez une politique de deux poids, deux
mesures. Vous nous dites que vous jugerez le
gouvernement italien sur ses actes.
03.09 Minister Louis Michel (Nederlands): Dat is
de nieuwe Europese positie, die er nog niet was in
het geval van Oostenrijk. Het verdrag van Nice
heeft een en ander veranderd.
03.09 Louis Michel , ministre (en néerlandais) :
C'est la nouvelle position européenne. Elle n'était
pas encore en vigueur au moment de l'installation
du nouveau gouvernement autrichien. Le traité de
Nice a changé les choses.
03.10 Karel Pinxten (CVP): Met betrekking tot
artikel 7 van het verdrag van Nice is er geen
verschil. Dat artikel is trouwens nog steeds de tekst
van Amsterdam.
03.10 Karel Pinxten (CVP): En ce qui concerne
l'article 7 du traité de Nice, il n'y a aucune
différence. Le texte de cet article est le même que
celui du traité d'Amsterdam.
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Het is van belang dat onze regering haar
geloofwaardigheid behoudt, mede in het licht van
het EU-voorzitterschap. Inzake buitenlandse
betrekkingen is België zeer hoogdravend begonnen
en daardoor werd ab initio een probleem gecreëerd.
Reeds ten tijde van de Oostenrijkse verkiezingen
wist men dat alle uitspraken die zouden worden
gedaan als een boemerang zouden terugkeren.
De regering is onbedachtzaam geweest en had zich
tegenover Oostenrijk, met eenzelfde moreel
gehalte, voorzichtiger kunnen gedragen. De
toenmalige reacties van de regering waren
dubbelzinnig en bovendien contraproductief, nu met
de verkozenen in de verschillende landen immers
toch besprekingen moeten worden gevoerd door
premier Verhofstadt.
Au moment où la Belgique s'apprête à assurer la
présidence de l'Union européenne, il est important
que le gouvernement conserve toute sa crédibilité.
Or, en matière de politique étrangère, la Belgique
s'est montrée d'emblée très ambitieuse, ce qui nous
a ab initio placés devant un problème. Déjà, au
moment des élections autrichiennes, nous savions
que tous les propos tenus auraient un effet
boomerang.
Le gouvernement a agi de manière irresponsable et
aurait dû faire preuve de davantage de prudence à
l'égard de l'Autriche. A l'époque, les réactions du
gouvernement étaient ambiguës et contre-
productives. Le premier ministre doit à présent de
toute manière discuter avec les élus dans les
différents pays.
03.11 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
vice-premier verklaart tevreden te zijn met de
slechte verkiezingsuitslag van de heer Bossi. Dat
stemt mij blij: ik zal mijn best blijven doen hem ook
te ontstemmen met de uitslagen van het Vlaams
Blok.
De minister is gebeten op de persoon van Bossi en
laat zich hier leiden door emoties. De heer Fini blijft
hier om een of andere reden van gespaard. De
minister wacht er zelfs mee om de Italiaanse
regering te feliciteren tot hij weet of de heer Bossi al
dan niet zal deelnemen aan de Italiaanse regering.
De minister is daarmee gewoon onbeschoft.
Aan het begin van het Europese voorzitterschap
begaat België de zoveelste flater. Dat is niet alleen
spijtig voor België, maar ook voor Europa. We
sturen een "abruti" als minister de wereld rond en
dat doet het imago van dit land zeker geen goed.
03.11 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Le vice
premier ministre se félicite des mauvais résultats
électoraux de M. Bossi. Je m'en réjouis: je ferai de
mon mieux pour que les résultats du Vlaams Blok
continuent à le décevoir. Le ministre a de
l'animosité envers M. Bossi et il se laisse guider par
ses émotions. Pour l'une ou l'autre raison, M. Fini
est épargné. Le ministre attend même d'adresser
ses félicitations au gouvernement italien car il veut
savoir si M. Bossi participera ou non au prochain
gouvernement. En agissant de la sorte, le ministre
fait preuve de grossièreté, ni plus ni moins.
A la veille d'assumer la présidence européenne, la
Belgique commet la énième bévue. Ce n'est pas
seulement dommage pour la Belgique mais aussi
pour l'Europe. Comme ministre, nous déléguons un
abruti de par le monde et l'image de ce pays en
pâtit.
03.12 Ferdy Willems (VU&ID): Wij wezen vorig
jaar al op de mogelijke parallellen met Italië en een
eventuele verkiezingsoverwinning van rechts en
extreem-rechts.
Ik sluit mij aan bij de negatieve appreciatie van de
minister ten aanzien van de heer Bossi. Wat ik niet
begrijp is dat Berlusconi aan een appreciatie
ontsnapt. Berlusconi is aangeklaagd wegens
schriftvervalsing en pleegt machtsmisbruik door zijn
media-imperium in te zetten in de verkiezingsstrijd.
Het doet mij pijn dat zo'n man in Italië verkozen
wordt, net als Bush in Amerika en Sharon in Israël.
Het probleem ligt dus ook bij de burgers die een
keuze maken.
Onze regering stelt moedige daden inzake
03.12 Ferdy Willems (VU&ID): Nous avions déjà
attiré l'attention, l'an dernier, sur d'éventuels
parallèles avec l'Italie et sur une victoire électorale
éventuelle de la droite et de l'extrême-droite dans la
péninsule.
Je partage le jugement défavorable du ministre sur
M. Bossi. Mais ce que je ne comprends pas, c'est
que le ministre ne porte pas d'appréciation sur
Berlusconi alors qu'il a été inculpé pour faux en
écritures et qu'il se livre à des abus de pouvoir en
utilisant son empire médiatique dans la campagne
électorale. L'élection d'un tel individu en Italie me
peine autant que celle de Bush aux Etats-Unis et
celle de Sharon en Israël. Par conséquent, le
problème se situe aussi du côté des électeurs qui,
en définitive, choisissent.
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
mensenrechten en ik ga er niet mee akkoord dat de
regering alleen de kleintjes aanpakt. Deze regering
heeft zich verzet tegen de plannen van Bush voor
een ruimteschild. De regering is wel niet altijd
consequent inzake de wapenleveringen. Dat is een
genuanceerder en rechtvaardiger oordeel over deze
regering, in tegenstelling tot het gescheld van de
heer Annemans.
Notre gouvernement fait preuve de courage en
matière de droits de l'homme et je ne rejoins pas
ceux qui considèrent qu'il ne s'attaque qu'aux petits
trublions. En effet, il s'est opposé au projet de
bouclier spatial de Bush. Cela dit, il n'est pas
toujours cohérent dans le domaine des livraisons
d'armes. En comparaison des bordées d'injures de
M. Annemans, le jugement que je viens de porter
sur le gouvernement est plus nuancé et plus juste.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Karel Pinxten en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Karel Pinxten
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
verzoekt de regering
1. ook tijdens het Belgische EU-voorzitterschap een
consequente houding aan te nemen tegenover de
grondslagen en waarden die aan de basis liggen
van de EU;
2. alle lidstaten op dezelfde manier te behandelen
en geen politiek van twee maten en twee gewichten
toe te passen teneinde alzo de geloofwaardigheid
van het Belgisch buitenlands beleid niet in het
gedrang te brengen."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Karel Pinxten et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Karel Pinxten
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement
1. d'adopter, au cours de la présidence belge de
l'UE également, une attitude cohérente en ce qui
concerne les fondements et les valeurs constituant
la base de l'UE;
2. de traiter l'ensemble des Etats membres de la
même manière et de ne pas mener une politique de
deux poids deux mesures en vue de ne pas porter
atteinte à la crédibilité de la politique extérieure
belge."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Gerolf Annemans en Guido Tastenhoye en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Karel Pinxten
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
vraagt de regering om onverwijld felicitaties aan te
bieden aan de heer Berlusconi, en vraagt de
Belgische regering om de beste relaties te
onderhouden met de Italiaanse regering."
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Gerolf Annemans et Guido Tastenhoye et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Karel Pinxten
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
demande au gouvernement d'adresser sans délai
ses félicitations à M. Berlusconi et demande au
gouvernement belge d'entretenir les meilleures
relations avec le gouvernement italien."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Georges Clerfayt en Erik Derycke.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Georges Clerfayt et Erik Derycke.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
04 Ordemotie
04 Motion d'ordre
04.01 Georges Clerfayt (PRL FDF MCC): Ik meen
te hebben gehoord dat een spreker de minister
heeft beledigd. Dergelijke bewoordingen mogen
weliswaar uit politiek oogpunt worden gebruikt,
maar ten aanzien van personen zijn zij
04.01 Georges Clerfayt (PRL FDF MCC) : Je
crois avoir entendu, de la part d'un intervenant, des
injures à l'égard du ministre. Si on peut utiliser de
tels termes d'un point de vue politique, c'est
injustifiable à titre personnel. Je demande que ces
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
onaanvaardbaar. Ik vraag dan ook dat zij uit het
verslag van de vergadering zouden worden
geschrapt.
De voorzitter: Ik denk dat de minister weet welke
waarde hij aan de woorden van de heer Annemans
moet hechten.
termes soient retirés du compte-rendu de notre
réunion.
Le président : Je pense que c'est au le ministre de
peser les propos de M. Annemans.
04.02 Minister Louis Michel (Frans) : Ik dank de
heer Clerfayt voor zijn morele steun. Opdat men
zou weten op welke manier sommigen zich hier
uitdrukken, geef ik er de voorkeur aan dat die
woorden in het verslag worden weergegeven.
04.02 Louis Michel , ministre (en français): Je
remercie M. Clerfayt pour son soutien moral.
Toutefois, afin que l'on sache que certains tiennent
ici de tels propos, je préfère qu'ils figurent dans les
compte-rendus.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Scheldpartijen
bevallen ook mij helemaal niet. Wij zouden een
"elite" moeten zijn. Zo'n spreekstijl vind ik zeer
laakbaar.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Je sous tout à fait
hostile à l'échange de propos injurieux. Nous
devrions nous comporter en élite. Votre langage me
dérange profondément.
04.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
"Racist" en "xenofoob" zijn in de wet opgenomen
scheldwoorden die mij beledigen. Ik zou willen dat
de heer Clerfayt mij een arrest toont op basis
waarvan hij mij met deze woorden mag betitelen.
04.04 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Les
termes "raciste" et "xénophobe", tels qu'ils figurent
dans la loi, constituent des insultes qui m'offensent.
J'invite M. Clerfayt à me présenter un arrêt sur la
base duquel il serait autorisé à m'appliquer ces
termes.
04.05 Karel Pinxten (CVP): "Als het volk u niet
bevalt, kies een ander volk" is een gezegde van
Berthold Brecht, een voor de heer Willems
ongetwijfeld onverdachte bron. Ik ben trouwens
tegen schrappingen uit het Beknopt Verslag.
De voorzitter: Dit alles draagt bij tot de
levendigheid van de debatten. Ik wil sommige
sprekers trouwens niet de eer gunnen dat hun
woorden zouden worden geschrapt.
04.05 Karel Pinxten (CVP): "Si le peuple ne vous
plaît pas, choisissez en un autre". Ces mots sont de
Bertold Brecht, un auteur que M. Willems ne
qualifiera certainement pas de suspect. Je suis
d'ailleurs opposé à ce que l'on biffe des mots du
compte rendu.
Le président: Tout ceci contribue à animer le
débat. Je ne tiens d'ailleurs pas à faire à certains
orateurs l'honneur de biffer leurs propos du compte
rendu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Samengevoegde vragen van
- de heer Pieter De Crem aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de relatie tussen de Europese Unie en de
Verenigde Staten" (nr. 4542)
- de heer Jacques Simonet aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de stand van zaken op het stuk van de
transatlantische betrekkingen" (nr. 4644)
05 Questions jointes de
- M. Pieter De Crem au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les relations
entre l'Union européenne et les Etats-Unis"
(n° 4542)
- M. Jacques Simonet au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "l'état des
relations transatlantiques" (n° 4644)
05.01 Pieter De Crem (CVP): In de toekomst
zullen de Europese en Amerikaanse leiders elkaar
nog eens per jaar treffen in plaats van twee keer.
De relatie tussen de EU en de VS is niet optimaal.
Er zijn fundamentele meningsverschillen: het
rakettenschild, het Kyoto-verdrag, de verhouding
met landen als Noord-Korea, Israël en de
Palestijnen ...
05.01 Pieter De Crem (CVP): Désormais, les
dirigeants européens et américains ne se
rencontreront plus qu'une fois par an, plutôt que
deux. Les relations entre l'UE et les USA ne sont
pas au beau fixe. Des divergences fondamentales
les opposent : le bouclier nucléaire, le traité de
Kyoto, les relations avec des pays comme la Corée
du Nord, Israël ou les Palestiniens...
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Wat is het standpunt van de regering inzake de
internationale politiek van de VS ten opzichte van
de EU? Welke initiatieven neemt de minister
terzake?
Voorzitter: de heer Erik Derycke
Quel est le point de vue du gouvernement à propos
de la politique internationale menée par les Etats-
Unis à l'égard de l'UE? Quelles initiatives le ministre
envisage-t-il de prendre en la matière?
Président: M. Erik Derycke
05.02 Jacques Simonet (PRL FDF MCC):
Blijkbaar houden de Europese Unie en de nieuwe
Amerikaanse administratie er in verscheidene
buitenlandse dossiers een ander standpunt op na.
De huidige Amerikaanse overgangsperiode biedt de
EU echter de gelegenheid haar visie inzake de
relaties tussen staten en conflictbeheer beter te
verdedigen.
Welke concrete voorstellen kan de EU bijvoorbeeld
samen met de VS doen inzake de hervatting van de
vredesonderhandelingen voor het Midden-Oosten
teneinde de spanning te doen afnemen en een
compromis voor Jeruzalem en de terugkeer van de
vluchtelingen mogelijk te maken?
Ook uit het partnerschap met Rusland blijken de
verschillen tussen Europa en de VS. Blijkbaar
beschouwen de VS Rusland opnieuw als een
bedreiging. Ze hebben immers de Amerikaanse
middelen voor de Russische programma's tot
militaire denuclearisatie teruggeschroefd, een
vijftigtal diplomaten teruggestuurd en de
handelsactiviteiten die de proliferatie in de hand
werken veroordeeld. Europa schijnt daarentegen
bereid te zijn met Rusland een serieuze dialoog
over economische en strategische partnerschappen
aan te gaan.
Behalve de technische regelingen die noodzakelijk
zijn voor de overdracht van de NAVO-middelen aan
de EU in geval van een operatie waar de NAVO niet
als dusdanig aan deelneemt, rijst de vraag naar de
strategische autonomie van Europa en zijn politieke
rol op de internationale scène, die de Amerikanen
momenteel als onbestaand beschouwen.
De EU dient dus eigen instrumenten zoals de euro
te ontwikkelen, die haar belangen en waarden
veiligstellen.
Om zijn positie op de internationale scène te
versterken, heeft Europa er belang bij eerst en
vooral zijn politieke eenheid vorm te geven. Ik
veronderstel dat dit ook uw standpunt is.
05.02 Jacques Simonet (PRL FDF MCC) :
Manifestement, les positions de l'Union européenne
et celles de la nouvelle administration américaine
diffèrent sur plusieurs cas concrets à l'étranger.
Cependant, la période de transition américaine
actuelle peut représenter l'opportunité pour notre
Union de mieux défendre sa vision des relations
entre Etats et de la résolution des conflits.
Par exemple, en ce qui concerne la reprise des
négociations dans le cadre du processus de paix au
Proche-Orient, quelles propositions concrètes
l'Union peut-elle formuler, en tandem avec les
Etats-Unis, pour faire baisser la tension et trouver
des compromis sur la question de Jérusalem et du
retour des réfugiés ?
Le partenariat avec la Russie illustre également les
différences de vues entre Europe et Etats-Unis.
Pour ces derniers, ce pays semble redevenu une
menace au vu de la baisse significative des budgets
qu'ils lui allouent pour les programmes de
dénucléarisation militaire, du renvoi d'une
cinquantaine de diplomates et de la dénonciation
des activités commerciales favorisant la
prolifération. A contrario, l'Europe semble disposée
à engager avec la Russie un dialogue sérieux sur
des partenariats économiques et stratégiques.
Enfin, au-delà de la question des arrangements
techniques nécessaires pour la transmission des
capacités de l'OTAN à l'Union, dans le cas
d'opération où cette alliance n'interviendrait pas en
propre, se pose la question de l'autonomie
stratégique de l'Europe et de son rôle politique sur
la scène internationale, niés aujourd'hui pas les
Américains.
L'Union se doit donc de développer des instruments
propres, tels l'euro, qui seront les garants de ses
intérêts et de ses valeurs.
L'Europe a intérêt à tracer en priorité son unité
politique pour s'affirmer sur la scène internationale.
J'imagine que c'est la thèse que vous défendrez.
05.03 Minister Louis Michel (Nederlands): Deze
misverstanden moeten gerelativeerd worden. Er is
meer dat beide mogendheden bindt dan verdeelt.
05.03 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Il
convient de relativiser ces malentendus. Il y a plus
de points de communs que de pommes de discorde
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Nu de USA zich in het Midden-Oosten minder
possessief opstellen moet de EU, in samenspraak
met de VS, uitzoeken hoe de vrede in de regio kan
worden hersteld. In het vooruitzicht van ons
voorzitterschap zetten wij ons daarvoor in.
Inzake veiligheid en defensie is er de NAVO. Inzake
Europese defensie liggen de Amerikaanse en
Europese standpunten dichter bij elkaar dan het
lijkt. De VS aanvaarden dit project, zolang het niet
ten koste gaat van de solidariteit tussen de
bondgenoten. De VS spelen een constructieve rol
inzake de betrekkingen tussen Turkije en de EU.
entre les deux puissances.
Aujourd'hui que les Etats-Unis se montrent moins
accapareurs au Proche-Orient, l'UE doit trouver, en
concertation avec eux, un moyen de ramener la
paix dans la région. Nous déploierons des efforts
dans ce sens dans la perspective de notre
présidence de l'UE.
Dans le domaine de la sécurité et de la défense, il y
a l'OTAN. En matière de défense européenne, les
Etats-Unis et l'Europe adoptent des positions plus
proches qu'il n'y paraît. Les Etats-Unis acceptent ce
projet de défense européenne à condition qu'il ne
nuise pas à la solidarité entre les alliés. Par ailleurs,
ils jouent un rôle constructif dans les relations entre
la Turquie et l'UE.
(Frans) Net als de Unie willen de Verenigde Staten
een constructieve relatie met Moskou, ook al zijn
die betrekkingen van een andere aard. Na de
uitbreiding zal de Unie een lange
gemeenschappelijke grens met Rusland hebben.
Dat alles doet echter geen afbreuk aan de
voorbeeldige samenwerking tussen de Verenigde
Staten en Europa binnen de OVSE.
Zonder die nauwe samenwerking zou de wereld
trouwens een stuk minder veilig zijn, en zouden de
Europese belangen minder goed behartigd worden.
De Belgische regering is van oordeel dat de Unie
alles in het werk moet stellen om de tegenstellingen
te verzoenen. In een eengemaakt Europa is dat
echter minder moeilijk.
Om een werkzame dialoog tot stand te brengen
moeten er meer ontmoetingen georganiseerd
worden, ook op het niveau van de staatshoofden en
regeringsleiders. Tevens moet er gesleuteld worden
aan de veel te bureaucratische voorbereiding van
dergelijke ontmoetingen. De Europese Raad deelt
die mening. België is uiteraard bereid zijn steentje
daartoe bij te dragen.
In haar recente mededeling stippelt de Europese
Commissie een aantal denkpistes uit, zoals een
verfijning van het voorbereidingsproces en het
nastreven van doelstellingen op middellange en
lange termijn. België werkt daar actief aan mee.
Tijdens mijn bezoek aan Washington ben ik mij
terdege bewust geworden van het nut van
wederzijdse raadpleging. Ik ben dan ook
vastbesloten deze werkwijze voort te zetten, in
samenwerking met mijn Europese partners.
(En français): enfin, les Etats-Unis recherchent,
comme l'Union, une relation constructive avec
Moscou, même si la nature de leurs relations sont
différentes. Après l'élargissement de l'Union, les
frontières de celle-ci avec la Russie seront
importantes. Cependant, cela n'entache pas la
coopération exemplaire entre Etats-Unis et Europe
au sein de l'OSCE.
Le monde serait d'ailleurs moins sûr, et les intérêts
européens moins bien servis, sans cette intense
coopération. Le gouvernement belge considère que
l'Europe doit tout faire pour concilier les
divergences. Cependant, elle y parviendra d'autant
mieux si elle est unifiée.
Pour assurer un dialogue efficace, il faudrait non
seulement augmenter le nombre de rencontres, y
compris au niveau des chefs d'Etats et de
gouvernements, mais aussi modifier le processus
de leur préparation, trop bureaucratique. Cet avis
est partagé par le Conseil européen, et la Belgique
est, bien entendu, disposée à contribuer à cet
objectif.
Dans sa récente communication, la Commission
européenne trace quelques pistes, dont le
raffinement du processus de préparation et la
poursuite d'objectifs à moyen et long terme. La
Belgique participe activement à ce processus.
Ma visite à Washington m'a permis de me rendre
compte de l'utilité des consultations mutuelles. Je
suis résolu à continuer, en collaboration avec mes
partenaires européens.
Over het algemeen tekent zich in de Verenigde
Staten een tendens af om te breken met de manier
Globalement, on constate, aujourd'hui, aux Etats-
Unis une tendance lourde pour rompre avec
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
van besturen "à la Clinton". De beleidsvisie Powell
dient tegelijkertijd als vangnet. De beleidsvisie Bush
is onhoudbaar op lange termijn, zoals overduidelijk
blijkt uit het huidig voorbeeld van de betrekkingen
met China.
Wat het Midden-Oosten betreft, onderzoekt de
Bush-administratie momenteel hoe zij de risico's
samen met haar partners, en met name de Unie,
kan delen. Zij probeert een standpunt te bepalen,
wat meer ruimte laat voor openingen. Alles hangt
echter af van Israël, dat de Unie niet
noodzakelijkerwijze de mogelijkheid geeft om zich
politiek nuttig te maken, in alle neutraliteit en zonder
eigenbelang na te streven.
Sommigen pleiten voor de oprichting van een
externe partnergroep, samengesteld uit de
Verenigde Staten, de Unie en Rusland, en van een
andere parallelle groep samengesteld uit landen die
nabij de conflicthaard gelegen zijn, zoals Egypte.
l'administration à la Clinton. Cependant,
parallèlement, la ligne Powel sert de filet de
sécurité. La ligne de Busch ne sera pas maintenant
à long terme ; l'exemple actuel des relations avec la
Chine l'illustre bien.
A propos du Moyen-Orient, il semble que
l'administration Bush observe actuellement quel
partage des risques elle peut opérer avec ses
partenaires, notamment l'Union. Elle est donc à la
recherche d'une position, ce qui offre une ouverture
plus grande. Mais tout cela dépend, en fin de
compte, d'Israël qui ne laisse pas nécessairement à
l'Union la possibilité d'être politiquement utile, sans
désintérêt et en toute neutralité.
Certains avancent l'idée de la mise sur pied d'un
groupe de partenaires externes, constitué des
Etats-Unis, de l'Union et de la Russie, et d'un
groupe parallèle constitué des pays
géographiquement proches du lieu des conflits,
dont l'Egypte.
De idee mag dan goed zijn, men zal evenwel
omzichtig te werk moeten gaan om ze in praktijk te
brengen. De rol die Rusland kan spelen kan alleen
maar op een verschillende manier gepercipieerd
worden. Het is aan ons om de anderen te doen
inzien dat dat land, waarmee de Unie een lange
gemeenschappelijke grens zal hebben, eerder
beschouwd moet worden als een belangrijke
partner, die bij de dialoog betrokken moet worden,
dan, gelet op het BBP van Rusland, als een "klein
landje zonder stem in het kapittel".
Cependant, même si l'idée est positive, elle sera
délicate à mettre en oeuvre. En effet, la perception
du rôle que la Russie peut jouer ne peut qu'être
différente selon les partenaires. A nous de faire
comprendre à l'avenir que ce pays, avec lequel
l'Union aura beaucoup de frontières communes,
doit davantage être considéré comme un partenaire
important à intégrer dans le processus de dialogue,
que comme un «petit pays sans voix» eu égard à
son PIB.
Wat de Europese defensie betreft, hebben de
Amerikanen oog voor de grenzen die wij onszelf
opleggen, en ik geloof dat ze inspanningen doen
om Turkije "te doen veranderen".
De Europese defensie moet autonoom kunnen
functioneren, zij het binnen de structuur van de
NAVO. De indruk wekken dat we ons los zouden
willen weken van het Bondgenootschap zou een
vergissing zijn.
We moeten alles doen wat in onze macht ligt om de
betrekkingen tussen Europa en de Verenigde
Staten te verdiepen en diepgaande discussies te
voeren met de Amerikanen. Nutteloze en dure
ontmoetingen zijn uit den boze.
De voorzitter: Ik dank de minister voor zijn
interessant en uitvoerig exposé inzake een van de
meest complexe en delicate dossiers in het
buitenlands beleid van ons land en de Europese
Unie. Het is een belangrijk dossier met heel wat
boeiende facetten.
Quant à la défense européenne, les Américains
perçoivent les limites que nous nous imposons et je
pense qu'ils font des efforts pour « faire changer »
la Turquie.
La défense européenne a besoin d'autonomie, tout
en faisant partie de l'OTAN. Donner l'impression
que nous voudrions nous découpler de celle-ci
serait une erreur.
Quant aux relations Europe-Etats-Unis, il est
indispensable de faire tout ce qui est en notre
pouvoir pour les approfondir et d'avoir de réelles
discussions entre nous, tout en évitant des
rencontres inutiles et coûteuses.
Le président: Je remercie le ministre de nous avoir
présenté un intéressant exposé concernant l'un des
dossiers les plus complexes et plus délicats de la
politique étrangère de notre pays et de l'Union
européenne. Il s'agit-là d'un dossier important qui
présente également de nombreux aspects
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
passionnants.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de nieuwe vlaag van geweld in
Algerije, waarbij Berbers cultureel en sociaal
onderdrukt worden" (nr. 4581)
06 Question de M. Ferdy Willems au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"la nouvelle vague de violence en Algérie et la
répression culturelle et sociale des Berbères"
(n° 4581)
06.01 Ferdy Willems (VU&ID): De Berbercultuur is
zeer rijk en vertegenwoordigt een deel van het
wereldpatrimonium. Het gaat om een sociaal en
cultureel onderdrukte cultuur met 25 tot 30 miljoen
leden. President Bouteflika beloofde de oprichting
van een onderzoekscommissie naar de recente
maatregelen tegen Berbers. Het "Front van
Socialistische Krachten", een vooraanstaande
Berberpartij, vroeg intussen aan de EU om een
team naar Algerije te sturen dat de rellen
onderzoekt.
Welke maatregelen zal de minister nemen als
reactie op het geweld tegenover Berbers?
Zal België de rellen aankaarten op Europees niveau
en een onafhankelijk onderzoek bepleiten bij de
Algerijnse president en regering?
Zal de regering positieve maatregelen nemen om
de Berberse cultuur en maatschappij te
ondersteunen?
06.01 Ferdy Willems (VU&ID): La culture berbère
foisonne et représente une partie du patrimoine
mondial. Il s'agit d'un peuple de 25 à 30 millions
d'âmes opprimé sur le plan social et culturel.. Le
président Bouteflika a promis la création d'une
commission d'enquête à la suite des récentes
mesures prises à l'encontre des Berbères. Dans
l'intervalle, le Front des forces socialistes, parti
berbère de premier plan, a demandé à l'Union
européenne d'envoyer une équipe en Algérie pour
enquêter sur les violences qui s'y déroulent.
Quelles mesures le ministre prendra-t-il en réaction
à la violence perpétrée à l'encontre des Berbères ?
La Belgique abordera-t-elle le problème des
émeutes au niveau européen et plaidera-t-elle en
faveur de l'organisation d'une enquête
indépendante auprès du président et du
gouvernement algériens ?
Le gouvernement adoptera-t-il des mesures
favorables visant à soutenir la culture et la
communauté berbères ?
06.02 Minister Louis Michel (Nederlands): België
is ontzet over de doden van Kabylië en veroordeelt
de geweldplegingen, wie er ook aan de basis van
ligt. Wij hopen dat de onafhankelijke
onderzoekscommissie van president Bouteflika de
schuldigen zal vinden en straffen. Dat de heer
Mohand Issad, die zelf uit Kabylië komt, de
onderzoekscommissie leidt, zou tot een snelle
opheldering moeten leiden.
Een eerste analyse maakt duidelijk dat de
Algerijnse jeugd vertwijfeld is. Sociale en
economische problemen ondermijnen de Algerijnse
samenleving. In Kabylië spelen de thema's
eigenheid en cultuur ook een zware rol.
De cultuur en de taal van de Berbers zijn een
waardevolle erfenis van een oorspronkelijk en
eeuwenoude samenleving. De Algerijnen moeten
uitzoeken hoe ze deze schatten willen bewaren
06.02 Louis Michel, ministre (en néerlandais): La
Belgique est consternée face aux morts de Kabylie
et condamne les actes de violence responsables
qui en sont la cause. Nous formons le voeu que la
commission d'enquête indépendante créée par le
président Bouteflika puisse rapidement identifier et
punir les coupables. La nomination de M. Mohand
Issad, lui-même originaire de Kabylie, à la tête de la
cette commission d'enquête, devrait permettre
d'éclaircir rapidement les circonstances de la
tragédie.
Une première analyse semble indiquer clairement
que la jeunesse algérienne est désespérée. En
effet, les problèmes économiques et sociaux minent
la société algérienne. En Kabylie, les thèmes
identitaires et culturels jouent également un rôle
important dans ce dossier.
La culture et la langue berbères se manifestent
comme l'héritage précieux d'une société autochtone
et séculaire. Les Algériens devront puiser les
modalités de conservation de ces trésors au sein
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
binnen het kader van de Algerijnse staat.
In deze context dring ik aan op het sneller uitvoeren
van de hervormingsplannen en de modernisering
van de economie, zoals president Bouteflika op 26
april zelf voorstelde.
même de la société algérienne.
Dans ce contexte, je souligne la nécessité
d'accélérer les plans de réforme et de
modernisation de l'économie, comme le président
Bouteflika l'a lui-même proposé le 26 avril.
De toenadering tot de EU, vooral door het bijna
afgeronde associatie-akkoord EU-Algerije, kan een
belangrijke positieve bijdrage leveren. Ook de
heropname van Algerije in de lijst van de 25
concentratielanden draagt hiertoe bij.
Het Europees overleg over mensenrechten dat
integraal deel uitmaakt van onze politieke dialoog
met Algerije, moet geïntensifieerd worden.
Het proces van de hervorming van de instellingen
en de vooruitgang van de democratie moet het voor
de Berbergemeenschap mogelijk maken om een
betere respons te vinden op nationaal vlak. België
zal hieraan bijdragen, op bilateraal en Europees
vlak.
Le rapprochement avec l'UE, surtout grâce à
l'accord d'association UE-Algérie en voie de
conclusion, peut générer des résultats positifs. Le
retour de l'Algérie sur la liste des 25 pays de
concentration doit également être compris dans ce
sens.
La concertation au niveau européen sur le thème
des droits de l'homme, qui fait partie intégrante de
notre dialogue politique avec l'Algérie, devra
également être renforcée.
Le processus de réforme des institutions et les
progrès de la démocratie devraient aussi permettre
à la communauté berbère de trouver un meilleur
écho sur le plan national. La Belgique n'hésitera pas
à y contribuer aux niveaux bilatéral et européen.
06.03 Ferdy Willems (VU&ID): Ik ben tevreden
met dit antwoord. Fundamentalisme floreert alleen
maar dankzij vertwijfeling en sociaal onrecht. Dat is
hier manifest het geval: enkel wanneer de islam
misbruikt wordt, kan deze godsdienst gevaarlijk zijn.
Precies wegens de precaire situatie van Algerije is
de heropname van Algerije bij de 25
concentratielanden belangrijk.
06.03 Ferdy Willems (VU&ID): La réponse du
ministre me satisfait. Le désespoir et l'injustice
sociale alimentent l'intégrisme. C'est manifestement
le cas dans ce dossier : l'islam ne constitue une
menace que lorsqu'il fait l'objet d'une interprétation
abusive.
Il est important que l'Algérie figure parmi les 25
pays de concentration, en raison précisément de la
situation précaire de cet Etat.
Voorzitter: Pierre Chevalier.
Président: Pierre Chevalier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Karel Pinxten aan de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de 'geheime' Belgische plannen in
Congo" (nr. 4602)
07 Question de M. Karel Pinxten au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"les projets 'secrets' de la Belgique au Congo"
(n° 4602)
07.01 Karel Pinxten (CVP): België en Frankrijk
worden er in een bericht van AFP van 24 april van
beschuldigd het regime in Kinshasa te
ondersteunen en bepaalde oppositieleiders fysiek te
elimineren. De Belgische en Franse geheime
diensten zouden instaan voor de financiering van dit
plan. Het zou hierbij gaan om uitlatingen van de
heer Bemba.
Is dit bericht correct? Zijn de bemiddelingspogingen
van de Belgische regering mislukt? Dit bericht wijst
in ieder geval op interne communicatiestoornissen.
07.01 Karel Pinxten (CVP): Un communiqué de
l'AFP du 24 avril accuse la Belgique et la France de
soutenir le régime de Kinshasa et d'éliminer, au
sens propre du terme, certains chefs de file de
l'opposition. Les services secrets belges et français
auraient pris en charge le financement de cette
opération. Ces informations seraient fondées sur
des révélations faites par M. Bemba.
Ces informations sont-elles exactes ? Les efforts de
médiation entrepris par le gouvernement belge ont-
ils échoués? Quoi qu'il en soit, ce communiqué met
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
en évidence des problèmes de communication
interne.
07.02 Minister Louis Michel (Nederlands): Ook ik
heb het bewuste artikel gelezen. Deze beweringen
zijn volledig ongefundeerd. Het gaat om
hersenspinsels.
België zet zich actief in om in Congo en de regio
van de Grote Meren voor een vredevolle oplossing
te zorgen. Dit proces vraagt veel tijd en energie,
maar ik blijf hopen op een goed resultaat.
07.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
J'ai, moi aussi, lu l'article visé. Ces affirmations sont
totalement non fondées. Ce sont des chimères.
La Belgique s'investit activement pour rechercher
des solutions pacifiques au Congo et dans la région
des Grands Lacs. Ce processus requiert beaucoup
de temps et d'énergie, mais je continue à croire que
l'on pourra aboutir à un bon résultat.
(Frans) Ik heb al vijf jaar lang contact met de heer
Jean-Pierre Bemba.
(En français): Depuis cinq ans, j'ai des contacts
avec Jean-Pierre Bemba .
(Nederlands): Ik voel aan dat hij ongeduldig is. Hij
meent dat België Joseph Kabila te openlijk steunt.
Wij sturen aan op voorwaarden waarin een dialoog
mogelijk is. Wij mogen niet klakkeloos voortgaan op
alle geruchten die ons dagelijks uit Congo bereiken.
(En néerlandais) Je perçois son impatience. Il
estime que la Belgique soutient trop ouvertement
Joseph Kabila. Nous voulons mettre en place les
conditions d'un dialogue. Nous ne pouvons pas
nous fier aveuglément à toutes les rumeurs qui
nous parviennent quotidiennement du Congo.
07.03 Karel Pinxten (CVP): Ik wou gewoon
verduidelijking bij dit hoogst eigenaardig
persbericht. Ik kreeg een overtuigend antwoord, dat
aansluit bij mijn mening. Is de uitdrukking werkelijk
van de heer Bemba?
07.03 Karel Pinxten (CVP): Je voulais simplement
obtenir des éclaircissements sur ce communiqué de
presse particulièrement étrange. J'ai reçu une
réponse convaincante qui me conforte dans mon
opinion. L'expression a-t-elle réellement été utilisée
par M. Bemba ?
07.04 Minister Louis Michel (Nederlands): Dat
weet ik ook niet.
07.04 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Je
l'ignore.
(Frans) Ik sta niet in voor wat het Agentschap
France-Presse meedeelt. Ik telefoneer regelmatig
met Bemba, die ik twee keer heb ontmoet.
(En français): Je ne peux pas me porter garant de
ce que dit l'Agence France-Presse. J'ai un contact
téléphonique régulier avec Bemba, que j'ai
rencontré deux fois.
(Nederlands): We hebben er bij Bemba voor gepleit
om de kalmte te bewaren. Dat heeft gewerkt, maar
hij wordt toch ongeduldig. Hij wijst erop dat het
regime-Kabila over geen wettigheid beschikt, maar
dat geldt momenteel natuurlijk voor iedereen in
Congo. Het gaat eigenlijk om een discussie over
zijn statuut: hij wil gelijkwaardig worden behandeld
als Kabila. Ik kan er echter niet aan doen dat
Bemba ontevreden is. Of het bericht waar is of niet,
kan ik niet weten.
(En néerlandais) Nous avons insisté auprès de M.
Jean-Pierre Bemba pour que le calme soit maintenu
et notre initiative a été couronnée de succès. M.
Bemba s'impatiente toutefois. Il signale que le
régime Kabila ne repose sur aucun fondement
légal, ce qu' aucune force ne peut du reste
revendiquer au Congo en ce moment. La
discussion concerne en fait le statut de M. Bemba
qui souhaite être traité sur le même pied que M.
Kabila. L'insatisfaction de M. Bemba ne peut m'être
reprochée. Par ailleurs, je ne puis confirmer ni
infirmer l'information.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "bepaalde uitlatingen van een
kabinetslid over de heer Jean-Pierre Bemba"
(nr. 4648)
08 Question de Mme Leen Laenens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "certains propos tenus par un
collaborateur de cabinet au sujet de M. Jean-
Pierre Bemba" (n° 4648)
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
08.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): In Het
Nieuwsblad van 8 mei 2001 pleit rebellenleider
Jean-René Bemba voor een meer neutrale positie
van België in het Congolees conflict. Hij beweert
zelfs dat ons land een complot smeedt om hem
fysiek uit te schakelen. Een kabinetslid van de
minister vergeleek zijn situatie met die van
Lumumba als hij te veel stokken in de wielen zou
steken. Binnenkort bespreken we in commissie het
VN-rapport waarover Jean-Pierre Bemba berichtte.
De minister wees al een paar keer op de
noodzakelijke neutrale positie van een minister in
het kader van delicate onderhandelingen, zoals de
uitvoering van de akkoorden van Lusaka. Dit soort
uitlatingen van een kabinetslid zijn dan ook
ontoelaatbaar.
Hoe heeft de minister gereageerd op het betrokken
kabinetslid? Op welke manier zal de situatie
rechtgezet worden tegenover Jean-Pierre Bemba?
08.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Dans
Het Nieuwsblad du 8 mai 2001, le chef des rebelles,
M. Jean-Pierre Bemba, demande que la Belgique
adopte une position plus neutre dans le conflit
congolais. Il va jusqu'à affirmer que notre pays
fomente un complot pour l'éliminer physiquement.
En outre, un membre du cabinet du ministre a
indiqué que la situation de M. Bemba pourrait bien
s'apparenter à celle de Patrice Lumumba s'il devait
mettre trop de bâtons dans les roues. Nous
examinerons prochainement en commission le
rapport des Nations Unies auquel M. Jean-Pierre
Bemba a fait référence.
A plusieurs reprises déjà, M. Michel a souligné la
nécessité pour un ministre d'adopter une position
de neutralité dans le cadre des négociations
délicates relatives à la mise en oeuvre des accords
de Lusaka. Il est dès lors inacceptable qu'un
membre de cabinet tienne de tels propos.
Comment le ministre a-t-il réagi au propos du
collaborateur de cabinet concerné? Comment cette
erreur sera-t-elle réparée à l'égard de M. Jean-
Pierre Bemba?
08.02 Minister Louis Michel (Nederlands): Het
Nieuwsblad van 8 mei bericht inderdaad over
bedreigende uitspraken van een kabinetslid van mij
aan het adres van de heer Bemba. Ik geloof niet dat
mijn kabinetsmedewerker ooit iets dergelijks aan de
heer Bemba heeft gezegd. Hij is hier trouwens
aanwezig, u kan hem ondervragen of misschien
zelfs een onderzoekscommissie oprichten.
Op 4 mei 2001 heeft mijn medewerker in Lusaka
een onderhoud gehad met de heer Bemba, in
aanwezigheid van de Belgische ambassadeur. Dit
gesprek verliep in een hoffelijke en vriendelijke
sfeer.
Ik heb nogal wat moeite met de wijze waarop in
commissie vragen worden gesteld. Die gang van
zaken schaadt het beleid. Ik ben voor openheid,
maar anderzijds verdienen bepaalde contacten de
nodige discretie. Er bestaat geen geheim plan,
zoals ik al zei.
08.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Le
quotidien flamand Het Nieuwsblad fait effectivement
état, dans son édition du 8 mai, de propos
menaçants qu'un membre de mon cabinet aurait
adressés à M. Bemba. Je ne crois pas que mon
collaborateur ait dit à M. Bemba les aménités
rapportées par Het Nieuwsblad. Il est d'ailleurs
présent ici. Il vous est donc loisible de l'interroger,
voir d'instituer une commission d'enquête.
Le 4 mai 2001, mon collaborateur s'est entretenu à
Lusaka avec M. Bemba, en présence de
l'ambassadeur de Belgique. Cet entretien s'est
déroulé dans une atmosphère courtoise et cordiale.
La ton sur lequel des questions sont posées en
commission me déplaît assez. La méthode utilisée
est de nature à nuire à la politique que je mène. Je
suis pour l'ouverture, mais certains contacts
réclament une certaine discrétion. Comme je l'ai
déjà indiqué, il n'existe pas de plan secret.
(Frans) Als men mij aldus verder vanuit een
eenzijdige visie blijft ondervragen, zal ik niet langer
een coherente politieke koers kunnen voeren.
(En français): Si l'on continue ainsi à m'interroger
par «le petit bout de la lorgnette», je ne pourrai plus
avoir une ligne politique cohérente.
(Nederlands): Dit is geen verwijt naar het Parlement
toe, maar misschien moeten we de
werkzaamheden in deze commissie enigszins
herzien. Ik hoop dat de commissieleden mijn
(En néerlandais) Il ne s'agit pas d'un reproche au
Parlement mais nous devrons peut-être
reconsidérer la manière de travailler au sein de
cette commission. J'espère que les membres de la
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
bezorgdheid begrijpen.
commission comprennent ma préoccupation.
(Frans) Die opdeling in kleine punten maakt mijn
taak er niet eenvoudiger op. Ik denk dat de heer
Bemba het mij kwalijk neemt dat ik hem nog niet als
staatshoofd heb uitgenodigd, zoals ik dat met
Joseph Kabila deed, en dat de medewerker hierbij
als zondebok fungeert. De heer Kabila geniet op
zich niet meer legitimiteit maar verwierf die wel in de
huidige context. Zo verzekerde hij mij gisteren aan
de telefoon dat kind-soldaten in tegenstelling tot de
geruchten niet zouden worden gefusilleerd. Dit
gesprek gaf mij de gelegenheid met hem nog een
ander probleem te bespreken.
Als het Parlement erop aandringt dat ik regelmatig
een stand van zaken zou opmaken over het
gevoerde beleid, zal ik dat doen. De
parlementsleden moeten echter beseffen dat die eis
mijn werk niet ten goede zal komen
(En français): Cette segmentation en petits points
ne facilite pas ma tâche. Je crois que M. Bemba
m'en veut parce que je ne l'ai pas encore invité au
titre de chef d'État, comme j'ai invité Joseph Kabila.
Même si ce dernier n'a intrinsèquement pas
davantage de légitimité, il en a acquise une dans le
contexte actuel. Par exemple, il m'a assuré, hier,
par téléphone que des enfants-soldats ne seraient
pas fusillés, contrairement à la rumeur. Cet
entretien m'a donné l'occasion de l'entretenir d'un
autre problème.
En conclusion, si le Parlement insiste pour que je
fasse très régulièrement le point sur la politique
menée, je le ferai. Mais que le Parlement sache que
cette exigence n'est pas favorable à mon travail.
08.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ik sluit
me aan bij de minister. Ik heb ook al gepleit voor
een thematische en grondige aanpak en stel voor
dat daar daadwerkelijk werk van wordt gemaakt.
Het mag niet bij woorden blijven.
08.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Je me
joins aux propos du ministre. Je me suis également
déjà prononcée en faveur d'une approche
thématique qui irait au fond des choses et je
propose de mettre cette suggestion en pratique.
Nous ne pouvons nous en tenir à des paroles.
08.04 De voorzitter : Ik wijs erop dat er
daadwerkelijk vooruitgang wordt geboekt bij het
vredesproces in Congo. Het probleem is dat
sommigen onder ons een bewuste buitenlandse
politiek van deze regering onmogelijk willen maken.
Hiervoor is een debat ten gronde nodig. Ik wil niet
dat oppositiespelletjes worden geëxporteerd om
een politiek die zijn vruchten afwerpt, te saboteren.
08.04 Le président : Je fais observer que de réels
progrès sont observés dans le processus de paix
au Congo. Le problème est que certains cherchent
à empêcher ce gouvernement de mener une
politique étrangère réfléchie. Il faudrait un débat
fondamental à ce sujet. Je ne souhaite pas voir
exporter les pratiques de l'opposition pour miner
une politique qui s'avère fructueuse.
08.05 Minister Louis Michel (Nederlands): Ik had
contact met de heer Van Hecke. Er bestaat geen
kloof tussen zijn ideeën en de mijne. Informatie is
altijd welkom. Wij kunnen ons vragen stellen bij de
wijze waarop die aangelegenheid aan bod moet
komen.
08.05 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
J'ai eu des contacts avec M. Van Hecke. Ses idées
ne divergent pas fondamentalement des miennes.
Toute information est toujours la bienvenue. Nous
devons nous interroger sur la manière
d'appréhender la matière.
08.06 Karel Pinxten (CVP): Een besloten
commissievergadering kan voor ons. Ik heb
daarmee geen probleem.
08.06 Karel Pinxten (CVP): Nous ne voyons pas
d'objection à la tenue d'une réunion de commission
à huis clos. Cela ne me pose aucun problème.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de maatregelen die
recent werden genomen met betrekking tot het
controlesysteem voor de Antwerpse
diamantsector" (nr. 785)
09 Interpellation de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "les mesures prises récemment
en ce qui concerne le système de contrôle dans
le secteur du diamant à Anvers" (n° 785)
10 Vraag van mevrouw Leen Laenens tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
10 Question de Mme Leen Laenens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Betrekkingen over "het onderzoek naar Ascorp in
het licht van de activiteiten van de Task Force"
(nr. 4672)
étrangères sur l"enquête concernant Ascorp
dans le cadre des activités de la Task Force" (n°
4672)
10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Volgens de pers zou de Antwerpse diamantsector
de rebellenbeweging in Angola steunen, dit op basis
van een rapport van de militaire inlichtingendienst.
De Hoge Raad voor Diamant heeft zich zwaar
gestoord aan dit volledig achterhaalde rapport. Het
vermoeden bestaat dat Israël achter deze
verdachtmakingen zit. Kan de minister dat
bevestigen?
De Kamer van volksvertegenwoordigers keurde
vorig jaar een resolutie goed waarin de Belgische
regering werd opgeroepen om de controlesystemen
te optimaliseren. Er werd ook een Task Force
opgericht.
Het Antwerpse controle- en certificatensysteem zou
inderdaad op weg zijn om de wereldnorm te
worden. Eind april kwam de Kimberley-werkgroep
hierover samen in Brussel.
Kan de minister een overzicht geven van alle
maatregelen en inspanningen die werden geleverd
om de controle op de diamanthandel te
optimaliseren?
Er zouden ook plannen bestaan om het gerecht op
dit vlak extraterritoriale bevoegdheden te geven.
Wat is de stand van zaken?
10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Selon
la presse, qui se fonde sur un rapport des services
de renseignements militaires, le secteur
diamantaire anversois apporterait son soutien aux
rebelles angolais. Mais ce rapport complètement
obsolète a provoqué l'ire du conseil supérieur du
diamant. On soupçonne Israël d'être à l'origine de
ces suspicions. Le ministre confirme-t-il cette
hypothèse ?
L'an passé, la Chambre des représentants a adopté
une résolution appelant le gouvernement belge à
optimiser les systèmes de contrôle. De plus, une
Task Force a été créée.
Le système de contrôle et de certificats anversois
serait effectivement en passe de devenir la
référence mondiale en la matière. Fin avril, la
commission Kimberley s'est réunie à Bruxelles pour
en débattre.
Le ministre peut-il nous donner un aperçu de toutes
les mesures prises et de tous les efforts déployés
dans le but d'optimiser les contrôles auxquels est
soumis le commerce diamantaire ?
Il serait, par ailleurs, envisagé de conférer, dans ce
domaine, des compétences extraterritoriales à la
justice. Où en est ce projet ?
10.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): De
vroegere Antwerpse BOB-er Willy Van Mechelen
werkt in Angola voor de veiligheidsdienst van
diamantbedrijf Ascorp. In juni 2000 werd de man
door de raadkamer van Antwerpen naar de rechter
verwezen en in verdenking gesteld voor
drugssmokkel. In de jaren negentig werd hij omwille
van het onderzoek naar deze feiten reeds uit de
rijkswacht verwijderd. Hij nam geen ontslag en werd
ook niet ontslagen, zodat hij nu technisch gezien in
dienst is van de federale politie.
Ascorp heeft het monopolie op de verkoop van
Angolese diamant en moet er garant voor staan dat
de aangeboden diamant wettelijk ontgonnen is.
Eind 2000 al verschenen rapporten waarin werd
gesteld dat Ascorp toch bloeddiamanten kocht van
het rebellenleger. Wordt het bedrijf opgevolgd in het
kader van de Task Force? Worden sancties
getroffen tegen Ascorp? Wie is daartoe bevoegd?
Welke maatregelen zijn mogelijk?
10.02 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): L'ancien
agent de la BSR, Willy Van Mechelen, travaille en
Angola pour le service de sécurité de l'entreprise
diamantaire ASCORP. En juin 2000, la chambre du
conseil d'Anvers l'a renvoyé devant le juge sous
l'inculpation de trafic de drogues. L'enquête
concernant ces faits avait entraîné son éloignement
de la gendarmerie dans les années 90. Toutefois, il
n'a pas été licencié ni n'a donné son préavis, de
sorte que, d'un point de vue technique, il est
actuellement membre de la police fédérale.
ASCORP, qui détient un monopole pour la vente
des diamants angolais, doit garantir que les
diamants proposés à la vente ont été extraits en
toute légalité.
Selon divers rapports publiés fin 2000, ASCORP
aurait néanmoins acheté des diamants de guerre à
l'armée rebelle. L'entreprise fait-elle l'objet d'un suivi
dans le cadre de la Task Force? Des sanctions
sont-elles prises à l'égard d'ASCORP? Qui est
habilité à les prendre? Quelles mesures sont
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
envisageables?
10.03 Minister Louis Michel (Nederlands) : België
heeft zich de laatste maanden op verschillende
manieren ingespannen om de handel in
zogenaamde conflictdiamanten te beteugelen. Op
nationaal vlak zette de Task Force Diamant haar
werkzaamheden voort en onderzocht zij samen met
de Hoge Raad voor Diamant hoe er een eind kan
worden gemaakt aan de illegale diamanthandel. Het
ministerie van Buitenlandse Zaken richtte een
speciale dienst op om het Belgisch diamantbeleid te
coördineren en de maatregelen van de Task Force
op te volgen. De internationale gemeenschap
erkent het Belgische systeem ondertussen als
model en maant andere diamantcentra aan ons
systeem te bestuderen.
België werkt ook mee aan alle internationale
initiatieven die de oorlogsdiamanten bestrijden en
neemt het voortouw in het Proces van Kimberley.
Deze groepering kreeg op 1 december 2000 van de
Algemene Vergadering van de VN de opdracht om
te werken aan een internationaal systeem voor de
certificering van ruwe diamant.
België organiseerde eind april een conferentie
waaraan regeringsvertegenwoordigers van 37
landen deelnamen, net zoals de Europese
Commissie, de Werelddouaneorganisatie en
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en van
NGO's. Deze conferentie, de eerste van een cyclus
van vijf, gaf de leden van de Kimberley Groep de
mogelijkheid om concrete elementen van het
internationaal certificeringsysteem te behandelen.
De maatregelen uit de diverse landen werden
geïnventariseerd en de vorm van het systeem werd
geschetst.
Tijdens de tweede conferentie in juli in Moskou
zullen de deelnemers de minimumnormen van dit
certificeringsysteem afspreken. België zal
voorstellen om het voorbeeld te volgen van het
stelsel van certificaten van oorsprong dat wij
hebben opgebouwd met Sierra Leone en Angola.
Ik antwoord nu op de vragen van mevrouw
Laenens.
De Task Force volgt alles wat met diamant te
maken heeft, op de voet. Voor de import van
diamanten uit Angola bestaat een
certificatiesysteem. Alles wordt in het werk gesteld
om te vermijden dat UNITA-diamanten op de markt
worden gebracht.
10.03 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Au
cours des derniers mois, la Belgique a poursuivi ses
efforts pour réprimer le commerce de « diamants de
guerre ». Au niveau national, la Task Force Diamant
a poursuivi ses travaux et a examiné, avec le
Conseil supérieur du diamant les actions qui
peuvent être envisagées pour mettre fin au trafic de
diamants. Un service spécial a été créé au
ministère des Affaires étrangères pour coordonner
la politique belge en matière de diamant et assurer
le suivi des mesures prises par la Task Force. La
communauté internationale a entre-temps reconnu
le système belge comme modèle et encourage
d'autres centres diamantaires à s'inspirer du
système instauré par la Belgique.
La Belgique collabore à toutes les initiatives
internationales de lutte contre les «diamants de
guerre» et joue un rôle de précurseur dans le
«groupe de Kimberley». Le 1
er
décembre 2000, ce
groupe a été chargé par l'Assemblée générale des
Nations Unies d'étudier un système international de
certification en matière de diamant brut.
Dans ce contexte, la Belgique a organisé, fin avril,
une conférence à laquelle ont participé des
représentants de gouvernements de 37 pays ainsi
que de la Commission européenne, de
l'Organisation mondiale des douanes ainsi que des
entreprises et des ONG. Cette conférence, la
première d'un cycle de cinq, a constitué pour les
membres du « groupe de Kimberley » une première
occasion d'aborder des éléments concrets qui
constitueront la base du nouveau système de
certification. Les mesures prises par les différents
pays ont été inventoriées et les contours du
système ont été définis.
Au cours de la deuxième conférence, prévue en
juillet à Moscou, les participants devront s'accorder
sur les normes minimales du système de
certification. La Belgique proposera de suivre
l'exemple du système de certificats d'origine qu'elle
a mis en place, en collaboration avec le Sierra
Leone et l'Angola.
Je répond maintenant aux questions de Madame
Laenens.
La Task Force suit attentivement tout ce qui a trait
au diamant. Un système de certification a été mis
en place pour l'importation de diamants en
provenance de l'Angola. Tout est mis en oeuvre
pour éviter que des diamants de l'UNITA arrivent
sur le marché.
Des peines de prison et des amendes ont été
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
In geval van fraude kunnen gevangenisstraffen en
boetes worden gegeven. Tot nu toe werd geen
enkel geval van fraude voor ASCORP vastgesteld.
Het monitoring mechanism van de VN schreef in
zijn rapport trouwens dat het door Ascorp
opgerichte controlestelsel als model kan dienen.
prévues en cas de fraude. Jusqu'à présent, aucun
cas de fraude n'a été constaté par ASCORP. Dans
son rapport, le monitoring mechanism des Nations
Unies a du reste indiqué que le système de contrôle
instauré par ASCORP peut servir de modèle.
10.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik ben
tevreden omdat de minister bewijst dat hij
inspanningen doet om het Antwerpse
certificatiesysteem internationaal op te leggen, en
dat met succes. Op die wijze kan de verhandeling
van bloeddiamanten worden tegengegaan. Ik dien
toch een motie van aanbeveling in om de minister
aan te moedigen in die richting verder te werken.
10.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Je
suis satisfait de constater que le ministre démontre
qu'il s'efforce d'imposer le système de certification
anversois au niveau international, et cela avec
succès. Cela devrait permettre de lutter contre le
commerce des "diamants de conflit". Je dépose
néanmoins une motion de recommandation pour
encourager le ministre à poursuivre sur la même
voie.
Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Werd de
overeenkomst al door andere landen dan België
ondertekend? Of is het daarvoor nog te vroeg?
10.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): L'accord
a-t-il déjà été signé par d'autres pays que la
Belgique ou est-il encore trop tôt pour cela?
10.06 Minister Louis Michel (Nederlands):
Inderdaad.
10.06 Louis Michel , ministre (en néerlandais): En
effet.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido
Tastenhoye
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
steunt de regering bij haar inspanningen om in
samenwerking met de Hoge Raad voor de Diamant
het certificaties- en controlesysteem van de HRD
wereldwijd tot standaard te maken voor de
diamanthandel, om aldus het risico op "conflict
diamonds" tot een minimum te beperken, en
moedigt de regering aan om op deze weg voort te
gaan."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Guido Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido
Tastenhoye
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
soutient le gouvernement dans ses efforts visant,
en collaboration avec le Conseil supérieur du
diamant, à imposer le système de certification et de
contrôle du CSD comme le standard mondial du
commerce du diamant, afin de limiter au maximum
le risque de "conflict diamonds", et encourage le
gouvernement à poursuive dans cette voie."
Een eenvoudige motie werd ingediend door
mevrouw Josée Lejeune en de heren Georges
Clerfayt, Dirk Van der Maelen en Geert Versnick.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme
Josée Lejeune et MM. Georges Clerfayt, Dirk Van
der Maelen et Geert Versnick.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
11 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het Amerikaanse NMD-project"
(nr. 4632)
11 Question de Mme Leen Laenens au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "le projet NMD des Etats-Unis"
(n° 4632)
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
11.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Op 8
mei wisselde een VS-delegatie met de NAVO van
gedachten over de defensiepolitiek van de VS en
het National Missile Defense Project in het
bijzonder. In de Amerikaanse pers kunnen we lezen
dat dit project er vooral op gericht is om de eigen
industrie te subsidiëren en dat het niet praktisch
uitvoerbaar zal zijn. Toch zal dit zorgen voor onrust
en herbewapening in andere landen.
Welke argumenten gebruikte de VS-delegatie om
het project te verdedigen? Wat was het standpunt
van de minister van Buitenlandse Zaken? Heeft de
minister het Belgisch standpunt, zoals aangenomen
in de plenaire vergadering, verkondigd? Is het VS-
standpunt nog voor verandering vatbaar?
11.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Le 8
mai, un échange de vues concernant la politique de
défense des Etats-Unis et en particulier leur
National Missile Defense Project a eu lieu entre la
délégation américaine et l'Otan. Nous pouvons lire
dans la presse américaine que ce projet vise
essentiellement à subventionner l'industrie US et
qu'il sera en réalité irréalisable.
Quels arguments la délégation américaine a-t-elle
avancés pour défendre ce projet ? Quelle position a
défendue le ministre des Affaires étrangères ? Le
ministre Michel a-t-il fait part de la position belge,
telle qu'elle a été définie à l'issue d'un vote en
séance plénière ? Les Américains pourraient-ils
encore changer leur fusil d'épaule ?
11.02 Minister Louis Michel (Nederlands): Op 8
mei vonden gesprekken plaats tussen technische
experts van het Amerikaanse en Belgische
ministerie van Buitenlandse Zaken over de
Amerikaanse Missile Defense. De nieuwe VS-
administratie nam nog geen beslissingen over de
modaliteiten van de ontplooiing of het soort
ruimteschild. Ze is wel bereid tot overleg met
bondgenoten en bevriende naties.
De argumentatie van de VS blijft ongewijzigd:
bescherming tegen chantage van de "states of
concern", complementariteit tussen de Missile
Defense en de klassieke afschrikkingmiddelen,
vermindering van het aantal atoomwapens,
verhoging van de stabiliteit op wereldvlak en van de
Europese veiligheid. De VS-delegatie bevestigde
dat er ook wordt onderhandeld met Rusland en
China om het antiballistisch rakettenverdrag te
amenderen.
De veiligheid vereist echter een globale aanpak. De
Missile Defense mag enkel ten dienste van de
veiligheid staan en moet het stelsel van non-
proliferatie en stabiliteit versterken. Alles wat tot een
nieuwe wapenwedloop kan bijdragen, moet
omzichtig worden behandeld. Het is een stap
vooruit dat de VS wezenlijk overleg voeren. We
moeten hiervan gebruik maken om onze
bezorgdheid te uiten. De definitieve keuze van de
Amerikaanse overheid moet tot de algemene
veiligheid en tot non-proliferatie bijdragen.
11.02 Louis Michel, ministre (en néerlandais): Le
8 mai ont eu lieu des entretiens entre des experts
techniques des ministères des Affaires étrangères
américains et belges au sujet de la Missile Defense
américaine. La nouvelle administration en place à la
Maison-Blanche n'a pas encore pris de décisions
concernant les modalités du déploiement du
bouclier spatial ni concernant le type de ce bouclier.
Néanmoins, elle est disposée à se concerter avec
ses alliés et les nations qu'elle considère comme
amies.
L'argumentaire américain reste inchangé: se
prémunir contre d'éventuels chantages par des
states of concern; complémentarités entre la Missile
Defense et les instruments de dissuasion
traditionnels; réduction du nombre d'armes
atomiques; accroissement de la stabilité sur le plan
mondial et de la sécurité européenne. La délégation
américaine a confirmé qu'elle négociait également
avec la Russie et la Chine en vue de modifier le
traité relatif aux missiles antibalistiques.
Toutefois, la sécurité requiert une approche globale.
La Missile Defense devra être exclusivement
utilisée pour garantir la sécurité des Etats-Unis et
elle devra consolider le système de non-prolifération
et de stabilité qui est actuellement en place. Il
convient de faire preuve de prudence vis-à-vis de
tout ce qui est susceptible d'aboutir à une nouvelle
course aux armements. Le fait que les Etats-Unis
pratiquent désormais la concertation constitue un
progrès. Nous devons mettre à profit cette attitude
américaine pour exprimer notre préoccupation.
L'option définitive de l'administration Bush devra
contribuer à la sécurité générale et à la non-
prolifération.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Leen Laenens aan de 12 Question de Mme Leen Laenens au vice-
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de politiek inzake Joodse
nederzettingen in Gaza" (nr. 4643)
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la politique en matière
d'implantations juives à Gaza" (n° 4643)
12.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ariël
Sharon heeft een voorstel gedaan op de Israëlische
ministerraad om de steun aan de joodse
nederzettingen op de Westbank en Gaza te
verhogen met ongeveer 15 miljard frank. Dit soort
beslissingen verergert de zaken alleen maar.
Is de minister bereid onze ambassadeur naar
Brussel te roepen om uitleg te vragen over deze
negatieve evolutie in het zoeken naar een oplossing
om een einde te stellen aan de bezettingspolitiek
van Sharon?
12.01 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Au
conseil des ministres, Ariël Sharon a proposé
d'augmenter de quelque 15 milliards de francs l'aide
financière accordée aux implantations juives en
Cisjordanie et à Gaza. De telles décisions ne font
qu'aggraver la situation.
Le ministre est-il disposé à rappeler notre
ambassadeur à Bruxelles pour qu'il puisse
s'expliquer sur l'évolution négative des négociations
menées en vue de mettre un terme à la politique de
colonisation menée par Sharon ?
12.02 Minister Louis Michel (Nederlands) : De
problematiek van de nederzettingen is een centraal
element in het debat over de hervatting van de
vredesoorlog, en tevens een oorzaak van
toenemend geweld.
Het Mitchell-rapport roept op tot een bevriezing van
de bouw en uitbreiding van de nederzettingen. Ook
de heer Kofi Annan denkt er zo over. De EU en
wijzelf moeten op die weg voortgaan.
Het terugroepen van onze ambassadeur zou echter
geen gepaste uiting zijn van ons streven naar een
diplomatieke oplossing van de crisis. Dat zou een
politieke fout zijn.
12.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais): Le
problème des implantations constitue un élément
central du débat sur la reprise du dialogue de paix
et est même à l'origine de la recrudescence de la
violence.
Le rapport Mitchell demande le gel de la
construction et de l'élargissement des colonies. M.
Kofi Annan partage également ce point de vue.
L'UE et moi-même devons poursuivre dans cette
voie.
Le rappel de notre ambassadeur n'est cependant
pas le geste adéquat à poser dans le cadre des
efforts que nous entreprenons pour trouver une
solution diplomatique à la crise. Il s'agirait-là d'une
erreur politique.
12.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Dit soort
verontrustende berichten is totaal tegengesteld aan
de standpunten die onder meer in de
Senaatscommissie werden vertolkt in verband met
de vredesonderhandelingen. Hoe moeten die aan
Israël worden duidelijk gemaakt?
12.03 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Ce
genre d'informations inquiétantes est en totale
contradiction avec les points de vue notamment
adoptés en commission du Sénat concernant les
négociations de paix. Comment les faire
comprendre clairement à l'Etat d'Israël ?
12.04 Minister Louis Michel (Nederlands) : Wij
moeten alles in het werk stellen opdat de EU en de
VS op dezelfde golflengte zouden geraken om
Israël ervan te overtuigen dat het vredesproces niet
mag stilvallen.
Het probleem is dat de Europese Raad niet op
dezelfde lijn zit. Indien Europa volkomen eerlijk en
objectief de situatie beoordeelt, maakt het nooit een
kans om als onderhandelingspartner te worden
aanvaard door Israël.
Als we daarentegen politiek nuttige beoordelingen
maken, vergroot de kans dat we wel een rol kunnen
spelen in het vredesproces.
Dit is een uitermate moeilijke positie, en ik ben er
zelf ook nog niet uit geraakt hoe we ons moeten
opstellen zonder de vooroordelen van Israël
opnieuw aan te wakkeren.
12.04 Louis Michel , ministre (en néerlandais):
Nous devons tout mettre en oeuvre pour que l'UE et
les Etats-Unis s'expriment d'une même voix pour
convaincre Israël que le processus de paix ne peut
être interrompu.
L'attitude particulière du Conseil européen constitue
un problème. Si l'Europe procède à une analyse
honnête et objective de la situation, elle ne pourra
jamais être acceptée comme partenaire de
négociation à part entière par Israël.
En revanche, si nous mettons en avant une analyse
politiquement opportune, nous augmentons nos
chances de jouer un rôle dans le processus de paix.
Voilà une position particulièrement difficile et,
personnellement, je ne suis pas encore parvenu à
déterminer quelle attitude adopter pour éviter de
réveiller les préjugés d'Israël.
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
De VS moeten zich op dezelfde manier opstellen
als de EU.
Europa kan en moet de Palestijnen ertoe bewegen
ook toegevingen te doen.
Les Etats-Unis doivent adopter la même attitude
que l'UE.
L'Europe doit inciter les Palestiniens à faire
également des concessions et elle est en mesure
de le faire.
De Israëlische publieke opinie zelfs ter linker
zijde gelooft niet meer in de goede wil van
Arafat om vrede te sluiten. Niemand ging zo ver in
de toegevingen aan de Palestijnen als Barak.
Arafat heeft wel een verklaring: hij was niet bereid
risico's te nemen ten aanzien van zijn achterban,
zonder enige zekerheid dat de volgende
Israëlische regering de afspraken zou
eerbiedigen.
L'opinion publique israélienne, même de gauche, ne
croit plus à la volonté d'Arafat de conclure la paix.
Personne n'a fait autant de concessions aux
Palestiniens que M. Barak . Arafat a expliqué que
sans être certain que le prochain gouvernement
israélien respectera les accords, il ne souhaite pas
prendre des risques par rapport à sa base.
(Frans) Er is een misverstand gerezen zodat het nu
waarschijnlijk te laat is. Het Israëlische volk hecht
geen geloof meer aan de pacifistische voornemens
van Arafat.
Bill Clinton heeft de concrete gevolgen van het
laatste door hem voorgestelde akkoord
waarschijnlijk verkeerd ingeschat. Arafat kon in de
ogen van zijn publieke opinie onmogelijk met dat
akkoord instemmen. In die zin is hij geen politieke
leider: hij had in deze afstand moeten nemen van
zijn volk om het akkoord tot een goed einde te
brengen. Hoe zou het dan echter zijn mythische
imago zijn vergaan? Er was geen uitweg voor
Arafat!
Israël heeft de gewoonte wie het niet volstrekt met
zijn zienswijze eens is systematisch te veroordelen.
Het ergste is dat zowel het Israëlische als het
Palestijnse volk nu vreselijk opgehitst zijn. In
dergelijke omstandigheden wordt nog zelden naar
de stem van de rede geluisterd.
(En français): Sans doute est-il trop tard, car le
malentendu existe. Le peuple israélien ne croit plus
aux volontés pacifistes d'Arafat.
Bill Clinton a probablement mal mesuré les
conséquences concrètes du dernier accord qu'il a
proposé. De toutes les manières, Arafat ne pouvait
pas l'accepter face à son opinion publique. En ce
sens, il n'est pas un leader politique: il aurait dû se
mettre en porte-à-faux vis-à-vis son peuple pour
finaliser cet accord. Mais alors, que serait devenue
son image publique ? Il était coincé de toutes
façons.
Ceci étant, il y a un réflexe d'intimidation
systématique de la part d'Israël si l'on n'est pas
d'accord avec lui à cent pour cent. Mais le plus
grave aujourd'hui, c'est que tant le peuple israélien
que le peuple palestinien sont chauffés à blanc. La
raison a peu de chance d'être entendue dans ces
conditions.
De aanwezigheid van de heer Perez in de regering
van Sharon is geen voordeel. De heer Perez vindt
de heer Sharon immers in de dossiers waarin deze
laatste zich het onbuigzaamst opstelt. Bij wijze van
voorbeeld verwijs ik naar de mening van Perez over
het Europese standpunt inzake de teruggave van
gebieden aan de Palestijnen. Perez beschouwt die
geste als een belediging.
Het heeft geen zin tegenover Sharon een
moralistisch discours af te steken, aangezien hij
ervan overtuigd is dat hij gelijk heeft. Het probleem
moet dus op een andere manier worden aangepakt.
La présence de M. Perez dans le gouvernement de
M. Sharon n'est pas un avantage. M. Perez est, en
fait, le reflet de la position la plus dure de M.
Sharon. J'en veux pour exemple son avis sur la
position européenne en ce qui concerne la
restitution des terres aux Palestiniens, geste qu'il
considère comme une insulte.
Il est utile d'utiliser un discours moralisateur vis-à-
vis de M. Sharon parce que celui-ci est sûr de son
bon droit. Il faut donc aborder le problème d'une
autre manière.
12.05 Jacques Lefevre (PSC): Het komt er
waarschijnlijk op aan zijn oor meer te luisteren te
leggen bij de vereniging Peace Now en misschien
minder bij de publieke opinie.
12.05 Jacques Lefevre (PSC): Le mouvement
Peace Now doit sans doute être davantage entendu
et il faut peut-être cesser d'entendre les opinions
publiques.
CRABV 50
COM 478
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
12.06 Minister Louis Michel (Frans): Ik wens de
contacten met people to people aan te moedigen en
zal terzake alles in het werk stellen.
Ik ben er echter van overtuigd dat zolang de
regering Sharon leden van de arbeiderspartij telt, de
publieke opinie ervan overtuigd zal blijven dat de
pacifistische weg geen oplossing biedt.
Het pacifistische initiatief is gedoemd te mislukken
als de pacifisten voortaan de enige
gesprekspartners zouden zijn. Ook de dialoog met
de aanhangers van Sharon dient te worden
voortgezet.
12.06 Louis Michel , ministre (en français): Je
tiens à encourager les contacts people to people et
je mets tout en oeuvre pour cela.
Cependant, je suis persuadé que, tant qu'il y aura
des ministres travaillistes dans le gouvernement de
Sharon, l'opinion publique restera convaincue que
la méthode pacifiste n'aboutira à rien.
N'entendre aujourd'hui comme interlocuteurs que
les pacifistes, revient à les tuer, ou du moins à
étrangler leur initiative. Il faut aussi continuer à
dialoguer avec les partisans de Sharon.
Het is een goede zaak dat de Europese ministers
iedereen ontmoeten en dezelfde vragen stellen. Er
moeten people to people contacten komen.
Ten slotte wijs ik erop dat ik de hele joodse
gemeenschap van België heb ontmoet en heb
vastgesteld dat zij niet langer in de pacifistische
methode geloven.
Il est bon que les ministres européens rencontrent
tout le monde et posent les mêmes questions. Il
faut faire du people to people.
Enfin, je vous dirai que j'ai rencontré l'ensemble de
la communauté juive et j'ai bien dû constater qu'on
n'y croyait plus à la méthode des pacifistes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het visumincident tussen België en
Rusland" (nr. 4647)
13 Question de M. Guido Tastenhoye au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'incident entre la Belgique et la
Russie à propos de visas" (n° 4647)
13.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
beslissing van de Belgische regering om Russische
staatsburgers gedurende een periode van twee
weken geen visum meer te verlenen, zorgde voor
een diplomatiek incident tussen Rusland en België.
Acties waren nochtans hoognodig. Het aantal
Russische asielzoekers is onrustwekkend hoog.
Bovendien blijven tal van uitgeprocedeerde Russen
illegaal in ons land. Hoe is de afwikkeling van dit
incident gebeurd? Zijn de plooien nu
gladgestreken? Werd de maatregel al ingetrokken?
13.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La
décision du gouvernement belge de ne plus
accorder de visa à des ressortissants russes
pendant deux semaines a provoqué un incident
diplomatique entre la Russie et la Belgique.
Il fallait pourtant prendre des mesures d'urgence, le
nombre de demandeurs d'asile en provenance de la
Russie ayant atteint un niveau inquiétant. De plus,
bon nombre de candidats-réfugiés politiques russes
déboutés ne quittent pas le territoire et restent en
séjour illégal dans notre pays.
13.02 Minister Louis Michel (Nederlands): De
samenwerking met de Russische autoriteiten inzake
de problematiek van illegale immigratie staat al een
aantal maanden op de agenda. In december vorig
jaar heeft premier Verhofstadt bij zijn Russische
collega zijn beklag gemaakt over de netwerken die
vanuit Moskou naar ons land actief zijn en die het
aantal Russische asielzoekers alsmaar doen
toenemen.
Op 12 februari heb ik de Russische ambassadeur in
ons land tot een betere samenwerking tussen beide
landen opgeroepen. De terugkeer van afgewezen
Russische asielzoekers stootte op heel wat
administratieve moeilijkheden vanwege de
13.02 Louis Michel , ministre (en néerlandais): La
question de la coopération avec la Russie en
matière d'immigration illégale est à l'ordre du jour
depuis plusieurs mois. Le premier ministre s'était
plaint en décembre dernier auprès du premier
ministre russe des filières qui organisent
l'émigration vers la Belgique depuis Moscou et qui
ont pour conséquence une augmentation continue
du nombre de demandeurs d'asile russes.
Le 12 février, j'avais convoqué l'ambassadeur de
Russie pour lui demander une meilleure
coopération de ses services avec les instances
belges. En effet, le renvoi dans leur pays de nombre
de demandeurs d'asile russes déboutés se heurtait
16/05/2001
CRABV 50
COM 478
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
Russische ambassade. Als gevolg van dit
onderhoud werd een Belgische delegatie op de
ambassade ontvangen om deze problemen te
bespreken. Dit gesprek bleef echter zonder gevolg.
Premier Verhofstadt ontbood op 23 april opnieuw de
Russische ambassadeur. Tijdens zijn bezoek aan
Moskou op 23 april en 24 april kreeg minister
Duquesne de verzekering dat een groep experts uit
beide landen voortaan eenmaal per maand zou
samenkomen om een oplossing ad hoc te werken.
Op 4 mei besloot de regering dan ook de verlening
van visa door de Belgische ambassade in Moskou
op te schorten. Op 11 mei ging staatssecretaris
Neyts naar Moskou om te praten over de illegale
immigratie en de visaproblemen. Het resultaat was
dat de Belgische ambassade opnieuw visa kon
afleveren. Er werd een proces-verbaal opgesteld
waarin Rusland zich ertoe verbond een werkgroep
op te richten om een mechanisme te vinden voor de
terugkeer van Russische illegalen. Dit mechanisme
zou in werking treden na de aanpassing van de
eigen wetteksten.
Ik heb het gevoel dat grote vooruitgang werd
geboekt, maar deze vooruitgang moet nog
geconsolideerd worden.
à divers obstacles d'ordre administratif au niveau de
l'ambassade de Russie. A la suite de cet entretien,
une délégation belge a été invitée à l'ambassade
russe pour envisager des solutions aux problèmes.
Cette visite n'a pas donné les résultas escomptés.
Le 23 avril, le premier ministre lui-même a
convoqué l'ambassadeur de Russie. Lors de sa
visite à Moscou les 23 et 24 avril dernier, le ministre
Duquesne a reçu l'assurance qu'un groupe
d'experts des deux pays se réunirait dorénavant
une fois par mois en vue d'une solution appropriée
au problème.
Le gouvernement a dès lors décidé de suspendre
provisoirement la délivrance de visas par
l'ambassade de Belgique à Moscou. Le 11 mai, la
secrétaire d'Etat , Mme Neyts, s'est rendue à
Moscou pour y discuter de l'immigration illégale et
de la délivrance de visas. A la suite de ces
négociations, la délivrance de visas a pu reprendre.
Il a été procédé à la rédaction d'un procès-verbal
dans lequel la Russie s'engage à créer un groupe
de travail chargé de d'instaurer un mécanisme
permettant le retour des illégaux de nationalité
russe. Ce mécanisme sera mis en oeuvre après
l'amendement des textes législatifs correspondants.
J'ai le sentiment que des progrès significatifs ont
déjà été réalisés mais qu'ils demandent à être
consolidés.
13.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Blijkbaar moeten de Russen zelf aan hun wetgeving
sleutelen eer we dit probleem kunnen oplossen. Dat
zal dus nog wat tijd vergen. Ik hoop dat onze
minister al die tijd de druk op de ketel houdt, ook in
het kader van het Europees voorzitterschap.
13.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Il
semble que les Russes devront eux-même adapter
leur législation pour que nous puissions trouver une
solution à ce problème. Cela demandera donc un
peu de temps. J'espère que le ministre maintiendra
la pression, également dans le cadre de la
présidence européenne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 18.01 uur.
La séance est levée à 18.01 heures.
Document Outline