KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 476
CRIV 50 COM 476
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
16-05-2001 16-05-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het advies van de
Raad van State inzake de hervormingsplannen
voor de asielprocedures" (nr. 789)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'avis du Conseil d'Etat concernant les projets
de réforme des procédures d'asile" (n° 789)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de nieuwe
asielprocedure" (nr. 783)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la nouvelle procédure d'asile" (n° 783)
Sprekers: Guido Tastenhoye, Tony Smets,
Pieter De Crem, Antoine Duquesne, minister
van Binnenlandse Zaken, Gerolf Annemans,
voorzitter van de VLAAMS BLOK-fractie,
Charles Janssens
Orateurs: Guido Tastenhoye, Tony Smets,
Pieter De Crem, Antoine Duquesne, ministre
de l'Intérieur, Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Charles Janssens
Moties
7
Motions
7
Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
schabouwelijk Nederlands taalgebruik in de
omzendbrief ZPZ 17 van 6 april 2001 met
betrekking tot de verdere inplaatsstelling van de
lokale politie (BS 26 april 2001)" (nr. 4574)
8
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
l'Intérieur sur "la qualité lamentable du texte
néerlandais de la circulaire ZPZ 17 concernant la
poursuite de la mise en place de la police locale
(MB 26 avril 2001)" (n° 4574)
8
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
taalvereisten voor politieagenten in de
faciliteitengemeenten" (nr. 4595)
9
Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Intérieur sur "les exigences linguistiques pour les
agents de police dans les communes à facilités"
(n° 4595)
9
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitblijven van de benoeming van een nieuwe
burgemeester in Voeren" (nr. 4628)
10
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "le retard pris dans la nomination
d'un nouveau bourgmestre à Fourons" (n° 4628)
10
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Vincent Decroly aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vermeldingen in het officiële document dat aan
geregulariseerden wordt overhandigd en meer
bepaald de formulering 'laat de uitoefening van
een winstgevende betrekking niet toe'" (nr. 4624)
12
Question de M. Vincent Decroly au ministre de
l'Intérieur sur "les mentions figurant sur le
document officiel délivré aux personnes
régularisées et plus particulièrement la formule
selon laquelle il 'n'autorise pas l'exercice d'une
activité lucrative'" (n° 4624)
12
Sprekers:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken,
Charles Janssens
Orateurs:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur, Charles
Janssens
Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het verblijf
in België van Turkse imams" (nr. 4640)
13
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Intérieur sur "le séjour d'imams turcs en
Belgique" (n° 4640)
13
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventiecontracten: miskenning van de
overheidspartner en veronachtzaming van het
15
Question de M. Jacques Chabot au ministre de
l'Intérieur sur "les contrats de prévention: non-
respect du partenaire public et légèreté sociale"
(n° 4638)
14
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
sociale aspect" (nr. 4638)
Sprekers:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
begrotingsaanpassing en het geautomatiseerd
kiessysteem" (nr. 4655)
17
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Intérieur sur "l'ajustement budgétaire et le vote
automatisé" (n° 4655)
17
Sprekers: Zoé Genot, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Zoé Genot, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4637)
20
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 4637)
19
Sprekers:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
nationaal veiligheidsplan" (nr. 4658)
22
Question de Mme Fauzaya Talhaoui au ministre
de l'Intérieur sur "le plan fédéral de sécurité"
(n° 4658)
22
Sprekers:
Fauzaya Talhaoui, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Fauzaya Talhaoui, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
beleidsplannen van gemeente en provincie"
(nr. 4660)
23
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "les projets politiques
communaux et provinciaux" (n° 4660)
23
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
mensen zonder papieren" (nr. 4661)
24
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "les sans-papiers" (n° 4661)
24
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitzetting van Sierraleoonse onderdanen"
(nr. 4667)
25
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion de
ressortissants sierra-léonais" (n° 4667)
25
Sprekers:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de lokale
politie: assessmentproef geloofwaardigheid van
de door SELOR geprivilegieerde partner
financiële gevolgen voor de gemeenten en
naleving van de proceduretermijnen" (nr. 4668)
27
Question de M. Jacques Chabot au ministre de
l'Intérieur sur "la police locale: épreuve
d'assessment crédibilité du partenaire privilégié
par le SELOR conséquences financières pour
les communes et respect des délais de
procédure" (n° 4668)
27
Sprekers:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
16
MEI
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
16
MAI
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.24 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.24 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het advies van de
Raad van State inzake de hervormingsplannen
voor de asielprocedures" (nr. 789)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de nieuwe
asielprocedure" (nr. 783)
01 Interpellations jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'avis du Conseil d'Etat concernant les
projets de réforme des procédures d'asile"
(n° 789)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la nouvelle procédure d'asile" (n° 783)
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de tekst van dit advies
wordt op dit moment rondgedeeld. Rijkelijk laat
vind ik dat.
De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, de tekst is
pas gisteren aangekomen bij de diensten van het
secretariaat. Het leek ons daarom beter hem niet
te versturen, maar om hem hier rond te delen.
01.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, gelukkig zijn er nog andere
kanalen om de inhoud van het advies te weten te
komen. Zo kan ik hier toch grondig op de zaken
ingaan.
Mijnheer de minister, de regering zit lelijk in haar
maag met het zeer kritische advies van de Raad
van State over het al lang aangekondigde
wetsontwerp ter hervorming van de
asielprocedures. De eerste minister, de heer
Verhofstadt, probeert de zaak weliswaar te
minimaliseren, maar het is duidelijk dat de
coalitiepartners grondig verdeeld zijn. Een
hervorming van de procedures zal er dus niet snel
komen. Het mag een wonder heten als er nog
tijdens deze legislatuur iets van terechtkomt. Bij
haar aantreden, bijna twee jaar geleden, kondigde
de regering aan dat ze inzake vreemdelingen een
driesporenbeleid zou voeren. Ten eerste, zouden
de asielprocedures worden hervormd. Ten
tweede, zou er een strakker uitwijzingsbeleid
komen en ten derde, zouden er een regularisatie
en een versoepeling van de naturalisatieprocedure
komen. Dit laatste was een eis van de groenen die
meteen werd uitgevoerd. België gooide zo de
Belgische nationaliteit werkelijk te grabbel en er
wordt nu aan de lopende band genaturaliseerd,
criminelen en maffialeden inbegrepen.
Ook de regularisatie is volop aan de gang. Ook
dat is een ramp en een voorbeeld van slecht
bestuur. De versoepeling en de regularisatie
waren overigens het sein voor de hele wereld om
af te zakken naar ons kleine koninkrijkje aan de
Noordzee. Dat gebeurde dan ook. Bijgevolg kreeg
België vorig jaar proportioneel het grootste aantal
zogenaamde asielzoekers per kop te verwerken,
namelijk meer dan vier per duizend inwoners. Dit
is in totaal goed voor meer dan 42.000 dossiers,
een echte ramp dus.
Er zijn nauwelijks uitwijzingen van de
luttele afgewezen
kandidaat-geregulariseerden.
Bovendien zullen zij die nu in de procedure zitten,
straks OCMW-steun genieten, al beweerde de
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
regering eerder bij hoog en bij laag dat dit nooit
zou gebeuren. De tweede pijler, het
uitwijzingsbeleid, komt niet van de grond. De
afgewezen asielzoekers en de illegalen lopen hier
met tienduizenden ongehinderd rond. Per definitie
leven zij van illegale inkomsten, zoals bedelen,
stelen, zwartwerk, en prostitutie. Zij laten zelfs hun
illegale verwanten overkomen. De regering
probeert dit alles te camoufleren door om de drie
maand onder grote mediabelangstelling een
chartervliegtuig met een twintigtal illegalen te laten
vertrekken. Met de 300 tot 400 illegalen die
maandelijks worden uitgewezen, komt de regering
aan zowat een tiende van het aantal uitwijzingen
dat in werkelijk nodig is. VLD-fractieleider
Coveliers heeft dus tevergeefs naar 3.000
uitwijzingen per maand gevraagd.
De derde pijler, de hervorming van de
asielprocedures, werd bijna twee jaar geleden
beloofd. Er zou een federale asieladministratie
komen, een administratieve rechtbank voor
asielkwesties, en de procedures zouden worden
beperkt tot drie weken. De asielzoekers zouden
zich enkel nog aan de buitengrenzen, aan
grenskantoren, kunnen aanbieden, enzovoort.
Kortom, alles zou "sneller en efficiënter" gebeuren,
volgens de woorden van de eerste minister.
Helaas, driewerf helaas. Twee jaren later staat de
regering nergens. Na veel vijven en zessen
slaagde de regering erin een moeizaam bereikt
compromis als wetsontwerp voor advies aan de
Raad van State over te zenden in januari 2001. De
groenen en de PS staken nooit onder stoelen of
banken dat dat wetsontwerp voor hen veel te ver
ging. Zij tonen er zich nu over verheugd dat de
Raad van State zich in zijn recent afgeleverd
advies kritisch uitlaat over het wetsontwerp.
Die kritiek is inderdaad niet min. De Raad van
State noemt het statuut van de asieladministrateur
tweeslachtig. Zo wordt de administrateur geacht
de beslissingen over de asielaanvragen in volle
onafhankelijkheid te nemen, maar volgens de
Raad van State zal de administrateur zich in de
praktijk als een afgevaardigde van de minister
gedragen. De minister zal bepaalde
onderrichtingen kunnen geven en zal zelfs ten
dele in de procedures kunnen tussenkomen,
meent de Raad van State.
Dat gebrek aan onafhankelijkheid ontwaart de
Raad van State ook voor de administratieve
rechtspraak bij asielberoepen, waar er volgens de
Raad van State in sommige gevallen een gebrek
zal zijn aan tegensprekelijke procedures bij de
asielrechtspraak.
Voorts vindt de Raad van State het overdreven dat
asielzoekers die het land op regelmatige wijze
binnenkomen, hun asielaanvraag meteen zullen
moeten indienen. De Raad van State vraagt zich
af hoe aan de grenskantoren zal kunnen worden
vastgesteld via welke grens de asielzoeker het
land is binnengekomen en of de aanvraag wel
onmiddellijk werd ingediend.
Het al dan niet kunnen verstrekken van informatie
over de gevolgde reisweg als voldoende reden om
iemand de titel van kandidaat-vluchteling te
weigeren, noemt de Raad van State dan weer in
strijd met het Verdrag van Genève.
Overigens bestempelt de Raad van State de tien
kantoren aan de grensposten dan weer als
onpraktisch en nutteloos.
Tot slot wordt nog een ander basiselement van
het wetsontwerp zeer kritisch geëvalueerd, meer
bepaald het opmaken van een lijst van veilige
landen van waaruit geen asielzoekers meer
zouden worden aanvaard. Volgens de Raad van
State zou het ontwerp in een procedure moeten
voorzien die de kandidaat-asielzoekers de kans
geeft die veronderstelling toch nog te weerleggen.
De Raad van State heeft ook vragen bij de
opstelling van zo'n lijst van veilige landen, want
daarvoor zouden de nodige criteria ontbreken.
Kortom, er blijft niet veel meer overeind van de
aangekondigde asielhervorming.
Eerste minister Verhofstadt was er als de kippen
bij om het advies van de Raad van State te
minimaliseren, want volgens hem ging het
voornamelijk over "juridisch-technische
opmerkingen". Om er voorlopig vanaf te zijn, werd
de hele asielzaak overgeheveld naar een
interkabinettenwerkgroep, die wellicht ruim zijn tijd
zal nemen om een oplossing te vinden. De
hierover totaal verdeelde regering zal er namelijk
wellicht niet uitgeraken, tenzij de VLD, zoals
gewoonlijk, weer zeer zware toegevingen zou
doen aan de progressieve, allesoverheersende,
multiculturele lobby in deze coalitie.
01.03 Tony Smets (VLD): Mijnheer Tastenhoye,
u beweert toch niet dat het Vlaams Blok het
voorbeeld zou zijn?
01.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Smets, waarvan bedoelt u dat het
Vlaams Blok het voorbeeld is?
01.05 Tony Smets (VLD): Mijnheer Tastenhoye,
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
ik bedoel het voorbeeld van onder meer
discriminatie.
01.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Smets, wat heeft dat met deze discussie
te maken?
01.07 Tony Smets (VLD): Mijnheer Tastenhoye,
u bent niet geplaatst om beschuldigingen te uiten.
01.08 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer Smets, ik beschuldig u ervan uw woord
niet te houden.
Mijnheer de voorzitter; ik heb een fundamentele
vraag voor de minister, echter zonder hoop dat er
een klaar en duidelijk antwoord op komt.
Mijnheer de minister, wat is de regering eigenlijk
van plan? Worden de uitgangsprincipes
behouden? Ik bedoel bijvoorbeeld de lijst met
veilige landen, de tien grenskantoren of de korte
procedure van drie weken.
Zal het paard - om het met de woorden van wijlen
Gaston Eyskens te zeggen - als een dromedaris
uit de interkabinettenwerkgroep komen?
Zullen Agalev, Ecolo en de PS hun zin krijgen?
Wordt het advies van de Raad van State
inderdaad overgenomen, waardoor de hele
hervorming een maat voor niets dreigt te worden?
Een regering moet regeren en haar plannen ten
uitvoer brengen. Een "gouvernement des juges"
kunnen wij missen als kiespijn. Wanneer gaat de
wanstaltige dromedaris het levenslicht zien? Komt
er nog iets van tijdens deze legislatuur?
Mijnheer de minister, intussen is er een
achterstand van bijna 40.000 dossiers,
opgebouwd in de diverse fases van de huidige
procedures. Het is een onoverzichtelijke berg,
goed voor bijna 60.000 personen. Hoe denkt de
minister deze achterstand weg te werken? Durft
hij hier nog plechtig te zweren dat er onder zijn
bewind geen tweede regularisatie zal komen?
Het Vlaams Blok gelooft niet dat deze links-
libertaire multiculturele regering in staat is om de
asielprocedures doelmatig te hervormen en
verwijst dan ook in een motie van aanbeveling
naar haar resolutie van 9
februari
2001 tot
instelling van een doelmatig asielbeleid. Indien
men het asielbeleid in België een beetje wil
herstructureren, zal men verplicht zijn om de
voorstellen van het Vlaams Blok ter zake ernstig
te nemen.
01.09 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mag ik iets vragen over de procedure?
Ik had mijn interpellatieverzoek als dusdanig
ingediend. De heer Tastenhoye had een vraag,
die hij nadien in een interpellatie heeft omgezet. Ik
vind het eigenaardig dat de heer Tastenhoye als
eerste aan het woord komt.
De voorzitter: Ik kan daar, denk ik, een sluitend
antwoord op geven. Ik had de voorzorg genomen
dit op voorhand te bekijken omdat ik eraan
twijfelde wie eerst aan het woord moest komen. In
de Conferentie van de Voorzitters van vorige week
is overeengekomen om in de mate van het
mogelijke de twee verzoeken te koppelen.
Normaal zou de heer Tastenhoye zijn vraag vorige
week gesteld hebben en had u kunnen
interpelleren in diezelfde week. De Conferentie
heeft evenwel anders beslist. In dat geval,
mijnheer De Crem, zou de heer Tastenhoye hoe
dan ook als eerste aan de beurt zijn gekomen,
vermits hij reeds twee dagen vroeger zijn vraag
had ingediend. Ik heb dat nog eens precies laten
nagaan, met datum en uur. Ik denk dat iedereen
daar baat bij heeft. Het blijkt dat de heer
Tastenhoye de eerste was. Vermits de
Conferentie hem gevraagd had zijn vraag om te
zetten in een interpellatie, is de volgorde zoals ze
nu is. Hoewel wij tot dezelfde aanhorigheid
behoren, denk ik dat wij daar af en toe zo veel
mogelijk abstractie van moeten maken. Ga uw
gang, mijnheer De Crem.
01.10 Pieter De Crem (CVP): Geen probleem,
mijnheer de voorzitter.
Mijnheer de minister, ik richt tot u dus ook een
interpellatie met betrekking tot de nieuwe
asielprocedure. Het advies van de Raad van State
is natuurlijk rijkelijk laat rondgedeeld. Dat heeft
niets te maken met de werking van de
commissiediensten. Dit was eigenlijk bijna
onmiddellijk na de vergadering van onze
commissie vorige week door u aangekondigd. Ik
denk dat u
met alle intellectuele eerlijkheid
eraan verbonden ons het advies veel sneller had
kunnen bezorgen, maar dat is slechts een
vaststelling.
U weet dat wij inzake de nieuwe asielprocedure
zelf een voorstel hebben gedaan om de
verschillende stappen in deze procedure
doorzichtiger te maken, de beroepsprocedures te
beperken en een normale rechtsgang op gang te
brengen. Die rechtsgang bestaat uit een eerste
aanleg, een beroep en ten slotte een niet-
schorsend beroep bij de Raad van State. Wij
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
willen dat in de tijd beperken. Wij kunnen dat
natuurlijk niet doen. Aangezien wij vandaag pas
de tekst hebben gekregen hebben wij geen
zekerheid over het feit of deze procedure van de
normale rechtsgang minstens al staat
ingeschreven in uw ontwerp.
Het ontwerp heeft bijzonder lang op zich laten
wachten, bijna twee jaar. Het advies dat de Raad
van State geeft, blijkt niet negatief te zijn. Het is,
op zijn zachtst uitgedrukt, een dodelijk advies. Dat
betekent dat de uiteindelijke bespreking van dit
regeringsontwerp toch nog wel een tijd op zich zal
laten wachten.
De pers heeft gemeld dat de regering een
bijzonder groot probleem heeft. Collega
Tastenhoye heeft hier als een chroniqueur de
samenvoeging van een aantal artikels opgesomd
die daaromtrent in de geschreven pers zijn
verschenen. Ik zal deze niet herhalen, maar de
belangrijkste pijlers van het asielbeleid worden
onderuit gehaald zodat de hele hervorming
nauwelijks nog een poot heeft om op te staan. Ik
herhaal de redenering die andere collega's reeds
hebben opgebouwd niet, maar ik verwijs naar mijn
vorige interpellaties dienaangaande en kan alleen
vaststellen dat om één of andere moeilijke
politieke constellatie men een slecht wetgevend
werk heeft opgesteld.
Omtrent vijf punten wou ik meer duidelijkheid. Het
eerste punt betreft de problematiek van de criteria
met betrekking tot het versnellen van de
procedures. Met dat doel voor ogen zou een lijst
met veilige landen een scharniergegeven gaan
vormen om te komen tot een nieuw beleid met
betrekking tot de asielprocedure. Het advies van
de Raad van State zou, zo vernemen we, het
aanleggen van een dergelijke lijst bijzonder
problematisch vinden. Dit zou tot bijzonder grote
problemen kunnen leiden en precies het
omgekeerde gevolg tot effect kunnen hebben.
Wordt de idee van de lijst met veilige landen door
de regering aangehouden? Ik kan mij niet
inbeelden dat omtrent dit advies van de Raad van
State nog niet zou beraadslaagd zijn.
Ten tweede, de tien controleposten aan de grens
en de drie gedecentraliseerde posten van de
dienst Vreemdelingenzaken, verspreid over het
noorden, het centrum en het zuiden van het land
zouden het mogelijk moeten maken dat het
verdrag van Dublin beter wordt uitgevoerd. De
Raad van State maakt van deze mogelijkheid
brandhout. Welke middelen zal de regering aldus
aanwenden om de Dublinconventie geen dode
letter te laten?
Ten derde, de Raad van State heeft ook heel veel
kritiek op de hervorming van de administratieve
diensten die belast zijn met het asielbeleid. De
nog op te richten FAA krijgt helemaal geen krediet
in het advies. Zij stelt niet alleen vragen bij het
concept maar ook bij de organisatorische werking
van dit federale adviesagentschap. Zal de regering
bereid zijn om met deze kritiek rekening te houden
of gaat men verder op de ingeslagen weg met de
aloude boutade voor ogen houdende: "Een advies
is maar een advies, wij doen uiteindelijk wat we
willen."?
Volgens berichten werd de nieuwe procedure naar
een interkabinettenwerkgroep gestuurd. Collega's
hebben, vader Eyskens parafraserend, gezegd dat
het zou gaan over een paard dat een dromedaris
zou worden. Het voordeel van een dromedaris is
dat hij minstens nog één vetbult heeft, maar ik
geloof dat de vette randen van dit ontwerp al
bijzonder afgeplat zijn. In elk geval kan u van deze
koe, die uw ontwerp is, op onmogelijke wijze een
koerspaard maken. U zal terug naar af mogen
gaan om een nieuw ontwerp op te stellen.
De SP heeft daaraan toegevoegd dat er helemaal
geen haast bij is en dat de minister het advies
rustig kan bekijken. Ongeveer zestig jaar geleden
zaten we in dit land in een "drôle de guerre" en nu
zitten we in een "drôle de procédure". Dat heeft
misschien een beetje te maken met de opstoot
van temperaturen die we onlangs mochten
beleven, maar de SP is plots niet meer haastig om
een aantal zaken uit het regeerakkoord uit te
voeren. Dit is nu al gebleken met de problematiek
van de nieuwe asielprocedure, maar ook op het
vlak van de regularisatie blijkt dit niet meer nodig.
Ik parafraseer uw collega en vice-eerste minister
Vande Lanotte in deze zelfde zaal, weliswaar in
een andere commissie onder het voorzitterschap
van mevrouw Avontroodt, waarbij de minister
bevoegd voor Maatschappelijke Integratie
parafraserend zegt: "Ik heb die
regularisatieprocedure nooit gewild." En dan met
een heilandgebaar verwees naar de PS, Ecolo en
Agalev om te zeggen: "Jullie hebben ze gewild
maar het is nooit mijn idee geweest".
Ik heb de indruk dat ze met betrekking tot de
asielprocedure opnieuw in eenzelfde logica zijn
terechtgekomen. U weet maar al te goed dat deze
zaak begin juli werd aangekondigd en dat men
onder het mom van een snelle en efficiënte
werking, een nieuwe asielprocedure, een
uitwijzingsregeling en een regularisatieprocedure
de vreemdelingenproblematiek in dit land ging
oplossen. Ik vestig er nogmaals de aandacht op
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
dat de groenen de regularisatie hebben verkregen
omdat ze een nul op het rekwest kregen inzake
het stemrecht voor migranten. Het was misschien
tot nader order de enige goede maatregel die de
regering heeft genomen.
Wanneer mogen we de behandeling van het
wetsontwerp in de commissie verwachten? Dat is
toch essentieel in de rechtstaat en in de
verhouding tussen de onderscheidene delen van
de wetgevende macht. Ik vernam ook graag of de
geplande en door de groene coalitiepartner
Ecolo en Agalev gevraagde uitbreiding in het
ontwerp werd opgenomen, waarbij de
rechthebbenden die onder de Conventie van
Genève ressorteren, zouden worden uitgebreid tot
de bepalingen van het Europese Verdrag van de
Rechten van de Mens. Aldus zou de notie van fair
trial, het eerlijke proces, kunnen worden
ingeroepen met betrekking tot het verkrijgen van
asiel in ons land en zouden Amerikaanse ter dood
veroordeelden uit de staat Texas of uit de staat
Alabama of zelfs Basken in ons land politiek asiel
kunnen vragen.
01.11 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik ga door met het vervullen
van de taak die de regering mij heeft
toevertrouwd, namelijk voorontwerpen van een
wet tot hervorming van de asielprocedure
voorstellen zoals bepaald in de
regeringsverklaring van juli 1999 en de algemene
oriëntatienota van de regering van 1 oktober 1999
betreffende een algemeen migratiebeleid. Deze
ontwerpen zijn het gevolg van een sterke wil om
een nieuwe asielprocedure in te stellen die zowel
de kwaliteit van de behandeling van de
asielaanvragen als de snelheid van de
behandeling beide aspecten zijn op een
onverbrekelijke manier aan elkaar gekoppeld
beoogt. De teksten werden op 15 januari 2001
voor advies aan de Raad van State voorgelegd.
Het is ook mijn wil om die ontwerpen aan te
passen aan het advies dat ik op 13
april
laatstleden ontving en om ze vervolgens aan de
regering voor te stellen.
Ik ben niet van plan om te polemiseren over wat er
stond, noch om vooruit te lopen op de bespreking
die binnen de regering zal worden gehouden. Ik
zal evenmin anticiperen op de debatten die zullen
plaatsvinden in het kader van de wetgevende
werkzaamheden van het Parlement. Hooguit wil ik
erop wijzen dat, in tegenstelling tot wat ik in de
pers heb gelezen, dit goed uitgewerkt advies de
pijler van het eerste project absoluut niet ter
discussie stelt, noch keurt het enige
sleutelbepaling af. Zoals de eerste minister heeft
opgemerkt, bevat het advies voornamelijk
juridisch-technische opmerkingen.
Dit advies is het voorwerp van grondig onderzoek
in een interkabinettengroep. De discussies over
het aanpassen van de ontwerpen aan de
opmerkingen van de Raad van State gebeuren
dus in een open en opbouwende sfeer. Ik sta erop
dat het ontwerp in al zijn aspecten eerlijk en
evenwichtig blijft. Ik herinner eraan dat de
ontwerpen een coherent en evenwichtig geheel
vormen.
Aanpassingen zijn pas mogelijk wanneer ze het
evenwicht van het geheel niet verbreken en
wanneer ze de haalbaarheid en de
uitvoerbaarheid van het nieuwe systeem niet
verstoren. Men kan in geen enkel geval een
nieuwe achterstand opbouwen. Het is overigens
geenszins mijn bedoeling om argumenten te
vinden of om er andere te laten aanvoeren die tot
het opgeven van het ontwerp zouden leiden.
Mijnheer Tastenhoye, u vraagt om het advies aan
de commissie voor de Binnenlandse Zaken mee
te delen. Aangezien ik dit vorige week heb
beloofd, werd het advies aan het secretariaat van
de commissie gegeven.
Mais comme vous l'avez dit, il s'agissait d'une
demande superfétatoire.
En conclusion, monsieur le président, Il n'est pas
question de retarder les choses, ni de rompre les
équilibres qui ont été atteints grâce à ce projet. Il
n'est pas question non de plus de remettre en
cause les objectifs fixés: offrir des garanties de
droit aux demandeurs tout en veillant à un
traitement rapide de leurs dossiers.
En attendant, les choses se passent bien puisque,
depuis le début de cette année, nous avons
constaté une réduction considérable du nombre
de demandeurs d'asile. Ce nombre oscille
actuellement entre 1.700 et 1.800 par mois alors
que l'on enregistrait près de 6.000 demandes au
mois de décembre de l'année dernière. De plus, le
temps nécessaire à l'examen des demandes a
considérablement diminué puisqu'il faut à peine un
mois, en moyenne, pour obtenir une décision. On
constate donc une véritable accélération des
procédures.
En ce qui concerne la résorption de l'arriéré, les
choses se passent très bien. Je vous tiens
d'ailleurs informé à ce sujet depuis plusieurs mois.
Hier encore, le directeur général de l'Office des
étrangers me disait qu'il espérait que l'arriéré
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
serait totalement résorbé pour les grandes
vacances.
01.12 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik had
gelijk toen ik in mijn interpellatie voorspelde dat wij
een nietszeggend antwoord zouden krijgen.
U hebt hier uw machteloosheid gedemonstreerd.
U hebt aangetoond dat uzelf en uw diensten niet
in staat zijn om dit advies van de Raad van State
in behandeling te nemen en ons zo snel mogelijk
een wetsontwerp ter behandeling voor te leggen.
Men heeft u verplicht heel de zaak door te
verwijzen naar een interkabinettenwerkgroep
waarin men eindeloos zal palaveren over en
sleutelen aan dit ontwerp. Zoals ik reeds heb
gezegd, zal er door deze werkgroep van het paard
een dromedaris of misschien wel een draak
worden gemaakt. Het zal in elk geval geen
efficiënt, doelmatig en rechtvaardig asielbeleid zijn
zoals wij het hebben voorgesteld.
Ik herhaal, u hebt uw totale machteloosheid op dit
vlak gedemonstreerd, mijnheer de minister.
Eigenlijk zou u na twee jaar aanmodderen toch
eens moeten overwegen om daaruit stilaan uw
conclusies te trekken.
01.13 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik vind
het bedroevend dat wij een dergelijk nietszeggend
antwoord krijgen op vragen over een toch wel
belangrijk maatschappelijk fenomeen als het
asielbeleid. Twee jaar na het aantreden van
paarsgroen zien wij de terzake aangekondigde
beloftes op geen enkele manier ingewacht.
De minister heeft het over "eenheid van geheel".
Aangezien wij met paarsgroen in een logica zijn
aanbeland waarbij wij eigenlijk nog het liefst van al
zouden worden herleid tot een
marionettenparlement dat pas vlak vóór de
besprekingen de teksten krijgt overhandigd, had ik
de minister graag gevraagd dat hij ons in een
notendop
voor mij mag het die van een
kokosnoot zijn eens zegt wat de essentie zal zijn
van het wetsontwerp. In welke mate zal dit
wetsontwerp vernieuwend zijn en in welke mate
zal het tegemoetkomen aan een echte behoefte
waarbij de problematiek van de asielzoekers snel
en efficiënt kan worden afgehandeld.
"De eenheid van het geheel mag niet worden
doorbroken". Als wij in deze Kamercommissie niet
weten wat de eenheid is en geen notie hebben
over het geheel lijkt het mij nodig dat de minister
ons vandaag zegt waaruit het geheel bestaat. Hij
heeft het ook gehad over de uitvoerbaarheid. Wat
zijn voor de minister de aspecten van
uitvoerbaarheid van een nieuwe asielprocedure?
Hoe lang nog, quousque tandem? Mijnheer de
minister, stop alstublieft met uw zegebulletins over
het dalend aantal asielzoekers en bereidt u voor
op de cijfermatige analyse en bevestiging van het
feit dat ons land een draaischijf aan het worden is
voor illegale immigratie. U weet dat binnen de
Schengenlanden terzake een bijzonder rapport
wordt voorbereid dat vernietigend is voor het
vreemdelingenbeleid dat deze regering voert. Ik
had graag van de minister vernomen hoe zijn
nieuwe procedure in mekaar zal zitten en wat wij
moeten verstaan onder "eenheid van geheel" en
"uitvoerbaarheid"?
01.14 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, les procédures parlementaires sont
bien connues. Nous discutons d'un projet de loi à
partir du moment où il a été déposé par le
gouvernement. Un avant-projet a été transmis au
Conseil d'Etat qui a formulé un certain nombre
d'observations. Je l'ai mis à la disposition de cette
commission et ceux qui sont de bonne foi, ce que
je n'espère pas de tous, verront qu'il s'agit
essentiellement d'observations à caractère
technique auxquelles une réponse doit être
trouvée. Cela se fait dans un groupe de travail.
J'appartiens à une majorité envers laquelle je
reste loyal et je donne à chacun l'opportunité
d'apporter sa contribution à la solution des
problèmes techniques qui sont posés. Je veillerai
à ce que les équilibres qui ont fondé la décision
soient respectés. Pour le surplus, je ne peux vous
empêcher, monsieur De Crem, de nier le soleil en
plein midi y compris les chiffres auxquels j'ai fait
allusion. Pour toutes les comparaisons dont vous
avez parlé sur le plan européen, je vous invite à
lire, avec sérieux, les documents qui existent en la
matière, ce qui vous amènera peut-être à réviser
certains de vos jugements à l'emporte-pièce
comme d'habitude.
01.15 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb de laatste jaren al veel
meegemaakt hier in het Parlement, in deze
commissie. Ik heb echter nog nooit meegemaakt
dat een minister die wordt ondervraagd over een
wetsontwerp dat door de regering werd ingediend,
parlementsleden miskent en niet zegt wat een
rode draad of een blauwe draad of een groene
draad of een paarsgroene draad zou zijn in een
ontwerp dat zo belangrijk is.
Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel wil de minister
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
het niet zeggen, maar dat geloof ik niet: ik denk
dat onze minister van goede wil is. Ofwel mag hij
het niet zeggen, dat kan natuurlijk ook. Het kan
zijn dat hij het niet mag zeggen of dat hij het niet
kan zeggen. Misschien weet u niet, mijnheer de
minister, in welke mate uw procedure nieuw is en
vernieuwend is en in welke mate zij oplossingen
zal aanbieden. Ik vraag het u nog ten laatste: zeg
ons hier in het Parlement desnoods in een
notendop de kokosnoot wordt een walnoot
waarin uw procedure nieuw zal zijn!
Mijnheer de voorzitter, wanneer we naar
uitzendingen kijken waarin parlementaire
verslagen worden gebracht uit het buitenland,
kunnen we zien dat de parlementaire
werkzaamheden van de commissies er ook
worden verslagen. In het buitenland zou een
commissie voor de Binnenlandse Zaken volgens
mij nooit worden behandeld zoals wij hier vandaag
meemaken. Als de minister zich op zo'n wijze van
de bespreking van een belangrijk wetsontwerp zou
afmaken in de commissie voor de Binnenlandse
Zaken van de Assemblée Nationale, van de
Bundestag of van de Nederlandse Tweede
Kamer, zou dat een gigantische rel veroorzaken.
Meer zelfs, het zou er het vertrouwen in de
regering schaden! Ik vind dat dit echt niet langer
kan.
De voorzitter: Voorlopig zitten wij in het Belgisch
Parlement.
01.16 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het moet de heer De Crem
toch ook duidelijk zijn dat de pers en de regering
andere prioriteiten hebben dan het asielbeleid. Zij
hebben onlangs nog bekendgemaakt dat de strijd
tegen extreem rechts en de versteviging van de
democratie centraal moeten staan. Het is dus heel
normaal dat het asielbeleid geen enkele aandacht
krijgt, noch van de regering, noch van de
vaderlandse pers.
01.17 Antoine Duquesne, ministre: M. De Crem
ignore les procédures au Parlement belge. Il me
demande d'anticiper, ce que je ne ferai pas. Des
discussions sérieuses sont menées au sein du
gouvernement; vous aurez l'occasion de sortir
votre bile, monsieur De Crem, lorsque le projet
sera déposé. J'estime que votre attitude est
injurieuse à mon égard alors que je m'inscris
simplement dans des traditions parlementaires
répétées. J'ai été parlementaire pendant plus
longtemps que vous et étant dans l'opposition, je
ne me serais jamais permis le centième de ce que
vous faites ici.
01.18 Charles Janssens (PS): Monsieur le
président, il est effectivement dans la tradition et
la jurisprudence parlementaires de ne pas
interroger un ministre ou le membre d'un exécutif
quel qu'il soit, sur ses intentions. Manifestement,
c'est ce qui vient de se passer ici. Le ministre a
répondu de façon très claire et très nette, et n'a
certainement pas violé la tradition parlementaire
dans sa réponse.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Gerolf Annemans, Filip De Man en
Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
vraagt de regering om onverwijld een efficiënte,
doelmatige en rechtvaardige asielprocedure in te
voeren, in de zin zoals voorgesteld in de resolutie
nr. 1092/001, ingediend op 9 februari 2001, door
Gerolf Annemans en Guido Tastenhoye."
Une première motion de recommandation a été
déposée par MM. Gerolf Annemans, Filip De Man
et Guido Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Guido
Tastenhoye et Pieter De Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement d'instaurer sans délai
une procédure d'asile efficiente, efficace et
équitable, comme le prévoit la résolution
n° 1092/001, déposée le 9 février 2001, par Gerolf
Annemans et Guido Tastenhoye."
Een tweede motie van aanbeveling werd
ingediend door de heer Pieter De Crem en luidt
als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
beveelt de regering de bespreking van het
regeringsontwerp met betrekking tot de
asielprocedure ten spoedigste in het Parlement te
bespreken en een timing met betrekking tot
stemming voorop te stellen."
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Une seconde motion de recommandation a été
déposée par M. Pieter De Crem et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Guido
Tastenhoye et Pieter De Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement de faire examiner
aussitôt que possible par le Parlement son projet
de loi relatif à la procédure d'asile et de proposer
un calendrier pour le vote de ce projet de loi."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Denis D'hondt, Charles Janssens, Patrick
Lansens en Tony Smets en mevrouw Kristien
Grauwels.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Denis D'hondt, Charles Janssens, Patrick
Lansens et Tony Smets et Mme Kristien
Grauwels.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
We gaan nu over tot de reeks van vragen.
Ongeveer vijftien auteurs hebben een vraag
ingediend. Op voorhand zeg ik u dat ik me strikt
aan de timing wens te houden. Iedereen wordt
verzocht daarmee rekening te houden, zoniet
weten wij niet wanneer we het eindpunt bereiken.
02 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
schabouwelijk Nederlands taalgebruik in de
omzendbrief ZPZ 17 van 6 april 2001 met
betrekking tot de verdere inplaatsstelling van de
lokale politie (BS 26 april 2001)" (nr. 4574)
02 Question de M. Gerolf Annemans au ministre
de l'Intérieur sur "la qualité lamentable du texte
néerlandais de la circulaire ZPZ 17 concernant
la poursuite de la mise en place de la police
locale (MB 26 avril 2001)" (n° 4574)
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik zal u zeker niet
ontgoochelen, want mijn vraag kan zeer kort zijn.
Ik heb mijn vraag in extenso aan de minister
overgezonden. Hij heeft zelf het Belgisch
Staatsblad van 26 april 2001 kunnen herlezen,
waarin hij zijn eigen werkstuk zal terugvinden. Het
gaat om de rondzendbrief ZPZ 17 van 6 april
2001.
De voorzitter: Collega's, er is een voortdurend
geruis door de microfoons, wellicht veroorzaakt
door gsm's. Ik wil u verzoeken die uit te zetten.
Voor bijvoorbeeld de vertaaldienst wordt het
anders onmogelijk werken. Mijnheer Annemans,
verontschuldig me voor deze onderbreking.
02.02 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de diensten vragen mij een
andere plaats te nemen.
De voorzitter: U zit dus in slecht gezelschap!
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, het zal wellicht de
uitstraling van collega de heer De Crem zijn.
Mijnheer de voorzitter, naar ik aanneem heeft de
minister mijn vraag in extenso gekregen. Mijn
vraag refereert aan het door hem opgemaakte en
in het Belgisch Staatsblad van 26
april
2001
gepubliceerde werkstuk. Het gaat om de
rondzendbrief ZPZ 17 van 6 april 2001 met
betrekking tot de verdere inplaatsstelling van de
lokale politie.
Ik weet niet wie dat werkstuk heeft afgeleverd ten
behoeve van de minister. Mogelijk heeft hij het zelf
opgesteld, maar ik veronderstel van niet. Het
beslaat vele bladzijden in het Belgisch Staatsblad.
Ik heb laten natellen hoeveel schabouwelijke
fouten er in dat document staan. In het totaal zijn
het zesenvijftig fouten. Ongeveer de helft daarvan
zijn tikfouten. Dat zou normaal kunnen worden
genoemd voor een slordige administratie. Er staan
echter ook schabouwelijke, rechtstreekse
vertalingen uit het Frans in de tekst. Die doen
vermoeden dat de andere helft van de fouten het
gevolg zijn van de slechte Nederlandse vertaling
op het kabinet of op de administratie van de
minister. Zo werd "drie jaar" in één woord gespeld
omdat het in het Frans ook "triannale" is. Er zijn
duidelijkere voorbeelden. Men heeft het over een
begrotingspost "en regime", wat dat ook moge
betekenen. In de Nederlandse tekst staat "in
régime", het accent aigu inbegrepen. Over het
Koninklijk Besluit staat er: "Er dient nog een
Koningbesluiten te worden gerealiseerd."
Ik zou zo nog een aantal minuten kunnen
doorgaan om de vergadering te amuseren, ware
het niet dat zoiets eigenlijk tragisch is. Het gaat
om een officiële tekst waaraan gerefereerd kan
worden en die rechtskracht heeft. In de
Nederlandse vertalingen zijn bijvoorbeeld alle
internetadressen waarnaar wordt verwezen,
weggevallen. Er staan ook zinnen in als: "De
thema's die hierbij worden aangesneden zijn
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
enerzijds die thema's die betrekking hebben op de
eigenlijke inplaatsstelling van de lokale politie en
anderzijds die meer algemene materies die het
federale niveau dient te regelen". Dergelijke
eigenaardige zinconstructies staan in de tekst.
Overigens is het woord "inplaatsstelling" al een
fout op zich.
Ik neem aan dat de minister zeer goed begrijpt
wat ik bedoel. Ik zoek nog enkele grappige
voorbeelden om aan te halen. Er staat
bijvoorbeeld "gebuikte namen". Naar ik aanneem,
zijn dat namen met buiken. Wat is in hemelsnaam
"kledijmassa"? Dat bestaat volgens mij alleen in
Vilvoorde. Misschien vinden we daar die gebuikte
namen ook terug.
Mijnheer de minister, zou u zo goed willen zijn om
een deftige, ordentelijke, Nederlandse versie van
die rondzendbrief in het Belgisch Staatsblad te
publiceren?
02.04 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het opzet van deze
rondzendbrief ZPZ 17 is alle actoren, betrokken bij
de politiehervorming, een duidelijk beeld te
schetsen van wat reeds verricht werd. Ik schrok
eigenlijk zelf toen ik merkte dat we, zelfs in
telegramstijl, aan meer dan 30 pagina's informatie
en concrete richtlijnen geraakten. Het verheugt me
eigenlijk dat u dan ook enkele opmerkingen hebt
over het taalgebruik en niet over het inhoudelijke.
Zelfs de grootste criticaster kan inderdaad het
enorme werk dat werd verricht niet zomaar
wegcijferen.
Wat het taalgebruik betreft, kan ik beamen dat de
gebruikelijke spellingfouten hier en daar opduiken
en dit zowel in de Franstalige als de
Nederlandstalige versie. Een rondzendbrief is
echter een beleidsdocument en geen Franse en/of
Nederlandse grammatica.
Ik heb mijn diensten reeds de opdracht gegeven
om de versie die is verschenen in het Belgisch
Staatsblad, volledig na te kijken. De versie,
verstuurd naar de gouverneurs en de
burgemeesters, bevat wel alle internetadressen.
02.05 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik neem natuurlijk geen
vrede met de mededeling dat het "Pour les
Français la même chose" is. Dit is een vreselijke
toestand. Ik denk dat het van niet meer dan
correctheid zou getuigen om die omzendbrief in
zijn correcte versie dan ook nog eens in het
Staatsblad te publiceren en dat het niet volstaat
aan het Parlement mee te delen dat hij aan de
gouverneurs wel een goede omzendbrief zal
sturen. De minister zegt dat dergelijke
slordigheden normaal zijn, dat zij zo zijn en het zo
doen. Hij vindt dat het eigenlijk nog vrij goed
meevalt. Ik sta verbaasd. Ik eis dat de minister die
omzendbrief opnieuw publiceert.
Een normale, correcte en ordentelijke
communicatie is één van de elementaire vereisten
van elke regering, zelfs van deze regering. Deze
regering voert communicatie met de burger
trouwens hoog in het vaandel. Volgens mij zou de
minister deze omzendbrief uit beleefdheid al was
het maar ten opzichte van de burger, le citoyen
opnieuw moeten publiceren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
taalvereisten voor politieagenten in de
faciliteitengemeenten" (nr. 4595)
03 Question de M. Bart Laeremans au ministre
de l'Intérieur sur "les exigences linguistiques
pour les agents de police dans les communes à
facilités" (n° 4595)
03.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er
bestaat nogal wat onduidelijkheid over de
praktische toepassing van de taalwetgeving in de
nieuwe politiezones van de faciliteitengemeenten.
Het betreft hier de politiezones Wezembeek-
Oppem-Kraainem en Sint-Genesius-Rode-
Linkebeek-Drogenbos. Uiteraard moeten deze
politiezones gezien worden als gewestelijke
diensten, want de bestuurstaalwetgeving zegt
duidelijk in artikel 32 dat "diensten waarvan de
werking meer dan één gemeente bestrijkt",
beschouwd moeten worden als gewestelijke
diensten. Een verplichte kennis van de andere
landstaal kan daar niet individueel worden
opgelegd aan elke persoon die in dienst wordt
genomen.
Bovendien maken van de twee genoemde
politiezones gemeenten deel uit waar sowieso
geen verplichte kennis van de andere landstaal,
het Frans, kan worden opgelegd. Ik bedoel hier
meer bepaald de gemeenten Wezembeek-Oppem
en Sint-Genesius-Rode.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u het eens bent
met mijn interpretatie. Als gevolg van het
bovenstaande kan de toepassing van de
faciliteitenwetgeving, voor zover die nog nodig is,
in de beide politiezones ten hoogste inhouden dat
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
de politiediensten daar, krachtens artikel 38,
paragraaf 3 van de bestuurstaalwetgeving, zo
georganiseerd worden dat Franstaligen in hun
eigen taal te woord worden gestaan. Het betekent
echter niet dat elke individuele agent het bewijs
moet leveren van kennis van de andere landstaal.
Mijnheer de minister, het zal u misschien
verwonderen dat ik mijn vraag tot u richt. U bent
immers niet echt bevoegd voor deze materie. De
bevoegdheid over de gewone wetgeving op
gemeentelijk niveau ligt bij uw Vlaamse collega.
Het gaat hier immers over een algemene
bevoegdheid, met name de naleving van de
taalwetgeving in bestuurszaken. Dat is iets anders
dan de specifieke bevoegdheid die u als federaal
minister hebt inzake politieaangelegenheden.
Toch denk ik dat u vanuit uw specifieke
bevoegdheid inzake politieaangelegenheden de
betrokken gemeenten kunt wijzen op
bovenstaande evidenties. U hebt toch contact met
die gemeenten, en met die politiezones, als
voogdijminister voor politieaangelegenheden.
Mijnheer de minister, ik wil u enkele concrete
vragen stellen. Ten eerste, hoeveel politieposten
zullen in de vijf genoemde faciliteitengemeenten
overblijven? Waar zullen zij gelegen zijn? Ten
tweede, zult u de duidelijke
bevoegdheidsverdeling respecteren? Zult u
bijgevolg respecteren dat de taalwetgeving correct
wordt toegepast, met name dat in de betrokken
politiezones geen attesten van kennis van de
andere landstaal moeten worden voorgelegd?
03.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega Laeremans, ten eerste, volgens
de wet tot organisatie van een geïntegreerde
politiedienst moet in elke gemeente van een
politiezone minstens één politiepost worden
opgericht. Of er meer dan één politiepost in een
bepaalde gemeente wordt opgericht, behoort tot
het lokale initiatief, binnen de kwaliteitsnormen die
binnenkort zullen worden bepaald.
Ten tweede, de meergemeentenzones die
randgemeenten omvatten, moeten derwijze
worden georganiseerd dat aan de vereisten van
de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen
in bestuurszaken kan worden voldaan. Dit is a
fortiori het geval voor het plaatselijke onthaalpunt
in een randgemeente. Voor de onthaalpunten in
Kraainem, Linkebeek, en Drogenbos betekent dit
dus bovendien dat de personeelsleden die
omgang hebben met het publiek een elementaire
kennis van het Frans moeten hebben.
03.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, zoals ik eerder al zei, ligt de
bevoegdheid voor deze problematiek bij de
Vlaamse minister van Binnenlandse Zaken. Het
zou wel eens kunnen dat hij er een andere visie
over heeft dan u. U zegt uitdrukkelijk dat de
politiemensen individueel een elementaire kennis
van het Frans moeten hebben. De vraag is hoe
men deze kennis gaat testen. De wetgeving laat er
geen twijfel over dat het hier een gewestelijke
dienst betreft.
Over een gewestelijke dienst wordt alleen gezegd
dat deze zo moet georganiseerd zijn dat het
publiek zonder enige moeite te woord kan worden
gestaan in de talen die deze wet voor de
gemeenten uit het ambtsgebied erkent. De
mensen moeten dus te woord worden gestaan.
Van de mensen die het publiek te woord staan
moet worden nagegaan of zij dat in het Frans
doen. Ik neem aan dat dit ook impliceert dat men
niet op voorhand kan nagaan, door een examen
bijvoorbeeld, of zij de Franse taal beheersen.
Indien u dit als bijkomende eis zou stellen, zou dat
het rekruteringsveld voor politieagenten in deze
vijf faciliteitengemeenten ten zeerste beperken.
Bovendien loopt u het risico dat er klachten
worden ingediend tegen dergelijke aanwervingen,
en wordt het in werking treden van de nieuwe
politiestructuur in deze gemeenten vertraagd.
Mijnheer de minister, ik hoop ten stelligste dat u
alleen artikel 38 van de bijzondere wet op het
gebruik van de talen in bestuurszaken toepast, en
dat u voor het overige niet doet opleggen dat zij
uitdrukkelijk een taalexamen hebben afgelegd.
Voor mij is het duidelijk dat dit trouwens bij nieuwe
aanwervingen niet kan worden geëist.
Uw antwoord, mijnheer de minister, laat op dit vlak
jammer genoeg nog enige ruimte voor
dubbelzinnigheid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitblijven van de benoeming van een nieuwe
burgemeester in Voeren" (nr. 4628)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "le retard pris dans la
nomination d'un nouveau bourgmestre à
Fourons" (n° 4628)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb u
onlangs nog ondervraagd over het uitblijven van
de benoeming van de burgemeester in de
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
gemeente Voeren. Ter herinnering, de lijst
Voerbelangen behaalde op de
gemeenteraadsverkiezing van 8 oktober 2000 een
meerderheid. De lijst Retour à Liège diende op dat
moment klacht in omtrent de regelmatigheid van
de verkiezingen. Deze klacht werd uiteindelijk door
de Raad van State verworpen. U hebt toen
geantwoord dat u inzake de voordracht van de
benoeming van de heer Broers tot burgemeester
een gunstig advies had gekregen van de
gouverneur van de provincie Limburg en van de
procureur-generaal van het hof van beroep van
Antwerpen, maar dat er een nieuwe klacht tegen
de heer Broers was ingediend. Daarom had u
opnieuw het advies gevraagd aan de gouverneur
van de provincie Limburg en u zou aan de
procureur des Konings van Tongeren vragen welk
gevolg aan de klacht zou worden gegeven.
Mijnheer de minister, ondertussen escaleert de
situatie. Vorig weekend was er de geplande
verkoop van een aantal woningen die aan het
OCMW in Voeren toebehoren. Men heeft het
voetbalterrein van Voetbalclub Moelingen met teer
en vergif bewerkt. Ik heb gisteren een vraag aan
de minister van Justitie gesteld in verband met het
strafrechtelijk onderzoek. Hij antwoordde dat er
sedert 8
oktober
2000 reeds 8 strafrechtelijke
klachten in behandeling zijn wegens allerlei
terreurdaden die door leden van Retour à Liège
zouden zijn gepleegd.
Mijnheer de minister, de enige manier om dit
opnieuw tot een leefbare situatie te brengen, is zo
spoedig mogelijk een vaste burgemeester te
benoemen. Mevrouw Cahay pleitte daarvoor
gisteren in de commissie voor de Justitie en ik heb
mij daarbij aangesloten. Voeren is een heel mooie
streek. De meeste mensen die daar wonen,
wensen ook rustig te wonen en hebben een grote
aversie tegen het terrorisme dat daar vandaag
wordt gevoerd.
Mijnheer de minister, wat houdt de benoeming van
de heer Broers tot burgemeester tegen? Hij werd
op legitieme wijze tot burgemeester verkozen en
voorgedragen. U kunt niet op basis van elke klacht
die tegen de heer Broers zou worden ingediend de
benoeming van de burgemeester uitstellen. Dit
speelt alleen in de kaart van de Franstaligen die
herrie willen schoppen. Het is belangrijk dat de
burgemeester zo snel mogelijk wordt benoemd
opdat aan die praktijken een einde zou kunnen
worden gemaakt. Mijnheer de minister, kunt u mij
zeggen wanneer de nieuwe burgemeester door de
Koning zal worden benoemd?
04.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de provinciegouverneur van
Limburg heeft mij op 4 mei 2001 de resultaten
meegedeeld van het onderzoek dat werd ingesteld
naar aanleiding van een klacht van de heer
Smeets tegen de heer Hubert Broers.
Op basis van het advies van de procureur-
generaal van 30 november 2000 met betrekking
tot de kandidatuur van de heer Broers voor het
burgemeesterambt kan zij slechts vaststellen dat
betrokkene niet het voorwerp is geweest van
enige vervolging wegens xenofobie of racisme
omwille van bepaalde gedragingen of uitlatingen in
de pers zoals in de klachtbrief wordt beweerd.
Daarnaast zijn de beslissingen omtrent de
verkoop van een aantal huurhuizen en het
bestuursakkoord tussen gemeente en OCMW
beleidsbeslissingen van de gemeenteraad. Geen
enkel element laat de provinciegouverneur toe te
besluiten dat de benoeming tot burgemeester van
de heer Broers in vraag zou moeten worden
gesteld wegens beweerde xenofobie of racisme in
zijnen hoofde. De gouverneur handhaaft derhalve
haar gunstig advies omtrent de benoeming tot
burgemeester van de heer Broers. Aan de
procureur des Konings te Tongeren werd
gevraagd naar de stand van zaken van het
onderzoek naar aanleiding van de klacht van de
heer Smeets tegen de heer Broers. Het antwoord
van de procureur des Konings is nog niet in mijn
bezit. Ik zal mijn standpunt ten opzichte van de
kandidatuur van de heer Broers overeenkomstig -
onder andere - het antwoord van de procureur des
Konings bepalen.
Et je dois vous dire, monsieur Van Hoorebeke,
que j'adopte la même attitude à l'égard de tous les
candidats bourgmestres du royaume. Il est
légitime que mon administration et moi-même
attendions tous les avis qui doivent être rendus et
toutes les réponses qui doivent être données aux
questions, sans aucun préjugé d'ailleurs.
Bien souvent, les autorités judiciaires tardent et je
laisse dès lors un délai raisonnable mais
l'absence de réponse ne m'empêche pas, à
terme, de prendre ma décision. Ce délai
raisonnable n'est pas encore atteint, mais je ne
tarderai plus à prendre ma décision en tenant
compte de tous les éléments à ma disposition. Je
le fais pour les candidats bourgmestres du Nord,
du Sud ou du centre du pays.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de minister, dank u voor dit antwoord. Ik neem
aan dat u inderdaad voor alle benoemingen op
dezelfde manier handelt en dezelfde criteria
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
hanteert. Ik wens te herhalen dat het belangrijk is
dat in Voeren zo snel mogelijk een burgemeester
wordt benoemd, omdat de situatie vandaag
waarschijnlijk onrust in de hand werkt en
aanwakkert. Voorts moet men vermijden dat
telkens opnieuw strafrechtelijke klachten worden
ingediend voor allerlei uit de lucht gegrepen
zaken. Men heeft het gedaan voor racisme en
xenofobie, maar de procureur-generaal heeft
gezegd dat daar geen enkele reden toe is. Het feit
dat men een klacht indient en zo een
strafrechtelijk onderzoek uitlokt, zou steeds de
aanstelling van de burgemeester blijven
bemoeilijken. Dit zou geen goede werkwijze zijn.
Ik heb akte genomen van uw antwoord dat u bij
uitblijven van een antwoord binnen een redelijke
termijn zult overgaan tot voordracht aan de Koning
van de benoeming van de heer Broers tot
burgemeester.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Question de M. Vincent Decroly au ministre
de l'Intérieur sur "les mentions figurant sur le
document officiel délivré aux personnes
régularisées et plus particulièrement la formule
selon laquelle il 'n'autorise pas l'exercice d'une
activité lucrative'" (n° 4624)
05 Vraag van de heer Vincent Decroly aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vermeldingen in het officiële document dat aan
geregulariseerden wordt overhandigd en meer
bepaald de formulering 'laat de uitoefening van
een winstgevende betrekking niet toe'"
(nr. 4624)
05.01 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre,
l'ultime étape, tant attendue aujourd'hui encore
par beaucoup dans notre pays, de la procédure de
régularisation instaurée par la loi du
22 décembre 1999 consiste dans la délivrance par
les autorités communales aux personnes
concernées d'un document appelé CIRE, certificat
d'inscription au registre des étrangers, en fonction
de l'avis favorable de régularisation dont la
commune a été informée.
J'ai trois questions à vous poser sur le libellé de
ce document.
D'abord sur le contenu qui semble être de rigueur
pour l'ensemble des personnes concernées. Au
verso de ce certificat figure, en lettres majuscules
et en caractères gras, une mention traduite en
cinq langues qui me paraît étonnante et pourrait
être de nature à induire les intéressés en erreur
au sujet de leur droit au travail. Je vous la cite:
« Le présent titre n'autorise pas l'exercice d'une
activité lucrative ».
Comment cette mention peut-elle être interprétée
concrètement? Ne contredit-elle pas frontalement
l'excellent arrêté royal pris par Mme Onkelinx,
ministre de l'Emploi, le 15 février 2000, arrêté qui
ajoute à une liste de personnes étrangères
dispensées d'obtenir un permis de travail "les
ressortissants étrangers autorisés au séjour pour
une durée illimitée, en application de la loi du 22
décembre 1999 relative à la régularisation de
séjour...".
Cet arrêté est paru, il est en vigueur. N'y a-t-il pas
dans cette formulation une contradiction ou à tout
le moins une ambiguïté de nature à induire les
personnes concernées en erreur?
Ensuite, comment expliquer qu'en dépit du
caractère illimité du séjour autorisé à ces
personnes régularisées en application de la loi du
22 décembre 1999, ce document présente une
date-limite de validité sur sa couverture?
Enfin, certaines administrations communales
complètent le cadre inférieur du volet arrière du
document en question en estimant utile de
préciser, par exemple, "Régularisation de la loi du
22 décembre 1999". Si la formule est quelque peu
boiteuse sur le plan du français, elle me semble
surtout stigmatiser le détenteur du document, en
portant à la connaissance de tout tiers qui le lit les
conditions dans lesquelles ce titre a pu être
obtenu.
Je me permets de faire un parallèle avec
l'excellente réponse que vous avez fournie, il y a
quelque temps au Sénat, à notre collègue Jean-
Pierre Malmendier sur une question analogue
concernant la naturalisation. Le sénateur vous
interrogeait sur l'opportunité de maintenir sur
certains documents administratifs la mention
"Belge naturalisé". Vous aviez alors répondu que
cela ne vous semblait pas du tout opportun et que
vous engagiez les communes à ne plus ajouter ce
genre d'inscription.
Ne faudrait-il pas appliquer la même logique dans
le domaine qui nous occupe?
05.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je vais essayer d'être aussi sérieux à la
Chambre qu'au Sénat!
Il est exact que sur le document "Titre de séjour
des régularisés", il est mentionné que le titre remis
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
n'autorise pas l'exercice d'une activité lucrative.
C'était déjà le cas pour les documents remis aux
étrangers régularisés, sur la base de l'article 9, §3,
de la loi de 1980. C'est donc déjà une vieille
histoire.
Formellement, cette mention est exacte mais il est
vrai aussi qu'un arrêté royal de la ministre
Onkelinx prévoit que les régularisés, en
application de la loi de 1999, peuvent obtenir
quasi automatiquement un permis de travail à la
condition qu'ils trouvent un employeur. La Région
n'examine pas au préalable le marché du travail. Il
y a à tout le moins un risque d'ambiguïté dans
l'interprétation de cette mention.
Pour éviter que la mention figurant sur le
document, même si elle est formellement
correcte, n'induise en erreur les employeurs
potentiels, je vais demander à mon administration
de préparer un feuillet explicatif sur les droits
d'accès au travail des régularisés, feuillet qui
pourrait, par exemple, être distribué dans les
communes.
Votre question aura en tout cas eu le mérite de
me permettre de clarifier les choses.
05.03 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, j'ai bien entendu la réponse
du ministre et je l'en remercie.
Une autre question portait sur la mention que des
communes apposent au verso du même
document et qui indique à celui qui le lit qu'il s'agit
d'une personne ayant obtenu son séjour en vertu
de la loi de décembre 1999. Cette mention est-elle
légale? Cela correspond-il à une directive que
vous auriez donnée? Ou est-ce laissé à la libre
appréciation des communes?
Dans ce cas-là, comme pour la naturalisation, ne
serait-il pas intéressant de signaler aux
communes que ce genre de formule peut avoir un
caractère stigmatisant pour certaines personnes?
Par exemple, pour un certain nombre
d'employeurs qui voient les choses plus ou moins
approximativement, le fait d'avoir été régularisé
signifie qu'on est passé par une période d'illégalité
en Belgique, alors que c'est loin d'être le cas pour
l'ensemble des personnes régularisées. Beaucoup
d'entre elles sont régularisées sans avoir jamais
réellement perdu le droit de rester en Belgique.
Un peu sur le même mode que ce que vous avez
préconisé en matière de naturalisations, ne
faudrait-il pas faire une recommandation aux
communes pour qu'elles s'abstiennent de faire
une telle mention, dont on ne voit pas l'utilité
concrète?
05.04 Antoine Duquesne, ministre: En effet,
cette mention n'ajoute rien. Les communes
délivrent un titre de séjour à durée indéterminée.
Point à la ligne.
Faire référence à la base légale n'est évidemment
pas inexact. Mais ce n'est nullement
indispensable. Avoir été régularisé n'emporte
aucun déshonneur. Au contraire. On a été
régularisé parce que l'on répond aux critères de la
loi belge et l'enquête d'ordre public a indiqué qu'il
n'y avait aucun obstacle à cela.
Je vais donc aussi réfléchir à ce problème.
05.05 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV): Je
vous remercie, monsieur le ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Mme Karine Lalieux n'est pas
présente.
05.06 Charles Janssens (PS): Monsieur le
président, on m'informe que Mme Lalieux est
actuellement en commission de l'Infrastructure où
elle a posé des questions. On lui répond pour le
moment.
MM. Chabot et Vandeurzen qui doivent poser les
prochaines questions sont présents. Si vous n'y
voyez pas d'inconvénients, je proposerais que l'on
poursuive l'ordre du jour en attendant l'arrivée de
Mme Lalieux.
06 Vraag van de heer Jo Vandeurzen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
verblijf in België van Turkse imams" (nr. 4640)
06 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre
de l'Intérieur sur "le séjour d'imams turcs en
Belgique" (n° 4640)
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik dank
u allen voor uw gastvrijheid en de vriendelijkheid
om mij het woord te geven. Mijn vraag zal zeer
kort zijn.
Ik heb in het verleden al enkele keren de aandacht
gevraagd voor de problemen van de visa voor de
imams. In Midden-Limburg ondervinden enkele
moskeeverenigingen geregeld problemen inzake
de verblijfsvergunning, aangevraagd voor een
Turkse imam. Men signaleert me dat men het
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
visum moeilijk verkrijgt. Men weet niet waar het
probleem zich situeert. Toch vind ik dat de
mensen het recht hebben hun godsdienst op een
behoorlijke manier te kunnen beleven. Dat
veronderstelt dat men de imam, die door de
Turkse overheid betaald wordt en na zijn
verblijfstijd in principe naar Turkije terugkeert, de
toegang verleent tot België. Men zou de mensen
bijstand moeten bieden wanneer het gaat om de
beleving van het geloof.
In Nederland en Duitsland is, naar ik verneem, het
verkrijgen van zo'n visum eenvoudiger.
Vandaar heb ik de volgende vragen.
Is er een specifiek beleid met betrekking tot de
verblijfsvergunning voor een imam? Is dat beleid
restrictiever bij ons dan in de ons omringende
landen? Zijn er in dat verband specifieke
instructies gegeven? Het lijkt me belangrijk dat wij
daarop zicht kunnen krijgen.
06.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, zowel het directoraat-
generaal Wetgeving en Erediensten van het
ministerie van Justitie, bevoegd voor het tijdelijk
aspect van de erediensten, als het Executief van
de moslims van België, zoeken ijverig naar
oplossingen, rekening houdend met verscheidene
specifieke aspecten van de islamitische eredienst,
zoals de erkenning van lokale islamitische
gemeenschappen, de aanstelling en de
benoeming van de imams en leraars voor de
islamitische godsdienst.
In samenspraak met het Executief van de
moslims van België werd een aantal overgangs-
maatregelen uitgewerkt. Zo werd beslist een
machtiging tot voorlopig verblijf af te leveren aan
een bepaald aantal Turkse imams voor de periode
van één jaar, zulks om de continuïteit van de
islamitische eredienst te verzekeren tot 1 januari
2002. Dat is de datum waarop de nieuwe
structuur, uitgewerkt in overleg met het ministerie
van Justitie, in werking zal treden.
Met de consul-generaal van Turkije werd
overeengekomen dat iedere post waarvoor op dit
ogenblik een Turkse imam is aangesteld, verder
zal kunnen worden bemand door een andere
Turkse bedienaar van de eredienst, op
voorwaarde dat de vorige imam definitief het
Belgisch grondgebied heeft verlaten. Dat komt
erop neer dat in principe het huidige aantal niet zal
worden verhoogd en dat elke nieuwe aanvraag,
behoudens de eerder vermelde vervanging, zal
worden verworpen.
De aanvragen tot het bekomen van een
machtiging tot voorlopig verblijf worden derhalve
positief beantwoord indien de hiernavolgende
voorwaarden vervuld zijn.
Ten eerste, een gunstig advies van de
burgemeester van de gemeente waar de moskee
is gevestigd waarin de imam zijn functie bekleedt.
Ten tweede, ontbreken van bezwaren van de
dienst Veiligheid van de Staat.
Ten derde, bezoldiging ten laste genomen door de
Turkse regering.
Ten vierde, de vorige bedienaar van de eredienst
heeft definitief het grondgebied verlaten.
Voor zeventien ingediende visumaanvragen
werden reeds dertien machtigingen toegekend.
Voor de vier andere werd nog geen beslissing
genomen. De reden is dat de vorige imam nog
niet definitief is vertrokken.
Mijn diensten beschikken niet over de nodige
elementen om te antwoorden op uw vraag of het
beleid terzake in ons land restrictiever is dan in
Duitsland of in Nederland.
06.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
minister, ik wil u in elk geval danken voor uw
duidelijk antwoord.
Ik heb maar een bedenking. Dat de vorige imam
eerst het land verlaten moet hebben, lijkt mij
vanuit het standpunt van de overheid, een
begrijpelijke voorwaarde. Vanuit lokaal oogpunt is
dit echter een zeer moeilijke zaak omdat de lokale
gemeenschap soms niet kan instaan voor het
vertrek van iemand die zich elders vestigt en die
niet bereid is om het land vrijwillig te verlaten. Zo
iemand gijzelt eigenlijk de lokale gemeenschap.
Ik begrijp de minister als hij geen valse
verwachtingen wil creëren. Als echter blijkt dat de
lokale gemeenschap geen enkele schuld treft en
alle mogelijke inspanningen deed om deze
persoon ertoe aan te zetten het land te verlaten,
dan hoop ik dat men daar billijk in is en dit niet als
argument gebruikt om de bijstand te ontnemen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de M. Jacques Chabot au ministre
de l'Intérieur sur "les contrats de prévention:
non-respect du partenaire public et légèreté
sociale" (n° 4638)
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
07 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventiecontracten: miskenning van de
overheidspartner en veronachtzaming van het
sociale aspect" (nr. 4638)
07.01 Jacques Chabot (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, je voudrais tout
d'abord vous faire savoir que si mes propos sont
durs, ils ne vous visent pas personnellement je
vous ai d'ailleurs adressé le texte de ma question
la semaine dernière mais un système qui, dans
quelques mois, enverra au chômage neuf
personnes de ma commune et plusieurs dizaines
de leurs collègues en Hesbaye.
Cela étant, je vous signale que c'est par la presse
que les communes et les agents concernés ont
découvert quel sort était réservé aux contrats de
sécurité et de prévention et ce dès 2002.
Si tout le monde ne peut se préoccuper du volet
social, un minimum de respect doit toutefois être
de rigueur dans ce domaine. On se croirait revenu
à l'épisode Renault!
Nous ne pouvons accepter cette manière d'agir
qui est d'ailleurs dénoncée par le gouvernement
lorsqu'elle est le fait du secteur privé. Nous ne
pouvons pas non plus accepter le manque de
transparence dans le processus de décision. En
effet, huit jours avant la parution de l'article du Soir
annonçant le verdict, un délégué du ministère de
l'Intérieur faisait part à ma commune d'une
évaluation positive, ce qui ne faisait que
corroborer le rapport officiel adressé quelques
semaines auparavant.
Nous découvrons aujourd'hui qu'il n'a nullement
été tenu compte de ces évaluations sur la qualité
de l'action alors que la mesure avait pourtant
nécessité le recours à d'éminents spécialistes.
Quel mépris pour tous ceux, fonctionnaires
comme gens de terrain, qui ont longuement
travaillé. Même les rapports du secrétariat
permanent à la politique de prévention, qui est
pourtant l'administration compétente, ont été
ignorés.
En définitive, on se serait basé sur des chiffres
fournis par l'ex-service général d'appui policier. On
aurait donc ainsi préféré des critères dits objectifs
comme la population, les chiffres de criminalité et
socio-économiques.
Si j'emploie le conditionnel, c'est parce que je ne
peux m'empêcher de sourire quand je découvre le
nom de certaines communes (Uccle, Knokke-le-
Zoute) qui ont été choisies pour bénéficier des
nouveaux contrats alors que leur importance est
pourtant similaire aux communes qui font l'objet
de ma préoccupation. La prévention Up to date
vise-t-elle désormais à protéger les riches plutôt
qu'à éduquer les populations défavorisées
socialement. J'ai la faiblesse de le croire.
Tout cet ersatz d'approche scientifique et d'équité
est - personne ne s'y trompera - tout le contraire
d'un encouragement à ceux qui ont obtenu de
bons résultats en matière de criminalité et de
réinsertion de chômeurs ou de minimexés.
Désormais pour espérer un subside, faudra-t-il
laisser se dégrader à nouveau la situation? Des
communes comme Amay, pionnière en la matière,
Ans et Flémalle appartenant à une banlieue
liégeoise touchée par les reconversions
économiques, Visé en plein sur la route des
touristes de la drogue vers Maastricht ou encore
Comblain et Waremme, deux communes invitées
à Bruxelles, il y a deux ans à peine, pour expliquer
en public les résultats particulièrement bons de
leur contrat, toutes ces communes sont rayées du
paysage. Comment le comprendre? Comment
quand on sait en plus qu'à la demande du
ministère, Waremme, comme ce fut d'ailleurs le
cas pour Comblain, certaines communes de
l'arrondissement de Liège et cinq communes de
l'arrondissement de Huy, a étendu l'action
préventive à toute la zone interpolice. Comment
comprendre que, contrairement à toute logique,
on n'ait pas considéré l'ensemble de cette zone
(31.000 habitants) lorsqu'il a fallu statuer sur notre
cas?
La tutelle demande un effort et lorsqu'il s'agit de le
prendre en compte, elle feint d'oublier cette
sollicitation.
Pour toutes ces raisons, monsieur le ministre,
nous refusons de croire que l'avis diffusé dans la
presse est définitif car cela constituerait un
revirement à 180 degrés non argumenté, un coup
dans le dos, une attaque par l'arrière.
La réforme des polices, aux yeux de certains de
mes collègues, aurait pu mériter la carte jaune. Ici,
je voudrais siffler hardiment la carte rouge. Mais
nous ne sommes pas l'arbitre.
Ma question est la suivante, monsieur le ministre.
Le match était-il arrangé à l'avance? Sans retour à
la faute, je ne pourrais pas faire confiance à
l'arbitre en ce qui concerne une pénible phase de
jeu telle que celle-là.
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
07.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, M. Chabot est un supporter passionné.
Et tous les supporters passionnés tiennent
souvent des propos excessifs.
En effet, nous avons décidé de prolonger les
contrats jusqu'à la fin de l'année, pour permettre à
chacun de prendre ses dispositions. Nous avons
eu de longues discussions au sein du
gouvernement quant au système idéal auquel
nous devions arriver. Et un certain nombre de
ministres
appartenant d'ailleurs à votre
formation politique
, qui sont eux-mêmes
bourgmestres c'est vous dire s'ils connaissent la
réalité de la criminalité et la réalité socio-
économique
, ont apporté une contribution
importante au système objectif qui a finalement
été retenu.
Avant de faire part de la décision, encore fallait-il
qu'elle soit prise. Je viens de signer les courriers
personnalisés que j'adresse à chaque
bourgmestre concerné pour l'informer de l'avenir
de son contrat à partir de 2002. Mais pour cela, il
était nécessaire de disposer de la notification de la
décision, ainsi que de précisions quant au "plan
drogue".
Je peux comprendre votre désappointement,
puisque votre commune est rayée de la liste des
communes bénéficiaires d'un contrat de sécurité
ou de prévention. Mais je voudrais rappeler qu'un
contrat de sécurité ou de prévention ne doit pas
être considéré comme une rente éternelle au
profit de certaines communes. Il y va de la
solidarité entre les communes face aux problèmes
d'insécurité ou de fragilisation du statut social. Il
est nécessaire que les mandataires communaux
admettent enfin que certains crédits, dont leur
commune a bénéficié, puissent être affectés à
d'autres communes qui connaissent une situation
d'insécurité inquiétante ou une dégradation de la
situation économique et sociale et qui n'ont pu,
jusqu'à présent, bénéficier de moyens, ou de
moyens suffisants, via les contrats de sécurité et
de prévention. L'octroi d'un contrat ne constitue
par conséquent en rien une récompense. Cela
témoigne des difficultés que rencontre une
commune à faire face à la progression de la
criminalité urbaine.
Vous devriez ainsi plutôt être satisfait de ne plus
retrouver Waremme parmi les communes
bénéficiaires. Cela signifie que la situation dans
votre commune, du point de vue de la criminalité
comme de celui des indicateurs socio-
économiques, est meilleure que celle qui règne
dans beaucoup d'autres communes. Et rassurez-
vous, ce ne sont ni Uccle, ni Knokke-Heist qui
percevront les moyens qui vous étaient alloués,
mais des communes comme Boussu et Peruwelz,
où vous n'êtes pas sans savoir que la situation
n'est guère brillante.
C'est en ce sens que le gouvernement a décidé,
en Conseil des ministres du 4 mai 2001, de revoir
la sélection des communes et la répartition des
moyens sur une base objective. Si certains
peuvent contester le choix de cette méthode, elle
a en tout cas le mérite d'être impartiale. Cette
sélection objective a ainsi consisté à prendre
d'office les villes de 60.000 habitants ou plus qui
connaissent des problèmes de quartiers auxquels
peuvent répondre les contrats de sécurité et de
prévention, et à sélectionner un nombre limité de
communes en fonction de trois paramètres: un
critère de population, les chiffres de criminalité et
un critère socio-économique.
Je vous invite d'ailleurs, comme l'ont déjà fait
plusieurs députés et bourgmestres, à venir
consulter à mon cabinet les données qui ont été
utilisées et le mécanisme de sélection. Je suis
également disposé à vous donner tous les détails
que vous souhaitez dans le cadre d'une réponse
écrite, parce que les choses sont claires,
transparentes et parfaitement avouables.
Pendant de nombreuses années, l'octroi d'un
contrat fut le fait du prince. Aujourd'hui, la
sélection des communes est faite sur la base de
règles. Je prends acte avec regret que vous êtes
un partisan de l'ancien régime.
Enfin, je voudrais insister sur le fait que prétendre
que l'évaluation favorable des contrats, dont vous
vous faites le porte-parole, n'a servi à rien, est
inexact.
En effet, d'autres niveaux de pouvoir, comme la
Région, pourraient reprendre à leur compte
certains projets que le ministère de l'Intérieur ne
pourra plus financer parce que,
malheureusement, les moyens n'ont pas
augmenté.
Sur ce point, j'ai dès à présent vous êtes un peu
injuste à mon égard entamé des démarches
auprès des régions afin qu'elles envisagent de
reprendre les projets évalués positivement par
mes services.
Comme je l'ai dit à M. Detremmerie samedi
dernier à Mouscron, parce qu'il se trouve dans la
même situation, je vous assure que je défendrai
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
l'évaluation positive de ces dossiers auprès des
autorités régionales avec la même objectivité.
07.03 Jacques Chabot (PS): Je voudrais
brièvement faire une mise au point en ce qui
concerne le début de ma question, monsieur le
ministre.
J'ai bien dit que je ne vous vise pas
personnellement, soyez-en convaincu. Je vise un
système qui mettra au chômage.
Par ailleurs, vous ne pourrez pas m'empêcher de
regretter la forme utilisée, même si un courrier
part maintenant. Dans un domaine aussi sensible
que celui-là, il est en effet désagréable de devoir
avertir ses collaborateurs sur base d'un
communiqué de presse.
Enfin, vous avez dit que vous prendriez les projets
de qualité pour servir d'exemple dans d'autres
régions. La question très précise que je vous pose
est celle-ci: pouvez-vous également envisager de
reclasser le personnel qui a travaillé dans le cadre
de ces contrats depuis près de neuf ans et qui est
donc un personnel de qualité? Vous me répondrez
évidemment qu'il y va de l'autonomie communale,
ce que je comprends très bien, mais, dans ce cas,
pourriez-vous faire cette suggestion aux
communes?
07.04 Antoine Duquesne, ministre: Nous nous
efforçons d'offrir des opportunités aux membres
du personnel qui se spécialisent en matière de
sécurité.
Précisément, un des efforts que nous voulons
faire en matière de recrutement dans le cadre des
nouveaux contrats de sécurité, c'est introduire des
exigences qualitatives au niveau du personnel,
c'est-à-dire que l'on recrute des personnes qui
peuvent apporter quelque chose dans une
campagne de ce type.
Par ailleurs, puisque nous savons que nous ne
pourrons jamais accorder des contrats de sécurité
et de prévention à toutes les communes du
Royaume, on devrait pouvoir organiser un
minimum de mobilité d'une zone à l'autre et au fur
et à mesure de l'évolution des contrats. Ce dernier
point dépend toutefois des autorités locales.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Intérieur sur "l'ajustement budgétaire et le vote
automatisé" (n° 4655)
08 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
begrotingsaanpassing en het geautomatiseerd
kiessysteem" (nr. 4655)
08.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur
le président, monsieur le ministre, on retrouve,
dans deux postes différents du budget, des
dépenses liées à l'organisation du vote
automatisé.
J'ai essayé de faire une estimation du coût du vote
automatisé ces dernières années mais ce n'est
pas facile. Je souhaiterais disposer de données
plus fines puisqu'un des deux postes contient
aussi l'organisation du vote de manière plus
générale.
Il faut bien constater que plus ou moins 480
millions ont été dépensés en 1999 pour la mise en
place de ce vote automatisé, 250 millions en
2000, 64 millions en 2001 et pour 2002 des
sommes relativement peu importantes. Par
contre, pour 2003, on passe de nouveau à environ
520 millions et à un montant à peine moins élevé
en 2004. Les sommes en jeu sont donc assez
importantes.
Dans le budget des dépenses 2001, un montant
de 62,6 millions était affecté au poste des
dépenses relatives aux opérations concernant la
mise en place d'un système de vote automatisé et
la note explicative précisait: "Après les élections
communales et provinciales du 8 octobre, il sera
procédé à une nouvelle évaluation du système du
vote automatisé."
Le crédit était prévu pour la réception d'un
nouveau logiciel unique pour les systèmes de vote
automatisé et pour la totalisation des votes.
Vous demandez le report d'une partie de ce
montant budgétaire suite à un avis négatif rendu
par l'inspection des finances. Le budget
"dépenses électorales", est prévu pour
l'organisation des élections mais également pour
la maintenance des logiciels.
Dans l'ajustement budgétaire 2001, vous nous
proposez d'augmenter le budget "dépenses
électorales", qui était très faible, de 39 millions,
dont 10 qui viennent de 2000 et qui sont reportés.
Le but est de remplacer les batteries, adapter le
software, trouver un nouvel algorithme de
sécurité.
Au-delà des chiffres importants au niveau
financier mais moins au niveau politique au sens
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
idéologique, il me paraît peut souhaitable que
l'Etat fédéral investisse encore dans le système de
vote automatisé, avant d'avoir une réelle réflexion
sur ce système. Une évaluation uniquement
technique ne suffit pas.
Les préoccupations citoyennes portent en effet
autant sur les difficultés de procédure que sur le
principe même de ce système et de son contrôle
citoyen. Le collège des experts a pu formuler une
série de remarques. Par exemple, il estimait utile
que le code-source des systèmes de vote
électronique soit rendu public intégralement. Les
investissements prévus tendent-ils à cette
publication? Le collège a aussi constaté que bien
que le ministère soit formellement propriétaire du
système de vote électronique, il est entièrement
dépendant des firmes qui les ont livrés.
La connaissance des systèmes ne peut
certainement pas être abandonnée au seul
secteur privé car cela mettrait l'autorité publique
hors d'état d'exercer un contrôle adéquat sur des
systèmes dont elle est propriétaire mais dont la
représentation démocratique des citoyens
dépend.
Les investissements programmés dans le budget
permettent-ils d'atteindre cette indépendance vis-
à-vis des entreprises privées?
Le collège termine son rapport en exprimant le
souhait que d'ici les prochaines élections, des
modifications fondamentales soient introduites en
tenant compte des recommandations afin
d'accroître la convivialité, la sécurité, la fiabilité,
mais aussi la possibilité d'un contrôle
démocratique du vote automatisé.
Un autre avis intéressant vient du tribunal de
première instance de Bruxelles. Celui-ci a donné
raison à des plaignants en septembre 2000. Ceux-
ci s'inquiétaient de la fiabilité démocratique du
vote électronique. Le juge a estimé que le
ministère de l'Intérieur qui organise les contrôles
du vote électronique ne constitue pas une autorité
indépendante. Les experts ne peuvent effectuer
que des contrôles par sondages, particulièrement
limités puisqu'ils ne sont que neuf.
Le juge ajoute: "Ces apparences sont troublantes
au regard de l'exigence d'élections honnêtes. Ce
collège d'experts ne peut donc être considéré
comme une instance indépendante du pouvoir en
place". Il continue en disant: "Il paraît évident que
les droits garantis par l'article 25 B du pacte
international de New York, relatif aux droits civils
et politiques sont incompatibles avec un système
où les erreurs et les fraudes ne pourraient être
détectées que par le pouvoir en place au moment
des élections et non par des instances ou des
personnes indépendantes."
Donc, même si le juge admet que le législateur a
essayé d'améliorer le système, l'exigence
fondamentale d'une possibilité de contrôle
indépendante du pouvoir exécutif n'est pas
rencontrée.
Ce jugement vous a certainement fait réfléchir et
j'espère que l'on va pouvoir envisager la suite à
donner à ce jugement.
Est-il vraiment opportun de continuer à investir
dans un matériel et dans des logiciels qui ne
permettent pas de répondre aux exigences
démocratiques minimales indispensables?
08.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, en vue du
développement d'un logiciel unique pour tous les
systèmes de vote automatisé et pour la
totalisation des votes, un crédit d'engagement de
62,6 millions était inscrit au budget de l'exercice
2000 et un crédit d'ordonnancement d'un même
montant au budget de l'exercice 2001.
En réponse à l'appel d'offres général, trois
soumissions furent introduites, toutes trois
entachées d'une irrégularité au regard de la
législation sur les marchés publics. J'ai alors
décidé de clôturer la procédure d'appel d'offres
général et de passer en procédure négociée avec
les trois soumissionnaires. Il en résulte que deux
soumissions furent présentées. Après
dépouillement de celles-ci, l'administration a fait
une proposition d'attribution qui fut soumise à
l'Inspection des Finances le 7 décembre 2000.
L'Inspection des Finances a estimé que
l'administration, dans la préoccupation de pouvoir
engager, avant la date limite, le crédit à charge de
l'exercice 2000, n'avait pas suffisamment
approfondi les différentes hypothèses et fait usage
de son droit de négociation avec les
soumissionnaires. Dans ces conditions,
l'Inspection des Finances a émis un avis
défavorable, mais ne s'opposait pas à un report
du crédit en 2001. C'est ainsi que lors du contrôle
budgétaire 2001, la réinscription d'un crédit
d'engagement de 62,6 millions de francs a été
demandée, ainsi que le report du crédit
d'ordonnancement du même montant de 2001 à
2002.
Les dépenses en 1999 pour l'organisation des
élections simultanées du 13 juin 1999, s'élevaient
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
à 214, 2 millions de francs, et celles pour
l'organisation des élections provinciales et
communales du 8 octobre 2000, à 217,8 millions
de francs belges.
Les crédits prévus dans les estimations
pluriannuelles, sous réserve d'approbation, pour
l'organisation des élections de 2003 et 2004, sont
respectivement de l'ordre de 540 et 440 millions
de francs belges. Ces montants ne concernent
évidemment pas exclusivement le vote
automatisé, mais comportent d'autres postes
importants, tels que les jetons de présence et les
frais de déplacement des membres des bureaux,
les frais de déplacement des électeurs, la collecte
et la diffusion des résultats électoraux, le vote des
Belges à l'étranger, etc.
L'augmentation de 39 millions de francs belges en
2001 est demandée en vue de remplacer les
batteries dans le matériel Digivote de la première
génération, de mettre en oeuvre le nouvel
algorithme de sécurité dans les logiciels de vote et
d'apporter les adaptations nécessaires dans le
logiciel de désignation des candidats élus et de
répartition des sièges par suite de la modification
de la loi en matière de règle de dévolution.
Les codes sources des logiciels utilisés lors des
élections simultanées du 13 juin 1999 et des
élections provinciales et communales du 8
octobre 2000, comme je m'y étais engagé, sont
disponibles sur cd-rom et sont également
accessibles via Internet sur le site «élections» de
mon département.
En vue de remédier à la dépendance vis-à-vis
des
firmes, l'administration a acquis des
environnements de développement des différents
logiciels, ce qui permettra à son personnel de
posséder une connaissance plus approfondie de
ces logiciels. En ce qui concerne le logiciel unique
de vote, il entre dans l'intention de l'administration
de prendre en mains propres la gestion de celui-
ci. A cet effet, une cellule spéciale a été prévue
dans les propositions d'extension de cadre qui
sont actuellement soumises aux instances de
contrôle.
Et enfin, la publicité des codes sources, la mise en
oeuvre d'un nouvel algorithme de sécurité et la
possibilité pour l'électeur de visualiser son vote
émis, sont des éléments de nature à renforcer la
transparence et la fiabilité du système.
Les arrêts rendus par le Conseil d'Etat les 2
février et 4 avril derniers, et dont je vous conseille
la lecture, en cause des élections communales à
Bruxelles et à Ixelles, réfutent toutes les
objections qui ont été émises, notamment dans
l'ordonnance de référé du tribunal de première
instance du 15 septembre 2000, à l'encontre du
vote automatisé et de son prétendu manque de
transparence.
Dans l'arrêt relatif aux élections communales
d'Ixelles, le Conseil d'Etat relève entre autres
qu'aucun élément concret de nature à démontrer
le manque d'indépendance du collège d'experts
n'est avancé par le requérant. La haute juridiction
administrative précise que l'organisation du vote
automatisé telle qu'elle résulte de la loi du 11 avril
1994 n'est en aucune façon contraire au Pacte
international de New York relatif aux droits civils et
politiques.
Elle ajoute enfin que cette procédure de vote
n'entrave en rien la liberté de vote.
Enfin, j'ai déjà annoncé à votre commission que je
vais très prochainement le dossier est prêt
faire part au gouvernement des préoccupations
diverses et parfois contradictoires exprimées par
les parlementaires en la matière. Sur la base du
rapport très complet et très objectif que j'ai
préparé, le gouvernement prendra alors ses
responsabilités.
08.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Monsieur
le président, j'apprécie toutes les avancées
techniques et le fait que le gouvernement se
penchera bientôt sur cette question. Je
m'interroge cependant d'autant plus sur la
nécessité de poursuivre cette fuite en avant et
d'investir tant qu'on n'a pas décidé si on veut ou
non continuer dans cette voie.
Monsieur le ministre, je vais vous demander par
écrit les budgets détaillés de chaque année pour
pouvoir mieux cerner ce qui est vote automatisé et
ce qui ne l'est pas. Dans les budgets tels qu'ils
nous sont présentés actuellement, il est difficile
aux parlementaires de s'y retrouver.
08.04 Antoine Duquesne, ministre: Vous les
aurez, madame. Nous ne sommes pas lancés
comme un train dans le brouillard. Tout cela
fonctionne sur la base de la loi de 1994, des lois
subséquentes qui l'ont modifiée et de l'accord des
administrations communales concernées.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Karine Lalieux au ministre
de l'Intérieur sur "la procédure de
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
09 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4637)
09.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, j'avais souhaité
poser cette question sous forme de question
d'actualité jeudi dernier mais on m'a répondu que
des interpellations sur ce sujet auraient lieu cette
semaine en commission. Or, je constate que ce
n'est pas le cas et que bon nombre d'entre nous
confondent encore la politique d'asile et la
politique de régularisation, cette dernière faisant
l'objet de ma demande. Je ne tiens évidemment
pas le ministre responsable de cette situation.
Ma question était donc d'actualité jeudi dernier
mais le gouvernement a pris des décisions
vendredi et j'en ai pris connaissance dans la
presse. Par rapport à toute la problématique du
retard pris par les commissions de régularisation
et par rapport à la procédure elle-même, je ne vais
pas rappeler tous les préalables afin d'être brève.
Monsieur le ministre, quelles sont les mesures
prises par le gouvernement? Combien de temps
cela va-t-il encore durer? Les chambres qui
avaient été nommées par un arrêté du
gouvernement le 30 mars dernier sont-elles mises
en place? Ces mêmes chambres et les greffes
seront-ils renforcés par du personnel administratif
qui compensera les départs des personnes
arrivant en fin de contrat le 30 juin prochain? Etes-
vous parvenu à prolonger tous les contrats?
J'ai appris entre-temps que nombre de personnes
régularisées sont aujourd'hui enregistrées dans
nos communes en qualité d'apatrides. Faut-il bien
procéder de cette manière? Si non, il faudrait
éclairer les communes car cette forme
d'enregistrement a des conséquences: droit au
minimex et remboursement par l'Etat de 50 à 65%
en fonction de certains critères. Cet aspect des
choses ne figurait pas dans ma question initiale et
je comprendrais que vous me répondiez plus tard.
09.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, madame Lalieux, en ce qui concerne
votre dernière question, je procéderai à des
vérifications.
Pour le reste, vous savez, je l'espère, que je fais
des efforts exceptionnels pour mener cette
opération de régularisation à son terme. A cet
effet, des moyens très importants ont été
engagés: des moyens financiers
plusieurs
centaines de millions , des moyens en personnel,
en locaux et en équipements. Je continue dans
cette voie car je sais que ceux qui attendent une
décision peuvent éprouver un grand sentiment
d'inquiétude.
Pour faciliter les choses, je vais écrire à chaque
candidat à la régularisation, où qu'ils en soient
dans la procédure, afin de leur expliquer
personnellement que ce n'est pas parce que la
procédure rencontre certains contre-temps qu'ils
doivent croire pour autant qu'ils sont déboutés de
celle-ci ou que leur dossier aurait été perdu de
vue. En deux ans, on aura terminé toute
l'opération de régularisation qui concerne plus de
52.000 personnes, alors qu'il en était question
depuis de très nombreuses années. J'ai donc
peine à comprendre certains discours.
Quant à la perte de crédibilité que j'infligerais à la
Belgique du fait des retards, je tiens à rappeler
que la date du 1
er
juillet 2001 n'est fixée dans
aucun texte légal ou réglementaire, ni ne constitue
une obligation dans mon chef. Je le précise, à la
suite d'une observation qui avait été formulée à
bon escient par le Conseil d'Etat. C'est un objectif
opérationnel qui a été assigné à la commission,
en tenant compte de ses importants moyens et
après plusieurs mois de fonctionnement de celle-
ci. Ce plan de gestion n'avait rien d'irréaliste.
Que des dizaines de milliers d'ordres de quitter le
territoire n'aient par contre pas été exécutés en
manière telle qu'il ait fallu se résoudre à cette
opération de régularisation nuit beaucoup plus
gravement à la crédibilité des autorités belges que
celle qui résulterait de ce contre-temps.
Il est vrai que le secrétariat surcharge les
chambres avec un trop grand nombre de dossiers
qui devraient me parvenir directement, sans
passage par celles-ci, cela soit à la faveur de la
procédure visant les dossiers fondés prima facie,
soit parce que les dossiers sont incomplets au
sens de la loi. Je ne cesse de répéter ce message
à l'intention du secrétariat. Par une lettre du
30 avril dernier, je lui ai envoyé des suggestions
très concrètes pour y parvenir. Et le 11 mai
dernier, c'est le gouvernement tout entier qui lui a
solennellement adressé ce message. J'observe
que certains essaient de se parer des plumes du
paon. A mon âge, j'ai appris que cela faisait partie
des règles du jeu, même si elles sont quelque peu
injustes.
A cet égard, j'observe qu'en général, les mesures
décidées récemment par le gouvernement pour
faire avancer le processus de façon décisive sont
celles que, moi-même, je n'ai cessé de prôner.
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Tout cela fait l'objet de documents qui figurent au
niveau des actes gouvernementaux.
Je suis heureux de constater qu'à présent, le
gouvernement, dans son ensemble, me rejoint et
m'apportera le concours nécessaire pour arriver à
nos fins.
Je souhaiterais toutefois que, dans cette affaire,
chacun tire dans le même sens et que personne
ne tache de faire un fonds de commerce des
difficultés rencontrées par les candidats à la
régularisation. Pour être tout à fait franc, c'est une
impression que j'éprouve parfois en lisant les
déclarations de certains.
La nomination de magistrats supplémentaires a
été accomplie par arrêté royal, signé le 2 avril
dernier et publié récemment. Le recrutement des
greffiers supplémentaires est sur le point d'être
finalisé. Mais pour accélérer les choses, la
commission de régularisation ne pourrait-elle pas
affecter à ces nouvelles chambres quelques-unes
des 66 personnes déjà affectées à des fonctions
de greffe auprès des chambres? Evidemment, à
chaque instant, le ministre devrait pouvoir tout
faire du jour au lendemain, si ce n'est dans
l'heure!
Pour ce qui est des mouvements de personnel, je
tiens tout d'abord à dire que ce phénomène est
exagéré et surtout que ces mouvements sont
sans rapport avec la productivité trop basse du
secrétariat. Ces mouvements de personnel ne
l'expliquent pas. Moins de cinq places vacantes
figurent au cadre. Je déplore que certains veuillent
profiter de la nécessité, unanimement reconnue,
d'achever l'opération pour poser des exigences
maximalistes à l'égard du ministre. Ces personnes
savent pourtant que je mets tout en oeuvre pour
les apaiser quant à leur avenir professionnel. Mais
là aussi, le gouvernement a pris les choses en
mains: les personnes obtiendront que leur contrat
soit prolongé, dans un premier temps à la
commission de régularisation, ensuite à l'Office
des étrangers, notamment.
J'en viens à l'attitude de certains magistrats de la
commission de régularisation. Dans le document
que vous m'avez envoyé, vous jugez qu'ils sont
trop répressifs pour la raison que ceux-ci
accuseraient d'autres magistrats d'être trop
laxistes.
09.03 Karine Lalieux (PS): Je n'ai pas dit qu'ils
étaient trop répressifs, mais qu'ils créaient un
climat malsain.
09.04 Antoine Duquesne, ministre: Si cette
opération avait été assurée par le ministre seul,
vous pouvez être certaine que nous n'en serions
pas là.
Je n'ai absolument aucun pouvoir d'influence sur
ces magistrats, qu'on les considère comme
laxistes ou répressifs. Toute l'originalité de cette
opération de régularisation résidait d'ailleurs dans
le fait qu'on a voulu la confier à des organes
totalement indépendants. Ce n'est donc pas au
ministre de l'Intérieur qu'il faut demander des
comptes pour les agissements de tel ou tel
magistrat, qui déplairaient aux uns ou aux autres.
Dieu soit loué, il y a un équilibre dans tout cela,
parce que d'une certaine manière, des jugements
injustes existent tous azimuts.
Je ferai toutefois observer que les chambres ont
dégagé, à l'intention du secrétariat et d'elles-
mêmes, des règles de jurisprudence formalisées
dans des procès-verbaux d'assemblée générale.
J'espère que pour préserver l'unité de leur
jurisprudence et l'égalité de traitement entre les
candidats ce qui est une question d'honnêteté -,
les chambres tentent de ne pas trop s'en écarter.
Enfin, mon chef de cabinet n'a jamais tenté de
rejeter une quelconque responsabilité sur le
premier président de la commission de
régularisation. Il n'en reste pas moins vrai que
l'attitude des chambres, notamment en termes de
productivité, est insatisfaisante, ce que confirme
du reste M. Coppens. Mais nul ne songerait à
stigmatiser plus particulièrement M. Coppens de
cet état de chose. Il a d'ailleurs été empêché ces
derniers mois de participer aux travaux de la
commission pour des raisons de maladie grave.
De surcroît, ce dernier paraît très conscient des
obstacles entravant le fonctionnement optimal des
chambres. Des pistes ont d'ailleurs été
envisagées avec lui pour améliorer les choses
dans un esprit ouvert, franc et constructif.
Donc, dans quelques mois, toute cette opération
sera terminée. Plus de 80% des demandeurs
auront été régularisés. Et je pourrai me féliciter
d'avoir réalisé ce qui avait été promis par le
gouvernement.
09.05 Karine Lalieux (PS): Monsieur le
président, je remercie le ministre de sa réponse.
J'espère que nous pourrons tous nous féliciter
dans quelques mois, surtout si le programme est
réalisé rapidement, si les commissions continuent
à faire diligence et s'il n'y a pas un rejet de la
responsabilité sur l'un ou l'autre, ce que je n'ai pas
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
fait dans mon intervention. Je n'ai pas accusé un
des magistrats d'être trop répressif. J'ai
simplement dit qu'il avait créé un climat malsain
au sein des commissions en portant un jugement
sur d'autres magistrats. Pour ma part, je ne porte
de jugement ni sur les uns ni sur les autres. Il faut
travailler ensemble et adhérer au plan et aux
objectifs du gouvernement, ce qui n'a pas été le
fait de tout le monde au sein de cette commission.
Et c'est vous, monsieur le ministre, le garant de
cette adhésion.
09.06 Antoine Duquesne, ministre: Ma
détermination a toujours été totale et elle le reste,
madame.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
nationaal veiligheidsplan" (nr. 4658)
10 Question de Mme Fauzaya Talhaoui au
ministre de l'Intérieur sur "le plan fédéral de
sécurité" (n° 4658)
10.01 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
enkele maanden geleden circuleerde in ons
Parlement een ontwerpversie van het nationaal
veiligheidsplan dat wij op een zeer interessante
avond in de commissie voor de Justitie hebben
besproken. Intussen heb ik vernomen dat dit
nationaal veiligheidsplan stilletjesaan wordt
geïmplementeerd zonder dat wij er in het
Parlement een definitieve versie van hebben
gezien. Bij het lezen van dat plan heb ik ook
kunnen constateren dat er geen aparte plaats is
ingeruimd voor zware milieucriminaliteit hoewel
in
het federaal veiligheidsplan zware
milieucriminaliteit een van de belangrijkste
prioriteiten van deze regering is. De zware
milieucriminaliteit is van het federale niveau
verdwenen en naar het lokale niveau verschoven.
Mijnheer de minister, ik kom tot mijn vragen. Bij de
aanvang van de opstelling van het federaal
veiligheidsplan was overeengekomen om dit plan
in de twee commissies te bespreken, zowel in de
commissie voor de Justitie, wat we in eerste
instantie hebben gedaan, als in de commissie
voor de Binnenlandse Zaken. Wat is het statuut
van het nationaal veiligheidsplan zoals het op dit
moment wordt geïmplementeerd en bestaat er al
dan niet een definitieve versie van? Zo ja, waarin
wijkt deze af van de ontwerpversie? Zo neen,
wanneer krijgen wij daarvan een versie te zien in
het Parlement? Wanneer zullen wij de definitieve
versie ontvangen zodat de implementatie ervan
kan plaatsvinden?
10.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, mijn antwoord zal kort zijn.
Het Nationaal Veiligheidsplan is van het grootste
belang voor de uitwerking en de opvolging van
een federaal veiligheidsbeleid, want het is een
weergave van de middelen en de concrete
doelstellingen van het algemene beleid inzake
politie en van de coördinatie van het federale en
lokale politiebeheer.
Het was natuurlijk onmogelijk een volledig plan uit
te werken, aangezien de federale politie toen nog
niet in werking was. Er heerste nog onduidelijkheid
over de definitieve structuur, de
personeelsverdeling bij de politie en een aantal
materiële gegevens. Die krachtlijnen werden
nochtans uitgewerkt om een antwoord te bieden
op wat wettelijk werd bepaald. Ze vormen een
eerste stap naar een volledig nationaal plan.
Ondanks deze beperkingen leg ik er de nadruk op
dat het de eerste keer is dat sommige
veiligheidsproblemen worden aangepakt door het
bepalen van prioriteiten.
Le document qui a été transmis ne constitue
absolument pas un projet. Je dirais plus volontiers
que c'est un plan-test. Nous avons introduit les
premiers éléments, ils ne s'y trouvent pas tous.
Les choses devront être complétées au fur et à
mesure. Nous l'avons envoyé au parlement et il y
a eu une discussion en commission de la Justice
de la Chambre. Une discussion très dense et très
riche a également eu lieu au Sénat, au sein de la
commission de l'Intérieur. Le ministre de la Justice
et moi-même avons eu l'occasion d'expliquer à la
fois le contenu du plan et son caractère
nécessairement limité pour les raisons que je
viens de rappeler. Il y en a une que je n'ai pas
indiquée mais qui est très importante dans le
système définitif: il y aura une interactivité entre le
plan national d'une part et les plans locaux de
sécurité. Tout cela va se faire progressivement.
Overeenkomstig de wettelijke eisen zal het
volgende plan over twee jaar klaar zijn.
Ceci est donc un premier instrument de travail, qui
est à la disposition des magistrats et des services
de police, qui doivent bien entendu s'en inspirer.
10.03 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, indien ik het goed heb
begrepen, wordt het definitieve plan nu volop
geïmplementeerd. Waarschijnlijk heb ik mij vergist
omdat ik dacht dat het in deze commissie nog aan
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
bod moest komen. U hebt nu gezegd dat het
reeds in de commissie voor de Binnenlandse
Zaken van de Senaat is besproken. De minister
van Justitie heeft mij gisteren gezegd dat het plan
definitief is en dat de commissies voor de
Binnenlandse Zaken en voor de Justitie het plan
hebben besproken en goedgekeurd. De collega's
van de commissie voor de Binnenlandse Zaken
hebben mij echter geïnformeerd dat het plan in
deze commissie nog niet werd besproken.
10.04 Antoine Duquesne, ministre: C'est le
premier plan national de sécurité. Je me suis
toujours tenu à la disposition du parlement à qui
j'ai envoyé ce plan. J'ai été convoqué, ainsi que le
ministre de la Justice, devant la commission de
l'Intérieur du Sénat. Les débats ont duré une
matinée entière et la discussion fut fort
intéressante.
10.05 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, misschien kunt u mij
helpen? Was het de bedoeling dat dit in de
commissie voor de Binnenlandse Zaken of in de
commissie voor de Justitie zou worden
besproken? Of had het geen belang in welke
commissie dit gebeurde?
De voorzitter: Mevrouw, het is inderdaad zo dat
niet alleen in de intentieverklaring maar ook in
tekst nadrukkelijk is gezegd dat dit plan in het
Parlement moet worden besproken. De twee
bevoegde commissies zijn de commissie voor de
Binnenlandse Zaken en deze voor de Justitie. Er
is evenwel een probleem dat ook reeds werd
besproken in de Conferentie van voorzitters. Dit
nationaal veiligheidsplan is eigenlijk maar definitief
en klaar voor bespreking in het Parlement nadat
de Nationale Politieraad zich daarover heeft
uitgesproken. Deze Nationale Politieraad bestaat
op dit ogenblik niet. Vandaar dat men zich in de
bespreking heeft beperkt tot "het kind een andere
naam geven". Men heeft gezegd dat het een soort
voorontwerp van politieplan is. Persoonlijk vind ik
dit niet de juiste werkwijze. Dit was trouwens ook
de mening van de Conferentie van voorzitters. Het
is het Parlement dat daarover als laatste instantie
uitspraak moet doen. Het is ondenkbaar dat het
Parlement een tekst zou bespreken die nadien
eventueel zou worden bijgesteld door een
adviesinstantie.
10.06 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, dan neem ik aan dat het
nog niet definitief is hoewel het aan implementatie
onderworpen is.
De voorzitter: Ik laat de kwalificatie aan u over. Ik
geef u de feitelijke gegevens om de mogelijkheid
te geven tot een besluit te komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
beleidsplannen van gemeente en provincie"
(nr. 4660)
11 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "les projets politiques
communaux et provinciaux" (n° 4660)
11.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, een
tijd geleden werd over de wet op het beleidsplan
van gemeente en provincie gestemd. Ondertussen
is die wet verschenen in het Belgisch Staatsblad.
Verschillende gemeenten hebben op het
uitbrengen van die wet niet gewacht. Ze hebben
uit eigen beweging een beleidsplan voorgesteld,
er in de gemeenteraad over gestemd en het aan
het publiek openbaar gemaakt, zoals mag worden
verwacht van een eigentijds beleid.
Er zijn echter ook gemeenten waar schepenen elk
apart één aspect van hun bevoegdheid toelichten
in een beleidsplan. Het kan bijvoorbeeld gaan
om
een jeugdwerkbeleidsplan of een
milieubeleidsplan. Vroeger gebeurde dat ook al
onder een gewoon agendapunt, omdat de
gemeente dat moet bespreken en laten
goedkeuren.
In nog andere gemeenten maakt men er de
gewoonte van dat een burgemeester wil
tegemoetkomen of de wet voor wil zijn door
mondeling een soort beleidsverklaring af te
leggen. Die verklaring wordt niet genoteerd noch
openbaar gemaakt. Er wordt dan ook niet over
gestemd.
Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de
volgende.
Volstaat het dat schepenen toelichting geven bij
één van hun beleidsdomeinen om in orde te zijn
met de wet?
Volstaat een mondelinge beleidsverklaring van
een burgemeester om te voldoen aan de
bepalingen van de wet?
Zult u initiatieven nemen of optreden tegenover
gemeentebesturen die de wet niet naleven? In de
wet zelf is namelijk niet in een sanctiemogelijkheid
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
voorzien; was dat overigens ook de bedoeling?
11.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, aangezien de wet bepaalt dat
het college aan de gemeenteraad een algemeen
beleidsprogramma voor de duur van zijn mandaat
voorlegt dat minstens de belangrijkste
beleidsplannen bevat, volstaat het op zich niet dat
schepenen toelichting geven bij één van hun
beleidsdomeinen.
Teneinde de openbaarheid van bestuur te
bevorderen, legt de wet de verplichting op om
het
door de gemeenteraad goedgekeurde
beleidsprogramma aan de bevolking bekend te
maken, overeenkomstig de bepalingen van artikel
112 van de nieuwe gemeentewet en op de door
de gemeenteraad voorgeschreven wijze. Een
mondelinge beleidsverklaring van de
burgemeester volstaat op zich niet.
Tijdens de parlementaire besprekingen van de wet
van 5 februari 2001 is er meermaals op gewezen
dat de wet geen straffen of sancties bevat. Het
kan derhalve niet de bedoeling zijn op te treden
tegenover gemeentebesturen. Bij omzendbrief van
12
januari
2001 heb ik wel hun aandacht
gevestigd op de inhoud en de strekking van de
wet.
Je serai attentif à la situation. Si des faits tels que
ceux que vous me révélez devaient se répéter, je
ferais un rappel.
11.03 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor het
zeer duidelijke antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
mensen zonder papieren" (nr. 4661)
12 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "les sans-papiers"
(n° 4661)
12.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in het
antwoord op de vraag van mevrouw Lalieux bent u
al voor een deel tegemoet gekomen aan de zorg
die in mijn vraag wordt verwoord.
De mensen zonder papieren maken zich ongerust
naar aanleiding van verwarrende berichtgeving in
verband met de regularisatie. Velen onder hen
hebben sinds het indienen van hun dossier niets
meer vernomen en vragen zich af wat dat
betekent. Sommigen interpreteren dit in negatieve
zin en menen dat hun dossier niet in orde is of dat
hun aanvraag wordt geweigerd.
Wie telefonisch contact opneemt met of een
persoonlijk bezoek brengt aan de
regularisatiecommissie, krijgt antwoord op zijn
vraag en wordt geïnformeerd over de stand van
zijn of haar dossier. Andere mensen die evenwel
niet zo assertief zijn of die niet in contact staan
met NGO's die hun dossiers mee helpen
samenstellen, blijven in onzekerheid verkeren.
In uw antwoord op de vraag van mevrouw Lalieux
zegt u dat u eraan denkt om aan iedereen die nog
geen advies heeft gekregen een brief te sturen.
Denkt u er misschien ook aan om een gratis
telefoonnummer te installeren zodat al wie meer
duidelijkheid wil over zijn dossier zich kan laten
informeren? In de praktijk worden de vragen wel
beantwoord, maar velen zijn niet op de hoogte van
het noodzakelijke telefoonnummer of weten niet
langs welke weg zij meer informatie kunnen
krijgen.
12.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, madame, il est exact que les
informations fautives relatives à la commission de
régularisation peuvent parfois jeter le trouble chez
les demandeurs d'une régularisation. Ces
informations peuvent d'ailleurs, dans certains cas,
être considérées comme une véritable
désinformation inquiétant ainsi de nombreuses
personnes quant à la suite du traitement de leur
demande. C'est pour cela que je vais écrire à
chacun, ainsi que je l'ai précisé à Mme Lalieux il y
a quelques instants.
La commission et mon cabinet sont
quotidiennement assaillis de coups de téléphone
et de lettres de personnes cherchant à s'informer
sur l'état de leur dossier. Conscient de cette
incertitude, je vais donc leur écrire pour les
rassurer. La commission de régularisation est en
train de préparer ces lettres.
Cette initiative me paraît plus appropriée que la
mise en place d'un numéro vert. Tout le monde
sera ainsi contacté même ceux qui éprouvent plus
de mal à s'exprimer. Le fonctionnement en sera
aussi plus ordonné. La mise en place d'un numéro
vert n'est, en soi, pas suffisante. Il faut en effet
prévoir un support d'information suffisant afin de
pouvoir donner immédiatement une réponse
correcte. Ceci suppose un investissement en
moyens et en personnes.
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
Comme je l'ai dit à plusieurs reprises, il vaut
mieux fournir tout l'effort afin d'achever aussi
rapidement que possible la procédure de
régularisation et ce qui est en cours.
La lettre que je compte envoyer devrait donc
rassurer tout le monde. Je ne vais pas dire aux
intéressés qu'ils vont obtenir une décision positive,
mais que la décision interviendra dans les
prochains mois.
12.03 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, natuurlijk is het ook onze
bezorgdheid dat de afhandeling van de
regularisatie zo snel en goed mogelijk achter de
rug is. Bent u van plan, mijnheer de minister, om
een algemene brief te sturen? Zal er geen
mogelijkheid zijn waardoor de mensen persoonlijk
kunnen weten waar hun dossier zich momenteel
bevindt? U hebt waarschijnlijk toch ook
ondervonden dat mensen graag hun eigen situatie
uitgeklaard willen zien. Misschien is het niet
voldoende om louter te informeren over de gehele
werking.
12.04 Antoine Duquesne, ministre: Il ne faudrait
pas en arriver à ce que le travail de cette
information soit à ce point important qu'il retarde le
traitement des dossiers. A l'époque où j'étais chef
de cabinet, un parlementaire s'inquiétait du
traitement des pensions à l'INASTI. Pour
permettre au ministre de répondre, on s'est
adressé à l'administration. La réponse que nous
avons reçue était que ce parlementaire posait
tellement de questions auxquelles il fallait
répondre que cela retardait le traitement des
dossiers. Je le dis en souriant mais c'est
évidemment le risque qui existe dans toute forme
de bureaucratie. Il faut rassurer les gens. Les
décisions vont intervenir dans les prochaines
semaines. S'il faut retarder tout le processus de
plusieurs mois pour dire exactement où en est le
dossier, il vaut mieux éviter ce genre d'opération.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra
au ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion de
ressortissants sierra-léonais" (n° 4667)
13 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitzetting van Sierraleoonse
onderdanen" (nr. 4667)
13.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je suis malheureusement contrainte de
revenir sur l'expulsion de ressortissants sierra-
léonais. J'ai reçu des informations qui semblent
confirmer qu'il y aurait actuellement une ou
plusieurs expulsions pendantes de Sierra-léonais,
dont l'identité n'a pas été mise en cause par le
Haut Commissariat aux réfugiés.
Je m'étonne qu'on prenne encore ce genre de
mesure alors que la Belgique s'est engagée à ne
pas expulser des ressortissants de pays en
guerre. La liste des pays en guerre vers lesquels
nous n'expulsons pas est très réduite et la Sierra
Leone en fait partie.
M. le ministre peut-il m'informer du circuit qui a
amené à prendre de telles décisions? Est-il exact
que certaines tentatives d'expulsion ont fait l'objet
de violences de la part des forces de l'ordre? Il
paraît même que l'une d'entre elles s'est soldée,
au moment de l'entrée de la personne que l'on
voulait expulser dans l'avion, par l'utilisation d'un
coussin alors que nous nous sommes engagés à
ne plus utiliser ce genre de pratique.
Est-il exact que certains Sierra-léonais sont
emprisonnés avec des détenus de droit commun
alors que leur seul crime est de demander asile
dans notre pays? Si c'est le cas, pourquoi a-t-on
privilégié cette formule au lieu de la détention en
centre fermé, même si on peut s'interroger sur
l'opportunité d'une détention pour ce type de
personne? Enfin, combien de personnes sont-
elles concernées par ces mesures d'expulsion?
Monsieur le ministre, j'ai une question
complémentaire qui ne figurait pas dans ma
demande initiale: on parle d'un projet de loi
concernant le statut des personnes venant des
pays en guerre. Où en est-il? Il me semble que
vous vous étiez engagé à avancer dans ce
domaine.
13.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, ce n'est pas la première fois que je dois
répondre à une question et rétablir la vérité à la
suite d'une désinformation ambiante. Je le fais
bien volontiers, mais sachez que cela ne me fera
pas changer d'attitude. Je mets en oeuvre une
politique qui a été décidée clairement par le
gouvernement, et je mettrai en oeuvre chacun de
ses éléments.
En ce qui concerne votre dernière question, je
répète qu'une réflexion est menée au plan
européen en ce qui concerne la protection
provisoire, notamment pour les personnes
exposées à des conflits. La présidence suédoise
espère aboutir à l'occasion du conseil du 28 mai
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
prochain. Si ce n'est pas le cas, il appartiendra à
la présidence belge d'y veiller.
Les étrangers ne sont pas éloignés vers leur pays
lorsque leur vie, leur liberté ou leur intégrité
physique y est réellement menacée, fussent-ils
déboutés de leur demande d'asile. En ce qui
concerne les ressortissants sierra-léonais en
particulier, le commissaire général estime que
dans les circonstances actuelles, ils ne peuvent
être éloignés vers leur pays d'origine ou vers un
des pays susceptibles de les y renvoyer. Je suis
de cet avis. Lorsqu'un ressortissant sierra-léonais
fait valoir des craintes de persécution dans le pays
par lequel il a transité, celles-ci sont examinées
dans le cadre de sa demande d'asile. L'usage de
la contrainte pour l'éloignement fait l'objet de
directives précises et respecte deux principes: la
gradation et la proportionnalité.
J'ai eu l'occasion de répondre plus précisément à
un courrier relatif à un cas particulier que m'a
adressé une de vos collègues au Parlement
bruxellois et que vous avez cosigné. Je vous
confirme ici que les procédures de tentative
d'éloignement se sont à chaque fois déroulées
dans les règles. Ce ressortissant sierra-léonais est
le seul. Il est actuellement détenu en prison dans
l'attente d'une prochaine tentative d'éloignement.
Il s'agit d'une mesure exceptionnelle de dernier
ressort vu son comportement. Il n'était plus
possible de le maintenir dans un centre fermé.
Certains s'imaginent qu'en adoptant certains types
de comportement et spécialement des
comportements violents, l'autorité pourrait faiblir. Il
n'en est pas question. Je regrette de devoir en
arriver là. La loi doit être appliquée et chacun
devrait comprendre que lorsqu'une décision
d'expulsion a été prise, il faut l'exécuter
volontairement avec toutes les mesures
d'accompagnement prévues, dont s'occupe
d'ailleurs mon collègue, le ministre Vande Lanotte.
13.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le ministre, je regrette de
devoir revenir sur ce genre de sujet.
Vous dites qu'un seul Sierra Leonais est
concerné. C'est dommage car notre pays n'est
pas assiégé par les Sierra Leonais! Arriver
jusqu'en Belgique n'est vraiment pas facile pour
un Sierra Leonais.
Etant donné que l'on reconnaît le danger pour
cette personne de vivre dans son pays, il n'est pas
envisageable de l'y renvoyer.
Selon moi, cela n'aurait pas de sens que la
Belgique renvoie un demandeur d'asile vers un
pays pauvre. Il est question de renvoyer cette
personne en Côte d'Ivoire.
Vous invoquez la loi mais elle peut être appliquée
de façon plus humaine. Je sais que vous n'allez
pas apprécier le terme que je viens d'employer.
Chacun sait que la vie de cette personne était en
danger dans son pays. Une fois arrivée en
Belgique, elle est renvoyée dans un pays où elle
n'a aucune attache. C'est une image de notre
pays qui ne me satisfait pas. N'oublions pas que la
Belgique a ratifié la Convention de Genève selon
laquelle nous devons tenter d'aider les gens en
difficulté provisoire.
Je répète que cette situation est tout à fait
regrettable. Les ressortissants Sierra Leonais
étant très peu nombreux dans notre pays, nous
pourrions appliquer un autre type de politique à
leur égard.
Je ne conteste absolument pas une mesure
d'expulsion appliquée à l'encontre d'une personne
arrivée en bout de course de la procédure de
demande d'asile à qui le statut de demandeur
d'asile n'a pas été accordé. Nous n'avons
d'ailleurs jamais contesté ce raisonnement. Nous
le suivons et nous vous soutenons dans ce sens.
Mais le cas qui nous occupe est tout à fait
particulier et mérite une décision spéciale même
si je sais que la loi vous permet de renvoyer ce
genre de personnes dans un territoire voisin de
son pays d'origine qui ne le renverra pas chez lui.
Il s'agit d'une application trop drastique de la loi
d'autant plus qu'on ne peut justifier notre attitude
en prétextant que l'on est assailli par les Sierra
Leonais. Je voudrais d'ailleurs, monsieur le
ministre, que vous me disiez combien de
demandes d'asile on été introduites par des Sierra
Leonais. En effet, lorsque de telles difficultés
surgissent, il s'agit toujours de ressortissants de
ce pays. S'ils étaient 100.000, je comprendrais
que vous appliquiez la loi avec une telle fermeté.
Mais dans ce cas, j'ai beaucoup de mal à
comprendre.
Présidente: Kristien Grauwels.
Voorzitter: Kristien Grauwels.
13.04 Antoine Duquesne, ministre: La loi est la
loi, madame, de wet is de wet. Et vous êtes
législateur, vous avez la possibilité de la modifier.
En tout cas, il n'est pas possible de demander à
un ministre d'appliquer deux poids deux mesures.
J'ajoute que toute réticence quant à l'application
de la loi en matière d'éloignement est utilisée par
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
les circuits en étant interprétée comme une
faiblesse de l'autorité belge. C'est cette attitude
qui peut entraîner, à certain moment, des
recrudescences d'arrivées sur notre territoire.
Il faut que l'on sache clairement ce qui suit.
1) Celui qui arrive n'obtient pas d'aide financière
mais une aide matérielle.
2)
Pour avoir une chance d'obtenir un avis
favorable, il faut être dans un des cas d'application
de la Convention de Genève.
3) La décision sera prise rapidement.
4) Dès lors que la décision est prise, elle sera
exécutée.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Jacques Chabot au ministre
de l'Intérieur sur "la police locale: épreuve
d'assessment crédibilité du partenaire
privilégié par le SELOR conséquences
financières pour les communes et respect des
délais de procédure" (n° 4668)
14 Vraag van de heer Jacques Chabot aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
lokale politie: assessmentproef
geloofwaardigheid van de door SELOR
geprivilegieerde partner financiële gevolgen
voor de gemeenten en naleving van de
proceduretermijnen" (nr. 4668)
14.01 Jacques Chabot (PS): Madame la
présidente, monsieur le ministre, si j'en crois votre
collaborateur, je vous ai confondu avec votre
collègue, puisque ma question aurait dû être
adressée au ministre Van den Bossche. Si j'ai
souhaité la maintenir, c'est parce qu'elle a été
acceptée ainsi. De plus, c'est de bonne foi que je
vous l'ai initialement adressée, puisqu'elle
concerne la réforme des polices. J'ai en outre
besoin d'une orientation du ministre de tutelle en
fonction d'une commission de sélection qui a lieu
vendredi matin.
Le collège de police de la zone de Hesbaye a
lancé, via le Moniteur belge du 27 février dernier,
un appel aux candidatures pour conférer le
premier mandat de chef de la police locale.
Par souci financier, mais aussi de respect des
organismes publics, le collège de police a fait
choix du Selor pour l'organisation de l'épreuve
d'assessment. Après vérification des candidatures
reçues par la commission de sélection du 30 mars
2001, le Selor a été mis en possession de la liste
des candidats devant subir ladite épreuve le 5
avril.
J'ai appris que la société Ernst & Young a
convoqué ces candidats en date du 12 avril pour
qu'ils subissent l'épreuve écrite le 17 avril.
Compte tenu de l'agenda difficile de M.
l'inspecteur général, nous avions convenu, dès le
30 mars, que la commission de sélection se
réunirait le 18 mai afin de valider les aptitudes
éventuelles à l'épreuve d'assessment et de
procéder ensuite à l'audition des lauréats. Le
Selor était informé de ce timing.
Dès le 7 mai, j'ai chargé le secrétaire du collège
de police de contacter le Selor afin d'être informé
du suivi, tant pour confirmer la réunion de la
commission de sélection que pour organiser un
collège de police préalable, la procédure de
questionnement par les membres de la
commission ne disposant que d'une voix
consultative devant être mise au point.
Malgré de nombreux appels téléphoniques au
Selor, c'est finalement par un contact direct avec
l'agent du Selor que j'ai pu disposer d'une
première information, et ce dans la matinée du
jeudi 10 mai. En fait, à cette date, le Selor venait
d'être mis en possession des dossiers des
candidats de la zone de Hesbaye. Un courrier
officiel étant mis à l'expédition, j'ai insisté pour
recevoir un fax comprenant les réussites et
échecs des candidats qui, légitimement,
s'inquiétaient de leur sort.
Le 10 mai à 10.33 heures, le Selor m'a informé,
par fax, de l'aptitude de trois candidats sur huit.
Dans l'après-midi, l'agent traitant du Selor a laissé
un message sur mon GSM, me priant de
considérer comme inexistant le contenu du fax,
car la société Ernst & Young était venue reprendre
les dossiers en priant le Selor de ne pas expédier
la lettre et les dossiers au président de la zone de
police de Hesbaye. Ce courrier a été prélevé in
extremis dans les sacs postaux, aux dires de
l'agent traitant du Selor.
Le lendemain, vendredi 11 mai, j'ai reçu
confirmation de cette attitude d'Ernst & Young par
l'agent traitant, qui m'a en outre signalé qu'il n'y
avait plus qu'un candidat apte et que la page
"conclusions" des rapports d'assessment avait été
modifiée pour les deux autres. J'ai demandé au
Selor d'interroger son partenaire privilégié pour les
épreuves d'assessment, Ernst & Young, afin de
connaître les raisons de ce revirement.
J'ai reçu une réponse par fax. En clair, cela
résulte d'un problème technique informatique dû
16/05/2001
CRIV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
au programme Excel.
A l'instar de mes collègues bourgmestres de la
zone, je suis consterné par le peu de sérieux
apparent de cette société.
M. le ministre peut-il comprendre que la société
Ernst & Young a perdu sa crédibilité auprès du
collège de police de la zone de Hesbaye en
agissant de la sorte? Et dans l'affirmative, est-il
disposé à financer l'organisation d'une nouvelle
procédure?
M. le ministre est-il conscient que l'énergie
consacrée par le collège de police de la zone de
Hesbaye afin de nous inscrire dans les délais
légaux, réglementaires et rappelés par ses
directives, est, en raison de la perte de crédibilité
de la société Ernst & Young, gaspillée et qu'une
nouvelle procédure, fortement envisagée,
conduira la zone de Hesbaye à ne pas pouvoir
présenter, fin du premier semestre, la candidature
d'un chef de police locale?
Enfin, trois candidats, dont deux étaient dispensés
de l'épreuve d'assessment, seront reçus après-
demain, 18 mai, en vue d'être entendus après
validation de leur aptitude à l'assessment. M. le
ministre peut-il m'indiquer comment, si un nouvel
appel de recrutement devait être lancé, le droit de
ces trois personnes peut être sauvegardé, si
toutefois la commission de sélection les
reconnaissait aptes ou très aptes?
14.02 Antoine Duquesne, ministre: Madame la
présidente, monsieur Chabot, vous m'avez en
effet confondu avec mon collègue Van den
Bossche. Chacun ses confusions, certaines sont
plus heureuses que d'autres. J'ai fait part à M.
Van den Bossche, que j'ai vu ce matin au cabinet
restreint, de votre question et mes collaborateurs
lui ont fourni tous les éléments. Il m'a prié de vous
dire, car il peut y avoir urgence, que son chef de
cabinet se tient à votre disposition si vous avez
besoin d'un contact urgent et qu'il est prêt à vous
donner une réponse à une question que vous lui
adresseriez à ce sujet.
Pour l'heure, je peux rappeler certains principes
qui pourraient s'avérer pertinents si les éléments
que vous avancez devaient être confirmés. Il
appartient à la commission de sélection de valider
ou non les résultats de l'assessment center et
moyennant le respect des critères qualitatifs
déterminés par le SELOR, il est totalement loisible
au niveau local de désigner un centre
d'assessment autre que celui mis gratuitement à
la disposition des zones de police par le SELOR.
Dans cette hypothèse, les frais d'organisation sont
supportés par les autorités locales.
La problématique de la sauvegarde des droits en
cas d'invalidation des résultats de l'assessment
par la commission de sélection ne concerne en
fait que ceux du candidat déclaré apte. Les deux
autres dispensés conservent le bénéfice de leur
précédente réussite.
Dans le cadre de l'organisation dans la zone de
Hesbaye d'une nouvelle procédure de sélection,
j'incline à considérer que devrait lui être reconnu
le bénéfice de la dispense au motif de son
aptitude déclarée précédemment à l'issue de
l'assessment, même s'il s'agit en la circonstance
d'une dispense accordée pour une épreuve
organisée par la même zone et non dans une
autre zone comme le requiert l'article 8bis de
l'arrêté royal du 31 octobre 2000 qui régit les
conditions et modalités des primo-nominations de
la police locale.
Toute autre interprétation aurait pour
conséquence paradoxale que le candidat déclaré
apte à l'issue de l'assessment perdrait le bénéfice
de son aptitude en cas de réorganisation de
l'épreuve dans la même zone alors qu'il pourrait
être dispensé d'une même épreuve organisée
dans une zone voisine. Je vous réponds bien
entendu au niveau des principes et sous réserve
de la réponse que M. Van den Bossche peut vous
transmettre en ce qui concerne l'organisation
précise de cette épreuve par la firme Ernst &
Young.
14.03 Jacques Chabot (PS): Madame la
présidente, je remercie le ministre pour sa
réponse. Je ne m'étendrai pas sur des questions
de principe. Au-delà des questions de principe,
c'est un drame humain pour deux personnes dont
l'aptitude avait été reconnue par un premier fax
émanant du SELOR le 10 mai et puis remise en
question le 11 mai. Nous sommes obligés de dire
à ces personnes qu'elles sont subitement
devenues inaptes. Je prendrai contact avec le
chef de cabinet de M. Van den Bossche.
14.04 Antoine Duquesne, ministre: Je
comprends très bien.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La question n°
4669 de M. Jean-Pierre
Detremmerie a été reportée à une date ultérieure.
CRIV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
La réunion publique de commission est levée à
16.50 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.50 uur.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 476
CRABV 50 COM 476
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
16-05-2001 16-05-2001
14:15 uur
14:15 heures
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het advies van de
Raad van State inzake de hervormingsplannen
voor de asielprocedures" (nr. 789)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'avis du Conseil d'Etat concernant les projets
de réforme des procédures d'asile" (n° 789)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de nieuwe
asielprocedure" (nr. 783)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la nouvelle procédure d'asile" (n° 783)
Sprekers: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Guido Tastenhoye, Pieter De
Crem, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Moties
4
Motions
4
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
, Charles Janssens
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur , Charles Janssens
Vraag van de heer Gerolf Annemans tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
schabouwelijk Nederlands taalgebruik in de
omzendbrief ZPZ 17 van 6 april 2001 met
betrekking tot de verdere inplaatsstelling van de
lokale politie (B.S. 26 april 2001)" (nr. 4574)
5
Question de M. Gerolf Annemans au ministre de
l'Intérieur sur "la qualité lamentable du texte
néerlandais de la circulaire ZPZ 17 concernant la
poursuite de la mise en place de la police locale
(M.B. 26 avril 2001)" (n° 4574)
5
Sprekers: Gerolf Annemans, voorzitter van
de VLAAMS BLOK-fractie, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Bart Laeremans tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de taalvereisten
voor politieagenten in de faciliteitengemeenten"
(nr. 4595)
6
Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Intérieur sur "les exigences linguistiques pour les
agents de police dans les communes à facilités"
(n° 4595)
6
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitblijven van de benoeming van een nieuwe
burgemeester in Voeren" (nr. 4628)
7
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "le retard pris dans la nomination
d'un nouveau bourgmestre à Fourons" (n° 4628)
7
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Vincent Decroly tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de vermeldingen
in het officiële document dat aan
geregulariseerden wordt overhandigd en meer
bepaald de formulering 'laat de uitoefening van
een winstgevende betrekking niet toe'" (nr. 4624)
8
Question de M. Vincent Decroly au ministre de
l'Intérieur sur "les mentions figurant sur le
document officiel délivré aux personnes
régularisées et plus particulièrement la formule
selon laquelle il 'n'autorise pas l'exercice d'une
activité lucrative'" (n° 4624)
8
Sprekers:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "het verblijf in
België van Turkse imams" (nr. 4640)
9
Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Intérieur sur "le séjour d'imams turcs en
Belgique" (n° 4640)
9
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jacques Chabot tot de
10
Question de M. Jacques Chabot au ministre de
10
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventiecontracten: miskenning van de
overheidspartner en veronachtzaming van het
sociale aspect" (nr. 4638)
l'Intérieur sur "les contrats de prévention: non-
respect du partenaire public et légèreté sociale"
(n° 4638)
Sprekers:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Zoé Genot tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
begrotingsaanpassing en het geautomatiseerd
kiessysteem" (nr. 4655)
12
Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Intérieur sur "l'ajustement budgétaire et le vote
automatisé" (n° 4655)
12
Sprekers: Zoé Genot, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Zoé Genot, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Karine Lalieux tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4637)
14
Question de Mme Karine Lalieux au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 4637)
14
Sprekers:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Karine Lalieux, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
nationaal veiligheidsplan" (nr. 4658)
15
Question de Mme Fauzaya Talhaoui au ministre
de l'Intérieur sur "le plan fédéral de sécurité"
(n° 4658)
15
Sprekers:
Fauzaya Talhaoui, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Fauzaya Talhaoui, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
beleidsplannen van gemeente en provincie"
(nr. 4660)
17
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "les projets politiques
communaux et provinciaux" (n° 4660)
17
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Kristien Grauwels tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
mensen zonder papieren" (nr. 4661)
17
Question de Mme Kristien Grauwels au ministre
de l'Intérieur sur "les sans-papiers" (n° 4661)
17
Sprekers:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Kristien Grauwels, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
uitzetting van Sierraleoonse onderdanen"
(nr. 4667)
18
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion de
ressortissants sierra-léonais" (n° 4667)
18
Sprekers:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jacques Chabot tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de lokale
politie : assessmentproef - geloofwaardigheid van
de door SELOR geprivilegieerde partner -
financiële gevolgen voor de gemeenten en
naleving van de proceduretermijnen" (nr. 4668)
20
Question de M. Jacques Chabot au ministre de
l'Intérieur sur "la police locale: épreuve
d'assessment - crédibilité du partenaire privilégié
par le SELOR - conséquences financières pour
les communes et respect des délais de
procédure" (n° 4668)
20
Sprekers:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jacques Chabot, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
16
MEI
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
16
MAI
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.24 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.24 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het advies van de
Raad van State inzake de hervormingsplannen
voor de asielprocedures" (nr. 789)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de nieuwe
asielprocedure" (nr. 783)
01 Interpellations jointes de
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "l'avis du Conseil d'Etat concernant les
projets de réforme des procédures d'asile"
(n° 789)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la nouvelle procédure d'asile" (n° 783)
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik
betreur het dat wij pas vandaag een kopie krijgen
van het advies van de Raad van State.
De regering zit in haar maag met het kritisch advies
van de Raad van State over het wetsontwerp ter
hervorming van de asielprocedure.
Van het driesporenbeleid van de regering is alleen
de versoepeling van de naturalisaties uigevoerd. In
dezelfde lijn werd ook de regulariseringsoperatie
doorgevoerd. België blijft de boodschap de wereld
insturen dat iedereen die economische steun wil
genieten, welkom is in België.
Uitwijzingen zijn er nauwelijks en wie nog in de
procedure zit, gaat binnenkort toch weer OCMW-
steun krijgen. Het uitwijzingsbeleid beperkt zich tot
het af en toe mediatiek terugsturen van enkele
asielzoekers. De vooropgestelde quota worden
helemaal niet gehaald. Van de hervorming van de
asielprocedure is al even weinig terechtgekomen.
De regering slaagde er in een moeizaam bekomen
wetsontwerp op te stellen. De Raad van State
01.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK) : Je
regrette que nous ayons dû attendre jusqu'à
aujourd'hui pour recevoir une copie de l'avis du
Conseil d'Etat.
Le gouvernement est confronté à l'avis critique du
Conseil d'Etat concernant le projet de loi de réforme
de la procédure d'asile.
L'assouplissement de la procédure de naturalisation
est le seul élément de la politique à trois voies du
gouvernement qui ait pu être réalisé. Dans la même
ligne, l'opération de régularisation a également été
concrétisée. La Belgique continue à adresser au
monde le message que tous ceux qui souhaitent
bénéficier d'une aide économique sont les
bienvenus chez nous.
Les expulsions sont très rares et les demandeurs
qui font l'objet d'une procédure en cours recevront à
nouveau, sous peu, une aide du CPAS. La politique
d'expulsion se limite au renvoi occasionnel et
médiatisé de quelques demandeurs d'asile. Les
quotas préconisés ne sont absolument pas atteints.
Les résultats sont tout aussi maigres en ce qui
concerne la réforme de la procédure d'asile. Le
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
bracht een vernietigend advies over dit wetsontwerp
uit.
De Raad van State noemt het statuut van de
asieladministrateur tweeslachtig. Hij is
afgevaardigde van de minister, maar moet tegelijk
onafhankelijk beslissen. De Raad heeft nog meer
kritiek. Er zullen zich problemen voordoen in de
administratieve rechtspraak. De aangekondigde
grenskantoren zijn betwistbaar, want het is bijna
onmogelijk om na te gaan langs welke grens de
mogelijke asielzoekers zijn binnen gekomen en of
ze wel onmiddellijk hun aanvraag hebben
ingediend. De Raad vindt dat de reisweg een
onvoldoende reden is om een asielaanvraag te
weigeren. Dit zou trouwens in strijd zijn met het
verdrag van Genève. De lijst van veilige landen is
niet werkbaar omdat de criteria voor het opstellen
ervan niet bekend zijn.
De premier minimaliseerde het advies van de Raad
van State als juridisch-technische opmerkingen. De
nieuwe procedure werd ondertussen wel naar een
interkabinettenwerkgroep verwezen. Wat zijn de
plannen van de regering? Zal zij vasthouden aan
onder meer de tien grenskantoren, de lijst van
veilige landen,...?
gouvernement a éprouver le plus grand mal à
rédiger un projet de loi au sujet duquel le Conseil
d'Etat a rendu un avis dévastateur.
Le Conseil d'Etat estime que le statut
d'administrateur responsable en matière de
politique d'asile est ambigu. Cet administrateur est
le délégué du ministre mais il doit également
décider en toute autonomie. Le Conseil d'Etat émet
d'autres critiques. Des problèmes se poseront en ce
qui concerne la justice administrative. Les bureaux
frontaliers sont sujets à caution car il est pour ainsi
dire impossible de vérifier par quelle frontière les
éventuels demandeurs d'asile entreront en Belgique
et s`ils ont introduit leur demande sur-le-champ. Le
Conseil d'Etat considère que l'itinéraire qui a été
suivi ne constitue pas un motif suffisant pour refuser
une demande d'asile. Une telle disposition serait
d'ailleurs contraire à la convention de Genève. La
liste des pays offrant le plus de garanties de
sécurité est inutilisable dès lors qu'on ne connaît
pas les critères retenus pour l'établir.
Le premier ministre a minimisé la portée de l'avis du
Conseil d'Etat en n'y voyant que des observations
d'ordre juridique et technique. Entre-temps, la
nouvelle procédure a été renvoyée à un groupe de
travail inter-cabinets. Quels sont les projets du
gouvernement ? S'en tiendra-t-il aux dix bureaux
frontaliers, à la liste des pays présentant des
garanties de sécurité,... ?
Hoe denkt de minister de achterstand van 40.000
dossiers weg te werken? Het Vlaams Blok gelooft
niet dat deze regering in staat is om een duidelijk
asielbeleid te voeren. Ik verwijs naar de motie die
wij enkele maanden geleden indienden betreffende
de asielprocedure. Om een goed asielbeleid te
voeren, zal men met de aanbevelingen in deze
motie dienen rekening te houden.
Comment le ministre envisage-t-il de résorber
l'arriéré de 40.000 dossiers. Le Vlaams Blok ne croit
pas que ce gouvernement soit en mesure de mener
une politique claire en matière d'asile. A cet égard,
je me réfère à la motion que nous avons déposée il
y a quelques mois à propos de la procédure d'asile.
Si le gouvernement veut mettre en oeuvre une
politique d'asile digne de ce nom, il devra tenir
compte des recommandations formulées dans cette
motion.
01.02 Pieter De Crem (CVP): Het advies van de
Raad van State inzake de vernieuwde
asielprocedure is nefast. Alle belangrijke pijlers
worden door de Raad onderuit gehaald, zodat de
hele hervorming in het gedrang komt.
Het opstellen van een lijst met veilige landen zou
volgens de Raad van State voor problemen zorgen.
Zal dit idee worden weerhouden?
De grenscontroleposten moeten de naleving van
het verdrag van Dublin bewerkstelligen. Welke
middelen zullen daartoe worden aangewend?
De nog op te richten FAA krijgt geen krediet in het
01.02 Pieter De Crem (CVP): Le Conseil d'Etat a
rendu un avis négatif à propos du projet de réforme
de la procédure en matière d'asile. Tous les
fondements de cette réforme ayant été mis à mal
par le Conseil, l'ensemble de la réforme se trouve
menacée.
Le Conseil d'Etat estime que l'établissement d'une
liste de pays sûrs constituerait une source de
problèmes. Une telle liste sera-t-elle établie?
Les postes établis aux frontières sont censés
garantir le respect de Convention de Dublin. Quels
moyens seront mis en oeuvre à cet égard?
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
advies van de Raad van State. Zal de minister met
de kritiek rekening houden?
De nieuwe procedure zou verwezen zijn naar een
interkabinettenwerkgroep. Het wordt dus op de
lange baan geschoven. Wanneer zullen we het
wetsontwerp in de commissie kunnen behandelen?
Blijkbaar worden een efficiënte asielprocedure en
uitwijzingsbeleid weer eens uitgesteld. Zal men
rekening houden met het principe van de fair trial?
Le ministre tiendra-t-il compte des critiques sévères
formulées par le Conseil d'Etat à l'égard de
l'Agence fédérale pour la politique en matière
d'asile, qui doit encore être mise sur pied?
La réforme de la procédure en matière d'asile
devrait à présent être examinée en groupe de
travail interministériel. Un tel procédé équivaut à un
report sine die. Quand le projet de loi pourra-t-il être
examiné en commission? Apparemment, la mise en
oeuvre d'une politique d'asile et d'expulsion efficace
est une nouvelle fois reportée. Tiendra-t-on compte
du principe du procès équitable?
01.03 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Ik zet gewoon het regeringsbeleid verder inzake het
immigratiebeleid en de asielprocedure. Ik ga dan
ook niet polemiseren over die voorontwerpen van
wet waarover ik het advies van de Raad van State
zopas heb ontvangen. Dat advies ondermijnt
absoluut het regeringsvoorstel niet. Het bevat vooral
juridisch-technische opmerkingen.
Het advies wordt besproken in een
interkabinettengroep. Aanpassingen van het
ontwerp mogen het evenwicht van het geheel niet
verbreken. De uitvoering van het nieuwe systeem
mag niet worden verstoord, want een nieuwe
achterstand is onaanvaardbaar.
Ik wil geen argumenten aanvoeren om het ontwerp
op te geven. Het advies van de Raad van State
werd aan het secretariaat van de commissie
gegeven.
01.03 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Je ne fais que poursuivre la politique
du gouvernement en matière d'immigration et de
procédures d'asile. Je n'ai donc pas l'intention de
polémiquer sur ces avant-projets de loi sur lesquels
le Conseil d'Etat vient de rendre un avis. Celui-ci ne
fragilise en rien la proposition du gouvernement
puisqu'il ne comprend, pour l'essentiel, que des
observations de nature juridique et technique.
Actuellement, il est examiné par un groupe
intercabinets. Les modifications éventuelles du
projet ne doivent pas nuire à l'équilibre de
l'ensemble. Nous devons absolument mettre en
oeuvre ce nouveau système si nous voulons éviter
tout nouvel arriéré.
Je n'invoquerai pas d'arguments en faveur de
l'abandon du projet. L'avis du Conseil d'Etat a été
transmis au secrétariat de la commission.
(Frans) Tot slot nog dit: er is geen sprake van een
vertraging van de procedures noch van het
verbreken van het evenwicht, noch van een
bijstelling van de doelstellingen.
Alles loopt trouwens op wieltjes, want het aantal
asielaanvragen bedraagt momenteel zo'n 1700 à
1800 per maand; in december waren dat er nog
6000 ! De aanvragen worden nu binnen de maand
onderzocht. Nog voor de zomervakantie zal de
achterstand dan ook zijn weggewerkt.
(En français): En conclusion, il n'est pas question
de retarder les procédures, ni de rompre l'équilibre,
pas plus que de changer les objectifs.
Tout se passe d'ailleurs bien, puisque le nombre de
demandes d'asile est actuellement de quelque
1.700 à 1.800 par mois ; en décembre dernier, il
était encore de 6.000 ! Le temps d'examen des
demandes est réduit à un mois. La résorption de
l'arriéré sera donc effective avant les vacances
d'été.
01.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mijn
voorspelling komt uit. De minister geeft zijn
machteloosheid toe en verwijst de zaak door naar
een interkabinettencommissie die een dromedaris
zal baren.
De minister moet zijn conclusies trekken uit twee
jaar inertie.
01.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Mes
prévisions se confirment. Le ministre reconnaît son
impuissance et renvoie l'affaire à une commission
intercabinets, et la montagne accouchera sans
doute d'une souris.
Le ministre doit tirer les conclusions qui s'imposent
de ces deux années d'inertie.
01.05 Pieter De Crem (CVP): Ook ik betreur het
nietszeggend antwoord van de minister. De
aangekondigde beloftes van paars-groen worden
01.05 Pieter De Crem (CVP): La réponse du
ministre ne me satisfait pas davantage. Le
gouvernement arc-en-ciel n'a pas tenu ses
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
helemaal niet ingelost.
Kan de minister ons zeggen wat de essentie zal zijn
van het "vernieuwend" ontwerp? Waaruit zal het
geheel bestaan? Wat zullen de
uitvoerbaarheidaspecten zijn? Welke termijn heeft
de minister voor ogen?
De minister kan niet blijven volhouden dat het
aantal asielzoekers daalt. België is een draaischijf
geworden van illegale immigratie. In het kader van
Schengen wordt een vernietigend verslag
voorbereid over het Belgische asielbeleid.
promesses.
Le ministre peut-il nous dire en quoi consiste ce
projet «
novateur
»
? Quelles en seront les
modalités d'exécution ? Le ministre a-t-il déjà prévu
un calendrier ?
Il peut en tout cas difficilement soutenir que le
nombre de demandeurs d'asile baisse. La Belgique
est devenue une plaque tournante de l'immigration
clandestine. Un rapport accablant sur la politique
d'asile de la Belgique est en préparation dans le
cadre de Schengen.
01.06 Minister Antoine Duquesne (Frans): Een
voorontwerp van wet werd om advies voorgelegd
aan de Raad van State. Ik heb deze tekst gewillig
overgelegd aan uw commissie, in de hoop dat hij
door eerlijke en rechtschapen mensen zou worden
besproken.
Het gaat om technische problemen, waarvoor
technische oplossingen moeten worden gevonden.
U moet de stukken die u worden voorgelegd met de
nodige ernst lezen. Op die manier zal u niet steeds
opnieuw vervallen in de ongenuanceerde, bijtende
oordelen waar u zo een handje van heeft.
01.06 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Un avant-projet de loi a été soumis à l'avis du
Conseil d'État. C'est bien volontiers que je l'ai
transmis à votre commission, dans l'espoir qu'il soit
examiné par des personnes de bonne foi.
Il s'agit de problèmes techniques auxquels il
importe de donner des réponses techniques. Lisez
donc avec sérieux les documents qui vous sont
soumis. Cela vous évitera de multiplier les
jugements à l'emporte-pièce qui vous sont devenus
familiers.
01.07 Pieter De Crem (CVP): Ik heb het nog nooit
geweten dat een minister de parlementsleden
miskent. Mag hij geen standpunt bekend maken?
Welke oplossingen zal hij voorstellen?
Het is niet ernstig dat een commissie van eender
welk Europees Parlement wandelen wordt gestuurd
met een dergelijk antwoord van de minister.
01.07 Pieter De Crem (CVP): Je n'ai jamais eu
connaissance d'un ministre qui mésestimait les
parlementaires. Ne peut-il pas faire part de son
point de vue ? Quelles solutions envisage-t-il de
proposer ?
Il n'est pas sérieux qu'un ministre fournisse une
telle réponse à une commission parlementaire.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Gerolf Annemans, Filip De Man en Guido
Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
vraagt de regering om onverwijld een efficiënte,
doelmatige en rechtvaardige asielprocedure in te
voeren, in de zin zoals voorgesteld in de resolutie
nr 1092/001, ingediend op 9 februari 2001, door
Gerolf Annemans en Guido Tastenhoye."
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Gerolf Annemans, Filip De Man et Guido
Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de MM. Guido
Tastenhoye et Pieter De Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement d'instaurer sans délai
une procédure d'asile efficiente, efficace et
équitable, comme le prévoit la résolution
n° 1092/001, déposée le 9 février 2001, par Gerolf
Annemans et Guido Tastenhoye."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de Une motion de recommandation a été déposée par
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
heer Pieter De Crem en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Guido
Tastenhoye en Pieter De Crem
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
beveelt de regering de bespreking van het
regeringsontwerp met betrekking tot de
asielprocedure ten spoedigste in het Parlement te
bespreken en een timing met betrekking tot
stemming voorop te stellen."
M. Pieter De Crem et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de MM. Guido
Tastenhoye et Pieter De Crem
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
recommande au gouvernement de faire examiner
aussitôt que possible par le Parlement son projet de
loi relatif à la procédure d'asile et de proposer un
calendrier pour le vote de ce projet de loi."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Denis D'hondt, Charles Janssens, Patrick
Lansens en Tony Smets en mevrouw Kristien
Grauwels.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Denis D'hondt, Charles Janssens, Patrick Lansens
et Tony Smets et Mme Kristien Grauwels.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
01.08 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
heer De Crem moet toch weten dat het asielbeleid
geen prioriteit is van deze regering.
01.08 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): M. De
Crem n'ignore tout de même pas que la politique
d'asile ne figure pas parmi les priorités de ce
gouvernement.
01.09 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
heer De Crem vraagt mij op de zaken vooruit te
lopen. Ik zal dat niet doen. Mijnheer De Crem, uw
houding is beledigend ten aanzien van mijzelf,
terwijl ik mij strikt hou aan de parlementaire
gebruiken.
Ik heb lange tijd deel uitgemaakt van de oppositie
en zou mij nooit het honderdste hebben veroorloofd
van wat u hier doet.
01.09 Antoine Duquesne , ministre (en français):
M. De Crem me demande d'anticiper. Je ne le ferai
pas. Votre attitude, Monsieur De Crem, est
injurieuse à mon égard alors que je m'inscris dans
le strict respect des usages parlementaires.
J'ai été longtemps dans l'opposition et jamais je ne
me serais permis le centième de ce que vous faites
ici.
01.10 Charles Janssens (PS): De parlementaire
rechtspraak is constant : men ondervraagt een
minister niet over zijn intenties. In zijn antwoord
heeft de minister geenszins de parlementaire
traditie geschonden.
01.10 Charles Janssens (PS): La jurisprudence
parlementaire est constante : on n'interroge pas un
ministre sur ses intentions. La réponse du ministre
n'a en rien violé la tradition parlementaire.
02 Vraag van de heer Gerolf Annemans tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
schabouwelijk Nederlands taalgebruik in de
omzendbrief ZPZ 17 van 6 april 2001 met
betrekking tot de verdere inplaatsstelling van de
lokale politie (B.S. 26 april 2001)" (nr. 4574)
02 Question de M. Gerolf Annemans au ministre
de l'Intérieur sur "la qualité lamentable du texte
néerlandais de la circulaire ZPZ 17 concernant la
poursuite de la mise en place de la police locale
(M.B. 26 avril 2001)" (n° 4574)
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Op 26
april jongstleden verscheen in het Belgisch
Staatsblad een rondzendbrief inzake de lokale
politie van de hand van minister Duquesne. De
Nederlandse vertaling is een schabouwelijke tekst
vol gallicismen en taalfouten.
Weet de minister onderhand dat de meerderheid
02.01 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Le 26
avril dernier paraissait au Moniteur belge une
circulaire du ministre Duquesne relative à la police
locale. La traduction néerlandaise de ce texte est
truffée de gallicismes et de fautes linguistiques.
Le ministre sait-il que la majorité de la population de
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
van de bevolking van dit land Nederlandstalig is?
Beschikt hij niet over Nederlandstalig
kabinetspersoneel? Welke maatregelen zal hij
treffen om dat probleem te verhelpen?
ce pays s'exprime en néerlandais? Son cabinet ne
compte-t-il donc pas de collaborateurs
néerlandophones? Quelles mesures envisage-t-il de
prendre pour remédier à ce problème?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
in de omvangrijke rondzendbrief ZPZ17 wordt een
duidelijk beeld geschetst van wat op het vlak van de
politiehervorming reeds werd verricht. De brief
bevat zowel in de Franse als de Nederlandse versie
spellingsfouten. Ik stel vast dat er enkel
opmerkingen worden geformuleerd op het
taalgebruik en niet op de inhoud.
Mijn diensten trekken de versie verschenen in het
Staatsblad volledig na.
02.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): La circulaire ZPZ17, qui constitue un
document volumineux, dresse le tableau des
réalisations déjà mises en oeuvre en matière de
réforme des services de police. Elle comporte des
fautes d'orthographe dans sa version tant
néerlandaise que française. Je fais observer que
les observations qui ont été formulées ne portent
que sur l'usage incorrect de la langue et non sur le
contenu.
La version publiée au Moniteur belge fait
actuellement l'objet d'une vérification intégrale par
mes services.
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): De
rondzendbrief moet in een correcte versie opnieuw
worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ik
eis dat dit gebeurt en dat niet alleen de gouverneurs
een correcte versie zullen krijgen.
02.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK) :
J'exige la publication au Moniteur belge d'une
version corrigée de la circulaire pour que les
gouverneurs ne soient pas les seuls à disposer d'un
texte correct.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bart Laeremans tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
taalvereisten voor politieagenten in de
faciliteitengemeenten" (nr. 4595)
03 Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Intérieur sur "les exigences linguistiques pour
les agents de police dans les communes à
facilités" (n° 4595)
03.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Over de
toepassing van de taalwetgeving in de politiezones
van de faciliteitengemeenten bestaat
onduidelijkheid. De nieuwe politiezones zijn
gewestelijke diensten, waarbij de verplichte kennis
van de andere landstaal niet kan worden opgelegd.
Dat betekent dat de agenten geen bewijs moeten
leveren van de kennis van de tweede landstaal.
Hoeveel politieposten zullen in die
faciliteitengemeenten worden overgehouden? Hoe
zal de minister ervoor zorgen dat de taalwetgeving
wordt nageleefd?
03.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): On ne
sait pas précisément comment la législation
linguistique sera appliquée dans les zones de police
des communes à facilités. Les nouvelles zones de
police sont des services régionaux. On ne peut
donc pas y imposer la connaissance de l'autre
langue nationale. Cela signifie que les agents ne
doivent pas fournir la preuve qu'ils connaissent la
deuxième langue nationale.
Combien de postes de police maintiendra-t-on dans
les communes à facilités ? Comment le ministre
fera-t-il respecter le bilinguisme ?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
In elke gemeente van een politiezone moet ten
minste één politiezone worden ingericht. De zones
met faciliteitengemeenten moeten georganiseerd
worden met inachtneming van de taalwetgeving.
Dat is a fortiori het geval voor het onthaalpunt in de
randgemeenten.
De personeelsleden van de onthaalpunten in
Kraainem, Linkebeek en Drogenbos moeten een
elementaire kennis van het Frans hebben.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Il faut créer au moins une zone de
police dans chaque commune d'une zone de police.
L'organisation des zones comprenant des
communes à facilités doit tenir compte de la
législation linguistique. C'est a fortiori le cas pour le
point d'accueil des communes à facilités.
Le personnel des points d'accueil de Crainhem,
Linkebeek et Drogenbos doit avoir une
connaissance élémentaire du français.
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
03.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): De
bevoegdheid ligt bij de Vlaamse minister van
Binnenlandse Zaken. De kans bestaat dat deze een
ander oordeel over de problematiek heeft.
Het gaat over een gewestelijke dienst. Daar moet er
enkel voor gezorgd worden dat de personen die het
publiek te woord staan, dit ook in het Frans kunnen.
De vraag rijst dan nog hoe deze taalkennis kan
worden getest. Dit kan zeker en vast niet door een
examen.
Een elementaire kennis van het Frans eisen voor
iedereen op deze dienst in de faciliteitengemeenten
kan niet, want dit zou de rekrutering in het gedrang
kunnen brengen en de politiehervorming vertragen.
03.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): C'est le
ministre flamand de l'Intérieur qui est compétent. Il
se peut qu'il ait un autre avis sur la question.
Il s'agit d'un service régional. Il suffit de veiller à ce
que les personnes en contact avec le public
puissent s'exprimer en français. Se pose alors la
question de savoir comment cette connaissance
linguistique peut être contrôlée. Certainement pas
par un examen.
On ne peut exiger de tous une connaissance
élémentaire du français dans les communes à
facilités, car une telle condition pourrait entraver le
recrutement et ralentir la réforme des polices.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitblijven van de benoeming van een nieuwe
burgemeester in Voeren" (nr. 4628)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "le retard pris dans la
nomination d'un nouveau bourgmestre à
Fourons" (n° 4628)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Op 1 mei
2001 werden de lokalen van de Vlaamse
voetbalclub van Voeren met pek en verf beklad.
Naar alle waarschijnlijkheid is deze vandalenstreek
het werk van de Action Fouronnaise. De schade
loopt in de miljoenen. De terreur beperkt zich niet
tot de straat.
Omwille van een Franstalige klacht tegen de
verkiezingsuitslag, zit Voeren nog altijd zonder
burgemeester. De klacht werd nochtans op 5 april
verworpen door de Raad van State. Op 18 april
meldde de minister dat de procureur-generaal van
het hof van beroep in Antwerpen en de gouverneur
van Limburg een gunstig advies uitbrachten omtrent
de voordracht van Hubert Broers als burgemeester.
Ingevolge een recente klacht tegen de heer Broers
wegens vermeend racisme, heeft de minister een
nieuw advies gevraagd. Het is nochtans duidelijk
dat de Franstaligen met deze klacht als enig doel
hebben de benoeming van Hubert Broers als
burgemeester te vertragen. De situatie escaleert in
Voeren.
Vorig weekend werd op een gewelddadige manier
geprotesteerd tegen de verkoop van een aantal
huizen van de gemeente. Voeren heeft dringend
een burgemeester nodig. De Franstaligen kunnen
klachten blijven indienen. Ik zou graag vernemen
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le 1
er
mai
2001, les locaux du club de football flamand des
Fourons ont été badigeonnés de goudron et de
peinture. Cet acte a été fort probablement perpétré
par le groupement "Action Fouronnaise".
Le montant des dégâts s'élève à plusieurs millions.
La terreur ne se cantonne plus à la rue. En raison
d'une plainte déposée par un francophone
contestant le résultat des élections, la commune
des Fourons n'a toujours pas de bourgmestre. Or,
le Conseil d'Etat a rejeté cette plainte le 5 avril. Le
ministre a indiqué que le 18 avril, le procureur
général près la Cour d'appel d'Anvers et le
gouverneur de la province du Limbourg avaient
rendu un avis favorable concernant la présentation
d'Hubert Broers à la fonction de bourgmestre. En
raison d'une récente plainte déposée à l'encontre
de M. Broers pour faits de racisme, le ministre a
demandé à ce qu'un nouvel avis soit rendu. Il ne fait
cependant aucun doute que le seul objectif que
poursuivaient les francophones en déposant cette
plainte était de retarder la nomination de M. Broers
à la fonction de bourgmestre. La situation dégénère
dans la commune des Fourons.
Au cours du week-end dernier, des individus ont
violemment manifesté contre la vente d'un certain
nombre d'habitations appartenant à la commune.
Cette dernière a véritablement besoin d'un
bourgmestre à sa tête. Les francophones peuvent
continuer à déposer des plaintes. Je souhaiterais
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
wanneer de heer Broers burgemeester kan worden.
savoir à quelle date M. Broers pourra devenir
bourgmestre.
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De provinciegouverneur van Limburg deelde mij op
4 mei mee dat de heer Broers volgens het advies
van de procureur-generaal niet het voorwerp is
geweest van enige vervolging wegens xenofobie of
racisme omwille van gedragingen of uitlatingen in
de pers. De gouverneur handhaaft derhalve haar
gunstig advies omtrent de benoeming van de heer
Broers tot burgemeester. Ik wacht nog op het
antwoord van de procureur des Konings te
Tongeren betreffende de stand van zaken van het
onderzoek dat ingesteld is naar aanleiding van een
klacht van de heer Smeets tegen de heer Broers.
Mijn positie ten opzichte van de kandidatuur van de
heer Broers zal afhangen van het antwoord van de
procureur des Konings. Anderzijds behoren de
beslissingen omtrent de verkoop van een aantal
huurhuizen en het bestuursakkoord tussen
gemeenten en OCMW tot de bevoegdheid van de
gemeenteraad.
04.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Le 4 mai, le gouverneur de la
province du Limbourg m'a indiqué que, selon le
procureur général, M. Broers n'a jamais été
poursuivi pour faits de xénophobie ou de racisme
dans son comportement ou à l'occasion de
déclarations à la presse. En conséquence, le
gouverneur maintient l'avis favorable qu'il a rendu
concernant la nomination de M. Broers à la fonction
de bourgmestre. J'attends la réponse du procureur
du Roi de Tongres concernant l'état d'avancement
de l'enquête ouverte à la suite d'une plainte
déposée par M. Smeets contre M. Broers. Mon
attitude face à la candidature de M. Broers
dépendra de la réponse du procureur du Roi. Les
décisions de vendre un certain nombre d'habitations
mises en location et l'accord de gestion entre la
commune et le CPAS sont des domaines qui
relèvent de la compétence du conseil communal.
(Frans) Ik neem dezelfde houding aan ten aanzien
van alle kandidaat-burgemeesters van het land.
Vaak talmen de gerechtelijke overheden. In dit
geval is de redelijke termijn niet verstreken. Ik zal
echter binnenkort een beslissing nemen.
(En français) Je dois vous dire que j'adopte la
même attitude à l'égard de tous les candidats
bourgmestres du royaume. Bien souvent, les
autorités judiciaires tardent. Ici, le délai raisonnable
n'est pas écoulé. Mais je ne tarderai pas à prendre
ma décision.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Het is
belangrijk dat er in Voeren zo snel mogelijk een
burgemeester wordt benoemd, want ik meen dat
het uitblijven van die benoeming de onrust mee in
de hand werkt. Bovendien moet worden vermeden
dat de benoeming wordt vertraagd door het
uitlokken van strafrechterlijke onderzoeken na
allerlei uit de lucht gegrepen klachten. Ik ben blij dat
de minister niet zal talmen om de benoeming van
de burgemeester te laten voltrekken.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Il importe
de nommer le plus rapidement possible un
bourgmestre à Fourons, car j'estime que les
troubles actuels sont en partie attribuables à
l'absence de bourgmestre. Il convient par ailleurs
d'éviter que la nomination ne soit reportée par des
plaintes non fondées destinées à déclencher des
enquêtes judiciaires. Je me réjouis du fait que le
ministre ne tardera pas à procéder à la nomination
du bourgmestre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Vincent Decroly tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
vermeldingen in het officiële document dat aan
geregulariseerden wordt overhandigd en meer
bepaald de formulering 'laat de uitoefening van
een winstgevende betrekking niet toe'" (nr. 4624)
05 Question de M. Vincent Decroly au ministre de
l'Intérieur sur "les mentions figurant sur le
document officiel délivré aux personnes
régularisées et plus particulièrement la formule
selon laquelle il 'n'autorise pas l'exercice d'une
activité lucrative'" (n° 4624)
05.01 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV): Op het
officiële document met het opschrift "getuigschrift
van inschrijving in het vreemdelingenregister" staat
een merkwaardige frase, namelijk : "dit document
staat de uitoefening van een winstgevende activiteit
niet toe". Is die vermelding niet strijdig met het
overigens uitstekende koninklijk besluit van 15
05.01 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV) : Le
document officiel "certificat d'inscription au registre
des étrangers" présente une mention étonnante :
"Le présent titre n'autorise pas l'exercice d'une
activité lucrative". Cette mention ne contredit-elle
pas l'excellent arrêté royal du 15 février 2000 relatif
à l'occupation des travailleurs étrangers ? Cet
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
februari 2000 betreffende de tewerkstelling van
buitenlandse werknemers ? Ter herinnering : bij dit
besluit worden geregulariseerde vreemdelingen
eveneens vrijgesteld van de verplichting een
arbeidsvergunning te bekomen.
Hoe komt het dat op dit document een
geldigheidsduur vermeld wordt, in weerwil van de
onbeperkte duur van het toegestane verblijf ?
Sommige administraties voegen er nog de
vermelding "regularisatie bij de wet van 22
december 1999" aan toe, wat de houder van het
document stigmatiseert. Doen die administraties dat
conform een richtlijn van de minister ? Zo ja, hoezo
Zo neen, is hun optreden wel wettig ?
In de Senaat heeft u geantwoord op een
vergelijkbare vraag van de heer Malmendier. Mij
dunkt dat dit probleem geheel in de lijn ligt van de
door onze collega-senator opgeworpen kwestie.
arrêté ajoute les personnes régularisées à celles qui
sont dispensées d'obtenir un permis de travail.
Comment expliquer qu'en dépit du caractère illimité
du séjour autorisé, le document présente une date
limite de validité ?
Certaines administrations complètent le document
par la mention « régularisation de la loi du 22
décembre 1999
», mention qui stigmatise son
détenteur. Cet ajout résulte-t-il d'une directive du
ministre ? Si oui, pourquoi ? Si non, est-il légal ?
Vous avez répondu au Sénat à une question
analogue de M. Malmendier. Il me semble qu'il
s'agit ici d'un problème parallèle à celui évoqué par
notre collègue sénateur.
05.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik zal
proberen hier even ernstig op te antwoorden als ik
in de Senaat heb gedaan ! Het is inderdaad zo dat
de verblijfsvergunning voor geregulariseerde
vreemdelingen de uitoefening van een
winstgevende activiteit niet toestaat. Er is evenwel
een koninklijk besluit van minister Onkelinx waarbij
geregulariseerden een arbeidsvergunning kunnen
krijgen op voorwaarde dat ze een werkgever
vinden.
Om vergissingen bij potentiële werkgevers te
voorkomen zal ik een informatiefolder over de
toegang tot de arbeidsmarkt voor geregulariseerde
vreemdelingen laten opstellen en verspreiden onder
de gemeenten.
05.02 Antoine Duquesne ministre (en français):
Je vais essayer d'être aussi sérieux ici qu'au
Sénat ! Il est exact que le document-titre de séjour
des régularisés n'autorise pas l'exercice d'une
activité lucrative. Un arrêté royal de la ministre
Onkelinx prévoit cependant que les régularisés
peuvent obtenir un permis de travail pourvu qu'ils
trouvent un employeur.
Pour éviter les erreurs des employeurs potentiels, je
ferai préparer et distribuer aux communes un
feuillet explicatif sur les droits d'accès au travail des
régularisés.
05.03 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV): Ik heb
goed naar het antwoord van de minister geluisterd.
Maar hoe zit het met de vermelding die de
gemeenten op de achterkant van het document
aanbrengen? Is die praktijk wel wettelijk? Moet men
er de gemeenten niet op wijzen dat het een
onnodige stigmatisering betreft? U heeft niet
geantwoord op het eerste gedeelte van mijn vraag.
05.03 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV) : J'ai
bien entendu la réponse du ministre. Mais qu'en
est-il de la mention apposée par les communes au
verso du document ? Est-ce légal ? Ne faut-il pas
leur signaler qu'il s'agit d'une stigmatisation inutile ?
Vous n'avez pas répondu à cette première partie de
ma question.
05.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Die
vermelding voegt niets toe. Zij is evenwel niet
onjuist. Het is geen oneer om geregulariseerd te
zijn, wel integendeel. Ik zal mij beraden over het
probleem dat u heeft aangekaart.
05.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Cette mention n'ajoute rien. Elle n'est cependant
pas inexacte. Etre régularisé n'entraîne aucun
déshonneur. Au contraire. Je réfléchirai au
problème que vous soulevez.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Jo Vandeurzen tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
06 Question de M. Jo Vandeurzen au ministre de
l'Intérieur sur "le séjour d'imams turcs en
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
verblijf in België van Turkse imams" (nr. 4640)
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Turkse imams
kunnen maar heel moeilijk een visum voor België
bekomen. Zij hebben nochtans een welomschreven
opdracht en keren na die periode zeker terug.
Welk beleid wordt gevolgd inzake
verblijfsvergunningen voor imams? Waarom is dit
beleid strenger in België dan in Duitsland of
Nederland? Welke specifieke instructies werden
hierover gegeven?
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Les imams turcs
éprouvent les pires difficultés à obtenir un visa leur
donnant accès au territoire belge. Or, ils sont
chargés d'une mission bien précise et ils retournent
toujours dans leur pays après un certain laps de
temps.
Quelle politique mène-t-on concernant l'octroi des
permis de séjour aux imams ? Pour quelle raison
cette politique est-elle plus sévère en Belgique
qu'en Allemagne ou aux Pays-Bas ? Quelles
instructions spécifiques sont données à ce sujet ?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Er wordt ijverig gezocht naar oplossingen. In
samenspraak met het Executief van de moslims
van België werden overgangsmaatregelen
uitgewerkt: een aantal imams krijgt een
verblijfsvergunning voor één jaar.
Iedere post waarvoor nu een Turkse imam is
aangesteld, zal door een andere imam worden
bemand, op voorwaarde dat de vorige imam België
definitief heeft verlaten. Het huidige aantal Turkse
imams zal dus niet worden verhoogd. Vier
voorwaarden zijn verbonden aan het verkrijgen van
een verblijfsvergunning: een gunstig advies van de
burgemeester van de gemeente waar de imam zijn
functie zal bekleden, het ontbreken van bezwaren
van de Staatsveiligheid, de bezoldiging van de
imam is ten laste van de Turkse regering en de
vorige imam heeft het Belgisch grondgebied
definitief verlaten.
Er werden zeventien aanvragen ingediend. Dertien
verblijfsvergunningen werden toegestaan. De
overige vier nog niet, omdat de vorige imam nog
niet vertrokken is.
Ik beschik niet over de nodige informatie om te
oordelen of ons beleid restrictiever is dan het Duitse
of het Nederlandse.
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Nous recherchons assidûment des
solutions. En concertation avec l'Exécutif des
musulmans, il a été décidé d'élaborer des mesures
transitoires : un certain nombre d'imams se verront
délivrer des permis de séjour provisoires d'une
durée d'un an.
Chaque poste occupé actuellement par un imam
turc restera assuré par un autre imam, à condition
que l'ancien imam ait définitivement quitté le
territoire belge. Le nombre actuel d'imams turcs
n'augmentera donc pas ! Quatre conditions doivent
être remplies pour obtenir un permis de séjour :
l'avis favorable du bourgmestre de la commune au
sein de laquelle l'imam exercera sa fonction ;
l'absence d'objections de la Sûreté de l'Etat ; la
rémunération de l'imam à charge du gouvernement
turc et l'assurance que le précédent imam a
définitivement quitté le territoire belge.
Dix-sept demandes ont été introduites. Treize
permis de séjour ont été accordés. Les quatre
autres permis n'ont pas encore été délivrés, parce
que le précédent imam n'a pas encore quitté le
territoire belge.
Je ne dispose pas des informations nécessaires
pour estimer si notre politique est plus restrictive
que celle menée en Allemagne ou aux Pays-Bas.
06.03 Jo Vandeurzen (CVP): De voorwaarde dat
de vorige imam eerst het land moet hebben
verlaten lijkt me normaal, maar op die manier kan
men een lokale gemeenschap gijzelen wanneer die
ene imam niet weg wil.
06.03 Jo Vandeurzen (CVP): Il me semble normal
que le précédent imam doive d'abord avoir quitté le
territoire mais nous risquerions de prendre une
communauté locale en otage dans le cas où un
imam bien particulier refuserait de partir.
06.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): U hebt
gelijk!
06.04 Antoine Duquesne, ministre (en français):
Vous avez raison!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Jacques Chabot tot de 07 Question de M. Jacques Chabot au ministre
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
minister van Binnenlandse Zaken over "de
preventiecontracten: miskenning van de
overheidspartner en veronachtzaming van het
sociale aspect" (nr. 4638)
de l'Intérieur sur "les contrats de prévention:
non-respect du partenaire public et légèreté
sociale" (n° 4638)
07.01 Jacques Chabot (PS): Ter inleiding zou ik
willen zeggen dat mijn harde woorden geenszins op
de minister zelf doelen, maar wel op een systeem
dat bepaalde beambten ten onrechte op straat zet.
De gemeenten, en de betrokken beambten,
moesten uit de pers vernemen wat er vanaf 2002
zou gebeuren met de veiligheids- en
preventiecontracten.
Bij de uitwerking van het nieuwe plan werd volstrekt
geen rekening gehouden met de beoordeling van
de huidige contracten. Het plan stoelt enkel op de
criteria "bevolkingscijfer", "criminaliteit" en "sociaal-
economische situatie". Gemeenten die goede
resultaten behaalden inzake terugdringing van de
criminaliteit of de wederinschakeling van werklozen
in het arbeidsproces worden daardoor benadeeld,
ten voordele van bijvoorbeeld Ukkel of Knokke-Het
Zoute. Gemeenten als Amay, Ans en Flémalle, die
inzake economische reconversie een
voortrekkersrol vervulden, en gemeenten als
Comblain en Borgworm, die ook volgens het
ministerie voorbeeldig werk hebben geleverd,
worden van de lijst geschrapt en kunnen geen
aanspraak meer maken op een contract. Hoezo ? Ik
zou willen fluiten voor een zware overtreding en een
gele, neen een rode kaart willen geven !
07.01 Jacques Chabot (PS) : Je tiens à dire en
préambule que la dureté de mes propos ne vise pas
le ministre, mais un système qui envoie injustement
certains agents au chômage.
Les communes et les agents concernés ont appris
par la presse ce qu'il en serait des contrats de
sécurité et de prévention dès 2002.
Aucun compte des évaluations des contrats actuels
n'a été tenu pour l'élaboration du nouveau plan. Les
critères ont été la population, la criminalité et la
situation socio-économique. Dès lors, les
communes qui ont obtenu de bons résultats en
matière de criminalité ou de réinsertion de
chômeurs seront pénalisées au bénéfice d'Uccle ou
de Knokke-Le Zoute. Amay, pionnière, Ans et
Flémalle, en reconversion économique, Comblain et
Waremme, dont les résultats ont été exemplaires
de l'aveu du ministère, sont rayés de la liste des
bénéficiaires.
Que comprendre ? Je voudrais siffler et présenter
non la carte jaune, mais la carte rouge.
07.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik heb
net het schrijven ondertekend waarin elke
burgemeester op de hoogte wordt gebracht van wat
er na 2002 met zijn contract gebeurt. Ik begrijp dat
de lijst van de toekomstige rechthebbenden u
teleurstelt. Die contracten zijn echter geen
eeuwigdurende renten. De solidariteit onder de
gemeenten impliceert dat een inspanning wordt
geleverd ten gunste van de gemeenten die erop
achteruitgaan.
De toekenning van een contract is geen beloning. U
zou veeleer verheugd moeten zijn dat Borgworm
niet meer in aanmerking komt voor een contract. De
middelen die Borgworm worden ontzegd, gaan niet
naar Ukkel of Knokke maar naar Boussu of
Péruwelz. De regering heeft beslist de contracten
op grond van objectieve criteria toe te kennen. Ik
nodig u uit op mijn kabinet kennis te komen nemen
van de gebruikte gegevens en de selectiemethode.
Ik betreur dat u blijkbaar voorstander lijkt van het
oude systeem dat op willekeur berustte.
Voorts heb ik demarches gedaan bij de Gewesten
07.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je viens de signer le courrier informant chaque
bourgmestre de l'avenir de son contrat à partir de
2002. Je comprends votre déception devant la liste
des bénéficiaires futurs, mais ces contrats ne sont
pas des rentes éternelles. La solidarité entre
communes impose que l'effort se porte vers celles
dont la situation se dégrade.
L'octroi d'un contrat n'est pas une récompense.
Vous devriez plutôt être satisfait de ne plus voir
Waremme parmi les bénéficiaires. Les moyens
retirés à Waremme ne serviront pas à Uccle ni à
Knokke, mais à Boussu ou Peruwelz. Le
gouvernement a décidé de répartir ces contrats sur
des bases objectives. Je vous invite à venir à mon
cabinet consulter les données utilisées et le
mécanisme de sélection mis en oeuvre. Je regrette
que vous sembliez partisan de l'ancien système
d'attribution, qui n'était que le fait du Prince.
J'ai, par ailleurs, entamé des démarches auprès
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
om ervoor te zorgen dat zij daar waar de
preventiecontracten vruchten hebben afgeworpen
de financiering ervan van het federale niveau
overnemen
des Régions pour qu'elles relayent le financement
fédéral, là où les contrats de prévention ont porté
leurs fruits.
07.03 Jacques Chabot (PS): Ik heb daarnet al
gezegd dat ik niet u maar wel het systeem op de
korrel neem. Tevens betreur ik de manier waarop
dat alles is verlopen. Het is niet prettig om een en
ander via een persbericht te moeten vernemen en
zijn medewerkers op grond daarvan te moeten
informeren.
Overweegt u de personeelsleden die al 8 of 9 jaar
op dat vlak werkzaam zijn te herplaatsen? U zal
zich in uw antwoord wellicht achter de autonomie
van de Gewesten en de gemeenten verschuilen.
Kan u die herplaatsing aanmoedigen?
07.03 Jacques Chabot (PS) : Je vous l'avais
déclaré, je ne vous visais pas, je vise le système.
Par ailleurs, je regrette la forme. Il est désagréable
d'être informé et de devoir informer ses
collaborateurs sur la base d'un communiqué de
presse.
Enfin, envisagez-vous de reclasser le personnel
actif dans ce domaine depuis 8 au 9 ans ? Vous
allez, sans doute, me répondre en vous retranchant
derrière l'autonomie communale et régionale.
Pouvez-vous, dès lors, encourager ce
reclassement ?
07.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Men
moet trachten de personeelsleden uitzicht op een
contract te bieden. Een van de inspanningen die in
het kader van de nieuwe contracten worden gedaan
bestaat erin de kwaliteitsvereisten te beklemtonen.
Een en ander kadert in een campagne die gericht is
meer veiligheid en mobiliteit. Dat ressorteert echter
onder de plaatselijke overheden.
07.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
On doit essayer d'offrir des opportunités de contrat
au personnel. Un des efforts, dans les nouveaux
contrats, est de mettre l'accent sur une exigence de
qualité. Tout cela s'inscrit dans une campagne de
lutte contre l'insécurité et pour une plus grande
mobilité. Cela dépend des autorités locales.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Zoé Genot tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
begrotingsaanpassing en het geautomatiseerd
kiessysteem" (nr. 4655)
08 Question de Mme Zoé Genot au ministre de
l'Intérieur sur "l'ajustement budgétaire et le vote
automatisé" (n° 4655)
08.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): In de
uitgavenbegroting 2001 stond een bedrag van 62,6
miljoen ingeschreven voor uitgaven betreffende alle
verrichtingen in verband met de invoering van een
geautomatiseerd stemsysteem. Ik stel vast dat u de
overdracht van een deel van dat bedrag naar 2002
vraagt. Toch was er reeds voorzien in een bedrag
van 380 miljoen voor 1999 en in 102 miljoen voor
2000.
De uitgaven voor de organisatie van de
verkiezingen met elektronische stemming worden
op 513,9 miljoen voor 2003 en op 488,9 miljoen
voor 2004 geraamd.
Afgezien van die cijfers wensen wij niet dat de
federale Staat verder investeert in een
geautomatiseerd stemsysteem zonder
voorafgaandelijk grondig onderzoek.
Het deskundigencollege pleit ervoor dat de
stemsystemen onafhankelijk van de privé-bedrijven
08.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV) : Dans le
budget des dépenses 2001, un montant de 62,6
millions était affecté au poste « dépenses relatives
à toutes opérations concernant la mise en place
d'un système de vote automatisé ». Je constate que
vous demandez le report en 2002 d'une partie de ce
montant. Or, un montant de 380 millions avait déjà
été prévu pour 1999 et 102 millions pour 2000.
Si l'on considère les dépenses prévues pour
l'organisation des élections 2003 par vote
électronique, elles sont estimées à 513,9 millions, et
à 488,9 millions pour 2004.
Au-delà des chiffres, nous ne souhaitons pas que
l'état fédéral investisse encore dans un système de
vote informatisé sans y avoir porté une réelle
réflexion.
Le Collège des experts plaide pour que les
systèmes de vote soient indépendants des firmes
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
zouden zijn. Voorts stelt het vast dat de broncode
van de betrokken systemen openbaar moet worden
gemaakt.
In de conclusies van zijn verslag wenst het college
dat fundamentele wijzigingen worden aangebracht.
De rechtbank van eerste aanleg van Brussel
oordeelde dat het ministerie van Binnenlandse
Zaken, dat de controles over het elektronisch
stemmen organiseert, geen onafhankelijke instantie
is. De rechtbank maakte bovendien bekend dat de
deskundigen hun controles enkel door middel van
beperkte peilingen kunnen uitvoeren en dat bij
gebrek aan onafhankelijke instantie de bij artikel
25,b) van het internationaal pact van New York
gewaarborgde rechten onverenigbaar zijn met dat
systeem.
Is het wel aangewezen in dat materieel te blijven
investeren vermits het niet aan de democratische
minimumvereisten beantwoordt ?
privées. Il a constaté que le code-source des
systèmes doit être rendu public.
Le Collège termine son rapport en souhaitant que
des modifications fondamentales soient introduites.
Le tribunal de première instance de Bruxelles a
estimé que le ministère de l'Intérieur, qui organise
les contrôles du vote électronique, ne constitue pas
une autorité indépendante. Le tribunal a aussi
publié que les experts ne peuvent effectuer des
contrôles que par des sondages limités, et que les
droits garantis par l'article 25,b) du Pacte
international de New-York sont incompatibles avec
ce système, s'il n'y a pas d'instance indépendante.
Est-il opportun de continuer à investir dans ce
matériel qui ne permet pas de répondre aux
exigences démocratiques minimales ?
08.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Met
het oog op de ontwikkeling van eenvormige
software werd een krediet van 62,6 miljoen
ingeschreven op de begroting 2000 en op de
begroting 2001.
Na analyse van de inschrijvingen vond de Inspectie
van Financiën dat de administratie niet hard genoeg
onderhandeld had met de inschrijvers. De Inspectie
bracht dan ook een ongunstig advies uit, maar
verzette zich niet tegen de overdracht van het
krediet in 2001.
De uitgaven voor de verkiezingen van 13 juni 1999
bedroegen 214,2 miljoen frank, de uitgaven voor de
verkiezingen van 8 oktober 2000 217,8 miljoen
frank.
Voor de verkiezingen van 2003 en 2004 zal naar
schatting respectievelijk 540 en 440 miljoen BEF
worden uitgetrokken.
Die sommen dekken alle uitgaven, dus niet alleen
de kosten van het elektronisch stemmen.
De broncodes van de voor de verkiezingen van 13
juni 1999 en 8 oktober 2000 gebruikte software zijn
beschikbaar op cd-rom en op de site "Verkiezingen"
van mijn departement.
Teneinde minder afhankelijk te zijn van de
betrokken bedrijven zal de administratie zorgen
voor opleidingen voor het personeel. De
openbaarmaking van de broncodes zal het systeem
transparanter maken.
Met de arresten van 2 februari en 4 april weerlegt
de Raad van State alle bezwaren tegen het
elektronisch stemmen.
08.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
En vue du développement d'un logiciel unique, un
crédit de 62,6 millions était inscrit au budget 2000 et
un même montant au budget 2001.
Suite aux soumissions introduites, l'Inspection des
Finances a estimé que l'administration n'avait pas
suffisamment négocié avec les soumissionnaires et
a donc émis un avis défavorable sans s'opposer au
report du crédit en 2001.
Les dépenses pour les élections du 13 juin 1999
s'élevaient à 214,2 millions et celles des élections
du 8 octobre 2000 à 217,8 millions.
Les crédits prévus pour les élections de 2003 et
2004 sont estimés à 540 et 440 millions.
Ces montants ne concernent pas seulement le vote
informatisé, mais toutes les dépenses.
Les codes-sources des logiciels utilisés lors des
élections du 13 juin 1999 et du 8 octobre 2000 sont
disponibles sur CD-rom et sur le site « Elections »
de mon département.
En vue de remédier à la dépendance à l'égard des
firmes, l'administration veillera à la formation de
son personnel. La publicité des codes-sources est
de nature à renforcer la transparence du système.
Les arrêts rendus par le Conseil d'Etat du 2 février
et du 4 avril réfutent toutes les objections émises à
l'encontre du vote automatisé.
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
De Raad van State werpt op dat niets wijst op een
gebrek aan onafhankelijkheid van het college van
experts, en onderstreept dat de organisatie van het
elektronisch stemmen in geen enkel opzicht strijdig
is met het internationale pact van New-York.
Le Conseil d'Etat relève qu'aucun élément ne
démontre le manque d'indépendance du Collège
des experts. En outre, il précise que l'organisation
du vote automatisé n'est en aucune façon contraire
au Pacte international de New-York.
08.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Ik verheug
me over de technische vooruitgang en over de
analyses van de regering. Maar ik blijf me vragen
stellen over die vlucht naar voren: waarom blijft men
investeren terwijl men nog niet heeft beslist of men
die piste zal volgen?
08.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV) : J'apprécie
les avancées techniques et les analyses du
gouvernement. Mais je continue à m'interroger sur
la fuite en avant : pourquoi continue-t-on à investir
alors que l'on n'a pas encore décidé si l'on suit cette
piste ?
08.04 Minister Antoine Duquesne : (Frans) We
gaan niet vooruit zoals een trein in de mist. We
baseren ons op de wet van 1994 en op het advies
van de gemeenten.
08.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Nous n'avançons pas comme un train dans le
brouillard. Nous nous basons sur la loi de 1994,
ainsi que sur l'avis des communes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Karine Lalieux tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4637)
09 Question de Mme Karine Lalieux au ministre
de l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 4637)
09.01 Karine Lalieux (PS): Ik geef toe dat er op
het stuk van de regularisaties verbeteringen zijn
opgetreden. Maar de beschuldigingen van laksheid
door een ondervoorzitter aan het adres van de
Franse kamers verbeteren het klimaat niet.
Welke verbintenissen bent u aangegaan om het
welslagen van de procedure te waarborgen?
Wij willen iets concreets en nemen geen genoegen
met het afwentelen van de verantwoordelijkheid op
de commissievoorzitter. Werd het besluit in het
Staatsblad gepubliceerd?
Sommige betrokkenen worden als staatlozen
geregistreerd. Een dergelijke vergissing heeft
belangrijke gevolgen.
09.01 Karine Lalieux (PS): J'admets que l'on a pu
enregistrer des améliorations en matière de
régularisation. Mais les accusations de laxisme
lancées par un vice-président à l'encontre des
chambres francophones n'améliorent pas le climat.
Quels engagements précis avez-vous pris,
monsieur le Ministre, pour garantir la réussite de la
procédure ?
Nous voulons du concret et non le rejet de la
responsabilité sur le président de la commission.
L'arrêté a-t-il été publié au Moniteur ?
Des personnes concernées sont enregistrées
comme apatrides. Cette erreur a des conséquences
importantes.
09.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik zal
laten natrekken hoe het precies zit en zal die laatste
vraag, die niet was gepland, beantwoorden.
Wij zijn ons bewust van de ongerustheid van de
personen die een regularisatieaanvraag hebben
ingediend, maar wij ondernemen actie. Ik zal alle
kandidaten een brief sturen waarin ik de oorzaken
van de achterstand uitleg. Aangezien de uiterste
datum van 1 juli 2001 in geen enkele wettekst
voorkomt, moet niet alles tegen die datum rond zijn.
Het feit dat men niet in staat is om de bevelen tot
het verlaten van het grondgebied uit te voeren heeft
de geloofwaardigheid van ons land meer aangetast
dan de achterstand op het stuk van de regularisatie.
09.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Je ferai vérifier ce qu'il en est et répondrai à cette
ultime question, qui n'était pas prévue.
Nous sommes conscients de l'inquiétude des
candidats à la régularisation, mais nous agissons.
Je vais écrire à tous les candidats pour expliquer le
retard. La date limite du 1
er
juillet 2001 n'étant fixée
par aucun texte légal, elle ne constitue donc pas
une obligation.
L'incapacité à appliquer les ordres de quitter le
territoire a nui davantage à la crédibilité de la
Belgique que le retard de la régularisation.
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Zowel de regering als ikzelf hebben het secretariaat
er al op gewezen dat het te veel dossiers naar de
kamers stuurt, wat de procedure nodeloos
vertraagt.
Ik zou ook willen dat niemand de moeilijkheden van
degenen die een regularisatieaanvraag hebben
ingediend zou uitbuiten.
Tant le gouvernement que moi-même avons déjà
fait remarquer au Secrétariat qu'il envoyait trop de
dossiers aux chambres, ce qui ralentit sans raison
la procédure.
Je voudrais aussi que personne ne se serve des
difficultés des candidats à la régularisation comme
«fonds de commerce».
Het besluit houdende benoeming van de extra
magistraten is gepubliceerd en de werving van het
griffiepersoneel is bijna rond. Om de procedure te
versnellen zou de commissie al enkele
personeelsleden van de griffies ter beschikking van
de nieuwe kamers kunnen stellen.
Het vertrek van contractueel personeel is niet
vreemd aan de lage "productiviteit" van het
secretariaat. Sommigen profiteren van het feit dat
de operatie moet worden afgerond om hoge eisen
te stellen. De regering zal de contracten verlengen.
De magistraten van de kamers genieten een
volstrekte autonomie. De minister dient geen
rekenschap af te leggen voor de laksheid of de
repressieve houding van deze of gene magistraat.
Ik hoop alleen dat de kamers niet al te zeer afwijken
van de regels inzake jurisprudentie, die door de
algemene vergadering zijn vastgesteld.
Het is geenszins de bedoeling van mijn
kabinetschef om de verantwoordelijkheid voor de
vertraging in de schoenen van de eerste voorzitter
van de commissie voor de Regularisaties te
schuiven.
Die laatste is zich bewust van de lage productiviteit
van de kamers en werkt samen met ons in een
open en vrijmoedige geest aan de verbetering
hiervan.
L'arrêté de nomination des magistrats
supplémentaires a été publié et le recrutement du
personnel des greffes se termine. Pour accélérer la
procédure, la commission pourrait déjà affecter
quelques personnes des greffes aux nouvelles
chambres.
Le départ de personnel contractuel n'est pas sans
rapport avec la basse productivité du Secrétariat.
Certains, profitant de la nécessité d'achever
l'opération, posent des exigences élevées. Le
gouvernement fera prolonger les contrats.
Les magistrats des chambres jouissent d'une
indépendance totale. Il ne faut pas demander au
ministre des comptes sur le laxisme ou la tendance
à la répression de l'un ou l'autre des magistrats.
J'espère simplement que les chambres ne
s'écartent pas trop des règles de jurisprudence
formalisées en assemblée générale.
Mon chef de cabinet ne cherche nullement à faire
porter la responsabilité du retard au premier
président de la Commission de régularisation.
Celui-ci est conscient du niveau de productivité des
chambres et travaille avec nous à l'amélioration de
celle-ci dans un esprit ouvert et franc.
09.03 Karine Lalieux (PS): Ik hoop dat de kamers
snel zullen kunnen werken. Als gevolg van de
verklaringen van een magistraat heerste er een
slechte sfeer in de kamers. Het is niet mijn
bedoeling iemand verwijten te maken.
09.03 Karine Lalieux (PS): J'espère que les
chambres pourront travailler rapidement. Les
déclarations d'un magistrat ont créé un mauvais
climat au sein des chambres. Loin de moi l'idée
d'adresser des reproches à qui que ce soit.
09.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Mijn
vastberadenheid zal niet door de feiten worden
ontkracht, mevrouw.
09.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Ma détermination ne faiblira pas, Madame.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Fauzaya Talhaoui tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
nationaal veiligheidsplan" (nr. 4658)
10 Question de Mme Fauzaya Talhaoui au
ministre de l'Intérieur sur "le plan fédéral de
sécurité" (n° 4658)
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
10.01 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Enkele maanden geleden circuleerde in het
Parlement een ontwerpversie van het nationaal
veiligheidsplan. We stellen nu vast dat dit plan
reeds wordt geïmplementeerd zonder dat de
definitieve versie aan het Parlement ter bespreking
werd voorgelegd. Zware milieucriminaliteit werd er
niet in opgenomen, die verhuisde naar het lokale
niveau.
Wat is het huidige statuut van het nationaal
veiligheidsplan? Bestaat er reeds een definitieve
versie? In welke mate wijkt de definitieve versie af
van de ontwerpversie? Wanneer wordt de
definitieve versie aan het Parlement voorlgelegd?
10.01 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Il y a
quelques mois, un « projet » du plan fédéral de
sécurité circulait au sein du Parlement. Nous
constatons maintenant que ce plan est déjà mis en
oeuvre sans que la version définitive ait été
soumise au Parlement. La grande criminalité liée à
l'environnement ne figure pas dans ce plan et elle a
été confiée au niveau local.
Quel est le statut actuel du plan fédéral de sécurité?
Existe-t-il déjà une version définitive de ce plan?
Dans quelle mesure cette version définitive diffère-t-
elle du projet initial? Quand le texte définitif sera-t-il
présenté au Parlement ?
10.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het nationaal veiligheidsplan is van groot belang
voor de opvolging van het federaal
veiligheidsbeleid. Een compleet plan uitwerken was
niet mogelijk aangezien de federale politie nog niet
aan de slag was en structuren, personeelsverdeling
en een aantal materiële gegevens nog niet op punt
stonden.
De krachtlijnen werden toch uitgewerkt als eerste
stap naar een volledig nationaal plan. Door het
kiezen van prioriteiten wordt de aanpak van
sommige veiligheidsproblemen waargemaakt.
10.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Le plan national de sécurité est
essentiel pour le suivi de la politique fédérale en
matière de sécurité. Il n'était pas possible d'élaborer
un plan plus complet puisque la police fédérale
n'était pas encore en place et que plusieurs
inconnues subsistaient quant à la structure, à la
répartition du personnel et à d'autres aspects
matériels.
Les lignes de force du plan ont toutefois été
définies, dans l'attente d'un plan national plus
complet. Un certain nombre de problèmes de
sécurité font l'objet d'une attention prioritaire.
(Frans) Het overgezonden document is dus geen
ontwerp maar een testplan dat aangevuld zal
moeten worden. In de Kamer en in de Senaat werd
al gedebatteerd. De minister van Justitie en ikzelf
hebben al de gelegenheid gehad om dat plan toe te
lichten en om over het verband tussen dat plan en
de plaatselijke veiligheidsplannen te spreken.
(En français): Le document transmis ne constitue
donc pas un projet, mais un plan test qui devra être
complété. Des débats ont déjà eu lieu à la Chambre
et au Sénat. Le ministre de la Justice et moi-même
avons déjà eu l'occasion de détailler ce plan, et
notamment de parler du lien entre ce plan et les
plans locaux de sécurité.
(Nederlands): Overeenkomstig de wettelijke eisen
zal het veiligheidsplan binnenkort klaar zijn.
(En néerlandais): Conformément au plan légal, le
plan de sécurité sera bientôt prêt.
10.03 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Het
definitieve plan is nu volop in implementatie, naar ik
begrijp. Ik heb me blijkbaar vergist. Het plan is al
besproken in de Senaat. De minister van Justitie
bevestigde me dat het reeds besproken was en dat
het dus definitief is.
10.03 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Le
plan définitif serait donc en cours d'exécution. Je
me suis manifestement trompée. Le plan a déjà été
examiné par le Sénat et est donc définitif. Le
ministre de la Justice me l'a confirmé.
10.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Dat is
het eerste federaal veiligheidsplan. De minister van
Justitie en ikzelf hebben het gedurende een hele
ochtend besproken en het was een zeer
interessante discussie.
10.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
C'est le premier plan de sécurité fédéral. Le
ministre de la Justice et moi-même en avons
discuté toute une matinée et la discussion fut des
plus intéressantes.
10.05 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Was
het de bedoeling dat ook onze commissie van
10.05 Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO):
Notre commission était-elle également censée
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Binnenlandse Zaken zich over het plan zou buigen?
De voorzitter: Binnenlandse Zaken is in deze zeker
bevoegd. Ook de Nationale Politieraad moet het
plan bespreken eer het definitief van kracht kan
worden, maar die raad bestaat nog niet. Mijns
inziens zet men de dingen op hun kop: eerst laat
men het Parlement zich uitspreken, waarna een
adviesraad nog zijn zegje kan doen. Dat moet toch
net andersom! Misschien heeft onze commissie
daarom nog geen discussie aan het plan gewijd.
Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Dan neem
ik aan dat het nog niet definitief is.
De voorzitter: Ik laat die kwalificatie aan u over.
examiner ce plan?
Le président: Cette matière ressortit sans aucun
doute à la commission de l'Intérieur. Le Conseil
national de police, qui doit également examiner le
plan avant que celui-ci n'entre définitivement en
vigueur, n'a pas encore été mis sur pied. A mes
yeux, on met la charrue avant les boeufs : on invite
d'abord le Parlement à se prononcer pour permettre
ensuite au Conseil d'avoir encore son mot à dire.
C'est la procédure inverse qui aurait dû être mise
en oeuvre! Peut-être est-ce pour cette raison que
notre commission n'a encore consacré aucune
discussion à ce plan.
Fauzaya Talhaoui (AGALEV-ECOLO): Dès lors, je
considèreque rien n'est encore définitif.
Le président: Je vous laisse la responsabilité de
cette présentation de la situation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
beleidsplannen van gemeente en provincie"
(nr. 4660)
11 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "les projets politiques
communaux et provinciaux" (n° 4660)
11.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Volgens de wet moeten gemeenten en provincies
een beleidsplan opzetten. Er zijn ook gemeenten
waar een schepen een apart punt van het
beleidsplan toelicht. Volstaat het dat een schepen
een van de beleidsdomeinen uitlegt? Volstaat een
mondelinge beleidsverklaring door de
burgemeester? Zal de minister de wet terzake doen
naleven? We hebben in de wet geen
sanctiemogelijkheid teruggevonden voor het geval
de voorschriften niet worden nageleefd.
11.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Selon la loi, les communes et les provinces doivent
mettre sur pied un plan de gestion. Dans certaines
communes, un échevin présente un point particulier
de ce plan. Suffit-il qu'un échevin explique un des
domaines de gestion ? Suffit-il que le bourgmestre
présente oralement la déclaration de politique ? Le
ministre fera-t-il respecter la loi ? Nous n'avons rien
trouvé dans la loi qui permette de sanctionner ceux
qui ne respecteraient pas les prescriptions.
11.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De wet schrijft een algemeen beleidsplan voor. Een
toelichting door een schepen over zijn
beleidsdomein volstaat dus niet. Het door de
gemeenteraad goedgekeurde beleidsplan moet aan
de bevolking bekend worden gemaakt. Een
mondelinge beleidsverklaring van de burgemeester
volstaat dus evenmin. Er is wel niet in een sanctie
voorzien. Ik heb de gemeenten wel degelijk
gewezen op hun verplichtingen.
(Frans): Ik zal de situatie op de voet volgen.
11.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): La loi prescrit un plan de gestion
général. Une explication fournie par un échevin à
propos de son domaine de gestion ne suffit donc
pas. Le plan de gestion adopté par le conseil
communal doit être communiqué à la population.
Une déclaration de gestion fournie oralement par le
bourgmestre ne suffit pas non plus. En revanche, la
loi ne prévoit aucune sanction. J'ai donc rappelé
instamment aux communes leurs obligations.
(En français) : Je vais suivre la situation et intervenir
s'il y a lieu..
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van mevrouw Kristien Grauwels tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
12 Question de Mme Kristien Grauwels au
ministre de l'Intérieur sur "les sans-papiers"
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
mensen zonder papieren" (nr. 4661)
12.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): De
mensen zonder papieren hebben sinds hun
regularisatieaanvraag niets meer vernomen. Alleen
degenen die zelf contact zoeken, krijgen een
antwoord over de stand van hun dossier. U denkt
eraan om de mensen allemaal een brief te sturen.
Overweegt de minister de oprichting van een soort
groen nummer, zodat alle betrokkenen zich kunnen
informeren over de stand van hun dossier?
12.01 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Les
sans-papiers n'ont plus reçu de nouvelles depuis
l'introduction de leur demande de régularisation.
Seuls ceux qui ont eux-mêmes contacté
l'administration ont été informés de l'évolution de
leur dossier. Vous songez à envoyer un courrier à
toutes les personnes concernées.
Le ministre envisage-t-il la mise en place d'une
sorte de numéro vert, ce qui permettrait à tous les
intéressés de se renseigner sur l'évolution de leur
dossier ?
12.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : De
onjuiste informatie met betrekking tot de
regularisatiecommissie kan onrust stoken bij
regularisatieaanvragers. Ik ben mij ervan bewust
dat heel wat mensen in grote onzekerheid verkeren,
en heb elke aanvrager over wiens lot ik nog niet
beslist heb, dan ook een brief gestuurd waarin de
stand van zaken met betrekking tot zijn dossier
wordt toegelicht.
Dat initiatief lijkt me beter dan de invoering van een
groen nummer, want op die manier wordt iedereen
gecontacteerd en is alles ook overzichtelijker. Om
een groen nummer te bemannen moeten er
bovendien mensen en middelen worden gevonden.
Alle inspanningen moeten evenwel gericht zijn op
een zo snel mogelijke afhandeling van de
procedure.
12.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Les fausses informations relatives à la Commission
de régularisation peuvent jeter le trouble chez les
demandeurs d'une régularisation. Conscient de
l'incertitude que connaissent de nombreuses
personnes, j'ai décidé d'adresser à chaque
demandeur pour qui je n'ai encore pris aucune
décision, une lettre indiquant l'état de son dossier.
Cette initiative me semble plus appropriée que la
mise en place d'un numéro vert car tout le monde
sera ainsi contacté et le fonctionnement sera plus
ordonné. De plus, un numéro vert nécessite du
personnel et des moyens. Or, tout l'effort doit être
consacré au déroulement aussi rapide que possible
de la procédure.
12.03 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Het
is ook onze bezorgdheid dat deze regularisatie zo
vlug mogelijk achter de rug is. Natuurlijk is een brief
een goed initiatief, maar vindt u ook niet dat de
mensen de mogelijkheid moeten hebben om te
telefoneren over hun dossier?
12.03 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Notre préoccupation est également d'achever cette
procédure de régularisation le plus rapidement
possible. Une lettre constitue évidemment une
initiative positive mais n'estimez-vous pas
également que les gens devraient avoir la
possibilité de téléphoner pour obtenir des
informations sur leur dossier ?
12.04 Minister Antoine Duquesne : (Frans) We
zullen proberen op de meest efficiënte manier te
werk te gaan maar de procedure mag geen
vertraging oplopen. Ooit was er een parlementslid
dat zoveel vragen stelde dat het werk van de
ambtenaren hierdoor werd verstoord en dat de
pensioenen met een steeds grotere vertraging
werden toegekend. Ik was toen kabinetschef. Maar
dit soort vergelijkingen hebben geen zin. Ik kan u in
ieder geval geruststellen.
12.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
On essayera d'être aussi précis que possible. Mais
on ne peut retarder la procédure. Un parlementaire
qui posait naguère des questions en très grand
nombre perturba tellement le travail des
fonctionnaires que le retard dans l'octroi des
pensions ne fit que s'alourdir ! C'est un souvenir
que j'ai, du temps où j'étais chef de cabinet. Mais
comparaison n'est pas raison dans tous les cas,
soyez rassurée !
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
tot de minister van Binnenlandse Zaken over "de
13 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra
au ministre de l'Intérieur sur "l'expulsion de
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
uitzetting van Sierraleoonse onderdanen"
(nr. 4667)
13.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Een of meer Sierraleoonse
staatsburgers worden volgens diverse bronnen
eerdaags uitgewezen. België heeft zich er nochtans
toe verbonden geen vluchtelingen uit te wijzen naar
landen in staat van oorlog.
Klopt het dat de ordediensten bij sommige pogingen
om uitgeprocedeerden het land uit te zetten geweld
gebruikt hebben en dat een of meer Sierra Leoners
samen met gevangenen van gemeen recht
opgesloten zitten ? Hoeveel mensen worden er in
dit geval uitgewezen ? Wordt er nog altijd gebruik
gemaakt van het beruchte kussentje ? Kan u
nadere toelichting geven over een richtlijn met
betrekking tot het statuut van mensen die uit landen
in staat van oorlog afkomstig zijn afkomstig zijn?
13.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV) : Un ou des ressortissants sierra-léonais
sont, selon des informations concordantes, sur le
point d'être expulsés, alors que la Belgique s'était
engagée à ne pas expulser de réfugiés vers des
pays en guerre.
Est-il exact que certaines tentatives d'expulsion ont
fait l'objet de violences de la part des forces de
l'ordre et qu'un ou plusieurs sierra-léonais sont
enfermés avec des détenus de droit commun ?
Combien de personnes sont concernées par ces
expulsions
? Le coussin est-il encore
employé ?Qu'en est-il d'une directive concernant le
statut des personnes provenant d'un pays en
guerre ?
13.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) Het is
niet de eerste keer dat ik in een antwoord na een
ware desinformatie de ware toedracht moet
bekendmaken.
Het Zweedse voorzitterschap hoopt een oplossing
te vinden voor het probleem dat u in uw laatste
vraag aankaartte. Als die oplossing niet tijdig wordt
gevonden, zal het Belgisch voorzitterschap het
probleem moeten oplossen.
Vreemdelingen worden ook al zijn ze
uitgeprocedeerd, niet naar hun land van oorsprong
uitgewezen als hun leven, vrijheid of hun fysieke
integriteit er werkelijk bedreigd zijn.
De commissaris-generaal is van oordeel dat Sierra
Leoners in de huidige omstandigheden niet naar
hun land van oorsprong of naar een ander land dat
hen naar Sierra Leone zou kunnen doorsturen,
mogen worden uitgewezen. Ik ben het daarmee
eens. Vanzelfsprekend wordt al bij het onderzoek
van de asielaanvraag de vrees voor vervolging
geëvalueerd. Voor het gebruik van dwang bij de
verwijdering gelden heel precieze instructies
evenals twee principes: de dwang moet in
verhouding staan tot de situatie en er moet een
gradatie zijn.
Wat betreft het specifieke geval waarover een
Brussels parlementslid een tekst opstelde die u ook
ondertekende, herhaal ik dat de
verwijderingspogingen telkens volgens de regels
geschiedden.
De Sierra Leoonse onderdaan is trouwens de enige
13.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Ce n'est pas la première fois que je dois répondre
en rétablissant la vérité suite à une véritable
désinformation.
La présidence suédoise espère arriver à une
solution qui répondra à la préoccupation faisant
l'objet de votre ultime question. Si cette solution
n'est pas trouvée en temps utile, c'est à la
présidence belge qu'il appartiendra de résoudre ce
problème.
Les étrangers ne sont pas éloignés vers leur pays
lorsque leur vie, leur liberté ou leur intégrité
physique y est réellement menacée, fussent-ils
déboutés de leur demande d'asile.
Le Commissaire général est d'avis que les
ressortissants sierra-léonais ne peuvent, dans les
circonstances actuelles, être éloignés vers leur pays
d'origine ou vers un pays susceptible de les y
renvoyer. Je suis de cet avis. Les craintes de
persécution sont, bien entendu, examinées dans le
cadre d'une demande d'asile
; l'usage de la
contrainte pour l'éloignement fait l'objet de
directives précises et est utilisé selon deux
principes : la gradation et la proportionnalité.
Quant au cas particulier que m'a adressé un
parlementaire bruxellois et que vous avez co-signé,
je confirme à nouveau que les procédures de
tentatives d'éloignement se sont, à chaque fois,
déroulées dans les règles.
Le ressortissant sierra-léonais, c'est d'ailleurs le
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
die in afwachting van een volgende
verwijderingspoging momenteel in een gevangenis
verblijft. Het betreft hier een uitzonderlijke
maatregel, een ultiem redmiddel. Door zijn gedrag
kon de Sierra Leoner immers onmogelijk in een
gesloten centrum blijven.
seul, est actuellement détenu en prison dans
l'attente d'une prochaine tentative d'éloignement.
Il s'agit d'une mesure exceptionnelle de dernier
ressort car, vu son comportement, il n'était plus
possible de le maintenir dans un centre fermé.
13.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): U zegt dat het om één Sierra Leoner
gaat. Dus is het des makkelijker om zijn veiligheid
te waarborgen. Heeft het wel zin om hem terug te
sturen naar een arm land waar hij geen banden
heeft ? De wet moet worden nageleefd, maar dat
kan op een meer humane wijze gebeuren.
Voorzitster: Kristien Grauwels, voorzitster.
Ik kan het beleid dat u voert moeilijk begrijpen en
aanvaarden.
13.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV) : Vous dites qu'un seul Sierra-léonais est
concerné. Il est donc d'autant plus facile d'assurer
sa sécurité. Cela a-t-il beaucoup de sens de le
renvoyer dans un pays pauvre où il n'a aucune
attache ? Il faut respecter la loi, mais on peut
l'appliquer de manière plus humaine.
Présidente : Kristien Grauwels
J'ai du mal à comprendre et à accepter la politique
que vous menez.
13.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : De
wet is de wet. La loi est la loi. Als wetgever kunt u
die wet wijzigen. Als minister kan ik geen beleid van
twee maten en twee gewichten voeren. Elke
tekortkoming in de uitvoering van ons
verwijderingbeleid kan enkel de netwerken van
handelaars in asielzoekers ten goede komen.
13.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
La loi est la loi. De wet is de wet. En tant que
législateur, vous pouvez la modifier. En tant que
ministre, je ne peux appliquer une politique de deux
poids, deux mesures. Toute faille dans l'exécution
de notre politique d'éloignement ne peut que profiter
aux réseaux de trafiquants de demandeurs d'asile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Jacques Chabot tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de lokale
politie : assessmentproef - geloofwaardigheid
van de door SELOR geprivilegieerde partner -
financiële gevolgen voor de gemeenten en
naleving van de proceduretermijnen" (nr. 4668)
14 Question de M. Jacques Chabot au ministre
de l'Intérieur sur "la police locale: épreuve
d'assessment - crédibilité du partenaire privilégié
par le SELOR - conséquences financières pour
les communes et respect des délais de
procédure" (n° 4668)
14.01 Jacques Chabot (PS): Het politiecollege
van de zone Haspengouw neemt SELOR in de arm
om de beoordelingsproef (assessment) voor de
kandidaten voor de functie van chef van de lokale
politie te organiseren.
SELOR heeft de kandidatenlijst op 5 april 2001
ontvangen, en de kandidaten werden op 17 april
door de firma Ernst & Young opgeroepen voor de
test. De selectiecommissie komt op 18 mei bijeen.
SELOR was op de hoogte van die datum.
Ondanks talloze vragen om informatie bij SELOR
kreeg ik pas op 10 mei een fax met gegevens over
de kwalificatie van drie van de acht kandidaten.
Diezelfde middag nog vroeg Ernst & Young om dat
schrijven in te trekken. De dag nadien, op 11 mei
dus, meldde Ernst & Young dat er maar één
kandidaat, en dus geen drie, geschikt bevonden
was.
14.01 Jacques Chabot (PS) : Le Collège de police
de la zone de Hesbaye a choisi de faire appel au
SELOR pour organiser l'épreuve d'évaluation
(assessment) des candidats au mandat de chef de
police locale.
Le SELOR a reçu la liste des candidats, le 5 avril
2001, et les candidats ont été convoqués par la
société Ernst & Young à l'épreuve du 17 avril. La
Commission de sélection doit se réunir le 18 mai.
Le SELOR connaissait cette date.
Malgré mes nombreuses démarches d'information
auprès du SELOR, ce n'est que le 10 mai que j'ai
reçu un fax concernant l'aptitude de trois candidats
sur huit. Cependant, l'après-midi du même jour,
Ernst & Young ont demandé de retirer ce courrier.
Le 11 mai, Ernst & Young signalait qu'un seul
candidat, et non trois, était apte.
CRABV 50
COM 476
16/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
Ik heb om tekst en uitleg gevraagd over deze plotse
volte face, maar heb nog geen antwoord gekregen.
Dat bedrijf heeft alle geloofwaardigheid bij het
politiecollege van de zone Haspengouw verloren. Is
de minister bereid een nieuwe procedure te
financieren?
Wat een zonde van de energie die in het naleven
van de wettelijke termijnen gestoken werd, en dit
alles door het diskrediet waarin Ernst & Young is
geraakt. Beseft de minister dat de kandidaat voor
de post van politiechef met een nieuwe procedure
niet vóór het eind van het eerste semester zal
worden voorgedragen ?
Drie kandidaten zullen op 18 mei worden gehoord
door de selectiecommissie. Twee onder hen
werden vrijgesteld van de "assessmentproef". Hoe
zullen hun rechten worden geëerbiedigd als er een
nieuwe oproep tot kandidaatstelling komt ?
J'ai demandé les raisons du revirement et j'attends
encore la réponse.
Cette société a perdu sa crédibilité auprès du
Collège de police de la zone de Hesbaye. Le
ministre est-il prêt à financer l'organisation d'une
nouvelle procédure?
L'énergie consacrée à respecter les délais légaux
est gaspillée en raison de la perte de crédit de Ernst
& Young. Le ministre est-il conscient qu'une
nouvelle procédure ne permettra pas de présenter
la candidature du chef de police avant la fin du
premier semestre?
Dans la mesure où trois candidats, dont deux ont
été dispensés de l `épreuve d'assessment, seront
entendus par la Commission de sélection ce 18
mai, comment leurs droits seront-ils respectés en
cas de nouvel appel à candidature ?
14.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Die
aangelegenheid ressorteert onder de minister van
Ambtenarenzaken, tot wie u zich met uw vraag
moet richten.
Ik kan er enkel aan herinneren dat het de
selectiecommissie toekomt de resultaten van het
assessment center al dan niet geldig te verklaren
en dat op plaatselijk niveau een ander assessment
center kan worden aangewezen dan SELOR, dat
gratis ter beschikking van de politiezones werd
gesteld. De vrijwaring van de rechten ingeval van
ongeldigverklaring van de resultaten geldt enkel
voor de rechten van de kandidaat die geschikt werd
bevonden. In het kader van de organisatie van een
nieuwe selectieprocedure door de zone
Haspengouw vind ik dat hem het voordeel moet
worden toegekend van de vrijstelling, op grond van
het feit dat hij voorheen geschikt werd bevonden.
Iedere andere interpretatie zou als paradoxaal
gevolg hebben dat een kandidaat die geschikt werd
bevonden het voordeel van zijn geschiktheid zou
verliezen wanneer in dezelfde zone een nieuwe
proef wordt georganiseerd. Mijn antwoord beperkt
zich tot de beginselen, onder voorbehoud van het
antwoord van minister Van den Bossche.
14.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
La problématique évoquée relève de mon collègue
de la Fonction publique. Je vous invite donc à vous
adresser à lui.
Je ne puis que rappeler qu'il appartient à la
Commission de sélection de valider ou non les
résultats de l'assesment center et qu'il est loisible,
au niveau local, de désigner un autre centre
d'assesment que le SELOR, mis gratuitement à la
disposition des zones de police. La sauvegarde de
droits en cas d'invalidation des résultats ne
concerne que ceux du candidat déclaré apte. Dans
le cadre de l'organisation, par la zone de Hesbaye,
d'une nouvelle procédure de sélection, je considère
que devrait lui être reconnu le bénéfice de la
dispense au motif de son aptitude déclarée
précédemment.
Toute autre interprétation aurait pour conséquence
paradoxale qu'un candidat déclaré apte perdrait le
bénéfice de son aptitude en cas de réorganisation
de l'épreuve dans la même zone. Je vous réponds
au niveau des principes, sous réserve de la réponse
de mon collègue le ministre Van den Bossche.
14.03 Jacques Chabot (PS): Afgezien van de
beginselen, gaat het voor twee personen om een
waar menselijk drama. Ik zal dan ook contact
opnemen met de kabinetschef van minister Van den
Bossche.
14.03 Jacques Chabot (PS): Au-delà des
questions de principe, il s'agit d'un drame humain
pour deux personnes. Je prendrai donc contact
avec le chef de cabinet de M. Van den Bossche.
14.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Daar 14.04 Antoine Duquesne ministre (en français):
16/05/2001
CRABV 50
COM 476
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
heb ik alle begrip voor.
Het incident is gesloten.
Je vous comprends.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.50 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.50 heures.
Document Outline