KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 472
CRIV 50 COM 472
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
09-05-2001 09-05-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de euro-minikit" (nr. 4573)
1
Question de Mme Greta D'Hondt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le mini-kit
euro" (n° 4573)
1
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde vragen van
3
Questions jointes de
3
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
voor opvanggezinnen" (nr. 4578)
3
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
familles d'accueil" (n° 4578)
3
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het statuut van de onthaalouders" (nr. 4591)
3
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le statut
des gardiennes encadrées" (n° 4591)
3
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
van de onthaalmoeders" (nr. 4622)
3
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
gardiennes d'enfants" (n° 4622)
3
Sprekers: Greta D'Hondt, Annemie Van de
Casteele, Magda De Meyer, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Greta D'Hondt, Annemie Van de
Casteele, Magda De Meyer, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het unieke spoor Farmanet" (nr. 4589)
9
Question de Mme Greta D'Hondt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la piste
unique Farmanet" (n° 4589)
9
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de gevolgen van de inflatie op de inkomsten van
de sociale zekerheid" (nr. 4617)
10
Question de Mme Greta D'Hondt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les recettes
et les dépenses de la sécurité sociale" (n° 4617)
10
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRIV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
09
MEI
2001
10:00 uur
______
du
MERCREDI
09
MAI
2001
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.13 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.13 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de euro-minikit" (nr. 4573)
01 Question de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
mini-kit euro" (n° 4573)
01.01 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, om de
regering en de betrokken ministers niet in
verlegenheid te brengen en te moeten uitmaken
wie het best op mijn vraag zou kunnen
antwoorden, heb ik mijn vraag niet aan de drie
ministers gericht maar wens ik u over deze
problematiek te ondervragen. Ik weet dat u in
naam van uw twee andere collega's zult
antwoorden vermits dit een sociale materie is.

Mijnheer de minister, de regering stimuleert ­
mijns inziens niet ten onrechte
­
de
ondernemingen om in december hun werknemers
een euro-minikit ter waarde van 19,4 euro te
schenken. De schenking is vrijgesteld van
belasting en sociale zekerheidsbijdragen. De
bedoeling is niet zozeer een vervroegd
kerstgeschenk uit te delen maar de werknemers
vertrouwd te maken met de nieuwe eenheidsmunt
die op 1 januari 2002 wordt ingevoerd.

Men vraagt deze inspanning van de werkgevers
en de lokale overheden voor de actieve
werknemers. Is het niet wenselijk dat de regering
deze kit eveneens ter beschikking zou stellen van
degenen die moeten leven van een
vervangingsinkomen? De regering is immers
verantwoordelijk voor deze groep. Deze mensen
kunnen niet rekenen op een kit aangeboden door
hun werkgever omdat ze er geen hebben of niet
meer hebben. Zal de overheid haar
verantwoordelijkheid opnemen en de uitkerings-
trekkers zoals gepensioneerden, invaliden,
werklozen en bestaansminimumtrekkers een
euro-minikit te schenken zodat deze mensen
eveneens vertrouwd kunnen geraken met de
nieuwe eenheidsmunt. Ik durf niet te denken dat
de overheid wel de werkgevers aanmaant een
euro-minikit ter beschikking te stellen van de
werknemers maar zich zelf niet geroepen voelt om
dezelfde inspanning te leveren voor de mensen
waarvoor zij verantwoordelijk is.
01.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, collega's, dit is een belangrijke vraag
die meerdere departementen aanbelangt. De
vervanging van de nationale muntstukken en
bankbiljetten door de nieuwe Europese munt zal
een zeer grootschalige operatie zijn. Alhoewel de
Economische en Monetaire Unie reeds sinds
1 januari 1999 een realiteit is en de euro als
eenheidsmunt voor de 12 landen van de Unie
geldt, is de euro, ons inziens, bij de brede lagen
van de bevolking nog onvoldoende ingeburgerd.
Het in omloop brengen van de euro-muntstukken
en bankbiljetten op 1 januari 2002 zal het echte
teken zijn voor de overschakeling naar de euro, de
Europese eenheidsmunt. De muntstukken en
bankbiljetten in euro moeten vanaf de eerste
dagen van januari 2002 in het contant geldverkeer
gebruikt kunnen worden. Daarom moeten er
voldoende euro's in omloop worden gebracht.

Een Belgisch scenario voor de overgang naar de
euro werd voorbereid. De uitdeling van 5 miljoen
euro-minikits is slechts een van de aspecten van
dit scenario. Het maakt deel uit van de vijfde
09/05/2001
CRIV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
operatie van de voorbereidende fase om de
particulieren op voorhand met de muntstukken te
bevoorraden.

Het grote publiek zal deze euro-minikit tegen de
prijs van 500 Belgische frank kunnen aankopen bij
de banken. 500 Belgische frank is 12,40 euro. De
kit bestaat uit 2 muntstukken van 1 cent, 4 van
2 cent, 4 van 5 cent, 5 muntstukken van 10 cent,
3 van 20 cent, 4 van 50 cent, 5 muntstukken van
1 euro en 2 muntstukken van 2 euro.

Sommige ondernemingen zullen een euro-minikit
aan hun personeel aanbieden. Het is een door de
werkgever vrij gekozen geschenk. Dit kan
vergeleken worden met een geschenk in natura, in
species of in de vorm van betaalbons.

Gelet op het uitzonderlijk karakter van deze
operatie en met het oogmerk het eurogebruik aan
te moedigen, werd beslist dit voordeel als een
uitzonderlijk sociaal voordeel te beschouwen en is
het vrijgesteld van fiscale en sociale lasten.

Ik heb lang getwijfeld om met deze vrijstelling van
sociale lasten in te stemmen omdat ik deze
vrijstelling wilde koppelen aan de toekenning van
gelijkaardige voordelen ten gunste van de
gerechtigden op een vervangingsinkomen, maar
eigenlijk heeft dat niet veel zin als men naar de
kostprijs kijkt. De kosten van de operatie, de
daaraan verbonden moeilijkheden, het beperkt
aantal aanmaakbare minikits en het
veiligheidsaspect van deze uitdeling hebben mij
uiteindelijk doen besluiten dat een dergelijk
voordeel niet aan alle sociaal verzekerden kan
worden aangeboden. De kosten zouden tussen 2
miljard en 130 miljoen frank bedragen naargelang
men de minikits zou willen aanbieden aan alle
gerechtigden op een vervangingsinkomen of enkel
aan de gerechtigden op maatschappelijke hulp.

Daarnaast rees de vraag of de minikits per gezin
of per individu moesten worden toegekend en was
er een reeks administratieve moeilijkheden die
verband houden met de opmaak van een lijst van
de betrokken sociaal verzekerden, met hun
woonplaats en de aanduiding van de plaats waar
ze de minikit kunnen verkrijgen, met de
bevoorrading van deze plaatsen en met het
vervoer van de minikits en de daaraan verbonden
veiligheidsproblemen.

Om elk van die redenen en omwille van het
beperkt aantal aanmaakbare minikits werd
afgezien van de toekenning aan iedere
gerechtigde op een vervangingsinkomen, maar
natuurlijk kunnen alle sociaal gerechtigden deze
minikits tegen kostprijs kopen aan de loketten
van
de banken, de post en de
vervoersmaatschappijen.

In mijn ogen gebeurt hier geen onrechtvaardigheid
omdat uiteindelijk de werkgever dit betaalt, als hij
dat wil. Niet alle werknemers zullen dat krijgen,
maar alleen de werknemers waarvoor de
werkgevers dat willen doen. Dat is een onderdeel
van de arbeidsrelatie in het bedrijf, weliswaar in de
vorm van een eenmalig geschenk. Ik denk niet dat
het onrechtvaardig is om de maatregel niet uit te
breiden, maar natuurlijk zou het genereus
geweest zijn om het wel uit te breiden. Het gaat
praktisch gesproken niet. Ik zie er geen begin aan.
Ik heb er lang over nagedacht en mijn mensen
onder druk gezet om met creatieve oplossingen
op de proppen te komen, maar zij hebben ze niet
gevonden. Ze zijn er niet.

Als minister van Sociale Zaken wil ik de sociaal
verzekerden wel maximaal informeren over de
nieuwe munt. Ik heb mijn administratie gevraagd
aanbevelingen inzake informatie en communicatie
voor te bereiden ten behoeve van alle instellingen
die sociale uitkeringen beheren en uitbetalen.

Een van deze aanbevelingen houdt in dat de
uitbetalingsinstellingen de nodige contacten
zouden nemen met hun financiële instellingen
opdat zij voldoende kleine coupures en
muntstukken in kas zouden hebben om de
uitkeringen vanaf de eerste werkdag van 2002 in
euro te kunnen uitbetalen.

Een tweede aanbeveling is dat zij met hun
contactpersoon bij de Bank van De Post
afspreken dat, als een gepensioneerde of
uitkeringsgerechtigde zijn cheque op het
postkantoor komt innen tijdens de laatste twee
weken van december, men hem of haar
systematisch voorstelt een deel in de vorm van
euro's uit te betalen.

Vanaf een nog overeen te komen datum zullen
alle sociale zekerheidsinstellingen dezelfde
formulering gebruiken in hun brieven aan sociaal
verzekerden om hen te wijzen op de invoering van
de euro op 1 januari 2002. Verder worden de
informatiediensten versterkt tijdens de eerste
weken van januari zodat de verzekerden
gemakkelijk kunnen worden geïnformeerd nadat
zij hun eerste uitbetalingen in januari 2002
ontvangen. Zo heeft, bijvoorbeeld, de Rijksdienst
voor Pensioenen reeds in een groen
telefoonnummer voorzien.

De sociale zekerheidsinstellingen en het Ministerie
CRIV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
van Sociale Zaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu hebben het partnerschapsakkoord in
het kader van de officiële informatiecampagne
euro 2002 ondertekend. Dat partnerschap verbindt
er zich toe hun doelgroepen correct en optimaal in
te lichten over de bankbiljetten en muntstukken in
euro en over de manier waarop zij in omloop
worden gebracht. De sensibiliseringscampagnes
zijn gepland en zullen vooral op einde van het
jaar worden gevoerd. Voor kansarme bevolkings-
groepen zijn specifieke campagnes gepland, die
op het niveau van het Ministerie van Economische
Zaken worden gecoördineerd.

Ik kan dus niet alle sociaal verzekerden een
minikit aanbieden, maar ik zal er vooral op toezien
dat zij goed worden geïnformeerd en dat zij
voldoende euro's kunnen verkrijgen. Ik zal ervoor
zorgen dat ze zich niet uitgesloten voelen bij de
operatie voor de overschakeling naar de euro. Dat
is een democratische plicht.
01.03 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
minister, ik heb deze vraag niet gesteld om aan
uitkeringsgerechtigden een geschenk te geven. Ik
vraag ook niet dat werkgevers een geschenk van
zowat 500 Belgische frank aan hun werknemers
geven. De toegevoegde waarde van deze
aanbeveling aan de werkgevers is dat op een vrij
korte tijdspanne van 14 dagen zoveel mogelijk
inwoners van dit land de kans krijgen om
vertrouwd te raken met de euro. Het lezen van
brochures zal immers niet volstaan. Zolang men
het geld niet echt kan gebruiken, blijft dit alles
dode letter. Om die reden ben ik van mening dat
men ofwel de nadruk moet leggen op een
goedkoop geschenk ofwel het vertrouwd raken
met die nieuwe munteenheid.

Ik vind het jammer dat er onvoldoende creativiteit
is aangewend om dit ook te doen voor zij die van
een vervangingsinkomen moeten leven. Ik heb
nochtans begrip voor het praktische probleem van
de controle.

Mijnheer de minister, eens mijn werkgever mij die
euro minikit heeft overhandigd, kan ik als vrije
burger van dit land daarmee toch ook doen wat ik
wil. De wetgever heeft geen enkele controle op
wat ik daar verder mee doe. Hetzelfde geldt voor
een uitkeringsgerechtigde.

Ik had dan ook wat meer creativiteit verwacht voor
de uitkeringsgerechtigden. Eventueel had men
kunnen werken via verzekeringsinstellingen of
organisaties. Aan de OCMW's wordt gevraagd via
de campagne "Wa kost da" de
bestaansminimumtrekkers vertrouwd te maken
met de Euro. Het gaat hier evenwel om een
eerder informatieve campagne dan wel het ter
beschikking stellen van munten. Ik heb begrepen
dat voor de uitkeringsgerechtigden niet dezelfde
actie zal worden ondernomen. Met alle begrip voor
een aantal praktische moeilijkheden kan ik dit
enkel betreuren.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
voor opvanggezinnen" (nr. 4578)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het statuut van de onthaalouders" (nr. 4591)
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
van de onthaalmoeders" (nr. 4622)
02 Questions jointes de
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
familles d'accueil" (n° 4578)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le statut
des gardiennes encadrées" (n° 4591)
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
gardiennes d'enfants" (n° 4622)
02.01 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, toen wij
in februari in deze commissie ons wetsvoorstel en
dat van collega De Meyer behandelden,
verklaarde iedereen zich vragende partij voor een
statuut voor de opvanggezinnen. Met groot
ongeduld drong men bovendien aan op een snelle
regeling.

Er bestond enige variatie in verband met de
gedegenheid van het statuut of de aansluiting
ervan op de reeds bestaande statuten in onze
sociale wetgeving. Iedereen wees evenwel op de
noodzaak aan een dringende regeling. Men vroeg
de CVP toen 14 dagen geduld. Het begrip tijd is
voor de ene al wat rekbaarder dan voor de andere
maar ik stel enkel vast dat er ondertussen nog
niets is veranderd.

Ik vraag de minister dan ook waar wij staan. Ik
heb de zaak via de media in de mate van het
mogelijke trachten te volgen. Er zijn blijkbaar
voorstellen voor de Ministerraad gebracht die dan
getest moesten worden bij de gemeenschappen.
Eén krant laat al weten dat er op Vlaams niveau
een overeenkomst is terwijl de anderen dit
09/05/2001
CRIV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
tegenspreken. Mijnheer de minister, intussen hebt
u waarschijnlijk net als wij de nota gekregen met
het advies nr. 42 van de Raad voor Gelijke
Kansen voor Mannen en Vrouwen inzake het
sociaal statuut van bij een dienst aangesloten
onthaalmoeders.

Met het ongeduld dat mij ­ en naar ik hoop in deze
materie ook de andere fracties ­ eigen is, wil ik
graag weten waar we nu staan. Zijn er concrete
voorstellen en wat is de inhoud ervan? Binnen
welke termijn moeten de gemeenschappen advies
uitbrengen? Hoe staat het met de kostprijs van de
voorstellen die door de federale Ministerraad
ontwikkeld werden en voorgelegd zijn aan de
gemeenschappen? Hoe zal die prijs verdeeld
worden tussen de federale overheid en de
gemeenschappen? Binnen welke termijn zullen de
betrokken opvanggezinnen eindelijk een betere
sociale bescherming kunnen genieten? Ik blijf
onderstrepen dat de opvanggezinnen absoluut
recht hebben op deze bescherming. Verder mag
deze bescherming het evenwicht in ons stelsel
van sociale zekerheid tussen rechten en plichten
en betalen en ontvangen niet verstoren. Er mag
geen nieuw tussenstatuut komen. Tegen gedegen
betaling moet dit in een volledige sociale
bescherming voor de opvanggezinnen resulteren.
02.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de minister, ik kan mevrouw D'Hondt
onmiddellijk geruststellen. Ik meen dat de meeste
fracties haar ongeduld delen om eindelijk een stap
vooruit te zetten in een dossier dat al van bij het
begin van deze legislatuur ter tafel ligt. Ook mijn
fractie heeft terzake een voorstel ingediend. Het
kan helaas niet besproken worden in deze
commissie omdat het de fiscale aspecten
behandelt en wij zijn er van uitgegaan dat het
sociaal statuut voor de onthaalmoeders bij
koninklijk besluit kan worden uitgewerkt. Wij
moesten daartoe dus geen wetgevend initiatief
nemen. Dat neemt niet weg dat de krijtlijnen van
wat wij als sociaal statuut voor ogen hebben
waarschijnlijk als eerste op papier bij het
Parlement werden ingediend.

Mijnheer de minister, ook ik heb via de pers
vernomen dat er eindelijk schot in de zaak zou
komen. Er zijn voorstellen genoeg en blijkbaar
hebt ook u samen met de gemeenschappen een
voorstel uitgewerkt. Wij hebben daar kennis van
genomen via het advies van de Raad voor Gelijke
Kansen voor Mannen en Vrouwen. Ik wil net als bij
andere dossiers doen opmerken dat andere
groepen meestal eerder inzage krijgen in
voorstellen die de regering heeft uitgewerkt dan de
parlementsleden. Het advies gaat over een
voorstel waarvan wij niet weten of het op papier
staat dan wel of u het in grote lijnen hebt
toegelicht. Dat laatste hebt u hier in het Parlement
ook al enkele keren gedaan. Er zijn voorstellen
genoeg, de sleutel schuilt in het probleem van de
financiering van dit statuut.

Wij weten dat, volgens de nota die u ons hebt
bezorgd, een volwaardig statuut aan Vlaanderen
ongeveer 1,2 miljard frank zal kosten, tenzij u dat
nu tegenspreekt. Deze nota was gebaseerd op
een werkgeversbijdrage van ongeveer 800 miljoen
frank, tenminste als alle gecontroleerde
onthaalgezinnen er gebruik van zouden maken, en
500 miljoen werknemersbijdrage.

Mijnheer de minister, het is duidelijk dat de
verschillende regeringen de bal aan elkaar
doorspelen wanneer het erop aankomt het sociaal
statuut te financieren. Ik heb het dan wel over de
bijdragen die moeten worden betaald. Het spreekt
voor zich dat, zolang de sociale zekerheid een
federale aangelegenheid is, de uitgaven in de
verschillende sectoren van de sociale zekerheid
voor de onthaalmoeders die een statuut zouden
krijgen, ten laste van de federale Schatkist vallen.
Ik wens vooral duidelijkheid omtrent het eventueel
akkoord dat met de verschillende
gemeenschappen zou bestaan en de lasten die
daaraan verbonden zijn. Ook wens ik te weten wat
het statuut precies zou inhouden, want het is niet
omdat een bepaald voorstel wordt besproken dat
het ook al is aanvaard.
02.03 Magda De Meyer (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij zijn
het met z'n allen alweer roerend eens. Vanuit het
parlement hebben wij al zeer lang aangedrongen
op een statuut voor de onthaalmoeders. Mevrouw
D'Hondt heeft terzake verwezen naar haar
wetsvoorstel; ook mijn wetsvoorstel terzake wacht
op behandeling. Vorig jaar voerden wij actie bij het
kabinet van minister Onkelinx onder de titel "Geen
vijgen na Pasen". Ondertussen is Pasen voor de
tweede keer voorbij en het is begrijpelijk dat het
ongeduld bij de betrokkenen stijgt. Steden en
gemeenten trekken de alarmbel om erop te wijzen
dat ze geen gegadigden meer vinden. Het
probleem is voldoende gekend, ook door de
interkabinettenwerkgroep en de Ministerraad, die
er veel tijd aan besteed hebben. Hopelijk leidt dit
tot een degelijk resultaat. Het is uiteraard niet
eenvoudig om deze groep in ons systeem van
sociale zekerheid en arbeidswetgeving in te
passen. Ik meen dat het de bedoeling is ook de
zelfstandige onthaalmoeders mee op te nemen in
het uitgewerkte akkoord. Voor ons is het
belangrijk dat het om een haalbaar statuut zou
CRIV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
gaan, dat betaalbaar is voor de gemeenschappen
en een maximale bescherming biedt aan de
betrokkenen.

De grote uitdaging was dat de onthaalmoeders er
netto niet op achteruit zouden gaan, rekening
houdend met de fiscale gunstmaatregelen die ze
vandaag genieten. Op een bepaald ogenblik werd
nogal denigrerend gesproken over dit statuut en
vandaar onze bezorgdheid in verband met het
akkoord dat werd gesloten. Welke sociale
bescherming is daarin opgenomen voor de
onthaalmoeders, zowel voor zij die in dienst
werken als voor zij die op zelfstandige basis
werken? Gaat de Vlaamse Gemeenschap
akkoord met het voorstel? Onder welke
voorwaarden? Over welke timing spreken wij?
02.04 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, collega's, in de eerste plaats wens ik
een persoonlijke bedenking te formuleren. Er zijn
vele eigenschappen van mevrouw D'Hondt die ik
benijd. Eén ervan is de hardnekkigheid. Dat geldt
terzake eveneens voor mevrouw De Meyer en
mevrouw Van de Casteele. Ik probeer even
hardnekkig te zijn in het realiseren van dit statuut.

Ik weet echter niet of ik met hen wens te
rivaliseren als het over ongeduld gaat. Dat is in de
politiek niet altijd goed. Men moet vooral op het
juiste moment resultaat weten te boeken. Dankzij
een zekere hardnekkigheid en druk, zowel vanuit
het Parlement als vanuit de groep van erkende
onthaalmoeders, en in zekere mate dankzij mijn
hardnekkigheid hebben wij nu een belangrijke
kaap genomen. Dat betekent nog niet dat het
sociaal statuut van de onthaalmoeders een
realiteit is. Eigenlijk ligt het nu in de handen van de
gemeenschappen.

Op de Ministerraad van 27 april werd een voorstel
aanvaard met betrekking tot het sociaal statuut
voor erkende en gesubsidieerde onthaalmoeders.
Bovendien werd op die Ministerraad een voorstel
besproken met betrekking tot de particuliere
opvanggezinnen. Een aantal algemene
gedachtegangen is toen ter sprake gekomen. Het
voorstel van de minister van Werkgelegenheid en
ikzelf met betrekking tot het sociaal statuut voor
de erkende en gesubsidieerde onthaalmoeders
werd aanvaard op het niveau van de federale
regering. Volgens mij is dit een heel belangrijk
moment. Ik zal u de krachtlijnen geven zoals die
formeel werden aanvaard door de federale
regering.

Ten eerste, aangezien het om een federaal
initiatief gaat, beperkt het voorstel zich natuurlijk
tot de federale bevoegdheden. Het is onze
bevoegdheid om ervoor te zorgen dat er geen
gaten zijn in de sociale bescherming. Mevrouw
Van de Casteele, ik zou niet willen dat er een
verglijding komt naar het optreden in de
kinderopvang zelf. Dit is niet onze bevoegdheid.

Ik kom straks nog even terug op het aspect van
de financiering. Het lijkt mij onmogelijk dat wij
starten met het financieren van de kinderopvang.
Wij kunnen zorgen voor een goed sociaal statuut,
maar daar stopt onze bevoegdheid. De kern van
het voorstel is dat alle erkende en gesubsidieerde
onthaalmoeders een sociale bescherming krijgen.
Op termijn lijkt het mij de bedoeling van zeer veel
mensen dat deze onthaalmoeders een volwaardig
werknemersstatuut krijgen. De keuze voor een
werknemersstatuut sluit niet uit dat ouders een
inkomensgerelateerde prijs voor kinderopvang
kunnen blijven betalen aan erkende en
gesubsidieerde onthaalmoeders. Dit is wat er in
de toekomst mogelijk is en wij zoeken een
oplossing op korte termijn.

Wij nemen aan dat de erkende en gesubsidieerde
onthaalmoeders pensioenrechten opbouwen,
recht moeten krijgen op kinderbijslag, verzekerd
zijn tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten,
arbeidsongeschiktheid en geneeskundige
verzorging en dat zij recht krijgen op een
kostenvervangende vergoeding zodat hun
vergoeding minder kan fluctueren dan vandaag
het geval is. De idee is het toekennen van een
sociaal statuut dat gebaseerd is op de notie dat er
een fictief minimumloon wordt betaald, dat
daarvoor persoonlijke en patronale bijdragen
worden betaald en dat de rechten die daaruit
voortvloeien en die ik daarnet heb opgesomd,
gehonoreerd worden door de federale regering.

Voor de werkloosheid zal in een eigen stelsel sui
generis van kostenvervangende vergoedingen
worden voorzien. Deze vervangende vergoeding
heeft tot doel ervoor te zorgen dat tijdens hun
loopbaan als onthaalmoeder, de ontvangen
vergoedingen minder zouden fluctueren dan
vandaag. Het gaat niet om
werkloosheidsuitkeringen in de strikte zin van het
woord, maar een vergoeding voor de gedeeltelijke
of tijdelijke onvoorziene afwezigheden van op te
vangen kinderen. Deze sociale bescherming
maakt de onthaalmoeders niet langer afhankelijk
van afgeleide rechten en schept de mogelijkheid
voor alleenstaande ouders ook onthaalmoeder te
worden.

In dit voorstel staan de Gemeenschappen, die
onder andere de voorwaarden voor erkenning en
09/05/2001
CRIV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
subsidiëring bepalen, in voor de betaling van de
werkgeversbijdrage en de erkende en
gesubsidieerde onthaalmoeders betalen dan zelf
de werknemersbijdrage die niet boven de 2.700
frank per maand mag liggen.

De sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers
en werkgevers worden berekend op basis van een
forfaitair minimumloon. Zowel de onthaalmoeders
als de Gemeenschappen kunnen aanspraak
maken op de vermindering van de persoonlijke
bijdragen die geldt op het niveau van het
minimumloon en op de structurele
lastenvermindering voor patronale bijdragen.
Beide verminderingen zijn vrij aanzienlijk. Het is
dus een heel voordelige deal. Een jaar geleden
zou dit lang niet zo interessant zijn geweest. Ik
heb de persoonlijke bijdragen voor iemand die aan
een minimumloon werkt, verminderd met 3.300
frank per maand. Vroeger betaalden die mensen
bijna 6.000 frank per maand aan persoonlijke
bijdragen. Nu betalen zij niet meer dan 2.700
frank.

Daardoor is dit, op het vlak van de persoonlijke
bijdrage, een goede deal. Ook de structurele
lastenvermindering voor patronale bijdrage is van
die aard dat, op het niveau van het minimumloon,
de patronale bijdrage relatief beperkt is in
verhouding tot het recht dat wordt geschapen
inzake uitkeringen.

Op fiscaal vlak blijft de huidige regeling van
kostenvergoeding, waarin de persoonlijke bijdrage
is begrepen, zonder meer behouden.

De eerste minister heeft een aantal suggesties
geformuleerd voor verbeteringen aan het sociaal
statuut van de particuliere opvanggezinnen. De
kern van dat voorstel is dat de federale overheid,
via een aangepast fiscaal, parafiscaal en juridisch
kader de opvang in de particuliere sector
stimuleert.

Wat het voorstel in verband met de erkende en de
gesubsidieerde onthaalmoeders betreft, is het de
bedoeling het overleg met de gemeenschappen
zo snel mogelijk te starten. Het is precies daarom
dat we dit overleg in het kader van een niet-
commerciële conferentie voor de gelijke kansen
van man en vrouw plannen. Momenteel stellen we
ramingen op over wat de mogelijke kostprijs van
een dergelijk sociaal statuut zou kunnen zijn. De
financiering van het voorstel wordt gedragen door
de federale overheid in de mate dat de federale
overheid lastenverminderingen geeft en natuurlijk
de verplichting aangaat om minimumpensioenen
en kinderbijslag uit te betalen en de
gezondheidszorgen te verzekeren. De financiering
wordt ook gedragen door de gemeenschappen in
hoofde van hun werkgeversschap en de
onthaalmoeders zelf.

Er kan geen definitieve raming van de kostprijs
worden gegeven want alles hangt af van de
snelheid en de omvang van de operatie.

Wat de omvang van de operatie betreft, is het
natuurlijk aan de gemeenschappen om te bepalen
wie ze als erkende en gesubsidieerde
onthaalmoeders erkennen of willen erkennen en
voor hoeveel kinderen deze erkenning wordt
gegeven. Bovendien moet ook met een
overgangsregeling rekening worden gehouden.
Daarin kan worden bepaald of de nieuwe regeling
alleen verplichtend is voor nieuwe mensen of
eveneens voor degenen die reeds onthaalgezin
zijn. In bepaalde omstandigheden kan ze verplicht
of facultatief of altijd facultatief zijn. Natuurlijk is de
kostprijs enorm verschillend naargelang wordt
gezegd dat het facultatief is voor de bestaande
onthaalmoeders of dat wordt beslist dat iedereen
meteen, in een maximalistisch scenario, volledig
in dat schema stapt.

Als alle 10.000 erkende onthaalmoeders meteen
in dat schema stappen dan zal er een heel hoge
kostprijs zijn. Als dit alleen voor de nieuwe
onthaalmoeders zal gelden, dan zal de kostprijs
heel laag zijn.

Dat moet dus worden besproken. Het behoort ook
meer tot de bevoegdheid van de
gemeenschappen om ons daar een oriëntatie te
geven. Ik wil mij niet in hun plaats stellen. We
willen met de gemeenschappen overleggen voor
wie dit geldt, wat de transitie is, wat de
transitieperiode is en wanneer moet dit ingaan.

Ik meen echter dat de federale regering een
enorme kans biedt en ik hoop natuurlijk van
ganser harte dat de gemeenschapsautoriteiten
daarop zullen ingaan.
02.05 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw antwoord. Het
wetsvoorstel, zoals we het hebben ingediend en
zoals het werd weggestemd hield in zich ten
eerste een voorstel van regeling om, zowel voor
de onthaalgezinnen, georganiseerd via de
diensten voor opvanggezinnen, als voor degenen
die opvanggezin waren als zelfstandige, de
mogelijkheid van een sociaal statuut te creëren.

Ten tweede, hield het wetsvoorstel ook in dat
degenen die het beroep van onthaalmoeder nu
CRIV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
reeds uitoefenen, een keuze konden maken
tussen het nieuwe statuut of het huidige statuut
behouden.

Ten derde, het gebruikte ook alle mogelijkheden
die de wetgever intussen ter beschikking gesteld
had in verband met de bijdragen zowel voor de
werknemer/onthaalgezin of de zelfstandige als
voor de werkgever-dienst.

Op die manier telden de lage lonen mee inzake
werknemersbijdragen en maximale vermindering
van de werkgeversbijdragen. Dat zat ook in het
wetsvoorstel vervat. Het wetsvoorstel ging, voor
zover ik terzake bevoegd ben, niet verder dan wat
de federale wetgever eigenlijk werd toegestaan.
Het moeide zich niet met de organisatie van de
kinderopvang en het veranderde niets aan de
kostprijs voor de gezinnen.

In het voorstel dat door de Ministerraad van
27
maart
2001 is goedgekeurd en werd
overgezonden aan de gemeenschappen, zijn die
elementen opgenomen. Op dat gebied is er geen
verschil met het wetsvoorstel dat wij hadden
ingediend. Het grote verschil is dat men een
tussenstatuut creëert. Wij zullen met grote
hardnekkigheid een volwaardig statuut van bij de
aanvang blijven verdedigen, zij het dat de
invoering eventueel getrapt kan gebeuren. Het is
een slecht teken voor nieuwe vormen van arbeid
of activiteiten die tot arbeid zijn uitgegroeid, dat wij
niet ten volle durven zeggen dat deze arbeid zich
ook sociaalrechtelijk inschrijft in hetgeen wij onder
arbeid verstaan, hetzij onder het
zelfstandigenstatuut, hetzij onder het
werknemersstatuut. Daarom blijf ik het hiermee
zeer moeilijk hebben, zowel op het moment dat
het hier, in het federaal Parlement, ter sprake zal
komen, als op het terrein. Ik zal in alle
duidelijkheid blijven verklaren dat wat nu ter tafel
ligt een slecht statuut is in de zin van de
opvattingen over sociale zekerheid en de opbouw
van sociale zekerheidsrechten. Dit is niet correct,
mijnheer de minister, tenzij u vindt dat de opvang
van kinderen in onthaalgezinnen nog geen echte
vorm van arbeid is, maar als dit wel het geval is en
men hiervoor in een sociaal statuut voorziet, dient
dit ook ten volle uitgewerkt te zijn. Als u dan de
werkloosheidsverzekering vervangt door een
kostenvervangende vergoeding zijn wij een eind
verwijderd van de filosofie van de
werkloosheidsverzekering.

Overal waar het ons toegelaten is, zal ik ook
blijven onderstrepen dat het een verkeerde
boodschap is voor de nieuwe onthaalgezinnen ­
die wij zo noodzakelijk moeten aantrekken ­ dat
wij het inkomen en het sociaal statuut dat we
daaraan verbinden, eigenlijk als een fiscaal
voordeel blijven beschouwen. In uw voorstel blijft
het fiscaal statuut zoals het nu reeds bestaat. Dit
wordt voor andere mensen, die voor het
minimummaandloon moeten werken, een
onhoudbare situatie. Dit is, althans wat mijn
opvattingen over sociale zekerheid en sociale
rechten betreft, contraproductief. Het kan niet dat
u hun inkomen op maandbasis, dat een niveau
heeft dat ik ten zeerste verdedig, aanvult met een
kostenvervangende vergoeding.

De som die deze arbeid genereert, blijft u als een
kostenvergoeding beschouwen voor het fiscaal
statuut. Dit zal zich wreken. Dit gaat in tegen alle
opvattingen waarvan ik dacht dat u ze deelde in
het kader van de sociale zekerheid. Voor de
gemeenschappen is dit een voordelige deal. Ik
respecteer de eerlijkheid die u terzake aan de dag
legt. Voor ons als wetgever en in deze commissie
waarin de meerderheid heel sterk aan de
principes van de sociale zekerheid houdt, is dit
een heel slechte zaak. Ik zal dit overal waar ik kan
met de hardnekkigheid die mij eigen is blijven
stellen. Ik wil blijven opkomen voor een degelijk
sociaal statuut dat alle wettelijke middelen uitput
om het zo min mogelijk te laten kosten. Ik wil de
gemeenschappen niet nodeloos op kosten jagen.
Alle sociale zekerheidsbijdragen, tot het laagste
niveau, volstaan voor mij, idem voor de
betrokkenen zelf. Wij blijven dan tenminste binnen
het stramien waarvan wij vinden dat elke andere
werkgever in dit land het moet respecteren.
Iemand anders die dit niet respecteert, moet
immers zijn bedrijf aan de wilgen hangen. Het is
ook van toepassing op iedere werknemer, ook al
ligt zijn inkomen slechts honderd frank boven het
gewaarborgd minimum maandloon. Dezelfde
solidariteit moet ook worden getoond door de
gemeenschappen en de onthaalgezinnen die
terecht een sociaal statuut vragen. Zij moeten de
consequenties van dit sociaal statuut ten volle
durven aanvaarden.

De voorzitter: Mevrouw D'Hondt, ik heb u wat
meer spreektijd gegund omdat het hier om een
belangrijk beleidspunt gaat. Mijnheer de minister,
gelieve het kort te houden want er zijn nog twee
andere sprekers.
02.06 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, ik wil twee opmerkingen maken. Ten
eerste, als mevrouw D'Hondt het land gaat
afreizen om te verkondigen dat dit een slecht
voorstel is, dan zal ik in haar spoor natuurlijk een
kruisvaart moeten houden. Ik zal dan moeten
zeggen dat de partij van mevrouw D'Hondt heel
09/05/2001
CRIV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
wat jaren de tijd heeft gehad om iets te doen. Nu
ik ben aangetreden als minister van Sociale
Zaken, bied ik tenminste een praktische oplossing
voor een praktisch probleem. Dat is in elk geval
een verbetering. Het is onkarakteristiek voor ons
om op die manier een polemiek te voeren, maar ik
zal dat dan wel moeten doen.

Mevrouw D'Hondt, u zegt in elk tussenkomst wel
iets wijs. U stelde dat dit een goede overeenkomst
is voor de gemeenschappen. Ik wil elk lid van
deze commissie oproepen om dat bij hun
partijgenoten die verantwoordelijkheid dragen op
het niveau van de gemeenschappen te
onderstrepen. Het is immers zeker een goed
voorstel voor de gemeenschappen. Het zou voor
mij dan ook onbegrijpelijk zijn als de
gemeenschappen daar niet zouden op ingaan en
de relatief beperkte financiële inspanning niet
zouden leveren. Dat maakt uiteraard deel uit van
het debat en ik hoop dat iedereen dit onthoudt uit
deze discussie.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mevrouw D'Hondt heeft eigenlijk een goede
illustratie gegeven van het feit dat het inderdaad
gaat om een problematiek van fiscaliteit en sociale
zekerheid die globaal zou moeten kunnen worden
behandeld.

Net zoals mevrouw D'Hondt blijf ik voorstander
van een volwaardig statuut. Onze partij heeft altijd
gezegd dat het begrip arbeid moet worden
uitgebreid. Dit principe geldt niet alleen voor de
onthaalmoeders maar ook voor andere vormen
van nieuwe arbeid.

In de vorige legislatuur werden ook andere
vormen van volwaardige arbeid in specifieke
statuten gedwongen. Ik neem als voorbeeld de
PWA'ers. Ook voor die categorie moet men tot de
vaststelling komen dat het wel degelijk gaat om
volwaardige arbeid waarvoor de betrokkenen
echter geen volwaardig statuut krijgen. De partij
van mevrouw D'Hondt zit daar ook voor iets
tussen.

De geesten rijpen en ik hoop dat wij allemaal
samen kunnen evolueren naar een volwaardig
statuut voor alle vormen van arbeid. Dit neemt niet
weg dat er tussen droom en werkelijkheid soms
bezwaren staan zodat moet worden gekozen voor
een scenario waarin samen met de
Gemeenschappen het haalbare nu reeds kan
worden gerealiseerd. De onthaalmoeders zijn
volgens mij realistisch genoeg om tevreden te zijn
met de stap die nu zal worden gezet.
Mijnheer de minister, het ontgoochelt mij evenwel
dat u vandaag opnieuw zegt dat u het overleg met
de Gemeenschappen zult starten. U heeft dit
zoveel maanden geleden ook reeds gezegd.
02.08 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw
Van de Casteele, ik heb reeds het akkoord
gekregen van de federale regering en binnenkort
ga ik aan tafel zitten met de
Gemeenschapsregeringen. U moet aan uw
partijgenoten in de Vlaamse regering zeggen dat
dit volgens mevrouw D'Hondt een goede deal is
voor de Gemeenschapsregeringen.
02.09 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Mijnheer de minister, u heeft gelijk als u zegt dat u
zich niet mag bemoeien met de kinderopvang. Het
federale niveau is wel bevoegd voor de sociale
zekerheid en de financiering van het statuut is het
belangrijkste probleem in heel deze
aangelegenheid. Als wij zeggen dat dit een
interessante deal is voor de Gemeenschappen
dan is dat omdat de federale overheid een
inspanning doet om de bijdragen te verminderen.
Misschien kan die inspanning van de federale
overheid nog worden vergroot zodat die bijdragen
worden kwijtgescholden. Als het de federale
regering menens is om de combinatie van arbeid
en gezin te stimuleren, moet men aan federale
kant misschien wat meer middelen willen
investeren.

Ik zal bij mijn collega's in het Vlaams Parlement
ook pleiten voor de toekenning van de nodige
middelen. Beide partijen moeten volgens mij
precies daarover onderhandelen. Om die reden
ben ik ontgoocheld dat u nu zegt dat u met de
Gemeenschappen zult overleggen over het
voorstel van de federale regering. Ik vind dat men
van bij het begin had moeten overleggen.
Misschien heeft dit overleg informeel
plaatsgevonden maar het lijkt mij nuttig om
daarvan zo snel mogelijk werk te maken.

De krantenberichten over het akkoord terzake
waren helaas andermaal iets te voorbarig. Wij
zullen blijven aandringen op een snelle oplossing.
02.10 Magda De Meyer (SP): Mijnheer de
voorzitter, men kan natuurlijk discussiëren over
het pragmatisme van de huidige oplossing maar
het is en blijft wel een oplossing. Voor ons komt
het er vooral op aan dat de situatie van de
mensen op het terrein zo snel mogelijk wordt
verbeterd. Met deze oplossing lijkt mij dat mogelijk
en dat is voor ons het allerbelangrijkste.

Dit is evenwel slechts een stuk uit de lappendeken
CRIV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
die ervoor moet zorgen dat kinderopvang in
Vlaanderen een basisrecht wordt. Tot op heden
zijn we daarvan nog ver verwijderd. De
tekortenindex van Kind en Gezin toont aan dat er
nog heel wat werk aan de winkel is. De creatie van
een statuut voor de onthaalmoeders is slechts een
element. Daarnaast moeten nog heel veel
inspanningen worden geleverd - onder andere op
het vlak van de crèches - waarvoor de nodige
middelen zullen moeten worden voorzien.

De oplossing van de federale regering lijkt mij
inderdaad een goede deal. Dit biedt de Vlaamse
regering de kans om geld over te houden voor de
financiering van alle andere maatregelen die
ervoor moeten zorgen dat kinderopvang in
Vlaanderen een basisrecht wordt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het unieke spoor Farmanet" (nr. 4589)
03 Question de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
piste unique Farmanet" (n° 4589)
03.01 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, tenzij de
informatie waarover ik beschik en die aanleiding is
voor deze vraag niet helemaal correct is, dreigt
Farmanet een lijdensweg te worden. Het uniek
spoor Farmanet is een onontbeerlijke voorwaarde
om de meerkosten van de invoering van de
referentieterugbetaling vanaf juni voor de patiënt
te realiseren en in aanmerking te kunnen nemen
voor de sociale en de fiscale franchise.

Ongeveer twee maanden geleden, in het zog van
de commotie die hierrond was ontstaan bij de
apothekers, heb ik over deze problematiek een
vraag gesteld. U hebt geantwoord dat Farmanet
van start zou kunnen gaan. Ik heb er de verslagen
op na gelezen. U stelde dat vanaf maart 2001 de
papieren factureringsdocumenten voor de
afleveringen van februari 2001 onmiddellijk
zouden gevolgd worden door twee magnetische
bestanden, afgeleverd conform het unieke spoor.

Er bereiken me berichten - het zou me verheugen
als u het tegendeel kan bewijzen - dat de opstart
van dit systeem en de timing die u hebt
aangekondigd niet gehaald werden. Mijnheer de
minister, zijn de berichten over vertraging correct?
Zo ja, welke kink kwam er in de kabel?

Bovendien moesten nog een aantal koninklijke
besluiten worden genomen om de zaak helemaal
rond te krijgen. Wat is de stand van zaken met
betrekking tot het koninklijk besluit inzake de
erkenningscriteria voor de tariferingdiensten, het
koninklijk besluit inzake de gegevens die deze
diensten aan de verzekeringsinstellingen moeten
meedelen en het koninklijk besluit dat voor 1999
en 2000 de kosten moet vaststellen verbonden
aan de mededeling van deze gegevens door de
tariferingdiensten aan het RIZIV?
03.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, collega D'Hondt, het
verzekeringscomité van de dienst voor
geneeskundige verzorging van het RIZIV heeft
eind januari 2001 vastgesteld dat de invoering van
het Farmanet uniek spoor nog geblokkeerd werd
door het ontbreken van het juridisch kader
waarbinnen deze gegevensinzameling haar
toepassing vindt en door het ontbreken van
een georganiseerde
terugstroom
van
de
verwerkingsgegevens van de
verzekeringsinstellingen naar de tariferingdiensten
op elektronische drager.

Met het oog op de integratie van de
geneesmiddelen in het systeem van de
maximumfactuur - een
element
dat
we
duidelijk zullen
bespreken - moesten
de
verzekeringsinstellingen kunnen beschikken over
de persoonlijke aandelen betreffende de
geneesmiddelen op niveau van de individuele
patiënt. Het verzekeringscomité heeft derhalve
beslist een overgangsregeling op te leggen aan
tariferingdiensten en verzekeringsinstellingen. De
gegevens van Farmanet uniek spoor moeten op
officieuze wijze worden doorgezonden aan de
verzekeringsinstellingen. Deze overgangsregeling
houdt in dat de papieren factureringsdocumenten
de basis blijven voor de betaling van de facturen.
Elke papieren factuur moet vergezeld zijn van een
magnetische drager waarop de detailgegevens
van de factuur worden meegedeeld,
overeenkomstig de lay-out van het Farmanet
uniek spoor.

De gegevens van deze magnetische drager
kunnen dan gebruikt worden voor het aanmaken
van een remgeldteller. De overgangsregeling werd
van toepassing voor de facturatie van de
geneesmiddelen die in de maand januari werden
afgeleverd. Ze is intussen reeds drie maanden
van toepassing. Er werden geen belangrijke
problemen gesignaleerd, noch van de kant van de
verzekeringsinstellingen, noch van de kant van de
tariferingsdienst. Ondertussen werd voortgewerkt
aan het realiseren van het juridisch kader en aan
het ontwikkelen van een elektronische
09/05/2001
CRIV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
terugstroom van het verwerkingsresultaat. Als de
verzekeringsinstellingen de facturatieband
verwerken, wordt het resultaat van deze
verwerking op een bepaalde af te spreken manier
opnieuw overgemaakt aan de
verzekeringsinstellingen.

Ik kom dan bij de stand van zaken op reglementair
vlak. Zowel het ontwerp van koninklijk besluit tot
vaststelling voor de jaren 1999 en 2000 van de ten
laste van de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkering
aangerekende kosten, verbonden aan de
mededeling van de gegevens inzake te tariferen
verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het
RIZIV moeten meedelen, als het ontwerp van
koninklijk besluit tot vaststelling van de
erkenningscriteria voor tariferingsdiensten zijn
momenteel bij de Raad van State voor advies. Dit
advies werd gevraagd binnen een termijn van een
maand met toepassing van artikel 84, 1
e
lid, 1 van
de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling
van de gegevens inzake te tariferen
verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan de
verzekeringsinstellingen moeten overmaken is
reeds aangepast aan de opmerkingen van de
Raad van State. Hier werd een advies gevraagd
binnen een termijn van drie dagen. De Raad van
State heeft advies gegeven op 22 maart 2001.
Aangezien het ontwerp betreffende de erkenning
van de tariferingsdiensten en het ontwerp
betreffende gegevensoverdracht onderling naar
elkaar verwijzen, dient ervoor gezorgd te worden
dat beide besluiten gelijktijdig ondertekend worden
en in werking treden.

Wat de elektronische terugstroom betreft, werd
een uniforme lay-out vastgesteld. De
verzekeringsinstellingen en de tariferingsdiensten
zijn momenteel bezig met programmeren om het
geheel operationeel te kunnen maken. Er werd
hiervoor een periode van drie tot vier maanden
voorzien. Dit betekent dat het Farmanet uniek
spoor in de maand september van 2001 in
werking zou kunnen treden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de gevolgen van de inflatie op de inkomsten
van de sociale zekerheid" (nr. 4617)
04 Question de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
recettes et les dépenses de la sécurité sociale"
(n° 4617)
04.01 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
minister, ik heb de evolutie van de inflatie met
enige ongerustheid gevolgd. Ik stel vast dat de
inflatie in april 2001 vrij fors gestegen is tot 2,8%.
Als men dit in de eerste vier maanden van dit jaar
bekijkt, kan men vaststellen dat die stijging van de
inflatie zeker niet uitsluitend aan een seizoeneffect
te wijten is. Ook de onderliggende inflatie nam in
de eerste vier maanden van dit jaar toe. Hierdoor
dreigt de inflatie nog een tijd meer dan 2% te
bedragen, ook met betrekking tot de
gezondheidsindex. De gezondheidsindex steeg in
de eerste vier maanden van dit jaar met 2,3%
terwijl voor de uitgaven rekening werd gehouden
met een toename van 1,9% voor dit jaar. Vier
maanden vormen uiteraard slechts een derde van
een jaar. De ervaring van de voorbije jaren heeft
echter geleerd dat als dit zich vrij constant
manifesteert in de eerste vier maanden, men daar
in de vijfde maand niet plots van af is. Er blijft
slechts tweederde van het jaar over om dit recht te
trekken. De inflatie moet dus wel heel sterk dalen
in de resterende acht maanden om het surplus
van de eerste vier maanden zodanig te corrigeren
dat men aan de vooropgestelde groeivoet komt.

Mijnheer de minister, rekening houdend met de
gegevens van een stijging van de
gezondheidsindex met 2,3 voor de eerste vier
maanden - men ging uit van 1,9 - wens ik twee
vragen te stellen. Wat zullen de financiële
gevolgen voor de inkomsten en uitgaven van de
sociale zekerheid zijn, mocht de stijging van de
inflatie en van de gezondheidsindex zich in gelijke
mate over heel het jaar doorzetten? Heeft de
regering hiermee rekening gehouden bij de
begrotingscontrole 2001? Zo ja, in welke mate
werden de oorspronkelijke begrotingscijfers van
de sociale zekerheid aangepast?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer
de voorzitter, de financiële gevolgen voor de
inkomsten en uitgaven van de sociale zekerheid
tengevolge van de stijging van de inflatie en
bijgevolg de stijging van de gezondheidsindex zijn
- zeker op korte termijn - ongeveer neutraal. Dit
betekent dat de stijging van de uitgaven door de
verhoging van de bedragen van de uitkeringen
ongeveer gecompenseerd worden door de
meerinkomsten aan bijdragen tengevolge van de
lonen die eveneens aan de index worden
aangepast en door de verhoging van de
overheidsbijdrage tengevolge van de hogere
inflatie. Op het ogenblik dat het indexcijfer voor
2001 definitief gekend is, wordt de lichte verhoging
van de staatstussenkomst aan het globaal beheer
van de sociale zekerheid van de werknemers in
CRIV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
de loop van 2001 doorgestort.

Op basis van ramingen van mijn administratie zou
de huidige stijging van de inflatie tot gevolg
hebben dat de uitgaven dit jaar met ongeveer 4,9
miljard frank zouden toenemen ten opzichte van
de ramingen opgenomen in de begroting. De
inkomsten zouden met ongeveer 6,5 miljard frank
toenemen. Dit zou een positief effect op het
socialezekerheidssaldo hebben van 1,6 miljard
frank. Bij de begrotingscontrole werd hiermee
geen rekening gehouden. De hypothese bleef
gehandhaafd dat de sociale prestaties in
september 2001 zouden worden aangepast
tengevolge van een overschrijding van de
spilindex in augustus 2001.
04.03 Greta D'Hondt (CVP): Mijnheer de
minister, ik heb genoteerd dat dit op korte termijn
inderdaad neutraal is. Uit de gegevens die uw
administratie u heeft bezorgd, blijkt echter dat dit
op jaarbasis een degelijke bate zou opleveren. U
sprak over 3,9
miljard frank stijging van de
uitgaven.
04.04 Minister Frank Vandenbroucke: De raming
bedraagt 4,9 miljard frank in de uitgaven en
6,5 miljard frank in de inkomsten.
04.05 Greta D'Hondt (CVP):Eigenlijk zou dit dus
voor de sociale zekerheid een batig saldo zijn van
ongeveer 2
miljard frank, zelfs bij dezelfde
inflatievoet en dezelfde stijging van de
gezondheidsindex.
04.06 Minister Frank Vandenbroucke: Het is
1,6 miljard.
04.07 Greta D'Hondt (CVP): Ja, van 4,9 naar
6,5 miljard.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 11.24 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.24 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 472
CRABV 50 COM 472
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
09-05-2001 09-05-2001
10:00 uur
10:00 heures

CRABV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de euro-minikit" (nr. 4573)
1
Question de Mme Greta D'Hondt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le mini-kit
euro" (n° 4573)
1
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de
2
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
voor opvanggezinnen" (nr. 4578)
2
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
familles d'accueil" (n° 4578)
2
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het statuut van de onthaalouders" (nr. 4591)
2
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le statut
des gardiennes encadrées" (n° 4591)
2
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
van de onthaalmoeders" (nr. 4622)
2
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
gardiennes d'enfants" (n° 4622)
2
Sprekers: Greta D'Hondt, Annemie Van de
Casteele, Magda De Meyer, Frank
Vandenbroucke
, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs: Greta D'Hondt, Annemie Van de
Casteele, Magda De Meyer, Frank
Vandenbroucke
, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het unieke spoor Farmanet" (nr. 4589)
6
Question de Mme Greta D'Hondt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la piste
unique Pharmanet" (n° 4589)
6
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de gevolgen van de inflatie op de inkomsten van
de sociale zekerheid" (nr. 4617)
7
Question de Mme Greta D'Hondt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
conséquences de l'inflation sur les recettes de la
sécurité sociale" (n° 4617)
7
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRABV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
09
MEI
2001
10:00 uur
______
du
MERCREDI
09
MAI
2001
10:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 10.13 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.13 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de euro-minikit" (nr. 4573)
01 Question de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
mini-kit euro" (n° 4573)
01.01 Greta D'Hondt (CVP): De regering
stimuleert de ondernemingen om aan hun
werknemers een belastingvrije euro-minikit ter
waarde van 500 frank te schenken om hen
vertrouwd te maken met de nieuwe eenheidsmunt.
Zal de regering hetzelfde gebaar stellen ten
voordele van alle werklozen,
bestaansminimumtrekkers, gepensioneerden, enz.?
01.01 Greta D'Hondt (CVP): Le gouvernement
encourage les entreprises à offrir à leurs employés
un mini-kit euro non taxable d'une valeur de 500
francs belges afin de leur permettre de se
familiariser avec la monnaie unique.Le
gouvernement envisage-t-il de faire le même geste
à l'égard de tous les chômeurs, minimexés,
pensionnés etc ?
01.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De invoering van de euro zal een
grootschalige operatie zijn. Deze munt is echter nog
onvoldoende ingeburgerd. Vanaf januari 2002 zal
de euro in het geldverkeer worden gebracht.
Daarom moeten voldoende euro's in omloop zijn.
De uitdeling van 5 miljoen eurokits is één van de
aspecten van het scenario. Het grote publiek zal die
euro-minikit kunnen aankopen tegen 500 frank bij
de banken, De Post, enz. Sommige ondernemingen
zullen aan hun personeel een minikit schenken. Dat
voordeel is belastingvrij. Ik had daarover mijn
twijfels omdat ik het wilde koppelen aan de
toekenning van gelijkaardige voordelen aan alle
gerechtigden op een vervangingsinkomen. De kost
ervan en het beperkt aantal minikits hebben mij
doen inzien dat een dergelijk voordeel niet haalbaar
is. Bovendien rees de vraag of men die minikit
moest uitdelen per individu of per gezin en waren er
tal van administratieve moeilijkheden.
01.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): L'entrée en vigueur de l'euro sera une
opération de grande envergure. Or, les gens ne
sont pas encore suffisamment familiarisés avec la
nouvelle monnaie. L'euro sera mis en circulation en
janvier 2002. Il faudra qu'il y en ait en quantité
suffisante. La distribution de cinq millions de mini-
kits euro n'est qu'un des aspects du scénario. Le
public pourra acheter ce mini-kit au prix de 500
francs belges dans les banques, les bureaux de
poste etc. Certaines entreprises offriront ce kit à
leur personnel. Cet avantage n'est pas taxable.
J'avais des doutes au sujet de cette opération car je
voulais qu'elle soit liée à l'octroi d'un avantage
similaire à tous les bénéficiaires d'un revenu de
remplacement. Le coût d'une telle opération et le
nombre limité de kits m'ont convaincu du fait qu'une
telle opération n'était pas réalisable. Par ailleurs, on
s'est posé la question de savoir s'il convenait de
distribuer ce kit à titre individuel ou par ménage et
de nombreuses difficultés administratives ont surgi.
Om al die redenen konden we niet aan elke sociaal
gerechtigde een gratis kit bezorgen. Wel kunnen ze
C'est pour toutes ces raisons que nous n'avons pas
pu fournir de kit gratuit à tous les allocataires
09/05/2001
CRABV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
hem tegen kostprijs aankopen in banken, bij De
Post en bij de transportmaatschappijen.

Ik wil de sociaal verzekerden maximaal informeren
over de nieuwe munt. Mijn diensten bereiden een
informatiecampagne voor gericht op de
uitkeringsinstellingen. De uitbetalingsinstellingen
zullen voldoende kleine coupures in kas moeten
hebben om de uitkeringen vanaf de eerste werkdag
van 2002 in euro te kunnen uitbetalen. Ook in
december 2001 zou een gerechtigde zijn pensioen
of uitkering al in euro moeten kunnen ontvangen,
indien hij dat wenst.

De sociale zekerheidsinstellingen zullen de
verzekerden ruim informeren. Een groen
telefoonnummer zal bij de Rijksdienst voor
Pensioenen actief zijn. De
sensibiliseringscampagnes zijn vooral gericht op de
kansarmen. Niemand mag zich uitgesloten voelen.
sociaux. Ceux-ci pourront cependant l'obtenir à prix
coûtant auprès des banques, de la Poste et des
sociétés de transport en commun.
J'entends informer au maximum les assurés
sociaux sur la nouvelle monnaie. Mes services
préparent une campagne d'information destinée
aux organismes de paiement. Ceux-ci devront
disposer de suffisamment de petites coupures en
caisse pour pouvoir payer les allocations en euro
dès le premier jour ouvrable de 2002. S'il le
souhaite, un allocataire social devra pouvoir
recevoir sa pension ou son allocation en euro dès le
mois de décembre 2001.

Les institutions de sécurité sociale informeront
largement les assurés. L'Office national des
pensions a prévu la mise en service d'un numéro
vert. Les campagnes de sensibilisation s'adressent
en priorité aux personnes les plus défavorisés.
Personne ne peut se sentir exclu.
01.03 Greta D'Hondt (CVP): Het was niet mijn
bedoeling een geschenk te laten uitdelen door de
ondernemingen. Belangrijk is dat alle inwoners
vertrouwd kunnen worden met de nieuwe munt. Ik
heb begrip voor de praktische problemen van het
uitdelen van de euro-minikit, maar ik had wel wat
meer creativiteit verwacht voor de uitdeling ervan
aan de niet-actieven.
01.03 Greta D'Hondt (CVP): Il n'entrait pas dans
mes intentions de faire distribuer un cadeau par les
entreprises. Il est important que tous les habitants
se familiarisent avec la nouvelle monnaie. Je
comprends bien les problèmes pratiques liés à la
distribution des mini-kits euro mais je m'attendais à
plus de créativité au niveau de leur distribution aux
personnes non-actives.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
voor opvanggezinnen" (nr. 4578)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het statuut van de onthaalouders" (nr. 4591)
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "het statuut
van de onthaalmoeders" (nr. 4622)
02 Questions jointes de
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
familles d'accueil" (n° 4578)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le statut
des gardiennes encadrées" (n° 4591)
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le statut des
gardiennes d'enfants" (n° 4622)
02.01 Greta D'Hondt (CVP): Er is dringend nood
aan een volwaardig statuut voor opvanggezinnen.
Nu het wetsvoorstel 654 verworpen is, wachten we
op een initiatief van de regering. De Ministerraad
besprak op 27 april een aantal voorstellen. Mogen
we daar de inhoud van kennen? Wanneer moeten
de gemeenschappen hun advies hierover
uitbrengen? Hoe schat men de kostprijs van die
voorstellen in en wie zal die kost dragen? Wanneer
zullen de opvanggezinnen eindelijk resultaten van
dit alles zien?
02.01 Greta D'Hondt (CVP): Il est urgent
d'élaborer un statut pour les familles d'accueil. La
proposition de loi n° 654 ayant été rejetée, nous
attendons une initiative du gouvernement. Le
conseil des ministres a examiné certaines
propositions le 27 avril dernier Pouvons-nous en
connaître le contenu ? Quand les Communautés
doivent-elles émettre un avis à ce sujet
? A
combien estime-t-on le coût de ces propositions ?
Qui va supporter ce coût ? Quand les familles
d'accueil verront-elles le résultat de tout cela ?
02.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ik heb
ook uit de pers vernomen dat de federale overheid
en de gemeenschappen een akkoord bereikt
02.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): J'ai
également appris par la presse que l'État fédéral et
les Communautés étaient parvenus à un accord
CRABV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
hebben over het sociaal statuut van de
onthaalmoeders. Klopt die informatie? Wat zal het
statuut inhouden? Hoeveel zal dit alles kosten, ook
voor de onthaalmoeders zelf? Blijkbaar spelen de
diverse regeringen de financiële bal van deze
operatie aan mekaar door.
relatif au statut social des gardiennes d'enfants.
Cette information est-elle exacte ? Que prévoira le
statut ? Combien la mise en oeuvre de ce statut
coûtera-t-elle, y compris pour les gardiennes ? Il me
semble que les différents gouvernements se
renvoient mutuellement le brûlot financier de cet
accord.
02.03 Magda De Meyer (SP): De SP ijvert al lang
voor een echt statuut voor de onthaalmoeders; mijn
wetsvoorstel berust nog bij de commissie. Nu lijkt
Vlaams minister Vogels akkoord te kunnen gaan
met de voorstellen van federaal minister
Vandenbroucke. Dat verheugt ons. Kan de minister
het akkoord wat toelichten? Wanneer kan het
nieuwe statuut van kracht worden? Zal men de
zelfstandige onthaalmoeders ook opnemen in het
systeem? Welke bescherming zullen zij genieten?
02.03 Magda De Meyer (SP): Le SP plaide depuis
longtemps déjà pour l'instauration d'un statut à part
entière pour les gardiennes d'enfants. Ma
proposition de loi est toujours à l'examen en
Commission. Il apparaît, à présent, que la ministre
flamande Vogels approuve les propositions du
ministre fédéral Vandenbroucke. Nous nous en
réjouissons. Le ministre pourrait-il préciser quelque
peu la teneur de l'accord ? Quand le nouveau statut
pourrait-il entrer en vigueur
? Les gardiennes
indépendantes seront-elles également intégrées
dans le système
? De quelle protection
bénéficieront-elles ?
02.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik ben ook hardnekkig in deze
kwestie, maar misschien iets minder ongeduldig
dan de vraagstellers. In elk geval werd zopas een
cruciale kaap gerond. De bal ligt nu bij de
gemeenschappen. Op de Ministerraad van 27 april
werd een voorstel van sociaal statuut besproken,
zowel voor erkende als voor particuliere
onthaalgezinnen. Voor de erkende moeders werd
het voorstel aanvaard. Het gaat uit van mevrouw
Onkelinx en van mijzelf. Dit zijn de krachtlijnen,
waarbij ik me beperk tot de federale bevoegdheden.
De erkenningen en financiering blijven een
gemeenschapsbevoegdheid.


We willen iedereen via een volwaardig
werknemersstatuut sociale bescherming bieden.
Daardoor kunnen de erkende onthaalmoeders een
vaste vergoeding ontvangen, pensioenrechten
opbouwen, zich verzekeren tegen ziekte en
ongevallen, kinderbijslag ontvangen, en zelfs een
kostenvervangende vergoeding krijgen om het
inkomen wat minder te laten schommelen.


We gaan dus uit van de notie van een fictief
minimumloon. Daarvoor worden persoonlijke en
patronale bijdragen betaald. De rechten die daaruit
voortvloeien, worden gehonoreerd door de federale
regering.
02.04 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): J'ai, moi aussi, la volonté d'aboutir
dans ce dossier, mais je suis sans doute moins
impatient que vous. Quoi qu'il en soit, un cap
important vient d'être franchi. A présent, la balle est
dans le camp des Communautés. Le 27 avril, le
Conseil des ministres a examiné une proposition
prévoyant l'octroi d'un statut social à toutes les
familles d'accueil reconnues ou privées. La
proposition relative aux gardiennes encadrées a été
approuvée. Elle émane de Madame Onkelinx et de
moi-même. J'esquisserai les lignes de force et m'en
tiendrai aux compétences fédérales. L'octroi des
agréments et le financement demeurent une
compétence communautaire.

Notre objectif est de garantir une protection sociale
à toutes les gardiennes en leur octroyant un statut
de travailleur à part entière. Les gardiennes
reconnues pourront ainsi recevoir une indemnité
fixe, elles pourront prétendre à l'obtention d'une
pension, s'assurer contre la maladie et les
accidents, bénéficier d'allocations familiales et
même bénéficier d'une indemnité visant à
compenser en partie les fluctuations de leur revenu.

Nous nous basons donc sur la notion de revenu
minimum fictif. A cet effet, des cotisations
personnelles et patronales seront versées. Les
droits qui en découlent seront honorés par le
gouvernement fédéral.
Werkloosheidsuitkeringen na het
onthaalmoederschap komen er niet, wel een apart
stelsel van vervangende vergoedingen die ervoor
moeten zorgen dat de vergoeding minder fluctueert
Il n'y aura pas d'allocations de chômage à la fin
d'une période d'accueil mais bien un système
particulier de revenus de remplacement visant à ce
que les revenus fluctuent moins que lorsque les
09/05/2001
CRABV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
dan nu het geval is wanneer kinderen onverwacht
afwezig blijven.

Dank zij deze sociale bescherming wordt de
onthaalmoeder minder afhankelijk van afgeleide
rechten. Ook alleenstaanden zullen onthaalmoeder
kunnen worden.
De gemeenschappen staan in voor de betaling van
de werkgeversbijdragen. De onthaalmoeder betaalt
zelf haar werknemersbijdrage, die niet boven de
2.700 frank per maand zal liggen.


De sociale zekerheidsbijdragen worden berekend
op basis van een forfaitair minimumloon. De
onthaalmoeders en de gemeenschappen moeten
respectievelijk aanspraak kunnen maken op een
vermindering van de persoonlijke bijdragen en op
een structurele lastenverlaging. Dit is dus zeker een
goede deal. Op fiscaal vlak blijft de huidige regeling
van onkostenvergoedingen behouden.

De eerste minister heeft een aantal verbeteringen
voorgesteld betreffende het sociaal statuut van de
particuliere opvanggezinnen. De federale overheid
wil zo de opvang in de particuliere sector
stimuleren.

Het overleg met de gemeenschappen inzake de
erkende en gesubsidieerde onthaalmoeders moet
zo snel mogelijk worden gestart, meer bepaald in
het kader van de Interministeriële Conferentie voor
gelijke kansen voor mannen en vrouwen.
enfants s'absentent de manière inattendue.


Grâce à cette protection sociale, la gardienne
encadrée sera moins dépendante des droits
dérivés. Les isolées pourront aussi devenir
gardiennes encadrées.
Les Communautés prennent le paiement des
cotisations patronales en charge. La gardienne
encadrée paie elle-même la contribution à charge
du travailleur, qui n'excédera pas 2700 francs par
mois.

Les charges sociales sont calculées sur la base
d'un salaire minimum forfaitaire. Les gardiennes
encadrées et les Communautés peuvent prétendre
à une diminution des cotisations personnelles et à
la diminution structurelle de charges. Il s'agit donc
certainement d'une très bonne solution. Sur le plan
fiscal, le système actuel d'indemnisation des frais
est maintenu.

Le premier ministre a présenté une série
d'améliorations relatives au statut social des
gardiennes encadrées. L'autorité fédérale cherche
ainsi à stimuler l'accueil chez les particuliers.


La négociation avec les Communautés, relative aux
gardiennes encadrées reconnues et subsidiées, doit
démarrer dès que possible, plus particulièrement
dans le cadre de la Conférence interministérielle
pour l'égalité des chances entre les hommes et les
femmes.
De kostprijs van zo een sociaal statuut wordt
momenteel berekend. De financiering zal worden
gedragen door de federale overheid, de
gemeenschappen en de onthaalmoeders zelf. Een
realistische kostprijs kan nu nog niet worden
gegeven: het behoort de gemeenschappen toe vast
te stellen wie ze als te subsidiëren onthaalmoeder
erkennen en voor hoeveel kinderen zij deze
erkenning geven. Bovendien moet men, in overleg
met de gemeenschappen, rekening houden met
een mogelijke overgangsregeling inzake het statuut
van de onthaalmoeders. Als iedereen meteen in het
nieuwe statuut stapt, wordt de kostprijs te hoog. Dat
moet nog worden besproken.




Ook de ingangsdatum van het sociaal statuut moet
in overleg met de gemeenschappen worden
bepaald.
Le coût d'un tel statut social fait actuellement l'objet
de calculs. Le financement sera pris en charge par
le pouvoir fédéral, les Communautés et les
gardiennes encadrées elles-mêmes. Aucune
estimation réaliste du coût ne peut encore être
avancée : il appartient aux Communautés de
déterminer les critères d'agrément et de subvention
des gardiennes encadrées ainsi que le nombre
d'enfants pour lequel l'agrément serait octroyé. Par
ailleurs, il convient de tenir compte de la mise en
place éventuelle, en concertation avec les
Communautés, d'une réglementation de transition
en ce qui concerne le statut des gardiennes. Si
toutes les gardiennes optent d'emblée pour le
nouveau statut, l'opération se révélera coûteuse.
Cet aspect doit encore faire l'objet de discussions.

Le choix de la date d'entrée en vigueur du statut
social doit également être arrêté en concertation
avec les Communautés.
02.05 Greta D'Hondt (CVP): Ons weggestemde 02.05 Greta D'Hondt (CVP): La proposition que
CRABV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
wetsvoorstel bood ook een sociaal statuut aan
erkende én particuliere onthaalgezinnen. Het gaf
ook heel wat kansen aan de vrije keuze tussen oud
en nieuw statuut en was eveneens interessant op
het vlak van de bijdragen.


Het grote verschil met het ministeriële voorstel ligt
hierin dat ons voorstel veel gedurfder en
verregaander was. De minister stelt geen
volwaardig statuut voor, maar slechts een
tussenstatuut. Wij blijven pleiten voor een
volwaardig statuut, dat wel eventueel in stappen kan
worden ingevoerd.


Dit is een slecht voorstel, dat de onthaalmoeders
niet als echte werknemers beschouwt. Getuige
daarvan de halfslachtige werkloosheidsregeling,
waar men in plaats van een echte uitkering een
kostenvervangende vergoeding invoert.
nous avions déposée ­ et que vous avez rejetée ­
offrait également un statut social aux familles
d'accueil privées et agréées. Elle garantissait aussi
une réelle liberté de choix entre l'ancien et le
nouveau statut et proposait des formules
intéressantes en ce qui concerne le financement.

La différence essentielle entre notre proposition et
celle du ministre réside dans le fait que la nôtre était
plus audacieuse et avait une portée plus vaste. La
proposition du ministre tend à la mise en place non
d'un statut à part entière mais uniquement d'un
statut intermédiaire. Nous continuons de plaider en
faveur d'un statut à part entière dont l'instauration
devrait, il est vrai, être organisée par étapes.

Le texte à l'examen propose une mauvaise solution.
Les gardiennes encadrées ne sont pas considérées
comme des travailleuses à part entière, comme en
témoigne la réglementation ambiguë mise en place
en matière de chômage par l'instauration d'un
revenu de remplacement lié aux frais plutôt que
d'une allocation de chômage à part entière.
Ik heb ook de grootste problemen met het fiscale
regime van de onthaalmoeders. Wie volwaardige
arbeid levert, moet ook fiscaal normaal worden
behandeld. Nu geeft men een slecht voorbeeld door
het inkomen als onkostenvergoeding te
beschouwen. Leg dit maar eens uit aan al wie wel
normaal belast wordt op zijn inkomen of vergoeding.
Ik zal het voorstel dan ook hardnekkig bestrijden,
omdat ik solidariteit van iedereen verwacht, ook van
de gemeenschappen en de onthaalgezinnen.
J'exprime moi aussi de grandes réserves quant au
régime fiscal des gardiennes encadrées. Les
personnes qui exercent une activité à part entière
doivent faire l'objet d'un traitement fiscal ordinaire.
En traitant les revenus des gardiennes encadrées
comme des indemnités pour frais occasionnés,
nous donnons un mauvais exemple. Il est, par
ailleurs, difficile de convaincre les autres catégories
professionnelles - qui, elles, payent des impôts sur
leurs revenus et/ou indemnités - du bien-fondé de
ce régime. Je m'opposerai, dès lors, énergiquement
à cette proposition, car j'estime qu'il est du devoir
de chacun de faire preuve de solidarité. Les
Communautés et les gardiennes encadrées
n'échappent donc pas à ce principe.
02.06 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De partij van mevrouw D'Hondt heeft
vele jaren lang de kans gehad om iets te doen. Voor
de gemeenschappen is het een goed voorstel. Ik
zou dan ook niet begrijpen dat ze er niet zouden op
ingaan, zeker in het licht van de geringe financiële
last.
02.06 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais) : Pendant des années, le parti de Mme
D'Hondt a eu l'occasion de remédier à ce problème.
Pour les Communautés, il s'agit d'une bonne
proposition. Je ne comprendrais donc pas qu'elles
n'y répondent pas favorablement, compte tenu
surtout de la faible charge financière que cela
représente.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Het
gaat hier over een problematiek van sociale en
fiscale aard die als één geheel moet worden gezien
en geregeld. Daar is iedereen het over eens.

Er bestaan andere, gelijkaardige activiteiten, die als
volwaardig moeten worden gezien en die uiteindelijk
binnen een bepaald fiscaal en sociaal keurslijf
gebracht zijn. Ik denk onder meer aan de PWA's.
02.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Il s'agit
d'un problème de nature à la fois sociale et fiscale
qui doit être envisagé et réglé dans son ensemble.
Nul n'en disconviendra.

Il existe d'autres cas d'activités du même type qui
doivent être envisagées comme des activités à part
entière mais qui ont finalement été enfermées dans
un carcan fiscal et social. Je songe notamment aux
09/05/2001
CRABV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6

Ik pleit alleszins voor een regeling die de
onthaalmoeders nu al een aantal voordelen biedt,
in afwachting van een definitieve regeling.



Het overleg met de Gemeenschappen zal
binnenkort worden gestart. Waarom is dat nog niet
eerder gebeurd?
ALE.

Quoi qu'il en soit, je plaide en faveur d'une
réglementation qui puisse déjà offrir aujourd'hui
certains avantages aux gardiennes d'enfants et qui
serait d'application dans l'attente d'une
réglementation définitive.

La concertation avec les Communautés devrait
avoir lieu bientôt. Pourquoi n'a-t-elle pas été
organisée plus tôt ?
02.08 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik moest eerst het akkoord krijgen
van de federale regering.
02.08 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Je devais d'abord obtenir l'accord du
gouvernement fédéral.
02.09 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Hoe
dan ook, als het de federale overheid menens is
met haar ideeën over de combinatie van werk en
gezin, mag ze niet te zuinig zijn in haar bijdrage tot
deze regeling. Ik ben ontgoocheld over de uitspraak
van de minister dat hij nu nog overleg moet plegen
met de gemeenschappen.
02.09 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Quoi
qu'il en soit, si le gouvernement entend
véritablement concilier vie professionnelle et vie
privée, il ne peut pas s'en tenir à une contribution
limitée pour cette réglementation. Il est décevant
d'entendre le ministre déclarer devoir encore
organiser une concertation avec les Communautés.
02.10 Magda De Meyer (SP): Het enige wat mij
interesseert is dat er zo vlug mogelijk een oplossing
komt. Kinderopvang moet een basisrecht worden.
Daarom moet gezorgd worden voor een degelijk
statuut en voor de financiering.
02.10 Magda De Meyer (SP): Tout ce qui
m'intéresse est de constater qu'une solution sera
trouvée le plus rapidement possible. L'accueil des
enfants doit devenir un droit fondamental. C'est
pourquoi il faut veiller à instaurer un statut décent et
à assurer le financement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het unieke spoor Farmanet" (nr. 4589)
03 Question de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
piste unique Pharmanet" (n° 4589)
03.01 Greta D'Hondt (CVP): De invoering van de
referentieterugbetaling zal vanaf juni tot verhoogde
kosten voor de patiënten leiden. Om deze meerkost
in aanmerking te kunnen nemen voor de sociale en
fiscale franchise is het unieke spoor Farmanet een
belangrijke voorwaarde.

Minister Vandenbroucke drukte twee maand
geleden nog de hoop uit dat Farmanet
probleemloos van start zou kunnen gaan. Toch
blijkt Farmanet ook vandaag nog altijd geen uniek
spoor te berijden.

Waardoor wordt de ­ zoveelste ­ start van het
unieke spoor Farmanet gehinderd? Hoe zullen de
problemen worden opgelost? Wanneer zal een
nieuwe start worden gepland?

Wat is de stand van zaken van het KB inzake de
erkenningcriteria voor de tariferingdiensten?
03.01 Greta D'Hondt (CVP): L'introduction du
remboursement de référence entraînera une
augmentation des coûts pour le patient. La piste
unique Pharmanet constitue une condition
importante à la prise en compte de ce surcoût dans
la franchise sociale et fiscale.

Il y a deux mois, M. Vandenbroucke espérait encore
que le lancement de Pharmanet se déroulerait sans
problèmes. Cela ne semble toujours pas être le cas



Qu'est-ce qui empêche le énième lancement de la
piste unique Pharmanet ? Comment résoudra-t-on
les problèmes
? Quand prévoit-on le nouveau
lancement ?

Où en est l'arrêté royal relatif aux critères de
reconnaissance des offices de tarification ?
CRABV 50
COM 472
09/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
03.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De invoering van Farmanet uniek
spoor werd eind januari nog geblokkeerd door het
ontbreken van een juridisch kader voor de
gegevensverzameling en het ontbreken van een
georganiseerde terugstroom van de gegevens naar
de tariferingdiensten.

Het Verzekeringscomité heeft daarom een
overgangsregeling uitgewerkt, waarbij de gegevens
op officieuze manier worden overgemaakt aan de
verzekeringsinstellingen. Elke papieren factuur
moet vergezeld zijn van een gedetailleerde
magnetische drager. Aan de hand daarvan kan men
dan de remgeldteller aanmaken.
03.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): L'introduction de la piste unique
Pharmanet a été bloquée fin janvier en l'absence du
cadre juridique requis pour la collecte de données
et à cause de l'absence d'une transmission
organisée des données vers les offices de
tarification.


C'est pourquoi le Comité d'assurance a élaboré un
règlement de transition permettant de transmettre
officieusement les données aux organismes
assureurs. Chaque facture sur papier devra
s'accompagner d'un support magnétique détaillé qui
permettra d'alimenter le compteur de ticket
modérateur.
De overgangsregeling werd van toepassing voor de
facturatie van de geneesmiddelen die in de loop van
januari werden afgeleverd. Deze regeling
functioneert nu al 3 maanden zonder problemen.

Aan het juridisch kader wordt volop gewerkt,
evenals aan de ontwikkeling van een elektronische
terugstroom van het verwerkingsresultaat.

Het ontwerp-KB tot vaststelling voor 1999 en 2000
van de ten laste van de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen
aangerekende kosten en dat inzake de
erkenningcriteria voor de tariferingsdiensten werden
voor advies overgemaakt aan de Raad van State.
Beide ontwerpen moeten gelijktijdig in werking
treden en ondertekend worden.

Voor de elektronische terugstroom werd een
uniforme lay-out vastgelegd. Men voorziet hiervoor
in een periode van 3 à 4 maanden. Het unieke
spoor Farmanet zou dus in de loop van september
2001 in werking treden.
Le règlement transitoire s'est appliqué à la
facturation des médicaments qui ont été délivrés
dans le courant du mois de janvier. Ce règlement
fonctionne sans anicroche depuis trois mois.

Nous travaillons sans relâche pour mettre en place
le cadre juridique requis et pour développer un
reflux électronique du résultat du traitement.

Nous avons soumis pour avis au Conseil d'Etat le
projet d'arrêté royal fixant, pour les années 1999 et
2000, les frais imputés à l'assurance soins de santé
et indemnités. Il en va de même pour le projet
d'arrêté royal relatif aux critères d'agrément pour les
services de tarification. Les deux projets devront
entrer en vigueur et être ratifiés simultanément.


Pour le reflux électronique, une présentation
uniforme a été élaborée. Pour son instauration,
nous avons prévu un délai de 3 à 4 mois. Par
conséquent, la voie unique de Pharmanet pourrait
entrer en vigueur courant septembre 2001.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de gevolgen van de inflatie op de inkomsten van
de sociale zekerheid" (nr. 4617)
04 Question de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
conséquences de l'inflation sur les recettes de la
sécurité sociale" (n° 4617)
04.01 Greta D'Hondt (CVP): In april 2001 nam de
inflatie fors toe. De gezondheidsindex steeg tijdens
de eerste 4 maanden van 2001 met 2,3 procent.
Wat is hiervan het gevolg voor de sociale zekerheid
indien die trend zich doorzet? Heeft de minister
hiermee rekening gehouden bij de
begrotingscontrole?
04.01 Greta D'Hondt (CVP): En avril 2001,
l'inflation a augmenté très sensiblement. Au cours
des quatre premiers mois de 2001, l'index santé a
enregistré une hausse de 2,3 %. Quelle
conséquence cela entraînerait-il pour la sécurité
sociale si cette tendance se maintenait ? Le
ministre en a-t-il tenu compte lors du contrôle
budgétaire ?
09/05/2001
CRABV 50
COM 472
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
04.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De financiële gevolgen van de stijging
van de gezondheidsindex zijn vrijwel neutraal. De
stijging van de uitgaven wordt gecompenseerd door
de meerinkomsten ten gevolge van de gestegen
lonen. Volgens een raming zou de stijging van de
inflatie dit jaar bijna 4,9 miljard kosten, terwijl de
inkomsten met 6,5 miljard zouden stijgen, wat in
een saldo van 1,6 miljard zou resulteren. Bij de
begrotingscontrole werd uitgegaan van de
hypothese dat de sociale uitkeringen in september
2001 zouden worden aangepast ten gevolge van de
overschrijding van de spilindex in augustus 2000.
04.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais):
Les conséquences financières de l'augmentation de
l'index santé sont assez neutres. L'augmentation
des dépenses est compensée par la hausse des
revenus consécutive à l'augmentation des salaires.
Selon une estimation, l'augmentation de l'inflation
cette année coûterait près de 4,9 milliards, tandis
que les recettes augmenteraient de 6,5 milliards, ce
qui nous donne un solde de 1,6 milliard. Lors du
contrôle budgétaire on est parti de l'hypothèse que
les prestations sociales seraient adaptées en
septembre 2001 à la suite du dépassement de
l'indice pivot en août 2000.
04.03 Greta D'Hondt (CVP): Op korte termijn is er
dus vrijwel geen budgettaire weerslag. De sociale
zekerheid zou er op jaarbasis zelfs een batig saldo
van 1,6 miljard frank aan overhouden.
04.03 Greta D'Hondt (CVP): A court terme, il n'y a
donc pour ainsi dire pas d'incidence budgétaire. La
sécurité sociale devrait même, sur une base
annuelle, présenter un solde positif de 1,6 milliard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.24 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.24 heures.

Document Outline