KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 468
CRIV 50 COM 468
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
08-05-2001 08-05-2001
10:30 uur
10:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Financiën over "het verschil in BTW-
tarief tussen kunstenaar en galerijhouder" (nr.
4543)
1
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
des Finances sur "la différence de taux de TVA
entre les artistes et les propriétaires d'une galerie
d'art" (n° 4543)
1
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Financiën over "de erkenning van
vzw's die in aanmerking komen voor
belastingvrijstelling inzake giften" (nr. 4544)
3
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
des Finances sur "l'agrément des ASBL dans le
cadre du régime d'exonération d'impôt pour les
dons" (n° 4544)
3
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven tot de
minister van Financiën over "het aantal fiscale
procedures" (nr. 4515)
4
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "le nombre de procédures
fiscales" (n° 4515)
4
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister van
Financiën over "de aftrekbare beroepskosten voor
verplaatsingen met motorfietsen" (nr. 4575)
4
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les frais professionnels déductibles
pour les déplacements à motocyclette" (n° 4575)
4
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
CRIV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
08
MEI
2001
10:30 uur
______
du
MARDI
08
MAI
2001
10:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.38 uur door
de heer Olivier Maingain, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.38 heures par M.
Olivier Maingain, président.
De voorzitter: Aangezien de heer Vanvelthoven
nog niet aanwezig is
al is hij wel in het
Parlement, want ik heb hem vanmorgen gezien
stel ik voor de commissievergadering aan te
vatten met de vraag van de heer Van Hoorebeke.
01 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot
de minister van Financiën over "het verschil in
BTW-tarief tussen kunstenaar en
galerijhouder" (nr. 4543)
01 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre des Finances sur "la différence de taux
de TVA entre les artistes et les propriétaires
d'une galerie d'art" (n° 4543)
01.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, in
ons land dient bij de verkoop van een werk door
een kunstenaar een BTW-tarief van 6% te worden
gehanteerd, terwijl op hetzelfde werk verkocht
door de galerijhouder 21% BTW moet worden
aangerekend, zijnde een verschil van 15%
naargelang wie het werk verkoopt.
Enerzijds wordt de kunstliefhebber aangemoedigd
om de werken rechtstreeks bij de kunstenaar aan
te kopen, maar anderzijds wordt de galerijhouder
gestraft als hij bij de kunstenaar een kunstwerk
aankoopt. Hij recupereert weliswaar 6%, maar
moet bij de verkoop een BTW-tarief van 21%
toepassen.
Naar verluidt werkt dit belastingontduiking in de
hand.
Er wordt eveneens geponeerd dat in België weinig
of niets wordt gedaan voor de kunstenaars die
bovendien ressorteren onder een precair statuut
en dat er weinig of niets wordt ondernomen om de
samenwerking met de kunstgalerijen te
stimuleren.
Ingevolge het verschillend BTW-tarief wordt de
kunstenaar een regelrechte concurrent van de
galerijhouder. Immers, een kunstenaar is in staat
om zijn werken 50% goedkoper te verkopen dan
de galerijhouder die zijn werken heeft aangekocht
en te koop moet aanbieden. Dat leidt tot
concurrentie tussen de kunstenaar en de
galerijhouder, wat zeker niet bevorderlijk is voor
een goede verstandhouding en samenwerking.
Voorts, mijnheer de minister, zijn er problemen
inzake de verkoop van werken die de kunstenaar
in een kunstgalerij op consignatie ter beschikking
stelt. Hieromtrent zou de administratie geen
precieze richtlijnen kunnen verstrekken, zodat er
heel wat problemen ontstaan met betrekking tot
de controle inzake de bewijskracht ten opzichte
van de fiscale administratie. Ook op het vlak van
de BTW zou de verkoop van kunstwerken op
consignatie voor problemen zorgen. In de
schriftelijke vraag die ik u overmaakte illustreerde
ik dit aan de hand van een voorbeeld waarop ik
thans evenwel niet gedetailleerd zal ingaan.
Mijnheer de minister, ziehier mijn concrete vragen.
Ten eerste, waarom moeten de kunstenaar en de
galerijhouder er een verschillend BTW-tarief op
nahouden van respectievelijk 6% en 21%?
Ten tweede, bestaan er duidelijke richtlijnen
inzake de correcte behandeling van in consignatie
gegeven kunstwerken, conform de fiscale
08/05/2001
CRIV 50
COM 468
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
bepalingen?
Ten derde, is het juist dat ons land het hoogste
BTW-tarief toepast ten aanzien van
galerijhouders? In bevestigend geval, ware het
dan niet aangewezen dat met de andere
Europese landen een gelijkschakeling zou worden
doorgevoerd? Als de informatie waarover ik
beschik juist is, zouden de galerijhouders in
Frankrijk bijvoorbeeld slechts 5,5% BTW moeten
aanrekenen op de verkoop van kunstwerken.
Ten vierde, waarom werd in 1994 het BTW-tarief
op de verkoop van kunstwerken gewijzigd,
naargelang zij werden verkocht door een
kunstenaar of een galerijhouder? Inderdaad, tot in
1994 werd op dat vlak hetzelfde BTW-tarief
gehanteerd.
Ten vijfde, kunt u bevestigen dat de
gelijkschakeling van het BTW-tarief van
kunstenaars en galerijhouders de huidige
problemen omtrent in consignatie gegeven
kunststukken bij galerijhouders, kan oplossen?
01.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het door de heer Van
Hoorebeke aangehaalde probleem past in de
Belgische toepassing van richtlijn 94/5/EG van de
raad van 14 februari 1994, welke een bijzonder
regime vastlegt in het domein van de gebruikte
goederen,
kunstvoorwerpen, voorwerpen voor
verzamelingen en antiquiteiten.
Vanaf 1 januari 1995 is inderdaad een verlaagd
tarief van toepassing op, in het bijzonder, de
levering van kunstvoorwerpen, verricht door hun
maker in casu de kunstenaar of diens
rechthebbende. Indien een kunstgalerij als
commissionair of in het kader van een
consignatiecontract bij de verkoop van een
kunstvoorwerp tussenbeide komt, doet de
volgende situatie zich voor.
De verkoop van het kunstvoorwerp door de
kunstenaar aan de galerij is onderworpen aan het
tarief van 6% en is in dit systeem van
belastingheffing niet aftrekbaar in hoofde van de
kunstgalerij. Op het ogenblik van de doorverkoop
van het goed door de galerij, wordt de BTW, het
normaal tarief van 21%, door de koper gedragen
en is slechts van toepassing op de winstmarge die
door de galerij wordt gerealiseerd en niet op de
totale prijs die van de koper wordt geëist. Deze
BTW is niet aftrekbaar door de laatste koper.
Deze winstmarge, 21% BTW inbegrepen, is hier
gelijk aan het verschil tussen de globale
verkoopprijs die de galerij aan de koper heeft
gevraagd en de aankoopprijs, 6% BTW
inbegrepen, overgemaakt aan de kunstenaar. In
dit systeem van belastingheffing op winstmarge is
het verschil van de tarieven derhalve grotendeels
verdwenen indien men zich in het standpunt van
de koper plaatst.
Niets belet evenwel dat een kunstgalerij
tussenbeide komt als makelaar van de
kunstenaar-verkoper, waardoor enkel de
vergoeding, die aan de galerij toekomt in de
hoedanigheid van makelaar in de verkoop, aan de
BTW wordt onderworpen tegen het normaal tarief
van 21%. Bovendien wordt in dit geval de verkoop
van het kunstwerk door de kunstenaar
onderworpen aan het verminderd tarief van 6% op
de prijs die hij aan de koper heeft gevraagd.
Aangezien in casu het normale regime van heffing
van toepassing is, kunnen de in rekening
gebrachte belastingen volgens de normale regels
in aftrek worden gebracht, in tegenstelling tot de
belasting op de winstmarge.
Wat de mogelijke problemen omtrent de
wetgeving van toepassing op consignatie-
zendingen betreft, kan ik u ervan op de hoogte
brengen dat, in tegenstelling tot wat u blijkbaar
denkt, een nauwkeurige uiteenzetting is gegeven
in aanschrijving nr.1 van 2 januari 1995, die
trouwens een ruime commentaar bevat op de
toepassing in België van het bijzonder regime van
de winstmarge waarvan sprake. Tot nu toe werd
geen enkele bijzondere moeilijkheid betreffende
de verkoop in consignatie in deze context aan mijn
administratie meegedeeld. Er bestaat een
rondzendbrief van meer dan 70 bladzijden in
verband met deze problematiek.
Ten slotte, op basis van de van kracht zijnde
communautaire wetgeving betreft het enige
mogelijke verminderde tarief van toepassing in de
aangehaalde situatie, onder bepaalde
voorwaarden, de verkoop van kunstwerken door
de kunstenaar zelf of de toevallige verkopen door
bepaalde belastingplichtigen, andere dan
belastingplichtige medeverkopers. Dat staat in
artikel 12, § 3c van de zesde BTW-richtlijn. Mijn
administratie heeft geen kennis van een
bijzondere situatie daaromtrent in Frankrijk. Er
dringen zich geen acties op Europees niveau op,
vermits de situatie werd geharmoniseerd. Ik heb
geen inlichtingen over een dergelijke toestand in
Frankrijk, maar u kunt mijn administratie meer
informatie geven.
01.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik dank de minister voor dit nogal
CRIV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
technische antwoord. Ik zal de tekst nog eens
nalezen.Ik zal hem ook de aanvullende informatie
bezorgen die ik intussen gekregen heb van de
betrokken sector.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot
de minister van Financiën over "de erkenning
van vzw's die in aanmerking komen voor
belastingvrijstelling inzake giften" (nr. 4544)
02 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre des Finances sur "l'agrément des
ASBL dans le cadre du régime d'exonération
d'impôt pour les dons" (n° 4544)
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, u
bent waarschijnlijk voldoende vertrouwd met deze
materie. Zowel ikzelf als collega Viseur en andere
collega's hebben er immers al herhaaldelijk
vragen over gesteld.
Mijnheer de minister, als antwoord op mijn vraag
van 21 december 1999, en op een vraag van
collega Viseur, hebt u gezegd dat een werkgroep
zou worden opgericht die moest nakijken of vzw's
die geen rechtstreekse hulp aan behoeftigen
verlenen, in aanmerking komen voor erkenning,
wanneer zij toch aan fondsenwerving doen en
deze fondsen ter beschikking stellen van een
organisatie die zich met armoedebestrijding
bezighoudt. Op een bepaald ogenblik zei u dat u
geen erkenning wou verlenen aan vzw's die louter
een 'kapstokfunctie' hebben. Ik wil echter
beklemtonen dat vele vzw's die geen
rechtstreekse steun aan behoeftigen verlenen,
toch een eigen werking en een eigen finaliteit
hebben, zodat ze volgens mij toch in aanmerking
moeten kunnen komen voor een erkenning. Ik ken
heel wat vzw's die op een correcte manier fondsen
werven, en die deze fondsen in de vorm van geld
of in een andere vorm doorgeven aan een
organisatie die zich concreet inzet voor de
armoedebestrijding. Ik denk niet dat men hier kan
spreken over een loutere 'kapstokfunctie'.
Mijnheer de minister, ik wil u een aantal concrete
vragen stellen. Ten eerste, is de door u beloofde
werkgroep reeds in werking getreden? Heeft hij
reeds concrete resultaten verkregen? Ten tweede,
heeft uw administratie terzake bepaalde
voorstellen uitgewerkt? Ten derde, zo niet, zult u
deze materie verder laten onderzoeken, of
beschouwt u het dossier als definitief gesloten?
Ten vierde en tot slot, omdat ook de
gewestministers advies moeten verlenen, wil ik u
vragen of u met hen reeds overleg hebt gepleegd
om te kijken of men tot een coherent beleid kan
komen inzake deze problematiek?
02.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Van Hoorebeke, er bestaat
inderdaad een werkgroep binnen mijn
administratie. Ik heb echter nog geen verlag
gekregen over de werking ervan. Deze werkgroep
moet niet alleen de vzw's met een 'kapstokfunctie'
onderzoeken. Hij moet ook andere problemen
onderzoeken in verband met fiscaal aftrekbare
giften. Ik wens aan te stippen dat het fenomeen
van de 'kapstokverenigingen' mij goed bekend is.
Ik heb hierover reeds een aantal vragen van de
heer Viseur beantwoord. Ik heb nog steeds een
zeker voorbehoud tegen dergelijke verenigingen,
omdat er meer problemen mee gemoeid zijn dan
alleen hun erkenning. Zoals de heer Viseur al zei
moet ik als minister van Financiën de fiscale
fraude bestrijden in alle sectoren, ook in de sector
van de vzw's. Ik heb nog steeds een zeker
voorbehoud tegen 'kapstokverenigingen', maar
misschien kunnen we een goede oplossing vinden
voor deze kwestie.
Mijnheer Van Hoorebeke, indien nodig zal
uiteraard overleg moeten worden gepleegd
met
de
gewestministers en met de
gemeenschapsministers die hun advies moeten
verstrekken. Ik heb mijn administratie ook
opgedragen alle nodige maatregelen te treffen om
de achterstand inzake de reeds ingediende
erkenningaanvragen zo vlug mogelijk weg te
werken.
Mijnheer de voorzitter, ik ben voornemens naar
deze commissie te komen met het verslag van de
werkgroep, en met een voorstel in verband met de
diverse vzw's. Ik denk dat we binnenkort in deze
commissie een concreet debat zullen kunnen
houden over een nieuw stelsel voor alle vzw's, ook
voor de 'kapstokverenigingen'. Ik denk dat dit de
beste oplossing is.
02.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord. Ik onderschrijf volledig uw
doelstelling dat elke vorm van fraude moet worden
bestreden, dus ook in de VZW's. Daar heb ik
geen enkel probleem mee. Uit uw antwoord leid ik
ook af dat u ook bezorgd bent omtrent de
problematiek die al herhaaldelijk is aangebracht.
Onder meer de problematiek van de
"kapstokvereningingen" zal door die werkgroep
grondig bekeken kunnen worden. Als de werking
of controle gecorrigeerd moet worden, dan moet
dat uiteraard gebeuren. Toch wil ik vragen dat ook
08/05/2001
CRIV 50
COM 468
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
de specifieke finaliteit van dit soort verenigingen in
aanmerking wordt genomen, zodat wordt bekeken
in welke mate tot een globale oplossing kan
worden gekomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven tot de
minister van Financiën over "het aantal fiscale
procedures" (nr. 4515)
03 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "le nombre de
procédures fiscales" (n° 4515)
03.01 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de
problematiek die ik aanhaal, is al ter sprake
gekomen in deze commissie ongeveer twee
maanden geleden. Er is toen wat heisa rond
gemaakt omdat men meende dat op 1 april 2001
de fiscale rechtbanken overstelpt zouden worden.
Ingevolge de nieuwe fiscale procedure hadden de
belastingplichtigen op 1 april namelijk de
mogelijkheid om, wat de oude bezwaarschriften
betreft, naar de rechtbank te stappen.
Er is een circulaire van einde maart van de
administratie, waarin men spreekt van het
terugbrengen van de fiscale geschillen in de
bezwaarprocedure van honderdduizend dossiers
destijds naar zeventigduizend dossiers op dit
moment. Men heeft dus ongeveer een derde van
de dossiers weggewerkt.
Ondertussen zitten we al in de maand mei. Hebt u
er concrete cijfers over of 1 april een "boom" heeft
gegeven? Is er vanaf die datum inderdaad een
massa nieuwe procedures aanhangig gemaakt bij
de verschillende fiscale rechtbanken?
03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Vanvelthoven, op dit ogenblik
heb ik nog geen zicht op het aantal zaken die bij
de rechtbanken van eerste aanleg werden ingeleid
sedert 1 april 2001 omwille van het verstrijken van
de overgangsperiode voor de bezwaarschriften
betreffende de aanslagjaren 1998 en vorige.
Er verloopt immers een bepaalde tijd tussen de
inleiding van het verzoekschrift op tegenspraak en
de oproeping van de Belgische Staat bij
gerechtsbrief om op de inleidingszitting te
verschijnen. Ik heb enkele inlichtingen gevraagd
aan de administratie. Ik hoop dat het mogelijk zal
zijn u meer inlichtingen te geven begin juni. Tot nu
toe heb ik echter nog geen concrete informatie
met betrekking tot het aantal procedures. Dat is
normaal: eenmaal de datum van 1 april voorbij,
moet men nog wachten op de oproeping door de
Belgische Staat in de procedure.
Daarenboven hebben de belastingplichtigen niet
steeds belang bij het afbreken van de dialoog met
de geschillendiensten. In de circulaire van 26
maart 2001 wordt de voortzetting van die dialoog
met de belastingplichtige aanbevolen, hetgeen
een beslissing op redelijk korte termijn in het
vooruitzicht stelt. Eenmaal een zaak bij de
rechtbank van eerste aanleg is ingeleid, men ook
rekening moet houden met de duurtijd van het
proces. Ik hoop dat het mogelijk zal zijn naar
nieuwe beslissingen te gaan in mijn administratie.
Na 1 april 2001 hoop ik op een correcte
bespreking met de belastingplichtigen.
Mogelijk kan ik u nieuwe inlichtingen geven over
een maand, begin juni, of over twee maanden.
03.03 Peter Vanvelthoven (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, bedankt voor uw
antwoord. Ik zal mijn vraag schriftelijk en
gedetailleerd stellen met betrekking tot de
verschillende fiscale rechtbanken. Als u de
gegevens hebt, kan u me te gelegener tijd van
een antwoord voorzien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Dirk Pieters tot de
minister van Financiën over "de aftrekbare
beroepskosten voor verplaatsingen met
motorfietsen" (nr. 4575)
04 Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les frais professionnels
déductibles pour les déplacements à
motocyclette" (n° 4575)
De voorzitter: Mevrouw Brepoels had een
gelijkaardige vraag maar zij is niet aanwezig.
04.01 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, de werkelijke
beroepskosten voor woon-werkverkeer en de
beroepshalve verplaatsingen kunnen worden
afgetrokken van de belastbare inkomsten. De
aftrek verschilt naargelang het vervoermiddel.
Motorfietsen worden tot op heden voordeliger
behandeld dan auto's. Voor motorfietsen geldt de
beperking tot een forfaitair bedrag van zes frank
per kilometer voor woon-werkverkeer niet. Tevens
worden de kosten voor beroepshalve
verplaatsingen niet beperkt tot 75%, wat
algemeen geldt voor auto's. De verenigen van
motorrijders vrezen dat door de hervorming van
CRIV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
de personenbelasting het fiscaal regime voor
motorfietsen zal veranderen. Zij beschikken
nochtans over brieven van de ministers van
Financiën en Vervoer dat het fiscaal regime voor
motorfietsen niet wordt aangepast.
Mijnheer de minister, erkent u dat het fiscaal
regime voor verplaatsingen met motorfietsen
afwijkt van dat voor andere vervoersmodi? Zo ja,
acht u deze afwijking waardevol en wenst u ze te
behouden?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik kan bevestigen dat het
fiscaal regime voor verplaatsingen met
motorfietsen thans afwijkt van de andere
vervoersmodi. Er is een verschil in de huidige
stand van de wetgeving tussen motorfietsen en
andere vervoersmodi. In het wetsontwerp
houdende hervorming van de personenbelasting
zoals het naar de Raad van State werd gestuurd,
worden de motorfietsen evenwel op dezelfde voet
behandeld als de personenwagens, auto's voor
dubbel gebruik en minibussen. Er is nu een
voorstel om tot hetzelfde stelsel te komen voor
alle vervoersmodi. Net als mijn collega van
Begroting heb ik van sommige belastingplichtigen
vragen gekregen in verband met die evolutie. Ik
kan u bevestigen dat ik samen met de minister
van Begroting pleit voor het behoud van het
huidige stelsel. Ik zal de Ministerraad volgende
week voorstellen om hetzelfde stelsel te behouden
als voorzien in de huidige wet. Ik hoop dat het
mogelijk zal blijken mijn collega's te overtuigen.
04.03 Dirk Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
ik dank u voor uw toelichting. Ik wou mij niet
uitspreken over de grond van de zaak, ik wou
gewoon weten welke richting dit uitging.
04.04 Minister Didier Reynders: Het is klaar en
duidelijk. Misschien moeten we contact opnemen
met de Vereniging van motorrijders. Volgende
week willen we de Ministerraad voorstellen het
huidige stelsel te behouden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La question n°
4577 de Mme Marie-Thérèse
Coenen est transformée en question écrite.
La question n° 4529 de M. Richard Fournaux
n'aura pas lieu vu l'absence de son auteur.
La question n° 4579 de M. Jacques Chabot a été
reportée à une date ultérieure.
La réunion publique de commission est levée à
11.02 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 11.02 uur.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 468
CRABV 50 COM 468
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
F
INANCIËN EN DE
B
EGROTING
C
OMMISSION DES
F
INANCES ET DU
B
UDGET
dinsdag mardi
08-05-2001 08-05-2001
10:30 uur
10:30 heures
CRABV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Financiën over "het verschil in BTW-
tarief tussen kunstenaar en galerijhouder" (nr.
4543)
1
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
des Finances sur "la différence de taux de TVA
entre les artistes et les propriétaires d'une galerie
d'art" (n° 4543)
1
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Financiën over "de erkenning van
VZW's die in aanmerking komen voor
belastingvrijstelling inzake giften" (nr. 4544)
2
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
des Finances sur "l'agrément des ASBL dans le
cadre du régime d'exonération d'impôt pour les
dons" (n° 4544)
2
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Peter Vanvelthoven tot de
minister van Financiën over "het aantal fiscale
procedures" (nr. 4515)
3
Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre
des Finances sur "le nombre de procédures
fiscales" (n° 4515)
3
Sprekers:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, minister van Financiën
Orateurs:
Peter Vanvelthoven, Didier
Reynders, ministre des Finances
Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister van
Financiën over "de aftrekbare beroepskosten voor
verplaatsingen met motorfietsen" (nr. 4575)
4
Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les frais professionnels déductibles
pour les déplacements à motocyclette" (n° 4575)
4
Sprekers: Dirk Pieters, Didier Reynders,
minister van Financiën
Orateurs: Dirk Pieters, Didier Reynders,
ministre des Finances
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
4
ORDRE DES TRAVAUX
4
CRABV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN
EN DE BEGROTING
COMMISSION DES FINANCES ET
DU BUDGET
van
DINSDAG
08
MEI
2001
10:30 uur
______
du
MARDI
08
MAI
2001
10:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.38 uur door
de heer Olivier Maingain, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.38 heures par M. Olivier
Maingain, président.
01 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Financiën over "het verschil in BTW-
tarief tussen kunstenaar en galerijhouder" (nr.
4543)
01 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre des Finances sur "la différence de taux
de TVA entre les artistes et les propriétaires
d'une galerie d'art" (n° 4543)
01.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): In de
kunstensector doet zich een anomalie voor: als een
kunstenaar een kunstwerk rechtstreeks verkoopt,
mag hij het BTW-tarief van 6 procent hanteren,
terwijl een galerijhouder 21 procent moet heffen. Zo
beconcurreren zij elkaar op een ongezonde manier.
Galerijhouders voelen zich terecht benadeeld.
Ook inzake de consignatie zijn er ernstige
problemen. De administratieve richtlijnen over deze
vorm van verkoop zijn onduidelijk. De BTW-regeling
is daarbij bijzonder onduidelijk. Hoe is het BTW-
verschil tussen kunstenaar en galerijhouder te
verantwoorden?
Hoe moeten in consignatie gegeven kunstwerken
worden behandeld vanuit fiscaal oogpunt? Moet er
geen Europese BTW-gelijkschakeling komen om de
Belgische galerijhouders een gunstiger positie te
verschaffen op de markt? Zou zo een
gelijkschakeling de BTW-problemen bij consignatie
niet helpen oplossen?
01.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): On observe
en matière fiscale une anomalie dans le secteur
artistique. Lorsqu'un artiste vend directement une
oeuvre d'art, il peut appliquer un taux de TVA de
6%, là où l'exploitant d'une galerie d'art est tenu
d'appliquer un taux de 21%. Cette situation génère
une concurrence malsaine. Les tenanciers de
galeries s'estiment à juste titre lésés.
De sérieux problèmes se posent aussi en matière
de consignation. Les directives administratives
concernant cette forme de vente sont ambiguës et
le règlement relatif au taux de TVA est
particulièrement confus.
Comment justifiez-vous la différence du taux de
TVA auquel sont soumis l'artiste et l'exploitant
d'une galerie ? Quel règlement fiscal s'applique aux
oeuvres d'art données en consignation
? Ne
faudrait-il pas procéder à une harmonisation au
niveau européen pour améliorer la position des
exploitants de galeries belges sur le marché de
l'art
? Un alignement ne permettrait-il pas de
résoudre les problèmes du taux de TVA en cas de
consignation ?
01.02 Minister Didier Reynders (in het
Nederlands): In het kader van de Europese richtlijn
94/5 is sinds 1 januari 1995 een verlaagd BTW-
tarief van toepassing voor kunstenaars die
rechtstreeks verkopen.
01.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
Dans le cadre de la directive européenne 94/5, les
artistes vendant eux-mêmes leurs oeuvres
bénéficient, depuis le 1
er
janvier 1995, d'un taux de
TVA réduit.
08/05/2001
CRABV 50
COM 468
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De verkoop van het kunstvoorwerp door de
kunstenaar aan de galerij is onderworpen aan het
tarief van 6 percent en is niet aftrekbaar in hoofde
van de kunstgalerij.
Op het ogenblik van de doorverkoop van het goed
door de galerij is de BTW van 21 procent slechts
van toepassing op de winstmarge die door de galerij
wordt gerealiseerd en niet op de totale verkoopprijs.
Deze BTW is eveneens niet aftrekbaar door de
koper.
De winstmarge, 21 percent BTW inbegrepen, is hier
gelijk aan het verschil tussen de globale
verkoopprijs gevraagd door de galerij aan de koper,
en de aankoopprijs, 6 percent BTW inbegrepen,
overgemaakt aan de kunstenaar.
In dit systeem van belastingheffing over de
winstmarge is het verschil van de tarieven derhalve
grotendeels verdwenen indien men zich vanuit het
standpunt van de koper plaatst.
Niets belet evenwel dat een kunstgalerij
tussenbeide komt als makelaar van de kunstenaar-
verkoper van zijn werk, waardoor enkel de
vergoeding die aan de galerij toekomt in de
hoedanigheid van makelaar in de verkoop, aan de
BTW wordt onderworpen tegen het normaal tarief
van 21 percent. Bovendien wordt in dit geval de
verkoop van het kunstwerk door de kunstenaar
onderworpen aan het verminderd tarief van 6
percent op de prijs die hij aan de koper heeft
gevraagd. Aangezien in casu het normale regime
van de heffing van toepassing is, kunnen de in
rekening gebrachte belastingen in aftrek worden
gebracht volgens de normale regels, in tegenstelling
tot de belasting met betrekking tot de winstmarge.
Er bestaan wel degelijk duidelijke richtlijnen over de
consignatiezendingen, namelijk de administratieve
rondzendbrief nr. 1 van 2 januari 1995. Er worden
geen praktische problemen gesignaleerd.
Ik zie niet in waarom ik op Europees vlak iets zou
ondernemen, aangezien er al een harmonisering
bestaat.
La vente par un artiste d'un objet d'art à une galerie
est soumise au taux de 6 pour cent et n'est pas
déductible pour la galerie.
La TVA, au taux normal de 21 pour cent, n'est
d'applicable qu'au moment de la vente de l'oeuvre
par la galerie et est à charge de l'acheteur. Elle ne
s'applique toutefois qu'à la marge bénéficiaire
réalisée par la galerie et non au prix total réclamé
au vendeur. Elle n'est pas déductible par le dernier
acheteur.
La marge bénéficiaire, TVA de 21 pour cent
comprise, est égale à la différence entre le prix de
vente global réclamé par la galerie à l'acheteur et le
prix d'achat, TVA de six pour cent comprise,
ristourné à l'artiste.
Dans ce système caractérisé par l'imposition de la
marge bénéficiaire, la différence entre tarifs s'est
largement estompée si l'on se place du point de vue
de l'acheteur.
Rien n'empêche toutefois qu'une galerie d'art
intervienne en qualité d'intermédiaire de l'artiste-
vendeur. Dans ce cas, la TVA au taux normal de 21
pour cent sera uniquement applicable à l'indemnité
revenant à la galerie faisant office d'intermédiaire.
Par ailleurs, dans ce cas, la vente de l'oeuvre d'art
par l'artiste est soumise au taux réduit de 6 pour
cent sur le prix réclamé à l'acheteur. Attendu qu'en
l'occurrence, c'est le régime normal d'imposition qui
est d'application, les impôts portés en compte sont,
contrairement à l'impôt sur la marge bénéficiaire,
déductibles conformément aux règles normales
Il existe bel et bien des directives claires relatives
aux envois consignés, à savoir la directive
administrative n° 1 du 2 janvier 1995. Aucun
problème pratique n'a été signalé à ce propos.
Je ne vois pas pourquoi je prendrais une initiative à
l'échelle européenne, cette matière ayant déjà fait
l'objet de mesures d'harmonisation.
01.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik zal dit
technische antwoord bestuderen en ik zal de
minister op de hoogte brengen van problemen die
mij ter ore kwamen.
01.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): J'étudierai
cette question technique et j'informerai le ministre
des problèmes dont on m'a fait part.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke tot de
minister van Financiën over "de erkenning van
VZW's die in aanmerking komen voor
02 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre des Finances sur "l'agrément des ASBL
dans le cadre du régime d'exonération d'impôt
CRABV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
belastingvrijstelling inzake giften" (nr. 4544)
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De minister
kondigde in het verleden de oprichting van een
werkgroep aan die zou nagaan of ook VZW's die
niet rechtstreeks behoeftigen helpen, maar wel
fondsen werven en deze ter beschikking stellen van
hulporganisaties, in aanmerking kunnen komen
voor belastingvrijstelling inzake giften. Dergelijke
verenigingen hebben niet louter een kapstokfunctie.
Heeft de werkgroep al resultaten geboekt? Heeft de
administratie voorstellen uitgewerkt? Zoniet, wat is
de minister van plan? Is er overleg met de
Gemeenschappen?
02.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre
a un jour annoncé la création d'un groupe de travail
chargé de vérifier si les ASBL qui, sans aider
directement les indigents, récoltent des fonds pour
les mettre à la disposition des organisations d'aide
peuvent bénéficier d'une exonération fiscale pour
dons. Ces organismes n'ont pas qu'un simple rôle
de façade.
Le groupe de travail a-t-il déjà enregistré des
résultats
? L'administration a-t-elle élaboré des
propositions ? Dans la négative, quelles sont les
intentions du ministre ? Y a-t-il eu concertation avec
les Communautés ?
02.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): De
administratie werkt aan de oprichting van een
werkgroep die naast de kapstokverenigingen ook
de andere problemen in verband met fiscaal
aftrekbare giften zou onderzoeken. Ik heb heel wat
voorbehoud bij de kapstokverenigingen. Ik wilde
fiscale fraude bestrijden, ook in de sector van de
VZW's. Indien nodig komt er overleg met de
ministers die advies moeten verstrekken.
Ik heb de administratie opgedragen ervoor te
zorgen dat de achterstand bij de
erkenningsaanvragen zo snel mogelijk zou worden
weggewerkt.
Ik stel voor dat de werkgroep met een globale
oplossing zou komen.
02.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais)
:L'administration s'attelle à la mise sur pied d'un
groupe de travail qui serait chargé d'examiner, outre
les associations de façade, les autres problèmes
relatifs aux dons fiscalement déductibles. J'émets
de grandes réserves à propos des associations de
façade. J'entends lutter contre la fraude fiscale, y
compris dans le secteur des ASBL. S'il le faut, il y
aura une concertation avec les ministres chargés
de rendre un avis.
J'ai donné instruction à l'administration de faire en
sorte que le retard pris dans les demandes
d'agrément soit résorbé le plus rapidement
possible.
Je propose que le groupe de travail présente une
solution globale.
02.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik begrijp
dat de minister de fiscale fraude wil aanpakken,
maar vraag dat de werkgroep rekening zou houden
met de specificiteit van deze verenigingen en een
globale oplossing zou uitwerken.
02.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Je
comprends que le ministre veuille s'attaquer à la
fraude fiscale mais je voudrais que le groupe de
travail tienne compte de la spécificité de ces
associations et trouve une solution globale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven tot de
minister van Financiën over "het aantal fiscale
procedures" (nr. 4515)
03 Question de M. Peter Vanvelthoven au
ministre des Finances sur "le nombre de
procédures fiscales" (n° 4515)
03.01 Peter Vanvelthoven (SP): Vanaf 1 april
2001 mogen belastingplichtigen hun geschillen die
nog niet beslecht zijn voor de fiscale rechtbank
brengen. Het aantal geschillen is nu van 100.000
teruggebracht tot 70.000.
Is er sinds 1 april 2001 een toevloed van
procedures betreffende "oude" dossiers? Heeft de
minister een zicht op het aantal?
03.01 Peter Vanvelthoven (SP): A partir du 1er
avril 2001, les litiges non encore réglés peuvent être
portés devant le tribunal fiscal par les
contribuables. Actuellement, le nombre de litiges
est passé de 100.000 à 70.000 dossiers.
Depuis le 1
er
avril, a-t-on pu constater une
augmentation du nombre de procédures concernant
« d'anciens » dossiers. Le ministre a-t-il une idée du
nombre de procédures ?
08/05/2001
CRABV 50
COM 468
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
03.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Ik
heb nog geen zicht op het aantal procedures die bij
de rechtbanken van eerste aanleg werden ingeleid
sinds 1 april 2001; mogelijk weet ik meer op 1 juni.
Tussen de inleiding van een verzoekschrift op
tegenspraak en de oproeping op een zitting verloopt
immers een bepaalde tijd. Daarbij willen
belastingplichtigen niet altijd hun dialoog met de
geschillendiensten afbreken omdat deze vaak zorgt
voor een beslissing op korte termijn.
03.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
A l'heure actuelle, je ne dispose pas encore
d'informations sur le nombre d'affaires dont ont été
saisis les tribunaux de première instance depuis le
1
er
avril 2001. J'en saurai éventuellement plus au 1
er
juin prochain. Il s'écoule un certain temps entre
l'introduction de la requête contradictoire et la
convocation à comparaître. En outre, les
contribuables ne désirent pas toujours rompre le
dialogue avec les services des contentieux parce
que ce dialogue ouvre la perspective d'une décision
dans un délai raisonnablement court.
03.03 Peter Vanvelthoven (SP): Ik wacht dus op
meer informatie vanwege uw diensten betreffende
het aantal procedures nà begin juni.
03.03 Peter Vanvelthoven (SP): J'attends de plus
amples informations de vos services concernant le
nombre de procédures introduites après le début du
mois de juin.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Dirk Pieters tot de minister
van Financiën over "de aftrekbare beroepskosten
voor verplaatsingen met motorfietsen" (nr. 4575)
De voorzitter:
04 Question de M. Dirk Pieters au ministre des
Finances sur "les frais professionnels
déductibles pour les déplacements à
motocyclette" (n° 4575)
04.01 Dirk Pieters (CVP): Voor motorfietsen geldt
op dit ogenblik een gunstiger regime inzake fiscale
aftrekmogelijkheden voor het woon-werkverkeer.
Acht de minister deze afwijking waardevol en wenst
hij ze te behouden?
04.01 Dirk Pieters (CVP): Les motocyclettes sont
actuellement soumises à un régime plus
avantageux en matière de déductibilités fiscales
pour les déplacements entre le lieu de travail et le
domicile.
Le ministre estime-t-il que ce régime différent au
bénéfice des motos est judicieux et souhaite-t-il le
maintenir ?
04.02 Minister Didier Reynders (Nederlands): Het
fiscaal regime voor motorfietsen wijkt inderdaad af
van dat van de andere vervoermiddelen. In het
wetsontwerp inzake de hervorming van de
personenbelasting komt er eenzelfde stelsel als
voor de andere motorvoertuigen. Minister Van de
Lanotte en ikzelf zijn echter voorstander van het
behoud van het bestaande stelsel en zullen een
voorstel in die zin overmaken aan de Ministerraad.
04.02 Didier Reynders , ministre (en néerlandais):
Le régime fiscal applicable aux déplacements en
motocyclette déroge effectivement à celui des
autres modes de transport. Dans le projet de loi
portant réforme de l' impôt des personnes
physiques, les motocyclettes sont cependant
traitées sur le même pied que les autres véhicules.
Toutefois, le ministre Vande Lanotte et moi-même
sommes partisans du maintien du système actuel et
présenterons une proposition dans ce sens au
conseil des ministres.
04.03 Dirk Pieters (CVP): Ik dank de minister voor
deze verduidelijking.
04.03 Dirk Pieters (CVP): Je remercie le ministre
pour cette clarification.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Regeling van de werkzaamheden
De voorzitter: De heer Jacques Chabot is
verhinderd. De heer Richard Fournaux is afwezig.
Ordre des travaux
Le président : M. Jacques Chabot est excusé. M.
Richard Fournaux est absent.
CRABV 50
COM 468
08/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Mevrouw Marie-Thérèse Coenen woont momenteel
een andere commissievergadering bij en stemt
ermee in dat haar vraag wordt omgezet in een
schriftelijke vraag. Hetzelfde geldt voor mevrouw
Brepoels.
Mme Marie-Thérèse Coenen se trouve dans une
autre commission et accepte que sa question soit
transformée en question écrite, de même que Mme
Frieda Brepoels.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.02 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.02 heures.
Document Outline