KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 462
CRIV 50 COM 462
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
02-05-2001 02-05-2001
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de preventie-
maatregelen ter voorkoming van fietsdiefstallen"
(nr. 4492)
1
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "les mesures visant à prévenir les vols de
vélos" (n° 4492)
1
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de evolutie van de
fietsdiefstallenproblematiek" (nr. 4557)
1
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "l'évolution du problème des vols de vélos"
(n° 4557)
1
Sprekers: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken,
Willy Cortois
Orateurs: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur, Willy
Cortois
Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
asielbeleid, meer bepaald de sterke toename van
het aantal asielzoekers uit Bulgarije, Slowakije en
Rusland" (nr. 768)
5
Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre
de l'Intérieur sur "la forte augmentation du nombre
de demandeurs d'asile venant de Bulgarie, de
Slovaquie et de Russie" (n° 768)
5
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Moties
9
Motions
9
Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de pecuniaire situatie
van de gemeentesecretarissen" (nr. 4530)
10
Question de M. Paul Tant au ministre de l'Intérieur
sur "la situation pécuniaire des secrétaires
communaux" (n° 4530)
10
Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "het plan van de VLD-
burgemeester van Mechelen om privé-
bewakingsfirma's in te huren om naast de politie
ook veiligheidstaken op het openbare domein te
laten uitoefenen" (nr. 4429)
11
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "le projet du bourgmestre VLD
de Malines de confier à une entreprise de
gardiennage privée parallèlement aux services de
police des tâches de sécurité dans le domaine
public" (n° 4429)
11
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
personen die gehandicapte gemeenteraadsleden
bijstaan" (nr. 4564)
13
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "les personnes assistant
les conseillers communaux handicapés" (n° 4564)
13
Sprekers:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsschepen" (nr. 4569)
14
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "les échevins de la sécurité"
(n° 4569)
14
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
2
MEI
2001
10:15 uur
______
du
MERCREDI
2
MAI
2001
10:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
preventiemaatregelen ter voorkoming van
fietsdiefstallen" (nr. 4492)
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de evolutie van
de fietsdiefstallenproblematiek" (nr. 4557)
01 Questions jointes de
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "les mesures visant à prévenir les vols de
vélos" (n° 4492)
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "l'évolution du problème des vols de vélos"
(n° 4557)
01.01 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, op 10 januari 2001 werd in de
commissie voor de Binnenlandse Zaken het
wetsvoorstel over fietsregistratie besproken dat ik
samen met collega Verherstraeten heb ingediend.
Deze bespreking en de repliek van de minister
waarin hij zijn visie toelichtte, hebben in de pers
nogal wat weerklank gekregen. De berichtgeving
verschilde opmerkelijk van medium tot medium.
De commentaren van geschreven pers, radio en
televisie, waren niet eensluidend. In de commissie
werd de toelichting van de minister nog aangevuld
met verklaringen van zijn kabinetschef, de heer
Dassen. Er was ook een toelichting van de heer
Peter Raets. Uit beide bleek de wil van de minister
om een belangrijke stap te zetten om het
fenomeen van de fietsdiefstallen terug te dringen.
Het verheugt me overigens vast te stellen dat ons
wetsvoorstel een aantal elementen heeft
aangereikt die in de richting gaan van het beleid
dat u terzake wenst te voeren.
Ondanks de vele details die in de media al dan
niet juist weerspiegeld werden en die ongetwijfeld
gevoed werden door het ontbreken van een
verslag van de besprekingen in de commissie,
bleef de visie van de minister op deze
problematiek toch nog onduidelijk. Of misschien
waren de vele details juist de oorzaak dat zijn visie
onduidelijk bleef.
Mijnheer de minister, om al deze redenen wil ik
een aantal vragen ter verduidelijking stellen. U
hebt aangekondigd dat ten laatste vanaf 2003 de
fietsen moeten zijn uitgerust met een vast slot op
het achterwiel. Het verraste me dat u aankondigde
dat u al overleg had gepleegd met de minister van
Mobiliteit. Meer nog, u voorzag toen dat diezelfde
week het ontwerp van koninklijk besluit zou
worden verzonden naar de Gewesten en naar de
Raad van State. Dit initiatief moet beslist worden
toegejuicht. U hebt wel gepreciseerd dat u het
zogenaamde hoefijzerslot wou verplichten, omdat
dit vlug vergrendelbaar is wanneer de fiets
kortstondig onbeheerd wordt achtergelaten op de
openbare weg. Naar mijn mening hebt u echter
niet precies verteld of uw beslissing alleen voor
nieuwe fietsen geldt, of voor alle fietsen. Indien het
gaat om alle fietsen, stel ik u voor dat de
eigenaars van de reeds in gebruik zijnde fietsen
de keuze wordt gelaten tussen een aantal zeer
goede sloten. Zo kan worden vermeden dat
fietseigenaars die reeds over een goed slot
beschikken, verplicht worden extra kosten te
02/05/2001
CRIV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
doen.
Mijnheer de minister, het verheugde me wel dat u
zich voornam de problematiek van de
fietsdiefstallenpreventie op de agenda te plaatsen
ter gelegenheid van het komende Belgische
voorzitterschap van de Europese Unie. U stelde
voor op Europees niveau een uniek
registratienummer op de fiets te doen aanbrengen
door de producent of de invoerder. U voegde er
toen meteen aan toe dat een dergelijke beslissing
op Europees niveau wel vijftien jaar kan vergen.
In afwachting, vond u het echter aangewezen het
rijksregisternummer te blijven graveren, alhoewel
u eerder had toegegeven dat dit systeem ook niet
sluitend is. Een uniek fabricageserienummer
wordt nu reeds door een aantal Belgische en
Europese producenten in het kader ingedrukt. De
bedoelde producenten zorgen daarbij nu reeds
voor een fietseigendomsbewijs. Het zou mijns
inziens, niet alleen wenselijk maar vooral nuttig
zijn, gezien de lange termijn van 15 jaar om tot
een harmonisering op Europees niveau te komen,
om uw intenties nu reeds in de Belgische
wetgeving vorm te geven en de Europese
regelgeving niet af te wachten.
Zulk een initiatief zou de gelegenheid bieden om
België, eens te meer, binnen de Europese
gemeenschap het voortouw te laten nemen, nu
inzake fietsdiefstallenpreventie. De aanvang van
de lente is een tijd waarin weer heel wat burgers
een nieuw rijwiel aanschaffen of het oude
exemplaar, al dan niet noodgedwongen, een
opknapbeurt laten ondergaan. Daarom wil ik de
minister om een antwoord vragen over de stand
van zaken omtrent de geschetste problematiek.
Ten eerste, is het inderdaad juist dat u een keuze
gemaakt heeft tot het verplichten van het plaatsen
van het zogenaamde hoefijzerslot op het
achterwiel van de fiets? Ten tweede, voorziet u
deze verplichting voor alle fietsen of slechts voor
de fietsen die nieuw in het verkeer worden
gebracht en welke preventieve maatregelen
voorziet u om de fietsdiefstallen van de in omloop
zijnde fietsen in te perken of tegen te gaan?
Ten derde, is het ontwerp van koninklijk besluit dat
u half januari aankondigde inzake het plaatsen
van een fietsslot toen effectief voor advies naar de
gewesten verzonden? Zo ja, mag ik dan
vernemen hoe ver het staat met het advies dat
van elk van de gewesten verwacht werd. Heeft u
van al die gewesten het advies al ontvangen en
wat is de inhoud van die adviezen? Indien een
bepaald gewest nog geen advies heeft
overgemaakt, heeft u het betrokken gewest dan
aangemaand voortgang te maken met het
afleveren van dat betreffende advies, want we
gaan toch al naar het einde van april toe? Zo
neen, waarom is het ontwerp van koninklijk besluit
niet overgemaakt aan de gewesten?
Ten vierde, heeft u er in het huidig stadium een
zicht op wanneer de Raad van State een advies
over het ontwerp van koninklijk besluit zal kunnen
overmaken? Mogen wij aannemen dat het
bedoelde koninklijk besluit nog voor het
zomerreces zal gepubliceerd worden?
Tenslotte wil ik u vragen, aangezien u het op
termijn toch voorziet, om in het kader van het
preventiebeleid ter voorkoming van fiets-
diefstallen, de mogelijkheid te willen onderzoeken
om in België een uniek registratienummer in te
voeren en de Europese regelgeving niet af te
wachten.
Als laatste punt zou ik er nog willen aan
toevoegen dat ik denk dat het toch goed zou zijn
het voorstel van collega Verherstraeten en van
mezelf nog eens onder de loep te nemen.
Misschien kan daaruit iets geproduceerd worden
wat hier bij ons zeer goed van toepassing zou
kunnen zijn en bruikbaar zou kunnen zijn.
01.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het is inderdaad zo dat ik de
keuze gemaakt heb om alle fietsen te laten
uitrusten met een slot, dat op een eenvoudige
wijze toelaat om met een sleutelsysteem het
achterwiel te blokkeren. Dit past volledig in de
uitvoering van het federaal actieprogramma,
fietsdiefstalpreventie, dat in 1997 en 1998 tot
stand kwam. Deze specifieke maatregel geldt niet
alleen voor de nieuwe fietsen maar voor alle
soorten fietsen, weliswaar met een uitzondering
voor mountainbikes, racefietsen en kleine
kinderfietsen. Deze maatregel werd geïntegreerd
in een voorontwerp van koninklijk besluit tot
wijziging van het koninklijk besluit van 1 december
1975, houdende het algemeen reglement van de
politie voor het wegverkeer.
Aangezien het hier gaat om de wijziging van de
reglementering die onder de bevoegdheid valt van
mijn collega van Mobiliteit en Vervoer, mevrouw
Durant, zal zij instaan voor de opvolging ervan, het
overleg met de gewesten en de procedure voor de
Raad van State.
Het is wel de bedoeling dat dit artikel van kracht
wordt op 1 januari 2003.
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Met de fietssector was immers afgesproken om
een overgangsperiode van twee jaar in te lassen
na de aankondiging van deze beslissing ter
gelegenheid van de fietsexpo. Het is momenteel
onmogelijk een uniform registratiesysteem van bij
de producent op te leggen. Dit zou in strijd zijn met
de Europese regelgeving inzake de vrijheid van
handel en goederen. Het is dan ook logisch dat wij
vanuit België stappen zullen ondernemen om
hierin een Europees initiatief uit te lokken. Ik heb
mijn diensten gevraagd om het Belgisch
voorzitterschap van de Europese Unie te benutten
om de stappen met het oog op een Europese
eenmaking te versnellen Het heeft volgens mij
geen enkel effect andere registratiesystemen te
promoten dan het graveren van het
rijksregisternummer.
01.03 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
minister, ik heb begrepen dat het om een en
hetzelfde slot gaat. Dit is te betreuren, zeker voor
de fietsen die al van een degelijk slot zijn voorzien.
Het is natuurlijk goed dat men tijdens het
Europees voorzitterschap de Europese
eenmaking zou kunnen bepleiten. Het is een
gelegenheid voor België om deze materie te
bespreken en misschien een overeenkomst te
bereiken.
U weet dat door het graveren van het
rijksregisternummer in de fietsen nogal wat
problemen rijzen inzake kaderbreuk. Terzake rijst
de vraag naar de verantwoordelijkheden.
Denemarken is een voorbeeld van hoe het is en
kan.
Mijnheer de minister, wij zullen op dit onderwerp
blijven toezien. Ik zal met de heer Verherstraeten
bespreken hoe wij de collega's van het Parlement
diets kunnen maken dat er op korte termijn toch
iets moet gebeuren.
De voorzitter: De heer Arnold Van Aperen heeft
het woord voor het tweede gedeelte van zijn
vragen.
01.04 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, de fietsdiefstallenproblematiek is
inderdaad nog niet ter sprake gekomen.
Er werd aangekondigd dat tegen eind januari de
volledige gegevens en details over de
fietsdiefstallen tijdens het jaar 2000 beschikbaar
zouden zijn. In het licht daarvan wens ik enkele
inlichtingen te verkrijgen, zowel inzake
cijfergegevens als een inzicht in de genomen
beteugelings- en preventiemaatregelen.
Mijnheer de minister, hebt u een juist overzicht
over het aantal aangiftes dat door de politie tijdens
het jaar 2000 werd genoteerd? Werd er daarbij
onderscheid gemaakt tussen diefstal enerzijds en
zuiver vandalisme anderzijds en welk is de
evolutie? Hoe is de spreiding van de
fietsdiefstallen over de verschillende gewesten en
provincies? Welke is de evolutie daarbij van de
fietsdiefstallen in de grote steden en de
universiteitssteden? In welke mate dekken het
aantal aangiftes het aantal werkelijke diefstallen?
Is er een evolutie vast te stellen in de
aangiftebereidheid van de bevolking? Is er door
uw departement een sensibilisering gebeurd bij de
politieambtenaren om fietsdiefstallen steeds
ernstig op te nemen? Hebt u weet van het aantal
fietsen dat aan de rechtmatige eigenaar kon
worden terugbezorgd? Is daarbij een regionaal
verschil vast te stellen? Handhaaft de procureur
van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen
zijn directieven om geen aanvankelijke processen-
verbaal meer naar het parket te zenden, en zo ja
wat is uw standpunt terzake? Hebben deze
directieven een rechtstreeks nadelig gevolg voor
het opsporen van de dader, het beteugelen van de
fietsdiefstal en/of het terugbezorgen van de fiets
aan de rechtmatige eigenaar? Worden in de
andere arrondissementen processen-verbaal
telkens overgemaakt aan het parket?
Bent u op de hoogte van de boetes en straffen die
de parketten ingevolge de PV's aan de dader
zullen opleggen? Worden speciale maatregelen
op federaal, gewestelijk en regionaal vlak
genomen om de fietsdiefstallen, vooral in de grote
agglomeraties, in te dijken? Welke
onderrichtingen heeft u terzake gegeven?
01.05 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur
Van Aperen, l'enquête à laquelle vous faites
allusion a été menée par le secrétariat permanent
à la politique de prévention, dans le courant de
l'année 2000. Elle traite des statistiques relatives
au vol de vélos qui ont été réalisées par les
services de police pour la période 97-99.
Quant aux statistiques criminelles intégrées (les
SCI) établies par la police fédérale, elles ne sont
pas encore disponibles pour l'ensemble de l'année
2000.
L'analyse de cette enquête, contenant également
les résultats du moniteur de sécurité ainsi que
d'autres données, doit permettre de vérifier s'il est
effectivement question d'une évolution manifeste
en la matière.
02/05/2001
CRIV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Notons, en outre, que l'on procède à un examen
minutieux des différences entre les chiffres de la
police fédérale (l'ex SGAP), c'est-à-dire les PV
enregistrés, les déclarations à la police et
l'estimation de l'ampleur de la problématique du
vol de vélos.
Les statistiques criminelles relatives au vol de
vélos ne constituent pas les seules données
prises en compte. En fait, plus de 3000 données
(vols d'usage ou non, vélos gravés ou non, vélos
volés dans une commune qui mène en la matière
une politique de prévention ou non, etc.) ont été
utilisées. L'obtention de ces données a
évidemment pris du temps. L'enquête est en voie
de finalisation. C'est avec plaisir que je vous la
communiquerai. Elle répondra aux multiples
questions chiffrées auxquelles je ne peux
répondre ici.
Toutefois, j'ai préparé à votre intention deux
tableaux répondant à vos principales questions.
L'un démontre clairement que le vol de vélos est
un phénomène qui touche essentiellement la
région flamande et trois provinces en particulier:
les Flandres occidentale et orientale et la province
d'Anvers. La province du Brabant flamand est
relativement moins touchée malgré la présence
d'un site universitaire d'importance sur son sol.
Le deuxième et le troisième tableau montrent
l'évolution de la situation sur les sites
universitaires. Si l'on prend en compte les
universités flamandes, le phénomène en Wallonie
et à Bruxelles étant négligeable, seule la ville de
Gand connaît une diminution constante depuis
1998. Les universités de Louvain et d'Anvers, qui
subissent le plus grand nombre de vols,
connaissent en outre une augmentation depuis
1998.
Je vous transmets, pour information, ces trois
tableaux en couleurs.
La sensibilisation de la police au vol de vélos fait
partie du programme fédéral d'action en la
matière, programme actuellement en cours. Je
puis d'ores et déjà vous faire savoir que le travail
intensif réalisé par mes services en matière de
prévention du vol de vélos incite nombre de
services de police de toutes provinces et régions à
élaborer des initiatives prometteuses.
Je souhaite, dès lors, souligner qu'il s'agit ici d'un
important revirement de l'approche de nos agents
de police sur le terrain.
Enfin, en ce qui concerne vos questions relatives
à l'attitude du parquet, même si je souhaite vous
être agréable, je ne puis que vous inviter à vous
adresser à mon collègue, le ministre de la Justice.
01.06 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.
Mijnheer de minister, ik heb van u enkele tabellen
mogen ontvangen. Voor Vlaams-Brabant is er
sprake van een terugloop maar ik merk dat er ook
melding wordt gemaakt van Leuven en ik vermoed
dat dit er iets mee te maken heeft. Voor
Antwerpen stel ik vast dat er in 1998 1066 waren,
voor 1999 1090 en voor 2000 1100. Voor Gent
bedragen deze aantal 830, 737 en 668.. In Kortrijk
zijn de waarden 492, 553 en 439. En dan is er ook
nog Leuven met 966, 1016 en 31. Ik vraag me af
of dit echt mogelijk is. Volgens mij geeft dit voor
Vlaams-Brabant een vertekend beeld. Volgens mij
is het getal van 31 niet juist.
01.07 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer Van
Aperen, onderaan de bladzijde staat 31 maar
onvolledig.
01.08 Arnold Van Aperen (VLD): Het werd zo in
de statistieken opgenomen. Er is dus nog steeds
werk aan de winkel. Er moet een gedegen beleid
worden gevoerd waarop de politiediensten moeten
kunnen toezien. Onder andere in de
universiteitssteden wordt wel eens een fiets
"geleend". Dergelijke fietsen worden
meegenomen en 's anderendaags vindt men die
fiets dan enkele kilometer verder terug. De
jongeling die op stap was, kon vermoedelijk geen
bus meer nemen en "leende" dan maar een fiets.
Mijnheer de minister, ik dank u in elk geval voor
de informatie. Wij zullen dit dossier blijven
opvolgen. Indien nodig zullen wij de minister van
Justitie om inlichtingen vragen.
01.09 Willy Cortois (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik zou de minister over dit onderwerp
ook een vraag willen stellen.
Mijnheer de minister, in welke mate worden
fietsdiefstallen nog geregistreerd? U zegt dat dit
fenomeen in Vlaams-Brabant te verwaarlozen is.
Ik vraag me dan ook wat u precies verstaat onder
"te verwaarlozen". Worden deze diefstallen nog
geregistreerd? Ik meen ergens te hebben gelezen
dat de directeur, die zich bezighoudt met de
administratieve informatiekern in Brussel waar de
gegevens in verband met criminaliteit worden
verzameld, geen statistieken meer laat bijhouden
over fietsdiefstallen.
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Collega Van Aperen drukt zijn verwondering uit
over de sterke daling van meer dan 1000 naar 31.
Ik vraag me dan ook af of een fietsdiefstal nog als
een crimineel feit wordt geregistreerd.
Maatschappelijk blijft dit nochtans een probleem.
Mijnheer de minister, heeft u de zekerheid dat
deze diefstallen in de statistieken worden
opgenomen? Als dit niet langer gebeurt, is het
probleem schijnbaar opgelost terwijl dit in de
werkelijkheid niet het geval is.
01.10 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur
Cortois, je n'ai jamais dit qu'il s'agissait d'un
phénomène négligeable. Au contraire, il s'agit d'un
phénomène important, spécialement dans un
certain nombre de provinces. Je fais moi-même
du vélo à la mer du Nord, ce qui est plus facile
que dans ma région compte tenu du relief du
terrain. Mais, pour ma part, je n'ai pas attendu
l'obligation réglementaire d'avoir une serrure. Je
suis très prudent.
Je constate, monsieur Cortois, que dans votre
province, on fait apparemment moins de vélo que
dans les deux Flandres et Anvers.
Je n'établis pas moi-même les statistiques mais
j'imagine qu'elles sont faites très sérieusement.
Les statistiques provenant du secrétariat
permanent à la prévention fournissent bon nombre
de détails pour préciser quelles sont les
circonstances mêmes des vols de vélo. Il y a aussi
les statistiques criminelles intégrées qui sont
établies par la police fédérale sur la base des
informations qui leur sont données par les
différents services de police. Je ne suis
évidemment pas en mesure de vous en dire plus
sur la politique criminelle suivie par les différents
parquets. Le ministre de la Justice devrait pouvoir
vous donner des précisions à ce sujet. Il est clair
que si cela ne constituait pas une priorité, le risque
existerait de ne pas retrouver un certain nombre
de faits de délinquance.
Quand on analyse les statistiques, on constate à
certains moments la progression du nombre
d'infractions. Cela ne signifie pas
automatiquement un accroissement des faits de
délinquance. Il est intéressant de comparer les
statistiques elles-mêmes et le moniteur de
sécurité. Ce dernier nous apprend que les
citoyens belges ne déclarent certains faits aux
services de police qu'à concurrence de 30 ou
35%. Les chiffres des déclarations policières sont
donc bien en deçà de la réalité. Pourquoi les
citoyens ne déclarent-ils pas certains faits?
Pensent-ils que cela ne servira à rien?
Considèrent-ils qu'il s'agit de faits mineurs? Je
n'en sais rien, mais c'est ainsi.
En ce qui concerne la rubrique dont vous avez
parlé, il est bien indiqué que les informations sont
incomplètes. Il faut attendre d'avoir les chiffres
définitifs pour porter un jugement
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vraag nr. 4513 van de heer Filip De Man wordt
naar een latere datum verschoven.
02 Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye
tot de minister van Binnenlandse Zaken over
"het asielbeleid, meer bepaald de sterke
toename van het aantal asielzoekers uit
Bulgarije, Slowakije en Rusland" (nr. 768)
02 Interpellation de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "la forte augmentation
du nombre de demandeurs d'asile venant de
Bulgarie, de Slovaquie et de Russie" (n° 768)
02.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik
bundelde een aantal vragen in verband met het
asielbeleid in één interpellatie. Aanvankelijk was
deze interpellatie gevoegd bij de interpellatie die
de heer De Crem vorige week ontwikkelde, maar
op verzoek van uw medewerker heb ik ze een
week uitgesteld om u in staat te stellen de nodige
informatie in te winnen.
Het aantal asielzoekers is de voorbije maanden
ontegensprekelijk gedaald, wellicht ingevolge het
niet meer verlenen van financiële steun, het
onderbrengen van de asielzoekers in federale
centra en de versnelde procedure via het LIFO-
systeem Last In First Out.
Volgens goed ingelichte bronnen vernam ik
evenwel dat niet alleen deze factoren het aantal
asielzoekers mede doen dalen, maar dat
bovendien het volgende fenomeen zou
meespelen. Asielzoekers die zich momenteel
aanbieden bij de diensten van het commissariaat-
generaal, zouden van de medewerkers te horen
krijgen dat het in feite geen zin meer heeft om nog
een asielaanvraag in te dienen omdat hen geen
financiële steun meer wordt verleend, omdat zij in
een federaal centrum worden ondergebracht en
omdat de afhandeling van de procedure slechts
enkele weken vergt. Een aantal van de
asielzoekers die dit te horen krijgen vinden het niet
meer de moeite om nog een aanvraag in te dienen
en verdwijnen meteen in de illegaliteit.
02/05/2001
CRIV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
In werkelijkheid zijn er dus nog veel
asielaanvragers, maar het aantal dat effectief een
aanvraag indient, vermindert. Een deel van hen
verdwijnt dus onmiddellijk in de illegaliteit.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van dit
fenomeen? Weet u dat aan de loketten van het
commissariaat-generaal aan de asielzoekers
wordt medegedeeld dat het in feite geen zin meer
heeft een asielaanvraag in te dienen en dat men
bijgevolg degenen die geen aanvraag meer
indienen in de illegaliteit stort?
Ik kan begrijpen dat men de asielzoekers afraadt
om nog een aanvraag in te dienen, maar de
volgende stap van de diensten van het
commissariaat-generaal zou dan moeten zijn om
de illegalen die zich aanbieden, maar die geen
aanvraag meer indienen, meteen op te pakken en
terug te zenden naar hun land van herkomst.
Graag vernam ik duidelijkheid terzake.
Mijn tweede vraag, mijnheer de minister, betreft
het feit dat u onlangs in Europees verband de
visumplicht voor Slowakije en Bulgarije opnieuw
afschafte.
Dat is voor de tweede keer, want bijvoorbeeld voor
Slowakije had u de visumplicht al eens afgeschaft.
Aangezien het aantal asielzoekers uit dat land
plotseling fenomenaal toenam, was u echter
verplicht ze opnieuw in te voeren. Nu verneem ik
dat de visumplicht voor Slowakije en Bulgarije
toch wordt geannuleerd. België, Nederland en
sommige andere Europese Schengen-landen
wacht de komende weken en maanden
waarschijnlijk opnieuw een kleine invasie van
Bulgaren en Slowaken nu de Europese Unie de
visumplicht heeft afgeschaft, mijnheer de minister.
De forse toestroom bestaat overigens niet alleen
uit toeristen, maar ook uit de zogenaamde
economische gelukzoekers die in West-Europa
illegaal willen werken of op andere illegale
manieren aan geld proberen te geraken, denk
maar aan de Oost-Europese bendes die
gespecialiseerd zijn in autodiefstallen en inbraak.
Een Nederlandse krant maakte onlangs gewag
van het feit dat in een aanzienlijk aantal Bulgaarse
dorpen dubieuze reisbureaus wervingsacties op
het getouw zetten voor busreizen naar Europa
onder het motto "Voor een kennismaking met een
nieuwe toekomst", zoals het illegaal zoeken naar
werk in Europa omzichtig in folders en lokale
krantenadvertenties wordt omschreven. Ook arme
dorpsbewoners kunnen een enkele reis naar
Europa bemachtigen in ruil bijvoorbeeld voor het
belenen van hun woningen. Het bedrag van 1.500
frank per dag om de Europese Schengen-landen
binnen te komen, krijgt men dan tijdelijk te leen
van de buschauffeurs. Op die manier werkt het
illegale circuit, wat bevestigd werd door
Nederlandse onderzoekers ter plaatse en de
Bulgaarse ambassadeur in Nederland.
De afschaffing van de visumplicht zal
ontegensprekelijk nieuwe asielstromen op gang
brengen. Vandaar mijn vraag, mijnheer de
minister, of het niet wenselijk is om in Europees
verband die visumplicht alsnog te behouden.
Graag vernam ik of er reeds een meetbaar effect
is tenminste als de cijfers van de asielaanvragen
voor april bekend zijn van de beslissing om de
visumplicht voor Bulgarije en Slowakije op 10 april
2001 af te schaffen.
Vervolgens, mijnheer de minister, het aantal
asielzoekers uit Rusland is geenszins gedaald in
vergelijking met het begin van vorig jaar. Er is wel
een forse stijging geweest van aanvragers vanuit
Rusland eind vorig jaar. Hoe dan ook, op het
ogenblik zitten we alleszins boven het gemiddelde
van het aantal aanvragen begin vorig jaar. Het
aantal asielaanvragen uit Rusland blijft ongewoon
hoog. Waaraan is dat te wijten? Uit de media heb
ik geleerd dat u vorige week tijdens uw bezoek
aan Rusland overleg met de Russische
autoriteiten hebt kunnen plegen.
Mijnheer de minister, kunt u mij meedelen wat er
wordt ondernomen en welke afspraken er met de
Russische autoriteiten werden gemaakt, enerzijds
om het aantal asielaanvragen vanuit Rusland te
doen afnemen en anderzijds om de afgewezen
asielzoekers en de illegale Russen terug naar hun
land van herkomst te sturen? Als ik goed ben
ingelicht, zouden nog ongeveer 3.500 afgewezen
asielzoekers uit Rusland op ons grondgebied
vertoeven. Wat wordt er ondernomen om deze
mensen te repatriëren? Kunt u mij cijfers geven
over het aantal achterstallige dossiers in de
diverse fases van de asielprocedure? Ik heb
begrepen dat de diensten momenteel in staat zijn
een deel van de achterstand in te halen. Dat is
natuurlijk goed nieuws. Graag had ik een
tijdschema gekregen met betrekking tot
inschatting van de diensten van de termijn
waarbinnen ze de achterstallige dossiers zouden
kunnen afwerken. Tot slot wil ik een vraag
herhalen die vorige week reeds door de heer De
Crem werd gesteld. Wanneer zal het parlement nu
eindelijk de lang aangekondigde teksten krijgen in
verband met de hervorming van de
asielprocedure?
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
02.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer
Tastenhoye, indien de dienst Vreemdelingzaken
zoals u zegt honderden mensen zou hebben
afgeraden om asiel aan te vragen, meen ik dat dit
bekend zou zijn. De ambtenaren van de dienst
Vreemdelingenzaken weigeren geenszins de
asielaanvragen te acteren. Zij beantwoorden
vanzelfsprekend de vragen die hen gesteld
worden betreffende de sociale hulpverlening. Voor
bepaalde aanvragers is dit inderdaad de enige
bekommernis. Vastgesteld wordt dat talrijke
asielaanvragers zich toch inschrijven maar niet
meer opdagen voor de latere oproepingen
wanneer ze vernemen dat ze geen geldelijke
steun meer kunnen krijgen. Daarnaast is het niet
uitgesloten dat sommigen verkiezen geen asiel
meer aan te vragen en clandestien te blijven. Dat
is echter steeds het geval geweest. Ik ben ervan
overtuigd dat het afschaffen van de geldelijke hulp
als eerste effect heeft dat velen de reis niet meer
ondernemen omdat ze weten dat ze die niet meer
kunnen terugbetalen met het geld van de sociale
hulpverlening en omdat een definitieve beslissing
sneller zal worden genomen.
Si, néanmoins, on constate une recrudescence
dans le chef d'un certain nombre de pays, c'est
parce que ceux-ci veulent tester la détermination
des autorités belges à poursuivre l'application des
dispositions qui ont été arrêtées.
Het is correct dat het aantal asielaanvragers
vanuit Slowakije gestegen is sedert het
aankondigen van het afschaffen van de
visumplicht bepaald door het Europees
visumreglement.
Une partie de l'explication est précisément celle-
là: l'on veut vérifier si nous allons continuer à
appliquer avec fermeté les décisions prises.
Indien dit verder duurt, sluit ik niet uit dat ik een
beroep zal doen op de procedure van
hoogdringendheid, bepaald in artikel 64 van het
verdrag van de Europese Unie teneinde aan de
Europese commissie te vragen het visum met
bestemming België opnieuw in te voeren. Ik heb
contact opgenomen met andere Europese landen
die met hetzelfde fenomeen te kampen hadden
om te weten of ze zich in een gelijkaardige situatie
bevinden. Ik heb ook geschreven naar de
Europese commissaris en naar de ambassade
van Slowakije om hen mijn bekommernis mee te
delen.
Ik heb mij tevens tot de Slowaakse pers gewend.
J'ai donc demandé à pouvoir m'exprimer à la radio
et à la télévision slovaques, pour bien expliquer le
système actuellement en vigueur en Belgique et
qu'il n'y avait aucun espoir de le voir changer.
De afschaffing van de visumplicht voor de
Bulgaren daarentegen heeft tot dusver geen enkel
effect gehad op het zeer klein asielaanvragen
vanuit dat land.
Il y a eu seulement quatre demandes d'asile, ce
qui est un progrès considérable. Cela prouve que
les autorités bulgares qui m'avaient fait des
promesses lorsque je me suis rendu en Bulgarie
mais qui en avaient également fait à la
Commission européenne à qui j'avais demandé
de vérifier que les engagements pris étaient tenus,
ont accompli l'effort promis. Vous avez raison: il
existait là-bas, comme dans beaucoup d'autres
pays, des agences de voyages, qui sont les
véritables complices directs ou indirects de
certaines organisations de traite des êtres
humains. Les autorités bulgares ont suivi le
phénomène de très près et cela semble donner
des résultats.
Het aantal asielaanvragen vanuit Rusland heeft in
de loop van 2000 een enorme toename gekend.
Ook al is dit aantal fors gedaald, sedert de in het
begin van het jaar genomen maatregelen staat
Rusland bovenaan de rij met asielaanvragen.
Ongeveer 3.500 uitgeprocedeerde Russische
asielaanvragers bevinden zich op ons
grondgebied.
Daarbij komen nog de zuivere illegalen waarvan
het aantal niet gekend is.
Donc, depuis le début de cette année, au 27 avril
en tout cas, le nombre de demandeurs d'asile était
de 207 pour la Russie, alors qu'il a été de 161
pour la Slovaquie.
Ik ben naar Rusland gereisd om daarover te
praten met de Russische overheid, want voor hun
verwijdering is een laissez passer nodig die wij tot
hiertoe met veel moeite kunnen bekomen. De
eerste minister van zijn kant heeft de Russische
ambassadeur ontvangen. Tijdens mijn bezoek heb
ik met de Russische overheid afgesproken dat
een werkgroep voor dat probleem zal worden
opgericht.
Il y a plusieurs problèmes à résoudre. En Russie,
comme dans d'autres pays de l'Est, il existe des
réseaux de trafiquants d'êtres humains. A cet
égard, la coopération, et plus spécialement sur le
plan policier, est un élément essentiel qu'il y a lieu
02/05/2001
CRIV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
de renforcer. Nous connaissons également
l'existence de ces agences de voyage, dont j'ai pu
me rendre compte de visu à Moscou. En effet, de
la publicité continue à être faite par certaines de
ces agences pour la Belgique. Et nous avons
également demandé la collaboration des autorités
russes. Mais il y a aussi le problème de
l'impossibilité dans laquelle nous nous trouvons de
renvoyer des personnes qui sont en fin de droits,
c'est-à-dire pour lesquelles une décision négative
a été prise.
La Commission européenne s'escrime, avec
beaucoup de difficultés, à négocier un accord de
réadmission pour l'Union européenne. Mais en
attendant, nous devons nous contenter des
laissez-passer qui sont accordés. Et ceux-ci sont
véritablement accordés au compte-gouttes. Les
autorités russes prétendent qu'un certain nombre
de Russes déclarés n'ont en réalité pas cette
nationalité. Je leur ai dit que j'étais prêt à faire
avec eux l'examen des 3.500 dossiers, de
manière à faire le tri. Il m'a été promis, dès lors
que les preuves seraient apportées, de rechercher
avec nous la meilleure solution. J'espère donc que
dans les prochaines semaines, nous obtiendrons
dans ce domaine des résultats, afin de pouvoir
procéder à l'expulsion.
Indien het aantal asielaanvragen zich stabiliseert,
zou de dienst Vreemdelingenzaken zijn
achterstand, ongeveer 5.000 dossiers, voor de
vakantie kunnen hebben ingehaald. De
achterstand van het CGVS bedraagt momenteel
25.000 dossiers voor ontvankelijkheid en 13.000
dossiers ten gronde. De commissaris-generaal
bereidt momenteel maatregelen voor voor het
inhalen van de achterstand, meer bepaald door de
productiviteit en de efficiëntie van de behandeling
van de aanvragen te verhogen. Ten slotte
bedraagt de achterstand van de Vaste
Beroepscommissie 1.000 dossiers.
De hervorming van de asielprocedure vormt
samen met de regularisatieoperatie en de
verwijderingen de drie pijlers van mijn asiel- en
immigratiebeleid.
Ten eerste, ik ben van plan om aan de
Ministerraad en vervolgens aan het Parlement de
hervorming van de asielprocedure voor te leggen
na onderzoek van het advies van de Raad van
State.
Ten tweede, de regularisatieoperatie is aan de
gang en zal indien mogelijk binnen de voorziene
termijn moeten zijn afgehandeld.
Ten derde, wens ik een efficiënter
verwijderingsbeleid. Ik wil mij daarvoor op twee
punten in het bijzonder concentreren: de
aflevering van doorgangsbewijzen en de
verbetering van de verwijderingscapaciteit.
02.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Inzake Slowakije wil ik opmerken dat niet alleen
de afschaffing van de visumplicht het
"asieltoerisme" van vooral Romazigeuners in de
hand werkt. De Slowaakse regering zou volgens
een krantenbericht van 24 april 2001 aan de
Belgische regering een verstrenging van het
asielbeleid hebben gevraagd en zelfs de
Belgische overheid hebben bekritiseerd omdat ze
de Slowaakse Romazigeuners geld blijft geven
voor hun terugreis naar Slowakije. Dit feit blijft
volgens Bratislava het asieltoerisme naar West-
Europa in de hand werken. Dat is logisch. De
Romazigeuners weten immers dat ze, als ze naar
hier komen, geld krijgen om hun terugreis aan te
vatten en er zelfs nog iets aan overhouden.
Daarom zullen ze ook naar hier blijven komen. De
Slowaakse regering heeft gelijk. Mijnheer de
minister, u moet ervoor zorgen dat deze personen
geen geld krijgen om terug te keren, maar enkel
een retourticket. Dat is een eenvoudige maatregel,
die gemakkelijk kan worden genomen. U zou
daarover eens moeten nadenken.
Inzake de terugnameplicht voor Rusland voor de
afgewezen asielzoekers gaat het om 3.500
personen. Dat is de grootte van een klein dorp,
wat enorm is. Deze mensen zijn hier illegaal,
hebben geen inkomsten en zijn dus per definitie
op illegale inkomsten aangewezen. Ik spreek mij
niet uit over de manier waarop dat gebeurt, maar
als men een namiddag in de omgeving van het
Falconplein in Antwerpen rondloopt, ziet men
genoeg. Het is absoluut noodzakelijk dat de
afgewezen asielzoekers uit Rusland worden
teruggestuurd en dat Rusland door Europa onder
druk wordt gezet om deze afgewezen asielzoekers
terug te nemen.
Mijnheer de minister, ik heb een motie ingediend
opdat u met een aantal Oost-Europese landen tot
klare, heldere afspraken zou kunnen komen en
om ervoor te zorgen dat de terugnameplicht
effectief wordt uitgevoerd. Vervolgens vraag ik u in
die motie ook om minstens voor Slowakije te
overwegen de visumplicht opnieuw in te voeren.
02.04 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, j'essaie de conclure des accords clairs.
En matière internationale comme sur le plan privé,
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
pour faire des accords il faut être deux. Avec
certains, cela se fait dans de bonnes conditions. Il
faut alors veiller à leur bonne exécution. Avec la
Russie, après ma visite à Moscou, je suis
convaincu qu'il existe une volonté très claire des
autorités russes de trouver une solution à ce
problème qui est également préoccupant pour
celles-ci.
J'apprécie le gouvernement slovaque mais ce
n'est pas à lui de nous donner des conseils. Qu'il
commence d'abord par essayer de régler les
problèmes qu'il connaît sur son territoire! Comme
je l'ai souvent dit au ministre de l'Intérieur de ce
pays, le jour où la situation générale des
Slovaques, et en particulier des minorités, sera
améliorée, il y aura moins de tentations pour eux
de venir dans les pays d'Europe occidentale.
Cela étant, il est vrai que, dans le cadre de retours
volontaires, l'OIM remet une somme modique
dans l'avion à ceux qui repartent pour leur faciliter
la réinsertion. Il ne faudrait pas pénaliser le grand
nombre de ceux qui retournent volontairement à
cause de comportements irresponsables et
profiteurs de quelques-uns. Il faudra procéder à
l'évaluation de l'évolution des choses car certains
reviennent, la Slovaquie n'étant pas très éloignée
de chez nous. Il est clair que lorsqu'ils reviennent,
ils ne peuvent plus d'aucune manière, même s'ils
repartent volontairement, bénéficier de quelque
aide que ce soit à la réinsertion.
Il faut, bien entendu, lutter contre ce phénomène
d'une multiplication de personnes qui resteraient
irrégulièrement sur notre territoire parce que c'est
incontestablement lié à des faits de criminalité
grave. J'en suis conscient. Je puis vous dire que
je prends des mesures pour lutter contre ces
pratiques mais vous comprendrez que, pour des
raisons d'efficacité, je ne donne pas publiquement
au Parlement toutes les indications à ce sujet.
02.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat de minister
bevestigt dat het verblijf van een aantal illegalen
op ons grondgebied een probleem vormt en dan
vooral ook in verband met criminaliteit. Ik dring er
nogmaals op aan dat inzake Rusland in Europees
verband het kleine België kan alleen weinig
veranderen of druk uitoefenen
de nodige
maatregelen worden genomen. Mijnheer de
minister, u heeft vanaf juli daartoe de kans als
België voorzitter wordt van de Europese Unie. U
kunt op dat moment samen met uw collega's van
Binnenlandse Zaken de druk op Rusland
opvoeren zodat een aantal maatregelen kan
worden getroffen.
Ik ben van plan om u aan het einde van het
Belgische voorzitterschap opnieuw te interpelleren
over deze problematiek.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido
Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
- vraagt de regering erop aan te dringen om in
Europees verband de visumplicht voor een aantal
Oost-Europese landen opnieuw in te voeren;
- dringt erop aan dat de regering met de Oost-
Europese landen sluitende afspraken zou maken
over het terugdringen van het "asieltoerisme" en
de terugnameplicht van illegalen en afgewezen
asielzoekers."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Guido Tastenhoye et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido
Tastenhoye
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
-
demande au gouvernement de plaider à
l'échelon européen en faveur de la réintroduction
de l'obligation de visa pour une série de pays
d'Europe de l'Est;
-
demande instamment au gouvernement de
conclure avec les pays d'Europe de l'Est des
accords solides pour mettre un frein à "l'asile
touristique" et imposer aux pays d'origine des
illégaux et demandeurs déboutés l'obligation de
réintégrer ceux-ci."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Willy Cortois, Denis D'hondt, André Frédéric
en Charles Janssens.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Willy Cortois, Denis D'hondt, André Frédéric et
Charles Janssens.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
02/05/2001
CRIV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
La discussion est close.
Président: Denis D'hondt.
Voorzitter: Denis D'hondt.
03 Vraag van de heer Paul Tant aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de pecuniaire
situatie van de gemeentesecretarissen"
(nr. 4530)
03 Question de M. Paul Tant au ministre de
l'Intérieur sur "la situation pécuniaire des
secrétaires communaux" (n° 4530)
03.01 Paul Tant (CVP): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, collega's, een van de
gevolgen van het nieuwe politiestatuut is dat er
andere verhoudingen zijn gecreëerd tussen de
vergoeding voor gemeentesecretarissen enerzijds
en politiecommissarissen anderzijds. Het zal de
minister niet onbekend zijn dat men bij de
organisatie van het bestuurlijk apparaat op lokaal
vlak is vertrokken van de regel die bepaalt dat wie
de hoogste verantwoordelijkheid draagt ook de
betere pecuniaire positie heeft. Trouwens, dit
probleem dreigt nog te worden versterkt door het
feit dat men in de politieraden en de politiecolleges
ook moet kunnen beschikken over een
"ontvanger", iemand die de financiële zaken van
de IPZ voor zijn rekening kan nemen. Als die taak
wordt opgenomen door de gemeentelijke
ontvanger ontstaat er een analoge spanning
omdat die ontvanger dan meer zal verdienen dan
de gemeentesecretaris.
Mijnheer de minister, ik had u graag een aantal
vragen gesteld. Ten eerste, is de feitelijke situatie,
die werd gecreëerd door de inschaling van de
politiecommissaris waardoor deze meer verdient
dan de gemeentesecretaris, te verzoenen met het
principe dat werd vastgelegd in artikel 147 van de
gemeentewet? Ten tweede, is de minister van
mening dat daardoor een wetgevend initiatief
noodzakelijk is om tot een bijsturing te komen
zodat de situatie opnieuw in overeenstemming
wordt gebracht met de geest en de letter van de
gemeentewet? Is de minister van plan een
dergelijk initiatief te nemen?
03.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, mag ik mijnheer Tant erop wijzen dat de
politiecommissaris of de korpschef van de lokale
politie niet langer tot het gemeentepersoneel
behoort. Ik zie dan ook niet in hoe de
bezoldigingsregels van de operationele leden van
de geïntegreerde politie in strijd zouden zijn met
artikel 147 van de nieuwe gemeentewet.
Un statut fédéral est à présent en vigueur pour
l'ensemble des policiers pour lesquels la mobilité
est organisée. Il n'existe plus aucun lien du point
de vue du personnel avec le personnel communal
sensu stricto.
Ten tweede, de politiehervorming heeft geen
impact op de functie van de gemeentesecretaris.
De gemeentewet voorziet trouwens geen verband
tussen de bezoldiging van het politiepersoneel en
deze van gemeentesecretaris of -ontvanger. Wel
koppelt zij de weddenschaal van de
gemeenteontvanger aan die van de
gemeentesecretaris. Hieraan gekoppeld wil ik dan
ook duidelijk stellen dat in geen enkel geval het
loon van de ontvanger, of hij nu al dan niet de
functie van bijzonder rekenplichtige op zich neemt,
hoger zal liggen dan het loon van de
gemeentesecretaris.
De derde vraag, gelet op de vorige antwoorden, is
zonder voorwerp.
03.03 Paul Tant (CVP): Mijnheer de minister, ik
denk dat u juridisch gelijk hebt voor de
meergemeentenzones. Het probleem stelt zich
wel enigszins anders voor de eengemeentezones.
Daar zou het antwoord dat u geeft juist zijn, in de
mate dat ook in dat laatste geval de politiezone
een onderscheiden juridische entiteit is die los
staat van de gemeente. Bij mijn weten is dat
echter niet zo. In de eengemeentezone is de
politiezone het gemeentebestuur. Men heeft mij
wat cijfers ter beschikking gesteld die de
discrepantie aantonen. Ook in die gemeenten
krijgt men dus een andere verhouding, waarbij
sommige politiechefs lapidair gezegd meer zullen
verdienen dan de gemeentesecretaris. Dat
probleem, daar kan je niet omheen. Daar stelt zich
een probleem inzake verzoenbaarheid met artikel
147 van de Gemeentewet.
03.04 Antoine Duquesne, ministre: Je vous
répète, monsieur Tant, que la fonction de police
est entièrement distincte de l'activité communale,
spécialement en ce qui concerne le statut.
Cependant, dans les zones mono-communales,
un certain nombre de fonctions d'autorité sur les
services de police sont exercées par le
bourgmestre, le collège des bourgmestre et
échevins et le conseil communal. Je ne crois donc
pas qu'il y ait des différences de nature entre une
zone mono-communale et une zone pluri-
communale.
03.05 Paul Tant (CVP): Mijnheer de minister, het
probleem blijft bijvoorbeeld punctueel bestaan
voor de gemeenteontvanger die gewoon zijn rol
blijft vervullen. Hoe zal dit worden opgelost? Dit
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
zal nog eens nader moeten worden onderzocht.
Immers, men zegt dat de politie de politie is en dat
de rest van de gemeente de rest van de gemeente
is. Dit is niet juist. Nog altijd zal in de
eengemeentezones het politiereglement door de
gemeenteraad moeten worden opgesteld, zal het
politiebudget worden goedgekeurd door de
gemeenteraad, zal het debat over veiligheid in de
gemeenteraad moeten worden gevoerd.
Bovendien heeft de leiding van het geheel altijd bij
de gemeentesecretaris berust. Daar is bij mijn
weten in de eengemeentezones geen verandering
in gekomen. Vroeg of laat zult u onder druk
komen te staan en zult u niet anders kunnen dan
de wettelijkheid te doen respecteren, zoals
ingebed in artikel 147 van de Gemeentewet.
03.06 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je remercie monsieur Tant de sa
sollicitude mais le statut est un statut fédéral et
l'autorité locale ne peut faire ni plus ni moins.
C'est le statut et rien que le statut fédéral qui
s'applique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Justitie over "het plan van de
VLD-burgemeester van Mechelen om privé-
bewakingsfirma's in te huren om naast de
politie ook veiligheidstaken op het openbare
domein te laten uitoefenen" (nr. 4429)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de la Justice sur "le projet du
bourgmestre VLD de Malines de confier à une
entreprise de gardiennage privée parallèlement
aux services de police des tâches de sécurité
dans le domaine public" (n° 4429)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Binnenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Intérieur.)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, enkele weken
geleden heeft de burgemeester van Mechelen zijn
persoonlijk plan gelanceerd om privé-
bewakingsfirma's in te huren voor de beveiliging
van winkelstraten, industrieterreinen en fuiven. Hij
beweert dat er in Mechelen een tekort is aan
politiepersoneel en dat hij een beroep moet doen
op privé-bewakingsfirma's om de noodzakelijke
veiligheid in zijn stad te waarborgen.
Mijnheer de minister, tijdens de bespreking van de
wijziging van de wet van 1990 hebben wij hierover
al van gedachten gewisseld. Toen hebt u daar
reeds uw visie op gegeven. Desalniettemin vind ik
het belangrijk dat daaromtrent ook in een
openbare zitting duidelijkheid wordt geschapen.
De boodschap die door de burgemeester van
Mechelen wordt uitgestuurd, is immers tweeledig.
Ten eerste, zegt hij dat er te weinig
politiepersoneel is. Hij richt zich tot de burger hij
behoort ook tot een partij van de burger en zegt
hen dat de politie niet genoeg mensen telt om de
veiligheid te garanderen. Ten tweede, stuurt hij de
boodschap uit dat als hij die veiligheid wenst te
garanderen, hij naast zijn politiekorps ook beroep
moet kunnen doen op privé-bewakingsfirma's. Dat
leidt mij tot de volgende vragen.
Ten eerste, is het mogelijk dat privé-
bewakingsfirma's opdrachten krijgen om op het
openbaar domein veiligheidstaken uit te oefenen
die normaliter door de politie moeten worden
uitgevoerd? Het debat over het wetsvoorstel van
de heer Leterme is overigens ook nog niet
afgerond. Hij had het echter enkel over het
inschakelen van privé-bewakingsfirma's voor
fuiven, binnen een beperkt territorium en op privé-
terrein.
Ten tweede, is het juist, zoals de burgemeester
van Mechelen stelt, dat er in zijn stad en
misschien ook in andere steden te weinig
politiepersoneel is om de normale veiligheidstaken
uit te oefenen?
Ten derde, staat u, mijnheer de minister, achter
de eventuele tendens om privé-bewakingsfirma's
in te schakelen voor politietaken? Als de
burgemeester van Mechelen dit mag, zullen ook
andere steden en gemeenten van dit systeem
gebruik willen maken. Daarom wil ik toch weten in
welke richting die evolutie zich zal voordoen.
04.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer Van
Hoorebeke, ik ben het met u eens dat dit een
belangrijke vraag is en dat ik er daarom in een
openbare vergadering op moet antwoorden.
Wat uw eerste vraag betreft, wijs ik erop dat de
bewakingsondernemingen enkel de in de
bewakingswet voorgeschreven activiteiten mogen
uitoefenen en in geen geval veiligheidstaken die
als politieopdrachten worden beschouwd mogen
uitvoeren. Als beginsel geldt dat deze
bewakingsactiviteiten niet op het openbaar domein
kunnen worden uitgeoefend. De enige
uitzonderingen worden gemaakt voor de
activiteiten van het beveiligd waardevervoer en de
activiteiten van de bescherming van personen.
02/05/2001
CRIV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
L'activité de surveillance et de contrôle de
personnes dans le cadre du maintien de la
sécurité dans les lieux accessibles au public, qui
constitue la plus délicate des activités de
gardiennage, ne peut, quant à elle, jamais
s'effectuer sur la voie publique ou dans des lieux
publics, même moyennant mon autorisation
préalable. La seule exception à ce principe
concerne des activités de gardiennage qui sont
exercées dans un lieu public qui, pour la durée
d'un événement particulier, a perdu son caractère
public à la suite d'un règlement de police qui
réserve exclusivement ce lieu à l'organisation de
cet événement. Un exemple typique est le circuit
de Francorchamps qui, en temps normal,
fonctionne comme voie publique mais qui,
exceptionnellement lors de l'organisation de
compétitions, est réservé exclusivement à ces
événements.
Deze verbodsbepaling uit de bewakingswet ligt in
het verlengde van de wet houdende het verbod op
private milities en van een aantal
rondzendbrieven, die bepalen dat het uitvoeren
van patrouilles op de openbare weg ter
voorkoming van misdrijven exclusieve politietaken
zijn die niet door de burgers en dus ook niet door
bewakingsondernemingen mogen worden
uitgeoefend.
Dans le passé, je me suis toujours opposé aux
initiatives communales qui portaient atteinte à ce
principe. Je vous renvoie à ce propos à ma
réponse à la question que la députée Fientje
Moerman m'a posée le 5 juillet 2000 concernant
l'instauration de patrouilles nocturnes constituées
d'équipes mixtes, d'agents de police et de
citoyens, dans les lieux de divertissement
d'Avelgem.
Néanmoins, j'ai chargé mon administration
d'étudier globalement dans quelle mesure le
champ d'application de la loi sur le gardiennage
pourrait être élargi. Par exemple, moyennant
certaines conditions, il pourrait paraître
envisageable que le secteur privé participe
davantage à la sécurité dans les gares ou lors
d'activités festives dans les villages.
Tout en maintenant la compétence exclusive des
services de police pour les tâches exclusivement
policières, je ne m'oppose pas à certaines formes
de collaboration renforcée entre les autorités
publiques et les agents de gardiennage, à
condition que des limites strictes soient prévues
au préalable. Nous devrons en discuter au
parlement.
En ce qui concerne la deuxième question, je peux
vous signaler que l'effectif du personnel policier de
Malines est suffisant pour faire face aux tâches de
sécurité normale. Prochainement, les brigades
territoriales de la police fédérale installées à
Malines et la police communale de Malines
constitueront ensemble la police locale de
Malines. Il n'est donc pas exclu que, de ce fait, il y
ait même un élargissement d'échelles permettant
d'affecter la capacité disponible à d'autres tâches.
Wat het voornemen van de burgermeester van
Mechelen betreft - het onderwerp van de derde
vraag van het geachte lid
-, blijkt dat in
tegenstelling tot wat de pers reeds heeft laten
uitschijnen, de burgemeester aan mijn diensten
verklaard heeft dat het niet zijn bedoeling is dat de
bewakingsondernemingen op de openbare weg
zouden optreden of zich zouden inlaten met
politievervangende activiteiten.
M. Somers propose, d'après ce que l'on me dit,
que la ville et des groupes d'utilisateurs concluent
un contrat-cadre avec des entreprises de
gardiennage autorisées. L'objet du contrat
consisterait à surveiller des bâtiments industriels
sur un terrain industriel et des magasins après
l'heure de fermeture, à exercer des activités de
portier dans des auberges, et enfin à assurer un
service de sécurité lors de festivités.
Zodoende beoogde de burgermeester tegemoet te
komen aan een bewakingsnood voor handelaars
of groepen van personen die onvoldoende
middelen hebben om elk voor zich beroep te doen
op de diensten van een professionele
bewakingsonderneming.
Je ne m'oppose bien entendu pas à cette initiative
à partir du moment où cette démarche respecte la
loi sur le gardiennage et que les entreprises
n'effectuent pas de tâches de surveillance
policières sur le domaine public, ni ne donnent
l'impression, vu l'implication des autorités dans ce
projet, qu'elles disposent de compétences
policières.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de minister, dank voor uw duidelijk antwoord,
wellicht ook naar de autoriteiten die met de
gedachte spelen om de privé-bewakingsfirma's
een ruimere opdracht te geven. Ik neem aan dat
de burgemeester van Mechelen het wellicht niet
zo bedoeld heeft om naast de politie werkelijk ook
bewakingsfirma's te gaan inschakelen. Het is wel
zo in de pers naar buiten gekomen en heeft naar
de burger toe het gevoel gegeven dat onze
politiemensen, met de politiehervorming die we
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
vandaag aan het doorvoeren zijn, niet in staat zijn
om de noodzakelijke veiligheid van de burger te
waarborgen. De burgemeester van een dergelijk
belangrijke stad geeft zo in elk geval een verkeerd
signaal, des te meer omdat blijkbaar ook zijn
schepenen zeer verbaasd waren over het initiatief
dat de burgemeester aankondigde. Wat
dit betreft zal
de
burgemeester
meer
verantwoordelijkheidszin aan de dag moeten
leggen.
Mijnheer de minister, ik ben in elk geval bereid om
met u het debat aan te gaan in welke mate de
bevoegdheden van die privé bewakingsfirma's niet
kunnen uitgebreid worden en er inderdaad een
grotere samenwerking kan ontstaan tussen de
politiediensten en die bewakingsfirma's. U hebt de
opdracht gegeven aan uw administratie om dit na
te kijken. Wij zullen in het Parlement nog de kans
krijgen om daarover van gedachten te wisselen en
duidelijke krijtlijnen uit te tekenen. Het is belangrijk
dat we zeer goed weten waar de grenzen liggen
tussen de echte politietaken en de grenzen die
door bewakingsfirma's kunnen en moeten worden
uitgevoerd. Ik reken erop dat we dit debat dan ook
hier ten gronde kunnen voeren.
04.04 Antoine Duquesne, ministre: Je suis
d'accord avec vous, monsieur Van Hoorebeke. La
sécurité en rue relève exclusivement de la
responsabilité des autorités. Cela étant, la
sécurité, c'est aussi l'affaire de chacun. Il faut
essayer de favoriser la collaboration de tous ceux
qui en sont les partenaires et, dans certaines
circonstances, aider les services de police en les
soulageant de prestations qui pourraient être
effectuées par d'autres. Toutefois, il faut rester
très prudent à ce propos. Vous l'avez d'ailleurs
senti à ma façon de répondre. C'est ici au
parlement que nous devons en discuter car il
s'agit vraiment d'une question de démocratie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra
au ministre de l'Intérieur sur "les personnes
assistant les conseillers communaux
handicapés" (n° 4564)
05 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de personen die gehandicapte
gemeenteraadsleden bijstaan" (nr. 4564)
05.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, ma question porte sur
les personnes qui accompagnent les conseillers
communaux qui ne sont pas capables, à cause du
handicap dont ils souffrent, de remplir seuls leur
mission. Ces personnes prêtent serment. Elles ont
les mêmes droits et les mêmes obligations que les
conseillers communaux, mais elles ne disposent
pas de jetons de présence. Celui-ci n'est pas
considéré en tant que tel comme une
rémunération mais comme une somme
permettant au conseiller communal de faire face à
certains frais occasionnés par l'exercice de sa
fonction.
La loi, telle qu'elle est rédigée, me paraît pour le
moins injuste et discriminatoire. En effet, si l'on
donne à quelqu'un des droits et des obligations,
on devrait pouvoir lui donner des moyens
également. A partir du moment où le conseiller
communal est accompagné, dans toutes ses
obligations, par un aidant, il me semble que cette
personne est confrontée, elle aussi, à
énormément de frais.
Je souhaiterais savoir ce qui a poussé le
législateur de l'époque à prévoir cette disposition
quelque peu injuste. Que penseriez-vous d'un
ajustement de la législation? Les communes ont-
elles la possibilité, si elles le désirent, de défrayer,
pour les frais exposés, l'accompagnant du
conseiller communal?
05.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, l'article 12bis de la
nouvelle loi communale qui permet au conseiller
handicapé de se faire assister dans l'exercice de
son mandat par une personne de confiance
choisie parmi les électeurs de sa commune, a été
inséré dans cette loi par la loi du 11 juillet 1994
portant des mesures en vue de renforcer la
démocratie communale.
L'article 12bis précise que si, lorsqu'elle fournit
cette assistance, la personne de confiance
dispose des mêmes droits et est soumise aux
mêmes obligations que le conseiller, elle n'a en
revanche pas droit à des jetons de présence.
Les travaux parlementaires de la loi précitée du
11
juillet
1994 indiquent que la personne de
confiance n'a pas droit à des jetons de présence
pour le motif qu'elle ne tire aucun droit personnel
de sa fonction.
En effet, la personne de confiance ne bénéficie
pas des droits concernés à titre individuel. Par
contre, c'est le conseiller qui exerce ces
prérogatives, le cas échéant en présence et par
l'intermédiaire de la personne de confiance. Celle-
ci ne se voit accorder aucun droit à titre personnel.
02/05/2001
CRIV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Lors de la discussion du texte au Sénat, le
ministre de l'Intérieur de l'époque a précisé qu'en
ce qui concerne les avantages qui peuvent être
octroyés à la personne de confiance, la commune
peut accorder le droit à certains avantages par la
voie de son règlement communal. Toutefois,
l'octroi de jetons de présence ne serait à première
vue pas possible sans modification de la loi
communale. Le ministre ajoute qu'il n'est d'ailleurs
pas favorable personnellement à l'octroi de jetons
de présence mais qu'il n'aurait par contre aucune
objection à l'égard d'un système permettant de
défrayer la personne de confiance des frais qu'elle
exposerait en assumant sa tâche.
Un membre a déclaré qu'il pouvait rejoindre le
point de vue du ministre si l'octroi de jetons de
présence est à juste titre, semble-t-il, exclu par le
texte proposé. Par contre, il est clair que rien ne
s'oppose à l'octroi d'autres indemnités comme,
par exemple, des titres de transport. D'autres
membres partagent ce point de vue.
Le ministre a précisé que puisque la personne de
confiance n'a, contrairement aux conseillers
communaux, pas droit à des jetons de présence, il
pourrait même être envisagé qu'elle puisse
bénéficier de certaines indemnités que les
conseillers ne reçoivent pas. Toutefois, compte
tenu du fait que les circonstances peuvent varier
fortement d'une commune à l'autre et d'un cas à
l'autre, "il est préférable", ajoute-t-il, "de ne pas
régler le problème de l'octroi d'indemnités en
détail dans la loi communale et de laisser la
décision en la matière aux communes
concernées."
Je me rallie en tous points à ces considérations. Il
me paraît dès lors que le problème peut être
résolu en insérant dans le règlement communal
une disposition prévoyant le défraiement de la
personne de confiance du chef des dépenses
qu'elle aurait exposées pour assumer sa tâche,
par exemple, le remboursement de frais de
transport sur présentation du titre délivré à cet
effet par le transporteur. La loi, dans sa rédaction
actuelle, disposant expressis verbis que la
personne de confiance est exclue du droit au jeton
de présence, il me paraît qu'un règlement
communal qui prévoirait qu'un jeton de présence
peut également lui être attribué serait entaché
d'illégalité.
05.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, je remercie le
ministre de sa réponse, qui m'éclaire sur les
motivations qui ont abouti à ce type de mesures.
Je suis heureuse d'apprendre qu'il existe une
possibilité pour les communes, si elles le veulent,
de trouver une solution. Je regrette simplement
que cette possibilité ne soit pas une obligation,
d'une manière ou d'une autre, car il y a des
communes qui ne le font pas. Dans certaines
communes, les conseillers communaux ont
besoin d'aide et on n'a vraiment rien prévu pour
eux. C'est dommage. Et je suis d'avis qu'il faut
oeuvrer à faire changer les mentalités au sein des
communes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsschepen" (nr. 4569)
06 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "les échevins de la
sécurité" (n° 4569)
06.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, naar
aanleiding van het samenstellen van de nieuwe
colleges van burgemeester en schepenen is in
sommige steden het fenomeen van de
veiligheidsschepen opgedoken. Blijkbaar geeft dit
aanleiding tot bevoegdheidsconflicten tussen de
burgemeester die als hoofd van de politie
verantwoordelijk is voor het politie- en
veiligheidsbeleid, enerzijds, en de schepen voor
Veiligheid, anderzijds. In het kader van het debat
dat wordt gevoerd blijkt dat u een rondzendbrief
zou sturen om duidelijkheid te verschaffen. Ik heb
dan ook een aantal vragen.
Ten eerste, zal er een rondzendbrief komen met
betrekking tot het recente fenomeen van de
veiligheidsschepen? Ten tweede, wanneer zal die
rondzendbrief er komen? Ten derde, zal de
rondzendbrief de precieze bevoegdheden
omschrijven van de schepen voor Veiligheid,
enerzijds, en die van de burgemeester als hoofd
van de politie, anderzijds?
Ten vierde, zelfs al zijn de precieze
bevoegdheden afgebakend, zal er dan toch geen
conflict komen tussen de bevoegdheden van de
burgermeester en die van de schepen voor
Veiligheid?
06.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, bij mijn weten voorzagen de
politieke akkoorden in drie steden het belasten
van een schepen met de specifieke
veiligheidsproblemen. Volgens mijn inlichtingen
gaat het om Antwerpen, Mechelen en Sint-
CRIV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
Niklaas. In één van deze drie steden leverde dit
akkoord wel enige interpretatieproblemen op
tussen de ondertekenaars. Hoewel het ging om
moeilijkheden die voortvloeiden uit het akkoord
zelf, had ik aangekondigd een rondzendbrief te
zullen sturen met betrekking tot deze
aangelegenheid. Op zich zou dit rondschrijven de
problemen die zich voordeden in die stad niet
hebben opgelost daar ze vooral van politieke aard
waren. Wat de materie van de politie betreft, is
zowel de gemeentewet als de wet op de
geïntegreerde politie en de wet op het politieambt
voldoende duidelijk opdat in geval van problemen
de gemeenten zelf een oplossing kunnen vinden
of de voogdij ten volle kan spelen. Hetzelfde kan
worden gezegd over de aspecten van niet-
politionele veiligheid zoals de brandweer,
rampenplanning en dergelijke. Inmiddels werden
in de laatste stad waar men ervoor geopteerd had
in een schepen met veiligheidsbevoegdheden te
voorzien de politieke plooien volledig
gladgestreken.
Nu de sereniteit in dit dossier is teruggekeerd en
de lokale besturen hun politieke
verantwoordelijkheid hebben opgenomen, lijkt het
mij nuttig eraan te herinneren welke de
bevoegdheden zijn die inzake veiligheid eigen zijn
aan de burgemeester en welke er eventueel
kunnen worden uitgeoefend door of samen met
een veiligheidsschepen. Aan een dergelijk
rondschrijven wordt thans de laatste hand gelegd
op het niveau van mijn kabinet. Het is dus nog een
kwestie van dagen.
06.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik dank de minister voor zijn
antwoord en wens hem heel veel werkkracht toe.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 11.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.51 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 462
CRABV 50 COM 462
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
maandag lundi
02-05-2001 02-05-2001
10:15 uur
10:15 heures
CRABV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de
preventiemaatregelen ter voorkoming van
fietsdiefstallen" (nr. 4492)
1
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "les mesures visant à prévenir les vols de
vélos" (n° 4492)
1
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de evolutie van de
fietsdiefstallenproblematiek" (nr. 4557)
1
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "l'évolution du problème des vols de vélos"
(n° 4557)
1
Sprekers: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
, Willy Cortois
Orateurs: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur , Willy
Cortois
Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
asielbeleid meer bepaald de sterke toename van
het aantal asielzoekers uit Bulgarije, Slovakije en
Rusland" (nr. 768)
4
Interpellation de M. Guido Tastenhoye au ministre
de l'Intérieur sur "la forte augmentation du nombre
de demandeurs d'asile venant de Bulgarie, de
Slovaquie et de Russie" (n° 768)
4
Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Moties
7
Motions
7
Vraag van de heer Paul Tant aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de pecuniaire situatie
van de gemeentesecretarissen" (nr. 4530)
7
Question de M. Paul Tant au ministre de l'Intérieur
sur "la situation pécuniaire des secrétaires
communaux" (n° 4530)
7
Sprekers: Paul Tant, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Paul Tant, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Justitie over "het plan van de VLD-
burgemeester van Mechelen om privé-
bewakingsfirma's in te huren om naast de politie
ook veiligheidstaken op het openbare domein te
laten uitoefenen" (nr. 4429)
9
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de la Justice sur "le projet du bourgmestre VLD
de Malines de confier à une entreprise de
gardiennage privée parallèlement aux services de
police des tâches de sécurité dans le domaine
public" (n° 4429)
9
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
personen die gehandicapte gemeenteraadsleden
bijstaan" (nr. 4564)
11
Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "les personnes assistant
les conseillers communaux handicapés" (n° 4564)
11
Sprekers:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Géraldine Pelzer-Salandra,
Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsschepen" (nr. 4569)
12
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "les échevins de la sécurité"
(n° 4569)
12
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
CRABV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
02
MEI
2001
10:15 uur
______
du
MERCREDI
2
MAI
2001
10:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Samengevoegde vragen van
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de
preventiemaatregelen ter voorkoming van
fietsdiefstallen" (nr. 4492)
- de heer Arnold Van Aperen aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de evolutie van de
fietsdiefstallenproblematiek" (nr. 4557)
01 Questions jointes de
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "les mesures visant à prévenir les vols de
vélos" (n° 4492)
- M. Arnold Van Aperen au ministre de l'Intérieur
sur "l'évolution du problème des vols de vélos"
(n° 4557)
01.01 Arnold Van Aperen (VLD): De minister
kondigde aan dat de fietsen uiterlijk 2003 moeten
zijn uitgerust met een vast slot op het achterwiel. Ik
was verrast te vernemen dat hij ter zake al overleg
had gepleegd met de minister van Mobiliteit en
meer nog dat het ontwerp-KB nog dezelfde week
verzonden zou worden naar de Gewesten en naar
de Raad van State. De minister preciseerde dat het
om een hoefijzerslot gaat, maar zegde niet of het
om nieuwe of om alle fietsen ging. Als het om alle
fietsen zou gaan, stel ik voor dat de eigenaar kan
kiezen uit een reeks goede sloten om zo onnodige
kosten te vermijden.
De minister wil de fietsdiefstallenpreventie op de
agenda van het voorzitterschap van de EU
plaatsen. Omdat de invoering van een uniek
registratienummer in de Europese Unie 15 jaar in
beslag zou nemen, stel ik voor dat België het
voortouw neemt en zelf een uniek
registratienummer invoert.
Is het juist dat de minister voor een hoefijzerslot
01.01 Arnold Van Aperen (VLD): Le ministre a
annoncé qu'en 2003 au plus tard les vélos devront
être équipés d'un cadenas fixe sur la roue arrière.
J'ai été surpris d'apprendre qu'il s'était déjà
concerté à ce sujet avec la ministre de la Mobilité
et j'ai été plus surpris encore d'apprendre qu'un
projet d'arrêté royal serait envoyé la même semaine
encore aux Régions et au Conseil d'Etat. Le
ministre a expliqué que le cadenas devra être du
type fer à cheval mais il a omis de préciser si la
mesure concernera uniquement les nouveaux vélos
ou tous les vélos. Si tous les vélos sont concernés,
je suggère de laisser aux propriétaires le choix dans
une gamme de cadenas de qualité afin de leur
éviter des frais inutiles.
Le ministre souhaiterait que la prévention en
matière de vols de vélos figure à l'ordre du jour de
la présidence belge de l'UE. Etant donné que
l'introduction d'un numéro d'enregistrement unique
pour l'Union européenne prendrait 15 ans, je
propose que la Belgique donne l'exemple et qu'elle
introduise elle-même un numéro d'enregistrement
unique.
Est-il exact que le ministre a opté pour un cadenas
02/05/2001
CRABV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
opteerde? Geldt dit voor alle fietsen? Welke
preventiemaatregelen zullen worden genomen?
Is het ontwerp-KB naar de Gewesten
overgezonden? Wat is de stand van zaken?
Wanneer zal de Raad van State zijn advies geven?
Komt het KB er nog vóór het zomerreces?
Zal de minister nagaan of België geen uniek
registratienummer kan invoeren, in afwachting van
een Europese regelgeving ter zake? Zal de minister
mijn wetsvoorstel opnieuw onder de loep nemen?
de type fer à cheval ? La mesure s'appliquera-t-elle
à tous les vélos? Quelles autres mesures de
prévention seront prises ?
Le projet d'arrêté royal a-t-il été transmis aux
Régions ? Où en est ce dossier ? Quand le Conseil
d'Etat rendra-t-il son avis ? L'arrêté royal pourra-t-il
encore être pris avant les prochaines vacances ?
En attendant une réglementation européenne, le
ministre étudiera-t-il la possibilité pour la Belgique
d'introduire seule un système de numéro
d'enregistrement unique, dans l'attente d'une
réglementation européenne
? Le ministre a-t-il
l'intention de reprendre en considération ma
proposition de loi ?
01.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Ik heb beslist alle fietsen met een wielslot te laten
uitrusten, in het kader van het bestaande
preventieprogramma. De maatregel, geïntegreerd in
een voorontwerp van KB van het KB van 1
december 1975, geldt voor alle fietsen, oud en
nieuw, maar niet voor mountainbikes, koersfietsen
en kinderfietsen. Minister Durant zal instaan voor de
opvolging, voor het overleg met de Gewesten en de
procedure voor de Raad van State. Bedoeling is dat
de regeling ingaat op 1 januari 2003, in afspraak
met de sector.
Een uniforme registratieprocedure voor België zou
strijdig zijn met de Europese regelgeving inzake
vrijheid van handel en goederen. België zal
proberen een Europees initiatief uit te lokken.
De promotie van andere registratiesystemen dan
het graveren van het rijksregisternummer heeft
volgens mij geen zin.
01.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Dans le cadre du programme de
prévention existant, j'ai décidé de faire équiper
toutes les bicyclettes d'un cadenas à placer sur la
roue. Cette mesure, intégrée dans un avant-projet
d'arrêté royal s'inscrivant dans le prolongement de
l'arrêté royal du 1
er
décembre 1975, s'appliquera à
toutes les bicyclettes, anciennes et nouvelles, mais
non aux VTT ni aux vélos de course ou aux cycles
pour enfants. La ministre Durant veillera au suivi du
dossier, à l'organisation de la concertation avec les
Régions et au bon déroulement de la procédure
devant le Conseil d'Etat. L'objectif est que la
réglementation puisse entrer en vigueur au 1
er
janvier 2003, en bonne intelligence avec le secteur.
Une procédure d'enregistrement uniforme pour la
Belgique serait contraire à la réglementation
européenne en matière de liberté de commerce et
de circulation des marchandises. La Belgique
tentera d'amener les instances européennes à
prendre une initiative.
Je considère qu'il est dénué de sens de promouvoir
d'autres systèmes d'enregistrement que la gravure
du numéro du registre national.
01.03 Arnold Van Aperen (VLD): Het gaat om één
en hetzelfde slot, daar waar sommige fietsen al een
slot hebben. Ik ben wel blij dat deze zaak op
Europees vlak zal worden aangekaart en men het
graveren van de fietsen zal promoten.
Het incident is gesloten.
01.03 Arnold Van Aperen (VLD): Il s'agit d'un seul
et unique cadenas, même si certains vélos sont
déjà équipés d'un autre type de cadenas. Je suis
satisfait d'apprendre que cette mesure sera
discutée au niveau européen et que l'on
encouragera la gravure des vélos.
L'incident est clos.
01.04 Arnold Van Aperen (VLD): Heeft de
minister een overzicht van het aantal aangiftes van
fietsdiefstallen? Is er daarin een evolutie? Kan de
minister cijfers geven voor de verschillende
gewesten en voor de universiteitssteden? Is er een
evolutie in de aangiftebereidheid? Heeft de minister
gegevens over de teruggave van gestolen fietsen?
01.04 Arnold Van Aperen (VLD): Le ministre
dispose-t-il d'un aperçu des déclarations de vols de
vélos? Peut-on y discerner une évolution ? Le
ministre est-il en mesure de nous donner des
chiffres pour les différentes Régions et pour les
villes universitaires
? Peut-on constater une
évolution dans la propension des victimes de vols à
CRABV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Klopt het dat de procureur van Antwerpen geen
PV's meer naar het parket stuurt? Zijn er speciale
maatregelen om de fietsendiefstallen in te dijken?
faire une déclaration ? Le ministre dispose-t-il de
chiffres concernant la restitution de vélos volés ?
Est-il exact que le procureur d'Anvers ne transmet
plus de procès-verbaux au parquet ? Des mesures
spécifiques ont-elles été prises pour endiguer le
phénomène des vols de vélos ?
01.05 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Dat
onderzoek werd vorig jaar door het Vast
Secretariaat voor het Preventiebeleid uitgevoerd en
heeft betrekking op de statistieken over de
fietsendiefstallen in de periode 1997-1999. De
geïntegreerde criminaliteitsstatistieken (GCI) voor
het hele jaar 2000 zijn nog niet beschikbaar. Meer
dan 3.000 gegevens werden verwerkt. Het
onderzoek wordt momenteel afgerond en ik zal u
dat later meedelen.
Fietsendiefstallen komen vooral voor in het Vlaams
Gewest, en inzonderheid in de provincies Oost- en
West-Vlaanderen en Antwerpen. Ik heb tabellen
laten opstellen die de evolutie van dat verschijnsel
illustreren. Als men de situatie aan de universiteiten
bekijkt, dan blijkt dat enkel in Gent het aantal
diefstallen sinds 1998 constant daalt. De
universiteiten van Leuven en Antwerpen, die met
het hoogste aantal diefstallen kampen, hebben dat
aantal sinds 1998 bovendien nog zien toenemen.
De sensibilisering van de politie voor
fietsendiefstallen is een onderdeel van het federaal
actieplan terzake. Er staan veelbelovende
initiatieven op stapel. Het betreft een belangrijke
ommekeer in de benadering door onze
politiemensen in het veld. Wat uw vragen over de
houding van het Parket betreft, moet u zich tot de
minister van Justitie wenden.
01.05 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Cette enquête a été menée, l'an dernier, par le
Secrétariat permanent à la politique de prévention
et traite des statistiques relatives au vol de vélos
pour la période 1997-1999. Les statistiques
criminelles intégrées (SCI) ne sont pas encore
disponibles pour l'ensemble de l'année 2000. Plus
de 3.000 données sont prises en compte. L'enquête
est en voie de finalisation
; je vous la
communiquerai.
Le vol de vélos touche essentiellement la Région
flamande, principalement les deux Flandres et la
province d'Anvers. Je vous ai préparé des tableaux
qui illustrent l'évolution du phénomène. Si l'on prend
en compte les universités, seule Gand connaît une
diminution constante depuis 1998. Celles de
Louvain et d'Anvers, qui subissent le plus grand
nombre de vols, connaissent, en outre, une
augmentation depuis 1998.
La sensibilisation de la police au vol de vélos fait
partie du programme fédéral d'action en la matière.
Des initiatives prometteuses sont élaborées. Il s'agit
d'un important revirement de l'approche de nos
agents de police sur le terrain. Quant à vos
questions relatives à l'attitude du parquet, je vous
invite à vous adresser à mon collègue de la Justice.
01.06 Arnold Van Aperen (VLD): Zijn de cijfers
over Leuven wel correct?
01.06 Arnold Van Aperen (VLD): Les chiffres
concernant Louvain sont-ils bien corrects ?
01.07 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Er staat vermeld dat het om onvolledige cijfers gaat.
01.07 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Il est précisé qu'il s'agit de chiffres
incomplets.
01.08 Arnold Van Aperen (VLD): Vooral in
universiteitssteden rijst er een probleem. Een goed
preventiebeleid dringt zich op. Ik dank de minister
voor zijn uitgebreid antwoord en zal contact
opnemen met de minister van Justitie.
01.08 Arnold Van Aperen (VLD): Un problème se
pose principalement dans les villes universitaires.
Une politique de prévention efficace est nécessaire.
Je remercie le ministre pour la réponse détaillée
qu'il vient de fournir et je prendrai contact avec le
ministre de la Justice.
01.09 Willy Cortois (VLD): De minister zei dat in
Vlaams-Brabant het aantal fietsendiefstallen laag
ligt. Beschikt men wel over juiste cijfers? Wordt er
wel aangifte gedaan?
01.09 Willy Cortois (VLD): Le ministre a déclaré
que le nombre de vols de vélos était peu élevé dans
le Brabant flamand. Dispose-t-on bien des chiffres
exacts ? Les vols sont-ils bien déclarés ?
01.10 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Ik heb 01.10 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
02/05/2001
CRABV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
niet gezegd dat het een onbelangrijk verschijnsel
betreft. Ik heb wel degelijk gezegd dat het belangrijk
is, maar men rijdt nu eenmaal minder met de fiets in
uw provincie dan elders in het Vlaams Gewest.
De statistieken worden door het Vast Secretariaat
voor het Preventiebeleid en de politiediensten
opgemaakt.
Het door de diverse parketten gevoerd strafbeleid
ressorteert onder de minister van Justitie.
Het ware interessant om de statistieken te
vergelijken en uit de veiligheidsmonitoring blijkt dat
slechts in 30 tot 40% van de gevallen aangifte van
de diefstal wordt gedaan. De realiteit is dus veel
erger dan wat uit de politiestatistieken blijkt.
Je n'ai pas dit que c'était un phénomène
négligeable. J'ai dit qu'il était important.
Simplement, on roule moins en vélo dans votre
province qu'ailleurs en Région flamande.
Les statistiques sont établies par le Secrétariat
permanent à la prévention et par les services de
police.
La politique criminelle menée par les différents
parquets relève de la responsabilité du ministre de
la Justice.
Il est intéressant de comparer les statistiques et le
moniteur de sécurité qui nous apprend que
seulement 30 à 40 % des vols sont déclarés. Les
statistiques policières sous-estiment donc la réalité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Interpellatie van de heer Guido Tastenhoye tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
asielbeleid meer bepaald de sterke toename van
het aantal asielzoekers uit Bulgarije, Slovakije en
Rusland" (nr. 768)
02 Interpellation de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "la forte augmentation
du nombre de demandeurs d'asile venant de
Bulgarie, de Slovaquie et de Russie" (n° 768)
02.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De
vermindering van het aantal asielzoekers zou mede
het gevolg zijn van de stopzetting van financiële
steun, het onderbrengen in federale centra en de
snellere procedure. Naar verluidt schrijven
honderden asielzoekers zich niet meer in omdat dit,
volgens de ambtenaren, niet de moeite zou lonen
en verdwijnen ze meteen in de illegaliteit. Is de
minister daarvan op de hoogte? Welke maatregelen
neemt hij?
Wat is het effect van de afschaffing van de
visumplicht voor Bulgarije en Slovakije op het aantal
asielzoekers en illegalen? Welke afspraken werden
met deze landen gemaakt? In Bulgarije zouden
reisbureaus promotie voeren voor asieltoerisme, zo
blijkt uit Nederlands onderzoek. Moet de visumplicht
in Europees verband niet opnieuw worden
ingevoerd?
Wat zijn de redenen voor de toename van het
aantal Russische asielzoekers? Welke maatregelen
worden in samenwerking met Rusland
genomen?
Hoeveel achterstallige dossiers zijn er in de
verschillende fasen van de asielprocedure? Welke
maatregelen neemt men? Wanneer zal de
achterstand zijn weggewerkt?
Wanneer mogen we de voorstellen tot hervorming
02.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La
diminution du nombre de demandeurs d'asile
résulterait notamment de l'arrêt du soutien financier,
de l'hébergement dans les centres fédéraux et de la
procédure accélérée. Il semblerait que les
demandeurs d'asile renoncent par centaines à
s'inscrire parce que ce serait peine perdue selon les
fonctionnaires, et disparaissent directement dans la
clandestinité. Le ministre est-il au courant de cette
situation ? Quelles mesures a-t-il prises ?
Quels effets la suppression du visa obligatoire pour
la Bulgarie et la Slovaquie a-t-elle produits sur le
nombre de demandeurs d'asile et de personnes en
situation illégale ? Quels accords ont été conclus
avec ces pays ? Selon une enquête néerlandaise,
des agences de voyage bulgares feraient la
promotion du tourisme visant à inciter les gens à
tenter leur chance comme demandeurs d'asile. Ne
faudrait-il pas réinstaurer le visa obligatoire au
niveau européen ?
Pour quelles raisons assiste-t-on à l'augmentation
du nombre de demandeurs d'asile russes ? Quelles
mesures avez-vous prises en collaboration avec la
Russie ?
Combien de dossiers ont pris du retard dans les
différentes phases de la procédure ? Quelles
mesures ont été adoptées ? Quand l'arriéré sera-t-il
résorbé ?
Quand
pouvons-nous espérer
prendre
CRABV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
van de asielprocedure verwachten?
connaissance des propositions de réforme de la
procédure d'asile ?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De ambtenaren van de dienst Vreemdelingenzaken
weigeren zeker niet asielaanvragen te noteren. Wel
is het zo dat asielzoekers vaak niet meer reageren
op latere oproepingen, nadat ze vernomen hebben
dat ze geen financiële steun zullen krijgen. Anderen
verdwijnen meteen in de illegaliteit, maar dat was
steeds het geval. Ik ben ervan overtuigd dat de
afschaffing van de geldelijke hulp en de snellere
procedure ontmoedigend werken.
02.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Les fonctionnaires de l'Office des
Etrangers ne refusent certes pas d'enregistrer les
demandes d'asile. Mais il est exact que dès qu'ils
apprennent qu'ils ne recevront pas d'aide financière,
de nombreux demandeurs d'asile ne ne donnent
plus suite aux convocations. D'autres disparaissent
immédiatement dans la clandestinité, ce qui n'a
toutefois rien de nouveau. La suppression de l'aide
financière et l'accélération de la procédure ont sans
nul doute un effet dissuasif.
(Frans) De toename waarmee we nu voor bepaalde
landen worden geconfronteerd, is te wijten aan het
feit dat sommige onder hen meer dan waarschijnlijk
ons voornemen tot ontrading op de proef willen
stellen.
(En français) : Si l'on constate une recrudescence
pour certains pays, c'est que ceux-ci entendent,
plus que probablement, tester notre volonté de
dissuasion.
(Nederlands) Het aantal asielaanvragen vanuit
Slovakije is inderdaad toegenomen sinds de
afschaffing van de visumplicht. Indien nodig zal ik
een beroep doen op artikel 64 van het Europees
Verdrag. Ik heb geïnformeerd naar de stand van
zaken in andere Europese landen en contact
opgenomen met de Europese commissaris en de
Slovaakse ambassade. Ik heb mij daaromtrent ook
tot de Slovaakse pers gericht. Voor Bulgarije bleef
de afschaffing van de visumplicht vrijwel zonder
gevolg.
(En néerlandais) Le nombre de demandes d'asile
provenant de Slovaquie a en effet augmenté depuis
l'abrogation du visa obligatoire. Au besoin, je ferai
appel à l'article 64 du Traité européen. J'ai informé
les autres pays européens de la situation et j'ai pris
contact avec le commissaire européen et
l'ambassade de Slovaquie. Je me suis adressé à la
presse slovaque à ce sujet. En ce qui concerne la
Bulgarie, l'abrogation du visa obligatoire n'a
aucunement porté à conséquence.
(Frans) Er waren maar vier asielaanvragen. De
Bulgaarse overheid heeft dus haar woord gehouden
en heeft de beloofde inspanning geleverd.
(En français): Il n'y a eu que quatre demandes
d'asile. Les autorités bulgares ont donc tenu parole
et ont fait l'effort qu'elles avaient promis de faire.
(Nederlands) In 2000 nam het aantal Russische
asielzoekers sterk toe en ook nu nog is hun aantal
het grootst. Naast de 3500 uitgeprocedeerde
Russische asielaanvragers is er nog een onbekend
aantal illegalen.
(En néerlandais) Durant l'année 2000, le nombre de
demandeurs d'asile russes a fortement augmenté.
Aujourd'hui encore, ils représentent le groupe le
plus important en nombre. Outre les 3500
demandeurs déboutés de la procédure, il y a tous
les illégaux dont on ignore le nombre.
(Frans) Op 27 april waren er 207 Russische
asielzoekers, terwijl 161 Slovaken een aanvraag
hadden ingediend.
(En français): Au 27 avril, le nombre de
demandeurs d'asile russes était de 207, alors que
161 Slovaques avaient introduit une demande.
(Nederlands) Voor hun verwijdering is een laissez-
passer nodig, die slechts moeizaam wordt
afgeleverd. Er was daarover overleg met de
Russische overheid en ambassade en er wordt een
werkgroep opgericht.
(En néerlandais) Leur éloignement requiert un
laissez-passer dont l'obtention n'est pas chose
aisée. Une concertation a été organisée à ce sujet
avec les autorités russes et l'ambassade. Un
groupe de travail sera par ailleurs constitué.
(Frans) In Rusland zijn er zoals u wel weet
verscheidene mensenhandelnetwerken en
reisbureaus die onverminderd propaganda blijven
maken. Bovendien verkeren wij in de
(En français): Il existe en Russie, comme vous le
savez, divers réseaux de trafiquants d'êtres
humains, et des agences de voyages qui continuent
leur propagande. Nous sommes, en plus, dans
02/05/2001
CRABV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
onmogelijkheid om uitgeprocedeerden terug te
sturen.
Laissez-passer worden maar mondjesmaat
uitgereikt. De Russische autoriteiten beweren dat
een aantal mensen in de hoop geen Russen zijn.
l'impossibilité de renvoyer des personnes qui sont
en fin de droit.
Les laissez-passer sont accordés au compte-
gouttes. Les autorités russes nous affirment qu'il y a
dans le lot un certain nombre de personnes qui ne
sont pas russes.
(Nederlands) De achterstand bij de dienst
Vreemdelingenzaken van circa 5.000 dossiers zou -
bij gelijk aantal aanvragen - voor de vakantie
kunnen weggewerkt zijn. Het CGVS kent een
achterstand van 25.000 dossiers voor
ontvankelijkheid en 13.000 dossiers ten gronde. Er
komen maatregelen om de productiviteit en de
efficiëntie te verhogen. De Vaste
Beroepscommissie kent een achterstand van 1.000
dossiers.
Met de regularisatie en de verwijdering vormt de
hervorming van de asielprocedure de basis van
mijn beleid. Na advies van de Raad van State zal ik
de voorstellen inzake de hervorming van de
asielprocedure voorleggen aan Ministerraad en
Parlement. De regularisatiecampagne wordt zo
mogelijk binnen de vooropgestelde termijn
afgehandeld. Voor een efficiënter verwijderingbeleid
spits ik me toe op de aflevering van de
doorgangsbewijzen en de verbetering van de
verwijderingcapaciteit.
(En néerlandais). L'arriéré présenté par l'Office des
étrangers quelque 5000 dossiers pourrait être
résorbé d'ici aux vacances d'été si le nombre des
demandes demeure inchangé. Quant au CGRA, il
est confronté à un arriéré de 25.000 dossiers
concernant la recevabilité et de 13.000 dossiers
concernant le fond. Des mesures seront prises en
vue de renforcer la productivité et l'efficacité des
services. La Commission permanente de recours
accuse un arriéré de 1.000 dossiers.
Parallèlement à la régularisation et à l'éloignement,
la réforme de la procédure en matière d'asile
constitue la base de la politique que je mets en
oeuvre. Après l'avis du Conseil d'Etat, je soumettrai
les propositions en matière de réforme de la
procédure d'asile au Conseil des ministres et au
Parlement. Si possible, la campagne de
régularisation s'achèvera dans le délai prévu. Afin
de renforcer l'efficacité de la politique
d'éloignement, je me concentre sur la délivrance
d'attestation de transit et l'amélioration de la
capacité d'éloignement.
02.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): In
Slovakije wordt het asieltoerisme door de Slovaakse
regering zelf aangekaart en wordt aan België een
verstrenging van de procedure gevraagd. Dat geldt
vooral voor de Roma zigeuners die erop rekenen
geld te krijgen wanneer ze worden uitgewezen.
Inzake de terugnameplicht voor Rusland gaat het
om 3.500 personen die hier illegaal verblijven en
allerlei middeltjes zoeken om geld te verdienen. Het
is onontbeerlijk dat die personen worden
uitgewezen. Ik heb in die zin een motie ingediend.
02.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): En
Slovaquie, le gouvernement se penche sur le
problème des touristes demandeurs d'asile et il
demande à la Belgique de rendre la procédure plus
sévère. Cette mesure concerne essentiellement les
Roms qui escomptent recevoir de l'argent lorsqu'ils
sont expulsés. La Russie devra reprendre 3500
personnes en séjour illégal qui utilisent toute une
série de subterfuges pour gagner de l'argent. Il est
indispensable d'expulser ces personnes. J'ai
déposé une motion en ce sens.
02.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik
probeer duidelijke akkoorden te sluiten. Daarvoor
moet je echter met zijn tweeën zijn. Ik ben ervan
overtuigd dat de Russische autoriteiten evengoed
een oplossing willen vinden.
In plaats van ons raad te geven zou de Slowaakse
regering beter voor haar eigen deur vegen en de
problemen in eigen land oplossen. Als de situatie in
Slowakije beter was, zouden de mensen niet
hiernaartoe komen.
Voor ze naar hun land teruggestuurd worden, geven
wij deze mensen bovendien een (weliswaar kleine)
som geld om hun reïntegratie te vergemakkelijken.
02.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
J'essaie de conclure des accords clairs. Pour ce
faire, il faut être deux. Je suis convaincu que les
autorités russes veulent trouver une solution.
Le gouvernement slovaque, au lieu de nous donner
des conseils, ferait mieux de régler les problèmes
dans son pays. Si la situation y était meilleure, les
gens n'envisageraient pas de venir chez nous.
Par ailleurs, avant leur rapatriement, nous leurs
donnons une somme d'argent, certes modeste, afin
de faciliter leur réinsertion. Il ne faudrait pas que le
CRABV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Het mag niet zijn dat diegenen die op dat geld
hoopten om zich opnieuw te integreren, moeten
boeten voor het wangedrag van enkelingen.
Dat verschijnsel, waarbij mensen illegaal hier
blijven, moet bestreden worden. Dat verschijnsel
hangt nauw samen met de criminaliteit. Ik denk dan
ook maatregelen te treffen die ik, met uw
welnemen, thans niet zal uiteenzetten.
mauvais comportement de certains nuise à ceux qui
comptent sur ce pécule pour se réinsérer.
Il faut lutter contre le phénomène selon lequel des
personnes restent chez nous, dans l'illégalité. Ce
phénomène est lié à la criminalité. J'envisage donc
des mesures que vous me permettrez de ne pas
détailler ici.
02.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Ik ben
verheugd dat de minister bevestigt dat het verblijf
van bepaalde vreemdelingen problemen op het vlak
van criminaliteit met zich meebrengt. Ik vraag dan
ook dat België in het kader van het Europees
voorzitterschap druk zou uitoefenen op Rusland. Na
afloop van het voorzitterschap zal ik een stand van
zaken opmaken.
02.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Je
me réjouis que le ministre confirme que le séjour de
certains étrangers engendre des problèmes sur le
plan de la criminalité. Je demande par conséquent
que dans le cadre de sa présidence européenne, la
Belgique fasse pression sur la Russie. Je ferai le
bilan de la situation à l'issue de la présidence belge.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Guido Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Guido
Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
- vraagt de regering erop aan te dringen om in
Europees verband de visumplicht voor een aantal
Oost-Europese landen opnieuw in te voeren;
- dringt erop aan dat de regering met de Oost-
Europese landen sluitende afspraken zou maken
over het terugdringen van het "asieltoerisme" en de
terugnameplicht van illegalen en afgewezen
asielzoekers."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Guido Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Guido
Tastenhoye
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
- demande au gouvernement de plaider à l'échelon
européen en faveur de la réintroduction de
l'obligation de visa pour une série de pays d'Europe
de l'Est;
-
demande instamment au gouvernement de
conclure avec les pays d'Europe de l'Est des
accords solides pour mettre un frein à "l'asile
touristique" et imposer aux pays d'origine des
illégaux et demandeurs déboutés l'obligation de
réintégrer ceux-ci."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Willy Cortois, Denis D'hondt, André Frédéric
en Charles Janssens.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Willy Cortois, Denis D'hondt, André Frédéric et
Charles Janssens.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
Voorzitter: de heer Denis D'hondt.
Président: M. Denis D'hondt.
03 Vraag van de heer Paul Tant aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de pecuniaire
situatie van de gemeentesecretarissen" (nr. 4530)
03 Question de M. Paul Tant au ministre de
l'Intérieur sur "la situation pécuniaire des
secrétaires communaux" (n° 4530)
03.01 Paul Tant (CVP): Door het nieuwe
politiestatuut worden de wedden van de
03.01 Paul Tant (CVP): A la suite de l'entrée en
vigueur du nouveau statut de la police, les
02/05/2001
CRABV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
politiecommissarissen in sommige gemeenten fors
opgetrokken zodat ze meer verdienen dan de
gemeentesecretaris die nochtans het hoofd is van
de gemeente. Dat geldt ook voor de ontvangers die
aangesteld worden als rekenplichtige van de
politiezone. In hoever is dat feit in strijd met art. 147
van de Nieuwe Gemeentewet? Is een hervorming
van het statuut van de gemeentesecretaris niet
onvermijdelijk?
traitements des commissaires de police ont été
sensiblement augmentés dans certaines
communes, si bien que ceux-ci gagnent plus que le
secrétaire communal qui est pourtant au sommet
de la hiérarchie de la commune. Il en va de même
pour les receveurs désignés comptables de la zone
de police. Dans quelle mesure cette situation est-
elle contraire à l'article 147 de la Nouvelle loi
communale ? Une révision du statut du secrétaire
communal n'est-elle pas inévitable ?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Vermits de politiecommissaris of de korpschef van
de lokale politie sensu stricto geen deel meer
uitmaakt van het gemeentepersoneel, kunnen de
bezoldigingsregels ook niet in strijd zijn met de
Gemeentewet.
De politiehervorming heeft geen invloed op de
functie van gemeentesecretaris. De Gemeentewet
voorziet niet in een verband tussen de bezoldiging
van het politiepersoneel en deze van de
gemeentesecretaris of ontvanger. De loonschaal
van de ontvanger en de secretaris zijn wel
gekoppeld. De wedde van de ontvanger mag in
geen geval hoger liggen dan deze van de
gemeentesecretaris, ook al heeft hij een taak van
rekenplichtige van de politiezone.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Dès lors que le commissaire de police
ou le chef de corps de la police locale ne fait plus
partie au sens strict du personnel communal, le
régime de rémunération ne peut être contraire à la
loi communale.
La réforme des polices n'influence en rien la
fonction de secrétaire communal. La loi communale
ne prévoit aucune liaison entre la rémunération du
personnel policier et celle du secrétaire ou receveur
communal. Les échelles barémiques du receveur et
du secrétaire sont, elles, liées. Le traitement du
receveur ne peut en aucun cas être supérieur à
celui du secrétaire communal, même s'il assume
une fonction de comptable de la zone de police.
03.03 Paul Tant (CVP): De minister heeft juridisch
gelijk wat de meergemeentezones betreft.
In de eengemeentezones vormt de politiezone
evenwel geen afzonderlijke juridische entiteit. Daar
is het dus wel mogelijk dat de politiecommissaris
meer verdient dan de gemeentesecretaris.
03.03 Paul Tant (CVP): Juridiquement, le ministre
a raison pour ce qui concerne les zones
pluricommunales.
Dans les zones composées d'une seule commune,
la zone de police ne constitue toutefois pas une
entité juridique distincte. Dans ces zones, il se peut
donc que la rémunération du commissaire de police
soit plus élevée que celle du secrétaire communal.
03.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Ik
herhaal dat een onderscheid gemaakt moet worden
tussen het politieambt en de activiteit op
gemeentelijk vlak, inzonderheid wat het statuut
betreft. Er is geen verschil tussen een
ééngemeentezone en een meergemeentezone.
03.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je répète que la fonction de police est distincte de
l'activité communale, surtout en ce qui concerne le
statut. Il n'y a pas de différence entre une zone
mono-communale et une zone pluri-communale.
03.05 Paul Tant (CVP): Hoe lost de minister het
probleem inzake de gemeenteontvanger op? De
strikte scheiding tussen politie en gemeente bestaat
niet in de eengemeentezones. De minister zal
artikel 147 van de Gemeentewet moeten
respecteren.
03.05 Paul Tant (CVP): Comment le ministre
résout-il le problème du receveur communal ? La
séparation stricte entre la police et la commune
n'existe pas dans les zones composées d'une seule
commune. Le ministre devra respecter l'article 147
de la loi communale.
03.06 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Het is
een federaal statuut. De gemeenten moeten dat
naleven, zo simpel is dat.
Het incident is gesloten.
03.06 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Il s'agit d'un statut fédéral. Les communes doivent
le respecter. Elles ne peuvent faire ni plus ni moins.
L'incident est clos.
CRABV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
04 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Justitie over "het plan van de
VLD-burgemeester van Mechelen om privé-
bewakingsfirma's in te huren om naast de politie
ook veiligheidstaken op het openbare domein te
laten uitoefenen" (nr. 4429)
04 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de la Justice sur "le projet du
bourgmestre VLD de Malines de confier à une
entreprise de gardiennage privée parallèlement
aux services de police des tâches de sécurité
dans le domaine public" (n° 4429)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Binnenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Intérieur.)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De
burgemeester van Mechelen zou overwegen om
privé bewakingsfirma's in te huren voor beveiliging
van winkelstraten, industrieterreinen enz. De
burgemeester geeft daardoor een signaal alsof er te
weinig politie is en hij een beroep moet doen op
privé bewakingsdiensten. Kunnen privé
firma's een opdracht krijgen om veiligheidstaken uit
te oefenen op openbaar domein? Is er te weinig
politiepersoneel om de veiligheid te verzekeren? Is
de minister voorstander van het inzetten van privé
firma's?
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le
bourgmestre de Malines envisagerait de solliciter
les services d'entreprises de gardiennage privées
pour assurer la sécurité des rues commerçantes et
des zonings industriels notamment. De la sorte, il
laisse entendre que la présence policière est
insuffisante dans sa ville et que cette situation
l'oblige à faire appel à des entreprises de
gardiennage privées. Puis-je vous demander si des
entreprises privées peuvent être chargées de
remplir des missions de sécurité dans des
domaines publics ? La ville de Malines ne peut-elle
assurer sa sécurité parce qu'elle manque de
policiers ? Le ministre prône-t-il le recours à des
entreprises privées ?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Bewakingsondernemingen mogen geen
veiligheidstaken uitoefenen die als politieopdrachten
worden beschouwd. De bewakingsactiviteiten
mogen niet op het openbaar domein worden
uitgeoefend, behalve als het om de beveiliging van
waardenvervoer of om de bescherming van
personen gaat?
04.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Les entreprises de gardiennage ne
sont pas autorisées à remplir des missions de
sécurité qui sont considérées comme missions de
police. Elles ne peuvent exercer d'activités de
surveillance sur les domaines publics, sauf quand il
s'agit d'assurer la sécurité de transports de valeurs
boursières ou celle de personnes.
(Frans) De enige uitzondering op dit principe betreft
bewakingsactiviteiten die worden uitgeoefend op
een openbare plaats die voor de duur van een
specifiek evenement haar openbaar karakter
verliest krachtens een politiereglement waarbij die
plaats voorbehouden wordt aan de organisatie van
dat evenement. Een typisch voorbeeld hiervan is
het circuit van Francorchamps.
Ik heb mij altijd verzet tegen gemeentelijke
initiatieven waarmee aan dit principe zou worden
getornd. Ik heb mijn administratie niettemin
opdracht gegeven in het algemeen na te gaan in
hoeverre het toepassingsgebied van de wet op de
bewakingsondernemingen zou kunnen worden
uitgebreid.
Voor pure politietaken moeten de politiediensten
bevoegd blijven, maar mits aan een aantal
voorwaarden wordt voldaan, moet ook de privé-
sector bij bepaalde manifestaties mee voor de
veiligheid kunnen instaan. Er moeten evenwel
(En français) La seule exception à ce principe
concerne des activités de gardiennage exercées
dans un lieu public qui, pour la durée d'un
événement particulier, a perdu son caractère public
suite à un règlement de police réservant
exclusivement ce lieu à l'organisation de cet
événement. Un exemple typique est le circuit de
Francorchamps.
Je me suis toujours opposé aux initiatives
communales qui porteraient atteinte à ce principe.
J'ai néanmoins chargé mon administration d'étudier
globalement dans quelle mesure le champ
d'application de la loi sur le gardiennage pouvait
être élargi.
Les tâches exclusivement policières doivent rester
de la compétence des services de police mais,
moyennant certains conditions, le secteur privé
pourrait participer à la sécurité lors de certains
événements. Des limites strictes doivent cependant
02/05/2001
CRABV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
vooraf duidelijke grenzen getrokken worden.
Het personeelsbestand van de Mechelse politie
volstaat om de gewone veiligheidstaken te
vervullen. De in Mechelen gekazerneerde territoriale
brigades zullen binnenkort samen met de
gemeentepolitie de lokale politie van Mechelen
vormen. Het is niet uitgesloten dat dankzij de
daaruit voortvloeiende schaalvergroting
manschappen vrijkomen die dan kunnen worden
ingezet voor andere taken.
être prévues au préalable.
L'effectif du personnel policier de Malines est
suffisant pour faire face aux tâches de sécurité
normales. Les brigades territoriales installées à
Malines et la police communale constitueront
bientôt la police locale de Malines.
Il n'est donc pas exclu que l'on assiste à un
élargissement d'échelle permettant d'affecter la
capacité d'assumer d'autres tâches.
(Nederlands) De burgemeester van Mechelen heeft
verklaard dat het niet zijn bedoeling is
bewakingsondernemingen op de openbare weg in
te zetten of hen politievervangende activiteiten te
laten uitoefenen.
(En néerlandais) Le bourgmestre de Malines a
déclaré qu'il n'entrait pas dans ses intentions de
recourir à des entreprises de gardiennage pour
intervenir sur la voie publique ni de les charger de
tâches qui relèvent normalement de la police.
(Frans) De heer Somers stelt voor dat de stad en
gebruikersgroeperingen een raamcontract met
erkende bewakingsondernemingen sluiten. Het
contract zou slaan op de bewaking van industriële
panden op een industrieterrein en winkels na het
sluitingsuur, het uitoefenen van portiersactiviteiten
in herbergen en tenslotte op de security tijdens
festiviteiten.
(En français) M. Somers propose que la ville et des
groupes d'utilisateurs concluent un contrat cadre
avec des entreprises de gardiennage autorisées.
L'objet du contrat consisterait à surveiller des
bâtiments industriels sur un terrain industriel et des
magasins après l'heure de fermeture, à exercer des
activités de portiers dans des auberges et, enfin, à
assurer un service de sécurité lors de festivités.
(Nederlands) Op die manier wil de burgemeester
tegemoetkomen aan de nood van particulieren, die
over onvoldoende middelen beschikken om een
beroep te doen op professionele bewaking.
(En néerlandais) Le bourgmestre s'efforce de
répondre ainsi au besoin de particuliers qui n'ont
pas les moyens de faire appel à une surveillance
professionnelle.
(Frans) Ik ben niet gekant tegen dat initiatief, op
voorwaarde dat de wet op de
bewakingsondernemingen wordt nageleefd en de
ondernemingen geen taken van politietoezicht op
openbare plaatsen uitoefenen en evenmin de indruk
wekken dat zij over politionele bevoegdheden
beschikken.
(En français) Je ne m'oppose pas à cette initiative,
à partir du moment où cette démarche respecte la
loi sur le gardiennage et que les entreprises
n'effectuent pas de tâches de surveillance policière
sur le domaine public, ni ne donnent l'impression
qu'elles disposent de compétences policières.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ik dank de
minister voor de verduidelijking. De berichtgeving in
de pers liet uitschijnen dat de nieuwe federale politie
niet bij machte zou zijn om de veiligheid te
handhaven. De Mechelse burgemeester gaf een
verkeerd signaal.
Een nauwere samenwerking tussen
bewakingsfirma's en politie kan worden bestudeerd,
maar ik reken erop dat daarover dan ook in het
Parlement kan worden gepraat.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Je remercie
le ministre pour ces éclaircissements. La presse a
laissé entendre que la nouvelle police fédérale ne
serait pas en mesure d'assurer la sécurité. Le
bourgmestre de Malines a donné un mauvais
signal.
On peut envisager une meilleure coopération entre
les firmes de gardiennage et la police mais je
considère que ce problème doit pourvoir être
discuté au Parlement.
04.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik deel
uw mening. Veiligheid op straat is een exclusieve
bevoegdheid van de overheid. Elkeen draagt
terzake echter verantwoordelijkheid. In bepaalde
omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden
zou de particuliere sector de politie kunnen bijstaan.
04.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Je partage votre avis. La sécurité en rue relève de
la compétence exclusive des autorités publiques.
Mais elle est aussi de la responsabilité de tous. Le
secteur privé, dans certaines circonstances et
moyennant certaines conditions, pourrait épauler
CRABV 50
COM 462
02/05/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Ik blijf terzake niettemin uiterst voorzichtig.
les forces de police. Mais je reste très prudent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
personen die gehandicapte gemeenteraadsleden
bijstaan" (nr. 4564)
05 Question de Mme Géraldine Pelzer-Salandra
au ministre de l'Intérieur sur "les personnes
assistant les conseillers communaux
handicapés" (n° 4564)
05.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): De Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat
een gehandicapt gemeenteraadslid mag worden
bijgestaan door een vertrouwenspersoon. Die
laatste beschikt over dezelfde middelen en heeft
dezelfde plichten als een gemeenteraadslid, maar
heeft echter geen recht op presentiegeld. Die
laatste bepaling is volgens mij discriminatoir,
aangezien het presentiegeld niet als een
bezoldiging, maar als een vergoeding voor de
gemaakte kosten wordt beschouwd. Wat is uw
mening? Zouden de gemeenten die een vergoeding
willen uitkeren aan hen die een gehandicapt
gemeenteraadslid bijstaan dit toch kunnen doen?
05.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): La nouvelle loi communale prévoit qu'un
conseiller communal handicapé peut être assisté
par une personne de confiance. Celle-ci dispose
des mêmes moyens et est soumise aux mêmes
obligations que le conseiller. Elle n'a toutefois pas
droit à des jetons de présence. Cette dernière
disposition me paraît discriminatoire puisque les
jetons de présence ne sont pas considérés comme
une rémunération, mais comme une indemnité pour
les frais encourus. Quelle est votre opinion ? Les
communes qui souhaiteraient verser une
«
indemnité
» aux personnes assistant les
conseillers communaux handicapés pourraient-elles
le faire quand même ?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Uit de
parlementaire werkzaamheden betreffende de
nieuwe gemeentewet van 11 juli 1994 blijkt dat de
vertrouwenspersoon geen recht heeft op
presentiegeld omdat de uitoefening van de functie
haar of hem geen enkel persoonlijk recht oplevert.
Het gemeenteraadslid oefent zijn prerogatieven uit;
de vertrouwenspersoon treedt slechts op als
tussenpersoon.
De minister van Binnenlandse Zaken preciseerde
destijds dat de toekenning van presentiegeld aan de
vertrouwenspersonen een wijziging van de
gemeentewet vereiste. De minister was
daarentegen niet gekant tegen een
kostenvergoedingssysteem ten behoeve van de
vertrouwenspersonen. Hij voegde er zelfs aan toe
dat de vertrouwenspersonen bepaalde
vergoedingen zouden kunnen genieten die de
raadsleden niet ontvangen. Het is echter beter die
beslissing aan de betrokken gemeenten over te
laten.
Ik sluit mij aan bij die overwegingen. Het probleem
kan alleen worden opgelost door in het
gemeentereglement een bepaling op te nemen
krachtens welke de vertrouwenspersoon wordt
vergoed voor de kosten die de uitoefening van zijn
taak met zich brengt.
05.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Les travaux parlementaires de la nouvelle loi
communale du 11 juillet 1994 indiquent que la
personne de confiance n'a pas droit à des jetons de
présence car elle ne tire aucun droit personnel de
sa fonction. C'est le conseiller qui exerce ses
prérogatives ; la personne de confiance ne joue
qu'un rôle d'intermédiaire.
A l'époque, le ministre de l'Intérieur avait précisé
que l'octroi de jetons de présence à ces personnes
ne serait possible sans une modification de la loi
communale. Le ministre n'était par contre pas
opposé à un système permettant de défrayer la
personne de confiance. Il a même ajouté que cette
dernière pourrait bénéficier de certaines indemnités
que les conseillers ne reçoivent pas. Il est toutefois
préférable de laisser la décision aux communes
concernées.
Je me rallie à ces considérations. Le problème ne
peut être résolu qu'en insérant dans le règlement
communal une disposition prévoyant le défraiement
de la personne de confiance du chef des dépenses
qu'elle aurait effectuées pour assumer sa tâche.
05.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Ik vind het jammer dat een en ander niet
verplicht is. Er moet een mentaliteitswijziging
05.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV) : Je regrette qu'il ne s'agisse pas d'une
obligation. Les mentalités devraient changer.
02/05/2001
CRABV 50
COM 462
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
veiligheidsschepen" (nr. 4569)
06 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "les échevins de la
sécurité" (n° 4569)
06.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Sommige
steden kennen sinds kort het fenomeen van de
veiligheidsschepen.
Komt er een rondzendbrief over de
veiligheidsschepen? Wanneer? Omvat die een
precieze omschrijving van de respectieve
bevoegdheden van de schepen van veiligheid en
van de burgemeester als hoofd van de politie? Zal
hier geen conflictsituatie ontstaan?
06.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Certaines
communes sont dotées depuis peu d'un échevinat
de la sécurité.
L'échevin de la sécurité fera-t-il l'objet d'une
circulaire ? Quand ? Celle-ci contiendra-t-elle une
description précise des compétences respectives
de l'échevin de la sécurité et du bourgmestre, chef
de la police
? Cela n'engendrera-t-il pas une
situation conflictuelle ?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Bij mijn weten voorzagen de politieke akkoorden in
drie steden het belasten van een schepen met de
specifieke veiligheidsproblemen (Antwerpen,
Mechelen en St.-Niklaas).
In één van deze drie steden leverde dit akkoord wel
enige interpretatieproblemen. Ik had aangekondigd
een rondzendbrief te zullen sturen; op zich zou dit
rondschrijven de problemen in die stad niet hebben
opgelost omdat die veeleer van politieke aard
waren. Wat de politiebevoegdheid betreft, zijn de
Gemeentewet en de wet op de geïntegreerde politie
voldoende duidelijk. Dat geldt ook voor niet-
politionele veiligheidsaspecten. Inmiddels werden
de politieke plooien gladgestreken. Alleen de
burgemeester is bevoegd voor de veiligheid die de
bevoegdheden terzake eventueel samen met een
veiligheidsschepen kan uitoefenen. De
rondzendbrief daarover is bijna klaar.
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Les accords politiques de trois villes
prévoiaient de charger un échevin des problèmes
de sécurité (Anvers, Malines et St.-Nicolas).
Dans l'une de ces villes, l'accord a donné lieu à des
problèmes d'interprétation. J'avais annoncé que
j'enverrais une circulaire
; celle-ci n'aurait
cependant pas résolu les problèmes parce que
ceux-ci étaient souvent de nature policière. En ce
qui concerne la compétence en matière policière, la
loi communale et la loi sur la police intégrée sont
suffisamment précises. Cela vaut aussi pour les
aspects sécuritaires non policiers. Entre temps, les
angles ont été arrondis sur le plan politique. Seul le
bourgmestre est compétent en matière de sécurité ;
il peut, le cas échéant, exercer les compétences en
la matière, conjointement avec un échevin de la
sécurité. La circulaire à ce sujet est presque prête.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 11.51 uur.
La séance est levée à 11.51 heures.
Document Outline