KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 450
CRIV 50 COM 450
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
18-04-2001 18-04-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Charles Janssens aan de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen over "de
openbaarmaking van de taalexamens" (nr. 4314)
1
Question de M. Charles Janssens au ministre de
la Fonction publique et de la Modernisation de
l'administration sur "la publicité des examens
linguistiques" (n° 4314)
1
Sprekers: Charles Janssens, Luc Van den
Bossche, minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Charles Janssens, Luc Van den
Bossche, ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration
OPVOLGING VAN DE
POLITIEHERVORMING
1
SUIVI DE LA RÉFORME DES POLICES
1
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
taalvereisten voor politieagenten in
faciliteitengemeenten" (nr. 4192)
2
Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Intérieur sur "les exigences linguistiques
imposées aux agents de police dans les
communes à facilités" (n° 4192)
2
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Charles Janssens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
toekomst van de brevetten van officier van de
gemeentepolitie in het kader van de
politiehervorming" (nr. 4302)
2
Question de M. Charles Janssens au ministre de
l'Intérieur sur "l'avenir des brevets d'officiers de la
police communale dans le cadre de la réforme
des polices" (n° 4302)
2
Sprekers:
Charles Janssens, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Charles Janssens, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
eerste minister over "de federale politiedotatie"
(nr. 750)
3
Interpellation de M. Filip De Man au premier
ministre sur "la dotation de la police fédérale"
(n° 750)
3
Sprekers: Filip De Man, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Filip De Man, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de feitelijke
degradatie van de 'enige veldwachters' en
'brigadecommissarissen' in het kader van de
politiehervorming" (nr. 4399)
4
Question de M. Yves Leterme au ministre de
l'Intérieur sur "la dégradation de fait des 'gardes
champêtres uniques' et des 'commissaires de
brigade' dans le cadre de la réforme des services
de police" (n° 4399)
4
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken, Marcel Hendrickx
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur, Marcel Hendrickx
Samengevoegde vragen van
7
Questions jointes de
7
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verzekeringen en
de politiehervorming" (nr. 4403)
7
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur sur
"les assurances et la réforme des services de
police" (n° 4403)
7
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aanduiding van
artsen inzake de medische bescherming van het
politiepersoneel" (nr. 4404)
7
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur sur
"la désignation des médecins dans le cadre de la
protection médicale du personnel des services de
police" (n° 4404)
7
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het tijdstip van
mogelijk in toepassing brengen van artikel 238
van de WGP" (nr. 4405)
7
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur sur
"la date de l'éventuelle mise en oeuvre de l'article
238 de la loi sur la police intégrée" (n° 4405)
7
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken,
Guy Larcier
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur, Guy Larcier
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
poederbluswagen van de brandweer" (nr. 4294)
14
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Intérieur sur "le camion-extincteur à
poudre pour les services d'incendie" (n° 4294)
15
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Servais Verherstraeten, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Servais Verherstraeten, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de viering
van de 50ste verjaardag van de op 28 juli 1951
goedgekeurde overeenkomst betreffende het
vluchtelingenstatuut" (nr. 4380)
16
Question de Mme Claudine Drion au ministre de
l'Intérieur sur "la célébration du 50ème
anniversaire de la convention relative au statut
des réfugiés, adoptée le 28 juillet 1951" (n° 4380)
16
Sprekers:
Claudine Drion, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Claudine Drion, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4425)
17
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "la procédure en matière de
régularisation" (n° 4425)
17
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
benoeming van de burgemeester voor de
gemeente Voeren" (nr. 4426)
20
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "la nomination du bourgmestre
de la commune de Fourons" (n° 4426)
20
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
18
APRIL
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
18
AVRIL
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.23 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Question de M. Charles Janssens au
ministre de la Fonction publique et de la
Modernisation de l'administration sur "la
publicité des examens linguistiques" (n° 4314)
01 Vraag van de heer Charles Janssens aan de
minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen over
"de openbaarmaking van de taalexamens"
(nr. 4314)
01.01 Charles Janssens (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, depuis le
26
janvier
2000, le secrétariat permanent de
recrutement a cédé sa place au SELOR qui est un
bureau de sélection et d'orientation. Actuellement,
le SELOR dispose d'un site internet efficace et
relativement agréable à consulter.
Malheureusement, malgré la panoplie
d'informations que l'on peut obtenir grâce à ce
site, il semble qu'il n'y soit pas fait mention des
examens linguistiques. Afin de permettre au plus
grand nombre de citoyens de faire la preuve de la
connaissance d'une autre langue, ne convient-il
pas de mettre en oeuvre une meilleure publicité de
ces examens linguistiques, quant aux exigences
requises, d'une part, et quant aux modalités
d'inscription, d'autre part?
01.02 Luc Van den Bossche, ministre: Monsieur
le président, cher collègue, ma réponse sera
divisée en deux parties.
1. Depuis le mois de juillet 2000, le SELOR
dispose d'un site internet dont l'objectif premier est
d'informer au maximum les candidats désirant
s'inscrire à des sélections. Si aucune rubrique de
ce site ne fait allusion aux examens linguistiques,
il ne s'agit pas d'un oubli. En effet, il nous a paru
inopportun actuellement de mentionner les
examens linguistiques pour la raison suivante:
l'arrêté royal de 1966 relatif à l'organisation de ces
examens prévoyait que les inscriptions ne
pouvaient se faire que par le biais du service du
personnel des administrations. Il relevait alors
exclusivement de la responsabilité de ces
dernières d'informer et d'inscrire les candidats
concernés. Une mention sur le site dès juillet 2000
n'était donc pas opportune, d'autant plus qu'elle
risquait d'induire les candidats en erreur. En effet,
ces informations n'auraient plus été valables
quelques mois plus tard.
2. Comme ce système d'inscription par le biais
des administrations me semblait, comme vous le
suggérez un peu, dépassé et que mon souci
principal est de permettre au plus grand nombre
de participer à ces examens, j'ai décidé voici
quelque temps, par le biais d'un nouvel arrêté
royal qui sera publié dans les jours à venir, d'ouvrir
les inscriptions à tout le monde, sans passer par
le service du personnel. Dans cette optique, il est
logique que les textes d'information nécessaires
figurent sur le site du SELOR. Ces textes sont
prêts et seront publiés dans les meilleurs délais.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Opvolging van de politiehervorming
Suivi de la réforme des polices
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De voorzitter: Wij gaan nu over tot een debat
over de politiehervorming.
Nous passons au débat sur la réforme des
polices.
02 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
taalvereisten voor politieagenten in
faciliteitengemeenten" (nr. 4192)
02 Question de M. Bart Laeremans au ministre
de l'Intérieur sur "les exigences linguistiques
imposées aux agents de police dans les
communes à facilités" (n° 4192)
02.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik stel
deze vraag naar aanleiding van het antwoord dat u
verstrekte op een vraag van de heer Leterme.
U weet wellicht, mijnheer de minister, dat ik mij
ook in het verleden reeds bezighield met de
problematiek van de politie in de
faciliteitengemeenten. Terzake blijven evenwel
een aantal onduidelijkheden bestaan.
Mijn vraag handelt voornamelijk over de interne
werking van de gerechtelijke politiezones. U zei,
mijnheer de minister, dat in principe alleen de
politiemensen, die zijn toegewezen aan een post
die actief is binnen de faciliteitengemeenten, deel
uitmakend van de grotere politiezone, tweetalig
moeten zijn.
In dat verband had ik graag vernomen of alle
agenten aan een welbepaalde en vaste politiepost
worden toegewezen of aan verschillende posten
tegelijk kunnen worden toegewezen? Hoe verloopt
de interne mobiliteit?
Kunnen de aspirant-politieagenten erom
verzoeken niet naar een taalgrensgemeente te
worden verwezen? Kan bijvoorbeeld een tweetalig
Brusselaar die verhuist richting Buggenhout en
solliciteert bij de politie van Asse, aldaar worden
tewerkgesteld omdat hij daar liever zou werken
dan in Wemmel? Of zal betrokkene, op grond van
het feit dat hij tweetalig is, verplicht aan Wemmel
worden toegewezen?
In welke mate is een politiezone zelf vrij om eerst
vacatures op te vullen in de gemeenten zonder
faciliteiten? In dat verband gaf ik het voorbeeld
van de politiezone met een gewone gemeenten en
een taalgrensgemeente, waar er vacatures zijn in
beide politieposten. Kan men eerst die vijf
opvullen in de gemeenten zonder faciliteiten? Hoe
gaat het er in de praktijk aan toe?
Hoe verloopt de aanwerving concreet? Is dat
louter het werk van de politiezone, of speelt elke
gemeente afzonderlijk nog een zekere rol? Spelen
bijvoorbeeld in de politiezone Asse-Wemmel-
Merchtem-Opwijk, de gemeenten afzonderlijk nog
een rol bij de aanwerving of wordt alles globaal
gestuurd?
02.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de interne organisatie van
een lokaal politiekorps wordt bepaald door de
lokale overheden, in overleg met de korpschef.
Een politieambtenaar van dat korps kan principieel
worden ingezet op het volledig<e grondgebied van
de zone en is aldus niet noodzakelijk verbonden
aan een welbepaalde post. Van dit principe kan
evenwel uitzonderlijk worden afgeweken voor de
functies die een zekere kennis vereisen van een
andere landstaal. Dat geldt precies voor de
taalgrensgemeenten. Het lid van het lokaal
politiekorps dat wordt ingezet als vast lid van de
post van een dergelijke gemeente, moet de
tweede taal machtig zijn.
Een aspirant-politieagent zal worden aangeworven
door de geïntegreerde politie en zal zelf een
aanvraag indienen tijdens of na de basisopleiding,
om een bepaald ambt te bekomen. Het federaal
niveau zal nooit een politieagent kunnen
opdringen aan een zone.
De inzetbaarheid van het personeel binnen een
zone is een lokale aangelegenheid. Zoals ik reeds
zei, gebeurt de aanwerving door de geïntegreerde
politie zelf en niet langer door de gemeente. Het is
het lokale politiekorps dat zijn behoefte aan
personeel uit, en niet langer het gemeentebestuur.
02.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, dit is een vrij volledig
antwoord waar ik een aantal geruststellende
aspecten in terugvind. Eén van die aspecten is dat
men geen dwang kan uitoefenen op politieagenten
om waar dan ook absoluut aan een vaste post of
een vaste zone te worden gehecht. Ik hoop dat
men daar in de toekomst rekening mee houdt.
03 Question de M. Charles Janssens au
ministre de l'Intérieur sur "l'avenir des brevets
d'officiers de la police communale dans le cadre
de la réforme des polices" (n° 4302)
03 Vraag van de heer Charles Janssens aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
toekomst van de brevetten van officier van de
gemeentepolitie in het kader van de
politiehervorming" (nr. 4302)
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
03.01 Charles Janssens (PS): Monsieur le
président, monsieur le ministre, j'expose ici une
question qui pourrait révéler une injustice. Je
porterai donc beaucoup d'intérêt à votre réponse.
II y a un an, une personne engagée à la
gendarmerie, sur la base d'un diplôme
universitaire, devient directement officier dans la
nouvelle police; une personne engagée en tant
qu'aspirant officier à la police communale
également sur la base d'un diplôme universitaire,
devient directement officier; une personne
engagée à la police judiciaire sur la base d'un
graduat ou d'un diplôme universitaire passe dans
un cadre moyen de la nouvelle police.
Comment expliquez-vous qu'un fonctionnaire de
police communale, faisant partie du cadre de
base, possédant aussi un diplôme universitaire et
un brevet d'officier de police et comptant plusieurs
années de service, n'obtienne pas la valorisation
de ses titres et mérites dans le cadre de la
nouvelle réforme de police?
Il me semble qu'il y a là deux poids deux mesures.
Et je souhaiterais obtenir quelques explications à
ce sujet.
03.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, monsieur Janssens, il convient tout
d'abord de distinguer la situation du candidat
aspirant officier de police, recruté en cette qualité,
dont la formation entraîne normalement une
nomination dans le grade spécifique d'aspirant
policier et les membres du personnel qui suivent
la formation en vue de l'obtention d'un brevet qui
permet une nomination ultérieure dans un grade
d'officier.
L'insertion s'effectuant sur la base du grade
d'origine, les premiers sont nommés ou
commissionnés au cadre officier tandis que les
seconds sont insérés en fonction de leur grade au
1er avril 2001. Il est toutefois inexact d'affirmer
que le brevet d'officier de la police communale
n'est pas valorisé par l'arrêté royal réglant la
position juridique du personnel des services de
police.
Dans le cadre de dispositions transitoires,
valables 5 ans à compter de l'entrée en vigueur de
cet arrêté, est attribué, aux membres du
personnel du cadre de base qui possèdent le
brevet d'officier et qui réussissent en outre le
concours d'admission à la promotion vers le cadre
moyen, un droit de priorité pour la partie des
emplois vacants du cadre moyen réservée
proportionnellement aux anciens membres de la
police communale.
De la même façon, 25% des emplois vacants du
cadre d'officier sont, durant la même période,
réservés aux membres du cadre moyen qui
bénéficient de l'échelle barémique M4.1, M4.2 ou
M6, qui détiennent le brevet précité et sont
lauréats du concours d'admission à la promotion
vers le cadre officier. En outre, le projet d'arrêté
royal relatif aux formations de base du cadre
opérationnel de la police intégrée prévoit pour la
promotion par accession aux cadres moyen et
officier que les membres du personnel lauréats du
concours d'admission et détenteurs du brevet
d'officier de la police communale sont
respectivement dispensés de la formation de base
du cadre moyen et du cadre officier, modules et
stages de formation. Les dispenses restent
valables pendant douze ans à compter de l'entrée
en vigueur de l'arrêté royal portant la position
juridique du personnel des services de police.
03.03 Charles Janssens (PS): Monsieur le
président, je remercie M. le ministre pour sa
réponse. Je la lirai avec beaucoup d'attention
parce qu'elle est extrêmement technique. Je me
réserve le droit d'interroger à nouveau si je n'ai
pas toutes les informations demandées.
04 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
eerste minister over "de federale politiedotatie"
(nr. 750)
04 Interpellation de M. Filip De Man au premier
ministre sur "la dotation de la police fédérale"
(n° 750)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Binnenlandse Zaken.)
(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Intérieur.)
04.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijn interpellatie was gericht tot de
eerste minister omdat ik hem wou vragen of hij het
eens was met het beleid van zijn minister van
Binnenlandse Zaken. Nu stel ik vast dat ik
antwoord zal krijgen van de minister waarover ik
vragen wou stellen aan de eerste minister. Daar
valt natuurlijk niet aan te ontsnappen; de regels
zijn nu eenmaal de regels. Ik zal dus alsnog mijn
vragen stellen, evenwel zonder veel hoop om
gelijk te krijgen in mijn kritiek die ik de eerste
minister van dit land wou meedelen.
Mijnheer de minister, een paar weken geleden is
er aardig wat heisa geweest over de politiedotatie,
meer bepaald omdat de voorkeursbehandeling die
veel Waalse gemeenten sedert decennia genoten
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
nu bestendigd wordt door uw verdeling van de
gelden. De Waalse gemeenten beschikken al een
aardige poos over onevenredig veel rijkswachters.
Zij profiteerden in feite van de federale
belastingbetaler die opdraaide voor de kosten van
de rijkswachters. Het systeem van benadeling van
Vlaanderen wordt nu bevestigd door de
verdeelsleutel die u gaat toepassen. Ik geef een
aantal cijfers en ik hoop dat u straks kunt
uitleggen waarom die zo schrijnend zijn. Misschien
zult u zeggen dat ik het niet goed begrepen heb
en dat de cijfers die ik voorleg niet juist zijn.
Er is een federale dotatie van 18,8 miljard frank.
Ze valt zeer gunstig uit voor de meeste Waalse
gemeenten. Een eerste voorbeeld om dat te
bewijzen is dat in de top tien van de gemeenten
die zullen genieten van de zogenaamde solidariteit
acht Waalse gemeenten voorkomen. Bastogne
krijgt 64 miljoen frank extra, Durbuy 61 miljoen
frank en Bertrix 45 miljoen frank. Vervolgens is
Heuvelland de eerste Vlaamse gemeente met 38
miljoen frank. Dan volgen Dinant, Chiny,
Butgenbach, Anthisnes, Ciney en de Vlaamse
zone Bree. Dat betekent dat er slechts twee
Vlaamse zones in de top tien staan. Men kan het
natuurlijk ook anders bekijken, want zoals
geweten kan men cijfers alles laten zeggen. Wij
zullen echter naar vergelijkbare steden kijken. Zo
krijgt Luik, een niet onbelangrijke stad in Wallonië,
3.702 frank per inwoner terwijl Antwerpen, de
grote Vlaamse havenstad, 2.781 frank per inwoner
krijgt. Charleroi, een stad met ongeveer 200.000
inwoners, krijgt 2.757 frank per inwoner. Het zeer
vergelijkbare Gent krijgt 2.598 frank. Mons of
Bergen krijgt 2.404 frank, terwijl Hasselt 1.663
frank krijgt. Wij gaan dan naar Namen, waar men
in 2.171 frank voorziet, terwijl men voor Ieper
slechts 1.587 frank uittrekt. U zult waarschijnlijk
zeggen dat men die steden niet zomaar kan
vergelijken en dat er heel wat parameters zijn die
in acht moeten worden genomen. Als wij echter de
globale cijfers bekijken, dan blijkt dat Wallonië per
saldo een solidariteit van meer dan een half
miljard frank zal genieten vanaf 2002. Volgens
mijn berekeningen maar wie ben ik gaat het
om 537.128.861 frank.
Op basis van mijn berekeningen vind ik dat
Brussel 16% van de federale dotatie krijgt,
Wallonië 35% en Vlaanderen 49%. De vraag rijst
dan waarom Vlaanderen, dat 60% van de
inwoners telt, slechts 49% van de federale
subsidiëring voor de politiehervorming krijgt.
Vlaanderen moet het dus met 9,280 miljoen frank
stellen of anders gezegd met gemiddeld 1.550
frank per inwoner. Wallonië daarentegen krijgt
gemiddeld 2.220 frank per inwoner. Mijn besluit is
dat een Vlaming beduidend minder van de
federale regering krijgt voor zijn veiligheid dan een
Waal.
Mijnheer de minister, kunt u deze transfer
verklaren? U zegt wel dat ze degressief is, dat ze
dus zal afnemen, maar niettemin gaat het toch
over 12 lange jaren, een heel lange periode.
Cumulatief komt dit neer op een geschenk voor
Wallonië van ongeveer 4 miljard frank. Waarom
moet dit 12 jaar duren? Was 6 jaar niet
voldoende? Worden de profiteurs uit het verleden
door deze manier van verdelen van uw dotatie niet
beloond?
04.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik zal het antwoord van de
eerste minister geven. U zult merken dat de eerste
minister en de minister van Binnenlandse Zaken
het eens zijn. Ik herhaal een antwoord, dat ik
reeds eerder gaf.
Het klopt dat er een tijdelijk mechanisme van
solidariteit wordt ingesteld. Deze solidariteit wordt
over een periode van 12 jaar naar nul afgebouwd
om sommige gemeenten niet met
onoverkomelijke financiële problemen op te
zadelen. Het verdelen van de federale dotatie per
inwoner is een foute benadering. De gehanteerde
verdeelsleutel wordt berekend per
politieambtenaar, zoals vastgesteld door de KUL-
norm. Bij de vaststelling van deze norm wordt
vanzelfsprekend niet alleen rekening gehouden
met het aantal inwoners, maar ook met andere
elementen zoals criminaliteitcijfers en sociaal-
economische criteria.
04.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de minister, ik besefte al voor het stellen van mijn
vraag dat ik niets nieuws zou vernemen. Ik stel
vast dat men van deze regering niet meer mag
berekenen wat voor elke Vlaming en elke Waal
door de federale overheid wordt uitgegeven. Er
wordt dus nieuwe wiskunde toegepast. Men
bekijkt dit aan de hand van het aantal
politiemensen.
Het is een flauw antwoord, maar ik zal me er
verder niet druk over maken. Niemand maakt er
zich tenslotte druk over, zeker niet de
meerderheid en ook de media niet. Het zal
geacteerd worden dat de gelijkheid der Belgen
voor de zoveelste keer een grote illusie blijkt.
05 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
feitelijke degradatie van de 'enige veldwachters'
en 'brigadecommissarissen' in het kader van de
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
politiehervorming" (nr. 4399)
05 Question de M. Yves Leterme au ministre de
l'Intérieur sur "la dégradation de fait des 'gardes
champêtres uniques' et des 'commissaires de
brigade' dans le cadre de la réforme des
services de police" (n° 4399)
05.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, eens te meer
moet de toestand in Mesen, een West-Vlaamse
gemeente excuseer, een faciliteitenstad, geen
gemeente; wat een onbeleefdheid ten aanzien van
de Mesenaars om Mesen een gemeente te
noemen!
het voorwerp uitmaken van een
gedachtewisseling in de commissie voor de
Binnenlandse Zaken. In het kader van de
politiehervorming werden de graden van enig
veldwachter en brigadecommissaris geschrapt.
Als ik het goed voor heb, betreft dit de facto een
negentiental politiefunctionarissen: enerzijds, vijf
enige veldwachters in de stad of de gemeenten
Mesen, Spiere-Helkijn, Horebeke u welbekend,
voorzitter Oreye en Fauvillers en, anderzijds,
een veertiental brigadecommissarissen.
Het gaat om een numeriek kleine groep, maar
toch heeft de schrapping van de graden van enig
veldwachter en brigadecommissaris voor de
betrokkenen zelf grote gevolgen. Immers, de
schrapping van deze graden komt voor
betrokkenen neer op noch min noch meer dan
een degradatie of een terugzetting in graad, wat
zo omschreven in feite toch een vrij zware
tuchtsanctie is. Tot 31 maart 2001, vooravond van
de inwerkingtreding van het nieuwe statuut,
hadden de enige veldwachters immers de functie
van politieofficier. Sedert 1 april 2001, datum van
inwerkingtreding van het nieuwe statuut van de
politieambtenaren, blijven de enige veldwachters
weliswaar officier van gerechtelijke politie, maar
hebben zij hun bevoegdheid verloren van officier
van bestuurlijke politie. Voor de betrokkenen zelf,
maar ook voor hun functioneren op het terrein,
brengt dit een aantal problemen met zich. Die
werden ondertussen ook aangegeven in de
media. Ook de veertien brigadecommissarissen
worden door de politiehervorming gedegradeerd:
vroeger waren zij politieambtenaren, maar sedert
1 april 2001 zijn zij dat niet meer. Nochtans waren
bij de onderhandelingen over het nieuwe statuut
en luidens herhaalde verklaringen van de minister
afspraken gemaakt die ertoe strekten dat alle
politiemensen in de nieuwe politiestructuur
identieke functies zouden kunnen uitoefenen. Dit
werd trouwens herhaalde malen geantwoord op
vragen aan het adres van de minister in deze
commissie.
Mijnheer de minister, op basis van welke criteria
werden de enige veldwachters in het middenkader
ingeschaald en werd hen de bevoegdheid van
officier van bestuurlijke politie ontnomen? Op
basis van welke criteria werd aan de
brigadecommissarissen het statuut van
politieambtenaar ontnomen? In de andere richting,
op basis van welke criteria hebben bepaalde
keuronderofficieren van de BOB die nooit de
bevoegdheid hadden van officier van bestuurlijke
politie, die bevoegdheid wel gekregen in het
nieuwe statuut? In welke weddenschaal werden
de enige veldwachters ingeschaald? Idem voor de
brigadecommissarissen. Ik weet dat men de
regering niet naar haar intenties mag vragen,
maar hoe kijkt u aan tegen de toestand? Is het
mogelijk dat er een herinschaling zou gebeuren,
die recht doet aan de engagementen die u had
aangegaan in het kader van de onderhandelingen
over het nieuwe politiestatuut? Overweegt u om
de enige veldwachters hun bevoegdheid van
bestuurlijke politie opnieuw toe te kennen?
Overweegt u om de brigadecommissarissen
opnieuw het statuut van politieambtenaar toe te
kennen?
05.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega Leterme, zeven vragen, dus
zeven antwoorden.
Vraag een. De enige veldwachter was, zoals de
naam het zegt, de enige gemeentelijke
politieambtenaar in zijn gemeente. Daarom heeft
de wetgever destijds geoordeeld hem bepaalde
bevoegdheden te moeten toekennen, namelijk die
van officier van gerechtelijke politie en die van
officier van bestuurlijke politie, vermits die
bevoegdheden anders stelselmatig door de
burgemeester zouden moeten worden
uitgeoefend.
Het is op basis van deze eigen bevoegdheden, die
van officier van gerechtelijke politie, dat de
veldwachters werden ingeschaald in het
middenkader. Er was geen enkele reden om de
hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie,
die ze verliezen bij de vorming van het lokaal
politiekorps, te behouden in de nieuwe
politiestructuur. Deze bevoegdheid is door de wet
op het politieambt limitatief toegekend aan de
leden van het officierenkader.
In antwoord op uw tweede vraag kan ik u zeggen
dat onder de oude wetgeving de
brigadecommissarissen ermee belast waren de in
brigades gegroepeerde veldwachters op het
terrein te leiden bij operationele activiteiten.
Vermits er nu geen veldwachters meer zijn is de
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
basis van de functie van brigadecommissaris
weggevallen. Zij kunnen er wel voor opteren om
over te gaan naar de federale of de lokale politie,
volgens een specifieke procedure. Over de
specifieke modaliteiten van deze procedure werd
reeds onderhandeld met de vakbonden.
A votre troisième question, je puis vous dire que
dans le nouveau système, il n'existe aucune
situation où un sous-officier de la BSR reçoit la
qualité d'officier de police administrative. Une
disposition statutaire parfaitement fondée autorise
seulement que certaines de ces personnes soient
commissionnées en qualité d'officier dans le pilier
judiciaire.
En application d'une disposition spécifique de la loi
du 7 décembre 1998, certains membres de la
police des chemins de fer, de la police
aéronautique et de la police maritime ont pu
conserver la qualité d'officier de police
administrative dont ils étaient précédemment
revêtus. Le maintien de cette qualité était ici
parfaitement justifié d'un point de vue fonctionnel.
Si la qualité d'officier de police administrative,
dans le chef des gardes champêtres uniques,
devait néanmoins s'avérer utile dans le cadre de
la nouvelle structure policière, j'accorderais alors
mon soutien à toute initiative qui viserait à restituer
cette qualité aux précédents gardes champêtres
uniques. Ils ne sont d'ailleurs pas très nombreux,
à ma connaissance.
J'en arrive à la réponse à votre quatrième
question. Conformément aux règles générales, les
gardes champêtres uniques sont insérés dans
une des échelles barémiques M2.1 à M4.1, en
fonction de leur ancienneté de cadre, prenant en
compte leur ancienneté en qualité de garde
champêtre unique.
Réponse à votre cinquième question:
techniquement, les commissaires de brigade n'ont
pas été l'objet d'une insertion. Ils conservent leur
actuelle échelle barémique. Ils seront
effectivement insérés lorsqu'ils auront
efficacement utilisé la possibilité qui leur est
offerte de passer à la police fédérale ou vers un
corps de la police locale. Leur insertion sera alors
déterminée suivant les trois étapes prévues par le
statut pour les officiers qui ne sont pas officiers
supérieurs.
In antwoord op uw zesde vraag wil ik stellen dat er
geen reden is om aan de mensen van het
middenkader de hoedanigheid van officier van
bestuurlijke politie toe te kennen. Dit zou
hiërarchische problemen kunnen veroorzaken
binnen het korps waarin zij werkzaam zijn.
Enfin, au sujet de votre question n°7, la restitution
de la qualité d'officier de police administrative aux
commissaires de brigade pourrait entraîner des
difficultés statutaires prévisibles puisqu'ils
n'appartiennent ni au corps de police locale, ni à la
police fédérale et qu'ils se trouveraient en
conséquence dans un vide fonctionnel.
Het statuut van brigadecommissaris is in de
vroegere wetgeving altijd al onvolledig geweest.
Misschien kan worden onderzocht of dit statuut
verbeterd kan worden.
05.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord.
Graag zou ik van dat antwoord de schriftelijke
neerslag ontvangen. Het zijn tenslotte zeven
antwoorden op zeven vragen. Mijnheer de
minister, ik drink uw woorden. Ze zijn belangrijk
om onze dorst te lessen.
Als ik het goed begrepen heb kan ik uw
antwoorden als volgt samenvatten: ten eerste,
bent u op het vlak van de inschaling desgevallend
en op basis van goede argumenten bereid
tegemoet te komen aan de vraag van de vijf enige
veldwachters. Op het vlak van het toekennen van
de bevoegdheid van bestuurlijke politie ziet u
vervolgens echter geen enkele aanleiding.
Vindt u dat een goede samenvatting van uw
antwoord?
05.04 Antoine Duquesne, ministre: C'est très
technique. A bien lire la réponse que j'ai donnée
en ce qui concerne ces fameux cinq gardes
champêtres uniques, si on trouve de bonnes
raisons pour leur conférer à nouveau la qualité
d'officier de police administrative et si une initiative
est prise en ce sens, je n'y verrai aucun
inconvénient.
Par contre, pour ce qui concerne les échelles des
anciens commissaires de brigade, je reconnais
qu'il y a toujours eu par le passé un problème à ce
sujet. Si on veut examiner cette question et la
possibilité d'y apporter des corrections,
j'examinerai tout cela avec intérêt.
05.05 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
minister, ik had uw antwoord niet goed begrepen
en verontschuldig mij hiervoor. Tevens dank ik u
voor de aanvulling die u gaf.
In uw antwoord op mijn derde vraag in verband
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
met de toekenning van de hoedanigheid van
officier van bestuurlijke politie zei u dat u uw steun
zou verlenen aan elk initiatief met het doel het
teruggeven van deze hoedanigheid aan de
gewezen enige veldwachters. Welnu, wie moet
dat initiatief nemen? U bent uiteindelijk toch
verantwoordelijk, zowel op politiek als op
bestuurlijk vlak, voor het al dan niet toebedelen
van deze bevoegdheid aan de betrokkenen. Welk
extern orgaan zou volgens u het initiatief moeten
nemen waarop u zou ingaan?
05.06 Minister Antoine Duquesne: De wetgever.
05.07 Yves Leterme (CVP): Bent u dan bereid
om in te gaan op een initiatief van een deel van de
wetgevende macht, om hogergenoemde
bevoegdheid terug te geven?
05.08 Antoine Duquesne, ministre: C'est un bon
jour pour vous, monsieur Leterme. Je vous ai dit
ce matin tout l'intérêt que je portais à l'une de vos
initiatives parlementaires.
S'il se trouve un certain nombre de
parlementaires, tous partis confondus, pour
trouver une solution au problème de ces cinq
gardes champêtres, je l'accueillerai avec
beaucoup de bienveillance.
De voorzitter: De heer Karel Van Hoorebeke had
eveneens een vraag ingediend over dit
onderwerp, maar aangezien hij niet aanwezig is
en het onmogelijk blijkt te zijn hem op te sporen,
ga ik ervan uit dat hij het antwoord van de minister
op de vraag van de heer Yves Leterme eveneens
zal beschouwen als een antwoord op zijn vraag.
Overeenkomstig artikel 89,11 van het Reglement
beschouw ik de vraag nr. 4427 van de heer Karel
Van Hoorebeke dus als ingetrokken.
Wij komen thans tot de drie vragen van de heer
Marcel Hendrickx over de diverse aspecten van
de politiehervorming.
Mijnheer Hendrickx, verkiest u het woord te
krijgen voor elke vraag afzonderlijk of stelt u uw
drie vragen samen? Het staat u vrij daarover zelf
te oordelen.
05.09 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, het lijkt mij gemakkelijker de drie
vragen na elkaar te stellen.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verzekeringen en
de politiehervorming" (nr. 4403)
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aanduiding van
artsen inzake de medische bescherming van
het politiepersoneel" (nr. 4404)
- de heer Marcel Hendrickx aan de minister van
Binnenlandse Zaken over "het tijdstip van
mogelijk in toepassing brengen van artikel 238
van de WGP" (nr. 4405)
06 Questions jointes de
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "les assurances et la réforme des services
de police" (n° 4403)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "la désignation des médecins dans le cadre
de la protection médicale du personnel des
services de police" (n° 4404)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "la date de l'éventuelle mise en oeuvre de
l'article 238 de la loi sur la police intégrée"
(n° 4405)
06.01 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, de politieraden
gaan van start; het mammoetbesluit verscheen in
het Belgisch Staatsblad op 31 maart, al werd het
ons pas op 3 of 4 april bezorgd. Hoe dan ook, het
statuut is van toepassing.
Momenteel rijzen er evenwel 1001 vragen waarop
geen antwoorden worden geboden. Voorts heerst
er een nooit geziene chaos op het terrein.
Inmiddels nemen de politieraden en de
politiecolleges beslissingen waarbij eventueel de
burgerrechtelijke aansprakelijkheid betrokken is.
Het statuut voorziet in gratis gezondheidszorgen
voor alle politieambtenaren, zelfs voor enkele
leden van het KALOG-personeel. De gemeenten
beschikken over de beste polis hospitalisatie,
maar zeker niet over de totaliteit van de
gezondheidszorgen.
De verzekeringsmaatschappij die de meeste
gemeentebesturen verzekert weet eigenlijk niet
goed hoe het probleem moet worden aangepakt.
Ik had contact met betrokkenen en om alle risico's
uit te sluiten stellen zij voor een voorlopige
verzekering te sluiten op naam van de politiezone
voor burgerlijke aansprakelijkheid,
gezondheidszorgen, arbeidsongevallen, brand,
kortom voor het geheel van de risico's.
De politiezones kunnen evenwel nog niet van start
gaan omdat nog niet is voldaan aan de bepalingen
van artikel 248. Ik meen dat een aantal van die
aspecten nog in handen is van de gemeenten
omdat de politieraad in feite nog geen werkgever
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
is. Er heerst heel wat onduidelijkheid terzake.
Mijnheer de minister, ten eerste, geldt er reeds
een burgerlijke aansprakelijkheid voor
politiecolleges en politieraden en spreidt deze zich
uit tot de daden van aangestelden, in concreto de
politiemensen?
Ten tweede, wie draagt op dit ogenblik de lasten
van de gratis gezondheidszorgen? Is dat de
gemeente of de politieraad? Het is belangrijk om
van u te vernemen welk gemiddeld bedrag u voor
deze kost hebt begroot. Morgen moet er met de
verzekeringsmaatschappijen worden
onderhandeld en daarvoor moeten wij over een
richtcijfer voor de premie kunnen beschikken.
Ten derde, zijn de politieraden, voordat aan de
bepalingen van artikel 248 is voldaan, reeds
genoodzaakt om een contract voor
arbeidsongevallen te sluiten?
Mijn tweede mondelinge vraag sluit daar een
beetje bij aan en gaat specifiek over de medische
bescherming. In het mammoetbesluit is bepaald
dat het politiepersoneel gratis medische
bescherming moet krijgen. Er staat ook in dat u
nog een aantal regels moet bepalen inzake de
uitvoering. Intussen heeft de directeur-generaal
voor het personeel van de federale politie een
zeer beknopte fax gestuurd aan alle coördinatie-
en steundiensten waarin hij zegt dat alle leden van
de geïntegreerde politie aan de
controlegeneeskunde van TPMS zijn onderworpen
en dat binnenkort een rondzendbrief zal
verschijnen waarin de werking van de medische
dienst zal worden uiteengezet.
De vroegere rijkswacht heeft intussen een lijst van
de vroegere erkende geneesheren in de
politiekorpsen verspreid. Wij moeten vaststellen
dat daardoor voor een stuk wordt bewezen dat
men hopeloos achterloopt op het schema en dat
er weinig respect is voor de lokale besturen, die
nochtans de politiehervorming zullen moeten
gestalte geven.
Het pleidooi van de minister om in de
aanvangsfase alles in de grootste soepelheid te
laten verlopen, wijst er volgens mij op dat u ook
niet zo goed weet hoe het moet gebeuren.
Bovendien is duidelijk dat de vroegere rijkswacht
op dit onderdeel van de politiehervorming een
claim legt en dat de gemeentepolitie niet
voldoende wordt erkend, terwijl de politieraden,
die uiteindelijk het prijskaartje zullen moeten
bepalen, niet eens worden geïnformeerd.
Er is nog een bijkomend aspect. Bij de
geneesheren heerst onrust over het verlies van
patiënten, want als de politiemensen verplicht naar
een bepaalde arts worden gestuurd, zal
waarschijnlijk het hele gezin volgen. Zij vragen
zich af hoe u de erkende geneesheren zult
aanduiden.
Ik heb de volgende concrete vragen over dit punt.
Wanneer denkt de minister de onderrichtingen
inzake de kosteloosheid van de
gezondheidsdiensten te zullen publiceren? Zullen
enkel de artsen die vroeger erkend waren door de
rijkswacht worden aangeduid of wordt er een
nieuwe lijst opgemaakt? Hoe zal de procedure
voor de erkenning van de artsen verlopen?
Mijn derde mondelinge vraag is iets korter en
handelt over de toepassing van artikel 238, dat
betrekking heeft op het verlof in het vooruitzicht
van het pensioen. Daar bestaat heel wat
verwarring over. Vele politiemensen meenden dat
zij onmiddellijk in dat stelsel konden instappen,
maar bij goed nalezen van de wet doet een
passage uit artikel 248 iets anders
veronderstellen.
Is 1 april 2001 de datum van inwerkingtreding van
het artikel 238, waarin sprake is van een periode
van 2 jaar? Geldt die periode van maximaal 2 jaar
vanaf 1 april 2001 of wordt die datum verschoven?
Kan ingevolge artikel 248 thans nog geen
toepassing worden gegeven aan artikel 238?
Dient men effectief te wachten tot een koninklijk
besluit tot inrichting van de lokale politie is
gepubliceerd? Hoe denkt de minister over dit
probleem aan de politieraden en politiemensen
duidelijkheid te verstrekken?
06.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, les trois questions de
M. Hendrickx en comportent en réalité neuf. Elles
sont de surcroît très techniques. Pour gagner du
temps, je m'abstiendrai de répondre aux
considérations politiques. J'ai déjà dit plusieurs
fois que lorsque je prendrai ma toute dernière
circulaire en la matière, j'y aurai encore droit. Je
ne répéterai donc pas ce que j'ai déjà dit.
En ce qui concerne les assurances du personnel,
l'article 47 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction
de police, tel que modifié par la loi du 7 décembre
1998, prévoit que la commune, ou le cas échéant
la zone pluricommunale, est responsable des
dommages causés par les fonctionnaires de
police de la police locale. Aussi longtemps que la
police locale n'est pas mise en place
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
conformément à l'article 248 de la loi précitée du 7
décembre 1998, la responsabilité civile est
assumée dans les zones pluricommunales par les
communes qui la composent. Pour les modalités
du règlement de la responsabilité civile, je vous
renvoie, monsieur le bourgmestre, à ma circulaire
du 4 juillet 2000 concernant le règlement de la
responsabilité dans le cadre du fonctionnement
intégré au sein des zones de police.
J'en arrive à votre deuxième question. Le coût des
soins médicaux pour les membres du personnel
de la police communale bénéficiant des soins
médicaux gratuits, est à la charge du budget de la
police fédérale. J'y reviendrai dans un instant.
Réponse à votre troisième question. Jusqu'à la
mise en place des corps de la police locale, les
membres du personnel des corps de police
communale sont toujours soumis au règlement
des accidents du travail qui leur est actuellement
applicable. Il n'y a donc pas de nécessité, pour les
conseils de police, de contracter une assurance
complémentaire couvrant les accidents du travail
dans l'attente de l'institution de la zone. La même
chose vaut pour les membres des brigades
territoriales de la police fédérale qui, jusqu'au
moment de leur passage à la police locale,
demeurent soumis au règlement des accidents du
travail de la police fédérale.
Pour ce qui concerne le chef de zone, depuis sa
nomination et pour autant que celle-ci intervienne
avant la mise en place de la police locale, les
mesures nécessaires doivent être adoptées dans
le cadre de la responsabilité civile et de
l'assurance pour les accidents du travail. Il doit
alors être considéré ici comme un membre du
personnel de la zone, même si la police locale
n'est pas encore instituée.
En ce qui concerne la désignation des médecins,
je reviendrai, avant de répondre à vos questions
précises, sur l'une ou l'autre de vos considérations
préalables. Depuis le 1
er
avril 2001 prévaut en
effet un nouveau règlement relatif à la protection
médicale des fonctionnaires de police de la police
communale, bientôt de la police locale. Dans
l'attente de la circulaire qui lui est relative, le
directeur général des ressources humaines a ainsi
pris les initiatives nécessaires d'information et
d'accompagnement par le biais des services de
coordination et d'appui. La liste des médecins
reconnus a également été communiquée par la
commission permanente de la police communale.
Une preuve supplémentaire que tous les
partenaires du processus de réforme statutaire
ont bien été associés, comme cela était prévu.
Il s'agit également, en la circonstance, d'une
application concrète de l'article 11, 9° de l'arrêté
royal concernant le commissaire général et la
direction générale de la police fédérale. Je
conteste donc formellement l'affirmation selon
laquelle il s'agit - je vous cite - "d'une option posée
par la gendarmerie d'hier".
Enfin, je puis mentionner que l'ensemble des
médecins reconnus ont été informés par écrit par
le directeur du service médical des services de
police sur les conséquences de l'arrêté
mammouth quant à la protection médicale.
L'honorable membre passe également sous
silence les sessions de formation qui, dans le
cadre de la tâche de soutien de la police fédérale,
ont été organisées à destination des responsables
du personnel des zones durant le mois de mars
2001.
Les questions de la protection médicale et du
contrôle ont été très concrètement évoquées. Une
première documentation a été mise à la
disposition des nombreux participants qui ont
tous, malgré la complexité et l'ampleur de la
réforme statutaire, marqué un grand intérêt.
Enfin, il est injuste d'affirmer non seulement que
les conseils de police sont laissés dans
l'incertitude, ce qui n'est pas le cas, mais
également qu'ils devront payer la facture. Les
coûts consécutifs à l'application de la partie 10,
titre 1 de l'arrêté "Mammouth", à savoir la gratuité
des soins de santé, sont intégralement pris en
charge par l'autorité fédérale.
Finalement se pose seulement la question de
savoir si, de concert avec les policiers, les
membres de leur famille changeront de médecin.
Réponses aux questions plus précises.
1. La circulaire relative au service médical - qui,
conformément à l'article
1,1, 22° de l'arrêté
"Mammouth", est le service médical des services
de police - sera encore diffusée durant ce mois.
2. L'objectif est, lors de la phase de départ - et il a
été insisté sur ce point lors des sessions
d'information évoquées précédemment -, de s'en
tenir au réseau de médecins agréés qui vaut pour
la police fédérale. A court terme, la liste devra être
élargie compte tenu de l'extension du champ
d'application "ratione personae".
3. La procédure actuellement utilisée est une
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
bonne procédure. Cela ne signifie néanmoins pas
que l'on doive écarter d'éventuelles adaptations.
Les services suivent ainsi avec intérêt les
évolutions dans le secteur de la sécurité sociale. Il
n'est pas exclu qu'à terme, pour les procédures en
question, il puisse être tenu compte du
phénomène des médecins généralistes
permanents et des économies que cela pourrait
entraîner pour le budget mentionné.
Pour ce qui concerne l'extension de la liste à court
terme, il est possible au chef de zone, le cas
échéant, d'agréer tous les médecins de son
ressort. Sur la base des candidatures, l'extension
se concrétisera; pour ce faire, il sera tenu compte
de l'âge, de l'expérience professionnelle et de la
situation du cabinet du médecin. La procédure
n'est donc nullement arbitraire et n'a pas
engendré à ce jour de problèmes notoires; il n'y a
pas de raison de croire qu'il en sera autrement à
l'avenir.
M. Hendrickx peut donc être convaincu que nous
ne retardons pas désespérément les choses.
Compte tenu de l'ampleur et de la complexité de
la réforme statutaire concernant plus ou moins
40.000 personnes, la réforme suit finalement un
cours très raisonnable.
Enfin, en ce qui concerne l'entrée en vigueur de
l'article 238 de la loi, pour la réponse à vos deux
premières questions, l'article 260 de la loi du
7
décembre 1998 portant organisation d'un
service de police intégrée règle son entrée en
vigueur, de telle sorte qu'effectivement,
l'article 248 alinéa 4 de la même loi est parfois
perdu de vue.
La décision visée par l'article 238 de la loi, à savoir
la décision prise par le conseil communal ou le
conseil de police d'instaurer une mesure
volontaire de congé préalable pour tout ou partie
des membres du personnel de la police locale,
peut seulement légalement être prise dans un
délai de deux années, prenant cours à compter de
l'adoption d'un arrêté royal constituant la police
locale, conformément à l'article 248 précité. Il
convient donc d'attendre jusqu'à ce moment pour
que le conseil communal ou de police puisse
décider du congé préalable à la retraite. La
mesure est alors valable durant cinq années; en
effet, conformément à l'article 41 de la loi du
27 décembre 2000, dite loi "Mosaïque", portant
différentes dispositions relatives à la position
juridique du personnel du service de police,
quiconque satisfait aux conditions d'application
dans ce terme de cinq ans - ratione personae, âge
de 55 ans, etc. - peut bénéficier de ce congé.
Enfin, en réponse à votre troisième question, la
police fédérale a déjà initié, dans le courant de
mars 2001, des sessions d'information à
destination des responsables du personnel des
zones, sessions qui semblent avoir été tout
particulièrement appréciées.
Il en est ressorti que l'application de l'article 238
nécessitait d'amples précisions.
Je puis ainsi informer M. Hendrickx qu'une
circulaire diffusera bientôt les explications
nécessaires. Cette circulaire sera bien entendu
prise sur la base des questions pertinentes qui ont
été posées à l'occasion de ces séances
d'information.
06.03 Marcel Hendrickx (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wil de minister bedanken voor zijn
antwoorden.
Mijnheer de minister, u zegt dat het allemaal
technische vragen zijn, maar dit zijn de vragen die
bij de mensen en de politieambtenaren leven.
Hierop zou reeds eerder een antwoord moeten
zijn gegeven. De minister zegt dat de informatie
inzake de gratis gezondheidszorg in de loop van
deze maand zal verschijnen, maar deze regeling
is vandaag van toepassing en wij weten niet hoe
wij ze moeten toepassen.
Ik dank de minister voor de technische en
duidelijke antwoorden. Ik zou inderdaad graag
over de antwoorden beschikken, dan kunnen wij
ze vanavond nog in het Politiecollege meedelen.
Le président: Chers collègues, notre collègue
Larcier a demandé à intervenir brièvement sur la
réforme des polices.
06.04 Guy Larcier (PS): Monsieur le président, je
tiens tout d'abord à vous remercier, ainsi que le
ministre, de m'autoriser à prendre la parole alors
que je n'étais pas inscrit à l'agenda.
Monsieur le ministre, vous avez dit, vous avez
promis, vous avez écrit à de très nombreuses
reprises que la réforme des polices, dans son
volet communal, n'aurait pas d'impact sur les
budgets communaux. Il est inutile de rappeler
toutes les interventions qui ont eu lieu à cet égard
car il y en a eu énormément.
J'avais cependant certains doutes à ce propos. Je
me suis donc livré, avec quelques-uns de mes
collègues, à une étude un peu approfondie d'un
document qui nous est parvenu presque par
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
indiscrétion voici une dizaine de jours à la
Chambre.
Monsieur le ministre, vous êtes luxembourgeois.
Vous avez été bourgmestre de Manhay; vous
connaissez donc bien le problème des finances
communales. Vous savez que j'ai écrit à de
nombreuses reprises à votre cabinet la première
fois, en décembre pour poser une série de
questions. Je n'y ai obtenu aucune réponse. J'ai
donc adressé des rappels, qui sont également
restés sans suite. J'ai même posé une question
parlementaire. Je n'ai toujours pas de réponse.
A cet égard, je tiens à remercier M. Koekelberg,
qui est venu me répondre en ce qui concerne la
zone qui me concerne.
Mais comme les doutes persistaient sur
l'ensemble de la province, j'ai réuni récemment les
six zones de la province de Luxembourg pour
poser le problème relativement aux différentes
zones. Malheureusement, la conclusion est
toujours la même: l'impact financier sur les
communes sera extrêmement lourd. Je vais vous
donner un exemple: la zone d'Arlon. Si nous y
maintenons l'effectif actuel, à savoir 115 policiers,
la réforme coûtera à la zone plus de 58 millions.
M. Koekelberg nous a d'ailleurs confirmé le chiffre,
en disant très honnêtement que nous vivions la
situation la plus critique de Belgique. Si nous
diminuons notre effectif de vingt unités, dans le
respect de la norme KUL, nous devrons encore
payer 23 millions en plus, ce qui est tout à fait
aberrant. En payant plus, nous rendrons moins de
services aux citoyens. Cela me semble tout à fait
opposé à ce qui avait été promis lors de
l'élaboration de la réforme.
Monsieur le ministre, confirmez-vous aujourd'hui
que l'opération de réforme des polices sera bien
indolore pour les finances communales? Dans
l'affirmative, voulez-vous nous expliquer comment
vous allez faire pour que les chiffres qui sont en
notre possession soient corrigés?
Si les chiffres devaient être maintenus, je crois
hélas que bon nombre de communes seront en
état de faillite.
Par ailleurs, monsieur le ministre, acceptez-vous
de rencontrer une délégation de la province de
Luxembourg, voire d'autres provinces? Si oui,
quand? Nous désirons en effet discuter des
chiffres avec vous. Et êtes-vous ouvert aux
discussions pour revoir la situation spécifique des
communes, que vous connaissez bien?
Le président: Y a-t-il d'autres intervenants sur le
même sujet? (Non)
06.05 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, c'est bien volontiers que je répondrai à
M. Larcier. Je tiens toutefois à lui rappeler que
nous avions établi comme règle d'informer - par
courtoisie
-
le ministre des questions qui lui
seraient posées, de manière à ce qu'il puisse
préparer son dossier. Cela est bien nécessaire,
surtout lorsque l'on parle de chiffres.
Monsieur Larcier, si vous désirez me rencontrer
pour discuter, il ne faut pas venir m'interroger au
parlement à l'occasion d'une réunion de la
commission. J'ai toujours reçu tous ceux qui
demandaient à être reçus. Et je vous ai même
envoyé, dans cette région qui m'est chère, mon
expert, pour répondre aux questions précises que
vous aviez posées. Ne venez donc pas prétendre
que vous n'avez pas reçu de réponse à ces
questions. Je vous ai envoyé celui qui aurait
préparé la réponse écrite que je vous aurais
envoyée. Celui-ci s'est rendu sur place et a
dialogué avec vous.
Malheureusement, vous n'étiez pas très souvent
présent en commission de l'Intérieur pour suivre
nos débats. En effet, les commissaires présents
savent que les questions que vous posez qui
sont des questions de principe qui ne concernent
pas seulement Arlon ou le Luxembourg, mais je
comprends pourquoi vous insistez sur cette belle
région ont fait l'objet de très longs débats, de
très longues discussions. Beaucoup de questions
ont été posées et les réponses ont déjà été
données. Les décisions sont prises. Elles ont été
communiquées au parlement. Il y a eu une très
large discussion à ce sujet.
Nous en avons reparlé, le groupe CVP pourra le
confirmer, à l'occasion de la vive discussion
relative à la modification et à la révision de l'article
184 de la Constitution. Il n'est donc pas question
de modifier des décisions qui ont été prises à la
suite d'une large discussion. Les représentants
des unions des villes et des communes y étaient
présents. D'ailleurs, un certain nombre de
membres éminents du groupe politique auquel
vous appartenez ont participé à ces réunions. J'ai
été attentif aux préoccupations des communes
rurales ou de moins grande taille que les grandes
villes du royaume. Il est vrai que l'on a beaucoup
insisté sur cet aspect des choses. Si vous étiez
venu en commission, vous auriez entendu les
réponses précises que j'ai données et j'ai toujours
parlé de la neutralité globale de l'opération, de la
neutralité globale pour les communes. Il fallait,
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
pour arriver à cela, faire un double exercice.
Le premier, c'était de s'assurer que tous les
moyens nécessaires, existant pour couvrir les
besoins actuels étaient toujours disponibles et que
des moyens supplémentaires, comme par
exemple ce qui a trait au surcoût statutaire, étaient
bien existants, mais je me répète et vous pouvez
consulter cela dans les archives parlementaires.
J'ai aussi insisté sur le fait qu'en dehors de tout
cela, il y a un certain nombre de coûts qui sont
aujourd'hui supportés par les communes et qui
demain seront à la charge de la police fédérale:
vous venez d'entendre ce que je viens de dire à
propos du service médical, ce que j'ai dit en ce qui
concerne le secrétariat social et encore toute une
série d'autres postes.
La deuxième considération, qui a guidé le
gouvernement qui a pris la décision, c'est qu'il faut
veiller à la répartition des moyens existants et
c'est bien de cela qu'il s'agit, il ne s'agit pas
encore d'un régime définitif où on fixera le nombre
idéal de fonctionnaires de police nécessaires par
zone.
La KUL a fait un exercice objectif et technique qui
vise à déterminer, selon les effectifs existants,
c'est-à-dire à peu près 27.000 hommes sur le plan
local, ce qui se serait passé dans chaque zone si
chacun avait agit de la même manière sur la base
de critères objectifs, de paramètres, qui sont ceux
utilisés par la norme de la KUL. On a eu un calcul
objectif pour voir comment les moyens de l'Etat
fédéral seraient répartis.
Je tiens à rajouter que j'ai également insisté au
moment où l'on a fixé les zones, sur l'importance
d'avoir une taille suffisante pour faire face à
l'ensemble des besoins. Si je prends l'exemple du
Luxembourg, l'arrondissement de Marche, dont je
suis un habitant, a eu la sagesse de faire une
zone étendue, puisqu'elle reprend les 12
communes de l'arrondissement. J'ai l'impression
d'avoir été moins entendu dans le sud, mais
chacun assume ses responsabilités et les
conséquences des décisions qui sont prises.
Il faut donc une répartition des moyens
disponibles sur la base de critères objectifs.
Quelle est la réalité que cet exercice a résolue?
Non pas un problème communautaire, comme M.
De Man a essayé de le faire croire tout à l'heure.
En effet, depuis que la Belgique est la Belgique, la
répartition des effectifs de gendarmerie s'est
opérée essentiellement vers les zones rurales, les
polices communales suffisant largement à la
tâche dans les grandes zones et les grandes
concentrations urbaines. On a donc constaté que
dans les zones rurales, il y avait en général un
sureffectif de gendarmes, et à certains endroits,
celui-ci était même extrêmement important.
On a voulu des zones de police locale, avec la
responsabilité assumée par les bourgmestres, il
faut alors en accepter les conséquences. Si on
avait fait le choix d'une police unique relevant
uniquement du ministre de la Justice et du
ministre de l'Intérieur, son financement aurait alors
relevé uniquement des budgets fédéraux et non
pas pour une bonne part des autorités locales.
Sur base de cette analyse de régression, on a
donc constaté qu'à certains endroits, il existait des
sureffectifs très importants. C'est le cas chez
vous: vous disposez d'un effectif de
65
gendarmes pour 50
policiers communaux.
Qu'est-ce que cela signifie? Qu'il existe quelqu'un
pour les payer, qui est la communauté nationale.
Précisément, pour essayer d'arriver à plus de
justice dans la répartition des moyens, on a prévu
d'accorder aux communes un délai de douze ans
pour se mettre en ordre, de manière à ce que
l'effort puisse être absorbé, soit en maintenant et
en payant progressivement les effectifs jugés
nécessaires, soit en ne procédant pas à des
remplacements d'anciens gendarmes ou
d'anciens policiers.
Voilà qui sera réalisé durant douze ans, grâce à
l'effort de solidarité des communes qui, dans le
passé, avaient accompli un effort beaucoup plus
important pour la sécurité en investissant pour les
policiers communaux. Dans certaines communes,
nous avons fait intervenir un critère
supplémentaire: la comparaison avec le chiffre du
budget: l'importance des moyens consacrés à la
sécurité, dans une commune de même type, par
rapport au chiffre global du budget. Ou encore
l'effort réalisé par habitant.
Pour les communes qui n'atteignaient pas cette
médiane - je résume pour M. Larcier, car tout cela
se retrouve largement dans les documents
parlementaires
-, il leur a été dit qu'il faut
nécessairement accomplir cet effort pour atteindre
immédiatement la médiane; les moyens
supplémentaires seront fournis et iront en se
réduisant dans le courant des douze années.
J'ajoute que, pour les communes ou les zones de
catégorie 4 - votre catégorie 2 n'est pas visée par
la mesure -, la situation est bien pire que chez
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
vous, parfois tout à fait anormale. En ce qui
concerne les effectifs des anciens gendarmes, on
laisse une période de deux ans pour se mettre en
règle, avec une contribution financière
supplémentaire.
Mon rôle ne consiste pas uniquement à être
attentif à la situation des communes
luxembourgeoises, bien que moi-même
Luxembourgeois, mais de toutes les communes
du Royaume. Indépendamment du problème
particulier que vous évoquiez, ce qui est
recherché est davantage de justice quant aux
efforts financiers réalisés par les uns et par les
autres; il est clair qu'il faudra mesurer dans la
pratique ce que donne l'application de ces
critères. C'est la raison pour laquelle les décisions
prises seront confirmées sur base d'arrêtés
royaux.
Pour cette année de transition, tous les coûts
seront couverts; l'année prochaine, on appliquera
le régime prévu. A la fin de l'année prochaine, une
évaluation générale sera effectuée. J'aurai alors
retrouvé les 300 millions dont je vous ai parlé pour
la zone 4, plus 200 millions d'un effort de solidarité
dans un autre domaine de l'Etat fédéral, c'est-à-
dire près d'un demi milliard. Nous verrons à ce
moment-là s'il y a lieu de procéder à certaines
corrections.
La décision se prendra avec l'Union des villes et
des communes pour déterminer les critères. En
effet, de la même manière que le système mis en
oeuvre est un système parfaitement objectif,
quand il s'agira de procéder à des corrections
dans l'avenir, je souhaite que cela reste tout aussi
objectif et que cet effort particulier ne soit pas
consenti à la tête du client, en raison du niveau
d'amitié qui peut le lier au ministre compétent.
Après deux ans, on procédera à une évaluation.
On verra quelles sont les corrections à apporter. A
présent, nous sommes dans un régime transitoire.
Dans deux ans, les normes seront également
fixées par la loi.
Certaines zones me disent que si la KUL a bien
utilisé des paramètres objectifs, ils ont peut-être
été pondérés insuffisamment. Je n'en sais rien. La
KUL m'assure qu'elle a pondéré ces paramètres
de manière sérieuse. Je vous donne deux
exemples. Dans une zone où se trouve une
institution universitaire a-t-on suffisamment tenu
compte du surcroît de population pendant cinq
jours sur sept, et donc des risques du point de vue
de l'ordre public ou de la délinquance que cela
entraîne? La KUL répond que oui mais certains en
doutent. Je demanderai que l'on procède à des
vérifications.
Autre exemple concernant les zones de la région
côtière du nord du pays: La Panne, Middelkerke,
etc. On me dit qu'on n'a peut-être pas tenu
suffisamment compte des surcroîts de population
que l'on retrouve dans ces zones à certaines
périodes de l'année. La KUL m'affirme que si mais
nous allons vérifier ce qu'il en est.
Vous êtes luxembourgeois comme moi. Ce
raisonnement n'a pas encore été tenu mais on
peut se demander si dans ma zone où se trouvent
les belles communes de Manhay qui m'est très
chère de Hotton ou de La Roche, qui sont en
effet beaucoup plus fréquentée à certaines
périodes de l'année, le calcul qui a été fait a tenu
compte de cet état de chose. Nous le vérifierons.
En conclusion, monsieur le président, je dirai que
tout ceci a été réalisé sur une base tout à fait
objective. L'autonomie a un prix. On ne peut pas,
au moment des élections, se présenter à l'électeur
en disant que l'on va assurer sa sécurité et se
tourner vers quelqu'un d'autre pour en assumer le
coût. Nous avons pris des précautions pour la
mise en oeuvre du système puisqu'une période
transitoire a été prévue. Les chiffres auxquels
vous faites allusion sont ceux du passé. Ils ont
près de deux cents ans d'histoire. Il s'agit de
décisions qui ont été prises par des ministres, des
majorités, des bourgmestres successifs. Il faut se
donner le temps d'évaluer le fonctionnement du
système pour ensuite procéder à d'éventuelles
corrections.
Lorsque j'étais à la mer pendant ces vacances, je
vous ai vu à la télévision en compagnie de
M. Delizée. Vous avez parlé alors des exigences
qualitatives. Vous avez raison. J'ai été
bourgmestre pendant six ans de la commune de
Manhay. J'ai donc eu des préoccupations
qualitatives pendant toute cette période. Je ne
doute pas que ce soit également votre cas. Mais
en ce qui concerne les exigences qualitatives sur
le fonctionnement futur de la police, il va falloir
tenir compte de la réalité morphologique de ces
différentes communes. Bruxelles n'est pas Arlon,
Arlon n'est pas Manhay, Alost n'est pas Namur. Il
faudra donc se poser la question de savoir quel
est, compte tenu du type de zone, le chiffre idéal
minimal que l'on devrait nécessairement atteindre.
Il ne s'agit pas du chiffre idéal dans l'absolu car ce
chiffre-là sera fixé par l'autorité locale, en
concertation avec la population. Si cette autorité
veut faire plus dans toute une série de domaines,
elle pourra le faire mais elle devra en assumer le
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
coût. La responsabilité de l'autorité fédérale est de
fixer des normes minimales. A ce moment-là, sur
la base d'une série de critères c'est l'esprit du
calcul de la KUL , il faudra déterminer le chiffre
idéal de policiers que l'on devrait retrouver dans
chacune des zones.
J'ajoute enfin, mais j'imagine que vous le savez,
votre zone n'étant pas très étendue, que l'on a
prévu un mécanisme fondé lui aussi sur le calcul
de la KUL pour répartir l'effort à l'égard des
communes qui composent chaque zone. Car, bien
entendu, le résultat auquel aboutit la KUL, c'est le
résultat cumulé de chacune des communes. Dans
une même zone, il peut y avoir des communes qui
ont fait plus ou moins d'efforts dans le passé par
rapport au présent.
J'ajoute enfin que le dernier correctif qui a été fait
a tenu compte des capacités contributives des
zones. Il est vrai qu'il en est qui sont plus pauvres
que d'autres; pour celles-là, l'effort a donc été
atténué.
Mais, tout cela, je l'ai déjà dit à plusieurs reprises
à l'occasion des travaux de la commission.
06.06 Guy Larcier (PS): Monsieur le président, je
connaissais déjà la plupart des choses que le
ministre nous a dites. Mais j'ai toujours beaucoup
de plaisir à écouter le ministre.
Je crois que ce n'est pas le moment d'entamer
une polémique; telle n'est d'ailleurs pas mon
intention.
Cependant, monsieur le ministre, quand vous
parlez du sureffectif de la gendarmerie, il faut
souligner que ce n'est pas au niveau des
communes que cela a été décidé. S'il y a trop de
gendarmes dans la zone d'Arlon, ce n'est pas la
faute de la zone. Nous ne sommes pas
responsables du sureffectif.
Mais nous savons que nous allons payer sur le
terrain et dans nos finances communales, alors
que vous avez clamé haut et fort que la réforme
des polices ne coûterait rien de plus aux
communes. J'aurais simplement voulu que, dans
les faits, vous respectiez cette promesse.
06.07 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je respecte mes promesses. Bien qu'il
se défende de polémiquer, la tentation semble
trop forte pour M. Larcier. Cela tient peut-être au
fait qu'il est issu de la même circonscription
électorale que moi, mais les élections ne sont pas
encore prévues pour demain.
Je répète que j'ai tenu mes promesses, en veillant
à ce que le compte soit bon. Il faut que les
moyens nécessaires existent et qu'ils soient
globalement à la disposition des communes. Mais
il faut qu'il y ait de la justice. Et que l'on n'en arrive
pas à cette situation anormale que certains
profitent, en matière de sécurité, de ce qui est
payé par d'autres. Il est vrai que le passé a une
histoire, qu'il s'agit de corriger.
Vous pensez certainement que l'on n'a pas tenu
suffisamment compte du fait que vous êtes une
commune frontalière. Je dois dire qu'à l'époque, je
vous avais recommandé de faire une zone plus
importante que celle qui l'a été, et ce précisément
au motif que vous étiez situé en zone frontalière.
Je pensais que vous disposeriez ainsi d'un effectif
plus important et que vous pourriez mieux
équilibrer les effectifs de gendarmes et de
policiers communaux. Vous ne l'avez pas fait pour
des raisons qui vous appartiennent.
06.08 Guy Larcier (PS): Vous étiez d'accord
avec moi, monsieur le ministre.
06.09 Antoine Duquesne, ministre: Après votre
décision, nous n'avons plus eu de contacts. C'est
le gouverneur qui a été le porte-parole du ministre
de l'Intérieur et avec lequel vous avez discuté.
C'est lui qui m'a fait part de votre refus absolu.
Vous pourriez dire que vous êtes dans une
situation particulière, parce que vos communes se
situent à la frontière, qu'elles comptent beaucoup
d'habitants étrangers, qui payent leurs impôts à
l'étranger. Vous avez vu aussi qu'un accord va
être signé avec la France et l'Allemagne. C'est un
système qui devrait être généralisé parce
qu'indépendamment des services de police,
beaucoup de communes de la région frontalière
connaissent des charges importantes résultant de
leurs résidents étrangers. Il y a évidemment aussi
des avantages à cette situation.
J'ai toutefois interrogé la KUL en vue de vérifier si
l'on a suffisamment tenu compte de cette réalité
dans le travail scientifique qui a été réalisé. Nous
attendons la réponse à cette question.
Et si on me démontre demain que l'on n'en a pas
suffisamment tenu compte - non pas parce que
c'est Arlon et que c'est chez moi -, je proposerai
de procéder aux corrections nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"de poederbluswagen van de brandweer"
(nr. 4294)
07 Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Intérieur sur "le camion-extincteur
à poudre pour les services d'incendie" (n° 4294)
07.01 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, al is dit een
lokaal probleem, toch zouden er zich soms minder
drama's kunnen voordoen met "bovenlokale"
gevolgen.
Bij de bespreking van verscheidene
rampscenario's in de nucleaire zone in de
Kempen, is gebleken dat de ideale reactie bij een
nucleaire ramp erin bestaat aangepast bluspoeder
te gebruiken. Dat product zou moeten aanwezig
zijn in de nucleaire lokalen. Welnu, tijdens de
diverse besprekingen bleek dat dit bluspoeder
noch het blusvoertuig voorhanden waren in de
directe omgeving. De dichtstbijgelegen plaats
waar deze logistiek voorhanden is, is Lier. De
verplaatsing van Lier naar de nucleaire zone te
Mol-Dessel duurt, ondanks het geringe aantal
kilometers, toch drie kwartier of een uur,
aangezien men meestal op secundaire wegen
rijdt. Blijkbaar is er in de provincie Antwerpen geen
ander blusvoertuig beschikbaar. Volgens ons is
het noodzakelijk de nucleaire zone te voorzien van
een dergelijk voertuig en uiteraard ook van
aangepast bluspoeder.
Volgens de inlichtingen waarover ik beschik,
stelden de lokale burgemeesters u reeds vragen
in dat verband.
Mijnheer de minister, bent u op de hoogte van
deze problematiek? Welke initiatieven nam u
reeds en welke bent u bereid te nemen? Welke
inspanningen zullen worden geleverd om ervoor te
zorgen dat voornoemd materiaal aanwezig is in de
nucleaire site?
Zoals de meeste blusmaterialen, zullen deze
materialen ook snel vervallen. Ik had graag
vernomen hoe zij snel kunnen worden vervangen.
Welke regeling werd in dat verband getroffen?
Tot slot, mijnheer de minister, had ik nog graag
geweten welke middelen terzake zullen worden
uitgetrokken en welke de vastgestelde termijn is.
07.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega, op de eerste vraag kan ik
antwoorden dat ik inderdaad op de hoogte ben
van de problematiek.
De noodzaak van de aanschaf van een
poederbluswagen en bluspoeder voor de
brandweer, werd mij gesignaleerd door de
gouverneur van de provincie Antwerpen, in het
kader van het opstellen van het meerjarenplan
voor de besteding van de kredieten die op het
fonds voor de risico's van nucleaire ongevallen
worden voorbehouden voor de uitrusting van de
provinciale en lokale diensten.
Om tot een betere besteding van de beschikbare
middelen te komen, ben ik ingegaan op het
voorstel van mijn administratie om voortaan een
projectmatige aanpak te volgen bij de concrete
realisatie van het meerjarenplan. Hiervoor werden
reeds twee vergaderingen gehouden met de
vertegenwoordigers van de provinciegouverneurs,
waarop de keuze van het materiaal werd bepaald
en de aankoop ervan werd besproken.
Etant donné qu'il sera impossible de réaliser tous
les projets en même temps et afin de pouvoir
répondre à des demandes urgentes,
exceptionnelles et/ou imprévues telles que celles
qui se manifestent actuellement à Mol, j'ai décidé
de préserver une partie des crédits pour répondre
à ces nécessités.
L'administration vérifie actuellement quelle est la
procédure la plus efficace à appliquer.
J'informerai la commune le plus rapidement
possible de la procédure que je suivrai pour lui
fournir le matériel demandé dans les meilleurs
délais.
Finalement, la possibilité de conserver les
poudres dépend en premier lieu de leur bon
traitement durant leur durée de validité. Le
remplacement des poudres périmées se fera à
terme avec les crédits du fonds nucléaire.
Pour répondre à votre question précise
concernant Mol, je suis conscient du problème. Il
faut le régler le plus rapidement possible. J'ai
réservé des moyens budgétaires à cette fin et
mon administration est en train de voir quel est le
meilleur moyen pour mettre à disposition de la
commune le matériel demandé qui est utile. La
commune sera informée très prochainement.
07.03 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de minister, indien mogelijk zou ik graag een
extract van uw antwoord ter beschikking krijgen.
Mag ik er ook vanuit gaan, mijnheer de minister,
dat dit gebeurt met begrotingskredieten van dit
jaar?
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
07.04 Minister Antoine Duquesne: Ik hoop het.
We zijn nu in april. Dat is nog mogelijk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Chers collègues, M.
Vincent
Decroly, souffrant, a demandé de bien vouloir
excuser son absence. Sa question n° 4295 est
reportée à une date ultérieure.
08 Question de Mme Claudine Drion au ministre
de l'Intérieur sur "la célébration du 50ème
anniversaire de la convention relative au statut
des réfugiés, adoptée le 28 juillet 1951"
(n° 4380)
08 Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
viering van de 50ste verjaardag van de op 28 juli
1951 goedgekeurde overeenkomst betreffende
het vluchtelingenstatuut" (nr. 4380)
08.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre,
comme vous le savez, la convention relative au
statut des réfugiés a été adoptée le 28 juillet 1951.
Je voudrais savoir de quelle manière elle pourrait
faire l'objet d'une commémoration solennelle pour
ce 50
ème
anniversaire. Il s'agit d'un dossier
particulièrement important, avec un poids politique
certain.
C'est, en effet, aussi en 1951 que l'Organisation
internationale pour les réfugiés a été remplacée
par le HCR. Il a alors été clairement établi que la
protection internationale devenait la principale
raison d'être de cette organisation. Le statut du
HCR adopté par une résolution de l'assemblée
générale en décembre 1950 définissait, en effet,
dans leurs grandes lignes, les responsabilités du
Haut Commissariat, dont les plus importantes
étaient de fournir une protection internationale et
de chercher des solutions permanentes au
problème des réfugiés. Nous étions, à l'époque,
au lendemain de la Seconde Guerre mondiale.
En 1951, également, la convention relative au
statut des réfugiés a été élaborée parallèlement à
ce statut du HCR. Elle a force de loi et représente
une étape importante du droit international des
réfugiés. Elle établit une définition générale du
réfugié, qui ne le subordonne plus à des groupes
nationaux spécifiques. Un réfugié est une
personne qui se trouve hors de son pays d'origine
car elle craint avec raison d'y être persécutée du
fait de sa race, de sa religion, de sa nationalité, de
son appartenance à un certain groupe social ou
de ses opinions politiques, et qui ne peut ou ne
veut se réclamer de la protection de ce pays ou y
retourner par crainte de subir des persécutions.
La convention établit tout aussi clairement le
principe du non-refoulement, en vertu duquel un
réfugié ne peut être renvoyé contre son gré dans
un territoire où il(elle) pourrait être exposé(e) à la
persécution. Elle fixe des normes pour le
traitement des réfugiés, notamment pour leur
statut juridique, leur emploi et leur bien-être.
Toutefois, cette convention ne s'appliquait, à
l'époque, qu'aux personnes réfugiées à la suite
d'événements survenus avant le 1
er
janvier 1951.
De plus, les Etats signataires avaient la possibilité
d'en limiter l'application géographique à l'Europe,
tandis que le HCR avait, lui, de manière générale,
compétence pour s'occuper des problèmes de
réfugiés là où ils surgissaient, quels que soient la
date et le lieu, dans la mesure où les personnes
concernées craignaient avec raison d'être
persécutées. Je fais un peu d'histoire mais c'est
important pour souligner le poids politique de ce
dossier.
Les décennies qui ont suivi ont apporté la preuve
que les millions de réfugiés n'étaient nullement un
phénomène lié à la Seconde Guerre mondiale et à
ses conséquences immédiates. L'apparition de
nouveaux groupes de réfugiés a montré l'urgente
nécessité d'adapter la convention pour qu'elle
puisse également s'appliquer à leur cas et, depuis
1967, un protocole a été introduit pour supprimer
la limite temporelle et donner à la convention une
portée réellement universelle, dont on constate
encore aujourd'hui toute l'importance.
Monsieur le ministre, comment la Belgique, qui
sera présidente en exercice de l'Union
européenne au moment de la commémoration, le
28 juillet prochain, entend-elle organiser cette
célébration sur le plan officiel?
D'autre part, notre pays fut un ardent défenseur de
ladite convention lors de l'évaluation du Traité de
Maastricht et de l'élaboration du Traité
d'Amsterdam. Vous-même, monsieur le ministre,
en avez souligné toute l'importance au sommet de
Tampere.
Pouvez-vous nous dire ce que la Belgique prévoit
d'organiser à cette occasion, quel sera l'agenda et
si les ONG, la société civile, les organisations de
défense des droits de l'homme y seront
associées?
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
08.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, madame Drion, l'anniversaire de la
convention de Genève du 28 juillet 1951 relative
au statut des réfugiés ne fera pas l'objet d'une
célébration particulière. Cela n'enlève rien, bien
entendu, à l'attachement indéfectible que la
Belgique lui porte ni au respect que nous lui
devons.
Toutefois, il ne s'agit ni d'un instrument belge, ni
même d'un instrument européen. Le fait que la
Belgique assurera la présidence de l'Union
européenne à ce moment-là est donc sans
incidence particulière.
Madame, je vous remercie d'avoir dit que j'avais
personnellement salué l'importance de cet
événement à Tampere, mais je dois vous avouer
que, n'y étant pas présent, je n'ai pu tenir de tels
propos. Cependant, je l'aurais fait bien volontiers.
En tant que ministre de l'Intérieur, je me trouvais à
Turku et c'est le premier ministre qui se trouvait à
Tampere. En tout cas, je vous remercie d'avoir
laissé croire durant un instant que j'avais assisté à
cette réunion importante.
Je voudrais vous préciser qu'une conférence
européenne très importante sur l'immigration se
tiendra à Bruxelles les 16 et 17 octobre 2001 dans
le cadre de la présidence belge de l'Union et le
haut commissariat des Nations unies pour les
réfugiés, qui est le gardien de la Convention de
Genève, y participera très activement.
Donner l'occasion au haut commissaire de
participer, en ayant une place privilégiée, à cette
conférence interrégionale pour donner son avis
sur l'immigration est sans doute un plus bel
hommage à la Convention qu'un simple hommage
à caractère académique.
08.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, je voudrais dire au ministre
que je suis désolée de m'être trompée.
Cependant, il me semble que le gouvernement a
effectivement pris position lors du sommet de
Tampere. Et si ce n'est pas vous, monsieur le
ministre, qui vous êtes exprimé, je suis persuadé
que vous vous êtes associé à ce qui a été dit.
Je regrette réellement que l'anniversaire de cette
convention ne fasse pas l'objet d'une célébration,
même si, comme vous le dites, une importance
sera donnée à la conférence sur l'émigration,
notamment par la présence du haut commissaire.
Je vais donc interpeller mes collègues pour que le
parlement organise quelque chose. Si le 28 juillet,
nous sommes en vacances, rien n'empêche de
prévoir une célébration auparavant. Il me semble
qu'il faut "marquer le coup". Il s'agit de moments
qui ont tout leur poids. Et même si je conçois
aisément que cette convention internationale
dépassera de loin le cadre national et européen, il
me semble que l'on soulignerait l'importance de
cette convention si chaque parlement décidait de
fêter cet anniversaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Aan de orde is normaal de vraag
nr. 4397 van de heer Francis Van den Eynde. Hij
is niet aanwezig en ik heb van hem geen nieuws.
Overeenkomstig artikel 89,11 van het Reglement
beschouw ik zijn vraag dus als ingetrokken. De
heer Karel Van Hoorebeke is er intussen wel; lang
verwacht en toch gekomen.
09 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4425)
09 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la procédure en
matière de régularisation" (n° 4425)
09.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik neem aan dat ik uit uw introductie
niet moet afleiden dat u liever had gehad dat ik
niet was gekomen?
De voorzitter: Ik heb dat niet gezegd en naar mijn
achterliggende gedachten moet u mij niet vragen,
want die zal ik niet formuleren.
09.02 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, u weet dat ik u
al verschillende keren over dit dossier heb
ondervraagd. Ook andere collega's, uit andere
partijen, ligt dit dossier na aan het hart, niet omdat
het politiek moet worden uitgespeeld, maar omdat
het betrekking heeft op een niet onbelangrijk
aantal mensen die in een precaire situatie
verkeren en liefst zo spoedig mogelijk uitsluitsel
krijgen omtrent de aanvraag tot regularisatie die zij
hebben ingediend.
Ik heb u daarover een tijdje geleden ondervraagd.
U hebt toen zeer affirmatief verklaard dat u zich
nog steeds aan de voorziene einddatum van 30
juni of 1 juli 2001 wilt houden. Ik heb daar vrede
mee genomen en wij zouden het dossier verder in
het oog houden.
Ondertussen heb ik opnieuw een verklaring
gelezen van collega Vandenhove, de
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
burgemeester van Sint-Truiden, waarin hij zegt dat
uit de dossiers die via zijn gemeente werden
ingediend duidelijk blijkt dat die einddatum van 30
juni 2001 niet zal worden gehaald.
Mijnheer de minister, het is niet goed dat bij de
behandeling van dergelijke zaken steeds
verschillende signalen worden gegeven. U bent de
bevoegde minister. Wij gaan ervan uit dat hetgeen
u ons vertelt, als aanvaardbaar en realiseerbaar
kan worden beschouwd. Als u verklaart dat de
einddatum van 30 juni nog altijd wordt
aangehouden, is het vervelend dat een
parlementslid geen burgemeester die vanuit het
verre gemeentehuis de zaken beoordeelt een
ander signaal geeft. Hij zegt dat dit niet het geval
zal zijn en dat de commissie zelfs in de
irregulariteit zal terechtkomen omdat er geen
einddatum is vastgelegd. Eigenlijk zou er een
beslissing moeten komen omtrent de verlening
van de regularisatiecommissie.
Mijnheer de minister, refererend aan het antwoord
van enkele weken geleden, vraag ik u wat de
huidige stand van zaken is. Kunt u ons cijfermatig
meedelen hoeveel dossiers nog door de
regularisatiecommissie moeten worden
afgehandeld en hoeveel dossiers thans bij u ter
ondertekening liggen? Kunt u vandaag bevestigen
dat de einddatum van 30 juni 2001 nog steeds
wordt aangehouden?
09.03 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je remercie M. Van Hoorebeke de sa
question. Je sais qu'il la pose avec de bonnes
intentions et cela me donne l'occasion de couper
les ailes à tous ceux qui font des interventions
dans un sens ou dans l'autre, avec des intentions
peut-être moins louables.
En effet, certains pensent peut-être que si l'on n'a
pas terminé pour le 1
er
juillet, nous allons
régulariser tout le monde. Il n'en est pas question.
Ce n'est pas la loi.
D'autres pensent peut-être que si l'on n'a pas
terminé le 1
er
juillet, on ne régularisera pas ceux
qui pourraient l'être aux termes de la loi, au seul
motif que le délai n'est pas respecté. Ceux-là se
trompent également. Vous vous souviendrez que
lorsqu'on a discuté du projet de loi au Parlement,
nous avions initialement prévu une date-butoir. Le
Conseil d'Etat nous a fait observer que c'était
imprudent car on ne sait jamais ce qui peut
arriver. Avec une date-butoir, on courait le risque
de voir certains dossiers n'avoir pas encore été
traités, et en conséquence, des gens qui auraient
normalement pu bénéficier de l'opération de
régularisation, ne pas être régularisés.
Cela étant, je vous confirme qu'en ce qui me
concerne, je pratique en la matière, et malgré
toutes les difficultés que cela peut me causer, une
politique volontariste. Je vous ai dit la fois dernière
que si j'abandonnais l'objectif du 1
er
juillet, nous
pouvions être certains que l'année prochaine, ce
ne serait pas encore terminé. J'ai essayé de
résoudre les problèmes du personnel ou en tous
cas d'apaiser ses inquiétudes. Je crois qu'un
certain nombre d'entre eux qui sont temporaires
se sont dit que si les dossiers n'étaient pas
traités, le ministre prolongerait le contrat et qu'ils
auraient du travail pendant un certain temps.
Je leur ai envoyé mon chef de cabinet pour leur
expliquer que ce n'était pas la bonne méthode. En
effet, ils ont acquis, pour les plus performants
d'entre eux, une expérience utile en la matière. Et
je ne vois aucun inconvénient à conclure avec un
grand nombre d'entre eux de nouveaux contrats,
car on en a besoin de manière permanente dans
la politique des étrangers. Il leur a donc été
expliqué qu'ils devaient essayer de soutenir le
rythme prévu dans le contrat de gestion, qui a été
conclu par tous les responsables des
commissions.
La problématique de la prolongation du contrat est
un autre problème, auquel une solution sera
apportée.
J'ajoute que j'essaye pour ma part de tout faire
pour les aider dans leur tâche. J'ai encore
augmenté les effectifs du personnel. Il y a
maintenant près de 200 personnes qui s'occupent
à plein temps de cela. Le nombre de chambres de
la commission de régularisation a été porté de huit
à onze. Les arrêtés de nomination ont été signés,
à mon initiative, par Sa Majesté le Roi le 2 avril
dernier.
J'ai donc fait tout ce qui était en mon pouvoir. Il
faut maintenant que ceux qui travaillent, fassent le
maximum pour terminer dans les délais. Cela ne
dépend plus de moi.
Mes collaborateurs rencontrent régulièrement les
membres du personnel. Et l'on constate qu'en ce
qui concerne les dossiers traités par le personnel
du secrétariat, on est en train de s'approcher du
chiffre qui était celui prévu par le plan de gestion.
Et là, j'ai la possibilité d'intervenir. Pour ce qui
concerne tous les dossiers qui ne doivent pas
passer devant une commission, je ferai tout pour
que ce soit terminé pour le 1
er
juillet. On n'est
évidemment pas à un jour près. Nous verrons à
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
ce moment-là que le nombre de dossiers qui
doivent passer devant les commissions
représente un chiffre beaucoup moins important,
de l'ordre de cinq, six ou sept mille dossiers.
Donc, même si les commissions n'auront pas tout
à fait terminé, l'essentiel le sera.
Les chiffres maintenant. Le nombre de dossiers
qui restent à traiter par la commission de
régularisation secrétariat
et
chambres est
passé sous la barre des 17.000 dossiers, à l'heure
où je vous parle. Je ne suis pas certain de vous
dire la vérité car j'ai encore signé des dossiers hier
soir et ce matin. Ceux-ci n'ont certainement pas
été comptabilisés. Il en résulte que sur les
32.662
demandes déposées en janvier 2000,
quelque 15.650 dossiers restent à traiter par la
commission de régularisation.
Comme je vous l'ai dit, la production du secrétariat
s'est fortement accrue ces dernières semaines
conformément au plan de gestion sur la base de
la jurisprudence. Ces dossiers arriveront très
rapidement chez moi à raison, m'a-t-on dit, de
1.000 dossiers par semaine. Pour autant que je
dispose du résultat des enquêtes "ordre public" -
les deux données doivent coïncider -, mais je les
ai déjà presque tous, les décisions suivront sans
tarder.
Le nombre des dossiers traités par le ministre se
monte par ailleurs à 7.460, chiffre qui se ventile
comme suit: 1.097
dossiers retournés au
secrétariat de la commission de régularisation
pour la raison que le requérant a finalement réagi
après l'avertissement du secrétariat lui annonçant
qu'il comptait émettre un avis négatif en raison du
caractère incomplet de son dossier, en application
de l'article 12 de la loi, et 29 dossiers retournés
vers les chambres en raison de l'insuffisance de
motivation de l'avis. La presse donne l'impression
que l'on renvoie des milliers de dossiers aux
chambres mais, en réalité, ce sont 29 dossiers où
la motivation était insuffisante et le ministre estime
que, sur cette base, il ne peut pas assumer la
responsabilité de signer la décision.
Le nombre de dossiers signés et clôturés
définitivement par le ministre se monte donc à
6.334, ce à quoi s'ajoutent 1.552 dossiers clôturés
administrativement pour cause de double
comptage et pourtant comptabilisés dans le
nombre total des demandes, soit un total de
7.886 dossiers définitivement clôturés. Le nombre
de dossiers devant encore recevoir ma signature
s'élève à 24.766. Je voudrais toutefois encore
vous parler de 3.100
dossiers finalisés
positivement au niveau de la commission de
régularisation. Ils n'attendent plus que le feu vert
ultime sur le plan de l'ordre public ou de la fraude.
Vous savez en effet qu'une enquête est menée
par les autorités judiciaires avant que je ne puisse
avertir les personnes concernées de la bonne
nouvelle. C'est donc un peu plus de 21.000
dossiers qui doivent me parvenir. Dans ceux-ci, il
y en a certainement près de 15.000 qui ne
poseront aucun problème. On pourra y donner
une réponse affirmative ou négative sur la base
de la jurisprudence, du caractère complet ou
incomplet ou de l'enquête d'ordre public. En ce qui
me concerne, je pourrai donc respecter le timing
concernant ces 15.000 dossiers. Par ailleurs, pour
les quelques milliers de dossiers restants, je fais
le maximum pour que les chambres en terminent
pour le 1
er
juillet. Si ce n'était pas le cas, ce ne
serait pas un drame. La loi est claire: tous les
dossiers devront être traités, positivement ou
négativement. Mais ma volonté est bien d'en
terminer pour le 1
er
juillet de cette année.
09.04 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, ik dank de minister voor zijn
antwoord en neem nota van zijn verklaring dat hij
zich vandaag nog steeds houdt aan de einddatum
van 30 juni 2001 om die 32.000 dossiers af te
handelen, zowel door de regularisatiecommissie
als door hemzelf, met uitzondering van een aantal
dossiers in verband met fraudeonderzoek. Ik heb
er geen probleem mee alhoewel ik mij vragen stel
of dit wel mogelijk is.
Mijnheer de minister, als u nog 21.000 dossiers
moet ondertekenen, hetzij positief, hetzij negatief,
dan staat u de komende paar maanden nog heel
wat werk voor de boeg. U bent een hardwerkend
minister, dus misschien kunt u dat wel klaren.
Mijnheer de minister, in elk geval vind ik het
belangrijk dat u vandaag ook onderstreept hebt
dat zelfs de dossiers die niet afgehandeld zijn op
30 juni een normale behandeling op latere datum
zullen krijgen. Er zal dus niet worden overgegaan
tot een regularisatie van alle op dat ogenblik nog
openstaande dossiers. Als partij hebben wij altijd
achter de regularisatie gestaan, maar ook achter
een correcte manier van regulariseren. Het zou
totaal unfair en oneerlijk zijn, ten opzichte van de
dossiers die al behandeld zijn en die een negatief
advies hebben gekregen, dat de andere dossiers
dan door het vervallen van een eigenlijk niet door
de wet voorziene einddatum zouden in
aanmerking komen voor een globale regularisatie.
Ik denk dat het vandaag toch belangrijk is dat u
die verklaring hier voor deze commissie hebt
bevestigd.
18/04/2001
CRIV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
09.05 Antoine Duquesne, ministre: Elle est
symbolique mais il est évident que cette date ne
doit nullement empêcher le traitement normal et
correct des dossiers. Votre question m'a permis
de rappeler quels sont les termes de la loi. Le
gouvernement doit mettre à la disposition des
commissions les moyens d'aller au bout de son
travail.
Il n'y a pas de raison que l'on tarde, on l'a déjà
suffisamment fait dans cette affaire et il faut tout
faire pour en terminer dans les délais convenus.
Ce sont des délais de convenance politique car le
souci était que les demandeurs soient fixés le plus
rapidement possible sur leur sort. La date du 1er
juillet vient de là.
Je vous remercie de votre sollicitude: cela
constitue en effet un nombre considérable de
dossiers. Quand je suis rentré de Tirana à 19H00,
j'ai signé des dossiers jusqu'à 22H00!
En ce qui concerne les dossiers positifs, chaque
décision est individuellement notifiée mais je ne
peux n'y apposer qu'une signature.
Par contre, en ce qui concerne les dossiers
négatifs, donc des dossiers plus lourds de
conséquences, je signe chacune des décisions
individuellement en vérifiant la motivation donnée.
Je vous remercie car il est rare que l'on se
préoccupe avec autant de gentillesse des
problèmes du ministre de l'Intérieur!
09.06 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Ook dat
moet soms kunnen.
De voorzitter: U moet er begrip voor opbrengen,
mijnheer Van Hoorebeke. Een minister met de
naam Duquesne heeft het dubbele van de tijd
nodig dan een minister met de naam Tant om te
tekenen. Dat is normaal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
benoeming van de burgemeester voor de
gemeente Voeren" (nr. 4426)
10 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la nomination du
bourgmestre de la commune de Fourons"
(n° 4426)
10.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ongeveer twee
weken geleden deed de Raad van State uitspraak
over de klacht die door de lijst Retour à Liège was
ingediend tegen de uitslag van de
gemeenteraadsverkiezingen die hebben
plaatsgevonden in de gemeente Voeren. De Raad
van State heeft gesteld dat de klacht ongegrond is
en dat dus de gemeenteraadsverkiezingen
regelmatig zijn verlopen. Dat houdt ook in dat de
gemeenteraad vandaag, zodra het arrest van de
Raad van State is geratificeerd, op regelmatige
wijze is samengesteld. Naar ik verneem heeft de
meerderheid daar een kandidaat-burgemeester
voorgedragen om door de Koning te worden
benoemd. De bedoeling van mijn vraag is
dezelfde als voor elke gemeente waaromtrent
klachten hangende zijn. Zij verkeren natuurlijk
altijd ergens in een tussenperiode, een soort van
vacuüm. Ik heb trouwens vanmorgen in de krant
gelezen dat in de mij goed bekende gemeente
Evergem het schepencollege zichzelf heeft
ontbonden, omdat daar een klacht was ingediend
door de CVP-oppositie. Dit is vervelend voor de
gemeenteraad zelf, voor het college, voor de
burgemeester, maar vooral voor de burgers die op
dat ogenblik nog niet worden geleid en begeleid in
het bestuur dat zo noodzakelijk is.
Er werd dus een kandidaat-burgemeester
voorgedragen aan de Koning. Zijn er nog
wettelijke of andere bezwaren om die benoeming
door de Koning tegen te houden? Indien niet,
neem ik aan dat de Koning snel tot benoeming
van de desbetreffende kandidaat zal overgaan.
10.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je voudrais d'abord dire à M. Van
Hoorebeke que je n'ai, pour la nomination des
bourgmestres, qu'une seule jurisprudence, quelle
que soit la commune concernée, à Fouron comme
partout ailleurs. J'ai essayé de mettre de l'ordre
pour ces élections. Et je crois que l'on devra
encore, dans l'avenir, aller plus loin. Car parfois,
on a le sentiment que les autorités judiciaires ne
prennent pas clairement leurs responsabilités, ce
qui risque de bloquer certaines nominations. Là
aussi, j'essaye de clarifier les choses au
maximum avant de prendre la décision, parce qu'il
faut prendre en considération les divers intérêts
tout aussi légitimes les uns que les autres.
J'en viens à l'affaire en question.
Bij arrest nr. 94.442 van 5 april 2001 heeft de
Raad van State het beroep, ingediend door de
heren Grégory Happart en Georges Stassen
verworpen, en de gemeenteraadsverkiezingen van
8 oktober 2000 geldig verklaard.
CRIV 50
COM 450
18/04/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
De heer Hubert Broers, die intussen door de
gemeenteraad werd aangewezen om het ambt
van burgemeester waar te nemen in afwachting
van de benoeming door de Koning, werd
voorgedragen als kandidaat-burgemeester. Hij
wordt daarin gesteund door zijn lijstgenoten en
door een meerderheid van de
gemeenteraadsleden. Mevrouw de procureur-
generaal aan het hof van beroep te Antwerpen en
mevrouw de gouverneur van de provincie Limburg
brachten een gunstig advies uit.
Ingevolge een klacht, ingediend tegen de heer
Hubert Broers, heb ik mevrouw de gouverneur van
de provincie Limburg belast met een administratief
onderzoek over de ten laste gelegde feiten en met
het informeren bij de procureur des koning van
Tongeren over het door haar ambt aan deze
klacht voor te behouden gevolg.
Als er geen probleem is zal ik de benoeming
ondertekenen.
10.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de minister, ik neem akte van uw antwoord. Ik kan
er niet veel tegen inbrengen. Ik ben op de hoogte
van de strafrechterlijke klacht die tegen de
persoon van de heer Broers nog werd ingediend.
Daar moet uitsluitsel over gegeven worden. Ik kan
alleen maar hopen dat zowel de gouverneur van
de provincie Limburg als de procureur des
Konings dat zo snel mogelijk zullen doen.
Het zou natuurlijk niet mogen dat iemand zomaar
een klacht gaat indienen. "Le criminel tient le civil
en l'état", dat geldt eigenlijk voor burgerlijke zaken,
maar hier ook in administratief recht. Daardoor
tracht men de benoeming van een burgemeester
uit te stellen. Dat is niet correct.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.17 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.17 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 450
CRABV 50 COM 450
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
18-04-2001 18-04-2001
14:15 uur
14:15 heures
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Charles Janssens aan de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen over "de
openbaarmaking van de taalexamens" (nr. 4314)
1
Question de M. Charles Janssens au ministre de
la Fonction Publique et de la Modernisation de
l'administration sur "la publicité des examens
linguistiques" (n° 4314)
1
Sprekers: Charles Janssens, Luc Van den
Bossche, minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Charles Janssens, Luc Van den
Bossche, ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration
Vraag van de heer Bart Laeremans tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de taalvereisten
voor politieagenten in faciliteitengemeenten. (nr
4192)
2
Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Intérieur sur "les exigences linguistiques
imposées aux agents de police dans les
communes à facilités". (n° 4192)
2
Sprekers:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Bart Laeremans, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Charles Janssens tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
toekomst van de brevetten van officier van de
gemeentepolitie in het kader van de
politiehervorming". (nr 4302)
2
Question de M. Charles Janssens au ministre de
l'Intérieur sur "l'avenir des brevets d'officiers de la
police communale dans le cadre de la réforme
des polices". (n° 4302)
2
Sprekers:
Charles Janssens, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Charles Janssens, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
eerste minister over "de federale politiedotatie"
(nr. 750).
3
Interpellation de M. Filip De Man au premier
ministre sur "la dotation de la police fédérale" (n°
750).
3
Sprekers: Filip De Man, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Filip De Man, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "de feitelijke
degradatie van de 'enige veldwachters' en
'brigadecommissarissen' in het kader van de
politiehervorming". (nr. 4399)
4
Question de M. Yves Leterme au ministre de
l'Intérieur sur "la dégradation de fait des 'gardes
champêtres uniques' et des 'commissaires de
brigade' dans le cadre de la réforme des services
de police". (n° 4399)
4
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vragen van
6
Questions orales jointes de
6
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verzekeringen en
de politiehervorming". (nr. 4403)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "les assurances et la réforme des services de
police". (n° 4403)
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aanduiding van
artsen inzake de medische bescherming van het
politiepersoneel". (nr. 4404)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "la désignation des médecins dans le cadre
de la protection médicale du personnel des
services de police". (n° 4404)
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het tijdstip van
mogelijke in toepassing brengen van artikel 238
van de WGP". (nr. 4405)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "la date de l'éventuelle mise en oeuvre de
l'article 238 de la loi sur la police intégrée". (n°
4405)
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
, Guy Larcier
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur , Guy
Larcier
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
poederbluswagen van de brandweer" (nr. 4294)
12
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Intérieur sur "le camion-extincteur à
poudre pour les services d'incendie" (n° 4294)
12
Sprekers: Servais Verherstraeten, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Servais Verherstraeten, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de viering
van de 50ste verjaardag van de op 28 juli 1951
goedgekeurde overeenkomst betreffende het
vluchtelingenstatuut" (nr. 4380)
13
Question de Mme Claudine Drion au ministre de
l'Intérieur sur "la célébration du 50ème
anniversaire de la convention relative au statut
des réfugiés, adoptée le 28 juillet 1951" (n° 4380)
13
Sprekers:
Claudine Drion, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Claudine Drion, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4425)
14
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "la procédure en matière de
régularisation" (n° 4425)
14
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
benoeming van de burgemeester voor de
gemeente Voeren" (nr. 4426)
16
Question de M. Karel Van Hoorebeke au ministre
de l'Intérieur sur "la nomination du bourgmestre
de la commune de Fourons" (n° 4426)
16
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
18
APRIL
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
18
AVRIL
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.23 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Vraag van de heer Charles Janssens aan de
minister van Ambtenarenzaken en Modernisering
van de openbare besturen over "de
openbaarmaking van de taalexamens" (nr. 4314)
01 Question de M. Charles Janssens au ministre
de la Fonction Publique et de la Modernisation de
l'administration sur "la publicité des examens
linguistiques" (n° 4314)
01.01 Charles Janssens (PS): SELOR, dat in
januari 2000 werd opgericht ter vervanging van het
Vast Wervingssecretariaat, heeft een goede
website. Alleen worden de taalexamens er niet op
vermeld.
Moet er niet meer ruchtbaarheid gegeven worden
aan de taalexamens, de vereiste vaardigheden en
de inschrijvingsvoorwaarden ?
01.01 Charles Janssens (PS) : Le SELOR, qui a
remplacé le Secrétariat permanent de recrutement
en janvier 2000, dispose d'un site internet efficace,
mais ce site ne mentionne pas les examens
linguistiques.
Ne convient-il pas de faire une meilleure publicité
de ces examens, quant aux exigences requises et
modalités d'inscription ?
01.02 Minister Luc Van den Bossche (Frans) :
Sinds juli 2000 heeft SELOR een website waar
kandidaten terecht kunnen voor informatie over
examens en inschrijvingsvoorwaarden. Het leek ons
evenwel niet opportuun ook de taalexamens te
vermelden.
Een koninklijk besluit van 1996 betreffende de
organisatie van taalexamens bepaalt dat men zich
dient in te schrijven via de personeelsdienst van de
besturen. Een vermelding op de SELOR-site zou
verwarring kunnen scheppen. Het is mijn bedoeling
dat zo veel mogelijk mensen aan deze examens
deelnemen.
Ik leg momenteel de laatste hand aan een nieuw
besluit dat ertoe strekt de inschrijving voor de
examens mogelijk te maken zonder de omweg via
de personeelsdiensten van de besturen. De teksten
zijn klaar. Als het besluit erdoor is, zal niets het
01.02 Luc Van den Bossche , ministre (en
français) : Depuis juillet 2000, le SELOR dispose
d'un site qui informe les candidats sur les examens
et les modalités d'inscription. Il nous a cependant
paru inopportun d'y mentionner les examens
linguistiques.
Un arrêté royal de 1966 relatif à l'organisation de
ces examens linguistiques prévoit en effet que
l'inscription doit s'y faire par le biais du service du
personnel des administrations. Les mentionner sur
le site du SELOR risquait d'induire les candidats en
erreur. Mon souci est de faire participer le plus
grand nombre à ces examens.
Je suis occupé à finaliser un nouvel arrêté visant à
ouvrir les examens sans passer par les services du
personnel des administrations. Les textes sont
prêts. Ensuite, il n'y aura plus d'obstacle à ce que
les examens linguistiques soient diffusés sur le site
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
bekendmaken van taalexamens via de site van
SELOR meer in de weg staan.
du SELOR.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bart Laeremans tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
taalvereisten voor politieagenten in
faciliteitengemeenten. (nr 4192)
02 Question de M. Bart Laeremans au ministre de
l'Intérieur sur "les exigences linguistiques
imposées aux agents de police dans les
communes à facilités". (n° 4192)
02.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Volgens
Minister Duquesne moeten enkel de politieagenten
van een politiepost in de taalgrensgemeente
voldoen aan de wettelijke tweetaligheidsvereisten.
Het functioneren van de politiezones roept
ondertussen nog altijd nog vragen op. Kunnen de
agenten aan verschillende posten worden
toegewezen? Kunnen aspirant-politieagenten
vragen om niet naar een taalgrensgemeente
verwezen te worden? In welke mate is een
politiezone vrij om eerst de vacatures op te vullen in
de gemeenten zonder faciliteiten? Mogen er
agenten aangeworven worden die niet aan de
tweetaligheidsvereisten voldoen? Hoe verloopt de
aanwerving? Is dat louter het werk van de
politiezone of kan elke gemeente afzonderlijk hierbij
een rol spelen?
02.01 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Selon M.
Duquesne, seuls les agents de police des
communes situées sur la frontière linguistique
doivent satisfaire aux exigences légales en matière
de bilinguisme. Le fonctionnement des zones de
police appelle d'autres questions. Les agents
peuvent-ils être affectés à plusieurs postes ? Les
candidats agents de police peuvent-ils demander à
ne pas être envoyés dans une commune située sur
la frontière linguistique ? Dans quelle mesure une
zone de police est-elle libre de recruter
prioritairement dans les communes sans facilités ?
Peut-on recruter des agents qui ne satisfont pas
aux exigences de bilinguisme
? Comment se
déroule le recrutement ? Cette tâche n'incombe-t-
elle qu'à la zone de police ou chaque commune a-t-
elle son mot à dire ?
02.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Een politieambtenaar van een lokaal korps kan op
het volledige grondgebied van de zone worden
ingezet. Op deze regel zijn uitzonderingen mogelijk
voor functies die een zekere kennis van een andere
landstaal vereisen, zoals bijvoorbeeld in de
taalgrensgemeenten.
Een aspirant -politieagent zal aangeworven worden
door de geïntegreerde politie en niet meer door de
gemeenten. Het federale niveau zal nooit een
politieagent kunnen opdringen aan een zone.
02.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Un agent de police d'un corps local
peut être affecté sur tout le territoire de cette zone.
Il y a des exceptions à cette règle pour les fonctions
qui requièrent une certaine connaissance de l'autre
langue nationale, comme les communes situées sur
la frontière linguistique.
C'est la police intégrée, et non plus les communes,
qui recrute les candidats agents de police. Le
niveau fédéral ne pourra jamais imposer à une zone
de recruter un agent de police.
02.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ik werd
gerustgesteld door dit antwoord, vooral door de
opmerking dat men agenten niet kan verplichten om
naar een bepaalde taalgrensgemeente te gaan.
02.03 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Votre
réponse apaise mes inquiétudes, principalement
parce que l'on ne peut pas contraindre les agents à
assumer un poste dans une des communes de la
frontière linguistique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Charles Janssens tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
toekomst van de brevetten van officier van de
gemeentepolitie in het kader van de
politiehervorming". (nr 4302)
03 Question de M. Charles Janssens au ministre
de l'Intérieur sur "l'avenir des brevets d'officiers
de la police communale dans le cadre de la
réforme des polices". (n° 4302)
03.01 Charles Janssens (PS): Personen met een
universitair diploma die een jaar geleden bij de
rijkswacht in dienst werden genomen, worden
03.01 Charles Janssens (PS) : Une personne
engagée il y a un an dans la gendarmerie sur base
d'un diplôme universitaire devient officier dans la
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
officier bij de nieuwe federale politie. Personen met
een universitair diploma die een jaar geleden als
aspirant-officier bij de gemeentepolitie in dienst
werden genomen, worden eveneens officier.
Personen met een graduaat of een universitair
diploma die een jaar geleden bij de gerechtelijke
politie in dienst werden genomen worden in het
middenkader van de nieuwe politie opgenomen.
Hoe verklaart u dat leden van de gemeentepolitie
die in het bezit zijn van een universitair diploma
geen aanspraak kunnen maken op een valorisatie
in het kader van de politiehervorming?
nouvelle police. Une personne engagée il y a un an
comme aspirant officier dans la police communale
sur base d'un diplôme universitaire devient officier.
Une personne engagée il y a un an dans la police
judiciaire sur base d'un graduat ou d'un diplôme
universitaire passe dans un cadre moyen de la
nouvelle police.
Comment expliquer qu'un fonctionnaire de la police
communale possédant un diplôme universitaire
n'obtienne pas de valorisation dans le cadre de la
nouvelle réforme des polices ?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Men
moet een onderscheid maken tussen de
kandidaten-aspirant-politieofficier en de
personeelsleden die een opleiding volgen met het
oog op het verkrijgen van een brevet dat een latere
benoeming in een graad van officier mogelijk
maakt.
Eerstgenoemden worden benoemd of aangesteld in
het officierskader, terwijl laatstgenoemden worden
geïntegreerd in functie van hun graad op 1 april
2001.
Het is onjuist te beweren dat het brevet van officier
van de gemeentepolitie in het ontwerp-koninklijk
besluit houdende regeling van de rechtspositie van
het personeel van de politiediensten niet wordt
gevaloriseerd.
Het ontwerp-koninklijk besluit betreffende de
basisopleidingen van het operationeel kader van de
geïntegreerde politie bepaalt dat de
personeelsleden die geslaagd zijn voor het
toelatingsexamen en houder zijn van het brevet van
officier van de gemeentepolitie de basisopleiding
voor het middenkader en het officierskader niet
hoeven te volgen. Die vrijstellingen gelden voor een
periode van twaalf jaar, die ingaat vanaf de
inwerkingtreding van het koninklijk besluit houdende
regeling van de rechtspositie van het personeel van
de politiediensten.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Il faut distinguer la situation du candidat aspirant
officier de police, et les membres du personnel qui
suivent une formation en vue de l'obtention d'un
brevet permettant une nomination ultérieure à un
grade d'officier.
Les premiers sont nommés ou commissionnés au
cadre d'officier, tandis que les seconds sont insérés
en fonction de leur grade au 1
er
avril 2001.
Il est inexact d'affirmer que le brevet d'officier de la
police communale n'est pas valorisé par le projet
d'arrêté royal réglant la position juridique du
personnel des services de police.
En outre, le projet d'arrêté royal relatif aux
formations de base du cadre opérationnel de la
police intégrée prévoit que les membres du
personnel, lauréats du concours d'admission et
détenteurs du brevet d'officier de la police
communale, sont dispensés de la formation de
base du cadre moyen et du cadre officier.
Ces dispenses valent pendant douze ans à compter
de l'entrée en vigueur de l'arrêté royal portant la
position juridique du personnel des services de
police.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Interpellatie van de heer Filip De Man tot de
eerste minister over "de federale politiedotatie"
(nr. 750).
04 Interpellation de M. Filip De Man au premier
ministre sur "la dotation de la police fédérale" (n°
750).
04.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Deze vraag
was gericht aan de eerste minister. Ik wou immers
nagaan of hij akkoord gaat met het beleid van
minister Duquesne. Ik stel vast dat minister
Duquesne zelf gaat antwoorden.
04.01 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Cette
question était adressée au premier ministre. Je
voulais vérifier s'il se rallie à la politique mise en
oeuvre par le ministre Duquesne.
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Decennia lang beschikten de Waalse gemeenten
over onevenredig veel rijkswachters en profiteerden
ze zo van de federale kas, meer bepaald van de
Vlaamse belastingbetaler. Dit systeem wordt nu
bevestigd: de federale dotatie van 18,8 miljard frank
voorziet in een solidariteitsmechanisme dat zeer
gunstig is voor de Waalse gemeenten. De tien
gemeenten die hiervan het meest zullen genieten
zijn: Bastogne(64 miljoen extra), Durbuy (61 miljoen
extra), Bertrix (45 miljoen extra), Heuvelland (38
miljoen extra), Dinant (37miljoen extra)), Chiny (31
miljoen extra), Butchenbach (30 miljoen extra),
Anthisnes (27 miljoen extra), Ciney (22 miljoen
extra) en Bree (22 miljoen extra). Brussel krijgt 16
procent van de federale dotatie, Wallonië 35
procent en Vlaanderen slechts 49 procent. Een
Vlaming krijgt voor zijn veiligheid dus veel minder
dan een Waal.
Keurt de minister deze transfers goed? Gaat de
minister akkoord met de voorgestelde
overgangsperiode van twaalf jaar?
Pendant des décennies, les communes wallonnes
ont été dotées d'un nombre de gendarmes
disproportionné et ont ainsi profité de fonds
fédéraux, plus précisément de fonds versés par les
contribuables flamands. Ce système se trouve
confirmé : la dotation fédérale de 18.8 milliards de
francs prévoit un mécanisme de solidarité très
avantageux pour les communes wallonnes. Les dix
communes qui profiteront le plus de ce régime
sont : Bastogne (64 millions supplémentaires),
Durbuy (61 millions supplémentaires), Bertrix (45
millions), Heuvelland (38 millions), Dinant (37
millions), Chiny (31 millions), Butgenbach (30
millions), Anthisnes (27 millions), Ciney (22millions)
et Bree (22millions). Bruxelles recevra 16 % de la
dotation fédérale, la Wallonie 35% et la Flandre à
peine 49 %. Par conséquent, un Flamand recevra
beaucoup moins pour assurer sa sécurité qu'un
Wallon.
Le ministre approuve-t-il ces transferts ? Approuve-
t-il la période transitoire de douze ans ?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Er wordt inderdaad een tijdelijk mechanisme van
solidariteit ingesteld dat na twaalf jaar wordt
opgeheven. Dit is nodig om sommige gemeenten
niet met onoverkomelijke financiële problemen op te
zadelen. De verdeling van de dotatie gebeurt niet op
basis van het aantal inwoners maar op basis van de
politieambtenaren, meer bepaald volgens de
KULeuven-norm die rekening houdt met het
inwoneraantal, maar ook met de criminaliteitscijfers
en sociaal-economische criteria.
04.02 Antoine Duquesne, ministre (en
néerlandais): Il est exact qu'un mécanisme
temporaire de solidarité a été instauré et qu'il sera
abrogé dans 12 ans. Il vise à éviter que les
communes aient à faire face à d'insurmontables
problèmes financiers. La dotation sera répartie en
fonction non pas du nombre d'habitants mais du
nombre de fonctionnaires de police, selon la norme
de la KUL, laquelle tient compte non seulement du
nombre d'habitants mais également des chiffres de
la criminalité et de critères socio-économiques.
04.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Volgens
deze regering mag men dus blijkbaar niet meer
verrekenen volgens het aantal Vlamingen en
Walen. De gelijkheid der Belgen blijkt weer eens
een illusie te zijn.
04.03 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Visiblement,
ce gouvernement a décidé que les clés de
répartition fondées sur le nombre de Flamands et
de Wallons appartiennent désormais au passé. Une
fois encore, l'égalité entre les Belges n'est
qu'illusoire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Yves Leterme tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
feitelijke degradatie van de 'enige veldwachters'
en 'brigadecommissarissen' in het kader van de
politiehervorming". (nr. 4399)
05 Question de M. Yves Leterme au ministre de
l'Intérieur sur "la dégradation de fait des 'gardes
champêtres uniques' et des 'commissaires de
brigade' dans le cadre de la réforme des services
de police". (n° 4399)
05.01 Yves Leterme (CVP): Door de
politiehervorming werd de graad van enig
veldwachter en brigadecommissaris geschrapt. Dat
is in feite een degradatie en bijgevolg een
tuchtsanctie. De veldwachters hadden immers de
functie van politieofficiers, maar die verliezen ze nu.
De nieuwe politiestructuur voorzag nochtans in een
05.01 Yves Leterme (CVP): La réforme des
polices a entraîné la suppression des grades de
garde champêtre unique et de commissaire de
brigade. Il s'agit ni plus ni moins d'une dégradation
de fait et donc d'une sanction disciplinaire. En effet,
les gardes champêtres assumaient la fonction
d'officier de police. Dans la nouvelle structure, ils la
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
structuur waarbij alle personeelsleden identieke
functies zouden kunnen uitoefenen. Op basis van
welke criteria werd het statuut van enig veldwachter
en de brigadecommissarissen afgeschaft? Wat zal
hun nieuwe weddeschaal zijn? Zullen zij opnieuw
hun vroegere bevoegdheid krijgen?
perdent. Or, il était prévu que tous les membres du
personnel pourraient exercer des fonctions
identiques. Quels critères ont présidé à la
suppression des grades de garde champêtre et de
commissaire de brigade ? Quelle sera leur nouvelle
échelle barémique ? Récupéreront-ils leur ancienne
compétence ?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Als enige gemeentelijke politieambtenaar was de
veldwachter bevoegd als officier van gerechtelijke
politie en van bestuurlijke politie. Op basis van de
gerechtelijke bevoegdheid worden de enige
veldwachters ingeschaald in het middenkader. De
bestuurlijke bevoegdheid wordt door de wet op het
politieambt limitatief toegekend aan de leden van
het officierenkader. De basis van de hoedanigheid
van politieambtenaar van de
brigadecommissarissen is weggevallen. Zij kunnen
opteren voor een overgang naar de federale of de
lokale politie.
05.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): En tant que seul fonctionnaire de
police communal, le garde champêtre exerçait la
fonction d'officier de la police judiciaire et de la
police administrative. En vertu de leur compétence
judiciaire, les gardes champêtres uniques seront
intégrés dans le cadre intermédiaire. La loi sur la
fonction de police attribue la compétence
administrative d'une manière limitative aux
membres du cadre des officiers.
Les critères d'attribution du statut de fonctionnaire
de police aux commissaires de brigade ont été
supprimés. Les intéressés pourront opter pour la
police fédérale ou pour la police locale.
(Frans) Het nieuwe stelsel voorziet niet in situaties
waarbij een onderofficier van de BOB de
hoedanigheid van officier van de bestuurlijke politie
zou krijgen. Enkel leden van de spoorweg-,
luchtvaart- en zeevaartpolitie kunnen deze eerder
verworven hoedanigheid behouden.
Als dat nuttig zou blijken in het kader van de nieuwe
politiestructuur, zal ik initiatieven met het oog op het
herstel van de vijf gewezen "enige veldwachters" in
die hoedanigheid steunen. Zij worden, afhankelijk
van hun anciënniteit, ingeschaald in een van de
loonschalen tussen M2.1 en M4.1
De vroegere brigadecommissarissen worden
technisch gezien niet ingeschaald. Dat gebeurt
enkel wanneer zij effectief gebruik zouden maken
van de hun geboden mogelijkheid om over te
stappen naar de federale politie of een lokaal
politiekorps. In dat geval wordt hun inschaling
geregeld volgens de berekening in drie stappen
waarin het statuut voorziet voor officieren die geen
hoger officier zijn.
(En français) Le nouveau système ne prévoit
aucune situation où un sous-officier de la BSR se
verrait attribuer la qualité d'officier de police
administrative. Seuls les membres de la police des
chemins de fer et des polices aéronautique et
maritime ont pu conserver cette qualité acquise
antérieurement.
Si cela s'avérait utile dans le cadre de la nouvelle
structure policière, j'accorderais mon soutien à
toute initiative qui viserait à restituer cette qualité
aux cinq précédents garde-champêtres uniques.
Ceux-ci sont insérés dans l'une des échelles
barémiques M2.1 à M4.1 en fonction de leur
ancienneté.
Techniquement, les commissaires de brigade n'ont
pas fait l'objet d'une insertion. Ils seront
effectivement insérés lorsqu'ils auront efficacement
utilisé la possibilité qui leur est offerte de passer
dans la police fédérale ou vers un corps de la police
locale. Leur insertion sera alors déterminée suivant
les trois étapes prévues par le statut pour les
officiers qui ne sont pas officiers supérieurs.
(Nederlands) Er is geen reden om een lid van het
middenkader de hoedanigheid van officier van de
bestuurlijke politie toe te kennen.
(En néerlandais) Il n'y a aucune raison d'attribuer la
qualité d'officier de la police administrative à un
membre du cadre moyen.
(Frans) De teruggave van de hoedanigheid van
officier van bestuurlijke politie aan de vroegere
brigadecommissarissen zou aanzienlijke statutaire
problemen opleveren, aangezien zij noch tot een
korps van de lokale politie noch tot de federale
politie behoren.
(En français) La restitution de la qualité d'officier de
police administrative aux commissaires de brigade
pourrait entraîner des difficultés statutaires
puisqu'ils n'appartiennent ni à un corps de police
locale, ni à la police fédérale.
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
(Nederlands) Het statuut van de
brigadecommissarissen was vroeger al erg
onvolledig.
(En néerlandais) Par le passé, le statut des
commissaires de brigade comportait déjà de
nombreuses lacunes.
05.03 Yves Leterme (CVP): Ik zal het antwoord
van de minister bestuderen. De minister blijkt bereid
om een oplossing te zoeken voor de inscholing van
de veldwachters. Is dat zo?
05.03 Yves Leterme (CVP): J'examinerai de près
la réponse du ministre. Il semble disposé à
rechercher une solution au problème de la
barémisation des gardes champêtres. Est-ce exact
?
05.04 Minister Antoine Duquesne (Frans):Ik heb
er geen enkel bezwaar tegen dat initiatieven zouden
worden genomen om de hoedanigheid van officier
van politie te wijzigen. In het verleden zijn tal van
problemen met betrekking tot de loonschalen van
de voormalige brigadecommissarissen gerezen. De
bijsturingen zijn dus welkom.
05.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je ne vois aucun inconvénient à ce que des
initiatives soient prises pour changer la qualité des
officiers de police.
Il y a eu de nombreux problèmes par le passé
concernant les échelles des anciens commissaires
de brigade. Les corrections sont les bienvenues.
05.05 Yves Leterme (CVP): U zegt uw steun te
verlenen aan elk initiatief om de hoedanigheid van
officier van bestuurlijke politie terug te geven aan de
vooormalige enige veldwachter. Van wie moet dit
initiatief komen?
05.05 Yves Leterme (CVP): Vous prétendez
soutenir toute initiative visant à restituer la qualité
d'officier de police administrative aux anciens
gardes champêtres. D'où doit venir l'initiative ?
05.06 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Dat is een verantwoordelijkheid van de wetgever.
Yves Leterme (CVP): U zal dus uw steun verlenen
indien wij een initiatief nemen?
Minister Antoine Duquesne (Frans): Mochten
parlementsleden een voorstel tot wijziging van de
rechtspositie van die vijf veldwachters motiveren,
dan zal ik dat welwillend behandelen.
05.06 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Cette responsabilité incombe au
législateur.
Yves Leterme (CVP) : Vous nous apporterez donc
votre soutien si nous en prenons l'initiative ?
Antoine Duquesne, ministre (en français): Si des
parlementaires peuvent motiver une proposition de
changement de statut de ces cinq gardes
champêtres, j'accueillerai cela avec beaucoup de
bienveillance.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de verzekeringen en
de politiehervorming". (nr. 4403)
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de aanduiding van
artsen inzake de medische bescherming van het
politiepersoneel". (nr. 4404)
- de heer Marcel Hendrickx tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het tijdstip van
mogelijke in toepassing brengen van artikel 238
van de WGP". (nr. 4405)
06 Questions orales jointes de
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "les assurances et la réforme des services de
police". (n° 4403)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "la désignation des médecins dans le cadre
de la protection médicale du personnel des
services de police". (n° 4404)
- M. Marcel Hendrickx au ministre de l'Intérieur
sur "la date de l'éventuelle mise en oeuvre de
l'article 238 de la loi sur la police intégrée". (n°
4405)
06.01 Marcel Hendrickx (CVP): Het nieuwe
statuut van de politieraden is eindelijk van
toepassing. De chaos op het terrein is echter nooit
groter geweest. De politieraden en colleges nemen
enerzijds beslissingen waarmee een
06.01 Marcel Hendrickx (CVP): Le nouveau statut
des conseils de police est enfin d'application. Le
chaos sur le terrain n'a jamais été aussi important.
D'une part, les conseils et les collèges de police
prennent des décisions pouvant impliquer une
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
burgerrechtelijke aansprakelijkheid gemoeid kan
zijn. Anderzijds voorziet het statuut in gratis
gezondheidszorgen voor alle politieambtenaren,
maar er bestaan nog geen type-contracten om een
polis gezondheidszorg af te sluiten.
Geldt er al een burgerrechtelijke aansprakelijkheid
voor de politiecolleges en raden? Geldt dit ook
voor daden van aangestelden, met name
politiemensen?
Wie draagt momenteel de last van de gratis
gezondheidszorgen? Hoeveel werd hiervoor
begroot? Zit dit bedrag vervat in de dotatie van de
federale regering? Moet er voor de politieraden een
contract arbeidsongevallen worden afgesloten tot
aan de bepalingen van artikel 238 van de WGP is
voldaan?
responsabilité civile. D'autre part, le statut prévoit la
gratuité des soins de santé pour tous les
fonctionnaires de police sans qu'il existe de contrat-
type permettant de conclure une assurance soins
de santé.
Les collèges et conseils de police ont-ils d'ores et
déjà une responsabilité civile ? Cette responsabilité
s'étend-elle également aux actes de leur
personnel ?
Qui supporte pour l'instant la charge des soins de
santé ? Qu'est-il prévu au budget ? Cette charge
est-elle comprise dans la dotation du gouvernement
fédéral
? Faut-il, pour les conseils de police,
conclure un contrat d'assurance contre les
accidents du travail jusqu'à ce qu'il soit satisfait aux
dispositions de l'article 238 de la loi sur la police
intégrée?
Volgens de directeur-generaal Personeel van de
federale politie zijn alle leden van de geïntegreerde
politie onderworpen aan medische controle. De
vroegere rijkswacht heeft informeel een lijst
verspreid van haar vroeger erkende geneesheren.
In dit onderdeel legt de vroegere rijkswacht duidelijk
een "claim " en wordt de gemeentepolitie niet
gekend, terwijl de politieraden niet eens worden
geïnformeerd.
Waarschijnlijk zullen de politiemensen en hun
families moeten veranderen van huisarts. De
geneesheren vragen zich af hoe de aanduiding van
de erkende geneesheren zal gebeuren. Kan de
minister daarover duidelijkheid scheppen? Zal de
lijst van de door de rijkswacht erkende artsen
worden overgenomen of zal ze worden herzien?
Wanneer zal de minister onderrichtingen inzake de
kosteloosheid van de gezondheidsdiensten
publiceren? Artikel 238 van de wet van 7 december
1998 op de geïntegreerde politie laat de gemeente-
of de politieraad toe om te beslissen tot een
vrijwillige maatregel van verlof voorafgaand aan de
pensionering. Is dit artikel van toepassing vanaf 1
april 2001 of moet er worden gewacht tot het KB tot
inrichting van de lokale politie is gepubliceerd?
Selon le directeur général du service du personnel
de la police fédérale, tous les membres du
personnel de la police intégrée sont soumis au
contrôle médical. L'ancienne gendarmerie a diffusé
de manière informelle une liste des médecins qui
étaient agréés auprès d'elle. Elle souhaite donc
clairement imposer ses vues et la police
communale est ignorée, tandis que les conseils de
police ne sont même pas informés.
Les policiers et les membres de leur famille devront
probablement changer de médecin généraliste. Ces
derniers se demandent comment se déroulera la
désignation des médecins agréés. Le ministre
pourrait-il apporter des éclaircissements à ce sujet
? Reprendra-t-on la liste des médecins agréés par
la gendarmerie ou y apportera-t-on des
modifications ?
Quand le ministre publiera-t-il les instructions
concernant la gratuité des services de santé ?
L'article 238 de la loi du 7 décembre 1998
organisant un service de police intégré stipule que
le conseil communal ou le conseil de police peut
décider d'instaurer une mesure de congé volontaire
préalable à la mise à la retraite. Cet article est-il
d'application à partir du 1
er
avril 2001 ou faut-il
attendre la publication de l'arrêté royal organisant la
police locale?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Artikel
47 van de wet van 5 augustus 1992 op het
politieambt, zoals gewijzigd bij wet van 7 december
1998, bepaalt dat de gemeente of desgevallend de
meergemeentezone aansprakelijk is voor de
schade die de politieambtenaren van de lokale
politie veroorzaken. Zolang de lokale politie niet is
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
L'article 47 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction
de police, tel que modifié par la loi du 7 décembre
1998, prévoit que la commune, voire la zone
pluricommunale, est responsable des dommages
causés par les fonctionnaires de police de la police
locale. Aussi longtemps que la police locale n'est
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
ingesteld, wordt de burgerlijke aansprakelijkheid in
de meergemeentezones waargenomen door de
gemeenten die deze zones vormen.
Wat de reglementaire bepalingen inzake de
burgerlijke aansprakelijkheid betreft, verwijs ik naar
mijn circulaire van 4 juli 2000.
De gratis medische verzorging die het personeel
van de gemeentepolitie geniet, wordt gedragen door
de begroting voor de federale politie.
Tot de instelling van de lokale politie, blijven de
leden van de gemeentelijke politiekorpsen en de
leden van de territoriale brigades van de federale
politie onderworpen aan de huidige regeling
betreffende de arbeidsongevallen.
Wat de zonechef betreft, moeten inzake burgerlijke
aansprakelijkheid en arbeidsongevallenverzekering
de noodzakelijke maatregelen worden genomen.
pas mise en place, la responsabilité civile est
assumée dans les zones pluricommunales par les
communes qui la composent.
Pour les modalités du règlement de la
responsabilité civile, je vous renvoie à ma circulaire
du 4 juillet 2000.
Le coût des soins médicaux pour les membres du
personnel de la police communale bénéficiant de
soins médicaux gratuits est à la charge du budget
de la police fédérale.
Jusqu'à la mise en place des corps de la police
locale, les membres du personnel des corps de
police communale sont toujours soumis au
règlement des accidents de travail qui leur est
actuellement applicable. Cela vaut également pour
les membres des brigades territoriales de la police
fédérale.
En ce qui concerne le chef de zone, les mesures
nécessaires doivent être adoptées dans le cadre de
la responsabilité civile et de l'assurance pour les
accidents du travail.
Ik kom op de medische bescherming van het
politiepersoneel.
Sinds 1 april 2001 geldt een nieuwe regeling inzake
de medische bescherming van de
politieambtenaren van de gemeentepolitie, weldra
lokale politie. In afwachting van de desbetreffende
circulaire heeft de directeur-generaal
Personeelszaken van de federale politie de nodige
informatie- en begeleidingsimpulsen gegevens via
de coördinatie- en steundiensten (CSD).
Het betreft in casu ook een concrete toepassing van
artikel 11, 9° van het koninklijk besluit van 3
september 2000 betreffende de commissaris-
generaal en de algemene directies van de federale
politie. Ik betwist dan ook dat men een en ander
voorstelt als "een door de vroegere rijkswacht
gelegde claim".
Ten slotte werden alle erkende artsen door de
directeur van de medische dienst van de
politiediensten, en ik benadruk politiediensten,
schriftelijk ingelicht over de gevolgen van het
zogenaamde mammoetbesluit op het stuk van de
medische bescherming. Voorts gaat u klaarblijkelijk
ook zomaar voorbij aan de cursussen die in maart
2001 werden georganiseerd ten behoeve van de
personeelsdirecties van de zones. Daarbij kwamen
de medische bescherming en de controle wel
degelijk aan bod, en werd een eerste
documentatiepakket aan de vele uiterst
belangstellende deelnemers overhandigd
J'en arrive à la protection médicale du personnel
des services de police.
Depuis le 1
er
avril 2001 prévaut en effet un nouveau
règlement relatif à la protection médicale des
fonctionnaires de police de la police communale,
bientôt de la police locale. Dans l'attente de la
circulaire qui lui est relative, le directeur général des
ressources humaines a ainsi pris les nécessaires
initiatives d'information et d'accompagnement via
les SCA.
Il s'agit en la circonstance également d'une
application concrète de l'article 11, 9° de l'arrêté
royal concernant le commissaire général et les
directions générales de la police fédérale. Je
conteste donc l'affirmation selon laquelle il s'agit
« d'une option posée par la gendarmerie d'hier ».
Enfin, l'ensemble des médecins reconnus a été
informé par écrit par le directeur du service médical
des services de police, et j'insiste sur «
des
services de police », sur les conséquences de
l'arrêté mammouth sur la protection médicale. Vous
passez également sous silence les sessions de
formation qui ont été organisées à destination des
responsables du personnel des zones durant le
mois de mars 2001. Les questions de la protection
médicale et du contrôle ont été très concrètement
évoquées. Une première documentation a été mise
à la disposition des nombreux participants qui ont
tous manifesté un grand intérêt.
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
De kosten van de toepassing van deel X, titel I van
het mammoetbesluit (kosteloze medische
verzorging) worden volledig door de federale
overheid gedragen. Het is overigens maar de vraag
of de familieleden van de politiemensen massaal
mee van arts zullen veranderen.
De circulaire over de medische dienst, die dus de
medische dienst van de politiediensten wordt
genoemd, zal nog deze maand worden verstuurd.
Het is de bedoeling dat we ons in de opstartfase
houden aan het netwerk van erkende artsen zoals
dat geldt voor de federale politie. Op korte termijn
zal de lijst moeten worden aangevuld gelet op de
uitbreiding van het toepassingsgebied ratione
personae.
Les coûts consécutifs à l'application de la partie X,
titre I de l'arrêté mammouth, à savoir la gratuité des
soins de santé, sont intégralement pris en charge
par l'autorité fédérale. Finalement, se pose
seulement la question de savoir si, de concert avec
les policiers, les membres de leur famille vont
changer de médecin.
La circulaire relative au service médical qui est le
service médical des services de police sera encore
diffusée durant ce mois.
L'objectif est de s'en tenir, lors de la phase de
départ, au réseau de médecins agréés qui vaut
pour la police fédérale.A court terme, la liste devra
être élargie compte tenu de l'extension du champ
d'application ratione personae.
De thans gehanteerde procedure is een goede
procedure. Dat betekent daarom evenwel niet dat
men geen oog moet hebben voor eventuele
aanpassingen ervan. Zo volgen mijn diensten met
belangstelling de evoluties in de sociale
zekerheidssector en is het niet uitgesloten dat op
termijn, voor de procedures waarvan sprake,
rekening zou worden gehouden met het fenomeen
van de vaste huisarts en de besparingen die dat
voor de voormelde begroting zou kunnen
meebrengen.
Wat de uitbreiding van de lijst op korte termijn
betreft, is het zo dat de zonechef, in voorkomend
geval, alle geneesheren van zijn ressort kan
erkennen. Op grond van de kandidaturen zal de
uitbreiding dan worden geconcretiseerd. Daarbij zal
onder meer rekening worden gehouden met de
leeftijd en de beroepservaring van de arts, alsook
met de ligging van zijn praktijk. De procedure is dus
geenszins arbitrair en heeft tot op heden geen
noemenswaardige problemen veroorzaakt. Er is
geen reden om aan te nemen dat dat in de
toekomst anders zal zijn.
Gelet op de omvang en de complexiteit van de
statutaire hervorming waarbij toch om en bij de
40.000 personen zijn betrokken, verloopt die
hervorming alles in acht genomen vrij vlot.
Dan kom ik tot de inwerkingtreding van artikel 238
van de wet op de geïntegreerde politie.
Artikel 260 van de wet van 7 december 1998 op de
geïntegreerde politie regelt de inwerkingtreding van
artikel 238 betreffende de door de gemeenteraad of
de politieraad genomen beslissing om een vrijwillige
maatregel van verlof voorafgaand aan het pensioen
voor de lokale politie in te voeren. Die beslissing
La procédure actuellement utilisée est bonne. Cela
ne signifie néanmoins pas qu'il faille écarter
d'éventuelles adaptations. Mes services suivent
ainsi avec intérêt les évolutions dans le secteur de
la sécurité sociale et il n'est pas exclu qu'à terme,
pour les procédures en question, il puisse être tenu
compte du phénomène des médecins généralistes
permanents et des économies que cela pourrait
entraîner pour le budget mentionné.
En ce qui concerne l'extension de la liste à court
terme, il est possible pour le chef de zone, le cas
échéant, d'agréer tous les médecins de son ressort.
Sur base des candidatures se concrétisera
l'extension. Pour ce faire il sera tenu compte de
l'âge, de l'expérience professionnelle et de la
situation du cabinet du médecin. La procédure n'est
donc nullement arbitraire et n'a pas engendré à ce
jour de problèmes notoires. Il n'y a pas de raison de
croire qu'il en sera autrement à l'avenir.
Compte tenu de l'ampleur et de la complexité de la
réforme statutaire concernant plus ou moins 40.000
personnes, la réforme suit finalement un cours
raisonnable.
J'en arrive à l'entrée en vigueur de l'article 238 de la
LPI.
L'article 260 de la loi du 7 décembre 1998 sur la
police intégrée règle l'entrée en vigueur de l'article
238, relatif à la décision prise par le conseil
communal ou le conseil de police d'instaurer une
mesure volontaire de congé préalable à la pension
pour la police locale. Cette décision ne peut être
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
kan enkel worden genomen binnen een termijn van
twee jaar na de goedkeuring van een koninklijk
besluit houdende oprichting van de lokale politie. De
beslissing is dan geldig voor een termijn van vijf
jaar.
In maart 2001 heeft de federale politie
informatievergaderingen ter attentie van de voor het
personeel van de zones verantwoordelijke personen
georganiseerd. Men heeft er toen op gewezen dat
artikel 238 moest worden verduidelijkt en dat zal
binnenkort via een circulaire gebeuren.
prise que dans un délai de deux ans prenant cours
à date de l'adoption d'un arrêté royal constituant la
police locale. La décision est alors valable durant
cinq ans.
En mars 2001, la police fédérale a initié des
sessions d'information à destination des
responsables du personnel des zones. On y a
remarqué que l'article 238 nécessitait des
précisions, rôle qu'une circulaire jouera bientôt.
06.03 Marcel Hendrickx (CVP): Deze vragen
leven effectief bij de politiemensen . Zij kennen het
antwoord niet en ik wil hen zo snel mogelijk op de
hoogte brengen.
06.03 Marcel Hendrickx (CVP): Ce sont des
questions que les policiers se posent et auxquelles
ils n'ont pas de réponse. Je veux les leur fournir le
plus vite possible.
06.04 Guy Larcier (PS): U heeft herhaaldelijk
beloofd dat de politiehervorming geen weerslag op
de begrotingen van de gemeenten zou hebben. Ik
heb samen met enkele collega's een document
onderzocht dat wij een tiental dagen geleden in de
Kamer hebben ontvangen. Ik heb uw kabinet
daarover een brief geschreven maar daar werd niet
op gereageerd en heb u dienaangaande al vragen
gesteld, zonder echter een antwoord te krijgen.
Ik heb vertegenwoordigers van de zes zones rond
de tafel gebracht om de problematiek voor de hele
provincie Luxemburg te onderzoeken.
Zelfs al wordt in Aarlen het huidig
personeelsbestand van 115 politiemensen
gehandhaafd, dan zal dat 58 miljoen meer kosten.
Zelfs wanneer men het aantal manschappen met 20
terugschroeft, zoals de KUL-norm bepaalt, zal dat
nog 23 miljoen kosten. Zal dat een nuloperatie voor
de gemeentefinanciën worden?
Is u bereid een delegatie van de provincie
Luxemburg te ontvangen om die hervorming te
bespreken?
06.04 Guy Larcier (PS) : Vous avez promis à
diverses reprises que la réforme des polices
n'aurait pas d'impact sur les budgets communaux.
Je me suis livré, avec certains collègues, à une
étude d'un document qui nous est parvenu, il y a
une dizaine de jours, à la Chambre.
J'ai écrit à votre cabinet en vain, et vous ai déjà
questionné sans obtenir de réponse.
J'ai réuni les six zones pour étudier la question sur
l'ensemble de la province du Luxembourg.
Même si l'on maintenait à Arlon l'effectif actuel de
115 policiers, il vous en coûtera 58 millions de plus.
Même si l'on réduit l'effectif de 20 hommes, comme
le veut la norme KUL, cela vous coûtera encore 23
millions. Cette opération sera-t-elle blanche sur le
plan des finances communales ?
Accepteriez-vous de recevoir une délégation de la
province du Luxembourg pour que nous puissions
discuter de cette réforme ?
06.05 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het
ware nuttig dat de minister vooraf op de hoogte zou
worden gebracht van de vragen die zullen worden
gesteld, vooral als zij betrekking hebben op cijfers.
Ik heb al degenen die om een onderhoud vroegen
ontvangen en heb een deskundige naar uw regio
gestuurd om met u te overleggen.
Het gaat dus niet op nu te klagen over het feit dat u
geen antwoorden op uw vragen heeft gekregen. U
was niet vaak aanwezig bij de besprekingen in de
commissie.
De genomen beslissingen werden aan het
Parlement meegedeeld. Wij hebben het er nog over
gehad tijdens de bespreking van de wijziging van
06.05 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Il serait bon d'informer le ministre à l'avance des
questions que l'on va poser, surtout quand elles
portent sur des chiffres.
J'ai toujours reçu tous ceux qui le demandaient et
j'ai envoyé un expert dans votre région pour
dialoguer avec vous.
Vous ne pouvez vous plaindre de ne pas avoir eu
l'occasion d'avoir des réponses à vos questions,
mais vous étiez peu présent pour suivre nos débats
en commission.
Les décisions prises ont été communiquées au
Parlement. Nous en avons encore débattu lors de la
discussion sur la modification de l'article 184 de la
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
artikel 184 van de Grondwet.
Constitution.
Er wordt niet getornd aan beslissingen die na lang
aanslepende besprekingen, onder meer met de
Vereniging van steden en gemeenten, werden
genomen.
Ik heb ook oog gehad voor de situatie in de kleine
gemeenten. Als u het debat in de commissie had
bijgewoond, zou u vernomen hebben dat ik altijd
gezegd heb dat de operatie globaal genomen geen
budgettaire consequenties mocht hebben voor de
gemeenten, vooral voor de kleine gemeenten.
Kosten die nu door de gemeenten gedragen
worden, komen binnenkort ten laste van de federale
politie. Dat is één.
Daarnaast is er de verdeling van de bestaande
middelen. De KUL heeft getracht na te gaan wat er
in elke zone zou gebeuren als ze niet een
welbepaalde omvang had. Er werden dus
objectieve criteria voor de verdeling van de huidige
middelen vastgelegd.
Men heeft vastgesteld dat er in de landelijke zones
te veel rijkswachters zijn. In Marche zijn er
bijvoorbeeld 65 rijkswachters, tegen 50
gemeentepolitieambtenaren. Wie betaalt die
politiemensen en rijkswachters? De nationale
gemeenschap. Er werd gestreefd naar een eerlijker
verdeling van de middelen.
Il n'est pas question de modifier des décisions
prises à la suite de longues discussions, entre
autres avec l'Union des villes et communes.
J'ai été attentif aux petites communes. Si vous étiez
venu en commission, vous auriez entendu que j'ai
toujours parlé de la neutralité globale pour les
communes, en pensant surtout à ces petites
communes.
Il y a, aujourd'hui, des coûts supportés par les
communes mais qui, demain, seront supportés par
la police fédérale. Voilà une première chose.
Il y a aussi la répartition des moyens existants. La
KUL a tenté de déterminer ce qui se serait passé
dans chaque zone si elle n'avait pas une certaine
taille. On a donc mis en place des critères objectifs
pour la répartition des moyens existants.
On a constaté que, dans les zones rurales, il y avait
un sureffectif de la gendarmerie. A Marche, il y a 65
gendarmes pour 50 policiers communaux. Qui paie
ces policiers et gendarmes ? C'est la Communauté
nationale. On a voulu davantage de justice dans la
répartition des moyens.
De gemeenten zullen een inspanning moeten
leveren op vlak van solidariteit, zoals bepaalde
gemeenten vroeger genoodzaakt waren in veiligheid
en dus in de lokale politie te investeren.
De gemeenten die de budgettaire mediaan niet
halen, moeten een inspanning leveren om de
anderen bij te benen. Zij zullen hiertoe middelen
ontvangen die in de loop van de volgende twaalf
jaar zullen worden teruggeschroefd.
De gemeenten van categorie 4, waar de situatie wat
betreft de manschappen van de voormalige
rijkswacht veel erger is dan in uw gemeente,
beschikken over twee jaar om hun situatie in orde te
brengen. Wij zullen moeten nagaan wat de
toepassing van deze criteria oplevert. De
beslissingen zullen worden bekrachtigd met
koninklijke besluiten.
Les communes vont devoir faire un effort de
solidarité. Dans le passé, elles avaient bien dû
investir dans la sécurité pour les policiers
communaux.
Les communes qui n'atteignent pas la médiane
budgétaire doivent faire l'effort de se mettre à la
hauteur. Des moyens leur seront octroyés en se
réduisant endéans les douze ans.
Dans la catégorie 4 des communes où les
situations sont bien pires que dans votre commune,
au niveau des effectifs des anciens gendarmes, la
période pour se mettre en règle est de deux ans. Il
va falloir mesurer ce que donne l'application de ces
critères. Les décisions prises seront
institutionnalisées par arrêtés royaux.
Eind volgend jaar zal tot een algehele evaluatie
worden overgegaan. Wij zullen dan zien of
bijsturingen noodzakelijk zijn. Dat zal gebeuren in
samenwerking met de Vereniging van Steden en
Gemeenten. Sommige zones zeggen mij dat de
KUL weliswaar objectieve maar onvoldoende
gewogen parameters heeft gehanteerd. Sommige
A la fin de l'année prochaine, on fera une évaluation
générale. Nous verrons donc s'il faut procéder à
des corrections. Cela se fera avec l'Union des villes
et communes. Certaines zones me disent que la
KUL a utilisé des paramètres objectifs, certes, mais
pas assez pondérés. Par exemple, certaines zones
me signalent que la présence d'une université
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
zones wijzen mij er bijvoorbeeld op dat door de
aanwezigheid van een universiteit het
bevolkingscijfer 5 dagen op 7 toeneemt en dat de
KUL daar geen rekening heeft mee gehouden. De
KUL zegt mij dan weer dat zij daar wel voldoende
rekening mee heeft gehouden, maar ik zal vragen
dat men dat natrekt.
De regeling zal moeten worden geëvalueerd
teneinde eventueel een en ander te kunnen
bijsturen. U heeft het over kwalitatieve eisen. Er zal
rekening moeten worden gehouden met
verschillende elementen. Men zal zich ook moeten
afvragen wat het ideale cijfer is dat moet worden
nagestreefd. Wat de verdeling van de inspanning
betreft, heeft de KUL eveneens een berekening
gemaakt.
augmente la population 5 jours sur 7 et que la KUL
n'en aurait pas tenu compte. Lorsque j'interroge la
KUL, elle me dit qu'elle en a suffisamment tenu
compte mais je demanderai que l'on vérifie.
On devra évaluer le système pour éventuellement
apporter les corrections nécessaires. Vous parlez
d'exigences qualitatives. Il va falloir tenir compte de
réalités différentes. Mais il va falloir s'interroger sur
le chiffre idéal à atteindre. Enfin, en ce qui concerne
la répartition de l'effort, on a également prévu un
calcul, prévu par la KUL.
Een eerste correctie werd aangebracht met
betrekking tot de draagkracht van de zones. De
inspanning van de armste zones werd verlicht.
Un dernier correctif a été apporté par rapport à la
capacité contributive des zones. L'effort des plus
pauvres a été atténué.
06.06 Guy Larcier (PS): De beslissing inzake het
overtollig aantal rijkswachters werd niet door de
gemeenten genomen. Wij zijn daar niet
verantwoordelijk voor, maar zullen er wel moeten
voor betalen! Ik zal u een kopie bezorgen van alles
wat u gezegd heeft! Ik wil dat u uw beloften nakomt!
06.06 Guy Larcier (PS) : Le sureffectif de la
gendarmerie n'a pas été décidé au niveau des
communes. Nous n'en portons pas la
responsabilité, mais nous allons le payer ! Je vous
enverrai copie de tout ce que vous avez dit et
répété
! Je souhaite que vous teniez vos
promesses !
06.07 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik kom
mijn beloften na! Daartoe moeten de nodige
middelen echter beschikbaar zijn en moeten zij op
een billijke manier ter beschikking van de
gemeenten worden gesteld. Men heeft onvoldoende
rekening gehouden met het feit dat uw zone in een
grensstreek ligt. Zoals u weet zal een akkoord
worden ondertekend met Frankrijk en ook met
Duitsland. Ik zal de KUL vragen na te gaan of
voldoende rekening werd gehouden met de ligging
in de grensstreek, waar tal van mensen wonen die
belastingen betalen in de buurlanden. Een en ander
zal eventueel worden bijgestuurd.
06.07 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Je les respecte ! Mais il faut que les moyens
nécessaires existent et qu'ils soient mis à
disposition des communes de façon équitable. On
n'a peut-être pas assez tenu compte du fait que
vous êtes une zone frontalière.Un accord va être
signé avec la France et aussi l'Allemagne, comme
vous le savez. Je demanderai à la KUL de voir si on
a assez tenu compte de ces situations frontalières,
où beaucoup paient leurs impôts dans le pays
limitrophe. Des corrections seront éventuellement
apportées à ces situations.
06.08 Guy Larcier (PS): Ik leid uit uw antwoord af
dat de deur op een kier blijft.
06.08 Guy Larcier (PS) : Je retiens de votre
réponse que la porte reste ouverte.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
poederbluswagen van de brandweer" (nr. 4294)
07 Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Intérieur sur "le camion-extincteur à
poudre pour les services d'incendie" (n° 4294)
07.01 Servais Verherstraeten (CVP): Bij de
bespreking van een rampscenario in de nucleaire
zone van Dessel is gebleken dat bij branden
aangepast bluspoeder het meest aangewezen was.
Het dichtstbijzijnde bluspoedervoertuig bevindt zich
07.01 Servais Verherstraeten (CVP): A l'occasion
de la discussion d'un scénario catastrophe dans la
zone nucléaire de Dessel, il est apparu que
l'utilisation d'une poudre appropriée était la
meilleure solution. Le véhicule-extincteur à poudre
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
echter in Lier. Het is dan ook onontbeerlijk dat de
brandweer van Mol over dergelijk
bluspoedervoertuig zou kunnen beschikken.
Werden ter zake reeds initiatieven genomen?
le plus proche se trouve cependant à Lierre. Il est
donc indispensable que les pompiers de Mol
puissent disposer d'un véhicule-extincteur à poudre.
A-t-on déjà pris des initiatives en la matière ?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De gouverneur van Antwerpen heeft mij gewezen
op de noodzaak van een bluspoederwagen voor
nucleaire ongevallen. Ik ben bereid in te gaan op
zijn voorstel. Wij zijn bezig met de keuze van de
voertuigen en zullen hiervoor de nodige kredieten
uittrekken.
07.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Le gouverneur d'Anvers a attiré mon
attention sur la nécessité de disposer d'un camion-
extincteur à poudre en cas d'accident nucléaire. Je
suis prêt à accéder à sa demande. Nous
choisissons actuellement le type de véhicule et
nous dégagerons les crédits nécessaires à cet effet.
(Frans) Ik heb besloten een deel van de kredieten
te behouden om aan de noden te beantwoorden.
De administratie onderzoekt thans welke de meest
efficiënte procedure is die in dit geval kan worden
aangewend. Ik zal die gemeente zo snel mogelijk
op de hoogte brengen van de procedure die zal
gevolgd worden om hen het gevraagde materieel zo
snel mogelijk te leveren.
Ten slotte kan ik u meedelen dat de
bewaarmogelijkheid van bluspoeder afhangt van de
goede behandeling ervan gedurende zijn
geldigheidsperiode. De vervanging van dit poeder
zal op termijn gebeuren met de kredieten van het
nucleair fonds.
Ik ben me dus bewust van het probleem.
(En français): J'ai décidé de préserver une partie
des crédits pour répondre aux nécessités.
L'administration vérifie actuellement quelle est la
procédure la plus efficace à appliquer. J'informerai
la commune dans les meilleurs délais de la
procédure que je suivrai pour lui fournir le matériel
demandé dans les meilleurs délais.
Finalement, la possibilité de conserver les poudres
dépend en premier lieu de leur bon traitement
durant leur durée de validité. Le remplacement des
poudres périmées se fera à terme avec les crédits
du fonds nucléaire.
Je suis donc conscient du problème.
07.03 Servais Verherstraeten (CVP): Ik dank de
minister voor zijn antwoord. Zal de aankoop gedaan
worden met begrotingskredieten van dit jaar?
07.03 Servais Verherstraeten (CVP): Je remercie
le ministre pour sa réponse. Cet achat sera-t-il
financé par les crédits budgétaires de cette année ?
07.04 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Dat hoop ik.
07.04 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Je l'espère.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Geachte collega's, de heer Decroly
vraagt hem te willen verontschuldigen wegens
ziekte. Zijn vraag wordt verdaagd naar een latere
datum.
Le président: Chers collègues, M. Decroly,
souffrant, a demandé de bien vouloir excuser son
absence. Sa question est reportée à une date
ultérieure.
08 Vraag van mevrouw Claudine Drion aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
viering van de 50ste verjaardag van de op 28 juli
1951 goedgekeurde overeenkomst betreffende
het vluchtelingenstatuut" (nr. 4380)
08 Question de Mme Claudine Drion au ministre
de l'Intérieur sur "la célébration du 50ème
anniversaire de la convention relative au statut
des réfugiés, adoptée le 28 juillet 1951" (n° 4380)
08.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Naar
aanleiding van het vijftigjarige bestaan van de
overeenkomst betreffende het vluchtelingenstatuut
zou een herdenkingsplechtigheid moeten worden
gehouden. Deze overeenkomst heeft kracht van
wet, en is een belangrijk onderdeel van de
08.01 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV) : Cette
convention devrait faire l'objet d'une
commémoration solennelle pour son 50ème
anniversaire. Cette convention a force de loi et
représente une étape importante du droit
international des réfugiés. La convention établit tout
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
internationaalrechtelijke bescherming van de
vluchtelingen. Het principe van de niet-uitzetting
wordt ook duidelijk in de overeenkomst vastgelegd.
De overeenkomst was evenwel enkel van
toepassing op personen die gevlucht zijn
tengevolge van gebeurtenissen die dateren van
vóór 1 januari 1951, en de verdragsluitende partijen
hadden de mogelijkheid om het geografische
toepassingsgebied te beperken tot Europa. De
opkomst van nieuwe groepen vluchtelingen stelt de
dringende noodzaak van een aanpassing van de
overeenkomst in het licht, opdat ze ook op deze
"nieuwe vluchtelingen" toepasselijk zou zijn.
In 1967 werd een protocol opgesteld teneinde de
tijdsbeperking af te schaffen en de overeenkomst
een waarlijk universele draagwijdte te verlenen.
Hoe denkt België de herdenking officieel te
organiseren ? Wat staat er op de agenda naar
aanleiding van die vijftigste verjaardag ? Zullen de
NGO's erbij betrokken worden ?
aussi clairement le principe du non-refoulement.
Cette convention ne s'appliquait qu'aux personnes
réfugiées à la suite d'événements survenus avant le
1
er
janvier 1951, et les États signataires avaient la
possibilité d'en limiter l'application géographique à
l'Europe. L'apparition de nouveaux groupes de
réfugiés a souligné l'urgente nécessité d'adapter la
convention pour qu'elle puisse également
s'appliquer à leur cas.
En 1967, un protocole a été introduit pour supprimer
la limite temporelle et donner à la convention une
portée réellement universelle.
Comment la Belgique entend-elle organiser cette
commémoration sur le plan officiel ?
Quel est l'agenda de cet anniversaire ? Les ONG y
seront-elles associées ?
08.02 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Hoewel België veel belang hecht aan deze
overeenkomst zal terzake geen specifieke
plechtigheid worden opgezet.
Voorts zal in het kader van het Belgisch
voorzitterschap van de EU op 16 en 17 oktober
2001 in Brussel een belangrijke Europese
conferentie over de migraties plaatsvinden. Het
Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de
VN, de bewaarder van de conventie van Genève,
zal er actief aan deelnemen.
08.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Cette convention ne fera pas l'objet d'une
cérémonie particulière, bien que cela n'enlève rien à
l'attachement que la Belgique lui porte.
Ceci dit, une importante conférence européenne sur
les migrations se tiendra à Bruxelles le 16 et 17
octobre 2001 dans le cadre de la présidence belge
de l'Union. Le Haut Commissariat des Nations
Unies pour les réfugiés, gardien de la Convention
de Genève, y participera activement.
08.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Het valt
te betreuren dat er op 28 juli geen officieel
evenement plaatsvindt.
Ik zal mijn collega's erover aanspreken om na te
gaan of het Parlement niets kan doen om de zaak
in de verf te zetten. Het betreft immers een
belangrijke overeenkomst.
Het incident is gesloten.
08.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV) : Je
regrette qu'aucun événement officiel ne soit
organisé le 28 juillet.
Je vais interpeller mes collègues pour voir s'il n'est
pas possible de marquer le coup au niveau du
Parlement, car cette convention est digne d'intérêt.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4425)
09 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la procédure en
matière de régularisation" (n° 4425)
09.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Eind juni
2001 moet de regularisatiecampagne afgesloten
zijn. Er doen opnieuw geruchten de ronde dat deze
timing niet zal gehaald worden. Wat is de stand van
zaken, zo'n 2,5 maand voor deze einddatum?
Werken de diverse kamers op volle kracht?
Hoeveel dossiers moeten nog door de commissie
09.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): La
campagne de régularisation doit se terminer à la fin
juin 2001. Selon certaines informations, ce délai ne
sera pas respecté. Où en est-on à deux mois et
demi de l'échéance ?
Les différentes chambres fonctionnent-elles à plein
régime ? Combien de dossiers la commission et le
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
en door de minister worden afgehandeld? Zal de
minister zich kunnen houden aan zijn einddatum
van 30 juni voor het afhandelen van de
regularisaties?
ministre doivent-ils encore examiner? Le ministre
sera-t-il en mesure de clôturer la campagne de
régularisation à la date prévue, soit le 30 juin ?
09.02 Minister Antoine Duquesne (Frans):
Sommigen denken dat indien niet alle dossiers
tegen 1 juli worden behandeld, iedereen zal worden
geregulariseerd ; anderen denken dan weer dat
niemand zal worden geregulariseerd omdat de
termijn niet werd gerespecteerd. Zij vergissen zich
echter. Hoewel de Raad van State indertijd heeft
gesteld dat het gevaarlijk was om een uiterste
datum voorop te stellen, wijs ik erop dat ik een
voluntaristisch beleid voer en dat ik wil dat alles op
1 juli rond is.
Ik heb getracht de ongerustheid van de tijdelijke
personeelsleden weg te nemen. Zij hoopten immers
dat zij meer kans hadden een nieuw contract in de
wacht te slepen als zij de behandeling van de
dossiers wat langer zouden laten aanslepen. Ik heb
mijn kabinetschef opgedragen hen mee te delen dat
zulks geen goede methode is. Die contractuele
ambtenaren moeten de termijnen naleven. Wij
zullen overigens trachten de kwestie van hun
contracten te regelen.
09.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Certains pensent que, si tous les dossiers ne sont
pas traités pour le 1
er
juillet, tout le monde sera
régularisé ; d'autres pensent que plus personne ne
sera régularisé, le délai n'ayant pas été respecté.
Tous ceux-là se trompent. Bien que le Conseil
d'État ait fait observer, à l'époque, que fixer une
date butoir était un risque, je rappelle que je
pratique une politique volontariste et que le 1
er
juillet est mon objectif.
J'ai tenté de calmer les inquiétudes du personnel
temporaire qui espérait qu'en faisant traîner les
dossiers, il aurait plus de chance d'avoir un
nouveau contrat. J'ai envoyé mon chef de cabinet
pour expliquer que ce n'était pas une bonne
méthode. Les contractuels doivent respecter les
délais. Nous tenterons de résoudre la
problématique de leur contrat, par ailleurs.
Het aantal kamers van de regularisatiecommissie is
van 8 naar 11 gestegen. Ik heb gedaan wat ik kon.
Ik voer een vastberaden beleid. Wat de dossiers
betreft die niet door een commissie moeten worden
behandeld, zal ik alles in het werk stellen om die
vóór 1 juli 2001 af te handelen.
Het aantal dossiers dat nog moet behandeld
worden, bedraagt momenteel minder dan 17.000.
Van de 32.000 dossiers die in januari 2000 werden
ingediend, moeten er nog 15.000 door de
regularisatiecommissie worden behandeld. Nu
zullen die dossiers zeer snel bij mij komen. Zo zal ik
nu circa 1.000 dossiers per week ontvangen. Het
aantal door de minister verwerkte dossiers bedraagt
7.460.
Ongeveer 7.800 dossiers werden definitief gesloten
en 24.766 dossiers moet ik nog definitief
ondertekenen. In totaal moet ik zo'n 21.000
dossiers ontvangen. Toch wil ik alle dossiers vóór 1
juli verwerken.
Le nombre de chambres de la Commission de
régularisation est passé de 8 à 11. J'ai fait ce qui
était en mon pouvoir. J'ai une politique volontariste.
Pour les dossiers qui ne doivent pas passer devant
une commission, je ferai tout pour que ce soit réglé
avant le 1
er
juillet 2001.
Le nombre de dossiers qui reste à traiter est passé
sous la barre des 17.000 dossiers à l'heure où je
vous parle.
Sur les 32.000 dossiers déposés en janvier 2000,
quelque 15.000 dossiers restent à traiter par la
Commission de régularisation.
Aujourd'hui, ces dossiers vont arriver très vite chez
moi, à peu près 1.000 par semaine. Le nombre de
dossiers traités par le ministre s'élève à 7.460.
Le nombre de dossiers définitivement clôturés par
le ministre s'élève à quelque 7.800 dossiers et le
nombre de dossiers devant encore recevoir ma
signature finale s'élève à 24.766. Au total, c'est
quelque 21.000 dossiers qui doivent me parvenir.
Mais ma volonté est de terminer avant le 1
er
juillet.
09.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De minister
blijft dus bij de einddatum van 1 juli 2001. Hij moet
nog 21.000 dossiers ondertekenen. Dit lijkt me een
huzarenwerk om dat binnen de vooropgestelde
timing te willen doen.
09.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre
s'en tient donc à la date butoir du 1
er
juillet 2001.
21.000 dossiers attendent encore sa signature. Ce
sera un exploit s'il y parvient dans le délai imparti.
18/04/2001
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Ik verwacht een correcte behandeling van alle
dossiers. Het verheugt me dat de minister hetzelfde
objectief heeft en duidelijk maakt dat het
overschrijden van de einddatum, die niet bij wet
werd vastgelegd, niet zal neerkomen op de
goedkeuring van alle niet- afgehandelde dossiers.
Tous les dossiers doivent être traités correctement.
Je me réjouis que le ministre partage cet avis et ait
clairement laissé entendre que le dépassement de
la date butoir, qui n'a pas été fixée légalement,
n'équivaudra pas à l'approbation de tous les
dossiers non examinés.
09.04 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Die
datum mag een normale en correcte behandeling
van de dossiers niet in de weg staan. Ik heb
herhaald wat er in de wet staat: de regering moet de
commissies de middelen geven om efficiënt te
werken. De aanvragers moeten zo snel mogelijk
uitsluitsel krijgen. Vandaar de deadline. Voor de
positieve dossiers moet er enkel nog een
handtekening worden geplaatst. Ingeval een
negatief advies werd uitgebracht daarentegen,
neem ikzelf nog eens de motivatie van de weigering
onder de loep vooraleer ik teken.
09.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
Cette date ne doit pas entraver le traitement normal
et correct des dossiers. J'ai répété les termes de la
loi: le gouvernement doit mettre à la disposition des
commissions les moyens d'être efficaces. Les
demandeurs doivent être fixés le plus rapidement
possible sur leur sort. C'est là la raison de la date
butoir. Pour les dossiers positifs, chaque décision
ne nécessite qu'une signature. En revanche, pour
les dossiers ayant reçu une réponse négative, je
vérifie scrupuleusement les motivations avant de
les signer.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Karel Van Hoorebeke aan
de minister van Binnenlandse Zaken over "de
benoeming van de burgemeester voor de
gemeente Voeren" (nr. 4426)
10 Question de M. Karel Van Hoorebeke au
ministre de l'Intérieur sur "la nomination du
bourgmestre de la commune de Fourons"
(n° 4426)
10.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De Raad
van State heeft onlangs het beroep verworpen van
"Retour à Liège" om de verkiezingen in Voeren
ongeldig te verklaren. Wanneer zal de
voorgedragen burgemeester nu eindelijk benoemd
worden? Zijn er nog andere wettelijke bezwaren?
10.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le Conseil
d'État a récemment rejeté le recours introduit par
«Retour à Liège» visant à annuler les élections à
Fourons. Quand le bourgmestre présenté sera-t-il
enfin nommé? Y aurait-il d'autres obstacles légaux?
10.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik
probeer een zo klaar mogelijke kijk op de zaken te
krijgen en dan de juiste beslissing te nemen.
10.02 Antoine Duquesne, ministre (en français):
J'essaie de clarifier les choses au maximum et puis
de prendre la bonne décision.
(Nederlands) De heer Broers werd inderdaad
voorgedragen door een meerderheid van de
Voerense gemeenteraad. De procureur-generaal bij
het hof van beroep te Antwerpen en de gouverneur
van de provincie Limburg brachten gunstig advies
uit. Als er verder geen problemen zijn, zal ik de
benoeming ondertekenen.
(En néerlandais) La candidature de M. Broers a, en
effet, été soutenue par une majorité du conseil
communal fouronnais. Le procureur général près la
cour d'appel d'Anvers et le gouverneur de la
province de Limbourg ont rendu un avis favorable.
Si aucun autre problème ne se pose, je signerai
l'acte de nomination.
10.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Wanneer er
een klacht is, moet daarover uitsluitsel worden
gegeven. Dit moet zo snel mogelijk gebeuren want
het is onaanvaardbaar dat de benoeming tot
burgemeester daardoor onnodig vertraagd zou
worden.
10.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): En cas de
plainte, une décision définitive doit être rendue dans
les meilleurs délais car il est inacceptable que la
nomination du bourgmestre en soit retardée
inutilement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten La réunion publique de commission est levée à
CRABV 50
COM 450
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
om 16.17 uur.
16.17 heures.
Document Outline