KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 441
CRIV 50 COM 441
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
28-03-2001 28-03-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 441
28/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Servais Verherstraeten
tot de minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen over "de
stand van zaken in het Copernicus-plan voor alle
ambtenaren" (nr. 742)
1
Interpellation de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Fonction publique et de la
Modernisation de l'administration sur "la situation
en ce qui concerne la mise en oeuvre du plan
Copernic pour l'ensemble des fonctionnaires"
(n° 742)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Luc Van
den Bossche, minister van Ambtenarenzaken
en Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Servais Verherstraeten, Luc Van
den Bossche, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de
l'administration
Moties
6
Motions
6
CRIV 50
COM 441
28/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
28
MAART
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
28
MARS
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.30 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Interpellatie van de heer Servais
Verherstraeten tot de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen over "de stand van zaken in
het Copernicus-plan voor alle ambtenaren"
(nr. 742)
01 Interpellation de M. Servais Verherstraeten
au ministre de la Fonction publique et de la
Modernisation de l'administration sur "la
situation en ce qui concerne la mise en oeuvre
du plan Copernic pour l'ensemble des
fonctionnaires" (n° 742)
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
ondanks enkele incidenten zegt u dat u nog
steeds on line en vooral on time bent in het
parcours van het Copernicus-plan. Op dit ogenblik
bent u bezig met de implementatie inzake de top.
Ik stel vast dat er met betrekking tot de
implementatie op drie domeinen wrijvingen
bestaan.
Over een eerste wrijving hebben we het in het
verleden reeds gehad, met name deze tussen de
top en de basis. U bent begonnen met de top en
waarschijnlijk zult u in de loop van de komende
weken beginnen met de rekruteringen voor de top
vooral nu uw ontwerp met betrekking tot het
mandatensysteem in de Senaat is goedgekeurd
en de uitvoeringsbesluiten gedeeltelijk voorliggen.
Ik kom tot mijn vraag betreffende de top. Hoeveel
zal men daar verdienen? In uw oorspronkelijke
teksten heb ik immers gelezen dat hun loon zou
worden verdrievoudigd, en in vergelijking met de
wedde van een jonge topinformaticus zelfs meer
dan verdrievoudigd. De pers spreekt over 250.000
frank netto. Heeft de ministerraad daarover reeds
een definitieve beslissing genomen? Bent u in het
bezit van de uitvoeringsbesluiten? Wat is het
exacte bedrag?
U hebt ook gesproken over een marktconforme
verloning. Is dit een marktconform loon? Komen
bij het vastgestelde bedrag nog externe,
secundaire en tertiaire looncomponenten of niet?
Gedurende de voorbije weken heeft de basis wat
gemord. Ik kan daarvoor begrip opbrengen, want
u bent begonnen met de top en niet met de basis.
Er is ook nog niets gepland voor de basis.
Eigenlijk had u de basis beloofd om einde februari
uw hervormingen van het middenkader te
omschrijven en mede te delen wat deze
hervormingen zouden betekenen voor de basis.
Hoe luiden deze omschrijvingen? Februari is
immers reeds voorbij. Wat is de filosofie die
betrekking heeft tot de basis? Wat is de timing en
welke voorstellen hebt u terzake gedaan? Wij
hebben daarover immers weinig kunnen
vernemen via de pers.
Een tweede punt van wrijving heeft betrekking op
de lonen, meer bepaald de loonverschillen; niet
tussen de federale ambtenaren onderling, maar
tussen de privé- en de openbare sector. U hebt
gezegd dat de lonen marktconform moeten zijn. Ik
begrijp daaruit dat we langzaam moeten evolueren
naar een gelijkschakeling van de honorering in de
28/03/2001
CRIV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
privé-sector en in de openbare sector, voor zover
de werknemers gelijkwaardig werk verrichten.
Men vraagt 4%; u belooft 1% en een kleine
verhoging van het vakantiegeld. Vanwaar dat
kleine percentage; waarom 1% en waarom geen
2% of 3%? Laat u zich leiden door
marktconformiteit? Welk is dan die
marktconformiteit?
Er is de studie van Trends. Vanuit de sector is
daar duidelijk wat kritiek op gekomen. Hoewel ik
er niet over beschik, meen ik te weten dat uw
collega in de Vlaamse regering over vergelijkende
studies zou beschikken. In de pers las ik dat u zelf
ook over afgewerkte, vergelijkende studies zou
beschikkken. Bovendien zou u opdracht hebben
gegeven tot vergelijkende studies. Wat is daarvan
aan? Over welke studies beschikt u? Welke
studies zijn op dit ogenblik in omloop? Wat
zeggen de studies waarover u beschikt en
eventueel ook de studie van minister Sauwens,
over het onderscheid in honorering, all included,
tussen de privé en de publieke sector? Wat
verstaat u onder `all included'? Wat beschouwt u
meer in het bijzonder als secundaire en tertiaire
looncomponenten voor uw federale ambtenaren?
Geldt dit zowel voor de top als voor de basis?
Een andere frictie, die ik althans zo ervaar, is het
verschil in honorering tussen de verschillende
overheden onderling. Er is de autonomie van de
diverse overheden. Het is niet te bedoeling de
gewestvorming in de omgekeerde richting over te
doen. Die autonomie dient gerespecteerd te
worden. Wij lezen echter cijfers van vorig jaar van
uw Vlaamse collega, waarbij hij beweert dat er
verschillen van 30% bestaan tussen de Waalse,
Vlaamse en federale overheid. Klopt dit? Zijn de
verschillen dermate markant? Hoe gaat u die
verkleinen? Ik vraag dat vooral omdat het gesprek
in het comité-A op sterven na dood is, zoals u zelf
zegt, en eigenlijk aan stervensbegeleiding toe is.
De Vlamingen willen in het comité-A niet meer
komen praten. De Walen willen niet spreken, want
ze willen eerst weten welke snoepjes ze van
Lambermont nog zullen krijgen om zo hun marges
te kennen. Ik ervaar dat deze regering zegt dat de
fiscale autonomie van de diverse
gemeenschappen en gewesten beperkt moet
blijven om concurrentievervalsing te voorkomen.
Gaat zij er dezelfde filosofie op nahouden wat
loonsverschillen tussen de diverse overheden
betreft? Welke rol ziet u eigenlijk nog weggelegd
voor de federale overheid om die loonsverschillen
tussen die diverse overheden zo beperkt te
houden dat er geen concurrentievervalsing tussen
de overheden optreedt, waarbij ze elkaar gaan
proberen vliegen af te vangen. Ik wil daarmee niet
de mobiliteit tussen de diverse overheden in het
gedrang brengen, want dat is gezond.
Mijn laatste vraag betreft de middelen. U hebt
wellicht contouren en timing aan de syndicale
organisaties meegedeeld op het einde van de
maand februari. Wat hebt u aan middelen nodig?
Is dat die vijf miljard frank waarover men spreekt,
of is dat meer? Welke timing voorziet u? Zal dit al
zijn consequenties hebben bij de budgetcontrole?
Zoniet, zal dit als totaalpakket consequenties
hebben voor de begroting van 2002 of ziet u het
als een progressief proces? Welke progressiviteit
voorziet u? Beperkt uw budgetverhoging zich
enkel tot honorering of heeft dat ook betrekking op
infrastructuur en logistiek voor de ambtenarij?
01.02 Minister Luc Van den Bossche: Mijnheer
de voorzitter, collega's, de wet is definitief
goedgekeurd en het uitvoeringsbesluit is klaar.
Daarin worden voor de managementfuncties 7
niveaus met 7 corresponderende wedden
overgehouden. Er wordt daarbij een
functiewegingssysteem gehanteerd, bestaande uit
twaalf componenten met een verschillend gewicht.
Volgens het gewicht zijn er ook verschillende
weddeschalen. De resultaten zijn geordend. Voor
de functie van secretaris-generaal is reeds beslist
welke wedde het wordt, terwijl we de wedden voor
de andere functies nog aan het valideren zijn.
Er zijn twee soorten valideringen. De wedde van
de voorzitter van de POD wordt door de regering
vastgelegd. De wedden voor de andere functies
worden via een dubbel circuit vastgelegd. Er is
circuit A: de secretarissen-generaal en de
kabinetschef. Er is circuit B: het college van
secretarissen-generaal dat de wedden van alle
functies van de niveaus lager dan niveau 1 in alle
departementen valideert. Op grond daarvan werd
in een besluit ingeschreven wie in welke
weddeschaal en niveau zit voor welke functie. Dat
besluit is definitief genomen.
De maandwedde is wel degelijk berekend conform
de Belgische markt, voor zover wij die kennen.
Het is begrijpelijk dat de private bedrijven liever
niet uitpakken met fiscaal vriendelijke
vergoedingen. In ieder geval, de wedden bevatten
zowel een vast als een variabel gedeelte. Voor het
variabele gedeelte ervan hebben we het
gemiddelde genomen. Tellen we de twee
gedeelten bij mekaar, dan komen we aan wat in
de private sector zeker een gangbare wedde kan
worden genoemd. Dat is de beslissing die
genomen is.
Het bedrag dat in de pers is vernoemd, is vrij juist.
CRIV 50
COM 441
28/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
De nettomaandwedde van iemand die gehuwd is
en één kind ten laste heeft, bedraagt ongeveer
250.000 frank of ongeveer 7.400.000 frank bruto
per jaar. De tweede loonschaal is 6.100.000 frank.
De derde loonschaal is 4.900.000 frank en zo
verder naar beneden.
Met secundaire en tertiaire elementen werd haast
geen rekening gehouden, omdat over die
elementen in de private sector weinig bekend is.
Het enige secundair element dat wel meespeelde,
was het pensioen. Het pensioen ligt iets lager dan
het marktgemiddelde, maar in België hebben de
extralegale pensioenen veel succes, gezien het
fiscale voordeel en de taxatie van 16% bij het
opnemen van het bedrag. Dat brengt meer op dan
het gewone pensioenstelsel. Voorts hebben de
secretarissen-generaal wel een auto en een GSM
ter beschikking en krijgen zij een
computeraansluiting thuis. Die gangbare
voordelen, die men kan catalogeren bij de
secundaire en voor een gedeelte ook bij de
tertiaire elementen en die ook in de private sector
worden toegekend, hebben we niet meegerekend.
Zoals beloofd heb ik op 15 maart mijn voorstellen
over de niveaus 3 en 4 aan de vakbonden
meegedeeld. Daarover moet worden
onderhandeld. Daarbij heb ik ook het
marktconform criterium gehanteerd, met dien
verstande dat wij zowel het pensioen, een
secundaire component, als de vastheid van
betrekking, een tertiaire component, buiten
beschouwing hebben gelaten. Dat komt erop neer,
wetenschappelijk gezien, dat de situatie ten
voordele van de niveaus 3 en 4 werd vertekend. In
de private sector worden bijvoorbeeld zelden
extralegale pensioenen aan personen in
gelijkaardige functies uitbetaald.
Wat is er beschikbaar inzake de
marktconformiteit? Een studie in Vlaanderen die ik
heb opgevraagd aan collega Sauwens heeft mij in
staat gesteld een bepaald contract niet toe te
wijzen omdat ik niet tweemaal dezelfde oefening
diende te laten gebeuren. Via deze studie had ik
informatie bekomen die weliswaar niet volledig
was maar toch de grote lijnen aangaf. Hier hebben
we een aantal beperkte dingen bijkomend kunnen
doen. Collega Sauwens had er helemaal geen
probleem mee dat ik dit document gebruikte.
Op het departement van Economische Zaken
heeft iemand een specifieke studie, betreffende
de niveaus drie en vier, laten uitvoeren. De
resultaten zijn trouwens ook uitgedeeld aan de
vakbonden. In grote lijnen blijkt daaruit dat de
niveaus drie en vier quasi marktconform zijn. Er is
dus geen groot verschil tussen de markt en wat wij
betalen. Het voorstel dat wij formuleerden valt
uiteen in drie delen.
Ten eerste, we stellen 1% lineair voor. Ik zal er
straks op terugkomen waarom dit gebeurt.
Voortgaand op de loonstudie en de
loonvergelijking zou u kunnen zeggen dat we dit
beter niet zouden doen, maar we hebben dat dus
wel gedaan. De begindatum is 1 december 2001.
Dit betekent dat dit concreet bij de uitbetaling van
de wedde van januari 2002 zal gebeuren.
Ten tweede, wat betreft het verlofgeld gaan we
naar een verhoging van 92% van de wedde. Voor
de laagste niveaus is dit een verhoging van 20%
tot 22% van het verlofgeld. Voor de hoogste
wedden in niveau drie betekent dit iets meer dan
30%. Wanneer ik hetzelfde doe in de hogere
graden betekent dit meer in percentage omdat het
verlofgeld bestaat uit een vast gedeelte, voor
iedereen gelijk aan 36.700 frank vermeerderd met
1,1% van de jaarwedde. Er is dus een heel klein
spanningsveld tussen de laagste en hoogste
wedde inzake verlofgeld. Indien u 92% neemt
zoals in de privé-sector, gaan we daar opnieuw
het verschil vergroten. Dat betekent dus dat het
een verschillende betekenis heeft. De nieuwe
regeling betreffende het verlofgeld, volgend jaar te
betalen, wordt onmiddellijk van kracht.
Ten derde, er zijn een aantal percentages,
zogenaamde sociale programatiepercentages
waardoor de doorstroom naar bepaalde hogere
graden afgeremd wordt. Die worden vergroot. Die
stijgingen worden vergroot wat een cascade-effect
heeft over de ganse lijn. Dit zal een verschillende
betekenis hebben voor verschillende mensen
maar moet ook als een verhoging worden
beschouwd. Dit zijn de drie grote punten van ons
voorstel met daarbij een vereenvoudiging.
De nieuwe medewerkers komen in een nog
eenvoudiger systeem, drie vier bereikt het een
niveau met een vrij vlakke loopbaan.
De eerste vergadering met de vakbonden is
doorgegaan. De tweede vergadering gaat door op
5 april. Er zal de hele dag over die teksten worden
onderhandeld.
Er is de verwarring over de 1%. Dit mag niet
worden verward met comité A. In uw vraagstelling
hebt u die zaken vermengd. We zitten daar in een
verwarrende toestand. Volgens de wet moeten er
in principe eerst in comité A vier maanden
verstreken zijn na het openen van de
onderhandelingen vooraleer de sectorale
28/03/2001
CRIV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
onderhandelingen kunnen plaatsvinden. In
werkelijkheid heb ik vastgesteld dat de sectorale
onderhandelingen inzake onderwijs in Vlaanderen
begonnen waren nog vooraleer het eisencahier
intersectoraal was ingediend. Dat is bijna het
strafste. Overal hebben de sectoren gevraagd om
de onderhandelingen te beginnen terwijl de
intersectorale nog bezig waren. U ziet dus dat er
daar binnen de vakbonden een probleem rijst. Zij
hebben laattijdig de betekenis van de bijzondere
wet van 1988 beseft. Dit zorgt natuurlijk voor een
moeilijk probleem in comité A, waar ik een poging
doe om te komen tot een voorstel. Het voorstel zal
relatief minimaal zijn want dit voorstel slaat op
diegenen die het minst kunnen. Dat is een
basisvoorstel. Als we een voorstel formuleren, na
iedereen geraadpleegd te hebben, is het duidelijk
dat het een luik zal moeten bevatten dat gewijd is
aan de heroriëntering en de herdefinitie van
comité A.
Comité A is een comité dat in feite glorieus
geweest is voor 1988. Na 1988, ten gevolge van
de gewestvorming, is het een beetje beginnen
afkalven, want men had het duidelijk over de
autonomie van gemeenschappen en gewesten,
dus ook inzake hun eigen personeel. Maar,
aangezien dit gelezen moet worden in combinatie
met de financieringswet, zijn er meer zaken die
vicieus zijn. Ook aan de perequatie is duidelijk een
vicieus verhaal verbonden, in die zin dat bij de
gemeenschappen en de gewesten, wanneer zij
over structurele loonsverhogingen beslissen voor
al het personeel dat geacht word op pensioen te
zijn en tot die gemeenschappen en gewesten
behoorde, er automatisch een perequatie
doorgaat. De onderhandeling op sectoraal vlak,
waar het federale niveau afwezig is en niets te
zeggen heeft, brengt automatisch een factuur met
zich in de perequatie op het federaal niveau van
de pensioenen.
Een tweede vicieus element is het volgende. Als
alle overheden zouden overgaan tot het betalen
van 92% vakantiegeld, dan wordt de federale
regering daar rijk van omdat er meer moet worden
betaald aan loonkosten op het niveau van de
gemeenschappen dan op federaal niveau en
omdat er een return is in sociale afdrachten en
fiscaliteit die naar het federale niveau vloeien. Dat
is natuurlijk het gevolg van het feit dat de
pensioenen federaal blijven en men geen fiscale
autonomie geeft. Dat is voor de hand liggend. Die
drie vicieuze effecten zijn een gevolg van het
systeem waarvoor men geopteerd heeft. Ik denk
dat de herdefinitie van het Comité A nu echt op de
agenda staat. Ik denk trouwens ook dat de interne
moeilijkheden in de vakbonden aanleiding zullen
geven tot het feit dat men dat gemakkelijker zal
aanvaarden.
Wat heeft de vergelijkende studie tussen de
overheden en de privé-sector opgebracht? Wat de
privé-sector betreft, in grote lijnen kan men
zeggen dat er een dichte marktconformiteit is voor
de niveaus 3 en 4, en dat er een quasi
marktconformiteit is voor het niveau 2, met dien
verstande dat het competentiebeheer bij ons fout
zit doordat het niet in de carrière is opgenomen en
dat er op het niveau 2+ een vrij grote kloof
ontstaat met de privé-sector, niet zozeer bij
aanvang op niveau 1, maar na drie jaar. Wij
beheren de expertise schabouwelijk slecht en
naarmate wij stijgen betalen wij steeds slechter en
wordt de kloof met de privé-sector steeds groter.
Bij een vergelijking van de openbare sector qua
marktconformiteit, zullen wij in de omgeving van
het Vlaamse Gewest komen. Dat zal niet overal in
België hetzelfde zijn, maar er zal wel een kloof
zijn, zeker op de lagere niveaus, met het Waalse
Gewest.
Ik blijf bij mijn lijn, marktconformiteit met de privé-
sector. Ik vind niet dat ik mij moet richten op één
van de openbare partners. Of dat
concurrentievervalsing is zou ik niet weten, maar
dit is de autonomie en het gevolg van beslissingen
van 1988. Ik ga me dan ook niet laten onder druk
zetten door het feit dat we in 1988 met een
bijzondere meerderheid de autonomie aan elkeen
gegeven hebben. Elke overheid moet dan ook
maar haar verantwoordelijkheden opnemen
binnen die markt en ik ga er dan ook niet mee
akkoord welke beperking dan ook op te leggen.
Bij secundaire en tertiaire looncomponenten bij de
niveaus 3 en 4 speelt het niet mee dat ik de
pensioenen niet in rekening heb gebracht en de
vastheid van betrekking ook niet, wat in feite
voordelig is voor die niveaus. Dit is een
ingewikkeld geval en wij zullen wel zien of wij eruit
komen of niet. Ik zal een poging doen om op 17
april, wanneer ik opnieuw het Comité A zal
samenroepen, een voorstel namens alle
overheden te formuleren. Ik heb gisteren de
overheden gezien en ik zal ze mijn tekst voor 15
april bezorgen, zodat alle regeringen een
standpunt kunnen innemen tegen de 17 april. Dat
zal natuurlijk slechts een soort van
voorschotprelude zijn binnen de nieuwe sectorale.
Wat de middelen betreft, als ik die meedeel dan
weten de vakbonden ook over hoeveel het gaat,
dus dat ga ik niet doen. Het is wel uitgerekend en
zowel de minister van begroting als de eerste
minister kennen de cijfers. Ik vind het beter dat
CRIV 50
COM 441
28/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
cijfer voorlopig niet bekend te maken, want anders
kunnen de vakbonden onmiddellijk negatief
reageren zoals ik met de politiehervorming heb
meegemaakt. Als men vijf frank aankondigt, dan
is men er achteraf zeker zes en een half kwijt,
anders zouden de vakbonden voor niks
onderhandeld hebben.
Er is wel een schema gemaakt en de bedragen
werden geavaliseerd. Ik verklaar mij nader: er is
een akkoord over de totaalsom die ik nodig heb
om alle onderhandelingen marktconform tot een
goed einde te brengen.
De aanpassing van de wedden voor niveaus 3 en
4 wordt onmiddellijk van kracht. De wedden voor
niveau 2 zullen later worden verhoogd. In ieder
geval zal een deel van de kosten ervan al op de
begroting voor 2002 worden ingeschreven. De
verhoging van de wedden voor niveau 2+ is voor
midden of eind 2002. Maar doordat ook het
vakantiegeld moet worden aangepast, kan de
verhoging misschien ook een jaar later ingaan. Er
kan immers een discussie rijzen over de wijze
waarop we de 92%-stijging van het vakantiegeld
zullen verwezenlijken. Het is bijvoorbeeld niet uit
te sluiten dat we de optrekking ervan voor niveau
1 spreiden over twee of drie jaar. Maar hoe dan
ook zal de hele operatie tot de laatste frank binnen
de vier jaar zijn afgewerkt en zal de uitvoering
ervan op kruissnelheid zijn. Er moet daarover nog
wat worden onderhandeld.
Na de onderhandelingen over de
begrotingscontrole zijn er beslissingen uit de bus
gekomen, die mij toelaten om alles te betalen wat
ik dit jaar moet betalen. De teksten terzake zullen
binnenkort in het Parlement worden ingediend; ze
zijn alvast goedgekeurd door de regering.
Mijn cijfers voor 2002 zijn bekend; ik moet ze ook
ter goedkeuring leggen. In ieder geval zijn de
bedragen voor 2002 in principe toegekend.
De logistiek wordt door elk departement zelf
geregeld. Daarover kan ik mij moeilijk in algemene
termen uitspreken. Ik spreek mij wel uit over
informatica, omdat ik daar een geïntegreerd
geheel in virtuele matrix beheer. Bij de
begrotingscontrole is er 1,3 tot 1,4 miljard
vrijgemaakt om e-government mogelijk te maken -
anders was e-government niet mogelijk en te
investeren in de back offices, naast de
informaticakredieten die we reeds in de begroting
voor 2001 hadden ingeschreven. Er is dus ook
een logistieke inspanning, wat informatica betreft,
en die zal de komende jaren hoe dan ook worden
voortgezet. Dat is mijn verantwoordelijkheid.
Mijnheer de voorzitter, ik heb geprobeerd in een
zo kort mogelijke tijdspanne zo uitgebreid mogelijk
te antwoorden.
01.03 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de minister, ik stel vast dat de informaticamanager
meer verdient, tot zelfs anderhalf miljoen meer,
dan de toekomstige secretaris-generaal, die 7,4
miljoen ontvangt. Vanwaar dat grote verschil?
01.04 Minister Luc Van den Bossche: De
secretarissen-generaal verdienen het dubbele van
wat ze nu verdienen.
Van het grote verschil moet u trouwens niet
schrikken. Ik kan grote bedrijven noemen waarvan
de algemene directeur minder verdient dan de
baas van de sector HIT. Dat komt door de markt
en de schaarste op de markt. Dat is vreselijk om
vast te stellen, maar het is zo. Neem nu het loon
dat op het ogenblik aan werknemers met een A1,
die 22 tot 23 jaar zijn, bij hun aanwerving
aangeboden wordt, dat is om bleek van te worden.
De markt wordt compleet geforceerd; ik ken geen
enkele jonge universitair afgestudeerde die aan
die voorwaarden wordt binnengehaald.
01.05 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de minister, sta me toe zeer kort enkele
bedenkingen te formuleren. Het is een goede zaak
dat iedereen opslag krijgt, waarmee een aantal
scheeftrekkingen als gevolg van de saneringen
worden rechtgetrokken. Dat het marktconform
gebeurt, daarin steun ik u ook. Alleen betreur ik de
chronologie. De topfunctionarissen krijgen reeds
vanaf april, mei bij hun aanstelling hun opslag. De
anderen krijgen die pas vanaf volgend jaar en de
werknemers van niveau 2 zelfs nog later, met
name pas tegen het einde van de legislatuur. Zo
discrimineert u de kleine visjes, want hun opslag
zal verhoudingsgewijs veel beperkter zijn, wellicht
tussen 1 en 4 procent, in vergelijking met de
opslag van andere categorieën die een
verdubbeling krijgen. Bovendien worden ze
chronologisch gediscrimineerd, en dat betreur ik.
Ik heb begrip voor uw onderhandelingswijze en
begrijp dat u het achterste van uw tong niet laat
zien met betrekking tot de middelen die u nodig
heeft. Moet ik dan uit uw opmerking over de wijze
van onderhandelen met de politie afleiden dat u
vindt dat de politiemensen teveel hebben
gekregen? Die mening deel ik alvast niet.
01.06 Minister Luc Van den Bossche: Ik geef
geen commentaar op het akkoord dat werd
gesloten. Indien u het wenst kan ik het laten
28/03/2001
CRIV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
analyseren. Immers, een groot deel van de
onderhandelingen heb ik zelf voorgezeten. Ik ben
dus goed geplaatst om het te analyseren. Ik kan
dat doen wanneer ik met pensioen ben.
Ten eerste, het is juist dat het chronologisch niet
leuk is. Er is echter geen andere mogelijkheid. Op
een bepaald moment moet men een nieuw
management installeren om het process re-
engineering te kunnen uitvoeren. Dit management
moet aan marktconforme voorwaarden worden
geïnstalleerd of u zult het niet hebben. Ik geef
echter toe dat het beeld niet leuk is. Ik wist dat
vanaf het begin. Ik heb er heel bewust voor
gekozen, wetend dat het niet leuk was.
Ten tweede, laat ons niet te veel de term
discriminatie misbruiken. Als ik nu de
marktconformiteit als norm neem, dan is er een
discriminatie voor al degenen die niveau 1 en
niveau 2+ hebben. Daar bestaat de discriminatie
en niet op de laagste niveaus. Er wordt nog wel
gedeeltelijk gediscrimineerd door degenen die
onderaan staan toch nog 3 tot 4 procent meer te
geven. Als ik de promotiemarges vergroot, dan
discrimineer ik ten voordele van de laagste
niveaus.
01.07 Servais Verherstraeten (CVP): Mijnheer
de voorzitter, ik dank de minister voor zijn
antwoord.
Met betrekking tot de chronologie en het verzoek
om meer gelijktijdig de opwaardering van de lonen
van de ambtenaren te voorzien, ongeacht de
niveaus, zal ik een motie van aanbeveling
indienen.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Servais Verherstraeten en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Servais
Verherstraeten
en het antwoord van de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen,
beveelt aan
- voorafgaandelijk doelstellingen vast te leggen
met betrekking tot verbetering van de
administratie naar de burger toe;
- tevens de middelen hiervoor nodig te begroten
zowel qua personeel als qua infrastructuur;
-
gelijktijdig voor iedere ambtenaar ongeacht
niveauhoogte marktconforme verloning toe te
kennen en terzake geen prioriteit te verlenen aan
de top;
-
betere loopbaanperspectieven en
doorgroeimogelijkheden uit te tekenen voor alle
ambtenaren."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Servais Verherstraeten et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Servais
Verherstraeten
et la réponse du ministre de la Fonction publique
et de la Modernisation de l'administration,
recommande
-
de définir préalablement des objectifs pour
améliorer l'administration en ce qui concerne le
service aux citoyens;
- de chiffrer par ailleurs les crédits nécessaires à
cette fin en matière tant de personnel que
d'infrastructures;
- de rémunérer tous les fonctionnaires, quel que
soit leur niveau, aux conditions du marché et de
n'accorder à cet égard aucune priorité aux
fonctionnaires du plus haut niveau;
- d'offrir de meilleures perspectives de carrière et
d'avancement à tous les fonctionnaires."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heer Denis D'hondt en mevrouw Kristien
Grauwels.
Une motion pure et simple a été déposée par M.
Denis D'hondt et Mme Kristien Grauwels.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 15.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.05 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 441
CRABV 50 COM 441
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
28-03-2001 28-03-2001
14:15 uur
14:15 heures
CRABV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellatie van de heer Servais Verherstraeten
tot de minister van Ambtenarenzaken en
Modernisering van de openbare besturen over "de
stand van zaken in het Copernicusplan voor alle
ambtenaren" (nr. 742)
1
Interpellation de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Fonction publique et de la
Modernisation de l'administration sur "la situation
concernant la mise en oeuvre du plan Copernic
pour l'ensemble des fonctionnaires" (n° 742)
1
Sprekers: Servais Verherstraeten, Luc Van
den Bossche, minister van Ambtenarenzaken
en Modernisering van de openbare besturen
Orateurs: Servais Verherstraeten, Luc Van
den Bossche, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de
l'administration
Moties
4
Motions
4
CRABV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
28
MAART
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
28
MARS
2001
14:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.30 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.30 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Interpellatie van de heer Servais
Verherstraeten tot de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen over "de stand van zaken in
het Copernicusplan voor alle ambtenaren"
(nr. 742)
01 Interpellation de M. Servais Verherstraeten au
ministre de la Fonction publique et de la
Modernisation de l'administration sur "la
situation concernant la mise en oeuvre du plan
Copernic pour l'ensemble des fonctionnaires"
(n° 742)
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): De minister
beweert nog steeds op schema te zitten inzake het
Copernicusplan. Hij is nu bezig met de
implementatie van het plan. Er zijn op dat vlak drie
problemen: de relatie top-basis; de loonverschillen
tussen de overheid en de privé-sector en het
verschil in verloning bij de diverse
overheidsdiensten.
Hoeveel zullen de topambtenaren verdienen? Is
daarover een beslissing genomen op de
Ministerraad? Zal de verloning effectief
marktconform gebeuren of zullen er externe
looncomponenten worden opgenomen? Welke
krachtlijnen zijn er opgesteld voor zowel de basis
als voor het middenkader?
De minister heeft aan de ambtenaren slechts een
procent loonsverhoging beloofd, terwijl vier procent
werd gevraagd. Waarom zo'n lage verhoging? Er is
de studie van Trends, maar de minister zou over
nog andere vergelijkende loonstudies beschikken.
Wat kan hij uit deze studies concluderen? Welke
stappen zal hij in dat kader zetten? Welke
secundaire en tertiaire looncomponenten worden
overwogen voor de basis en de kaders?
01.01 Servais Verherstraeten (CVP): Le ministre
continue à affirmer que le calendrier relatif au plan
Copernic sera respecté. Il s'occupe actuellement de
la mise en oeuvre du plan. Trois problèmes se
posent à ce niveau : les relations entre les fonctions
dirigeantes et la base, les disparités salariales entre
le secteur public et privé et celles entre les
différents services publics.
A combien s'élèvera le salaire des fonctionnaires
dirigeants ? Une décision a-t-elle été prise à ce
sujet au Conseil des ministres ? La rémunération
s'effectuera-t-elle en conformité avec le marché ou
des composantes salariales externes seront-elles
prises en compte? Quelles lignes directrices ont été
élaborées pour le cadre de base et pour le cadre
moyen ?
Le ministre a promis une augmentation salariale
d'1% seulement aux fonctionnaires alors qu'ils en
réclamaient 4. Pourquoi cette augmentation est-elle
aussi peu élevée ? Le journal "Trends" a publié une
étude mais le ministre disposerait d'autres études
comparatives sur les salaires. Quelles conclusions
en tire-t-il ? Quelles initiatives compte-t-il prendre en
la matière ? Quelles composantes salariales
secondaires et tertiaires sont envisagées pour la
28/03/2001
CRABV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
base et les cadres ?
Er is ook een verschil in honorering tussen de
verschillende overheidsdiensten, die soms tot 30
procent oploopt. Speelt de fiscale autonomie van de
Gewesten hierin mee? Hoe kan die kloof worden
verkleind?
Wat de middelen betreft: hoeveel heeft de minister
nodig? Wat is de timing ervan? Wat is de
progressiviteit ervan? Of wordt de kost volledig op
het jaar 2002 afgewenteld? Zijn er gevolgen voor de
infrastructuur en de logistiek?
Il existe entre les différents services publics des
différences de traitement pouvant aller jusqu'à 3
pour cent. Le principe de l'autonomie régionale
s'applique-t-il en l'occurrence? Comment le fossé
pourrait-il être comblé?
En ce qui concerne les moyens, quels sont les
besoins du ministre? Quel calendrier a-t-il établi?
Comment se présente le caractère progressif de
ces besoins? Le coût de l'opération sera-t-il
intégralement reporté sur l'an 2002? Qu'en est-il
des conséquences de la réforme en ce qui
concerne l'infrastructure et la logistique?
01.02 Minister Luc Van den Bossche
(Nederlands): De topweddes voor zeven
managementfuncties zijn definitief vastgelegd. Het
gaat om zeven corresponderende wedden. We zijn
nu in de valideringsfase voor de andere functies en
op grond hiervan zal er uiteindelijk worden beslist.
De maandwedde is volledig conform de Belgische
markt en bestaat uit een vast en een variabel
gedeelte. De som die in de pers werd vermeld is vrij
juist en ligt rond 7,4 miljoen bruto per jaar voor de
topambtenaren, zijnde netto ongeveer 250.000
frank per maand. Dat is conform de gangbare
wedde in de particuliere sector, percentiel 50. Het
tweede loonniveau ligt op 6,1 miljoen, het derde op
4,9 miljoen. De secundaire en tertiaire
looncomponenten in de privé-sector zijn weinig
bekend, behalve wat het pensioenstelsel betreft.
Deze componenten worden dus niet mee in
rekening gebracht.
Op 15 maart heb ik een voorstel gedaan aan de
vakbonden, waarbij geen rekening wordt gehouden
met het pensioen en de vastheid van betrekking. Dit
is het voordeel van niveau 3 en 4.
Er werd door iemand van het ministerie van
Economische Zaken een specifieke studie
uitgevoerd, waaruit bleek dat de marktconformiteit
voor niveaus 3 en 4 zo goed als volledig is.
In het voorstel aan de vakbonden wordt een lineaire
verhoging met een procent voorgesteld. De
ingangsdatum wordt gelegd op 1 december 2001.
De verandering zal zo voor de eerste keer blijken bij
de betaling van de wedde op 1 januari 2002. Het
vakantiegeld zou worden opgetrokken tot 92
procent, zoals in de privé-sector. We streven naar
een vereenvoudiging van het systeem. Op 5 april
2001 zal de tweede vergadering met de vakbonden
01.02 Luc Van den Bossche , ministre (en
néerlandais) : En ce qui concerne les sept
fonctions de management, les traitements
maximums ont été fixés. Il s'agit de sept traitements
équivalents. Pour les autres fonctions, nous nous
trouvons actuellement dans la phase de validation
et les décisions définitives seront prises sur la base
des conclusions qui seront formulées à l'issue de
cette phase. Le traitement mensuel est entièrement
conforme au marché belge et comporte une partie
fixe et une partie variable. Les montants cités dans
la presse sont assez proches de la réalité et
oscillent aux alentours de 7,4 millions de francs par
an pour les hauts fonctionnaires, soit 250.000
francs nets environ par mois. Ce montant est
conforme au niveau des traitements dans le secteur
privé (percentile 50). Le deuxième niveau de salaire
se situe à 6,1 millions de francs, le troisième à 4,9
millions de francs. Les composantes salariales
secondaires et tertiaires dans le secteur privé sont
peu connues, à l'exception du régime des pensions.
Elles n'ont donc pas été prises en compte.
Le 15 mars dernier, j'ai soumis aux syndicats une
proposition ne prenant pas en compte la pension et
la stabilité de l'emploi, ces deux derniers aspects
constituant le privilège des niveaux 3 et 4.
Il ressort d'une étude spécifique, réalisée par un
fonctionnaire du ministère des Affaires
économiques, que la conformité au marché des
niveaux 3 et 4 est quasi totale.
Le texte soumis aux syndicats propose une
majoration linéaire d'un pour cent. La date d'entrée
en vigueur en est fixée au 1
er
décembre 2001. Ainsi,
les premiers changements apparaîtront lors du
versement des traitements le 1
er
janvier 2002. Le
pécule de vacances serait porté à 92 pour cent,
comme dans le secteur privé. Nous oeuvrons en
faveur d'une simplification du système. Une
deuxième réunion avec les syndicats aura lieu le 5
CRABV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
plaatsvinden.
De onderhandelingen zijn aan de gang, zowel de
sectoriële als de intersectoriële. Duidelijk wordt dat
het Comité A moet geherdefinieerd worden. Het
belang van het Comité A is immers sinds de
gewestvorming van 1988 sterk afgekalfd door het
verlenen van autonomie aan de Gewesten en
Gemeenschappen, de Financieringswet en de
perequatie.
Wat de verloning betreft, zal er voor de niveaus 3
en 4 marktconformiteit zijn, voor niveau 2 is die
bijna gerealiseerd. Op niveau 2+ is er echter een
enorme kloof met de privé-sector. Voor niveau 1 is
die décalage er ook, doch ze neemt sterk toe met
de anciënniteit. Het is duidelijk dat er voor de lagere
niveaus zeker een kloof is met het Waals Gewest.
Het is nog niet duidelijk of het Vlaams
verloningsniveau wordt geëvenaard.
Ik doe een poging om tegen 17 april een definitieve
regeling klaar te hebben. De omvang van de nodige
middelen is bekend, maar ik wens die niet mee te
delen. De timing begint met niveau 3 en 4, niveau
2+ is voorzien voor midden 2002. Binnen vier jaar
zal de hele operatie afgerond zijn. Voor dit jaar is
alleszins in de nodige middelen voorzien.
avril 2001.
Les négociations, tant sectorielles
qu'intersectorielles, sont en cours. Il apparaît
clairement que les compétences du comité A
doivent être redéfinies. Celles-ci ont, en effet, été
fortement réduites à la suite de la régionalisation de
1988 et, plus particulièrement, de l'octroi d'une
autonomie accrue aux Régions et aux
Communautés, de la loi de financement et de la
peréquation.
Les traitements des niveaux 3 et 4 seront
conformes aux marchés. Pour les traitements de
niveau 2, cette conformité est quasiment réalisée.
En revanche, pour le niveau 2+, le décalage avec le
secteur privé est important. Pour le niveau 1, ce
décalage existe également mais s'amenuise à
mesure que l'ancienneté augmente. Il est clair qu'en
ce qui concerne les niveaux inférieurs, il existe un
décalage par rapport à la Région wallonne. Quant à
savoir si le niveau de rémunération de la Région
flamande est égalé, les comparaisons doivent
encore être affinées.
J'entreprendrai une tentative en vue de l'élaboration
d'une réglementation définitive d'ici au 17 avril.
L'ampleur des moyens nécessaires est connue
mais je ne souhaite pas vous communiquer ces
informations. Le calendrier commence par les
niveaux 3 et 4. Pour le niveau 2+, les mesures
devraient être prises à la mi-2002. D'ici à quatre
ans, toute l'opération sera achevée. Pour cette
année-ci en tout cas, les moyens nécessaires ont
été prévus.
Qua logistiek zal een behoefteanalyse voor elk
departement afzonderlijk moeten worden gemaakt.
Op het vlak van informatica is er naast de verhoging
van het informaticabudget voorzien in een surplus
van 1,3 tot 1,4 miljard frank voor de verwezenlijking
van e-government.
En ce qui concerne la logistique, les besoins
devront être analysés pour chaque département
individuellement. Pour ce qui est de l'informatique, il
y aura, outre l'augmentation du budget, un pécule
spécial de 1,3 à 1,4 milliard de francs destiné à la
mise en oeuvre du e-government.
01.03 Servais Verherstraeten (CVP): De
informaticamanager zal meer verdienen dan de
toekomstige secretaris-generaal. Vanwaar dit grote
loonsverschil?
01.03 Servais Verherstraeten (CVP): Le manager
responsable de l'informatique gagnera plus que le
futur secrétaire-général. Comment expliquez-vous
cette important écart salarial?
01.04 Minister Luc Van den Bossche
(Nederlands): Dat is uitsluitend te wijten aan de
marktsituatie. Deze loonsverschillen zijn ook zeer
duidelijk in de privé-sector. Hier spelen vraag en
aanbod.
01.04 Luc Van den Bossche , ministre (en
néerlandais): Il est uniquement dû à la situation sur
le marché du travail. Ces différences de salaires
apparaissent également très clairement dans le
secteur privé. Nous sommes confrontés à la loi de
l'offre et de la demande.
01.05 Servais Verherstraeten (CVP): Ik betreur
de chronologie van de loonsverhoging. De mensen
op de lagere niveaus worden niet alleen benadeeld
01.05 Servais Verherstraeten (CVP): Je déplore
la chronologie adoptée pour les augmentations
salariales. Au niveau inférieur, le pourcentage
28/03/2001
CRABV 50
COM 441
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
inzake het verhogingspercentage, maar ook inzake
het tijdstip waarop zij deze loonsverhoging zullen
ontvangen.
d'augmentation est moindre et l'augmentation entre
en vigueur plus tard.
01.06 Minister Luc Van den Bossche
(Nederlands): Het is inderdaad niet leuk om de
hogere niveaus eerst een loonsverhoging toe te
kennen, maar praktisch gezien kon het niet anders.
Ik vind niet dat de voorgestelde maatregelen
discriminerend zijn ten overstaan van de lagere
niveaus. Zelfs met een kleine loonsverhoging van
een procent zullen de lonen van niveau 3 en 4
marktconform of zelfs iets hoger zijn.
01.06 Luc Van den Bossche , ministre (en
néerlandais) : Je comprends que l'on n'apprécie
pas le fait que les niveaux supérieurs soient les
premiers à bénéficier d'une augmentation salariale,
mais d'un point de vue pratique, il était impossible
de procéder autrement. A mes yeux, les mesures
proposées ne sont pas discriminatoires vis-à-vis
des niveaux inférieurs. Même si l'augmentation
n'est que de 1%, les salaires des fonctionnaires des
niveaux 3 et 4 seront conformes aux normes du
marché voire même supérieurs à celles-ci.
Moties
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
Le président: En conclusion de cette discussion les
motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Servais Verherstraeten en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Servais
Verherstraeten
en het antwoord van de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen,
beveelt aan
- voorafgaandelijk doelstellingen vast te leggen met
betrekking tot verbetering van de administratie naar
de burger toe;
- tevens de middelen hiervoor nodig te begroten
zowel qua personeel als qua infrastructuur;
-
gelijktijdig voor iedere ambtenaar ongeacht
niveauhoogte marktconforme verloning toe te
kennen en terzake geen prioriteit te verlenen aan de
top;
-
betere loopbaanperspectieven en
doorgroeimogelijkheden uit te tekenen voor alle
ambtenaren."
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Servais Verherstraeten et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Servais
Verherstraeten
et la réponse du ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration,
recommande
-
de définir préalablement des objectifs pour
améliorer l'administration en ce qui concerne le
service aux citoyens;
- de chiffrer par ailleurs les crédits nécessaires à
cette fin en matière tant de personnel que
d'infrastructure;
- de rémunérer tous les fonctionnaires, quel que soit
leur niveau, aux conditions du marché et de
n'accorder à cet égard aucune priorité aux
fonctionnaires du plus haut niveau;
- d'offrir de meilleures perspectives de carrière et
d'avancement à tous les fonctionnaires."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer
Denis D'hondt en mevrouw Kristien Grauwels.
Une motion pure et simple a été déposée par M.
Denis D'hondt et Mme Kristien Grauwels.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.57 uur.
La réunion publique de commission est levée à
14.57 heures.
Document Outline