SÉANCE PLÉNIÈRE

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

AGALEV-ECOLO

Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales

CVP Christelijke

Volkspartij

FN Front

National

PRL FDF MCC

Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement

PS Parti

socialiste

PSC Parti

social-chrétien

SP Socialistische

Partij

VLAAMS BLOK

Vlaams Blok

VLD

Vlaamse Liberalen en Democraten

VU&ID Volksunie&ID21

Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

Abréviations dans la numérotation des publications :

DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer

en volgnummer

DOC 50 0000/000

Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif

QRVA

Schriftelijke Vragen en Antwoorden

QRVA

Questions et Réponses écrites

CRIV

Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)

CRIV

Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)

CRIV

Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)

CRIV

Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)

CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)

CRABV Compte

Rendu Analytique (sur papier bleu)

PLEN

Plenum (witte kaft)

PLEN

Séance plénière (couverture blanche)

COM

Commissievergadering (beige kaft)

COM

Réunion de commission (couverture beige)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail : aff.generales@laChambre.be

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van de heer José Canon aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de onveiligheid in
Charleroi" (nr. 4222)

Question de M. José Canon au ministre de
l'Intérieur sur "l'insécurité dans la ville de
Charleroi" (n° 4222)

Sprekers: José Canon, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs: José Canon, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de afgifte
van een officieel document met foto voor mensen
in een regularisatieprocedure" (nr. 4204)

Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Intérieur sur "la délivrance d'un document officiel
accompagné d'une photo aux personnes en
procédure de régularisation" (n° 4204)

Sprekers:

Simonne Creyf, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Simonne Creyf, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Samengevoegde interpellaties van

Interpellations jointes de

- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in
de regularisatiecampagne" (nr. 722)

- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la situation en ce qui concerne la campagne de
régularisation" (n° 722)

- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het effectieve aantal al
dan niet gedwongen uitwijzingen van definitief
afgewezen kandidaat-geregulariseerden" (nr. 743)

- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le nombre effectif d'expulsions - forcées ou
non - de candidats à la régularisation dont la
demande a été définitivement rejetée" (n° 743)

Sprekers:

Pieter De Crem, Guido

Tastenhoye, Antoine Duquesne, minister
van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Pieter De Crem, Guido

Tastenhoye, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur

Moties

Motions

Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de bekendmaking
in het Belgisch Staatsblad van diefstallen van
identiteitskaarten in gemeentehuizen" (nr. 4211)

Question de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Intérieur sur "la publication au Moniteur belge
des vols de cartes d'identité dans des
administrations communales" (n° 4211)

Sprekers: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
afschaffen in Europees verband van de
visumplicht voor Bulgarije en Slovakije" (nr. 4276)

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "la suppression dans le cadre
européen de l'obligation de visa pour la Bulgarie
et la Slovaquie" (n° 4276)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
toepassing van het LIFO-systeem ("last in first
out") voor nieuwe kandidaat-asielzoekers en de
effectieve verwijdering van het grondgebied van
LIFO-uitgeprocedeerden" (nr. 4278)

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "l'application du système LIFO ("last
in first out") aux nouveaux demandeurs d'asile et
l'expulsion effective du territoire des personnes
LIFO en fin de procédure" (n° 4278)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
recente arrest van het Hof van Cassatie inzake
het mogen uitwijzen van uitgeprocedeerden die
nog in beroep zijn gegaan bij de Raad van State"
(nr. 4279)

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "le récent arrêt de la Cour de
Cassation concernant la possibilité d'expulser des
demandeurs d'asile déboutés qui sont allés en
recours devant le Conseil d'Etat" (n° 4279)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de 16

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de 16

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

minister van Binnenlandse Zaken over "de
maatregelen in Europees verband om de
zogenaamde 'Balkan-migratieroute' naar het
Westen af te snijden" (nr. 4280)

l'Intérieur sur "les mesures prises dans le cadre
de l'Europe visant à couper la route dite 'de
migration des Balkans' vers l'occident" (n° 4280)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Pieter De Crem aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitwerken van een nieuwe asielprocedure"
(nr. 4281)

Question de M. Pieter De Crem au ministre de
l'Intérieur sur "l'élaboration d'une nouvelle
procédure d'asile" (n° 4281)

Sprekers:

Pieter De Crem, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Pieter De Crem, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "een tekort
van 600 politieagenten bij het lokale politiekorps
van de stad Antwerpen" (nr. 4283)

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "le manque de 600 policiers au sein
du corps de la police locale de la ville d'Anvers"
(n° 4283)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke integratie en Sociale economie
over "de nieuwe procedures voor het onderzoek
van de aanvragen van kandidaat-politieke
vluchtelingen" (nr. 4285)

Question de Mme Michèle Gilkinet au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"les nouvelles procédures en vigueur pour
l'examen des demandes des candidats réfugiés"
(n° 4285)

Sprekers:

Michèle Gilkinet, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Michèle Gilkinet, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van mevrouw Geraldine Pelzer-Salandra
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"het organiseren van nieuwe verkiezingen in
Jurbeke" (nr. 4287)

Question de Mme Geraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "l'organisation de
nouvelles élections à Jurbise" (n° 4287)

Sprekers:

Géraldine Pelzer-Salandra,

Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Géraldine Pelzer-Salandra,

Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

BINNENLANDSE ZAKEN, DE

ALGEMENE ZAKEN EN HET

OPENBAAR AMBT

COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,

DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET

DE LA FONCTION PUBLIQUE

van

WOENSDAG

MAART

2001

10:15 uur

______

MERCREDI

MARS

2001

10:15 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10.26 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.26 heures par M. Paul
Tant, président.

01 Question de M. José Canon au ministre de

l'Intérieur sur "l'insécurité dans la ville de
Charleroi" (n° 4222)

01 Vraag van de heer José Canon aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
onveiligheid in Charleroi" (nr. 4222)

01.01 José Canon (PS): Monsieur le président,

monsieur le ministre, la ville de Charleroi assiste à
une recrudescence de la criminalité ayant pour
cible actuellement ses propres forces de police.
Des véhicules de la police fédérale même
banalisés se sont fait purement et simplement
attaquer à coups de mitraillette. Ce cas est
particulièrement grave parce que si cela se
produisait dans d'autres villes, cela pourrait
conduire vraiment à une banalisation de la
criminalité, ce qui mettrait la population et les
forces de police en porte-à-faux et pourrait
provoquer un chaos terrible en Belgique.

Afin de mettre un terme à cette situation, il est du
devoir de la police fédérale d'éradiquer
immédiatement de tels agissements qui
traumatisent la population en voyant la
vulnérabilité de ses forces protectrices. Ce
sentiment d'insécurité gagne également les
communes avoisinantes dépourvues elles aussi
de moyens de défense et de riposte efficaces.

M. le ministre peut-il me communiquer les
mesures qu'il compte prendre afin de sécuriser
tant la population que les forces de police et leur

donner les moyens de se défendre rapidement?

01.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, chers collègues, l'évolution de la
criminalité dans la région de Charleroi est
effectivement préoccupante comme elle l'est
d'ailleurs dans d'autres centres urbains
importants. Elle est plus importante à Charleroi en
ce qui concerne les phénomènes de car-jacking,
les hold-up et les attaques à main armée.

Cette évolution de la criminalité à Charleroi a déjà
mobilisé d'importants moyens fédéraux.

Tout d'abord, sur le plan de la prévention,
différentes initiatives de prévention situationnelle
ont pu être mises en oeuvre grâce à des moyens
financiers fédéraux. Le contrat de sécurité et de
société de la ville de Charleroi s'élève à plus de
173 millions. C'est le troisième en ordre
d'importance dans le pays. Les autorités locales
ont décidé de consacrer 70% de ces moyens à la
prévention non policière.

Par ailleurs, le ministère de l'Intérieur a mis en
place une plate-forme de sécurisation des
commerçants et des professions indépendantes
afin de développer des projets de prévention en
commun. Un certain nombre de suggestions
intéressantes ont été formulées et d'ailleurs
suivies d'effets.

Dans le cadre de la réforme des polices, 184
policiers fédéraux, c'est-à-dire d'anciens
gendarmes, devront être transférés au niveau
local. Bien que la situation actuelle présente un
déficit, l'échelon fédéral l'a déjà comblé
partiellement en détachant, vers les brigades de la

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

police fédérale, des policiers de la réserve
générale. L'engagement a été pris d'honorer la
norme prévue et il sera respecté.

Sur le plan budgétaire, déduction faite des
transferts de solidarité qui vont se réduire
progressivement pendant 12 ans, la ville de
Charleroi disposera, au début de 2002, de 112
millions supplémentaires à investir dans la
sécurité. Au terme de ces 12 ans, ce montant sera
porté à plus de 150 millions.

Afin de lutter au jour le jour contre la criminalité
sévissant dans la région, des plans d'action ont
été mis en oeuvre par les services de police
fédérale et communale. A l'occasion de périodes
plus critiques, du personnel de la réserve générale
a quotidiennement presté des missions en appui
des services de police locaux. C'est ainsi qu'entre
le 11 décembre 2000 et le 14 janvier 2001, 255
policiers fédéraux se sont déplacés à Charleroi,
prestant 2.117 heures.

Enfin, au 1

janvier 2001, la capacité d'enquête

spécialisée dans l'arrondissement de Charleroi a
été renforcée de 28 policiers issus de la police
fédérale. Parmi eux, 27 ont rejoint les services
judiciaires déconcentrés de la ville de Charleroi.

La répartition des efforts consentis par l'échelon
fédéral se fera au profit de l'ensemble de
l'arrondissement tant il est vrai que la criminalité
nécessite une approche globale et que les
phénomènes ne se limitent pas à l'une ou l'autre
zone spécifique.

Je voudrais toutefois rappeler une évidence trop
souvent perdue de vue, à savoir que les
responsabilités en matière de sécurité relèvent
également du niveau local. Ce sera même encore
plus le cas à l'avenir qu'actuellement. J'estime
que la contribution du niveau fédéral en cette
matière est loin d'être négligeable à Charleroi.

01.03 José Canon (PS): Monsieur le président,

je remercie le ministre. Je suis conscient des
moyens importants qui sont mis à la disposition
des villes surtout concernées par la criminalité que
l'on connaît. Cela n'empêche qu'il est souhaitable
d'organiser une formation spécifique pour que les
membres de la police fédérale puissent se
défendre et riposter aux attaques dont ils font
l'objet.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

02 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
afgifte van een officieel document met foto voor
mensen in een regularisatieprocedure"
(nr. 4204)

02 Question de Mme Simonne Creyf au ministre

de l'Intérieur sur "la délivrance d'un document
officiel accompagné d'une photo aux personnes
en procédure de régularisation" (n° 4204)

02.01 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, ik ben als
vrijwilliger betrokken bij
beroepsopleidingsprojecten in het Brusselse.
Deze opleidingen worden eveneens gevolgd door
mensen in een regularisatieprocedure. Dat deze
mensen niet beschikken over een officieel
identiteitsbewijs met foto zorgt voor problemen. Ze
zijn wel in het bezit van een document inzake de
aanvraag tot regularisatie. Ik herhaal dat dit in de
praktijk voor problemen zorgt. Mensen kunnen
niet steeds bewijzen wie ze zijn. Dit is zeker het
geval bij vergissing of verwarring van namen.
Door het gebrek aan een officieel document
inzake de identiteit kunnen deze mensen geen
bankrekening openen, geen aangetekende
zending ontvangen en geen cheques kunnen
innen.

Veel hangt af van de goodwill. Sommige
gemeenten zijn wel bereid een document met foto
af te leveren. Bepaalde postkantoren doen niet
moeilijk en bezorgen toch de post. Dit is zeker
geen algemene toestand.

Mijnheer de minister, is het mogelijk om met een
rondzendbrief de gemeenten de opdracht te
geven mensen in een regularisatieprocedure een
officieel document met foto te bezorgen? Dit
document kan gebruikt worden voor het
betaalverkeer, voor de ontvangst van
aangetekende zendingen, voor het tekenen van
een huurcontract. Deze, mijns inziens, kleine
inspanning kan op het terrein voor deze mensen
echter van groot nut zijn.

02.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, chers collègues, je mesure pleinement
l'ampleur des difficultés pratiques auxquelles
peuvent être confrontées les personnes démunies
de tout document d'identité pour des opérations
telles que l'ouverture de comptes en banque,
l'encaissement des chèques, la réception de
recommandés postaux, etc.

Toutefois, je rappellerai qu'il n'a jamais été dit que
l'introduction d'une demande de régularisation
conférerait de plein droit un séjour ni un
quelconque titre d'identité aux demandeurs. Cela

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

d'autant plus que les mentions figurant sur les
accusés de réception délivrés en janvier 2000 par
les communes, dont les noms, notamment, ont
été apposées par les fonctionnaires communaux
sur la seule foi de déclarations orales et non
vérifiées des demandeurs qui pouvaient n'avoir
jamais été enregistrés par l'Office des étrangers
ou leur commune. C'est sur la base d'une simple
déclaration, sans aucune vérification d'aucune
sorte que les communes ont délivré ces accusés.

Ce n'est donc pas de l'accusé de réception de sa
demande qu'il fallait espérer obtenir un titre
d'identité. Comme son nom l'indique, le document
délivré à l'époque ne faisait rien d`autre
qu'accuser réception de la demande de
régularisation et ce document n'a d'autre utilité
pratique que de fournir la preuve, à celui qui en
est titulaire, que l'exécution forcée d'une mesure
d'éloignement ne peut être entreprise à son égard.
Les choses n'ont pas changé depuis. Les
autorités belges sont toujours dans l'impossibilité
d'attester quoi que ce soit en matière d'identité ou
de nationalité des demandeurs de régularisation
dont le dossier ne serait pas encore traité
entièrement.

Dès lors que les personnes ne possèdent pas de
titre d'identité délivré par des autorités belges pour
la raison qu'ils n'ont pas encore été admis au
séjour sur le territoire du royaume, c'est à leur
pays d'origine et non aux autorités belges qu'elles
doivent s'adresser pour obtenir les titres d'identité
dont elles pourraient avoir besoin. Je ne saurais
donc que leur suggérer de se rendre à leur
consulat ou à leur ambassade pour y retirer un
passeport ou une carte d'identité, lesquels sont
généralement pourvus de photos du titulaire.

L'opération de régularisation devrait être achevée
pour le mois de juillet et le problème que vous
évoquez devrait avoir disparu. En tout cas, il n'est
pas possible pour les autorités belges d'attester
un certain nombre de choses sans avoir traité le
dossier et sans pouvoir le faire de manière tout à
fait régulière. Je suis conscient de la difficulté,
mais cela ne concerne pas tous les demandeurs
et pour un grand nombre d'entre eux, la possibilité
existe de se procurer, par les autorités
diplomatiques de leur pays d'origine, des pièces
qui pourraient leur faciliter la vie.

02.03 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de

voorzitter, ik kan de minister volgen wanneer hij
zegt dat aan personen in een
regularisatieprocedure geen echt identiteitsbewijs
kan worden bezorgd. Ik denk aan een soort
paraofficieel document met foto zodat de

betrokkenen kunnen bewijzen dat ze zijn wie ze
zijn. Om een bankrekening te openen of een
aangetekende brief in ontvangst te nemen, moet
men kunnen bewijzen wie men is. Het gaat me
niet om een echt identiteitsbewijs maar wel om
een document waarmee men zijn identiteit kan
bewijzen. Een dergelijk document geeft toegang
tot een aantal dienstverleningen zoals De Post, de
gemeente en de bank.

02.04 Antoine Duquesne, ministre: Madame, je

comprends votre préoccupation. La difficulté
réside dans le fait que nous sommes occupés à
sortir de la clandestinité des personnes en
situation illégale. Comment les autorités belges
peuvent-elles, pour partie, attester de quelque
chose pour permettre, par exemple,
l'encaissement d'un chèque voire même
l'ouverture d'un compte en banque? En la matière
et dans un Etat de droit, un certain nombre de
règles doivent être respectées et on ne peut,
quelle que soit la situation de la personne
concernée, se contenter simplement de
l'apparence.

Certes, un grand nombre de personnes n'ont pas
à faire face à ce type de difficultés, notamment
celles pour lesquelles une demande d'asile a été
introduite. En effet, la procédure d'examen des
dossiers est telle qu'elle permet d'attester d'un
certain nombre d'éléments. Pour ce qui est des
autres, elles ont toujours la faculté de s'adresser à
leurs autorités diplomatiques.

02.05 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de

minister, de moeilijkheden op het terrein gaven
inderdaad aanleiding tot mijn vraag. Het is ook
een vraag van het Steunpunt Mensen zonder
Papieren, die ook met deze praktische
moeilijkheden te kampen hebben. Het spijt mij dat
u geen praktische oplossing biedt.

02.06 Minister Antoine Duquesne: Dat is aan de

Belgische overheden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

03 Samengevoegde interpellaties van

- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken
in de regularisatiecampagne" (nr. 722)
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het effectieve aantal
al dan niet gedwongen uitwijzingen
van definitief

afgewezen

kandidaat-

geregulariseerden" (nr. 743)

03 Interpellations jointes de

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la situation en ce qui concerne la campagne de
régularisation" (n° 722)
- M. Guido Tastenhoye au ministre de l'Intérieur
sur "le nombre effectif d'expulsions - forcées ou
non - de candidats à la régularisation dont la
demande a été définitivement rejetée" (n° 743)

03.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, ik verontschuldig
mij voor mijn afwezigheid vorige week. De heer
Van Hoorebeke heeft het dossier reeds kunnen
opwarmen. Ik kon het antwoord terzake van de
minister in het Beknopt Verslag nalezen. Toch
rijzen nog een aantal vragen.

Mijn eerste vraag is inhoudelijk en numeriek-
chronologisch van aard. Ondanks het feit dat een
lid van de commissie, nadien door andere leden
gesteund, meedeelde dat de streefdatum
1 juli 2001 niet haalbaar is, hebt u hier duidelijk
bevestigd dat dit wel het geval zal zijn. Tegen
1 juli 2001 zouden de ingediende regularisatie-
dossiers daadwerkelijk afgehandeld moeten zijn.
Daarom werd bijkomend personeel bij de
secretariaten en de kamers aangeworven. Dat is
een aanneembaar gegeven, afgezien van het feit
dat nieuwelingen een inwerkperiode nodig hebben
om met de materie vertrouwd te raken. U beweert
echter dat 1 juli 2001 binnen bereik blijft en dat
alle hangende dossiers zullen zijn afgehandeld.
Dat zijn 60 werkdagen. Dan is daar ook nog de
geteisterde meimaand, die heel wat wettelijke
feestdagen telt. Er zijn 18.000 hangende dossiers.
Er moeten dus 300 dossiers per dag worden
afgehandeld. Het komen en gaan tussen de
secretariaten en de kamers zal voortdurend op
gang moeten worden gebracht. U zegt dat 86%
van de dossiers reeds een positieve afwikkeling
kenden. Onze vrees is dat de 18.000 resterende
dossiers die over 60 werkdagen, zijnde 300
dossiers per werkdag, moeten worden behandeld,
een pro formabehandeling zouden krijgen omdat
de streefdatum moet worden gehaald en het
behandelen van de dossiers op zich geen echte
prioriteit meer zou zijn. Voorbeelden uit het
verleden illustreren dit.

Deze onduidelijkheid moet in deze interpellatie
worden opgehelderd. Niet iedereen is ervan
overtuigd dat deze operatie tegen 1 juli 2001 zal
zijn afgerond. De groene partijen in het bijzonder
zijn opgejut en willen compensaties in het leven
roepen als zich nog haperingen voordoen. Dat is
een contradictie als men weet dat het principe van
de economische compensaties door deze regering
te grabbel werd gegooid. Mijnheer de minister, ik
hoop uiteraard niet dat er haperingen zijn. Wij

hadden altijd grote vragen bij de
regularisatiecampagne en die zijn er nog altijd. Het
feit dat er heel wat haperingen zijn, de
zogenaamde hubbels en bubbels van de eerste
minister, bewijst dat men niet de goede weg heeft
gevolgd. Dat is echter een politieke keuze die
terzake moet worden afgewogen.

Gaat men op deze manier verder dan zal
ongeveer 15% van de dossiers negatief worden
beoordeeld. Dat is weinig, in vergelijking met de
algemene regularisatiegolven in andere landen
waar het erkenningpercentage ongeveer 66% is.
Wij merken een spanningsfactor tussen 80% en
90% en dat is veel.

Van de 52.000 dossiers zullen er 7.500 zijnde
15% ongunstig worden behandeld. De vraag is
wat er zal gebeuren met diegenen die worden
afgewezen. Zullen zij het land worden uitgewezen
en worden gerepatrieerd?

Voorts had ik graag vernomen wat er zal
gebeuren met diegenen die niet ingingen op het
voorstel tot regularisatie. Door een aantal leden
van de regularisatiecommissie, onder anderen
door de heer Pataer, werd duidelijk naar voren
gebracht dat ongeveer 150.000 personen niet
ingingen op het voorstel tot regularisatie. Zal, om
hun situatie te regulariseren, alsnog een nieuwe
regularisatiebeweging op gang worden gebracht?

In dat verband, mijnheer de minister, herinner ik u
aan de mededeling van de burgemeester van
Antwerpen, mevrouw Leona Detiège, die niet
nalaat te herhalen dat een tweede
regularisatiebeweging hoe dan ook onafwendbaar
is.

03.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal
bondig zijn aangezien vorige week reeds werd
geantwoord op een gelijkaardige vraag van de
heer De Crem en aangezien de heer De Crem in
zijn huidige interpellatie reeds enkele vragen
formuleerde die ik ook wou stellen.

Mijnheer de minister, ziehier mijn aanvullende
vragen.

Vorige week deelde u mede dat er reeds 11.000
dossiers werden afgehandeld, waarvan 8.000
werden behandeld door het secretariaat en 3.000
door de kamers. Op basis van de cijfergegevens
die u vrijgaf werd althans volgens mijn raming -
tot op heden in ongeveer 2.500 dossiers een
negatieve beslissing genomen, hetgeen
betrekking heeft op ongeveer 4.000 personen. Dat

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

betekent dat er momenteel officieel ongeveer
4.000 personen onrechtmatig op ons grondgebied
verblijven.

Mijnheer de minister, u hebt steeds beweerd
terzake een correcte politiek te zullen hanteren, in
die zin dat diegenen die gerechtigd zijn hier te
verblijven, in de gelegenheid zullen worden
gesteld zulks rechtmatig te doen, terwijl zij die hier
onrechtmatig verblijven daadwerkelijk zullen
worden uitgewezen. Welnu, de 4.000 personen
volgens mijn raming wiens regularisatieverzoek
werd geweigerd zouden per definitie op staande
voet van ons grondgebied moeten worden
verwijderd.

Ik kom tot mijn vragen. Wat gebeurde er tot nu toe
met de zowat 4.000 personen die definitief werden
afgewezen als kandidaat-geregulariseerden?
Welke procedures worden hier toegepast? Blijven
ze voorlopig op hun oude adres wonen, of worden
ze ondergebracht in een instelling met het oog op
hun repatriëring? Indien ze naar een instelling
worden overgebracht, gaat het dan om een open
of gesloten instelling?

Graag vernam ik voor hoeveel personen tot
vandaag een negatieve beslissing van de
Regularisatiecommissie aanleiding geweest is tot
een effectieve verwijdering van ons grondgebied,
hetzij op vrijwillige basis, hetzij onder dwang?

Tot slot, hoeveel personen werden ondanks
een

negatieve beslissing van de

Regularisatiecommissie nog niet verwijderd van
ons grondgebied? Welke zijn de redenen waarom
die beslissing desgevallend nog niet onverkort is
uitgevoerd?

03.03 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, je ne vais pas reprocher à M. De Crem
de ne pas avoir le don d'ubiquité. Je cherche moi-
même bien souvent la solution à ce problème.

En matière de régularisation, il est absolument
indispensable pour le ministre d'appliquer une
politique volontariste. Il doit maintenir le cap afin
de respecter la date ultime de traitement des
dossiers. S'il ne le faisait pas, les choses étant ce
qu'elles sont, nous pourrions avoir la certitude
absolue que les procédures se prolongeraient
anormalement. Il y a différentes explications à
cela, dont la moindre n'est pas le comportement
du personnel, qui a été recruté sur une base
contractuelle et qui peut avoir le sentiment que si
les choses s'éternisent, il y aura une prolongation
de leur contrat. Je leur ai fait savoir que ce n'était
pas la bonne méthode.

Tous ceux qui travaillent dans ce cadre, et qui
sont de bons éléments, pourront recueillir ainsi
une certaine expertise, dont nous avons fort
besoin au sein du ministère de l'Intérieur dans le
cadre de la politique des étrangers. D'ailleurs, le
fait qu'il faille sans arrêt recourir à des
contractuels pour l'ensemble de la problématique
des étrangers représente un sérieux problème
pour mon département. Nous perdons en effet
beaucoup de temps à les former et dès lors qu'ils
sont formés, ils s'en vont.

Mais malgré cela, il est absolument indispensable
de maintenir le cap. C'est aussi indispensable à
l'égard des autorités, qui ont signé un plan de
gestion, prenant par là un certain nombre
d'engagements. Je pense au premier président,
au premier vice-président ou à l'administrateur,
qui ne démontrent pas toujours la volonté de
respecter l'engagement qui a été pris.

Donc, j'ai, en la matière, une attitude volontariste.
Des engagements ont été pris; ils doivent être
respectés.

Cela étant, je veux bien croire qu'il y a des
difficultés de type administratif. J'ai par
conséquent une nouvelle fois accepté de renforcer
les moyens mis à la disposition des commissions
de régularisation. Je dis "une nouvelle fois", parce
qu'on a déjà mis à leur disposition des moyens en
personnel et en budget, que je peux qualifier sans
crainte d'exceptionnels. Plus de deux cents
personnes travaillent à temps plein sur ces
dossiers de régularisation au secrétariat de la
commission et ce depuis bientôt un an.

Cependant, le nombre de chambres était jusqu'à
présent fixé à huit. Le cabinet restreint vient de me
suivre dans les propositions que j'ai formulées de
porter ce nombre à onze et d'augmenter le
nombre de personnes de niveaux 1 et 2 que ce
soit pour le greffe des chambres ou pour le
secrétariat de l'instruction d'à peu près treize
unités. Je crois donc que les conditions sont
réunies pour améliorer la productivité.

Plus on avance, plus la jurisprudence est claire et
plus un certain nombre de dossiers peuvent
m'être adressés directement sans devoir encore
passer par les chambres de la commission. Sur
les 18.000 dossiers qui sont encore en souffrance,
on peut considérer que plus des deux tiers
peuvent ainsi arriver directement chez moi. Ce qui
ne signifie pas du tout qu'ils sont traités avec
légèreté. Mais plus le temps passe, plus on se
trouve devant des cas similaires, où il suffit

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

d'appliquer la jurisprudence qui a été arrêtée par
l'assemblée générale et approuvée par le ministre.

Je voudrais vous dire aussi qu'en aucune
manière, il ne peut en ces problèmes être
question de compensation.

La raison en est bien simple: il n'y a pas matière à
compensation, pour personne et en rien! Cela
n'arrive pas tous les jours, mais nous sommes
d'accord sur ce point, monsieur De Crem. C'est un
bon début.

En ce qui me concerne, je ne crois pas que la loi
de régularisation ou quelque autre loi que ce soit
ait institué une quelconque prescription
acquisitive, par exemple au profit des personnes
ayant sollicité la régularisation et qui n'aurait pas
eu de réponse dans tel ou tel délai. Peut-être
certains l'ont-ils pensé. Dans ce cas, si l'on
parvenait à retarder le processus, je pourrais dire:
c'est terminé, tout le monde sera régularisé. Il n'en
est pas question.

La loi est la loi. Ce n'est pas le processus qu'elle a
prévu. Les cas individuels seront donc réglés
comme le législateur l'a voulu. A cet égard, je
réitère ma volonté de voir s'achever l'opération de
régularisation de manière telle que toute question
de compensation soit d'abord dépourvue d'objet,
mais qu'elle soit terminée dans le respect de la loi.
Nous vivons dans un Etat de droit.

Je l'ai dit à Mme Creyf, la difficulté dans cette
opération est que nous sortons des personnes de
la clandestinité, car ce sont des personnes en
situation illégale. Il est donc légitime que l'on
prenne un certain nombre de précautions.

En ce qui concerne les décisions positives et les
décisions négatives, le taux des décisions
positives, en ce qui concerne les dossiers qui
arrivent directement chez moi, est de 66%. Le
taux de décisions favorables est plus important
lorsque les dossiers partent des chambres. En
effet, et vous avez raison, il atteint un taux de
86%.

Aussi bien à vos questions qu'à celles de
M. Tastenhoye, je peux répondre qu'il est clair
que, quand, au terme de la procédure, on n'a pas
obtenu de décision favorable de régularisation,
l'issue est évidemment l'expulsion. Je tiens
d'abord à souligner qu'après avoir pris une
décision négative, je donne instruction à l'Office
des Etrangers de notifier un ordre de quitter le
territoire aux personnes concernées. L'exécution
de ces ordres est la conclusion logique de

l'opération de régularisation. Tous ceux qui entrent
en ligne de compte pour la régularisation sont
régularisés; ceux qui ne le sont pas doivent
donner suite à l'ordre notifié.

D'ailleurs, j'ai exclu d'office de cette opération une
trentaine de dossiers pour motif d'ordre public,
ainsi que le législateur me l'a demandé.

Dans ces dossiers négatifs, j'ai donné instruction
à l'Office des Etrangers de notifier ce fameux
ordre de quitter le territoire dans les quinze jours.
L'objectif du gouvernement a toujours été que les
personnes concernées se soumettent
volontairement à cet ordre. Ce n'est que quand
aucune suite n'est donnée que l'on passe à
l'éloignement forcé. Dans notre pays, nous
rencontrons un problème juridique; j'en ai déjà fait
état devant votre commission: celui de la
possibilité donnée à la police de pénétrer dans
une habitation en vue d'emmener éventuellement
une personne qui s'y trouve sous le coup d'un
ordre de quitter le territoire. Vous connaissez l'état
actuel de notre législation: sans mandat, on se
trouverait devant un cas de violation de domicile.
La législation actuelle ne l'autorise donc que si la
personne concernée l'y invite. Vous comprendrez
que cela n'arrive pas souvent.

Le problème est réel. Par des concertations avec
d'autres départements, notamment le ministre de
la Justice, je suis en train de chercher des
solutions.

Il existe en outre des personnes pour lesquelles
j'ai pris une décision négative mais qui séjournent
encore régulièrement sur notre territoire sur la
base d'une autre réglementation légale. En effet,
tous les candidats déboutés ne reçoivent pas de
mon service l'ordre de quitter le territoire. Une
trentaine de personnes ayant fait l'objet d'une
décision finale négative séjournent légalement
dans notre pays sur une autre base prévue par la
loi sur les étrangers, notamment des demandeurs
d'asile ou des étudiants. Certains sont entre-
temps devenus belges.

Enfin, je ne puis donner le chiffre des personnes
déboutées de la régularisation ayant fait l'objet de
mesures d'éloignement sous la contrainte. Les
personnes n'ayant pu être régularisées
redeviennent en effet des illégaux ordinaires. Ils
ne seront toutefois pas traités comme tels. Ils
feront l'objet d'un traitement prioritaire en matière
d'éloignement au même titre que les demandeurs
d'asile déboutés ayant introduit leur demande
d'asile après le 1

janvier 2001. Ces illégaux

seront intégrés dans le système LIFO Last In

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

First Out.

De manière générale, je suis en train non
seulement de mettre en place un dispositif
préventif pour empêcher le mieux possible l'entrée
sur notre territoire, mais aussi d'accélérer les
procédures d'examen des demandes d'asile.
Grâce à la législation qui a été prise, nous
constatons une réduction considérable et stable
du nombre de demandeurs d'asile mais nous
sommes bien décidés à augmenter l'effort en ce
qui concerne les expulsions.

J'ai déjà renforcé les effectifs de la police fédérale
à Zaventem pour augmenter les possibilités. Nous
développons les contacts avec les pays d'origine
car nous devons obtenir des accords de
réadmission, ce qui est très difficile dans certains
pays ou, à défaut, des laisser-passer pour ceux
que nous devons renvoyer, ce qui n'est pas facile
non plus.

Il y a ceux qui, au terme d'une procédure soit
d'asile soit de régularisation, peuvent rester dans
notre pays; tous les autres doivent quitter notre
pays. En disant cela, je réponds à une autre
question que vous m'avez posée: il n'est pas
question de procéder à une deuxième opération
de régularisation.

03.04 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de

voorzitter, we hebben nota genomen van het feit
dat de operatie op 1 juli 2001 tot een einde zal
komen. Ik denk dat de minister ook niet anders
kan dan te zorgen dat dit inderdaad zo zal zijn. Het
probleem van de compensaties is een beetje
oneigen in dit dossier. Het is in ieder geval door de
minister uitgeklaard en dat is een goede zaak.
Toch wil ik nog twee zaken vermelden.

Ten eerste, mijnheer de minister, u spreekt over
des illégaux ordinaires. Dat zijn dus de mensen
wier regularisatieaanvraag is verworpen. Velen
van hen komen daardoor opnieuw in de
clandestiniteit terecht. U zult moeten onderkennen
dat zij zich opnieuw zullen aansluiten bij die grote
groep clandestienen, die nog steeds bestaat. Er
zijn ongeveer 150.000 mensen die niet in de
regularisatieprocedure zitten en die geen
aanvraag tot politiek asiel hebben ingediend, in
het oude, noch in het nieuwe systeem. Ik schat
dat de mensen wier aanvraag wordt verworpen na
1 juli 2001 met ongeveer 7.500 zullen zijn. Dat
geeft dus een categorie van 160.000 mensen.
Zulke grote groep mensen kan men moeilijk nog
illegalen noemen, des illégaux ordinaires. Men zou
ze clandestienen moeten noemen. Naar Belgische
normen is dat de bevolking van een middelgrote

stad. Daar u zegt dat er geen tweede
regularisatiegolf komt, zullen zich, met het oog op
deze grote groep clandestienen, maatregelen
opdringen. Gezien de regularisatiestop na deze
reeks regularisaties, rest slecht één mogelijke
maatregel: een verplichting om het grondgebied te
verlaten. Dat wordt nog een belangrijke klip die u
moet nemen.

Ten tweede, ik kan mij niet van de indruk ontdoen
dat de problematiek van Zaventem een
deelproblematiek is. Slechts 5% van de
asielzoekers die ons land binnenkomen, doen dat
via Zaventem. De andere 95% komt over land. De
maatregelen die u neemt voor die 5%, zijn slechts
maquillage om uw onvermogen om de toevloed
van asielzoekers te stoppen, te verdoezelen. U
kunt wel zeggen dat er een aanzienlijke daling is
u spreekt over considérable et stable , maar toch
heeft België, in verhouding met de bevolking, van
alle Shengen-landen nog altijd procentueel het
grootste aantal asielzoekers op zijn grondgebied.
Spreken over de problematiek van Zaventem is
slechts wat mistspuierij. Dat is jammer, want het
gaat over de problematiek van les inadmissibles,
van de manifest ongegronde aanvragen.

Ik denk dat u ons op een verkeerd been wenst te
zetten, maar dat hebben we wel door. Daar we er
echter van overtuigd zijn dat u de beste
bedoelingen hebt, zullen we geen motie tot
aanbeveling indienen.

03.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de minister, u stelt mij erg teleur. De
regularisatiecampagne was erop gericht om
personen die zich in het clandestiene milieu
bevinden, aan papieren te helpen. Het Vlaams
Blok was tegen deze regularisatiecampagne
omdat betrokkenen jaren op onrechtmatige wijze
ondergedoken leefden en per definitie in hun
onderhoud moesten voorzien door sluikwerk of
van andere illegale praktijken, zoals diefstal,
prostitutie, drugs en dergelijke. Dat weet iedereen.

Welnu, aangezien slechts een aantal illegalen
nogmaals, volgens ons onterecht - worden
geregulariseerd, worden er een aantal onder hen
uitgesloten. In dat verband, mijnheer de minister,
antwoordde u niet op mijn precieze vragen
hoeveel illegale personen definitief werden
afgewezen en wat er met hen concreet zal
gebeuren. Blijven zij op hun huidig adres wonen?
Zullen zij onmiddellijk naar een open of een
gesloten centrum worden overgebracht, met het
oog op repatriëring?

Het enige wat u zei, mijnheer de minister, is dat

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

voor een dertigtal dossiers repatriëring uitgesloten
is omwille van diverse redenen. Die 30 dossiers
kunnen mij niets schelen. Ik vroeg wat er zal
gebeuren met de volgens mijn raming 4.000
personen voor wie de regularisatieprocedure niet
wordt toegelaten. In de toekomst zullen tussen
10.000 tot 12.000 personen van de regularisatie
worden uitgesloten; dat aantal vertegenwoordigt al
een heuse gemeente. Wat zal er met hen
gebeuren als zij het land niet worden uitgezet?

Volgens u gelden terzake een aantal wetten, zoals
de wet op de huisvredebreuk, maar dat is onzin!
Misschien is het niet mogelijk dergelijke personen
met een huiszoekingsbevel in hun woning aan te
houden althans als hun adres is gekend maar
het is perfect mogelijk twee rijkswachters de
opdracht te geven hen aan te houden zodra zij op
straat komen.

Maakt u ons en de bevolking toch geen blaasjes
wijs, mijnheer de minister. U voert terzake een
laks beleid; u voert geen effectief uitzettingsbeleid
van diegenen die onterecht op ons grondgebied
verblijven. Voortaan zullen wij dat duidelijk
meedelen aan de bevolking.

03.06 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, M. Tastenhoye est déçu par ma
réponse. Voilà qui n'est pas nouveau. C'est
habituel. Il pourrait se dispenser de me le dire,
puisque c'est un fait répétitif, mais pour moi, ce
peut être rassurant. En effet, comme la plupart
des démocrates, je suis partisan d'une politique
claire et ferme en la matière, mais je ne suis
nullement décidé à me laisser aller à des dérives
qui seraient contraires à la conception que nous
pouvons avoir d'un Etat de droit.

Je vous ai donné des réponses. Il est de votre
droit de considérer qu'elles sont insuffisantes.
Mais je vous dis également que, si je suis disposé
à renforcer tous les dispositifs en matière
d'expulsion, il n'est pas question que l'on puisse
compter sur moi pour organiser de véritables
traques en dehors des conditions qui sont celles
de notre Etat de droit, que ce soit pour un Belge
ou un étranger. C'est cela la dignité d'un pays
comme le nôtre. Et je vous dis fermement qu'il n'y
a personne qui me fera changer de politique en la
matière.

A M. De Crem, je dirai que, par définition, nous ne
connaissons pas le nombre de clandestins. C'est
une des difficultés majeures. Nous ne
connaissons pas non plus les évolutions de leur
comportement. Nous savons, sans pouvoir le
chiffrer de manière précise, qu'un certain nombre

d'entre eux quittent volontairement notre territoire.

Grâce à cette opération de régularisation, une
chance exceptionnelle a été accordée à ceux qui
étaient dans la clandestinité, pour autant qu'un
certain nombre de conditions raisonnables soient
remplies.
Lorsque cette opération sera terminée, il faudra
réfléchir aux moyens de renforcer, dans le respect
des règles de droit, la lutte contre la clandestinité.
C'est ce que j'ai dit tout à l'heure et c'est ce à quoi
je pense lors des discussions que j'ai notamment
avec le ministre de la Justice.

En ce qui concerne l'aéroport de Zaventem, je
crois que vous ne m'avez pas bien compris. La
Belgique est un pays qui n'a quasiment plus de
frontières extérieures, si ce n'est Zaventem et la
Mer du Nord. Ainsi, les clandestins en provenance
de l'Est, par exemple, qui pénètrent dans notre
pays par voie terrestre, transitent nécessairement
par d'autres pays de l'Union européenne. Mais
vous connaissez la difficulté d'appliquer la
convention de Dublin, qui doit être révisée. Pour
nous, la seule possibilité d'expulser les personnes
qui sont venues par cette voie, c'est d'utiliser la
voie aérienne et donc Zaventem.

C'est la raison pour laquelle, j'ai indiqué, lorsque
des difficultés se sont présentées lors des renvois
par avion, combien l'aéroport de Zaventem était
vital pour nous, car à partir du moment où l'on se
trouverait dans l'impossibilité d'effectuer des
renvois par avion, on perdrait toute possibilité
d'expulser qui que ce soit, qu'il s'agisse de
rapatriement ou d'expulsion. Donc, les renforts à
Zaventem sont indispensables, non seulement
pour les personnes mais pour tous ceux qui ont
précisément reçu un ordre de quitter notre
territoire.

En, ce qui concerne la situation générale des
demandeurs d'asile dans notre pays, je devrais
dire du nombre important de faux demandeurs
d'asile, je suis très satisfait de l'évolution
constatée.

Mais elle est encore insuffisante, même si nous
répondons maintenant aux moyennes
européennes. Il est vrai que les chiffres restent
encore trop importants et que l'effort doit être
poursuivi. Cela doit se faire chez nous par
l'amélioration des procédures. Vous
m'interrogerez d'ailleurs à ce sujet tout à l'heure.
Mais l'effort doit aussi être poursuivi au plan
européen parce que je suis convaincu que pour la
maîtrise des flux migratoires, des actions doivent
être entreprises tant sur le plan national que sur le

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

plan européen.

03.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, uit het antwoord van de
minister blijkt duidelijk dat de regering absoluut
niet van plan is om degenen die definitief
afgewezen zijn als kandidaat-geregulariseerden
daadwerkelijk het land uit te zetten.

Mijnheer de minister, waar was heel deze
regularisatiecampagne voor nodig als men niet
bereid is degenen van wie de aanvraag wordt
afgewezen van het grondgebied te verwijderen?
Als de regering niet bereid is tot uitwijzing over te
gaan, had ze geen regularisatiecampagne moeten
opzetten. Zij had even goed kunnen vragen wie
wenste geregulariseerd te worden om de
aanvragers nadien simpelweg te regulariseren.
Waarom heel deze komedie en show als u de
afgewezenen niet het land uitzet?

De heer Coveliers, fractieleider van de VLD, stelt
onomwonden dat men moet overgaan tot een
actieve opsporing en uitzetting van de illegalen.
Wat de illegalen betreft, is dit een moeilijke
operatie omdat zij per definitie illegaal zijn. Van de
kandidaat-geregulariseerden kent men het adres.
Men weet waar zij wonen. Zelfs dan durft u te
beweren niet over de rechtsmiddelen te
beschikken om deze mensen in de woning waarin
ze verblijven aan te houden en het land uit te
zetten. Mijnheer de minister, het beleid faalt
volkomen. Uw antwoord bewijst dat het
uitwijzingsbeleid van België nergens op lijkt en
totaal ontoereikend is. Op die manier geeft u heel
Oost-Europa het signaal "kom naar hier, doe wat
je wil, op een of andere manier zul je toch kunnen
blijven. De Belgische Staat zal toch geen
daadwerkelijke maatregelen nemen om illegalen
uit te wijzen".

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Filip De Man, Bert Schoofs en Guido
Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Pieter De
Crem en Guido Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,
vraagt de regering alle nodige maatregelen te

treffen om de definitief afgewezen kandidaat-
geregulariseerden van het Belgische grondgebied
te verwijderen."

Une motion de recommandation a été déposée
par MM. Filip De Man, Bert Schoofs et Guido
Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De
Crem et Guido Tastenhoye
et la réponse du ministre de l'Intérieur,
demande au gouvernement de prendre toutes les
mesures nécessaires pour éloigner du territoire
les candidats-réfugiés ayant épuisé toutes les
voies de recours."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Corinne De Permentier en Géraldine
Pelzer-Salandra en de heren Willy Cortois, Denis
D'hondt, Charles Janssens en Tony Smets.

Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Corinne De Permentier et Géraldine Pelzer-
Salandra et MM. Willy Cortois, Denis D'hondt,
Charles Janssens et Tony Smets.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.

04 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van
diefstallen van identiteitskaarten in
gemeentehuizen" (nr. 4211)

04 Question de M. Bert Schoofs au ministre de

l'Intérieur sur "la publication au Moniteur belge
des vols de cartes d'identité dans des
administrations communales" (n° 4211)

04.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer

de voorzitter, mijnheer de minister, op 18 januari
werden in het Belgisch Staatblad twee lijsten
gepubliceerd van diefstallen van identiteitskaarten.
De ene diefstal had plaatsgevonden op 30
september 2000 in Marche-en-Famenne. Het
betrof een lot van 232 exemplaren. De tweede
diefstal vond plaats in Maaseik op 21 oktober
2000. Het ging daar om een lot van 32
exemplaren. Aanvankelijk heb ik hierover een
mondelinge vraag gesteld aan de minister van
Justitie omdat ik weet dat bij het Belgisch
Staatsblad de publicatietermijn kan oplopen tot
drie of vier maanden wegens de grote toevloed
van documenten. Ik vroeg mij af of er geen
prioriteit werd verleend aan het publiceren van
dergelijke belangrijke zaken van openbare orde.

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Uit de informatie van de minister van Justitie bleek
dat dit het geval was. Men wacht geen drie of vier
maanden om tot publicatie over te gaan. Bij het
Belgisch Staatsblad gaat men veel sneller over tot
de actie. Uit de informatie van de minister van
Justitie bleek dat uw diensten de lijst van de
identiteitskaarten ter publicatie hebben
aangeboden op 7 december 2000. Op 8
december hebben de diensten van het Belgisch
Staatsblad gereageerd door het zenden van een
drukproef. Daarna duurde het nog tot 16 januari
2001 vooraleer de vermelding "goed voor druk"
werd afgeleverd bij de diensten van het Belgisch
Staatsblad. Onmiddellijk daarna, namelijk op 18
januari 2001, werden de lijsten gepubliceerd.

Mijnheer de minister, hoe verklaart u dat er een
periode van bijna tien weken verstreek na de
diefstal te Marche-en-Famenne voor het verzoek
tot publicatie werd ingediend bij het Belgisch
Staatsblad? Na de diefstal te Maaseik bedroeg die
periode zeven weken. Dat is een vrij lange periode
voor het Belgisch Staatsblad werd ingelicht. Na
ontvangst van de drukproef die bijna
onmiddellijk volgde - werd opnieuw meer dan een
maand werd gewacht, namelijk tot 16 januari, om
de lijsten in te dienen met de vermelding "goed
voor druk". Hoe verklaart u dat? Is het niet
mogelijk om in de toekomst sneller tot
kennisgeving over te gaan via het Belgisch
Staatsblad? Kunt u uw diensten de opdracht
geven om de lijsten sneller in te dienen en na
ontvangst van de drukproef de vermelding "goed
voor druk" vlugger te laten afleveren? Dan kunnen
de nodige voorzorgen genomen worden. U
begrijpt dat, als er zoveel tijd verloren gaat, er aan
allerhande malafide kandidaat-Belgen en mensen
die willen frauderen veel mogelijkheden worden
geboden om de gestolen identiteitskaarten te
gebruiken. Griffiers, secretarissen van gemeenten
en andere ambtenaren kunnen dan immers niet
tijdig kennis nemen van de tijdstippen van de
diefstal.

04.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, chers collègues, conformément au
n° 46 de la troisième partie des instructions
générales du 7 octobre 1992 concernant la tenue
des registres de la population et des étrangers,
l'administration communale, en cas de vol de
documents d'identité, en informe immédiatement
le département. Ensuite, l'administration
communale transmet à ce dernier toutes les
données nécessaires ainsi que le numéro du
procès-verbal, sous la forme d'un rapport écrit et
circonstancié.

De publicatie in het Belgisch Staatsblad van een

bericht aan de bevolking is niet uitdrukkelijk
voorgeschreven maar is een vorm van
dienstverlening aan de bevolking. Een dergelijk
bericht wordt trouwens niet gepubliceerd wat
ander documenten betreft, zoals de paspoorten en
de verblijfsdocumenten voor vreemdelingen.

En ce qui concerne le vol survenu à
l'administration communale de Maaseik, il fut
signalé par une lettre datée du 31 octobre 2000
que, dans la nuit du 20 au 21 octobre 2000, 32
cartes d'identité avaient été dérobées. Le 4
décembre 2000, l'administration communale
transmit au département une liste complémentaire
comprenant d'autres cartes d'identité volées. Le
vol de 236 cartes d'identité commis le 30
septembre 2000 à l'administration communale de
Marche-en-Famenne fut signalé au département
par une lettre datée du 4 octobre 2000.

Le procès-verbal parvint au département le 29
novembre 2000. Une liste complémentaire
reprenant d'autres cartes d'identité et des
documents de base volés fut également
communiquée ultérieurement par une lettre non
datée.

Hieruit blijkt dat door het departement zorgvuldig
dient te worden nagegaan of de door de
gemeentebesturen meegedeelde informatie
correct en volledig is. Tot op heden en gelet op het
facultatief karakter van de publicatie van dit
bericht in het Belgisch Staatsblad, trachten mijn
diensten de publicatie met betrekking tot
diefstallen die binnen dezelfde periode hebben
plaatsgevonden, te groeperen. Ik vestig er de
aandacht op dat de autoriteiten die toegang
hebben tot het centraal identiteitskaartenbestand,
kunnen zien dat een identiteitskaart werd
geannuleerd, aangezien het gemeentebestuur de
gestolen kaart vernietigt in het
identiteitskaartenbestand en een nieuwe
aanvraagt zodra het officiële proces-verbaal met
de lijst van alle gestolen identiteitskaarten is
opgesteld.

Avant de publier la liste définitive des cartes
d'identités volées au Moniteur belge, le
département s'assure que toutes les cartes
d'identité en question ont été annulées au fichier
central pour cause indéterminée, et à l'intervention
du service compétent au niveau de
l'administration, transforme l'information en
annulation pour vol.

En outre, je tiens à souligner que depuis
l'introduction de la carte d'identité belge (modèle
européen) en 1985, dont les sécurités ont encore

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

été renforcées depuis le 1

octobre 1996 par

l'arrêté royal du 18 juin 1996 modifiant le modèle 3
annexé à l'arrêté royal du 29 juillet 1985 relatif aux
cartes d'identité, le nombre de falsifications de
cartes d'identité est infime (23) et que les
tentatives de falsification constatées par le service
de police compétent sont de mauvaise qualité.

J'insisterai auprès des administrations
communales pour qu'elles fassent parvenir
immédiatement au département, lors de vol de
cartes d'identité, des listes complètes et correctes.

En raison du caractère facultatif de la publication,
des copies de la demande de publication et de
l'épreuve ne sont pas jusqu'à présent conservées.

Les allégations de l'honorable membre quant aux
dates d'envoi et de retour des documents en
cause, ne sont pas vérifiables d'autant que les
documents sont enlevés et remis par porteur.

04.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer

de minister, uw antwoord is enigszins
geruststellend omdat ik vaststel dat er toch maar
23 vervalsingen konden gebeuren. Blijkbaar treedt
er enige vertraging op bij de gemeentebesturen.
We moeten toch proberen zoveel mogelijk
malafide kandidaat-Belgen uit te sluiten van de
Belgische nationaliteit, want die wordt dankzij deze
regering al gemakkelijk genoeg verkregen. Ik
hoop dat u uw inspanningen in de toekomst
onverminderd blijft voortzetten.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

05 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "het
afschaffen in Europees verband van de
visumplicht voor Bulgarije en Slovakije"
(nr. 4276)

05 Question de M. Guido Tastenhoye au

ministre de l'Intérieur sur "la suppression dans
le cadre européen de l'obligation de visa pour la
Bulgarie et la Slovaquie" (n° 4276)

05.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, via de
pers hebben we vernomen dat België zijn
bezwaren zou hebben laten vallen tegen de
opname van de Oost-Europese staten Bulgarije
en Slovakije op de gemeenschappelijke EU-lijst
van staten die van de visumplicht vrijgesteld
worden. Ik vind het jammer dat u dit niet in de
commissie gezegd hebt. Ik vrees dat het opheffen
van de visumplicht voor Slovakije en Bulgarije
voor een nieuwe versterkte instroom van

"economische gelukzoekers" zal zorgen.

Dat is trouwens ook in het verleden gebleken. Ik
herinner u eraan dat u vorig jaar op een bepaald
moment de visumplicht voor Slovakije hebt
opgeheven. De maand erna was er een enorme
toestroom van Roma-zigeuners naar dit land. U
bent toen verplicht geweest om drastisch paal en
perk te stellen aan de instroom vanuit Slovakije
door het onmiddellijk opnieuw instellen van de
visumplicht. Zonder dat u voldoende garanties
hebt, zegt u nu dat u opnieuw bereid bent en
zelfs in Europees verband om de visumplicht
voor Bulgarije en Slovakije op te heffen. Ik vind dit
geen verstandige maatregel, mijnheer de minister.
Laat dat duidelijk zijn.

Ik vind dat de visumplicht zelfs uitgebreid zou
moeten worden tot meer Oost-Europese staten. U
weet toch ook zeer goed dat de nieuwe kandidaat-
lidstaten van de Europese Unie onze toekomstige
buitengrenzen zullen vormen. Vandaar zullen ook
netwerken naar dit land worden opgezet. Het is
voor mij totaal onbegrijpelijk waarom u er op dit
ogenblik mee instemt dat de visumplicht voor
Bulgarije en Slovakije zal worden opgeheven. Het
zou juist de politiek moeten zijn om de visumplicht
nog uit te breiden tot nog meer Oost-Europese
landen. Ik vraag u dan ook zeer uitdrukkelijk welke
maatregelen u achter de hand houdt voor het
geval er een nieuwe instroom komt. Welke stok
hebt u achter de deur gehouden om opnieuw paal
en perk stellen aan nieuwe asielstromen die zich
zouden voordoen bij het opheffen van de
visumplicht?

05.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, chers collègues, la liste des pays tiers
dont les ressortissants sont soumis à l'obligation
de visa pour franchir les frontières extérieures et
de ceux dont les ressortissants sont exemptés de
cette obligation a été adopté par le Conseil de
l'Union européenne en date du 15 mars 2001.

Ce règlement prévoit, notamment, l'exemption par
les Etats membres de l'Union de l'obligation de
visa pour des séjours n'excédant pas trois mois
pour les ressortissants slovaques et bulgares.

La Belgique avait initialement émis des réticences
à l'égard de cette exemption. Aussi, lors de
l'accord politique sur ce règlement, la Belgique
avait demandé, plus particulièrement en ce qui
concerne la Bulgarie, que la Commission produise
un rapport dans les deux mois sur les
engagements pris par la Bulgarie, notamment à
l'égard de la Belgique, en vue d'endiguer
l'immigration clandestine et le séjour irrégulier des

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

personnes en provenance de ce pays et pour le
rapatriement de ces personnes.

Lors de l'adoption formelle du règlement, durant le
conseil du 15 mars 2001, la Belgique a d'ailleurs
pris acte du fait que le rapport de la Commission
constatait que la Bulgarie avait réalisé de
nombreux efforts dans les domaines précités et
qu'en tout état de cause, on les poursuivait.

Compte tenu de ces garanties, la Belgique s'est
donc ralliée à la position des autres Etats
membres de la Commission et du Parlement
européen.

Cette position résulte également du fait qu'une
position isolée de la Belgique aurait pu être
interprétée comme une désolidarisation à l'égard
de ses partenaires Schengen et européens,
situation et position peu opportunes à la veille de
la présidence du Conseil de l'Union européenne
par la Belgique.

Cette décision s'inscrit également dans la
perspective de l'élargissement et du processus
d'adhésion à l'Union européenne par ces Etats. Il
s'agit donc là d'un signal positif eu égard aux
efforts entrepris par ces deux Etats en vue
d'atteindre l'acquis communautaire.

Enfin, le gouvernement et moi-même restons et
resterons particulièrement attentifs à l'évolution de
la situation en ce qui concerne la problématique
de l'émigration illégale en provenance de ces
pays.

En cas d'augmentation du nombre de
demandeurs d'asile, de ressortissants slovaques
ou bulgares, nous n'hésiterons pas à recourir à la
procédure prévue à l'article 64, § 2 du traité
instituant la Communauté européenne. Cette
procédure prévoit, si un ou plusieurs Etats
membres se trouvent dans une situation
d'urgence caractérisée par un afflux soudain de
ressortissants d'Etats tiers, que le Conseil peut,
statuant à la majorité qualifiée, sur proposition de
la Commission, arrêter à l'égard du ou des Etats
membres concernés, une mesure provisoire telle
que le rétablissement de l'obligation de visa.

Nous avons demandé à la Commission de mener
une enquête. Elle y est donc liée de même qu'aux
conclusions auxquelles elle est arrivée. C'est en
ce sens que le premier ministre belge a émis un
avertissement lors de son dernier voyage en
Slovaquie, avertissement qu'il répétera
probablement à l'occasion d'un voyage prochain
en Bulgarie.

Pour ma part, à l'occasion du dernier conseil JAI,
réunissant tous les pays candidats à l'adhésion,
dont la Slovaquie et la Bulgarie - mais ce ne sont
pas les seuls qui posent problème - j'ai répété très
clairement que le processus d'adhésion n'était pas
achevé et que, dans l'évaluation à laquelle nous
procéderons, nous mesurerons l'effort qu'ils
apportent dans la lutte contre l'immigration
clandestine, qu'elle trouve son origine dans leur
pays ou qu'elle y transite.

En effet, des précautions sérieuses s'imposent,
parce que ces pays seront, demain et
probablement rapidement, nos frontières
extérieures. A l'occasion de la présidence belge,
je compte prendre des initiatives très concrètes en
ce qui concerne le renforcement des contrôles à
ces futures frontières extérieures de l'Union
européenne.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

06 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
toepassing van het LIFO-systeem ("last in first
out") voor nieuwe kandidaat-asielzoekers en de
effectieve verwijdering van het grondgebied van
LIFO-uitgeprocedeerden" (nr. 4278)

06 Question de M. Guido Tastenhoye au

ministre de l'Intérieur sur "l'application du
système LIFO ("last in first out") aux nouveaux
demandeurs d'asile et l'expulsion effective du
territoire des personnes LIFO en fin de
procédure" (n° 4278)

06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in
1999 en 2000 was er een enorme toestroom van
asielzoekers, waarvoor deze regering
verantwoordelijk is door wijd en zijd te
verkondigen dat er regularisaties zouden komen,
en dat men de snel-Belg-wet zou toepassen; Het
signaal dat wereldwijd werd gegeven was: "Kom
naar België en er zal u vrijwel niets in de weg
worden gelegd om hier zeer snel het
staatsburgerschap te verwerven, met alle
voordelen vandien". Door dit signaal heeft de
regering het aantal asielzoekers enorm doen
toenemen. Daardoor was ze eind 2000
genoodzaakt noodmaatregelen te treffen.

De regering heeft er zelfs mee ingestemd een
aantal Vlaams Blok-voorstellen over te nemen,
namelijk dat nieuwe asielzoekers geen geld meer
krijgen van het OCMW. Zij worden naar een
federaal centrum gebracht en het zogenaamde

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

LIFO-systeem wordt nu toegepast. LIFO - last in
first out - betekent dat de aanvraag van
asielzoekers die na 1 januari 2001 in België zijn
toegekomen, prioritair wordt behandeld, Na vier
tot zes weken komt er volgens de kabinetschef
van Binnenlandse Zaken, de heer Dassen, een
definitieve uitspraak over de asielaanvraag. Wij
weten dat zo'n 95% van de nieuwe asielaanvragen
wordt afgewezen. Hieruit volgt dat op dit ogenblik
de eerste tientallen, of naar mijn schatting de
eerste honderden LIFO-asielaanvragen van na 1
januari 2001 reeds afgewezen zouden zijn. De
betrokkenen zouden dus ofwel vrijwillig het land
moeten verlaten, ofwel gedwongen het land
uitgezet worden.

Mijnheer de minister, zoals ik daarnet al zei, faalt
de regering volkomen op het vlak van de
uitwijzingen. De LIFO-uitgeprocedeerden krijgen
net als de anderen het intussen beruchte briefje
van de dienst Vreemdelingenzaken, waarop staat
dat zij binnen de vijf dagen het grondgebied
moeten verlaten. Dit briefje is, dat weten wij
allemaal, het perfecte signaal om eigenlijk te
zeggen dat zij vijf dagen tijd hebben om in de
illegaliteit onder te duiken. Dat kunnen de
betrokkenen perfect doen, omdat ze verblijven in
open centra en zich dus vrij kunnen bewegen.
Wanneer de betrokkenen zeggen dat ze vrijwillig
zullen vertrekken, krijgen ze volgens recente
uitspraken van minister Vande Lanotte zelfs een
maand de tijd om zich op hun terugkeer voor te
bereiden. Dit geeft hen volgens mij een maand de
tijd om zich voor te bereiden om hier in het illegale
circuit onder te duiken.

Mijnheer de minister, ik wil u een paar zeer
precieze vragen stellen. Ik weet dat u mij het
antwoord zult kunnen verstrekken, want het
commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en
de Staatlozen, en de dienst Vreemdelingenzaken,
houden van dag tot dag hun gegevens bij op
computer. Als u me dus niet zeer precies
antwoordt, mijnheer de minister, is het omdat u mij
niet wilt antwoorden. De gegevens zijn in elk geval
beschikbaar, dat weet ik uit vroegere ervaring.

Ten eerste, hoeveel LIFO-asielaanvragers dus
diegenen die in het nieuwe systeem zitten sedert 1
januari 2001 hebben dit jaar reeds een
definitieve beslissing gekregen? Hoeveel daarvan
waren positief en hoeveel negatief? Wat gebeurt
er met de uitgeprocedeerden die normaliter het
land moeten verlaten?

Ten tweede, is de regering van plan om
bijkomende gesloten asielcentra op te richten bij
de aan de gang zijnde begrotingscontrole?

Minister Reynders heeft mij vorige week in de
plenaire vergadering immers gezegd dat er bij de
begrotingscontrole van 2001 nieuwe budgetten
zullen worden uitgetrokken voor de oprichting van
gesloten centra. Als dat waar is, wordt dat door
het Vlaams Blok toegejuicht. Kunt u bevestigen
dat men inderdaad nieuwe gesloten centra wil
oprichten? Is het dan ook de bedoeling om die
LIFO-uitgeprocedeerden meteen in een gesloten
centrum onder te brengen, met het oog op hun
effectieve verwijdering en om ze niet de kans te
geven in het illegale circuit onder te duiken?

Ten derde, is het de bedoeling om ook effectief
illegalen op te sporen, zoals de heer Coveliers
heeft gevraagd? Helaas zegt de heer Coveliers
veel, maar slaagt hij er niet in zijn doelstellingen in
de deze regering te verwezenlijken. Ik luister met
belangstelling naar uw antwoorden.

06.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, chers collègues, comme vous êtes
prompt, monsieur Tastenhoye, à souligner tout ce
qui vous paraît négatif, je voudrais d'abord attirer
votre attention sur la nette amélioration de la
situation depuis le début de l'année. Pour le
premier trimestre 2001, quelque 6.000 demandes
d'asile ont été enregistrées, soit 2,5 fois moins
que pour le dernier trimestre 2000, où il y en a eu
14.300. D'une année à l'autre, on est passé, pour
le mois de février, de 2.385 demandes en 2000 à
1.734 en 2001, soit une diminution de 25%.

Très concrètement, ce mardi, 60 personnes se
sont présentées devant les portes de l'Office des
étrangers pour demander l'asile. En décembre
dernier, elles étaient chaque jour en moyenne
250. Ceci nous replace dans la moyenne
européenne mais c'est encore trop. Cette
diminution n'est pas un objectif en soi. Je n'ai pas
l'intention d'atteindre un quota. Mon seul objectif
est d'arriver à ce que seules les personnes ayant
un réel motif de demander l'asile le fassent. La
diminution du nombre des demandes d'asile est le
résultat d'une politique visant à dissuader les
demandes d'asile abusives. Elle est
essentiellement fondée sur l'application de
quelques mesures: la suppression de l'aide en
argent, la méthode LIFO, un certain nombre de
voyages pour décourager les populations des
pays d'origine d'entreprendre un exil motivé par
des raisons étrangères à la Convention de
Genève et l'envoi de fonctionnaires à l'immigration
chargés notamment de mettre à jour des filières
d'immigration irrégulières.

Ces premiers résultats encourageants ne font
cependant pas relâcher ma vigilance. Je

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

poursuivrai les voyages et resterai attentif aux
demandes d'asile en provenance de tel ou tel
pays parce que je sais que les filières essaient de
s'adapter en fonction des dispositifs que nous
mettons en place. Je poursuivrai l'envoi de
fonctionnaires à l'immigration dans les pays à
risque. C'est un système performant. Je constate
d'ailleurs que le Royaume-Uni l'a compris. On en
a demandé la généralisation européenne.

Ik kom thans tot uw drie vragen. 6.058 personen
hebben in 2001 een asielaanvraag ingediend.
Ongeveer 1.000 aanvragen werden ontvankelijk
verklaard, ongeveer 3.000 aanvragen zijn in
behandeling en ongeveer 2.000 aanvragen kregen
een definitieve negatieve beslissing. Sommige van
deze uitgeprocedeerden kunnen op dit ogenblik
niet worden verwijderd. Sommige landen weigeren
eenvoudigweg om hun onderhorigen terug te
nemen. In andere landen heerst een zodanige
toestand dat de verwijdering een ernstig risico zou
betekenen voor het leven, de veiligheid of de
fysieke integriteit van de betrokken personen. De
verwijderbare personen beschikken over een
termijn om het grondgebied te verlaten met eigen
middelen of om zich in te schrijven voor een
vrijwillige terugkeer via het ION. Eens deze termijn
verstreken staat men in voor de opvolging.
Voorzien wordt om indien nodig de betrokkenen te
interpelleren in de open centra en ze hetzij
onmiddellijk te verwijderen, hetzij in gesloten
centra vast te houden in afwachting van hun
verwijdering. Op 18 maart 2001 zijn minstens 600
personen vrijwillig teruggekeerd via het ION en
1.805 werden daadwerkelijk verwijderd.
Opgemerkt dient te worden dat de verwijdering
naar landen als Rusland, Congo of Iran van
waaruit talrijke asielaanvragers komen, zeer
moeilijk zo niet onmogelijk is.

C'est la raison pour laquelle notamment je me
rends à Moscou très prochainement, pour obtenir
des autorisations. Nous construisons nos contacts
très activement sur le plan diplomatique avec le
Congo. En ce qui concerne l'Iran, de grands
efforts sont accomplis. D'ailleurs la filière
iranienne passe par les Balkans et, en tant que
membre de la Troïka européenne, je me rends
avec mes collègues et les commissaires
européens à Belgrade et à Sarajevo la semaine
prochaine précisément pour essayer de couper
cette filière iranienne.

Indien het aantal te verwijderen personen dit
vereist, is het niet uitgesloten dat de
opvangcapaciteit van de gesloten centra verhoogd
wordt. Parallel worden er acties georganiseerd om
de illegalen die het voorwerp van de verwijdering

kunnen uitmaken, op het grondgebied aan te
houden.

Je vous ai dit, tout à l'heure, que j'avais des
contacts en la matière pour renforcer les
dispositifs.
Je ne vous donnerai pas de détails à ce sujet car il
s'agit d'opérations de police et que leur réussite
dépend notamment de leur confidentialité.

06.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, ik heb een korte repliek op
het antwoord van de minister. Mijnheer de
minister, u weet toch dat heel het asielbeleid staat
of valt met het verwijderingsbeleid. Als u illegalen
of uitgeprocedeerden niet effectief verwijdert,
heeft al het andere geen zin. U kunt dan gewoon
alles afschaffen en iedereen binnenlaten. Als u
geen onderscheid maakt tussen diegenen die hier
wettelijk op ons grondgebied verblijven en
diegenen die hier onwettig verblijven en als u
diegenen die hier onwettig verblijven niet van het
grondgebied verwijdert, heeft het beleid geen zin.
Dat moet u toch inzien.

U neemt een aantal maatregelen. Ik ga daarmee
akkoord. U hebt een aantal afspraken gemaakt
met een aantal Oost-Europese landen. U zult dat
in de toekomst ook nog doen. Ik heb begrepen dat
u volgende week naar Ex-Joegoslavië gaat om
daar nog een aantal afspraken te maken. Dat zijn
gunstige evoluties. Het Vlaams Blok is van
oordeel dat u zo moet voortdoen en die evolutie
zelfs nog moet versterken. Zorg dat er een
effectief verwijderingsbeleid van diegenen die
illegaal op ons grondgebied verblijven tot stand
komt. Dat is de sleutel van een doeltreffend
asielbeleid.

Mijnheer de voorzitter, wij staan er volledig achter
dat het asielbeleid moet behouden blijven voor al
diegenen die vallen onder de Conventie van
Genève. Daar willen wij niet aan tornen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

07 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "het
recente arrest van het Hof van Cassatie inzake
het mogen uitwijzen van uitgeprocedeerden die
nog in beroep zijn gegaan bij de Raad van
State" (nr. 4279)

07 Question de M. Guido Tastenhoye au

ministre de l'Intérieur sur "le récent arrêt de la
Cour de Cassation concernant la possibilité
d'expulser des demandeurs d'asile déboutés
qui sont allés en recours devant le Conseil

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

d'Etat" (n° 4279)

07.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, ik zal de vraag zeer kort
houden. Vorige week was er een arrest van het
Hof van Cassatie dat stelde dat
uitgeprocedeerden toch worden uitgewezen, zelfs
al hebben zij beroep aangetekend bij de Raad van
State. Dit is volgens mij een zeer belangrijk arrest.
Ik zou de minister graag vragen wat volgens hem
de gevolgen van dit arrest van het Hof van
Cassatie zijn voor het Belgische uitwijzings- en
verwijderingsbeleid.

07.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, l'arrêt de la Cour de cassation du 14
mars dernier est très important. Il touche à la
conformité de la procédure d'asile belge à la
Convention européenne des droits de l'homme.

La Cour de cassation confirme, dans son arrêt,
que la procédure d'asile belge n'est pas contraire
au droit au recours effectif prévu par l'article 13 de
la Convention européenne des droits de l'homme,
comme cela avait été un temps soutenu par
certaines décisions des chambres des mises en
accusation et du conseil de Liège, en raison de ce
que la saisie du Conseil d'Etat n'empêchait pas
automatiquement l'éloignement du territoire. On
se souvient qu'en décembre 2000, la presse avait
fait état de ce qu'il avait été soutenu avec succès
que l'éloignement d'un demandeur d'asile débouté
par le commissaire général aux réfugiés après
recours urgent devant ce dernier ne pouvait être
mis en oeuvre par le ministre de l'Intérieur dès lors
qu'un recours, pourtant non suspensif de la
mesure d'éloignement du territoire, avait été
introduit au Conseil d'Etat. Cette absence d'effet
suspensif automatique attaché au deuxième
recours que peut introduire le réfugié débouté
violait, selon certaines ordonnances de la
chambre du conseil de Liège, le droit au recours
effectif garanti par la Convention européenne.

Le ministre, bien évidemment, contesta ce point
de vue jusqu'en cassation. Aujourd'hui, celle-ci lui
donne clairement raison. La Cour de cassation
rappela tout d'abord la jurisprudence de l'arrêt
6194 de la Cour d'arbitrage, qui avait déjà
considéré en 1994 qu'aucun texte n'interdisait
d'éloigner un demandeur d'asile débouté en
recours par le commissaire général et que seul un
arrêt de suspension décidé par le Conseil d'Etat
éventuellement saisi en extrême urgence, pouvait
empêcher l'éloignement du territoire, au besoin en
obtenant de la haute juridiction administrative
qu'elle statue dans l'heure même de l'introduction
du recours, comme il arrive au Conseil d'Etat de le

faire, y compris en pleine nuit.

Avec raison, la Cour de cassation considère que
la circonstance que la simple introduction d'un
recours au Conseil d'Etat ne bloque pas
automatiquement l'éloignement du réfugié
débouté, ne viole pas le droit au recours effectif.
En effet, juge-t-elle, cette circonstance ne doit pas
être appréciée isolément mais bien à la lumière de
l'ensemble de la procédure.

A cet égard, elle souligne que la première décision
de refus que peut essuyer un demandeur d'asile
peut être contestée devant une instance le
commissaire général aux réfugiés dont
l'indépendance est légalement garantie et qui offre
des garanties procédurales à l'étranger,
notamment la possibilité d'être entendu, le cas
échéant avec le concours d'un interprète, d'être
assisté par un avocat, d'obtenir une décision
motivée, et dont la saisine suspend de plein droit
la mesure d'éloignement frappant le demandeur
d'asile débouté une première fois.

La Cour poursuit en soulignant qu'une éventuelle
décision de refus par cette instance indépendante
qu'est le commissaire général, est en outre
susceptible d'un recours en annulation au Conseil
d'Etat, lequel, même s'il n'est pas suspensif de
plein droit, peut, en toute hypothèse, être
accompagné d'un recours en suspension ordinaire
et d'un recours en suspension d'extrême urgence,
lequel rappelons-le permet

l'étranger

d'obtenir que la plus haute juridiction
administrative se prononce sur son sort, dans
l'heure s'il le faut. Ainsi, conclut-elle, l'ensemble de
ces recours offerts par la procédure d'asile belge
répond bien aux exigences du recours effectif
garanti par la Convention européenne des droits
de l'homme.

Cet arrêt met fin à une controverse inaugurée par
les juridictions belges au niveau de certaines
chambres du conseil. Il n'est toutefois pas exclu
que cette problématique rebondisse en mai
devant la Cour européenne des droits de
l'homme, où se posera la même question. Mais
ceci est déjà un élément très important dans le
débat.

Je vais revenir sur les décisions de la Cour
européenne en matière de recevabilité, parce
qu'après les débats que l'on a connus en
Belgique, elle a déjà clarifié notre comportement,
notamment une décision que nous aurions prise
sur des bases ethniques. Et la Cour européenne
dit clairement que ce n'est pas le cas. Et pour le
surplus, contrairement à ce que certains

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

prétendent, elle ne s'est pas prononcée sur le
fond. Elle dit que ce sont des questions
complexes en droit et en fait et qu'elle doit avoir
l'occasion et le temps de les examiner.

Je vais donner à cette décision de la Cour
européenne la publicité qu'elle mérite, parce qu'il y
a en la matière beaucoup de désinformation.

Enfin, vous me demandez quelle conclusion j'en
tire sur le plan de l'éloignement des personnes
visées par l'arrêt. Ce n'est pas cet arrêt de
cassation qui va me faire procéder à davantage
d'éloignements que par le passé. Je suis
convaincu que nous devons procéder à une
politique énergique en la matière. Depuis que mon
prédécesseur, M.

Tobback, a mis fin à

l'arrangement par lequel il renonçait
unilatéralement à procéder à l'éloignement des
personnes en recours au Conseil d'Etat en 1994,
les ministres de l'Intérieur successifs ne
s'interdisent plus d'éloigner pour la seule raison
qu'un recours serait déposé devant la haute
juridiction. Nous avons constaté que nombre de
recours étaient introduits à des seules fins
dilatoires. Je ne me laisse pas impressionner par
un certain nombre d'opérations qui sont menées
sous couvert des droits de l'homme et qui n'ont
rien à voir avec cela.

Cet arrêt met heureusement fin à une controverse
judiciaire. Je ne le considère pas comme un
blanc-seing de la Cour de cassation pour quoi que
ce soit en matière d'éloignement. Je n'ai aucune
intention d'éloigner en priorité les personnes qui
auraient introduit un recours au Conseil d'Etat. De
manière générale, je ne crains pas les recours. Je
suis au contraire avec intérêt les controverses
juridiques auxquelles ceux-ci peuvent donner lieu.
Je me réjouis des décisions qui sont prises elles
clarifient les choses par la plus haute juridiction
de ce pays, après la Cour d'arbitrage. Je ne doute
pas que cette décision importante sera décisive
en ce qui concerne la décision qui sera rendue par
la Cour européenne.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

08 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
maatregelen in Europees verband om de
zogenaamde 'Balkan-migratieroute' naar het
Westen af te snijden" (nr. 4280)

08 Question de M. Guido Tastenhoye au

ministre de l'Intérieur sur "les mesures prises
dans le cadre de l'Europe visant à couper la
route dite 'de migration des Balkans' vers

l'occident" (n° 4280)

08.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het is
belangrijk te proberen de filières en de routes van
de mensenhandel en de mensensmokkel, die
vanuit Oost-Europa naar het westen leiden, af te
snijden. Daarop hebt u hier reeds gealludeerd.
Vorige week donderdag en vrijdag hebben de EU-
ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie
onder meer onderhandeld over maatregelen om
de Balkan-migratieroute naar het westen af te
snijden. Indien ik het goed heb begrepen, zal de
Europese trojka, bestaande uit de Franse, de
Zweedse en de Belgische ministers volgende
week een bezoek brengen aan Bosnië en Servië.
Er zouden ook contacten zijn gepland met
delegaties uit Albanië en Macedonië. Daarnaast
bestaat er ook een Brits-Italiaans initiatief om
officieren, gespecialiseerd in de immigratie, naar
Bosnië te sturen om lokale politieagenten op te
leiden en om de grenscontroles te helpen
verbeteren.

Mijnheer de minister, volgens krantenberichten
zou u zelf voorstander zijn van de oprichting van
een soort Europese politieacademie voor de
bescherming van de buitengrenzen van de
Europese Unie. U zou ook uw medewerking willen
verlenen aan de operatie High Impact, om in het
najaar van dit jaar concrete acties te voeren aan
onze buitengrenzen voor een betere controle op
de immigratie. Naar verluidt wachten in ex-
Joegoslavië momenteel tienduizenden Chinezen,
Irakezen, Iraniërs, Turken, Roemenen en mensen
van nog andere nationaliteiten om de Europese
Unie binnen te komen. Zij wachten alleen op een
geschikt ogenblik.

Kunt u mij zeggen welke maatregelen u reeds
hebt genomen of nog zult nemen om deze
migratiestroom vanuit Oost-Europa, meer bepaald
via de Balkan-route, af te snijden?

08.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, nous discutons, lors de chaque conseil
JAI, des mesures à prendre pour maîtriser les flux
migratoires. En effet, de plus en plus de pays
européens sont confrontés à ce problème de
manière anormale. C'est donc dans le cadre de la
Troïka que la présidence suédoise et moi-même
accompagnerons le commissaire européen, M.
Vitorino, à Sarajevo et Belgrade les 27 et 28 mars
2001.

Lors de cette visite, nous mettrons surtout l'accent
sur le problème de la traite des êtres humains et
l'immigration clandestine en provenance de cette

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

région. Comme vous l'avez dit, des filières
importantes font passer, par cette région des
Balkans, des personnes venant de Chine, d'Iran et
d'Irak.

Nous demanderons, au nom de l'Union
européenne, des engagements concrets sur la
réglementation des visas et le contrôle aux
frontières. Ces "commitments" doivent non
seulement avoir trait à des activités législatives
mais aussi à des mesures d'exécution concrètes.

Le Conseil européen nous a demandé de parler
un langage politique clair et ferme en disant à ces
pays qu'ils doivent rapidement prendre mesures
pour endiguer ces flux anormaux.

Je compte prendre un certain nombre d'initiatives
à l'occasion de la présidence belge. C'est ainsi
que j'organiserai une opération de contrôle visant
la traite des êtres humains aux futures frontières
extérieures de l'Union européenne. C'est une
opération "high impact". Tous les pays candidats à
l'adhésion, les pays membres de l'Union
européenne et Europol y participeront.

J'ai également proposé que l'académie
européenne de police, qui existe déjà, se voie
confier une mission particulière dans le cadre
d'une politique de formation pour les policiers aux
frontières. Les idées cheminent vite puisque, lors
du dernier conseil, deux pays (l'Italie et
l'Allemagne) ont demandé de réfléchir à la
possibilité de constituer des corps européens de
policiers aux frontières. C'est là une idée
intéressante à laquelle je me suis associé.

Il faudra également améliorer le fonctionnement
du "Early Warning System" en matière de flux
migratoire.

Enfin, en ce qui concerne plus spécialement la
traite des êtres humains et la lutte contre les
réseaux, un soutien opérationnel a été accordé,
sur l'initiative de la Belgique, par Europol, aux
services européens chargés d'agir en matière.

La Belgique a aussi conclu des accords de
coopération policière avec la Slovénie, la Bulgarie
et la Roumanie, etc., accords dans lesquels une
attention particulière est accordée à l'immigration
clandestine, à la traite et au trafic des êtres
humains. J'ai demandé, pour ma part, au Conseil
européen si ces accords bilatéraux ne devraient
pas être généralisés au plan de l'Union
européenne.

Enfin, comme je l'ai déjà dit, notre pays a

également accordé son soutien à l'initiative italo-
britannique en matière de coopération entre les
officiers de liaison. Nous pensons, en effet, que
c'est un système efficace, mais si nous pouvions y
associer tous les pays européens, nous pourrions,
selon moi, accroître notre efficacité en matière de
lutte contre l'immigration clandestine.

08.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, sta me toe nog even kort te
reageren. Mijnheer de minister, uw idee om dit
probleem op Europees niveau aan te pakken, is
een heel goed idee. Wij kunnen dat alleen maar
onderschrijven. We kunnen ook uw bedoeling
steunen om met de Europese landen tot een soort
Europese grenspolitie te komen, die onze
buitengrenzen zal bewaken. Als er nieuwe landen
tot de Europese Unie toetreden, gaat onze
buitengrens enorm zijn, wel duizenden kilometers
lang. Van die grenspolitie moet dus echt werk
worden gemaakt. In de mate dat de regering
daarvan de pleitbezorger wil zijn, zult u daarvoor
ook onze steun krijgen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

09 Vraag van de heer Pieter De Crem aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitwerken van een nieuwe asielprocedure"
(nr. 4281)

09 Question de M. Pieter De Crem au ministre

de l'Intérieur sur "l'élaboration d'une nouvelle
procédure d'asile" (n° 4281)

09.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de

voorzitter, mijnheer de minister, ik zal het kort
houden, want u hebt al een spervuur van vragen
over u heen gekregen. Mijn vraag is heel
concreet. Het verhaal wordt wat eentonig en
begint te lijken op de literatuur van Multatuli. Mijn
vraag is vrij eenvoudig te herleiden. Wanneer
kunnen we eigenlijk de bespreking van de nieuwe
asielprocedure in onze commissie verwachten?

Weldra zijn we twee jaren verwijderd na 13 juni
1999 en na 4 juli 1999, toen in de
regeringsverklaring stond dat er werk zou worden
gemaakt van een nieuwe asielprocedure. Dat is
met horten en stoten gebeurd. Ik verneem nu dat
ook de eerste minister een belangrijke vinger in de
pap heeft. De procedure is nog steeds hangende
of neergelegd bij de Raad van State. Wat is de
chronologie voor een behandeling in deze
commissie? Als we een goede procedure zouden
hebben, zouden veel problemen waarmee u in
deze commissie wekelijks wordt geconfronteerd,
opgelost zijn. U bent dus de eerste

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

belanghebbende bij een nieuwe asielprocedure.
Wordt het dan niet tijd om daar dringend werk van
te maken?

09.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de

voorzitter, collega's, ik las ook Multatuli toen ik
school liep. Het einde luidde altijd: "Ze trouwden
en hadden veel kinderen."

09.03 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de

minister, het einde van Multatuli loopt heel anders.
Op het einde gaan al zijn buffels dood. Multatuli is
geen sprookje!

09.04 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de

voorzitter, het ontwerp tot volledige hervorming
van de asielprocedure werd sedert 15 januari
2001 door mijn toedoen voorgelegd aan de
afdeling Wetgeving van de Raad van State. Het
advies werd binnen de maand verwacht. De Raad
van State heeft de opgelegde termijn dus al
overschreden. In zijn voordeel moet echter gezegd
worden dat in de laatste weken vaak een beroep
werd gedaan op zijn magistraten. Ik denk daarbij
bijvoorbeeld aan de projecten in verband met de
geïntegreerde politie. Het advies zou echter heel
binnenkort verstrekt moeten worden. Zodra wij het
advies van de Raad van State ontvangen, zullen
wij het aandachtig bestuderen. Vervolgens zal dat
onderwerp terug voorgelegd worden aan de
interkabinettenvergadering en daarna aan de
voltallige regering.

Ce sont en effet des questions complexes, mais
vous avez raison, monsieur De Crem, je suis
impatient parce qu'il s'agit d'une pièce importante
du dispositif. Vous pouvez donc compter sur toute
mon énergie pour faire avancer les choses. Je
vous ai d'ailleurs promis que nous aurions
l'occasion d'examiner en parallèle ce projet et la
proposition que vous avez déposée qui, dans le
fond, s'inspire des mêmes objectifs.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

10 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "een
tekort van 600 politieagenten bij het lokale
politiekorps van de stad Antwerpen" (nr. 4283)

10 Question de M. Guido Tastenhoye au

ministre de l'Intérieur sur "le manque de 600
policiers au sein du corps de la police locale de
la ville d'Anvers" (n° 4283)

10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, ik wil kort repliceren over
de politiehervorming in Antwerpen. Dit onderwerp

kan niet wachten op de maandelijkse vergadering
waarop alle politieaangelegenheden ter sprake
komen omdat de politiehervorming een dringende
zaak is. De hoofdcommissaris van Antwerpen, de
heer Lamine, heeft gezegd dat vanaf 1 april 2001,
over minder dan twee weken dus, er 600 agenten
te weinig zullen zijn in het lokale politiekorps.

Maandagavond zei de hoofdcommissaris tijdens
een commissiezitting van de Antwerpse
gemeenteraad over veiligheid dat hij gerekend
had op een korps van 2.140 mensen. Uiteindelijk
krijgt hij er slechts 1.575, zegt hij. Van de 380
beloofde rijkswachters krijgt hij er immers slechts
160. Daarnaast worden 180 mensen vroegtijdig
gepensioneerd. Bovendien moeten 222
politieagenten beschikbaar blijven voor de
federale overheid. Conclusie van de
hoofdcommissaris maandagavond: er zijn 600
agenten te kort in Antwerpen. Dit was rond
middernacht nog te lezen in de Belga-berichten. In
het ochtendnieuws de volgende dag bleken er
plots slechts 150 mensen te kort te zijn. Op 7 uur
tijd was de heer Lamine dus blijkbaar volledig van
idee veranderd.

Mijnheer de minister, u begrijpt dat de huidige
politiek tot complete verwarring leidt. Ook de
burgers raken compleet in verwarring. Wat
moeten de Antwerpenaren nu denken? Kunnen zij
vanaf 1 april nog wel rekenen op een politiekorps
dat in staat is om de uitbreidende
maffiacriminaliteit in Antwerpen het hoofd te
bieden? Of gaat de politie ten onder aan een
beleid dat compleet ontoereikend is om de
criminaliteit het hoofd te bieden? Mijnheer de
minister, ik zou graag hebben dat u een licht werpt
op deze dringende aangelegenheid. Hoe zit het
precies in Antwerpen? Zal het Antwerpse
politiekorps ook na 1 april in staat zijn om zijn
taken te vervullen?

De voorzitter: Mijnheer Tastenhoye, eigenlijk
moet u deze vraag stellen aan de
hoofdcommissaris van Antwerpen, of aan de
Antwerpse burgemeester.

10.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, de hoofdcommissaris van
Antwerpen doet uitspraken onder de politieke
verantwoordelijkheid van de minister.

De voorzitter: U zoekt het toch ver. De minister is
geen burgemeester van Antwerpen.

10.03 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de

voorzitter, ik ben het terzake met u eens. De
studie van de KUL over de politiehervorming

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

bepaalt dat 2.140 politieambtenaren de norm is
voor Antwerpen. Deze norm wordt behaald door
1.920 personeelsleden van de huidige
gemeentepolitie aan te vullen met 220 leden van
de huidige rijkswacht. Het cijfer van 220
rijkswachters wordt bekomen door het aantal dat
op 23 mei 1998 effectief in de zone aanwezig was
te verminderen met het aantal rijkswachters dat
bestemd is voor de lucht- en zeehavenbrigade.

Actuellement il existe exactement 210 ex-
gendarmes présents qui passeront dans la zone.
La police fédérale prépare actuellement la
publication d'une offre d'emploi qui a pour but de
compenser les déficits constatés au sein des
différentes zones, et ce sur base d'une mobilité
volontaire. Il ne s'agit pas du tout d'une situation
volontaire; elle existe à d'autres endroits
qu'Anvers et il faut combler cela le plus
rapidement possible.

Pour ce qui concerne le nombre de pensionnés, je
ne puis ni confirmer ni infirmer. Il doit en outre être
signalé que dès qu'une vue définitive des
fonctions vacantes pourra être obtenue, la
direction générale des ressources humaines peut
être saisie en vue de publier les vacances dans
les délais les plus courts, afin de trouver un
remplaçant par la mobilité. Pour ce qui concerne
le nombre d'agents disponibles pour des missions
fédérales, il s'agit d'un chiffre provisoire qui doit
encore être affiné en concertation avec les divers
responsables.

10.04 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de minister, de agenten die ter
beschikking zijn van de federale overheid zijn
agenten die moeten worden ingezet bij
betogingen, manifestaties en voetbalwedstrijden.
Maar dit komt toch niet elke dag voor. Het gaat
over 220 manschappen in Antwerpen. Als ze niet
bezig zijn met ordehandhaving op federaal niveau,
dan moeten ze toch niet zitten niksen. Dan
kunnen ze toch ook lokaal ingezet worden. Op
welke manier gebeurt dit? Kunt u mij daar een
idee van geven?

10.05 Antoine Duquesne, ministre: Vous

confondez plusieurs choses, monsieur
Tastenhoye. Les ex-gendarmes des brigades
territoriales seront transférés à la police locale.
Les services déconcentrés sur le plan judiciaire
regrouperont les membres des anciennes BSR et
polices judiciaires, complétées par un certain
nombre de gendarmes venant des brigades et qui
accomplissaient des missions judiciaires. Des
effectifs de la police fédérale, non négligeables
comme, par exemple, les unités de circulation

routière, sont affectés à des missions spéciales
sur l'ensemble du territoire.

Le personnel pour la police administrative se
trouve peu disposé sur le territoire. L'essentiel des
effectifs disponibles en matière de maintien de
l'ordre - c'est à cela que vous faisiez allusion -
vient de la réserve générale et sont localisés à
Bruxelles. Ils font donc mouvement en fonction
des besoins et des prévisions. Lorsque l'ensemble
du dispositif sera mis en place, il y aura peu de
policiers fédéraux en attente d'une mission de
police administrative. Ceux qui seront disposés
sur le territoire auront des missions qui les
occuperont totalement. La police administrative
est la réserve que l'on disposera sur l'ensemble
du territoire en fonction des besoins. Il n'y aura
aucun temps mort pour les policiers fédéraux.

10.06 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Mijnheer de voorzitter, er is geen concreet
antwoord gegeven op de vraag of die 220 agenten
in Antwerpen, die volgens de heer Lamine ingezet
zullen worden op federaal niveau, ook kunnen
ingezet worden op lokaal niveau in Antwerpen als
zij geen federale taak uitvoeren. Dat is mijn vraag.
Het gaat over meer dan 200 mensen, dat is een
heel belangrijke groep.

De voorzitter: Ik denk dat de minister heeft
geantwoord. Volgens het Reglement bedraagt de
tijd voor een vraag vijf minuten.

10.07 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, M. Lamine s'occupe de la police locale.
La police fédérale est ma responsabilité et je vous
ai répondu clairement à ce sujet.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

11 Question de Mme Michèle Gilkinet au vice-

premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
sur "les nouvelles procédures en vigueur pour
l'examen des demandes des candidats
réfugiés" (n° 4285)

11 Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet aan de

vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke integratie en Sociale
economie over "de nieuwe procedures voor het
onderzoek van de aanvragen van kandidaat-
politieke vluchtelingen" (nr. 4285)

(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Intérieur.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Binnenlandse Zaken.)

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

11.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers
collègues, je souhaitais vous poser cette question
à la suite des nombreux témoignages qui me sont
parvenus. Depuis le mois de janvier, époque où
les nouvelles procédures accélérées des
demandes ont été mises en place, des consignes
très précises ont été données tant à l'Office des
étrangers qu'au Commissariat général et dans les
centres d'accueil. Elles semblent mal comprises
ou en tout cas de manière très différente d'un
endroit à l'autre, voire d'une personne à l'autre.

Si les informations qui me sont parvenues sont
confirmées, on peut s'inquiéter de ce qui se passe
aujourd'hui. En effet, il existe de nombreuses
différences de traitement d'un dossier à l'autre et il
me semble que l'équité et le droit de la défense ne
sont pas toujours respectés.

Je citerai quelques exemples qui me sont
rapportés. La plupart des candidats reçoivent une
annexe 26bis qui est jugée non recevable sur la
base des témoignages estimés contradictoires.
Cette estimation s'établit à partir d'une très brève
audition à l'Office des étrangers. Cette audition est
parfois réalisée en dehors de la présence d'un
traducteur et/ou sans permettre aux candidats de
faire état soit de certains éléments relatifs à leur
dossier, comme ceux ayant trait à leur conjoint, à
leur père ou à leur enfant, soit de faits relatifs à
une période dépassant deux années.

J'ai également entendu que la possibilité de
recours serait dans les faits bien souvent réduite à
néant. Dans plusieurs cas, la décision n'aurait été
communiquée officiellement au demandeur que
dans la semaine qui suit la décision, ce qui le
mettait quasiment dans l'impossibilité de préparer
un recours dans les délais requis.

Dans plusieurs cas, le demandeur débouté aurait
été, dès la signification du refus, arrêté dans le
centre ouvert qui l'accueillait, sans avoir reçu la
moindre information quant à la possibilité
d'introduire un recours. Les directeurs des centres
ont reçu pour consigne de transmettre toutes les
données relatives aux demandeurs d'asile,
notamment la possibilité d'introduction d'un
recours au conseil d'Etat, la volonté de quitter le
pays, etc. Les directeurs ne peuvent évidemment
s'opposer à une arrestation. Par contre, ils sont
tenus de communiquer les données dans les
douze heures. Ceci les place dans une situation
extrêmement difficile et ambiguë.

Lorsqu'ils ont lieu, la plupart des recours

consistent en un réexamen de la demande
déposée, sans interview complémentaire.
J'aimerais avoir des précisions à ce sujet.

Lorsqu'une interview est réalisée, elle l'est dans
les quinze jours, délai qui ne laisse pas assez de
temps pour compléter le dossier.

Par ailleurs, nulle précision dans le dossier sur la
personne qui peut accompagner le demandeur,
même mineur. Des pratiques très diverses
existent: tantôt la présence d'un avocat ou d'un
assistant social est admise, tantôt non.

Pouvez-vous me confirmer ces informations,
monsieur le ministre? Pouvez-vous me donner
des précisions sur la nouvelle procédure en
vigueur? Estimez-vous qu'il est procédé à un
examen équitable de chaque demande?
Comment l'information est-elle communiquée à
chaque demandeur? Comment les droits à la
défense sont-ils respectés? Comment la décision
de procéder ou non à une interview
complémentaire est-elle prise?

Le second volet de ma question concerne M.
Vande Lanotte. Je ne vous en parlerai donc pas.

J'ai bien entendu les réponses que vous avez
apportées au troisième volet de ma question. Je
ne la rappellerai donc pas.

11.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, chers collègues, je lèverai d'abord un
malentendu. Depuis janvier 2001, il n'y a pas de
nouvelle procédure d'asile, comme le laisse
entendre Mme Gilkinet. La loi, et même les textes
réglementaires, n'ont en rien modifié la situation.
Sur le plan législatif et réglementaire, seules les
dispositions touchant à l'accueil des demandeurs
d'asile et à l'aide sociale dont ils peuvent
bénéficier ont été révisées.

Mme Gilkinet me dit qu'une procédure nouvelle
aurait été instituée sans attendre, comme j'aurais
dû le faire selon elle, la mise en place de la
procédure de régularisation. Je me demande à
quoi elle fait allusion. Avez-vous bien compris,
madame Gilkinet, les nombreux témoignages qui
vous sont parvenus et dont vous avez fait état?

Sans doute faites-vous allusion au fait que la
priorité est désormais accordée par les instances
en charge des demandes d'asile aux demandes
introduites après le 1

janvier 2001? Telle est en

effet la politique du gouvernement. Qui se plaindra
au demeurant que les demandeurs d'asile ne
traînent plus des mois et des années dans leur

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

procédure d'asile? Ce n'est rien d'autre que
l'application d'un principe de bonne administration.
J'ai parfois le sentiment étrange que certains sont
indisposés par le fait que les procédures d'asile
s'accélèrent et que, par ailleurs, les personnes qui
sont déboutées de l'asile et qui n'ont plus de titre à
faire valoir pour demeurer dans le Royaume sont
effectivement éloignées du territoire.

Pour le reste, je voudrais dire que c'est bien le
moins que les personnes qui s'adressent aux
autorités belges pour obtenir le statut de réfugié
au sein de la convention de Genève, soient
constantes dans leurs déclarations successives et
que celles-ci soient exemptes de contradictions.
Ceci, d'autant plus que ces personnes bien
souvent n'arrivent avec aucun élément concret
permettant d'accréditer leur déclaration. Très peu
de passeports sont notamment produits aux
autorités examinant les demandes d'asile. C'est
sur foi de leur seule déclaration orale que l'on
considère ces personnes comme ayant telle ou
telle identité ou étant ressortissantes de tel ou tel
pays. C'est sur la foi de leur seule déclaration qu'il
faut examiner la demande d'asile.

Les auditions à l'Office des étrangers comme au
Commissariat général s'effectuent avec l'aide d'un
traducteur si cela est nécessaire. Je peux ainsi
rappeler que les instances concernées ont déjà dû
trouver des interprètes pour près de 150 langues
ou dialectes différents. Au cours des auditions les
candidats sont invités à faire état de tous les
éléments pertinents à propos de leur demande
d'asile même s'il existe à l'Office des étrangers un
canevas destiné à l'interrogateur de manière à lui
permettre de recueillir tous les éléments utiles à
l'examen de la demande. Si d'aventure l'Office
des étrangers doit déclarer irrecevable la
demande d'asile, les intéressés ont toujours la
possibilité de saisir le Commissaire général en
recours urgent et les délais des recours ne
commencent à courir que quand la décision leur a
été notifiée dans les formes légales. Les délais de
recours n'ont pas changé. J'observe également
que les recours introduits par les étrangers de
même que la manière d'introduire les recours sont
depuis 1980 spécifiés sur chaque décision
négative que peut recevoir un étranger.

Je voudrais enfin souligner qu'au stade de la
recevabilité, il n'incombe pas au demandeur
débouté une première fois, de démontrer qu'il
réunirait les conditions de fond mise à la
reconnaissance de la qualité de réfugié. Il lui suffit
de démontrer sans pour autant déposer quelque
document que ce soit, que sa demande n'est pas
manifestement non fondée et qu'elle nécessite un

examen ultérieur plus approfondi. La charge
pesant sur eux n'est donc pas si lourde que vous
le prétendez.

Ce qui est par contre exact c'est que le
Commissaire général convoque pour audition en
recours urgent plus rapidement que par le passé.
Le délai moyen est de huit jours si les personnes
résident dans des centres, et de douze jours si les
personnes demeurent à des adresses privées.
Ceci est bien évidemment un délai plancher, pas
un plafond. Cela n'empêche toutefois pas les
personnes de venir à leur audition en recours
urgent accompagnées d'un avocat ce qu'elles font
la plupart du temps.

Pour le reste, devant le Commissaire général qui
agit comme instance de plein contentieux, les
demandeurs d'asile déboutés ont l'occasion de
reprendre tout leur récit à zéro et de se prévaloir
de tous les moyens de fait et de droit qu'ils croient
pouvoir invoquer. Il ne s'agit en rien d'une
interview complémentaire comme vous le dites.
Cette interview est menée par un universitaire
géographiquement spécialisé dans le pays
d'origine du candidat.

Le Commissaire général, alors même qu'il n'y est
tenu par aucun texte ni par aucune jurisprudence
donne en règle à tous les demandeurs d'asile la
possibilité de faire valoir oralement les raisons qui
justifient, selon eux, que leur soit reconnue la
qualité de réfugié. Il n'est dérogé à cette règle que
dans les rares cas où il ressort clairement du
dossier de l'Office des étrangers et du recours
urgent que la demande est totalement étrangère
ou globalement manifestement non fondée par
rapport aux critères de la convention de Genève. Il
est par contre aussi procédé à des
reconnaissances au fond de la qualité de réfugié
sur dossier.

S'agissant des personnes pouvant assister les
personnes en recours urgent devant le
Commissaire général, ce dernier m'a précisé
qu'étaient admis l'avocat, l'assistant social et le
tuteur pour les mineurs non-accompagnés. De
tout temps la présence des avocats aux côtés des
demandeurs a été autorisée par tous les
commissaires généraux successifs. S'agissant
des compétences des directeurs des centres et de
leur rôle, je voudrais dire qu'il me revient que
nombre d'entre eux informent les demandeurs
d'asile sur les possibilités de recours existantes et
les assistent en ce sens alors même qu'aucune
obligation ne leur incombe à cet égard.

Depuis le 8 mars 2001, par ailleurs, le ministre de

21/03/2001

CRIV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

l'intégration sociale et moi-même avons en effet
demandé aux directeurs de centres de récolter
durant la présence des demandeurs d'asile
déboutés dans leur centre une série de données
de type administratif et personnel à l'intention de
l'Office des étrangers: dispositions à quitter le
territoire volontairement, existence de recours au
Conseil d'Etat, existence de contre-indications
médicales etc.

Mme Gilkinet a tout à fait raison sur un point. Les
directeurs n'ont absolument pas pour fonction de
s'opposer à quelque décision que ce soit que
l'Office des étrangers pourrait prendre.

Pour les centres privés, vous avez raison, cela
concerne notamment les cahiers des charges -
mon collègue de l'intégration sociale et, en ce qui
concerne les chiffres, je peux vous confirmer que
12,2% des demandes introduites depuis le 1

janvier sont toujours en attente d'une première
décision de l'Office, que le taux de recevabilité de
l'Office est de 8,2%, que le taux des personnes se
pourvoyant en recours au Commissariat général
est de 84,7% et que le taux d'examens ultérieurs
du Commissaire général est de 24%.

11.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):

Monsieur le président, je remercie le ministre pour
ces précisions. Je suis tout à fait désolée que
vous ayez pu penser que ma question remettait en
cause un certain nombre de décisions. Je me suis
peut-être mal exprimée mais, en tout cas, ce
n'était pas du tout le sens de ma question.

Par ailleurs, il est exact que les témoignages
m'arrivent du terrain et qu'ils sont nombreux et
répétés. Je vous demande donc d'être
particulièrement vigilant à cet égard. Je ne dis pas
qu'il s'agit d'une intention organisée. Je dis
simplement qu'il y a une accélération de la
procédure. Nous étions demandeurs, c'est ce que
nous souhaitions mais dans le respect de l'équité
des traitements et du droit à la défense.

Je vous demande donc de veiller à cela parce que
les témoignages qui me reviennent ne permettent
pas toujours de constater que cette équité et les
droits à la défense sont tout à fait respectés.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

12 Question de Mme Geraldine Pelzer-Salandra

au ministre de l'Intérieur sur "l'organisation de
nouvelles élections à Jurbise" (n° 4287)

12 Vraag van mevrouw Geraldine Pelzer-

Salandra aan de minister van Binnenlandse

Zaken over "het organiseren van nieuwe
verkiezingen in Jurbeke" (nr. 4287)

12.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV): Monsieur le président, monsieur le
ministre, suite aux différents problèmes lors du
dépouillement des bulletins de vote aux élections
communales à Jurbise, un recours a été introduit
au Conseil d'Etat. Ce dernier vient d'annuler le
résultat de ces élections. Actuellement, il s'est
développé à Jurbise une méfiance vis-à-vis du
vote informatisé. Suite à cela, le conseil
communal a déposé une motion vous demandant
de pouvoir voter de manière traditionnelle, c'est-à-
dire avec le vote papier. Monsieur le ministre,
pourriez vous nous dire si vous comptez répondre
favorablement à cette demande?

Pourriez-vous également nous faire savoir
pourquoi le résultat des élections provinciales, lui,
n'a pas été annulé?
Et enfin, cette aventure à Jurbise est-elle de
nature à freiner l'enthousiasme que vous semblez
porter au vote électronique?

12.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le

président, chère collègue, les élections
provinciales n'ont pas fait l'objet de recours, c'est
la seule et unique raison de leur non-annulation.

Suite à l'annulation par le Conseil d'Etat des
élections du 8 octobre 2000 à Jurbise, une motion
a été adoptée par le conseil de cette commune le
12 mars dernier. Cette motion sollicitait un retour
au vote papier pour la réélection fixée au
dimanche 22 avril prochain. J'ai décidé de ne pas
réserver une suite favorable à cette motion pour
les raisons suivantes. La première est que des
dispositions avaient déjà été prises à la demande
des autorités communales de Jurbise en vue de la
confection de support de mémoire-disquette de
résultats, spécialement adapté à la réélection du
22 avril, c'est-à-dire à un scrutin communal
exclusivement plutôt qu'à un scrutin communal
jumelé à un scrutin provincial.

La seconde raison est que l'arrêt d'annulation,
prononcé par le Conseil d'Etat le 2 mars dernier
ne remet nullement en cause les systèmes de
vote automatisé. Les élections ont en réalité été
annulées pour le motif que la procédure prescrite
par la loi, organisant le vote automatisé pour la
lecture d'une disquette de résultats défectueuse
n'a pas été respectée dans le bureau de vote
numéro 11. L'urne électronique dudit bureau ayant
été entre-temps déscellée, le Conseil d'Etat a
constaté que les cartes magnétiques qui s'y
trouvaient pouvaient avoir été manipulées ou

CRIV 50

COM 430

21/03/2001

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

remplacées par des cartes autres que celles
réellement utilisées par les électeurs.

Exactement la même chose aurait pu se produire
en cas de vote papier. Nous sommes donc dans
l'impossibilité d'opérer un contrôle des résultats de
l'élection en ce qui concerne ledit bureau. Le
nombre d'électeurs y ayant voté étant largement
supérieur au nombre de voix susceptibles
d'entraîner une modification de la répartition des
sièges, le Conseil d'Etat s'est vu contraint
d'annuler les élections.

En conclusion, il n'existe aucun argument objectif
pour répondre favorablement à la requête
formulée par le conseil communal de Jurbise.

En ce qui concerne la technique du vote, je ne
témoigne ni d'enthousiasme ni de froideur
excessifs. Il faut essayer de concilier des
évolutions techniques avec un maximum de
garanties pour avancer dans la modernisation de
nos institutions, y compris le vote.

Un processus général d'évaluation est en cours.
Je soumettrai mes conclusions au gouvernement.
Chacun peut avoir ses opinions. Je pourrais vous
dire que vous faites preuve d'un enthousiasme
très fort pour le retour au papier je n'ai pas dit au
parchemin. A cet égard, chacun a ses convictions.

12.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse.

Toutefois, puis-je vous poser une question
complémentaire? Vous dites que les autorités
communales de Jurbise vous ont fait la demande
d'adapter le matériel à l'élection communale
uniquement. Mais de quelles autorités
communales parlez-vous? De celles qui ont été
déboutées?

12.04 Antoine Duquesne, ministre: Du nouveau

conseil communal car, que voulez-vous, il y a la
continuité dans le fonctionnement des communes.
Ainsi, il est clair qu'il s'agit des autorités
communales qui étaient en fonction.

12.05 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV): Monsieur le ministre, je trouve cela
bizarre dans le sens où elles ont été démises de
leurs fonctions et qu'elles n'avaient donc plus la
légitimité vu que les élections communales ont été
annulées. A présent, c'est l'ancien conseil
communal qui vous fait la requête de pouvoir
procéder autrement pour le vote du 22 avril.

12.06 Antoine Duquesne, ministre: Madame,

vous connaissez ma décision. Ce ne sont pas les
autorités communales qui ont à prendre de telles
décisions mais le ministre de l'Intérieur. Je l'ai
prise.

12.07 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV): Tout à fait, monsieur le ministre. Je
m'étonne simplement que vous ne suiviez pas la
demande du conseil communal parce que,
visiblement, ces personnes ont été échaudées et
souhaiteraient être rassurées quant au résultat du
vote. En tant que bourgmestre, vous devez savoir
que c'est important pour les personnes mises en
place d'avoir véritablement une exactitude.

12.08 Antoine Duquesne, ministre: Madame,

cela n'a rien à voir avec le vote automatisé. Rien
du tout. Je me demande si certains ne veulent
pas, volontairement, introduire une confusion; si
c'était le cas, ce ne serait pas très honnête.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.

La réunion publique de commission est levée à
12.40 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.40 uur.

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

INHOUD

SOMMAIRE

Vraag van de heer José Canon aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de onveiligheid in
Charleroi" (nr. 4222)

Question de M. José Canon au ministre de
l'Intérieur sur "l'insécurité dans la ville de
Charleroi" (n° 4222)

Sprekers: José Canon, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs: José Canon, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur

Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de afgifte
van een officieel document met foto voor mensen
in een regularisatieprocedure" (nr. 4204)

Question de Mme Simonne Creyf au ministre de
l'Intérieur sur "la délivrance d'un document officiel
accompagné d'une photo aux personnes en
procédure de régularisation" (n° 4204)

Sprekers:

Simonne Creyf, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Simonne Creyf, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Samengevoegde interpellaties van

Interpellations jointes de

- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in
de regularisatiecampagne" (nr. 722)

- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la situation en ce qui concerne la campagne de
régularisation" (n° 722)

- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het effectieve aantal al
dan niet gedwongen uitwijzingen van definitief
afgewezen kandidaat-geregulariseerden" (nr. 743)

Sprekers:

Pieter De Crem, Guido

Tastenhoye, Antoine Duquesne, minister
van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Pieter De Crem, Guido

Tastenhoye, Antoine Duquesne, ministre de
l'Intérieur

Moties

Motions

Vraag van de heer Bert Schoofs aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de bekendmaking
in het Belgisch Staatsblad van diefstallen van
identiteitskaarten in gemeentehuizen" (nr. 4211)

Question de M. Bert Schoofs au ministre de
l'Intérieur sur "la publication au Moniteur belge
des vols de cartes d'identité dans des
administrations communales" (n° 4211)

Sprekers: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs: Bert Schoofs, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
afschaffen in Europees verband van de
visumplicht voor Bulgarije en Slovakije" (nr. 4276)

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "la suppression dans le cadre
européen de l'obligation de visa pour la Bulgarie
et la Slovaquie" (n° 4276)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "l'application du système LIFO ("last
in, first out") aux nouveaux demandeurs d'asile et
sur l'expulsion effective du territoire des
personnes LIFO en fin de procédure" (n° 4278)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye tot de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
recente arrest van het Hof van Cassatie inzake
het mogen uitwijzen van uitgeprocedeerden die
nog in beroep zijn gegaan bij de Raad van State"
(nr. 4279)

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de
l'Intérieur sur "le récent arrêt de la Cour de
Cassation concernant la possibilité d'expulser des
demandeurs d'asile déboutés qui ont introduit un
recours devant le Conseil d'Etat" (n° 4279)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Guido Tastenhoye tot de

Question de M. Guido Tastenhoye au ministre de

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

minister van Binnenlandse Zaken over "de
maatregelen in Europees verband om de
zogenaamde "Balkan-migratieroute" naar het
Westen af te snijden" (nr. 4280)

l'Intérieur sur "les mesures prises dans le cadre
de l'Europe visant à couper la route dite "de
migration des Balkans" vers l'occident" (n° 4280)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van de heer Pieter De Crem tot de minister
van Binnenlandse Zaken over "het uitwerken van
een nieuwe asielprocedure" (nr. 4281)

Question de M. Pieter De Crem au ministre de
l'Intérieur sur "l'élaboration d'une nouvelle
procédure d'asile" (n° 4281)

Sprekers:

Pieter De Crem, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Pieter De Crem, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Mondelinge vraag van de heer Guido Tastenhoye
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"een tekort van 600 politieagenten bij het lokale
politiekorps van de stad Antwerpen" (nr. 4283)

Question orale de M. Guido Tastenhoye au
ministre de l'Intérieur sur "le manque de 600
policiers au sein du corps de la police locale de la
ville d'Anvers" (n° 4283)

Sprekers: Guido Tastenhoye, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Guido Tastenhoye, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting
Maatschappelijke integratie en Sociale economie
over "de nieuwe procedures voor het onderzoek
van de aanvragen van kandidaat-politieke
vluchtelingen" (nr. 4285)

Sprekers:

Michèle Gilkinet, Antoine

Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Michèle Gilkinet, Antoine

Duquesne, ministre de l'Intérieur

Vraag van mevrouw Geraldine Pelzer-Salandra tot
de minister van Binnenlandse Zaken over "het
organiseren van nieuwe verkiezingen in Jurbeke"
(nr. 4287)

Question de Mme Geraldine Pelzer-Salandra au
ministre de l'Intérieur sur "l'organisation de
nouvelles élections à Jurbise" (n° 4287)

Sprekers:

Géraldine Pelzer-Salandra,

Antoine Duquesne, minister van
Binnenlandse Zaken

Orateurs:

Géraldine Pelzer-Salandra,

Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

COMMISSIE VOOR DE

BINNENLANDSE ZAKEN, DE

ALGEMENE ZAKEN EN HET

OPENBAAR AMBT

COMMISSION DE L'INTERIEUR,

DES AFFAIRES GENERALES ET

DE LA FONCTION PUBLIQUE

van

WOENSDAG

MAART

2001

10:15 uur

______

MERCREDI

MARS

2001

10:15 heures

______

De vergadering wordt geopend om 10.26 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.

La séance est ouverte à 10.26 heures par M. Paul
Tant, président.

01 Vraag van de heer José Canon aan de minister

van Binnenlandse Zaken over "de onveiligheid in
Charleroi" (nr. 4222)

01 Question de M. José Canon au ministre de

l'Intérieur sur "l'insécurité dans la ville de
Charleroi" (n° 4222)

01.01 José Canon (PS): Charleroi wordt

momenteel geplaagd door een toename van het
geweld tegen de politiediensten. Politievoertuigen
worden met machinegeweren beschoten.

Het is de taak van de federale politie met dergelijke
vormen van geweld die de bevolking traumatiseren
af te rekenen, vooral omdat het onveiligheidsgevoel
naar de buurgemeenten overslaat.

Welke maatregelen overweegt u om het
veiligheidsgevoel van bevolking en politiediensten te
vergroten?

01.01 José Canon (PS): Actuellement, la ville de

Charleroi souffre d'une recrudescence de la
criminalité ayant pour cible les forces de police dont
des véhicules se font attaquer à coups de
mitraillette.
Il est du devoir de la police fédérale d'éradiquer de
tels agissements qui traumatisent la population,
d'autant que le sentiment d'insécurité gagne les
communes avoisinantes.

Quelles mesures comptez-vous prendre pour
sécuriser tant la population que les forces de
police ?

01.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Die

evolutie is inderdaad zorgwekkend en leidde al tot
de inzet van aanzienlijke federale middelen.

Wat carjackings, hold-ups en gewapende
overvallen betreft, is de situatie in Charleroi erger
dan elders.

Dankzij federale middelen werden verscheidene
preventie-initiatieven opgestart die op de specifieke
situaties zijn afgestemd. Aan het veiligheids- en
samenlevingscontract voor Charleroi hangt een
kostenplaatje van meer dan 173 miljoen.

In het kader van de politiehervorming moeten 184
federale politiemannen die voorheen tot de
rijkswacht behoorden, naar het lokale niveau

01.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):

Cette évolution est en effet préoccupante et a déjà
mobilisé d'importants moyens fédéraux.

La situation est plus grave à Charleroi qu'ailleurs en
matière de car-jacking, de hold-up et d'attaques à
main armée.

Différentes initiatives de prévention situationnelles
ont été mises en oeuvre grâce à des moyens
financiers fédéraux. Le contrat de sécurité et la
société de Charleroi s'élève à plus de 173 millions.

Dans le cadre de la réforme des polices, 184
policiers fédéraux, ex-gendarmes, devront être
transférés au niveau local.

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

worden overgeheveld.

Er werd beloofd de vastgestelde norm te
respecteren, en dat zal ook gebeuren.

Inzake begroting zal Charleroi begin 2002 over 112
miljoen voor investeringen in veiligheid beschikken.

Er werden actieplannen voor de politiediensten
gelanceerd. Tijdens meer kritieke periodes werd het
personeel uit de algemene reserve dagelijks voor
opdrachten ter ondersteuning van de lokale
politiediensten gemobiliseerd. Zo hebben federale
politiebeambten tussen 11 december 2000 en 14
januari 2001 te Charleroi 2.117 uren gepresteerd.

L'engagement a été pris d'honorer la norme prévue,
et il sera respecté.

Sur le plan budgétaire, Charleroi disposera, au
début de 2002, de 112 millions à investir dans la
sécurité.
Des plans d'action ont été mis en oeuvre par les
services de police. A l'occasion de périodes plus
critiques, du personnel de la réserve fédérale a
quotidiennement presté des missions en appui des
services de police locaux ; entre le 11 décembre
2000 et le 14 janvier 2001, 255 policiers fédéraux
ont ainsi presté 2.117 heures à Charleroi.

Op 1 januari 2001 werd de capaciteit op het stuk
van het gespecialiseerd onderzoek in het
arrondissement Charleroi door toevoeging van 28
politiebeambten uitgebreid; 27 van hen werden
ondergebracht bij de gedecentraliseerde juridische
dienst van de stad Charleroi.

De federale inspanningen worden zo verdeeld dat
ze het hele arrondissement ten goede komen.
Criminaliteit vereist immers een algemene aanpak
en de feiten beperken zich niet tot een specifieke
zone.

De bijdrage van het federale niveau is in dit geval
niet gering. Niettemin wijs ik er nogmaals op dat het
lokale niveau terzake ook een bepaalde
verantwoordelijkheid draagt.

Au 1

janvier 2001, la capacité d'enquête

spécialisée de l'arrondissement de Charleroi a été
renforcée de 28 policiers, dont 27 ont rejoint le
service judiciaire déconcentré de la ville de
Charleroi.

La répartition des efforts consentis par l'échelon
fédéral se fera au profit de l'ensemble de
l'arrondissement, la criminalité nécessitant une
approche globale et les phénomènes ne se limitant
pas à une zone spécifique.

La contribution du niveau fédéral est donc, dans le
cas présent, loin d'être négligeable, mais je rappelle
que les responsabilités, en cette matière, relèvent
également du niveau local.

01.03 José Canon (PS): Ik verheug mij over de

genomen maatregelen. Ik vraag mij echter af of het
niet aangewezen is in een specifieke opleiding voor
de politie te voorzien, zodat zij beter opgewassen is
tegen de aanvallen waarvan zij het slachtoffer is.

01.03 José Canon (PS): Je me réjouis des

mesures qui ont été prises, mais je me demande s'il
ne serait pas opportun de prévoir une formation
spécifique pour la police, afin qu'elle puisse mieux
répondre aux attaques dont elle est la cible.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

02 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de afgifte
van een officieel document met foto voor mensen
in een regularisatieprocedure" (nr. 4204)

02 Question de Mme Simonne Creyf au ministre

de l'Intérieur sur "la délivrance d'un document
officiel accompagné d'une photo aux personnes
en procédure de régularisation" (n° 4204)

02.01 Simonne Creyf (CVP): Mensen in de

regularisatieprocedure beschikken niet over een
officieel identiteitsbewijs met foto, zodat ze
problemen hebben om een rekening te openen,
aangetekende zendingen te ontvangen en
dergelijke.

Kan de minister in dat verband een onderrichting of
rondzendbrief richten aan de gemeenten?

02.01 Simonne Creyf (CVP): Les personnes en

procédure de régularisation ne disposent pas d'un
document officiel d'identité accompagné d'une
photo, de sorte qu'il leur est difficile d'ouvrir un
compte, de réceptionner des recommandés qui leur
sont adressés, etc.

Le ministre pourrait-il envoyer aux communes des
instructions ou une circulaire à ce sujet ?

02.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik ben 02.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

mij ten volle bewust van de moeilijkheden die
personen zonder identiteitsdocumenten
ondervinden wanneer zij een bankrekening willen
openen, een aangetekende zending in ontvangst
willen nemen, enz. Maar ik herinner u eraan dat de
indiening van een regularisatieaanvraag de
betrokkene niet het recht geeft hier te verblijven of
enig identiteitsdocument te ontvangen. Terzake
dient onderstreept dat de gemeenten zich voor
hetgeen zij op het bericht van ontvangst vermelden
alleen op de mondelinge niet-gecheckte
verklaringen van de aanvragers baseren. Het
bericht van ontvangst betreffende de aanvraag kan
dus niet tot het verkrijgen van een identiteitsbewijs
leiden. Dit document heeft als enig nut dat het de
houder ervan bewijst dat een gedwongen uitwijzing
in zijn geval verboden is.

De overheid kan dus inzake de identiteit of de
nationaliteit van de regularisatieaanvrager niets
bevestigen zolang diens dossier nog niet is
behandeld.

Aangezien de betrokkenen niet over een door de
Belgische overheid verstrekt identiteitsbewijs
beschikken, moeten zij zich terzake tot hun eigen
land richten. Ik suggereer het derhalve zich tot hun
consulaat of ambassade te wenden.

De regularisatie-operatie zou tegen eind 2001
afgerond moeten zijn. Tal van aanvragers zullen
binnenkort zonder moeilijkheden de noodzakelijke
documenten kunnen verkrijgen.

Si je mesure pleinement les difficultés auxquelles
sont confrontées les personnes démunies de tout
document d'identité pour des opérations d'ouverture
de comptes en banque, la réception de
recommandés postaux, etc..., je rappelle que
l'introduction d'une demande de régularisation ne
confère pas de plein droit un séjour, ni un
quelconque titre d'identité aux demandeurs de
régularisation. Cela d'autant plus que les mentions
figurant sur les accusés de réception par les
communes ont été apposées sur la seule foi de
déclarations orales, non vérifiées, des demandeurs.
Ce n'est donc pas de l'accusé de réception de la
demande qu'il faut espérer obtenir un titre d'identité,
ce document n'ayant d'autre utilité que de fournir la
preuve à son titulaire que l'exécution forcée d'une
mesure d'éloignement ne peut être entreprise à son
encontre.
Les autorités sont donc dans l'impossibilité
d'attester de quoi que ce soit en matière d'identité
ou de nationalité des demandeurs de régularisation
dont on n'aurait pas encore traité le dossier.

Dès lors que les personnes ne possèdent pas de
titre d'identité délivré par des autorités belges, c'est
à leur pays d'origine qu'elles doivent s'adresser. Je
leur suggère donc de se rendre à leur consulat ou à
leur ambassade.

L'opération de régularisation devrait être achevée
pour le 1

juillet 2001. Un grand nombre de

demandeurs pourront se procurer bientôt les pièces
qui leur sont nécessaires sans difficulté.

02.03 Simonne Creyf (CVP): Ik begrijp dat deze

categorie niet echt een identiteitsbewijs kan krijgen.
Ik pleit eerder voor een paraofficieel document met
foto, dat aan deze mensen toegang zou verlenen tot
een aantal dienstverleningen.

02.03 Simonne Creyf (CVP): Je comprends que

cette catégorie de personnes ne puisse obtenir de
certificat d'identité en bonne et due forme. Je
préconise un document para-officiel muni d'une
photo, qui permettrait aux personnes concernées
d'avoir accès à certains services.

02.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): Wij

halen personen die hier illegaal verblijven uit de
clandestiniteit. Hoe kan men bijvoorbeeld voor het
openen van een bankrekening zijn identiteit
bewijzen?

Het voorkomen kan terzake niet volstaan.

02.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):

Nous sortons de la clandestinité des personnes en
situation illégale. Comment attester de quelque
chose, par exemple pour ouvrir un compte en
banque ?

On ne peut se contenter de l'apparence.

02.05 Simonne Creyf (CVP): Mijn vraag, die ook

uitgaat van het steunpunt mensen zonder papieren,
is ingegeven door de praktische problemen
waarmee deze mensen te maken krijgen. Ik betreur
het feit dat de minister geen oplossing ziet.

Het incident is gesloten.

02.05 Simonne Creyf (CVP): Ma question, qui

émane également du «Steunpunt mensen zonder
papieren», est inspirée des problèmes pratiques
auxquels ces gens ont à faire face. Je regrette que
le ministre n'ait pas de solution.

L'incident est clos.

03 Samengevoegde interpellaties van

03 Interpellations jointes de

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in
de regularisatiecampagne" (nr. 722)
- de heer Guido Tastenhoye tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "het effectieve aantal al
dan niet gedwongen uitwijzingen van definitief
afgewezen kandidaat-geregulariseerden" (nr. 743)

03.01 Pieter De Crem (CVP): Op 7 februari al

beloofde de minister dat hij ons op de hoogte zou
houden van de stand van zaken in de
regularistatiecommissie. Hij komt die belofte echter
niet na. Waarom toch die geheimzinnigdoenerij?

Leden van de regularisatiecommissie zeggen
onomwonden dat de deadline van 1 juli onhaalbaar
is. Blijft de minister vasthouden aan die datum? Zal
men 300 dossiers per dag kunnen afronden? Is dan
het risico niet groot dat men zich tot een
behandeling pro forma beperkt om toch maar de
datum te respecteren? De groenen spreken zelfs
van compensaties mocht de afwikkeling toch
vertraging oplopen. Waaraan denken ze dan?

03.01 Pieter De Crem (CVP):Le 7f évrier dernier,

le ministre avait promis de nous tenir au courant de
l'évolution au sein de la commission de
régularisation. Il ne tient toutefois pas son
engagement. Pourquoi tous ces mystères ?

Certains membres de la commission de
régularisation déclarent ouvertement que la date
butoir du 1

juillet n'est pas réaliste. Le ministre

maintient-il cette date ? Sera-t-il possible de traiter
3000 dossiers par jour ? Le risque de se limiter à
un traitement de pure forme dans le but de
respecter la date fixée ne sera-t-il pas trop grand?
Les verts évoquent même des compensations en
cas de retard. A quelles compensations songent-
ils ?

In totaal zullen zo'n 85 procent van de dossiers een
gunstige behandeling krijgen, wat ons veel lijkt in
vergelijking met andere landen. Wat gebeurt er met
de 7.000 dossiers die minder geluk hebben? Wordt
er dan daadwerkelijk uitgewezen? En wat met
diegenen die geen regularisatiedossier indienden?

Au total, on réservera une suite favorable à 85%
des dossiers, ce qui nous semble beaucoup par
rapport aux autres pays. Que fera-t-on pour les 15%
restants, soit 7000 dossiers ? Va-t-on effectivement
les expulser ? Et qu'en est-il de ceux qui n'ont pas
introduit de dossiers de régularisation ?

03.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Vorige week antwoordde de minister reeds op een
gelijkaardige vraag van een VU-collega. Collega De
Crem stelt nu een aantal vragen waarbij ik mij
aansluit.

Er zijn reeds 11.000 regularisatiedossiers
afgehandeld, waarvan 8.000 door het secretariaat
en 3.000 door de kamers. Ik schat dat ongeveer
2.500 dossiers een negatieve beslissing kregen;
4.000 personen verblijven dus onrechtmatig in
België. De minister heeft verklaard dat hij deze
personen onmiddellijk zou laten verwijderen.

Wat gebeurde er met deze afgewezenen? Worden
zij naar een open of gesloten centrum gebracht met
het oog op hun repatriëring? Hoeveel personen
werden vrijwillig of gedwongen teruggestuurd?
Waarom gebeurt dat desgevallend niet?

03.02 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La

semaine dernière, le ministre a déjà répondu à une
question similaire d'un collègue de la VU.
Aujourd'hui, M. De Crem pose certaines questions
auxquelles je me joins.

12000 dossiers de régularisation ont déjà été
traités, dont 8000 par le secrétariat et 3000 par les
chambres. J'estime à 2500 le nombre de dossiers
qui ont fait l'objet d'une décision négative ; 4000
personnes séjournent irrégulièrement en Belgique.
Le ministre a déclaré qu'il allait faire expulser ces
personnes immédiatement.

Qu'advient-il de ces personnes

? Sont-elles

envoyées dans un centre fermé en vue de leur
rapatriement ? Combien d'entre elles ont-elles été
renvoyées sur une base volontaire et combien sous
la contrainte

? Le cas échéant, pourquoi ne

procède-t-on pas à ces rapatriements?

03.03 Minister Antoine Duquesne (Frans): Men

moet terzake een voluntaristisch beleid voeren
teneinde de termijnen na te leven. Zij die in dat
kader werkzaam zijn, leveren goed werk. Wij
verliezen veel tijd met hun opleiding ; als zij

03.03 Antoine Duquesne , ministre (en français):

Il faut mener, en cette matière, une politique
volontariste afin de respecter les délais.
Ceux qui travaillent dans ce cadre sont de bons
éléments. Nous perdons beaucoup de temps pour

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

eenmaal zijn opgeleid, gaan zij elders aan de slag!

Voor de voorzitter, de ondervoorzitter en de
bestuurder is een belangrijke verantwoordelijkheid
weggelegd. Al bijna een jaar lang werken meer dan
200 personen voltijds aan die regularisatiedossiers.
De Ministerraad heeft ingestemd met mijn suggestie
om het aantal kamers van acht tot elf op te trekken.
Het aantal personeelsleden van niveau 1 en 2 zal
tevens met dertien eenheden worden opgetrokken.

les former ; une fois formés, ils s'en vont !

Le président, le vice-président et l'administration ont
une responsabilité importante à exercer. Plus de
200 personnes travaillent à temps plein sur ces
dossiers de régularisation, depuis bientôt un an. Le
Conseil des ministres a accepté ma suggestion de
porter le nombre de chambres de huit à onze. Le
nombre de membres du personnel des niveaux 1 et
2 sera, en outre, augmenté de treize unités au total.

Hoe meer wij vorderen, hoe duidelijker de
rechtspraak wordt. Twee derde van de 18.000 nog
niet afgehandelde dossiers kunnen aldus
rechtstreeks bij mij terechtkomen. Terzake kan
geen enkele compensatie worden toegekend. De
regularisatiewet bevat geen enkele bepaling waarbij
wordt gesteld dat als er sprake is van verjaring, de
regularisatie automatisch verworven is. De wet is de
wet en de individuele gevallen zullen in
overeenstemming met de wet worden geregeld.
Ik herhaal dus mijn streven om de regularisatie-
operatie binnen een zodanige termijn af te ronden
dat alle vragen over compensaties vervallen.

Wij halen bepaalde personen uit de clandestiniteit
en het is dan ook normaal dat
voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Ik wijs
erop dat het percentage positieve adviezen 63% bij
de kamers en 86% bij het secretariaat bedraagt.

Plus on avance, plus la jurisprudence est claire. Sur
les 18.000 dossiers en souffrance, plus des deux
tiers peuvent ainsi arriver directement chez moi.
Il ne peut être question de compensation en cette
matière. La loi de régularisation n'a pas institué la
moindre « prescription acquisitive ». La loi est la loi
et les cas individuels seront réglés comme le
législateur l'a voulu.

Je réitère donc ma volonté de voir s'achever
l'opération de régularisation de manière telle que
toute question de compensation sera tout
simplement dépourvue d'objet.

Nous sortons des personnes de la clandestinité ; il
est donc légitime de prendre certaines précautions.
Je vous précise que le taux d'avis positifs est de
63% auprès des chambres et de 86% auprès du
secrétariat.

Als de aanvraag niet wordt aanvaard, heeft dit een
uitzettingsprocedure tot gevolg. Daarnaast heb ik
ambtshalve een dertigtal dossiers van die operatie
uitgesloten om redenen van openbare orde, zoals
de wetgever het mij vraagt. Tot de gedwongen
verwijdering wordt pas overgegaan wanneer er
geen gevolg wordt gegeven aan het bevel om het
grondgebied te verlaten. Maar hier rijst een
probleem : om eventueel iemand aan te houden,
moet de politie in de woning binnendringen. Zonder
aanhoudingsbevel zou er sprake zijn van schending
van de woning. Dat is een echt probleem. Voor een
dertigtal personen werd bovendien een negatieve
eindbeslissing genomen, hoewel ze op een andere
wettelijke basis in ons land verblijven
(asielaanvragers, studenten, personen die
ondertussen Belg zijn geworden).

Ik kan niet zeggen hoeveel uitgeprocedeerden
gedwongen verwijderd werden. Diegenen die niet
konden geregulariseerd worden, worden namelijk
opnieuw gewone illegalen. Zij zullen echter niet als
dusdanig worden behandeld. Zij krijgen inzake
verwijdering een voorrangsbehandeling. Net als de
uitgeprocedeerde asielzoekers die hun aanvraag na
1 april 2001 hebben ingediend, zullen die illegalen in

Quand la demande n'est pas acceptée, l'issue est
l'expulsion. J'ai, par ailleurs, exclu d'office de cette
opération une trentaine de dossiers pour motif
d'ordre public, comme le législateur me demande
de le faire. Ce n'est que lorsqu'aucune suite n'est
donnée à l'ordre de quitter le territoire que l'on
passe à l'éloignement forcé. Mais, ici, se pose le
problème de la pénétration de l'habitation par la
police en vue d'emmener éventuellement quelqu'un.
Sans mandat, on violerait le domicile. C'est un
problème réel. Il existe, en outre, une trentaine de
personnes ayant fait l`objet d'une décision finale
négative mais séjournant légalement sur une autre
base prévue par la loi (demandeurs d'asile,
étudiants, personnes devenues belges entre-
temps).

Je ne puis donner le chiffre des personnes
déboutées de la régularisation ayant fait l'objet de
mesure d'éloignement sous la contrainte. Les
personnes n'ayant pas pu être régularisées
redeviennent en effet des illégaux ordinaires. Il ne
seront toutefois pas traités comme tels. Ils feront
l'objet d'un traitement prioritaire en matière
d'éloignement. Au même titre que les demandeurs

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

het LIFO-systeem (last in first out) worden
opgenomen. Wij zorgen ervoor dat de
asielprocedures sneller verlopen. In dat opzicht
stellen wij een vermindering van het aantal
asielaanvragers vast. Wij vragen echter nog een
inspanning wat de uitzettingsmogelijkheden betreft
waarbij wij o.a. met de herkomstlanden contact
opnemen. In elk geval is er geen sprake van dat wij
tot een tweede regularisatie-operatie overgaan.

d'asile déboutés ayant introduit leur demande
d'asile après le 1

janvier 2001, ces illégaux seront

intégrés dans le système LIFO (last in first out).
Nous accélérons l'examen des procédures d'asile.
À cet égard, nous assistons à une diminution du
nombre de demandeurs d'asile, mais nous
demandons encore un effort quant aux possibilités
d'expulsion en prenant, notamment, contact avec
les pays d'origine. En tout état de cause, il n'est pas
question de procéder à une deuxième opération de
régularisation.

03.04 Pieter De Crem (CVP): Op 1 juli zal de

regularisatiecampagne dus beëindigd zijn. De
minister gaf ook verduidelijking bij de compensaties.

De illegalen van wie de regularisatie wordt
verworpen, komen opnieuw in de clandestiniteit
terecht. De minister heeft het over "les illégaux
ordinaires". Het zou, in totaal, om zo'n 160.000
mensen gaan. Indien er geen tweede
regularisatiecampagne komt, zullen ze moeten
worden uitgewezen.

Zaventem vormt slechts een klein deel van de
problematiek, aangezien slechts vijf procent van de
asielzoekers via de luchthaven het grondgebied
binnenkomt. De maatregelen inzake de manifest
ongegronde aanvragen, zijn dan ook louter
toilettage. Van de Schengenlanden hebben we
procentueel nog altijd het hoogste aantal
asielzoekers. Omwille van de goede bedoelingen
van de minister, zal ik geen motie van aanbeveling
indienen.

Ik kan moeilijk het beleg van Zaventem afkondigen
en iedereen uithongeren, zoals u voor Brussel
voorgesteld hebt. Een voorstel dat overigens door
uw partijleiding niet erg werd gesmaakt.

03.04 Pieter De Crem (CVP): La campagne de

régularisation se terminera le 1

juillet. Le ministre

a aussi fait la clarté au sujet des compensations.

Les illégaux dont la régularisation a été rejetée
retomberont dans la clandestinité. Le ministre parle
des «illégaux ordinaires». Il s'agirait au total de
quelque 160000 personnes. Si on ne prévoit pas de
seconde campagne de régularisation, il faudra les
expulser.

Zaventem ne constitue qu'une petite partie de cette
problématique, étant donné que seulement cinq
pour cent des demandeurs d'asile entrent sur notre
territoire par l'aéroport. Les mesures relatives aux
demandes manifestement non justifiées ne sont par
conséquent que du toilettage. Parmi les pays de la
zone Schengen, nous avons toujours le
pourcentage de demandeurs d'asile le plus élevé.
Étant donné les bonnes intentions exprimées par le
ministre, je ne déposerai pas de motion de
recommandation.
Je peux difficilement décréter le siège de Zaventem
et affamer tout le monde, comme vous l'avez
proposé pour Bruxelles. Cette proposition n'a
d'ailleurs pas eu l'heur de beaucoup plaire à la
direction de votre parti.

03.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De

minister stelt mij teleur. De regularisatie moest
illegalen officiële papieren bezorgen, terwijl zij
jarenlang alleen van zwartwerk, prostitutie en
diefstal konden leven. Hoeveel verzoeken werden
definitief afgewezen? Wat gebeurt er concreet met
deze mensen? Mijn vragen bleven onbeantwoord.
Slechts een dertigtal dossiers blijft uitgesloten voor
repatriëring, maar wat gebeurt er met de 4000
personen die daarvoor wel in aanmerking komen?
In de toekomst zal dat cijfer stijgen tot minstens
12000 personen. Dit is een laks beleid, dat wij
afkeuren.

03.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le

ministre me déçoit. La procédure de régularisation
devait permettre de fournir des papiers officiels aux
illégaux alors que, pendant des années, ces
derniers n'ont vécu que de travail au noir, de
prostitution et de vol. Combien de demandes ont
été définitivement rejetées ? Qu'advient-il
concrètement de ces personnes ? Mes questions
restent sans réponse. Le rapatriement semble exclu
dans trente dossiers. Mais qu'advient-il des 4000
personnes qui doivent être bel et bien rapatriées ?
Dans le futur, ce chiffre se montera à à 12.000
personnes au moins. Il s'agit d'une politique laxiste
que nous condamnons.

03.06 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het is 03.06 Antoine Duquesne , ministre (en français):

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

niet de eerste keer dat de heer Tastenhoye
teleurgesteld is over mijn antwoord. Ik vind dat zelfs
een hele geruststelling, want ik ben voorstander van
een helder en krachtdadig beleid, en ben geenszins
bereid om uitwassen te aanvaarden die lijnrecht
ingaan tegen de principes van de rechtsstaat. Ik zal
alle uitwijzingsmaatregelen versterken, maar ik ben
niet van plan klopjachten te houden. Ik wil de
voorwaarden die de rechtstaat kenmerken, in acht
nemen. Daarin schuilt precies de waardigheid van
een staat als de onze.

Le fait que M. Tastenhoye soit déçu par ma réponse
n'est pas nouveau.
C'est même rassurant pour moi parce que, si je
suis partisan d'une politique claire et ferme, je ne
suis nullement décidé à accepter des dérives
contraires à l'État de droit. Certes, je renforce tous
les dispositifs d'expulsion, mais je n'organiserai pas
de traques. Je veux respecter les conditions qui
caractérisent un État de droit.
C'est là la dignité d'un État comme le nôtre.

De heer De Crem antwoord ik dat wij uiteraard niet
weten hoeveel personen er precies clandestien in
ons land verblijven. Wij weten echter dat sommigen
vrijwillig het grondgebied verlaten.

Wij hebben sommige mensen die clandestien in
ons land verblijven een buitengewone kans
geboden. Als de operatie eenmaal zal zijn afgerond,
zullen wij ons moeten beraden over middelen om
clandestiene immigratie te bestrijden en ik zal
daarover overleg met de minister van Justitie
plegen.
België heeft nog enkel Zaventem en de Noordzee
als buitengrenzen. Wij kunnen alleen nog via het
luchtruim mensen het land uitzetten.

Versterkingen in Zaventem zijn noodzakelijk voor al
degenen die een bevel hebben gekregen om het
land te verlaten. Wat de asielzoekers betreft de
vermeende asielzoekers inbegrepen ben ik zeer
verheugd over de huidige evolutie, ook al is zij nog
ontoereikend. De cijfers liggen nog te hoog en de
inspanning moet worden volgehouden via een
verbetering van de procedures, niet enkel in ons
land maar ook op Europees niveau.

À M. De Crem, je réponds que nous ne
connaissons évidemment pas le nombre exact des
clandestins. Mais nous savons que certains quittent
volontairement le territoire.

On a donné une chance exceptionnelle à certains
clandestins. Mais, lorsque l'opération sera terminée,
il faudra réfléchir aux moyens de lutter contre les
clandestins, le ministre de la Justice et moi-même
nous concerterons à ce sujet.

La Belgique n'a plus comme frontières extérieures
que Zaventem et la mer du nord. Pour nous, la
seule façon d'expulser, c'est la voie des airs.

Les renforts à Zaventem sont indispensables pour
tous ceux qui ont reçu un ordre de quitter le
territoire.
Quant aux demandeurs d'asile y compris les faux
je suis très satisfait de l'évolution actuelle, même
si elle est encore insuffisante. Les chiffres sont
encore trop importants et l'effort doit être poursuivi
par l'amélioration des procédures chez nous, mais
aussi au niveau européen.

03.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De

regering is dus niet van plan om wie niet wordt
geregulariseerd het land uit te zetten. Waartoe
diende dan de hele regularisatiecampagne? Het is
slechts een show.

De heer Coveliers is voorstander van een actieve
opsporing en uitzetting van illegalen. De
verblijfplaats van niet-geregulariseerde kandidaten
is gekend, maar de minister verklaart niet over
voldoende rechtsmiddelen te beschikken om ze het
land uit te wijzen. België geeft eens te meer het
signaal dat een echt uitwijzingsbeleid hier
onbestaande is.

03.07 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Le

gouvernement n'a donc pas l'intention d'expulser
les demandeurs d'asile non régularisés. A quoi la
campagne de régularisation a-t-elle donc servi dans
ce cas? Tout cela n'a été qu'une mascarade.

M. Coveliers préconise une recherche active et
l'expulsion des illégaux. On sait très bien où les
candidats non régularisés résident, mais le ministre
déclare ne pas disposer de moyens juridiques
suffisants pour les expulser. Une fois de plus, la
Belgique donne le signal qu'il n'existe pas chez
nous de véritable politique en matière d'expulsions.

Moties

Motions

De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.

Le président: En conclusion de cette discussion les
motions suivantes ont été déposées.

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Filip De Man, Bert Schoofs en Guido
Tastenhoye en luidt als volgt:
"De Kamer,

gehoord de interpellaties van de heren Pieter De
Crem en Guido Tastenhoye
en het antwoord van de minister van Binnenlandse
Zaken,

vraagt de regering alle nodige maatregelen te
treffen om de definitief afgewezen kandidaat-
geregulariseerden van het Belgische grondgebied
te verwijderen."

Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Filip De Man, Bert Schoofs et Guido
Tastenhoye et est libellée comme suit:
"La Chambre,

ayant entendu les interpellations de MM. Pieter De
Crem et Guido Tastenhoye
et la réponse du ministre de l'Intérieur,

demande au gouvernement de prendre toutes les
mesures nécessaires pour éloigner du territoire les
candidats-réfugiés ayant épuisé toutes les voies de
recours."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Corinne De Permentier en Géraldine Pelzer-
Salandra en de heren Willy Cortois, Denis D'hondt,
Charles Janssens en Tony Smets.

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes
Corinne De Permentier et Géraldine Pelzer-
Salandra et MM. Willy Cortois, Denis D'hondt,
Charles Janssens et Tony Smets.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.

04 Vraag van de heer Bert Schoofs aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van
diefstallen van identiteitskaarten in
gemeentehuizen" (nr. 4211)

04 Question de M. Bert Schoofs au ministre de

l'Intérieur sur "la publication au Moniteur belge
des vols de cartes d'identité dans des
administrations communales" (n° 4211)

04.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Op 18

januari verschenen in het Belgisch Staatsblad twee
lijsten met nummers van identiteitskaarten die op 30
september en op 21 oktober 2000 waren gestolen in
Marche-en-Famenne en Maaseik. Er gingen dus
drie à vier maanden over.

Waarom verliepen bijna tien weken in het geval van
Marche-en-Famenne en bijna zeven weken in het
geval van Maaseik, vooraleer het verzoek tot
publicatie werd ingediend? Hoe verklaart de
minister dat meer dan een maand verliep vooraleer
de goedgekeurde drukproef aan het Belgisch
Staatsblad werd teruggezonden?

04.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Deux listes

de numéros de cartes d'identité volées à Marche-
en-Famenne et à Maaseik, les 30 septembre et 21
octobre 2000, ont été publiées au Moniteur belge du
18 janvier. Trois à quatre mois se sont donc
écoulés entre le vol et la publication.

Pourquoi a-t-il fallu presque dix semaines, dans le
cas de Marche-en-Famenne, et sept semaines,
dans le cas de Maaseik, pour qu'une demande de
publication soit introduite ? Le ministre peut-il nous
expliquer pourquoi il a fallu plus d'un mois pour que
l'épreuve approuvée soit renvoyée au Moniteur
belge ?

04.02 Minister Antoine Duquesne (Frans):

Wanneer identiteitskaarten worden gestolen, brengt
het gemeentebestuur het departement daarvan
onmiddellijk op de hoogte. Vervolgens bezorgt het
gemeentebestuur aan het departement alle nodige
gegevens alsmede het nummer van het proces-
verbaal in een geschreven en gedetailleerd verslag.

04.02 Antoine Duquesne, ministre (En français):

En cas de vol de documents d'identité,
l'administration communale en informe
immédiatement le département. Ensuite,
l'administration communale transmet à ce dernier
toutes les données nécessaires ainsi que le numéro
du procès-verbal, sous la forme d'un rapport écrit et
circonstancié.

(Nederlands) De publicatie van een "Bericht aan de
bevolking" in het Belgisch Staatsblad is niet
voorgeschreven, het gaat om een vorm van
dienstverlening.

(En néerlandais) La procédure ne prévoit pas la
publication au Moniteur belge de "l'avis à la
population"; il s'agit d'une sorte de service.

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

(Frans) Inzake de diefstal te Maaseik werd in een
brief van 31 oktober 2000 aangegeven dat in de
nacht van 20 op 21 oktober 2000 32
identiteitskaarten waren gestolen. Op 4 december
bezorgde het gemeentebestuur het departement
een aanvullende lijst van andere gestolen
identiteitskaarten.

De diefstal op 30 september 2000 van 236
identiteitskaarten die zich op het gemeentebestuur
van Marche-en-Famenne bevonden, is aan het
departement meegedeeld in een brief van 4 oktober
2000. Het departement ontving het proces-verbaal
op 29 november 2000. Later werd per niet-
gedagtekende brief een aanvullende lijst van
andere gestolen identiteitskaarten en
basisdocumenten bezorgd.

(En français): Concernant le vol survenu à Maaseik,
il fut signalé, par une lettre datée du 31 octobre
2001, que 32 cartes d'identité avaient été volées
dans la nuit du 20 au 21 octobre 2000. Le 4
décembre, l'administration communales transmit au
département une liste complémentaire comprenant
d'autres cartes d'identité volées.

Quant au vol de 236 cartes d'identité, commis le 30
septembre 2000 à l'administration communale de
Marche-en-Famenne, il fut signalé au département
par une lettre datée du 4 octobre 2000. Le procès-
verbal parvint au département le 29 novembre
2000. Une liste complémentaire, reprenant d'autres
cartes d'identité et des documents de base volés,
fut également communiquée ultérieurement par une
lettre non datée.

(Nederlands): Mijn departement diende dus na te
gaan of de informatie correct en volledig was. Mijn
diensten proberen de publicatie van diefstallen in
eenzelfde periode te groeperen, gezien het
facultatieve karakter van de publicatie.

In geval van diefstal annuleert het gemeentebestuur
de identiteitskaart onmiddellijk in het centrale
identiteitskaartenbestaand.

(En néerlandais) Mon département a donc dû
vérifier si les informations étaient correctes et
complètes. Mes services cherchent à regrouper la
publication des vols au cours d'une seule période,
étant donné le caractère facultatif de la publication.

En cas de vol, l'administration communale annule
sur-le-champ la carte d'identité au fichier central
des cartes d'identité.

(Frans) Alvorens de definitieve lijst van de gestolen
identiteitskaarten in het Belgisch Staatsblad te
publiceren kijkt het departement erop toe dat alle
betrokken identiteitskaarten in het centrale
identiteitskaartenbestand wegens onbepaalde
reden werden geannuleerd.

Anderzijds wens ik te benadrukken dat, sedert de
invoering van de Belgische identiteitskaart van
Europees model in 1985, het aantal vervalsingen
van identiteitskaarten zeer laag is (drieëntwintig) en
dat de pogingen tot vervalsing vastgesteld door de
bevoegde politiediensten van slechte kwaliteit zijn.

Ik zal er bij de gemeentebesturen op aandringen dat
zij bij diefstal van identiteitskaarten onmiddellijk een
volledige en correcte lijst naar het departement
versturen.

Rekening houdend met het facultatief karakter van
de publicatie werden tot op heden de kopies van de
aanvraag tot publicatie en van de drukproef niet
bewaard. Uw beweringen betreffende de data van
verzending en terugzending van de betrokken
documenten kunnen niet worden geverifieerd,
aangezien deze documenten per drager worden
opgehaald en teruggebracht.

(En français) : Avant de publier la liste définitive des
cartes d'identité volées dans le Moniteur belge, le
département s'assure que toutes les cartes
d'identité en question ont été annulées dans le
fichier central pour cause indéterminée et
transforme l'information en annulation pour vol.

D'autre part, je tiens à souligner que depuis
l'introduction de la carte d'identité belge modèle
européen en 1985, le nombre de falsifications de
cartes d'identité est infime (vingt trois), et que les
tentatives de falsification constatées par les
services de police compétents sont en outre de
mauvaise qualité.

J'insisterai auprès des administrations communales
pour qu'elles fassent parvenir immédiatement au
département, lors de vols de cartes d'identité, des
listes complètes et correctes.

En raison du caractère facultatif de la publication,
des copies de la demande de publication et de
l'épreuve ne sont pas jusqu'à présent conservées.
Vos allégations quant aux dates d'envoi et de retour
des documents en cause ne sont pas vérifiables,
d'autant que les documents sont enlevés et remis
par porteur.

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

04.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Uw

antwoord is geruststellend: er konden slechts 23
vervalsingen gebeuren. We moeten het frauduleus
verkrijgen van de Belgische nationaliteit zo hard
mogelijk bestrijden.

04.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Votre

réponse me rassure. Il n'y a eu que 23 falsifications.
Nous devons combattre aussi vigoureusement que
possible l'obtention frauduleuse de la nationalité
belge.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

05 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de

minister van Binnenlandse Zaken over "het
afschaffen in Europees verband van de
visumplicht voor Bulgarije en Slovakije"
(nr. 4276)

05 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre

de l'Intérieur sur "la suppression dans le cadre
européen de l'obligation de visa pour la Bulgarie
et la Slovaquie" (n° 4276)

05.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

België heeft zijn bezwaren laten vallen tegen de
opname van Bulgarije en Slovakije op de EU-lijst
van staten die vrijgesteld worden van visumplicht.
Dat zal wellicht opnieuw een stroom van
economische vluchtelingen op gang brengen.
Waarom ging België hiermee akkoord?
Welke preventieve maatregelen worden genomen
tegen economische immigratie uit Bulgarije en
Slovakije? We mogen niet vergeten dat de grenzen
van deze landen de toekomstige EU-buitengrenzen
vormen en dat van daaruit nieuwe filières zullen
worden opgezet. Ons land geeft hier het verkeerde
signaal op het moment dat we de visumplicht
zouden moeten invoeren voor nog meer Oost-
Europese landen.

05.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La

Belgique a accepté que la Bulgarie et la Slovaquie
figurent sur la liste de l'UE des États exemptés de
l'obligation de visa. Cette décision risque de donner
lieu à un nouvel afflux de réfugiés économiques.
Pourquoi la Belgique a-t-elle donné son accord ?
Quelles sont les mesures préventives prises contre
l'immigration économique en provenance de
Bulgarie et de Slovaquie ? N'oublions pas que les
frontières de ces pays coïncident avec les futures
frontières extérieures de l'UE et que de nouvelles
filières y seront organisées. Notre pays lance un
mauvais signal au moment où nous devrions
instaurer l'obligation de visa pour davantage de
pays d'Europe de l'Est.

05.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): De op

15 maart 2001 aangenomen Verordening bepaalt
o.a. dat de lidstaten van de Europese Unie van de
visumverplichting worden vrijgesteld voor verblijven
van niet langer dan drie maanden van Slowaakse
en Bulgaarse burgers. België had gevraagd dat de
Commissie binnen een termijn van twee maanden
verslag zou uitbrengen over de door Bulgarije
aangegane verbintenissen teneinde de illegale
immigratie evenals het onwettelijk verblijf van
mensen uit dat land in te dijken en om de
betrokkenen te repatriëren. België nam er ook akte
van dat de Commissie heeft vastgesteld dat
Bulgarije talrijke inspanningen op dat gebied

leverde en dat zij deze hoe dan ook zou voortzetten.
Gelet op die waarborgen trad België de positie van
de andere lidstaten, van de Commissie en van het
Europees parlement bij. Als ons land een apart
standpunt had ingenomen, kon dit worden opgevat
als een manier om zich te distantiëren van onze
partners binnen Schengen en Europa. Die
beslissing kadert ook in de geplande uitbreiding tot
die staten en in hun toekomstige toetreding. De
evolutie van de illegale immigratie vanuit die
landen zullen wij op de voet volgen. Als het nodig is,
zullen wij niet aarzelen om de in het EU-Verdrag
vervatte procedure toe te passen die bepaalt dat

05.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):

Le règlement adopté le 15 mars 2001 prévoit
notamment que les États membres de l'Union
soient exemptés de l'obligation de visa pour des
séjours n'excédant pas trois mois pour les
ressortissants slovaques et bulgares.
La Belgique avait demandé que la Commission
produise un rapport dans les deux mois sur les
engagements pris par la Bulgarie en vue d'endiguer
l'immigration clandestine et le séjour irrégulier des
personnes en provenance de ce pays, et pour le
rapatriement de ces personnes. La Belgique a aussi
pris acte du fait que la Commission constatait que
la Bulgarie avait réalisé de nombreux efforts dans
ces domaines et qu'en tout état de cause, elle les
poursuivrait. Compte tenu de ces garanties, la
Belgique s'est ralliée à la position des autres États
membres, de la Commission et du Parlement
européen. Une position isolée de notre part aurait
pu être interprétée comme une « désolidarisation »
à l'égard de nos partenaires Schengen et
européens.Cette décision s'inscrit également dans
la perspective de l'élargissement et du processus
d'adhésion par ces États.Nous resterons attentifs à
l'évolution de la situation en ce qui concerne la
problématique de l'immigration illégale en
provenance de ces pays. Nous n'hésiterons pas, s'il

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

ingeval één of meer lidstaten zich in een situatie van
hoogdringendheid bevinden die gekenmerkt wordt
door een plotse toevloed van burgers uit derde
landen, de Raad de mogelijkheid heeft om bij
gekwalificeerde meerderheid en op voorstel van de
Commissie voorlopige maatregelen te treffen zoals
het herstel van de visumverplichting. De
waarschuwing van de eerste minister tijdens zijn
jongste reis in Slowakije ging in die richting. Die
waarschuwing zal hij in Bulgarije herhalen. Wat mij
betreft, heb ik op de vergadering met alle
kandidaat-staten die wij hebben gehad,
gepreciseerd dat hun inspanningen op het vlak van
de bestrijding van de illegale immigratie ons niet
onverschillig zullen laten. Ter gelegenheid van het
Belgisch voorzitterschap zullen wij initiatieven
nemen om de controles aan de toekomstige
Europese grenzen te versterken.

échet, à recourir à la procédure prévue dans le
Traité instituant la Communauté européenne,

procédure qui prévoit qu'au cas où un ou plusieurs
États membres se trouvent dans une situation
d'urgence caractérisée par un afflux soudain de
ressortissants d'États tiers, le Conseil peut, à la
majorité qualifiée, sur position de la Commission,
arrêter des mesures provisoires telles que le
rétablissement de l'obligation du visa.C'est en ce
sens que le Premier ministre a émis un
avertissement lors de son dernier voyage en
Slovaquie. Il répétera celui-ci en Bulgarie.Quant à
moi, lors de la réunion que nous avons eue avec
tous les États candidats, j'ai précisé que nous
mesurerons leurs efforts consentis en matière de
lutte contre l'émigration clandestine.A l'occasion de
la présidence belge, nous comptons prendre des
initiatives en matière de renforcement des contrôles
aux futures frontières européennes.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

06 Vraag van de heer Guido Tastenhoye aan de

06 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre

de l'Intérieur sur "l'application du système LIFO
("last in, first out") aux nouveaux demandeurs
d'asile et sur l'expulsion effective du territoire
des personnes LIFO en fin de procédure"
(n° 4278)

06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Sedert januari 2001 werd een nieuw systeem voor
de behandeling van de nieuwe asielaanvragen
ingevoerd. Nieuwe asielzoekers worden naar een
open centrum gebracht. Hun aanvraag wordt
prioritair behandeld volgens het LIFO-systeem
last in first out en meestal is er een definitieve
beslissing binnen de 4 à 6 weken.

Aangezien 95 percent van de asielaanvragen wordt
afgewezen, moesten reeds honderden nieuwe
asielzoekers zijn uitgewezen sinds februari, maar
naar verluidt krijgen zij een maand extra om het
land te verlaten, waardoor ze natuurlijk in de
illegaliteit verdwijnen.

Hoeveel LIFO-asielaanvragers kregen reeds een
definitieve beslissing? Welke beslissing was dat?
Wat gebeurt er met de uitgeprocedeerden? Zullen
de LIFO-uitgeprocedeerden in gesloten centra
worden ondergebracht met het oog op hun
verwijdering? Zullen illegalen effectief worden
opgespoord met het oog op hun repatriëring, zoals
ook de heer Coveliers vraagt?

06.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Un

nouveau système de traitement des nouvelles
demandes d'asile est entré en vigueur en janvier
2001. Les nouveaux demandeurs d'asile sont
hébergés dans un centre ouvert. Leur demande est
traitée prioritairement selon le système LIFO , « last
in, first out

». Le plus souvent, une décision

définitive tombe dans les 4 à 6 semaines.

Etant donné que 95 pour cent des demandes d'asile
sont rejetées, c'est par centaines que de nouveaux
demandeurs d'asile ont été expulsés depuis le mois
de février. Toutefois, il semblerait qu'ils disposent
d'un délai supplémentaire d'un mois pour quitter le
pays, ce dont, bien entendu, ils profitent pour
retomber dans la clandestinité.
Combien de demandeurs d'asile LIFO ont déjà
obtenu une réponse définitive ? Quelle en était la
teneur ? Qu'advient-il des personnes en fin de la
procédure ? Les demandeurs d'asile LIFO dont la
demande a été rejetée seront-ils hébergés dans
des centres fermés en attendant leur expulsion ?
Les illégaux seront-ils activement recherchés en
vue de leur rapatriement, comme le demande M.
Coveliers?

Voorzitter: de heer Willy Cortois

Président : Monsieur Willy Cortois

06.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) 06.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Vergeleken met begin dit jaar is de situatie
verbeterd.
Voor het eerste trimester van 2001 werden 6.000
asielaanvragen geregistreerd, tegen 14.300 voor
het laatste trimester van 2000. Het aantal
aanvragen daalde van 2.385 in februari 2000 tot
1.734 in februari 2001;

Gisteren meldden zich bij de Dienst
Vreemdelingenzaken 60 personen terwijl het
daggemiddelde in december nog op 250 lag.

Mijn enige doelstelling is dat alleen wie hiertoe
werkelijk een reden heeft, nog asiel aanvraagt. De
daling van het aantal asielaanvragen is het resultaat
van een beleid dat het indienen van onrechtmatige
asielaanvragen ontraadt.

Ik zet mijn reizen voort en zal waakzaam zijn voor
elke abnormale stijging van het aantal
asielaanvragen uit een bepaald land. De filières
trachten zich immers aan te passen. Ik blijf
ambtenaren van de immigratiediensten naar de
risicolanden sturen.

La situation s'est améliorée depuis le début de
l'année. Pour le premier trimestre 2001, quelque
6.000 demandes d'asile ont été enregistrées, contre
14.300 pour le dernier trimestre de 2000. On est
passé de 2.385 demandes en février 2000 à 1.734
en février 2001.

Hier, mardi, soixante personnes se sont présentées
à l'office des étrangers contre 250 en moyenne en
décembre dernier.

Son seul objectif est d'arriver à ce que seules les
personnes ayant un réel motif de demander l'asile
le fassent. La diminution du nombre de demandes
d'asile est le résultat d'une politique visant à
dissuader les demandes d'asile abusives.

Je poursuivrai mes voyages et resterai attentif aux
hausses anormales des demandes d'asile en
provenance de tel au tel pays. Les filières tentent de
s'adapter. Je poursuivrai l'envoi de fonctionnaires à
l'immigration dans les pays à risque.

(Nederlands) In 2001 hebben reeds 6058 personen
asiel gevraagd. Hiervan werden 1000 aanvragen
ontvankelijk verklaard, 3000 zijn in behandeling,
2000 kregen reeds een negatieve beslissing.

Sommige afgewezenen kunnen niet worden
gerepatrieerd omdat hun land weigert hen terug te
nemen of omdat de situatie er te bedreigend is. De
verwijderbare personen kunnen het grondgebied
vrijwillig verlaten met eigen middelen of via de
Internationale Organisatie voor de Migratie (I.O.M.).
Nadat de termijn daarvoor verstreken is, worden zij
in de open centra opgeroepen voor onmiddellijke
verwijdering of voor overbrenging naar gesloten
centra. Op 18 maart keerden minstens 600
personen terug via I.O.M. en 1805 werden effectief
verwijderd. Repatriëring naar Rusland, Congo en
Iran, drie landen waar veel asielzoekers vandaan
komen, is zeer moeilijk, zelfs onmogelijk

(En néerlandais) 6058 personnes ont introduit une
demande en 2001. Environ 1000 demandes ont été
déclarées recevables, environ 3000 demandes sont
en cours de traitement et environ 2000 demandes
ont fait l'objet d'une décision négative.
Certaines personnes déboutées ne peuvent être
éloignées pour le moment parce que leur pays
d'origine refuse de les reprendre ou parce que la
situation y est trop dangereuse. Les personnes
éloignables peuvent quitter volontairement le
territoire par leurs propres moyens ou via O.I.M.
Après l'expiration du délai, ces personnes sont
convoquées dans les centres ouverts ou
transférées dans des centres fermés. Au 18 mars,
au moins 600 personnes étaient retournées
volontairement via O.I.M. et 1805 avaient été
effectivement éloignées. Le rapatriement vers la
Russie, l'Iran et le Congo, d'où sont originaires de
nombreux demandeurs d'asile, est extrêmement
difficile, voire impossible.

(Frans) Wij blijven onze contacten met Congo
onderhouden, en volgende week reis ik naar
Belgrado en Sarajewo teneinde het Iraanse netwerk
de pas af te snijden.

(En français): Nous poursuivons nos contacts avec
le Congo et je me rends à Belgrade et à Sarajevo la
semaine prochaine afin de couper la filière
iranienne.

(Nederlands): De opvangcapaciteit van de gesloten
centra kan worden verhoogd indien nodig.

Ondertussen zetten we acties op om illegalen die
voor verwijdering in aanmerking komen, aan te
houden.

(En néerlandais Au besoin, la capacité d'accueil des
centres fermés peut être accrue.

Dans l'intervalle, nous menons des actions pour
arrêter les illégaux qui doivent être expulsés.

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

(Frans) Ik onderhoud contacten om de maatregelen
te verscherpen; u zal begrijpen dat ik hierover geen
details kan geven, en dat ter zake enige
geheimhouding geboden is.

(En français): J'ai des contacts en la matière pour
renforcer les dispositifs ; vous comprendrez que je
ne vous donnerai pas de détails à ce sujet, une
certaine confidentialité étant de rigueur.

06.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het

asielbeleid staat of valt met het verwijderingsbeleid.
Zonder verwijderingsbeleid zijn alle andere
maatregelen zinloos. Wij staan natuurlijk achter
asiel voor wie valt onder de Conventie van Genève.

06.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La

politique d'éloignement est la pierre de touche de la
politique d'asile. Sans politique d'éloignement,
toutes les autres mesures sont dénuées de sens.
Nous sommes de toute évidence favorables à l'asile
pour toutes les personnes qui répondent aux
critères prévus par la Convention de Genève.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

07 Vraag van de heer Guido Tastenhoye tot de

minister van Binnenlandse Zaken over "het
recente arrest van het Hof van Cassatie inzake
het mogen uitwijzen van uitgeprocedeerden die
nog in beroep zijn gegaan bij de Raad van State"
(nr. 4279)

07 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre

de l'Intérieur sur "le récent arrêt de la Cour de
Cassation concernant la possibilité d'expulser
des demandeurs d'asile déboutés qui ont
introduit un recours devant le Conseil d'Etat"
(n° 4279)

07.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Vorige week zei het Hof van Cassatie dat
uitgeprocedeerde asielzoekers mogen worden
uitgewezen, ook al hebben ze nog een beroep
lopen bij de Raad van State. Daarmee ging het Hof
in tegen een individuele beslissing van de Luikse
raadkamer en kamer van inbeschuldigingstelling.
Kan de minister dit arrest toelichten? Welke
gevolgen zal het hebben op het uitwijzingsbeleid?

07.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): La

semaine dernière, la Cour de Cassation a estimé
que les demandeurs d'asile arrivés en fin de
procédure peuvent être expulsés, même s'ils ont
introduit un recours devant le Conseil d'Etat. La
Cour de Cassation se prononce, dès lors, contre la
décision individuelle de la chambre du conseil de
Liège et de la chambre des mises en accusation. Le
ministre pourrait-il commenter cet arrêt? Quelles en
seront les conséquences pour la politique
d'expulsion ?

07.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Het

arrest van het hof van cassatie van 14 maart
jongstleden bevestigt dat de Belgische
asielprocedure niet strijdig is met het Europese
verdrag ter bescherming van de rechten van de
mens, zoals uit sommige beslissingen van de
kamer van inbeschuldigingstelling en de raadkamer
van Luik naar voren was gekomen uit hoofde van
het feit dat het saisisseren van de Raad van State
de verwijdering van het grondgebied niet
noodzakelijk in de wet stond.

Het Hof van Cassatie herinnerde aan de
jurisprudentie van het Arbitragehof, dat in 1994
stelde dat geen enkele tekst een beletsel kon zijn
voor de uitwijzing van een uitgeprocedeerde
asielzoeker, en dat enkel een opschortend arrest
van de Raad van State, die eventueel bij
hoogdringendheid gesaisisseerd zou worden, de
verwijdering van het grondgebied zou kunnen
tegenhouden.

Het Hof van Cassatie meent dat het feit dat het
aantekenen van hoger beroep bij de Raad van

07.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :

L'arrêt de la Cour de Cassation du 14 mars dernier
confirme que la procédure d'asile belge n'est pas
contraire à la Convention européenne des droits de
l'homme, comme cela avait été soutenu par
certaines décisions des chambres de mises en
accusation et du Conseil de Liège, en raison du fait
que la saisine du Conseil d'État n'empêchait pas
automatiquement l'éloignement du territoire.

La Cour de cassation rappela la jurisprudence de la
Cour d'arbitrage qui, en 1994, avait déjà considéré
qu'aucun texte n'interdisait d'éloigner un
demandeur d'asile débouté en recours par le
Commissaire général et que seul un arrêt de
suspension décidé par le Conseil d'État,
éventuellement saisi en extrême-urgence, pouvait
empêcher l'éloignement du territoire.

Avec raison, la Cour de cassation considère que la
simple introduction d'un recours en Conseil d'État

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

State de verwijdering van het grondgebied van de
uitgeprocedeerde vluchteling niet automatisch
tegenhoudt, geen schending is van het recht op
hoger beroep.

Het Hof onderstreept dat tegen een eventuele
weigering door de commissaris-generaal een
vordering tot nietigverklaring bij de Raad van State
kan worden ingediend, die weliswaar niet
opschortend is van rechtswege, maar wel gepaard
kan gaan met een gewone vordering tot opschorting
of een hoogdringende vordering tot opschorting,
waardoor de vreemdeling kan bekomen dat de
hoogste administratieve rechtbank zich, als het
moet binnen het uur, over zijn lot uitspreekt.

Het Hof besluit dat met alle door de Belgische
asielprocedure geboden beroepsmogelijkheden wel
degelijk beantwoord wordt aan de vereiste van een
effectieve beroepsmogelijkheid zoals gewaarborgd
door het Europese verdrag van de rechten van de
mens.

ne bloque pas automatiquement l'éloignement des
réfugiés déboutés et ne viole pas le droit au recours
effectif.

La Cour souligne qu'une éventuelle décision de
refus par le Commissaire général est susceptible
d'un recours en annulation au Conseil d'État, lequel
peut, même s'il n'est pas suspensif de plein droit,
être accompagné d'un recours en suspension
ordinaire et d'un recours en suspension d'extrême
urgence, ce qui permet à l'étranger d'obtenir que la
plus haute juridiction administrative se prononce sur
son sort dans l'heure s'il le faut.

La Cour conclut que l'ensemble de ces recours
offerts par la procédure d'asile belge répond bien
aux exigences du recours affectif garanti par la
Convention européenne des droits de l'homme.

Met dat arrest wordt een einde gemaakt aan een
controverse die door sommige raadkamers werd
opgewekt. Het is evenwel niet uitgesloten dat deze
problematiek in mei weer opduikt, wanneer dezelfde
kwestie voor het Europese Hof voor de rechten van
de mens wordt behandeld.

Ik kom nog terug op de beslissingen van het
Europese Hof inzake ontvankelijkheid, en zal de
nodige ruchtbaarheid aan deze beslissingen geven.

Ik zal, na dat arrest van het Hof van Cassatie, niet
méér mensen van het Belgische grondgebied laten
verwijderen dan vroeger. Het arrest beëindigt een
gerechtelijke discussie, maar daarom beschouw ik
het nog niet als een volmacht van het Hof van
Cassatie inzake verwijderingen van het
grondgebied.

Het is zeker mijn bedoeling niet mensen die hoger
beroep hebben aangetekend bij de Raad van State,
bij voorrang uit te wijzen.

Meer in het algemeen ben ik niet bang voor
beroepsprocedures; integendeel, ik volg met grote
belangstelling de juridische controverses die ze
soms in het leven roepen.

Ik ben blij met de beslissingen die een en ander
ophelderen, en ik twijfel er niet aan of die beslissing
zal doorwegen bij de beslissing die het Europese
Hof zal nemen.

Cet arrêt met fin à une controverse inaugurée par
les juridictions belges au niveau de certaines
chambres du Conseil. Il n'est toutefois pas exclu
que cette problématique rebondisse en mai
prochain devant la Cour européenne des droits de
l'homme où se posera la même question.

Je reviendrai sur les décisions de la Cour
européenne en matière de recevabilité, décisions
auxquelles je donnerai la publicité qu'elles méritent.

L'arrêt de cassation ne me fera pas procéder à
davantage d'éloignements que par le passé. Si cet
arrêt met fin à une controverse judiciaire, je ne le
considère cependant pas comme un blanc-seing de
la Cour de cassation pour quoi que ce soit en
matière d'éloignement.

Je n'ai aucune intention d'éloigner en priorité les
personnes qui auraient introduit un recours auprès
du Conseil d'État.

De manière générale, je ne crains pas les recours ;
au contraire, je suis avec intérêt les controverses
juridiques auxquelles ceux-ci peuvent donner lieu.

Je me réjouis des décisions qui clarifient les choses
et je ne doute pas que cette décision prendra toute
sa valeur dans la décision que devra rendre la Cour
européenne.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

08 Vraag van de heer Guido Tastenhoye tot de

minister van Binnenlandse Zaken over "de
maatregelen in Europees verband om de
zogenaamde "Balkan-migratieroute" naar het
Westen af te snijden" (nr. 4280)

08 Question de M. Guido Tastenhoye au ministre

de l'Intérieur sur "les mesures prises dans le
cadre de l'Europe visant à couper la route dite
"de migration des Balkans" vers l'occident"
(n° 4280)

08.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): In ex-

Joegoslavië wachten tienduizenden Chinezen,
Irakezen, Iraniërs, Turken en Roemenen op een
geschikt moment om de EU binnen te komen. De
EU moet daarom een strikt visumbeleid voeren ten
aanzien van ex-Joegoslavië. De minister zou
voorstander zijn van de oprichting van de Europese
politieacademie voor de bescherming van de EU-
buitengrenzen en zou ook willen meewerken aan de
operatie High Impact voor een betere controle van
de immigratie.

Welke EU-maatregelen werden genomen of staan
op stapel om de migratiestroom georganiseerd
vanuit Oost-Europa, de zogenaamde Balkanroute,
af te snijden?

08.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): En

ex-Yougoslavie, des dizaines de milliers de Chinois,
Iraquiens, Iraniens, Turcs et Roumains attendent un
moment favorable pour pénétrer sur le territoire de
l'Union européenne. Par conséquent, l'Union
européenne doit mener une politique stricte de visa
vis-à-vis de l'ex-Yougoslavie. Le ministre serait
favorable à la création d'une Académie européenne
de police pour la protection des frontières
extérieures de l'Union européenne et voudrait aussi
collaborer à l'opération High Impact pour un
meilleur contrôle de l'immigration.
Quelles mesures ont été prises ou sont prévues au
niveau de l'UE pour lutter contre le flux de réfugiés
en provenance d'Europe de l'Est, pour couper cette
route dite des Balkans?

08.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Op 27

et 28 maart eerstkomend, zullen het Zweedse
voorzitterschap, ikzelf, leden van mijn kabinet en de
heer Vittorino, de EU commissaris van Justitie en
Binnenlandse Zaken een bezoek brengen aan
Sarajevo en Belgrado. De nadruk zal hierbij gelegd
worden op de mensenhandel en de clandestiene
immigratie uit die regio. Ik zal aandringen opdat die
Staten praktische verbintenissen zouden aangaan
in verband met de visa en de grenscontrole.
Tijdens het Belgische voorzitterschap zal een
operatie op touw gezet worden om de
mensenhandel aan de buitengrenzen van de EU te
controleren. De werking van het Early Warning
systeem inzake de migratiestromen zal tevens
verbeterd worden. Op initiatief van België werd door
Europol aan de Europese diensten die met de
wetshandhaving zijn belast een operationele
ondersteuning geboden.

België heeft tevens politiesamenwerkingsakkoorden
gesloten met Slovenië, Bulgarije en Roemenië,
waarin een bijzondere aandacht uitgaat naar het
aspect illegale immigratie, mensenhandel et
mensensmokkel. Ons land heeft tevens zijn steun
toegezegd aan het Italiaans-Brits initiatief inzake de
samenwerking tussen verbindingsofficieren.

08.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):

La présidence suédoise, moi-même, des membres
de mon cabinet et le commissaire de l'Union
européenne pour la Justice et l'Intérieur, M.
Vitorino, allons visiter Sarajevo et Belgrade les 27 et
28 mars. L'accent sera mis sur la traite des êtres
humains et l'immigration clandestine provenant de
cette région. J'insisterai pour que ces Etats
prennent des engagements concrets sur la
réglementation des visas et le contrôle aux
frontières. Lors de la présidence belge, il est prévu
d'organiser une opération de contrôle visant la traite
des êtres humains aux frontières extérieures de
l'Union européenne. On a aussi prévu l'amélioration
du fonctionnement du Early Warning système en
matière de flux migratoire. A l'initiative de la
Belgique un soutien opérationnel a été accordé par
Europol aux services européens qui veillent au
respect de la loi.

La Belgique a aussi conclu des accords de
coopération policière avec la Slovénie, la Bulgarie et
la Roumanie, accords dans lesquels une attention
particulière est accordée à l'immigration
clandestine, à la traite et au trafic des êtres
humains. Notre pays a également accordé son
soutien à l'initiative italo-britannique en matière de
coopération entre les officiers de liaison.

08.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Het is

goed dit probleem op Europees niveau aan te
kaarten om tot een Europese grenscontrole te
komen. Vooral na de uitbreiding van de EU zullen
de migratiestromen immers toenemen.

08.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Il est

bon que cette question soit examinée au niveau
européen dans la perspective de la mise en place
de contrôles aux frontières européennes. En
particulier après l'élargissement de l'UE, les flux
migratoires ne manqueront pas de devenir plus

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

importants.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

09 Vraag van de heer Pieter De Crem tot de

minister van Binnenlandse Zaken over "het
uitwerken van een nieuwe asielprocedure"
(nr. 4281)

09 Question de M. Pieter De Crem au ministre de

l'Intérieur sur "l'élaboration d'une nouvelle
procédure d'asile" (n° 4281)

09.01 Pieter De Crem (CVP): De regering werkt al

een tijd werk van een nieuwe asielprocedure. Op
mijn vorige vraag over de stand van zaken kreeg ik
slechts een ontwijkend antwoord, zodat ik me
genoodzaakt zie mijn vraag naar de timing opnieuw
te stellen: wanneer mogen we de bespreking van de
nieuwe asielprocedure in commissie verwachten?
Een goede asielprocedure zou veel vragen in deze
commissie overbodig kunnen maken.

09.01 Pieter De Crem (CVP): Depuis quelque

temps déjà, le gouvernement planche sur une
nouvelle procédure d'asile. Le ministre ne m'ayant
fourni qu'une réponse évasive à la précédente
question que je lui avais adressée à propos du
calendrier de cette réforme, je me vois contraint de
la réitérer : quand le projet relatif à la nouvelle
procédure d'asile sera-t-il examiné en commission?
Une bonne procédure d'asile rendrait superflues de
nombreuses questions posées dans cette
commission.

09.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):

Op 15 januari 2001 heb ik het ontwerp voor advies
overgemaakt aan de Raad van State. Het advies
werd binnen de maand verwacht. Wellicht door zijn
drukke werkzaamheden heeft de Raad nog geen
advies verleend.

Eens we over dit advies beschikken, zullen we het
bestuderen en vervolgens het ontwerp voorleggen
aan de interkabinettenvergadering en de regering,
waarna het Parlement aan de beurt komt. Preciezer
kan ik in mijn timing op dit ogenblik niet zijn.

09.02 Antoine Duquesne , ministre (en

néerlandais): Le 15 janvier 2001, j'ai transmis le
projet au Conseil d'Etat dont l'avis devait être rendu
dans un délai d'un mois. En raison, sans doute, d'un
surcroît de travail, cet avis se fait toujours attendre.

Dès qu'il sera en notre possession, nous
l'étudierons et soumettrons le projet en réunion
intercabinet et au gouvernement. Ensuite, le projet
sera déposé au Parlement. A l'heure actuelle, il
m'est impossible de vous fournir un calendrier plus
précis.

(Frans) U kan op mij rekenen om de zaak te doen
opschieten.

(En français): Vous pouvez compter sur moi pour
faire avancer les choses.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

10 Mondelinge vraag van de heer Guido

Tastenhoye aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "een tekort van 600 politieagenten bij
het lokale politiekorps van de stad Antwerpen"
(nr. 4283)

10 Question orale de M. Guido Tastenhoye au

ministre de l'Intérieur sur "le manque de 600
policiers au sein du corps de la police locale de la
ville d'Anvers" (n° 4283)

10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Na 1

april zal het lokale Antwerpse politiekorps met een
tekort van 600 agenten kampen, zo zei commissaris
Lamine. Als oorzaak geeft hij de overschatte
overstap van rijkswachters, het hoge aantal
vroeggepensioneerden en de verplichte
beschikbaarheid voor federale taken. Het Vlaams
Blok heeft dit altijd voorspeld.

Wij vragen, met de commissaris, dat voor
Antwerpen een pro-actief rekruteringsbeleid zou
worden gevoerd, opdat de politiehervorming de

10.01 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Selon

le commissaire Lamine , le corps de la police locale
d'Anvers devra faire face, dès le 1er avril, à une
pénurie de 600 policiers. Il indique que les causes
en sont la surestimation du nombre de gendarmes
transférés, le nombre élevé de préretraités et
l'obligation d'être disponible pour accomplir des
tâches fédérales. Le Vlaams Blok avait toujours
prédit cette évolution.
Nous réclamons, avec le commissaire, qu'une
politique de recrutement proactive soit menée à
Anvers, afin que la réforme des polices ne s'y solde

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

Antwerpse strijd tegen de immer stijgende
criminaliteit niet zou doen mislukken. Deelt de
minister die visie?

De voorzitter: Eigenlijk is dit een vraag voor de
Antwerpse burgemeester, niet voor de minister

pas par un échec de la lutte contre la criminalité
croissante. Le ministre partage-t-il cette vision des
choses?

Le président: En fait, cette question relève du
bourgmestre d'Anvers et non du ministre.

10.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):

Een studie van de KUL bepaalt dat in Antwerpen
2140 politiemannen nodig zijn. Dat cijfer wordt
bekomen door de 1920 personeelsleden van de
gemeentepolitie te versterken met 220 ex-
rijkswachters. Dit cijfer van 220 is het effectief dat
op 23 mei 1998 in de zone aanwezig was,
verminderd met het aantal bestemd voor de lucht-
en zeehavenbrigade

10.02 Antoine Duquesne (en néerlandais): Une

étude de la KUL montre qu'il faut 2140 policiers à
Anvers. On obtient cet effectif en ajoutant, aux 1920
membres du personnel, les 220 ex-gendarmes. Ce
chiffre de 220 correspond à l'effectif présent dans la
zone en date du 23 mai 1998, diminué du nombre
d'agents destinés aux brigades portuaire et
aéroportuaire.

(Frans) Op dit ogenblik zijn er 202 ex-rijkswachters
die zullen overgaan naar de zone. De federale
politie bereidt de publicatie voor van openstaande
betrekkingen met de bedoeling de eventuele
tekorten in de diverse zones alsnog aan te vullen op
basis van vrijwillige mobiliteit.

Ik kan het door u aangehaalde aantal
gepensioneerden niet bevestigen of ontkennen. Er
moet echter worden vermeld dat zodra men een
definitief beeld van de openstaande betrekkingen
zal hebben, de directie-generaal personeelszaken
opdracht kan worden gegeven de vacante
betrekkingen zo vlug mogelijk bekend te maken
teneinde de vacatures via de mobiliteit te vervullen.

Wat het aantal agenten beschikbaar voor federale
opdrachten betreft: dit is een voorlopig richtcijfer dat
nog in overleg met de verschillende
verantwoordelijken zal moeten worden verfijnd.

(En français)

: Actuellement, il y a 202 ex-

gendarmes présents qui passeront dans la zone. La
police fédérale prépare la publication d'une offre
d'emploi qui a pour but de compenser les déficits
constatés au sein des différentes zones, sur base
d'une mobilité volontaire.

En ce qui concerne le nombre de pensionnés, je ne
puis ni confirmer, ni infirmer. Il doit en outre être
signalé que dès qu'une vue définitive des fonctions
vacantes pourra être obtenue, la direction générale
des ressources humaines peut être saisie, en vue
de publier les vacances dans les délais les plus
courts afin de trouver un remplaçant via la mobilité.

En ce qui concerne le nombre d'agents disponibles
pour des missions fédérales, il s'agit d'un chiffre
provisoire qui doit encore être affiné en concertation
avec les divers responsables.

10.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): De

agenten ter beschikking van de federale overheid,
220 in Antwerpen, worden ingezet voor belangrijke
taken inzake ordehandhaving. Op momenten dat ze
daarvoor niet nodig zijn, kunnen ze toch voor lokale
opdrachten worden ingezet?

10.03 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK): Les

agents mis à la disposition de la police fédérale, soit
220 personnes à Anvers, sont investis de missions
importantes en matière de négociation. Lorsqu'ils
n'y consacrent pas leur temps, ne pourraient-ils pas
malgré tout se charger de missions locales ?

10.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): De

administratieve politie bestaat uit de oude reserve
en zal op het hele grondgebied naar gelang van de
noodwendigheden kunnen optreden en dat om elk
energieverlies te voorkomen.

10.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :

La police administrative, c'est l'ancienne réserve
que l'on va faire bouger sur l'ensemble des
territoires en fonction des besoins, afin d'éviter au
maximum les pertes d'énergie.

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

10.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK):

Kunnen de 220 agenten in Antwerpen voor lokale
opdrachten worden ingeschakeld wanneer ze niet
bezig zijn met federale opdrachten? Op die vraag
kreeg ik geen antwoord.

10.05 Guido Tastenhoye (VLAAMS BLOK) : Les

220 agents anversois peuvent-ils être affectés à
des missions locales lorsqu'on ne leur a pas confié
de mission fédérale ? Vous n'avez pas répondu à
cette question.

10.06 Minister Antoine Duquesne (Frans) Ik ben

verantwoordelijk voor de federale politie en ik heb u
op dat stuk een duidelijk antwoord gegeven.

10.06 Antoine Duquesne , ministre (en français):

La police fédérale, c'est ma responsabilité et je
vous ai répondu clairement à ce sujet.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

11 Vraag van mevrouw Michèle Gilkinet tot de

vice-eerste minister en minister van Begroting
Maatschappelijke integratie en Sociale economie
over "de nieuwe procedures voor het onderzoek
van de aanvragen van kandidaat-politieke
vluchtelingen" (nr. 4285)

11 Question de Mme Michèle Gilkinet au vice-

premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"les nouvelles procédures en vigueur pour
l'examen des demandes des candidats réfugiés"
(n° 4285)

(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Binnenlandse Zaken).

(La réponse sera donnée par le ministre de
l'Intérieur).

11.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV):Sinds

januari is voor het onderzoek van de aanvragen van
kandidaat-politieke vluchtelingen een nieuwe
procedure ingesteld. Naar verluidt worden het
billijkheidsprincipe en de rechten van de
verdediging niet gerespecteerd.

De meeste kandidaten ontvangen een bijlage 26bis
omdat hun aanvraag op grond van als tegenstrijdig
ervaren getuigenissen als onontvankelijk is
beschouwd. In de praktijk zou vaak geen beroep
kunnen worden ingediend. In verscheidene gevallen
zou de asielzoeker onmiddellijk na afwijzing van zijn
aanvraag in het open centrum waar hij verbleef, zijn
aangehouden zonder dat hem informatie
betreffende de beroepsmogelijkheden werd
verstrekt.

De directeurs dienen binnen de twaalf uur de
gegevens betreffende de asielzoeker mee te delen.
Wanneer hoger beroep wordt aangetekend, wordt
de aanvraag meestal opnieuw onderzocht zonder
dat een bijkomend interview of interview op
tegenspraak wordt afgenomen.

Ook wanneer een bijkomend interview wordt
afgenomen, kan het dossier door de termijn van
vijftien dagen meestal niet worden aangevuld.
Voorts gelden in de praktijk uiteenlopende regels
inzake de personen die de aanvrager mogen
begeleiden.

Hoe waarborgt de nieuwe procedure een billijk
onderzoek van elke aanvraag? Hoe wordt de
informatie aan elke aanvrager afzonderlijk

11.01 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV) : Une

procédure accélérée d'examen des demandes des
candidats réfugiés a été mise en place depuis
janvier. Il me revient que l'équité et les droits de la
défense ne seraient pas respectés.

La plupart des candidats reçoivent une annexe
26bis car leur demande est jugée non recevable sur
base de témoignages estimés contradictoires. La
possibilité de recours serait, dans les faits, bien
souvent réduite à néant. Dans plusieurs cas, le
demandeur débouté aurait été, dès la spécification
du refus, arrêté dans le centre ouvert qui
l'accueillait, sans information sur un recours
possible.

Les directeurs sont tenus de communiquer dans les
douze heures les données relatives au demandeur
d'asile. Lorsqu'ils ont lieu, la plupart des recours
consistent en un réexamen de la demande
déposée, sans interview complémentaire ou
contradictoire.

Lorsqu'une interview complémentaire est réalisée,
le délai de quinze jours ne permet pas de
compléter le dossier. Par ailleurs, les pratiques
divergent quant aux personnes admises à
accompagner le demandeur.

Comment la nouvelle procédure assure-t-elle un
examen équitable de chaque demande ?
Comment l'information est-elle communiquée à

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

meegedeeld? Hoe worden de rechten van de
verdediging geëerbiedigd? Hoe wordt beslist om al
dan niet tot een bijkomend interview over te gaan?
Waarom bestaan er verschillen inzake de
behandeling?

chaque demandeur ? Comment les droits de la
défense sont-ils respectés ? Comment la décision
de procéder, ou non, à une interview
complémentaire est-elle prise

? Pourquoi ces

différences de traitement ?

11.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): Ik wil

eerst en vooral een misverstand uit de wereld
helpen. In tegenstelling tot wat u liet uitschijnen is er
geen nieuwe procedure ingesteld in januari 2001.
Op wetgevend en reglementair vlak zijn alleen de
bepalingen betreffende de opvang van de
asielzoekers en de sociale bijstand die zij genieten,
gewijzigd.

Ik vraag mij af waarop u alludeert. Heeft u de talrijke
getuigenissen die u ontving wel goed begrepen?
Waarschijnlijk doelt u op het feit dat de aanvragen
die na 1 januari zijn ingediend voortaan voorrang
krijgen.

Ik heb soms de indruk dat sommigen zich
ongemakkelijk voelen omdat de asielprocedures
zijn versneld en de personen wier aanvraag is
afgewezen ook werkelijk van het grondgebied
worden verwijderd. Van de personen die het statuut
van vluchteling in de zin van de Conventie van
Genève willen verkrijgen mag op zijn minst worden
verwacht dat zij hun verklaringen niet herzien en
deze ook geen tegenstrijdigheden vertonen, vooral
omdat men zich bij het onderzoek van de
asielaanvragen uitsluitend op de verklaringen
baseert.

11.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :

Je voudrais tout d'abord lever un malentendu. Il n'y
a pas, depuis janvier 2001, de nouvelle procédure
d'asile comme vous le laissez entendre. Sur le plan
législatif et réglementaire, seules les dispositions
touchant à l'accueil des demandeurs d'asile et à
l'aide sociale dont ils peuvent bénéficier ont été
révisées.

Je me demande à quoi vous faites allusion. Avez-
vous bien compris les nombreux témoignages qui
vous sont parvenus

? Sans doute faites-vous

allusion au fait que la priorité soit désormais
accordée aux demandes d'asile introduites après le
1

janvier 2001.

J'ai parfois le sentiment que certains sont
indisposés par le fait que les procédures d'asile
s'accélèrent et que les personnes déboutées de
l'asile sont effectivement éloignées du territoire.
Ceci dit, c'est bien le moins que les personnes qui
veulent obtenir le statut de réfugié au sens de la
Convention de Genève soient constantes dans
leurs déclarations et que celles-ci soient exemptes
de contradictions, d'autant que c'est sur la foi de
leurs seules déclarations qu'il faut examiner leur
demande d'asile.

De verhoren bij de dienst Vreemdelingenzaken en
het Commissariaat-generaal vinden zo nodig plaats
in aanwezigheid van een tolk ; ik herinner eraan dat
het in totaal om 150 verschillende talen of dialecten
gaat! De kandidaten worden verzocht kennis te
geven van alle elementen die relevant zijn voor hun
asielaanvraag, ook al bestaat er bij de dienst
Vreemdelingenzaken een stramien voor de
ondervrager aan de hand waarvan hij alle voor het
onderzoek van de aanvraag nuttige elementen kan
verzamelen.

Als de dienst Vreemdelingenzaken de
asielaanvraag onontvankelijk verklaart, hebben de
betrokkenen nog altijd de mogelijkheid om dringend
hoger beroep aan te tekenen bij de Commissaris-
generaal, waarbij de termijnen voor dat hoger
beroep maar ingaan op het ogenblik van de
kennisgeving van de beslissing volgens de
wettelijke vereisten.

De beroepstermijnen zijn onveranderd gebleven. Zij
worden tevens vermeld op elke negatieve beslissing
die aan een vreemdeling ter kennis wordt gebracht.

Les auditions, à l'Office des étrangers et au
Commissariat général, s'effectuent avec l'aide d'un
traducteur, si nécessaire ; je rappelle qu'il s'agit au
total de 150 langues ou dialectes différents ! Les
candidats sont invités à faire état de tous les
éléments pertinents à leur demande d'asile, même
s'il existe à l'Office des étrangers un canevas
destiné à l'interrogateur lui permettant de recueillir
tous les éléments utiles à l'examen de la demande.

Si l'Office des étrangers doit déclarer irrecevable la
demande d'asile, les intéressés ont toujours la
possibilité de saisir le Commissaire général en
recours urgent, les délais de recours ne
commençant à courir que quand la décision leur a
été notifiée, c'est-à-dire dans les formes légales.

Les délais de recours n'ont pas changé. Et ils sont
spécifiés sur chaque décision négative que peut
recevoir un étranger.

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

In het stadium van de ontvankelijkheid behoort een
asielzoeker wiens aanvraag voor de eerste maal
werd afgewezen niet te bewijzen dat hij voldoet aan
de voorwaarden ten gronde, maar moet hij enkel
bewijzen dat zijn aanvraag niet manifest ongegrond
is.

Het is daarentegen wel juist dat de Commissaris-
generaal mensen die een dringend hoger beroep
hebben aangetekend wel sneller voor een verhoor
ontbiedt, maar dat belet de betrokkenen niet zich
van hun advocaat te laten vergezellen.
Voor het overige treedt de Commissaris-generaal
op als geschillenbeslechtende instantie. Het betreft
dus geenszins een "aanvullend interview".

De Commissaris-generaal geeft doorgaans alle
asielzoekers de mogelijkheid hun middelen
mondeling te laten gelden, behalve wanneer hun
aanvraag manifest ongegrond blijkt. Men gaat ook
op grond van het dossier over tot erkenning ten
gronde van de hoedanigheid van vluchteling.

Au stade de la recevabilité, il n'incombe pas au
demandeur débouté une première fois de prouver
qu'il remplit les conditions de fond, mais seulement
de prouver que sa demande n'est pas
manifestement non fondée.

Il est, par contre, exact que le Commissaire général
convoque pour audition en recours urgent plus
rapidement que par le passé, mais cela n'empêche
pas les personnes de venir accompagnées d'un
avocat.
Pour le surplus, la Commission générale agit en
tant qu'instance de plein contentieux. Il ne s'agit
nullement d'une « interview complémentaire ».

Le Commissaire général donne, en règle, la
possibilité à tous les demandeurs d'asile de faire
valoir oralement leurs moyens, sauf si leur
demande apparaît manifestement non fondée. Il est
par contre également procédé à des
reconnaissances au fond de la qualité de réfugié
sur dossier.

De advocaat, de maatschappelijk werker en, voor
niet-begeleide minderjarigen, de voogd mogen
personen die een dringend beroepschrift hebben
ingediend, bijstaan.

Vele directeurs van opvangcentra informeren
asielzoekers over de bestaande
beroepsmogelijkheden, ook al zijn ze daartoe niet
verplicht.

Sinds 8 maart 2001 hebben de minister van
Maatschappelijke Integratie en ikzelf de
centrumdirecteurs inderdaad gevraagd om ten
behoeve van de dienst Vreemdelingenzaken een
reeks gegevens te vergaren bij afgewezen
asielzoekers. Op een punt heeft mevrouw Gilkinet
volledig gelijk : de centrumdirecteurs hebben zeker
niet tot taak zich te verzetten tegen beslissingen van
de dienst Vreemdelingenzaken.

Enkele cijfers : over 12,2% van de sinds 1 januari
ingediende aanvragen heeft de dienst
Vreemdelingenzaken nog geen eerste beslissing
genomen; 8,2% van de dossiers worden door de
dienst Vreemdelingenzaken ontvankelijk verklaard;
84,7% van de asielzoekers gaat in hoger beroep bij
het commissariaat-generaal, en 24% van die
dossiers wordt verder onderzocht door de
commissaris-generaal.

Sont admis à assister les personnes ayant introduit
un recours urgent : l'avocat, l'assistant social et le
tuteur pour les mineurs non accompagnés.

Nombre de directeurs de centres informent les
demandeurs des recours existants, sans y être
obligés.

Depuis le 8 mars 2001, le ministre de l'Intégration
sociale et moi-même avons en effet demandé aux
directeurs de centres de récolter auprès des
demandeurs d'asile déboutés une série de données
à l'intention de l'Office des étrangers. Mme Gilkinet
a tout à fait raison sur un point : les directeurs de
centres n'ont aucunement pour fonction de
s'opposer aux décisions de l'Office des étrangers.

En termes de pourcentage, les choses se
présentent comme suit : 12,2 % des demandes
introduites depuis le 1

janvier sont toujours en

attente d'une première décision de l'Office, le taux
de recevabilité de l'Office se monte à 8,2 %, le taux
de personnes se pourvoyant en recours au
Commissariat général est de 84,7 %, et le taux
d'examen ultérieur du Commissaire général est de
24 %.

11.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV): Het

spijt me zeer : het was helemaal niet mijn bedoeling

11.03 Michèle Gilkinet (ECOLO-AGALEV) : Je

suis désolée : ma question ne visait nullement à

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

uw beslissingen aan te vechten.

Ik vraag u alleen maar waakzaam toe te zien op
een billijke behandeling van de dossiers en ervoor
te zorgen dat de rechten van de verdediging worden
gerespecteerd.

remettre en cause certaines de vos décisions.

Je vous demande simplement d'être vigilant sur
l'équité dans le traitement des dossiers et le respect
des droits de la défense.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

12 Vraag van mevrouw Geraldine Pelzer-Salandra

tot de minister van Binnenlandse Zaken over "het
organiseren van nieuwe verkiezingen in Jurbeke"
(nr. 4287)

12 Question de Mme Geraldine Pelzer-Salandra

au ministre de l'Intérieur sur "l'organisation de
nouvelles élections à Jurbise" (n° 4287)

12.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV): Naar aanleiding van de problemen met
de elektronische stemming bij de
gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2000 in
Jurbeke heeft de Raad van State de uitslag van de
stemming nietig verklaard. De gemeenteraad van
Jurbeke heeft daarop een motie aangenomen
waarin gevraagd wordt om de volgende
gemeenteraadsverkiezing, die op 22 april 2001
plaatsvindt, opnieuw op de traditionele manier te
organiseren, namelijk met papieren stembiljetten.

Denkt u op dat verzoek in te gaan ? Waarom werd
de uitslag van de provincieraadsverkiezingen ook
niet nietig verklaard ? Zal dit hele avontuur uw
enthousiasme voor de elektronische stemming niet
enigszins bekoelen ?

12.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV) : Suite aux problèmes engendrés par le
système de vote électronique utilisé lors des
élections communales d'octobre dernier à Jurbise,
le Conseil d'Etat a décidé l'annulation des résultats
du scrutin.
Suite à ces péripéties, le Conseil communal de
Jurbise a voté une motion demandant que le
prochain scrutin communal, fixé au 22 avril 2001,
puisse se dérouler suivant la procédure
traditionnelle, à savoir le vote sur papier.

Comptez-vous répondre favorablement à cette
requête ? Par ailleurs, pourquoi le résultat des
élections provinciales n'a-t-il pas été annulé ? Enfin,
cette aventure n'est-elle pas de nature à freiner
votre enthousiasme en faveur du vote
électronique ?

12.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Wat

om te beginnen de provincieraadsverkiezingen
betreft, als de uitslag niet nietig verklaard werd, dan
komt dat doordat er geen vordering werd ingesteld !

12.02 Antoine Duquesne , ministre (en français) :

Tout d'abord, en ce qui concerne les élections
provinciales, s'il n'y a pas eu annulation c'est parce
qu'il n'y a pas eu de recours !

De gemeente Jurbeke heeft inderdaad op 12 maart
een verzoek ingediend om de herverkiezing "langs
papieren weg" te laten verlopen.

Ik heb besloten niet op dat verzoek in te gaan.

Allereerst werden de nodige maatregelen getroffen
om op verzoek van de gemeente Jurbeke speciaal
aangepaste gegevensdragers te vervaardigen.

Daarnaast worden de systemen voor
geautomatiseerde stemming door het arrest tot
nietigverklaring van de Raad van State van 2 maart
geenszins ter discussie gesteld; gelaakt wordt
alleen de niet-naleving van de procedure.

Er zijn dus geen objectieve argumenten om het
verzoek van de gemeenteraad van Jurbeke in te

J'ai effectivement été saisi d'une demande formulée
le 12 mars par la commune de Jurbise, sollicitant le
retour au vote « papier » pour la réélection.

J'ai décidé de ne pas y répondre favorablement.

Tout d'abord, des dispositions ont d'ores et déjà été
prises en vue de la confection de supports de
mémoire spécialement adaptés, ce à la demande
des autorités communales de Jurbise.

Ensuite, l'arrêt d'annulation du Conseil d'État du 2
mars ne remet nullement en cause les systèmes de
vote automatisé, mais bien le non-respect de la
procédure.

Il n'existe donc par d'argument objectif pour
répondre favorablement à la requête du conseil

21/03/2001

CRABV 50

COM 430

KAMER

-3

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

2000

2001

CHAMBRE

-3

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

willigen.

communal de Jurbise.

12.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV): Over welke gemeentelijke autoriteiten
heeft u het nu? Ik veronderstel dat het om die gaat
welke zijn opgeheven en die dus geen legitimiteit
hebben.

12.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-

AGALEV): De quelles autorités communales parlez-
vous ? Je suppose qu'il s'agit de celles qui ont été
démises et qui n'ont donc plus aucune légitimité.

12.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): De

autoriteiten die toen de scepter zwaaiden, natuurlijk.
Het is niet de gemeenteraad die de beslissing
neemt, wel de minister van Binnenlandse Zaken, en
ik heb een beslissing genomen. Ik vraag mij af of
sommigen hier geen verwarring willen zaaien. Dat
zou niet erg fair zijn.

12.04 Antoine Duquesne , ministre (en français) :

Celles qui étaient en fonction, évidemment. Ce ne
sont pas les autorités communales qui prennent la
décision, c'est le ministre de l'Intérieur, et je l'ai
prise. Je me demande si certains ne veulent pas
introduire une certaine confusion ; si c'était le cas,
ce serait malhonnête.

Het incident is gesloten.
De vergadering is gesloten om 12.35 uur.

L'incident est clos.
La séance est levée à 12h35..

Document Outline