KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 428
CRIV 50 COM 428
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
dinsdag mardi
20-03-2001 20-03-2001
16:00 uur
16:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de mobiliteitsproblemen voor
visueel gehandicapten in de NMBS-stations"
(nr. 4052)
1
Question de M. Yves Leterme à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les problèmes de mobilité des
handicapés visuels dans les gares de la SNCB"
(n° 4052)
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Isabelle Durant, vice-première ministre
et ministre de la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de afdanking van een VLD-
kabinetsmedewerkster van de minister" (nr. 4253)
4
Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le licenciement d'une
collaboratrice VLD du cabinet de la ministre"
(n° 4253)
4
Sprekers: Francis Van den Eynde, Isabelle
Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Francis Van den Eynde, Isabelle
Durant, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het structureel probleem met
betrekking tot de automobielinspectie van wagens
die volgens het advies van CARA zijn aangepast
aan de handicap van de bestuurder" (nr. 4225)
6
Question de M. Jos Ansoms à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le problème structurel posé par le
contrôle technique de voitures adaptées suivant
les recommandations de CARA au handicap de
l'automobiliste" (n° 4225)
6
Sprekers: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
CRIV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
DINSDAG
20
MAART
2001
16:00 uur
______
du
MARDI
20
MARS
2001
16:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.07 uur door
de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.07 heures par
M. Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de mobiliteitsproblemen voor
visueel gehandicapten in de NMBS-stations"
(nr. 4052)
01 Question de M. Yves Leterme à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "les problèmes de mobilité
des handicapés visuels dans les gares de la
SNCB" (n° 4052)
01.01 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, het
probleem van slechtzienden, visueel
gehandicapten en blinden omtrent hun
toegankelijkheid tot het openbaar vervoer moet
regelmatig worden benadrukt, te meer daar
betrokkenen vaak zowel vervoers- als contactarm
zijn.
Zowel bij de beleidsverantwoordelijken als bij de
NMBS is de wil evenwel aanwezig om
inspanningen te doen om die toegankelijkheid te
verbeteren. Die verbetering is nodig, en wel om de
volgende redenen.
Visueel gehandicapten verplaatsen zich vaak
volgens vertrouwde trajecten, door het volgen van
natuurlijke gidslijnen. Ondanks dit is het voor heel
wat visueel gehandicapten en blinden haast
onmogelijk om zonder extrahulp of aanpassingen,
een loket of een perron in een station te bereiken.
Er bestaan concrete richtlijnen voor architecten en
ontwerpers van gebouwen, om de voorzieningen
en de gebruiksvriendelijkheid ervan voor
betrokkenen te verbeteren, maar deze richtlijnen
zijn niet altijd goed gekend door degenen die ze
moeten naleven.
Ik schenk al een tijd aandacht aan dat probleem
en uit ervaring weet ik dat ook de informatie voor
blinden en slechtzienden in de spoorstations
meestal onbruikbaar of onvindbaar is, ondanks de
inspanningen terzake die door bepaalde instanties
worden geleverd door bijvoorbeeld het
aanbrengen van bordjes in brailleschrift. Jammer
genoeg gebeuren dergelijke initiatieven in de
spoorstations nog steeds te weinig. Door over te
stappen op elektronische schermen met de uren
en de bestemmingen, maakt men het de blinden
en de visueel gehandicapten nog moeilijker om
zich vlot te kunnen bedienen van het openbaar
vervoer.
Mevrouw de minister, via deze weg verzoek ik u,
uw medewerkers en de leiding van de NMBS te
pogen de aandacht te vestigen op dit probleem. Ik
ben ervan overtuigd dat zowel bij u als bij de
directie van de NMBS de wil bestaat om terzake
een oplossing te bieden.
Ziehier, mevrouw de minister, mijn concrete
vragen.
Ten eerste, werd zowel in het huidige als in het
toekomstige beheerscontract in financiële
middelen voorzien om de toegankelijkheid tot de
stations van de NMBS voor slechtzienden en
blinden te verbeteren. Zo ja, welke inspanningen
20/03/2001
CRIV 50
COM 428
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
kan de NMBS terzake leveren?
Ten tweede, bent u van oordeel dat desgevallend
een wetgevend initiatief moet worden genomen
om de algemene situatie te verbeteren? In dat
verband denk ik aan het debat rond de universele
dienstverlening waarover mevrouw Coenen het al
enkele keren had. Volgens mij zou een element
van universele dienstverlening erin kunnen
bestaan de toegankelijkheid voor personen met
een handicap, onder anderen blinden en
slechtzienden, te verbeteren. Misschien kan
hiervan zelfs werk worden gemaakt in het kader
van de Europese normering.
Ten derde, kan de NMBS op grotere schaal
informatiebrochures in brailleschrift voor blinden
en slechtzienden ter beschikking stellen?
Ten vierde, een ander probleem heeft betrekking
op de touch screenautomaten die in heel wat
stations aanwezig zijn. Voor de visueel
gehandicapten is dit een stap achteruit. Het is
immers de bedoeling dat een deel van de
basisdienstverlening verloopt via de touch
screenautomaten. Visueel gehandicapten kunnen
deze automaten echter niet gebruiken. Zal er aan
voldoende alternatieve dienstverlening gedacht
worden nu de basisdienstverlening zoals de
aflevering van tickets en informatieverstrekking
meer en meer via deze automaten gebeurt?
Wordt op de grote lijnen de bestemming en een
eventuele gewijzigde dienstregeling
aangekondigd? Blinden en visueel gehandicapten
dringen aan op een snelle veralgemening van
deze aankondigingen op alle lijnen en in al de
treinstellen. De vernieuwing van het materieel kan
terzake oplossingen bieden.
De vijfde vraag heeft betrekking op de adviesrol
van de Hoge Raad voor Gehandicapten. Hoe
komt het dat de Belgische Confederatie van
blinden en slechtzienden geen vertegenwoordiging
heeft in deze raad? Deze confederatie levert goed
werk. De CVP steunt hun vraag inzake
vertegenwoordiging in de hoge raad. Mevrouw de
minister, ik kijk met belangstelling uit naar uw
antwoord.
01.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het beheerscontract voorziet
in een actief beleid van de NMBS ten gunste van
personen met beperkte mobiliteit. Deze opdracht
is echter ruimer en geldt voor al de
gehandicapten. In samenwerking met de
Nationale Hoge Raad voor Personen met een
Handicap werd een permanente werkgroep
opgericht die de verzuchtingen van personen met
beperkte mobiliteit bestudeert. De werkgroep is
voor mij een hulp bij de voorbereiding van het
derde beheerscontract inzake betere maatregelen
ten gunste van deze categorie gebruikers.
Ten eerste, wat het financieel aspect betreft, kan
ik meedelen dat de investeringen voor faciliteiten
inzake het onthaal van personen met beperkte
mobiliteit deel uitmaken van het totaal budget voor
de verbetering van het onthaal van het cliënteel.
Bij de oprichting of de herinrichting van
stationsgebouwen is de NMBS verplicht rekening
te houden met de wetten, normen en
onderrichtingen van de verschillende gewesten
inzake de integrale toegang van de openbare
domeinen. In het licht van de komende
onderhandelingen kunnen we onderzoeken of het
mogelijk is een specifiek budget uit te trekken voor
maatregelen ten gunste van personen met een
handicap. Er moet worden onderstreept dat er op
dit vlak heel wat werk aan de winkel is. Het is
correct dat in de oude stations heel wat
aanpassingswerken moeten worden uitgevoerd.
Elke stap is een belangrijke stap. Het zal echter
nog een tijdje duren.
We moeten eveneens durven toegeven dat de
voorzieningen die tegemoet komen aan mensen
met een handicap meestal ook positief zijn voor
andere treingebruikers. Dat is een duidelijk
voordeel.
Ten tweede, wat de wetgeving betreft, vestig ik uw
aandacht op de wet van 17 juli 1975 betreffende
de toegankelijkheid van openbare gebouwen voor
personen met een handicap. Spijtig genoeg is de
toepassing van deze wet niet altijd doeltreffend
omdat de reële situatie van de betrokken
personen al te dikwijls over het hoofd wordt
gezien.
Daarom vormt het overleg en de raadpleging van
de betrokken personen een essentieel onderdeel
van ons beleid inzake personen met een
handicap. Ik heb bijvoorbeeld een subsidie van 2,5
miljoen frank toegekend aan een tijdelijke
vereniging die drie verenigingen voor
gehandicapte personen groepeert, een per
gewest, voor een proefproject betreffende de
toegankelijkheid van de stations. Het project heeft
betrekking op de stations van Gent-Sint-Pieters,
Leuven, Zaventem-Dorp, Brussel-Noord, Brussel-
Leopoldswijk, Watermaal-Arcaden, Namen,
Charleroi-Zuid en Libramont. Voor elk van de
stations zal de consultant analyseren hoe goed of
hoe slecht de stations thans toegankelijk zijn voor
personen met verschillende handicap en een
diagnose stellen over de haalbaarheid van de
CRIV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
vereiste aanpassingen. Het lijkt ons primordiaal
dat de doelgroep bij elke fase van het proces
betrokken wordt, want hij is het best geplaatst om
oplossingen voor de problemen te beoordelen. Op
lange termijn is het de bedoeling dat de
raadpleging structureel en systematisch wordt
georganiseerd. Aangezien de opdracht zeer
omvangrijk is, heb ik besloten een pilootproject te
beginnen met de betrokkenen. Op die manier
hoop ik de situatie bij de NMBS step by step te
veranderen.
Op de derde vraag over de informatiebrochure in
braille kan ik u meedelen dat de NMBS de tekst
van de brochure Gids voor de Reizigers met
beperkte mobiliteit op CD-rom ter beschikking van
de Brailleliga heeft gesteld. Natuurlijk besef ik dat
niet alle blinden een internetverbinding hebben,
maar toch is het een van de manieren om met hen
te communiceren.
Een vierde vraag betrof de touch screen-
automaten. Voorafgaandelijk laat ik opmerken dat
de doelgroep over gratis tickets in tweede klasse
beschikt. Ze hebben dus geen ticket nodig.
Wensen blinden in eerste klas te reizen, dan
moeten zij het verschil tussen de prijs van het
eersteklasticket en de prijs van het
tweedeklasticket zonder maakloon betalen. In dat
geval kunnen zij zich tot de treinbegeleider
wenden.
Voorts was er een vraag met betrekking tot de
auditieve signalisatie. In de IC-treinen met een
omroepinstallatie worden de haltes aangekondigd.
In L-treinen is dat echter niet mogelijk, omdat de
treinbegeleider bijna constant aan de micro zou
moeten blijven, waardoor hij zijn taken van
toezicht, verkoop, controle en informatie zou
verwaarlozen. Wat dat betreft, zou de NMBS toch
moeten nagaan of een vooraf opgenomen band
geen oplossing kan bieden.
De NMBS meldt dat het personeel van het station
waaruit een blinde of slechtziende vertrekt, indien
vooraf gewaarschuwd, het treinbegeleidend
personeel daarvan op de hoogte kan brengen,
zodat zelfs in treinen zonder sonorisatie voor
mondelinge informatie en, indien nodig,
begeleiding van de reiziger kan worden gezorgd.
Al het nieuwe rollend materieel en het materieel
dat gemoderniseerd wordt, wordt trouwens
uitgerust met sonorisatie.
De auditieve signalisatie deed haar intrede met de
IC- en IR-treinen in het midden van de jaren
tachtig. Enkel de blauwe treinen, waarmee de
kleine lijnen worden bediend, zijn er niet mee
uitgerust. Een oplossing komt er ook naargelang
het rollend materieel progressief wordt vervangen.
Ten slotte, voor uw vraag over de
vertegenwoordiging van de Belgische
Confederatie voor Blinden en Slechtzienden in de
Nationale Raad voor Personen met een Handicap
zijn de ministeries van Sociale Zaken en van
Volksgezondheid en Leefmilieu bevoegd.
De NMBS en de minister van Mobiliteit hebben
geen enkele bevoegdheid in deze materie. Zij
hebben dus ook geen inspraak in de
samenstelling van de Hoge Raad voor Personen
met een Handicap. Mijn kabinet staat wel
voortdurend in contact met de Belgische
Confederatie van Blinden en Slechtzienden, die in
juni 2000 op eigen verzoek werd ontvangen om te
spreken over specifieke elementen die van belang
zijn voor personen met een visuele handicap. In
oktober 2000 namen vertegenwoordigers van mijn
kabinet deel aan het colloquium over de
toegankelijkheid en de veiligheid in het openbaar
vervoer, dat werd georganiseerd door de BCBS. In
opdracht van het Vlaams Fonds voor Sociale
Integratie van Personen met een Handicap, werd
door de Limburgse vzw Toegankelijkheidsbureau
een diepgaand onderzoek uitgevoerd naar de
toegankelijkheid van de NMBS-stations in
Vlaanderen. Op basis van dit onderzoek en op
basis van de resultaten van de tests die werden
uitgevoerd door gebruikerspanels, werd een
algemene normenbundel opgesteld ten behoeve
van de NMBS. De BCBS werd bij het opstellen
van deze normenbundel geraadpleegd. Zij drukte
haar goedkeuring erover uit.
Op 19 december 2000 werd door de NMBS een
delegatie van de BCBS ontvangen. Ook de
Brailleliga was toen vertegenwoordigd. Er werd
specifiek gesproken over waarschuwingsseinen
voor blinden en slechtzienden op de perrons. De
normen die door de BCBS vooropgesteld werden,
stemmen volledig overeen met die uit de
normenbundel van de vzw Toegankelijkheids-
bureau. Deze normen werden bovendien
goedgekeurd door de Hoge Raad voor Personen
met een Handicap.
Mijnheer Leterme, ik hoop dat mijn antwoord
precies genoeg was. Ik wil u aantonen dat dit voor
mij een heel belangrijk dossier is. Ik ben het met u
eens dat bij de NMBS de nodige sensibiliteit en
goodwill bestaan. In het kader van het derde
beheerscontract van de NMBS willen wij in een
specifiek budget voorzien om projecten te plannen
met specifieke termijnen. Op die manier willen wij
de bestaande goodwill stimuleren. Dit is mijn
20/03/2001
CRIV 50
COM 428
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
intentie.
01.03 Yves Leterme (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de beschavingsgraad van een
samenleving is volgens mij af te meten aan de
inspanningen die ze doet om mensen met minder
kansen mee te trekken. Iedere inspanning die
concreet geleverd wordt om mensen meer kansen
te geven, is een stap vooruit. Er kan altijd
vooruitgang geboekt worden, zeker op gebieden
waar vroeger een andere mentaliteit bestond en
waar nu een betere inleving in de betrokkenen
ontstaat. Een aantal problemen bleef in het
verleden onopgelost. Ik verheug me over de
goede intenties van de minister van Mobiliteit. Ook
de door haar gegeven informatie geeft blijk van
een zekere bezorgdheid voor de problematiek.
Cruciaal is inderdaad dat bij de onderhandelingen
voor het derde beheerscontract van de NMBS in
specifieke maatregelen wordt voorzien en
zichtbaar gemaakt. Dit kan gebeuren via een
speciale kredietlijn, zodat de NMBS nog meer dan
nu gestimuleerd wordt om stappen in de goede
richting te zetten.
Tot slot heb ik enkele punctuele bemerkingen.
Mevrouw de minister, u hebt aangekondigd dat
een negental pilootprojecten starten met speciale
inspanningen voor blinden en slechtzienden. Ik
heb de opsomming van de betrokken stations
gehoord. Volgens welke normen werden zij
geselecteerd? Is er een bepaalde reden waarom
precies die stations aan bod komen, en andere
niet? Is het de bedoeling na de pilootprojecten een
evaluatie te maken om te zien welke middelen
nodig zijn om ook andere stations aan de beurt te
laten komen?
Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn vraag over de
samenstelling van de Hoge Raad voor Personen
met een Handicap richten aan de ministers van
Volksgezondheid en Sociale Zaken. Ik hoop alvast
dat de intenties van de minister voor Mobiliteit
vertaald worden in haar beleid. Wij zullen niet
nalaten hierop terug te komen, bijvoorbeeld over
een half jaar, om te kijken hoever we op dat
moment staan.
01.04 Minister Isabelle Durant: Ik wil even de
keus van het station voor dit pilootproject
toelichten. Het was natuurlijk een keuze tussen de
drie gewesten, maar ook een keuze in het kader
van een overleg met de verenigingen. Het was
een keuze voor een station dat ofwel elke dag een
groot aantal reizigers verwerkt ofwel met een
groot probleem kampt en waar dit probleem
bevestigd wordt door de verenigingen die op het
terrein actief zijn. Het was dus geen arbitraire
keuze maar een keuze die gemaakt werd in
overleg met de verschillende verenigingen en de
NMBS om zo samen dit pilootproject op te starten.
Het is evident dat de evaluatie ook heel
interessant zal zijn inzake de precieze en echte
maatregelen die kunnen worden genomen. In het
kader van zo'n grote taak denk ik dat men met de
betrokkenen moet samenwerken teneinde nuttige
en noodzakelijke maatregelen te nemen. Het is
niet alleen in het kader van het derde
beheerscontract dat dit gebeurt. Zelfs al heeft men
een kredietlijn of een bepaalde bijzonderheid. Dit
is slechts een categorie, een classificatie waarin
men de concrete projecten uitwerkt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vraag nr. 4203 van mevrouw Frieda Brepoels
wordt naar een latere datum verschoven.
De vraag nr. 4217 van de heer Francis Van den
Eynde wordt ingetrokken.
Voorzitter: Jacques Chabot.
Président: Jacques Chabot.
02 Vraag van de heer Francis Van den Eynde
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de afdanking van
een VLD-kabinetsmedewerkster van de
minister" (nr. 4253)
02 Question de M. Francis Van den Eynde à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité
et des Transports sur "le licenciement d'une
collaboratrice VLD du cabinet de la ministre"
(n° 4253)
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister,
collega's, u bent over deze zaak vorige week
donderdag door Hugo Coveliers, fractievoorzitter
van de VLD in dit Parlement, tijdens het
vragenuurtje in de plenaire zitting aan de tand
gevoeld. Het is niet mijn bedoeling u dezelfde
vragen te stellen. Ik wou ook zeker niet de eerste
zijn om u hieromtrent vragen te stellen want het
paste de heer Coveliers om als allereerste
mensen van zijn partij te verdedigen.
Ik heb twee redenen om op deze zaak terug te
komen. De eerste is dat ik zeer gevoelig ben voor
politieke heksenjachten. Misschien is dit het
gevolg van de ervaring die mijn eigen politieke
vrienden de laatste jaren hebben opgedaan. De
tweede reden is dat ik uit mijn vroeger
professioneel leven, waar ik ook verantwoordelijk
was voor personeel, toch wat principes omtrent
CRIV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
sociale rechtvaardigheid heb onthouden.
Ik had zo de indruk dat het antwoord dat vorige
donderdag gegeven werd met het ene noch met
het andere strookte. Er werd wel met zoveel
woorden gezegd dat het ontslag van iemand op
uw kabinet niets te maken had met een
partijpolitieke binding, maar u was op dat vlak toch
allesbehalve overtuigend. Alle omstandigheden en
alle gegevens waarover wij beschikken tonen aan
dat dit wél het geval was. Ik moet u eerlijk
bekennen dat, alhoewel ik begrijp dat een kabinet
moet functioneren op basis van vertrouwen, ik het
toch moeilijk heb met het feit dat u een lid van een
partij die met u in de coalitie zit, terzake niet
voldoende vertrouwen zou schenken.
Uit uw antwoord blijkt dat u uw
kabinetsmedewerkers politiek screent. Ik vernam
namelijk dat u uitsluitend over
kabinetsmedewerkers beschikt die deel uitmaken
van wat men in politiek-correcte kringen in dit land
"democratische partijen" noemt. Dat zeg ik met
enig cynisme. Om dat te kunnen weten, moet u
namelijk uitmaken welke politieke overtuiging deze
mensen hebben. Naar mijn bescheiden mening is
dat niet in overeenstemming met de wet op de
privacy.
Ten derde, wat mij nog veel meer stoort, is het feit
dat er sprake is van een ontslag dat ambtshalve
plaatsvindt en waarvoor geen reden opgegeven is.
Ik zeg dat voor zover ik dat kan uitmaken, maar ik
beschik over de documenten terzake. Naar mijn
mening is zo'n ontslag sociaal moeilijk zoniet
onmogelijk te verdedigen. Iemand zomaar van
vandaag op morgen de laan uitsturen zonder
opgave van reden, kon in het patronaat van de
negentiende eeuw, maar dat kan nu niet meer. Ik
ben ervan overtuigd dat u mijn mening op dat vlak
deelt. Ik ben ervan overtuigd dat u dat niet zult
tegenspreken, dat u terzake hetzelfde denkt. Er is
echter weer een bizarre werkelijkheid tussen
droom en daad. Die werkelijkheid spreekt de
droom en het idee tegen. In elk geval kan het niet
dat men iemand ontslaat zonder opgave van
reden. Toch is dat hier gebeurd. De documenten
zijn daaromtrent zeer duidelijk.
Ten slotte moet ik u laten weten dat die manier
van doen mij angst inboezemt. Wanneer men met
zulke methodes begint, weet men wel waar men
aanvangt maar nooit waar men eindigt. In dit land
zou dat misschien een sfeer kunnen creëren die
noch voor de sociale noch voor de politieke vrede
bevorderlijk is.
U zult begrijpen dat ik wat meer uitleg wens dan
de uitleg die wij vorige week in de Kamer kregen.
Meer in het bijzonder wil ik het volgende weten.
Ten eerste, legt u een politieke fiche aan van uw
medewerkers? Moeten zij politiek correct zijn? Op
basis van welke gegevens gaat u dat na?
Ten tweede, hoe kunt u verantwoorden dat u
iemand zonder opgave van reden ontslaat?
02.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de
voorzitter, collega's, net zoals in de plenaire
vergadering van 15 maart 2001 zal ik artikel 85
van het Reglement van de Kamer met betrekking
tot zaken van privé-belang of betreffende
persoonlijke gevallen, niet inroepen.
Ik herhaal mijn antwoord. Ten eerste is iedereen
het ermee eens dat de organisatie van een
kabinet tot de bevoegdheid van de minister
behoort. Daar valt niets tegen in te brengen.
Ten tweede was het behoren tot een
democratische politieke partij niet de reden van de
beslissing tot ontslag van deze medewerkster.
Talrijke personen in mijn kabinet zonder fiche
behoren tot andere politieke formaties.
In geen enkel kabinet is dat ooit een probleem
geweest, daar ben ik van overtuigd. Als een
minister verklaart dat er op haar kabinet mensen
van alle democratische partijen werken, impliceert
dit niet dat haar medewerkers zijn gescreend. De
betrokken personen hebben spontaan gezegd dat
de samenwerking transparant, loyaal en zonder
problemen moet gebeuren. Het kabinet heeft in
het kader van de huidige legislatuur de
voorwaarden voor het aanwerven en ontslaan van
personeelsleden gerespecteerd.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik heb hier precies
hetzelfde antwoord als vorige week gehoord en
het stemt overeen met de persmededeling van
14 maart 2001. Ik zou de vice-eerste minister toch
enkele zaken willen zeggen.
De minister beweert dat zij geen fiches heeft.
Toch beweert zij te weten dat er alleen leden van
democratische partijen in haar kabinet werken.
Dat biedt ons twee mogelijkheden, mevrouw de
vice-eerste minister. De eerste is dat u er terecht
van uitgaat dat alle partijen in dit land
democratisch zijn. Van welke partij uw
kabinetsmedewerkers dan ook lid zijn, ze zijn lid
van een democratische partij. Ik denk echter niet
dat dit uw veronderstelling is en dat leidt ons naar
de tweede mogelijkheid, namelijk dat u wel werkt
20/03/2001
CRIV 50
COM 428
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
met politieke fiches.
Als u zegt dat het ontslag niets te maken heeft
met het feit dat de betrokkene lid is van een
democratische partij, kan dat gezien uw summiere
uitleg, de indruk geven dat zij lid is van een niet-
democratische partij. Dan weten we zeer goed wie
u viseert. Om alle misverstanden ter zake te
vermijden, kan ik u met de hand op het hart
zeggen dat zij geen lid is van mijn partij. Uw
antwoord zou dat immers kunnen doen
vermoeden.
Ik kan maar één ding concluderen en dat is dat
achter dit ontslag politieke motieven schuilgaan,
ook al wordt dat ontkend. Iedereen in dit land
heeft het recht om zich op een lijst kandidaat te
stellen, a fortiori wanneer het een lijst is van een
democratische partij. De lijsten staan open voor
iedereen die aan de noodzakelijke voorwaarden
voldoet. Dat kan dus de reden niet zijn; daarom
speelt hier een politieke reden mee.
Bovendien is alles op een sociaal meer dan
aanvechtbare manier gebeurd. Zelfs rekening
houdend met de speciale omstandigheden waarin
een kabinet functioneert, is dit voor mij en de
meerderheid van mijn landgenoten
onaanvaardbaar. De hele zaak werpt een schril
licht op de wijze waarop het kabinet functioneert.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Voorzitter: Francis Van den Eynde.
Président: Francis Van den Eynde.
03 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het structureel probleem met
betrekking tot de automobielinspectie van
wagens die volgens het advies van CARA zijn
aangepast aan de handicap van de bestuurder"
(nr. 4225)
03 Question de M. Jos Ansoms à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le problème structurel posé
par le contrôle technique de voitures adaptées
suivant les recommandations de CARA au
handicap de l'automobiliste" (n° 4225)
03.01 Jos Ansoms (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's,
aanleiding tot deze vraag is het dossier dat aan de
voorzitter en de leden van deze commissie werd
overgezonden door een zekere mevrouw Van
Brusselen. Deze naar mijn oordeel belangrijk
vraag werd u doorgestuurd door de voorzitter van
de commissie.
Mevrouw de minister, deze vraag legt in feite de
leemte in de regelgeving bloot, meer bepaald dat
de stations voor automobielinspectie niet de
aangepaste instantie is om de aanpassing van
een voertuig te evalueren opdat het conform zou
zijn met het advies van CARA. Dat is in feite de
essentie van het probleem.
Ik had graag vernomen hoe u dit probleem zult
aanpakken. Immers, artikel 1, § 1 van de wet van
21 juni 1985 betreffende de technische eisen van
de voertuigen, geeft aan de uitvoerende macht de
bevoegdheid om de controle van het in het
verkeer gebrachte voertuigen toe te vertrouwen
aan instellingen die daartoe door de Koning
worden erkend, onder de voorwaarden door de
Koning vastgesteld.
Is het niet aangewezen
CARA
zelf te laten
beoordelen of voertuigen die volgens haar advies
werden aangepast aan de handicap van de
bestuurder, voldoen aan de technische vereisten
om in het verkeer te worden gebracht en niet de
omweg de maken via de automobielinspectie?
03.02 Minister Isabelle Durant: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de commissievoorzitter
bezorgde mij de brief, waarin voornoemde dame
een specifiek probleem aanklaagt waarvoor zij de
oplossing niet kent en waarvoor zij zelfs niet
precies wist tot wie zij zich moest richten.
Op de eerste vraag, omtrent de verschillende
stappen van de procedure die moeten worden
gevolgd, kan ik het volgende zeggen. In artikel 45
van het koninklijk besluit van 23 maart 1998
betreffende het rijbewijs, wordt voor het bepalen
van de rijgeschiktheid van personen met een
verminderde functionele vaardigheid, voor de
eventuele aanpassingen die aan het voertuig
moeten worden aangebracht en voor de
voorwaarden of de beperkingen aan het gebruik
van het rijbewijs, verwezen naar het centrum
aangeduid door de minister.
Het CARA werd aangeduid als centrum in een
ministerieel besluit van maart 1998. Het CARA
overhandigt een lijst van de noodzakelijke
aanpassingen aan de betrokkene die daarmee
naar een installateur stapt. De installateur moet
een document invullen waarin hij de uitgevoerde
werken moet beschrijven.
Wanneer een aangepast of verbouwd
motorvoertuig opnieuw of voor het eerst in het
verkeer wordt gebracht, moet het onmiddellijk
CRIV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
door de autokeuring worden gecontroleerd. De
stationschef van het controlestation moet
aangeven of de aanpassing overeenkomstig de
beschrijving werd uitgevoerd. Precies hier knelt
het schoentje, in die zin dat het gaat om de
beschrijving van de installateur en niet van het
CARA. In een opdracht inzake controle van
aangepaste en verbouwde motorvoertuigen door
het CARA werd niet voorzien. Later kom ik hierop
terug.
De stationschef moet eveneens nagaan of de
aanpassing voldoende garantie biedt op het vlak
van de veiligheid en of ze gebeurde volgens de
regels van de kunst. Op basis van de
vaststellingen van de stationschef besluiten de
bevoegde diensten van mijn administratie ten
slotte of de aanpassing al dan niet worden
goedgekeurd. Dit wordt vermeld in vak 3 van
hetzelfde formulier.
Het probleem dat mevrouw Van Brusselen
aanklaagt is het volgende. Overeenkomstig de
huidige afspraken is het CARA niet bevoegd om
een controle van een aangepast motorvoertuig uit
te voeren.
Het probleem is dat de stationschef in principe
over geen enkele officiële persoonlijke of
medische informatie van de bestuurder beschikt
en dus geen controle kan uitoefenen op de
bruikbaarheid van de aanpassingen door de
bestuurder of op de prestaties van de betrokkene.
In bepaalde gevallen wordt het voertuig trouwens
niet door de persoon met de handicap
aangeboden. Bovendien mag de stationschef niet
met het voertuig rijden buiten de omheining van
de technische controle. Daarom meen ik dat de
lijst van de aanpassingen van het CARA ook
officieel aan degene die instaat voor de controle,
moet worden bezorgd. Immers, als men niet over
de nodige gegevens beschikt, kan men ook geen
controle uitoefenen. Dan pas kan worden
nagegaan of de installateur de aanbevelingen van
het CARA al dan niet heeft gevolgd. Anders moet
de technische inspectie, zoals thans het geval is,
afgaan op wat de installateur heeft geschreven.
Als die, zoals mevrouw Van Brusselen ons meldt,
niet de voorschriften van het CARA heeft gevolgd,
is er een probleem.
Ik zal de betrokken partijen uitnodigen voor
overleg, met name de administratie, het CARA, de
GOCA en de installateurs om een coherent beleid
uit te werken en om na te gaan hoe het CARA zijn
aanbevelingen aan de technische inspectie kan
doorspelen, zodat deze laatste kan onderzoeken
of de aanbevelingen van het CARA werden
gevolgd.
Het lijkt hier wel een kafkaiaans verhaal. Ik zal er
alvast voor zorgen dat het probleem van de
bovengenoemde met de drie verschillende
actoren wordt opgelost. Het gaat echter om een
algemeen probleem en ik maak van de
gelegenheid gebruik om de kwestie structureel
aan te pakken. Het overleg tussen de drie
diensten is noodzakelijk met het oog op een
coherent beleid waarbij de verantwoordelijkheden
duidelijk worden vastgelegd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.45 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.45 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 428
CRABV 50 COM 428
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
dinsdag mardi
20-03-2001 20-03-2001
16:00 uur
16:00 heures
CRABV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de mobiliteitsproblemen voor
visueel gehandicapten in de NMBS-stations"
(nr. 4052)
1
Question de M. Yves Leterme à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les problèmes de mobilité des
handicapés visuels dans les gares de la SNCB"
(n° 4052)
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Isabelle Durant, vice-eerste
minister en minister van Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Isabelle Durant, vice-première ministre
et ministre de la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de afdanking van een VLD-
kabinetsmedewerkster van de minister" (nr. 4253)
3
Question de M. Francis Van den Eynde à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le licenciement d'une
collaboratrice VLD du cabinet de la ministre"
(n° 4253)
3
Sprekers: Francis Van den Eynde, Isabelle
Durant, vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer
Orateurs: Francis Van den Eynde, Isabelle
Durant, vice-première ministre et ministre de
la Mobilité et des Transports
Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het structureel probleem met
betrekking tot de automobielinspectie van wagens
die volgens het advies van CARA zijn aangepast
aan de handicap van de bestuurder" (nr. 4225)
4
Question de M. Jos Ansoms à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le problème structurel posé par le
contrôle technique de voitures adaptées suivant
les recommandations de CARA au handicap de
l'automobiliste" (n° 4225)
4
Sprekers: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-eerste minister en minister van Mobiliteit
en Vervoer
Orateurs: Jos Ansoms, Isabelle Durant,
vice-première ministre et ministre de la
Mobilité et des Transports
CRABV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
DINSDAG
20
MAART
2001
16:00 uur
______
du
MARDI
20
MARS
2001
16:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.05 uur door
de heer Francis Van den Eynde, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.05 heures par M.
Francis Van den Eynde, président.
01 Vraag van de heer Yves Leterme aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "de mobiliteitsproblemen voor
visueel gehandicapten in de NMBS-stations"
(nr. 4052)
01 Question de M. Yves Leterme à la vice-
première ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "les problèmes de mobilité des
handicapés visuels dans les gares de la SNCB"
(n° 4052)
01.01 Yves Leterme (CVP): Visueel
gehandicapten hebben het in NMBS-stations
doorgaans moeilijk om de lokettenzaal of de
perrons te vinden. De bestaande richtlijnen zijn
vaak niet gekend door architecten en ontwerpers.
Ook de informatieverstrekking laat te wensen over.
Voorziet het NMBS-beheerscontract in middelen om
de toegankelijkheid van stations voor visueel
gehandicapten te verbeteren? Is volgens de
minister een wetgevend initiatief nodig? Kan de
NMBS de informatiebrochures in braille ter
beschikking stellen? De touch screen-
ticketautomaten zijn onbruikbaar voor deze groep.
Welk alternatief komt er voor hen? Zal de minister
ingaan op de vraag om in elke trein bestemming en
wijzigingen om te roepen? De NMBS laat zich onder
meer adviseren door de Hoge Raad voor
Gehandicapten, waarin de Belgische Confederatie
van Blinden en Slechtzienden niet is
vertegenwoordigd. Is de minister van plan
initiatieven te nemen in dit verband?
Voorzitter: de heer Jacques Chabot.
01.01 Yves Leterme (CVP):Les handicapés de la
vue éprouvent invariablement des difficultés à
trouver la salle des guichets et les quais dans les
gares de la SNCB. Souvent, les directives
existantes ne sont pas connues des architectes et
concepteurs de projets. La communication des
informations laisse aussi à désirer.
Le contrat de gestion de la SNCB prévoit-il des
moyens visant à améliorer l'accessibilité des gares
aux handicapés de la vue ? La ministre panse-t-elle
qu'une initiative législative est nécessaire ? La
SNCB peut-elle fournir des brochures en Braille ?
Les distributeurs de billets à écran interactif sont
inutilisables pour ce groupe. Qu'envisage-t-on pour
eux
? La ministre va-t-elle réserver une suite
favorable à la demande qui a été faite d'annoncer
les destinations et les modifications dans tous les
trains ?La SNCB se fait notamment conseiller par le
Conseil supérieur des Handicapés au sein duquel la
Confédération belge des aveugles et malvoyants
n'est pas représentée. La ministre a-t-elle l'intention
de prendre des mesures à cet égard ?
Président: M. Jacques Chabot.
01.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Het
beheerscontract voorziet in een actief beleid voor
mensen met een handicap. Er bestaat een
01.02 Isabelle Durant , ministre (en
néerlandais):Le contrat de gestion prévoit une
politique active à l'égard des personnes affectées
20/03/2001
CRABV 50
COM 428
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
permanente werkgroep die de problematiek
bestudeert, wat interessant is bij de voorbereiding
van het derde beheerscontract.
De investeringen in voorzieningen om de
toegankelijkheid te verbeteren maken deel uit van
het budget voor het onthaal van het cliënteel. Bij de
oprichting of herinrichting van stations moet de
NMBS rekening houden met de richtlijnen van de
regio's in verband met de toegankelijkheid van
openbare gebouwen.
Het is mogelijk om in het nieuwe beheerscontract te
voorzien in een afzonderlijk budget voor deze
investeringen.
Er is nog heel wat werk aan de winkel, zeker in de
oude stations. Positief is dat dergelijke
aanpassingen doorgaans ook de andere reizigers
ten goede komen.
Er bestaat een wet van 17 juli 1975 inzake de
toegankelijkheid van openbare gebouwen voor
personen met een handicap. De toepassing van die
wet is niet altijd doeltreffend. Ik heb een tijdelijke
vereniging opgericht ter groepering van drie
verenigingen voor personen met een handicap met
het oog op een proefproject in 9 stations inzake de
betere toegankelijkheid. Ik heb hiervoor een budget
van 2,5 miljoen frank uitgetrokken. Betrokkenen zelf
moeten natuurlijk nauw bij deze projecten worden
betrokken. Er moet ook een permanent forum
komen om met die belangenvereniging overleg te
plegen.
De NMBS heeft een gids opgesteld voor een betere
mobiliteit voor personen met een handicap. Deze
gids staat ondertussen ook op internet.
Personen met een handicap kunnen gebruik maken
van de mogelijkheid om gratis te sporen in 2
de
klasse. Voor 1
ste
klasse moet een supplement
worden betaald.
d'un handicap. Un groupe permanent s'occupe de
cette question, ce qui est intéressant pour
l'élaboration du troisième contrat de gestion.
Les investissements dans les infrastructures
nécessaires pour améliorer l'accessibilité font partie
du budget affecté à l'accueil de la clientèle. Lors de
l'aménagement ou du réaménagement de gares, la
SNCB doit tenir compte des directives des Régions
relatives à l'accessibilité des bâtiments publics.
Il est possible de prévoir dans le nouveau budget un
budget distinct pour ces investissements.
Il reste beaucoup à faire, particulièrement dans les
vieilles gares. Le fait que, en même temps, ces
aménagements sont toujours bénéfiques pour les
autres voyageurs est à saluer comme un point
positif.
Il existe une loi du 17 juillet 1975 qui traite de
l'accessibilité des bâtiments publics aux personnes
atteintes d'un handicap. L'application de cette loi
n'est pas toujours efficace. J'ai créé une association
temporaire regroupant trois associations de
personnes handicapées visant à mener un projet
pilote en matière d'accessibilité dans 9 gares. J'ai
prévu à cet effet un budget de 2,5 millions. Les
personnes concernées doivent bien entendu être
étroitement impliquées dans ces projets. Il faut
aussi créer un forum permanent pour mener une
concertation avec les associations qui défendent
leurs intérêts.
La SNCB a rédigé un guide pour une meilleure
mobilité des personnes handicapées. Ce guide est
également disponible sur internet.
Les personnes handicapées peuvent faire usage de
la possibilité qui leur est offerte de voyager
gratuitement en seconde classe. Pour la première
classe, elles ont un supplément à payer.
Inzake de auditieve signalisatie wil ik erop wijzen
dat in sommige treinen er reeds een
omroepsysteem bestaat. Misschien kan een
bandsysteem een oplossing bieden voor de lacunes
en voor de treinen waar geen geluidssysteem
aanwezig is. De nieuwe treinstellen zijn wel allen
uitgerust met een auditief systeem. Voor de overige
vragen van het lid verwijs ik naar de ministeries van
Volksgezondheid en van Sociale Zaken. Het
onderzoek naar de toegankelijkheid van de stations
heeft erop gewezen dat de normen van de NMBS
overeenstemmen met die van de brailleliga. Er
bestaat dus wel degelijk een goodwill en die zal dan
En ce qui concerne la signalisation auditive, je
voudrais souligner que certains trains sont déjà
équipés d'un système d'annonce. Peut-être un
système à bande permettrait-il remédier aux
lacunes et d'offrir une solution pour les trains qui ne
sont pas équipés d'un système sonore. Les
nouveaux trains sont tous équipés d'un système
auditif. Pour ce qui est des autres questions de
l'honorable membre, je renvoie aux ministères de
la Santé publique et des Affaires sociales. Une
étude de l'accessibilité des gares a montré que les
normes de la SNCB correspondent à celle de la
Ligue Braille. La bonne volonté est donc bien
CRABV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
ook worden gestimuleerd.
présente et elle sera encouragée.
01.03 Yves Leterme (CVP): De beschavingsgraad
van een samenleving kan worden afgemeten aan
de inspanningen die ze doet ten voordele van de
minder bedeelden.
Ik verheug me over de houding en de intenties van
de minister. Een afzonderlijke kredietlijn lijkt me een
goed idee.
Hoe werden de stations voor de proefprojecten
geselecteerd? Komt er een evaluatie? Wij zullen de
beleidsdaden van de minister verder opvolgen.
01.03 Yves Leterme (CVP): Le degré de
civilisation d'une société peut se mesurer aux
efforts qu'elle fournit en faveur de personnes moins
favorisées.
Je me réjouis de l'attitude et des intentions de la
ministre. Une ligne de crédit distincte me semble
une bonne idée.
Comment les gares ont-elles été sélectionnées pour
les projets-pilotes
? Procédera-t-on à une
évaluation ? Nous resterons attentifs aux actes
politiques de la ministre.
01.04 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Er
werden stations gekozen in de drie gewesten. Dat
gebeurde in overleg met de bevoegde
verenigingen en met de NMBS. Uit de evaluatie
zullen concrete maatregelen en projecten
voortvloeien.
01.04 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
Des gares ont été sélectionnées dans les trois
Régions. Cette opération s'est déroulée en
concertation avec les associations compétentes et
avec la SNCB. L'évaluation permettra de déboucher
sur des mesures et des projets concrets.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Francis Van den Eynde
aan de vice-eerste minister en minister van
Mobiliteit en Vervoer over "de afdanking van
een VLD-kabinetsmedewerkster van de
minister" (nr. 4253)
02 Question de M. Francis Van den Eynde à la
vice-première ministre et ministre de la Mobilité et
des Transports sur "le licenciement d'une
collaboratrice VLD du cabinet de la ministre"
(n° 4253)
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De pers maakte melding van het feit dat minister
Durant een universitair medewerkster van haar
kabinet heeft ontslagen. Betrokkene heeft zitting
voor de VLD in een Antwerpse districtsraad. Zij
was, naar verluidt, ingegaan op een zogenaamde
"open sollicitatie", waarbij de politieke aanhorigheid
niet van tel is.
Dit ontslag werd door de heer Coveliers tijdens het
vragenuurtje van 15 maart in de Kamer
aangekaart. De reactie van de minister vond ik
volstrekt onvoldoende. De minister antwoordde
toen dat op haar kabinet medewerkers zitten "van
alle democratische partijen". Betekent dit dan niet
dat de kandidaten in feite werden gescreend op
hun persoonlijke opvattingen? Komt hierbij het
respect voor de privacy en de desbetreffende
wetgeving niet in het gedrang?
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
La presse a diffusé des informations selon lesquelles
la ministre Durant aurait licencié une jeune
universitaire travaillant comme collaboratrice au sein
de son cabinet. L'intéressée siège en tant que
représentante du VLD au sein d'un conseil de district
d'Anvers. Il semble qu'elle aurait répondu à une offre
d'emploi "ouverte" pour laquelle l'appartenance
politique n'entre pas en ligne de compte.
Ce licenciement a été évoqué par M. Coveliers
pendant l'heure des questions en séance plénière de
la Chambre du 15 mars. J'estime que la ministre a
répondu de manière totalement insuffisante. Elle a
en effet indiqué que son cabinet se composait de
collaborateurs issus de "tous les partis
démocratiques". Cela ne signifie-t-il pas que les
candidats ont donc en fait été sondés quant à leurs
convictions personnelles ? En conséquence, le
respect de la vie privée et la législation s'y rapportant
ne sont-ils pas menacés ?
Werden in het kader van deze ontslagprocedure
alle geldende rechtsregels gerespecteerd? Voor
het ontslag werd geen reden opgegeven. Dat is
toch in tegenspraak met wat vandaag gebruikelijk
A-t-on bien respecté toutes les règles de droit en
vigueur dans le cadre de cette procédure de
licenciement ? Aucun motif n'a été avancé pour
justifier ce départ. N'est-ce pas contraire aux usages
20/03/2001
CRABV 50
COM 428
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
is.
De door de minister gehanteerde methodes zijn
niet van die aard om vertrouwen te stellen in de
manier waarop paars-groen haar kabinetten
samenstelt.
Legt minister Durant een persoonlijke fiche van
haar medewerkers aan? Worden de kandidaten al
dan niet vooraf op hun politieke correctheid
gescreend?
actuels ?
Les méthodes employées par la ministre ne sont pas
de nature à inspirer confiance dans la manière dont
la coalition arc-en-ciel constitue ses cabinets.
La ministre Durant établit-elle des fiches
personnelles de ses collaborateurs ? Soumet-elle
préalablement les candidats à un emploi à une
enquête destinée à vérifier leur rectitude politique ?
02.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Ik
beroep me niet op artikel 85 van het
kamerreglement betreffende individuele gevallen
voor wat de ontvankelijkheid van vragen betreft.
De organisatie van een kabinet behoort tot de
bevoegdheid van de minister.
Het behoren tot een democratische politieke partij
was niet de reden tot ontslag. Talrijke
medewerkers van mijn kabinet behoren tot andere
politieke formaties. Dit betekent niet dat mijn
medewerkers worden gescreend, wel dat zij dit in
een geest van openheid hebben meegedeeld.
Het kabinet heeft de voorwaarden voor
aanwerving en ontslag van personeelsleden van
het kabinet nageleefd.
02.02 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
Je n'invoquerai pas l'article 85 du Règlement de la
Chambre aux termes duquel les questions relatives
aux cas personnels sont irrecevables.
L'organisation d'un cabinet est de la compétence du
ministre.
Le motif du licenciement que vous évoquez n'était
pas l'appartenance à un parti politique démocratique.
Mon cabinet compte de nombreux collaborateurs qui
appartiennent à d'autres formations politiques. Cela
ne signifie pas que mes collaborateurs sont soumis à
une enquête préalable, mais qu'ils ont communiqué
cette information dans un esprit de transparence.
Mon cabinet a respecté les conditions de
recrutement et de licenciement applicables à ses
collaborateurs.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Dat is hetzelfde antwoord dat ik vorige week heb
gehoord na de vraag van collega Coveliers. De
minister beweert geen fiches te hebben, maar hoe
kan ze dan weten welke de politieke overtuiging is
van haar medewerkers? Gaat het hier om een
ontslag om politieke motieven? Het ontslag is
bovendien op een weinig sociale manier gebeurd.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
C'est la même réponse que celle qui a été fournie la
semaine passée à une question posée par M.
Coveliers. La ministre prétend ne pas disposer de
fiches, mais comment peut-elle dès lors connaître
les convictions politiques de ses collaborateurs? La
collaboratrice de cabinet licenciée était-elle membre
d'un parti soi-disant non démocratique? S'agit-il d'un
licenciement pour motifs politiques? Par ailleurs, le
licenciement ne s'est guère fait dans le respect de
la législation sociale.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jos Ansoms aan de vice-
eerste minister en minister van Mobiliteit en
Vervoer over "het structureel probleem met
betrekking tot de automobielinspectie van
wagens die volgens het advies van CARA zijn
aangepast aan de handicap van de bestuurder"
(nr. 4225)
03 Question de M. Jos Ansoms à la vice-première
ministre et ministre de la Mobilité et des
Transports sur "le problème structurel posé par
le contrôle technique de voitures adaptées
suivant les recommandations de CARA au
handicap de l'automobiliste" (n° 4225)
03.01 Jos Ansoms (CVP): Onlangs werd een
leemte in de regelgeving blootgelegd inzake de
automobielinspectie van voertuigen voor
gehandicapten. Deze blijken niet aangepast aan de
03.01 Jos Ansoms (CVP): Une lacune dans la
réglementation relative au contrôle technique des
voitures pour handicapés a récemment été mise en
évidence. Ces voitures ne sont pas conformes aux
CRABV 50
COM 428
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
richtlijnen van CARA. Volgens de wet van 21 juni
1985 heeft de uitvoerende macht de bevoegdheid
om de controle op voertuigen toe te vertrouwen aan
erkende instellingen.
Is het niet aangewezen om voertuigen voor
gehandicapten te laten controleren door CARA?
directives de CARA. En vertu de la loi du 21 juin
1985, le pouvoir exécutif est habilité à confier le
contrôle des véhicules à des organismes agréés.
Ne s'indique-t-il pas de confier le contrôle des
voitures pour handicapés à CARA ?
03.02 Minister Isabelle Durant (Nederlands): Het
KB van 23 maart 1998 inzake de rijgeschiktheid van
personen met een verminderde rijvaardigheid
vermeldt de eventuele aanpassingen die nodig zijn
aan de door hen personen gebruikte voertuigen,
evenals de voorwaarden onder dewelke die
voertuigen in het verkeer mogen worden gebracht.
Het CARA bepaalt dit alles. Na de technische
aanpassing wordt het voertuig in een
autocontrolestation nagekeken. Het stationshoofd
stelt vast welke aanpassingen effectief gebeurd zijn.
03.02 Isabelle Durant , ministre (en néerlandais):
L'arrêté royal du 23
mars 1998 relatif aux
personnes dont l'aptitude à la conduite est réduite
mentionne les aménagements qui doiven,t
éventuellement être apportés aux véhicules utilisés
par ces personnes ainsi que les conditions
auxquelles ces véhicules peuvent être mis en
circulation. Le CARA définit ces normes. Après les
adaptations techniques, le véhicule est examiné
dans un centre de contrôle technique
; le
responsable du centre constate quelles adaptations
ont effectivement été réalisées.
Het is de beschrijving van de installateur die geldt,
niet die van CARA, want de stationschef beschikt
niet over die laatste. Op basis van het oordeel van
de stationschef beslist de administratie over de
goedkeuring van de aanpassing. CARA kan niet
oordelen over de goedkeuring van de aanpassing.
De stationschef beschikt niet over de nodige
elementen om een passend oordeel te vellen. De
technische inspectie zou dus moeten beschikken
over de aanwijzingen van CARA.
Ik zal de bevoegde diensten, administratie, CARA
en installateurs samenroepen om tot meer
coherentie te komen en om ervoor te zorgen dat de
aanwijzingen van CARA tot bij de technische
keuringsdiensten geraken.
C'est la description faite par l'installateur qui compte
et non celle de CARA puisque le responsable du
centre de contrôle technique ne dispose pas de
cette dernière. L'administration se fonde sur le
jugement du responsable du centre pour décider de
l'agrément de l'adaptation. CARA ne peut statuer
sur l'agrément de l'adaptation.
Le responsable du centre ne dispose pas des
éléments nécessaires pour rendre un avis
approprié. Les centres de contrôle technique
devraient donc disposer des recommandations de
CARA.
Je réunirai les services compétents,
l'administration, CARA et les installateurs afin
d'assurer une plus grande cohérence et de veiller à
ce que les recommandations de CARA parviennent
aux services du contrôle technique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.46 heures.
Document Outline