KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 424
CRIV 50 COM 424
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
20-03-2001 20-03-2001
10:00 uur
10:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Yves Leterme aan de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de afhandeling van de
schadevergoedingen van de dioxinecrisis - luik
Volksgezondheid" (nr. 4198)
1
Question de M. Yves Leterme à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le règlement
des dossiers d'indemnisation relatifs à la crise de
la dioxine - volet Santé publique" (n° 4198)
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP, Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de MUG
erkenning regio Oostkust" (nr. 4200)
4
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance d'un service SMUR dans la
région de la Côte est" (n° 4200)
4
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van de heer Claude Eerdekens tot de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "het
reglementeren van de rituele slachtingen ter
gelegenheid van het islamitische offerfeest"
(nr. 736)
5
Interpellation de M. Claude Eerdekens à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'organisation des abattages rituels de la fête
islamique du sacrifice" (n° 736)
5
Sprekers: Claude Eerdekens, voorzitter van
de PS-fractie, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu, Jef Valkeniers, Magda De Meyer,
Hubert Brouns
Orateurs: Claude Eerdekens, président du
groupe PS, Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement, Jef
Valkeniers, Magda De Meyer, Hubert
Brouns
Moties
10
Motions
10
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende geneeskundige
hulpverlening" (nr. 4229)
10
- M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'aide médicale urgente"
(n° 4229)
10
- de heer Philippe Seghin aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende medische hulp"
(nr. 3242)
10
- M. Philippe Seghin à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'aide médicale urgente"
(n° 3242)
10
Sprekers: Luc Goutry, Philippe Seghin,
Magda Aelvoet
, minister van Consumenten-
zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Philippe Seghin,
Magda Aelvoet
, ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de moeilijkheden
bij de uitvoering van het koninklijk besluit van
23 mei 2000" (nr. 4242)
13
Question de Mme Colette Burgeon à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "les difficultés
d'application de l'arrêté royal du 23 mai 2000"
(n° 4242)
12
Sprekers: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken,
15
Question de Mme Magda De Meyer à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
15
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het uitblijven
van de uitvoeringsbesluiten bij de wet op de
alternatieve geneeskunde" (nr. 4249)
publique et de l'Environnement sur "l'absence
d'arrêtés d'exécution de la loi sur les médecines
parallèles" (n° 4249)
Sprekers: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "zijn uitspraken over de verhoging van het
bestaansminimum met 10%" (nr. 4213)
15
Question de M. Koen Bultinck au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "les
déclarations du ministre concernant
l'augmentation de 10% du revenu minimum
d'existence" (n° 4213)
15
Sprekers: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Vraag van de heer Koen Bultinck aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een asielcentrum te
Westende (Middelkerke)" (nr. 4261)
17
Question de M. Koen Bultinck au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "l'ouverture
d'un centre d'accueil pour candidats réfugiés à
Westende (Middelkerke)" (n° 4261)
17
Sprekers: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de OCMW-steun voor mensen met een
lopend regularisatiedossier in het kader van een
officieel opleidingsproject" (nr. 4216)
19
Question de Mme Simonne Creyf au vice-premier
ministre et ministre du Budget, de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "l'octroi d'une
aide par le CPAS à des personnes dont la
procédure de régularisation est en cours pour un
projet de formation officiel" (n° 4216)
19
Sprekers: Simonne Creyf, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Simonne Creyf, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
20
MAART
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
20
MARS
2001
10:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.14 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.14 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van de heer Yves Leterme aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
afhandeling van de schadevergoedingen van de
dioxinecrisis - luik Volksgezondheid" (nr. 4198)
01 Question de M. Yves Leterme à la ministre
de la Protection de la consommation, de la
Santé publique et de l'Environnement sur "le
règlement des dossiers d'indemnisation relatifs
à la crise de la dioxine - volet Santé publique"
(n° 4198)
01.01 Yves Leterme (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, mijn
vraag betreft de afhandeling van de dioxinecrisis,
meer bepaald de vergoeding van de niet-
landbouwbedrijven door de federale overheid. Er
is uiteraard ook een gewestelijk luik aan deze
kwestie, maar wat het federale luik betreft, zijn er
naar ik verneem nogal wat problemen. Volgens de
cijfers die ik een maand geleden heb ontvangen
van het Rekenhof blijkt dat door het ministerie van
Volksgezondheid een krediet van 16,4 miljard
frank was uitgetrokken voor de vergoeding van de
niet-landbouwbedrijven die schade leden door de
dioxinecrisis. Eind november 2000 was volgens de
cijfers van het Rekenhof nog maar 4 miljard frank
van dit bedrag uitbetaald. Voor de vergoeding van
vernietigde producten zou iets meer dan 10
miljard frank zijn vastgelegd. Eind november 2000
was daarvan echter amper 20% uitbetaald. Voor
de rationele kosten, namelijk vernietigingskosten,
analysekosten, en dergelijke, was in een krediet
van 6,2 miljard frank voorzien. Eind november was
volgens de cijfers van het Rekenhof amper 1/3
van de kosten vergoed.

Mevrouw de minister, als ik me niet vergis, gaat
het hier om niet-gesplitste kredieten. Wanneer er
niet in een begrotingsruiter voorzien is, kunnen
dergelijke kredieten niet overgedragen worden
naar het volgende werkjaar. Ik wil u hierover dus
enkele vragen stellen. Ten eerste, hoever stond
het met de uitbetalingen eind 2000? Het is
natuurlijk mogelijk dat in november of
december
2000 nog een groot aantal
schadevergoedingen zijn uitgekeerd, waarvan ik
nog geen weet heb. Wat was eind 2000 de stand
van zaken voor de schadevergoeding van de
operationele kosten en de vernietigingskosten?
Indien mogelijk kreeg ik de cijfers graag
opgesplitst in binnenlandse en buitenlandse
kosten.

Ten tweede, hoeveel kosten moeten nog vergoed
worden in 2001? Is hiervoor in een
begrotingsruiter voorzien? Te oordelen naar uw
non-verbale reactie, mevrouw de minister, geloof
ik dat dit inderdaad zo is. Sinds wanneer is in die
begrotingsruiter voorzien? Voor welk krediet geldt
die begrotingsruiter? Welk bedrag werd in de
eerste maanden van 2001 uitbetaald?

Ten derde, hoe komt het dat de uiteindelijke
omvang van de schadevergoeding via kredieten,
waar uw departement voor tekent, oorspronkelijk
begroot was op 16 miljard frank, terwijl de
kostenraming nu veel lager blijkt te zijn?
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Ten vierde, wat is de oorzaak van de vertraging in
de uitbetalingen? Het Rekenhof geeft enkele
verklaringen, maar ik wil deze toetsen aan uw
mening. Ingeval het uitstel van betalingen te
maken heeft met personeelstekort, wil ik u ook
vragen over welke personeelsbezetting u beschikt
om de dossiers te onderzoeken en af te handelen.
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, eerst en vooral schetste ik u
graag de stand van zaken in verband met de
uitbetalingen tijdens het jaar 2000. Ten eerste, wat
de tegenwaarde van de producten en de kosten
voor opslag en transport betreft. Voor het
binnenland werd hiervoor 3,45 miljard frank
uitgetrokken. Voor het buitenland was dit 339,5
miljoen frank. Gedurende het jaar 2000 werd er
hiervan 3 miljard 2 miljoen frank uitbetaald.

Ten tweede, werd er voor de kosten van
de
productvernietiging 1,74 miljard frank
uitgetrokken.

Ten derde, is er het prijskaartje van de
laboratoriaonderzoeken. Dit bedraagt 224,7
miljoen frank voor het onderzoek op de producten
voor het binnenland en 63,8 miljoen frank voor de
producten voor het buitenland. Het is
vermeldenswaardig dat elke uitgekeerde
vergoeding een ministeriële goedkeuring vereiste.
Er werd namelijk op bevel van het Rekenhof een
zeer strenge procedure gevolgd. Men handelde
niet op het ogenblik dat de technische commissie
haar oordeel had gevormd, maar elk dossier
moest na de uitspraak van de technische
commissie overgezonden worden voor een
ministeriële beslissing. Ik heb al ettelijke dossiers
getekend en dit uiteraard in overeenstemming met
zowel de adviezen van de Raad van State met
betrekking tot koninklijke besluiten, als met
bijkomende reacties die wij van het Rekenhof
hebben gekregen. Ik herinner mij minstens twee
gevallen waarin er een bijkomende opmerking
was vanwege het Rekenhof omdat het van
oordeel was dat bepaalde technische aspecten in
een gedetailleerde utvoering niet helemaal in orde
waren.

Voor het jaar 2001 ziet de situatie er als volgt uit.
Voor het binnenland kan ik u cijfers geven tot en
met 22 februari van dit jaar. Er werd voor 182,1
miljoen frank aan vergoedingen toegekend en
over 230,5 miljoen frank aan vergoedingen beslist.
Wat deze laatste vergoedingen betreft, is de
procedure nog lopende. Het gaat dus om ruim 400
miljoen frank. Voor het buitenland gaat het om
63,2 miljoen frank aan toegekende vergoedingen.
Betreffende de vernietigingskosten is het zo dat er
een laatste inspectieronde heeft plaatsgevonden
doorheen slachthuizen, opslagplaatsen,
koelhuizen en andere locaties waar tijdens
de dioxineperiode
kleinere
hoeveelheden
aangetroffen werden. Deze werden vroeger nooit
geïnventariseerd. In een aantal gevallen gebeurde
dit nooit omdat de oorspronkelijke eigenaar er
geen belang meer aan hechtte en reeds blij was
als hij van de problemen af was. De kostprijs
hiervan is dus nog niet helemaal duidelijk omdat
het toch gaat over het verzamelen van kleine
hoeveelheden. Over een paar maand zullen we
daar beter zicht op hebben.

Ten slotte, wat de laboratoriaonderzoeken betreft,
is er voor het binnenland in 2001 is er nog voor
33.880 frank aan onderzoek verricht; voor het
buitenland bedraagt dit nog 19,9 miljoen frank. Het
totale budget, om tegemoet te komen aan de
vergoedingen die worden uitgekeerd binnen het
kader van de dioxinecrisis, bedraagt 2,7 miljard
frank en hiervoor werd er een begrotingsruiter in
de Begrotingswet 2001 ingeschreven. Dit
gebeurde uiteraard vorig jaar al. Dit werd
opgesplitst in twee delen; 879,8 miljoen frank op
het begrotingsartikel 54.151201 en dan nog eens
3 miljard frank op het artikel 54.155301. Het
opvallende verschil tussen beide ramingen is het
gevolg van de werkwijze. De begrotingsramingen
gebeurden namelijk op basis van de gevraagde
vergoeding en zoals vaak blijkt bij het afsluiten
van een dossier, ligt de werkelijk uitgekeerde
vergoeding gevoelig lager dan de aanvraag.
Rekening houdende met de huidige stand van de
diverse dossiers zullen alle dossiers tegen de
zomer afgesloten zijn.

De budgettaire raming van 16 miljard frank werd
uiteraard opgesteld op het einde van de
dioxinecrisis. Toen konden wij steunen op een
aantal ingediende dossiers en op een gemiddelde
van aangevraagde vergoedingen uit een hele
reeks, die uiteraard willekeurig werden
uitgekozen. Bij het behandelen van de dossiers en
tijdens de controles is vrij snel gebleken dat er een
opmerkelijk verschil was tussen de hoeveelheden
waarvoor oorspronkelijk een vergoeding werd
aangevraagd en waarvoor uiteindelijk een
gedocumenteerd dossier werd ingediend. Het
grote verschil toont aan dat men op veilig heeft
gespeeld. Men kondigde aan dat men zeer veel
zou vragen, maar op het moment dat men het
dossier indient, merkt men dat men niet zoveel
bewijsmateriaal in handen heeft als nodig op basis
van de opgestelde koninklijke besluiten.

In de ingediende dossiers zaten ook elementen
die absoluut niet klopten of die men niet kon
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
bewijzen. In deze dossiers moest dan ook de
hakbijl worden gezet. Wij waren van oordeel dat
iedereen die effectief schade geleden had en dat
ook kon bewijzen, op een ordentelijke manier
moest worden vergoed, maar met het geld van de
belastingbetaler moet zuinig worden
omgesprongen. Als men vaststelt dat een dossier
niet deugdelijk is, werden er de nodige conclusies
uit getrokken. In heel wat gevallen hebben we ook
moeten vaststellen dat men poogde meer binnen
te halen dan waar men recht op had. Gewoonlijk
noemt men zoiets "poging tot fraude". Dat hebben
we heel vaak vastgesteld.

Een andere reden voor het grote verschil is dat bij
de laboratoriumonderzoeken vaak werd
vastgesteld dat goederen die oorspronkelijk
geblokkeerd waren, bij analyse volkomen in orde
bleken te zijn, dus geen PCB's bleken te bevatten.
Die producten konden terug in het marktcircuit
terechtkomen. Dat is mogelijk omdat het om
diepgevroren producten gaat. De persoon die de
aanvraag had ingediend, heeft zijn producten dus
teruggekregen en opnieuw kunnen verkopen.

Dat zijn de drie voornaamste redenen waarom er
zo een opvallend verschil is. Mijnheer Leterme, ik
kan bevestigen dat wij die vaststellingen in de loop
van 2000 zeer vlug hebben kunnen maken. We
hebben dat ook geschreven in de driewekelijkse
rapportages die daarover aan de Ministerraad
worden overgemaakt. In de beginfase kregen we
vrolijk-cynische commentaren van de inspectie
van Financiën, die meende dat wij ons vergisten
en dat het oorspronkelijk geschatte bedrag wel
degelijk gehaald zou worden. Dat zou mooie
literatuur zijn voor een thesis. Wij hebben vrij snel
gezien dat er een groot verschil was tussen wat
men aangegeven had te willen bekomen en wat er
uiteindelijk werd gevraagd, wat men kon bewijzen
en wat uiteindelijk goedbevonden is.

Waarom heeft dat allemaal zo lang geduurd? Bij
een vergelijking tussen eetwaren en
landbouwbedrijven met dieren, heeft men in het
eerste geval vaak te maken met loten die al
verpakt zijn. Het kost zeer veel tijd om dat te
ernstig te controleren. Men werd dus
geconfronteerd met een hoge graad van
arbeidsintensief werk om dat alles op een ernstige
manier te kunnen vergoeden. De dossiers die
daar zijn terechtgekomen, zijn zeer uiteenlopend
van aard. Ze variëren van enkele tientallen
duizenden tot honderden miljoenen franken. De
afhandeling ten aanzien van de bedrijven is zeer
complex. Het betreft ook de meest uiteenlopende
soorten van producten onderhevig aan
verschillende reglementeringen en in behandeling
bij verschillende overheidsdiensten. Wij hebben
ook permanent op het departement Economische
Zaken een beroep moeten doen voor de
prijszetting. Dat is niet altijd even vlot verlopen.

Het team dat de opdracht heeft om die dossiers te
behandelen, bestaat uit ongeveer twintig mensen.
Rekening houdend met de aard van de dossiers
zou het moeilijk geweest zijn om de continuïteit,
de opvolging en de uniformiteit van de
behandeling te garanderen door te werken met
een veel uitgebreidere ploeg.

In januari jongstleden hebben wij de toelating
gekregen om bij de administratie twee extra
mensen in te zetten om de zaak te versnellen.
Nochtans werd de huidige ploeg reeds groot
genoeg geacht.
01.03 Yves Leterme (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik bedank de minister zeer oprecht voor
het uitvoerige antwoord. Samen met de informatie
die ik al had, krijg ik door dit antwoord een goed
beeld van de stand van zaken. Dit is zelfs bijna
een conclusie van heel de afhandeling van de
schadevergoedingen.

Het verheugt mij dat in plaats van 16 miljard,
slechts zo'n 7 miljard frank zal moeten worden
uitbetaald. Dit is goed nieuws voor de
belastingsbetaler en het bewijst dat de zaak goed
werd aangepakt. Gezien mijn ervaring bij het
Rekenhof, acht ik het verkieslijk dat er enkele
maanden langer wordt gewacht met het afsluiten
van het dossier als het op die wijze correct kan
gebeuren. Het is positief dat u door het uitvoeren
van dubbele controles een aantal fraudepogingen
hebt kunnen onderscheppen. Ook het Rekenhof
verdient lof in deze zaak, omdat het er regelmatig
op heeft gewezen een en ander eens op een
andere manier te bekijken. Het korps van de
Inspectie van Financiën ken ik niet zo goed en
daar kan ik dus ook niet veel over zeggen.

Ik concludeer dat het positief is dat de kostprijs
lager zal zijn ­ haast 10 miljard frank minder dan
aanvankelijk was verwacht ­ en dat de vertraging
niet negatief moet worden bekeken. Het is beter
dat er correct wordt uitbetaald dan dat men in zijn
haast de fraudedossiers niet opmerkt.
01.04 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, ter attentie van de
volksvertegenwoordigers hier aanwezig, wil ik
daar nog één ding aan toevoegen. Het is mij reeds
vaak opgevallen dat volksvertegenwoordigers te
goeder trouw hun steun uitspreken ten aanzien
van bedrijven in hun regio. Nochtans beseft men
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
niet altijd wat een bedrijf reëel aan het uitspoken
is. Enkel en alleen omdat deze bedrijven uit hun
streek komen, schrijven zij de minister om een
beetje beter haar best te doen. Dat komt geregeld
voor en misschien zal ik daar in een volgend leven
eens een bloemlezing over houden!
01.05 Yves Leterme (CVP): Mevrouw de
voorzitter, ik veronderstel dat deze laatste
toespeling van de minister niet ad hominem is
bedoeld! Ik kan mij niet herinneren ooit een brief
aan de minister te hebben gericht. Ik dacht dat dit
iets was uit vorige tijdperken.

De voorzitter: Slechts zij die zich aan zulke
praktijken hebben bezondigd moeten zich
geviseerd voelen.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de MUG
erkenning regio Oostkust" (nr. 4200)
02 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la reconnaissance d'un service SMUR dans la
région de la Côte est" (n° 4200)
02.01 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, deze
vraag groeide uit de bezorgdheid van een
voormalig lid van de Kamer, mevrouw Kathleen
van der Hooft uit Knokke, omtrent de MUG-
interventies die mogelijks in haar regio zullen
plaatsgrijpen.

Mijn vraag is gebaseerd op vrijgegeven cijfers met
betrekking tot de op til zijnde MUG-erkenning;
inderdaad, deze erkenning vond tot op heden nog
geen doorgang en werd bemoeilijkt door het
koninklijk besluit van gewezen minister Colla.

Momenteel zou de provincie West-Vlaanderen
over acht erkende MUG-functies kunnen
beschikken, waarvan een voor de regio Brugge,
die tevens interventies zou kunnen uitvoeren aan
de oostkust. Hiervoor wordt samengewerkt met
twee MUG-equipes die opereren vanuit
Blankenberge en Knokke.

De erkenning van de MUG-functies wordt onder
meer afhankelijk gesteld van het aantal inwoners
van de regio waar de MUG actief zal zijn. In de
bevolkingscijfers wordt rekening gehouden met
het aantal ingeschreven bewoners, maar niet
zozeer met het aantal toeristen die vooral de
oostkust aandoen. In dat verband denk ik zowel
aan de dagjestoeristen als aan de personen met
een tweede verblijf. Tijdens het toeristisch
seizoen, dat alsmaar vroeger begint en later
eindigt, lopen de bevolkingscijfers op tot meer dan
100.000 inwoners. Uiteraard leidt dit tot een forse
stijging van het aantal interventies tijdens deze
periode. Bovendien behoort deze categorie vaak
tot het oudere gedeelte van de bevolking; ook heel
wat fietstoeristen maken deel uit van deze
categorie. Dit zorgt voor een hogere risicofactor
voor bepaalde interventies.

Het probleem, mevrouw de minister, is het
volgende. De MUG-functie van Brugge gaf te
kennen dat het in het hoogseizoen moeilijk is om
interventies uit te voeren aan de oostkust. Uit een
trial tijdens enkele weekends, zowel als tijdens
sommige weekdagen, bleek dat de interventietijd
opliep tot 45 minuten.

In het verleden waren het de MUG-equipes van
Knokke en Blankenberge die in Brugge
interventies moesten doen omdat de Brugse
dienst overbelast was en de werkdruk niet
aankon. Dat deze twee equipes erg goed
samenwerken en in een goede onderlinge
verstandhouding opereren is
bewonderenswaardig.

Zoals ik reeds zei kon de interventietijd van de
MUG van Brugge voor de oostkust, oplopen tot
meer dan een halfuur en zulks omwille van de
drukte op de verschillende toegangswegen naar
de oostkust. Het is aldus duidelijk dat een snelle
interventie om mensenlevens te redden niet
haalbaar is. Op internationaal niveau geldt het
criterium dat een interventie binnen de 10 minuten
dient te gebeuren.

Thans zijn betrokken diensten bezorgd omtrent de
op til zijnde erkenning en vandaar, mevrouw de
minister, mijn vraag of u, rekening houdend met
wat voorafgaat, beide voornoemde equipes als
één MUG-dienst voor de oostkust kunt erkennen.
02.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, dit is inderdaad een zeer
reëel probleem.

Er bestaat een wettelijk kader waarin het aantal
MUG-diensten per provincie zijn vastgelegd. Voor
de provincie West-Vlaanderen gaat het om acht
MUG-diensten, terwijl er momenteel evenwel een
twaalftal functioneren, maar dat geldt voor ook
voor heel wat andere provincies.
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Het is inderdaad onmogelijk dat de MUG-dienst
van de regio Brugge het kusttoerisme helemaal
voor zijn rekening zou nemen. De provinciale
commissie die zich over de spreiding van het
aantal MUG-diensten buigt, stelde terzake een
voorlopig verslag op waarin voor dat gedeelte van
West-Vlaanderen een afwijking wordt gevraagd.

De moeilijkheid is dat we nog wachten op de
voorstellen die uit het zuiden van de provincie
moeten komen. Het is maar op het ogenblik dat
de puzzel van hun vragen compleet is, dat men de
zaak kan bekijken.

Ik kan op dit ogenblik niets toezeggen. We
moeten de West-Vlaamse puzzel in zijn geheel
oplossen. Ik neem het wel ernstig dat ten aanzien
van het kusttoerisme en de noodzaak om daar
mensen te deblokkeren iets moet gebeuren.
02.03 Maggie De Block (VLD): Mevrouw de
minister, ik ben blij dat u het probleem wilt
erkennen. Ik zal u in een later leven dankbaar zijn
als daar snellere interventies kunnen
plaatsvinden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Interpellation de M. Claude Eerdekens à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'organisation des abattages rituels de la fête
islamique du sacrifice" (n° 736)
03 Interpellatie van de heer Claude Eerdekens
tot de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
reglementeren van de rituele slachtingen ter
gelegenheid van het islamitische offerfeest"
(nr. 736)
03.01 Claude Eerdekens (PS): Madame la
présidente, madame la ministre, chers collègues,
cette interpellation concerne la circulaire que les
bourgmestres ont reçue. Celle-ci m'a
personnellement agacé en fonction d'une autre
casquette que j'assume et qui est celle d'un
bourgmestre. Je considère qu'il est un principe
fondamental, à savoir celui du pollueur-payeur.
J'estime que le principe du décideur-payeur doit
être d'application si l'on veut éviter demain que les
communes soient financièrement exsangues.

La réforme des polices a suscité assez d'émois au
sein du gouvernement. La libéralisation du marché
de l'énergie, qui va priver les communes de
recettes importantes en matière de dividendes
d'intercommunales, entraîne d'autres difficultés.
Au fil du temps, on s'aperçoit que différents
niveaux de pouvoirs, la Région dans une certaine
mesure, mais également le fédéral, prennent des
mesures nécessaires qui relèvent de leurs
compétences mais en en faisant supporter la
charge financière par les pouvoirs locaux.
J'entends réagir vis-à-vis de cette situation
anormale et je le fais à l'égard de cette circulaire
comme je le ferais à l'égard d'une circulaire
émanant de quelque ministre que ce soit y
compris de mon propre parti.

Je n'apprécie pas, madame la ministre, le ton
comminatoire et pressant de la circulaire lorsqu'il
est dit à l'attention des bourgmestres. "Je vous
invite, dès lors, à mettre à la disposition des
particuliers des lieux d'abattage, ... afin de
respecter ...". Cela dit, ne nous trompons pas. Les
mesures qui nous sont proposées s'imposent sur
le plan sanitaire. D'autre part, il est tout à fait
logique que celles et ceux qui pratiquent ce culte
puissent le faire dans les conditions prescrites par
le Coran. C'est une question de tolérance et je
trouve normal que dans le respect des croyances
de tout un chacun, on s'efforce que ces abattages
s'exécutent dans des conditions de santé
publique. Vous assumez parfaitement votre
mission en cherchant à éviter des problèmes
lorsqu'il s'en passe tellement dans le pays avec
l'apparition de la fièvre aphteuse et d'autres. On
ne joue pas avec la santé publique.

La philosophie de votre circulaire ne me pose pas
de problèmes mais plutôt le contenu dans le sens
où toutes les mesures que vous préconisez
doivent être assumées par les communes. Plus
avant dans la circulaire, je constate que, page 2
dans la version française, avant la distinction entre
les abattoirs agréés et ceux qui ne le sont pas, il
est dit que ces établissements sont placés sous la
responsabilité des autorités communales qui sont
invitées à les mettre en place, à les organiser et à
solliciter leur agrément.

Il est demandé aux communes de mettre à
disposition des abattoirs momentanés, limités à
quelques jours dans le temps afin de permettre
aux pratiquants d'un culte de pouvoir pratiquer les
abattages rituels. Au paragraphe suivant, vous
ajoutez qu'un contrôle vétérinaire, tant du bien-
être animal que des prescriptions de santé
publique, consiste à surveiller que les conditions
particulières décrites dans la circulaire sont bien
respectées. De plus, ces contrôles relèvent
également de la responsabilité des autorités
communales. En deux mots, les communes
doivent se débrouiller.
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Vous faites la distinction entre les abattoirs agréés
et ceux qui ne le sont pas. Il est évident que cela
ne pose aucun problème pour les abattoirs
agréés. Il n'y aucune difficulté à réserver un
espace consacré aux abattages rituels à certains
moments de l'année dans les abattoirs agréés
puisqu'ils sont permanents. Le problème se pose
pour les autres établissements pour lesquels la
circulaire dit que l'administration communale doit,
en collaboration avec les Régions compétentes,
prendre les dispositions nécessaires en vue de la
collecte sur place des déchets d'animaux issus
des abattages ainsi que des matériels à risques
spécifiés, etc.

Les communes se trouvent dans l'obligation de
s'occuper de l'évacuation de déchets qui ne la
concernent pas et donc de payer des entreprises
de transport, qui doivent être spécialement
agréées, pour la destruction des déchets, laquelle
doit se faire dans des lieux adéquats et dont le
coût revient entre 4 et 5000 francs la tonne! C'est
effrayant en termes de coûts!

Toute une série de critères auxquels doivent
satisfaire les établissements autres que les
abattoirs, sont précisés et ils sont lourds: être
couverts, etc.

J'en arrive aux contrôles. Vous dites ­ et c'est la
goutte qui fait déborder le vase ­ ce qui suit: "En
vue d'organiser et de programmer le déroulement
hygiénique des opérations, l'administration
communale peut demander le concours payant du
service local d'inspection". Par conséquent, s'il
faut faire appel à des fonctionnaires de l'autorité
fédérale, on doit les payer. Cela est inacceptable à
mon avis. J'ai fait le compte de ce que cela
représente dans une commune que je connais
bien: cette opération coûterait 1,8 million à charge
du budget communal si celui-ci doit assumer ces
obligations. Par conséquent, une telle circulaire
est inapplicable.

Je ne conteste pas vos mesures sur le plan de la
santé publique. Je me félicite qu'elles permettent
aux pratiquants du culte islamique de procéder
aux abattages rituels. Mais à partir du moment où
l'Etat fédéral, en collaboration avec le ministère de
l'Agriculture, veut s'occuper de ces abattages
rituels ­ c'est d'ailleurs sa mission -, qu'il en
assume les conséquences: soit il sollicite la
collaboration des communes ­ dans ce cas, il doit
prendre leurs frais à charge -, soit, puisqu'il
dispose d'une administration compétente en
matière de santé publique, il doit s'occuper lui-
même de ces abattages. Les communes ne sont
pas responsables des abattoirs, sauf si elles en
ont un sur leur territoire. Sur les 585 communes
du Royaume, il n'y a qu'Anderlecht, Ciney et
quelques-unes en Flandre qui sont dans ce cas. Il
ne s'agit donc pas d'une mission classique des
communes. Par contre, la surveillance relève des
services dépendant des ministères de la Santé
publique et de l'Agriculture.

Vous pouvez donc créer des circulaires, dont
j'approuve l'esprit, mais les coûts doivent rester à
charge du budget fédéral, soit directement, soit
indirectement. Ne déchargez pas l'Etat fédéral des
obligations qu'il doit assumer en les imputant aux
communes.

Ce que j'exprime ici à l'égard de cette circulaire, je
le répéterai demain à l'égard de tout autre
ministre. Je ne vous cache pas que j'ai demandé
à tous les membres de mon groupe d'examiner
l'ensemble des projets et propositions de loi afin
d'éviter de voter un texte par lequel l'Etat fédéral
imputerait des charges aux communes sans les
financer. C'est une question de principe. Vous
êtes la première à figurer dans le collimateur de
notre groupe. C'est un hasard et nous
n'exprimons aucune réserve à l'égard de votre
action car vous accomplissez fort bien votre travail
ministériel. Mais veillez à rester attentive aux
droits des communes qui méritent d'être
respectées. Elles constituent un pouvoir proche du
citoyen; on ne peut pas les traiter avec mépris.
03.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la
présidente, chers collègues, la fameuse circulaire
à laquelle M. Eerdekens fait référence est une
reprise quasi identique d'une circulaire de 1997, à
une exception près. C'est la raison pour laquelle,
comme vous l'aurez certainement constaté,
monsieur Eerdekens, la principale discussion
politique qui ait opposé les communes
bruxelloises et la Région de Bruxelles provenait
du fait que M. Gosuin en avait assez d'assurer
une série de missions en matière de déchets, en
lieu et place des communes.

La circulaire en question ne prévoit pas de
nouvelles responsabilités à charge des
communes ­
je peux vous le démontrer,
document à l'appui. A la suite du conflit opposant
la Région bruxelloise à certaines communes ­
d'aucunes avaient en effet réalisé des avancées
considérables et louables tandis que d'autres
traînaient la jambe ­, M. Gosuin a déclaré que la
Région n'assurerait plus le ramassage des
déchets si les communes ne s'organisaient pas.
J'ai alors été interpellée pour rappeler les tâches
qui, depuis très longtemps, sont celles de la
commune en la matière.
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7

La différence entre la nouvelle circulaire et
l'ancienne concerne le transport des animaux. Je
reconnais qu'il y a eu une erreur à cet égard. En
effet, au départ, il s'agissait d'une réglementation
générale élaborée à la suite du problème que l'on
avait connu dans le cadre des marchés aux
bestiaux, du transport des animaux, etc.
Dorénavant, il est interdit de transporter des
animaux dans des conditions inacceptables,
comme cela arrive régulièrement à l'occasion de
la fête du mouton où des animaux sont entassés
dans des coffres de voitures. C'est au sujet de
cette mesure de transport qu'un certain nombre
de bourgmestres de Bruxelles m'ont contactée,
déclarant ne pas pouvoir l'accepter. C'est la raison
pour laquelle nous avons procédé à une
modification, prévoyant que la mesure en matière
de transport des animaux en vue de la fête
islamique serait reportée d'un an, afin de donner
aux gens le temps nécessaire en vue de leur
organisation. Le reste de la circulaire est une
reprise de l'ancienne circulaire.

Nous prenons dès à présent contact avec toutes
les personnes intéressées, afin de permettre un
bon déroulement de la fête l'année prochaine.
Cette année en effet, rien ne s'est passé compte
tenu de la problématique concernant la fièvre
aphteuse, à la suite de laquelle les abattages de
type rituel ont été interdits. Pour l'année
prochaine, les pourparlers ont déjà été entamés,
entre autres avec les représentants de l'exécutif
musulman ainsi qu'avec des responsables
communaux. Comme vous le savez certainement,
monsieur Eerdekens, dans certaines communes,
la population musulmane est particulièrement
dense et la fête du mouton prend une relative
ampleur.

Dans le cadre de la préparation de l'année
prochaine, je compte, bien entendu, analyser dans
le détail les éléments faisant l'objet de
contestations.

Toutefois, en ce qui concerne le fond, rien de
nouveau n'a été inventé. Depuis plus de dix ans,
on demande aux communes de s'organiser.
D'ailleurs, beaucoup d'entre elles demandent une
participation financière aux personnes qui font
appel à ce service. On a pu constater que dans de
nombreuses communes, les musulmans paient en
échange de services spécifiques. Il s'agit alors
d'une opération neutre pour le budget communal.
03.03 Claude Eerdekens (PS): Je serai bref,
madame la présidente.
Madame la ministre, s'il est vrai que votre
circulaire reprend une circulaire antérieure, ce
n'est pas parce que cette dernière était mauvaise
qu'il faut persévérer dans ce sens. "Perseverare
diabolicum", dit-on.

Il vous reste moins d'un an (une dizaine de mois)
pour préparer une circulaire prévoyant que ces
dépenses sont prises en charge par le fédéral ou
par les communautés. Vous vous opposerez aux
communes si vous leur demandez de supporter
les frais relatifs à l'évacuation de ces déchets car
cela ne relève pas de leur mission. Je ne vois pas
comment et sur quelle base légale l'Etat fédéral
pourrait imposer aux communes d'évacuer ces
déchets. En cette matière, c'est la région qui peut
intervenir et non l'Etat fédéral.

Selon moi, il appartient à celui qui a produit des
déchets de payer leur élimination. Or ceux qui
produisent des déchets sont ceux qui amènent les
animaux pour l'abattage rituel. Je ne vois donc
pas pourquoi les communes devraient, demain,
être tenues d'assurer l'élimination de déchets à
grand prix. Je répète que cela ne relève pas de
leur mission.

De plus, pourquoi faut-il obliger les communes à
créer un abattoir provisoire pour quelques jours,
ce qui implique de louer des bâtiments, à
supposer que cela puisse se faire, qui doivent
répondre à un certain nombre de spécificités. Ce
qui aurait notamment pour conséquence de devoir
payer très cher des agents communaux
spécialisés dans le contrôle et l'abattage des
animaux. C'est là une mission tout à fait
impossible. Aucune commune ne pourra appliquer
cette circulaire. Cette circulaire existe. Elle n'est
pas de votre responsabilité puisque vous avez
repris la circulaire prise par votre prédécesseur.
Toujours est-il qu'elle est inapplicable. Les
communes ne disposent pas de vétérinaire ou de
service sanitaire.

Prenons le cas de la commune de Ciney que je
connais bien. Son bourgmestre, qui possède un
abattoir en Wallonie, pourrait effectivement
trouver un arrangement. Mais cette commune
n'abrite aucun musulman, sinon très peu. Il n'est
donc pas concerné par ce problème.

Les communes qui ne disposent pas d'abattoir,
mais où la communauté musulmane est très
présente (5 à 10% de la population), sont
confrontées à une impossibilité pratique. Je vous
mets au défi de trouver, dans une ville, un
bâtiment qui pourra, trois ou quatre jours par an,
servir d'abattoir. Ce n'est pas possible.
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8

La seule solution est celle qui prévoit de faire
appel aux abattoirs agréés qui seraient contraints
de pratiquer des abattages rituels. Des abattoirs
créés pour de telles circonstances ne pourront
jamais répondre aux conditions sanitaires qui sont
imposées. Il n'est pas envisageable de dépenser
autant d'argent pour trois jours.

Toute une série d'abattoirs ont été agréés dans le
pays. Dans le respect du pluralisme religieux,
prévoyons, dans les agréments de ces abattoirs,
de réserver des espaces pour l'abattage rituel. Le
coût de cet abattage devrait bien entendu être à
charge de ceux qui viennent apporter des
animaux à abattre, comme c'est le cas pour les
éleveurs. Lors de la facturation, les abattoirs
devraient, bien entendu, prendre en compte
l'évacuation des déchets. Nous devons éviter aux
communes de devoir supporter cette nouvelle
charge. Cette circulaire est inapplicable, même si
l'intention de départ est bonne. Vous comprendrez
aisément que si elle devait entrer en application,
elle se heurterait à l'opposition des communes.

Voilà 31 ans que je suis bourgmestre, je peux
donc dire que "je connais un peu la chanson".
Quand on demande aux communes de s'acquitter
d'une tâche qu'elles ne peuvent assumer, elles ne
le font pas ou elles le font mal.

Je répète que la solution que vous proposez n'est
pas la bonne, même si c'est cette circulaire a été
prise par votre prédécesseur.
03.04 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik had
mij graag aangesloten bij deze interpellatie. Ik heb
terzake reeds eerder een vraag gesteld.

Ik heb een familielid die een slachthuis heeft en hij
heeft de toelating om voor het islamitische
offerfeest te slachten. Jammer genoeg is dat dit
jaar niet gebeurd. Men heeft bij hem 775 schapen
afgeslacht. Enkele schapen kwamen immers uit
Engeland alhoewel zij vóór de bewuste periode
waren ingevoerd. Hij is geen bio-boer. De vraag is
of deze personen daarvoor een vergoeding zullen
ontvangen.

Wat is nu precies het probleem? Die man heeft
heel wat kosten gemaakt om een dergelijk
slachthuis op te richten. Zoals u weet zijn er in het
Brusselse heel wat mensen die deelnemen aan
het islamitische offerfeest. In de voorbije jaren
werden deze schapen geslacht in de badkamer of
de achterkamer, kortom, er werd geslacht in zeer
erbarmelijke en onhygiënische omstandigheden.
Tegen deze praktijken heb ik Gaia evenwel nog
niet horen optreden.
03.05 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer
Valkeniers, sta me toe dat ik u even onderbreek.

Minister Gosuin voelt zich aangevallen door Gaia
omdat hij de slachtafvallen opruimt die in de
straten worden gedeponeerd na het Offerfeest.
Om die reden heeft hij verklaard geen containers
meer te zullen plaatsen want dit wordt hem door
Gaia verweten als een feitelijke aanvaarding van
de afwijking van wettelijke bepalingen.
03.06 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de
minister, u heeft het over het slachtafval. Ik heb
Gaia echter nog geen beelden zien maken van
dergelijke slachtpartijen in de badkamers van
Islamieten. Volgens mij zijn die slachtingen veel
erger dan het thema van de veemarkten dat door
Gaia werd aangekaart.

Om als slachthuis op Europees niveau te worden
erkend, vergt dit een investering van zowat 20
miljoen Belgische frank. De persoon waarover ik
het heb, heeft deze investeringen gedaan. Hij
heeft de toelating om te slachten voor het
islamitische offerfeest. Ik meen dat in die periode
zowat 3.000 slachtingen plaatsvinden. Hij zou ook
in de rest van het jaar willen slachten maar dit
wordt hem geweigerd. Nochtans weet men dat
ook in de rest van het jaar in het Brusselse
slachtingen plaatsvinden in diezelfde badkamers
en achterkamers waarover ik het reeds eerder
had.

Met andere woorden, het lijkt mij aangewezen -
gelet op de vrij grote Islamitische gemeenschap in
het Brusselse - dat die reglementering wordt
aangepast. Ik ben het volledig eens met collega
Eerdekens die wijst op het feit dat de federale
overheid maar ook het gewest terzake hun
verantwoordelijkheid moeten opnemen en niet
langer alles mogen afwentelen op de gemeenten.
Het is voor de gemeenten immers zeer moeilijk
om die verantwoordelijkheid te nemen. Het lijkt mij
aangewezen dat dit met de betrokkenen en met
de Vereniging van Steden en Gemeenten wordt
besproken. Ofwel moet er een verbod komen -
wat uiteraard op zwaar protest zal stuiten -, ofwel
moet men een serieuze reglementering uitbouwen
met alle betrokken partijen.
03.07 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
minister, omdat ik ondervonden heb hoe
ontoepasbaar de omzendbrief is, heb ik eerder al
aangedrongen op een betere wettelijke regeling
voor rituele slachtingen. Die is er niet gekomen ter
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
gelegenheid van het Offerfeest 2001. Ik hoop dat
ze er wel komt tegen het volgende Offerfeest. Ik
kan moeilijk aan de migrantengemeenschap in
mijn regio uitleggen dat een gewone thuisslachting
wel mag, dat men een schaap thuis zelfs met een
hamer mag doodslaan, maar dat een rituele
slachting thuis niet mag.

Mevrouw de minister, ik denk dat 80% van de
Oost-Vlaamse gemeenten de omzendbrief niet
volgt, omdat deze gewoon niet kan gevolgd
worden. Zoals collega Eerdekens al zei, is het
gewoon te duur. U spreekt hier over een uitgave
van meer dan 1 miljoen frank voor één of twee
dagen per jaar. Dit is waanzinnig. Bovendien
komen vele thuisslachters niet op het aanbod af.
De omzendbrief is dus onuitvoerbaar. De meeste
gemeenten voeren een gedoogbeleid, in weerwil
van de ontoepasbare omzendbrief die al jaren
dezelfde is. De meeste gemeenten laten
thuisslachtingen toch toe. Men geeft de
thuisslachter voor 1.000 frank een zak mee, en de
zaak is in orde. Zo gebeurt het in de praktijk.

Ik pleit voor een regeling die met de realiteit
rekening houdt, een regeling die probeert in te
spelen op wat gebeurt op het terrein. Ik vind het
een slechte zaak om een omzendbrief te laten
bestaan die door de meerderheid van de
gemeenten toch niet toegepast wordt. De overheid
mag haar kop niet in het zand steken. Er moet
absoluut een wettelijke regeling komen voor
rituele slachtingen. Ik pleit ervoor alles via de
officiële slachthuizen te laten verlopen. Dit is
volgens mij de meest eenvoudige en de meest
efficiënte manier. In het slachthuis zijn er
gekwalificeerde mensen voor rituele slachtingen.
Ik zie dus niet in waarom men nu anders werkt.
03.08 Hubert Brouns (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, ik wil even
inspelen op wat mevrouw De Meyer zei, omdat ze
zich nogal negatief uitlaat over de
gemeentebesturen. Ik stel vast dat bij ons in
Limburg heel wat gemeenten de rondzendbrief
wel toepassen, in samenspraak met de
migrantengemeenschap. Concreet gebeuren de
rituele slachtingen bij ons in Maaseik. De stad
Maaseik krijgt hiervoor een vergoeding van de
andere gemeenten die aan de regeling
meewerken. Dit loopt perfect. Dit neemt niet weg
dat een wettelijke regeling op termijn nog meer
duidelijkheid kan creëren. Het Limburgse
voorbeeld illustreert dat door samenwerking van
een aantal gemeentebesturen met de
migrantengemeenschap nu al veel problemen
kunnen worden opgelost.
03.09 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, ik zou nog drie dingen willen zeggen.

Ten eerste, collega De Meyer maakt een
opmerking over het onderscheid tussen de rituele
slachtingen en de andere thuisslachtingen. Sinds
1988 zijn rituele slachtingen op basis van een
Europese richtlijn in heel Europa verboden. Dat is
ook in Belgisch recht omgezet. Andere
thuisslachtingen heeft men tot nu toe altijd
aanvaard. Vanuit bepaalde milieus bestaat grote
druk om daar vooral niet aan te raken. Ik ben een
wetsontwerp aan het uitwerken om tenminste voor
de herkauwers de thuisslachtingen voor iedereen
te verbieden zodat men een eenvormige basis
krijgt. Daar zijn we op dit moment mee bezig.

Mijn tweede punt heeft betrekking op de totale
onhaalbaarheid van de circulaire zoals die hier
wordt voorgesteld. Ik kan u bewijzen dat zeer veel
gemeenten jaar na jaar bezig zijn om de
maatregelen die ze stilaan hebben opgebouwd, op
zo'n manier uit te werken dat een modus vivendi
kan worden gevonden waarbij ook bijdragen aan
de mensen worden gevraagd.

Donc, monsieur Eerdekens, on peut parfaitement
demander une participation financière de la part
de la communauté islamique; cela se fait et les
gens sont prêts à le faire. Ne dites donc pas que
cela doit provenir nécessairement des budgets.

Pour la Région bruxelloise, le nombre de
communes ayant demandé la reconnaissance est
assez important. Sur des bases plus réduites, on
ne demande pas la même perfection que pour les
systèmes d'abattoir en continu. En effet, madame
De
Meyer, le problème est plus sérieux à
Bruxelles, par exemple, vu que l'abattage doit être
effectué le jour même: si l'on pouvait abattre à
l'avance, on pourrait régler les choses. Pour la
communauté juive, l'abattage rituel est pratiqué
exactement de la même façon que chez les
islamiques mais, comme cela fait partie d'un
système continu, il est complètement intégré. Le
problème qui se pose par rapport à la fête, c'est
que l'abattage doit se faire ces jours-là. Même les
grands abattoirs que nous avons à Bruxelles,
comme Anderlecht, ne sont pas capables
d'assumer cette demande supplémentaire: c'est
ce qui pose problème.

Je retiens que, de toute façon, il faut se remettre
autour de la table. Je ne soutiens pas que tout ce
que vous dites est faux; je veux seulement
progresser vers la meilleure solution. A Gand ou
Anvers, les choses étaient parfaitement réglées,
en accord parfait, d'après les rapports qui me sont
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
parvenus de la part de plusieurs sources
engagées localement. Si ce n'est pas le cas, je
n'affirmerai pas que les mensonges n'existent
pas. Je veux néanmoins travailler à l'amélioration
du système.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werd volgende
motie ingediend.
En conclusion de cette discussion la motion
suivante a été déposée.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
mevrouw Magda De Meyer en de heren Claude
Eerdekens, Philippe Seghin en Jef Valkeniers en
luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Claude
Eerdekens
en het antwoord van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu,
verzoekt de regering de volledige financiële en
administratieve verantwoordelijkheid op zich te
nemen van de beslissingen die met recht en
reden op het stuk van de rituele slachtingen
dienen te worden genomen."

Une motion de recommandation a été déposée
par Mme Magda De Meyer et MM. Claude
Eerdekens, Philippe Seghin et Jef Valkeniers et
est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Claude
Eerdekens
et la réponse de la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,
demande au gouvernement d'assumer toute la
responsabilité financière et administrative des
décisions qu'il peut légitimement prendre en
matière d'abattages rituels."

Over de motie zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur la motion aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
03.10 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
ik wil absoluut niet storen. Na de agenda te
hebben geraadpleegd, heb ik vastgesteld dat mijn
vraag geagendeerd staat. Ik heb me gehaast om
bij de opening van de vergadering aanwezig te
zijn. Mijn vraag wordt over het hoofd gezien. Ik
vermoed dat het de bedoeling is dat ik de vraag
alsnog stel.

De voorzitter: U hebt gelijk, mijnheer Goutry.
03.11 Luc Goutry (CVP): Mochten de vorige
sprekers niet zo lang hebben uitgeweid, waren we
reeds bezig.

De voorzitter: We zullen de vragen behandelen
volgens de door het Reglement voorgeschreven
regels.
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende geneeskundige
hulpverlening" (nr. 4229)
- de heer Philippe Seghin aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende medische hulp"
(nr. 3242)
04 Questions jointes de
- M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'aide médicale urgente"
(n° 4229)
- M. Philippe Seghin à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "l'aide
médicale urgente" (n° 3242)
04.01 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de voorzitter,
mevrouw de minister, collega's, ik pik in op de
vraag van collega-dokter De Block. Mijn vraag
heeft betrekking op de dringende geneeskundige
hulpverlening. Mevrouw de minister, u hebt
gezegd dat u hierover in een volgend leven zult
verslag uitbrengen. Ik hoop dat het niet in een
ander leven zal zijn. Dat zou betekenen dat de
interventie mislukt is.

De dringende medische hulpverlening blijft vragen
uitlokken. Mevrouw de minister, ik heb aandachtig
naar uw antwoord geluisterd en meen begrepen te
hebben dat u, wat mijn regio betreft, rekening zult
houden met de specifieke situatie van de
kuststreek. Dit betekent echter geenszins dat het
dossier an sich mij niet interesseert. Tijdens de
begrotingsbespreking is deze problematiek
uitgebreid aan bod gekomen. U hebt gezegd dat
er knopen moesten worden doorgehakt. U hebt
eveneens aangekondigd de Hoge Raad voor
Dringende Hulpverlening opnieuw te willen
activeren. Ter zake zijn 6 werkgroepen actief die
maatregelen zullen voorstellen zodat met kennis
van zaken beslissingen kunnen worden genomen.

Mevrouw de minister, wat is de stand van zaken
met betrekking tot dit dossier? In uw antwoord aan
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
mevrouw De Block hebt u duidelijk gemaakt zich
nog niet definitief te willen uitspreken. Wanneer
zullen de knopen worden doorgehakt? Wat doen
de werkgroepen? Zijn er werkgroepen
bijgekomen?
04.02 Philippe Seghin (PRL FDF MCC):
Madame la présidente, madame la ministre, chers
collègues, comme M. Goutry, je voudrais revenir
sur le problème de l'aide médicale urgente. La
nécessité d'une réforme fondamentale en la
matière afin de répondre aux besoins réels de la
population, en fonction des différentes régions du
pays, a été plus d'une fois revendiquée, eu égard
aux carences constatées à maintes reprises dans
son organisation. En octobre dernier, une telle
réforme nous était d'ailleurs annoncée.

Madame la ministre, pourriez-vous faire le point
sur l'état d'avancement de cette réforme et sur les
solutions que vous envisagez? Une attention toute
particulière sera-t-elle portée, au niveau des
sociétés d'ambulances privées, quant à une
obtention plus rapide de l'agrément 100?

A cet égard, madame la ministre, je souhaite
attirer une fois de plus votre attention toute
particulière sur la situation de la région
carolorégienne. Ce n'est pas la première fois que
nous intervenons sur ce point. Le dossier est
ouvert depuis 1995 mais il prend aujourd'hui une
plus grande acuité, vu les événements qui se
déroulent actuellement dans ma région.

Le nombre théorique d'ambulances agréées
couvrant la région de Charleroi est de huit, ce qui
représente à peu près une ambulance pour
50.000 habitants. Il va sans dire que des
problèmes se posent lors d'appels en surnombre.
De plus, et surtout lorsque l'on observe
l'implantation géographique de ces huit
ambulances 100, on constate qu'elles se situent
toutes dans la zone du grand Charleroi, au
détriment de régions telles que Courcelles, Pont-
à-Celles, etc., c'est-à-dire le Nord-Ouest de
Charleroi.

Je souhaite vous faire remarquer qu'en plein
centre de ces régions, une société d'ambulances
privées, Euro-Samu, a son siège d'exploitation et
peut donc, en cas d'urgence, arriver très
rapidement sur les lieux. De plus, cette société
dispose de trois et bientôt quatre ambulances
ainsi que du matériel et du personnel nécessaires
afin d'assurer un service optimal dans les
meilleurs délais.

Enfin, élément nouveau, vu la fermeture
prochaine de l'hôpital civil de Jumet et la précarité
du maintien de son service d'ambulances, une
opportunité pourrait se présenter pour cette
société qui tente depuis 1995 d'obtenir un
agrément au service 100. Au regard de sa
structure, de son emplacement, de la nécessité de
couvrir au mieux toute cette zone, Mme la ministre
ne pense-t-elle pas que cette société pourrait
enfin obtenir cet agrément?
04.03 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, collega's, ik wil er in de eerste plaats op
wijzen dat er inzake de vragen van de heren
Goutry en Seghin een kleine verwarring over de
zes werkgroepen is. Er zijn in het kader van de
hervormingen van de civiele bescherming
inderdaad zes werkgroepen. De zesde werkgroep
buigt zich over de samenwerking tussen
Volksgezondheid en de hulpdiensten die bij de
werking-100 zijn betrokken. Deze werkgroep,
waarvan de werkzaamheden nog lopen, kreeg de
naam Interface.

Ten tweede, er werden geen bijkomende
werkgroepen gevormd. In de Nationale Raad
werkt men echter momenteel aan een aantal
dossiers inzake de werking van de hulpcentrales-
100, zodat hun opdracht op een fatsoenlijke
manier kan worden uitgeoefend, vragen kunnen
worden beantwoord, middelen ter plaatse kunnen
worden gestuurd, enzovoort. Daarom werd een
federaal referentiecentrum opgericht om de
richtlijnen die terzake moesten worden bijgesteld,
uit te werken. Bovendien wordt een wijziging van
het koninklijk besluit van 2 april 1965 voorbereid
om de belangen van de patiënt beter te kunnen
beschermen. Men stelt op het terrein immers vast
dat informatie, na het inroepen van de
hulpdiensten, circuleert waardoor de anonimiteit
van de patiënt in het gedrang dreigt te komen.
Daarnaast is de werkgroep van de 100-diensten
ook bezig met de uitwerking van normen die op de
spoedgevallendiensten in de hospitalen betrekking
hebben. Op mijn vraag zal de werkgroep een
aantal voorstellen tot wijziging uitwerken.

Voorts wordt in de gezondheidswet, die zeer
binnenkort in het Parlement zal worden ingediend,
een onderdeel dringende medische hulp
opgenomen. Daarin zijn drie elementen verwerkt:
ten eerste, de erkenning en de programmatie van
de ambulances die deel uitmaken van de werking
100; ten tweede, een betere omschrijving van de
bevoegdheden van de gezondheidsinspecteur; ten
derde, het voorzien in strafrechtelijke bepalingen
voor het niet respecteren van de wetgeving. Soms
rijden mensen bijvoorbeeld zonder reden met
noodsignalen rond.
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12

Volgende week wordt een bijeenkomst van de
Belgische Vereniging van Steden en Gemeenten
gepland om met de burgemeesters en de
brandweercommandanten van de werking 100
verdere stappen in de richting van een goede
samenwerking te kunnen zetten.

Je répondrai maintenant à M. Seghin. Comme
déjà dit, un projet de loi modifiant la loi de 1964
relative à l'aide médicale urgente est en cours
d'élaboration. Il sera déposé au parlement dans le
cadre de la loi "santé". Celui-ci prévoit qu'à partir
d'une date à fixer par le Roi, il ne pourra être fait
appel qu'à des services ambulanciers agréés par
le ministre qui a la Santé publique dans ses
attributions. Selon ce projet, le Roi fixera les
normes auxquelles ces services devront répondre
pour être et pour rester agréés. L'agrément pourra
être retiré en cas de non-respect par les services
ambulanciers des dispositions de la loi ou des
normes d'agrément.

Par ailleurs, le projet prévoit aussi que le Roi
fixera les critères applicables à la programmation
du nombre de services ambulanciers compte tenu
des besoins en matière d'aide médicale urgente.

Enfin, les normes d'agrément et les critères de
programmation concerneront entre autres les
véhicules que les services ambulanciers utilisent,
ainsi que le nombre de lieux de départ.

Quant aux services ambulanciers de la région de
Charleroi, qui ont déjà fait l'objet de plusieurs
questions, ceux-ci devront bien entendu s'inscrire
dans le cadre des critères de programmation.
Mais, comme je l'ai annoncé pour la province de
Flandre occidentale, une fois que les commissions
provinciales auront terminé leurs travaux, nous
verrons quels ajustements devront être apportés.

Je ne veux pas commencer à faire des
promesses aux uns et aux autres et me retrouver
finalement avec un nombre de demandes que je
ne pourrai pas soutenir. Les situations qui
réclament une adaptation seront prises en
considération, mais cela se fera dans un cadre
financièrement tenable pour l'ensemble du pays.
Je ne veux pas m'engager au-delà.
04.04 Luc Goutry (CVP): Mevrouw de minister,
ik dank u voor dit antwoord. Er is nog een vraag
die ik niet schriftelijk had ingediend en waarop u
bijgevolg niet hoeft te antwoorden. Voor wanneer
voorziet u de afronding van het hele project, zeker
ook inzake de MUG's? Dat is het belangrijkste wat
men nu wil weten: wanneer zal dit definitief in de
plooi vallen?
04.05 Philippe Seghin (PRL FDF MCC):
Madame la ministre, comme M. Goutry, j'aurais
souhaité savoir quand arrivera sur la table ce
projet sur la santé. En effet, on nous le promet
depuis un certain temps et pourtant, il y a urgence
en la matière.

D'autre part, pour ce qui est d'Euro-Samu, il est
vrai que cette société est superbement équipée,
qu'elle dispose d'un matériel remarquable. Depuis
1995, elle a tout essayé mais elle se heurte à
chaque fois à une personne, l'inspecteur de
l'hygiène, attaché au ministère de la Santé
publique, qui estime que la couverture des
besoins de la population dans ce secteur est
assurée ­ ce que je ne crois pas - et va même
beaucoup plus loin en disant parfois que
"l'ouverture à l'agrément 100 de la société Euro-
Samu pourrait, dans une certaine mesure, nuire
aux intérêts financiers des services voisins". Ce
sont des remarques que je ne puis accepter.

Il est clair qu'entre cet inspecteur et la société
Euro-Samu, la corde est tendue à son maximum
et je le regrette. Je souhaiterais qu'Euro-Samu
puisse voir agréée sa demande de rencontrer
l'inspecteur de l'hygiène autour d'une table et
qu'ils envisagent ensemble la possibilité d'un
arrangement, dans le cadre du projet de santé
dont vous venez de nous parler. Je ne puis
accepter cette politique de la porte fermée.
04.06 Magda Aelvoet, ministre: En ce qui
concerne les délais, le dépôt de la loi est prévu au
plus tard pour le mois de mai et pourrait même se
faire au mois d'avril.

Je ne puis prendre aucun engagement sur les
questions relatives au samu, qui dépendent d'un
trop grand nombre d'acteurs locaux. Cependant,
je suis disposée à demander que l'on analyse le
problème de tensions entre l'inspecteur de la
santé et Euro-Samu.

Sur le nombre de services à accorder, et à quelles
régions, je ne dispose d'aucune information.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Colette Burgeon à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"les difficultés d'application de l'arrêté royal du
23 mai 2000" (n° 4242)
05 Vraag van mevrouw Colette Burgeon aan de
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "de
moeilijkheden bij de uitvoering van het
koninklijk besluit van 23 mei 2000" (nr. 4242)
05.01 Colette Burgeon (PS): Madame la
présidente, madame la ministre, chers collègues,
il me revient que de nombreux vétérinaires sont
actuellement en plein désarroi parce qu'ils
entrevoient les énormes difficultés qu'ils vont
rencontrer pour l'application sur le terrain des
mesures imposées par l'arrêté royal du 23 mai
2000. Celui-ci devrait entrer en vigueur le 1
er
avril
prochain, mais les vétérinaires, tout en
souscrivant à ses objectifs de traçabilité et de
transparence, s'inquiètent de la somme de
contraintes administratives qu'il impliquera.

En effet, cet arrêté va plus loin que l'arrêté du 19
avril 1993 déjà si peu observé dans son article 4
(tenue du registre) et impose plusieurs mesures
supplémentaires qui seront difficiles à respecter,
surtout pour les petits cabinets vétérinaires. Ainsi,
les articles concernant l'acquisition et la détention
d'un dépôt de médicaments imposent un bon de
commande en deux exemplaires, un registre
d'entrée et un exemplaire manuscrit ou
électronique, un registre de sortie des
médicaments et un exemplaire manuscrit ou
électronique journalier, un bon d'administration et
de fourniture en deux exemplaires manuscrits.
Les articles concernant la prescription de
médicaments par le médecin vétérinaire
demandent un bon de prescription en trois volets
manuscrits de couleur différente, où le
prescripteur doit justifier son choix thérapeutique.

Je ne détaillerai pas ici toutes les mesures
particulières exigées par les différents articles,
mais en pleine ère de simplification administrative,
on peut légitimement s'interroger sur la pertinence
de toutes ces formalités.

Il faut encore ajouter à ces contraintes drastiques
que les documents de prescription, les étiquettes
ainsi que les documents d'administration et de
fournitures ne seront délivrés que par les
fédérations de lutte contre les maladies animales.
Les imprimeries agréées perdraient par là le
marché des vétérinaires. Ces documents sont
bien sûr payants et le risque est grand de voir les
frais administratifs être répercutés, tôt ou tard, sur
les honoraires. Ce sont les clients à faibles
revenus et les petits cabinets vétérinaires qui en
seront probablement les premières victimes.

C'est pourquoi, madame la ministre, vous me
permettrez de vous poser les questions suivantes.

Est-ce que vos services ont prévenu à temps les
principaux intéressés?
Quelle concertation avez-vous eue avec les
vétérinaires? Pourquoi avoir chargé les
fédérations de lutte contre les maladies animales
de la réalisation et de la distribution des
formulaires exigés, ainsi que la mise à jour de
toutes les données concernant la livraison et la
commande de ces documents? Comment les
vétérinaires qui ne sont pas organisés en
association professionnelle ont-ils été prévenus et
informés?

Quelles mesures avez-vous déjà prises pour
garantir le secret professionnel de ces vétérinaires
en matière d'identification des animaux, de
troubles constatés, d'indications portant sur la
posologie, de durée du traitement?

Pourquoi ne pas faciliter la délivrance du
médicament vétérinaire par le vétérinaire lui-
même, alors qu'actuellement, seule la vigilance du
pharmacien est garante du non-abus de
prescription? Pourquoi privilégier les livraisons de
médicaments par les bons de commande, alors
qu'on pourrait le faire plus rapidement et plus
efficacement par fax, par exemple, ou par d'autres
moyens?

Enfin, n'estimez-vous pas que ces mesures
drastiques pourraient être utilement allégées par
des documents simplifiés? Une période probatoire
de six mois ne vous semblerait-elle pas réaliste en
la matière?
05.02 Magda Aelvoet, ministre: Madame la
présidente, madame Burgeon, tout d'abord, je
dois vous dire que les arrêtés des 10 avril 2000 et
23 mai 2000 qui prévoient des dispositions
particulières ont été publiés en juillet et en août
2000, c'est-à-dire il y a plus de sept mois.

Les organisations représentatives ­ c'est-à-dire
tant les organisations syndicales que les
organisations vétérinaires ­ ont été associées à
l'élaboration de ces dispositions particulières. Il
s'agit d'un travail qui a duré plusieurs années. En
outre, les revues professionnelles en ont
largement fait écho. J'ai moi-même participé à
une séance d'information à ce sujet à Bruges, qui
a réuni 500 vétérinaires francophones et
néerlandophones. Au cours de cette séance,
certains participants ont même demandé d'aller
encore plus loin, parce que la préoccupation
centrale dans le domaine, c'est la transparence et
la traçabilité.
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Les fédérations de lutte contre les maladies
animales ont été associées à la procédure parce
qu'un des buts recherchés est justement le
contrôle de la filière du médicament à usage
vétérinaire. Il n'est en effet pas rare que l'on
m'interroge au sujet des hormones en vue de
savoir s'il y a suffisamment de contrôles ou sur qui
fait quoi dans ce domaine.

Que fait-on pour déceler qui fait quoi?

Une certaine continuité dans la démarche est
indispensable. Pour y parvenir, les documents
sont numérotés et les services vétérinaires du
ministère de l'Agriculture ont un contrôle sur les
carnets de commandes. Il fallait passer par un
enregistrement de cette numérotation dans une
banque de données nationale et les fédérations
de lutte couvrent l'ensemble du territoire; elles
sont en lien avec la base de données Sanitel,
dans laquelle sont enregistrés tous les
vétérinaires. Elles semblent donc constituer un
partenaire idéal.

Nul n'est censé ignorer la loi. C'est bien une des
raisons pour lesquelles de nombreux vétérinaires
adhèrent aux organisations professionnelles. Je
crois même savoir que ceux qui ne cotisent pas
reçoivent gracieusement les revues
professionnelles. Nous n'avons pas de solution
pour ceux qui ne les lisent pas.

En outre, depuis novembre 2000, les
organisations représentatives de la profession
vétérinaire, VDV et UPV, organisent dans toutes
les provinces des réunions d'information pour tous
les vétérinaires sur la nouvelle législation. C'est
d'ailleurs pourquoi un report été décidé jusqu'au
1
er
avril afin que les tournées d'information
puissent avoir lieu; ces réunions ont effectivement
été tenues.

Troisième question: quelles mesures ont-elles été
prises pour garantir le secret professionnel?
En matière de médecine vétérinaire, il n'y a pas de
secret professionnel. L'évolution de la
jurisprudence en matière médicale, comme en
médecine humaine, va dans le sens d'une plus
grande transparence accompagnée d'une
obligation faite aux praticiens de communiquer et
de pouvoir fournir la preuve que la communication
a été claire. Cette obligation de communiquer
s'applique entre le praticien et son client; les
documents que le praticien remet à son client,
imposés par les nouvelles législations, vont dans
le sens de cette transparence.

Question 4: Pourquoi ne pas faciliter la délivrance
de médicaments?
En Belgique, la délivrance de médicaments
vétérinaires est laissée à deux professions, et ce
depuis longtemps, notamment aux pharmaciens
qui doivent délivrer sur prescription du vétérinaire
traitant, lequel engage sa responsabilité. La
majorité écrasante des médicaments vétérinaires
ne se délivre que sur prescription. La loi sur
l'exercice de la médecine vétérinaire prévoit la
possibilité de faire fixer, par un conseil
scientifique, les règles de bonne pratique
vétérinaire en matière de prescription et de
fourniture de médicaments et la désignation de
deux commissions régionales qui surveillent
l'application de ces règles.

Nous ne voulons nullement empêcher de faciliter
les choses. Alors, pourquoi ne pas permettre un
envoi par fax? Parce qu'en ce moment, le fax est
trop dangereux en termes de possibilités de
fraude. C'est la profession même qui a demandé
à travailler avec un système numéroté qui
permette de voir les entrées et les sorties. Sans
cela, nous ne disposons pas de traçabilité. A
l'avenir, on travaillera par e-mail dans la mesure
où l'on aura les mêmes facultés de contrôle réel.
Nous n'excluons donc pas d'autres modes de
transmission, à condition d'assurer pleinement la
traçabilité et la crédibilité de la documentation. Un
bon de commande, tout comme une prescription,
doit porter la signature d'un vétérinaire. Il s'agit là
d'un must.

Tant que les solutions juridiques n'admettront pas
les signatures électroniques ­ on y travaille -, le
bon de commande papier est actuellement le seul
moyen valable.

Nous essayons de faire en sorte que l'e-mail
puisse également être utilisé, grâce à la signature
électronique.

En réponse à votre dernière question, j'estime que
l'objectif de cette législation mérite que l'on s'y
attache. Il y va de la sécurité alimentaire. Toute la
profession vétérinaire est, selon moi, capable de
se mobiliser pour mieux satisfaire le
consommateur. A Bruges, j'ai eu l'honneur
d'entendre les vétérinaires concernés. En général,
les réactions ont été positives mais il a été
demandé d'être le plus strict possible.
05.03 Colette Burgeon (PS): Madame la
présidente, je remercie la ministre de sa réponse.
Même si beaucoup de réunions se sont tenues, il
faut accomplir les tâches administratives.

Je voulais surtout attirer votre attention sur les
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
vétérinaires qui s'occupent des animaux de
compagnie. Vous vous êtes peut-être surtout
penchée sur le cas des vétérinaires de ferme,
mais le problème est différent pour les autres.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu over "het uitblijven
van de uitvoeringsbesluiten bij de wet op de
alternatieve geneeskunde" (nr. 4249)
06 Question de Mme Magda De Meyer à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'absence d'arrêtés d'exécution de la loi sur les
médecines parallèles" (n° 4249)
06.01 Magda De Meyer (SP): Mevrouw de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik meen
dat mijn vraag eenvoudig is. De wet op de
alternatieve geneeskunde dateert van april 1999.
Wij wachten op de uitvoeringsbesluiten. Ik weet
dat u daarmee bezig bent, want in antwoord op
een vraag in juli 2000 zei u dat er inderdaad
dringend nood was aan een regelgeving terzake
om te zorgen voor de veiligheid en de
betrouwbaarheid van de niet-conventionele
praktijken, vermits veel mensen beroep doen op
deze geneeswijzen en er erg tevreden over zijn.
Kwaliteitsbewaking is echter nodig om het veld te
zuiveren van kwakzalvers. Ondertussen is de wet
bijna twee jaren oud. We hebben nog altijd geen
uitvoeringsbesluiten gezien. Naar verluidt zou er
eind maart een bijeenkomst zijn van de Hoge
Raad. Daarom heb ik de volgende vragen.

Hoever staat het met de uitvoeringsbesluiten?
Hoe zit het met de criteria voor de erkenning van
beroepsorganisaties, met de opstelling van het
kadaster voor alternatieve praktijken, de
samenstelling van de paritaire commissie en de
kamer die de erkenning moet regelen en de
operationaliteit van dat alles op het terrein?
06.02 Minister Magda Aelvoet: Mevrouw de
voorzitter, mevrouw De Meyer, ik kan op uw
vragen kort antwoorden. In de loop van 2000 is er
in de eerste plaats gewerkt aan het koninklijk
besluit dat de vaststelling van de criteria voor de
erkenning van de beroepsverenigingen regelt.
Daarmee waren we klaar net voor de vakantie.
Dat moest dan nog worden overgezonden aan de
Raad van State, wat ook gebeurd is. Wij hebben
in februari een voorlopig advies gekregen van de
auditeur die zich over dit dossier gebogen heeft.
Er is dan ook contact geweest tussen de door mij
aangeduide ambtenaar en die auditeur. Het
definitieve advies hebben wij momenteel nog niet
gekregen. Wij telefoneren daarvoor twee keer per
week.

Wij hebben de Hoge Raad van Geneesheren-
specialisten en Huisartsen tegen 23 maart
eerstkomend om een advies gevraagd over het
geheel van de niet-conventionele praktijken.
Eenmaal de criteria voor de erkenning van de
beroepsverenigingen gekend zijn, zullen wij
moeten beginnen met het vormen van onder
andere de kamers. Daarvoor is de medewerking
vereist van, enerzijds, de dan hopelijk erkende
verenigingen van de alternatieve geneeswijzen en,
anderzijds, de participatie van universiteiten en
mensen die de klassieke geneeskunde
beoefenen. We zijn met dat proces al begonnen
om op die manier hopelijk al een duidelijker zicht
te hebben op de medewerking waarop we zullen
kunnen rekenen. In dat proces kan de ene stap
pas na de andere worden gezet. Uiteraard hebben
we de koninklijke besluiten inhoudelijk al
voorbereid. Men kan echter niet een volgend
koninklijk besluit aan de Raad van State
voorleggen vooraleer het voorgaande in uitvoering
is gesteld. Dat speelt ons veel parten. Ik ben
daarover eigenlijk niet gelukkig.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "zijn uitspraken over de
verhoging van het bestaansminimum met 10%"
(nr. 4213)
07 Question de M. Koen Bultinck au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
sur "les déclarations du ministre concernant
l'augmentation de 10% du revenu minimum
d'existence" (n° 4213)
07.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, men kan er niet omheen dat een
belangrijke groep personen arm is in de strikte
betekenis van het woord en dat daarnaast ook
een grote groep personen in bestaansonzekerheid
leeft.

Uit de cijfers terzake voor Vlaanderen blijkt dat
grosso modo 5% van de bevolking arm is en bijna
20% als bestaansonzeker wordt beschouwd, dus
die het sociaal leefminimum niet bereiken.
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Tot op heden werd bepaald dat vanaf 2002 het
bestaansminimum met 4% zou stijgen. Via het
indienen van een wetsvoorstel kondigde Agalev
aan dat het bestaansminimum uiteindelijk met
10% zou moeten stijgen.

U verdedigde de stelling, mijnheer de minister, dat
tegen het einde van de legislatuur alle lage
inkomens met 10% zouden moeten stijgen. Dat
verklaarde u ook ten aanzien van Welzijnszorg en
het ACW.

Mijnheer de minister, bestaat er reeds een
consensus omtrent de verhoging van 10% van het
bestaansminimum? Zo ja, binnen welke termijn
zal dit worden gerealiseerd?

Voorts, mijnheer de minister, kondigde u een
wetsontwerp aan tot herziening van het
bestaansminimum. Welnu, ik had graag geweten
of de welvaartvastheid van de bestaansminima
hierin zal worden vastgelegd.
07.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw
de voorzitter, collega's, in het kader van het
Belgisch actieplan armoede dat tijdens de periode
september-oktober werd vastgelegd, werd beslist
een aantal uitkeringen te verhogen; de uitkeringen
voor gehandicapten zouden tweemaal telkens met
2% verhogen, zijnde in juli 2001 en in januari 2002
en het bestaansminimum zou in eenmaal
verhogen, te weten in januari 2002.

Hiermee komen wij tegemoet aan het principe dat
wij in 2000 en 2001 vooral middelen besteden aan
de activering en in 2002 overgaan tot de
verhogingen.

In hetzelfde actieplan wordt bepaald dat het onze
bedoeling was op termijn de armoede te halveren.
Het is evident dat te dien einde een verhoging van
het bestaansminimum met 4% onvoldoende was.
Er werd met de coalitiepartners evenwel niet
gediscussieerd over het feit dat een verhoging van
10% zou moeten worden uitgevoerd. Uit de
gegevens terzake blijkt echter dat een dergelijke
verhoging vereist is wil men de armoede zien
dalen.

Tijdens de regeringsbesprekingen werd wel
aangehouden dat de verhoging zou worden
doorgevoerd. Er wordt rekening gehouden met de
mogelijkheden die zullen ontstaan door een daling
van de bestaansminimumtrekkers. Ook die
mogelijkheden kunnen dan worden aangewend.
Het aantal bestaansminimumtrekkers zal in de
loop van de komende weken via onze eerste
monitoring worden gepresenteerd.

De vluchtelingenproblematiek staat hiervan thans
gedeeltelijk los; de gegevens in dat verband zullen
eveneens worden bekendgemaakt.

Ik bereid terzake een wetsontwerp voor. De
discussies binnen de task force zijn aan de gang
en ook de universitaire wereld werd hiervoor
uitgenodigd.

Het is mijn bedoeling het principe van het
bestaansminimum te wijzigen, in die zin dat het
recht op een bestaansminimum een afgeleid recht
is, maar niet een oorspronkelijk recht. Iedereen
heeft recht op maatschappelijke integratie, maar
niet op een uitkering. Trouwens, het lost niets op
ervoor te zorgen dat een achttienjarige recht heeft
op een uitkering te geven; hij heeft wel recht op
integratie. In die zin willen wij de wet fundamenteel
wijzigen.

Wat de hoegrootheid van de uitkeringen betreft is
het mijn bedoeling een mechanisme te hanteren
waarbij uiteraard reeds in een verhoging van 4%
wordt voorzien en de mogelijkheid geeft om de
verhoging in de toekomst door te trekken tot 10%.
Het is aan de Koning de ingangsdatum te bepalen
en in de wet moet de einddatum worden
vastgelegd. Ik kan mij echter voorstellen dat dit
nog een aantal discussies zal vergen.

Uiteraard zijn wij in onze discussie ook gebonden
aan de budgettaire ruimte.

Er zijn ook een aantal voorstellen geweest, waarin
men over heel lage sommen spreekt, maar dat
klopt niet. Men zal toch moeten weten wie het gaat
betalen; de OCMW's, de federale overheid of de
twee samen? In het voorstel van de heer Wauters,
bijvoorbeeld, betalen de OCMW's de helft. Ik weet
niet of dat de bedoeling is.

Als men het bestaansminimum verhoogt, moet
men ook andere uitkeringen verhogen. Dat is
nogal evident. Een aantal uitkeringen op het
niveau van het bestaansminimum zijn in de
berekening niet opgenomen. Dat moet ook
gebeuren. Die berekening zijn we nu aan het
maken. We hebben mevrouw Cantillon gevraagd
om een aantal berekeningen te maken. We zullen
dus perfect kunnen uitleggen hoeveel een
verhoging met 1% onder de bepaalde hypotheses
kost.

Dat was nu niet nodig voor de verhoging met 4%
omdat die kwam na een aantal andere
aanpassingen, zoals de verhoging van het
gewaarborgd inkomen of van de uitkering voor de
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
gehandicapten en nadat we een aantal
aanpassingen in de werkloosheid hadden
doorgevoerd. De verhoging die we op
1 januari 2002 zullen doorvoeren, is relatief netto
te berekenen, want ze heeft geen grote impact op
andere uitkeringen. Verhogingen die daar
bovenop komen, kosten veel meer omdat men
ook de andere uitkeringen mee omhoog moet
trekken. Dat is een kwestie van jaren. Kan het op
één, twee of drie jaar? Dat is afhankelijk van de
budgettaire ruimte en de juiste berekening. Zolang
ik dat niet weet, heb ik geen zin om hier een
uitspraak over de juiste periode te doen. Ik moet
eerst weten hoeveel dat juist zal kosten.

De doelstelling is gebaseerd op een studie die
duidelijk maakt dat er een grote kloof is met de
welvaartsstijging. Dat is een objectief gegeven.
07.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de minister, als lid van de oppositie betreur ik een
beetje dat binnen de meerderheid nog geen
consensus is gevonden. We zullen nog een beetje
geduld moeten oefenen voor het strikte tijdskader.
07.04 Minister Johan Vande Lanotte: Tot nu toe
heeft niemand gezegd dat hij niet akkoord gaat.
07.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Dat is
duidelijk. Dat is ook een vaststelling. U hebt als
minister van Maatschappelijke Integratie en
Begroting soms twee petjes op. U werd inderdaad
niet tegengesproken. Daaruit kunnen we
misschien afleiden dat er toch een groei naar
consensus is.

We blijven vanuit onze hoek een strikt tijdskader
vragen. Ik stel ook vast dat u nog op zoek bent
naar de budgettaire ruimte om dit in concreto te
gaan omzetten. We moeten ook akte nemen van
het feit dat het Antwerpse OCMW een aantal
kritische opmerkingen heeft gemaakt. We komen
in een zeer gevoelige discussie terecht.

Het Vlaams Blok is altijd vragende partij geweest
om die hulpinkomens op te trekken en u zult zeker
onze steun krijgen voor de belangrijke wijziging
die u aankondigt.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De voorzitter: Mijnheer Bultinck, in afspraak met
mevrouw Creyf krijgt u nu het woord voor uw
vraag over de opening van het asielcentrum te
Westende.
08 Vraag van de heer Koen Bultinck aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de opening van een
asielcentrum te Westende (Middelkerke)"
(nr. 4261)
08 Question de M. Koen Bultinck au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
sur "l'ouverture d'un centre d'accueil pour
candidats réfugiés à Westende (Middelkerke)"
(n° 4261)
08.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, vooraf wil ik mevrouw
Creyf danken voor haar toestemming mijn twee
vragen aansluitend te stellen, omdat ik nog naar
een andere vergadering moet.

Mijnheer de minister, het zal u niet verwonderen
dat ik als toegewijd parlementslid uit de omgeving
van Westende nog even terugkom op de opening
van het asielzoekerscentrum Zon en Zee te
Westende. Wij hebben daar een aantal concrete
vragen over.

Via de media hebben we kennis genomen van het
protocolakkoord dat u vrijdag laatstleden sloot
tussen de gemeente Middelkerke en uw eigen
diensten. Zit in dat akkoord nog meer dan wat wij
al uit de persberichten en de Belga-berichten
hebben kunnen afleiden?

Mijn tweede vraag is meer politiek gekruid. De
overheid gaat er prat op dat, zeker wat de
statistieken betreft, het aantal kandidaat-
asielzoekers daalt. Wat is dan nog de
beweegreden of de directe noodzaak om een
bijkomend asielcentrum te Westende te openen?

Ten derde, zoekt de burgemeester van
Middelkerke een verklaring voor het feit dat hij zijn
houding in dit dossier vrij drastisch heeft
gewijzigd. Hij verklaart dat hij zijn houding wijzigde
omdat er ook een afspraak zou zijn tussen u
beiden: een aantal "Middelkerkse dossiers" zou
gezamenlijk worden gedeblokkeerd. Om welke
dossiers gaat het?

Als het actiecomité Westende ten slotte alsnog
juridisch gelijk zou halen, wat zal dan uw houding
zijn?
08.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw
de voorzitter, collega's, ik zal eerst de inhoudelijke
punten kort overlopen.

Ten eerste, is er het punt over het onderwijs in het
centrum. Ten tweede, is er het inbouwen van
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
opvang van vijftig niet-begeleide minderjarigen
binnen de globale quota. Ten derde, komt er een
ervaringsproject waarbij scholen op tachtig tot
honderd plaatsen een bezoek kunnen brengen.
Dit zogenaamde sociale toerisme blijft behouden.
Ten vierde, wat de quota betreft, zal men tegen
eind augustus tot maximum 300 gaan en daarna
tot maximum 600. Oorspronkelijk was het 750,
maar het inbouwen van de school kost ons een
honderdtal plaatsen. We ruilen dus een stuk van
de capaciteit in tegen scholen. Ten vijfde, door de
aankoopbonnen zorgen wij voor een degelijk
middagmaal, maar moeten de bewoners er zelf
voor instaan. De infrastructuur laat dat toe. In het
Klein kasteeltje heeft men ermee
geëxperimenteerd en de resultaten zijn positief.
Ten zesde, is er een bepaling over de
sportinfrastructuur. Wij hebben die niet nodig en
ze zal dan ook ter beschikking van
buurtbewoners, verenigingen en scholen worden
gesteld. Ten zevende, de regeling van het
badgesysteem is geëxpliciteerd. Men moet
rekening houden met het gemeentelijk budget,
zoals dat ook in andere centra is. Het was
oorspronkelijk 7,5, terwijl het eigelijk maar 6
mocht zijn, maar bij wijze van kleine geste hebben
we het zo gelaten. Ten achtste is er het punt over
de informatie; ten negende dat over de
aanspreekpersoon en ten tiende dat over de
gehele begeleiding.

Wij beschikken op dit ogenblik over iets meer dan
1.800 vrije plaatsen. Wij komen van een goede
2.000 en wij zien een daling van ongeveer 50 per
week. Dat cijfer zal vlugger beginnen dalen, omdat
nog een vijfhonderdtal mensen onder het vorige
regime leven, omdat zij reeds voor januari 2001
naar het OCMW gingen. Over deze mensen
meende men op een bepaald ogenblik te weten
dat zij allemaal op één dag in het land zouden
worden verspreid. Er zijn er nog altijd vijfhonderd,
we hebben dat dus langzaamaan gedaan. De
VBSG heeft groot misbaar gemaakt over het feit
dat wij iedereen tegelijkertijd weg wilden. Nu, bijna
drie maanden later, zijn er van de 3.000 ongeveer
2.000 weg. 500 zijn er nog. Een aantal mensen zal
wegens medische redenen moeten blijven. Wij
gaan er dus van uit dat het cijfer van 50 per week
nog wel zal stijgen.

Wij zijn van mening dat we extra-capaciteit
kunnen gebruiken. Dit is een systeem dat
geleidelijk aan groeit. Er zijn mensen die niet
kunnen worden teruggewezen, zoals zieken,
omdat ze afkomstig zijn van een land zonder
terugleidingsclausule. Ik denk dat we dus erg
voorzichtig moeten zijn. Wij hebben nu een totale
capaciteit van 9.000 plaatsen. 6.000 daarvan zijn
federaal en 3.000 worden door lokale
opvanginitiatieven opgenomen. Deze lokale
opvanginitiatieven groeien nog. Veel OCMW's zijn
erin geïnteresseerd en willen dit doen, ook omdat
ze dan voor de rest veel minder mensen krijgen.
Volgens onze berekening zullen we zeker het
geplande programma kunnen uitvoeren. Wat
private instellingen betreft, moet nog een aantal
initiatieven worden genomen.

Ik wil er zeker van zijn dat we bij een flux ­ dat
kan altijd gebeuren ­ niet met het excuus moeten
afkomen dat we dat niet hadden voorzien en dat
we de mensen moeten doorsturen naar de
OCMW's. Om dat te vermijden, hebben wij in de
opvangplaatsen een buffer nodig van een 1.500
tot 2.000 plaatsen. Wij zijn er dus nog niet van
overtuigd dat wij nu plots de luxe zouden kennen
dat wij bepaalde opvangcentra niet langer nodig
zullen hebben.

De rechtszaak kan de komst van het centrum niet
voorkomen, maar kan er alleen voor zorgen dat
we een vergunning moeten vragen. Vlaams
Minister Van Mechelen heeft al gezegd dat er
geen enkel bezwaar is voor het verlenen van deze
vergunning. Zijn administratie heeft ook gezegd
dat een vergunning niet nodig is.

Wat de afspraken met het gemeentebestuur
betreft, zult u weten dat ik de gewoonte heb om
regionale dossiers sterk te bepleiten. Dat zal voor
Middelkerke niet anders zijn. Natuurlijk wordt het
er niet gemakkelijker op met een bestuur dat
voortdurend juridische discussies opent. Zodra de
juridische discussie zal zijn afgehandeld, zullen wij
trachten zo goed mogelijk samen te werken, zoals
wij dat met alle gemeentebesturen doen, of de SP
er nu deel van uitmaakt of niet. Wij behandelen
Middelkerke niet anders dan andere gemeenten.
Door heel de juridische procedure is een
samenwerking op dit ogenblik de facto onmogelijk.
Men kan onmogelijk de ene dag vriendschappelijk
samenwerken en de andere dag voor de
rechtbank een discussie voeren.
08.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, beleefdheidshalve dank ik
de minister voor zijn antwoord, al stel ik vast dat
hij geen concrete dossiers uit Middelkerke
aanhaalt.

Het zal u niet verbazen, mijnheer de minister, dat
wij principieel van mening zullen blijven verschillen
omtrent de opvang van deze categorie kandidaat-
asielzoekers.

Voorts moet mij het volgende van het hart. Vorige
CRIV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
week dinsdag had ik het genoegen, voor het
actiecomité, ter plaatse deel te nemen aan een
paneldebat. Welnu, gezien hoe de overheid pronkt
met het dalend aantal kandidaat-asielzoekers
koesterde men hier en daar de hoop dat het
centrum in Westende zijn vorige bestemming van
vakantieoord zou terugkrijgen. Vrijdagnamiddag
evenwel kreeg men een koude douche toen bleek
dat het protocolakkoord gesloten was.

Naar verluidt ­ die geruchten werden verspreid via
de buurtbewoners en via de pers ­ spelen in dit
dossier twee vooraanstaande advocaten die u
wellicht niet onbekend zijn, een cruciale rol. Het
gaat om meester Bart Bronders die de Staat
verdedigt in het dossier met betrekking tot
Westende en toevallig ook SP-schepen in
Oostende is en meester Johan Desseyn, gewezen
kabinetsmedewerker en schepen van Financiën in
Middelkerke. Vermits bovendien geweten is dat
Johan Desseyn zich beroepshalve binnenkort zal
aansluiten bij het advocatenkantoor van Bart
Bronders, rijst de vraag naar eventuele
belangenvermenging. Momenteel wordt deze
vraag overigens open en bloot gesteld.
08.04 Minister Johan Vande Lanotte: Hier is
geen sprake van belangenvermenging. De heer
Desseyn heeft altijd verklaard een voorstander te
zijn van het asielcentrum, zonder meer. Hij heeft
zijn standpunt nooit verzwegen en dat hij zich
binnenkort beroepshalve al dan niet vervoegt bij
het advocatenkantoor van de heer Bronders heeft
hiermee niets te maken.

De heer Desseyn werkte ooit in een vluchtelingen-
kamp in Ethiopië en men mag van hem niet
verwachten tegen de oprichting van dergelijke
asielcentra te zijn in een luxueus land zoals het
onze, te meer daar hij in Ethiopië meehielp aan de
opbouw ervan.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de OCMW-steun voor mensen
met een lopend regularisatiedossier in het
kader van een officieel opleidingsproject"
(nr. 4216)
09 Question de Mme Simonne Creyf au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale
sur "l'octroi d'une aide par le CPAS à des
personnes dont la procédure de régularisation
est en cours pour un projet de formation
officiel" (n° 4216)
09.01 Simonne Creyf (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, om
OCMW-steun te krijgen, moet men natuurlijk aan
een aantal voorwaarden voldoen. De bedoeling
van die voorwaarden is ervoor te zorgen dat die
steun terechtkomt bij de mensen die hem het
meest nodig hebben. Het is uiteraard de bedoeling
om de zwaksten te beschermen. Door het feit dat
men een aantal voorwaarden soms vrij rigide
moet bepalen, vallen een aantal categorieën
mensen, die soms ook behoeftig zijn, uit de boot.

Mensen die in een regularisatieprocedure zitten,
krijgen geen OCMW-steun. Ik zou willen
voorstellen om mensen in een
regularisatieprocedure, die een opleidingscontract
hebben en in een officieel erkend opleidings-
project zijn ingeschakeld, toch OCMW-steun te
verlenen. Dat kan via de erkende opleidings-
instellingen, zoals het BGDA, de VDAB,
enzovoort.

Het volgen van een opleiding is voor deze mensen
natuurlijk een heel goede zaak. Heel vaak hebben
zij geen opleiding, waardoor deze kans hen zeker
dienstig kan zijn, wat nadien ook hun lot is en of
ze al of niet geregulariseerd worden. Met een
opleiding op zak is men beter gewapend voor de
toekomst.

Wie een opleiding volgt, verzaakt aan een
inkomen. Men kan ook gaan werken; in het zwart
of officieel. Wie een opleiding volgt, werkt niet en
heeft bijgevolg ook geen inkomen. Dit is een
drempel, die een aantal mensen ervan weerhoudt
om een opleiding te volgen. Dit remt ernstig af.

Ik denk dat er een win-winsituatie zou kunnen
ontstaan als men OCMW-steun zou geven aan
mensen in een erkend opleidingsproject. Mochten
deze mensen OCMW-steun krijgen, dan zouden
misschien meer mensen een opleiding volgen,
wat ten goede komt aan de betrokkenen zelf en
ook aan de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld in Brussel,
waar een zeer hoge vraag is naar technisch
geschoold personeel in de bouw, de
transportsector, enzovoort. Wie na een opleiding
werk vindt, zou, bijvoorbeeld, ook een deel van die
OCMW-steun kunnen terugbetalen, wat ook voor
het OCMW een goede zaak zou kunnen zijn.

Dit betekent dus dat, als men dit doet, er een
situatie zou kunnen ontstaan waar iedereen beter
van wordt.

Mijnheer de minister, ik verwijs ook naar het feit
20/03/2001
CRIV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
dat de regularisatieprocedure eventueel zal
worden verlengd. Bent u bereid te onderzoeken of
er OCMW-steun kan worden verleend aan
mensen met een lopend regularisatiedossier
tijdens een officieel traject naar werk?
09.02 Minister Johan Vande Lanotte: Mevrouw
de voorzitter, collega's, een dergelijke OCMW-
steun is technisch mogelijk. Het OCMW maakt
zelf zijn keuzes. U weet dat ik altijd veel steun krijg
van sociaal geëngageerden op voorwaarde dat zij
niet moeten betalen. Ik stel vast dat heel wat
OCMW's terecht bijkomende steun geven aan
Belgen. Als het bijkomende steun aan
vluchtelingen betreft, is het OCMW alleen bereid
deze te verlenen op voorwaarde dat de federale
staat betaalt. De reden van deze handelwijze
ontsnapt me. De cijfers inzake maatschappelijke
hulp aan Belgen zijn aanzienlijk. Ik vind dit goed.
Ik herhaal echter dat dit voor vreemdelingen
blijkbaar anders ligt en de OCMW's enkel bereid
zijn bijkomende steun te verlenen op voorwaarde
dat de federale overheid betaalt.

De federale overheid heeft ervoor geopteerd om
mensen in een regularisatieprocedure zo goed als
mogelijk te helpen in hun zoektocht naar werk. Dit
betekent dat, in afwijking van de bestaande
regels, mensen die een regularisatieaanvraag
hebben ingediend een arbeidsvergunning krijgen.
De voorbije maanden heeft dit aanleiding gegeven
tot een relatief hoog aantal arbeidsvergunningen.
De gewesten hebben heel wat
arbeidsvergunningen afgeleverd aan mensen in
een regularisatieprocedure. Bovendien opent de
programmawet van 2 januari 2001 de
mogelijkheid om mensen in een
regularisatieprocedure die over een
arbeidsvergunning beschikken, te laten genieten
van de verschillende tewerkstellingsprogramma's.
Op die manier wordt hun aanwerving
ondersteund.

De acht koninklijke besluiten inzake de
tewerkstellingsprogramma's moeten worden
uitgevaardigd. Dit werk is quasi afgerond. We
gaan ervan uit dat deze koninklijke besluiten
binnenkort gepubliceerd zullen worden. Het
openstellen van de arbeidsmarkt en de
ondersteuning van de betrokkenen om in de
arbeidsmarkt te treden zijn de meest directe
middelen om tijdelijk steun te verlenen. We
mogen niet uit het oog verliezen dat deze mensen
zich in een tijdelijke situatie bevinden. Ofwel
worden ze geregulariseerd ofwel niet. In beide
gevallen verkeren ze in een volkomen andere
situatie. Het komt er niet op aan hen snel een
opleiding te geven maar hen zo snel mogelijk aan
werk te helpen zodat ze misschien kunnen blijven
werken als ze geregulariseerd worden.

Ik herhaal dat het het OCMW volkomen vrij staat
een opleiding te helpen betalen. De wet staat de
federale regering echter niet toe deze kosten terug
te betalen.
09.03 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
minister, u kaatst de bal terug naar de OCMW's,
want u zegt dat u wettelijk gezien niet kan
terugbetalen. Mijn vraag is echter om de wet te
wijzigen en ervoor te zorgen dat de OCMW's die
bereid zijn tussen te komen, de uitgaven bij de
overheid kunnen recupereren. U beseft toch ook
wat de financiële situatie van de OCMW's is!
Vragen dat zij de kosten terzake bijkomend ten
laste nemen, is hen voor extra problemen
plaatsen. Bovendien moeten zij, als ze de kosten
op de overheid wensen te verhalen, tegen de
eigen overheid procederen.

Vandaar mijn vraag of de federale overheid geen
mogelijkheid ziet om de desbetreffende wet te
wijzigen, zodat degenen die een
regularisatieaanvraag hebben gedaan, in een
opleidingstraject zitten en dus minder inkomsten
hebben, een uitkering via het OCMW kunnen
ontvangen.

Het is waar dat er een aantal positieve
beslissingen genomen werden om zulke personen
aan het werk te helpen. Maar het is ook waar dat
wie een betere opleiding heeft genoten, meer
kans op de arbeidsmarkt maakt. Er zijn terzake
ook heel wat opleidingen, maar sommige
kandidaten willen wel een opleiding volgen, maar
doen het niet, omdat ze dan geen inkomen
hebben en anderen doen het wel, maar komen
dan terecht in een bijzonder moeilijke financiële
situatie. Mijn vraag was niet wat de OCMW's
kunnen, maar wat u als overheid kan.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.31 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.31 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 424
CRABV 50 COM 424
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
dinsdag mardi
20-03-2001 20-03-2001
10:00 uur
10:00 heures

CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Yves Leterme tot de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de afhandeling van de
schadevergoedingen van de dioxinecrisis - luik
Volksgezondheid" (nr. 4198)
1
Question de M. Yves Leterme à la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le règlement
des dossiers d'indemnisation relatifs à la crise de
la dioxine - volet Santé publique" (n° 4198)
1
Sprekers: Yves Leterme, voorzitter van de
CVP-fractie, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Yves Leterme, président du groupe
CVP , Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de MUG
erkenning regio Oostkust" (nr. 4200)
3
Question de Mme Maggie De Block à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance d'un service GUM dans la région
de la Côte est" (n° 4200)
3
Sprekers: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Maggie De Block, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van de heer Claude Eerdekens tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
reglementeren van de rituele slachtingen ter
gelegenheid van het islamitische offerfeest"
(nr. 736).
4
Interpellation de M. Claude Eerdekens à la
ministre de la Protection de la consommation de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'organisation des abattages rituels de la fête
islamique du sacrifice" (n° 736).
4
Sprekers: Claude Eerdekens, voorzitter van
de PS-fractie, Magda Aelvoet, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu , Jef Valkeniers, Magda De
Meyer, Hubert Brouns
Orateurs: Claude Eerdekens, président du
groupe PS , Magda Aelvoet, ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement , Jef
Valkeniers, Magda De Meyer, Hubert
Brouns
Moties
7
Motions
7
Samengevoegde mondelinge vragen van
8
Questions orales jointes de
8
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende geneeskundige
hulpverlening" (nr. 4229)
- M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'aide médicale urgente"
(n° 4229)
- de heer Philippe Seghin aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende medische hulp"
(nr. 3242)
- M. Philippe Seghin à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'aide médicale urgente"
(n° 3242)
Sprekers: Luc Goutry, Philippe Seghin,
Magda Aelvoet
, minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu
Orateurs: Luc Goutry, Philippe Seghin,
Magda Aelvoet
, ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement
Mondelinge vraag van mevrouw Colette Burgeon
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
moeilijkheden bij de uitvoering van het koninklijk
besluit van 23 mei 2000" (nr. 4242)
10
Question orale de Mme Colette Burgeon à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
difficultés d'application de l'arrêté royal du 23 mai
2000" (n° 4242)
10
Sprekers: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Colette Burgeon, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van mevrouw Magda De Meyer tot de
minister van Consumentenzaken,
12
Question de Mme Magda De Meyer à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
12
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het uitblijven
van de uitvoeringsbesluiten bij de wet op de
alternatieve geneeskunde" (nr. 4249)
publique et de l'Environnement sur "l'absence
d'arrêtés d'exécution de la loi sur les médecines
parallèles". (n° 4249)
Sprekers: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Magda De Meyer, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Vraag van de heer Koen Bultinck tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "zijn uitspraken over de verhoging van het
bestaansminimum met 10%" (nr. 4213)
12
Question de M. Koen Bultinck au vice-premier
ministre et ministre du Budget de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "les
déclarations du ministre concernant
l'augmentation de 10% du revenu minimum
d'existence". (n° 4213)
12
Sprekers: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck aan
de vice-eerste minister en minister van Begroting,
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de opening van een asielcentrum te
Westende (Middelkerke)" (nr. 4261)
14
Question orale de M. Koen Bultinck au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l' Economie sociale sur
"l'ouverture d'un centre d'accueil pour candidats
réfugiés à Westende (Middelkerke)" (n° 4261)
14
Sprekers: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Koen Bultinck, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de OCMW-steun voor mensen met een
lopend regularisatiedossier in het kader van een
officieel opleidingsproject" (nr. 4216)
15
Question de Mme Simonne Creyf au vice-premier
ministre et ministre du Budget de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "l'octroi d'une
aide par le CPAS à des personnes dont la
procédure de régularisation est en cours pour un
projet de formation officiel" (n° 4216)
15
Sprekers: Simonne Creyf, Johan Vande
Lanotte
, vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en
Sociale Economie
Orateurs: Simonne Creyf, Johan Vande
Lanotte
, vice-premier ministre et ministre du
Budget, de l'Intégration sociale et de l'
Économie sociale
CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
van
DINSDAG
20
MAART
2001
10:00 uur
______
du
MARDI
20
MARS
2001
10:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 10.14 uur door
mevrouw Yolande Avontroodt, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.14 heures par Mme
Yolande Avontroodt, présidente.
01 Vraag van de heer Yves Leterme tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
afhandeling van de schadevergoedingen van de
dioxinecrisis - luik Volksgezondheid" (nr. 4198)
01 Question de M. Yves Leterme à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "le règlement
des dossiers d'indemnisation relatifs à la crise de
la dioxine - volet Santé publique" (n° 4198)
01.01 Yves Leterme (CVP): De vergoeding van de
niet-landbouwbedrijven na de dioxinecrisis blijkt
moeizaam te verlopen. Einde november 2000 was
4,1 miljard frank betaald, ongeveer 25 procent van
het verwachte totaal. Voor de vergoeding van
vernietigde producten was 10,2 miljard frank
uitgetrokken. Einde november was één vijfde
daarvan besteed. Voor de operationele kosten was
oorspronkelijk 6,2 miljard frank ter beschikking
gesteld. Daarvan was einde november een derde
uitbetaald. Omdat het om niet-gesplitste kredieten
gaat, is een aparte begrotingsruimte nodig om in
2001 uitgaven te kunnen doen.

Hoeveel werd er tot einde 2000 uitbetaald met
betrekking tot de operationele kosten en de
vernietigingskosten, in binnen- en buitenland? Wat
is in 2001 al vergoed? Is er een begrotingsruimte?
Hoe komt het dat de kostenraming nu lager is dan
oorspronkelijk? Wat is de oorzaak van de vertraging
van de uitbetaling? Hoeveel personeelsleden
werken daaraan?

01.01 Yves Leterme (CVP): L'indemnisation des
entreprises non agricoles à la suite de la crise de la
dioxine semble donner lieu à des difficultés. Fin
novembre 2000, 4,1 milliards de francs avaient été
versés, soit 25 pour cent du total prévu. Fin
novembre toujours, un cinquième seulement des
10,2 milliards de francs dégagés pour
l'indemnisation des produits détruits et un tiers
seulement des 6,2 milliards de francs prévus pour
les frais opérationnels avaient été versés.
S'agissant de crédits non dissociés, un cavalier
budgétaire distinct est nécessaire pour pouvoir
effectuer des dépenses en 2001.

Quels montants avaient été versés fin 2000 en ce
qui concerne les frais opérationnels et les frais de
destruction, à l'intérieur et à l'extérieur du pays?
Quelles indemnités ont déjà été versées en 2001?
Un cavalier budgétaire a-t-il été prévu? Pourquoi
l'évaluation des coûts est-elle inférieure aux chiffres
cités initialement? Quelle est la cause de ces
retards de paiement? Combien de membres du
personnel ont été affectés aux tâches liées au
versement de ces indemnités?
01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Voor
producten, bewaring en transport werden in 2000
voor het binnenland beslissingen genomen voor
01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
En ce qui concerne les produits, le stockage et le
transport, les décisions prises en 2000
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
een bedrag van 3,45 miljard frank, voor het
buitenland ging het om 339,5 miljoen. Daarvan werd
3,02 miljard frank effectief uitbetaald. Voor
vernietiging werd 1,74 miljard betaald, voor
laboratoriumonderzoeken 288,5 miljoen. Elke
uitgekeerde vergoeding vergt een ministeriële
beslissing.

In 2001 werden voor het binnenland tot 22 februari
voor 182,1 miljoen vergoedingen uitbetaald. Over
230,5 miljoen frank werd een beslissing genomen.
Voor het buitenland werd 63,2 miljoen frank
uitbetaald.

Voor de vernietigingskosten vond een laatste
inspectie plaats om alles te inventariseren. Voor de
laboratoriumonderzoeken werden in 2001 33.880
frank betaald voor het binnenland, 19,9 miljoen voor
het buitenland.


Het totale bedrag dat in 2001 beschikbaar is,
bedraagt 2,7 miljard. Daarvoor werd een
begrotingsruimte in de begrotingswet 2001
opgenomen.

De ramingen gebeurden op basis van de gevraagde
vergoedingen, de werkelijke uitgaven liggen lager.

Tegen de zomer zou alles afgesloten moeten zijn.
représentaient un montant de 3,45 milliards de
francs pour le territoire national et de 339,5 millions
pour l'étranger. 3,02 millions ont été effectivement
versés. Une somme de 1,74 milliards a été payée
pour la destruction et de 288,5 millions l'ont été pour
les analyses en laboratoires. Chaque indemnité
allouée nécessite une décision ministérielle.
Jusqu'au 22
février 2001, 182,1
millions
d'indemnités ont été versés pour le territoire
national. Une décision a été prise pour
230,5
millions. Pour l'étranger, 63,2
millions de
francs ont été versés.

En ce qui concerne les frais de destruction, il a été
procédé à une dernière inspection en vue de
l'établissement d'un inventaire complet. Pour les
analyses en laboratoires, 33.880 francs ont été
payés en 2001 pour le territoire national et
19,9 millions pour l'étranger.

Le montant total disponible en 2001 est de
2,7 milliards. Une marge budgétaire a été prévue à
cette fin dans la loi budgétaire 2001.


Les estimations ont été effectuées sur la base des
indemnités réclamées, les dépenses effectives
étant inférieures.
Tout devrait être clôturé pour l'été.
De raming van 16 miljard werd opgemaakt aan het
einde van de dioxinecrisis. Bij de controle en de
behandeling van de dossiers bleek er een groot
verschil te bestaan tussen de gevraagde
vergoeding en de bewezen schade. De ingediende
dossiers konden bovendien ruim worden uitgedund:
alleen effectief bewezen schade kan vergoed
worden. Ten slotte bleek bij laboratoriumonderzoek
dat vele in beslag genomen diepgevroren goederen
absoluut niet besmet waren door dioxine en zij dus
opnieuw op de markt konden worden gebracht. Hier
hoefde dus geen schadevergoeding te worden
uitbetaald.

De controles van de Eetwareninspectie waren zeer
arbeidsintensief en complex. Dat verklaart waarom
de dossiers zo lang aansleepten. Bovendien was
een voortdurende samenwerking met Economische
Zaken nodig. De lange tijdsspanne voor de
afhandeling van de dossiers heeft geen verband
met een gering aantal aangestelde ambtenaren,
zoals soms beweerd wordt.
L'estimation de 16 milliards a été établie à l'issue de
la crise de la dioxine. Lors du contrôle et du
traitement des dossiers, il semblait exister une
grande différence entre l'indemnité réclamée et le
préjudice établi. Les dossiers introduits ont, en
outre, pu être élagués : seul le préjudice réellement
prouvé peut être indemnisé. Enfin, il est apparu lors
des analyses en laboratoires que de nombreux
produits congelés saisis n'étaient absolument pas
contaminés par la dioxine et pouvaient donc être
remis sur le marché. Il n'y avait donc pas lieu de
verser d'indemnisation.


Les contrôles effectués par l'Inspection des denrées
alimentaires ont exigé une main-d'oeuvre
importante et étaient très complexes. Ceci explique
pourquoi les dossiers ont traîné si longtemps. De
plus, une collaboration constante avec les Affaires
économiques était nécessaire. La longueur du
traitement des dossiers n'est pas liée à la modicité
du nombre de fonctionnaires désignés, comme on
le prétend parfois.
01.03 Yves Leterme (CVP): Ik stel dus vast dat we
niet met 16 miljard zullen eindigen, maar met 7 à 8
miljard. Dat is goed nieuws voor de
01.03 Yves Leterme (CVP): Je constate donc que
nous ne nous clôturerons pas à 16 milliards mais à
un montant de l'ordre de 7 à 8 milliards. C'est une
CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
belastingbetaler. Men heeft zijn tijd genomen om
dossiers te onderzoeken, waardoor pogingen tot
fraude konden worden verijdeld. Een pluim dus voor
de inspecteurs en voor het Rekenhof.
bonne nouvelle pour le contribuable. On a pris son
temps pour examiner les dossiers, ce qui a permis
de déjouer les tentatives de fraude. C'est tout à
l'honneur des inspecteurs et de la Cour des
comptes.
01.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands):
Volksvertegenwoordigers zetten vrij geregeld aan
tot spoed bij de behandeling van een regionaal
dossier, terwijl een zorgvuldige afhandeling tijd
vergt.
01.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
Des membres de la Chambre me poussent
régulièrement à hâter le traitement d'un dossier
régional, alors qu'un traitement minutieux exige du
temps.
01.05 Yves Leterme (CVP): Ik hoop dat dit niet ad
hominem bedoeld is...
01.05 Yves Leterme (CVP): J'espère que ce n'est
pas une attaque personnelle...
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Maggie De Block tot de
minister van Consumentenzaken
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de MUG
erkenning regio Oostkust" (nr. 4200)
02 Question de Mme Maggie De Block à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
reconnaissance d'un service GUM dans la région
de la Côte est" (n° 4200)
02.01 Maggie De Block (VLD): West-Vlaanderen
heeft thans acht erkende MUG-functies. De regio
Brugge heeft één erkende MUG-dienst, die ook
interventies uitvoert aan de oostkust. Hiervoor wordt
samengewerkt met de twee MUG-équipes van
Knokke en Blankenberge. De erkenning van de
MUG's is afhankelijk van het aantal inwoners in de
regio, maar voor de kust wordt daarbij veel te weinig
rekening gehouden met de aanwezige toeristen en
met het feit dat er een sterk verouderde bevolking
leeft. De Brugse dienst is overbelast in de regio
oostkust. De équipes van Knokke en Blankenberge
springen bij. De interventietijd van de MUG-Brugge
kan in het toeristisch seizoen soms oplopen tot een
uur voor de regio Knokke. Die van de MUG-équipes
Knokke en Blankenberge bedraagt vijf minuten.



Kunnen die twee équipes als MUG-dienst voor de
oostkust worden erkend?
02.01 Maggie De Block (VLD):La Flandre
occidentale dispose actuellement de huit fonctions
GUM reconnues. La région de Bruges dispose d'un
seul service GUM , qui intervient également dans la
région de la côte est, en collaboration avec les
équipes GUM de Knokke et de Blankenberge. La
reconnaissance des GUM dépend du nombre
d'habitants de la région mais dans le cas de la côte,
il est trop peu tenu compte de la présence des
touristes et du fait que la moyenne d'âge de la
population qui y vit est élevée. Le service de Bruges
est dès lors surchargé dans la région de la côte est.
Les équipes de Knokke et de Blankenberge lui
prêtent assistance mais pendant la saison
tourstique il faut parfois au GUM de Bruges une
demi-heure pour se rendre en intervention dans la
région de Knokke. Le délai d'intervention des MUG
de Knokke et de Blankenberge n'est quant à lui que
de cinq minutes.

Ces deux équipes pourraient-elles être reconnues
comme services GUM pour la côte est ?
02.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
procedure tot erkenning van de MUG-diensten gaat
uit van een programmatie per provincie. In West-
Vlaanderen gaat men ervan uit dat acht MUG-
diensten zullen worden erkend, terwijl er thans
twaalf functioneren. Het is echter duidelijk dat de
hele last van het kusttoerisme niet alleen op de
MUG-Brugge kan worden afgewenteld. Brugge
vraagt in een voorlopig rapport dan ook een
afwijking voor West-Vlaanderen. We moeten de
West-Vlaamse puzzel in zijn geheel oplossen. Er
zal daar wel degelijk iets moeten worden beslist.
02.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
La procédure de reconnaissance des services GUM
est basée sur une programmation par province. Huit
centres seraient reconnus en Flandre occidentale
alors qu'il y en a douze actuellement. Il est
cependant clair que le service GUM de Bruges ne
peut faire face seul à la situation pendant la saison
touristique. Dans un rapport provisoire, Bruges
demande une dérogation pour la Flandre
occidentale. Nous devons examiner la situation de
la Flandre occidentale dans son ensemble. Il faudra
certes que des décisions soient prises.
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
02.03 Maggie De Block (VLD): Ik ben blij dat de
minister het probleem erkent.


Het incident is gesloten.
02.03 Maggie De Block (VLD): Je suis contente
de voir que la ministre reconnaît l'existence de ce
problème.

L'incident est clos.
03 Interpellatie van de heer Claude Eerdekens tot
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
reglementeren van de rituele slachtingen ter
gelegenheid van het islamitische offerfeest"
(nr. 736).
03 Interpellation de M. Claude Eerdekens à la
ministre de la Protection de la consommation de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'organisation des abattages rituels de la fête
islamique du sacrifice" (n° 736).
03.01 Claude Eerdekens (PS): De gemeenten
ontvingen recentelijk een ministeriële circulaire
betreffende de rituele slachtingen. Ik verhul u niet
dat die circulaire mij heeft geïrriteerd. Ik meen dat
het principe van "de beslisser betaalt" moet worden
toegepast, zoniet worden de gemeenten
gewoonweg uitgeperst.

De gemeenten gaan nu al gebukt onder een
heleboel beslissingen die op andere beleidsniveaus
worden genomen, bijvoorbeeld op het stuk van de
belastinghervorming, de liberalisering van de
elektriciteitsmarkt of de politiehervorming, en het
moet nu maar eens gedaan zijn met die
verwerpelijke gewoonte om zijn geweten te sussen
door anderen voor de kosten van die beslissingen
te doen opdraaien.

Ook de dreigende ondertoon van de circulaire kan
ik geenszins appreciëren.

Er moeten zeker maatregelen worden getroffen ter
bescherming van de volksgezondheid, maar de
circulaire bepaalt dat de gemeenten tijdelijk zelf
voor het slachten instaan en ook de kosten zelf
dragen.
03.01 Claude Eerdekens (PS) : Une circulaire
ministérielle relative aux abattages rituels vient de
parvenir aux communes. Je ne vous cacherai pas
que cette circulaire m'a agacé. J'estime que le
principe de décideur-payeur doit être d'application
sous peine de voir les communes exsangues.


A l'heure où ces dernières ont à souffrir des
multiples décisions prises à d'autres niveaux de
pouvoir en matière, notamment, de réforme fiscale,
de libéralisation du marché de l'électricité ou de
réforme des polices, il est temps de mettre fin à la
détestable habitude de se donner bonne
conscience en faisant payer ses décisions par
d'autres.


Je n'apprécie pas non plus le ton comminatoire de
cette circulaire.

Certes, des mesures de santé publique doivent être
prises, mais il est prévu par cette circulaire que les
communes réalisent des abattages momentanés à
leur entière charge.
Volgens uw circulaire zijn de gemeenten ook
bevoegd voor de diergeneeskundige controles. In
de erkende slachthuizen kan probleemloos een
aparte ruimte worden voorbehouden voor rituele
slachtingen. Als er geen beroep kan worden gedaan
op een erkend slachthuis, moet de gemeente
volgens u instaan voor het ophalen van het dierlijk
afval. Dat verbaast me, want het verwijderen van
dat afval kost al gauw 4.000 à 5.000 BEF per ton,
wat zwaar drukt op de gemeentebegroting.

Met het oog op een hygiënisch verloop van de hele
operatie zouden de gemeenten bovendien de
federale inspectie erbij moeten betrekken, en
dienovereenkomstig betalen, wat de kosten alleen
maar doet toenemen.
Selon votre circulaire, les contrôles vétérinaires
relèvent aussi de l'autorité communale. Dans les
abattoirs agréés, il n'y a aucun problème à réserver
un espace aux abattages rituels. Mais quand, en
l'absence de ces abattoirs, vous dites que la
collecte des déchets d'animaux doit être effectuée
par la commune, je m'étonne, car l'évacuation des
déchets coûte de 4.000 à 5.000 francs la tonne, ce
qui représente une charge importante pour les
communes.


En vue du déroulement hygiénique des opérations,
les communes devraient, de surcroît, demander le
concours payant de l'Inspection fédérale, ce qui ne
fait qu'augmenter les charges qu'elles doivent
assumer.
CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Een dergelijke circulaire is onuitvoerbaar. Als de
federale staat de gemeenten taken toevertrouwt,
moet de staat daar ook de verantwoordelijkheid
voor op zich nemen. Ik vraag u dan ook het nodige
te doen opdat de staat zijn verplichtingen niet zou
afwentelen op de gemeenten.

Dit is een principekwestie, en mijn fractie, steeds
wakend over de belangen van de gemeenten, zal
teksten die dergelijke verplichtingen inhouden voor
de gemeenten voortaan niet meer goedkeuren.

Une telle circulaire est inapplicable. Si l'Etat fédéral
sollicite les communes, il doit en assumer les
responsabilités. Je vous demande donc de ne pas
décharger l'Etat fédéral de ses obligations en les
reportant sur les communes.


C'est une question de principe et mon groupe, très
attentif aux droits des communes, refusera de voter
dorénavant des textes comportant de telles
obligations imposées à ces dernières.
03.02 Minister Magda Aelvoet (Frans) : De
circulaire neemt de bewoordingen over van een
circulaire van 1997. De gemeenten en het Brussels
Gewest hebben daarover gebakkeleid omdat de
heer Gosuin het beu was om op te draaien voor het
gebrek aan verantwoordelijkheidszin waarvan de
gemeenten blijk geven met betrekking tot de
afvalverwerking. Naar aanleiding daarvan werd ik
ertoe genoodzaakt de gemeenten aan hun
verplichtingen terzake te herinneren.
Het enige verschil tussen die circulaire en die van
1997 betreft het vervoer van dieren. Dat geschiedt
immers vaak onder onaanvaardbare
omstandigheden, zoals tijdens het Offerfeest blijkt.
03.02 Magda Aelvoet , ministre (en français): La
circulaire reprend les termes d'une directive de
1997. Une confrontation a opposé les communes et
la Région bruxelloise, parce que M. Gosuin en avait
assez de subir le manque de responsabilité des
communes en matière de déchets. Suite à cela, j'ai
été amenée à rappeler à ces dernières leurs
devoirs.


La seule différence entre cette circulaire et celle de
1997 porte sur le transport des animaux. Il est
souvent effectué dans des conditions
inacceptables, comme on peut l'observer lors de la
fête de l'Aïd.
Wij hebben dus het aspect vervoer van dat dossier
gewijzigd. Zoals ik al heb gezegd, hebben wij voor
de rest alleen een oude omzendbrief overgenomen.
Wij nemen nu contact op met alle betrokkenen
opdat die slachtingen vanaf volgend jaar in de beste
omstandigheden verlopen.

Ten slotte sta ik erop te preciseren dat het voor de
gemeentelijke begrotingen in de meeste gevallen
om een neutrale operatie gaat vermits de kosten
aan de personen die de slachtingen aanvroegen,
werden aangerekend.
Nous avons donc modifié l'aspect « transport » de
cette problématique. Tout le reste, je l'ai déjà dit, ne
constitue que la reprise d'une ancienne circulaire.
Nous reprenons actuellement contact avec toutes
les personnes concernées pour que ces abattages
se passent dans les meilleures conditions à partir
de l'année prochaine.
Enfin, je tiens à préciser que dans la plupart des
cas, il s'agit d'une opération neutre pour les budgets
communaux, dans la mesure où les frais étaient
imputés aux personnes qui demandaient ces
abattages.
03.03 Claude Eerdekens (PS): Het is niet omdat
een slechte circulaire beschikbaar is dat zij moet
worden overgenomen.

U heeft nog tien maanden om een nieuwe circulaire
voor te bereiden waarin zou worden bepaald dat die
kosten op de federale begroting of de begroting van
de Gemeenschappen worden ingeschreven.De
gemeenten zullen niet aanvaarden dat u hen met
die kosten opzadelt, aangezien zij terzake geen
opdracht hebben.

Zij die de dieren voor de rituele slachtingen
aanvoeren, moeten voor de kosten van de slachting
opdraaien. Het betreft hier een taak voor de
Gewesten. Het zou onaanvaardbaar zijn de
03.03 Claude Eerdekens (PS): Ce n'est pas parce
qu'une mauvaise circulaire préexistait qu'il faut la
reproduire.

Il vous reste dix mois pour préparer une nouvelle
circulaire qui mettrait ces frais à la charge du
budget fédéral ou des Communautés. Si vous
mettez ce budget sur le dos des communes, elles
ne l'accepteront pas car elles n'ont pas de mission
en cette matière.


C'est à ceux qui amènent les animaux pour les
abattages rituels d'en payer les frais. Il s'agit là
d'une mission régionale. L'organisation d'abattoirs
provisoires avec un personnel spécialisé est une
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
gemeenten voor de organisatie van tijdelijke
slachthuizen met gespecialiseerd personeel te doen
instaan. Bovendien kunnen de gemeenten die taak
niet aan.

Te Ciney zou een regeling met het lokale slachthuis
tot de mogelijkheden behoren, maar er zijn geen
moslims. In andere gemeenten zonder slachthuis
wonen daarentegen wel veel moslims.
De enige oplossing bestaat erin de erkende
slachthuizen te verplichten voor de rituele
slachtingen in te staan.
mission impossible et inacceptable pour les
communes.



A Ciney, il serait possible de s'arranger avec
l'abattoir local, mais il n'y a pas de musulmans. Par
contre, il y a beaucoup de musulmans dans des
communes dépourvues d'abattoirs.
La seule solution est d'imposer aux abattoirs agréés
de prendre en charge les abattages rituels.
03.04 Jef Valkeniers (VLD): Ook ik stelde reeds
vragen over deze problematiek. Ik ken persoonlijk
iemand die recent veel investeerde in zijn slachthuis
in het Brusselse om te kunnen worden erkend voor
de slachtingen bij het islamitisch Offerfeest. De
laatste jaren zijn er al te veel verhalen over rituele
slachtingen in de badkamer en over slachtafval
verspreid op de stoep. GAIA heeft dit nooit gefilmd!
03.04 Jef Valkeniers (VLD): Moi aussi, j'ai déjà
posé à la ministre des questions concernant ce
problème. Je connais personnellement quelqu'un
qui a investi récemment beaucoup d'argent dans
son abattoir situé dans la région bruxelloise pour
obtenir l'agrément l'autorisant à procéder à des
abattages rituels pour la fête islamique du sacrifice.
Ces dernières années, on a beaucoup entendu
parler d'abattages rituels dans des salles de bains
et d'abats éparpillés sur le trottoir. Mais ça, Gaia ne
l'a jamais filmé!
03.05 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
Brusselse minister Gosuin besliste geen
afvalcontainers meer te plaatsen omdat het
plaatsen van die containers volgens GAIA de
erkenning inhoudt dat er mag afgeweken worden
van de wet.
03.05 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
M. Gosuin, le ministre bruxellois, a décidé de ne
plus placer de conteneurs à déchets parce que,
selon Gaia, en installant ces conteneurs, on admet
implicitement qu'on peut déroger à la loi.
03.06 Jef Valkeniers (VLD): Beelden van het
slachten heeft GAIA wel niet gefilmd.

Om als slachthuis erkend te worden moet men
miljoenen investeren. Een slachthuis erkend voor
islamitische slachtingen zou het hele jaar moeten
kunnen slachten. De reglementering moet worden
aangepast.
03.06 Jef Valkeniers (VLD): Mais Gaia n'a pas
filmé ces abattages !

Ceux qui veulent voir leur abattoir agréé doivent
investir des millions. Un abattoir agréé pour
procéder à des abattages islamiques devrait
pouvoir abattre des animaux toute l'année. A cette
fin, il convient d'adapter la loi.
03.07 Magda De Meyer (SP): De rondzendbrief is
niet toepasbaar. Ik hoop dat er tegen het volgende
Offerfeest een wettelijke regeling is. Waarom mag
een gewone thuisslachting wel en een rituele
slachting niet? In Oost-Vlaanderen volgt 80 procent
van de gemeenten de circulaire niet. Ze kost
gewoon te veel. Een regeling moet realistisch zijn.
Ik pleit ervoor om alles via de officiële slachthuizen
te laten gebeuren.
03.07 Magda De Meyer (SP): La circulaire n'est
pas applicable. J'espère que des dispositions
légales seront adoptées avant la prochaine fête du
sacrifice. Pourquoi autorise-t-on les abattages
ordinaires à domicile et n'autorise-t-on pas les
abattages rituels ? En Flandre-Orientale, 80 % des
communes n'appliquent pas la circulaire pour la
raison bien simple que son application serait trop
coûteuse. Le règlement que nous élaborerons
devra être réaliste. Je suis partisane de l'obligation
de passer par les abattoirs officiels.
03.08 Hubert Brouns (CVP): Mevrouw De Meyer is
negatief ten aanzien van de gemeenten. In Limburg
is er wel een perfecte samenwerking tussen
sommige gemeenten en de islamitische
gemeenschap, wat echter niet betekent dat er geen
03.08 Hubert Brouns (CVP): Mme De Meyer se
montre négative vis-à-vis des communes. Dans le
Limbourg, il y a une collaboration parfaite entre
certaines communes et la communauté islamique,
ce qui ne signifie cependant pas qu'une
CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
wettelijke regeling nodig is.
réglementation légale ne soit pas nécessaire.
03.09 Minister Magda Aelvoet (Nederlands):
Sinds 1988 zijn alle rituele slachtingen verboden
door een Europese richtlijn, die in Belgisch recht
werd omgezet. Wat de thuisslachtingen betreft:
deze bleven in een bepaalde mate aanvaard, onder
grote druk van bepaalde groepen. Ik werk
momenteel wel aan een ontwerp om de
thuisslachting van herkauwers voor iedereen te
verbieden.


De beweerde totale onhaalbaarheid van de
bestaande circulaire is onterecht. Talrijke
gemeenten werken al jarenlang regelingen uit in
overeenstemming met die circulaire.
03.09 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais)
:Depuis 1988, tous les abattages rituels sont
interdits par une directive européenne qui a été
transposée en droit belge. En ce qui concerne les
abattages à domicile, il restent tolérés dans une
certaine mesure, sous la pression importante de
certains groupes. Je prépare actuellement un projet
visant à interdire totalement l'abattage de ruminants
à domicile.

Il est faux de prétendre que la circulaire actuelle est
totalement irréaliste: de nombreuses communes
élaborent des réglementations depuis des années,
conformément à cette circulaire.
(Frans) Men kan de islamitische gemeenschap om
een financiële bijdrage vragen. De overheid mag
immers niet als enige opdraaien voor de kosten die
met die slachtingen gepaard gaan.

Rituele slachtingen geschieden op de dag zelf van
het Offerfeest en de grote slachthuizen van Brussel
zijn niet in staat die bijkomende vraag te verwerken.
In Gent en Antwerpen is er geen enkel probleem,
maar dat geldt niet voor Brussel. Ik wil bijdragen tot
een verbetering van het systeem.
(En français) On peut demander à la communauté
islamique une participation financière. Les
abattages ne doivent pas peser uniquement sur les
budgets publics.

L'abattage rituel se pratique le jour même de l'Aïd et
les grands abattoirs de Bruxelles ne sont pas
capables d'assumer cette demande
supplémentaire. A Gand ou Anvers, il n'y a eu
aucun problème, ce qui n'est pas le cas à Bruxelles.
Je veux participer à l'amélioration du système.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werd volgende
motie ingediend.
En conclusion de cette discussion la motion
suivante a été déposée.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
mevrouw Magda De Meyer en de heren Claude
Eerdekens, Philippe Seghin en Jef Valkeniers en
luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Claude
Eerdekens
en het antwoord van de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu,

verzoekt de regering de volledige financiële en
administratieve verantwoordelijkheid op zich te
nemen van de beslissingen die met recht en reden
op het stuk van de rituele slachtingen dienen te
worden genomen."
Une motion de recommandation a été déposée par
Mme Magda De Meyer et MM. Claude Eerdekens,
Philippe Seghin et Jef Valkeniers et est libellée
comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de M. Claude
Eerdekens
et la réponse de la ministre de la Protection de la
consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement,

demande au gouvernement d'assumer toute la
responsabilité financière et administrative des
décisions qu'il peut légitimement prendre en matière
d'abattages rituels."
Over de motie zal later worden gestemd.
Le vote sur la motion aura lieu ultérieurement.
De bespreking is gesloten.
La discussion est clos.
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
04 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende geneeskundige
hulpverlening" (nr. 4229)
- de heer Philippe Seghin aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de dringende medische hulp"
(nr. 3242)
04 Questions orales jointes de
- M. Luc Goutry à la ministre de la Protection de
la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'aide médicale urgente"
(n° 4229)
- M. Philippe Seghin à la ministre de la Protection
de la consommation, de la Santé publique et de
l'Environnement sur "l'aide médicale urgente"
(n° 3242)
04.01 Luc Goutry (CVP): Uit het antwoord aan
mevrouw De Block bleek dat de minister aandacht
heeft voor onze regio.

Bij het begrotingsdebat in december kondigde de
minister maatregelen aan op het vlak van de
dringende geneeskundige hulpverlening. De
Nationale Raad voor Dringende Hulpverlening zou
worden uitgebreid met een aantal werkgroepen en
hij zou daarvoor ook meer middelen krijgen. Is dat
ondertussen gebeurd? Wanneer komt er een
uitspraak? Wat doen de werkgroepen?
04.01 Luc Goutry (CVP): La réponse que la
ministre a apportée à Mme De Blok montre qu'elle
s'intéresse à notre région.

Lors du débat budgétaire de décembre, la ministre
a annoncé des mesures concernant l'aide médicale
urgente. Plusieurs groupes de travail seraient
adjoints au Conseil national de l'aide urgente qui
obtiendrait, dès lors, davantage de moyens. Ces
mesures ont-elles entretemps été mises en oeuvre?
Quand une décision sera-t-elle prise ? Que font les
groupes de travail ?
04.02 Philippe Seghin (PRL FDF MCC): De
hervorming van de dringende medische
hulpverlening was al in oktober aangekondigd.

Wat is de huidige stand van zaken ? Welke richting
gaat men ermee uit ?
Wordt de procedure voor de toekenning van de
erkenning als dienst-100 aan de
ambulancediensten versneld ?
In de streek van Charleroi zijn er maar acht
ambulances erkend, en die zijn dan nog slecht
verdeeld ook, want Courcelles, Pont-à-Celles of Les
Bons Villers worden maar karig bedeeld.

Een particulier ambulancebedrijf heeft zich nu in de
streek gevestigd, en is geheel geoutilleerd om in
alle zones efficiënt te kunnen ingrijpen. Denkt u dat
dat bedrijf erkend kan worden als dienst-100 ?
04.02 Philippe Seghin (PRL FDF MCC) : En
octobre, la réforme de l'aide médicale urgente avait
été annoncée.

Où en est-elle ? Vers quelles voies s'oriente-t-elle ?

L'obtention de l'agréation 100 par les sociétés
d'ambulances sera-t-elle accélérée ?

Dans la région de Charleroi, il n'y a que huit
ambulances agréées et elles sont mal réparties car
elles couvrent peu Courcelles, Pont-à-Celles ou
Les Bons Villers.


Une société d'ambulances privée s'est implantée
dans la région et dispose de tous les moyens pour
être efficace dans toutes les zones. Pensez-vous
qu'elle pourra obtenir l'agréation 100 ?
04.03 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Er is
enige verwarring over de zes werkgroepen. In het
kader van de hervorming van de civiele
bescherming werden die werkgroepen opgericht.
De zesde werkgroep beraadt zich over de
samenwerking met Volksgezondheid.

In de Nationale Raad wordt hard gewerkt aan een
aantal dossiers, onder meer de werking van de
hulpcentrales "100". Een federaal referentiecentrum
werd opgericht.

Het KB van 2 april 1965 zal worden gewijzigd om de
belangen van de patiënten beter te beschermen. De
anonimiteit van de patiënten komt soms in het
04.03 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :Il
règne une certaine confusion au sujet des six
groupes de travail. Ces groupes de travail ont été
constitués dans le cadre de la réforme de la
protection civile. Le sixième groupe de travail se
penche sur la coopération avec la Santé publique.

Au Conseil national, on travaille beaucoup sur une
série de dossiers dont celui du fonctionnement des
centraux « 100 ». Un centre de référence fédéral a
été constitué.

L'arrêté royal du 12 avril 1965 sera modifié afin de
mieux préserver les droits du patient. L'anonymat
des patients est parfois mis en péril lorsque l'on
CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
gedrang als de hulpdiensten worden opgeroepen.

De werkgroep van de diensten "100" werkt aan
normen voor de spoedgevallendiensten.


In de gezondheidswet, die binnenkort wordt
ingediend, hebben drie elementen betrekking op de
dringende medische hulpverlening: de erkenning en
programmatie van de ambulances "100", de betere
omschrijving van de bevoegdheid van de
gezondheidsinspecteurs en de regels ter bestraffing
van overtredingen bij het uitrukken van de
ambulances.

Volgende week is er ook overleg met de Belgische
Vereniging van Steden en Gemeenten om tot een
praktische samenwerking te komen met
burgemeesters en brandweercommandanten.
appelle les services de secours.

Le groupe de travail en charge des services « 100 »
travaille à l'élaboration de normes pour les services
d'urgences.

Dans la projet de loi relatif à la santé qui sera
bientôt déposé, trois éléments ont trait à l'aide
médicale urgente
: la reconnaissance et la
programmation des ambulances «
100
», une
meilleure définition des compétences des
inspecteurs et les règles relatives aux sanctions
pour les infractions lors de la sortie des
ambulances.

La semaine prochaine, il y aura aussi une
concertation avec l'Union des villes et communes
belges afin d'aboutir à une collaboration concrète
avec les bourgmestres et les commandants des
pompiers.
(Frans) Een wetsontwerp tot wijziging van de wet
van 1964 betreffende de dringende medische hulp
zal binnenkort in het kader van de gezondheidswet
worden ingediend.
Krachtens de bepalingen van dat ontwerp zullen de
ambulances door de minister van Volksgezondheid
worden erkend.

De Koning zal de erkenningsnormen en de
programmatiecriteria vaststellen. De
erkenningsnormen en de programmatiecriteria
hebben betrekking op de gebruikte voertuigen en
het aantal vertrekplaatsen.
Wat Charleroi betreft, zal men, zodra de provinciale
commissies hun werkzaamheden zullen hebben
afgerond, nagaan welke wijzigingen moeten worden
aangebracht.
Die situaties die een aanpassing vereisen zullen in
aanmerking worden genomen binnen de grenzen
van wat voor de federale overheid budgettair
aanvaardbaar is.
(En français): Un projet de loi modifiant la loi de
1964 relative à l'aide médicale urgente sera déposé
bientôt, dans le cadre de la loi sur la santé.

Il prévoit que les ambulances seront agrées par le
ministre de la Santé publique. Le Roi fixera les
normes d'agréation et les critères de
programmation.
Les normes d'agréation et les critères de
programmation concernent les véhicules et le
nombre de lieux de départ.


Pour ce qui est de Charleroi, une fois que les
commissions provinciales auront terminé leurs
travaux, on verra quelles sont les modifications à
apporter.
Les situations réclamant une adaptation seront
prises en considération, dans les limites
budgétairement acceptables pour l'Etat fédéral.
04.04 Luc Goutry (CVP): Wat is de timing voor het
hele project en voor de MUG's?
04.04 Luc Goutry (CVP): Quel est le calendrier
fixé pour l'ensemble du projet et pour les GUM ?
04.06 04.05 Philippe Seghin (PRL FDF MCC): Er
wordt met ongeduld naar het wetsontwerp inzake
gezondheid uitgekeken. Eurosamu, het particuliere
ambulancebedrijf waarover ik het had, is heel goed
uitgerust. Sinds 1995 weigert de
gezondheidsinspectie van het ministerie het bedrijf
te erkennen, omdat al aan de regionale behoeften is
voldaan. De inspectie zou beter met het bedrijf in
dialoog gaan in plaats van elk contact te weigeren.


Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De tekst zal
04.06 04.05 Philippe Seghin (PRL FDF MCC) : Le
projet de loi sur la santé est attendu avec
impatience.
La société d'ambulances privée dont j'ai parlé,
Eurosamu, est très bien équipée. Depuis 1995, elle
se heurte au refus d'agréation de l'inspecteur
d'hygiène du ministère, qui estime que les besoins
de la région sont satisfaits.
Je souhaiterais que la société susmentionnée
puisse dialoguer avec lui plutôt que de se trouver
face à une porte close.
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
misschien nog in april - uiterlijk mei - worden
ingediend.

Wat de conclusies betreffende de MUD en dergelijk
betreft, kan ik niets beloven aangezien er te veel
lokale actoren in het spel zijn en ik niet over de
timing beschik.
Magda Aelvoet, ministre (en néerlandais): Le
dépôt de ce texte aura lieu, au plus tard, en mai et
peut-être encore en avril.

En ce qui concerne les conclusions relatives au
SAMU... etc..., je ne puis m'engager car il y a trop
d'acteurs locaux et je ne dispose pas du timing.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van mevrouw Colette
Burgeon aan de minister van
Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu over "de moeilijkheden bij de
uitvoering van het koninklijk besluit van 23 mei
2000" (nr. 4242)
05 Question orale de Mme Colette Burgeon à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "les
difficultés d'application de l'arrêté royal du 23 mai
2000" (n° 4242)
05.01 Colette Burgeon (PS): Nu de toepassing
van het koninklijk besluit van 23 mei 2000 niet meer
veraf is, maken vele dierenartsen die de
doelstellingen inzake traceerbaarheid en
doorzichtigheid steunen, zich toch zorgen over de
talrijke administratieve verplichtingen die dat besluit
meebrengt. Het koninklijk besluit legt immers inzake
het verwerven en houden van een
geneesmiddelendepot een aantal verplichtingen op
die vooral kleine veeartsenpraktijken moeilijk
kunnen nakomen.

Andere verplichtingen betreffen het voorschrijven
zelf van de geneesmiddelen maar ook de
documenten voor het voorschrijven, toedienen en
leveren. Die laatste worden alleen door de
federaties ter bestrijding van de dierenziekten tegen
betaling overhandigd.

Die kosten zullen vroeg of laat tot een verhoging
van de erelonen leiden, wat vooral de cliënten met
een beperkt inkomen en de kleine veterinaire
praktijken zal treffen.

Is de informatie tijdig verspreid? Gebeurde dit na
overleg met de veeartsen?
Waarom heeft men de federaties ter bestrijding van
de dierenziekten met het beheer van de formulieren
en documenten belast?

Welke maatregelen nam u al om het
beroepsgeheim van deze veeartsen te waarborgen?

Waarom wordt het verstrekken van
geneesmiddelen door de veearts zelf niet
vereenvoudigd?

Waarom wordt de aflevering van met een bon
bestelde geneesmiddelen geprivilegieerd, terwijl
andere bestaande middelen sneller en efficiënter
zijn.
05.01 Colette Burgeon (PS) : De nombreux
vétérinaires, à l'approche de l'application sur le
terrain de l'arrêté royal du 23 mai 2000 et, tout en
souscrivant aux objectifs de traçabilité et de
transparence, s'inquiètent des multiples contraintes
administratives qu'il impliquera.
Il impose effectivement plusieurs mesures,
concernant l'acquisition et la détention d'un dépôt
de médicaments, difficiles à respecter, surtout pour
les petits cabinets vétérinaires.

D'autres contraintes concernent la prescription de
médicaments proprement dite, mais aussi les
documents de prescription, d'administration, de
fournitures. Ces derniers ne seront délivrés - contre
paiement - que par les fédérations de lutte contre
les maladies animales.

Ces coûts se répercuteront tôt ou tard sur les
honoraires pénalisant les clients à faible revenu et
les petits cabinets vétérinaires.

L'information a-t-elle été diffusée à temps ? Après
concertation avec les vétérinaires ?
Pourquoi avoir chargé les fédérations de lutte
contre les maladies animales de la gestion des
formulaires et documents ?

Quelles mesures avez-vous déjà prises pour
garantir le secret professionnel de ces
vétérinaires ?

Pourquoi ne pas faciliter la délivrance du
médicament par le vétérinaire lui-même ?


Pourquoi privilégier les livraisons de médicaments
par bons de commande, alors que d'autres moyens
plus rapides et efficaces existent ?

CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11

Kunnen die drastische maatregelen niet worden
vereenvoudigd? Een proefperiode van zes
maanden zou terzake realistisch zijn.
Ces mesures drastiques ne pourraient-elles être
simplifiées ? Une période probatoire de six mois
serait réaliste en la matière.
05.02 Minister Magda Aelvoet (Frans): De
besluiten van 10 april en 23 mei 2000 die praktische
bepalingen betreffen, zijn in juli en augustus 2000
gepubliceerd. Dat is zeven maanden geleden.

De representatieve organisaties werden bij de
uitwerking van die bepalingen betrokken.

Zo nam ik in Brugge deel aan een vergadering van
500 veeartsen die zich terzake konden uitspreken
en doorzichtigheid en taceerbaarheid eisten. Een
van onze doelstellingen bestaat erin het
distributiekanaal van de geneesmiddelen voor
veterinair gebruik te controleren.

De documenten zijn genummerd en de registratie
van de veeartsen wordt in de nationale
gegevensbank Sanitel opgenomen.
05.02 Magda Aelvoet , ministre (en français): Les
arrêtés du 10 avril et 23 mai 2000, qui portent sur
les dispositions pratiques, ont été publiés en juillet
et août : il y a sept mois !

Les organisations représentatives ont été associées
à leur élaboration.

J'ai notamment participé, à Bruges, à une réunion
de 500 vétérinaires qui ont pu s'exprimer et ont
revendiqué transparence et traçabilité. Un de nos
buts est de contrôler la filière des médicaments à
usage vétérinaire.


Les documents sont numérotés et l'enregistrement
des vétérinaires se retrouve dans une banque de
données nationale, la Sanitel;
Iedereen wordt geacht de wet te kennen. Daarom
zijn vele dierenartsen ook aangesloten bij een
beroepsorganisatie. Sinds november 2000
organiseren de representatieve beroepsorganisaties
in alle provincies infovergaderingen over de nieuwe
wetgeving voor de dierenartsen.


In de diergeneeskunde is er geen beroepsgeheim.
Er geldt een communicatieplicht tussen arts en
cliënt.


In België is de afgifte van diergeneesmiddelen al
sinds lang een zaak van de apothekers, die het
product op voorschrift van een dierenarts
verstrekken, en van de dierenartsen zelf, die
geregistreerde geneesmiddelen leveren.

Op een bestelbon voor een geneesmiddel moet
altijd de handtekening van een dierenarts staan.

De mensen uit het beroep zelf hebben om een
nummeringsysteem gevraagd. Andere
overgangsmodellen worden niet uitgesloten, op
voorwaarde dat de traceerbaarheid gewaarborgd is.

Alles wordt nu aangepast om e-mailgebruik
mogelijk te maken zodra de juridische problemen
met betrekking tot de elektronische handtekening
zullen zijn opgelost. De wetgeving betracht een
maximale voedselveiligheid.

Het hele dierenartsengilde kan daarvoor
Nul n'est censé ignorer la loi. C'est pourquoi
beaucoup de vétérinaires adhèrent aux
organisations professionnelles.
Depuis novembre 2000, les organisations
représentatives de la profession organisent à
l'intention des vétérinaires? dans toutes les
provinces? des réunions d'information sur la
nouvelle législation.

En matière de médecine vétérinaire, il n'y a pas de
secret professionnel. Une obligation de
communiquer s'applique entre le praticien et son
client.

En Belgique, la délivrance des médicaments
vétérinaires est laissée depuis longtemps aux
pharmaciens, sur prescription d'un vétérinaire, et
aux vétérinaires eux-même fournissant les
médicaments enregistrés.

Quant aux livraisons de médicaments par bon de
commande, celui-ci doit porter la signature d'un
vétérinaire.
C'est la profession elle-même qui a demandé que
l'on travaille avec un système numéroté.
On n'exclut pas d'autres modèles de transition à
condition que la traçabilité soit assurée.

Tout est mis en chantier pour permettre l'utilisation
De l'e-mail, lorsque les problèmes juridiques liés à
la signature électronique seront résolus.
L'objectif de cette législation est de renforcer au
maximum la sécurité alimentaire.
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
gemobiliseerd worden; er wordt unisono om
strengere controles gevraagd.
Toute la profession vétérinaire est capable de se
mobiliser en ce sens et toutes les demandes vont
dans le sens d'un contrôle plus strict.
05.03 Colette Burgeon (PS): Het papierwerk dat
de kleine dierenartsen, die vooral
gezelschapsdieren verzorgen, moeten
doorworstelen, blijft verontrustend zwaar.
05.03 Colette Burgeon (PS) : Ce qui reste
préoccupant, ce sont les tâches administratives qui
pèsent sur les petits vétérinaires qui s'occupent
essentiellement des animaux de compagnie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Magda De Meyer tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "het
uitblijven van de uitvoeringsbesluiten bij de wet
op de alternatieve geneeskunde" (nr. 4249)
06 Question de Mme Magda De Meyer à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur
"l'absence d'arrêtés d'exécution de la loi sur les
médecines parallèles". (n° 4249)
06.01 Magda De Meyer (SP): De wet op de
alternatieve geneeskunde is bijna twee jaar oud,
maar er zijn nog altijd geen uitvoeringsbesluiten
klaar. In juli 2000 zei de minister dat er dringend
nood is aan regulering rond de veiligheid en
betrouwbaarheid van zulke niet-conventionele
praktijken. Alleen zo een kwaliteitsbewaking kan het
werkveld zuiveren van kwakzalvers. Waarom blijven
de uitvoeringsbesluiten dan zo lang uit? Deze
maand nog zou de Hoge Raad hierover vergaderen.
Hoe zit het met de erkenningcriteria, de opstelling
van een kadaster, de samenstelling van de paritaire
erkenningscommissie? Wanneer wordt dit alles
voelbaar op het terrein?
06.01 Magda De Meyer (SP): La loi sur les
médecines parallèles a été adoptée il y a près de
deux ans mais les arrêtés d'exécution ne sont pas
encore prêts. Au mois de juillet 2000, la ministre
avait déclaré qu'il était urgent d'instaurer une
réglementation relative à la sécurité et à la fiabilité
de ces pratiques non conventionnelles. Seul le
contrôle de la qualité permettra d'évincer les
charlatans de la profession. Pour quelle raison les
arrêtés d'exécution se font-ils attendre aussi
longtemps ? Le Conseil supérieur devrait encore se
réunir ce mois-ci à ce sujet. Qu'en est-il des critères
d'agrément, de la création d'un cadastre, de la
composition d'une commission paritaire d'agrément
? Quand toutes ces mesures seront-elles mises en
oeuvre sur le terrain ?
06.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): In de
loop van vorig jaar werd gewerkt aan het KB dat de
criteria voor de erkenning van de
beroepsverenigingen moet regelen. We hebben
slechts en voorlopig advies van de auditeur bij de
Raad van State, voor het definitieve advies bellen
wij twee keer per week.

Tegen 23 maart hebben wij de Hoge Raad van
geneesheren-specialisten en huisartsen advies
gevraagd, omdat wij de medewerking van
universitair gevormden nodig hebben.



Wij kunnen geen advies vragen over een tweede
KB voordat het eerste genomen is.
06.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Dans le courant de l'année dernière, on a entrepris
l'élaboration de l'arrêté royal réglant les critères
d'agrément des associations professionnelles. Nous
avons uniquement reçu un avis provisoire de
l'auditeur du Conseil d'Etat. Nous téléphonons deux
fois par semaine pour obtenir l'avis définitif.

Nous avons demandé au Conseil supérieur des
médecins spécialistes et des kinésithérapeutes de
nous transmettre son avis d'ici au 23 mars. Nous
estimions en effet qu'il était nécessaire de
s'adjoindre la collaboration de personnes disposant
d'une formation universitaire.

Nous ne pouvons pas demander un avis sur le
deuxième arrêté royal alors que le premier n'a pas
encore été pris.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Koen Bultinck tot de vice-
eerste minister en minister van Begroting
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
07 Question de M. Koen Bultinck au vice-premier
ministre et ministre du Budget de l'Intégration
sociale et de l'Economie sociale sur "les
CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
over "zijn uitspraken over de verhoging van het
bestaansminimum met 10%" (nr. 4213)
déclarations du ministre concernant
l'augmentation de 10% du revenu minimum
d'existence". (n° 4213)
07.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK):
Oorspronkelijk was een stijging van de
bestaansminima met 4 procent tegen 2002
aangekondigd. Minister Vande Lanotte liet nu een
cijfer van 10 procent vallen. Bestaat daarover een
consensus binnen de regering? Wanneer zal dit
worden gerealiseerd? Wordt het bestaansminimum
welvaartvast gemaakt? Dit is een belangrijke
problematiek, want een grote groep Vlamingen
kampt met problemen van bestaanszekerheid.
07.01 Koen Bultinck (VLAAMS
BLOK):Initialement, on avait annoncé une
augmentation du revenu minimum d'existence de
4% d'ici à 2002. Le ministre Vande Lanotte a
évoqué le chiffre de 10%. Y a-t-il un consensus à ce
sujet au sein du gouvernement ? Quand cela se
concrétisera-t-il ? Le revenu minimum d'existence
sera-t-il lié au bien-être
? C'est une question
importante car un nombre important de Flamands
est confronté à des problèmes de subsistance.
07.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): In het kader van het actieplan
"armoede" beslisten wij de uitkeringen voor de
gehandicapten en bestaansminimumtrekkers te
verhogen. Voor de laatste worden de uitkeringen
vanaf 2002 opgetrokken. Om de armoede te
halveren ­ wat onze doelstelling is ­ is een stijging
met 4 procent duidelijk onvoldoende; daartoe is 10
procent stijging nodig. Momenteel wordt het aantal
personen dat in aanmerking komt, geteld. Gegeven
de vluchtelingenproblematiek is dat niet eenvoudig.


De discussies over het wetsontwerp dat wordt
voorbereid, zijn gaande. Ik wil de principes zelf van
het bestaansminimum veranderen. Het
bestaansminimum is geen oorspronkelijk, maar een
afgeleid recht. Tegenover het recht op integratie
staat het recht op een uitkering.

De Koning zal de datum bepalen waarop het
bestaansminimum wordt aangepast. In de wet moet
ook een einddatum komen. Die zal mee afhangen
van de budgettaire ruimte. Men moet ook weten wie
gaat betalen: de Staat, de OCMW's of beide. Een
aantal andere uitkeringen moet uiteraard mee
worden verhoogd. De berekeningen worden nu
gemaakt.
07.02 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais): Dans le cadre du plan d'action
« pauvreté », nous avons décidé d'augmenter les
allocations pour les handicapés ainsi que le revenu
minimum d'existence. Ce dernier sera majoré dès
2002. Pour réduire la pauvreté de moitié ­ ce qui
est notre objectif ­une augmentation de 4% est
manifestement insuffisante: il faut une
augmentation de 10%. On procède au comptage du
nombre de personnes entrant en ligne de compte
et étant donné la problématique des réfugiés, ce
n'est pas simple.

Les discussions relatives au projet de loi sont en
cours. Je ne veux pas changer le principe du
revenu minimum d'existence qui est en fait un droit
dérivé. Le droit à une indemnité découle du droit à
l'intégration.


Le Roi déterminera la date de l'entrée en vigueur du
nouveau revenu minimum d'existence. Il convient
de prévoir aussi dans la loi une date butoir qui
dépendra entre autres de la marge budgétaire
disponible. Il faut en outre déterminer qui va payer :
l'Etat, les CPAS ou les deux. Il va de soi qu'il faudra
en effet augmenter une série d'autres allocations.
Nous procédons aux calculs en ce moment.
Voor de verhoging met 4 procent was dat niet
nodig, omdat die komt na de verhogingen van een
aantal andere uitkeringen.

Zolang de kostprijs niet bekend is, zal ik ook geen
uitspraken doen over de datum waarop de
verhoging zal worden ingevoerd.
Pour les 4 %, ce n'était pas nécessaire étant donné
qu'ils entrent en vigueur après la majoration d'une
série d'autres allocations.

Tant que le prix coûtant n'est pas connu, je ne ferai
aucune déclaration sur la date à laquelle la
majoration sera instaurée.
07.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Ik betreur
het feit dat er nog geen consensus is binnen de
meerderheid, al is het verheugend dat ook niemand
zijn veto heeft gesteld. Dit is een gevoelige materie,
waarvoor budgettaire ruimte moet worden gezocht.
Op de steun van het Vlaams Blok kan men rekenen
07.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Je
regrette qu'il n'y ait pas encore de consensus au
sein de la majorité, bien qu'il soit réjouissant que
personne n'ait mis son veto non plus. Il s'agit en
l'occurrence d'une matière délicate pour laquelle il
convient de dégager une marge budgétaire. On
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
om de laagste inkomens op te trekken.
pourra compter sur le soutien du Vlaams Blok pour
relever les plus bas revenus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck
aan de vice-eerste minister en minister van
Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale
Economie over "de opening van een
asielcentrum te Westende (Middelkerke)"
(nr. 4261)
08 Question orale de M. Koen Bultinck au vice-
premier ministre et ministre du Budget, de
l'Intégration sociale et de l' Economie sociale sur
"l'ouverture d'un centre d'accueil pour candidats
réfugiés à Westende (Middelkerke)" (n° 4261)
08.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Vrijdag
werd een protocol tussen de minister en de
gemeente Middelkerke ondertekend. Bevat dat
protocolakkoord meer dan we in de pers konden
lezen?

Waarom wordt het asielcentrum geopend, ondanks
het dalend aantal asielzoekers? De burgemeester
van Middelkerke verwees naar een belofte om een
aantal Middelkerkse dossiers te helpen
deblokkeren. Om welke dossiers gaat het?


Wat zal de houding van de minister zijn als het
actiecomité Westende alsnog juridisch gelijk krijgt?
08.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Vendredi
dernier, un protocole a été conclu entre le ministre
et la commune de Middelkerke. Cet accord de
protocole comporte-t-il plus que ce que nous avons
pu apprendre par la presse?

Pour quelle raison ouvre-t-on ce centre pour
demandeurs d'asile alors que le nombre de
demandeurs d'asile diminue ? Le bourgmestre de
Middelkerke a fait état d'une promesse de voir
débloquer une série de dossiers qui ont trait à sa
commune. De quels dossiers s'agit-il ?

Quelle attitude le ministre adoptera-t-il si le
« Acticomié Westende » gagne la procédure
juridique qui a été entamée ?
08.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Ik kan een aantal elementen
toelichten: er wordt in onderwijs voorzien in het
centrum en er wordt een quotum van 50
minderjarigen in het totaal van 600 personen
opgenomen. De capaciteit wordt gedeeltelijk door
de scholen ingevuld. De aankoopbonnen willen
vooral de voedselvoorziening `s middags
garanderen. Voor de bereiding is de nodige
infrastructuur aanwezig. De bewoners kunnen,
zoals in het Klein Kasteeltje, zelf koken. De
overbodige sportinfrastructuur wordt ter beschikking
gesteld van de buurt, de verenigingen en scholen.

De tussenkomst ten voordele van de gemeente
wordt op basis van 750 personen berekend, hoewel
het effectieve totaal tot 600 is teruggebracht. Er
wordt voor permanente informatie en opleiding
gezorgd.

Er zijn nu ruim 1800 plaatsen vrij. We komen van
een goede 2000. Dat daalt nu met een vijftigtal per
week. Dat aantal zal vlugger dalen omdat er nog
een vijfhonderdtal asielzoekers in het oude regime
zitten. We kunnen dus nog wel wat capaciteit
gebruiken. De totale opvangcapaciteit is nu 9.000.
Het programma moet worden uitgevoerd, er is een
buffer nodig om een eventuele flux te kunnen
opvangen.
08.02 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais) :Je puis préciser certains éléments :
un enseignement est prévu dans le centre et un
quota de 50 mineurs sur un total de 600 personnes
est concerné. La capacité est partiellement prise en
charge par les écoles. Les bons d'achat visent
surtout à assurer l'approvisionnement en nourriture
à l'heure du midi. On dispose de l'infrastructure
nécessaire pour la préparation. Comme au Petit
Château, les résidents peuvent cuisiner eux-
mêmes. Les infrastructures sportives non utilisées
sont mises à la disposition du voisinage, des
associations et des écoles.

L'intervention au bénéfice de la commune est
calculée sur la base de 750 personnes bien que le
total effectif ait été ramené à 600. On assure une
information et une formation permanentes.


Quelque 1800 places sont actuellement libres. On
vient d'un peu plus de 2000. Le chiffre diminue
d'une cinquantaine d'unités par semaine. Il
diminuera encore plus vite car il reste
approximativement 500 demandeurs d'asile qui
relèvent de l'ancien système. Nous disposons donc
encore d'une certaine capacité. La capacité
d'accueil totale est de 9000. Le programme doit être
mis en oeuvre et il faut une marge de manoeuvre
CRABV 50
COM 424
20/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15


De rechtszaak kan alleen voor gevolg hebben dat
we een vergunning moeten vragen. Over de afloop
daarvan maak ik me geen zorgen. Vlaams minister
Van Mechelen zal de vergunning zeker verlenen.

Ik heb de gewoonte om regionale dossiers te
bepleiten; dat zal ook zo zijn voor Middelkerke als
de juridische discussie afgelopen is. Eerder is geen
vlotte samenwerking mogelijk.
pour pouvoir absorber un afflux éventuel.

L'action judiciaire pourrait avoir pour seul effet de
nous obliger à demander un permis. Je ne me fais
pas de souci quant à son issue. Le ministre flamand
Van Mechelen délivrera certainement le permis.

J'ai l'habitude de défendre les dossiers régionaux,
ce sera aussi le cas pour Middelkerke lorsque la
discussion juridique sera close. Aucune véritable
collaboration n'est possible avant.
08.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): De
minister somt geen concrete Middelkerkse
compensatiedossiers op.

Principieel blijf ik van mening verschillen met de
minister.

Ter plaatse kon ik de vraag opvangen of er geen
belangenvermenging is in hoofde van de twee
advocaten die de zaak van het asielcentrum
bepleiten, toevallig allebei SP-schepenen.
Middelkerks schepen Desseyn zou gaan werken op
het advocatenkantoor van de Oostendse schepen
Bronders, die de staat in deze zaak verdedigt.
08.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Le
ministre n'a énuméré aucun dossier de
compensation concret en faveur de Middelkerke.

Sur le plan des principes, je continue à ne pas être
d'accord avec lui.

Sur place, certains habitants m'ont laissé entendre
qu'ils se demandaient si les deux avocats qui
plaident la cause du centre pour réfugiés et qui sont
tous les deux, comme par hasard, des échevins SP
n'étaient pas coupables de confusion d'intérêts.
Un échevin de Middelkerke, un certain Desseyn,
serait sur le point d'aller travailler au bureau de
l'échevin ostendais Bronders qui défend l'Etat dans
cette affaire.
08.04 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Er is geen sprake van
belangenvermenging. Meester Desseyn, schepen in
Middelkerke, heeft nooit onder stoelen of banken
gestoken dat hij het centrum wil. Hij heeft in
Ethiopië zelf een vluchtelingenkamp helpen
inrichten en weet dus welke noden er zijn.
08.04 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais): Il n'y a pas confusion d'intérêts. Me
Desseyn qui est par ailleurs échevin à Middelkerke,
n'a jamais caché qu'il appelait de ses voeux l'arrivée
de ce centre pour réfugiés. Il a participé
personnellement à l'aménagement d'un tel centre
en Ethiopie et il sait donc quels besoins doivent être
satisfaits dans ce domaine.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Simonne Creyf tot de
vice-eerste minister en minister van Begroting
Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie
over "de OCMW-steun voor mensen met een
lopend regularisatiedossier in het kader van een
officieel opleidingsproject" (nr. 4216)
09 Question de Mme Simonne Creyf au vice-
premier ministre et ministre du Budget de
l'Intégration sociale et de l'Economie sociale sur
"l'octroi d'une aide par le CPAS à des personnes
dont la procédure de régularisation est en cours
pour un projet de formation officiel" (n° 4216)
09.01 Simonne Creyf (CVP): Het toekennen van
OCMW-steun hangt af van tal van voorwaarden,
waardoor bepaalde categorieën uit de boot vallen,
zoals de mensen in een regularisatieprocedure.
Daarom stel ik voor hen toch OCMW-steun te
verlenen wanneer zij een opleidingscontract hebben
en ingeschakeld zijn in een officieel erkend
opleidingsproject. Met OCMW-steun zouden meer
mensen een opleiding volgen, wat ten goede zou
komen aan de arbeidsmarkt. Wie werkt vindt zou
een deel van de OCMW-steun kunnen
09.01 Simonne Creyf (CVP): L'octroi d'aide par
les CPAS étant soumis à de nombreuses
conditions, certaines catégories - dont les
personnes qui font l'objet d'une procédure de
régularisation - en sont exclues. C'est pourquoi je
propose de leur accorder néanmoins cette aide
lorsqu'ils ont conclu un contrat de formation et
participent à un projet de formation officiellement
agréé. L'aide octroyée par les CPAS devrait
permettre à davantage de personnes de suivre une
formation, ce qui faciliterait leur insertion dans le
20/03/2001
CRABV 50
COM 424
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
terugbetalen. Is de minister bereid dit voorstel te
onderzoeken?
marché du travail. Ceux qui trouvent du travail
pourraient alors rembourser une partie de l'aide
reçue des CPAS. Le ministre est-il disposé à
examiner cette proposition?
09.02 Minister Johan Vande Lanotte
(Nederlands): Niets verhindert dat, maar dan betaalt
het OCMW zelf. Heel wat OCMW's geven
bijkomende steun aan Belgen, maar aan
vreemdelingen alleen als de federale overheid
betaalt. Wij helpen mensen in een
regularisatieprocedure zo goed mogelijk aan werk.
Zij kunnen een arbeidsvergunning krijgen. Door de
wet van 2 januari 2001 kunnen ze ook van
tewerkstellingsprogramma's genieten. De nodige
KB's zijn vrijwel rond.


De toestand van deze mensen is tijdelijk, werk
verschaffen is dus belangrijker dan opleiding.
09.02 Johan Vande Lanotte , ministre (en
néerlandais): Rien ne l'empêche mais c'est alors le
CPAS qui paie. De très nombreux CPAS accordent
une aide complémentaire à des Belges mais ne le
font pour les étrangers que si c'est le pouvoir
fédéral qui paie.
Nous aidons au mieux possible les personnes ayant
introduit une demande de régularisation à trouver
du travail. Elles peuvent obtenir un permis de
travail. La loi du 2
janvier 2001 leur permet
également de bénéficier des programmes de mise
au travail. Les arrêtés royaux nécessaires sont
pratiquement prêts.
La situation des ces personnes est temporaire, il
importe donc davantage de leur trouver du travail
que de leur donner une formation
09.03 Simonne Creyf (CVP): De minister kaatst
de bal terug. Mijn vraag betreft precies de wet te
wijzigen, zodat de OCMW's kunnen instaan voor de
steun aan personen in de regularisatieprocedure die
een erkende opleiding volgen. Wanneer deze
mensen een opleiding volgen, maken ze immers
meer kansen op werk. Mijn vraag was niet wat de
OCMW's kunnen doen, wél wat de regering kan
doen.
09.03 Simonne Creyf (CVP): Le ministre renvoie
la balle. Ma question concerne précisément une
modification de la loi pour que les CPAS puissent
prendre en charge l'aide aux personnes qui ont
introduit une demande de régularisation et suivent
une formation reconnue. En suivant une formation,
ces personnes ont en effet plus de chances de
trouver du travail. Je ne demandais pas ce que
peuvent faire les CPAS mais bien ce que peut faire
le gouvernement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 12.31 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.31 heures.

Document Outline