KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 421
CRIV 50 COM 421
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
14-03-2001 14-03-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan de
eerste minister over "de correcte interpretatie van
het Lambermont-akkoord ten aanzien van de
landbouwbevoegdheden" (nr. 4145)
1
Question orale de M. Paul Tant au premier
ministre sur "l'interprétation correcte des accords
du Lambermont en ce qui concerne les
compétences agricoles" (n° 4145)
1
Sprekers: Paul Tant, Jaak Gabriels, minister
van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Paul Tant, Jaak Gabriels, ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes
Mondelinge vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Ambtenarenzaken
en Modernisering van de openbare besturen over
"de Copernicushervorming" (nr. 4195)
3
Question orale de Mme Géraldine Pelzer-
Salandra au ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration sur "la
réforme Copernic" (n° 4195)
3
Sprekers: Géraldine Pelzer-Salandra, Luc
Van den Bossche
, minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen
Orateurs: Géraldine Pelzer-Salandra, Luc
Van den Bossche
, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de
l'administration
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
aanbesteding door de overheid van diensten
geleverd door vrije beroepen" (nr. 3513)
5
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de l'Intérieur sur "l'adjudication par les pouvoirs
publics de services fournis par des professions
libérales" (n° 3513)
5
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vraag en
interpellatie van
6
Question orale et interpellation jointes de
6
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4076)
6
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 4076)
6
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in
de regularisatiecampagne" (nr. 722)
6
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la situation en ce qui concerne la campagne de
régularisation" (n° 722)
6
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken,
Kristien Grauwels
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur, Kristien
Grauwels
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan
de minister van Binnenlandse Zaken over
"bescherming tegen radioactiviteit" (nr. 4110)
9
Question orale de M. Joos Wauters au ministre de
l'Intérieur sur "la protection contre la radioactivité"
(n° 4110)
9
Sprekers:
Joos Wauters, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Joos Wauters, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Vincent Decroly
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"het centrum 127ter" (nr. 4132)
10
Question orale de M. Vincent Decroly au ministre
de l'Intérieur sur "le centre 127ter" (n° 4132)
10
Sprekers:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Jozef Van Eetvelt
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"het arbeidsreglement als onderdeel van het
mammoetbesluit" (nr. 4139)
11
Question orale de M. Jozef Van Eetvelt au
ministre de l'Intérieur sur "la réglementation du
travail dans le cadre de l'arrêté mammouth"
(n° 4139)
11
Sprekers: Jozef Van Eetvelt, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken,
Filip De Man
Orateurs: Jozef Van Eetvelt, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur, Filip De
Man
Mondelinge vraag van de heer Daniël Vanpoucke
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenstelling en de werking van de
selectiecommissie" (nr. 4149)
12
Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "la composition et le
fonctionnement de la commission de sélection"
(n° 4149)
12
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van de heer Arnold Van Aperen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
politieraad" (nr. 4150)
14
Question orale de M. Arnold Van Aperen au
ministre de l'Intérieur sur "le conseil de police"
(n° 4150)
14
Sprekers: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Mondelinge vraag van mevrouw Magda De Meyer
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
hernieuwing van de identiteitskaarten" (nr. 4165)
15
Question orale de Mme Magda De Meyer au
ministre de l'Intérieur sur "le renouvellement des
cartes d'identité" (n° 4165)
15
Sprekers: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1



COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
14
MAART
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
14
MARS
2001
14:15 heures
______

La séance est ouverte à 14.23 heures par
M. Denis D'hondt, président.
De vergadering wordt geopend om 14.23 uur door
de heer Denis D'hondt, voorzitter.
01 Mondelinge vraag van de heer Paul Tant aan
de eerste minister over "de correcte
interpretatie van het Lambermont-akkoord ten
aanzien van de landbouwbevoegdheden"
(nr. 4145)
01 Question orale de M. Paul Tant au premier
ministre sur "l'interprétation correcte des
accords du Lambermont en ce qui concerne les
compétences agricoles" (n° 4145)
01.01 Paul Tant (CVP): Mijnheer de voorzitter, ik
denk dat mijn vraag van vandaag erg bij de
actualiteit aansluit.

Enerzijds leiden de Lambermont-akkoorden tot
enige politieke discussie omdat men niet weet of
de vereiste meerderheid behaald zal worden.
Anderzijds is er de moeilijke problematiek rond
mond- en klauwzeer, waarbij in de toekomst ook
de bevoegdheid een probleem is.

Mijnheer de minister, dat probleem hebt u zelf ook
openbaar gemaakt door uitspraken van uzelf en
van de heer Beernaert, gedelegeerd bestuurder
van het federaal Agentschap voor de
Voedselveiligheid. U beiden hebt verklaard dat
ook na de regionalisering zoals voorzien in de
Lambermont-akkoorden, de bestrijding van mond-
en klauwzeer een bevoegdheid zou blijven van
federaal niveau. Dat blijkt ook uit artikel 2 en de
toelichting bij dat artikel van de tekst van het
voorstel van bijzondere wet, met andere woorden
van de wet die het Lambermont-akkoord in
wettekst zou moeten omzetten.

Naast de verklaringen van uzelf en van de heer
Beernaert heeft ook de heer Vankrunkelsven
verklaringen afgelegd. De heer Vankrunkelsven is
Lambertmont-medeonderhandelaar. In de
Financieel Economische Tijd van vorige week
stelde hij dat mond- en klauwzeer na de
regionalisering een regionale materie wordt. Hij
voegt eraan toe dat hij het een daad van goed
bestuur zou vinden als de bevoegde
gewestregeringen in dat verband overleg zouden
plegen.

Daags na de verklaring van de heer
Vankrunkelsven werd in de kamercommissie een
ontwerp van de minister van Volksgezondheid
besproken dat voorzag in een uitbreiding van de
bevoegdheid van het federaal agentschap. Die
bevoegdheid zou namelijk uitbreiden tot de hele
thematiek van dierziektebestrijding. Dat heeft tot
enige discussie geleid. De heer Vankrunkelsven
stelde nogmaals dat dit ontwerp in strijd was met
het Lambermont-akkoord. Mevrouw Van de
Casteele heeft zich in diezelfde commissie in
dezelfde zin uitgesproken.

Het zal u niet ontgaan zijn dat in een artikel in De
Standaard van eergisteren ook de dierenartsen
zich in het debat hebben gemengd. Zij hebben
een soort derde versie gegeven van wat het
Lambermont-akkoord volgens hen zou inhouden.
Volgens de dierenartsen zal de volledige controle
worden verricht door het federaal agentschap. In
die controle is ook onderzoek naar de dierziekten
zonder gevolgen voor de volksgezondheid
inbegrepen en de normering zou onder de
bevoegdheid van de gewesten vallen.
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Er zijn dus verschillende versies. Daarom wil ik de
volgende vragen stellen.

Blijft de dierziektebestrijding, die al dan niet
schadelijk is voor de volksgezondheid, ook in de
toekomst een federale materie gezien de
bestaande akkoorden? Als dat niet zo is, hoe zal
men in de toekomst dan werken?

Heeft het wetsontwerp in verband met de
uitbreiding van de bevoegdheden van het
Voedselagentschap tot gevolg dat dit agentschap
bevoegd is voor de bestrijding van de dierziekten?
Is dat ontwerp in overeenstemming of in
tegenstrijd met de Lambermont-akkoorden?

Ik hoop dat ik het u niet moeilijk maak om te
antwoorden, maar een analoog probleem rijst rond
de plantentuin te Meise. Naar aanleiding van de
Lambermont-akkoorden zou de plantentuin te
Meise een Vlaamse aangelegenheid worden. Een
soortgelijke instantie zou te Gembloux onder het
Waalse gewest ressorteren.

Is dat inderdaad het eindakkoord? Of zijn er
intussen andere akkoorden totstandgekomen die
bijvoorbeeld voorzien in een soort gemengd
beheer van de Plantentuin in Meise en in de
mogelijkheid van tewerkstelling van personen die
niet Nederlandstalig zijn? Het zou mij uiteraard
interesseren om ook op dat punt enige
duidelijkheid te krijgen, waarvoor op voorhand
mijn dank, mijnheer de minister.
01.02 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, collega's, aangezien ik hier de eerste
minister vervang, kan ik de bijkomende vragen die
vandaag gesteld zijn, niet beantwoorden. Ik wil
alleen het door de eerste minister voorbereide
antwoord op de vragen van collega Tant
voorlezen.

De heer Tant heeft gevraagd om te preciseren of
de normering en de controle van de dierenziekten
geregionaliseerd zullen worden. Momenteel
kunnen wij op die vraag nog geen eenduidig
antwoord geven. Het Lambermont-bis-akkoord
stelde dat de federale overheid onder andere
bevoegd is en blijft voor - ik citeer -: "de
aangelegenheden die hem toelaten een optimaal
sanitair beleid te voeren via het federale
agentschap voor veiligheid van voedselketens.
Om die reden en met dat doel worden het
personeel van de desbetreffende bevoegdheden,
het bestuur voor de kwaliteit van de grondstoffen
en de plantaardige sector, DG4, en het bestuur
voor dierengezondheid en de kwaliteit van dierlijke
producten, DG5, van het ministerie van
Landbouw, overgeheveld naar het agentschap. De
federale bevoegdheid betreft dus de normering en
de op de normen toepasselijke controle ten einde
met het oog op de volksgezondheid sanitaire,
fytosanitaire, veterinaire of kwalitatieve criteria op
te leggen voor grondstoffen, dieren, plantaardige
sector, planten en dierlijke en plantaardige
producten. Ingevolge het voorzorgsprincipe dat
inzake volksgezondheid prevaleert en ten einde
een doeltreffend sanitair beleid te kunnen voeren,
geldt deze federale bevoegdheid, ongeacht of de
ziekte momenteel al dan niet erkend wordt als
schadelijk voor de mens". Einde citaat.

Concreet betekent het dus dat de normering van
en de controle op alle dierenziekten federale
bevoegdheid zouden blijven. Dat zou trouwens
ook voor de plantenziekten gelden. Het is evident
dat hiermee in de financieringsakkoorden
rekening werd gehouden. De budgetten die met
die bevoegdheden gepaard gaan, zouden federaal
blijven en niet aan de gewesten overgedragen
worden. Zoals u waarschijnlijk weet, heeft de
Raad van State ook nog een aantal opmerkingen
bij het vernoemde artikel 2 geformuleerd. De
teksten van het Lambermont-bis-akkoord zullen
dan ook in deze context herzien en aangepast
moeten worden.
01.03 Paul Tant (CVP): Mijnheer de minister, ik
wil niet chagrijnig worden, maar de plantentuin in
Meise ressorteert tot nu toe ook onder uw
bevoegdheid, zoals u vooralsnog ook bevoegd
bent voor de bestrijding van mond- en klauwzeer.

Ik vind het enigszins verwonderlijk, wanneer u
zegt dat u het antwoord niet kent en dat u het
overlaat aan de eerste minister, omdat de vraag u
niet tijdig heeft bereikt. Eerlijk gezegd had ik
gedacht dat u als bevoegd minister minstens een
aanzet tot antwoord had kunnen geven op de
probleemstelling, die trouwens al enige weerklank
in de media heeft gekregen.

Ten tweede, u zegt dat DG5 integraal overgaat
naar het federaal agentschap. Heb ik u goed
begrepen dat de dienst volledig wordt
overgeheveld?
01.04 Minister Jaak Gabriels: Dat zal moeten
blijken.

Ik herinner u eraan dat ik daarnet toch enig
voorbehoud heb gemaakt. Uit het antwoord van
de eerste minister blijkt dat wij het advies van de
Raad van State hoe dan ook nog moeten
inpassen en de definitieve wetteksten eraan
moeten aanpassen.
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
01.05 Paul Tant (CVP): Mijnheer de voorzitter, ik
kan daar alleen aan toevoegen dat ik meen dat
het goed is alle collega's in te lichten over het
antwoord op deze vraag. Ik kan mij voorstellen
dat, na de commentaar gehoord en gelezen te
hebben van zowel de heer Vankrunkelsven als
van onze collega mevrouw Van de Casteele, dit
toch helemaal haaks staat op mekaar. Ik kan wel
aannemen dat ondertussen de heer De Gucht
geprobeerd heeft om zijn werk te doen en stille
onderhandelingen heeft gevoerd over onder meer
deze materie.

Mijnheer de minister, ik denk echter dat, zelfs al
zijn die onderhandelingen in stilte gevoerd, het
Parlement toch wel recht heeft op een antwoord
zodat het op de hoogte is van de afspraken
dienaangaande. Ik betreur dit, alhoewel u het
wellicht niet kunt helpen daar de eerste minister
hier niet is en u maar het antwoord kunt geven dat
hij u toestaat te geven.

Wat Meise betreft had u verder kunnen gaan. U
laat het Parlement hier in de kou staan. Nochtans
kan worden verwacht dat het Parlement
antwoorden krijgt op de vragen die het stelt, maar
blijkbaar is dat de nieuwe politieke cultuur,
mijnheer de voorzitter.
01.06 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, misschien kan ik daar nog aan
toevoegen dat een stille negociatie uiteraard ook
stil hoort te blijven. Dat is één zaak.

Ten tweede, uw vraag over Meise, mijnheer Tant,
stond niet in de vraag aan de eerste minister. Ik
denk dat u daarop te gepasten tijde wel de juiste
antwoorden zult krijgen.
01.07 Paul Tant (CVP): Mijnheer de voorzitter, ik
heb de vraag gericht aan de minister van
landbouw, dan valt het alibi van de afwezigheid
van de eerste minister meteen weg.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

Voorzitter: Paul Tant.
Président: Paul Tant.
02 Question orale de Mme Géraldine Pelzer-
Salandra au ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration sur "la
réforme Copernic" (n° 4195)
02 Mondelinge vraag van mevrouw Géraldine
Pelzer-Salandra aan de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen over "de
Copernicushervorming" (nr. 4195)
02.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le président, cet après-midi
se déroule une manifestation des agents du
secteur public. Entre 20.000 et 40.000 personnes
défileront dans les rues car:
-
ils s'inquiètent des pertes d'emplois
programmées dans les entreprises publiques
autonomes.
- ils demandent une négociation globale pour la
réforme Copernic.
- ils réclament des négociations dans le cadre
d'un accord intersectoriel.

Sur ce dernier point, les syndicats sont attachés à
la négociation d'un socle commun en comité A,
garant d'une double solidarité entre agents et avec
les agents pensionnés et facilitant, par ailleurs, la
mobilité tant réclamée des fonctionnaires.
Or, le dernier comité A du 20 février a débouché
sur un faible résultat. Des groupes de travail
technique devraient poursuivre la réflexion.
L'appréciation du rôle du comité A semble être
différente et les syndicats exigent, à l'instar de ce
qui se fait dans le secteur privé, de vraies
négociations et de vrais interlocuteurs.

M. le ministre pourrait-il donc me communiquer si
le large mouvement des agents du secteur public
sera entendu et si une reprise rapide et concrète
des négociations en comité A aura lieu?

Les employeurs du comité A ont-ils la volonté de
proposer un socle commun, comme lors de la
manifestation interprofessionnelle d'octobre?

Le gouvernement rencontrera-t-il les syndicats?

Quel sera l'ordre du jour du prochain comité B?
Tiendra-t-il compte des revendications des milliers
de manifestants sur la manière dont se fait la
réforme Copernic?

J'imagine, monsieur le ministre, que vous n'êtes
pas étonné du fait que ce soit moi qui vous pose
la question.
02.02 Luc Van den Bossche, ministre: Monsieur
le président, je voudrais tout d'abord faire une
petite remarque scindée en trois points:
- le ministre de l'Intérieur est présent d'autant plus
qu'il est responsable du bon et du mauvais temps,
- pour le moment, il pleut,
-
heureusement, je n'appartiens pas à la
Communauté germanophone sinon j'aurais
précisé "Gott mit uns und Copernicus".
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4

A présent, j'en viens aux questions.

Au sujet du comité A, le premier ministre préside
et j'en détiens la sous-présidence; donc, en
réalité, c'est moi-même qui préside. En tant que
porte-parole des autorités, je ne peux que
formuler les propositions à partir du moment où
les autorités sont d'accord de souscrire à celles-ci.

Donc, il suffit qu'un des pouvoirs publics refuse
d'adhérer à ma proposition pour que je ne puisse
la formuler.

J'ai rencontré, de façon informelle, les dirigeants
syndicaux à plusieurs reprises. Nous avons
discuté de l'importance respective des différents
sujets figurant au cahier des revendications afin
d'évaluer ce qui, selon eux, était acceptable ou
non.

Ensuite, j'ai rencontré par trois fois les autres
pouvoirs de ce pays, membres du comité A. Je
leur ai fait une proposition concrète concernant les
points névralgiques: une augmentation linéaire
des salaires, la péréquation, le pécule de
vacances, la possibilité de discuter d'une meilleure
définition de la tâche du comité A dans le futur.

J'ai constaté que deux des partenaires assis
autour de la table refusaient la discussion. L'un
refusait, par principe, de discuter d'une
augmentation linéaire des salaires au sein du
comité A, en se référant à la loi spéciale de 1988.
L'autre a refusé de discuter en se référant au fait
que les possibilités financières de ce pouvoir
pourront varier selon les résultats de certains
votes au parlement.

En ce qui concerne le comité A officiel, j'ai tout
d'abord reçu les chefs de délégation pour les
informer correctement. J'ai davantage usé de
diplomatie. Les chefs de délégation savaient de
quoi il s'agissait. Je leur avais donc proposé de
m'accorder du temps. En effet, soit, ils me
forçaient la main pour négocier à tout prix
immédiatement, alors que j'en étais dans
l'impossibilité, soit ils m'accordaient un crédit pour
poursuivre ma mission d'intermédiaire, entamée
deux mois plus tôt, entre le fédéral, qui approuve
mes propositions, et les différentes Régions et les
Communautés, d'une part, et les syndicats,
d'autre part.

Les partenaires ont refusé. Un blocage s'est
installé. Nous avons donc rencontré à nouveau les
dirigeants syndicaux. Suite à cette rencontre et à
la réunion du comité de concertation, nous avons,
le premier ministre et moi-même, fait un
communiqué de presse vendredi, mentionnant
que l'on souhaitait continuer les travaux au sein du
comité A et qu'avec les autres pouvoirs, nous
verrions, dans la deuxième partie du mois de
mars, s'il était possible de formuler une
proposition et que nous nous reverrions, au sein
du comité A, lors d'une réunion officielle après les
congés de Pâques.

Cela fut accepté. Nous cherchons à présent à
savoir si tous les partenaires nous rejoindront. Il
suffit en effet qu'une Communauté refuse pour
que tout soit bloqué. J'ai déjà eu des pourparlers
avec les deux partenaires qui avaient posé des
problèmes. Je vois une possibilité de sortir de
l'impasse si les syndicats acceptent une certaine
souplesse, tenant compte d'une réalité spécifique
d'un des partenaires. Mais nous verrons cela dans
les prochaines semaines. Il y aura encore pas mal
de réunions discrètes et informelles.

La question spécifique
est posée: «
Les
employeurs ont-ils la volonté? ». En tout cas, le
fédéral "a la volonté" et il fait même plus qu'il ne
faut, car aucun texte ne stipule que je dois jouer
un rôle de médiateur entre toutes les parties. Le
premier ministre et moi-même sommes d'accord
de le faire entre tous les partenaires.

Nous n'avons pas prévu de rencontrer
spécifiquement les syndicats après la
manifestation. Nous nous sommes déjà vus
maintes fois auparavant et, par conséquent, nous
savons de quoi il s'agit des deux côtés. Il n'y a
donc pas grande utilité à nous rencontrer. Ils n'ont
pas formulé de demandes et, de mon côté, je n'y
vois pas d'intérêt.

Quel est l'ordre du jour du prochain comité B?

Comme il était déjà prévu, le comité B se réunit
demain. Comme cela a également été annoncé, je
déposerai mes propositions pour les niveaux
quatre et trois en ce qui concerne le niveau
fédéral et l'opération Copernic. Je tiens donc mes
promesses.
02.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Monsieur le ministre, vous avez dit que
vous souhaitiez du temps. J'ai entendu dire que le
temps que l'on souhaitait voir accorder aux
négociateurs était de reporter la question au
moins jusqu'au mois de mai en supposant que les
accords de la Saint-Polycarpe soient votés d'ici là.
Nous connaissons tous également les difficultés
de la Communauté française.
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
D'après les syndicats, rien n'empêche de discuter
auparavant. Par conséquent, lorsque vous
affirmez que vous n'avez pas prévu de les
rencontrer très prochainement bien qu'ils aient
clairement annoncé que la manifestation
d'aujourd'hui n'était que le prélude d'une grève
générale, que nous n'avons par ailleurs plus
connue en Belgique depuis plusieurs années. La
question se pose donc de savoir s'il ne faudrait
pas faire un pas vis-à-vis des organisations
représentatives. En effet, si nous voulons mener à
bien cette réforme, nous devons la faire avec les
acteurs concernés. Je vous encourage, par
conséquent, monsieur le ministre, à rencontrer les
interlocuteurs et à trouver ensemble une solution
à ce qui ressemble de plus en plus à une
impasse.
02.04 Luc Van den Bossche, ministre: Monsieur
le président, tout d'abord, il n'y a aucune forme
d'impasse. On discute. Ensuite, il est vrai que la
dernière fois que nous nous sommes rencontrés,
les partenaires ont demandé à commencer les
négociations à condition que l'accord de la Saint-
Polycarpe soit voté. Le président et moi-même
avons accepté. Nous l'avons donc signalé dans le
communiqué de presse diffusé vendredi après-
midi. J'ai alors rencontré l'un des partenaires qui
m'a signalé que, vu son agenda spécifique, il ne
lui serait pas possible, après le vote de l'accord de
la Saint-Polycarpe, de donner suite à
l'augmentation envisagée. Mais j'ai déjà trouvé
une formulation qu'ils accepteraient. Cependant,
dans la mesure où celle-ci date seulement d'hier,
je n'ai pas eu encore le temps de rencontrer les
syndicats. D'ici environ une semaine à dix jours, je
rencontrerai les dirigeants syndicaux et je verrai
dans quelle mesure ils trouvent acceptables l'idée
d'aller dans cette direction.

La situation est complexe. L'un des deux
partenaires s'oppose par principe, le second suite
aux réalités.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Mondelinge vraag van de heer Jo
Vandeurzen aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanbesteding door de overheid
van diensten geleverd door vrije beroepen"
(nr. 3513)
03 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de l'Intérieur sur "l'adjudication par les
pouvoirs publics de services fournis par des
professions libérales" (n° 3513)
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
voorzitter, met enige schroom stel ik deze vraag in
de commissie. Ik geef u de geschiedenis van deze
vraag. Ik had de minister van Binnenlandse Zaken
een schriftelijke vraag gesteld om te vernemen
hoe lokale besturen de wet op de aanbesteding
van overheidsopdrachten moesten toepassen
wanneer het gaat om diensten geleverd door
architecten, advocaten, vrije beroepen dus. In de
deontologie van deze vrije beroepen staat
blijkblaar dat erelonen en de niveaus van de
erelonen het voorwerp uitmaken van
deontologische regels die niet altijd toelaten om
aan dat soort aanbestedingen deel te nemen. Dit
was voor mij een mooie, schriftelijke vraag die kan
gepubliceerd worden in allerlei vakliteratuur voor
de lokale bestuurders, maar de diensten van de
minister van Binnenlandse Zaken hebben mij
daarop geantwoord dat dat een typische vraag
was voor de minister die bevoegd is voor de
zelfstandigen en de KMO's en hebben mij
verwezen naar minister Gabriels. Als eenvoudig
parlementslid doet men dan wat de minister
suggereert. Ik stel de vraag dus aan minister
Gabriels, die mij echter antwoordde dat mijn vraag
inderdaad interessant was, maar die per definitie
tot de bevoegdheid van de minister van
Binnenlandse Zaken behoort. Dat brengt er mij
uiteindelijk toe om de vraag hier in de commissie
te stellen. Ik ga de vraag ook niet langer maken
dan nodig.

Mijn vraag luidt als volgt. Hoe moet een lokaal
bestuur te werk gaan wanneer men als overheid
diensten wil aanbesteden die geleverd worden
door mensen met een vrij beroep, die vaak in hun
deontologie niet over de mogelijkheden
beschikken om een zekere competitie met
betrekking tot de tarieven toe te laten of om
daaraan te participeren?
03.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de diensten onderworpen aan
de reglementering inzake overheidsopdrachten en
waarnaar in artikel 5 van de wet van 24 december
1993 betreffende de overheidsopdrachten voor
aanneming van werken, leveringen en diensten
verwezen wordt, worden in bijlage 2 van de reeds
vermelde wet opgesomd. Bij deze diensten
worden onder meer prestaties vermeld die door
beoefenaars van vrije beroepen worden geleverd.
De door het eerbaar lid gestelde vraag zal worden
onderzocht samen met de diensten van de eerste
minister, onder wiens bevoegdheid de commissie
voor de Overheidsopdrachten valt.

Monsieur Vandeurzen, je ne peux pas vous dire
autre chose que ce qui est prévu par la loi. Mais je
vais discuter de ce dossier avec les services du
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
premier ministre. Je ne manquerai pas de vous
faire part des informations que j'aurai pu recueillir.
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
voorzitter, meer kan een parlementslid niet
verwachten van een minister. Ik zal wachten op
deze informatie die hopelijk binnen een redelijke
termijn kan geleverd worden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde mondelinge vraag en
interpellatie van
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4076)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken
in de regularisatiecampagne" (nr. 722)
04 Question orale et interpellation jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 4076)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la situation en ce qui concerne la campagne de
régularisation" (n° 722)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de voorzitter, als het de bedoeling is om mij zo
lang te laten spreken tot de heer De Crem
aanwezig is, dan zal ik een grotere inspanning
moeten doen dan ik voorzien had. Ik had me
voorgenomen een zeer korte vraag te stellen.
Mijnheer de minister, een drietal weken geleden
reeds ben ik uitvoerig op deze problematiek
teruggekomen en heb ik u over dezelfde materie
vragen gesteld. U was toen zeer formeel wat
betreft het beëindigen van de
regularisatiecampagne die gepland is tegen 1 juli
2001. Na uw antwoord was er plots de verklaring
van de heer Pataer, lid van de
regularisatiecommissie, die gezegd heeft dat het
absoluut niet mogelijk zal zijn om de volledige
regularisatiecampagne tegen juli af te sluiten en
dat het eerder het einde van dit jaar zal worden.

Mijnheer de minister, bij mijn vorige uiteenzetting
heb ik gezegd dat ik er in principe geen enkel
bezwaar tegen heb dat de regularisatiecampagne
later wordt afgesloten dan de vooropgestelde
datum van 31 december 2000. Het is wel
belangrijk dat de regularisatiecampagne op een
goede wijze wordt doorgevoerd, in het belang van
diegenen die de regularisatie hebben
aangevraagd. Op dat ogenblik heb ik u ook
gevraagd dat wanneer u vaststelt dat de
regularisatiecampagne niet kan afgesloten worden
tegen juli 2001, u dit zegt in de commissie zodanig
dat daar geen onzekerheid over blijft bestaan bij
de parlementsleden en in de buitenwereld, want
dat is toch zeer belangrijk. U hebt toen gezegd dat
er geen probleem was om de datum van juli 2001
te halen. Vandaar mijn verbazing en verrassing
toen ik de verklaring van de heer Pataer hoorde,
alsook de berichten in de kranten vernam.

Mijnheer de minister, wat is nu de stand van
zaken? Zal de regularisatiecampagne in de
grootste mate afgesloten worden eind juli 2001?
Zo niet, heeft de heer Pataer gelijk? Wanneer zal
het dan wel gebeuren? Daaromtrent zou u
duidelijkheid moeten geven. Mijnheer de minister,
het is in het belang van de 40.000 mensen die een
regularisatie hebben aangevraagd dat de
campagne snel wordt afgewerkt. Het is belangrijk
dat zij op een inhoudelijk correcte manier
beoordeeld worden op basis van het dossier dat
ze hebben ingediend.
04.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur
Van Hoorebeke, je crois que je me souviendrai
longtemps de cette commission de régularisation
que le parlement a voulue indépendante. En effet,
si l'on avait fait davantage confiance au ministre,
nous serions aujourd'hui déjà bien plus loin.

Cette commission est effectivement indépendante
et tout ce que je peux faire, c'est montrer de la
patience et user de persuasion, c'est augmenter
les moyens mis à disposition, c'est jouer au
médiateur psychologique pour essayer de réduire
un certain nombre de conflits qui naissent ici et là.
Je poursuis donc cet effort permanent.

En tout cas, parce que je suis un homme
volontaire et que je crois qu'un engagement pris
doit être respecté, en ce qui me concerne, je
maintiens la date du 1
er
juillet. Qu'il y ait encore
éventuellement quelques dossiers à terminer par
après ne me poserait pas de problème majeur.
Mais il faut respecter cette échéance parce que
c'est un engagement que nous avons pris vis-à-
vis des personnes qui ont introduit la demande et
parce qu'un engagement a été signé par les
responsables de cette commission de
régularisation, qu'il s'agisse du premier président,
du vice-premier président ou de l'administrateur.
Dans cet engagement figurent un certain nombre
de chiffres.

Je sais que si je devais, d'une manière ou d'une
autre, laisser entendre qu'il pourrait y avoir des
tolérances, l'effort ne serait pas soutenu comme il
doit l'être. Il faut aussi savoir que ce personnel est
un personnel sous contrat, temporaire, qui n'a pas
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
toujours en la matière une qualification très
pointue, qui sait que son contrat est un contrat à
durée déterminée et qui se pose donc la question
de savoir ce qui lui arrivera à partir du 1
er
juillet. Il
se dit peut-être ­ je n'en sais rien et je ne veux
pas faire de procès d'intention - que, si les choses
ne sont pas terminées, les contrats seront
prorogés.

Je dois vous dire que je comprends cette
préoccupation. Leur problème peut être résolu
autrement: c'est un personnel qui acquerra dans
ce type de dossiers un know-how et un savoir-
faire dont nous pouvons avoir besoin dans
d'autres secteurs concernant la problématique des
étrangers. Malheureusement, il y a une trop
grande rotation de personnel. Il faudrait revoir les
règles en ce qui concerne les engagements de
contractuels dans ce secteur parce que tout est
toujours à refaire en ce qui concerne leur
formation.

Je vous confirme donc que, pour moi, l'échéance
reste bien celle du 1
er
juillet 2001. Beaucoup
parlent et font même des communiqués; je les
engage à travailler un peu plus et à communiquer
un peu moins.

J'ai d'ailleurs prévu des moyens exceptionnels
pour que cette opération soit une réussite: plus de
200 personnes travaillent à temps plein depuis
bientôt une année. En ce qui concerne le nombre
de chambres, je suis disposé à encore faire un
effort supplémentaire. Pour l'instant, huit
chambres sont consacrées à l'examen des
dossiers; je suis prêt à augmenter le nombre de
chambres. Je compte d'ailleurs présenter une
proposition dans ce sens au gouvernement dans
les prochaines heures, probablement dès demain
matin.

Je tiens à jouer la transparence; d'ailleurs, je n'ai
aucune raison de cacher quoi que ce soit en ce
qui concerne les chiffres, pour autant que je les
aie: encore faut-il que la structure et l'organisation
de ces commissions me donnent les informations.

On peut dire que 11.000 dossiers ont été traités
par la commission de régularisation, qu'il s'agisse
de dossiers traités par le secrétariat seul, à
concurrence de 7.921, ou par les chambres, à
concurrence de 3206.

Le secrétariat a émis près de 6.000 avis positifs
contre près de 2.000 avis négatifs. Les chambres
ont, quant à elles, rendu 2.813 avis positifs contre
393 avis négatifs. Ce qui nous donne globalement
un taux d'avis favorable pour le secrétariat,
s'élevant à 66% alors que, pour les chambres, ce
taux est de 86%.

Il y a donc encore près de 18.000 dossiers à
traiter. Quand je dis que les dossiers sont
terminés, cela ne veut pas dire que la notification
a nécessairement été opérée. Il y a d'abord la
poursuite administrative du traitement des
dossiers et il y a ensuite un certain nombre de
dossiers qui sont bloqués, par exemple en raison
de l'enquête judiciaire qui est menée à Bruxelles
et Anvers
-
cela concerne environ 2.000
dossiers ­ ou encore parce que l'on a besoin de
l'une ou l'autre précision en ce qui concerne
l'ordre public. Il n'y a pas de nécessaire
coïncidence entre les dossiers traités par les
commissions et le traitement par l'Office des
étrangers de la problématique des dossiers
d'ordre public.

A ces 18.000 dossiers à traiter s'ajoute un lot de
demandes de régularisation introduites sous
l'empire de l'article 9, alinéa 3 de la loi du 15
décembre 1980, et incombant en principe à la
commission de régularisation, nombre
qu'aujourd'hui encore, l'Office des étrangers est
incapable de me préciser, mais qui s'élèverait à
quelque 2.200 dossiers.

Certainement deux tiers de ces 18.000 dossiers
pourront parvenir chez moi sans devoir passer
devant les commissions, en raison de la
jurisprudence qui est désormais arrêtée.

Monsieur Van Hoorebeke, ce phénomène doit
s'accélérer. J'ai augmenté le personnel et, pour
l'instant, le secrétariat n'atteint pas le niveau de
productivité auquel il s'est engagé par écrit envers
moi. Encore hier, mon chef de cabinet a fait au
personnel du secrétariat un certain nombre de
recommandations et nous avons strictement exigé
que le contrat passé avec moi en ce qui concerne
le traitement des dossiers soit parfaitement
respecté.

Je tiens encore à souligner qu'après avoir pris une
décision négative, je donne l'instruction à l'Office
des étrangers de notifier un ordre de quitter le
territoire aux personnes concernées, ce qui est la
suite de la procédure.

Objectivement, il y a beaucoup de difficultés de
caractère administratif. Je fais tout pour les
résoudre et je crois sincèrement que la meilleure
des choses est de maintenir cette date et d'avoir
un haut niveau d'exigence à l'égard de cette
commission.
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Je le répète, je vais encore renforcer les moyens
mis à leur disposition. Il n'y a, dès lors, aucune
raison objective, surtout avec la jurisprudence qui
a été constituée, pour que la productivité ne soit
pas augmentée et que les délais fixés ne soient
pas respectés.

De voorzitter: Mijnheer Van Hoorebeke, u krijgt
het woord voor een reactie. Ik geef daarna het
woord aan mevrouw Grauwels, die normalerwijze
zou aansluiten bij de interpellatie van de heer De
Crem, die momenteel in de plenaire vergadering
aanwezig is. Mogelijk is hij nog tijdig hier om zijn
interpellatie te houden.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Mijnheer
de minister, ik bewonder de kordaatheid waarmee
u zich houdt aan de haast contractueel
overeengekomen termijn van begin juli 2001 voor
de beëindiging van de regularisatiecampagne.
Toch stelt u zelf dat de afwerking van die 40.000
dossiers veel administratieve moeilijkheden zullen
veroorzaken, waarvan er op drie maanden voor
het einde van de campagne nog 18.000 moeten
worden afgewerkt. Tussen die 18.000 zullen er
zich wellicht dossiers bevinden die via de
ondertussen vastliggende rechtspraak snel
kunnen worden afgehandeld. Toch lijkt 18.000
dossiers mij nog een grote massa. Zelfs met een
verhoging van het aantal kamers en het aanzetten
tot grotere productiviteit denk ik dat u de
vooropgestelde datum niet zult halen. Ik ben het
wel volledig eens met uw zienswijze om de
vooropgestelde datum te behouden. Als u
vandaag zou toegeven dat de einddatum niet
haalbaar is, zal men automatisch vertraging
oplopen. Ik hoop dat u uw mening voldoende
duidelijk kunt maken aan de commissieleden.

Het lijkt me dan ook het beste dat de heer Pataer
zich onthoudt van dergelijke uitspraken. Zulke
uitspraken zijn ofwel gefundeerd en gesteund op
de realiteit, ofwel zijn ze lichtzinnig. Als ze
lichtzinnig zijn, dan betreur ik het dat die
uitspraken worden gedaan door de voorzitter van
de Liga voor de Mensenrechten. Dat verhoogt
slechts de onzekerheid die bij de asielzoekers
heerst. We kunnen dus besluiten dat er nog veel
moeilijkheden zijn op het veld en dat die
moeilijkheden verholpen moeten worden.

Er is nog een ander probleem gesignaleerd door
de commissie. De commissie heeft al een aantal
dossiers afgewerkt. Kunt u het tempo van de
commissie ook volgen om alle beslissingen zelf te
ondertekenen? Op een bepaald ogenblik vernam
ik dat uw kabinet vol ligt met afgewerkte dossiers
die niet tijdig ondertekend konden worden. Hoe is
de situatie ter plaatse?
04.04 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, bij eerdere gelegenheden
heb ik ook al eens gevraagd of de minister de
datum haalbaar achtte. Net zoals vandaag
herhaalt hij telkens dat hij zich aan die datum
houdt. Ik neem aan dat die manier van spreken
ook werkt als een stok achter de deur.
Ondertussen moeten toch ook de nodige
maatregelen worden genomen om dat resultaat
effectief te halen. Zoals het vroeger verliep, leek
het niet mogelijk die datum te halen.

De commissie heeft vergaderd over alle
moeilijkheden die zich hebben voorgedaan.
Zouden we ook niet kunnen oproepen om
evenzeer te communiceren over de behaalde
resultaten? Het zou goed zijn dat de resultaten
systematisch publiek bekend worden gemaakt.
Zodoende hoeven wij niet steeds dezelfde vragen
te herhalen.
04.05 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, en ce qui concerne les chiffres, j'ai moi-
même établi un formulaire que les services de la
commission me remplissent régulièrement. Je les
publie bien volontiers, il n'y a rien à cacher. Je les
ai encore donné récemment au Sénat et j'ai été
remercié à cette occasion par M. Cornil dont
c'était la première prestation parlementaire.
Encore faut-il que l'on me transmette ces
documents.

Je vous remercie, monsieur Van Hoorebeke, de
votre appréciation. Je crois vraiment qu'il faut
avoir dans cette affaire une attitude volontariste,
maintenir le cap et maintenir le niveau d'exigence,
sinon il est certain que nous n'y arriverons pas. En
ce qui concerne les 12.000 dossiers qui ne
doivent pas passer devant les chambres,
franchement, cela me parait réalisable. Au niveau
des chambres, je crois que compte tenu du retard
qu'ils ont pris, je dois renforcer le dispositif en
constituant des chambres complémentaires dont
l'objectif doit être de terminer l'examen pour la
période indiquée. Si des formalités administratives
doivent encre être accomplies par après, ce sera
évidemment sans aucun inconvénient sérieux ou
grave.

Et enfin, madame, sachez que les dossiers chez
moi ne tardent pas. Ils font l'objet d'une
vérification par mon cabinet, je signe les décisions
qui reçoivent une notification du secrétaire général
du département, précisément de manière à
accélérer les choses. Donc, chez moi, les
dossiers ne restent jamais plus de 24 heures, sauf
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
dans le cas d'une demande de renseignement
complémentaire ou d'une recherche de l'enquête
d'ordre publique.

En ce qui concerne les engagements, je répète
que mon chef de cabinet a reçu hier soir à ma
demande M. Michiels avec qui j'ai parlé, et à qui
j'ai répété votre préoccupation que je partage
parce qu'elle est légitime et reflète celle de ceux
qui attendent une décision. De mon côté, je suis
prêt à apporter toutes les aides complémentaires
nécessaires.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters
aan de minister van Binnenlandse Zaken over
"bescherming tegen radioactiviteit" (nr. 4110)
05 Question orale de M. Joos Wauters au
ministre de l'Intérieur sur "la protection contre
la radioactivité" (n° 4110)
05.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de
Europese Commissie neemt een aantal
initiatieven rond de bescherming van de bevolking
en werknemers tegen radioactiviteit ten aanzien
van ons land. Ze verwijt ons zeer duidelijk dat wij
een aantal richtlijnen niet uitvoeren of toepassen.
Ik haal uit de berichtgeving drie richtlijnen die wij
niet volgen. Ten eerste is er de richtlijn 90641
Euratom inzake de bescherming van de
werknemers die van buitenaf de gecontroleerde
zones betreden. Het Hof van Justitie zal door de
Europese Commissie worden ingeschakeld. Ten
tweede is er de richtlijn 9629 van de Europese
Commissie over de basisnorm inzake
radiologische bescherming. Zelfs de basisnormen
zouden in ons land dus niet in orde zijn. Ten derde
is er de richtlijn 9743 Euratom inzake de medische
toepassing.

Voor deze twee laatste richtlijnen heeft de
Europese Commissie de tweede fase in de
procedure tegen ons land ingezet. Ze heeft dus
het gemotiveerde advies gevraagd. Dat zijn drie
belangrijke vaststellingen. Vandaar mijn vragen.

Wat zijn de oorzaken van de achterstand
waardoor wij richtlijnen niet toepassen of
uitvoeren? Welke maatregelen op het vlak van
procedure bent u van plan te nemen om deze
achterstand in te lopen en binnen welke termijn?
Wanneer richtlijnen niet worden toegepast, rijst bij
mij uiteraard ook de vraag welke risico's
werknemers, burgers van ons land hebben
gelopen en lopen? Dat is toch altijd een
risicozaak. Hebt u daar gegevens over? Welke
inhoudelijke maatregelen neemt u om deze
richtlijnen correct uit te voeren?
05.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega Wauters, eerst en vooral, welke
zijn de oorzaken van deze achterstand? De
Europese richtlijnen inzake de bescherming van
de bevolking en de werknemers tegen het gevaar
van ioniserende straling zijn over het algemeen
zeer uitvoerig en hebben een zeer technisch
karakter. Daarom vraagt de omzetting in nationale
wetgeving dikwijls veel inspanningen en een
grondige studie. België is zeker niet het enige land
dat de voormelde richtlijnen nog niet heeft
omgezet in nationale wetgeving want meer dan
twee derde van de landen van de Europese Unie
verkeren in hetzelfde geval.

Quelles sont les mesures que nous prenons pour
combler ce retard? Le processus de transposition
est commencé depuis longtemps. Le projet
d'arrêté royal incluant les prescriptions adéquates
est déjà passé en Conseil de ministres l'année
dernière, le 6 octobre 2000, après qu'eurent été
recueillis les avis nécessaires du Conseil
supérieur d'hygiène, du Conseil supérieur de
prévention et de protection au travail, ainsi que de
diverses organisations professionnelles
représentatives des milieux intéressés,
notamment le monde médical.

Je rappellerai d'ailleurs que la transposition de la
directive 90641 Euratom qui est relative à la
protection des travailleurs extérieurs est du ressort
des services de Mme Onkelinx, ministre de
l'Emploi, puisqu'il s'agit de la surveillance
médicale des travailleurs, qui, même dès le
moment où la loi de 1994 rentrera en vigueur,
restera de la compétence de l'Administration de
l'Hygiène et de la Médecine du travail. J'ajouterai
que ces services ont déjà pris les initiatives
nécessaires pour compléter les arrêtés déjà
parus, de manière à obtenir une transposition
jugée satisfaisante par la Commission
européenne.

L'arrêté royal visant la transposition des deux
autres directives est actuellement soumis pour
avis au Conseil d'Etat. Et je ne vous cache pas
que cet avis est attendu avec impatience par moi-
même, puisqu'il conditionne en fait la mise en
route de l'Agence fédérale de contrôle nucléaire.

U stelde de vragen welke risico's werknemers en
burgers liepen in deze situatie en welke
inhoudelijke maatregelen de minister neemt om
deze richtlijnen correct uit te voeren.
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10

Il me semble évident que ni la population, ni les
travailleurs ne courent de risques particuliers en
l'absence d'une transposition explicite de cette
directive. En effet, les services concernés ont déjà
pris depuis longtemps les initiatives nécessaires
pour informer les exploitants des principales
prescriptions de ces directives, d'ailleurs déjà
contenues dans des recommandations
internationales antérieures. On les a aussi invités
fermement à les mettre en application et on a
assuré ainsi progressivement le respect, avant la
lettre, des nouvelles prescriptions valables
notamment en matière de limitation des zones. De
plus, depuis plusieurs années déjà, ces services
ont aussi particulièrement veillé à l'information et à
favoriser la prise de conscience des différents
intervenants concernés, notamment à propos des
applications médicales des rayonnements
ionisants.
05.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik hoop dat de koninklijke besluiten snel zullen
worden uitgevaardigd. Het is goed dat u
bekommerd bent om deze situatie. Over de
risico's zult u natuurlijk zeggen dat u alles hebt
gevolgd, dat u preventief goed beschermd bent en
alles opvolgt. Ik zou er echter aan willen
herinneren dat ook ons controlesysteem niet
optimaal functioneert en dat wij dus ook vragende
partij zijn om zowel de FANC als het gehele
meetnet te operationaliseren, zodanig dat we de
risico's kunnen detecteren. Onze apparatuur laat
het afweten om de risico's te detecteren. Maar ik
hoop intussen dat er inderdaad niets ergs is
gebeurd, en ik wacht op de uitvaardiging van deze
koninklijke besluiten.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Question orale de M. Vincent Decroly au
ministre de l'Intérieur sur "le centre 127ter"
(n° 4132)
06 Mondelinge vraag van de heer Vincent
Decroly aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "het centrum 127ter" (nr. 4132)
06.01 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre, vous
avez déjà été interrogé à plusieurs reprises sur ce
sujet. Certains articles de presse font état de
travaux projetés pour construire un nouveau
centre fermé. En réponse à une précédente
interpellation, vous avez donné quelques
indications précisant les choses.
Si je vous ai bien lu, vous avez notamment indiqué
qu'il s'agissait non pas d'un nouveau centre fermé,
mais d'un centre qui sera amené à remplacer
l'actuel centre 127. Pourriez-vous aujourd'hui nous
apporter quelques précisions et informations
complémentaires à ce sujet, notamment en ce qui
concerne la fonction du centre 127ter ­ ainsi qu'on
l'appelle -, une série de données relatives au
budget et aux choix architecturaux qui seront mis
en oeuvre. Quel type d'environnement sera ainsi
créé? Y aura-t-il des clôtures ou des murs
d'enceinte? La presse fait état d'un tunnel de
communication entre le centre 127bis et ce
nouveau centre. Cela est-il exact? Pourriez-vous
apporter des précisions sur la qualité, le
fonctionnement, le statut exact, dans la procédure
d'asile, de ce centre 127ter par rapport aux
centres qui existent déjà, et spécifiquement par
rapport à l'actuel centre 127.
06.02 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, c'est bien volontiers que j'apporte à
M. Decroly les précisions qu'il demande.

Quelles sont la fonction et la capacité du local
inauguré il y a quelques mois dans les bâtiments
de l'aéroport?

Les locaux dans le bâtiment de l'aéroport qui ont
été mis en service en mai 2000 relèvent de la
compétence de la police fédérale. Ces locaux sont
seulement utilisés comme salle d'attente avant le
départ de l'avion et ne peuvent aucunement être
utilisés, par exemple, pour y passer la nuit.

Quelle sera la fonction du centre 127ter par
rapport aux centres 127 et 127bis?

La décision de créer le centre 127ter a été prise
par le gouvernement précédent. La fonction du
centre de transit 127ter est d'accueillir les
demandeurs d'asile à la frontière tout au long de la
procédure d'asile, y compris pendant la durée de
l'organisation du refoulement. La nécessité de ce
centre se justifie par la capacité d'accueil limitée
du centre de transit actuel et l'urgence de rénover
sa construction. Ceci a d'ailleurs déjà été
mentionné par diverses instances. D'où le projet
d'une nouvelle construction. Les demandeurs
d'asile déboutés sont actuellement souvent
envoyés dans d'autres centres fermés dans
l'attente de l'organisation de leur refoulement.

Quelle sera la capacité de ce centre 127ter?

Une capacité d'accueil de 160 habitants est
prévue.
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Quel est le type de régime prévu? Quel sera le
style architectural?

Il s'agit d'un bâtiment construit sur deux étages,
ayant des chambres de quatre à six personnes en
vue d'accueillir des familles. Les chambres sont
réparties comme suit: trente-quatre chambres de
quatre personnes, dix-sept chambres par étage,
quatre chambre de six personnes, dont deux par
étage.

A côté des locaux pour le premier accueil
administratif, social et médical, des locaux
spécifiques sont prévus pour les interrogatoires de
l'office des étrangers et du commissariat général
aux réfugiés et apatrides, pour l'assistance
juridique et pour les visites des organisations non
gouvernementales et autres organisations,
personnes ou institutions.

Beaucoup d'attention a été accordée à la
construction d'un espace de récréation et de
développement. On a prévu à cet effet les
espaces suivants: 600 m² pour la promenade à
l'air frais, une salle de sport de 660 m². De plus,
chaque étage sera pourvu des pièces suivantes:
une salle de recueillement de 42 m², une salle de
bricolage de 87 m², une garderie de 55 m², une
bibliothèque de 27 m², une salle de détente de
107 m², une salle polyvalente et un réfectoire de
166,5 m², une salle de TV de 60 m².

Outre les locaux d'usage pour le médecin du
centre et les infirmiers, l'infirmerie dispose de six
chambres pour malades. Cinq salles ont
également été prévues pour la préparation des
personnes à leur départ et deux salles d'isolement
pour la séparation d'un groupe de personnes qui
fait obstacle au bon fonctionnement et à la
sécurité.

Quels dispositifs de sécurité? Une clôture d'une
hauteur de 4 mètres a été prévue autour de la
construction. Quant au budget, il est estimé à 650
millions de francs.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer Jozef Van
Eetvelt aan de minister van Binnenlandse Zaken
over "het arbeidsreglement als onderdeel van
het mammoetbesluit" (nr. 4139)
07 Question orale de M. Jozef Van Eetvelt au
ministre de l'Intérieur sur "la réglementation du
travail dans le cadre de l'arrêté mammouth"
(n° 4139)
07.01 Jozef Van Eetvelt (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het
zogenaamde mammoetbesluit heeft natuurlijk heel
wat raakpunten met de arbeidsreglementering. Zo
dienen alle dienstroosters te worden aangepast
aan de nieuwe arbeidsreglementering. Ik denk
aan de nachten, de weekends en de rustperiodes
tussen de verschillende opeenvolgende diensten.
De huidige dienstroosters zullen dan ook aan de
eengemeentezones moeten worden aangepast. In
eengemeentezones zal de geïntegreerde werking
per 1 april 2001 dienen in te gaan. In
meergemeentezones zal dit dienen te gebeuren
tegen 1 juli 2001.

Mijnheer de minister, er zijn natuurlijk vragen bij
de haalbaarheid van dit alles. Hoe zult u de
problematiek van de dienstroosters ondervangen
als de haalbaarheid niet mogelijk is? Wat
bijvoorbeeld indien de arbeidsreglementering als
onderdeel van het zogenaamde mammoetbesluit
op 1 april 2001 in werking treedt en er in onderling
akkoord geen nieuw dienstrooster tot stand is
gekomen? Daarbij rijst nog de vraag of u zich
ervan bewust bent dat op een of andere wijze een
opening moet worden gelaten opdat met dit alles
de toekomstige politiewerking niet in het gedrang
zou worden gebracht. Zijn er al bepaalde
onderrichtingen gegeven aan de burgemeesters
voor wanneer dit alles wat anders of moeilijker
verloopt dan het werd ingeschat?

Kortom, de toepassing van de
arbeidsreglementering in het kader van het
mammoetbesluit en meer bepaald naar de
geïntegreerde dienstverwerking toe, roept toch
een aantal vragen op.
07.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, ten eerste, het nieuwe statuut zal van
kracht worden op 1 april 2001. Dit is dan weer een
van de kritische succesfactoren, van essentieel
belang voor het verder doorvoeren van deze
hervormingen. Ik heb er steeds voor geijverd dat
het statuut voor iedereen, dus zowel voor de leden
van de federale als de leden van de
gemeentepolitie gelijktijdig in werking zou treden.
Ik denk dat dit een belangrijk signaal is naar de
nog op te richten lokale politie.

Ten tweede, ik wil benadrukken dat wij in volle
overgang zijn naar die lokale politie. Ik bedoel
hiermee dat de wetgever de startdatum van de
lokale politie niet had gedetermineerd, hetgeen ik
expliciet wel heb gedaan. Dit betekent natuurlijk
dat tot de lokale politie wettelijk is geïnstalleerd,
praktisch en pragmatisch te werk moeten gaan. Ik
zal dus toelaten dat de basisoverlegcomités
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
tijdelijk een afwijking bespreekbaar stellen. Dit
werd trouwens opgenomen in het
mammoetbesluit. Ik ben klaar met een
omzendbrief, de GPI5 genaamd, die het meer
bepaald specifiek heeft over de dienstroosters, de
arbeidstijdregeling en de keuze van het statuut.
Deze wordt nog deze week verspreid bij de
gouverneurs en de lokale besturen.

Over de inhoudelijke aspecten van het
mammoetbesluit is er al heel wat communicatie
en informatie verstrekt. De teksten werden
fundamenteel besproken door de adviesraad voor
burgemeesters. De integrale tekst is terug te
vinden op diverse websites. Ik heb persoonlijk alle
provincies bezocht om toelichting te verstrekken.
Hierbij aansluitend heb ik de federale politie
opdracht gegeven zoveel mogelijk informatie te
verstrekken. In dit kader heeft de directeur-
generaal van het personeel nogmaals in alle
provincies lezingen en toelichtingen
georganiseerd. Tussen haakjes, de opkomst was
fenomenaal. Daarbij aansluitend hebben wij per
provincie, maar dan wel centraal georganiseerd
bij
de federale politie, drie
personeelsverantwoordelijken per zone opgeleid.
Op 29 maart 2001 zijn er zelfs terugkomdagen.
Voorts heeft elk gemeentelijk politiekorps een
diskette en een cd-rom gekregen, die de nieuwe
weddeberekeningen toelaten.

Ik zal er wel kordaat op toezien dat tijdens deze
overgangsfase de operationaliteit en de goede
werking van de politiediensten niet in het gedrang
komen.
07.03 Jozef Van Eetvelt (CVP): Mijnheer de
minister, ik heb aandachtig naar uw antwoord
geluisterd en neem er nota van dat binnenkort een
nieuwe rondzendbrief zal worden verspreid die
terzake duidelijkheid zal verschaffen.

Het ware misschien aangewezen ervoor te zorgen
dat de betrokken burgemeesters niet met vakantie
gaan, maar paraat staan aangezien er nog heel
wat rondzendbrieven in het verschiet zijn.
07.04 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik noteer dat
wellicht volgende week een rondzendbrief bij
betrokkenen zal toekomen.

Ik had evenwel graag vernomen voor hoelang de
toepassing van de regel die normaal vanaf 1 april
zou gelden, zal worden uitgesteld.
07.05 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, à mon avis la situation se régularisera
très rapidement. La difficulté réside dans le
lancement de l'affaire.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Mondelinge vraag van de heer Daniël
Vanpoucke aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de samenstelling en de werking
van de selectiecommissie" (nr. 4149)
08 Question orale de M. Daniël Vanpoucke au
ministre de l'Intérieur sur "la composition et le
fonctionnement de la commission de sélection"
(n° 4149)
08.01 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag betreft
de samenstelling en de werking van de
selectiecommissie die zal instaan voor de selectie
van 196 korpschefs van de lokale politie.

In artikel 3 van het koninklijk besluit van 31
oktober 2000 wordt bepaald dat de inspecteur-
generaal of de afgevaardigde die hij aanduidt
onder zijn adjuncten van rechtswege deel
uitmaakt of moet uitmaken van elk van deze
zonale selectiecommissies. Op dit moment zijn er
voor zover wij weten echter nog steeds geen
adjuncten van de inspecteur-generaal aangesteld.
Dit betekent dat de inspecteur-generaal alleen alle
bijeenkomsten van de 196 politiezones zou
moeten afwerken à rato van minimaal 2
vergaderingen per politiezone. Er is enerzijds
immers het ontvankelijkheidsonderzoek en
anderzijds het horen van de kandidaten die
geslaagd zijn in de assessmentproef. Een waar
titanenwerk.

Uit onze inlichtingen blijkt bovendien dat elk lid
van die selectiecommissie ook aanwezig moet zijn
op door het koninklijk besluit voorziene
vergaderingen. Dit zorgt uiteraard voor heel wat
problemen op het vlak van de timing van de
vergaderingen. Het resultaat hiervan is dat heel
wat lokale zones ernstige problemen ondervinden
om deze commissie samen te roepen. Lange
wachttijden zijn dan ook het onmiddellijke en
nefaste gevolg.

Het op elkaar afstemmen van de agenda's van de
inspecteur-generaal, de provinciegouverneur en
de procureur des Konings van het gerechtelijke
arrondissement waarin de desbetreffende zone
zich bevindt, is een quasi onmogelijke taak.
Daardoor dreigt een snelle implementatie van de
politiehervorming op het lokale niveau vertraging
op te lopen.
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Mijnheer de minister, op basis van deze
argumenten had ik graag enkele vragen gesteld.
Ten eerste, welke procedure moet worden
gevolgd om deze adjuncten aan te stellen? Ten
tweede, wat is in voorkomend geval de stand van
zaken van deze procedure? Ten derde, wanneer
zullen de adjuncten effectief hun functie kunnen
opnemen en beschikbaar zijn voor de
selectiecommissies?

Mijnheer de minister, in uw omzendbrief van 21
december laatstleden heeft u aangedrongen op
een snelle selectieprocedure. U drong er bij de
diverse actoren uitdrukkelijk op aan om deze
procedure zo snel mogelijk te laten starten en de
vacante betrekkingen onmiddellijk na de installatie
van de nieuwe gemeenteraad of politieraad te
laten plaatsvinden.

Deze morgen hebben wij in de commissie een
artikel toegevoegd aan de wet op de
geïntegreerde politie waarin een tijdslimiet wordt
bepaald voor de voordrachten van de eerste
aanstellingen van de lokale korpschefs. Er wordt
geopteerd om deze voordracht te laten
plaatsvinden vóór het einde van de derde maand
volgend op de installatie van de politieraad in de
meergemeentezones en vóór het einde van de
derde maand volgend op de installatie van
de
nieuwe gemeenteraad voor de
eengemeentezones. Dit laatste betekent concreet
dat men eind april in de eengemeentezones en
eind juli in de meergemeentezones rond moet zijn
met de selectieprocedure.

Mijnheer de minister, graag had ik in dat verband
van u vernomen of de timing zoals ik die zojuist
heb geschetst en rekening houdend met de
agendaproblemen kan worden gehaald. Gelet op
de opgedrongen timing lijkt het ons logisch dat de
inspecteur-generaal in eerste instantie de
selectiecommissies in de eengemeentezones zou
bijwonen. Graag had ik terzake vernomen hoe ver
de inspecteur-generaal op dat vlak staat. Mijnheer
de minister, zullen de meergemeentezones op tijd
kunnen starten als de inspecteur-generaal niet
wordt bijgestaan door adjuncten? Meent u dat de
timing van eind juli ­ gelet op de vakantieperiodes
- kan worden gehaald?

Mijnheer de minister, u zet de actoren aan om
sneller te werken en snel beslissingen te nemen
maar de burgemeesters en de voorzitters van de
colleges vragen op hun beurt dat zij alle richtlijnen
terzake krijgen. Ik zou willen eindigen met een
aantal vragen die eigenlijk een aantal suggesties
inhouden.
Mijnheer de minister, is het volgens u een
substantiële vormvereiste dat al de leden van de
selectiecommissie aanwezig zijn op de
vergadering waar de ontvankelijkheid van de
kandidaturen wordt nagegaan? Ik heb een aantal
vragen die ook als suggesties kunnen worden
beschouwd.

Ten eerste, is het niet mogelijk om deze
vergadering wel als rechtsgeldig te beschouwen,
ook als een van de leden afwezig is? Er zijn
immers objectieve maatstaven om over de
ontvankelijkheid te beslissen.

Ten tweede, zijn er geen mogelijkheden om de
eerste vergadering van deze selectiecommissie te
vervangen door een schriftelijke procedure? Ik
verwijs wederom naar de objectieve maatstaven.

Ten derde, als dit niet kan, behoort het dan wel tot
de mogelijkheid om de assessmentproeven reeds
voor de eerste vergadering van de
selectiecommissie te organiseren? Ik stel deze
vragen met als doel de selectieprocedure zo snel
mogelijk te laten verlopen, wat ook uw wens is.
08.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, mijnheer Vanpoucke, ten eerste, de
inspecteur-generaal moet volgens het koninklijk
besluit terzake zelf zetelen of moet zich laten
vertegenwoordigen door een van zijn adjuncten.
Deze zijn op heden nog niet aangewezen. Het
ontwerp van koninklijk besluit betreffende de
organisatie van de algemene inspectie volgt zijn
normale verloop en de aanwerving van de
adjuncten is dus slechts een kwestie van enkele
weken.

Ten tweede, wij hebben vandaag het wetsontwerp
besproken. In dit ontwerp wordt in een tijdslimiet
voorzien waarin de voordracht van de kandidaat-
korpschef moet gebeuren, namelijk voor het einde
van de derde maand na de installatie van de
gemeenteraad of de politieraad.

Ik dank u voor uw suggestie en kan u op uw derde
vraag als volgt antwoorden.

Je ne suis pas opposé à ce que la première partie
de la procédure de sélection, à savoir l'examen de
la recevabilité des candidatures, se fasse par
écrit. Il est souhaitable que le président du conseil
de police consulte les autres bourgmestres à cet
égard.

L'épreuve "d'assessment" doit nécessairement
avoir lieu après cet examen de la recevabilité des
candidatures. Cet examen s'effectue sur la base
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
d'une appréciation sur pièces. Il peut donc se faire
en utilisant les moyens modernes de
communication.

L'arrêté royal qui règle la procédure prévoit qu'il
est exclu que des personnes ne satisfaisant pas
aux conditions formelles de recevabilité puissent
participer à cette procédure. L'examen de la
recevabilité doit donc nécessairement être
préalable pour que la procédure soit régulière.

La sélection proprement dite doit se faire en
présence de l'inspecteur général après que les
résultats de "l'assessment" ont été portés à la
connaissance de la commission.
08.03 Daniël Vanpoucke (CVP): Mijnheer de
minister, ik dank u voor uw positief antwoord. Ik
zou er alleen even op willen aandringen dat die
enkele weken waarover u spreekt toch zoveel
mogelijk zouden beperkt worden zodat de zones
verder kunnen werken, zoals u zelf zegt.

De voorzitter: Er wordt door de collega's wel
eens op aangedrongen om vragen over de
politiehervorming zoveel mogelijk te groeperen in
onze maandelijkse zitting, als ze geen strikt
tijdsgebonden karakter hebben. Uiteraard,
wanneer een lid zich geroepen acht om een vraag
in te dienen heeft hij altijd dat recht, maar ik kan
maar de tolk zijn van iedereen. Iedereen heeft het
recht om de vragen in te dienen die hij wil, maar ik
denk dat het de organisatie van de debatten ten
goede zou komen mochten we tot een zekere
groepering kunnen komen. Ik zeg dit niet specifiek
in hoofde van de heer Vanpoucke, ik zeg het ten
aanzien van alle collega's, maar naar aanleiding
van deze vraag.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van de heer Arnold Van
Aperen aan de minister van Binnenlandse
Zaken over "de politieraad" (nr. 4150)
09 Question orale de M. Arnold Van Aperen au
ministre de l'Intérieur sur "le conseil de police"
(n° 4150)
09.01 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is
de bedoeling dat op 2 april het mandaat aanvangt
van de leden van de politieraden. Die politieraden,
vooral in de meergemeentezones, gaan de
bevoegdheden overnemen van de
gemeenteraden. De verkiezingen van de leden
zijn op de meeste plaatsen vlekkeloos verlopen.
Die eerste stap is dus ook genomen. Ik ben er mij
ook van bewust dat het vrij goed loopt, ook bij ons,
ook al is alle begin moeilijk. Ook met de
politiecolleges in de voorbereidingen loopt alles
vrij goed.

Zoals dat ook hoort in de gemeenteraad moet de
agenda van volgende week voor het einde van de
week aan alle leden worden bezorgd, dit om de
goede werking te verzekeren. De politie heeft
andere en meer dringende taken dan het
ronddragen van die agenda's. In
meergemeentezones in landelijke gebieden zijn
de af te leggen afstanden ook meestal groter, en
aangezien wij op enkele weken verwijderd zijn van
het opstarten van de effectieve politieraad, zie ik
hier een moeilijkheid. Het ronddragen van de
agenda's is trouwens geen directe bevoegdheid
van de politie.

Daarnaast wil ik toch ook nog een bijkomende
vraag stellen, iets wat mij gisteren nog ingegeven
werd.

Ten eerste, komt het toe aan het secretariaat van
de politieraad, aan een van de gemeentelijke
administraties of aan de lokale politie zelf om de
agenda's rond te dragen? Zijn er hiervoor precieze
richtlijnen beschikbaar of wordt daar nog een
richtlijn over uitgevaardigd of mag men daar
binnen de gemeenten zelf over beslissen, of
binnen de politiecolleges in overleg met de
gemeenten?

Ten tweede, ik ben van mening dat de grootte van
de zitpenning van de leden van de politieraad door
de politieraad autonoom zal worden bepaald. De
verschillende gemeenten hanteren evenwel
verschillende zitpenningen voor de
gemeenteraden. Behoort het vastleggen van de
zitpenning tot de bevoegdheid van de politieraad
of zijn daar andere richtlijnen over?

Al bij al verloopt alles vrij vlot, en ik weet wel, alle
begin is moeilijk, maar we zien wel dat het
allemaal kan gebeuren.
09.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, collega Van Aperen, artikel 27 van de
wet tot organisatie van een geïntegreerde politie
gestructureerd op twee niveaus bepaalt dat artikel
87 van de nieuwe gemeentewet van toepassing is
op de werking van de politieraad. Dit artikel
vermeldt dat de oproeping schriftelijk en aan huis
geschiedt, ten minste 7 dagen voor de dag van de
vergadering. Zij vermeldt de agenda. Het is de
secretaris van de politiezone die op basis van
artikel 29 van de wet instaat voor de tijdige
verzending per post van de oproeping en de
CRIV 50
COM 421
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
agenda aan de politieraadsleden.

Op basis van artikel 25 van de wet op het
politieambt kan deze taak niet aan de
politieambtenaren opgedragen worden gezien dit
oneigenlijk politiewerk is. Dat hebt uzelf gezegd.
Hieromtrent zal geen stringente richtlijn meer
uitgevaardigd worden gezien de wetgeving
hieromtrent geen bijkomende uitleg behoeft.

Monsieur Van Aperen, vous avez posé une autre
question en ce qui concerne les jetons de
présence. Je n'ai pas prévu la réponse aujourd'hui
et je vous répondrai donc par écrit à ce sujet.
09.03 Arnold Van Aperen (VLD): Mijnheer de
minister, ik heb begrepen dat artikel 87 van de
gemeentewet bepaalt dat de secretaris van de
politiezone instaat voor de verzending per post. Ik
kan daar goed inkomen. Van de andere kant heb
ik er problemen mee. Volgende week vrijdag
bedeelt men de agenda thuis. Dan is dat
voldoende op tijd om de maandag acht dagen
later te vergaderen. Men weet al enkele dagen op
voorhand dat men de agenda's moet verzenden
wil men dat ze tijdig aankomen. Bij ons en in
landelijke gebieden was het de gewoonte de
agenda thuis te laten brengen door iemand van de
gemeentelijke administratie. Gezien wij maar met
drie zijn ­ gelukkig maar met drie ­, moet er een
oplossing gevonden worden om de agenda's te
bedelen. Daarom stelde ik de vraag. Ik zal zorgen
dat het niet door de politiediensten gebeurt - zoals
ik dacht ­ en dat het conform de gemeentewet zal
gebeuren. Ik verwacht dan ook nog een antwoord
op mijn laatste vraag. Ik denk dat de politieraad
autonoom de zitpenning zal kunnen bepalen,
ondanks de eventuele verschillen tussen de
verschillende gemeenteraden. Uiteraard moet de
raad rekening houden met de maxima die in de
wet zijn vastgelegd.
09.04 Antoine Duquesne, ministre: Monsieur le
président, je répète tout d'abord à M. Van Aperen
le texte de l'article 27 qui mentionne que la
convocation se fait par écrit et à domicile, au
moins sept jours avant le jour de la réunion et
qu'elle indique l'ordre du jour. Cela offre des
possibilités d'interprétation.

Ensuite, en ce qui concerne les réunions de ce
conseil de police, plusieurs bourgmestres m'ont
déjà dit que cela risquait d'être beaucoup compte
tenu des tâches qui leur sont confiées. Il me
semble que le travail s'organisera très rapidement
et que le collège des polices veillera, très
probablement, à programmer les réunions du
conseil de police de manière à permettre aux
membres de s'organiser. Je pense que vos
suggestions, pour le moment, sont intéressantes
mais je souhaite malgré tout les vérifier.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van mevrouw Magda De
Meyer aan de minister van Binnenlandse Zaken
over "de hernieuwing van de identiteitskaarten"
(nr. 4165)
10 Question orale de Mme Magda De Meyer au
ministre de l'Intérieur sur "le renouvellement
des cartes d'identité" (n° 4165)
10.01 Magda De Meyer (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik zal
kort en krachtig spreken. Op 5 april 2000 werd in
deze commissie uitvoerig gediscussieerd over de
hernieuwing van de identiteitskaarten voor
hoogbejaarden en bedlegerigen.

Mijnheer de minister, u hebt toen geantwoord dat
u uw administratie de opdracht had gegeven een
vergelijkende studie te maken over deze
problematiek in Europa. Op basis van de
resultaten van deze studie kon men nagaan hoe
we onze eigen procedure konden aanpassen. In
juli vorig jaar heb ik u aan deze problematiek
herinnerd. Toen hebt u gezegd dat het in orde zou
komen en dat er een ontwerp van koninklijk
besluit op stapel staat. Daarin zou worden bepaald
dat personen die ouder zijn dan vijfenzeventig niet
langer zouden worden verplicht hun
identiteitskaart te vernieuwen. Mensen die niet
goed te been zijn en dementen zouden op deze
wijze de procedure tot vernieuwing van hun
identiteitskaart niet meer moeten doorlopen.
Jammer genoeg heb ik hierover niets meer
vernomen. Daarom ben ik een beetje ongerust.
Graag vernam ik van u een stand van zaken.
10.02 Minister Antoine Duquesne: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw De Meyer, een ontwerp van
koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 29 juli 1985 betreffende de
identiteitskaarten, evenals de bijlage model 3,
werd door mijn administratie opgesteld,
voorgelegd aan de Ministerraad en op 31
augustus 2000 voor advies aan de Raad van State
overgemaakt.

Uit een telefonisch onderhoud van mijn
administratie met de Raad van State blijkt dat dit
ontwerp nog niet werd onderzocht, maar dat het
advies op het einde van deze maand zal worden
uitgebracht. Ik moet de Raad van State
eerbiedigen.
14/03/2001
CRIV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16

Dit ontwerp zal in ieder geval moeten worden
aangepast om rekening te houden met de wet van
12 augustus 2000 tot wijziging van artikel 2, eerste
lid van de wet van 19 juli 1991, betreffende de
bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot
wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot
regeling van een Rijksregister van de natuurlijke
personen, bekendgemaakt in het Belgisch
Staatsblad van 11 oktober 2000.

J'espère, madame, que ce qu'on a répondu par
téléphone à mon administration sera respecté par
le Conseil d'Etat et que je pourrai donc signer très
rapidement cet arrêté et le publier au Moniteur.
10.03 Magda De Meyer (SP): Mijnheer de
voorzitter, ik ben blij dit heuglijk nieuws te horen
van de minister. Tegen 1 mei moet alles dus in
orde zijn.
10.04 Minister Antoine Duquesne: Ik hoop het.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 15.54 uur.
La réunion publique de commission est levée à
15.54 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 421
CRABV 50 COM 421
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
woensdag mercredi
14-03-2001 14-03-2001
14:15 uur
14:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Paul Tant tot de eerste
minister over "de correcte interpretatie van het
Lambermont-akkoord ten aanzien van de
landbouwbevoegdheden" (nr. 4145)
1
Question de M. Paul Tant au Premier ministre sur
"l'interprétation correcte des accords du
Lambermont en ce qui concerne les compétences
agricoles". (n° 4145)
1
Sprekers: Paul Tant
Orateurs: Paul Tant
Mondelinge vraag van mevrouw Géraldine Pelzer-
Salandra aan de minister van Ambtenarenzaken
en Modernisering van de openbare besturen over
"de Copernicushervorming" (nr. 4195)
2
Question orale de Mme Géraldine Pelzer-
Salandra au ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration sur "la
réforme "Copernic"" (n° 4195)
2
Sprekers: Géraldine Pelzer-Salandra, Luc
Van den Bossche
, minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen
Orateurs: Géraldine Pelzer-Salandra, Luc
Van den Bossche
, ministre de la Fonction
publique et de la Modernisation de
l'administration
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
aanbesteding door de overheid van diensten
geleverd door vrije beroepen" (nr. 3513)
4
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de l'Intérieur sur "l'adjudication par les pouvoirs
publics de services fournis par des professions
libérales" (n° 3513)
4
Sprekers:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Jo Vandeurzen, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Samengevoegde mondelinge vraag en
interpellatie van
5
Question orale et interpellation jointes de
5
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4076)
5
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 4076)
5
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in
de regularisatiecampagne" (nr. 722)
5
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la situation en ce qui concerne la campagne de
régularisation" (n° 722)
5
Sprekers: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
, Kristien Grauwels
Orateurs: Karel Van Hoorebeke, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur , Kristien
Grauwels
Vraag van de heer Joos Wauters aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "bescherming
tegen radioactiviteit" (nr. 4110)
7
Question de M. Joos Wauters au ministre de
l'Intérieur sur "la protection contre la radioactivité"
(n° 4110)
7
Sprekers:
Joos Wauters, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Joos Wauters, Antoine Duquesne,
ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Vincent Decroly aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
centrum 127ter" (nr. 4132)
8
Question de M. Vincent Decroly au ministre de
l'Intérieur sur "le centre 127ter" (n°4132)
8
Sprekers:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs:
Vincent Decroly, Antoine
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Jozef Van Eetvelt aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
arbeidsreglement als onderdeel van het
mammoetbesluit" (nr. 4139)
9
Question de M. Jozef Van Eetvelt au ministre de
l'Intérieur sur "la réglementation du travail dans le
cadre de l'arrêté mammouth" (n° 4139)
9
Sprekers: Jozef Van Eetvelt, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
, Filip De Man
Orateurs: Jozef Van Eetvelt, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur , Filip De
Man
Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenstelling en de werking van de
selectiecommissie" (nr. 4149)
11
Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre de
l'Intérieur sur "la composition et le fonctionnement
de la commission de sélection". (n° 4149)
11
Sprekers:
Daniël Vanpoucke, Antoine
Orateurs:
Daniël Vanpoucke, Antoine
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken
Duquesne, ministre de l'Intérieur
Vraag van de heer Arnold Van Aperen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politieraad" (nr. 4150)
12
Question de M. Arnold Van Aperen au ministre de
l'Intérieur sur "le conseil de police" (n° 4150)
12
Sprekers: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Arnold Van Aperen, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
hernieuwing van de identiteitskaarten" (nr. 4165)
13
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Intérieur sur "le renouvellement des cartes
d'identité" (n° 4165)
13
Sprekers: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, minister van Binnenlandse Zaken
Orateurs: Magda De Meyer, Antoine
Duquesne
, ministre de l'Intérieur
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1

COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
WOENSDAG
14
MAART
2001
14:15 uur
______
du
MERCREDI
14
MARS
2001
14:15 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.20 uur door
de heer Denis D'hondt.
La séance est ouverte à 14.20 heures par M. Denis
D'hondt.
01 Vraag van de heer Paul Tant tot de eerste
minister over "de correcte interpretatie van het
Lambermont-akkoord ten aanzien van de
landbouwbevoegdheden" (nr. 4145)
01 Question de M. Paul Tant au Premier ministre
sur "l'interprétation correcte des accords du
Lambermont en ce qui concerne les
compétences agricoles". (n° 4145)
01.01 Paul Tant (CVP): Er is een
interpretatieverschil gerezen inzake de
regionalisering van het landbouwbeleid, meer
bepaald betreffende de normering en de controle
van dierziekten die geen impact hebben op de
menselijke gezondheid, zoals mond- en klauwzeer
en varkenspest. Dit heeft belangrijke gevolgen voor
de bevoegdheden van het Federaal Agentschap
voor de Voedselveiligheid (FAVV). De heer
Vankrunkelsven verklaarde dat mond- en klauwzeer
een bevoegdheid van de gewesten zou zijn. Eén
dag later werd de Kamer een wetsontwerp
voorgelegd dat voorziet in een uitbreiding van het
FAVV. Die uitbreiding is echter compleet in
tegenspraak met het Lambertmont-akkoord.

Blijven de normering en de controle van dierziekten
die niet schadelijk zijn voor mensen een federale
bevoegdheid? Heeft de mogelijke uitbreiding van
het FAVV voor gevolg dat het agentschap bevoegd
is voor de bestrijding van de dierziekten? Is dit niet
in strijd met het Lambertmont-akkoord?



Kan de minister ten slotte ook verdere uitleg geven
inzake het akkoord over de plantentuin van Meise?
01.01 Paul Tant (CVP): Une différence
d'interprétation est apparue à propos de la
régionalisation de la politique agricole et plus
particulièrement des normes et des contrôles
concernant les maladies qui affectent les animaux
mais ne sont pas dangereuses pour la santé
humaine, telles la fièvre aphteuse et la peste
porcine. Les conséquences sont nombreuses pour
ce qui est des compétences de l'Agence fédérale
pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA).
M. Vankrunkelsven a déclaré que le problème de la
fièvre aphteuse relève de la compétence des
Régions. Le lendemain, un projet de loi prévoyant
l'élargissement des compétences de l'AFSCA a été
déposé à la Chambre. Cette volonté
d'élargissement est en totale contradiction avec les
accords du Lambermont.
Les normes et les contrôles concernant les
maladies affectant les animaux mais ne présenaent
aucun danger pour l'homme sont-ils toujours une
compétence fédérale ? Aux termes du projet
d'extension de l'AFSCA,la lutte contre les maladies
affectant les animaux figure-t-elle parmi les
compétences de l'Agence ? N'est-ce pas en totale
contradiction avec les accords du Lambermont ?

Enfin, le ministre pourrait-il nous fournir un
complément d'information concernant l'accord
relatif au jardin botanique de Meise ?
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
01.02 Minister Jaak Gabriëls, in naam van de
eerste minister (Nederlands): Met het Lambermont-
bis-akkoord blijkt duidelijk dat de normering van en
de controle op dierenziekten een federale
bevoegdheid is. Ingevolge het voorzorgsprincipe
inzake volksgezondheid en met het oog op een
doeltreffend sanitair beleid geldt deze federale
bevoegdheid ongeacht of de ziekte al dan niet
erkend wordt als schadelijk voor de mens.



Dat betekent dus dat de normen en controles met
betrekking tot ziekten bij dieren onder de federale
overheid zullen blijven ressorteren.
Volgens de Raad van State moet een aantal teksten
van het Lambermont-bis-akkoord in die zin wel
worden aangepast.
01.02 Jaak Gabriëls, ministre, au nom du premier
ministre (en néerlandais) : Il ressort clairement des
accords du Lambermont bis que les normes et les
contrôles en matière de maladies affectant les
animaux ressortissent à la compétence fédérale.
Par ailleurs, en vertu du principe de précaution qui
prévaut en matière de santé publique, et dans le
souci de mener une politique sanitaire efficace,
cette compétence fédérale est d'application, que la
maladie ait ou non déjà été reconnue dangereuse
pour l'homme.

Cela signifie donc que les normes et les contrôles
en matière de maladies affectant les animaux
continueront de ressortir à la compétence fédérale.
Le Conseil d'Etat estime cependant qu'un certain
nombre de textes issus des accords du
Lambermont bis doivent être adapté dans ce sens.
01.03 Paul Tant (CVP): De minister van Landbouw
is toch bevoegd voor de plantentuin van Meise en
voor de mond- en klauwzeerproblematiek. Zijn
antwoord verwondert me dan ook enigszins.

Gaat DG5 werkelijk integraal over naar hetFAV?
Dat blijkt niet zo duidelijk uit het antwoord.
01.03 Paul Tant (CVP): Le dossier du jardin
botanique de Meise, tout comme la compétence en
matière de fièvre aphteuse, sont du ressort du
ministre de l'Agriculture. Je m'étonne donc quelque
peu de la réponse du ministre.
La DG5 sera-t-elle intégralement transférée à
l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne
alimentaire ? La réponse n'était pas très claire à ce
sujet.
01.04 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): We
moeten het advies van de Raad van State nog
inpassen in de definitieve teksten.
01.04 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais):
Nous devons encore insérer l'avis du Conseil d'Etat
dans les textes définitifs.
01.05 Paul Tant (CVP): Ik heb de indruk dat nogal
wat onduidelijkheid heerst over dit dossier. Een
aantal politici hebben verklaringen afgelegd die
haaks staan op dit antwoord. Ik denk aan de heer
Vankrunkelsven, nochtans een onderhandelaar van
Lambermont-bis.
01.05 Paul Tant (CVP): J'ai le sentiment que bien
peu de personnes savent exactement ce que
recouvre ce dossier. Plusieurs politiciens ont fait
des déclarations qui sont en contradiction avec
votre réponse. Je songe à M. Vankrunkelsven,
pourtant négociateur de l'accord du Lambermont
bis.
01.06 Minister Jaak Gabriëls (Nederlands): De
problematiek van de plantentuin in Meise stond niet
vermeld in de oorspronkelijke vraag van de heer
Tant. Hij moet ze opnieuw stellen aan de premier.
01.06 Jaak Gabriëls , ministre (en néerlandais):
La question du jardin botanique de Meise ne figurait
pas dans la question initiale de M. Tant. Il devra la
poser au premier ministre.
01.07 Paul Tant (CVP) Ik kan ze natuurlijk ook
stellen aan de minister van Landbouw. (Gelach)
01.07 Paul Tant (CVP): Je peux évidemment aussi
la poser au ministre de l'Agriculture. (Rires)
Voorzitter: Paul Tant.
Président: Paul Tant.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van mevrouw Géraldine
Pelzer-Salandra aan de minister van
Ambtenarenzaken en Modernisering van de
openbare besturen over "de
Copernicushervorming" (nr. 4195)
02 Question orale de Mme Géraldine Pelzer-
Salandra au ministre de la Fonction publique et
de la Modernisation de l'administration sur "la
réforme "Copernic"" (n° 4195)
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
02.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Vanmiddag manifesteren er 20.000 à
40.000 ambtenaren. Zij zijn bang dat er banen
geschrapt worden in de autonome
overheidsbedrijven en eisen volwaardige
onderhandelingen over een intersectoraal akkoord.


De vakbonden willen de onderhandelingen over een
gemeenschappelijke sokkel in het comité A
behouden, wat garant staat voor de dubbele
solidariteit tussen ambtenaren en gepensioneerde
ambtenaren en de door de ambtenaren gewenste
mobiliteit bevordert. Bij de jongste vergadering van
het comité A is er echter maar een pover resultaat
uit de bus gekomen. De vakbonden eisen
volwaardige onderhandelingen en volwaardige
gesprekspartners.

Zal het brede protest van de overheidsambtenaren
gehoord worden ? Zullen de onderhandelingen in
het comité A eerdaags hervat worden ? Zal de
regering met de vakbonden praten ?

Wat staat er op de agenda van de aankomende
vergadering van het Comité B? Zal dat comité
rekening houden met de eisen van de
manifestanten met betrekking tot het Copernicus-
plan ?
02.01 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): La manifestation des agents du service
public rassemble, cet après-midi, entre 20.000 et
40.000 personnes qui s'inquiètent des pertes
d'emplois programmées dans les entreprises
publiques autonomes et qui réclament de véritables
négociations d'un accord intersectoriel.

Les syndicats sont attachés à la négociation d'un
socle commun en Comité A, garant d'une double
solidarité entre agents et agents pensionnés et
facilitant la mobilité souhaitée par les fonctionnaires.
Or, le dernier comité A a débouché sur un faible
résultat et les syndicats exigent de vraies
négociations et de vrais interlocuteurs.




Le large mouvement des agents du secteur public
sera-t-il entendu ? Les négociations en Comité A
seront-elles rapidement reprises
? Le
gouvernement rencontrera-t-il les syndicats ?

Quel est l'ordre du jour du prochain Comité B ?
Tiendra-t-il compte des revendications des
manifestants sur la réforme Copernic?
02.02 Minister Luc Van den Bossche (Frans): De
eerste minister zit het Comité A voor en ik ben
ondervoorzitter. In feite zit ik het voor. Als
woordvoerder van de overheid kan ik enkel
voorstellen formuleren die door alle overheden
worden onderschreven. Ik heb met de
vakbondsdelegaties gepraat, die mij hun
eisenpakket overhandigd hebben.
Ik heb ook de andere bevoegdheidsniveaus die lid
zijn van het Comité A, de Gewesten en de
Gemeenschappen, ontmoet.

Ik heb daarop een concreet voorstel geformuleerd
waarin een lineaire loonsverhoging, de perequatie,
het vakantiegeld en een betere taakomschrijving
voor het Comité A in de toekomst geregeld worden.
02.02 Luc Van den Bossche , ministre (en
français): Le premier ministre préside le Comité A et
j'en suis le vice-président. En fait, je le préside.
Porte-parole des autorités, je ne peux formuler que
des propositions auxquelles tous les pouvoirs
publics souscrivent.
J'ai rencontré les délégations syndicales qui m'ont
fait part de leurs revendications, ainsi que les autres
niveaux de pouvoirs membres du Comité A
:
Communautés et Régions.
J'ai fait une proposition concrète englobant une
augmentation salariale linéaire, la péréquation, les
pécules de vacances et une meilleure définition de
la tâche du Comité A dans le futur.
Ik heb vastgesteld dat twee partners weigerden de
discussie te voeren, de ene omdat hij zich
principieel tegen een lineaire verhoging van de
bezoldiging in het Comité A verzet terwijl de andere
het gesprek weigerde omdat de financiële
mogelijkheden van die overheid kunnen variëren. Ik
heb de delegatieleiders ontvangen en heb hen
duidelijk gezegd waar het op staat. Ik heb hen
gevraagd mij de nodige tijd te laten om mijn rol als
tussenpersoon tussen de federale overheid, de
J'ai constaté que deux partenaires refusaient la
discussion, l'un s'opposant par principe à
l'augmentation linéaire du traitement au sein du
Comité A et l'autre refusant la discussion parce que
les possibilités financières de ce pouvoir pouvaient
varier. J'ai reçu les chefs de délégation et je ne leur
ai rien caché. Je leur ai demandé du temps afin de
mener à bien ma mission d'intermédiaire entre le
fédéral, les Communautés et Régions et les
syndicats. Ces derniers ont refusé et cela a abouti à
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
gemeenschappen en gewesten en de vakbonden te
kunnen spelen. De vakbonden waren het daarmee
niet eens en de gesprekken zijn vastgelopen.
Vrijdag jongstleden hebben wij een
perscommuniqué verspreid met de mededeling dat
wij de gesprekken na een nieuw onderhoud met de
delegatieleiders van de vakbonden zouden
hervatten.
Na de Paasvakantie zal een officiële vergadering
van het Comité A plaatsvinden. Wij gaan
momenteel na of iedereen zich daarbij zal
aansluiten. Als de vakbonden een zekere
soepelheid aan de dag leggen en rekening houden
met de eigenheid van een van de partners, dan
zullen wij uit de impasse geraken.

De federale overheid wil het dossier tot een goed
einde brengen en heeft mij opgedragen als
bemiddelaar tussen alle actoren op te treden.
Daarmee gaat zij verder dan waartoe zij wettelijk is
verplicht.
De vakbonden hebben geen vergadering voor
vandaag na de betoging aangevraagd.

Op de agenda van het Comité B, dat morgen
bijeenkomt, staan mijn voorstellen voor de
ambtenaren van niveau 3 en 4 voor wat het federale
niveau en de Copernicushervorming betreft.
un blocage.


Vendredi dernier, nous avons émis un communiqué
de presse annonçant que nous allions reprendre la
discussion après avoir revu les chefs de délégation
des syndicats.

Une réunion officielle du Comité A aura lieu après
les vacances de Pâques. Nous sommes maintenant
occupés à voir si tout les partenaires nous
rejoindront. Si les syndicats acceptent, avec une
certaine souplesse, de tenir compte de la spécificité
d'un des partenaires, nous sortirons de l'impasse.


Le fédéral a la volonté d'aboutir, et m'a chargé de
jouer un rôle de médiateur entre tous les acteurs,
ce qui dépasse ses obligations légales.


Les syndicats n'ont pas demandé une réunion,
aujourd'hui après la manifestation.

L'ordre du jour du Comité B, qui se réunit demain,
comprendra mes propositions pour les niveaux 4 et
3 en ce qui concerne le niveau fédéral et l'opération
Copernic.
Ik hou dus mijn beloften.
Je tiens donc bien mes promesses.
02.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): We moeten hen tot mei respijt geven, in
de hoop dat Lambermont-bis tegen dan is
aangenomen. Niets belet u echter de vakbonden te
ontmoeten. De omvang van de betoging van deze
namiddag bewijst dat regelmatige ontmoetingen
tussen regering en sociale partners een noodzaak
zijn.
02.03 Géraldine Pelzer-Salandra (ECOLO-
AGALEV): Le temps accordé devrait être jusqu' au
mois de mai, en espérant que l'accord de la Saint-
Polycarpe soit voté d'ici là. Ceci étant, rien ne vous
empêche de rencontrer les syndicats. L'ampleur de
la manifestation de cet après-midi nous démontre la
nécessité de rencontres régulières entre le
gouvernement et les partenaires sociaux.
02.04 Minister Luc Van den Bossche (Frans):
We zitten geenszins in een impasse aangezien we
elkaar blijven ontmoeten en spreken. U maakt een
verkeerde analyse.

Wel is het zo dat de sociale partners ons bij de
laatste ontmoeting vroegen de stemming van het
Lambermont-bis akkoord af te wachten. Ik heb een
nieuwe formulering gevonden die hen voldoening
kan schenken, maar heb ze nog niet aan de
vakbonden kunnen voorleggen.
De toestand is complex: de ene partner verzet zich
uit principe en de andere op grond van de realiteit.
02.04 Luc Van den Bossche , ministre (en
français): Il n'y a aucune forme d'impasse puisque
nous continuons à nous rencontrer et à nous parler.
Vous faites une mauvaise analyse.

La dernière fois que nous nous sommes
rencontrés, ils nous ont, en effet, demandé
d'attendre le vote de la Saint-Polycarpe. J'ai trouvé
une nouvelle formulation susceptible de leur plaire
mais je n'ai pas encore pu la soumettre au syndicat.

La situation est complexe: un partenaire s'oppose
par principe et l'autre au vu des réalités.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Binnenlandse Zaken over "de
03 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de l'Intérieur sur "l'adjudication par les
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
aanbesteding door de overheid van diensten
geleverd door vrije beroepen" (nr. 3513)
pouvoirs publics de services fournis par des
professions libérales" (n° 3513)
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Deze vraag is al een
paar keer heen en weer gekaatst tussen de
ministers van Binnenlandse Zaken en van
Landbouw. Blijkbaar is het niet zo duidelijk wie de
bevoegdheid heeft. Ik zal mijn vraag nogmaals
herhalen tot de minister van Binnenlandse Zaken:
kan de minister mij meedelen op welke wijze de
overheid diensten moet aanbesteden die geleverd
worden door vrije beroepen die op basis van
deontologische regels geen toelating hebben om
met betrekking tot erelonen in competitie te treden?
03.01 Jo Vandeurzen (CVP): Les ministres de
l'Intérieur et de l'Agriculture se sont déjà renvoyé
cette question à plusieurs reprises. Il semble qu'on
ne sache pas clairement qui est compétent en
l'espèce. Je vais une nouvelle fois adresser ma
question au ministre de l'Intérieur : le ministre peut-il
me dire comment les pouvoirs publics doivent
adjuger des services qui sont fournis par des
professions libérales, lesquelles ne peuvent, eu
égard à leur règles déontologiques, se concurrencer
en matière d' honoraires ?
03.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De diensten onderworpen aan de reglementering
inzake overheidsopdrachten worden opgesomd in
bijlage 2 van de wet van 24 december 1993. Hier
worden onder meer prestaties vermeld die door
beoefenaars van vrije beroepen worden geleverd.
Uw vraag zal onderzocht worden samen met de
diensten van de eerste minister,die bevoegd is voor
de commissie Overheidsopdrachten.
03.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais): Les services soumis à la
réglementation des marchés publics figurent tous à
l'annexe 2 de la loi du 24 décembre 1993. Celle-ci
mentionne entre autres des prestations fournies par
des personnes exerçant une profession libérale.
Votre question sera examinée en collaboration avec
les services du premier ministre, qui est compétent
pour la commission des Marchés publics.
(Frans) Ik kan niets anders zeggen dan wat in de
wet staat. Ik zal zelf het dossier in handen nemen
en het met de diensten van de eerste minister
bespreken. Zolang ik niet over die inlichtingen
beschik, kan ik niets meer zeggen.
(En français): Je ne peux pas dire autre chose que
ce qui est dit dans la loi. Je prendrai le dossier sous
mon bras et j'irai en discuter avec les services du
premier ministre. Je ne peux rien dire de plus tant
que je n'aurai pas obtenu ces renseignements.
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): Ik hoop dat we de
beloofde informatie binnen een redelijke termijn
zullen ontvangen.
03.03 Jo Vandeurzen (CVP): J'espère que nous
pourrons disposer des informations promises dans
un délai acceptable.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde mondelinge vraag en
interpellatie van
- de heer Karel Van Hoorebeke aan de minister
van Binnenlandse Zaken over "de
regularisatieprocedure" (nr. 4076)
- de heer Pieter De Crem tot de minister van
Binnenlandse Zaken over "de stand van zaken in
de regularisatiecampagne" (nr. 722)
04 Question orale et interpellation jointes de
- M. Karel Van Hoorebeke au ministre de
l'Intérieur sur "la procédure de régularisation"
(n° 4076)
- M. Pieter De Crem au ministre de l'Intérieur sur
"la situation en ce qui concerne la campagne de
régularisation" (n° 722)
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Volgens de
minister zou de regularisatiecampagne tegen eind
juni zijn afgerond, wat ook de oorspronkelijke
planning was. Nu zegt een commissaris dat het
realistischer is om eind 2001 als einddatum voorop
te stellen. Is de oorspronkelijke datum nog
haalbaar? Hoeveel dossiers wachten nog op
afhandeling door de commissie en door de
minister?
04.01 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Selon le
ministre, la campagne de régularisation serait
terminée pour la fin juin, ce qui correspond à ce qui
avait été prévu. Un commissaire affirme maintenant
qu'il serait plus réaliste de prévoir que la campagne
se prolongera jusqu'à la fin d'année. La date initiale
est-elle encore réaliste ? Combien de dossiers la
commission et par le ministre doivent-ils encore
traiter?
04.02 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Het
was de wens van het Parlement dat de
04.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Le Parlement a voulu que la Commission de
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Regularisatiecommissie onafhankelijk zou zijn. Het
enige wat ik kan doen is enige overredingskracht
aan de dag leggen, de commissie meer middelen
geven en als bemiddelaar optreden om conflicten
op te lossen.
Ik blijf vasthouden aan de datum van 1 juli. Wij
moeten ons daaraan houden omdat wij een
verbintenis ten aanzien van de aanvragers zijn
aangegaan en de bewindslieden die hebben
ondertekend.
Het personeel van de commissie is voor
onbepaalde duur aangeworven en hoopt dat de
contracten na 1 juli zullen worden verlengd. Die
personeelsleden verwerven een grotere
deskundigheid, wat een goede zaak is, want een
rotatie van dat soort personeelsleden is nadelig.
Ik heb trouwens voor uitzonderlijke middelen
gezorgd : meer dan 200 voltijdse ambtenaren zijn er
sinds een jaar aan de slag en er zijn acht kamers
voor het onderzoek van de dossiers. Ik ben zinnens
het aantal kamers nog op te trekken. Ik wil geen
enkel cijfer achterhouden, voor zover ik daarover
beschik. In totaal werden 11.000 dossiers
behandeld. Het secretariaat heeft in 66% van de
gevallen een gunstig advies uitgebracht en de
kamers in 86% van de gevallen.

De Regularisatiecommissie moet nog 18.000
dossiers behandelen of afronden. Daarbovenop
komen nog 2200 bijkomende dossiers die in het
kader van artikel 9, lid 3 van de wet van 15
december 1980 werden ingediend en die in principe
onder de Regularisatiecommissie ressorteren.
régularisation soit indépendante. Tout ce que je
peux faire, c'est user de persuasion, augmenter ses
moyens, jouer le médiateur pour régler les conflits.


Je maintiens la date du 1
er
juillet. Cette échéance
doit être respectée car un engagement a été pris
envers les demandeurs et a été signé par les
responsables.

Le personnel de la Commission est engagé à durée
indéterminée et espère qu'au delà du 1
er
juillet, les
contrats seront renouvelés. Il se qualifie, ce qui est
une bonne chose car une rotation de ce type de
personnel est dommageable.

J'ai d'ailleurs prévu des moyens exceptionnels :
plus de 200 agents à temps plein depuis un an et
huit chambres d'examen des dossiers. Je compte
d'ailleurs augmenter le nombre de chambres. Je ne
veux cacher aucun chiffre, pour autant que j'en
dispose. Au total, 11.000 dossiers ont été traités. Le
taux d'avis favorables s'élève à 66% pour le
secrétariat et à 86% pour les chambres.



Dix-huit mille dossiers doivent encore être traités ou
finalisés par la Commission de régularisation.
S'ajoutent à cela quelques 2.200 dossiers
supplémentaires introduits dans le cadre de l'article
9, alinéa 3 de la loi du 15 décembre 1980 et qui
incombent, en principe, à la Commission de
régularisation.
Twee derde van de 18.000 dossiers die de
regularisatiecommissie nog moet afhandelen,
kunnen door mij behandeld worden. Ik heb het
personeelsbestand dienovereenkomstig uitgebreid.

Wij eisen evenwel dat het door de commissie met
mijn ministerie gesloten contract voor de verwerking
van de dossiers nageleefd wordt. Het secretariaat
van de commissie moet dus efficiënt werken.

Ik geef de dienst Vreemdelingenzaken instructie de
betrokkenen een bevel te geven.


Er is geen enkele objectieve reden waarom de
procedure en de termijnen niet nageleefd zouden
worden.
Deux tiers des 18.000 dossiers qui doivent encore
être finalisés par la Commission de régularisation
devront passer chez moi. J'ai augmenté le
personnel en conséquence.

Mais nous exigeons que le contrat concernant le
traitement des dossiers signé de la Commission
avec mon ministère, soit respecté. Il faut donc que
son secrétariat soit efficace.

Je donne, par ailleurs, instruction à l'Office des
étrangers de notifier un ordre aux personnes
concernées.

Il n'y a aucune raison objective pour que la
procédure et les délais ne soient pas respectés.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): De minister
houdt kordaat vast aan de contractueel vastgelegde
datum. Niettemin zijn er nog heel wat
administratieve problemen. Er moeten binnen drie
maanden nog 18.000 dossiers worden behandeld.
04.03 Karel Van Hoorebeke (VU&ID): Le ministre
s'en tient résolument à la date fixée
contractuellement. Il reste pourtant de nombreux
problèmes administratifs. Il faudra traiter 18.000
dossiers dans les trois mois. Je crains que ce soit
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Ik vrees dat dit een onhaalbare opdracht is.

De commissie heeft al een groot aantal dossiers
afgewerkt, maar is de minister in staat om ook al
deze dossiers op tijd te betekenen?
irréalisable.


La commission a déjà traité un grand nombre de
dossiers, mais le ministre pourra-t-il les signifier à
temps?
04.04 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Acht
de minister de voorgestelde datum haalbaar?
Worden ondertussen de nodige maatregelen
genomen om de voorziene resultaten te halen,
waarop de commissie al zo vaak heeft
aangedrongen?
04.04 Kristien Grauwels (AGALEV-ECOLO): Le
ministre pense-t-il que l'échéance pourra être
respectée ? A-t-il déjà pris les mesures nécessaires
pour obtenir les résultats que la commission a si
souvent réclamés ?
04.05 Minister Antoine Duquesne (Frans) : Ik heb
een soort formulier opgesteld, dat de leden van de
commissie moeten invullen. Zodra ik over de cijfers
beschik, zal ik ze u meedelen.


We moeten dezelfde koers blijven volgen. Dat is
perfect mogelijk voor de 12.000 dossiers die niet via
de kamers moeten passeren.

Om de achterstand bij de kamers weg te werken,
wil ik nieuwe kamers instellen.

Dossiers die mij worden voorgelegd, blijven niet
aanslepen. Ik onderteken automatisch alle
negatieve dossiers.
Alle positieve dossiers worden door mijn kabinet
onderzocht en door mij binnen 24 uur ondertekend.

Ikzelf noch mijn administratie hebben schuld aan de
achterstand.
04.05 Antoine Duquesne , ministre (en français) :
J'ai établi une espèce de formulaire que les
membres de la Commission doivent remplir. Dès
que j'obtiendrai les chiffres, je les communiquerai
aussitôt.

Il faut maintenir le cap. Pour les 12.000 dossiers qui
ne doivent pas passer devant les chambres, c'est
tout à fait possible.

Pour résorber le retard accumulé au sein des
chambres, je désire en créer de nouvelles.

Pour les dossiers qui me sont soumis, cela ne
traîne pas. Je signe automatiquement tous les
dossiers négatifs.
Tous les dossiers positifs sont étudiés par mon
Cabinet et je les signe dans les 24 heures.

Ni moi ni mon administration ne sommes à l'origine
du retard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Joos Wauters aan de
minister van Binnenlandse Zaken over
"bescherming tegen radioactiviteit" (nr. 4110)
05 Question de M. Joos Wauters au ministre de
l'Intérieur sur "la protection contre la
radioactivité" (n° 4110)
05.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): België
zou tekortschieten inzake de bescherming van de
bevolking tegen radioactiviteit. Dat lijkt uit het feit
dat ons land een drietal Europese richtlijnen niet
zou hebben uitgevoerd, namelijk de richtlijnen
90/64/Euratom, 96/29/EC en 97/43/Euratom. Met
betrekking tot beide laatste richtlijnen heeft de
Europese Commissie de tweede fase in de
procedure tegen België ingezet. Welke zijn de
oorzaken van deze achterstand? Wat doet ons land
hieraan? Welke risico's loopt de bevolking
ondertussen? Welke inhoudelijke maatregelen zal
de minister nemen om de drie richtlijnen correct uit
te voeren?
05.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Notre
pays ne respecterait pas ses engagements en
matière de protection de la population contre la
radioactivité. En effet, il n'aurait pas encore exécuté
trois directives européennes, à savoir les directives
90/64/Euratom, 96/29/EC et 97/43/Euratom. En ce
qui concerne les deux dernières, la procédure que
la Commission européenne a entamée à l'encontre
de la Belgique entre dans sa deuxième phase.
Pourquoi un tel retard ? Comment notre pays
compte-t-il remédier à cette situation
? En
attendant, quels sont les risques pour la population?
Quelles mesures le ministre prendra-t-il pour mettre
ces trois directives en oeuvre?
05.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands): 05.02
Antoine Duquesne , ministre (en
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
De Europese richtlijnen zijn uitvoerig en zeer
technisch. De omzetting ervan in nationale
wetgeving vraagt veel inspanning en een grondige
studie. Meer dan 2/3 van de landen van de
Europese Unie hebben de richtlijnen nog niet
omgezet in nationale wetgeving. België is dus niet
alleen.
néerlandais): Les directives européennes sont très
circonstanciées et très techniques. Leur
transposition dans les différentes législations
nationales est exigeante et requiert une étude
minutieuse. Plus de deux tiers des Etats membres
de l'Union européenne n'ont pas encore transposé
les directives dans leur droit national. La Belgique
n'est donc pas le seul pays à demeurer en reste.
(Frans) Het ontwerp van koninklijk besluit dat de
voorschriften voor een adequate omzetting bevat is
op 6 oktober 2000 door de Ministerraad behandeld
na ontvangst van de vereiste adviezen van de
betrokken beroepsorganisaties en van de Raden.


De omzetting van de richtlijn 90/641 Euratom
betreffende de bescherming van arbeiders die in
open lucht werken, ressorteert onder de diensten
van mevrouw Onkelinx, meer bepaald de
Administratie van de Arbeidshygiëne en ­
geneeskunde.
Haar diensten hebben de reeds verschenen
besluiten al aangevuld zodat de omzetting de
Europese Commissie voldoening zou schenken.

Het koninklijk besluit tot omzetting van de twee
andere richtlijnen is voor advies aan de Raad van
State overgemaakt. Het is bepalend voor het
opstarten van het Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle.

Inzake de maatregelen die de minister met het oog
op de correcte uitvoering van de richtlijnen nam,
lopen noch de bevolking noch de werknemers
gevaar zolang de richtlijn niet expliciet is omgezet.
De betrokken diensten informeerden de bevolking
namelijk al lang over de belangrijkste bepalingen
van de richtlijn, zodat de naleving ervan al bij
voorbaat is gewaarborgd. Die diensten zorgen
eveneens al sinds vele jaren voor de informatie en
bewustmaking van de betrokkenen omtrent de
medische toepassingen waarbij ioniserende straling
wordt gebruikt.
(En français) Le projet d'arrêté royal comprenant les
prescriptions requises pour la transposition a été
examiné au Conseil des ministres, le 6 octobre
2000, après réception des avis nécessaires des
organisations professionnelles et des Conseils
concernés.

La transposition de la directive 90/641 Euratom
relative à la protection des travailleurs extérieurs est
de la compétence des services de Mme Onkelinx,
et plus précisément de l'administration de l'Hygiène
et de la Médecine du travail.

Ces services ont complété les arrêtés déjà
promulgués en vue d'une transposition satisfaisante
aux yeux de la Commission européenne.

L'arrêté royal transposant les deux autres directives
est actuellement soumis pour avis au Conseil
d'État. Il conditionne la mise en route de l'Agence
fédérale de Contrôle nucléaire. Je l'attends donc
avec impatience.

Quant aux mesures prises par le ministre pour la
mise en oeuvre appropriée des directives, ni la
population, ni les travailleurs ne courent de risques
en attendant la transposition explicite de la
directive. En effet, les services concernés ont,
depuis longtemps, informé la population des
principales dispositions de la directive, assurant
ainsi leur respect avant la lettre. De même, ces
services veillent, depuis plusieurs années, à
informer et à conscientiser les personnes
intéressées récemment à propos des applications
médicales des rayonnements ionisants.
05.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Ik hoop
dat de beloofde KB's er snel zullen komen.


Ons controlesysteem functioneert nog altijd niet
voldoende: we hebben nood aan goedwerkende
apparatuur om eventuele problemen te detecteren.
Dat mag niet uit het oog worden verloren.
05.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): J'espère
que les arrêtés royaux annoncés seront promulgués
rapidement.

Notre système de contrôle ne fonctionne toujours
pas de façon optimale : nous devons disposer de
matériel fonctionnant correctement, afin de détecter
d'éventuels problèmes. Il ne faut pas perdre cet
aspect de vue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Vincent Decroly aan de 06 Question de M. Vincent Decroly au ministre de
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
minister van Binnenlandse Zaken over "het
centrum 127ter" (nr. 4132)
l'Intérieur sur "le centre 127ter" (n°4132)
06.01 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV): In de
pers werd melding gemaakt van de bouw van een
nieuw gesloten centrum 127ter. U had het zelf over
de vervanging van centrum 127.

Kan u informatie geven over centrum 127ter vanuit
budgettair oogpunt voor wat de architectuur betreft,
de inpassing ervan in de omgeving, zijn statuut ten
opzichte van centrum 127 en zijn werking ?
06.01 Vincent Decroly (ECOLO-AGALEV): La
presse a évoqué la construction d'un nouveau
centre fermé, le 127ter. Vous avez plutôt évoqué le
remplacement du Centre 127.

Pourriez-vous donner des informations sur le
Centre 127ter au point de vue budgétaire, en ce qui
concerne son style architectural, son
environnement, son statut par rapport au Centre
127 et son fonctionnement ?
06.02 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
lokalen op de luchthaven die in mei 2000 in gebruik
werden genomen, ressorteren onder de federale
politie. Ze worden als wachtzaal gebruikt of om er
de nacht door te brengen. Ten opzichte van de
centra 127 en 127bis zal de functie van centrum
127ter erin bestaan degenen die aan de grens asiel
aanvragen gedurende de hele asielprocedure, met
inbegrip van de verwijderingsprocedure, op te
vangen.


Dat centrum is noodzakelijk gelet op de beperkte
opvangcapaciteit van het huidige transitcentrum
waarop meerdere instanties hebben gewezen.
Vandaar de plannen voor een nieuwe bouw. Thans
worden de uitgeprocedeerde asielzoekers naar
andere gesloten centra doorverwezen tot hun
verwijdering wordt georganiseerd.
06.02 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Les locaux de l'aéroport mis en service en mai 2000
relèvent de la compétence de la police fédérale.
Ils sont utilisés comme salle d'attente ou pour y
passer la nuit.

Par rapport aux centres 127 et 127bis, le 127ter
aura pour fonction d'accueillir les demandeurs
d'asile à la frontière, tout au long de la procédure
d'asile, y compris la procédure de refoulement.

Ce centre est nécessaire en raison de la capacité
d'accueil limitée du Centre de transit actuel
mentionnée par plusieurs instances. D'où le projet
d'une nouvelle construction. Actuellement, les
demandeurs d'asile déboutés sont envoyés dans
d'autres centres fermés, en attendant l'organisation
de leur refoulement.
Het gebouw telt twee verdiepingen en zal 34
kamers voor 4 personen en 4 kamers voor 6
personen bevatten. Er wordt voorzien in ruimten
voor het eerste onthaal, de voorbereiding van de
betrokkenen op hun vertrek, de verhoren, de
rechtshulp, de bezoeken en de infirmerie. Zowel
binnen als buiten is voldoende ruimte voor recreatie
gepland. Rond het gebouw komt een omheining van
4 meter hoog.
De totale kostprijs van de infrastructuur bedraagt
650 miljoen.
Le bâtiment est construit sur deux étages et
comprendra 34 chambres de 4 personnes et quatre
de 6 personnes. Des locaux sont prévus pour le
premier accueil, la préparation des personnes à leur
départ, les interrogatoires, l'assistance juridique, les
visites et l'infirmerie. Les espaces récréatifs sont
nombreux, tant à l'extérieur qu'à l'intérieur. Une
clôture de 4 mètres de haut est prévue autour de la
construction.
Le coût total de l'infrastructure est de 650 millions.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Jozef Van Eetvelt aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "het
arbeidsreglement als onderdeel van het
mammoetbesluit" (nr. 4139)
07 Question de M. Jozef Van Eetvelt au ministre
de l'Intérieur sur "la réglementation du travail
dans le cadre de l'arrêté mammouth" (n° 4139)
07.01 Jozef Van Eetvelt (CVP): De startdatum
voor het mammoetbesluit blijft 1 april 2001. Tegen
die datum zullen alle dienstroosters moeten worden
aangepast aan de nieuwe arbeidsreglementering
inzake nacht- en weekenddiensten, de rustperiodes
07.01 Jozef Van Eetvelt (CVP): La date d'entrée
en vigueur de l'arrêté mammouth reste fixée au 1
er
avril 2001. Pour cette date, tous les horaires
devront être adaptés à la nouvelle réglementation
du travail en matière de services de nuit et de week-
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
tussen opeenvolgende diensten, ...De minister
stelde voor de ééngemeentezones een
geïntegreerde werking voor op 1 april 2001, voor de
meergemeentezones zou dit 1 juli 2001 worden.


Hoe zal de minister het probleem inzake de
dienstroosters oplossen? Zal hij in een wettelijke
overgangsperiode voorzien? Wat zal er gebeuren
indien de arbeidsreglementering als onderdeel van
de mammoetwet op 1 april 2001 in werking treedt
en geen nieuw dienstrooster werd opgesteld of
geen overeenkomst werd bereikt met het
personeel?

Heeft de minister aan de burgemeesters kenbaar
gemaakt dat de nieuwe arbeidsreglementering op 1
april 2001 wordt ingevoerd? Zo ja, op welke wijze?
end, de périodes de repos entre les services
consécutifs, etc... Le ministre a proposé d'introduire
le fonctionnement intégré le 1
er
avril 2001 dans les
zones monocommunales et le 1
er
juillet 2001 dans
les zones pluricommunales.

Comment le ministre compte-t-il résoudre le
problème des horaires ? Compte-t-il prévoir une
période de transition légale ? Que se passera-t-il si
la réglementation du travail, faisant partie de l'arrêté
mammouth, entre en vigueur au 1
er
avril alors qu'il
n'y a pas encore de nouvel horaire ou que l'on n'a
pas abouti à un accord avec le personnel ?


Le ministre a-t-il signifié aux bourgmestres que la
nouvelle réglementation du travail entrerait en
vigueur le 1
er
avril 2001 ? Dans l'affirmative, par
quel biais ?
07.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Het nieuw statuut zal op 1 april 2001 van kracht
worden. Ik zal toelaten dat de basisoverlegcomités
een tijdelijke afwijking bespreken. Dit is trouwens in
het mammoetbesluit voorzien.

Een omzendbrief inzake de dienstroosters, de
arbeidsduurregeling en de keuze van het statuut,
wordt deze week nog verzonden naar de
gouverneurs en de lokale besturen.

Over de inhoudelijke aspecten van het
mammoetbesluit is er al heel wat communicatie- en
informatieverlening geweest. Per provincie werden
bij de federale politie drie
personeelsverantwoordelijken opgeleid. Elk
gemeentelijk politiekorps heeft een diskette en een
CD-rom ontvangen die de nieuwe
weddeberekeningen mogelijk maken.

Ik zal erop toezien dat tijdens de overgangsfase de
operationaliteit en de goede werking van de
politiediensten niet in het gedrag komen.
07.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Le nouveau statut entrera en vigueur
le 1
er
avril 2001. J'autoriserai les comités de
concertation de base à discuter d'une dérogation
temporaire, comme le prévoit du reste l'arrêté
mammouth.

Une circulaire concernant les horaires, la durée du
travail et le choix du statut sera envoyée cette
semaine encore aux gouverneurs et aux
administrations locales.

Enormément d'informations ont déjà été données
quant au contenu de l'arrêté mammouth. Au sein de
la police fédérale, trois responsables du personnel
ont été formés par province. Chaque corps de
police communale a reçu une disquette et un CD-
Rom permettant de calculer les nouveaux
traitements.


Je veillerai à ce que le bon fonctionnement des
services de police ne soit pas menacé pendant la
phase de transition.
07.03 Jozef Van Eetvelt (CVP): Er wordt een
nieuwe omzendbrief aangekondigd. Het is
belangrijk dat de burgemeesters hiervan op de
hoogte zijn. Er zullen blijkbaar nog heel wat brieven
volgen.
07.03 Jozef Van Eetvelt (CVP):Une nouvelle
circulaire est annoncée. Il est important que les
bourgmestres en soient informés. Apparemment,
de nombreuses autres devraient suivre.
07.04 Filip De Man (VLAAMS BLOK): Voor
hoelang zal het uitstel toegestaan worden?
07.04 Filip De Man (VLAAMS BLOK):Pour
combien de temps le report sera-t-il autorisé ?
07.05 Minister Antoine Duquesne (Frans): Het
opstarten is vrij moeilijk, maar nadien zal het zeer
vlug gaan.
07.05 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Les débuts sont relativement malaisés mais,
ensuite, tout ira très vite.
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Daniël Vanpoucke aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
samenstelling en de werking van de
selectiecommissie" (nr. 4149)
08 Question de M. Daniël Vanpoucke au ministre
de l'Intérieur sur "la composition et le
fonctionnement de la commission de sélection".
(n° 4149)
08.01 Daniël Vanpoucke (CVP): De samenstelling
en de werking van de commissie die instaat voor de
selectie van de 196 korpschefs van de lokale politie
wordt bij KB geregeld en verder uitgewerkt in een
omzendbrief van einde 2000.

Welke procedure geldt er bij de aanduiding van de
adjuncten van de inspecteur-generaal, zoals
voorzien in artikel 3 van het KB?

Welke is de stand van zake in deze procedure?
Wanneer zullen de adjuncten hun taak opnemen?

Volgens de omzendbrief zou er een tijdslimiet
worden ingesteld voor de aanstelling van de chefs
van de lokale politiekorpsen. Werd ter zake al een
wetgevend initiatief genomen? Is de voorziene
timing haalbaar?

Hoever staat de inspecteur-generaal met zijn
rondgang bij de diverse politiezones?

Moeten alle leden van de selectiecommissie
absoluut aanwezig zijn op de vergadering waar de
ontvankelijkheid van de kandidaturen wordt
nagegaan?

Kan in eerste instantie niet met een schriftelijke
procedure van start worden gegaan? Kunnen
misschien de assessment-proeven al plaatsvinden
vóór de eerste vergadering van de commissie?
08.01 Daniël Vanpoucke (CVP): La composition
et le fonctionnement de la commission chargée de
sélectionner les 196 chefs de corps de la police
locale sont réglés par arrêté royal et ont fait l'objet
d'une circulaire datant de la fin 2000.

Quelle est la procédure appliquée pour la
désignation des adjoints de l'inspecteur général,
comme prévu à l'article 3 de l'arrêté royal ?

Qu'en est-il de cette procédure? Quand les adjoints
entreront-ils en fonction ?

Dans la circulaire, il était question de l'instauration
d'une date butoir pour la désignation des chefs de
corps de la police locale. Une initiative législative a-
t-elle déjà été prise en ce sens ? Le calendrier
prévu pourra-t-il être respecté ?

L'inspecteur général a-t-il terminé sa tournée des
différentes zones de police ?

Tous les membres de la Commission de sélection
doivent-ils impérativement assister à la réunion
consacrée à l'examen de la recevabilité des
candidatures ?

Ne serait-il pas possible de prévoir dans un premier
temps une procédure écrite et d'organiser les
épreuves d'évaluation avant la première réunion de
la Commission ?
08.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Wat de samenstelling en de werking van de
selectiecommissies voor de lokale korpschefs
betreft, zijn de adjuncten alsnog niet aangeduid. Dat
zal wellicht binnen enkele weken gebeuren.


Het ontwerp dat zopas door de Ministerraad werd
besproken voorziet in een tijdslimiet waarin de
voordracht van de kandidaat-korpschefs moet
gebeuren.

(Frans) Het eerste gedeelte van de
selectieprocedure ­ het onderzoek van de
ontvankelijkheid van de kandidaturen ­ kan
schriftelijk gebeuren. Zoals bepaald in het Koninklijk
Besluit dat de procedure regelt, moet het onderzoek
naar de ontvankelijkheid voor de assessment-proef
gebeuren.
08.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) :En ce qui concerne la composition et
le fonctionnement des commissions de sélection
des chefs de corps locaux, il y a lieu d'observer que
les adjoints n'ont pas encore été désignés. Ils le
seront vraisemblablement dans quelques semaines.

Le projet qui vient d'être discuté en conseil des
ministres (la loi fresque) prévoit un délai pour la
présentation des candidats chefs de corps.


(En français): La première partie de la procédure de
sélection ­ l'examen de recevabilité des
candidatures ­ peut se faire par écrit. Comme prévu
dans l'arrêté royal qui règle la procédure, l'examen
de recevabilité doit être préalable à l'épreuve
assesment.
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Nadat de resultaten van de assessment-proef
gekend zijn moet de selectie plaatsvinden in
aanwezigheid van de inspecteur -generaal of van
zijn afgevaardigde.
Après que les résultats de l'assessment seront
connus, la sélection doit se faire en présence de
l'inspecteur général ou de son délégué.
08.03 Daniël Vanpoucke (CVP): Ik dank de
minister voor dit antwoord en hoop dat ook hier snel
zal kunnen gehandeld worden.
08.03 Daniël Vanpoucke (CVP):Je remercie le
ministre pour sa réponse et j'espère que l'on pourra
agir rapidement.
08.04 De voorzitter: Het zou de organisatie van
onze werkzaamheden ten goede komen als we al
onze algemene ­ en niet actuele ­ vragen over de
politiehervorming zouden groeperen in onze
maandelijkse vergadering. Dit mag natuurlijk niet
beletten dat alle collega's op elk moment het recht
blijven hebben de minister te ondervragen over de
voortgang in het dossier van de politiehervorming.
08.04 Le président: Il serait bon, pour améliorer
l'organisation de nos travaux, que nous regroupions
toutes nos questions générales ­ non liées à
l'actualité ­ sur la réforme des polices pour les
traiter lors de notre réunion mensuelle. Cela ne
prive, bien entendu, aucun collègue du droit
d'interroger le ministre à tout moment sur l'état
d'avancement de la réforme des polices.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Arnold Van Aperen aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
politieraad" (nr. 4150)
09 Question de M. Arnold Van Aperen au ministre
de l'Intérieur sur "le conseil de police" (n° 4150)
09.01 Arnold Van Aperen (VLD): Vanaf 2 april
2001 zou het mandaat moeten aanvangen van de
leden van de politieraden. De lokale besturen
hebben terzake echter nog een aantal vragen.


Om de goede werking van deze raden te
verzekeren moeten de agenda's worden
rondgedragen en bezorgd aan de leden. Kan dit niet
gedaan worden door een andere dienst dan de
politie? Komt de ronddraging toe aan het
secretariaat van de politieraad of aan één van de
gemeentelijke administraties dan wel aan de lokale
politie? Zijn er richlijnen terzake? Bijkomend zou ik
willen weten of er regelingen voorzien worden
inzake de zitpenningen.
09.01 Arnold Van Aperen (VLD): Les membres
des conseils de police doivent normalement
entamer leur mandat le 2 avril 2001. Les
administrations locales se posent cependant
toujours certaines questions dans ce cadre.

Pour assurer le bon fonctionnement de ces
conseils, il y a lieu de distribuer les ordres du jour
aux membres. Cela ne peut-il être fait par un autre
service que la police ? La distribution incombe-t-elle
au secrétariat du conseil de police, à l'une des
administrations communales ou encore à la police
locale
? Des directives existent-elles en cette
matière ? J'aimerais par ailleurs savoir si des
dispositions sont prévues en matière de jetons de
présence.
09.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
De wet bepaalt dat de oproeping voor de
vergaderingen van de politieraad schriftelijk en aan
huis moet geschieden, ten minste zeven dagen vóór
de dag van de vergadering. De secretaris van de
politiezone staat in voor de tijdige verzending van de
oproepbrieven en de agenda aan de
politieraadsleden. Politieambtenaren kunne dit werk
niet doen, aangezien dit oneigenlijk politiewerk is.
Er zal hieromtrent geen richtlijn meer worden
uitgevaardigd.
09.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : La loi prévoit que les convocations
pour les réunions du conseil de police doivent être
envoyées par écrit à domicile et arriver sept jours
avant la date de la réunion. Le secrétaire de la zone
de police est chargé de l'envoi en temps utile des
convocations et des ordres du jour aux membres du
conseil de police. Des fonctionnaires de police ne
peuvent accomplir ces tâches, parce qu'elles ne
relèvent pas véritablement de la police. Plus aucune
directive ne sera promulguée en la matière.
(Frans) Ik zal uw vraag over het presentiegeld
schriftelijk beantwoorden.
(En français): Je répondrai par écrit à votre question
relative aux jetons de présence.
09.03 Arnold Van Aperen (VLD): In kleine
gemeentes was het de gewoonte dat de agenda
09.03 Arnold Van Aperen (VLD): Dans les petites
communes, l'usage voulait que l'ordre du jour soit
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
aan huis werd bedeeld door iemand van de
gemeentelijke administratie. Ik zal ervoor zorgen dat
dit in mijn gemeente in de toekomst zal gebeuren
conform artikel 87 van de nieuwe gemeentewet.


Ik verwacht dan nog het antwoord op mijn laatste
vraag.
remis au domicile par un employé de
l'administration communale. A l'avenir, je veillerai à
ce que, dans ma commune, la procédure soit
appliquée conformément à l'article 87 de la nouvelle
loi communale.

J'attends encore la réponse à ma dernière question.
09.04 Minister Antoine Duquesne (Frans): De
tekst van artikel 27 bepaalt dat de bijeenroeping
schriftelijk naar de betrokkenen thuis moet worden
gestuurd, zeven dagen voor de vergadering moet
aankomen en de agenda moet vermelden.
Er zijn al een tiental vergaderingen van de
politieraad gepland, wat sommige burgemeesters
enige vrees inboezemt. Het politiecollege zal die op
een zodanige manier plannen dat eenieder de
nodige schikkingen kan treffen.
Op het eerste gezicht lijkt uw suggestie in verband
met het presentiegeld mij interessant.
09.04 Antoine Duquesne , ministre (en français):
Le texte de l'article 27 mentionne que la
convocation doit être envoyée par écrit à domicile,
arriver sept jours avant la réunion et indiquer l'ordre
du jour.

Quant aux réunions du Conseil de police, il y en a
déjà une dizaine de prévues, ce qui effraie certains
bourgmestres. Le Collège de police veillera à les
programmer afin que chacun puisse s'organiser.

Votre suggestion concernant les jetons de présence
me semble à priori intéressante.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Binnenlandse Zaken over "de
hernieuwing van de identiteitskaarten" (nr. 4165)
10 Question de Mme Magda De Meyer au
ministre de l'Intérieur sur "le renouvellement des
cartes d'identité" (n° 4165)
10.01 Magda De Meyer (SP): Op 5 april 2000
verklaarde minister Duquesne in deze commissie
dat hij zijn administratie opdracht had gegeven een
vergelijkende studie uit te voeren inzake de
regelgeving in Europa betreffende de hernieuwing
van identiteitskaarten voor bedlegerigen en
hoogbejaarden. De studie kan desgewenst tot een
herziening van de regelgeving in ons land leiden.


In juli 2000 heb ik de minister aan zijn intenties
herinnerd: hij verklaarde toen dat er een ontwerp-
KB op stapel stond, met de bedoeling dat personen
ouder dan 75 jaar niet langer zouden worden
verplicht hun identiteitskaart te hernieuwen. Ik heb
sinds juli 2000 niets meer over dit dossier
vernomen. Wat is de stand van zaken?
10.01 Magda De Meyer (SP): Le 5 avril 2000, le
ministre Duquesne déclarait en commission qu'il
avait donné instruction à son administration de
réaliser une étude comparative à propos de la
réglementation européenne relative au
renouvellement des cartes d'identité des
grabataires et des personnes très âgées. Le cas
échéant, cette étude pourrait déboucher sur une
révision de la réglementation en vigueur en cette
matière dans notre pays.

En juillet 2000, alors que je lui rappelais ses
intentions, le ministre avait précisé qu'un projet
d'arrêté royal, tendant à exempter les personnes
âgées de plus de 75 ans de l'obligation de
renouveler leur carte d'identité, était en préparation.
Depuis juillet 2000, je n'ai plus entendu parler de ce
dossier. Quel est son état d'avancement?
10.02 Minister Antoine Duquesne (Nederlands):
Naar verluidt zou de Raad van State het ontwerp
van KB nog niet onderzocht hebben. Het advies
mag evenwel worden verwacht tegen het einde van
deze maand.

Het ontwerp­KB zal alleszins moeten worden
aangepast onder andere aan de voorzieningen van
de wet van 12 augustus 2000 inzake de
bevolkingsregisters en de identiteitskaarten.
10.02 Antoine Duquesne , ministre (en
néerlandais) : Selon mes informations, le projet
d'arrêté royal n'aurait pas encore été examiné par le
Conseil d'Etat dont l'avis pourrait toutefois être
rendu d'ici à la fin de ce mois.

En tout état de cause, ce projet d'arrêté royal devra
être adapté notamment aux dispositions de la loi du
12 août 2000 relative aux registres de la population
et aux cartes d'identité.
14/03/2001
CRABV 50
COM 421
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
(Frans) Ik hoop dat besluit eerdaags te kunnen
ondertekenen, als het advies van de Raad van
State dit tenminste niet in de weg staat, en te
publiceren.
(En français): J'espère signer très rapidement cet
arrêté, si l'avis du Conseil d'État le permet, et le
publier bientôt.
10.03 Magda De Meyer (SP): Tegen 1 mei moet
alles in orde zijn. Dit verheugt mij enorm.
10.03 Magda De Meyer (SP): Tout doit donc
rentrer dans l'ordre d'ici au 1
er
mai. Je m'en réjouis.
Het incident is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.51 uur.
L'incident est clos.

La réunion publique de commission est levée à
15.51 heures.


Document Outline