KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 420
CRIV 50 COM 420
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
woensdag mercredi
14-03-2001 14-03-2001
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de aankoop van
simulatieapparatuur door de Belgische
Luchtmacht" (nr. 4123)
1
Question orale de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'acquisition d'un simulateur par la
Force aérienne belge" (n° 4123)
1
Sprekers: Ferdy Willems, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Ferdy Willems, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
Milan-antitankwapens" (nr. 3507)
2
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "les armes antichars Milan"
(n° 3507)
2
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
personeelssterkte van het Belgisch leger"
(nr. 4097)
3
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "les effectifs de l'armée belge"
(n° 4097)
3
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
overheidsopdrachten binnen het ministerie van
Landsverdediging" (nr. 4098)
3
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "les marchés publics dans le
cadre du ministère de la Défense nationale"
(n° 4098)
3
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
bestelling van rupskettingen voor de Leopard I"
(nr. 3451)
4
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "la commande de chenilles
pour des chars Léopard I" (n° 3451)
4
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vraag van
5
Interpellations et question orale jointes de
5
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 713)
5
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des compensations
économiques lors de commandes militaires"
(n° 713)
5
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de economische
compensaties voor legeraankopen" (nr. 4189)
5
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "les compensations économiques pour les
achats militaires" (n° 4189)
5
- de heer Stef Goris tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 734)
5
- M. Stef Goris au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des compensations
économiques dans le cadre de commandes
militaires" (n° 734)
5
Sprekers: Luc Sevenhans, Peter Vanhoutte,
Stef Goris, André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, Peter Vanhoutte,
Stef Goris, André Flahaut, ministre de la
Défense
Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs aan
de minister van Landsverdediging over "de
beperking van politieke rechten van militairen"
(nr. 4143)
11
Question orale de M. Bert Schoofs au ministre de
la Défense sur "la limitation des droits politiques
des militaires" (n° 4143)
11
Sprekers: Bert Schoofs, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Bert Schoofs, André Flahaut,
ministre de la Défense
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Samengevoegde mondelinge vragen van
13
Questions orales jointes de
13
- de heer John Spinnewyn aan de minister van
Landsverdediging over "de overplaatsing van de
onderofficierenschool in Zedelgem" (nr. 4154)
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le transfert de l'école des sous-officiers de
Zedelgem" (n° 4154)
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
de Krijgsmacht" (nr. 4177)
- M. Luc Goutry au ministre de la Défense sur "la
restructuration des forces armées" (n° 4177)
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
Landsverdediging en de toekomst van de militaire
scholen" (nr. 4199)
- M. Richard Fournaux au ministre de la Défense
sur "la restructuration de la Défense nationale et
l'avenir des écoles militaires" (n° 4199)
Sprekers: John Spinnewyn, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: John Spinnewyn, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer André Schellens
aan de minister van Landsverdediging over "de
Technical Washings C-130 vliegtuigen van de
luchtmacht" (nr. 4186)
14
Question orale de M. André Schellens au ministre
de la Défense sur "les Technical Washings des
appareils C-130 de la force aérienne" (n° 4186)
14
Sprekers: André Schellens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: André Schellens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Peter Vanhoutte
aan de minister van Landsverdediging over
"militaire attachés" (nr. 4190)
15
Question orale de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "les attachés militaires"
(n° 4190)
15
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Peter Vanhoutte
aan de minister van Landsverdediging over
"legeraankopen in het kader van OCCAR"
(nr. 4191)
17
Question orale de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "les achats militaires dans le
cadre de l'OCCAR" (n° 4191)
17
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
WOENSDAG
14
MAART
2001
10:15 uur
______
du
MERCREDI
14
MARS
2001
10:15 heures
______
La séance est ouverte à 10.23 heures par
M. Jean-Pol Henry, président.
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
01 Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems
aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de aankoop van
simulatieapparatuur door de Belgische
Luchtmacht" (nr. 4123)
01 Question orale de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'acquisition d'un simulateur
par la Force aérienne belge" (n° 4123)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Landsverdediging.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Défense.)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik dank u voor het aanpassen van de
agenda en mij als eerste aan het woord te laten. Ik
heb hier reeds vroeger geïnterpelleerd over de
onbemande vliegtuigjes die wij aankochten. Ik
wens daar even op terug te komen, omdat ik in de
pers lees dat in tegenstelling tot wat men ons
destijds heeft voorgehouden, het Belgische leger
nu blijkt te zeggen dat de Zwitserse vliegtuigjes
eigenlijk beter en zelfs goedkoper waren. Dit is
echter een andere discussie.
Opnieuw hebben we een dossier over
wapenaankopen in Israël. Ditmaal betreft het
simulatieapparatuur ter waarde van ongeveer 600
miljoen dollar. Deze aankoop werd
bekendgemaakt op 18 februari 2001. Wij hadden
deze vraag ingediend bij de commissie voor de
Buitenlandse Zaken, omdat dit voor ons veeleer
een ethisch dan een militair probleem is. Toch
heeft men het op de agenda van deze commissie
geplaatst, wat voor mij ook goed is.
In de pers heb ik de argumenten gelezen die men
vanuit een militair standpunt kan hanteren. Deze
apparatuur wordt in andere landen frequent
gebruikt. Ik heb dat nagekeken en die landen zijn
Duitsland, Frankrijk, Italië, Groot-Brittannië,
Turkije, Portugal en sinds vier maart ook
Nederland, wat de Israëli's niet zonder trots
mededelen. In ons land worden deze simulators
ook gebruikt in de vliegschool te Florennes.
Ik houd mij niet bezig met de vraag of deze dingen
van goede kwaliteit zijn. Men zegt mij dat deze
apparatuur bijstuurt en registreert, en een piloot
waarschuwt als hij te dicht bij een bodem of bij
een ander vliegtuig komt. Dit toestel laat nadere
analyses toe en biedt Belgische firma's
compensatiemogelijkheden. Ik heb daar geen
problemen mee. Daar gaat het ook niet over.
Wel zie ik een moreel probleem. Israël onderdrukt
een heel volk. Sinds eind september zijn er al
vijfhonderd dodelijke slachtoffers gevallen. Ook
verkoopt deze Israëlitische firma wapens aan
dictaturen. België maakt een punt van
mensenrechten. Wapenapparatuur aankopen bij
Israël, is steun verlenen aan de wapenindustrie in
Israël zelf.
Uitgerekend vandaag lezen wij dat Israël
spijkerachtige kogels gebruikt, flechettes
genaamd. Deze kogels zijn samengesteld uit
tientallen naaldachtige projectielen die allemaal
tegelijk het lichaam binnendringen. Deze kogels
zijn nog nooit gebruikt tegen burgers en zelfs
Shimon Peres protesteert tegen het gebruik ervan.
Het Israëlitische leger kent echter God noch
gebod en gebruikt wapens die niet humaan zijn.
Ook vandaag lezen we dat Israël de stad Ram
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Allah afgrendelt en wegen opblaast die de
Palestijnse autoriteiten heeft opgebouwd met
internationaal geld. Het Israëlische regime voert
een apartheidspolitiek.
Enkele dagen geleden heb ik vanuit de oppositie
mijn steun verleend aan minister Michel voor zijn
beleid wat Italië betreft. De minister zegt dat de
Lega nord een apartheidsprincipe voert en een
Berlijnse muur zet rond Milaan. Dat is slechts een
dreiging van de Lega nord. In Israël is dit geen
dreiging meer, het gebeurt er reeds de facto.
Uitgerekend nu horen wij dat minister Van den
Bossche een ethische code wil invoeren voor alle
aankopen boven de 400 miljoen. Ik ben niet een
klein beetje fier daaraan te hebben meegewerkt.
Ik had de minister immers de vraag gesteld dat te
doen en hij doet het ook.
Uitgerekend nu, op een ogenblik dat de regering
in meerdere geledingen een ethische politiek
begint te voeren en een beleid wil voeren waarin
ethische waarden meetellen, en Israël een volk
verminkt en vermoordt, gaan wij, Belgen, wapens
kopen in Israël. Begrijpe wie het begrijpen kan.
Het stoort mij dat ik hier slechts een vraag stel. Ik
had hier graag een interpellatie van gemaakt en ik
zal dat ook doen in de commissie voor de
Buitenlandse Zaken. Deze aankoop kan niet.
Deze kwestie moet in het parlement worden
besproken en er moet over worden gestemd.
01.02 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, chers collègues, c'est un dossier
antérieur aux événements actuels. J'ai
effectivement eu connaissance de la proposition
de M. Van den Bossche mais il est vrai que cela
pourra peut-être causer quelques problèmes dans
le département de la Défense et je l'ai d'ailleurs
signalé.
In 2000 voorzag het PIDV in het project AACMI,
het Autonomes Air Combat Manoeuvring
Instrumentation voor een bedrag van 379 miljoen
frank. Dit project werd gerealiseerd met
aankoopdossier nr. 30.104 voor de aankoop van
20 Pod's, 2 debriefing stations evenals de initiële
logistieke steun.
Voor de vergunningswijzen met een algemene
offerteaanvraag werden drie offertes ontvangen.
Op basis van de eendrachtschikking werd de
opdracht voor bodemzeewerk en graaftechnieken
voor 375 miljoen Belgische frank aan BGT uit het
Duitse Überlingen toegeschreven. BGT
produceert het materieel volledig in Duitsland voor
het geheel van de Europese vraag. De productie
gebeurt op basis van een exclusieve
licentieovereenkomst tussen Israeli Aircraft
Industrie en BGT.
De andere vragen zijn voor de minister van
Buitenlandse Zaken.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, dat is de reactie die ik had kunnen
verwachten en die ik ook heb aangekondigd. Ik
dien mijn interpellatie in voor minister Michel. Ze
komt hier op de agenda. Dan stel ik de vraag hier
ook natuurlijk.
Ik ben blij met de technische uitleg, die mijn
technische kennis van dit dossier nog een beetje
vergroot. Het ethisch probleem moet niet hier
worden behandeld. Daar ben ik het mee eens.
De voorzitter: U kunt uw fractieleider vragen om
in de Conferentie van voorzitters deze vraag
opnieuw voor te leggen.
01.04 Ferdy Willems (VU&ID): Ik zal dat doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Pieter De
Crem aan de minister van Landsverdediging
over "de Milan-antitankwapens" (nr. 3507)
02 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "les armes antichars
Milan" (n° 3507)
02.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik heb een vraag over het gebruik van
het Milan-antitankwapen, dat door de Landmacht
voorlopig is opgeschort omwille van het ontdekte,
licht radioactieve thorium. Ik wil hierover een
aantal concrete vragen stellen.
Ten eerste, hoe werd de minister door de Britse
autoriteiten ingelicht? Hoe heeft men deze
aangelegenheid ontdekt? Welke aanwijzingen
hadden de Britse autoriteiten hierover?
Ten tweede, hoe is een dergelijk zwaar metaal in
het antitankwapen terechtgekomen? Welke
maatregelen heeft de minister genomen ten
aanzien van het personeel dat met het
antitankwapen in aanraking is gekomen?
02.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de stafchef van de
Landmacht heeft me in de avond van 14 februari
een fax overhandigd die hij juist had ontvangen
van een Belgisch contingent op schietkamp te
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Otterburn in het Verenigd Koninkrijk.
Deze fax bevat de richtlijnen die ons contingent
diezelfde morgen van de autoriteiten van het
kamp had gekregen ter voorbereiding op het
vuren met het Milan-antitankwapen, dat onze
schutters op 16 en 19 februari zouden uitvoeren.
Deze richtlijnen maken melding van een mogelijk
stralingsrisico door de aanwezigheid van een
kleine hoeveelheid thorium in het
voortstuwingssysteem van de Milan-missile.
De Britse autoriteiten hadden geen bezwaar tegen
het verder gebruik van Milan-antitankwapens
maar legden in afwachting van het advies van de
bevoegde technische diensten voorlopige
veiligheidsmaatregelen op. Volgens deze
veiligheidsmaatregelen moet het personeel dat
zich tijdens het vuren in de onmiddellijke nabijheid
van de Milan bevindt, een wegwerpstofmasker en
handschoenen dragen of moet het de handen
wassen na het vuren als ze geen handschoenen
dragen. Als ze geen wegwerpbare
beschermingskledij dragen moeten ze na het
vuren eveneens de bovenste kledinglaag wassen.
De kleine Thorion-pastille van 2,37 gram, een licht
radioactief element, maakt integraal deel uit van
het geleidingssysteem van de missile. In
afwachting van de adviezen van de bevoegde
technische dienst inzake het risico dat de
opwarming van deze Thorion-pastille tijdens het
vuren zou kunnen inhouden, heb ik besloten het
vuren met dit wapen op te schorten. De stafchef
van de landmacht heeft onmiddellijk de dienst
voor technologietoepassingen en de medische
dienst opgedragen te onderzoeken of het
personeel en het milieu risico's lopen bij het
gebruik van deze munitie. Er zal zo snel als
mogelijk contact worden opgenomen met
buitenlandse technische diensten die zich over
deze problematiek zullen buigen. Als mocht blijken
dat er enig risico bestaat voor de gezondheid van
het personeel, zullen gepaste maatregelen worden
genomen.
02.03 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor het antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Pieter De
Crem aan de minister van Landsverdediging
over "de personeelssterkte van het Belgisch
leger" (nr. 4097)
03 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "les effectifs de
03.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, het strategisch
plan inzake de modernisering van het Belgisch
leger het plan 2000-2015 gaat uit van de
lineaire evolutie van de getalsterkte. De
getalsterkte evolueert van 44.500 burgers en
militairen op 1 januari 2000 naar 39.500 burgers
en militairen op 1 januari 2015.
Ik wens terzake twee concrete vragen te stellen.
Ten eerste, houdt deze evolutie
noodzakelijkerwijze in dat afdankingen deel zullen
uitmaken van deze lineaire evolutie? Ten tweede,
wat is de stand van zaken in verband met de
personeelsherstructurering, globaal en per macht?
U had beloofd de commissie hiervan op de hoogte
te houden.
03.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, de vooropgestelde doelstelling inzake
de personeelssterkte zal bereikt worden zonder
gedwongen afdankingen. Ik zal een tabel ter
beschikking stellen met de cijfers over de toestand
per macht.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Pieter De
Crem aan de minister van Landsverdediging
over "de overheidsopdrachten binnen het
ministerie van Landsverdediging" (nr. 4098)
04 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "les marchés publics
dans le cadre du ministère de la Défense
nationale" (n° 4098)
04.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, de problematiek
van de overheidsopdrachten is bijzonder
belangrijk niet alleen voor de werking van de
krijgsmacht maar ook voor de besteding van de
middelen van het departement. Is het mogelijk
een overzicht te geven van de in 2000
toegewezen overheidsopdrachten van meer dan 1
miljard frank?
Voor ons zijn dit de opdrachten die een grote
geldmassa op gang brengen. Aan wie werden
deze opdrachten toegewezen? Over welke
bedragen gaat het? Hoe zijn de gunningscriteria
tot stand gekomen voor deze specifieke
opdrachten?
Ook de problematiek van de economische
compensaties is vandaag aan de orde. Mijnheer
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
de minister, wij hebben gisteren een bijzonder
interessante discussie gehad met onder andere
uw collega Picqué in de commissie voor het
Bedrijfsleven. Wij hebben gisteren een aantal heel
interessante standpunten gehoord. De
verstandhouding in de PS binnen de regering is
blijkbaar zeer goed. Minister Picqué heeft u
namelijk een bloemetje toegeworpen. Hij zei:
"Collega Flahaut heeft met de terughoudendheid
die hem kenmerkt in deze aangelegenheden het
dossier met de grootste aandacht opgevolgd". Het
blijkt dus dat u dit van zeer nabij gevolgd hebt. We
hebben een aantal zeer interessante zaken
vernomen in verband met de economische
compensaties. Minister Picqué heeft gezegd dat
hij een bijzonder groot voorstander is van
economische compensaties en dat eigenlijk heel
de regering er voorstander van was. We hadden
dus gisteren een soort kafkaiaanse opdracht om
te zien wat daar nu van aan was. Ik ga daar straks
dieper op in.
De specifieke vraag was voor welke opdrachten
de economische compensaties werden toegepast
voor het begrotingsjaar 2000. Het gaat dan om de
opdrachten die groter waren dan 1 miljard frank. In
welke mate werden ze toegepast? Wat was de
oorspronkelijke raming voor deze opdrachten en
wat bleek uiteindelijk de definitieve contractprijs te
zijn?
04.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, een enkel contract van meer
dan 1 miljard frank werd door de algemene
aankoopdienst toegewezen in 2000. Het gaat om
de aankoop van vier vliegtuigen voor de Belgische
luchtmacht, met dossiernummer 30102. Deze
opdracht werd toegewezen aan de Braziliaanse
firma Embraer voor een bedrag van 78 miljoen
dollar. De gunningscriteria waren: prijs: 20%
aankoop en 30% uitbating, techniek 25% en
operationeel 25%. Er waren geen economische
compensaties.
Het bedrag van de aanvraag van het
voorafgaandelijk akkoord bedroeg 2,6 miljard
frank.
04.03 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
minister, dat was de inlichting waarnaar ik vroeg.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Pieter De
Crem aan de minister van Landsverdediging
over "de bestelling van rupskettingen voor de
Leopard I" (nr. 3451)
05 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "la commande de
chenilles pour des chars Léopard I" (n° 3451)
05.01 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag betreft
een technische aangelegenheid. Ik vernam dat het
Belgische leger op het punt staat een contract te
sluiten voor een bestelling van 28.000
rupskettingen voor de Leopard 1-tanks. Een
eerste poging om deze bestelling zonder
openbare aanbesteding te plaatsen via de
organisatie Kooplog Leopard in Duitsland is op
een arrest van de Raad van State gebotst, die uw
beslissing heeft opgeschort met onder meer het
argument dat er geen openbare aanbesteding
heeft plaatsgevonden.
Mijnheer de minister, welke procedure zal verder
worden gehanteerd om de bestelling alsnog te
plaatsen? Wat is de uiteindelijke stand van zaken
in het dossier nu men met een opschorting wordt
geconfronteerd?
05.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, thans werd in dit dossier door
Varec een kortgeding aangespannen bij de Raad
van State. Zolang deze zaak niet is afgehandeld,
wenst de minister van Landsverdediging geen
uitspraak te doen of een standpunt in te nemen
die een weerslag kan hebben op de afloop of die
door de partijen kan worden misbruikt. De minister
van Landsverdediging zal dan ook later, met
kennis van zaken, beslissen hoe de procedure
moet worden voortgezet.
Je voudrais dire clairement que, si pour des
raisons de sécurité, je dois un jour arrêter de faire
fonctionner les chars Léopard, je les ferai arrêter.
Si des accidents devaient se produire parce que
les chenilles ne sont plus suffisamment fiables sur
ces chars ou que je n'ai plus de stock pour
remplacer ces chenilles, j'arrêterai les chars
Léopard et je ne ferai courir aucun risque, ni à la
population, ni à mon personnel. Les procédures,
c'est très bien; les procédures procédurières, c'est
aussi très bien, mais à un certain moment, la
réalité du terrain est là aussi et la machine doit
fonctionner. Si elle ne peut plus le faire, on
l'arrêtera et tant mieux pour les pacifistes, et pour
moi aussi.
05.03 Pieter De Crem (CVP): J'espère que vous
ne me soupçonnez pas d'être un pacifiste!
05.04 André Flahaut, ministre: Le risque est de
ne plus pouvoir rendre les chars Léopard
opérationnels parce que la procédure doit être
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
respectée. Si je ne peux plus remplacer les
chenilles des chars, je ne prendrai aucun risque.
05.05 Pieter De Crem (CVP): Mijnheer de
minister, u zegt dat u zich omwille van een aantal
procedurele redenen niet wilt uitspreken. Is het
echter niet eigenaardig dat in dit dossier de weg
van de openbare aanbesteding niet is gevolgd?
05.06 André Flahaut, ministre: Vous ne me
convaincrez pas de répondre à une question
aujourd'hui. Je dis simplement qu'une procédure
est en cours devant le Conseil d'Etat. Je
n'interviens pas, sinon je vais donner des
arguments dans un sens ou dans l'autre et je ne
veux pas le faire. Je précise seulement qu'un jour
se posera le problème du remplacement des
chenilles de ces chars. C'est la réalité du terrain.
Je ne sais rien dire d'autre aujourd'hui. En ce qui
concerne le Kosovo, le matériel qui s'y trouve est
en bon état mais, un jour, il ne le sera peut-être
plus.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde interpellaties en
mondelinge vraag van
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 713)
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de economische
compensaties voor legeraankopen" (nr. 4189)
- de heer Stef Goris tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 734)
06 Interpellations et question orale jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des
compensations économiques lors de
commandes militaires" (n° 713)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "les compensations économiques pour les
achats militaires" (n° 4189)
- M. Stef Goris au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des
compensations économiques dans le cadre de
commandes militaires" (n° 734)
06.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik zal eens een boompje opzetten over
de economische compensaties.
De tijd lijkt mij aangebroken om in deze
commissie eens ernstig te debatteren over
economische compensaties bij militaire
bestellingen. De heer De Crem en ikzelf kregen
gisteren de mogelijkheid minister Picqué terzake
een aantal vragen te stellen.
Ik begrijp dat beide ministers een andere
uitgangspositie hebben. De minister van
Economische Zaken moet vanuit zijn functie
pleiten voor economische compensaties. U, als
minister van Landsverdediging, moet in de eerste
plaats ervoor zorgen dat de militairen goed
materiaal krijgen. De discussie over de
economische compensaties leeft niet in
defensiekringen. Dat is logisch. Als parlementslid
moeten wij erover waken dat het leger krijgt wat
het nodig heeft.
Het grote probleem met economische
compensaties is het feit dat het steeds een
aangebrand reukje heeft. Dit heeft uiteraard te
maken met het verleden. In het verleden zijn een
aantal serieuze uitschuivers gebeurd op het vlak
van de economische compensaties.
We moeten het kind echter niet met het badwater
weggooien. Volgens mij moeten we eens nagaan
wat er toen precies is mislopen en hoe we dit in de
toekomst kunnen vermijden. Economische
compensaties bestaan ook in andere landen.
Waarom zou het in ons land dan niet kunnen?
Ik heb gisteren het antwoord gehoord van minister
Picqué. Hij pleitte voor economische
compensaties alhoewel hij aandacht vroeg voor
de manier waarop ze tot stand komen. Ik heb ook
begrepen dat er op 9 februari een vrij dubbelzinnig
ontwerp van koninklijk besluit werd ingediend.
Binnen de regering is men er achter gekomen dat
het besluit van 15 december toch niet zo goed
was of in elk geval overhaast werd genomen.
Ik neem aan dat alles met de beste bedoeling is
gebeurd. U heeft in de commissie ook terloops
even gewezen op de afschaffing van de
economische compensaties. Naderhand is men
gaan nadenken over de gevolgen van dit besluit.
Er zullen een aantal aankopen plaatsvinden
zonder economische compensaties. Ik neem als
voorbeeld de upgrading van onze mijnenjagers.
Tot groot jolijt van de Nederlanders vragen wij
daarvoor geen economische compensaties. Het
mag volgens mij niet de bedoeling zijn dat wij de
Nederlandse industrie steunen. Als we al een
industrie moeten steunen, moet dit in de eerste
plaats onze eigen industrie zijn.
Mijnheer de minister, ik heb begrepen dat u een
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
van de verdedigers was van de afschaffing van de
economische compensaties. Ik meen dat dit
vooral te maken had met een zekere bezorgdheid
over de kwaliteit van het materiaal. Wij mogen
volgens mij in alle openheid pleiten voor
economische compensaties als die de
kwaliteitscriteria niet in het gedrang brengen. Dit
betekent dat economische compensaties nooit de
eerste prioriteit mogen zijn bij militaire
bestellingen.
Als we een ernstige procedure kunnen uitwerken,
dan kunnen we ons wel ten gunste van
economische compensaties uitspreken. Er zijn nu
eenmaal verschillende soorten economische
compensaties; we hebben daarover gisteren
reeds uitgeweid. Ik geef een voorbeeld. Stel u
voor dat we bij Embraer vier toestellen aankopen
zonder economische compensaties. Sonaca is
daar echter een onderaannemer van. Eigenlijk kan
men dus wel spreken van een economische
compensatie. In geval van evenwaardige kwaliteit
moeten we in dat geval toch kiezen voor de
toestellen die bij ons worden gemaakt, zij het in
onderaanneming. Men kan de economische
compensatie dus nooit volledig uitsluiten. Vandaar
dat we ons over dat thema grondig moeten
bezinnen.
Ik heb begrepen dat de regering er terzake nog
niet uit is. Vice-eerste minister Michel heeft als
eerste gesteld dat economische compensaties
moeten kunnen. Mijnheer de minister, ik meen dat
u als bevoegde minister daarover ook een
standpunt moet innemen, want anders zult u
achter de feiten aanhollen. Graag vernam ik wat
uw mening is in het licht van de verklaringen van
de heer Michel en of er sprake is van enige
evolutie.
06.02 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, aangezien mijn vraag aansluit op de
interpellatie, zal ik geen lang betoog houden, te
meer omdat we wat sommige aspecten van de
economische compensaties betreft zeer duidelijk
op dezelfde golflengte zitten. Dat maakt het
overbodig er diep op in te gaan. Desalniettemin
heb ik een aantal vragen, die gisteren ook tot
minister Picqué werden gericht; het is inderdaad
nodig om enkele zaken zwart op wit te stellen.
Reeds tijdens de begrotingsbespreking op 19
december vorig jaar hebt u even de problematiek
van de economische compensaties aangeraakt
naar aanleiding van een vraag van mij terzake.
Blijkbaar is uw duidelijk antwoord toen enigszins
tussen de plooien gevallen bij de lobby. Ik raad de
collega's aan de Handelingen van die vergadering
erop na te lezen.
Het discussiepunt blijft wat de draagkracht is van
de beslissing van de Ministerraad. Heeft hij toen
een formeel engagement toegezegd, of heeft hij
hiermee slechts een aanzet gegeven tot de
realisatie van wat hij in verband met de
economische compensaties vooropstelt? Zullen
de toen gemaakte afspraken ook in toekomstige
dossiers worden nageleefd?
Het is belangrijk hierop een klaar antwoord te
verstrekken, mijnheer de minister, want we zijn in
de commissie ervan overtuigd dat we werk
moeten maken van een beleid in een Europees
kader, ook inzake de defensie-industrie en dat we
ons minder moeten bezighouden met onze eigen
bollenwinkel. Ik zie hier toch een tegenstelling: we
zijn allemaal voorstander van Europese evoluties,
maar wanneer het op concrete aankopen
aankomt, willen we blijkbaar allemaal de eigen
bollenwinkel optimaal beschermen. Dat kan niet.
Ofwel opteren wij ervoor om de aankopen
Europees te regelen en de defensieaankopen af
te stemmen op een Europees beleid, zodat alles
efficiënter en betaalbaarder verloopt. Ofwel laten
we alles bij het oude en doen we voort zoals het
steeds is geweest.
Mijnheer de minister, sta me toe een ander punt
aan te kaarten. In een interessant artikel in de
Financieel Economische Tijd van afgelopen
vrijdag wordt er melding van gemaakt dat de
onbemande Israëlische UAV-vliegtuigen niet de
keuze van de militairen was en dat er zelfs een
meerprijs aan verbonden was. Uiteindelijk zou de
regering daar toch voor hebben gekozen, aldus
het artikel, omdat er interessante economische
compensaties werden geboden. Ik wens op het
ogenblik niet in te gaan op de details van het
dossier. Ik heb in de commissie voor de
Legeraankopen gisteren een vraag terzake
ingeleid, omdat het dossier wat de technische
aspecten betreft, daar moet worden behandeld.
Het wordt er trouwens al jaren opgevolgd.
Het intrigeert mij te weten of er ooit door
Landsverdediging of aanverwante organismen
een grondige studie over de problematiek van de
economische compensaties uitgevoerd is.
Iedereen kan bedrijven noemen die groot voordeel
gehaald hebben uit economische compensaties.
Wij kunnen er ook een aantal opsommen die er
nadeel van ondervonden hebben. Wij zouden een
globale balans moeten opmaken van wat die
economische compensaties tot op de dag van
vandaag opgebracht hebben. Dan bedoel ik niet
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
alleen een balans in cijfers, maar een grondige
studie naar het industrieel potentieel. Wat heeft
het teweeggebracht voor de industrie? Is dat
vanuit Landsverdediging ooit onderzocht? Ik heb
begrepen dat Economische Zaken dat tot op
heden niet heeft gedaan.
Ik heb nog een tweede vraag in dat verband. Hebt
u een idee wat de globale meerprijs is ten gevolge
van economische compensaties sinds 1983? Een
budget dat al genoemd is, is 119,2 miljard frank. Ik
heb nog een laatste vraag. In hoeveel gevallen
ik heb net de UAV's vermeld is niet gekozen
voor het dossier waarvoor de krijgsmacht
opteerde, maar voor een ander dossier, met het
oog op economische compensaties?
06.03 Stef Goris (VLD): Mijnheer de minister, ik
heb gisteren uw collega, minister Picqué niet
geïnterpelleerd. Het is mijn overtuiging dat alles
wat met compensatie te maken heeft, te maken
heeft met ondersteuning van bedrijven en onder
verantwoordelijkheid van de gewesten valt. Ik kom
er zo dadelijk op terug.
Collega Vanhoutte, ik sluit aan bij wat u zegt over
de Europese context. Ik denk inderdaad dat wij dit
verhaal niet mogen loskoppelen van het Europese
gegeven. Wij stellen vast dat de grote markten
zoals Frankrijk en Engeland zich nog meer willen
beveiligen. België als klein landje moet opletten
wat het doet binnen dit Europees gegeven. Ik heb
me zelf bevraagd naar het bedrag van
investeringen en compensaties in de voorbije
jaren. De industriesector bevestigt mij dat er sinds
1970 voor 350 miljard frank aan investeringen
werden geplaatst door de krijgsmacht en dat die
aanleiding gaven tot 600 miljard frank aan
compensaties. Dat wil zeggen dat er voor 600
miljard frank investeringen uitgevoerd zijn in ons
land in de voorbije 30 jaar die een gevolg waren
van bestellingen voor de krijgsmacht. Dat is toch
niet onbelangrijk als gegeven, voor zover de
gegevens kloppen. Ik vermeld u de bron, het kan
eventueel nagegaan worden.
Er werd gisteren een debat gevoerd met minister
Picqué. Ik denk dat ook een werkgroep zich buigt
over het probleem. Ik herhaal het standpunt dat
wij destijds ingenomen hebben en dat wij blijven
verdedigen. In geen geval mogen compensaties
beslissend zijn als criterium bij aankoop van een
legerbestelling. Er zijn maar twee criteria die
mogen meespelen, ten eerste, de behoeftestelling
- kwaliteit en opportuniteit van het materiaal - en,
ten tweede, de prijs.
Wil dat daarom zeggen dat wij de compensaties
zonder meer verbieden? Elementair is dat zij niet
meetellen in de besluitvorming. Toch is het zo dat
bijvoorbeeld Barco een Vlaams bedrijf ten
gevolge van de upgrade die aan de C130's Hotel
is uitgevoerd, een compensatiebestelling heeft
mogen boeken. Het bedrijf mocht namelijk de
control display units in de cockpits leveren. Het
gevolg was dat Barco later ook leverancier is
geworden voor de nieuwe versie, de Juliet-versie,
die nu door de Amerikanen van Lockhead-Martin
gebouwd wordt.
Dankzij die compensaties zijn zij reeds zover in de
markt gevorderd dat zij de leverancier zijn van
Lockhead-Martin, ook voor toestellen waarover wij
niet eens meer beschikken. Wij mogen niet uit het
oog verliezen dat zij zelfs op de Amerikaans markt
een vaste positie hebben verworven.
Ik herhaal het standpunt dat bij het indienen van
een dossier voor een bestelling twee elementen
voor de aanbesteding belangrijk zijn, namelijk de
officiële behoeften en de prijs. In bijkomende orde
moet het mogelijk zijn te kiezen op welke wijze
wordt voorzien in compensaties voor bedrijven die
wij aanduiden via een overlegcomité. Men heeft
ooit een dergelijk comité willen oprichten. Ik
verwijs daarvoor naar een nota van
5 oktober 1994 van de Sociaal Economische
Raad van Vlaanderen. In deze nota wordt de
oprichting van een federale raad en een
overlegcomité voor nijverheidscompensaties
gepland. De SERV zegt eveneens dat dit een
bevoegdheid is van de gewesten.
Wij moeten eerlijk zijn. Ten eerste, indien
compensaties met zich brengen dat het dossier
duurder wordt, moeten de gewesten voor die
meerprijs opdraaien. Ten tweede, de keuze van
de bedrijven bedrijven die alleen nut hebben
voor de defensie-industrie of bedrijven die zich
bijvoorbeeld ook bezighouden met luchtvaart-
en/of ruimtevaartindustrie moet door de
gewesten worden gemaakt. Dit kan op twee
manieren worden opgelost. Een eerste
mogelijkheid is het indienen van dubbele offertes,
één waarin alleen de aspecten kwaliteit en prijs
aan bod komen en één waar ook de
compensaties in zitten. Aldus kan men mooi
berekenen hoeveel de meerprijs precies bedraagt.
Een tweede mogelijkheid is het toevoegen van
een derde en los aanhangsel, waarin men
voortgaat op een door het overlegcomité
voorgestelde lijst en waar aanbestedende
bedrijven zich ertoe kunnen engageren om voor
nijverheidscompensaties te zorgen.
Mijnheer de minister, wij moeten vermijden dat we
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
dezelfde fouten begaan als in het verleden. Wij
hebben immers de extreme situatie gekend
waarin de compensaties het hele dossier
bepaalden, waardoor vaak verkeerde aankopen
zijn gebeurd. Nu bevinden we ons helemaal aan
de andere kant en worden de compensaties
volledig afgeschaft. Ik meen dat we moeten
zoeken naar de gulden middenweg. Enerzijds,
moeten wij de garantie hebben dat de krijgsmacht
beschikt over het beste materiaal aan de beste
prijs. Anderzijds, moet ook onze industrie kunnen
blijven concurreren op de internationale markt.
Wij moeten er op Europees niveau voor pleiten
dat zo vlug mogelijk een regelgeving wordt
opgesteld voor alle Europese landen, waardoor
men het systeem kan afbouwen. Dat is vandaag
nog niet aan de orde, maar binnenkort kan België
het tijdens zijn voorzitterschap misschien
aankaarten. Ik vrees evenwel dat men bij de
grotere bondgenoten op enige weerstand zal
stuiten.
Mijnheer de minister, u weet dat er een werkgroep
is opgericht om het probleem te bestuderen. Hebt
u daar al meer nieuws over? Kunnen wij van u de
stand van zaken vernemen? Heeft deze
werkgroep al conclusies getrokken? Wat is
intussen uw standpunt in deze aangelegenheid?
Le président: Les compensations sont à l'ordre
du jour et, à mon avis, ce n'est pas encore
terminé.
06.04 André Flahaut, ministre: Non, j'en ai bien
l'impression.
Mijnheer de voorzitter, wat is de stand van zaken?
Het koninklijk besluit van 6 februari 1997
betreffende de overheidsoverdracht voor
aanneming van leveringen en diensten waarop
artikel 3, §3 van de wet van 24 december 1993
betreffende de overheidsopdracht van toepassing
is, bepaalt de modaliteiten van de integratie van
een economisch luik in de aankoopdossiers voor
militair materieel die onder de toepassing van
artikel 296 van het Verdrag van Maastricht vallen.
Tevens bestaat er tussen de minister van
Economische Zaken en de minister van
Landsverdediging een protocolovereenkomst
inzake eventuele economische compensaties. In
het bovenvermeld koninklijk besluit wordt nergens
gewag gemaakt van een verplichting tot het eisen
van een economische return. Het gaat om een
faculteit. De protocolovereenkomst werd
opgesteld en afgesloten door leden van de
executieve, die door de betrokken ondertekenaars
op elk ogenblik kan worden gewijzigd, geschorst
of zelfs opgeheven.
Zoals u weet heeft de regering op 12 mei 2000
een algemeen beleidsplan voor het Belgisch leger
goedgekeurd, waarbij hun visie op de opdracht en
de rol van de krijgsmacht werd geschetst. In het
licht van die opdracht zal worden bepaald over
welke middelen en uitrustingen het leger moet
beschikken om deze op een zo efficiënt en veilig
mogelijke wijze waar te nemen. Het operationele
en militair-technische criterium voor de
beoordeling van de volledige uitrusting is bijgevolg
doorslaggevend voor de keuze van het materieel.
Ook de premier heeft tijdens een persconferentie,
na de goedkeuring van het eerder vermelde plan
hieromtrent expliciet commentaar gegeven.
Aan dit eerste belangrijke element wens ik ook
nog toe te voegen dat men evenmin abstractie
kan maken van het feit dat de economische en
industriële politiek sedert de recente
staatshervormingen een uitsluitend regionale
materie is geworden. Het is dan ook logisch dat
deze regionale bevoegdheid wordt geëerbiedigd
en dat men de werkwijze die voorheen bestond in
het kader van de nieuwe toestand aanpast.
De volledige regering heeft in december en
februari 2001 een standpunt ingenomen. Ik denk,
bijvoorbeeld, aan een industriële return naar
aanleiding van de afschaffing van militair materieel
dat coherent is met wat ik hoger reeds heb
vermeld.
La question s'est posée ensuite. Pour ma part, je
ne suis pas opposé aux compensations
économiques, mais j'estime que ce n'est pas au
ministère de la Défense de jouer le premier rôle.
Le gouvernement a pris une décision et je
l'applique. Il recherche une formule originale.
C'est la raison pour laquelle le groupe de travail a
commencé par examiner ce qui se passe ailleurs.
Le premier ministre et le ministre des Affaires
économiques sont les animateurs de ce groupe
de travail. La Défense y participe en tant
qu'observateur; son but est d'attirer l'attention sur
les éléments que je viens d'exposer, ainsi que sur
la garantie de l'opérationalité.
En ce qui concerne les achats militaires, l'avis des
militaires doit primer avant tout. Si du matériel est
acheté sans tenir compte des critères
d'opérationalité et de leur avis, en cas d'accidents
lors d'opérations, on cherchera des responsables
non parmi les dirigeants des firmes fournisseuses,
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
mais parmi les responsables politiques de
l'époque.
Je suggère que les questions concernant le
groupe de travail soient posées aux personnes
directement concernées, à savoir le ministre
Picqué et le premier ministre. Vous connaissez la
position de la Défense à ce sujet.
Si une nouvelle formule, nécessitant une
harmonisation européenne, est trouvée, je veux
croire que je pourrai donner congé, durant
quelques mois ou quelques années, au Service
général des achats.
Dans l'état actuel des choses, j'attends les
conclusions du groupe de travail avant de vous
présenter tout dossier relatif à des commandes
militaires.
Dois-je inclure ou non les compensations? Une
chose est certaine, c'est que je ne ferai pas
rédiger de cahiers spéciaux des charges sans
savoir si elles doivent l'être ou non.
Le dossier sur les véhicules de reconnaissance
est passé au Conseil des ministres sans
compensation pour la simple raison que ce
dossier, initié en 98-99, a été reporté en 2000 car
le cahier spécial des charges de l'époque était
d'une telle complexité que tous les éléments
apparaissaient comme essentiels. Aucune offre
ne pouvait donc être conforme. Certains auraient
voulu que je donne mon accord, d'autres pas!
« Dans le doute, abstiens-toi » dit la sagesse
populaire. C'est effectivement ce que j'ai fait. C'est
la raison pour laquelle la procédure a été
relancée. En outre, afin que le dossier « véhicules
de reconnaissance » puisse aboutir en 2001, il est
passé sans compensation.
En ce qui concerne les autres dossiers, nous
attendons les conclusions du groupe de travail. Si
ce dernier arrive à un accord, les cahiers spéciaux
des charges seront adaptés en tenant compte du
nouvel accord.
Si la législation sur les marchés publics doit être
modifiée, des dispositions urgentes devront sans
doute être prises. En tant que spécialistes de la
Défense, vous savez en effet qu'une série de
dossiers sont en attente. En tout cas, une chose
est certaine, nous ne ferons pas de travail inutile.
Je vous ai exposé la position de la Défense, celle
du groupe de travail et l'état des dossiers en
attente. Telle est la situation aujourd'hui.
06.05 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor het
antwoord. Het is inderdaad zijn taak ervoor te
zorgen dat het leger het geschikte materiaal krijgt.
Het leven van de betrokken personeelsleden kan
hiervan afhangen.
De minister stelt eveneens dat hij in dit dossier
geen initiatieven moet nemen. Ik ga akkoord met
dit standpunt. Het is minister Picqué die de dans
moet leiden.
Wat de Europese samenwerking betreft, moeten
wij, mijns inziens, niet naïef zijn. De meeste grote
landen hebben een eigen defensie-industrie die ze
altijd zullen blijven beschermen. Wij moeten er
niet op hopen dat Frankrijk zijn eigen industrie ooit
zal laten vallen. In het verleden werden reeds
schuchtere pogingen ondernomen inzake
Europese samenwerking. Denken wij aan het
dossier-Triad. Resultaat was een serieus debacle
en een tekort van meer dan 1 miljard frank.
Volgens mij moeten we leren uit de fouten van het
verleden en met een open geest de nieuwe
dossiers onderzoeken. Ik hoop dat de werkgroep
terzake snel een advies zal opstellen. Op dat
ogenblik kan dit dossier opnieuw behandeld
worden.
06.06 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw omstandig
en duidelijk antwoord dat we als leden van de
commissie voor de Landsverdediging en
legeraankopen alleen kunnen onderschrijven. We
moeten niet alleen waarborgen dat de krijgsmacht
krijgt wat ze nodig heeft na een prijs-
kwaliteitverhouding te hebben uitgevoerd, maar
ook dat Landsverdediging niet de meerprijs van
mogelijke economische compensaties moet
dragen. Het kan niet zijn dat een verdoken
expansiesteun wordt afgewenteld op
Landsverdediging zoals dat in het verleden het
geval was. Het budget van Landsverdediging is
reeds krap. We mogen niet dulden dat de
militairen, die reeds zwaar onderbetaald zijn, de
dupe blijven. Deze problematiek moet in de
werkgroep aan bod komen.
Mijnheer de minister, ik heb wel problemen met de
defensie-industrie. Op dit ogenblik is er een
gigantische overproductie van militair materieel in
Europa en de Verenigde Staten. Deze markt is
dringend aan sanering toe. De overproductie is
voornamelijk het gevolg van de grote bestellingen
van de jaren '70, '80 en '90. Er is slechts één goed
antwoord op deze overproductie. Er moet worden
gesaneerd. Saneren kan alleen maar door de vrije
markt een grotere rol te laten spelen. Op die
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
manier zal de sanering als het ware van zelf
gebeuren. Dat zal voor een aantal bedrijven niet
prettig zijn. Zoals in het verleden een aantal
andere sleutelsectoren werden gesaneerd, onder
meer de staalnijverheid, zal dit eveneens moeten
gebeuren met de defensie-industrie.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij
mogen het debat niet uitsluitend overlaten aan een
aantal technische werkgroepen en ministers. Dit
parlement moet terzake zijn verantwoordelijkheid
opnemen en het debat ten gronde voeren. Ik mis
de goede basisinformatie. Wij zijn wat aan het
freewheelen op basis van onvolledige cijfers. Ik
kan me niet van de indruk ontdoen dat men zich in
het verleden nooit de moeite heeft getroost het
dossier van de economische compensaties met
zijn positieve en negatieve effecten ernstig te
bestuderen. Het uitgangspunt van een goed debat
is een goede studie.
06.07 André Flahaut, ministre: Monsieur le
président, je précise à M. Vanhoutte qu'il ne doit
pas compter sur le département de la Défense
nationale pour organiser un colloque sur les
compensations économiques.
A la question de savoir dans quelle commission ce
débat aura lieu, M. De Crem nous répond que ce
sera au sein de la commission des Affaires
économiques. Je suis d'accord avec lui.
De grâce, ne considérons pas que le département
de la Défense nationale est opposé aux
entreprises. D'ailleurs, les entreprises le savent
bien. La seule différence qu'il y a par rapport à
d'autres époques, c'est que je n'ai pas rencontré
séparément les représentants des entreprises.
Mais j'ai rencontré ensemble, à deux reprises, le
Belgian Defense Industrial Group ainsi que les
représentants régionaux. Je leur ai expliqué
clairement la position du département de la
Défense nationale et je pense que ces industriels
ont bien compris que la pression ne devait pas
s'exercer sur la Défense nationale mais sur
d'autres membres du gouvernement.
J'ai demandé à mes représentants au sein du
groupe de travail d'insister sur le fait que les
techniques de compensation ou de retour ne
doivent pas avoir pour effet d'augmenter le prix
des achats militaires ni et cet élément est tout
aussi important que le premier de retarder les
acquisitions de matériels militaires. En effet, le
passé nous a appris soit que les prix payés ont été
supérieurs, soit que des procédures naissent
souvent à propos des compensations. Or, ces
procédures retardent les marchés. Mes
représentants sont donc là pour veiller à ce que la
formule choisie réponde aux besoins et aux
exigences de la Défense nationale, à savoir la
sécurité, la rapidité et éviter des prix
supplémentaires.
Telle est donc notre position au sein de ce groupe
de travail.
06.08 Stef Goris (VLD): Mijnheer de voorzitter,
op mijn beurt ben ik zeer blij met het antwoord van
de minister. Het sluit aan bij de standpunten die
wij terzake innemen. Het verheugt mij dat hierover
blijkbaar eensgezindheid bestaat in de commissie.
Mijnheer de minister, het lijkt mij belangrijk om de
compensaties niet af te schaffen maar wel te
neutraliseren. Dat betekent dat compensaties
geen competitie mogen meebrengen, het dossier
niet mogen beïnvloeden, geen meerkost mogen
veroorzaken en ook geen vertraging mogen
teweegbrengen. Elke militaire bestelling moet door
uw diensten worden aangevraagd via SGA, de
adviezen van IS, de commissie voor de
Legeraankopen en de Ministerraad. De
bestellingen mogen alleen in het licht van twee
criteria bekeken worden, namelijk kwaliteit en
prijs. Een eventueel economisch luik kan door de
gewesten in onderling overleg via een commissie
aangevraagd worden. Dit mag het dossier niet
vertragen en ook geen meerkost opleveren. Als dit
meer zou kosten, moeten de gewesten hier zelf
voor opdraaien volgens de verdeelsleutel die ze
zichzelf hebben opgelegd. Uiteraard bent u niet
bevoegd om in dergelijke zaken tussenbeide te
komen. Dit is een zaak van de gewesten.
Collega's, er zijn ook internationale instapdossiers.
Het Europees verhaal begint immers langzaam te
ontluiken. Ik denk aan het verhaal van de A400M,
OCCAR en de WEAG, een spin-off van de WEU.
Een aantal dossiers waar België aan deelneemt
krijgen langzaam aan vorm. Er is voorzien in een
just return en wij hebben een entry cost betaald
om te mogen meewerken aan bijvoorbeeld het
ontwikkelen van de A400M. Hier zal uiteraard ook
een return uit voortvloeien. Ik pleit ervoor dat wij
hier het geweer niet van schouder veranderen.
Het lijkt mij al te gortig dat wij de instapkosten
betalen en dat onze bedrijven vervolgens niet
kunnen meewerken aan de productie. Met
betrekking tot de grote internationale
instapdossiers moeten wij de politiek die wij
totnogtoe gevoerd hebben voortzetten, namelijk
deelnemen en zorgen dat wij terugkrijgen waar wij
recht op hebben volgens het principe van de fair
share van de verschillende deelnemende landen.
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Verder is er nog het probleem van de lopende
compensatiedossiers. Hoe verderfelijk ze ook
waren en hoe slecht ze in het verleden ook
werden aangebracht, toch wil ik ervoor pleiten dat
de bedrijven in het debat van vandaag geen alibi
vinden om te stellen dat zij ontslagen zijn van hun
verplichting. Dit heeft destijds de staatskas geld
gekost aangezien het dikwijls om duurdere
operaties ging. Wij mogen geen signaal geven dat
de bedrijven het gevoel geeft dat zij ontslagen zijn
van hun verplichting om de compensaties waartoe
zij nog verplicht zijn uit te voeren.
Wat de overproductie betreft, is het ongetwijfeld
juist dat dit probleem op mondiaal vlak rijst. Daar
moet een oplossing voor worden gezocht. Wat
Vlaanderen betreft, meen ik dat wij niet echt stricto
sensu een defensie-industrie hebben. Vlaanderen
doet vooral aan dual use-technologie die ook
bruikbaar is in de burgerluchtvaart en de
ruimtevaart. Deze bedrijven tonen ook interesse
om investeringen te krijgen waardoor zij zich
verder kunnen uitdiepen om in de toekomst
concurrentieel te blijven op internationaal vlak.
Ook hier ligt een rol voor de gewesten binnen het
overlegcomité. Naar mijn gevoel moet dit comité
opnieuw geactiveerd worden om na te gaan welke
bedrijven kunnen meespelen in een eventueel
economisch verhaal.
Mijnheer de minister, er moet een aparte
enveloppe worden ingesteld die door de
overlegcommissie kan worden ingevuld. Deze
enveloppe moet dan niet via SGA of door uw
handen passeren. Het departement
Landsverdediging heeft hier dan niets mee te
maken. De aanbesteders kunnen dan een
voorstel doen met betrekking tot de return voor de
economie. Dat wordt dan alleen behandeld op het
niveau van de gewesten door een overkoepelend
orgaan. U hebt daar dan niets mee te maken. U
beslist immers alleen op basis van de behoeften
en de prijs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs
aan de minister van Landsverdediging over "de
beperking van politieke rechten van militairen"
(nr. 4143)
07 Question orale de M. Bert Schoofs au
ministre de la Défense sur "la limitation des
droits politiques des militaires" (n° 4143)
07.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, mijn
vraag heeft betrekking op de wet van 14 januari
1975, die bepaalt dat militairen lid van een
politieke partij mogen worden en de rechten
mogen uitoefenen die aan hun lidmaatschap zijn
verbonden. Deze vraag heeft enige
actualiteitswaarde gekregen omdat een aantal
wetsvoorstellen in de Kamer werden ingediend die
hierop betrekking hebben.
Rebus sic stantibus is de wet van 14 januari 1975
nog van toepassing. De rechten worden
toegekend, maar niettemin worden ze sterk
beperkt. Een militair van het actief kader mag
volgens de wet geen ander ambt uitoefenen dan
dat van deskundige, raadgever of lid van een
studiecentrum van een politieke partij. Elke andere
actieve of publieke deelname aan het politieke
leven in een andere hoedanigheid, zelfs buiten de
dienst, wordt verboden. Als jurist heb ik enige
rechtspraak en rechtsleer terzake opgezocht,
maar ik heb daarover zeer weinig gevonden,
wellicht omdat de militairen te terughoudend zijn
om zich op deze wet te beroepen en hun
lidmaatschap naar buiten te brengen. Er waren
wel enkele parlementaire vragen die betrekking
hebben op het ambt dat men kan uitoefenen.
In het kader van de politieke activiteiten ben ik ook
op zoek gegaan naar rechtspraak en rechtsleer
over het verbod voor de militairen om van hun
militaire hoedanigheid gewag te maken. Daarover
heb ik ook zeer weinig gevonden.
Er is ook een derde verbod, het belangrijkste,
waarop de ingediende wetsvoorstellen betrekking
hebben, namelijk dat militairen van het actief
kader zich niet voor gemeentelijke, provinciale of
nationale wetgevende verkiezingen kandidaat
mogen stellen.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen
terzake.
Wat wordt precies onder de term ambten
verstaan? Betreft dit alleen bezoldigde functies of
ook vrijwillige functies? Men kan bijvoorbeeld
bestuurslid van een lokale afdeling worden of van
een afdeling van een arrondissement of een
overkoepelend orgaan, naargelang de structuur
van de betreffende politieke partij.
Stellen militairen zich bloot aan sancties wanneer
bekend zou worden dat zij lid van een politieke
partij zijn? Ik veronderstel dat men lid van een
politieke partij mag worden, dat men raadgever
mag worden en dat men dan geen gewag van zijn
militaire actieve dienst mag maken. Het beroep is
echter een van de coördinaten waarnaar men
moet verwijzen wanneer men zijn positie in de
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
maatschappij kenbaar wil maken. Ook in de
politiek moet men die positie kenbaar maken. Wat
verstaat men precies onder het feit dat men geen
gewag mag maken van zijn militaire hoedanigheid,
want als dit strikt wordt geïnterpreteerd, wordt elke
uitoefening van een politiek recht uiteraard
onmogelijk.
In verschillende andere Europese landen kunnen
militairen wel kandidaat zijn op de lijsten voor
gemeentelijke, provinciale en nationale
wetgevende verkiezingen. Vindt u dit geen
verouderde en discriminerende maatregel? Bent u
bereid een wetsontwerp terzake in te dienen of
één van de ingediende wetsvoorstellen, die in
deze commissie wellicht nog zullen worden
besproken, te steunen?
07.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de term ambten moet
onafhankelijk van elke notie van bezoldiging
worden begrepen. Artikel 15, §1, derde en vierde
lid van de wet van 14 januari 1975, houdende het
tuchtreglement van de krijgsmacht, gewijzigd bij
de wet van 24 juli 1992, verbiedt dat militairen in
een politieke partij andere ambten vervullen dan
die van deskundige, raadgever of lid van een
studiecentrum. Iedere andere actieve of publieke
deelname aan het politieke leven in een andere
hoedanigheid, zelfs buiten de dienst, is verboden.
Voorzitter: Pieter De Crem.
Président: Pieter De Crem.
De memorie van toelichting bij de wet van 14
januari 1975 verstrekt volgende ratio legis, ik
citeer: "Men kan zich moeilijk voorstellen dat de
militairen in de schoot van politieke partijen
leidende, zelfs niet publieke functies waarnemen
of lagere functies zoals het aanbrengen van
aanplakbiljetten of het besturen van
propagandavoertuigen vervullen. Daarentegen
kan men aanvaarden dat de militair de leiders van
die partij helpt door studies of raadgevingen. Hier
kan hij een niet openbare, intellectuele of
administratieve bijdrage leveren".
Op uw tweede vraag moet ik neen antwoorden.
Wat uw derde vraag betreft, kan ik het volgende
meedelen. Artikel 15, paragraaf 2 van dezelfde
wet verbiedt militairen gewag te maken van hun
militaire hoedanigheid in het kader van hun
politieke activiteit. Deze bepaling verbiedt
militairen om op te treden in naam van het leger.
In het kader van een politieke activiteit dient de
militair op te treden in eigen naam en in geen
enkel geval vertegenwoordigt hij het leger.
Op de vragen 4 en 5 kan ik het volgende
antwoorden. De militairen genieten, zoals alle
burgers, de grondwettelijke rechten en vrijheden.
Er kan geenszins sprake zijn van een
discriminatie, vermits de Grondwet het nemen van
beperkende maatregelen ten aanzien van
bekleders van een openbaar ambt niet uitsluit. De
militair, door zijn benoeming en zijn eedaflegging,
aanvaardt dan ook de lasten van zijn ambt,
evenals bepaalde beperkingen die hieraan
verbonden zijn.
Op mijn initiatief werd bij de Generale Staf een
grondige studie van de tuchtwet gestart. Deze
studie zal leiden tot het uitwerken van een
voorontwerp van wet dat aan het parlement zal
worden voorgelegd.
Zonder vooruit te lopen op de strekking van
toekomstige regelingen ben ik ervan overtuigd dat
de voornaamste reden voor het huidige verbod
gezocht moet worden in de noodzakelijke
neutraliteit van militairen. De neutrale positie zou
in het gedrang kunnen worden gebracht wanneer
ze verkiesbaar zouden zijn of zouden kunnen
zetelen voor een separatistische of extremistische
partij.
Alvorens tot een opheffing van het verbod op een
politiek mandaat over te gaan, zullen er in ieder
geval nog een aantal praktische problemen
moeten worden opgelost.
Het uitoefenen van een politiek mandaat zou
immers tijd en inzet vergen van de verkozene, wat
onverzoenbaar is met de algemene
beschikbaarheideis. Tevens zouden de goede
werking van de dienst en meer in het bijzonder de
operationaliteit worden aangetast, zeker wanneer
de betrokkene een sleutelpositie of een zeer
technische functie vervult. Er zijn ook een aantal
persoonlijke gevolgen die de militaire verkozene
zouden treffen. Een militaire loopbaan
veronderstelt immers het uitoefenen van een
aantal specifieke functies en het volgen van een
aantal al dan niet statutaire opleidingen. Het
onderbreken van de typeloopbaan gedurende
minimum vier jaar zou de loopbaan van betrokken
militair zeker hypothekeren vooral in het licht van
de huidige doorgedreven evolutie inzake tactiek
en techniciteit.
Bovendien moeten een aantal statutaire
problemen opgelost worden. Zo moet bijvoorbeeld
nog de figuur van het politieke verlof worden
besproken met oog voor alle statutaire gevolgen
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
hiervan op het vlak van anciënniteit, bevordering,
herintegratie, enzovoort.
07.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de minister, ik dank u voor het volledige antwoord.
Een punt is me wel opgevallen en zal me
bijblijven, met name dat in het voorontwerp
militairen wel politieke rechten mogen uitoefenen
en zich kandidaat stellen, maar niet voor een
extremistische of separatistische partij. Ik weet
niet of ik mij aangesproken moet voelen, maar ik
vermoed dat in de tekst een aantal bepalingen
zullen worden opgenomen waardoor militairen alle
rechten genieten, maar zich niet voor het Vlaams
Blok kandidaat zullen mogen stellen. We voelen
de wind al waaien. In ieder geval zullen we er
waakzaam voor zijn dat het echt een
democratische wettekst wordt en dat militairen
zich ook voor het Vlaams Blok kandidaat zullen
kunnen stellen. Daar steken wij onze handen voor
in het vuur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer John Spinnewyn aan de minister van
Landsverdediging over "de overplaatsing van
de onderofficierenschool in Zedelgem"
(nr. 4154)
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering
van de Krijgsmacht" (nr. 4177)
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering
van Landsverdediging en de toekomst van de
militaire scholen" (nr. 4199)
08 Questions orales jointes de
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le transfert de l'école des sous-officiers de
Zedelgem" (n° 4154)
- M. Luc Goutry au ministre de la Défense sur
"la restructuration des forces armées" (n° 4177)
- M. Richard Fournaux au ministre de la Défense
sur "la restructuration de la Défense nationale
et l'avenir des écoles militaires" (n° 4199)
De voorzitter: De heren Luc Goutry en Richard
Fournaux hebben zich laten verontschuldigen.
08.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
andermaal moesten we vaststellen dat West-
Vlaanderen een sluiting boven het hoofd hangt.
Vorige week hadden we het over de sluiting van
de kazerne in Ieper en nu komt de school voor
onderofficieren in Zedelgem in het gedrang.
Door een spontane actie van het personeel
konden we vernemen dat er plannen bestaan om
de school over te brengen naar Saffraanberg in
Limburg. Graag vernam ik in welke studie dat
voorstel werd gedaan en welke kazerne en
hoeveel scholen erin zijn opgenomen. Gelet op de
vraag van de heer Fournaux vrees ik het ergste.
Met de overplaatsing worden nog eens
150 arbeidsplaatsen bedreigd. We kunnen hier
gerust spreken van een donderslag bij heldere
hemel, want recentelijk werden nog investeringen
gedaan, waaruit men veeleer zou concluderen dat
er van een sluiting geen sprake meer was.
Waarom die plotse ommekeer en wat is men
eventueel van plan met de infrastructuur? Past de
sluiting misschien in het asielbeleid van de
regering en wordt de school binnenkort een
asielcentrum of zijn er andere opties?
Mijnheer de minister, ik had het daarnet over
Ieper. Het is een feit dat West-Vlaanderen
geregeld met sluitingen van militaire infrastructuur
wordt geconfronteerd, waarna de betrokken
militairen worden verhuisd naar het andere
landsgedeelte. Het is duidelijk dat zoiets sociale
en familiale problemen met zich brengt en de
aanwerving van militairen in Vlaanderen
bemoeilijkt. We hebben er reeds eerder op
aangedrongen de regionale spreiding te
respecteren en eraan toegevoegd dat met de
verhuis van de militairen uit Duitsland de
problemen zich zullen opstapelen. Er zijn reeds
een 500-tal vragen voor Vogelsang, terwijl er daar
slechts een veertigtal plaatsen voor militairen zijn
en een dertigtal in Eupen.
Mijnheer de minister, hoe moeten we de termen
regionale spreiding eigenlijk interpreteren?
08.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, de herstructurering van de
krijgsmacht gaf aanleiding tot het opstarten van
verschillende werkgroepen, die moeten nadenken
over de manier waarop we het vooropgestelde
doel kunnen bereiken. Een van de groepen
bestudeert de eventueel aan te brengen
wijzigingen inzake vorming. Een subwerkgroep
onderzoekt mogelijke wijzigingen van de vorming
van niveau 2 tot onderofficier. In die studie wordt
de opportuniteit van een hergroepering van de
scholen voor onderofficier onderzocht.
Deze studie is nog niet beëindigd en de werkgroep
heeft nog geen voorstel tot beslissing
geformuleerd. Zolang de studie niet is
afgehandeld en ik niet in het bezit ben van de
voorstellen van de werkgroep, wens ik geen
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
uitspraken te doen of standpunten in te nemen die
een weerslag kunnen hebben op het overleg of de
onderhandelingen met de vakbonden.
U hebt begrepen dat de herstructurering
onvermijdelijk zal gepaard gaan met het verlaten
van kwartieren en het hergroeperen van bepaalde
onderdelen in aangepaste en zoveel mogelijk
bestaande militaire infrastructuren. Vandaag is de
studie over deze herschikkingen, die noodzakelijk
zijn om efficiënter gebruik te kunnen maken van
de schaarse middelen, onvoldoende gevorderd
om met concreet resultaat naar voren te komen.
Afgaande op de vragen die mij in de afgelopen
weken in deze commissie werden gesteld, weet ik
dat er heel wat geruchten circuleren over
mogelijke sluitingen, niet alleen in de provincie
Antwerpen, zoals reed eerder gezegd, maar in alle
provincies. Ik kan u zeggen dat dit ongefundeerde
geruchten zijn, die alleen maar voor meer onrust
zorgen. U kan ervan overtuigd zijn dat ik erop zal
toezien dat het geheel van de herschikkingen zal
berusten op een evenwichtige en zo aanvaardbaar
mogelijke oplossing vanuit sociaal, communautair
en regionaal oogpunt.
Ten slotte wil ik klaar en duidelijk stellen dat er
geen beslissing is, zolang er geen beslissing van
de minister zelf is. Dit kan ik niet voldoende
beklemtonen.
08.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, wij zullen afwachten, maar ik
zou een samensmelting ten zeerste betreuren.
Tien jaar geleden, met het plan Reforbel, was de
gelegenheid daarvoor optimaal. Als u het echter
nu doet, zoekt u moeilijkheden, waardoor men
achteraf weer verwonderd zal zijn dat militairen
afhaken. Ik hoop dat hier ernstig over zal worden
nagedacht en dat deze optie niet te snel wordt
aangenomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van de heer André
Schellens aan de minister van
Landsverdediging over "de Technical Washings
C-130 vliegtuigen van de luchtmacht" (nr. 4186)
09 Question orale de M. André Schellens au
ministre de la Défense sur "les Technical
Washings des appareils C-130 de la force
aérienne" (n° 4186)
09.01 André Schellens (SP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, per jaar
worden op de C-130-vliegtuigen van de
luchtmacht een veertigtal technical washings
uitgevoerd. De uitwendige reiniging wordt
uitgevoerd door de diensten van Sabena. De
technical washings, het vuilste werk, wordt nu
uitgevoerd door het personeel van de 15
de
Wing.
Vroeger werden hier dienstplichtigen voor ingezet,
maar sinds de afschaffing van de dienstplicht
gebeurt dit door vrijwilligers. Wegens een acuut
gebrek, wordt dit werk de laatste jaren uitgevoerd
door onderofficieren, vooral vliegtuigmecaniciens.
Mijnheer de minister, zijn er contacten geweest
met Sabena om ook de technical washing door
hun diensten te laten uitvoeren, zodat de
onderofficieren meer tijd kunnen besteden aan de
technische functies?
09.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, tot een jaar geleden werden
ongeveer 100 commercial washings en 40
technical washings per jaar uitgevoerd door het
personeel van de 15
de
Wing. Dit vertegenwoordigt
een werklast van ongeveer 2.900 manuren per
jaar, uit te voeren door vrijwilligers en/of
onderofficieren.
Vorig jaar werd beslist het commercieel gedeelte
van de washing door Sabena te laten uitvoeren.
Dit gedeelte stemt overeen met een werklast van
meer dan 2.000 manuren per jaar, die thans
kunnen worden besteed aan meer technische
functies.
Er blijven evenwel nog ongeveer 900 uren die
door de technici van de 15
de
Wing moeten worden
gepresteerd, deels voor het spoelen van het
vliegtuig en deels voor de technical washing. Deze
technical washing is een onderdeel van een
inspectie die tot doel heeft moeilijk toegankelijke
zones te inspecteren, na te gaan of er zich nog
resten van solventen bevinden en of alle drain
holes vrij zijn en naar behoren functioneren, te
checken of de verf nog intact is en toe te zien op
corrosie. Deze washing is een onderdeel van de
technische taak van het personeel en maakt
slechts iets meer dan 1% uit van hun jaarlijkse
taak.
Gezien het belang van deze inspecties om
corrosie vroegtijdig op te sporen en eraan te
verhelpen, gezien de relatief geringe werklast dat
zulks vertegenwoordigt en de kostprijs om dit door
Sabena te laten uitvoeren, werd beslist deze
washing zelf te blijven uitvoeren in het kader van
de normale onderhoudsactiviteiten.
09.03 André Schellens (SP): Mijnheer de
minister, ik neem genoegen met uw duidelijk
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "militaire attachés"
(nr. 4190)
10 Question orale de M. Peter Vanhoutte au
ministre de la Défense sur "les attachés
militaires" (n° 4190)
10.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik
herinner mij dat de heer Goris in oktober van vorig
jaar een vraag stelde over de aanstelling van een
nieuwe militaire attaché in Parijs.
Mijnheer de minister, op deze vraag gaf u een vrij
omstandig antwoord en u voegde eraan toe dat u
deze problematiek in een ruimer kader wenste te
plaatsen.
Graag had ik de stand van zaken gekend in
verband met de aanstelling van die militaire
attaché in Parijs.
Ik kom thans tot de meer algemene kant van de
problematiek. Het contact dat ik had met een
aantal militaire attachés in het buitenland wekte bij
mij gemengde gevoelens op. Inderdaad, de ene
leek mij bekwamer dan de andere en in dat
verband had ik graag vernomen hoe deze functie
precies wordt omschreven, Met andere woorden,
welke operationele eisen worden aan betrokkenen
gesteld en aan welk profiel moeten zij
beantwoorden?
Voorts kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat,
voor een drietal nieuwe plaatsen waar men in de
toekomst militaire attachés wil benoemen, men
vooral denkt aan personen die aan het einde van
hun loopbaan zitten, dus als een uitlooppiste als
het ware. Misschien is dat een verkeerde indruk,
mijnheer de minister, maar dan zult u dat wel
tegenspreken.
Het lijkt mij evenwel belangrijk in dat verband na
te gaan wat de taak zou kunnen zijn van een
militaire attaché en welke de meerwaarde is van
jongere officieren. Immers, op lange termijn
zouden zij voor een hoger en meer
gespecialiseerd rendement zorgen en een
positieve rol kunnen spelen inzake internationale
samenwerking, omwille van hun talenkennis en
van hun specifieke capaciteiten. Volgens mij
kunnen deze personen aldus op een andere
manier worden ingeschakeld en kan hen op
langere termijn een ander perspectief worden
geboden, hetgeen een meerwaarde inhoudt ten
opzichte van het departement van
Landsverdediging. Dit lijkt mij beter dan personen
die het einde van hun loopbaan naderen, nog
enkele jaren naar het buitenland te zenden als
beloning voor bewezen diensten.
In dat verband had ik ook graag vernomen
waarom u niet opteert voor het promoten van
jonge personen voor dergelijke functies.
Tot slot, mijnheer de minister, had ik graag
geweten op welke basis de landen worden
geselecteerd waar militaire attachés worden
genoemd. Gebeurt zulks in overleg met de
minister van Buitenlandse zaken of gaat het om
een bilaterale beslissing?
10.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, er werd nog geen attaché
voor Parijs aangeduid, maar zodra in de nabije
toekomst een beter, globaal overzicht van alle
noodzakelijke internationale aanstellingen van
officieren bestaat, zal ik een beslissing nemen.
Pour être précis, il y a une semaine, il y a eu une
réunion de l'ensemble des attachés de Défense.
Comme chaque fois, je les ai rencontrés
personnellement pour leur expliquer ce que nous
attendions d'eux.
Ik kom tot de operationele vereisten.
Men moet hoger officier zijn, bij voorkeur kolonel
of kapitein-ter-zee, om enig aanzien te hebben,
zowel bij de collega's defensieattachés, als in de
ontvangende staat. Men moet bij voorkeur
stafbrevethouder zijn en men heeft best een
nationale loopbaan achter zich die een grondige
kennis van de Belgische strijdkrachten en de
defensiepolitiek garandeert. Men heeft bij
voorkeur internationale ervaring, waardoor de
kandidaat-defensieattaché reeds gewoon is in een
internationaal kader, in een vreemd land te
werken. Hij bezit ook de nodige talenkennis.
Indien mogelijk, moet hij nog deelnemen aan de
bevorderingen, gezien de functie van
defensieattaché als een belangrijke stap in de
loopbaan van de waardevolle kandidaat moet
worden beschouwd.
Vous avez compris que c'est "de préférence". On
change progressivement les choses.
Je ne souhaite plus avoir des postes d'attaché de
défense comme bâtons de maréchal; il faut
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
donner des chances aux jeunes, je suis
parfaitement d'accord avec vous. Nous
réfléchissons actuellement - et mettons cela en
pratique - à l'installation de nouvelles fonctions
pour préparer les attachés de défense.
Par exemple, dans le cadre de la présidence
suédoise, nous avons désigné aujourd'hui un
jeune major qui effectue une navette entre
Stockholm et Bruxelles. Il est associé aux travaux
du ministre de la Défense dans la préparation à la
présidence suédoise. Il pourra donc établir un lien
intéressant avec la présidence belge. Nous ferons
pareillement avec les Espagnols. Pour d'autres
pays où il n'existe pas d'attaché de défense
actuellement, nous allons spécialiser une série de
jeunes officiers dans ces fonctions-là; ces gens
auront des atouts le jour où l'on décidera
d'éventuellement placer un attaché de défense à
Stockholm.
Je veux donc casser cette image de l'attaché de
défense, agent exclusif du SGR, par exemple, ou
d'autres. Il doit devenir un élément de la politique
diplomatique générale de la Belgique à l'extérieur.
Cela impose donc une bonne collaboration avec le
ministre des Affaires étrangères.
Wat de functiebeschrijving betreft, werden de
functievereisten opgenomen in een politiek-
communautaire gedragslijn die op dit ogenblik
wordt herwerkt door de generale staf in
samenwerking met Buitenlandse Zaken. Ik streef
er immers naar de rol van defensieattaché uit te
breiden teneinde hem een volwaardige rol te
geven in de defense-diplomacy. Naast de
klassieke opdracht van militair vertegenwoordiger
bij de autoriteiten in het gastland en van
informatiebron voor de generale staf en mezelf
heeft de defensieattaché een belangrijke
diplomatiek-militaire rol. In de hedendaagse
geopolitieke context is het immers van groot
belang dat onze ambassadeurs op een efficiënte
wijze geïnformeerd en geadviseerd worden over
de militaire en strategische omgeving van het
gastland en zijn relaties met regio's of andere
landen. Onze diplomatieke vertegenwoordigers
moeten eveneens geïnformeerd worden over onze
eigen militaire capaciteit om diplomatieke en
politieke initiatieven te steunen.
Als diplomaat behandelt de defensieattaché alle
onderwerpen met een militair of aanverwant
karakter. Op dit vlak is hij de raadgever van de
ambassadeur. Hij vertegenwoordigt de minister
van Landverdediging, de chef van de generale staf
en de stafchef van de krijgsmachtdelen bij het
ministerie van Landsverdediging en de stafchefs
van de krijgsmacht van het gastland.
De defensieattaché licht de minister van
Landsverdediging en de chef van de generale staf
in over alle onderwerpen met betrekking tot
defensie en militair beleid van het gastland. In dit
kader verzamelt hij in het land waar hij
geaccrediteerd is informatie over het veiligheids-
en defensiebeleid en over de krijgsmacht van het
betrokken land. Hierbij moeten de wetgeving en
de reglementen die in het land van kracht zijn
worden nageleefd.
De gemiddelde leeftijd is 53 jaar. De spreker
vraagt zich af waarom er geen jongere officieren
tot defensieattaché worden benoemd. In een
diplomatieke context kunnen werken,
internationale ervaring hebben, beschikbaar zijn
en geen moeilijke familiale situatie hebben, zijn
een aantal criteria waaraan de attaché moet
voldoen.
Ces conditions évoluent et, pour être tout à fait
précis, la dernière fois où il a fallu désigner les
attachés militaires, je les ai rencontrés
personnellement, avec des collaborateurs, et nous
avons fait des choix qui n'étaient pas toujours
ceux souhaités par l'Etat-major qui se basait
exclusivement sur ses critères.
Le choix des pays est réalisé en concertation avec
le ministère des Affaires étrangères. Les critères
sont la valeur opérationnelle du pays que l'on
recherche. C'est une des raisons pour lesquelles
on pense au Bénin. Un autre élément peut être
également la représentation de la Belgique dans
la zone concernée. Il y a pour l'instant un seul
attaché de Défense pour la zone asiatique, ce qui
est insuffisant. Donc, il est proposé d'en mettre un
à Hanoi, parce qu'une coopération pourra
s'installer. Nous avons aussi des hommes au
Cambodge, au Laos où nous organisons une
formation au déminage. Il est également prévu
d'en désigner un pour Rabat parce que le Nord de
l'Afrique n'est pas couvert. C'est actuellement un
attaché de Défense à Madrid qui couvre
l'ensemble Algérie-Tunisie-Maroc. Il est
également prévu d'en mettre un à Buenos Aires
parce que la partie Sud de l'Amérique ne
comprend pas d'attaché de Défense. Nous avons
eu des collaborations avec les Argentins dans le
cadre des opérations en Slavonie, si je ne me
trompe. Nous avons eu des contrats de vente de
matériel avec le Brésil. Les Chiliens, dans la
reconstruction de leur démocratie, voudraient
s'informer sur ce que nous faisons dans la
réorganisation de notre armée.
CRIV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Voilà la logique qui préside à la proposition que j'ai
formulée à mon collègue des Affaires étrangères
qui était tout à fait d'accord. Vous avez également
d'autres opportunités. Il n'y a par exemple pas
d'ambassadeur au Bénin mais l'attaché de
Défense peut très bien être quelqu'un qui travaille
pour l'ambassadeur accrédité au Bénin. Il faut
essayer, par la juxtaposition de ces acteurs, de
couvrir le mieux possible les zones.
10.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik stel vast dat er een frisse
wind waait, ook in dit dossier. Dat zal een serieuze
stap vooruit zijn de komende maanden en jaren in
deze problematiek.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "legeraankopen in het
kader van OCCAR" (nr. 4191)
11 Question orale de M. Peter Vanhoutte au
ministre de la Défense sur "les achats militaires
dans le cadre de l'OCCAR" (n° 4191)
11.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in
verband met het toegangsticket tot OCCAR heb ik
bij nazicht van de dossiers die de afgelopen jaren
via de commissie voor de Legeraankopen zijn
gepasseerd, moeten vaststellen dat verscheidene
keren van een dossier werd gezegd dat dit nu het
toegangsticket tot het lidmaatschap van OCCAR
zou zijn. Die dossiers vielen dan in het water en
dan werd er weer een nieuw dossier opgevist
waarvan men stelde dat dit het ultieme
toegangsticket was. Nu zegt men dit weer van de
Airbus. Welke procedure wordt daarin nu eigenlijk
gevolgd? Is dit inderdaad het toegangsticket?
Worden wij na de levering van die Airbussen
volwaardig lid van OCCAR? Kunnen wij nu al het
lidmaatschap aanvragen? Is er al iets bezig in dit
verband? Wat zijn de afspraken in verband met
programma's als het Airbus-programma met
OCCAR als wij daar zelfs geen lid van zijn? Is er
enig zicht op de datum waarop men deze
procedure wenst af te ronden? In dit verband wil ik
opmerken dat voor Nederland dat ook al geruime
tijd vraagt om lid te mogen worden, een duidelijk
tijdschema werd uitgezet. Zo kent men daar
duidelijk de perspectieven en weet men op welke
termijn men volwaardig lid zal zijn van deze
organisatie.
In eigen land ziet de commissie voor de
Legeraankopen toe op de procedures voor
aankopen en het correcte verloop daarvan. Ik zal
u daar dus niet mee lastig vallen, maar ik zal de
genoemde commissie de vraag stellen om eens
een technische toelichting te krijgen bij het reilen
en zeilen van OCCAR en al wat daarbij komt
kijken. Hier zou ons dat te ver leiden. Niet
onbelangrijk is onze commissie voor de
Legeraankopen die toezicht uitoefent op de
controles. Hoe zal dat bij OCCAR verlopen in de
toekomst? Kent men daar iets vergelijkbaars? Ik
hoef dat antwoord niet tot in detail te krijgen
vandaag, maar zou er wel een algemeen zicht op
willen krijgen. Hoe zit het dan met de
parlementen? Zullen wij ook betrokken worden bij
het toezicht op al wat er zich afspeelt? Is een
bepaalde vorm van transparantie verzekerd? Als
dit niet zo is, hoe zal men dan de transparantie
binnen OCCAR en soortgelijke organismen
verzekeren?
11.02 Minister André Flahaut: Mijnheer de
voorzitter, collega's, het programma A400M is een
toegangsticket tot OCCAR. België heeft onlangs
uitvoerig gecorrespondeerd met de stichtende
leden van OCCAR Frankrijk, Duitsland, Groot-
Brittannië en Italië om onze aanvraag tot
toetreding te herhalen en te actualiseren op basis
van onze deelname aan het A400M-programma.
België bestelt 7 vliegtuigen en Luxemburg 1.
De toetreding tot OCCAR gebeurt via een
conventie die het parlement ter goedkeuring zal
worden voorgelegd, nadat de Ministerraad zich
hiermee akkoord heeft verklaard. De OCCAR-
structuren houden geen rekening met de ingreep
van enig controleorgaan in de zin van de
commissie voor de Legeraankopen. De
parlementen van de deelnemende landen zijn dan
ook niet betrokken bij dergelijke controle. In België
is het wel zo dat opdrachten voor het aanschaffen
van militair materieel die via OCCAR zouden
worden gerealiseerd, onderworpen zijn aan de
toepassing van artikel 3 §4 van de wet van 24
december 1993 inzake de overheidsopdrachten.
Dit artikel zal eerstdaags via een koninklijk besluit
worden uitgevoerd. Het ontwerp van besluit wordt
zeer binnenkort aan het Staatshoofd ter
ondertekening voorgelegd. In dit koninklijk besluit
voorziet men in de controlemodaliteiten waaraan
dergelijke gezamenlijke internationale
samenwerkingsprogramma's zullen worden
onderworpen. Hieruit blijkt dat deze dossier in
twee stadia, meer bepaald het voorafgaandelijk
akkoord en het voorstel van gunning, aan de
Ministerraad worden voorgelegd. Dit betekent dat
ze dan ook systematisch bij de lancering van de
procedure aan de commissie voor de
14/03/2001
CRIV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Legeraankopen worden voorgelegd. Bovendien
wordt ook de normale budgettaire en
administratieve controle toegepast. Uit het
voorgaande kan men besluiten dat het parlement
in België op een volledig normale wijze zijn
controlebevoegdheden zal kunnen uitoefenen via
de commissie voor de Legeraankopen.
11.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de minister, ik heb weinig op te merken.
Het is belangrijk te constateren dat de commissie
voor de Legeraankopen ook onder deze nieuwe
structuur zal kunnen functioneren en haar werk
naar behoren zal kunnen verrichten. Wij moeten
er in het kader van de conferentie wel nauwlettend
op toezien dat er voldoende garanties worden
geboden. Alle stukken die wij eventueel zouden
kunnen nodig hebben om de controle optimaal te
kunnen uitvoeren, moeten ook ter beschikking
zijn, ook indien ze van OCCAR moeten komen.
Daarop zullen wij op dat moment in de discussie
moeten toezien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 12.06 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.06 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 420
CRABV 50 COM 420
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
woensdag mercredi
14-03-2001 14-03-2001
10:15 uur
10:15 heures
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de aankoop van
simulatieapparatuur door de Belgische
Luchtmacht" (nr. 4123)
1
Question orale de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'acquisition d'un simulateur par la
Force aérienne belge" (n° 4123)
1
Sprekers: Ferdy Willems, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Ferdy Willems, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
Milan-antitankwapens" (nr. 3507)
2
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "les armes antichars Milan"
(n° 3507)
2
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
personeelssterkte van het Belgisch leger"
(nr. 4097)
3
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "les effectifs de l'armée belge"
(n° 4097)
3
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
overheidsopdrachten binnen het ministerie van
Landsverdediging" (nr. 4098)
3
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "les marchés publics dans le
cadre du ministère de la Défense nationale"
(n° 4098)
3
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
bestelling van rupskettingen voor de Leopard I"
(nr. 3451)
4
Question orale de M. Pieter De Crem au ministre
de la Défense sur "la commande de chenilles
pour des chars Léopard I" (n° 3451)
4
Sprekers: Pieter De Crem, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Pieter De Crem, André Flahaut,
ministre de la Défense
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vraag van
4
Interpellations et question orale jointes de
4
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 713)
4
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des compensations
économiques lors de commandes militaires"
(n° 713)
4
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de economische
compensaties voor legeraankopen" (nr. 4189)
4
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "les compensations économiques pour les
achats militaires" (n° 4189)
4
- de heer Stef Goris tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 734)
5
- M. Stef Goris au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des compensations
économiques dans le cadre de commandes
militaires" (n° 734)
5
Sprekers: Luc Sevenhans, Peter Vanhoutte,
Stef Goris, André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, Peter Vanhoutte,
Stef Goris, André Flahaut, ministre de la
Défense
Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs aan
de minister van Landsverdediging over "de
beperking van politieke rechten van militairen"
(nr. 4143)
9
Question orale de M. Bert Schoofs au ministre de
la Défense sur "la limitation des droits politiques
des militaires" (n° 4143)
9
Sprekers: Bert Schoofs, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Bert Schoofs, André Flahaut,
ministre de la Défense
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Samengevoegde mondelinge vragen van
10
Questions orales jointes de
10
- de heer John Spinnewyn aan de minister van
Landsverdediging over "de overplaatsing van de
onderofficierenschool in Zedelgem" (nr. 4154)
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le tranfert de l'école des sous-officiers de
Zedelgem" (n° 4154)
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
de Krijgsmacht" (nr. 4177)
- M. Luc Goutry au ministre de la Défense sur "la
restructuration des forces armées" (n° 4177)
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
Landsverdediging en de toekomst van de militaire
scholen" (nr. 4199)
- M. Richard Fournaux au ministre de la Défense
sur "la restructuration de la Défense nationale et
l'avenir des écoles militaires" (n° 4199)
Sprekers: John Spinnewyn, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: John Spinnewyn, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer André Schellens
aan de minister van Landsverdediging over "de
Technical Washings C-130 vliegtuigen van de
luchtmacht" (nr. 4186)
11
Question orale de M. André Schellens au ministre
de la Défense sur "les Technical Washings des
appareils C-130 de la force aérienne" (n° 4186)
11
Sprekers: André Schellens, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: André Schellens, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Peter Vanhoutte
aan de minister van Landsverdediging over
"militaire attachés" (nr. 4190)
12
Question orale de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "les attachés militaires"
(n° 4190)
12
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
Mondelinge vraag van de heer Peter Vanhoutte
aan de minister van Landsverdediging over
"legeraankopen in het kader van OCCAR"
(nr. 4191)
13
Question orale de M. Peter Vanhoutte au ministre
de la Défense sur "les achats militaires dans le
cadre de l'OCCAR" (n° 4191)
13
Sprekers: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Peter Vanhoutte, André Flahaut,
ministre de la Défense
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
WOENSDAG
14
MAART
2001
10:15 uur
______
du
MERCREDI
14
MARS
2001
10:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.23 uur door
de heer Jean-Pol Henry, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.23 heures par M. Jean-
Pol Henry, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems
aan de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "de aankoop van
simulatieapparatuur door de Belgische
Luchtmacht" (nr. 4123)
01 Question orale de M. Ferdy Willems au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "l'acquisition d'un simulateur par
la Force aérienne belge" (n° 4123)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Landsverdediging.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Défense.)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Er wordt
simulatieapparatuur aangekocht in Israël voor
ongeveer 600 miljoen dollar. Deze apparatuur wordt
in verschillende andere landen gebruikt. Over de
kwaliteit gaat het dus niet.
Er is echter een moreel probleem. Israël onderdrukt
een heel volk. De leverancier van deze apparatuur
verkoopt ook aan dictaturen. Wij steunen nu de
Israëlische wapenproductie. Israël past een echte
apartheidspolitiek toe. Het Israëlisch leger gebruikt
nu spijkerachtige wapens, Ramallah wordt
afgegrendeld, wegen die door de internationale
gemeenschap werden betaald worden opgeblazen
en uitgerekend nu kopen wij Israëlische wapens,
ondanks de ethische normen bij aankoop die
minister Vanden Bossche invoert. Dit kan niet. Ik
betreur dat mijn interpellatie werd omgezet in een
vraag: ik wil hierover een stemming in het
Parlement.
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): La Belgique va
procéder à l'acquisition, en Israël, d'un simulateur
de vol pour un montant de 600 millions de dollars
environ. Cet appareil est utilisé dans plusieurs pays
et ne pose aucun problème de qualité.
En revanche, il soulève un problème moral. L'Etat
israélien opprime en effet tout un peuple. Par
ailleurs, le fournisseur de ce simulateur compte
également des dictatures au nombre de ses clients.
Israël met en oeuvre une véritable politique
d'apartheid, son armée utilise depuis peu des
armes à fragmentation, la ville de Ramallah a été
bouclée, des routes construites au moyen de fonds
provenant de la communauté internationale ont été
détruites, etc. C'est le moment que choisit l'Etat
belge pour acheter des armes à Israël, en dépit des
normes éthiques en matière d'acquisition instaurées
par le ministre Van den Bossche. Voilà qui est
inacceptable. Je regrette que mon interpellation ait
été transformée en question : je souhaitais que le
Parlement s'exprime par un vote dans ce dossier.
01.02 Minister André Flahaut (Frans): Het betreft
een dossier dat dateert van voor de gebeurtenissen
die zich vandaag afspelen.
Het voorstel zal wellicht voor problemen zorgen
binnen het departement Landsverdediging en ik heb
01.02 André Flahaut , ministre (en français): Il
s'agit d'un dossier antérieur aux événements
d'aujourd'hui.
La proposition est susceptible de poser quelques
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
de indiener daar trouwens op gewezen.
problèmes au sein du département de la Défense et
je l'ai d'ailleurs signalé à son auteur.
(Nederlands): Het PIDV voorzag voor 2000 in het
project AACMI (Autonomous Air Combat
Manoeuvring Instrumentation) voor een bedrag van
379 miljoen BF. Dit project sloeg op de aankoop
van 20 Pod's, 2 debriefing stations, evenals de
initiële logistieke steun. Na een algemene
offerteaanvraag werden drie offertes ingediend. De
opdracht werd toegewezen aan de firma BGT uit
Duitsland, voor een bedrag van 375 miljoen BF.
BGT produceert dit materieel volledig in Duitsland
voor de gehele Europese markt. De productie
gebeurt op basis van een exclusieve
licentieovereenkomst tussen BGT en IAI (Israeli
Aircraft Industries). Voor de andere vragen van de
heer Willems ben ik niet bevoegd.
(En néerlandais) Le projet ACCMI (Autonomous Air
Combat Manoeuvring Instrumentation) a été
programmé en 2000 par le PIDS, pour un montant
de 379 millions de francs. Ce projet a été réalisé
par l'achat de 20 nacelles, de 2 stations de
debriefing ainsi que pour l'appui logistique initial. A
la suite d'un appel d'offres général, trois offres ont
été introduites. Le marché a été attribué à la firme
allemande BGT, pour un montant de 375 millions
de francs. Ce matériel est entièrement produit en
Allemagne par la firme BGT, et ce, pour l'ensemble
du marché européen. La production se fait sur la
base d'un contrat de licence exclusif conclu entre
BGT et IAI (Israeli Aircraft Industries).
Quant aux autres questions posées par M. Willems,
elles ne ressortissent pas à ma compétence.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Ik had een
interpellatie gericht tot de minister van Buitenlandse
Zaken. Ze komt nu hier aan bod. Ik ben blij met de
technische uitleg, maar ik ben het ermee eens dat
de ethische aspecten niet in deze commissie
moeten worden behandeld.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): J'avais adressé
une interpellation sur le même thème au ministre
des Affaires étrangères mais c'est au sein de cette
commission que ce débat a lieu. Je remercie le
ministre pour ses explications techniques mais
j'estime, comme lui, que les aspects éthiques ne
doivent pas être examinés ici.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
Milan-antitankwapens" (nr. 3507)
02 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "les armes antichars
Milan" (n° 3507)
02.01 Pieter De Crem (CVP): De landmacht schort
het gebruik van het Milan-antitankwapen voorlopig
op en dit wegens het licht radioactieve thorium dat
erin verwerkt is.
Wanneer werd de minister hierover ingelicht door
de Britse autoriteiten?
Hoe werd de aanwezigheid van thorium
vastgesteld? Hoe komt deze stof terecht in het
antitankwapen?
Welke maatregelen werden genomen ten aanzien
van het personeel dat met de Milan in aanraking is
gekomen?
02.01 Pieter De Crem (CVP): La force aérienne
suspend provisoirement l'utilisation des armes
antichars Milan, en raison de la présence dans ces
armes de thorium légèrement radioactif.
Quand le ministre a-t-il été informé de cette
situation par les autorités britanniques?
Comment la présence de thorium a-t-elle été
constatée? Comment cette matière s'est-elle
retrouvée dans les armes antichars?
Quelles mesures ont été prises à l'égard du
personnel entré en contact avec cette arme?
02.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Ik
heb van de legeroverheid een bericht ontvangen in
verband met de richtlijnen rond het gebruik van het
Milan antitankwapen. De Milan bevat een kleine
hoeveelheid thorium. In afwachting van een
definitief rapport worden een aantal
veiligheidsmaatregelen toegepast, zoals het dragen
van handschoenen en gasmaskers. Thorium is in
02.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
Les autorités de l'armée m'ont fait parvenir un avis
à propos des directives relatives à l'utilisation des
armes antichars Milan. Le Milan contient de petites
quantités de thorium. Dans l'attente d'un rapport
définitif, plusieurs mesures de sécurité sont mises
en oeuvre, telles que le port de gants et de masques
à gaz. Le thorium est présent en faibles quantités.
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
kleine hoeveelheden aanwezig. Daarom heb ik een
medisch onderzoek gevraagd en contacten gezocht
met buitenlandse legers. Mochten er
gezondheidsrisico's blijken, zal ik maatregelen
nemen.
J'ai demandé une étude médicale à ce sujet et pris
contact avec des armées étrangères. Si l'existence
de risques pour la santé devait être établie, je
prendrais les mesures nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
personeelssterkte van het Belgisch leger"
(nr. 4097)
03 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "les effectifs de
l'armée belge" (n° 4097)
03.01 Pieter De Crem (CVP): Het strategisch plan
voor de modernisering van het Belgisch leger gaat
uit van een getalsterkte van 44.500 burgers en
militairen op 1 januari 2000 naar 39.500 in 2015. Zal
die evolutie afdankingen meebrengen? Wat is de
stand van zaken in de personeelsherstructurering?
03.01 Pieter De Crem (CVP): Le Plan stratégique
de modernisation de l'armée belge se fonde sur une
réduction de l'effectif de 44500 civils et militaires au
1 janvier 2000 à 39500 en 2015.
Cette réduction ira-t-elle de pair avec des
licenciements ? Où en est la restructuration du
cadre du personnel?
03.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Het
opgelegde objectief voor de personeelssterkte zal
bereikt worden zonder enige afdankingsmaatregel.
Ik zal de heer De Crem een tabel laten
overhandigen met de huidige stand van zaken qua
personeelssterkte.
03.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
L'objectif imposé en termes d'effectifs sera atteint
sans aucun licenciement sec.
Je ferai remettre un tableau reprenant la situation
actuelle en matière d'effectifs à M. De Crem.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
overheidsopdrachten binnen het ministerie van
Landsverdediging" (nr. 4098)
04 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "les marchés publics
dans le cadre du ministère de la Défense
nationale" (n° 4098)
04.01 Pieter De Crem (CVP): Kan de minister een
overzicht geven van de vorig jaar toegewezen
overheidsopdrachten van meer dan 1 miljard frank?
Aan wie werden ze toegewezen en voor welk
bedrag? Wat waren de criteria?
Gisteren vernamen we interessante gegevens met
betrekking tot de economische compensaties.
Volgens minister Picqué is de hele regering daar
voorstander van. Voor welke opdrachten werden
economische compensaties bedongen? Wat was
de oorspronkelijke raming voor deze opdrachten?
Wat was de contractprijs?
04.01 Pieter De Crem (CVP): Le ministre peut-il
nous fournir la liste des marchés publics de plus
d'un milliard de francs attribués l'année dernière?
À qui ont-ils été attribués, pour quels montants et
quels furent les critères utilisés ?
Hier, nous avons reçu des informations
intéressantes au sujet des compensations
économiques. Selon le ministre Picqué, le
gouvernement y est unanimement favorable. Quels
marchés ont fait l'objet de compensations
économiques? Quelle était l'estimation initiale pour
ces marchés et quel était finalement le prix prévu
dans le contrat?
04.02 Minister André Flahaut (Nederlands): De
Algemene Aankoopdienst heeft in 2000 een enkel
contract van meer dan 1 miljard frank toegewezen.
Het gaat over de aankoop van vier vliegtuigen voor
de luchtmacht. De opdracht werd toegewezen aan
de Braziliaanse firma EMBRAER voor een bedrag
04.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
En 2000, un seul marché de plus d'un milliard de
francs a été attribué par le Service général des
Achats. Il s'agit de l'achat de quatre avions pour la
force aérienne. Le marché a été attribué à la firme
brésilienne EMBRAER pour un montant de 78
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
van 78 miljoen USD.
De gunningcriteria waren de prijs, de techniek en
het operationeel karakter. Er waren geen
economische compensaties. Het bedrag in de
aanvraag van het voorafgaandelijk akkoord beliep
2,6 miljard.
millions de dollars.
Les critères d'attribution furent le prix, les
caractéristiques techniques et le caractère
opérationnel. Il n'y a pas eu de compensations
économiques. Le montant de la demande pour
l'accord préalable s'élevait à 2,6 milliards de francs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Pieter De Crem
aan de minister van Landsverdediging over "de
bestelling van rupskettingen voor de Leopard I"
(nr. 3451)
05 Question orale de M. Pieter De Crem au
ministre de la Défense sur "la commande de
chenilles pour des chars Léopard I" (n° 3451)
05.01 Pieter De Crem (CVP): Het leger zou op het
punt staan om 28.000 kettingen te bestellen voor de
Leopard I. Volgens de Raad van State is een
openbare aanbesteding nodig.
Welke procedure zal worden gevolgd? Wat is de
stand van zaken?
05.01 Pieter De Crem (CVP): L'armée serait sur le
point de commander 28.000 chenilles pour les
chars Léopard I. Le Conseil d'Etat estime qu'une
adjudication publique s'impose.
Quelle procédure appliquera-t-on ? Qu'en est-il de
ce dossier ?
05.02 Minister André Flahaut (Nederlands): In dit
verband werd klacht ingediend bij de Raad van
State. Ik kan me thans dan ook niet uitspreken. Ik
zal later met kennis van zaken een beslissing
nemen.
05.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
Ce dossier fait l'objet d'une plainte devant le Conseil
d'Etat. Par conséquent, il ne m'est pas possible
d'en dire plus pour l'instant. Je prendrai une
décision plus tard, en connaissance de cause.
(Frans) Als ik ooit moet beslissen de Leopardtanks
om veiligheidsredenen buiten dienst te stellen,
bijvoorbeeld omdat er geen reserverupsbanden
meer zijn, dan zal ik niet aarzelen dat te doen. De
procedure bestaat, maar ik zal geen risico's nemen.
De pacifisten zullen dat op prijs stellen!
(En français) Si je dois, un jour, faire immobiliser les
chars Léopard pour raison de sécurité, par exemple
si je ne dispose plus du stock nécessaire pour le
remplacement des chenilles, je les ferai
immobiliser. La procédure existe, mais je ne
prendrai pas de risques. Et tant mieux pour les
pacifistes !
05.03 Pieter De Crem (CVP): Is het niet
eigenaardig dat in dit dossier geen gebruik werd
gemaakt van de procedure van de openbare
aanbesteding?
05.03 Pieter De Crem (CVP): N'est-il pas curieux
que la procédure de l'adjudication publique n'ait pas
été suivie dans ce dossier?
05.04 Minister André Flahaut (Frans): Het dossier
ligt bij de Raad van State en ik kan op dit ogenblik
dan ook niets ondernemen.
Maar ooit zal er met betrekking tot de rupsbanden
van die tanks een probleem rijzen.
05.04 André Flahaut , ministre (en français): Une
procédure est en cours devant le Conseil d'Etat et
je ne veux pas intervenir pour le moment.
Mais un jour, il y aura un problème pour les
chenilles de ces chars.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vraag van
- de heer Luc Sevenhans tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 713)
- de heer Peter Vanhoutte aan de minister van
Landsverdediging over "de economische
06 Interpellations et question orale jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des compensations
économiques lors de commandes militaires"
(n° 713)
- M. Peter Vanhoutte au ministre de la Défense
sur "les compensations économiques pour les
achats militaires" (n° 4189)
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
compensaties voor legeraankopen" (nr. 4189)
- de heer Stef Goris tot de minister van
Landsverdediging over "de afschaffing van
economische compensaties bij militaire
bestellingen" (nr. 734)
- M. Stef Goris au ministre de la Défense
nationale sur "la suppression des compensations
économiques dans le cadre de commandes
militaires" (n° 734)
06.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): We
ondervroegen gisteren al minister Picqué over de
economische compensaties. Dat de minister van
Economische Zaken pleit voor economische
compensaties is begrijpelijk, dat de minister van
Landsverdediging het beste materiaal wil, is
evenzeer logisch.
Het verleden heeft ertoe geleid dat aan
economische compensaties een reukje zit, maar we
mogen het kind niet met het badwater weggooien.
In andere landen vormen economische
compensaties geen probleem.
De regering schijnt te beseffen dat het besluit van
15 december overhaast werd genomen. Het
upgraden van de mijnenjagers gebeurt zonder
compensatie, tot groot jolijt van de Nederlanders.
Wij pleiten voor economische compensaties, maar
ze mogen de kwaliteitscriteria niet vervangen. Er
zijn overigens verschillende soorten economische
compensaties en men kan ze niet helemaal
uitsluiten.
06.01 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK) : Hier
déjà, nous avons interrogé le ministre Picqué au
sujet des compensations économiques. Il est
normal que le ministre de l'Economie préconise des
compensations économiques et que le ministre de
la Défense nationale souhaite le meilleur matériel
possible.
Les compensations économiques accordées par le
passé nous ont rendus méfiants à l'égard du
système. Toutefois, il ne faut pas jeter le bébé avec
l'eau du bain. Dans d'autres pays, les
compensations économiques ne posent aucun
problème.
Le gouvernement semble se rendre compte de la
précipitation avec laquelle la décision du 15
décembre a été prise. La modernisation des
chasseurs de mines s'effectue sans
compensations, à la grande joie des Néerlandais.
Nous plaidons en faveur de compensations
économiques, mais nous sommes d'avis qu'elles ne
peuvent remplacer les critères de qualité. Il existe
d'ailleurs différents types de compensations
économiques qui ne peuvent être totalement
exclues.
De regering schijnt daar nog niet helemaal uit te
zijn. Ze moet een duidelijk standpunt innemen.
Wat was het standpunt van de minister
vanLandsverdediging? Evolueert het?
Visiblement, le gouvernement n'est pas encore
parvenu à résoudre ce problème. Or, il doit adopter
un point de vue clair.
Quelle était la position du ministre de la Défense
nationale ? Evolue-t-elle ?
06.02 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Uit de
notificaties van de Ministerraad en uit de
verklaringen van minister Flahaut tijdens het
begrotingsdebat van december 2000, kan men
concluderen dat het systeem van de economische
compensaties formeel werd afgeschaft. Voortaan
zou er bij legeraankopen alleen nog rekening
worden gehouden met technische criteria en
prijsafwegingen. Is dit een officieel, bindend
standpunt of gaat het alleen maar om een belofte of
een formeel engagement? Zal deze visie gelden
voor alle toekomstige aankoopdossiers?
De Financieel Economische Tijd meldde op 9 maart
dat er bij de aankoop van de UAV-vliegtuigjes een
meerprijs werd betaald van 200 miljoen frank ten
gevolge van de economische compensaties.£
Heeft het departement Landsverdediging ooit een
studie laten uitvoeren naar de problematiek van de
06.02 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): On
peut conclure des notifications du conseil des
ministres et des déclarations faites par le ministre
Flahaut lors du débat budgétaire de décembre 2000
que le système des compensations économiques
est supprimé dans les faits. Dorénavant, lorsqu'il
sera procédé à des achats militaires, il ne sera plus
tenu compte que de critères techniques et de
considérations relatives au prix. S'agit-il là d'une
position officielle contraignante ou d'une promesse
ou engagement formel ? Cette règle s'appliquera-t-
elle à tous les futurs dossiers d'achat?
Le quotidien flamand De Financieel Economische
Tijd révélait dans son édition du 9 mars que, lors de
l'achat des petits avions UAV, un supplément de
200 millions de francs avait en fait été payé en
raison de l'application du système des
compensations économiques. Le département de la
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
economische compensaties?
Welke is de globale meerprijs die sinds 1983 bij de
aankoop van legermateriaal werd betaald ingevolge
waaraan economische compensaties?
In hoeveel gevallen werd ingevolge economische
compensaties niet geopteerd voor de aankoop die
qua prijs-kwaliteitsverhouding de voorkeur van de
krijgsmacht wegdroeg? Over welke aankopen gaat
het?
Défense nationale déjà fait réaliser une étude sur
les compensations économiques ?
A combien se monte globalement le supplément
payé depuis 1983 dans le cadre d'achats de
matériel militaire assorti de compensations
économiques ?
Dans combien de cas n'a-t-on pas opté, en raison
des compensations économiques prévues, pour
l'achat qui emportait l'adhésion des forces armées
pour son meilleur rapport qualité/prix ? De quels
achats s'agissait-il ?
06.03 Stef Goris (VLD): Deze aangelegenheid
moet in een Europees perspectief worden gezien.
Sommige buurlanden werken wel degelijk met
economische compensaties. Uit gegevens blijkt dat
het Belgisch leger in de laatste decennia voor 350
miljard aan bestellingen heeft gedaan en dat
daaraan voor 600 miljard aan compensaties was
verbonden. Compensaties mogen echter niet
bepalend zijn bij de bestellingen van het leger, maar
we kunnen niet ontkennen dat heel wat
compensaties voor onze industrie grote kansen
hebben gecreëerd. Ik denk onder meer aan Barco.
In deze aangelegenheid moeten de gewesten
trouwens hun verantwoordelijkheid opnemen en
eventueel de meerkost op zich nemen.
De regering besliste onlangs om bij de aankoop van
legermateriaal geen economische compensaties
meer te vragen. Een werkgroep buigt zich nu over
de gevolgen van die beslissing. Hoe ver is het
overleg in die werkgroep gevorderd? Wat zijn de
conclusies?
06.03 Stef Goris (VLD): Cette matière doit être
située dans une perspective européenne. Certains
pays voisins appliquent effectivement un système
de compensations économiques. Les données dont
nous disposons révèlent qu'au cours de la dernière
décennie l'armée belge a effectué des commandes
à concurrence de 350 milliards de francs, ce qui a
donné lieu à 600 milliards de francs de
compensations. Les compensations ne peuvent pas
être un facteur déterminant dans le cadre des
achats mais nous ne pouvons nier que de
nombreuses compensations ont été une aubaine
pour notre industrie. Je songe notamment à la
société Barco. Les Régions doivent assumer leurs
responsabilités en cette matière et elles doivent
éventuellement prendre en charge le surcoût.
Le gouvernement a décidé il y a peu de ne plus
demander de compensations économiques lors de
l'achat de matériel militaire. Un groupe de travail se
penche actuellement sur les conséquences de cette
décision. Où en est la concertation au sein de ce
groupe de travail ? Quelles conclusions ont déjà été
avancées?
06.04 Minister André Flahaut (Nederlands) : Het
KB van 6 februari 1997 bepaalt de modaliteiten van
de integratie van het economische luik in militaire
bestellingen. Er bestaat tevens een
protocolovereenkomst hierover tussen de ministers
van Landsverdediging en van Economische Zaken.
Het KB legt geen economische compensaties op,
het is een mogelijkheid. Het protocol kan worden
gewijzigd of opgeheven door de betrokken
ministers.
Op 12 mei 2000 heeft de regering een beleidsplan
voor het leger goedgekeurd, dat een visie bevat op
de opdracht van het leger tot 2015. De middelen en
uitrusting van het leger hangen af van die opdracht.
De keuze van het materiaal is ook daarop
gebaseerd.
06.04 André Flahaut , ministre (en néerlandais) :
L'arrêté royal du 6 février 1997 fixe les modalités de
l'intégration du volet économique dans les
commandes militaires. Cela a d'ailleurs fait l'objet
d'un protocole d'accord entre les ministres de la
Défense nationale et des Affaires économiques.
L'arrêté royal n'impose pas de compensations
économiques, il s'agit simplement d'une possibilité.
Ce protocole peut être modifié, voire abrogé par les
ministres compétents.
Le 12 mai 2000, le gouvernement a approuvé un
plan de politique pour l'armée où est traduite une
certaine conception de ses missions jusqu'en 2015.
Les moyens et l'équipement de l'armée dépendent
de ces missions. Il en va de même pour le choix du
matériel.
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Men kan geen abstractie maken van de
regionalisering van het economische beleid.
De regering heeft in december en februari een
standpunt ingenomen.
On ne peut faire abstraction de la régionalisation de
la politique économique.
Le gouvernement a pris position en décembre et en
février.
(Frans) Ik ben niet tegen economische
compensaties gekant, maar het is niet aan het
ministerie van Landsverdediging het voortouw te
nemen op dat gebied. De regering heeft een
beslissing genomen, en ik voer die uit. De regering
is op zoek naar een nieuwe, originele formule. De
bezielers van de werkgroep zijn de eerste minister
en de minister van Economie. Landsverdediging
woont de vergaderingen bij.
(En français) Je ne suis pas contre les
compensations économiques. Mais ce n'est pas le
ministère de la Défense nationale qui doit jouer le
premier rôle en ce domaine. Le gouvernement a
pris une décision, et je l'applique.
Le gouvernement recherche une formule nouvelle,
originale. Mais c'est le Premier ministre et le
ministre des Affaires économiques qui animent le
groupe de travail. La Défense nationale assiste aux
réunions de ce groupe de travail.
Voor legeraankopen moet het advies van de
militairen echter het zwaarst doorwegen. Als er
ongelukken gebeuren, zal men de toenmalige
politieke verantwoordelijken erover aanspreken !
Ik suggereer u dus uw vragen met betrekking tot de
werkgroep tot de eerste minister en de minister van
Economie te richten.
Ik kan geen speciale bestekken laten opmaken als
ik niet weet of de compensaties er al dan niet in
begrepen zijn.
Zo moest de opdracht voor verkenningsvoertuigen,
een dossier met een zeer complex bestek, herwerkt
worden opdat de opdracht nog in 2001 zou kunnen
worden toegewezen. Daarom staan de
compensaties niet in het nieuwe speciale bestek.
Voor de overige dossiers is het wachten op de
conclusies van de werkgroep.
Als de wetgeving betreffende de
overheidsopdrachten moet worden gewijzigd, gaan
we dat niet in verscheidene stappen doen. Maar
zoals de scouts sta ik altijd paraat !
Cependant, en ce qui concerne les achats
militaires, c'est l'avis des militaires qui doit primer.
Si des accidents se produisent, ce sont les
responsables politiques de l'époque qu'on ira
chercher !
Je suggère donc que les questions relatives au
groupe de travail soient posées au premier ministre
et au ministre des Affaires économiques.
Je ne puis faire faire des cahiers spéciaux des
charges sans savoir si l'on y inclut ou non les
compensations.
Par exemple, le dossier relatif aux véhicules de
reconnaissance, dont le cahier des charges était
très complexe, a dû être reformulé de manière à ce
qu'il puisse encore passer en 2001. C'est pourquoi
les compensations n'ont pas été reprises dans le
nouveau cahier spécial des charges.
Les autres dossiers sont en attente des conclusions
du groupe de travail.
S'il faut changer la législation sur les marchés
publics, on ne va pas le faire en plusieurs fois. Mais
je suis prêt, comme un scout !
06.05 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Dit
antwoord is coherent. De minister van
Landsverdediging moet inderdaad prioritair ervoor
zorgen dat de krijgsmacht het beste materiaal krijgt.
Over internationale samenwerking heb ik zo mijn
twijfels. Alle grote landen hebben hun eigen militaire
industrie. Ik kan me niet voorstellen dat Frankrijk
plots niet meer zou opkomen voor zijn nationale
wapenindustrie.
Ik kijk met aandacht uit naar de besluiten van de
06.05 Luc Sevenhans (VLAAMS BLOK): Cette
réponse est cohérente. Le ministre de la Défense
doit en effet avoir pour priorité de fournir aux forces
armées le meilleur matériel.
J'ai par contre des doutes quant à la coopération
internationale. Tous les grands États disposent de
leur propre industrie militaire. J'ai peine à imaginer
que la France ne défende soudainement plus son
industrie nationale de l'armement.
J'examinerai avec attention les décisions du groupe
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
werkgroep die zich over deze problematiek buigt.
de travail chargé de ce problème.
06.06 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Dit
antwoord was duidelijk en we zijn het ermee eens.
De krijgsmacht moet krijgen wat ze nodig heeft en
Landsverdediging mag eventuele compensaties niet
betalen. Er is een overproductie van militair
materiaal. Er zal moeten worden gesaneerd en
daarvoor zal de vrije markt moeten zorgen. Het
debat mag niet alleen door technische werkgroepen
worden gevoerd, het Parlement moet zijn
verantwoordelijkheid opnemen. Misschien kunnen
we hoorzittingen organiseren, maar ik weet niet
goed in welke commissie dat moet gebeuren.
06.06 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): La
réponse du ministre réponse était claire. Nous
partageons son point de vue. Les forces armées
doivent recevoir ce dont elles ont besoin. Il ne faut
pas que la Défense nationale paie les éventuelles
compensations. Il y a surproduction de matériel
militaire. Il faudra procéder à des assainissements,
notamment par la libéralisation du marché. Ce
débat ne doit être l'affaire des seuls groupes de
travail techniques. Le Parlement doit prendre ses
responsabilités. Nous pourrions peut-être organiser
des auditions, mais je ne sais pas dans quelle
commission.
06.07 Minister André Flahaut (Frans): De heer
Vanhoutte moet niet op het ministerie van
Landsverdediging rekenen om een colloquium over
de economische compensaties te organiseren.
Het departement Defensie is niet tegen de
ondernemingen. In tegenstelling tot het verleden
had ik geen contacten met industriëlen, ik heb wel
de Belgian Defence Industrial Group en regionale
vertegenwoordigers ontmoet. Ik heb hen duidelijk
gemaakt dat de druk elders moet worden
uitgeoefend en zij hebben dat goed begrepen.
Mijn vertegenwoordigers in de
werkgroeponderstrepen dat de economische
compensaties niet tot prijsverhogingen of
vertragingen bij de aankoop mogen leiden.
De ervaring leert ons immers dat de vastgestelde
prijzen vaak worden overschreden of dat de
procedures de aanbestedingen vertragen. De
gekozen formule moet goed doordacht zijn.
06.07 André Flahaut , ministre (en français): M.
Vanhoutte ne doit pas compter sur le département
de la Défense pour organiser un colloque sur les
compensations économiques !
La Défense n'est pas opposée aux entreprises. A la
différence du passé, je n'ai pas rencontré
d'industriels ; j'ai rencontré le Belgian Defence
Industrial Group et les représentants régionaux. Je
leur ai fait entendre que les pressions doivent
s'exercer ailleurs, et ils l'ont bien compris.
Mes représentants au sein du groupe de travail
insistent sur le fait que les compensations
économiques ne doivent ni faire monter les prix, ni
retarder les achats. Le passé nous a appris, en
effet, que les prix sont, dans bien des cas,
dépassés ou que les procédures retardent les
marchés. La formule à trouver doit être bien
pensée.
06.08 Stef Goris (VLD): Ik ben verheugd over de
eensgezindheid tussen interpellanten en minister.
Ik pleit voor een neutralisering, eerder dan voor een
afschaffing van de economische compensaties.
Eventuele economische compensaties, waarvoor
de gewesten bevoegd zijn, mogen niet
fundamenteel op het dossier wegen.
Wij mogen de tot dusver gevoerde politiek in de
grote, Europese instapdossiers niet zomaar
opgeven. Onze bedrijven mogen niet ineens in de
kou blijven staan.
Ik hoop dat in de dossiers van de lopende
economische compensaties de betrokken bedrijven
zich, ten gevolge van een nieuwe politieke visie, niet
06.08 Stef Goris (VLD): Je me réjouis de
l'unanimité qui règne entre le ministre et les
interpellateurs.
Je plaide pour la neutralisation des compensations
économiques plutôt que pour leur suppression.
D'éventuelles compensations économiques qui
relèvent de la compétence des Régions ne peuvent
pas avoir une importance déterminante dans le
dossier.
Nous devons veiller à ne pas nous écarter
brutalement de la politique menée jusqu'à présent
dans les grands projets européens. Nous ne
pouvons pas ainsi subitement abandonner nos
entreprises à leur sort.
J'espère que pour les dossiers de compensations
économiques en cours, les entreprises concernées
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
ontslagen voelen van hun verplichtingen. Op
wereldvlak is er zeker een overproductie, maar
Vlaanderen heeft vooral dual use-technologie. Onze
bedrijven hebben bestellingen nodig om
internationaal te kunnen concurreren.
Er moet een aparte enveloppe komen die wordt
behandeld door de gewesten en waarmee
Landsverdediging niets te maken heeft.
ne se sentiront pas libérées de leurs obligations
compte tenu de cette nouvelle donne politique. Il y a
certainement une surproduction à l'échelle mondiale
mais la Flandre dispose surtout d'une technologie
dual-use. Nos entreprises ont besoin de
commandes pour être compétitives à l'échelle
internationale.
Il faut prévoir une enveloppe séparée gérée par les
Régions et avec laquelle la Défense nationale n'a
rien à voir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer Bert Schoofs
aan de minister van Landsverdediging over "de
beperking van politieke rechten van militairen"
(nr. 4143)
07 Question orale de M. Bert Schoofs au ministre
de la Défense sur "la limitation des droits
politiques des militaires" (n° 4143)
07.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): Volgens de
wet van 14 januari 1975 mogen militairen lid zijn van
een politieke partij. Zij mogen wel niet actief
deelnemen aan publieke activiteiten of ambten
uitoefenen, gewag maken van hun militaire
hoedanigheid of zich kandidaat stellen bij
verkiezingen.
Wat verstaat men onder die ambten? Is het
verboden om een onbezoldigde activiteit van
raadgever uit te oefenen bij een politieke partij?
Wat verstaat men onder de bepaling dat de militair
zijn hoedanigheid niet mag bekend maken? Is het
niet een voorbijgestreefde bepaling dat militairen
zich niet kandidaat mogen stellen?
07.01 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK):Aux termes
de la loi du 14 janvier 1975, les militaires ont le droit
d'adhérer à un parti politique. Toutefois, il leur est
interdit de participer activement à des activités
publiques, d'exercer des fonctions, de faire état de
leur qualité de militaire et de se présenter comme
candidat aux élections.
Quelles fonctions sont précisément visées? Est-il
interdit d'exercer une fonction de conseiller non
rémunérée au sein d'un parti politique ?
Qu'entend-on par « faire état de leur qualité de
militaire ? L'interdiction pour les militaires de se
présenter comme candidat aux élections n'est-elle
pas dépassée?
Voorzitter: Pieter De Crem
Président: Pieter De Crem
07.02 Minister André Flahaut (Nederlands): De
term "ambt" staat los van een eventuele
bezoldiging. Militairen kunnen niet aan het politieke
leven deelnemen anders dan in de vermelde
ambten. Ze mogen geen leidende functies vervullen
of propaganda maken, maar ze kunnen de leiding
van een partij wel bijstaan door studies of
raadgevingen.
Op de tweede vraag is het antwoord neen.
In het kader van hun politieke activiteit mogen
militairen geen gewag maken van hun functie in het
leger. Deze bepaling verbiedt hun om op te treden
in naam van het leger.
Militairen genieten alle grondwettelijke rechten en
vrijheden. De Grondwet sluit echter beperkingen ten
aanzien van beoefenaars van een openbaar ambt
07.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais) :
Le terme « fonction » est à comprendre en dehors
de toute rémunération. Les militaires ne peuvent
participer à la vie politique en exerçant des
fonctions autres que celles qui sont prévues. Ils ne
peuvent exercer de fonctions dirigeantes ni se livrer
à de la propagande mais ils peuvent assister la
direction d'un parti en réalisant des études ou en
prodiguant des conseils.
La réponse est négative à la deuxième question.
Dans le cadre de leurs activités politiques, il est
interdit aux militaires de faire état de leur fonction à
l'armée. Cette disposition les empêche d'intervenir
au nom de l'armée.
Les militaires jouissent de toutes les libertés et de
tous les droits constitutionnels. La Constitution
n'exclut toutefois pas certaines limitations imposées
aux titulaires d'une fonction publique.
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
niet uit.
De generale staf is met een grondige studie van het
tuchtrecht begonnen. Die studie moet leiden tot een
nieuw ontwerp van tuchtwet.
Het huidige verbod wil de neutrale positie van de
militairen verzekeren. Die neutraliteit zou in het
gedrang komen als ze een mandaat zouden
uitoefenen voor een extremistische of een
separatistische partij.
L'Etat-major général a entamé un étude détaillée du
droit disciplinaire qui devra permettre d'élaborer un
nouveau projet de loi relatif à la discipline.
Les interdictions actuelles visent à garantir la
neutralité des militaires. Cette neutralité serait
compromise s'ils exerçaient un mandat pour le
compte d'un parti extrémiste ou séparatiste.
Vooraleer tot een opheffing van het verbod op een
politiek mandaat wordt overgegaan, moeten er nog
een aantal praktische problemen worden opgelost.
Ik denk aan de noodzaak tot operationaliteit en
permanente beschikbaarheid van een militaire
verkozene. Ook wordt de loopbaan van een militair
steeds meer gespecialiseerd: er moeten bepaalde
vormingssessies worden gevolgd en de vraag is
hoe dit kan worden verzoend met het bekleden van
een politiek mandaat. Het onderbreken van de type-
loopbaan gedurende een aantal jaren zou de
loopbaan van de betrokken militair zeker
hypothekeren.
Avant de supprimer l'interdiction d'exercer un
mandat politique, il faut résoudre une série de
problèmes pratiques. Je songe à la nécessité, pour
les militaires élus, d'être opérationnels et
disponibles en permanence. En outre, la carrière
des militaires est de plus en plus spécialisée : les
soldats sont tenus de suivre certaines sessions de
formation et on peut se demander comment
concilier cela avec l'exercice d'un mandat politique.
Il est certain que l'interruption de la carrière-type
d'un militaire pendant un certain nombre d'années
ne manquerait pas d'hypothéquer la carrière de
l'intéressé.
07.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK): In het
voorontwerp van de wet blijkt men een aantal
uitsluitingen te willen invoeren voor militairen die
zich kandidaat willen stellen voor zogenaamde
extremistische partijen. Wij zullen er dan ook naar
streven dat wij een echte democratische wet krijgen
met gelijkheid voor alle burgers.
07.03 Bert Schoofs (VLAAMS BLOK):
Visiblement, le gouvernement a souhaité insérer
dans l'avant-projet de loi une série d'exclusions
visant les militaires qui voudraient poser leur
candidature sur des listes soi-disant extrémistes. En
tout état de cause, nous veillerons à ce que soit
adoptée une vraie loi démocratique traitant tous les
citoyens sur un pied d'égalité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde mondelinge vragen van
- de heer John Spinnewyn aan de minister van
Landsverdediging over "de overplaatsing van de
onderofficierenschool in Zedelgem" (nr. 4154)
- de heer Luc Goutry aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
de Krijgsmacht" (nr. 4177)
- de heer Richard Fournaux aan de minister van
Landsverdediging over "de herstructurering van
Landsverdediging en de toekomst van de
militaire scholen" (nr. 4199)
08 Questions orales jointes de
- M. John Spinnewyn au ministre de la Défense
sur "le tranfert de l'école des sous-officiers de
Zedelgem" (n° 4154)
- M. Luc Goutry au ministre de la Défense sur "la
restructuration des forces armées" (n° 4177)
- M. Richard Fournaux au ministre de la Défense
sur "la restructuration de la Défense nationale et
l'avenir des écoles militaires" (n° 4199)
08.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Er
bestaan plannen om de onderofficierenschool in
Zedelgem over te plaatsen naar Saffraanberg in
Limburg. Hierover werd een studie gemaakt. Om
welke studie gaat het? Welke scholen zijn erin
opgenomen?
De overplaatsing brengt 150 arbeidsplaatsen in
gevaar. Onlangs nog werden investeringen gedaan.
08.01 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Le
gouvernement projette de transférer l'école des
sous-officiers de Zedelgem à Saffraanberg, dans le
Limbourg. Une étude a été réalisée à ce sujet. De
quelle étude s'agit-il
? Quelles écoles sont
concernées ?
Ce transfert mettra en péril 150 emplois. Des
investissements ont été réalisés encore
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
Vanwaar deze ommekeer? Wordt deze
infrastructuur een asielcentrum?
West-Vlaanderen kent wel meer sluitingen. Dit komt
de rekrutering in Vlaanderen niet ten goede. Hoe
past een verhuizing in een betere regionale
spreiding?
récemment. A quoi est dû ce revirement ? Cette
infrastructure abritera-t-elle un centre d'asile ?
La Flandre-Occidentale connaît de nombreuses
fermetures. Ceci ne sera pas bénéfique pour
l'emploi en Flandre. Comment concilier ce
déménagement avec le projet visant à améliorer la
répartition régionale ?
08.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Er
zijn momenteel een aantal werkgroepen bezig met
het bestuderen van de herstructurering van de
krijgsmacht. Een subwerkgroep onderzoekt de
mogelijke wijzigingen inzake de vorming niveau 2
voor onderofficier. In het kader hiervan wordt de
opportuniteit van een hergroepering van de scholen
voor onderofficieren onderzocht. Deze studie is nog
niet beëindigd. Er werd nog geen enkel voorstel
geformuleerd. Zolang dit niet het geval is, doe ik
geen uitspraken ter zake.
Herstructurering gaat natuurlijk gepaard met het
verlaten van kwartieren en het hergroeperen van
bepaalde onderdelen in een aangepaste, zoveel
mogelijk bestaande militaire infrastructuur. Er
circuleren ter zake heel wat geruchten, die niet
gefundeerd zijn. Ik betreur dit. Tot slot wil ik
beklemtonen dat er geen sprake is van een
beslissing, zolang de minister zelf niet heeft beslist.
Ik zal in elk geval bij een eventuele beslissing
rekening houden met een evenwichtige spreiding.
08.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
Actuellement, des groupes de travail préparent la
restructuration des forces armées. Un sous-groupe
de travail examine les modifications qui pourraient
être apportées à la formation de niveau 2, destinée
aux sous-officiers. Dans ce cadre, on étudie
l'opportunité d'un regroupement des écoles de
sous-officiers. Cette étude n'est pas encore
terminée. Aucune proposition n'a encore été
formulée. Tant que ce ne sera pas le cas, je ne ferai
pas de déclarations à ce propos.
Toute restructuration implique évidemment que des
unités quittent leurs quartiers et que des
composantes de nos forces armées soient
regroupées au sein d'une infrastructure militaire
adéquate, autant que possible existante. Bien des
rumeurs non fondées circulent à ce sujet. Je le
déplore. Enfin, je tiens à souligner qu'il n'y a pas de
décision tant que le ministre ne se sera pas lui-
même prononcé. Quoi qu'il en soit, lorsque je
déciderai, j'aurai le souci de garantir une répartition
équilibrée.
08.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Ik zou
een eventuele samensmelting betreuren, men zou
zo moeilijkheden zoeken.
08.03 John Spinnewyn (VLAAMS BLOK): Je
serais au regret de constater une éventuelle fusion.
En agissant de la sorte, on chercherait les
difficultés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Mondelinge vraag van de heer André
Schellens aan de minister van Landsverdediging
over "de Technical Washings C-130 vliegtuigen
van de luchtmacht" (nr. 4186)
09 Question orale de M. André Schellens au
ministre de la Défense sur "les Technical
Washings des appareils C-130 de la force
aérienne" (n° 4186)
09.01 André Schellens (SP): De C-130 vliegtuigen
van de luchtmacht worden jaarlijks schoongemaakt
door Sabena. De grove schoonmaak, de
zogenaamde technical washing, wordt uitgevoerd
door het personeel van de 15
de
Wing. Vroeger
gebeurde dat door miliciens of vrijwilligers, thans
door onderofficieren, vooral mechanici.
Kan de technical washing niet ook door Sabena
worden uitgevoerd?
09.01 André Schellens (SP): Chaque année, la
Sabena se charge du nettoyage des appareils C130
de la force aérienne. Le personnel du 15
ème
Wing
procède au grand nettoyage, aussi appelé technical
washing. Par le passé, cette tâche était accomplie
par des miliciens ou des volontaires. A présent, ce
sont des sous-officiers, principalement des
mécaniciens, qui s'en chargent.
La Sabena ne pourrait-elle pas également assumer
ce technical washing?
09.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Tot 09.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais) :
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
een jaar geleden werden ongeveer 100 commercial
washings en 40 technical washings uitgevoerd door
het personeel van de 15
e
Wing. Verleden jaar werd
beslist het commercieel gedeelte van de washings
te laten uitvoeren door Sabena.
Er blijven nog 900 manuren over voor het spoelen
van het vliegtuig en de technical washing. Het gaat
hierbij ook om een inspectie van de toestellen. Dat
is een onderdeel van de technische taak van het
personeel en vertegenwoordigt ongeveer 1 procent
van die taak.
Vanwege het belang van die inspectie en de relatief
geringe werklast werd besloten die taak verder te
laten uitvoeren door militair personeel.
Jusqu'il y a un an, le personnel du 15
e
Wing
effectuait une centaine de commercial washings et
une quarantaine de technical washings. L'année
passée, il a été décidé de confier la partie
commerciale des washings à la Sabena.
Il reste 900 heures de travail par homme pour le
rinçage de l'avion et le washing technique, lequel
s'accompagne d'une inspection des appareils. Cette
tâche fait partie de la mission technique du
personnel, et représente environ 1% de cette
mission.
Etant donné l'importance de cette inspection et la
charge de travail relativement faible, il a été décidé
de ne pas en décharger le personnel militaire
09.03 André Schellens (SP): Ik dank de minister
voor het duidelijke antwoord.
09.03 André Schellens (SP): Je remercie le
ministre pour sa réponse claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanhoutte aan de minister van Landsverdediging
over "militaire attachés" (nr. 4190)
10 Question orale de M. Peter Vanhoutte au
ministre de la Défense sur "les attachés
militaires" (n° 4190)
10.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Vorig
jaar stelde collega Goris al vragen omtrent de
aanstelling van militaire attachés, onder meer in
Parijs. Wat is nu de stand van zaken? Welk profiel
wordt van die attaché's verwacht? Gaat het niet
vaak om een beloning op het einde van een
loopbaan? Kan men niet beter jonge en bekwame
kandidaten op zending laten gaan?
Gebeuren die benoemingen in samenspraak met
Buitenlandse Zaken? Hoe worden de landen
uitgekozen?
10.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO):
L'année dernière, notre collègue, M. Goris, avait
interrogé le ministre sur la désignation des attachés
militaires, notamment à Paris. Quel est l'état actuel
des choses ? A quel profil doivent répondre les
attachés? Leur affectation n'est-elle pas souvent à
considérer comme une récompense attribuée en fin
de carrière ? Ne vaudrait-il pas mieux envoyer en
mission des candidats jeunes et qualifiés?
Ces nominations sont-elles réglées en concertation
avec le département des Affaires étrangères ?
Comment les pays d'affectation sont-ils désignés ?
10.02 Minister André Flahaut (Nederlands): Er
werd nog geen attaché voor Parijs aangeduid. Ik zal
een beslissing nemen als er een beter algemeen
overzicht is van de internationale plaatsing van
militairen.
10.02 André Flahaut, ministre (en néerlandais):
L'attaché pour Paris n'a pas encore été désigné. Je
prendrai une décision dès que nous aurons une
meilleure vue globale sur le déploiement
international des militaires.
(Frans) Een week geleden heb ik de defensie-
attachés ontmoet en ik heb hen uitgelegd wat wij
van hen verwachten.
(En français) Il y a une semaine, j'ai rencontré les
attachés de défense et je leur ai expliqué ce que
nous attendons d'eux.
(Nederlands) Wat de selectievereisten betreft, moet
de kandidaat een hogere officier zijn, bijvoorbeeld
kolonel of kapitein-ter-zee, zodat de attaché over
het nodige gezag beschikt in het land waar hij
gedetacheerd is. Betrokkene moet bij voorkeur
stafbrevethouder zijn en een loopbaan doorlopen
die de kandidaat een grondig inzicht geeft in het
militair beleid in België. Ook internationale ervaring
(En néerlandais) En ce qui concerne les critères de
sélection, le candidat-attaché doit être un officier
supérieur, par exemple colonel ou capitaine de
vaisseau, de sorte que l'attaché jouisse du crédit
nécessaire dans le pays où il est détaché. Le
candidat doit de préférence être titulaire d'un brevet
d'Etat-major et doit pouvoir se prévaloir d'une
carrière lui ayant
permis d'acquérir des
CRABV 50
COM 420
14/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
is natuurlijk een belangrijke factor.
connaissances approfondies de la politique militaire
de la Belgique. L'expérience internationale constitue
évidemment également un critère important.
(Frans) Ik wil niet dat in de toekomst nog mensen
die aan uitbollen toe zijn tot defensie-attaché
worden benoemd. Die functie moet door jonge
mensen worden ingevuld. Wij overwegen posten te
creëren om jongeren op die functie voor te
bereiden. Zo hebben wij in het kader van het
Zweeds voorzitterschap een jonge officier benoemd
die in Stockholm voor de verbinding met het
toekomstig Belgisch voorzitterschap instaat.
(En français) Je ne souhaite plus de postes
d'attachés de défense comme bâtons du maréchal
pour certains. Il faut rajeunir cette fonction. Nous
songeons à des postes préparant les jeunes à cette
responsabilité. Par exemple, dans le cadre de la
présidence suédoise, nous avons décidé de
nommer un jeune officier chargé d'assurer à
Stockholm la liaison avec la future présidence
belge.
(Nederlands) De functievereisten zijn opgenomen in
een politico-militaire gedragslijn die thans wordt
herwerkt in samenwerking met Buitenlandse Zaken,
met het oog op een verruiming van de diplomatieke
militaire rol van de militaire attachés. Zij moeten
onze diplomatieke vertegenwoordigers adviseren en
vertegenwoordigen de minister van
Landsverdediging en de legeroverheid. Zij lichten de
militaire overheid en de minister van
Landsverdediging in over de militaire
aangelegenheden van het gastland.
De gemiddelde leeftijd is drieënvijftig jaar. De
gewenste graad is één van de redenen. Ook de
familiale omstandigheden spelen een rol.
(En néerlandais) Les exigences relatives aux
fonctions figurent dans un code de conduite politico-
militaire qui est actuellement retravaillé en
collaboration avec les Affaires étrangères, en vue
d'élargir le rôle diplomatico-militaire des attachés
militaires. Ils doivent conseiller nos représentants
diplomatiques et représenter le ministre de la
Défense nationale ainsi que les autorités militaires.
Ils informent les autorités militaires et le ministre de
la Défense nationale sur la situation militaire du
pays hôte.
L'âge moyen est de 53 ans, en raison du grade
requis. La situation familiale joue aussi.
(Frans) De omstandigheden evolueren. De laatste
maal dat defensie-attachés moesten worden
benoemd, heb ik hen persoonlijk ontmoet. Zij
werden aangewezen op grond van criteria die niet
noodzakelijk dezelfde zijn als die welke door de staf
worden gehanteerd.
De keuze van het land berust op het operationeel
karakter (Benin) en de Belgische
vertegenwoordiging in de regio (Hanoï, Rabat,
Buenos Aires). Op die logica stoelt het voorstel dat
ik de minister van Buitenlandse Zaken heb
voorgelegd.
(En français) Les conditions évoluent. La dernière
fois qu'il a fallu nommer des attachés de défense, je
les ai rencontrés personnellement et ils ont été
désignés sur la base de critères qui n'étaient pas
forcément ceux de l'État major.
Le choix du pays repose sur l'opérationnalité
(Bénin), la représentation belge dans la région
(Hanoï, Rabat, Buenos-Aires). Telle est la logique
de la proposition que j'ai faite au ministre des
Affaires étrangères.
10.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ik
dank de minister voor dit omstandig antwoord, dat
bewijst dat er een frisse wind waait doorheen het
beleid. Ik kan dat alleen maar toejuichen.
10.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Je
remercie le ministre pour cette réponse
circonstanciée. Elle prouve qu'un vent nouveau
souffle sur la politique, ce dont je ne puis que me
réjouir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Mondelinge vraag van de heer Peter
Vanhoutte aan de minister van Landsverdediging
over "legeraankopen in het kader van OCCAR"
(nr. 4191)
11 Question orale de M. Peter Vanhoutte au
ministre de la Défense sur "les achats militaires
dans le cadre de l'OCCAR" (n° 4191)
11.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Naar 11.01 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Il a
14/03/2001
CRABV 50
COM 420
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
aanleiding van een reeks grote legeraankopen werd
gesteld dat dit het "toegangsticket" was voor het
Organisme Conjoint de Coopération en Matière
d'Armement (OCCAR).
Is dat nog altijd de visie van de regering? Zo ja,
over welke aankoopdossiers gaat het?
Wanneer wordt ons land officieel lid van OCCAR?
Welke procedure moeten we nog doorlopen?
Hoeveel tijd zal deze procedure in beslag nemen?
Welke instelling zal toekijken op het correcte
verloop van de legeraankopen binnen OCCAR?
Worden de parlementen van de deelnemende
landen bij deze controle betrokken?
Hoe zal gegarandeerd worden dat de werking van
OCCAR voldoende transparant zal gebeuren?
été dit à propos d'un certain nombre d'achats
militaires importants qu'il s'agissait du « ticket
d'entrée
» pour l'Organisme Conjoint de
Coopération en matière d'Armement (OCCAR).
Le gouvernement est -il toujours de cet avis ? Dans
l'affirmative, de quels dossiers d'achats s'agit-il ?
Quand notre pays deviendra-t-il officiellement
membre de l'OCCAR
? Quelle procédure doit
encore être suivie? Combien de temps cela
prendra-t-il ?
Quelle instance au sein de l'OCCAR veillera au
respect de la procédure afférente aux achats
militaires
? Les parlementaires des pays
participants seront-ils associés à ce contrôle ?
Comment garantir une transparence suffisante
dans le fonctionnement de l'OCCAR ?
11.02 Minister André Flahaut (Nederlands) : Het
programma A 400 M is een toegangsticket tot
OCCAR. België heeft onlangs brieven uitgewisseld
met de stichtende leden van OCCAR. De toetreding
gebeurt door een conventie die aan het Parlement
zal worden voorgelegd.
Er is niet voorzien in parlementaire controle op
OCCAR. In België zal de aanschaf van militair
materiaal via OCCAR wel onderworpen zijn aan de
wet van 24 december 1993. Artikel 3 § 4 zal
binnenkort door een KB worden uitgevoerd. Het
Parlement zal dus zijn controlebevoegdheid kunnen
uitoefenen via de commissie Legeraankopen.
11.02 André Flahaut , ministre (en néerlandais):
Le programme A 400 M est un ticket d'entrée pour
l'OCCAR. Notre pays a récemment procédé à un
échange de correspondance avec les membres
fondateurs de l'OCCAR. L'adhésion s'effectuera sur
la base d'une convention qui sera soumise au
Parlement.
En principe, l'OCCAR ne devrait être soumis à
aucun contrôle parlementaire. En Belgique, l'achat
de matériel militaire par le biais de l'OCCAR
relèvera de la loi du 24 décembre 1993. Un AR
devrait être pris sous peu afin de donner exécution
à l'article 3, §4. Le Parlement pourra donc exercer
sa compétence de contrôle par le biais de la
Commission des achats militaires.
11.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Ik ben
verheugd dat de commissie Legeraankopen ook in
de nieuwe structuur haar werk naar behoren zal
kunnen doen. Hopelijk zal deze commissie bij haar
werkzaamheden over alle nodige documenten
kunnen blijven beschikken.
11.03 Peter Vanhoutte (AGALEV-ECOLO): Je me
félicite de ce que la commission des acquisitions de
l'armée pourra continuer à fonctionner
convenablement dans la nouvelle structure.
J'espère que cette commission disposera toujours
de tous les documents nécessaires à ses travaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 12.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
12.05 heures.
Document Outline