KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 416
CRIV 50 COM 416
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
V
ERENIGDE COMMISSIES VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND EN DE
L
ANDBOUW EN VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET LEEFMILIEU EN
C
OMMISSIONS RÉUNIES DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE ET DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
dinsdag mardi
13-03-2001 13-03-2001
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
aanmaning van België door de Europese
Commissie wegens misbruik van de Europese
wetgeving op dierenexperimenten" (nr. 4115)
1
Question orale de M. Ferdy Willems à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la mise en
demeure adressée à la Belgique par la
Commission européenne pour abus de la
législation européenne relative aux expériences
sur les animaux" (n° 4115)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Ferdy Willems, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van de heer Jef Valkeniers tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de minister
van Landbouw en Middenstand over "de
noodzaak van het wegwerken van de
voedingspsychose die zich heeft meester
gemaakt van onze bevolking" (nr. 712)
4
Interpellation de M. Jef Valkeniers à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
nécessité d'enrayer la psychose alimentaire qui
s'est emparée de la population" (n° 712)
4
Sprekers: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken, Volks-
gezondheid en Leefmilieu, Ferdy Willems,
Philippe Collard, Robert Denis
Orateurs: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement,
Ferdy Willems, Philippe Collard, Robert
Denis
CRIV 50
COM 416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
VERENIGDE COMMISSIES VOOR
HET BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW EN VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSIONS RÉUNIES DE
L'ECONOMIE, DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE L'EDUCATION,
DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET
CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE ET DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
DINSDAG
13
MAART
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
13
MARS
2001
14:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.09 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.09 heures par M. Jos
Ansoms, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
aanmaning van België door de Europese
Commissie wegens misbruik van de Europese
wetgeving op dierenexperimenten" (nr. 4115)
01 Question orale de M. Ferdy Willems à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement sur
"la mise en demeure adressée à la Belgique par
la Commission européenne pour abus de la
législation européenne relative aux expériences
sur les animaux" (n° 4115)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, mijn
eerste vraag luidt hoe u deze tweede aanmaning
van de Europese Commissie evalueert? Ik wil mijn
vraag even toelichten. Het hele verhaal is
begonnen bij onze universiteiten, de VUB/ULB en
de KUL, die nogal wat dierproeven deden op vaak
illegale wijze. Zij verdoofden de dieren
onvoldoende, er was geen veearts in de buurt,
enzovoort. Gaia heeft tegen de universiteiten een
proces aangespannen waaruit een aantal lichte
veroordelingen voortvloeide. Ik bespaar u het hele
verhaal. De universiteiten zijn tegen de uitspraak
in beroep gegaan, en dit beroep is nog steeds
hangend.
Op basis van artikel 9, paragraaf 3, van de wet op
de dierenexperimenten hebben de universiteiten
intussen bij het ministerie van Landbouw gevraagd
om uitzonderingen op de regel. Die uitzonderingen
zijn eigenlijk meer de algemene regel geworden.
Daarom is de Europese Commissie ertegen
opgetreden. Zij heeft gesteld dat België misbruik
maakt van de uitzonderingen. Het Belgisch
antwoord op die aanmaning is ook reeds bekend.
Volgens wat er in de pers over verschijnt, is dit
antwoord echter onvoldoende. Daarom kwam er
intussen een tweede aanmaning van de Europese
Commissie.
In De Morgen van 23 februari 2001 las ik en ik
citeer: "De Belgische autoriteiten zouden de
Europese Commissie reeds laten weten hebben
dat er maatregelen genomen zullen worden."
Mevrouw de minister, klopt dit bericht? Hoe luidde
13/03/2001
CRIV 50
COM 416
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
het Belgisch antwoord op de eerste aanmaning,
dat onvoldoende werd geacht? Welke
maatregelen stelt België nu voor, na de tweede
aanmaning? Ik wil benadrukken dat wij geen
vrede nemen met een louter administratieve
rechtzetting. Er moet worden vermeld wie het
gunstige advies verleent. Voor ons volstaat dit
niet. Het antwoord aan de Europese Commissie
moet naar onze smaak wetenschappelijk
onderbouwd zijn. Het moet in het kader van de
volksgezondheid staan en het moet onderworpen
worden aan de controle van deskundigen.
Mevrouw de minister, mijn tweede vraag luidt of
het aantal dierproeven vermindert? Ik vraag u hier
dus eigenlijk naar de toepassing van artikel 15 van
de wet van 14 november 1993. Op 31 januari van
elk jaar moeten er volgens de wet statistieken
voorhanden zijn over het aantal dierproeven,
gespecificeerd volgens diersoort, of de proeven al
dan niet wettelijk gebeurden, enzovoort. Daarvoor
bestaan aparte formulieren.
Bij navraag blijkt dat die statistieken er nog altijd
niet zijn, vooral omdat de informanten, de labo's
en de universiteiten, hun rapporten niet
doorgeven. Mevrouw de minister, hoe gaat u dit
proces verhaasten? Komen de statistieken er
binnenkort? Kunnen de betrokken rapporten dan
worden ingezien?
Mijn derde en vierde vraag behandel ik samen.
Hoeveel vragen om uitzonderingen op de wet
werden geweigerd? Hoeveel werden er
goedgekeurd? Ik heb in de pers gelezen dat het
aantal proeven sinds de Europese aanmaningen
verminderd zou zijn. Ik kan dit aannemen. Mij
interesseert of het gaat om een louter toevallige
vermindering om economische redenen, omdat
men minder dieren nodig heeft. Of is de
vermindering te wijten aan ethische motieven?
Gaat het om een doelgericht beleid dat nu
gevoerd wordt? Na raadpleging van een aantal
mensen vrezen wij dat het aantal dierproeven in
de toekomst weer zal toenemen. Men wil immers
transgene dieren gaan gebruiken. Ook de
Europese warenwetgeving kan meer proefdieren
vereisen.
Mevrouw de minister, indien er zoals verwacht
opnieuw een toename is van het aantal
dierproeven, willen wij die wel aanvaarden maar
dan onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de
dierproeven alleen in het kader van de
volksgezondheid gebeuren en bijvoorbeeld niet
voor het testen van cosmeticaproducten. Wij
willen ook dat er voorzorgen komen opdat de
proeven gebeuren met een zo klein mogelijk
aantal dieren en op een ethische manier.
Mevrouw de minister, mijn vijfde vraag luidt hoe u
het deontologisch comité evalueert? Ik vraag u
hier dus naar de uitvoering van artikel 17 van de
wet op de dierenexperimenten. Dit artikel bepaalt
dat het deontologisch comité kan samenkomen
om vier redenen. Ten eerste, wanneer de wet het
vereist. Ten tweede, op vraag van het ministerie
van Landbouw. Ten derde, op vraag van het
ministerie van Landbouw of de ethische
commissies in de laboratoria, die overigens nog
niet bestaan. Ten vierde, wanneer zeven leden om
een samenkomst verzoeken.
Mevrouw de minister, hoe vaak vergadert het
deontologisch comité? Op wiens vraag wordt er
dan vergaderd? Zijn de notulen van het comité ter
inzage? Wij stellen vast dat van de twintig
personen die in het deontologisch comité zitten, er
vier rechtstreeks uit de sector dierenwelzijn
komen. Hoe gedragen deze twintig mensen zich?
Wordt er vaak zestien tegen vier gestemd? Zijn de
vier onderling verdeeld? Dit alles wil ik graag uit
de feiten kunnen afleiden.
Mevrouw de minister, mijn zesde en laatste vraag
betreft het koninklijk besluit dat u hebt
aangekondigd op 15 februari 2000. U zei toen dat
er een koninklijk besluit zou komen dat de interne
controle door een ethische commissie in de
laboratoria verplicht maakt. Men heeft mij gezegd
dat de komst van dit koninklijk besluit vertraagd
wordt door de procedure bij de Raad van State.
Mevrouw de minister, wanneer verwacht u
realisatie van dit koninklijk besluit?
01.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de
voorzitter, collega's, een Europese richtlijn uit
1986 legt de regels vast voor de herkomst van
honden en katten die als proefdieren gebruikt
worden. Deze regels zijn zeer gedetailleerd. Zij
zijn volledig in de Belgische wetgeving ingepast.
De Europese richtlijn voorziet de mogelijkheid om
ontheffingen toe te kennen voor dieren die niet
speciaal voor dierproeven gekweekt zijn. Deze
mogelijkheid wordt door een specifieke
aanvullende Belgische regelgeving beperkt. Het in
gebreke stellen van België door de Europese
Commissie werd volgens de huidige informatie
vooral ingegeven door de wijze waarop België de
ontheffingen verleende. De Europese Commissie
was van oordeel dat in België, na de inschakeling
van ethische commissies en dergelijke, een puur
administratieve afhandeling van de procedure is
voorzien. Bij onze contacten met de Europese
Commissie hebben wij voorgesteld de vragen om
ontheffingen in laatste instantie aan de minister
CRIV 50
COM 416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
voor te leggen. Zo komt er een definitieve,
politieke, uitspraak telkens er een ontheffing wordt
verleend.
Mijnheer Willems, in uw tweede vraag hebt u een
aantal cijfergegevens opgevraagd. Ik kan u
antwoorden dat in 1993 nog 1.645.000 proefdieren
gebruikt werden. Dit aantal was in 1999 gedaald
naar 790.000 proefdieren. Dit is bijna een
halvering. Dit is niet aan het toeval toe te
schrijven, maar is het gevolg van een groeiende
bewustwording. Het wordt niet langer aanvaard
dat proefdieren onnodig worden gebruikt. Bij mijn
bezoeken aan een aantal farmaceutische
bedrijven heb ik telkens gevraagd wat zij deden in
verband met dierproeven. Diverse in België
gevestigde bedrijven konden zeer duidelijk
aantonen welke inspanningen zij deden om
bepaalde proeven op een andere manier dan met
levende dieren te doen.
Terzake is er dus een heel duidelijke vooruitgang.
In België wordt er dus in beperkte mate een
beroep gedaan op het toekennen van en
ontheffing. Dit gebruik van honden en katten, die
niet specifiek voor proeven gekweekt werden, blijft
dus beperkt tot 20 laboratoria van de 400 die ons
land rijk is. Er zijn 11 ontheffingen gebeurd voor
het gebruik van honden, die afgeleverd werden in
1998, 1999 en 2000. Er waren twee ontheffingen
voor katten, die werden toegekend in 1998. Er
werden er 3 toegekend in 1999 en 2000. De
aanvragen tot ontheffing werden wetenschappelijk
gemotiveerd door de directeurs van de slechts 20
laboratoria die daarvoor in aanmerking komen.
Sinds 1999 worden de aanvragen tot ontheffing
bovendien vooraf onderzocht door de ethische
commissies van deze laboratoria. De dienst kent
deze ontheffingen vervolgens toe in het licht van
hun oordeel en informeert jaarlijks de
deontologische commissie. De ethische
commissies van de universiteiten en het
deontologisch comité, dat bestaat uit experts op
medisch, biologisch en ethisch vlak en op het vlak
van dierenwelzijn onderzoeken het aantal
toegestane ontheffingen. Deze verificatie op twee
verschillende en onafhankelijke niveaus lijkt me in
sterke mate bij te dragen tot het uitsluiten van
mogelijk misbruik. Het koninklijk besluit dat ik
midden februari heb aangekondigd, werd
goedgekeurd op de Ministerraad in mei 2000 en
het duurde tot maar liefst december tot we het
advies van de Raad van State verkregen. In dit
advies werden een aantal wijzigingen voorgesteld
en nu wordt er dus de laatste hand gelegd aan dit
koninklijk besluit zodat we het opnieuw kunnen
behandelen in de Ministerraad.
Ik meen in alle eerlijkheid te kunnen zeggen dat
België terzake de strengste procedures heeft in
Europa. Bovendien zal de wijziging waarbij in
laatste instantie, nadat alle andere stadia
doorlopen werden, de goedkeuring van de
bevoegde minister vereist is, op Europees niveau
ongetwijfeld elke wrevel wegnemen.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Mevrouw de
minister, op de eerste vraag antwoordt u dat er
voortaan een politieke beslissing komt, wat
meteen impliceert dat er controle zal mogelijk zijn
van onzentwege. Wij zullen ons namelijk blijven
verzetten tegen louter formalistische
uitzonderingen. Wij zullen uitzonderingen slechts
aanvaarden wanneer deze gebaseerd zijn op
basis van volksgezondheid en zelfs dan nog moet
er op de meest ethisch verantwoorde wijze te
werk gegaan worden. Het aantal dierenproeven is
verminderd. Het verheugt me u te horen zeggen
dat dit een bewuste, ethische keuze was. Ik
begrijp dan echter de klacht op het Europese
niveau niet goed. Men vindt dat er nog steeds
formalistisch te werk wordt gegaan en dat de
uitzondering stilaan tot regel wordt. Ik hoop dat u
gelijk krijgt.
Inzake het aanstaande koninklijk besluit kennen
we allemaal de procedures van het land waarin we
leven. Er treft u dan ook geen schuld voor de
vertraging. Ik kreeg echter geen antwoord op mijn
vraag over de evaluatie van de deontologische
commissie. Dit was slechts een aanvullende,
secundaire vraag, die ik pas zo-even stelde. Ik
had toch graag vernomen of deze deontologische
commissie werkt. Hebben wij inzage in die
stukken? Dan is er geen enkel probleem. Ik kan
deze dan zelf inkijken. Vindt er bij de behandeling
van een uitzondering dan een stemming plaats,
waarbij de drie, vier mensen die begaan zijn met
dierenwelzijn het opnemen tegen de rest? Hoe
gebeurt dit concreet? Ik kan enkel op basis van de
praktijk en het concrete gedrag van de
verantwoordelijke commissieleden oordelen of er
goed werk wordt geleverd en of het vaak
gehoorde verwijt, dat deze leden tegelijk rechter
en betrokken partij zijn, gegrond is of niet.
01.04 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer Willems,
we stellen vast dat er tijdens een periode van zes
jaar een halvering van het aantal dierenproeven
optrad, van 1 600 000 naar 790 000 proeven. Een
dergelijke evolutie sluit de notie van louter
formalistische werkwijze toch automatisch uit.
Dan boekt u dergelijke resultaten niet. Uw
aanvullende vraag zal ik bekijken om u een
13/03/2001
CRIV 50
COM 416
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
bevredigend antwoord te geven. Uiteraard zal die
informatie u dan ter beschikking gesteld worden.
Ten slotte, wat uw opmerking inzake cosmetica
betreft, zijn wij ingeschakeld in een Europees
proces en heeft België er altijd voor gekozen
zoveel mogelijk vooruitgang in het dossier te
boeken. Men heeft dan ook de wijziging van de
houding van België kunnen vaststellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Interpellatie van de heer Jef Valkeniers tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de
minister van Landbouw en Middenstand over
"de noodzaak van het wegwerken van de
voedingspsychose die zich heeft meester
gemaakt van onze bevolking" (nr. 712)
02 Interpellation de M. Jef Valkeniers à la
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement et
au ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "la nécessité d'enrayer la
psychose alimentaire qui s'est emparée de la
population" (n° 712)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement.)
02.01 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, mevrouw de minister, collega's, volgens
de Britse socioloog Frans Ferredig leven we
steeds meer in een cultuur van angst. Als men alle
onheilsberichten moet geloven zijn we permanent
in levensgevaar. Vooreerst was en is er nog
steeds de hormonenzaak die nog geregeld in de
belangstelling komt. Ik denk dat we hier de
vergelijking moeten maken met de Verenigde
Staten van Amerika, waar twee natuurlijke
hormonen worden toegelaten en er tot nu toe
zeker geen ongelukken zijn gebeurd. De
vergelijking is des te treffender als we zien hoe
streng de Amerikaanse controleorganismen
functioneren.
Laat ons ook niet vergeten dat heel wat vrouwen
in ons land hormonen gebruiken in de vorm van
een anticonceptiepil of als vervangmiddel in de
menopauze en dit in veel grotere hoeveelheden
dan er aangetroffen worden in een biefstuk
afkomstig van een koe die hormonen kreeg
toegediend. Daarnaast is er de asbestgolf waarbij
er fortuinen werden en worden uitgegeven om
asbest uit gebouwen te verwijderen. Een mooi
voorbeeld hiervan is het Berlaymont-gebouw te
Brussel. Het zou geen 4 maar 14 miljard kosten
om dit gebouw asbestvrij te maken. Wanneer het
echter zoals gepland op 1 januari 2002 weer in
gebruik zal worden genomen, mogen we er echter
op rekenen dat er gemiddeld per personeelslid per
dag één pakje sigaretten zal gerookt worden. We
weten dat tabak minstens zo kankerverwekkend is
als asbest.
Het eventueel schadelijk karakter van straling
afkomstig van hoogspanningslijnen is het
volgende onderwerp op de lijst, dat een staartje
krijgt in het mogelijk gevaar van GSM's. Dan
volgde het dioxineschandaal, dat de politieke kaart
van België volledig wijzigde. Ik zwijg dan nog over
de BSE-problemen die nog steeds paniek zaaien
bij de bevolking, de volledige landbouwsector
ontwrichten en miljarden kosten om kostbaar
dierenvlees en slachtafval te vernietigen. Dit alles
terwijl bepaalde experts zoals dr. Vanopdenbosch
en dr. Janssens nog geen duidelijk
wetenschappelijk verband hebben gelegd. Recent
is er dan weer een nieuw schandaal. De
McDonald's-bacterie en dioxine in vis, elke week
komt er wel iets nieuws bij.
Het was onvermijdelijk dat dit alles op de
gemoedsgesteldheid van onze bevolking werkt.
Een typisch voorbeeld hiervan was het Coca-
Colasyndroom. Ik zwijg dan nog over de
posttraumatische stress, het Balkansyndroom
wegens zogenaamd onveilige munitie, waarin in
beide gevallen verregaand wetenschappelijk
onderzoek geen enkel verband kon leggen.
Genetisch gemanipuleerd voedsel en
mestoverschotten zijn ook voorbeelden van een
milieuprobleem dat door bepaalde personen en
actiegroepen aangezwengeld worden om de vloed
van onheilsberichten aan te houden. Ik zwijg dan
nog over de geregeld opduikende varkenspest,
over mond- en klauwzeer die we momenteel
gelukkig, zij het met hoge kosten, onder controle
kunnen houden.
Dit alles gebeurt, waarde collega's, terwijl jan
modaal steeds langer leeft. De gemiddelde man
wordt 79 jaar, de gemiddelde vrouw 81 jaar. Niet
alleen Vlaamse en Belgische bewindvoerders
dragen bij tot deze massapsychose door een
paniekerige communicatie die maar al te graag
wordt overgenomen door de media. Ook de
Europese Commissie draagt bij tot de ziekelijke
publieke paranoia door haar demagogische
slogan "Better Safe Than Sorry".
CRIV 50
COM 416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Al wat naar gevaar zweemt moet ten koste van
alles worden vermeden. Zo vallen we van de ene
voedselcrisis in de andere. Hoewel ons voedsel
heel wat controles ondergaat, durft niemand nog
te beweren dat het nooit zo veilig en zo gezond
was. Dagelijks kan ik uit de krantenartikelen
afleiden dat het aantal personen, die deze
paniekzaaierij aanklagen, stijgt.
Het woord risico verschijnt tegenwoordig tachtig
keer meer in medische artikelen dan in 1960.
Steeds vaker wordt de thesis geponeerd dat wij
geen controle meer hebben over de werkelijkheid;
vandaar het toenemend gevoel van onveiligheid
en angst. Het gezondheidsfanatisme blijft groeien
en vegetariërs voelen zich superieur omdat het
eten van vlees een misdaad begint te worden.
Gaia en het Animal Liberation Front zijn in de
mode; laatstgenoemde organisatie pleegde zelfs
misdaden onder het mom van dierenbescherming.
Dagelijks worden wij geconfronteerd met een
nieuwe ziekte of een nieuw syndroom. De
nieuwste rages zijn het Chronisch
Vermoeidheidssyndroom en het burn out-
syndroom, hoewel iedereen weet dat de beste
manier om gezond oud te worden precies erin
bestaat zo lang mogelijk aan de slag te blijven,
zowel fysisch als psychisch. Ik meen daarvan
trouwens een voorbeeld te zijn.
De politici vrezen te worden voorbijgestreefd en
lopen alle onheilsboodschappers en actiegroepen
achterna; men weet maar nooit! Diegene die de
angstpsychose durft te relativeren en aan te
klagen, zoals ik voor het ogenblik, wordt al gauw
als controversieel bestempeld.
Frans Verreden spreekt terecht van de terreur van
het politiek correct denken.
Mevrouw de minister, u zult samen met mij
moeten toegeven dat een en ander verkeerd loopt
en dat wij zeker niet langer mogen toegeven aan
de opgeklopte vloed van onheilsboodschappers
die niet alleen in België, maar in heel Europa
leidden tot massapsychotische reacties waarbij
niemand baat heeft. Zij geven slechts aanleiding
tot het verder neurotiseren van onze
maatschappij.
Om deze redenen vernam ik graag van u, zowel
als van uw collega bevoegd inzake Landbouw,
hoe u, elk op uw terrein, meent te moeten
reageren om deze ziekelijke spiraal te doorbreken.
02.02 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de
voorzitter, de interpellant zet in zijn uiteenzetting
tal van verschillende elementen naast elkaar. Van
voeding schakelt hij over naar hormonen, over
asbest, de GSM, en dergelijke, waardoor hij een
zeer breed terrein bestrijkt om uiteindelijk de
aandacht erop te vestigen dat eventuele
problemen als zeer erg of als opgeklopte risico's
worden voorgesteld.
De uitspraken die voorkomen in de verschillende
onderdelen hebben volgens mij niet hetzelfde
waarheidsgehalte; met sommige elementen van
het betoog ben ik het meer eens dan met andere.
Op de vraag omtrent de taak van de overheid is
mijn antwoord tweeledig: de verstrekte informatie
moet kwalitatief hoogstaand zijn en de
communicatie moet transparant zijn. Wat mijn
bevoegdheid terzake betreft werd precies op dit
laatste punt gemikt. Dat komt trouwens deze
namiddag nog aan bod in een vraag omtrent de
werking van het Federaal Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen. Dat agentschap
zal zich bezighouden met de communicatie in
verband met al wat samenhangt met voedsel en
voedselveiligheid; het is precies de bedoeling deze
materie uit de te "hete" politieke sfeer te halen en
toe te vertrouwen aan een niveau dat permanent
en met grote continuïteit boodschappen kan
uitzenden.
Bij de creatie van deze communicatiecel behoorde
de personeelsaanwerving tot een van onze
prioritaire punten. Voor de functie van
gedelegeerd-bestuurder wilden wij zowel interne
als externe personen de kans geven zich aan te
bieden. Uiteindelijk werd de functie bekleed door
een extern persoon. Inzake communicatie is het
duidelijk dat geen enkel intern element zich
kandidaat wilde stellen of ervoor in aanmerking
kwam.
Sedert de maand november is minister Van den
Bossche op zoek naar een goede
communicatieverantwoordelijke.
Het is erg belangrijk de zaken te herleiden tot hun
reële verhoudingen.
Mijnheer Valkeniers, tijdens mijn vijfentwintig
minuten durende openbare verklaring, toen
vragen werden gesteld omtrent BSE, heb ik
absoluut niet alarmistisch gereageerd.
Sommigen wensen dat ik zou beweren dat het
risico nul is maar dat bestaat niet in het leven
terwijl anderen verlangen dat ik de bevolking
geruststel, ook al zijn er problemen. Welnu, het
komt erop aan, aan de hand van de beschikbare
13/03/2001
CRIV 50
COM 416
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
gegevens en zonder te overdrijven, een
realistische kijk te geven op de situatie.
Ik herinner mij, toen de BSE-crisis woedde en een
aantal scholen weigerden rosbief of steak te
serveren in hun kantine, er een tegenreactie
kwam vanuit politieke hoek, waarvan ik overigens
afstand nam. Minister Nollet nam toen stelling in
door te zeggen dat er geen reden was om dit soort
vlees in de schoolkantines te verbieden.
Ter gelegenheid van de BSE-crisis heb ik
duidelijke verklaringen afgelegd die evenwel niet
altijd de kop van een artikel uitmaakten. Zes jaar
na de piek van de dollekoeienziekte zijn er in
Groot-Brittannië nog 86 gevallen. Indien men dit
extrapoleert naar de Belgische situatie waar de
onduidelijkheid speelt omtrent de
incubatieperiode, kan men ervan uitgaan dat het
risico inderdaad beperkt is. Ik herhaal dat
sommige verklaringen niet altijd de voorpagina
halen. U weet toch ook, mijnheer Valkeniers, dat
er veel actoren meespelen op het vlak van
communicatie en dat de tendens om zaken ofwel
zo appetijtelijk, ofwel zo afschrikwekkend mogelijk
te maken, deel uitmaakt van mechanismen die
buiten onze wil functioneren.
Ik ben het wel met u eens wat de zaak ten gronde
betreft, in die zin dat realistische analyses en
inschattingen moeten worden gemaakt, op basis
waarvan de communicatie moet gebeuren.
02.03 Jef Valkeniers (VLD): Mevrouw de
minister, het verheugt mij dat u het met mij eens
bent dat wij terzake zo objectief mogelijk moeten
zijn en elke vorm van paniekzaaierij moeten
vermijden.
Toen wij het recent hadden over het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen, vroeg ik u of voor deze instelling
geen communicatietaak was weggelegd ten
aanzien van de bevolking, om alles in het juiste
perspectief te plaatsen.
Tijdens de BSE-crisis bijvoorbeeld, werden 21.000
onderzoeken verricht ten bedrage van 103
miljoen, terwijl slechts vier gevallen positief
werden bevonden. Het besmettingsrisico was
aldus beperkt, maar toch worden wij gedwongen
enorme kosten te maken omdat iedereen 100%
veiligheid wenst.
Uiteraard spelen de media terzake een grote rol,
en volgens mij geenszins een positieve rol.
Immers, zij zijn het uiteindelijk die de mensen op
stang jagen. Maar ja, goed nieuws is geen nieuws
en de sensatiezucht is groot want dat jaagt de
kijkcijfers naar omhoog.
Tijdens mijn betoog van daarnet vergat ik nog het
chloorgeval te vermelden, waarbij de heer
Maingain een zwemverbod voor kinderen oplegde.
Binnen de 48 uur werd het alarm evenwel
tegengesproken. Welnu, dergelijke zaken spelen
een nefaste rol bij de publieke opinie en komt het
vertrouwen in de politiek niet ten goede. Dat is de
reden waarom ik er meer dan ooit voor pleit
terzake cool, rustig en sereen op te treden en
verdere paniekzaaierij te vermijden.
Ik herhaal dat de zaken al zo ver zijn gevorderd
dat men bijna vegetariër moet zijn om nog als een
normaal wezen te worden beschouwd.
Mevrouw de minister, het verheugt mij dat u zich
aansluit bij mijn opmerkingen, dat u van oordeel
bent dat de zaken tot hun juist perspectief moeten
worden herleid en dat paniekzaaierij moet worden
vermeden. Ik zal bijgevolg terzake geen motie
indienen.
02.04 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, ik zou even willen interveniëren. Ik zal
niet exact hetzelfde verhaal brengen als de heer
Valkeniers. Volgens ons is het ten eerste terecht
dat men zich minstens de vraag stelt of de
volksgezondheid in het gedrang komt. Dat belangt
iedereen aan. Ik heb kunnen lezen dat er bij
dioxine een groter gevaar voor kanker bestaat.
Het is geen toeval dat BSE, varkenspest en mond-
en klauwzeer nu in grote mate opduiken. Het lijkt
me legitiem dat men zich er minstens vragen bij
stelt.
Ten tweede wil ik het hebben over de landbouw
zelf. De landbouwer wordt steeds meer een
kleinere figuur in een groter geheel. Hij wordt een
soort bandarbeider in een groter geheel, zowel
wat de toelevering als de afname van producten
betreft. Voor de kleinschalige familiale landbouw
die wij in onze jeugd gekend hebben, is er steeds
minder plaats.
Ten derde komt louter economisch het inkomen
van die landbouwer in gedrang door de twee
bovenvermelde factoren. Enerzijds is hij een
loontrekkende geworden. Anderzijds gaat door de
crisissen het vleesverbruik achteruit.
Ten vierde kan niemand die te goeder trouw is,
ontkennen dat het dierenwelzijn in dit verhaal een
steeds kleinere rol speelt. Ik druk me dan nog
eufemistisch uit.
CRIV 50
COM 416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Ten vijfde gaat volgens mij ook de publieke opinie
niet vrijuit. De publieke opinie reageert net zo bij
vreemdelingenkwesties. Denken we maar aan
Semira. Op het moment dat ze sterft reageert men
heftig in de pers. De publieke opinie is hevig
geschokt. Twee weken later willen de mensen alle
vreemdelingen het land uitzetten. In dit verhaal is
het een beetje mutatis mutandis. Enerzijds is de
publieke opinie geschokt door de
dierenmishandeling. Diezelfde publieke opinie wil
dat de kippen terug op het erf kunnen rondlopen,
dat een varken in de modder kan scharrelen en
dat een koe in een wei kan rondlopen. Diezelfde
publieke opinie eist echter ook dat het vlees altijd
maar goedkoper wordt. Ze willen dus twee
tegenstrijdige zaken. De landbouw als geheel
zowel groot- als kleinschalig wordt gedwongen
om steeds scherpere economische marges te
hanteren waarbij volksgezondheid, dierenwelzijn
en consumentenbelangen in het gedrang komen.
Nu is de cirkel rond. Dat is mijn analyse van het
verhaal. Dat komt toch niet helemaal overeen met
het verhaal van de heer Valkeniers.
02.05 Philippe Collard (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, chers collègues, je
voudrais abonder dans le sens de M. Valkeniers
et dire qu'à mon point de vue, il est également tout
à fait urgent de mettre en place toute une série de
dispositifs pour enrayer la psychose alimentaire
qui s'est emparée de la population.
Il serait intéressant, que ce soit à partir de
l'Agence fédérale ou directement au niveau du
gouvernement, de lancer au plus tôt une
campagne pour revaloriser l'image de marque des
agriculteurs et des produits agricoles. Il me
semble bon qu'au niveau du gouvernement, soit
lancée une information claire, nette et précise; il
ne conviendrait pas de se limiter à des actions et
des déclarations ponctuelles, sous forme de
conférences de presse du ministre de l'Agriculture
ou du ministre de la Santé publique. Ces
agissements me paraissent tout à fait insuffisants
par rapport à la psychose actuellement
développée par les médias et incitée,
reconnaissons-le, par certains d'entre nous.
A ce sujet, je sais que je ne ferai pas plaisir à
Mme Aelvoet mais je me pose des questions sur
certaines déclarations publiques du directeur de
Gaia. Je souhaiterais savoir, lorsqu'il s'agit de
prise de parole à la télévision, comme une
intervention de sa part à l'émission "Autant
savoir", sur la RTBF, s'il se profile en tant que
directeur de Gaia ou en tant que membre de
l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne
alimentaire, notamment quand il déclare qu'il n'est
plus question pour lui de manger de la viande tant
que des animaux seront maltraités. A partir du
moment où il le fait en tant que membre de
l'AFSCA, je me pose des questions sur sa
responsabilité et sa capacité de bien appréhender
les choses au niveau de cette agence fédérale.
Enfin, madame la ministre, je me demande aussi
de quelle manière vous envisagez de réagir par
rapport à des déclarations scientifiques non
fondées et qui n'ont pour objectif que de créer un
effet médiatique - généralement, ils sont le fait des
mêmes personnes -: le poisson à la dioxine
M. Valkeniers en a parlé -, le chlore dans les
piscines, pas seulement à Bruxelles mais dans
l'ensemble du pays. Une autre étude réalisée par
l'Université de Gand, je crois, a déclaré que l'effet
de la dioxine sur les possibilités de cancer pouvait
concerner entre 40 et 8.000 personnes; vu la
marge, j'estime la déclaration peu crédible.
En ce qui concerne l'ESB, nous savons que la
maladie est grave et qu'il faut faire un maximum
pour protéger les consommateurs, mais faut-il
pour autant créer une pareille psychose? Pour
mémoire, je rappellerai que, sur les 36 tests
effectués, nous avons eu trois cas positifs: plus de
25.000 bêtes ont été abattues. Il me paraît plus
normal et plus crédible d'avouer que le motif dans
ce cas n'est pas sanitaire mais simplement
économique.
02.06 Robert Denis (PRL FDF MCC): Monsieur
le président, je serai très bref.
Madame la ministre, le consommateur a le droit
d'être informé, complètement, de tous les dangers
qui sévissent autour de lui. Mais il a aussi le droit
d'être rassuré lorsque ce danger n'existe pas.
Vivre rassuré fait partie aussi de la santé et du
confort. Lorsque c'est possible, lorsqu'il n'y a pas
de danger, il faut donc le rassurer.
C'est ce que font beaucoup plus, je pense, les
autorités sanitaires d'un pays comme la France.
Pratiquement tous les jours, les Français disent et
répètent: "La fièvre aphteuse est une maladie
économique. Elle est dangereuse pour le bétail
mais nous vous le répétons, nous n'arrêtons pas
de vous le dire: elle ne présente aucun danger
pour la santé humaine". Ce sont des attitudes que
nous n'avons pas suffisamment en Belgique.
Rassurer le consommateur qui a le droit d'être
rassuré, c'est le corollaire du droit qu'il a d'être
informé des dangers.
02.07 Minister Magda Aelvoet: Mijnheer de
13/03/2001
CRIV 50
COM 416
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
voorzitter, ik wil kort reageren op enkele zaken die
hier gezegd zijn. De oprichting van de
communicatiecel was reeds uitdrukkelijk voorzien
toen we de wet over het Federaal Agentschap
voor de Veiligheid van de Voedselketen
goedkeurden. De oprichting van deze
communicatiecel was ook voorzien in het
Businessplan. Minister Van den Bossche zoekt
sinds november 2000 met prioriteit naar een
verantwoordelijke voor deze cel. Precies om de
continuïteit en de geloofwaardigheid te
waarborgen willen wij dat er een vaste
communicatiecel komt, met een vaste
verantwoordelijke die de zaken telkens in een juist
perspectief kan stellen.
Mijnheer Denis, we mogen de mensen geen
blaasjes wijsmaken over het moment waarop we
hen kunnen geruststellen.
A quel moment peut-on faire passer un message
qui soit perçu comme rassurant? Si, dans un
premier temps, vous n'avez pas des arguments
vraiment convaincants, la réaction des gens ira
dans le sens exactement opposé: "On est en train
de nous cacher des choses!"
C'est un élément relevé par tous les spécialistes
de la communication: il convient de bien savoir à
quel moment il convient de faire passer quel
message.
Troisièmement, je tiens à attirer votre attention sur
le fait que malgré les messages rassurants qui
passent en France, la consommation de viande a
baissé davantage qu'en Belgique. Je ne dis pas
que c'est lié à notre politique de communication,
mais c'est un fait. N'exagérons donc pas les
choses.
Ik wil ook even stilstaan bij de opmerkingen van
de heer Willems. Ik heb niet de indruk willen
wekken dat ik het met alle inhoudelijke aspecten
van het betoog van onze collega eens was. Er zijn
reële problemen. Men moet ze echter voorstellen
in hun feitelijke omvang. Hoewel bepaalde dingen
inderdaad altijd beter kunnen, moet men correcte
informatie combineren met de relatieve situering
van een risico ten opzichte van andere risico's.
We hebben nu inderdaad betere
registratiemogelijkheden die ons toelaten dingen
te weten te komen die we vroeger helemaal niet
konden weten. De objectieve vaststelling die uit de
registraties volgt, is dat wij in een
risicomaatschappij leven. Niet omdat de situatie
slechter zou zijn dan vroeger. Integendeel, voor
heel veel aspecten van de voedselveiligheid is de
situatie stukken beter dan bijvoorbeeld een eeuw
geleden. Wel creëren we nu bepaalde risico's
door bepaalde ingrepen in ons voedsel. Mijnheer
Valkeniers, er zijn Duitse filosofen die hierover
prachtige werken hebben geschreven. Ik kan ze u
aanraden. Het werk van de heer Beck "Die
Risikogesellschaft" bijvoorbeeld geeft er een heel
zuiver beeld van.
Men moet rekening houden met de publieke
opinie. Men moet een situatie creëren waarin de
publieke opinie haar bezorgdheid kan uiten en
waarin wij de werkelijk mogelijke antwoorden
kunnen geven. Dit betekent dat we moeten
zeggen of er een groot risico is, dan wel een
beperkt risico of een relatief risico. We mogen het
risico echter niet overdrijven. Toch heb ik al vaak
de reactie van journalisten gehoord die vroegen of
we de zaken niet teveel verdoezelden.
Collega Brouns heeft in de commissie reeds
herhaaldelijk een aantal vragen gesteld over
dioxine in vis. Collega Valkeniers, u hebt daarop
gereageerd. Het klopt dat er PCB's en zelfs
dioxines in vis zitten. PCB's zijn wel gemakkelijker
op te sporen in vis. De huidige situatie is echter
met 50% verbeterd tegenover 12 jaar geleden.
Het PCB-gehalte in vis is zowat gehalveerd
volgens de vaststellingen van ons
monitoringstation in Oostende. We blijven echter
met hoge waarden zitten. Die waarden moeten
verder naar beneden. De boodschap luidt dus niet:
"eet geen vis meer," maar "let op met bepaalde
soorten vis." Ik ben enigszins ontgoocheld over
het langzame werk van de Hoge
Gezondheidsraad om een inventaris op te maken
van de soorten geconsumeerde vis. Er is immers
een enorm verschil tussen vette vis die hoge
concentraties PCB's vasthoudt tegenover de
andere vis. De PCB-gehaltes worden uitgedrukt
op basis van het product en niet op basis van het
vetgehalte. Hier moet verder aan gewerkt worden.
Wanneer men met informatie naar buiten komt die
laat uitschijnen dat er een achteruitgang is van het
PCB-percentage, moet men dat zeggen. Het PCB-
percentage blijft te hoog volgens de internationaal
aanvaarde normen maar we doen er wat aan.
Men moet de consument wel aanraden zoveel
mogelijk te diversifiëren bij de keuze van zijn
maaltijd. Collega Valkeniers, ik kan u
geruststellen. Er zijn vele vormen van
diversificatie. Ik heb nooit verheeld dat ik ook
vlees eet. Ik ben daar helemaal niet verlegen voor.
In verband met de opmerking over Gaia kan ik
zeggen dat in het adviescomité van het federaal
agentschap een groot aantal organisaties zitten.
Die leggen allemaal wel eens verklaringen af die
CRIV 50
COM 416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
niet door het gehele agentschap gedragen
worden. Wie spreekt namens Gaia mag zeggen
wat hij te zeggen heeft, of wat hij denkt dat hij te
zeggen heeft.
Ik heb op bepaalde ogenblikken verklaringen
gehoord van de Boerenbond die zeer goed waren
en op andere momenten verklaringen die ik
helemaal niet juist vond. Dat betekent helemaal
niet dat ze niet meer in het raadgevend comité van
het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van
de Voedselketen mogen zetelen. Dat zou pas erg
zijn. Zolang ze geen verwarring creëren tussen de
functie van waaruit ze spreken en het feit dat ze in
een ander orgaan een vertegenwoordiging
hebben, is er geen probleem.
Als u Humo deze week leest, kunt u zien dat
Michel Vandenbosch zeer veel kritiek op mij heeft.
Het zal u plezier doen en het zou moeten doen
inzien dat Aelvoet en Gaia niet aan elkaar gelijk
zijn. Ik probeer een koers te varen waarbij
maximaal kansen geboden worden aan
dierenwelzijn, rekening houdend met evoluties die
tijd vragen. Ik heb ten aanzien van de veemarkten
een houding aangenomen die bij Gaia niet in
goede aarde gevallen is. Ik ben wel van mening
dat zij door het aankaarten van bepaalde
problemen een stroomversnelling op gang hebben
gebracht. Dat was zowel het geval in de
Nederlandstalige als de Franstalige publieke
opinie. Daardoor zijn we nu bezig met de
verbetering van de organisatie van de markten.
Daar ben ik trots op. Bij mijn laatste bezoek aan
Zweden zei de Zweedse ambassadeur dat hij zeer
gelukkig is over de vooruitgang die in België op
dat vlak geboekt wordt. Daardoor is er ook een
economisch argument. In Zweden wil men terug
vlees uit België in tegenstelling tot vroeger
wanneer men zei dat België zich niets aantrok van
problemen met dierenwelzijn. De zaken zitten wel
iets complexer in elkaar.
Ik heb nog een laatste punt in verband met de
studie waarnaar verwezen is in verband met de
mogelijke gevolgen van de dioxinecrisis op de
volksgezondheid. Er is mij publiek op RTL om een
reactie gevraagd.
J'ai transmis ce dossier à l'ISP en vue de procéder
à des analyses. D'ici quelques mois, j'aurai les
résultats d'une étude réalisée par l'ISP. Si dans
l'une des conclusions, il est précisé qu'il y a soit 40
cas, soit 1000 cas à attribuer à cette crise, cela
signifie bien que l'on ne peut rien prouver. J'ai
répondu en ce sens-là.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
14.57 heures.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 14.57 uur.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 416
CRABV 50 COM 416
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
V
ERENIGDE COMMISSIES VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND EN DE
L
ANDBOUW EN VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET LEEFMILIEU EN
C
OMMISSIONS RÉUNIES DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE ET DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
dinsdag mardi
13-03-2001 13-03-2001
14:00 uur
14:00 heures
CRABV 50
416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems aan
de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
aanmaning van België door de Europese
Commissie wegens misbruik van de Europese
wetgeving op dierenexperimenten" (nr. 4115)
1
Question orale de M. Ferdy Willems à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement sur "la mise en
demeure adressée à la Belgique par la
Commission européenne pour abus de la
législation européenne relative aux expériences
sur les animaux" (n° 4115)
1
Sprekers: Ferdy Willems, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu
Orateurs: Ferdy Willems, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement
Interpellatie van de heer Jef Valkeniers tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de minister
van Landbouw en Middenstand over "de
noodzaak van het wegwerken van de
voedingspsychose die zich heeft meester
gemaakt van onze bevolking" (nr. 712)
2
Interpellation de M. Jef Valkeniers à la ministre de
la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
nécessité d'enrayer la psychose alimentaire qui
s'est emparée de la population" (n° 712)
2
Sprekers: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet,
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu , Ferdy
Willems, Philippe Collard, Robert Denis
Orateurs: Jef Valkeniers, Magda Aelvoet,
ministre de la Protection de la consommation,
de la Santé publique et de l'Environnement ,
Ferdy Willems, Philippe Collard, Robert
Denis
CRABV 50
416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
VERENIGDE COMMISSIES VOOR
HET BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW EN VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN
COMMISSIONS REUNIES DE
L'ECONOMIE, DE LA POLITIQUE
SCIENTIFIQUE, DE L'EDUCATION,
DES INSTITUTIONS
SCIENTIFIQUES ET
CULTURELLES NATIONALES, DES
CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE ET DE LA SANTE
PUBLIQUE
van
DINSDAG
13
MAART
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
13
MARS
2001
14:00 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.09 uur door
Jos Ansoms, voorzitter
La séance est ouverte à 14.09 heures par Jos
Ansoms, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Ferdy Willems
aan de minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu over "de
aanmaning van België door de Europese
Commissie wegens misbruik van de Europese
wetgeving op dierenexperimenten" (nr. 4115)
01 Question orale de M. Ferdy Willems à la
ministre de la Protection de la consommation, de
la Santé publique et de l'Environnement sur "la
mise en demeure adressée à la Belgique par la
Commission européenne pour abus de la
législation européenne relative aux expériences
sur les animaux" (n° 4115)
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): De Europese
commissie maant België aan minder laks te zijn in
het toestaan van proeven op honden en katten. Hoe
reageert de minister op deze aanmaning? Is het
aantal proefnemingen verminderd? Zijn er nog veel
uitzonderingen? Hoe evalueert ze de werking van
het deontologisch comité en de ethische
commissies? Hoever staat het met het KB dat de
taken en bevoegdheden van de ethische
commissies vastlegt?
01.01 Ferdy Willems (VU&ID): La Commission
européenne exhorte la Belgique à faire preuve de
moins de laxisme dans l'octroi des autorisations
d'expérimentation sur des chiens et chats.
Comment la ministre réagit-elle à cette mise en
demeure? Le nombre d'expériences a-t-il diminué?
Les dérogations sont-elles encore nombreuses ?
Comment évalue-t-elle le fonctionnement du Comité
de déontologie et des Commissions d'éthique ?
Quelle est la fréquence des réunions de ces
dernières? Qu'en est-il de l'arrêté royal visant à
définir les missions et les compétences des
commissions d'éthique ?
01.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
Europese regels zijn ingebed in de Belgische
wetgeving. De aanmaning betreft de wijze waarop
de uitzonderingen op dierenproeven in België
01.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Les règles européennes sont intégrées dans la
législation belge. La mise en demeure porte sur la
manière dont la Belgique octroie des dérogations en
13/03/2001
CRABV 50
416
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
werden verleend. Om de uitspraak politiek gewicht
te geven worden de ontheffingen nu in laatste
instantie ook voorgelegd aan de minister.
Het aantal dierenproeven is op een jaar tijd met de
helft gedaald. Die afname van dierenproeven is van
blijvende aard. Ontheffingen werden toegestaan in
20 van de 400 laboratoria. De aanvragen worden
sinds 1999 onderzocht door ethische commissies.
Verificatie gebeurt ook door de universitaire
commissies. Momenteel wordt de laatste hand
gelegd aan het KB. België heeft nu een van de
strengste procedures van Europa.
matière d'expérimentation animale. Afin de donner
un poids politique à la décision, elles sont à présent
soumises à la ministre, en dernière instance. Le
nombre d'expériences sur les animaux a diminué
de moitié en un an de temps. Cette réduction des
expériences sur les animaux est de nature
persistante. Des dérogations ont été accordées à
20 des 400 laboratoires. Depuis 1999, les
demandes sont examinées par des commissions
d'éthique. Une vérification s'opère également au
niveau des commissions universitaires.
Actuellement, on met la dernière main à l'arrêté
royal. La Belgique dipose à présent de l'une des
procédures les plus sévères d'Europe.
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Een politieke
beslissing impliceert dat controle mogelijk is. We
zullen alleen uitzonderingen aanvaarden als dit
ethisch verantwoord is. Ik ben blij te horen dat het
aantal dierproeven gedaald is. Maar Europa wees
erop dat de vermindering louter formalistisch is. Ik
kreeg geen antwoord in verband met de evaluatie.
Hoe werken de ethische commissies?
01.03 Ferdy Willems (VU&ID): Toute décision
politique implique qu'un contrôle soit possible. Nous
n'accepterons des dérogations que si elles se
justifient d'un point de vue éthique. Je me réjouis
d'entendre que le nombre d'expérimentations sur
les animaux a baissé. Mais les autorités
européennes ont fait savoir que cette baisse était
de pure forme. La ministre n'a pas répondu à ma
question relative à l'évaluation. Comment les
commissions déontologiques fonctionnent-elles ?
01.04 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): Als
het aantal dierproeven op 6 jaar tijd gehalveerd is,
kan dit toch geen louter formalistisch resultaat zijn.
Ik zal de laatste vraag van de heer Willems later
beantwoorden. Inzake cosmetica heeft men de
wijziging van de Belgische houding kunnen
opmerken.
01.04 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
Une baisse de 50 % en six ans du nombre
d'expérimentations n'est pas un résultat de pure
forme. Je répondrai ultérieurement à la dernière
question de M. Willems. En matière de
cosmétiques, vous aurez pu observer le
changement de la position adoptée par la Belgique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Interpellatie van de heer Jef Valkeniers tot de
minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid en Leefmilieu en tot de minister
van Landbouw en Middenstand over "de
noodzaak van het wegwerken van de
voedingspsychose die zich heeft meester
gemaakt van onze bevolking" (nr. 712)
02 Interpellation de M. Jef Valkeniers à la ministre
de la Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement et au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
nécessité d'enrayer la psychose alimentaire qui
s'est emparée de la population" (n° 712)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu.)
(La réponse sera fournie par la ministre de la
Protection de la consommation, de la Santé
publique et de l'Environnement.)
02.01 Jef Valkeniers (VLD): We leven steeds
meer in een cultuur van angst, zegt de Britse
socioloog Furedi. Allereerst komt de hormonenzaak
geregeld in de belangstelling. Nochtans zijn in de
VS twee natuurlijke hormonen toegelaten.
Bovendien krijgen vele personen ook heel wat
hormonen voorgeschreven.
Vervolgens is er asbest. Er worden miljarden
02.01 Jef Valkeniers (VLD): Le sociologue
britannique Furedi affirme que nous vivons de plus
en plus dans une culture de la peur. Il y a tout
d'abord le problème des hormones qui revient
régulièrement dans l'actualité. Pourtant, deux
hormones naturelles sont autorisées aux Etats-Unis
et en outre, de nombreuses personnes se voient
prescrire des hormones.
Ensuite, il y a eu la question de l'amiante. Des
CRABV 50
416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
besteed aan de asbestverwijdering in het
Berlaymontgebouw, terwijl we weten dat tabak even
cancerogeen is als asbest. We zijn ook bang voor
de hoogspannings- en GSM-stralingen. Daarbij
kwamen nog het dioxine-schandaal en de BSE-
crisis.
Dit alles werkt onvermijdelijk op de bevolking in,met
als gevolg ondermeer het Coca-Cola-syndroom, het
Balkansyndroom, en de vrees voor genetisch
gemanipuleerd voedsel.
Desondanks neemt de levensverwachting steeds
toe.
milliards de francs sont consacrés à l'élimination de
l'amiante dans l'immeuble du Berlaymont alors que
nous savons que le tabac est tout aussi
cancérigène que l'amiante. Nous avons également
peur des champs magnétiques des lignes à haute
tension et des rayonnements émis par les GSM. et
la crise de l'ESB.
Tous ces événements laissent des traces dans les
esprits: il y a eu le syndrome du Coca-Cola, le
syndrome des Balkans et la crainte vis-à-vis des
aliments génétiquement manipulés.
En dépit de tout cela, l'espérance de vie ne cesse
d'augmenter.
De Vlaamse, Belgische, maar ook de Europese
overheid dragen bij tot deze paniekzaaierij.
Nochtans is ons voedsel volgens talrijke experts
nooit eerder zo gezond geweest.
We komen terecht in een soort
gezondheidsfanatisme. Elke dag heeft zijn nieuw
syndroom. Wij, politici, zijn bang de feiten achterna
te hollen en volgen deze onheilsprofeten. We
mogen niet toegeven aan deze vloed van
opgeklopte onheilsboodschappen. Wat zal de
regering doen om deze ziekelijke spiraal te
doorbreken?
Les autorités flamandes, belges mais aussi
européennes contribuent à créer ce climat de
panique. Pourtant, de nombreux experts
s'accordent à dire que notre nourriture n'a jamais
été aussi saine.
Nous en arrivons à une espèce de fanatisme sur le
plan de la santé. À chaque jour son nouveau
syndrome. Nous, politiques, avons peur d'être
dépassés et embrayons sur les discours de ces
prophètes de malheur. Nous ne pouvons pas céder
à cette déferlante de funestes nouvelles. Que va
faire le gouvernement pour briser cette spirale
infernale?
02.02 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
angstpsychose die u aankaart, bestrijkt een heel
breed domein. Enige nuancering is hier op zijn
plaats, de aanpak verschilt afhankelijk van het
probleem. De taak van de overheid is te zorgen
transparantie en communicatie. Ik verwijs hierbij
naar de communicatiecel die hiervoor opgericht is.
In contacten met de burger blijven we best
realistisch. Paniekvoetbal is uit den boze, vaak gaat
het om een beperkt risico. Maar dat is niet de kant
die de media bij voorkeur tonen.
02.02 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais) :
La psychose dont vous parlez couvre un domaine
très vaste. Il convient de nuancer quelque peu,
l'approche variant d'un problème à l'autre. La tâche
du gouvernement consiste à communiquer de
manière transparente au sujet de tous ces
problèmes, notamment par le biais de la cellule de
communication qui a été mise sur pied à cet effet.
Dans nos contacts avec le citoyen, il est préférable
de rester réaliste. Les réactions de panique sont à
proscrire car le risque est le plus souvent limité.
Mais ce n'est pas cet aspect des choses que les
médias montrent de préférence.
02.03 Jef Valkeniers (VLD): Ik ben blij dat de
minister akkoord gaat met mijn analyse dat we
paniekreacties moeten vermijden.
Het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid
moet ook een communicatietaak krijgen, want de
pers is vooral uit op sensatie en speelt in dit opzicht
geen positieve rol. Ik pleit ervoor rustig te reageren.
02.03 Jef Valkeniers (VLD): Je me réjouis de
constater que la ministre partage mon analyse qui
consiste à dire qu'il faut éviter les réactions de
panique.
Il faut également charger l'Agence fédérale pour la
sécurité de la chaîne alimentaire d'une mission de
communication car la presse s'intéresse
particulièrement aux informations à sensation et à
cet égard, elle ne joue pas un rôle positif. Je plaide
en faveur de réactions pondérées.
02.04 Ferdy Willems (VU&ID): De
02.04 Ferdy Willems (VU&ID): La Santé publique
13/03/2001
CRABV 50
416
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
volksgezondheid mag niet in het gedrang komen,
daar is iedereen het over eens.Het is toch niet
vreemd dat we ons vragen stellen als er plots
zoveel problemen opduiken? De functie van de
landbouwer verandert. De landbouwer is
loontrekkende geworden en heeft te kampen met
een dalende vraag naar vlees. De kleine
landbouwbedrijven worden doodgedrukt. De
publieke opinie heeft ook een verantwoordelijkheid
en ventileert vaak tegenstrijdige meningen. Ook
deze factoren hebben een impact op de
volksgezondheid.
ne doit en aucun cas être menacée. Tout le monde
est d'accord sur ce point. Mais, lorsqu'un si grand
de problèmes surviennent, il est normal que nous
nous interrogions. Le rôle de l'agriculteur a changé.
Aujourd'hui, il est salarié et doit faire face à une
baisse de la demande de viande. Les petites
exploitations agricoles sont peu à peu étranglées.
L'opinion publique a également une part de
responsabilité et se montre souvent très versatile.
Tous ces facteurs ont aussi une influence sur la
Santé publique.
02.05 Philippe Collard (PRL FDF MCC): Er
moeten dringend maatregelen worden getroffen om
de bij de bevolking heersende voedselpsychose in
te dijken. Het Federale Agentschap voor de
Veiligheid van de Voedselketen zou het imago van
de landbouwers en de landbouwproducten moeten
herstellen. De regering dient de bevolking duidelijk
te informeren en dan volstaan gerichte
persconferenties niet.
De heer Vandenbossch legde verklaringen af in het
RTBf-programma Autant Savoir. Sprak hij als
voorzitter van GAIA of als vertegenwoordiger van
het Agentschap voor de Voedselveiligheid? Hij zei
dat hij geen vlees meer wilde eten zolang er dieren
worden mishandeld. Ik hoop dat hij die verklaring
niet deed als lid van het Agentschap, want dat zou
onverantwoord zijn.
Hoe denkt u te reageren op niet-gefundeerde
"wetenschappelijke" verklaringen die enkel een
mediatiek effect beogen? Ik denk hierbij aan de
verklaringen over dioxine in vis, chloor in het
zwembadwater, enz.
Een studie van het Instituut voor volksgezondheid
van de VUB becijfert het risico op kankergevallen
ten gevolge van de dioxinecrisis op 40 à 8000. Dat
slaat nergens op.
Moet inzake BSE eenzelfde psychose ontstaan ?
Op 36.000 tests waren er drie positief. Voorts zijn al
25.000 dieren afgeslacht. Er wordt in deze geen
sanitaire maar een economische doelstelling
nagestreefd.
02.05 Philippe Collard (PRL FDF MCC): Il est
urgent de prendre des dispositions pour enrayer la
psychose alimentaire qui règne dans la population.
L'Agence fédérale pour la sécurité alimentaire
devrait revaloriser les agriculteurs et leurs produits.
Il appartient au gouvernement de faire une
communication claire, qui dépasse la simple
conférence de presse ponctuelle.
M. Vandenbossche a fait des déclarations à Autant
Savoir sur la RTBf. Les a-t-il faites en tant que
président de GAIA ou comme représentant de
l'Agence pour la sécurité alimentaire ? Il a déclaré
qu'il ne voulait plus manger de la viande tant que
les animaux sont maltraités. J'ose espérer que ce
n'est pas comme membre de l'Agence fédérale qu'il
a fait pareille déclaration, ce qui serait
irresponsable.
De quelle manière envisagez-vous de réagir à des
déclarations « scientifiques » non fondées et
destinées à produire un effet médiatique : poisson à
la dioxine, chlore dans les piscines...
Une étude de l'Institut de santé publique de la VUB
chiffré le risque de cas de cancer dus à la crise de
la dioxine entre 40 et 8.000 !
Cela ne veut plus rien dire !
Faut-il créer une pareille psychose pour l'ESB ?
Trois cas positifs ont été trouvés sur 36.000 tests et
25.000 bêtes ont été abattues.
Le but n'est pas sanitaire mais économique.
02.06 Robert Denis (PRL FDF MCC): De
consument heeft het recht volledig over de gevaren
te worden geïnformeerd en moet ook worden
gerustgesteld wanneer er geen gevaar is.
De Franse sanitaire instanties stellen alles in het
werk om de Franse consument naar aanleiding van
de mond- en klauwzeercrisis gerust te stellen.
02.06 Robert Denis (PRL FDF MCC): Le
consommateur a droit à une information complète
sur les dangers et, en corollaire, à être rassuré
quand il n'y a pas de danger.
Les autorités sanitaires françaises s'emploient à
rassurer le consommateur français sur la fièvre
aphteuse.
CRABV 50
416
13/03/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
Laten we hun voorbeeld volgen en de Belgische
consument geruststellen.
Il y a lieu de prendre exemple sur elles pour
rassurer le consommateur belge.
02.07 Minister Magda Aelvoet (Nederlands): De
communicatiecel is opgenomen in de wet en in het
businessplan. We moeten goed weten op welk
moment we de bevolking kunnen geruststellen.
02.07 Magda Aelvoet , ministre (en néerlandais):
La cellule de communication est prévue dans la loi
et dans le plan d'investissements. Nous devons
choisir le moment opportun pour rassurer la
population.
(Frans) Wanneer kan men een geruststellende
mededeling verspreiden? Als de argumenten niet
overtuigend zijn, bereikt men het omgekeerde effect
van wat men wil bereiken. Ondanks de
geruststellende verklaringen die in Frankrijk worden
afgelegd, is het vleesverbruik er in sterkere mate
gedaald dan in België.
(en français) À quel moment peut-on faire passer
un message rassurant ? Si les arguments ne sont
pas suffisants, l'effet est l'inverse de l'effet
recherché. Malgré les messages rassurants qui
passent en France, la consommation de viande y a
baissé plus qu'en Belgique.
(Nederlands) Er zijn reële problemen en die moeten
in het juiste perspectief worden geplaatst. We leven
in een risicomaatschappij, daarvan moeten we ons
bewust zijn. De publieke opinie moet de kans
krijgen om meningen, ook angsten, te uiten. We
moeten hierop correct reageren, zonder die angsten
aan te wakkeren. Wat de pcb's in vis betreft, daalt
het percentage. Het is toch nog te hoog en moet
dus naar beneden. Het betekent echter niet dat er
geen vis meer mag gegeten worden. Dat mag niet
de boodschap zijn, wel dat diversificatie
aangewezen is.
(En néerlandais).Les problèmes sont bien réels.
Nous devons les présenter dans leur juste
perspective en faisant preuve de réalisme. Nous
devons réaliser que nous vivons dans une société à
risque. L'opinion publique doit pouvoir s'y exprimer
librement et faire part de ses craintes éventuelles.
Nous devons lui apporter la réponse qui convient et
ne pas attiser son inquiétude. En ce qui concerne la
teneur en PCB, la diminution est réelle mais
insuffisante. Il ne faudrait pas en conclure pour
autant que tous les poissons sont impropres à la
consommation. Il s'agit avant tout de diversifier son
alimentation. Tel est le message à adresser au
consommateur.
In het adviescomité van het Federaal Agentschap
zitten vele organisaties, die alle verklaringen mogen
afleggen. Zolang ze hun functie en hun rol in het
adviesorgaan niet verwarren, is er geen probleem.
Ik wil maximaal kansen bieden aan het
dierenwelzijn, maar rekening houdend met de
evoluties. Gaia is vaak niet blij met mijn houding in
verband met de dierenmarkten. Maar een en ander
heeft wel een mentaliteitsverandering
teweeggebracht, die onder meer ook in Zweden is
opgemerkt.
Wat het dioxineprobleem betreft, heb ik contact
opgenomen met het ISP.
De nombreuses organisations sont représentées au
sein du Comité d'avis de l'Agence fédérale. Elles
peuvent toutes faire des déclarations. Tant qu'il n'y
a pas confusion entre leur fonction et leur rôle au
sein de l'organe d'avis, il n'y a pas de problème.
Je souhaite défendre le bien-être des animaux au
mieux, tout en tenant compte des développements.
Gaia est souvent mécontente de mes prises de
position relatives aux marchés aux bestiaux.
Certains éléments ont contribué à faire évoluer les
mentalités, cela s'est aussi vérifié en Suède.
Quant au problème de la dioxine, j'ai pris contact
avec l'ISP.
(Frans) Over enkele maanden zal ik over de
resultaten van de door het ISP uitgevoerde studie
beschikken. Mochten uiteindelijk 44 of 1000
gevallen aan de dioxinecrisis te wijten zijn, dan zou
men nog niets kunnen bewijzen.
(en français) D'ici quelques mois, j'aurai les
résultats de l'étude menée par l'ISP. Si, en
conclusion, 44 ou 1000 cas devaient être attribués à
la crise de la dioxine, cela signifierait qu'on ne
pourrait rien prouver.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten La réunion publique de commission est levée à
13/03/2001
CRABV 50
416
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
om 14.57 uur.
14.57 heures.
Document Outline