KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 389
CRIV 50 COM 389
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
13-02-2001 13-02-2001
14:00 uur
14:00 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan
de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de provisies van de
elektriciteitssector voor de ontmanteling van de
kerncentrales" (nr. 3071)
1
Question orale de M. Joos Wauters au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "les provisions constituées par le secteur de
l'électricité pour le démantèlement des centrales
nucléaires" (n° 3071)
1
Sprekers: Joos Wauters, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Joos Wauters, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
"de stilligpremie voor de visserij" (nr. 3244)
2
Question orale de M. Koen Bultinck au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
prime d'immobilisation dans le secteur de la
pêche" (n° 3244)
2
Sprekers: Koen Bultinck, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Koen Bultinck, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
"de aanvullende opleiding architecten-stagiairs"
(nr. 3334)
3
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
formation complémentaire d'architecte-stagiaire"
(n° 3334)
3
Sprekers: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Samengevoegde interpellaties van
5
Interpellations jointes de
5
-
de heer Luc Paque tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de ernstige
crisis in de landbouw" (nr. 685)
- M. Luc Paque au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur "la grave crise que
traverse le monde agricole" (n° 685)
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landbouwsector" (nr. 686)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "la crise que traverse
le secteur agricole" (n° 686)
Sprekers: Luc Paque, Trees Pieters, Muriel
Gerkens, Philippe Collard, Leen Laenens,
François Bellot, Martine Dardenne, Maurice
Dehu, Jaak Gabriels
, minister van Landbouw
en Middenstand
Orateurs: Luc Paque, Trees Pieters, Muriel
Gerkens, Philippe Collard, Leen Laenens,
François Bellot, Martine Dardenne, Maurice
Dehu, Jaak Gabriels
, ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes
Moties
26
Motions
26
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de financiering van het sociaal statuut van
de zelfstandigen" (nr. 3381)
27
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
financement du statut social des indépendants"
(n° 3381)
27
Sprekers: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de toegang tot het
beroep van belastingconsulent en accountant"
(nr. 3369)
28
Question orale de Mme Simonne Creyf au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'accès à la profession de conseiller
fiscal et d'expert-comptable" (n° 3369)
28
Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
13
FEBRUARI
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
13
FÉVRIER
2001
14:00 heures
______

De vergadering wordt geopend om 14.08 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.08 heures par M. Jos
Ansoms, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "de provisies van
de elektriciteitssector voor de ontmanteling van
de kerncentrales" (nr. 3071)
01 Question orale de M. Joos Wauters au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable sur "les provisions
constituées par le secteur de l'électricité pour le
démantèlement des centrales nucléaires"
(n° 3071)
01.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, het is een korte maar punctuele
vraag. Ik ga er eens in slagen om binnen mijn
tijdslimiet te blijven.

Het Controlecomité voor de Elektriciteit en het
Gas maakt om de vijf jaar een evaluatie van de
provisies van de elektriciteitssector voor de
ontmanteling van de kerncentrales. In 1995 was
de laatste evaluatie gemaakt. Daar hebben we
kennis van kunnen nemen. Dit betekent dat er in
2000 een nieuwe evaluatie zou moeten zijn
geweest, maar ik heb daar niets van gezien. Dat
kan echter aan mij liggen en daarom stel ik deze
vraag aan u. U is immers van alles op de hoogte.
Is er een evaluatie gemaakt, kan u mij de
resultaten van die evaluatie bezorgen en welke
conclusies kunt u, als verantwoordelijke
staatssecretaris, uit die resultaten trekken?
01.02 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Mijnheer
de voorzitter, mijnheer Wauters, de evaluatie
moest inderdaad plaatsvinden in 2000 Ik heb mijn
woordvoeder in het Controlecomité op 18 oktober
laten vragen wat de situatie was betreffende de
evaluatie van de provisies. Op 9 november 2000
antwoordde het Controlecomité dat het
beheerscomité der elektriciteitsondernemingen
een dossier zou voorleggen voor eind 2000.
Ondertussen werd dit document inderdaad
ingediend bij het Controlecomité. Het is een intern
document van het Controlecomité, dus U begrijpt
dat ik u dat document niet kan bezorgen. De
principes voor het appreciëren van die provisies
zijn ongewijzigd. De kosten voor de ontmanteling
zijn geschat op 12% van de investering. Er
gebeurt een jaarlijkse storting gedurende twintig
jaar en daarna is er een kapitalisatie van de
belegde fondsen tot dertig jaar. De bedoeling van
het systeem is dat er na dertig jaar voldoende
fondsen zijn voor de ontmanteling van deze
centrales. Dit document werd ingediend bij het
Controlecomité en wordt er momenteel
bestudeerd.

Ten slotte wens ik u te herinneren aan de
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
beslissing van de regering van 5 april betreffende
die provisies. De regering heeft beslist dat er een
inventaris van de bestaande provisies bij de
elektriciteitsproducenten wordt gemaakt. Die
inventaris wordt nu gemaakt conform de wet van
1997. Daarna moet de evaluatie worden gemaakt,
niet alleen van het bedrag van die provisies, maar
ook van hun beschikbaarheid in het kader van de
liberalisering van de elektriciteitsmarkt. De
evaluatie van deze beschikbaarheid zal gedaan
worden door de CREG, de regulator. Indien de
regulator van oordeel zou zijn dat er problemen
van beschikbaarheid zijn in de geliberaliseerde
markt, dan beslist de regering dat er voorstellen
worden gedaan inzake het aanleggen, het beheer
en het gebruik van die provisies in de toekomst.
Het gaat dus niet alleen over de ontmanteling van
de kerncentrales, maar ook over het beheer van
nucleair afval.
01.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, dit antwoord verduidelijkt
een aantal punten en zeker dat over de beslissing
van 5 april van vorig jaar. Toch is het vreemd dat
het evaluatierapport vooralsnog intern blijft. De
openbaarheid gebiedt, mijnheer de
staatssecretaris, dat als een dossier door het
beheerscomité is afgerond, wij het ter beschikking
krijgen. Het jaar 2000 is al wel voorbij, maar ik
begrijp dat als dit nog steeds een intern document
is, niemand ermee mag of kan zwaaien. Zodra het
wordt goedgekeurd, verwacht ik evenwel dat het
aan ons zal worden bezorgd. Dan kunnen we dat
relateren aan de inventaris van de provisies en de
evaluaties die daarover worden gemaakt. Wij
kunnen dan ook het dossier van nabij volgen.
01.04 Staatssecretaris Olivier Deleuze: Ik heb er
geen probleem mee het document aan het
Parlement te bezorgen zodra het controlecomité
het heeft goedgekeurd. Dan kan u zich een
oordeel vormen over de som en dergelijke.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck
aan de minister van Landbouw en Middenstand
over "de stilligpremie voor de visserij" (nr. 3244)
02 Question orale de M. Koen Bultinck au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "la prime d'immobilisation dans
le secteur de la pêche" (n° 3244)
02.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, mijnheer de minister, ik trap een
open deur in als ik zeg dat de Vlaamse
visserijsector zich in een zeer diepe crisis bevindt.
Ik geef twee voorbeelden. Ten eerste, het
probleem van de hoge dieselprijzen. Nederland en
Frankrijk hebben een aantal tegemoetkomingen
gedaan naar de visserijsector, maar op Belgisch
niveau gebeurde dit niet. Ten tweede, de vrij
strenge vangstbeperkingen die vanuit Europa
worden opgelegd betreffende kabeljauw.
Daarbovenop komt dat vanaf 15 februari tot 1 mei
de kabeljauwvangst in zowat een kwart van de
Noordzee zeer strikt beperkt wordt en dat er vanaf
1 mei overgegaan wordt naar een meer selectieve
visserijvorm met grotere netmazen. De
visserijsector zit inderdaad in een zeer diepe crisis
en vandaar de vraag die de rederscentrale
specifiek met betrekking tot uw ministerie stelt
naar het toekennen van een soort stilligpremie
voor die visserijvaartuigen die getroffen worden
door de vangstbeperkingen. Als ik goed ben
geïnformeerd is het volgens een Europese
verordening van 1999 mogelijk om in het kader
van het herstel van de visstocks een dergelijk
stilligpremie toe te kennen. In de praktijk komt het
erop neer dat zowel de reder als de visser betaald
worden als zij niet gaan vissen: een soort
vergoeding voor technische werkloosheid.

Vandaar twee duidelijke vragen: Ten eerste, bent
u bereid om in te gaan op de vraag van de
rederscentrale?

Ten tweede, bent u als minister van plan om
eventueel een aantal andere steunmaatregelen,
specifiek voor de visserijsector, toe te kennen? Is
hierover in de regering nader overleg gepleegd? Ik
verwijs naar de overbruggingskredieten die door
uw Vlaamse collega Vera Dua worden toegekend
maar die, zoals uit de praktijk blijkt, bitter weinig
succes kennen. Dit bleek vorige week dinsdag op
het crisisberaad dat de rederscentrale en een
aantal streekparlementsleden uit West-
Vlaanderen hielden en waar werd aangedrongen
op een aantal bijkomende steunmaatregelen.
02.02 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, collega's, ik wil vooraf beklemtonen dat
de problemen in de visserij niet nieuw zijn en dat
er al lang problemen zijn met de capaciteit van
onze vissersboten. Wij hebben 129 vissersboten
waarvan er 29 onder vreemde vlag varen - meer
bepaald de Nederlandse vlag. Deze Nederlandse
vissersboten vissen in onze territoriale wateren.
We hebben maatregelen genomen om na te gaan
of wij hier iets kunnen aan doen. Als tweede
element is er de duurdere brandstofprijs en als
derde element zijn er de maatregelen genomen
naar aanleiding van het biologisch rapport. De
beperking van de wateren waarin mag worden
gevist is nog uitgebreid en de vissoorten die bevist
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
mogen worden - zoals kabeljauw - zijn streng
beperkt. Deze maatregelen worden genomen in
een sector die al broos is en als u weet dat we
slechts 67 km kust hebben, dan is het evident dat
dergelijke maatregelen voor ons altijd erger zijn
dan voor degenen die meer wateren te bevissen
hebben.

Ik wil nu heel concreet op uw vragen in verband
met de stillegpremie antwoorden. De verordening
van de Europese Gemeenschap 2792/1999 tot
vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en -
voorwaarden voor structurele acties van de
Gemeenschap in de visserijsector en in het
bijzonder artikel 16, lid 1, a vormt de juridische
basis voor een stillegregeling. Artikel 16, lid 1, a
van deze verordening bepaalt dat de lidstaten aan
vissers en aan eigenaars van de vaartuigen een
vergoeding kunnen toekennen voor de tijdelijke
stillegging van hun activiteiten in het geval van een
niet te voorziene gebeurtenis, in het bijzonder als
gevolg van biologische oorzaken waarbij het een
niet te voorziene gebeurtenis betreft en waarbij
enkel de wetenschappelijke motivering aan de
commissie dient meegedeeld te worden en geen
verdere procedure van het beheerscomité is
vereist.

Uit contacten met de Europese Commissie blijkt
dat deze van mening is dat in de huidige
omstandigheden artikel 16, lid 1, a wel degelijk
van toepassing is en dat men op artikel 16, lid 1, c
geen beroep dient te doen. De redercentrale vroeg
per fax op 21 januari 2001 en ook per brief op
12 januari 2001 de mogelijkheid te onderzoeken
om tijdens de sluitingsperiode een verplichte
stillegregeling in te voeren waarbij in een
compensatie wordt voorzien voor de Belgische
vissers, dit uit hoofde van de verordening
2792/1999 tot vaststelling van de
uitvoeringsbepalingen en -voorwaarden tot
structurele acties in de visserijsector. Op 30 en
31 januari en 9 februari 2001 werd met de sector
overleg gepleegd over de modaliteiten van een
eventuele stillegregeling. Op de Ministerraad van
deze week, vrijdag 16 februari 2001, leg ik een
dossier voor teneinde de stillegregeling van de
Belgische vissers te regelen. Ik wens
vanzelfsprekend niet vooruit te lopen op de
beslissing en op de modaliteiten die aan deze
beslissing zullen worden toegekend.

In verband met uw tweede vraag kan ik alleen
zeggen dat er volgens mij geen verdere
steunmaatregelen zijn die in dit verband de
goedkeuring van de Europese Commissie kunnen
wegdragen. U verwijst naar andere landen. Ik heb
een rondvraag gedaan bij de Commissie en bij
andere landen. Tot op heden heb ik nog geen
enkel bericht ontvangen over de goedkeuring van
een steunmaatregel in een andere lidstaat. Men
moet dus realistisch blijven. Het is niet voldoende
dat een bepaald land een bepaalde maatregel
neemt opdat deze aanvaardbaar zou zijn voor de
Europese Commissie.

Collega Didier Reynders heeft wel op een vraag
van senator Ramoudt geantwoord dat hij
inderdaad een vrijstelling van bedrijfsvoorheffing
zou voorleggen aan de Commissie, maar dit moet
alsnog gebeuren en het is dus afwachten of de
Europese Commissie hiermee zal akkoord gaan.
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Mijnheer
de voorzitter, ik dank de minister voor zijn
bevredigend antwoord. Ik zie hoopvol de
beslissing van de aanstaande Ministerraad, deze
vrijdag, tegemoet. U geeft een vrij positief
antwoord in die zin dat wat u betreft die
stilligpremie een belangrijke mogelijkheid wordt en
ik kan bijna gerustgesteld naar de commissie
Financiën gaan om daar het antwoord te krijgen
van collega Reynders dat er op financieel vlak ook
schot in de zaak komt. We mogen wat de
visserijsector betreft, over alle partijgrenzen heen,
geen tijd meer verliezen. Het is, zeker voor
Vlaanderen, een zeer belangrijke sector. Het ligt
gevoelig in de streek. Ik denk dat we aan één zeel
moeten trekken omdat de sector te belangrijk is.
02.04 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, ik wil graag nog een bijkomende
opmerking geven. Vorig jaar heb ik een aantal van
die 29 schepen die zich niet aan de toepassing
van de economische band hielden aan de ketting
laten leggen. Ik moet zeggen dat dit heel goed
werkt, want men houdt zich nu scrupuleus aan de
wettelijke bepalingen. Er is slechts één vaartuig
dat dreigt daar van af te wijken.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Trees
Pieters aan de minister van Landbouw en
Middenstand over "de aanvullende opleiding
architecten-stagiairs" (nr. 3334)
03 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "la formation complémentaire
d'architecte-stagiaire" (n° 3334)
03.01 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, recent heeft de
Nationale Orde van Architecten beslist te voorzien
in een aanvullende opleiding-vorming van
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
architecten-stagiairs. Dit is positief. De architecten
krijgen de kans zich verder bij te scholen. Het
probleem is echter dat dit reeds door verschillende
organisaties aangeboden wordt. Het is ook een
probleem dat de Nationale Orde van Architecten
die opleiding aanbiedt zonder dat enig overleg
heeft plaatsgevonden met de organisaties die de
aanvullende opleiding reeds verzorgen. Is het
nodig dat de Orde in die aanvullende opleiding
voorziet? Valt dit te rijmen met de opdracht van de
Orde? Is de Orde wettelijk bevoegd om dergelijke
aanvullende vorming te organiseren? Bovendien
trekt de Orde 8 miljoen frank uit om die opleiding
te financieren. Die opleiding gebeurt dus op
kosten van de leden van de Orde die op andere
domeinen dezelfde vorming kunnen genieten.

Deze problematiek werd u reeds tweemaal
gesignaleerd. Dat gebeurde tweemaal via een
open brief. Tot op heden mochten zij van u nog
geen antwoord ontvangen. Waarom antwoordt u
niet op die vragen en wat is uw houding
daaromtrent?
03.02 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Pieters, u vraagt mij waarom
ik de briefwisseling niet beantwoord. Zodra we
kennis hadden genomen van de bezwaren die
door de organisatie tegen de aanvullende
opleiding-vorming van architecten-stagiairs
werden geuit, heb ik een brief gericht naar de
Nationale Raad van de Orde van Architecten
waarin ik om zijn standpunt terzake heb gevraagd.
Tot op heden heb ik daar nog geen antwoord op
gekregen. Daarom heb ik recent ook een
rappelbrief verstuurd om daar een antwoord op te
krijgen. Zodra de verschillende standpunten op
deze problematiek mij bekend zijn, zal ik de
betrokken partijen uitnodigen voor een gesprek op
het kabinet.

Is er nood aan bijscholing voor de stagiairs? De
deontologische regels verplichten de architect zijn
beroep met bekwaamheid uit te oefenen. Het is
daarom aangewezen dat een opleiding
georganiseerd wordt voor de stagiairs, zoals dat
trouwens het geval is voor andere vrije en
intellectuele beroepen. Deze bijkomende opleiding
moet echter gericht zijn op de verschillende
aspecten van de beroepspraktijk en kan in geen
geval louter een herhaling zijn van de
opleidingsprogramma's die aangeboden worden
door de onderwijsinstelling. Het aantal uren moet
bovendien redelijk blijven om de stagiairs nog
voldoende tijd te laten voor hun beroep.

Op de vraag of het de Orde toekomt zulke
opleidingen te organiseren, herhaal ik dat ik eerst
wil luisteren naar de argumenten van de Nationale
Raad. De opleidingen die aangeboden worden
door de verschillende beroepsverenigingen
kunnen in ieder geval soelaas bieden. Mijns
inziens legt de Orde wel de vinger op de wonde
door de stellen dat de architect van vandaag
mogelijk onvoldoende voorbereid is na zijn
architectenopleiding om het hoofd te kunnen
bieden aan de steeds omvangrijkere rol die hij
toebedeeld krijgt in het bouwproces. Ik zal
binnenkort ook contact opnemen met de
bevoegde Gemeenschapsministers van Onderwijs
om de problematiek van het architectuuronderwijs
samen te bespreken.
03.03 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
als u de Orde een brief gestuurd hebt, zou het
goed zijn daar melding van te maken aan de
mensen die u een open brief gestuurd hebt. Is er
opleiding nodig? Ik denk dat er continu opleiding
nodig is, maar dat men moet kijken wie die
opleiding geeft. Als die opleiding door sociale
organisaties of door beroepsinstanties verleend
wordt, moet dit volgens mij niet overgedaan
worden.

Als u zegt dat u zult natrekken of de Orde
bevoegd is, heb ik maar de wet op de
bescherming van de titel en het beroep van de
architect van 20 februari 1939 te nemen, want
daarin wordt in de punten 4, 5 en 6 heel concreet
gestipuleerd dat het niet de taak van de Orde van
Architecten is om eenzijdig en zonder geldig
mandaat een aanvullende theoretische vorming
aan haar leden architecten-stagiairs op te leggen.
Het gaat hier niet over de opleiding op zich, maar
over een aanvullende opleiding voor reeds
gevorderde mensen. Hiermee wordt het
programma van de onderwijsinstelling in vraag
gesteld, zo zegt de wet.

Ten tweede, de bevoegdheden van de raden van
de Orde van Architecten zijn duidelijk gedefinieerd
door de artikelen 17 tot en met 22 van de wet van
26 juni 1963 en bevestigd door het huishoudelijk
reglement van de Orde, meer bepaald in artikel
30.

Ten slotte, de Nationale Raad van de Orde van
Architecten kan hoogstens informatief en
adviserend optreden bij de overheid, mocht zij
tekorten vaststellen in de opleiding van de
architecten. Dit staat in de wet van 20 februari
1939. Ik denk niet dat u nog naar de Orde zelf
moet stappen om dit te vragen, want het staat
heel duidelijk in een wettelijke verordening.
Daarom vind ik het ongepast dat zij op kosten van
de architecten zelf 8 miljoen frank spenderen aan
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
een opleiding die door andere instanties op een
degelijke manier wordt verleend.
03.04 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, ik heb naar aanleiding van andere
dossiers ooit de klacht gehoord dat wij niet het
advies vragen of volgen van bepaalde hoge raden.
Hier doe ik het wel en dan krijg ik nog reclamaties.
Ik denk niet dat het ooit goed zal zijn.
03.05 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
u hebt mij verkeerd begrepen of ik heb u verkeerd
begrepen. Ik meen te hebben verstaan dat u het
zelf aan de Orde zult vragen.
03.06 Minister Jaak Gabriels: De Nationale Raad
van de Orde van Architecten is een
gesprekspartner in deze zaak. Dat is nogal
evident.
03.07 Trees Pieters (CVP): Ja, maar de
Nationale Raad is door een wettelijke verordening
gevat, die zegt dat zij maar onder heel strikte
voorwaarden die opleiding kunnen geven.
Daarvoor moet u de Orde zelf niet aanschrijven.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde interpellaties van
-
de heer Luc Paque tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de ernstige
crisis in de landbouw" (nr. 685)
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landbouwsector" (nr. 686)
04 Interpellations jointes de
- M. Luc Paque au ministre de l'Agriculture et
des Classes moyennes sur "la grave crise que
traverse le monde agricole" (n° 685)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la crise que
traverse le secteur agricole" (n° 686)

De voorzitter: Naar aanleiding van de ingediende
interpellaties heeft de Conferentie van voorzitters
beslist een debat te houden over het actueel
landbouwbeleid. Dit betekent dat elke fractie de
gelegenheid krijgt zich bij de interpellaties aan te
sluiten. Ik zal elke fractie ruim de kans geven zijn
standpunt toe te lichten. Ook in de replieken zal
het Reglement soepel worden toegepast.
04.01 Luc Paque (PSC): Monsieur le président,
je voudrais tout d'abord vous faire part de ma
satisfaction qu'un débat sur la problématique
agricole ait pu être organisé, aujourd'hui. En effet,
Dieu sait combien cette problématique est
importante. D'ailleurs, comme vous l'avez
souligné, monsieur le président, des
manifestations se déroulent encore aujourd'hui
dans la rue et se dérouleront peut-être encore
dans les jours et les semaines à venir. Il était donc
important que nous puissions nous pencher sur
cette problématique. Toutefois, je regrette que ce
débat soit quelque peu perdu parmi les différents
points de l'ordre du jour de notre commission.
J'aurais souhaité que cette problématique fasse
l'objet d'une discussion en séance plénière
comme ce fut le cas, il y a quelques semaines,
pour la libéralisation du cannabis, mais cela n'a
malheureusement pas été possible. Cependant, je
me réjouis que nous puissions discuter de cette
problématique aujourd'hui.

Monsieur le président, je commencerai mon
intervention par différentes remarques et
considérations et je terminerai, si vous le
permettez, par différentes questions.

Le secteur agricole fait face aujourd'hui à une
crise sans précédent. Les conséquences de
l'affaire de la dioxine, des crises de la vache folle,
de la conclusion de l'Agenda 2000 et de son
éventuelle modification sont aujourd'hui clairement
établies et dramatiques.

La perte de confiance du consommateur et le
recul des exportations entraînent une chute
vertigineuse des prix qui asphyxie les producteurs,
déjà confrontés à l'augmentation du prix de
l'énergie et des coûts de production, au
remboursement des crédits de soudure contractés
précédemment et aux échéances habituelles
inhérentes à toute exploitation.

Ainsi, la chute des prix conduit, par exemple, à
une perversion du système de rachat-destruction
mis sur pied au début de cette année suite à la
crise ESB. Adopté pour des motifs sanitaires, il
s'est transformé en marché parallèle: les prix du
marché s'étant écroulés, certains éleveurs, en
particulier les propriétaires de vaches laitières,
choisissent, en effet, la filière "destruction" pour
bénéficier de la prime de rachat actuellement plus
élevée que le prix du marché.

Déjà l'agenda 2000 conclu pour six ans, avait
accéléré les restructurations, anticipant sur
l'élargissement de l'Union européenne vers l'Est et
sur les négociations concernant le commerce
mondial à l'Organisation Mondiale du Commerce.
En Wallonie, les agriculteurs ont dû s'ajuster, se
réorienter, se diversifier, s'endetter et,
malheureusement pour certains, cesser toute
activité.
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6

Et pourtant, malgré ce mouvement de colère du
monde agricole, le commissaire européen à
l'agriculture réitérait, ce week-end encore, son
point de vue. L'agenda 2000 sera revu. Des
primes, dont la prime à la vache allaitante, seront
suspendues, les quotas laitiers, les quotas
betteraviers -
nous avons eu l'occasion d'en
discuter récemment, monsieur le ministre - sont
également menacés. Comment ces intentions
politiques pourraient-elles être reçues
positivement par le milieu agricole et ses
agriculteurs? Quel crédit le monde agricole peut-il
encore accorder au monde politique et aux
instances européennes?

L'agenda 2000 a été fixé, il y a seulement un peu
plus d'un an. L'Europe a-t-elle subitement oublié
que les mesures prises dans le cadre de cet
agenda étaient conclues pour six ans?

Je voudrais maintenant revenir un instant sur les
propositions formulées par la Commission
européenne, par la voix de son commissaire à
l'agriculture, M. Fischler.

En ce qui me concerne, ces propositions sont
purement et simplement inadmissibles et
inacceptables, comme l'a encore récemment
déclaré le premier ministre. Aussi, j'ose espérer
que nos représentants dans les différentes
instances européennes, dont vous faites partie,
monsieur le ministre, se feront le porte-parole du
chef du gouvernement belge. En effet, on perçoit,
au travers des déclarations de M. Fischler, une
volonté de faire payer aux agriculteurs une
deuxième fois la même facture.

Le commissaire européen à l'agriculture a-t-il
oublié que le système de prime, défini dans le
cadre de l'agenda 2000, permettait de compenser
la baisse des prix garantis européens? La
suspension, voire la révision partielle du
mécanisme des primes compensatoires serait à
coup sûr catastrophique pour la pérennité des
exploitations.

A-t-il également perdu de vue qu'en faisant ce
genre de propositions, il compromettait un
échafaudage qui devait valoir pour une période de
6 ans au moins?

C'est comme si subitement, sans crier gare, l'on
revenait sur un contrat dont l'encre vient à peine
de sécher. Or, une telle rupture de contrat avec le
monde agricole et la société tout entière ne peut
être envisagée, car ce serait faire fi de l'avenir et
oublier l'agenda 2000 qui a été conçu pour
préparer l'élargissement de l'Union européenne et
les négociations de l'OMC.

Dès lors, pour sortir de l'impasse financière dans
laquelle le secteur agricole se trouve, et plus
particulièrement dans le cadre de cette crise de la
vache folle, nous proposons la création d'un fonds
européen de crise ESB temporaire, hors budget
agricole bien entendu, et qui serait alimenté par
les différents Etats membres. Une piste pourrait
être le relèvement temporaire d'accises sur
certains produits n'étant pas de première
nécessité.

La crise que nous vivons n'est pas seulement une
crise sectorielle de l'agriculture, mais une crise qui
concerne l'ensemble des citoyens européens. Il
est donc impératif que les pouvoirs publics fassent
preuve d'imagination et d'initiative.

Je le répète: il est inacceptable que le monde
agricole, première victime des crises, paye une
deuxième fois la note.

Depuis le 1
er
janvier de cette année, la Belgique
peut, à juste titre, être considérée comme le
meilleur élève de l'Union européenne pour ce qui
est de la mise en oeuvre des mesures décidées
début décembre 2000. Mais malheureusement, le
fait d'être le bon élève entraîne que la Belgique est
pénalisée par d'autres pays, qui sont moins
consciencieux et qui n'appliquent pas ces
mesures comme ils devraient le faire.

Dès lors, il est impératif aussi que le
gouvernement belge défende auprès de la
Commission européenne la nécessité
d'harmoniser l'application des mesures ESB, et ce
dans tous les Etats membres, par la mise en
oeuvre d'un règlement applicable par tous, avec à
l'appui des sanctions en cas de non-respect.

Les responsables politiques ne peuvent rester
sourds au désarroi du monde agricole, car
derrière ce désarroi, ce sont des familles entières
qui se retrouvent aujourd'hui dans l'incertitude.
Certains même se trouvent déjà dans l'impasse
financière. On ne peut plus se permettre de rejeter
de gouvernement à gouvernement les
responsabilités politiques de ce dossier ou se
lamenter publiquement sur son impuissance,
comme l'a si bien fait il y a quelques jours le
ministre wallon de l'Agriculture.

Aussi le gouvernement fédéral doit-il se doter
sans délai d'un comité de crise disposant d'un
mandat clair et de pouvoirs étendus pour une
durée déterminée, avec obligation de se concerter
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
avec les organisations agricoles et les autorités
régionales. Vous ne me départirez pas de l'idée
que cette concertation est primordiale si nous
voulons défendre, pour la Belgique et pour la
Wallonie en particulier, une agriculture familiale,
extensive et à taille humaine. C'est ce qui doit
guider nos principes d'action politique. C'est
l'objectif à atteindre. L'agriculture est une activité
économique à part entière, qui mérite une correcte
rétribution et doit permettre aux familles d'en vivre
décemment.

Enfin, monsieur le ministre, eu égard aux
difficultés économiques que vit, au rythme des
crises alimentaires, ce secteur et dans le but de
défendre une politique agricole soucieuse de la
qualité de ses produits, mais aussi respectueuse
du monde agricole, je me permets de vous poser
les questions suivantes.

Tout d'abord, la proposition de supprimer ou de
suspendre - à vous de nous donner la précision -,
certaines primes est une mise en cause des
décisions récemment prises dans le cadre de
l'agenda 2000. Le gouvernement belge envisage-
t-il, à terme, une révision de ces accords? Si oui,
quels sont les arguments qui plaideraient en
faveur de la révision de ces accords et quelle
serait la teneur de ces propositions?

La Belgique assurera la présidence de l'Union
européenne dès le 1
er
juillet 2001 et, dans ce
cadre, elle fait déjà partie actuellement de la
troïka. Dans le cadre de cette présidence, quelles
seront les priorités de la Belgique en matière de
politique agricole? Et de façon plus générale,
comment la Belgique entend-elle défendre, sur le
plan national, ce secteur de plus en plus menacé
économiquement à la suite des différentes crises
alimentaires que notre pays, et que l'Europe, a
connues ces dernières années?

Je vous remercie des réponses que vous voudrez
bien apporter à mes questions.
04.02 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, in het laatste
kwartaal van 2000 is de BSE-problematiek in een
nieuwe fase gekomen. De aanleiding hiertoe was
het ontwikkelen van snelle BSE-tests. Deze tests
zijn in staat een besmet dier dat nog geen
symptomen van de ziekte vertoont te detecteren
op het niveau van het slachthuis. Een voorwaarde
is wel dat de besmette dieren in de fase verkeren
die optreedt drie à zes maanden voor de
symptomen zich manifesteren. De test detecteert
dus geen besmette dieren die zich nog meer dan
zes maanden voor het uitbreken van de
symptomen bevinden. Deze test, die in Frankrijk
reeds werd toegepast in de tweede helft van vorig
jaar, heeft begin november voor publieke onrust
gezorgd. Het aantal dieren dat positief werd
bevonden voor BSE ging er flink de hoogte in. De
ongelukkige reactie van de Franse politieke
wereld op deze publieke onrust heeft de kwestie
nog verscherpt.

Een tweede moment in de acceleratie van deze
fase van de BSE-problematiek kwam er op het
ogenblik dat in Duitsland de eerste besmette
dieren werden gedetecteerd, namelijk eind
november 2000. Ook daar liep de publieke onrust
op en ging de politieke wereld overstag door het
innemen van scherpe standpunten. Uiteindelijk
resulteerde dit in het ontslag van twee Duitse
ministers.

Op het Europese beleidsniveau is er in de tweede
helft van november een snelle opeenvolging van
standpunten en oriënteringen geweest met
complete verwarring tot gevolg. Zo werden
scherpe voorstellen van de commissie afgewezen
door de wetenschappelijke deskundigen.
Uiteindelijk nam de landbouwraad van 4
december 2000 nog radicalere voorstellen aan, dit
vooral door de omslag van het standpunt van de
Duitse regering. Duitsland had tot dan de
Europese besluitvorming tegengewerkt. Samen
met Frankrijk heeft het er echter op 4 december
het verbod op dierenmeel in alle veevoer op de
Europese landbouwraad doorgeduwd,
niettegenstaande dit besluit niet werd gesteund
vanuit wetenschappelijke hoek. Dit leidde tot
beschikking 2000/766 van de EEG van de raad
van 4 december 2000 betreffende bepaalde
beschermingsmaatregelen ten aanzien van
overdraagbare sponginforme encefalopathieën en
het vervoederen van dierlijke eiwitten. Hierin wordt
aan de lidstaten het verbod opgelegd om
verwerkte dierlijke eiwitten te vervoederen aan
huis- of landbouwdieren die worden gehouden,
vetgemest of gefokt voor de productie van
voedingsmiddelen. Deze maatregel is tijdelijk, van
toepassing gedurende zes maanden vanaf 1
januari 2001. Intussen was door de Europese
autoriteiten reeds beslist de snelle BSE-test
verplicht op te leggen vanaf 1 januari voor alle
runderen ouder dan 30 maanden.

Wat zien we op Belgisch vlak? In een eerste
reactie op de perikelen in Frankrijk stelde minister
Aelvoet op 8 november dat er omtrent de BSE-
problematiek geen nieuwe wetenschappelijke
bevindingen waren en dat er geen dringende
maatregelen moesten worden genomen. Ter
herinnering, één van de cruciale aanbevelingen
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
van de dioxinecommissie is dat het beleid moet
steunen op wetenschappelijke gegevens en
risicoanalyse. Op hetzelfde moment verscheen er
in "Knack" een onrustwekkend interview met een
Belgische BSE-deskundige, de heer
Vanopdenbosch. Hij sprak over misschien tot
160.000 BSE-doden. Ook de EU-commissaris
voor Consumentenzaken legde onrustwekkende
verklaringen af. Daarnaast bracht de
consumentenorganisatie Test-Aankoop een
genuanceerde open brief uit die door de media
selectief werd overgenomen. Daarop wijzigde
minister Aelvoet haar standpunt. Zij was bereid
het aantal snelle tests zo snel mogelijk en zo veel
mogelijk op te voeren. Mijnheer de minister, op de
landbouwraad van 4 december hebt u de
beslissing mee goedgekeurd. Men verklaarde
echter tegelijkertijd via de media dat de beslissing
onuitvoerbaar zou zijn.

In het Parlement verklaarde u dat u in snelheid
gegrepen was en dat u betwijfelde of deze
maatregelen het vertrouwen zouden kunnen
herstellen. Bovendien stelde u dat de commissie
tijdens de besprekingen in de Raad niet inging op
uw tegenwerpingen. Op dat ogenblik schatte u het
kostenplaatje voor de vernietiging van het afval en
een hogere prijs voor de alternatieve eiwitbronnen
op 10 miljard frank.

De Europese ministers van Landbouw hebben op
4 december 2000 maatregelen genomen om het
vertrouwen van de consument terug te winnen,
niet om de volksgezondheid te beschermen. Het
lijkt er sterk op dat de verkeerde maatregelen
werden genomen. Het vertrouwen van de
consument is niet herwonnen! Integendeel, het
vertrouwen van de consument is volledig onderuit
gehaald. Sinds het uitbreken van de BSE­crisis
begin november zijn de prijzen van de levende
dieren systematisch gedaald. De gemiddelde prijs
van levende dieren is met 14% gedaald.
Hierachter schuilen echter belangrijke verschillen.
De prijs van een dikbil is met 6 à 13% gedaald. De
prijs van de kwaliteit 55 is met 25% gedaald. Niet
alleen de prijzen zijn gedaald. De afzet is
eveneens sterk afgenomen. De aanvoer op
veemarkten ligt ongeveer 25% lager dan voor de
crisis. In de Europese Unie zijn de prijzen van
stieren met 12% gedaald. De prijzen van koeien
zijn gedaald met 25%. Wat de karkassen betreft,
is de prijsdaling op Europees niveau sterk
verschillend. Men noteert dalingen tussen 20 en
40%. In België houdt het hoog kwalitatief vlees
nog relatief stand. Men stelt een prijsvermindering
van 5% vast. Minder kwalitatief vlees incasseert
een prijsdaling van 15 à 20%. Uit de bevraging
van de leden van FENAVIAN die begin februari
werd gehouden, blijkt dat de binnenlandse markt
met 15 à 20% daalt, de Europese markt daalt in
Duitsland met 45 tot 70%, de markt buiten Europa
daalt in de Oostbloklanden met 80 tot 100%. Er is
een pijnlijke discrepantie vast te stellen tussen de
verwachtingen van de Europese Commissie en de
Landbouwministers in december en de reële
toestand twee maanden later.

Wat de beslissing inzake dierenmeel betreft, kan
men niet anders dan vaststellen dat deze
beslissing resulteert in enerzijds minder
opbrengsten omdat een product dat vroeger op de
markt iets waard was dat niet langer is en,
anderzijds meer uitgaven omwille van de kosten
van de afvalverwijdering. Voor de financiering van
deze maatregel past de Europese Commissie
volledig. De raming van de minder opbrengsten
door het verbod op gebruik van dierenmeel wordt
bemoeilijkt door een aantal ongekende factoren.
Een deel van het dierenmeel wordt immers
gevaloriseerd in petfood. Misschien kunnen nog
andere aanwendingen worden gevonden. Een
gedeelte van de slacht- en vleesafval - het dierlijk
vet - kan worden gevaloriseerd. Ramingen met
betrekking tot het inkomensverlies variëren van
500 miljoen frank tot 2 miljard frank. Wat de
kosten betreft, moet worden onderstreept dat de
kosten die RENDAC aanrekent voor de
verwerking van het afval tot dierenmeel en dierlijk
vet de voorbije weken sterk varieert. De
verwijdering van de afval, inclusief kadavers, zou
jaarlijks 3,5 miljard frank kosten. Vroeger werd dit
geraamd op 7 tot 8 miljard frank.

Er moeten alternatieven worden gezocht voor het
dierenmeel in veevoeders. De standaardoplossing
is het gebruik van soja, veelal genetisch
gemodificeerde soja. Deze alternatieven hebben
steeds een kostprijsverhogend effect. Voorlopig is
dit geraamd op 15 à 25%.

Wat is het prijskaartje van de opkoop- en
interventieregeling? We haalden al aan, mijnheer
de minister, dat als gevolg van de BSE-crisis de
Europese consumptie van rundvlees met 27% is
gedaald. Dat percentage ligt veel hoger dan de
10% waar de Europese Commissie in december
2000 van uitging.

Bovendien houden vele landen de grenzen
gesloten voor rundvlees uit de EU, waardoor er op
de rundveemarkten een complete malaise heerst.
Grote partijen onverkoopbaar rundvlees zullen
volgens Europees commissaris Fischler van de
markt moeten worden gehaald. Hij verwacht dat in
de EU-landen tot juli 2001 1,7 miljoen dieren
zullen worden verbrand. Daarnaast zal in dezelfde
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
periode het vlees van bijna 2,5 miljoen koeien in
vrieshuizen worden opgeslagen. Volgens hem kan
de voorraad dit jaar oplopen tot bijna 785.000 ton,
terwijl in de begroting slechts rekening is
gehouden met 125.000 ton. Men verwacht dat de
kosten van deze crisis voor de Europese
begroting daardoor zullen oplopen tot 3 miljard
euro, terwijl er slechts 1,2 miljard voor is
gereserveerd.

In de discussie interveniëren diverse factoren.
Enerzijds is er de opkoopregeling. Dit betekent dat
gezonde dieren ouder dan 30 maanden worden
opgekocht en vernietigd. De kosten hiervan
worden gedeeltelijk door de nationale overheden
betaald. Anderzijds is er ook de klassieke
Europese interventieregeling. Die stelt dat als de
prijzen onder een bepaalde niveau zakken, er een
opslag in koelhuizen wordt voorzien.

In de Europese begroting voor 2001 zou
ondertussen 930 miljoen euro extra zijn
ingeschreven voor het bestrijden van de BSE-
crisis. De rekeningen van de Europese
Commissie tonen echter aan dat dit bedrag
onvoldoende is. De manoeuvreerruimte en het
Europees budget zijn immers beperkt omdat door
de verschillende onderdelen uitgavenplafonds zijn
vastgelegd die niet kunnen worden overschreden.
De meeste lidstaten zouden niet willen raken aan
het globale begrotingskader dat in maart 1999 in
Berlijn werd vastgelegd voor een periode die loopt
tot het jaar 2007. Tot nu toe zou alleen de Franse
president, Jacques Chirac, zich hebben
uitgesproken voor een aanpassing van dit globale
begrotingskader.

De Europese landbouwcommissaris, Fischler,
waarschuwde er dan ook voor dat de extra kosten
naar aanleiding van de BSE-malaise door andere
landbouwsectoren zouden moeten worden
gecompenseerd. De eerste minister van België
sprak zich heftig uit tegen deze uitspraken. Waar
het geld dan wel vandaan moet komen, kon hij
evenwel niet zeggen. Vandaag lezen we in een
aantal kranten dat Fischler helemaal niet gediend
is met de uitval van Verhofstadt. In een brief aan
de premier legt hij de noodzaak uit van de
maatregelen om een ineenstorting van de
rundvleesmarkt te voorkomen.

Ook neemt de druk toe om het Europese
landbouwbeleid te herzien. Zo diende onlangs de
groene euro-fractie in het Europese Parlement
een tienpuntenplan in voor de hervorming van het
Europese landbouwbeleid. Ook de Duitse minister
van Landbouw zou zich in dezelfde
zin hebben uitgesproken.
De
Europese
Landbouwcommissaris, Fischler, stelde voor
drastische maatregelen te nemen, zoals een veel
intenser gebruik van de opkoopregeling voor
runderen. Op deze manier zouden de
rundvleesprijzen minder lang onder druk staan
dan bij opslag, omdat er geen vleesberg wordt
gecreëerd. Nederland en Duitsland, met
lippendienst door België, hebben hiertegen verzet
geuit. In Frankrijk, Spanje, Ierland, België en
Luxemburg wordt ondertussen wel gezond vlees
verbrand.

Inmiddels zouden al 60.000 koeien naar de
verbrandingsoven zijn gebracht. Men kan zich
hierbij afvragen of het ethisch verantwoord is om
gezonde dieren te verbranden.

Daarnaast suggereerde Fischler om de premie
voor melkvee tijdelijk af te schaffen of te
verminderen. Op dinsdag 13 februari beslist de
Europese Commissie over een pakket
maatregelen om het overschot aan rundvlees op
de Europese markt weg te werken. Zo zou het
premiesysteem worden beperkt tot een aantal
dieren per bedrijf en zouden er stimuli komen om
vee jonger te slachten. Ook het hergebruik van
braakland als grasland voor dieren zou worden
aangemoedigd.

Vanuit deze optiek hebben wij een aantal heel
concrete vragen.

Vanuit de sector wordt gemeld dat er een
achterstand is bij de uitbetaling van de restituties
in de sector van het varkensvlees. Restituties zijn
subsidies van Europa, die bij export van
landbouwproducten naar landen buiten de
Europese Unie worden uitgekeerd. Het Belgisch
Instituut voor Restituties en Interventies ­ BIR - is
het organisme dat instaat voor de controle en de
uitbetaling van deze tegemoetkoming. Waaraan is
deze achterstand te wijten? Welke maatregelen
zal de minister nemen om de toestand zo snel
mogelijk te normaliseren?

In het kader van het dierenmeelverbod is er een
prefinanciering uit de bus gekomen. Welke
initiatieven worden genomen om een duurzame
oplossing te bereiken?

Zal het algemeen dierenmeelverbod worden
verlengd na 30 juni? Worden alternatieven
overwogen? Welke houding zal België op
Europees niveau verdedigen?

Hoeveel dieren zijn in het kader van de
opkoopregeling opgekocht en vernietigd? Hoeveel
heeft dit tot nu toe aan de Belgische overheid
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
gekost? Wordt deze regeling verlengd? Zijn
hiervoor budgetten vrijgemaakt? Houdt de minister
het bij een lippendienst als de ethische bezwaren
te berde worden gebracht of zal hij, zoals
Duitsland en Nederland, zijn positie verstrakken?

Welke houding zal de Belgische regering
aannemen ten aanzien van de voorstellen van
Europees commissaris Fischler en de Europese
Commissie om de rundveemarkten te
stabiliseren?

Ten slotte, wie moet volgens de Belgische
regering de crisis betalen die door "Europese"
politici is uitgelokt? Moet de boer of de
belastingbetaler dat doen?
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre,
j'essaierai de ne pas répéter ce qui a été dit. Nous
nous retrouvons dans une situation de crise. Ce
sont de nouveau les producteurs, à savoir les
agriculteurs, qui en pâtissent le plus. Dans un
système de marché tel que le nôtre, il est
inévitable que ce soit le producteur, qui est le
premier maillon de la chaîne, qui paie les pots
cassés. On ne pourra instaurer des mesures
correctrices que si l'on trouve, au niveau
européen, des moyens harmonisés pour répartir le
coût de la crise à tous les intervenants de la
chaîne.

En ce qui concerne plus précisément la crise de
l'ESB, pensez-vous qu'il soit envisageable de
prévoir, au niveau européen, un fonds comme
celui qui a été créé pour la dioxine et dont
l'alimentation serait assurée par l'ensemble des
éléments de la chaîne, y compris les producteurs
d'aliments pour bétail? Bien sûr, il ne s'agirait que
d'une mesure réparatrice de la crise que nous
rencontrons aujourd'hui. Il est évident que de
telles crises se répéteront si l'on n'envisage pas
une réorientation de l'agriculture au sein de l'Union
européenne, et non pas uniquement en Belgique.

Par ailleurs, je sais que vous avez défendu
l'harmonisation des mesures prises, ainsi que des
tests et des destructions au niveau européen,
mais je sais aussi que bon nombre de pays ne
vous suivent pas dans cette voie car cela les
obligerait à modifier leur façon d'agir. Le premier
ministre et le ministre des Affaires étrangères,
dans le cadre de la future présidence belge,
envisagent-ils de se joindre à vous pour créer des
alliances et aboutir à une harmonisation de la
politique agricole, ainsi qu'à une meilleure
application des mesures ESB au niveau
européen?

Pour le moment, on ne peut même pas imaginer
supprimer les tests et la destruction des bêtes
puisqu'on ne sait toujours pas avec certitude quel
est l'animal contaminé et contaminant. Nous
sommes donc condamnés à assumer la crise telle
quelle.

En ce qui concerne la réorientation de
l'agriculture, il faut insister pour revoir l'attribution
des aides, des quotas et des primes et les
conditionner à une diminution du nombre de bêtes
et à une alimentation et un élevage de meilleure
qualité. Sinon, nous devrons sans cesse faire face
à de nouvelles crises. Mais je laisserai ma
collègue, Martine Dardenne, vous expliquer les
fondements de la bonne agriculture car elle le fera
beaucoup mieux que moi.

J'aimerais donc connaître votre avis sur les
mesures que nous pourrions prendre pour veiller à
ce que l'ensemble des partenaires de la chaîne
alimentaire assument le coût de la crise.
04.04 Philippe Collard (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, monsieur le ministre, notre
groupe souhaite également se prononcer dans ce
débat. Tout d'abord, je tiens à préciser que nous
rejoignons globalement l'analyse faite par M.
Paque sur la situation que connaît le monde
agricole. Nous souhaitons insister sur les raisons
du mécontentement légitime des agriculteurs qui
se concrétise aujourd'hui par une manifestation à
Bruxelles.

Comme vous le savez, monsieur le ministre, les
efforts consentis par la filière de la viande bovine
pour garantir un produit de qualité n'ont jamais été
aussi importants que ces dernières années.
Paradoxalement, sur des bases purement
émotionnelles et irrationnelles, la viande bovine
n'a jamais eu une aussi mauvaise image de
marque. D'où la frustration des agriculteurs, qui
est bien compréhensible lorsqu'on sait que les
dispositions adoptées jusqu'à présent en Belgique
assurent aux consommateurs de viande bovine
une qualité alimentaire et sanitaire parmi les plus
sûres du marché mondial.

Présidente: Muriel Gerkens.
Voorzitter: Muriel Gerkens.

Donc, les producteurs belges sont, aujourd'hui,
pénalisés par le laxisme, voire l'aveuglement, dont
font preuve certains dirigeants des pays de l'Union
européenne, qui n'ont pas su ou voulu réagir
rapidement, malgré la gravité de la situation.
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
La question du financement et du stockage des
surplus est toujours sans réponse et M. Fischler
déclare d'ailleurs que la crise coûtera 3 milliards
d'euros.

Etant donné l'urgence et l'importance des
mesures à apporter, nous voulons mettre en avant
toute une série de points. Nous considérons qu'il
est urgent ­ ce point a déjà été évoqué à plusieurs
reprises au cours de ce débat ­ d'harmoniser, au
niveau des 15 pays de l'Union européenne, les
mesures concernant la sécurité alimentaire. Par
exemple, le dernier Conseil des ministres
européen a décidé l'interdiction de la côte à l'os.
Or, deux pays, dont le Portugal et le Royaume Uni
n'appliqueront pas cette mesure.

Nous insistons également sur la nécessité de
poursuivre l'éradication de l'ESB par le biais de
mesures globales et fondées sur les preuves
scientifiques les plus récentes, tout en
encourageant le programme de recherche. Nous
devons vraiment aller jusqu'au bout de cette crise
pour que le consommateur soit pleinement
rassuré et les mesures prises doivent être
justifiées à notre égard de manière scientifique et
non dictées par la pression populaire souvent
excessive.

Les conséquences en sont bien trop importantes
pour le domaine agroalimentaire. Il serait
également opportun que l'Europe dégage des
moyens permettant de financer la recherche et le
contrôle de l'ESB sur les animaux vivants et
d'éviter ainsi l'abattage de tout le troupeau
lorsqu'un seul cas est décelé chez un producteur.
A l'heure actuelle, dans la crise ESB II, il n'y a
jamais eu deux cas dans la même exploitation.

Il est urgent aussi d'harmoniser, au niveau de
l'Europe, le financement des mesures prises ou
envisagées, particulièrement le stockage et la
destruction des surplus de production. La France
fixe une taxe sur la viande, la Belgique prend ses
frais en charge, l'Allemagne n'intervient pas dans
les frais d'analyse. Cela entraîne une distorsion de
concurrence entre les producteurs européens.

Notre groupe considère aussi, et voudrait avoir
votre avis à ce sujet, qu'il importe d'élargir la
réflexion sur une alternative au plafond du budget
fixé à Berlin. Le ministre des Affaires étrangères,
Louis Michel, parlant d'une crise exceptionnelle
suggérait des solutions budgétaires
exceptionnelles, hors budget agricole européen.

Pour leur part, les syndicats agricoles
préconisaient en son temps l'instauration d'un
fonds alimenté par tous les produits
agroalimentaires, fonds qui pourrait intervenir lors
de crises diverses: salmonelle dans les fromages,
dioxine dans le poisson, crise coca-cola, etc....

Nous ne pouvons, en tout cas, remettre en
question le maintien de la politique agricole
commune, fixée dans le cadre de l'agenda 2000
jusqu'au terme de l'agenda 2006, notamment le
maintien de toutes les primes compensatoires aux
revenus de l'agriculteur. Une très grande majorité
de nos agriculteurs ont investi et proposé des
plans de développement en fonction du soutien
que l'Europe s'est engagé à leur apporter. La
rupture de cet engagement équivaudrait à placer
ces nombreuses exploitations en cessation de
paiement.

Autre point essentiel: l'Union européenne doit
adopter vis-à-vis des viandes bovines importées
des pays tiers les mêmes exigences de qualité
que celles applicables à la viande produite dans
l'Union. Au plus grave de cette crise, certaines
grandes surfaces affichent de la viande bio en
provenance d'Argentine. Monsieur le ministre, ces
viandes sont-elles contrôlées aux niveaux ESB,
dioxine, hormones et autres? Quelle garantie
pouvons-nous donner au consommateur qu'il
s'agit bien des mêmes règles bio que nous
proposons en Europe? Qu'en est-il de la traçabilité
et du suivi vétérinaire des viandes provenant de
ces pays tiers?

Nous refusons également que le transfert
budgétaire à l'intérieur de la dotation agricole soit
envisagé comme solution financière de la crise
pas plus que nous ne tolérons que ce soit les
producteurs de céréales, de sucre ou de lait, qui
financent le coût de cette crise par ponction sur
leur département.

En résumé, monsieur le ministre, nous insistons
pour que vous contribuiez activement, comme
vous l'avez fait jusqu'à présent, à l'adoption d'une
solution urgente, adéquate et rapide dans le cadre
de cette crise, qui provoque, chaque jour,
davantage de morosité, de tension et des pertes
conséquentes dans toute la chaîne viandeuse
bovine.
04.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de
analyse is gedeeltelijk gemaakt. Vandaag wordt
de BSE-crisis geanalyseerd na de dioxinecrisis
gisteren en we kunnen zo verder gaan in het
verleden. Laten wij hopen dat we in de toekomst
niet zo verder gaan. Meermaals hebben we
herhaald dat de toestand ernstig is, maar nu is het
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
vooral belangrijk dat er een oplossing komt
uitgaande van het begrip voedselveiligheid dat we
uitsluitend kunnen bereiken door een duurzame
landbouw. Een duurzame landbouw betekent een
onomkeerbaar proces van vernieuwing waarbij op
een milieu- en diervriendelijke wijze kwaliteitsvolle
producten en diensten worden geleverd en waarbij
ervoor wordt gezorgd dat de landbouwer een
volwaardig inkomen krijgt.

Het is de hoogste tijd dat de reeds aangekondigde
verschuiving van de middelen van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid - die nu voor
90% naar marktondersteuning gaan
- naar
plattelandsontwikkeling, en zeker niet alleen en
voornamelijk naar de grootste en meest intensieve
bedrijven. We vragen u vandaag dan ook zeer
uitdrukkelijk om een debat ten gronde te voeren
over het landbouwbeleid. Ik deel de bemerking
van collega Paque dat de complexiteit van het
landbouwbeleid een hogere plaats op de politieke
agenda verdient en dat dit debat niet zomaar
tussen een aantal andere agendapunten gevoerd
kan worden.

Dialoog is de enige manier om tegenstellingen
weg te werken want ­ zoals al gezegd ­ is het
vertrouwen zoek, zowel het vertrouwen van de
producent, de consument en het vertrouwen in en
van de Europese partners. Daarom vraag ik u
uitdrukkelijk op welke manier dit debat zal worden
gevoerd. Het is nodig strategische doelstellingen
te bepalen, met een vastgelegde timing en het
budget vast te leggen dat daarvoor nodig is, met
andere woorden het opstellen van een kalender.
Bij de bespreking van de begroting heb ik u al
gevraagd waar we naartoe gaan met de integrale
plattelandsontwikkeling. We hebben de nota van
de commissie over de indicatoren voor integratie
van milieuaspecten in het gemeenschappelijk
landbouwbeleid. Er zijn zo nog een aantal andere
documenten. Het is de hoogste tijd dat we op
basis van al die documenten de kritische
succesfactoren bepalen en dit dan zeker niet
alleen in een Belgisch maar vooral binnen een
Europees kader.

Graag had ik van u geweten hoe u van deze
nieuwe crisis gebruik maakt om verder te gaan om
uiteindelijk voornoemde problemen aan te pakken.
04.06 François Bellot (PRL FDF MCC):
Monsieur le ministre, beaucoup de choses ont été
dites! La crise résulte de l'évolution des modes de
production qui s'imposent aux agriculteurs et qui
découlent probablement eux-mêmes de l'évolution
des modes de consommation. Les agriculteurs
semblent honorer leur contrat et ont fait confiance
aux matières premières incorporées dans les
aliments dont le contrôle de qualité leur échappe,
mais également à la Commission européenne qui
a fixé, dans son agenda 2000, les règles de
soutien à l'agriculture entre 2000 et 2006 et sous-
tend donc les plans financiers des exploitations
agricoles pour cette même période.

Aujourd'hui, il est question de revoir les règles en
cours des contrats passés entre le monde agricole
et la Commission européenne, ce que nous ne
pouvons accepter.

Non contents de cela, certains veulent profiter des
difficultés du monde agricole pour provoquer
certaines professions connexes et les discréditer.
Je songe, par exemple, au lynchage médiatique
initié par Gaia des marchés de bétail. Nous
plaidons pour le respect du bien-être des
animaux. C'était le but premier et avoué de Gaia.
Nous faisons confiance aux inspecteurs
vétérinaires présents sur les marchés pour y faire
respecter le bien-être des animaux.

Suite à l'adoption des règles que le gouvernement
a ensuite imposées par des mesures dans le but
de réprimer des actes inadéquats à l'égard des
animaux sur les marchés aux bestiaux, faut-il
vraiment accepter le comportement déraisonnable
et provocateur des cinéastes amateurs dont le
seul vrai but semble, aujourd'hui, de discréditer la
profession?

Je précise également que, sur un marché aux
bestiaux que je connais particulièrement bien, un
marchand a été encorné par un bovin agressif,
une caresse n'ayant pas suffi à calmer l'animal
pesant une tonne. Que comptez-vous mettre en
oeuvre pour éviter la répétition de ces
provocations sur les marchés où une ambiance
électrique règne à l'heure actuelle?
04.07 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Madame la présidente, monsieur le ministre, je
voudrais également intervenir dans ce dossier
puisque je le fais chaque fois. Sans vouloir me
répéter, je pense que nous sommes effectivement
face à une crise importante et qu'il faut donc
apporter une solution de transition aux
agriculteurs. Nous sommes dans l'urgence car
ces agriculteurs sont confrontés à des problèmes
de trésorerie immédiate puisque le prix de la
viande a chuté quasi de moitié, qu'il y un manque
à gagner et que parallèlement, une série de traites
doivent être assumées qui résultent, entre autres,
de la première crise ESB, et notamment, des
emprunts de soudure.
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
A ce sujet, je ferai une remarque que personne
n'a faite jusqu'à présent et qui concerne moins le
ministre de l'Agriculture que le ministre des
Affaires économiques. Je souhaite, monsieur le
ministre, que vous en fassiez part à votre
collègue. Le prix de la viande chez le boucher n'a
pas baissé et ce n'est pas nécessairement le
boucher qui fait plus de bénéfices qu'auparavant.
Il me semble qu'entre les deux, certaines
personnes sont en train de faire fortune, puisque
le prix de la viande a chuté de moitié et qu'elle est
encore vendue au prix auquel elle était vendue
avant la période de la crise ESB.

Peut-on intervenir au niveau des mécanismes
économiques et notamment celui de l'inspection
des Affaires économiques pour trouver des
solutions à ce genre de problème et faire
participer à un éventuel fonds, que chacun appelle
de ses voeux, cette série d'intermédiaires qui ne
perdent rien sur la crise mais qui, au contraire,
prennent beaucoup de bénéfices?

Je pense donc qu'il faut assumer effectivement
les problèmes de trésorerie auxquels doivent faire
face les agriculteurs. Aller jusqu'au bout de cette
crise ne suffit pas. Nous ne pouvons pas nous
contenter de donner une réponse ponctuelle
comme nous l'avons déjà fait plusieurs fois. J'ai
déjà soulevé cet aspect en commission du budget
et j'ai l'impression de radoter. En donnant une
réponse ponctuelle, nous nous dispensons
toujours de réfléchir sur les causes réelles des
événements. Ces crises ne sont pas des fatalités,
elles sont inhérentes à un système de production.
Ainsi que le titre "Le monde" aujourd'hui, qui n'est
pas le journal du parti écologique, même français:
"Agriculture, comment en finir avec le
productivisme?".

Il est fondamental de réfléchir à cette
réorientation. Cela passe par ce que l'on appelle
le plan de développement rural. Nous pouvons
prendre des mesures, chez nous notamment,
mais cela relève davantage de la compétence
régionale. Mais dans ce plan, quelque chose vous
concerne M. le ministre: le niveau européen. Si
nous regardons l'infographie du monde
d'aujourd'hui, nous constatons que tout ce qui
relève des mesures de soutien au marché,
bénéficie de 90% du budget européen, alors que
le développement rural "se taille une part du lion"
si je puis dire, c'est-à-dire 10%. Il serait temps que
l'on inverse les choses, pour tendre vers un
financement beaucoup plus important du
développement rural. Il s'agit d'une revendication
à porter au niveau européen. Tout le monde dit la
même chose en Europe, mais nous continuons à
prendre des mesures au niveau européen qui vont
à l'encontre de ce que nous voudrions faire.

J'avais interpellé il y a quelque temps sur les
quotas betteraviers et la question du sucre. C'est
la même chose pour les quotas laitiers. Le
système des quotas est encore le meilleur
système, c'est-à-dire une limitation de la
production avec un soutien du prix. C'est
effectivement ce vers quoi nous devrions tendre
puisqu'il s'agit de limiter la production. Or, je ne
voudrais vexer personne, mais l'agenda 2000
n'offrait pas de mesures intéressantes pour les
agriculteurs. Il visait essentiellement à donner à
l'Europe une position telle qu'elle puisse libéraliser
le marché agricole dans le contexte de la grande
exportation et du libéralisme chéri de certains
d'entre nous.

J'aimerais que, lors de la présidence belge, on
mette sur la table la question de la réforme de la
politique agricole commune notamment à propos
de la modulation avec un système d'éco-
conditionnalité, de modulation des primes, mais
également une renégociation, encore plus difficile
à obtenir parce qu'elle nécessite un accord de
l'Europe, des accords de l'OMC, notamment sur la
question des protéines végétales, et des accords
de Blair House où l'Europe a effectivement
accepté l'entrée à droits nuls des produits de
substitution des céréales (les fameux PFC) sur le
marché, en échange d'une protection élevée pour
les produits européens, c'est-à-dire les céréales,
la viande et le lait.

Cela dit, nous sommes en train de détricoter la
protection élevée céréales - lait ­ viandes. On
supprime les primes à la restitution et à
l'exportation. On dissocie les primes de la
production; on fait de l'aide à l'hectare et plus du
soutien au prix. On supprime le deuxième terme
de l'échange et on laisse entièrement aux
Américains le premier terme. Il y a là quelque
chose qui n'est pas correct en termes de
négociation.

L'Europe doit nécessairement renégocier cette
question des protéines végétales, qui peut
constituer une réponse importante. En effet,
aujourd'hui, chacun s'accorde à dire qu'il ne faut
plus utiliser les farines animales.

Monsieur le ministre, la présidence belge
envisage-t-elle sérieusement de prendre à bras le
corps le problème de l'agriculture et de tenter, au
travers d'alliances européennes ­ elles me
semblent possibles selon les discours qui
convergent ­ d'adopter une position de cet ordre,
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
qui nous permettrait à la fois de réformer
correctement la PAC et aussi d'affronter les
négociations de l'OMC, la fin de la clause de
sauvegarde pour l'agriculture entre autres en
2002-2003?

Tant que nous n'aurons pas fait cela ­ je le répète
­ nous nous retrouverons fatalement face à de
nouvelles crises et je redoute l'ouverture de
l'agriculture aux pays de l'Est. Je crois que nous
ne rirons pas non plus!
04.08 Maurice Dehu (PS): Madame la
présidente, monsieur le ministre, en tant que
dernier orateur inscrit dans ce débat, je ne
répéterai pas ce qui vient d'être dit.

La semaine dernière s'est tenue à Nivelles une
manifestation d'agriculteurs que j'ai rencontrés.
L'importante délégation, composée de 400
personnes, n'est pas passée inaperçue puisque
les participants sont venus en tracteur. Ils m'ont
déposé un cahier de revendications, que j'ai
promis de vous remettre. Ces revendications
concernent également Mme Aelvoet et, dans une
moindre mesure, M. Happart.

Je ne vous donnerai pas lecture de ce cahier de
revendications, étant donné que tout a déjà été dit
par mes prédécesseurs, mais bien d'un texte qui
m'a été remis par les jeunes agriculteurs et que
j'ai promis de vous soumettre. Son contenu étant
bref, je me permettrai de vous en donner
connaissance de façon intégrale.

"Le monde agricole belge ayant vécu trois crises
en 5 ans exprime, aujourd'hui, son ras-le-bol. En
effet, lors de ces trois crises, les agriculteurs n'ont
pas été responsables mais bien victimes du profit
à tout prix, où l'on recycle sans se poser de
questions.

Aujourd'hui, les prix de nos intrants ne cessent
d'augmenter, alors que ceux de nos produits
diminuent. C'est pour cela qu'il n'est pas
concevable que seul le monde agricole, soit 2%
de la population active, supporte le coût de la
sécurité alimentaire de tout un chacun.

Nous, agriculteurs, sommes désireux de maintenir
une production de qualité. Nous ne voulons pas
supporter financièrement l'entièreté des
conséquences d'une crise, dont la responsabilité
incombe totalement aux soi-disants responsables
de l'Union européenne.

Quant à vous, messieurs les commissaires
européens, sachez que profit rime rarement avec
bien vivre et pérennité. Un homme a dit:
"Gouverner, c'est prévoir". Vous ne savez même
pas observer la réalité et vous conduisez la
population à la catastrophe.

A partir de maintenant, nous exigeons une
politique ferme et cohérente de soutien du marché
de la viande bovine dans l'Union européenne;
sinon nous courons tout droit au désastre. Nous
exigeons également que les viandes importées
hors Union européenne subissent des contrôles
identiques à ceux auxquels nos productions
seront soumises. On nous crie haut et fort que ces
viandes sont plus saines et plus naturelles que les
nôtres. Il est bien évident que l'on ne trouve que
ce que l'on recherche. Plus les contrôles seront
pointus, plus on détectera de problèmes.

En ce qui concerne les prochaines négociations
de l'OMC, nous exigeons une politique ferme,
cohérente, unitariste et volontaire de la part des
négociateurs de l'Union européenne face au diktat
américain et ses sirènes mensongères sur le libre
échangisme à outrance.

Quant à nous, jeunes agriculteurs, quel sera notre
avenir dans une Europe qui souhaite éliminer les
exploitations familiales en supprimant les
quotas
et en diminuant les diverses aides
compensatoires? Toutes ces crises ont mis en
péril l'avenir même de l'agriculture. Comment
imaginer un avenir sans agriculteurs? Impossible
me direz-vous. C'est pourquoi le monde agricole
demande une remise en cause de chaque
responsable quel qu'il soit et à quelque poste que
ce soit pour que de vraies solutions puissent
émerger afin que puisse vivre et non survivre une
agriculture familiale au sein de l'Union
européenne."

Je viens de vous donner lecture d'une lettre qui
m'a été remise, la semaine dernière, par la
délégation des jeunes agriculteurs, au cours d'une
réunion précédée d'une conférence-débat, qui
s'est tenue à Nivelles. Par ailleurs, un cahier de
revendications m'a également été déposé par la
Fédération wallonne de l'Agriculture de la Province
de Brabant wallon.

Je sais que M. Collard adhère au texte qu'il a
parcouru tout à l'heure et partage entièrement cet
avis.
Je me permets, madame la présidente, de vous
donner l'unique copie que je possède de ce
document.

La présidente: Je vous remercie, monsieur Dehu.
Nous le ferons copier et les transmettrons à qui de
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
droit.
04.09 Jaak Gabriels, ministre: Madame la
présidente, je répondrai tout d'abord aux
questions de M. Paque, lesquelles me sont
parvenues en premier lieu ce qui m'a permis de
préparer une réponse plus détaillée.

Je lui ferai premièrement part de ce que, en sa
séance du 2 février 2001, le gouvernement belge
a pris connaissance du premier rapport du
commissaire européen à l'agriculture, M. Fischler,
relatif à la détérioration inquiétante de la situation
du marché de la viande bovine, à la suite de la
crise ESB. Le gouvernement belge n'a pas encore
pris position par rapport aux pistes d'orientation
formulées à cette occasion dans l'attente de
précisions que doit encore apporter la
Commission.

Face à l'ampleur de la crise, dont les
conséquences négatives sur le marché se sont
accélérées, ces dernières semaines, et soucieux
d'éviter à tout prix une détérioration irréversible de
la situation économique dans les exploitations
agricoles, le gouvernement belge a exigé de la
Commission européenne qu'elle prenne d'urgence
toutes les mesures exceptionnelles de gestion de
marché dont elle dispose.

Le gouvernement m'a personnellement chargé
d'examiner ces différentes pistes de façon
complète et approfondie en concertation avec les
Régions et les organisations professionnelles.
Après une première réunion tenue la semaine
passée avec les organisations professionnelles
agricoles, les éléments d'analyse suivants
semblent se dégager.

La crise actuelle subie par le secteur de la viande
bovine trouve son origine d'abord dans la
diminution de la consommation due aux effets de
la crise ESB et non pas dans une surproduction
structurelle en viande bovine.

A court terme, la mesure de rachat pour la
destruction des animaux non testés de plus de
trois mois permet dans la situation du marché,
telle qu'elle s'est dégradée depuis janvier 2001,
d'éviter en Belgique un surplus catastrophique du
marché de la viande bovine et des revenus des
agriculteurs.

Cependant, pour obtenir un effet réel en matière
d'assainissement de l'offre de viande bovine au
niveau communautaire, cette mesure de rachat
pour la destruction devrait permettre d'atteindre un
seuil de 500.000 tonnes de viande détruite, ce qui
n'est envisageable qu'à la condition que la mesure
puisse être généralisée au niveau de tous les
Etats membres.

Tenant compte du fait qu'à l'issue d'une crise de la
consommation, on ne récupère que très rarement
son niveau initial, les problèmes conjoncturels liés
à la baisse de la demande risquent de se traduire
dans les mois qui viennent par une offre
structurellement excédentaire. Cette perspective
impose de réfléchir à des mesures de maîtrise de
l'offre à moyen terme, d'autant plus que l'agenda
2000 risque de compliquer encore la situation,
étant donné qu'il prévoit la suppression dès 2002
de l'intervention qui restait jusqu'à aujourd'hui une
des principales mesures de gestion de l'offre.

A ce titre, j'attire l'attention de l'honorable membre,
sur le fait que si la gestion de primes bovines
figure parmi les pistes de la Commission, il n'a
jamais été question jusqu'à aujourd'hui
d'envisager une suppression telle que vous
l'évoquez dans votre question.

Enfin, concernant ce débat sur les mesures à
moyen terme, je rappelle que le gouvernement
belge en cette même séance du 2 février 2001, a
souligné qu'il ne peut être pour autant question de
profiter de cette crise pour remettre en cause
fondamentalement l'organisation commune du
marché de la viande bovine. Il a exprimé le
souhait qu'une telle révision fondamentale ne
puisse s'envisager qu'après l'évaluation objective
et globale prévue en 2003 par l'agenda 2000. Je
répète que Fischler n'a fait que des propositions.
Nous n'avons pas encore pris de décision. Cela
doit être très clair, car certaines rumeurs circulent
selon lesquelles une décision aurait déjà été prise,
ce qui n'est pas le cas.

Deuxième question: les priorités de la Belgique en
matière de politique agricole pendant la
présidence belge de l'Union européenne, seront
tout d'abord conditionnées par l'état d'avancement
de certains dossiers à l'issue de la présidence
suédoise. Je pense par exemple à l'organisation
commune du marché fruits et légumes, au sujet
de laquelle la Commission devait présenter un
rapport et des propositions éventuelles avant le 31
décembre 2000, en espérant pouvoir finaliser ce
dossier sous présidence suédoise. Ce rapport
n'étant toujours pas disponible, il est dès lors très
probable que ce dossier sera traité sous
présidence belge.

Il en est de même d'un deuxième secteur
présentant un intérêt important pour la Belgique,
l'organisation commune du marché du sucre qui
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
pourrait ne pas être finalisé avant la présidence
belge. D'autres dossiers seront liés aux
échéances agricoles importantes qui coïncideront
avec la présidence belge. Je pense notamment à
la position commune de l'Union européenne qui,
dans le cadre de l'élargissement est attendue
durant la présidence belge sur toutes les
questions vétérinaires et phytosanitaires.

En matière internationale, le point essentiel au
second semestre 2001 est la conférence de
l'OMC au niveau des chefs d'Etat qui se tiendra
probablement en novembre 2001 et qui abordera
le volet agricole. Je projette également de mettre
cette présidence à profit pour sensibiliser
l'ensemble de mes collègues aux enjeux des
nouvelles technologies agricoles et à leur impact
tant sur la rentabilité de nos exploitations agricoles
que sur l'attente et les aspirations de la
population. Sur la base d'un premier document de
travail, que j'ai adressé à ce sujet à mes 14
collègues du conseil de l'agriculture, je les ai
invités à me transmettre leurs réactions et
commentaires. Leurs réponses me permettront
d'évaluer alors, à brève échéance, leur intérêt et
leur ouverture par rapport à cette thématique et
l'opportunité d'y consacrer le conseil informel
agriculture.

Il est clair que ces orientations seront
conditionnées par la tournure et l'intensité des
débats sur le secteur de la viande bovine ainsi que
par l'avenir de la politique agricole au cours des
prochaines semaines.

Concernant votre troisième question, comme je
l'ai déjà précisé, la crise économique actuelle
trouve son origine dans une diminution de la
consommation à la suite de la gestion de la crise
de "la vache folle" par l'Union européenne. Les
mesures sanitaires très strictes décidées au
conseil de l'agriculture entament plus qu'elles ne
rétablissent la confiance du consommateur. Il est,
dès lors, essentiel de pouvoir gérer ces dossiers
dans la sérénité et en toute objectivité en se
basant rigoureusement sur les avis scientifiques
disponibles. Toute surenchère non-fondée
entraîne des réactions en chaîne difficilement
maîtrisables.

L'Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne
alimentaire, créée par le gouvernement, devra
être en mesure, à l'avenir, de s'imposer en
Belgique en tant qu'instance de référence et de
mettre en place des stratégies de contrôle et de
communication permettant de rétablir cette
confiance pour remédier à de telles situations.
Ik zal het nu hebben over de andere vragen die
mevrouw Pieters gesteld heeft. U hebt het debat
breed opengetrokken. Ik wil van de gelegenheid
gebruik maken om de context uit te leggen. U
weet dat de beslissingen van de Landbouwraad
van 20 en 21 november en 4 december uiteindelijk
geleid hebben tot een viertal beslissingen die
vanaf 1 januari 2001 toegepast moeten worden. Ik
som ze hierna op: het verplicht testen van alle
runderen ouder dan 30 maanden waarvan de
producten bestemd zijn voor consumptie; het
verplicht testen van alle risicorunderen ouder dan
30 maanden; een opkoopregeling voor runderen
ouder dan 30 maanden die niet getest zijn -
naargelang de marktsituatie kan dat ook gelden
voor runderen die wel getest zijn ­ en een verbod
op het voederen van dierlijke eiwitten aan dieren
bestemd voor menselijke consumptie tot 30 juni
2001.

Vanaf 1 juli 2001 is er ook het verplicht testen van
alle geslachte dieren ouder dan 30 maanden. Dat
is de context van de beslissingen van de drie
Landbouwraden. U weet dat men op de
Landbouwraad van 29 januari daaraan heeft
toegevoegd dat een aantal elementen aan de
risicomaterialen toegevoegd werden, zoals de
wervelkolom ­ met daarvan afgeleid de T-
bonesteak ­ en dierlijke vetten.

Dat zijn allemaal maatregelen die niet van aard
zijn om de rust op het terrein te doen terugkeren
wanneer men ervoor zulke draconische
maatregelen genomen heeft. Waar wij op elk van
die raden voor gepleit hebben ­ zowel 20 en 21
november, 4 en 19 december als 29 januari ­ was
een Europese dimensie, een Europese politiek en
uiteraard de harmonisatie van maatregelen.

Tot nu toe is daar nog weinig van in huis
gekomen. Ik denk dat een van de redenen van de
onrust die er op de Europese markt heerst en die
tot gevolg heeft dat er een enorme daling van de
consumptie en van de prijzen is, eigenlijk een
gevolg is van de chaotische aanpak van de crisis
door de verschillende Europese landen. We
hebben aan de Europese commissaris en de
Europese Commissie vorige keer reeds
uitdrukkelijk gevraagd ons een volledig overzicht
te geven van de toestand er in elk van de
betrokken lidstaten. Wij hebben tot nu toe geen
antwoord gekregen. Wij gaan dat naar het schijnt
uitvoerig krijgen op de Landbouwraden van 26 en
27 februari. Het zullen Landbouwraden van twee
dagen zijn. U begrijpt al dat de agenda zeer
gevuld zal zijn.

Een Europese dimensie en harmonisatie is het
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
begin van het herstel van het vertrouwen. Dat is
een onmisbaar beleid terzake omdat elk ander
beleid maar ten dele aan het herstel van het
vertrouwen tegemoetkomt. Wij gaan ervan uit ­ en
mevrouw Pieters heeft het ook aangehaald ­ dat
best het advies van het Wetenschappelijk Comité
gevolgd zou worden en geen ander advies. Elk
ander advies dat terzake uitgebracht wordt is van
aard om de onrust nog te doen toenemen.

Wat hebben we dan vanuit België gedaan? Op
federaal niveau hebben we twee werkgroepen
opgestart. Samen met mijn collega, mevrouw
Aelvoet, hebben we een werkgroep opgestart
onder de leiding van Luc Beernaert die als
gedelegeerd bestuurder van het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen vooral de praktische uitvoering van
de Europese maatregelen betreffende de tests en
het diermeelverbod voor zijn rekening neemt. Een
tweede werkgroep onder leiding van secretaris-
generaal Xavier De Cuyper kreeg als opdracht
samen met de gewesten te zoeken naar
maatregelen om dit te kunnen financieren. Die
samenwerking met de gewesten was er uiteraard
omdat afvalverwerking een gewestelijke materie
is.

Wat de snelle BSE-test betreft, hebben wij nu een
capaciteit van 1.800 tests per dag. Dat stelt ons in
staat voor honderd procent te werken. Er is een
gemiddelde analysetijd van minder dan 24 uur. Er
werden sedert 1 januari ongeveer 30.000 tests
uitgevoerd. Totnogtoe werden er 46 gevallen
"verdacht" bevonden na een eerste snelle test. Na
die eerste snelle test komt er een tweede snelle
test en vervolgens is er na de tweede positieve
uitslag de klassieke validatie. De klassieke
validatie heeft totnogtoe geleid tot 3 positieve
gevallen. Ik weet dat daarover discussie bestaat.
Als men één positief geval ontdekt op een bepaald
bedrijf, hoewel nog geen tweede positief geval
bekend is van het hetzelfde bedrijf, waarom moet
men dan de hele kudde opruimen? Wij hebben
dat van bij het begin gedaan hoewel er op dit punt
geen Europese verplichting bestaat. Men heeft dat
gedaan sedert 1996, bij het uitbreken van de BSE-
crisis. Men heeft zich hier steeds rigoureus aan
gehouden om te vermijden dat bepaalde
onderdelen in de voedselketen terecht zouden
komen. In ons land is het bijvoorbeeld heel
duidelijk dat de zuivelindustrie weigert melk op te
halen van bedrijven die op dat vlak niet voor
honderd procent veilig zouden zijn. Ik ga even in
op de gevolgen hiervan. Wij hebben bijna een jaar
moeten werken aan het herstel van het
vertrouwen in onze zuivelproducten op de
Aziatische markten. Als men ooit op dat vlak iets
zou ontdekken, is het meteen afgelopen met dat
vertrouwen. Men kan dan opnieuw aan de opbouw
beginnen, ook in de Aziatische wereld.

Wat de financiering betreft, weet u dat wij de
testen op federaal niveau voor onze rekening
nemen. De kostprijs bedraagt ongeveer
4.000 frank per test. Tot 30 juni 2001 wordt het
totale bedrag geraamd op 510 miljoen frank.

Wat de Duitse dieren betreft, intussen is op
5 februari het ministerieel besluit genomen dat op
8
februari in het Belgisch Staatsblad is
verschenen. Hierdoor wordt het onmogelijk om
vanuit het buitenland te profiteren van onze
tussenkomst in de tests.

Mevrouw Pieters, wij hebben het ontslagen
worden van de opkoopregeling vanaf het begin
niet alleen lippendienst bewezen, wij hebben ons
er ook met hart en ziel voor ingezet om dit te
verwezenlijken. Wij moeten een afwijking krijgen.
Dat gebeurt dan niet zoals u zegt net als voor
Duitsland en Nederland maar wel zoals voor
Nederland en Denemarken. Duitsland is op dit
ogenblik trouwens nog niet eens in staat om de
normale maatregelen uit te voeren, laat staan dat
zij al ontslagen zouden kunnen worden van de
opkoopregeling. Denemarken en Nederland
hebben die afwijking wel gekregen; onze aanvraag
tot derogatie werd op het laatste comité
Rundvlees afgevoerd van de agenda door
commissaris Fischler. Dat gebeurde een dag voor
de vorige Landbouwraad, op 28 januari. Wij
hebben dit opnieuw aan de agenda laten plaatsen
en wij zullen zien hoe dit evolueert. De Europese
commissaris zal aan de Europese Commissie
voorstellen doen van maatregelen die hij wil
nemen. Hij zal die voorstellen ook voorleggen op
de Europese Landbouwraden van 26 en 27
februari. Het is mogelijk dat één van de elementen
van die voorstellen is dat hij de opkoopregeling als
een verplichte maatregel door iedereen in Europa
toegepast wil zien. De derogatie voor Nederland
en Denemarken zal dan worden ingetrokken. Het
is echter afwachten geblazen; ik kan hier niet op
vooruitlopen.

Ik zal het niet hebben over de controles en de
verschillende onderdelen van de prijzen. U hebt
heel concreet gevraagd hoevelen hier op dit
ogenblik gebruik van hebben gemaakt. Een
raming van het normale peil dat wij deze week
gehad hebben, levert zo'n 13.000 dieren op die
vernietigd zijn.

Dat is voor een geraamde kostprijs van 242
miljoen Belgische frank voor het aandeel van 30%
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
dat de Belgische Staat moet betalen. 70% wordt
door Europa bekostigd. Men zal het budget echter
niet overschrijden.

Hoe moet het nu verder? Laten wij daarvoor even
afwachten welke maatregel de Europese
Commissie wil nemen. Wij hopen dat dit ons zo
vlug mogelijk wordt meegedeeld.

Er is ook een vraag gesteld over het tijdelijke
verbod van dierenmeel. Wij hebben op dit
ogenblik ongeveer 19.000 ton opgeslagen met
een waarde van ongeveer 210 miljoen frank. De
opslagruimte van Manuport in Gent werd daarvoor
opgevorderd. We hadden de kostprijs geraamd op
180 miljoen frank. De uiteindelijke prijs ligt dus iets
hoger dan onze raming. Wij werken momenteel
aan een nieuw ministerieel besluit om de
uitvoeringsbesluiten terzake te doen toepassen.

Voor het overige werd een aantal vragen gesteld
over de afvalproblematiek. Ik zal mij uiteraard niet
op het niveau verplaatsen van de gewesten.

Mevrouw Pieters, ik wil het nog even hebben over
de repercussie van de invoer van soja op de
prijzen in de vleessector. Uit de laatste cijfers blijkt
dat dit voor de braadkippen een verschil zou
geven van 60 centiem per kilogram. Voor
leghennen zou dit verschil 30 centiem bedragen.
Voor al het andere vlees is er sprake van een
meerprijs van 10 centiem per kilogram. Ik geef u
deze cijfers onder het nodige voorbehoud omdat
men nu nog niet kan bepalen wat de invloed zal
zijn van een grotere aanvoer op de prijs.

Mevrouw Pieters, u hebt op een bepaald ogenblik
gesproken over 1,7 en 2,5 miljoen ton op de
Europese markt. De verwarring is volgens mij te
wijten aan de twee voorstellen van commissaris
Fischler die uitgaan van een ongewijzigde
toestand tot 2003. In een eerste voorstel hield hij
rekening met een vermindering met 10% van de
consumptie op jaarbasis. Op dat moment zou er
een reserve ontstaan van 1,7 miljoen ton. Als er
rekening wordt gehouden met een vermindering
met 12% ontstaat er een reserve van 2,5 miljoen
ton.

Op Europees niveau bestaat er een maximale
reserve voor stockage van 1 miljoen ton. U
begrijpt meteen waar het probleem zit. Als het
beleid terzake niet wordt gewijzigd, komen wij in
ernstige problemen. Onze eerste minister heeft
volgens mij terecht gereageerd op kwakkels die
de wereld werden ingestuurd. Dat Fischler zich
persoonlijk geviseerd voelde, is volgens mij niet
daaraan te wijten. Een aantal Waalse
landbouworganisaties had het gerucht verspreid
dat de beslissing reeds was genomen om de
premies voor zoogkoeien niet meer uit te betalen
of tijdelijk op te heffen. Welnu, ik kan u in alle
duidelijkheid zeggen dat dit slechts een van de
mogelijkheden was. De eerste minister heeft
uitdrukkelijk gezegd dat het niet aan de
commissaris toekomt om eenzijdig de agenda van
Berlijn te wijzigen. Deze beslissing komt toe aan
de Europese Landbouwraad.

Ik kom dan tot uw laatste vijf concrete vragen. U
hebt een vraag gesteld over de restituties van
varkensvlees. Vorige week werd het BIRP
gevraagd terzake dringend een oplossing te
zoeken. Schiet echter niet op de pianist. Alles wat
op de sector afkomt, vormt een zeer zware
belasting. Wij zijn met heel veel prioritaire dossiers
tegelijkertijd bezig maar ik denk dat dit binnen de
kortste keren zal worden opgelost.

Vorige week hebben wij alleszins gevraagd dit te
doen.

U hebt ook verwezen naar de werkgroep die voor
de financiering moet instaan. Hier gaat het over
een beslissing van de gewesten. De heer De
Cuyper heeft de werkgroep voorgezeten, omdat
wij met de twee werkgroepen coördinatie wilden.
Wij hebben enkel gevraagd om voor een
prefinanciering te zorgen. Daarvoor stelden wij zes
maanden voor, maar uiteindelijk werd gekozen
voor drie maanden. Die werkgroep vergadert
verder en men zoekt nu naar oplossingen voor
daarna. Hier kan je geen beroep doen op de
federale regering, want dit is een bevoegdheid van
de gewesten. Wij zoeken samen naar oplossingen
die een Belgische aanpak meer dan ooit vereisen.
Wij kunnen in Europa immers moeilijk pleiten voor
harmonisering, als wij daar in eigen land zelf niet
in zouden slagen.

Wat de maatregelen na 1 juli 2001 betreft, daar
hebben wij voorlopig het raden naar. Wij hebben
reeds eerder aangedrongen om vroeger tot
definitieve beslissingen te komen. Ik denk dat
niemand in Europa gelooft dat het dierenmeel in
de toekomst nog zou worden toegelaten. Best zou
men dus komen tot definitieve beslissingen, wat
ons ook zou toelaten ons daarop tijdig voor te
bereiden.

Over de aantallen en de opkopers heb ik het
reeds gehad. Wij hebben voorzien in 242 miljoen
frank en komen nu uit op 220 miljoen frank. Wij
hebben dus nog een licht overschot, maar op
de
inzameling van dierenmeel uit de
mengvoederbedrijven hebben wij 30 miljoen frank
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
tekort. Wij zullen dat bekijken in het geheel van de
maatregelen om te zien hoe zich dat verhoudt.

Het laatste wil ik u heel zeker bevestigen, want het
is ons aller zorg. Tijdens elke vergadering over de
financiering heeft iedere actor zich ertoe
verbonden ­ niet alleen de organisaties, want voor
hen lijkt dat een logische houding, maar ook
elke overheid ­ dat de kosten niet worden
doorgerekend aan de zwakste schakel in de
keten, de landbouw. Het uitgangspunt dat de
kosten niet aan de landbouwer worden
doorgerekend werd door iedereen onderschreven.

Vous avez également souhaité qu'on n'attribue
pas la facture aux producteurs, c'est-à-dire au
maillon le plus faible de la chaîne. C'est
effectivement le point de vue de l'Interministérielle,
c'est-à-dire des gouvernements flamand, wallon et
bruxellois de même que le gouvernement fédéral.

Est-il possible d'avoir la garantie d'un fonds ESB
au niveau européen? Nous avons déjà rassemblé
les moyens nécessaires pour maîtriser la crise
actuelle. Le montant dégagé pour résoudre le
problème de l'ESB dans l'Union européenne est
de 40 milliards de francs belges. Je ne peux
affirmer que cela suffit.

Il faut attendre les résultats de l'évaluation des
mesures de cette politique après le conseil de
l'agriculture qui aura lieu les 26 et 27 février pour
se rendre compte de la situation réelle de chaque
pays. Alors seulement, nous pourrons dire si la
crise est maîtrisée. Si elle ne l'est pas, il ne sert à
rien de lancer une campagne pour améliorer notre
image. Il faut éviter les coûts inutiles jusque là.

En revanche, la politique agricole doit être
réorientée et cela a déjà été fait! Dans l'Agenda
2000 de la Commission européenne, un deuxième
pilier a été érigé annonçant une nouvelle direction:
le développement rural. Le commissaire Fischler
veut évoluer dans cette direction dans le cadre de
l'élargissement de l'Europe. Il est impossible de
maîtriser le coût de la crise si les pays qui veulent
entrer dans l'Union européenne n'assument pas
les mêmes responsabilités. Le budget agricole
représente 45% du budget européen général; il
est inimaginable de l'augmenter! Les autres
ministres demandent depuis de nombreuses
années de pouvoir prélever dans le budget
agricole.

Nous n'avons connu une telle situation que pour la
reconstruction du Kosovo, où quelques montants
du budget agricole ont été consacrés à
subventionner cette reconstruction. Pouvons-nous
espérer que ce budget augmente dans le futur? Je
ne le crois pas, mais peut-être pourra-t-on dans le
futur renforcer le deuxième pilier tout en
respectant les engagements de l'Agenda 2000.
Nous ne pouvons pas à l'heure actuelle changer la
politique agricole européenne sans provoquer une
inquiétude partout en Europe.

M. Collard, vous avez mille fois raison d'être
mécontent de la mauvaise image qu'offre notre
pays. Selon vous, les mesures doivent être
basées sur les avis du comité scientifique; c'est
également notre avis. En ce qui concerne la
destruction de tous les troupeaux au moindre cas
de vache folle dans une ferme, je l'ai déjà
expliqué, c'est une mesure de précaution. Peut-
être peut-elle être revue mais il me semble
qu'actuellement il serait vraiment imprudent de
changer de politique. Il faut prendre en compte les
pays d'Europe mais aussi les pays tiers. Nous
connaissons à présent une concurrence de la part
de l'Argentine envers l'Europe. Il faut donc éviter
que la crise ne s'enlise.

Vous avez également demandé si une
augmentation du budget européen était
envisageable. Je ne le crois pas. Nous avons déjà
sollicité des crédits pour la destruction et pour les
tests et n'avons jamais obtenu de réponse de la
part de la Commission européenne. Je ne crois
pas que l'on puisse s'attendre à plus d'argent
maintenant pour maîtriser la crise.

Tout le monde exige le maintien de toutes les
primes jusqu'en 2006.

C'est également notre priorité envers la
Commission européenne. Il est clair que l'on ne
peut modifier maintenant la politique agricole dont
l'orientation est basée sur des engagements pris
pour six ans. Il convient de respecter ceux-ci.

Vous avez également mentionné le problème à
l'égard des pays tiers. A partir du 1
er
avril, la
Commission a décidé d'introduire le respect du
statut ESB pour ceux-ci, comme on l'a fait dans le
passé pour les hormones.

Mevrouw Laenens pleitte voor een milieu- en
diervriendelijke, duurzame landbouw met de
nadruk op plattelandsontwikkeling. Ik heb aan
mevrouw Gerkens gezegd dat wij door het
invoeren van de tweede pijler in de Agenda 2000
deze richting reeds zijn uitgegaan en dat wij dat in
de toekomst misschien nog verder moeten
versterken. Deze richting is men uitgegaan. Er is
geen weg terug. De Europese Commissie en de
Europese partners beseffen, ook inzake de
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
toekomstige uitbreidingsproblematiek, dat een
cofinanciering de enige oplossing is. De
elementen van multifunctionaliteit waarover u het
had, zijn vooral in de tweede pijler en de
duurzame plattelandsontwikkeling vervat. De
budgetten daarvan worden trouwens telkens
opgedreven. Het landbouwbeleid in Europa zal de
komende jaren het voorwerp van debatten ten
gronde zijn, niet alleen in België, maar ook in
Europa. Dat lijkt mij een evidentie. Het moet
echter duidelijk zijn dat het onverstandig zou zijn
om midden in een crisis plots over de grote
uitdagingen van de landbouw te discussiëren. Dat
is vergelijkbaar met de kardinalen in Rome die
destijds over het geslacht van de engelen
discussieerden toen de barbaren Rome innamen.
Dat moeten wij hier vermijden. Wij houden ons
beter eerst bezig met het onder controle krijgen
van deze crisis. Daarna kunnen wij het heel
belangrijke debat in België en in Europa voeren,
waarin wij, zeker over de grote lijnen, tot
gezamenlijke standpunten zullen kunnen komen.

En ce qui concerne les questions de M. Bellot et
d'autres au sujet des actions de Gaia, je réponds
qu'il faut éviter d'ajouter encore des difficultés. Si,
dans un quelconque secteur en difficultés, on
introduit une caméra cachée, cela les amplifiera. Il
faut à tout prix éviter cela. Cette organisation
devrait être un peu plus modeste. J'ai reçu une
lettre de la part du ministre des Affaires
étrangères m'informant qu'une organisation amie
de Gaia en Allemagne avait été sollicitée par Gaia
pour critiquer tous les produits en provenance du
marché de Ciney. Que veut en définitive cette
organisation? Détruire l'entièreté du secteur? Je
me le demande sérieusement. Si nous voulons
éviter ce danger, il appartient à chacun de ne pas
faire de surenchère; cela suffit. Ce n'est pas le
moment d'augmenter encore les difficultés du
secteur.

Madame Dardenne, vous avez aussi posé des
questions sur la politique future en matière
d'agriculture. Je suis tout à fait d'accord avec vous
et j'ai d'ailleurs déjà répondu à cela dans le cadre
de la question de Mme Laenens.

Vous avez parlé du prix de la viande. Si les
bouchers maintiennent leurs prix, on connaît aussi
une chute de la consommation de 25%. Il faut
donc considérer l'ensemble de la problématique.
C'est aussi un problème pour le secteur. Je ne
peux évidemment pas chiffrer la facture totale
pour chacun.

Nous avons déjà demandé à notre filière viande
de commencer la préparation d'une campagne en
vue d'améliorer l'image du secteur quand nous
aurons maîtrisé la situation.

Quant à l'Agenda 2000, j'ai déjà répondu. Je crois
que la direction définitive choisie par l'Europe pour
sa politique agricole est celle du développement
rural, avec un cofinancement plus important
qu'aujourd'hui de la part des Etats membres.

Dans le passé, en cas de crise, la Commission
européenne a toujours pris les mesures
nécessaires. C'est ainsi que nous avons pu
vendre de la viande en Russie ou dans d'autres
pays tiers.

Mais dans le cas présent, je crois que la
Commission européenne veut vraiment
responsabiliser les Etats membres pour la
politique agricole.

Certains membres m'ont posé des questions sur
la modulation relativement aux protéines
végétales. Le commissaire Fischler fera une
proposition très concrète à ce sujet au prochain
conseil Agriculture. Cela nous permettra de bien
nous positionner à cet égard pour notre
présidence, c'est-à-dire après le 1
er
juillet
prochain.

Quant à M. Dewit, j'ai déjà répondu à ses
questions. Je tiens toutefois à le rassurer: il faut
être conscient des problèmes de l'OMC. Nous en
débattrons dans le courant de la deuxième moitié
de cette année avec les pays tiers, surtout les
Etats-Unis. Mais je crois que nous devons
conserver la position très ferme que nous avons
défendue à Seattle, à savoir que nous voulons
respecter les engagements de l'Agenda 2000 pour
les six années à venir.

L'Europe était unanime à cet égard. Et je crois
qu'il serait très imprudent de changer d'opinion
maintenant. Car si les Etats-Unis s'aperçoivent
que nous sommes divisés sur le sujet, l'Europe
risque de le payer très cher. Il faut éviter cela.

Je tiens également à vous présenter une étude
réalisée par Bert Matthijs sur le "cross
compliance" dans l'agriculture belge. Il a étudié
tous les effets que nous connaissons au niveau
fédéral et au niveau régional.

Président: Jos Ansoms.
Voorzitter: Jos Ansoms.
04.10 Luc Paque (PSC): Monsieur le président,
je remercie le ministre de sa réponse et des
apaisements qu'il nous a apportés au cours de ce
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
débat qui a tout son sens au sein de notre
commission car le monde agricole traverse une
situation très grave.

J'émettrai cinq remarques, monsieur le ministre.
La première a trait au rapport de M. Fischler. J'ai
entendu que le gouvernement attendait certaines
précisions avant de réagir. Comme vous l'avez dit,
le prochain conseil de l'agriculture se tiendra les
26 et 27 février prochains, c'est-à-dire dans un
peu plus de dix jours. J'espère que les
déclarations qui ont été faites par les ministres
belges, notamment par le Premier ministre, seront
suivies d'effet lors de ce conseil de l'agriculture.

Ma deuxième remarque a trait à l'harmonisation
des mesures et à l'application stricte des mesures
prises par tous les pays. Ce point a également
retenu l'attention de mes collègues. Je crois que
cela peut se faire rapidement puisqu'aucun coût
supplémentaire n'est généré. Il faut toutefois
rester attentif à l'application de toutes les mesures
envisagées. Je pense notamment au système de
la destruction/rachat pour lequel il faut éviter les
effets pervers. Je prends l'exemple de l'Irlande, un
des plus gros exportateurs de viande bovine, qui
utilise le système rachat/destruction mais achète
sa viande bovine aux Pays-Bas.

Ma troisième remarque concerne les
suppressions et suspensions de primes. Je peux
accepter le fait que l'on ne parle pas pour le
moment de suppression de primes mais, à mon
avis, une suspension de prime, fût-elle temporaire,
risque d'entraîner de très graves conséquences.
Je pense aux jeunes agriculteurs qui reprennent
des entreprises et qui ont établi leurs plans
financiers en se basant sur ces primes. Si l'on
considère la prime à la vache allaitante, qui est de
8.000 francs, elle correspond à un montant annuel
important, surtout si le nombre de bêtes est élevé.
A la fin de l'année, les banquiers attendent leurs
sous! Chacun sait que les banques ne sont pas
des organismes philanthropiques. Il faut donc
rester ferme à ce sujet: les primes doivent servir à
la gestion courante de l'agriculture mais pas à
payer la crise. Nous en revenons ici à notre
proposition de créer un fonds européen.

Quatrième remarque: vous nous dites que M.
Fischler n'a fait qu'émettre des propositions, mais
celles-ci pourraient, le cas échéant, être suivies
d'effet. Il faut donc les prendre en compte
puisqu'elles seront présentées à l'avis des
différents ministres européens. Il faut donc dès à
présent pouvoir répondre à ces propositions, soit
en les refusant, soit en déposant des contre-
propositions. Le gouvernement a un rôle important
à jouer en la matière.

Cinquième remarque: vous avez parlé de rendre
la confiance aux consommateurs. Cela me
semble très important. Jusqu'à présent, on a
montré les aspects négatifs des tests, qui
finalement peuvent être présentés de manière
positive. Si une bête est démontrée saine après
avoir passé un test, c'est une garantie
supplémentaire pour le consommateur.

Il est évident qu'en matière de communication, je
reste sur ma faim. Cette communication pourrait
très bien être assurée par l'Agence fédérale pour
la Sécurité de la Chaîne alimentaire. Elle devra
être une instance de référence. Voilà déjà un an
que l'on parle de cette agence au futur. J'espère
que très rapidement nous pourrons en parler au
présent, avec des actions bien concrètes. Nous
aurons l'occasion d'en débattre mardi prochain,
lorsque nous aurons un échange de vue avec
M. Beernaert.

En conclusion, monsieur le ministre, il est plus que
temps de passer de la parole aux actes. Toute
une série de discours ont été prononcés jusqu'à
présent. Mais maintenant il faut vraiment prendre
des mesures pour pouvoir relancer notre
agriculture. La Belgique est très bien placée, je l'ai
dit tout à l'heure. Nous faisons partie de la Troïka,
et dans un peu moins de quatre mois, nous
assurerons la présidence de l'Union européenne.
Je pense qu'il va falloir passer à la vitesse
supérieure et prendre des décisions qui auront
des effets. C'est dans ce sens là que je vais
remettre au président une motion de
recommandation. Je la parcours très rapidement:

Nous recommandons au gouvernement:

1. de tout mettre en oeuvre pour qu'au regard des
mesures décidées par les conseils européens de
l'agriculture dans le cadre de la crise de l'ESB,
premièrement, l'Europe ne procède à aucun
traitement différencié entre les Etats membres;
deuxièmement, qu'elle contraigne tous les Etats
membres à appliquer l'ensemble de ces décisions
avec application de sanctions en cas de non-
respect;
troisièmement, qu'elle développe une procédure
de contrôle systématique de l'application de ces
décisions auprès de chaque Etat membre.

2. de proposer et défendre la création d'un fonds
spécial européen de la crise ESB, hors budget
agricole, et alimenté par les différents Etats
membres;
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
3.
de mettre en oeuvre une politique de
communication claire en vue de rassurer le
consommateur;

4. de veiller à ce qu'il ne soit procédé à aucune
révision structurelle de l'Agenda 2000;

5. de poursuivre l'ensemble de cette politique lors
de la présidence belge.

Voilà monsieur le ministre, chers collègues, les
remarques que je voulais faire. J'espère que cette
motion de recommandation pourra obtenir
l'assentiment des différents intervenants lors de
ce débat aujourd'hui. Je pense qu'une
recommandation pure et simple serait très mal
accueillie au niveau du monde agricole.
04.11 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank eveneens de minister voor zijn
omstandig antwoord op mijn vragen en de talloze
onderdelen ervan, terwijl de tekst niet op voorhand
in het bezit was van zijn kabinet.

Mijnheer de minister, ik wens toch nog een vijftal
opmerkingen te formuleren.

In mijn tweede vraag had ik het over een
duurzame oplossing terzake, maar die blijkt nog
niet te zijn uitgewerkt en vermoedelijk zal dat na
30 juli evenmin het geval zijn. Wellicht kunt u nog
geen sluitend antwoord verstrekken op die vraag
en we zullen dus moeten afwachten.

Naar aanleiding van de dioxinecrisis werd duidelijk
gesteld dat een degelijk volksgezondheidsbeleid
moet stoelen op wetenschappelijke gegevens.
Toch blijkt men zich hieraan in de huidige crisis
niet te houden en doet men andermaal geen
beroep op wetenschappelijk onderbouwde
gegevens.

Mijnheer de minister, u zegt dat u commissaris
Fischler een derogatie hebt gevraagd in verband
met de opkoopregeling en dat deze zou zijn
geweigerd. Ik had graag geweten waarom en om
welke reden u zulks zonder meer aanvaardde. Of
werd dat punt eenvoudigweg van de agenda
gehaald?

Deze crisis is duidelijk het gevolg van een
chaotisch Europees optreden. Als antwoord op
mijn laatste vraag, mijnheer de minister, zei u dat
dit niet kan worden afgewenteld op de
landbouwsector, dus op de boeren. De vraag is
hoe men dit kan vermijden. Zullen extra middelen
worden aangewend om de sector te vergoeden?
Aangezien een dergelijk initiatief ­ u zei het zelf -
zeker niet op Europees niveau zal worden
genomen is het de vraag of België deze middelen
zal uittrekken?

In dat verband sluit ik mij trouwens aan bij de
redenering van de heer Paque, volgens dewelke
dringend effectieve inspanningen zullen moeten
worden geleverd om de sector nieuw leven in te
blazen. Na een derde fundamentele crisis staat
betrokkenen het water aan de lippen. Woorden
zullen thans moeten plaatsruimen voor daden.

Tot slot zegt u dat het FAVV een referentiepunt
moet worden. Het moest dat inderdaad al lang
zijn. Immers, sinds 1 januari 2001 is het
operationeel. Tot op heden kan het jammer
genoeg nog steeds niet als referentiepunt worden
beschouwd.

Om deze redenen, mijnheer de minister, leg ik
een motie van aanbeveling neer waarin wordt
gevraagd dat een volksgezondheidsbeleid wordt
gevoerd op basis van wetenschappelijke
adviezen; dat snel de noodzakelijke initiatieven
worden genomen om tot een definitieve oplossing
te komen inzake de financiering van de extra
kosten ingevolge het verbod van het gebruik van
dierenmeel in veevoeders; dat onverwijld
initiatieven worden genomen om de
rundvleesmarkt te stabiliseren en daartoe de
nodige stappen te zetten op Europees niveau en
dat de actuele malaise niet mag worden
afgewenteld op de landbouwsector.

Hopelijk zal mijn motie de goedkeuring van de
collega's wegdragen of misschien, mijnheer
Paque, kunnen wij onze moties samenvoegen tot
een geheel.
04.12 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben
het met u eens dat plots over grote uitdagingen
spreken in tijden van crisis, niet verstandig is. De
vraag naar grote uitdagingen leeft al minstens tien
jaar. In een ander leven heb ik tien jaar geleden
nog gepleit om een steunpunt voor duurzame
landbouw op te richten om meer middelen in die
richting te sturen. De vraag duikt dus niet plots op.
Het probleem is dat bij een crisis telkens wordt
verwezen naar fundamentele oorzaken, die op dat
moment niet aan de orde zijn, maar wel aan de
basis liggen van alle crisissen.

Met een ding ben ik het niet eens. U beweert dat
het vooral een probleem van consumptiedaling is,
eerder dan van overproductie. Ik denk dat het
probleem veel complexer is dan dat om te kunnen
duiden dat de daling van de consumptie mee de
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
oorzaak is.

U spreekt over imagoverbetering. Daar ben ik het
mee eens en ik hoop dat we ineens die kans
grijpen om het imago dat we willen ophangen, ook
op te hangen aan de versnelde uitvoering van de
tweede pijler. We moeten een imago van
duurzame landbouw vooropstellen. Voor een crisis
als deze bestaat maar één duurzame oplossing,
met name de duurzame landbouw in een versneld
tempo ­ zowel in overleg met de regio's als in
overleg met de Europese partners ­ in de praktijk
brengen.
04.13 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le ministre, je voudrais faire quelques
remarques.

Vous dites qu'il ne faut pas envisager pendant une
crise des changements profonds de nos
méthodes agricoles. Je peux vous rejoindre car la
réalité des agriculteurs et des consommateurs est
relativement traumatisante et il y a des attentes de
réponses dans l'immédiat. Mais d'un autre côté,
toute réponse donnée en situation de crise a
forcément des effets pervers, car l'on veut réparer
une situation dans l'immédiat, sans tenir compte
de tout ce qui a pu nous amener à cela ni
comment réorienter la politique pour que cela
n'arrive plus.

L'on sera donc amené à prendre des mesures qui
auront des effets pervers; on ne peut faire
autrement. Mais je pense aussi que c'est le
moment de ne pas prendre de mesures qui
perpétuent les agissements antérieurs qui ont
provoqué la crise.

Même si une période de crise n'est pas l'idéal
pour envisager dans sa globalité une autre
manière de faire de l'agriculture, c'est un bon
moment pour utiliser cette situation comme
stimulant pour envisager une autre manière de
faire mais tout en se donnant le temps et en
répondant aux besoins urgents d'aujourd'hui. Il
faut évidemment respecter les engagements vis-
à-vis des agriculteurs. Mais nous serons vite en
2006. Vous dites qu'en 2003 il y aura évaluation
de l'agenda. Je pense qu'on peut envisager dès
maintenant avec les agriculteurs comment
réorganiser les primes, les aides et les quotas
auxquels ils ont droit, de manière à leur rendre
une certaine sécurité et à préparer l'avenir.

Une autre constatation: nous sommes tous
d'accord pour dire que l'on ne veut pas que ce soit
le maillon le plus faible qui paye, c'est-à-dire
l'agriculteur. Comment allons-nous faire? Vous
n'avez pas répondu à la question de savoir s'il
était envisageable de créer un fonds alimenté par
l'ensemble des maillons de la chaîne de
production. Vous avez dit que l'on avait déjà
consacré 40 milliards à cette problématique. Ce
fonds pourrait-il être créé avec d'autres
participants que les Etats ou les agriculteurs, qui
payent déjà d'une manière indirecte?

Je voulais également insister sur l'inadéquation
entre la surproduction et la baisse constatée de la
consommation. La Belgique connaît actuellement
une baisse de consommation et d'exportation.
Mais cette situation est sans doute due à une
surproduction antérieure, surtout au regard de la
superficie disponible pour l'élevage du bétail. Le
critère de la surproduction doit donc être intégré
dans la réflexion.

Enfin, vous semblez dire qu'il faut prendre des
mesures qui se basent sur les avis scientifiques.
Or, l'on ne dispose pas des avis scientifiques qui
permettraient de savoir à partir de quoi une bête
est contaminée, à partir de quand elle peut
contaminer et par quel vecteur elle est
contaminée. Donc, demander une telle chose
maintenant me semble illusoire.
04.14 François Bellot (PRL FDF MCC):
Monsieur le président, monsieur le ministre, dans
le cadre du principe de précaution, tout le cheptel
est abattu dès qu'un animal est décelé positif en
ESB.

Si on se réfère aux crises précédentes,
notamment celle de la brucellose, lorsqu'une
exploitation était considérée brucellique, on faisait
effectuer des tests dans toutes les exploitations
voisines. Parfois, des mesures devaient être
prises à l'égard des cheptels voisins.

D'ici quelques mois ou quelques semaines, le
bétail va se retrouver dans nos campagnes et les
animaux seront appelés à coexister. Ne
connaissant pas très bien le mode de
transmission de la maladie, les agriculteurs
s'interrogent. Où le principe de précaution va-t-il
s'arrêter? Aujourd'hui, on élimine tous les animaux
d'une exploitation alors qu'un seul a été décelé
malade? Avez-vous eu connaissance, au travers
des analyses effectuées sur les autres animaux
abattus, d'une positivité d'ESB?
04.15 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, monsieur le ministre,
certains éléments me semblent satisfaisants mais
d'autres me laissent perplexes.
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
Je suis inquiète d'entendre les agriculteurs
prétendre notamment que la crise n'est pas due à
une surproduction mais à une diminution de
consommation.

Je voudrais rappeler qu'en matière de viande
bovine, nous sommes à 250% d'autosuffisance en
région wallonne. Je pense que l'on n'est pas très
loin de ce chiffre en Flandre. Au niveau belge, on
se situe globalement au-dessus de 200%
d'autosuffisance. Au niveau européen, on doit être
autour de 150%. Il faut donc relativiser les propos
sur la consommation et la surproduction.

Cette politique contraint bien évidemment à
l'exportation.
04.16 Luc Paque (PSC): On ne peut pas
exporter!
04.17 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Si,
mais dans ce cas on est tributaire des prix du
marché. De plus, on ne peut pas exporter
n'importe quoi. On se trouve sur le marché
mondial. On ne peut pas demander le beurre et
l'argent du beurre en même temps.

Je ne suis pas adversaire de l'exportation pour
autant que l'on ne demande pas qu'elle soit
subventionnée par des restitutions aux
exportations.

Vous avez raison de dire, monsieur le ministre,
que le deuxième pilier constitue la politique
d'avenir. L'Europe s'oriente d'ailleurs, il me
semble, vers le développement de ce second
pilier. C'est pour cette raison que j'insiste sur le
fait que la Belgique doit tenter d'avancer dans
cette direction. Il est vrai que, si le second pilier
existe actuellement, il représente la portion
congrue du budget.

Dans ce cadre, on ne peut pas non plus faire deux
choses contradictoires en même temps. Je suis
d'accord sur le fait que l'on ne peut pas passer
d'un système de production à l'autre sans
transition. Cela doit se faire progressivement et de
manière douce. Personne n'a dit qu'il fallait
"étrangler" les agriculteurs et certainement pas
moi.

J'ai également la conviction qu'on ne change pas
les règles en cours de route et que l'on doit aller
jusqu'au bout de ce que l'on a décidé.

Comme Mme Gerkens l'a dit très justement, il faut
tirer les leçons et préparer l'avenir.
Dans cette perspective, vous avez ouvert une ou
deux pistes: celle du second pilier, mais aussi
celle de la renégociation OMC. Vous avez dit que
le commissaire Fischler ferait une proposition
concernant les protéines végétales.

Je serais très heureuse que vous nous informiez
de la position belge que vous comptez défendre à
cet égard et que nous ayons une évaluation de ce
qui a été dit au Conseil des ministres, afin que l'on
voie comment les choses peuvent évoluer en
cette matière qui est extrêmement importante
pour l'avenir. Il est vrai que l'Europe ne doit pas se
présenter en ordre dispersé face aux Etats-Unis.
C'est ce qui nous a, jusqu'ici, relativement perdus.
Une des leçons de cette crise sera
qu'effectivement une opinion plus commune au
niveau européen devra être de mise et qu'il faudra
enfin mener une politique commune et non tirer la
couverture chacun à soi.
04.18 Minister Jaak Gabriels: Dit is mijns inziens
inderdaad een interessant en dringend debat waar
de meningen niet zo ver uit elkaar liggen maar
waar een en ander nog moet worden uitgeklaard.
Het is nogal evident dat niet iedereen het woord
duurzaam op dezelfde manier invult. Als
duurzame landbouw synoniem is voor biologische
landbouw dan denk ik dat de standpunten nog ver
uit elkaar liggen, maar ik denk niet dat dit het
geval is. Mede daarom is het nuttig te weten
waarover we spreken.

En réponse aux questions de M. Paque, j'affirme
que nous défendons l'harmonisation de chaque
mesure nationale au conseil de l'agriculture. Selon
nous, il est préférable que les décisions soient des
décisions européennes et non nationales. Il faut
déterminer une politique européenne commune.

J'attends actuellement les propositions de M.
Fischler. Lorsqu'il les aura formulées, nous
entreprendrons des négociations avec le secteur
et les Régions afin de les étudier et
d'éventuellement formuler des contre-
propositions.

Pour l'instant, l'Agence ne repose sur aucun statut
définitif. Le statut actuel réside en une coopération
entre le fonctionnaire de notre département et
celui du département de la Santé publique. Pour
l'avenir, une seule Agence fédérale existera avec
son propre personnel. Cela ne pose aucun
problème! Ce qui est vrai, c'est que l'Agence doit
contrôler systématiquement tout ce qui entre sur
le marché, d'où la nécessité d'une politique
commune de l'Europe mais également envers les
pays tiers.
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25

Pour relancer l'agriculture, tous les Etats membres
sont convaincus qu'il faut faire quelque chose
mais il faut attendre de maîtriser la crise.

Mevrouw Pieters, ik denk we pas binnen een
maand of twee tot een duurzame oplossing zullen
komen. Ik denk dat we minstens de zekerheid
moeten hebben dat elke lidstaat de nodige
testcapaciteit heeft en de nodige tests uitvoert en
we alle voorziene maatregelen moeten toepassen
op de Landbouwraad van 20 en 21 november en
van 4 en 19 december 2001. Zolang dit niet met
100% zekerheid gebeurt kan je ook niet van een
duurzame oplossing spreken. Wij nemen deze
maatregelen al en Nederland doet het ook, maar
er zijn landen die dit niet doen. De heer Fischler,
de commissaris voor Landbouwbeleid, heeft dat
ook aangehaald en hij hoopt dan ook dat ze tegen
eind februari of in de loop van maart op dezelfde
golflengte zitten. Ik wil u maar duidelijk maken dat
ik tot dan niet kan spreken van een duurzame
oplossing. We moeten dus eerst zeker zijn dat we
de crisis volledig onder controle hebben. U hebt
100% gelijk dat we ons uitsluitend moeten en
mogen baseren op wetenschappelijke gegevens
van een wetenschappelijk comité. Daar mag ook
geen meningsverschil over bestaan. Er bestaat
een wetenschappelijk comité in Europa. Dit heeft
reeds in het verleden duidelijke adviezen gegeven.
Als wij dat volgen heb we een houvast. Indien we
dit niet doen is die houvast er niet meer en komen
er 1.001 wetenschappers op de proppen. Ik sta
versteld hoeveel theorieën er in deze periode
reeds in de kranten verschenen zijn, die door
specialisten steevast één voor één worden
weerlegd. Dit komt de zaak ook niet ten goede. Ik
zou veel liever hebben dat de autoriteit van het
Wetenschappelijk Comité op Europees niveau
nog wat wordt versterkt en aangezwengeld en
door niemand in vraag wordt gesteld met
verklaringen die de zaak niet dienen.

Met betrekking tot de derogatie denk ik dat u me
daar verkeerd hebt begrepen. We hebben de
aanvraag ingediend en deze werd niet verworpen,
maar werd niet op de agenda geplaatst. De heer
Fischler had gevraagd dit punt van de agenda te
verwijderen. We hebben dan opnieuw gevraagd
dit op de agenda te plaatsen. Hij heeft het dan
misschien opnieuw van de agenda gehaald, dat
weet ik niet, aangezien het Comité Rundsvlees
nog niet is bijeengekomen. We hebben dus
opnieuw dat uitdrukkelijk verzoek ingediend en
hebben dat samen met Oostenrijk gedaan. Heeft
Oostenrijk daar nu tot bijgedragen? Nederland en
Denmarken hebben de derogatie reeds
verkregen. België en Oostenrijk heeft de heer
Fischler toen niet laten behandelen. Ik hoop dat
ofwel de derogatie van Nederland en Denemarken
wordt afgeschaft en we zo opnieuw een zuivere
situatie krijgen, ofwel dat onze vraag ook zo snel
mogelijk wordt behandeld. De aanvraag om het op
de agenda van de volgende vergadering van het
Comité Rundsvlees te plaatsen werd ingediend.

Ik denk dat, wat het chaotisch optreden en de
kosten betreft, we ook voorzichtig moeten zijn als
we zeggen dat deze niet op de landbouwer
afgewenteld moeten worden. De landbouwer
betaalt reeds zijn deel van de rekening. De
prijsvermindering en de vermindering van afzet
wordt reeds betaald door de landbouwer. We
mogen nu zeker niet de kosten die er gemaakt
worden door maatregelen te nemen, bij voorbeeld
door het uitvoeren van testen of het opruimen van
dierenmeel, ook nog eens aan de landbouwer
doorrekenen wat de rekening ondraaglijk zou
maken. Dat is wat ik eigenlijk het punt dat ik wou
aanhalen. De landbouwer betaalt wel degelijk zijn
deel. Elke crisis neemt ongetwijfeld een flinke hap
uit het inkomen van de landbouwer. We hebben
het over de imago-campagne gehad en ik denk
dat het federaal agentschap stilaan die
uitdagingen aan moet kunnen. Ik denk dat u
volgende week trouwens een afspraak met de
heer Beernaerts hebt en dat kan zeker het
onderwerp van een heel interessante discussie
zijn.

Het debat over duurzame landbouw kan later
worden gevoerd.

Mevrouw Laenens, u zegt dat de problematiek
meer is dan de daling van consumptieprijzen. Ik
spreek dit tegen. Tot november was er in Europa
geen probleem. Op dat ogenblik nam Frankrijk
maatregelen. De consumptieprijzen daalden. Dat
heeft de hele crisis veroorzaakt. Later volgde
Duitsland met maatregelen. De daling van de
consumptieprijzen ligt aan de oorsprong van deze
crisis.

Mme Gerkens a plaidé pour un fonds ESB. Ceci
est totalement impensable et irréalisable. J'ai en
effet déjà dit plusieurs fois que l'Europe a fixé la
marge budgétaire européenne disponible, à savoir
40 milliards. A ce montant, il convient d'ajouter les
interventions nationales, qui se chiffrent en
dizaines de milliards. La Belgique à elle seule
consacre un milliard pour les mesures transitoires,
et ce uniquement au niveau fédéral. Le coût étant
déjà tellement élevé, je ne vois pas la possibilité
d'augmenter les budgets européens.

La Commission européenne espère que les
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
26
mesures proposées, dans les limites du budget,
permettront de rétablir l'équilibre. Il est toutefois
encore prématuré de dire que l'on a déjà atteint ce
but. Auparavant, il faudra maîtriser la crise dans
chaque pays de la même manière et ensuite faire
une évaluation. C'est seulement après cette
évaluation que l'on pourra parler des autres
possibilités. Mais le temps est maintenant venu
d'exécuter ce qui a été décidé.

Je suis évidemment d'accord pour avoir un débat
sur le développement rural. C'est d'ailleurs le
deuxième volet de la politique agricole commune.
Le niveau fédéral est compétent à concurrence de
19%, le reste ressortissant aux régions. Il faudra
en discuter et procéder à une évaluation de
programmes précis. C'est uniquement sur base
de l'évaluation qu'il conviendra de décider s'il faut
changer la politique. Ceci est une responsabilité
régionale.

M. Bellot m'a également interrogé sur la
destruction de tout le cheptel quand on constate
un cas de vache folle. Vous établissez une
comparaison avec la crise de brucellose,
monsieur Bellot. Je crois qu'il y a une grande
différence, en ce sens qu'on ne connaît pas
encore l'origine de l'ESB alors qu'on connaît très
bien celle de la brucellose. Dans ce dernier cas,
on sait ce qu'il faut faire pour maîtriser cette crise.
Dans le cas de l'ESB, il faut prendre des mesures
de précaution. Pour l'instant, il y a une discussion
pour savoir si cette maladie est transférable au
mouton. L'Angleterre a un plan secret pour
détruire tous les cheptels, c'est-à-dire 40 millions
de moutons. Je vais cependant rester très modéré
et discret sur cette matière.

Avant de connaître l'origine de l'ESB, nous devons
absolument prendre des mesures de précaution et
ne pas changer notre fusil d'épaule. C'est
indispensable pour éviter une crise encore plus
grave. C'est aussi un argument: l'Angleterre qui
n'a pas suivi cette mesure dès le début a déjà
enregistré aujourd'hui 180.000 cas de vaches
folles. Nous devons donc rester très vigilants et ne
pas changer notre stratégie parce que ce serait
imprudent pour l'avenir.

Pour l'OMC, madame Dardenne, ce point est
inscrit à l'agenda du conseil de l'agriculture pour
nous permettre de reformuler le point de vue du
conseil dans les négociations avec l'OMC. Nous
répéterons les mêmes positions pour arriver à un
point de vue commun à défendre dans ces
négociations.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Luc Paque en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Luc Paque
en mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
beveelt de regering aan:
- gelet op de maatregelen waartoe de Europese
Raden van de ministers van Landbouw in het
kader van de BSE-crisis hebben beslist, alles in
het werk te stellen opdat:
- Europa alle lidstaten op dezelfde manier zou
behandelen;
- Europa alle lidstaten ertoe zou verplichten alle
genomen beslissingen toe te passen, waarbij in
geval van niet-naleving sancties worden
getroffen;
-
Europa een procedure voor stelselmatige
controle van de toepassing van die beslissingen
in elke lidstaat zou uitwerken.
- de oprichting voor te stellen en te verdedigen van
een bijzonder Europees fonds voor de BSE-crisis
dat niet ten laste komt van de landbouwbegroting
en door de diverse lidstaten wordt gefinancierd;
- werk te maken van een duidelijke communicatie
teneinde de consument gerust te stellen;
-
erop toe te zien dat er geen structurele
herziening van de agenda 2000 komt;
- dat beleid tijdens het Belgisch voorzitterschap
onverkort voort te zetten."

Une motion de recommandation a été déposée
par M. Luc Paque et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Luc Paque
et Mme Trees Pieters
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes Moyennes,
recommande au gouvernement:
- de tout mettre en oeuvre pour que, au regard des
mesures décidées par les Conseils européens de
l'Agriculture, dans le cadre de la crise de l'ESB:
-
l'Europe ne procède à aucun traitement
différencié entre les Etats membres;
- 'l'Europe contraigne tous les Etats membres à
appliquer l'ensemble de ces décisions avec
application de sanctions en cas de non-respect;
- l'Europe développe une procédure de contrôle
systématique de l'application de ces décisions
auprès de chaque Etat membre.
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
27
- de proposer et défendre la création d'un fonds
spécial européen de crise ESB hors budget
agricole et alimenté par les différents Etats
membres;
-
de mettre en oeuvre une politique de
communication claire en vue de rassurer le
consommateur;
- de veiller à ce qu'il ne soit procédé à aucune
révision structurelle de l'agenda 2000;
- de poursuivre l'ensemble de cette politique lors
de la Présidence belge."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Luc Paque
en mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
vraagt de regering
- een volksgezondheidsbeleid te voeren op basis
van wetenschappelijke adviezen;
- snel de noodzakelijke initiatieven te nemen om
tot een definitieve oplossing te komen voor de
financiering van de extra kosten ten gevolge van
het verbod van diermeel in veevoeders;
-
onverwijld initiatieven te nemen om de
rundvleesmarkt te stabiliseren en daartoe de
nodige stappen zetten op het Europees niveau;
- de actuele malaise niet af te wentelen op de
landbouwsector."

Une motion de recommandation a été déposée
par Mme Trees Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Luc Paque
et Mme Trees Pieters
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes Moyennes,
demande au gouvernement
- de fonder sa politique en matière de santé
publique sur des avis scientifiques;
-
de prendre rapidement les initiatives qui
s'imposent en vue de mettre en place une solution
définitive pour le financement des surcoûts
engendrés par l'interdiction d'introduction de
farines animales dans les aliments pour bétail;
- de prendre sans délai des initiatives en vue de
stabiliser le marché de la viande bovine et de
prendre les initiatives nécessaires à cet effet au
niveau européen;
- de ne pas reporter le malaise actuel sur le
secteur agricole."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren François Bellot, Philippe Collard, Jean
Depreter, Georges Lenssen en Henk Verlinde.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
François Bellot, Philippe Collard, Jean Depreter,
Georges Lenssen et Henk Verlinde.

Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
05 Mondelinge vraag van mevrouw Trees
Pieters aan de minister van Sociale Zaken en
Pensioenen over "de financiering van het
sociaal statuut van de zelfstandigen" (nr. 3381)
05 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le financement du statut social des
indépendants" (n° 3381)
05.01 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik stel deze vraag
naar aanleiding van de artikels die deze week
verschenen zijn in De Financieel-Economische
Tijd en in De Standaard van 6 februari omtrent het
sociaal statuut van de zelfstandigen. U stelt heel
duidelijk, zelfs in de titel, dat de overheid het gros
van de verbeteringen van het sociaal statuut van
de zelfstandigen zal financieren uit de algemene
middelen. Een verhoging van de sociale bijdrage
is volgens u even erg als het heffen van
belastingen. De negatieve schuld voor 2001
stoelde verder op slechte hypothesen. Ik wil dit
allemaal heel graag geloven, maar om dit te
staven had ik u als minister, bevoegd voor het
sociaal statuut en voogdijminister van het RSVZ
graag gevraagd om het RSVZ de opdracht te
geven om tot 2006 heel correcte berekeningen te
laten maken op basis van de door de regering
toegestane groeinormen, voornamelijk voor het
RIZIV. We hebben 1% erkend en we zitten al aan
2,5% en zullen straks naar 6% gaan. Dit moet
doorgerekend worden tot 2006. Ik weet dat het
RSVZ beschikt over een nota die loopt tot 2004. Ik
weet echter niet of zij daarin rekening hebben
gehouden met de groeinormen. Ik wil u dus
verzoeken om het RSVZ te vragen om met deze
normen een prognose te maken tot 2006. Ik meen
dat dit voor het RSVZ geen zware taak is vermits
zij werken met prognoses en zij die al hebben tot
2004. Ik verzoek u dan ook om ons dit binnen een
termijn van twee weken te laten bezorgen.
05.02 Minister Jaak Gabriels: Mijnheer de
voorzitter, collega's, sedert het begin van 2000
heeft het algemeen beheerscomité voor het
sociaal statuut van de zelfstandigen een
werkgroep opgericht voor financiële
meerjarenplanning. Zij moesten een raming
opstellen van de te verwachten inkomsten en
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
28
uitgaven voor het sociaal statuut van de
zelfstandigen tot en met 2004. Een van de taken
die het ABC werden toevertrouwd, werd hiermee
correct uitgevoerd, met name het aanreiken van
een financieel meerjarenperspectief aan de
regering en meer specifiek aan de minister ten
gevolge van de wet van 13 december 1992. De
meerjarenplanning is vooral nuttig in het licht van
de nakende beslissing tot hervorming van het
sociaal statuut en de financiering van nieuwe
initiatieven op basis van het rapport-Cantillon. De
werkgroep kan rekenen op de volle medewerking
van de financiële en budgettaire dienst van het
RSVZ en van de dienst actuariaat van het
departement Middenstand. Ik heb het volste
vertrouwen dat deze dienst alle noodzakelijke
financiële informatie heeft verzameld om een zo
betrouwbaar mogelijke meerjarenplanning op te
stellen. Het ABC heeft er uitdrukkelijk op gewezen
dat een meerjarenplanning met de grootste
omzichtigheid moet worden geïnterpreteerd daar
men alleen kan vertrekken van de actuele
cijfergegevens en groeinormen. Zowel op het vlak
van de bijdrageplanning als op het vlak van de
uitgavenevolutie kunnen zich steeds opnieuw niet
te voorspellen fluctuaties voordoen, zeker binnen
een termijn van vier jaar en zelfs in één
begrotingsjaar.

Wij hebben de gegevens van 1999 en 2000 als
bewijs terzake. De werkgroep heeft daarom
aanvankelijk voor alle inkomsten en uitgaven een
minimalistische en maximalistische hypothese
gehanteerd. Van de politiek van een goede
huisvader kan men verwachten dat men vanuit de
minimalistische cijfers vertrekt. Deze cijfers laten
slechts één conclusie toe, namelijk dat initiatieven
alleen door nieuwe middelen en niet door
bestaande reserves kunnen worden gefinancierd.

Gezien de ernst waarmee één jaar lang werd
gewerkt aan de meerjarenplanning, kan ik niet
vragen om de hele oefening opnieuw te maken.
Een planning tot 2006 lijkt mij bovendien nog
gevaarlijker omdat men dan opnieuw een groter
verschil tussen de minimalistische en de
maximalistische hypothesen zal hebben. Deze
hypothesen verschilden werkelijk 10 miljard frank
van elkaar. Als men dit over zes jaar moet
spreiden op basis van de huidig gekende
gegevens, zal het verschil waarschijnlijk nog
groter zijn.

In het ABC werd besloten om de
meerjarenplanning continu bij te sturen op basis
van de nieuw gekende cijfergegevens en de
gebeurlijke nieuwe maatregelen in het sociaal
statuut. Ik ben bereid om de commissie geregeld
aangepaste cijfers mee te delen.
05.03 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de minister antwoordt dat het niet kan.
Ik zal mij daarbij moeten neerleggen.
05.04 Minister Jaak Gabriels: Ik kan dezelfde
mensen, die daar één jaar hebben aan gewerkt,
op basis van deze gegevens niet vragen om daar
opnieuw aan te werken. Zij hebben nu reeds
vastgesteld dat er een verschil van 10 miljard
frank is. Het gaat met name over 17 miljard frank
en 27 miljard frank. Over een termijn van zes jaar
zal dit een nog groter interval kennen. Daarom
heeft het nu weinig of geen zin. De nieuwe
gegevens zullen echter onmiddellijk worden
geïmplementeerd, zodat ze een volledig beeld
weergeven.
05.05 Trees Pieters (CVP): Tot 2004?
05.06 Minister Jaak Gabriels: Inderdaad, dat is
de huidig aangehouden termijn.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de toegang tot het
beroep van belastingconsulent en accountant"
(nr. 3369)
06 Question orale de Mme Simonne Creyf au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'accès à la profession de conseiller
fiscal et d'expert-comptable" (n° 3369)
06.01 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik kan u meedelen
dat ik reeds twee keer minister Gabriels heb
ondervraagd in verband met de toegang tot het
beroep van belastingconsulent en accountant.
Vorige week nog heb ik de minister gevraagd naar
de stand van zaken van het koninklijk besluit dat
de toegang tot het beroep moet regelen. Tot mijn
grote opluchting heb ik van de minister het
bewuste koninklijk besluit mogen ontvangen dat
weliswaar dateert van 20 november 2000.

's Avonds, bij het doornemen van de pers, lees ik,
ik citeer: "Noodkreet om toegang tot fiscale
opleidingen te vrijwaren." Ik heb dit artikel later
ook in andere kranten teruggevonden. In dat
artikel staat te lezen dat men op het kabinet van
de minister van Economie, Charles Picqué, de
laatste hand legt aan een ontwerp van koninklijk
CRIV 50
COM 389
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
29
besluit. In het artikel staat ook te lezen dat het
kabinet bevestigt dat de werkzaamheden
moeizaam verlopen.

Mijnheer de minister, ik wil u er nog even aan
herinneren waarover het precies gaat. Deze wet
werd tijdens de vorige legislatuur goedgekeurd.
Op 11 mei 1999 werd de wet in het Belgisch
Staatsblad gepubliceerd. Op dat ogenblik was het
een belangrijke wet omdat het een vernieuwing
betekende voor de beroepen van boekhouder,
accountant, fiscalist, belastingconsulent en
bedrijfsrevisor. De onderhandelingen terzake
waren reeds een tiental jaren aan de gang tussen
enerzijds de overheid en anderzijds verschillende
beroepsgroepen. De wet betekende het einde van
zowat 10 jaar overleg.

Tijdens de besprekingen van die wet werden een
aantal amendementen ingediend die onder andere
de bedoeling hadden de toegang tot het beroep
van accountant en belastingconsulent ook
mogelijk te maken voor afgestudeerden van het
hoger onderwijs van een cyclus. Er werden ook
amendementen ingediend op de samenstelling
van de examenjury omdat de bezorgdheid
bestond dat jonge mensen de mogelijkheid
moesten krijgen om toegang te krijgen tot het
beroep. Men moest ervoor waken dat via een of
andere vorm van corporatisme een soort numerus
clausus werd ingevoerd. Het was wel degelijk de
bedoeling mensen de toegang te geven tot het
beroep van belastingconsulent en accountant. Het
feit dat men is afgestudeerd betekent immers niet
dat men onmiddellijk toegang heeft tot het
gereglementeerde beroep. Er moet een
toegangsexamen zijn, een driejarige stage en een
eindexamen.

Als ik de pers mag geloven, is er heel wat deining
ontstaan rond dit koninklijk besluit. Als ik professor
Van Istendael in de krant mag geloven, zou men
het koninklijk besluit van 1990 in verband met
accountants volledig willen overnemen voor het
nieuwe koninklijk besluit inzake de toegang tot het
beroep van belastingconsulent. Volgens professor
Van Istendael mogen alle fiscale opleidingen
worden geschrapt als de voorliggende teksten
worden goedgekeurd.

De studentenbeweging zelf is ook in beweging
gekomen en ook zij vragen dat ze op een eerlijke
manier toegang kunnen krijgen tot dit beroep.

Vandaar dat ik nu opnieuw een aantal vragen heb.
Is het koninklijk besluit dat we vorige week
gekregen hebben van minister Gabriels en dat
gedateerd is op 20 november 2000 de definitieve
versie waarover onderhandeld wordt?

Hoe reageert u op de vragen die komen vanuit het
onderwijs en vooral op de oproep vanuit dit
onderwijs dat de minister hierin zijn politieke
verantwoordelijkheid neemt zodat de toegang tot
dit beroep niet uitsluitend overgelaten wordt aan
het Instituut voor Accountants en
Belastingconsulenten? Dat dit instituut in een
eerste fase het koninklijk besluit heeft geschreven
betekent niet dat het aan dit IAB toekomt te
bepalen op welke wijze de wet die de wetgever
heeft bedoeld moet worden uitgevoerd. Vandaar
de vraag of u bereid bent de wet uit te voeren
zoals het Parlement en de wetgevende macht dit
hebben gewild.

Een ander probleem is het toegangsexamen. Er
moet een toegangsexamen gebeuren in dezelfde
vakken die in de opleiding zijn voorzien. Los van
de vraag of dit geen aanfluiting is van deze
opleiding ­ waarvan de parlementen van de
regio's gebruik maken ­ rijst het probleem dat
bepaalde opleidingen wel worden erkend, maar
dat als het erop aankomt om toegang te hebben
tot het beroep men geen vrijstellingen toestaat.
Het koninklijk besluit van 1990 heeft in 10 jaar tijd
tot geen enkele vrijstelling aanleiding gegeven.
Studenten moeten opnieuw het examen doen van
de vakken die ze hebben gekregen en toch stelt
men vast dat maar 1 op 3 slaagt. Men stelt ook
vast dat slechts 10% van de leden van het instituut
jonger is dan 35 jaar. Er is dus inderdaad een
probleem inzake doorstroming van jongeren naar
het beroep. Vandaar de bezorgdheid of hier geen
sprake is van corporatisme. Volgens de pers zou
het beroepsinstituut enkel willen dat de besten van
de besten toegang hebben tot het beroep van
belastingconsulent en accountant.

Mijnheer de minister, bent u bereid om jongeren,
universitair afgestudeerden, geaggregeerden, die
volgens hun opleiding geschikt zijn om het beroep
van accountant of belastingsconsulent uit te
voeren, om die ook de mogelijkheid te bieden de
titel en het beroep te verwerven?
06.02 Minister Charles Picqué: Mijnheer de
voorzitter, de versie van het koninklijk besluit van
januari die u door Minister Gabriels werd
overgemaakt is zeer zeker de definitieve versie.
06.03 Simonne Creyf (CVP): De versie van
welke datum?
06.04 Minister Charles Picqué: Van januari 2001.
06.05 Simonne Creyf (CVP): Wij hebben de
13/02/2001
CRIV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
30
versie van 20 november 2000 ontvangen.
06.06 Minister Charles Picqué: Inderdaad, dat is
de definitieve versie die ons door het IAB werd
meegedeeld. Het IAB heeft de opdracht te waken
over de vorming van een korps van deskundigen
die in staat zijn de functie van accountant en
belastingconsulent te vervullen en in te staan voor
hun permanente organisatie.

Deze deskundigen zijn in staat de functies van
accountant en belastingconsulent te vervullen. Het
behoort tot de bevoegdheden van het instituut om
ons een ontwerp van koninklijk besluit voor te
leggen inzake het toelatingsexamen, de stage en
de bekwaamheidsproef als accountant en
belastingconsulent. Dat is onbetwistbaar. Evenwel
mag men niet uit het oog verliezen dat de Hoge
Raad voor de Economische Beroepen nog advies
moet geven over dat koninklijk besluit. Wij
verwachten dat eerlang. Dit betekent dat wij
natuurlijk nog wijzigingen kunnen aanbrengen aan
het project op basis van dit advies.

Wat het toelatingsexamen tot de stage van fiscaal
consulent betreft, bepaalt het koninklijk besluit dat
de raad van het instituut vrijstelling kan verlenen
aan de houders van bepaalde diploma's. De
universiteitsprofessoren en leraren aan
hogescholen die fiscale materie onderwijzen,
werden op dit punt geraadpleegd. U hebt gelijk
wanneer u beweert dat, indien er geen
georganiseerd systeem van vrijstellingen wordt
ingesteld voor jongeren die in fiscaliteit zijn
gespecialiseerd, dezen zich van het beroep zullen
afkeren. Dat is bijzonder zorgwekkend en daarin
hebt u gelijk. Het instituut werd trouwens
gesensibiliseerd voor dit probleem. Op het
moment dat de Hoge Raad voor Economische
Beroepen zijn advies heeft uitgebracht, zal er een
werkgroep worden bijeengeroepen om een
samenhangend geheel van vrijstellingen uit te
werken. Dat zal gebeuren op basis van het advies
van de Hoge Raad voor Economische Beroepen,
gezien wij jongeren niet willen ontmoedigen en
rekening moeten houden met het feit dat de
toestand zorgwekkend zou worden indien de
jongeren zich van het beroep zouden afkeren. Ik
stel u dan ook voor dit debat uit te stellen tot het
moment waarop genoemde raad zijn advies zal
hebben uitgebracht.
06.07 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
minister, als dit koninklijk besluit ­ de versie van
20 november 2000 ­ de definitieve zou zijn, is dit
hetzelfde als het koninklijk besluit uit 1990. Op
basis daarvan werd gedurende tien jaar geen
enkele vrijstelling toegestaan. U begrijpt wellicht
de onrust. Als het koninklijk besluit van 1990 nu
opnieuw de basis vormt, vreest men dat er weer
geen enkele vrijstelling zal zijn, wat er ook instaat.
Dat zal dan toch nog enige aanpassing en
wijziging vergen, zo niet heeft men geen enkele
garantie.

Mijnheer de voorzitter, toen wij minister Gabriels
ondervroegen, achtten wij het interessant de
sector te horen. Wij kwamen toen overeen
hoorzittingen te zullen organiseren. Vermits er een
campagne in de pers bezig is en wij merken dat er
beroering is in de sector, denk ik dat wij er goed
aan doen die hoorzittingen plaats te laten vinden.
Dit kan mee inspirerend zijn voor de definitieve
versie van het koninklijk besluit.

Voor de regeling van de werkzaamheden verwijs
ik naar de voorzitter.
06.08 Minister Charles Picqué: Het staat u
uiteraard vrij hoorzittingen te organiseren. Ik stel u
evenwel voor te wachten op het advies van de
Hoge Raad voor Economische Beroepen.
06.09 Simonne Creyf (CVP): Het lijkt mij
interessant om eerder pro-actief te werken.
06.10 Minister Charles Picqué: Dat is wel waar,
maar het is mogelijk dat de Hoge Raad voor
Economische Beroepen een reeks opmerkingen
evoceert. Daarom zou het mijns inziens wijzer zijn
daarop te wachten. Ik moei mij echter niet met de
manier waarop wij moeten werken, u bent daar
geheel vrij in. Ik geef u slechts mij mening.
06.11 Simonne Creyf (CVP): Is er een termijn
voorzien waarbinnen het advies van de Hoge
Raad wordt verwacht?
06.12 Minister Charles Picqué: We hebben de
Raad een maand gelden om advies gevraagd en
hij heeft drie maanden de tijd gekregen om ons te
antwoorden.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 17.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.05 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 389
CRABV 50 COM 389
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
13-02-2001 13-02-2001
14:00 uur
14:00 heures

CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters aan
de staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling over "de provisies van de
elektriciteitssector voor de ontmanteling van de
kerncentrales" (nr. 3071)
1
Question orale de M. Joos Wauters au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable
sur "les provisions constituées par le secteur de
l'électricité pour le démantèlement des centrales
nucléaires" (n° 3071)
1
Sprekers: Joos Wauters, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Joos Wauters, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
"de stilligpremie voor de visserij" (nr. 3244)
2
Question orale de M. Koen Bultinck au ministre de
l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
prime d'immobilisation dans le secteur de la
pêche" (n° 3244)
2
Sprekers: Koen Bultinck, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Koen Bultinck, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Landbouw en Middenstand over
"de aanvullende opleiding architecten-stagiairs"
(nr. 3334)
3
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
de l'Agriculture et des Classes moyennes sur "la
formation complémentaire d'architecte-stagiaire"
(n° 3334)
3
Sprekers: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Samengevoegde interpellaties van
4
Interpellations jointes de
4
- de heer Luc Paque tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de ernstige
crisis in de landbouw" (nr. 685)
- M. Luc Paque au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur "la grave crise que
traverse le monde agricole" (n° 685)
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landbouwsector" (nr. 686)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la crise que
traverse le secteur agricole" (n° 686)
Sprekers: Luc Paque, Trees Pieters, Muriel
Gerkens, Philippe Collard, Leen Laenens,
François Bellot, Martine Dardenne, Maurice
Dehu, Jaak Gabriels
, minister van Landbouw
en Middenstand
Orateurs: Luc Paque, Trees Pieters, Muriel
Gerkens, Philippe Collard, Leen Laenens,
François Bellot, Martine Dardenne, Maurice
Dehu, Jaak Gabriels
, ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes
Moties
21
Motions
21
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de financiering van het sociaal statuut van
de zelfstandigen" (nr. 3381)
22
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
financement du statut social des indépendants"
(n° 3381)
22
Sprekers: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
minister van Landbouw en Middenstand
Orateurs: Trees Pieters, Jaak Gabriels,
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes
Mondelinge vraag van mevrouw Simonne Creyf
aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de toegang tot het
beroep van belastingconsulent en accountant"
(nr. 3369)
23
Question orale de Mme Simonne Creyf au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'accès à la profession de conseiller
fiscal et d'expert-comptable" (n° 3369)
23
Sprekers: Simonne Creyf, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Simonne Creyf, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
13
FEBRUARI
2001
14:00 uur
______
du
MARDI
13
FÉVRIER
2001
14:00 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.08 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.08 heures par M. Jos
Ansoms, président.
01 Mondelinge vraag van de heer Joos Wauters
aan de staatssecretaris voor Energie en
Duurzame Ontwikkeling over "de provisies van
de elektriciteitssector voor de ontmanteling van
de kerncentrales" (nr. 3071)
01 Question orale de M. Joos Wauters au
secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement
durable sur "les provisions constituées par le
secteur de l'électricité pour le démantèlement des
centrales nucléaires" (n° 3071)
01.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Het
Controlecomité voor energie en gas evalueert om
de vijf jaar de provisies van de
elektriciteitsproducenten voor de ontmanteling van
de kerncentrales. De laatste gekende evaluatie
dateert van 1995.

Was er in 2000 een evaluatie? Zo ja, met welk
resultaat? Welke conclusies verbindt de
staatssecretaris daaraan?
01.01 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Le
Comité de contrôle du gaz et de l'électricité procède
tous les cinq ans à l'évaluation des provisions
constituées par les producteurs d'électricité pour le
démantèlement des centrales nucléaires. La
dernière évaluation connue date de 1995.

Une évaluation a-t-elle été réalisée en 2000? Quel
en est le résultat? Quelles conclusions le secrétaire
d'Etat tire-t-il de cette évaluation?
01.02 Staatssecretaris Olivier Deleuze
(Nederlands): Op 18 oktober vroeg mijn
woordvoerder in het Controlecomité wat de
evaluatie was van de provisies in de gas- en
elektriciteitssector. Het intern document van het
Controlecomité, dat voorlopig niet openbaar wordt
gemaakt, werd eind 2000 ingediend.


De uitgangspunten blijven ongewijzigd: het bedrag
van de kosten voor de ontmanteling wordt op 12
procent van de investeringen in de energiesector
01.02 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Le 18 octobre dernier, mon
représentant au sein du Comité de contrôle s'est
enquis de l'évaluation des provisions constituées
par le secteur du gaz et de l'électricité. Le document
interne du Comité de contrôle, qui n'est
provisoirement pas rendu public, a été déposé fin
2000.

Les prémisses demeurent inchangées : le coût du
démantèlement doit correspondre à 12 pour cent
des investissements dans le secteur de l'énergie.
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
berekend. Gedurende 20 jaar gebeurt een jaarlijkse
storting. Na 30 jaar zou het energiefonds genoeg
gespijsd moeten zijn om de ontmanteling van de
kerncentrales te bekostigen.

Op 5 april 2000 besliste de regering dat er een
inventaris van de bestaande provisies zou worden
opgesteld. Momenteel volgt een evaluatie van zowel
het bedrag als de beschikbaarheid van de provisies.
De evaluatie zou door de regulator worden gedaan.
De bedoeling is alternatieven aan te reiken aan de
kerncentrales voor het beheer van nucleair afval.
Après 30 ans, le fonds pour l'énergie devrait être
suffisamment alimenté pour pouvoir financer le
démantèlement des centrales nucléaires.


Le 5 avril 2000, le gouvernement a décidé qu'un
inventaire des provisions existantes serait établi.
Tant le montant que la disponibilité des provisions
font actuellement l'objet d'une évaluation. Celle-ci
devrait être réalisée par le régulateur. Il s'agit de
proposer des solutions de rechange pour les
centrales nucléaires et la gestion des déchets
nucléaires.
01.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): De
staatssecretaris heeft de beslissing van 5 april 2000
verduidelijkt. Het is verwonderlijk dat het
evaluatierapport vooralsnog een intern document is.
Op termijn moet het openbaar worden gemaakt,
zodat het Parlement dit dossier kan opvolgen.
01.03 Joos Wauters (AGALEV-ECOLO): Le
secrétaire d'Etat a clarifié la décision du 5 avril
2000. Il est étonnant que le rapport d'évaluation soit
encore à l'heure actuelle un document interne. A
terme, il faudra le rendre public afin de permettre au
Parlement d'assurer le suivi de ce dossier.
01.04 Staatssecretaris Olivier Deleuze
(Nederlands): Na goedkeuring van het rapport door
het Controlecomité, zal ik het overmaken aan het
Parlement.
01.04 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Après que le Comité de contrôle aura
approuvé ce rapport, je le transmettrai au
Parlement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van de heer Koen Bultinck
aan de minister van Landbouw en Middenstand
over "de stilligpremie voor de visserij" (nr. 3244)
02 Question orale de M. Koen Bultinck au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "la prime d'immobilisation dans le
secteur de la pêche" (n° 3244)
02.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): De
Rederscentrale vraagt aan het departement
Landbouw een zogenaamde stilligpremie voor
visserijvaartuigen die getroffen worden door de
vangstbeperkingen op kabeljauw. Zo'n premie is
sinds 1999 opgenomen in een Europese
verordening. De vissers, die ook al lijden onder de
hoge dieselprijzen, hebben die premie nodig om te
overleven.


Is de minister bereid in te gaan op de vraag van de
reders? Heeft hij nog andere steunmaatregelen in
petto?
02.01 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): La
« Rederscentrale »
(centrale
des
armateurs)
demande à l'Agriculture ce qu'elle appelle une
prime d'immobilisation pour les bateaux de pêche
qui sont touchés par les restrictions dans le
domaine de la pêche au cabillaud. Une prime de ce
type est incluse dans un règlement européen
depuis 1999. Les pêcheurs, qui souffrent déjà de la
hausse des prix du gasoil, ont besoin de cette prime
pour survivre.

Le ministre est-il disposé à accéder à la demande
des armateurs ? A-t-il d'autres mesures de soutien
en réserve ?
02.02 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): De
problemen in de zeevisserij zijn niet nieuw. Er zijn
problemen ingevolge uitvlagging, brandstofprijzen,
beperking van de bevisbare wateren en van de
vissoorten waarvan de visquota worden beperkt.




02.02 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais):
Les problèmes qui se posent dans le domaine de la
pêche maritime ne datent pas d'hier. Il y a des
difficultés qui ont plusieurs causes
: certains
bateaux de pêche naviguent sous pavillon étranger,
les prix du carburant ont augmenté, la superficie
des eaux où la pêche est autorisée a été réduite et
le nombre d'espèces de poissons dont la pêche est
permise a été revu à la baisse.
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Artikel 16, lid 1a van de Europese verordening over
de visserijsector vormt de wettelijke basis voor een
stilligpremie. De Europese Commissie meent dat in
het geval van de kabeljauwbeperking deze regeling
van toepassing is. Daartoe werd in januari en
februari met de sector overleg gepleegd over de
modaliteiten. Vrijdag komt deze aangelegenheid
aan bod op de Ministerraad.


Andere steunmaatregelen kunnen niet rekenen op
goedkeuring van de Europese Commissie. Een
eventuele vrijstelling van bedrijfsvoorheffing wordt
door minister Reynders voorgelegd aan de
Europese Commissie.
L'article 16, alinéa 1er, a, du règlement européen
régissant le secteur de la pêche constitue la base
légale de la prime d'immobilisation. La Commission
Européenne estime que dans le cas de la restriction
de capture du cabillaud, ce règlement européen est
d'application. Une concertation portant sur les
modalités a eu lieu à ce sujet avec le secteur, en
janvier et février. Le conseil des ministres
examinera ce dossier vendredi.

D'autres mesures de soutien n'emportent pas
l'approbation de la Commission européenne. Le
ministre Reynders soumettra à celle-ci une
dispense éventuelle de précompte professionnel.
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Ik kijk
hoopvol uit naar de Ministerraad van vrijdag. Er valt
geen tijd meer te verliezen in de visserijsector.
02.03 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): J'attends
avec impatience le conseil des ministres de
vendredi. Il n'y a plus de temps à perdre pour le
secteur de la pêche.
02.04 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): Vorig
jaar heb ik enkele van de 29 schepen aan de
ketting laten liggen omdat ze zich niet aan de
regelgeving hielden. Deze maatregel bleek heel
efficiënt. Sindsdien zijn er geen overtredingen meer
vastgesteld.
02.04 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais) :
L'année dernière, j'ai fait mettre à la chaîne
plusieurs des 29 navires parce qu'ils ne
respectaient pas la réglementation. Cette mesure
s'est avérée très efficace. Plus aucune infraction n'a
été constatée depuis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Landbouw en Middenstand
over "de aanvullende opleiding architecten-
stagiairs" (nr. 3334)
03 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre de l'Agriculture et des Classes
moyennes sur "la formation complémentaire
d'architecte-stagiaire" (n° 3334)
03.01 Trees Pieters (CVP): De Nationale Raad
van de Orde van architecten besliste een
aanvullende opleiding voor architecten-stagiairs te
organiseren. Zo een vorming is op zich natuurlijk
positief, maar die bijscholing wordt nu al door heel
wat organisaties aangeboden. De Orde pleegt
hierover geen overleg. Gaat zij hier haar boekje niet
te buiten? Met welk geld wil ze die opleiding
financieren? Totnogtoe heeft de minister niet
geantwoord op twee brieven over deze
problematiek. Waarom ontwijkt hij de discussie?
03.01 Trees Pieters (CVP): Le Conseil national de
l'Ordre des architectes a décidé d'organiser une
formation complémentaire d'architecte-stagiaire. En
soi, cette formation est évidemment une bonne
chose mais elle est déjà proposée par des
nombreuses organisations. L'Ordre n'a organisé
aucune concertation à ce sujet. N'outrepasse-t-il
pas ses compétences en la matière? Comment
compte-t-il financer cette formation? Le ministre a
omis de répondre à deux lettres sur le sujet.
Pourquoi évite-t-il la discussion?
03.02 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): Zodra
ik kennis heb genomen van de bezwaren heb ik het
standpunt van de Nationale Orde voor architecten
gevraagd. Zodra de standpunten van de
verschillende partijen gekend zijn, zal ik op mijn
kabinet overleg organiseren.

Een opleiding voor de stagiairs, gericht op de
beroepspraktijk, is noodzakelijk. Het aantal uren
mag niet te hoog liggen. Wie deze bijkomende
opleiding het best organiseert, moet nog worden
03.02 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais) :
Ayant pris connaissance des objections, j'ai aussitôt
demandé quelle était la position de l'Ordre national
des architectes. Dès que les positions des
différentes parties seront connues, j'organiserai une
concertation à mon cabinet.

Une formation pour les stagiaires, axée sur la
pratique professionnelle, est indispensable. Le
nombre d'heures ne peut toutefois pas être trop
élevé. La question de savoir qui devrait organiser
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
nagegaan. De Nationale Orde is van oordeel dat de
huidige opleiding de architecten onvoldoende
voorbereidt op de vele eisen die aan de architect
worden gesteld. Ik zal ook overleg plegen met de
gemeenschapsministers, bevoegd voor onderwijs,
over de architectuuropleiding.
cette formation complémentaire n'est pas encore
tranchée. L'Ordre estime que la formation actuelle
ne prépare pas suffisamment les architectes aux
nombreuses exigences liées à l'exercice de la
profession. J'ai également l'intention de me
concerter avec les ministres communautaires pour
l'enseignement à propos de la formation
d'architecte.
03.03 Trees Pieters (CVP): De schrijvers van de
open brief zijn blijkbaar niet op de hoogte van het
ministeriële initiatief.

Ik blijf erbij dat de beroepsorganisaties het best
geplaatst zijn om zulke opleidingen te organiseren.
De wetten van 1939 en 1963 bevestigen dit, waar zij
het hebben over de bevoegdheden van de Orde. Ik
vind het ongepast dat de Orde 8 miljoen frank
spendeert aan een taak die niet de hare is.
03.03 Trees Pieters (CVP): Les auteurs de la
lettre ouverte ne semblent pas avoir eu
connaissance de l'initiative ministérielle.

Je maintiens que les organisations professionnelles
sont les mieux placées pour organiser de telles
formations. La loi de 1939 et de 1963, qui traitent
des compétences de l'Ordre, le confirment. Il ne me
paraît pas souhaitable que l'Ordre consacre 8
millions à une tâche qui n'est pas la sienne.
03.04 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): De
Nationale Raad is een gesprekspartner in deze. Het
is dus logisch dat ik haar om advies vraag.
03.04 Jaak Gabriels , minister (en néerlandais):
Le Conseil national est un de nos interlocuteurs en
cette matière. Il est dès lors logique que je recueille
son avis.
03.05 Trees Pieters (CVP): De wet is duidelijk
genoeg: raadpleging is niet nodig.

Het incident is gesloten.
03.05 Trees Pieters (CVP): La loi est claire: la
consultation n'est pas nécessaire.

L'incident est clos.
04 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Luc Paque tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de ernstige
crisis in de landbouw" (nr. 685)
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Landbouw en Middenstand over "de crisis in de
landbouwsector" (nr. 686)
04 Interpellations jointes de
- M. Luc Paque au ministre de l'Agriculture et des
Classes moyennes sur "la grave crise que
traverse le monde agricole" (n° 685)
- Mme Trees Pieters au ministre de l'Agriculture
et des Classes moyennes sur "la crise que
traverse le secteur agricole" (n° 686)
04.01 Luc Paque (PSC): Ik had de voorkeur
gegeven aan een debat in de plenaire vergadering,
maar ik verheug er mij niettemin over dat wij in de
commissie al een en ander kunnen bespreken. De
landbouwsector wordt thans geconfronteerd met
een nooit geziene crisis en met de kwalijke effecten
van de afkoopregeling, die te wijten zijn aan de
daling van de prijzen. Nu de prijzen gedaald zijn,
geven sommige veehouders, vooral dan van
melkkoeien, de voorkeur aan een vernietiging van
hun veestapel om de afkooppremie te kunnen
ontvangen. Die premie ligt immers hoger dan de
marktprijs.

Ten gevolge van de agenda 2000, die een jaar
geleden voor een periode van zes jaar werd
goedgekeurd, hebben de Waalse landbouwers zich
moeten aanpassen, moeten omschakelen en
diversifiëren, zich in de schulden moeten steken en,
in sommige gevallen, hun activiteit moeten staken.
04.01 Luc Paque (PSC) : J'aurais souhaité un
débat en séance plénière, mais je suis déjà heureux
de pouvoir le commencer en commission. Le
secteur agricole fait face aujourd'hui à une crise
sans précédent et à une perversion du système de
rachats due à la chute des prix. Suite à celle-ci,
certains éleveurs, surtout ceux de vaches laitières,
choisissent la destruction de leur bétail afin de
bénéficier de la prime de rachat, plus élevée que le
prix du marché.




Suite à l'agenda 2000 conclu, il y a un an, pour six
années, les agriculteurs wallons ont dû s'ajuster, se
réorienter, se diversifier, s'endetter et, pour certains,
cesser leur activité.

CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5

Ondanks de woede die in landbouwkringen heerst,
heeft de Europees Landbouwcommissaris zijn
standpunt tijdens het voorbije weekend
herbevestigd. Agenda 2000 zal worden herzien en
sommige premies, zoals de premie voor
zoogkoeien, zullen worden opgeschort. Ook de
melk- en suikerbietenquota worden bedreigd.

Welke geloofwaardigheid hebben de politici en de
Europese instellingen nog in de ogen van de
landbouwers?

De voorstellen van landbouwcommissaris Franz
Fischler zijn onaanvaardbaar. Ik hoop dat onze
vertegenwoordigers in de Europese instellingen dat
duidelijk zullen maken.

De opschorting of herziening van de premieregeling
die was opgenomen in agenda 2000 zou het
voortbestaan van tal van landbouwbedrijven in het
gedrang brengen. Agenda 2000 kan niet ter
discussie worden gesteld.

Wij stellen de oprichting voor van een Europees
fonds voor de BSE-crisis dat niet ten laste van de
landbouwbegroting komt en door de lidstaten zou
worden gefinancierd, bijvoorbeeld via een verhoging
van de accijnzen op sommige producten. Het zou
onaanvaardbaar zijn mochten de landbouwers, die
de grootste slachtoffers van de recente crisissen
zijn, een tweede maal het gelag betalen.

Malgré la colère du monde agricole, le Commissaire
européen à l'Agriculture vient encore de rappeler
son point de vue ce week-end. L'agenda 2000 sera
revu et certaines primes, dont la prime à la vache
allaitante, seront suspendues ; les quotas laitiers et
betteraviers sont menacés.


Quel crédit le monde agricole peut-il encore
accorder au monde politique et aux institutions
européennes ?

Les propositions du Commissaire Franz Fischler
sont inadmissibles et inacceptables. J'espère que
nos représentants dans les institutions européennes
le répéteront.

La suspension ou la révision du système des
primes défini dans l'agenda 2000 serait
catastrophique pour la pérennité des exploitations.
La rupture de l'agenda 2000 ne peut être
envisagée.

Nous proposons la création d'un Fonds européen
de crise ESB, hors budget agriculture, et qui serait
alimenté par les États membres, par exemple via un
relèvement des accises sur certains produits. Il
serait inadmissible que le monde agricole, première
victime des crises récentes, paie une deuxième fois
la note.
België dat inzake de toepassing van de in
december 2000 genomen beslissingen de beste
leerling van de EU is, wordt benadeeld omdat
andere landen terzake minder vlijt aan de dag
leggen. Bijgevolg moet de regering op een efficiënte
harmonisatie van de BSE-maatregelen aansturen.

De politici kunnen niet blind blijven voor de
ontreddering van de landbouwers of klagen over
hun eigen onmacht, iets waarin de Waalse minister
van Landbouw zo sterk is.

De regering dient onverwijld een crisiscomité op te
richten waarbinnen het overleg met de
landbouworganisaties en de gewestelijke
overheden kan plaatsvinden.

Dit overleg is onmisbaar met het oog op de
verdediging van het familiale op mensenmaat
geschoeide landbouwbedrijf en van de extensieve
landbouw. Ons politiek optreden moet op die
doelstellingen worden afgestemd.

Gelet op de economische moeilijkheden van de
sector en de verdediging van een landbouwbeleid
La Belgique, meilleure élève de l'Union européenne
pour la mise en oeuvre des mesures décidées en
décembre 2000, est pénalisée à cause d'autres
pays, moins appliqués. Le gouvernement doit donc
obtenir l'harmonisation efficace des mesures ESB.


Les responsables politiques ne peuvent ignorer le
désarroi du monde agricole ni se lamenter sur leur
propre impuissance, comme le fait si bien le
ministre wallon de l'Agriculture.

Le gouvernement doit créer sans délai un comité de
crise, au sein duquel s'organiserait une concertation
avec les organisations agricoles et les autorités
régionales.

Cette concertation est indispensable à la défense
d'une agriculture familiale, extensive et à taille
humaine. C'est ce qui doit guider nos principes
d'action politique.


Eu égard aux difficultés économiques de ce secteur
ainsi qu'à la défense d'une politique agricole
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
dat de zorg om de productkwaliteit en het respect
voor de landbouwsector vooropstelt, wil ik u enkele
vragen stellen.

Het voorstel om bepaalde premies af te schaffen is
strijdig met de bepalingen van agenda 2000. Is de
regering van plan die akkoorden te herzien? Zo ja,
waarom en wat is de strekking van die voorstellen?


Welke zullen in het kader van het Belgisch EU-
voorzitterschap onze prioriteiten inzake het
landbouwbeleid zijn? Hoe wil België op nationaal
niveau deze sector verdedigen die ten gevolge van
de verscheidene voedselcrisissen economisch
bedreigd is.
soucieuse de la qualité des produits et
respectueuse du monde agricole, j'ai quelques
questions à vous poser.

La proposition de supprimer certaines primes met
en cause les dispositions de l'agenda 2000. Le
gouvernement envisage-t-il une révision de ces
accords ? Si oui, pourquoi, et quelle serait la teneur
de ces propositions ?

Dans le cadre de la présidence belge de l'Union
européenne, quelles seront les priorités belges de
la politique agricole ? Comment la Belgique compte-
t-elle défendre, sur le plan national, ce secteur
menacé économiquement à la suite des différentes
crises alimentaires ?
04.02 Trees Pieters (CVP): Het ontwikkelen van
een snelle BSE-test bracht het BSE-dossier in een
stroomversnelling. Begin november zorgde deze
snelle test voor veel publieke onrust in Frankrijk,
maar ook bij ons. Ook in Duitsland reageerde de
publieke opinie paniekerig op de eerste positieve
testresultaten, wat zelfs resulteerde in het ontslag
van twee Duitse ministers. Europa verkeerde in
november in verwarring en Duitsland stapte af van
zijn gematigde houding in het BSE-dossier.
Duitsland en Frankrijk spraken op 4 december een
verbod uit tegen het gebruik van dierlijk afval in alle
veevoeders, zonder dat dit door de
gezondheidssector noodzakelijk werd geacht. Deze
maatregel werd op 1 januari 2001 van kracht en
geldt tot 30 juni 2001.
04.02 Trees Pieters (CVP): Le développement de
tests ESB rapides a eu pour effet d'accélérer le
traitement du dossier ESB. Début novembre, ces
tests rapides ont suscité un profond émoi parmi la
population française, mais aussi chez nous. De
même, en Allemagne, l'opinion publique a eu une
réaction de panique quand elle a été informée des
premiers résultats positifs de ces tests, ce qui a
même entraîné la démission de deux ministres
allemands. En novembre, l'Europe était en proie à
la confusion et l'Allemagne a alors cessé d'adopter
une position modérée dans le dossier ESB. Le 4
décembre, l'Allemagne et la France ont décrété
l'interdiction d'utiliser les déchets d'origine animale
dans tous les aliments pour bétail, sans que le
secteur de la santé l'ait estimé nécessaire. Cette
mesure est entrée en vigueur le 1
er
janvier 2001 et
est d'application jusqu'au 30 juin 2001.
Minister Aelvoet meende dat, na de crisis in
Frankrijk, geen nieuwe dringende maatregelen
nodig waren. BSE-expert Vanopdenbosch en de
bevoegde EU-commissaris spraken andere,
onrustwekkende taal. Een artikel in Test Aankoop,
slechts selectief weergegeven in de media, was
echter minder onrustwekkend. Daarop wijzigde
minister Aelvoet haar standpunt en nam ze ook
strenge maatregelen. Minister Gabriëls achtte de
maatregel onuitvoerbaar. De maatregelen zouden
10 miljard frank gaan kosten. Hij vond echter geen
gehoor bij Europa.



De Europese maatregelen van 4 december 2000
hebben het vertrouwen van de consument niet
hersteld. De prijzen zijn ineengestort en de verkoop
is sterk gedaald. In België kampt het hoog
kwalitatief vlees qua verkoop met een daling van 5
procent, het laag kwalitatief vlees met een daling
van 15 à 20 procent. Uit een bevraging bij Ferravia
Après la crise qui avait éclaté en France, la ministre
Aelvoet a estimé qu'aucune nouvelle mesure
urgente ne s'imposait. M. Vanopdenbosch, expert
en matière d'ESB, et le commissaire européen
tenaient un autre langage, plus inquiétant. Un article
publié dans Test-Achat, dont les médias n'ont que
très partiellement rendu compte, était quant à lui
moins alarmant. La ministre Aelvoet a alors changé
d'attitude et pris des mesures draconiennes. Le
ministre Gabriëls a estimé que les mesures étaient
impossibles à mettre en oeuvre. Leur coût serait de
10 milliards de francs. Il n'a toutefois pas réussi à
faire entendre sa voix au niveau européen.

Les mesures prises par l'UE le 4 décembre 2000
n'ont pas permis de restaurer la confiance du
consommateur. Les prix se sont effondrés et les
ventes ont chuté. En Belgique, la vente de viande
de grande qualité à baissé de 5% et celle de viande
de moindre qualité de 15 à 20%. Il ressort
d'informations fournies par Ferravia que le marché
intérieur a connu une baisse de 15 à 20%, contre
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
blijkt dat de binnenlandse markt met 15 à 20
procent is afgenomen, de Duitse met 45 à 75
procent en de markt buiten Europa, meer bepaald
in de Oostbloklanden, met liefst 80 à 100 procent.
45 à 75% pour le marché allemand et 80 à 100%
pour le marché non-européen, et plus
particulièrement celui du bloc de l'Est.
De verbodsbepalingen inzake dierenmeel hebben
geleid tot enorme prijsdalingen -en dus
minderopbrengsten- , maar ook tot aanzienlijke
meerkosten qua afvalverwijdering. De Europese
Commissie weigert tussen te komen in die kosten.
Ze stelt dat het slachtafval en het slachtvet nog
kunnen worden gerecupereerd.



De kosten voor afvalverwerking door Rendac
zouden 3,8 miljard bedragen, terwijl dat vroeger op
7 à 8 miljard werd geschat. Wat zijn nu de echte
kosten?

Het financiële plaatje is enorm. De consumptie van
rundvlees daalde met 27 procent, veel meer dus
dan de 10 procent geraamd door de Europese
Commissie.EU- Commissaris Fischler verwacht dat
1,7 miljoen ton vlees zal worden verbrand en 2,5
miljoen ingevroren. De kostprijs van die operatie
zou 3 miljard frank euro bedragen terwijl op de
Europese begroting slechts 1,2 miljard euro werd
uitgetrokken. De opkoopregeling voor dieren ouder
dan 30 maanden vertoont zeer veel zwakten.
Les mesures d'interdiction de l'utilisation de farines
carnées ont abouti à des baisses de prix
spectaculaires et donc à des pertes de revenus et à
des augmentations considérables de frais, en
raison de la nécessité de traiter les déchets. La
Commission Européenne refuse d'intervenir dans
ces frais. Elle estime que les abats et la graisse
prélevée lors de l'abattage peuvent encore être
récupérés.

Le coût du traitement des déchets par Rendac se
monterait à 3,8 milliards alors qu'antérieurement, on
l'estimait à 7 ou 8 milliards. Quels est en définitive
le montant exact?

La facture de la crise de l'ESB est énorme. La
consommation de la viande bovine a baissé de 27
%, c'est-à-dire bien en-deçà des 10 % estimés par
la Commission Européenne. Le Commissaire
Fischler évalue à 1,7 million le nombre de tonnes de
viande qui seront incinérés et à 2,5 millions le
nombre de tonnes de viande qui seront congelés.
Le coût de cette opération devrait se chiffrer à 3
milliards d'euros alors que 1,2 milliard d'euros
seulement a été réservé dans le bugdet européen.
Quant au règlement applicable au rachat des
animaux dont l'âge dépasse 30 mois, il présente de
nombreuses lacunes.
De EU-begroting voor 2001 voorziet in 930 miljoen
euro extra. Dit bedrag zou onvoldoende zijn. De
vastgelegde uitgavenplafonds mogen echter niet
worden overschreden. Enkel de Franse president
zou bereid zijn het begrotingskader te
overschrijden. Europees commissaris Fischler
meent dat elders compensatie moet worden
gezocht.

De druk vanwege Duitsland om het Europese
landbouwbeleid te herzien, neemt toe. Commissaris
Fischler pleit voor drastische maatregelen, onder
andere voor een doorgedreven opkoopregeling.
Daartegen rijst heel wat verzet. Bij het verbranden
van gezonde dieren, ondertussen 60.000 runderen,
rijzen ook ethische vragen.



Daarnaast suggereerde commissaris Fischler de
subsidies aan de melkveesector te verminderen.
Gisteren werden nog een aantal bijkomende
maatregelen gesuggereerd, zoals het beperken van
de premie tot een aantal runderen per bedrijf en het
Le budget 2001 de l'UE prévoit un supplément de
930 millions d'euro, un montant jugé insuffisant.
Les plafonds de dépenses qui ont été fixés ne
peuvent cependant être dépassés. Seul le président
français serait disposé à sortir du cadre budgétaire.
Le commissaire européen Fischler estime qu'il faut
rechercher une compensation ailleurs.


La pression exercée par l'Allemagne pour réformer
la politique agricole se fait de plus en plus forte. Le
commissaire Fischler est partisan de mesures
draconiennes et notamment d'un règlement poussé
en matière d'achats. Les oppositions sont
nombreuses à cet égard. Des questions éthiques se
posent également à propos de l'incinération
d'animaux sains, j dont le nombre est actuellement
de 60.000 bovidés.

Qui plus est, le commissaire Fischler suggère de
diminuer les subsides octroyés au secteur laitier. Un
certain nombre de mesures complémentaires ont
été avancées hier, comme la limitation de la prime
à un certain nombre d'animaux par exploitation et l'
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
sneller slachten.

Waaraan is de achterstand inzake de restituties in
de sector van het varkensvlees te wijten? Welke
maatregelen neemt de minister?

Welke maatregelen neemt de minister om tot een
duurzame oplossing te komen? Wordt het verbod
op dierenmeel na 30 juni gehandhaafd? Wat zijn de
alternatieven?

Hoeveel dieren zijn in het kader van de
opkoopregeling in België opgekocht en vernietigd?
Wat is het kostenplaatje hiervan? Tot wanneer
denkt de regering deze opkoopregeling aan te
houden?

Zal de minister zijn strenge houding versoepelen of
blijft hij bij zijn standpunt?

Wie draagt de belangrijkste last voor deze zware
financiële opdoffer voor de veetelers: de
landbouwer of de consument-belastingbetaler?
accélération des abattages.

A quoi est dû le retard en matière de restitutions
dans le secteur de la viande porcine?


Quelles mesures le ministre a-t-il prises pour
parvenir à une solution durable? L'interdiction des
farines carnées sera-t-elle maintenue après le 30
juin? Quelles sont les alternatives?

Combien d'animaux ont-ils été achetés et détruits
dans le cadre de la réglementation en matière
d'achats ? Combien a coûté cette mesure? Jusqu'à
quand le gouvernement entend-il maintenir cette
réglementation?

Le ministre va-t-il s'en tenir à cette attitude inflexible
ou va-t-il l'assouplir?

Qui de l'agriculteur ou du consommateur­
contribuable est la principale victime de ce coup dur
qui touche financièrement les éleveurs?
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): De
landbouwers, die de eerste schakel in het
productieproces zijn, hebben het meest te lijden
onder de huidige crisis. Dat is onvermijdelijk in een
vrijemarkteconomie. Om bijsturingen mogelijk te
maken moeten de middelen op Europees niveau
worden geharmoniseerd, en moet ernaar gestreefd
worden dat de kosten van de crisis ook door andere
schakels in de keten worden gedragen. Kan er geen
fonds worden ingesteld dat door alle schakels in het
productieproces zou worden gefinancierd ?

Dat zou hoe dan ook maar een lapmiddel zijn. Als
de landbouw het roer niet omgooit, zullen er nog
crisissen komen.

U heeft een harmonisatie van de maatregelen
bepleit, maar werd daarin niet gevolgd door alle
lidstaten. Denken andere regeringsleden de
krachten te bundelen om het Belgische standpunt te
consolideren in het licht van het nakende EU-
voorzitterschap ?

Steun en quotaregelingen moeten voortaan
gekoppeld worden aan een heroriëntering van de
landbouw.
04.03 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV) : Ce
sont les agriculteurs de première ligne qui pâtissent
le plus de la situation de crise actuelle. C'est
inévitable dans une économie de marché. Pour
trouver des mesures correctrices, il faut harmoniser
les moyens au niveau européen et chercher à faire
endosser le coût de cette crise par d'autres maillons
de la chaîne. Ne peut-on envisager un fonds
alimenté par l'ensemble des maillons de la chaîne ?



Ce ne serait qu'une mesure réparatrice. Les crises
vont se répéter, à défaut de réorientation de
l'agriculture.

Vous avez défendu l'harmonisation des mesures,
sans être suivi par tous les États. D'autres
membres du gouvernement, dans la perspective de
la présidence de l'union européenne, envisagent-ils
un tir groupé pour renforcer la position belge ?


Dorénavant, les aides et quotas doivent être
conditionnés par une réorientation de l'agriculture.
04.04 Philippe Collard (PRL FDF MCC): Wij
sluiten ons grotendeels aan bij de analyse van de
heer Paque. De rundvleessector heeft nog nooit
zo'n grote inspanningen gedaan, maar tegelijk is het
imago van de sector nog nooit zo slecht geweest.
04.04 Philippe Collard (PRL FDF MCC) : Nous
rejoignons globalement l'analyse de M. Pâque. Les
efforts consentis par le secteur de la viande bovine
n'ont jamais été aussi importants qu'aujourd'hui,
mais, parallèlement, son image n'a jamais été aussi
mauvaise.
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Voorzitter: Muriel Gerkens.
Présidente: Muriel Gerkens.
Er is nood aan algemene maatregelen die berusten
op wetenschappelijke proeven en niet ingegeven
zijn door de emotie van de bevolking.

Europa moet inzake onderzoek middelen vrijmaken
om een test op levende dieren te ontwikkelen.

De harmonisatie van de op Europees niveau
genomen maatregelen is absoluut noodzakelijk om
concurrentievervalsing te voorkomen.

Er moet worden nagedacht over een alternatief voor
het in Berlijn vastgestelde budgettaire plafond. Een
mogelijk oplossing bestaat erin dat de betrokkenen
uit de voedingssector een fonds oprichten. Wij
kunnen in geen geval aanvaarden dat het hele
crisisdossier tot 2006 in de koelkast wordt gestopt.
Voor vele landbouwers is de situatie nu al
ondraaglijk.

Aangezien het Belgisch vlees dankzij onze
nationale voorschriften terzake wereldwijd tot het
meest veilige behoort, is het begrijpelijk dat de
landbouwers gefrustreerd zijn. De Europese
beleidsmakers zijn er niet in geslaagd tijdig te
reageren.

De vernietiging van de overschotten blijft vragen
oproepen. De heer Fischler raamt de kostprijs van
de crisis op 3 miljard euro. De maatregelen inzake
voedselveiligheid moeten dringend worden
geharmoniseerd, aangezien Portugal en het
Verenigd Koninkrijk hebben aangekondigd het
Europees verbod op de consumptie van ribstukken
niet te zullen respecteren. De harmonisatie moet
wettelijk geregeld zijn en worden toegepast.

Wat de uit niet-EU landen geïmporteerde runderen
betreft, moet de EU dezelfde kwaliteitseisen
hanteren als voor de lidstaten.

Wordt het uit Argentinië afkomstige biologisch vlees
gecontroleerd? In welke mate is het vlees uit niet-
EU landen traceerbaar en wordt het op veiligheid
gecontroleerd?

Voorts moet worden voorkomen dat de graan-,
suiker- en melkproducenten ten gevolge van de
kosten waarmee de crisis hen opzadelt, hun
activiteit terugschroeven.

Wij verzoeken u snel een oplossing voor de crisis te
vinden.
Il faut prendre des mesures globales, fondées sur
des preuves scientifiques et non sur l'émotion
populaire.

L'Europe doit dégager des moyens en matière de
recherche, afin de mettre au point un test sur des
animaux vivants.
L'harmonisation des mesures prises au niveau
européen est indispensable pour éviter les
distorsions de concurrence.

Il y a lieu de réfléchir à une alternative au plafond du
budget fixé à Berlin. On pourrait imaginer la création
d'un fonds alimenté par les différents acteurs du
secteur alimentaire. Nous ne pourrons en tout cas
admettre la mise au frigo de la crise jusqu'en 2006.
De nombreux agriculteurs sont, d'ores et déjà, dans
une situation intenable.


Leur frustration est compréhensible, étant donné
que les dispositions belges assurent une qualité de
viande parmi les plus sûres du monde. Les
dirigeants européens n'ont pas su réagir assez
rapidement.


La destruction des surplus reste une question sans
réponse. Le coût de la crise serait de 3 milliards
d'euros, selon M. Fischler. Il est urgent
d'harmoniser les mesures sur la sécurité
alimentaire, le Portugal et le Royaume-Uni ayant
annoncé qu'ils n'appliqueraient pas l'interdiction
européenne de consommer les côtes à l'os.
L'harmonisation doit être légale et appliquée.


Vis-à-vis des bovins importés de pays tiers, l'Union
européenne doit exiger les mêmes critères de
qualité que ceux qu'elle exige de son marché
intérieur.
La viande bio en provenance d'Argentine est-elle
contrôlée ? Qu'en est-il de la traçabilité et du
contrôle de la sécurité des viandes venant des pays
tiers ?

Par ailleurs, il faut éviter que les producteurs de
céréales, de sucre et de lait ne financent, par
ponction sur leur activité, le coût de la crise.


Nous vous demandons de trouver une solution
urgente à cette crise.
04.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Door de
dioxinecrisis en de BSE-crisis is het duidelijk
04.05 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): La crise
de la dioxine et celle de l'ESB ont clairement
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
geworden dat het toekomstig landbouwbeleid zich
moet toespitsen op voedselveiligheid en duurzame
landbouw, zonder hierbij een volwaardig inkomen
voor de landbouwers te vergeten.

De maatregelen van het Europese landbouwbeleid
gaan voor 90 procent naar marktondersteuning in
plaats van naar een duurzame, intensieve landbouw
en naar integrale plattelandsontwikkeling.


Europa moet zijn beleid dus dringend aanpassen.
Het is hoog tijd voor een discussie over integrale
plattelandsontwikkeling op Europees niveau.

Het vertrouwen van producenten en consumenten
is zoek. Een constructieve dialoog moet ertoe leiden
dat het vertrouwen hersteld wordt. Welke
initiatieven zal de minister van Landbouw nemen
om het vertrouwen in deze sector te herstellen en
om te komen tot een duurzaam landbouwbeleid op
Europees niveau?
démontré que la future politique agricole doit être
axée sur la sécurité alimentaire et sur le
développement durable, sans perdre de vue la
nécessité pour l'agriculteur de disposer d'un revenu
à part entière.

Les mesures prises dans le cadre de la politique
agricole européenne sont destinées pour 90% à
soutenir le marché alors qu'il conviendrait de
prendre des mesures en faveur d'une agriculture
durable et d'un développement rural intégral.

L'Europe doit d'urgence adapter sa politique. Il est
grand temps de mener au niveau européen un
débat sur le développement rural intégral.

Les producteurs et les consommateurs ont perdu
confiance. Un dialogue constructif doit permettre de
rétablir cette confiance. Quelles initiatives le
ministre de l'Agriculture a-t-il l'intention de prendre
pour rétablir la confiance au sein du secteur et pour
promouvoir une politique agricole durable au niveau
européen?
04.06 François Bellot (PRL FDF MCC): De
productiemethoden en consumptiepatronen
evolueren, maar de landbouwers blijven vertrouwen
op de grondstoffen die ze verwerken en zich
verlaten op de Europese Commissie en haar
Agenda 2000. De in die agenda vastgestelde
regels, waaraan de landbouwers gebonden zijn,
worden nu evenwel herzien. Dat kunnen we niet
dulden. Bovendien willen sommigen de
aanverwante beroepen in diskrediet brengen. Ik
denk hierbij meer bepaald aan de anti-
veemarktencampagne van de
dierenrechtenorganisatie Gaia.

Wij vertrouwen erop dat de regeringsmedewerkers
ervoor zorgen dat de veemarkten aan alle wettelijke
normen en vereisten voldoen. De manoeuvres van
Gaia beginnen naar provocatie te ruiken. Wat denkt
u daaraan te doen ?
04.06 François Bellot (PRL FDF MCC) : Les
modes de production et de consommation évoluent,
mais les agriculteurs ont maintenu leur confiance
tant par rapport aux matières premières qu'ils
utilisent que par rapport à la Commission
européenne et à son agenda 2000.
Or, les règles fixées dans cet agenda et qui liaient
les agriculteurs vont être revues. Nous ne pouvons
le tolérer.
De plus, certains veulent discréditer des
professions connexes. Je pense à la campagne de
Gaïa contre les marchés aux bestiaux.


Nous faisons confiance aux fonctionnaires
gouvernementaux pour assurer la légalité au sein
des marchés aux bestiaux. Les manoeuvres de
« Gaia » tournent à la provocation. Que comptez-
vous faire à cet égard ?
04.07 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Er
moet de landbouwers een overgangsregeling
worden aangereikt, om hen in staat te stellen acute
liquiditeitsproblemen te overbruggen.

De prijs die de veehouder voor zijn vlees krijgt, is
ingezakt, maar de prijs in de winkel is niet gedaald.
Iemand moet zich hier dus verrijken. Het ministerie
van Economie moet een billijke oplossing uitwerken
voor de prijzenproblematiek.
04.07 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV) : Une
solution de transition doit être proposée aux
agriculteurs, afin de les aider à faire face aux
problèmes immédiats de trésorerie.

Le prix d'achat de la viande a chuté, mais l'on
continue à la vendre au même prix. Quelqu'un doit
donc s'enrichir. Le ministère de l'Économie doit
trouver une solution à la problématique des prix qui
soit équitable.
Men moet de landbouwers helpen hun
liquiditeitsproblemen het hoofd te bieden, maar men
moet zich ook bezinnen over de echte oorzaken van
Il faut assumer les problèmes de trésorerie qui se
posent aux agriculteurs, mais aussi réfléchir aux
causes réelles de crises inhérentes à un mode de
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
de crisissen, die verband houden met
productiemethoden, en nagaan hoe men een en
ander op een nieuwe leest kan schoeien.

Het plan voor plattelandsontwikkeling, dat tot de
bevoegdheid van de gewesten behoort, is maar
goed voor 10% van de landbouwbegroting.

De eis met betrekking tot een verhoging van de
kredieten die worden uitgetrokken voor het plan
voor plattelandsontwikkeling moet aan de Europese
instanties worden voorgelegd.

Iedereen zegt hetzelfde, maar zowat overal in
Europa doet men het omgekeerde van wat men
zegt.

Tot het tegendeel is bewezen, is de quotaregeling
het meest aangewezen middel om een beperking
van de productie in de hand te werken. Agenda
2000 strekte er echter vooral toe Europa in staat te
stellen de markt te liberaliseren. De hervorming van
het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet op de
agenda worden geplaatst teneinde een stelsel van
modulering van de premies in te voeren en nieuwe
onderhandelingen over de WHO-akkoorden, met
name over de plantaardige proteïnen, te verkrijgen.

Overweegt België als toekomstig voorzitter ernstig
werk te maken van de problemeen van de
landbouw teneinde tot een hervorming van het GLB
te komen en ons in staat te stellen binnen de WHO
efficiënt te onderhandelen?

De toetreding van de voormalige Oostbloklanden
zal nog heel wat nieuwe problemen met zich
brengen.
production et penser à une réorientation.



Le plan de développement rural, de compétence
régionale, ne se taille que 10% du budget de
l'Agriculture.

La revendication d'une augmentation du budget
alloué au plan de développement rural doit être
portée au niveau européen.


Tout le monde dit la même chose, mais un peu
partout en Europe on continue à faire le contraire de
ce que l'on dit.

Jusqu'à preuve du contraire, le système des quotas
est le plus à même de favoriser une limitation de la
production. Or, l'agenda 2000 visait surtout à
permettre à l'Europe de libéraliser le marché. La
réforme de la PAC doit être mise à l'ordre du jour,
en vue d'instaurer un système de modulation des
primes et d'obtenir une renégociation des accords
de l'OMC, notamment sur les protéines végétales.



La présidence belge envisage-t-elle sérieusement
de prendre à bras-le-corps le problème de
l'agriculture pour arriver à une réforme de la PAC et
nous mettre en position de mener des négociations
efficaces au sein de l'OMC ?

Quant à l'ouverture aux pays de l'Est, elle nous
réserve encore de nouveaux problèmes.
04.08 Maurice Dehu (PS): Vorige week
overhandigde een afvaardiging van 400
landbouwers mij een eisenpakket. Een groot aantal
van de eisen had op u betrekking, mijnheer de
minister. De jonge landbouwers hebben mij tevens
een tekst bezorgd waarin eraan wordt herinnerd dat
de landbouwwereld, ofj 2% van de bevolking, voor
de voedselveiligheid van iedereen opdraait. De
jongeren verwijten de Europese leiders hun
blindheid en zij beschuldigen hen ervan de
landbouw naar een catastrofe te leiden.
04.08 Maurice Dehu (PS) : La semaine passée,
une délégation de 400 agriculteurs est venue me
déposer un cahier de revendications dont un grand
nombre vous concernant, Monsieur le Ministre. Un
texte m'a également été remis par les jeunes
agriculteurs. Ce texte rappelle que le monde
agricole, soit 2% de la population, supporte le coût
de la sécurité alimentaire de tout un chacun. Les
jeunes y accusent les dirigeants européens
d'aveuglement, et aussi de conduire l'agriculture à
la catastrophe.
De boeren met wie ik gesproken heb, eisen een
coherent steunbeleid voor de koeienfokkerij, in het
kader van de WHO-onderhandelingen, teneinde
stand te houden tegenover het dictaat van de
Amerikanen.

Deze tekst werd mij tijdens een debat in Nijvel
vorige week overhandigd door een delegatie van
Les agriculteurs qui m'ont rencontré exigent une
politique cohérente de soutien au secteur bovin,
notamment dans le cadre des négociations de
l'OMC, afin de faire face au diktat américain.


Ce texte m'a été remis par une délégation de
jeunes agriculteurs, à l'occasion d'un débat
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
jonge landbouwers.
Wij onderschrijven de standpunten van de heer
Collard.
organisé à Nivelles, la semaine passée.
Nous souscrivons aux positions prises par M.
Collard.
04.09 Minister Jaak Gabriels (Frans) : Ik zal eerst
de vragen van de heer Paque beantwoorden. Op 2
februari jongstleden nam de regering kennis van het
eerste rapport van Europees commissaris voor
Landbouw Fischler, waarin sprake is van een
zorgwekkende evolutie van de rundvleesmarkt
tengevolge van de BSE-crisis. De regering wil eerst
nadere toelichting krijgen van de Europese
Commissie en zal pas dan haar standpunt bepalen.
Wel heeft de regering dringende maatregelen op
het vlak van het marktbeheer geëist van de
Europese instanties. Mij werd gevraagd in
samenspraak met de Gewesten en de
beroepsorganisaties verschillende denkpistes te
onderzoeken.

Na overleg met de landbouworganisaties werden de
volgende problemen afgebakend : er is een
overaanbod dat aan een daling van de consumptie
en niet aan een structurele overproductie is te
wijten. Dankzij de opkoopregeling kon een nog
rampzaliger achteruitgang van de situatie van de
landbouwers voorkomen worden, maar die
maatregelen kunnen maar efficiënt zijn als ze
worden uitgebreid tot alle EU-lidstaten.


Er moeten maatregelen worden getroffen voor een
beheersing van het aanbod op middellange termijn,
want de consumptie klimt maar heel langzaam
terug naar haar oorspronkelijke peil, en we dreigen
de komende maanden geconfronteerd te worden
met een structureel overaanbod.
04.09 Jaak Gabriels , ministre (en français) : Je
vais répondre d'abord à M. Paque. Le 2 février
dernier, le gouvernement a pris connaissance du
premier rapport du Commissaire européen à
l'Agriculture, M. Fischler, qui faisait état de
l'évolution inquiétante du marché de la viande
bovine suite à la crise ESB. Le gouvernement
attend des précisions de la Commission
européenne pour prendre position. Mais il a exigé
des instances européennes des mesures urgentes
de gestion du marché.

J'ai été chargé d'examiner plusieurs pistes, en
concertation avec les Régions et les organisations
professionnelles.


Suite à une réunion avec les organisations
professionnelles agricoles, nous avons dégagé les
problèmes suivants :l'excès de l'offre est dû à une
diminution de la consommation et non à une
surproduction structurelle. Les mesures de rachat
prises ont permis d'éviter une détérioration encore
plus catastrophique de la situation des agriculteurs.
Mais ces mesures doivent être généralisées à tous
les états de l'Union européenne afin d'être
efficaces.

Des mesures de maîtrise de l'offre à moyen terme
doivent être prises, car la consommation ne
récupère que très lentement son niveau initial et l'on
risque, dans les mois à venir, une offre
structurellement excédentaire.
Het beheer van de runderpremies behoort wel
degelijk tot de pistes van de Commissie. Er is
echter nooit sprake geweest van een afschaffing
zoals door u is voorgesteld.

Op 2 februari heeft de regering er ook aan
herinnerd dat de crisis niet mag worden
aangegrepen om de organisatie ten gronde van de
rundvleesmarkt ter discussie te stellen. Een
reorganisatie is pas mogelijk na de evaluatie in
2003 van de agenda 2000.

Voorts onderstreep ik dat commissaris Fischler
alleen maar voorstellen deed. Hij heeft nog geen
beslissing genomen.

Tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap zullen onze
prioriteiten erin bestaan de gemeenschappelijke
organisatie op te volgen van de de fruit- en
groentenmarkt die misschien tijdens het huidige
Si la gestion des primes bovines figure parmi les
pistes de la Commission, il n'y a jamais été question
de suppressions telles que vous les évoquez.

Le 2 février, le gouvernement a également rappelé
que la crise ne doit pas être mise à profit pour
remettre fondamentalement en cause l'organisation
du marché de la viande bovine. Une réorganisation
ne pourra être envisagée qu'après l'évaluation de
l'agenda 2000, en 2003.

Pour le surplus, je rappelle que le commissaire
Fischler n'a fait que formuler des propositions mais
n'a pas encore pris de décision.

Les priorités de la Belgique, lorsqu'elle assumera la
présidence de l'Union européenne, seront le suivi
de l'organisation commune du marché des fruits et
légumes qui pourrait ne pas être finalisée sous
l'actuelle présidence suédoise. C'est le cas aussi de
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Zweedse voorzitterschap niet voltooid zal zijn.
Hetzelfde geldt voor de gemeenschappelijke
organisatie van de suikermarkt.

Er wordt ook uitgekeken naar het EU-standpunt
inzake de veterinaire en fytosanitaire kwesties die
verband houden met de uitbreiding. Voorts zullen de
staatshoofden in november 2001 samen een
conferentie van de WHO bijwonen.

Ik ben ook van plan via een campagne de interesse
van mijn collega's interesse op te wekken voor de
nieuwe vormen van landbouwtechnologie. De
betrokkenen hebben een werkdocument ontvangen.

De hevigheid van het debat en de ontwikkeling van
het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de
eerstvolgende weken zullen vanzelfsprekend die
beleidslijnen mee bepalen.

Het vertrouwen van de consument is
ontegensprekelijk geschonden. Het dossier vereist
een serene behandeling op grond van
wetenschappelijke adviezen. Elk opbod heeft
inderdaad een domino-effect waarbij de gevolgen
moeilijk controleerbaar zijn. Het Federaal
Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
zal zich terzake als een referentie moeten
opwerpen en een controlestrategie die het
vertrouwen herstelt, moeten ontwikkelen.
l'organisation commune du marché du sucre.



La position de l'Union européenne sur les questions
vétérinaires et phytosanitaires en rapport avec
l'élargissement est également attendue. Une
conférence de l'OMC réunira les chefs d'État en
novembre 2001.

Je projette de mener également une campagne de
sensibilisation de mes collègues aux nouvelles
technologies de l'agriculture. Un document de
travail leur a été transmis.

Ces orientations sont, bien entendu, conditionnées
par l'intensité du débat et par l'avenir de la PAC
dans les semaines à venir.


La confiance du consommateur est indéniablement
entamée. Le dossier doit être traité dans la sérénité,
sur la base d'avis scientifiques. Toute surenchère
entraîne, en effet, des conséquences en chaîne
difficilement contrôlables.
L'Agence pour la sécurité alimentaire devra
s'imposer comme une instance de référence et
mettre en place une stratégie de contrôle de nature
à rétablir la confiance.
(Nederlands) De beslissingen van de
Landbouwraad van 20 november en 4 december
waren drastisch: verplicht testen van runderen van
30 maanden, opkoopregeling voor niet-geteste 30-
plussers, verbod op dierlijk eiwit in veevoerder en
na 1 juli zelfs verplicht testen van alle geslachte
dieren ouder dan 30 maanden. Op 29 januari kwam
daar nog de wervelkolom-maatregel bij en de
beperkingen inzake dierlijke vetten.



Deze draconische maatregelen kwamen in een
nogal chaotisch Europees klimaat tot stand, wat het
consumentenvertrouwen, en dus de vleesprijs,
zeker niet ten goede kwam. Europese
harmonisering is absoluut noodzakelijk als men de
rust wil herstellen. Op de volgende Landbouwraad
van 26 februari gaat het over de financiering van de
maatregelen. Ook daar is harmonisering
noodzakelijk. België is van oordeel dat uitsluitend
het advies van het Wetenschappelijk Comité
integraal moet worden gevolgd. Het federale niveau
heeft twee werkgroepen opgericht: één onder
leiding van de heer Beernaert, over de praktische
uitwerking van de BSE-tests en het verbod op
dierenmeel en één onder leiding van de heer De
(En néerlandais) Les décisions du Conseil agricole
des 20 novembre et 4 décembre étaient
drastiques : tests obligatoires sur les bovins de
trente mois, règlement de rachat des bovins de plus
de trente mois non testés, interdiction des protéines
animales dans les aliments pour bétail et, après le
1
er
juillet, tests obligatoires sur tous les animaux
abattus de plus de trente mois. Le 29 janvier se
sont encore ajoutées à tout cela la mesure relative
à la colonne vertébrale et les restrictions concernant
les graisses animales.

Ces mesures draconiennes ont été élaborées dans
un climat européen relativement chaotique, ce qui
n'a certainement pas été bénéfique pour la
confiance des consommateurs ni, par conséquent,
pour le prix de la viande. Une harmonisation à
l'échelon européen s'impose absolument si l'on tient
à rétablir la sérénité. Lors du prochain Conseil
agricole du 26 février, le financement des mesures
sera abordé. Sur ce plan-là aussi, l'harmonisation
est nécessaire. La Belgique estime que seul l'avis
du comité scientifique doit être suivi intégralement.
Le gouvernement fédéral a créé deux groupes de
travail
: l'un chargé, sous la direction de M.
Beernaert, du suivi pratique des tests ESB et de
l'interdiction des farines carnées et l'autre chargé,
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
Cuyper, over de financiering van de maatregelen.

De huidige testcapaciteit beloopt 1.800 per dag.
Sinds 1 januari gebeurden 30.000 tests, met 18
positieve eerste tests en 3 positieve gevallen na
klassieke validatie. Vanaf het begin van de BSE-
crisis in 1996, heeft België gekozen voor het
opruimen van de volledige veestapel, om te zorgen
dat geen onzuiverheden in de voedselketen terecht
zouden komen. Deze maatregel is zeer belangrijk
voor het vertrouwen.


De kostprijs van het testen, 4.000 frank per test of
510 miljoen frank tot 30 juni, wordt tot op die datum
gedragen door de federale regering.
sous la direction de M. De Cuyper, du problème du
financement des mesures.
La capacité actuelle en termes de tests s'élève à
1.800 par jour. Depuis le 1
er
janvier, 30.000 tests
ont été effectués, dont 18 premiers tests positifs et
3 cas positifs après validation classique. Depuis le
début de la crise de l'ESB en 1996, la Belgique a
opté en faveur de l'élimination du cheptel complet
afin de faire en sorte qu'aucune impureté ne puisse
se retrouver dans la chaîne alimentaire. Cette
mesure est très importante pour le rétablissement
de la confiance.

Le coût de ces tests, soit 4.000 francs par test ou
510 millions de francs jusqu'au 30 juin, sera
supporté jusqu'à cette date par le gouvernement
fédéral.
Wij hebben er altijd voor geijverd om ontslagen te
worden van de opkoopregeling, zoals Nederland en
Denemarken hebben bekomen. Op 28 januari heeft
commissaris Fischler onze vraag verworpen. Wij
zullen op de Landbouwraad van 26 en 27 februari
opnieuw vragen om ontheven te worden van deze
opkoopregel.

Ongeveer 13.000 dieren zijn vernietigd in België
sinds de Europese maatregelen van kracht zijn. De
kostprijs hiervan bedraagt 242 miljoen frank, ten
laste van de Belgische overheid; 70 procent van de
opkoopprijs wordt door Europa gedragen.

De stock aan dierenmeel bedraagt 19.000 ton voor
een bedrag van 210 miljoen frank. De
uitvoeringsbesluiten in een ministerieel besluit
zullen volgen.

De afvalproblematiek is een gewestelijke
bevoegdheid.

De invoer van soja heeft een geringe invloed op de
prijs van gevogelte en vlees.

Mevrouw Pieters had het over een overschot aan
vlees van 1,7 miljoen ton en 2,5 miljoen ton. Het
gaat om twee denkpistes van EU-commissaris
Fischler, ten gevolge van de vermindering van de
consumptie. De stockagemogelijkheid bedraagt
slechts 1 miljoen ton.



Het BIRB werd gevraagd dringend een oplossing te
geven aan de vertraging inzake de restituties aan
de varkensvleessector.

De werkgroep inzake financiering zoekt op dit
ogenblik naar oplossingen na het verstrijken van de
Nous nous sommes toujours efforcés d'être
dispensés du règlement de rachat, comme cela a
été le cas pour les Pays-Bas et le Danemark. Le 28
janvier dernier, le commissaire Fischler a rejeté
notre demande. Lors du conseil agricole des 26 et
27 février prochains, nous réclamerons une
nouvelle fois cette dispense.

Depuis l'entrée en vigueur des mesures
européennes, environ 13.000 animaux ont été
détruits en Belgique. Le coût de cette mesure
s'élève à 242 millions de francs, à charge de l'Etat
belge. 70% du prix de rachat est supporté par
l'Europe.
Les stocks de farines animales s'élèvent à 19.000
tonnes, ce qui représente un montant de 210
millions de francs. Le coût est estimé à 180 millions
de francs. Les arrêtés d'exécution seront pris dans
le cadre d'un arrêté ministériel.
Les Régions sont compétentes en ce qui concerne
le problème des déchets.

L'importation de soja n'a que peu d'influence sur le
prix de la volaille et de la viande.

Mme Pieters a évoqué un excédent de viande de
1,7 million de tonnes d'une part et de 2,5 millions de
tonnes d'autre part. Ces deux chiffres sont le
résultat de deux projections faites par le
commissaire Fischler, basées sur la diminution de
la consommation de viande. Les possibilités de
stockage n'atteignent cependant qu'un million de
tonnes.

On a demandé au BIRB de trouver d'urgence une
solution au retard dans les restitutions au secteur
de la viande porcine.

Le groupe de travail qui examine le problème du
financement cherche actuellement des solutions qui
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
termijn van drie maanden waarop de huidige
prefinanciering slaat. Wij hebben het gissen naar de
maatregelen na 30 juni. Het is weinig waarschijnlijk
dat dierenmeel in veevoeder ooit nog wordt
toegelaten. Ik denk dat we tot definitieve
beslissingen moeten komen.

Van de 242 miljoen die we voor de vernietiging van
dieren uitgetrokken hadden, blijft nog 20 miljoen
over. Elke actor in het BSE-debat, overheden en
bedrijven, heeft er zich toe verbonden om de kosten
niet door te rekenen aan de landbouwers, die
immers sowieso de zwakke schakel in de keten zijn.
pourraient s'appliquer après le délai de 3 mois sur
lequel porte le préfinancement actuel. Nous n'avons
aucune idée des mesures qu'il faudra prendre
après le 30 juin prochain. Il est peu vraisemblable
que les farines animales soient encore autorisées
un jour dans l'alimentation du bétail. J'estime que
nous devons prendre des décisions définitives.
Il reste encore 20 millions sur les 242 millions que
nous avions prévus pour la destruction des
animaux. Tous les acteurs concernés par la crise
de l'ESB, tant les pouvoirs publics que les
entreprises, se sont engagés à ne pas répercuter
les coûts sur les agriculteurs, qui sont déjà le
maillon faible de la chaïne.
(Frans) Mevrouw Gerkens heeft ervoor gepleit dat
de factuur niet op de zwakste schakel in de ketting,
namelijk de eerstelijnsproducenten, zou worden
afgewenteld. De gewest- en
gemeenschapsregeringen sluiten zich volledig bij
dat standpunt aan. Kan de oprichting op Europees
niveau van een BSE-fonds worden overwogen? Er
werd toch 40 miljard uitgetrokken om de gevolgen
van de BSE-crisis op Europees niveau op te
vangen. Is dat voldoende? Tijdens de Europese
landbouwraad van 26 en 27 februari zal een balans
van de toestand in elk land kunnen worden
opgemaakt. Op grond daarvan zal kunnen worden
uitgemaakt binnen welke termijn de crisis kan
worden beheerst. Zodra dat bekend zal zijn, kan
een campagne ter herwaardering van ons imago
worden opgestart.
(En français): Mme Gerkens nous a demandé de ne
pas faire payer la facture au maillon le plus faible de
la chaîne : les producteurs de première ligne. Ce
point de vue est totalement partagé par les
gouvernements régionaux et fédéraux. La création
d'un Fonds ESB au niveau européen est-elle
envisageable ? Néanmoins, des moyens de l'ordre
de 40 milliards de francs sont destinés à résorber
les conséquences de la crise au niveau européen.
Cela suffira-t-il
? Le Conseil européen de
l'Agriculture des 26 et 27 février nous permettra
d'obtenir un bilan de la situation dans chaque pays
et, dès lors, d'apprécier dans quel délai l'on pourra
maîtriser la crise. Quand on connaîtra ce délai, ce
sera le moment d'organiser une campagne de
revalorisation de notre image de marque.
Het GLB moet inderdaad worden aangepast. Er
werd een tweede pijler ­ de landelijke ontwikkeling -
opgezet. Commissaris Fischler wil die richting
volgen. De kandidaat-lidstaten moeten op hun
verantwoordelijkheden worden gewezen, zoniet
worden de uitgaven ondraaglijk. Een stijging van de
landbouwbudgetten valt niet te verwachten, maar
een versterking van de tweede pijler behoort tot de
mogelijkheden.

De heer Collard kreeg al antwoord op enkele
vragen. Ik geloof dat het onvoorzichtig zou zijn het
terzake over een andere boeg te gooien: gelet op
onze concurrentiepositie zou dat neerkomen op
zelfmoord. Men moet ervan uitgaan dat de crisis
niet kan voortduren.
La PAC doit effectivement être réorientée.
Un deuxième pilier ­ le développement rural ­ a vu
le jour. Le commissaire Fischler souhaite évoluer
dans cette direction. Les pays candidats à l'entrée
dans l'UE doivent être responsabilisés, à défaut de
quoi les dépenses ne pourront pas être assumées.
Il ne faut pas espérer que les budgets agricoles
puissent augmenter à l'avenir, mais l'on pourrait
envisager de renforcer le second pilier.

Plusieurs réponses ont déjà été fournies à M.
Collard,. Je crois qu'il serait imprudent de revoir la
politique en la matière. Une telle attitude serait
fatale à notre compétitivité. La crise ne doit pas se
prolonger.
Voorzitter: Jos Ansoms

Een stijging van het landbouwbudget lijkt me
moeilijk haalbaar. Wij wachten nog steeds op het
antwoord van de Commissie in verband met de
tests en dat voorspelt weinig goeds voor elke vraag
naar extra middelen. Wij hebben erop
aangedrongen dat de premies tot in 2006 zouden
Président: Jos Ansoms

Quant à l'augmentation du budget européen, elle
me semble difficile à obtenir. Nous attendons
toujours la réponse de la Commission à propos des
tests, ce qui ne laisse aucun espoir quant à de
nouvelles demandes budgétaires. Nous avons
demandé le maintien des primes jusqu'à 2006,
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
worden gehandhaafd conform de voor zes jaar
aangegane verbintenissen van agenda 2000.

Vanaf 1 april wordt het ESB-statuut aan de derde
landen opgelegd.
conformément aux engagements pris pour un terme
de six années dans le cadre de l'agenda 2000.

A partir du 1
er
avril, le statut ESB sera imposé aux
pays tiers.
(Nederlands) Ik kom tot de vragen van mevrouw
Laenens, die pleit voor een duurzaam
landbouwbeleid, een milieu- en diervriendelijke
landbouw en integrale plattelandsontwikkeling. Door
de tweede pijler in de Agenda 2000 zijn we die
richting uitgegaan. Een cofinanciering is de enige
oplossing. De budgetten van de tweede pijler
worden opgedreven. Zowel op Europees als op
nationaal vlak zal in de toekomst heel wat discussie
worden gevoerd over de landbouwbegrotingen. Op
dit ogenblik is het zaak de crisis onder controle te
krijgen. Het moment is niet ideaal om het
landbouwbeleid ter discussie te stellen.
(En néerlandais) J'en arrive aux questions posées
par Mme Laenens qui plaide en faveur d'une
politique agricole durable, d'une agriculture
respectant l'environnement et les animaux et d'un
développement rural intégral. Nous avons emprunté
cette voie grâce au deuxième pilier de l'Agenda
2000. La seule solution consiste à recourir au co-
financement. Les budgets prévus dans le cadre du
deuxième pilier sont revus à la hausse. Au niveau
européen comme au niveau national, les budgets
agricoles feront à l'avenir l'objet de nombreuses
discussions. Pour l'heure, l'objectif est de maîtriser
la crise. Le moment n'est pas bien choisi pour ouvrir
le débat sur la politique agricole.
(Frans) Wat de uitlatingen van de heer Bellot over
Gaia betreft, denk ik dat men zich inderdaad ervoor
moet hoeden de toestand nog moeilijker te maken
dan die al is. Het gebruik van verborgen camera's
draagt in grote mate tot spanningen bij. Op grond
van diverse inlichtingen kunnen wij ons afvragen of
Gaia er niet op uit is de hele sector plat te leggen.
Aan dat opbod moeten wij een eind maken.

Wat de opmerking van mevrouw Dardenne over de
vleesprijs betreft, moet rekening worden gehouden
met de daling van de vraag met zo'n 25 %
waaronder de sector te lijden heeft en die zeker
verband houdt met de prijs van het vlees.
Wij hebben aan onze vleesfilière gevraagd een
marketingcampagne voor te bereiden die zal
beginnen zodra de crisis achter de rug ligt. De weg
die de Europese Unie resoluut volgt, is die van de
plattelandsontwikkeling met een medefinanciering
door de lidstaten.



De Europese Commissie wil de lidstaten voor
landbouwaangelegenheden responsabilseren.

Wat de plantaardige eiwitten betreft, wachten wij het
voorstel van de heer Fischler op de volgende
landbouwraad af.

Aan de heer Dehu heb ik al geantwoord, maar men
moet zich bewust zijn van de besprekingen en
onderhandelingen die in november plaatsvinden
binnen het raam van de WHO. Wij zullen een
standpunt innemen, namelijk de naleving van de
agenda 2000 gedurende de zes geplande jaren. Wij
moeten vastberaden blijven en eenzelfde standpunt
(En français) Quant aux réflexions de M. Bellot à
propos de Gaia, il faut, certes, éviter que les
difficultés soient amplifiées. Utiliser des caméras
cachées contribue nettement à créer des tensions.
Des renseignements divers nous amènent à nous
poser la question de savoir si le but de Gaia n'est
pas de mettre le secteur au tapis. Il faut faire cesser
la surenchère.

Quant à la réflexion de Mme Dardenne sur le prix
de la viande, il faut tenir compte de la chute de la
demande, de l'ordre de 25 %, dont souffre le
secteur et qui n'est pas sans rapport avec le prix de
la viande.

Nous avons demandé à notre filière « viande » de
s'atteler à la préparation d'une campagne de
marketing qui débuterait après que l'on ait maîtrisé
la situation.
La direction que l'Union européenne suit, de
manière définitive, est celle du développement rural
avec cofinancement des Etats membres.

La Commission européenne veut responsabiliser
les États en matière d'agriculture.

Quant aux protéines végétales, nous attendons la
proposition de M. Fischler lors du prochain Conseil
de l'Agriculture.

J'ai déjà répondu à M. Dehu mais il faut être
conscient des débats et négociations qui auront lieu
en novembre à l'OMC.
Nous allons fixer notre position, à savoir le respect
de l'agenda 2000 durant les six années prévues.
Nous devons rester fermes et afficher la même
position face aux États-Unis.
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
tegenover de VS verdedigen.

Bert Matthijs heeft een studie met betrekking tot die
problematiek gemaakt, en daarover zou ik graag
met u willen praten.


Bert Matthijs a produit une étude relative à ces
problématiques et dont j'aimerais vous parler.
04.10 Luc Paque (PSC): De regering wacht op een
aantal verduidelijkingen om op het verslag van de
heer Fischler te reageren. Ik wacht erop dat de
verklaringen van de Belgische ministers door de
Landbouwraad zouden worden onderschreven.

De harmonisering kan snel en zonder bijkomende
kosten doorgevoerd worden. De perverse
nevenwerkingen, onder meer de vernietiging-
opkoop vergen evenwel aandacht.

Het afschaffen van een premie, weze het tijdelijk,
zou voor de financieringsplannen van de jonge
landbouwers dramatische gevolgen kunnen
hebben. Op dat punt moeten wij voet bij stuk
houden.
04.10 Luc Paque (PSC) : Le gouvernement attend
certaines précisions pour réagir au rapport de M.
Fischler. J'attends que les déclarations des
ministres belges soient suivies d'effets au Conseil
« Agriculture ».

L'harmonisation peut se faire rapidement, sans coût
supplémentaire. Il faut cependant être attentif aux
effets pervers, comme ceux de la destruction-
rachat.

Une suspension de prime, même temporaire,
pourrait avoir des conséquences dramatiques sur
les plans financiers des jeunes agriculteurs. Il faut
être très ferme à ce sujet.
De heer Fischler heeft enkel maar voorstellen
geformuleerd, maar het zou wel eens niet bij
voorstellen kunnen blijven. Wat zal er in dat geval
gebeuren? Wij moeten onze standpunten nu al
voorbereiden teneinde ze op de Europese Raad te
kunnen verdedigen.

Het komt er vooral op aan het vertrouwen van de
consument te herstellen. De communicatie, die tot
dus ver mank liep, zou moeten worden verzorgd
door het Federaal Agentschap voor de veiligheid
van de voedselketen, waarover u altijd in de
toekomende tijd spreekt. Ik hoop dat wij het dinsdag
tijdens onze ontmoeting met de heer Beernaert over
het agentschap in de tegenwoordige tijd kunnen
hebben.
M. Fischler n'aurait émis que des propositions mais
elles pourraient être suivies d'effets... Que se
passerait-il dans ce cas ?
Il faut déjà préparer nos positions en vue de leur
présentation au Conseil européen.


Rendre confiance au consommateur est
effectivement un point important. La
communication, défaillante jusqu'ici, devrait être
organisée par l'Agence fédérale pour la sécurité
alimentaire dont vous parlez toujours au futur.
J'espère que lorsque nous rencontrerons M.
Beernaert, mardi, nous arriverons à présenter
l'Agence au présent.
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Het is hoog tijd dat men de daad bij het woord
voegt. België is goed geplaatst om beslissingen te
nemen die effect zullen sorteren.

Wij zullen een motie indienen waarin wij een aantal
aanbevelingen tot de regering richten. Ik hoop dat
alle aanwezigen ze zullen steunen. Een eenvoudige
motie zou immers vrij slecht overkomen in
landbouwkringen.
Il est plus que temps de passer de la parole aux
actes. La Belgique est bien placée pour prendre des
décisions effectives.

Nous déposons une motion afin de communiquer
nos recommandations au gouvernement. J'espère
qu'elle pourra obtenir l'assentiment de tous les
participants à ce débat. Une motion pure et simple
serait assez mal reçue par le monde agricole.
04.11 Trees Pieters (CVP): Men zoekt te weinig
naar duurzame oplossingen, zo blijkt uit het
antwoord van de minister. Ik heb ook de indruk dat
men zich nog altijd te weinig baseert op
wetenschappelijk onderbouwde gegevens. Het
wordt hoog tijd dat het Federaal Voedselagentschap
het referentiepunt bij uitstek wordt.


Waarom heeft Fischler ons een afwijking geweigerd
op de opkoopregeling? De Europese disharmonie
en paniekoplossingen zijn inderdaad schadelijk voor
het vertrouwen. Als men de kostprijs van de crisis
niet op de boeren wil afwentelen, wie zal dan wél
betalen?

Ik zal een motie van aanbeveling indienen, die
eventueel kan worden versmolten met die van de
heer Paque.
04.11 Trees Pieters (CVP): On ne s'oriente pas
assez vers des solutions durables, comme il ressort
de la réponse du ministre. J'ai aussi l'impression
que l'on ne tient toujours pas suffisamment compte
des données étayées scientifiquement. Il est grand
temps que l'Agence fédérale pour la sécurité de la
chaîne alimentaire devienne le point de référence
par excellence.

Pourquoi le commissaire Fischler nous a-t-il
toujours refusé une dérogation à la réglementation
en matière de rachat? Le désaccord européen et
les mesures prises dans la panique nuisent en effet
à la confiance. Si l'on ne veut pas faire supporter le
coût de la crise par les agriculteurs, qui va donc
payer ?
J'ai l'intention de déposer une motion de
recommandation qui pourra éventuellement être
intégrée à celle de M. Paque.
04.12 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): In tijden
van crisis grote hervormingen aanvatten is
inderdaad niet aangewezen. De vraag naar een
duurzame landbouw is echter al tien jaar oud en
krijgt pas in tijden van crisis weer aandacht.

Het probleem ligt niet enkel bij de daling van
consumptie, zoals de minister oordeelt, maar deels
ook bij de overproductie.

Het gewenste betere imago voor de landbouw moet
worden gekoppeld aan de uitbouw van de tweede
pijler. Dat betere imago kan enkel dat van een meer
duurzame landbouw zijn.
04.12 Leen Laenens (AGALEV-ECOLO): Il ne
s'indique pas en effet pas d'entamer de vastes
réformes en période de crise. L'agriculture durable
a été réclamée il y a plus de dix ans déjà et voilà
qu'en pleine période de crise, la question resurgit.

Le problème ne découle pas uniquement de la
baisse de la consommation, comme l'affirme le
ministre, mais en partie aussi de la surproduction.

Ce n'est qu'en développant le second pilier et en
privilégiant une agriculture plus durable que l'on
améliorer a l'image de l'agriculture.
04.13 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV): U vindt
dat we deze crisis niet moeten aangrijpen om een
ingrijpende verandering van de landbouwmethoden
door te voeren.

Er moet hic et nunc een oplossing worden
gevonden ten aanzien van de realiteit voor de
landbouwers en voor de consumenten. Maar een en
ander brengt ook antwoorden mee met ongewenste
gevolgen. Een crisis is misschien niet het ideale
uitgangspunt, maar kan zeker de aanleiding zijn om
na te denken over een hervorming van de
landbouwstructuren.
04.13 Muriel Gerkens (ECOLO-AGALEV) : Vous
pensez qu'il ne faut pas profiter de la crise pour
envisager des changements profonds des
méthodes agricoles?

La réalité des agriculteurs et des consommateurs
attend des solutions immédiates. Mais l'immédiat
entraîne aussi des réponses qui ont des effets
pervers. Cependant, même si une crise n'est pas
l'idéal, elle peut avoir un effet stimulant afin
d'envisager une réforme des structures agricoles.

CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
Het jaar 2006, jaar waarin de Agenda 2000 wordt
afgesloten, nadert met rasse schreden. Wat let ons
om ons nu al, samen met de landbouwers, te
beraden over een reorganisatie van de premie-,
steun- en quotaregelingen ? We moeten de
toekomst beter voorbereiden.
Nous ne sommes pas loin de 2006, date de clôture
de l'agenda 2000. On peut envisager, dès
maintenant, de réfléchir avec les agriculteurs à la
réorganisation des primes, aides et quotas dont ils
bénéficient. Il faut mieux préparer l'avenir.
Iedereen is het erover eens dat de zwakste schakel
het gelag niet mag betalen. Wordt er gedacht aan
de oprichting van een fonds ?

De huidige overproductie hangt wellicht samen met
een vroegere overproductie. Daarmee moet
rekening worden gehouden.

Op dit moment beschikken we niet over de nodige
wetenschappelijke adviezen.
Tous sont d'accord pour que ce ne soit pas le
maillon le plus faible qui paie. La constitution d'un
fonds est-elle envisagée ?

La surproduction actuelle est probablement liée à
une surproduction antérieure. Il faut en tenir
compte.

Nous ne disposons pas à l'heure actuelle des avis
scientifiques nécessaires.
04.14 François Bellot (PRL FDF MCC): Binnen
afzienbare tijd zal niet besmet vee naast besmet
vee in de weien staan. Wat dan met het
voorzorgsprincipe ? Zullen de dieren die met
besmette kudden in aanraking komen worden
vernietigd ?
04.14 François Bellot (PRL FDF MCC) : D'ici
quelques mois, le bétail va coexister dans les
campagnes. Jusqu'où ira le principe de précaution ?
Détruira-t-on les troupeaux voisins des troupeaux
infectés ?
04.15 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV): Op
sommige vragen gaf de minister een bevredigend
antwoord, op andere helemaal niet. Hoorde ik het
goed dat de crisis niet zou zijn veroorzaakt door
overproductie, maar door een daling van de
consumptie ? In Wallonië is men nochtans voor 200
procent selfsupporting en op Europees niveau voor
150 procent. Export is mogelijk, maar dan is men
aangewezen op de marktprijzen. Aangezien u de
tweede pijler verdedigt waar ook Europa achter
staat, zou ook België die evolutie moeten volgen
waarvoor op dit ogenblik nog slechts een uiterst
gering aandeel van de begroting wordt uitgetrokken.
04.15 Martine Dardenne (ECOLO-AGALEV) :
Certaines réponses du ministre sont satisfaisantes
mais d'autres me laissent perplexe.
La crise ne serait pas due à une surproduction mais
à la baisse de la consommation. L'on connaît 200
% d'autosuffisance en Wallonie et 150 % au niveau
européen. On peut exporter mais, dès lors, l'on est
tributaire des prix du marché.
Le deuxième pilier que vous défendez, et vers
lequel s'orientent également l'Europe et la Belgique,
devrait s'avancer dans cette direction qui ne
bénéficie encore que de la portion congrue du
budget.
De overstap naar een ander systeem mag niet te
bruusk zijn. Tijdens het spel worden de regels niet
gewijzigd. Wij moeten echter lessen trekken uit het
verleden en de toekomst voorbereiden. Nieuwe
WHO-onderhandelingen zijn een andere piste.

Het verheugt mij ten zeerste dat u ons vóór de
eerstvolgende Raad inlicht over het Belgisch
standpunt ten aanzien van de nota Fischler over de
plantaardige eiwitten.

Een van de lessen die we uit de crisis kunnen
trekken is misschien dat een echt
gemeenschappelijk Europees beleid nodig is om de
confrontatie met de VS aan te kunnen gaan.
Passer d'un système à l'autre demande une
transition en douceur. On ne change pas les règles
du jeu en cours de route. Mais il faut tirer les leçons
et préparer l'avenir.


Une autre piste est la renégociation OMC. Je serais
très heureuse qu'avant le prochain conseil vous
nous informiez de la position belge par rapport à la
note Fischler sur les protéines végétales.

Une des leçons de cette crise sera peut-être qu'une
vraie politique européenne commune est
nécessaire pour faire face aux Etats-Unis.
04.16 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): De
meningen lopen niet zo ver uiteen, maar een aantal
begrippen, zoals bijvoorbeeld "duurzaam", moeten
04.16 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais):
Les opinions ne divergent pas fondamentalement
mais certaines notions, dont celle de « durabilité »,
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
worden verduidelijkt.
demandent à être précisées.
(Frans) Wij zullen bij de Europese instellingen
pleiten voor een harmonisatie van de nationale
maatregelen. Om tot een gemeenschappelijk beleid
te komen, moeten er op Europees niveau
beslissingen worden genomen. Ik wacht nu op de
voorstellen van Europees commissaris Fischler.
Zodra we daarvan kennis hebben genomen, zullen
we ze bespreken en ons standpunt bepalen.

Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de
voedselketen is er intussen en functioneert prima,
dankzij de medewerking van de ambtenaren van
ons departement en het departement
Volksgezondheid. Het Agentschap beschikt nog niet
over eigen personeel. Dat is het enige punt dat nog
niet concreet is ingevuld. Het Agentschap moet de
producten die bij ons op de markt komen even
stelselmatig controleren.
(En français)
: Nous défendons auprès des
institutions européennes l'harmonisation des
mesures nationales. Il faut des décisions
européennes afin de parvenir à une politique
commune.J'attends les propositions du
commissaire Fischler. Dès qu'il les aura lancées,
nous en discuterons et fixerons nos positions.


L'Agence fédérale pour la sécurité alimentaire
existe et travaille bien, grâce à la collaboration des
fonctionnaires de notre département et de celui de
la Santé publique.
Elle n'a pas encore son propre personnel. C'est ce
seul point qui demeureau futur.
Cette Agence doit, en effet, également contrôler, et
ce de manière systématique, ce qui entre sur notre
marché.
(Nederlands) Langetermijnoplossingen kunnen pas
over een paar maanden worden verwacht als alle
landen de rigoureuze maatregelen inzake testen
daadwerkelijk uitvoeren.


Het Wetenschappelijk Comité moet de Europese
lijn bepalen. Zo'n autoriteit is nodig om eenvormige
en vertrouwenwekkende maatregelen te kunnen
nemen.

De Belgische vraag om een afwijking van de
opkoopregeling is niet geagendeerd door Fischler.
We gaan ze opnieuw stellen. Bij weigering moet
men de afwijking voor Nederland en Denemarken
ook maar afschaffen.


De boer betaalt al genoeg door het gewijzigde
consumptiegedrag. Verdere kosten voor
vernietiging en dergelijke mag men daarom niet op
hem afschuiven.


De crisis heeft wel degelijk te maken met de
dalende consumptieprijzen, zoals blijkt uit het
uitbreken van de crisis in Frankrijk in november en
later ook in Duitsland.
(En néerlandais) Nous ne pouvons guère espérer
de solutions à long terme avant plusieurs mois,
pour autant que tous les pays appliquent
effectivement les mesures rigoureuses en matière
de tests.

Le Comité scientifique doit définir la ligne
européenne. Il appartient à une telle autorité de
décider de mesures uniformes destinées à rétablir
la confiance.

Le commissaire Fischler n'a pas inscrit à l'ordre du
jour la demande de la Belgique de déroger à la
réglementation en matière de rachat. Nous allons
donc la réintroduire. Si nous essuyons un refus, la
dérogation dont bénéficient les Pays-Bas et le
Danemark devra également être supprimée.

Le fermier ressent déjà bien assez
douloureusement les modifications apparues dans
le comportement du consommateur. Il ne faut dès
lors pas lui faire supporter en plus le coût de la
destruction des bêtes.

La crise est manifestement liée à l'évolution à la
baisse des prix à la consommation. On l'a bien vu
lorsque la crise a éclaté, en novembre, en France et
plus tard en Allemagne.
(Frans) Een BSE fonds is ondenkbaar want de 40
miljard van de Europese begroting, waarbij de
nationale maatregelen moeten gerekend worden -
België heeft 1 miljard voor de
overgangsmaatregelen uitgetrokken ­ is een enorm
bedrag. De Commissie hoopt dat het evenwicht
hersteld zal kunnen worden maar de crisis moet in
elk land worden beheerst en er moet eerst een
(En français) Un Fonds ESB est impensable car les
40 milliards de budget européen, auxquels
s'ajoutent des mesures nationales ­ la Belgique a
pris un milliard pour les mesures transitoires ­
constituent une somme énorme. La Commission
espère que l'on pourra rétablir l'équilibre, mais il
faut maîtriser la crise dans chaque pays et effectuer
une évaluation avant d'avancer. Exécutons d'abord
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
evaluatie komen. Wij moeten eerst uitvoeren wat
werd beslist.
ce qui a été décidé.
Voor het overige ben ik het met u eens, maar er
moet een debat komen over de
plattelandsontwikkeling, die echter maar voor 19%
onder de federale overheid ressorteert. Voorts
moeten de uitvoeringsprogramma's door de
Gewesten worden geëvalueerd.

Men weet nog altijd niet hoe BSE precies wordt
overgedragen. Voorzichtigheid is derhalve geboden,
teneinde een nog grotere crisis te voorkomen. Het
volstaat te verwijzen naar de gevolgen van de crisis
in Groot-Brittannië, waar men van bij de aanvang
heeft nagelaten de nodige voorzorgsmaatregelen te
treffen.

Op de vergaderingen van de Europese Raad van
de ministers van Landbouw zullen wij dezelfde
houding blijven aannemen, zodanig dat wij tijdens
de WHO-onderhandelingen gemeenschappelijke
standpunten kunnen verdedigen.
Pour le surplus, je suis d'accord, mais il faut un
débat sur le développement rural, matière dont 19
% seulement dépendent de la compétence
fédérale. De plus, les programmes d'exécution
doivent être évalués et c'est au niveau régional que
cela doit se faire.

En matière d'ESB on ne connaît pas encore les
modes de transmission. La prudence s'impose
donc, afin d'éviter une crise encore plus profonde. Il
suffit de voir la gravité des conséquences de la
crise au Royaume-Uni où les mesures de
précaution ne furent pas suivies depuis le début.


Lors des Conseils européens de l'Agriculture, nous
reformulerons les mêmes positions pour parvenir
avec une certaine assurance à des points de
convergence à défendre ensemble lors des
négociations de l'OMC.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Luc Paque en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Luc Paque en
mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
beveelt de regering aan:
- gelet op de maatregelen waartoe de Europese
Raden van de ministers van Landbouw in het kader
van de BSE-crisis hebben beslist, alles in het werk
te stellen opdat:
- Europa alle lidstaten op dezelfde manier zou
behandelen;
- Europa alle lidstaten ertoe zou verplichten alle
genomen beslissingen toe te passen, waarbij in
geval van niet-naleving sancties worden getroffen;
- Europa een procedure voor stelselmatige controle
van de toepassing van die beslissingen in elke
lidstaat zou uitwerken.
- de oprichting voor te stellen en te verdedigen van
een bijzonder Europees fonds voor de BSE-crisis
dat niet ten laste komt van de landbouwbegroting
en door de diverse lidstaten wordt gefinancierd;
- werk te maken van een duidelijke communicatie
teneinde de consument gerust te stellen;
- erop toe te zien dat er geen structurele herziening
van de agenda 2000 komt;
- dat beleid tijdens het Belgisch voorzitterschap
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Luc Paque et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Luc Paque
et Mme Trees Pieters
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes Moyennes,
recommande au gouvernement:
- de tout mettre en oeuvre pour que, au regard des
mesures décidées par les Conseils européens de
l'Agriculture, dans le cadre de la crise de l'ESB:
- l'Europe ne procède à aucun traitement différencié
entre les Etats membres;
- l'Europe contraigne tous les Etats membres à
appliquer l'ensemble de ces décisions avec
application de sanctions en cas de non-respect;
- l'Europe développe une procédure de contrôle
systématique de l'application de ces décisions
auprès de chaque Etat membre.
- de proposer et défendre la création d'un fonds
spécial européen de crise ESB hors budget agricole
et alimenté par les différents Etats membres;
-
de mettre en oeuvre une politique de
communication claire en vue de rassurer le
consommateur;
- de veiller à ce qu'il ne soit procédé à aucune
révision structurelle de l'agenda 2000;
- de poursuivre l'ensemble de cette politique lors de
la Présidence belge."
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
onverkort voort te zetten."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Luc Paque en
mevrouw Trees Pieters
en het antwoord van de minister van Landbouw en
Middenstand,
vraagt de regering
- een volksgezondheidsbeleid te voeren op basis
van wetenschappelijke adviezen;
- snel de noodzakelijke initiatieven te nemen om tot
een definitieve oplossing te komen voor de
financiering van de extra kosten ten gevolge van het
verbod van diermeel in veevoeders;
-
onverwijld initiatieven te nemen om de
rundvleesmarkt te stabiliseren en daartoe de nodige
stappen zetten op het Europees niveau;
- de actuele malaise niet af te wentelen op de
landbouwsector."
Une motion de recommandation a été déposée par
Mme Trees Pieters et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Luc Paque
et Mme Trees Pieters
et la réponse du ministre de l'Agriculture et des
Classes Moyennes,
demande au gouvernement
- de fonder sa politique en matière de santé
publique sur des avis scientifiques;
-
de prendre rapidement les initiatives qui
s'imposent en vue de mettre en place une solution
définitive pour le financement des surcoûts
engendrés par l'interdiction d'introduction de farines
animales dans les aliments pour bétail;
- de prendre sans délai des initiatives en vue de
stabiliser le marché de la viande bovine et de
prendre les initiatives nécessaires à cet effet au
niveau européen;
- de ne pas reporter le malaise actuel sur le secteur
agricole."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren François Bellot, Philippe Collard, Jean
Depreter, Georges Lenssen en Henk Verlinde.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
François Bellot, Philippe Collard, Jean Depreter,
Georges Lenssen et Henk Verlinde.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.

De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.


La discussion est close.
05 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen
over "de financiering van het sociaal statuut van
de zelfstandigen" (nr. 3381)
05 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre des Affaires sociales et des Pensions
sur "le financement du statut social des
indépendants" (n° 3381)
05.01 Trees Pieters (CVP): In de Financieel
Economische Tijd en De Standaard verschenen
onlangs opnieuw artikels over de financiering van
het sociaal statuut van de zelfstandigen. De minister
verklaarde dat die financiering zou gebeuren vanuit
de federale financiële middelen en belastingen. De
berichten over de schuld zouden op verkeerde
hypothesen stoelen.

Zal de minister het RSVZ opdracht geven om
berekeningen te maken tot 2006, op basis van de
toegestane groeinormen? Thans beschikt het RSVZ
reeds over een prognose tot 2004. Wellicht is het
mogelijk de berekeningen tot 2006 reeds over een
tweetal weken te overhandigen?
05.01 Trees Pieters (CVP): Les journaux De
financieel economische tijd et De Standaard ont à
nouveau publié récemment des articles sur le
financement du statut social des indépendants. Le
ministre a déclaré à ce sujet que le financement
serait assuré par les moyens financiers fédéraux et
par les impôts. Les informations concernant la dette
seraient fondées sur des hypothèses erronées.

Le ministre demandera-t-il à l'ONASTI d'effectuer
des calculs jusqu'en 2006, sur la base des normes
de croissance autorisées? L'ONASTI dispose déjà
de prévisions jusqu'en 2004. Ne serait-il pas
possible de communiquer déjà des prévisions
jusqu'en 2006 d'ici une quinzaine de jours?
05.02 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): Er
werd een werkgroep opgesteld voor de financiële
meerjarenplanning van het sociaal statuut van de
zelfstandigen tot 2004. Die meerjarenplanning is
05.02 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais) :
Un groupe de travail chargé de la programmation
financière pluriannuelle du statut social des
indépendants jusqu'en 2004 a été créé. Cette
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
van belang voor de hervorming van het sociaal
statuut en voor nieuwe initiatieven die voortvloeien
uit de werkgroep-Cantillon.


Er werd uitgegaan van actuele cijfers en
groeinormen. Daarnaast moest rekening worden
gehouden met mogelijke fluctuaties, bijvoorbeeld
inzake de bijdragen. De werkgroep hanteert een
minimalistische en een maximalistische hypothese.
De voorzichtigheid gebiedt uit te gaan van de
minimalistische hypothese. De enige mogelijke
conclusie is dat nieuwe initiatieven nieuwe middelen
vragen.

Ik kan de werkgroep onmogelijk vragen een nieuwe
planning te maken tot 2006. Het werk is te
omvangrijk en bovendien zou het verschil tussen de
minimalistische ­ 17 miljard ­ en de
maximalistische ­ 27 miljard ­ hypothese, dat nu al
10 miljard bedraagt, nog toenemen.


De meerjarenplanning zal wel worden aangepast
wanneer nieuwe cijfergegevens beschikbaar zijn.
programmation pluriannuelle revêt de l'importance
en ce qui concerne la réforme du statut social et les
nouvelles initiatives émanant du groupe de travail
Cantillon.

Outre les chiffres et les normes de croissance
actuels, il fallait tenir compte des fluctuations
éventuelles, notamment en matière de cotisations.
Le groupe de travail étudie une hypothèse
minimaliste et une hypothèse maximaliste. La
prudence impose de se fonder sur la première. La
seule conclusion possible est que de nouvelles
initiatives requièrent de nouveaux moyens.


Je ne puis en aucun cas demander au groupe de
travail d'établir une nouvelle programmation
jusqu'en 2006. Une telle entreprise suppose un
travail trop important. Par ailleurs, l'écart entre les
hypothèses minimaliste (17 milliards de francs) et
maximaliste (27 milliards de francs), soit 10
milliards de francs, se creuserait encore.

La programmation pluriannuelle sera toutefois
adaptée lorsque les nouveaux chiffres seront
connus.
05.03 Trees Pieters (CVP): De minister verwerpt
mijn suggestie dus.
05.03 Trees Pieters (CVP): Le ministre rejette
donc ma suggestion.
05.04 Minister Jaak Gabriels (Nederlands): Dit is
geen kwestie van onwil, maar onmacht. Er zal
echter meteen een imput van eventuele nieuwe
gegevens gebeuren.
05.04 Jaak Gabriels , ministre (en néerlandais) : Il
ne s'agit pas de mauvaise volonté mais d'une
impossibilité matérielle. Le cas échéant, les
nouvelles données seront cependant prises en
considération sur-le-champ.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van mevrouw Simonne
Creyf aan de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid over "de toegang tot het
beroep van belastingconsulent en accountant"
(nr. 3369)
06 Question orale de Mme Simonne Creyf au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'accès à la profession de conseiller
fiscal et d'expert-comptable" (n° 3369)
06.01 Simonne Creyf (CVP): Eerder heb ik
minister Gabriëls al ondervraagd over de toegang
tot het beroep van belastingconsulent en
accountant. Nu verneem ik dat dit onder de
bevoegdheid van minister Picqué valt.

Is de versie van het KB van 20 november, ons
bezorgd door minister Gabriëls op 6 februari 2001,
de definitieve tekst om die toegang te regelen? Het
is gebaseerd op het KB van 1990 en zou dus
helemaal niet vernieuwend zijn.

Het onderwijs vraagt dat de politiek zijn
06.01 Simonne Creyf (CVP): J'ai déjà eu
l'occasion d'interroger le ministre Gabriëls sur
l'accès à la profession de conseil fiscal et d'expert
comptable. Voilà que j'apprends que cette matière
ressortit à la compétence de M. Picqué.

La version de l'arrêté royal du 20 novembre 2000
visant à réglementer cet accès que le ministre
Gabriëls nous a transmise le 6 février 2001 est-elle
définitive ? Le texte se fonde sur l'arrêté royal de
1990 et comporte donc aucune innovation.

Le monde de l'enseignement demande au milieu
13/02/2001
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
24
verantwoordelijkheid zou opnemen in plaats van het
schrijven van het KB over te laten aan het Instituut
voor accountants en belastingconsulenten (IAB).
Gaat de minister hiermee akkoord? Zal de minister
de wet uitvoeren zoals het Parlement dit heeft
gewild?


De laatste tien jaar heeft het beroepsinstituut geen
enkele vrijstelling van het toegangsexamen
toegestaan. Slechts 10 procent van de leden van
het IAB is jonger dan 35 jaar, waardoor te weinig
jongeren doorstromen naar het beroep. Is de
minister bereid jonge geaggregeerden die bekwaam
zijn, de mogelijkheid te bieden om de titel en het
beroep van accountant en belastingconsulent op
een correcte manier te verwerven. Dit was de geest
van de wet. De studenten hebben vragen in
dezelfde zin. We moeten ons hoeden voor het
corporatisme van het IAB.
politique de prendre ses responsabilités plutôt que
de confier la rédaction de cet arrêté royal à l'Institut
belge des experts comptables et des conseils
fiscaux. Le ministre est-il d'accord sur ce point ? Le
ministre compte-t-il exécuter la loi en se conformant
à la volonté exprimée par le Parlement en la
matière ?

Au cours des dix dernières années, l'institut n'a
accordé aucune dispense pour l'examen d'accès.
Seulement 10% des membres de cet institut ont
moins de 35 ans. Les jeunes sont donc trop peu
nombreux à se tourner vers cette profession. Le
ministre est-il disposé à permettre à de jeunes
agrégés compétents d'acquérir le titre et d'exercer
la profession de conseil fiscal et d'expert comptable
de la manière appropriée? Tel était l'esprit de la loi.
Les étudiants s'interrogent à ce sujet. Nous devons
combattre le corporatisme qu'affiche cet institut.
06.02 Minister Charles Picqué (Nederlands) : De
versie van het ontwerp-KB van 20 november 2000
is de definitieve versie, meegedeeld door het IAB.
Het IAB moet waken over de deskundigheid van de
belastingconsulenten en accountants, onder meer
via de organisatie van toelatingsexamens. De Hoge
Raad voor de economische beroepen moet nog
advies geven over het ontwerp-KB Wij verwachten
dat advies binnenkort. Nadien zullen wijzigingen
kunnen worden aangebracht aan het ontwerp-KB,
onder meer voor wat betreft de vrijstellingen voor
bepaalde diploma's bij de toelatingsexamens tot de
stages. Daarover werden de professoren van de
universiteiten en hogescholen reeds bevraagd. Het
instituut werd gesensibiliseerd voor het feit dat
jongeren niet afkering mogen worden gemaakt
tegenover het beroep. Als het advies van de Hoge
Raad beschikbaar is, zal een werkgroep worden
opgericht om de vrijstellingen vast te leggen. Na dat
advies kunnen wij de bespreking hierover
hernemen.
06.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais) :
La version du 20 novembre 2000 du projet d'arrêté
royal est la version définitive du texte, transmise par
l'Institut. Il revient à ce dernier de veiller à la
compétence des experts- comptables et des
conseillers fiscaux en organisant notamment des
examens d'accès. Le Conseil supérieur des
professions économiques doit encore nous
transmettre un avis au sujet du projet d'arrêté royal.
Cet avis devrait nous parvenir sous peu. Des
modifications pourront alors être apportées au
projet d'arrêté royal, notamment en ce qui concerne
les dispenses accordées pour certains diplômes
lors des examens d'accès aux stages. Les
professeurs d'université et des hautes écoles ont
déjà été interrogés à ce sujet. L'institut a été
sensibilisé au fait qu'il ne fallait pas dégoûter les
jeunes de la profession. Dès que l'avis du Conseil
supérieur aura été transmis, un groupe de travail
sera mis sur pied afin de déterminer les dispenses
et nous pourrons reprendre le débat à ce sujet.
06.03 Simonne Creyf (CVP): Het ontwerp-KB van
20 november 2000 verschilt niet van dat van 1990.
Op basis daarvan werd in tien jaar tijd geen enkele
vrijstelling toegekend. Er zullen dus nog
aanpassingen aan het KB nodig zijn.

Het zou interessant zijn dat de commissie
hoorzittingen met de sector organiseert, zodat men
daarmee rekening kan houden in het definitieve KB.
06.03 Simonne Creyf (CVP): Le projet d'arrêté
royal du 20 novembre 2000 ne se différencie pas de
celui de 1990. Aucune dispense n'a été accordée
en 10 ans sur la base de celui-ci. Il faudra donc
certainement encore adapter le texte de l'arrêté
royal.

Il serait intéressant que la commission puisse
entendre des représentants du secteur, afin d'en
tenir compte dans l'arrêté royal définitif.
06.04 Minister Charles Picqué (Nederlands) : Het
Parlement mag daarover vrij beslissen, maar het
lijkt me nuttig het advies van de Hoge Raad voor
economische beroepen af te wachten, dat uiterlijk
06.04 Charles Picqué , ministre (en néerlandais) :
Le Parlement est libre d' en décider mais il me
semble utile d'attendre que le Conseil supérieur des
professions économiques ait rendu son avis. Cet
CRABV 50
COM 389
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
25
over twee maand wordt verwacht.
avis devrait être rendu dans deux mois au plus tard.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.05 heures.

Document Outline