KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 388
CRIV 50 COM 388
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
13-02-2001 13-02-2001
10:15 uur
10:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE

































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i

INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Justitie over "de billijke
vergoeding" (nr. 3203)
1
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
de la Justice sur "la rémunération équitable"
(n° 3203)
1
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Justitie over "de lunaparken"
(nr. 3345)
1
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
de la Justice sur "les lunaparks" (n° 3345)
1
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Francis Van den
Eynde aan de minister van Justitie over "een
overval van een celwagen" (nr. 3358)
2
Question orale de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Justice sur "l'attaque d'un fourgon
cellulaire" (n° 3358)
3
Sprekers: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Mondelinge vraag van mevrouw Zoé Genot aan
de minister van Justitie over "de
verantwoordelijkheid voor de gezondheid van een
gevangene" (nr. 3320)
4
Question orale de Mme Zoé Genot au ministre de
la Justice sur "la prise en charge de la santé d'un
prisonnier" (n° 3320)
4
Sprekers: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Justitie over "de
schietinstallaties voor vuurwapens" (nr. 3348)
6
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de la Justice sur "les installations de tir pour
armes à feu" (n° 3348)
6
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Justitie over "de werking van
de griffies" (nr. 3357)
8
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de la Justice sur "le fonctionnement des greffes"
(n° 3357)
9
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Guy Hove aan de
minister van Justitie over "de omschakeling van
frank naar euro voor het wettelijk minimum
kapitaal" (nr. 3383)
9
Question orale de M. Guy Hove au ministre de la
Justice sur "l'impact de la conversion du franc en
euro sur le capital minimum" (n° 3383)
9
Sprekers: Guy Hove, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Guy Hove, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Geert Bourgeois
aan de minister van Justitie over "de financiering
van de erediensten en de invoering van een
kerkbelasting" (nr. 3384)
10
Question orale de M. Geert Bourgeois au ministre
de la Justice sur "le financement des cultes et
l'introduction d'un impôt philosophiquement
dédicacé" (n° 3384)
10
Sprekers:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
CRIV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
13
FEBRUARI
2001
10:15 uur
______
du
MARDI
13
FÉVRIER
2001
10:15 heures
______

De vergadering wordt geopend om 10.50 uur door
de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.50 heures par M. Fred
Erdman, président.
01 Mondelinge vraag van mevrouw Trees
Pieters aan de minister van Justitie over "de
billijke vergoeding" (nr. 3203)
01 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre de la Justice sur "la rémunération
équitable" (n° 3203)
01.01 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, op 19 januari
diende ik ook al een vraag in met betrekking tot de
billijke vergoeding.

Volgens een krantenartikel dat ik jammer genoeg
niet meer terugvind, komt er beweging in dat
dossier, althans wat betreft de vergunningen,
maar het probleem van de kunstenaars die op hun
geld wachten, is nog steeds niet opgelost.

Mijnheer de minister, kunt u terzake duidelijkheid
verschaffen?
01.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, mevrouw Pieters stelde mij al
meermaals vragen over de billijke vergoeding.

In dat verband herinner ik u aan het geschil tussen
de twee beheersvennootschappen Microcam en
Uradex, die auteursrechten van de uitvoerende
kunstenaars betwistten. Er werd nooit een
consensus bereikt omtrent de verdeelsleutel met
betrekking tot het gedeelte van de auteursrechten
die voor uitvoerende kunstenaars door Microcam
en Uradex worden ingevorderd.

Omwille van het ontbreken van een dergelijke
verdeelsleutel bleven de door Ovibel ingevorderde
auteursrechten onverdeeld; inmiddels liep het
bedrag op tot 800 miljoen.

Om uit die patsituatie te geraken heb ik bemiddeld
tussen beide vennootschappen en uiteindelijk
werd een akkoord gesloten op 31 januari 2001. Dit
akkoord werd inmiddels ondertekend. Ik heb er
evenwel mee gedreigd, mocht het niet worden
ondertekend, de vergunning van de twee
beheersvennootschappen in te trekken. Blijkbaar
was deze dreiging van doorslaggevende aard en
thans is het probleem opgelost.
01.03 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
het geld werd evenwel nog niet vrijgemaakt. Hoe
zal dat verlopen?
01.04 Minister Marc Verwilghen: Gezien het
bereikte akkoord over de verdeelsleutel, behoort
het thans tot de beheersvennootschappen om de
aangesloten kunstenaars uit te betalen. Op dat
vlak is er echter geen probleem; dat situeerde zich
voornamelijk op het niveau van de verdeling
tussen beide beheersvennootschappen en is nu
opgelost.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van mevrouw Trees
Pieters aan de minister van Justitie over "de
lunaparken" (nr. 3345)
02 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre de la Justice sur "les lunaparks"
(n° 3345)
02.01 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ingevolge de
nieuwe wetgeving op de kansspelen, gebeurt de
toekenning van een licentie door de commissie
voor de Kansspelen op basis van het aantal
13/02/2001
CRIV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
inwoners.

Het probleem is dat in een aantal regio's het
aantal inwoners erg laag is omdat velen er slechts
tijdelijk verblijven en elders zijn gedomicilieerd. In
dat verband denk ik meer bepaald aan de
kuststreek.

De veertien of vijftien licenties die de Westkust rijk
was zullen, omwille van de nieuwe
berekeningswijze, tot één worden herleid.

Sommige gemeenten, die terzake convenanten
moeten sluiten, wensen evenwel de lunaparken
die op hun grondgebied zijn gevestigd, niet te
behouden. Menen en Kortrijk bijvoorbeeld hebben
beslist het convenant niet te ondertekenen.

Mijnheer de minister, meer speciaal voor de
kustregio had ik graag vernomen wat er zal
gebeuren met vrijgekomen licenties.

Voorts had ik graag geweten of het mogelijk is
terzake in een andere verdeling te voorzien?
02.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, de redenering van de commissie voor
de Kansspelen ­ die ik overigens bijtrad en
ondersteunde ­ bestaat erin dat de wet van
7 mei 1999
het
aantal
vestigingen
voor
kansspelen van klasse II ­ de lunaparken ­
beperkt tot 180. Dat is het absolute maximum dat
kan worden bereikt.

Mevrouw Pieters, u had het in uw vraag over de
gemeenten die geen convenant wensen te sluiten.
Welnu, in dat geval vervalt de mogelijkheid tot
vestiging van een kansspelinrichting klasse II op
het grondgebied van die gemeenten; er komt dan
geen vergunning vrij en er is geen herverdeling
mogelijk. Dat is precies de autonomie die men
aan de gemeenten wou geven.

Dat blijkt ook uitdrukkelijk uit de wettekst.

Er is de opmerking in verband met de toeristen. Ik
denk niet dat dit gegeven op de juiste manier
wordt voorgesteld. Bij de berekening, zoals die in
het koninklijk besluit is toegepast, zijn de
classificaties van de gemeenten van Binnenlandse
Zaken gebruikt, die, onder andere, rekening
houden met het toeristisch karakter van bepaalde
gemeenten. Die cijfers incalculeren dit. Op basis
daarvan zijn een aantal berekeningen gemaakt
voor de 180 kansspelen van categorie 2. U weet
dat ondertussen ook een aantal kuststeden reeds
de beslissing hebben genomen om geen
convenant af te sluiten, wat natuurlijk met zich
brengt dat op die plaatsen geen inplanting tot
stand kan komen.
02.03 Trees Pieters (CVP): Mijnheer de minister,
sommige kuststeden hebben het convenant
inderdaad niet afgesloten, maar er zijn ook een
aantal kuststeden die omwille van het laag aantal
ingeschreven inwoners gewoonweg niet in
aanmerking komen. Daardoor komen daar een
groot aantal lunaparken vrij, zonder dat het hier
werkelijk over een beslissing van de
gemeentebesturen gaat.

Mijnheer de minister, wat de toeristische gebieden
betreft, vertoont de wet een aantal lacunes. Men
heeft mij gesignaleerd dat men vergeten is Aarlen,
toch een toeristische stad, in de lijst op te nemen,
zodat deze stad automatisch is uitgesloten. In
Aarlen kunnen geen lunaparken komen.

De reactie van de uitbaters is bedroevend en
tweeërlei. Zij kunnen zich niet meer vestigen.
Daarnaast moeten zij grote voorschotten betalen,
wat een gewestelijke materie is. We moeten bij de
gewesten nagaan hoe dit probleem kan worden
opgelost. Het gaat vaak over tientallen miljoenen,
die op voorhand moeten worden gestort voor de
uitbating van het jaar nadien. Dat geld is verloren
voor het bedrijf. Dit heeft een belangrijke impact
op de activiteit van bepaalde toeristische centra.

Wat de convenanten van gemeenten betreft, ga ik
volledig akkoord, maar de kuststreek is een
andere zaak.
02.04 Minister Marc Verwilghen: Collega Pieters,
we moeten altijd vertrekken vanuit de filosofie van
de wet van 7 mei 1999. Toen hebben Kamer en
Senaat gekozen voor een systeem waarbij men
de kansspelen van categorie 2 ­ de kansspelen in
het algemeen ­ op een duidelijke manier heeft
willen reglementeren. Mij valt op dat de
inventiviteit van de sector bijna grenzeloos is. Men
vlooit alles tot in de kleinste details uit in de hoop
een aantal achterpoorten in de wet te ontdekken.
Ik kan alleen maar hopen dat die er niet zijn, want
het was de wil van de wetgever om de kansspelen
tot een absoluut minimum te beperken, precies
om de gokverslaving in België te kunnen
tegengaan.

Het zijn toch impressionante cijfers als men moet
lezen dat meer dan 20.000 mensen in dit land aan
gokwoede zijn verslaafd. Wij hebben laten
berekenen wat dat voorstelt. De verzorging van
deze mensen kost de overheid vele miljarden. We
mogen niet al te gemakkelijk toegeven aan de
lokgroep van de sirenen, in deze de lokgroep van
CRIV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
de uitbaters van de lunaparken.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Francis Van
den Eynde aan de minister van Justitie over
"een overval van een celwagen" (nr. 3358)
03 Question orale de M. Francis Van den Eynde
au ministre de la Justice sur "l'attaque d'un
fourgon cellulaire" (n° 3358)
03.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op
16 januari werd aan de Coupure Rechts in Gent
op spectaculaire wijze een celwagen die op weg
was van het justitiepaleis naar de gevangenis De
Nieuwe Wandeling overvallen door een Audi en
een Peugeot met Franse nummerplaat. Het was
een brutale overval. Er werden niet minder dan
38 patronen afgeschoten op de voorruit van de
celwagen. Een begeleider en een van de
gevangenen werden gewond. De bedoeling was
zeer duidelijk. De Noord-Franse gangsters Ali
Talibi en Moussa Boukabus moesten worden
bevrijd. De overval was geslaagd. De beide
gangsters verdwenen met de Peugeot. De twee
overvalwagens reden weg in de richting van de
E17. Ondanks de Franse nummerplaten en de
afstand van 60 kilometer tot aan de Franse grens
­ men mag ervan uitgaan dat de gangsters naar
Noord-Frankrijk zijn gevlucht
­ werden de
vluchtwagens niet onderschept. Voor zover ik
weet is er tot op heden weinig vordering gemaakt
in het onderzoek.

Mijnheer de minister, ik wens een aantal, mijns
inziens, voor de hand liggende vragen te stellen.
Op 16 januari werden 5 transporten met
celwagens georganiseerd van het justitiepaleis
naar De Nieuwe Wandeling. De overvallers wisten
blijkbaar zeer goed in welke celwagen de twee
kompanen die moesten worden bevrijd zich
bevonden. De overvallers hebben zich niet vergist.
Het is, mijns inziens, gerechtvaardigd de vraag te
stellen hoe de overvallers aan die informatie zijn
geraakt. Uit de feiten blijkt dat het vervoer van
gevangenen in Gent in het bijzonder, in het land in
het algemeen, een risicovol beroep is. Werden er
reeds maatregelen genomen om die risico's te
beperken? Kunt u meedelen of het onderzoek
reeds resultaten heeft opgeleverd?

Voorzitter: Jacqueline Herzet.
Présidente: Jacqueline Herzet.
03.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, mijnheer Van den Eynde, ik heb reeds
substantieel op dergelijke vragen geantwoord naar
aanleiding van de vraag die de heer Van Parys
heeft gesteld onmiddellijk na de feiten.

Wat het gerechtelijk onderzoek met betrekking tot
deze overval betreft, kan ik geen inlichtingen
geven omdat het onderzoek nog volop aan de
gang is. In de huidige omstandigheden is het niet
aangewezen hierover uit te weiden.

Ik wens te beklemtonen dat er drie maatregelen
werden genomen.

Ten eerste, ik had me geëngageerd om elf zwaar
gepantserde celwagens te laten bestellen. Het
merkwaardige was immers dat de celwagens niet
volgens een gestructureerd patroon werden
aangeschaft. Dat wil zeggen dat men voornamelijk
ook investeerde in gepantserde celwagens. In de
realiteit beschikken we er slechts over een drietal.
Daar komen er nu elf bij. We zullen er dus
veertien hebben zodat binnen elke provincie het
gedetineerdentransport met hoog veiligheidsrisico
op aangepaste wijze kan worden uitgevoerd. Dat
betekent een investering van zestig miljoen
Belgische frank. Dit bedrag zit nu bij het pakket
van de budgetcontrole om toegewezen te krijgen.

Ten tweede, ik heb ondertussen ook met de
penitentiaire administratie en de politiediensten
een onderhoud gehad om een
knelpunteninventaris op te stellen. Ik moet u
eerlijkheidshalve bekennen dat er daarover op het
terrein nogal wat verschillende meningen bestaan.
De politiediensten zijn van oordeel dat het
gevangenentransport aan hen dient te worden
toevertrouwd wanneer er bijzondere risico's aan
verbonden zijn en er extra bewaking moet worden
geleverd. Wanneer het echter gaat over een
gewoon gevangenentransport, zonder bijkomende
risico's, zijn ze van oordeel dat het penitentiair
personeel dat zou kunnen doen.

Het penitentiair personeel heeft er een andere
mening over. U kent de traditionele tegengestelde
houdingen en we stellen nu een
knelpunteninventaris op, samen met de
penitentiaire overheid en de federale politie om
voor die problematiek oplossingen te kunnen
vinden. Ik heb trouwens ook de magistratuur
daarbij betrokken omdat onder meer tot uiting is
gekomen dat, wanneer men zeker weet dat een
zitting zal plaatsgrijpen, men dan effectief een
inspanning kan doen. In het verleden ­ en dat was
een frustratie van de politiediensten ­ dienden zij
soms het vervoer te doen, terwijl eigenlijk al
geweten was dat de zaak niet zou worden
behandeld, maar zou worden uitgesteld. In die
13/02/2001
CRIV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
omstandigheden is dat driehoeksoverleg nodig en
moet die knelpunteninventaris ons toelaten voor
eens en voor altijd de juiste oplossingen aan te
reiken.

Ten derde, twee proefprojecten die werden
opgestart zullen worden uitgevoerd. Aan de ene
kant is dat de digitalisering van het strafdossier.
Dat wil zeggen dat de gedetineerde zijn dossier
kan inkijken van in de gevangenis zonder hij moet
worden overgebracht naar de griffie, zeker
wanneer dat iemand is die een hoog risico
inhoudt. Aan de andere kant wordt er gewerkt aan
de mogelijkheid tot ondervraging via video-
conferencing vanuit de gevangenis. Het eerste
project loopt in Charleroi, het project van de video-
conferencing loopt in Leuven. In het buitenland, in
Groot-Brittannië, heb ik dergelijk systeem bekeken
en ik heb me ervan kunnen overtuigen dat op
termijn de voorleiding van gedetineerden daardoor
moet kunnen worden beperkt, met de absolute
zekerheid dat de rechten van eenieder op
dezelfde wijze worden gerespecteerd, maar
waarbij tegelijkertijd het veiligheidsrisico tot een
minimum kan worden beperkt.
03.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mevrouw de voorzitter, de vraag van collega Van
Parys was aan mijn aandacht ontsnapt. Ik bedank
de minister voor zijn uitgebreid antwoord. Ik heb
alle begrip voor het feit dat hij niets kan zeggen
over het lopend onderzoek. Ik wou alleen maar
zijn aandacht vestigen op wat mij - en hem
ongetwijfeld ook - in deze zaak zorgen baart, met
name het feit dat de gangsters, de overvallers,
precies wisten welke wagen ze moesten
aanvallen. Dat is iets dat toch een beetje
angstwekkend is. Het onderzoek zal daarover
misschien ook duidelijkheid brengen.
03.04 Minister Marc Verwilghen: Ik heb zwaar
getild aan het incident. Ik heb dat ook laten weten.
Op dat ogenblik hebben immers een aantal
mensenlevens op het spel gestaan.

Ik heb het dan niet alleen over het leven van de
bestuurder van de wagen, maar ook over het
leven van de escorte politieagenten en van de
andere passagiers van de celwagen. Ik zie dus
wel degelijk de ernst in van het incident.
Overigens, ik huiver wanneer ik het
professionalisme vaststel waarmee de raid is
uitgevoerd. Dat is ook een van de redenen
waarom er extra is geïnvesteerd in gepantserde
celwagens voor hoog risicovol transport. Zowel de
parketmagistraten als de beleidsmensen van het
gevangeniswezen beseffen zeer goed wat de
risico's zijn. In ieder geval zullen zij erover waken
dat er voortaan gebruik gemaakt wordt van
dergelijke celwagens.

Voor het overige denk ik ook dat het gerechtelijk
onderzoek moet aantonen of de nodige
voorzichtigheid aan de dag is gelegd.
Desgevallend zal daaruit kunnen worden
geconcludeerd welk vlees men in de kuip had en
wat zij van plan waren. We zouden echter op het
onderzoek vooruitlopen als we ons daarover
vandaag uitspreken.

L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question orale de Mme Zoé Genot au
ministre de la Justice sur "la prise en charge de
la santé d'un prisonnier" (n° 3320)
04 Mondelinge vraag van mevrouw Zoé Genot
aan de minister van Justitie over "de
verantwoordelijkheid voor de gezondheid van
een gevangene" (nr. 3320)
04.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Madame la
présidente, monsieur le ministre, s'il s'agissait
d'une république bananière, je vous parlerais de
prisonniers politiques, de dossiers montés, de
peines disproportionnées, de tabassages en règle,
mais comme il s'agit de la Belgique et que je ne
suis pas spécialisée en dossiers relevant de la
justice, peut-être pourriez-vous m'expliquer ce que
de plus en plus de personnes ont tendance à
appeler le délit de solidarité?

Comment une personne qui a participé à une
manifestation, après l'expulsion douteuse de
Tziganes, écope-t-elle d'un an de prison ferme?
Vous me rétorquerez sans doute qu'il s'agit d'un
individu très dangereux. Désolée, il a opté pour
une forme de résistance radicale mais non
violente. Il est resté neuf jours en prison,
nettement plus qu'un M. Riga, parce qu'il ne s'est
pas rendu à son procès.

Vous n'allez peut-être pas me croire, mais il ne
s'est pas rendu compte qu'il était convoqué à un
procès, en l'occurrence le sien. Il était absent
lorsqu'on lui a apporté la convocation. On lui a
donc laissé une invitation à se rendre au
commissariat, mais pénible pour lui expliquer qu'il
s'agissait d'une invitation à son procès! Le
langage juridico-policier n'est pas toujours des
plus accessibles. Ne s'étant pas rendu à son
procès, il ignorait avoir été condamné et a donc
été étonné de se faire arrêter. Il a demandé la
raison de cette arrestation. Pour seule réponse,
des coups! Il arrive donc déjà en triste état en
prison, furieux, ne comprenant pas les raisons de
CRIV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
sa détention. Il décide d'entamer une grève de la
faim et de la soif.

A cet égard, je me demande quel type de suivi
médical est prévu pour ces détenus qui suivent
une grève de la faim et de la soif, ce qui est assez
particulier. Est-il vrai que le médecin de la prison
est tenu au courant au jour le jour si certains
détenus ne s'alimentent pas? Lorsque j'ai
rencontré le détenu, le vendredi 2 février, il était
déjà mal en point: un oeil mauve, les mains bleues
et boudinées... Après trois jours de détention, il
n'avait toujours pas vu de médecin. Il avait passé
un certain temps au cachot et on l'en avait sorti,
afin qu'il ne meure pas de froid. C'est gentil!
Laisser un détenu suivant une grève de la faim et
de la soif sans suivi médical pendant plus de
70 heures est-il acceptable? Certains médecins
me disent qu'après 48 heures, des accidents
peuvent déjà survenir, à savoir des problèmes
rénaux ou de déshydratation. Lui devra donc
attendre plus de quatre jours et demi avant de
bénéficier d'un suivi médical.

Lorsqu'un médecin extérieur est appelé, combien
de temps faut-il prévoir pour que l'autorisation
parvienne à ce dernier? Dans le cas qui nous
occupe, il n'a pu venir que le lundi, soit une
semaine après l'arrestation. Voulait-on permettre
aux hématomes de se résorber? En tout cas, cela
ne permet pas un excellent examen.

Le prisonnier avait refusé de porter une blouse
blanche pour se rendre au parloir. Manifestement,
cela n'a pas plu. Quelles sont les sanctions
prévues lorsqu'un détenu refuse de se plier au
règlement? Des punitions corporelles sont-elles
prévues? La question peut paraître bizarre, mais
les faits sont assez interpellants.

Donc, si l'un ou l'autre fonctionnaire constate
qu'un détenu a été frappé, quelle attitude doit-il
adopter? Le conflit du port d'un tablier pour se
rendre au parloir est-il suffisant pour ne pas
permettre à un détenu de rencontrer son avocat?
De plus, peut-on dire à ce dernier que le détenu
refuse de le voir? Quels sont les résultats de
l'enquête que vous aviez demandée? Quelles
sanctions envisagez-vous de prendre vis-à-vis des
violences physiques exercées par les gardiens, y
compris devant ses avocats?

A la suite de l'étude de l'ULB et de la VUB sur la
violence dans les prisons, le ministère de la
Justice aurait estimé que ladite étude révèle
moins de violence dans les prisons qu'on ne le
supposait et aucune violence des agents
pénitentiaires à l'égard des détenus, si ce n'est
une violence occasionnelle, excessive dans les
occasions de crise.

J'espère que de tels propos n'engendreront pas
un sentiment d'impunité. Il est d'autant plus
important que vous réagissiez et que vous
indiquiez clairement aux représentants de l'Etat
qu'ils ne peuvent nullement avoir recours à la
violence.
04.02 Marc Verwilghen, ministre: Madame la
présidente, madame Genot, ma réponse
comprendra deux volets. Au préalable, je dois
vous informer qu'en ma qualité de ministre de la
Justice, je ne donne jamais de réponse
concernant les cas individuels. C'est une politique
que mes prédécesseurs et moi-même respectons
pour des raisons qui me semblent évidentes, mais
je vous comprends, car vous n'êtes pas membre
régulier de la commission de la Justice.

D'autre part, je ne voudrais laisser planer aucun
doute quant aux enquêtes que je fais mener
chaque fois qu'il y a soupçon d'irrégularité. En
réaction à un courrier de divers parlementaires et
de l'avocat du concerné, j'ai effectivement
ordonné une enquête.

J'ai effectivement ordonné une enquête qui est
actuellement en cours. S'il devait ressortir de cette
enquête que des irrégularités ont effectivement
été commises, j'en tirerai les conclusions qui
s'imposent. Cependant, je ne peux anticiper et
répondre aujourd'hui à toutes vos questions. Je
souhaite, au préalable, obtenir le plus de détails
possibles sur ce dossier, ce dans l'intérêt de
toutes les personnes concernées. Mais soyez
convaincue que j'informerai les parlementaires qui
m'ont écrit ainsi que l'avocat concerné dès que je
serai en possession de tous les éléments.

Je tenterai, dans la deuxième partie de mon
intervention, de répondre, non seulement à
quelques-unes de vos questions mais aussi de
façon générale.

Votre première question avait trait aux soins
médicaux lors d'une grève de la faim ou de la soif.
Les détenus qui font une grève de la faim
reçoivent tous les soins médicaux nécessaires. Il
va de soi que la qualité de ces soins ne peut être
différente de celle accordée aux patients
ordinaires. Lorsqu'un détenu déclare entamer une
grève de la faim, le médecin en est
immédiatement informé et est tenu régulièrement
au courant.

J'en viens maintenant à votre question relative aux
13/02/2001
CRIV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
formalités à remplir pour demander l'assistance
du médecin de son choix. Pour faire venir le
médecin de son choix à la prison, quelques
formalités doivent effectivement être remplies.
Cependant, cela ne peut pas prendre des jours.
Selon les règles en vigueur, c'est le détenu qui
doit prendre lui-même contact avec son médecin.
Dans la pratique, l'autorisation écrite doit être
envoyée par La Poste au médecin concerné.
Dans ce cas précis, il faudrait peut-être voir s'il
n'est pas possible d'accélérer la procédure en
faisant appel aux moyens techniques modernes
comme le fax, par exemple.

En ce qui concerne les sanctions disciplinaires, le
règlement général des établissements
pénitentiaires contient diverses dispositions
relatives au régime disciplinaire. Les détenus
peuvent, selon la gravité de l'infraction, être punis
et être privés de certaines faveurs (accès à la
cantine, travail, lecture, visites, correspondance)
ou être placés dans une cellule disciplinaire pour
une durée de neuf jours maximum. Il va de soi
qu'aucune peine corporelle n'est prévue ou
autorisée. Si un fonctionnaire constate qu'un
détenu a été ou est frappé, il doit au moins en
informer ses supérieurs. En outre, l'article 29 du
Code d'instruction criminelle oblige les
fonctionnaires à informer le ministère public s'ils
ont connaissance d'infractions.

Votre cinquième question portait sur le port d'un
tablier. L'article 24 du même règlement général dit
clairement que les avocats peuvent entrer
librement en liaison avec leur client à toute heure
de la journée. Si le détenu oppose un quelconque
refus, cela ne change rien. Toutefois, la direction
devra évaluer, en cas d'accident, dans quel cadre
cet entretien peut avoir lieu: dans la cellule du
détenu ou derrière une vitre.

Votre sixième question avait trait aux mesures
envisagées à l'égard des gardiens, membres du
personnel qui auraient eu recours à la violence
physique. Vous faisiez sans doute référence au
dossier concret qui vous occupe. En tout cas,
chaque fait de ce type, porté à ma connaissance,
fait l'objet d'une enquête approfondie. Si des
membres du personnel se rendent coupable
d'actes de violence physique, une procédure
disciplinaire sera entamée sans préjudice
d'éventuelles poursuites judiciaires.

Madame, j'ai ainsi tenté de répondre à vos
questions sans pour autant faire référence à un
quelconque dossier personnel faisant encore
actuellement l'objet d'une enquête.
04.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Madame la
présidente, je remercie le ministre pour sa
réponse.

J'ai pris acte qu'une enquête était en cours.
J'espère qu'elle portera tant sur la problématique
de l'accès à la médecine que sur celle des
violences.

Votre idée, monsieur le ministre, visant à utiliser le
fax pour s'adresser au médecin me semble
particulièrement intéressante. Il est clair que
plusieurs jours sont parfois perdus en raison du
week-end. Or lorsque l'on fait appel à un médecin,
ce n'est pas pour qu'il vienne vous rendre visite
quatre ou cinq jours plus tard.

J'espère que cette enquête pourra être menée
dans des délais relativement raisonnables.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Jo
Vandeurzen aan de minister van Justitie over
"de schietinstallaties voor vuurwapens"
(nr. 3348)
05 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de la Justice sur "les installations de tir
pour armes à feu" (n° 3348)
05.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mevrouw de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het is
mij uiteraard bekend welke redenen de minister
en de wetgever ertoe gebracht hebben de
wapenwet te wijzigen en de reglementering voor
de schietinstallaties aan te passen. Vorige week
hebben de Limburgse schuttersgilden echter
alarm geslagen. De schutterijen blijken in onze
regio en in Nederlands Limburg vrij sterk verspreid
te zijn. Deze verenigingen hebben blijkbaar het
koninklijk besluit van 13 juli 2000 ontdekt. Dat
koninklijk besluit behandelt de reglementering
waaraan schietinstallaties voor vuurwapens
moeten voldoen. Uiteraard werd dit koninklijk
besluit opgesteld met een heel ander soort
schietinstallatie voor ogen dan die welke door de
schutterijen wordt gebruikt. Zij maken zich toch
ongerust omdat de toepassing van dit koninklijk
besluit voor hen een aantal moeilijkheden met zich
brengt. Ik heb een gesprek gehad met een aantal
verantwoordelijken. Niet iedereen valt qua type
wapen dat men gebruikt onder deze wetgeving.
Het gaat dus wel degelijk om diegenen die binnen
het toepassingsgebied van dit koninklijk besluit
vallen.

Mijnheer de minister, ik heb de vrijheid genomen u
CRIV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
gisteren nog een verduidelijking te faxen. Dit is
misschien een kwestie van goede communicatie
en dan moet er geen heel dossier worden
opgesteld om een aantal zaken uit te klaren. De
mensen maken zich ongerust en ik heb een aantal
situaties aangegeven waarvan de ene mij al
belangrijker lijkt dan de andere. Ten eerste moet
men nu elk jaar een attest van goed zedelijk
gedrag voorleggen. Dat brengt een aantal kosten
met zich. Onder de zestien jaar zal men niet meer
mogen deelnemen aan de activiteiten. Men heeft
mij erop attent gemaakt dat onder de vorige
regelgeving het gebruik van wapens verboden
was onder de achttien jaar, maar dat er in de
bijbehorende circulaire sprake was van een
verzachting van dit verbod in het kader van een
opleiding. Voor de betrokkenen gaat het om een
sport die ook deels tot de folklore behoort. Er stelt
zich nu een probleem in verband met de
opleidingen. Er is nu ook een regeling met
betrekking tot de aanwezigheidsregisters. Men
heeft mij meegedeeld dat dit praktisch gezien wel
te organiseren valt. Dit is dus niet het grootste
knelpunt. Het alcohol- en rookverbod brengt een
aantal praktische problemen mee maar men ziet
ook in dat dit relevant is en dus gerespecteerd
dient te worden.

Eén van de grootste problemen doet zich voor in
verband met het tijdelijk ter beschikking stellen
van vuurwapens. Daarom heb ik gisteren nog een
bijkomende vraag geformuleerd, waarvoor mijn
excuses. Dit lijkt mij immers de kern van de
discussie te zijn. Een aantal geweren zijn
eigendom van de gilden en zijn geregistreerd op
naam van een vergunninghouder. De vraag is of
alle leden van de club die gerechtigd zijn de
schietstand te betreden van deze wapens gebruik
kunnen maken? Is het in het andere geval
mogelijk dat deze mensen een vergunning krijgen
zonder dat zij eigenaar moeten zijn van een
wapen? Tot slot deelt men mij mee dat dit dossier
nogal prijzig is, ook in verband met het aanvragen
van de erkenning. Blijkbaar is dit afgestemd op
mensen die dit in het commerciële circuit doen.
Hier gaat het om vrijwilligerswerk, sport of
recreatie. Dit dossier is echter zeer prijzig als men
de erkenning moet aanvragen.

Mijnheer de minister, kunt u deze problemen
inschatten? Is het mogelijk om hier op een of
andere manier een oplossing voor te vinden?
Moet hierover overleg worden gepleegd?
05.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw de
voorzitter, de vraag van de heer Vandeurzen
verheugt mij omdat ze verduidelijking kan brengen
en de onrust in de sector kan kanaliseren of
eventueel zelfs tot oplossingen kan leiden.

Voorzitter: Fred Erdman.
Président: Fred Erdman.

Het belang van controle op schietinstallaties voor
vuurwapens was een aanbeveling van de
parlementaire onderzoekscommissie Bende Van
Nijvel-bis. Men zag mettertijd in dat de schietstand
een ontmoetingsplaats kan zijn voor mensen die
minder goede bedoelingen met de sport hebben.
Daarom trad op 13 juli 2000 een koninklijk besluit
in werking dat in het kielzog van de aanbevelingen
van de parlementaire onderzoekscommissie tot
stand kwam.

Inzake de problematiek van de schuttersgilden
mag men niet uit het oog verliezen dat de huidige
gesignaleerde problemen niet het gevolg van het
koninklijk besluit zijn, maar van de reeds
jarenlange niet correct gehanteerde toepassing
van de wapenwetgeving. Ik geef terzake een
aantal voorbeelden.

Ten eerste, het zou gebruikelijk zijn dat de door de
gilden gebruikte vuurwapens vergunningsplichtige
verweerwapens zijn die eigendom van de
betrokken vereniging zijn en ter beschikking van
de leden worden gesteld. Dat is altijd een
onwettige praktijk geweest, die nu naar aanleiding
van het nieuw koninklijk besluit aan het licht komt.
Dit feit werd dus niet door het koninklijk besluit in
het leven geroepen, maar kon pas worden
vastgesteld na het in werking treden van het
koninklijk besluit, dat een aantal controles
verplicht stelt. In de wet werd altijd duidelijk
bepaald dat men voor het bezit en het gebruik van
een verweerwapen een persoonlijke vergunning
moet hebben. Het is aanvaardbaar dat de
voorlopige vergunning als noodoplossing wordt
gebruikt, zoals reeds bij traditionele schietingen in
de Oostkantons het geval is. Het is in elk geval
geen definitieve regeling.

Ten tweede, het verplicht getuigschrift van goed
gedrag en zeden is het instrument dat de uitbater
en dus ook de organisator in staat stelt na te gaan
of veroordeelde personen eventueel van zijn
installatie gebruik maken om met vuurwapens om
te gaan. Hierin speelt de persoonlijke
verantwoordelijkheid van de uitbater een rol. Dit
werd in de wet vastgelegd.

Minderjarigen onder 16 jaar mogen niet
deelnemen. Dat is een bewuste keuze, die logisch
is als men voor ogen houdt dat voor het behalen
van een rijbewijs voor de wagen de
minimumleeftijd op achttien jaar wordt bepaald en
13/02/2001
CRIV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
op zestien jaar voor het behalen van een rijbewijs
voor de bromfiets. Dit geldt zeker voor
vuurwapens. Vanaf zestien jaar mag men schieten
met het wapen van een derde. Vanaf achttien jaar
kan men zelf een vergunning krijgen. Men kan
zelfs stellen dat het schieten met vuurwapens
tegen de geest van de wetgeving op de
strafrechtelijke bescherming van minderjarigen
ingaat, een wet die trouwens onlangs werd
goedgekeurd.

Ten derde, inzake het schuttersregister is het
inderdaad onzinnig dat dit in de praktijk wordt
ingevuld zoals dat in een klassieke, gesloten en
permanente schietstand gebeurt. De betreffende
schutters lopen immers voortdurend van binnen
naar buiten en omgekeerd, afhankelijk van de
aard van het evenement. Het kan volstaan dat hun
gegevens of zelfs alleen hun rijksregisternummer,
waaruit alle gegevens gemakkelijk kunnen worden
afgeleid, slechts éénmaal worden genoteerd bij
het begin van hun deelname. Deze problematiek
kan op die manier worden opgelost.

Het alcoholverbod geldt alleen voor de schutters
die hun activiteit nog niet hebben beëindigd. Het
rookverbod geldt alleen op de plaatsen waar wordt
geschoten. Dat lijkt mij redelijk te zijn. Als rijden
onder invloed verboden is, is het evident dat
schieten onder invloed dat zeker is. Op de
plaatsen waar met munitie wordt omgegaan, is
roken uit den boze. Daar moet ik geen tekening bij
maken.

Er kan geen probleem rijzen als alleen de
organisator munitie ter beschikking mag stellen
van een persoon die zelf geen munitie meebrengt.

Tot slot is het niet zo dat de aanvragen van een
erkenning onoverkomelijk duur zouden zijn. Voor
een erkenning van onbepaalde duur is het een
eenmalige investering van 20.000 frank en
bovendien is de erkenning zelfs gratis wanneer
het een eenmalige, jaarlijkse activiteit betreft.
Wanneer een aanvraagdossier onvolledig blijkt te
zijn, hoeft men niet opnieuw te betalen. De
bevoegde overheid zal in dat geval contact
opnemen om de nodige bijkomende informatie te
vragen.

Mijnheer Vandeurzen, de verdienste van uw
vragen is dat men de onrust op het terrein voor
een stuk kan wegnemen. Een aantal zaken kan
praktisch worden opgelost. Voor andere zaken is
de wet van toepassing. De wet moet
daadwerkelijk worden uitgevoerd, anders heeft het
geen zin een reglementering inzake de
schietinstallaties voor vuurwapens tot stand te
brengen. Ik weet dat de meerderheid de sport
beoefent met nobele doeleinden, maar spijtig
genoeg is enige waakzaamheid noodzakelijk. Ik
herinner terzake aan de vaststellingen van de
parlementaire onderzoekscommissie.
05.03 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
minister, dank u voor dit antwoord. Uiteraard kan
ik vele antwoorden begrijpen, maar ik wil toch nog
wel voor iets enige aandacht vragen. Het gaat hier
over niet klassieke schietstanden zoals wij ons die
voorstellen, namelijk gesloten schietstanden. Het
gaat hier echt over een stuk folklore en traditie dat
nog bestaat in onze regio en dat ligt toch op een
ander niveau dan wat de wetgever wellicht voor
ogen had toen deze regels ­ terecht - werden
gemaakt.

Ik wil toch uitdrukkelijk vragen of er geen formule
bestaat die hier kan worden gehanteerd. Als ik de
minister goed begrijp, komt het erop neer dat
schutterijen, met een traditie van tientallen of
honderden jaren, hun hobby niet meer kunnen
beoefenen zonder dat de schutters eigenaar zijn
van een geweer. In die groepen is dat helemaal
niet zo: daar beschikt de club over enkele
geweren. Natuurlijk is er geen probleem om de
schutters een vergunning te laten aanvragen. Als
u echter beweert dat een vergunning persoonlijk is
en dat u maar alleen mag schieten met een
geweer dat uw eigendom is, betekent dit het einde
van de schuttersgilden. Dat is het centrale punt in
deze discussie. Voor alle andere zaken hebt u
terecht verwezen naar overwegingen die u deden
besluiten om niet af te wijken van de regeling,
maar als u op dit punt uw standpunt ne varietur
handhaaft, hebben die mensen terecht een
paniekkreet laten horen, want dan is het gedaan
met hun hobby. Ik kan mij niet indenken dat het de
bedoeling was aan dergelijke activiteiten abrupt
een einde te maken. Dat is de vraag. Misschien
kunt u nu niet onmiddellijk antwoorden, maar is
het niet mogelijk dat enkele mensen hierover een
onderhoud kunnen hebben met u of met mensen
van uw kabinet, om na te gaan of uw standpunt zo
onverbiddelijk moet zijn? Dit zijn allen zeer
zachtaardige en vriendelijke mensen.
05.04 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer
Vandeurzen, ik kan u geruststellen. Ik heb gezegd
dat het een aanvaardbare noodoplossing was die
bij voorbeeld voor de traditionele schietingen in de
Oostkantons werd toegepast. Ik ben bereid met
die mensen daarover een onderhoud te hebben
om te zien hoe wij tot een oplossing kunnen
komen. Ik kan echter niet eisen dat voor andere
schietstanden wordt afgeweken van de wet en van
het koninklijk besluit, dat is vrij duidelijk.
CRIV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Jo
Vandeurzen aan de minister van Justitie over
"de werking van de griffies" (nr. 3357)
06 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de la Justice sur "le fonctionnement
des greffes" (n° 3357)
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ook tijdens de
vorige legislatuur fascineerde het mij reeds dat
een aantal griffies van politierechtbanken - zoals
Beringen en Sint-Truiden voor het gerechtelijk
arrondissement Hasselt en Genk en Maaseik voor
de politierechtbank van het gerechtelijk
arrondissement Tongeren
- alleen in de
voormiddag open zijn. Dat is zeer merkwaardig.
Historisch is daar misschien wel een reden voor,
maar voor degenen die deze situatie niet kennen,
leidt dat tot soms merkwaardige toestanden. Men
tekent te laat beroep aan, omdat men gewoon niet
weet dat sommige griffies maar een halve dag
beschikbaar zijn om beroep aan te tekenen.

Door uw voorgangers werd aangekondigd dat
men dit koninklijk besluit zou wijzigen en dat lijkt
mij vanuit het oogpunt van klantvriendelijkheid
voor de rechtzoekende niet meer dan juist.
Budgettair heeft dit bovendien geen enkele
weerslag. Ik blijf mij erover verbazen dat hierin
weinig of niets gebeurt.

Zult u het koninklijk besluit van september 1979
wijzigen? In welke zin zult u dit doen? Kunnen wij
vernemen wanneer dit zal gebeuren?
06.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, ik deel de mening van de heer
Vandeurzen. U weet, mijnheer Vandeurzen, dat de
hervorming van de gerechtelijke kantons in
werking moet treden tegen 1 september 2001 en
tegen die datum zal ik de aanpassing hebben
doorgevoerd. Thans loopt er echter nog een
onderzoek.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer Guy Hove aan
de minister van Justitie over "de omschakeling
van frank naar euro voor het wettelijk minimum
kapitaal" (nr. 3383)
07 Question orale de M. Guy Hove au ministre
de la Justice sur "l'impact de la conversion du
franc en euro sur le capital minimum" (n° 3383)
07.01 Guy Hove (VLD): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, door het koninklijk besluit
van 20 juli 2000 betreffende de invoering van de
euro in de wetgeving, zijn vennootschappen van
wie het maatschappelijk kapitaal precies gelijk is
aan het wettelijk minimumkapitaal, verplicht een
kapitaalverhoging door te voeren.

Het minimumkapitaal voor een BVBA bedraagt
thans 18.600 euro, hetzij 750.322 frank en voor
een NV is dat 62.000 euro, hetzij 2.501.074 frank.
Dat betekent dat een aantal vennootschappen
verplicht zijn een -
weze het minimale
-
kapitaalverhoging door te voeren die evenwel niet
kosteloos is, meer bepaald voor de
vennootschappen die geen gebruik kunnen
maken van de vereenvoudigde procedure zoals
bepaald in artikel 47 van de eurowet.

Mijnheer de minister, denkt u eraan de bij wet
bepaalde bedragen naar beneden te laten
afronden, rekening houdend met het
basisbeginsel dat de invoering van de euro een
neutrale operatie moet zijn of mogen wij andere
initiatieven in die richting verwachten?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, dit is een zeer technische
aangelegenheid, maar de vraag is belangrijk in die
zin dat ik merk dat terzake verkeerde informatie
de wereld werd ingestuurd, onder andere via de
pers.

Het koninklijk besluit van 20 juli 2000 heeft in een
aantal bepalingen de frank omgezet in euro. Zo
werd onder meer het maatschappelijk
minimumkapitaal van een reeks vennootschappen
aangepast. Deze omzetting gebeurde volledig
overeenkomstig de regels die werden uitgewerkt
door het Comité Administratie Euro en de
bedragen voor de verschillende vennootschappen
worden in euro uitgedrukt.

Artikel 47 van de eurowet van 30 oktober 1998
voorziet in een vereenvoudigde procedure om de
statuten te wijzigen naar aanleiding van de
omzetting van frank naar euro. Dit artikel laat een
kapitaalverhoging toe door incorporatie van de
reserves, uitgiftepremies, herwaarderings-
meerwaarde of van overgedragen winst, maar niet
door nieuwe inbreng omdat zulks voor problemen
zorgde bij de naleving van de tweede Europese
vennootschapsrichtlijn.

Een hele reeks ondernemingen beschikken
evenwel niet over reserves, uitgiftepremies,
herwaarderingsmeerwaarden of overgedragen
13/02/2001
CRIV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
winst, maar hebben te kampen met verlies. Dat
betekent dat zij, om zich aan te passen aan de
verhoging van het minimumkapitaal door
voormeld euro-koninklijk besluit, de verhoging
zullen moeten doorvoeren door inbreng van
nieuwe middelen. Bijgevolg kunnen zij geen
gebruik maken van de faciliteiten van voornoemde
eurowet en moeten zij een klassieke
statutenwijziging doorvoeren, met alle daaraan
verbonden meerkosten die snel oplopen tot enkele
duizenden franken.

Rekening houdend met het basisbeginsel dat de
invoering van de euro een neutrale operatie dient
te zijn die ten aanzien van betrokkenen geen of
hoogstens een minimale impact mag hebben wat
betreft de eraan verbonden kosten, werd besloten
de in euro vermelde bedragen in het euro-
koninklijk besluit en die betrekking hebben op het
minimumkapitaal van een reeks
vennootschappen, te verlagen. Derhalve wordt bij
de omvorming van frank naar euro van de
bedragen houdende het minimumkapitaal van de
voormelde vennootschappen, voor de
ondernemingen een kosteloze operatie
doorgevoerd. En dat stemt overeen met het
basisbeginsel omtrent de neutraliteit van de
operatie, zoals bij wet bepaald.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Mondelinge vraag van de heer Geert
Bourgeois aan de minister van Justitie over "de
financiering van de erediensten en de invoering
van een kerkbelasting" (nr. 3384)
08 Question orale de M. Geert Bourgeois au
ministre de la Justice sur "le financement des
cultes et l'introduction d'un impôt
philosophiquement dédicacé" (n° 3384)
08.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, collega's,
alhoewel het nog geen komkommertijd is, kwam
naar aanleiding van de beleidsnota van de
bisschop van Gent de financiering van de
erediensten en de invoering van de kerkbelasting
opnieuw ter sprake. In de nota ­ die ik overigens
niet heb gelezen ­ denkt de bisschop vooruit over
mogelijkerwijs verminderde toelagen voor de
katholieke eredienst. De bisschop denkt onder
meer aan het verzilveren van onroerend goed om
de lekenhelpers in de katholieke kerk te kunnen
bezoldigen. De beleidsnota 2000 van de minister
van Justitie ­ in de nota 2001 heb ik over de
problematiek niets teruggevonden ­ stelt een
doorlichting van het budget voor de financiering
van de erediensten in het vooruitzicht met
betrekking tot de bezoldiging van de bedienaars
van de erkende erediensten.

Mijnheer de minister, ik wens terzake een aantal
vragen te stellen. Overweegt de regering een
herziening van de financiering van de erediensten.
Ik wijs erop dat artikel 181 van de Grondwet niet
voor herziening vatbaar is. Dit artikel bevat
duidelijke regels. Mensen als Rik Torfs stellen dat
er in het licht van de huidige Grondwet niets kan
veranderd worden. Denkt de regering ­ als ze een
herziening overweegt ­ aan bepaalde opties?
Werd het budget voor de bezoldiging van de
bedienaren van de erkende erediensten
doorgelicht? Zo ja, wat is het resultaat?

Mijnheer de minister, wat is uw standpunt inzake
de invoering van een kerkbelasting? Europa kent
heel wat verschillende systemen van
kerkbelasting.

Kunt u de huidige bezoldiging van de katholieke
parochieassistenten, de leken toelichten? Als ik
me niet vergis worden zij reeds bezoldigd door de
overheid. Kunt u terzake duidelijkheid brengen?
Sinds wanneer worden de leken bezoldigd?
Hoeveel mensen worden bezoldigd? Kunt u
bedragen vermelden?
08.02 Minister Marc Verwilghen: Mijnheer de
voorzitter, collega's, bij haar aantrede heeft de
regering ervoor gekozen in eerste instantie niet te
raken aan artikel 181 van de Grondwet. Dit was
trouwens onmogelijk omdat de constituante dit
artikel niet voor herziening vatbaar had verklaard.
Bovendien was het niet de wens van de regering
dit artikel te wijzigen. De regeerverklaring bevat
terzake geen bemerkingen. Hervormingen inzake
de financiering van erkende erediensten en de
niet-confessionele levensbeschouwing staan niet
geagendeerd.

Vooraleer het debat over de kerkbelasting te
voeren, heeft de regering beslist prioriteit te geven
aan de dossiers die in uitvoering van artikel 181
nog hangende waren, onder meer het op gelijke
voet plaatsen van niet-confessionele
levensbeschouwelijke gemeenschappen met
erkende erediensten en de uitvoering van de
implementatie van de islam na de organisatie van
de verkiezing van 13 december 1998 van een
representatief orgaan van de islamitische
eredienst. Op het ogenblik dat deze dossiers
zullen zijn afgerond, kan een onderzoek waarvan
een doorlichting van de financiële stromen een
element is, worden aangevat inzake de
problematiek van de financiering van de erkende
erediensten en de niet-confessionele
CRIV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
levensbeschouwing. De problematiek is bijzonder
complex. Niet alleen de federale overheid is
betrokken partij maar ook de gemeenschappen,
de gewesten en de lokale overheden. Gelet op de
complexiteit van het dossier, moet het duidelijk
zijn dat de kerkbelasting slechts een van de opties
is die zou kunnen worden onderzocht.

Wat de vraag inzake de bezoldiging van de
parochieassistenten betreft, kan ik meedelen dat
de parochieassistenten sinds 1997 door de
overheid worden bezoldigd. De voorwaarden zijn
dezelfde als voor de bedienaars van
de
erediensten. Het kader telt 260
parochieassistenten. Op dit ogenblik zijn
173 plaatsen effectief ingenomen. Jaarlijks maakt
de kerkelijke overheid de behoeften bekend. In
2001 worden 87 aanwervingen voorzien en
6 afvloeiingen.

Op dit ogenblik wordt 135,8 miljoen Belgische
frank ten laste van de begroting van het ministerie
van Justitie uitgegeven voor de weddenlast. Indien
alle vacante plaatsen ingevuld zouden zijn,
impliceert dit een bedrag van 204,1 miljoen. Er is
geen afzonderlijke subrubriek binnen de begroting
voor de parochieassistenten. Ik heb te uwer
informatie ook nog een gedetailleerde lijst mee,
waarin deze cijfers ook nog eens opgesplitst
worden. Indien u dit wenst kan ik u die ter
beschikking stellen.
08.03 Geert Bourgeois (VU&ID): Mijnheer de
minister, dat was een duidelijk antwoord en ik heb
daar niet veel aan toe te voegen. Ik heb dus
begrepen dat de doorlichting die u aankondigde in
uw beleidsnota 2000 nog niet heeft plaatsgehad.
U wacht dus af totdat de wetgeving omtrent de
islam en de niet-confessionele
levensbeschouwelijke diensten rond is. Hebt u
bepaalde opties voor deze doorlichting voor ogen?
Is dit een louter technische aangelegenheid? Is er
vanwege de regering al een bepaalde beleidsvisie
aangenomen?
08.04 Minister Marc Verwilghen: Het zal niet
louter technisch zijn. Eens men over de nodige
gegevens beschikt moet men een aantal opties,
een aantal objectieve criteria kiezen om het een
en ander op elkaar af te stellen. Ik kan enkel
zeggen dat aan die twee pijlers, waarvan nog
gegevens ontbreken, voortdurend wordt gewerkt.
Men zal wellicht in de loop van 2001 aan die
doorlichting kunnen beginnen. Dat hopen we
althans. We zijn relatief ver gevorderd wat de niet-
confessionele levensbeschouwelijke gemeen-
schappen betreft. Wij wachten de verdere evolutie
met betrekking tot de islam af.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.

De mondelinge vragen nrs. 3316, 3360 en 3361
van de heer Servais Verherstraeten worden
ingetrokken.

Les questions orales n
os
3323 de Mme Josée
Lejeune et 3382 de Mme Jacqueline Herzet sont
reportées à une date ultérieure.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 11.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.46 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 388
CRABV 50 COM 388
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
dinsdag mardi
13-02-2001 13-02-2001
10:15 uur
10:15 heures

CRABV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Justitie over "de billijke
vergoeding" (nr. 3203)
1
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
de la Justice sur "la rémunération équitable"
(n° 3203)
1
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters aan
de minister van Justitie over "de lunaparken"
(nr. 3345)
1
Question orale de Mme Trees Pieters au ministre
de la Justice sur "les lunaparcs" (n° 3345)
1
Sprekers: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Trees Pieters, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Francis Van den
Eynde aan de minister van Justitie over "een
overval van een celwagen" (nr. 3358)
2
Question orale de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Justice sur "l'attaque d'un fourgon
cellulaire" (n° 3358)
2
Sprekers: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen
, minister van Justitie
Orateurs: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen
, ministre de la Justice
Mondelinge vraag van mevrouw Zoé Genot aan
de minister van Justitie over "de
verantwoordelijkheid voor de gezondheid van een
gevangene" (nr. 3320)
3
Question orale de Mme Zoé Genot au ministre de
la Justice sur "la prise en charge de la santé d'un
prisonnier" (n° 3320)
3
Sprekers: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Zoé Genot, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Justitie over "de
schietinstallaties voor vuurwapens" (nr. 3348)
6
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de la Justice sur "les installations de tir pour
armes à feu" (n° 3348)
6
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Justitie over "de werking van
de griffies" (nr. 3357)
7
Question orale de M. Jo Vandeurzen au ministre
de la Justice sur "le fonctionnement des greffes"
(n° 3357)
7
Sprekers: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Jo Vandeurzen, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Guy Hove aan de
minister van Justitie over "de omschakeling van
frank naar euro voor het wettelijk minimum
kapitaal" (nr. 3383)
8
Question orale de M. Guy Hove au ministre de la
Justice sur "l'impact de la conversion du franc en
euro sur le capital minimum" (n° 3383)
8
Sprekers: Guy Hove, Marc Verwilghen,
minister van Justitie
Orateurs: Guy Hove, Marc Verwilghen,
ministre de la Justice
Mondelinge vraag van de heer Geert Bourgeois
aan de minister van Justitie over "de financiering
van de erediensten en de invoering van een
kerkbelasting" (nr. 3384)
9
Question orale de M. Geert Bourgeois au ministre
de la Justice sur "le financement des cultes et
l'introduction d'un impôt philosophiquement
dédicacé" (n° 3384)
9
Sprekers:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, minister van Justitie
Orateurs:
Geert Bourgeois, Marc
Verwilghen, ministre de la Justice
CRABV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
COMMISSION DE LA JUSTICE
van
DINSDAG
13
FEBRUARI
2001
10:15 uur
______
du
MARDI
13
FEVRIER
2001
10:15 heures
______



De vergadering wordt geopend om 10.50 uur door
de heer Fred Erdman, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.50 heures par M. Fred
Erdman, président.
01 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Justitie over "de billijke
vergoeding" (nr. 3203)
01 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre de la Justice sur "la rémunération
équitable" (n° 3203)
01.01 Trees Pieters (CVP): De problemen inzake
de verdeling van de geïnde bedragen voor de billijke
vergoedingen blijven aanhouden. De uitvoerende
artiesten wachten al maanden op hun geld.


Wat is de stand van zaken in dit dossier? Is er een
oplossing in het verschiet?
01.01 Trees Pieters (CVP): Les problèmes relatifs
à la répartition des montants perçus pour la
rémunération des artistes demeurent entiers. Les
artistes exécutants attendent leur argent depuis des
mois.

Quel est l'état d'avancement du dossier? Une
solution est-elle en vue?
01.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Er
was betwisting tussen de twee
beheersvennootschappen Vradex en Microcam
inzake de verdeelsleutel van de auteursrechten
voor de uitvoerende kunstenaars. Ondertussen is
het bedrag al opgelopen tot 800 miljoen frank.

Ik heb bemiddeld tussen de twee vennootschappen
en op 31 januari hebben zij een akkoord
ondertekend. Het is nu de taak van de
beheersvennootschappen om ervoor te zorgen dat
de bedragen volgens de afgesproken verdeelsleutel
aan de kunstenaars worden uitbetaald.
01.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: Des contestations ont surgi entre les sociétés
Vradex et Microcam à propos des artistes
exécutants. Dans l'intervalle, le montant en jeu a
atteint 800 millions de francs.


J'ai fait office de médiateur entre les deux sociétés
qui ont signé un accord le 31 janvier dernier.
Il appartient aux sociétés de gestion de veiller à ce
que les montants soient répartis entre les artistes
conformément à la clé de répartition arrêtée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Pieters
aan de minister van Justitie over "de lunaparken"
(nr. 3345)
02 Question orale de Mme Trees Pieters au
ministre de la Justice sur "les lunaparcs"
(n° 3345)
02.01 Trees Pieters (CVP): Volgens de nieuwe
wet op de kansspelen gebeurt de toekenning van
een licentie door de commissie Kansspelen op
basis van het aantal inwoners. Sommige regio's,
zoals de Westkust, tellen veel toeristen maar weinig
02.01 Trees Pieters (CVP): Conformément à la
nouvelle loi sur les jeux de hasard, l'octroi d'un
agrément par la Commission des jeux de hasard
est basé sur le nombre d'habitants.
Certaines régions - c'est notamment le cas de la
13/02/2001
CRABV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
inwoners, waardoor het aantal toegelaten
lunaparken er drastisch afneemt.


Verder bepaalt de wet dat de lunaparken die geen
convenant met de gemeente afsloten, moeten
sluiten. Wat gebeurt er dan met de vrijgekomen
licentie? Is een herverdeling mogelijk?


Wat is het standpunt van de minister in deze
problematiek?
côte occidentale - accueillent de nombreux touristes
mais comptent peu d'habitants, situation qui
entraîne une diminution draconienne du nombre
des lunaparcs.
Par ailleurs, la loi prévoit également la fermeture
des lunaparcs n'ayant pas conclu de convention
avec la commune. Qu'adviendra-t-il des agréments
ainsi libérés? Seront-ils octroyés à d'autres
exploitants?

Quel est le point de vue du ministre à propos de
cette matière?
02.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
filosofie van de commissie Kansspelen bestaat erin
dat het aantal lunaparken tot 180 wordt beperkt,
zoals vastgelegd in de wet van 7 mei 1999.
Wanneer de gemeenten geen convenant afsluiten,
vervalt de vergunning van de lunaparken.
Herverdeling is niet aan de orde.

De classificatie van de gemeenten houdt ook
rekening met het toeristisch karakter van de
gemeenten. Het is dus niet alleen het aantal
inwoners dat telt. Er zijn enkele kustgemeenten die
geweigerd hebben een convenant te sluiten, ook al
hadden ze dat wel gekund.
02.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais)
: La Commission des jeux de hasard fonde ses
décisions sur le principe, inscrit dans la loi du 7 mai
1999, que le nombre des lunaparcs doit être limité à
180. En l'absence d'accord avec les communes,
l'agrément est retiré. L'octroi des agréments retirés
à d'autres exploitants n'est pas à l'ordre du jour.

Les classifications des communes tiennent
également compte de la réalité touristique locale et
ne sont donc pas uniquement fondées sur le
nombre d'habitants.
Plusieurs communes de la côte ont refusé de signer
une convention alors qu'elles auraient pu le faire.
02.03 Trees Pieters (CVP): Een aantal kuststeden
komt niet eens in aanmerking voor een lunapark.
De gemeentebesturen worden voor een voldongen
feit gesteld. Ik wijs erop dat in Aarlen evenmin een
lunapark werd toegelaten. Dat alles brengt heel wat
derving van inkomsten mee voor sommige
gemeenten.
02.03 Trees Pieters (CVP): Certaines villes
côtières n'entrent même pas en ligne de compte
pour l'installation d'un lunapark. Les administrations
communales se trouvent devant un fait accompli. Je
signale qu'à Arlon aussi, l'ouverture d'un lunaparkt a
été interdite. Certaines des communes concernées
subissent ainsi un manque à gagner.
02.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Wij moeten uitgaan van de filosofie van de wet op
de kansspelen om te komen tot een ordening in die
sector. Nu tracht men allerlei achterpoortjes te
vinden. Er zijn in ons land vele gokverslaafden, wat
aan de gemeenschap veel geld kost.
02.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Nous devons réglementer ce secteur
en nous inspirant de la philosophie qui a présidé à
l'élaboration de la loi sur les jeux du hasard.
Actuellement, on cherche à dénicher des lacunes
dans la réglementation et à en profiter. Le nombre
de personnes qui sont dépendantes du jeu est
assez élevé en Belgique et cette assuétude
représente un coût considérable pour la collectivité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Mondelinge vraag van de heer Francis Van
den Eynde aan de minister van Justitie over "een
overval van een celwagen" (nr. 3358)
03 Question orale de M. Francis Van den Eynde
au ministre de la Justice sur "l'attaque d'un
fourgon cellulaire" (n° 3358)
03.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Op 16 januari 2001 hebben drie gangsters in het
centrum van Gent een celwagen overvallen. Ze
vuurden meer dan 30 schoten af op een
gepantserde auto waarin 3 cipiers en 10
gevangenen zaten. Twee zware Noord-Franse
03.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le 16 janvier 2001, trois gangsters ont attaqué un
fourgon cellulaire dans le centre de Gand. Plus de
trente coups de feu ont été tirés sur une voiture
blindée dans laquelle se trouvaient trois gardiens et
dix détenus. Deux dangereux gangsters du nord de
CRABV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
gangsters konden zo ontsnappen. De chauffeurs
van de celwagen en een gevangene raakten licht
gewond.

De overvallers waren goed op de hoogte van het
vervoer van de gevangenen. Hoe kwamen zij aan
die informatie?
Kan de minister mij zeggen hoever het staat met
het onderzoek naar deze zaak? Welke maatregelen
worden gepland om dergelijke incidenten in de
toekomst te vermijden.

Voorzitter : Jacqueline Herzet
la France ont ainsi pu s'échapper. Le conducteur du
fourgon et l'un des détenus ont été légèrement
blessés.
Comment les assaillants ont-ils pu être informés de
ce transport de détenus?

Le ministre peut-il m'indiquer où en est l'enquête?
Quelles mesures a-t-on prises pour que de tels
incidents ne se reproduisent plus à l'avenir?


Présidence : Jacqueline Herzet
03.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Betreffende het gerechtelijk onderzoek ter zake kan
ik u momenteel geen verdere informatie geven.

We hebben drie maatregelen aangekondigd.
Er zullen elf zwaar gepantserde transportwagens
worden aangekocht ten bedrage van 60 miljoen
frank.

Ik pleeg overleg met de penitentiaire administratie
en de politiediensten met het oog op de opstelling
van een knelpunteninventaris. Ook de magistratuur
wordt bij dit overleg betrokken.

Ten slotte worden er twee proefprojecten gestart:
de digitalisering van het strafdossier in Charleroi en
de video-conferencing in Leuven. In het buitenland
worden deze middelen al met succes toegepast.
03.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Je ne puis vous en dire plus pour
l'instant au sujet de l'enquête judiciaire.

Nous avons déjà annoncé trois mesures.
Nous allons acquérir onze fourgons cellulaires
blindés pour un montant de 60 millions de francs.


Je me concerte avec l'administration pénitentiaire et
les services de police en vue de constituer un
inventaire des points noirs. La magistrature est
également associée à cette concertation.

Enfin, deux projets pilotes ont été lancés : la
digitalisation du dossier répressif à Charleroi et la
vidéoconférence à Louvain. Ces moyens sont déjà
utilisés avec succès à l'étranger.
03.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik bedank de minister voor zijn antwoord. Ik begrijp
dat hij weinig kan zeggen over het lopend
onderzoek. Ik blijf het angstwekkend vinden dat de
gangsters zo goed op de hoogte waren van uur en
route van het gevangenenvervoer.
03.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je remercie le ministre pour sa réponse
circonstanciée. Je comprends qu'il ne puisse pas
dévoiler grand-chose à propos d'une enquête en
cours. Je persiste à penserr qu'il est inquiétant que
les gangsters étaient aussi bien informés de
l'horaire et de l'itinéraire du transport de détenus.
03.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Ook ik geef mij rekenschap van de ernst van deze
zaak, waarbij verschillende mensenlevens op het
spel stonden. Het is duidelijk dat de gangsters die
de twee gevangen kompanen uit de celwagen
bevrijdden, zeer professioneel te werk gingen.

Ik wijs er op dat wij recent nog grote investeringen
in gepantserde wagens hebben gedaan waarover ik
mij na dit gebeuren des te meer verheug.
03.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Je suis également conscient de la
gravité de cette affaire, d'autant plusque plusieurs
vies humaines étaient en jeu. Les gangsters qui ont
libéré les deux prisonniers du fourgon cellulaire ont
agi en véritables professionnels.

Je souligne une fois encore que nous avons
récemment fait des investissements importants en
acquérant des véhicules blindés. A la lumière des
événements que nous venons d'évoquer, je m'en
félicite tout particulièrement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Mondelinge vraag van mevrouw Zoé Genot
aan de minister van Justitie over "de
04 Question orale de Mme Zoé Genot au ministre
de la Justice sur "la prise en charge de la santé
13/02/2001
CRABV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
verantwoordelijkheid voor de gezondheid van
een gevangene" (nr. 3320)
d'un prisonnier" (n° 3320)
04.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Wie
bananenrepubliek zegt, zegt : politieke gevangenen,
verzonnen dossiers, onevenredige straffen,
afranselingen, enz. Het gaat echter over België, en
ik zal mij er dan ook toe beperken u om uitleg te
vragen over "solidariteit als misdrijf".


Hoe is het mogelijk dat men zijn deelname aan een
manifestatie en de gebruikmaking van radicaal doch
vreedzaam verzet tegen de twijfelachtige uitwijzing
van zigeuners moet bekopen met één jaar
gevangenisstraf ?

De gedetineerde over wie ik het heb, heeft langer in
de gevangenis gezeten dan de heer Riga, omdat hij
niet beseft heeft dat hij gedagvaard werd voor een
proces. Toen hij gearresteerd werd, kreeg hij als
enige uitleg een pak slaag. Uit protest is hij in
honger- en dorststaking gegaan.

Hoe worden gedetineerden in honger- en
dorststaking medisch begeleid ? Moet de
gevangenisarts dagelijks worden geïnformeerd over
de gezondheidstoestand van deze gedetineerden ?
Is het normaal dat een hongerstaker vier en een
halve dag lang niet gezien wordt door een arts ?

Hoe lang duurt het eer een externe arts
toestemming krijgt om de betrokkene te
onderzoeken ? Welke sancties hangen een
gedetineerde die weigert voedsel tot zich te nemen,
boven het hoofd ? Stelt hij zich bloot aan lijfstraffen
? Welke houding moet een hoge ambtenaar die
vaststelt dat een gedetineerde geslagen werd,
aannemen ?

Is de weigering om een schort te dragen om naar
de bezoekersruimte te gaan een voldoende reden
om een gedetineerde geen toestemming te
verlenen zijn advocaat te spreken ? Welke sancties
denkt u te treffen tegen rijkswachters en
gevangenbewaarders die fysiek geweld plegen ?

Uit een studie van de ULB en de VUB over geweld
in de gevangenissen concludeerde de minister van
Justitie dat geweldpleging in de gevangenis minder
vaak voorkomt dan algemeen werd aangenomen.

Ik hoop maar dat die uitspraken geen gevoel van
straffeloosheid doen ontstaan. Vertegenwoordigers
van de Staat mogen op generhande wijze hun
toevlucht nemen tot geweld.
04.01 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV) : Si nous
parlions d'une république bananière, j'utiliserais les
termes de prisonnier politique, de dossier monté, de
peine disproportionnée, de passage à tabac, etc. ...
Puisqu'il s'agit de la Belgique, je me bornerai à vous
demander de m'expliquer ce que de plus en plus de
gens appellent le délit de solidarité.

Comment la participation à une manifestation et
l'usage de la résistance radicale, bien que non
violente, à la suite de l'expulsion douteuse de
tsiganes peut-elle valoir un an de prison ferme ?


Le détenu dont je parle est resté en prison plus
longtemps que M. Riga, parce qu'il ne s'est pas
rendu compte qu'il était convoqué à un procès. Lors
de son arrestation, la seule explication qu'il reçut
furent des coups. Il décida donc d'entamer une
grève de la faim et de la soif.

Quel suivi médical a-t-on prévu pour les détenus qui
entament de telles actions ? Le médecin de la
prison doit-il être tenu au courant quotidiennement
de la situation de ces détenus ? Laisser un gréviste
de la faim sans suivi médical pendant quatre jours
et demi est-il normal ?

Combien de temps faut-il prévoir pour qu'une
autorisation soit accordée à un médecin extérieur
lorsque celui-ci est requis ? Quelles sanctions un
détenu qui refuse de s'alimenter encourt-il ? Des
punitions corporelles sont-elles prévues ? Si un
haut fonctionnaire constate qu'un détenu a été
frappé, quelle attitude doit-il adopter ?


Le refus du port d'un tablier, par le détenu, afin de
se rendre au parloir constitue-t-il une raison
suffisante pour ne pas l'autoriser à rencontrer son
avocat ? Quelles sanctions envisagez-vous de
prendre suite aux violences physiques exercées par
les gendarmes et les gardiens ?

Une étude de l'ULB et de la VUB sur la violence
dans les prisons a poussé le ministre de la Justice à
estimer que cette violence est moins fréquente que
ce que l'on supposait.

J'espère que ces déclarations ne susciteront pas un
sentiment d'impunité. Des représentants de l'État
ne peuvent en aucune manière avoir recours à la
violence.
04.02 Minister Marc Verwilghen (Frans) : Ik 04.02 Marc Verwilghen , ministre (en français) :
CRABV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
antwoord nooit op vragen over individuele gevallen.
Niettemin heb ik, naar aanleiding van vermoedelijke
onregelmatigheden die mij gemeld werden door een
aantal parlementsleden en ook door de advocaat
van de betrokken gedetineerde, een onderzoek
ingesteld. Als daaruit blijkt dat er inderdaad
onregelmatigheden zijn, zal ik de gepaste
conclusies trekken. Ik ga hier evenwel niet op
vooruitlopen, en zodra ik over alle gegevens
beschik, zal ik de parlementsleden en advocaten
die mij hebben aangeschreven, daarvan in kennis
stellen.
Je ne donne jamais de réponse à des questions
portant sur des cas individuels.Cependant, j'ai lancé
une enquête en raison des soupçons d'irrégularités
dont m'ont fait part certains parlementaires ainsi
que l'avocat du détenu. Cette enquête est en cours.
Si des irrégularités étaient constatées, j'en tirerais
les conclusions adéquates. Je ne vais pas anticiper,
mais, dès que les éléments seront réunis, j'en
informerai les parlementaires et les avocats qui
m'ont écrit.
De geneeskundige verzorging in geval van een
hongerstaking in de gevangenis omvat de
noodzakelijke medische hulp, die in niets mag
verschillen van de verzorging die gewone patiënten
krijgen.

De gevangenisarts wordt van het verloop van de
hongerstaking op de hoogte gehouden.

De gedetineerde mag contact opnemen met zijn
behandelende arts en hem of haar om een visite
verzoeken. Dankzij de moderne
communicatiemiddelen, zoals de fax bijvoorbeeld,
kan sneller contact met de betrokken arts worden
opgenomen.

Men kan gedetineerden straffen, hen bepaalde
gunsten ontzeggen of hen ten hoogste negen
dagen lang in een strafcel opsluiten. Lijfstraffen zijn
verboden. Beambten die vaststellen dat
gevangenen worden geslagen, dienen hun chef
daar onmiddellijk van op de hoogte te brengen en in
dat geval is artikel 29 van het Wetboek van
Strafvordering van toepassing.

Artikel 24 van het algemeen reglement bepaalt dat
advocaten op elk moment van de dag vrij met hun
cliënt kunnen spreken. Er kunnen evenwel
specifieke voorwaarden gelden met betrekking tot
de plaats of het lokaal waar dat onderhoud
plaatsvindt.

Maatregelen ten aanzien van personeelsleden die
hun toevlucht nemen tot fysiek geweld, worden
genomen op grond van de resultaten van een
onderzoek. In de zaak waarnaar u verwijst is dat
onderzoek aan de gang en zal in voorkomend geval
een tuchtprocedure worden opgestart, wat een
gerechtelijke procedure niet in de weg staat.
Les soins médicaux à dispenser en cas de grève de
la faim en prison correspondent à tous les soins
nécessaires, qui ne peuvent être différents des
soins accordés aux patients ordinaires.


Le médecin de la prison est tenu au courant de la
grève de la faim.

Le détenu est autorisé à prendre contact avec son
médecin traitant et à requérir sa visite. Les moyens
modernes de communication devraient améliorer la
vitesse à laquelle ce médecin peut venir, le fax par
exemple.


Les détenus peuvent être punis et privés de
faveurs, ou enfermés dans une cellule disciplinaire
pendant neuf jours au maximum.
Aucune peine corporelle n'est autorisée. Tout
fonctionnaire constatant que des coups ont été
subis doit en informer ses supérieurs et l'article 29
du Code d'instruction criminelle est d'application.


L'article 24 du règlement général stipule que les
avocats peuvent s'entretenir librement avec leur
client à toute heure de la journée. Il peut cependant
y avoir des indications contingentes quant au lieu ou
au local de la rencontre.


Quant aux mesures à prendre à l'égard des
membres du personnel ayant recours à la violence
physique, elles seront appliquées en fonction des
résultats d'une enquête. Dans cette affaire-ci, une
enquête est en cours et, le cas échéant, une
procédure disciplinaire sera engagée, sans
préjudice d'une procédure judiciaire.
04.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV): Ik stel het
op prijs dat momenteel een onderzoek wordt
uitgevoerd. Ik hoop dat het binnen een redelijke
termijn zal kunnen worden afgerond.
04.03 Zoé Genot (ECOLO-AGALEV) : J'apprécie
qu'une enquête soit initiée. J'espère qu'elle sera
finalisée dans des délais raisonnables.

13/02/2001
CRABV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
De idee om de behandelende arts een fax toe te
zenden verdient nader te worden onderzocht.
L'idée du fax au médecin mérite d'être creusée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Justitie over "de
schietinstallaties voor vuurwapens" (nr. 3348)
05 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de la Justice sur "les installations de tir
pour armes à feu" (n° 3348)
05.01 Jo Vandeurzen (CVP): Het KB van 13 juli
2000 legt een aantal verplichtingen op aan de
gebruikers van schietinstallaties. Zo moet elk
schutter ieder jaar een bewijs van goed zedelijk
gedrag voorleggen. Jongeren van minder dan 16
jaar mogen niet aanwezig zijn bij de
schietactiviteiten. Verder is er een absoluut alcohol-
en rookverbod en moet elke vereniging een- duur-
erkenningsdossier indienen. Het tijdelijk ter
beschikking stellen van vuurwapens is strikt
gereglementeerd.



Erkent de minister de praktische problemen die dit
KB veroorzaakt? Kan hij een structurele oplossing
voorstellen?


Voorzitter: Fred Erdman
05.01 Jo Vandeurzen (CVP): L'arrêté royal du 13
juillet 2000 impose une série d'obligations aux
usagers des installations de tir. C'est ainsi que
chaque tireur est tenu de produire tous les ans un
certificat de bonnes vie et moeurs. Les jeunes de
moins de 16 ans ne peuvent participer aux activités
de telles installations. De plus, une interdiction
absolue de consommer de l'alcool et de fumer y est
de rigueur, et chaque installation doit introduire un
dossier d'agrément, ce qui coûte cher. La mise à
disposition temporaire d'armes à feu est strictement
réglementée.

Le ministre est-il d'accord que cet arrêté royal
soulève bien les problèmes pratiques évoqués ?
Est-il à même de proposer une solution
structurelle ?

Présidence : M. Fred Erdman

05.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
wil het KB van 13 juli 2000 graag verduidelijken om
de onrust bij de schuttersgilden in te dijken. Het
belang van controle op wapens en vuurinstallaties
moet in dit debat primeren.


Het KB van 13 juli 2000 had tot doel een einde te
stellen aan de jarenlange, niet correcte toepassing
van de wapenwetgeving. Jarenlang was het immers
gebruikelijk dat de vergunningsplichtige
verweerwapens, die door de gilden gebruikt werden,
eigendom waren van de betrokken verenigingen,
hoewel dit onwettig was. De wet bepaalde altijd al
dat men voor het gebruik van een verweerwapen
een persoonlijke vergunning moet hebben. Een
voorlopige vergunning wordt als noodoplossing
aanvaard.



Het verplicht getuigschrift van goed zedelijk gedrag
biedt zekerheid aan de uitbater van de
schietinstelling. Hij is immers persoonlijk
verantwoordelijk.

Het lijkt mij evident dat op het schieten met
vuurwapens een leeftijd wordt gezet, net zoals dat
05.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): J'aimerais préciser la portée de
l'arrêté royal du 13 juillet 2000 afin d'apaiser l'émoi
qui règne au sein des guildes de tireurs. C'est
l'importance du contrôle des armes et des
installations de tir qui prédomine dans ce débat.

L'arrêté royal du 13 juillet 2000 visait à mettre fin à
la mauvaise application de la législation sur les
armes pendant de nombreuses années. En effet,
pendant des années, il a été d'usage que les armes
de défense utilisées par les guildes de tireurs, qui
étaient soumises à la délivrance d'une autorisation,
soient la propriété de ces guildes, quoiqu'il s'agisse-
là d'une pratique illégale. La loi prévoit depuis
toujours que les personnes souhaitant utiliser une
arme de défense personnelle doivent détenir une
autorisation personnelle, la détention d'une
autorisation provisoire étant, à la rigueur, admise.

Le certificat de bonnes vie et moeurs obligatoire
offre une sécurité à l'exploitant de l'installation de tir
compte tenu de sa responsabilité personnelle.


Il me paraît aller de soi qu'on fixe une limite d'âge
en matière de tir avec armes à feu, comme c'est le
cas pour obtenir le permis de conduire. Cela
CRABV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
het geval is voor het behalen van een rijbewijs. Dit
is in de geest van de strafrechtelijke bescherming
van minderjarigen.

Het schuttersregister moet voor een klassieke,
gesloten en permanente schietstand slechts één
keer worden ingevuld bij het begin van de
deelname.

Er geldt enkel een alcohol- en rookverbod voor de
personen die nog aan het schieten zijn en op de
plaatsen waar de schutters actief zijn.


Ik denkt niet dat er een probleem is als alleen de
organisator munitie ter beschikking mag stellen aan
personen die er zelf geen meebrengen.


Het aanvragen van een erkenning is niet
onoverkomelijk duur: een erkenning van
onbepaalde duur kost 20.000 frank. De erkenning is
gratis wanneer het gaat om een eenmalige ,
jaarlijkse activiteit.

Een aantal praktische zaken kunnen dus worden
opgelost, voor andere moet de bestaande
wetgeving worden gevolgd.
s'inscrit dans l'esprit de la protection pénale des
mineurs d'âge.

Dans le cas d'un stand de tir classique, fermé et
permanent, le registre des tireurs ne doit être rempli
qu'une seule fois au début de la participation aux
tirs.

Il n'est prévu qu'une interdiction de consommer de
l'alcool et de fumer, interdiction applicable aux
personnes qui sont encore en train de tirer et dans
les endroits où les tireurs s'adonnent à leur activité.

Je ne pense pas qu'un problème se pose si
l'organisateur est le seul à être autorisé à mettre
des munitions à la disposition des usagers qui n'en
apportent pas eux-mêmes.

La demande d'un agrément ne coûte pas si cher
que ça ; un agrément pour une durée indéterminée
coûte 20.000 francs. L'agrément est gratuit quand il
s'agit d'une activité annuelle unique.


Une série d'aspects pratiques peuvent donc être
réglés. Pour les autres, la législation existante doit
être appliquée.
05.03 Jo Vandeurzen (CVP): Ik ben het
grotendeels eens met de minister. Maar in mijn
vraag gaat het echter om een folkloristische
bezigheid. Kan men voor dergelijke activiteiten geen
uitzondering maken door het bezit van een eigen
geweer niet verplicht te maken? Zoniet zullen vele
schuttersgilden de boeken moeten sluiten. Dat kan
toch niet de bedoeling geweest zijn. Kan de minister
die toestand niet evalueren?
05.03 Jo Vandeurzen (CVP): Je puis me rallier
dans une large mesure à l'opinion du ministre. Mais
il s'agit aussi d'une activité à caractère folklorique.
Ne pourrait-on prévoir une exception pour de telles
activités en n'imposant pas aux intéressés d'être
propriétaire de leur arme? Dans la négative, de
nombreuses confréries devront jeter le gant, ce qui
ne saurait avoir été l'objectif. Le ministre ne
pourrait-il pas procéder à une évaluation de la
situation ?
05.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Voor traditionele schuttersgilden kan wel een
uitzondering worden overwogen. Voor de eigenlijke
schuttersverenigingen blijft de wet wel degelijk van
toepassing.
05.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Une exception peut être envisagée
pour les confréries de tireurs traditionnelles mais
pas pour les associations de tir proprement dites
qui tombent effectivement sous l'application de la
loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Mondelinge vraag van de heer Jo Vandeurzen
aan de minister van Justitie over "de werking van
de griffies" (nr. 3357)
06 Question orale de M. Jo Vandeurzen au
ministre de la Justice sur "le fonctionnement des
greffes" (n° 3357)
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Het feit dat een
aantal griffies van politierechtbanken enkel in de
voormiddag open zijn, leidt regelmatig tot incidenten
bij het aantekenen van hoger beroep op de laatst
toegelaten dag. De minister kondigde daarom een
06.01 Jo Vandeurzen (CVP): Monsieur le
président, le fait qu'une série de greffes des
tribunaux de police ne sont ouverts que pendant la
matinée entraîne régulièrement des incidents
lorsqu'on décide d'interjeter appel le dernier jour.
13/02/2001
CRABV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
wijziging aan van het KB van 19 september 1979 tot
vaststelling van de dagen en de uren waarop de
griffies van de hoven en rechtbanken open zijn.

Blijft de minister bij dit voornemen? Wat zal de
aanpassing inhouden? Wanneer zal de wijziging
een feit zijn?
Le ministre a dès lors annoncé une modification de
l'arrêté royal du 19 septembre 1979 fixant les jours
et les heures d'ouverture des greffes et tribunaux.

Le ministre a-t-il toujours cette intention ? Comment
l'arrêté royal sera-t-il modifié ? Quand sera-t-il
modifié ?
06.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): De
hervorming van de gerechtelijke kantons wordt
operationeel op 1 september 2001. Op dat moment
zal ook de aanpassing van het KB klaar zijn.
06.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): La réforme de cantons judiciaires sera
opérationnelle au 1
er
septembre 2001. A ce moment
là, l'adaptation de l'arrêté royal sera terminée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Mondelinge vraag van de heer Guy Hove aan
de minister van Justitie over "de omschakeling
van frank naar euro voor het wettelijk minimum
kapitaal" (nr. 3383)
07 Question orale de M. Guy Hove au ministre de
la Justice sur "l'impact de la conversion du franc
en euro sur le capital minimum" (n° 3383)
07.01 Guy Hove (VLD): Door het KB van 20 juli
2000 betreffende de invoering van de euro moeten
vennootschappen wiens maatschappelijk kapitaal
gelijk is aan het wettelijk minimumkapitaal een
kapitaalsverhoging doorvoeren. Die
kapitaalsverhoging is niet kosteloos. Is de minister
bereid die bedragen naar beneden af te ronden,
rekening houdend met het feit dat de invoering van
de euro een neutrale operatie moet zijn?
07.01 Guy Hove (VLD):En vertu de l'arrêté royal
du 20 juillet 2000 relatif à l'introduction de l'euro, les
sociétés dont le capital social est égal au capital
minimum légal doivent procéder à une
augmentation de capital. Cette augmentation de
capital n'est pas gratuite. Le ministre est-il prêt à
diminuer ces montants, l'instauration de l'euro
devant être une opération neutre ?
07.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Over het KB van 20 juli 2000 betreffende de
invoering van de euro, bestaat nogal wat foute
informatie. Het maatschappelijk minimumkapitaal
voor de bedrijven is aangepast aan de regels van
het comité Admi-euro.

Het minimumkapitaal voor de NV's de BVBA's en
de LV's werd verhoogd. De eurowet van 1998
voorziet in een vereenvoudigde procedure om de
statuten te wijzigen naar aanleiding van de
omzetting van frank naar euro. De wet laat een
kapitaalsverhoging toe door incorporatie van
reserves maar niet door nieuwe inbreng van
kapitaal. Een hele reeks ondernemingen hebben te
kampen met verlies en beschikken niet over
reserves, uitgiftepremies en
herwaarderingsmeerwaarden. Zij kunnen geen
gebruik maken van de faciliteiten van de eurowet en
moeten een kostelijke statutenwijziging doorvoeren.

Rekening houden met het basisbeginsel dat de
omschakeling naar de euro een neutrale operatie
moet zijn zonder aanzienlijke kosten, werd besloten
de bedragen in euro zoals vermeld in het euro-KB
te verlagen. De omvorming van frank naar euro
van de bedragen houdende het minimumkapitaal
van voormelde vennootschappen wordt zo voor de
07.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): De nombreuses informations erronées
circulent à propos de l'introduction de l'euro. On
oublie souvent que le capital social minimum des
entreprises a été adapté conformément aux règles
du Comité Admi-Euro.

Le capital minimum des SA, des SPRL et des
associations caritatives a été augmenté. La loi de
1998 relative à l'euro prévoit une procédure
simplifiée de modification des statuts à la suite de la
conversion du franc en euro. La loi permet une
augmentation de capital par incorporation de
réserves mais non par apport de capital. Nombre
d'entreprises, confrontées à des pertes, ne
disposent pas de réserves, de primes d'émission et
de plus-values de revalorisation. Elles ne peuvent
pas profiter des facilités de la loi relative à l'euro et
doivent procéder sans frais à une modification de
leurs statuts.

Compte tenu du principe de base selon lequel la
conversion en euro doit être une opération neutre
sans frais excessifs, il a été décidé de diminuer les
montants en euro, tels qu'ils figurent dans l'arrêté
royal relatif à l'euro. C'est ainsi que la conversion en
euro des montants relatifs au capital minimum des
sociétés précitées sera une opération blanche pour
CRABV 50
COM 388
13/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
ondernemingen een kosteloze operatie.

les entreprises.

Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Mondelinge vraag van de heer Geert
Bourgeois aan de minister van Justitie over "de
financiering van de erediensten en de invoering
van een kerkbelasting" (nr. 3384)
08 Question orale de M. Geert Bourgeois au
ministre de la Justice sur "le financement des
cultes et l'introduction d'un impôt
philosophiquement dédicacé" (n° 3384)
08.01 Geert Bourgeois (VU&ID): Door de recente
verklaringen van de Gentse bisschop inzake een
mogelijke verkoop van ongebruikte gebouwen ter
financiering van de lonen van de lekenhelpers, is de
discussie over de financiering van de eredienst en
over de invoering van een kerkbelasting
heropgeflakkerd. De minister zou een doorlichting
laten uitvoeren van het budget van de erediensten.

Overweegt de minister een herziening van de
financiering van de erediensten? Wat is het
resultaat van de doorlichting van het budget
bestemd voor de bezoldiging van de bedienaren
van de erkende erediensten? Welke conclusies
trekt de minister daaruit?

Hoe staat de minister tegenover een kerkbelasting?
Worden de parochiale lekenhelpers door de
overheid bezoldigd? Sinds hoelang? Over hoeveel
mensen en over welke bedragen gaat het?
08.01 Geert Bourgeois (VU&ID): A la suite des
déclarations de l'évêque de Gand concernant une
vente éventuelle de bâtiments inutilisés pour
financer les salaires des conseillers laïques, le
débat sur le financement des cultes et sur
l'instauration d'un impôt cultuel a été relancé. Le
ministre avait dit qu'il soumettrait le budget des
cultes à un audit.

Le ministre envisage-t-il de revoir le financement
des cultes ? A quel résultat a abouti l'audit du
budget destiné aux rémunérations des ministres
des cultes reconnus ? Quelles conclusions en tire le
ministre ?


Que pense le ministre de l'instauration d'un impôt
culturel ? Les conseillers laïques paroissiaux sont-
ils rémunérés par l'Etat ? Depuis combien de
temps ? Combien de personnes sont concernées et
de quels montants est-il question ?
08.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Bij
het aantreden van deze regering werd ervoor
geopteerd niet te raken aan artikel 181 van de
Grondwet. We hebben ons wel voorgenomen om
de dossiers die nog hangende waren inzake de
uitvoeringen van dit artikel, prioriteit te geven. Zodra
dit is gebeurd, zou een onderzoek naar de
problematiek van de financiering van de erkende
erediensten en de niet-confessionele
levensbeschouwing kunnen worden aangevat.
Daarbij zullen de federale overheid, de
gemeenschappen, de gewesten en de lokale
besturen betrokken zijn. De kerkbelasting is slechts
één van de opties die moeten worden onderzocht

De katholieke parochie-assistenten worden sinds
1997 door de overheid bezoldigd onder dezelfde
voorwaarden als de bedienaars van de eredienst.
Er is een kader van 260 parochie-assistenten,
waarvan er nu 173 plaatsen zijn ingevuld. Er wordt
135,8 miljoen ten laste van de begroting van het
ministerie van Justitie uitgegeven. Bij een volledige
invulling van het kader bedraagt dit maximaal 204,1
miljoen.

08.02 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Lorsque notre gouvernement est
arrivé aux affaires, il a choisi de ne pas toucher à
l'article 181 de la Constitution. Toutefois, nous
avons décidé d'accorder la priorité aux dossiers
touchant à l'exécution de cet article qui étaient
encore pendants. Dès que ce sera chose faite,
nous pourrons consacrer une étude au problème du
financement des cultes reconnus et des pratiques
philosophiques non confessionnelles. Le pouvoir
fédéral, les Communautés, les Régions et les
pouvoirs locaux y seront associés. L'impôt cultuel
n'est qu'une des options qui doivent être
examinées.

Les assistants paroissiaux catholiques sont
rémunérés par l'Etat depuis 1997 selon les mêmes
modalités que les ministres du culte. Il y a un cadre
de 260 assistants paroissiaux. Actuellement, 173
places seulement sont conférées. 135,8 millions,
imputés au budget du ministère de la Justice, sont
dépensés à cette fin. Si ce cadre venait à être
entièrement rempli, ce montant se chiffrerait à
204,1 millions maximum.

13/02/2001
CRABV 50
COM 388
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
08.03 Geert Bourgeois (VU&ID): De
aangekondigde doorlichting is dus nog niet
doorgegaan? Zal zij louter technisch zijn?

08.03 Geert Bourgeois (VU&ID): La radioscopie
annoncée n'a dès lors pas encore été réalisée.
Aura-t-elle un caractère purement technique ?

08.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Die doorlichting zal niet louter technisch zijn, maar
kaderen in een aantal principes. Wellicht zal die
doorlichting nog dit jaar plaats hebben.

08.04 Marc Verwilghen , ministre (en
néerlandais): Cette radioscopie ne sera pas
purement technique et un certain nombre de
principes seront appliqués. Le radioscopie sera
vraisemblablement encore réalisée cette année.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11.46 heures.

Document Outline