KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 374
CRIV 50 COM 374
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
donderdag jeudi
01-02-2001 01-02-2001
16:15 uur
16:15 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Herman Van Rompuy tot de eerste
minister over "de communautaire akkoorden"
(nr. 662)
- M. Herman Van Rompuy au premier ministre sur
"les accords communautaires" (n° 662)
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "de uitvoering van het Lambermont-akkoord
en de gevolgen voor de Vlamingen in Brussel"
(nr. 664)
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur
"l'exécution de l'accord du Lambermont et les
conséquences de celui-ci pour les Flamands de
Bruxelles" (n° 664)
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste minister
over "het Lambermont-akkoord" (nr. 667)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont" (n° 667)
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister
over "het Lambermont-akkoord en de gevolgen
ervan voor de Vlamingen in Brussel" (nr. 668)
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont et ses conséquences
pour les Flamands de Bruxelles" (n° 668)
Sprekers: Herman Van Rompuy, Simonne
Creyf, Gerolf Annemans, voorzitter van de
VLAAMS BLOK-fractie, Bart Laeremans, Guy
Verhofstadt, eerste minister
Orateurs: Herman Van Rompuy, Simonne
Creyf, Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK, Bart Laeremans,
Guy Verhofstadt, premier ministre
Moties
19
Motions
19
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DONDERDAG
1
FEBRUARI
2001
16:15 uur
______
du
JEUDI
1
FEVRIER
2001
16:15 heures
______
La séance est ouverte à 16.17 heures par M. Paul
Tant, président.
De vergadering wordt geopend om 16.17 uur door
de heer Paul Tant, voorzitter.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Herman Van Rompuy tot de eerste
minister over "de communautaire akkoorden"
(nr. 662)
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "de uitvoering van het Lambermont-
akkoord en de gevolgen voor de Vlamingen in
Brussel" (nr. 664)
-
de heer Gerolf Annemans tot de eerste
minister over "het Lambermont-akkoord"
(nr. 667)
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister
over "het Lambermont-akkoord en de gevolgen
ervan voor de Vlamingen in Brussel" (nr. 668)
01 Interpellations jointes de
- M. Herman Van Rompuy au premier ministre
sur "les accords communautaires" (n° 662)
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur
"l'exécution de l'accord du Lambermont et les
conséquences de celui-ci pour les Flamands de
Bruxelles" (n° 664)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont" (n° 667)
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont et ses conséquences
pour les Flamands de Bruxelles" (n° 668)
01.01 Herman Van Rompuy (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, u hebt
gesproken over het Lambertmontakkoord. De
eerste vaststelling is dat er geen akkoord meer is
over het Lambermont-akkoord. De meerderheid
zal volhouden naar de gevleugelde woorden van
Mark Twain dat alle berichten over het overlijden
van het akkoord op zijn minst voorbarig zijn. In het
kader van de 'indrukkendemocratie' waarin we
leven, heeft men dit akkoord eerst als een
historisch akkoord voorgesteld. Vandaag stelt
men het voor alsof er niet zoveel aan de hand is.
Het is business as usual. Men dient het bij de
Raad van State in en men zal afwachten wat er in
het Parlement gebeurt. De indruk van een
regering die onverstoorbaar verder regeert, moet
worden gewekt. "La caravane passe". Het schip
van staat is verder in goede handen. Zoals in het
onderwijsdossier op het Vlaamse vlak heeft men
zich ook hier in de tegenstand vergist. Naast die
beoordelingsfout rekent men erop dat de burgers
met andere zaken bezig zijn. Jammer genoeg zijn
de andere dossiers al even briljant. Ik denk aan
het asiel- en het drugsbeleid. Het enige dat goed
gaat, is de economie. Daar is de federale regering
niet verantwoordelijk voor.
Waar gaat het akkoord eigenlijk over? Het gaat
helemaal niet om een trendbreuk, om de
doorbraak naar het echte federalisme. De
vestiging van de federale Staat kwam eerder tot
stand: in 1980, in 1988 en in 1993. In drie fasen
werden regionale regeringen en regionale
parlementen geschapen die over 1000 miljard
frank uitgaven en financiële middelen beschikten.
De ex-Lambermont-akkoorden voegen daar
minder dan 1% aan toe. Dat is alles. Waar eindigt
het historische en waar begint het gewone
voortbouwen op de vestigingen van het verleden?
Volgens een recente studie heeft ons land nu
reeds een omvang van uitgaven van die
deelstaten die gelijk is aan het gemiddelde van
andere federale staten. Het is hoger dan
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
Zwitserland en vergelijkbaar met de Verenigde
Staten en Duitsland. We hebben dus 1% aan
bevoegdheden, middelen of uitgaven toegevoegd
aan wat reeds bestond.
Waar is de trendbreuk inzake fiscale autonomie?
De eigen fiscale middelen van de Vlaamse
Gemeenschap stijgen van 7% naar 19% van de
totaliteit van hun uitgaven. Voor de rest heeft men
trouwens geen enkele begrotingsruimte. Dat is
een kwantitatieve, maar helemaal geen
kwalitatieve vooruitgang. Op beide vlakken willen
we in de lijn van de resoluties van het Vlaams
Parlement van de vorige legislatuur verdergaan,
onder meer inzake gezondheidszorg. We willen
die in Vlaamse handen geven. Dit akkoord is en
ik citeer wat bij het begin van de Costa is gezegd
de definitieve oplossing voor de communautaire
spanningen in het land. De huidige problemen zijn
natuurlijk een spetterend bewijs van het einde van
die communautaire spanning. De minister-
president van Vlaanderen sprak gisteren nog over
nieuwe stappen in de staatshervorming tijdens
deze legislatuur. Hij verwijst daarbij naar de
overheveling van de kinderbijslagen en van de
gezondheidszorgen. Geen mens die hem gelooft
na de verklaringen van vice-premier Michel dat
men na de Lambermont-akkoorden heel lang van
communautaire onderhandelingen verlost zal zijn.
Er ontbreekt alleen een verklaring van de heer De
Gucht om er volledig zeker van te zijn dat er niets
van terechtkomt. Waar zijn de Vlaamse
doorbraken?
Waar zijn de Vlaamse doorbraken? Ik zei het
daarnet al, cijfers in de hand, dat ik geen
trendbreuken zie. De verdeling overeenkomstig
het aantal leerlingen is eerst gewijzigd in het
Franstalige voordeel. Daarna wordt er geleidelijk
een correctie toegepast voor de aanvulling van de
middelen, maar de basisdotatie blijft berekend op
basis van het aantal leerlingen. De Vlamingen in
de vorige regering hebben gewacht op het einde
van de tienjarige overgangsperiode met als doel
die aangelegenheid te regelen in het kader van
een algemeen akkoord over de staatshervorming.
We zijn daar zo goed in geslaagd dat in de zes
jaar dat ik deel uitmaakte van de federale
regering, over dat probleem slechts twee minuten
in de federale regering is gesproken. Intussen
vormden we wel heel het land om tot een federale
staat. De verantwoordelijkheid voor de
middelenvoorziening voor het Vlaams onderwijs is
in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de
Vlaamse regering. Ze heeft helaas de verkeerde
keuze gemaakt in haar begroting.
Een ander probleem is de verdeling van de
landbouwgelden. Dat zou een foto worden van de
bestaande toestand, zoals beloofd bij het eerste
Lambermont-akkoord. De landbouwers in
Vlaanderen dreigen echter nog verder in de
verdrukking te geraken. De vitale beslissingen in
de Europese Unie worden genomen door
regionale ministers. Als er geen consensus is,
onthoudt het land zich. Zo wordt een klein land
nog kleiner. Dat is geen werkzaam federalisme. In
ieder geval is het er een waarbij 70 procent van de
boeren gegijzeld kan worden. Er moet bij
onenigheid een instantie zijn die de knoop
doorhakt. Dat dicteert het gezond verstand zelf.
In Brussel is er geen enkele doorbraak voor de
Vlamingen. De reden precies waarom de
overheveling van de organieke wetgeving niet
doorging, was dat er geen uitzicht was op een
gewaarborgde vertegenwoordiging van de
Vlamingen in de schepencolleges. Dat kan niet
meer worden geregeld na de overheveling. De
Franstalige meerderheid in Brussel zou daar nooit
mee instemmen. Die eis moet dus worden
verkregen vóór de overheveling en kan alleen
afgedwongen worden in een ruime
staatshervorming en niet in een afzonderlijke
onderhandeling. Daarom hebben we hiermee
gewacht. Ondanks het globaal kader en de
geldhonger van de Franstaligen als koevoet is er
niets gebeurd. Als hefboom zo wordt nu gezegd
moeten de Vlaamse ministers in de Brusselse
regering het Hoofdstedelijke Gewest platleggen
om die eis hard te maken. We hebben natuurlijk
het lichtend voorbeeld van de VLD-VU die het
verdrag van Amsterdam bijna niet goedkeurde in
de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-
commissie in Brussel. Herinner u dat zij Brussel
budgettair plat wilden leggen en de bevolking
gijzelden wegens het taalhoffelijkheidsakkoord,
dat ze nu overigens toepassen. We denken er niet
aan die chantagetechniek nu te gebruiken. Terwijl
men in ons land de communautaire vrede predikt,
staat men nu voor de verwezenlijking van
Vlaamse eisen een communautaire oorlog voor. Il
faut le faire.
De Brusselse Costa zal men nieuw leven inblazen
om de orthodoxe VU'ers te paaien, maar meer
Vlamingen in de Hoofdstedelijke Raad verandert
niets aan de meerderheden in de Hoofdstedelijke
Raad. Het gaat niet om een structurele
machtsherverdeling. In Brussel ligt de echte macht
bij de gemeenten en de Vlamingen daar vragen
een echte machtsdeelname. Die kans was bijna
voorbij, maar aangezien er geen akkoord is, is er
weer hoop.
Wat de randgemeenten betreft, ik ben zelf
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
afkomstig uit een randgemeente. Welnu, reeds bij
vroegere staatshervormingen hebben we de
uitoefening van het toezicht toegekend aan de
Vlaamse regering. We hebben de tweetalige
provincie Brabant afgeschaft en een nieuwe,
eentalige gemaakt, Vlaams-Brabant, waaraan het
provinciaal toezicht werd toegekend. Bovendien
stelden we proportionele colleges in, waardoor
Vlamingen aan het bestuur kunnen deelnemen,
zelfs waar ze een minderheid zijn. Door de
arresten van de Raad van State zijn we erin
geslaagd dat er Nederlands gesproken wordt in de
gemeenteraden en de colleges. De
faciliteitengemeenten liggen sinds vele jaren op
Vlaams grondgebied en de Vlaamse decreten zijn
erop van toepassing. Nu zal de organisatie van
het toezicht het toezicht zelf is dat allang
worden overgeheveld. De Vlamingen in de
regeringsmeerderheid beloofden dat ze daarvan
geen misbruik zullen maken, kortom dat ze de
zaak zullen laten zoals ze is. Alleen kon de meest
uitgeslapen Franstalige onderhandelaar,
waarschijnlijk de heer Moureaux, verkrijgen dat,
als in Vlaanderen de burgmeesters rechtstreeks
worden verkozen, dat ook in de
faciliteitengemeenten moet gebeuren, waarna het
onweerlegbaar vermoeden van taalkennis speelt.
Een Nederlandsonkundige kan dan burgemeester
worden van een Vlaamse gemeente. Zo gaan wij
terug naar af, naar de periode van voor Happart.
Een andere bedreiging doemt op. Als een
burgemeester een tuchtstraf oploopt, omdat hij
bijvoorbeeld een omzendbrief van de Vlaamse
regering niet zou uitvoeren, dan kan hij een
tweetalige rechtsinstantie inschakelen, met de
gekende gevolgen van dien.
Collega's, ik tracht het Vlaams belang te zien van
de zogenaamde Lambermont-akkoorden, maar ik
zie het niet. Wat ik wel zie is het financieel belang
van de Franstaligen. Hang het hypocriete verhaal
niet op van de nieuwe communautaire cultuur,
waarbij dit element geen enkele rol zou mogen
spelen! De hervorming van 1993 kwam tot stand
omdat de Franstaligen de volledige overheveling
vroegen van het kijk- en luistergeld. Elkeen mag
de hefbomen gebruiken die hij nuttig acht en zijn
doeleinden nastreven, daar is geen enkele oneer
aan. Dat heeft ons vroeger niet belet om de
Belgische Staat, in onderling akkoord met de
Franstaligen, in federale zin grondig te hervormen.
Die uitzonderlijke onderhandelingspositie werd in
het akkoord Lambermont verkwanseld. In het
verleden heeft men ook heronderhandeld, na het
mislukken van akkoorden die als een eindpunt
werden aanzien en waaraan geen letter kon
worden gewijzigd of die niet konden worden
verbeterd. Dat gebeurde na de val van Egmont en
iets later nog, in het voorjaar van 1980, nadat zes
CVP-senatoren de bijzondere meerderheid niet
leverden.
Daarna kwamen de wetten van 1980 tot stand en
deze waren van een totaal ander allooi dan de
Egmont-Stuyvenberg-akkoorden. Het akkoord
Egmont-Stuyvenberg was niet het eindpunt, want
ook toen werd heronderhandeld, hoewel dat
eerder onmogelijk scheen.
In juli 1992 mislukte de dialoog van gemeenschap
tot gemeenschap, maar twee maanden later werd
het Sint-Michiels-akkoord beklonken, waarover
zoveel eenstemmigheid bestond in het Vlaamse
land.
Er bestaat een Vlaams programma dat tijdens de
vorige legislatuur in het Vlaams Parlement werd
goedgekeurd. In die periode moest de CVP de
VLD zelfs afremmen inzake haar voorstellen over
fiscale autonomie. Het kon voor de VLD maar niet
ver genoeg gaan. In het vooruitzicht van de
verkiezingen, selecteerden wij uit dit Vlaams
programma vijf prioritaire punten. Wij hebben zelfs
niet het volledige programma overgenomen, maar
slechts vijf punten ervan. Wij gaan niet verder dan
wat wij voor de verkiezingen hebben
vooropgesteld. Wij trappen niet in de val van het
opbod, waarin anderen, die vroeger in de
oppositie zaten, zo dikwijls zijn ingetuimeld. Van
dat vijfpuntenprogramma werd nauwelijks iets
uitgevoerd en de bevoegdheden van bijvoorbeeld
de gezondheidszorg werden zeker niet uitgebreid.
Het Lambermont-akkoord kwam tot stand, omdat
het zuiden van het land in geldnood leeft en omdat
men de Volksunie nu eenmaal nodig had voor het
leveren van de bijzondere meerderheid op
federaal vlak en de gewone meerderheid in
Vlaanderen, "niet alleen voor deze legislatuur,
maar ook voor de volgende legislaturen", getuige
de pochende uitspraken van een Vlaamse
minister, weliswaar afgelegd voor de feiten van
enkele dagen geleden. Men heeft gestreefd naar
een programma dat hen net binnen boord moest
houden. Het heeft niet mogen zijn.
In 1988 en 1992 hadden wij meer succes en
werkte de Volksunie mee aan de vestiging van het
federalisme, zonder de spasmen van vandaag.
Dat is het verschil. Het akkoord Lambermont was
niet ingegeven door "un grand dessein", maar
door tactische en financiële bekommernissen. De
Franstaligen worden voor vele jaren van middelen
voorzien, zonder dat een verdere verdieping van
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
ons federaal stelsel tot stand zal komen. Als de
tafel wordt geruimd en het bord wordt geveegd, is
de CVP bereid om met andere Vlaamse partijen in
de Costa mee te werken aan een verdere en
substantiële uitbouw van het federalisme in ons
land.
01.02 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijn vraag
gaat over de regionalisering van de gemeentewet,
zonder voorafgaandelijke waarborgen op
gemeentelijk vlak voor de Vlamingen in Brussel.
De overheveling van de gemeentewet naar de
gewesten is een belangrijke en ingrijpende stap.
De CVP is er reeds lang een overtuigd
voorstander van. Wij zijn er ook niet principieel
tegen dat die overheveling ook in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest gebeurt, maar dan wel op
een correcte manier.
Niet alleen wij, maar ook alle andere Vlaamse
partijen in Brussel en in het Vlaams Parlement
hebben steeds geëist dat voorafgaandelijk aan de
overdracht van de gemeentewet naar de
gewesten een aantal waarborgen voor de
minimumvertegenwoordiging van de Brusselse
Vlamingen in de lokale besturen bij wet zouden
worden vastgelegd. Ook wijzigingen aan de
gemeentewet in de Brusselse Hoofdstedelijke
Raad zouden moeten gebeuren met een
gekwalificeerde meerderheid in elke taalgroep.
Ik herhaal dat men vroeg om deze waarborgen
door middel van een federale wet aan de
overheveling te laten voorafgaan. Die eisen waren
en zijn gerechtvaardigd omdat Brussel een
tweetalige hoofdstad is, waar de
gemeenschappen in harmonie met elkaar moeten
leven en in harmonie moeten besturen. Wij vragen
deze waarborgen niet alleen om de Brusselse
Vlamingen ter wille te zijn, maar ook omdat het
niet invoeren ervan een stap achteruit zou
betekenen voor alle Vlamingen in hun hoofdstad.
Tevens wordt zonder deze waarborgen de
tweetaligheid van Brussel - de hoofdstad van het
federale België, waarin de Vlamingen de grootste
gemeenschap vormen - bedreigd.
Het Lambermont-akkoord regionaliseert de
gemeentewet, maar bevat geen enkele waarborg
voor de Brusselse Vlamingen. De Vlaamse
onderhandelaars van de meerderheid zijn zwaar
tekortgeschoten. Waarom? Ik citeer de woorden
die Bert Anciaux gisteren in het Vlaams Parlement
uitsprak: "...omdat wij geen bijkomende
waarborgen in de rand wilden toestaan". Ik citeer
ook de heer de Donnéa, die ik vanochtend op de
RTBF hoorde: "Tout est lié". Hij had het zowel
over de rand als over Brussel zelf.
Ik merk terloops op dat de Franstaligen in de rand
wel bijkomende garanties hebben gekregen,
onder meer via het bijzonder toezichtsysteem,
waarover Herman Van Rompuy het reeds heeft
gehad. In de rand kunnen de gemeentegrenzen
niet worden gewijzigd, omdat het daar het een
federale materie blijft; in Brussel kan het wel
omdat daar de beslissing naar het gewest
overgaat. Ik heb ook een artikel uit Le Soir
meegebracht waarin het volgende staat: "Le PS
est ravi", en verder: "Les socialistes se réjouissent
que de nouvelles garanties soient accordées aux
francophones de la périphérie sans les préciser"
Men moet mij eens uitleggen wat de Franstalige
Socialisten precies zo gelukkig maakt.
De koppeling van de Brusselse Vlamingen in
Brussel en de Franstalingen in de rand is in het
verleden nooit gemaakt. Zodra men op de hoogte
was van de Brusselwet, zijn de Brusselse
Vlamingen hun standpunt aan het voorbereiden,
wordt er onderhandeld en dit zal met één veeg
van de kaart worden geveegd. Mijnheer de eerste
minister, ik beweer niet dat u die koppeling hebt
gemaakt, maar u hebt ze in ieder geval niet
verhinderd. U hebt toegestaan dat anderen deze
koppelingen hebben gemaakt. U had dit moeten
verhinderen. Nu zegt u dat de Vlamingen in
Brussel het zelf maar moeten oplossen. U knipt de
draad die Vlaanderen met Brussel verbindt, door.
Brussel heeft onmiskenbaar troeven voor
Vlaanderen, voor het federale België en voor
Europa. Die troeven zijn er echter enkel als
Brussel zijn hoofdstedelijke functie kan vervullen.
U geeft Brussel echter op en levert het over aan
de Franstalige partijen die zowel in het gewest als
in de gemeenten het mooie weer maken. Wij
moeten het zelf maar oplossen. Chabert moet
maar dreigen en de instellingen blokkeren. Ik heb
u reeds gezegd dat u zo het conflictmodel
installeert in Brussel. Dit is onbegrijpelijke taal
voor een eerste minister die het voortdurend heeft
over het nieuwe communautaire klimaat en de
communautaire verstandhouding. Het is ook
onverantwoordelijk omat het van de Brusselaars
gijzelaars maakt.
Om u te hulp te snellen zal minister-president de
Donnéa de Brusselse Costa bijeenroepen, zoals
hij deze morgen heeft gezegd: "rustig, niet
overhaast". Ik wil u eraan herinneren dat de
Brusselse Costa gebonden is aan het Brusselse
regeerakkoord. De Brusselse Costa moet het
Brussels regeerakkoord uitvoeren, namelijk het
regeerakkoord dat voorziet in een gewaarborgde
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
vertegenwoordiging van de Vlamingen in de
Brusselse Hoofdstedelijke Raad. In ruil komt er
dan een gedeeltelijke herfinanciering van de
Franse gemeenschapscommissie. Er wordt 1
miljard frank verdeeld volgens de verdeelsleutel
80/20 waarbij 800 miljoen frank naar de Franse
gemeenschapscommissie gaat. Dat is de
Brusselse Costa en de uitvoering van het Brussels
regeerakkoord. De prijs die de Brusselse
Vlamingen betalen voor een gegarandeerde
aanwezigheid op het niveau van het Brussels
gewest is 800 miljoen frank voor de Franse
gemeenschapscommissie.
De waarborgen die gevraagd worden voor de
Brusselse Vlamingen op gemeentelijk vlak bij het
regionaliseren van de gemeentewet is iets totaal
anders. Participatie aan het gemeentebeleid moet
medebestuur mogelijk maken van de Brusselse
Vlaming op gemeentelijk vlak. Waarom is dit
belangrijk? De gemeentewet omvat veel
belangrijke bevoegdheden voor zaken die het
dagelijks leven van alle Brusselaars beïnvloeden.
Het gaat om veel geld, in de gemeenten zelfs om
meer geld dan in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest. Het gaat niet alleen om de gemeentewet
maar ook om de gemeentekieswet. Men kan
morgen in Brussel met een tweederde
meerderheid nieuwe verkiesbaarheidvoorwaarden
opleggen en men kan de gemeentekieswet
wijzigen. Bijgevolg kan men realiseren dat de
Brusselse Vlamingen nog minder inspraak krijgen
dan nu reeds het geval is.
Mijnheer de eerste minister, u probeert nu de
Brusselse Vlamingen te paaien met een
vertegenwoordiging op gewestelijk niveau. Welnu,
dit is onaanvaardbaar. De vertegenwoordiging van
de Brusselse Vlamingen in de Brusselse
Hoofdstedelijke Raad gebruikt u nu als lokaas of
alibi. U hanteert daarbij een opzettelijke
spraakverwarring als u het telkens hebt over de
waarborgen voor de Brusselse Vlamingen, zonder
te zeggen dat het niet gaat om de waarborgen op
gemeentelijk vlak.
Mogelijks staat men nu voor nieuwe
onderhandelingen. Mijn vraag is of u bereid bent
om over de situatie van de Brusselse Vlamingen
in de gemeenten nieuwe onderhandelingen aan te
vatten.
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste
minister, wij zijn hier vanavond vooral
samengekomen om even na te gaan wat er
overblijft van uw hoogmoed van 17 oktober en van
uw hoogmoed van de afgelopen twee weken in
verband met het communautaire luik van uw
regering. U heeft dit communautaire luik nodig
omdat de Franstaligen geld nodig hebben en
omdat u uw Vlaamse kompaan, Patrick Dewael,
heeft toegezegd al het nodige te zullen doen om
de Volksunie tevreden te houden. Om die reden is
er een soort communautair akkoord tot stand
gekomen.
Ik lees dat u de huidige impasse zult oplossen
door een beetje te frutselen in de Brusselse
Costa. U gaat wat exegetisch rommelen aan uw
akkoord in verband met
ontwikkelingssamenwerking. Voor het overige stelt
u al uw hoop op het advies van de Raad van
State. Via perslekken vernemen wij dat dit zowat
de oplossingen zijn die u verwacht. Ik kan dit
echter moeilijk aannemen want u bent, ondanks
alles, toch een verstandig man en u bent
hopelijk
niet helemaal verblind door de
hoogmoed. Alhoewel u in de afgelopen maanden
daardoor wel van de wijs bent gebracht.
Het Vlaams-nationalisme ken ik vrij goed. In
hoofde van de Volksunie heeft dat niet veel nodig.
Het schaamlapje mag erg klein zijn op twee
voorwaarden. Ten eerste, ze moeten in de strakke
hand van Hugo Schiltz zitten. Het is geen toeval
dat hij vandaag in de krant onthult dat hij de
afgelopen dagen in de richting van Bourgeois
helemaal uit de bocht is gegaan. Hij roept dat het
een schoft, een bandiet en een sluipmoordenaar
is. Als Schiltz uit zijn rol valt dan heeft u het niet
meer in de hand, daar mag u zeker van zijn.
Ten tweede, u had het in de hand kunnen hebben
als u niet al te veel zou hebben gerekend op Bert
Anciaux. Als Vlaams-nationalist mag ik wel
zeggen dat dit een misrekening van u is geweest.
U dacht door nu en dan eens met Bert Anciaux te
gaan eten de zaken op het spoor te kunnen
houden. Nu blijkt dat dit niet is gelukt. Hoe klein u
dat schaamlapje heeft gemaakt, is nu gebleken
doordat Bert Anciaux het niet meer in de hand had
en het Vlaams-nationalisme van mening was dat
de grens was overschreden.
Mijnheer de eerste minister, eigenlijk is dat uw
eigen schuld want u had beter moeten weten. U zit
op dezelfde golflengte als een Anciaux die het
presteert om, vooraleer zijn eigen partij te
raadplegen, naar het overlegcomité te komen
waar hij mocht zeggen dat alles in orde is.
Gisteren heeft hij in het Vlaams Parlement met
vuur het Lambermont-akkoord verdedigd terwijl hij
daarvoor absoluut geen mandaat meer heeft.
De schoft, de bandiet, de sluipmoordenaar die
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Geert Bourgeois is, is in elk geval een Vlaams-
nationalist die - zelfs met Schiltz in de buurt - de
krijtlijnen heeft getrokken voor het Vlaams-
nationalisme. Mijn partij is opgericht om Hugo
Schiltz een peer te stoven. We hebben hem ook
een peer gestoofd want we hebben zijn partij
gediminueerd. Pas vanochtend toen ik zag dat hij
zo grof uit de bocht ging tegen Geert Bourgeois
kon ik met tevredenheid terugzien op de
afgelopen 20 jaar van het bestaan van mijn partij.
We hebben van het Egmontpact tot nu moeten
wachten vooraleer hij in zijn eigen kringen iemand
heeft gevonden die hem heeft duidelijk gemaakt
waar de grens ligt.
Mijnheer de eerste minister, voor de Vlaams-
nationalisten ligt de grens bij de vaststelling dat dit
geen fiscale autonomie is. U zult de argumenten
wel kennen. U versterkt het bestaande dotatieve
systeem nog, alleen al omdat de Franstaligen geld
nodig hebben. Het bestaande systeem van de
BTW-ontvangsten en de drieledigheid van de
gewestelijke structuur worden nog versterkt. Dit
zijn zaken waar het Vlaams-nationalisme uiteraard
zeer gevoelig voor is.
Het restant van wat een gemeenschapsbelasting
had kunnen zijn, het kijk- en luistergeld, wordt
overgeleverd aan het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, en in de gapende kuil van de Donnéa en
konsoorten gestort. Ook de Brusselse Vlamingen
worden overgeleverd aan de gapende muil van de
Donnéa en konsoorten. Dit zijn zaken waarvan u
het psychologische effect sterk hebt onderschat.
Dat u voor de landbouw en voor de buitenlandse
handel daarentegen plots wel percentages van de
personenbelasting kunt vrijmaken is schandalig.
De symboliek hiervan is zo intens dat de Vlaams-
nationalisten uiteindelijk wakker worden, zelfs al
werden zij door de aanwezigheid van Hugo Schiltz
op hun vergadering beneveld.
Niemand minder dan uw medetoponderhandelaar,
Patrik Vankrunkelsven heeft op 30 mei 1999 -
toen zelfs de VLD nog Vlaamsgezind was - aan
zijn eigen partijcongres gezegd dat de resoluties
van het Vlaams Parlement, die meer zelfbestuur
vroegen, voor de Volksunie het minimumplan
vormden dat mogelijk was en dat dus ook moest
worden gerealiseerd. Ik citeer: "Wij stappen niet in
een regering, federaal noch regionaal, met partijen
die op het federale vlak voorbijgaan aan deze
resoluties van het eigen, Vlaams Parlement. De
realisatie ervan moet worden vastgelegd in een
federaal regeerakkoord". Dus zeker niet in een
Brusselse Costa.
Met andere woorden, mijnheer de eerste minister,
u hoeft niet verwonderd te zijn dat u last krijgt met
het Volksuniecongres nadat uw
toponderhandelaar het bovenstaande als
minimumprogramma kwam aanbieden aan zijn
congres, en nadat hij de resoluties van het Vlaams
Parlement er met de hakken over de sloot
doorkreeg. U moet niet verbaasd zijn dat dit
gebeurde nadat deze resoluties waren
goedgekeurd door een toen nog Vlaamsgezinde
VLD, door de CVP, en zelfs door de SP. Men is
zelfs zo diep afgedaald dat we nog resoluties
konden vinden die uiteindelijk zelfs door Agalev
werden goedgekeurd. U hoeft dus niet verbaasd
te zijn wanneer zelfs wat door de heer
Vankrunkelsven werd voorgesteld als het absolute
minimum niet wordt gehaald. Als uw resultaat
inderdaad zo pover is, dan krijgt u uiteraard last
met het Volksuniecongres. En als u er al niet
persoonlijk last mee krijgt, mijnheer de eerste
minister, dan toch tenminste Bert Anciaux en
Patrik Vankrunkelsven.
Dit was een uniek moment, misschien wel het
laatste moment, waarbij de Franstaligen op de
knieën zaten. U zult zich nog wel de periode
herinneren van vlak voor de verkiezingen van 13
juni 1999. U was toen met de laatste veertien
dagen van de dioxinecrisis bezig. Wij waren bezig
met veiligheid en met de vreemdelingenpolitiek.
Vlaanderen was met de maatschappelijke
problemen bezig. Daar gingen de
verkiezingscampagnes dus over. Aan Franstalige
zijde hoorde men toen in kranten, debatten en
dergelijke, maar één ding, namelijk dat de
resoluties van het Vlaams Parlement er werden
afgekeurd. Men wilde geen regionalisering van
wat dan ook. Niet van de sociale zekerheid, niet
van wat dan ook. Dat was aan Franstalige zijde
het enige verkiezingsthema. Het was bovendien
een thema waar zij het allemaal over eens waren.
Mijnheer de eerste minister, u hebt nu het unieke
moment verkwanseld waarop de Franstaligen geld
nodig hadden en iets in ruil wilden geven. U hebt
het verkwanseld, en alle partijen die met u het
Lambermont-akkoord hebben afgesloten. De
mogelijkheid om via het Lambermont-akkoord
zelfs maar een schijn van een communautair
akkoord af te sluiten, hebt u niet te danken aan de
betere communautaire sfeer of de sfeer tussen de
gemeenschappen die zou zijn verbeterd. U hebt
die mogelijkheid alleen te danken aan de
uitgestoken en opengehouden hand van de
Franstaligen. Deze hand werd door u onmiddellijk
gevuld via de leugens en het bedrog van het St.-
Eloois-akkoord. Nu moet hun uitgestoken hand
verder gevuld worden. Als tegenprestatie moet u
bij de Volksunie de schijn ophouden van een
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
staatshervorming.
Wij hebben dit moment zien voorbijgaan. De
Vlaams-nationalisten hebben dit moment zien
voorbijgaan. Alle Vlaamsgezinden, ook VLD-ers
overigens, hebben dit moment zien voorbijgaan.
Zij hebben gezien hoe hun eerste minister zich
vastklampt aan zijn zetel en hoe niemand in staat
is hem van zijn hoogmoed af te helpen, tenzij dan
misschien de bescheiden Vlaams-nationalistische
partijraad van de Volksunie.
Mijnheer de minister, gaat u vandaag antwoorden,
zoals Patrick Dewael het heeft gedaan, dat alles in
orde komt, dat u aan de Donnéa zult vragen een
avondje vrij te houden voor zijn Brusselse Costa
waardoor u een Vlaamse eis opgeeft dat de
garanties voor de Vlamingen niet op het Brusselse
niveau maar op het federale niveau moeten
worden geregeld? Gaat u zich in uw hoogmoed
vergenoegen met de hoop dat de Raad van State
wijsheid zal brengen en dat een exegese van uw
eigen nog niet eens geformuleerde - akkoord
over Ontwikkelingssamenwerking raad en wijsheid
zal brengen. Of gaat u erkennen dat er geen
communautair akkoord is, dat u daar niet toe in
staat bent geweest, dat uw pogingen om het met
Bert Anciaux alleen te regelen totaal mislukt zijn
en gaat u proberen het over te doen? Gaat u
terugspoelen en opnieuw beginnen?
01.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste
minister, ik wens mij - net als mevrouw Creyf - te
beperken tot één specifiek onderdeel van het
Lambermont-akkoord, namelijk de situatie van de
Brusselse Vlamingen. Gezien de omstandigheden
en de verklaringen van uw goede vriend Karel De
Gucht en uw goede vriend Denys van het Vlaams
Parlement, ben ik als Vlaams-Brabander verplicht
enkele vragen te stellen over de situatie in de
Vlaamse gordel rond Brussel.
Ik ben bijzonder verheugd om twee zaken. Ten
eerste, eindelijk is het de eerste minister zelf die
hier komt antwoorden over de problematiek van
de Brusselse Vlamingen. Het is al de vierde keer
dat ik interpelleer in verband met de positie van de
Vlamingen in Brussel en iedere keer bent u erin
geslaagd, mijnheer de eerste minister, om dit op
uw secondanten af te schuiven. Nochtans hebt u
zichzelf behoorlijk geëngageerd in dit dossier. Ik
citeer wat u op 16 juni, bij het begin van uw
aantreden, hebt gezegd: "Mijnheer Laeremans, ik
zie niet in waarover u zich druk maakt. Jarenlang
heeft men hier gepraat over de
vertegenwoordiging van de Brusselse Vlamingen.
Men heeft nooit iets kunnen bereiken. Ik
constateer dat én in het Brusselse én in het
nationale regeerakkoord eindelijk een doorbraak
op dit vlak is bereikt. Wij, de democratische
partijen - wat u daar ook mee moge bedoelen -,
gaan nu de zaak oplossen". Dat is uw
engagement bij het investituurdebat.
Ten tweede, verheug ik mij er over dat - mede
door de dramatische ontwikkelingen in de
Volksunie - de problematiek van Brussel centraal
staat in dit debat. Het heeft lang geduurd en wij
voelden ons in oktober roependen in de woestijn.
Het verzet werd in de media doodgezwegen en
het feit dat u - via de families Van Thillo en
Leysen - belangrijke krantengroepen stevig in uw
greep heeft zal daar zeker niet vreemd aan zijn.
Vandaag kan zelfs een krant als De Standaard er
niet omheen en lezen we dat Vlaanderen Brussel
aan het loslaten is.
Mon Vanderosteyne schrijft vandaag in het
Nieuwsblad het volgende: "Gewaarborgde rechten
voor de Vlaamse minderheid in Brussel vormen
het historisch compromis voor de
oververtegenwoordiging van de Franstalige
minderheid in de Belgische regering. Als een
akkoord over Brussel uitblijft vervallen zijn
aanspraken als hoofdstad en verdwijnt de wil om
samen te blijven in een Belgisch staatsverband".
Dit zijn toch geen lichte bewoordingen.
Vandaag, met uw Lambermont-akkoord, gebeurt
in ieder geval diametraal het tegenovergestelde.
Ten eerste, wordt Brussel meer dan ooit versterkt
als een derde Gewest, een supergewest,
waardoor de meerderheidspositie in heel
Vlaanderen in het gedrang komt. Ten tweede,
komen er geen garanties voor de Vlamingen in
Brussel. Iedereen weet namelijk dat de bestaande
garanties die nu gebetonneerd worden niets te
betekenen hebben. Zij houden bijvoorbeeld in dat
de Vlamingen kunnen maar zeker niet moeten
zorgen voor een schepen. Zo komt het dat in
zeven Brusselse gemeenten geen Vlaamse
schepen zetelt. Ten derde, krijgt Brussel nu ook
de mogelijkheid om het algemeen
vreemdelingenstemrecht in te voeren, zodat de
Vlamingen helemaal gemarginaliseerd zullen
worden. Ten vierde, - en dat is het ergste - wordt
het definitief onmogelijk gemaakt dat er ooit nog
garanties komen voor de Brusselse Vlamingen,
dat er ooit nog een gewaarborgde
vertegenwoordiging voor de Vlamingen komt. Het
is immers niet langer deze federale Kamer, maar
wel de Brusselaars zelf die hierover zullen
beslissen. Zoals iedereen weet bestaan die
Brusselse politici voor 85% uit Franstaligen. Dit
laatste is het meest nefaste, meest schandelijke
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
aan dit Lambermont-akkoord. Vandaag worden
Brusselse instellingen nog mee bepaald door de
Vlaamse meerderheid in dit land. In de toekomst
heeft die Vlaamse meerderheid daar niets meer
over te zeggen. Integendeel, de overdonderende
Franstalige meerderheid zal over alles beslissen.
Dit betekent dat wij in de toekomst over onze
eigen hoofdstad niets meer te zeggen hebben. U
levert met uw Lambermont-akkoord onze eigen
hoofdstad en de Brusselse Vlamingen voor altijd
uit aan de Franstalige politici.
Mijnheer de eerste minister, geen enkel volk dat
zich respecteert geeft zijn eigen hoofdstad weg.
Niet alleen het Vlaams Blok zegt dit, maar ook tal
van Vlaamse prominenten van allerlei strekking. Ik
noem maar een recente tribune uit de Financieel-
Economische Tijd waarin prominenten van alle
gezindheden uitdrukkelijk stellen dat het Brussels
Gewest zeker niet bevoegd mag worden voor de
gemeentewet. Ik citeer waarom: "De bestuurlijke
inrichting van Brussel, de taakverdeling tussen het
lokale en het bovenlokale niveau, de verankering
van de Vlaamse Gemeenschap op alle niveaus
van de hoofdstedelijke beleidsvoering zijn stuk
voor stuk thema's die voor Vlaanderen van
levensbelang zijn". Dat zeggen prominenten als
Geert Vanistendael, professor Van Hemelrijck,
rectoren van universiteiten, mensen van de
vakbond, mensen als Ludo Abicht uit de culturele
sector, een hele pleiade van mensen die daarin
aan het woord komen. Zij pleiten uitdrukkelijk en
terecht voor het federaal houden van de
gemeentelijke bevoegdheden inzake Brussel,
inzake de hoofdstad. Deze mensen verwijzen
bovendien naar een heel opvallend document van
29 november 2000. Het is een smeekbede van de
Vlaamse parlementsleden van Brussel niet zo
maar de Vlaams Blok-parlementsleden, maar
mensen uit de meerderheid in Brussel, dus van de
CVP, de SP, Agalev en zelfs de VU met de heer
Gatz als ondertekenaar toen nog die vaststellen
dat zij zelf absoluut niet in staat zijn deze
waarborg te verwezenlijken binnen de Brusselse
structuren. Zij smeken dat de federale regering
u dus en zeker niet de mini-Costa het probleem
van de gewaarborgde vertegenwoordiging op
gemeentelijk niveau zou aanpakken.
Mijnheer de eerste minister, wanneer u in uw
antwoord opnieuw zou verwijzen naar de mini-
Costa, dan weet u dat u regelrecht ingaat tegen
uw eigen mensen, tegen uw partijgenoten in
Brussel en dat het bovendien absoluut onmogelijk
is om van dit Brussels overleg iets te verwachten.
Het is dus aan u om voor de Brusselse Vlamingen
iets te doen op federaal niveau, zoals u overigens
had beloofd bij de regeringsverklaring. Het zou
bijzonder immoreel en laf zijn de Brusselaars te
laten stikken door te zeggen dat zij het zelf maar
moeten oplossen: zij kunnen dat niet en u weet
dat heel goed.
Mijnheer de eerste minister, wat zult u doen opdat
de Vlaamse Gemeenschap in de toekomst in haar
eigen hoofdstad gerespecteerd zou worden op alle
niveaus, dus ook op het gemeentelijke niveau, en
bij het beleid zou worden betrokken? Met andere
woorden, hoe reageert u op de smeekbede van
alle Brusselse Vlaamse parlementsleden aan uw
adres en dat van de federale regering om op dit
niveau naar een oplossing te zoeken?
Bestaat inderdaad de mogelijkheid dat Brussel
autonoom het algemeen vreemdelingenstemrecht
zou kunnen invoeren?
Daarnaast heb ik nog enkele vragen over Vlaams-
Brabant. Ik zou u eerst attent willen maken op het
feit dat ook van daar uit protest kwam. Alle
gemeenteraadsleden uit de zes
faciliteitengemeenten, waaronder opnieuw heel
wat mensen van de VLD, hebben zich afgezet
tegen het Lambermont-akkoord. Zij zijn er niet
over te spreken. Zij vrezen onder andere dat de
splitsing van het kiesarrondissement er nooit meer
van zal komen, dat de splitsing van het
gerechtelijke arrondissement er nooit zal komen,
en in verband met de voogdij over de
faciliteitengemeenten spreken zij over een lege
doos. Zij hebben bovendien argwaan dat er
geheime afspraken zouden zijn gemaakt.
Ondertussen zult u ook hebben vernomen dat de
korte opflakkering van oprechtheid bij Karel De
Gucht tijdens De Zevende Dag inzake de
zogenaamde pesterij-omzendbrief van Leo
Peeters op het VU-beraad mee de doorslag heeft
gegeven inzake uw Lambermont-akkoord.
Hierdoor is immers duidelijk geworden dat er wel
degelijk geheime afspraken zijn.
Mijnheer de eerste minister, kunt u verduidelijking
geven over de afspraken die werden gemaakt in
verband met de rondzendbrief van Leo Peeters?
Hoe apprecieert u de uitlatingen van Karel De
Gucht en van uw partijgenoot Denys in het Vlaams
Parlement? Wat staat er in het Lambermont-
akkoord? Wij hebben nog altijd geen teksten,
ongelooflijk maar waar. Wij interpelleren hier
louter op basis van uitspraken en
kranteninterviews. Onbegrijpelijk maar waar, wij
hebben nog altijd geen teksten gezien. Wat staat
er in het Lambermont-akkoord over de
bevoegdheden van de Raad van State en van de
tweetalige kamers? Blijkbaar wordt dit de
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
zoveelste uitbreiding van de faciliteiten, de
zoveelste bijkomende garantie voor de
Franstaligen in Vlaanderen.
01.05 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer
de voorzitter, het lijkt mij aangewezen dit debat
eerst te situeren in het geheel van de beslissingen
die de voorbije maanden in dit dossier werden
genomen.
Er kwamen twee bijzondere wetten tot stand,
meer bepaald een die de wet van 1988 inzake de
financiering fundamenteel wijzigt en een tweede
die nieuwe bevoegdheden overhevelt. Dit is een
exacte uitvoering van de bepalingen van het
Lambermont-akkoord, hetgeen ik trouwens
toelichtte in het Parlement en waarover overigens
een discussie werd gevoerd in oktober
jongstleden. Ik herinner mij deze discussie nog
levendig. Ik zal niet beweren dat iedereen - en
meer bepaald de oppositie - razend enthousiast
was over dat akkoord, maar op een aantal
kritische oppositiestemmen na werd het
Lambertmont-akkoord beschouwd als een
belangrijke stap om problemen op te lossen die al
jaren aanslepen en die in feite de federale uitbouw
van ons land belemmeren.
Daarnet werd opgemerkt dat België een federale
Staat werd zodra dit in de Grondwet werd
ingeschreven. Het is evenwel niet voldoende dit in
de Grondwet te stipuleren, opdat de instellingen
op een federale wijze zouden functioneren.
Daarvoor moet immers aan een aantal
voorwaarden worden voldaan, zoals onder meer
het vormen van homogene
bevoegdheidspakketten; bepaalde bevoegdheden,
bijvoorbeeld inzake Buitenlandse Handel of inzake
Landbouw, zouden niet meer permanent mogen
worden uitgeoefend door twee verschillende
instanties, namelijk de federale overheid en de
gewesten.
Zoals in elke federale Staat moeten de gewesten
instaan voor de gemeentelijke en provinciale
ordening, alsook voor de regeling van de
desbetreffende kieswetgeving.
In een federale Staat worden niet meteen meer
middelen toegekend, maar is er meer
beheersautonomie over de overgehevelde
middelen. Wat de transfers betreft spreekt men
uiteraard over een weliswaar beperkt aantal
miljarden, maar niet de omvang van de middelen
is bepalend, wel de manier waarop zij kunnen
worden aangewend. Zolang de gewestelijke
belastingen niet zelf mogen worden bepaald,
zolang het al dan niet toestaan van kortingen op
personenbelastingen niet mag worden beslist, of
zolang de inkomsten niet evolueren naargelang de
welvaart in de deelgebieden, wijst onderzoek uit
dat men slechts kan spreken van ogenschijnlijk
federalisme.
Een federale Staat houdt meer in dan louter en
alleen duizend miljard bevoegdheden
overhevelen. In een federale Staat wordt
beheersautonomie inzake de inkomsten
toegekend en worden een aantal essentiële
bijkomende bevoegdheden overgeheveld. Dit alles
viel tussen de plooien van onze staatshervorming.
Mijnheer de voorzitter, het Lambermont-akkoord
kreeg een algemene positieve appreciatie. Het
werd beschouwd als een instrument om zeven,
acht en zelfs negen jaar aanslepende problemen
op te lossen. In dat verband denk ik aan stroeve
procedureregels in verband met kortingen en
afcentiemen die elke fiscale autonomie afremmen,
aan het feit dat de gewestelijke belastingen niet
worden overgeheveld naar de gewesten en de
gemeenschappen, evenmin als het kijk- en
luistergeld.
In feite werd reeds sedert 1993 beslist dat de
gemeente- en provinciewetten zouden worden
overgeheveld. Het Sint-Michielsakkoord voorzag
immers in de oprichting van een werkgroep die
binnen de kortste keren de overheveling zou
organiseren.
Deze werkgroep werd nooit opgericht. Tijdens de
onderhandelingen heb ik me dikwijls die
werkgroep gevoeld. Wellicht had de heer
Dehaene, op het ogenblik dat hij in het Sint-
Michielsakkoord de oprichting van een werkgroep
liet optekenen, niet deze samenstelling voor ogen.
Wij zijn de werkgroep geworden waarvan sprake
is in 1993. Wij hebben de belangrijke beslissing
uitgevoerd die in 1993 was genomen maar
waarvan gebleken is dat men politiek onmachtig
was om ze te concretiseren.
Mijnheer de voorzitter, met het Lambermont-
akkoord proberen we een aantal dossiers op te
lossen - we zullen afwachten wanneer de
bijzondere wetten in het Parlement worden
goedgekeurd - die minstens 7 jaar hangende zijn
en die ervoor zorgden dat onze federale
staatsordening niet ten volle kon spelen.
We hebben twee bijzondere wetten uitgewerkt die
het Lambermont-akkoord moeten uitvoeren. Het
akkoord is, mijns inziens, een belangrijke stap in
de goede richting niet zozeer inzake de omvang
maar wel inzake de aanwending van de middelen.
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
In het verleden lag deze stap moeilijk. Dat men
over deze punten 8 jaar heeft moeten
discussiëren is daarvan een bewijs. Wij zorgden
voor de doorbraak. De bijzondere wetten werden
voor advies naar de Raad van State gezonden.
Mijnheer de voorzitter, ik wil ingaan op de kritiek
van de interpellanten op de inhoud van het
akkoord. Men stelt dat dit akkoord een belangrijke
herfinanciering van de gemeenschappen bevat.
Inderdaad, de gemeenschappen worden
geherfinancierd. De voorbije maanden en jaren
werd hierop niet alleen aangedrongen door de
Franstalige Gemeenschap maar ook én in
toenemende mate door verschillende leden van
de Vlaamse regering. Ik stel vast de voorbije jaren
de beide gemeenschappen vragende partij waren
om over meer middelen te kunnen beschikken. De
herfinanciering is een eerste punt van het
akkoord. Ik kom niet terug op de verschillende
bedragen.
Tweede belangrijk punt is dat de herfinanciering
niet meer op dezelfde manier gebeurt. Vroeger
gebeurde de financiering alleen op basis van de
verdeelsleutel die op zijn beurt gebaseerd was op
het aantal leerlingen. Dankzij een uitspraak van
het Rekenhof hebben we een einde gesteld aan
een dertien jaar durend conflict in ons land. Sinds
de uitspraak van het Rekenhof werden terzake
geen interpellaties meer gehouden. Ik verheug me
dat iedereen zich neerlegt bij het standpunt van
het Rekenhof. De financiering van de bijkomende
middelen niet het basisbedrag en de groei
waaraan deze middelen zullen gekoppeld zijn,
zullen in de toekomst niet langer op basis van de
oude verdeelsleutel gebeuren maar geleidelijk aan
én tegen 2012 op basis van de personenbelasting.
Dit principe is niet terug te vinden in de wet van
1988. Vlaanderen heeft hierop voortdurend kritiek
gehad. Vlaanderen vond dat men inzake de
bijkomende middelen rekening moest worden
houden met de inkomsten van de
personenbelasting. Dat gebeurt nu. Geleidelijk
aan zal een steeds groter percentage van de
middelen voor de gemeenschappen gebaseerd
zijn op de personenbelasting. Ik herhaal dat dit in
de wet van 1988 niet het geval was. Men kan
beweren dat het niet snel genoeg gaat en dat het
onvoldoende is. Ik wil deze kritieken aannemen.
Feit is dat deze regeling een fundamentele breuk
is met de financieringswet van 1988.
Toen was er niets vastgelegd. De verdeelsleutel
was toen puur gebaseerd op het leerlingenaantal.
Nu worden in de eerste plaats niet onaanzienlijke
nominale middelen bijgegeven. Dat gebeurt
trouwens op vraag van beide gemeenschappen.
In de tweede plaats wordt hieraan de groei
gekoppeld, die steeds meer en meer zal
toenemen. Het pakket van de verdeling van de
middelen voor de gemeenschappen, op basis van
de personenbelastingen, zal in de toekomst een
steeds groter percentage van het geheel innemen.
Ik beschouw dat als een heel belangrijke
doorbraak met betrekking tot een slechte bepaling
van de Financieringswet, die ik sinds 1988
trouwens altijd heb bestreden. Ik heb mij in 1988
nog gepermitteerd, mijnheer de voorzitter, om
daarover een lange uiteenzetting te houden en
toen reeds te pleiten voor meer financiële
middelen op basis van de personenbelasting. Dat
wordt nu gerealiseerd met betrekking tot de
gemeenschappen.
Het derde element gaat over de fiscale autonomie,
die tot nu toe zeer beperkt, zoniet quasi
onbestaande was. Wat hebben wij gedaan? Het
Lambermont-akkoord wordt letterlijk uitgevoerd in
de bijzondere wet. Er zijn geen nieuwe punten aan
toegevoegd. Het gaat over de uitvoering van
hetgeen ik op 17 oktober 2000 in het Parlement
heb aangekondigd en reeds door de verschillende
partijen uit de meerderheid enthousiast was
goedgekeurd. We spreken over meer fiscale
autonomie door alle gewestelijke belastingen en
alle belastingen die in het verlengde ervan liggen,
over te hevelen. Dat was tot nu toe niet het geval.
In de toekomst gebeurt het wel. Het gaat dus over
een hele reeks van belastingen die met de
gewesten te maken hebben of die in het verlengde
ervan liggen, waarvoor nu een volstrekte
autonomie van de gewesten tot stand komt. Dat
was niet het geval in 1988.
Hetzelfde is gebeurd met het kijk- en luistergeld,
een zogenaamde gemeenschapsbelasting. In feite
is dat natuurlijk niet het geval. Het is niet omdat
het gaat over een televisiezender die bepaalde
programma's uitzendt, dat het een
gemeenschapsmaterie zou zijn. In feite spreken
we over een belasting op het bezit van een
televisietoestel. Dat is, met andere woorden, een
gewestelijke materie. Wij hebben het kijk- en
luistergeld, waar tot nu toe de gemeenschappen
en gewesten geen zeggenschap over hadden,
overgeheveld naar de gewesten. De gewesten
kunnen zelf bepalen wat zij daarmee doen. Als ze
het willen afschaffen, kunnen ze dat doen. Ik heb
gezien dat deze optie in een aantal gewesten
nogal wat aanhangers heeft. Willen zij het kijk- en
luistergeld verhogen, dan kunnen zij dat doen. Wil
men de grondslag ervan wijzigen, dan wijzigen ze
de grondslag. Het is in ieder geval een enorme
stap voorwaarts, waarbij alle regionale
belastingen, inclusief het kijk- en luistergeld,
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
worden overgeheveld.
Naast de volledige overheveling van de regionale
belastingen en het kijk- en luistergeld, waarover
geen enkele autonomie bestond in 1988, doen wij
hetzelfde met de personenbelasting. Men kan
kortingen, vermeerderingen en verminderingen op
de personenbelasting toepassen. Wij hebben
daarvoor een aantal marges bepaald: min 3,25%
of plus 3,25% vanaf 1 januari 2001. Dat is in totaal
6,5%. Vanaf 1
januari
2004 wordt de marge
uitgebreid tot min 6,75% en plus 6,75%. Daarbij
hebben wij alle zeer stringente regels die tot nu
toe bestonden om zoiets te kunnen doen er
moest een koninklijk besluit worden genomen en
een heleboel consultaties moesten geschieden
afgeschaft. Er is nu een totale autonomie voor de
gewesten om deze verminderingen of
vermeerderingen toe te staan binnen de grenzen
die ik daarjuist heb aangegeven. Het enige wat
gebeurt, is een consultatie van het Rekenhof, dat
controleert of men binnen de marge blijft van
3,25% vanaf 2001, of 6,75% vanaf 2004. Verder
blijven de gewone procedures, die wij altijd
hebben gekend, van toepassing. Ik herhaal, alleen
het Rekenhof wordt geconsulteerd. Ik denk dat
zulks normaal is. Er moet toch iemand advies
geven of men al dan niet binnen de norm blijft. Dat
lijkt mij evident, zo niet krijgt men opnieuw de
politieke discussies die we in het verleden al meer
dan genoeg over dergelijke materies hebben
gevoerd.
Er wordt dus een einde gesteld aan het
ingewikkelde systeem dat in feite de volledige
uitholling was van de mogelijkheid om
afcentiemen of opcentiemen toe te kennen,
vermits er een bevoogding van de federale
overheid was. Die is er vanaf vandaag niet meer.
Het Rekenhof adviseert en vervolgens zijn er de
gewone procedures. Als de federale overheid, een
gemeenschap of gewest zich benadeeld zou
voelen, kan ze altijd de gewone procedures in
werking stellen, deze van het Arbitragehof in het
bijzonder.
Ik weet, mijnheer de voorzitter, dat de eerste wet
de financieringswet nog niet het ideaal is. We
komen aan iets meer dan 20% autonomie en
zelfbeschikkingsrecht over de inkomsten. De
Vlaamse en de Waalse regering hebben
uitgerekend dat het zelfs om 25% gaat. Vroeger
was het uiteraard veel minder. Sommige federale
staten hebben waarschijnlijk 30% of 35%
autonomie. Veel verder dan 40% gaat men niet.
Men kan niet zeggen dat er honderden miljarden
meer vrijkomen. Dan was ook niet de ambitie van
het Lambermont-akkoord. Volgens mij is dat ook
niet het essentiële punt waarvoor wij op het vlak
van de staatshervorming staan.
Er is wel een enorme inhoudelijke toename van de
bevoegdheid die gegeven wordt aan de gewesten
en de gemeenschappen. Die bevoegdheid
bestond niet en heeft aanleiding gegeven tot heel
wat resoluties niet alleen in het Vlaams Parlement,
maar ook in het Waals Parlement. De
regionalisten vroegen dat daar evenzeer. Mijnheer
Van Cauwenberghe, de minister-president van de
Waalse regering, is zeer actief geweest tijdens
deze onderhandelingen. Allen vonden dat het een
heel belangrijke, substantiële stap in de goede
richting was. De autonomie over de inkomsten
werd op een wezenlijke manier uitgebreid.
Die toekomstige middelen aan de
gemeenschappen zullen op basis van de
personenbelasting worden toegekend. Alle
gewestbelastingen worden overgeheveld. Alle
belastingen die in de lijn liggen van de
gewestbelastingen worden overgeheveld. Het kijk-
en luistergeld wordt overgeheveld. Er wordt
eindelijk een autonomie op de personenbelasting
gegeven die vrij groot is. Zeker vanaf
1 januari 2004 is dat zonder alle formaliteiten en
beslommeringen die nu in de wet staan.
Geleidelijk sommigen zullen zeggen dat het
beter kan zullen we een instrumentarium krijgen
in de schoot van gewesten en gemeenschappen
dat vergelijkbaar is met wat in andere federale
staten bestaat en dat perfect de vergelijking kan
doorstaan. In de wet van 1988 was dat
onvoldoende het geval. Het spijt me als dat
overkomt als een kritiek naar sommigen die daar
in het verleden voor geijverd hebben. In de wet
van 1988 ging het dan wel over een grote massa,
maar was er de zelfstandigheid niet om een aantal
beslissingen te treffen. Men ontving de inkomsten,
maar voor de rest had men niet de bevoegdheid
er zeggingschap over te hebben. Dit betreft de
financieringswet.
Ik kom tot de tweede wet, deze over de
bevoegdheden. De belangrijkste is ongetwijfeld de
overheveling van de gemeente- en de
provinciewet. Ik kan ook daar aannemen dat men
zegt dat het meer moest zijn en dat er zaken
toegevoegd moesten worden. Wat daarin staat,
zijn alle dossiers waar 7 of 8 jaar over gepraat is
en waar uiteindelijk geen consensus over
gevonden werd. Nu is dat wel het geval.
Ik wil met het eerste punt beginnen, met name
landbouw. We maken meer dan 3 miljard frank
over. In het Lambermont-akkoord stond dat dat
zou gebeuren op basis van een foto. We hebben
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
die foto laten maken. Als u wilt, mijnheer de
voorzitter, zal ik hem aan de leden laten zenden.
Als u naar de middelen en het personeel keek,
ging het om 55% voor Vlaanderen en 45% voor
Wallonië. Dat stond op de foto die van het
ministerie van Landbouw kwam. Veel Vlamingen
dachten dat ze het wisten en gingen met de natte
vinger te werk. De realiteit was een verhouding
van 55% tegenover 45%. Dat stond op de foto.
Uiteindelijk hebben we in verband met landbouw
gedaan wat moest gebeuren. Op alles wat
wetenschappelijk onderzoek betreft, hebben we
de sleutel van wetenschappelijk onderzoek
toegepast. Die sleutel is trouwens nog
onderhandeld door de vorige minister-president en
collega in de Senaat, de heer Van den Brande. Op
alle andere bevoegdheden hebben we dezelfde
sleutel toegepast die bestond in de vroegere
financieringswet van 1988. 61,9% gaat naar
Vlaanderen en 38% gaat naar Wallonië. Dat
percentage ligt vrij dicht bij dat van de
personenbelasting. Het is wel iets helemaal
anders dan de foto, waarnaar verwezen wordt.
Men vroeg zich af waarom de foto niet toegepast
was. Het was beter de sleutel te nemen die in de
financieringswet staat. 62% en 38% zou beter zijn
dan 55% en 45%.
Nogmaals, ik zal u een kopie van de zogenaamde
foto bezorgen, mijnheer de voorzitter, zodat er
klaarheid komt over de 3,050 miljard voor
Landbouw, wat de basis vormde van de discussie.
Ik kom, ten tweede, tot de opmerkingen in
verband met Buitenlandse Handel. Daar zijn we
op dezelfde wijze tewerkgegaan. We hebben
gemeend dat het niet kon dat er terzake steeds
weer bevoegdheden werden overgeheveld, terwijl
de BDBH voort functioneert. Men heeft
aangeklaagd dat die laatste zou blijven bestaan.
Dat is onjuist. In de memorie van toelichting staat
zeer duidelijk aangegeven dat de wet van 1948
betreffende de oprichting van de BDBH wordt
opgeheven. Er kan daarover dus geen enkel
misverstand meer bestaan. We hebben wat dat
betreft ervoor geopteerd om nagenoeg alle
middelen, op 100 miljoen na, over te hevelen
volgens een verdeelsleutel gebaseerd op de
personenbelasting, net zoals we de verdeelsleutel
van de gemeenschappen hebben gehanteerd voor
de overheveling van de Loterij, wat immers te
maken heeft met gemeenschapsbevoegdheden.
Thans werken we aan een samenwerkings-
akkoord. We hebben in het overlegcomité ook
afgesproken dat vóór de eindstemming van beide
wetten in Kamer en Senaat alle samenwerkings-
akkoorden tussen de verschillende gewesten en
gemeenschappen die noodzakelijk zijn ingevolge
de twee bijzondere wetten, in het overlegcomité
zullen zijn goedgekeurd. Met andere woorden, de
restbevoegdheid van Buitenlandse Handel wordt
gedeeld door de gewesten en gefinancierd zowel
door de gewesten als door de federale regering
die met 100 miljoen ook nog een duit in het zakje
doet. De BDBH wordt dus een
intergouvernementeel agentschap en geen
federaal agentschap; ten bewijze de schrapping
van de wet van 1948.
Persoonlijk vind ik dat een goede werkwijze en we
zullen ook op andere beleidsterreinen op die
manier tewerkgaan. Ik geef een voorbeeld. Naar
aanleiding van de Financieringswet en de
overheveling van de gemeente- en provinciewet
zullen ook de documentatie en het beheer van het
onroerend patrimonium, waarvan de bevoegdheid
thans op verschillende niveaus wordt uitgeoefend,
volledig naar de gewesten worden overgeheveld.
Dit betekent dat de volledige administratie
voortaan onder de gewesten zal ressorteren. Het
is evident dat voor een aantal burgerlijke akten
een federale connotatie blijft bestaan. Ook wat dat
betreft zullen we een samenwerkingsakkoord
uitwerken met het oog op het gezamenlijke
beheer, zodat elke vorm van verspilling wordt
vermeden. Anders zou het wel eens kunnen dat
zowel op federaal als op gewestelijk vlak het
onroerend patrimonium wordt gedocumenteerd en
beheerd.
Ten derde, kom ik tot de overheveling van de
gemeente- en provinciewet. We hebben
bewerkstelligd wat sinds 1993 niet mogelijk was.
Inderdaad, sinds 1994 stond men voor een muur
en veranderde er niets: wij hebben ervoor gezorgd
dat alle bevoegdheden terzake naar de gewesten
worden overgeheveld, zonder enige uitzondering.
Er is geen sprake van regionalisering als er te veel
bevoegdheden op federaal vlak blijven. Met zo'n
overheveling van de gemeente- en provinciewet
bedriegt men alleen de bevolking.
Belangrijk is ook dat we met het akkoord de hele
kieswetgeving hebben overgeheveld, wat niet
bepaald was bij het Sint-Michielsakkoord. Dat
aspect werd destijds op federaal niveau
gehouden. Niet dat de Vlaamse partijen daartegen
waren, maar aan Franstalige zijde maakte men
daar echter bezwaar tegen. Overigens moet u niet
denken dat de regionalisering van de
kieswetgeving een eis van de Vlamingen was. In
ieder geval gaat het om een heel ingrijpende
bevoegdheidsoverdracht. Lees de teksten er maar
op na. Heel de organieke wetgeving wordt
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
overgeheveld, inclusief de vastlegging van de
provincie- en gemeentegrenzen, de normering van
het administratief toezicht, de benoeming van de
gouverneurs en de arrondissements-
commissarissen, de tuchtregeling, het toezicht, de
benoeming van burgemeesters, de
kiesbaarheidsvoorwaarden en het kiesstelsel,
waarbij wel voor een aspect ervan een sleutel één
derde/twee derden wordt toegepast. Wij hebben
het toezicht, de tucht en de benoeming dus
overgeheveld naar de gewesten. Dat is precies
het specifieke van een regionalisering.
Ik ben dan ook verbluft wanneer ik de leden van
het Vlaams Blok het behoud van een federaal
toezicht in Brussel hoor bepleiten.
Prachtig. Waarschijnlijk wilt u de afschaffing van
de Belgische Staat, behalve voor één
bevoegdheid. De Belgische Staat moet voor het
Vlaams Blok blijven bestaan om de voogdij over
Brussel waar te nemen. Voor sommigen kan het
een geruststelling zijn dat het niet zo ver zal
komen.
Waar het om gaat is dat wij, met uitzondering van
de pacificatiewet, al die bevoegdheden
overmaken. De uitzondering van de pacificatiewet
was ook in het Sint-Michielsakkoord voorzien. Dat
is net hetzelfde. De bepalingen van de
pacificatiewet houden garanties in voor bepaalde
bevolkingsgroepen in de rand en in de
faciliteitengemeenten. Dat blijft ook in de toekomst
zo. Al de rest gaat over naar de gewesten en zal
door de gewesten worden uitgeoefend. Men
vraagt mij of de Franstaligen in de rand van
Brussel en in de faciliteitengemeenten nu meer
krijgen dan vroeger. Dat is niet het geval, zij
behouden exact hetzelfde als nu. Wij hebben
trouwens in het Lambermont-akkoord
ingeschreven dat de bestaande waarborgen in de
nieuwe bijzondere wet zouden staan. Welnu, de
bestaande waarborgen zijn overgenomen in de
nieuwe bijzondere wet, met de overheveling van
de volledige bevoegdheid voor de tucht en de
voogdij, niet alleen de toepassing van de voogdij
wat vroeger al voorzien was maar ook de
organisatie van de voogdij.
Een klein detail zegt u? U moet dat maar eens
meemaken aan de onderhandelingstafel. Als het
zo'n klein detail is, wat heeft u dan tegengehouden
om dat in de voorbije tien jaar te regelen?
Het gaat dus niet alleen om de uitvoering van de
voogdij maar ook om de organisatie, de uitvoering
van de tucht en de nominatie van de
burgemeester. Men zegt hier dat er ook een
bepaling is opgenomen die stelt dat als er in de
toekomst een regeling wordt ingevoerd voor de
voogdij, de tucht en de benoeming van de
burgemeester, dezelfde regels overal in het
gewest moeten gelden. Dat is echter evident,
alleen al met het oog op de Grondwet. Artikel 129,
§ 2, voorziet expliciet die noodzaak. Wij hebben
dat niet opgesteld maar wij vinden het wel een
goede regel. Dezelfde regels moeten gelden in
heel het gewest.
Sommigen wilden uitzonderingen maken en
speciale regels voorzien. Dat willen wij niet. De
bestaande garanties werden overgenomen. De
pacificatiewet hebben wij als uitzondering
voorzien. Voor de rest worden alle bevoegdheden
overgedragen, ook wat de tucht betreft met
betrekking tot de burgemeester. In dat geval moet
de Raad van State uitspraak doen. De betrokken
burgemeester kan een prejudiciële vraag stellen
aan een tweetalige kamer. Deze kamer doet
echter geen uitspraak ten gronde. Hij kan alleen
de prejudiciële vraag stellen of de wet die wordt
ingeroepen tegen hem geen schending inhoudt
van de garanties in de bijzondere wet.
Ik kom dan bij het tweede punt, namelijk de
Vlamingen in Brussel. Ook daar zijn de bestaande
garanties één voor één overgenomen. Dat was
eigenlijk ook het voorstel van het Lambermont-
akkoord. Wij hebben niet alleen de bestaande
garanties overgenomen, we hebben er in feite ook
één belangrijke garantie aan toegevoegd. Ik doel
op artikel 15 van de bijzondere wet die u
binnenkort zal worden voorgesteld.
Waarschijnlijk hebt u wat last van de warmte die
hier hangt maar laat u mij eerst even uitspreken.
U kunt daarna repliceren. Mijnheer de voorzitter, ik
kom op voor het repliekrecht van de heer Van
Rompuy want hij schijn eraan te twijfelen dat u het
hem straks zult toestaan.
De voorzitter: Collega's, mag ik u vragen nog
even een inspanning te doen om te luisteren?
Mijnheer de eerste minister, mag ik u verzoeken
om te besluiten?
01.06 Eerste minister Guy Verhofstadt: Mijnheer
de voorzitter, ik meen dat er effectief een
waarborg wordt toegevoegd. De waarborgen die
binnen de Brusselse regering gelden en die in de
Brussel-wet zijn opgenomen, blijven uiteraard van
kracht. De alarmbelprocedure voorzien in artikel
31van de Brussel-wet blijft van kracht. Verder zijn
er de bepalingen die in de artikelen 279 en 280
van de Brussel-wet staan met betrekking tot de
waarborgen voor Vlaamse schepenen en
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
gemeenteraadsleden. Ik heb niet onderhandeld
over de Brussel-wet van 1989, dat hebben andere
mensen die hier zojuist het woord hebben gevoerd
gedaan. Ook deze bepalingen blijven integraal van
kracht.
Daar wordt niet aan gewijzigd. Bovendien voegen
wij er artikel 15 aan toe dat bepaalt dat
ordonnanties, reglementen, administratieve
handelingen geen afbreuk mogen doen aan het
tweetalige karakter. Op het ogenblik van de
inwerkingtreding van deze bepaling bestaan er
waarborgen die de personen van de Nederlandse
en Franse taalaanhorigheid genieten in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wij voegen daar
een bijkomende garantie aan toe, namelijk een
schorsingsprocedure bij het Arbitragehof tegen
dergelijke inbreuken. Ik geef een voorbeeld. Laat
ons nu eens aannemen dat het Brussels Gewest
een ordonnantie zou goedkeuren waardoor een
minimale kiesdrempel wordt ingevoerd die op een
of andere manier in alle gemeenten zou worden
ingevoerd en die er in feite op neerkomt dat het
veel moeilijker wordt voor een Vlaming om
verkozen te worden. Deze ordonnantie kan op
basis van artikel 15 niet alleen worden vernietigd
maar bovendien onmiddellijk worden geschorst.
Vandaag is dit niet mogelijk want het Arbitragehof
heeft op dat vlak die schorsingsbevoegdheid niet.
We hadden het ons uiteraard gemakkelijk kunnen
maken zoals de vorige regering door te verwijzen
naar artikel 4 van de Grondwet waarin een
soortgelijke bepaling kon worden opgenomen. Op
dat moment zouden er jarenlange disputen
ontstaan voor het Arbitragehof. Nu wordt er een
schorsingsbevoegdheid gecreëerd voor het
Arbitragehof. In Brussel bestaan reeds een aantal
waarborgen voor bepaalde bevolkingsgroepen -
ook voor de Nederlandstaligen in de
randgemeenten, maar ze werden vanuit een
andere filosofie opgesteld. In plaats van politieke
beslechtingmechanismen te installeren, hebben
wij geopteerd voor efficiënte procedures bij de
Raad van State - in geval van administratieve
akten of handelingen - of het Arbitragehof - als het
gaat om decreten en ordonnanties - door middel
van het toekennen van een
schorsingsbevoegdheid aan het Arbitragehof. Tot
op vandaag bestaat die mogelijkheid niet. Dit is
een supplementaire garantie voor de vrijwaring
van de waarborgen voor de Nederlandstaligen in
Brussel.
Ik wil het probleem dat onder meer door mevrouw
Creyf en mijnheer Laeremans werd aangehaald
uiteraard niet uit de weg gaan. Zij hadden het over
bijkomende waarborgen voor de
minimumvertegenwoordiging van de Vlamingen in
Brussel. Een aantal onder u zou misschien eens
in eigen boezem kunnen kijken waarom zij dit niet
hebben voorzien toen de Brusselwet in 1989 werd
goedgekeurd. Dit is een historische kritiek die ik
voor eigen rekening neem. De garanties in de
regering werden voorzien maar de garanties in de
raad waren blijkbaar in de mist van de discussies
verdwenen.
Wij hebben dit punt toevertrouwd aan de
Brusselse Costa. Deze afspraak werd reeds
gemaakt bij de start van deze regering. De
minister-president van de Brusselse regering heeft
de voorbije uren en dagen reeds voldoende
verklaringen afgelegd waaruit blijkt dat de
Brusselse Costa resultaat zal boeken. Dit resultaat
zal gaan in de richting van die garanties voor de
Vlamingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Dit is de andere manier van werken die wij willen
hanteren. In plaats van alles aan alles te koppelen
en niets op te lossen zoals de laatste 9 jaar,
ontstaat er nu een situatie waarbij de bestaande
waarborgen -
279 en 280
- onverkort blijven
bestaan. De waarborgen voor de Vlamingen in
Brussel worden uitgebreid met een nieuw artikel
15 dat een schorsingsbevoegdheid toekent aan
het Arbitragehof. Ik ben van mening dat er in de
Brusselse Costa een oplossing zal worden
gevonden voor de minimumvertegenwoordiging
van de Vlamingen in Brussel.
Afgaande op alle contacten die ik heb gehad ben
ik ervan overtuigd dat bij iedereen, zowel bij
Nederlandstaligen als bij Franstaligen, de wil
bestaat om tot een akkoord te komen en
bijkomende garanties te geven aan de Vlamingen
in Brussel. In die zin zullen er binnen de Brusselse
Costa ook andere punten ter discussie worden
gebracht die moeten worden geregeld.
Mijnheer de voorzitter, ik heb u het belang en de
betekenis van beide ontwerpen geschetst. Wie de
zaken objectief bekijkt en de inhoud van deze
twee bijzondere wetten grondig en eerlijk
beoordeelt - ik weet dat dit voor de oppositie een
moeilijke klus is, ik heb daar ook meer dan tien
jaar, om niet te zeggen twaalf jaar last mee gehad,
de laatste twee jaar ging het iets beter - zal
moeten toegeven dat het een belangrijke stap in
de goede richting is.
Daarnet heeft men een ganse uiteenzetting
gehouden over wat er gebeurt in deze en andere
partijen en heeft men hierover mijn mening
gevraagd. Ik wens er niet op in te gaan. Wat telt is
dat ik van de komende weken gebruik ga maken
om, eenmaal de adviezen van de Raad van State
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
binnen zijn, duidelijk te maken, zowel binnen als
buiten het Parlement, dat er voor deze wetten een
tweederde meerderheid zal worden gevonden,
dank zij het nieuwe heersende communautaire
klimaat. Men is er acht of negen jaar niet in
geslaagd om tot zulk een akkoord te komen, dat
zal wel een reden hebben. Men gaat gewoon op
een andere manier met elkaar om in dit land.
Het is zowel mijn intentie als die van de regering
om de bevoegdheden van de Senaat ter sprake te
brengen. Mijnheer Annemans, ik heb uw verzet
daartegen in de Senaat uitvoerig ten berde
gebracht en ik werd door uw fractie
aangemoedigd om hierover in de Senaat een
voorstel in te dienen. Ik heb daarvan natuurlijk
gebruik gemaakt, u bood mij een open doel aan.
Mijnheer de voorzitter, ik wens ook de
financieringswet ter sprake te brengen, daarbij
rekening houdend met het specifiek karakter van
de Kamer van Volksvertegenwoordigers, die de
begrotingsautoriteit is. Ik ben er persoonlijk van
overtuigd en ik heb het volle vertouwen erin dat,
op het ogenblik dat beide wetten in het Parlement
zullen worden behandeld en ter stemming zullen
worden gebracht - iedereen behandelt deze
teksten naar eer en geweten - er een tweederde
meerderheid zal worden gevonden.
De voorzitter: Vermits de eerste minister op de
diverse interpellaties heeft geantwoord, behoort
het repliekrecht alleen toe aan de interpellanten
zelf. De heren Van Rompuy, Annemans en
Laeremans en mevrouw Creyf krijgen het woord
voor een repliek.
01.07 Herman Van Rompuy (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik wil van de repliek van de heer
Verhofstadt geen karikatuur maken, maar op een
gegeven ogenblik geeft hij mij de indruk dat de
voorbije staatshervormingen te herleiden zijn tot
een artikeltje in de Grondwet, dat zegt dat; "België
is een federale Staat" en daarmee houdt het dan
ook op. Het is alsof het belangrijkste is vast te
leggen wat met de kleine zeven miljard frank voor
Landbouw en Buitenlandse Handel gebeurt. Wat
met dat geld kwalitatief gebeurt is veel belangrijker
dan de duizend miljard frank die in de loop van
drie staatshervormingen naar de gewesten en de
gemeenschappen zijn overgeheveld. Dat is
althans de indruk die hier wordt gewekt.
Om u een idee te geven hoe de staatshervorming
nu efficiënter zal werken en in welke mate de
homogeniteit van de bevoegdheidspakketten tot
volle wasdom is gekomen, geef ik u het voorbeeld
van de verdeling van de bevoegdheden van het
ministerie van Landbouw. Men schaft het
ministerie van Landbouw af. Het was trouwens de
bedoeling hiervan een grote titel te maken.
Federale materie blijft het kwaliteitsbeleid, voor
zover dit raakt aan de volksgezondheid, de
inkomensvervangende maatregelen bij
vervroegde uittreding, met weliswaar een
belangrijke uitzondering, het Interventie- en
Restitutiebureau en, de grote federale
uitzondering, het prijs- en inkomensbeleid.
Daarom is het onze stelling dat de federalisering
van Landbouw een splinterbom is. Er ontstaat een
fragmentatie van de bestaande federale
bevoegdheden over tal van andere instanties dan
de reeds bestaande. In plaats van tot een grotere
homogeniteit te komen, komt men tot een grotere
diversiteit van de bevoegdheden. Als het dan toch
gaat over de kwaliteit - "het is nu allemaal zoveel
beter georganiseerd" -, dan beperk ik mij tot het
voorbeeld van landbouw, omdat men een indruk
zou krijgen van wat de intensivering van die
kwaliteit werkelijk betekent. Ik zou dit nog met het
voorbeeld kunnen staven van Buitenlandse
Handel, maar ik beperk mij tot het gegeven
voorbeeld, omdat het mij het meest in het oog
springt.
Over de fiscale autonomie houdt u een meesterlijk
betoog! Het verwondert mij zelfs dat u niet over de
schenkingsrechten, over het registratierecht of
over de onroerende voorheffing in detail is
getreden. Men kan immers over elke belasting
een betoog van tien minuten houden en daarbij
zeggen dat dit nu de fiscale autonomie is. Na dit
betoog begrijpen wij dat op dit ogenblik 7% van de
middelen in de vorm van eigen belastingen in
handen van de Vlaamse Gemeenschap is en dat
er na de hervorming 19% in de vorm van fiscale
zelfstandigheid in handen van de Vlaamse
bevoegdheid zal zijn.
Niemand zegt dat de vorige regeling de ideale
was. In 1980 heb ik samen met uw voorgangers,
de heer Grootjans, de heer Vanderpoorten en de
heer De Clercq hier reeds over onderhandeld.
Men is toen wat de fiscale autonomie betreft, ook
niet verder gegaan. Als wij de kans hadden gehad
daarvoor de verantwoordelijkheid op te nemen,
zouden wij ook verder zijn gegaan. Het hele
Vlaamse Parlement was overigens van plan dat te
doen. Zoals de fiscale autonomie vandaag was,
was er een onbeperkt recht van opcentiemen en
afcentiemen. De minister van Financiën moest
negatief tussenkomen om dat te verhinderen. Dat
was helemaal geen ingewikkeld maar wel een
onvolmaakt mechanisme, omdat men slechts
lineair opcentiemen en afcentiemen kon
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
doorvoeren en daar niet punctueel of selectief
mee te werk kon gaan. Uiteraard waren wij van
plan verbeteringen aan te brengen, daarom
hadden wij een nieuwe staatshervorming gepland.
Het is foutief om te doen uitschijnen dat dit
vroeger bijzonder ingewikkeld was. Als men dan
toch in termen van complexiteit wat voor mij
geen criterium is wil spreken, is het voor mij nu
ingewikkelder dan onder de vorige regeling inzake
fiscale autonomie.
Er zijn overigens tal van federale staten, zoals
Duitsland en Oostenrijk, die geen enkele fiscale
autonomie kennen. Met de oude regeling gingen
wij al verder dan de meeste andere federale
staten en met de nieuwe regeling zullen we nog
verder gaan, zelfs in de onvolmaakte vorm die u
naar voren hebt geschoven.
Dan is er de fiscale autonomie in verband met het
consumptiefederalisme. Men heeft nieuwe
bijkomende middelen gegeven. We weten ook
waarom. U hebt het goed georganiseerd, met de
heer Dewael die ook vragende partij is geworden.
Het zijn natuurlijk niet alleen de Franstaligen. Dit is
hetzelfde als wat we in het voetbal een
getelefoneerde pass noemen: ik schiet naar de
linkerhoek; duik naar de linkerhoek en u zal de bal
hebben in de linkerhoek. Dat is gebeurd met de
vragende partij voor bijkomende middelen.
Men heeft in de Vlaamse regering natuurlijk de
fout gemaakt onvoldoende ruimte te creëren voor
het onderwijs. Men was met honderd en tien
andere dingen bezig, leuke dingen voor de
mensen die al electoraal rendabel waren. Het
onderwijs had men echter over het hoofd gezien,
zodat men daar bijkomende middelen voor moest
vrij maken. De fout zat bij de keuzes van de
Vlaamse Regering, waar men van meet af aan
verkeerd bezig was. Derhalve moest men
overgaan tot bijkomende dotaties. Voor die
bijkomende dotaties is men over het bedrag van
40 miljard gegaan en in ruil daarvoor heeft men
een beetje fiscale autonomie gekregen. Ik ga
geen betoog houden zoals u dat hebt gedaan door
over elke belasting te zeggen welke verschrikkelijk
belangrijke dingen daar allemaal mee kunnen
worden gedaan.
U spreekt over bijkomende bevoegdheden, maar
ik blijf bij mijn verhaal dat er nauwelijks 1% meer
bijkomende bevoegdheid is. Is de kwaliteit
verhoogd? Neen, integendeel, bij sommige
bevoegdheden is ze juist verlaagd! Is fiscale
autonomie dan de grote doorbraak? U hebt ooit
net voor de verkiezingen gezegd dat u 1200
miljard personenbelasting in het kader van de
fiscale autonomie naar de gewesten de
gemeenschappen zou overhevelen. Zelfs in het
Vlaamse Parlement heeft men de VLD ervan
weerhouden deze onzin te vertellen. Maar goed,
elkeen draagt zijn verleden met zich mee en ik
heb niet de gewoonte mensen daarop aan te
pakken. Ik ben trouwens te lui om allerlei
krantenknipsels bij te houden. Dit herinnerde ik mij
toevallig nog en dus wil ik het hier graag met u
delen. Op dit ogenblik hebben wij niet zoveel
gezien van de door u voorspelde 1200 miljard
fiscale middelen!
Dan is er de situatie in Brussel. Het verhaal over
die bijkomende bepaling gaat erover dat er geen
afbreuk wordt gedaan aan het tweetalige karakter.
Dat is een specifieke en strikt juridische term, die
men niet naar believen literair kan interpreteren.
Er staat bij: "En op het ogenblik van de
inwerkingtreding van deze bepaling de bestaande
waarborgen die de personen van de Nederlandse
en Franse taalaanhorigheid genieten in de
gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest." Waarover gaan "de bestaande
waarborgen vandaag"? Het gaat over de
mogelijkheid een bijkomende Vlaamse schepen te
hebben waar er geen is. Daarenboven er een
regeling voor het OCMW. De mogelijkheid om dit
te doen, dat zijn "de bestaande waarborgen". Men
is niet van plan om er op gemeentelijk vlak een
jota aan toe te voegen. Het hele mechanisme
moet dienen om iets wat geen waarborg is te
waarborgen. Dat kan een formidabele Vlaamse
doorbraak zijn, maar men moet mij dat toch eens
uitleggen. Bovendien, als men het tweetalig
karakter schendt, is men automatisch in
bevoegdheidsoverschrijding en komt het
Arbitragehof automatisch tussen.
Als het gaat over akten dan is de Raad van State
nu al bevoegd, als het gaat over ordonnanties die
zouden uitgaan van het Brussels Gewest dan is
het zo dat de ministers in de Brusselse regering
vandaag het vetorecht hebben. Dit voegt geen
enkele waarborg toe aan de bestaande.
De betere vertegenwoordiging van de Vlamingen
in het Brussels Gewest wordt nu opgeblazen. Wij
hoopten inderdaad dat de Vlamingen meer
verkozenen hadden en wij ijveren voor een
uitbreiding opdat zij beter zouden kunnen
functioneren in het Brussels Parlement, maar in
termen van macht betekent dit niets. De echte
macht zit in de gemeenten, die drie, vier keer
meer financiële middelen hebben en waar de
Vlamingen zouden moeten kunnen participeren.
Een eerste stap is gezet in 1988 en wij waren van
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
plan dit in een globale hervorming uit te breiden.
Ik kom tot mijn laatste en belangrijkste punt: deze
hervormingen zijn de laatste voor een generatie in
de politiek. De Franstaligen hebben in lengte van
jaren voldoende financiële middelen opdat zij geen
vragende partij voor de staatshervorming zouden
moeten zijn. De heer Michel heeft dit perfect
begrepen toen hij zei: "Nu zijn we ervan af. Nu zijn
we voor een lange periode af van het
communautaire". De heer Dewael heeft aan de
Volksunie gezegd dat er deze legislatuur nog
formidabele dingen te gebeuren staan, maar de
nuchtere Michel zegt dat het afgelopen is.
Eigenlijk zegt hij dat zij voldoende middelen
hebben en helemaal geen vragende partij meer
zijn.
Van alle andere eisen, waar de VLD in de
oppositie de grote voortrekker van was - de
sociale zekerheid, de gezondheidszorg, de
kinderbijslag enzovoort - blijft niets meer over.
Niemand zal nog zin hebben om te onderhandelen
over de sociale sector, want het geld is eens en
voor goed binnen. De fantastische
onderhandelingspositie is verkwanseld, zij bestaat
niet meer. Dat is de grond van mijn kritiek. Het
gaat er niet om dat er hier en daar stapjes in de
goede richting zijn. U hebt drie keer gezegd dat
het een historische stap is, maar het is geen
doorbraak zoals we die konden hebben. Het
volstaat de pers van vandaag en gisteren te lezen
om te constateren in welke problemen men raakt
als men die middelen niet heeft. Ik herhaal
evenwel wat ik daarstraks zei. Als men het bord
afveegt en opnieuw wil beginnen, dan willen wij in
de Costa spreken over een echte hervorming,
wetende dat we de hefbomen ervoor in handen
hebben.
De voorzitter: Ik laat de replieken onbeperkt
doorgaan omdat ik ook de premier onbeperkt aan
het woord heb gelaten. In plaats van 20 minuten
heeft hij 35 minuten gesproken; dus herstel ik het
evenwicht.
01.08 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de eerste
minister, toen ik aan mijn uiteenzetting begon,
hoopte ik nog op een zekere uitweg voor de
Brusselse Vlamingen gezien de patstelling waarin
u verkeert en de noodzaak aan nieuwe
onderhandelingen. Vermits Brussel zo belangrijk
is, dacht ik dat daar misschien toch nog iets kon
bewegen. Het blijkt echter hopeloos te zijn. Ik
herinner mij nog een situatie uit de vorige
regeerperiode. Wij hadden het toen over het EU-
stemrecht en de VLD was daartegen omwille van
de Brusselse Vlamingen. Het kan dus verkeren!
Op het ogenblik is dit voor u absoluut geen punt
meer, dat telt niet meer. U schuift uw onmacht om
nu iets te doen in Brussel gewoon door.
01.09 Eerste minister Guy Verhofstadt: De heer
Dehaene heeft aan een aantal collega's de
opmerking gemaakt dat hij het goede akkoorden
vond. Dat is toch wel een interessante opmerking.
(Algehele consternatie)
De voorzitter: Collega's, als u met de heer
Dehaene wenst te debatteren moet u naar de
gemeenteraad van Vilvoorde gaan!
01.10 Simonne Creyf (CVP): Mijnheer de
voorzitter, de eerste minister schuift zijn onmacht
om iets te doen in Brussel door naar de Brusselse
Costa, waar enkel nog iets kan gebeuren aan de
vertegenwoordiging op het niveau van het gewest,
maar, zoals de heer Van Rompuy heeft gezegd,
niet op het zo belangrijke niveau van de
gemeenten. Daar krijgen wij geen enkele macht
bij.
U verwijst naar de waarborgen die er zijn en die
volgens u, met een zeer royaal gebaar, blijven
behouden. Mag ik erop wijzen dat de huidige
bestaande waarborgen verkregen via het
fameuze artikel 279 het mogelijk maken dat op
dit ogenblik in 7 van de 19 Brusselse gemeenten
er geen enkele Nederlandstalige schepen is. We
gaan er op dat vlak op achteruit in plaats van op
vooruit. Dit had u kunnen wijzigen. U had de
Vlaamse Gemeenschap kunnen versterken, u had
de Vlamingen en hun hoofdstad kunnen
versterken, u had de toekomst van Brussel als
tweetalige hoofdstad van het federale België
kunnen versterken. Ik stel vast dat u dit allemaal
niet hebt gedaan. Waarom? Omdat er niks mocht
gebeuren aan de Franstaligen in de rand die,
tussen haakjes, toch iets hebben gekregen.
Daarom heeft mijn groep een motie van
aanbeveling ingediend.
01.11 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de eerste minister heeft
ons herinnerd aan de nachten die wij in de
Europazaal hebben doorgebracht met de heer Gol
en hemzelf. Herinner u de vogeltjes die begonnen
te fluiten bij het krieken van de dag toen hij vanuit
de oppositie urenlang die zaken heeft bekampt die
hier vandaag voortreffelijk door Herman Van
Rompuy zijn verdedigd. Dat is echter niet het
debat van vandaag. Toen ik uw betoog
aanhoorde, dacht ik dat ik was teruggebracht naar
de Europazaal door de uitvoerigheid waarmee u al
uw ontwerpen zit te verdedigen. Daar gaat het
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
echter niet over. Eerlijk gezegd had ik ergens
gehoopt een glimpje Dehaene van u te krijgen,
een sibillijns antwoord waarmee u stelde
voorzichtig te moeten zijn en niet veel te willen
verklaren. Dat was een hypothese, een
mogelijkheid. Ik had een verklaring verwacht dat u
bezig was de zaak te ontmijnen en dat u dus
voorzichtig moest zijn, en gedaan. Maar wat
maken wij hier mee? De Verhofstadt van de
Europazaal destijds komt hier uitvoerig gedurende
bijna een uur, of 35 minuten die wel een uur leken,
zijn communautair akkoord verdedigen. Toen hebt
u er wel 24 uur met de heer Gol over gepraat en
nu komt u hier verklaren dat alles goed en
prachtig is.
Volgens eerste minister Verhofstadt is alles
prachtig.
Ik raad u aan, mijnheer de eerste minister, uw
gloedvolle speech te bewaren voor het VU-
congres of voor de partijraad van de VU, om te
pogen de heer Vankrunkelsven te overtreffen. Ik
ben echter vrij gerust over de zaak, want daar is
de sfeer bepaald.
Het is wellicht dezelfde sfeer waarin de nuchtere
Vlamingen moeten verkeren als zij naar uw
toespraak luisteren, mijnheer de eerste minister. U
zei bijvoorbeeld gloedvol dat het kijk- en
luistergeld naar de gewesten zou worden
overgeheveld en dat zij het naar best vermogen
mogen aanwenden en het mogen verhogen,
verlagen, verbreden, versmallen of afschaffen!
Maar, mijnheer de eerste minister, het was een
gecommunautariseerde belasting en u wenst er
een geregionaliseerde belasting van te maken. U
blijft de essentie van de zaak wegmoffelen door
uw uitleg en u tracht de habbekrats die u moet
voorstellen aan te dikken tot een ware
staatshervorming. Dat is trouwens de enige
manier om de VU over de brug te doen komen,
want daarover gaat het tenslotte.
Ik heb het nog nooit meegemaakt dat een
regeringsleider vrolijk aankondigt dat er niets aan
de hand is en een akkoord afschildert als het
beste aller tijdens, hoewel de meerderheid er niet
eens achter staat. Ik vermoed dat u inderdaad een
geheime agenda hebt.
Het is vreemd dat u het voorbeeld gaf van Van
Cauwenbergh, mijnheer de eerste minister. Dat dit
akkoord een belangrijke stap betekent op het vlak
van de staatshervorming, is een uitspraak die ik al
vaker mocht horen. Toen u nog vice-eerste
minister was had u het ook dikwijls over
belangrijke stappen. Het waren altijd belangrijke
stappen; ik heb het nooit anders geweten. Ook de
heer Van Cauwenbergh zou zich volledig hebben
ingezet bij deze belangrijke stap. Welnu, op 7
november 2000 verscheen in een krant de
volgende uitspraak van betrokkene, en ik citeer:
"Het belangrijkste van het Lambermont-akkoord is
wat er niet in staat, ik bedoel dat er aan de sociale
zekerheid noch aan de solidariteit wordt geraakt".
Uiteraard zette de heer Van Cauwenbergh zich in
en werkte hij als een paard aan het Lambermont-
akkoord. Immers, het enige wat hij moest
bereiken was dat u dit document aan het VU-
congres kon voorleggen of althans de schijn kon
wekken dat de heren Vankrunkelsven en Anciaux
iets konden verdedigen. In feite gebeurde er niets,
behalve aan de Franstaligen de middelen geven
die zij nog nodig hadden en hen de middelen die
zij reeds hadden, laten behouden. Dat is de kern
van de staatshervorming en dat is meteen de
reden waarom hiervoor geen
tweederdemeerderheid kan bestaan aan Vlaams
nationale zijde. U had de VU al eens bedrogen
met het Sint-Elooi-akkoord, en normaal zou een
regeringspartner die zulks ontdekt onmiddellijk
ontslag moeten indienen, maar dat gebeurde niet.
Het moment van de waarheid had nu kunnen zijn;
nu hadden zij hun eer kunnen redden, maar zelfs
dat hebt u hun niet gegund. Het is aldus niet
verwonderlijk dat zij vandaag in de penarie zitten.
Met verbazing en verontwaardiging stel ik vast,
mijnheer de eerste minister, dat u zonder meer
overgaat tot de orde van de dag. U dient de
ontwerpen in alsof er niets aan de hand en u
plaatst elkeen voor zijn verantwoordelijkheid.
Hoewel u de democratische beslissing van een
democratische coalitiepartij naast u neerlegt, komt
u hoogmoedig vertellen dat u de door u gekozen
weg volgt en dat u het Lambertmont-akkoord niet
zult wijzigen. De democratische partijraad die
terzake opnieuw wenst te onderhandelen kan de
boom in en u behoudt uw koers.
Hoogmoed komt vóór de val, mijnheer de eerste
minister, en dat is wat ik u toewens.
01.12 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, de eerste minister heeft
verbaasd vastgesteld dat wij ons verzetten tegen
extra bevoegdheden voor Brussel, maar zijn
verbazing verbaast mij nog veel meer. Wij hebben
ons in het verleden altijd verzet tegen de
drieledigheid en zeker tegen de toewijzing van
massa's bevoegdheden aan het Brusselse
Gewest, die van Brussel uiteindelijk een
supergewest hebben gemaakt en ertoe leidden
CRIV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
dat de Vlamingen, die uiteindelijk de meerderheid
in dit land zouden moeten uitmaken, worden
gekneld in een positie van twee tegen één. Ze
zitten in een minderheidspositie. De drieledige
gewestvorming wordt vandaag eens te meer
versterkt ten koste van alle Vlamingen, maar
zeker ten koste van de Brusselse Vlamingen.
U hebt een enorme opsomming gegeven van de
elementen die naar de gewesten worden
overgeheveld op het vlak van de bevoegdheid
inzake gemeenten. Die opsomming is juist, maar
die bevoegdheden gaan ook naar Brussel, waar
de Vlamingen onbeschermd worden
achtergelaten. U hebt een aantal waarborgen
gegeven, maar dat is puur gebakken lucht. Er
bestaat op dit moment geen enkele verplichting
om een Vlaamse schepen of een Vlaams
gemeenteraadslid aan te duiden. In tal van
gemeenten hebben we geen enkel
gemeenteraadslid. Daar verandert niets aan. U
verwijst naar de mini-Costa, maar daar staat de
gewaarborgde vertegenwoordiging van de
gemeenten niet op de agenda. Alle Vlaamse
partijen komen u vertellen dat deze kwestie niet
op de agenda staat, maar u verwijst, zoals
gevreesd; opnieuw naar die mini-Costa.
Uw antwoord is dus duidelijk. U laat de Vlaamse
gemeenteraadsleden in Brussel vallen. Uw
antwoord is een duidelijk njet op de vraag van alle
Brusselse parlementsleden, onder meer die van
de VLD, om op federaal niveau een initiatief te
nemen. U laakt de motie van de Vlaamse
commissie in het Brusselse Parlement. U zegt dat
ze de boom in kunnen. U zult ze geen antwoord
geven. Ik wil nog even verwijzen naar de spontane
reactie van Van Cauwenberghe. Hij verklaarde in
een groot interview in een Waalse krant dat
Brussel nu verloren is voor de Vlamingen. Ze
kunnen best een andere hoofdstad zoeken, want
het is niet meer gepast dat Brussel hun hoofdstad
is. Dat was zijn reactie. Dit is weldegelijk het
gevolg van uw nefast Lambermont-akkoord. Het
meest schandelijke en schadelijke van heel dit
akkoord is de situatie van de Vlamingen in
Brussel, die u hier het mes in de rug steekt. Dat is
vandaag nog maar eens duidelijk geworden.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van wantrouwen werd ingediend door
de heren Gerolf Annemans, Guido Tastenhoye,
Hagen Goyvaerts, Francis Van den Eynde en Bart
Laeremans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Herman Van
Rompuy, mevrouw Simonne Creyf, de heren
Gerolf Annemans en Bart Laeremans
en het antwoord van de eerste minister,
-
verzoekt de regering niet langer aan het
zogenaamde Lambermont-akkoord te werken en
al de afspraken die reeds in het raam hiervan
gemaakt werden op te zeggen. Het blijkt immers
dat deze afspraken zeer nefast zijn voor de
Vlamingen in het algemeen en voor de Brusselse
Vlamingen in het bijzonder;
- concludeert hieruit dat de regering niet langer
haar vertrouwen verdient en verzoekt haar dan
ook zo spoedig mogelijk af te treden."
Une motion de méfiance a été déposée par MM.
Gerolf Annemans, Guido Tastenhoye, Hagen
Goyvaerts, Francis Van den Eynde et Bart
Laeremans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Herman
Van Rompuy, Mme Simonne Creyf, MM. Gerolf
Annemans et Bart Laeremans
et la réponse du premier ministre,
- demande au gouvernement de ne plus travailler
sur les accords dits du Lambermont et de
dénoncer tous les accords déjà conclus dans ce
cadre. Il apparaît, en effet, que ces accords sont
très néfastes pour les Flamands en général et
pour les Flamands de Bruxelles en particulier;
- en conclut que ce gouvernement ne mérite plus
sa confiance et demande à ce dernier de
démissionner dans les meilleurs délais."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heer Yves Leterme, mevrouw Simonne Creyf
en de heer Herman Van Rompuy en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Herman Van
Rompuy, mevrouw Simonne Creyf, de heren
Gerolf Annemans en Bart Laeremans
en het antwoord van de eerste minister,
- stelt vast dat de zogenaamde Lambermont-
akkoorden geen uitvoering geven aan het
Vlaamse eisenprogramma waar de meeste
Vlaamse partijen overeenstemming over bereikten
onder meer een volwaardige fiscale autonomie en
een substantiële overdracht van bevoegdheden in
de sector gezondheidszorgen en kinderbijslagen;
- stelt vast dat de zogenaamde Lambermont-
akkoorden geen gewaarborgde
vertegenwoordiging van de Vlamingen in de
Brusselse Schepencolleges omvatten;
- vraagt een volledige heronderhandeling van de
01/02/2001
CRIV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
zogenaamde Lambermont-akkoorden in het kader
van de Costa."
Une motion de recommandation a été déposée
par M. Yves Leterme, Mme Simonne Creyf et
M. Herman Van Rompuy et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Herman
Van Rompuy, Mme Simonne Creyf, MM. Gerolf
Annemans et Bart Laeremans
et la réponse du premier ministre,
- constate que les accords dits du Lambermont ne
mettent nullement en oeuvre le programme des
revendications flamandes à propos duquel la
plupart des partis flamands s'étaient mis d'accord
notamment en ce qui concerne une autonomie
fiscale à part entière et un transfert substantiel de
compétences dans le secteur des soins de santé
et des allocations familiales;
- constate que les accords dits du Lambermont ne
prévoient pas de représentation garantie des
Flamands dans les collèges échevinaux
bruxellois;
-
demande une renégociation complète des
accords dits du Lambermont dans le cadre de la
COREE."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Dirk Van der Maelen, Willy Cortois, Daniel
Bacquelaine, Jef Tavernier, Charles Janssens en
Denis D'hondt.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Dirk Van der Maelen, Willy Cortois, Daniel
Bacquelaine, Jef Tavernier, Charles Janssens et
Denis D'hondt.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 18.05 uur.
La réunion publique de commission est levée à
18.05 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 374
CRABV 50 COM 374
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET OPENBAAR
A
MBT
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
donderdag jeudi
01-02-2001 01-02-2001
16:15 uur
16:15 heures
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- de heer Herman Van Rompuy tot de eerste
minister over "de communautaire akkoorden"
(nr. 662).
- M. Herman Van Rompuy au premier ministre
sur "les accords communautaires" (n ° 662).
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "de uitvoering van het Lambermont-akkoord
en de gevolgen voor de Vlamingen in Brussel"
(nr. 664).
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur
"l'exécution de l'accord du Lambermont et les
conséquences de celui-ci pour les Flamands de
Bruxelles" (n ° 664).
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste minister
over "het Lambermont-akkoord" (nr. 667).
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont" (n ° 667).
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister
over "het Lambermont-akkoord en de gevolgen
ervan voor de Vlamingen in Brussel" (nr. 668).
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont et ses conséquences
pour les Flamands de Bruxelles" (n ° 668).
Sprekers: Herman Van Rompuy, Simonne
Creyf, Gerolf Annemans, voorzitter van de
VLAAMS BLOK-fractie, Bart Laeremans, Guy
Verhofstadt, eerste minister
Orateurs: Herman Van Rompuy, Simonne
Creyf, Gerolf Annemans, président du
groupe VLAAMS BLOK , Bart Laeremans,
Guy Verhofstadt, premier ministre
Moties
12
Motions
12
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
COMMISSION DE L'INTERIEUR,
DES AFFAIRES GENERALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
van
DONDERDAG
01
FEBRUARI
2001
16:15 uur
______
du
JEUDI
01
FEVRIER
2001
16:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.17 uur door de
heer Paul Tant, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.17 heures par M. Paul
Tant, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Herman Van Rompuy tot de eerste
minister over "de communautaire akkoorden"
(nr. 662).
- mevrouw Simonne Creyf tot de eerste minister
over "de uitvoering van het Lambermont-akkoord
en de gevolgen voor de Vlamingen in Brussel"
(nr. 664).
- de heer Gerolf Annemans tot de eerste minister
over "het Lambermont-akkoord" (nr. 667).
- de heer Bart Laeremans tot de eerste minister
over "het Lambermont-akkoord en de gevolgen
ervan voor de Vlamingen in Brussel" (nr. 668).
01 Interpellations jointes de
- M. Herman Van Rompuy au premier ministre
sur "les accords communautaires" (n ° 662).
- Mme Simonne Creyf au premier ministre sur
"l'exécution de l'accord du Lambermont et les
conséquences de celui-ci pour les Flamands de
Bruxelles" (n ° 664).
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont" (n ° 667).
- M. Bart Laeremans au premier ministre sur
"l'accord du Lambermont et ses conséquences
pour les Flamands de Bruxelles" (n ° 668).
01.01 Herman Van Rompuy (CVP): De eerste
vaststelling is dat er geen akkoord meer is over het
Lambermont-akkoord. Toch gaat alles zijn gewone
gang. De indruk moet worden gewekt dat de regering
gewoon doorwerkt. De andere dossiers lopen echter
niet beter.
Het akkoord is geen trendbreuk, de doorbraak naar
een echte federale staat. Die doorbraak kwam er in
1980, 1988 en 1993. Die hervormingen hevelden
1.000 miljard frank over naar gewesten en
gemeenschappen. De ex-Lambermont-akkoorden
voegen daar minder dan 1 procent aan toe. De
omvang van de middelen van de deelstaten
doorstaat ruimschoots de vergelijking met andere
federale staten. Waar is de trendbreuk voor de
fiscale autonomie? Er is een kwantitatieve verhoging
van 7 naar 19 procent, maar helemaal geen
01.01 Herman Van Rompuy (CVP): Aujourd'hui,
l'accord du Lambermont n'existe plus: tel est le
constat que je souhaiterais faire en guise
d'introduction à ce débat. Malgré cela, la vie
politique suit son cours. Le gouvernement cherche
à créer l'illusion qu'il continue de travailler, alors
que l'état des autres dossiers n'est pas plus
réjouissant.
L'accord du Lambermont n'a pas marqué un
changement de cap. La percée vers un véritable
Etat fédéral a été opérée en 1980, 1988 et 1993.
Les réformes mises en oeuvre au cours de ces
années ont permis le transfert de 1000 milliards de
francs aux Régions et aux Communautés. Les ex-
accords du Lambermont ajoutent moins d'un pour
cent aux montants déjà transférés. L'importance
des moyens dont disposent les entités fédérées de
notre pays supporte largement à la comparaison
avec la situation dans d'autres Etats fédéraux. On
01/02/2001
CRABV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
kwalitatieve. Er is geen beleidsruimte.
Wij willen op beide terreinen verder gaan. De
gezondheidszorgen en kinderbijslagen moeten
worden overgeheveld. Daar verwees de minister-
president van Vlaanderen gisteren nog naar.
Niemand gelooft echter nog, na de verklaringen van
vice-premier Michel, dat dit tijdens deze
zittingsperiode kan gebeuren.
cherche en vain le changement de cap annoncé en
matière d'autonomie fiscale. L'augmentation
quantitative de 7 à 19 pour cent n'apporte aucune
amélioration sur le plan qualitatif. Aucune marge
de manoeuvre politique n'a été créée.
Sur les deux terrains, nous entendons aller plus
loin. Les soins de santé et les allocations familiales
doivent être transférés. Le ministre-président
flamand y faisait encore référence hier. Après les
déclarations du ministre Michel, nul ne croit plus
que ces transferts seront encore opérés sous la
présente législature.
Waar zijn de Vlaamse doorbraken te vinden?
Hebben de Vlamingen iets gerealiseerd op
onderwijsvlak? De basisdotatie voor het onderwijs,
namelijk op basis van het aantal leerlingen, is niet
gewijzigd. De Vlamingen hebben tien jaar gewacht
om het probleem te kunnen oplossen. Hun geduld
wordt echter niet beloond. Ondertussen werd het
land verder gefederaliseerd, maar qua
onderwijsdotatie verandert er niets.
De verdeling van de landbouwgelden is ongunstig
voor de Vlaamse landbouwers. Op Europees vlak is
er geen instantie die de knoop doorhakt, wanneer de
Vlaamse en de Waalse ministers van Landbouw het
onderling oneens zijn. Dat zal tot volledige inertie
leiden.
Wat Brussel betreft, blijven de Vlamingen op hun
honger. De gewaarborgde vertegenwoordiging van
de Vlamingen in Brussel wordt niet geregeld in het
globale akkoord. De omstandigheden waren
nochtans gunstig voor de Vlamingen: de Franstalige
geldhonger voor hun onderwijs was bijzonder groot.
De Vlamingen hebben een kans laten voorbijgaan.
Qu'en est-il en fin de compte des avancées
flamandes?
Les Flamands ont-ils obtenu quelque chose sur le
plan de l'enseignement? La dotation pour
l'enseignement, fondée sur le nombre d'élèves, n'a
pas été modifiée. Les Flamands ont attendu dix
ans pour pouvoir régler le problème. Leur patience
n'a pas été récompensée. La fédéralisation du
pays se poursuit mais rien ne change au niveau de
la dotation pour l'enseignement.
La répartition des crédits agricoles est
désavantageuse pour la Flandre. Il n'y a pas, au
niveau européen, d'instance qui tranchera en cas
de désaccord entre les ministres flamand et wallon
de l'Agriculture. Cette situation risque de conduire
à une totale inertie.
En ce qui concerne Bruxelles, les Flamands
restent sur leur faim. La représentation garantie
des Flamands n'est pas réglée dans l'accord
global. Les circonstances étaient pourtant
favorables pour les Flamands. Les francophones
avaient absolument besoin d'argent pour leur
enseignement. Les Flamands ont laissé passer
leur chance.
Men wil nu een communautaire oorlog, terwijl men
de vrede predikt.
Het probleem in Brussel ligt niet in de hoofdstedelijke
raad, maar in de gemeenten. Nu er geen akkoord
meer is, is er terug hoop.
De faciliteitengemeenten zijn al jaren onderworpen
aan de Vlaamse decreten. Nu wordt ook de
organisatie van de voogdij overgedragen, maar
tegelijk wordt het mogelijk gemaakt dat een
Franstalige burgemeester kan worden en dat een
burgemeester tegen een tuchtsanctie beroep kan
aantekenen bij een tweetalige rechtsinstantie.
On cherche à déclencher une guerre
communautaire, mais on prêche la paix.
Le problème bruxellois ne se situe pas au niveau
du Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale,
mais à celui des communes. L'éclatement de
l'accord fait renaître l'espoir.
Les communes à facilités sont, depuis bon nombre
d'années, soumises aux décrets flamands. Avec
ces accords, l'organisation de la tutelle est
également transférée. En outre, ces accords
permettent l'élection d'un bourgmestre
francophone qui pourrait même saisir une
juridiction bilingue d'un recours contre une
sanction disciplinaire.
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Ik zie geen Vlaams belang in de Lambermont-
akkoorden, alleen geld voor de Franstaligen. In het
Lambermont-akkoord wordt de gunstige
onderhandelingspositie verkwanseld. In het verleden
werd ook heronderhandeld wat onmogelijk leek.
De CVP wil geen opbodpolitiek voeren, maar houdt
vast aan de vijf punten die vóór de verkiezingen
werden vastgelegd. Daarvan werd vrijwel niets
verwezenlijkt.
Het Lambermont-akkoord moest er nu eenmaal
komen omdat de Franstaligen geld nodig hadden.
Men heeft een akkoord willen sluiten, dat net
voldoende was om het door de VU mee te laten
steunen: dat lijkt voorlopig niet gelukt. De
Lambermont-besprekingen zijn dus alleen maar een
tactisch spelletje geweest, geen door grote staatszin
en door alle gemeenschappen gedragen
staatshervorming, zoals dit in het verleden wel het
geval is geweest.
De CVP van zijn kant is ondertussen nog altijd bereid
in de schoot van de Costa constructief te blijven
meewerken aan een echte staatshervorming.
Les accords du Lambermont ne me paraissent pas
reposer sur des intérêts flamands: il n'y est
question que d'argent destiné aux francophones.
Une position de négociation favorable aux
Flamands y est bradée. Il a déjà été possible, par
le passé, de renégocier des accords qui
semblaient immuables
Le CVP ne souhaite pas se livrer à une
surenchère. Il demande néanmoins le respect des
cinq points définis avant les élections et qui n'ont
pour ainsi dire pas été réalisés.
Les accords du Lambermont étaient nécessaires
parce qu'il fallait au francophones un
refinancement. On a voulu conclure un accord
minimaliste comprenant tout juste de quoi
emporter l'adhésion de la VU. Jusqu'à présent,
cette méthode ne semble pas avoir fourni le
résultat espéré. Les discussions relatives aux
accords du Lambermont n'ont été qu'un jeu
tactique, plutôt qu'une réforme s'appuyant sur un
véritable sens de l'Etat et soutenue par toutes les
communautés, comme ce fut le cas par le passé.
Le CVP reste néanmoins disposé à apporter une
collaboration constructive à la réforme de l'Etat au
sein de la COREE.
01.02 Simonne Creyf (CVP): Het Lambermont-
akkoord houdt onder meer een overheveling van de
gemeentewet naar de gewesten in. De CVP is wel
degelijk voorstander van dit principe, maar dan niet
onder de omstandigheden waaronder het nu wordt
geregeld.
Alle Vlaamse partijen, in het Brussels en het
Vlaams Parlement, hebben altijd gesteld dat
dergelijke overheveling altijd moest verbonden zijn
aan een gewaarborgde
minimumvertegenwoordiging voor de Vlamingen in
de Brusselse lokale besturen en dat alle wijzigingen
aan de gemeentewet in het Brussels Parlement
moesten worden doorgevoerd via een
gekwalificeerde meerderheid in elke taalgroep.
01.02 Simonne Creyf (CVP): L'accord du
Lambermont implique notamment le transfert de la
loi communale vers les Régions. Le CVP est
effectivement partisan de ce principe, mais pas aux
conditions proposées ici.
Tous les partis flamands, tant au Parlement
bruxellois qu'au Parlement flamand, ont toujours
déclaré qu'un tel transfert devait aller de pair avec
une représentation minimum garantie pour les
Flamands dans les administrations locales
bruxelloises. Par ailleurs, une majorité qualifiée
dans chaque groupe linguistique est requise au
Parlement bruxellois pour pouvoir modifier la loi
communale.
Dit moest voor de overdracht gebeuren door een
federale wet. De eisen zijn gerechtvaardigd, omdat
het gaat om de hoofdstad, waar Vlamingen en
Franstaligen harmonisch moeten samenleven en
samen besturen. Lambermont federaliseert de
gemeentewet, maar zonder enige waarborg voor de
Vlamingen in Brussel, zogenaamd omdat men geen
bijkomende garanties wilde geven aan de
Franstaligen in de Rand. Die hebben ze nochtans
wel gekregen, onder meer via het bijzonder
toezichtsysteem. In de Rand kan het Gewest de
gemeentegrenzen niet wijzigen, in Brussel wel. De
Ceci devait se faire par le biais d'une loi fédérale
avant le transfert. Les revendications sont justifiées
parce qu'il s'agit de la capitale, où les Flamands et
les francophones doivent vivre en harmonie et
administrer ensemble la ville. Les accords du
Lambermont fédéralisent la loi communale mais ne
prévoient aucune garantie pour les Flamands de
Bruxelles, prétendument parce qu'on ne veut pas
donner de garanties supplémentaires aux
francophones de la périphérie. En réalité, ces
francophones ont obtenu ces garanties,
notamment par le système de contrôle spécial. La
01/02/2001
CRABV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
koppeling tussen de Vlamingen in Brussel en de
Franstaligen in de Rand is in het verleden nooit
gemaakt. De eerste minister heeft ze niet
verhinderd.
De Vlamingen in Brussel moeten het nu maar zelf
waarmaken, de draad wordt doorgeknipt. Brussel
wordt overgeleverd aan de Franstaligen, die de
macht hebben in het Gewest en in de gemeenten.
Men rekent nu op minister Chabert om de Vlaamse
belangen te verdedigen. Op die manier organiseert
men de institutionele oorlog. Minister-president de
Donnea zal nu met de Brusselse Costa de
oplossing brengen, en er komt een herfinanciering
van de Franse Gemeenschapscommissie. De
Brusselse Vlamingen betalen aldus weer het gelag.
De garanties voor de Brusselse Vlamingen moeten
er ook komen op gemeentelijk vlak. Daar ligt
immers het zwaartepunt. Nu kan in het Brussels
Gewest de kieswet worden veranderd, zonder dat
de Vlamingen zich ertegen kunnen verzetten. Is de
regering bereid te zorgen voor waarborgen voor de
Brusselse Vlamingen op gemeentelijk vlak?
Région ne peut pas modifier les frontières
communales dans la périphérie mais elle peut le
faire à Bruxelles. Par le passé, on n'a jamais lié le
sort des Flamands de Bruxelles à celui des
francophones de la périphérie. Le premier ministre
ne s'y est pas opposé en l'espèce.
Les Flamands de Bruxelles devront se débrouiller
seuls, les dés sont jetés. Bruxelles est livrée aux
francophones qui détiennent le pouvoir à la Région
et dans les communes. On compte sur le ministre
Chabert pour défendre les intérêts flamands. On
organise dès lors une guerre institutionnelle. Le
ministre président de Donnea résoudra la situation
en organisant une COREE bruxelloise et la COCOF
obtient un refinancement. Les Bruxellois flamands
sont à nouveau les dupes. Ils doivent aussi obtenir
des garanties au niveau communal. C'est là que se
prennent la plupart des décisions. Dans la Région
bruxelloise, on pourra modifier la loi électorale sans
que les Flamands puissent s'y opposer. Le
gouvernement est-il disposé à prévoir des garanties
pour les Bruxellois flamands au niveau communal ?
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Wat
blijft er nog over van de hoogmoed van de premier
op 17 oktober en van zijn verklaringen over de
goede communautaire sfeer onder de paarsgroene
regering.
Dit Lambermont-akkoord is er enkel en alleen
gekomen om de Franstalige geldhonger te stillen en
om de VU in de boot van de Vlaamse regering te
houden.
De premier wil de huidige problemen oplossen door
wat te gaan "prutsen" aan de besprekingen in de
Brusselse Costa. Voor de rest vertrouwt hij volledig
op de uitspraken van de Raad van State. Althans
dat is wat we uit de pers vernemen.
De Volksunie heeft altijd maar een klein
communautair schaamlapje nodig gehad om mee in
de boot te stappen, maar nu is het toch echt te klein
gebleken. Hugo Schiltz heeft in eigen partij zijn zin
niet gekregen, zodat hij eergisteren helemaal uit de
bol is gegaan en Geert Bourgeois de huid heeft
volgescholden.
Ook werd er te veel gerekend op de inbreng van
Bert Anciaux. De premier had toch beter moeten
weten. Bert Anciaux heeft voor zijn beurt gesproken
en gaf zijn fiat aan het akkoord zonder dat hij door
de VU was "gedekt". Meer nog, hij had zelfs geen
01.03 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Que
reste-t-il de l'arrogance affichée par le Premier
ministre le 17 octobre et de ses propos au sujet du
bon climat communautaire sous la coalition arc-en-
ciel ?
Ces accords du Lambermont n'ont été conclus que
pour étancher la soif de moyens financiers des
francophones et pour maintenir la VU dans le
gouvernement flamand.
Le Premier ministre veut à présent résoudre les
problèmes actuels en infléchissant « légèrement »
les discussions menées dans le cadre de la
COREE bruxelloise. Pour le surplus, il fait
entièrement confiance aux décisions du Conseil
d'Etat. C'est du moins ce qu'on peut lire dans la
presse.
La Volksunie a toujours eu besoin de quelque
prétexte communautaire pour participer au
gouvernement. Mais aujourd'hui, ce prétexte est
devenu trop mince. Hugo Schiltz n'a pas obtenu
gain de cause dans son propre parti de sorte que la
VU a implosé avant-hier et a fini par conspuer son
président, Geert Bourgeois.
L'erreur fut aussi de trop compter sur le rôle de
conciliateur qu'aurait pu jouer Bert Anciaux. Le
Premier ministre aurait tout de même dû prendre
ses précautions. Bert Anciaux s'est exprimé
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
mandaat van zijn partij om mee te onderhandelen.
Hij betaalt nu het gelag.
prématurément lorsqu'il a approuvé entièrement les
accords du Lambermont, sans être « couvert » par
son parti. Pire, son parti ne lui avait même pas
donné de mandat pour prendre part aux
négociations. Il a donc écopé.
De "schoft", de "bandiet", de "sluipmoordenaar" is
een Vlaams-nationalist die de krijtlijnen heeft
getrokken, zelfs met Schiltz nog in de buurt. Daarop
wachten wij sinds Egmont.
Er komt geen fiscale autonomie. Het dotatief stelsel
wordt nog versterkt, omdat de Franstaligen geld
nodig hebben. Het drieledige element wordt
versterkt. Zelfs het kijk- en luistergeld gaat nu naar
de gewesten. Voor landbouw en buitenlandse
handel gebruikt men dan wel de percentages van
de personenbelasting.
Op 30 mei 1999 noemde Patrik Vankrunkelsven de
resoluties van het Vlaams Parlement het
minimumprogramma, vereist om in gelijk welke
regering te stappen, en die moesten worden
vastgelegd in een federaal regeerakkoord. Men
moet dus niet verbaasd zijn dat dit pover akkoord
niet wordt aanvaard door de Volksunie.
Vóór de verkiezingen hadden de Franstaligen alleen
maar aandacht voor het afwijzen van de resoluties
van het Vlaams Parlement.
De eerste minister heeft de Vlaamse positie
verzwakt door toe te geven aan de Franstalige
geldhonger, zonder enige tegenprestatie. Daarnaast
hangt hij de schijn op van een staatshervorming. Zal
de premier nu antwoorden dat alles in orde komt en
dat de heer de Donnea een Brusselse Costa zal
organiseren? Of zal hij erkennen dat er geen
akkoord is en zal hij van voor af aan beginnen?
La "crapule", le "bandit", le "tireur caché" est un
nationaliste flamand qui a défini les lignes de force
de la position de son parti alors que M. Schiltz était
encore dans les parages. Nous attendions cet
instant depuis l'accord d'Egmont.
Il n'y aura pas d'autonomie fiscale. Les
francophones ayant besoin d'argent, le système des
dotations a encore été renforcé. Même la
redevance radio-télévision sera transférée aux
Régions. En revanche, en ce qui concerne
l'agriculture et le commerce extérieur, les montants
transférés sont calculés en pourcentages de l'impôt
des personnes physiques.
Le 30 mai 1999, M. Patrick Vankrunkelsven a
qualifié les résolutions de Parlement flamand de
programme minimal, en deçà duquel il n'était pas
question d'entrer dans un gouvernement, et ces
résolutions devaient être inscrites dans un accord
de gouvernement fédéral. Que la Volksunie refuse
à présent de signer ce piètre accord ne devrait dès
lors surprendre personne.
Avant les élections, les francophones avaient
annoncé leur volonté de négocier au rabais les
résolutions du Parlement flamand.
Le premier ministre a affaibli la position des
Flamands en cédant aux appétits financiers des
francophones, sans la moindre contrepartie.
Parallèlement, il cherche à susciter l'illusion que les
accords du Lambermont jettent les base d'une
véritable réforme de l'Etat. Nous répondra-t-il que
tout va rentrer dans l'ordre et que M. de Donnea
organisera une COREE à l'échelle bruxelloise?
Admettra-t-il qu'il n'y a pas d'accord et
recommencera-t-il les négociations en remettant les
compteurs à zéro?
01.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Ik
beperk mij tot één onderdeel van het akkoord, met
name de problematiek van de Brusselse Vlamingen
en van de situatie in de Vlaamse Rand rond
Brussel.
Ik ben blij dat de premier hier eindelijk aanwezig is.
Alle interpellaties die ik de voorbije maanden heb
gehouden over de Brusselse Vlamingen, heeft de
premier van zich af kunnen schudden. Hij stuurde
telkens een van zijn ministers uit. Deze houding
staat nochtans in schril contrast met wat de premier
hier bij eerdere gelegenheden had verklaard over
het belang dat hij hechtte aan de Brusselse
01.04 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Je me
limiterai à un élément de l'accord, c'est-à-dire le
problème des Bruxellois flamands et la situation de
la périphérie flamande de Bruxelles.
Je me réjouis de voir que le premier ministre est
enfin présent. Il a réussi à éluder toutes les
interpellations que j'ai développées ces derniers
mois au sujet des Bruxellois flamands. A chaque
fois, il a délégué un de ses ministres. Cette attitude
tranche singulièrement avec les déclarations qu'il
avait faites dans cette enceinte à propos de l'intérêt
qu'il porte aux Bruxellois flamands.
01/02/2001
CRABV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Vlamingen.
De pers ook die pers waarop paars-groen een
stevige greep heeft, stelt met ons vast dat de
Brusselse Vlamingen er in het Lambermont bis-
akkoord bekaaid vanaf komen. Brussel wordt
bevestigd als een volwaardig derde gewest. Brussel
krijgt de kans om het vreemdelingenstemrecht in te
voeren, zodat de Vlamingen er nog meer in de
verdrukking zullen komen. Van een gewaarborgde
vertegenwoordiging van de Vlamingen in de
Brusselse lokale besturen is geen sprake meer.
Meer zelfs, de Vlamingen hebben voor altijd de
kans uit handen gegeven om daaraan iets te doen.
Voortaan zal het Brussels Parlement dit allemaal
zelf kunnen regelen en iedereen weet over welke
meerderheid de Franstaligen beschikken.
La presse même celle qui est sous l'emprise de
la coalition arc-en-ciel constate comme nous que
les Bruxellois flamands font les frais de l'accord du
Lambermont. Bruxelles est pleinement confirmée
dans son rôle de troisième Région. Elle pourra
instaurer le droit de vote pour les étrangers et les
Flamands y seront dominés plus encore. Il n'est
plus question d'accorder une représentation
garantie aux Flamands au Conseil bruxellois. Qui
plus est, les Flamands ont définitivement perdu
l'occasion d'en profiter pour négocier. Dorénavant
Le Parlement bruxellois pourra tout régler, et
chacun sait de quelle majorité les francophones y
disposent.
Dit is nefast! De Vlaamse meerderheid in België
kan in Brussel geen tegenwicht meer vormen tegen
de Franstalige overmacht daar.
Onze eigen hoofdstad wordt uitgeleverd. Geen
enkel volk dat zichzelf respecteert, doet dit. Met dit
standpunt staan wij zeker niet alleen. Een aantal
prominenten wil de bevoegdheid over de Brusselse
gemeenten federaal houden. Daarbij wordt
verwezen naar een smeekbede van de Brusselse
parlementsleden uit alle Vlaamse partijen. Van de
Brusselse Costa moet men geen waarborgen
verwachten voor de Vlamingen in Brussel.
Wat zal de eerste minister doen om ervoor te
zorgen dat de Vlamingen op alle niveaus worden
gerespecteerd in hun eigen hoofdstad? Bestaat de
mogelijkheid dat Brussel autonoom het algemeen
vreemdelingenstemrecht invoert?
Alle Vlaamse gemeenteraadsleden uit de
faciliteitengemeenten hebben zich afgezet tegen dit
akkoord. Zij vrezen geheime afspraken. Welke
afspraken zijn er gemaakt over de rondzendbrief-
Peeters?
Hoe apprecieert de eerste minister de uitspraken
van de heer De Gucht en van de heer Denys in het
Vlaams Parlement?
Wat staat er in het Lambermont-akkoord over het
beroep op de Raad van State en de tweetalige
kamer?
Ceci est néfaste. La majorité flamande en Belgique
n'est plus en mesure de faire contrepoids à la
suprématie des francophones à Bruxelles.
C'est notre propre capitale qu'on livre ainsi. Aucun
peuple qui se respecte n'agirait de la sorte. Nous ne
sommes certainement pas les seuls à défendre
cette position. Un certain nombre de personnalités
souhaitent que les autorités fédérales conservent la
tutelle sur les communes bruxelloises. Il est fait
référence à une demande en ce sens des
parlementaires bruxellois de tous les partis
flamands. Il ne faut pas attendre de la COREE
bruxelloise des garanties pour les Flamands de
Bruxelles.
Quelles mesures le premier ministre a-t-il l'intention
de prendre pour veiller à ce que les Flamands
soient respectés à tous les niveaux dans leur propre
capitale? Bruxelles pourrait-elle instaurer de
manière autonome le droit de vote généralisé pour
les étrangers?
Tous les conseillers communaux flamands des
communes à facilités dénoncent cet accord. Ils
craignent des ententes secrètes. Quels accords ont
été conclus à propos de la circulaire Peeters?
Quel est l'avis du premier ministre à propos des
déclarations faites au Parlement flamand par MM.
De Gucht et Denys?
Que prévoit l'accord du Lambermont en ce qui
concerne le recours devant le Conseil d'Etat et les
chambres bilingues?
01.05 Eerste minister Guy Verhofstadt
(Nederlands): De voorbije weken hebben we twee
bijzondere wetten uitgewerkt een financierings-
en een bevoegdheidswet die de uitvoering zijn
01.05 Guy Verhofstadt , premier ministre (en
néerlandais): Ces dernières semaines, nous avons
élaboré deux lois spéciales une loi de
financement et une loi de compétences qui
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
van het Lambermont-akkoord, dat ik in oktober
2000 al in de Kamer heb verdedigd. Dit akkoord
was nodig om de staatshervorming te vervolmaken.
Een echte federale staat heeft coherente
bevoegdheidspakketten nodig, dat is belangrijker
dan de overdracht van middelen. Wij wilden
federalisme met diepgang, met samenhangende
bevoegdheden en autonomie over de middelen. Dit
Lambermont-akkoord kan dan ook op een ruime
positieve appreciatie rekenen. Eigenlijk hebben we
nu als werkgroep gefungeerd voor de uitvoering van
een aantal beslissingen uit 1993 die men toen uit
politieke onmachtniet kon uitvoeren.
constituent la mise en oeuvre des accords du
Lambermont, que j'avais déjà défendus devant la
Chambre en octobre 2000. Ces accords étaient
nécessaires pour perfectionner la réforme de l'Etat.
Un Etat fédéral digne de ce nom doit disposer
d'ensembles de compétences cohérents, ce qui est
plus important que le transfert des moyens. Nous
avons voulu un fédéralisme en profondeur, avec
des compétences cohérentes et des pouvoirs
autonomes en ce qui concerne les moyens. Les
accords du Lambermont ont, dans une grande
mesure, reçu un accueil favorable. Nous avons en
fait fonctionné comme un groupe de travail et nous
avons exécuté des décisions datant de 1993, qu'on
n'avait politiquement pu mettre en oeuvre à
l'époque.
De uitvoering van het Lambermont-akkoord lost een
groot aantal problemen op. Het is een stap in de
goede richting. Er werd gedurende acht jaar over
gesproken, maar pas nu worden beslissingen
genomen.
De herfinanciering van de gemeenschappen wordt
niet alleen door de Franse Gemeenschap gevraagd
en gebeurt niet langer op basis van het
leerlingenaantal. De echte bijkomende middelen en
de groei zullen geleidelijk aan gebeuren op basis
van de personenbelasting. Mettertijd zal een steeds
groter percentage van die middelen worden
berekend op basis van de personenbelasting, dat is
een trendbreuk met de financieringswet van 1988.
In 1988 pleitte ik trouwens reeds voor een
financiering van de gemeenschappen op basis van
de personenbelasting.
La mise en oeuvre des accords du Lambermont
permettra de résoudre de nombreux problèmes. Il
s'agit d'un pas dans la bonne direction. Cela fait huit
ans que l'on discute et des décisions tombent enfin.
Le refinancement des Communautés n'est pas
seulement demandé par la Communauté française.
Le mode de répartition fondé sur le nombre d'élèves
est abandonné. Les moyens supplémentaires et la
croissance arriveront progressivement, sur la base
de l'impôt des personnes physiques. Un
pourcentage de plus en plus important de ces
montants sera calculé sur la base de l'impôt des
personnes physiques. Il s'agit là d'une rupture avec
la loi de financement de 1988. D'ailleurs, j'avais
déjà plaidé en 1988 pour un financement des
Communautés sur la base de l'impôt des personnes
physiques.
De fiscale autonomie was tot op heden zo goed als
onbestaande. Nu gaan we naar 25 procent
autonomie. Dit akkoord is enkel een uitvoering van
het akkoord van 17 oktober, dat toen de
goedkeuring van de hele meerderheid kreeg.
Alle gewestelijke belastingen worden naar de
gewesten overgeheveld. Zij krijgen nu eindelijk de
volstrekte autonomie over deze belastingen. Het
kijk- en luistergeld, een zogenaamde overgehevelde
belasting, wordt nu volwaardig overgedragen aan
de gewesten. Zij kunnen zelf beslissen wat ze
ermee doen: afschaffen, verhogen of de grondslag
ervan wijzigen.
Betreffende de personenbelasting wordt dezelfde
strategie gehanteerd. Het verhogen of verlagen
ervan wordt de bevoegdheid van de gewesten. Zij
zullen enkel nog rekening moeten houden met het
advies van het Rekenhof, waarna verder de gewone
Jusqu'à présent, l'autonomie fiscale était à
proprement parler inexistante, alors qu'elle sera
prochainement portée à 25%. Ces accords ne
constituent que la mise en oeuvre des accords du
17 octobre, que la majorité avait à l'époque
approuvés à l'unanimité.
Tous les impôts régionaux seront transférés aux
Régions, qui seront enfin totalement autonomes en
cette matière. Les redevances radio-télévision, déjà
qualifiées de taxes "transférées", seront désormais
entièrement transférées vers les Régions. Celles-ci
décideront elles-mêmes de l'éventuelle suppression
ou augmentation des taxes ainsi que de la
modification de l'assiette imposable.
Il est recouru à la même stratégie pour l'impôt des
personnes physiques. Les augmentations et
diminutions de cet impôt ressortiront aux
compétences des Régions qui ne devront tenir
compte que de l'avis de la Cour des comptes. Après
01/02/2001
CRABV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
procedures kunnen lopen, meer bepaald de
procedure voor het Arbitragehof waartoe
benadeelden zich kunnen wenden. Er zal terzake
geen federale bevoogding meer zijn, die vroeger het
systeem van op- en afcentiemen uitholde.
Het was niet de bedoeling honderden miljarden
meer vrij te maken, maar wel de inhoudelijke
bevoegdheden van de gewesten en de
gemeenschappen te vergroten. Daarin zijn we
geslaagd!
réception de celui-ci, les procédures courantes, et
notamment la procédure devant la Cour d'Arbitrage
qui peut être saisie par des personnes lésées -
pourront être entamées. La tutelle fédérale, qui
vidait précédemment de son sens le système des
centimes additionnels et soustractionnels, sera
supprimée.
L'objectif n'était pas de dégager des milliards par
centaines, mais bien d'élargir largement les
compétences régionales et communautaires. Nous
y sommes parvenus!
De vroegere toestand leidde terecht tot een hele
reeks resoluties in de deelparlementen. Nu zal de
autonomie van gemeenschappen en gewesten een
werkelijkheid worden, die de toetsing met andere
federale staten kan doorstaan. Men heeft nu niet
alleen de middelen, maar ook de volledige
bevoegdheden overgedragen aan
gemeenschappen en gewesten.
Inzake Landbouw wordt meer dan drie miljard
overgeheveld. De vroegere verdeelsleutel 55N-45F
wordt alleen nog gehanteerd voor het
wetenschappelijk onderzoek. Voor de rest wordt de
landbouwfinanciering volgens de sleutel 62N-38F
verdeeld. Die sleutel stond al in de financieringswet
van 1988 en benadert heel dicht de
personenbelasting.
Wat Buitenlandse Handel betreft was het onlogisch
bevoegdheden over te hevelen en de federale
BDBH toch te behouden. Nu wordt alles naar de
gewesten overgeheveld op basis van de sleutel van
de personenbelasting met uitzondering van 100
miljoen frank. De BDBH wordt een
intergouvernementeel in plaats van een federaal
agentschap. Betreffende die 100 miljoen frank
zullen vóór de eindstemming in de Kamer van de
twee voornoemde wetten samenwerkingsakkoorden
worden ondertekend in het Overlegcomité.
La situation antérieure avait donné lieu, à juste titre,
au vote de nombreuses résolutions dans les
Parlements régionaux et communautaires.
Désormais, l'autonomie des Communautés et des
Régions sera une réalité comparable à ce qui existe
dans d'autres Etats fédéraux. Nous avons transféré
aux Communautés et aux Régions les moyens mais
aussi les compétences.
Pour l'Agriculture, plus de trois milliards sont
transférés. L'ancienne clé de répartition de 55N-45F
ne sera plus utilisée que pour la recherche
scientifique. Pour tous les autres secteurs, le
financement de l'Agriculture sera réparti selon une
clé de 62N-38F. Cette clé de répartition avait déjà
été appliquée dans le cadre de la loi de
financement de 1998 et se rapproche très fort de
celle de l'impôt des personnes physiques.
En ce qui concerne le Commerce extérieur, il n'était
pas logique de transférer des compétences tout en
maintenant l'OBCE fédéral. Tout est à présent
transféré aux Régions, selon la clé de répartition
inspirée des chiffres de l'impôt des personnes
physiques, à l'exception d'un montant de 100
millions. L'OBCE devient une agence
intergouvernementale et non plus fédérale. A
propos du montant de 100 millions, des accord de
coopération seront signés au Comité de
concertation avant le vote final à la Chambre des
deux lois précitées.
Dat lijkt me de goede manier van werken, die we
trouwens ook toepassen bij het beheer van het
onroerend patrimonium. Dat wordt geregionaliseerd,
maar er blijf noodzakelijkerwijs een federaal stuk
dat via samenwerkingsakkoorden zal worden
geregeld.
De overheveling van de gemeente en
provinciewet en van de kieswetgeving is zeer
ingrijpend, zonder dat we een eindeloze reeks
uitzonderingen vastleggen die de overheveling
zouden hebben uitgehold. We gaan dus verder
dans het Sint-Michielsakkoord. Dit is drastisch, en ik
Cela me semble une bonne méthode de travail, que
nous appliquons d'ailleurs également dans le cadre
de la gestion du patrimoine immobilier. Cette
matière sera régionalisée, mais il subsistera
nécessairement toujours un volet fédéral, qui fera
l'objet d'accords de collaboration.
Le transfert des lois communale et provinciale ainsi
que de la législation électorale va très loin, sans que
nous prévoyions une multitude d'exceptions qui
videraient le transfert de sa substance. Nous allons
donc plus loin que les accords de la Saint-Michel.
Voilà une réforme draconienne et je ne comprends
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
begrijp niet dat de separatisten van het Vlaams Blok
plotseling voor een federale voogdij over Brussel
pleiten. Er moet dus een stukje België overblijven
blijkbaar...(Rumoer)
dès lors pas que les séparatistes du Vlaams Blok
plaident soudainement en faveur d'une tutelle
fédérale sur Bruxelles. Une partie de la Belgique
doit apparemment être préservée... (Tumulte)
Met uitzondering van de pacificatiewet wordt alles
wat in het Sint-Michielsakkoord al was vastgelegd
qua bevoegdheden naar de gewesten
overgeheveld: voogdij, tucht, benoemingen. De
bestaande waarborgen voor de Vlamingen in
Brussel blijven onveranderd. De bepalingen moeten
voor alle gewesten dezelfde zijn, dit staat zelfs in de
Grondwet en dat is ook logisch. We kunnen geen
uitzondering toestaan.
Ik wil erop wijzen dat enkel de Raad van State een
uitspraak kan doen over de vraag waar een
burgemeester een prejudiciële vraag kan stellen.
Het gaat enkel om prejudiciële vragen !
Ik kan velen geruststellen: de bestaande
waarborgen voor de Vlamingen in Brussel worden
niet alleen integraal behouden, maar zelfs
uitgebreid. Wacht maar op artikel 15 van de
bijzondere wet. De waarborgen uit de Brussel-wet
de alarmbelprocedure, de artikels 279 en 280
blijven volledig van kracht. Daaraan voegen we de
bepaling toe dat bij ordonnanties, reglementeringen
en administratieve handelingen die afbreuk doen
aan het tweetalige karakter van Brussel, een
schorsingsprocedure voor het Arbitragehof kan
worden gestart. Kan men een sluitender
waarborgsysteem bedenken?
A l'exception de la loi de pacification, on régionalise
tout ce que prévoyaient déjà les accords de la
Saint-Michel en termes de compétences: la tutelle,
le règlement disciplinaire et les nominations. Les
garanties qui existent pour les Flamands de
Bruxelles restent inchangées. Les dispositions
doivent être identiques pour toutes les Régions.
C'est même inscrit dans la Constitution. Et c'est
logique. Nous ne pouvons admettre aucune
exception.
Je voudrais indiquer que seul le Conseil d'Etat peut
statuer sur la question de savoir sur quels sujets un
bourgmestre peut poser une question préjudicielle.
Mais il ne s'agit que de questions préjudicielles !
Je peux rassurer beaucoup de monde
: les
garanties en faveur des Flamands de Bruxelles
seront non seulement maintenues intégralement,
mais elles seront même étendues. Attendez de
prendre connaissance de l'article 15 de la loi
spéciale. Les garanties offertes par la loi sur
Bruxelles la procédure de la sonnette d'alarme,
les articles 279 et 280 restent entièrement en
vigueur. Mais nous y ajoutons une disposition
suivant laquelle un recours en suspension pourra
être introduit devant la cour d'arbitrage en cas
d'ordonnances, de réglementations et d'actes
administratifs attentatoires au caractère bilingue de
Bruxelles. Ne pourrait-on pas élaborer un système
de garanties cohérent ?
De minimumvertegenwoordiging voor de Vlamingen
werd in de Brussel-wet van 1989 niet ingeschreven.
Wij hebben dat in de Costa aangekaart. Er komen
meer garanteis voor de Vlamingen in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. De bestaande waarborgen
worden uitgebreid door een artikel 15 en door de
schorsingsbevoegdheid van het Arbitragehof.
Nederlands- en Franstaligen in de Brusselse Costa
willen wel degelijk tot garanties komen voor de
Vlamingen, daarvan ben ik overtuigd. Ik heb er
alleszins vertrouwen in.
Als de adviezen van de Raad van State beschikbaar
zullen zijn, kunnen we de twee wetten in het
Parlement bespreken. Dan zal duidelijk worden dat
er een nieuwe communautaire sfeer leeft. Iedereen
die de teksten grondig zal lezen, zal tot de conclusie
komen dat ze de tweederde meerderheid
verdienen.
La représentation minimale des Flamands n'est pas
inscrite dans la loi de 1989 relative à la Région
bruxelloise. Nous avons abordé cette question au
sein de la COREE. Il y aura des garanties plus
solides pour les Flamands dans la Région de
Bruxelles-capitale. Les garanties existantes sont
élargies par le biais d'un article 15 et par la
compétence suspensive de la Cour d'arbitrage. Les
néerlandophones et les francophones au sein de la
COREE veulent aboutir à des garanties pour les
Flamands. J'en suis convaincu et je suis confiant.
Lorsque les avis du Conseil d'Etat seront
disponibles, les deux textes de loi pourront être
examinés au Parlement. Nous verrons alors qu'un
nouveau climat communautaire se dessine. Tous
ceux qui liront attentivement les textes en
concluront qu'ils méritent d'être adoptés à la
majorité des deux tiers.
01.06 Herman Van Rompuy (CVP): De eerste 01.06 Herman Van Rompuy (CVP): Le premier
01/02/2001
CRABV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
minister geeft de indruk dat de vorige
staatshervorming een klein artikeltje in de Grondwet
was. De inhoudelijke aanwending van 7 miljard is
volgens hem veel belangrijker dan de duizend
miljard die eerder werden overgeheveld. Hij
overdrijft als hij de homogene pakketten bewierookt.
Er zijn zoveel uitzonderingen op bijvoorbeeld de
defederalisering van Landbouw dat we eigenlijk
moeten spreken over versnippering. Hetzelfde geldt
voor Buitenlandse Handel.
De fiscale autonomie voor Vlaanderen bedraagt na
de hervorming 19 procent van de totale fiscaliteit.
Niemand beweert dat de vroegere regeling ideaal
was, ook ik niet. Het recht van opcentiemen en
afcentiemen was al bijna onbeperkt, enkel de
minister van Financiën kon hierin ingrijpen. Hieraan
moest worden gewerkt. Maar de regeling die nu
naar voren wordt geschoven, maakt het hele
systeem veel ingewikkelder en gaat niet ver
genoeg.
ministre laisse sous-entendre que la dernière
réforme d'Etat n'a pas laissé davantage de traces
qu'un articulet dans la Constitution. A son estime
les 7 milliards et les mesures y afférentes pèsent
davantage que les 1000 milliards transférés
antérieurement. Il exagère lorsqu'il défend les
paquets de compétences homogènes. Ils sont
assortis d'exceptions tellement nombreuses, telles
celles qui frappent l'agriculture et le commerce
extérieur, que le terme d'"éparpillement" serait plus
approprié.
L'autonomie fiscale de la Flandre représentera 19%
de la fiscalité globale. Personne, pas même moi,
n'ose prétendre que le précédent régime était idéal.
Le droit relatif aux centimes additionnels et
soustractionnels était déjà presque illimité et seul le
ministre de Finances pouvait encore intervenir en la
matière. Il fallait y remédier. Cependant, le système
actuellement proposé est beaucoup plus complexe
et ne va pas assez loin.
Vele federale staten denk aan Duitsland en
Oostenrijk kennen überhaupt geen fiscale
autonomie voor de deelstaten.
In Vlaanderen heeft men de voorbije jaren het
onderwijs slecht bejegend. Daarom zijn 40 miljard
bijkomende dotaties nodig en word nu amper 1
procent bijkomende bevoegdheden overgeheveld.
Maar de grote middelen blijven achterwege. Het is
toch Verhofstadt die ooit sprak van 1200 miljard
fiscale middelen die moesten overgaan?
Men doet zogezegd geen afbreuk aan het tweetalig
karakter van Brussel. Dat is een juridisch begrip. In
1988 werden op gemeentelijk niveau garanties
ingeschreven voor de Vlamingen voor wat betreft de
mogelijkheid om additioneel een Vlaamse schepen
aan te stellen. Daarnaast waren er garanties op
OCMW-niveau. Echte waarborgen voor die
Vlaamse vertegenwoordiging zijn er echter nog
altijd niet. Als het tweetalig karakter van Brussel
werd geschonden, was de Raad van State nu al
bevoegd. Vlaams-onvriendelijke ordonnanties
konden op het veto van de Vlaamse ministers in
Brussel stuiten. In termen van echte macht wijzigt er
niets voor de Vlamingen: de echte macht ligt bij de
gemeenten, die de middelen hebben. Daar moeten
we dus van Vlaamse participatie een heilig
strijdpunt maken.
De nombreux Etats fédéraux , notamment
l'Allemagne et l'Autriche, n'accordent aucune
autonomie fiscale aux entités fédérées.
Ces dernières années, l'enseignement a été traité
en parent pauvre par la Flandre. C'est la raison
pour laquelle il faut une dotation supplémentaire de
40 milliards pour l'enseignement et que l'on
transfère à peine 1% de compétences
supplémentaires. Où restent les grands moyens?
N'est-ce pas M.Verhofstadt qui avait parlé à une
époque d'un montant de 1200 milliards de francs de
moyens fiscaux qui devrait être transféré.
On prétend ne pas porter atteinte au caractère
bilingue de Bruxelles. C'est une conception
juridique de la situation. En 1988, des garanties
avaient été prévues pour les Flamands au niveau
communal à propos de la possibilité de désigner un
échevin flamand supplémentaire, et au niveau du
CPAS. La représentation flamande n'est toutefois
toujours pas réellement garantie. Le Conseil d'Etat
était dès à présent compétent s'il est porté atteinte
au caractère bilingue de Bruxelles. Les
ordonnances anti-flamandes pouvaient se heurter
au veto des ministres flamands de Bruxelles. En
termes de pouvoir réel, rien ne change pour les
Flamands. Le vrai pouvoir se situe au niveau des
communes qui disposent des moyens nécessaires.
C'est au niveau des communes que nous devons
tout mettre en oeuvre pour assurer la représentation
flamande.
Deze hervormingen zijn de laatste voor een hele
generatie in de politiek. De Franstaligen zullen nu
voor een zeer lange periode geen vragende partij
Les présentes réformes sont les dernières que
connaîtra encore la génération politique actuelle.
Pendant très longtemps, les francophones ne
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
meer zijn voor een staatshervorming. Zij hebben
voldoende middelen. Over de sociale zekerheid
zullen zij niet meer willen onderhandelen. De eerste
minister spreekt niet meer over een historisch
akkoord, maar over een belangrijke stap in de
goede richting. Ik ontken niet dat er goede
elementen in het akkoord zitten, maar wij hebben
een ideale onderhandelingspositie uit handen laten
glippen. Minister Michel is blij dat we "ervan verlost
zijn", terwijl Patrick Dewael verder wil gaan in de
staatshervorming. Dat spreekt toch boekdelen! We
zijn onze wapens kwijt als we ooit de sociale
zekerheid willen aankaarten.
demanderont plus de réforme de l'Etat. Ils
disposeront en effet de suffisamment de moyens.
Ils ne seront plus disposés à négocier à propos de
la sécurité sociale. Le premier ministre ne parle plus
d'accord historique, mais d'un pas dans la bonne
direction. Je ne nie pas que l'accord contient des
éléments valables mais alors que nous nous
trouvions dans une position de force, nous avons
laissé passer une occasion unique. Le ministre
Michel est content "d'en être quitte", alors que
Patrick Dewael souhaite pousser la réforme encore
plus loin. Cela en dit long! Nous avons perdu nos
atouts pour de prochaines négociations relatives à
la sécurité sociale.
01.07 Simonne Creyf (CVP): Vroeger lagen de
Brusselse Vlamingen de VLD na aan het hart, denk
maar aan het EU-stemrecht. Van die loyaliteit blijft
niet veel over. Men is duidelijk onmachtig en dus
schuift men het dossier maar door naar de
Brusselse Costa. Vergeet men dat het daar slechts
over de gewaarborgde vertegenwoordiging van de
Vlamingen in de gewestinstellingen gaat, niet in de
gemeenten? In die gewesten verslechtert de
toestand voor de Vlamingen van dag tot dag, en de
premier heeft de kans voorbij laten gaan om dat te
kenteren. We zullen dit in een motie aanklagen.
01.07 Simonne Creyf (CVP): Par le passé, le VLD
se préoccupait vivement des intérêts des Flamands
de Bruxelles. Il suffit de songer au droit de vote pour
les ressortissants de l'UE. Que reste-t-il de cette
loyauté? On avoue son impuissance et on renvoie
le dossier à la COREE bruxelloise. Oublie-t-on que
l'on n'y discute que de la représentation garantie
des Flamands dans les institutions régionales, et
non pas dans les communes? Dans ces
communes, la situation des Flamands se déteriore
de jour en jour et le premier ministre a laissé passer
l'occasion d'y remédier. Nous allons dénoncer cette
situation dans une motion.
01.08 Eerste minister Guy Verhofstadt
(Nederlands): Ik wijs erop dat toenmalig premier
Dehaene het Europees stemrecht regelde, dezelfde
Dehaene die zich nu gunstig uitliet over
Lambermont. (Rumoer)
01.08 Guy Verhofstadt , premier ministre (en
néerlandais) : Je voudrais souligner que c'est le
premier ministre de l'époque, M. Dehaene, qui a
réglé la question du droit de vote européen. Or, ce
même M. Dehaene s'est dit satisfait des accords du
Lambermont. (Tumulte)
01.09 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Het
debat mag niet worden herleid tot de verdediging
van de ontwerpen van de eerste minister. Hij komt
enkel uitleggen hoe prachtig dit akkoord is. Ik raad
hem aan zijn speech op het VU-partijcongres te
houden, want daar is de toon gezet.
De essentie van de staatshervorming gaat hij uit de
weg. Enkel een paar habbekratsen worden
opgeblazen in de hoop de VU toch nog over de
streep te trekken. Ik vermoed dat de eerste minister
een eigen agenda heeft. Hij haalt de inspanningen
van de heer van Cauwenberghe aan. Dit is vreemd,
want het eerste wat deze zei toen hij de
onderhandelingstafel verliet is: het belangrijkste van
het akkoord is wat er niet in staat, namelijk de
sociale zekerheid en de solidariteit. De Franstaligen
hebben hun centen en Vankrunkelsven-Anciaux
kregen een zoethoudertje.
Ik vind het vreemd dat de eerste minister zijn
ontwerpen zal indienen alsof er niets aan de hand
01.09 Gerolf Annemans (VLAAMS BLOK): Le
débat ne devait pas se limiter à la défense des
projets du premier ministre. Il vient simplement
nous expliquer combien cet accord est magnifique.
Je lui conseille de prononcer son discours lors du
congrès de la VU, car ce parti a donné le ton.
Il n'aborde pas la question de l'essence même de la
réforme de l'Etat. Il espère, avec quelques miettes,
obtenir néanmoins l'accord de la VU. Je présume
que le premier ministre a son propre agenda. Il
évoque les efforts entrepris par M. Van
Cauwenberghe. C'est étrange, car la première
chose que celui-ci a déclaré en quittant la table des
négociations est que le plus important dans l'accord
est ce qui n'y figure pas, à savoir la sécurité sociale
et la solidarité. Les francophones ont leurs sous et
le duo Van Krunkelsven-Anciaux sa sucette.
Il est étrange que le premier ministre veuille
déposer ses projets comme si de rien n'était. Il ne
01/02/2001
CRABV 50
COM 374
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
is. De eerste minister legt de wil van een
democratische partij naast zich neer en wil zijn
eigen zin doordrijven. De hoogmoed komt voor de
val en dat is wat ik u toewens.
tient pas compte de la volonté d'un parti
démocratique et veut imposer sa propre volonté.
Son arrogance va le perdre et c'est d'ailleurs ce que
je lui souhaite.
01.10 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Wij
hebben ons altijd verzet tegen de drieledigheid,
daarover moet men u niet verbaasd zijn. De
drieledige gewestvorming wordt nu versterkt. In
Brussel zijn er geen waarborgen voor de
Vlamingen. Die zijn, op gemeentelijk vlak, niet aan
de orde in de mini-Costa. De Brusselse Vlamingen
blijven in de kou. Het antwoord van alle Brusselse
parlementsleden is neen.
01.10 Bart Laeremans (VLAAMS BLOK): Nous
nous sommes toujours opposés à une structure à
trois composantes, nous n'en avons jamais fait un
secret. La régionalisation à trois est aujourd'hui
renforcée. L'accord ne prévoit aucune garantie
pour les Flamands de Bruxelles. Les garanties au
niveau communal ne sont même pas à l'ordre du
jour de la mini-COREE. Les Flamands de Bruxelles
sont abandonnés à leur triste sort. Tous les
parlementaires flamands de Bruxelles disent non à
cet accord.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van wantrouwen werd ingediend door de
heren Gerolf Annemans, Guido Tastenhoye, Hagen
Goyvaerts, Francis Van den Eynde en Bart
Laeremans en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Herman Van
Rompuy, mevrouw Simonne Creyf, de heren Gerolf
Annemans en Bart Laeremans
en het antwoord van de eerste minister,
- verzoekt de regering niet langer aan het
zogenaamde Lambermont-akkoord te werken en al
de afspraken die reeds in het raam hiervan
gemaakt werden op te zeggen. Het blijkt immers dat
deze afspraken zeer nefast zijn voor de Vlamingen
in het algemeen en voor de Brusselse Vlamingen in
het bijzonder;
- concludeert hier uit dat de regering niet langer
haar vertrouwen verdient en verzoekt haar dan ook
zo spoedig mogelijk af te treden."
Une motion de méfiance a été déposée par MM.
Gerolf Annemans, Guido Tastenhoye, Hagen
Goyvaerts, Francis Van den Eynde et Bart
Laeremans et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Herman Van
Rompuy, Mme Simonne Creyf, MM. Gerolf
Annemans et Bart Laeremans
et la réponse du premier ministre,
- demande au gouvernement de ne plus travailler
sur les accords dits du Lambermont et de dénoncer
tous les accords déjà conclus dans ce cadre. Il
apparaît, en effet, que ces accords sont très
néfastes pour les Flamands en général et pour les
Flamands de Bruxelles en particulier;
- en conclut que ce gouvernement ne mérite plus sa
confiance et demande à ce dernier de démissionner
dans les meilleurs délais."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Yves Leterme, mevrouw Simonne Creyf en de
heer Herman Van Rompuy en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Herman Van
Rompuy, mevrouw Simonne Creyf, de heren Gerolf
Annemans en Bart Laeremans
en het antwoord van de eerste minister,
- stelt vast dat de zogenaamde Lambermont-
akkoorden geen uitvoering geven aan het Vlaamse
eisenprogramma waar de meeste Vlaamse partijen
overeenstemming over bereikten onder meer een
volwaardige fiscale autonomie en een substantiële
overdracht van bevoegdheden in de sector
gezondheidszorgen en kinderbijslagen;
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Yves Leterme, Mme Simonne Creyf et M.
Herman Van Rompuy et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Herman Van
Rompuy, Mme Simonne Creyf, MM. Gerolf
Annemans et Bart Laeremans
et la réponse du premier ministre,
- constate que les accords dits du Lambermont ne
mettent nullement en oeuvre le programme des
revendications flamandes à propos duquel la
plupart des partis flamands s'étaient mis d'accord
notamment en ce qui concerne une autonomie
fiscale à part entière et un transfert substantiel de
compétences dans le secteur des soins de santé et
CRABV 50
COM 374
01/02/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
- stelt vast dat de zogenaamde Lambermont-
akkoorden geen gewaarborgde vertegenwoordiging
van de Vlamingen in de Brusselse Schepencolleges
omvatten;
- vraagt een volledige heronderhandeling van de
zogenaamde Lambermont-akkoorden in het kader
van de COSTA."
des allocations familiales;
- constate que les accords dits du Lambermont ne
prévoient pas de représentation garantie des
Flamands dans les collèges échevinaux bruxellois;
- demande une renégociation complète des accords
dits du Lambermont dans le cadre de la CORE."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Dirk Van der Maelen, Jef Tavernier, Willy
Cortois, Daniël Bacquelaine, Charles Janssens en
Denis D'hondt.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Dirk Van der Maelen, Willy Cortois, Daniel
Bacquelaine, Jef Tavernier, Charles Janssens et
Denis D'hondt.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
De vergadering wordt gesloten om 18.05 uur.
La séance est levée à 18.05 heures.
Document Outline