KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRIV 50 COM 372
CRIV 50 COM 372
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET HET BEKNOPT VERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC LE COMPTE RENDU ANALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
31-01-2001 31-01-2001
14:30 uur
14:30 heures
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
































AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CVP Christelijke
Volkspartij
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral ­ Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP Socialistische
Partij
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + nummer
en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° et du
n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag (op wit papier, bevat de bijlagen en het
beknopt verslag, met kruisverwijzingen tussen Integraal en
Beknopt Verslag)
CRIV
Compte Rendu Intégral (sur papier blanc, avec annexes et
CRA, avec renvois entre le CRI et le CRA)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail : aff.generales@laChambre.be
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
1
Interpellations et questions orales jointes de
1
- de heer Mark Eyskens tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "de
dood van Kabila en de gevolgen voor het
vredesproces in Centraal-Afrika" (nr. 648)
- M. Mark Eyskens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort de M.
Kabila et les conséquences de celle-ci sur le
processus de paix en Afrique centrale" (n° 648)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van de minister op
de begrafenis van Laurent-Désiré Kabila"
(nr. 654)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"sa présence aux obsèques de M. Laurent-Désiré
Kabila" (n° 654)
- mevrouw Claudine Drion aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"zijn reis naar Congo ter gelegenheid van de
begrafenis van president Kabila" (nr. 3320)
- Mme Claudine Drion au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "son voyage
au Congo à l'occasion de l'enterrement du
président Kabila" (n° 3320)
- de heer Jacques Lefevre tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"diens aanwezigheid op de uitvaart van president
Laurent-Désiré Kabila" (nr. 666)
- M. Jacques Lefevre au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "sa présence
aux funérailles du président Laurent-Désiré
Kabila" (n° 666)
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de recente gebeurtenissen in Congo" (nr. 669)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
événements qui viennent de se produire au
Congo" (n° 669)
- de heer Jef Valkeniers tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de dood van president Kabila en de gevolgen
ervan voor Centraal-Afrika" (nr. 674)
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort du
président Kabila et les conséquences de celle-ci
pour l'Afrique centrale" (n° 674)
Sprekers: Mark Eyskens, Francis Van den
Eynde, Claudine Drion, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems, Jef Valkeniers, Louis
Michel
, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Mark Eyskens, Francis Van den
Eynde, Claudine Drion, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems, Jef Valkeniers, Louis
Michel
, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères
Moties
22
Motions
22
Spreker: Ferdy Willems
Orateur: Ferdy Willems
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1




COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
van
WOENSDAG
31
JANUARI
2001
14:30 uur
______
du
MERCREDI
31
JANVIER
2001
14:30 heures
______

La séance est ouverte à 14.40 heures par M. Erik
Derycke, président.
De vergadering wordt geopend om 14.40 uur door
de heer Erik Derycke, voorzitter.

Aangezien de heer Daniel Féret niet aanwezig is,
vervalt zijn mondelinge vraag nr. 3328.
01 Samengevoegde interpellaties en
mondelinge vragen van
- de heer Mark Eyskens tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de dood van Kabila en de gevolgen voor
het vredesproces in Centraal-Afrika" (nr. 648)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van de minister
op de begrafenis van Laurent-Désiré Kabila"
(nr. 654)
- mevrouw Claudine Drion aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "zijn reis naar Congo ter gelegenheid van
de begrafenis van president Kabila" (nr. 3320)
- de heer Jacques Lefevre tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "diens aanwezigheid op de uitvaart van
president Laurent-Désiré Kabila" (nr. 666)
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de recente gebeurtenissen in Congo"
(nr. 669)
- de heer Jef Valkeniers tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
over "de dood van president Kabila en de
gevolgen ervan voor Centraal-Afrika" (nr. 674)
01 Interpellations et questions orales jointes de
- M. Mark Eyskens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort de
M. Kabila et les conséquences de celle-ci sur le
processus de paix en Afrique centrale" (n° 648)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"sa présence aux obsèques de M. Laurent-
Désiré Kabila" (n° 654)
- Mme Claudine Drion au vice-premier ministre
et ministre des Affaires étrangères sur "son
voyage au Congo à l'occasion de l'enterrement
du président Kabila" (n° 3320)
- M. Jacques Lefevre au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "sa
présence aux funérailles du président Laurent-
Désiré Kabila" (n° 666)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
événements qui viennent de se produire au
Congo" (n° 669)
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort du
président Kabila et les conséquences de celle-ci
pour l'Afrique centrale" (n° 674)
01.01 Mark Eyskens (CVP): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister, ik zal
het kort houden. De minister van Buitenlandse
Zaken heeft de jongste dagen een bijzonder
intense diplomatieke activiteit aan de dag gelegd.
Het ging om een opmerkelijke pendeldiplomatie,
waarvoor wij waardering hebben. Hij is naar de
begrafenis van Laurent Kabila gegaan. Dit was
een delicate opdracht. Er was een zekere moed
voor nodig. Het was delicaat omdat Kabila zeker
geen staatshoofd was waarvan de palmares
inzake mensenrechten hoge toppen scheert, wel
integendeel. De geschiedenis zal bewijzen dat
inzake flagrante schendingen van de
mensenrechten het regime van Kabila veel
zwaardere vergrijpen gepleegd heeft dan het
regime van zijn voorganger Mobutu.

Het was een riskante reis. We hebben zelfs op
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
televisie kunnen zien hoe onze vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken
ternauwernood aan een beginnende molestatie
ontsnapt is. Hij heeft dat met Belgisch flegma
ondergaan. Dit incident levert inspiratie voor mijn
eerste vraag, mijnheer de minister. Wat mij
opgevallen is bij de begrafenis van president
Kabila, is de duidelijke antiwesterse stemming in
de Congolese hoofdstad en zelfs een anti-
Belgische stemming. We hebben er ons altijd over
geroemd dat we in Congo konden beschikken
over grote sympathie bij de bevolking, ook al
hadden we dit niet bij de leiders. Tot op zeker
hoogte waren we blij dat we geen sympathie bij
die leiders hadden. We meenden dat we de
sympathie van de bevolking hadden. Dat schijnt
dus niet meer het geval te zijn. We kunnen ons
afvragen hoe dat komt.

Het is mijn standpunt dat we geen out of Africa-
beleid moeten voeren, maar wel een in Africa-
beleid en eventueel, mocht het nodig zijn, een
back tot Africa-beleid. We kunnen dat alleen maar
doen als onze aanwezigheidspolitiek door de
lokale bevolking wordt gedragen. Wat is de
verklaring van de vijandigheid die we gezien
hebben? Ik weet dat wat in Kinshasa gebeurt niet
noodzakelijk representatief is voor wat in het diepe
binnenland gebeurt. Zou het kunnen dat de
Congolezen ­ of althans zij die de media volgen ­
beseften dat België de jongste jaren ­ vanaf de
jaren '90 ­ een beleid heeft gevoerd dat steeds
meer afstand nam van Congo. Ook hier is gepleit
voor een politiek van out of Africa, la politique de
l'abandon, wat ik altijd een fout beleid heb
gevonden.

Over mijn tweede punt heb ik u vorige week
tijdens het vragenuurtje tijdens de openbare zitting
een vraag gesteld. Bepaalde minuscule politieke
formaties die in België niet aan de bak komen, die
extreem ideologisch gekleurd zijn ­ zoals de Partij
van de Arbeid -, hebben zelfs een "ambassadeur"
in Congo, met name de heer Martens. We hebben
hem op televisie gezien. Hij doet zich voor als de
vertrouweling en de adviseur van president Kabila.
In Le Soir heeft hij trouwens een groot rouwbeklag
gepubliceerd naar aanleiding van de moord op
president Kabila. Zou het kunnen dat hiervan toch
een zekere invloed uitgaat?

Ik had net voor de moord op Kabila in mijn kantoor
in dit Parlement het bezoek van de heer Kimba,
de zoon van een voormalig premier in Zaïre. Die is
toen - in andere tijden - opgeknoopt. Kimba
vertelde me dat in Katanga de PvdA met veel
omhaal optreedt en een antiwesters discours
houdt. Ze zijn tegen Amerika, het kapitalisme en
multinationals en ze brengen een retoriek over de
uitbuiting van de Congolezen.

Dat leidt natuurlijk tot antiwesterse gevoelens. Ik
herhaal dus mijn vragen. Ten eerste, bent u
daarvan op de hoogte en, ten tweede, indien daar
drijverijen plaatsvinden van de PvdA, kunnen wij
daar dan iets tegen ondernemen?

Ik wil ook nog wijzen op de link die gelegd wordt
tussen de moord op Lumumba en de moord op
Kabila, wat natuurlijk een zeer elliptische
redenering is, die 40 jaar overspant. Mocht men in
de onderzoekscommissie, die de omstandigheden
onderzoekt waarin Lumumba is vermoord, de
conclusie trekken dat België zich moet
verontschuldigen - wat ik eventueel kan begrijpen
­ dan zal dat in Congo heel anders worden
begrepen. Het zou aanzien worden als een
schuldbekentenis en men zou gemakkelijk de link
kunnen leggen tussen de moord op Lumumba en
de moord op Kabila. Trouwens, uw ex-collega
Yerodia heeft reeds gezegd, en ik heb u daar
terecht op horen reageren op de radio, dat
waarschijnlijk een Belgische samenzwering achter
de schermen verantwoordelijk is voor de fysieke
eliminatie van president Kabila.

Het is ons opgevallen dat Frankrijk weer bijzonder
actief wordt in de regio. Het is ook opvallend dat
de nieuwe president Joseph Kabila, in zijn
toespraak heel nadrukkelijk hulde brengt aan
Frankrijk, een liefdesverklaring als het ware. Voor
België is hij vriendelijk en correct, maar er is geen
sprake van passie. Voor Frankrijk is dat wel het
geval. Hoe kunnen we dat verklaren? Kan het te
wijten zijn aan het feit dat Frankrijk een
permanente vertegenwoordiger heeft in de
Veiligheidsraad of kan het iets te maken hebben
met de verhoudingen tussen Congo en Rwanda,
wetend dat Frankrijk een traditionele opposant is
van Rwanda?

Mijnheer de minister, de volgende reeks vragen
zijn misschien het belangrijkst voor de toekomst.
De toespraak van de nieuwe president is
belangrijk, niet omdat hij die zelf heeft geschreven
- dat zal wel niet het geval zijn - maar de inhoud is
wel van belang als politieke beleidsverklaring. Zijn
toespraak is constructief en gematigd. Het vrije
verkeer van buitenlandse deviezen is opnieuw
toegelaten, wat een nuttige economische ingreep
is. De president pleit voor samenwerking met de
VN-waarnemers met het oog op een eventuele
voorbereiding van een Monuc­operatie en hij
poogt wat te doen aan het opheffen van het
monopolie van de groepen of industrieën die de
hand willen leggen op de bodemrijkdommen.
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3

Dat alles klinkt positief. Biedt dit alles geen
window of opportunity, waarbij een of ander kan
worden losgewrikt. De bevolking is zeer
oorlogsmoe, en dat al geruime tijd. President
Museveni heeft problemen met zijn binnenlands
beleid, omdat hij natuurlijk aan zijn herverkiezing
denkt en omdat de troepen die zich op Congolees
grondgebied bevinden onsympathiek ogen bij de
bevolking van Uganda. Zo ook voor president
Mugabe, die ook binnenlandse problemen heeft.
Dit is een factor die kan bijdragen tot het
aanvaarden van een terugtrekking van de
buitenlandse troepen en het creëren van de
voorwaarden om de MONUC­operatie op te
starten.

Ik heb de akkoorden van Lusaka nog eens even
nagelezen. Het gaat hier om een lijvig stuk. Er
staan heel opmerkelijke dingen in. Volgens
Joseph Kabila kunnen deze akkoorden thans in
aanmerking worden genomen om opnieuw te
worden uitgevoerd. Er staat bijvoorbeeld in dat
diegenen die zich in Congo schuldig maakten aan
schending van de mensenrechten en
oorlogsmisdaden, voor een internationaal
gerechtshof moeten worden gedaagd. Dat is zeker
een sterke uitspraak. In de akkoorden van Lusaka
is er sprake van peace keaping force, maar ook
van peace enforcement force. Deze formulering
gaat verder dan de scheiding van vechtende
partijen alleen. Indien de vijf ondertekenaars van
het akkoord van Lusaka en indien president Kabila
akkoord gaan met de uitvoering van deze
akkoorden, dan houdt dat in dat ook dat laatste
element uitgevoerd moet worden. Zal men zover
kunnen gaan of wordt het een afgezwakte versie
van de Lusaka-akkoorden?

Bijgevolg staat hier misschien een window of
opportunity open. Moet u niet spoedig een gedurfd
initiatief nemen, wetend dat president Kabila door
andere landen wordt uitgenodigd? Hij is met name
uitgenodigd door president Bush voor een
gebedsontbijt. Kunt u hem dan niet uitnodigen
voor een croissantontbijt? Het hoeft geen
islamitische liturgie of een gezamenlijk gebed te
zijn. Het lijkt me nuttig om de nieuwe president
ook in België uit te nodigen om hem zijn visie te
vragen over de toekomst van zijn land. Nadien
kunnen mogelijk initiatieven worden genomen
waarbij contact wordt gelegd tussen de andere
Lusaka-partijen. Ik pleit er niet voor om in Brussel
een Lusaka-conferentie te beleggen; dat idee is
wellicht onrealistisch. Maar u kunt wel bemiddelen
onder de hoede van de Verenigde Naties.

Wat zijn onze relaties met Frankrijk inzake het
Congo-beleid? Voert Frankrijk een eigengereid
beleid? Hoe staat het met het overleg binnen de
Europese Unie? Naast Frankrijk zijn er
bijvoorbeeld nog Engeland en de Verenigde
Staten van Amerika. In de Verenigde Staten is er
met president Bush een nieuw, republikeins
bewind gekomen. Ik herinner mij zeer levendig
hoe mijn collega, de heer Baker, eind jaren '80 en
begin jaren '90 altijd erg geïnteresseerd was in het
toenmalige Zaïre. De eerste vraag die hij me
stelde, luidde altijd: "How is Zaire doing?" Het zou
zeer nuttig zijn mochten we kunnen rekenen op
hernieuwde belangstelling van de Verenigde
Staten van Amerika.

Als we blijvende bezorgdheid over Congo willen
laten blijken, moeten we het volgende nagaan. In
welke mate kunnen we op het vlak van de
ontwikkelingssamenwerking acties ondernemen
die tegemoet komen aan de grote nood van de
bevolking? Dit lijkt me een bekommernis van
zowel de meerderheid als de oppositie. Misschien
kunnen er nieuwe initiatieven worden genomen.

Ik herhaal een eerder gedaan voorstel opnieuw.
Waarom kondigt u eerstdaags niet aan dat de
Belgische regering besloten heeft om het aantal
studiebeurzen en stagebeurzen voor Congolezen
te verdubbelen gedurende een jaar of twee? Ik
vind dit nog altijd de best mogelijke, buitengewoon
vruchtbare investering. Op die manier creëren we
een elite, waar Congo nood aan heeft. Deze elite
geniet een bepaalde vorming en leert België
kennen en op die manier worden banden
gesmeed. Er is in Congo een elite van universitair
geschoolden die staat te trappelen om
verantwoordelijkheid op te nemen, maar die
onvoldoende kansen krijgt. Hopelijk brengt de
nieuwe president ook daar verandering in.

Mijn laatste beschouwing luidt dat Joseph Kabila
een bijzonder labiele president is.

Het loont misschien de moeite te pogen hem te
stabiliseren door een beleid aan te bieden dat
voldoende constructief is. Als we dat niet doen
dan vrees ik dat hij binnen de kortste keren van de
macht zal worden verstoten en dat we te maken
zullen hebben met een nieuwe militaire dictator
waarmee geen land te bezeilen valt en die de
miserie en ellende van zijn volk nog zal vergroten.
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister,
collega's, ik heb met aandacht geluisterd naar de
uiteenzetting en de vragen van onze collega
Eyskens die namens de CVP sprak. Ik vraag mij
af of de heer Eyskens gewoon naïef is of naïef wil
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
doen.

Het is de tweede keer in zowat 10 dagen dat ik
hoor dat hij zich ergert aan de aanwezigheid van
Ludo Martens, de stichter, bezielende leider en
roerganger van de PvdA in België. Dit is toch geen
nieuws. Mijnheer Tastenhoye, heeft daarover vorig
jaar een vraag gesteld. Zijn opmerkingen werden
door de minister van Buitenlandse Zaken
weggewimpeld. Niemand vond het toen nodig
dezelfde vraag te stellen.

Mijnheer de minister, wij weten dat de heer Kabila
toen hij nog geen staatshoofd was minstens een
keer het woord heeft gevoerd op een 1-meiviering
van de PvdA. Als democratisch marxistisch-
leninistische partij mag zij haar 1-meiviering elk
jaar vieren op de campus van de Vrije Universiteit
Brussel. Er is dan ook niets nieuws. Ik begrijp niet
waarom men dit nu plots ontdekt.

Mijnheer de minister, de dag nadat u plechtig de
dood van het Congolese staatshoofd had
aangekondigd, heb ik u een vraag gesteld in de
plenaire vergadering over wat er moest gebeuren.
Ik heb u toen bijna al schertsend gesuggereerd
om naar de begrafenis te gaan. Ik zal u eerlijk
bekennen dat ik op dat moment niet kon geloven
dat u dit ook zou doen. Collega Valkeniers, ik
moet bekennen dat ook ik naïef was.

Mijnheer de minister, in tegenstelling met collega
Eyskens feliciteer ik u daar niet mee. Ik vind het
eerst en vooral vrij merkwaardig dat u naar die
begrafenis bent gegaan. Ik had terzake graag een
vergelijking gemaakt. Ik kan mij niet inbeelden dat
u naar de begrafenis van Pinochet zou gaan. Ik
kan mij ook niet inbeelden dat u naar de
begrafenis van Haider zou gaan. Ik zou mij zelfs
niet kunnen inbeelden dat u naar de begrafenis
zou gaan van wijlen Mobutu.

U heeft zich altijd voorgesteld als een witte ridder
van de internationale mensenrechten. Op dat vlak
meen ik dat u niet echt consequent hebt
gehandeld. Dat is echter het minste van mijn
bezwaar. Tenslotte bent u er niet echt goed
ontvangen. Ik heb u op televisie in een hoekje zien
zitten, bijna bij de rekwisieten.

Ik heb gezien dat uw lijfwachten werden
aangehouden, werden ontwapend en daar
vernederd moesten zitten. Zij konden daar ook
niet aan doen. Echt feestelijk bent u daar niet
onthaald - ik geef toe dat dit niet zo voor de hand
ligt bij een begrafenis -, maar u bent er ook niet
plechtig ontvangen. De journalisten die u hebben
begeleid, zullen het wel geweten hebben. Ik sta
niet stil bij de beschrijving van de antiwesterse
stemming die toen in Kinshasa heerste, dat heeft
de heer Eyskens al gedaan. Echt welkom was u er
niet. In tegenstelling tot de heer Eyskens verdedig
ik hier al jaren consequent de out of Africa politiek.
Men kan zich afvragen of iemand die niet echt
welkom is, wel iets nuttigs kan doen.

De vraag rijst of wij, welkom of niet, überhaupt iets
zouden kunnen doen. Ik wil er u en de collega's
aan herinneren dat de situatie in Congo zowel
voor als na de dood van Kabila vreselijk
ingewikkeld is en moeilijk te ontwarren, al was het
maar omdat op het ogenblik de verschillende
burgeroorlogen nog gecompliceerder worden door
de aanwezigheid op het nationaal territorium van
Congo van troepen van een aantal buitenlandse
mogendheden. Ik denk aan Angola, Namibië,
Zimbabwe, Rwanda en Uganda.

Ik wil er ook uw aandacht op vestigen dat indien
iemand terzake iets zou kunnen doen, dit eerst en
vooral zou mogen en moeten worden verwacht
van de Verenigde Naties. Die VN zijn extreem
voorzichtig aan het werk. Het woord extreem is
zelfs niet sterk genoeg. Zij hebben daar alle reden
toe, omdat hun ervaringen in Afrika de laatste tijd
niet zo overtuigend zijn geweest. Ik denk dan aan
Somalië en aan Rwanda. Als de VN met al wat zij
vertegenwoordigen aan niet enkel macht, maar
ook aan apparaat en moreel gezag, zo voorzichtig
zijn en ons in feite op een min of meer subtiele
manier proberen diets te maken dat zij op dit
ogenblik niet zien hoe zij het moeten aanpakken,
dan heb ik er twijfels aan of het kleine België dit
wel zou kunnen. Ik herinner mij een antwoord van
de huidige voorzitter, toen die nog minister van
Buitenlandse Zaken was. Ik stelde toen een vraag
in verband met grote internationale morele
principes. Ik ben zijn woorden nooit vergeten. Hij
antwoordde met de vraag wat ik wilde dat hij
daaraan zou kunnen doen, vermits hij maar de
minister van Buitenlandse Zaken van België was.
Ik zal het nu maar bekennen: ik vond dat wijze
woorden. Wij moeten ons ervan bewust zijn dat wij
op dat vlak zeer weinig kunnen doen, en dat is
dan nog optimistisch gezien. Dat men ons niet
komt vertellen dat wij knowhow hebben of ervaring
terzake. Zeer terecht heeft de heer Eyskens
daarstraks gealludeerd op het feit dat er bij uw
aankomst nogal wat incidenten waren en dat er
iets als een antiwesterse sfeer heerste. Voor mij is
dat nog het minst erge. Ik kan alleen maar
vaststellen wat ik in deze vergadering al meer dan
eens heb gezegd: Congo is onafhankelijk
geworden op 30 juni 1960.

Wat België daar sindsdien heeft proberen te doen,
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
is telkens grandioos mislukt. Alles wat we
geprobeerd hebben, ook het steunen van
staatshoofden, is mislukt.

Ik hoor de heer Eyskens graag zeggen dat Kabila
zo mogelijk nog erger was dan Mobutu. Hij
verdedigt daarbij zijn partij die destijds de Mobutu-
kaart trok. Ook dat was evenwel geen formidabel
experiment, integendeel. Wij zijn sinds veertig jaar
totaal mislukt in al wat we deden. Af en toe
moesten we troepen sturen om telkens dezelfde
mensen te gaan halen. Deze mensen keerden
dan een tijdje later weer terug om nadien opnieuw
gerepatrieerd te worden. Dit was geen
pendeldiplomatie meer maar een
pendelbeschermingsdienst.

Sinds veertig jaar heeft België er niks van
gebakken. Ik denk dat er daaruit conclusies
moeten worden getrokken. In de geest van de
conservatieve politici van dit land leeft misschien
nog niet de idee van out of Africa, maar in de
werkelijkheid is dit wel het geval. Men moet ons
vooral niet proberen te vertellen dat het gaat om
de bescherming van onze economische belangen.
Iedereen weet nu toch stilaan dat wij deze
belangen niet hebben, of in elk geval niet meer
hebben. Men moet ons ook niet vertellen dat het
gaat om de mensen ter plekke. Ik wens deze
mensen het allerbeste toe en wil best noodhulp
voor hen goedkeuren. Wanneer wij echter in
veertig jaar in niets geslaagd zijn, dan zullen wij er
ook op dat vlak wel niet veel van terechtbrengen.
Het is in ieder geval geen goed excuus.

Mijnheer de minister, ik heb gehoord dat u niet
alleen Kinshasa bezocht hebt, maar dat u in alle
hoofdsteden bent gaan praten. Alles wat ik hier
beschreven heb, heb ik niet gefantaseerd.
Niemand zal kunnen beweren dat ik dit allemaal
uit mijn duim gezogen heb. U moet het mij dan
ook niet kwalijk nemen als ik zeg dat al uw
maatregelen weinig resultaten zullen opleveren. Ik
pleit er opnieuw voor om hiervan eindelijk bewust
te worden. Wanneer dit land bewust zal zijn van
het feit dat het bijna helemaal machteloos is
geworden in Centraal-Afrika, wat tenslotte niet zo
abnormaal is na een dekolonisatie, dan zal men
misschien het weinige dat men kan doen ook
effectief realiseren. De ervaring leert dat wij dit
momenteel niet aankunnen, alle Franstalige
dromen van een présence belge en Afrique of van
een reconstruction de l'empire colonial, die in het
hart van sommigen leven, ten spijt.
01.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le président, le voyage du ministre des
Affaires étrangères au Congo, à l'occasion de
l'enterrement du président Kabila, était une bonne
décision du gouvernement, un signe concret
montrant la solidarité de la Belgique avec le
peuple congolais frappé par des épreuves depuis
plusieurs années. Un tel geste relève selon moi de
ce que j'ai déjà appelé "With Africa".

Il était prévisible que ce voyage serait difficile,
compte tenu d'un contexte chargé d'émotion, de
tension et concordant avec la date de l'assassinat
de Patrice Lumumba. Comme nous avons pu le
constater, des rumeurs ont ainsi permis à certains
Congolais d'entretenir un climat anti-américain et
anti-belge.

J'ai été quelque peu étonnée, monsieur le
ministre, d'apprendre par la presse les positions
que vous aviez prises sur place en ce qui
concerne deux questions. N'étant pas moi-même
sur le terrain, je voudrais tenter de comprendre
l'impact que vos déclarations ont pu avoir.

Monsieur le ministre, j'ai eu le sentiment que vous
aviez fait davantage que prendre simplement acte
de la désignation de Joseph Kabila comme
successeur du président. J'ai d'ailleurs lu dans "La
Libre Belgique": "Le mort est puissant. Il faut se le
concilier." Peut-être avez-vous été touché par le
climat ambiant à Kinshasa ­ une certaine
allégeance est parfois de bon ton lors de la mort
d'un personnage puissant. Ou peut-être la position
que vous avez adoptée quant à la mise en place
du nouveau président avait-elle une autre
motivation?

Le second point concerne les accords de Lusaka.
J'ai cru comprendre, d'après la presse, que vous
vouliez vous en tenir strictement à Lusaka dans
l'agenda qui a été défini. Je me demande à quel
point cette attitude est appropriée dans la mesure
où les choses ont évolué sur le terrain depuis
lesdits accords. Ne conviendrait-il pas de revoir
l'agenda?

Comment vos déclarations ont-elles pu être
interprétées sur place à cet égard?
01.04 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
président, le voyage du ministre des Affaires
étrangères en Afrique centrale a permis de
recueillir un certain nombre d'informations, d'avoir
une vision plus fine et plus juste de la situation.
Certains signes montrent en effet que les forces
étrangères au Congo auraient envie de se
désengager de ce terrain de conflit, à la fois du
côté des alliés de Kinshasa, du Rwanda et de
l'Ouganda.
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Les mouvements rebelles sont dans l'attente d'un
signe de Kinshasa. Peut-être de nouvelles
conditions pourront-elles permettre la mise en
oeuvre du processus de paix?

Le soutien des USA au Rwanda et en Ouganda se
fait plus discret. On peut considérer qu'un
ensemble de nouvelles conditions permettent de
modifier les équilibres et d'ouvrir de nouvelles
perspectives en faveur de la paix.

Monsieur le ministre, nous soutenons l'esprit du
message que vous avez adressé au nouveau
régime vis-à-vis de sa légitimité, ainsi que
l'ouverture politique, le processus de Lusaka, la
libération de certains prisonniers politiques et
éventuellement, l'autorisation des partis politiques.

Dans sa première allocution, le nouveau président
congolais, Joseph Kabila, annonçait l'ouverture du
régime hérité de son père. Il a retenu un certain
nombre de priorités, j'en citerai quatre: la
restauration de la paix par le retrait immédiat et
sans conditions des envahisseurs; la
normalisation de la vie démocratique par un
renforcement de l'Etat de droit et de la bonne
gouvernance, ainsi que l'organisation d'élections
libres et transparentes; la libéralisation
économique, et enfin une plus grande ouverture
diplomatique vis-à-vis de l'Union européenne.

Il est cependant surprenant de constater que
malgré vos efforts, le premier pays partenaire cité
par le nouveau président Kabila, est la France.
Selon une dépêche de l'agence Belga de ce
matin, monsieur Joseph Kabila sera reçu ce soir à
17h par M. Chirac, demain non pas par M. Bush,
mais par M. Colin Powell et vendredi par M. Kofi
Annan. Il est vrai que le président Kabila junior a
appelé de ses voeux des relations plus
fructueuses avec la Belgique. Quels engagements
fermes avez-vous formulés à M. Kabila à ce
sujet?

Vous avez la volonté de rendre à la Belgique sa
place sur la scène africaine. Ce discours a
évidemment un impact sur l'opinion publique
belge, mais a-t-elle aussi un impact sur la scène
africaine et en particulier sur la promotion de la
paix en RDC?

J'ai reçu hier la visite du vice-président du
parlement du Burundi, qui était très élogieux à
votre égard, monsieur le ministre, par rapport à la
politique que vous meniez en Afrique centrale, en
tout cas au Burundi. Je constate que la Belgique
est bien seule au Congo pour vouloir un
changement démocratique et un respect des
droits de l'homme. Il ne suffit pas de se présenter
comme un partenaire indispensable, il faut
également être reconnu comme tel. Vous
répondez souvent que la Belgique est un des
seuls pays à mobiliser la communauté
internationale, mais par elle-même, en paroles, en
visites et sans moyens.

Votre voyage n'a pas été effectué au nom de
l'Union européenne mais au nom de la seule
Belgique. Ne pensez-vous pas que nos
partenaires européens ont le sentiment d'avoir été
doublés? Certains essayeront peut-être de nous
doubler. La rencontre de M. Chirac et de M. Kabila
est une manière de nous doubler. On peut
s'étonner que votre tournée ne vous ait pas
conduit à Paris ou à Washington pour entendre
les sentiments de ceux qui "tirent les ficelles" dans
la région des Grands Lacs?

Fallait-il aller ou non à l'enterrement de Kabila?
Chacun aura une opinion différente selon ses
critères d'appréciation. Il est vrai qu'il y a une
différence entre faire une tournée en Afrique pour
s'informer, dans une période aussi cruciale que
celle des derniers jours, et rendre hommage à un
dictateur. Ce qui m'étonne, c'est que votre visite
ne semblait ni souhaitée par les Africains, ni
vraiment considérée comme importante par le
Congo, sur la base en tout cas de ce que nous
avons vu et lu dans les médias.

Nous considérons que le bilan politique,
économique et social du président Laurent-Désiré
Kabila est très désastreux. Pour mémoire, le
président Kabila fait l'objet de deux rapports de
l'ONU dénonçant des violations graves des droits
de l'homme: il empêchait le facilitateur M. Masire
de travailler; il n'a pas organisé le dialogue
intercongolais; il a permis la fuite des ressources
naturelles de la RDC vers l'extérieur; et, les
Français ne se gênent pas pour le montrer à la
télévision, il a freiné l'application des accords de
Lusaka. La situation économique et sociale de la
RDC est plus catastrophique que jamais.

Notre priorité et la vôtre je crois, monsieur le
ministre, est d'abord la sécurité des Belges en
Afrique centrale, mais également de substituer
une logique de paix à une logique de guerre dans
la région des Grands Lacs.

Voici mes questions:

Tout d'abord, comment avez-vous évité que votre
présence soit considérée comme une
reconnaissance du régime de M. Kabila et un
soutien au nouveau régime?
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7

Deuxièmement, avez-vous concerté votre visite
avec vos partenaires européens? Selon mes
informations, non.

Troisièmement, la presse belge s'est fait l'écho de
sentiments anti-belges à Kinshasa. Comment
interprétez-vous cette situation? Est-ce que votre
présence à Kinshasa n'a pas été un élément
susceptible d'avoir entraîné certaines de ces
réactions anti-belges ou, inversement, votre
présence les a-t-elle calmées? Quelle est votre
évaluation de la volonté du nouveau régime de
lancer le dialogue intercongolais et d'appliquer les
accords de Lusaka? Quels sont les signaux
politiques clairs que vous avez adressés au
nouveau pouvoir? Quels sont les engagements
qu'a pris M. Kabila lors des 15 minutes d'entretien
qu'il vous a accordées? Quelle est l'évaluation de
la situation après votre tournée régionale? Quelles
sont les informations dont vous disposez sur les
auteurs et les motivations de l'assassinat du
président Kabila? Lorsque des Congolais, à la
télévision, accusent des Occidentaux d'être dans
le complot, il y a intérêt à connaître la vérité le plus
rapidement possible et ne pas attendre 40 ans
comme on l'a fait pour un autre assassinat.

A ces questions, je souhaiterais en rajouter
d'autres. Nous assistons à une véritable
prolifération d'envoyés spéciaux dans la région
des Grands Lacs. La Belgique en donne
l'exemple. Qui fait quoi au nom de la Belgique en
Afrique centrale? Vous y avez d'abord été, vous
avez envoyé ensuite Mme Neyts et maintenant,
vous reprenez le dossier. L'ancien ambassadeur à
Kinshasa est envoyé spécial pour la région, M.
Moreels est également envoyé spécial pour la
situation humanitaire dans la région. Quel rôle
joue M. Boutmans qui détient toujours les cordons
de la bourse belge de la coopération au
développement? Ce dispositif, s'il est
impressionnant, ne me semble pas toujours clair.
Quels sont les rôles et les compétences
respectifs? Dernière question: qui est le facilitateur
du dialogue intercongolais? Au nom de M. Masire,
boycotté par M. Kabila, est maintenant ajouté le
nom d'Omar Bongo, le président du Gabon. Le
ministre aurait invité le président gabonais à jouer
ce rôle. Cette demande est-elle faite au nom de la
Belgique, de l'UE ou au nom des Nations unies?
Je vous remercie déjà pour vos réponses.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, dan kom ik tot mijn vrij grote reeks
vragen, die ik stel met een hart voor dit land.

Ten eerste, is er nog ruimte voor Lusaka, en zo ja,
voor welk Lusaka? Moet het verdrag herzien
worden? Basisgedachte hierbij is, dat vrede de
eerste voorwaarde is, want zonder vrede is er in
Congo niets mogelijk. Maar willen de vechtenden
partijen die vrede wel? Er zijn vechtende partijen
namelijk Oeganda en Rwanda die zich zelfs op de
kalender van de akkoorden van Lusaka beroepen,
om daar te blijven. Er zijn geen sancties voorzien
en Lusaka vermengt binnenlandse en
buitenlandse problemen. Er is nogal wat kritiek
geweest op Lusaka omdat het de Congolezen zou
zijn opgelegd. Yerodia maakte brandhout van het
akkoord. Ik heb kritische nota's gelezen van de
minister van Binnenlandse Zaken, van Kofi Annan,
van een katholieke kardinaal en van een
protestantse kardinaal. Doch, daarnaast lees ik
ook dat Lusaka eigenlijk ons enige instrument is,
en dat het herzien ervan een alibi is om toch maar
te blijven vechten. Het gaat, wat de vrede betreft,
niet zozeer over Lusaka, maar over de kwade
trouw van de vechtende partijen. Met de
akkoorden van Lusaka gaat u akkoord, maar met
welk Lusaka, het bestaande of een eventueel
vernieuwde versie?

Ten tweede, over de MONUC-operatie heb ik in
de plenaire vergadering reeds een vraag gesteld.
Een aantal Congolezen staan nogal wantrouwig
omtrent deze operatie omdat ze van de UNO
uitgaat. Sommige Congolezen hebben nu
eenmaal rond de UNO negatieve vooroordelen.
Ze verwijzen dan naar de moord op Lumumba en
naar het onderdrukken van de
secessiebewegingen destijds, alsook naar het feit
dat nogal wat van die MONUC-troepen geen
Frans zouden spreken. Dus graag vernam ik van
u hoe België in die MONUC-operatie participeert.

Ten derde, is de Europese hulpverlening een zaak
van twee maten en twee gewichten? Het gaat hem
over de idee dat Rwanda en Uganda heel wat
Europese hulp krijgen, maar die dan de facto op
het terrein gebruiken om in Congo oorlog te
voeren. De Europese commissie ontkent dat - ik
bespaar u die teksten -, maar ik heb toch een heel
interessante bijdrage gelezen. Het betreft een
tekst van Rousseau "Réseau Européen en
Congo,"van 14 december, waarin een tiental
landen vergeleken worden met elkaar en men tot
de conclusie komt dat die landen die de meeste
hulp krijgen ook de grootste militaire uitgaven
hebben. Diezelfde landen hebben ook de kleinste
inspanningen gedaan inzake humanitaire
ontwikkeling. Dit staat dus allemaal haaks op
Lusaka en op de vrede die we daar allemaal willen
en dit heeft perverse effecten. De landen die
binnen die context naar voren komen zijn
uitgerekend Uganda, Burundi, Rwanda en Angola.
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8

Ten vierde, hoe schat België de kansen in voor
een peace keeping operation? Ik verwijs naar een
aantal artikels in Het Belang van Limburg, waarin
men zegt dat het allicht nodig is, maar wie zal hier
in België het risico durven nemen op blanke
doden in Congo. Er wordt vanuit verschillende
kanten gevraagd om een militaire zending te
sturen. Ik heb teksten daarover van Tsisekedi
gelezen, maar ook de oppositie en de civiele
maatschappij vragen dat en hun argumentatie
komt op het volgende neer. In Rwanda stierven
een aantal mensen en men is daar tussenbeide
gekomen. Welnu, in Congo zijn er reeds drie keer
meer mensen om het leven gekomen. Zo kom ik
dan bij de bemerking op het terrein, waar Angola,
met zijn 6.000 soldaten of meer en Zimbabwe met
20.000 soldaten - de cijfers verschillen naargelang
de krant die ik lees - in dat gebied aanwezig zijn.
Men zegt, kijk dat is dan een oplossing gebracht
door de Afrikanen zelf. In De Standaard van 15
januari lees ik dan in een artikel, dat volgens u
Angola een positieve rol speelt in de
democratische republiek Congo. België waardeert
de posities, de methodes en de agenda die de
Angolese regering in Congo hanteert.

Ik kom dan tot het volgende vrij merkwaardig
schaakbord. Angola komt tussenbeide in Congo
om zijn diamant- en oliebelangen veilig te stellen.
Bovendien stelt Angola zich ook op strategisch
vlak veilig door de oppositiebeweging Unitá in de
tang te nemen. Uganda en Zimbabwe zouden
liefst op een eervolle manier uit het conflict
verdwijnen. Het voornaamste probleem is nog
altijd Rwanda dat territoriale aspiraties heeft om
zich te beveiligen of de daders van de genocide te
straffen.

Er wordt gepraat met het regime in Lusaka. Ik
vraag mij echter af of Angola geen dictatuur zou
installeren als zij vrede zou brengen in Congo. U
beseft dat blijkbaar ook, want in La Libre Belgique
van 27 januari lees ik dat de aanwezigheid van
Angola in Congo volgens u op termijn een
probleem zal vormen. Ik geef u op dat punt gelijk.

Hoe beoordeelt u de positie van Masire die door
de enen wordt opgehemeld en door de anderen
wordt verguisd? Ik bespaar u een aantal citaten
van Yerodia, de groep-Lotus, mevrouw Bikuba en
anderen over hem. Feit is dat men daar toch een
aantal vraagtekens bij plaatst. Volgens sommigen
is hij geen faciliateur, maar een complicateur, een
man die de boel in het honderd laat lopen. De
man kent geen Frans. Hij is gouverneur-generaal
van Congo. De man overlegt met niemand.
Daarentegen zegt de Zweed Heinebach, een van
zijn verdedigers, dat hij moreel integer is en dat hij
in Botswana bewezen heeft dat hij iets in zijn mars
heeft. Volgens Heinebach werd hem het werken
echter onmogelijk gemaakt. Tshisekedi laat zich
eveneens lovend uit over die man. In een Belga-
bericht van 24 januari staat te lezen dat het
volgens u van essentieel belang is dat Kabila
junior de heer Masire aanvaardt als
onderhandelaar. Is dat uw mening?

Een andere vraag heeft betrekking op het feitelijke
embargo. Gelet op de enorm moeilijke militaire
situatie in Congo kan men niet van regering tot
regering werken. Volgens sommigen moet het
ondanks dat toch mogelijk zijn om via een aantal
ministeries, de lokale autoriteiten en de civiele
maatschappij te werken en op die manier te
beletten dat men de bevolking van Congo
decennialang in de miserie houdt. Is het waar wat
ik las? Is het verzet van Duitsland en Groot-
Brittannië verminderd, zoniet opgeheven? Quid
met de berichten die ik heb gelezen als zou er een
soort Marshall-plan in de maak zijn? U hebt aan
de heer Moreels blijkbaar opdracht gegeven om
na te gaan wat het zou kosten om de
infrastructuur in Congo op poten te zetten. U zou
daarvoor ook Belgische investeerders en NGO's
aantrekken? Dat lijkt mij een belangrijke piste.

Mijn volgende vraag heeft betrekking op de
humanitaire hulp. Ik baseer mij hiervoor op
interpellaties in het Europees Parlement van
mevrouw Maes van de Volksunie en de heer
Vandenbosch van D'66 uit Nederland. Volgens
hen is de humanitaire hulp van de ECHO, de
humanitaire organisatie van de Europese
Commissie, schitterend. De ECHO is echter van
mening dat de hulp reeds ver genoeg gaat. Als
men rekening houdt met de enorme armoede kan
dit echter niet. Het gaat in Congo niet alleen over
een massa doden maar ook over 1 miljoen
displaced people, mensen op de vlucht. Vergeten
we ook niet dat de helft van Congo bezet is.

Mijn volgende vraag heeft betrekking op de
juridische situatie. De vraag naar een
internationaal tribunaal tegen de straffeloosheid is
hier ook al gesteld, aangezien in Congo een soort
caporalisatie van justitie aan de gang is. De
krijgsraden maken er in feite de dienst uit en dat is
de negatie van om het even welke rechtsstaat.

Wat kan België eigenlijk doen om een einde te
maken aan de remmende verdeeldheid van de
Westerse mogendheden? Europa zingt meerdere
liedjes. Sommige landen willen Afrika aan de
Afrikanen overlaten. Ze moeten hun plan maar
trekken. De Verenigde Staten hebben Uganda en
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Rwanda gesteund. Frankrijk zingt niet altijd
hetzelfde lied als België. Hoe kunnen wij in
godsnaam zinnig optreden vanuit ons kleine land
als we in Europa in een kakofonie terechtkomen
waar de een de ander tegenspreekt?

Mijn volgende vraag betreft de concrete
initiatieven die u mogelijk acht om vrede in Congo
te bewerkstelligen, zoals u zegt de allereerste
voorwaarde. De pers zegt dat u weinig kans
maakt. Ik weet dat niet. Ik denk dat er nu een
machtsvacuüm in Congo is, die tot een patsituatie
kan leiden. De vechtende partijen houden elkaar
in evenwicht en beseffen stilaan dat een militaire
oplossing niet mogelijk is. Dergelijke situatie ­
vergelijk ze met Colombia ­ kan leiden tot het
aanvoelen van de noodzaak bij iedereen om
eindelijk eens te gaan praten. De invalshoek is
dan belangrijk. Ik heb een tekst gelezen van de
heer Bernard Leloup. Hij zegt dat de huidige
acteurs krijgsheren zijn die ook op die manier
moeten worden behandeld. Dat betekent dat zij
alleen in functie van macht redeneren. Tegen
zulke mensen baten geen akkoorden van Lusaka.
Daar moet men macht tegenover stellen, met
name diplomatieke isolatie. Men moet gewoon de
bron, in casu de diamanthandel, afsnijden
waarmee zij oorlog kunnen voeren.

Welke concrete initiatieven acht de minister
mogelijk om tot een intercongolese dialoog te
komen? Dat is een niet-onbelangrijke vraag in een
land waar geen politieke partijen zijn, waar geen
vrije meningsuiting bestaat en waar 28 miljoen van
de 60 miljoen Congolezen in bezet gebied leven.
Ook Tshisekedi stelt de vraag of het niet het
moment is om, ook vanuit de Congolese diaspora,
in belangrijke mate in België aanwezig, zinvolle
dingen te doen.

Mijn volgende vraag is ook door anderen al
gesteld. Wat hebt u gedaan aan de welig tierende
geruchten over de Belgische betrokkenheid bij de
moord op Kabila? Ik denk ook aan de
gelijktijdigheid met de moord op Lumumba, een
belangrijke symboliek, die in de politiek soms
gevaarlijker dan feiten is. U weet allicht dat wij het,
naar mijn smaak, gelukkige initiatief hebben
genomen om de onderzoekscommissie Lumumba
op dit moment op minder actief te zetten, zodanig
dat die link niet wordt gemaakt.

In welke mate acht u dat ­ na uw eigen ervaringen
in Congo ­ de veiligheid van onze mensen daar in
het gedrang komt? Ik wil er wel rekening mee
houden dat 60 miljoen Congolezen ook in gevaar
zijn. Ik moet u feliciteren met de houding die u
hebt aangenomen tegenover uw medewerkers,
toen u verklaarde niet weg te gaan voordat ook zij
in veiligheid verkeerden. Dat is een bravo meer
dan waard. Intussen blijkt de Congolese generaal
Olenge zich reeds te hebben verontschuldigd. Ik
heb ook vernomen dat die bedreigingen met een
korrel zout moeten worden genomen. Het zou een
traditie zijn in Congo dat hooliganbendes
begrafenissen aanvallen. Toch acht u het ook wel
mogelijk dat er een violence urbaine of militaire
escalatie komt. Het ogenblik is er om snel te
handelen.

Hoe gaat u de veiligheid van onze mensen
eventueel waarborgen? Ik heb vernomen dat u
afspraken hebt gemaakt in Brazzaville, Angola,
Zimbabwe en Gabon. Zambia zou u niet hebben
bezocht, alhoewel dat land grenst aan Katanga. Ik
weet niet of die informatie waar is. Ik heb dat
gelezen. Het is aan u om dat recht te zetten indien
het een foutief gegeven is.

De maidenspeech van Kabila was veelbelovend.
We vernemen evenwel dat hij ook dictatoriale
neigingen heeft. Is dat zo? Ik weet het niet. In elk
geval toont de geschiedenis aan dat als zwak
aangekondigde figuren kunnen uitgroeien tot grote
politici. Dat kan dus. Ik weet dat ik hier een
gevaarlijke stelling poneer. Als blijkt dat binnen
een aantal maanden Kabila in de sporen van zijn
vader treedt, dan heb ik hier een mogelijkheid
geopperd die absoluut niet waar is. Is het echter
niet voorbarig om nu reeds te stellen dat die man
absoluut niet te vertrouwen, zwak en labiel is?

Tot slot, mijnheer de minister, hoe evalueert u zelf
uw ervaring in Congo? Ik stel vast dat men in
België wisselend op uw optreden reageert. Le Soir
vraagt zich af of uw rondreis geen grote show is
ten bate van uzelf en de Belgische diplomatie. De
Morgen daarentegen beweert dat men u niets
kwalijks kan nemen en looft uw onvermoeibare
inzet voor Centraal-Afrika. Deze krant schrijft
voorts dat u hiervoor niet veel stemmen zult
behalen bij de volgende verkiezingen en dat u het
ook niet moet doen voor de schaarse Belgische
belangen. Men vergelijkt uw houding met de
houding van Europa en de andere landen en stelt
vast dat u alleen staat met uw belangstelling voor
Congo.

Ik stel ook vast dat Kabila junior tevreden is, dat u
gepraat hebt met de rebellen, die uw initiatief ook
op prijs stellen. U wordt gewaardeerd in de landen
die u bezocht hebt. Ook Kofi Annan apprecieert
uw optreden. Samen met De Morgen beweer ik
dat u goed beseft dat dit de grote test is voor uw
houding in Afrika en dat dit uw moment van de
waarheid is.
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10

Mijnheer de minister, als eenvoudig kamerlid wens
ik te verklaren dat wij een politiek van out of Africa
niet ondersteunen. Wij blijven u krediet geven in
deze materie. U probeert tenminste iets te doen.
Men kan daar kritiek op leveren, maar u tracht er
tenminste iets aan te doen.
01.06 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, voorafgaandelijk feliciteer ik de minister,
omdat hij wel naar de begrafenis is geweest.
Iedereen is het met mij eens dat dat niet zonder
gevaar was en de feiten hebben dat trouwens
bewezen. Velen schijnen niet te beseffen wat ik
vroeger reeds zei, namelijk dat men in Afrika zeer
lange tenen heeft en zeer achterdochtig is.
Herinner u, dames en heren, de oprichting van de
onderzoekscommissie-Lumumba. Ik heb toen
gezegd dat het verkeerd was geen Congolees
expert aan te stellen. U hebt nadien kunnen
vaststellen welke reacties dat heeft opgeroepen in
Congo. Ik vind het overigens verstandig om de
activiteiten van de onderzoekscommissie-
Lumumba op een laag pitje te zetten. Ik meen dat
wij er op het ogenblik geen voordeel bij hebben
om de rol van België terzake in het daglicht te
plaatsen.

Mijnheer de minister, de reacties in Kinshasa
waren voor ons onaangenaam. Men heeft ons
altijd voorgehouden dat de Congolese bevolking
zeer gesteld was op de aanwezigheid van de
Belgen. Nu zijn er op dat vlak in elk geval enige
twijfels gerezen. Een andere reden voor uw
aanwezigheid was het feit dat u op die manier
onze landgenoten ter plaatse een hart onder de
riem kon steken, zodat zij weten dat wij hen niet in
de steek zullen laten als er problemen zijn. De
vraag die wij ons moeten stellen, is of wij naar
Congo gaan voor de machthebbers of voor de
bevolking. Als wij vrede, respect voor de
mensenrechten en democratie willen, dan is dat
vooral voor de bevolking. Om al deze redenen
was het volgens mij goed dat u aanwezig was op
de begrafenis.

Collega Eyskens zegt dat we de bevolking in
Congo een positief sein moeten geven. Hij pleit
onder meer voor een verdubbeling van het aantal
studiebeurzen. Dat lijkt mij een goed idee.
Volgens mij ontbreekt het in Afrika niet zozeer aan
opgeleide mensen. Er zijn ginds heel wat
gediplomeerden. Hetzelfde kunnen we trouwens
vaststellen in Zuid-Afrika. Er is echter wel nood
aan mensen die kunnen besturen. Dat is het
probleem. Ik heb in Zuid-Afrika meegemaakt dat
een minister van Welzijn op het einde van het
begrotingsjaar slechts 10 procent van haar budget
had besteed. Dergelijke toestanden doen zich
volgens mij in heel Afrika voor, omdat men te
weinig mensen heeft met bestuurservaring die
kunnen plannen en die een visie hebben. Vandaar
dat ik in plaats van het toekennen van
studiebeurzen het mogelijk maken aan
gediplomeerden om hier de nodige
bestuurservaring op te doen durf te bepleiten. Dat
is volgens mij belangrijker dan het volstoppen van
onze universiteiten met jongeren, waarvan een
aantal trouwens hier blijft.

Mijnheer de minister, wij hadden graag wat uitleg
gekregen over de opdracht die aan de heer
Moreels werd toevertrouwd. Er is reeds sprake
van het Michel-plan. Ik wil uw aandacht vestigen
op een artikel in Le Figaro van 24 januari waarin
onder meer wordt verwezen naar het Marshall-
plan voor Afrika dat werd uitgewerkt door
president Mbeki van Zuid-Afrika in samenwerking
met president Obasanjo van Nigeria en president
Bouteflika van Algerije, het zogenaamde Le
programme du millénaire pour l'Afrique of het
Millennium Action Plan for Africa. Dat gaat
volgens mij in de richting van uw ideeën terzake.
Ik heb vernomen dat u ook gesprekken hebt
gevoerd met president Mbeki. Is er een vorm van
samenwerking afgesproken? Graag hadden wij
enige verduidelijking terzake gekregen.

Mijnheer de minister, wij lezen dat men de mond
vol heeft van een militaire zending. Heel wat
kranten hebben reeds aangehaald dat er in het
verleden werd gezegd dat er nooit meer een
Belgische militair naar Congo zou gaan. De
situatie waarbij u zegt dat er militairen moeten
worden gestuurd maar dat België er geen stuurt,
verzwakt uw positie heel sterk. Mijnheer de
minister, bent u van mening dat de houding die
vroeger werd aangenomen in de commissie die
het probleem van Rwanda heeft besproken, moet
worden aangehouden, of bent u ook van mening
dat men zich daarover opnieuw zou moeten
bezinnen, in het kader van de huidige
omstandigheden. Dat zijn een paar opmerkingen
naar aanleiding van een aantal interventies van
collega's.

Dan volgen nu de vragen die ik reeds heb
opgestuurd. Ten eerste, hoe verklaart u de
negatieve reacties ten opzichte van de Belgen die
door een deel van de publieke opinie in Kinshasa
verantwoordelijk worden gesteld voor de moord op
president Laurent Kabila?

Ten tweede, denkt u dat nieuwe uitbarstingen
tegenover onze landgenoten nog mogelijk zijn in
de nabije toekomst en hoelang denkt u nog onze
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
soldaten te weerhouden in Centraal-Afrika?

Ten derde, met welke ministers hebt u in Congo
een onderhoud gehad? Welke besluiten meent u
uit deze gesprekken te mogen trekken? Dit geldt
natuurlijk ook voor de gesprekken met de
rebellenleiders.

Ten vierde, hebt u de nieuwe president Joseph
Kabila ontmoet? Voor zover ik weet wel. Wat zijn
uw bevindingen na dat onderhoud en zijn er
nieuwe gesprekken gepland?

Ten vijfde, welke politici uit de naburige landen
hebt u ontmoet? We hebben dat natuurlijk gelezen
in de krant, maar misschien zijn we van een aantal
gesprekken niet op de hoogte. Graag hoorde ik
uw reacties en uw conclusies.

Ten zesde, hoe ziet u de toestand in Centraal-
Afrika verder evolueren en welke maatregelen
denkt u als minister van Buitenlandse Zaken te
moeten nemen in de nabije en verre toekomst om
de vrede in deze regio te herstellen en bij te
dragen tot het herstel van de democratie en het
respect voor de mensenrechten?

Ten zevende, welke financiële middelen zouden er
volgens u moeten worden uitgetrokken, niet alleen
door ons land, maar ook door andere
democratische staten, om in deze regio te kunnen
komen tot een sociaal-economisch herstel ten
bate van de bevolkingsgroepen die reeds zo veel
en zo lang hebben geleden.

De voorzitter: Mijnheer de minister, ik wens even
gebruik te maken van mijn positie als voorzitter
om twee, drie cruciale punten te vermelden,
alvorens ik u aan het woord laat om te
antwoorden.

In veel aspecten doet, wat er nu gebeurt, mij
eigenlijk denken aan de gebeurtenissen na de
dood van president Ndadaye van Burundi, wiens
begrafenis ik in tempore non suspecto in
gelijkaardige omstandigheden heb bijgewoond.
Collega Eyskens stelde dat er zich thans een
window of opportunity voordoet, maar destijds heb
ik gemerkt dat zulke ramen zich ook erg vlug
sluiten. Vandaar dat er, mijns inziens, vlug moet
gehandeld worden op twee vlakken.

Ten eerste, ik bekijk de spoed van de Verenigde
Staten en Frankrijk in deze aangelegenheid met
enige argwaan. Het is waar, zoals collega Van den
Eynde opmerkt, dat België een klein land is. Dat
neemt niet weg dat uw initiatieven, mijnheer de
minister, die zeer moedig waren en die ik ten
zeerste waardeer, moeten worden voortgezet.
Meer nog, ze moeten worden verruimd. Ik verklaar
mij nader. Frankrijk en de Verenigde Staten
hebben traditioneel een eigen agenda en
verdedigen andere belangen: de enen zijn pro-
Rwanda, de anderen contra-Rwanda. Dat is zeer
belangrijk bij de uiteindelijke oplossing van het
geschil. Vandaar dat ik hier een lans breek opdat
u uw positie als honest broker bevestigt en hard
maakt ten opzichte van die landen. Dat is een
oproep uit de grond van mijn hart. Overigens
moeten die landen niet hoog van de toren blazen,
want ze hebben de voorbije maanden en jaren op
geen enkele manier aangetoond zich op een
ordentelijke manier te interesseren voor wat er in
Congo gebeurt.

Ten tweede, u moet niet alleen uw initiatieven
voortzetten; u moet ze ook verruimen. Daarvoor
blijft de Europese Unie belangrijk. U hebt net voor
uw vertrek met enig succes gepraat over een
wapenembargo. Ik raad u aan de
onderhandelingen terzake voort te zetten. Enkele
collega's hebben tijdens de discussie ook al
gesuggereerd meer financiële druk te zetten om
regimebestendigende hulp aan oorlogvoerende
landen stop te zetten.

Ik denk dat we op deze twee sporen moeten
verder werken. Tenslotte, mijnheer de vice-
premier, gaat het hier om een regime zonder
enige legitimiteit, wat internationaal rechterlijk niet
aanvaardbaar is. Misschien wordt dat in Afrika als
een overgangsregime aanvaard, maar dan toch
niet lang. Wie Joseph Kabila ook mag zijn, hij zal
intern en extern legitimiteit moeten verwerven, wil
hij aan de macht kunnen blijven.

Ten slotte roep ik, zoals Jef Valkeniers, op Zuid-
Afrika niet te vergeten. Zuid-Afrika kan een
belangrijke rol spelen in de intra-Afrikaanse
dialoog. Ik raad u ook aan, in zover dat nog niet
gebeurd is, Portugal tot bondgenoot te maken
indien u Angola ooit wilt tot de orde roepen en om
meer enthousiasme in de Europese Unie te
wekken. Het belangrijkste lijkt me alleszins dat u
uw positie van honest broker verzilvert ten
opzichte van de Verenigde Staten en Frankrijk.
01.07 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, je voudrais saisir l'occasion de cette
réunion de la commission des Relations
extérieures et de toutes les questions, remarques
et considérations diverses que vous avez
formulées pour faire le bilan de cette dernière
tournée africaine à l'occasion des funérailles du
président Kabila et pour répondre aux très
nombreuses questions qui m'ont été adressées à
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
ce propos: raison de notre présence aux
funérailles, légitimité des nouvelles autorités,
portée du message, perspectives de paix, avenir
de notre politique africaine avec ses risques et ses
enjeux...

Je répondrai ensuite de manière plus précise à un
ensemble de questions ou de sous-questions qui
m'ont été posées par les différents intervenants.

Tout d'abord, un bref bilan. Mon déplacement à
Kinshasa et la tournée des capitales concernées
par la mise en oeuvre des accords de Lusaka
s'inscrivent dans le droit fil de la politique africaine
du gouvernement. Etant donné le changement
brutal et dramatique sur la scène politique
congolaise, il eût été incompréhensible, sinon
incohérent, que la Belgique ne fît pas entendre sa
voix en appui de la paix et du dialogue et que
nous ne fussions pas présents à un moment
crucial pour la sécurité de nos compatriotes sur
place.

Il fallait aussi rassurer nos interlocuteurs congolais
et leur expliquer la nature des mesures de
précaution sur le plan militaire décidées par la
Belgique dans une conjoncture instable et rendue
encore plus complexe du fait de la présence de
différents contingents étrangers dont initialement
le rôle était assez mal défini.

Bref, notre présence à Kinshasa aux obsèques du
président défunt, le dialogue que cette présence a
permis d'initier avec les nouveaux responsables à
Kinshasa et les contacts fructueux avec toutes les
parties concernées par le processus de Lusaka
ont permis de clarifier notre position, de confirmer
notre engagement au service de la paix et du
dialogue et de vérifier s'il y avait réellement une
ouverture à saisir dans un processus qui
apparaissait, il y a peu de temps encore, comme
totalement bloqué.

Je pense que ce bilan peut être considéré comme
positif sous cette réserve que les uns et les autres
veuillent bien s'engager concrètement dans la voie
du dialogue. Il ne dépend évidemment pas de la
seule Belgique qu'il en soit ainsi.

La question de savoir s'il fallait ou non aller à
Kinshasa est aujourd'hui dépassée. Il ne s'agissait
ni de conférer une légitimité posthume ni une
légitimité nouvelle, mais de poser à un moment
charnière pour l'avenir du Congo un geste en
faveur du dialogue et de la réconciliation.

Je voudrais d'ailleurs ouvrir une parenthèse, c'est
une considération personnelle. Aujourd'hui, il n'y a
pas, au Congo, de système institutionnel de
légitimation, et il n'y a donc aujourd'hui personne
qui puisse se revendiquer d'une quelconque
légitimité. Je referme la parenthèse. Mais je crois
utile de le rappeler car tout le monde me pose la
question de savoir si notre présence ne confère
pas de légitimité. Aujourd'hui, quel que soit notre
interlocuteur, nous ne lui donnons ni plus ni moins
de légitimité. Je répète qu'il n'existe pas de
système institutionnel qui puisse, aujourd'hui au
Congo, conférer une quelconque légitimité. Je
pense qu'il était important de le dire.

Les faits eux-mêmes ont démontré l'utilité de notre
présence, malgré les incidents prévisibles et sans
doute inévitables vu la confusion, qui se sont
produits. Je ne pense d'ailleurs pas que l'on
puisse les caractériser comme délibérément anti-
belges, même s'ils furent parfois l'expression
émotive d'un réflexe anti-occidental ou anti-blanc,
dont je ne nie pas qu'il existe dans une frange de
la population et qui peut être exploité par ceux qui
ont intérêt à créer la confusion.

A ce propos, une question directe m'a été posée.
M. Eyskens me l'avait déjà posée dans le débat
qui a eu lieu à la Chambre avant mon départ.
Monsieur Eyskens, il y a des indices de ce que
certains Belges, sous le couvert d'actions, mènent
des campagnes anti-belges, des campagnes de
déstabilisation idéologiquement très marquées.
C'est un fait. Mais je ne peux que m'en référer à
ce fait. Certains comportements en attestent, mais
je ne peux pas faire la démonstration d'un lien
entre ce type d'activité, ce type de prosélytisme et
de rhétorique, et le sentiment anti-belge ou anti-
occidental. Personnellement, je l'ai ressenti
indiscutablement comme un sentiment anti-
occidental, et par moment ou par endroits
seulement comme anti-belge. Je ne sais pas dans
quelle mesure c'était téléguidé ou, au contraire,
spontané. Je ne dispose pas des éléments qui me
permettraient de le vérifier exactement. Ce que je
n'ai pas ressenti, alors que c'était un élément que
j'avais pris en compte dans ma réflexion avant d'y
aller, c'est un lien entre l'anniversaire de la mort
de Lumumba et ce sentiment-là. Je n'ai rien senti
ou vu qui pourrait m'y faire penser.

Je ne pourrais pas être plus clair qu'en disant que
je ne sais rien de cela.

Un mot sur la sécurité des Belges. Pour répondre
à ce que M. Willems a lu dans la presse, je dirai
que la présence massive de forces
zimbabwéennes et angolaises aura eu au moins
le mérite de stabiliser une situation, qui aurait
rapidement pu dégénérer en troubles ou en
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
affrontements, dont nos compatriotes auraient pu
être les victimes involontaires. C'était d'ailleurs là
que résidait principalement le danger.

Les incertitudes des premiers jours qui ont suivi
l'attentat justifiaient amplement les mesures de
précaution militaires qui ont été immédiatement
décidées par le gouvernement sous la forme d'un
prépositionnement d'hommes et de matériel à
Libreville. On constate fort heureusement qu'à ce
stade-ci, la situation est calme. L'émotion suscitée
par les funérailles s'est apaisée. Les nouvelles
autorités ont été mises en place. Les conditions
de sécurité à Kinshasa sont satisfaisantes pour le
moment. L'ordre règne, même si c'est sous
garantie étrangère. Et il semblerait que la vie
reprenne son cours normal.

A Lubumbashi, le calme est revenu, après
quelques incidents, qui auraient pu dégénérer. A
l'occasion de ces incidents, tous les contacts que
nous avons eus avec les autorités congolaises ­
que ce soit avec le ministre de l'Intérieur ou le
ministre des Affaires étrangères ou des
responsables militaires ­ ont chaque fois été
suivis de démarches positives, allant dans le sens
de ce que nous demandions, pour ce qui
concerne la sécurisation de nos compatriotes.

Mais nous nous trouvons toujours dans une phase
de transition. Des incertitudes demeurent, et des
dérapages sont évidemment possibles. Il faut
compter avec une situation économique et
humanitaire catastrophique. La sécurité de nos
ressortissants reste donc, pour le gouvernement,
une préoccupation prioritaire. Il n'est donc pas
question, pour le moment, de changer de cap par
rapport au prépositionnement et à ce qui a été
prévu. Ce serait tout à fait irresponsable. Il faut
attendre de voir comment tout cela va évoluer.

Donc, la Belgique maintiendra son dispositif de
précaution le temps nécessaire en l'adaptant en
fonction de l'évolution de la situation. Les autorités
congolaises en sont averties de même que les
pays voisins. Des contacts ont été pris à Harare et
Lusaka pour apporter, si le besoin devait s'en faire
sentir, l'assistance nécessaire à nos compatriotes.
Vu le rôle joué par les militaires zimbabwéens et
Angolais en RDC, il est évident que nous devons
et allons maintenir avec eux tous les contacts
utiles via les capitales et sur place.

Je dois d'ailleurs dire que nous avons dialogué
tant avec les Zimbabwéens qu'avec les Angolais
au sujet de la sécurité de nos compatriotes. Nous
avons envisagé tous les cas de figure. Nous
avons également établi les points de contact avec
eux, soit au gouvernement soit directement dans
les bataillons militaires. Et nous avons reçu
l'assurance formelle qu'ils étaient non seulement
disposés mais prêts à veiller à cette protection et
à cette sécurité.

Ik zal nu spreken over mijn politieke contacten in
de regio. Ik heb politieke gesprekken gevoerd in
Kinshasa en in de hoofdsteden die bij het conflict
betrokken zijn. Ik heb ook gesproken met de
rebellen.

Ten eerste zal ik het hebben over de gesprekken
in Kinshasa. Zoals u weet staat nu president
Joseph Kabila aan het hoofd van de regering. Wij
willen met hem praten om de overgang naar een
legitieme en voor alle Congolezen representatieve
regering te vergemakkelijken. De uitkomst van dat
proces is onzeker, maar ik denk dat het onze taak
is het te steunen. Hoe zouden wij in een land waar
niemand over echte legitimiteit beschikt, een rol
kunnen spelen, of het nu gaat over de veiligheid
van de Belgen of over de nationale verzoening,
zonder betrekkingen te hebben met de autoriteiten
aan het bewind?

Mijn boodschap aan Joseph Kabila, die ik
onmiddellijk na mijn aankomst in Kinshasa heb
ontmoet, was zeer duidelijk en werd
ondubbelzinnig onthaald. Ik heb hem gezegd dat
als men vooruit wil komen, met daden van
openheid moet stellen en de basis voor een echte
dialoog moet leggen. Concreet betekent dit het
vrijlaten van politieke gevangen, de liberalisering
van de politieke activiteiten en de contactname
met bemiddelaar Masire om de intercongolese
dialoog op gang te brengen. Ik heb eraan
toegevoegd dat het niet volstond de terugtrekking
van de buitenlandse troepen te eisen. Er moet ook
een eind worden gemaakt aan de belemmeringen
die de ontplooiing van MONUC-troepen in de weg
staan. In de huidige context zou het tevens
onaanvaardbaar zijn om militaire operaties te
ondernemen en de situatie uit te buiten. Ik heb
duidelijk gesteld dat die laatste boodschap voor
alle bij het conflict betrokken partijen gold. Ik heb
die boodschap vervolgens tijdens mijn
verschillende contacten op alle regeringsniveaus
herhaald en alles wijst erop dat ze bij de nieuwe
president gehoor vond.

Ik stel met voldoening vast dat de toespraak van
president Kabila na de eedaflegging voor het
hooggerechtshof in de lijn ligt van een
openheidsdynamiek en op economisch vlak zelfs
een breuk met het verleden aankondigt. Valt nog
vast te stellen in hoeverre en binnen welke
tijdsspanne die openheid in concrete daden zal
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
worden omgezet. Het is duidelijk dat de
overgangsregering die Joseph Kabila omringt niet
homogeen is. Ze bestaat uit erkende voorstanders
van openheid enerzijds en meer terughoudende
personen anderzijds. Zij zullen in de volgende
weken de knoop moeten doorhakken. Het is dan
ook niet verwonderlijk dat de toespraak van 26
januari 2001 ook continuïteit en grijzere delen
bevat.

Wij zullen in elk geval onze steun verlenen aan al
wat in de richting van de noodzakelijke openheid
gaat. In deze context van grotere openheid
evenals grote onzekerheid, onderhouden wij een
nuttige dialoog met alle Congolese milieus,
kringen en partijen binnen en buiten Congo, zowel
met de gewapende als met de ongewapende
oppositie. Dit alles gebeurt in de grootst mogelijke
doorzichtigheid met de autoriteiten in Kinshasa.
Het is niet de bedoeling partij te kiezen, maar wel
op alle niveaus openheid te scheppen en de
dialoog zonder voorafgaandelijke voorwaarden te
bevorderen.

Kortom, op dit ogenblik gaat het erom nota te
nemen van het streven naar openheid. Elkeen
moet zich ervoor inzetten die openheid te
verbreden en te versterken, alhoewel wij allen
weten dat dit nieuwe elan tijd in beslag zal nemen
alvorens het het resultaat zal opleveren waarnaar
de Congolezen, de partij, de regio en de
internationale gemeenschap streven.

Wat de buitenlandse partijen betreft, er kan in
Congo niets duurzaams tot stand komen zonder
deelname van de zogenaamde buitenlandse
partijen die, al dan niet gevraagd, een groot deel
van het grondgebied bezetten. Congo moet dus,
zoals het reeds doet, aandringen op het herstel
van de territoriale integriteit en op de eerbiediging
van zijn soevereiniteit. Deze prioritaire
doelstellingen kunnen slechts worden
verwezenlijkt indien men rekening houdt met de
rechtmatige veiligheidseisen van de anderen en
als de nationale eensgezindheid wordt hersteld.

Ik heb met voldoening vastgesteld dat die analyse
werd gedeeld door alle bij het conflict betrokken
hoofdsteden, zowel aan de zijde van de
bondgenoten van Kinshasa als bij de niet-
gevraagde partijen. Ik wil echter niet ontkennen
dat het moeilijk is verklaringen in daden om te
zetten. Iedereen beweert te streven naar het einde
van de oorlog en bereid te zijn de opening te
benutten, die ontstond na het verdwijnen van
president Laurent-Désiré Kabila van het politieke
toneel. Dat is het gevoel dat ik had na mijn
rondreis, waarvan ik nu in het kort verslag zal
uitbrengen.

President Sassou Nguesso heeft zijn frustratie
uitgedrukt over het gebrek aan vooruitgang, maar
ook over de onderhandelingen die geen rekening
houden met Congo-Brazzaville, terwijl dit land zelf
slachtoffer is van de gevolgen van de Congolese
crisis en het risico loopt te worden
gedestabiliseerd. President Sassou stelt ons
initiatief op prijs en verheugt zich over de
terugkeer van België in de regio. Hij heeft ons
garanties gegeven voor de veiligheid van de
Belgen in geval van evacuatie. Hiermee heb ik
een antwoord gegeven op de suggestie van de
heer Eyskens.

Ik begin met Angola. De minister van Buitenlandse
Zaken van Angola, de heer Meranda, heeft
gezegd dat het sturen van een groot aantal
militairen naar Kinshasa vooral was bedoeld om
de orde te handhaven, om plunderingen en
ontsporingen ­ die men zich in Angola zelf
gemakkelijk kan voorstellen ­ te voorkomen.
Volgens hem gaat het om de stabiliteit van de hele
regio en van Angola zelf, waar Unita in het
verleden kon rekenen op steun uit Congo. Die
situatie kan echter niet blijven duren, want de
Angolezen zijn zich ervan bewust dat hun militaire
aanwezigheid mettertijd de instabiliteit, waartegen
zij zich juist willen beschermen, zou kunnen
vergroten. Angola wenst een snelle normalisering
en dus een unitair Congolese dialoog die uitmondt
op een nieuwe grondwettelijke orde. Angola
begrijpt en deelt onze bezorgdheid betreffende de
veiligheid van de Belgen. Zij hebben ons beloofd
dat zij zonder probleem zouden meewerken aan
die veiligheid.

Nu kom ik tot Zimbabwe. In Harare heb ik een
diepgaand en positief gesprek gehad met
president Mugabe. Hij legt er de nadruk op dat de
inmenging van Zimbabwe in de oorlog in de eerste
plaats werd ingegeven door overwegingen
betreffende de regionale stabiliteit. Hij sprak de
hoop uit dat de internationale gemeenschap en de
VN zich meer zouden inzetten voor het zoeken
naar en het behoud van de vrede. Mugabe
bevestigt dat Zimbabwe zich wil terugtrekken,
maar niet om chaos achter te laten. Harare kan en
wil dus de plaats van de Congolezen niet
innemen. Zij moeten zelf tot een akkoord komen.
Vandaar ook de absolute prioriteit van de dialoog.
Mugabe is het ermee eens dat de nodige
buigzaamheid aan de dag moet worden gelegd.
Hij moedigt ons aan onze inspanningen voort te
zetten.

Hij gaat tevens uit van het principe dat Zimbabwe
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
niet in oorlog is, noch met Rwanda, noch met
Uganda, maar dat die twee landen moeten
begrijpen dat ze niet over het lot van Congo
kunnen beschikken. Hij zegt bereid te zijn de
dialoog met Kagame opnieuw op te nemen. Ik heb
wel gevoeld dat de motivering van Zimbabwe van
een andere aard is dan de motivering van Angola.
De motivering van Zimbabwe schijnt me eerder
van economische aard, terwijl de motivering van
Angola me eerder van politieke aard lijkt.

Wat Rwanda betreft, heb ik een lang gesprek met
president Kagame gehad. Ik heb de nadruk
gelegd op de bijzondere verantwoordelijkheid van
Rwanda als een doorslaggevende factor in de
oorlog en de situatie in Kivu. Het is inderdaad zo
dat als men in Congo vrede wil, er
veiligheidsgaranties voor Rwanda moeten komen.
Het is ook belangrijk dat Kigali concrete daden
stelt inzake de terugtrekking van zijn troepen. Op
het vlak van de inter-Congolese dialoog moeten
de rebellen onder Rwandese invloed
aangemoedigd worden de opening in Kinshasa
aan te grijpen. Rwanda moet erover waken het
internationale vertrouwen dat het geniet, niet te
verliezen. Men moet weliswaar erkennen dat
veiligheidsbekommernissen reëel zijn en dat het
vraagstuk van de Interhamwemilities de militaire
en politieke agenda van het land domineert. Ik heb
president Kagame ook aangemoedigd om de
dialoog met andere buitenlandse partijen opnieuw
aan te knopen en ik verheug me erover dat de
protagonisten die weldra onder president Mbeki
zullen bijeenkomen, dat ook van plan zijn.

Wat Uganda betreft, heeft de minister van
Buitenlandse Zaken Kategaya mij bevestigd dat
ook Uganda op een signaal van Kinshasa wacht.
Uganda wenst zijn troepen uit de DRC terug te
trekken. De enige reden waarom Uganda zijn
troepen in Congo houdt is volgens hem uit
solidariteit met Rwanda wiens behoefte aan
veiligheid vanaf het Congolese grondgebied niet
ter zijde kan worden geschoven. Uganda is
voorstander van een internationale oplossing die
steunt op een actieve rol van de MONUC en op de
ontwapening van de zogenaamde negatieve
troepen die momenteel door de DRC gesteund
worden. Uganda is bereid om rechtstreekse
onderhandelingen met de buitenlandse partijen
aan te knopen en Uganda is net als België
voorstander van een snelle opstarting van de
inter-Congolese dialoog en is bereid om elke
formule te overwegen die daartoe kan leiden.

Ik heb ook president Bongo ontmoet. Hij heeft ons
bevestigd dat de buitenlandse partijen zich uit het
conflict willen terugtrekken. Net als wij is hij van
mening dat de inter-Congolese dialoog in de
huidige situatie van prioritair belang is. Hij
bevestigt dat hij bereid is Masire bij de
bemiddeling bij te staan als een soort co-
bemiddelaar. President Bongo steunt de
inspanningen van ons land dat, zoals
onderstreept, zijn rol ten volle speelt om alle
Congolezen rond de onderhandelingstafel te
brengen. Ik heb de president mijn dank betuigd
voor het begrip van Gabon en voor de kostbare
steun van dat land bij het plaatsen van onze
troepen.

Ik heb in Kigali en Kampala de
vertegenwoordigers van de belangrijkste
rebellenbewegingen, de heer Huberwa van de
RCD Goma en de heer Bemba van MRC,
ontmoet. Zij hebben mij bevestigd dat ze in
afwachting van een opening in Kinshasa de
militaire situatie niet in hun voordeel zullen
uitbuiten. Bemba is bereid tot praten en wil de
nodige flexibiliteit aan de dag leggen. Hij is zelfs
bereid Joseph Kabila te ontmoeten en heeft dat
laten weten.

Meester Ruberwa van de RCD Goma pleit voor de
wezenlijke toepassing van de akkoorden van
Lusaka volgens een precies tijdsschema. Hij is
ook van mening dat België een positieve rol speelt
en die moet voortzetten.

A mon retour, le 29 janvier dernier, j'ai pu
rencontrer, avec le premier ministre, M. Kofi
Annan, le secrétaire général des Nations unies,
auquel j'ai rendu compte de ma mission de
manière très complète. J'ai lui ai exposé
l'importance que la Belgique attache à une action
plus déterminée des Nations unies. Le secrétaire
général est conscient, lui aussi, de l'importance de
saisir sans plus attendre l'opportunité qui s'offre à
la communauté internationale de relancer le
processus de facilitation et de créer les conditions
d'un déploiement effectif de la force d'observation
des Nations unies, à savoir la MONUC.

J'ajoute que j'ai plaidé auprès du secrétaire
général des Nations unies pour une implication
plus directe de lui-même, au travers d'un
représentant spécial, et des institutions des
Nations unies, à commencer par le conseil de
sécurité.

Je lui ai encore fait une série d'autres suggestions
de type plus confidentiel et qui pourront sans
doute se vérifier plus tard.

Hier matin, j'ai rencontré à Zürich le président sud-
africain Mbeki, avant qu'il ne rencontre lui-même
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
le président Joseph Kabila à Kinshasa et que ce
dernier ne se rende à Washington. J'ai encouragé
le président Mbeki à réunir sans plus tarder les
parties signataires de l'accord de Lusaka. Il m'a
confirmé que des pourparlers en ce sens étaient
en cours. Il a aussi souhaité rester en contact
étroit avec nous et nos principaux partenaires
occidentaux. Je lui ai évidemment rendu un
compte complet du tour que j'avais fait et des
différentes conversations que j'avais eues. C'était
une réunion extrêmement intéressante.

Que conclure à ce stade? Tout d'abord, tout le
monde s'accorde à penser que la transition à
Kinshasa ouvre une opportunité à saisir pour
relancer le processus de Lusaka et que, dans ce
contexte, le dialogue intercongolais doit être
poursuivi avec vigueur.

Je répondrai ici à Mme Drion qui parlait du
caractère intangible des accords de Lusaka. J'ai
dit au contraire que si les accords de Lusaka
constituaient la seule alternative, il ne fallait pas
qu'une attitude trop intransigeante sur chaque
partie de ces accords puisse bloquer le
processus. J'ai dit qu'il serait utile que les
signataires redéfinissent une interprétation
commune des accords de Lusaka, qui peut même
aller jusqu'à une réévaluation de ces accords
parce que je crois effectivement qu'une
interprétation sans souplesse des accords de
Lusaka bloquerait tout le processus. J'ai donc dit
exactement le contraire de ce que vous pensiez.
Cela ne veut pas dire qu'il faut s'éloigner des
accords de Lusaka. On doit se servir de ces
accords mais il faut voir s'il n'existe pas des
espaces qui permettent de faire évoluer les
choses dans le bon sens.

Ensuite, toutes les parties extérieures se disent
lassées par la guerre et affichent leur volonté d'en
sortir, même si des nuances et des conditions
sont exprimées. Je veux parler en particulier d'une
garantie de sécurité pour le Rwanda, par la
neutralisation des forces négatives interarmées.
J'ouvre ici une parenthèse. Depuis un certain
temps, d'aucuns ont l'impression que le Rwanda
profite de sa situation historique pour refuser de
faire des pas. On prête au Rwanda un agenda
qu'il nie avoir. De ce fait, on semble minimiser ce
qui est la raison ­ bonne ou mauvaise ­ de sa
présence au Congo, à savoir la présence des
troupes Interhamwe ex-FAR.

Après la longue conversation que j'ai eue avec le
président Kagamé, j'ai le sentiment que nous
avons un peu sous-estimé le problème. Le
président Kagamé m'a dit, par exemple, qu'il avait
fait parvenir des listes à la Zambie, sachant qu'un
certain nombre d'interhamwes ex-FAR y étaient
localisés avec, parmi eux, un certain nombre
d'éléments durs, des génocidaires.

Nous sommes intervenus auprès de M. Shimba et
auprès de la communauté internationale. Mais
rien n'a été fait pour désarmer ces personnes. Si
cela avait été le cas, j'aurais pu faire procéder à
un premier retrait. Je répète que j'ai le sentiment
que l'on a sous-estimé cet aspect du problème.
Comme je l'ai dit à M.Kofi Annan, nous devrons y
répondre concrètement sinon il sera très difficile
de faire bouger les Rwandais. Il est important que
l'on prenne conscience de cet élément.

En Angola, il y a un problème de garantie de
stabilité aux frontières et de non-intervention au
profit d'e l'UNITA.

Le Zimbabwe ne veut pas laisser le champ libre
au Rwanda.

L'Ouganda se dit solidaire de ce dernier pays. Il ne
faut donc pas se cacher les difficultés de
l'entreprise même si tous se disent prêts à
discuter.

De manière globale, il semble y avoir une volonté
de sortir du conflit. Mais je ne sais pas encore
vous dire par quel moyen, par quel levier, par
quelle méthode, nous allons pouvoir arriver à faire
bouger les choses dans le bon sens.

En tout cas, je peux dire à ceux qui doutent de
notre rôle ­ je ne l'ai d'ailleurs jamais surestimé ­
que quels que soient les gens qui essaient
d'exprimer leur bonne volonté dans le conflit, leur
rôle sera toujours relativement limité parce qu'il
dépendra de la bonne ou de la mauvaise volonté
des acteurs congolais. Il faut en être conscient.

Ceci étant dit, notre rôle est réel. Au regard des
conversations que nous avons avec chaque
partie, des messages, des précisions, des
interprétations et des lectures que nous sommes
appelés à apporter à certaines parties, l'on
constate que de nombreux malentendus
empêchent des parties de se rapprocher ou de
s'entendre. Je reste donc persuadé que la
communauté internationale doit continuer à se
mobiliser pour ce problème.

Enfin, l'action diplomatique de la Belgique est
comprise, ce qui ne signifie évidemment pas que
nous détenions les clefs d'une solution qui,
comme je l'ai dit, dépendra des Congolais et des
Africains.
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17

J'en viens maintenant à la suite de l'action avant
de revenir à un certain nombre de points précis.

Je voudrais commencer par quelques
considérations liminaires. La Belgique est neutre
et elle entend le rester. Le maintien de notre
influence diplomatique est évidemment à ce prix.
La Belgique ne peut agir seule et elle n'entend pas
le faire.

M. Lefevre a dit que, d'après ses informations, je
n'avais pas eu de contact avec la Communauté
européenne. Je n'arrête pas, Monsieur Lefevre, de
soumettre cette question africaine au Conseil
"Affaires générales" - je l'ai notamment fait le lundi
qui a précédé mon départ. Nous avions d'ailleurs
préparé une note qui a été discutée et avalisée,
sans débat, suite à mon intervention et à une
introduction que j'ai faite sur le dossier. J'ai été
suivi en cela par M. Ajello. Notre analyse était
parfaitement concomitante. Suite à cela, le
Conseil a d'ailleurs décidé de me faire
accompagner par M. Ajello.

A l'occasion de ma visite, j'ai pu rencontrer M.
Védrine, M. Robin Cook, M. Gama. Je dois dire,
monsieur Derycke, que la conversation que j'ai
eue avec M. Gama et les sollicitations que je lui ai
exprimées ont indiscutablement eu un effet réel,
comme vous le supposiez, sur l'attitude de
l'Angola dans la franchise de notre dialogue.

J'ai eu l'occasion de parler pendant plus de trois
heures avec le ministre des Affaires étrangères M.
Miranda. Nous avons abordé franchement tous les
problèmes, suite notamment à l'intercession du
ministre des Affaires étrangères, M. Gama. Je
n'arrête pas de mobiliser la Communauté
européenne au sujet de l'Afrique, en particulier de
l'Afrique centrale - je ne suis peut-être pas doué,
mais il ne faut pas m'en vouloir - tout comme elle
se mobilise pour les Balkans, le Kosovo ou
ailleurs. L'enjeu en vies humaines, en drames
humains, y est aussi important et digne d'intérêt.

Nous sommes face à un problème réel: nous ne
réussissons pas à mobiliser tous les pays sur le
sujet. Un certain nombre de pays s'y intéressent:
la France, la Grande-Bretagne, l'Italie, la Hollande
­ un des pays les plus ouverts sur le sujet ­ et la
Belgique.

J'ai rencontré, à Stockholm, Mme Lindt et, plus
tard, M. Kofi Annan à qui j'ai rendu compte de
l'ensemble de ma mission. J'aurais évidemment
souhaité que la Communauté européenne
s'engage à fond dans la démarche. Je dois bien
constater que ce n'est pas possible à ce stade-ci!
Nous avons parlé de coopération. Pour les FED 7
et 8, des heures m'ont été nécessaires pour
aboutir à une petite modification qui permettrait de
financer, sur ces fonds, des programmes à
condition qu'ils visent à concrétiser une partie des
accords de Lusaka! Nous avons obtenu un
changement dans le texte contre l'avis de la
Commission!

Je ne peux pas faire le travail à la place des
autres! Une mobilisation internationale est en train
de se faire jour aujourd'hui! Nous avons un groupe
de contact qui se réunit très régulièrement entre
les Etats-Unis, la Grande-Bretagne, la France et la
Belgique. La prochaine réunion se tiendra le 5 ou
le 6. Il est informé avant de toutes les initiatives
que nous prenons.

Le succès de cette action diplomatique dépendra
largement de notre capacité à sensibiliser nos
partenaires, l'Union européenne - comme nous
l'avons fait déjà à l'occasion de plusieurs
conseils -, l'ONU et la communauté internationale.
Cela doit rester notre ligne de direction.

Concrètement, j'envisage, à court terme, les
initiatives suivantes.

Nous voulons maintenir et, là où il y a lieu,
renforcer notre assistance humanitaire et celle de
l'Union conformément aux conclusions du CAG de
lundi dont le texte voté est disponible. Je verrai
incessamment, dans le courant de cette semaine
ou de la semaine prochaine, le secrétaire général
du conseil et haut représentant, Xavier Solana.

J'ai demandé à notre représentant spécial pour
les questions humanitaires, M. Moreels, dans le
cadre de la mission générale qui lui a été confiée,
d'évaluer dans un premier stade au Congo, au
Rwanda, au Burundi, les possibilités et les
conditions pour une action de réhabilitation des
infrastructures économiques, administratives,
sociales et judiciaires. En clair, j'ai demandé à M.
Moreels de faire un relevé exhaustif des besoins
dans ces trois pays sur cinq axes.

1. La remise en état des cours et tribunaux. (La
justice).
2. L'administration territoriale.
3. Les infrastructures. Il suffit de se rendre à
Kinshasa pour se rendre compte que la situation
n'est pas évidente.
4. La santé.
5. L'éducation.
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Je pense, monsieur Eyskens, que ce dernier volet
est important, mais qu'il se heurte à une
divergence philosophique. En effet, qui dit bourses
d'études, stages, etc., dit courir le risque de vider
ces pays de leur substance intellectuelle. J'ai
d'ailleurs fait des propositions en ce sens,
notamment en revoyant l'octroi des bourses
d'études aux étudiants. Ceux-ci pourraient en
bénéficier à la condition de retourner par la suite
dans leur pays pendant x années. Dans le cas
contraire, ils devraient restituer les montants reçus
aux organismes de coopération en place dans leur
pays. Nous développons ce projet pour que cet
investissement ne soit pas accordé à fonds perdu
pour le pays. Si des personnes trouvent chez nous
la formation nécessaire et ne rentrent pas au
pays, celui-ci se vide progressivement de sa
substance. Ce n'est pas ce que nous voulons non
plus. Mais j'ai fait des propositions pour rencontrer
ce problème.

Par ailleurs, nous avons porté notre attention sur
l'assistance à prêter à toute initiative utile en vue
du démarrage du dialogue intercongolais, dans le
cadre de la facilitation à Libreville ou ailleurs. Le
rôle que nous jouons en ce moment est très
important car, en permanence, selon l'expression
qui m'est propre, "nous faisons tourner les
assiettes" en restant en contact avec toutes les
personnes de l'opposition qui souhaitent avoir un
contact avec nous, qu'il s'agisse de rebelles ou de
l'opposition non armée. Je n'ai d'ailleurs pas
encore eu le temps de faire le tour de toute
l'opposition non armée, mais nous essayons de
plaider pour qu'ils profitent de l'ouverture même
relativement peu précise qui a été faite pour
conserver un minimum de sérénité et ne pas
casser immédiatement l'ouverture. Donc, nous
sommes constamment en pourparlers.

Nous informons les milieux congolais de la
diaspora, à Bruxelles notamment, sur l'exigence
d'un dialogue et nous essayons de les sensibiliser,
dans la mesure du possible, à la nécessité de
faire preuve de l'ouverture nécessaire. J'ai donc
déjà pu établir un certain nombre de contacts à
cet effet. Ils seront poursuivis de manière
systématique. Nous appuyons les initiatives, dont
celle de l'Afrique du Sud en vue d'une réunion des
signataires de l'accord de Lusaka et dans ce
contexte des parties extérieures et nous
soutenons toute action de nature à renforcer le
rôle des Nations unies et du secrétaire général. Je
me suis entretenu ce matin même avec mon
collègue tunisien, dont le pays assumera en
février la présidence du Conseil de sécurité.
J'ai répondu aux problèmes PTB, PvdA. Je suis
effectivement au courant de la naissance d'une
action paraissant déstabilisante. Mais je ne peux
accuser sans savoir et ne je ne peux rien dire
d'autre. Jusqu'ici, nous avions toujours oeuvré en
parfaite symbiose avec la France, la Grande-
Bretagne, les Etats-Unis. Nous les avons informés
de tout. La France a sa propre politique et on sait
qu'un contentieux l'opposant au Rwanda, n'est
toujours pas résorbé. Nous essayons d'y remédier
mais en vain.

Le Rwanda a dernièrement fait le geste de
réouvrir son ambassade à Paris. Des espérances
étaient nées de cette réouverture et les Français
ne s'attendaient pas à Yaoundé à un discours
aussi dur. Pour l'instant, ils sont encore sous le
choc. Donc, nous mettons tout en oeuvre afin de
rapprocher les deux parties.

On a parlé du discours de Joseph Kabila. Selon
moi, celui-ci aurait pu être plus ouvert, plus précis
sur le plan politique. Mais il constitue un
compromis des différentes tendances qui existent
au Congo.

Cela étant, par rapport à la situation antérieure, je
crois sincèrement pouvoir dire qu'il y a une
réouverture sur le plan économique. En effet,
certaines décisions sont radicalement différentes
de celles que j'ai dénoncées voici un an et demi
aux Nations unies, ce qui m'avait valu, à l'époque,
certaines difficultés avec le président Kabila.

En matière de coopération au développement, il
n'y a pas de malentendu possible. La mission de
M. Moreels est une mission technique
d'anticipation, de construction de dossiers,
lesquels seront présentés au secrétaire d'Etat à la
Coopération qui a autorité pour juger de la suite à
y apporter. Je souhaiterais que l'on ne voie pas
malice où il n'y a pas lieu. On a désigné M.
Moreels à ce poste afin que quelqu'un puisse en
permanence effectuer un relevé des besoins sur
la zone en question et monter des projets. Il s'agit
en fait de procéder à un relevé exhaustif des
besoins sur les cinq axes que j'ai cités. Ce relevé
représenterait, en quelque sorte, une situation
idéale: on aurait ainsi à disposition un programme
de reconstruction de l'Etat de droit et de l'Etat
classique dans un pays donné, au cas où, par
exemple, une autorité légitimée sortirait du
dialogue intercongolais. Soyons réaliste, ma
conviction est que, quelle que soit la personne au
pouvoir au Congo, même après un processus de
légitimation, voire après le dialogue intercongolais,
elle se trouvera confrontée, après quelques mois,
à une certaine impatience populaire: elle n'aura en
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
effet pas eu le temps de laisser se concrétiser les
effets bénéfiques du nouveau pouvoir, quel qu'il
soit. L'impatience risque de se doubler d'une
incompréhension, voire d'une déception, ce qui
nous ramènerait au point de départ.

La contribution que nous pouvons apporter en la
matière se situe donc essentiellement dans la
mise en oeuvre d'un programme susceptible de
justifier, à un moment donné, une collecte de
fonds, ainsi qu'une mobilisation de la Banque
mondiale, du Fonds monétaire international, de la
Communauté européenne et de donateurs
éventuels pour offrir à un gouvernement ou à un
pouvoir légitimé à la suite du dialogue
intercongolais, les voies et moyens d'une nouvelle
culture citoyenne au Congo. Sinon, la désillusion
et la déception risquent d'être au rendez-vous.

C'est donc un travail technique que l'on a confié à
M. Moreels, lequel connaît bien le terrain - je
pense aux ONG et aux différents acteurs. Il pourra
nous aider en la matière.

J'en viens aux questions de Mme Drion.

En ce qui concerne Lusaka, j'ai déjà apporté des
précisions.

Pour le reste, je n'ai cessé de parler de
"réconciliation entre Congolais". J'ai toujours dit
que mes interlocuteurs officiels aujourd'hui, à
Kinshasa, étaient nécessairement M. Kabila et les
membres du gouvernement congolais. Je me suis
constamment montré prudent et je n'ai jamais
caché que le problème concernant M. Kabila était
la légitimité.

Je l'ai dit tout à l'heure, personne n'a la légitimité
aujourd'hui. Je dois nécessairement parler avec
quelqu'un. Dans mon esprit, cela doit conduire au
dialogue intercongolais. Si on veut éviter la
tentation de l'impatience aussi bien chez les
rebelles que dans l'opposition non armée, ou
qu'au niveau de la société civile, ce dialogue
intercongolais devrait démarrer assez rapidement.
01.08 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV):
Monsieur le ministre, ce qui m'a étonné, c'est la
rapidité avec laquelle, j'ai vu cela dans la presse,
vous avez donné l'impression de cautionner...
01.09 Louis Michel, ministre: Ecoutez, ce n'est
pas l'avis des autorités congolaises. Le problème,
c'était la légitimité et selon moi, il faut des signes
d'ouverture très rapides. J'ai parlé de Masire et la
facilitation, de la libéralisation des prisonniers
politiques et de l'autorisation des partis politiques.
C'est difficile d'aller plus loin. Je n'ai rien dit de
plus ni de moins.

Sachez, M. Lefevre, que je suis en contact
permanent avec Washington et Paris, ce qui ne
veut pas dire que j'y ai une grande influence...
01.10 Jacques Lefevre (PSC): En ce qui
concerne Omar Bongo, ils sont d'accord à
Kinshasa?
01.11 Louis Michel, ministre: On me prête un
pouvoir que je n'ai pas eu. Je n'ai jamais suggéré
le président Bongo. On m'a demandé de vérifier
comment réagissaient les différentes parties par
rapport au président Bongo. Toutes étaient assez
positives sauf une qui était plus réticente. J'ai fait
un travail de facteur. Il pourrait convenir, cela a été
bien accueilli sauf dans un cas que je ne
nommerai pas.

D'autre part, je voudrais vous préciser que mon
entretien avec Joseph Kabila a duré une demi-
heure et non pas quinze minutes.

Mijnheer Willems, er blijft natuurlijk een probleem
bestaan, met name de Verenigde Naties-troepen.
Daarvoor moeten wij wachten. Het is mijn
overtuiging dat het onmogelijk is om in dergelijk
proces te stappen zolang er geen beweging komt
tussen de partijen. Als men bijvoorbeeld ziet dat
de soldaten zich zouden terugtrekken, dat er een
opening komt, dat er ruimte komt op het terrein,
dan zal het misschien mogelijk zijn VN-soldaten te
sturen. Die voorwaarden zijn volgens mij op dit
ogenblik nog niet ingevuld. Men moet wachten.
Hier blijft wel een zeer belangrijk vraagteken
overeind.

Pour ce qui concerne l'Angola, j'ai vraiment le
sentiment ­ mais peut-être ai-je été abusé ­ que
ce pays est désireux d'arriver à une solution
pacifique du conflit et d'avoir de bonnes raisons de
se retirer. J'en ai déjà exposé les raisons
d'ailleurs. Il faut en effet savoir que dès avant le
décès de Laurent-Désiré Kabila, les Angolais
avaient tenté une approche de retrait et
essayaient de convaincre le président de s'ouvrir
au dialogue. Il existait donc une dynamique allant
dans ce sens-là avant le meurtre du président
Kabila.

Quant au Zimbabwe, je vous ai exposé ce que je
ressens. Je pense que le Zimbabwe n'a pas tout à
fait le même agenda que l'Angola, mais je pense
qu'il retirera ses troupes si l'Angola quitte le
Congo.
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
20
Pour ce qui concerne le Rwanda, j'ai parlé avec le
président Kagamé des suspicions d'aucuns à
l'égard de ses éventuelles visées territoriales. Il
s'en défend bec et ongles. Nous avons eu une
longue conversation. Et je pense que nous
bénéficions de la confiance du Rwanda. Et je n'ai
pas l'intention de trahir cette confiance car cela
peut aussi jouer un rôle à ce niveau-là. La position
de confiance dont bénéficiait la Belgique dans le
chef du président Bujoja en particulier, lorsqu'elle
a participé aux accords d'Arusha en ce qui
concerne le conflit burundais, a été largement
mise à profit par le président Mandela, qui nous
en sait d'ailleurs gré. Il faut bien qu'à un moment
donné, certains puissent agir, même de manière
douce, pour supprimer les dernières réticences.

Vous m'interrogez sur M. Masire. Pour moi, c'est
un homme qui conviendrait très bien comme
facilitateur. Le processus sera sans doute plus
aisé s'il y a une co-facilitation. De nombreuses
possibilités ont été évoquées; mais je trouve
superflu de faire des pronostics à ce sujet.
L'important, c'est que la procédure de facilitation
démarre dans un délai relativement rapproché.

L'on me demande aussi si j'ai une idée de ceux
qui se trouvaient derrière le meurtre de Laurent-
Désiré Kabila. (Le ministre lève la main droite). Je
jure que je n'y suis pour rien.

Et comment voulez-vous que je réponde à cette
question. Je n'en sais rien.
Il paraît qu'une commission a été mise sur pied
pour faire la clarté sur cette affaire. Nous
attendrons les résultats de la commission.

On m'a interrogé sur Lusaka. Il était prévu que je
me rende à Lusaka. Malheureusement, si j'y avais
été, je n'aurais pas pu rencontrer le président
Bongo et M. Annan. Vous n'imaginez pas le
marathon que j'ai vécu.

U hebt twijfels omtrent de Verenigde Staten en
Frankrijk. Ik kan dit beamen. Ik geef ook toe dat
wij op politiek vlak onze ruimte moeten verbreden.
Wij moeten inspanningen blijven leveren om op
Europees vlak de mensen bewust te maken van
die problematiek.

Wat uw voorstel betreft van een embargo voor
kleine wapens en wapens kan ik u zeggen dat wij
systematisch de nadruk leggen op dat aspect.

Je pense avoir ainsi répondu de manière complète
aux questions. Je vous donne une dernière
information: il est probable que Joseph Kabila
sera reçu par les autorité belges samedi prochain.

Le président: Je vous remercie, monsieur le vice-
premier ministre, de nous avoir répondu de façon
aussi détaillée.
01.12 Mark Eyskens (CVP): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn omstandig
antwoord. Mijnheer de minister, met veel
genoegen heb ik aan het eind van uw interventie
vernomen dat, zoals ik zo-even gesuggereerd
had, de contacten met de nieuwe president ertoe
leiden dat hij naar alle waarschijnlijkheid België
heel binnenkort zal aandoen. Dan kan gebruik
worden gemaakt van het zogenaamde window of
opportunity. Ik meen dat dit een heel belangrijk
moment kan worden, ook voor de Belgische
diplomatie.
01.13 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Mijnheer de minister, ik heb drie bijkomende
opmerkingen. Eerst en vooral heb ik de minister
van Buitenlandse Zaken horen bevestigen dat de
heer Martens en zijn PvdA ginds een subversieve
rol spelen. Ik wil er de aandacht van de minister
en de Kamer op vestigen dat dit
hoogstwaarschijnlijk gebeurt op kosten van de
Belgische belastingbetaler. De PvdA beschikt
namelijk over twee NGO's met projecten in Congo
en dus met de nodige subsidies. Ik merk dit alleen
terloops even op.

Ten tweede, mijnheer de minister van
Buitenlandse Zaken, u zegt dat niemand anders in
Congo gelegitimeerd was en dat u het gesprek
dus wel moest voeren. Dat is niet onwaar. U
vergeet echter dat het feit dat u deze mensen als
gesprekspartner kiest hen legitimeert, al was het
maar in de internationale opinie. De ontvangst van
de heer Kabila junior op zaterdag zal sowieso het
legitimeren van deze nieuwe vorm van erfelijke
monarchie betekenen.

Ten derde, u hebt hier eens te meer de
benoeming van de heer Moreels verdedigd als
iemand die ter plekke kan zijn en de dossiers
kent. Het spijt mij, ik heb in Vlaanderen ­ en niet
alleen in mijn partij ­ heel vaak een andere opinie
horen uiten over de heer Moreels. Ik druk mij nog
eufemistisch uit als ik zeg dat ik de heer Moreels
een vrij labiele persoonlijkheid heb horen noemen.
Zijn persconferentie toen hij zijn vroegere partij
vaarwel zei, sprak ter zake boekdelen. Ik zie hem
nog in de kapel zitten van het hospitaal dat
toevallig recht tegenover mijn deur gevestigd is.
Uiteraard zag ik dat op televisie en in de krant, niet
in werkelijkheid. Zijn rol in Afrika kan naar mijn
mening echt niet efficiënt zijn. Misschien kan dit
echter binnen een paar jaar voor een bepaalde
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
21
regeringspartij in Vlaanderen een en ander
opbrengen op electoraal vlak.
01.14 Jef Valkeniers (VLD): Mijnheer de
voorzitter, ik dank de minister voor zijn omstandig
en eerlijk antwoord. Ik had wel graag iets meer
vernomen over zijn gesprek met president Mbeki.
Ik heb ook uitgeweid over het fameuze Marshall-
plan van Mbeki. Mijnheer de minister, is dat ter
sprake gekomen? Tracht men uw eigen plan in
dezelfde richting overeen te laten stemmen met
dat van Mbeki en de presidenten van Nigeria en
Algerije?
01.15 Louis Michel, ministre: Monsieur le
président, le plan du président Mbeki et de son
collègue algérien est de la même nature que le
nôtre, si ce n'est qu'il s'adresse à une zone plus
large. Pour ce qui nous concerne, j'ai chargé M.
Moreels de travailler sur le Rwanda, le Burundi et
le Congo, pour des raisons évidentes: cela pourra
peut-être servir ailleurs. Même si notre plan était
exécuté, il est impensable qu'il le soit uniquement
avec des moyens financiers belges. Il faut
nécessairement mobiliser la communauté
internationale, la Banque mondiale, le Fonds
monétaire, l'Europe.

Het is eigenlijk de bedoeling om een plan klaar te
hebben dat een perspectief biedt. Trouwens, in
mijn algemene nota had ik daar al over
gesproken. Het gaat om een plan voor in
vredestijd en niet om vrede te bewerkstelligen. De
aanpak lijkt tweemaal dezelfde. Natuurlijk zullen
wij met president Mbeki in contact blijven, zoals
werd besloten.
01.16 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
minister, op mijn beurt bedank ik u voor uw zeer
uitvoerig antwoord, waarvan ik heel wat heb
opgestoken.

Enkele opmerkingen. U hebt al mijn achttien
vragen beantwoord en dat is al een prestatie. Ten
eerste, het standpunt van de PvdA krijgt naar mijn
smaak veel te veel aandacht. Dat is een kleine,
minuscule groep en daar wordt veel te veel over
gepraat. Ten tweede, terecht stelt u dat er in
Congo op het moment eigenlijk geen staat is, en
dat niemand enige legitimiteit heeft. Om die reden
heb ik de vraag die ook bij ons leefde of uw
bezoek geen legitimatie van een regime is,
uitdrukkelijk niet willen stellen. Ik zal ze evenmin te
berde brengen wanneer de heer Kabila hierheen
komt. De vraag blijft met wie men in godsnaam
moet praten als men in Congo een initiatief wil
nemen.
Ik ben nogal onaangenaam getroffen door de
wijze waarop de heer Moreels hier wordt
aangepakt. Ik neem zijn verdediging hier niet op
mij, maar men refereert hier aan een interview in
Humo. Ik heb dat ook gelezen en ik heb hem toen
trouwens ook een brief geschreven. Ik vind het
pijnlijk om hier erop in te spelen wanneer
personen een moeilijk moment doormaken.
Betekent dat nu dat ik de activiteiten van Moreels
als staatssecretaris destijds steun? Ik heb daar
heel wat kritiek op. Toch kan ik getuigen - als
schepen van ontwikkelingssamenwerking heb ik
hem destijds tweemaal gehoord - dat hij een visie
uitdroeg, die niet altijd de mijne was, en een ideaal
verdedigde. Hij is misschien de illustratie ervan
dat mensen met een ideaal die zelfs hun leven
hebben gewaagd op het terrein, niet altijd
succesvol zijn wanneer het op de praktische
uitwerking van de idealen aankomt, zoals zij zelf
zouden willen. In ieder geval, zijn ideaal en zijn
kennis van het terrein lijken mij een goed motief
om hem in dienst te nemen. Ik steun die
beslissing wel niet, maar ik heb er begrip voor.

Ik ben het niet eens met uw stellingen in verband
met Angola, maar dat had u misschien verwacht.
Ik zal daarover trouwens nog interpelleren. Het is
waar dat iemand voor stabiliteit in de regio moet
zorgen en dat Angola dat doet. Ik formuleer in dat
verband twee opmerkingen. Het is u niet
onbekend dat in de Angolese burgeroorlog Unita
werd gesteund door de vorige republikeinse
administratie van de Verenigde Staten. Nu Bush
aan de macht komt en de republikeinen weer aan
de macht zijn, vreest men dat de Verenigde
Staten zich weer in dat conflict zouden kunnen
mengen. Naar verluidt zou dat de reden zijn
waarom Angola zich wil terugtrekken.

Mijnheer de minister, ik kan uw analyse als zou
Angola vooral politieke bedoelingen nastreven,
niet bijtreden. Ik denk dat Angola ook
economische en militaire doelstellingen beoogt,
namelijk de uitschakeling van de politieke
opponent Unita, die ik overigens niet steun, door
die militair in de tang te nemen. Het volstaat een
landkaart van Afrika te nemen om dat te
begrijpen.

Ik ben het wel eens met uw oordeel over Rwanda.
Een terugtrekking van die troepen uit Congo ligt
inderdaad het moeilijkst. U hebt terecht aangestipt
dat de genocide hen zwaar op de maag ligt. Ik heb
ook de geruchten gehoord dat aan de lijsten van
gezochte personen geen gevolg zou zijn gegeven.
Ik spreek overigens uit mijn persoonlijke ervaring.
Mijn stad huisvest een dertigtal Rwandese
families, die zich zeer goed integreren, en ik ken
31/01/2001
CRIV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
22
die mensen vrij goed. Welnu, dat is inderdaad een
pijnpunt.

Het gaat hem niet zozeer over militaire
aangelegenheden. Zij zijn in het diepst van
zichzelf getroffen omdat er niets gebeurt met
diegenen die misdaden hebben gepleegd. Ik
beaam dat dit een pijnpunt is dat moet worden
weggewerkt, wil men in Rwanda enige opening
krijgen.

Ik volg u in uw bewering dat wij niet de sleutel
hebben die tot de oplossing kan leiden. Ondanks
al uw inspanningen moeten wij bescheiden blijven
en beseffen dat wij als klein land geen oplossing
kunnen forceren. Ik heb begrepen dat ook u een
gevoel van machteloosheid ervaart als u ziet hoe
wij internationaal allemaal een ander liedje zingen.

Mijnheer de minister, tot zover een appreciatie
over wat u doet en wat u probeert te doen.
01.17 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le
président, je remercie le vice-premier ministre de
ses explications. Il était fort utile, monsieur le
ministre, que nous puissions avoir ce dialogue. Je
sais que vous avez pris la parole au Sénat avant
de partir, mais que vous n'avez pas eu le temps
de venir à la Chambre. J'aurais préféré que ce
débat ait lieu à la Chambre, mais vous n'y êtes
pour rien.

Je précise aussi ­ et je regrette qu'il ne soit plus
parmi nous - que je pense l'inverse de ce qu'a dit
M. Van den Eynde, et ce sur tous les sujets.

Moties
Motions

Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel
Pinxten en Ferdy Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques
Lefevre, Ferdy Willems en Jef Valkeniers
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
beveelt de regering aan
- een gedurfd diplomatiek initiatief te nemen om
het akkoord van Lusaka terug leven in te blazen
door de nieuwe Congolese president J. Kabila uit
te nodigen voor overleg naar België;
- bijkomende initiatieven te nemen in het kader
van de ontwikkelingssamenwerking om de ergste
noden van de bevolking te ledigen;
-
de Belgische studie- en stagebeurzen voor
Congolezen te verdubbelen."

Une motion de recommandation a été déposée
par MM. Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel
Pinxten et Ferdy Willems et est libellée comme
suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques
Lefevre, Ferdy Willems et Jef Valkeniers
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
recommande au gouvernement,
-
de prendre une initiative diplomatique
audacieuse tendant à insuffler une nouvelle vie
aux accords de Lusaka en invitant M. J. Kabila à
venir participer à une concertation en Belgique;
- de prendre des initiatives complémentaires dans
le cadre de la coopération au développement pour
rencontrer les besoins les plus urgents de la
population;
- de doubler le nombre des bourses d'études et de
stage destinées aux Congolais."

Een motie van aanbeveling werd ingediend door
de heren Guido Tastenhoye en Francis Van den
Eynde en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques
Lefevre, Ferdy Willems en Jef Valkeniers
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
- verzoekt de regering niet langer te proberen een
aanwezigheidspolitiek in Centraal-Afrika op te
bouwen;
- dringt aan opdat de regering zich wat hulp aan
deze regio betreft voortaan tot humanitaire
ontwikkelingssamenwerking zou beperken."

Une motion de recommandation a été déposée
par MM. Guido Tastenhoye et Francis Van den
Eynde et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques
Lefevre, Ferdy Willems et Jef Valkeniers
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
- demande au gouvernement de mettre un terme
à la politique de présence belge en Afrique
centrale;
- insiste pour que le gouvernement limite son aide
à cette région à la coopération au développement
CRIV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
23
humanitaire."

Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Georges Clerfayt, Jacques Simonet, Jef
Valkeniers, Dirk Van der Maelen en mevrouw
Claudine Drion.

Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Georges Clerfayt, Jacques Simonet, Jef
Valkeniers, Dirk Van der Maelen et Mme Claudine
Drion.

Over de moties zal later worden gestemd.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
01.18 Ferdy Willems (VU&ID): Mijnheer de
voorzitter, de eenvoudige motie is pas ingediend
nadat de motie van de heer Van den Eynde werd
ingediend? Maak ik me illusies als ik denk dat de
motie die ik samen met de CVP heb ondertekend,
niet zou zijn gecounterd indien het Vlaams Blok
geen motie had ingediend? Klopt dit? (Neen)

Ik vind dit spijtig.

De bespreking is gesloten.
La discussion est close.

De openbare commissievergadering wordt
gesloten om 16.57 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.57 heures.
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 372
CRABV 50 COM 372
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
woensdag mercredi
31-01-2001 31-01-2001
14:30 uur
14:30 heures

CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i


INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
1
Interpellations et questions orales jointes de
1
- de heer Mark Eyskens tot de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "de
dood van Kabila en de gevolgen voor het
vredesproces in Centraal-Afrika" (nr. 648)
- M. Mark Eyskens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort de M.
Kabila et les conséquences de celle-ci sur le
processus de paix en Afrique centrale" (n° 648)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van de minister op
de begrafenis van Laurent-Désiré Kabila"
(nr. 654)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"sa présence aux obsèques de M. Laurent-Désiré
Kabila" (n° 654)
- mevrouw Claudine Drion aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"zijn reis naar Congo ter gelegenheid van de
begrafenis van president Kabila" (nr. 3320)
- Mme Claudine Drion au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "son voyage
au Congo à l'occasion de l'enterrement du
président Kabila" (n° 3320)
- de heer Daniel Féret aan de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "het
buitenlands beleid van België in Congo" (nr. 3328)
- M. Daniel Féret au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la politique
étrangère de la Belgique au Congo" (n° 3328)
- de heer Jacques Lefevre tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"diens aanwezigheid op de uitvaart van president
Laurent-Désiré Kabila" (nr. 666)
- M. Jacques Lefevre au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "sa présence
aux funérailles du président Laurent-Désiré
Kabila" (n° 666)
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de recente gebeurtenissen in Congo" (nr. 669)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
événements qui viennent de se produire au
Congo" (n° 669)
- de heer Jef Valkeniers tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de dood van president Kabila en de gevolgen
ervan voor Centraal-Afrika" (nr. 674)
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort du
président Kabila et les conséquences de celle-ci
pour l'Afrique centrale" (n° 674)
Sprekers: Mark Eyskens, Francis Van den
Eynde, Claudine Drion, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems, Jef Valkeniers, Louis
Michel
, vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken
Orateurs: Mark Eyskens, Francis Van den
Eynde, Claudine Drion, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems, Jef Valkeniers, Louis
Michel
, vice-premier ministre et ministre des
Affaires étrangères
Moties
17
Motions
17
Sprekers: Ferdy Willems
Orateurs: Ferdy Willems
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1


COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
COMMISSION DES RELATIONS
EXTÉRIEURES
van
WOENSDAG
31
JANUARI
2001
14:30 uur
______
du
MERCREDI
31
JANVIER
2001
14:30 heures
______



De vergadering wordt geopend om 14.40 uur door
de heer Erik Derycke, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.40 heures par M. Erik
Derycke, président.
01 Samengevoegde interpellaties en mondelinge
vragen van
- de heer Mark Eyskens tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de dood van Kabila en de gevolgen voor het
vredesproces in Centraal-Afrika" (nr. 648)
- de heer Francis Van den Eynde tot de vice-
eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van de minister op
de begrafenis van Laurent-Désiré Kabila"
(nr. 654)
- mevrouw Claudine Drion aan de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"zijn reis naar Congo ter gelegenheid van de
begrafenis van president Kabila" (nr. 3320)
- de heer Daniel Féret aan de vice-eerste minister
en minister van Buitenlandse Zaken over "het
buitenlands beleid van België in Congo"
(nr. 3328)
- de heer Jacques Lefevre tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"diens aanwezigheid op de uitvaart van president
Laurent-Désiré Kabila" (nr. 666)
- de heer Ferdy Willems tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de recente gebeurtenissen in Congo" (nr. 669)
- de heer Jef Valkeniers tot de vice-eerste
minister en minister van Buitenlandse Zaken over
"de dood van president Kabila en de gevolgen
ervan voor Centraal-Afrika" (nr. 674)
01 Interpellations et questions orales jointes de
- M. Mark Eyskens au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort de
M. Kabila et les conséquences de celle-ci sur le
processus de paix en Afrique centrale" (n° 648)
- M. Francis Van den Eynde au vice-premier
ministre et ministre des Affaires étrangères sur
"sa présence aux obsèques de M. Laurent-Désiré
Kabila" (n° 654)
- Mme Claudine Drion au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "son voyage
au Congo à l'occasion de l'enterrement du
président Kabila" (n° 3320)
- M. Daniel Féret au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la politique
étrangère de la Belgique au Congo" (n° 3328)
- M. Jacques Lefevre au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "sa présence
aux funérailles du président Laurent-Désiré
Kabila" (n° 666)
- M. Ferdy Willems au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "les
événements qui viennent de se produire au
Congo" (n° 669)
- M. Jef Valkeniers au vice-premier ministre et
ministre des Affaires étrangères sur "la mort du
président Kabila et les conséquences de celle-ci
pour l'Afrique centrale" (n° 674)
01.01 Mark Eyskens (CVP): Minister Michel heeft
een aantal drukke weken achter de rug. Hij heeft de
begrafenis van president Kabila bijgewoond. Dat is
een opvallende daad omdat het Kabila-regime
bijzonder slecht scoort op het vlak van het respect
voor de mensenrechten. Het was zelfs een riskante
01.01 Mark Eyskens (CVP): Ces dernières
semaines, l'agenda de M. Michel a été bien chargé.
Sa présence aux obsèques du président Kabila a
de quoi surprendre, puisque le régime de ce dernier
avait très mauvaise réputation en ce qui concerne
les droits de l'homme. En outre, le voyage a été
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
reis: de Belgische delegatie is ternauwernood aan
een beginnende molestatie ontsnapt. Minister
Michel heeft zich hier met Belgische flair en
nuchterheid vanaf gemaakt.

Wat opviel tijdens de begrafenis, was de sterke
antiwesterse, meer zelfs, anti-Belgische, sfeer. Dat
is opvallend, omdat we er toch altijd vanuit zijn
gegaan dat we in Congo over een groot krediet
beschikten.

Wat is de onderliggende oorzaak van die negatieve
atmosfeer? Beseffen de Congolezen dat er in ons
land de laatste jaren meer en meer aanhangers
worden gevonden voor de out of Africa-politiek?

Zou het kunnen dat van bepaalde minuscule
extreem-ideologisch gekleurde formaties, zoals de
PvdA, die zelfs een vertegenwoordiger heeft in
Kinshasa, een zekere invloed uitgaat? De heer
Kimba vertelde mij dat de PvdA in Katanga een
antiwesters en antikapitalistisch discours voert. Is
de minister daarvan op de hoogte? Kunnen we
daartegen iets ondernemen?

Er zou ook een verband kunnen worden gelegd
tussen de moord op Lumumba en de moord op
Kabila. Yerodia beweerde overigens dat er sprake
is van een westers complot.

Frankrijk is weer bijzonder actief in Afrika. Joseph
Kabila is vriendelijk voor België, maar legt
liefdesverklaringen af aan Frankrijk. Ligt dat aan het
feit dat Frankrijk een permanent lid is van de
Veiligheidsraad?
périlleux, la délégation belge échappant de peu à un
début d'échauffourée. Le ministre Michel s'en est
tiré grâce à son flair et son sang-froid bien belges.


Les funérailles se sont déroulées dans une
atmosphère anti-occidentale, voire anti-belge assez
prononcée. Le fait est important car nous avions
toujours imaginé bénéficier d'un large crédit au
Congo.

Quelle est la cause de cette hostillité? Les
Congolais ne comprennent-il pas que, ces
dernières années, la politique du"out of Africa"
séduit de plus en plus de personnes?

Est-il possible que certains groupuscules
extrémistes comme le PTB, qui dispose même d'un
représentant à Kinshasa, exercent une influence?
M. Kimba m'a dit que le PTB diffuse au Katanga un
discours anti-occidental et anti-capitaliste. Le
ministre est-il au courant? Pouvons-nous réagir?



Un lien pourrait également être établi entre les
assassinats de Lumumba et de Kabila. Gerodia a
d'ailleurs évoqué l'hypothèse d'un complot
occidental.

La France est particulièrement active en Afrique. Si
Joseph Kabila adopte un discours amical à
l'adresse de la Belgique, ce sont des déclarations
d'amour qu'il fait à la France. Serait-ce parce que la
France est membre permanent du Conseil de
Sécurité?
De toespraak van Joseph Kabila was om meerdere
redenen belangrijk: ze was gematigd en constructief
van toon en pleitte ook voor internationale
samenwerking en voor een stopzetting van de
monopolies die de Congolese bodemrijkdommen
ontginnen.

Wordt hier geen window of opportunity geopend,
waar we gebruik van moeten maken? De
Congolese bevolking is oorlogsmoe. Oeganda en
Zimbabwe hebben meer en meer met binnenlandse
problemen af te rekenen, zodat ze willicht geneigd
zullen zijn zich minder met Congo bezig te houden.

De akkoorden van Lusaka spreken niet alleen van
een peace keeping force, maar ook van peace
enforcement force
. Ook hier liggen mogelijkheden
open.

Is het in het licht van al die overwegingen geen tijd
voor ons land om actief diplomatieke stappen te
Le discours de Joseph Kabila était important pour
diverses raisons : il était modéré et constructif.
Joseph Kabila a plaidé pour une intensification de la
collaboration internationale et pour la suppression
du monopole des entreprises qui exploitent les
ressources naturelles du Congo.

N'y a-t-il pas là une opportunité à saisir? La
population congolaise est lassée des guerres.
L'Uganda et le Zimbabwe sont confrontés à des
problèmes intérieurs de plus en plus importants et
n'auront peut-être plus autant envie de s'occuper du
Congo.

Dans les accords de Lusaka, il est question d'une
"peace keeping force", mais également d'une
"peace enforcement force". Ceci offre également
certaines perspectives.

A la lumière de toutes ces considérations, n'est-il
pas temps pour notre pays de prendre des
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
ondernemen?

President Bush heeft Joseph Kabila al uitgenodigd
voor een "gebedsontbijt". Misschien kan minister
Michel Kabila op een "croissant-ontbijt" uitnodigen,
zonder daarom in Brussel een Lusaka-bis te willen
organiseren.
initiatives diplomatiques concrètes?

Le président Bush a déjà invité Joseph Kabila pour
un "déjeuner de prière". Le ministre Michel pourrait
peut-être inviter Joseph Kabila à un "déjeuner-
croissants", sans pour autant vouloir organiser à
Bruxelles une conférence "Lusaka-bis"?
Wat zijn onze relaties met Frankrijk wat Congo
betreft? Is er overleg binnen de Europese Unie? We
moeten ook rekening houden met de VS. Kunnen
we wellicht rekenen op hun hernieuwde
belangstelling?

Kunnen we inzake ontwikkelingssamenwerking
actie ondernemen voor de Congolese bevolking?
Waarom verdubbelt België niet het aantal studie- en
stagebeurzen voor Congolese studenten? Congo
heeft nood aan een universitaire elite en de
aanwezigheid van Congolese studenten in België
smeedt ook banden.



Joseph Kabila is een labiele president. We moeten
trachten hem te stabiliseren. Zoniet dreigt hij snel
van de troon te worden gestoten en plaats te
moeten maken voor een militaire dictator.
Quelles relations entretenons-nous avec la France
en ce qui concerne le Congo ? Une concertation a-
t-elle lieu au sein de l'Union européenne ? Nous
devons également tenir compte des Etats-Unis.
Pourrions-nous compter chez eux sur regain
d'intérêt pour le Congo ?
Pourriez-vous, dans le cadre de la coopération au
développement, entreprendre des actions en faveur
de la population congolaise ? Pourquoi la Belgique
ne double-t-elle pas le nombre de bourses d'études
et de stages au bénéfice des étudiants congolais ?
Le Congo a besoin d'une élite universitaire, et la
présence d'étudiants congolais en Belgique
contribue aussi à ce que des liens se nouent entre
nos deux pays.

Joseph Kabila est un président instable. Nous
devons essayer de le stabiliser. Sinon, il risquerait
d'être rapidement déposé par un dictateur militaire.
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Ik vraag mij af of de heer Eyskens naïef wil doen.
Voor de tweede keer al ergert hij zich aan de
aanwezigheid in Congo van Ludo Martens, de
kleine roerganger van de PvdA. Dat is toch niet
nieuw. De heer Tastenhoye stelde daar vorig jaar al
een vraag over. Ooit voerde Laurent-Désiré Kabila
het woord op een 1 mei-viering van de PvdA op de
campus van de Brusselse universiteit.


De dag nadat de minister de dood had
aangekondigd van het Congolese staatshoofd, heb
ik hem schertsend gesuggereerd om naar de
begrafenis te gaan, maar ik had nooit gedacht dat
hij dat zou doen. Zou hij ook naar de begrafenis
gaan van Pinochet of Haider ­ die niets gedaan
heeft? Ik kan mij ook niet voorstellen dat hij naar de
begrafenis van Mobutu zou zijn gegaan.
01.02 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Je me demande si M. Eyskens est naïf ou s'il feint
de l'être. C'est déjà la deuxième fois qu'il manifeste
son irritation au sujet de la présence au Congo de
Ludo Martens, le petit dirigeant du PTB. Sa
présence dans ce pays ne remonte cependant pas
à hier. M. Tastenhoye avait déjà interrogé le
ministre à ce propos l'année dernière. Laurent-
Désiré Kabila a pris un jour la parole lors d'un 1
er
mai célébré par le PTB sur le campus de l'université
de Bruxelles.
Le lendemain du jour où le ministre a annoncé la
mort du chef d'Etat congolais, je lui ai suggéré en
plaisantant d'aller à son enterrement, mais je
n'aurais jamais cru qu'il le ferait. Se rendrait-il aussi
aux funérailles de Pinochet ou de Haider, qui n'a
quant à lui rien à se reprocher ? Et je ne crois
vraiment pas qu'il aurait assisté aux obsèques de
Mobutu.
Minister Michel heeft zich sinds het aantreden van
paars-groen geprofileerd als de grote verdediger
van de mensenrechten. Maar consequent is hij
daarin niet, de reputatie van Kabila kennende.


De ontvangst van de Belgische delegatie in
Kinshasa was blijkbaar niet erg hartelijk. Dat geldt
zeker voor de Belgische lijfwachten van minister
Depuis l'entrée en fonction du gouvernement arc-
en-ciel, M. Michel s'est érigé en ardent défenseur
des droits de l'homme. Cela dit, il n'est pas vraiment
conséquent dans ses démarches, compte tenu de
la réputation de M. Kabila, par exemple.

Il semble que la délégation belge n'ait pas été
accueillie très chaleureusement. à Kinshasa. Les
gardes du corps belges du ministre en ont vu de
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
Michel. Ook de Belgische journalisten kregen het
hard te verduren vanwege de lokale bevolking. Men
kan zich afvragen of, wie ergens niet welkom is,
zich nog de moeite moet getroosten om te proberen
hieraan iets te doen.

De situatie in Congo is na de dood van Laurent-
Désiré Kabila ingewikkelder dan ooit. Heel wat
buitenlandse groepen bevinden zich nog altijd op
Congolees grondgebied. De UNO, die hieraan toch
iets zou kunnen doen, wacht voorzichtig af. De
negatieve ervaringen van de UNO in Afrika tijdens
de voorbije jaren zijn wellicht niet vreemd aan die
bedachtzame houding.

Denkt België nu echt dat het wel het verschil zou
kunnen maken? We moeten ons ervan bewust zijn
dat we ginds zeer weinig kunnen doen. Congo werd
onafhankelijk in 1960. Alles wat we sindsdien
geprobeerd hebben, is mislukt. Af en toe stuurden
we troepen om Belgen te evacueren, die dan weer
terugkeerden.

In de geest van sommige politici zijn we nog niet out
of Africa
, maar in werkelijkheid is dat wel het geval.

De minister heeft ook andere Congolese steden
bezocht, maar opnieuw zonder veel resultaat. Pas
als we ons bewust zullen zijn van onze onmacht,
zullen we het weinige wat we kunnen doen,
misschien toch kunnen realiseren.
toutes les couleurs, et les journalistes belges qui
accompagnaient la délégation ont également eu à
subir l'hostilité de la population locale. Il est permis
de se demander, dès lors qu'on est si peu apprécié,
s'il faut se donner la peine d'essayer d'y changer
quelque chose.
Après la mort de Laurent-Désiré Kabila, la situation
au Congo est plus compliquée que jamais.
D'importantes forces étrangères se trouvent
toujours sur le territoire congolais. Les Nations
Unies, qui pourraient intervenir, préfèrent pratiquer
la prudence et attendre. Sans doute cet attentisme
s'explique-t-il en partie par les expériences
négatives vécues par l'ONU en Afrique ces
dernières années.
La Belgique croit-elle vraiment pouvoir faire la
différence ? Nous devons être bien conscients que
nous ne pouvons pas faire grand-chose là-bas. Le
Congo est un pays indépendant depuis 1960. Tous
nos projets, toutes nos tentatives ont échoué
depuis. Nous avons juste réussi à envoyer
périodiquement des troupes pour évacuer les
Belges du Congo, qui y sont toujours retournés.
Dans l'esprit de certains hommes politiques, nous
ne sommes toujours pas Out of Africa, même si en
réalité, nous le sommes indubitablement.
Le ministre a également visité d'autres villes au
Congo, également sans résultats spectaculaires.
Lorsque nous aurons pris la pleine mesure de notre
impuissance, et alors seulement, que nous
pourrons peut-être réaliser le peu de chose qui est
encore à notre portée.
01.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Het was
een verstandige beslissing om naar Congo te reizen
teneinde onze solidariteit met de Congolese
bevolking te onderstrepen. De reis zou nochtans in
moeilijke omstandigheden verlopen zijn. Ik heb
menen te begrijpen dat u de aanwijzing van Joseph
Kabila als president onderschrijft. Wat was de
impact van zijn uitlatingen ? U steunt de akkoorden
van Lusaka. Moeten die akkoorden niet worden
herzien ? Wat was het effect van uw uitspraken
over die akkoorden ?

De voorzitter: De heer Féret is er niet. Ik geef dus
meteen het woord aan de heer Lefevre voor zijn
interpellatie.
01.03 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Votre
voyage au Congo fut une bonne décision pour
marquer la solidarité de la Belgique avec le peuple
congolais. Pourtant, les conditions de ce voyage
semblaient difficile.
J'ai cru comprendre que vous aviez approuvé la
désignation de Joseph Kabila comme président.
Quel a été l'impact de ces propos ? Vous soutenez
les accords de Lusaka. Ne faudrait-il pas les
revoir ? Quel fut, encore une fois, l'impact de vos
déclarations à propos de ces accords ?

Le président: M. Féret étant absent, nous passons
à l'interpellation de M. Lefevre.
01.04 Jacques Lefevre (PSC): De jongste dagen
schijnt de situatie in Congo snel, en in goede zin te
evolueren. De buitenlandse troepen willen zich
blijkbaar terugtrekken. De rebellen wachten
kennelijk op een teken van de nieuwe president om
vredesonderhandelingen aan te knopen. De
Verenigde Staten steunen het regime op een
discretere manier.
01.04 Jacques Lefevre (PSC): La situation
semble évoluer rapidement ces derniers jours au
Congo, et positivement. Apparemment, les forces
étrangères auraient envie de se désengager. Les
mouvements rebelles sembleraient attendre un
signe du nouveau président pour entrer dans un
processus de négociation de paix. Enfin, les Etats-
Unis d'Amérique semblent rendre leur soutien plus
discret.
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5

De PSC staat achter de geest van de boodschap
die u ginds bij de nieuwe president Joseph Kabila
heeft verkondigd. In zijn inaugurele rede beloofde
de nieuwe president een nieuwe aanpak, waarbij
vier prioriteiten zouden worden nagestreefd : het
sluiten van vrede, de normalisering van de
democratie via verkiezingen, de liberalisering van
de economie en de versterking van de betrekkingen
met de Europese diplomatie.

Le PSC appuie l'esprit du message que vous avez
délivré, là-bas, au nouveau président
Joseph
Kabila. Dans son discours d'entrée en fonction, ce
dernier a promis l'ouverture du régime, à travers
quatre priorités : la restauration de la paix, la
normalisation de la vie démocratique avec de
prochaines élections, la libéralisation économique et
le renforcement des relations avec la diplomatie
européenne.
Al uw inspanningen ten spijt, noemde de heer
Kabila Frankrijk, waar hij vandaag wordt ontvangen,
als eerste partnerland. Welke vaste verbintenissen
bent u tegenover de heer Kabila , met het oog op
samenwerking met België, aangegaan ?

Wat is in Congo de impact van uw inspanningen om
de rol van België in Centraal-Afrika te herstellen ?
Denkt u niet dat onze Euopese partners zich
"gepasseerd" voelen omdat u alleen namens België
naar Congo bent gereisd ? Bestaat nu niet het
gevaar dat zij voortaan ook voor eigen rekening
handelen? Of het al dan niet zinvol was naar Congo
te reizen moet ieder voor zich uitmaken, maar ik
heb alleszins de indruk dat de Afrikanen niet op uw
komst zaten te wachten.

Vanuit sociaal en economisch oogpunt en op het
stuk van de mensenrechten is de balans van het
regime van president Kabila rampzalig. De
veiligheid van de Belgen in Centraal-Afrika is voor
ons prioritair maar even belangrijk is dat er in die
regio eindelijk vrede komt na de jarenlange oorlog.

Wat deed u om te voorkomen dat uw aanwezigheid
als een erkenning van het regime zou worden
gezien? Werd er over uw bezoek overleg gepleegd
met de Europese partners ? Wat denkt u van de
anti-Belgische gevoelens ? Heeft uw aanwezigheid
tot die reacties bijgedragen ? Is het de wil van het
nieuwe regime de intercongolese dialoog te
hervatten en de akkoorden van Lusaka toe te
passen ? Hoe beoordeelt u de huidige situatie ?
Beschikt u over informatie over de moord op
Laurent Kabila ?
Malgré vos efforts, le premier pays partenaire cité
par M. Kabila est la France, où il est reçu
aujourd'hui. Quels engagements fermes avez-vous
pris envers M. Kabila en vue d'une collaboration
avec la Belgique ?

Quel impact vos efforts pour rétablir la place de la
Belgique en Afrique Centrale ont-ils au Congo ? Ne
pensez-vous pas que nos partenaires européens se
sont sentis « doublés » par le fait que vous ayez fait
votre voyage au nom de la Belgique seule ? Ne
risquent-ils pas de vouloir agir eux aussi pour leur
propre compte ? Fallait-il ou non se vendre en
Afrique, chacun en jugera, mais j'ai eu l'impression
que votre voyage n'était pas très attendu par les
Africains.

Le bilan du président Kabila est désastreux du point
de vue social, économique et des droits de
l'homme. Notre priorité est la sécurité des Belges
en Afrique centrale, mais elle est aussi de
substituer un climat de paix à l'état de guerre dans
cette région.

Comment avez-vous évité que votre présence ne
soit perçue comme une reconnaissance du
régime ? Votre visite était-elle convenue avec nos
partenaires européens
? Que pensez-vous des
sentiments anti-belges ? Votre présence a-t-elle
contribué à ces réactions ? Quelle est la volonté du
nouveau régime de reprendre le dialogue
intercongolais et d'appliquer les accords de
Lusaka
? Comment évaluez-vous la situation
aujourd'hui
? Avez-vous des informations sur
l'assassinat de Laurent Kabila ?
De regio van de Grote Meren trekt de aandacht van
vele bijzondere gezanten. België werd er door
mevrouw Neyts en de heren De Konink, Moreels,
Boutmans en uzelf vertegenwoordigd.


Zijn eenieders missies en bevoegdheden voor
iedereen duidelijk? Wie is de "facilitator" van de
intercongolese dialoog nu België voorstelt om naast
de heer Masire ook op de heer Omar Bongo een
beroep te doen? Werd dit voorstel door België, de
La région des Grands Lacs est l'objet de l'attention
de nombreux « envoyés spéciaux ». La Belgique a
été représentée par Mme Neyts, MM. De Konink,
Moreels, Boutmans et vous-même. Les missions et
compétences de chacun sont-elles claires pour
tous ?
Qui est le facilitateur du dialogue intercongolais
puisqu'en plus de M. Masire, la Belgique propose
de recourir à Omar Bongo ? Cette proposition a-t-
elle été faite par la Belgique, l'Union européenne ou
les Nations Unies ?
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
EU of de VN geformuleerd?
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Het verheugt mij
dat de minister veilig terug is.

Moeten de Lusaka-akkoorden worden herzien?
Willen de vechtende partijen wel vrede? Er is heel
wat kritiek geleverd op de Lusaka-akkoorden. Ik
lees echter ook dat een herziening van de
akkoorden als alibi wordt gebruikt.

De Mission d'observation et d'organisation des
Nations Unies au Congo
(MONUC) is verlengd tot
14 december. Omdat deze van de UNO uitgaat is er
wat wantrouwen.


Is de Europese hulpverlening een zaak van twee
maten en twee gewichten? Oeganda en Rwanda
gebruiken hulp die ze krijgen om troepen te
onderhouden in Congo.

Hoe schat België de kansen van een peace keeping
force
in? Wie wil het risico nemen van blanke doden
in Congo? Angola en Zimbabwe samen hebben
20.000 soldaten in Congo. Volgens De Standaard
zou de minister de rol van Angola appreciëren.
Angola wil echter zijn diamanten en strategische
positie veilig stellen. Het grote probleem is Rwanda,
dat nog altijd territoriale aspiraties heeft.
01.05 Ferdy Willems (VU&ID): Je me réjouis que
le ministre soit rentré indemne.

Faut-il revoir les accords de Lusaka ? Les parties
belligérantes appellent-elles bien la paix de leurs
voeux ? Les accords de Lusaka ont été très
critiqués. Mais j'ai lu que leur révision servait d'alibi
à certains.

La Mission d'observation et d'organisation des
Nations Unies au Congo (MONUC) a vu son
mandat prolongé jusqu'au 14 décembre. Mais cette
mission suscite une certaine méfiance parce qu'elle
émane de l'ONU.

Y aurait-il deux poids, deux mesures sur le plan de
l'octroi de l'aide européenne ? L'Ouganda et le
Rwanda utilisent l'aide qu'ils reçoivent pour pourvoir
à l'entretien de leurs troupes stationnées au Congo.

A combien la Belgique évalue-t-elle les chances de
réussite d'une force de maintien de la paix ? Qui
veut courir le risque de conduire des Blancs à une
mort probable au Congo ? L'Angola et le Zimbabwe
ont ensemble 20.000 soldats au Congo. Selon De
Standaard, le ministre Michel apprécierait le rôle
joué par l'Angola quoique celui-ci ne songe qu'à
préserver ses diamants et sa position stratégique.
Le gros problème au Rwanda est qu'il est encore
l'objet de convoitises territoriales.
Als Angola een actieve rol op Congolees
grondgebied zou blijven spelen, wordt hier dan op
langere termijn geen probleem gecreëerd?

Hoe beoordeelt minister Michel de rol van de heer
Masire, verguisd door de ene en geliefd door de
andere? Minister Michel heeft de rol van Masire, de
ex-president van Botswana, als actor in de
vredesonderhandeling vroeger al eens benadrukt.
Blijft minister Michel die mening gestand?

Dient het feitelijk embargo voor structurele hulp van
regering tot regering aangepast of zelfs opgeheven
te worden? Zal België ter zake een initiatief nemen?


Wat denkt minister Michel over de mogelijkheid van
humanitaire hulp? Velen zeggen dat die hulp haar
grens heeft bereikt, omdat de problemen in Congo
vooral van politieke en militaire aard zijn. Hoe kan
België bijdragen tot de oprichting van een
Internationaal Tribunaal tegen de straffeloosheid,
waarin plegers van oorlogsmisdaden worden
bestraft voor hun wandaden?
Si l'Angola continue à jouer un rôle actif sur le
territoire du Congo, cela ne créera-t-il pas un
problème à long terme ?

Que pense le ministre du rôle de M. Masire, qui est
honni par les uns et adoré par les autres ? Le
ministre Michel a déjà souligné le rôle joué par M.
Masire, l'ex-président du Botswana, dans les
négociations de paix. M. Michel n'a-t-il pas changé
d'opinion à son sujet ?

L'embargo de fait en matière d'aide structurelle de
gouvernement à gouvernement doit-il être adapté
voire supprimé ? La Belgique prendra-t-elle une
initiative sur ce point ?

Que pense le ministre Michel des possibilités
d'apporter une aide humanitaire
? Ils sont
nombreux à prétendre que cette aide a atteint ses
limites parce que les problèmes du Congo sont
essentiellement politiques et militaires. Dans quelle
mesure la Belgique peut-elle contribuer à la création
d'un tribunal international pour mettre fin à
l'impunité des criminels de guerre ?
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
Hoe denkt België de kakofonie in de schoot van de
Westerse mogendheden ten aanzien van Afrika te
harmoniseren?
Comment la Belgique envisage-t-elle de remédier à
la cacaphonie des nations occidentales à l'égard de
l'Afrique ?
Welke concrete initiatieven kunnen bijdragen tot
vrede in Congo? Het huidige machtsvacuüm leidt
tot een patsituatie, die op haar beurt in gesprekken
kan uitmonden, maar krijgsheren denken alleen in
termen van macht. Welke initiatieven zijn mogelijk
om tot een inter-Congolese dialoog te komen? Moet
de Congolese diaspora niet betrokken worden bij
een dergelijke dialoog? Wat met de geruchten over
de Belgische betrokkenheid bij de moord op Kabila?
Is de veiligheid van de Belgen in Congo in het
gedrang? Ik feliciteer de minister met zijn moedige
houding. Bedreigingen zouden tot de
geplogenheden behoren in Congo, maar is een
militaire escalatie wel uitgesloten?
Quelles initiatives peuvent contribuer à rétablir la
paix au Congo ? L'actuel vide de pouvoir conduit à
une impasse qui peut à son tour aboutir à un
dialogue mais les seigneurs de la guerre ne
pensent malheureusement qu'en termes de
pouvoir. Quelles initiatives sont susceptibles de
conduire à un dialogue intercongolais ? La
diaspora congolaise ne doit-elle pas être associée à
ce dialogue ? Qu'en est-il des rumeurs selon
lesquelles la Belgique aurait trempé dans
l'assassinat de Kabila ? La sécurité des Belges au
Congo est-elle compromise ? Je félicite le ministre
pour son attitude courageuse. Les menaces ne sont
certes pas inhabituelles au Congo, mais une
escalade militaire est-elle pour autant exclue?
Hoe zal de veiligheid van onze landgenoten
eventueel worden verzekerd? Is het zo dat de
minister geen bezoek aan Zambia heeft gebracht
hoewel het aan Katanga grenst?

Heeft Joseph Kabila ook dictatoriale neigingen?
Kan hij integendeel uitgroeien tot een groot
politicus? Is het niet te vroeg om hem te
bestempelen als zwak en labiel?


Hoe evalueert de minister zijn ervaring in Congo?
Was zijn optreden een show of prijzenswaardig en
belangeloos? Blijkbaar werd zijn zending
gewaardeerd in Afrika en door Kofi Annan. Out of
Africa
geniet onze steun niet. Wij geven de minister
krediet. Hij probeert ten minste iets te doen.
Comment la sécurité de nos compatriotes sera-t-
elle, le cas échéant, garantie? Est-il exact que le
ministre ne s'est pas rendu en Zambie alors que ce
pays jouxte le Katanga?

M. Joseph Kabila manifeste-t-il également des
tendances dictatoriales? Se révélera-t-il, au
contraire, un homme politique d'envergure? N'est-il
pas prématuré de le qualifier de faible et
d'influençable?

Comment le ministre évalue-t-il l'expérience qu'il a
acquise au Congo? Son intervention n'était-elle
qu'un show médiatique ou s'agissait-il vraiment
d'une initiative louable et désintéressée?
Apparemment, la mission du ministre des Affaires
étrangères a été appréciée en Afrique et par Kofi
Anan. Nous sommes partisans du maintien de notre
présence en Afrique. L'attitude du ministre ­ qui a le
mérite de ne pas rester les bras croisés ­ nous
inspire confiance.
01.06 Jef Valkeniers (VLD): Ik feliciteer minister
Michel met zijn aanwezigheid op de begrafenis van
Kabila. De reis was inderdaad niet zonder gevaar.
In Afrika is men traditioneel gevoelig voor kritiek en
is de trots snel gekrenkt. Het was dus moedig om
zich ter plaatse te begeven. De ontvangst was
blijkbaar niet echt hartelijk.


In die context vind ik het geen slecht initiatief dat we
de werkzaamheden van de kamercommissie-
Lumumba op een laag pitje hebben gezet.


De reacties van de Congolezen ten aanzien van de
Belgen zijn een onaangename verrassing. We
01.06 Jef Valkeniers (VLD): Je félicite le ministre
Michel d' avoir assisté aux obsèques du président
Kabila. Le voyage n'était pas dénué de risques. Les
Africains sont traditionnellement très sensibles aux
critiques et ils se sentent rapidement touchés dans
leur fierté. Il fallait donc un certain courage pour se
rendre sur place. L'accueil n'a d'ailleurs pas été très
chaleureux.

Je crois que nous avons bien fait, dans un tel
contexte, de mettre en veilleuse les travaux de la
commission d'enquête sur l'assassinat de
Lumumba.

Les réactions des Congolais vis-à-vis des Belges
constituent une surprise désagréable. Il faut en tout
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
mogen de veiligheid van de Belgen ter plaatse
zeker niet uit het oog verliezen.

Ik vind dat we op de eerste plaats oog moeten
hebben voor de belangen van de Congolezen zelf ,
eerder dan die van de machthebbers.

De heer Eyskens pleit voor meer Belgische
studiebeurzen voor Afrikanen. Het ontbreekt mijns
inziens niet zozeer aan hoog opgeleiden in Afrika,
maar eerder aan hoogopgeleiden met voldoende
bestuurservaring.



We hadden graag wat meer uitleg over de opdracht
van de heer Moreels. De Franse krant Le Figaro
van 21 januari verwijst naar een "Marshallplan" voor
Afrika. Heeft de minister daarover gesproken met
president Mbeke?
Na het Rwanda-debacle zou België nooit meer
militanten naar Afrika sturen. Houdt ons land zich
daaraan of zal België zijn houding bijsturen?
état de cause veiller à r la sécurité des Belges sur
place.

Je crois que nous devons en premier lieu nous
préoccuper des intérêts du peuple congolais, avant
ceux des dirigeants.

M. Eyskens demande que la Belgique octroie
davantage de bourses d'études aux Africains. Je ne
crois pas que l'Afrique manque véritablement de
personnes convenablement formées. A mon sens,
elle manque is surtout de personnes formées
possédant en même temps une expérience
suffisante sur le plan de l'administration.

Nous aurions bien aimé en savoir un peu plus sur la
mission de M. Moreels. Il est question dans le
journal français "Le Figaro" du 21 janvier dernier
d'un plan Marshall pour l'Afrique. Le ministre en a-t-
il discuté avec le président Mbeki?
Il avait été dit, après le désastre rwandais, que la
Belgique n'enverrait plus de militaires en Afrique. La
Belgique a-t-elle l'intention de modifier sa position
en la matière?
Hoe verklaart de minister de negatieve reacties
tegenover de Belgen? Zijn nieuwe uitbarstingen
mogelijk? Hoe lang blijven er soldaten in Centraal-
Afrika?

Met welke ministers had minister Michel een
onderhoud? Welke conclusies trekt hij uit zijn
gesprekken? Heeft hij president Joseph Kabila
ontmoet? Wat zijn zijn bevindingen?

Welke politici uit naburige landen heeft de minister
ontmoet? Wat zijn zijn conclusies?


Hoe ziet de minister de verdere evolutie in Centraal-
Afrika? Welke bijdrage kunnen wij leveren?


Welke financiële middelen moeten België en andere
landen ter beschikking stellen voor het herstel van
deze regio?
Comment le ministre explique-t-il les réactions
négatives à l'égard des Belges? Faut-il craindre de
nouvelles explosions de violence ? Combien de
temps les soldats resteront-ils en Afrique centrale ?

Avec quels ministres M. Michel s'est-il entretenu ?
Quelles conclusions tire-t-il de ces conversations ?
A-t-il rencontré le président Joseph Kabila ? Quels
sont les enseignements de cette rencontre ?

Quels hommes politiques des pays voisins le
ministre a-t-il rencontré ? Que conclut-il de ces
entretiens ?

Comment le ministre voit-il l'évolution future en
Afrique centrale
? Quelle peut être notre
contribution à cette évolution ?

Quels moyens financiers la Belgique et d'autres
pays doivent-ils consacrer au rétablissement de la
situation dans cette région ?
De voorzitter: Wat er nu gebeurd is rond de
begrafenis van Laurent-Désiré Kabila, doet
terugdenken aan wat ik zelf als toenmalig minister
van Buitenlandse Zaken heb meegemaakt naar
aanleiding van de begrafenis van president
Ndadaye in Burundi. Ook daar was er kortstondig
een window of opportunity geopend, dat zich echter
heel snel weer heeft gesloten. We mogen in Congo
dus geen tijd verliezen!

Dat de VS en Frankrijk zo overhaast te werk willen
Le président: Les événements qui ont entouré les
obsèques de M. Laurent-Désiré Kabila me
rappellent celles du président burundais, M.
Ndadaye, décédé à l'époque où j'occupais moi-
même le poste de ministre des Affaires étrangères.
Ce dernier décès avait également constitué
l'amorce de changements, même si la porte avait
été aussitôt refermée. Il faut dès lors agir vite en ce
qui concerne le Congo.

Je m'irrite toutefois de l'attitude des EU et de la
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
gaan, vind ik niet zo positief. Beide landen hebben
een eigen, nationaal geïnspireerde agenda. Ze
hebben geen van beide de laatste jaren van heel
veel belangstelling voor Congo en de Congolezen
blijk gegeven. Minister Michel moet zijn rol als
honest broker zo veel mogelijk uitspelen.


We mogen ook niet vergeten dat we in Congo te
maken hebben met een regime zonder enige
legitimiteit, noch intern, noch extern.

Een land dat ­ zeker op Europees vlak ­ een
actieve rol in de regio zou kunnen spelen is
Portugal. Minister Michel moet deze piste
overwegen.
France, désireux d' expédier l'affaire. Les deux pays
ont établi un agenda sur base de leurs propres
priorités et n'ont pas manifesté ces dernières
années grand intérêt pour le Congo ou les
Congolais. Le ministre Michel doit autant que
possible jouer la carte de l'intermédiaire
désintéressé.

Il ne faut pas non plus oublier que le régime
congolais ne jouit d'aucune légitimité à l'intérieur du
pays ni à l'étranger.

Un pays qui pourrait ­ très certainement au niveau
européen ­ jouer un rôle dans la région, c'est le
Portugal. Le ministre Michel devrait réfléchir à cette
piste.
01.07 Minister Louis Michel (Frans) : Mijn reis
naar Afrika, naar Kinshasa en naar de hoofdsteden
van de landen die bij de Lusaka-akkoorden zijn
betrokken, kadert in de logica van het door de
regering gevoerde Afrikabeleid. Mochten wij onze
stem niet hebben laten horen en niet aanwezig zijn
geweest, dan was dat bij de Belgische onderdanen
in Congo als incoherent overgekomen. Het kwam er
tevens op aan onze Congolese gesprekspartners
gerust te stellen over de aard van de militaire
voorzorgsmaatregelen, wetende dat buitenlandse
contingenten aanwezig waren waarvan de rol
aanvankelijk weinig duidelijk was.

Onze aanwezigheid op de begrafenis en de dialoog
die wij toen hebben aangeknoopt hebben ons de
gelegenheid gegeven ons engagement ten voordele
van de vrede en de intercongolese dialoog te
bevestigen en na te gaan of de tijd rijp was voor
meer politieke openheid. De balans is positief, maar
de evolutie van de situatie hangt niet enkel van
België af.

Door naar Kinshasa te reizen heb ik een gebaar
willen stellen, maar het was niet mijn bedoeling het
regime te legitimeren. Vandaag de dag is er
trouwens in Congo geen enkele instelling die wie
dan ook een institutionele legitimiteit kan verlenen.
De feiten hebben het nut van onze aanwezigheid
aangetoond, in weerwil van gebeurtenissen die ik
niet als anti-Belgisch zou bestempelen, ook al
grijpen sommigen die gebeurtenissen aan om een
anti-Belgisch klimaat aan te wakkeren.
01.07 Louis Michel , ministre (en français) : Le
déplacement en Afrique, à Kinshasa et dans les
capitales concernées par les accords de Lusaka,
s'inscrivait dans la logique de la politique africaine
du gouvernement. Ne pas faire entendre sa voix ni
montrer sa présence aurait semblé incohérent,
particulièrement auprès des ressortissants belges
au Congo. Il fallait aussi rassurer nos interlocuteurs
congolais sur la nature des précautions militaires,
étant donné la présence de contingents étrangers
au rôle initialement mal défini.



Notre présence aux funérailles, et le dialogue
qu'elle nous a permis d'avoir, ont confirmé notre
engagement pour la paix et le dialogue
intercongolais et nous a permis de vérifier si le
moment était à l'ouverture politique. Le bilan est
positif, mais l'évolution de la situation ne dépend
pas seulement de la Belgique.


Le geste posé en allant à Kinshasa n' était pas de
légitimer le régime.
D'ailleurs, il n'y a aucune instance aujourd'hui au
Congo qui puisse conférer une légitimité
institutionnelle à qui que ce soit. Les faits ont
montré l'utilité de notre présence malgré des
événements que je ne qualifierai pas d'anti-belges,
même si certains se servent de ces actes pour
alimenter un climat du même nom.
Het is inderdaad waar, mijnheer Eyskens, dat
sommigen een anti-Belgische campagne voeren. Ik
kan dat soort acties en retoriek evenwel niet in
verband brengen met een anti-westers gevoelen,
waarvan ik niet kan weten of het al dan niet
spontaan ontstaan is. Ik heb evenmin ondervonden
dat dat gevoelen in verband zou staan met de
Il est indéniable, Monsieur Eyskens, que certains
mènent une campagne anti-belge. Je ne puis faire
le lien entre ce type d'actions et de rhétorique et un
sentiment anti-occidental, dont je ne peux savoir s'il
était ou non spontané. Je n'ai pas senti de lien entre
ce sentiment et l'anniversaire de la mort de
Lumumba. La présence massive des troupes
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
herdenking van de dood van Patrice Lumumba. De
massale aanwezigheid van Zimbabwaanse en
Angolese troepen in Congo heeft er hoe dan ook
voor gezorgd dat de situatie gestabiliseerd werd; de
toestand had immers gemakkelijk uit de hand
kunnen lopen, en daar hadden onze landgenoten
ginds het slachtoffer van kunnen zijn.
zimbabwéennes et angolaises aura eu le mérite de
stabiliser une situation qui aurait pu dégénérer et
dont nos compatriotes auraient pu être victimes.
De onzekerheid in de eerste dagen na de aanslag
rechtvaardigde de voorzorgs- en
beschermingsmaatregelen die werden getroffen; er
werden manschappen en materiaal naar Libreville
gestuurd.

Momenteel is de toestand schijnbaar rustig. De
nieuwe autoriteiten zijn geïnstalleerd, en schijnen de
situatie in de hand te hebben. In Lumumbashi is de
rust weergekeerd na enkele incidenten, naar
aanleiding waarvan wij bij de autoriteiten stappen
hebben gedaan, wat positief onthaald werd.


Wij bevinden ons nu in een overgangsfase. Gezien
de economische en humanitaire toestand waarin
het land zich bevindt, is het evenwel niet uitgesloten
dat een en ander nog uit de hand loopt. De
voorzorgsmaatregelen blijven dan ook
gehandhaafd. De Congolese, Zimbabwaanse en
Rwandese autoriteiten zijn verwittigd. Wij hebben
met hen over de veiligheidsmaatregelen gepraat, en
zij hebben zich bereid verklaard de veiligheid van de
Belgische onderdanen in Congo te helpen
verzekeren.
Les incertitudes des premiers jours qui ont suivi
l'attentat justifiaient largement la prise de mesures
de précautions et de protection qui se sont traduites
par l'envoi d'hommes et de matériel à Libreville.


Actuellement, la situation semble calme. Les
nouvelles autorités sont en place et semblent
exercer un contrôle suffisant. A Lubumbashi, le
calme est revenu après quelques incidents, à la
suite desquels nous avons entrepris des démarches
à l'égard des autorités qui ont été reçues de
manière positive.

Nous sommes donc dans une phase transitoire
dont ne sont pas exclus d'éventuels dérapages,
étant donné la situation économique et humanitaire
du pays. En conséquence, il est actuellement exclu
de modifier les mesures de précautions déjà
prises. Nous maintenons donc notre dispositif de
sécurité ; les autorités congolaises, zimbabwéennes
et rwandaises sont prévenues. Nous avons discuté
de l'ensemble de ce dispositif avec ces autorités qui
se sont déclarées disposées à contribuer à la
sécurité de nos ressortissants présents au Congo.
(Nederlands) Ik voerde tal van politieke gesprekken.
Wat Kinshasa betreft staat president Joseph Kabila
aan het hoofd van een regering waarmee wij willen
praten en die hij een zekere legitimiteit wil geven.
We willen dat steunen. Mijn boodschap aan Joseph
Kabila was zeer duidelijk en ondubbelzinnig. Om
vooruitgang te boeken moet er meer openheid
komen en moet de basis voor een dialoog worden
gelegd. Dit impliceert de vrijlating van de politieke
gevangenen, politieke liberalisering, contacten met
Masire met het oog op een inter-Congolese dialoog,
de opheffing van de belemmeringen voor de
ontplooiing van de MONUC-troepen. Ik heb die
boodschap bij mijn contacten met alle
regeringsniveaus herhaald.


De toespraak van Joseph Kabila ligt in de lijn van
een grotere openheid en betekent een breuk met
het verleden. De vraag die nu rijst is of hij deze
openheid zal kunnen volhouden.
(En néerlandais) J'ai eu de nombreux entretiens
politiques. A Kinshasa, le président Joseph Kabila
est à la tête d'un gouvernement avec lequel nous
désirons dialoguer et qu'il désire parer d'une
certaine légitimité. Nous voulons le soutenir dans
cette entreprise. Le message que j'ai donné à
Joseph Kabila était dénué de toute ambiguïté. Pour
progresser, il faut faire preuve de plus d'ouverture
et jeter les bases d'un dialogue. Cela implique la
libération des détenus politiques, une libéralisation
politique, des contacts avec M. Masire pour
amorcer un dialogue inter-congolais, la suppression
des obstacles au déploiement des troupes du
MONUC. J'ai répété ce message lors de tous les
contacts que j'ai eux, à tous les niveaux de
responsabilité.

Le discours prononcé par Joseph Kabila dénote
une plus grande ouverture et traduit une rupture
avec le passé. Il reste à voir si cette ouverture
pourra être maintenue.
De overgangsregering in Kinshasa is niet
homogeen: er zitten zowel voorstanders van meer
Le gouvernement de transition constitué à Kinshasa
n'est pas homogène et regroupe à la fois des
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
openheid als conservatieven in. België verleent zijn
steun aan elk initiatief dat meer openheid in de
hand werkt. We onderhouden daarom een dialoog
met alle actoren, zonder daarom expliciet partij te
willen kiezen. We proberen vooral de voorzichtige
evolutie in de richting van meer openheid te
ondersteunen.


De rol van de buitenlandse mogendheden waarvan
er zich in Congo troepen bevinden, is fundamenteel
in het Congolese conflict. Het probleem kan slechts
een begin van oplossing krijgen als Congo over zijn
territoriale integriteit kan beschikken. We mogen
aan de andere kant het belang dat de buurlanden
van Congo aan hun nationale veiligheid hechten,
niet uit het oog verliezen. Ook dat speelt een rol in
heel het conflict.
partisans d'une plus grande transparence et des
conservateurs. La Belgique soutiendra toute
initiative favorisant davantage de transparence.
Nous entretenons dès lors le dialogue avec
l'ensemble des acteurs sans pour autant prendre
parti de manière explicite. Nous tentons avant tout
de soutenir l'évolution prudente du Congo vers une
plus grande ouverture.

Les puissances étrangères ayant envoyé des
troupes au Congo jouent un rôle crucial dans le
conflit congolais. Le problème ne peut trouver un
début de solution que si le Congo peut disposer de
son intégrité territoriale. Par ailleurs, nous ne
pouvons perdre de vue l'importance accordée par
les pays voisins du Congo à leur sécurité nationale.
Cet élément joue également un rôle dans
l'ensemble du conflit.
Die analyse wordt gedeeld in alle bij het conflict
betrokken hoofdsteden, maar het is moeilijk om
verklaringen in daden om te zetten. Iedereen wil wel
de opening aangrijpen.


De onderhandelingen houden geen rekening met
Congo-Brazzaville. Dat frustreert president Sassouc
Nguessou, die zich wel verheugt over onze
terugkeer in de regio en ons veiligheidsgaranties
geeft.

De minister van Buitenlandse Zaken van Angola,
Miranda, heeft mij gezegd dat de Angolese troepen
alleen de orde willen handhaven en de stabiliteit van
de regio behouden. Angola is zich ervan bewust dat
deze toestand niet kan blijven duren.

In Harare had ik een diepgaand gesprek met
president Mugabe. De Zimbabwese inmenging is
vooral gericht op regionale stabiliteit. Hij wil meer
internationaal optreden. Zimbabwe is niet in oorlog
met Rwanda of Oegande, maar is van oordeel dat
die landen niet kunnen beslissen over het lot van
Congo.
Cette analyse est partagée par l'ensemble des
capitales impliquées dans le conflit, mais celles-ci
semblent éprouver des difficultés à joindre l'acte à
la parole. Chacun est cependant disposé à saisir
l'occasion offerte par l'actuelle ouverture.

Le Congo-Brazzaville est tenu à l'écart des
négociations. Le président Sassou-Nguessou s'en
montré particulièrement frustré. Il se réjouit de notre
retour dans la région et nous offre des garanties de
sécurité.

Le ministre angolais des Affaires étrangères, M.
Miranda, m'a dit que les troupes angolaises étaient
les seules à vouloir assurer le maintien de l'ordre et
la stabilité dans la région. L'Angola est conscient de
ce que cette situation ne peut perdurer.

A Harare, j'ai eu un long entretien avec le président
Mugabe. Par son ingérence, le Zimbabwe cherche
avant tout à favoriser la stabilité dans la région. Le
président Mugabe entend renforcer son influence
sur la scène internationale. Le Zimbabwe n'est en
guerre ni avec le Ruanda ni avec l'Ouganda mais
estime qu'il n'appartient pas à ces pays de décider
de l'avenir du Congo.
Ik heb wel gevoeld dat de motivering van Zimbabwe
eerder van economische aard is. Die van Angola is
eerder politiek.


In Rwanda had ik een gesprek met president
Kagame. Als we vrede willen in Congo, moeten er
ook serieuze veiligheidsgaranties komen. Rwanda
moet erover waken het internationale vertrouwen
niet te verliezen. Ik heb hem aangemoedigd de
dialoog met andere buitenlandse partijen aan te
knopen.
J'ai bien senti que la motivation du Zimbabwe était
plutôt d'ordre économique alors que j'ai eu
l'impression que celle de l'Angola était plutôt de
nature politique.

Au Rwanda, je me suis entretenu avec le président
Kagame. Si nous voulons la paix au Congo, nous
devons prévoir de sérieuses garanties en matière
de sécurité. Le Rwanda doit veiller à ne pas perdre
la confiance de la communauté internationale dont il
bénéfice. Je l'ai encouragé à engager un dialogue
avec d'autres parties étrangères intéressées.
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12

De minister van Buitenlandse Zaken van Oeganda,
Kategaya, verklaarde dat hij op een signaal van
Congo wacht. Hij is voorstander van een
internationale oplossing steunend op de rol van de
MONUC. Oeganda is bereid om rechtstreeks te
onderhandelen met de buitenlandse partijen en is
voorstander van het opstarten van de inter-
Congolese dialoog.

De Gabonese president Bongo heeft me bevestigd
dat de buitenlandse partijen zich uit het conflict
willen terugtrekken. Hij wil Masire, als een soort
cobemiddelaar, bijstaan. Ik heb de president
bedankt voor zijn steun aan ons land bij het legeren
van onze para's in Libreville. President Bongo
erkent de inspanningen die ons land doet om het
conflict op te lossen.

In Kigali en Kampala heb ik de vertegenwoordigers
van de belangrijkste rebellenbewegingen ontmoet,
met name de heer Ruberwa van de RCD Goma en
de heer Bemba van de MLC. Zij hebben mij
bevestigd dat ze, in afwachting van een opening in
Kinshasa, de militaire situatie niet in hun voordeel
zullen uitbuiten. Bemba is bereid te praten en wil
Joseph Kabila ontmoeten. Ruberwa pleit voor een
toepassing van de akkoorden van Lusaka volgens
een precies tijdschema. Hij meent dat België de
positieve rol die het nu speelt moet verderzetten.

Le ministre ougandais des Affaires étrangères, M.
Kategaga, a déclaré qu'il attendait un signal du
Congo. Il est personnellement partisan d'une
solution internationale prenant appui sur le rôle joué
par la MONUC. L'Ouganda est prêt à négocier
directement avec les parties étrangères et il prône
le démarrage du dialogue intercongolais.


Le président gabonais, M. Bongo, m'a confirmé que
les parties étrangères avaient l'intention de se
désengager du conflit. Il souhaite assister M. Masire
en remplissant une sorte de fonction de co-
médiateur. J'ai remercié le président pour le soutien
qu'il a apporté à notre pays en permettant le
stationnement de nos paracommandos à Libreville.
Le président Bongo reconnaît que notre pays
déploie des efforts pour mettre fin au conflit.
A Kigali et à Kampala, j'ai rencontré les
représentants des principaux mouvements de
rébellion, à savoir M. Ruberwa, du RCD Goma, et
M. Bemba, du MLC. Ils m'ont confirmé que dans
l'attente d'une ouverture à Kinshasa, ils
n'exploiteraient pas à leur avantage la situation
militaire. Bemba est disposé à s'entretenir avec
Joseph Kabila et souhaite le rencontrer. Ruberwa
prône quant à lui l'application des accords de
Lusaka selon un calendrier précis. Il estime que la
Belgique doit continuer à jouer le rôle qu'elle joue
actuellement.
(Frans) Op 29 januari heb ik een gesprek gehad
met VN-secretaris-generaal Kofi Annan, bij wie ik
verslag heb uitgebracht van mijn reis en wie ik kond
gedaan heb van de vraag van ons land naar een
krachtdadiger optreden van de VN.

Kofi Annan meent dat de internationale
gemeenschap snel de geschikte voorwaarden moet
creëren om de VN-troepen daadwerkelijk te kunnen
opstellen.

Ik heb bij de heer Annan gepleit voor een meer
rechtstreeks engagement via een bijzondere
vertegenwoordiger en via de VN-instellingen, meer
bepaald de Veiligheidsraad. Ten slotte heb ik ook
andere, meer confidentiële voorstellen gedaan, die
ik nu nog niet kan onthullen.

Gisteren heb ik in Zürich president Mbeki van Zuid-
Afrika gesproken, die eerdaags Joseph Kabila zal
ontmoeten.
Ik heb hem aangespoord om alle landen die het
akkoord van Lusaka ondertekend hebben, spoedig
bijeen te roepen. Hij zegt dat hierover besprekingen
aan de gang zijn.
(En français): Le 29 janvier, j'ai rencontré Kofi
Annan, secrétaire général des Nations Unies,
auquel j'ai rendu compte de ma mission et de la
volonté belge d'une action plus déterminée de la
part des Nations Unies.

Kofi Annan considère que la communauté
internationale doit rapidement relancer le processus
de facilitation et créer les conditions d'un
déploiement effectif de la MONUC.

J'ai également plaidé auprès de M. Annan pour qu'il
s'implique plus directement par le biais d'un
représentant spécial et des institutions des Nations
Unies, particulièrement le Conseil de sécurité. J'ai
formulé aussi d'autres propositions plus
confidentielles que j'évoquerai plus tard.

Hier matin à Zurich, j'ai rencontré le président sud-
africain Mbeki, avant sa rencontre prochaine avec
Joseph Kabila.
Je l'ai encouragé à réunir rapidement tous les
signataires de l'accord de Lusaka. D'après lui, des
pourparlers en ce sens sont en cours.

CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
Men is het er kennelijk over eens dat deze
overgangsperiode gezien moet worden als een
goede gelegenheid om het proces van Lusaka
nieuw leven in te blazen.

Mevrouw Drion, ik denk niet dat een te
onverzoenlijke houding de uitvoering van de
akkoorden van Lusaka in het gedrang zal brengen.
We moeten nagaan of bepaalde punten niet kunnen
worden herzien om een stapje in de goede richting
te zetten. De buitenlandse oorlogvoerende partijen
zeggen dat ze het oorlog voeren moe zijn.Rwanda
legt de nadruk op het probleem van de
interahamwe-milities.
Beweerd wordt dat Rwanda een hidden agenda
heeft, wat het land met klem ontkent. Daardoor
ontkent men ook de reden waarom het land troepen
in Congo heeft, namelijk omdat er ex-FAR
interahamwe-milities op Congolees grondgebied
aanwezig zijn.
Na mijn gesprekken met de heer Kagame heb ik mij
afgevraagd of we dat aspect van het probleem niet
wat over het hoofd gezien hebben.
Ainsi, il semble y avoir consensus pour considérer
cette période transitoire à Kinshasa comme
l'occasion de relancer le processus de Lusaka.


Madame Drion, je pense qu'une attitude trop
intransigeante ne doit pas compromettre la mise en
oeuvre des accords de Lusaka. Il faudrait voir si en
marge de ces accords, on ne peut revoir certains
points qui pourraient aider à aller dans le bon sens.
Les parties extérieures se disent lassées par la
guerre. Le Rwanda met l'accent sur le problème
des milices interhamwe

On prête au Rwanda un agenda qu'il nie avoir. De
ce fait, on nie la raison de sa présence au Congo, à
savoir celle des milices interhamwe ex-FAR.



Mes entretiens avec M. Kagame m'ont amené à me
demander si nous n'avons pas sous-estimé cet
aspect du problème.
Als wij de Rwandezen in beweging willen krijgen,
zullen wij daarop moeten inspelen.
In Angola eist UNITA garanties dat er geen
interventie komt.
Zimbabwe weigert vrij spel te geven aan Rwanda en
Oeganda heeft zijn solidariteit met Rwanda betuigt.
De wil lijkt aanwezig te zijn om het conflict op te
lossen, maar het is nog niet duidelijk met welke
middelen dat moet gebeuren. Alles zal in de eerste
plaats afhangen van de goede wil van de
Congolezen.

Er is voor ons een echte rol weggelegd : wij kunnen
bijvoorbeeld de misverstanden die het zoeken naar
oplossingen bemoeilijken, uit de weg helpen
ruimen. Ons beleid mag in de regio op begrip
rekenen. België neemt een neutrale houding aan.
Wij kunnen uiteraard niet op eigen houtje handelen
en zullen dat ook niet doen. Ik doe er alles aan om
onze Europese partners voor de problemen in
Centraal-Afrika te sensibiliseren. Zo hebben de
contacten met de heer Gama een invloed gehad op
Angola. De waarheid is echter eenvoudig : ik mag
er dan al op aandringen dat de EU oog zou hebben
zowel voor Centraal-Afrika als voor de Balkan, toch
blijft het moeilijk om onze partners te overtuigen,
met uitzondering dan van Frankrijk, Groot-Brittannië
en Nederland.

Ik heb tal van contacten met de heer Kofi Annan bij
wie ik regelmatig verslag uitbreng over mijn
gesprekken. Ik heb het zelfs tegen de Europese
Commissie moeten opnemen om de financiering
met het oog op de uitvoering van de Lusaka-
Il faudra y répondre si on veut faire bouger les
Rwandais.
L'Angola réclame des garanties de mon intervention
en faveur de l'UNITA.
Le Zimbabwe ne veut pas laisser le champ libre au
Rwanda, dont l'Ouganda se dit solidaire.

Il semble bien y avoir une volonté de sortir du
conflit, mais par quels moyens, cela reste à
déterminer.Tout dépendra principalement de la
bonne volonté des Congolais.


Notre rôle est réel, nous pouvons par exemple lever
les malentendus qui bloquent la recherche de
solutions. Notre politique est comprise dans la
région. La Belgique est neutre. Elle ne peut
évidemment agir seule et n'entend pas le faire. Je
ne cesse de sensibiliser nos partenaires européens
au problème de l'Afrique centrale. Ainsi, les
contacts avec M. Gama ont-ils eu une influence sur
l'Angola. Cependant, la vérité est simple : alors que
j'insiste pour que l'Union européenne prenne en
considération autant l'Afrique centrale que les
Balkans, il reste difficile de sensibiliser nos
partenaires hormis la France, l'Angleterre et les
Pays-Bas.



J'ai de nombreux entretiens avec M. Kofi Annan à
qui je soumets systématiquement le rapport de mes
entretiens. Même pour modifier un financement en
vue de mettre en oeuvre les accords de Lusaka, il a
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
akkoorden te wijzigen! De contactgroep, die uit
Frankrijk, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en
België bestaat, wordt stelselmatig van onze
initiatieven op de hoogte gehouden.
fallu batailler contre l'avis de la Commission
européenne ! Le groupe de contact qui comprend la
France, la Grande-Bretagne, les Etats-Unis et nous-
mêmes est systématiquement informé de nos
initiatives.
Op korte termijn wil ik onze humanitaire hulp en die
van de Europese Unie, conform de besluiten van de
Raad algemene zaken van maandag, handhaven
en verhogen. Ik zal binnenkort de secretaris-
generaal van de Raad en hoge vertegenwoordiger
Xavier Solana ontmoeten.

Ik ben eveneens van plan Réginald Moreels op te
dragen te onderzoeken op welke wijze, om te
beginnen in Congo, Ruanda en Burundi, de
economische, administratieve, sociale en
gerechtelijke infrastructuur kan worden
heropgebouwd met voorrang voor de volgende vijf
punten : inrichting van de hoven en rechtbanken,
herstel van de infrastructuur, werking van de
administratie, gezondheidswerking en onderwijs.
Een bijstandsprogramma, genoemd "partnerschap
naar de vrede" zal dan kunnen worden vastgesteld.
Ik heb eveneens voorstellen gedaan om een brain-
drain uit die landen te voorkomen en om tot
oplossingen voor het probleem van de
studiebeurzen te komen.

Voorts wens ik de dialoog met de verschillende
groepen van opposanten en met alle externe
partijen te handhaven om gemakkelijker een
intercongolese dialoog op gang te brengen.

Ik ben ook zinnens de leden van de Congolese
diaspora te informeren en hen bewust te maken van
de noodzaak aan een dialoog; de initiatieven te
steunen, waaronder dat van Zuid-Afrika, die kunnen
leiden tot een bijeenkomst van alle partijen die het
akkoord van Lusaka hebben ondertekend en steun
te verlenen aan elke actie waardoor de rol van de
VN en hun secretaris-generaal wordt versterkt.
Dans un bref délai, j'envisage de maintenir et de
renforcer notre assistance humanitaire et celle de
l'Union européenne, conformément aux conclusions
du CAG de lundi. Je verrai sous peu le Secrétaire
général du Conseil et haut représentant, Xavier
Solana.

J'envisage également de charger Réginald Moreels
d'évaluer, en premier lieu au Congo, au Rwanda et
au Burundi, les possibilités d'une action de
réhabilitation des infrastructures économiques,
administratives, sociales et judiciaires en privilégiant
cinq axes : remise en état des Cours et tribunaux,
remise en état des infrastructures, fonctionnement
de l'administration territoriale, santé et éducation.
Un programme d'assistance, nommé « partenariat
vers la paix » pourra dès lors être arrêté. J'ai
également fait des propositions afin d'éviter de vider
ces pays de leurs substances intellectuelles, et de
trouver des solutions à la question des bourses
d'étude.


Je souhaite aussi maintenir le dialogue avec les
différents groupes d'opposants et toutes les parties
extérieures, afin de faciliter le démarrage du
dialogue intercongolais.

Il entre également dans mes intentions d'informer
les milieux de la diaspora congolaise et de les
sensibiliser à l'ouverture nécessaire au dialogue,
d'appuyer les initiatives, dont celle de l'Afrique du
Sud, en vue d'une réunion des signataires de
Lusaka et de soutenir toute action de nature à
renforcer le rôle des Nations Unies et de leur
Secrétaire général.
Ik heb de vragen over de destabiliserende acties
van de PvdA in Congo beantwoord. Frankrijk voert
resoluut een eigen Afrika-beleid; dat land zit nog wel
verwikkeld in een onopgelost geschil met Rwanda.
Dat neemt niet weg dat Rwanda intussen een
ambassade geopend heeft in Parijs, wat erop wijst
dat er naar een oplossing wordt gezocht.

De politieke opening die uit de inaugurale rede van
Joseph Kabila spreekt, had breder kunnen zijn,
maar op economisch gebied is die opening alvast
een stuk groter. Dat is een feit.

Wat de ontwikkelingssamenwerking betreft, is de
missie van de heer Moreels een technische
J'ai répondu aux questions relatives à l'action du
PvdA au Congo.
La France mène sa propre politique africaine mais il
n'en demeure pas moins que la France et le
Rwanda ont un contentieux non résolu.
Le Rwanda a cependant ouvert une ambassade à
Paris. C'est le signe d'une recherche de solution.

L'ouverture politique présente dans le discours de
Joseph Kabila aurait pu être plus large. Mais
l'ouverture sur le plan économique est plus
évidente. C'est indiscutable.

Quant à la coopération au développement, la
mission de M. Moreels est une mission technique,
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
opdracht. De dossiers die hij zal samenstellen, zal
hij overleggen aan staatssecretaris Boutmans. Het
is zijn taak na te gaan wat de behoeften zijn, zodat
we voorbereid zijn wanneer er een nieuw legitiem
regime komt in Congo. Dat zal immers het hoofd
moeten bieden aan het ongeduld van de bevolking,
en de Wereldbank en andere financiers een plan
moeten voorleggen om steun te krijgen voor de
wederopbouw van het land.
les dossiers qu'il constituera seront présentés à M.
Boutmans. Son travail consiste à étudier les
besoins de manière à être prêt le jour où une
autorité légitime s'installera au Congo. Elle devra
faire face à l'impatience populaire et il faudra
présenter un plan à la Banque mondiale et autres
financiers pour aider à la reconstruction du pays.
Mevrouw Drion, ik heb het altijd over een
verzoening van alle Congolezen gehad. Mijn
gesprekspartners zijn noodzakelijkerwijze de heer
Kabila en de regering, wie anders?
Als men wil voorkomen dat sommigen hun geduld
verliezen, moet men de dialoog snel aanvatten,
zoniet dreigt het momentum verloren te gaan.
Madame Drion, j'ai toujours parlé de réconciliation
entre Congolais. Mes interlocuteurs sont forcément
M. Kabila et le gouvernement, qui d'autre?
Si l'on veut éviter la tentation de l'impatience, le
dialogue doit commencer assez rapidement afin
que le momentum ne soit pas perdu.
01.08 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): Mijn
vraag had betrekking op de snelheid waarmee u de
regering Kabila leek te legitimeren.
01.08 Claudine Drion (ECOLO-AGALEV): J'avais
posé la question de la rapidité avec laquelle vous
avez paru légitimer le gouvernement Kabila.
01.09 Minister Louis Michel (Frans): Die indruk
hadden de Congolese autoriteiten niet. Ik heb de
kwestie van de legitimiteit en de voorwaarden met
betrekking tot de democratisering aangekaart.
01.09 Louis Michel , ministre (en français): Ce
n'est pas l'impression qu'ont eue les autorités
congolaises. J'ai posé la question de la légitimité et
des autres conditions relatives à la démocratisation.
01.10 Jacques Lefevre (PSC): Welke rol heeft u
gespeeld in de manier waarop de heer Bongo werd
benaderd?
01.10 Jacques Lefevre (PSC): Quel rôle avez-
vous joué dans l'approche de M. Bongo ?
01.11 Minister Louis Michel (Frans): Ik heb mij
ertoe beperkt contact op te nemen met de heer
Bongo. Ik ben als postbode opgetreden. De idee om
de heer Bongo in te schakelen werd over het
algemeen goed onthaald.
01.11 Louis Michel , ministre (en français): Je me
suis borné à le contacter, j'ai joué un rôle
d'intermédiaire. D'une manière générale, l'idée du
recours à M. Bongo a été bien accueillie.
(Nederlands) Het probleem van de troepen van de
VN blijft open. Zo'n proces kan niet, zolang er geen
beweging komt bij de partijen. De voorwaarden zijn
nu nog niet vervuld.
(En néerlandais) Le problème des troupes des NU
demeure entier. Le processus ne pourra être
enclenché tant que les parties camperont sur leurs
positions. Les conditions requises ne sont pas
encore remplies.
(Frans) Ik denk dat Angola naar een vreedzame
oplossing voor het conflict streeft en zich wil
terugtrekken. Die tendens was trouwens al
merkbaar voor de aanslag.


Zimbabwe heeft niet dezelfde agenda, maar wenst
zich eveneens uit het conflict terug te trekken.

De president van Rwanda van zijn kant ontkent dat
hij territoriale bedoelingen heeft. Aangezien we op
het vertrouwen van dat land kunnen rekenen, wil ik
dat niet in het gedrang brengen, het kan later nog
belangrijk zijn.
(En français) Concernant l'Angola, je pense que ce
pays est désireux d'arriver à une solution pacifique
du conflit et qu'il désire se retirer. Avant l'attentat,
ce pays se situait d'ailleurs déjà dans une logique
de retrait.

Le Zimbabwe n'a pas le même agenda, mais désire
se retirer également.

Quant au Rwanda, son président dément toutes
visées territoriales. Etant donné que nous
bénéficions de la confiance de ce pays, je ne tiens
pas à la mettre en péril, car nous en aurons besoin
à l'avenir.
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
De heer Masine is een geode facilitator. Het zou
goed zijn mocht een tweede betrokkene zich in die
zin inzetten. Maar laten we niet op de situatie
vooruitlopen, nu moet het pad worden geffend.

Op de vraag of ik enig idee heb over wie de moord
op Kabila heeft beraamd, kan ik alleen maar
antwoorden dat ik er niets mee te maken heb.
(Glimlachjes)

Volgens de plannen moest ik naar Lusaka reizen
maar dan had ik de heren Bongo en Annan niet
kunnen ontmoeten. Die reis had meer weg van een
marathon.
M. Masire est un bon facilitateur. Il serait bon qu'il y
ait un cofacilitateur. Ne faisons pas de pronostic. Ce
qui importe, c'est que la facilitation commence.


Quant à la question de savoir si j'ai une idée de qui
se cache derrière la mort de M. Kabila, je jure que
je ne suis pour rien dans ce meurtre ! (Sourires)


Il était prévu que j'aille à Lusaka, mais je n'aurais
alors pas pu rencontrer ni M. Bongo, ni M. Annan.
Ce voyage était un vrai marathon.
(Nederlands) De commissievoorzitter heeft enkele
bemerkingen gemaakt over de houding van de VS
en Frankrijk ten aanzien van Congo. Ik kan die
woorden onderschrijven, evenals zijn oproep om
nog andere landen, zoals Portugal, bij het
vredesproces te betrekken.
(En néerlandais) Le président de la commission a
fait certaines observations à propos de l'attitude
actuelle des Etats-Unis et de la France vis-à-vis du
Congo. Je partage son avis. Je suis également
d'accord pour qu'un appel soit lancé afin d'associer
d'autres pays, comme le Portugal, au processus de
paix.
(Frans) Joseph Kabila zal waarschijnlijk zaterdag
naar ons land komen waar hij door
vertegenwoordigers van de overheid zal worden
ontvangen.
(En français) Il est probable que Joseph Kabila sera
en Belgique ce samedi, où il sera reçu par les
autorités.
01.12 Mark Eyskens (CVP): Ik verneem met
genoegen dat de contacten met president Joseph
Kabila ertoe leiden dat hij België binenkort zal
aandoen. Dit wordt een belangrijk moment voor de
Belgische diplomatie.
01.12 Mark Eyskens (CVP): J'ai appris avec plaisir
que les contacts avec le président Joseph Kabila
vont prochainement se traduire par une visite de
celui-ci en Belgique. Ce sera un moment important
pour la diplomatie belge.
01.13 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De minister bevestigde dat de heer Martens en zijn
PvdA in Congo een subversieve rol spelen. De
PvdA beschikt over twee ngo's met projecten in
Congo. Waarschijnlijk speelt de PvdA haar rol in
Congo dus met belastinggeld.

De minister voert aan dat in Congo niemand
gelegitimeerd is en hij wel met iemand moest
spreken. Dat is niet helemaal onwaar, maar met die
gesprekken legitimeert hij zijn gesprekspartners
wel. De ontvangst van Joseph Kabila zaterdag
betekent eens te meer een legitimering.


Ik heb al vaak een andere klok horen luiden over de
heer Moreels. Hij zou een vrij labiel figuur zijn,
waarvan de rol in Afrika niet efficiënt kan zijn.
Misschien kan dit binnen een paar jaar electoraal
lonen voor een bepaalde partij.
01.13 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le ministre a confirmé que M. Martens et son PdT
jouaient un rôle subversif au Congo. Deux ONG du
PdT ont des projets en cours au Congo. Il est donc
probable que le PdT déploie ses activités au Congo
avec l'argent du contribuable.

Le ministre fait valoir que personne au Congo ne
dispose d'une véritable légitimité et qu'il fallait bien
parler avec quelqu'un. Ce n'est pas totalement faux
mais en agissant de la sorte on donne précisément
une certaine légitimité à son interlocuteur. Ce sera
encore le cas avec la visite de Joseph Kabila
samedi prochain.

J'ai déjà souvent entendu dire d'autres choses à
propos de M. Moreels. Il s'agirait d'un personnage
plutôt instable dont le rôle en Afrique ne peut être
efficace. Peut-être que dans quelques années un
certain parti pourra en tirer un bénéfice électoral.
01.14 Jef Valkeniers (VLD): President Mbeki van
Zuid-Afrika wil een soort "Marshall-plan" voor
Centraal-Afrika op poten zetten. Heeft minister
01.14 Jef Valkeniers (VLD): Le président Mbeki
d'Afrique du Sud souhaite mettre en place une sorte
de plan Marshall pour l'Afrique centrale. Cette
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
Michel het daarover gehad tijdens zijn onderhoud
met president Mbeki? Zo ja, wat zou daarin de rol
van ons land kunnen zijn?
question a-t-elle été abordée lors de l'entretien entre
le ministre Michel et le président Mbeki? Dans
l'affirmative, quel rôle notre pays pourrait-il jouer
dans ce cadre?
01.15 Minister Louis Michel (Frans): Het plan van
de heer Mbeki en van zijn Algerijnse collega lijkt op
het onze, maar het is ruimer. Ons plan omhelst
Congo, Burundi en Rwanda. Alleen kunnen wij
financieel niet meer doen.
01.15 Louis Michel , ministre (en français) : Le
plan de M. Mbeki et de son collègue algérien est
semblable au nôtre mais il est plus large. Le nôtre
couvre le Congo, le Burundi et le Rwanda.
Financièrement, nous ne pouvons pas faire
davantage seuls.
We willen een plan dat een perspectief kan bieden,
een plan in de vrede en niet naar de vrede. Ik zal
daartoe contact houden met president Mbeki.
Nous voulons un plan qui offre des perspectives, un
plan qui pourra être mis en oeuvre dans la paix et
non dans la guerre. A cette fin, je resterai en
contact avec le président Mbeki.
01.16 Ferdy Willems (VU&ID): De minister heeft
mijn achttien vragen allemaal beantwoord. Ik vind
dat de PvdA te veel aandacht krijgt.

De minister voert terecht aan dat er in Congo geen
staat meer is, maar met wie moet men dan praten
als men ginds wat wil doen?

Mijn eerdere uitspraken over Reginald Moreels
verhinderen niet dat ik vind dat hij een ideaal
uitdraagt, hoewel de concrete uitwerking ervan
soms te wensen overlaat.
01.16 Ferdy Willems (VU&ID): Le ministre a
répondu à chacune de mes 18 questions. J'estime
qu'on accorde trop d'attention au PdT.

Le ministre estime à juste titre que le Congo n'est
plus vraiment un Etat mais avec qui faut-il dialoguer
pour être actif dans cette région ?

Les propos que j'ai tenu par le passé au sujet de M.
Moreels ne m'empêchent pas de considérer qu'il
véhicule un idéal, même si la mise en oeuvre de
celui-ci laisse parfois à désirer.
Over de rol van Angola verschil ik van mening met
minister Michel. Ik zal terzake binnenkort de
minister interpelleren. Dat Angola zich nu zou willen
terugtrekken uit Congo, heeft misschien ook met de
machtswissel in Washington te maken. Minister
Michel zegt dat de inbreng van Angola in Congo
vooral politiek geïnspireerd zou zijn. Ik ben ervan
overtuigd dat er ook andere motieven ­ onder meer
van militaire aard ­ spelen.



Ik heb het volste begrip voor de gevoeligheden van
Rwanda ten gevolge van de genocide die het heeft
meegemaakt. Ik deel de mening van de minister dat
Rwanda één van de moeilijkste onderdelen van de
puzzel in Centraal-Afrika uitmaakt.

Wij hebben inderdaad de sleutel niet in handen. De
internationale gemeenschap is niet eensgezind.
Concernant le rôle de l'Angola, je ne partage pas le
point de vue du ministre Michel. Je l'interpellerai
prochainement à ce propos. Le fait que l'Angola
souhaiterait se retirer maintenant du Congo est
peut-être lié également à l'élection d'un président
républicain aux Etats-Unis. Le ministre Michel dit
que la contribution de l'Angola au règlement de la
crise congolaise serait essentiellement inspirée par
des considérations politiques. Je suis convaincu
que d'autres motifs, notamment d'ordre militaire,
jouent également.

Je comprends parfaitement les sensibilités du
Rwanda après le génocide qu'il a connu. Je suis
d'accord avec le ministre quand il dit que, du point
de vue politique, le Rwanda est l'une des régions
les plus difficiles d'Afrique centrale.

Nous n'avons effectivement pas les clés du
problème en main. Et la communauté internationale
n'est pas unanime.
01.17 Jacques Lefevre (PSC): Ik dank de minister
voor zijn antwoorden. Ik wil er echter wel op wijzen
dat ik het over de hele lijn volledig oneens ben met
de heer Van den Eynde.
01.17 Jacques Lefevre (PSC) : Je remercie le
ministre pour ses réponses. Sinon, je tiens à
rappeler que mon opinion est strictement à l'opposé
de celle de M. Van den Eynde sur tous les sujets.
Moties Motions
31/01/2001
CRABV 50
COM 372
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions
suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel
Pinxten en Ferdy Willems en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems en Jef Valkeniers
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
beveelt de regering aan
- een gedurfd diplomatiek initiatief te nemen om het
akkoord van Lusaka terug leven in te blazen door
de nieuwe Congolese president J. Kabila uit te
nodigen voor overleg naar België;
- bijkomende initiatieven te nemen in het kader van
de ontwikkelingssamenwerking om de ergste noden
van de bevolking te ledigen;
-
de Belgische studie- en stagebeurzen voor
Congolezen te verdubbelen."
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Mark Eyskens, Jacques Lefevre, Karel Pinxten
et Ferdy Willems et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de MM. Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems et Jef Valkeniers
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
recommande au gouvernement,
- de prendre une initiative diplomatique audacieuse
tendant à insuffler une nouvelle vie aux accords de
Lusaka en invitant M. J. Kabila à venir participer à
une concertation en Belgique;
- de prendre des initiatives complémentaires dans
le cadre de la coopération au développement pour
rencontrer les besoins les plus urgents de la
population;
- de doubler le nombre des bourses d'études et de
stage destinées aux Congolais."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Guido Tastenhoye en Francis Van den Eynde
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems en Jef Valkeniers
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Buitenlandse Zaken,
- verzoekt de regering niet langer te proberen een
aanwezigheidspolitiek in Centraal-Afrika op te
bouwen;
- dringt aan opdat de regering zich wat hulp aan
deze regio betreft voortaan tot humanitaire
ontwikkelingssamenwerking zou beperken."
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Guido Tastenhoye et Francis Van den Eynde
et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Mark
Eyskens, Francis Van den Eynde, Jacques Lefevre,
Ferdy Willems et Jef Valkeniers
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
des Affaires étrangères,
- demande au gouvernement de mettre un terme à
la politique de présence belge en Afrique centrale;
- insiste pour que le gouvernement limite son aide à
cette région à la coopération au développement
humanitaire."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Georges Clerfayt, Jacques Simonet, Jef
Valkeniers, Dirk Van der Maelen en mevrouw
Claudine Drion.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Georges Clerfayt, Jacques Simonet, Jef Valkeniers,
Dirk Van der Maelen et Mme Claudine Drion.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
01.18 Ferdy Willems (VU&ID): De eenvoudige
motie is er, als ik het goed heb begrepen, pas
gekomen nadat de heer Van den Eynde een motie
had ingediend. Zou het kunnen dat de motie die ik
heb ingediend met de christen-democraten niet
gecounterd zou geweest zijn door een eenvoudige
motie? Neen? Dat vind ik dan jammer.
01.18 Ferdy Willems (VU&ID): Si j'ai bien compris,
la motion pure et simple n'a été déposée qu'après le
dépôt de la motion de M. Van den Eynde. La motion
que j'ai déposée avec les chrétiens-démocrates
aurait-elle pu ne pas être contrée par une motion
pure et simple ? Non ? Je le regrette.
De openbare commissievergadering wordt gesloten La réunion publique de commission est levée à
CRABV 50
COM 372
31/01/2001
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2000
2001
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
19
om 16.57 uur.
16.57 heures.

Document Outline